eugenetica :toekomst of realiteit?

16
1 BioBrief nummer 5, najaar 1998 Eugenetica Eugenetica toekomst of realiteit? toekomst of realiteit? Minister Borst verplicht de Gender- kliniek voor geslachtskeuze hun deu- ren voorgoed te sluiten. Ze vindt geslachtskeuze om niet-medische redenen ontoelaatbaar. 1 Dit verbod is gebaseerd op de Wet bijzondere medische verrichtingen. 2 In Engeland is het verzekeringsmaatschappijen de komende twee jaar verboden geneti- sche informatie te gebruiken voor het wel of niet toekennen van een levens- verzekering. De Human Genetics Advisory Commission (HGAC) vindt dat er ‘substantieel onderzoek’ nodig is om de implicaties van genetische informatie op het verzekeringswezen te kunnen bepalen, voordat door middel van genetische tests de levens- duur en gezondheid van clienten mag worden ingeschat. 3 Eugenetica (volgens het zakwoordenboek der geneeskunde): “De leer van de verbetering van het menselijk nageslacht door voorkoming van de verbreiding van erfelijke ziekten en van invloeden die schadelijk kunnen inwerken op de erffactoren.” 4 Voor veel mensen heeft het woord ‘eugenetica’ een negatieve klank. Als je mensen vraagt wat ze denken dat eugenetica betekent krijg je dingen te horen als: rassenverbetering, het streven naar een ideale mens, een techniek om vooraf bepaalde erfelijke eigenschappen wel of niet in het nageslacht te doen terugkomen, het streven naar mensen die ontdaan zijn van bepaalde vervelende erfelijke ziekten, enz. Een essentiele eigenschap van eugenetica is toch wel dat wij mensen bepalen hoe onze toekomstige kinderen er genetisch uit zullen zien, zonder dat deze kinderen daar natuurlijk iets in te zeggen zullen hebben. Ik kan me goed voorstellen dat mensen gezonde kinderen willen krijgen. Vooral drager- sters van vervelende erfelijke aandoeningen denken wel twee keer na voordat ze een kind Birch in Nature 391

description

artikel over eugenetica

Transcript of eugenetica :toekomst of realiteit?

Page 1: eugenetica :toekomst of realiteit?

11BioBrief nummer 5, najaar 1998

EugeneticaEugeneticatoekomst of realiteit?toekomst of realiteit?

Minister Borst verplicht de Gender-kliniek voor geslachtskeuze hun deu-

ren voorgoed te sluiten. Ze vindtgeslachtskeuze om niet-medische

redenen ontoelaatbaar.1 Dit verbod isgebaseerd op de Wet bijzondere

medische verrichtingen.2 In Engelandis het verzekeringsmaatschappijen dekomende twee jaar verboden geneti-sche informatie te gebruiken voor hetwel of niet toekennen van een levens-

verzekering. De Human GeneticsAdvisory Commission (HGAC) vindt

dat er ‘substantieel onderzoek’ nodigis om de implicaties van genetische

informatie op het verzekeringswezente kunnen bepalen, voordat door

middel van genetische tests de levens-duur en gezondheid van clienten mag

worden ingeschat.3

Eugenetica (volgens het zakwoordenboek der geneeskunde): “De leer van de verbeteringvan het menselijk nageslacht door voorkoming van de verbreiding van erfelijke ziekten envan invloeden die schadelijk kunnen inwerken op de erffactoren.”4

Voor veel mensen heeft het woord ‘eugenetica’ een negatieve klank. Als je mensen vraagtwat ze denken dat eugenetica betekent krijg je dingen te horen als: rassenverbetering, hetstreven naar een ideale mens, een techniek om vooraf bepaalde erfelijke eigenschappen welof niet in het nageslacht te doen terugkomen, het streven naar mensen die ontdaan zijn vanbepaalde vervelende erfelijke ziekten, enz. Een essentiele eigenschap van eugenetica is tochwel dat wij mensen bepalen hoe onze toekomstige kinderen er genetisch uit zullen zien,zonder dat deze kinderen daar natuurlijk iets in te zeggen zullen hebben.

Ik kan me goed voorstellen dat mensen gezonde kinderen willen krijgen. Vooral drager-sters van vervelende erfelijke aandoeningen denken wel twee keer na voordat ze een kind

Birch in Nature 391

Page 2: eugenetica :toekomst of realiteit?

22 BioBrief nummer 5, najaar 1998

vervolg pagina 1

BioBrief informeert over ontwikkelingen in de Bio-wetenschappen en diskussies daarover.De Brief wordt samengesteld door NoGen, een organisatie die een archief over biotechnologie beheerd. Meer informatie over in BioBrief

aangestipte onderwerpen kunt u bij NoGen opvragen.BioBrief verschijnt in principe 4 keer per jaar.

NoGen nodigt u uit artikelen, persberichten of andere informatie naar de redactie van BioBrief te sturen.

Een abonnement op BioBrief kost ƒ35,- voor 4 nummers.. Voor minimaƒ15,- voor 4 nummers.Abonnee wordt u door het desbetreffende bedrag over te maken op giro 1729278 van NoGen in Wageningen, onder vermelding van

BioBrief.

BioBrief is ook elektronisch verkrijgbaar. Maak daartoe ƒ20,- (Minimaƒ8,-) over op giro 1729278 van NoGen, onder vermelding vane-BioBrief. Abonnees van de gedrukte BioBrief kunnen de electronische versie gratis per e-mail toegestuurd krijgen.

Stuur daarvoor een e-mail naar: [email protected]

Adverteren in BioBrief is mogelijk. Tarieven zijn op aanvraag verkrijgbaar.

Redactie: Herman van Wietmarschen en Jeroen BreekveldtAan dit nummer werkten verder mee: Nina Holland en Volker Lehmann

lay-out: René Oudshoorndruk: Knust, Nijmegen

BioBrief / NoGenBurgtstraat 3

6701 DA WageningenTel/fax: 0317-423 588

e-mail: [email protected]

ISSN13852418

Colofon

op de wereld zetten; voor deze kinderen is de kans op de be-treffende aandoening relatief groot. Om dit soort problemenop te lossen is de prenatale diagnostiek uitgevonden. Door mid-del van deze techniek kan in een vroeg embryonaal stadium be-paald worden of het kind een erfelijke aandoening zal krijgen ofniet. De ouders kunnen dan nog kiezen voor een abortus. Betervoorkomen dan genezen, toch?

Op het eerste gezicht lijkt er weinig mis met het gebruik vangenetische informatie in dit voorbeeld. Echter, ik heb het ideedat we door dergelijke procedures toe te laten op een hellendvlak belanden. De Genderkliniek in Utrecht is daarvan een voor-beeld. Deze kliniek komt tegemoet aan de wens van mensenom het geslacht van hun toekomstige kind te kunnen kiezen. Indit geval is er geen enkele medische rechtvaardiging voor dezekeuze, maar is het puur een luxe.

Als dit soort keuzes worden aangeboden en door overhedengetolereerd worden, worden er binnen afzienbare tijd ook kli-nieken geopend waar je bijvoorbeeld oogkleur, lengte, lichaams-bouw en andere eigenschappen uit kunt kiezen. Een kind veran-dert dan van een natuurlijke mix van erfelijke eigenschappen ineen doelgerichte samengestelde genenbak. Op deze manier gaanmensen al jaren om met dieren die gefokt worden voor mooivlees, mooie vacht of om een ideaal huisdier te zijn, maar moetdit dan ook de gewoonte worden voor onze voortplanting?

Gelukkig heeft minister Borst de Genderkliniek gesloten. Dedirecteur heeft zich echter al georienteerd op mogelijkheden inhet buitenland, met name in Hongarije. In Engeland staan verze-

keringsmaatschappijen te springen om genetische informatie tegebruiken bij het toekennen van levensverzekeringen. Dit wordtgelukkig nog twee jaar uitgesteld maar wat zal er daarna gebeu-ren? Kunnen mensen met bepaalde erfelijke risicofactoren geenverzekering meer krijgen, of moeten ze een hogere premie gaanbetalen? Is dit geen discriminatie?

Het is gemakkelijk om te zeggen dat de overheid maar goedewetgeving moet ontwikkelen om misbruik van genetische infor-matie te voorkomen. Ik denk dat het voor de overheid en veelmensen nog helemaal niet duidelijk is op welke manieren endoor wie deze informatie misbruikt kan worden. Er zou eensgrondig onderzoek gedaan moeten worden naar de effecten vangenetische informatie op sociologisch, economisch en psycholo-gisch vlak voordat de wetenschap ons weer voor ongewenstekeuzes en problemen stelt. In ieder geval kan iedereen zich eenmening proberen te vormen over het gebruik van genetischeinformatie, prenatale diagnostiek en genetic counselling. En ge-netische tests voor verzekeringsmaatschappijen moeten we na-tuurlijk gewoon weigeren!

Herman, Utrecht

Bronnen:1. Trouw, 19-6-19982. Staatsblad 1998, 3363. Nature, vol. 391, 1-1-1998, p 34. Zakwoordenboek der geneeskunde, 23e druk, Elsevier, 1989

Page 3: eugenetica :toekomst of realiteit?

33BioBrief nummer 5, najaar 1998

pharming

Herman is niet meer alleenHerman is niet meer alleenlaten aanmaken. Sommige onderzoekers zoeken het ook buitenzoogdieren. De North-Carolina State University ontwikkelt trans-gene kippen die een eiwit uitscheiden dat voor medicijnen ge-bruikt kan worden.

De Agricultural Research Service van het United States Depart-ment of Agriculture (USDA) ontwikkelde muizen die stabiele hoe-veelheden groeihormoon in urine afscheiden. De onderzoekershadden de nadelen van produktie in melk eens op een rijtje ge-zet: alleen vrouwelijke dieren geven melk en niet eens het helejaar door. Bovendien duurt het minstens 26 maanden voor eenkoe de eerste melk geeft. Tenslotte, zegt USDA Research, ismelk een complexe substantie en lijkt het zuiveren van gewens-te eiwitten uit urine eenvoudiger.

Volgens Andrew Carver van het in Schotland gevestigde Phar-maceutical Proteins Ltd Therapeutics, kan een transgene kuddetechnische barrieres overwinnen die bij produktie in een bio-reactor (met micro-organismen) optreden. Dieren kunnen inge-wikkelder eiwitten aanmaken dan bacterien of schimmels. Bo-vendien kunnen dieren kosten-effectief produceren. Vergelekenmet produktie in een fabriek met bio-reactors is relatief weinigkapitaal nodig voor het huisvesten van een transgene kudde enhet opzetten van een produktie-eenheid. Carver schat dat deruwe kosten van produktontwikkeling met transgene dieren viertot vijf keer lager zijn dan in celcultures. De markt voor thera-peutische eiwitten wordt voor het jaar 2000 geschat op 39 mil-jard gulden.

moeilijkmoeilijkToch blijft het moeilijk dieren consistent te laten produceren.Temperatuur, stress en de tijd van het jaar beinvloeden de hoe-veelheid eiwit en de kwaliteit ervan. Bovendien ‘pakt’ een inge-bouwd gen soms wel goed uit in het embryo, maar veel vakerblijkt de manipulatie niet echt te werken. Alle maanden dat hetkalf gegroeid heeft zijn dan verloren. De slagingspercentages omvan eicel via micro-injectie tot de geboorte van een transgeendier te komen, zijn laag: tussen één en vijf procent van de pogin-gen slaagt. De Dierenbescherming spreekt van een `wegwerp-cultuur in de omgang met embryo`s.

Een dier uit een transgenese project, met een hoge en kwalita-tief goede farmaceutische eiwit-produktie, is veel geld waard.Zo betaalde het Duitse Bayer aan PPL in 1993 dertig miljoenDmark voor het AAT-schaap Tracey.

De kloonsuccessen van het Schotse PPL -dat samen met heternaast gelegen Roslin Insitute Dolly de kloon ter wereld bracht- zijn voor de pharming-sector zeer welkom . Als de beste gema-nipuleerde dieren uit een project gekloond kunnen worden kanveel tijdwinst worden geboekt. Bovendien zou in theorie eenkudde gekweekt kunnen worden van top-dieren die allemaalhetzelfde commercieel interessante melkprodukt van identiekekwaliteit geven. Met name voor de verwerking van eiwit tot toe-dienbaar geneesmiddel is identieke kwaliteit van de grondstofeen groot voordeel.

Stier Herman is allang niet meer het enige genetischgemanipuleerde rund op Aarde. Farmaceutische

productie in zoogdieren is, mede dankzij Dolly, sterkin opkomst. Er is alleen nog geen enkel produkt op

de markt.

