DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN...

76
DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh Studentennummer: 01104405 Promotor: Dr. Pieter Van Dessel Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de Klinische Psychologie Academiejaar: 2017 - 2018

Transcript of DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN...

Page 1: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945

Irene De Hertogh Studentennummer: 01104405 Promotor: Dr. Pieter Van Dessel Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de Klinische Psychologie Academiejaar: 2017 - 2018

Page 2: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

Page 3: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

Woord vooraf

In de zomer van 2011 besloot ik Psychologie te gaan studeren aan de

Universiteit van Gent, niet de meest voor de hand liggende keuze maar dat schrikte me

niet af. Gaandeweg wist ik een effectieve studiemethode te hanteren en groeide mijn

interesse in de psychologie steeds meer. Deze interesses wisten zich doorheen de jaren

in de meest uiteenlopende domeinen te vestigen, van o.a. onco-psychologie tot

systeemtherapie en gezondheidspsychologie. Intussen sta ik bijna aan het einde van

mijn academische carrière en blik ik terug met een voldaan gevoel. Er restte me enkel

nog het schrijven van deze masterproef. Deze uitdagende opdracht, heeft enerzijds mijn

interesses weten te prikkelen doorheen de laatste 2 jaren van mijn opleiding maar

anderzijds ben ik mezelf ook enkele keren tegengekomen tijdens dit proces. Ik wil dan

ook graag stilstaan bij de personen die me hebben geholpen en gesteund tijdens het

schrijven van deze masterproef want deze personen hebben stuk voor stuk bijgedragen

tot de realisatie ervan.

Eerst en vooral wil ik mijn promotor, Pieter Van Dessel, bedanken voor de fijne

begeleiding. Je bood me enerzijds voldoende zelfstandigheid en anderzijds reikte je me

de juiste handvaten en bruikbare feedback aan om deze masterproef tot een goed einde

te brengen. Hartelijk dank voor de leerrijke ervaring!

Evenzeer wil ik mijn ouders bedanken voor de kansen die zij me bieden maar

ook voor hun onvoorwaardelijk vertrouwen in mijn capaciteiten. Mijn mama die

dusdanig met me meeleeft dat ze mijn stress soms overneemt. Mijn papa die de

ondraaglijkheden van het bestaan beter dan eender wie kan verlichten met zijn humor.

Mijn broer wens ik ook uitdrukkelijk te bedanken, wanneer informatica mijn petje te

boven ging en de computer een eigen wil leek te krijgen wist jij deze te temmen. Tevens

wens ik mijn grootouders te bedanken voor hun bemoedigende woorden, hun eeuwige

optimisme en steunende berichten wanneer ik ze het minst verwachtte. Mijn vriend, die

me opving in stressvolle momenten en die me wist te temperen met een stevige dosis

relativering, ben ik tevens immens dankbaar.

Ik ben ook Elke erkentelijk voor het luisterend oor, Laura voor de broodnodige

koffiepauzes en Lien voor de inzichten wanneer ik door de bomen het bos niet meer

zag. Tot slot dank ik Marc, Mark, Bart en Aaike voor hun medewerking, dankzij jullie

werd deze scriptie een persoonlijk werkstuk.

Page 4: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

Genot gaat pas van start wanneer de worm in de vrucht is terechtgekomen.

Om overheerlijk te worden, moet geluk besmet zijn met vergif.

Georges Bataille

Page 5: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

Abstract Wereldwijd tracht men met anti-rookboodschappen rokers te overtuigen te

stoppen met roken door hun impliciete attitudes over roken te beïnvloeden. Volgens

propositionele verslavingstheorieën zijn deze attitudes gebaseerd op propositionele

opvattingen die op automatische wijze rookgedrag sturen. Onderzoek toonde intussen

aan dat anti-rookboodschappen soms niet werken of zelfs contraproductief zijn. Een

mogelijke verklaring hiervoor is dat de huidige anti-rookboodschappen er niet in slagen

de juiste propositionele opvattingen te beïnvloeden omdat ze weerstandsreacties

uitlokken die rokers motiveren om de inhoud van anti-rookboodschappen te

weerleggen. Om dit te verhelpen en anti-rookboodschappen effectiever te maken lijkt

het van belang om anti-rookboodschappen te ontwerpen die geen weerstand uitlokken

en die de eigen integriteit ondersteunen eerder dan bedreigen.

