Diabetesbehandeling wordt persoonsgerichter

1
4 mednet 02I2014 Richtlijn voor cardiovasculair risico bij vrouwen A ngela Maas, hoogleraar Cardiologie in het Rad- boudumc zegt dit in reactie op de publicatie van een Amerikaanse vrouwspecifieke richtlijn voor de preven- tie van een beroerte. “In Nederland lopen wij mondiaal voorop om vanuit de optiek van de gynaecologie naar de toekomst te kijken”, licht Maas toe. Want ook wordt op Nederlands initiatief een Europees consensusdocument van cardiologen en gynaecologen uit 2007 herschreven. Beide richtlijnen omvatten cardiovasculaire risico’s door hyperten- sieve stoornissen, prematuur ovarieel syndroom, cyclische stoornissen, recidiverende miskramen en het polycysteusovariumsyndroom. In de oude preventierichtlijnen wordt het man-zijn expliciet als risicofactor voor hartvaatziekten genoemd. “Daarmee blijft de perceptie hangen dat vrouwen weinig risico lopen”, zegt Maas. Inmiddels is wel duidelijk dat ook vrouwen na de menopauze vaker cardiovasculaire aandoeningen krijgen en dat het cardiovasculair risico voor zowel mannen als vrouwen mede door geslachtshormonen wordt beïnvloed. “De grote hormonale verschillen maken het noodzakelijk om gender- specifieke richtlijnen te maken”, stelt Maas. In de jongste NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanage- ment is voor het eerst hypertensie in de zwangerschap als risicofactor opgenomen. Nadere specificatie en welke conse- quenties het heeft, mist nog. “We weten nu dat we er wel op moeten letten, maar nog niet precies hoe.” Veel is ook nog niet bekend. “Hoe zwaar wegen vrouwspecifieke risicofacto- ren zoals pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie ten opzichte van een verhoogd cholesterol? Wat gebeurt er in de tijd tussen de zwangerschap en het optreden van cardiovas- culaire aandoeningen? We weten daardoor nog niet goed wanneer ingrijpen nodig is.” Eind dit jaar publiceren het NHG, de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en de Nederlandse Internisten Vereniging een specifieke preventierichtlijn voor vrouwen. Daarin wordt gefocust op gynaecologische en obstetrische aandoeningen. Volgens adjunct-directeur Dries Hettinga van het Diabetes Fonds moet de diabeteszorg steeds per- soonlijker worden, omdat nu lang niet iedereen de optimale behan- deling krijgt. Hettinga: “Nu kijken we erg naar gemiddelden, maar dan komen we niet zo snel verder dan wanneer we kijken naar patiënten die heel goed reageren op bepaalde behandelingen en patiënten die er slecht op reage- ren.” De sleutel tot de oplossing hiervoor is een database die gezondheidsgegevens van patiën- ten koppelt aan bio-informatie. Henk-Jan Aanstoot, kinderarts- diabetoloog en voorzitter van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Diabetes Fonds: “Het is heel simpel. Zonder kennis kun- nen we niet behandelen of gene- zen. Het ontbreekt ons enorm aan kennis over kinderen en volwas- senen met diabetes type 1 en dat terwijl de dagelijkse impact van de ziekte enorm is, zeker voor kinderen en hun ouders. Dat moet dringend verbeteren en dat begint bij de registratie.” Er komt ook een website waar de patiënt of andere belangstellende zich kan aanmelden om op de hoogte te blijven. Op deze site komt doorlopend nieuws over diabetes type 1 en nieuwe bevin- dingen die voortvloeien uit de database. Ook kunnen diabetici en ouders met elkaar in gesprek en ervaringen uitwisselen. DIABETES Diabetesbehandeling wordt persoonsgerichter Het Diabetes Fonds gaat een registratiesysteem en een biobank opzet- ten voor mensen met diabetes type 1. In de biobank komen anonieme gegevens van iedereen met diabetes type 1. Bij alle gevallen wordt beschreven welke behandeling beter aanslaat. hart en vaten FOtO DMItry LObANOV

