februari2012

40
G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” Universitair Centrum voor Farmacie Foliolum Jaargang XXV Editie III februari 2012 K. E. van den Hondel & I. M. van Die Schistosoma: ziekteverwek- ker of beschermheer? M. J. Kreuger & W. Brekelmans Madentherapie: Parasi- tisme of symbiose? J. R. Haanstra & B. M. Bakker Hoe werken netwerken? Parasitologie

description

http://www.psgroningen.nl/foliolum/februari2012.pdf

Transcript of februari2012

G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”Universitair Centrum voor Farmacie

FoliolumJaargang XXV Editie III februari 2012

K. E. van den Hondel & I. M. van Die

Schistosoma: ziekteverwek-ker of beschermheer?

M. J. Kreuger & W. Brekelmans

Madentherapie: Parasi-tisme of symbiose?

J. R. Haanstra & B. M. Bakker

Hoe werken netwerken?

Parasitologie

Inhoudsopgave

De praktijk is vaak een harde leerschool. Maar zij levert wel goede leerlingen af. Het concept vanService Apotheek is niet ontwikkeld achter een bureau, is niet ontstaan op een tekentafel.De ervaringen in de praktijk van elke dag hebben Service Apotheek gemaakt tot wat het nu is.Een formule van gedreven, zelfstandige apothekers die erg graag hun eigen identiteit willenbewaren. Dat lukt ook, omdat Service Apotheek altijd van, voor en door zelfstandige apothekersis gebleven. Die eigen identiteit willen wij fors onderstrepen door maximaal in te zetten op onzesterke kant: wij bieden de cliënt medicatieveiligheid, persoonlijke begeleiding en veel service.Hiervoor gebruiken Service Apotheken de nieuwste technieken. Een Service Apotheek is er nietalleen voor de geneesmiddelen, maar is afgestemd op de totale zorgbehoefte van de cliënt.

Service ApotheekDé formule voor de zelfstandige apotheker

g e d r e v e n d o o r g e z o n d h e i d

Meer informatie over wat Service apotheek voor u kan betekenen?Neem dan voor een vrijblijvend gesprek contact op via het hoofdkantoor van

Service Apotheek op telefoonnummer 088-2768484

Het concept Service Apotheek

Adv_SA_10x297:Layout 1 07-05-2008 10:42 Pagina 1

Inhoudsopgave

De praktijk is vaak een harde leerschool. Maar zij levert wel goede leerlingen af. Het concept vanService Apotheek is niet ontwikkeld achter een bureau, is niet ontstaan op een tekentafel.De ervaringen in de praktijk van elke dag hebben Service Apotheek gemaakt tot wat het nu is.Een formule van gedreven, zelfstandige apothekers die erg graag hun eigen identiteit willenbewaren. Dat lukt ook, omdat Service Apotheek altijd van, voor en door zelfstandige apothekersis gebleven. Die eigen identiteit willen wij fors onderstrepen door maximaal in te zetten op onzesterke kant: wij bieden de cliënt medicatieveiligheid, persoonlijke begeleiding en veel service.Hiervoor gebruiken Service Apotheken de nieuwste technieken. Een Service Apotheek is er nietalleen voor de geneesmiddelen, maar is afgestemd op de totale zorgbehoefte van de cliënt.

Service ApotheekDé formule voor de zelfstandige apotheker

g e d r e v e n d o o r g e z o n d h e i d

Meer informatie over wat Service apotheek voor u kan betekenen?Neem dan voor een vrijblijvend gesprek contact op via het hoofdkantoor van

Service Apotheek op telefoonnummer 088-2768484

Het concept Service Apotheek

Adv_SA_10x297:Layout 1 07-05-2008 10:42 Pagina 1

FoliolumJaargang XXV Editie III Februari 2012

ColofonRedactiecommissie

Denise van MarionCharlie Brouwers

Sebnem AkgölArend Overeem

Mike KoopsMark Pratt

Ab-actiaatCharlie Brouwers

Sint Eustatiusstraat 599715 PG Groningen

tel: [email protected]

DrukkerijSmeets & Hagenbeck

Foto voorkantRoel de Locht

Puzzels slotpaginaBoy van Basten &

Denise van Marion

Oplage1250

REDACTIONEELVoorwoord Redactie 4Voorwoord Bestuur 5Schistosoma: ziekteverwekker of beschermheer? 6Hoe werken netwerken? 9Madentherapie: Parasitisme of symbiose? 12Nederlandse Vereniging voor Parasitologie 14

FACULTAIREvaluaties 16Promovendi 18Farmacokinetiek, Toxicologie & Targeting 21De onmisbare snelheidstrein met 22 de gezondheidszorg aan boordStudent in het Buitenland 24

PHARMACIAE SACRUMAgenda 27Vaandeldragerscommissie 29Eerstejaarscommissie 29Mediq Eerstejaars Excursie 30Ziekenhuisfarmacie Avond 30VVAA Workshopavond ‘Samenwerkings- 31verbanden’ Lustrum Buitendag 32Lustrum Sportdag 32Lustrum Symposium 33Lustrum Theater 33Lustrum Rally 34Reünistendag 34Galadiner & Galabal 35Eten met het bestuur 36Slotpagina 38

Copyright 2011 Redactiecommissie Foliolum ‘van A tot Zilver’ der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van schrift, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de auteurs.

G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”in samenwerking met het

Universitair Centrum voor Farmacie aan de

Rijksuniversiteit Groningen

Redactioneel

4 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Redactiecommissie “van A tot Zilver”Denise van Marion

Geachte lezer,

Nu het kersverse jaar is ingeluid en eenieder al het 2012 gevoel verwerkt heeft, is het eerste Foliolum van het jaar gelanceerd. Een nieuw jaar, nieuwe voornemens en nieuwe kansen, wie herkent dit nou niet?

Het bood ons weer de kans om een nieuw spectaculair thema te bedenken.

In dit Foliolum wordt het onderwerp Parasitologie onder handen genomen. Iets wat ver van ons af lijkt te staan, maar wat op een safaritrip of tijdens vrijwilligerswerk onaangekondigd kan geschieden.

Zo beginnen we ook met een parasitaire ziekte die niet in Nederland op te lopen is. ‘Schistosoma: ziekte-verwekker of beschermheer?’ geeft een overzicht van deze parasitaire ziekte en de behandelmogelijkheden hiertegen. Slimme parasieten worden de das om gedaan door de ontwikkeling van nog slimmere technieken. In het tweede artikel van het Redactionele gedeelte wordt uiteengezet hoe netwerken werken en ook hoe er van computersimulaties tot veilige anti-parasitaire medicijnen kan worden gekomen. Veel parasieten zijn onwenselijk, echter willen wij ook laten zien welke voordelen parasieten kunnen hebben. Daarom wordt er ook ingegaan op madentherapie als behandelwijze tegen (chronisch) necrotisch wondweefsel. In het artikel ‘Madentherapie: Parasitisme of symbiose?’ wordt deze interessante behandeling verder toegelicht. Veel van de onderzoekers naar parasitaire ziekten in Nederland zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Parasitologie. Wij hadden graag een bezoek gebracht aan een vergadering van deze vereniging. Echter, deze vergadering zou zijn als deze editie van het Foliolum al bij de drukker zou liggen dus dat kon helaas niet. Toch willen wij u graag inlichten over deze vereniging; zie daarvoor het laatste artikel in het Redactionele gedeelte.

Het facultaire gedeelte belicht de vakgroep Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting. Vervolgens kunt u een ingezonden stuk van een leuk onderzoek van de bachelorstudent Sayf Faraj lezen met tot slot een boeiend stuk over het leven als student in Liverpool door Lisanne Reijntjes.

Het P.S. gedeelte bevat de omschrijving van de taken van de Vaandeldragerscommissie en de nieuwe Eerstejaarscommissie. Verder hebben we een relaas van de volgende activiteiten: Mediq Eerstejaarsactiviteit, Ziekenhuisfarmacieavond, VVAA workshopavond, Officiële opening Lustrum, Buitendag Lustrum, Lustrum Sportavond, Lustrum Symposium, Lustrumtheater, Lustrum Rally, Reünistendag, Galadiner en Galabal met tot slot een bij het thema passende puzzelpagina.

Ik wens u veel leesplezier toe.

Met vriendelijke groet,Namens de 25e Redactiecommissie “van A tot Zilver”,

Denise van Marion h.t. praeses

Redactioneel

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 5

G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”Sophie Berends

Geachte lezer,

Verschillende geruchten doen momenteel de ronde in de wandelgangen van de UB. Hoewel dit ongemak meestal leerlingen van de basisschool betreft, schijnt het nu ook bij studenten te zijn aangekomen.

Iedereen houdt zijn of haar jas angstvallend dicht bij zich en iedere jeuk op het hoofd van deze of gene wordt panisch in de gaten gehouden. Ik heb het hier natuurlijk over luizen. Deze kleine parasieten terroriseren op dit moment de UB in Groningen en zijn de grootste vrees voor de huidige student. Gelukkig zijn ze makkelijk te verhelpen en zal het luizenleed daarna nog maar van korte duur zijn.

De Redactiecommissie heeft voor deze editie gekozen voor het onderwerp Parasitologie. Hoewel luizen eigen-lijk geen echte ziektes met zich mee brengen, zijn er genoeg andere parasieten die dit wel doen. En er zijn een hele hoop parasieten die dit kunnen. Van lintwormen tot maden en van huisstofmijt tot springende genen, het zijn allemaal organismen die volgens het parasitaire principe leven, waarmee ze zich ten koste van hun gastheer levend weten te houden en zich vermenigvuldigen. Een vervelende manier van leven, vooral als je zelf de gastheer bent. Het nieuwe jaar is ondertussen voor ons op het P.S-hok weer begonnen en de tijd gaat in sneltreinvaart voorbij. In februari staan er weer veel P.S.-activiteiten op de agenda. Op 14 februari zal de STERC-sportdag plaatsvinden, op 16 februari de mannenactiviteit, 23 februari het ‘SSS’ Ouderejaarssymposium en 27 februari de Carrièredag. Kortom, er is weer genoeg te doen in het nieuwe jaar!

Voor nu wens ik iedereen veel leesplezier met dit Foliolum en tot op één van de vele activiteiten van P.S.!

Met vriendelijke groet,Sophie Berendsh.t. praeses der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”

Redactioneel

6 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Schistosoma: ziekteverwekker of beschermheer?Karen E. van den Hondel en Irma van Die*

*Afdeling Moleculaire Celbiologie, VU Medisch Centrum, Amsterdam.

Schistosomiasis, ofwel bilharzia, is een parasitaire infectie veroorzaakt door de larven van verschillende soorten trematoden of zuigwormen [Pearce EJ and MacDonald AS, 2002]. Schistosomiasis wordt

geclassificeerd in twee ziektebeelden: intestinale schistosomiasis (veroorzaakt door Schistosoma mansoni, S. intercalatum, S. japonicum of S. mekongi) en blaasschistosomiasis (S. haematobium). De ziekte komt endemisch voor in (sub)tropische landen, met name in Afrika. Schistosomiasis kan worden opgelopen door huidcontact of het drinken van ongekookt water waarin de infectieuze larven van de schistosoom (cercariae) voorkomen. Cercariae worden uitgescheiden door geïnfecteerde zoetwaterslakken, die als tussengastheer essentieel zijn voor de levenscyclus van de parasiet. Na penetratie van de huid van een mens (of dier) ontwikkelen de cercariae zich tot volwassen wormen (Figuur 1A) waarbij ze via lymfe- en bloedvaten migreren naar de longen en vervolgens het portale systeem bereiken. De mannelijke en vrouwelijke schistosomen bevinden zich in koppels in de mesenteriale venen van de dikke en dunne darm. De wormen leven ongeveer 5 jaar, maar kunnen zelfs tot 40 jaar oud worden. Ze leggen eieren in de venen van de darm of in de kleine venen van blaas en kleine bekken (S. haematobium). De eieren, met daarin de zich ontwikkelende miracidia, migreren door de vaatwand en worden uitgescheiden in de urine en ontlasting. Ze kunnen uitkomen in zoet water waarbij miracidiae vrijkomen die vrij rondzwemmen en een specifieke slak kunnen infecteren. In de slak ontstaan na 3-7 weken duizenden cercariae, die worden uitgescheiden in het omringende water, waarmee de levenscyclus rond is.

Bij reizigers, teruggekeerd van een (sub)tropisch verblijf, komen vooral schistosomiasis door S. mansoni, S. haematobium of S. intercalatum voor. Deze infecties kunnen overigens niet overgebracht worden via menselijk contact en verschillen daarbij dus wezenlijk van microbiele infecties. In de hele wereld zijn meer dan 200 miljoen mensen besmet, waarvan ca. 120 miljoen symptomen ervaren. Geschat wordt dat per jaar enkele honderden mensen met een Schistomiasis infectie terugkomen naar Nederland.

Pathogenese en symptomenDe ziekteverschijnselen van Schistosomiasis zijn afhankelijk van de fase van de infectie. Ook worden deze verschijnselen beïnvloed door het type schistosoom, de infectiegraad en gastheerafhankelijke factoren (bv. leeftijd, erfelijke factoren). Bij sommige mensen kan een acute fase optreden (Katayama syndroom) o.a. na een eerste infectie met een hoge dosis larven. Dit syndroom uit zich door koorts, gewichtsverlies, lymfeadenopathie, urticaria, koude rillingen, (nacht)zweten, hoofdpijn, diaree, buikpijn, hoesten, hepatosplenomegalie en kan dodelijk zijn. Bij blaasschistosomiasis wordt hematurie gezien.

