Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

28
KONINKLIJK VEREENl , GlN LANDSBOND DER DIETSCH.E TREKVOGEIJ'S Rondreis v E·E E Spelwijzer en ekstboek ' "• DE GE . ZONGEN . EN GES ' PEELDE NUMMERS WORDEN TELKENS VOORAF BEKEND GEMAAKT ALLE RECHTEN DOOR DEN LANDSBOND DER DIETSCHE TREKVOGELS VOORBEHOUDEN

description

Brochure van de 'Landsbond der dietsche Trekvogels'.

Transcript of Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

Page 1: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

KONINKLIJK GOEDGEKEUl~DE VEREENl ,GlN

LANDSBOND DER DIETSCH.E TREKVOGEIJ'S

Rondreis v

E·E E

Spelwijzer en r ·ekstboek ' "•

DE GE .ZONGEN .EN GES 'PEELDE NUMMERS WORDEN TELKENS VOORAF BEKEND GEMAAKT

ALLE RECHTEN DOOR DEN LANDSBOND DER

DIETSCHE TREKVOGELS VOORBEHOUDEN

Page 2: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

t.

••• ~~· ··· . ···•··•··• · ···~·!···· .~·!·~····· ·•········· ···-········ ········· ······•·· ·~·· ~-~·· ··~·· · ··~·· .·~·. • '·~~·· ··~· -~: ..... · ·=~~~·· ·=.~.~- '• .. ~.·· le··~··· ·~~~~~·· ··~~~·· ···~·.:• ·=~~~~·· ·········· .......... ········· ······· ·~····· ······· ········· ..... , .. -

EERSTE SPEELLIEDENGILDE

VA'N .DEN

LANDSBOND DER DIETSCHE TREKVOGELS

MEvRouw J. KUIPER-ROOS . . . . . . hooge vrouwenstem

MEVROUW M. \VIRTH- SCHMITT . • • lage vrouwenstem en luit

A. VAN DER LINDE . . . . . .

G. DILS . . . . . . . . . .

• • . hooge mannenstem

• • • lage mannenstem

MEJUFFROUW 1\'1. MEN ALDA • • • • . . • groot arm-vedel

. . . . . knie-vedel W. SPREE . . • • • • • • • • •

J. AUKES . . • • • • • • • • • • • • • • • • luit

PROF. DR. H. WIRTH . • • • • • • • • • • • aarts-luit

SPREKER EN LEIDER: PROFESSOR DR. H. WIRTH e

. Deze bier ,volgende en andere schoonste oude volksliederen in

nieu~ gewaad zullen achtereenvolgens worden uitgegeven in de

bundels van het luitzangboek der Dietsche Trekvogels, , De Dietsche

Luitzanger".

~

------ ----· ---~-·:·~·:· -:·~.: .... -~·-.. -~~·· .... ·~· .. _, .. ~·· ... -~·:· ·:·~·:· -~· -~· ·-~-· ·-~·· .. ~~-· ··-~··· ··~· ·~· ··••····· ~- ~ ······ ··-········ ··•·•·•·•·• ···----···· ···~·-····· ··•··••··• -~ ...... .

