FICEDULA - tvwg.nl 47-1.pdf · actief bezig voor de Katoelenkiekers en ach ja, waarom zou je niet...

36
F ICEDULA Kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep Jaargang 47 (2018) - Nummer 1 ISSN 1383-2751

Transcript of FICEDULA - tvwg.nl 47-1.pdf · actief bezig voor de Katoelenkiekers en ach ja, waarom zou je niet...

FICEDULA

Kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep

Jaargang 47 (2018) - Nummer 1

ISSN 1383-2751

FICEDULA

Kwartaalblad van de Twentse Vogelwerkgroep ISSN 1383-2751

47e jaargang nr. 1 - maart 2018 Redactieadres: Joke Welp

Minister Loudonlaan 29, 7521BA Enschede en/of Bert Blauw Gerdastraat 50, 7555VZ Hengelo e-mail: [email protected]

Inhoud Berichten van het bestuur ………………………………………… Harry de Jong 1 Artikelen:

Even voorstellen …………………………………………………. Ineke Kerkhoff 2 Excursie Egheria 7 april 2018 ………………………………. Judith Boltjes 4

Vogelavonturen in Twente ………………………………….. Timo Roeke 8 Resultaten BMP-Z 2017 in Twente ………………………. Ben Hulsebos 10 Over zee op den rug van kraanvogels ………………….. Harry de Jong 22 Waarnemingen van Rode Wouw in Twente ………… Peter Waardenburg 27 Waarnemingen in Twente (december - februari 2018) ……………………………..…. Timo Roeke & 28 Harry de Jong

Uiterste inleverdatum kopij Ficedula 48 (2018) nr.2: 15 juni 2018

Foto omslag: Groene Specht mei 2017, Laurapark Hengelo (Bert Blauw).

Ficedula 47 (2018) nr.1

1

Berichten van het bestuur Op moment van schrijven is de vorstperiode van begin maart voorbij. Ik heb diverse foto`s van IJsvogels voorbij zien komen, vaak bij nog overgebleven open water in sloten en plassen. Hopelijk hebben ze niet al teveel geleden van de voorbije vorstperiode. Eind van dit jaar zal blijken of de stand zich gehandhaafd heeft. Grote groepen Kraanvogels passeren momenteel ons land op weg naar hun broedgebieden, met een tussenstop o.a. in Diepholz. De eerste Tjiftjaf, Fitis en Zwartkop zijn al weer gemeld. Het voorjaar komt eraan. Met de vereniging gaat het goed. De eerste twee maanden van 2018 hebben zich acht nieuwe leden aangemeld. De avonden worden goed bezocht, meer dan 40 belangstellenden op de clubavond van februari. Ook de excursies worden goed bezocht. 23 deelnemers aan de excursie naar de IJssel. Activiteitenprogramma voor het tweede en derde kwartaal 2018 Excursies:

• 12 mei. Excursie Eempolder, polder Arkenheem en Hilversumse Bovenmeent (weidevogels).

• 11 jun. Excursie naar het Kristalbad bij Hengelo (watervogels).

• 15 sep. Excursie naar de Rieselfelder bij Münster (watervogels en steltlopers)

Verenigingsavonden:

• 14 mei. Cursus Vogelherkenning door Peter van den Akker over de rietvogels.

• 11 jun. Geen avondbijeenkomst, maar een excursie naar het Kristalbad bij Hengelo.

• 10 sep. Foto's van en door onze leden. Neem uw foto's op USB stick mee.

Juli en augustus geen activiteiten. Voor meer informatie kijk op de website www.tvwg.nl onder agenda. Nieuwe leden

De volgende personen zijn recent lid geworden van de TVWG: Norbert Mentink, Arie Langendoen, Bert Meijer, Anita Germers, Wout van Zomeren, Ewa van Zomeren, Peter van Velzen en Chris Walet. Het bestuur heet u allen hartelijk welkom. Namens het bestuur Harry de Jong ([email protected])

Ficedula 47 (2018) nr.1

2

Even voorstellen: Ineke Kerkhoff Dat ik een “buitenmens” ben stond al vroeg vast. Als kind speelden we altijd buiten, bouwden we hutten en tenten in het bos achter ons huis. Uren konden we ons daar vermaken. ’s Avonds hoorden we vaak een uiltje roepen in de schemering of als het bijna donker was. Met mijn vader ging ik dan kijken waar het geluid vandaan kwam en in het schaarse licht van de buitenlamp zagen we dan een bosuil in de tweede larix aan het pad zitten. Elke avond ging ik kijken of hij er nog was. Altijd zat hij in de tweede boom. Tot op een gegeven moment hij verdwenen was en ik hem niet meer hoorde…. Vaak vroeg ik me af waar hij zou zijn of wat er was gebeurd waarom was hij er niet meer? Ooit stond eens in een schoolrapport dat ik alle vogels zag vliegen. Dat kan kloppen want ik zat altijd bij het raam en keek inderdaad vaak naar buiten, de Franse les boeide me niet zo, ik kon het toch niet verstaan en schrijven al helemaal niet. Onbewust was er misschien toen al de interesse in de natuur en m.n in de vogels. Geboren in Friesland, opgegroeid in een dorpje in Oost-Groningen aan de Duitse grens, gestudeerd in de “Stad”. Daarna verhuisd naar Overijssel, getrouwd en kinderen gekregen, gewerkt ( en nog steeds) en dan ben je zo 50+ jaar verder. Na jarenlang heel intensief de paardensport beoefend te hebben samen met de kinderen kwam dat ongeveer 8 jaar geleden op een lager pitje te staan. Dan heb je op eens heel veel tijd over. Hoe ga je die uren invullen….? In plaats dat ik met mijn paard de natuur in ging stapte ik op mijn stalen ros en maakte urenlange fietstochten. Onderweg zag en hoorde ik van alles. Oranjetipjes in het vroege voorjaar, het prachtige lied van de zanglijster en vele andere vogels. ’s Morgensvroeg lokte het ochtendconcert me naar buiten en dan merk je hoe prachtig en stil het nog is als de wereld nog slaapt, je alleen de vogels hoort en geen lawaai van auto’s, machines en mensen. Het is het mooiste moment van de dag ! Zo fietste ik een keer over de Borkeld, (een natuurgebied bij ons in de buurt) raakte aan de praat met een mede natuurliefhebber en tevens vogelaar. Bleek dat de beste man mijn bijna buurman was van een paar huizen verderop. Er werd een vogelcursus gegeven en of dat iets voor mij was….tja, waarom niet, ik had immers tijd genoeg. Zo is de passie voor de vogels begonnen. De cursus was een groot succes en er volgden nog twee cursussen met de nodige excursies. Daarna een roofvogelcursus dus de basis was er een beetje. We vormden spontaan een leuke gezellige groep van 6 personen waar we regelmatig mee op pad gingen ook na de cursussen en ik leerde veel van de mannen die al jaren aan het vogelen waren. Nog steeds gaan we vaak met elkaar op pad om ergens te vogelen, soms dichtbij huis, even zo vaak naar het noorden naar het Lauwersmeer of een rondje polders en Dollard, de Friese kust maar ook Texel en Zeeland worden niet overgeslagen. Geen

Ficedula 47 (2018) nr.1

3

dag is hetzelfde en elke keer is het een verrassing met welke soorten je eind van de dag weer thuis komt. Altijd leuk ! Al jaren lid van het IVN en sinds een aantal jaren actief bezig voor de “Katoelenkiekers” en ach ja, waarom zou je niet helpenom de padden en watersalamanders over te zetten in het (vroege) voorjaar? Toen er door enkele fanatieke vogelaars werd gesproken over de TVWG en ze daar lid van werden ben ik maar eens meegegaan en besloot me ook bij deze groep aan te sluiten. Mensen die je in het veld wel eens tegen kwam bleken hier tevens lid te zijn, je leert weer nieuwe mensen kennen die hun kennis overdragen en veel informatie geven. Zo probeer ik overal een graantje mee te pikken om maar in vogeltermen te blijven. Door de maandelijkse bijeenkomsten en/of excursies worden de sociale contacten in stand gehouden, worden verhalen en ervaringen uitgewisseld. Tellingen, Sovon, waarneming.nl alles komt voorbij. Met de ene soort gaat het goed met de andere gaat het bergafwaarts. Alles heeft zo zijn redenen. Ik zit nog veel te kort in dit wereldje om alles te weten en te begrijpen echter ik hoop in de toekomst een klein steentje bij te kunnen dragen om ons nageslacht ook van deze gevleugelde vrienden te kunnen laten genieten en alles wat de natuur zoal te bieden heeft.