Bij de meeste mensen treden vooral symptomen op tijdens de chronische fase van de ziekte, die ongeveer 8-10 weken na infectie intreedt. De symptomen ontstaan voornamelijk door een immuunreactie tegen de eieren, die zich nestelen in de wand van de blaas of darm, waardoor er epitheliale granulomen gevormd worden met reuscellen en soms centrale necrose. De eieren kunnen achterblijven als gecalcificeerde schellen en na ‘genezing’ ontstaat fibrose. De volwassen wormen zelf lijken geen ontstekingsreactie op te wekken, maar er treden wel immunologische reacties op tegen metabolieten die de wormen uitscheiden. Daarnaast ontstaat er weefselschade door migratie van de wormen door het lichaam en ontstekingsreacties op de eieren. Langdurige infectie met schistosomen kan leiden tot ernstige complicaties, zoals pulmonale, portale hypertensie en bloederige diarree. In zeldzame gevallen kan meningoencephalitis, focale epilepsie en het caudasyndroom optreden. Bij blaasschistosomiasis kunnen er hydronefrose en poliepvorming (met blaascarinoom als late complicatie) ontstaan.

Redactioneel

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 7

Diagnose en behandelingDe diagnose kan na ca. 8 weken serologisch gesteld worden door het aantonen van specifieke antilichamen tegen de schistosomen of hun eieren. De eieren kunnen ook microscopisch aangetoond worden in urine of ontlasting.

Een vaccin dat beschermt tegen Schistosomiasis is nog niet beschikbaar. Praziquantel is de eerste keus in de behandeling van Schistosomiasis. Het werkingsmechanisme van praziquantel is complex en nog niet helemaal bekend. Het middel is effectief tegen volwassen wormen, waarschijnlijk doordat het vacuolisatie van de huid van de worm induceert, hetgeen een verhoogde calciumpermeabiliteit tot gevolg heeft. Door een verhoogde instroom van calciumionen treden er tetanische contracties op. Door de verstoring van de permeabiliteit zijn de antigenen nu goed bereikbaar voor antistoffen van de mens, met de dood van de worm tot gevolg [Wu et al., 2011]. De behandeling is bijzonder effectief, maar in endemische gebieden kan reïnfectie optreden. Aanvullende hygiëne maatregelen kunnen reïnfectie voorkomen.

Schistosomen beïnvloeden het verloop van ontstekingsziektenHet is duidelijk dat Schistosomiasis met name in endemische gebieden tot ernstige gezondheidsproblemen leidt. Daarentegen laten recente epidemiologische studies zien dat schistosomen, evenals vele andere parasitaire wormen ook “goede” eigenschappen bezitten en de mens kunnen beschermen tegen een breed scala van ontstekingsgerelateerde ziekten. Worminfecties kunnen immuuncellen induceren die ontstekingsreacties onderdrukken. Verondersteld wordt dat hierdoor Th1, Th17 of Th2-gemedieerde ziektes, zoals MS, diabetes, de ziekte van Crohn en allergische asthma, worden voorkomen of verminderd. In vroegere tijden had iedereen worminfecties. Gedacht wordt dat de lange co-evolutie tussen mensen en commensalen zoals wormen een sterke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van ons immuunsysteem. Het uitbannen van worminfecties in onze Westerse wereld heeft mogelijk de werking van het immuunsysteem verstoord (hygiënehypothese). Rook (2009) heeft parasitaire wormen dan ook beschreven als “old friends, whose absence may result in new diseases”.

Redactioneel

8 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Recente clinical trials waarbij patienten met de ziekte van Crohn, ulcerative colitis of MS eieren toegediend krijgen van de parasitaire varkensworm Trichuris suis laten een gunstig effect zien van de worminfectie op het beloop van deze ziekten [Elliott et al., 2007; Fleming J, et al., 2011]. Concluderend kan gesteld worden dat wormen ontstekingsreacties kunnen moduleren die centraal staan in de pathologie van auto-immuunzieken en allergieën.

Onderzoek naar de modulatie van immuunreacties door schistosomenBij de afdeling Moleculaire Celbiologie en Immunologie van het VU Medisch Centrum in Amsterdam doet de groep van Dr. Irma van Die onderzoek naar de mechanismen waarmee suikermoleculen (glycanen) van schistosomen immuunreacties in de mens induceren en moduleren. Glycanen, gekoppeld aan eiwitten en lipiden, komen voor op het oppervlak van de wormen tijdens hun verschillende levensstadia, en worden uitgescheiden in hun omgeving (Figuur 1A,B). Omdat veel van deze glycanen niet voorkomen bij de mens, wordt een immuunreactie opgewekt tegen deze vreemde suikers. In samenwerking met o.a. de afdeling Parasitologie in Leiden hebben we gevonden dat mensen met Schistosomiasis veel IgM en IgG antilichamen maken tegen deze bijzondere glycanen. Deze vinding wordt nu toegepast in de serodiagnostiek van Schistosomiasis en biedt

mogelijk ook interessante toepassingen voor de ontwikkeling van een vaccin. Daarnaast produceren schistosomen en andere parasitaire wormen glycanen die heel veel lijken op die van de mens, o.a. op uitgescheiden eiwitten (moleculaire mimicrie). Deze suikers worden her-kend door regulatorcellen van het immuunsysteem, die deze specifieke suikers “herkennen” en opnemen. De resultaten van het onderzoek van de groep van Dr. Irma van Die en dat van anderen wijzen erop dat deze herkenning ertoe bijdraagt dat de wormen ontstekingsreacties onderdrukken waardoor ze kunnen overleven en bescherming kunnen bieden tegen chronische ontstekingen zoals boven beschreven [Van Die and Cummings, 2010]. Door gedetailleerd het mechanisme te onderzoeken, waarmee schistosomen en andere parasitaire wormen de immunologische reacties van de mens sturen, wordt getracht meer inzicht te krijgen in de “ontstekingsbeschermende” eigenschappen van de wormen. Dit inzicht zou in de toekomst kunnen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe medicijnen om ontstekinggerelateerde ziektes zoals MS en de ziekte van Crohn te behandelen.

De auteurs:Drs. Karen van den Hondel, MSc, studeert geneeskunde aan het Erasmus Medisch Centrum en heeft

zich verdiept in tropengeneeskunde via een extra-curriculair programma (o.a. in het Johns Hopkins University, Baltimore USA, en Khartoum University, Sudan); zij loopt momenteel co-schappen in het Erasmus Medisch Centrum.

Dr. Irma van Die is als universitair hoofddocent verbonden aan het VU Medisch Centrum, Amsterdam. Zij leidt binnen de afdeling Moleculaire Celbiologie de onderzoeksgroep “Glycobiologie en immuun-regulatie”. Sinds 1996 bestudeert zij met haar team de immunobiologie van helminth infecties, met name door Schistosoma mansoni.

Redactioneel

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 9

Hoe werken netwerken?Van computersimulatie tot veilige anti-parasitaire medicijnen

Jurgen R. Haanstra en Barbara M. Bakker

Niet alleen onze eigen cellen zijn complex, maar ook menig ziekteverwekker zit ingewikkeld in elkaar. Levende cellen, van bacterie tot menselijke cel, hebben veel overeenkomsten in de eiwitten

die ze gebruiken en de manier waarop deze samenwerken. Voor de bestrijding van parasitaire ziekten is dit een groot probleem. Het is namelijk helemaal niet zo moeilijk om de parasiet te doden, maar het is een enorme uitdaging om hierbij de cellen van de patiënt te sparen. Daarbij blijken parasieten verrassend creatief in het omzeilen of onderdrukken van het menselijke immuunsysteem. De groep Medische Systeem Biologie aan het UMCG onderzoekt het complexe samenspel tussen de stofwisseling van de Afrikaanse trypanosoom en die van zijn gastheer en hoe deze zich aanpassen aan mogelijke geneesmiddelen. Door een toevallige vondst betrekken we hier sinds kort ook het samenspel tussen de parasiet en het immuunsysteem bij.

Afrikaanse slaapziekte Trypanosoma brucei is een eukaryote parasiet die de Afrikaanse slaapziekte in mensen veroorzaakt en de ziekte nagana in vee [WHO (2010)]. De parasiet wordt overgedragen door een beet van de tseetseevlieg. Er zijn twee hoofdsoorten van de ziekteverwekker, T. brucei gambiense en T. brucei rhodesiense. Ze zijn genoemd naar de specifieke gebieden waar ze voorkomen en verschillen in de snelheid van het verloop van de ziekte. In het eerste stadium van de ziekte bevindt de parasiet zich in het bloedplasma. De patiënt heeft dan vooral last van koortsaanvallen doordat het afweersysteem steeds opnieuw in actie komt. Als de parasiet erin slaagt de bloed-hersenbarrière te passeren, veroorzaakt hij blijvende hersenschade, een verstoord dag-nacht ritme, karakterveranderingen en uiteindelijk een dodelijke coma.Ten zuiden van de Sahara lopen 65 miljoen mensen het risico om besmet te raken. Omstreeks 1960 was de ziekte bijna uitgeroeid, maar door een verminderde waakzaamheid in gebieden die door oorlogen en honger werden geteisterd, kon een nieuwe epidemie zich ontwikkelen. Door een intensieve bestrijding van de tseetseevlieg en grootschalige screening van de bevolking, is de epidemie sinds 2009 op zijn retour.

Steeds een nieuwe vermommingDe Afrikaanse trypanosoom heeft een dichte laag oppervlakte-eiwitten die herkend worden door het afweersysteem (antigenen). Hierdoor wordt het aantal parasieten in eerste instantie flink onderdrukt.

T. brucei is echter in staat om via recombinatie en het aan-en uitzetten van verschillende gebieden in het DNA steeds andere antigenen op zijn membraan te zetten [Rudenko, G. (2011)]. Zo zijn er altijd parasieten die de aanval van het immuunsysteem kunnen ontwijken. Bovendien onderdrukt de parasiet zelf het immuunsysteem. Door de veranderlijkheid van de oppervlakte-eiwitten is het wetenschappers niet gelukt om een vaccin tegen slaapziekte te ontwikkelen.

Oude medicijnenZonder behandeling is Afrikaanse slaapziekte dodelijk. De huidige geneesmiddelen zijn duur, moeilijk toe te dienen en vaak giftig [Barrett, M., et all. (2011)]. Bovendien ontstaat er snel resistentie. Alleen melarsoprol en eflornithine werken tegen het late stadium van de ziekte, als de parasieten zich al in de hersenen bevinden.

Figuur 1: De eencellige parasiet Trypanosoma brucei brucei. Hier is het differentiatiestatium getoond dat in de tseetseevlieg voor-komt, de zogenaamde procyclische vorm. Scanning electronmi-croscopie door Melisa Lopez-Gualdron en Paul Michels (De Duve

Institute, Brussel).

Redactioneel

10 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Met name melarsoprol heeft zware bijwerkingen en in een aantal gebieden zijn trypanosomen inmiddels resistent tegen dit middel. Eflornithine is in 1990 als laatste geregistreerd. De andere geneesmiddelen dateren uit de periode 1921-1949. Er is dringend behoefte aan nieuwe geneesmiddelen.

Medische Systeembiologie in GroningenZoals de meeste parasieten, betrekt de trypanosoom veel bouwstoffen voor nieuwe cellen van zijn gastheer. ATP, de drager van vrije energie, moet de parasiet wel zelf maken. In de mens is hij volledig afhankelijk van suikerafbraak voor het maken van ATP (glycolyse; glucose = suiker, lyseren = afbreken). Het verstoren van de suikerafbraak is een interessant doelwit voor medicijnen. We hebben onlangs laten zien dat een 50% remming van de glycolyse al voldoende is om de trypanosoom te doden [Haanstra, J. R., et all. (2011)]. Maar de suikerafbraak is een proces met veel afzonderlijke enzymen en de mens beschikt over homologe enzymen. Waar structuurbiologen zich buigen over de verschillen tussen menselijke en parasitaire enzymen, bestuderen wij de rol van de enzymen in het stofwisselings-netwerk. Welk enzym oefent de hoogste controle uit over de snelheid van ATP productie? Hoe past de parasiet zich aan als we een specifiek enzym remmen? En hoe reageren de cellen van de gastheer als het homologe enzym ook enigszins geraakt wordt? Samen bepalen al deze factoren of er een veilige dosering bestaat waarbij de parasiet effectief wordt uitgeroeid en de gastheer ongeschonden uit de strijd tevoorschijn komt.

Computersimulaties bootsen de parasitaire stofwisseling naOm te begrijpen hoe enzymremmers de complexe stofwisseling van de parasiet beïnvloeden, kan ons brein wel wat hulp gebruiken. Immers, een groot aantal moleculaire processen reageert op elkaar. Het remmen van een enzym zorgt ervoor dat de concentratie van het substraat toeneemt en die van het product afneemt. Deze metabolieten zijn meestal ook substraat of product voor andere enzymreacties. Hoe sterk de snelheden van de andere reacties reageren op de veranderingen van metabolietconcentraties bepaalt hoe sterk uiteindelijk de ATP-productie zal afnemen. De complexiteit neemt verder toe als metabolieten over grotere afstanden enzymen remmen of stimuleren.Om grip te krijgen op de complexiteit hebben we een computermodel ontwikkeld dat de hele route

van afbraak van glucose tot productie van ATP nabootst [Helfert, S., et all. (2001), Albert, M.A., et al. (2005)]. In een simulatie kun je bijvoorbeeld de suikerconcentratie veranderen of een hoeveelheid van een specifieke enzymremmer toevoegen. Zelfs het werkingsmechanisme van de remmer kun je instellen. Regelmatig passen we het model aan met nieuwe of betere gegevens. In Europees verband werken we nu aan een computermodel van de productie van NADPH, een molecuul dat de cel gebruikt om zich te verdedigen tegen oxidatieve schade [Bakker, B., et al. (2010)]. Ook onderzoeken we hoe de cel de concentraties van alle enzymen aanpast als er een enzym geremd wordt. De meest interessante computervoorspellingen testen we experimenteel in het lab. Voor geïnteresseerden is het computermodel interactief beschikbaar in de JWS database (www.jjj.bio.vu.nl).