In deze studie werden verschillende anti-rookboodschappen met elkaar

vergeleken m.b.t. de mate waarin ze weerstand uitlokten, zelfeffectiviteit ondersteunden

en uitkomstverwachtingen beïnvloedden. Alle participanten beoordeelden 21 anti-

rookboodschappen, waaronder 13 nieuwe boodschappen, 4 tekstuele boodschappen die

tot op heden gebruikt worden in de Verenigde Staten (VS) en 4 grafische boodschappen

die voorgesteld werden voor gebruik in de VS. De nieuwe boodschappen maakten

gebruik van getuigenissen van voormalige rokers. Alle 21 boodschappen werd

beoordeeld a.d.h.v. 6 vragen waarvan 3 die effecten nagingen op weerstand, 1 op

zelfeffectiviteit en 2 op uitkomstverwachtingen. Uitgaande van eerder onderzoek werd

verwacht dat de nieuwe anti-rookboodschappen hogere scores van weerstand, lagere

scores van zelfeffectiviteit en gunstigere scores op uitkomstverwachtingen zouden

teweegbrengen dan de ‘oude’ anti-rookboodschappen.

De resultaten ondersteunden de vooropgestelde hypotheses en ondersteunen het

mogelijke nut van de nieuwe anti-rookboodschappen. Verder onderzoek is nodig om na

te gaan of de nieuwe boodschappen meer impact hebben op impliciete attitudes ten

opzichte van roken en op rookgedrag.

Page 6: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

Inhoudstafel Tabaksgebruik en preventie ervan doorheen de tijd ................................................................ 2

Niet alleen longkanker .............................................................................................................. 3

Anti-rookcampagnes ................................................................................................................. 4

Nieuwe verpakkingen ................................................................................................................ 5

Anti-rookboodschappen............................................................................................................ 6

Impliciete en expliciete evaluaties ............................................................................................ 7

Veranderen van impliciete evaluaties. ...................................................................................... 8

Anti-rookboodschappen en impliciete evaluaties .................................................................. 10

Weerstand ............................................................................................................................... 11

Weerstand, dreiging & anti-rookboodschappen .................................................................... 12

Zelfeffectiviteit ........................................................................................................................ 14

Nieuwe anti-rookboodschappen met getuigenissen .............................................................. 17

Onderzoeksopzet .................................................................................................................... 17

Onderzoekshypotheses ........................................................................................................... 19

Methode ...................................................................................................................................... 20

Design ...................................................................................................................................... 20

Steekproef ............................................................................................................................... 21

Materiaal ................................................................................................................................. 24

Boodschappen. .................................................................................................................... 24

Vragen. ................................................................................................................................ 25

Procedure .................................................................................................................................... 26

Resultaten ................................................................................................................................... 27

Confirmatorische Analyses ...................................................................................................... 28

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. weerstand........................................... 28

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. zelfeffectiviteit .................................... 30

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. uitkomstverwachting ‘roken’ ............ 31

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’ ................................................................................................................................... 32

Exploratorische Analyse .......................................................................................................... 33

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. de duur van de leestijd ....................... 33

Effect van Soort Oude Boodschap. ...................................................................................... 33

Effect van Specifieke Boodschap ......................................................................................... 34

Effect van Conditie van Nieuwe Boodschap ........................................................................ 36

Discussie ...................................................................................................................................... 36

Page 7: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

Weerstand ............................................................................................................................... 37

Zelfeffectiviteit ........................................................................................................................ 39

Verwachting van positieve uitkomsten voor roken ................................................................ 40

Verwachting van negatieve uitkomsten voor roken ............................................................... 42

Exploratorische Analyses......................................................................................................... 43

Implicaties voor de Praktijk ..................................................................................................... 44

Beperkingen en toekomstig onderzoek .................................................................................. 45

Conclusie ..................................................................................................................................... 46

Referenties .................................................................................................................................. 48

Bijlagen ........................................................................................................................................ 57

Bijlage 1. Nieuwe Anti-rookboodschappen per conditie ........................................................ 58

Bijlage 2. Oude anti-rookboodschappen ................................................................................. 66

Bijlage 3. Geïnformeerde toestemming .................................................................................. 68

Bijlage 4. Vragen over weerstand, zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen ..................... 69

Page 8: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

1

Gezondheid is een ‘hot topic’ in de huidige maatschappij.