Baardmannetje. Foto: Ineke Kerkhoff

Ficedula 47 (2018) nr.1

4

Excursie Egheria 7 april 2018

Judith Boltjes Afgelopen zaterdag vertrok ik richting Egheria en tot 8u komen aardig wat liefhebbers aangereden om mee te wandelen met Ben Hulsebos, onze gids tot 11u. We gaan wandelen door een prachtig eeuwenoud bosgebied met een variëteit aan bomen en beekjes. De wandelpaden meanderen via de Tankenberg en Paaschberg in een glooiend landschap. Er bevinden zich hier 5 spechtensoorten in dit gebied en die zien/ horen we naast andere vogelsoorten. Onze verrekijkers komen goed te pas. Als je, zoals ik, dichtbij Ben loopt, dan krijg je doorlopend waardevolle info. Menig vogelgeluid wordt door hem herkend. We staan dan stil en luisteren allen. Voor mij is het geroffel van de GBS, dat roffelend door het beukenbos galmt en het ge Tjiftjaf, goed te horen. Ik ben ook druk met kieken, dus ik geniet me suf.

Onder leiding: Ben Hulsebos. Foto:Judith Boltjes

Ficedula 47 (2018) nr.1

5

We wandelen door en zien, elkaar achtervolgende Spechten. De GBS, KBS, middelste, groene en zwarte worden ook gespot. Goede wandelschoenen zijn onontbeerlijk bij het steeds omhoog kijken en draaien. Ik verlies soms bijna m’n evenwicht. Dan zien we een Buizerd, die lastig gevallen wordt door een ietwat gehavende Kraai. Tijdens onze wandeling passeren we mooie Twentse boerderijen, die verzorgd in het landschap staan. Sommige met mooie luiken. Dan zien we Vuurgoudhaantjes. Ik volg er 1, die over ons heen- en weer vliegt. Wat schitterend toch.

Vuurgoudhaantje. Foto: Bert Blauw Verschillende andere vogeltjes worden genoemd door Ben. Hij wijst op hun geluiden. Het zijn ons bekende vogels, zoals Heggenmus, Merel, Gaai, Kauw, Boomklever, Winterkoning, Glanskop, Zwartkop, Buizerd, Witte Kwikstaart, Appelvink, Roodborst, Koolmees, Pimpelmees, Zwarte Mees, Boomkruiper, Sperwer, Houtduif, Boerenzwaluw, Zanglijster, Grote Lijster, Kuifmees, Spreeuw en enkelen zagen aan het eind nog een Rode Wouw overvliegen.. Doordat de hoge bomen bladerloos zijn, zijn de vogels nog goed te ontdekken. Langs de beekjes volop speenkruid en verder narcissen en klein hoefblad. Verder prachtige katjes- en bloesembomen e.d.

Ficedula 47 (2018) nr.1

6

Voortdurend zijn nog sporen van de winterstorm te zien. Al jaren laat men die bomen in het bos liggen. Geweldig voor de biotoop. Na ongeveer 2,5u zijn we bij Erve Middelkamp (ontwerp Jan Jans), waar we allemaal een zonnig plekje zoeken om ons meegenomen brood te eten en te drinken. Ook gaan enkelen in de schaduw zitten, zo aangenaam is het weer. Ik zie 4 mooie stiepeltekens. Tja…en mijn ogen speuren rond. Ik zie 2 Boerenzwaluwen hun veren poetsen. Hup, camera gepakt.

Boerenzwaluw. Foto: Judith Boltjes Nog even heb ik geen tijd voor eten en drinken. Oh daar zie ik een groepje Kippen met 2 kleurrijke Hanen. Ik volg ze een tijdje. Soms gaan ze er even bij liggen in het warme zonnetje. Ik loop wat rond over het terrein, zoals inmiddels meer doen. Ontdek een Steenuilenkast en Ben wijst ons openingen voor Kerkuilen. Langzamerhand vertrekken de wandelaars. Ik zit net weer en ga eerst eten. O wat leuk: een Kwikstaartje op het oude rode dak. Ik krijg de tijd het te fotograferen. Dank je Kwikstaartje.

Ficedula 47 (2018) nr.1

7

Dan vertrek ook ik en besluit hier snel terug te komen om te kijken of de nestkasten gevuld zijn en meer. Richting huis rijdend, passeer ik het arboretum. Mijn auto rijdt zomaar de parkeerplaats op. :p Ja, hier moet ik nog een rondje maken. Ik krijg er een prachtig concert van een Vink. Zie Spreeuwen, Koolmeesjes en Pimpels bezig met hun nestkast, een rosse muis bij een minibeekje en een Tjiftjaf landt op een meter van mij in een struik. Nog een concertje. In het water vissen en vogels en dan 2 kikkers, die regelmatig hun ledematen uitspreiden en zo een zonnebad nemen in het water. Dank je vogels…nu kan ik naar huis en soes ’s avonds weg op de bank. Navigatie Egheria: De Lutte, Bentheimerstraat 15a.

Judith. Foto: Harry de Jong Judith Boltjes (JudithBo fb)

Ficedula 47 (2018) nr.1

8

Vogelavonturen in Twente Timo Roeke Het voorjaar is begonnen Het mooie van ons klimaat is dat we ons elk jaar kunnen verwonderen over de seizoenen. U zult maar in een land wonen waar altijd de zon schijnt. Dat klinkt vooral in de winter aantrekkelijk maar verandering van spijs doet eten. Vogelaars zijn net mensen want ook wij kijken enorm uit naar het voorjaar. We willen de ornithologische leegte van de winter maar al te graag opvullen met de soorten-rijkdom van de andere seizoenen. Bovendien brengt deze verandering soorten die we in de andere seizoenen niet zien en horen. Vogelaars fietsen in maart desnoods een rondje om in hoop die ene soort eindelijk weer te zien. Elk jaar kijken we uit naar de eerste Tjiftjaf en Boerenzwaluw. Dat zijn voor vogelaars dé soorten die het voorjaar aankondigen. Ook de andere zwaluwsoorten doen het goed en natuurlijk mogen we de Blauwborst niet vergeten. Die laatste wordt elk jaar massaal gefotografeerd en vervolgens gedeeld op Facebook. Soorten als Ooievaar en Kievit hebben deze emotionele ‘voorjaars-status’ al enige tijd verloren. Zij blijven na het broedseizoen steeds vaker ‘hangen’. Met een beetje inlevingsvermogen is dat niet moeilijk voor te stellen. De echte winters liggen achter ons (voor nu) en als het toch begint te sneeuwen dan vliegen ze gewoon met de sneeuwgrens mee. Het scheelt de ooievaar een gevaarlijke reis over bijvoorbeeld Malta. Daar wordt o.a. deze soort (ondanks Europese regelgeving) elk jaar met honderden uit de lucht geknald. Een ware slachting. Als ik moest kiezen tussen koude voeten of een schot hagel in mijn borst dan wist ik het ook wel. Bovendien wordt het elk jaar een beetje warmer in Nederland. Dit gaat niet veranderen zolang we met zijn allen massaal de vleesindustrie bekostigen. In de nabije toekomst zullen steeds meer migratie soorten het voordeel ontdekken van een permanent verblijf. Dit zien we al gebeuren bij soorten als Tjiftjaf en Zwartkop. Schijnbaar is er vandaag de dag genoeg voedsel om een kleine populatie in de winter te voorzien. Er is onvoldoende onderzoek gedaan maar er zijn soorten die vertrekken bij een bepaalde temperatuur en soorten die vertrekken bij scherpstelling van omgevingsfactoren zoals daglengte. Zo weten in gevangen gekweekte tapuiten precies wanneer ze moeten vertrekken omdat de daglengte verandert. Onder welke categorie elke soort valt en of bepaalde soorten een combinatie van variabelen vereist is niet duidelijk. Mocht u nog ergens op willen afstuderen? Wellicht zien we in Twente binnen een paar jaar een populatie Zwartkoppen die in de winter trouw blijft aan ons mooie landschap. Zien we in december nog steeds zomertalingen zwemmen en is die eenzame

Ficedula 47 (2018) nr.1

9

Roodborsttapuit op het terrein van vliegveld Twente niet meer eenzaam in januari. Als vogelaar zie ik in de winter graag meer soorten maar dergelijke veranderingen hebben een impact op zoveel zaken die we niet begrijpen. Fenologische veranderingen zijn een feit en de kans dat deze veranderingen toenemen ook. Door de opwarming van Twente (laten we het lekker lokaal houden) verandert de insecten piek. Deze begint vroeger maar wat betekent dit voor de vogels? Vinden onze Zwaluwen nog voldoende voedsel voor een tweede legsel? En wat betekent dit voor de visstand. Zij eten immers ook veel insecten. En hoe zit dat met de gevolgen voor de Reigers, Aalscholvers, Futen en IJsvogels die van de visstand afhankelijk is? Daarbij heb ik voor het gemak de 70% afname van de totale biomassa van insecten door pesticiden achterwege gelaten.

