rosetta - Armoede In-zicht · 2017. 3. 1. · Armoede uit de film gelicht Gevoelens van een leven...

17
Rosetta FILMPEDAGOGISCH DOSSIER WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE [email protected]

Transcript of rosetta - Armoede In-zicht · 2017. 3. 1. · Armoede uit de film gelicht Gevoelens van een leven...

  • RosettaFILMPEDAGOGISCH DOSSIER

    WELZIJNSZORG VZWHUIDEVETTERSSTRAAT 165

    1000 BRUSSEL02 502 55 75

    [email protected]

  • 2

    NATIONAAL SECRETARIAAT Huidevettersstraat 65 000 Brussel T 02 502 55 75 F 02 502 58 09 E [email protected]

    ANTWERPEN Pastorijstraat 37 2060 Antwerpen T 03 27 24 90 F 03 27 24 99 E [email protected]

    BRUSSEL Huidevettersstraat 65 000 Brussel T 02 23 04 73 F 02 502 8 0 E [email protected]

    LIMBURG Tulpinstraat 75 3500 Hasselt T 0 24 90 20 F 0 23 6 54 E [email protected]

    OOST-VLAANDEREN Sint Salvatorstraat 30 9000 Gent T 09 269 23 40 F 09 269 23 49 E [email protected]

    VLAAMS-BRABANT Varkensstraat 6 2800 Mechelen T 05 29 84 58 F 05 29 84 80 E [email protected]

    WEST-VLAANDEREN Oostnieuwkerksesteenweg 5 8800 Roeselare T 05 26 56 25 F 05 26 56 48 [email protected]

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    3

    Inhoud

    1. De film, de filmmakers en de hoofdrolspeelster

    FilmbesprekingInterview met Jean-Pierre en Luc DardenneInterview met Emilie DequenneDe cameratechniekTechnische fiche

    2. Werkvormen

    Stoom aflatenDie scène was raakRecensent voor één film

    3. Armoede uit de film gelicht

    Gevoelens van een leven in armoedeVier manieren om naar armoede te kijkenMeer rond campingbewoners

    Werkblad

    Vier manieren om naar armoede te kijken

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    4

    1. De film, de filmmakers en de hoofdrolspeelster

    FILMBESPREKING

    La Promesse was al een film als een mokerslag, maar in Rosetta is de aanpak zo mogelijk nog harder en aangrijpender geworden. Of om het met een boutade te zeggen: in vergelijking met Rosetta mag La Promesse een komedie genoemd worden. Dat de film de naam van het vrouwelijke hoofdpersonage draagt, is uiteraard geen toeval. In Rosetta staat immers niet zozeer de intrige, maar wel dat personage van het jonge meisje centraal. Als de broers Dardenne spreken van een ‘oorlogsfilm’, dan is Rosetta de guerrière in kwestie. Zij vecht, fanatiek en bezeten, voor werk. Letterlijk en figuurlijk. Op een bepaald moment, als ze weer eens een baantje verliest, klampt ze zich, liggend op de grond, wanhopig vast aan de in feite veel te zware meelzak die ze absoluut in de bakkerskuip wil leeggieten. Om te tonen dat ze het wel degelijk kan. Eerder, bij een vorige afdanking, was er zelfs een hardhandig politie-ingrijpen nodig om haar van haar werkplaats te verwijderen.Rosetta rent geobsedeerd en opgejaagd door de film, die door haar hortende ademhaling geritmeerd wordt. Ze wordt op de hielen gezeten door de camera. De deur die de kijker op die manier in het gezicht lijkt te krijgen, is de deur die Rosetta op de neus krijgt. De deuren die ze tevergeefs tracht te openen, blijven ook voor de camera dicht. Een van de weinige verstilde, ietwat tedere scènes uit deze bikkelharde film is die waarin Rosetta zichzelf probeert in slaap te praten. Zij dialogeert met zichzelf als een soort bezweringsritueel, om toch niet zó alleen te zijn, om zichzelf te overtuigen dat ze wel degelijk bestaat. Want dat is duidelijk de motivatie van haar zoektocht naar werk: zonder werk bestaat zij niet, zonder werk dreigt ze in hetzelfde zwarte gat te belanden als haar uitgebluste, dronken moeder, met wie ze samenwoont in een stacaravan op zo’n treurige wooncamping met even ironische als idyllische naam Grand Canyon. In een oorlogsfilm is er doorgaans sprake van goeden en slechten, van agressie en verdediging, van aanvallers en van slachtoffers. In Rosetta is dat niet zo eenduidig. “Zij is allebei tegelijk,” zegt Luc Dardenne.

