eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

27
Het sociale vermogen van De Bennekel diepte interviews met 10 professionals en 20 wijkbewoners over de Eindhovense wijk De Bennekel

Transcript of eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Page 1: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Het sociale vermogen van De

Bennekel

diepte interviews met 10 professionals en 20 wijkbewoners

over de Eindhovense wijk De Bennekel

Page 2: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Martijn van Bakel

Het sociale vermogen van De

Bennekel

Page 3: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

diepte interviews met 10 professionals en 20 wijkbewoners

over de Eindhovense wijk De Bennekel∗

Stap 4 in het onderzoek naar het sociale vermogen

van De Bennekel door Fontys Hogeschool Sociaal Werk

en Joop Hofman Allianties

In totaal zijn 30 betrokkenen geïnterviewd, 18 mensen individueel en 12 mensen in tweetallen

Page 4: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Martijn van Bakel Amersfoort, 14 juli 2004

Page 5: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

De daken van de Bennekel

De Bennekel, buiten twijfel de ziel van de stad

Eindhoven, hier kunnen braswijkjes zoals ....... de

rest een puntje aan zuigen

Bron: http://members.lycos.nl/baardschurft2/

Page 6: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave....................................................................................................................................... 3

1 Inleiding............................................................................................................................................... 4

1.1 Aanleiding en vraagstelling onderzoek..........................................................................................4

1.2 Leeswijzer..................................................................................................................................... 4

2 Onderzoeksopzet................................................................................................................................. 5

2.1 Inleiding......................................................................................................................................... 5

2.2 Methode van onderzoek................................................................................................................5

2.3 Opzet vragenlijst........................................................................................................................... 5

2.4 Respondenten en interviews.........................................................................................................5

3 Resultaten........................................................................................................................................... 7

3.1 Inleiding......................................................................................................................................... 7

3.2 De veranderingen in de wijk..........................................................................................................7

3.3 De omgang met elkaar..................................................................................................................9

3.4 De betekenis van de Bennekel voor haar bewoners..................................................................13

3.5 Allochtonen in de Bennekel.........................................................................................................14

3.6 De toekomst van de Bennekel....................................................................................................15

4 Conclusies en aanbevelingen............................................................................................................17

4.1 Inleiding....................................................................................................................................... 17

4.2 Conclusies................................................................................................................................... 17

4.3 Aanbevelingen............................................................................................................................ 18

Bijlagen................................................................................................................................................. 20

Bijlage 1: Vragenlijst.......................................................................................................................... 21

Bijlage 2: lijst respondenten..............................................................................................................23

3

Page 7: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en vraagstell ing onderzoek

De Bennekel is een wijk in het stadsdeel Gestel, gelegen in het zuidwesten van de stad Eindhoven. In

het kader van de integrale wijkvernieuwing is meer inzicht gewenst in de sociale structuur van de wijk.

Het onderzoek gaat dan ook op zoek naar het sociale vermogen dat in de wijk aanwezig is. Het

sociale vermogen bestaat uit:

• De sociale relaties in een leefgebied (informele sociale structuur);

• de sociale vitaliteit in een leefgebied ( de sociale norm in een leefgebied en de sociale mores

in een leefgebied);

• de sociale betekenis van het leefgebied (wat betekent het leefgebied c.q. buurt c.q. wijk voor

de ontwikkeling van bewoners).

(Johan Bodd, 20041)

Het onderzoek bestaat uit een zestal stappen, waarvan het voorliggende verslag de weergave is van

stap 4 in dat onderzoek, diepte interviews met professionals en wijkbewoners.

Dit deelonderzoek gaat op zoek naar hoe professionals en wijkbewoners aankijken tegen de sociale

relaties in de leefgebieden en wat de betekenis van die leefgebieden is voor de bewoners.

Samen met de uitkomsten uit de andere stappen in het onderzoek, dienen uiteindelijk bouwstenen te

worden opgesteld voor de vervolgstappen:

• op welke manier het sociale vermogen van de Bennekel “ingezet” kan worden bij het werken

aan de sociaal maatschappelijke doelstellingen van de integrale wijkvernieuwing;

• op welke manier de formele sociale infrastructuur en de ruimtelijke- en fysieke infrastructuur

hier een bijdrage aan kan leveren.

(Johan Bodd, 20041)

1.2 Leeswijzer

Dit verslag is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de opzet van het onderzoek,

hoofdstuk 3 behandelt de resultaten van het onderzoek en afgesloten wordt met de conclusies en

aanbevelingen in hoofdstuk 4

1 Johan Bodd (2004). Offerte voor het onderzoek naar de sociale kracht van de Bennekel. Fontys

Hogeschool Sociaal Werk, Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling, Eindhoven.1

4

Page 8: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

2 Onderzoeksopzet

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de opzet van het onderzoek besproken. In paragraaf 2.2 wordt de methode van

onderzoek beschreven, paragraaf 2.3 gaat in op de opzet van de vragenlijst en in paragraaf 2.4

worden de respondenten en interviews besproken.

2.2 Methode van onderzoek

Voor het onderzoek wordt gebruik gemaakt van mondelinge interviews. Zeker voor dit onderzoek is

het interview een zeer geschikte onderzoeksmethode, omdat het juist ook de mogelijk biedt om

verhalen over het leven in een wijk op te tekenen. Daarnaast kan men bij een interview snel

aanpassen aan het kennisniveau van de respondent: niet alle vragen zijn geschikt voor alle

respondenten.

2.3 Opzet vragenlijst

Er wordt gebruik gemaakt van een groslijst met vragen waaruit vragen gekozen kunnen worden, al

naar gelang het gesprek daar om vraagt. De vragen zijn opgesteld aan de hand van een aantal

thema’s:

• veranderingen in de wijk

• het sociale: de omgang van bewoners met elkaar

• de beleving: de betekenis van de Bennekel voor haar bewoners

• de toekomst van de wijk

De vragenlijst is opgenomen als bijlage 1.

