files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000206-0a15f0b105/Studievragen t…  ·...

23
1 Boek Methodisch begeleiden ISBN 978-90-85241-49-2 Thema 4. Begeleiden Paragraaf 4.2 Geschiedenis van begeleiden 4.2.1 Vanuit het perspectief van de gezondheidzorg 4.2.2 Vanuit het perspectief van het welzijnswerk 4.2.3 De innige vriendschap tussen welzijn en zorg Docent Ben de Geus Werkvormen 1. Studie- toets vragen Thuis maken/ thema lezen 2. Informatie/ theorie Geschiedenis zorg 3. Opdracht Overeenkomsten en verschillen Zorg en Welzijn 4. Opdracht Hoe ziet de zorg er in 2020 uit 5. Opdracht Wie helpt mij? 1. Studie en toets vragen 1. Schrijf op wat de taken en de werkzaamheden waren van de verpleegkundigen tot de jaren ‘50 2. Schrijf op waardoor de werkzaamheden van de verpleegkundigen in de jaren ’60 veranderde 3. In de jaren ’80 is er in de zorg de zogenaamde functiedifferentiatie in de zorg ingevoerd. Anders gezegd: ”de juiste man/ vrouw op de juiste tijd en plaats”. Leg uit wat de functiedifferentiatie heeft betekent voor het ontstaan van nieuwe functies en de verdeling van het werk . 4. Schrijf op wat de werkzaamheden van de huidige activiteitenbegeleider zijn. 5. Vind je dat de activiteitenbegeleider een baan op maandag t/ m vrijdag moet zijn, met werktijden van 09.00 tot 16.00 uur? 6. Schrijf op waar in eerste instantie de werkers in de welzijnszorg zich op richten 7. Schrijf op waaruit de oorspronkelijke woonzorgcentra zijn ontstaan 8. Schrijf op wat jij verstaat onder het begrip “ontschotting” Boek: Methodisch Begeleiden Werkproces 2.3/ 3 e periode/1 e jaar

Transcript of files.zorgvuldig.webnode.nlfiles.zorgvuldig.webnode.nl/200000206-0a15f0b105/Studievragen t…  ·...

1

Boek Methodisch begeleidenISBN 978-90-85241-49-2

Thema 4. BegeleidenParagraaf 4.2 Geschiedenis van begeleiden

4.2.1 Vanuit het perspectief van de gezondheidzorg4.2.2 Vanuit het perspectief van het welzijnswerk4.2.3 De innige vriendschap tussen welzijn en zorg

Docent Ben de GeusWerkvormen 1. Studie- toets vragen Thuis maken/ thema lezen

2. Informatie/ theorie Geschiedenis zorg3. Opdracht Overeenkomsten en verschillen Zorg

en Welzijn4. Opdracht Hoe ziet de zorg er in 2020 uit5. Opdracht Wie helpt mij?

1. Studie en toets vragen

1. Schrijf op wat de taken en de werkzaamheden waren van de verpleegkundigen tot de jaren ‘50

2. Schrijf op waardoor de werkzaamheden van de verpleegkundigen in de jaren ’60 veranderde3. In de jaren ’80 is er in de zorg de zogenaamde functiedifferentiatie in de zorg ingevoerd.

Anders gezegd: ”de juiste man/ vrouw op de juiste tijd en plaats”. Leg uit wat de functiedifferentiatie heeft betekent voor het ontstaan van nieuwe functies en de verdeling van het werk .