    “Het gaat hier niet om aanvallers waarop je zomaar een naam kunt plakken. Er is wel een bepaald systeem dat van werk iets zeldzaams heeft gemaakt. En voor Rosetta is dat werk juist de enige manier om haar waardigheid te veroveren, om haar bestaan als menselijk individu in deze samenleving te verzekeren. In die zin kun je dus zeggen dat Rosetta aangevallen wordt, omdat ze de mogelijkheid niet krijgt een plaats te vinden. Maar zélf valt zij ook aan. Zij is niet alleen maar een slachtoffer.”“Wij hebben Rosetta ook nooit alleen maar gezien als een slachtoffer,” vult Jean-Pierre aan. “Natuurlijk is er het feit dat zij uitgesloten wordt. Dat is nogal duidelijk. Maar Rosetta vecht. Zij wil zich een toegang verschaffen tot die vesting waaruit zij buitengesloten wordt. Zij is tegelijk een slachtoffer van het systeem én iemand die aanvalt om in dat fort binnen te raken. Uiteindelijk valt zij zelfs iemand anders aan om zijn plaats in te nemen. Wij zeggen in deze film dus niet zomaar wie de goeden en de slechten zijn. We hebben eveneens geprobeerd om te tonen hoe dat meisje ook slachtoffer wordt van haar eigen strijd. Zij sluit zich daar werkelijk in op; zij wordt zo geobsedeerd door die drang om een plaats te vinden dat zij niet eens meer kan zien dat er iemand is die haar wil helpen.” Iemand zoals de jonge wafelverkoper Riquet, die onvoorwaardelijk verliefd is op Rosetta en die haar maar al te graag wil helpen. Maar Rosetta kan of wil dat niet begrijpen. Ze wil geen hulp, ze wil geen liefdadigheid, ze wil werk. Desnoods zijn werk.“Rosetta gebruikt al haar energie om overeind te blijven, om die plaats te vinden, waar ze zo gedreven naar zoekt, zodat ze geen tijd meer heeft om lief te hebben, om te zien dat er ook nog anderen bestaan en dat er zelfs iemand is die haar wil helpen. Dat is allemaal afgelopen; dat maakt geen deel meer uit van haar leefwereld,” zegt Luc Dardenne. Voor Rosetta draait het dus allemaal om dat werk. Iets anders telt voor haar niet.

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    5

    “Wij willen Rosetta ook niet voorstellen als een puur realistische film, die de huidige situatie van de samenleving weerspiegelt, “ nuanceert Luc Dardenne. “Het is immers ook zo dat veel jongeren vandaag de dag zeggen: ‘Ik ben werkloos. Tant pis. Ik maak wel wat muziek met de vrienden en verder trek ik me wel uit de slag.’ Ik bedoel dat Rosetta voor ons een personage is dat enkel en alleen zichzelf vertegenwoordigt. Dit is in de eerste plaats het verhaal van een meisje dat denkt dat, als ze geen werk heeft, zij dan ook zal verdwijnen. Natuurlijk is het ook wel zo dat men door dat personage ook het portret van een samenleving kan zien, maar dat duidelijk maken is eerder de taak van journalisten of filmcritici.” Rosetta is toch ook een beetje het portret van een regio, ook al wordt die niet uitdrukkelijk bij naam genoemd. “Seraing ligt op amper tien kilometer van Luik,” legt Jean-Pierre uit. “Het is in feite de industriële banlieue van Luik. Het is een streek waar er indertijd véél werk was. Op een bepaald moment, tijdens een scène in die wafelbarak, zegt Rosetta dat ze graag een échte baan, du vrai travail, zou hebben. In het beeld dat daarop volgt, kun je de treinwagons met het gesmolten staal langs zien rijden. Er is daar inderdaad nog altijd een beetje staalnijverheid aanwezig. We hebben dat niet bewust zo gefilmd, maar het is ons pas bij de montage opgevallen en we vonden dat eigenlijk wel grappig. We hebben dat dan ook zo behouden. Van Seraing zei men indertijd: ‘C’est une ville où on travaille’, in tegenstelling tot een universiteitsstad of een administratieve stad.” Na de vader en de zoon van La promesse, het duo infernal zoals zij hen zelf omschrijven, hebben de gebroeders Dardenne hier uitdrukkelijk voor een vrouwelijk hoofdpersonage gekozen. Zo uitdrukkelijk zelfs dat die beslissing er al was voor er zelfs maar sprake was van een verhaal. “Ik denk dat alle cineasten op een bepaald moment zin hebben om een film te draaien over een vrouw,” verklaart Jean-Pierre. “Het is geen liefdesfilm in de traditionele betekenis van het woord, het gaat juist over de onmogelijkheid van Rosetta om een liefdesgeschiedenis te beleven. Door de manier waarop de gebroeders Dardenne hun personages, en in dit geval dus vooral Rosetta, met hun camera op de huid blijven zitten, leren we die personages snel kennen, zonder dat er daarom veel tekst en uitleg wordt gegeven. Integendeel. De achtergrondinformatie wordt minimaal gehouden. ‘Raconter empêche d’exister’, liet Luc Dardenne in dat verband in de persmap noteren. “Ik bedoel daarmee dat een personage meer kans maakt om te bestaan naarmate men er minder uitleg over geeft. Hoe minder verklaringen wij geven over de specifieke situatie waarin iemand zich bevindt, hoe complexer en gelaagder dat personage kan worden. We wilden bijvoorbeeld niet uitleggen dat de moeder van Rosetta, bij wijze van spreken, vroeger een café of een restaurant heeft uitgebaat, maar daarna onder de schulden bedolven is geraakt. Of hoe Rosetta en haar moeder door de vader in de steek waren gelaten. Als we op die manier beginnen te vertellen, in de zin van uitleg geven of verklaren, dan zou de kijker meteen het gevoel krijgen dat hij alles van Rosetta begrijpt: ‘Aha, het is dáárom dat zij zich zo gedraagt.’ Op dat moment stelt de kijker zich niet langer vragen over het personage, hij wordt er niet meer door verontrust. Hij heeft het gevoel dat hij alles begrepen heeft. Maar dat wilden we precies vermijden. Er moest een bepaald mysterie blijven bestaan.”En dat lukt inderdaad. Zo zien we Rosetta bijvoorbeeld bepaalde handelingen verrichten – het lijkt wel een soort ritueel – telkens als ze de camping, niet via de normale weg, maar op haar eigen manier binnendringt. “Tegelijk zijn het juist die kleine handelingen die haar bestaan overeind helpen houden,” knikt Luc. “En aangezien we hier toch met een ‘oorlogsfilm’ te maken hebben, heeft dat hele gedoe ook iets clandestiens. Het wijst ook op haar grote eenzaamheid. En ten slotte is er nog een ander aspect: telkens ze naar de stad gaat en daar afgewezen wordt, vlucht ze terug in de bossen. Om al die redenen was het dus belangrijk om haar tijdens de film verschillende keren diezelfde handeling te laten herhalen, kleine gewoonten die haar in staat stellen het gevecht voort te zetten.”