2.4 Respondenten en interviews

De respondenten bestaan uit professionals die met de wijk bezig zijn en bewoners die in de wijk

wonen. De lijst met professionals is samen opgesteld door opdrachtnemer en opdrachtgever. Uit de

workshops sociale relaties (een eerdere stap in het onderzoek) is een lijst met geschikt geachte

bewoners samengesteld en gedurende het deelonderzoek zijn namen van andere te interviewen

bewoners naar voren gekomen. De lijst met respondenten is opgenomen als bijlage 2.

5

Page 9: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

De interviews hebben plaatsgevonden in de periode van 14 mei tot en met 1 juli 2004. De

respondenten zijn telefonisch benaderd voor een interview. De professionals hebben van tevoren een

brief gehad waarin hen uitleg werd gegeven over het onderzoek en medewerking werd gevraagd aan

een interview. De meeste bewoners zijn direct telefonisch benaderd en werden ingelicht voor zover zij

niet op de hoogte waren van het onderzoek. Ook zijn er enkele bewoners direct aan de deur benaderd

voor een interview. De interviews vonden plaats op kantoor (professionals) of thuis (bewoners).

Alle respondenten waren bereid mee te werken aan het onderzoek en vervolgens werd een afspraak

gemaakt voor een interview. Tijdens de interviews werden aantekeningen gemaakt, die vervolgens

werden uitgewerkt tot verslag. Respondenten kregen dit verslag per email of post toegestuurd, met het

verzoek het door te lezen en met eventueel commentaar en/of verbeteringen te retourneren. Enkele

respondenten hebben, ook na herhaaldelijk verzoek, geen reactie gegeven op het verslag. Op de

laatste interviews is, gezien de tijd, geen feedback gevraagd. Reacties op de verslagen van eerdere

interviews leerde echter dat er weinig commentaar was en de verslagen dus over het algemeen goed

weergaven wat er in het gesprek gezegd was. De verslagen van de interviews zelf zullen uit

privacyoverwegingen niet worden opgenomen in dit verslag zelf. De onderzoekers beschikken er wel

over.

6

Page 10: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

‘Je kon gerust je deuren en ramen openlaten als je wegging, of een touwtje uit de deur, er kwam

toch niemand binnen. Ook bracht ik geregeld een pannetje soep rond.’

3 Resultaten

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de resultaten van de interviews. In paragraaf 3.2 komen de

veranderingen in de wijk ter sprake, zoals die door professionals en bewoners waargenomen zijn.

Paragraaf 3.3 gaat in op het sociale aspect, de omgang met elkaar. In paragraaf 3.4 wordt de

betekenis van de Bennekel voor haar bewoners besproken en vervolgens wordt in paragraaf 3.5

ingegaan op de positie van de allochtonen in de wijk. Als laatste gaat paragraaf 3.6 in op de toekomst

van de Bennekel.

3.2 De veranderingen in de wijk

Veel respondenten noemen nadrukkelijk dat de sfeer in de wijk veranderd is. Vooral de wat oudere

bewoners zijn van mening dat de mensen steeds individualistischer zijn geworden. Mensen zijn steeds

meer op zichzelf gericht en hebben steeds minder aandacht voor hun woonomgeving. In bepaalde

delen van de wijk weten de mensen niet meer wie waar woont en wat men doet. Vroeger had je meer

gelijkgestemden bij elkaar wonen (bijv. jonge gezinnen), dat schept een bepaalde band. De

saamhorigheid was ook groter, mensen stonden echt voor elkaar klaar en hielpen elkaar, meer dan nu

het geval is.

De hogere doorstroom van bewoners wordt door veel respondenten als negatieve ontwikkeling

gezien. Mensen wonen maar eventjes in de wijk of straat en ontwikkelen zo geen tot weinig binding

met de buurt.

Om gezondheids- of andere redenen trekken veel ouderen weg uit de buurt. Hiermee verdwijnen

vertrouwde gezichten uit de buurt, mensen die de opbouw van de wijk en straat hebben meegemaakt

en die als het ware een stabiele factor in de buurt waren. Ze vertrekken naar de Pastoor Brockenflat,

zorgcentrum Gagelbosch of zelfs helemaal de wijk uit. Vervolgens betrekken jonge mensen die

vrijgekomen huizen en regelmatig zijn dit mensen die geen binding met de buurt willen.

Er zijn duidelijk meer allochtonen in de wijk komen wonen. Autochtone bewoners laten

doorschemeren dat ze het eigenlijk teveel vinden. Hoewel een aantal professionals aangeven dat het

beter lijkt te gaan met de integratie, zijn veel autochtone bewoners van mening dat het nog niet echt

7

Page 11: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

vlot met de onderlinge contacten. De uitspraak ‘je hebt er geen last van, maar je hebt er ook niks aan’

zegt genoeg. Allochtone bewoners lijken daar wat positiever over.

Ook werd een paar keer aangegeven dat men het jammer vond dat Nederlandse jongeren zo moeilijk

aan een huurwoning kunnen komen binnen de Bennekel, omdat die allemaal worden toegewezen aan

buitenlanders.

Over de criminaliteit zijn de meningen verdeeld. De een is van mening dat deze duidelijk is afgenomen

en neemt het sterk gedaalde aantal inbraken als maatstaf. De ander vind juist dat de kleine

criminaliteit is toegenomen, hoewel die niet te vergelijken is met de grote overlast die de Bennekel

Boys (groep Bennekelse jongeren die de buurt ‘terroriseerde’) vroeger veroorzaakte.

Veel respondenten vinden dat de wijk actiever is geworden. Met name de komst van de BBB wordt

gezien als goed voor de wijk. Met name BBB’ers zelf hebben het over dat de wijk zo actief is

geworden, anderen spreken liever dat de BBB zo actief is. De BBB heeft in ieder geval wel

bijgedragen aan een veiliger Bennekel, door hekken en lampen te plaatsen in achtergangen. Ook is er

nu een duidelijk centraal hulppunt voor de bewoners. Men loopt gemakkelijk de Buurtinfowinkel binnen

om iets te vragen of te melden.