Gezondheidsboodschappen leggen hun weg af via de populaire media, maar ook tal van

horecazaken, organisaties of overheidsinstanties laten zich in met

gezondheidsboodschappen. Denk maar aan de gezondheidscampagnes van de overheid

die ons proberen aan te moedigen tot het stellen van allerhande gezond gedrag. Dit kan

gaan over gezonde voeding, sporten, hygiëne in huis, seksueel risicogedrag, enz. De

federale overheidsdienst inzake volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en

leefmilieu voerde bijvoorbeeld een sensibiliseringscampagne in omtrent het goed

gebruik van geneesmiddelen. De slogan van de campagne stelt dat geneesmiddelen geen

snoepjes zijn en biedt 12 tips aan die verduidelijken hoe geneesmiddelen het best

gebruikt worden (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en

Gezondheidsproducten, 2016). Initiatieven om gezond gedrag aan te moedigen komen

niet enkel van de overheid maar ook van bedrijven of particulieren die hiervoor de

sociale media gebruiken. Instagram is tegenwoordig het uitgelezen medium waarop je

het gezondheidsgedrag van anderen kan volgen ter motivatie om zelf tot actie over te

gaan. Je vindt er foto’s van gezonde maaltijden, een kiekje vlak voor, tijdens of na een

sportactiviteit en als kers op de taart plaatst men daarbij vaak een motiverende quote.

Tevens pakte De Standaard uit met een artikel over Koning Filip die een glutenvrij dieet

startte vanuit de overtuiging zo gezonder te leven hoewel specialisten dit tegenspreken

(Dehandschutter, 2016). Door de grote hoeveelheid aan informatie ontstaan er ook

misvattingen over wat nu precies de gezondheid bevordert en wat niet.

Er zijn dus tal van initiatieven om gezond gedrag te promoten en deze

initiatieven komen vanuit verschillende hoeken en zijn gericht op verschillende

domeinen. Deze initiatieven worden ook wel ‘gezondheidspromotie’ of

‘gezondheidsbevordering’ genoemd. De World Health Organization (WHO) omschrijft

dit als ‘het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om

meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun

gezondheid te verbeteren’. Uit onderzoek blijkt dat gezondheidspromotie soms kan

leiden tot gezonder gedrag (Pechmann, Zhao, Goldberg, en Reibling, 2003). Een

belangrijke soort gezondheidspromotie is deze die rokers aanspoort om te stoppen met

roken. In deze masterproef wordt gefocust op dergelijke gezondheidspromotie i.v.m.

(stoppen met) roken en wordt de vraag onderzocht of de huidige anti-rookboodschappen

Page 9: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

2

aangepast kunnen worden om meer gewenste effecten te bekomen.

Tabaksgebruik en preventie ervan doorheen de tijd

Hoewel er tegenwoordig tal van initiatieven op poten worden gezet om het

gebruik van tabaksproducten te ontmoedigen, is dit niet altijd zo geweest. Tabak werd

reeds 2000 jaar geleden genuttigd op religieuze en sociale aangelegenheden en werd

toen niet enkel gerookt maar ook gekauwd. Op dat ogenblik was er nog geen notie van

mogelijke schadelijke effecten van tabaksproducten op de gezondheid. Integendeel,

volgens Brandt (2007) werden tabaksproducten in Amerika het centrale symbool van

aantrekkelijkheid, schoonheid en macht.

In 1602 beweerde men reeds dat ziekte bij schoorsteenvegers te wijten was aan

roet en dat tabak mogelijks gelijkaardige effecten zou hebben (Hind, Philaretes en

Atkins, 1936). Toch is het pas aan het einde van de 18e eeuw dat er steeds meer artikels

verschenen die een mogelijk verband veronderstelden tussen roken en verscheidene

soorten kankers. In de 20e eeuw zorgde een snelle toename in kennis over de

schadelijke gevolgen van tabaksproducten voor de gezondheid, voor een sterke daling

in het aantal rokers (Brandt, 2007). Men kreeg de indruk dat de tabaksindustrie gebruik

maakte van misleidende technieken om mensen te kunnen aansporen tot roken.

Op relatief korte tijd werden verschillende koninklijke besluiten geformuleerd

die een juridisch kader voorzagen m.b.t. de productie, verkoop en reclame van

tabaksproducten. Pas op 23 augustus 2004 werd een koninklijk besluit uitgegeven dat

ondersteuning bood aan het fonds ter bestrijding van tabaksgebruik (Juridat, 2004). Een

klein jaar later werd een Koninklijk besluit uitgegeven inzake het verbod op de verkoop

van tabaksproducten aan personen onder de zestien jaar door middel van automatische

distributieapparaten (Juridat, 2005). Ook reclame voor tabaksproducten was voortaan

verboden bij wet. Bovendien ontstond in 2005 het eerste wereldwijde

gezondheidsverdrag, The WHO Framework Convention on Tobacco Control (WHO

FCTC) of ook wel ‘het WHO kaderverdrag inzake tabaksontmoediging’ genoemd

(http://www.who.int/fctc/about/en/). Dit spitst zich toe op de gezondheidsproblemen

maar ook sociale, economische problemen en het effect op de omgeving als gevolg van

de globalisering van de tabaksepidemie. Pas op 29 december 2009 werd een algemeen

rookverbod in openbare ruimtes, op de werkplaats en in de horeca uitgegeven (Wet van

Page 10: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

3

22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen

toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook) dit

ging in op 1 januari 2010 en bracht een hevige discussie ter tafel.