    Knack – juni 1999

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    6

    Het broederlijk duo probeert niets te bewijzen of aan te klagen, maar laat de dingen gewoon zien – ruw, direct, zonder franjes, excuses of compromissen. Een genadeloze opeenvolging van sterke situaties, zonder enige flauwe psychologie. Rosetta die zichzelf voor het slapengaan hardop moed inspreekt: “Tu t’appelles Rosetta. Je m’appelle Rosetta. Tu as trouvé du travail. J’ai trouvé du travail. Tu ne tomberas pas dans le trou. Je ne tomberai pas dans le trou. ” Simpele troostende zinnetjes die langer blijven hangen dan fijngeslepen literaire dialogen …”

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    7

    INTERVIEW MET JEAN-PIERRE EN LUC DARDENNE

    Hoe is de film ontstaan?Na ‘La Promesse’ besloten we dat ons volgend hoofdpersonage vrouwelijk zou zijn. Het vertrekpunt lag snel klaar: een jong meisje dat vecht om te overleven, om zich, in wat zij als de normale wereld beschouwt, te reïntegreren. Ook de locatie lag vast, we kenden ze goed want we leefden er vanaf ons twaalfde tot ons twintigste: Seraing. We voelen ons er altijd thuis en draaiden er een reeks videoportretten van de inwoners van de arbeiderswijken. We kennen de mensen. Die industriële streek is nu verpauperd, zoals alle grote staalcentra. De inwoners van Seraing zegden ons dat er bij hen niet veel meer te filmen was. Later zagen we dat ze toch wel tevreden waren dat we hier beelden maakten en dat anderen ze konden zien.

    Hoe werd dat uitgangspunt een filmscenario? Vooreerst door samen te discussiëren. We zochten een verhaallijn die deze situatie zo radicaal mogelijk kon uitdrukken. Dat extreme maakt er fictie van. Aan de andere kant wilden we alle romantiek vermijden: ons principe was ons te concentreren op Rosetta, om bij haar alleen te blijven. We wilden dat de toeschouwers zich voor haar interesseerden, voor haar daden, voor wat ze doet en dat het verhaal en de emotie alleen daaruit voortkomen. Daarna begonnen we het scenario te schrijven en wisselden we onze ruwe schetsen uit. Gedurende dit proces hebben we vooral gesnoeid, personages geëlimineerd en dialogen ingekort.

    Hoe beslissen jullie over wat Rosetta meemaakt? We hebben ongelooflijk veel mogelijkheden overwogen. We hebben lang overwogen dat Rosetta iemand doodde of zelfmoord pleegde. Maar dat was niet mogelijk, we wilden haar in leven houden, hoewel de logica van het verhaal anders zou kunnen geweest zijn. Terwijl we erover spraken en schreven, moesten we ook onderzoek verrichten naar de realiteit in de film, zowel in verband met de ontslagprocedures als het bakken van wafels en hun verkoop… ‘Rosetta’ is geen studie over de werkloosheid in België, maar er mochten toch geen onnauwkeurigheden in voorkomen.

    De film geeft een gevoel van grote vrijheid, soms zelfs improvisatie. Is hij echt zo gedraaid?Helemaal niet. We brengen veel tijd door met het vinden van locaties. We spelen zelf de scènes, soms met een videocamera. De ene filmt terwijl de andere acteert. Daarna zoeken we de cadrages, zoeken we oplossingen voor de regie. Met de acteurs wordt enorm veel gerepeteerd en alle scènes worden meerdere keren opgenomen. De film is opgenomen op super 16, wat zowel technisch als financieel haalbaar is en waardoor langere sequenties mogelijk zijn. Elk weekend bekijken we de filmrushes op video. Zo kiezen we de goede opname. Of we beslissen opnieuw te draaien. Beweeglijkheid en soepelheid waren essentieel voor zo’n film: we hebben mobiele verlichting gebruikt, zodat in sommige scènes heel de ploeg zich met de scène mee verplaatste.

