Dynamische Semantiek

48
Dynamische Semantiek Dynamische Semantiek Voor beginners Henriëtte de Swart

description

Dynamische Semantiek. Voor beginners. Henri ëtte de Swart. Dynamische Semantiek. Semantiek : studie van betekenis van natuurlijke taal. Statisch : waarheidscondities van zinnen. Dynamisch : ontwikkeling van semantische representaties over zinsgrenzen heen. Incrementele interpretatie. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Dynamische Semantiek

Page 1: Dynamische Semantiek

Dynamische SemantiekDynamische Semantiek

Voor beginners

Henriëtte de Swart

Page 2: Dynamische Semantiek

Dynamische SemantiekDynamische Semantiek

Semantiek: studie van betekenis van natuurlijke taal.

Statisch: waarheidscondities van zinnen.Dynamisch: ontwikkeling van semantische

representaties over zinsgrenzen heen.

Page 3: Dynamische Semantiek

Incrementele interpretatieIncrementele interpretatie

Incrementele interpretatie: toevoegen van nieuwe informatie aan oude.

Taal niet symmetrisch: links-rechts asymmetrie.

Zinnen later in discourse geïnterpreteerd in de contekst gecreëerd door eerdere zinnen.

Page 4: Dynamische Semantiek

Meer dan zinnen…Meer dan zinnen…

Betekenis van teksten. Is de semantiek van teksten ‘anders’ dan de

semantiek van zinnen?Discourse coherentie bepaalt

welgevormdheid van tekst.Wat is discourse coherentie? Hoe meet je

dat?

Page 5: Dynamische Semantiek

IntuIntuïtiesïties

Page 6: Dynamische Semantiek

Wie en watWie en wat

Over wie gaat het in de discourse?Discourse referenten.Wat zeggen we over die personen?Eigenschappen, relaties.Wat gebeurt er? Ontwikkeling van temporele structuur.Discourse Representatie theorie (DRT).

Page 7: Dynamische Semantiek

DRTDRT

Jan houdt van Petra.

Discourse representation structure (DRS)

u, v

Jan=uPetra=vu houdt-van v

discoursereferenten

discoursecondities

drs

Page 8: Dynamische Semantiek

DRSDRSDiscourse Representation structure (DRS):

representatie van informatie gegeven in de discourse.

Discourse referenten: discourse universum, entiteiten die als ‘anker’ fungeren voor predicatie.

Discourse condities: informatie die bekend is over discourse referenten.

Page 9: Dynamische Semantiek

Incrementele informatieIncrementele informatieUpdate van DRS: nieuwe zin breidt DRS

uit. Jan houdt van Petra. Zij is zijn baas.Jani houdt van Petraj. Zijj is zijni baas.Tweede zin wordt geïnterpreteerd in de

contekst van de eerste: update van DRS.

Page 10: Dynamische Semantiek

Update van DRSUpdate van DRSJani houdt van Petraj. Zijj is zijni baas.

u,v, w, xJan = uPetra = vu houdt van vzij = wzijn = van xw=vx = uv is baas van u

anaforaresolutie

Page 11: Dynamische Semantiek

Anafora resolutieAnafora resolutie

Zij, zijn: persoonlijke voornaamwoord (pronomen).

Anaforisch: voor hun interpretatie afhankelijk van andere referentiële uitdrukking.

Anafora resolutie: oplossing van referentiële afhankelijkheid.

Page 12: Dynamische Semantiek

Indefinieten in DRT (1)Indefinieten in DRT (1)

Indefiniet: een student, twee boeken.Rol: introductie nieuwe discourse referent.Een student kwam binnen. Hij had een

vraag over het tentamen.Gisteren gebeurde het. Een studenti kwam

binnen. Hiji had een vraag over het tentamen.

Page 13: Dynamische Semantiek

Indefinieten in DRT (2)Indefinieten in DRT (2)

Een student kwam binnen.uStudent(u)u kwam binnen

introductienieuwe dr

Page 14: Dynamische Semantiek

Anafora resolutieAnafora resolutie

Een studenti kwam binnen. Hiji had een vraag over het tentamen.

u, xStudent(u)u kwam binnenhij = xx = uu had een vraag

anaforaresolutie

Page 15: Dynamische Semantiek

IncoherentieIncoherentie#Gisteren gebeurde het. Hij had een vraag

over een tentamen. Een student kwam binnen.