Medicijnfabrieken van de toekomst lopen rond op vier poten eneten hooi, volgens de pioniers van ‘pharming‘, een nieuw type agra-rische produktie. Enkele tientallen geiten, een kudde schapen ofeen paar koeien, veranderd door het inbrengen van een menselijkgen, kunnen net zo veel produceren als grote moderne fabriekendie tientallen miljoenen dollars kosten. (Nigel Hawkes in The Lon-don Times van 26 januari 1998.)

Pharming , zoals de produktie van farmaceutische eiwitten intransgene dieren wordt genoemd, is een kleine tak van de bio-technologie. Slechts drie bedrijven begeven zich op dit pad:Genzyme Transgenics Corp. (VS), PPL Therapeutics (UK) enPharming Holding (NL). In sommige West-Europese landen ligtdeze productiewijze scherp onder vuur van dierenbeschermers.

Transgene dieren worden gemaakt door een nagebouwd men-selijk gen te injecteren in een bevruchte eicel van een zoogdier.De eicel wordt een paar dagen in vitro verder gekweekt waar-na ze ingeplant wordt in een draagmoeder. Het dier dat daaruitgeboren wordt is transgeen; het heeft een ingebouwde mense-lijke genetische eigenschap. Zo produceren schapen van hetSchotse PPL in hun melk de stof AAT die mensen met taaislijm-ziekte (cystic Fibrosis) zou moeten helpen. Het eerste transge-ne dier was een in 1981 gemaakte muis. Het eerste transgenelandbouwhuisdier werd in 1985 geboren.

Jarenlang speelden dieren een vitale rol in biomedisch onder-zoek, waar ze fungeerden als model voor menselijke ziektes(denk aan de kankermuis), als oefendier voor orgaantransplan-tatie, of produktie-dier voor het fabriceren van antilichamen (diein de diagnostiek gebruikt worden). Met de ontwikkeling vantransgene schapen, koeien en geiten als bioreactors voor far-maceutische eiwitten en de ontwikkeling van transgene varkensvoor xenotransplantatie, zijn landbouwhuisdieren permanentebewoners van laboratoria geworden.

koeien, varkens of...?koeien, varkens of...?Veruit het meeste onderzoek naar pharming is gericht op hetveranderen van de samenstelling van melk. De uiers van koeienen ander melkvee zijn door jarenlange veredeling in staat grotehoeveelheden eiwitrijke melk af te scheiden. Toch worden ookandere produktiemethoden onderzocht. Technische factoren,zoals de twee jaar die het duurt voor een koe melk gaat gevenen het geringe aantal kalfjes dat een koe krijgt, maken transgenevarkens een geduchte concurrent. Varkens krijgen veel meernakomelingen dan koeien, en werpen ook nog sneller. Varkensgeven daarentegen aanzienlijk minder melk Het AmerikaanseDNX wil dan ook varkens farmaceutische eiwitten in het bloed

Page 4: eugenetica :toekomst of realiteit?

44 BioBrief nummer 5, najaar 1998

pharming

bedrijfsstrategieënbedrijfsstrategieënDe drie bedrijven in de pharming-sector: Genzyme Transgenics inde VS (Genzyme), PPL Therapeutics in Schotland (PPL) en Phar-ming Holding in Nederland (Pharming) volgen verschillende stra-tegien om hun kennis commercieel te gebruiken. PPL bijvoor-beeld verkoopt technologie aan andere bedrijven. Het kan ge-zien worden als een zogenaamd ‘technology platform’ voor be-drijven als Bayer en Boehringer Ingelheim (Duitsland), Novo Nor-disk (Denemarken) en American Home Products (VS).

Pharming daarentegen ontwikkelt zich niet tot platform maarwil een zelfstandig farmaceutisch bedrijf worden. Eind 1996 hadhet bedrijf al voor 60 miljoen gulden aandelen uitgegeven, begin1998 werd de waarde van het bedrijf geschat op 200 miljoengulden en de beursintroductie van juli 1998 leverde nog eens 48miljoen op. De Leidenaren meldden in het voorjaar van 1998 tewerken aan de productie van 40 verschillende bio-medische ei-witten.

Genzyme Transgenics zit met haar strategie ergens tussen PPLen Pharming in. Het Amerikaanse moederbedrijf Genzyme Corpbrengt sommige farmaceutica zelf op de markt, maar heeft ookcontracten met partners om produkten te verkopen. GenzymeTransgenics is onderdeel van Genzyme Corp dat een paar bio-technologie-medicijnen op de markt heeft.

Genzyme‘s in geiten geproduceerde eiwit Antithrombin 3 (ATIII)zit van alle pharming-produkten het dichtsts tegen markttoela-ting aan. Genzyme Transgenics was het eerste pharming-bedrijfdat succesvol een fase II proef afsloot. Fase II betekent dat hetmedicijn echt iets lijkt te zijn en is de meest kritieke proef. Fasedrie is om vast te stellen dat er -ook bij een groep van duizen-den mensen -weinig bijwerkingen zijn. Het medicijn ATIII wordtnu nog gewonnen uit bloedplasma en is in gebruik als middeltegen trombose. Genzyme ziet voor haar pharming-ATIII toe-passing in ‘veel gebieden in de gezondheidszorg’. Het bedrijfverwacht in het jaar 2000 ATIII produkten op de markt te heb-ben.

orphan drugsorphan drugsHet heeft er echter alle schijn van dat Genzyme voorbijgestreefdwordt door het Leidse Pharming, dat in konijnen humaan alphaglucocidase produceert. Dit moet een medicijn worden tegende ziekte van Pompe, een zeldzame ziekte die het spier en ze-nuwstelsel aantast. Dankzij de zogenaamde Orphan Drug Actkan Pharming naar eigen zeggen in het jaar 2000 met een Pom-pe-medicijn de markt op.

De Orphan Drug Act is een regeling van de toonaangevendeAmerikaanse Food and Drug Administration (FDA), die medicij-nen en voedingsmiddelen test voor toelating op de Amerikaan-se markt. De Orphan Drugs Act is er om farmacie-bedrijven testimuleren ook medicijnen te ontwikkelen voor een kleine markt,zoals de ziekte van Pompe. Bedrijven hoeven aan minder stren-ge eisen te voldoen om een produkt toegelaten te krijgen. Defase III proeven hoeven bijvoorbeeld niet met duizenden men-sen te worden uitgevoerd, zoals gebruikelijk, maar slechts metenkele tientallen. Niet zo vreemd, want er zijn in de wereldslechts enkele duizenden mensen met de ziekte van Pompe.

Voor startende biotechbedrijven lijkt OD-status een uitgele-zen mogelijkheid om zich te bewijzen. Kleine biotechbedrijvenhebben -naast wat inkomsten uit licenties - alleen nog onder-zoekskosten en willen zo snel mogelijk inkomsten genereren.

Als een produkt sneller (en daardoor goedkoper want het tes-ten van een produkt bij duizenden mensen (fase 3) kost tiental-len miljoenen) verkocht kan worden, is dit een mooie opstapom te beginnen als nieuw pharmabedrijf. Een bedrijf kan dantenminste inkomsten uit produkten verwerven en daarmee in-vesteerders hoop geven.

bloedvervangersbloedvervangersVeel eerste generatie pharming-produkten zijn vervangers vanfarmaceutische bloedproducten.

In Frankrijk, Duitsland en andere Westerse landen werd in dejaren 90 bekend dat in de jaren 80 duizenden mensen via bloed-producten besmet zijn geraakt met HIV, wat zich vaak tot AIDSontwikkelt. Biotechnologisch geproduceerde bloedproductenkunnen dan ook op een flinke markt rekenen. In ontwikkelingzijn humaan serum albumine (HSA, houdt het bloedvolume instand), factor VIII (tegen hemofilie A) factor IX (tegen hemofilieB), fibrinogeen (bloedstollings eiwit), hemoglobine (bloedvervan-ger tijdens bloedtransfusie) en middelen tegen trombose.

Gerard van Beynum van Pharming verwacht dat binnen 20 jaargeen bloedproducten meer uit door mensen gedoneerd bloedworden gemaakt. Zijn bedrijf sloot in 1998 contracten met hetAmerikaanse Rode Kruis, voor produktie van bloedvervangersin transgene dieren. De overeenkomst regelt dat Pharming ge-bruik kan maken van technologie en patenten die in bezit zijnvan het Rode Kruis. Het Rode Kruis heeft 5 % van de aandelenPharming. Pharming gaat in koeien en varkens Factor VIII en IXen fibrinogeen produceren. Volgens Red Cross directeur Eliza-beth Dole, komen deze produkten over 6 jaar op de markt.

Genzyme verwacht 5500 transgene koeien nodig te hebbenom de wereldmarkt voor humaan serum albumine (HSA) te be-dienen, gesteld dat uit een koe per jaar 80 kg van het HSA-eiwitte destileren is. Genzyme sloot in februari 1998 een contractmet een Duitse partner voor Hsa-ontwikkeling, Fresenius AG(Germany). Fresenius legde US$17 million op tafel nadat Gen-zyme liet zien HSA uit de melk van transgene muizen te kunnenfilteren. Volgens Genzyme produceren de muizen ‘grote hoe-veelheden hsa in hun melk’.

De Duitsers verwachten veel van de HSA-markt en willen kli-nische proeven met HSA uitvoeren, het middel registreren voorverkoop en de marketing en distributie in handen nemen. Fre-senius handelt voortvarend want er bestaat nog geen een trans-gene HSA-producerende koe.

klonenklonenHet Schotse PPL is opgericht om onderzoek te commercialise-ren van de ernaast gelegen overheidsinstelling Roslin Institute.PPL gebruikt voor haar pharming-onderzoek vooral schapen,maar geiten, koeien en recentelijk ook konijnen en varkens. Hetverst gevorderd zijn de Schotten met de productie van alpha1anti trypsin (AAT, tegen Cistic Fibrosis, taaislijmziekte) in de melkvan transgene schapen. PPL heeft nu een kudde van 300 trans-gene AAT-schapen, waarvan de waarde wordt geschat op meerdan 200 miljoen dollar. AAT kreeg in 1998 in de VS orphan drugstatus.

PPL is vooral bekend geworden door Dolly. Het bedrijf heeftpatent op de kloontechniek waarmee Dolly gemaakt is. De Schot-ten benadrukken nooit mensen te willen klonen, maar de om-schrijving van het patent sluit het niet uit. Dolly is het eerste

Page 5: eugenetica :toekomst of realiteit?

55BioBrief nummer 5, najaar 1998

pharming

zoogdier dat gekloond werd uit een cel van een volwassen dier.Van deze technologie verwachten pharming bedrijven veel, ze-ker sinds Dolly op 13 april 1998 een dochter, Bonnie, ter aardebracht. Met kloneren zou veel sneller dan met nu beschikbarevoortplantingsmethoden, een kudde genetisch gemanipuleerde,bio-farmaceutica producerende dieren te kweken zijn. Het dierdat het meeste bio-farmaceutische stof aanmaakt wordt ge-kloond. Klonen kan dus de productie versnellen.

Alle hoofdrolspelers in de pharming-business halen kloontech-niek in huis. Het Leidse Pharming kreeg in februari 1998 evende kous op de kop toen Landbouwminister Van Aartsen hetbedrijf verbood van een kloontechniek gebruik te maken voorde productie van een wellicht biofarmaceutische stof. Pharmingkloont nu in het buitenland. Het heeft een contract met hetAmerikaanse kloonbedrijf Infigen Inc, dat een stier genaamd Genekloonde in 1997.

Genzyme is samenwerking aangegaan met het AmerikaanseAdvanced Cell Technologies (ACT), voor het ontwikkelen van gek-loonde transgene koeien, bijvoorbeeld HSA-koeien. ACT meld-de in januari 1998 dat het drie kalfjes heeft gekloond met detechniek die het Roslin Institute gebruikte om Dolly te maken.PPL heeft via patent op de Dolly-techniek toegang tot kloon-technologie.

Hoewel dieren de basis vormen, is pharming als bedrijfstak nietonder te brengen bij veehouderij, maar daarentegen juist on-derdeel van de farmaceutische productieketen.

Dierenbeschermers en sommige ethici twijfelen aan het nut ende noodzaak van de ontwikkeling en gebruik van transgene die-ren. Aan kloneren gaat meestal het oogsten van eicellen voorafen vaak wordt de draagmoeder van de kloon gedood. Een aan-tal gekloonde dieren had te kampen met misvormde organen.Dierenbeschermers vrezen dat een kudde gekloonde dierenbovendien extra gevoelig zal zijn voor ziektes, omdat ze gene-tisch identiek zijn, waardoor de kans groter is dat een ziekte bijde een zal overslaan naar de rest van de kudde.

