Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte...

48
Door de bomen het bos zien INSPRINGEN OP VERANDERINGEN EN MOGELIJKHEDEN IN DE PENSIOENSECTOR DOOR DE BOMEN HET BOS ZIEN

Transcript of Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte...

Page 1: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Door de bomenhet bos zienINSPRINGEN OP VERANDERINGEN EN MOGELIJKHEDEN IN DE PENSIOENSECTOR

DO

OR

DE B

OM

EN H

ET BO

S ZIEN

Belangrijke informatie Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.

Met een frisse helikopterblik schrijft

pensioenexpert Jacqueline Lommen

over actuele thema’s die spelen in de

Nederlandse pensioensector. In tien

columns helpt zij ons om een stip op de

horizon te zetten. Een stip waarop we

ons kunnen richten bij het toekomst­

bestendig maken van het pensioenhuis.

Page 2: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

‘It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent. It is the one that is the most adaptable to change’ | Charles R. Darwin

Page 3: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

VOORWOORD | 3

Te midden van de veelheid aan nieuwe ontwikkelingen in het Nederlandse pensioenveld,

dagelijkse drukte en urgentie is het een uitdaging om door de bomen het bos te zien.

Dit boekje bevat een tiental columns. Ze schetsen de contouren van het bos. Deze korte

bijdragen gaan over de fundamentele veranderingen in de Nederlandse pensioensector,

ze signaleren trends en schetsen een concreet toekomstbeeld.

Het zijn niet de geijkte pensioenonderwerpen die aan bod komen, maar vernieuwende

thema’s. Bijvoorbeeld de mogelijkheden van nieuwe uitvoeringsmodellen zoals het

Algemeen PensioenFonds, de PPI en grensoverschrijdende Europese pensioenfondsen.

De extra flexibiliteit van de collectieve premieovereenkomst, die een brug slaat tussen

DB- en DC-regelingen. De veranderende rol van sociale partners en de soms Babylonische

spraakverwarringen over verplichtstelling en collectiviteit passeren hier ook de revue.

Maar ook ‘ver van het bed’-onderwerpen als EIOPA en het Europese FTK.

Collega Jacqueline Lommen beziet de Nederlandse pensioensector met een frisse

helikopterblik. Ze put daarbij uit haar ruime praktijkervaring in het realiseren van concrete

pensioenoplossingen voor grote ondernemingen. Haar praktijkinzichten opgedaan in

zowel de private als publieke sector en in het internationaal veld staan hierbij centraal.

Een deel van de artikelen is in 2014 in verkorte vorm als maandelijkse column

gepubliceerd in Pensioen Pro. Wij zijn Pensioen Pro dan ook erkentelijk dat we deze

columns mogen hergebruiken.

Ik hoop dat deze korte bijdragen vanuit onze Robeco Research-afdeling voor u van nut

zijn als inspiratie bij het zetten van een stip op de horizon, bij het nemen van moeilijke

besluiten en het bijeenhouden en -brengen van alle belanghebbenden.

Roderick Munsters

CEO Robeco

Page 4: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

4 | AUTEUR

Page 5: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

INHOUD | 5

Voorwoord

Vier fundamentele veranderingen om op in te springen

Collectieve premieovereenkomst: voordelen DB en DC combineren

Het Algemeen Pensioenfonds (APF) wordt een succes

PPI’s kunnen ook worden opgericht door sociale partners

Wat bedoelen we met collectiviteit en solidariteit?

Multinationals kiezen voor Europees pensioenfonds

Sociale partners zetten deel van hun petten af

Babylonische spraakverwarring over ‘verplichtstelling’

De Europese pensioentoezichthouder krijgt tanden

Wellicht biedt het Europese FTK soelaas

3

7

11

15

19

23

27

31

35

39

43

JACQUELINE LOMMEN,

directeur Europese Pensioenen en

bestuurslid Stichting PPI bij Robeco

Page 6: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

6

Page 7: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Door de bomen het bos blijven zien. Dat is de grote uitdaging in de Nederlandse pensioensector.

Er komt zoveel op ons af. Wellicht helpen deze columns om een stip op de horizon te zetten.

Een stip waarop we ons kunnen richten indien we besluiten moeten nemen. Of als we moeilijke

gesprekken aangaan met direct belanghebbenden om het pensioenhuis weer toekomstbestendig

te maken. Waar gaan we naar toe?

Frisse blik van buiten naar binnenIn de 25 jaar dat ik werkzaam ben in de institutionele pensioensector,

heb ik steeds met één been in Nederland gestaan en met het andere

in het buitenland. Dat helpt om van buiten naar binnen naar het

Nederlandse stelsel te kijken. In de jaren negentig was ik als pensioen-

verzekeraar en lobbyist namens de Nederlandse pensioensector actief

in Brussel. Daarna als DNB-toezichthouder bij de nieuwe Europese

pensioenautoriteit EIOPA in Frankfurt. Sinds 2006 ben ik als consultant

en als bestuurder van een pensioeninstelling weer actief in het ontwik-

kelen én realiseren van toekomstbestendige pensioenoplossingen voor

grote, veelal internationale ondernemingen.

Ons pensioenstelsel heeft een grote toegevoegde waarde, bestaat al vele

jaren, is omvangrijk en intelligent. Maar ons stelsel heeft ook last van de

wet van de remmende voorsprong en heeft moeite met veranderingen.

Geleidelijk krijgen echter innovaties, buitenlandse marktinvloeden en de

EU-initiatieven die ik de afgelopen decennia heb zien langskomen ook

vat op de Nederlandse pensioensector. Fundamentele veranderingen en

nieuwe trends zijn zichtbaar, waar we op in kunnen springen. Het zijn alle

onomkeerbare ontwikkelingen. Het is een tanker die vaart.

Vier fundamentele veranderingen om op inte springen

7

Page 8: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

8 OUTLOOK 2015

Door de bomen het bos blijven zien Om door de bomen het bos te blijven zien onderscheid ik voor mijzelf altijd

vier gebieden waarop veranderingen plaatsvinden. Dat maakt een betere

analyse en effectievere dialoog mogelijk en maakt ook duidelijk wie op

welk gebied het mandaat heeft. In plaats van elke verandering als een

‘stelselwijziging’ te benoemen pel ik ze af: veranderingen in het stelsel, in

de pensioeninstellingen, in de regeling en in de operationele uitvoering.

Pensioenstelsel en financiële stabiliteit Op het macro niveau van het stelsel kunnen we de veranderingen

plaatsen zoals de verlaging van de belastingfacilitering, versobering

van de eerste pijler AOW-uitkering en het naar elkaar toegroeien van de

collectieve, veelal op verplichtstellingen gebaseerde tweede en meer

individuele en flexibele derde pensioenpijler. Ons pensioenstelsel – en

hypothekenmarkt - is tot zulke grote omvang doorgegroeid in verhouding

tot onze economie dat het vanuit het perspectief van financiële stabiliteit

onvermijdelijk aanpassing behoeft. Daarnaast is in internationaal

perspectief het Nederlandse stelsel – tezamen met die in het VK en

Ierland – een dusdanig buitenbeentje dat in het proces van geleidelijke

convergentie ongetwijfeld de buitenlandse invloed toeneemt.

Meer keuzemogelijkheden in pensioeninstellingenOp het tweede gebied, van de pensioeninstellingen, ontrolt zich de

toenemende marktwerking in de collectieve pensioenmarkt. Er komt

meer keuze voor de sociale partners bij welke pensioenuitvoerder zij

hun regeling onder kunnen brengen. Deze trend is ingezet met de komst

van de PPI, de premiepensioeninstelling. Het voor 2016 aangekondigde

APF (Algemeen Pensioenfonds) borduurt hierop voort. Dit meer

flexibele pensioenfonds mag door sociale partners maar ook door

andere partijen worden opgericht. De mogelijke verlegging van de grote

verplichtstelling, van een verplichtstelling aan het pensioenfonds naar

een verplichtstelling aan de pensioenregeling, zal de marktwerking

complementeren. Daarmee sluiten we geleidelijk meer aan op het

buitenland waar al langer meerdere uitvoeringsmodellen naast elkaar

en in een vrije marktwerking functioneren: pensioenfondsen in handen

van sociale partners, pensioeninstellingen in handen van financiële

dienstverleners (IORP’s) en pensioenverzekeraars.

En op hetzelfde tweede gebied gaan ook de veranderingen nu snel

voor wat betreft de financiering van pensioenfondsen. Dat wordt

aangezwengeld door de veranderende internationale accounting-

Beleggen

Financiering (FTK)

Administratie

Verzekeren

1.PensioenStelsel

2.PensioenInstelling

3.PensioenRegeling

4.PensioenUitvoering

Fundamentele veranderingen in de pensioensector – vier gebieden onderscheiden

Page 9: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

9

en solvabiliteitswetgeving. Wie aan werknemers iets toezegt over

pensioenuitkeringen, moet voldoende middelen opzij zetten.

Internationale wetgeving maakt dit transparant en dwingt dit voortaan

sterker af. Pensioenfondsen en verzekeraars ondervinden via de

aanscherping van het FTK en Solvency2 het directe gevolg in hun hogere

solvabiliteitsbuffers. Werkgevers ervaren de veranderingen via stijgende

premielasten en IFRS balansverplichtingen. Pensioen valt hierdoor niet

langer primair binnen het domein van HR. Het is ook een financieel

onderwerp geworden. In andere woorden: Pensions has become a

boardroom issue.

Nieuwe, toekomstbestendige pensioenregelingen Hiermee komen we bij het derde gebied, de pensioenregeling. Het

is onvermijdelijk dat door het bovenstaande de risico’s geleidelijk

verschuiven van de werkgever en de financiële instelling naar de

deelnemers. Eindloon wordt middelloon, indexatie is geen automatisme

meer en afstempelen wordt als ultieme remedie steeds vaker toegepast.