Antecedent van anaforisch pronomen moet toegankelijk zijn (links, of ‘hoger’).

xhij = xx = ?

Page 16: Dynamische Semantiek

Statische semantiek.Statische semantiek.

Een student kwam binnen.Eerste orde predikaten logica.x Student(x) & Binnenkomen(x).Hij had een vraag over het tentamen.Had_een_vraag(y).Hoe verbinden we y aan x?y is niet in het bereik van kwantor

Page 17: Dynamische Semantiek

Een oplossing?Een oplossing?Probleem: bereik van kwantor houdt op bij

zinsgrens. Oplossing: verander definitie van bereik.

Stel: bereik van kwantor houdt niet op bij zinsgrens.

x Student(x) & Binnenkomen(x) & had_een_vraag(x).

Intuïtie: update.

Page 18: Dynamische Semantiek

ProbleemProbleem

Iedereen belde na het college. Hij had een vraag over het tentamen.

Iedereeni belde na het college. Hij ji had een vraag over het tentamen.

EOL met bereik uitbreiding: x Student(x) [Binnenkomen(x) & had_een_vraag(x)].

‘klassieke’ EOL OK voor , niet voor .

Page 19: Dynamische Semantiek

De puzzelDe puzzel

Waarom kan een indefiniet wel het antecedent zijn van een discourse pronomen, maar een universele kwantor niet?

Page 20: Dynamische Semantiek

Drie oplossingenDrie oplossingen

(i) Omdat indefinieten een andere semantiek hebben dan kwantoren (DRT).

(ii) Omdat existentiële kwantoren een andere definitie van bereik hebben dan universele kwantoren (dynamische predikaatlogica).

(iii) Omdat discourse pronomina zich anders gedragen dan gebonden pronomina (e-type analyse).

Page 21: Dynamische Semantiek

Dynamische predikaatlogicaDynamische predikaatlogicaIn dynamische predikaatlogica geldt de

volgende equivalentie:d ; d [; ], waar ; is dynamische conjunctie.

Intuïtie: bij een dynamische conjunctie speelt update van informatie een rol.

Discourse referenten d geïntroduceerd door existentiële kwantoren blijven toegankelijk in latere discourse.

Page 22: Dynamische Semantiek

E-type analyseE-type analyse

Discourse pronomina functioneren niet als gebonden variabelen, maar als verborgen definiete descripties.

hij = de student die binnenkwam.Descriptieve content van e-type pronomen

wordt gereconstrueerd op basis van contekstuele informatie.

Page 23: Dynamische Semantiek

‘‘Ezelzinnen’Ezelzinnen’

Speciale betekeniseffecten van indefinieten zijn niet beperkt tot discourse anafora.

Onder kwantificatie en in conditionele zinnen vinden we dezelfde contrasten.

Iedere boer die een ezeli heeft slaat hemi.Als een boeri een ezelj heeft slaat hiji hemj.#Iedere boer die iedere ezeli heeft slaat hemi.

Page 24: Dynamische Semantiek

Keuze van uitdrukkingKeuze van uitdrukking

Referentiële hiërarchie: pronomen < definiet < indefiniet.

Al er meerdere discourse referenten zijn is keuze van uitdrukking afhankelijk van ‘salience’ in discourse: wie staat er in de aandacht?

Page 25: Dynamische Semantiek

Salience in contextSalience in contextEr was eens een prinses. Zij zag een kikker.

Zij kuste hem. De kikker veranderde in een prins. De prins en de prinses trouwden. En zij leefden nog lang en gelukkig..

Introductie nieuwe dr: indefiniet.Continuing topic: pronomen (su-su).Shifting topic: definiet (do-su).Centering theory.

Page 26: Dynamische Semantiek

Anafora resolutie met definieten Anafora resolutie met definieten

Descriptieve content N meenemen: altijd ‘omhoog’ in de lexicale hiërarchie, soms ook ‘omlaag’, vgl:

Elly liet haar hond uit in het plantsoen. Het dier/de teckel dartelde in het rond.

Elly liet haar hondi uit in het plantsoen. Het dieri/?de teckeli dartelde in het rond.

