Eén koekoeksjong blèrt als een heel nest ...kroost aan de schreeuwlelijk af-staan. Het geblèr...

1
Er zijn koekoekswijfjes die in mei hun ei al kwijt willen. Na- tuurlijk in andermans nest, want de schuwe dames gaan te werk volgens een gewiekst pleegouderplan. Het klusje moe- ten ze in een seconde of tien zien te klaren. Gewoonlijk keren eind april eerst de koekoeksmannetjes terug uit Afrika, de vrouwtjes een week later. De heren bakenen luid- ruchtig territoria af en nemen elke gelegenheid waar om met verschillende wijfjes te paren. Flierefluiters zijn het, maar de dames werken zich ondertussen uit de naad om voor hun kroost een goed opvangadres te vinden. „Ze leggen de eieren beslist niet in het wilde weg”, zegt amateur- ornitholoog A. W. Hellebrekers. „Het zoeken van de juiste waard- vogels en geschikte nesten is een inspannende en tijdrovende be- zigheid.” De 80-jarige weet waarover hij spreekt. Hij kan bogen op een halve eeuw veldervaring met de Cuculus canorus in Nederland. Zijn bevindingen noteerde hij bovendien uitvoerig in een boek- je –in eigen beheer uitgebracht– dat met enige aanpassingen een proefschrift had kunnen zijn. Wellicht moet het koekoeks- wijfje dit jaar haar legschema vanwege de koude lente aanpas- sen, maar gewoonlijk trekt ze daar drie tot vier weken voor uit. Bij vroegbroedende gastouders kan ze niet eerder dan 10 mei haar ei kwijt. Bij late broeders eindigt de legtijd begin juli. Haar ‘ouderlijk’ nest bepaalt uiteinde- lijk de waardvogelsoort die ze jaar in, jaar uit met eieren op- zadelt. „Een koekoek die door een rietzanger is uitgebroed, legt haar eieren ook weer in het nest van een rietzanger. Zo ontstaan koekoeksstammen die afhanke- lijk zijn van hun waardvogels.” Vingerafdruk Dagen achtereen bespiedt het wijfje vanaf een uitkijkpost de omgeving om nestbouwende waardvogels op te sporen. Blijk- baar weet het vrouwtje waar ze op moet letten. Hoewel hij dat niet kan bewijzen, denkt Helle- brekers dat de zang van haar ei- gen gastouders, hun gedrag en de stand van het nest –in riet of laag in struiken, in bomen of holtes– is ingeprent. De koekoek volgt vervolgens de vorderingen ín het nest, want zo gauw daarin enkele onbebroede eitjes liggen, wacht ze op het mo- ment dat de eigenaars het even verlaten. Vliegensvlug komt zij dan in actie, pikt een eitje uit het nest (slikt het vaak in) en depo- neert het hare erin. Een wissel- truc van enkele seconden. In totaal flikt ze dit kunstje zo’n twaalf tot vijftien keer, aldus Hel- lebrekers. Hij ontzenuwt daar- mee hardnekkige verhalen dat de koekoek per seizoen minstens twintig eieren legt. Ook over de kleur van het legsel doen allerlei bakerpraatjes de ronde. „De koekoek heeft we- reldwijd een enorme variëteit aan eieren. De Britse ornitholoog Ed- ward Charles Stuart Baker publi- ceerde daarover een standaard- werk. Zijn conclusie dat alle koekoekseieren geleidelijk zijn aangepast aan de legsels van waardvogels, maakte mij achter- dochtig. Van aanpassing is alleen sprake als pleegouders heel into- lerant zijn.” De kleur van haar eieren –in Nederland meestal grijsachtig en gevlekt– verandert het koekoeks- wijfje gedurende haar leven niet. „Dat is haar vingerafdruk.” Wis- selt zij haar favoriete gastouders in, bij gebrek aan nesten of per abuis, dan heeft er evenmin kleuraanpassing plaats. Dwars door Europa signaleert Hellebrekers wat dat betreft een opmerkelijke scheidslijn. „Ooste- lijk van de Rijn en de Wezer vind je dikwijls aangepaste eieren bij kritische waardvogels, aan de westkant veelal onaangepaste koekoekseieren bij tolerante waardvogels. De betreffende waardvogelsoort is dan van natu- re niet al te kritisch en accepteert vreemde eieren zonder bezwa- ren.” Een andere keuzevoorwaarde is dat het aangedragen voedsel ver- teerbare kost voor het jong moet zijn. Dat maakt zaadeters als op- voeders ongeschikt. Doodvonnis In Nederland accepteren vooral kleine karekiet, heggenmus, gras- pieper, gele kwikstaart en riet- zanger een koekoeksei. Na twaalf dagen broeden komt de lelijke indringer tevoorschijn. Net iets vroeger dan zijn stiefbroertjes en -zusjes. Zijn nestgenoten-in-de- dop krijgen de kans niet om uit het ei te kruipen. Ook al is hij kaal en blind, hij beschikt over een aangeboren gedragspatroon om ze een voor een uit het nest te knikkeren. Het koekoekje blijkt daarvoor perfect toegerust, ontdekte de Engelsman Edward Jenner. De uitvinder van de koepokken- vaccinatie