Steeds meer sociale partners hakken de knoop door en vormen de

traditionele DB-pensioenovereenkomst om naar een CDC-contract.

Weliswaar nog altijd een uitkeringsovereenkomst, die moet voldoen aan

het FTK, maar met een ‘IFRS-proof’ premieplafond.

Andere sociale partners zijn op zoek naar een nog meer structurele,

toekomstbestendige oplossing. De voor 2016 voorziene extra

mogelijkheden via de collectieve premieovereenkomst kunnen de goede

elementen van DB en DC combineren en inspelen op deze behoefte.

Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde

niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van

de pensioendienstverleners. Administreren, beleggen en

risico’s verzekeren zijn hier aan de orde. Minder complexe

pensioenregelingen zullen de uitvoeringskosten verder drukken. En

de grote risicomanagementervaring van de Nederlanders op ALM-

beleggingsterrein wordt meer en meer gebruikt om goede lifecycle

DC-strategieën te verzorgen. Op verzekeringsterrein is de trend gezet

in het zoeken naar alternatieve risicodragers nu de Nederlandse

verzekeraars de grens van hun hun risicoabsorptievermogen bereiken.

Een veelheid aan fundamentele veranderingen in onze sector aldus.

Hopelijk komt deze vogelvlucht analyse en vierdeling van pas om de weg

door het bos uit te stippelen.

‘Ons pensioenstelsel heeft een grote toegevoegde waarde, maar heeft ook last van de wet van de remmende voorsprong’

Page 10: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

10

Page 11: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Het debat over de keuze tussen DB- en DC-pensioenregelingen is vaak schel.

Maar dat hoeft niet zo te zijn: wie wil kan de voordelen van DB combineren met

die van DC. En dat zonder dat de deelnemer wordt belast met onnodige risico’s.

Misschien een reden om toch samen de sprong te wagen?

De geleidelijke transitie van een DB- naar een DC-pensioenregeling Het gaat me aan het hart. Als ik zie hoe zwart-wit de discussie

over toekomstbestendige pensioenregelingen wordt gevoerd. Hoe

schel de toon van het debat soms is. Hoe veel mispercepties over

premieovereenkomsten leven. Ook zie ik creatieve tussenoplossingen

zoals CDC-regelingen. Vanuit accounting perspectief zijn deze regelingen

de facto DC, maar voor de Nederlandse pensioenwet blijven het de jure

uitkeringsovereenkomsten met een ‘vastgestelde’ uitkering en met alle

(buffer)vereisten die daarmee samenhangen. Richting de deelnemers

luistert communicatie dan ook nauw en ontstaan al gauw misvattingen

over de daadwerkelijke pensioentoezegging.

Ik merk in de dagelijkse praktijk dat steeds meer sociale partners

deze situatie als kwetsbaar ervaren en op zoek zijn naar een meer

toekomstbestendige contract. Een overstap naar een traditionele

individuele premieregeling blijkt voor vele sociale partners echter

een te grote sprong. Maar de voor 2016 beoogde collectieve

premieovereenkomst kan een concreet alternatief bieden. De

noodzakelijke wetswijzingen worden thans door de overheid

voorbereid in nauwe samenspraak met de sector. De collectieve

premieovereenkomst is een logische volgende stap in het evolutionaire

proces van de vormgeving van Nederlandse pensioenregelingen. Hoe

ziet dit contract er uit?

Collectievepremieovereenkomst:voordelen DB en DCcombineren

11

Page 12: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

12 OUTLOOK 2015

Collectieve premieovereenkomst: de gulden middenwegDe goede elementen van DB en DC worden gecombineerd. Het gaat hier

niet om vermenging van zwart en wit tot een grijze tussenoplossing.

Deze gulden middenweg komt voort uit de wijsheden van Aristoteles.

De deugd combineert het beste van beide werelden. Het past zwarte en

witte elementen in elkaar, als puzzelstukjes.

De beoogde nieuwe regeling is als vanouds gebaseerd op solidariteit

en collectiviteit. Dit zijn kernelementen uit de DB-wereld. Solidariteit is

essentieel om risico’s te delen. Collectiviteit leidt tot schaalvoordelen,

kostenefficiency, professionaliteit, een centrale rol van de sociale

partners en een onmisbaar stukje paternalisme. Allemaal kenmerken

die, anders dan vaak wordt gesuggereerd, ook onderdeel zijn van een

premieovereenkomst.

Maar in tegenstelling tot de uitkeringsovereenkomsten zijn premie over-

eenkomsten gebaseerd op individual accounts, oftewel persoonlijke

pensioenrekeningen. Persoonlijke eigendomsrechten staan centraal.

Dat komt tegemoet aan de steeds meer onderkende roep om in een

veranderende wereld een einde te maken aan subjectieve waardering,

intransparante ex-post herverdeling en discretionaire besluitvorming,

die een onlosmakelijk onderdeel vormen van de traditionele

Traditioneel DB

Middelloon

Conditionele indexatie

Afstempelen

Nominaal contract

CDC

Reële contract

Smart DC

Individueel DC

Uitkerings-overeenkomst

Premie-overeenkomst

Collectieve premieovereenkomst

Collectieve premieovereenkomst – een evolutionair proces

Page 13: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

13

uitkeringsovereenkomsten. En ook aan de behoefte van sociale partners

om pensioen weer begrijpelijk te maken en gewaardeerd te laten

worden door de werknemers.

Voor de werkgever is de premieovereenkomst zowel IFRS-proof als FTK-

proof. De solvabiliteitseisen voor de pensioeninstelling zijn beperkt,

wat de toekomstige positie van het pensioenfonds versterkt. Smart

DC-regelingen combineren beheersbare pensioenlasten met behoud van

een aantrekkelijke en integere pensioenvoorziening.

Bescherming van deelnemers tegen onnodige risico’s Maar deze voordelen van premieovereenkomsten komen ook met

nadelen, die we aan onze stand verplicht zijn om goed aan de

deelnemers te vertellen: het financiële risico van pensioen verschuift

naar de deelnemer. Veelal ongewild. De werkgever en het pensioenfonds

staan niet langer garant voor de hoogte van de pensioenuitkering.

Het belangrijkste slimme element van de nieuwe DC-regelingen is dan

ook de bescherming van deelnemers tegen onnodige beleggingsrisico’s

en het collectief blijven delen van risico daar waar mogelijk. Hier ligt de

crux. We willen immers geen Amerikaanse toestanden.

De bescherming tegen onnodige beleggingsrisico’s gebeurt via default

keuzeopties. Deelnemers hebben in premieregelingen meestal alle

vrijheid om zelf hun beleggingsbeleid te kiezen. De praktijk leert echter

dat gemiddeld 95% kiest voor de default-optie die de pensioeninstelling

heeft ontwikkeld. In deze default-opties wordt de beleggingsportefeuille

precies geijkt op de leeftijd en de risicotolerantie van de deelnemer. Het

aanpassen in de loop van de tijd gebeurt automatisch. Vele Nederlandse

brains die ALM-risicobeheer in DB-regelingen hebben ontwikkeld, doen

dit nu voor optimale default lifecycle-strategieën in DC-regelingen. Als

iemand internationaal leidend is op dit terrein, zijn het tegenwoordig de

Hollanders.

Het collectief blijven delen van risico’s in een premieovereenkomst

wordt thans uitgewerkt als onderdeel van de kabinetsvoorstellen. Het

idee is om voortaan variabele in plaats van vastgestelde uitkeringen

mogelijk te maken, zodat risicovoller kan worden ‘doorbelegd’.

Hierdoor stijgt het verwachte beleggingsrendement en daarmee de

toekomstige pensioenuitkering aanzienlijk. Ook is het streven om via

zogenaamde geleidelijke ‘inkoop’ in een collectieve pot vanaf tien jaar

voor pensioendatum te regelen dat pensioenfondsen de uitkeringsfase

van DC-regelingen kunnen verzorgen en tevens de pensioenknip nog

beter wordt voorkomen. Naar keuze van de sociale partners kunnen ook

nog elementen van ‘herverdelen’ en ‘uitsmeren van schokken in de tijd’

onderdeel worden van de collectieve risicodeling.

De sprong wagen De gulden middenweg van Aristoteles verwijst naar het combineren van

het beste van twee werelden. Maar Aristoteles’ inspanningen waren

ook gericht op het doorbreken van vruchteloze polariteit en langjarige

inertie. Moderne, Smart DC-regelingen worden al veel toegepast en zijn

kant-en-klaar beschikbaar. De voor januari 2016 voorziene collectieve

premieovereenkomst biedt een nog volwaardiger DC-alternatief. Er wordt

als het ware een aanlegsteiger gebouwd, zodat de sprong vanuit de

DB-walkant leidt tot een solide landing aan de DC-zijde, voor die sociale

partners die de sprong willen wagen.

‘Er wordt een aanlegsteiger gebouwd, zodat de sprong vanaf de DB-walkant leidt tot eensolide landing aan de DC-zijde’

Page 14: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

14

Page 15: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

De API, de Algemene Pensioeninstelling. Wellicht ver van het bed. Het onderwerp

sneeuwt onder in de berichtgeving over het pensioencontract en de nieuwe

FTK-wetgeving. En nu is daar opeens het APF, het Algemeen Pensioenfonds. Een

volgende stap in het API-dossier. Wellicht een idee om er toch eens in te duiken

met het oog op het kiezen van een efficiënt uitvoeringsmodel?

Nationale pensioendialoog van staatssecretaris KlijnsmaStaatssecretaris Jetta Klijnsma zet op dit moment grote stappen. Terwijl

de sector verwikkeld is in een zoektocht naar een verbetering van het

bestaande FTK en pensioencontract, gaat op de achtergrond het werk

aan het toekomstbestendig maken van ons stelsel in hoog tempo verder.

