Een verhaal over soberheid (niet te verwarren met armoede)

1
Op ontdekkingsreis in de Proe/uin Zoet Water Een verhaal over soberheid (niet te verwarren met armoede) DE KWESTIE Zeeland is met 78% landbouwbestemming overwegend agrarisch georiënteerd. Zoet water is daarvoor van groot belang. Qua zoetwatersituaCe neemt Zeeland een aparte posiCe in, omdat het vaak leGerlijk een land in zee is. En die zee is zout, dus zout is alCjd nabij. Land en water zijn weliswaar van elkaar gescheiden met zware dijken, maar nieGemin treedt er verzilCng op door kwel als gevolg van een hogere zeespiegelstand dan het maaiveld. Water beweegt onder de dijk door en bovendien bevat de ondergrond veel “oud zout”, zodat ook kwel op enige afstand van de zee vaak zout is. Zeeland onderscheidt zich ook door het feit dat slechts een gering deel van extern zoet water wordt voorzien. Tholen, Sint Philipsland en de Reigersbergsche polder zijn de enige gebieden met significante externe wateraanvoer. Verder is er nog een kwanCtaCef bescheiden aanvoer t.b.v. de fruiGeelt op ZuidBeveland. De rest moet het stellen met de neerslag. Een sCjgende zeespiegel en verdamping van ondiep zoet grondwater gedurende warme en droge perioden verhogen de kans op zout in de wortelzone van gewassen, met afnemende producCe tot gevolg. Dat verzilCngsproces verloopt langzaam, maar ook het tegengaan vergt Cjd. Daarom voeren regionale parCjen onder de naam ProeTuin Zoet Water een gezamenlijke zoektocht uit naar opCmale benuUng van natuurlijk beschikbaar zoet water. DE ZOEKTOCHT Wie een betere balans tussen aanbod en vraag nastreeT, kan twee routes volgen: het aanbod vergroten en de vraag verminderen. In de ProeTuin Zoet Water worden beide paden bewandeld. Maximaal tekort A A N B O D V R A A G A A N B O D V R A A G A A N B O D V R A A G Toekomst zonder maatregelen Toekomst met maatregelen Toename aanbod & afname vraag zorgen voor kleiner tekort, of zelfs surplus AANBOD VERGROTEN 1. Waterconservering in de bodem is een opCe omdat er op jaarbasis een neerslagover schot bestaat. Het deel daarvan dat niet door de bodem wordt geabsorbeerd, wordt doorgaans linea recta afgevoerd naar zee. En dan ben je het kwijt. Door het zoete water acCef op te slaan in de bodem kan enerzijds een voorraad worden aangelegd en anderzijds het zout op grotere diepte worden gehouden. Onder de naam Go Fresh worden momenteel drie pilots uitgevoerd om de verschillende theorieën te testen: a) Freshmaker infiltraCe van zoet water in een watervoerende zandlaag (kreekrug) op ± 7 m onder het maaiveld en gelijkCjdige onGrekking van zout water op grotere diepte. Hierdoor groeit de zoetwatervoorraad. Het surplus kan in de zomer worden onGrokken en benut; b) OppervlakteinfiltraCe infiltraCe van zoet water in een watervoerende zandlaag vlak onder het maaiveld. Hierdoor wordt het zoute water onder de zoete bel weggedrukt. Het effect van deze aanpak is verrassend groot: elke cm grondwaterpeilverhoging vertaalt zich in een 40 cm dieper zoetzoutgrensvlak; c) Drains2Buffer = robuuste regenwaterlens zonder watervoerende zandlagen bevindt zout zich relaCef dicht onder het maaiveld. Landbouw is er mogelijk bij de graCe van een zoete regenwaterlens die op het zoute water drijT. Door aanleg van diepere drainage kan in de winterperiode zout water worden gedraineerd en van bovenaf worden aangevuld met zoet regenwater (zie figuur beneden). 