Page 3: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

~~~~~~e Dietsche Trekvogel-beweging brcngt de lzere nigln 7 van

ons volk! Als jeugd-bcweging, in de vrije lucl t _..n p n

natuur van onzen vaderlandscben bodem, onttrekt zij

· onze jeugd aan de steeds grooter wordende ontaarding

van bet stadsleven , schen kt h aar weer schoone reine genoegens en

een veredeld ge voels leven ; maakt haar gezond naar lichaam en ziel,

en weer blij en kinderlijk van gemoed.

De Dietsche Trek vogel-beweging omvat en vereenigt in zich alle

standen en klassen van ons volk, alle leeftijden, zonder onder­

scheid van geestelijke o f staatkundige richting, van partij of geloof, •

en stelt daardoor den geestelijk hooger staande in staat invloed op

den geestelijk lager staande uit te oefenen en zoo aan onze volks­

opvoeding rechtstreeks mee te werken.

Zij vu1t ons dagelijksch Ieven weer met schoonheid door hare

heem-, gouw- en landsfeesten, volksspelen, -zang, kinderlied en kinder­

spel, hare wedstrijd~n, hare Trekvogel-wandel toch ten , hare Speel­

liedengilden, haren verderen geestelijken arbeid tot bevorder ing van I

dietsch volksleven, tot wederopwekking van dietschen volksaard,

dietsche volkskracht en volkskunst. Zoo komt en gaat zij in de

woning van arm en r ijk, van hoog e n laag, verzoenend e:n hereenigend,

en baanbrekend voor een wedergeboorte van ons volk , door haren

maatschappelijken, hervormingsarbeid, bet weer grondstandig en ..

gezeten maken onzer ontwortelde stedelijke arbeidersbevolking.

Daarom jongen en ouden - sluit u bij ons aan! Wordt li~ van

on zen Lands bond! V raagt ons van fraaie afbeeldingen voorziene

vlugschrift , Wat is en wat wit de Dietsche Trek vogel" ,- verkrijgbaar

aan onze Bondskanselarij.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . "' . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . ........ . ·~·· ~·· -~· · ·~·· ·~·· ·~· · -~·· -~·· • • • • • Ill • • • • • • • • • • • . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . .....

••··•···· ·•· ·••·· · ······· ······· ······· ······· ······· ·····

Page 4: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

t de h rc n i in an

·rije Ju ht en open

bodem, onttrekt zij

rdende ontaarding

reine genoegens en

ar Jichaam en zie1 ,

enigt in zich aile

... n, zonder onder­

partij of geloof,

staat invloed op

aan ooze volks-

nheid, door hare

derlied en kinder­

ten, hare Speel-

be\rordering van

chen volksaard,

n gaat zij in de

en hereenigend,

volk, door haren

ndstandig en

eidersbevolking.

! Wordt lid van •

• • ngen voorztene

I", verkrijgbaar

v Nr. 1. AL N\I}N ( 0 CH I r, DIF I 11 1.

( \iddel u :-. ch h(' 1f h m1 n II d )

A I 111 i j n g d ~ c h t n, d i c i k h b, z 1 J n u w a J d, mijn uin erkoren eenig hef, 1n uwigh id: '" o u d t g i J i n n1 in n e tn i j n s g e d n r. c n, bo en alle v rouwen choon z >u ik u trouwe ch n en.

Gij zijt aI leen bij dag en nach t in 111 ijn 1t zi n, u \Vi i ik d ienen, eed' le vrouw, in trouwe n1 in . · Gij zijt n1ijn en ik ben dijn gebleven: aller menschen hoogst geluk hebt gij mij nu gegcven.

Nr. 2. HET VIE L EENS HEMELS DOUWE. •

..

Het vie l eens ben1e ls dou\ve voor mijn liefs vensterkijn ;

D je winte r is vergangen

ik \\'eet geen schooner vrou\ve, zij staat in ' t berte mij n. Zij houdt mijn hert bevan gen, 't welk is zoozeer doorwond; mocht ik haar troost ontvangen, zoo \\'aar ik gansch gezond.

d ie m e ie die komt uit, ik zie die looverkens hangen, die bloemen spruiten in 't l'ruid. 1 n geenen groenen dale, daar is 't genoeglijk zijn, daar zingt die nachtegale en menig vogelkijn.

lk wil den mei gaan houden voor mijn liefs vensterkijn,

• .. en schenken mijn lief trouwe,

die allerliefste mijn, en zeggen: "Lief, wilt komen voor uw klein vensterken staan: ontvangt den mei met bloemen, hij is zoo schoone gedaan."

Nr. 3. HET VLOOG EEN KLEIN WILD VOGELKEN . .

Het vloog een klein wild vogelken tot mijn liefs venster in: ,Staat op, mijn allerliefste, staat op en laat mij in. Ik heb te nacht gevlogen al om die wille dijn."

Hebt gij te nacht gevlogen al om die wille mijn, zoo komt ter halven middernacht ik wil u Iaten in. I k wil u dekken \varme met mijnen sneeuw\vitten arme.

Nr. 4. KON JK DIE MANESCHIJN BEDEKKEN.

Kon ik die maneschijn bedekken, hoe gaarn zou ik te nachte gaan, die al1erliefste mijn te wekken en bieden haar den meie aan. Die meie is. zoo schoone, hij bJoeit hier al zoo fijn: uit uwen eersten droo1ne waak op, o liefste n1ijn.

lk zie al door die wolken dringen van oosten op den lichten schijn; ik hoor al door dat loover zingen zoo menig Iustig vogelkijn · die bloemen in den daU\\'e zii staan ontloken wijd: "Sta op, mijn schoone vrouwe het i de meietijd !"

Page 5: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

r. . N

cht unlken kl in . N • · · 1 tl 11 r· 1 n ~~t z1n t gt) 1

oor den n1 i nn ht! Zin ' or n1ijn lief ·en n t r, zoo ;~. onderzo t n za ht, dat in e n J ntedro me het tot ctie liefste korne: , ik heb aan u gedacht.'

Nr. 6. NU KOMT DIE SCHOONE NACHT WEER AA ·

.. •

n cht

r

Nu komt die· schoone nacht \\'eer aan, dat aile die lieden slapen gaan,

Ik kan voorwaar niet lang r staan; ik zie bet morgenrood opgaan,

dat aile Iieden ter ruste zijn gegaan, en hebben hunne oogen toegedaan.

Wie is daar buiten, wie klopt er aan, die voor mijn vensterkijn komt staan? Oat is die allerliefste mijn: ontwaak, ont\vaak mijn minnekijn!

bet morgenrood, twee s terren 'laar: och, dat ik bij mijn Hef te aar ..

Een beeltenis had ik zoo graag, dat steeds ik op mijn harte draag al van die allerliefste m ijn, dat wij altijd vereenigd zijn.

Nr. 7. 0 NACHT, JALOERSCHE NACHT (wijze naar J. DE HARDUYN 1620).

0 nacht, jaloersche nacht, die tot mijn leed gezworen, des hemels baan verlicht met een klaar maneschijn, heb ik u tot mijn hulp met zoo goe wensch verkoren, omdat gij mijn geluk zoudt wederstandig zijn.

Och, zoo u dies gedenkt, Iief\veerdige godinne, en dat in 't minnen ambt gij zoetheid wordt ge\\raar, maakt, nu ik uitgaan wil, tot dienst van mijn vriendinne dat uw verzilverd hoofd en blinke niet zoo klaar.