Naast het noodzakelijk onderhoud neemt de overheid het voortouw in

het proactief op de agenda zetten van fundamentele veranderingen. Zo

zijn er initiatieven voor de optimalisering van premieovereenkomsten, de

mogelijke afschaffing van de doorsneesystematiek, fiscale versobering

van het Witteveenkader, verbetering van de positie van ZZP’ers en de

introductie van de PPI en het APF. Op dit laatste initiatief aangrijpend:

waarom geloof ik in het succes van het APF?

Het APF: marktwerking in de Nederlandse pensioensectorWe lezen in de vak- en nieuwsbladen tegenwoordig veel over het streven

naar versnelde consolidatie, lagere nalevingslasten, professionalisering

van het bestuur, meer keuzemogelijkheden voor sociale partners en

lagere uitvoeringskosten. Een belangrijk deel van het antwoord op deze

uitdagingen is volgens mij meer marktwerking in de collectieve pensioen -

sector. Niet omdat Europa meer marktwerking afdwingt, zoals vaak wordt

gesuggereerd, maar omdat dit in Nederland in een behoefte voorziet.

In onze pensioensector hebben we lange tijd geen vrije markt voor

pensioeninstellingen gekend. De meeste pensioenregelingen zijn

verplicht ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds. Andere

Het Algemeen Pensioenfonds (APF)wordt een succes

15

Page 16: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

16 OUTLOOK 2015

pensioenuitvoerders, zoals ondernemingspensioenfondsen,

verzekeraars, PPI’s of buitenlandse pensioeninstellingen mogen deze

bedrijfstakregelingen niet uitvoeren of alleen onder strikte of minder

aantrekkelijke voorwaarden. In de circa tien procent van de markt die

door verzekeraars wordt bediend, is strikte taakafbakening wetgeving

noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het ongelijke speelveld met de

bevoordeelde (bedrijfstak)pensioenfondsen in goede banen wordt

geleid. Een ander voorbeeld van ontbreken van goede marktwerking is

dat de belangrijkste Nederlandse pensioenuitvoerder, het pensioen-

f onds, alleen mag worden opgericht door sociale partners en niet door

andere belanghebbenden in de pensioensector.

Dit strikt gereguleerde stelsel is historisch gegroeid en heeft ons veel

goeds gebracht. Echter, de behoeften en de omgeving zijn aan het

veranderen. De PPI, en binnenkort naar verwachting ook het APF, zijn

de symptomen van deze verandering. Ze veranderen fundamenteel

de marktordening in ons pensioenstelsel. Beide pensioenuitvoerders

kunnen namelijk niet alleen door sociale partners worden opgericht,

maar ook door andere belanghebbenden. Bijvoorbeeld door

pensioendienstverleners.

In het buitenland is het PPI en APF model al lange tijd gemeengoed.

Zie bijvoorbeeld de Pensionskasse en het Pensionsfonds in Duitsland en

Zwitserland en de pensioendochters van financiële instellingen in Oost-

en Zuid-Europa. Maar ook de superannuation funds in Australië en Zuid-

Amerika. In al deze landen kunnen sociale partners vrijelijk kiezen tussen

een eigen (bedrijfstak-)pensioenfonds, een verzekeraar of het aansluiten

bij een open-end PPI of APF in handen van financiële dienstverleners. Het

Verenigd Koninkrijk en Ierland vormen, samen met Nederland, dusverre

een uitzondering.

Gezien het gemeengoed en succes van het PPI- en APF-model in

de landen om ons heen, verwacht ik dat ook in Nederland een

behoorlijk aantal APF’s zal worden opgericht. De initiatiefnemers zijn

naar verwachting de bestaande ondernemingspensioenfondsen en

werkgevers, die via het APF een soort vrijwillige bpf’en kunnen creëren

en buiten het domein kunnen treden. Maar naar verwachting zullen

Page 17: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

17

1 Arnoud Boot (2007) ‘Advies inzake modernisering van het uitvoeringsmodel voor

pensioenregeling’. Jacqueline Lommen (2009) Netspar NEA Paper 25 ‘De API is een

no-brainer’; De positionering van Nederland in de opkomende Europese pensioenmarkt”.

vooral ook pensioenuitvoeringsorganisaties, vermogensbeheerders,

verzekeraars, banken en consultants via een APF op de nieuwe

mogelijkheden inspelen.

De API is een no-brainerMaar met de introductie van de PPI en het APF zijn we er nog niet

helemaal. Er volgen nog twee stappen tot de totstandkoming van de

API, zoals deze bijna tien jaar geleden als een no-brainer was voorzien1

en voortkomt uit de buitenlandse pensioenmarkten en het Europese

gedachtegoed.

Ten eerste zit er nog een oplossing in het vat voor de grote verplicht-

stelling in Nederland. Verplicht gestelde bedrijfstak pensioen fondsen

mogen zich nog niet omvormen tot een APF. Dat is met een welover-

wogen reden: de APF en de grote verplichtstelling bijten met elkaar.

Nederlandse en EU-mededingingswetten verbieden een ongelijk

speelveld. Bij omvorming van een bedrijfstakpensioenfonds in een

APF breekt het zijden juridische draadje van de ‘gerechtvaardigde

uitzondering’ waaraan de grote verplichtstelling nog hangt. De oplossing

ligt echter voor de hand. De verplichtstelling zou verhangen kunnen

worden zonder de voordelen van de verplichtstelling te verliezen. Niet

het fonds, maar alleen de regeling zou verplicht kunnen worden gesteld

voor de bedrijfstak. Vervolgens kunnen alle soorten uitvoerders vrijelijk

en in een level playing field met elkaar concurreren in het beheer van

deze bedrijfstakpensioenregelingen. Na deze wijziging in de grote

verplichtstelling zouden dus ook de Nederlandse ondernemingen en

sociale partners die nu verplicht onder een Bpf vallen, kunnen profiteren

van het meer flexibele APF.

Daarnaast is voor een echte API het geharmoniseerde Europees

FTK onontbeerlijk. IORP2 zorgt er voor dat het Nederlandse APF ook

aantrekkelijk wordt om buitenlandse pensioenregelingen in onder te

brengen. Het huidige FTK is te rigide in internationaal vergelijk, en prijst

de APF en Nederland daarmee uit de markt als aantrekkelijke uitvalsbasis

voor pensioenvoorzieningen. Werkgevers brengen nu nog het liefst

de pensioenregelingen van hun buitenlandse vestigingen samen in

een buitenlands pensioenfonds. Via het beoogde IORP2 geldt same

risks, same rules, krijgen alle pensioeninstellingen in Europa dezelfde

financieringsvereisten en wordt oneigenlijke regulatory arbitrage

voorkomen. Nederlandse werkgevers kunnen in de toekomst dan dichter

bij huis blijven en het al zo lang beoogde ‘Nederland Pensioenland’ kan

daadwerkelijk gestalte gaan krijgen.

‘Op de achtergrond gaat het toekomstbestendig maken van ons stelsel in hoog tempo verder’

Page 18: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

18

Page 19: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

De PPI, de premiepensioeninstelling, bestaat nu bijna vier jaar. Geleidelijk groeit

het begrip en de acceptatie van de PPI. Meer dan 1 miljard euro aan pensioen

assets zijn ondertussen, eind 2014, bij een PPI ondergebracht. Wat is de rol van

deze nieuwe, derde pensioenuitvoerder in de Nederlandse pensioensector? Hoe

kan de PPI iets voor ons betekenen? Hieronder een korte introductie.

Grote pensioenspelers in de PPI sectorVaak hoor ik dat de PPI als een product wordt gezien. Als een lijfrente, of

banksparen, of als een soort beleggingsfonds. Ook wordt een PPI vaak

geduid als een DC-regeling in de tweede pijler. Maar dat zijn allemaal

misverstanden. Een PPI is geen product, maar een pensioeninstelling,

met een balans, een bestuur, licentie, toezichthouders, etc. Een nieuw,

derde uitvoeringsmodel, naast het pensioenfonds en de verzekeraar.

In 2011 is de PPI-wetgeving geïmplementeerd. Ondertussen zijn twaalf

PPI’s opgericht. Ze zijn terug te vinden in het register van DNB via www.

toezicht.dnb.nl. Veelal zijn het de grote pensioenuitvoeringsorganisaties

en verzekeraars die besloten hebben een PPI op te richten. Vaak

in samenwerking met elkaar. Bekende namen als PGGM, Syntrus,

TKP, AZL, APG, AEGON, NN, Delta Lloyd en Zwitserleven. Maar ook

pensioenvermogensbeheerder Robeco, pensioenconsultant Towers

Watson, Rabobank en ABN Amro Bank, Brand New Day en de grote

buitenlandse partijen Elips Life, Credit Suisse en Swiss Re zijn actief.

Allemaal klinkende namen en grote spelers in de sector. Blijkbaar speelt

de PPI in op een duidelijke marktbehoefte en zien deze partijen goede

toekomst in dit nieuwe model.

Sommige PPI’s richten zich op het MKB-segment, zoals traditioneel

door de verzekeraars wordt bediend. Maar er is een aantal PPI’s dat zich

nadrukkelijk op de grote werkgevers en sociale partners en liquiderende

pensioenfondsen richt en maatwerk biedt. In lijn met het bestaande,

institutionele klantenbestand van de pensioendienstverlener die de

initiatiefnemer van de PPI is.

PPI’s kunnen ook worden opgericht door sociale partners

19

Page 20: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

20 OUTLOOK 2015

Kenmerken van een PPI Vaak worden PPI’s vergeleken met verzekeraars. Maar als een PPI

één ding niet is, dan is het een verzekeraar. Een PPI laat zich het best

vergelijken met een pensioenfonds. Beide zijn pensioeninstellingen en

beide vallen onder de Europese pensioenwetgeving en onder het DNB-

pensioentoezicht.

