Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is...

5
Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het drielandenpunt waar ze volop de toeristische kaart trekken : kraampjes, drinkmogelijkheden, restaurants en Boeddha’s. Ik heb daar de voor mij meest creatieve offerblok (donation box) ooit gezien. Op een hoogte van een 6-tal meter (met trappen gemakkelijk bereikbaar) staan 2 leeuwen met opengesperde muil opgesteld. Het is de bedoeling om daar munten in te werpen die dan in een trechter onder iedere leeuw terecht komen om vervolgens via een 10-tal meterslange gleuf luid rinkelend over de hoofden van iedereen te verdwijnen in de dikke buik van een lachend Boeddhabeeld. Ongelooflijk maar toch aanstekelijk, zelfs ik heb “geofferd”! Daarna was er een boottocht ter hoogte van het, in de Mekong gelegen, drielandenpunt. Wij kunnen dus stellen dat wij, zij het eventjes, ook in Myanmar en Laos geweest zijn (gevaren hebben). Opvallend waren ook de grote «casino»hotels in Myanmar én Laos. In Thailand mag immers niet gegokt worden dus even de grens overvaren en … . Na het bezoek aan het opiummuseum werden we ’s middags op een soort primitief, met een «grasmaaier»motor aangedreven voertuig tegen voluit 25 (!) km per uur naar een kunstenaarskolonie gevoerd waar wij, aangenaam in de schaduw, van een eenvoudige maar lekkere maaltijd genoten hebben.

Transcript of Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is...

Page 1: Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het drielandenpunt waar

Deel 3

12

Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het

drielandenpunt waar ze volop de toeristische kaart trekken : kraampjes, drinkmogelijkheden,

restaurants en Boeddha’s. Ik heb daar de voor mij meest creatieve offerblok (donation box)

ooit gezien. Op een hoogte van een 6-tal meter (met trappen gemakkelijk bereikbaar) staan 2

leeuwen met opengesperde muil opgesteld. Het is de bedoeling om daar munten in te werpen

die dan in een trechter onder iedere leeuw terecht komen om vervolgens via een 10-tal

meterslange gleuf luid rinkelend over de hoofden van iedereen te verdwijnen in de dikke buik

van een lachend Boeddhabeeld. Ongelooflijk maar toch aanstekelijk, zelfs ik heb “geofferd”!

Daarna was er een boottocht ter hoogte van het, in de Mekong gelegen, drielandenpunt. Wij

kunnen dus stellen dat wij, zij het eventjes, ook in Myanmar en Laos geweest zijn (gevaren

hebben). Opvallend waren ook de grote «casino»hotels in Myanmar én Laos. In Thailand mag

immers niet gegokt worden dus even de grens overvaren en … .

Na het bezoek aan het opiummuseum werden we ’s middags op een soort primitief, met een

«grasmaaier»motor aangedreven voertuig tegen voluit 25 (!) km per uur naar een

kunstenaarskolonie gevoerd waar wij, aangenaam in de schaduw, van een eenvoudige maar

lekkere maaltijd genoten hebben.

Page 2: Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het drielandenpunt waar

Deel 3

13

De kleurrijk geklede

kinderen van een

nabijgelegen Akha-dorp

kwamen hun zelfgemaakte

(inge-kleurde?) tekeningen

en toeristische spulletjes

verkopen en hebben goede

zaken gedaan. De ouderen

hadden het slim begrepen

dat kinderharten de

portefeuilles van de

toeristen sneller openen!

Op de 12de dag stond het bezoek aan Chiang Mai (ook een voormalige hoofdstad geweest) op

het programma maar eerst waren we gestart met het bezoek aan de Wat Phra That Doi

Suthep. Deze tempel ligt vlakbij de top van de 1.601 meter hoge Doi Suthep berg en zou een

prachtig panorama over de stad en bossen van het nationale park bieden. Zou want de eerste

mist die we in Thailand zien is spelbreker. De tempel zelf is een van de meest vereerde

boeddhistische heiligdommen en dat is te merken aan de vele souvenirwinkels en eetkramen

aan de voet van de 304 treden tellende trap naar de ingang. Wij deden het wat rustiger aan

en namen een soort kabelbaan. De tempel dateert van de 14de-eeuw en heeft 5 gouden

Boeddhabeelden in de hoofd-wihan (gebedsruimte), een mooie vergulde centrale chedi. Ook

de muurschilderingen met de afbeeldingen van scenes uit Boeddha’s leven in de kloostergang

vallen op. Bij het verlaten van het tempelcomplex hebben we wél de trap genomen en,

geflankeerd door indrukwekkende keramieken naga’s, de 304 treden terug naar ons “aards

bestaan” afgelegd.

