Definitief eindverslag onderzoeksseminar de plastische analyse

138
Onderzoeksseminar De plastische analyse van een stedelijk gebied

description

 

Transcript of Definitief eindverslag onderzoeksseminar de plastische analyse

  • Onderzoeksseminar

    De plastische analyse

    van een stedelijk gebied

  • Voor u ligt ons verslag van het onderzoeks-seminar De plastische analyse van een stedelijk gebied in het kader van de Masteropleiding Architecture, Building & Planning aan de Technische Universiteit Eindhoven. Wij, als studenten in de leer van de architectuur , trachten zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de ruimte die ons beschikbaar wordt gesteld. Het is voor ons van belang om deze architectonische ruimte op een of andere manier vorm te geven. De gave om dit te realiseren is niet voor eenieder weergelegd en vereist dan ook speciale inspanning en vaardigheid. Dit onderzoeksseminar is bedoeld om deze gave tot ontwikkeling te laten komen, zodat wij kunnen groeien tot volwaardige architecten.

    De volgende studenten hebben een bijdrage geleverd aan dit seminar: Sebastiaan van Alebeek, Julie Bosch, Koen Hintzen, Folkert Hofstra, Valentijn Kerstens, Lukas Roosenboom, Josefien van Soest, Jolijn Velberg, Kees de Visser en Lennart Visser.

    Het schrijven van dit verslag en het bijwonen van de talloze discussies hebben wij als een zeer leerzamen periode ervaren. Graag willen wij daarom ook van dit moment gebruik maken om een aantal mensen te bedanken, die de totstandkoming van dit verslag hebben mogelijk gemaakt. Wij bedanken daarom met groot genoegen onze seminarbegeleider de heer Grosfeld voor de goede begeleiding die hij ons geboden heeft. Zijn enthousiasme vormde een inspiratie voor ons allen.

    Wij wensen u plezier met het lezen van dit verslag.

    Voorwoord

    Deelnemers

    Onderzoeksseminar De plastische analyse van een stedelijk gebiedVakcode: 7X865

    Technische Universiteit EindhovenBegeleider: Govert GrosveldSemester 1, Kwartiel A, studiejaar 2013-2014

    Sebastiaan van AlebeekJulie BoschKoen HintzenFolkert HofstraValentijn KerstensLukas RoosenboomJosefien van SoestJolijn VelbergKees de VisserLennart Visser

    0662877075700907906050661742071539907168080750176072651107235640825520

  • Inleiding

    Historische ontwikkeling van het plangebied

    Typologie inleiding analyse per gebied conclusie overzichtskaart

    Gestalt inleiding analyse per gebied conclusie overzichtskaarten

    Waardering aan de hand van criteria inleiding analyse per gebied conclusie

    Toetsing aan de werkelijkheid inleiding analyse per gebied conclusie

    Eindconclusie

    Geraadpleegde literatuur

    1

    7

    11143436

    39426364

    697293

    9596129

    131

    133

    Inhoud

  • - 1 -

    Als architecten in opleiding verdiepen we ons in het vraagstuk hoe een ruimte goed tot stand kan komen. Architectonische ruimte kan niet direct worden gevormd, maar pas door eerst haar tegendeel te vormen. Ruimte zien we tegen de achtergrond van de massieve wanden die haar oproepen. Van nature zijn wij als mens dan ook gemaakte massas als figuren die zich aftekenen tegen de achtergrond van hetgene dat niet gemaakt is. Om tegen deze nature in te gaan en ruimte te kunnen definiren als voorgrond, is een speciale vaardigheid voor benodigd die als architect van cruciaal belang is. De kern van dit seminar bedraagt zodoende het onderzoeken van de plastische eigenschappen van een stad.

    In dit seminar wordt dit betrokken op de stad Amsterdam, gespecificeerd op de West-Amsterdamse uitbreidingswijken die ons veel te bieden hebben door de diversitieit in bouwperioden en -visies. Amsterdam is n van de weinige steden die ons een goed inzicht verschaft in de ontwikkeling van de bouwkunst. Vooral de stedebouwkundige traditie is voor langere tijd continu vertegenwoordigd. Deze ononderbroken bouwactiviteit is belangrijk, omdat zij ons een blik over een lange periode van ontwikkeling vergunt en ons van de noodzaak ontheft reeksen van individuele voorbeelden van alle uithoeken der wereld bijeen te zoeken. Amsterdam is derhalve de stad die zich het best voor een studie van de voornaamste stromingen leent welke dit tijdperk benvloedden.1 Het is Sigfried Giedion die hiermee in begin jaren 50 in zijn boek Space, time and architecture het belang duidt van een casestudy naar Amsterdam.

    Om antwoord te bieden op de vraag hoe de plasticiteit van de stad Amsterdam vorm kan worden gegeven, luidt de onderzoeksvraag: Hoe komt de ruimte tussen de bouwmassas, beoordeeld in Schwarzbilder op hun Gestalt en typologie, tot een sterke vorm?

    Om deze vraagstelling fatsoenlijk te kunnen beantwoorden, zal de volgende opzet gehanteerd worden.

    Amsterdam wordt in abstracte vorm weergegeven, waarna er een analyse kan plaatsvinden op architectonische onderdelen. Door abstractie kunnen ruimte, vorm, grootte, massa en richting op een specifieke wijze worden onderzocht.

    De case study van dit seminar is gericht op Amsterdam. In de case study is een strook genomen van 2 kilometer breed en 5 kilometer lang die een gebied beslaat van het centrum van Amsterdam tot de wijken in Nieuw-West. Een overzicht van de strook is op de kaart te zien op pagina 3.

    De strook wordt weergegeven als een Schwarzbild op schaal 1:2000 en laat de bebouwde en onbebouwde ruimte zien als zwarte en witte figuren. Onder bebouwing vallen bouwwerken, maar ook schuttingen van manshoogte en hoger. Op deze manier ontstaat een kaart vanuit de ervaring van de persoon die het gebied bezoekt. Ook verhogingen in het landschap worden weergegeven, wanneer deze meer dan manshoog zijn en een grotere hoek bevatten dan 45 graden. Dit wordt als een barrire ervaren, en dient daarom ook weergegeven te worden. Volgens het zelfde criterium worden onderdoorgangen weergegeven als open ruimte, waarbij de verhoogde bebouwing met een stippellijn wordt aangegeven.

    Inleiding

  • - 2 -

    Ook kades worden getekend wanneer deze manshoog en voldoende steil zijn. De strook van Schwarzbilder is te vinden op pagina 4 en 5.

    Ten behoeve van het tekenproces is deze strook opgedeeld in tien gebieden van 1 bij 1 kilometer, waarvan elk van deze deelgebieden worden toegewezen aan de deelnemers. Deze grootte is tot stand gekomen door het gezichtsveld van een persoon te nemen: in een cirlkel van 360 graden vanuit n punt gezien. Het panoramisch totaal aan ontstane gezichtsvelden wordt gelijkgesteld aan de omvang van een subjectieve ervaringsruimte - dat deel van de objectieve totale ruimte dat een mens overziet en op zichzelf kan betrekken. Op deze manier kan de deelnemer het gebied tot in detail bestuderen en intekenen. Door het bezoeken van het deelgebied ontstaat ook begrip voor de impressie die het gebied de bezoeker en/of gebruiker geeft. De verdeling in deelgebieden is te zien op bijgaande tekening op pagina 3. Voor de nummering is uitgegaan van de historische ontwikkeling, ruwweg van zuidoost naar noordwest. Deze volgorde is in dit verslag consequent aangehouden.

    Na de weergave van de abstracte Schwarzbilder, treft u de analyse naar typologin in de onderzochte strook. De verschillende bouwtypen worden weergegeven van oost naar west. Om te onderzoeken welke typen van figuren en configuraties te onderscheiden zijn, worden de massas van het stedelijk gebied vergeleken met typologien van andere stedelijke weefsels. Door het vergelijken en analyseren van de verschillende typologien is te ontdekken hoe de stad Amsterdam zich door de jaren heen heeft ontwikkeld.

    Evenals de typologie van het gebied, wordt het geheel ook geanalyseerd als een configuratie van figuur en achtergrond. Een

    Schwarzbild geeft in n oogopslag duidelijk weer waar de open ruimte tot vorm komt en waar juist niet. Met de Gestalt-analyse wordt onderzocht waar in het gebied sterke vormen tot uiting komen. Het is interessant om te onderzoeken hoe de onbebouwde ruimte in relatie staat tot de massa waar heeft de massa een sterk Gestalt ten opzichte van de witte tussenruimtes en waar juist het tegenovergestelde geldt.

    Vervolgens zijn de figuren en configuraties geanalyseerd aan de hand van de literatuur. Aan de hand van de literatuur zijn criteria opgesteld waar elk deelgebied vervolgens aan wordt getoetst. Dit geeft aan in welke mate de ontwerpers van het gebied zich hebben gevoegd naar de opvattingen over de stedenbouw die in verschillende periodes in gebruik zijn genomen.Ten slotte wordt een stap terug gedaan. Na verschillende niveaus van abstractie in de voorgaande fases, wordt aan het einde een analyse gemaakt van de kwaliteit van de Schwarzbilder en de analyses. Er wordt gekeken in hoeverre de Schwarzbilder en de analyses overeenkomen met de werkelijkheid en eigen ervaring.

    Op deze manier is een omvattend onderzoek naar de relatie tussen open ruimte en bebouwing in een groot deel van Amsterdam mogelijk gemaakt..

    Op de kaart hiernaast is de 2x5km strook op de kaart van Amsterdam geprojecteerd.

    Noten1. Giedion, S., 1954. Ruimte, tijd en bouwkunst.Amsterdam: Wereldbibliotheek, p. 456 - 476. (Vertaling van Space, time and architecture door Burgman, T.)

  • - 3 -

  • Schwarzbild overzicht(schaal 1:7000)

    Bebouwing manshoog>Water

  • - 7 -

    als handelsstad. De locatie van de stad lag langs een toen veel gebruikte handelsroute. Het land was geschikt om een vestiging te bouwen ondanks de wildernis van natuur die Nederland in die tijd nog kende. Er werden dijken, sluizen, sloten, verlaten en molens gebouwd om zo het land te kunnen droogleggen. De middeleeuwse stad Amsterdam had een waterregulatiesysteem dat bestond uit het afdammen van de Amstel en afwatering van het land. Dit systeem vormde tevens een belangrijke manier van vervoer van handelswaren. De riviermonding van de Amstel werd gebruikt als haven en evenwijdig aan de rivier legde men grachten aan om zo meer kadelengte te creren voor de handel. Met de het watertransportsysteem als basis werden er kavels en erven toegedeeld. De positie van de kavel bepaalde welk type bebouwing er kwam.