beschreef in 1788 de gevoeligheid van de vleugeluit- einden, maar attendeerde ook op een speciale holte tussen de schouderbladen. Het jong wiebelt net zo lang tot het ei in die richel rolt. Daarna strekt hij zijn poten en vleugelstompjes en wipt het vrachtje over de nestrand. Luidruchtig leidt de nestpara- siet de bedotte gastouders vervol- gens nog eens om de tuin. Nor- maliter stemt het paar de hoeveelheid voedsel af op het aantal vragende snavels, maar de koekoek schreeuwt gewoon wat harder en vaker. Zijn gepiep klinkt als het gebedel van een heel nest jongen. Op de elfde dag is de schrokop al groter dan vier zangvogelkin- dertjes bij elkaar en op de twin- tigste dag zelfs dubbel zo zwaar. Bij de geboorte woog hij 3,2 gram en vlak voor het uitvliegen, drie weken later, het dertigvoudi- ge! Het volproppen van dit ‘monster’ is dan ook een enorme opgave voor de zwoegende waardvogels. Het doordringende ”chisz chisz chisz” spoort de pleegouders aan continu hapjes aan te dragen. Het komt zelfs voor dat toevallig passerende zangvogels het voer voor hun kroost aan de schreeuwlelijk af- staan. Het geblèr klinkt een hermelijn, wezel of kraai overigens als mu- ziek in de oren, maar als die een bezoek brengen is het voor het koekoeksjong over en uit. Kwetsbaar Hellebrekers vraagt zich onder- tussen af hoelang de typerende roep van de koekoeksman in Ne- derland nog gehoord zal worden. Enkele jaren geleden gooide hij de knuppel in het hoenderhok door te beweren dat vogeltellers stelselmatig de aantallen over- schatten. „Men richtte zich op roepende mannetjes, maar die zwerven veel rond. Bovendien zijn ze in het veld moeilijk van vrouwtjes te onderscheiden. Het aantal dubbeltellingen was niet van de lucht.” Zijn oproep om tijdens inventa- risaties juist op waardvogelsoor- ten en geparasiteerde nesten te letten, kreeg uiteindelijk gehoor. De ”methode Hellebrekers” bracht een „ontstellende” achter- uitgang aan het licht. „Dankzij mijn boek staat de koekoek op de Rode Lijst van bedreigde broed- vogels. Naar schatting komen er in Nederland nog nauwelijks 3000 wijfjes voor. De stand is verontrustend laag en holt ach- teruit. Dat geldt ook voor de waard- vogels. Als die in aantallen ach- teruitgaan, krijgen bepaalde koe- koeksstammen het moeilijk. In feite zou je elke stam als een aparte vogelsoort moeten be- schouwen. Daarvoor geldt: weg is weg, want herstel is meestal uit- gesloten.” Het 220 pagina’s tellende boek ”Heeft de koekoek overlevingskan- sen?” kan worden besteld door 19,50 te storten op rekeningnum- mer 43.54.66.313 t.n.v. van A. W. Hellebrekers te Voorburg (o.v.v. naam en volledig adres). Een uitge- breide versie van dit artikel is te le- zen op www.refdag.nl. Willem H. Smith GROTE PANDA – De vier jaar oude Xiang Xiang (”Veelbelovend”) is de eerste gefokte grote panda die in China in de vrije natuur is vrijgela- ten. De bamboebeer, geboren en opgegroeid in het Wolong Giant Pan- da Protection and Research Center, in de provincie Sichuan in het zuid- westen van China, leerde in gevangen- schap een schuil- plaats bouwen en voedsel zoeken. Zijn verzorger (zie foto) bracht het jonge mannetje ook bij hoe het dier zich al krij- send en bijtend kan verdedigen. Xiang Xiang wordt in bergachtige Wolongbamboereservaat via een gps-zender gevolgd. Op deze manier willen de onderzoekers er- achter komen of door mensen gefokte panda’s in het wild kunnen over- leven. SPIRIT BEAR – De kermodebeer (”spirit bear”), een witte beer die leeft in de gematigde regenwouden van de West-Canadese provin- cie British Columbia, heeft de officiële status van ”zoogdier van de pro- vincie” gekregen. Premier Gordon Campbell lost daarmee een belofte in, gedaan tijdens de jaarlijkse troonrede. Hij opende onlangs eveneens een nieuwe tentoonstelling over deze zeldzame ondersoort in het Royal B. C. Museum te Victoria. Bezoekers zien onder andere drie opgezette exemplaren die Francis Kermode, de voormalige directeur naar wie het dier vernoemd is, een eeuw geleden verwierf. De witte vacht van de beer is het gevolg van een genetische afwijking die voorkomt bij zwar- te beren in het gebied. De officiële status ondersteunt de in februari af- gekondigde bescherming van 200.000 hectare aan leefgebied van de spirit bear. Verder is de jacht op deze beer verboden. dinsdag 9 mei 2006 PAGINA 16 Reformatorisch Dagblad Korhoenders of nijlganzen? Het was een opmerkelijk bericht eind vorige maand. In