Maar wat is dan het verschil tussen een pensioenfonds en een PPI?

Ik noem de twee meest wezenlijke. De eerste betreft het niet mogen

dragen van risico door de PPI. De PPI is een zogenaamde non-article

17 IORP. Een PPI mag geen biometrische lang- of kortleven- en

arbeidsongeschiktheidsrisico’s dragen. Ook mag een PPI geen financiële

minimumgaranties bieden. PPI’s mogen deze pensioenregelingen wél

beheren, maar de risico’s moeten zijn (her)verzekerd. In het buitenland is

dit heel normaal, zie bijvoorbeeld de werkwijze van de UK pension trusts.

In Nederland zien we deze uitbesteding van de risicodekking ook terug

bij een (volledig) herverzekerd pensioenfonds.

Het grote voordeel van het niet mogen dragen van risico is dat de PPI

nauwelijks solvabiliteitseisen kent. De PPI valt ook niet onder het FTK.

Een ander voordeel is dat de PPI hierdoor lean en flexibel is en de

nalevingskosten en de compliance-druk lager.

De PPI’s beheren in Nederland veelal premieovereenkomsten, maar

formeel gezien mogen ze premieregelingen en andere regelingen

uitvoeren die door toepasselijke wetgeving zijn aangemerkt als

arbeidsgerelateerde pensioenregelingen. Een aantal PPI’s beoogt ook

buitenlandse regelingen van Nederlandse werkgevers te beheren en

Nieuw, derdeuitvoeringsmodel

Pensioenfonds

Werkgever – pensioenovereenkomst verplicht onderbrengen bij een pensioeninstelling

Onderneming (Opf)

Bedrijfstak (Bpf)

Beroepsgroep (Bpr)

Multi-opf (Mofp)

APF

Verzekeraar

Rechtstreekse regeling

Buy-in

Buy-out

PPI

Closed-end PPI (in eigendomsociale partners)

Open-end PPI (in eigendompensioendienstverleners)

Buitenlandse IORP’s

Premiepensioeninstellingen (PPI’s) – nieuw derde uitvoeringsmodel

Page 21: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

21

gebruik te maken van hun Europese paspoort. Maar allereerst wordt een

stevige basis in het businessmodel gelegd in de Nederlandse markt.

Het tweede wezenlijke verschil is dat PPI’s niet alleen mogen worden

opgericht door sociale partners, zoals bij een pensioenfonds, maar

óók door derden. Net zoals dit wordt beoogd voor het Algemeen

Pensioenfonds, het APF. In het buitenland is dat gemeengoed,

bijvoorbeeld bij de Duitse Pensionskasse, het Zwitserse Pensionsfonds

en de Zuid-Europese, Australische en Zuid-Amerikaanse superannuation

funds. Voor de Nederlandse pensioensector is dit nieuw en knaagt dit

logischerwijze aan de gevestigde marktordening.

De uitvoeringskosten, verzekeringspremie en kwaliteit van het beleg-

gingsbeleid en dienstverlening aan deelnemers zijn sinds de introductie

van de PPI al aantoonbaar verbeterd in de pensioensector, zoals blijkt uit

een recente evaluatie in opdracht van het ministerie van Financiën. De

grotere marktdynamiek die PPI’s teweegbrengen dwingt vernieuwing af.

PPI’s oprichten door sociale partnersSociale partners hebben nu dus meer keuzemogelijkheden in

uitvoeringsmodellen. Naast een eigen pensioenfonds, aansluiting bij

een Bpf of overstap naar een verzekeraar behoort thans ook de PPI tot

de mogelijkheden.

Opvallend is dat tot op heden alleen PPI’s zijn opgericht door financiële

dienstverleners, de zogenaamde open-end PPI’s. En dat terwijl het

toch echt de intentie van de Nederlandse wetgeving is dat ook sociale

partners zelf een PPI kunnen oprichten, een zogenaamde closed-end

PPI. Bijvoorbeeld door omzetting van een pensioenfonds in een PPI, met

behoud van de Stichting. Of door samen met gelieerde ondernemingen

of binnen een conglomeraat een eigen PPI op te richten. De kring van

aangeslotenen en samenstelling van bestuur kan zelf worden gekozen.

Vooral indien het fonds een premieovereenkomst beheert waarbij

de facto de risico’s niet op de pensioeninstelling rusten, is dit een

aantrekkelijke mogelijkheid.

Ik neem in deze column de vrijheid om dit idee aan de hand te doen. Het

is niet voor iedereen opportuun, maar voor sommige sociale partners

vast het overwegen waard.

‘De PPI is een pensioeninstelling;een nieuw, derde uitvoerings-model, naast het pensioenfonds en de verzekeraar’

Page 22: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

22

Page 23: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Collectiviteit en solidariteit zijn de pijlers onder ons Nederlandse pensioenstelsel.

Maar het dreigen containerbegrippen te worden. Ze worden te kust en te keur

te berde gebracht. En collectiviteit is natuurlijk ook iets anders dan solidariteit.

Hieronder heb ik beide begrippen afgepeld. Wat willen we behouden en waar

begint de schoen te wringen? Laten we voorkomen dat we het kind met het

badwater weggooien.

Containerbegrippen De een is vóór collectiviteit, omdat de sociale partners hun centrale rol

goed vervullen. De ander is tégen collectiviteit, omdat hij liever zelf zijn

eigen beleggingsportefeuille samenstelt. De derde vindt collectiviteit

belangrijk vanwege de kostenvoordelen. De volgende stelt dat

collectiviteit leidt tot intransparante herverdeling. Allemaal hebben ze

het dus over geheel iets anders.

Ik heb het idee dat de uiteenlopende belanghebbenden sneller tot

elkaar kunnen komen indien we helder krijgen wat we bedoelen met

beide begrippen. Ik heb dan ook beide begrippen afgepeld. Het is een

soort afvinklijstje. Bij nieuwe ideeën of plannen kunnen we dit lijstje

wellicht ter hand nemen en de oude en nieuwe situatie vergelijken.

Veelal zal dan blijken dat zowel de collectiviteit als de solidariteit goed

geborgd zijn.

Solidariteit: risicodeling en herverdeling Allereerst moeten we solidariteit onderscheiden van collectiviteit.

Solidariteit gaat over risicodeling met anderen en over herverdeling

binnen een groep.

Wat bedoelen we met collectiviteit en solidariteit?

23

Page 24: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

24 OUTLOOK 2015

Bij risicodeling zijn er enerzijds biometrische risico’s, zoals de moge lijk-

heid dat we maar kort leven, of juist lang leven of arbeids ongeschikt heid

worden. Deze micro risico’s worden veelal afgedekt door ze solidair te

delen via de wet van de grote getallen. Dat gebeurt via nabestaanden-

en arbeidsongeschiktheidsdekking en via levenslange pensioen-

uitkeringen, veelal via verzekeraars. Ook hebben we te maken met het

macro langlevenrisico: het risico dat we allemaal samen een hogere

levensverwachting blijken te hebben dan voorzien en pensioenen

dus langer moeten worden uitbetaald. Anderzijds zijn er financiële

risico’s, zoals beleggingsrisico. Het nemen van deze risico’s, en

daarmee verwacht hoger rendement krijgen, is essentieel voor een

voldoende hoge pensioenuitkering. Bij risico’s is vooral van belang wie

de risicodrager is. Dat kan een financiële instelling zijn, maar ook de

werkgever, de markt of de deelnemer(s).

Een tweede vorm van solidariteit die we onderkennen is herverdeling.

Deze kan vooraf of achteraf vorm krijgen. Ex ante door bijvoorbeeld af

te spreken dat we voor mannen en vrouwen dezelfde pensioenpremie

betalen ook al leven vrouwen langer. Of door de doorsneesystematiek te

hanteren, waardoor jongeren solidair zijn met ouderen. Ex post kunnen

Collectiviteit

Centrale rol sociale partners

– bepaling inhoud regeling

– keuze pensioenuitvoerder

Centrale rol van pensioenfondsen

– uitvoeringsmodel

Non-profit

– pensioeninstelling

– uitbestedingspartners (PUOs, vermogensbeheerders)

Verplichtstelling

– klein

– groot (regeling en uitvoerder)

Schaalvoordelen

– inkoopkracht

– professionaliteit

Paternalisme

– via tweede pijler (niet derde pijler individueel)

– bescherming deelnemers (default opties)

– beperking hassie (ontzorgen)

Beleggingsbeleid

– Prudent person

Solidariteit

Risico’s samen delen

– biometrisch (langleven, kortleven, arbeidsongeschikt)

– financieel (beleggingen, inflatie)

– macro langleven

Risico’s onderling herverdelen

– ex-ante (doorsneesystematiek, m/v)

– ex-post en discretionair (bijstorten, afstempelen)

– met huidige en/of toekomstige generaties

– Schokken spreiden in de tijd

Risicodrager(s)

– Pensioeninstelling (FTK)

– werkgever (IFRS)

– 3rd party (verzekeraar, markt, captive)

– deelnemers (collectief of individueel)

Solidariteit en collectiviteit: een checklist

Page 25: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

25

we herverdelen door bijvoorbeeld de pensioenuitkeringen juist wel of

niet te indexeren, een bijstorting van de werkgever te vergen of juist te

besluiten tot afstempelen en verlagen van uitkeringen. Herverdelen kan

ook door schokken te spreiden in de tijd en eventueel met toekomstige

generaties te delen.

Collectiviteit: samen doen Deze afpelexercitie vervolgend komen we bij het begrip collectiviteit.

Collectiviteit betreft iets geheel anders dan solidariteit. Het gaat simpel

gezegd over samen dingen doen. Als ik om mij heen mijn oor te luisteren

leg in de pensioensector krijgt dit begrip een veelheid aan invullingen.