    De film berust in grote mate op Emilie Dequenne, een debutante. Hoe hebben jullie haar er toe gebracht die rol te spelen?We hebben voor Emilie gekozen omdat ze een natuurlijke présence heeft en omdat ze de rol wilde spelen met dezelfde energie als Rosetta, zelfs al heeft haar sociale situatie niets gemeen met de sociale inhoud van de film. Ze heeft ook niet hetzelfde karakter als Rosetta, ze is eerder opgewekt en extravert. Haar opdracht om haar emoties in te tomen om dat totaal gesloten karakter te interpreteren, creëerde een spanning die de film ten goede kwam. Emilie is ook zeer reactief, erg fysiek: ze wordt snel rood, haar lichaam drukt uit wat ze voelt. Net zoals Rosetta had ze tijdens het draaien echt buikpijn.

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    8

    Betekent dat dat ze klaar was om Rosetta te worden? Nee! Nadat we haar gekozen hadden, hebben we intens gewerkt met haar. We brachten weken door om kleren te kiezen die het beste bij haar pasten en om haar de gebaren te leren van een vechtster zoals Rosetta. We hebben haar lange uren laten doorbrengen in de modder en de koude…In het begin waren we meedogenloos. We lieten geen enkele onvolmaaktheid toe van het gebruik van haar handen of haar houding, zelfs al zou je dat niet op het scherm zien. Zo is het personage helemaal in de actrice gaan wonen. Maar Emilie heeft ook invloed gehad op de film. De kracht van haar présence liet toe de dialogen nog in te korten, om het personage van de sociaal assistente weg te laten en de rol van de moeder te wijzigen. Dankzij de sterkte van Emilie moesten we niet telkens alles verklaren en gewoon plaats laten aan Rosetta. We moesten de camera de kans geven zoveel mogelijk de obsessie van Rosetta te volgen, en alleen met haar mee te bewegen, zodat we niet uit haar gezichtsveld konden komen.

    INTERVIEW MET EMILIE DEQUENNE

    Wat vind je zelf de mooiste scène?Het einde, maar ook het moment dat ze in het water valt en als een kind om haar moeder roept. Dan is ze ook even minder hard en beseft ze dat ze anderen nodig heeft. Rosetta laat zich nooit gaan hè. Ze houdt alles in de hand. Ze zorgt voor zichzelf, ze zorgt voor haar moeder, voor eten, gas, water... En als Riquet een beetje voor haar wil zorgen, duwt ze hem weg. Ze wil niet kwetsbaar zijn, maar als ze bijna verdrinkt, realiseert ze zich dat ze dat wel is.

    De broers Dardenne zeggen: Emilie moest Rosetta niet spelen, ze is Rosetta.Mja. En toch heb ik haar met opzet anders gemaakt, uit respect voor mezelf, want ik ben haar niet, ik ben mezelf. Ik wilde dat verschil ook tonen aan mensen, omdat ik denk dat ik ook wel andere rollen kan spelen. Maar haar energie en impulsiviteit zitten zeker ook in mij. Haar woede is niet mijn woede, maar áls ik woedend ben, ben ik het wel even hevig als zij. Als kind was ik dat al. Als ik mijn zin niet kreeg of de dingen mij niet snel genoeg gingen, sloeg ik erop. Ik heb zelfs een keer, toen mijn zusje mij gek maakte en ik niet op haar wilde slaan, dat grote raam daar ingeslagen. Die reacties heb ik mezelf ondertussen wel afgeleerd. Dat wilde ik, want als je zo opvliegt, ben je jezelf niet meester, en daar hou ik niet van. Ik wil nu alleen nog maar discussiëren als ik kalm ben.

    Tijdens je eerste auditie vroegen de broers Dardenne je de scène te spelen waarin Rosetta weigert ontslagen te worden. ‘Ze klampte zich aan al ons meubilair vast en vocht voor haar rol, precies zo verbeten als Rosetta dat voor haar job moest doen,’ vertelden ze.Ik heb toen wel alles gegeven, ja. Daar gaat Rosetta ook over, over hoe ver we gaan om ons doel te bereiken.

    En over de vraag: als het erop aankomt, als je moet kiezen hij of ik, wanneer gaan we dan zover de ander te doden? Rosetta’s behoefte aan een job is zo wezenlijk dat ze een soort moord overweegt.Ja, maar voor Rosetta betekent die job alles: een normaal leven, een echt huis, warmte, zekerheid, veiligheid en vooral waardigheid.

    Wanneer heb je meer waardigheid: als je werk hebt of als je je aan menselijke principes houdt?Maar Rosetta’s principe is haar werk! Dat is haar houvast, haar basis, haar leidraad. Voor haar betekent dat baantje als wafelbakster: uit die stinkende caravan raken, iets anders eten dan een

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    9

    hardgekookt ei, uit de marge kunnen kruipen, eindelijk een plaatsje hebben in de samenleving. En zolang ze haar principe – dat ze vecht voor werk – respecteert, is alles gepermitteerd.

    Wat is jouw belangrijkste principe?Dat ik niemand wil kwetsen. Ik probeer mensen altijd te begrijpen, dan kan ik me in hen verplaatsen en doe ik ze vanzelf geen pijn meer. Ik wil absoluut niet anderen iets aandoen waarvan ik weet dat ik het vreselijk zou vinden als iemand het bij mij zou doen. Dan zou ik mezelf verraden, mezelf beginnen te haten, en dan zou ik mijn waardigheid verliezen.