Grootschalige inzet van de omstreden vermeerderingstechniekis nog niet aan de orde. Het wachten is op verfijning van detechniek - immers, aan Dolly gingen 271 mislukte pogingen

vooraf. Gezien het belang van kloneren voor pharming-bedrij-ven zal aan kloontechnieken hard worden ge-werkt. Een kudde die bio-farmaceutische stof-fen produceert, is immers de basis van de phar-ming-sector.

Nu pharming steeds vastere voet krijgt in defarmaceutische en biotech-wereld, wordt hetbelangrijk na te gaan welke mensen met detechnologie geholpen zullen worden - gestelddat er werkzame middelen uit komen, wat nogniet bewezen is. Een aantal patienten put hoopuit de beloofde pharming-middelen: mensenmet de ziekte van Pompe, hemofilie-patientenen andere groepen patienten met ziektenwaartegen weinig of geen medicijnen zijn. Ditzijn echter ‘de kruimels, die de grote farma-cie-bedrijven laten liggen’, zoals Pharming-di-recteur Van Beynum het treffend verwoord-de.

Een uitzondering is wellicht Genzyme‘s on-derzoek naar malaria, een ziekte waar, volgens

de WHO, 300-500 miljoen mensen mee besmet zijn. Jaarlijkssterven, bijna alleen in Het Zuiden, twee miljoen mensen aan deziekte, die overgebracht wordt door de malaria-mug.

Genzyme produceerde in de melk van transgene muizen eentegengif, MSP-1. Het bedrijf werkt samen met het AmerikaanseNational Institute of Allergy and Infectious Disease (NIAID) om heteiwit MSP-1 in een malaria-vaccin te integreren. In tegenstellingtot de vaak hoge verwachtingen die pharming-bedrijven wek-ken als het gaat om middelen voor een koopkrachtige markt, isgeheel onduidelijk wanneer het malaria-vaccin beschikbaar komt.

De meeste inkomsten haalt de farmaceutische industrie ech-ter uit middelen die in de geïndustrialiseerde wereld wordenvoorgeschreven, zoals medicijnen tegen hart- en vaatziekten,maagklachten en anti-depressiva. Voor de meeste mensen in hetZuiden spelen deze ziekten een geringe rol. Ook pharming zalniet gericht zijn op Zuidelijke ziektes als malaria, tuberculose ofcholera “In ieder geval niet in de eerste twintig jaar”, aldus Robvan der Meer van de Nederlandse lobby club voor biotechnolo-gie Niaba. Medicijn-ontwikkeling is eenvoudigweg te duur voormarkten die geen hoge prijzen voor medicijnen kunnen betalen,aldus Van der Meer.

In mei 1998, stelde de World Health Organization dat ‘verze-kerd moet worden dat de volksgezondheid, eerder dan com-merciele belangen, het primaat moet hebben in geneesmidde-len en gezondheidspolitiek. Overheden moeten hun mogelijk-heden benutten om uitzonderingen te maken op patentrechtenop medicijnen, om de toegang tot essentiele geneesmiddelenveilig te stellen’.

Helaas gaapt er een kloof tussen het statement van de WHOen de realiteit van alledag.

Dit artikel is gebaseerd op een artikel in Monitor on Biotechno-logy and Development nr 36 van:

Jeroen Breekveldt en Joost Jongerden van de Werkgroep Technolo-gie en Agrarische ontwikkeling aan de Landbouw Universiteit Wa-geningen.

Bewerking: Jeroen Breekveldt

Page 6: eugenetica :toekomst of realiteit?

66 BioBrief nummer 5, najaar 1998

kort

Gen-tests op Indiase werknemersGen-tests op Indiase werknemersDe Indian Council of Medical Research heeft een concept richt-lijnen voor biomedisch onderzoek uitgegeven. Deze richtlijnenzouden (met toestemming van de werknemers) het genetischetesten van werknemers toestaan. Genetisch testen in India isvrijwillig, alleen babies met bepaalde risico's kunnen verplichtgetest worden. Zo vermeld K.S. Jayaraman in een artikel in Na-ture 391, 5 februari 1998.1

De Indian Council of Medical Research wil het testen van werk-nemers toestaan omdat er genetische afwijkingen zijn die ande-re werknemers in gevaar kunnen brengen. Hierdoor zoudenongelukken voorkomen kunnen worden. De vraag is echter inhoeverre werknemers deze tests in de praktijk kunnen weige-ren.

Bronnen:Nature 391, 5 februari 1998, ‘Indian guidelines allow limited gene screening’

Demonstratie tegen patentenDemonstratie tegen patentenOp 17 juli demonstreerden zevenduizend boer(inn)en, pries-ters, en studenten in de Filipijnse stad Kabalankan op het eilandNegros tegen het patenten op leven zoals dat door de Wereld-handelsorganisatie WTO wordt geregeld. In 1999 vinden in WTOverband onderhandelingen plaats over bescherming van intel-lectueel eigendom (uitvindingen), de zogenaamde Trade Rela-ted aspects of Intellectual Property Rights (TRIPS). Het was deeerste maal dat in de Filipijnen zo‘n grote menigte zich op straatliet horen om hun onvrede te uiten met de aanstaande TRIPSonderhandelingen.

TRIPS vereist dat de Filipijnen in het jaar 2000 wetgeving vankracht wordt die patenten op planten varieteiten beschermt.De boeren-organisatie MASIPAG voert campagne tegen paten-ten op leven. Bij MASIPAG, een in 1986 opgerichtte koepel-organisatie, zijn tienduizend boer(inn)en aangesloten die op lo-kaal nivo planten veredelen voor duurzame landbouw.

Als aan het TRIPS-verdrag komend jaar niets veranderd wordt,krijgen multinationale ondernemingen, of Filipijnse wetenschap-pers, de mogelijkheid monoplies te verwerven op door Filipijn-se boer(inn)en veredeld zaad, zonder zich te hoeven bekom-meren om het zogenaamde boerenrecht van de laatsten, aldusMASIPAG. Dit boerenrecht geeft boeren het recht een deel vande oogst te gebruiken als zaaigoed, of om ermee verder te ver-edelen. Met invoering van het patentrecht verliezen boeren dezemogelijkheden.

Vijftig Afrikaanse landen en Thailand hebben al aangegeven datze het TRIPS-verdrag willen veranderen ten gunste van lokalegemeenschappen. De zevenduizend demonstranten op Negrosriepen de Filipijnse overheid op zich er voor in te zetten datbiodiversiteit buiten de zeggenschap van de WTO-regels valt.ATRIPS legaliseert biopiraterij (het toeeigenen van genetisch ma-teriaal, BB)@ zei Manny Yap, nationaal coordinator van MASI-PAG A.

MASIPAG National Secretariat , Mr Vlady Rivera <[email protected]>

Gen therapie in de baarmoederGen therapie in de baarmoederFrench Anderson, professor in biochemie en kindergeneeskundeaan de Medische Universiteit in Zuid-Californie, wil twee gen-the-rapie experimenten uitvoeren op embryo’s die zich in een baar-moeder bevinden. Dit stond in Nature 395 van 24 september 1998.1

De bedoeling is dat in een embryonaal stadium de afwijkingen alp-ha-thalassaemia, een fout in de hemoglobine synthese, en adenosi-ne deaminase deficientie, een ernstige immunodeficientie, behan-deld gaan worden. Er bestaat echter een kans dat er veranderingenin de kiembaan van het embryo optreden.

Het Recombinant DNA Advisory Committee (RAC) van het Na-tional Institutes of Health (NIH) onderzoekt de onderzoeksvoor-stellen. Normaal gesproken weigert de RAC experimenten te be-oordelen die als doel hebben de kiembaan te veranderen, deze zijnbij voorbaat niet acceptabel. Wendy McGoodwin, directeur van hetRAC, dringt erop aan tegen Anderson te zeggen dat gen-therapieexperimenten in de baarmoeder onacceptabel zijn.

Anderson zegt dat er nog twee jaar onderzoek nodig is voordater met mensen gewerkt kan worden. Daarnaast is het advies vande RAC niet bindend en krijgt Anderson vrij baan om toch te doenwat hij wil.

De Council for Responsible Genetics (CRG), een organisatie vankritische wetenschappers en aktivisten, schreef in een oproep teprotesteren tegen Anderson’s onderzoeksvoorstellen:’Dit is hoe hetbegint. Van alle aanmerkingen op genetische manipulatie is de drei-ging van kiembaan manipulatie misschien wel de meest gevreesde.’CRG is sterk gekant tegen het veranderen van toekomstige gene-raties door genetische manipulatie. Stuart Newman, ontwikkelings-bioloog en staflid van de CRG, zei:’We moeten voorkomen dat wemensen gaan zien als bouwpakketten wat uiteindelijk zal leiden totdesign kinderen.’3

Council for Responsible Genetics, 5 Upland Road, Suite 3,Cambridge, MA 02140, USA (617) 868-0870,[email protected], www.essential.org/crg

Bronnen:Nature 395, 24 september 1998, ‘US gene-therapy proposals come under fire’Nature 395, 3 september 1998, ‘In-utero gene therapy appears on NIH agenda’Action Alert van de Council for Responsible Genetics, 18 september 1998, ‘Sayno to designer children!’

Organen ongelijk verdeeldOrganen ongelijk verdeeldEen Amerikaanse studie over 1997, gepubliceerd in the Journalof the American Medical Association van begin oktober 1998, laatduidelijk zien dat mannen meer profiteren van orgaantransplan-tatie dan vrouwen. Ook zwarten ontvangen minder organen danwitten. De studie onder ruim zevenduizend Amerikanen aannierdialyse uit drie verschillende staten, vond uit dat het pro-bleem is om op de wachtlijst te komen.

Zwarten hadden hierop 32 tot 50 % minder kans dan witten,vrouwen hadden 12 % minder kans dan mannen en arme pa-tienten hadden 22 tot 33 % minder kans dan rijke patienten.

Bron: CNN, 7-10-1998

Page 7: eugenetica :toekomst of realiteit?

77BioBrief nummer 5, najaar 1998

landbouw

Patent op sterielPatent op sterielzaad bedreigtzaad bedreigt

rechten van boerenrechten van boeren

Een recent toegekend patent op de productie vansteriel zaad heeft de oude discussie op doen laaien

over de consequenties van ingebouwde beschermingtegen zaadvermeerdering door boeren zelf. Zaadbe-drijven zien de techniek als een aansporing om nieu-

we variëteiten te ontwikkelen. Maar welke conse-quenties heeft het voor boeren in ontwikkelingslan-

den als ze niet meer een gedeelte van hun oogstkunnen gebruiken als zaaigoed voor het nieuwe

seizoen?

In maart 1998 werd het US patent no. 5.723.765 met de titel“Reguleren van planten gen-expressie” toegekend aan US Dep-artment of Agriculture (USDA) en het Amerikaanse Delta and PineLand Company (D&PL). De gepatenteerde techniek modificeerthet genetisch materiaal van planten om te voorkomen dat dezaden de volgende generatie uitkomen. (zie kader op pagina 9).Boeren die dergelijke zaden kopen zullen in staat zijn één oogstte produceren, maar kunnen de zaden van deze oogst niet ge-bruiken voor het volgende jaar. In plaats daarvan zullen ze elkjaar nieuwe zaden moeten kopen. De techniek is oorspronkelijkontwikkeld voor tabak en katoen maar is hoogstwaarschijnlijktoe te passen op alle planten die uit zaden voortkomen.

Zaad steriliteit als een bescherming vanZaad steriliteit als een bescherming vantechnologietechnologie

Volgens Sally Miller Hayes van de USDA werd de nieuwe me-thode ontwikkeld om de gen-expressie van planten te bestude-ren. Echter, zo zeggen de ontdekkers van D&PL, het ontwikke-len van zogenaamde “technologie beschermingssystemen” te-gen vrij gebruik van technologie zal de voornaamste toepassingworden. “Beschermingssystemen verzekeren individuen en bedrij-ven, die nieuwe eigenschappen en technieken ontwikkelen met com-merciële doeleinden dat ze in staat zijn een eerlijke prijs terug tekrijgen voor hun investeringen.” Sinds plantenveredeling een com-merciële activiteit is geworden, is biologische bescherming diehet hergebruik van gekochte zaden voorkomt het doel van plan-ten telers geweest. Hybridizatie is een dergelijke beschermingin gewassen, bijvoorbeeld mais en zonnebloemen, die door kruis-bestuiving zijn bevrucht. Commercieel gekweekte hybrides le-veren een versterkte hybride groeikracht (heterosis) op, maarproduceren geen nageslacht van dezelfde kwaliteit als de eerstegeneratie. Boeren zijn daarom gedwongen elk jaar opnieuw com-merciële zaden aan te kopen.