ge- vangenschap gefokte korhoenders mogen niet worden uitge- zet in Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Dit bepaalde de rechtbank in Amsterdam in een zaak van Stichting De Fau- nabescherming tegen het ministerie van Landbouw. Twee argumenten leken daarbij van groot belang. In de eerste plaats de verwachting dat de herintroductie vruchteloos zou zijn omdat de milieuomstandigheden voor korhoenders der- mate ongunstig zijn dat een uitzetpoging tot mislukken ge- doemd is. In het verlengde daarvan werd de vrees uitgespro- ken voor eventuele schade aan de weinige nog resterende Nederlandse korhoenders. Deze vogels komen nog maar op één plaats –in Salland– in het wild voor. De kleine en kwets- bare populatie heeft een unieke genetische samenstelling en is optimaal aangepast aan het leven in het West-Europese laagland, zo beweren tegenstanders van de uitzetting. De rechtbank is het eens met de stelling dat het risico van ver- menging van de Sallandse vogels met de uitgezette exempla- ren niet denkbeeldig is, waardoor de unieke Sallandse kor- hoen zou verzwakken en op den duur verdwijnen. In theorie hebben de bezwaarmakers gelijk. Uit het zomaar (her)introduceren van planten of dieren is zelden iets goeds voortgekomen. En korhoenders dreigen uit Nederland te verdwijnen omdat er iets fundamenteel mis is met hun leef- milieu. Zolang daarin geen verandering optreedt, heeft het loslaten van gefokte vogels niet zo veel zin. Het argument van verzwakking door vermenging is theore- tisch niet aanvechtbaar. Of het in de praktijk zo’n vaart zal lopen, is echter zeer de vraag. Zou de bastaardering slagen, dan zou ook de herintroductie tot op zekere hoogte succes- vol zijn en valt het fundament onder de belangrijkste bezwa- ren weg. Veel erger dan een goedbedoelde herintroductiepoging om een vrijwel verdwenen soort nieuwe kansen te bieden, is het inburgeren van exotische diersoorten. De uitheemse mus- kusrat, de Canadese gans en de Amerikaanse hondsvis zor- gen in Nederland voor fikse problemen. Veelal veroorzaken ze ook een behoorlijke verstoring van het natuurlijk even- wicht, onder meer doordat ze hier nauwelijks natuurlijke vij- anden hebben. Zo gedijt de nijlgans ten koste van onze in- heemse bergeenden en vormt de hondsvis een bedreiging voor zeldzame inheemse amfibieën. Vaak blijkt dus dat al of niet opzettelijk geïntroduceerde nieuwelingen schadelijk zijn voor de inheemse soorten. Het lijkt heel wat urgenter om de steeds uitdijende popula- ties van exoten een halt toe te roepen dan om een herintro- ductie van een inheemse soort te blokkeren. Het laatste zou mogelijk schadelijk kunnen zijn voor onze natuur, maar van het eerste staat het schadelijk effect zonder meer vast. Hiet de Zwerver Hilversum heeft sinds vori- ge week een unicum binnen haar gemeentegrenzen: een natuurbrug die de lang- ste ter wereld is en waar dieren én mensen kunnen oversteken. De vraag is of dat wel werkt. „Reeën zijn snel verdwenen als ze de parfumlucht ruiken van voorbijfietsende Gooise dames.” Wie vanaf Bussum naar het Mediapark in Hilversum rijdt, komt halverwege een ecoduct tegen. Rechts liggen de bossen van het Spanders- woud, links loopt het meters- hoge talud van de wildpassa- ge nog even door. Verderop ligt namelijk nog een eco- duct, over een spoorlijn en een bedrijventerrein. Daarna weer een zandmassa, nu dwars door een sportpark. Het geheel overbrugt zo vier barrières tussen het Span- derswoud en de Bussummer- heide. Het enorme bouwwerk, dat koningin Beatrix vorige week in gebruik nam, is maar een klein puzzelstukje in het gro- te plan om Veluwe, Utrechtse Heuvelrug en het Gooi met elkaar te verbinden. De provincie Utrecht bouwde vorig jaar al een eco- duct over de A28 bij de Leus- derheide. In Utrecht moeten er nog negentien volgen. De natuurbrug bij Zanderij Crailoo is de eerste in een se- rie van zes in Noord-Hol- land. De provincie begint in 2007 aan een ecoduct over de A27 ten zuiden van Hilver- sum en een passage over de A1 ter hoogte van Laren. De natuurbrug bij Hilver- sum is de eerste waar mens én dier gebruik van kunnen maken. Naast de 50 meter brede zandweg voor het wild liggen een ruiterpad en een verhard pad voor fietsers en voetgangers. Een laag hek- werk met wat struiken erom- heen moet mens en dier van elkaar gescheiden houden. Kenners betwijfelen of dit in de praktijk echt zal wer- ken. Voorzitter Ph. Salm van de Vereniging tot Behoud van het