    Ook als je daarmee de filmrol van je leven kan krijgen?Ik vecht alleen tegen mezelf. Ik wil mijn concurrenten wel elimineren, maar niet door hen onderuit te halen. Ik wil dat doen door tot het uiterste te gaan in mezelf en beter te zijn. Ik zou niet blij kunnen zijn met een resultaat als ik weet dat ik daarvoor iemand opzettelijk een duw heb gegeven. Nee, echt, daar ben ik te aardig voor.

    Is Rosetta minder aardig?Het leven heeft haar minder aardig tegenover anderen gemaakt. Ik begrijp dat. Ze heeft niemand die haar school betaalt, niemand die van haar houdt, niemand die haar gevoel van eigenwaarde geeft. Ze wil weg uit dat stinkende gat, punt. Pas daarna kan ze misschien gaan denken aan praten en vrienden maken. Je kan ons niet vergelijken. Mijn situatie is zo anders dan de hare. Ik heb een plek. Als kind al zetten mijn ouders me op café op een tafel en dan moest ik zingen of een mop vertellen en kreeg ik van iedereen applaus. We zijn een heel hechte familie. Daarom staat die scène waarin Rosetta ‘Mama!’ roept zo dicht bij mij. Ik kan niet zonder anderen. Ik heb geleerd wat het is van iemand te houden en dat je voor liefde anderen nodig hebt. Dat begint Rosetta in die laatste seconden van de film te ontdekken. Dat zie je in haar blik. Zoals ze dan naar Riquet kijkt, dat beneemt je de adem, vind je niet? Dat vind ik zo mooi, dat het positief eindigt en dat je daarna kan beginnen te fantaseren over hoe haar leven verder zal gaan.

    Heb je dat gedaan?Ja. Fabrizio (Rongione, die Riquet speelt) en ik bedachten dat ze samen naar Amerika gaan, wafels beginnen te bakken en uiteindelijk samen een wafelmultinational opbouwen. Maar je kan ook realistischer zijn en zeggen: ze gaat nu eindelijk met Riquet praten, om zich heen kijken en langzaam beginnen te leven. Maar wat je ook bedenkt, alles zal beter zijn dan haar leven ervoor.

    DE CAMERATECHNIEK

    Jean-Pierre en Luc Dardenne stelden hun cameraplan als volgt op…

    “Voortdurend bij Rosetta blijven, haar in al haar bewegingen volgen, die dikwijls snel en brutaal zijn, haar op de huid kleven met een camera die nooit op statief staat, maar op de schouder, en die in contact moet blijven met het lichaam, die zijn schokken moet registreren en alleen die schokken… De camera op de schouder geeft een prikkel aan de actrice. Hoe meer je de aanwezigheid van de camera laat voelen, hoe meer hij interessante zaken uitlokt. De beweeglijke camera moest de ziel van de film weergeven: Rosetta is in oorlog. En toch is het camerawerk geen improvisatie. Alles werd grondig voorbereid. Zelfs sommige ogenschijnlijk spontane bewegingen van de camera die te laat komen zijn gepland. “Om de onophoudelijke strijd van Rosetta op de voet te volgen moet de camera de illusie creëren dat hij sommige bewegingen ontdekt. Alsof de camera zelf verrast is door wat er gebeurd. Die illusie van spontaniteit was gepland.”

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    0

    Het ritme en de constructie van de film In tegenstelling tot een eerste indruk die men bij het zien van de film kan hebben, is die zeker niet uniform opgebouwd en door dikwijls van ritme te veranderen, houdt hij steeds de aandacht van de kijker vast en verrast hem meerdere keren. Brutale, beweeglijke scènes wisselen af met schijnbaar rustige scènes die een bitter onbevredigd gevoel verbergen. Die veranderingen van ritme, atmosfeer en stemming willen een maximum aan effect teweegbrengen bij de kijkers: na lawaai volgt stilte, na een moment van poëtische vreugde volgt slecht nieuws, na de scène van vriendschap tussen Rosetta en Riquet volgt de scène van de breuk tussen Rosetta en haar baas. Het ritme verandert soms bruusk.De ononderbroken scèneopnames benadrukken hoe Rosetta zich vastbijt in het leven.

    TECHNISCHE FICHE

    Speelfilm, 95 min. Frans/Ned.België, 1999Regie & scenario: Luc en Jean-Pierre DardenneProductie: Les films du fleuve, RTBF, ARP SélectionCamera: Alain MarcoenMontage: Marie Hélène DozoActeurs: Emilie Dequenne (Rosetta) Fabrizio Rongione (Riquet) Anne Yernaux (moeder) Olivier Gourmet (baas)

    Video uitgebracht door A-video, Amsterdam, juli 2000Noot: het beeldformaat van de film is door de producent ‘beeldvullend’ gemaakt voor video omdat anders te grote zwarte stroken het scherm te klein maken. Het beeld is hierdoor een beetje uitgerokken. Er is niets mis met jouw toestel.

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    2. Werkvormen

    De film ‘Rosetta’ blijft op je maag liggen. Hij vraagt dan ook om een emotionele ontlading. Hieronder volgen drie suggesties om de film even te laten bezinken. Je kan er ééntje uitkiezen of een combinatie maken.