Nr. 8. SCHOON LIEF, HOE LIGT GIJ HIER EN SLAAPT.

,Schoon lief, hoe ligt gij bier en slaapt in uwen eersten droome? Wilt opstaan en den mei ontvaan, hij bloeit bier al zoo schoone."

,'kEn zou voor geenen mei opstaan, mijn vensterken ontsluiten: plant uwen mei, waar 't ·u gerei, plant uwen mei daar buiten !"

, Waar zou 'k hem plan ten of\\raar doen? 'tIs al op 's heeren straaten: de winternacht is koud en lang hij zou zij n bloeien Iaten.

,Schoon lief, laat hij zijn bloeien taan wij zullen hem begraven op 't kerkhof bij den eglantier zijn graf zal roosje dragen.

"Schoon lief, en om die roozekens zal 't nachtegaalken springen en voor ons bei in elken mei zijn zoete liedekens zingen.

Page 6: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

e . en retne

kens deure acht kleure

• . e nacht.

I anger staan ; d opgaan,

sterren klaar: iefste waar!

zoo graag, harte draag, mijn, ..

ZlJD.

. tnne,

n ofwaardoen? traaten: d en lang, ten."

n bloeien staan en '

Nr.9. CHOON LlEVl KEN, WAAH WAAHD · JIJ EER T N M :qENACHT .

.,Schoon lieveken, waar waard gij den ecr ten mcicn cht, dat gij tn ij geenen mei en bracht ~" . .

Den eersten rneienacht, schoon ltcf, dan was 1k zae , ~choon Jieveken, ik kon er van m ij n beddeken niet."

Schoon lieveken, waar waarde gij den tweeden meienacht, dat gij m ij geenen mei en bracht?" - Den tweeden tneienacht zocht ik een eglantier, sch~on lieveken sta op en uwen n1ei is h ier !"

VAN SCHEIDEN. Nr. 10. DIE WACHTER, D IE B LIES AAN DEN DAG.

Die wachter, die blies aan den dag, op hooge tinnen daar h ij lag, daar blies hij aan des dages schijn: "Waar lievekens bij elkander zijn, wilt scheiden gaan: voor ' t groene woud de dag breekt aan !" ·

"Hoort aan, o jongeling, mijn beklag, het is nog geene lichte dag; -die maan schijnt door de wolken klaar, die wachter baart ons angsten zwaar, dat klaag ik vrij: die m iddernacht is niet voorbij."

Hij helst zijn liefste, zij helst hem \7eer, hij kuste haar naar zijns herten begeer. Zij moesten scheiden voor den t ijd ; hij trok al over die heide verblijd, al door den dauw : "Zoo zegen u God, m ij n schoone vrouw!"

Nr. 11. EEN WOLKE DEKT DEN ZONNESCHIJN.

Een wolke dekt den zonnescbijn: mij dunkt, bet zal een regen zijn, een regen uit de wolken al in bet groene gras.

Die donk' re \Volken komen aan: schoon lief, wij moeten scheiden gaan gaan scheiden in den morgen, al in den koelen dau\v.

Die donk're wolk al in mijn hart schoon lief, dat is die bitt' re smart, die smart zoo diep verborgen on1 een verbroken trouw.

Nr. 12. GIJ ZORGE MOET BEZIJDEN STAAN.

Gij zorge moet bezijden staan, gij zijt te v roeg gekomen: wat mij de winter leeds gedaan, wil klagen ik den zomer.

H eeft u die \Vinter leed gedaan, groen knoppen \\'eer ontspringen: ~ri e een gestadig liefken heeft die mag \vel vroolijk zingen.

Page 7: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

rr,

u,

N r. 13. H :: T Yl A E R T 1:. N A =I •

Het \vas c;r tt:: nacht, alzoo zoetc nacht, dat aile di vogel en zongen; . die fiere nachtegaal hief op een hed tnet zijnder wilden tongen.

Wij waren ges~heiden , n1ijn zoete~ief en tk, bet is haar na zoo wei berou.wen '·· wij zouden al zoo dra vereentgd ZtJ n, \\'oude zij mij zijn getrouwe.

Nu \\1i l ik gaan trekken al in dat groene woud, die fiere · nacbtegaal vragen, . .. waaromme dat zijn nu gesche1den ZtJn, die eens t\\'ee goede liefkens waren.

J

h

Nr.14. HET WINDETJE DAT UIT DEN OOSTEN WAAIT.

Het windetje, dat uit den oosten \vaait, lief, en waait niet ten allen tijden: als ik in mijn zoete liefs armen lig, het is er zoo bedroefd om te scheiden. Liefste wonder, eenling zoet, bet is er zoo bedroefd om te scheiden.

's Nachts, het was omtrent die middernacht, ik ging kloppen aan mijn zoete liefs deuren: "Slaapt gij, of waakt gij, n1ijn overzoete lief? Staat op en laat mij er toch binnen. Liefste wonder, eenling zoet! Mij dunkt, dat ik boor uw sten1rne.''

Nr. 15. IK ZEG VAARWEL.

lk zeg vaar'Yel, wij twee, \Vij moeten scheiden! Tot wederztens, zoo wil troost verbeiden · ik laat bij u dat herte mijn, want waar gij zijt, daar zal ik zijn 't zij vreugd of pij n, altoos zal ik u eigen zijn.

~aarweJ, schoon lief, en wilt tnij niet v rg ten, dte eens uws herten gon .... te heeft b z t n' Mijn dienste zal u zijn gere d · In Jle vreugd, in aile le d '

e z I zijn, ' ILII4MJa 1 1 i u eigen zijn.

Page 8: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

'"e~ten\vind le: scheiden gaan I e.

EN WAAIT.

Nr. 16. JVliJN LIEF Tv\OET IK VERLATEN t 'nz.etting \an HPNDRIK HU'\0 NS (Heinrich 1 < m tr. 1 I I i}

l\1ijn I ief m oet i k verlaten, n1oet gaan langs verre straten al in dat vreen1de land;

Groot lced moet 1k nu dr en dat ik aileen ~an la 't;O '

mijn vreugd i n1ij ontnomen, geen troost kan tot n1 ij kon1en, \vaar eenzaan1heid mij bant.

der allerli f t mijn: ach 1 ief wilt nu U\\ s ann en van herte u erbarmen, daar \\ ij ge cheiden zijn.

1\'\ijn troost, ik bliif getrouwe u boven alle vrou\ven, gestadig, vast in eer: nu moet u God be\varen in aile deugden sparen, totdat ik wederl ... eer.

No. 17. VAARWEL, SCHOONE LIEFDE.

Vaarwel, schoone liefde, vaar\vel schoone tijd! U blijft mijn jong herte in trou\ve ge\vijd, in trou\ve in rou\ve, in smarten zoo groot. Vaar\vel, schoone liefde, vaar\vel die-rb're tijd, U \Vii ik vergeven \Vat gij m ij bereidt een lijden zoo groo~ tot in den dood.

VAN TREKKEN EN V AREN.

Nr. 18. IK REB ZE NIET OP DE SCHOLEN GEBRA.CHT.

Ik heb ze niet op de scholen gebracht ik heb ook nimmer over ze gelacht ze mochten niet spelen langs de straten: ik heb ze de \\rilde zee op gestuurd hunnen liefsten vader te zoeken.

Dat eene stierf den bitteren dood, dat ander stierf van honger zoo groot dat derde \vordt gehangen dat vierde bleef op de \Vilde zee dat vij fde Z\verft door de land en.

En toen zij op bet kerkhof k\van1 zij riep den hemelschen \ ader aan en bad in diepen gebede, dat Hij baar "'ilde die zond ''ergeven en ze halen in Zijnen vrede .

Page 9: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

• 1 • , I f I

t1

0 .

J

n

En op di hoogst r_uine al ran die blank dutne tond er n1 ij n zo telief;

