DIT IS EEN BEVEL: ALLEMAAL NAAR BUITEN EN ZO V Daar … · men – aarde, water, lucht, en alle...

1
92 U moet mij excuseren, het wordt hier even sentimenteel. Slaat u anders gerust het eerste deel over. Of reis met me mee, zo’n dertig jaar terug. In de mooiste zomers van mijn leven zwierf ik met mijn vriendinnetje over de boerderij van haar ouders, en nie- mand wist waar wij zaten. Op zoek naar kikkers, op wandel met een mand vol pup- py’s. Soms roofden we maïs, of testten we uit hoe snel die stier kon lopen. We schoven onder prikkeldraden, prikten ons aan brandnetels. De weiden leken zo groot, alsof we eeuwig konden rennen. In de bomen waren we thuis, en onze zakken zaten vol eierschalen, botjes, kevers. We waren schatrijk. Foute mannen en wilde dieren ’Scharrelkinderen’, zo worden ze wel eens genoemd: de vrije vogels die nog in de natuur ravotten, zijn erg zeldzaam gewor- den. De vrije ruimte staat vol, de bossen zijn schaars, de straten vol gevaar. Spelen moet in reservaatjes - achtertuin, speeltuin, pret- park - en de natuur is steeds vaker iets van de tv, iets dat ver weg aan het uitsterven is. Recent stelde de Nederlandse antropologe Celine van den Boorn vast dat kinderen niet alleen vervreemd zijn van de natuur, maar er ook bang voor zijn: ze associëren het met foute mannen en wilde dieren. “Ze kennen het alleen nog van televisie, als decor voor ontvoeringen en Jurassic Park.” ‘Ik speel liever binnen, daar zitten de stop- contacten’, zei een jongetje uit een basis- school tegen de Amerikaanse journalist Richard Louv. Het bevestigde wat hij al wist: kinderen kennen niet meer het grenzeloze plezier van spelen in de natuur. “Tegen- woordig kan een kind je vast wat vertellen over de regenwouden van de Amazone, maar niets over hoe hij laatst in z’n eentje door de bossen struinde, in het gras naar de wind lag te luisteren en naar de overwaai- ende wolken keek”, schrijft hij in ‘Het laat- ste kind in het bos’. Louv is een enthousiast pleitbezorger van het rondscharrelen. Hij is ervan overtuigd dat kinderen iets essentieels kwijt zijn - hij noemt het een ’natuurtekortstoornis’. Tal van onderzoeken tonen het aan: spelen in de natuur helpt kinderen zich te concentre- ren, scherpt hun zintuigen, neemt hun stress weg. Bij het buiten spelen bewegen kinderen meer dan in welke sportclub ook, en ze trainen hun sociale vaardigheden en coördinatie. Maar bovenal ervaren ze in de natuur de bewondering voor iets wat hen overstijgt, een gevoel van verbondenheid. “Opgaan in de natuur is een indringende ervaring voor kinderen,” zegt Louv, “ze worden regelrecht blootgesteld aan die ele- menten waaruit wij mensen zijn voortgeko- men – aarde, water, lucht, en alle andere levende organismen.” In de natuur spelen heeft zoveel voordelen dat je je afvraagt waarom we onze kinde- ren wel verse groenten oplepelen en op tijd naar bed sturen, maar ze niet dagelijks naar buiten duwen, met het bevel zo vuil moge- lijk terug thuis te komen. “Buiten spelen is een noodzaak, als we geen kasplantjes willen grootbrengen”, zegt ook Katrijn Gijsel van Steunpunt Jeugd. “Kinderen moeten risico’s leren inschatten, ontdekken hoe ver ze kunnen gaan, op welk moment ze ergens van af kunnen vallen. ’Liever gevaarlijk spelen dan veilig vervelen’ is een slogan waar ik me in kan vinden. Probleem: er is steeds minder vrije ruimte, en het ver- keer is zo druk dat kinderen niet tot bij de nog overblijvende stukjes groen geraken. Bovendien is een deel van die natuur beschermd, net omdat ze zo schaars is.” Trek je rubberlaarzen aan (oké, Crocs mogen ook), en je vuilste kleren. Kijk uit naar bomen met dikke takken. Want op 25 juni is het Buitenspeeldag! Zo’n dag blijkt – jammer genoeg – heel hard nodig, stelt redacteur Kaat vast... DIT IS EEN BEVEL: ALLEMAAL NAAR BUITEN EN ZO V Spelen in de natuur helpt kinderen zich te concentreren, scherpt hun zintuigen, neemt hun angsten en stress weg Daar komen de

Transcript of DIT IS EEN BEVEL: ALLEMAAL NAAR BUITEN EN ZO V Daar … · men – aarde, water, lucht, en alle...