Veluws Hert heeft zo zijn vragen. „Grofwild en toeristen zijn nu eenmaal geen vrienden van elkaar. Reeën en edelherten kunnen ontzettend goed ruiken. Als er dames met parfum langs- fietsen, is het wild snel verd- wenen.” De vereniging heeft veel ervaring met het ontwik- kelen van ecoducten op de Veluwe. Rentmeester-directeur H. Korten van het Gooisch Na- tuurreservaat, initiatiefnemer van de Hilversumse natuur- brug, koos echter bewust voor het duogebruik. „Het zorgt voor veel draagvlak on- der politiek en bevolking. Zonder een fiets-, wandel- en ruiterpad was de natuurbrug er waarschijnlijk niet geko- men. Zo kwam staatssecreta- ris Faber van Natuur destijds met 2,4 miljoen euro over de brug omdat dit initiatief pri- ma paste in het plan ”Natuur voor mensen, mensen voor natuur”. Volgens de rentmeester maken dieren vooral ’s nacht gebruik van de passage en re- creanten vooral overdag. „Bovendien lijkt het wild hier in het Gooi minder bang voor mensen dan bijvoor- beeld op de Veluwe.” Op de brug geldt wel een verbod voor honden. „Zij doen overal een plasje en die lucht schrikt ’s nachts de dieren af.” Een wandeling over het ecoduct leert dat het wild de oversteekplaats al gebruikt. Naast de sporen van schapen staan ook duidelijk de pren- ten van een ree in het zand. Waarschijnlijk geldt daar- voor ook: als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Gerco Verdouw De koekoek wordt door sommi- gen beschouwd als de voorbode van de lente en door anderen, heel wat minder poëtisch, als een valse eier- fraudeur. Het volproppen van de onverza- digbare schrokop is een enorme op- gave voor de zwoegende karekiet. Foto’s KINA Stock Een koekoeksjong werkt een karekieteitje uit het nest. Foto Sesam Eén koekoeksjong blèrt als een heel nest zangvogelkindertjes Wisseltruc van enkele seconden mei: 11: 19.00 uur, fotoworkshop (gratis) met IVN-natuurfotografen in Kasteelpark Renswoude. Start: P-plaats Grebbelinie tegenover kasteel. Informatie: 0318-573489. 12, 19: 19.30 uur, zoogdierontdektocht in Nationaal Park Veluwezoom. Adres: Heuvenseweg 5a te Rheden. Aanmelden: 026-4979100. 12: 20.00 uur, wandeling Wekeromse Zand. Start: P-plaats oostzijde van natuurgebied tussen Ede en Harskamp. Informatie: 06-53777594 (wo t/m za van 9.30-10.00 uur). 13: 12.00, 14.00 en 16.00 uur, excursie eendenkooi Batenburg. Adres: Bergharensestraat. Informatie: www.mooigelderland.nl. 13, 20: 13.00 uur, excursie aalscholver- kolonie Lepelaarplassen. Start: Bezoekerscentrum de Trekvogel aan Oostvaardersdijk in Almere. Aanmelden (tussen 12.00 en 17.00 uur): 0320-286130. 13: 10.00 uur, excursie naar het geologische P. van der Lijnreservaat. Start: beheerschuur in Urkerbos, ten noorden van Urk. Aanmelden (tussen 12.00 en 17.00 uur): 0320-286130. 15: 20.00 uur, cursus libellen tellen door Jaap Bouwman. Plaats: Natuur- museum, Spoorlaan 434 te Tilburg. Aanmelden: www.telmee.nl. 18: safarivaart met de Blauwe Bever naar Amerongse Bovenpolder en Wijk bij Duurstede. Start: P-plaats aan de rivier tegenover industrieterrein Remmerden, gelegen aan de N225 tussen Elst en Rhenen. Reserveren (di t/m do van 14.00–16.00 uur): 0317-621212. Informatie: www.utrechtslandschap.nl. 19: 19.30 uur, zoogdierontdektocht op Planken Wambuis. Start: P-plaats Oud Reemst aan de Oud Reem- sterlaan, bij afslag vanaf Hardewijkerweg (N310) te Ede. Aanmelden: 026-4979100. 19, 20: 19.30 uur, zoogdierontdektocht in Leuve- numse Bossen bij Ermelo. Aanmelden: 026-4979100. 20: 6.00 uur, vogelwandeling op landgoed Warnsborn. Start: P-plaats tegenover camping Warnsborn in Arnhem-Noord, einde Bakenbergseweg. Informatie: www.mooigelderland.nl. 20, 27: 8.00 uur, fotoworkshop in Natuurpark Lelystad. Aanmelden (tussen 12.00 en 17.00 uur): 0320-286130. t/m 27 mei: tentoon- stelling ”Van hier tot aan de einder” (foto’s van Jan Bui- tendijk) in Biesbosch- centrum Dordrecht, Baanhoekweg 53. Informatie: 078-6305353. Ree kán parfum snuiven op ’s werelds langste wildbrug Natuurbrug Crailoo Lengte: 800 meter Hoogte: 8,5 meter tot 14,5 meter Benodigde grond: 684.365 kubieke meter Kosten: 14,75 miljoen Bouwperiode: oktober 2002-mei 2006 Overspant: provinciale Naarderweg, spoorlijn Bussum-Hilversum, bedrijventerrein Railpro en sport- park Crailoo A1 A27 A27 A6 Gooimeer Bussum Naarder- meer Blaricum Laren Baarn Hilversum Huizen Bussemerheide Zanderij Crailoo Westerheide Utrechtse Heuvelrug Spanderswoud Ecologische verbindingszones in het Gooi