    STOOM AFLATEN

    Geef de leerlingen de kans om te vertellen welke gevoelens de film bij hen opriep. Geef elke leerling de kans om aan bod te komen en laat hen uitspreken.Gevoelens zijn niet juist of fout, ze zijn persoonlijk. Je mag dus niet toelaten dat leerlingen veroordeeld worden omwille van hun uitspraken.

    DIE SCÈNE WAS RAAK

    De leerlingen vertellen welk fragment hun het beste is bijgebleven. Je kan leerlingen die dezelfde scène kiezen best na elkaar aan bod laten komen, zodat alle meningen over een bepaald fragment gegroepeerd zijn. Zorg ervoor dat elke leerling aan bod kan komen.

    RECENSENT VOOR ÉÉN FILM

    De leerlingen zijn recensent van een tijdschrift of dagblad en de redacteur film en TV vraagt hen om in maximum vijftien lijnen een filmbespreking te schrijven over ‘Rosetta’. Geef hen de technische kenmerken uit het eerste deel (De film, de filmmakers en de hoofdrolspeelster), zodat ze eventueel namen kunnen vermelden. Een recensie is een subjectief verslag van een film. Bedoeling is dat de leerlingen hun ‘oordeel’ geven over de film en niet blijven steken in een objectieve beschrijving.

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    2

    3. Armoede uit de film gelicht

    GEVOELENS VAN EEN LEVEN IN ARMOEDE

    Doelstellingen: De leerlingen kennen een aantal kenmerken van een leven in armoede.De leerlingen kunnen verklaren waarom arme mensen op een bepaalde manier reageren.

    De leerlingen lossen de volgende vraag individueel op:Als je het gedrag van Rosetta doorheen de film bekijkt, kom je heel wat kenmerken en gevoelens van een leven in armoede tegen. Schrijf er minstens drie op.

    De leerkracht noteert de antwoorden op het bord. In een eerste stap wordt elke eigenschap opgeschreven zonder discussie. In een tweede stap wordt de kans gegeven tot discussie over de gegeven antwoorden.

    Hier volgen alvast een aantal kenmerken en gevoelens, met een woordje uitleg…

    - communicatie: verloopt vooral non-verbaal u Rosetta zegt niet veel als ze met haar vriend samen is- agressief gedrag: door een beperkte woordenschat en taal zien mensen vaak geen andere

    oplossing dan het gebruik van fysiek geweld u als Rosetta een probleem heeft op het werk, met haar moeder of vriend gaat ze op de

    vuist in plaats van te praten- gevoelens: worden vaak niet geuit, omdat mensen dat nooit geleerd hebben- tweederangsburgers: andere mensen krijgen voorrang bij bv. een job u de zoon van de wafelbakker krijgt de job van Rosetta- vechten of laten hangen: sommigen vechten zolang en zo fel ze kunnen, anderen laten de

    pootjes hangen, misschien wel na verschillende verwoede pogingen u even ziet Rosetta het niet meer zitten, geeft ze het vechten op en probeert zelfmoord te

    plegen- overlevingsdrang: mensen die dagelijks moeten zien te overleven, kunnen hiervoor zeer ver

    gaan u Rosetta gaat een vriend verklikken bij de baas om werk te krijgen- vaker ziek: door een slechte huisvesting, eetgewoonten, beperkt doktersbezoek zijn arme

    mensen vaker ziek en kunnen ze ook de kosten niet dragen voor o.a. medicijnen u Rosetta neemt aspirines tegen hevige buikpijn- schaamtegevoel: mensen die in armoede moeten leven, verbergen hun armoede zoveel ze

    kunnen u Rosetta gaat altijd via het bos naar de camping zodat niemand weet dat ze daar woont.

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    3

    VIER MANIEREN OM NAAR ARMOEDE TE KIJKEN

    Doelstellingen: De leerlingen kennen de vier manieren om naar armoede te kijken. De leerlingen kunnen bepaalde situaties in één van de vier armoedemodellen plaatsen. De leerlingen denken na over hun eigen manier van kijken naar armoede.

    De leerlingen krijgen deze tekst (zie werkblad achteraan en te kopiëren) met bijhorende oefeningen.

    1. Ze zijn te lui om te werken en ze verkwisten hun geld maar.2. Er worden te weinig wetten gemaakt die ten goede komen van de armen.3. Het zal je maar overkomen, nu ligt ze weer in het ziekenhuis.4. Als het met de economie beter gaat, komen er vanzelf nieuwe jobs.5. Mensen die bij ons arm zijn, zijn gehandicapt of ziek.6. Om de gezondheid van de meest kwetsbaren te verbeteren, moeten er maatregelen genomen

    worden.7. Er zijn te veel armen door de werkloosheid, er zijn te veel machines die het werk doen.8. De pech blijft sommige mensen maar achtervolgen: haar tweede baby was heel klein bij de

    geboorte en nogal ziekelijk.9. Het is voor iedereen een natte en koude herfst. In het voorjaar gaat het vanzelf weer beter.

    Je zal zien.

    Je hebt één of meerdere van deze uitspraken al wel eens gehoord of gelezen. Ze zeggen allemaal iets over de manier waarop de persoon, die de uitspraak deed, kijkt naar armen en armoede.