zij deed er zoo droevig star~n, haar hartje vo1 zorgen en mtn_, als zi" het scheepken zoo lust1g zag aren

Schoon lief, en wil t niet klagen, dat scheiden heeft er gedrag n zoo menige zeen1 ansbruid: \Vie ove r een jaar wil trou\\ren al s \vakkere roergangersgas t, die moet er nog degelijk weten te houden zijn hart en zij n roer goed vast.

Nr. 20. NAAR OOSTLAND WILLEN WIJ RIJDEN.

Naar Oostland \Villen wij rijden, naar Oostland willen \Vij mee, al over die groene heiden, frisch over die heiden, daar is er een betere stee.

Als wij binnen Oostland komen, al onder dat hooge huis fijn, daar worden wij binnen gelaten, frisch over die heiden : zij heeten ons willekom zij n.

J a v.rillekom moeten ij \vezen zeer \Villekom rnoete \\' ij zijn! Daar zuHen \\1ij avond en m orgen frisch over die heiden nog drinken den koel en \\'ijn.

Wij drinken den \Vijn er u it .... chalen en 't bier ook zoo veel ons be!iefr daar is h et zoo vroolijk te le ren fr isch over die heiden daar woont er mijn zoete lief.

Nr.21. VAN JONG GERRIT EN SCHOON AALTJE.

,Schoon Aaltje, ik moet jouw groeten , wij kiezen morgen zee, en dat wij scheiden moeten, doet mijn jong bert zoo wee. Naar ljsland zullen wij varen, naar Jj stand zullen wij varen, vaarwel, schoon lief, die trouwe draac ik in 't herte mee" .

.Jonc Gerrit•, sprak schoon Aaltje, ,d I er Een, die weet, hoe •t eerste scheiden b arteleed. I r jou lagen,

n ra en:

,Schoon Aaltje, dat God jou loon dat woord van trou\ve min· da.~ heeft van m ij genon1en m tJn droeven Z\\Ulren zin. En wi l dit wei onthouden: eer dat d i ee r te • ude die \vinter"'tornlen kon1 n~ loop ik de haven in .. ''

Die bladen waren e d "' i n t r d i k \\ an A I op di hoog choon A ltje

die torn1 1nd dt gol\ en 111 nl n dcr , Jong rrit

II n, n.

Page 10: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

D '.

we zen, "j zijn!

n morgen,

. . WlJfl.

uit schalen ns belieft, te Ieven,

lief.

loone

, Ben j ij teru gel on1 n al ov r het koel gr· f, h b jij in trou\\ g houd n het \\'OOrd, dat jtj n1ij ~nf? Z o \Vil ik n1et jou t·u t n aan onze blanke kusten · ik zal iou niet v rlatt:n ' al in dat zeeman graf.''

Nr. 22. , WEL IJSLAND", • Duinkerker I.Js1andvaarders-lied.

Wei IJ sland, gij bedroefde kust gij doet er menig herte lijden, ' ~ij maakt de meisjes heel ongerust, 1n de bedroefde zomertijden; omdat hun zoete lief plaisant vijfmaanden lang op zee rnoet Z\verven, ze zijn gevaren naar IJ sland, -de meisje~ zijn al om te sterven.

J u I! (' rt It 1 n 1 de 1

Men ziet ze gaan al lang d traat, tnet h unnc hoofdjes terneer gebogen, en hunne hartjes zwaar gelaan, met de tranen in hunne oogen; met hunne hartjes vol minnepijn, dat tnen ze geerne zou beklagen: de hope \Vil hun trooster zijn en wil zorgen voor hen dragen.

Nr. 23. ,HET DAGET IN HET OOSTEN." ,Het daget in den oosten, , Ligt gt] 1n uws Hefs arm en?

Bij1oo, gij zegt niet waart het Iichtet overal ! Hoe luttel weet mijn liefken, och, waar ik henen zal."

Och waren 't al mijn vrienden, dat mijn vijanden zijn: ik voerde u uit den Iande, m i j n 1 i e f, n1 i j n min n e k i j n.

"Tot \vaar zoudt gij mij voeren, stout ridder Ik Iig in mijns Iiefs armen met grooter waardigheid."

Gaat hen en ter Iinde groene:­versJegen zoo ligt hij daar !"

't Meisken nam haren mantel en zij ging eenen gang al tot der linde groene, daar zij den doode vond .

. ,Och, ligt gij hier verslagen, die mij te troosten placht? Wat hebt gij mij gelaten zoo menigen droeven dag.

Nr. 24. HET WAREN TWEE KONINKSKINDEREN.

Het waren twee koninkskinderen, zij hadden malkander zoo lief; zij konden bijeen ni~t komen, het water was veel te diep.

Wat deed zij? Zij stak op die kaarsen, als 's avonds bet dagelicht zonk: ,Och liefste, zwem t er over!'' Oat deed 's koninks zone, was jonk.

Dit zag daar een oude quene, een al zoo venijn\g vel; zij ging er dat Jicht uitblazen -toen smoorde die jonge held.

,Och visscher", sprak zij ,visscher n1ijns vaders visscherkijn woudt gij er voor mij eens visschen het zal u gelonet zijn !"

Hij smeet zijne netten in t \\7ater de loodekens gingen te grond; hoe haast \vas daar gevisschet 's koninks zone van jaren \\'as jonk.

Zij nam toen haar lief in haar armen en kuste hen1 aan zijnen mond: Och n1ondeken,kondt gij noch prek n

'~oo \vaar mijn ;ong herte gezond !"

Zij hield haar lief in haar armen en sprong er n1et hem in de zee. , Vaarwel", zeide zij, "schoone '' creld, gij ziet er mij nimmermeerl"

Page 11: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

N I 'v'JL TE LAND UITRIJDEN. r. 2 5 · I "'' i. t 1 1 d u it r iJ. d en" Wilt g J e at ' .. ,1 k \Vii te land uitrijden", ~prak hertog Abeloen, sprak n1eester Hillebrant, ,gij vindt er op ~e tnarken ,,die n1ij den \Veg \Vii wijzen, den jongen held ts koen. te Barnen al in dat land. Gij vindt er o~ de tnar.ken . Zij zijn mij onbekend ge,veest .. den jongen H11lebrant. Koor. Eija) zl)o menigen Iangen dag: (Koor: El)a) al kwaamt gij met u twaalven, in drie en dertig jaren van hem wordt gij aangerand." vrou\V Goedele ik niet zag."

Zou hij mij daar aanranden ~et eenen euv'len moed? . Ik doorhouw hem zijnen schtlde, bet doet hem nimmer goe~! Ik doorsla hen1 zijnen schtld .. met eenen schermen slag, (Koor: EtJa) dat hiJ. 't zijne vrouw moeder

. '" een jaar wei klagen mag . .

Nr. 26. IK ZAG MIJNEN HEERE ·VAN VALKENSTEIN.

Ik zag mijnen heere van Valkenstein te zijnen burcht op rijden ; het schild aan den arm kwam hij gereen, bet blanke zwaard aan zijne zijden.

,God zegen u, heere van Valkenstein! Zijt gij des I andes heere? Ei, geef mij weer den gevangen mijn, om aller jonkv'ren eere."

,Den gevangen, dien ik gevangen heb, moest ik mij zuur verwerven; hij ligt in den toren van Valkenstein -daar mag hij eenzaam sterven !"

,,Ligt hij in den toren van _,__Valkenstein, moet zulke .ellende gebeuren? Zoo wil ik onder den toren trouw mijn liefste helpen treuren."

En als zij onder den toren kwatn, hoort zij haar Iiefste daar binnen: ,Mocht ik u helpen, dat ik niet kan dat brengt mij uit mijn zinnen ?" '