Zo wordt met collectiviteit vaak bedoeld: ‘een centrale rol voor sociale

partners’. De inhoud van de regeling en de keuze van de uitvoerder

worden bepaald door sociale partners, niet door individuen. Of

er wordt verwezen naar ‘uitgevoerd door een pensioenfonds’, dus

niet door een verzekeraar, premiepensioeninstelling (PPI), bank of

beleggingsonderneming. Hier leunt ook de betekenis ‘non-profit’ dicht

tegenaan, waarbij in feite wordt bedoeld dat de pensioeninstelling zelf

een stichting is en de uitbestedingspartners commerciële partijen zijn.

Een tweede vaak gebruikte invulling van collectiviteit is ‘verplichtstelling’.

Alle werknemers krijgen verplicht een pensioenregeling aangeboden

(kleine verplichtstelling). Of alle ondernemingen in de bedrijfstak

hebben dezelfde pensioenregeling, die tevens verplicht is ondergebracht

bij een specifiek bedrijfstakpensioenfonds (grote verplichtstelling).

Een geheel andere en vaak gehoorde betekenis van collectiviteit verwijst

naar ‘schaalvoordelen’. Door een collectief contract kan de prijs van

dienstverlening omlaag. Ook kan een ‘professionele, goede, kundige

besluitvorming’ plaatsvinden.

Wat ik zelf een mooie, nobele betekenis van collectiviteit vind is

‘paternalisme’. Een gezonde dosis weliswaar; niet te veel. Hier wordt dan

geduid op pensioenen regelen via de werkgever in de tweede pijler in

plaats van zelf doen via de derde pijler, op beschermen van deelnemers,

ontzorgen door default-keuzes en gemak bieden aan deelnemers.

Een vijfde vorm ten slotte, grijpt specifiek aan op het beleggingsbeleid.

Dit verwijst naar collectief beleggen in plaats van in een persoonlijke

pensioenrekening. En naar het beleggingsbeleid laten bepalen door

het bestuur van de pensioeninstelling in plaats van door het individu,

en naar een standaard asset-allocatie in plaats van maatwerk lifecycle-

beleggen.

Kind niet met het badwater weggooien Veel van de veranderingen die nu in de sector spelen gaan over

aanpassingen in de solidariteit, over andere vormen van risicodeling

en herverdeling. De collectiviteit blijft buiten schot; die blijft naar eigen

keuze geheel of grotendeels ongewijzigd. Als we dat onderkennen, zullen

veel plannen voor verandering minder weerstand hoeven te ontmoeten.

Collectiviteit en solidariteit zijn een groot goed. Niemand wil dit kind met

het badwater weggooien.

‘Collectiviteit en solidariteit zijn een groot goed. Niemand wil dit kind met het badwater weggooien’

Page 26: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

26

Page 27: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

27

Vanwege financiële en bestuurlijke voordelen kiezen multinationals steeds vaker

voor één grensoverschrijdend Europees pensioenfonds. De laatste jaren volgen

pensioendienstverleners dit voorbeeld. Met de introductie van de PPI springt

Nederland in op deze marktbehoefte. Het onderbrengen van pensioenregelingen

uit verschillende landen in een centraal pensioenfonds is een stap-voor-stap proces,

waarbij lokale triggers veelal de aanleiding vormen voor sociale partners om

‘Europees te gaan’.

Groeiend aantal grensoverschrijdende IORP’sEuropese pensioenoplossingen. Dan denken we veelal aan expats die

van land naar land hoppen of aan pensionados die naar zuidelijke

landen verhuizen vanwege fiscale voordelen of grotere koopkracht van

hun Nederlandse pensioenuitkering. Maar daar doel ik niet op. Europese

pensioenen duiden tegenwoordig op multinationale ondernemingen

of financiële dienstverleners die een grensoverschrijdend Europees

pensioenfonds oprichten.

Sinds de invoering van de Pensioenrichtlijn in 2003 kunnen pensioen-

regelingen voor lokale medewerkers in de internationale vestigingen van

een onderneming worden ondergebracht in één grensoverschrijdend

pensioenfonds. In pensioenjargon ook wel de cross-border IORP

genoemd, waarbij IORP staat voor Institution for Occupational Retirement

Provisions. Een kleine honderd zijn er nu, meer dan vaak gedacht. De

meesten voortvloeiend uit een Brits/Ierse technische definitiekwestie.

Een vijftiental IORP’s is echter onderdeel van een weloverwogen

Multinationals kiezen voor Europees pensioenfonds

27

Page 28: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

28 OUTLOOK 2015

corporate strategie en nieuw opgericht. Dit aantal is dus nog beperkt

maar groeit gestaag.

Kortgeleden keek ik nog eens in de publieke registers van de

toezichthouders en zag dat Johnson & Johnson, Chevron en Euroclear

waren toegevoegd. Klinkende namen als Nestlé, BP, Novartis, Ricoh en

Pfizer stonden al langer op de lijstjes. Ook het RESAVER-initiatief, waarin

universiteiten en onderzoeksinstituten, geholpen door de Europese

Commissie, een betere pensioenvoorziening voor de vele internationaal

mobiele, universitaire docenten en onderzoekers nastreven, is een

spraakmakend voorbeeld. België was er al vroeg bij om in te spelen op

de Europese interne pensioenmarkt. Maar ook Luxemburg, Liechtenstein

(als EU31-lid en directe buur van de Zwitserse multinationals) en sinds

kort Nederland spelen actief in op de marktbehoefte en willen graag de

vestigingsplaats zijn van deze grote pensioenfondsen.

Voordelen door grensoverschrijdende aanpakWat drijft sociale partners om te kiezen voor een grensoverschrijdend

pensioenfonds? In de eerste plaats is dit governance. Waar pensioen

traditioneel primair tot het domein van de lokale HR afdeling behoorde,

ligt dit dossier de laatste jaren steeds vaker op de tafel van de financieel

directeur en de risicomanagers op het hoofdkantoor. De International

Employee Benefits Manager is aan zet om de IFRS-aanspraken in de

ondernemingsbalans en de premielasten in de winst- en verliesrekening

in goede banen te leiden en de pensioenen in uiteenlopende landen te

stroomlijnen.

Daarnaast zijn er financiële en praktisch-operationele voordelen. Het

runnen van een Europees pensioenfonds leidt tot één toezichthouder,

één geconsolideerde rapportage, één bestuur en één IFRS-rapportage.

Verschillende regelingen, met elk hun eigen afspraken en dekkings-

IORPPensioeninstelling

(financieringsvehikel,juridische entiteit)

Gereguleerd door financieel/prudentieel recht

van land van vestiging

van pensioeninstelling

(Home country)

Gereguleerd door Sociaal- & Arbeidsrecht

van land van origine

van pensioenregeling

(Host countries)

Pensioenregeling land A

Pensioenregeling land B

Pensioenregeling land C

Grensoverschrijdend Europees pensioenfonds (IORP)

Page 29: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

29

g raden, mogen gescheiden van elkaar via ring-fencing in de IORP

worden ondergebracht. In sommige IORP’s is eventueel één

solvabiliteitsbuffer voor alle DB-regelingen toegestaan als de sociale

partners dat zelf wensen. Door de keuze voor een stabiel vestigingsland

voor de IORP vermindert het counterparty risk op het land en zijn de

pensioenvoorzieningen en opgebouwde pensioenkapitalen beter

beschermd. Goed geselecteerde internationale uitbestedingspartners

leiden ook tot schaalvoordelen. Vooral in de kleinere landen biedt de

grensoverschrijdende aanpak daarnaast kwaliteitsverbetering, met

beter risico- en vermogensbeheer en dito pensioenresultaat voor de

werknemers.

Borgen van lokale belangenHet realiseren van een internationale IORP is technisch niet zo moeilijk,

maar behoeft draagvlak van alle betrokkenen. Dat laatste vergt tijd en

aandacht. Een zorgvuldig stap-voor-stap proces is nodig.

Belangrijk is het borgen van de lokale belangen. De pensioenregeling

verandert gelukkig niet. Die is immers door de lokale sociale partners

overeengekomen en moet voldoen aan de lokale sociale en arbeids-

wetgeving. In de bestuursstructuur wordt ruimte gemaakt voor lokale

inspraak. Dat moet ook wel, want anders komt er geen draagvlak vanuit

de lokale sociale partners voor de nieuwe Europese pensioenuitvoerder.

Dit gebeurt via zogenaamde social committees per landensectie. Hierin

zitten veelal de bestuurders van het oorspronkelijke lokale pensioenfonds

of de ondernemingsraad.

Vaak vormen lokale wettelijke beperkingen of uitdagingen in

de bestaande situatie een aanleiding om een Europese aanpak

te overwegen en biedt de IORP juist een uitweg voor alle

belanghebbenden. Zo kunnen bijvoorbeeld lokale kwantitatieve

beleggingsrestricties voortaan worden voorkomen. Of vereisten aan

lokale pensioeninstellingen met betrekking tot uitbesteding aan

specifieke lokale partijen. Of blijkt het steeds moeilijker om voldoende

lokale bestuurders te mobiliseren die aan de pensioenopleidingseisen

voldoen en bereid zijn bestuursverantwoordelijkheid te dragen.

In diverse landen worden DB-regelingen gesloten voor bestaande en

nieuwe deelnemers. Een dergelijke gesloten regeling kan dan veelal

efficiënter en met vooraf duidelijk afgesproken regels worden beheerd

in het grote Europese pensioenfonds van de multinational. Deze lokale

triggers brengen de sociale partners vaak bijeen met win/win voor alle

belanghebbenden.