    Langs het water en aan de straat stonden zogenaamde spijkers. Deze spijkers bestonden uit enerzijds een woonhuis aan de straatkant en anderzijds een pakhuis/overslagbedrijf aan de waterkant. Tussen de straat en de grachten bevond zich een dubbele verkaveling met woningen aan straat en gracht. Rondom de dam lagen de belangrijkste gebouwen en ruimten zoals markt, stadhuis, kerk en beurs. Naast transport over het water vond er in de stad een tweede manier van transport plaats. Rondom de kavels bevonden zich straten, kades en stegen die transport over land mogelijk maakte.

    Om te kunnen bepalen wie gebruik kon maken van de voorzieningen die de middeleeuwse stad bood en de stad te beschermen tegen roof, werd er een omsluitende stadswal aangelegd. In de zeventiende eeuw werd de stad grondig

    uitgebreid. De stadswal werd verlegd. Er werden nieuwe grachten aangelegd en het nieuwe land werd opgedeeld in kavels. Bij de uitbreidingen kwam een zogenaamde landmeter aan te pas. Deze zorgde voor een zo optimaal mogelijke verkaveling. Elk kwartier van de uitbreiding heeft zijn eigen verkavelingsopzet. Deze volgde ofwel de bestaande slotenstructuur of werd zo opgezet ten behoeve van het transportnetwerk en de handel. De bouwblokken die toen werden gebouwd, bestonden voornamelijk uit smalle, diepe kavels met woningen met voor- en achterhuizen.

    Pas in de negentiende eeuw kwamen weer plannen om de stad Amsterdam uit te breiden. De industrialisatie betekende dat de bevolkingsaantal weer ging stijgen en er dus behoefte was aan woningen. De stadswal kwam te vervallen omdat deze geen functie meer had.

    In eerste instantie werd het plan van Niftrik opgesteld. De verhouding tussen kavel, bebouwing en transportnetwerk verdween en de vorm van bebouwing en openbare ruimte verkreeg meer waarde. Hoofdzaak in het plan was dat elke wijk een representatief element kreeg, zoals bijvoorbeeld een kerk of plein. De wijken werden verbonden door ringboulevards en begrensd door de randwegen. Echter was er kritiek op het plan. De kritiek bestond uit het feit dat de wijken gesoleerd raakten ten opzichte van de oude stadskern en een nieuw plan, het zogenaamde plan van Kalff werd noodzakelijk. Het plan van Kalff was gebaseerd op het plan van Niftrik, maar bevatte enkele sterke vereenvoudigingen. Het grootste verschil tussen de twee plannen was dat het plan van Kalff de verkaveling en stratennetwerk wat compacter had,

    Historische ontwikkeling

  • - 8 -

    waardoor er geen uitgestrekte parkgebieden tot stand kwamen. De over het algemeen gesloten bouwblokken zijn langwerpig en onderling hebben ze weinig variatie. De woningen zijn, dankzij een zelfstandige trap naar de verdieping, gemaakt voor meerdere gezinnen. De kavels zijn een stuk minder diep, aangezien de voor- en achterkamers zijn komen te vervallen.

    Begin twintigste eeuw werd de gemeente Sloten bij de gemeente Amsterdam betrokken. Met dit land kon Amsterdam een flink stuk uitbreiden, met als gevolg de totstandkoming van het Algemeen Uitbreidings Plan (AUP) in de eerste dertig jaar van de twintigste eeuw. De woningwet uit 1901 had veel invloed op dit plan, aangezien er toen aan voorschriften om gezonde en goede woningen te bouwen, voldaan moest worden. Dit had als gevolg dat er voor het eerst specifiek rekening werd gehouden met de bezonning en lichttoetreding van de woningen. Dit resulteerde in een evidente verandering in het ontwerpen van een woonwijk. Woningen werden niet meer op de straat, maar met een bepaalde orintatie naar de windstreken georinteerd. De bouwblokken waren niet meer gesloten, maar werden geopend of zelfs als stroken toegepast. Omdat de AUP zo grootschalig was met zijn samengestelde wijken met woongebieden en groenstroken, was het van belang om een transportnetwerk aan te leggen dat alle delen van de wijken kon dienen. De verbinding met de oude stad en de regios is middels de hoofdverkeerswegen mogelijk gemaakt. Binnen de wijk was op zijn beurt een secundair netwerk aanwezig.

    De eerste wijk die in 20ste eeuw is gebouwd is Bos en Lommer. Bos en Lommer bevindt zich in het noordwesten van Amsterdam tussen de A10, Haarlemmerweg, de Postjesweg, de Kostverlorenvaart en de Groothandelsmarkt. De goede ontsluiting met twee op- en afritten aan de ringweg A10 en de nabijheid van de

    Amsterdamse binnenstad zijn gunstig voor de bereikbaarheid. Vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw werd dit deel van Amsterdam ontwikkeld in gesloten bouwblokken die overwegend volgens n ontwerp werden gebouwd. Veel straten zijn symmetrisch opgebouwd en vormen zo een eenheid. Het Mercatorplein is een voorbeeld van een monumentale pleinruimte in de wijk. Door de lengte van de straten, soms wel 300 meter, en de grootschalige expressionistischeDe bouwhoogte is over het algemeen vier lagen, maar op de hoeken zijn vaak bouwkundige accenten in de vorm van extra verdiepingen aangebracht, waardoor de straten een monumentale indruk maken. Op de begane grond bevinden zich langs de hoofdstraten winkels. Voor de bewoners van de begane grond zijn er achtertuinen.

    Grachten vormen een belangrijk deel van de infrastructuur, De straten en woningen zijn op het water georinteerd. Met het Rembrandtpark en het Erasmuspark kent de wijk een voor zijn tijd bovenmaatseGroenvoorziening. In het noorden van Bos en Lommer is onder leiding van C. van Eesteren vanaf de jaren dertig gexperimenteerd met strokenbouw. Het is de eerste wijk in Nederland waar deze bouwwijze in vier bouwlagen werd toegepast.

    Ten westen van het huidige spoor bevindt zich grotendeels de wijk Slotermeer. Deze wijk vormt samen met o.a de wijken Slotervaart en Geuzeveld de Westelijke Tuinsteden. De Westelijke Tuinsteden maken deel uit van Van Eesterens Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) Amsterdam dat in 1935 werd vastgesteld. De Westelijke Tuinsteden vormen de grootste aaneengesloten stadsuitbreiding in Nederland uit de naoorlogse periode. Deze grootschaligheid heeft tezamen met de relatief korte bouwperiode tot een massale monotonie geleid. Kenmerkend voor deze wijken is het groene karakter. Het Gerbrandy

  • - 9 -

    park splitst Slotermeer in Slotermeer Noord-Oost en Slotermeer Zuid-West. Daarnaast is er ook een grachtenstructuur door de wijken heen te vinden. De bebouwing bevat alle woontypologien van de na-oorlogse stedenbouw: open bouwblokken; stokenbouw, hoven en stempels, vrijstaande hoogbouw en grondgebonden woningen.

    Slotermeer was de eerste wijk uit het AUP, die gebouwd werd begin jaren vijftig, ten noorden van de Sloterplas. Het ontwerp is gemaakt onder leiding van C. van Eesteren, waarmee Slotermeer de enige Westelijke Tuinstad is die door de opsteller van het AUP zelf is uitgewerkt. Het is een ruim opgezette wijk waar het royaal aagelegde groen inmiddels ruimschoots volgroeid is. De gebouwen zijn over het algemeen per hof of stempel van hetzelfde type. Er is dus nauwelijks menging hoog-, middelhoog- en laagbouw op clusterniveau. Kenmerkend voor Slotermeer zijn de winkels in de plint van woongebouwen langs de Burgemeester de Vlugtlaan. In later gebouwde wijken zijn de voorzieningen in winkelcentra geconcentreerd. De lineaire groen- en waterstructuren bevinden zich juist niet langs de hoofdverkeers assen maar in de luwte. Een gemiste kans zijn de blinde kopgevels langs deze groenzone. Recent is bij veel rijtjeswoningen van de mogelijkheid gebruikt gemaakt de woning met een extra verdieping of dakopbouw te vergroten. Deze individuele aanpassingen laten het stedenbouwkundige plan intact.

    Dat de stedenbouwkundige kwaliteiten van de Westelijke Tuinsteden nog altijd erkenning ondervinden, mag blijken uit het initiatief van het betrokken stadsdeel om de oorspronkelijke opzet van het oudste deel van Slotermeer zo veel mogelijk in stand te houden als het zogenoemde Van Eesterenmuseum.

    Al deze verschillende uitbreidingen van de stad zijn te zien in de historische overzichtskaart.

    Bronnen1. Hoeven, C. van der, & Lauwe, J., 1985. Amsterdam als stedelijk bouwwerk: een morfologiese analyse. Nijmegen: SUN

    AUP 1900-1950

    AUP 1950-197

    Stadskern

    Stadskern AUP 1900-1950AUP 1950-1970AUP 1900-1950

    AUP 1950-197

    Stadskern

  • - 11 -

    Om de typologien van het gebied zo goed mogelijk in kaart te brengen is een verdeling nodig van de verschillende soorten gebouwtypen. Voor een duidelijke verdeling zijn de gebouwen gegroepeerd aan de hand van hun stedenbouwkundige verschijningsvorm. Zo kunnen de overeenkomsten en verschillen in de wijken duidelijk worden gekarakteriseerd. Er wordt voornamelijk gekeken naar: - de verschijningsvorm van de

    bebouwing: de overheersendevorm van de bouwblokken.

    de verschijningsvorm van de ontsluiting: de verdeling in hoofd- enwoonstraten en de mate waarin woningen op de straat georinteerd zijn.

    Aspecten die met de vorm van de openbare ruimte te maken hebben, zijn hierin meegenomen. De stedenbouwkundige typen volgen elkaar min of meer chronologisch op.