Nieuwe aangrijpingspunten om de parasiet te dodenUit ons onderzoek is gebleken dat remming van de suikeropname over de celmembraan het grootste effect heeft op de ATP-leverantie door de glycolyse. Dit is niet alleen op korte termijn het geval, maar wordt juist sterker als de parasiet de gelegenheid krijgt om de expressie van genen aan te passen [Haanstra, J. R., et all. (2011)]. De parasiet lijkt de remming van suikeropname te interpreteren als een signaal dat hij zich niet meer in het bloed bevindt, maar de overstap heeft gemaakt naar de darm van de tseetseevlieg waar weinig glucose aanwezig is. De trypanosoom begint zich te differentiëren en brengt hierbij de expressie van alle enzymen van de glycolyse omlaag. Zo gaat ook de ATP productie verder omlaag. Bovendien begint de parasiet oppervlakte-eiwitten tot expressie te brengen die hij gewoonlijk alleen in de tseetseevlieg laat zien. We willen natuurlijk graag uitzoeken of dit uiteindelijk de antigene variatie onderdrukt.

Figuur 2: In de trypanosoom vindt de glycolyse plaats in glyco-somen, organellen die nauw verwant zijn aan peroxisomen. De glycosomale enzymen TIM en gGAPDH zijn zichtbaar gemaakt door middel van immunolabelling. Met dank aan Melisa Lopez-

Gualdron en Paul Michels (De Duve Institute, Brussel).

Redactioneel

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 11

We gebruiken computersimulaties ook om te onderzoeken hoe de structuur van het netwerk van invloed is op de werking ervan. In T. brucei en een aantal verwante protozoën bevinden de enzymen van de glycolyse zich in een speciaal celorganel dat glycosoom wordt genoemd. Het is lastig om de functie van deze structuur experimenteel op te helderen, omdat de trypanosoom er niet zonder kan. In een computersimulatie konden we laten zien dat het glycosoom de parasiet beschermt tegen een gevaarlijke ophoping van tussenproducten. De meeste andere organismen, waaronder de mens, hebben geen glycosoom en gebruiken anderen regulatiemechanismen om zich te beschermen. Dit verschil maakt de assemblage van het glycosoom een interessant aangrijpingspunt voor remmers. Pas acht jaar na de publicatie van deze modelvoorspelling is het ons gelukt het principe ook in het lab aan te tonen [Haanstra, J. R et al. (2008)].

Toxiciteit en netwerk-biologieDe rode bloedcel is een directe buurman van de trypanosoom in het bloed en leeft net als de

parasiet van glucose-afbraak. Uit gedetailleerde computermodellen van de erythrocyt (www.jjj.bio.vu.nl) hebben we geleerd dat deze gastheercel waarschijnlijk nauwelijks gevoelig is voor remming van suikeropname. Dit komt doordat de glycolyse in de erythrocyt veel langzamer werkt en de cel een overcapaciteit van glucosetransporteiwitten in de membraan heeft. Dit verschil in expressie van enzymen tussen parasiet en gastheer is essentieel om toxiciteit te voorkomen. Momenteel werken we met co-cultures van T. brucei en menselijke rode bloedcellen om de selectiviteit van remmers experimenteel vast te stellen.

Tot slotHet uitbreiden en experimenteel testen van onze computersimulaties, moet leiden tot nieuwe enzymen waar structuurbiologen remmers tegen kunnen ontwikkelen. Aan suikeropname en assemblage van het glycosoom worden al vervolgstudies gedaan. Heb je interesse om bij te dragen aan ons onderzoek via een stage of scriptie, neem dan contact op ([email protected]; [email protected]).

Figuur 3: Voor het maken van computermodellen gebruiken we gedetailleerde kennis van het reactie-netwerk en experimentele ge-gevens over de enzymkinetiek. Deze informatie vertalen we naar wiskundige vergelijkingen. Via simulaties met het computermodel identificeren we de enzymen waar de parasiet meer van afhankelijk is dan de gastheer: remming van zo'n enzym heeft meer effect op de glycolytische flux in de parasiet dan in de menselijke erythrocyt. Vervolgens gaan we terug naar het lab om de voorspellingen te toetsen. In de systeembiologie doorlopen onderzoekers de cyclus van experiment naar voorspelling naar experimentele toetsing vaak

meerdere keren.

Redactioneel

12 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Madentherapie: Parasitisme of symbiose?M.J. Kreuger,

Co-assistent Chirurgie Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp;

W. Brekelmans, Arts Rijnland WondCentrum/ Chirurgie

Madentherapie is een oude en succesvolle methode om chronische wonden te behandelen. Patiënten met chronische wonden bestaan nog steeds, ondanks moderne wondbehandelingen en antibiotica.

Veel van deze wonden zijn bedekt met necrotisch weefsel. Dit verhindert de wondgenezing. Maden voeden zich bij voorkeur met necrotisch weefsel en kunnen de wondgenezing bevorderen.

De genezing van een wond verloopt in opeen-volgende fasen: hemostase, inflammatie, granulatie en epithelialisatie/remodelling. Chronische wonden blijven vaak in de inflammatoire fase hangen door slechte doorbloeding, biofilmvorming, resistente bacteriën etc. De inflammatoire fase wordt gekenmerkt door debris op het wondoppervlak. Dan is debridement nodig. Madentherapie kan als middel dienen om debris te verwijderen, maar er bestaan ook andere mogelijkheden. Het gemakkelijkst is chirurgisch debridement, door middel van een curette of het mes. Dit is echter vaak te pijnlijk voor de patiënt, waardoor dit gestaakt moet worden of op de operatiekamer moet gebeuren. Andere manieren om debris te verwijderen zijn enzymatisch (bijv. collagenase) of autolytisch (bijv. hydrogel, alginaten). Deze technieken werken niet altijd voldoende en snel genoeg. Wanneer madentherapie wordt toegepast wordt debridement gemiddeld na drie behandelingen van 3 á 4 dagen bereikt [Steenvoorde, Maggot Debridement Therapy in Surgery, 2007].

Voor madentherapie worden de larven van de groene vleesvlieg, Lucilia sericata, gebruikt. De vlieg legt grote aantallen eitjes en de larven die hieruit voortkomen, voeden zich met necrotisch weefsel. Het necrotisch weefsel wordt vloeibaar door krachtige proteolytische enzymen in hun secreet en vervolgens nemen ze het necrotisch weefsel in. Na een aantal dagen zijn de larven volgroeid en

verpoppen ze zich om een vlieg te worden. Maden die men in de natuur aantreft zijn sterk gecontamineerd, daarom worden de maden die in wonden gebracht worden volledig steriel gekweekt en zijn strenge kwaliteitscontroles vereist. De maden zijn kleiner dan 2 mm wanneer ze in de wond gebracht worden en worden na 3 á 4 dagen vervangen. Dan kunnen ze groter dan 1 cm zijn. Ze voeden zich niet met gezonde huid. Madentherapie kan toegepast worden bij allerlei chronische, open wonden met debrisvorming: veneuze ulcera, decubitus, diabetisch ulcera. Om de maden te laten overleven moet het wondoppervlak vochtig zijn. Er zijn twee verschillende applicatie-technieken: de maden los in de wond met daarover een kooi van hydrocolloïd en pleisters, en de maden in biobags (een soort theezakjes). Hoewel de biobags patiëntvriendelijker ogen, zijn er aanwijzingen dat de losse techniek effectiever is [Steenvoorde 2007]. Nadelen van madentherapie zijn: eventuele pijn tijdens de behandeling, kans op ontsnappingen en de prijs van de therapie (± 1 euro per made). Gebruik van bepaalde antistolling is een contra-indicatie, vanwege de bloedingskans.

De groene vleesvlieg en zijn levenscyclus

Maden in veneus ulcus

Redactioneel

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 13

Madentherapie is alleen verkrijgbaar in de tweedelijnszorg. Het wordt nog maar op enkele plaatsen in Nederland aangeboden, o.a. in Leiden en Rotterdam.

Hoe de maden precies zorgen voor verwijdering van debris is deels nog onbekend. Uit onderzoek komt naar voren dat vooral het excreet van maden, met daarin o.a. tryptase, peptidase, lipase en ammoniak, effectief is. De maden hebben geen direct bactericide of bacteriostatisch effect. Het excreet van maden blijkt biofilmvorming significant te reduceren. Biofilms zijn bacteriën omgeven door een extra polysaccharide matrix, waardoor ze beter bestand zijn tegen toxische stoffen en minder makkelijk opgeruimd kunnen worden. Mogelijk is de effectiviteit van madentherapie ook terug te voeren op de remmende invloed van de madenexcreten op het menselijk complementsysteem.

Er bestaat synergie tussen het excreet van maden en antibiotica. De antibacteriële activiteit van

gentamicine tegen S. aureus wordt dosisafhankelijk versterkt in aanwezigheid van madenexcreten. De minimaal bactericide concentraties (MBC) van flucloxacilline en madenexcreten tegen S. aureus wordt ook verlaagd [Cazander, How do maggots operate? 2010]. Daarnaast werd bemerkt dat Gram-positieve bacteriën gevoeliger zijn voor het excreet van maden dan Gram-negatieve bacteriën.

Madentherapie is bewezen effectief om debris te verwijderen en daarmee een ideale wondomgeving te creëren. Maden: parasiet én symbiont, bijdragend aan genezing!

Pretibiaal ulcus vóór (links) en na (rechts) 3 behandelingenmadentherapie

Maden los in wond, daaroverheen kooi van hydrocolloïd, gazen en pleisters

Redactioneel

14 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Copyright ©2010 Merck Sharp & Dohme Corp., a subsidiary of Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA. All Rights Reserved.

Wij vinden dat het ook onze verantwoordelijkheid is

om onze geneesmiddelen en vaccins bij de mensen te

krijgen die ze nodig hebben, ongeacht waar ze wonen

en of ze er geld voor hebben. Om dit te verwezenlijken

hebben we vele verreikende programma’s en samen-

werkingsverbanden opgezet. Meer informatie vind je

op onze website msd.nl.

Bij MSD werken wij mee aan een gezonde wereld.

Hoe? Door innovatieve geneesmiddelen en vaccins te

ontwikkelen en te verstrekken aan mensen over de

hele wereld. Samen met gezondheidspartners bieden

we toonaangevende oplossingen waarmee we het

leven van miljoenen patiënten verbeteren. We luisteren

goed naar patiënten, artsen en onze andere partners en

anticiperen op hun behoeften.

Not just healthcare.

MSD CorpAdv A4 staand.indd 1 08-08-11 12:29

Nederlandse Vereniging voor ParasitologieRedactiecommissie

Heel graag hadden we een bestuursvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Parasitologie (NVP) willen bijwonen om een stuk voor het Foliolum te schrijven. Helaas zou deze vergadering

pas eind januari plaatsvinden, dus dit zou voor dit nummer van het Foliolum niet meer lukken. Toch willen wij u laten weten waar de NVP voor staat en wat de bezigheden binnen deze vereniging zijn.

De NVP is de beroepsvereniging voor iedereen die zich bezig houdt met wetenschappelijk onderzoek aan parasitaire infecties en voor mensen die in de dagelijkse praktijk betrokken zijn bij de diagnostiek en behandeling van parasitaire infecties. Momenteel telt de vereninging circa 250 leden.

De vereniging werd op 2 juni 1961 te Leiden opgericht en had als eerste bestuursleden Prof. Dr. P.H. van Thiel (voorzitter), Dr. J. Jansen (secretaris) en Dr. H.J. Over (penningmeester). De eerste algemene vergadering werd gehouden op 29 september 1961 in het Instituut voor Veterinaire Virologie, ‘Gildestein’ in Utrecht, wat tevens als de eerste wetenschappelijke vergadering, met 6 sprekers, beschouwd kan worden.

De NVP probeert het contact tussen wetenschappers die onderzoek uitvoeren aan parasitaire infecties en de uitwisseling van resultaten van wetenschappelijk onderzoek te stimuleren. Een van de manieren waarop dit gedaan wordt, is door middel van het organiseren van twee vergaderingen per jaar. Ook reiken zij elk jaar de ‘Merial Award for Parasitology’ uit, bestaande uit een certificaat en een geldprijs van €2500, aan een jonge onderzoeker uit de Benelux die een belangrijke wetenschappelijke bijdrage heeft geleverd op het gebied van de veterinaire of medische parasitologie.

In 1980 werd door het bestuur van de NVP de stichting Stichting Cursus Parasitologische Laboratorium Diagnostiek (SPLD) opgericht, met als doel het bevorderen van de parasitologische laboratoriumdiagnostiek en deze op een zo hoog

mogelijk peil te brengen en te houden. De SPLD werd verantwoordelijk voor de organisatie van de externe kwaliteitswaarborging door middel van rondzendingen ‘microscopische parasitologische diagnostiek’. In de periode 1998-2002 namen tussen de 100 en 110 ziekenhuizen/laboratoria deel aan deze rondzendingen. De organisatie van de rondzendingen is in juli 2002 overgegaan van de SPLD naar de Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek (SKML).

Binnen de vereniging van de Nederlandse Vereniging van Parasitologie worden verschillende aspecten van de parasitologie vertegenwoordigd in een drietal werkgroepen. De werkgroepen in kwestie zijn de werkgroep biomedisch parasitologisch onderzoek, de werkgroep klinische parasitologie en de werkgroep veterinaire parasitologie. Bij de klinische parasitologie is een laagdrempelig interactief platform gecreeërd. Dit platform is bedoeld voor iedereen die werkzaam is in de klinische parasitologie. Op die manier kunnen deze mensen beschikken over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, diagnostiek en kliniek van de parasitaire infecties.