Ook de samenwerking tussen de BBB en andere (hulp)instanties (gemeente, politie, GGD, school) is

verbeterd, volgens meerdere respondenten. Men weet elkaar steeds beter te vinden en dit komt de

slagvaardigheid van de wijkontwikkeling ten goede.

De mozaïeken die door de hele wijk geplaatst zijn/worden, zorgen voor verfraaiing van de wijk.

Daarnaast werken bewoners hierdoor samen om ze te realiseren. Daar gaat het uiteindelijk ook om bij

veel BBB / Loket W activiteiten: het SAMEN iets doen en zo elkaar leren kennen.

Nieuwbouwprojecten worden door meerdere professionals gezien als goed voor de wijk. Ze zijn goed

voor het imago van de Bennekel, ze trekken ook hogere bevolkingsgroepen naar de wijk en ouderen

krijgen zo de kans om in de wijk te blijven. Juist de ouderen die al hun hele leven in de Bennekel

wonen en als het ware de geschiedenis van de wijk kennen en zijn, kunnen zo in de wijk blijven.

Nieuwbouw vult tevens ongezellige en als onveilig beschouwde plekken op.

Veel respondenten vinden dat de wijk een slechter imago heeft dan dat het in werkelijkheid is.

Langzaamaan wordt het beter, onder andere door het TV-project Wijk in Zicht, maar het kan nog

beter. Eén akkefietje wordt gewoon veel breder uitgemeten dan tien positieve ontwikkelingen.

Als laatste vinden nogal wat respondenten het jammer dat er aan de Tinelstraat geen winkels meer

zijn voor de dagelijkse boodschappen. Het Frans Leharplein is weliswaar een compleet winkelcentrum

op loopafstand, maar vooral voor de ouderen was de supermarkt midden in de wijk ideaal.

8

Page 12: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

3.3 De omgang met elkaar

Algemeen

De Bennekel kenmerkt zich door een brede waaier aan sociale omgangsvormen. De verhalen van

respondenten gaan van ‘zeer hecht en alles samen doen’ tot ‘anoniem en ieder voor zich’.

Toch overheerst het met elkaar omgaan op een manier van elkaar groeten, af en toe een praatje

maken, maar echt bij elkaar de deur plat lopen, koffie drinken of op verjaardag gaan, dat hoor je maar

sporadisch. Sommige bewoners hebben wel een vaste buur of buurtgenoot waarmee ze dat wel doen

en met de rest hebben ze redelijk oppervlakkig of nauwelijks contact. Kortom: goed contact, maar niet

te dichtbij.

Toch staat men voor elkaar klaar als dat nodig is. Veel bewoners met buren op leeftijd, houden een

oogje in het zeil. En als de naam van de wijk in het geding is, gaat men er samen voor.

Veel gehoord is de uitspraak dat het contact vroeger beter was en dat er vooral de laatste jaren veel

nieuwe bewoners zijn gekomen die geen contact willen met de buurt. Veel bewoners ervaren dit als

slechte ontwikkeling.

De meeste bewoners zijn enkel over hun eigen straat (of deel daarvan) of buurtje goed geïnformeerd

en dat is op zich wel logisch. Uitzondering daarop zijn de BBB bestuursleden, die weten ook te

vertellen over andere delen van de wijk. Professionals hebben een veel ruimer beeld van het leven in

de wijk, maar missen dan weer de diepgaande details van het leven in een bepaalde straat die de

bewoners wel hebben.

Gebieden

Hieronder worden een aantal gebieden besproken, die meerdere keren worden genoemd in de

interviews.

Arcadeltstraat e.o.

De Arcadeltstraat en omgeving (Arcadeltstraat, Lassustraat, Sweelinkstraat, Willaertplein, Jan

Hollanderstraat) wordt het vaakst genoemd als gebied dat eruit springt qua omgang met elkaar.

Ondanks dat hier ook veel negatieve zaken plaatsvinden, vinden veel respondenten dat de bewoners

9

‘Als er iets met de buurt gebeurt, bijvoorbeeld toen de Kameleon een slechte naam kreeg, gaat

heel de wijk er achter staan. O.a. door artikelen te schrijven in kranten. Dat is wel typisch voor de

Bennekel, denk ik. Dus op het moment dat er iets gebeurd met de wijk, dan gaat iedereen er

samen tegenaan. Op een bepaalde manier staat men hier altijd klaar voor elkaar.’

Page 13: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

hier een hechte, sociale groep vormen, met een geheel eigen levensstijl (‘wonen’ op straat, deuren

open).

Opvallend is dat het sociale leven in de Arcadeltstraat e.o. zich voornamelijk manifesteert in de

zomermaanden. Dan zit men bij elkaar buiten op de stoep met een bakkie koffie of een pilsje. In de

wintermaanden leeft men veel meer op zichzelf en zijn het juist de contacten met vrienden van buiten

de straat die onderhouden worden. Toch is de hulpbereidheid in deze straten veel hoger dan

daarbuiten. Een kinderoppas is zo gevonden en bij een klusje aan auto of huis is de hulp van een paar

buren snel geregeld.

Toch wordt regelmatig gezegd dat het Trudocomplex Arcadeltstraat – Jan Hollanderstraat maar

gesloopt moet worden en iets nieuws ervoor in de plaats moet komen. "Uit de interviews met 4

bewoners van dit complex blijkt dat ze daar anders over denken. Zij zijn gehecht aan hun woning

(ondanks alle ongemakken), maar vooral aan de sociale omgeving en zijn bang dat deze sociale

structuur uit elkaar valt als er gesloopt en nieuw gebouwd gaat worden."

Het middengedeelte van de Arcadeltstraat is al jaren een probleemgebied. Hier wonen veelal jonge

mensen die voor nogal wat overlast zorgen. Tot laat op straat, herrie en rotzooi maken en

drugsoverlast.