Page 1: DIT IS EEN BEVEL: ALLEMAAL NAAR BUITEN EN ZO V Daar … · men – aarde, water, lucht, en alle andere levende organismen.” In de natuur spelen heeft zoveel voordelen dat je je

92

U moet mij excuseren, het wordt hier even sentimenteel. Slaat u anders gerust het eerste deel over. Of reis met me mee, zo’n dertig jaar terug. In de mooiste zomers van mijn leven zwierf ik met mijn vriendinnetje over de boerderij van haar ouders, en nie-mand wist waar wij zaten. Op zoek naar kikkers, op wandel met een mand vol pup-py’s. Soms roofden we maïs, of testten we uit hoe snel die stier kon lopen. We schoven onder prikkeldraden, prikten ons aan brandnetels. De weiden leken zo groot, alsof we eeuwig konden rennen. In de bomen waren we thuis, en onze zakken

zaten vol eierschalen, botjes, kevers. We waren schatrijk.

Foute mannen en wilde dieren’Scharrelkinderen’, zo worden ze wel eens genoemd: de vrije vogels die nog in de natuur ravotten, zijn erg zeldzaam gewor-den. De vrije ruimte staat vol, de bossen zijn schaars, de straten vol gevaar. Spelen moet in reservaatjes - achtertuin, speeltuin, pret-park - en de natuur is steeds vaker iets van de tv, iets dat ver weg aan het uitsterven is. Recent stelde de Nederlandse antropologe Celine van den Boorn vast dat kinderen niet alleen vervreemd zijn van de natuur, maar er ook bang voor zijn: ze associëren het met foute mannen en wilde dieren. “Ze kennen het alleen nog van televisie, als decor voor ontvoeringen en Jurassic Park.”‘Ik speel liever binnen, daar zitten de stop-contacten’, zei een jongetje uit een basis-

school tegen de Amerikaanse journalist Richard Louv. Het bevestigde wat hij al wist: kinderen kennen niet meer het grenzeloze plezier van spelen in de natuur. “Tegen-woordig kan een kind je vast wat vertellen over de regenwouden van de Amazone, maar niets over hoe hij laatst in z’n eentje door de bossen struinde, in het gras naar de wind lag te luisteren en naar de overwaai-ende wolken keek”, schrijft hij in ‘Het laat-ste kind in het bos’. Louv is een enthousiast pleitbezorger van het rondscharrelen. Hij is ervan overtuigd dat kinderen iets essentieels kwijt zijn - hij

noemt het een ’natuurtekortstoornis’. Tal van onderzoeken tonen het aan: spelen in de natuur helpt kinderen zich te concentre-ren, scherpt hun zintuigen, neemt hun stress weg. Bij het buiten spelen bewegen kinderen meer dan in welke sportclub ook, en ze trainen hun sociale vaardigheden en coördinatie. Maar bovenal ervaren ze in de natuur de bewondering voor iets wat hen overstijgt, een gevoel van verbondenheid. “Opgaan in de natuur is een indringende ervaring voor kinderen,” zegt Louv, “ze worden regelrecht blootgesteld aan die ele-menten waaruit wij mensen zijn voortgeko-men – aarde, water, lucht, en alle andere levende organismen.”In de natuur spelen heeft zoveel voordelen dat je je afvraagt waarom we onze kinde-ren wel verse groenten oplepelen en op tijd naar bed sturen, maar ze niet dagelijks naar buiten duwen, met het bevel zo vuil moge-

lijk terug thuis te komen. “Buiten spelen is een noodzaak, als we geen kasplantjes willen grootbrengen”, zegt ook Katrijn Gijsel van Steunpunt Jeugd. “Kinderen moeten risico’s leren inschatten, ontdekken hoe ver ze kunnen gaan, op welk moment ze ergens van af kunnen vallen. ’Liever gevaarlijk spelen dan veilig vervelen’ is een slogan waar ik me in kan vinden. Probleem: er is steeds minder vrije ruimte, en het ver-keer is zo druk dat kinderen niet tot bij de nog overblijvende stukjes groen geraken. Bovendien is een deel van die natuur beschermd, net omdat ze zo schaars is.”

Trek je rubberlaarzen aan (oké, Crocs mogen ook), en je vuilste kleren. Kijk uit naar bomen met dikke takken. Want op 25 juni is het Buitenspeeldag! Zo’n dag blijkt – jammer genoeg – heel hard nodig, stelt redacteur Kaat vast...

D I T I S E E N B E V E L : A L L E M A A L N A A R B U I T E N E N Z O V

Spelen in de natuur helpt kinderen zich te concentreren, scherpt hun zintuigen, neemt hun angsten en stress weg

Daar komen de