4. Schrijf op wat de werkzaamheden van de huidige activiteitenbegeleider zijn.5. Vind je dat de activiteitenbegeleider een baan op maandag t/ m vrijdag moet zijn, met

werktijden van 09.00 tot 16.00 uur?6. Schrijf op waar in eerste instantie de werkers in de welzijnszorg zich op richten7. Schrijf op waaruit de oorspronkelijke woonzorgcentra zijn ontstaan8. Schrijf op wat jij verstaat onder het begrip “ontschotting”9. Schrijf de 3 factoren op die hebben bijgedragen aan een intensievere samenwerking tussen

“zorg en welzijn”. Schrijf van ieder een voorbeeld op

Boek: Methodisch BegeleidenWerkproces 2.3/ 3e periode/1e jaar

2

2 Geschiedenis van het begeleiden

In het boek lees je dat in het verleden zorg en welzijn twee aparte organisaties in de zorgverlening waren en dat deze organisaties steeds meer naar elkaar toegroeien. Deze verandering in de loop der tijden, ingezet in de jaren wordt dit proces ook wel “ontschotting” genoemd.

Je begrijpt wel dat deze ontschotting het beroep van hulpverlener in de zorg- en welzijnspraktijk steeds heeft beïnvloed. Sterker nog het lijkt of oude waarden in de hulpverlening, weliswaar in een ander jasje, weer terugkomen. Na deze inleiding over “geschiedenis van begeleiden”, hoe de functie van de Medewerker Maatschappelijke zorg is ontstaan.

De ontwikkeling in de hulpverlening tot nu toe kun je vanuit verschillende invalshoeken benaderen.

a. Mensvisieb. Muraliteitenc. Organisatie zorg/ welzijnsinstellingend. Politiek/ economische. Werkzaamhedenf. Zorg- hulpverleners

Boek: Methodisch BegeleidenWerkproces 2.3/ 3e periode/1e jaar

3

Invalshoek 1800-1900 1900-1950 1950-2000 2000-hedena. mensvisie Het leven is een geschenk van God.

Ziekte betekent een “straf”van God. Verstandelijk gehandicapten en psychiatrisch zijn te redden met “excorcisme”

Defectmodel. Mens is te repareren/ opereren te genezen.Scheiding van opvang van mensen met een lichamelijk, psychiatrische aandoening van een verstandelijke handicap

Mens met beperkingen die recht hebben op een plek in de maatschappij.Socialisatie en integratie van de mens met een beperking.De holistische mensbenadering. Mens bestaat uit een lichaam, een psyche en maakt deel uit van een sociale context.

Mens met mogelijkheden

b. muraliteit Intramuraal intramuraal Intra- en semimuraal transmuraalc. organisatie/welzijnsinstellingen Klooster, buiten de “muren” van de

stad.Oude mensen krijgen zorg van en wonen in bij de kinderen

Intra muraalAlle zorg binnen de ziekenhuis muren. Zowel die van de lichamelijke, psychiatrische als verstandelijk gehandicapten

Scheiding van hulpverlening in zorg- en welzijn

Hulpverleningsorganisaties en instellingen verrichten werkzaamheden bij elkaar. Mensen zo lang mogelijk thuis opvangen, verzorgen.

d. politiek/ economisch PaternalismeAlleen de “gegoede burgerij” en de werkgevers hadden een goede zorgverzekeringArbeiders waren afhankelijk van de goede zorg van hun werkgever, de kerk of naasten

SocialismeMet de komst van het socialisme is naast de AOW ook een collectief verkeringsstelsel in het leven geroepen. Collectief betekent dat alle Nederlanders een bedrag naar rato van hun salaris beschikbaar stelden zodat iedereen gebruik kon maken van een goede zorg- of dienstverlening. Te denken valt aan ziekenfonds en later AWBZ (Algmene wet Bijzondere Ziektekosten).

Socialisme/ liberalismeZorg en welzijn worden bij één ministerie ondergebracht.

LiberalismeWe zorgen niet meer voor elkaar , maar zijn persoonlijk verantwoordelijk voor onze “zorgverzekering” AWBZ wordt “uitgekleed” en ondergebracht bij extra voorzieningen ziekenfonds.Hulp vanuit de kerk en het opkomen van “de voedselbank”

e. werkzaamheden Overwegend de verzorging van het lichaam.

Verzorging van het lichaam en het ondersteunen van de artsen bij de behandeling.