Toch blijft dat probleem hangen in het middengedeelte en slaat niet over naar de vleugels. Hoe dat

precies komt, is moeilijk te zeggen, maar het heeft onder andere te maken met een aantal bewoners

in de vleugels die tegendruk geven en zich niet laten intimideren. Daar komt bij dat Trudo een

zorgvuldig woningtoewijzingsbeleid hanteert, in de vleugels kunnen (potentiële) herrieschoppers

(Trudo schijnt nieuwe bewoners te screenen) eenvoudigweg geen woning krijgen. Nadeel is dat,

ondanks het zorgvuldige beleid, goedwillende bewoners geen woning willen in het middengebied, dus

uiteindelijk komen ze toch terecht bij kwaadwillenden. Het lijkt een soort vicieuze cirkel waar men niet

uitkomt.

Rossinilaan e.o.

Over de Rossinilaan, Mozartlaan e.o. (het SWS-complex) zijn de professionals vrij negatief, in die zin

dat ze het af zien glijden. Mensen hebben steeds minder contact met elkaar, weten niet wie hun buren

zijn en wat ze doen. Dat leidt tot onverschilligheid en desinteresse over de woonomgeving, met als

gevolg dat onder andere kliko’s op straat blijven staan.

De bewoners die in deze straten wonen, zijn minder negatief. De contacten zijn weliswaar minder

hecht dan vroeger, toch is er nog steeds contact, ook tussen verschillende nationaliteiten. Wel geeft

men aan dat er steeds meer nieuwe bewoners komen, waarmee geen contact is.

10

‘Als hier je auto ’s morgens niet start, hoef je maar bij iemand aan te bellen en je wordt geholpen.’

Page 14: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Van Beethovenlaan e.o.

Dit gebied omvat de ‘witte huizen’ van Wooninc. (voorheen Patrimonium) en wordt een aantal keren

genoemd als opvallend gebied. Dit gebied heeft een sterk bewonerscomité, maar daarin zijn

voornamelijk ouderen actief. Die verdwijnen langzaam uit de wijk en daarmee wordt ook het

bewonerscomité minder actief. Bij de buitenwacht bestaat het idee dat de buurt niet open is naar

buitenlanders, maar de verhalen van twee Turkse bewoners van de Van Beethovenlaan bevestigt dit

beeld geenszins.

Schönberglaan

Een appartementencomplex in het zuidwesten van de Bennekel, door het kerkhof als het ware

afgeschermd van de rest van de wijk. De bewoners doen veel samen en het wordt door

buitenstaanders als een zeer hechte gemeenschap gezien. Trekken zich over het algemeen niet veel

aan van wat er in de rest van de wijk gebeurd, toch zijn er een aantal bewoners actief te zijn bij de

BBB.

Cavallilaan

De flats aan de Cavallilaan kenmerken zich doordat de bewoners (veel allochtonen) geen binding

hebben met elkaar en met de buurt. Een van de respondenten, die er vroeger heeft gewoond, vertelde

dat het met name de laatste jaren veel slechter is geworden. Toen zij daar woonde (jaren ’80),

woonden er veel meer gezinnen en zij had toch wel contact met haar buren en dat heeft ze nog

steeds.

De Bennekel in vergelijking met Eindhoven

Vaak wordt gezegd dat de Bennekel vergelijkbaar is met andere volks(se) wijken, zoals de

Kruidenbuurt, Lakerlopen, Woensel West. Vaak zie je dat veel mensen van dezelfde familie in zo’n

wijk wonen. Men woont lang in dit soort wijken en ook de kinderen blijven vaak in de wijk als ze op

zichzelf gaan wonen. Juist het feit dat ze allemaal tot dezelfde sociaal zwakkere groep, bindt de

mensen onderling.

11

‘Toen ik op de Cavallilaan vertelde hoe wij hier als buren met elkaar omgaan, konden ze dat niet

geloven.’

‘Vroeger hield de Bennekel bij de Jan Hollanderstraat op. De Beethovenlaan is later gebouwd.

Het zijn huizen van Patrimonium, een protestantse woningcorporatie. Trudo was gewoon

katholiek. Vroeger mochten kinderen uit de Beethovenlaan niet met kinderen uit de Jan

Hollanderstraat, spelen. Toen was er dus eigenlijk al een hele harde scheiding.’

Page 15: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

‘Maar de Bennekel heeft meerdere gezichten dan de Kruidenbuurt of Lakerlopen.’

‘Het buurtgevoel hier is een gedeelte saamhorigheid. Maar ook een gedeelte van ‘zolang het niet

voor mijn deur is, heb ik er niet veel mee te maken’.’

Een anekdote:

25 jaar geleden hebben bewoners rondom het grasveldje aan de Cornelis Dopperstraat - Van

Blankenburgstraat een crossbaan aangelegd. De kinderen uit de buurt wilden een crossbaan, dus

zijn ze de buurt rondgegaan om handtekeningen op te halen. Bijna iedereen heeft getekend.

Vervolgens hebben ze een bijeenkomst georganiseerd om de gemeente de handtekeningen te

overhandigen en toen de gemeente twijfelde of ze het zou doen, hebben de bewoners gezegd dat

de gemeente akkoord kon gaan, maar zo niet, dan zouden zij het gewoon zelf doen. De volgende

dag zijn ze begonnen met de aanleg, de hele buurt hielp mee. Na een jaar of 7 is de crossbaan in

onbruik geraakt en is ie gesloopt. Inmiddels ligt er weer een nieuwe. Die hebben de bewoners

Toch zijn een aantal respondenten van mening dat de Bennekel een diverser karakter heeft dan

eerdergenoemde wijken. De woningvoorraad is diverser, de wijk is groener, de etnische samenstelling

gevarieerder en de omgang met elkaar lijkt ook diverser te zijn. Of zoals een respondent het zei:

De Bennekelse aard

Natuurlijk is er niet één type bewoner te noemen dat representatief is voor de hele Bennekel, daarvoor

is de wijk te divers. Toch zijn er een aantal typeringen naar voren gekomen van echte Bennekelnaars,

mensen die hun hele leven al in de Bennekel wonen en er ook willen sterven:

• kennen de strijd nog tussen Veloc en Gestelse Boys;

• zetten zich af tegen Genderdal;

• zijn bereid mee te werken, maar zullen niet gauw het initiatief nemen;

• hardwerkende, eenvoudige mensen;

• voelen zich niet snel ergens te groot of te goed voor.