De NVP heeft in 1988 de uitgave ondersteund van het boek Medische Parasitologie: handleiding bij de laboratoriumdiagnostiek. Dit boek  werd een standaardwerk voor de Nederlandse parasitologische laboratoriumdiagnostiek. In 1993 en 1998 is een tweede en derde druk verschenen en in 2005 is een geheel herziene druk uitgebracht.

Redactioneel

Copyright ©2010 Merck Sharp & Dohme Corp., a subsidiary of Merck & Co., Inc., Whitehouse Station, NJ, USA. All Rights Reserved.

Wij vinden dat het ook onze verantwoordelijkheid is

om onze geneesmiddelen en vaccins bij de mensen te

krijgen die ze nodig hebben, ongeacht waar ze wonen

en of ze er geld voor hebben. Om dit te verwezenlijken

hebben we vele verreikende programma’s en samen-

werkingsverbanden opgezet. Meer informatie vind je

op onze website msd.nl.

Bij MSD werken wij mee aan een gezonde wereld.

Hoe? Door innovatieve geneesmiddelen en vaccins te

ontwikkelen en te verstrekken aan mensen over de

hele wereld. Samen met gezondheidspartners bieden

we toonaangevende oplossingen waarmee we het

leven van miljoenen patiënten verbeteren. We luisteren

goed naar patiënten, artsen en onze andere partners en

anticiperen op hun behoeften.

Not just healthcare.

MSD CorpAdv A4 staand.indd 1 08-08-11 12:29

Facultair

16 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

EvaluatiesInfecties en Tumoren februari 2011De cursus wordt positief gewaardeerd. Wel wordt de cursus zwaar gevonden en is er kritiek op de colleges die inhoudelijk niet goed op elkaar aansloten. Het boek wordt als onnodig beschouwd en het tentamen wordt moeilijk gevonden (brief 1).

Speciële Recepteerkunde maart – april 2011De cursus wordt zeer goed gewaardeerd! Wel vonden de studenten dat er onvoldoende tijd was voor het tentamen (brief 1).

Moleculen en Reactiviteit februari 2011De cursus wordt goed gewaardeerd. De normen waarmee het tentamen wordt beoordeeld kunnen wat duidelijker. De cursus wordt zwaar gevonden (brief 1).

Farmaceutische Analyse A april 2011De cursus werd beter geëvalueerd dan het voorgaande jaar. Er is enige kritiek op de werkcolleges en de practica. De tijdsdruk wordt als hoog ervaren en het tentamen is niet goed te doen (brief 2).

Receptorfarmacologie september – oktober 2010Het vak wordt overwegend positief beoordeeld. Een hardnekkig probleem blijft het tentamen: het gebrek aan oefenvragen en de gedetailleerdheid van de vragen van het tentamen (brief 1).

Fytotherapie februari – maart 2011De cursus wordt zeer goed gewaardeerd (brief 1).

Farmaceutische Technologie en Biofarmacie I 2010 – 2011 De belangrijkste verbeterpunten van deze cursus hebben betrekking op het tentamen. Er is behoefte aan meer oefenvragen en duidelijkheid over de gedetailleerdheid van de vragen (brief 2).

Geneesmiddelvormen en Biofarmacie maart – april 2011De studenten hebben een positieve algemene waardering voor de cursus. Echter ten opzichte van andere cursussen wordt deze cursus zwaar gevonden. Het practicum is verbeterd ten opzichte van de vorige keer dat de cursus is geëvalueerd, maar er is nog wel kritiek op de practicumhandleiding en de voorzieningen op de labzaal. Verder is er kritiek op de zwaarte van het tentamen, de gedetailleerdheid waarmee de vragen beantwoord moesten worden en vindt men dat de colleges niet goed op elkaar aansluiten (brief 2).

Ziekenhuisfarmacie februari – maart 2011De cursus wordt goed gewaardeerd (brief 1).

Metabolisme en Toxicologie april 2011Het vak wordt overwegend positief beoordeeld. Er is kritiek op het tentamen. De respondenten vonden het tentamen moeilijk en vonden de gedetailleerdheid waarmee de oefenvragen beantwoord moesten worden onduidelijk. Ook zijn meer representatieve oefenvragen gewenst. De docent moet tijdens de colleges aangeven wat belangrijk is (brief 2).

Farmacokinetiek februari 2011De cursus wordt als geheel positief gewaardeerd door de studenten. Wel wordt de cursus zwaar gevonden en is er behoefte aan meer representatieve oefenvragen ter voorbereiding op het tentamen (brief 1).

Farmaceutische Analyse B juni 2011Alhoewel vrijwel iedereen de cursus als zwaar ervaart, is de waardering voor de cursus positief. Het practicum wordt veel beter beoordeeld dan de vorige keer. De belangrijkste kritiekpunten hebben te maken met het tentamen; er is meer behoefte aan oefenvragen en duidelijkheid over de gedetailleerdheid waarmee de tentamenvragen beantwoord moeten worden (brief 1).

Facultair

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 17

Biostatistiek maart 2011De cursus Biostatistiek voor eerstejaars wordt niet goed beoordeeld. Op alle geëvalueerde onderdelen ( leerstof, (werk)colleges, docenten, boeken, tentamen, algemeen) zijn overschrijdingen geconstateerd. De Helft van de studenten heeft dan ook geen positief oordeel over de cursus.

Biostatistiek juni 2011De cursus Biostatistiek voor tweedejaars wordt aanzienlijk beter beoordeeld dan de cursus gegeven in maart 2011. Het werkcollege wordt goed beoordeeld. Hoofdzakelijk is er kritiek op de hoorcollege docent. Overige overschrijdingen geven aan dat de cursus relatief zwaar wordt gevonden, dat er overlap qua stof is ten opzichte van andere vakken (evaluatie van maart en juni wordt samen verzonden naar docent met een brief 2).

Pathologie juni 2011De cursus is sinds 2008 ieder jaar verbeterd. De studenten zijn overwegend positief over de inhoud van de – weliswaar zware – cursus. Het tentamen wordt als moeilijk ervaren (brief 1).

Metabolisme en Toxicologie juni 2011De cursus wordt goed gewaardeerd. Er is kritiek op het tentamen (gebrek aan oefenvragen, moeilijkheid, gewenste gedetailleerdheid van de antwoorden). De groepsgrootte tijdens het practicum in relatie tot de ruimte en de beschikbare apparatuur is een punt van aandacht (brief 2).

Pharmaco-economics juni 2011 De cursus wordt goed gewaardeerd. Wel is er kritiek op de boeken/dictaten. Daarnaast vond men dat er onvoldoende tijd was voor het tentamen (brief 1).

Humane Fysiologie juni 2011Deze cursus wordt als zeer goed beoordeeld door de respondenten. Een aandachtspunt is het aantal representatieve oefenvragen voor het tentamen (brief 1).

Organische Chemie practicum juni 2011Er is kritiek op de tijd die voor het voorbereiden en het uitwerken van de practica staat, daarnaast heerst er een onduidelijkheid over met welke eisen de verslagen worden beoordeeld. Overige overschrijdingen geven aan dat de cursus relatief zwaar wordt gevonden en er te weinig gebruik wordt gemaakt van nestor (brief 2).

Farmacie in Perspectief maart – april 2011Hoewel de colleges beter werden beoordeeld dan vorig jaar, bleven er een aantal problemen; de leerstof sluit niet goed aan op de voorkennis van de studenten, de gegeven colleges sluiten onderling niet goed op elkaar aan en het is niet duidelijk welke leerstof belangrijk is. Het aantal klachten met betrekking tot het tentamen is duidelijk verminderd ten opzichte van vorig jaar, maar wel klaagt men over te weinig voorbereidingstijd voor het tentamen (brief 2).

Farmaceutische Microbiologie januari 2011Er is veel kritiek op het tentamen. De gedetailleerdheid waarmee vragen beantwoord moesten worden, was niet duidelijk, als ook de normen van beoordeling. Het tentamen werd als te moeilijk ervaren en er zouden onvoldoende representatieve oefenvragen beschikbaar zijn geweest. Ook gaven de docenten niet goed aan wat belangrijk was en was er onvoldoende tijd om practicumverslagen na te kijken (brief 2).

Facultair

18 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

PromovendiDatum: 18 november 2011Promotie: dhr. L.F. da Silva Godinho, 12.45 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, GroningenProefschrift: Protein engineering of esterases: climbing the protein fitness landscapePromotor(s): prof.dr. W.J. QuaxFaculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Esterases gebruikt voor synthese zuiver chiraal synthon

Luis da Silva Godinho beschrijft in zijn proefschrift hoe esterases afkomstig van Bacillus subtilis en Escherichia coli gebruikt kunnen worden voor de synthese van een zuiver chiraal synthon; hetgeen van groot belang is voor de farmaceutische industrie. De ontwikkeling van een enzymatisch proces voor de kinetische resolutie van racemische 1,2-O-isopropylideneglycerol (IPG) esters is een van de grote uitdagingen in de biokatalyse. Het ideale enzym zal slechts de R-enantiomeer van de IPG ester hydrolyseren, resulterend in het optisch zuivere product (S)-IPG. Dit is een belangrijk chiraal synthon voor de vervaardiging van vele biologisch actieve verbindingen, zoals fosfolipiden en β-adrenoceptor antagonisten. Esterases zijn zeer geschikt als biokatalysator dankzij een aantal aantrekkelijke eigenschappen, zoals een brede substraatspecificiteit, hoge stabiliteit, hoge enantioselectiviteit en de afwezigheid van cofactoren. Tijdens zijn onderzoek ontdekte Da Silva Godinho bij toeval het enzym YbfF, afkomstig van de bacterie E. coli. Dit enzym vertoont een hoge hydrolytische activiteit op IPG esters met de gezochte enantioselectiviteit. De eigenschappen van YbfF en het gebruik voor de synthese van (S)-IPG beschrijft hij in zijn proefschrift.‘Protein engineering’ technieken, zoals het rationeel ontwerp of de gerichte evolutie van eiwitten, hebben het mogelijk gemaakt enzymen te verbeteren voor belangrijke praktische toepassingen. Da Silva Godinho creëerde nieuwe varianten van het B. subtilus CesA esterase, die een verhoogde enantioselectiviteit vertonen in de resolutie van IPG-esters. Het ontwerp van deze nieuwe CesA varianten was geïnspireerd op een nauwgezette vergelijking met de substraatbindingsplaats van het verwante esterase CesB. Ook van het esterase YbfF zijn door hem verbeterde varianten geconstrueerd. In zijn proefschrift worden kinetische studies en ‘molecular docking’ experimenten beschreven die ons begrip voor de structuur-functie relatie van esterases en in het bijzonder de enantioselectiviteit sterk verbeteren.Luis da Silva Godinho (Portugal, 1981) studeerde biotechnologie aan de Universidade do Algarve. Zijn promotieonderzoek deed hij bij de vakgroep farmaceutische biologie van de RUG, deels gefinancierd met een beurs van het Ubbo Emmius Fonds.

Datum: 18 november 2011Promotie: mw. F.P.A.M. van Hunsel, 14.30 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, GroningenProefschrift: The contribution of direct patient reporting to pharmacovigilancePromotor(s): prof.dr. A.C. van Grootheest, prof.dr. L.T.W. de Jong-van den BergFaculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Datum: 09 december 2011Promotie: mw. J. Boersma-Jentink, 14.30 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, GroningenProefschrift: Risk assessment of antiepileptic drug use in pregnancyPromotor(s): prof.dr. L.T.W. de Jong- van den Berg, prof.dr. H. DolkFaculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Gebruik anti-epilectica aanpassen vóór eventuele zwangerschap

Vrouwen die anti-epileptica nodig hebben en zwanger willen worden moeten ruim voor de conceptie de neuroloog consulteren en hun kinderwens kenbaar maken, zodat de medicatie, het handhaven of veranderen

Facultair

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 19

van de therapie, hierop afgestemd kan worden. Want uiteindelijk kan de beste therapie alleen individueel worden bepaald. Dit concludeert Janneke Boersma-Jentink op basis van haar promotieonderzoek.Boersma-Jentink deed drie case-controlestudies naar associaties tussen specifieke aangeboren afwijkingen (gebaseerd op signalen uit de literatuur) en gebruik van de meest voorgeschreven anti-epilectica lamotrigine, valproinezuur en carbamazepine. Ze maakte gebruik van de internationale EUROCAT database voor aangeboren afwijkingen.Tijdens de zwangerschap halen vier tot vijf op de duizend vrouwen ten minste één anti-epilepticum bij de apotheek. De studiepopulatie waarmee Boersma-Jentink werkte, omvatte 3,8 miljoen zwangerschappen. Er was specifieke informatie beschikbaar van 98 duizend zwangerschapsuitkomsten met aangeboren afwijkingen. Voor lamotrigine vond zij in EUROCAT geen bewijs voor een associatie met een hazenlip (orofacial cleft). Voor carbamazepine waren eerder vijf signalen gevonden, waarvan alleen een associatie met spina bifida is bevestigd in de case-controle studie van Boersma-Jentink. Voor valproinezuur waren veertien signalen gevonden in de literatuur, waarvan er door Boersma-Jentink zes zijn bevestigd: spina bifida, ASD, cleft palate, hypospadie, polydactyly en craniosynostosis. Ook werd het beschermende effect van foliumzuur op het voorkomen van spina bifida onderzocht onder vrouwen die valproinezuur gebruikten tijdens de zwangerschap. Boersma-Jentink vond, in een zeer kleine studie, vooralsnog geen preventief effect. Het is daarom volgens haar erg belangrijk dat er verder onderzoek gedaan wordt naar het werkingsmechanisme van zowel valproinezuur als foliumzuur op de neuraalbuis.Naast epidemiologische studies heeft Boersma-Jentink voor carbamazepine, lamotrigine en valproinezuur een economische studie uitgevoerd. Hieruit bleken relatief gunstige kosten-effectiviteitsratio voor carbamazepine, welke voortvloeien uit de relatieve veiligheid van dit middel en de lage prijs.Boersma-Jentink vindt het verrassend dat, hoewel er bij het maken van richtlijnen voor het voorschrijven van medicijnen alle wereldwijd beschikbare bewijs wordt meegenomen, er toch in verschillende Europese regio’s een andere afweging gemaakt wordt bij het voorschrijven.Janneke Boersma-Jentink (Balkbrug, 1983) studeerde medisch farmaceutische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij haar promotieonderzoek uitvoerde bij de vakgroep Farmaco-Epidemiologie en Farmaco-Economie, onderzoeksschool SHARE. Haar onderzoek werd gefinancierd via EUROCAT. Inmiddels is zij werkzaam bij Drug Safety Specialist bij Celgene BV.