    OEFENING 1

    Welke stelling zou van jou kunnen komen en welke helemaal niet? Duid ze aan met een + en een –

    Iedereen kijkt op zijn manier naar de wereld en naar wat er rondom hem/haar gebeurt, dus ook naar armen en armoede. Hoe je naar iets kijkt, bepaalt ook hoe je ermee omgaat en welke reacties eruit volgen. De onderstaande tabel vertrekt vanuit twee vragen:

    - Bij wie moeten we de oorzaak van de armoede zoeken? Bij de persoon zelf of bij de maatschappij?

    - Hoe is de armoede veroorzaakt? Is het de schuld van wie het veroorzaakt of is het een ongeval?

    Als we dit in een tabel gieten, krijgen we volgend overzicht:

    SCHULD ONGEVAL

    PERSOON ZELF1. Individueelschuldmodel

    2. Individueel ongevalmodel

    MAATSCHAPPIJ4. Maatschappelijk

    schuldmodel3. Maatschappelijk

    ongevalmodel

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    4

    OEFENING 2

    Zet de negen uitspraken in één van de vier armoedemodellen.

    Hieronder vind je meer informatie bij de vier modellen om naar armoede te kijken en welke reacties eraan gekoppeld zijn.

    Model Uitleg Reactie

    1. Individueel schuldmodel

    De persoon is zelf de schuld van zijn/haar armoede. In de volksmond heet het dat de arme lui is, zijn geld verkwist of weigert om zich te gedragen ‘zoals het moet’.

    We laten de armen aan hun lot over, we trachten ze ‘op te voeden’, of verwijderen ze uit de maatschappij door hen op te sluiten in een gesloten instelling of gevangenis. De ‘hinder’, die armen veroorzaken, moet vermeden worden

    2. Individueel ongevalmodel

    De persoon is door een ongeval, ziekte, handicap, wegvallen van de kostwinner…, in de armoede terecht gekomen.

    De maatschappij en alle andere mensen moeten deze mensen helpen door hen ondersteuning, geld, voedselpakketten… te geven. De sociale zekerheid is een georganiseerde oplossing voor deze manier van kijken.

    3. Maatschappelijk ongevalmodel

    In dit model is armoede een gevolg van plotse veranderingen in de maatschappij, zoals een economische crisis, automatisering van de arbeid, oorlog…

    De armoede lost zichzelf op als het probleem weg is. Zolang de armoede er nog is, moet de maatschappij zorgen voor een (tijdelijke) oplossing, bv. sociale zekerheid.

    4. Maatschappelijk schuldmodel

    Armoede zit ingebakken in ons maatschappelijk systeem en het vervult zelfs ‘positieve functies’. Armen doen het vuile, onaantrekkelijke en laagbetaalde werk dat niemand nog wil doen, tweedehands goederen kunnen door hen gerecupereerd worden, ze dienen als voorbeeld om mensen op het rechte pad te houden en ‘rijke’ mensen kunnen hun liefdadigheid tonen door iets te geven.

    Armoede kan alleen opgelost worden als we onze maatschappij anders gaan inrichten. De zogezegd ‘positieve functies’ van armoede moeten ongedaan gemaakt worden. Dit vraagt dat iedereen zich bezint over zijn/haar eigen maatschappelijke positie en dat we moeten herverdelen.

    OEFENING 3

    Bekijk je antwoorden van oefening 1 opnieuw, nu je meer weet over de vier armoedemodellen en pas eventueel je antwoorden aan. Heb je veel moeten wijzigen?

    OEFENING 4

    Waar situeer je Rosetta en waarom?

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    5

    MEER ROND CAMPINGBEWONERS

    Doelstellingen: De leerlingen weten dat er mensen (illegaal) op campings wonen in België. De leerlingen kunnen een schets geven van de mensen die op campings

    permanent wonen. De leerlingen kunnen een aantal redenen opsommen waarom mensen

    verkiezen om op een camping te wonen.

    De leerlingen verzamelen krantenartikels of informatie van het internet rond campingbewoners.

    Mogelijke vragen voor de zoekopdracht:

    1. Hoeveel campings zijn er in Vlaanderen? 2. Op hoeveel procent wonen permanent mensen? 3. Hoeveel personen wonen in Vlaanderen op campings?4. Hoeveel procent van de campingbewoners is alleenstaand? 5. Wat is de gemiddelde leeftijd van de campingbewoners? 6. Hoeveel procent van de campingbewoners heeft een beroep? 7. Hoeveel procent kampt met financiële problemen? 8. Hoeveel procent wenst daar te blijven wonen? 9. Waarom wonen mensen op de camping? De reden van een permanent verblijf is meestal een samenvallen van verschillende factoren Dit is een opsomming van de belangrijkste:

    - financiële redenen- gezonde en natuurlijke omgeving- wijziging gezinssituatie- sociaal aspect- kwaliteit vorige woning te laag- domiciliëring was mogelijk.

    Aan de hand van al deze informatie moet duidelijk worden dat er ook momenteel nog heel wat mensen permanent op een camping in Vlaanderen verblijven.In een klasgesprek zoeken de leerlingen naar gelijkenissen en verschillen met het leven van Rosetta.

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    6

    Werkblad

    VIER MANIEREN OM NAAR ARMOEDE TE KIJKEN.