Het volkse van de Bennekel

Of de Bennekel een echte volkswijk is, zijn de respondenten het niet eens. Veel van hen vinden wel

dat de Bennekel karaktertrekken heeft van een volkswijk of dat bepaalde gedeelten een volksbuurtje

zijn.

De Arcadeltstraat en omgeving vallen onder dat laatste. Bewoners hebben weinig geld, de huren zijn

laag, de saamhorigheid is groot en het buiten-/straatleven, dat maakt die straten tot een volksbuurtje.

Volkse trekjes in de Bennekel zijn het ons kent ons, gemoedelijkheid, het thuisgevoel, gemakkelijk in

de omgang, de Bennekel als basis van het sociale leven, trots zijn op je afkomst, voor elkaar klaar

staan.

Het volkse buurtgevoel is wel aan het veranderen. Er is een sluimerend ongenoegen over het

toenemend aantal buitenlanders en daardoor neemt het thuisgevoel bij veel autochtone bewoners af.

Ze voelen zich niet meer zo thuis in de Bennekel en trekken weg naar elders of spelen met die

12

Page 16: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

‘De jongste heeft een tijdje in Woensel gewoond, maar voelde zich er niet thuis en is terug

gekomen, hij kon daar gewoon niet aarden.’

‘Mijn dochter woont samen in een dorp. Groot huis, dus ze zou wel gek zijn als ze hier gaat

wonen.’

‘Ik heb mijn graf al gereserveerd hier op het kerkhof.’

gedachte. Ook de saamhorigheid brokkelt af, mensen staan niet meer zo voor elkaar klaar als vroeger

en zijn meer op zichzelf gericht.

Ongeschreven regels

Ongeschreven regels die uit de interviews naar voren komen:

• geen klikcultuur, mensen geven elkaar niet gauw aan. Het moet je echt persoonlijk raken, wil

je er melding van maken bij politie;

• doe maar gewoon;

• je komt niet aan elkaars spullen (en als je dat wel doet, kun je beter verhuizen uit de

Bennekel);

• je kunt doen en laten wat je wilt, zolang je er anderen niet mee lastig valt;

• je blijft van mijn kinderen af;

• sommige bewoners zijn van mening dat de parkeerplaats voor hun deur ook van hun is. Als je

je auto daar toch neerzet, kun je problemen verwachten.

3.4 De betekenis van de Bennekel voor haar bewoners

Thuis

Wat de bewoners dan precies zo bindt en aanspreekt aan de Bennekel, vindt men moeilijk te zeggen.

Het is een bekende omgeving, je kent er iedereen. Voor met name de Nederlandse Bennekel

bewoners is de Bennekel echt ‘thuis’. Het is de omgeving waarin ze opgegroeid zijn, waar ze de

mensen kennen. Regelmatig wordt gezegd dat men er niet meer weg gaat tot de dood. En ondanks

het slechte imago van de Bennekel, zijn veel bewoners er trots op dat ze Bennekelnaar zijn.

Ook woont een redelijk aantal kinderen van bewoners op zichzelf in de Bennekel. Ze zijn opgegroeid

in de Bennekel, kennen de buurt van haver tot gort en willen graag in die vertrouwde omgeving blijven

wonen.

Toch zijn er ook genoeg ‘kinderen van’ die niet meer in de Bennekel wonen. Zij zijn weggetrokken,

omdat het buitenleven niets voor hen was of omdat het ze ‘goed’ terecht zijn gekomen.

13

Page 17: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

‘Vroeger durfde je niet te zeggen dat je uit de Bennekel kwam, dat was minderwaardig. Hier

woonden de arme mensen, de arbeiders. Ik liet me wel eens vooraan bij de Hoogstraat afzetten..’

Allochtonen hebben dat thuisgevoel over het algemeen minder sterk en een enkele respondent juist

helemaal niet. Toch vinden ook de allochtonen het over het algemeen een prettige, vertrouwde wijk,

mede doordat ze overal mensen kennen.

De Bennekel en Gestel

Er zijn duidelijk verschillen in wat men nu precies onder de Bennekel verstaat. Voor de een is de

Bennekel het hele gebied tussen Hoogstraat, Bayeuxlaan, Locatellistraat en het kanaaltje in het

westen, voor de ander is de Bennekel de Arcadeltstraat en omgeving, iets waar ze of juist wel of juist

niet mee geassocieerd willen worden.

Daarnaast hebben juist de oudere bewoners het over ‘ik kom uit Gestel’ en vervolgens pas ‘ik kom uit

de Bennekel’. Dat lijkt wel voor heel Eindhoven te gelden. Mensen komen uit Strijp, Stratum, Tongelre

etc. en niet uit Drents Dorp, Kruidenbuurt of Lakerlopen.

3.5 Allochtonen in de Bennekel

De Bennekel heeft, zoals veel naoorlogse wijken met goedkope woningen, een hoog percentage aan

allochtonen. Het merendeel is van Turkse afkomst.

Zoals in paragraaf 3.2 al gezegd is, heerst er ten aanzien van allochtonen bij de meeste Nederlandse

bewoners over het algemeen de mening ‘je hebt er geen last van, maar je hebt er ook niks aan’.

Nederlanders hebben het idee dat de allochtonen in hun eigen groep blijven hangen en geen

buitenstaanders opzoeken of toelaten. Daarnaast zijn ze moeilijk te betrekken bij activiteiten.

Allochtonen zeggen juist dat ze moeilijk in Nederlandse groepen komen en enkele Turkse mensen

laten weten dat ze het idee krijgen dat ze niet welkom zijn bij activiteiten. Over het leven in de straat

zijn ze wel positief. Iedereen gaat met elkaar om, afkomst is niet zozeer van belang daarvoor, het gaat

meer om de persoon zelf die contact wil maken of niet.