De Nederlandse PPIDe introductie van de Nederlandse premiepensioeninstelling (PPI)

speelt in op de nieuwe grensoverschrijdende mogelijkheden die de

Europese wetgeving biedt. Een PPI kan zowel door sociale partners

als door pensioendienstverleners worden opgericht. Ondernemingen

kunnen hun regelingen dus bij een eigen grensoverschrijdende PPI

onderbrengen of bij die van een dienstverlener, zodat ze niet zelf alles

hoeven te regelen.

De Europese pensioenfondsen zijn nog een pril initiatief, maar logisch

bezien zal hun aantal in de komende jaren ongetwijfeld gestaag gaan

groeien. Aangezien de PPI geen risico’s op haar balans mag nemen,

zijn de governance en solvabiliteitseisen beperkt. De PPI is aldus

flexibel en kent lage nalevingskosten. Dat maakt de Nederlandse PPI’s

internationaal zeer aantrekkelijke uitvoerders voor DC regelingen.

‘De Europese pensioenfondsen zijn nog een pril initiatief, maar hun aantal zal in de komende jaren ongetwijfeld gestaag gaan groeien’

Page 30: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

30

Page 31: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Als we goed tellen, hebben sociale partners wel zes verschillende petten op bij het

verzorgen van het pensioen voor deelnemers. Een logisch gegroeide situatie,

voortkomend uit het verleden. Sommige rollen zijn cruciaal. Andere blijken steeds

vaker en geleidelijk te worden afgezet. Waar komt het nieuwe evenwicht te liggen?

Centrale rol van sociale partners In de bedrijfstakken zijn het de werkgeversverenigingen en de

vakbonden. Binnen de ondernemingen zijn het de werkgever en de

ondernemingsraad. De definitie is wat rekkelijk, maar ‘de sociale

partners’ hebben een prachtig pensioenstelsel opgebouwd in de

afgelopen decennia. Maar nu de motor van het stelsel hapert en

naar aanpassingen wordt gezocht, valt steeds meer op dat ze vele

petten dragen. De rol van de sociale partners is dan ook geleidelijk

aan het veranderen. De veranderingen zijn bijvoorbeeld zichtbaar in

nieuwe bestuursmodellen, strengere (opleidings-)eisen en toetsing

van bestuurders en de introductie van de PPI en het Algemeen

Pensioenfonds (APF), die ook door anderen dan de sociale partners

kunnen worden opgericht en bestuurd.

Centrale rol aan de CAO- en pensioentafelWelke rollen kunnen we onderscheiden? In de eerste plaats zitten de

sociale partners aan de CAO-tafel, waar de loonruimte wordt bepaald.

In de tweede plaats zitten dezelfde partners aan de zogenoemde pen-

sioentafel. Welk deel van de loonruimte gaat naar uitgesteld inkomen?

En welke vorm krijgt deze pensioenvoorziening? In deze tweede rol

bepalen de sociale partners de inhoud van de pensioenregeling.

Wordt het een nominaal contract? CDC uit noodzaak? Of toch meteen

doorsteken naar de meer toekomstbestendige Smart DC-regeling of de

nieuwe collectieve premieovereenkomst?

En als ze elkaar gevonden hebben zitten de partners, in de derde

plaats, aan het stuur bij de keuze van het uitvoeringsmodel. Bij welke

Sociale partners zetten deel van hun petten af

31

Page 32: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

32 OUTLOOK 2015

pensioeninstelling wordt de pensioenovereenkomst ondergebracht?

In het eigen ondernemings- of beroepspensioenfonds? Of aansluiten

bij een bedrijfstakpensioenfonds? In een eigen PPI of in een PPI van

een dienstverlener? Of wordt het een rechtstreekse regeling bij een

verzekeraar?

Eigenaar en bestuurder van de pensioeninstellingBij deze drie verschillende rollen stopt het niet. Indien wordt gekozen voor

het uitvoeringsmodel van een pensioenfonds, zijn de sociale partners ook

de eigenaren van het pensioenfonds waarin de pensioen regeling wordt

ondergebracht en de onderliggende Stichting. Zij bepalen het strategische

langetermijnbeleid van het pensioenfonds. Uit deze rol vloeit ook voort

dat ze gezamenlijk eigenaar zijn van de financiële buffers.

Daarnaast vormen de partners, dat is de vijfde pet, het dagelijks

bestuur van het pensioenfonds. Hier ligt de discretionaire bevoegdheid

om te herverdelen en de daadwerkelijke hoogte van de individuele

pensioenaanspraken en -uitkeringen vast te stellen.

Sociale partners zetten steeds vaker deze vierde en vijfde pet zelf af.

Bijvoorbeeld door in het pensioenfonds over te stappen op een ander

bestuursmodel en een stapje terug te doen. Naar boven, als een

toezichtorgaan. Of naar beneden, als een soort aandeelhouders van

het pensioenfonds. Of door te kiezen voor een uitvoeringsmodel

waarin ze niet zelf eigenaar zijn, zoals een verzekeraar of een open-

end premiepensioeninstelling (PPI) of Algemeen Pensioenfonds

(APF). In beide gevallen wordt de relatie tussen de sociale partners

Die

nstv

erle

ners

Pensioenuitvoerings-organisatie (PUO)

Pensioensfonds PPI Verzekeraar

Vermogensbeheerder

(Her)verzekeraar

Werkgever / Plan sponsor

Werknemer / Deelnemer

Overige dienstverleners

Autoriteiten

Sociale partners

Politiek Wetgever (SZW/Minfin) Toezichthouder (DNB/AFM)

Pensioeninstellingen

Nederlandse pensioensector en centrale rol sociale partners

Page 33: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

33

en de pensioeninstelling geobjectiveerd, worden de taken en verant-

woordelijkheden verdeeld en transparant gemaakt, de countervailing

powers versterkt en personele unies voorkomen.

Eigenaar en bestuurder van de pensioendienstverlenersEn dan is er nog een zesde pet. Nog niet zo lang geleden zijn de opera-

tionele activiteiten van de pensioenfondsen veelal afgesplitst en in

separate entiteiten ondergebracht. Voorbeelden van deze pensioen-

uitvoeringsorganisaties, ook PUO’s of PUB’s genoemd, zijn APG, PGGM,

Syntrus, AZL, TKP en MN Services. De pensioenuitvoerders verlenen

diensten aan pensioenfondsen met betrekking tot administratie,

vermogensbeheer, verzekeringen en advies- en bestuursondersteuning.

Een aantal van deze organisaties is ondertussen overgegaan in handen

van derden. Andere zijn eigendom van de pensioenfondsen. In deze

laatste gevallen zijn de eigenaren van deze pensioenuitvoerings organi-

saties en hun raden van bestuur dezelfde sociale partners als hierboven.

Ook hier zijn veranderingen gaande. De commerciële, brede ambitie

van de PUO’s en PUB’s kan bijten met de insteek van de sociale

partners, die ‘hun’ uitvoeringsbedrijf ook voor anderen zien werken.

De pensioenuitvoeringsorganisaties hebben van oudsher fiscale en

juridische privileges ten opzichte van pensioendienstverleners die niet

rechtstreeks voortkomen uit pensioenfondsen. Deze privileges staan nu

ter discussie.

De pensioenpolder verandert De zes petten van de sociale partners zijn een logisch gevolg uit het

verleden. De eerste drie petten zijn van cruciaal belang. Die moeten

we volgens mij koesteren. Het tweede drietal wordt steeds vaker

bewust afgezet door de sociale partners zelf. Dat zie ik als een positieve

ontwikkeling. De polder gaat zich daardoor wat openen. De dialoog

wordt meer gezocht, mandaten worden helderder, frisse ideeën en

diensten van nieuwe spelers worden verwelkomd, en er ontstaat een

breder draagvlak voor ons pensioenstelsel.

‘De sociale partners hebben een prachtig pensioenstelsel opgebouwd in de afgelopen decennia’

Page 34: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

34

Page 35: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Ik zie belanghebbenden in de pensioenwereld langs elkaar heen praten

als het gaat over verplichtstelling. Misschien onbewust. Ons ingewikkelde

pensioenstelsel leidt immers gemakkelijk tot misverstanden. Maar misschien

soms ook bewust. In het Oude Testament werd ook doelbewust verwarring

gesticht bij de bouw van de Toren van Babel. Wellicht dat de verheldering

hieronder een Babylonische spraakverwarring voortaan kan voorkomen.

Verplichtingen op vier onderscheiden niveausKort en krachtig afgepeld speelt de afweging tussen verplichtstelling

en keuzevrijheid volgens mij op vier te onderscheiden niveaus. Ten

eerste in het overkoepelende pensioenstelsel. Ten tweede bij de

pensioeninstellingen. Ten derde bij de pensioenregeling. En ten vierde

bij de operationele pensioenuitvoering. Ik heb deze vierdeling al eens

eerder gebruikt om meer grip te krijgen op de pensioenmaterie. Door dit

onderscheid in vier elementen te maken, kunnen we een Babylonische

spraakverwarring voorkomen en weer meer dezelfde taal spreken.

Pensioenstelsel: onverplicht karakterOp dit eerste niveau horen de discussies over wel of niet verplichtstelling

thuis die gaan over de inrichting van ons stelsel. Zo behoort Nederland,

anders dan vaak gesteld, tot de landen die géén verplicht stelsel hebben.

Vandaar bijvoorbeeld de befaamde witte vlekken van ondernemingen

die geen pensioenvoorziening aan hun werknemers aanbieden en het

uitgangspunt dat ZZP’ers niet verplicht pensioen opbouwen. Anderzijds

kennen we wel een kleine verplichtstelling. Deze voorkomt gelukkig

dat werkgevers die een pensioenvoorziening aanbieden naar willekeur

Babylonische spraakverwarring over ‘verplichtstelling’

35

Page 36: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

36 OUTLOOK 2015

werknemers kunnen uitsluiten. Er is lange tijd relatief weinig discussie

geweest over deze fundamentele keuzen in de vormgeving van ons

stelsel. Met het groeiend aantal ZZP’ers komt dit niveau echter sinds kort

weer meer in beeld.

