FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6...
-
Upload
jurgen-smets -
Category
Documents
-
view
252 -
download
5
Transcript of FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6...
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1
Anatomie / fysiologie
Cxx53 5 en 6
Bloedvaten
Lymfe
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 2
Taken circulatiestelsel• Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken
gedeeld) zijn, opnemen via darmwand in bloed en transporteren naar weefsels voor bouw en energiestofwisseling oftewel (basaal)metabolisme
• afbraakstoffen opnemen en transporteren naar de nieren
• aanvoer van zuurstof (O2) naar cellen en afvoer van koolstofdioxide (CO2)
• warmtedistributie, warmte transport naar de huid• opnemen van hormonen uit endocriene klieren en op
de plaats van bestemming brengen• transporteren van beschermende stoffen door het
lichaam
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 3
Onderverdeling bloedvaten
Bloedcirculatie– arteriën (aorta => grote
arteriën => kleine arteriën)– arteriolen– Capillairen (overgang
arteriën naar venen)– venulen– venen (kleine venen =>
grote venen => vv. cavae)
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 4
Arteriën en venen
• Arteriën – dik, stevig, elastisch,
hogere druk (120 mm Hg)
• intima (elastisch)• media (elastisch
bindweefsel / spierweefsel)• adventitia
(buitenbekleding)• alleen kleppen bij het hart
• Venen– dun, kleppen, lage druk
(25 mm Hg) terugstroom?
• Capillairnet – zeer groot !!!!!
1 = tunica intima2 = bindweefsel3 = tunica media4 = gladde spiervezels5 = elastisch bindweefsel6 = tunica adventitia7 = klep
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 5
Van arterie naar vene
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 6
Bloeddruk• Systolische bloeddruk = bloeddruk tijdens
de systole (samentrekking hart)
• Diastolische bloeddruk – bloeddruk tijdens de ontspanningsfase of rustfase van het hart
• Hypertensie = hoge bloeddruk
• Hypotensie = lage bloeddruk
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 7
Soorten bloedvaten, bouw en Soorten bloedvaten, bouw en functiefunctie (transport arteriën)
Soort bloedvat Bouw van de tunica media
Functie
Arteriën (grote) Dikke compacte laagVeel elastische vezels als lamellen
Transport van bloed van het hart afBeperken van de systolische bloeddruk
Adventitia bevat bloed- en lymfevaatjes
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 8
Soorten bloedvaten, bouw en Soorten bloedvaten, bouw en functie (distributie arteriën)functie (distributie arteriën)
Soort bloedvat Bouw van de tunica media
Functie
Kleine arteriën en arteriolen(musculeuze arteriën)
Veel gladde spiervezels die in staat zijn tot vasoconstrictie en vasodilatatie
Distributie van de bloedstroom naar de capillairen Veroorzaken de perifere weerstand
vasoconstrictie en vasodilatatie door hormonen en vegetatief ZS
Autoregulatie functie
-bepaalde organen: doorbloeding constant houden
-bloedverdeling: metabole autoregulatie
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 9
Soorten bloedvaten, bouw en Soorten bloedvaten, bouw en functie (uitwisseling)functie (uitwisseling)
Soort bloedvat Bouw van de tunica media
Functie
Capillair Afwezig, alleen tunica intima: endotheel met poriën
Uitwisseling van stoffen met het interne milieu
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 10
Soorten bloedvaten, bouw en Soorten bloedvaten, bouw en functie (capaciteitsvaten)functie (capaciteitsvaten)
Soort bloedvat Bouw van de tunica media
Functie
Venulen Onregelmatig met gladde spiercellen
Afvoer van bloed uit de capillairnetten
Venen Dunne laagspiercellen en collage vezelsGrote diameterGrote rekbaarheid
Transport van bloed naar het hart toeBloedreservoir
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 11
Transportmechanisme bij venen
Bepaald door:
• kleppen, die terugstroom van het veneuze bloed voorkomen
• spierpomp
• arteriële pomp
• adempomp, inademing vergroot de thoraxholte, daardoor onderdruk
• hartpomp, door verplaatsing naar beneden, zuigwerking
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 12
Kleppen in venen
Blokkering terug stroom
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 13
Spierpomp
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 14
Arteriële pomp
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 15
Van links naar rechts: 1 stroomsnelheid 2 doorsnede vat 3 totaal dwarsdoorsnede vaten 4 volumeverdeling 5 plaats
cm2
cm3
gezam
enlijke vlak van
dw
arsdo
orsn
ede
volu