Deze benadering gaat niet op voor gewassen die door zelfbe-stuiving worden bevrucht, zoals tarwe, peulvruchten, rijst en

gerst. Het kweken van dergelijk plantensoorten is gebaseerd ophet veranderen in zuivere lijnen. Deze zuivere lijnen plantenzich zuiver voort wat betekent dat hun nageslacht genetisch iden-tiek is zonder enig verlies van landbouwkundig positieve eigen-schappen. Boeren hoeven dus niet elk jaar nieuwe zaden te ko-pen.

Een bedreiging voor de onafhankelijkheid vanEen bedreiging voor de onafhankelijkheid vanboerenboeren

De techniek werd tot “Terminator technology” gedoopt doorgroepen als de Noordamerikaanse niet-governementele organi-satie (NGO) Rural Advancement Foundation International (RAFI).In RAFI’s ogen zal deze techniek de onafhankelijkheid van boe-ren vernietigen en een bedreiging vormen voor de voedsel ze-kerheid van meer dan een miljard arme boeren in ontwikke-lingslanden. In deze landen komt 80 procent van de totale be-nodigde hoeveelheid zaden uit de eigen oogst. Maar volgensHarry P. Collins van D&PL blijven boeren in ontwikkelingslan-den de keuze behouden tussen het bewaren van zaden van tra-ditionele variëteiten en de nieuw ontwikkelde soorten die doordeze techniek beschermd worden. De ontdekkers claimen datdeze techniek planten veredelaars zal stimuleren nieuwe varie-teiten te ontwikkelen van gewassen waarvoor hybrides niet vantoepassing zijn zoals tarwe, rijst, katoen en soja-bonen. Boerenzullen hiervan profiteren omdat ze toegang krijgen tot innovatiein de landbouw en productievere variëteiten. Daarnaast zal deaanmoediging om nieuwe variëteiten te ontwikkelen de geneti-sche variëteit van vele belangrijken gewassen bevorderen, aldusCollins. De Europese NGO Genetic Resources Action Internatio-nal (GRAIN) daarentegen bestrijdt dit uitgangspunt omdat debiodiversiteit niet gereduceerd kan worden tot pakketjes vankweeklijnen. GRAIN houdt vol dat het bewaren van zaden voorboeren noodzakelijk is om deze zaden aan hun eigen wensen tekunnen aanpassen, waardoor de biodiversiteit in hun eigen veldgewaarborgd blijft.

De steriele zaad techniek is ook door GRAIN bekritiseerd opgrond van de bioveiligheid. Kruisbestuiving en genen-overdrachtmet in de buurt groeiende gewassen kunnen per ongeluk dezesteriliteit verspreiden. Een boer die zaad probeert te bewarenvan conventionele gewassen die naast een veld steriel gewasgroeien, zou zijn opbrengst wel eens drastisch kunnen zien ver-minderen doordat de zaden niet meer ontkiemen. Echter deuitvinders van de techniek claimen dat het uitwisselen van ge-nen met wilde gewassen onmogelijk is omdat de zaden die hier-door geproduceerd worden niet kunnen ontkiemen.

Overheidsgeld voor wereldwijde belangenOverheidsgeld voor wereldwijde belangenDe nieuwe techniek werd gedeeltelijk ontwikkeld en gefinan-cierd door de USDA. Waarom financiert een overheidsinstellingeen techniek met geen enkel landbouwkundig voordeel voor deboeren? Zoals werd vastgelegd tijdens een interview met RAFIwas het doel van de USDA “om de waarde van het zaad van zaad-bedrijven te vergroten en om nieuwe markten te creëren in Tweedeen Derde wereldlanden.” In minstens 78 landen hebben uitvin-ders aanvragen voor patenten ingediend.

Echter het idee om de kweekactiviteiten van zelfstandige be-drijven te stimuleren, door ze te voorzien van een techniek diehet terugverdienen van investeringen waarborgt, is niet nieuw.

Page 8: eugenetica :toekomst of realiteit?

88 BioBrief nummer 5, najaar 1998

landbouw

In de dertiger jaren deze eeuw is de Amerikaanse industrie eringeslaagd het onderzoek naar hybrides te promoten als het hoofd-doel van het overheidsonderzoek. Het maken van economischrendabele mais hybrides was de eerste aanzet tot het ontwikke-len van een zelfstandige zaad industrie die steeds nieuwe varië-teiten ontwikkelde en commercialiseerde met een steeds bete-re opbrengst. Hybrides moeten over het algemeen 15 tot 20procent meer opbrengen dan niet-hybrides, vrije-bestuivings va-riëteiten (OPV’s), om economisch rendabel te zijn. De extraopbrengst weegt voor de boeren dan op tegen de kosten vanhet zaad dat ze elk jaar opnieuw moeten kopen.

Zal deze nieuwe techniek het kweken van gewassen op de-zelfde manier stimuleren? USDA en D&PL hebben aangekon-digd om de techniek toegankelijk te maken voor vele zaadbe-drijven door middel van licenties. D&PL ziet dit als een garantievoor competitie tussen de verschillende zaadleveranciers waar-tussen slechts op grond van landbouwkundige voordelen voorde boeren een keuze kan worden gemaakt. Hoewel tabak alsmodelplant werd gebruikt tijdens de ontwikkeling van deze tech-niek, wordt verwacht dat de eerste commerciële plant katoenzal zijn. D&PL hoopt de eerste variëteiten die beschermd zijntegen het bewaren van zaad in 2004 op de markt te brengen.

Acquisities en fusiesAcquisities en fusiesDe grootte van een patenthouder kan een geweldige invloedhebben op de introductie van een nieuwe techniek. In dit lichtheeft het patent op steriel zaad binnen drie maanden al eenaanzienlijk gewicht gekregen.

D&PL is ‘s werelds grootste katoenzaad onderneming metverkoopcijfers van 183 miljoen US$ in 1997. Het bedrijf gebruikttraditionele veredelingstechnieken en moderne biotechnologieom katoen variëteiten te ontwikkelen die een betere oogst op-leveren en verbeterde vezel-eigenschappen hebben. Echter, hetAmerikaanse bedrijf Monsanto kondigde in mei 1998 aan hetbedrijf voor 1.9 miljard US$ over te kopen. Gedurende het af-gelopen jaar heeft Monsanto haar hoofdactiviteiten verschovenvan chemicaliën naar landbouw-chemicaliën, biotechniek en zaadproduktie. Voor de overname bezat Monsanto al de kleine hoe-veelheid van 8 procent aan aandelen in D&PL, en in december1997 startten de twee bedrijven een katoenzaad samenwerkings-project in China. D&PL heeft katoen en soja bonen ontwikkelddie resistent zijn tegen Monsanto’s bestrijdingsmiddel Roundupen Monsanto’s Bacillus thuringiensis (Bt) techniek gebruikt ompest resistente katoen te ontwikkelen. Door dit alles en haareigen katoen activiteiten zal Monsanto 85 procent van de ka-toenzaad-markt in handen hebben.

Volgens Karen Marshall, de PR directrice van de landbouw sec-tor van Monsanto, is de aanleiding van de acquisitie van D&PLniet het patent van D&PL op steriel zaad produktie. Gezien hetfeit dat de aankoop nog niet afgerond is, heeft Monsanto nietste zeggen over hoe de techniek gebruikt wordt en voor welkegewassen, aldus Marshall.

Het is echter duidelijk dat het verkrijgen van deze techniekMonsanto’s belang bij het beschermen van haar eigen variëtei-ten tegen het bewaren van zaden ten goede zal komen. Na ka-toen zullen soja-bonen een aantrekkelijk doel worden. In 1997was 13 procent van de commercieel geplante soja in de Verenig-de Staten resistent tegen Monsanto’s bestrijdingsmiddel. Boe-ren die gebruik maken van Monsanto’s Roundup resistente soja-

boon variëteiten moeten in een contract vastleggen dat ze degepatenteerde zaden niet bewaren en herplanten. Biologischgeïnduceerde steriliteit zal deze restrictie van Monsanto helpente versterken.

Intussen werd in juni 1998 aangekondigd dat Monsanto en hetAmerikaanse farmaceutische en chemische bedrijf American HomeProducts zouden gaan fuseren. Het bedrag dat hiermee gemoeidzal gaan is 33 miljard US$ in aandelen, de zesde grootste fusieooit. Het conglomeraat die hieruit ontstaat zal een jaarlijkseomzet halen van 23 miljard US$ en zal zich daarmee scharenonder de vijf grootste ondernemingen op het gebied van we-reldwijde farmaceutische, landbouw chemische, veterinaire ge-neesmiddelen en zaad produktie. (De voorgenomen fusie is inoktober 1998 afgeketst- Red.)

Zaad steriliteit op de internationale agendaZaad steriliteit op de internationale agendaInternationale publieke organisaties zoals de Food and Agricultu-re Organisation (FAO) hebben nog geen officieel commentaargegeven op de steriele zaad techniek. Het onderwerp werdbehandeld op de bijeenkomst van de Conference of Parties (COPIV) van de Conventie (CBD). De partijen kwamen tot het be-sluit dat er uit voorzorg moest worden gekeken “of er conse-quenties zijn voor de handhaving en het duurzame gebruik van debiologische diversiteit” door de ontwikkeling en het gebruik vande nieuwe techniek. Aan de Subsidiary Body on Scientific, Techni-cal and Technological Advice (SBSTTA) is het verzoek gedaan eenachtergrond-rapport te schrijven waarop het secretariaat vande CBD een officieel standpunt kan baseren.

Het standpunt van de Consultative Group on International Agri-cultural Research (CGIAR) zal vooral interessant zijn omdat zijhet als hun mandaat zien landbouwkundig onderzoek in het be-lang van de armsten te promoten. De CGIAR staat bekend alspromotor van de Groene Revolutie. Binnen de CGIAR is de dis-cussie omtrent de voordelen van transgene technieken nog steedsopen. In het verleden heeft de CGIAR haar expertise in het phe-notypisch planten kweken bewezen en het leeuwendeel bijge-dragen aan de verspreiding van hoge opbrengst gewassen inontwikkelingslanden. Echter in Bioengineering of Crops, in 1997gepubliceerd in samenwerking met de Wereld Bank, wordt ge-poneerd dat transgene gewassen de voedselproduktie in ont-wikkelingslanden met 25 procent kan vergroten. De vraag ishoe de CGIAR zal reageren op de ontwikkeling van een nieuwetechniek die het bewaren van zaden van basis-gewassen als bij-voorbeeld tarwe en rijst onmogelijk maakt. Het is duidelijk dathet introduceren van steriel zaad geen enkel nut heeft voor ge-wassen die geproduceerd worden voor algemeen gebruik. Maarwat zullen de consequenties zijn als zelfstandige planten kwe-kers wel deze bescherming aan hun kweekmedia toevoegen?Gaat dit lijden tot concurrentie met de CGIAR op het ontwik-kelen van basis-gewassen zoals tarwe en rijst die voor de we-reld van het grootste belang zijn?

Een techniek om steriel zaad te kweken is tevens in strijd metpogingen van de CGIAR apomixis in de gewassen te kweken.Apomixis is een manier van asexuele voortplanting die leidt toteen nageslacht dat genetisch identiek is aan de ouder plant. DeInternational Maize and Wheat Improvement Center (CIMMYT)en de onderzoeks instelling ORSTOM van de Franse overheidhebben een techniek ontwikkeld om apomixis in hybride maiste kweken. Boeren zouden hierdoor kunnen profiteren van de

Page 9: eugenetica :toekomst of realiteit?

99BioBrief nummer 5, najaar 1998

landbouw

hybride groeikracht zonder elk jaar dit hybride zaad te moetenkopen.