2. Waterconservering in het oppervlaktewater biedt gelegenheid overwegend kleine watervolumes vast te houden in slotensystemen en zo een buffer tegen de droogte te creëren. Bijkomende acCe is noodzakelijk om zoete en zoute waterlopen goed te scheiden. Deze aanpak is toegepast in ZeeuwsVlaanderen en vergelijkbare iniCaCeven bestaan in Walcheren en ZuidBeveland. 3. Technische opwerking van communaal effluent of omgevingswater dat net beneden de gebruiksnorm ligt. Deze aanpak wordt door Evides, waterschap Scheldestromen en Dow in Terneuzen toegepast voor effluent en nu aangepast voor omgevingswater. VRAAG VERMINDEREN 1. Gewasveredeling op grotere zouGoleranCe primair is geen sprake van watertekort, maar veeleer van zoutoverschot. ZouGolerante gewassen vragen minder zoet water dan reguliere gewassen. Aardappelveredelaar Meijer doet al jaren onderzoek naar zouGoleranCe. In het kader van de ProeTuin zullen in 2015 experimenten worden uitgevoerd waarbij niet alleen de eindproducten worden bekeken, maar ook de zoutdynamiek in de wortelzone gedurende de groei wordt gevolgd. 2. Besparing door opCmale toediening is een logische technische zoekrichCng. Dit kan zowel betrekking hebben op de wijze van toediening (efficiëntere verneveling in boomgaarden, druppelirrigaCe in akkerbouw i.p.v. beregening) als op het moment van toediening (op basis van analyse van bodemvochCgheid of door differenCaCe van teelten met temporeel verschillende watervraag). 3. Zoutmythes ontkrachten de zoutnormering voor verschillende teelten is volgens wetenschappers te scherp en daarenboven bestaan er onjuiste inschaUngen van de zoutdruk in de wortelzone. Er zijn voorbeelden van boeren die verrast zijn door de producCemogelijkheden van hun eigen land. Het streven is het inzicht hierin te vergroten door in samenwerking met boeren proef op de som teelten uit te voeren. 4. Switch naar zoute teelten is een slotopCe voor gebieden waar de zoutdruk dusdanig wordt dat hij niet meer doelmaCg te bestrijden valt. Op zulke plaatsen biedt een overstap op zilte teelten of aquacultuur een opCe. De zoetwatervraag van het betreffende gebied vermindert daardoor enorm. Hoewel dit spoor als terugvalopCe wordt beschouwd binnen de ProeTuin Zoet Water, wordt nagegaan of er vanuit dit kader een bijdrage kan worden geleverd aan lopend onderzoek op dit terrein. ZOETZOUTKARTERING ALS BASIS Voor prakCsch alle beschreven maatregelen is inzicht in de zoetzoutverdeling in de bodem uiterst nuUg. Een provinciebrede zoetzoutkartering op basis van vluchtanalyse van de bodem is daarom een belangrijke eerste stap die in het kader van de ProeTuin Zoet Water wordt nagestreefd. InformaEe over de Proe/uin Zoet Water kan worden ingewonnen bij Vincent Klap , [email protected]