meverd
eling
plaats in
de circu
latie
1 2 3 4 5
stroo
msn
elheid
cm/sec
50 40 30 20 10
do
orsn
ede afzo
nd
erlijk vat
cm
2,6
0,8
0,3-0,06
0,002
0,009
0,0025
0,15-0,7
1,6
3,2
5,3
20
20
500
3500
2700
100
30
18
180
250
250
125
330
550
1550
900
250
aorta
grotearteriën
kleinearteriën
arteriol
capillair
venulen
kleinevenen
grotevenen
vv cavae
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 16
Volumeverdeling Weerstandsverdeling
venen 64%
long 9%
capillairen 5%
grote arteriën 7%
kleine arteriën en arteriolen 8%
hart (diastole) 7%
venen 7%
arteriën 19%
capillairen 27%kleine arteriën en arteriolen 47%
Volume en weerstand verdeling
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 17
Soorten vaatsystemenSoorten vaatsystemen
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 18
Soorten vaatsystemenSoorten vaatsystemen
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 19
Algemene werkingsprincipes van Algemene werkingsprincipes van het vaatstelselhet vaatstelsel
• Bloed circuleert in een gesloten kringloop met het hart als centrale pomp
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 20
Algemene werkingsprincipes van Algemene werkingsprincipes van het vaatstelselhet vaatstelsel
• De zuurstofbehoefte per orgaan wisselt– bloedtoevoer wordt geregeld door
vasoconstrictie en vasodilatatie
• Hoge druk, snelle stroming in slagaders
• Lage druk, trage stroming in de aders
• Denk aan lome gevoel na het eten van een corpulente maaltijd
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 21
Capillair
Capillair (weefselbloedvat) => interstitium– in de capillair langzaam stromend bloedtotale dwarsdoorsnede capillair 7x groter arteriolen
– verbinding arteriën (slagaders) => venen (aders)
Semi- of selectief permeabele wand
Zorgt voor uitwisseling met de interstitiële ruimte
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 22
Uitwisseling stoffen – capillair interstitium
Netto filtratiedruk oftewel netto druk t.b.v. uitwisseling stoffen
• bloeddruk - colloïd-osmotische waarde35 mmHg - 25 mmHg = 10 mmHg (1,35 kPa)
De mate van filtratie is bovendien afhankelijk van de waterdoorlaatbaarheid (selectieve permeabiliteit) van de capillairwand
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 23
Filtratie – resorptie capillairen
uitwisselingsgebied
filtratie
resorptie
25
35
15
3,33
4,67
kPa
2,0
mmHg
bloeddruk C.O.D.
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 24
Uitwisseling stoffen
COD = aanzuigkracht v.d. grote moleculen, dus eiwitten (albumine)
Bloeddruk: verval van arterieel naar veneus
Transport: capillair interstitium
Transport: interstitium capillair
C.O.D.= 25 mm Hg
RR=15 mm Hg
C.O.D.=25 mm Hg
RR= 35 mm Hg
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 25
Uitwisseling met capillair
Interstitium => Capillair (weefselbloedvat)
• Toevoer van de capillair => interstitium via filtratie en diffusie, onder invloed van de bloeddruk (hoger dan COD)
• Resorptie van interstitium naar capillair, op basis van osmose onder invloed van de COD (colloïd osmotische druk) als bloeddruk lager is.
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 26
Lymfe• 90 % van de extracellulaire vloeistof wordt
afgevoerd via het veneuze stelsel• 10 % kan niet geresorbeerd worden door de
COD en diffundeert naar de lymfevaten.• Wand lymfecapillair is hoog permeabel.• Per etmaal 3 - 4 liter via lymfe. Met name
grootmoleculaire stoffen.• Samenstelling lymfe is gelijk aan de
weefselvloeistof en is helder van kleur.
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 27
Lymfevaten• Lymfecapillairen gaan over in steeds
grotere lymfevaten
• Bouw komt overeen met kleine venen inclusief kleppen
• Spierlaag trekt zich ritmisch samen (lymfepomp)
• Spier en arteriepomp
• Afvoer naar vv. subclavia
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 28
Lymfeknopen• De lymfe stroomt alvorens terug te keren
naar de bloedcirculatie door een aantal lymfeknopen (8 à 10)
• Filtering en fagocytose van corpus aliëna (bacteriën, fagocyten en cellen)
• Milt is de grootste lymfeorgaan• Lymfeknopen en milt behoren tot het
afweersysteem (MPS) en aanmaakplaats van leukocyten.
• Zijn dus gezwollen bij infectie
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 29
Milt• De milt is het grootste lymfatisch orgaan
• Fagocytose
• Vorming van lymfocyten en plasmacellen
• Afbraak van erytrocyten– ijzer terug naar beenmerg– Bilirubine -> lever -> gal
• Kan bij inspanning als een spons knijpen (pijn in de zij)
FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 30
Lymfe- stelsel