Datum: 09 december 2011Promotie: dhr. M. Ghizzoni, 16.15 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, GroningenProefschrift: Synthesis and bioactivity of novel histone acetylation inhibitors. Potential new drugs for treatment of cancer and inflammationPromotor(s): prof.dr. H.J. HaismaFaculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Ontwikkeling nieuwe anti-HATs in de strijd tegen kanker en ontstekingen

Bij ontstekingen en kanker spelen zogeheten histon acetyltransferases (HATs) een belangrijke rol. Daarom is er veel belangstelling om nieuwe therapeutische middelen te ontwikkelen die HATs als doelwit hebben. Helaas zijn er op het moment nog maar weinig kleine en cel-doordringende moleculen beschikbaar die HATs kunnen remmen. Massimo Ghizzoni richtte zijn promotieonderzoek op de synthese en biologische evaluatie van nieuwe HAT-remmers. De grote uitdaging is het vinden van krachtige en selectieve HAT-remmers die biologische activiteit vertonen in de cellen. Ghizzoni’s werk biedt nieuwe inzichten om kleine moleculen te ontwikkelen als hulpmiddelen voor farmacologische studies aan HATs.In het eerste deel van zijn proefschrift doet hij verslag van het ontwerp en de synthese van krachtige, op isothiazolon gebaseerde remmers van de recombinante HAT PCAF. Deze remmers zijn ook cytotoxisch voor verschillende kankercellijnen. Bovendien heeft hij de chemische reactiviteit van isothiazolones derivaten bestudeerd. Hieruit blijkt dat isothiazolonen toegepast zouden kunnen worden in studies waarin eiwitten worden gekwantificeerd op basis van hun activiteit.

Facultair

20 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Gefeliciteerd met de promotie!

Het tweede deel van Ghizzoni’s proefschrift beschrijft de ontwikkeling van nieuwe HAT-remmers op basis van het natuurproduct ‘anacardic acid’ (AA). Met behulp van een combinatie van moleculair ontwerp, organische synthese en enzymremmingstudies ontwikkelde hij een aantal nieuwe verbindingen die selectief de recombinante HAT Tip60 remmen en niet de recombinante HATs PCAF en p300. Daarnaast heeft hij een nieuw AA-derivaat geïdentificeerd met een verdubbelde potentie voor remming van histon H4 acetylering in cel-gebaseerde studies.Massimo Ghizzoni (Italië, 1981) studeerde farmaceutische chemie en technologie aan de University Federico in Napel. Zijn promotieonderzoek deed hij aan de Rijksuniversiteit Groningen, bij de vakgroep Pharmaceutical Gene Modulation, Groningen Research Institute of Pharmacy. Het werd onder andere gefinancierd met een EU subsidie.

Datum: 06 januari 2012Promotie: mw. M.M. van Beuge, 16.15 uur, Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, GroningenProefschrift: Cell-specific delivery of protein kinase inhibitors to the fibrotic liverPromotor(s): prof.dr. K. PoelstraFaculteit: Wiskunde en Natuurwetenschappen

Stap voorwaarts bij inzet kinaseremmers tegen leverfibrose

Marike van Beuge heeft flinke vorderingen geboekt in de zoektocht naar medicijnen tegen leverfibrose, in dit geval de zogeheten ‘kinaseremmers’. Zij concludeert dat celspecifieke aflevering van kinaseremmers in leverstellaatcellen de effectiviteit verhoogt van deze geneesmiddelen en mogelijk het potentieel voor bijwerkingen verlaagt.De laatste jaren is gebleken dat het lastig is een goed werkend geneesmiddel te ontwikkelen tegen chronische leverziekten, zoals leverfibrose. Deze ziekte wordt veroorzaakt door chronische leverbeschadiging, bijvoorbeeld als gevolg van hepatitis, waardoor de lever steeds slechter functioneert. Kinaseremmers, die ingrijpen in verschillende processen in levercellen, zouden potentieel een goede therapie kunnen vormen, maar tot nu toe is nog geen van deze remmers toegestaan als behandeling tegen leverfibrose.Het specifiek afleveren van deze klasse geneesmiddelen in de hepatische stellaatcellen in de lever zou de werking van deze remmers kunnen verbeteren, aangezien dit celtype een centrale rol speelt in de ontwikkeling van leverfibrose. Door specifieke aflevering kan de effectiviteit verhoogd worden en het potentieel voor bijwerkingen verlaagd. Van Beuge heeft de stellaatcel-specifieke aflevering onderzocht van verschillende kinaseremmers, alleen en in combinatie, in geïsoleerde levercellen en in diermodellen voor leverfibrose. De cel-specifieke conjugaten bleken sterk verhoogd te worden opgenomen in de doelcellen, en enkele in vitro-experimenten geven aanwijzingen dat bijwerkingen van de kinase remmers vermeden kunnen worden. In fibrosemodellen heeft Van Beuge aangetoond dat specifieke aflevering van kinaseremmers in stellaatcellen leidt tot een sterkere verlaging van het aantal geactiveerde stellaatcellen en de collageenproductie in de lever dan behandeling met de oorspronkelijke kinaseremmer.Marike van Beuge (Nijmegen, 1980) studeerde farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij haar promotieonderzoek uitvoerde bij de basiseenheid Farmacokinetiek, Toxicologie & Targeting, onderzoeksschool GUIDE. Haar onderzoek werd gefinancierd door het European Framework program FP6. Inmiddels werkt zij als post-doctoral research fellow in de Cardiovascular Regenerative Medicine Research Group (CAVAREM), Pathologie&Medische Biologie van het UMCG.

Facultair

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 21

Farmacokinetiek, Toxicologie & TargetingProf. dr. K. Poelstra

Zoals de naam al aangeeft zijn er binnen de basiseenheid Farmacokinetiek, Toxicologie & Targeting drie onderzoekslijnen. We sturen geneesmiddelen naar de zieke lever binnen de Drug Targeting

groep en bestuderen toxische effecten en het metabolisme van geneesmiddelen (in vooral darm en lever) binnen de groep Drug Metabolisme en Toxicologie. Daarnaast worden ‘in silico’ modellen opgezet binnen de werkgroep Farmacokinetiek waarbij getracht wordt de verdeling en eliminatie van geneesmiddelen in modellen te beschrijven en plasma spiegels te voorspellen. Het uiteindelijke doel van alle drie de lijnen is het gedrag of het toedieningsschema van geneesmiddelen in het lichaam zo in te stellen, dat een effectieve therapie wordt gevonden voor ziektes waarvan de behandeling moeizaam is.

De werkgroep Drug Metabolisme en Toxicologie (Prof. Groothuis e.a.) probeert onder andere de toxiciteit van nieuwe experimentele geneesmiddelen te voorspellen. Vele geneesmiddelen zijn toxisch voor de mens maar dit wordt pas in een veel te laat stadium ontdekt wanneer het middel al in de klinische fase is. Daarvoor zijn er al jarenlange studies met de experimentele geneesmiddelen gedaan, vaak zonder dat men toxiciteit in diverse proefdiermodellen heeft gezien. Vaak sneuvelt een geneesmiddel dus in de klinische fase alsnog door toxiciteit, ondanks enorme investeringen als tijd en geld in de preklinische fase. Een mens is natuurlijk niet gelijk aan een proefdier. Binnen deze onderzoekslijn worden daarom weefselplakjes van proefdier- en menselijke organen (vooral lever en darm) geïncubeerd met geneesmiddelen en wordt de toxiciteit en het metabolisme hiervan geanalyseerd. Niet alleen wordt getracht de toxiciteit in een vroeg stadium te voorspellen maar ook worden methoden opgezet om toxiciteits- en metabolisme studies uit te voeren in vitro in weefsel plakjes als vervanging van proefdiermodellen. Binnen de Drug Targeting groep (Prof. Poelstra e.a.) zijn allerlei nieuwe drug carriers ontworpen die heel specifiek ophopen in bepaalde doelcellen in de lever. Aan deze drug carriers worden geneesmiddelen gekoppeld die daarmee ook accumuleren in dat celtype en nergens anders naar toe gaan. We verhogen daarmee de effectiviteit en voorkomen bijwerkingen van deze middelen sterk. De effectiviteit van deze nieuw ontworpen constructen wordt in vitro in cel cultures en in vivo in proefdieren onderzocht. Het onderzoek richt zich vooral op leverfibrose, een chronisch ziekteproces dat bij miljoenen mensen wereldwijd voorkomt en waartegen geen geneesmiddel beschikbaar is. Het wordt veroorzaakt door virussen (hepatitis B en C), obesitas, genetische factoren en toxische producten, zoals alcohol. Ook bepaalde tumoren die dezelfde doelreceptoren blijken te bezitten kunnen bereikt worden met dergelijke drug carriers. Er wordt getracht de cruciale cellen in het ziekteproces selectief te remmen of te doden om zo een nieuwe therapie voor deze ziekten te ontwikkelen.

Tenslotte richt de werkgroep Farmacokinetiek (Dr. Proost e.a.) zich op het analyseren van de relatie tussen de kinetiek en de werking van geneesmiddelen in populaties van patiënten. Er worden ‘in silico’ modellen ontworpen om plasma spiegels en activiteitsrelaties te begrijpen en te voorspellen. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen, om te begrijpen waarom sommige patiënten wel en andere niet reageren op een standaard therapie en om de optimale dosering in individuele patiënten te bepalen. De afgelopen jaren heeft het onderzoek zich vooral gericht op middelen tegen schizofrenie. Ongeveer 1% van de Nederlandse (en Europese) bevolking lijdt hieraan en de therapie is in veel gevallen ontoereikend of zelfs niet effectief. Met behulp van PKPD-modellen worden nu de effecten en plasma concentraties van allerlei geneesmiddelen tegen schizofrenie geanalyseerd en wordt er gekeken of de verschillen in effecten binnen de patiënten populatie te verklaren zijn door computer modellen.Alle drie de onderzoekslijnen hebben diverse nationale en internationale contacten en het onderzoek is enerverend en leerzaam. De studies worden gepubliceerd in goede internationale tijdschriften en de maatschappelijk relevantie wordt gewaardeerd getuige de diverse nationale prijzen en internationale erkenningen van verschillende werkgroepsleden. Meer gegevens over de werkgroep vind je op de website van de basiseenheid: http://www.rug.nl/fmns-research/pharmacokinetics-drugdelivery.

Facultair

22 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

De onmisbare snelheidstrein met de gezondheidszorg aan boordSayf Faraj

In de afgelopen jaren is de gezondheidszorg onderhevig geweest aan een structurele hervorming. In het verleden stonden artsen centraal

in de belangstelling, hedendaags is de situatie anders en staat de patiënt centraal. Het deelnemen aan een Facebook community en het zoeken naar t h e r a p i e m o g e -lijkheden via het internet is een vorm van Web 2.0. L o g i s c h e r w i j z e kwam hiervoor Web 1.0. Het grote

verschil tussen deze twee versies is dat Web 1.0 een soort online folder is die bezoekers kunnen lezen om informatie te verschaffen. Bij de tweede fase van het World Wide Web: Web 2.0 bestaat naast de mogelijkheid om als bezoeker informatie te vergaren ook de mogelijkheid om je mening naar voren te brengen. Bezoekers van deze websites kunnen hier hun mening kwijt onder een nieuwsartikel, onder nieuwe ideeën en onder de aankomende veranderingen. Web 2.0 is niet alleen in het bedrijfsleven gebleven, maar heeft zich inmiddels ook verspreid naar de gezondheidszorg. Doordat er nu de mogelijkheid bestaat voor websitebezoekers om makkelijk met elkaar in contact kunnen komen, zal dit tot grote veranderingen leiden. Patiënten zullen op websites als http://forum.ziektevanpfeiffer.nl/, http://forum.dehuid.com/ zelf informatie verspreiden over hun aandoening en samen uitzoeken welke medicijnen en/of therapie het beste bij hun past. Huisartsen en Apothekers zullen moeten leren hoe zij hier het beste mee om kunnen gaan. De patiënt heeft door deze ontwikkelingen een transformatie ondergaan waarbij hij/zij nu een actieve medespeler is geworden, wat in de medische wereld ook wel wordt aangeduid als ‘patient empowerement en shared decision making’[Charles, et al. 1997]. In het kader hiervan werd in 2008

[De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg] het programma Gezondheid 2.0 gestart. Gezondheid 2.0 is een combinatie van gezondheidsinformatie, gezondheidsdata en patiëntervaringen die de patiënt door middel van ICT tot zijn beschikking heeft. Dit nieuwe beleid zal er voor zorgen dat de patiënt en arts beter zullen samenwerken op weg naar een geschikte behandelmethode voor de patiënt.