Pensioeninstelling: meer vrije marktwerkingOp het tweede niveau, dat van de pensioeninstellingen, is verplicht-

stelling wel het centrale uitgangspunt. Het betreft de zogenaamde

grote verplichtingstelling. Hier worden momenteel belangrijke

Verplichtstelling in de pensioensector - Toren van Babel

Page 37: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

37

elementen tegen het licht gehouden. Wellicht dat de huidige vorm

van de grote verplichtstelling - waarbij niet alleen de pensioenregeling

maar ook de pensioeninstelling verplicht is gesteld - wordt gewijzigd.

Ondernemingen in een specifieke bedrijfstak hebben dan wel verplicht

dezelfde pensioenregeling, maar kunnen gezamenlijk kiezen bij welke

pensioeninstelling deze regeling wordt ondergebracht. De komst van

de premiepensioeninstelling (PPI), het Algemeen Pensioenfonds (APF)

en de buitenlandse IORP is eveneens een concreet verschijnsel van de

toenemende vrijheid in de keuze van de pensioeninstelling.

Op dit niveau speelt nog een tweede vorm van verplichtstelling: sociale

partners bepalen bij welke pensioeninstelling de regeling wordt onder-

gebracht. De individuele werknemers of, in specifieke bedrijfstakken,

de afzonderlijke onderneming mogen niet zelf hun pensioenaanbieder

kiezen. Werkgevers en sociale partners hebben een centrale rol.

Pensioenregeling: naar keuze sociale partners En dan het niveau van het pensioencontract. We hebben in Nederland

geen wettelijk verplichte standaard pensioenregeling, zoals bijvoorbeeld

in Zwitserland het geval is. Hoe kun je als overheid dan toch bijsturen als

sociale partners er niet uitkomen en pensioen tot financiële instabiliteit

van het land leidt? Wie kan en wil nog pensioenrisico’s dragen? Hoe

verdelen we de risico’s over oud en jong, over huidige en toekomstige

generaties?

Ik zie hier een aanpak waarbij Den Haag de alternatieven voor de

traditionele DB-pensioenregelingen aantrekkelijker maakt, zodat de

sector ‘vanzelf’ gaat bewegen. Dat betekent de verplichtende elementen

in een regeling stapsgewijs eruit halen en meer keuzevrijheden

introduceren. Zie de recente initiatieven vanuit de overheid voor

flexibilisering van de uitkeringsfase van premieovereenkomsten.

Wellicht vervalt langs deze lijnen binnenkort de wettelijke plicht tot

het uitkeren van een gegarandeerde uitkering, waardoor de pijnlijke

beleggingsspagaat verdwijnt. Zie ook de pensioenknip-initiatieven,

gericht op het afschaffen van de plicht om een pensioenuitkering aan te

kopen op het ene, specifieke moment van pensionering. DC-regelingen

worden daardoor een nog volwaardiger alternatief voor DB-regelingen.

Verplicht gestelde elementen in de regeling zijn ook zichtbaar in de

premie-inleg. Ook hier is een trend gaande van deregulering. Dit betreft

de in 2014 opgestarte discussie over de verplichte doorsneesystematiek

met intergenerationele risicodeling en de daaruit voortvloeiende

verplichting om in DC regelingen stijgende premiestaffels te hanteren

naarmate de leeftijd van de deelnemers stijgt.

Pensioenuitvoering: beleggingsvrijheid voor deelnemers Ten slotte de operationele pensioenuitvoering; administreren,

beleggen en verzekeren. Op dit niveau hoort onder andere het

debat over verplichtstelling of keuzevrijheid voor deelnemers in het

beleggingsbeleid. Geen onlogisch pleidooi nu de pensioenrisico’s steeds

meer hun kant opschuiven. Deelnemers willen meer in control zijn.

Zaak is om te zorgen dat met goede – wat mij betreft verplicht aan te

bieden – default-opties wordt voorkomen dat meer keuzevrijheid leidt tot

keuzestress en onnodige beleggingsrisico’s voor deelnemers.

Een stevig draagvlakHoogmoed komt voor de val. Ik vind het goed dat de vrijgevochten

Babyloniërs tegen zichzelf worden beschermd door een stukje

paternalisme en verplichtstelling vanuit de wetgever en vanuit sociale

partners. Maar meer keuzevrijheid en flexibiliteit, vooral op het derde

en vierde niveau, zijn volgens mij essentieel om het draagvlak onder

onze pensioen-Toren te versterken en het uiteenvallen van de sector te

voorkomen. Deze weg is gelukkig reeds ingeslagen.

‘Meer keuzevrijheid en flexibiliteit zijn volgens mij essentieel om het draagvlak onder onze pensioentoren te versterken’

Page 38: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

38

Page 39: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Steeds vaker zie ik deze aaneenrijging van hoofdletters terug in de Nederlandse

pers: EIOPA. De Europese pensioenautoriteit. Wat behelst deze organisatie?

Wat is haar mandaat? Waar ligt de invloed op de Nederlandse pensioensector?

Is EIOPA iets om voorlopig zonder veel risico te negeren, te midden van de toch

al drukke Nederlandse pensioenagenda, of wordt het tijd om er toch maar een

keer dieper in te duiken? Hieronder een korte introductie van EIOPA, zodat we de

afweging beter kunnen maken.

EIOPA: de feiten op een rijtje Eerst even wat feitelijkheden. EIOPA staat voor European Insurance and

Occupational Pensions Authority. Het is een EU-entiteit en is gevestigd

in Frankfurt, niet in Brussel. Dat betekent overigens niet dat EIOPA

onderdeel is van de Europese centrale bank. EIOPA laat zich het best

karakteriseren als de Europese pensioen- en verzekeringstoezichthouder.

Er zijn evenknieën voor de banken, EBA in Londen, en voor de vermo gens -

beheerders, ESMA in Parijs.

De Europese pensioentoezichthouder krijgt tanden

39

Page 40: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

40 OUTLOOK 2015

EIOPA bestaat nu meer dan tien jaar, sinds eind 2003. In de verzekerings-

sector is EIOPA inmiddels een begrip. Vooral vanwege haar centrale rol

in het Solvency2-dossier. In de pensioensector komt ‘Frankfurt’ de laatste

jaren ook steeds meer in beeld nu het onderwerp IORP2, het Europese

FTK, hoger op de agenda staat.

Nederland is sterk vertegenwoordigd in EIOPA. Op pensioenterrein

is de OPC het draaipunt, het Occupational Pensions Committee

van EIOPA. Hierin komen de 31 vertegenwoordigers van de lokale

pensioentoezichthouders samen. DNB neemt namens Nederland deel

en sinds 2015 is Olaf Sleijpen voorzitter van de OPC. Daarnaast bevindt

zich in de Westhafen Tower aan de Main het permanente secretariaat,

dat bestaat uit gedetacheerde lokale pensioenexperts. Een aantal komt

uit Nederland. In de overkoepelende Board of Supervisors is Joanne

Kellermann jarenlang direct vertegenwoordigd geweest. Van belang

voor de Nederlandse pensioensector is voorts dat we ook dicht bij het

vuur zitten via de zogenaamde Stakeholders Group. Enkele boegbeelden

uit de Nederlandse sector zijn voorzitter en actief lid van dit belangrijke

Europese pensioenadviesorgaan.

Rol van EIOPA In de praktijk is EIOPA heel wat meer dan een toezichthouder. Het komt

meer in de buurt van het Britse regulator. EIOPA zit namelijk helemaal

aan het begin van het EU wetgevende traject en is daarmee invloedrijk.

Sinds 2011 is het mandaat ook verruimd. De OPC adviseert de Europese

Commissie, gevraagd maar ook op eigen initiatief. Hoe gaat dat in zijn werk?

In verschillende werkgroepen worden surveys gedaan naar bestaande

regelgeving en marktpraktijken in de lidstaten. Op basis van deze

inzichten wordt geleidelijk toegewerkt naar wetgevende kaders in de

Europese Unie. Stap voor stap. Daarbij zijn op gezette tijden publieke

consultaties via de websites. Iedereen kan kennis nemen van de

conceptplannen en input geven. In deze jarenlange, vaak technische

trajecten worden de voorstellen afgestemd en de voorziene regels

gecalibreerd. Het is zaak in deze vroege fase nauw betrokken te zijn.

Eenmaal als concept-wetsvoorstel in Brussel is het vaak te laat om nog

iets fundamenteels aan te passen.

Page 41: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

41

Een belangrijk onderwerp waar EIOPA zich mee bezighoudt is

bijvoorbeeld de herziening van de Europese pensioenrichtlijn uit 2003,

de IORP Directive. Het is een van de zogenaamde Bolkestein-richtlijnen

om de interne Europese markt te realiseren. In deze EU-wetgeving

zijn onder meer de minimale financieringsregels en governance-

vereisten voor pensioeninstellingen, vrijheid van grensoverschrijdende

dienstverlening via het Europese paspoort en de wijze van samenwerking

van de pensioentoezichthouders vastgelegd.

Recentelijk richt EIOPA zich ook meer op DC-regelingen en op pensioenen

in de derde pijler. Daarnaast worden best practices geïnventariseerd

en gedeeld, zoals deelnemerscommunicatie en pensioenregister. Het

toezicht op de grensoverschrijdende pensioenfondsen (cross-border

IORP’s) staan ook hoog op de agenda. Overleg met de grote Europese

fondsen vindt bijvoorbeeld plaats om te zien waar nog obstakels zitten

in de interne markt en hoe deze eventueel door EIOPA kunnen worden

weggenomen.