Meerdere Nederlandse respondenten geven aan dat allochtonen niet meedoen aan activiteiten in de

wijk en niet betrokken zijn bij de buurt. Toch wordt er ook gezegd dat de allochtonen zich steeds meer

thuis lijken te voelen in de Bennekel, dus die betrokkenheid zou zich de komende jaren kunnen

ontwikkelen.

Op de basisschool gaan alle nationaliteiten met elkaar om, maar bij het verlaten van de school lijkt

iedereen toch veel terug te vallen op de eigen etniciteit. Een Turkse jongere vertelde echter dat het bij

de beroepsopleiding toch weer allemaal samenkomt. Afkomst of kleur maken dan niet uit, het gaat om

de persoon zelf.

14

Page 18: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Veel respondenten vinden dat er goed gekeken moet worden naar woningtoewijzing, er moet een

beter evenwicht worden gevonden tussen mixen en scheiden van bevolkingsgroepen. Als alle groepen

door elkaar wonen, ontstaan er buurtjes waar niemand iets met elkaar heeft. Alles per land bij elkaar

zetten is ook geen optie, dan krijg je allerlei gesloten systemen waar anderen niet meer welkom zijn.

Of de Bennekel nog meer allochtonen aankan, is voor veel respondenten een vraag. Velen denken

dat de Bennekel het maximum wel bereikt heeft. Door de toename van het aantal allochtonen en het

wegtrekken van echte Bennekelnaars kan het maken of behouden van een straat bemoeilijkt worden.

3.6 De toekomst van de Bennekel

Sterke punten en kansen

Veel respondenten vinden de ligging van de Bennekel in de stad een groot pluspunt. Het groen,

bijvoorbeeld de Genneper parken en de Dommel, ligt in de directe nabijheid van de wijk. Sport- en

recreatievoorzieningen liggen aan de rand van de wijk. Winkelen kan men aan het Frans Leharplein

(aan de rand van de wijk, in het noorden) en het Kastelenplein (niet in de Bennekel, maar voor

bewoners van het westelijke gedeelte dichterbij dan het Frans Leharplein). Ook de stad is redelijk

dichtbij. Die goede ligging is een pluspunt voor de Bennekel.

Meerdere respondenten noemen de Bennekel een zeer actieve wijk met veel vrijwilligers. Daar is niet

iedereen het mee eens. De Bennekel is volgens hen weliswaar actief, maar het is maar een klein

groepje vrijwilligers dat zich echt inzet voor de wijk. Het zijn iedere keer dezelfde mensen die zich

inzetten voor de wijk. Deze doen dat dan wel met meer dan 100% inzet, maar het blijft een klein

groepje.

Meerdere respondenten vonden dat de Bennekel meer zal moeten bouwen voor de ouderen, zodat

ook zij in de toekomst in de Bennekel kunnen blijven.

Over de positieve effecten van woningen bouwen voor hogere sociale klassen, zijn de meningen

verdeeld. De een vindt dat het zeker zal bijdragen aan een betere, gezondere wijk, de ander is van

mening dat deze mensen juist geen binding met de wijk (willen) hebben en dus geen meerwaarde

zullen zijn voor de Bennekel.

Als laatste een aantal korte pluspunten of kansen:

• veel respondenten vinden de sociale cohesie en saamhorigheid een sterk punt van de

Bennekel;

• verder zullen de huizen en openbare ruimten verder opgeknapt en gerenoveerd moeten

worden. Bewoners moeten trots kunnen zijn op hun wijk.

15

Page 19: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Zwakke punten en bedreigingen

Doordat het actieve deel van de Bennekel zo klein is, ziet een redelijk aantal respondenten weinig

kracht in de Bennekel. De meeste bewoners tonen weinig initiatief en zijn niet bereid zich in te zetten

voor hun woonomgeving. Dat zit in zekere zin in de Bennekelse aard: een afwachtende houding, wel

meedoen, als men maar niet zelf het initiatief hoeft te nemen.

De jongeren zijn op dit moment weinig actief voor de wijk. Aangezien zij wel de toekomstige bewoners

van de wijk zijn, is dit een punt van zorg.

De respondenten zijn van mening dat de toewijzing sterk verbeterd moet worden, om te voorkomen

dat er stukken ontstaan waar bewoner niks met elkaar hebben, met onverschilligheid en eigen belang

tot gevolg. Er moet meer gekeken worden naar welke bewoner bij welke woning/straat past en wat

een bepaalde straat voor bewoner nodig heeft om er bovenop te komen.

De mening van een meerderheid van de geïnterviewden is dat een verdere toename van allochtonen

een slechte ontwikkeling voor de wijk kan zijn. Dat is evengoed het geval bij een toename van het

aantal bewoners dat niet geïnteresseerd is in hun buren of de buurt.

Zoals de plannen er nu uitzien, zal het Trudocomplex Arcadeltstraat e.o. niet gesloopt worden. Voor

de buurt en de huidige bewoners is dat een goede zaak, aangezien zij zeer gehecht zijn aan hun huis

en de buurt. Sloop zou het hart uit de Bennekel rukken en bewoners uit hun huis en buurt jagen die

niet meer terug kunnen komen. Toch zien sommige respondenten in sloop mogelijkheden om deze

buurt op te krikken. Nieuwe, moderne huizen zullen rotzooipraktijken zoals nu voorkomen, denken zij.

Een aantal respondenten laakt de houding van gemeente en woningcorporaties in de herstructurering.

Wil de hele herstructureringsoperatie tot goede dingen leiden, dan zullen deze instanties toch meer

(lange termijn) visie moeten ontwikkelen, maar ook daadkracht moeten tonen en het niet alleen bij

verhalen en beloftes houden.