Zwartkop paartje. Foto: Joke Welp

Voor een simpele ziel als mijzelf zijn die gevolgen niet te overzien. Ik hoop echter dat ik me kan blijven verbazen over mijn eerste Tjiftjaf in maart en die Huiszwaluw in eerste week van mei. Niet alleen voor mezelf maar vooral voor de vogels en stiekem voor mijn kleinkinderen die nog moeten komen. Met de huidige trends is de kans groot dat zij soorten als Grutto, Kemphaan, Veldleeuwerik, Scholekster maar zelfs soorten waarvan u het niet verwacht zoals Zilvermeeuw en Meerkoet van het internet kennen. Van dat gruwel scenario springen de tranen in mijn ogen. En nee, ondanks het aankomende voorjaar zijn dat geen hooikoorts klachten. We zien elkaar in het veld! Tot daar en vergeet vooral niet te genieten van alles wat niet zeldzaam is.

Timo Roeke ([email protected])

Ficedula 47 (2018) nr.1

10

Resultaten BMP–Z 2017 in Twente

Hoe is het in Twente in het afgelopen gegaan met de bijzondere broedvogels? Heeft die Rode Wouw inderdaad gebroed? En ook die Kraanvogel? Aan de lijst van Twentse broedvogelsoorten konden dit jaar een soort worden toegevoegd, want de Cetti’s Zanger deed voor het eerst zijn entree in Twente. In het volgende overzicht staat het volledige overzicht van de zeldzame broedvogels in Twente in 2017. In de eerste plaats dank aan de vele tientallen waarnemers die zich hebben ingezet voor het onderzoek naar BMP-Z soorten (= Broedvogel Monitoring Project Zeldzame soorten) in Twente. Het overzicht is tot stand gekomen door gebruik te maken van diverse bronnen: gegevens van NM en SBB, de resultaten van het onderzoek van het BMP-Z Telgebied Losser, BMP-B Engbertsdijksvenen en vanuit het Beekvogelproject van de Twentse Vogelwerkgroep met vele vaste Z-telgebieden langs de Twentse beken. De steenuilenwerkgroepen gaven de resultaten van hun tellingen door en er zijn aanvullingen gezocht op www.waarneming.nl.

Geoorde Fuut (7) Vanaf 2003 kent de Geoorde Fuut in Twente een afname in de broedvogelaantallen. Wel komen ze nu in meer gebieden voor dan in het verleden. In het kerngebied Engbertsdijksvenen waren 3 territoria. Er kwamen dit jaar ook meldingen van territoria uit het Wierdense Veld (2) en het retentiegebied Kristalbad bij Enschede (2 paartjes met jongen).

0

5

10

15

20

25

30

35

1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017

Geoorde Fuut in Twente

Ficedula 47 (2018) nr.1

11

Ooievaar (18) De Losserse ooievaarspopulatie breidde zich dit jaar verder uit tot inmiddels 6 broedparen, waaronder zelfs een paar met een boomnest. Verder in het Dinkeldal in de buurt van Rossum, Dinkelland hebben 5 paren gebroed (1 bij Havezathe Everloo, 2 bij de Voltherdijk en 2 aan de Vogelpoelweg) en bij Singraven, Dinkelland 1 paar. De gehele populatie in het Nederlandse deel van het Dinkeldal bestond dit jaar uit 12 broedparen. Verder waren er nog bezette nesten met jongen in Hertme, in Nijverdal, bij Vriezenveen, bij De Pollen, bij de Doorbraak in Almelo en bij Tubbergen. Dat de populatie van de Ooievaar in de lift zit, is wel duidelijk.

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Ooievaar in Twente (nesten)

Grote Canadese Gans (3) Dit jaar was er 1 paar op de Oelemars, 1 paar in Stroothuizen in Losser en 1 paar in de Engbertsdijksvenen.

Brandgans (27) Deze gans neemt in navolging van overig Nederland ook in Twente gestadig toe, maar niet alle Brandganzen zijn doorgegeven. Brandganzen komen in Twente vnl. voor in hoogveengebieden, zandafgravingen en parken. Op het terrein van zandafgraving de Oelemars in Losser hebben 2 paren een territorium gehad. Op de Stroinkslanden, Enschede werden 6 paren met jongen gemeld en op de Wesselerbrink, Enschede 8 paren met jongen. Ook bij de Helmerhoekvijver in Enschede waren 2 paren met jongen. In de Engbertsdijksvenen zaten 9 paren. De meeste territoria zijn vastgesteld door waarneming.nl uit te kammen op Brandganzen. Alleen de vogels met de aanduiding paar in broedbiotoop,

Ficedula 47 (2018) nr.1

12

nestindicerend, nestvondst en met niet-vliegvlugge jongen zijn opgenomen. Helaas waren slechts enkele van de vele meldingen uit www.waarneming.nl voorzien van meer informatie dan aantal en de aanduiding ter plaatse, want slechts twee tellers namen de moeite om paarvorming aan te geven. Van de overige meldingen konden dus geen geldige territoria worden gemaakt.

0

10

20

30

40

50

60

70

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

Brandgans in Twente

Mandarijneend (3) Op twee locaties bij Nijverdal (Eversberg en Katenhorst) zaten langs de Regge paartjes Mandarijneenden. In een nestkast op het Ringstation in Overdinkel heeft een paartje Mandarijneend twee broedsels gehad, maar beide zijn gepredeerd door w.s. Steenmarters.

Carolina-eend (1) Een broedgeval vond plaats op de Schipbeek bij Diepenheim.

Rode Wouw (0-1) Het lijkt erop dat de Rode Wouw een vaste plaats als broedvogel in Twente heeft ingenomen nu er al 4 jaar op rij nestbouw is geweest. Ondanks vele waarnemingen dit jaar van Rode Wouwen in het broedseizoen met concentraties van waarnemingen rond Oldenzaal, Rossum en Beuninger Achterveld, kon er slechts 0-1 geldig territorium worden vastgesteld van een alarmerend paartje op 19 mei bij het Springendal, Ootmarsum. Alarmerende paartjes half mei duiden in de regel op een nest met jongen in de buurt. Het nest is echter niet gevonden en de waarneming voldoet niet aan de criteria van de Handleiding Broedvogels van Sovon. Het uitkammen van de bossen in Losser in het kader van Z-telgebied Losser leverde geen nesten van Rode Wouwen op.

Ficedula 47 (2018) nr.1

13

Slechtvalk (2) De voormalige zendmast bij Markelo trok al in 2007 een Slechtvalk aan en in 2008 werd hier in februari een paar waargenomen. Er werd een nestkast op 100 m hoogte geplaatst, waarbij het paartje zich voortdurend ophield. Vanaf 2009 heeft het paar hier elk jaar gebroed. Er was eveneens een territorium van de Slechtvalk in de binnenstad van Enschede.

Kwartelkoning (1) Deze soort wordt niet jaarlijks in Twente waargenomen. Dit jaar was er een melding van een roepend mannetje binnen de datumgrenzen in de Gijminkshoek bij Goor.

Porseleinhoen (10) Deze soort wordt niet jaarlijks in Twente aangetroffen. Dit jaar waren er 10 territoria van ’s nachts roepende mannetjes in het Overtoom bij Rijssen.