,Och, had ik een goed zwaardekijn en eenen schild ter were: ' al met den heere van Valkenstein zou ik nog strijden met eere."

,Och neen, och neen, mijn jonkvrou\v zoet, dat waar mij groote schande! Neemt gij uwen liefste n1aar bij der hand en trek met hem uit den Ianden.'

Als zij ter grooter heide kwam wei luide begon zij te zingen: ,Nu kan ik den heere van Valkenstein met mijne woorden dwingen !'

'r. Z1

r.

Te

Page 12: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

1 ot zoo

\ J ll

n,

n,

N o g d i k \\ i j Is in d n z o n1 1 t iJ d dan \\ ord t d ie dro m \\'Ce groot, dan loop het langs n1ij n ru z o beet a ls dertijd aan de sloot. Dan draai ik mij zoo h astig on1 als \Vaar ik niet all een: doch a lles, \Vat ik v ind, j oh an, dat is - ik sta - en ween.

'

n t on p e lt.

r. 28. TE ANTWERPEN, IN HET ROODE LEEUWEKIJN .

Te Antwerpen, Die tweede, die sprong op, in 't roode Ieeuwekijn, en hief den roe mer op; daar zaten drie gezellen hoe fonkelden zijn oogen bij den koelen wijn. in zijn gebruinden kop: A1 in de roemers schonken ,,Dit drink ik tot gedenken zij t edel druivenbloed: aan u, schoon maagdelijn! zij zongen niet, zij dronken Wie zal er ons nog schenken met eenen zwaren moed. zoo zoet den koelen wijn ?"

Die oudste hief bet glas, daar het gulden nat in was, en deed een diepe teuge, zoo scbielijk en zoo ras: ,Dit breng ik u ter eere, die ons te drinken hood! U minde ik zoo zeere, schoon mondekijn, zoo rood!"

Te Antwerpen,

Die jongste, die daar· stond, die zette aan den mond, den vollen blanken roemer en dronk hem tot den grond: ,Zijt gij n1ij trouw gebleven tot in den stervensnood, zoo schenk ik u mijn Ieven, schoon lief, ook in den dood !"

in bet roode leeuwekijn, daar ligt zoo bleek en stille het jonge dochterkijn; daar Iigt aan hare zijde de jonge ruitersman, . dien zij zoo lang verbetdde, totdat hij wederkwam.

SO LDA TEN LIEDEREN. Nr. 29. ,ONZE LIEVE VROUWE."

Onze Lieve Vrouwe van koude bron, . verleen deh arm en lansknocht een wartn -~on . dat wr niet bevriezen, als in den waard zt)n h n on w~mbui is gebleven al tot een onderp nd.

Page 13: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

Onze Li ve Vrou\ve van koud · 1 ron, v rl~en den arn1 n lansknecht een wa1111e zon: dat ,vij ni t vc:rklt!un1en, als \\dj den boer o~ gar. n, te ruiten en te rooven, dat staat hen1 ganscb nu.; t aan.

Onze Lieve Vrouwe van koude br n, verleen den arn1en lansknecht eene warme zon: dat " rij eenntaal kotnen in he!nelsch rustkwart!er, en ons die droes niet hale al In dat helsche v1er.

Nr. 30. "WAAR IS ER SCHOONER DOOD OP AARD".

Waar is er schooner dood op aard dan in het veld te sterven, voor vaderland, voor heem en haard die vrijheid te verwerven?

Zoo menig jong en vrome held ter ruste werd gedragen, op groene bei in 't vrije veld, wou niet hooren groot weeklagen.

Soldatenkleed is eerekleed, den vaderland getrouwe, gewijd door ·ons Oranje-bloed, Wilhelm us van Nassouwe!

REI- EN DANSLIEDEREN.

Nr. 31. HET DUINKERKER KLOKKESPEL.

Een kalemanden rok, een wit mantlijntje d'r op, en weet je waar dat 'k \veune al in 't Sint Gilles dorp.

Een lijnwaden kazakje. een biezeboomen rok, en zou 'k daarmee niet lachen, de fruitpan op zijn kop.

Nr. 32. MAURITS LANG BEEN.

Maurits Langbeen minde in eere zijn lieve buurmans Griet; zij minde hem \vel zeere, Maar trouwen, dat wou zij niet. ,Waarom wil jij met mij niet trouwen ?" ,Daarom kan ik toch van jou houden !"

,Maurits Langbeen, wil jij komen van avond aan den dans? Men zingt er onder die boomen al om een groenen krans.'' ,En waarom zou ik daar kotnen?' ,Die bruidskroon hangt onder die bootnen !"

Ma'urits Langbeen heeft bekomen, al op den avonddans, dat jawoord onder die boomen en eenen groenen krans.

Page 14: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

r.

r n ou n.

e e en de b au en.

E SCHE TS. ,r. 34. DE

Gi e- pot ie . IJDERSJ RD G.

En toen er .... nijders jaardag toen feestte zij in 't hooi · !oen aten er ~el tachtig Ja ach rnaal acbt en tachtig van een ge akken vlooi.

ie e ·iede 1iet de geiten bok, me.k, mek mek, de snijder. ,

1e daar? Een snijder .. at ;\'il bij? · aald en draad.

Laat de naalden liegen!

En toen er goed gegeten \\·as, toen kregen ze eerst moed; toen dronken er \Vel tachtig, Ja acbtmaal acht en tachtig al uit een vingerhoed. ' Wiede iede\\'iet enz.

~as Toen er genoeg gedron ~en as toen sloeg t hun ·n en kop · !oen dansten er el tacb ig Ja acbtmaal acbt en tachtig, al op een speldeknop.

iede iede~ iet enz.

En toen el~ nu ter ruste ging, knaagd' er 1n huis een rat; ~oen sprongen er wel tachtig Ja acbtrnaal acht en tacbtig, al door het sleutelgat. Wiede\\ iede\viet enz.

KI DERLIED. r. 35. ZA D r\A 1

De bloemekens, zij slapen, al lang in maneschijn, zij knikken met bun kopjes al op bun stengelkijn;

De vogelkens, zij zongen, zoo zoet in zonneschijn; z ij zij n gegaan ter ruste in hunne nestjes klein

zijn bloesems strooit de appelboom in kindjes Ientedroom;

De kreket op den akkergrond, die doet alleen zich tond: sluimer, sluimer,

sluimer, sluimer, slaap in, mijn kindekijn.

slaap in, mijn kindekijn.

De zandman komt geslopen en tuurt door 't vensterkijn, of ergens nog een liefje in 't bedje niet wil zijn; en waar hij nog een kindje vindt, strooit hij bet zand gezwind: sluimer, sluimer, slaap in, mijn kindekijn.

Page 15: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

r. 1 I I J" t n ttin

Nr. 37. LAAP KINDEKE, SLAAP.

Slaap, kindeken, slaap, daar buiten loopt een schaapje, en t draagt al \Vitte voetjes, en t drinkt de melk zoo zoetjes, •t drinkt de melk zijn buikje vol en ~laapt gelijk een mol.

N A,

t t\\

Slaap, kindeken, sJaap, daar buit n loopt een bont ko , bet kindje doet zijn oogje to , slaap, kinkek n slaap, slaap kindeken slaap.

Nr. 38. SLAAP, KINDEKIJNE.

Slaap kindekijne, dire don dijne, dire don dijne, dire don doe. Engelkens komen m et zoete droomen, kindeken doet er de oogkens toe. Moeder zal zorge n, van nacht en morgen, slaap n u en doe er de oogkens toe.

Nr. 39. KLAAS VAAK.

Su, su, Klaas Vaak gaat rond. 't duistert in den avondstond; treedt voor 't kinderbedje weer, strooit de stille korrels neer,