16

Page 20: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

4 Conclusies en aanbevelingen

4.1 Inleiding

In dit laatste hoofdstuk de conclusies en aanbevelingen. In paragraaf 4.2 volgen de conclusies, aan de

hand van de driedeling sociale relaties, sociale vitaliteit en sociale betekenis. Afsluitend volgen in

paragraaf 4.3 de aanbevelingen.

4.2 Conclusies

Sociale relaties

Het algemene beeld is dat de sociale relaties in de buurt wel oké zijn. Het is niet hecht en uitgebreid,

maar ook niet anoniem. De mensen kennen hun buurtgenoten veelal wel en als het echt nodig is, kan

men op elkaar bouwen. Er heerst een zekere sociale cohesie en saamhorigheid.

Juist doordat mensen lang in de Bennekel wonen, kunnen er sociale relaties door de hele wijk

ontstaan. Zo woonde een respondent als kind in de Arcadeltstraat, daarna even op de Viottastraat en

Locatellistraat, vervolgens tientallen jaren op de Bennekelstraat en tegenwoordig in de Pastoor

Brockenflat.

Mensen die kort in de wijk wonen, hebben uiteraard niet zo’n groot netwerk. Voor hen liggen de

relaties meer in straat en buurt. Actief zijn als vrijwilliger in de wijk draagt bij aan een uitgebreider

netwerk, dat ook buiten die formele kaders werkzaam is.

Het lijkt wel of de BBB in een gat is gesprongen dat de informele sociale structuur in een straat zelf

niet weet te op te vullen. De meeste bewoners willen hun straatje en buurtje toch fijn en schoon

houden, maar de sociale relaties zijn niet dusdanig dat men dit samen weet te organiseren. Als er dan

bijkomt dat het niet in de Bennekelse aard ligt om het initiatief te nemen, maar men wel bereid is mee

te doen, ligt daar een markt voor de BBB. Wellicht is dat de kracht van de Bennekel: geven jullie de

voorzet, dan koppen wij ‘m in!

Sociale vitaliteit

De algemene omgangsvorm is toch wel OP de sociale norm. Men kent en groet elkaar en maakt af en

toe een praatje. De respondenten noemen een aantal ontwikkelingen die knagen aan deze norm.

Door individualisering, vergrijzing, hoge doorstroming en toename van allochtonen staat de sociale

basis onder druk. Veel van deze ontwikkelingen zijn niet gemakkelijk te keren. Toch lijkt men de norm

te kunnen handhaven, hoewel er stukken zijn waar men dreigt weg te zakken. Gebieden die eerst

boven de sociale norm lagen, dreigen nu richting op de norm te gaan en gebieden die op de norm

17

Page 21: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

lagen, dreigen eronder te komen. Andersom is er ook een beweging zichtbaar. Mn. in de

Arcadeltstraat e.o. en de Jan Hollanderstraat.

De Bennekel wordt gezien als een actieve wijk, maar dat actieve steunt op een relatief klein

vrijwilligersnetwerk. Dat maakt het wijkwerk kwetsbaar, want er hoeven maar een paar mensen te

vertrekken of te stoppen en de hele boel kan instorten. Als de BBB erin slaagt meer bewoners actief te

maken voor hun buurt, liggen er goede kansen om iets van de wijk te maken.

Daarnaast lijken BBB’ers een te positief beeld te hebben van de spin-off van hun activiteiten. Ze gaan

ervan uit dat activiteiten mensen met elkaar in contact brengt, ze leren elkaar kennen, doen samen

iets en blijven daarna ook verbonden. Maar of dat laatste werkelijk zo is?

Sociale betekenis

Voor veel bewoners is de Bennekel hun thuis en de basis van hun sociale leven. Veel bewoners zijn

ook gehecht aan de sociale contacten in hun buurt. Ze vinden het jammer dat het sociale leven minder

hecht is dan vroeger. Dat de Bennekel voor de buitenwacht vaak geassocieerd wordt met de

Arcadeltstraat en rotzooi, maakt ze wellicht openlijk minder trots, maar ze zijn het wel degelijk.

4.3 Aanbevelingen

Veel professionals en bewoners maken zich zorgen om de situatie in de Rossini-, Mozartlaan e.o.

Woningstichting SWS zal hier goed moeten gaan kijken naar wie er nu wonen, wat voor cultuur dat

vormt en wat voor soort nieuwe huurder daar bij past bij of erbij moet om de zaak weer een beetje op

te krikken. Met name de andere stappen in het onderzoek zouden inzicht kunnen geven in welke

cultuurtjes er bestaan, anders is het raadzaam nader onderzoek te doen naar de straatculturen en

leefstijlen die er heersen.

Het lijkt hoog tijd om de communicatie tussen autochtonen en allochtonen op gang te zetten. Als het

werkelijk zo is dat allochtonen wel degelijk mee willen doen met wijkactiviteiten, terwijl autochtonen

denken dat zij dat niet willen, zit er een groot gat dat opgevuld moet worden. Het lijkt wel enigszins

een kip en ei verhaal. In dit geval is weliswaar duidelijk wie er het eerst was, maar wat is de oorzaak

van die miscommunicatie? Zijn het de Nederlanders die terughoudend zijn ten opzichte van

allochtonen of juist de allochtonen? En juist door die terughoudendheid keert de andere groep meer in

zichzelf en krijgen buitenstaanders weer het idee dat ze niet open zijn. Ook hier weer een soort

vicieuze cirkel.

De verhalen over de jongeren in de wijk geven een niet al te kleurrijk beeld voor de toekomst. Men zal

moeten proberen deze groep te betrekken bij de ontwikkeling van de wijk en ze actief te maken. Juist

voor jongeren lijkt het belangrijk directe resultaat te boeken om de aandacht vast te houden. Dus

investeren en snel projecten opzetten.

18

Page 22: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

19

Page 23: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Bijlagen

Page 24: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Bij lage 1: Vragenli jst

A - Intro

1. wat is uw relatie tot De Bennekel?