Kraanvogel (4) Vanaf 2011 bevinden zich in de Engbertsdijksvenen territoria van de Kraanvogel. In 2011 vertoonden 2 paartjes Kraanvogels baltsgedrag, maar bij controle werden geen nesten of jongen waargenomen. Waarschijnlijk ging het hier om nog niet geslachtsrijpe vogels. In 2012, 2013 en 2014 werd hier ook 1 paar gesignaleerd. In 2014 was er echter een nest met eieren, dat helaas mislukt is, maar in 2015 is er voor het eerst succesvol gebroed met 1 groot geworden jong. In 2016 en dit jaar waren er 2 paartjes Kraanvogel aanwezig. Het ene paar is niet tot broeden gekomen, maar het andere had waarschijnlijk 1 jong. In het Wierdense Veld wist een paartje Kraanvogel 2 jongen groot te brengen. In het Haaksbergerveen werd 1 paartje baltsende Kraanvogels gezien, maar zonder broedsucces. Dit paar heeft een eerste broedpoging ondernomen, maar dat is na ca. 8-10 dagen afgebroken. Wat hier de oorzaak van is geweest is niet duidelijk. Daarna is nog weer verdacht gedrag waargenomen, dat leek of er een tweede poging is ondernomen, tot zeer laat in het seizoen. Tot eind juli werd telkens nog maar één vogel gezien en het vermoeden was dus dat de andere elders in het veen zat. Op 12 september is er aan de rand van het Haaksbergerveen een paar Kraanvogels foeragerend waargenomen met een jong. Toch een broedgeval of van elders afkomstig?

Kleine Plevier (20) De Kleine Plevier is een soort van kale terreinen met pioniersvegetatie. Er werden dit jaar paren opgespoord, waarvan een aantal succesvolle broedgevallen. De

Ficedula 47 (2018) nr.1

14

territoria bevonden zich op de Oelemars (2) in Losser, Engbertsdijksvenen (2), Hoge Hexel Bekkenhaar (1), Middelveen bij Rijssen (1), Overtoom bij Rijssen (1), de Doorbraak bij Ypelo (1), de Doorbraak bij Almelo (1), Bornerbroek Wolbeslanden (1), retentiegebied Woolde in Hengelo (1), Ottershagen bij Lattrop (1), Bergvennen bij Lattrop (1), Hazewinkel bij Oldenzaal (1), vliegveld Twente (1), Haaksbergerveen (1), Buurserzand (1) en Retentiegebied Kristalbad Enschede (3).

Oeverloper (2) Na het broedgeval in 2013 op de Domelaar zijn er nu een tweede en derde broedgeval bij gekomen. In het retentiegebied Kristalbad is een paartje Oeverlopers met 2 donsjongen gezien en bij De Doorbraak in Almelo een paar met 4 jongen.

Oehoe (1) In 2010 werd voor het eerst een territorium van de Oehoe op het terrein van Twence op de Boeldershoek bij Enschede vastgesteld. In 2011 was op dezelfde locatie wederom een territorium, maar nog steeds zonder broedindicaties. Van het geslaagde broedgeval in 2012 zijn de jongen spoorloos verdwenen. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze door hun eigen ouders opgegeten. In 2013 was er wel een territorium op deze locatie, maar weer zonder jongen. Vanaf 2014 en ook in dit jaar is er succesvol gebroed. Dit jaar konden 4 jongen worden geringd. In juli is een gewonde Oehoe binnen gebracht bij de vogelopvang in Barchem. De Oehoe was tegen een gebouw gevlogen in De Lutte. Deze Oehoe heeft een ruipatroon dat past bij het derde jaar in de herfst. Theoretisch was de uil in juli dan 3 jaar en 4 maanden oud (ervan uitgaande dat hij in maart 2014 geboren is). Normaliter vestigen Oehoes zich voor of in het derde jaar wel in een territorium. Het heeft er dus alle schijn van dat het een territoriumhouder betreft. Kan horen bij het paar net over de grens bij Gildehaus. Maar wie weet zitten er Oehoes in het bosgebied aan de Nederlandse kant.

Steenuil Voor de monitoring van de Steenuil zijn sinds 2003 tien telgebieden aangemeld. De populatie is in deze gebieden stabiel en neigt tot toename door plaatsing van nestkasten door de steenuilwerkgroepen. De resultaten in Wierden zijn onderling niet vergelijkbaar, want pas vanaf 2007 is er volledig geteld. De monitoring in Losser wordt gedaan door leden van VWG Losser met als coördinator Friso Koop. De Steenuilen in Dinkelland (Saasveld, Deurningen, Fleringen, Agelo en Reutum) worden geteld door leden van de Natuurwerkgroep “De Grutto” uit Weerselo onder coördinatie van Vincent de Lenne, maar zijn dit jaar niet geteld. In Wierden zijn de Katoel’nkiekers met de inventarisaties bezig geweest.

Ficedula 47 (2018) nr.1

15

Het blijkt steeds moeilijker te worden om vrijwilligers bij elkaar te krijgen om de monitoringgebieden jaarlijks te onderzoeken. Overdinkel Ringstation is definitief gestopt en de gebieden in NO-Twente zullen in de toekomst niet meer jaarlijks, maar waarschijnlijk eens per drie jaar geteld worden. De schatting voor de totale steenuilenpopulatie in Twente bedraagt ongeveer 830 territoria.

‘10 ‘11 ‘12 ‘13 ‘14 ‘15 ‘16 ‘17

Losser Steenfabriek 11 10 10 8 11 9 9 ng

Overdinkel Ringstation 15 11 15 14 16 14 8 ng

Saasveld 41 42 44 42 45 43 42 ng

Deurningen 26 23 22 24 24 22 21 ng

Fleringen 6 10 9 9 9 9 8 ng

Groot Agelo 24 22 16 18 18 17 15 ng

Reutum 4 7 6 6 6 5 5 ng

Wierden 94 92 92 82 92 116 95 101

Beuningen- 17 15 15 17 17 19 17 17

Ottershagen-Lattrop 17 17 14 ng ng ng ng

Resultaten monitoringgebieden Steenuil in Twente

Steenuil. Foto: Ineke Kerkhoff

Ficedula 47 (2018) nr.1

16

Nachtzwaluw (65) Alle heidevelden zijn in het kader van het Jaar van de Nachtzwaluw in 2007 nagelopen op deze nachtelijke soort. Er konden toen 35 territoria worden gekarteerd. Dit jaar zijn er minimaal 64 territoria opgespoord met als kanttekening dat niet alle nachtzwaluwterreinen van 2007 zijn bezocht. De toename die zich een aantal jaren geleden aankondigde ging t/m 2013 nog steeds door. Daarna zijn er door een lagere telinspanning wat minder Nachtzwaluwen geteld. Hier volgt een opsomming van de locaties met het bijbehorende aantal gevonden territoria: Telgebied Losser (31), Engbertsdijksvenen (12), Schijvenveld bij Delden (1), Manderheide/Paardenslenkte/Cirkels van Jannink (5), Lankheet bij Haaksbergen (1), Haaksbergerveen (3), Buurserzand/De Schans (2), Witte Veen Buurse (3), Borkeld bij Markelo (4) en Aamsveen bij Enschede (3).

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

Nachtzwaluwen in Twente

Draaihals (5) Deze soort wordt nog maar sporadisch als broedvogel in Twente waargenomen. Dit jaar werden 3 territoria in telgebied Losser aangetroffen: Beuninger Achterveld, Lutterzand en langs de Dinkel. Een vierde territorium bevond zich in het Haaksbergerveen en het vijfde betrof een locatie bij Hezingen. Het lijkt er op, dat de Draaihals met een comeback bezig is.