    Amsterdam heeft een langebouwgeschiedenis en kent vele soorten uitbereidingen. De meeste van deze uitbereidingen brachten een eigen typologie met zich mee. Het te onderzoeken gebied kent vele veranderingen en uitbereidingen die elkaar in een aaneengesloten gebied opvolgen. In het tien vierkante kilometer grote gebied van Amsterdam dat voor dit seminar is uitgewerkt, zijn er vijf types gedefinieerd:

    Stedelijke blokken/gesloten bouwblokken1: In deze categorie zijn twee typen gebouwen die zeer sterk aan elkaar verwant zijn ondergebracht. Het eerste type is het stedelijk blok. Deze typologie is meestal kavelsgewijs door particulieren ontwikkeld. De bouwblokken zijn voor het overgrote deel gesloten, de woonstraten zijn smal tot zeer smal en het stratenpatroon is bijna geheel geometrisch. De indeling van de bouwblokken kan per kavel zeer verschillend zijn, hierdoor is er een hoge variatie in het straatbeeld. De bouwhoogten verschillen per straat maar zijn per wijk of blok in grote lijnen wel hetzelfde, met enkele uitzonderingen daargelaten.Deze invulling levert smalle straten op met middelhoge, gesloten bouwblokken. Binnen zon patroon is nauwelijks ruimte voor grote open ruimten of parken. Het tweede type is de gesloten bouwblokken. Deze vorm van bebouwing is veel planmatiger. De gesloten bouwblokken zijn, in tegenstelkling tot de stedelijke blokken, vaak bloksgewijs ontwikkeld. De bouwblokken zijn gesloten en de bouwhoogtes zijn uniform. De wijken in deze categorie zijn het product van een veelomvattende planning door de stedelijke overheid, waarbij complete blokken tegelijk werden ontwikkeld. Het stratenpatroon is voor een groot deel orthogonaal opgezet, de bouwblokken zijn meer uniform, met details zoals hoekoplossingen en andere accenten.

    Typologie

  • - 12 -

    Open bouwblokken2:De tweede categorie typologien omvat de open bouwblokken. Om een goede relatie te zien tussen de bouwblokken en de open ruimtes is een indeling naar stedenbouwkundige vorm zeer gepast. Deze indeling bestaat uit: stroken, stempels en hoven en vrijstaande hoogbouw. De eerste twee typen worden bij de volgende categorien uitgelegd. De hoven en vrijstaande hoogbouw zijn de meest dichte bebouwingstypen na de gesloten bouwblokken. Enkele open ruimtes in het blok zorgen ervoor dat de bebouwing niet als geheel kan worden gezien. Tijdens de wederopbouw werd deze vorm van bebouwing zeer bewonderd door binnen- en buitenland. Tegenwoordig wordt het echter niet meer zo gewaardeerd, het wordt ervaren als saai en eentonig.Alle open bouwblokken, waaronder ook de stroken en de stempel kennen enkele kenmerken: Het open bouwblok: in de planvorming

    worden de bouwblokken geopend. Woongebouwen die min of meer vrij in de ruimte staan en geen afgesloten binnenruimtes kennen, zijn tot aan het begin van de jaren zeventig alomtegenwoordig in de Nederlandse stedenbouw.

    In de rechthoekige patronen: zowelin de stratenpatronen als in de vorm van de woongebouwen overheersen rechte lijnen en rechte hoeken.

    Een verregaande scheiding van functies: wonen, werken, verkeer en recreatie worden zo veel mogelijk uit elkaar gehouden.

    Open bouwblokken: stempel3:Deze categorie wordt met regelmaat toegepast na de tweede wereldoorlog en dan met name in de grote steden. De bebouwing is zo gesitueerd dat een duidelijk stedenbouwkundige eenheid wordt gecreerd waarbinnen een grote mate van orintatie op de directe woonomgeving mogelijk is. Stempels zijn gebouwd met het idee om het zo te bewerkstelligen dat het voor mensen gedurende hun hele leven aantrekkelijk is. Dus niet alleen voor een enkele doelgroep maar voor allen: alleenstaanden, ongehuwden, gezinnen en senioren. Stempels bestaan uit langwerpige stroken vrijstaande woonbebouwing in een vaste en regelmatige compositie. De bebouwing kan laag of middelhoog zijn, en meestal zijn beide bouwhoogtes binnen n stempel aanwezig. De woongebouwen liggen in meer dan n richting (meestal twee, haaks op elkaar staande richtingen), wat ze onderscheidt van de strokenbouw.

  • - 13 -

    Vrijstaande bebouwing5:De laatste categorie bevat de vrijstaande gebouwen. De wijken met dit type gebouwen vormen de uiterste consequentie van de opvattingen van modernistische architecten en hun opdrachtgevers. Een vrije opstelling van woongebouwen in een groene omgeving waarbij verkeer geheel zelfstandig afgewikkeld wordt. De functiescheiding is ook tussen de verschillende verkeerssoorten doorgevoerd.Rondom de woongebouwen is een vrij grote open ruimte, dit geeft een licht gevoel van niemandsland. Vaak komt vrijstaande hoogbouw in relatief kleine eenheden voor, om zo een belangrijke plek te accentueren. Deze gebouwen kunnen dan verschillende verschijningsvormen hebben, zoals o.a. schijven of torens

    Noten1. Lorzing, H., Harbers, A., & Schluchter, S., 2008. Krachtwijken met karakter. Rotterdam: NAI-Uitgevers, p382. Lorzing, H., Harbers, A., & Schluchter, S., 2008. Krachtwijken met karakter. Rotterdam: NAI-Uitgevers, p423. Lorzing, H., Harbers, A., & Schluchter, S., 2008. Krachtwijken met karakter. Rotterdam: NAI-Uitgevers, p434. Lorzing, H., Harbers, A., & Schluchter, S., 2008. Krachtwijken met karakter. Rotterdam: NAI-Uitgevers, p425. Lorzing, H., Harbers, A., & Schluchter, S., 2008. Krachtwijken met karakter. Rotterdam: NAI-Uitgevers, p45

    Open bouwblokken: strokenbouw4: Een andere deelcategorie binnen het open bouwblok is de strokenbouw. Deze vorm van bebouwing wordt rond de tweede wereldoorlog gentroduceerd en komt in de plaats van de gesloten bouwblokken. De plaatsing van de stroken ten opzichte van het stratenpatroon zorgt er voor dat collectieve plantsoenen hun intrede maken. Ook hier varieert de bouwhoogte van laag tot middelhoog. Ook in de dakvormen vindt een verschuiving plaats, zo worden platte daken langzaam vervangen door schuine daken. Essentieel voor dit type bebouwing is dat er ten minste aan n zijde van de straat toegangen tot woningen liggen; hierdoor is de woonstraat in dit type nog steeds aanwezig en herkenbaar. Door variaties aan te brengen in de orintatie van de woningen op de straten creren de ontwerpers zowel typische woonstraten als smalle, langgerekte plantsoenen tussen de stroken bebouwing. Door met deze twee basiselementen binnen een wijk of buurt te spelen, kennen deze wijken een grote mate van afwisseling.

  • - 14 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Dit is het oudste deel van Amsterdam. In dit gebied bevindt zich het middeleeuwse deel. De bouwblokken in dit middeleeuwse deel zijn vrijwel zonder uitzondering allemaal gesloten. De woonstraten zijn smal en het stratenpatroon vertoont meestal kleine afwijkingen van een zuivere geometrie. De bouwblokken in dit gebied zijn compact en met een hoge dichtheid gebouwd. Dat levert smalle straten op met middelhoge, gesloten bouwblokken. Binnen zon patroon is nauwelijks ruimte voor grote open ruimten of parken. Er is slechts een aantal pleinen. Naast het gesloten bouwblok bevinden zich enkele losse gebouwen, deze gebouwen hebben meestal een belangrijke functie.

    Rond de oudste kern ontwikkelde zich in de 17e eeuw in een halvemaansvorm de grachtengordel. De bouwblokken in de grachtengordel zijn vrijwel allemaal gesloten. De bouwblokken in de grachtengordel zijn meestal van binnen open. Hier bevindt zich meestal een binnentuin. De straten zijn een stuk ruimer dan in de oudste kern.

    In het westen van Amsterdam bevindt zich de Jordaan. Hier zijn de bouwblokken gesloten. De bouwblokken zijn kleiner dan de bouwblokken in de grachtengordel.

    Gebied 1

  • - 15 -

    gebied 1 (schaal 1:5000)

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 16 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Tussen 1611 en 1615 werden hier drie grote kunstmatige eilanden aangelegd. Dit was onderdeel van de Derde Vergroting van Amsterdam. De Westelijke Eilanden bestaan uit het Bickerseiland, Prinseneiland en Realeneiland. De eilanden liggen ten zuiden van het IJ en de Zeeheldenbuurt en ten noorden van de spoorlijn tussen het Centraal Station en Amsterdam-Sloterdijk. De bouwblokken zijn op sommige plaatsen open, maar houden het karakter van een gesloten bouwblok. De bouwblokken zijn vrij groot. De straten hebben een regelmatig stratenpatroon.

    Op het Westerdok bevinden zich nieuwe gebouwen. De nieuwe gebouwen zijn zeer compact en hebben een grotere bouwhoogte dan de oudere gebouwen. Het bouwblok is gesloten. De bouwblokken zijn van binnen open.

    De Haarlemmerbuurt wordt aan de zuidzijde begrensd door de Brouwersgracht, aan de westzijde door de Singelgracht, aan de noordzijde door de spoordijk en aan de oostzijde door het Singel. De bouwblokken zijn gesloten. De straten hebben een regelmatig stratenpatroon. De bouwblokken hebben vrijwel allemaal dezelfde vorm en grootte.

    Gebied 2

  • - 17 -

    gebied 2 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 18 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    De Frederik Hendrikbuurt is gebouwd vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw en ligt tussen de Singelgracht en de Kostverlorenvaart. Vanaf 1870 werd woningbouw mogelijk gemaakt in dit voormalige industriegebied. Dit werd voornamelijk overgelaten aan particulieren, die hier voornamelijk huizen bouwden om te verhuren. De bouwblokken zijn gesloten. In de bouwblokken bevinden zich open ruimtes die vrij groot zijn. Tussen de bouwblokken is veel ruimte in vergelijking met bijvoorbeeld de Jordaan. De blokken zijn vrij uniform, ook de bouwhoogte is vrij uniform. De straten hebben een regelmatig en geometrisch stratenpatroon. Het stratennet is grotendeels rechthoekig van opzet. Er zijn bewust ontworpen stedenbouwkundige details, zoals hoekoplossingen.