Chiang Mai is bekend voor zijn ambachtelijke producten dus stonden verscheidene bezoeken

op het programma: goudsmederij en bewerking van edelstenen, zijdeproductie, lakwerk,

teakhoutbewerking, maken en beschilderen van parasols, orchideeënkwekerij. Telkens werd

het productieproces aanschouwelijk voorgesteld en waren er koopgelegenheden. Chiang Mai

is echter ook beroemd voor zijn uitgestrekte avondmarkt (sterk afdingen was het codewoord!)

en lag die nu toevallig op 100 m van het hotel … .

Page 3: Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het drielandenpunt waar

Deel 3

14

’s Avonds was er geen bezoek

aan een restaurant maar wel aan

de Baan Hongnual Cookery

School waar we, onder

begeleiding, zelf onze soep,

hoofdschotel en dessert mochten

klaarmaken én opeten! Wij

hebben het “overleefd” … want

het eten was, ondanks een zeker

wantrouwen, toch lekker en de

sfeer bij momenten soms

hilarisch!

Totaal verschillend was het programma van de volgende dag toen we naar Chiang Do reden.

Midden in een mooie natuur startte het bezoek met een ritje op een door 2 zeboes (runderen

met een grote bult achter de nek) getrokken kar. Op een zandige ondergrond is het oké maar

wanneer er putten en/of bulten zijn wordt het minder comfortabel en wordt je van links naar

rechts geslingerd. Met een demonstratie in het trainingscentrum met olifanten konden we ons

een idee geven wat deze olifanten geleerd wordt: voortslepen, dragen en stapelen van

boomstammen. Maar ook voor de toeristen: kunstjes uitvoeren en schilderijen maken.

De memorabele rit op een olifant zullen weinigen onder ons vergeten! Met 2 in een mand op

de rug van een olifant gezeten vertrokken we voor een wandeling van ongeveer een uur:

waden door de Pingrivier, even pauzeren voor een foto, de rivier oversteken en daarna op een

smal pad de steile heuvel op om na een tocht door het bos terug naar beneden te komen,

opnieuw door de rivier te waden om dan te eindigen in het trainingskamp. Een belevenis!

Rustiger maar aangenaam genieten was de tocht met bamboevlotten op de rivier te midden

van de subtropische vegetatie.

Page 4: Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het drielandenpunt waar

Deel 3

15

Onderweg naar Kamphaeng Phet was er een kort bezoek aan het Fae Elephant Hospital waar

zieke en zwaargewonde olifanten verzorgd worden. Zo verblijft er al meer dan 10 jaar een

olifant die bij het opruimen van landmijnen in Cambodja zijn rechtervoorpoot verloor en nu met

een prothese door het leven moet. Olifantenkuddes werden door het bos gejaagd om zo de

mijnen te laten ontploffen met catastrofale gevolgen voor de dieren! Verder stonden er 3

tempels op het programma: de door de gids extra toegevoegde Wat Cam Devi met een

merkwaardige chedi omdat er aan elke zijde van de piramidetoren 15 nissen met

Boeddhabeelden zijn. De Wat Hariphunchai uit de 9de-eeuw die de hoofdtempel van Lamphun

is en één van de 3 mooiste tempels uit het Noorden en de Wat Phra That Lampang Luang. De

hoofdingang van deze, op een

verhoging gelegen tempel is prachtig.

In de enorme, prachtig gedecoreerde

hoofd-wihan (gebedsruimte) uit de

15de-eeuw staan 5 grote, zittende

Gouden Boeddha’s. Ook de kolossale

hoofd-chedi, waarbinnen een haar van

Boeddha zou bewaard worden, maakt

indruk. Daarnaast staat er ook een

enorm brede meditatieboom

waartegen tientallen en tientallen

symbolische ondersteuningspalen

staan. Gelovigen brengen offergaven

(geld, bloemen, eten,…) soms voor de

tempel, soms voor de monniken, soms

voor de boom waaronder gemediteerd

wordt. De ondersteuningspalen zijn

het zichtbare teken van zo’n offergave.