De patiënt zal dus een meer interactieve rol vervullen als het gaat om zijn/haar eigen gezondheid. Door verkregen informatie van het internet zal de patiënt over meer kennis beschikken omtrent de desbetreffende aandoening. Casus IMevrouw Janssen is 26 jaar oud en heeft last van acne rondom haar borsten en gezicht. Na het eerste bezoek werd haar de crème Benzoylperoxide Hydrogel voorgeschreven. De ernst van haar situatie verminderde aanzienlijk, maar haar acne bleef maar terugkomen. Dit heeft mevrouw Janssen doen besluiten om aan een Facebook community genaamd “Wij zeggen NEE tegen ACNE” deel te nemen om zo haar ervaringen uit te wisselen. Daarnaast ging mevrouw Janssen surfen op het internet. Op een forum over acne las zij het volgende bericht: “Vroeger had ik erg veel last van acne, maar dankzij Isotretinoine ben ik er gelukkig van verlost. Het is een echte aanrader, maar het moet wel worden voorgeschreven door de huisarts.” Na dit bericht was mevrouw Janssen ervan overtuigd Isotretinoine het juiste medicijn was tegen acne om er snel van af te komen. Tijdens haar bezoek aan de huisarts heeft ze op basis van haar ervaringen de huisarts gevraagd om Isotretinoine voor te schrijven. Soortgelijke situaties vallen onder Gezondheid 2.0 en komen de afgelopen tijd veel voor bij huisartsenpraktijken. Deze manier van ‘samenwerking’ tussen arts en patiënt heeft zijn voordelen. Ten eerste zal de

Facultair

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 23

therapietrouw toenemen doordat de patiënt zelf heeft ontdekt waarom het geneesmiddel wordt toegediend. Ten tweede zal de arts met een beter geïnformeerde en betrokken patiënt te doen krijgen, hetgeen wat het inhoudelijke werk aantrekkelijker maakt. Naast de voordelen zijn er ook nadelen. De betrouwbaarheid van blogs en forums kunnen in twijfel worden genomen. Tevens kan het gelijktijdig gebruik van verschillende soorten medicijnen ernstige bijwerkingen veroorzaken. Isotretinoine kan bijvoorbeeld tot bijwerkingen leiden die lastig op internet te vinden zijn, laat staan te begrijpen. Verstoorde leverfunctie, hoog cholesterol, depressies en zelfmoordneigingen zijn hier ernstige voorbeelden van [De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Farmacotherapeutisch Kompas]. 2.0 in de apotheek?Gezondheid 2.0 gaat veel verder dan de huisartspraktijk en de volgende stap is dan ook de apotheek. De huisarts en de patiënt staan nauw in contact met elkaar en zullen waar nodig samen met de apotheker de juiste beslissing nemen. Naar mijn mening zullen de huidige apothekers een grotere deelname moeten hebben in Gezondheid 2.0. Apothekers zijn medebehandelaars en nemen uiteindelijk de beslissing of het medicijn aan de patiënt wordt meegegeven. Een apotheker is een specialist op het gebied van medicatie. Van hun expertise kan goed gebruik worden gemaakt als we kijken naar de mogelijke problemen die door Gezondheid 2.0 kunnen worden veroorzaakt. De onbetrouwbaarheid van informatie omtrent medicijnen en medicatiegebruik die op het internet te vinden is kan bijvoorbeeld op deze wijze deskundig worden gecorrigeerd. Apothekers zullen zich daarom meer moeten verdiepen in het fenomeen Gezondheid 2.0. en een prominentere rol daarin moeten krijgen

En de overheid?Mijn verwachting is dat de overheid zowel in Web 2.0 als in Gezondheid 2.0 een sleutelfiguur zal moeten spelen. Het is haar taak om de burgers kennis te laten maken met deze twee begrippen. De voorlichting over Web 2.0 zal bij de jeugd moeten beginnen. Dit valt te bereiken door op basisscholen in heel Nederland voorlichting te geven over veiligheid en privacy. In Gezondheid 2.0 speelt met name betrouwbaarheid een grote rol. De overheid moet in dit gebied er voor zorgen dat veel voorkomende ziektes in Nederland een eigen website en forum krijgen die beiden worden gecontroleerd door artsen en apothekers zodat deze groep specialisten aanvulling kan geven op medicijnen en therapieën die worden aangeraden door andere gebruikers. Voor het verkrijgen van een centrale website, zullen de niet-door-de-overheid opgerichte websites moeten verdwijnen. Hierdoor is het makkelijker om controles uit te voeren. Het belang van gecertificeerde websites komt hierbij duidelijk naar voren, aangezien het onmogelijk is om centrale websites te realiseren in een tijdperk van moderne communicatietechnologie waarin we ons bevinden. Een keurmerk, dat aangeeft dat de website onder supervisie valt van artsen en apothekers, zal een grote stap in de goede richting zijn naar het inspelen op Gezondheid 2.0 zijn. Het combineren en voorlichten van Web 2.0 en Gezondheid 2.0 zal tevens de portefeuille van de overheid ten goede komen. Door bezoekers van websites goed te informeren zullen mensen minder snel naar het ziekenhuis gaan, zullen de afspraaktijden korter worden en tevens de kwaliteit van patiëntenzorg hoger. Kortom er zitten in ons huidige zorgsysteem veel punten die verbeterd kunnen worden. De overheid zal de huidige ontwikkelingen die haar burgers ondergaan niet voor lief moeten nemen of als een tijdelijke fase moeten beschouwen. Op dit moment bevindt de gezondheidssector zich in de snelheidstrein genaamd ‘de huidige technologie’ en u als overheid zijnde mag deze trein niet missen.

Facultair

24 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Student in het BuitenlandLisanne Reijntjes

En toen was het zover! Na een laatste blik op ons huisje ga ik op weg naar Liverpool. Drie maanden liggen dan nog voor me, drie maanden van onderzoek in een voor mij nieuw land met nieuwe

mensen, nieuw geld en auto’s aan de verkeerde kant van de weg…

Ondertussen zit ik er al 2 maanden. De reis was kort: de trein van Groningen naar Schiphol doet er langer over dan het vliegtuig

van Schiphol naar Liverpool. Na me rotgezocht te hebben naar een taxi met een chauffeur (oeps, ze zitten natuurlijk aan de andere kant!), ontmoet ik eindelijk mijn ‘contactpersoon’ in het echt. Ik ben voor het eerst met hem in contact gekomen na meerdere gesprekken met professor Geny Groothuis van de groep Farmacokinetiek, Toxicologie en Targeting. Rond de kerst van 2010 heb ik contact opgenomen met haar, omdat een masterproject bij haar basiseenheid mij erg interessant leek. Ik heb toen ook gezegd dat ik graag een gedeelte, zo’n drie maanden, naar het buitenland zou willen gaan als dat mogelijk was. Daarop gaf zij een paar namen die onderzoek doen naar hetzelfde onderwerp en liet mij uitzoeken welke mij het leukst en interessantst leek. Uiteindelijk heb ik contact opgenomen met de mensen in Liverpool en na een hoop heen en weer gemail en gebel was het in juli 2011 geregeld.

Het onderzoek gaat over biomarkers - stoffen die gemeten kunnen worden om bepaalde processen in het lichaam aan te tonen - voor idiosyncratische levertoxiciteit. In dit geval gaat het om toxiciteit

die veroorzaakt wordt door geneesmiddelen; idiosyncratisch betekent dat het gaat om bijwerkingen die niet gerelateerd zijn aan de dosis of tijd. Bij Toxicologie in Groningen werken ze met leverslices, deze worden geïncubeerd met de geneesmiddelen, waarna in het medium of in de slice de hoeveelheid biomarker gemeten kan worden. In Liverpool meet ik drie verschillende biomarkers in het medium. Het lab en de cultuur daarin zijn niet heel anders

dan in Groningen, het enige verschil is de afstand tussen ‘staff ’ (post-doc’s) en ‘students’ (PhD- en masterstudenten) wat waarschijnlijk te wijten is aan de grotere organisatie. Ik heb daar geen last van, want ik heb een klein hoekje gekregen in het kantoor van de ‘staff ’: bij de studenten was geen plek meer. Gelukkig betekent dit niet dat ik geen contact met ze heb - om eerlijk te zijn, zijn ze toch wat meer ‘outgoing’. Op elke vrijdag gaan we natuurlijk naar de pub om het begin van het weekend te vieren met een pint en voor de kerst waren er natuurlijk de

Facultair

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 25

‘Christmas parties’. Buiten de mensen van het lab ken ik niet zo veel mensen, de University of Liverpool heeft geen internationale studentenvereniging of een vereniging gerelateerd aan de studie zoals de twee andere universiteiten in de stad wel hebben. Ik woon in een studentenflat à la Selwerd: 12 mensen op een gang en een kamertje van ik gok 9 m2, inclusief bed, bureau, kast en wasbak voor omgerekend 430 euro per maand, wat naar ik hoor goedkoop is in Engeland. Ik heb 9 Chinese huisgenoten, 1 Thaise en 1 Taiwanese die allemaal erg aardig zijn, maar helaas gebrekkig Engels spreken (en schrijven, waardoor ze al hun vrije tijd aan essays besteden..!) - oh, en ze zijn bang voor de bijbel die standaard bij elke kamer komt.

Wat de stad Liverpool betreft viel de stad me heel erg mee, ik had namelijk een industriële, met hooligans gevulde stad verwacht. Dit is wel een béétje waar, maar het heeft ook mooie, oude stadsdelen met imposante gebouwen. De mensen zijn meestal erg aardig en altijd bereid je te helpen, mits ze niet dronken zijn en je ze kan verstaan… Het accent ‘Scouse’ is namelijk even wennen, maar best grappig om te horen. Liverpool is een van de steden die erom bekend staat dat mensen veel om uiterlijk geven, wat duidelijk te zien is tijdens het uitgaan, maar niet

altijd voor een beter uiterlijk zorgt (ik noem een doorgeslagen spray tan, in een te kort en strak jurkje, wankelend op hoge hakken en slecht vastgelijmde nepwimpers).

Verder ben ik buiten Liverpool nog een paar dagen naar Londen geweest met mijn vriend, die overkwam in de kerstvakantie, ben ik naar het oude Romeinse stadje Chester geweest, staat een bezoekje aan Oxford op de planning, zou ik graag nog een beetje van Wales willen bekijken en en… Genoeg ideeën voor de nog resterende 5 weken in ieder geval. Oja, en natuurlijk mijn onderzoek hier goed afronden!

Pharmaciae Sacrum

Pharmaciae Sacrum

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 27

Agenda

Februari01 - EHBO-cursus06 - STOF-vergadering07 - P.S.-borrel08 - EHBO-cursus10 - t/m 12 TWIN K.N.P.S.V.14 - STERC-sportdag15 - EHBO-cursus16 - Mannenactiviteit23 - ‘SSS’ Ouderejaars- symposium27 – Carrièredag

Maart05 - STOF-vergadering06 - P.S.-borrel10 - Beroependag der K.N.P.S.V.

13 - EJC-feest15 - Mediq Workshopavond (1)15 - ‘SSS’ Eerstejaars- symposium17 - AV der K.N.P.S.V.20 - ALV P.S.22 - Mediq Workshopavond (2)24 - Voorjaarsdag der K.N.P.S.V.29 - Mediq Workshopavond (3)

April02 - STOF-vergadering03 - P.S.-borrel19 - Voetballen met AIO’s26 - t/m 30 Buitenland

Pharmaciae Sacrum

Pharmaciae Sacrum

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 29

EerstejaarscommissieLectori Salutem!

Voordat we het nieuwe jaar ingaan, eerst even terug naar het verleden, waar vaak de dag met de legendarische leus van de Romeinse dichter Horatius begon: CARPE DIEM. Een veelvoudige gebruikte term in de middeleeuwen en vandaag de dag, die dient als metafoor ter aansporing om van de dag van heden te genieten en niets tot morgen uit te stellen. Deze fenomenale uitspraak is tegenwoordig niet meer weg te denken uit ons straatbeeld en is het motto van menig aardbewoner. Maar zoals ook de Eerstejaarscommissie van vorig jaar aan vervanging toe is, is het ook niet verkeerd dit spreekwoord iets aan te passen aan het hedendaagse denkbeeld van ons, farmaceuten. Maak kennis met CARPE NOCTEM, en even voor de mensen die iets minder spraakzaam zijn in het Latijn; Pluk De Nacht!   Wij hopen als nieuwe eerstejaars commissie even befaamd te worden als ooit de term CARPE DIEM geweest is en jullie een viertal nachten voor te schotelen waar wat ons betreft de nacht voor bedoeld is. Wij kijken ontzettend uit naar de prachtige feesten in het vooruitzicht en hopen jullie allemaal te kunnen verwelkomen tijdens deze avonden! CARPE NOCTEM dus met ons mee en zet dit motto voort! Carpe Noctem, eerstejaarscommissie 2011-2012

VaandeldragerscommissieGeachte farmaceuten, De Vaandeldragerscommissie is de belangrijkste en fysiek zwaarste commissie die Pharmaciae Sacrum rijk is. Het plaatsnemen in deze commissie kan dan ook gezien worden als ware topsport. Een wedstrijd Vaandelvechten is een korte maar zeer intensieve aangelegenheid. Hiervoor is kracht en snelheid van groot belang. Mijn secondanten en ik hebben daarom de kerstvakantie niet vol gepland met familiebezoekjes en gourmetavonden, maar wel met een hoogtetraining in de Franse Alpen. Gedurende deze periode hebben we met bloed, zweet en tranen aan onze conditie gewerkt door off-piste te ploeteren door de tiefschnee. Tijdens de après-ski zijn vooral de armspieren flink getraind. Hierdoor zijn we in topvorm beland en kunnen we tijdens de komende wedstrijden vormbehoud tonen en ons daarmee kwalificeren voor de komende Olympische Spelen in Londen waar we natuurlijk voor de gouden medaille gaan.