    De grenzen van de Jordaan worden gevormd door het water van de Prinsengracht en de Lijnbaansgracht, de Brouwersgracht en de Leidsegracht. Tijdens de bouw van de Jordaan in de eerste helft van de 17e eeuw is het patroon van de oude poldersloten aangehouden. Ook hier zijn de bouwblokken gesloten. De bouwblokken zijn van binnen open. De straten hebben een regelmatig en geometrisch stratenpatroon. De blokken zijn vrij uniform, ook de bouwhoogte is vrij uniform.

    Gebied 3

  • - 19 -

    gebied 3 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 20 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    De Staatsliedenbuurt ligt ten zuiden van de Haarlemmertrekvaart en ten westen van de vaarroute Singelgracht - Kattensloot - Kostverlorenvaart. De bouwblokken zijn gesloten. De bouwblokken in deze buurt hebben ongeveer dezelfde grootte. De blokken zijn vrij uniform, ook de bouwhoogte is vrij uniform. Ondanks dat de bouwblokken zeer op elkaar lijken leveren de kleine uitzonderingen van elk bouwblok toch een niet helemaal geometrisch patroon op. Er is wel een regelmatig stratenpatroon, maar ook deze heeft afwijkingen.

    In dit gebied bevindt zich ook het Westerpark. Het Westerpark is een groot park waar slechts enkele losse gebouwen staan. Deze gebouwen hebben allemaal een verschillende grootte en bouwhoogte.

    In het noorden bevindt zich nog een heel klein stukje van de Spaarndammerbuurt. Deze buurt heeft voornamelijk gesloten bouwblokken.

    Gebied 4

  • - 21 -

    gebied 4 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 22 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    verband, de portieken zijn gemarkeerd met luifels, beeldhouwwerk, en de voordeuren zijn in hechte samenhang met de gevel ontworpen.

    De buurten die na de tweede wereldoorlog ontstonden vertonen veel minder details en ook stedenbouwkundig is alles zakelijker ingericht. Dit komt vanwege de functionaliteit van de woningen. Dit had te maken met bezonning en indeling van de woning. Zo hebben ook de noord-zuidstraten waaraan de woningen geplaatst zijn een meer utilitaire uitstraling, en de oost-west straten zijn vaak voorzien van meer groen.

    Bos en Lommer is een stadsdeel, dat dicht bij de binnenstad ligt, maar ook een goede ontsluiting uit de stad heeft. Een goede verbinding met het openbaar vervoer, waardoor het voor iedereen goed te bereiken is. Het heeft een bijzondere connectie met omringende stadsdelen, zo zijn er de gesloten bouwblokken van de binnenstad en de open bouwblokken van de nieuwe tuindorpen. Echter worden deze connecties vooral verzwakt door de randen, zoals het spoor, industrieterreinen en de haarlemmerweg in het noorden. Vooral de hoofdontsluitingswegen hebben op die kruisingen aandacht nodig. Naar het zuiden toe, en dus naar de binnenstad gericht, is de begrenzing heel zacht. Het is zowel ruimtelijk als functioneel heel sterk ingericht.

    Het bijzondere aan Bos en Lommer, is dat je, zowel stedenbouwkundig als architectonisch, het karakter dat samenhangt met het tijdvak waarin ze zijn gebouwd heel duidelijk kunt zien en voelen. Zo is het gebruikelijk voor de buurten gerealiseerd vr 1939, dat de straatruimten en wanden vaak vanuit een symmetrisch patroon zijn ontworpen. Zo vindt de weggebruiker gemakkelijk de weg door het stedelijk weefsel. De gevels van deze bouwblokken zijn vaak voorzien van een zeer bijzondere detaillering. Het metselwerk vertoont veel variatie in kleur, textuur en

    Gebied 5

  • - 23 -

    gebied 5 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 24 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Ten noorden van de Haarlemmerweg liggen de volkstuinen Sloterdijkermeer en Tuinpark. De tuingroep Sloterdijkermeer is in 1936 opgericht en telt 274 tuinen. Sloterdijkermeer grenst aan Tuinpark Nut en Genoegen. Dit tuinpark is opgericht in 1920 en telt 375 tuinen. Samen vormen deze volkstuinen de groene long van Amsterdam. Dit gebied strekt zich uit van het Westerpark tot voorbij Tuinpark De Bretten. Het gebied is dus onderverdeeld in 650 tuinen. Elke tuin heeft zijn eigen vorm van bebouwing, vaak in de vorm van een schuurtje of chalet. Het vormt zo een gebied met honderden kleine vrijstaande gebouwen. Dit is een groot contrast met de aaneengesloten bebouwing in de rest van het gebied.

    In dit gebied bevinden zich onder andere de Centrale markthallen. Tegenwoordig worden deze hallen Food Center Amsterdam (FCA) genoemd. Het is het bedrijventerrein ten oosten van de wijk Bos en Lommer en is voornamelijk gericht op de groothandel in levensmiddelen. Zonder toestemming is het niet mogelijk om dit terrein te betreden.Het terrein is in 1934 in gebruik genomen en had als doel de levensmiddelenvoorziening in Amsterdam sterk te verbeteren. Tot halverwege de jaren zeventig had het bedrijventerrein een eigen aansluiting tot het spoor. Het terrein is een gebied met veel vrijstaande loodsen en markthallen.

    De Admiraal de Ruijterweg is een van de, zo niet de belangrijskte straat van dit gebied. De straat is vernoemd naar de vlootvoogd Admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter. De weg is aangelegd in 1908 langs de tramlijn die in 1904 is geopend. Namelijk de tramlijn Amsterdam-Haarlem-Zandvoort. De bouw van de wijken gelegen aan de Admiraal de Ruijterweg startte na de opening van de tramlijn. Langs de weg werden vanaf 1908 woningen gebouwd die speciaal ontworpen waren voor forensen. Deze forensen konden dan gebruik maken van die tram, en zo naar de stad reizen. Deze wijk werd later de Trompbuurt genoemd.

    Gebied 6

  • - 25 -

    gebied 6 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 26 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Dit gebied valt grotendeels binnen de grenzen van de wijk Bos en Lommer. De wijk Bos en Lommer kan gezien worden als de voorloper van de Westelijke Tuinsteden. Een onderdeel van deze wijk is de Kolenkitbuurt. Deze buurt is genoemd naar de Opstandingskerk die beter bekend staat als de Kolenkit. Deze kerk is gelegen aan de Bos en Lommerweg. Deze weg is ook de belangrijkste weg die door de buurt loopt. De buurt werd kort na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Eind jaren veertig werd de wijk opgebouwd met voornamelijk portiekflats. Deze flats zijn de voorbodes van de strokenbouw die later in de Tuinsteden hun daadwerkelijke opmars maakte. De wijk bestaat nu voornamelijk uit middelhoogbouw met hier en daar laagbouw. Hoogbouw vindt men vooral in de nieuwbouw zoals rond het Bos en Lommerplein, de torenflats nabij de metrolijn en in de Laan van Spartaan.

    In februari 2009 kwamen verschillende wijken in het nieuws als de meest problematische wijken van Nederland. De wijk Bos en Lommer werd genoemd als een van deze wijken. De wijken in deze lijst hadden te kampen met armoede, werkloosheid, probleemjongeren en criminaliteit. In dit gebied ligt ook het Erasmuspark. Dit stadspark ligt tussen de Admiralengracht, de

    Erasmusgracht, de Mercatorstraat en de Jan van Galenstraat in. Het park werd in het begin aangelegd met eenvoudige middelen. Pas na de vernieuwingen in 2000 is de inrichting van het park definitief geworden. Het park is opgenomen in het horecabeleidsplan van Bos en Lommer. Met dit plan moest het bezoek aan het park gestimuleerd worden. In 2011 zijn dan ook een speeltuin, gymtoestellen en een caf aangelegd in het park.

    Gebied 7

  • - 27 -

    gebied 7 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 28 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Dit gebied wordt ook gesplitst door de Haarlemmerweg, waarbij in het noorden vooral bedrijventerreinen zijn gesitueerd die aansluiting zoeken tot het Station Sloterdijk. Aan de hele westzijde van het gebied loopt dan ook het spoor. En een klein deel van het noorden hoort tot de volkstuinen. Het merendeel van dit gebied bevat de wijk Bos en Lommer. Dat voornamelijk gekenmerkt wordt door het bouwtype strokenbouw. Echter wordt dat patroon doormidden gesneden door de autosnelweg: A10. Deze is veel breder van opzet dan aanvankelijk werd bedacht. Vandaar dat deze weg ook letterlijk het gebied in tween splitst. De strokenbouw bestaat voornamelijk uit flatgebouwen van vijf verdiepingen hoog die op de kopse kanten worden afgesloten door drie-laagse gebouwen. En aan de zuidzijde worden deze afgesloten door rijtjeshuizen. Aan de oostzijde van dit gebied zien we de Admiraal de Ruijterweg, aan deze weg bevinden zich nog oude gesloten bouwblokken.

    Gebied 8

  • - 29 -

    gebied 8 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 30 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    In dit gebied is vooral Slotermeer Zuid-West te zien, qua bouwtypologien dus bijna identiek aan Slotermeer Noord-Oost. De bebouwing bevat dan ook alle woontypologien van de na-oorlogse stedenbouw: open bouwblokken; strokenbouw, hoven en stempels, vrijstaande hoogbouw en grondgebonden woningen. Het enige verschil met Slotermeer Noord-Oost is dat Slotermeer Zuid-West wordt afgesloten door een reeks hoge flatgebouwen die zijn opgesteld als strokenbouw die uitkijken op de Sloterplas. Verder is de grachtenstructuur hier duidelijker te zien dan bij Slotermeer Noord-Oost.

    Gebied 9

  • - 31 -

    gebied 9 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 32 -

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    de mogelijkheid gebruikt gemaakt de woning met een extra verdieping of dakopbouw te vergroten. Deze individuele aanpassingen laten het stedenbouwkundige plan intact.

    Ten noorden van de Haarlemmerweg bevindt zich een modern bedrijventerrein dat aansluit bij het Station Sloterdijk. De meeste gebouwen staan op zichzelf maar er is n clustering van gebouwen dat een bouwblok vormt. Middenin het bedrijventerrein bevindt zich nog een sportcomplex met een tiental voetbalvelden.