Middelste Bonte Specht (258) Nu alle gegevens van de tientallen tellers binnen zijn, blijkt dat de populatiegroei van de Middelste Bonte Specht in Twente tot staan is gebracht. Na een stijging van de aantallen Middelste Bonte Spechten in Twente gedurende de periode 2004-2007 was de groei wat afgevlakt. Het leek er op dat alle geschikte gebieden bezet waren. Maar vanaf 2010 is deze specht ineens goed doorgebroken en is het aantal

Ficedula 47 (2018) nr.1

17

territoria jaarlijks verder toegenomen. In 2016 bereikte de Middelste Bonte Specht in Twente zijn hoogtepunt met 270 territoria. Dit jaar echter bleef de teller steken op 258 territoria. De groei is er uit en hier en daar is zelfs sprake van enige teruggang. Het beste kon dit worden vastgesteld in Z- telgebied Losser (100 km²), waar vanaf 2004 jaarlijks op dezelfde manier de mibo’s in kaart worden gebracht door werkelijk alle bosjes met eiken door een vaste groep tellers uit te kammen. Dit jaar is daar de groei tot staan gekomen en was er een territorium minder dan vorig jaar (134 dit jaar tegen 135 vorig jaar). Enkele kleine beekbegeleidende bosjes en plukken loofbos in naaldbos zijn dit jaar verlaten, nadat ze in recente jaren voor het eerst werden bezet. De krimp vond dus het eerst plaats in de wat minder geschikte kleine bosjes. In overig Twente worden ook enkele grote bossen jaarlijks goed geteld, zoals de Gravenallee in Almelo en Singraven bij Denekamp. In beide gebieden vond ook krimp plaats: Gravenallee van 13 naar 8 territoria en Singraven (gedeelte Dinkelland) van 30 naar 24. Op Twickel kon na jarenlang tellen vanaf de openbare paden dit jaar weer het gehele terrein worden geteld, nadat op 5 mei een vergunning werd toegekend voor terreinbezoek. Ondanks het late moment, waarbij de roepactiviteit marginaal is, konden hier toch nog 12 nesten worden gelokaliseerd. De vastgestelde 258 territoria moeten als een absoluut minimumaantal worden beschouwd, want naar mijn overtuiging zijn er in sommige delen van Twente wat mibo’s over het hoofd gezien of niet geteld. Van de 258 territoria zijn er 134 afkomstig uit telgebied Losser.

Middelste Bonte Spechten in Twickel Delden. Foto: Sytze Wouda

Ficedula 47 (2018) nr.1

18

0

50

100

150

200

250

300

2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

Middelste Bonte Specht in Twente

IJsvogel (43) De IJsvogel heeft aan het eind van de winterperiode van 2008/2009 de eerste grote verliezen geleden. In Losser, het kerngebied van de IJsvogel, werd ondanks het openblijven van de Dinkel een verlies van 60% van de populatie vastgesteld. In 2013 trad echter het eerste duidelijke herstel in. Het jaar 2015 gaat de boeken in als het beste jaar sinds het begin van de tellingen met maar liefst 78 territoria. Dit jaar waren er slechts 43. Een korte vorstperiode zorgde deze winter voor veel bevroren oppervlaktewater met daarna een vrij geleidelijke dooiperiode, waarbij er lang genoeg ijsbedekking was om de ijsvogelstand te reduceren. Met dank aan Peter van den Akker voor de coördinatie van het Beekvogelproject en aan de vele tellers van dit project, waarbij zoveel mogelijk IJsvogels en Grote Gele Kwikstaarten in Twente via vaste Z-telgebieden worden geteld.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017

IJsvogel in Twente

Ficedula 47 (2018) nr.1

19

Grote Gele Kwikstaart (47) De populatie van de Grote Gele Kwikstaart kende in Twente net als de IJsvogel een behoorlijke terugslag. In het kerngebied langs de Dinkel leed de Grote Gele Kwikstaart na de winters 2009-2012 enorme verliezen. Van de Dinkelpopulatie van 31 paren in 2007 waren er toen nog maar 13 over. Voor heel Twente komt de neergang van 80 territoria in 2008 uit op een dieptepunt van 32 territoria in 2014, een afname van 60 %. De afgelopen twee jaren nam de populatie weer iets toe, maar dit jaar was er toch weer sprake van afname. Evenals bij de IJsvogel heeft Peter van den Akker de coördinatie van de tellingen verzorgd.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1995 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017

Grote Gele Kwikstaart in Twente

Paapje (2) In de Engbertsdijksvenen werden tijdens de BMP-inventarisaties 2 territoria van het Paapje vastgesteld.

Cetti’s Zanger (1) Een nieuwe broedvogelsoort voor Twente. Van 25 mei t/m 4 juni werd een zingend mannetje gehoord in de Gijminkshoek bij Goor. De vogel zat er lang genoeg voor toekenning van een geldig territorium.

Krekelzanger (1) In het Holthuis bij Oldenzaal verbleef een zingend mannetje van 29 mei t/m 10 juni. Dit is pas het tweede geldige territorium voor Twente. Het eerste territorium werd in 2006 vastgesteld in De Tatums langs de Midden-Regge. Daar was van 30 mei t/m 14 juni een zingend mannetje gehoord. De waarnemingen van zingende

Ficedula 47 (2018) nr.1

20

Krekelzangers in 1986 in het Voltherbroek, 2004 op Singraven bij Denekamp en 2016 in het Aamsveen bij Enschede hebben niet tot toekenning van een territorium geleid.

Grote Karekiet (1) Een mannetje Grote Karekiet had een territorium langs de Regge bij Kalvenhaar, Hellendoorn.

Kortsnavelboomkruiper (14) De eerste Kortsnavelboomkruiper, een ongepaard mannetje, werd in 2005 op de Lonnekerberg in Enschede gehoord. Het jaar daarop was er op dezelfde locatie een geslaagd broedgeval. De soort kende in 2007 een verhoudingsgewijs geweldige toename in Twente, want het aantal territoria en broedgevallen nam toe tot 7 en de soort breidde zich verder uit van de Lonnekerberg naar het Haagse Bos. Na een periode van jaarlijks 1 tot 3 territoria was er in 2012 weer een opleving en werden er wederom 7 territoria vastgesteld. De Kortsnavelboomkruipers worden tegelijkertijd met het Twentse onderzoek naar Middelste Bonte Spechten geïnventariseerd, want ze komen bijna in dezelfde leefomgeving voor. Helaas zijn ze een bijzonder lastig vast te stellen soort die soms wel en soms niet op geluid reageert. Ook de zang wordt maar sporadisch gehoord. Interessant is echter dat het verspreidingsgebied zich heeft uitgebreid. Vanuit telgebied Losser kwamen de volgende meldingen: Egheria 1, Snippert 1, Tankenberg 1 en Farwickweg 1. In overig Twente: Lonnekerberg 3, Haaksbergerveen 1, Lankheet Haaksbergen 1, Haagse Bos Enschede 2, De Wildernis Enschede 1, Oldenzaalse Veen Enschede 1 en Weleveld bij Zenderen 1.

0

2

4

6

8

10

12

14

2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

Kortsnavelboomkruiper in Twente

Ficedula 47 (2018) nr.1

21

Grauwe Klauwier (9) Het aantal Grauwe Klauwieren in Twente nam gestadig toe, maar dit jaar was er een terugval. Het bolwerk van de Grauwe Klauwier bevond zich in de Engbertsdijksvenen met 4 territoria. In Punthuizen Losser was 1 territorium en in het Aamsveen bij Enschede 4.

0

5

10

15

20

2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 2016

Grauwe Klauwier in Twente

Raaf (4) Er werden geldige territoria van de Raaf vastgesteld in Punthuizen Losser 1 en in het Lutterzand Losser 1, Wierdense Veld 1 en Engbertsdijksvenen 1. Ik hoop dat de tellers van de Z-soorten door blijven gaan met hun inventarisaties, die vaak via Z-telgebieden georganiseerd zijn, bv. de bekentellingen en de steenuilenmonitoring. Z-soorten kunnen regelrecht via de website bij Sovon worden ingevoerd via gegevensinvoer en daarna de inlogcode. Wie voor het eerst inlogt, gaat bij www.sovon.nl eerst naar inloggen met de waarnemerscode en de vier cijfers van de postcode van de waarnemer. Tellers die nog geen waarnemerscode hebben kunnen deze aanvragen. Vervolgens broedvogels aanklikken en dan naar losse meldingen. Een goed alternatief is de waarneming op www.waarneming.nl te zetten. Als er van www.waarneming.nl gebruik wordt gemaakt is het niet voldoende om alleen datum, soort, aantal en locatie aan te geven, maar moet het vakje “ter plaatse” even uitgerold worden om nadere informatie te geven, bv. zingend/baltsend, paar in broedbiotoop, alarmerend, enz. Dan pas kan er eventueel nog een geldig territorium van gemaakt worden, want het is voor Z-soorten bijna onmogelijk om dit met alleen de aanduiding ter plaatse te realiseren.