2. Hoe lang woont/komt u hier al? (Indien wonen, waarom de Bennekel?)

3. Is er veel veranderd in die tijd dat u hier woont/komt? (denk aan: sfeer, bewoners, fysiek,

relatie/band met de wijk?) Wat? Iets verdwenen of bijgekomen?

B - Sociale zaken

1. Vertelt u eens wat over het leven in De Bennekel? (kernwoorden)

2. Hoe gaan de mensen met elkaar om?

3. Wat is de sociale houding ten opzichte van elkaar? (hoe gedragen mensen zich, hoe uit zich

dat)

4. Zijn er bepaalde straten/gebieden die eruit springen qua omgang met elkaar of andere

gebieden? (Hoe kijken de bewoners hier zelf tegenaan? En andere bewoners?)

5. Zijn er bepaalde plekken in De Bennekel (of misschien wel daarbuiten) die erg belangrijk zijn

voor de bewoners? En waarom?

6. Waarin onderscheidt de Bennekel zich in sociale zin van andere wijken in Eindhoven?

7. Waaruit bestaat het volkse karakter van de Bennekel?

8. Wat zijn echte Bennekelnaars? (hebben die wat gemeenschappelijk, en wat, hoe herken je ze

etc)

9. Wat is het buurtgevoel in de Bennekel; is dat specifiek voor de Bennekel, of universeel, wat

doet die buurt dan voor je etc?

C - Netwerken/relaties

1. Hoe open zijn de netwerken/relaties naar elkaar toe? Integratie of acceptatie?

2. Hoe open zijn de netwerken/relaties naar nieuwkomers en allochtonen om deel uit te maken van

een netwerk? Uitnodigen of eigen initiatief?

3. Hoe tolerant zijn de netwerken voor ‘buitenbeentjes’?

4. Buitenlanders: per land bij elkaar? Verschillen mannen/vrouwen/kinderen? Formeel/informeel?

Normen

6. Wat zijn de specifieke regels (normen, waarden, omgangsvormen, geschreven en ongeschreven

regels) die bij de Bennekel horen?

Gedeelde taal

7. Is taal een barrière voor contact?

D - Belevingszaken

Page 25: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

1. Wat voor gevoel roept De Bennekel bij u op?

2. Wat betekent De Bennekel voor u?

3. Waar in De Bennekel voelt u zich het meest thuis? Waarom?

4. Wat is uw mooiste herinnering aan de Bennekel?

E - Toekomst

Hoofdvraag: Wat moet behouden blijven om De Bennekel ook in de toekomst een prettige wijk te laten

zijn?

1. Hoe kijkt u aan tegen toekomstige (ruimtelijke) ontwikkelingen?

2. Verwacht u dat er in de toekomst dingen gaan veranderen?

3. Wat zijn de sterke punten van De Bennekel, die in de toekomst behouden moeten blijven?

4. Waar zit nu de (sociale) kracht van de Bennekel?

5. Hoe kan dat worden ingezet voor de toekomst?

6. Wat is daarvoor van buitenaf nodig? (geld, mensen (welke?), etc.)

7. Welke doelgroepen/functies verdienen extra aandacht?

Page 26: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

Bij lage 2: l i jst respondenten

Naam organisatie - functie datum

Rob Woltinge Projectleider sociale dimensie wijkvernieuwing gemeente

Eindhoven, voorheen wijkprojectleider de Bennekel

14 mei 2004

Peter Meulesteen Huisarts en bewoner Peter van Anrooylaan 15 juni 2004

Niek Reesink Directeur basisschool De Kameleon 2 juni 2004

Gerrit Broeders Netwerkinspecteur politie Gestel 2 juni 2004

Carel Verhulst Bewoner Rossinilaan en bestuurslid BBB 18 mei 2004

Marion van Beurden Voorzitster BBB 18 mei 2004

Niama Amhaine en Fouzia

Mouloudi

Multiculturele (Arabische) vrouwenvereniging Achams en

bewoonster Zagwijnstraat (Naima Amhaine)

18 mei 2004

Inci Aydin en Kirsten Peels Stichting Nese voor Turkse Vrouwen Eindhoven 18 mei 2004

Nancy van Loon Interventiemedewerkster Dynamo/Loket W, voorheen

jongerenwerkster in de Bennekel

14 mei 2004

Paul Leenders Rayonbeheerder Woningstichting SWS 25 mei 2004

Andries de Wit Manager Trudowinkel Stratum/Gestel/Strijp 2 juni 2004

Hillie van Veen Bewoonster Averkampstraat en bestuurslid BBB 10 juni 2004

Jos Nieuwenhuizen Bewoner Cornelis Dopperstraat 10 juni 2004

Piet Theuns en Mandy Theuns Bewoner en eigenaar hengelsportzaak Lassusstraat en

bewoonster Lassusstraat

15 juni 2004

Kelly van der Hoorn Kapster Tinelstraat en bewoonster Lemmenslaan 1 juni 2004

Tiny van Dooremolen Voormalig bestuurslid van De Ketting en bewoner

Zagwijnstraat

10 juni 2004

Ria Muller Bewoonster Arcadeltstraat en actief bij BBB en 22 juni 2004

Page 27: eindverslag diepte interviews Bennekel defintieve geprinte versie 26 augustustus 2004

buurtcomité ’t Schôn Bennekel

Els Valentijn Bewoonster Rossinilaan en actief bij BBB en Loket W 15 juni 2004

Walter Weiss Bewoner Arcadeltstraat 29 juni 2004

Emine Turan Bewoonster Mozartlaan 17 juni 2004

Zubeyde Esen en Emel Demircan Bewoonsters Tinelstraat en voorzitster Turkodak

(Zubeyde Esen)

21 juni 2004

Ali Sicim en Cemal Cengiz Findikli Bewoners Van Beethovenlaan en actief bij Turkodak 29 juni 2004

Aynur Turgut Bewoonster Van Blankenburgstraat en actief bij Turkodak

en Loket W

29 juni 2004

Wil en Mies Schriks Bewoners Pastoor Brockenflat 1 juli 2004