Zorg gebaseerd op tekorten in de zelfzorg op lichamelijk, psychisch of sociaal gebied, beschreven in een zorg of begeleidingsplan.FunctiedifferentiatieOndersteunen van de behandelaren

Zorg gebaseerd op tekorten in de zelfzorg op lichamelijk, psychisch of sociaal gebied, beschreven in een zorg of begeleidingsplan.Functie integratieOndersteunen van de behandelaren

e. Zorg- hulpverleners In eerste instantie kloosterlingenIn tweede instantie mensen uit gevangenissen etc.Tenslotte de echtgenotes uit de “gegoede burgerij” Dus vrijwilligers werk.

Ontstaan verpleegkundig beroep door:- Opleiding- Salaris- Vakbond- Tuchtrecht

Ontstaan van nieuwe beroepen:- Verzorgende- Verpleegkundigen- Activiteiten begeleiders- Inrichtingwerkers

Alle eerder genoemde beroepen en medewerker maatschappelijke zorgFunctie integratieGrote inzet mantelzorg en vrijwilligers

f. Opleiding Geen Verpleegkundige opleiding Verpleegkundige en verzorgendeActiviteitenbegeleiderSociaal Agogisch werker

Alle eerder genoemde opleidingen en medewerker maatschappelijke zorg

Boek: Methodisch BegeleidenWerkproces 2.3/ 3e periode/1e jaar

4

Boek: Methodisch BegeleidenWerkproces 2.3/ 3e periode/1e jaar

5

Op dracht 3. Overeenkomsten en verschillen werkzaamheden en verantwoordelijkheden werkers in Zorg en welzijn

Deze opdracht heeft als doel om je inzicht te geven in de overeenkomsten en verschillen tussen de taak- en verantwoordelijkheden van een Medewerker maatschappelijke zorg (4), verpleegkundige en een Sociaal agogisch werker (4). Je kunt deze overeenkomsten en verschillen opzoeken in onderstaande kwalificatiedossiers.

Opdracht:

Je krijgt van de docent een A3 papier en teken hierop de volgende kolommen. Zoek de informatie op met behulp van de verkorte kwalificatiedossiers van Calibris en schrijf deze in de bijbehorende kolom. Voorbeeld A3 formulier.

Beroepsgroep MMZhttp://www.calibris.nl/onderwijs/attartikel.php?guid=5044c938-edc5-11e1-9d6a-12313b031a14

Welzijnhttp://www.calibris.nl/onderwijs/attartikel.php?guid=687a5afe-edc5-11e1-b4bc-12313b031a14

ZorgKD_kort_Mbo-Verpleegkundige.pdf (554kb)

Begeleidergehandicaptenzorg

Specifieke doelgroepen Sociaal Maatschappelijk dienstverlener

Verpleegkundige

Werkzaamheden

Verantwoordelijkheden

Opdracht 4 Hoe ziet de gezondheidszorg er in 2020 uit?

Lees met 2 andere studenten het onderstaande artikel “Hoe ziet de gezondheidszorg er in 2020 uit” en geef een antwoord op de volgende vragen. Het is de bedoeling dat deze antwoorden in de klas met elkaar worden besproken. Zoek de moeilijke woorden op. Begrijp je nog niet wat er staat kun je de docent om uitleg vragen! Artikel te vinden op : http://www.hospitals.be/pdf/vol8n1p4.pdf

Voor het kwalificatie kun je naar de site van Calibris: http://www.calibris.nl/onderwijs/ksdocumenten.php?vw=cks&sid=3&jaar=2010 en ga daarna naar: Calibris/Welzijn/ Maatschappelijke zorg/ Kort

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

5

6

Vragen bij artikel:

1. Waardoor ontstaat er “vergrijzing” in Nederland?2. Wat bedoelt dr. Renaat met de opmerking dat de patiënt in de

toekomst zorgconsument wordt?3. Schrijf 2 voorbeelden op dat de patiënt in de toekomst zorgconsument wordt.4. Wat bedoelt dr. Renaat met het begrip “aanbodzijde”?5. Schrijf 4 voorbeelden op hoe “Health Centers” in de toekomst gaan werken6. Welke consequenties heeft dit in de samenwerking tussen artsen, fysiotherapeuten en de verpleegkundigen.7. Dr. Renaat stelt dat ziekenhuisopnames steeds korter worden en de opvang door familie

steeds moeilijker wordt. Schrijf op hoe dr. Renaat de toekomst ziet.8. Zoek het kwalificatiedossier MMZ op en kijk wat de werkzaamheden van de medewerker maatschappelijke zorg zijn. Dus anders gezegd waar wordt je voor opgeleid. Denk jij dat je met het diploma MMZ in een zorghotel kan werken? Schrijf op waarom wel/ waarom niet.

Opdracht 5 Wie helpt mij?

Zoals eerder verteld is er gaat de hulpverlening steeds meer in de richting van de transmurale zorg. Ondanks dat blijft de hulpverlening veelzijdig.

Ga naar de volgende websites en schrijf op welke hulp je bij deze organisatie/ instelling kunt krijgen en wie die hulp verleent. Schrijf ook de vacatures op. Neem onderstaand schema over.

Website organisatie Soort hulp Verleend door Vacatures voor:http://www.carinova.nl/

http://www.riwis.nl/

http://www.tactus.nl/

http://www.leokannerhuis.nl/

http://www.iriszorg.nl/

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

6

7

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

7

8

6. Begrippen begrepen

In het boek staan al een aantal begrippen duidelijk omschreven. De uitleg spreekt voor zich. Er zijn echter begrippen die regelmatig in de praktijk worden gebruikt.

Te denken valt aan:

Holistische mensvisie Opvatting dat de mens bestaat uit een lichamelijk en een psychisch deel en altijd deel uit maken van een sociale context (omgeving)

Zelfzorg De wijze waarop mensen voor zichzelf zorgen om een gezond evenwicht te krijgen tussen lichaam, psyche en hun sociale omgeving.

Therapeutische zelfzorg De persoon is zelf in staat om het tekort in de zelfzorg op te lossen (kan bijvoorbeeld naar de apotheek gaan of een vriend of familielid vragen om hem te helpen )

Tekort in de zelfzorg Als het de persoon aan mogelijkheden door ziekte of handicap ontbreekt bovenstaand evenwicht te realiseren en daar ook geen mantelzorger voor kan vragen. Hij gaat naar een professionele hulpverlener

Cure en Care Cure = behandelen, genezen; medicijnen voorschrijvenCare =verplegen, verzorgen; medicijnen Toedienen

Ontschotting Wegvallen “muren” tussen intra en semi murale zorg

Cure Behandelen van een handicap of ziekte door een arts, fysiotherapeut, pedagoog etc.

Care Verzorgen, verplegen, begeleiden van een cliënt met een lichamelijke of psychische aandoening of handicap.

Potentiëren Ondersteunen van de behandelaar (medicijnen, gesprekken etc.)

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

8

9

7. Begrippen begrepen

Opdracht 1 Ons verhaal.

Bedenk met 4 medestudenten in 30 minuten een kort verhaal waarin de volgende begrippen voorkomen en lees dit vervolgens voor aan de andere studenten:

- behandelen

- begeleiden

- verzorgen

- hulpverlenen

- therapeutische zelfzorg

- tekorten in de zelfzorg

- Zelfzorg

- mantelzorg

- cure en care

- potentiëren

Je kunt bijvoorbeeld een ziektebeeld van één persoon als uitgangspunt gebruiken.

8. Wat behoeften zijn en hoe ze ontstaan/ 4.5 Van begeleidingsbehoefte naar begeleidingsactiviteit

De paragrafen 4.4 en 4.5 hebben zoveel met elkaar te maken dat deze in één keer worden behandeld. Het is de bedoeling dat de piramide van Maslow een praktisch invulling krijgt in het begeleiding- en behandelingsmodel van Dorothea Orem.