Ben Hulsebos, [email protected]

Ficedula 47 (2018) nr.1

22

Over zee op den rug van kraanvogels.

Harry de Jong Af en toe, op regenachtige dagen, ga ik bezig met het catalogiseren van mijn (natuur)boeken. Vaak blijf ik dan in een boek wat bladeren en lezen. Zo kwam ik in een boek van E. Heimans uit 1906 een intrigerend verhaal tegen. In het boek genaamd: “MET KIJKER EN BUS Geïllustreerde schetsen uit het leven Van Planten en Dieren” stond een verhaal genaamd “Over zee op den rug van kraanvogels”.

In dit verhaal schrijft E. Heimans over het meeliften van kleine (zang)vogels op de rug van Kraanvogels en Ooievaars tijdens de trek.

Ik ben eens wat gaan zoeken in de diverse literatuur en op internet om hierover wat meer gegevens te krijgen. Bovenstaand boek bevat een bloemlezing van wekelijkse artikelen die in ‘t Groene

Weekblad (de Groene Amsterdammer) zijn verschenen. Eli Heimans’ (1861-1914) stukjes in ‘De Groene Amsterdammer’ verschenen in de rubriek `Uit de natuur`. Tot zijn plotselinge dood, in juli 1914, schreef hij ruim zeshonderd artikelen, vrijwel altijd geïllustreerd, meestal met eigen tekeningen. Het oorspronkelijke bericht verscheen in de ‘Groene Amsterdammer’ van 7 dec. 1902 in de column `Uit de natuur`. Eli Heimans was een Joods-Nederlandse onderwijzer en natuurbeschermer. Hij leverde samen met Jac. P. Thijsse een belangrijke bijdrage aan de popularisering van de natuurstudie en legde mede de basis voor de natuurbescherming in Nederland.

Samen met Jac. P. Thijsse, met wie hij dezelfde passie voor de natuur en zijn pedagogische

Ficedula 47 (2018) nr.1

23

inzichten deelde, schreef hij de serie Van vlinders, bloemen en vogels waarvan het eerste deel in 1894 verscheen. Daarna richtten ze het tijdschrift De Levende Natuur op, samen met J. Jaspers jr. De eerste aflevering verscheen in 1896. Bron Wikipedia.

Onderstaande citaat vond ik in: “Op zoek naar de kraanvogels Der-Chantecoq - Natuurtijdschriften door R Veltkamp - 2000”. Schrijvende over de Kraanvogels:

“De jonge vogels zijn te herkennen aan hun schrille kreten, lijkend op het geluid van mussen. Hierdoor is een oud volksgeloof ontstaan dat kleinere vogels de trek volbrengen op de rug van de groten. Een idee dat trouwens nog steeds leeft. Houtvesters in Finland hebben gezien dat een groep kraanvogels samen met kleine vogels neerstreek in een weiland. Volgens hen waren ze meegelift op de rug van de kraanvogels.” Aristoteles vermeldt dat de kraanvogels als ze over zee naar het zuiden trekken een driehoek vormen. De top van de driehoek doorsnijdt de lucht en de twee opstaande zijden van de driehoek lijken in zoverre op de zijden van een schip dat de vleugels van de kraanvogels hier de rol vervullen van roeiriemen. Van achteren blaast de wind in de driehoek zoals hij bij het schip in de zeilen blaast. Iedere kraanvogel legt bij het vliegen de hals en kop op de rug van de vogel die voor hem vliegt. De voorste wordt spoedig moe omdat hij op geen andere kan steunen en vliegt, als hij vermoeid is naar het uiteinde van de troep om daar uit te rusten. Een andere vogel neemt de leiding over en zo wisselen ze steeds van plaats.

Wikipedia

Volgens de traditie waren de Chinese “Hemelse kraanvogels” (tian-he) of “Gezegende kraanvogels” (xian-he) boodschappers van wijsheid, de legendarische Taoïstische wijsheden die werden vervoerd op de rug van een kraanvogel.

Tot slot: Voorzover ik heb kunnen nagaan is er geen bewijs in enigerlei vorm over het genoemde verschijnsel. Waarschijnlijker is dat dit onder de categorie volksverhalen valt. Des te opmerkelijker is dat E. Heimans aan het slot van zijn artikel opmerkt “Maar 't is toch wel zoo goed als zeker, 't Klinkt ook in 't geheel niet onwaarschijnlijk “.

Ficedula 47 (2018) nr.1

24

Hieronder volgt het oorspronkelijke verhaal: Over zee op den rug van kraanvogels.

Het periodieke reizen van dieren, het alombekende trekken van vogels en visschen en het, wat de tijd betreft, minder regelmatige trekken van insecten, heeft al zooveel wonderlijks en raadselachtigs voor leek en natuurkundige beiden, dat het haast onvergeeflijk is, de zaak nog lastiger te maken, door er een bijna ongelooflijke bijzonderheid bij te ontdekken. En toch kon dat wel eens 't geval zijn.

Nu ik weer, als elk jaar lees van kraanvogels, die over ons land zijn getrokken en hier en daar zelfs hebben uitgerust, en gevischt, komt mij een waarneming te binnen van een ontdekkingsreiziger in West-Azië. Deze meende indertijd bemerkt te hebben, dat trekkende kraanvogels allerlei kleine vogeltjes op hun rug meenamen naar het Zuiden, en deze diertjes, kwikstaartjes waren er ook bij, veilig over zeeën en hooge bergen droegen.

Ik heb eens opgezocht, wat ik over deze bijzonderheid vermeld kon vinden.

De eerste schrijver, die er melding van maakte, was een oorlogscorrespondent van een groot New-Yorksch dagblad op 'Creta. Hij werd eens door visscherlui attent gemaakt op een zacht gezang of getjilp, telkens wanneer kraanvogels van 't Noorden kwamen overvliegen. Hij ging er nu op letten; de vogels vlogen altijd laag en 't gefluit was duidelijk te onderscheiden van het ruischen en zwiepen der groote, regelmatig slaande vleugels. Om zekerheid te hebben schoot de Amerikaan zijn revolver af en eenige kleine vogels vlogen hoog op, om een eindje verder weer op de snel stijgende kraanvogels neer te komen.

Een dergelijke waarneming is ook gedaan bij ooievaars en wel op Rhodus, door den Zweedschen reiziger Hedenborg. Hij zag, toen deze dieren blijkbaar zeer vermoeid van een lange reis neerstreken, een aantal kleine vogels van hun rug vliegen; de afstand was niet

groot, toch kon in de schemering de soort niet met zekerheid bepaald worden.

Ficedula 47 (2018) nr.1

25

Ook uit Amerika komen berichten; daar is aan de Hudsonbaai opgemerkt, dat telkens, precies tegelijk met de Canada-gans, een zeldzame vinkensoort van de winterkwartieren terugkeert, en herhaaldelijk is door jagers gezien, dat deze diertjes tegen den najaarstrek op den rug van de ganzen meevliegen.

Nu staan jagers, dankzij de Fliegende Blatter e. d. niet in den roep van een bijzondere voorliefde voor de onopgesmukte waarheid; dat geldt evenwel alleen voor vakberichten waar sprake is van hondenheldendaden en fortuinlijkheden op jachtgebied. Voor 't waarnemen van de levenswijze der dieren heeft een jager, die er lust in heeft, wat tijd, gelegenheid en ervaring betreft, veel voor op een natuuronderzoeker, en aan de jagers (het woord in ruimen zin genomen) heeft de zoölogie dan ook de kennis van heel wat merkwaardige bijzonderheden uit de levenswijze der dieren te danken.

Ook een geestelijke droeg een steentje bij. In Petermanns Reisen haalt dr. Budde een passage aan uit Bible Customs and Bible Land, (ik geloof wel, dat ik mij den titel van 't boek goed herinner), een werk van ds. Van Lennep, een man, die bijna zijn geheele leven in de Levant heeft doorgebracht en als ooggetuige meespreekt. Zoodra in den herfst de eerste koude winden waaien, ziet men in Syrië de kraanvogels uit het Noorden komen. Ze trekken laag en wanneer ze over bewoonde streken vliegen, schreeuwen ze voortdurend. Zoo nu en dan ziet men kleine vogeltjes uit de phalanx der kraanvogels opvliegen en er weer in neerdalen; het gezang der diertjes is duidelijk hoorbaar.