Op 3 april 2014 werden de Europese richtlijnen i.v.m. de verpakkingen van

tabaksproducten ingevoerd en zo werd het gebruik van ‘anti-rookboodschappen’ ingang

verschaft. Dit zijn boodschappen die enerzijds rokers informeren over de schadelijke

gevolgen van tabaksrook om hen zo te kunnen overtuigen om te stoppen met roken, en

anderzijds proberen deze boodschappen niet-rokers ervan te weerhouden om te starten

met roken. Deze boodschappen moesten voortaan 65% van de voor- en achterkant, en

50% van de zijkanten van de verpakking beslaan.

Al deze verschillende initiatieven, wetten en verboden werden in werking

gesteld met het oog op één gemeenschappelijk doel: voorkomen dat mensen

onherstelbare schade oplopen door het consumeren van tabaksproducten

(http://www.who.int/fctc/about/en/).

Niet alleen longkanker

Roken heeft namelijk uiteenlopende gevolgen voor de gezondheid. Roken

veroorzaakt hart- en vaatziekten maar ook voortplantingsproblemen,

ademhalingsproblemen, verschillende soorten kanker en vele andere aandoeningen.

(Francis, Noar, Kowitt, Jarman en Goldstein, 2017). Daarnaast zijn er ook tal van

sociale gevolgen die roken met zich meebrengt. Na invoering van het algemeen

rookverbod op 1 januari bijvoorbeeld, dient men buiten te gaan roken of in een daarvoor

voorziene ruimte. Het zich verplicht afzonderen kan deelnemen aan sociale

gelegenheden bemoeilijken. Verder kan cataract, vergeling van de tanden, meer rimpels,

psoriasis, verschillende orale- en blaaskankers en minder goede genezing van infecties

ook het gevolg zijn van roken (Krueger, Williams, Kaminsky, en McLean, 2007).

Bovenop dit alles zijn er niet enkel schadelijke gevolgen voor de roker zelf, maar ook

voor de mensen rondom de roker die passief meeroken. Het passief inademen van rook

heeft nadelige effecten op de pulmonaire inflammatoire micro-omgeving en op de

immuniteit tegen infectie en vaccinatie (Bhat et al., 2018). Volgens Kalayasiri,

Supcharoen en Ouiyanukoon (2018) zorgt meeroken bij zwangere vrouwen voor meer

risico’s bij het kind waaronder een laag geboortegewicht en een slechtere gezondheid.

Page 11: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

4

Kinderen die passief meeroken hebben vaker terugkerende ontstekingen van het

middenoor en huidproblemen. Daarnaast stijgt het risico op hart- en vaatziekten met 20

à 30% voor kinderen die passief meeroken (Spear en Raghuveer, 2016). Dit zijn slechts

enkele voorbeelden uit een lange reeks van schadelijke effecten die roken kan hebben

voor zowel actieve als passieve rokers.

Ter samenvatting kan gesteld worden dat roken erg schadelijk is voor de

gezondheid maar desondanks blijven veel mensen roken. De verslavende stof in de

sigaretten, nicotine, zorgt ervoor dat stoppen met roken niet gemakkelijk is. De

belangrijkste redenen waarom er in België zoveel geïnvesteerd wordt in anti-

rookcampagnes is het grote aantal rokers in België gekoppeld aan het verslavende

aspect én de schadelijke gevolgen van roken. Het feit dat, desondanks de

gezondheidsrisico’s, veel mensen in België blijven roken, roept vragen op die we verder

willen behandelen. Welke anti-rookcampagnes werden reeds in het leven geroepen?

Werken de ingevoerde campagnes wel? Waarom werken sommige campagnes wel en

andere niet?