Su, su, Klaas Vaak, gaat rond, zachtkens bid de kindermond: "lieve God, maak Gij mij vroom, dat ik in den hemel koom".

Vouwt zijn handjes 't kindje moe, dekt zijn moederken hem toe; houdteen engel, gansch den nacht aan het bedje trouw de wacht.

VOOR SPEELTUIGEN ALLEEN.

Nr.40. DE DOOD VAN DEN KONING VAN ENGELAND. (\Villem III van Oranje-Nassau, 1702)

r. 41. DE KEIZER. (Dans).

r.42. IN BABILONE. (Hyme)

Page 16: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

GEESTELIJKE LI EDE E •

.. . . . ··· · · ·~ ·~········ ..

KERSTTIJD EN KINDEKE jEZUS.

Nr. 43. DAAl BOVE N 01 DE BERGEN.

Daar b~ven op de bergen, daar s ut s t er de wind d~ar .zit Maria en wiegt haar kind; ZlJ w1 egt het m et haar sn eeuwwitte hand en heeft daarvoor geen wiegeband: slaap, kind eke sJaap, slaap mijn kind.

Nr. 44. IN DULCI IUBILO.

In dulci iu bilo, zinget en wezet vroo: 41 onzer harten wonne leit in presepio; dat lichtet als die zonne in matris gremio. Ergo merito, des zullen aile harten zweven in gaudio.

Nr. 45. ,KOMT ALLEN TEGADER" (Kiodeken-wiegen).

Komt allen tegader, schoon engelkijns, schoon engelkijns, en helpt ons wiegen bet kindekijn, in 't krippekijn; .. en zingt en klinkt voor'tzoetejesuktJn, zingt voor 't kleine J esukijn.

,

Ubi sunt gaudia? Nergens anders waar dat daar die engelen zingen nova tripudia! Men hoort er snaren klinken in regis curia. Eija qualia, zoo zijn die weelden daar; men leeft er boven mate Christi presentia.

Het ligt bier in bet krippe ijn, in 't krippekijn; bet zou er zoo geerne gewle&d 01 zljn, in 't harte mijn: nu zingt en wiegt bet klein wiegt h et kleine J e1u ijn.

Page 17: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

1

Nr. 4 . NU liJtl

Nu zijt \ViiJ ·kon1 ij l .. on1t

hi r al in dit Kyri l i .

1 I I J t

Jl d 11 ' ld

'z If rd n tn1o 't er n van d n Kyrj l i .

Nr. 49. ON I EBOI EN.

On i geboren en kind kijn, nog klaarder dan die zonnc; dat, zal on aller vreugd zij n al tot der engelen wonnc ..

hct 1n

' ZIJ de

' 1

f '() u '

~ IJ r •

Page 18: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

u. Nr. 50. 0 SLUI 'lER, IEFLljK: JE

0 sluin1er lieflijke J ezu stuin1 er lie fl ij k kind· aria

.. ' sJaapt gtJ, zoo rust bet ,, ereldrond Gods vaderoog houdt t' aHer sto d de wacht voor ons. n

stil 1i ren de herder te zien het en bidden

Tr. 51. T \XIIJL 1 T DE

't Wijl in de nachr d~ herders hielden wacht b~J hunne schaapkens al

AGHT.

dte rustten in het dal daar klonk er uit de \\rolken eene stemme zacht Zij sprak hen aan : · "\T erblijdt u al te zaam t I~ breng u thans een goede maar dte \verd verkondigd menig jaar! Een goede maar, "'ordt u opeubaar, die door de propheten voorzeid is menig jaar!

Nr. 52. "UIT OOSTERLANDEN.~

Uit Oosterlanden kwamen met offeranden

let dappere schreden zijn de v. ijzen getreden

'

drie Koningen reize,.-t naar Bethlehem, van vijfhonderd mijlen verre

de sterre die leidde hun \veer tot den stal· daar hebben zij gevonden

door 't verlichten van de sterre: zij kwamen al uit Jerusalem.

in doekjes gevtonden een kind, een koning" een Go \Tan l

Nr. 53. DE KERSTlV\IS-NACHTEGAAL.

Zoet nachtegaal, ont" aak! I \ flieg naar bet kripken klein Ontwaak, gij scboon klein vogelkijn Vlieg been gevederd zu.::terki"n, op groen gebladerd twijgelijn, laat klinken zoet U\\ snavelki'n ontwaak, ontwaak, met spOed! zing nachtegalekijn. Voor 't kindeken Voor t kindeken uitverkoren, vroolijk kwele. thans geboren, lieflijk spele half bevroren, vlerk en kele zing voor 't teeder kindekijn. zing voor t di rbaar Jesukijn.

Nr. 54. DE HEMELPOORT.

En daar, en daar, n dnar n d r,

daar stnat n lind r n • ' aar de hemel open staat n da r, en d r

daar, en daar, da r t at e n lind r n • aar de hemel open staat,

1'1

Page 19: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

rbii aar tn~ t n h 111 lb, nk,

d ar ij d, r staat e n h n1 It nk.

in 1 r n h t ktndc 1 , •

Daarop, daar zit onze Nloed r Maria, daarop daar zit

H c t g .. c ft 11 z g n O\ e1 allc 1aJ d n,

ovez allc Jan en,

onze lloeder JV\aria • over h n1el n aa rdc.

• Nr. 55. VAN JESUS EN JOHANNES.

Lestmaal op eenen zomerschen dag, maar hoort, \vat ik bevalligs zag, van Jesus en sint J anne ken, die speelden met een lammeken, al in dat groen geklaverd land met een papschoteltje in hun hand.

Die witte vette voetjes, die waren bloot, hun lippekens als koraal zoo rood; de zoete vette praterkens, die zaten bij de water kens; bet zonneken dat scheen daar zoo beet, zij deden malkander met melksken bescheed.

D'een troetelde dat lammeken zijn hoofd, en d'ander kittelde het onder zijn poot; het lammeken ging springen, en J anne ken ging zingen, en huppelde en trippelde door de wei, en dez,e krollebollekens die dansten aile bei.

Johannes zijn klein neefken nam en zette hem hoven op dat lam: "schoon manneken, gij moet rijen, ik zal u t'huis gaan lei en: want moederken, die zal zijn in pijn, waar dat wij zoo lang gebleven zijn".

De moeder die maakte op staanden voet van suiker en melk een pappeken zoet; daar aten de twee babbaartjens, daar aten de twee slabbaartjens, en waren zoo vroolijk en zoo blij, geen koninksbanket en beeft er bij.

Na tafel zoo dankten zij onzen Heer en vielen beid' op hunne kniekens deer· Maria gaf een kruiseken, ' daat toe een suikerhuizeken, en zong hen stillekens in den slaap -en naar bet stalleken ging bet schaap.

Page 20: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

LUDEN LI-. N. Nr. 5 . HET ROODJ OR TJ • gedicht \an L M r

• U~CHT ' tonnzctting v n I 111 r Ml A H .

De Heiland hing aan h t -rui te VeJ·bJo den gevJucht door d ZiJ. nen bel ad h AU . .. ' en n et oon. ee? een kleme vogel had deerni en WJekte neer op zijn doornenkroon.

~?geltje lie.~, met uw schamei g veerte, g!~ ~omt m11 tot Ioven en jubelen pramen, g!~ het u geleiden door teedere liefde, g1J kwaamt ~e snoode wereld beschamen!

Het ':oge_ltje poogde de puntige doornen voorz1chtJg te rukken uit Iokken en vleesch · bet wrong zoo vlijtig met pootjes en snavei en piepte bij wijlen zoo bang en heesch. Vogeltje lief, enz.

Het vogeltje streelde de gapende wonden en droogde bet bloed met zijn donzige borst; maar zag, dat geen doren, eilaas, wou wijken en vlerkte weg, verlamd en bemorst.