In het boek wordt geschreven over de innerlijke behoeften en de behoeften die ontstaan vanuit je omgeving. Bij innerlijke behoeften valt te denken aan de piramide van Maslow die uitgaat van 3 soorten innerlijke behoeften:

Basisbehoeften Ontwikkelingsgebonden behoeften Situationele behoeften

Er wordt in het boek gezegd dat de behoefte theorie van Maslow nog steeds wordt gezien als een bruikbaar hulpmiddel. Wat ontbreekt in het boek is hoe je deze innerlijke behoeften hiërarchie van Maslow terugziet in de dagelijkse praktijk van verzorgen, verplegen en begeleiden van cliënten.

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

9

10

Het is de verdienste van Dorothea Orem om een werkwijze te bedenken waarmee hulpverleners tot van een diagnose naar een begeleiding- behandelingsplan kunnen komen.

De werkwijze gaat uit van het begrip zelfzorg. Zelfzorg is niets bijzonders, of toch wel? Zelfzorg is gericht op het bevredigen van de menselijke behoeften. Om aan die behoeften tegemoet te kunnen komen, is het noodzakelijk dat mensen activiteiten verrichten, de zogenaamde zelfzorgactiviteiten. Anders gezegd. De mens streeft steeds naar een evenwicht tussen zijn lichamelijke en psychisch welbevinden en de manier waarop hij deel uit maakt van zijn “sociale omgeving”. Bij sociale omgeving moet je denken aan familie, gezin, werk, vereniging, kerkgenootschap etc. In schema1 1-1-3 wordt aangegeven hoe en op welke manier zelfzorg tot stand komt bij een persoon.

1 Met zorg verplegen, deel 1A

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

10

11

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

11

12

- Historische factoren Een mens leert van zijn eerdere ervaringen. Zowel positief als negatief.

- Socio cultureel Een mens houdt bij zijn zelfzorgactiviteiten ook altijd rekening met zijn afkomst, religie, geaardheid etc.

- Situationeel Iedere situatie is verschillend. Zelfzorgactiviteiten kunnen worden beïnvloed door de situatie of omgeving waar je verblijft of woont. Medische zorg in Nederland ziet er geheel anders uit dan in Somalië.

- Persoonlijk Verschillen in intelligentie, karakter, sekse, leeftijd en gezondheidstoestand kunnen van invloed zijn op de zelfzorgactiviteiten van een persoon.

Alle zelfzorgactiviteiten zijn dus gericht op een “Gezond en zinvol leven”

In het zelfzorgmodel van Orem2 wordt duidelijk gemaakt hoe mensen zog dragen voor een gezond en zinvol leven en wat er gebeurt als er tekorten in de zelfzorg ontstaan.

Ieder begeleiding- of behandelplan bestaat altijd uit een aantal vaste stappen die moeten worden doorlopen om de interventie of behandeling te beschrijven en het effect ervan te kunnen evalueren.

2 Theorieën en modellen in de verpleegkunde, Aggleton en Chalmers Bohn, Scheltem & Holkema, 1986

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

12

13

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

13

14

9.Praktijksituatie:

Schrijf naar aanleiding van de situatie beschrijving een begeleiding- behandelplan voor Jan Hissink.