Toekomstige ontwikkelingenToekomstige ontwikkelingenZullen boeren in ontwikkelingslanden profiteren van het aan-moedigen van zelfstandige ondernemingen in geïndustrialiseer-de landen? Verschillende argumenten kunnen tegen deze me-ning ingebracht worden.- Nieuw ontwikkelde variëteiten. Op dit moment valt het te be-twijfelen of het beschermen van zaad bij zal dragen aan het ont-wikkelen van nieuwe variëteiten. Waarschijnlijk zullen zaadbe-drijven zich eerst richten op het beschermen van gewassen dieal bestaan of in ontwikkeling zijn. Velen hiervan zijn echter aan-gepast aan input-traits zoals resistentie voor bestrijdingsmidde-len in plaats van aan een ongunstige omgeving en stress. Als ernieuwe variëteiten worden ontwikkeld blijven markten in geïn-dustrialiseerde altijd nog aantrekkelijker dan die in ontwikke-lingslanden.- Keuzevrijheid. Natuurlijk zal de keuze tussen traditionele enmoderne variëteiten niet van de ene op de andere dag verdwij-nen. Daarnaast hebben vele boeren niet het geld om commer-ciële zaden te kopen. De consequenties zullen daarom pas opde langere termijn zichtbaar worden: zelfstandige en veredel-aars in dienst van de overheid die toegang willen hebben totverbeterde, nieuw ontwikkeld plantenmateriaal zouden gedwon-gen kunnen worden het steriel zijn van de zaden als gebruikers-overeenkomst op de koop toe te nemen. Op het moment datdeze gewassen op de markt verschijnen zullen ze de uitwisse-ling van kweek materiaal binnen de informele sector beïnvloe-

den.- Zaad bescherming. Boeren die voor hun zaden afhankelijk zijnvan de commerciële sector zullen kwetsbaarder worden voorallerlei ongeregeldheden zoals transport of markten om vermo-gen te verzamelen om zaad te kopen. Daarnaast zullen boerengeen mogelijkheden meer hebben hun zaden aan veranderingenin het milieu aan te laten passen.

Voor boeren in ontwikkelingslanden is de controle over hun za-den de basis van de landbouw. Elke techniek die deze voor-waarde ondermijnt zal waarschijnlijk geen positieve invloed heb-ben op de voedselvoorziening.

Volker Lehmann

Deze techniek verandert de genetische samenstelling van eenplantencel. Planten die uit deze cel regenereren zullen zadenproduceren die niet kunnen ontkiemen. De techniek is geba-seerd op het introduceren van een combinatie van drie ge-nen:- een gen dat codeert voor een giftige stof die letaal is voor

een planten embryo. Dit gen is gekoppeld aan een blokke-rende sequentie die de activatie van het ‘giftige gen’ voor-komt.

- een zogenaamd LOX-gen. Dit gen codeert voor een eiwitdat de sequentie gekoppeld aan het ‘giftige gen’ uitknipt.

- een repressor gen dat codeert voor een eiwit dat het LOX-gen inhibeert.

Normaal gesproken is het repressor gen actief en inhibeertdus het LOX-gen. In dit geval is het blokkeringsmechanismeactief en voorkomt de vorming van de giftige stof. Dan is hetgewas even vruchtbaar als de niet-genetisch gemodificeerdevorm van het gewas. Alleen als de zaden van een dergelijkeplant in aanraking komen met een ‘chemische prikkel’ zal het

repressor gen geactiveerd worden. Het resultaat zal zijn datde giftige stof wordt geproduceerd en het planten embryoniet kan ontkiemen. Tijdens de ontwikkeling van deze tech-niek werd het antibioticum tetracycline as chemische prikkelgebruikt omdat deze stof niet in de natuur voorkomt. Hier-door zal per ongeluk geactiveerde zaad steriliteit onwaar-schijnlijk worden.

Om deze techniek te gebruiken voor commerciële doel-einden worden eerst de gewassen zonder chemische behan-deling opgekweekt. Voordat vervolgens het geoogste zaadverkocht wordt zal het behandeld worden met de chemi-sche prikkel, bijvoorbeeld tetracycline. Als gevolg van denatuurlijke regulatie van de ontwikkeling van een plantenembryo zal de chemische prikkeling lijden tot de productievan de giftige stof in een later stadium van het embryo. Degroei en oogst van de plant zal hierdoor niet belemmerdworden.

Het octrooi eist een zeer brede bescherming. Het geld vooralle planten cellen, weefsels, zaden en volledige planten vanelke soort die de bovenstaande DNA sequenties bevatten.

Regulatie van het ontkiemen van zadenRegulatie van het ontkiemen van zaden

Redacteur Biotechnology and Development Monitor

Origineel:‘Patent on seed sterility threatens seed saving’, Biotechnology & DevelopmentMonitor 35, juni 1998

Bronnen:H. W. Kendall, R. Beachy, T. Eisner, F. Gould, R. Herdt, P. Raven, J. S. Schell andM. S. Swaminathan (1997), Bioengeneering of Crops. Rapport van de Wereld Bankover Transgene Gewassen. ESDS Monograph Series: 23, World Bank, Washing-ton DC, USA. Worldbank.\http://ourworld.compuserve.com/homepages/genethicsnewshttp://patents.uspto.govhttp://www.rafi.caPersoonlijke contacten met H. B. Collins (D&PL), S. Miller Hayes (USDA), K.Marshall (Monsanto), A. R. Martinez (GRAIN) en M. Zimmermann (FAO)

Page 10: eugenetica :toekomst of realiteit?

1010 BioBrief nummer 5, najaar 1998

patenten

In BioBrief nummer 4 stond een uitgebreid artikelover de op handen zijnde stemming over de nieuwe

EU octrooirichtlijn ‘inzake de wettelijke beschermingvan biotechnologische uitvindingen’. Zoals inmiddels

bij velen bekend, is de richtlijn ondanks alle protestenzonder amendementen aangenomen.

Voorstanders stelden dat zonder patenten (eenpatent is hetzelfde als een octrooi) de onderzoeks-kosten voor biotech-gewassen en -medicijnen niet

kunnen worden terugverdiend en hanteren de slogan‘Patents for Life’. Tegenstanders van biotech-paten-

ten vrezen grootscheepse privatisering van genetischmateriaal, met name uit zuidelijke landen en zien

daarin een nieuwe vorm van kolonialisme, waartegenzij ten strijde trekken onder de leus ‘No Biopiracy’.Nina Holland volgde het politieke proces, dat op 12mei 1998 eindigde in een roerige stemming in het

Europees Parlement.

LobbyLobbyIn de hal van het gebouw van de Raad van Europa in Straats-burg, waar het Europarlement haar plenaire sessies houdt, ont-stonden voor de stemming, op dinsdag 12 mei, vreemde tafere-len. Er was een duidelijk onderscheid te maken tussen de ver-schillende groepen aanwezigen; voorstanders (Patents for life!),tegenstanders (No Biopiracy!) en toeristen.

Het is algemeen bekend dat de industrie bij deze tweede ver-sie van de richtlijn (de eerste werd in 1995 door het Parlementverworpen) haar lobby vooral gevoerd heeft via een aantal pa-tiëntenorganisaties. ‘Emotional blackmail’ werd dit door som-mige parlementariërs genoemd. Ze waren duidelijk aanwezig,een groep mensen in felgele t-shirts, een paar in rolstoel, dieoveral stapels promofolders en pennen verspreidde.

De anti-biopiraterij groep, mensen van de Europese coalitietegen patenten op leven en een afgezant van het InternationalForum of Indigenous Peoples, droegen zwarte ooglapjes en deel-den ook folders uit.

Om totaal verschillende redenen hadden de twee groepen demaanden ervoor hard gelobbyed voor of juist tegen de richtlijn.Nu, bij deze confrontatie, gaf de (schijn)tegenstelling beide waar-schijnlijk een nogal ongemakkelijk gevoel.

Mensen die hun hoop gevestigd hebben op de biotechnologieom een remedie te vinden voor ernstige erfelijke aandoeningen,kan het vanzelfsprekend niet kwalijk genomen worden dat zevoor hun (deel)belang opkomen. Maar de Europese patiënten-organisaties zijn in geen geval eensgezind over de richtlijn, om-dat ze lang niet allemaal overtuigd zijn van de voordelen vanpatentering van genenmateriaal voor de voortgang van medischonderzoek.

Mensen in ontwikkelingslanden, die hun genenmateriaal steedsvaker, in veranderde vorm, gepatenteerd terug zien in het Noor-

Piratenslag in het EuroparlementPiratenslag in het EuroparlementEU octrooirichtlijn ongewijzigd aangenomenEU octrooirichtlijn ongewijzigd aangenomen

den, waren echter nauwelijks in de gelegenheid om hun stem telaten horen. De Nederlandse Coalitie tegen Patenten op Levenhad een maand tevoren een advocate en een parlementslid uitIndia over laten komen om met Europarlementariërs te pratenover de mogelijke negatieve effecten van de richtlijn voor hunland, maar ook zij vonden niet veel respons.

Het was voor aanvang van de plenaire vergadering van het Eu-ropees Parlement, waar gestemd zou worden over de richtlijn,al duidelijk dat de richtlijn deze keer niet nog eens door hetParlement verworpen zou worden. Het zou er vooral om span-nen of een aantal van de 30 ingediende amendementen het nogzou halen. Tijdens de eerste stemming in juli 1997 had het Par-lement de richtlijn al aangenomen, maar wel met 67 amende-menten. De Commissie nam deze amendementen op één naallemaal over, althans dat werd gezegd. De nauwkeurige lezerkon een groot aantal tekstwijzigingen ontdekken, die de amen-dementen toch weer aan betekenis deden inboeten.

Groene aktieGroene aktieToen het eenmaal zover was, ontstond binnen in de zaal grotecommotie. De leden van de Groene fractie hadden een grootspandoek mee naar binnen gebracht (No Biopiracy!), en haddenzich uitgedost met zwarte piratenhoeden, ooglapjes en vlaggenmet doodshoofden. Tot enorme verontwaardiging van een grootdeel van het Parlement, dat deze zeer ongebruikelijke aktie tochecht ‘volledig in strijd met de waardigheid van dit Huis’ vond.Roepend in de microfoons en klappend op hun tafels weigerdedeze groep te beginnen met de vergadering, totdat de Groenenal hun versierselen afgedaan zouden hebben. De voorzitter be-paalde echter dat alleen het spandoek weg moest, maar datmensen verder zelf moesten weten hoe ze eruit zagen.

Nadat het gemor verstomd was, verliep de stemming zelf invlot tempo. De motie van de Groenen om de hele richtlijn teverwerpen werd slechts door 78 leden gesteund. Voor een paarvan de dertig amendementen was nog aardig wat steun (rondde 200 stemmen), maar geen één haalde het.

Het is opmerkelijk dat de richtlijn alleen verworpen kan wor-den als er een motie daartoe wordt ingediend. Verder wordtalleen over amendementen gestemd; aan het eind wordt nietnog eens over de richtlijn als geheel gestemd. Als iemand dusniet helemaal tegen de richtlijn is, maar een aantal amendemen-ten cruciaal vindt, heeft die geen kans de richtlijn alsnog te ver-werpen als zou blijken dat die amendementen het niet gehaaldhebben. Het is meteen afwijzen, of slikken zoals het komt.

Onder de Europarlementariërs waren grofweg drie groepente onderscheiden: leden die de richtlijn verwierpen en (bijna)alle amendementen steunden, leden die een groter of kleineraantal amendementen steunden, en leden die (vrijwel) geenamendementen steunden. De eerste groep betrof een merk-waardig gezelschap: relatief gezien de meeste groenen (bijnaallemaal), christelijken (voor een derde), radicalen (voor de helft),

Page 11: eugenetica :toekomst of realiteit?

1111BioBrief nummer 5, najaar 1998

patenten

en extreem-rechtsen (voor een derde). Van de grootste frac-ties, de sociaal-democraten (PSE) en de christen-democraten(PPE), samen bijna twee derde in het Parlement, stemde slechtseen enkeling voor de motie om de richtlijn te verwerpen. Vande Nederlanders stemden alleen Blokland en Van Dam (SGP/GPV/RPF), Van Putten (PvdA) en Van Dijk (GroenLinks) tegen.

De tweede groep bestond onder andere uit bezorgde chris-ten-democraten die amendementen steunden tegen het paten-teren van uitvindingen die betrekking hebben op menselijkeembryo’s, of voor de instelling van een onafhankelijk ethischcomité. Enkele sociaal-democraten vonden dat de ontwikkelings-landen er erg bekaaid af dreigden te komen.

De derde (en grootste) groep was voorstander, of volgde sim-pelweg de partij-lijn. De partij-lijn van zowel de PSE als de PPE,zo bleek in de weken voor de stemming, was voor de richtlijn,zonder aanname van amendementen. Willi Rothley, de rappor-teur van de richtlijn, voor wie het na tien jaar zo’n beetje z’nlevenswerk was geworden, heeft hierbij een zeer belangrijkerol gespeeld.