Het Vaandel zelf heeft ook niet stil gezeten. Het mooiste bezit van de vereniging heeft een metamorfose ondergaan en ziet er weer bijna als nieuw uit. Natuurlijk moet het Vaandel er tijdens de Olympische Spelen nog mooier uitzien en daarom gaat ze binnenkort weer onder het mes voor een laatste behandeling waarna alle stiksels en naadjes weer perfect zitten.

Met een wakend oog groet ik jullie,

Joost Masselinkh.t. Vaandeldrager der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum”

Pharmaciae Sacrum

30 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Mediq Eerstejaars ExcursieMarc Joosten

Zoals sommige van jullie wellicht hebben vernomen, heeft op 11 november de Eerstejaars

Excursie plaatsgevonden. Net als voorgaande jaren vond de excursie plaats bij Mediq, gevestigd in het pitoreske plaatsje Staphorst. Om half één ‘s middags stonden we met z’n allen in de kou klaar om richting Staphorst te vertrekken met de bus. Na een uurtje in de bus te hebben gezeten, kwamen we in Staphorst aan. Mediq ontving ons hartelijk met een lekkere kop thee of koffie en hun plaatselijke lekkernij, Staphorster rolletjes. Nadat iedereen een plaats in de zaal had gevonden, kon de presentatie van Mediq beginnen. Er werd ons verteld hoe Mediq in elkaar steekt en wat de problemen van de afgelopen jaren zijn geweest. Mediq is een groot internationaal bedrijf en is in Nederland de nummer een speler. Na een presentatie van ongeveer anderhalf uur was het tijd om eens door het distributiecentrum te lopen van Mediq. Op mijn eerste oogopslag deed het mij denken aan mijn vakantiebaantje bij het distributiecentrum van de Aldi. Toch liepen de zaken hier wat anders. Alles wat ingepakt werd, moest eerst worden ingescand. Elke verzamelaar liep daarom met een scanner aan de arm. Er mogen immers zo min mogelijk fouten worden gemaakt. Voordat we door het distributiecentrum heen waren, moesten we nog één laatste ding bekijken: de opiumkluis. Iedereen was natuurlijk erg geïnteresseerd. Helaas zat er een dikke stalen deur voor en veel verder dan door de tralies naar binnen kijken kwamen we niet. Om vier uur was de rondleiding afgelopen. Karten, wat voorgaande jaren de activiteit van de dag was, zat er helaas niet meer in. Wel was er een borrel, wat natuurlijk ook gezellig is. Die gezelligheid was te merken, want de borrel liep een half uur uit. De bus vertrok uiteindelijk om half zes richting het hoge noorden en kwam daar om half zeven aan. Alhoewel het karten er niet meer in zat, was het toch een geslaagde dag.

ZiekenhuisfarmacieavondKübra Akgöl

Dit jaar werd er voor de derde keer een zeer succesvolle ziekenhuisfarmacieavond

georganiseerd door de studievereniging Pharmaciae Sacrum. Maar liefst 50 leden waren aanwezig. Na het nuttigen van de feestelijke broodjes en heerlijke drankjes werd de avond geopend door Hylke Waalewijn, waarna de avond verder door drie presentaties werd opgevuld.

De eerste spreker van de avond was de heer J.G.W. Kosterink. Hij lichte de studenten in over de algemene ziekenhuisfarmacie, zijn leven als ziekenhuisapotheker en als hoogleraar tot de studie zelf in het UMCG. Hij gaf de verschillen aan tussen een openbare- en ziekenhuisapotheker en de voor- en nadelen van zijn erg interessante en afwisselende baan. Ook vertelde de heer J.G.W. Kosterink dat zijn vak niet alleen draait om het geven van farmaceutische voorlichting en adviezen. Een ziekenhuisapotheker heeft namelijk meerdere taken met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek, farmaceutische patiëntenzorg, klinische en forensische toxicologie en beheer en logistiek van geneesmiddelen.

De tweede presentatie werd gehouden door mevrouw A. Pranger. Zij is onlangs afgestudeerd en houdt zich momenteel bezig met een farmacologisch onderzoek. Wat veel energie, doorzettingsvermogen en leergierigheid vergt, maar een leuke optie is voor liefhebbers voor een pittige en interessante ervaring.

Na een korte pauze was de derde en tevens de laatste spreker van de avond aan de beurt, mevrouw L. van der Veen. De presentatie ging over haar leven als studente in opleiding tot ziekenhuisapotheker. Zo vertelde ze ons dat de vierjarige opleiding vooral draait om ervaring, kennis en onderzoek. Verder is een specialiste in opleiding vaker te vinden in het ziekenhuis dan achter de schoolbanken.

Uiteindelijk werd na het laatste vragenpotje deze mooie en informatievolle avond beëindigd door Tristan Snoei. Ik bedank de sprekers nogmaals voor hun deelname aan deze geslaagde avond.

Pharmaciae Sacrum

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 31

VVAA Workshopavond ‘Samenwerkingsverbanden’Ivo Schueler

Op 29 november 2011 vond de workshopavond van de VvAA plaats. We begonnen met

een lekker tapas-buffet op het hok waar we even kort kennis konden maken met de twee sprekers Bram van Logten en Lennard Werner. Toen we verzadigd waren liepen we door een stille faculteit naar een kleine zaal op de eerste verdieping. Na een korte introductie van de twee vlotte mannen van de VvAA begon de workshop. De avond zou het thema ‘Samenwerkingsverbanden’ hebben en werd verdeeld in drie onderdelen. Eerst luisterden we naar een presentatie over het steeds belangrijker worden van samenwerking tussen openbare apotheken om bijvoorbeeld niet weggeconcurreerd te worden door de grote ketens. De presentatoren vertelden dat zij in de praktijk hielpen bij zelfstandige apothekers die samen wilden gaan werken. Dit op elk niveau, van het maken van simpele afspraken tussen losstaande apotheken tot het vormen van één grote BV. Ze legden uit dat wanneer een groep besluit samen te gaan werken een SWOT-analyse een klassieke methode is om er achter te komen wat de groep gezamenlijk zoekt in de samenwerking. SWOT staat voor Strenghts, Weaknesses, Oppurtunities en Threats, ofwel Sterktes (intern), Zwaktes (intern), Kansen (extern) en Bedreigingen (extern). Het was tijd voor het tweede deel van de workshop. We werden verdeeld in vier groepjes, elke groep vertegenwoordigde een openbare apotheek die samen wilde gaan werken met de andere apotheken. Er waren vier borden, een bord voor de sterktes, voor de zwaktes, voor de kansen en één voor de

bedreigingen. De groepjes kregen de tijd om bij elk onderwerp kernzinnen te bedenken die ze dan op het desbetreffende bord schreven. Zo ontstonden er lijsten met sterktes van de samenwerking, als ‘betere onderhandelingspositie tegenover verzekeringen’, zwaktes als ‘het personeel voelt zich minder betrokken’, kansen als ‘door de vergrijzing meer omzet’ en bedreigingen als ‘concurrentie gevaar van andere ketens’. Ook minder serieuze opties als ‘terroristische aanslagen’ werden bijgedragen. Bij het laatste onderdeel werd het nut van de SWOT-analyse duidelijk. Iedereen kreeg een velletje stickers en de opdracht om bij alles wat je belangrijk vond er één te plakken. Toen de stickers geplakt waren, namen we klassikaal het resultaat door. De kernzinnen met de meeste stickers er achter vond de groep kennelijk belangrijke punten in de toekomstige samenwerking. Onze zwakte bleek: ongelijke tijd of geld investeringen. Onze sterkte: efficiëntie in inkoop, personeel, bereidingen, administratie, tijd en distributie. Onze kansen: de vrije prestaties en de vrije tarieven en onze bedreigingen: de regels van de NMa en NZa op samenwerkingsverbanden. Dus we concludeerden dat we optimaal gebruik wilden maken van de vrije prestaties en de vrije tarieven in de toekomst door alles zo efficiënt mogelijk geregeld te hebben. Dit terwijl we ons aan de regels voor samenwerkingsverbanden zouden houden en we opletten dat iedereen naar verhouding zijn tijd en geld investeert. We sloten de avond op het hok af met een korte maar gezellige borrel onder het genot van het restantje tapas.

Pharmaciae Sacrum

32 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Lustrum BuitendagFlorian Zeevat

Aan de rand van het grote centrum van Groningen woonde eens een Lustrumcommissie met

zijn Pharmaciae Sacrum leden. Op een gure herfstavond, toen de P.S.-leden al in bed lagen, zat de Lustrumcommissie met elkaar aan tafel. De quaestoren telden hun laatste centen. ´Ik weet het niet meer, hoor´ zuchtte Sven. ´Hoe moeten we die arme leden te eten geven?’ ’Er is maar één oplossing’, zei Gert. ‘We brengen de leden heel ver het Efteling bos in. We geven ze ieder 3 Lustrumstickers en dan laten we ze achter.’

Wat een gemeen plan! Maar de praeses van de Lustrumcommissie had alles gehoord. De volgende ochtend voor de poorten van de Efteling fluisterde Kristian tegen de leden: ‘Ik heb een plan, wees maar niet bang!’. En zo werd telkens op elk pad een sticker geplakt. Van paddenstoel in het sprookjesbos tot op een bijl in Fata Morgana, werd druk geplakt door de meisjes van de EJC. Maar aan het eind van de middag, na 6 avonturen van ‘Joris en de draak’ kwamen de meisjes vast te zitten in de achtbaan. Terwijl ze allang bij de Carrousel moesten zijn.. Gelukkig waren ze al snel bevrijd door ridder Joris. En gingen ze zo snel mogelijk op zoek naar de rest van de leden. Maar de meisjes raakten helemaal in de war van de vele stickers die in het park waren geplakt door de rest van de leden. Waar moesten ze nou heen?!

Nadat ze een tijdje hopeloos hadden rond gelopen, kwamen ze de grote vriendelijke parkwacht tegen die hun de weg kon wijzen. Al snel vonden ze de andere leden binnen in de Carrousel. Ze konden hun oogjes niet geloven. Er stond een heerlijk pannenkoekenbuffet klaar, genoeg voor elk. En zo liep alles toch goed af. Alle leden konden lekker hun buikje vol eten en werden een paar uur later weer netjes teruggebracht naar de rand van het grote centrum van Groningen. Alles was helemaal perfect geregeld door de Lustrumcommissie. De zorgen waren voorgoed voorbij. En de Lustrumcommissie woonde, mét de leden nog vele jaren in voorspoed en geluk in het dierbare Groningen.

Lustrum SportdagRuben van der Galiën

Op 9 december vond de sportdag van het Lustrum plaats, die in het teken stond van de

Amerikaanse sport lacrosse. Nadat alle deelnemers zich rond kwart voor zeven voor de faculteit hadden verzameld, fietsten we gezamenlijk naar de hockeyvelden van GCHC. De fietstocht was een lekkere warming-up voor de inspanningen die op de velden zouden worden verricht. Nadat we door een paar oefeningen waren opgewarmd, werden alle deelnemers in verschillende groepen verdeeld om de basistechnieken van lacrosse te oefenen. Ook was er een ronde waarbij de lacrosse bal enkele keren moest worden overgespeeld naar een andere speler, waarna de laatste speler het net moest weten te vinden. Na deze oefeningen werden er teams gevormd en werden er een aantal wedstrijden gespeeld. Dat de teams aan elkaar gewaagd waren, was goed af te zien aan de spannende matches en vooral aan de zenuwslopende finale, waarbij het winnende team in de laatste minuut de beslissende goal maakte. Hoewel het de hele avond flink regende, werd er de avond lang gepassioneerd gelacrossed door de deelnemers. Moegestreden was er voor alle deelnemers na afloop glühwein met broodjes knakworst. Er werd nog even nagepraat over de wedstrijden en er volgde een prijsuitreiking voor het winnende team. Al met al was het, ondanks de regen, een geslaagde en vooral sportieve avond. Kortom, een mooie afsluiter van de eerste week van het Lustrum!

Pharmaciae Sacrum

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 33

Lustrum SymposiumMichiel van der Werf

De tweede week van het Lustrum startte op 12 december met het symposium. Deze dag stond

in het teken van de kindertijd. Bij aankomst kregen we allemaal een collegeblok, een antwoordformulier (voor de ingangstoets) en kaarten in 4 kleuren (voor vragen gedurende het symposium) uitgereikt. Na de ontvangst met koffie en thee namen we allemaal plaats in de zaal, waar Kristian de dagvoorzitter voorstelde: dr. van Roon. Hij ging direct van start met een ingangstoets. Deze was om te testen hoeveel je al wist over de onderwerpen en de vragen werden gedurende de dag behandeld. Dr. de Vries trapte vervolgens af met de eerste presentatie, waarvan het onderwerp ‘Kinderen zijn geen kleine volwassenen’ was. Naar voren kwam dat er over de werking van geneesmiddelen in kinderen nog vrij weinig bekend is en dat je ze niet zomaar kunt behandelen als, zoals de titel al zegt, kleine volwassenen. De presentatie van prof. dr. Wilffert sloot hier mooi bij aan, want hij ging in op de ‘ethische aspecten van onderzoek bij kinderen’, wat uiteraard nodig is om meer te weten te komen over de werking van geneesmiddelen in kinderen. Na de koffie/thee pauze vertelde drs. Hälmark over ‘bijwerkingen bij kinderen’, waarbij ze inging op hoe bijwerkingen bij kinderen vaak verschillen in vergelijking met die bij volwassenen. Meneer Rademaker hield zich tijdens zijn presentatie ‘off-label gebruik in de kindergeneeskunde: crime or benefit?’ bezig met de vraag hoe je tegen het off-label gebruik van geneesmiddelen bij kinderen, wat helaas vaak onvermijdelijk is, moeten aankijken. Na de lunchpauze hield dr. Tissing de presentatie ‘De behandeling van kinderen met kanker: een succesverhaal met nog veel vragen’. Hij vertelde wat de ontwikkelingen waren en over het grote probleem bij de behandeling van kinderkanker: men weet de lange termijn-bijwerkingen ervan (nog) niet. Drs. Drijfhout sloot af met een presentatie over het ‘Rijksvaccinatieprogramma anno 2011’. Hierna keken we met dr. van Roon de vragen na die we gemaakt bij de ingangstoets. De Lustrumcommissie bedankte de sprekers en de dag werd afgesloten met een borrel.