Waar moet u alert op zijn de komende tijd? De meeste impact voor de Nederlandse pensioensector heeft IORP2, in

de volksmond ook ‘het Europese FTK’ genoemd. Dit initiatief loopt al

meer dan zeven jaar. De plannen zijn weliswaar geschrapt in de herziene

pensioenrichtlijn 2016, maar EIOPA vervolgt haar initiatieven met het

oog op de toekomst. Op dit moment worden vroege, concept voorstellen

kwantitatief getest op hun impact voor lokale pensioenfondsen. Dit

zijn de zogenaamde QIS, Quantitative Impact Studies. Verschillende

Nederlandse pensioenfondsen hebben meegedaan aan de eerste QIS-

ronde. De tweede QIS-ronde staat gepland voor medio 2015. Tot januari

2015 worden de concept-plannen publiek geconsulteerd door EIOPA.

Wilt u volgen wat de contouren zijn van het Europese FTK, kijk dan op

de website www.eiopa.europa.eu. Zelf maak ik ook vaak gebruik van de

internationaal vergelijkende studies en de databases met de kenmerken

van pensioenregelingen en belangrijkste lokale pensioenwetgeving in de

EU landen.

Europese pensioenwetgeving is als een grote tanker die doorvaart.

Bijsturen kan dus alleen proactief, in een vroeg stadium en het liefst door

zelf ook in de stuurhut te zitten. Op naar EIOPA in Frankfurt dus. Inbreng

in Den Haag en Brussel alleen volstaat niet meer.

‘Europese pensioenwetgeving is als een grote tanker die doorvaart. Bijsturen kan alleen proactief, het liefst door zelf inde stuurhut te zitten.’

Page 42: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

42

Page 43: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Het FTK voor Nederlandse pensioenfondsen wordt aangepast en de vereisten

voor de solvabiliteitsbuffers aangescherpt. De sector is verdeeld over de noodzaak

van deze maatregel en over de effecten voor de pensioenuitkeringen. Er wordt

veel geklaagd. Dat roept bij mij de vraag op wat er zou gebeuren als we het

Europese gedachtengoed voor solvabiliteiteisen zouden omarmen. IORP2:

misschien zo een gek alternatief nog niet. Of ben ik nu aan het vloeken in de kerk?

IORP2 oftewel het Europese FTK? IORP2. Sommigen hebben zelf de eerste contouren van ‘het Europese

FTK’ bestudeerd, anderen leunen op de opinies en uitspraken van

derden. Deze commentaren zijn veelal niet mals: “De Nederlandse

pensioenlobby is erin geslaagd om de Solvency II-eisen, zoals die

voor verzekeraars gelden, uit de richtlijn te houden. Gelukkig, anders

hadden we nog grotere buffers moeten aanhouden.” En: “De richtlijn

behandelt pensioenfondsen als financiële instelling en niet als sociale

zekerheid. Indien zij onderdeel zijn van de interne markt, net als banken

en verzekeraars, dan (…) zal Nederland haar complete zeggenschap over

het stelsel en de pensioenfondsen kwijt raken.”

Maar er zijn ook geheel andere geluiden. Weliswaar minder nadrukkelijk

op de voorpagina. Deze visies zijn veelal afkomstig van pensioenexperts

die inhoudelijk dichter bij het vuur zitten. Zij signaleren bijvoorbeeld dat

het wel meevalt met die vermeende extra buffers en de buffervereisten

voor Nederlandse pensioenfondsen wellicht wel eens lager zouden kunnen

komen te liggen onder IORP2. Of actuarissen die er op wijzen dat IORP2

iets fundamenteel anders is dan Solvency2 omdat pensioenfondsen

nu eenmaal different animals zijn dan verzekeraars, zoals door de EU al

vanaf het prille begin is onderkend. Er zijn ook experts die er op atten deren

dat voor de toekomstbestendigheid van Nederlandse pensioen fondsen

een IORP2-regime een blessing in disguise zou kunnen zijn.

Wellicht biedt hetEuropese FTK soelaas

43

Page 44: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

44 OUTLOOK 2015

Er zijn ook steeds meer bronnen die toelichten dat de EU geen mandaat

en ook geen enkele intentie heeft om zich via de IORP-pensioenrichtlijn te

bemoeien met het relatief goed functionerende Nederlandse pensioen-

stelsel. Dat de drijfveren van de EU niet voortkomen uit een zucht naar

harmonisatie in Europa of het steunen van grote multinationale werk -

gevers, maar juist naar het kunnen accommoderen van veel verschillende

bestaande lokale regimes, het voorkomen van regulatory arbitrage tussen

landen en tussen verzekeraars en pensioenfondsen, het bescher men van

deelnemers, vergroten van de financiële stabiliteit en stimuleren van

vrijheid van arbeid, kapitaal en dienstverlening binnen Europa.

Niet minder streng, wel minder rigide Wie heeft gelijk? Het is in mijn ogen de hoogste tijd voor een meer

genuanceerde, bredere en op feiten gebaseerde opinievorming. Deze

column biedt een mooi platform, maar helaas weinig ruimte om op

de inhoud in te gaan. Maar laat ik één aspect van IORP2 eruit lichten:

de solvabiliteitsbuffers.

IORP2 gaat uit van een holistische aanpak, de zogenaamde

Holistic Balance Sheet approach. Indien een pensioenfonds

pensioentoezeggingen doet aan haar deelnemers én de risico’s

Bijstortingsplicht

Sponsor covenant Afstempelen

Achtergestelde leningenMinimum eigen vermogen

Conditionaliteiten

Technische voorzieningen

Nationaal Garantiestelsel

Balans van de pensioeninstelling

Assets Solvabiliteitsbuffer

IORP2 - het Europese FTK – holistische aanpak

Page 45: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

45

van deze toezeggingen drukken op het pensioenfonds zelf, dan

moet deze instelling zorgdragen dat er voldoende middelen zijn om

deze toezegging ook daadwerkelijk na te komen. Om te bepalen

of deze financiering voldoende aanwezig is, onderkent de EU

meerdere zekerheidsmechanismen. Dus meerdere middelen dan

alleen afgefinancierde solvabiliteitsbuffers op de balans van de

pensioeninstelling.

Naast buffers tellen ook sponsorgaranties en bijstortingsmogelijkheden

mee, zoals van toepassing op de traditionele Nederlandse DB-regelingen.

Nationale pensioengarantiestelsels die in een aantal landen bestaan,

vergelijkbaar met het Nederland rijksdepositogarantiestelsel voor

de banken, kunnen de buffervereisten ook verlagen. Achtergestelde

obligatieleningen van de werkgever of derden, die later weer kunnen

worden afgelost, zijn als funding bron ook toegestaan. Aan de toezeg -

gingenkant wordt met voorwaardelijke indexatie en afstempel-

mogelijkheden rekening gehouden, zodat verplichtingen minder hoog

gewaardeerd hoeven te worden.

Een heel scala aan zekerheidsmechanismen dus, die simpel gezegd van

de solvabiliteitsbuffer kunnen worden afgetrokken waardoor deze lager

kunnen worden. Het totaalplaatje wordt in ogenschouw genomen. Geen

eenzijdige focus op buffers. Het Europese FTK is dus minder rigide dan

het Nederlandse FTK. Zeker niet strenger, ook niet coulanter maar in elk

geval meer flexibel en toegesneden op de specifieke situatie.

Voor Nederland zal het voorziene IORP2 kader, naast deze welkome

flexibiliteit, relatief weinig veranderen. Wij liepen binnen Europa immers

al voorop en zijn al gewend aan marktwaardering, risico gebaseerde

buffers, aandacht voor risicobeheer, transparantie en gehele beleggings-

vrijheid. Het zijn dezelfde uitgangsprincipes als in het FTK, Basel3 en

Solvency2. Ook zullen we blij zijn dat het same risks, same rules adagio

zal voorkomen dat Nederlandse verzekeraars en Nederlandse pensioen-

fondsen, of Nederlandse en buitenlandse pensioenfondsen tegen elkaar

worden uitgespeeld in het regulatory arbitrage spel. Maar de devil is in

the detail, dus vandaar dat Nederlandse pensioenexperts in Frankfurt

en Brussel de vinger aan de pols houden. De plannen moeten niet te

complex worden en hun doel voorbij schieten.

IORP2: wat vinden we ervan? IORP2, misschien zo’n gek alternatief nog niet. Misschien moeten

we toch maar geen gele kaart trekken, maar er juist actief aan

meewerken dat de solvabiliteitsregels en deze holistische aanpak weer

onderdeel gaan uitmaken van de lopende herziening van de Europese

pensioenrichtlijn en zo snel mogelijk kunnen worden toegepast.

‘Misschien moeten we toch maar geen gele kaart trekken voor IORP2. Het is minder rigide dan het Nederlandse FTK.’

Page 46: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

OUTLOOK 2015

Page 47: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

‘It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent. It is the one that is the most adaptable to change’ | Charles R. Darwin

Page 48: Door de bomen - KPS...Efficiënte pensioenuitvoering Om de dialoog zuiver te houden is er ten slotte nog een vierde niveau dat we kunnen onderscheiden. Dat is het terrein van de pensioendienstverleners.

Door de bomenhet bos zienINSPRINGEN OP VERANDERINGEN EN MOGELIJKHEDEN IN DE PENSIOENSECTOR

DO

OR

DE B

OM

EN H

ET BO

S ZIEN

Belangrijke informatie Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.

Met een frisse helikopterblik schrijft

pensioenexpert Jacqueline Lommen

over actuele thema’s die spelen in de

Nederlandse pensioensector. In tien

columns helpt zij ons om een stip op de

horizon te zetten. Een stip waarop we

ons kunnen richten bij het toekomst­

bestendig maken van het pensioenhuis.