BiopiraterijBiopiraterijKort voor de stemming in het Europarlement vond in Bratisla-va, Slowakije, een belangrijke VN-conferentie plaats over intel-lectueel eigendom en toegang tot genetische bronnen. Tijdensdeze ‘Conference of the Parties’ (COP) ter uitwerking van hetin 1992 in Rio de Janeiro gesloten Biodiversiteitsverdrag, vondeen ontmoeting plaats van vertegenwoordigers van inheemsevolkeren uit de hele wereld. Zij bespraken mogelijkheden omhun volkeren te beschermen tegen biopiraterij.

Jean-Auberic Charles, vertegenwoordiger van de Kalima uitFrans Guiana, reisde van Bratislava naar Straatsburg om het Par-lement op de hoogte te stellen van de overeenstemming diedoor de top van inheemse volkeren bereikt was. In een persbe-richt werd duidelijk gemaakt dat het ongewenst zou zijn als hetParlement wetgeving zou accepteren die biopiraterij makkelij-ker maakt. De Kalima pleitte dan ook met name voor amende-ment 76 dat bedoeld is om dat tegen te gaan. In dit amende-ment werd een nieuw criterium voor patenteerbaarheid geïn-troduceerd: het ‘bewijs van oorsprong’.

Naast de traditionele criteria waaraan een uitvinding moet vol-doen om voor een patent in aanmerking te komen (nieuw, inno-vatief en industrieel toepasbaar), zou de uitvinder ook bewijsmoeten overhandigen waar het materiaal vandaan komt. In hetgeval het om menselijk genenmateriaal gaat, moet naam en adresvan de persoon of zijn/haar familieleden bij de patentautoritei-ten bekend zijn, alsook haar/zijn uitdrukkelijke toestemming. Alshet om plantaardig of dierlijk materiaal gaat, moet de plek vanherkomst bekend zijn, en moeten documenten overhandigdworden waaruit blijkt dat dit materiaal volgens de wetten vanhet betreffende land verkregen is.

Dit verworpen amendement had ontwikkelingslanden enighouvast kunnen geven bij het verkrijgen van compensatie voorgebruik van hun genetische hulpbronnen. Tegelijkertijd moeterkend worden dat er aanzienlijke praktische problemen had-den kunnen ontstaan bij de uitvoering ervan. Dezelfde plant kanbijvoorbeeld in verschillende landen gevonden worden. Veel plan-tensoorten hebben zich immers door menselijk toedoen overde hele wereld verspreid. Wie heeft dan recht op compensatie?Alleen het land waar het materiaal daadwerkelijk vandaan komt?

Desondanks hadden hiervoor oplossingen bedacht kunnen wor-den.

Ethisch ComitéEthisch ComitéHet Parlement wilde een speciaal, onafhankelijk ethisch comitédat alle ethische aspecten van het patenteren van biotechnolo-gische uitvindingen, en het gebruik daarvan, zou onderzoeken.De Europese Commissie vond dit niet nodig, omdat er al een‘European Group on Ethics in Science and New Technology’bestaat.

Deze groep heeft echter een zeer brede taak, waar onlangsnog informatietechnologie aan toe is gevoegd. Ook hebben deleden van dit comité geen deskundigheid op het gebied van pa-tentering. Gezien het grote aantal patentaanvragen dat in detoekomst te verwachten valt in het veld van de biotechnologie,zal de European Group on Ethics in Science and New Techno-logy zeker niet in staat zijn dit bij te houden. Het parlementboog voor de Commissie want het in juli aangenomen amende-ment voor het onafhankelijk comité haalde het op 12 mei niet.

Standpunt Nederlandse regeringStandpunt Nederlandse regeringIn de Rijksoctrooiwet staat, net als in het Europees Octrooi Ver-drag, dat planten- en dierenvariëteiten niet patenteerbaar zijn(zie ook kader). De Tweede Kamer had hieruit in 1996 nog ge-concludeerd dat ook ‘losse’ planten en dieren niet voor een pa-tent in aanmerking komen. Het kabinet was genoodzaakt omdit standpunt over te nemen, en daarom in de Europese Minis-terraad in November 1997 tegen de richtlijn te stemmen.

In de wandelgangen wordt echter beweerd dat de regeringeigenlijk helemaal niet tegen de richtlijn was. Toch was het nietmoeilijk om tijdens de Ministerraad tegen te stemmen, aangeziende Nederlandse minister heel goed wist dat de andere landen(op twee onthoudingen van Italië en België na) vóór zouden stem-men. Het is dan ook maar zeer de vraag hoe hard er nou echtgevochten is voor het standpunt van de Tweede Kamer.

Staatssecretaris van EZ, Van Dok, schreef weliswaar aan dejuridische commissie van het EuroParlement een brief om hetNederlandse standpunt te benadrukken; deze brief werd ech-ter niet rondgedeeld. Op verzoek konden Europarlementariërseen kopie krijgen. De staatssecretaris had de brief zelf natuurlijkook rechtstreeks naar alle leden van die commissie kunnen stu-ren.

Naar verwachting zal het Gemeenschappelijk Standpunt vande Ministerraad, nu het is goedgekeurd door het Parlement, injuni door een Ministerraad officieel bekrachtigd worden.

Wat nu?Wat nu?Verschillende organisaties tegen patent op leven beraden zichover wat mogelijk volgende stappen kunnen zijn. Eén mogelijk-heid is om zich te richten op de herziening in 1999 van de Traderelated Intellectual property rights (TRIPs) van de wereldhan-delsorganisatie WTO. De TRIPs is een poging van de WTO omintellectuele eigendomssystemen overal op één lijn te krijgen.Plantenrassen moeten volgens de TRIPs in alle landen voor oc-trooibescherming in aanmerking komen, of door een ‘doeltref-fend afzonderlijk’ (sui generis) systeem, zoals het kwekersrechtbeschermd kunnen worden. Rothley, de rapporteur van de richt-lijn, heeft al aangegeven dat het mogelijk is dat de richtlijn aan-

Page 12: eugenetica :toekomst of realiteit?

1212 BioBrief nummer 5, najaar 1998

gepast moet en kan worden als de TRIPs ingrijpend veranderdwordt.

Een andere optie voor de patent op leven bestrijders is een‘case by case’ strategie: de nieuwe patentaanvragen nauwgezetin de gaten houden en eventueel aanvechten.

Zoals door verschillende Parlementsleden in het slotdebat op12 mei werd aangegeven, is de discussie over het patenterenvan levend materiaal met dit besluit nog lang niet van de baan;integendeel. Uit de jurisprudentie zal de komende jaren blijkenhoe de richtlijn uitpakt en wat voor wie de consequenties zijn.De octrooiering van levend materiaal en daaraan gekoppeld debiodiversiteitsproblematiek, de verdeling van de opbrengstenvan biodiversiteit en inheemse kennis, zal in de komende de-cennia één van de grootste conflictpunten worden; niet alleen inde EU, maar ook binnen vele andere internationale fora zoalsde WTO, de FAO, en het Biodiversiteitsverdrag.

Nina Holland(student milieukunde, studeert af op deze richtlijn)

Op 16 oktober 1998 besloot staatssecretaris Ybema van Economische Zakenop verzoek van de Tweede Kamer bezwaar aan te tekenen tegen de EuropesePatentrichtlijn- Red.

patenten gezondheidszorg

VerzekeraarsVerzekeraarsMarktwerking, privatisering en concurrentie zijn

populaire begrippen bij beleidsmakers. De gezond-heidszorg blijft er niet van gevrijwaard. Paars 2

kondigt een nieuwe ronde van commercialisering vande gezondheidszorg aan.

‘Paars 2 wil het mogelijk maken dat verzekeraars op termijn zelfzorginstellingen (zoals ziekenhuizen) gaan exploiteren’. Met dezezin begon een artikel in het Financiële Dagblad van 17 juli jongst-leden1. In het concept-regeerakkoord werd aangekondigd dathet verbod op eigen instellingen voor verzekeraars gefaseerdwordt opgeheven.

Tijdens de kabinetsformatie was al uitgelekt dat paars 2 demedicijnprijzen wil drukken door toe te staan dat verzekeraarsen ziekenfondsen eigen apotheken gaan oprichten. Bestaandeapothekers zouden zo meer concurrentie krijgen wat de medi-cijnprijzen zou doen dalen. Het was echter niet eerder bekenddat dit de eerste stap is naar het volledig opheffen van het ver-bod op eigen zorginstellingen voor verzekeraars.

Het verbod op eigen instellingen voor zorgverzekeraars werdin 1964 om een veelheid van redenen ingevoerd. Hiervoor be-stonden er al ziekenfondsen met een eigen polikliniek, laborato-rium, apotheek of kraamkliniek. Destijds vond de politiek datverschillende zaken in de gezondheidszorg duidelijk gescheidenmoesten blijven: het ziekenfonds zorgde ervoor dat een behan-deling van een verzekerde betaald werd en een ziekenhuis hieldzich uitsluitend bezig met de medische zorg. Nu wordt hetomgekeerde beweerd, hulpverlening door instellingen van ver-zekeraars zou lagere zorgtarieven, snellere behandelingen enhierdoor kortere wachtlijsten tot gevolg kunnen hebben.

De Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) heeft een ad-vies uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijnen Sport met de titel: ’Verzekeraars op de zorgmarkt’.2 Zij plei-ten voor een ‘zorgsturing’ door overheid en verzekeraars sa-men. Hierbij ‘beperkt de overheid haar taken tot het absoluutnoodzakelijke en geeft de verzekeraars zoveel mogelijk ruimteom via contacten met zorgaanbieders de toegankelijkheid, dedoelmatigheid en de kwaliteit van de zorgverlening te bevorde-ren. De taken van de verzekeraars in de zorgsturing zijn: selec-teren van aanbieders en met hen afspraken maken over de om-vang en spreiding van de capaciteit, het gebruik van de aanwezi-ge capaciteit, de kwaliteit en de organisatie van de zorgverle-ning en de prijzen of tarieven voor de verleende zorg’ (blz. 26).

Een aantal bladzijden verder doet de RVZ nog een aanbevelingaan de overheid over wanneer zij zich zou moeten bemoeienmet eventuele ongelijkheid in de toegang tot de zorg. ‘Bij schaars-te aan voorzieningen lopen vooral de laagste sociaal-economi-sche bevolkingscategorieën het risico uit de boot te vallen metde kans op grotere gezondheidsverschillen. Dat risico neemttoe als de rijken en werkenden met voorrang toegang krijgentot schaarse voorzieningen. Dat is niet alleen uit sociaal oogpuntongewenst. Het kan ook tot consequentie hebben dat de over-

Plantenvariëteiten: patenteerbaar of niet?

Altijd een punt van verwarring is geweest de uitsluiting van pa-tentering van planten- en dierenvariëteiten. In de nu aanvaardeversie van de richtlijn staat duidelijk dat deze niet patenteerbaarzijn. Vervolgens wordt echter bepaald dat planten- en dierenva-riëteiten die tot stand zijn gekomen door middel van een tech-nisch procedé dat toepasbaar is op meer dan één variëteit, welpatenteerbaar zijn. De nadruk ligt dan op de techniek. In hetEuropese octrooirecht is het echter zo, dat geen onderscheid ge-maakt wordt tussen techniek en produkt; dit behoort beide tot‘de uitvinding’. Dus ook de ‘nieuwe’ plant of dier, en alle nako-mende generaties, vallen onder het patent. Met andere woorden,een nieuwe plantenvariëteit die ontwikkeld is met een techniekdie aan de eisen van een uitvinding voldoet, is patenteerbaar.

De kwestie lijkt nu neer te komen op de definiëring van ‘varië-teit’. In principe kan gesproken worden van een nieuwe variëteitals de nieuwe (combinatie van) eigenschappen van een plant on-derscheidbaar, homogeen en bestendig zijn. Een nieuwe gemani-puleerde plant, die volgens deze regels uit het kwekersrecht alsvariëteit kan worden bestempeld, lijkt in deze richtlijn door eenkunstgreep plotseling niet meer zo te worden aangemerkt. Derichtlijn zegt: het is een nieuwe plant, en geen plantenvariëteit.