Transcript of Eén koekoeksjong blèrt als een heel nest ...kroost aan de schreeuwlelijk af-staan. Het geblèr...

Page 1: Eén koekoeksjong blèrt als een heel nest ...kroost aan de schreeuwlelijk af-staan. Het geblèr klinkt een hermelijn, wezel of kraai overigens als mu-ziek in de oren, maar als die

Er zijn koekoekswijfjes die inmei hun ei al kwijt willen. Na-tuurlijk in andermans nest,want de schuwe dames gaan tewerk volgens een gewiekst pleegouderplan. Het klusje moe-ten ze in een seconde of tien ziente klaren.

Gewoonlijk keren eind aprileerst de koekoeksmannetjes teruguit Afrika, de vrouwtjes een weeklater. De heren bakenen luid-ruchtig territoria af en nemenelke gelegenheid waar om metverschillende wijfjes te paren.Flierefluiters zijn het, maar dedames werken zich ondertussenuit de naad om voor hun kroosteen goed opvangadres te vinden.

„Ze leggen de eieren beslist nietin het wilde weg”, zegt amateur-ornitholoog A. W. Hellebrekers.„Het zoeken van de juiste waard-vogels en geschikte nesten is eeninspannende en tijdrovende be-zigheid.”

De 80-jarige weet waarover hijspreekt. Hij kan bogen op eenhalve eeuw veldervaring met deCuculus canorus in Nederland.Zijn bevindingen noteerde hijbovendien uitvoerig in een boek-je –in eigen beheer uitgebracht–dat met enige aanpassingen eenproefschrift had kunnen zijn.

Wellicht moet het koekoeks-wijfje dit jaar haar legschemavanwege de koude lente aanpas-sen, maar gewoonlijk trekt zedaar drie tot vier weken voor uit.Bij vroegbroedende gastouderskan ze niet eerder dan 10 meihaar ei kwijt. Bij late broederseindigt de legtijd begin juli. Haar‘ouderlijk’ nest bepaalt uiteinde-lijk de waardvogelsoort die zejaar in, jaar uit met eieren op-

zadelt. „Een koekoek die dooreen rietzanger is uitgebroed, legthaar eieren ook weer in het nestvan een rietzanger. Zo ontstaankoekoeksstammen die afhanke-lijk zijn van hun waardvogels.”

VingerafdrukDagen achtereen bespiedt het

wijfje vanaf een uitkijkpost deomgeving om nestbouwendewaardvogels op te sporen. Blijk-baar weet het vrouwtje waar zeop moet letten. Hoewel hij datniet kan bewijzen, denkt Helle-brekers dat de zang van haar ei-gen gastouders, hun gedrag en destand van het nest –in riet of laagin struiken, in bomen of holtes–is ingeprent.

De koekoek volgt vervolgens devorderingen ín het nest, want zogauw daarin enkele onbebroedeeitjes liggen, wacht ze op het mo-ment dat de eigenaars het evenverlaten. Vliegensvlug komt zijdan in actie, pikt een eitje uit hetnest (slikt het vaak in) en depo-neert het hare erin. Een wissel-truc van enkele seconden.

In totaal flikt ze dit kunstje zo’ntwaalf tot vijftien keer, aldus Hel-lebrekers. Hij ontzenuwt daar-mee hardnekkige verhalen dat dekoekoek per seizoen minstenstwintig eieren legt.

Ook over de kleur van het legseldoen allerlei bakerpraatjes deronde. „De koekoek heeft we-reldwijd een enorme variëteit aaneieren. De Britse ornitholoog Ed-ward Charles Stuart Baker publi-ceerde daarover een standaard-werk. Zijn conclusie dat allekoekoekseieren geleidelijk zijnaangepast aan de legsels vanwaardvogels, maakte mij achter-dochtig. Van aanpassing is alleen

sprake als pleegouders heel into-lerant zijn.”

De kleur van haar eieren –inNederland meestal grijsachtig engevlekt– verandert het koekoeks-wijfje gedurende haar leven niet.„Dat is haar vingerafdruk.” Wis-selt zij haar favoriete gastoudersin, bij gebrek aan nesten of perabuis, dan heeft er evenminkleuraanpassing plaats.

Dwars door Europa signaleertHellebrekers wat dat betreft eenopmerkelijke scheidslijn. „Ooste-lijk van de Rijn en de Wezer vindje dikwijls aangepaste eieren bijkritische waardvogels, aan dewestkant veelal onaangepastekoekoekseieren bij tolerantewaardvogels. De betreffendewaardvogelsoort is dan van natu-re niet al te kritisch en accepteertvreemde eieren zonder bezwa-ren.”

Een andere keuzevoorwaarde isdat het aangedragen voedsel ver-teerbare kost voor het jong moetzijn. Dat maakt zaadeters als op-voeders ongeschikt.

DoodvonnisIn Nederland accepteren vooral

kleine karekiet, heggenmus, gras-pieper, gele kwikstaart en riet-zanger een koekoeksei. Na twaalfdagen broeden komt de lelijkeindringer tevoorschijn. Net ietsvroeger dan zijn stiefbroertjes en-zusjes. Zijn nestgenoten-in-de-dop krijgen de kans niet om uithet ei te kruipen. Ook al is hijkaal en blind, hij beschikt overeen aangeboren gedragspatroonom ze een voor een uit het nestte knikkeren.

Het koekoekje blijkt daarvoorperfect toegerust, ontdekte deEngelsman Edward Jenner. De

uitvinder van de koepokken-vaccinatie beschreef in 1788 degevoeligheid van de vleugeluit-einden, maar attendeerde ook opeen speciale holte tussen deschouderbladen. Het jong wiebeltnet zo lang tot het ei in die richelrolt. Daarna strekt hij zijn potenen vleugelstompjes en wipt hetvrachtje over de nestrand.