Jammer dat het tot nu toe, voor zoover ik weet, bij de waarnemingen van journalisten, jagers en zendelingen gebleven is. Al bestaat er geen grond om aan de waarheid hunner mededeelingen te twijfelen, 't is te hopen dat het ook aan ornithologen van naam eens gelukt, het medereizen op den rug waar te nemen. Dan wordt misschien meteen uitgemaakt, of we hier met eenige op zich zelf staande feiten of met een algemeen verschijnsel te doen hebben.

't Zou wel aardig zijn te kunnen verzekeren, dat onze West-Europeesche ooievaars (die gaan niet naar Rhodus en Egypte) transportdienst doen naar N.-W. Afrika, of alleen maar over de Middellandsche zee, voor onze leeuwerikken, kwik-staartjes en nachtegalen.

Wel vertelt dr. Kobelt, een bekend zoöloog, dat hij zelf eens een sterke vlucht kraanvogels over zich heen zag vliegen, zoo laag, dat hij elke veer der vogels kon onderscheiden, en dat hij heel duidelijk het gekweel van talrijke kleine vogeltjes kon hooren. En hij concludeert: „Es was gar keine andere Mög-lichkeit als dasz die Kleinen auf dem Rücke der Grossen saszen."

Maar gezien heeft hij er dus toch geen enkele.

Ook een onderwijzer, A. Buxbaum uit Raunheim, die door Kobelt een goed en volkomen vertrouwbaar vogelwaarnemer genoemd wordt, heeft meer dan eens als

Ficedula 47 (2018) nr.1

26

begeleiders van trekkende kraanvogels talrijke leeuwerikken gehoord niet alleen, maar ook gezien. Maar deze heer zegt weer niet, dat hij ze op den rug van de groote vogels heeft zien zitten.

't Kon wel wezen, dat de kleine alleen meetrekken om, tusschen de grootere vliegend, gemakkelijker de lucht te doorsnijden. Meetrekken met de kraanvogels doen dus kleine vogels wel, dat is nu zeker; maar of ze daarbij op den rug der groote zitten?

Uitgemaakt is het nog niet. Maar 't is toch wel zoo goed als zeker, 't Klinkt ook in 't geheel niet onwaarschijnlijk. Er zijn heel wat feiten bekend, waaruit blijkt, dat dieren elkaar willen en kunnen helpen in den strijd om 't bestaan; dan is 't evenwel altijd eigenbelang aan weerskanten. Hier zouden wij een geval hebben van geregeld hulpbetoon aan kleine dieren door groote, zonder dat deze, menschelijker wijze ge-dacht, er eenig voordeel bij hebben; of 't moest zijn, dat kraanvogels en ooievaars de kleine zangertjes voor hun muzikaal amusement op reis meenemen.

Dan zou 't wonder nog grooter worden.

E. Heimans 1906

Harry de Jong, april 2018

Ficedula 47 (2018) nr.1

27

Waarnemingen van Rode Wouw in Twente

Mij is gevraagd door Mark Zekhuis (OL), Arend van Dijk (SOVON) en Stef van Rijn om coördinator te zijn voor de Rode wouw in Twente. Dat betekent echter dat ik bijna geheel afhankelijk ben van waarnemingen van jullie. Waarbij het vooral gaat om broedverdachte waarnemingen. De vogel blijft een grillig broedverloop hebben: het ene jaar zijn er 2-3 broedgevallen in Twente, het andere geen enkel. Reden om te zien of er wat meer vat te krijgen is op de (oost-)Nederlandse broedvogelpopulatie. Het is bekend dat we aan de rand van zijn verspreidingsgebied zitten (met de grootste dichtheden in centraal Duitsland), maar af en toe lijkt het erop dat de soort wat meer vaste voet krijgt in Nederland. Zo zijn er in de wijde omgeving van de IJssel langzamerhand meer broedgevallen vastgesteld. Mijn verzoek aan jullie is om in deze tijd (april-juli) broedverachte waarnemingen door te geven, waarbij uiterste geheimhouding gegarandeerd is. Broedgevallen worden alleen centraal opgeslagen als de melders (jullie dus) akkoord gaan met de wijze waarop. Er vindt dan altijd eerst overleg plaats. Ik ben bereikbaar op: [email protected] of 06-53171187 En uiteraard op Zilverschoon 80, 7577CA Oldenzaal Alvast hartelijk dank.

Peter Waardenburg

Rode wouw. Foto: Harry de Jong

Ficedula 47 (2018) nr.1

28

Waarnemingen in Twente (december t/m februari 2018)

Timo Roeke en Harry de Jong

Inzenden van waarnemingen In deze rubriek vindt u een selectie van waarnemingen uit het voorgaande kwartaal. U kunt uw waarnemingen insturen via: waarneming.nl of evt. via: www.tvwg.nl

Bespreking bijzondere waarnemingen Landelijk gezien was er genoeg zeldzaams gezien. Twente bleef echter achter qua zeldzaamheden. Maar het voorjaar staat voor de deur en dat betekent migratie. In de volgende Ficedula ziet u ongetwijfeld meer zeldzaamheden op Twentse gronden. Zoek en gij zult vinden.

Bokje

06-12 De Pollen, Engb.venen [ZO]: 1 ex. opvliegend (Siegfried Ekkel) 06-12 Lattrop, Bergvennen [O]: 3 ex. opvliegend (Harm Meek) 02-01 Lattrop, Bergvennen [O]: 1 ex. opvliegend (Meerdere wnrs) 11-01 Almelo, Loolee: 1 ex. opvliegend (van den Berg, Jos) 13-01 Enschede, Aamsveen [Z]: 1 ex. opvliegend (Meerdere wnrs) 23-01 Lattrop, Bergvennen [O]: 2 ex. opvliegend (Harm Meek) 02-02 Lattrop, Lattroper veld (Bergvennen [W]): 1 ex. opvliegend (Harm Meek) 13-02 Ootmarsum, Kooiweg [N]: 1 ex. opvliegend (Harm Meek) 14-02 Hengelo, Drienerbraken [W]: 1 ex. opvliegend (Carl Derks) 22-02 Lattrop, Het Wiemse: 1 ex. opvliegend (Harry Wolbers)

Bonte Kraai

21-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Herman Bruggink) 24-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 25-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 26-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. rustend (Meerdere wnrs) 27-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 27-01 Rijssen, Middelveen [O]: 1 ex. ter plaatse (Rick Middelbos) 28-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 29-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 30-01 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Ruben Vermeer) 01-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Jan Meijerink) 02-02 Rijssen, Middelveen [O]: 1 ex. opvliegend (Herman Bruggink) 02-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Bart ter Beek)

Ficedula 47 (2018) nr.1

29

03-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 04-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 05-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 06-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 07-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 08-02 Rijssen, Middelveen [O]: 1 ex. ter plaatse (Erwin Reinstra) 08-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 10-02 Rijssen, Keizersdijk (Overtoom): 1 ex. ter plaatse (Roel Janssen) 10-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Rick Ruis) 11-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Jan Meijerink) 13-02 Elsen, Middeldijk (A1): 1 ex. ter plaatse (Julian Overweg)

Grote Kruisbek Enkele jaren terug nog ondenkbaar of onmogelijk om deze soort in Twente te zien maar inmiddels zijn er al diverse vogels gezien. Mede veroorzaakt door het ‘Waarnemers-effect’. Een invasie vergroot de kennis van de soort. Vogelaars zijn beter bekend met bijvoorbeeld het geluid en de uiterlijke kenmerken. Dit gaat ook op voor de Grote Kruisbek. Zullen alle Grote Kruisbekken na de winter terug vliegen naar hun broedgebieden of blijft er wellicht ergens een paartje hangen in Twente?