Transcript of Een verhaal over soberheid (niet te verwarren met armoede)

Page 1: Een verhaal over soberheid (niet te verwarren met armoede)

Op  ontdekkingsreis  in  de  Proe/uin  Zoet  Water  Een  verhaal  over  soberheid  (niet  te  verwarren  met  armoede)  

DE  KWESTIE  Zeeland  is  met  78%  landbouwbestemming  overwegend  agrarisch  georiënteerd.  Zoet  water  is  daarvoor  van  groot  belang.  

Qua  zoetwatersituaCe  neemt  Zeeland  een  aparte  posiCe  in,  omdat  het  vaak  leGerlijk  een  land  in  zee  is.  En  die  zee  is  zout,  dus  zout  is  alCjd  nabij.  Land  en  water  zijn  weliswaar  van  elkaar  gescheiden  met  zware  dijken,  maar  nieGemin  treedt  er  verzilCng  op  door  kwel  als  gevolg  van  een  hogere  zeespiegelstand  dan  het  maaiveld.  Water  beweegt  onder  de  dijk  door  en  bovendien  bevat  de  ondergrond  veel  “oud  zout”,  zodat  ook  kwel  op  enige  afstand  van  de  zee  vaak  zout  is.  

Zeeland  onderscheidt  zich  ook  door  het  feit  dat  slechts  een  gering  deel  van  extern  zoet  water  wordt  voorzien.  Tholen,  Sint  Philipsland  en  de  Reigersbergsche  polder  zijn  de  enige  gebieden  met  significante  externe  wateraanvoer.  Verder  is  er  nog  een  kwanCtaCef  bescheiden  aanvoer  t.b.v.  de  fruiGeelt  op  Zuid-­‐Beveland.  De  rest  moet  het  stellen  met  de  neerslag.  

Een  sCjgende  zeespiegel  en  verdamping  van  ondiep  zoet  grondwater  gedurende  warme  en  droge  perioden  verhogen  de  kans  op  zout  in  de  wortelzone  van  gewassen,  met  afnemende  producCe  tot  gevolg.  Dat  verzilCngsproces  verloopt  langzaam,  maar  ook  het  tegengaan  vergt  Cjd.  Daarom  voeren  regionale  parCjen  onder  de  naam  ProeTuin  Zoet  Water  een  gezamenlijke  zoektocht  uit  naar  opCmale  benuUng  van  natuurlijk  beschikbaar  zoet  water.  

DE  ZOEKTOCHT  Wie  een  betere  balans  tussen  aanbod  en  vraag  nastreeT,  kan  twee  routes  volgen:  het  aanbod  vergroten  en  de  vraag  verminderen.  In  de  ProeTuin  Zoet  Water  worden  beide  paden  bewandeld.  

Maximaal  tekort      AANBOD

VRAAG

   

AANBOD  

VRAAG

   

AANBOD  

VRAAG  

Toekomst    

zonder  maatregelen  

Toekomst    

met  maatregelen  

Toename  aanbod  &  afname  vraag  

zorgen  voor  kleiner  tekort,  of  zelfs  surplus  

AANBOD  VERGROTEN  1.   Waterconservering  in  de  bodem  is  een  opCe  omdat  er  op  jaarbasis  een  neerslagover-­‐

schot  bestaat.  Het  deel  daarvan  dat  niet  door  de  bodem  wordt  geabsorbeerd,  wordt  doorgaans  linea  recta  afgevoerd  naar  zee.  En  dan  ben  je  het  kwijt.  Door  het  zoete  water  acCef  op  te  slaan  in  de  bodem  kan  enerzijds  een  voorraad  worden  aangelegd  en  anderzijds  het  zout  op  grotere  diepte  worden  gehouden.  Onder  de  naam  Go  Fresh  worden  momenteel  drie  pilots  uitgevoerd  om  de  verschillende  theorieën  te  testen:  

a)  Freshmaker  →  infiltraCe  van  zoet  water  in  een  watervoerende  zandlaag  (kreekrug)  op  ±  7  m  onder  het  maaiveld  en  gelijkCjdige  onGrekking  van  zout  water  op  grotere  diepte.  Hierdoor  groeit  de  zoetwatervoorraad.  Het  surplus  kan  in  de  zomer  worden  onGrokken  en  benut;  

b)  Oppervlakte-­‐infiltraCe  →  infiltraCe  van  zoet  water  in  een  watervoerende  zandlaag  vlak  onder  het  maaiveld.  Hierdoor  wordt  het  zoute  water  onder  de  zoete  bel  weggedrukt.  Het  effect  van  deze  aanpak  is  verrassend  groot:  elke  cm  grondwaterpeilverhoging  vertaalt  zich  in  een  40  cm  dieper  zoet-­‐zoutgrensvlak;  

c)  Drains2Buffer  =  robuuste  regenwaterlens  →  zonder  watervoerende  zandlagen  bevindt  zout  zich  relaCef  dicht  onder  het  maaiveld.  Landbouw  is  er  mogelijk  bij  de  graCe  van  een  zoete  regenwaterlens  die  op  het  zoute  water  drijT.  Door  aanleg  van  diepere  drainage  kan  in  de  winterperiode  zout  water  worden  gedraineerd  en  van  bovenaf  worden  aangevuld  met  zoet  regenwater  (zie  figuur  beneden).  