Op de 15de en dus voorlaatste dag reden we nog altijd zuidwaarts richting Bangkok via Lopburi

de zomerhoofdstad van koning Naraï. Na een kort bezoek aan het gedeeltelijk gerestaureerd

paleis volgde een wandeling rond de Prang Sam Yod-tempel. De oorspronkelijk hindoeïstische

Khmertempel met 3 grote kolfvormige

prangs (torenspitsen die meestal

rijkelijk versierd/besneden zijn) was

nu de thuis van tientallen en tientallen

agressieve Makaken (apen) die alles

stelen wat mogelijk is. In de omgeving

zijn verscheidene huizen verlaten

omdat de apen een echte plaag

vormen. Onze Thaise gids had zelfs

2 lokale mensen met katapulten

ingehuurd om de apen van ons weg

te houden! Toch krijgen de apen daar

eten opdat ze daar ter plaatse zouden

blijven en de omgeving/stad niet

onveilig zouden maken.

Page 5: Deel 3 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het ...Deel 3 12 Dat de Thai graag zaken doen is te merken in het plaatsje Chiang Sean aan hun kant van het drielandenpunt waar

Deel 3

16

In de laatste tempel van de dag, de Phra Phutthabat, zou er een voetafdruk (geschatte lengte:

minstens 1 meter!) van Boeddha bewaard zijn maar om deze te herkennen is een flinke dosis

creativiteit aanbevolen. Kort daarna kwam Bangkok (en de verkeersopstroppingen) in het

vizier.

En nog was het niet gedaan. ’s Avonds was er een travestietenshow voor wie interesse (en

nog voldoende energie) had.

De volgende morgen was er nog een laatste tempel te bezoeken: de Wat Benjamabophut of

de marmeren tempel. In deze tempel was een duidelijke vermenging te zien van de Thaise

tempelstijl met westerse elementen (op de gotiek geïnspireerde ramen, marmeren

mozaïekvloeren, …). De muren leken behangen maar waren minuscuul met de hand

beschilderd.

Daarna volgde nog een pareltje: het voormalig domein van Jim Thompson. Deze man slaagde

erin om, midden vorige eeuw, de Thaise zijde-industrie nieuw leven in te blazen en verzamelde

daarnaast heel wat mooie antiekstukken. Helaas verdween hij, tijdens een wandeling, op

mysterieuze wijze in 1967 waarna de Thaise overheid in 1976, in overeenstemming met zijn

testament, zijn nalatenschap in een foundation inbracht die op haar beurt zijn woning met het

domein omvormde tot een museum. Als een oase midden in de stad gelegen was dit bezoek

een verademing. Rondgeleid worden in groepjes van een 15-tal personen in de 6 teakhouten,

één geheel vormende huizen die met antiek en kunstwerken gevuld zijn. En dit alles gelegen

in een weelderige, exotische tuin naast een khlong (kanaal). Een juweeltje.

Na een vrije namiddag voor een laatste shopping volgde het afscheidsdiner op het terras van

het Ramadahotel ***** aan de oever van de Chao Praya. Lekker eten bij een temperatuurtje van

25°, met zicht op de verlichte, op- en afvarende boten en met de Bangkokse skyline op de

achtergrond … ik vond het prachtig en stijlvol.

Een laatste maal de bus op richting luchthaven Suvarnabhumi, de nodige incheckformaliteiten,

instappen en na een rustige vlucht van 12u op Brussels National Airport landen om 7u15 met

een buitentemperatuur van 3°. Brrrr …

Goedemorgen Brussel Sawaddie Brạs̄sels̄̄̒ krab

Nabeschouwing: volgens onze Thaise gids Bou Bou hebben wij zo’n 3.950 km afgelegd (en

dat werd gevoeld). Een lange reis maar wel met een zeer comfortabele bus, door een

wisselend landschap met een prachtige subtropische natuur, met ruïnes die op de

Werelderfgoedlijst van de Unesco voorkomen, met tal van tempels in verschillende stijlen

waarbij de een al prachtiger en indrukwekkender was dan de andere, met steeds vriendelijke

Thai, goede hotels, lekker eten, toffe medereizigers… kortom een fantastische reis!

Mijn oprechte dank aan onze onvermoeibare, enthousiaste Thaise gids Bou Bou, aan onze

Ictam-begeleider Herwig Van De Velde die zowel door de Nederlandstaligen als door de

Franstaligen gewaardeerd werd voor zijn vertalingen naar het Nederlands, voor onze

begeleidsters Linda De Pauw en Claudette De Cleyn die deze “once in my lifetime”reis mogelijk

maakten. Ik heb ervan genoten.

Dank U wel! Ghop khun krab! (ดว้ยความยนิด ีครบั!)