Jan heeft nog niet zo lang geleden gehoord dat hij suikerziekte heeft. Hier kwam hij pas achter na een bezoek aan zijn huisarts. Deze heeft het vermoeden dat Jan, gezien zijn klachten van voortdurende moeheid, slechter zien en jeuk aan de genitaliën, suikerziekte heeft. Om zeker van zijn diagnose te zijn, stuurt de huisarts Jan naar het ziekenhuis voor een grondiger onderzoek. Het vermoeden van de huisarts is juist. Jan heeft suikerziekte.Jan is 35 jaar, ongehuwd en woont in een vrijgezellen woning. In het verleden heeft Jan een IQ test gedaan en daar is uitgekomen dat hij zwakbegaafd is. Hij is gezien zijn gewicht en omvang een opvallend persoon. Nu bekend is dat hij suikerziekte is zijn eerste opdracht om af te vallen. Jan zelf ziet dat niet zo zitten. Als hij pillen krijgt, is het probleem toch weer opgelost. Jan is een gezelligheidsmens en is vaak in het café op de hoek te vinden. Het komt regelmatig voor dat hij aangeschoten thuis komt. Jan weet niet dat alcohol gebruik een slechte invloed heeft op zijn suikerziekte.Jan is niet trouw met het innemen van zijn medicatie. Deze moet hij in de ochtend, middag en bij het avondeten innemen. Op willekeurige momenten van de dag vergeet hij dat wel eens. Als de diabetes verpleegkundige hem hier op aan spreekt, haalt hij zijn schouders op.

Opdracht vlgs Orem:

Jan heeft niet helemaal goed inzicht in zijn situatie en hoe hij hiermee om te gaan. Kom tot een plan door de volgende stappen te doorlopen als je weet dat Jan zwakbegaafd is:

1. schrijf de tekorten in de zelfzorg van jan op

2. schrijf op waar de tekorten in de zelfzorg ontstaan?- gebrek aan kennis- gebrek aan vaardigheden- gebrek aan motivatie- beperkte gedragsmogelijkheden

3. schrijf op welke interventie/ planning mogelijkheden er zijn- volledig compenseren- gedeeltelijk compenserend- educatief/ ontwikkelingsgericht (aan- leren)

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

14

15

4. schrijf bij iedere geplande interventie de acties op (wat je gaat doen)- doen of handelen voor een ander- begeleiden van een ander- verlenen van fysieke steun- verlenen van psychische steun- scheppen van een omgeving die ontwikkeling stimuleert- instructie en/ of voorlichting

5. Schrijf de valkuilen op die mogelijk de interventie bij Jan in de weg kunnen staan.

4.6 Helpen

In de vorige paragraaf is je al duidelijk geworden dat hulpverlening op verschillende manieren kan plaatsvinden. De werkwijze van Orem is daar een goed voorbeeld van. In de paragraaf “Helpen” wordt daar nog eens extra aandacht aan besteed. Belangrijk is om rekening te houden met het feit dat, zeker bij volwassenen, helpen alleen mogelijk is als de hulpvrager daar voor open staat. Anders gezegd: ”de cliënt bepaalt of hij geholpen wil worden, de hulpverlener heeft de kennis en mogelijkheden hoe de hulpvrager geholpen kan worden”.

Weerstanden in de hulpverlening komen regelmatig voor. Het heeft dan geen zin om welke vorm van hulp dan ook op te dringen. De hulpvrager legt waarschijnlijk de aangeboden hulp terzijde. Er zijn verschillende vormen van weerstand:

- Weerstand tegen verandering in de persoon- Weerstand tegen verandering in sociale systemen- Weerstand tegen de hulpverlening zelf

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

15

16

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

16

17

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

17

18

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

18

19

De weerstand zal geringer zijn als:

Verwerkingsopdracht bij paragraaf 4.6 Helpen

Lees de praktijksituatie van jan Hissink nog een keer door. Bedenk mogelijke weerstanden, zoals boven beschreven, die Jan zou kunnen hebben ten aanzien van de hulpverlening.

Opdracht weerstandenOver het algemeen hebben studenten de gewoonte om in de klas altijd op dezelfde plaats te gaan zitten. Vraag de studenten bij binnenkomst in de klas of zij op alfabetische volgorde (op achternaam, gebruik hiervoor de klassen fotolijst)) willen gaan zitten. Geef als motivatie dat de verandering is om de aandacht bij de les te verbeteren. Verwacht mag worden dat er weerstand ontstaat. Bespreek deze met behulp van bovenstaande theorie.

Boek Methodisch begeleidenThema 4. Begeleiden

Them

a 4

Bege

leid

en, p

arag

raaf

4.2

Ges

chie

deni

s

19