Mij lijkt het zo, dat de bepaling die variëteiten uitsluit van pa-tenteerbaarheid, juridisch overbodig is, en alleen bedoeld om degemoederen te sussen. De uitsluiting betreft namelijk alleen nogmaar de variëteiten die tot stand zijn gekomen door middel vaneen techniek die géén uitvinding is (of een techniek die toepas-baar is op slechts één variëteit; maar dit is vrijwel nooit het ge-val); en die zijn dan natuurlijk sowieso niet patenteerbaar! Vol-gens dhr. Snethlage, ambtenaar bij het Ministerie van Economi-sche Zaken en octrooideskundige, is de regel bedoeld als duidelij-ke afbakening van het kwekersrecht.

Page 13: eugenetica :toekomst of realiteit?

1313BioBrief nummer 5, najaar 1998

mogen ziekenhuis startenmogen ziekenhuis starten

heid haar plicht om iedereen toegang tot gezondheidszorg tegeven, feitelijk niet meer nakomt. Dat moet natuurlijk niet ge-beuren, wat betekent dat er een ondergrens is aan de schaarstedie in de gezondheidszorg toelaatbaar is’ (blz. 49).

De RVZ voorspelt dus dat de gezondheidszorg efficiënter enkwalitatief beter geregeld kan worden door verzekeraars devrijheid te geven. In hoeverre deze verzekeraars stil zullen staanbij de belangen van patiënten is natuurlijk de vraag. Het blijvencommerciële bedrijven met als hoofddoel het maken van winst.Zo zal een schaarste aan voorzieningen gunstig zijn voor de ver-zekeraars omdat ze deze voorzieningen dan duurder kunnenmaken, het spel van vraag en aanbod. De RVZ adviseert de over-heid om in te grijpen bij dergelijke schaarsten, maar zal daarwaarschijnlijk niet toe in staat zijn. Er zullen altijd schaarstenblijven, onder anderen doordat er voortdurend nieuwe tech-nieken en behandelingen ontwikkeld worden die schaarse grond-stoffen vereisen. Zo zijn de wachtlijsten voor orgaandonatiesenorm, waar de overheid tevergeefs van alles aan probeert tedoen. Het lijkt een onmogelijke taak om alle schaarsten in degezondheidszorg op te lossen, met het gevolg dat de rijken tochvoorrang zullen gaan krijgen en verzekeraars alleen maar meerwinst zullen maken.

Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de overkoepelende orga-nisatie van alle 41 particuliere ziektekostenverzekeraars en 29ziekenfondsen gaat de mogelijkheid bestuderen dat zorginstel-lingen het eigendom van verzekeraars kunnen worden. Het kaner toe leiden dat zorgverzekeraars en ziekenfondsen hun eigenapotheek kunnen gaan opzetten waarbij bonussen en kortingenbij het inkopen van medicijnen ten goede kunnen komen aan demedicijngebruiker. In ieder geval moeten de mogelijkheden diehet regeerakkoord biedt bestudeerd worden. Dat bevestigtwoordvoerder W. Annard van Zorgverzekeraars Nederland inde Telegraaf.3

Doeke Post, hoogleraar sociale geneeskunde te Groningen,gelooft niet dat verzekeringsmaatschappijen hun vingers zullenbranden aan het exploiteren van ziekenhuizen en apotheken.Ziekenhuizen zijn verliesposten en daarom een onaantrekkelij-ke markt. Wanneer een verzekeringsmaatschappij een commer-cieel ziekenhuis zou willen opzetten zullen ze daarmee onher-roepelijk tegen de haren van cliënten in strijken. Daarnaast zietPost het nog niet gebeuren dat verzekeringsmaatschappijen art-sen en ander ziekenhuis-personeel in de hand kunnen krijgen.Ook apotheken zijn een kostenpost, vooral door de voortdu-rende ontwikkeling van nieuwe (en duurdere) medicijnen entechnieken. Echter, wanneer één verzekeringsmaatschappij destap zal zetten zal de rest snel volgen, aldus Post.

Onlangs kondigde Noordhollands Dagblad aan dat een aantalzorginstellingen en een verzekeraar ondergebracht gaan wor-den in één concern of holding of zelfs gaan fuseren.4 De resulte-rende Zorgalliantie Zaanstreek Waterland zal gaan bestaan uit:ziekenhuis De Heel, het Waterlandziekenhuis, Zorg Zaanlanden Zorgcirkel Waterland (verpleeg en verzorgingshuizen), Zorg

en Wonen Zaanstreek Waterland (thuiszorg) en verzekeraarPWT. De doelstelling van de Zorgalliantie is het organiseren vaneen verzameling van zorgvormen waarbinnen het makkelijk over-stappen is. In de tussenrapportage wordt een besparing van bijnadrie miljoen gulden per jaar en een verregaande verbetering vande zorg voorspeld.

Directeur R. van Betten van het Waterlandziekenhuis zegt inNoordhollands Dagblad dat de deelname van een verzekeraarbelangrijk is in de plannen van de Zorgalliantie. ‘Het onderbren-gen van een ziektekostenverzekeraar en zorginstellingen in eenorganisatie lijkt op het eerste gezicht tegenstrijdig, maar is datniet. Het oude beeld van de zorgsector die geld wil uitgeven endat van de verzekeraar die de hand op de knip wil houden isachterhaald. Zorgsector en verzekeraar zijn geen tegenstandersmeer.’

Echter, betekent dit dat verzekeraars hun winstoogmerk latenvaren of dat zorginstellingen ook het grote geld gaan zien.

Herman van WietmarschenMedewerker van NoGen

Bronnen:Het Financiële Dagblad, 17 juli 1998, ‘Verzekeraars mogen ziekenhuis starten’Advies uitgebracht door de RVZ aan de minister van VWS, april 1998,‘Verzekeraars op de zorgmarkt’De Telegraaf, 17 september 1998, ‘Verzekeraars willen patiënt zelf genezen’Noordhollands Dagblad, 12 september 1998, ‘Fusie op komst tussen grotezorginstellingen’

gezondheidszorg

wordt uitgegeven doorwordt uitgegeven door

NoGenNoGenBiotechnologie Archief NoGen kan uw steunerg goed gebruiken. Bijhouden van documen-tatie kost geld. Aftrekbaar van de belastingzijn giften aan de Stichting Discussie over

Biotechnologie (DOB), de rechtsvorm waarNoGen onder valt. Het gironummer van DOB

is 3087127.Biotechnologie Archief NoGen,

Burgtstraat 3,NL-6701 DA WageningenTel/fax:(+)31 (0)317-423 588E-mail: [email protected]

Page 14: eugenetica :toekomst of realiteit?

1414 BioBrief nummer 5, najaar 1998

g e n o o m - o n d e r z o e k

center in Beijing op te zetten. In een zelfde soort genome centerin Shanghai wordt nog eens vier en een half miljoen gulden geïn-vesteerd.

De tien miljoen gulden vallen in het niet bij de bedragen diewesterse genoom-bedrijven investeren. Daar staat tegenoverdat In China de arbeidskosten beduidend lager zijn, dus dat mettien miljoen veel meer gedaan kan worden dan in bijvoorbeeldde VS. Naast de Genome Centers in Shanghai en Beijing zijndertig andere human genome laboratoria bezig op dit gebied.

Desalniettemin zal China, wat nog steeds tot de ontwikkelings-landen gerekend wordt, er een harde dobber aan hebben teconcurreren met westerse bedrijven die de wereld afstruinennaar commercieel interessant genetisch materiaal.

De Chinese staat zet andere middelen in om exploitatie van degenetische rijkdom in het land door buitenlandse biotech-be-drijven tegen te gaan. Een set aan regels is onlangs opgesteldom het aanleggen van collecties Chinees genetisch materiaal tebegeleiden. Nu is officiele toestemming nodig voor elk onder-zoeksproject dat als doel heeft het “sampelen, verzamelen, ver-kopen of exporteren” van menselijke genetische bronnen. In hetverleden kwam het namelijk herhaaldelijk voor dat buitenlandsebedrijven gegevens uit studies van lokale onderzoekers zondervergoeding gebruikten. De nieuwe regels leggen vast dat alswaardevolle genetische informatie bekend wordt door een sa-menwerking van buitenlandse en Chinese onderzoekers, de win-sten van de patenten verdeeld moeten worden volgens het aan-deel dat de betrokken partijen hebben geleverd aan het onder-zoek. Verder moet voldoende duidelijke toestemming (informedconsent) verkregen zijn van de mensen van wie een gen of cel isafgenomen, of wanneer dat afdoende is, van de familie van degenetische bron. De praktijk leert dat het juist voor geisoleerdlevende Inheemse volken bijzonder moeilijk, zo niet onmogelijkis het concept en het belang van DNA-onderzoek te begrijpen.Vaak staat dit haaks op hun eigen culturele en religieuse ideeenover leven. Het is dan ook zeer de vraag of veel mensen goedgeinformeerd toestemmen met dna-onderzoek naar hun weef-sel. De genetische bronnen hebben door hun vaak geisoleerdepositie in de maatschappij meestal weinig middelen zich tegengenetische exploitatie te verweren. De Chinese overheid staatniet bekend om haar inspanningen de mensenrechten te ver-sterken.

De Chinese overheid beschermt haar genetische bronnen te-gen ongebreidelde exploitatie door buitenlandse biotech-bedrij-ven. Toestemming voor een project wordt verleend door hetdaarvoor opgerichte Regeringsbureau voor Nationale HumaneGenetische Bronnen van China. Boqin Qiang, hoofd van hetGenome Center in Beijing, benadrukt dat het niet de bedoelingis samenwerking met buitenlandse bedrijven tegen te gaan. In-tegendeel, Chinese wetenschappers willen volgens hem juistgraag samenwerken.

Jeroen Breekveldt, medewerker NoGen

Bron: Nature, 3 september 1998Bron: The Xinhua News Agency april 27, 1998Bron: www.perkin-elmer.com/press/prc5287.html (20-1-1997)

China investeert in eigen genome projectGenetische informatie speelt een steeds grotere rolvoor de toekomstige farmaceutische industrie. Hetvaststellen van connecties tussen ziekten en geneti-

sche patronen is een goudmijn aan het worden.China, waar 10% van de genetische diversiteit ondermensen in de wereld te vinden is, wil niet langer het

delven van de genetische rijkdom overlaten aanwesterse bedrijven.

Op 20 januari 1997 maakte het Amerikaanse bedrijf Perkin El-mer (PE) de oprichting bekend van GeneCore Bio TechnologiesInc, een joint-venture gevestigd in Shanghai, tussen PE (labora-toriumuitrusting), Sequana Therapeutics (genetische kennis) enSini West Holdings Inc (kennis Chinese markt). De twee Ameri-kaanse partners bezitten ieder 47,5% in GeneCore, de Chinesepartner de overige 5%. “ GeneCore geeft ons de mogelijkheideen sterk toenemende rol te spelen in genoom-onderzoek datin China een grote vlucht gaat nemen”, zei Steve Lombardi, vice-president van Perkin Elmers Genetic Analysis Division.

De minimale rol voor China in GeneCore bevalt de leveran-cier van genetische bronnen niet meer. Het qua bevolkingsaan-tal grootste land ter wereld neemt de ontginning van genetischediversiteit onder de bevolking in eigen hand.

China zet vooralsnog het relatief kleine bedrag van anderhalfmiljoen gulden in om een human genome project te lanceren.Doel is zich te verzekeren van een concurrerende positie ophet gebied van genetica in de 21ste eeuw.

Een gedeelte van het geld zal worden gebruikt voor het aan-leggen van een collectie genen en cellen van verschillende Chi-nese ethnische groepen.

In 1994 startte het eerste human genome project in China metzo‘n 0,7 miljoen gulden. Er zijn 16 onderzoeksinstituten bij be-trokken en het projekt leidde tot ‘opmerkelijke resultaten’, al-dus de National Natural Science Fund Committee (NNSCF),die het project financiert.

In 1996 werd het genetisch onderzoek grootser aangepakt meteen plan van voor 1996-2000. De State Science and Technologycommissie lanceerde een project,

“studies naar genen gerelateerd aan veel voorkomende ziek-tes”, waarvoor het 3 miljoen gulden uitgeeft om een genome

Birch in Nature 395

Page 15: eugenetica :toekomst of realiteit?

1515BioBrief nummer 5, najaar 1998

Het lichaam wordt bezet!Het lichaam wordt bezet!voor een ander.

Regelingen staan op stapel over genetische screeningsprogram-mas, genetische therapien en embryo-onderzoek. Het ziet ernaar uit dat de Centrale Commissie alle onderzoeksvoorstellenop deze gebieden gaat beoordelen op ethische toelaatbaarheid.