Luidruchtig leidt de nestpara-siet de bedotte gastouders vervol-gens nog eens om de tuin. Nor-maliter stemt het paar dehoeveelheid voedsel af op hetaantal vragende snavels, maar dekoekoek schreeuwt gewoon watharder en vaker. Zijn gepiepklinkt als het gebedel van eenheel nest jongen.

Op de elfde dag is de schrokopal groter dan vier zangvogelkin-dertjes bij elkaar en op de twin-

tigste dag zelfs dubbel zo zwaar.Bij de geboorte woog hij 3,2gram en vlak voor het uitvliegen,drie weken later, het dertigvoudi-ge! Het volproppen van dit‘monster’ is dan ook een enormeopgave voor de zwoegendewaardvogels. Het doordringende”chisz chisz chisz” spoort depleegouders aan continu hapjesaan te dragen. Het komt zelfsvoor dat toevallig passerendezangvogels het voer voor hunkroost aan de schreeuwlelijk af-staan.

Het geblèr klinkt een hermelijn,wezel of kraai overigens als mu-ziek in de oren, maar als die eenbezoek brengen is het voor hetkoekoeksjong over en uit.

KwetsbaarHellebrekers vraagt zich onder-

tussen af hoelang de typerende

roep van de koekoeksman in Ne-derland nog gehoord zal worden.Enkele jaren geleden gooide hijde knuppel in het hoenderhokdoor te beweren dat vogeltellersstelselmatig de aantallen over-schatten. „Men richtte zich oproepende mannetjes, maar diezwerven veel rond. Bovendienzijn ze in het veld moeilijk vanvrouwtjes te onderscheiden. Hetaantal dubbeltellingen was nietvan de lucht.”

Zijn oproep om tijdens inventa-risaties juist op waardvogelsoor-ten en geparasiteerde nesten teletten, kreeg uiteindelijk gehoor.De ”methode Hellebrekers”bracht een „ontstellende” achter-uitgang aan het licht. „Dankzijmijn boek staat de koekoek op deRode Lijst van bedreigde broed-vogels. Naar schatting komen erin Nederland nog nauwelijks3000 wijfjes voor. De stand isverontrustend laag en holt ach-teruit.

Dat geldt ook voor de waard-vogels. Als die in aantallen ach-teruitgaan, krijgen bepaalde koe-koeksstammen het moeilijk. Infeite zou je elke stam als eenaparte vogelsoort moeten be-schouwen. Daarvoor geldt: weg isweg, want herstel is meestal uit-gesloten.”

Het 220 pagina’s tellende boek

”Heeft de koekoek overlevingskan-

sen?” kan worden besteld door

€ 19,50 te storten op rekeningnum-

mer 43.54.66.313 t.n.v. van A. W.

Hellebrekers te Voorburg (o.v.v.

naam en volledig adres). Een uitge-

breide versie van dit artikel is te le-

zen op www.refdag.nl.

Willem H. Smith

GROTE PANDA – De vier jaar oude Xiang Xiang (”Veelbelovend”) is

de eerste gefokte grote panda die in China in de vrije natuur is vrijgela-

ten. De bamboebeer, geboren en opgegroeid in het Wolong Giant Pan-

da Protection and Research Center, in de provincie Sichuan in het zuid-

westen van China,

leerde in gevangen-

schap een schuil-

plaats bouwen en

voedsel zoeken. Zijn

verzorger (zie foto)

bracht het jonge

mannetje ook bij hoe

het dier zich al krij-

send en bijtend kan

verdedigen. Xiang Xiang wordt in bergachtige Wolongbamboereservaat

via een gps-zender gevolgd. Op deze manier willen de onderzoekers er-

achter komen of door mensen gefokte panda’s in het wild kunnen over-

leven. SPIRIT BEAR – De kermodebeer (”spirit bear”), een witte beer

die leeft in de gematigde regenwouden van de West-Canadese provin-

cie British Columbia, heeft de officiële status van ”zoogdier van de pro-

vincie” gekregen. Premier Gordon Campbell lost daarmee een belofte

in, gedaan tijdens de jaarlijkse troonrede. Hij opende onlangs eveneens

een nieuwe tentoonstelling over deze zeldzame ondersoort in het Royal

B. C. Museum te Victoria. Bezoekers zien onder andere drie opgezette

exemplaren die Francis Kermode, de voormalige directeur naar wie het

dier vernoemd is, een eeuw geleden verwierf. De witte vacht van de

beer is het gevolg van een genetische afwijking die voorkomt bij zwar-

te beren in het gebied. De officiële status ondersteunt de in februari af-

gekondigde bescherming van 200.000 hectare aan leefgebied van de

spirit bear. Verder is de jacht op deze beer verboden.