    In dit fragment bevindt zich grotendeels de wijk Slotermeer. Het Gerbrandy park splitst Slotermeer in Slotermeer Noord-Oost en Slotermeer Zuid-West, in dit gebied is voornamelijk Slotermeer Noord-Oost te zien. Daarnaast is er ook een grachtenstructuur door de wijken heen te vinden. De bebouwing bevat alle woontypologien van de na-oorlogse stedenbouw: open bouwblokken; strokenbouw, hoven en stempels, vrijstaande hoogbouw en grondgebonden woningen.

    Slotermeer was de eerste wijk uit het AUP, dat gebouwd werd begin jaren vijftig, ten noorden van de Sloterplas. Het ontwerp is gemaakt onder leiding van C. van Eesteren, waarmee Slotermeer de enige Westelijke Tuinstad is die door de opsteller van het AUP zelf is uitgewerkt. Het is een ruim opgezette wijk waar het royaal aangelegde groen inmiddels ruimschoots volgroeid is. De gebouwen zijn over het algemeen per hof of stempel van hetzelfde type. Er is dus nauwelijks menging van hoog-, middelhoog- en laagbouw op clusterniveau. Kenmerkend voor Slotermeer zijn de winkels in de plint van woongebouwen langs de Burgemeester de Vlugtlaan. In later gebouwde wijken zijn de voorzieningen in winkelcentra geconcentreerd. De lineaire groen- en waterstructuren bevinden zich juist niet langs de hoofdverkeersassen maar in de luwte. Recent is bij veel rijtjeswoningen van

    Gebied 10

  • - 33 -

    gebied 10 (schaal 1:5000)

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 34 -

  • - 35 -

    Verder naar westen maken de open bouwblokken hun intrede. In vele verschijningsvormen als stroken en stempels sieren zij een nieuwe wijk. Duidelijke rijen met min of meer dezelfde gebouwvormen zijn zichtbaar in dit gebied. De bebouwing bevat alle woontypologien van de na-oorlogse stedenbouw: open bouwblokken; strokenbouw, hoven en stempels, vrijstaande hoogbouw en grondgebonden woningen. De gebouwen zijn over het algemeen per hof of stempel van hetzelfde type. Er is dus nauwelijks menging hoog-, middelhoog- en laagbouw op clusterniveau.

    In het noorden is een open strook met veel vrijstaande bebouwing. Het water en de spoorlijnen zorgen voor een duidelijke scheiding in typologien. Ten noorden van de Haarlemmerweg liggen de volkstuinen Sloterdijkermeer en Tuinpark. Het gebied is onderverdeeld in 650 tuinen. Elke tuin heeft zijn eigen vorm van bebouwing, vaak in de vorm van een schuurtje of chalet. Het vormt zo een gebied met honderden kleine vrijstaande gebouwen. Dit is in groot contrast met de aaneengesloten bebouwing in de rest van het gebied.

    Waar in het zuiden een opeenvolging van typologien is te herkennen, is er in het noorden enkel ruimte voor vrijstaande bebouwing.

    Zoals in de inleiding is medegedeeld, is er een grote variatie in de typologien in de wijken van Amsterdam. Van de middeleeuwse binnenstad waar stedelijke bouwblokken elkaar opvolgen, tot de nieuwe wijken met veel vrijstaande bebouwing, stroken- en stempelbouw. Een menging van typologien die naast en door elkaar de revue passeren. In het oosten van het onderzoeksgebied bevindt zich de oude binnenstad van Amsterdam. Dit is het dichtst bebouwde gedeelte van het gebied met voornamelijk stedelijke bouwblokken. Her en der vinden een aantal vrijstaande gebouwen hun plek in de opeenvolging van straten en bouwenblokken. De bouwblokken in dit middeleeuwse deel zijn vrijwel zonder uitzondering allemaal gesloten. De woonstraten zijn smal en het stratenpatroon vertoont meestal kleine afwijkingen van een zuivere geometrie. De bouwblokken in dit gebied zijn compact en met een hoge dichtheid gebouwd.

    Meer naar het midden van het plan is er een overgangsgebied van oude binnenstad naar de nieuwe wijken. Hier zijn de gesloten bouwblokken in groten getale aanwezig. Een sterk geordende en uniforme wijk met af en toe ruimte voor een uitzondering zoals een verspringing in het straatbeeld of een hoogteaccent.De straatruimten en wanden zijn vaak vanuit een symmetrisch patroon ontworpen. Zo vindt de weggebruiker gemakkelijk de weg door het stedelijk weefsel. De gevels van deze bouwblokken zijn vaak voorzien van een zeer bijzondere detaillering. Het metselwerk vertoont veel variatie in kleur, textuur en verband, de portieken zijn gemarkeerd met luifels, beeldhouwwerk, en de voordeuren zijn in hechte samenhang met de gevel ontworpen.

    Conclusie

  • Typologie overzicht(schaal 1:7000)

    Gesloten bouwblokkenOpen bouwblokkenOpenbouwblokken; stempelOpenbouwblokken; strokenVrijstaande bebouwing

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY

    AN

    AU

    TOD

    ESK

    ED

    UC

    ATI

    ON

    AL

    PRO

    DU

    CT

    PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT

    PRO

    DU

    CED

    BY A

    N A

    UTO

    DESK

    EDU

    CA

    TION

    AL PR

    OD

    UC

    T

  • - 38 -

  • - 39 -

    Gestalt

    De weergave van een stad door middel van een Schwarzbild levert een aantal voordelen op ten opzichte van een meer uitgebreide plattegrond. Zo biedt het Schwarzbild meer duidelijkheid in de verdeling en configuraties van bebouwing en ruimte. Aan de hand van het abstracte beeld kunnen vragen beantwoord worden van een meer basale en objectieve aard. Zo wordt in n oogopslag duidelijk waar de open ruimte tot vorm komt, in welke groepen de bebouwing uiteenvalt en wat de verhouding is van de open ruimte tot de massa. Deze waarnemingen gebeuren nagenoeg instinctief. De theorie die beschrijft hoe deze waarnemingen tot stand komen is de zogenaamde Gestaltpsychologie. Deze theorie is als basis gebruikt voor de analyses van de Schwarzbilder die in dit hoofdstuk aan bod komen.

    De Gestaltpsychologie is een product van de Berlijnse school. Het kwam op rond 1930 in Duitsland onder leiding van Max Wertheimer. Het principe achter de theorie is dat het menselijk brein holistisch, parallel en analoog van aard is en sterk de neiging heeft om orde aan te brengen in schijnbare chaos. Gestalt betekent zoveel als de complete vorm, wat inhoudt dat men objecten in hun compleetheid waarneemt, nog vr de losse onderdelen waargenomen worden. Kurt Koffkas oorspronkelijke bijdrage aan de Gestaltpsychologie Het geheel is anders dan de som der delen, waarvan de zin Het geheel is meer dan de som der delen een slechte vertaling van is, geeft dit fenomeen goed weer. De Gestaltpsychologie tracht te beschrijven volgens welke wetmatigheden het menselijk brein vormen waarneemt, analyseert en groepeert. Deze wetmatigheden, geformuleerd door befaamde psychologen als Wertheimer, Kohler en Koffka, noemen we de Gestaltwetten. Deze zijn volgens de publicaties van Rudolf Arnheim1 als volgt te formuleren.

  • - 40 -

    - De wet van dichtheid (afbeelding 1). Objecten die dicht bij elkaar staan, worden in eerste instantie als groep waargenomen. -De wet van gelijkheid (afbeelding 2). Objecten die hetzelfde zijn wat betreft bijvoorbeeld vorm of kleur worden gegroepeerd.-De wet van geslotenheid (afbeelding 3). Vormen die onderbroken zijn, worden waargenomen als gesloten. Men vult zelf de onderbreking in en maakt er zo een gesloten geheel van. De lijnen met verschillende lengte, richting en kromming uit het voorbeeldfiguur, worden gegroepeerd tot een cirkel en een rechthoek, teneinde regelmaat aan te brengen in de afbeelding.-De wet van symmetrie (afbeelding 4). Objecten die een symmetrieas of -punt hebben, worden waargenomen als geheel. In de voorbeeldfiguur worden niet de haakjes die dichtst bij elkaar staan als groep waargenomen, maar de haakjes die in het midden een symmetrieas hebben.-De wet van gelijke bestemming (afbeelding 5) vormen die in dezelfde richting bewegen of lijken te bewegen, worden gegroepeerd waargenomen.-De wet van continuteit (afbeelding 6) stelt dat objecten die samen n curve vormen, als groep worden gezien, zelfs wanneer twee van deze curven elkaar kruisen zoals te zien is in het voorbeeld.-De wet van de goede Gestalt (afbeelding 7) wordt ook wel de wet van simpliciteit of Prgnanz genoemd. Het houdt in dat duidelijke, simpele vormen eerder worden waargenomen dan complexe vormen. De voorbeeldfiguur wordt eerst waargenomen als een cirkel, vierkant en een driehoek, voordat de gehele vorm opvalt.-De wet van ervaring (afbeelding 8) houdt in dat men visuele prikkels categoriseert aan de hand van eerdere waarnemingen.

    afbeelding 1. Wet van dichtheid

    afbeelding 2. Wet van gelijkheid

    afbeelding 3. Wet van geslotenheid

    afbeelding 4. Wet van symmetrie

    afbeelding 5. Wet van gelijke bestemming

    afbeelding 6. Wet van continuteit

    afbeelding 7. Wet van goede Gestalt

    afbeelding 8. Wet van ervaring

  • - 41 -

    Naast de beschreven Gestaltwetten hebben de Gestaltpsychologen nog een aantal fenomenen beschreven, die voor de analyse van een stedelijk gebied van belang kunnen zijn. Met reficatie (afbeelding 9) bedoelt men bijvoorbeeld het constructieve of generatieve aspect van de waarneming. In de voorbeeldfiguur wordt in alle vier de gevallen een gedeelte van de figuur ingebeeld, waardoor men iets in de vorm ziet dat niet expliciet is weergegeven. Zo ziet men bijvoorbeeld de uitgespaarde driehoek (A), rechthoek (B), de bol (C) of het gedeelte van de slang (D) dat zich onder water bevindt. Het verschijnsel van blikwisseling treedt op wanneer twee mogelijke interpretaties even sterk zijn. een bekend voorbeeld hiervan is de vaas van Rubin (afbeelding 10). In de Schwarzbilder treedt dit fenomeen, waar de ruimte even sterk naar voren komt als de massa, bijvoorbeeld op in een gebied met strokenbouw waarbij de massa dezelfde vorm en grootte heeft als de ruimte ertussen. Ook beschrijven de Gestaltpsychologen het verschijnsel dat objecten niet als verschillende vormen worden ervaren wanneer het object gedraaid, verschaald of vervormd wordt weergegeven.