17-12 Denekamp, Oortven: 2 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 07-02 Punthuizen, Beuningerbinnenveld: 4 ex. overvliegend (Martin Bonte) 12-02 Punthuizen, Beuningerbinnenveld: 10 ex. overvliegend (Martin Bonte)

Grote kruisbek. Foto: Harry de Jong

Ficedula 47 (2018) nr.1

30

Kleine Rietgans

10-12 Borne, Borne [centrum O]: 5 ex. overvliegend ZW (Timo Roeke) 04-02 Vriezenveen, O Bovenland [W]: 1 ex. foeragerend (Bert Haamberg)

Kortsnavelboomkruiper

12-01 Punthuizen, Beuningerbinnenveld: 1 ex. roepend (Martin Bonte) 24-01 Losser, De Snippert (Haagse bos): 1 ex. roepend (Martin Bonte) 22-02 Enschede, Haagse Bos [NW]: 1 ex. (M) baltsend / zingend (Meerdere wnrs)

Kuifaalscholver

25-12 Vriezenveen, Westerbouwlanden [Z]: 1 ex. (kleur)ringdragend (Robert Brunink) 25-12 Vriezenveen, Daarlerveen [Z]: 1 ex. ter plaatse ( R.C.Grootenboer) 25-12 Vriezenveen, Molen Leemans: 1 ex. (kleur)ringdragend (Robert Brunink) 26-12 Vriezenveen, Westerbouwlanden [Z]: 1 ex. foeragerend (Meerdere wnrs) 26-12 Vriezenveen, Molen Leemans: 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 27-01 Aadorp, Westerweilanden [W]: 1 ex. ter plaatse (Gerrit Schepers) 01-02 Aadorp, Westerweilanden [W]: 1 ex. (kleur)ringdragend (Robert Brunink) 02-02 Vriezenveen, Molen Leemans: 1 ex. ter plaatse (Bert Haamberg) 03-02 Vriezenveen, Westerbouwlanden [Z]: 1 ex. ter plaatse (Jaap Ackermans) 03-02 Aadorp, Westerweilanden [W]: 1 ex. ter plaatse (Robert Blanke) 03-02 Almelo, Industrieterrein (Turfkade): 1 ex. ter plaatse (Mark Beekhof) 04-02 Vriezenveen, Buitenkuilen: 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 04-02 Aadorp, Westerweilanden [W]: 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 04-02 Vriezenveen, Molen Leemans: 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 04-02 Aadorp: 1 ex. ter plaatse (Robert Westerhof) 04-02 Vriezenveen, Westbuitenland [W]: 1 ex. (kleur)ringdragend (Meerdere wnrs) 06-02 Almelo, Aalderinkshoek: 1 ex. ter plaatse (Arno ten Hoeve)

Noordse Goudvink

01-12 Overdinkel, Ringstation Overdinkel: 1 ex. (M) ter plaatse (Rinus Baayens) Pestvogel

09-02 Wierden, De Nollen [NW]: 1 ex. overvliegend (Rinze Kroeskop)

Roerdomp Deze mysterieuze reiger laat zich helaas niet vaak zien in Twente. Dit betekent echter niet dat ze niet in Twente zitten. De Roerdomp laat zich moeilijk vinden

Ficedula 47 (2018) nr.1

31

tussen het riet. Tijdens strenge winters hebben Twentenaren meer kans aangezien de vogels zich via het ijs langs de rietkraag bewegen. Dick Kuipers had het geluk om op 7 februari een Roerdomp langs het Lonnekermeer te treffen. 07-02 Hengelo, Lonnekermeer [W]: 1 ex. ter plaatse (Dick Kuipers)

Roerdomp. Foto: Harry de Jong

Ruigpootbuizerd Een stoere versie van onze Buizerd. Ondanks de duidelijke verschillen in kleed is determinatie vaak lastig. Een soort die de laatste paar jaren weer zeldzamer wordt in Twente (en Nederland). In 2018 slechts 1 waarneming in Twente. 08-01 Wierden, IJpeloweg (Eksosche Aa): 1 ex. overvliegend (Timo Roeke)

Russische Kauw Deze ondersoort van de Kauw blijft bijzonder lastig op naam te brengen. Een potentieel Russische Kauw moet voldoen aan een scala een kenmerken. Alles moet letterlijk kloppen om het stempel Russisch te krijgen. Er zijn al diverse tussenvormen/hybrides bekend en dat maakt determinatie erg moeilijk. Jos van den Berg en Martin Bonte zagen dit oosterse neefje van onze Kauw in Hengelo en Losser. Oostelijk Nederland is hèt gebied in ons land voor de Russische Kauw.

27-12 Hengelo, Boekelose weg: 1 ex. ter plaatse (van den Berg, Jos) 01-01 Losser, De Snippert [N]: 1 ex. ter plaatse (Martin Bonte)

Velduil

23-12 Vriezenveen, O Buitenland: 1 ex. ter plaatse (Bert Aman)

Ficedula 47 (2018) nr.1

32

Waterspreeuw

30-01 Enschede, Havens (Twente kanaal): 1 ex. foeragerend (P.L. Besselink)

Witkopstaartmees

29-12 Losser, Oelemars: 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 31-12 Vriezenveen, Vriezenveen [centrum O]: 1 ex. ter plaatse (Tom Kruissink) 02-01 Losser, Oelemars [Z]: 1 ex. ter plaatse (Meerdere wnrs) 08-01 Enschede, Boswinkel [W]: 3 ex. ter plaatse (Erik op den Dries) 20-01 Haaksbergen, Rietschot (Buurserzand): 1 ex. ter plaatse (Mark Beekhof) 06-02 Vriezenveen, Vriezenveen [centrum W]: 1 ex. foeragerend (Gerrit Schepers)

Witstuitbarmsijs 2018 is tot nu toe een goed jaar voor de Witstuitbarmsijs in Nederland. Op diverse plekken was de soort te bewonderen. In Twente werd fanatiek gezocht naar een Witstuitbarmsijs maar bijna niemand vond er 1 (of meer). Op 24 december 1995 zat er een vrouw Witstuitbarmsijs op het Rutbeek. Daar is helaas geen foto van gemaakt. Maar de Twentse eer is gered door Leo Hassing. Op 28 januari hing een adult man Witstuitbarmsijs in de netten bij Overdinkel. Op waarneming.nl staan de foto’s. Niet alleen het kleed klopt maar ook de afmetingen van de vogel. Namelijk: Snavel, Lengte 6,2 Hoogte 10 Breedte 5,7 mm Vleugel 78,5 mm. Wat een vangst!

11-01 Borne, Borne [NW]: 1 ex. ter plaatse (van den Berg, Jos) (geen foto’s) 13-01 Aadorp, Weusteweg [N]: 1 ex. ter plaatse (van den Berg, Jos) (onzeker) 28-01 Overdinkel, Ringstation Overdinkel: 1 ex. (M) ter plaatse (Leo Hassing) 12-02 Enschede, Glanerbeekweg: 1 ex. foeragerend (hennie gunnink) (onzeker)

Zeearend

13-02 Enschede, Aamsveen [Z]: 1 ex. overvliegend ZW (Richard ter Kulve) 13-02 Goor, Twenthekanaal (Haaksbergerweg): 1 ex. overvliegend (Henri Bouwmeester) 22-02 Haaksbergen, Haaksbergerveen [O]: 1 ex. overvliegend (Rick Ruis) 24-02 Enschede, Aamsveen [W]: 1 ex. overvliegend (Willem Broer)

Zwarte Ooievaar

26-12 Almelo, Kolthof: 1 ex. overvliegend NO (Bas van den Boogaard)

Timo Roeke, timo2waarneming.nl Harry de Jong, [email protected]

Informatie Twentse Vogel werkgroep

Samenstelling van het bestuur:

Voorzitter - Harry de Jong, Abelenstraat 2A, 7556 DT Hengelo

074 - 291 76 11 e-mail: [email protected]

Secretaris - José Uitslag, Klaproos 33b, 7483 AR Haaksbergen 053 - 572 67 38 e-mail: [email protected]

Penningmeester - Hans van Leeuwen, Hexelseweg 79, 7641 PP Wierden 0546 - 57 41 81 e-mail: [email protected]

Girorekening TVWG: NL05 INGB 0005 9488 43 t.n.v. Penningmeester TVWG

(adres onder bestuur).

Statuten en Huishoudelijk Reglement staan ter inzage op de website.

Website:

Internetpagina Twentse Vogelwerkgroep: www.tvwg.nl

Informatie: [email protected]

Lidmaatschap:

Nieuwe leden kunnen zich rechtstreeks of via de website aanmelden bij de

secretaris. Opzegging van het lidmaatschap dient voor 1 december te geschieden

om te gelden voor het daarop volgende jaar.

Adreswijzigingen s.v.p. doorgeven aan de secretaris en niet aan de redactie!

Contributie € 20,= per jaar via automatische machtiging.