Vogeltje lief, met uw schamel geveerte, gij kwaamt de snoode wereld beschamen: ik jon u bet pakje rozige pluimpjes, die God op den boezem u liet. Amen!

Nr. 57. MARIA DOOR HET DOORNWOUD GING.

Maria door bet doornbosch ging, Kyrie eleison! . Maria door bet doornbosch gtng, dat zeven jaar geen looverkens droeg. J ezus en Maria!

Wat droeg Maria onder haar hart? Kyrie eleison! ?

Wat droeg Maria onder haar hart. Een klein kindeken zonder smart, droeg zij onder haar hart.

Toen hebben de doornen rozen gedragen,

Kyrie eleison ld doornen rozen gedragen Toen hebben e r de wereld werd ge-toen dat kindeken doo-d gedragen. [ dragen, --n dat kindeken wer

OMO oonzet door M

zi mij cbuld er

t rven.

QHL N 00.

n n

Page 21: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

N 10. , '. V 1\ N I II • Jll 1 J < ) M r < , H f) ( fl

II lj

Nr.UO. ,,WA'I Zb'f'l EN ZL )NZI;N lJI~VbN 1iELH."

nz n Ji v n llccr op ziju lonfd ?

t roo1.

r in zijn h. nd?

n dnt waH sch nd. ,

zijn h rt?

111 rt.

VAN TERVEN EN DOOD.

Nr.61. AVE~ MARIA.

Ave Maria, roo zonder doorn van uwigheid v rkor n; g d nk uw kind , dat gij g boor'n, laat mij niet zijn verlor n.

Av Maria, door Je gij zaagt zijn bloed help dat ik cet de al in mijn tervens

Ave Maria, zend tot mij uw engel hoog verheven, die mij aan zijne hand gel i al in dat e uwig Ieven.

dood n wonde; levcn brood,

ton de.

Page 22: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

• Ul

• •• I ZlJD

DE z

00

t r t I ,

I

monnik hi r d 1 op n d n · 1 hij t I n.

bt

Ian

Page 23: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

11 tlll.

d ru i en t,

N r. . 1 Zi1 drag 1 hlink nd ..

r d

. 7. VAN AM 11.A f II.

n 1 'll" 1 r c h t ,

d

ng n J n~!

. J ar beet

A t

ont

en

(

z

Page 24: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

. 5. r n

n a n e ,.. ee

e led n i en orde.

Ar. eg en

et

• . ..

. I

n li oor e r n en o r

iddel n.

tr ch it o I

Page 25: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

• •

n em i d n n m r en v t in d n l nd bon .

vo1 n gebeeten eem I chap . on r be t t uit ten min te vijf per onen.

rt. De bo d raad wordt om de ijf · edin ekozen · de rootmee te o t om de

aroote geding ekozen en kan bij herkiezin ekozen. e verkiezing nadere m n t llin

der be to en " rden bij hui houdelijke re eJi t. 10 De OOI itte van den bo d ra d

ereeniging in en bniten recbte. r . 1 . Aan den bondsra d wor t een

oegevoegd, gehe ten de , roote ra d" en be t twaalf per onen. De voorzi ter van den ond r 1 t n van den gmoten ra.ad. e uitnoodigio n en benoem·n n l·dmaa ... chap van den grooten r ad e chie end or het op voordracht van den bond raad.

Art. 12. Aile lichamen arin de ve eni in · i gadereo elk ten min e eenmaal jaar .

r . 13. Ter verkrij in aan bij bet Heem al ch p Bond raad.

Led n.

rt 14. Aan de bev ti i n jaar vooraf.

rt. 15. Ret II em 1 lap b en over bevestigin cbor in n n t t i o o onwra d en hoog t ber p

--- nader bij hoi houdelijk r

..

Page 26: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

er, nit-

... n.

arren 0

ote bet den

a am ste

tter het • ng

ver-

• t. 1 .. • ID en n

J) temminrr 1 d it bra ht stem e , t nzij ·

~ I tb p i •

. Art. 1 y. 0 nderwerp~n, ri n b\j ze bon IS voorz1en,. ktt nne bg huishood lijl,.. r g :.Ji , niLIL· lLII.·~ gesteld. De mboud v n deze hui houd lijk r gelin zijn met de bondswet~

Art. 1 . Naae e bepa1ingen omtrent inr1chting n we vereeniging worden door het groote geding va ·tge t ld houdelijke regelin .

Art. 19. De huishoudelijke regeling mag niet trij · z··n met de bondswet.

Art. 20. Gouwrade en Heemalen kunnen buisl1ondelijke re · Iingen. vaststellen elk voor hunnen kring.

Art. 2 . Deze l1uisboudelijke regeiingen mogen niet str·· en met de huisl1oudelijke regeling van den bond, noch met de bond et. Zij beboeven de goedkeuring van den bondsraad, onder beroep op den grooten raad.

Art. 22. Wijzigingen in de bondswet en in de huisboudelij1 e regeling gescl1ieden door het Groote Geding. Wijzigingen in de bondswet vereischen ten minste twee derden der geldig uitgebrach~e stemmen Wijzigingen in de bondswet treden · er in z o ra de koninklijke goedl{euring daarop is verkregen.

Art. 23. OntbindiYJg der v.ereeniging kan slechts geschieden door bet groote geding, wanneer drie vierden de aanwezige leden daartoe beslniten.

Art. 24. Het groote geding beschikt tevens dan over l1et bond -bezit en benoemt twee of meer personen ter vereffening da r n overeenkomstig deze beschikking behoudens inachtneming v n het bepaslde bij art. 1702 B. W.

Art. 25. Deze bondswet treedt in werking, zoodra daarop de koninklijke goedkeuring is verkregen.

( Volgen de O'l~derteeken ·ng 'I.)

Goedge~eurd bij koninklijk besluit van den 8 Juli 1920 n°. ~ •

Mij bekend

De Minister va1~ Jrt r·t. N a mens den ~1ini t r

De Secretaris- Getlera V N BLo

1

n

n

Page 27: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

, •. nor opgnvc von her· lilintant·st'hUI' nil.; t•;tlrll l) i e t s l ' h c l~ r(\ k v 0 g 1~\ l s f!:l' n l\ v t~ ~ n l ' 11 l h: h vi g l ' u h de llorhiskdnse/,ltii {if'r" l>ielscllc 1~rt'ktJO!!t'l

'H·e t l.idn1antschap bedr~nagt O,SO tnt R ·<,ld.

I

k i c zing. Ben c den d en ll' L~ ft i j d v a n v 1 p . u c n J u a r · h u 11 n t: 1 1 H c c n 1 opgenon1en. Bt."'R~unstip,t.'tS dragen 15 GJd. pl~l' jnaT bij .: tl; ~·l' U

.,,ijftig guld·en in eens \Vordt n1en bcgunsti~t!f' vocu· llt:l u .. ~v~n. \:rrij~e bijdragen \\'Orden in elkcn on1vang dankbaur aanvaard. l\~~en gelieve geldzendingen aan onlcn S·chatnlccstcr, den hc.cr J. van S\vijndregt, Bnarn, Dal\veg l, of rc·chtstrcel\:S nan on Baarn. Nr. 28509, Landsbond der Dietsche ~rrckvogcls te richten. AHe verdere inJichtingen \vorden door onze Bondskanselarij verst'l''

a:.

VERDERE MED·EDEELINGEN

t.

De rondreis van het ,,Eerste Speelliedengilde'' door ons land ·\vordt h·et gansch jaar voortgezet. Aanvr:gen tot het .bezoeken .zelfs der kleinste plaatsen kunnen \\'Orden gericht tot de Bondskanselarij voorno·en1d, Leiden, HaarJ. en1n1er\v~e