    De Gestaltpsychologie is vanaf de jaren dertig in ontwikkeling en is tegenwoordig opgenomen in allerlei theorien en literatuur over de analyse van de gebouwde omgeving. Voorbeelden hiervan zijn de voor dit rapport geraadpleegde boeken Towards universality2 en Experiencing architecture3.

    Het onderzochte deel van Amsterdam is in dit rapport in tien deelgebieden opgedeeld. deze worden in het hoofdstuk Gestalt achtereenvolgens geanalyseerd aan de hand van de Gestaltpsychologie. Tenslotte volgt een paragraaf genaamd Conclusie, waarin conclusies worden getrokken op een groter schaalniveau, als logisch gevolg van de vergelijking van de analyses van de deelgebieden.

    Noten1. Arnheim, Rudolf, Art and Visual Perception; A Psychology of the Creative Eye (1954), University Of California, hoofdstuk 22. Padovan, Richard, Towards universality; le Corbusier, Mies+De Stijl, Routledge, London and New York, 2002, Hoofdstuk 73. Rasmussen, Steen Eiler, Experiencing architecture, The MIT Press, 1964, Hoofdstuk 3

    Afbeeldingen1.2.3.4.9.10. Afbeelding afkomstig van www.commons.wikimedia.org5.6.8.Afbeelding afkomstig van http://abcofdesign.com 7. Afbeelding afkomstig van www.vanseodesign.com

    afbeelding 10. Blikwisseling

    afbeelding 9. Reficatie

  • - 42 -

    Het eerste gebied beschrijft de oorsprong van Amsterdam (het middeleeuwse centrum) en de eerste uitbreidingswijken1 c.q. de Grachtengordel en de Jordaan. Samen vormen ze de zo kenmerkende compacte binnenstad. De kern wordt gevormd door een hoge densiteit van laatmiddeleeuwse, massieve bouwblokken en deze zijn gescheiden door nauwe, bochtige straatjes. Pleinen en grotere straten krijgen in het Schwartzbild vorm op basis van hun ruime proporties.

    De Dam toont zich als een resultante van de massa; het valt op als een open plek, maar is door de niet-geometrische vorm een slecht voorbeeld van een goede Gestalt. Door hun gelijke bestemming, breedte en continuteit vormen de grachten in de Grachtengordel een sterke ruimtelijke Gestalt. Samen met de drie afzonderlijke bebouwingsgordels verkrijgt de Grachtengordel zijn duidelijke concentrische orintatie, want ook de massa komt hier tot een sterke Gestalt.

    Gestalt van de ruimte gebied 1, schaal 1:5000

  • - 43 -

    Noten1. Komossa, S., 2002. Atlas van het Hollandse bouwblok. Bussum: Thoth, p. 172. Komossa, S., 2002. Atlas van het Hollandse bouwblok. Bussum: Thoth, p. 20-21

    De gordels zijn dan wel onderbroken, ook hier gelden de wetten van continuteit en gelijke richting. De bouwblokken hebben bovendien sterk overeenkomstige, gestructureerde proporties.2 De repeterende radiale lijnen krijgen Gestalt door hun gelijke bestemming en hun gelijke proporties. De binnentuinen en -plaatsen vormen een zwakke Gestalt omdat ze een gebrek aan duidelijke vorm hebben, maar er wel sprake is van blikwisseling. De Jordaan vertoont, ten opzichte van de oudere stadsdelen, een opvallend strak raster.

    De grachten en gedempte grachten de bredere straten hebben een gelijke richting. Door continuteit en hun onderlinge gelijkheid zijn ze een sterke eenheid. De tussenliggende smalle straten liggen in een raster en zijn zo een eenheid. Wel is de gelijke bestemming zwakker. Door verschil in de proporties van de straten blijft enige richting in de op zichzelf staande buurtjes aanwezig. De binnenplaatsen komen net als in de grachtengordel niet echt tot vorm, maar vormen dankzij de blikwisseling die optreedt een zwakke Gestalt.

    De Noordermarkt en een ten westen gelegen speelplein vallen op dankzij hun geometrische vormen, maar door een gebrek aan afbakening en door aanwezigheid van andere vormen op het plein, komen ze niet tot een duidelijke Gestalt.

    Gebied 1

    Gestalt van de massa gebied 1 schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 44 -

    Dit fragment van Amsterdam toont de noordpunt van de Jordaan en de ten noorden gelegen Westelijke Eilanden. Het verschil tussen de twee wijken is groot; de Jordaan geldt als compacte en fijnmazige binnenstad en de bebouwing op de Westelijke Eilanden heeft een lage densiteit en ruime afmetingen. De barrire die het centraal station en het spoor opwerpt tussen deze twee gebieden is dusdanig, dat ze geen relatie met elkaar aangaan. Dit gebied is gefragmenteerd als gevolg van de barrire en de verschillen tussen de stadsdelen. Maar ook de Westelijke

    Eilanden zelf zijn gefragmenteerd door hun ruime opzet en het water als scheidend element.De noordelijke punt van de Jordaan toont zich als een duidelijke Gestalt. De driehoek die het vormt wijkt weliswaar af van het typische rasterpatroon van de wijk, maar is een sterke geometrische vorm op zichzelf en vormt nog steeds een eenheid met de Jordaan. Rondom het station en het spoor is er veel onbepaalde ruimte. Dit komt doordat het een op zichzelf staande typologie vormt door zijn grootschaligheid en eigen vorm

    Gestalt van de ruimte gebied 2, schaal 1:5000

  • - 45 -

    en de gebouwen rondom het spoor vaak bestaan uit enkele elementen. Ten noorden van het spoor komt de ruimte zelden tot een Gestalt; de ruimte is groot en de bebouwing biedt lang niet altijd een duidelijke, structurerende vorm. De percelen zijn van totaal andere grootte en dit is terug te zien in de Schwartzbilder: n bouwblok betreft nog maar n of enkele gebouwen. Slechts binnen in deze bebouwing is er soms sprake van een herkenbare vorm die wordt verkregen door geslotenheid en een geometrie.

    De bebouwing komt vaker tot een eenheid in de Westelijke Eilanden. De bebouwing vormt een Gestalt door een beperkte groep gebouwen die in contouren strak aansluiten.

    Gebied 2

    Gestalt van de massa gebied 2, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 46 -

    In gebied 3 komen de Jordaan en de Frederik Hendrikbuurt samen. De Jordaan contrasteert met zijn structuur en richting met de rest van het gebied en ligt voor het grootste deel in gebied 1. Dit gedeelte van de Jordaan wordt daarom ook in de tekst van gebied 1 behandeld. In de Frederik Hendrikbuurt (gebied A op de afbeelding) hebben de meeste binnenhoven een Gestalt door hun simpele geometrische vorm waar ze in de meeste gevallen niet van afwijken. De bouwblokken die een meer gecompliceerd binnenhof hebben, worden desondanks

    hetzelfde ervaren door de wet van ervaring en de wet van continuteit. D.w.z. dat deze binnenhoven zonder duidelijke Gestalt, door hun ligging tussen bouwblokken die wel degelijk een binnenhof met een duidelijke Gestalt hebben, toch worden ervaren als een goede Gestalt. Het stratenpatroon dat tussen deze bouwblokken ligt vormt een continu rasterpatroon. Door de gelijke verhoudingen en afstanden tussen de bouwblokken krijgen deze straten een even sterke Gestalt en kan er blikwisseling plaatsvinden tussen de bouwmassa en de open ruimte. De bouwmassa in de Frederik Hendrikbuurt

    Gestalt van de ruimte gebied 3, schaal 1:5000

  • - 47 -

    wordt op de kaart als twee aparte stroken ervaren door de wet van gelijke bestemming. Doordat de richting die de bouwblokken hebben overeen komt met de richting van de omliggende bouwblokken vormen ze samen een geheel. Het Hugo de Grootplein (gebied B) heeft een sterke Gestalt door de simpele geometrische vorm en de wet van geslotenheid waardoor de vorm duidelijk afgelezen kan worden. De wegen die richting het plein lopen kunnen beschouwd worden onder de wet van gelijke bestemming, alle wegen wijzen richting n punt. Hierdoor geeft het plein het gevoel centraal te liggen

    en wordt zijn aanwezigheid versterkt.Ditzelfde principe is, zij het in mindere mate, het geval bij het plein dat gevormd wordt aan het einde van de Frederik Hendrikstraat, waar de straat overgaat in het Frederik Hendrikplantsoen (gebied C). Hier wordt door de geslotenheid van de bebouwing een cirkel gesuggereerd. In de woonwijk gelegen op De Kop van Jut(gebied X) wisselen de strokenbebouwing en de ruimte elkaar met een bepaald ritme af. Hierdoor ontstaat een lichte blikwisseling. Ook lijkt er een symmetrieas in het gebied te liggen. De

    massa vormt hierdoor een zwakke Gestalt. De ruimten die tussen de bebouwing worden gevormd hebben echter geen duidelijke vorm door de verspringing in de bouwmassa en de deels ontbrekende afbakening.Een soortgelijk principe treedt op aan de andere kant van de Kostverlorenvaart(gebied X). Door de gelijkvormigheid en het ritme waarin de elementen geconfigureerd zijn worden deze op elkaar betrokken. Ook de wet van dichtheid zorgt ervoor dat dit deze bouwmassas samen als geheel worden gezien en een Gestalt vormen.