2.   Waterconservering  in  het  oppervlaktewater  biedt  gelegenheid  overwegend  kleine  watervolumes  vast  te  houden  in  slotensystemen  en  zo  een  buffer  tegen  de  droogte  te  creëren.  Bijkomende  acCe  is  noodzakelijk  om  zoete  en  zoute  waterlopen  goed  te  scheiden.  Deze  aanpak  is  toegepast  in  Zeeuws-­‐Vlaanderen  en  vergelijkbare  iniCaCeven  bestaan  in  Walcheren  en  Zuid-­‐Beveland.  

3.   Technische  opwerking  van  communaal  effluent  of  omgevingswater  dat  net  beneden  de  gebruiksnorm  ligt.  Deze  aanpak  wordt  door  Evides,  waterschap  Scheldestromen  en  Dow  in  Terneuzen  toegepast  voor  effluent  en  nu  aangepast  voor  omgevingswater.  

VRAAG  VERMINDEREN  1.   Gewasveredeling  op  grotere  zouGoleranCe  →  primair  is  geen  sprake  van  watertekort,  

maar  veeleer  van  zoutoverschot.  ZouGolerante  gewassen  vragen  minder  zoet  water  dan  reguliere  gewassen.  Aardappelveredelaar  Meijer  doet  al  jaren  onderzoek  naar  zouGoleranCe.  In  het  kader  van  de  ProeTuin  zullen  in  2015  experimenten  worden  uitgevoerd  waarbij  niet  alleen  de  eindproducten  worden  bekeken,  maar  ook  de  zoutdynamiek  in  de  wortelzone  gedurende  de  groei  wordt  gevolgd.  

2.   Besparing  door  opCmale  toediening  is  een  logische  technische  zoekrichCng.  Dit  kan  zowel  betrekking  hebben  op  de  wijze  van  toediening  (efficiëntere  verneveling  in  boomgaarden,  druppelirrigaCe  in  akkerbouw  i.p.v.  beregening)  als  op  het  moment  van  toediening  (op  basis  van  analyse  van  bodemvochCgheid  of  door  differenCaCe  van  teelten  met  temporeel  verschillende  watervraag).  

3.   Zoutmythes  ontkrachten  →  de  zoutnormering  voor  verschillende  teelten  is  volgens  wetenschappers  te  scherp  en  daarenboven  bestaan  er  onjuiste  inschaUngen  van  de  zoutdruk  in  de  wortelzone.  Er  zijn  voorbeelden  van  boeren  die  verrast  zijn  door  de  producCemogelijkheden  van  hun  eigen  land.  Het  streven  is  het  inzicht  hierin  te  vergroten  door  in  samenwerking  met  boeren  proef  op  de  som  teelten  uit  te  voeren.  

4.   Switch  naar  zoute  teelten  is  een  slotopCe  voor  gebieden  waar  de  zoutdruk  dusdanig  wordt  dat  hij  niet  meer  doelmaCg  te  bestrijden  valt.  Op  zulke  plaatsen  biedt  een  overstap  op  zilte  teelten  of  aquacultuur  een  opCe.  De  zoetwatervraag  van  het  betreffende  gebied  vermindert  daardoor  enorm.  Hoewel  dit  spoor  als  terugvalopCe  wordt  beschouwd  binnen  de  ProeTuin  Zoet  Water,  wordt  nagegaan  of  er  vanuit  dit  kader  een  bijdrage  kan  worden  geleverd  aan  lopend  onderzoek  op  dit  terrein.  

ZOET-­‐ZOUTKARTERING  ALS  BASIS  Voor  prakCsch  alle  beschreven  maatregelen  is  inzicht  in  de  zoet-­‐zoutverdeling  in  de  bodem  uiterst  nuUg.  

Een  provinciebrede  zoet-­‐zoutkartering  op  basis  van  vluchtanalyse  van  de  bodem  is  daarom  een  belangrijke  eerste  stap  die  in  het  kader  van  de  ProeTuin  Zoet  Water  wordt  nagestreefd.  

InformaEe  over  de  Proe/uin  Zoet  Water  kan  worden  ingewonnen  bij  Vincent  Klap  ,  [email protected]