Page 27: Dynamische Semantiek

Computationele toepassingComputationele toepassing

Anafora resolutie door automatische systemen: inbouwen van entailment relaties volgend uit syntactische structuur (Adj+N) en lexicon (ISA hiërarchie).

Nuttig voor natuurlijke taal verwerkende systemen (zinnen/teksten).

Page 28: Dynamische Semantiek

Informatie structuurInformatie structuur

topic-comment (ook: theme-rheme).Focus-background.Distincties lopen door elkaar: wat topic is is

(vaak) deel van background, wat focus is is (vaak) deel van comment.

Page 29: Dynamische Semantiek

Topic-commentTopic-commentTopic: waar gaat het over? Comment: wat zeg

je er over. Categoriale zinnen: topic + comment.

Contekst: er is een gier ontsnapt uit een dierenpark. Op het nieuws wordt gezegd:

De ontsnapte gier is gevaarlijk voor kinderen.[De ontsnapte gier]topic [is gevaarlijk voor

kinderen]comment

Page 30: Dynamische Semantiek

Focus-backgroundFocus-backgroundFocus: nieuwe informatie.Background: oude informatie.Wat heb je gekocht? Ik heb een t-shirt

gekocht.Ik heb [een t-shirt]focus gekocht.Ik heb een T-SHIRT gekocht.Fonologische realisatie van focus: stress op

diepst ingebedde constituent.

Page 31: Dynamische Semantiek

Contrastieve focus.Contrastieve focus.

Heb je een groen t-shirt of een blauw t-shirt gekocht?

Ik heb een BLAUW t-shirt gekocht. (contrastieve focus)

#Ik heb een blauw T-SHIRT gekocht. (informatie focus)

Page 32: Dynamische Semantiek

All-focus vs. topic-commentAll-focus vs. topic-comment

Hoe gaat het met de katholieke kerk?DE PAUS is dood (all focus)Hoe gaat het met de paus?De paus is DOOD. (topic-comment).(Reconstructie van) de vraag waar de zin

een antwoord op geeft is goede manier om focus-achtergrond relatie te bepalen.

Page 33: Dynamische Semantiek

Focus en syntaxis (1)Focus en syntaxis (1)

Truman is DOOD.JOHNSON is dood.Italiaans: preverbale/postverbale

subjectpositie.Truman è MORTO.È morto JOHNSON.#JOHNSON è morte.

Page 34: Dynamische Semantiek

Focus en syntaxis (2)Focus en syntaxis (2)

Tjechisch: tamelijk vrije woordvolgorde. In contekst: links-rechts oud-nieuw.

Jeden voják poslal jednomu děvčeti DOPIS.A soldier sent a girl a lettterPoslal jeden voják jednomu děvčeti DOPIS.Jeden voják jednomu děvčeti poslal DOPIS.

Page 35: Dynamische Semantiek

Focus en syntaxis (3)Focus en syntaxis (3)

Hongaars: focus bepaalt syntactische structuur.

Ném PÉTER sétál MáriávalNiet Peter loopt Maria-met*Ném Péter MÁRIÁVAL sétál.Máriával SÉTÁL nem Péter.Syntactische focus: direct preverbaal.

Page 36: Dynamische Semantiek

Focus en syntaxis (4)Focus en syntaxis (4)

Catalaans (Vallduví 1994): link-focus-tail. Link ~ topic. Focus: nieuwe informatie Tail: deel van oude informatie dat geen topic is. Hi fiquem el GANIVET, al calaix. Ik legde het MES, in de la. El ganiveti, eli vaig ficar al calaix de DALT.

Page 37: Dynamische Semantiek

Wat gebeurt er?Wat gebeurt er?

Verhaal heeft narratieve structuur: en toen en toen en toen..

Narratieve structuur ~ ontwikkeling verteltijd (vertel gebeurtenissen in hun natuurlijke volgorde).

Rhetorische structuur bepaalt coherentie tekst.

Page 38: Dynamische Semantiek

‘‘Natuurlijke’ volgordeNatuurlijke’ volgorde Hanna werd wakker, rekte zich nog eens uit, en sprong

kwiek uit bed. Zij nam een douche, ontbeet met een crackertje, en stapte om 8 uur op de fiets om naar het werk te gaan.