Lustrum TheaterAnnelies Noorderland

Van woensdag 14 tot vrijdag 16 december was in het OUTheater het theater van het lustrum

te zien. Het stuk heette ‘Midzomernachtsdroom’ en is gebaseerd op ‘Midsummer night’s’ dream van Shakespeare. Natuurlijk is er een geheel eigentijdse draai aan gegeven met een beetje farmaceutische gekheid. De opvoering is volledig gedaan door farmaceuten. Bij binnenkomst speelden ze al en maakte de elfjes direct een goede indruk met zang en dans waardoor het publiek meteen in die dromerige sfeer terecht kwam. Er werd verbazingwekkend goed gezongen en geacteerd door iedereen. Opvallende dingen waren de solo van Louis, de zanger van de labrats, met ‘let me entertain you’. De onbenulligheid van de bouwvakkers, de zeurderige en knorrige stem van Helena, gespeeld door Ineth en Lysander gespeeld door Kris als chocoprins. Wat iedereen het meest is bijgebleven is de jurk en hakken gedragen door Rob waardoor het publiek krom lag van het lachen. Oeps! Iedereen heeft ontzettende genoten en vooral gelachen van begin tot het einde. Wat een acteertalenten die farmaceuten!

Pharmaciae Sacrum

34 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Lustrum Rally Gerbrich Flapper

Op vrijdag 16 december was het tijd voor de Lustrumrally. Om 12.30 uur verzamelden

de deelnemende studenten en reünisten zich op Kardinge en wachtend in wind, regen en kou maakte iedereen zich klaar voor de “midlife-Drive”. Alle auto’s kregen een mooi rallybord voorop en werden voorzien van een sticker met een grote 26. Daarna kwamen de opdrachten. We moesten zo snel mogelijk met behulp van een cryptische afbeelding naar de volgende post rijden. Maar was dit nou in Den Ham of misschien Den Horn? Nee, geen van beide. De envelop vertelde ons, voor helaas 45 minuten straftijd, dat we naar Onderdendam moesten. Hier konden bonuspunten verdiend worden door het moordspel van de Lama’s goed te spelen. Daarna kregen we de volgende opdracht en gingen we aan de hand van foto’s van een haven op weg naar de volgende post, de evenementenhal in Delfzijl. Hier moest de auto een stuk vooruit geduwd worden, waarbij de sterke mannen mooi hun spierballen konden laten zien. Om de volgende post te vinden, moest flink met het alfabet gepuzzeld worden. We kwamen terecht in Slochteren waar we het roddelspel van “Ik hou van Holland” speelden. Daarna moesten stipjes, streepjes en pijltjes ons naar de volgende post leiden. Voor de meeste teams was dit echter te lastig dus er werden weer veel enveloppen geopend voor veel strafpunten. In Ten Boer moest de auto precies de afstand van het wiel afleggen. De laatste opdracht was een rebus die vertelde dat het eindpunt bij Het HeerenHuis in Groningen was. Hier konden alle deelnemers na aankomst, die iets later was dan gepland, nog gezellig borrelen en werd het winnende team bekend gemaakt. Complimenten voor de Lustrumcommissie die dit goed hadden georganiseerd. De eerste aanmelding voor over 5 jaar is alvast binnen!

ReünistendagMaarten Boon

Ter gelegenheid van het 26e lustrum van de G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” werd er dit jaar

geen Alumnidag georganiseerd, maar een ware Reünistendag. Een dag waarop oud-leden terugkeren naar hun studentenstad om elkaar terug te zien, Groningen weer eens aan te doen en te bewijzen dat men nog steeds prima in staat is een nachtje door te halen op een gala. Aangezien ikzelf reeds sinds juli afgestudeerd ben, viel ik in de categorie alumni en dus genodigden. Zodoende trok ook ik naar de stad om oud-studiegenoten terug te zien. De laatste afstudeerborrel waar wij elkaar zagen, was immers al weer een aantal weken geleden. Aan het eind van de ochtend verzamelden we in restaurant Overstag voor een uitgebreide lunch. Nadat iedereen de mogelijkheid had gehad bij te praten, gingen we op weg naar het Groninger Museum. Hier werden we in groepen rondgeleid langs de schitterende jurken van Azzedine Alaia, die helaas zo gevormd waren dat geen van de aanwezige dames, en overigens ook geen van de heren, er in paste. Daarnaast waren er, toen nog droge, werken te zien van Jan Altink en Famille Verte. Net buiten het museum werden we opgewacht door een rondvaartboot om een tocht door de Groningse grachten te maken. Onder het genot van een glaasje champagne en een aantal pilsjes namen we allen deel aan de P.S.-quiz. Vooral de wat oudere alumni speelden meer om te drinken dan om te winnen. Ondertussen bleef de regen met bakken uit de hemel komen, waardoor de ramen van de rondvaartboort besloegen. Het zicht op het mooie Groningen werd hierdoor enigszins vertroebeld. Toen de ruiten echt ondoorzichtig waren geworden, meerden we aan op de Ossenmarkt voor een mooie groepsfoto, waarna we in de Toeter allemaal nog een hapje en een drankje naar binnen werkten. Sommigen bleven hier hangen, omdat ze spijtig genoeg geen kaartje hadden, de anderen vertrokken naar huis om zich voor te bereiden op het afsluitende spektakel: het galadiner met aansluitend het galabal.

Pharmaciae Sacrum

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 35

Galadiner & GalabalJenja Dvortsin

Hoewel het studentenleven vaak bestaat uit ‘pasta met rode saus’ of bier dat die week in

de aanbieding is, weten Groningse farmaceuten dat ze ergens in december verwend zullen worden. Het afsluitende diner van het 26ste Lustrum der G.F.S.V. “Pharmaciae Sacrum” werd dit jaar gehouden in een chique aangeklede zaal in het Martiniplaza. Bij binnenkomst stonden geheel in stijl flutes champagne klaar, die soms iets minders stijlvol werden geadt. Eenmaal aan tafel viel de allure van dit spektakel pas echt op. Alle heren waren keurig in rokkostuum, terwijl dames de show stalen in prinsessen- of cocktailjurkjes. Omdat de kelen goed werden gesmeerd gedurende de avond, volgden de toespraken en liederen elkaar in hoog tempo op. Door alle gezelligheid en de onuitputtelijke voorraad alcoholhoudende vloeistof, leek de tijd even stil te staan. Echter, alle nieuw verworven calorieën moesten er natuurlijk af gedanst worden en waar beter dan in Huize Maas. Waar het diner eindigde, ging het gala verder.  Meer farmaceuten, meer farmaceutes, meer drank en nog meer gezelligheid. Men kon zich laten vereeuwigen door de fotograaf of de kosten van het kaartje proberen terug te winnen aan de roulette- en blackjacktafel. De live-band speelde het dak eraf en vervolgens de sterren van de hemel. De zeer goed getimede hamburgers in de late uurtjes droegen bij aan een onvergetelijke afsluiting van het 130ste Dies Natalis. Bij vertrek kreeg men nog een goed gevulde goodiebag, die jammer genoeg geen geheime anti-katerpil bleek te bevatten.  Bedankt Kristian, Milou, Sven, Gert, Godelief en Sophie. Even leek het ècht de tijd van mijn leven.

Pharmaciae Sacrum

36 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

Eten met bestuur

Redactiecommissie

Op de tafel stond alles al opgediend, al met al twee borden met pannenkoeken en nu was het nog wachten op het bestuur. Het bestuur kwam een half uur, fashionably late, zoals een bestuur hoort

te zijn. Nadat het bestuur aanwezig was, werden alle tafelmanieren overboord gegooid en verorberden we de pannenkoeken zonder bestek.

Hierna werden de drankflessen, het hippospel en het Foliolumspel op tafel gezet. Waarna iedereen ongeduldig wachtte, omdat Jessica en Sophie het befaamde hippospel niet met rust konden laten. Zo bleek, oefening baart kunst, want Sophie won van Denise bij het hippospel, dus mocht het bestuur beginnen met het spel.

Sophie trok een kaart en moest een regel bedenken, waarbij men elke keer bij het adten “P.S. is mooi” moest roepen.

Daarna moest er gejuft worden en Mark zette ons te schande door het getal “elf ” te roepen, waardoor het bestuur zilverstukken won. Arend was hier hartstikke blij mee, omdat hij de “coconut adtjes”

een bijzonder geweldige smaak vond hebben.

Vervolgens vond er een quastor duel plaats: wie doet er het beste een dolfijn na. Aangezien beide pogingen niet aan te horen waren, kreeg niemand een zilverklontje.

Op haar beurt luidde Sebnem de regel in: “je mag niet aan je haar zitten”. Iedereen die jeuk aan zijn hoofd had, liet zijn of haar buur krabben. Het leek de apenheul wel! Mark voelde zich helemaal thuis.

Vervolgens leidde een verplicht adje goedkope whiskey bij het bestuur tot een behoorlijke proest van Sophie; ze kon het niet echt helemaal aan.

Een battle tussen de twee assessoren II was aan de beurt. De grote vraag die luidde was: “wie laat de meest indrukwekkende boer, Mike of Tristan?”. Het lullige boertje van Mike werd weggeblazen door de orkaanachtige boer van Tristan.

Daarna zaten Denise en Sophie toevallig samen aan hun haar, waarna iedereen een adtje Amaretto tot zich moest nemen. Blijkbaar is Denise best wel een ijdeltuit, want ze kon

Pharmaciae Sacrum

Foliolum Jaargang XXV Ed. I ■ 37

maar niet van haar afblijven. De commissie moest steeds maar opnieuw adten tot ergernis van onze magen.

In de loop van de avond werd Thomas Smits opgebeld om het prachtig en perfect gezongen P.S.-lied te kunnen bewonderen. Blijf elke maandagavond lekker thuis zitten, want wie weet ben jij de volgende keer de gelukkige!

Vervolgens haalde Denise de woede van de hele commissie op haar hals door weer eens aan haar haar te zitten!

Hierna vond een nieuwe battle tussen de quastoren plaats, Sanne vs. Sebnem ‘schroefschijten’ (© Thomas Leferink). Na een paar minuten kreeg Sanne de schroef in een bierflesje.

Ook een tweede battle vond plaats tussen de sssessor II van allebei de teams, waarbij degene die het langst zijn adem kon inhouden zou winnen. En weer won Tristan van Mike en ging hij ervandoor met de zilverstukken.

Om ook een keer een gloriemomentje mee te maken, mocht Arend een ronde lang alleen housen in een hoekje. Sophie slingerde op een gegeven moment een opmerking naar Arend: “Hey houssie boy, adten!”Tijdens een rondje vikingen verliest Sophie, omdat ze vergeet mee te roeien. Eindelijk zilverbrokjes voor de commissie.

De kaart “eet zoveel mogelijk soesjes in een minuut” wordt getrokken. Een battle tussen Hylke en Arend vindt plaats. Door de grote hoeveelheid misselijkmakende shotjes is dit een moeilijke strijd voor Arend, maar Hylke geniet hartstikke veel van de soesjes. Ook nu wint het bestuur deze battle.

Hierna werd het kruiwagenspel gespeeld buiten op straat. Mark tilde Charlie bij haar benen op en Hylke draagt Jessica. Terwijl Mark en Charlie geen centimer vooruit kwamen en Mark Charlie de grond in ploegde, is Jessica al over de eindstreep. Alweer won het bestuur van de commissie.

Tot slot moest Tristan een hele taart vol met kaarsen uitblazen en hij blies als een baas.

Aan het einde van de avond konden we concluderen dat onze commissie had verloren van het bestuur en we alweer hebben gefaald in ons eigen spel!

We kijken uit naar het volgende etentje met ……, en daarvoor gaan we een paar avonden trainen. Hopelijk winnen we dan toch een keertje.

Pharmaciae Sacrum

38 ■ Foliolum Jaargang XXV Ed. I

1. Stoffen die gemeten kunnen worden om bepaalde processen in het lichaam aan te tonen.2. Andere naam voor de poinsettia.3. Hiervoor staat de S in SWOT-analyse in het Nederlands.4. De eenheid van magnetische inductie.5. Wordt veroorzaakt door de Trypanosoma brucei.6. Via de telefoon.7. Hierop heeft het onderzoek van de werkgroep Farmacokinetiek zich de afgelopen jaren voornamelijk gericht.8. Calculi renalis9. De lustrum-rally.10. Beneden zijn stand achten en daarom afslaan.11. Een oude en succesvolle methode om chronische wonden te behandelen.12. Lange, puntige degen.13. Stad waar 11. wordt aangeboden.14. Schaakstuk.15. Hier zijn de PS-leden met drie lustrumstickers achtergelaten.16. Baren (van metaal).

Door het eten van rauw vlees, bijvoorbeeld rund- of varkensvlees, kan een mens geïnfecteerd worden door lintwormen. Lintwormen, die tot 15 meter lang kunnen worden, nestelen zich in het darmstelsel, waar ze tot wel 20 jaar kunnen blijven zitten indien onbehandeld. Gelukkig is onderstaande woordlint minder vervelend. De omschrijvingen gaan deels over de artikelen in dit Foliolum. Ook geldt dat de laatste letters

van een woord de eerste letter(s) van het volgende woord vormen. Succes!

Woordlint

Pharmaciae Sacrum