    Gebied 3

    Gestalt van de massa gebied 3, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 48 -

    Dit gebied beschrijft de Gestalten binnen de Staatsliedenbuurt en het Westerpark. Het grootste deel van de Staatsliedenbuurt bestaat uit bouwblokken die, zoals beschreven in gebied 3, een binnenhof hebben met een geometrische vorm en in een continu ritme naast elkaar liggen. Hierdoor kan tussen de binnenhoven en het stratenpatroon blikwisseling plaatsvinden. De massa van deze blokken wordt als een geheel gezien volgens de wet van gelijke bestemming, de wet van gelijkheid en de wet van dichtheid. Door de richting van de

    blokken, de gelijkvormigheid en de afstand die zij tegenover elkaar bewaren worden deze blokken samen op de kaart als een driehoek gezien. In het stuk tussen de Wittekade en de Nassaukade (gebied A) vormt de bebouwing n massa door de dichtheid in het gebied en de symmetrieas die in het midden van het gebied ligt. In de binnenhoven van de bouwblokken zijn hier veelal geen duidelijke vormen af te lezen, toch worden ze als n afgebakende ruimte ervaren dus hebben ze een zwakke Gestalt. De openbare ruimte op het GWL terrein (gebied B) lijkt met opzet zo

    Gestalt van de ruimte gebied 4, schaal 1:5000

  • - 49 -

    ontworpen dat er zo min mogelijk Gestalt in te onderscheiden valt. De bouwmassas communiceren door hun gelijkvormigheid maar trachten een willekeurig geplaatste indruk te maken. De rijen waarin zij geplaatst zijn en de gelijke afstanden tussen deze rijen verraden anders. Dit in tegenstelling tot het Westerpark (gebied C), hier krijgt de openbare ruimte ook geen gestalte maar lijkt de massa ook willekeurig gevormd en geplaatst. Noch in de massa noch in de openbare ruimte is hier een Gestalt te onderscheiden. Het Van Beuningenplein (gebied d) heeft een duidelijke

    Gestalt die aan vier zijden door bouwblokken wordt afgescheiden. De wet van continuteit stelt ervoor dat deze vorm als een geheel ervaren wordt. Enkele bebouwing op het plein zorgt ervoor dat de Gestalt doorbroken wordt, daarom wordt het plein niet als een sterke Gestalt ervaren. Het bouwblok ten noorden van het Van Beuningenplein (gebied D) is in principe een bouwblok binnen een bouwblok. De Gestalt binnen dit bouwblok is sterk door zijn simpele geometrische vorm, het bouwblok zelf is dit ook, dus op deze plek is blikwisseling mogelijk.

    Gebied 4

    Gestalt van de massa gebied 4, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 50 -

    Gebied 5 wordt voornamelijk gekenmerkt door gesloten bouwblokken, waarbij de gevels van de bouwblokken als contour dienen van de straten. Aangezien de bouwblokken volledig gesloten zijn, kan de ruimte binnen een bouwblok duidelijk gedefinieerd worden. Deze ruimte is niet oneindig en de begrenzing wordt aangeduid met de gevels gericht op het binnenplein van het bouwblok. Hierdoor doet deze ruimte aan alsof het letterlijk uit de massa uitgehold is. Deze ruimte krijgt verder een sterkere Gestalt, vanwege het feit dat een simpele, geometrische vorm gemakkelijker

    door onze hersens af te leiden is. Enkele gevallen vormen hier een uitzondering op. Een voorbeeld is het bouwblok waarbij de ruimte binnen het bouwblok niet duidelijk te herleiden is tot een simpele vorm (gebied A). Een ander voorbeeld is dat het bouwblok niet compleet gesloten is en daardoor de ruimte binnenin niet in zijn geheel gedefinieerd kan worden (gebied B). Aan de hand van de wet van geslotenheid, krijgt deze ruimte alsnog een duidelijke Gestalt, maar deze is van mindere mate dan in de gevallen waar de bouwblokken helemaal gesloten zijn

    Gestalt van de ruimte gebied 5, schaal 1:5000

    A

    B

    C

  • - 51 -

    gevormd door de reeks bouwblokken aan de Admiraal de Ruyterweg. De reden hiervoor is dat in dit geval tevens de wet van continuteit geldt.

    en waar duidelijk een geometrisch vorm waarneembaar is.Een ander voobeeld van een zwakke gestalt is gebied C. Hier bevindt zich enkel strokenbouw, wat duidelijk naar voren komt door de langgerekte massavormen. De ruimten tussen de verschillende massastroken komen op eenzelfde manier tot een Gestalt als de straten tussen de gesloten bouwblokken. Deze langgerekte ruimten worden duidelijk gedefinieerd door de gevels van de bebouwing (strokenbouw n gesloten bouwblok), waardoor blikwisseling ontstaat

    tussen de massas en de ruimten. Omdat de proporties echter meer in het voordeel van de massas zijn (verhouding 1:3 ruimte - massa), wordt deze blikwisseling enigszins verzwakt. Vervolgens kan nog gemeld worden dat aan de hand van de wetten van gelijkheid en gelijke bestemming gebieden zijn aan te geven waar meerdere bouwblokken in geringe mate als n massa te ervaren zijn (aangeduid met lichte tinten oranje op de massakaart). Het komt slechts eenmaal voor dat enkele bouwblokken als n sterke massa te beschouwen zijn. Deze worden

    Gebied 5

    Gestalt van de massa gebied 5, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 52 -

    Indien we alle gebieden van Amsterdam beschouwen die tot nu toe behandeld zijn, springt er n gebied uit dat zich duidelijk onderscheidt: het gebied dat zich boven de Haarlemmerweg bevindt. Dit terrein wordt gekenmerkt door talloze eenheden van bescheiden, vierkante massa. Wie op het eerste gezicht denkt dat deze eenheden op een willekeurige en chaotische manier gerangschikt zijn, heeft het mis. Indien men het gebied nader bekijkt, is duidelijk op te merken dat de verschillende massas in een

    geordende lijnenstructuur geplaatst zijn. Sterker nog, de eenheden zijn als het ware in rijen van twee aan elkaar gekoppeld, waarbij de rijen (vrijwel) allen eenzelfde richting hebben. In overeenstemming met de Gestaltwetten wordt zo een duidelijke Gestalt ontwikkeld. De individuele eenheden zijn zodanig van dezelfde vorm en zodanig dicht op elkaar geplaatst in rijen van twee, dat respectievelijk aan de hand van wet van gelijkheid, continuteit en dichtheid de eenheden als n rechthoekige massa worden ervaren. Deze Gestalt wordt nogmaals versterkt door

    Gestalt van de ruimte gebied 6, schaal 1:5000

    A

  • - 53 -

    ervaren. Echter springt er duidelijk n gebied uit; gebied A. Hier wordt aan de hand van de wet van geslotenheid een duidelijke geometrische vorm waargenomen. De grens wordt hierbij gevormd door de gevels van de bouwblokken. Daarnaast wordt de Gestalt van deze ruimte in grote mate versterkt door symmetrie die duidelijk aanwezig is in het gebied. Vandaar dat deze een sterke Gestalt krijgt.

    het feit dat deze rechthoekige massas min of meer in eenzelfde richting lijken te bewegen, volgens het principe van de wet van gelijke bestemming. Bovendien is er een tweetal plekken aan te wijzen waar deze orientatie/beweging wordt verbroken. Dit is het geval bij de gebieden die in contrast met de rest van de streek uit grote hoeveelheden ruimte bestaan (m.a.w. een grote hoeveelheid wit op de kaart). Doordat deze twee terreinen in lichte vorm als het ware afgebakend worden door de verschillende massas, is men geneigd een geometrische

    rechthoek hierin terug te vinden. Daardoor komt op deze twee plekken een andere, zwakkere, manifestatie van Gestalt voor. Gebied 6 bestaat uit een aanzienlijk aantal (grotendeels) gesloten bouwblokken. Aangezien de verhoudingen gelijkgezind zijn en de ruimten tussen de bouwblokken (straten) eenzelfde beweging vertonen als de blokken zelf, vindt hier een optimale blikwisseling plaats. Daarnaast wordt juist vanwege de wet van gelijke bestemming en gelijkheid een groot aantal van deze bouwblokken in enige mate als n massa

    Gebied 6

    Gestalt van de massa gebied 6, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 54 -

    Het noordelijke gedeelte van gebied 7 bevat voornamelijk langgerekte massas. De wetten van dichtheid, gelijkheid en gelijke bestemming gelden in dit gebied. Echter is de verhouding tussen de ruimten en de massa zodanig dat er geen optimale blikwisseling kan plaatsvinden. Voor optimale blikwisseling zouden de ruimten eenzelfde maat moeten aanhouden als de massas. De ruimten zijn in dit gebied van een meer aanzienlijke proportie dan de verschillende massastroken. Bij het ene voorbeeld van strokenbouw komt de blikwisseling beter naar voren (gebied A)

    dan bij de ander, maar dit verschil is van een zodanig geringe mate dat deze alsnog met eenzelfde kleur aan te duiden zijn. Wat betreft sterkte van Gestalt zijn deze gebieden namelijk te vergelijken. De ruimten in deze gebieden zijn dan ook, de een meer dan de ander, zwak van Gestalt.Bij de massas is daarentegen een groter verschil in sterkte van Gestalt aan te wijzen. De bovenste massastroken zijn op te delen in twee gebieden met een sterke Gestalt (gebied B en C), aangezien deze stroken een gelijke vorm en orientatie bevatten en

    Gestalt van de ruimte gebied 7, schaal 1:5000

    A

  • - 55 -

    Gestalt, volgens de wet van gelijkheid en gelijke bestemming, waardoor een groot aantal bouwblokken van identieke vorm als n massa beschouwd kan worden. Voor de bouwblokken in gebied F geldt een meer sterke Gestalt, aangezien hier net als in de gebieden ten noorden van het Erasmuspark de wet van symmetrie van toepassing is.

    afgebakend. Echter verkrijgen deze ruimten een zwakkere Gestalt dan de van alle kanten begrensde ruimten binnen de bouwblokken zelf, aangezien ze slechts aan twee kanten begrensd worden.Het zuidwestelijke deel van gebied 7 kan gekenmerkt worden door op zichzelf staande massaeenheden die in grote mate willekeurig geplaatst zijn. De omgevende ruimten krijgen als gevolg hiervan geen Gestalt of van zodanige geringe mate dat deze niet een kleur verdienen op de kaart.De massas krijgen echter wel een sterke

    symmetrisch (zowel op de horizontale als de verticale as) van vorm zijn.De onderste massastroken (gebied D en E) krijgen een zwakkere Gestalt. Dit is te wijten aan het feit dat de wet van symmetrie hier niet of in mindere mate van kracht is.Het gebied ten zuiden van het Erasmuspark bestaat uit gesloten bouwblokken, waarbij in de ruimten binnen het bouwblok duidelijke geometrische vormen (rechthoeken) te herkennen zijn. Vandaar dat deze tot een sterke Gestalt komen. De ruimten tussen de bouwblokken onderling worden ook duidelijk

    Gebied 7

    Gestalt van de massa gebied 7, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

    B C

    D

    E

    F

  • - 56 -

    Gebied 8 kan omschreven worden als een zone waar weinig van zowel de ruimte als de aanwezige massas tot een concrete Gestalt komt. De ruimten nemen vrijwel geen Gestalt aan, aangezien er geen duidelijke structuur of orientatie waar te nemen is. Straten krijgen geen vorm, omdat deze ruimten geen duidelijke contouren en begrenzingen vertonen: de ruimte bestaat voornamelijk uit oneindige ruimte, waar men geen duidelijke vorm in herkent. Een uitzondering hierop vormen de enkele gesloten bouwblokken aan de oostzijde en de bebouwing ten

    zuiden van het gebied. Voor de zuidelijke bebouwing geldt dat vanwege de dichtheid van de verschillende massastroken volgens de wet van dichtheid en geslotenheid men als het ware zes rechthoekige ruimten waarneemt. Men is geneigd ook een zevende rechthoekige ruimte te herkennen, echter wordt deze ruimte minder begrensd. De ruimte lijkt amorf en om die reden verwerft deze geen, of in zeer geringe mate, Gestalt. De massastroken ten zuiden van gebied 8 behoren tot de weinige massas die de aanmerking van een sterke Gestalt verdienen.