???Zij nam een douche, rekte zich nog eens uit, ontbeet met een crackertje, en sprong kwiek uit bed. Hanna werd wakker, stapte om 8 uur op de fiets om naar haar werk te gaan en nam een douche.

Zinnen in tekst: S1, S2, … Sn betekent temporele structuur zodanig dat e1 < e2 < e3, … en.

Page 39: Dynamische Semantiek

ElaboratieElaboratieElaboratie (substructuur van een

gebeurtenis)We hadden een heerlijke maaltijd in het

restaurant. We namen een salade, asperges met ham, en rabarbertaart toe. Het was niet eens erg duur.

Meer rhetorische relaties: background, explanation, result, …

Page 40: Dynamische Semantiek

Redeneren met taalRedeneren met taal

Inferentie relaties: Entailment (logische inferentie);Presuppositie (vooronderstelling);Implicatuur (voor de hand liggende

inferentie).

Page 41: Dynamische Semantiek

EntailmentEntailment

Elly heeft een langharige teckel Elly heeft een teckel Elly heeft een huisdier Elly heeft iets.Want: deelverzamelingsrelatieNuttige toepassing: anafora resolutie

Page 42: Dynamische Semantiek

PresuppositiePresuppositie

Presuppositie triggers: talige uitdrukkingen die een presuppositie introduceren

Eva is ook naar Parijs geweest.Elly betreurt het dat Piet niet meegaat.Mijn fiets is gestolen!Petra is nog ziek.

Page 43: Dynamische Semantiek

PresuppositiePresuppositie

Zonder waarheid van de vooronderstelling geen zinnige uitspraak (i). I.t.t. entailment geldt: presuppositie blijft behouden onder negatie (ii), of in een vraag (iii):

(i) De koning van Frankrijk is kaal. (ii) De koning van Frankrijk is niet kaal. (iii) Is de koning van Frankrijk kaal?

Page 44: Dynamische Semantiek

AccomodatieAccomodatie

Accomodatie: zonder tegenspraak vul je de waarheid van de presuppositie in als aanvullende kennis als je die nog niet had.

Mijn fiets is gestolen (kennelijk heb ik een fiets).

Petra is nog ziek (kennelijk was ze al ziek).

Page 45: Dynamische Semantiek

Bereik en presuppositieBereik en presuppositie “Onlangs gaf Condoleezza Rice een verklaring uit waarin

stond dat een inval in Iran nu niet op de agenda stond van het Witte Huis. Ik keek naar het bericht op teletekst met de historicus XX. Hij zei: ‘Als het Witte Huis gaat ontkennen dat het nu op de agenda staat ga ik me pas echt zorgen maken.’ Pas door de ontkenning wordt de invasie een reële optie.” Volkskrant 19-2-’05.

Bereik van niet is nu. Rest van de zin: voorondersteld als waar. Dus: invasie staat wel ‘ooit’ op de agenda.

Page 46: Dynamische Semantiek

ImplicatuurImplicatuur

Grice: implicatuur als ‘invited inference’Zwakste vorm van inferentie: je neemt de

inferentie aan, tenzij die een tegenspraak of anderszins ongewenst resultaat zou opleveren, dan verwerp je ‘m gewoon.

Jullie mogen hoofdstuk 1 lezen. (oh, dus het hoeft niet?!)

Page 47: Dynamische Semantiek

Scalaire implicaturenScalaire implicaturenAssertie van ‘zwakkere’ uitspraak betekent

dat spreker ‘sterkere’ betekenis niet voor zijn rekening neemt.

Jullie mogen hoofdstuk 1 lezen. (oh, dus het hoeft niet?!) <mogen, moeten>

Een aantal mensen hebben het tentamen gehaald (oh, dus niet iedereen?!) <,>

Wilt u soep of salade (exclusief) <, >

Page 48: Dynamische Semantiek

Cancel implicatuurCancel implicatuurJullie mogen hoofdstuk 1 lezen (of liever

gezegd, het moet!).Een aantal mensen hebben een voldoende

(dat aantal is iedereen op mijn lijst!).Wilt u soep of salade vooraf? (Allebei

graag!).Een invasie staat nu niet op de agenda (ik

heb toch niks gezegd over later?!).