Transcript of Diabetesbehandeling wordt persoonsgerichter

Page 1: Diabetesbehandeling wordt persoonsgerichter

4    mednet 02I2014

Richtlijn voor cardiovasculair risico bij vrouwen

Angela Maas, hoogleraar Cardiologie in het Rad-boudumc zegt dit in reactie op de publicatie van een Amerikaanse vrouwspecifieke richtlijn voor de preven-

tie van een beroerte. “In Nederland lopen wij mondiaal voorop om vanuit de optiek van de gynaecologie naar de toekomst te kijken”, licht Maas toe. Want ook wordt op Nederlands initiatief een Europees consensusdocument van cardiologen en gynaecologen uit 2007 herschreven. Beide richtlijnen omvatten cardiovasculaire risico’s door hyperten-sieve stoornissen, prematuur ovarieel syndroom, cyclische stoornissen, recidiverende miskramen en het polycysteusovarium syndroom.In de oude preventierichtlijnen wordt het man-zijn expliciet als risicofactor voor hartvaatziekten genoemd. “Daarmee blijft de perceptie hangen dat vrouwen weinig risico lopen”, zegt Maas. Inmiddels is wel duidelijk dat ook vrouwen na de

menopauze vaker cardiovasculaire aandoeningen krijgen en dat het cardiovasculair risico voor zowel mannen als vrouwen mede door geslachtshormonen wordt beïnvloed. “De grote hormonale verschillen maken het noodzakelijk om gender-specifieke richtlijnen te maken”, stelt Maas.In de jongste NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanage-ment is voor het eerst hypertensie in de zwangerschap als risicofactor opgenomen. Nadere specificatie en welke conse-quenties het heeft, mist nog. “We weten nu dat we er wel op moeten letten, maar nog niet precies hoe.” Veel is ook nog niet bekend. “Hoe zwaar wegen vrouwspecifieke risicofacto-ren zoals pre-eclampsie en zwangerschapshypertensie ten opzichte van een verhoogd cholesterol? Wat gebeurt er in de tijd tussen de zwangerschap en het optreden van cardiovas-culaire aandoeningen? We weten daardoor nog niet goed wanneer ingrijpen nodig is.”

Eind dit jaar publiceren het NHG, de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie en de Nederlandse Internisten Vereniging een specifieke preventierichtlijn voor vrouwen. Daarin

wordt gefocust op gynaecologische en obstetrische aandoeningen.

Volgens adjunct-directeur Dries Hettinga van het Diabetes Fonds moet de diabeteszorg steeds per-soonlijker worden, omdat nu lang niet iedereen de optimale behan-deling krijgt. Hettinga: “Nu kijken we erg naar gemiddelden, maar

dan komen we niet zo snel verder dan wanneer we kijken naar patiënten die heel goed reageren op bepaalde behandelingen en patiënten die er slecht op reage-ren.” De sleutel tot de oplossing hiervoor is een database die

gezondheidsgegevens van patiën-ten koppelt aan bio-informatie. Henk-Jan Aanstoot, kinderarts-diabetoloog en voorzitter van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Diabetes Fonds: “Het is heel simpel. Zonder kennis kun-nen we niet behandelen of gene-zen. Het ontbreekt ons enorm aan

kennis over kinderen en volwas-senen met diabetes type 1 en dat terwijl de dagelijkse impact van de ziekte enorm is, zeker voor kinderen en hun ouders. Dat moet dringend verbeteren en dat begint bij de registratie.”Er komt ook een website waar de patiënt of andere belangstellende zich kan aanmelden om op de hoogte te blijven. Op deze site komt doorlopend nieuws over diabetes type 1 en nieuwe bevin-dingen die voortvloeien uit de database. Ook kunnen diabetici en ouders met elkaar in gesprek en ervaringen uitwisselen.

Diabetes

Diabetesbehandeling wordt persoonsgerichterHet Diabetes Fonds gaat een registratiesysteem en een biobank opzet-ten voor mensen met diabetes type 1. In de biobank komen anonieme gegevens van iedereen met diabetes type 1. Bij alle gevallen wordt beschreven welke behandeling beter aanslaat.

hart en vaten

FOtO

DM

Itry

LO

bAN

OV