~~~ * ~~.

Van\vege den .Landsbond zullen reeds dezen \Vinter leergang·en in h·et ]u·itspe·l op de dubbelkorige luit) \\'Orden ingericht, zoo\vel enkele bizondere lessen als

gemeetlschappelijk groepenonderwijs. lnlichtingen verstrekt de Bondskanselarij.. Bestellingen voor dubbelkorige Iuiten gelieve n1en rechtstreeks t~e richte:n aan den luitmak~er van den Landsbond de~ Dietsche Trekvogels, d~en beer Ernst Heinrich Roth te Markneukirchen (Saksen) in Duitschland.. L~ed ~en, die het voile bedrag van lidtnaatschap betalen, geni·eten prijsve:rlaging.

;!; ~: ~:c

Dezen winter zal v.an wege den Landsbond bet eigen tijdsc.h.rlft: .,,De Dl~~etsc.h. Trekvoget" worden uitg.egeven. Het verschijnt n1aandelijks, on1vat 111'instens 32 bladzijden, verder kunstbijlagen in kleuren- of Z\vart-wit-druk· ~en toonkuns~t­bijlagen, volks- en buismuziek voor zang, luit en and~re snarenspeeltui,gen. De prijs voor den jaargang bedraagt voor leden van den Landsbond 15 ~Glq., voor ntet-leden 17.50 Gld.

* * *

en Landsbond zullen reeds dit jaar dric bundels v.an het Luitzanger'' in het Iicht word·en g~eg~even. D

agt voor Jed en 1,50 G I d., voor nict-leden 2, - G ld., beperkt aantal op Oud-Hollands~ch pnpit~r nlct

edrukt: prijs voor I eden 2,50 GJd .. , ,~oor nh!t-

oor ti rr1cht.

lkorigc ~luit worden

Page 28: Dietsche Trekvogels. Spelwijzer en Tekstboek

'Vrij ~en frank als ·e.en vogel .in veld ~en Iucht,

trou·w aan bet nest, aan heem ~en -honk,

derland .en volkstam, waar het ook ·zij -

TRE'KVOGELHEIL!