Niet alleen In Nederland spant zich een regelingenweb, ookop Europees en zelfs wereldnivo (UNESCO) zijn verdragen,regelingen en ethische codes in de maak om de voortsnellendebio-technologien van een juridisch en ethisch kader te voorzien.Het Europese Verdrag inzake Mensenrechten en Biogeneeskunde- twee miljoen Duitsers zetten hun handtekening tegen dit ver-drag omdat het, itt de prachtige naam, juist wetenschappersmeer toegang tot onderzoeksmateriaal als embryo‘s, organen,genen en menselijke proefpersonen zou geven, dan dat het men-senrechten zou beschermen - is een voorloper van de UnescoBioethische Code. En onlangs nam het Europarlement een Eu-ropese richtlijn aan die patenten op levend materiaal mogelijkmaakt.

Om delen van het menselijk lichaam wordt juridische strijd ge-voerd. Patenten op genen van Inheemse volken zijn vergeven,aangevochten en een aantal patenten zijn weer ingetrokken. JohnMoore, een Amerikaans zakenman voerde tevergeefs proces-sen tegen zijn arts die grof geld maakt met een cel uit Moore‘smilt. Processen tegen verzekeraars vinden plaats om transplan-tatie buiten de wachtlijst om (in het buitenland) te krijgen.

Transplantatie - geven en nemenTransplantatie - geven en nemenTransplantatietechnologie maakt ons tot consumenten van le-venstijd en levenskwaliteit. Middels organen van doodverklaar-de mensen krijgen we deze producten aangeboden. Tegelijker-tijd wordt een beroep op ons gedaan grondstoffen voor levens-tijd en -kwaliteit aan te bieden. We worden aangespoord na onzedood delen van ons lichaam af te staan voor optimalisering vanandere lichamen.

In een tijd dat solidariteit tussen mensen wordt afgebroken (ille-galen worden uitgesloten van gezondheidszorg, de ziektewet isgeprivatiseerd en in de zorgverzekering is de trend naar eenhoger eigen risico) doet een nieuwe vorm van solidariteit zijnintrede. We worden opgeroepen delen van ons lichaam af testaan om anderen meer levenstijd te geven. Minister Borst zeieens over orgaandonatie: “Is het werkelijk nodig dat we overons eigen graf heen blijven reageren over ons lichaam. Zou hetniet net zo logisch kunnen zijn dat het lichaam na overlijdenweer toevalt aan de gemeenschap?”.

Het woord orgaandonatie veronderstelt het geven van eenorgaan. Maar doen we dat dan dragen we lichaamsdelen overaan medische instanties. Organen, huid en netvlies naar Eurot-ransplant, hersenen naar het HersenInstituut. Men doneert aaneen verdeelcentrum. In geval de familie van de overledene be-slist orgaanuitname toe te staan, is er eigenlijk geen sprake vandonatie door de overledene. Er worden lichaamsonderdelengenomen.

Rondom Het Lichaam is een strijd gaande. Doel lijkthet lichaam te optimaliseren. Niet alleen spannenonderzoekers, bedrijven en gezondheidsinstanties

zich in daadwerkelijk toegang te krijgen tot hetlichaam, ook in onze hoofden moeten we er van

doordrongen worden dat het lichaam niet meer komten gaat, maar een meerwaarde kan vormen voor

anderen.De transplantatietechnologie en de aggressieve

reclamecampagne voor het donorregistratiesysteemis hiervan het duidelijkste voorbeeld, maar ook met

andere middelen wordt het lichaam bezet.

Voor de geboorte is het lichaam reeds onderwerp van kwali-teitscontrole. Dna-testen vinden steeds vaker plaats. De Ge-zondheidsraad, een zeer invloedrijk adviesorgaan voor de mi-nister van Volksgezondheid (minister Borst was er tot ze minis-ter werd vice-voorzitter), verwacht dat “over een jaar of tiendna-diagnostiek gemeengoed zal zijn in de gezondheidszorg”.Operaties in de baarmoeder worden populair bij onderzoekers.Sommigen spreken zeer lovend over de baarmoeder als “deperfecte operatiezaal”.

Nationale en internationale organisaties maken verdeling entransport van lichaamsstoffen mogelijk. Bloedplasma wordt overde hele wereld verhandeld, Eurotransplant verdeeld organenen weefsel over bij de organisatie aangesloten landen en gene-tisch materiaal wordt door tientallen instituten op internet aan-geboden. De Zwitserse multinational Hoffmann La Roche kochtbegin dit jaar rechten op genetische informatie over bijna alleIjslanders, voor 400 miljoen gulden.

Een voortplantingsindustrie is in opkomst. Zo worden eicellenverkocht, blijken spermabanken van intelligente of witte don-oren afzet te hebben en biedt een Amerikaans bedrijf draag-moeders aan. Het lichaam is een compositie aan het worden.

Geregeld GeregeldNiet alleen bedrijven, maar ook overheidsinstituten vechten meein het bezetten van het lichaam. De overheid probeert middelsregelgeving en ethische commissies de levenstechnologie in goedebanen te leiden.Slechts bij hoge uitzondering wordt een levens-techniek verboden. Zo is er in Nederland sinds kort een WetOrgaanDonatie, met als meest in het oog springende elementde donorregister. De toegang tot proefpersonen om nieuwetherapien uit te proberen is geregeld in de Wet Medisch Weten-schappelijk Onderzoek. Ook zogenaamde ‘wilsonbekwamen’(geestelijk gehandicapten, demente ouderen en comapatienten)kunnen deelnemen aan Medisch Wetenschappelijk Onderzoek.Wilsonbekwamen kunnen daarvoor zelf geen toestemming ge-ven, maar desondanks kunnen nieuwe therapien op hen uitge-probeerd worden, ook als die voor het individu geen therapeu-tische werking hebben. Dit controversiele onderzoek kan ech-ter slechts plaats vinden onder ‘strenge voorwaarden’, die ge-toetst gaan worden door een Centrale ethische Commissie(CeCo). Het lichaam van een wilsonbekwame heeft zo waarde

discussie

Page 16: eugenetica :toekomst of realiteit?

1616 BioBrief nummer 5, najaar 1998

Vrouwen kunnen extra materiaal donerenVrouwen kunnen extra materiaal doneren* In 1994 stelde de Schotse voortplanbtingsdeskundige Robert

Gosden voor eierstokken uit geaborteerde foeten te gebrui-ken om eicellen uit te halen voor eiceldonatie.

* Het Utrechtse Hubrechtlaboratorium wil ingevroren embryo‘sbetrekken van het Academisch Ziekenhuis Utrecht voor on-derzoek naar de ontwikkeling van organen uit embryo‘s.

* Een Californisch instituut heeft een contract afgesloten meteen Moskaus Insituut voor levering van tussen drie en zes maan-den oude geaborteerde foetussen.

* Geaborteerde foetussen worden in een Europees medisch pro-gramma (NECTAR) gebruikt voor Parkinson-therapien. De far-maceutische multinationals Schering & Hoechst zijn hierbij be-trokken.

* Sunday Times meldde eind mei dat onderzoekers experimen-teren met baarmoeder-transplantatie naar vrouwen die geenkinderen kunnen krijgen.

Waar wij opgeroepen worden delen van ons lichaam gratis terbeschikking te stellen, is transplantatie voor anderen een lucra-tieve activiteit. Novartis, een van de grootste farmaceutischeconcerns ter wereld, haalt 10% van zijn omzet uit het afsto-tingsonderdrukkingsmiddel SandImmun.Getransplanteerden blij-ven SandImmun, of een concurrerend middel, hun hele levenslikken. Transplantateurs genieten als moderne helden grootaanzien en navenante salarissen.

Dood is dood?Dood is dood?De transplantatietechnologie verandert ons idee van een doodlichaam. Organen zijn slechts bruikbaar voor transplantatie alsze gewonnen zijn uit een lichaam dat doorbloed wordt. Orgaan-uitname kan natuurlijk alleen bij een dode (een van de twee nie-ren die de meeste lichamen rijk zijn kan wel bij leven afgestaanworden). Orgaanuitname vindt plaats uit doodverklaarden waar-van 96% van de lichaamsfuncties nog werkt, die ademen en wierhart klopt.

Hersendood heet deze toestand. In 1968 besloot een Ad Hoccomite van Harvard Medical School tot deze tot dan onbekendedefinitie van dood: hersendood. Niet toevallig was vlak daar-voor de Zuid-Afrikaanse chirurg Christiaan Barnard erin geslaagdeen doorbloed en kloppend hart uit een “mens in onomkeerba-re coma” te transplanteren in een ander mens. Om niet te wor-den beschuldigd van doden door orgaanuitname werd de situa-tie van mensen

in ononkeerbare coma hergedefinieerd tot hersendood. In deWet Orgaandonatie is hersendood vastgelegd als dood. Welkeervaring nabestaanden ook hebben bij hun geliefde die ademten warm is; Hersendood is dood.

In Denemarken geldt hersendood echter niet als dood, en nietgeheel ten onrechte. In het boek Orgaandonatie de vragen deantwoorden, vat auteur Han Kuik een artikel uit De Zuidlimbur-ger van 1 mei 1996 samen: “Jan Kerkhoffs uit Melick was her-sendood verklaard en orgaanuitname werd voorgesteld. Zijnechtgenote weigerde dit en.... Kerkhoffs kwam na enkele dagenweer tot bewustzijn en leidt volgens het artikel weer een ge-zond en actief bestaan”.

bedrijfstakbedrijfstakTransplantatietechnologie heeft een imperatief karakter (eiststeeds meer ruimte voor zich op). Er ging in 1996 wereldwijdzestien miljard gulden in om. Hoewel de ‘bedrijfstak‘ een al-truistisch beeld van zichzelf presenteert zijn er wel degelijk gro-te economische belangen mee gemoeid en is vergroting van deomzet een doel. EuroTransplant, de beroepsgroep der trans-plantatiechirurgen en niet in de laatste plaats de Zwitserse far-maceuten Novartis en Hoffmann La Roche, breiden de moge-lijkheden en omzetten gestaag uit. Voor meer omzet zijn meerorganen nodig. De eeuwige wachtlijst-statistieken waarop decurves van vraag en aanbod van organen elkaar maar niet willenkruisen, zijn daar een indicatie van.

De Nederlandse overheid subsidieert de transplantatiesectorin Nederland door f100 miljoen uit te geven aan het donorregis-tratiesysteem.

Handel in organen is verboden, maar gebeurt. Talloze berich-ten over handel in organen van Chinese gevangenen, Latijns-Amerikaanse kinderen en Indiers die een nier verkopen om eenzaakje te beginnen kunnen niet allemaal afgedaan worden alsBroodje Aap verhalen.

Nieuwe technieken, met exotische namen als XenoTransplan-tatie en Tissue Engineering, zijn in ontwikkeling om aan de vraagnaar organen te voldoen. Varkensorganen, zo verwacht Novar-tis, zullen de komende vijftien jaar tien keer zoveel transplanta-ties mogelijk maken. Naast de inkomsten uit verkoop van gene-tisch gemanipuleerde varkensorganen verwacht Novartis voor-al veel extra omzet uit de tienvoudig toenemende afzet van af-stotingsonderdrukkingsmiddelen.

Novartis‘varkensorganen werden in mei getransplanteerd inapen, in het Rijswijkse Primatencentrum. De Britse overheid haddit verboden dus week het onderzoek uit naar Nederland, dathet kweken van orgaanvarkens nog niet wil toestaan, maar im-port van dergelijke organen niet verbied.

Tissue Engineering, kunstmatig uit embryo-cellen organenkweken, wint aan populariteit. In oktober 1997 schokte de Brit-se ontwikkelingsbioloog Jonathan Slack de publieke opinie metzijn verwachting binnen tien jaar met gekloonde embryo‘s telaten uitgroeien tot rompen zonder hoofd, als orgaanreservoir.De ontwikkeling van Tissue Engineering (TE) is nog pril, maarde Gezondheidsraad doet een dringend beroep op de wetgeverembryo-gebruik voor TE en transplantatie-onderzoek niet uitte sluiten.

Als de nieuwe technieken echt blijken te werken krijgen var-kens- en TE-organen een commerciele waarde. Dit roept devraag op waarom mensen dan eigenlijk nog gratis hun organenzouden afstaan. Het lichaam wordt langzaam maar zeker vaniets wat je gewoon hebt, en waarmee je het moet doen, een‘waar’. Het mensbeeld wordt mechanischer, nu onderdelen ver-vangen kunnen worden. Bovendien dragen genetische technie-ken er toe bij het lichaam te beschouwen als een optimalise-ringsproject.

Jeroen Breekveldtmedewerker NoGen

discussie