dinsdag 9 mei 2006 PAGINA 16Reformatorisch Dagblad

Korhoenders of nijlganzen?Het was een opmerkelijk bericht eind vorige maand. In ge-vangenschap gefokte korhoenders mogen niet worden uitge-zet in Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Dit bepaalde derechtbank in Amsterdam in een zaak van Stichting De Fau-nabescherming tegen het ministerie van Landbouw. Tweeargumenten leken daarbij van groot belang. In de eersteplaats de verwachting dat de herintroductie vruchteloos zouzijn omdat de milieuomstandigheden voor korhoenders der-mate ongunstig zijn dat een uitzetpoging tot mislukken ge-doemd is. In het verlengde daarvan werd de vrees uitgespro-ken voor eventuele schade aan de weinige nog resterendeNederlandse korhoenders. Deze vogels komen nog maar opéén plaats –in Salland– in het wild voor. De kleine en kwets-bare populatie heeft een unieke genetische samenstelling enis optimaal aangepast aan het leven in het West-Europeselaagland, zo beweren tegenstanders van de uitzetting. Derechtbank is het eens met de stelling dat het risico van ver-menging van de Sallandse vogels met de uitgezette exempla-ren niet denkbeeldig is, waardoor de unieke Sallandse kor-hoen zou verzwakken en op den duur verdwijnen.

In theorie hebben de bezwaarmakers gelijk. Uit het zomaar(her)introduceren van planten of dieren is zelden iets goedsvoortgekomen. En korhoenders dreigen uit Nederland teverdwijnen omdat er iets fundamenteel mis is met hun leef-milieu. Zolang daarin geen verandering optreedt, heeft hetloslaten van gefokte vogels niet zo veel zin.

Het argument van verzwakking door vermenging is theore-tisch niet aanvechtbaar. Of het in de praktijk zo’n vaart zallopen, is echter zeer de vraag. Zou de bastaardering slagen,dan zou ook de herintroductie tot op zekere hoogte succes-vol zijn en valt het fundament onder de belangrijkste bezwa-ren weg.

Veel erger dan een goedbedoelde herintroductiepoging omeen vrijwel verdwenen soort nieuwe kansen te bieden, is hetinburgeren van exotische diersoorten. De uitheemse mus-kusrat, de Canadese gans en de Amerikaanse hondsvis zor-gen in Nederland voor fikse problemen. Veelal veroorzakenze ook een behoorlijke verstoring van het natuurlijk even-wicht, onder meer doordat ze hier nauwelijks natuurlijke vij-anden hebben. Zo gedijt de nijlgans ten koste van onze in-heemse bergeenden en vormt de hondsvis een bedreigingvoor zeldzame inheemse amfibieën. Vaak blijkt dus dat al ofniet opzettelijk geïntroduceerde nieuwelingen schadelijk zijnvoor de inheemse soorten.

Het lijkt heel wat urgenter om de steeds uitdijende popula-ties van exoten een halt toe te roepen dan om een herintro-ductie van een inheemse soort te blokkeren. Het laatste zoumogelijk schadelijk kunnen zijn voor onze natuur, maar vanhet eerste staat het schadelijk effect zonder meer vast.

Hiet de Zwerver

Hilversum heeft sinds vori-ge week een unicum binnenhaar gemeentegrenzen: een natuurbrug die de lang-ste ter wereld is en waardieren én mensen kunnenoversteken. De vraag is ofdat wel werkt. „Reeën zijnsnel verdwenen als ze deparfumlucht ruiken vanvoorbijfietsende Gooise dames.”

Wie vanaf Bussum naar hetMediapark in Hilversumrijdt, komt halverwege eenecoduct tegen. Rechts liggende bossen van het Spanders-woud, links loopt het meters-hoge talud van de wildpassa-ge nog even door. Verderopligt namelijk nog een eco-duct, over een spoorlijn eneen bedrijventerrein. Daarnaweer een zandmassa, nudwars door een sportpark.Het geheel overbrugt zo vierbarrières tussen het Span-derswoud en de Bussummer-heide.

Het enorme bouwwerk, datkoningin Beatrix vorige weekin gebruik nam, is maar eenklein puzzelstukje in het gro-te plan om Veluwe, UtrechtseHeuvelrug en het Gooi met

elkaar te verbinden.De provincie Utrecht

bouwde vorig jaar al een eco-duct over de A28 bij de Leus-derheide. In Utrecht moetener nog negentien volgen. Denatuurbrug bij ZanderijCrailoo is de eerste in een se-rie van zes in Noord-Hol-land. De provincie begint in2007 aan een ecoduct over deA27 ten zuiden van Hilver-sum en een passage over deA1 ter hoogte van Laren.

De natuurbrug bij Hilver-sum is de eerste waar mensén dier gebruik van kunnenmaken. Naast de 50 meterbrede zandweg voor het wildliggen een ruiterpad en eenverhard pad voor fietsers envoetgangers. Een laag hek-werk met wat struiken erom-heen moet mens en dier van

elkaar gescheiden houden.Kenners betwijfelen of dit

in de praktijk echt zal wer-ken. Voorzitter Ph. Salm vande Vereniging tot Behoudvan het Veluws Hert heeft zozijn vragen. „Grofwild entoeristen zijn nu eenmaalgeen vrienden van elkaar.Reeën en edelherten kunnenontzettend goed ruiken. Alser dames met parfum langs-fietsen, is het wild snel verd-wenen.” De vereniging heeftveel ervaring met het ontwik-kelen van ecoducten op deVeluwe.