    1. Ze zijn te lui om te werken en ze verkwisten hun geld maar.2. Er worden te weinig wetten gemaakt die ten goede komen van de armen.3. Het zal je maar overkomen: nu ligt ze weer in het ziekenhuis.4. Als het met de economie beter gaat, komen er vanzelf nieuwe jobs.5. Mensen die bij ons arm zijn, zijn gehandicapt of ziek.6. Om de gezondheid van de meest kwetsbaren te verbeteren, moeten er maatregelen genomen

    worden.7. Er zijn te veel armen door de werkloosheid, er zijn te veel machines die het werk doen.8. De pech blijft sommige mensen maar achtervolgen: haar tweede baby was heel klein bij de

    geboorte en nogal ziekelijk.9. Het is voor iedereen een natte en koude herfst. In het voorjaar gaat het vanzelf weer beter.

    Je zal zien.

    Je hebt één of meerdere van deze uitspraken al wel eens gehoord of gelezen. Ze zeggen allemaal iets over de manier waarop de persoon, die de uitspraak deed, kijkt naar armen en armoede.

    OEFENING 1

    Welke stelling zou van jou kunnen komen en welke helemaal niet? Duid ze aan met een + en een –

    Iedereen kijkt op zijn manier naar de wereld en wat er rondom hem/haar gebeurt, dus ook naar armen en armoede. Hoe je naar iets kijkt, bepaalt ook hoe je ermee omgaat en welke reacties eruit volgen. De onderstaande tabel vertrekt vanuit twee vragen:

    - Bij wie moeten we de oorzaak van de armoede zoeken? Bij de persoon zelf of bij de maatschappij?

    - Hoe is de armoede veroorzaakt? Is het de schuld van wie het veroorzaakt of is het een ongeval?

    Als we dit in een tabel gieten, krijgen we volgend overzicht:

    SCHULD ONGEVAL

    PERSOON ZELF1. Individueel

    schuldmodel2. Individueel ongevalmodel

    MAATSCHAPPIJ4. Maatschappelijk

    schuldmodel

    3. Maatschappelijk

    ongevalmodel

  • © W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    VZW

    – H

    UID

    EVET

    TERS

    STRA

    AT 1

    65, 1

    000

    BRU

    SSEL

    – W

    WW

    .WEL

    ZIJN

    SZO

    RG.B

    E –

    INFO

    @W

    ELZI

    JNSZ

    ORG

    .BE

    – 02

    502

    55

    75

    7

    OEFENING 2

    Zet de negen uitspraken in één van de vier armoedemodellen.

    Hieronder vind je meer informatie bij de vier modellen om naar armoede te kijken en welke reacties eraan gekoppeld zijn.

    Model Uitleg Reactie

    1. Individueel

    schuldmodel

    De persoon is zelf de schuld van

    zijn/haar armoede. In de volksmond

    heet het dat de arme lui is, zijn

    geld verkwist of weigert om zich te

    gedragen ‘zoals het moet’.

    We laten de armen aan hun lot over,

    we trachten ze ‘op te voeden’, of

    verwijderen ze uit de maatschappij

    door hen op te sluiten in een

    gesloten instelling of gevangenis.

    De ‘hinder’, die armen veroorzaken,

    moet vermeden worden

    2. Individueel

    ongevalmodel

    De persoon is door een ongeval,

    ziekte, handicap, wegvallen van de

    kostwinner…, in armoede terecht

    gekomen.

    De maatschappij en alle andere

    mensen moeten deze mensen

    helpen door hen ondersteuning,

    geld, voedselpakketten… te

    geven. De sociale zekerheid is een

    georganiseerde oplossing voor deze

    manier van kijken.

    3. Maatschappelijk

    ongevalmodel

    In dit model is armoede een gevolg

    van plotse veranderingen in de

    maatschappij, zoals een economische

    crisis, automatisering van de arbeid,

    oorlogen, …

    De armoede lost zichzelf op als

    het probleem weg is. Zolang

    de armoede er nog is, moet de

    maatschappij zorgen voor een

    (tijdelijke) oplossing, bv. sociale

    zekerheid.

    4. Maatschappelijk

    schuldmodel

    Armoede zit ingebakken in

    ons maatschappelijk systeem

    en het vervult zelfs ‘positieve

    functies’. Armen doen het vuile,

    onaantrekkelijke en laagbetaalde

    werk dat niemand nog wil doen,

    tweedehands goederen kunnen

    door hen gerecupereerd worden, ze

    dienen als voorbeeld om mensen op

    het rechte pad te houden en ‘rijke’

    mensen kunnen hun liefdadigheid

    tonen door iets te geven.

    Armoede kan alleen opgelost

    worden als we onze maatschappij

    anders gaan inrichten. De zogezegd

    ‘positieve functies’ van armoede

    moeten ongedaan gemaakt

    worden. Dit vraagt dat iedereen

    zich bezint over zijn/haar eigen

    maatschappelijke positie en dat we

    moeten herverdelen.

    OEFENING 3

    Bekijk je antwoorden van oefening 1 opnieuw, nu je meer weet over de vier armoedemodellen en pas eventueel je antwoorden aan. Heb je veel moeten wijzigen?

    OEFENING 4 Waar situeer je Rosetta en waarom?