    Gestalt van de ruimte gebied 8, schaal 1:5000

  • - 57 -

    zijn geplaatst dat deze als het ware middels samenklontering een zwakke Gestalt krijgen. Het oog onderscheidt immers niet de afzonderlijke massas, maar beschouwt het als n klonterige samengesmolten massa.

    Dit is te danken aan het feit dat de stroken symmetrisch zijn opgesteld en een gelijke beweging en orientatie bevatten. Tel hier het effect van de wet van gelijkheid bij op en een duidelijke Gestalt dient zich op, waarbij de verschillende stroken op de voorgrond als n massa te ervaren zijn. Verder bevat gebied 8 nog een deel met tuinhuisjes die op hun beurt een sterke Gestalt vormen. zie de beschrijving bij gebied 7. Daarnaast bevinden zich nog gescheiden massaeenheden ten westen van de tuinhuizen, die zodanig naast elkaar

    Gebied 8

    Gestalt van de massa gebied 8, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 58 -

    Gestalt van de ruimte gebied 9, schaal 1:5000

    In gebied 9 valt op dat de ruimte weinig tot een Gestalt komt. De meeste ruimten die enigzins tot Gestalt komen worden gevormd door de binnenhoven van de open bouwblokken. Deze zijn niet aan alle kanten begrensd, maar de wet van de ervaring en van geslotenheid leert dat het gaat om een binnentuin. Volgens de wetten van geslotenheid, dichtheid en gelijke bestemmming wordt de massa van de bebouwing om de ruimte in gedachte afgemaakt tot een gesloten bouwblok, waardoor er een rechthoekige ruimte overblijft.

    De massa van deze rechthoekige vorm komt dus wel tot een - zij het zwakke - Gestalt omdat het een duidelijke symmetrische, geometrische vorm betreft. In het gebied is ook een aantal voorbeelden van verschillende strokenbouw te vinden. Deze gevallen zijn om dezelfde redenen als zwakke Gestalt aan te merken, alhoewel de wet van geslotenheid niet opgaat. De wetten van gelijkheid en gelijke bestemming zijn echter des te sterker te ervaren.

    Gestalt van de ruimte gebied 9, schaal 1:5000

  • - 59 -

    Gestalt van de massa gebied 9, schaal 1:5000

    Gebied 9

    Wat betreft massa is er een aantal verschillende soorten van strokenbouw te onderscheiden, vanwege de gelijkheid van de delen, gelijke bestemming en dichtheid. Dit is tevens het geval bij de open bouwblokken. De bouwblokken en -stroken met dezelfde vormen zijn daardoor te herkennen als afzonderlijke groepen. Er is een enkele uitzondering van groepering van massa. Linksboven vanuit het midden van de kaart is een groep gebouwen te onderscheiden die een mindere gelijkheid hebben onderling, een redelijke dichtheid

    maar vooral een sterke symmetrie.

    Naast het feit dat de massas in kleine groepjes bebouwing uiteenvallen en de ruimten tussen de stroken en open bouwblokken tot enige Gestalt komen, is voor het gehele gebied te stellen dat er weinig Gestaltvorming aan te pas komt. In vergelijking met de binnenstad heeft de bebouwing in Slotermeer weinig dichtheid, samenhang en repititie. De verhouding tussen massa en ruimte zorgt ervoor dat de meeste ruimte oneindig en amorf lijkt, waar de bebouwing als losse elementen in staat.

    Pleinen lopen veelal over in de open ruimte. Straten zijn nergens duidelijk begrensd door bebouwing en hebben geen eenduidig ritme. Door de open verkaveling in het gebied is er slechts een klein aantal vormen als Gestalt te onderscheiden.

    Gestalt van de massa gebied 9, schaal 1:5000

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 60 -

    Gestalt van de ruimte gebied 10, schaal 1:5000

    In gebied 10 zijn er weinig plekken waar de ruimte tot Gestalt komt. Waar dit wel gebeurt is het resultaat slechts een zwakke Gestalt. De ruimten tussen de massas van de strokenbouw zijn niet aan alle kanten begrensd en vormen dus slechts een zwakke Gestalt. Ook staan de stroken niet dicht genoeg op elkaar om de ruimte tot een sterkere Gestalt te laten komen. De ruimten zijn wel onderling gelijk aan elkaar wat betreft vorm en bestemming. Er zijn in het gebied drie soorten strokenbouw te onderscheiden. Voor allen geldt dat de

    massas van de bebouwing bij elkaar horen op basis van gelijkheid, dichtheid en gelijke bestemming. De richting of het grid van de strokenbouw is namelijk in meer of mindere mate hetzelfde per groep. De dichtheid is niet al te groot, de stroken staan doorgaans een fractie dichter bij elkaar dan bij de rest van de bebouwing in het gebied. Bij de ene soort zijn de stroken allemaal hetzelfde en hetzelfde georinteerd, bij een andere soort is de richting van de ene helft van de bebouwing licht gedraaid ten opzichte van de overige stroken. Hoewel dit de dichtheid

  • - 61 -

    Gestalt van de massa gebied 10, schaal 1:5000

    Gebied 10

    versterkt, is er minder gemeenschappelijke richting en dus gelijke bestemming dan bij de eerste groep. De derde groep strokenbouw bestaat uit langwerpige stroken in n richting met kortere stroken er haaks op. De massa van deze stroken staat relatief dicht op elkaar vergeleken met de rest van het gebied. De gelijke bestemming is vanwege het warrige grid niet duidelijk te herkennen, maar omdat de groep bestaat uit meerdere kleine groepjes met dezelfde ingredinten (n langere strook en drie kortere stroken) is de gelijkheid wel duidelijk aanwezig.

    Dan zijn er nog de open bouwblokken die ieder op zichzelf een gesloten parallellogram lijken te vormen en hiermee de ruimte binnenin tot een -weliswaar zwakke- gestalt laten komen.

    Sterke GestaltGestaltZwakke Gestalt

  • - 63 -

    In voorgaande analyses is elk gebied an sich behandeld. Vervolgens is het zaak het gebied in zijn totaliteit te analyseren om zo op grotere schaal uitspraken te kunnen doen over het geheel en hoe de deelgebieden zich tot elkaar verhouden.Wat direct opvalt op het Schwarzbild is dat de zwarte massa vanuit het centrum richting het westen alsmaar verder uitwaaiert en dat hierdoor het stadsbeeld steeds opener weergegeven wordt. Door deze verhoudingen tussen massa en ruimte worden ruimtelijke elementen in het oude stadscentrum veel sterker ervaren dan dat ze ervaren worden in de westelijke tuinsteden. Ergo, ze krijgen een sterkere Gestalt. In het oude stadscentrum waar de bouwmassa een hoge dichtheid heeft en de bebouwing dus een geheel vormt, komen contouren van pleinen duidelijk tot uiting. Deze worden door de dichte omliggende bebouwing als continue vorm ervaren en verkrijgen dus een sterke Gestalt. Daarnaast zijn de grachten in dit gebied verhoudingsgewijs grote onderbrekingen van de bouwmassa, waardoor deze het stadsbeeld en zijn structuur sterk bepalen. Waar hier duidelijke stratenpatronen opdoemen tussen de verhoudingsgewijs grote bouwblokken, worden deze straten steeds minder sterk begrensd naarmate de aandacht verder richting het westen gericht wordt. Dit vraagt om een nadere uitleg van de ontwikkeling van dit bouwblok en bijbehorend binnenhof.Waar globaal gezien in de gebieden 1 en 2 de bouwblokken bestaan uit n grote massa waar complexe binnenruimten met zwakke Gestalten in ontstaan, zien we dat deze binnenruimten zich in de gebieden 3,4,5 en 6 ontwikkelen tot grotere geometrische vormen met een duidelijke Gestalt. De verhouding tussen massa en ruimte zijn bij deze bouwblokken nagenoeg

    overeenkomstig verdeeld. In de gebieden 7,8,9 en 10 is weer een nieuwe configuratie van deze bouwblokken waar te nemen. De bouwmassa wordt op verschillende plaatsen onderbroken waardoor de binnenhoven doorstromen in de openbare ruimte. Door de wet van geslotenheid en de wet van continuteit blijven deze binnenhoven een Gestalt houden, ondanks dat deze Gestalt een zwakker voorkomen heeft dan de binnenhoven in een gesloten bouwblok. Deze opengewerkte bouwblokken kennen verschillende configuraties, met als uiterste de strokenbouw, waar de ruimte slechts door twee stroken afgebakend wordt en zodanig een zwakke Gestalt verwerven.Bepaalde elementen op het Schwarzbild komen echter pas in de complete kaart naar voren. Zo heeft de Admiraal de Ruijterweg, die de kaart doorkruist, een sterke Gestalt. Door de wet van gelijke bestemming, de wet van continuteit en de wet van gelijkheid worden de bouwblokken die deze ruimte afbakenen als geheel ervaren en de ruimte hiertussen duidelijk afgebakend. Deze observatie kan slechts gedaan worden, indien alle kaarten in zijn geheel beschouwd worden.

    Al met al kan aan de hand van de Gestaltpsycholgie duidelijk vastgesteld worden waar in n oogopslag zichtbaar wordt waar zowel de open ruimte als de