Rentmeester-directeur H.Korten van het Gooisch Na-tuurreservaat, initiatiefnemervan de Hilversumse natuur-brug, koos echter bewustvoor het duogebruik. „Hetzorgt voor veel draagvlak on-

der politiek en bevolking.Zonder een fiets-, wandel- enruiterpad was de natuurbruger waarschijnlijk niet geko-men. Zo kwam staatssecreta-ris Faber van Natuur destijdsmet 2,4 miljoen euro over debrug omdat dit initiatief pri-ma paste in het plan ”Natuurvoor mensen, mensen voornatuur”.

Volgens de rentmeestermaken dieren vooral ’s nachtgebruik van de passage en re-creanten vooral overdag.„Bovendien lijkt het wildhier in het Gooi minder bangvoor mensen dan bijvoor-beeld op de Veluwe.” Op debrug geldt wel een verbodvoor honden. „Zij doenoveral een plasje en die luchtschrikt ’s nachts de dierenaf.”

Een wandeling over hetecoduct leert dat het wild deoversteekplaats al gebruikt.Naast de sporen van schapenstaan ook duidelijk de pren-ten van een ree in het zand.Waarschijnlijk geldt daar-voor ook: als er één schaapover de dam is, volgen ermeer.

Gerco Verdouw

● De koekoek wordt door sommi-gen beschouwd als de voorbode vande lente en door anderen, heel watminder poëtisch, als een valse eier-fraudeur.

● Het volproppen van de onverza-digbare schrokop is een enorme op-gave voor de zwoegende karekiet.

Foto’s KINA Stock

● Een koekoeksjong werkt een karekieteitje uit het nest. Foto Sesam

Eén koekoeksjong blèrt als een heel nest zangvogelkindertjes

Wisseltruc van enkele seconden

mei: � 11: 19.00 uur, fotoworkshop (gratis) met

IVN-natuurfotografen in Kasteelpark Renswoude.

Start: P-plaats Grebbelinie tegenover kasteel.

Informatie: 0318-573489. � 12, 19: 19.30 uur,

zoogdierontdektocht in Nationaal Park Veluwezoom.

Adres: Heuvenseweg 5a te Rheden. Aanmelden: 026-4979100.

� 12: 20.00 uur, wandeling Wekeromse Zand. Start: P-plaats oostzijde

van natuurgebied tussen Ede en Harskamp. Informatie: 06-53777594

(wo t/m za van 9.30-10.00 uur). � 13: 12.00, 14.00 en 16.00 uur,

excursie eendenkooi Batenburg. Adres: Bergharensestraat. Informatie:

www.mooigelderland.nl. � 13, 20: 13.00 uur, excursie aalscholver-

kolonie Lepelaarplassen. Start: Bezoekerscentrum de Trekvogel aan

Oostvaardersdijk in Almere. Aanmelden (tussen 12.00 en 17.00 uur):

0320-286130. � 13: 10.00 uur, excursie naar het geologische P. van

der Lijnreservaat. Start: beheerschuur in Urkerbos, ten noorden van

Urk. Aanmelden (tussen 12.00 en 17.00 uur): 0320-286130. � 15:

20.00 uur, cursus libellen tellen door Jaap Bouwman. Plaats: Natuur-

museum, Spoorlaan 434 te Tilburg. Aanmelden: www.telmee.nl. � 18:

safarivaart met de Blauwe Bever naar Amerongse Bovenpolder en Wijk

bij Duurstede. Start: P-plaats aan de rivier tegenover industrieterrein

Remmerden, gelegen aan de N225 tussen Elst en Rhenen. Reserveren

(di t/m do van 14.00–16.00 uur): 0317-621212. Informatie:

www.utrechtslandschap.nl. � 19: 19.30 uur, zoogdierontdektocht

op Planken Wambuis. Start: P-plaats Oud Reemst aan de Oud Reem-

sterlaan, bij afslag vanaf Hardewijkerweg (N310) te Ede. Aanmelden:

026-4979100. � 19, 20: 19.30 uur, zoogdierontdektocht in Leuve-

numse Bossen bij Ermelo. Aanmelden: 026-4979100. � 20: 6.00 uur,

vogelwandeling op landgoed Warnsborn. Start: P-plaats tegenover

camping Warnsborn in Arnhem-Noord, einde Bakenbergseweg.

Informatie: www.mooigelderland.nl. � 20, 27: 8.00 uur, fotoworkshop

in Natuurpark Lelystad. Aanmelden (tussen 12.00 en 17.00 uur):

0320-286130. � t/m

27 mei: tentoon-

stelling ”Van hier

tot aan de einder”

(foto’s van Jan Bui-

tendijk) in Biesbosch-

centrum Dordrecht,

Baanhoekweg 53.

Informatie:

078-6305353.

Ree kán parfum snuiven op ’s werelds langste wildbrug

Natuurbrug Crailoo■ Lengte: 800 meter■ Hoogte: 8,5 meter tot 14,5 meter■ Benodigde grond: 684.365 kubieke meter■ Kosten: 14,75 miljoen■ Bouwperiode: oktober 2002-mei 2006■ Overspant: provinciale Naarderweg, spoorlijn

Bussum-Hilversum, bedrijventerrein Railpro en sport-park Crailoo

A1

A27

A27

A6

G o o i m e e r

Bussum

Naarder-meer

Blaricum

Laren

Baarn

Hilversum

Huizen

Bussemerheide

Zanderi j Crai loo

Westerheide

Utrechtse Heuvelrug

Spanderswoud

Ecologische verbindingszones in het Gooi