Anti-rookcampagnes

Er werd reeds stilgestaan bij de verschillende initiatieven die genomen worden

om roken te ontmoedigen. Het is nog steeds niet glashelder welke initiatieven effectief

zijn, welke niet, en vooral waarom ze al dan niet effectief zijn. Snyder et al. (2004)

gingen a.d.h.v. een meta-analyse het effect na van gezondheidscampagnes op

gedragsverandering in de VS. Uit deze studie blijken gezondheidscampagnes vooral

kleine maar meetbare effecten te hebben op korte termijn. De grootte van de effecten

was sterk afhankelijk van het soort gedrag dat de campagne probeerde te veranderen.

Snyder et al. (2004) vergeleken de effectgroottes van alle gezondheidscampagnes in hun

meta-analyse die betrekking hadden op verslavingsgedrag (roken), met de effectgroottes

van gezondheidscampagnes die geen betrekking hadden op verslavingsgedrag. Er werd

een kleiner effect vastgesteld bij gezondheidscampagnes m.b.t. verslavingsgedrag,

mogelijks omwille van de fysiologische effecten die een verslaving met zich meebrengt.

Er werden intussen verschillende prijsverhogingen ingevoerd om het gebruik van

tabaksproducten terug te brengen. Emery, White en Pierce (2001) deden onderzoek naar

het effect van prijsverhoging van sigaretten op het rookgedrag van ‘experimentele’

Page 12: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

5

rokers (adolescenten). Uit hun onderzoek bleek dat prijsverhoging geen effect had op

het rookgedrag van deze doelgroep en stelden dat dit te wijten is aan het feit dat zij vaak

zelf nog geen sigaretten aankopen maar krijgen van vrienden die regelmatig roken.

Nieuwe verpakkingen

Naast tal van anti-rookcampagnes werden ook andere initiatieven genomen

binnen Europa om het nuttigen van tabaksproducten te ontmoedigen bij rokers. Zo

werden specifieke richtlijnen opgesteld voor de tabaksproducenten m.b.t. de verpakking

van hun producten. Anti-rookboodschappen – en foto’s in kleur moesten voortaan 65%

van zowel de voor– als de achterkant van de sigarettenpakjes beslaan. Daarnaast moet

ongeveer 50% van de zijkanten worden bedrukt met anti-rookboodschappen (Art.

10,1,c, Tabaksproductenrichtlijn).

In de VS werden ook nieuwe anti-rook verpakkingen ontworpen door een

overheidsinstantie, namelijk de zogenaamde Food and Drugs Administration (FDA) of

Voedsel en Geneesmiddelen Administratie. Deze instantie voert kwaliteitscontroles uit

op alles wat medicatie en voedsel betreft. In 2009 werden in de VS richtlijnen opgelegd

m.b.t. de reclame en verpakkingen van tabaksproducten. Voortaan moesten de

sigarettenverpakkingen bedrukt worden met tekstuele én gekleurde grafische anti-

rookboodschappen die door de FDA werden ontworpen (Langvardt, 2014). Echter in

2012 besliste het Amerikaanse hoogste gerechtshof dat deze tekstuele anti-

rookboodschappen met gekleurde foto’s niet gebruikt mochten worden omdat ze in

eerste instantie beangstigend waren en niet zo zeer feitelijk betrouwbaar (Sempeles,

2012). Het hoogste gerechtshof redeneerde tevens dat de FDA niet voldoende direct

bewijs konden voorleggen dat deze anti-rookboodschappen de prevalentie van roken

deden dalen. Om geoorloofd te zijn, dienen de boodschappen voortaan feitelijke

informatie te verspreiden en niet louter angst te induceren. De anti-rookboodschappen

die momenteel gebruikt worden in de VS, zijn daarom waarschuwingen van Artsen

Generaal (woordvoerders volksgezondheid VS) (Surgeons General’s Warnings,

SGW’s) waarbij geen foto’s geplaatst worden. In deze masterproef wordt dieper

ingegaan op die hierboven beschreven anti-rookboodschappen.

Page 13: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

6

Anti-rookboodschappen

Anti-rookboodschappen zijn persuasieve boodschappen die op

sigarettenverpakkingen staan, waarmee men een bepaald doelpubliek probeert te

overtuigen van iets. Zo’n anti-rookboodschap heeft als doel het terugdringen van

tabaksgebruik. Dit betreft enerzijds preventie van roken (bv. naar jongeren toe), maar

anderzijds ook rokers aansporen om te stoppen met roken. Om dergelijke

gedragsveranderingen te kunnen bekomen, wordt o.a. geprobeerd om de attitudes die

rokers hebben t.o.v. rookgedrag te veranderen. Dit gebeurt op dit ogenblik voornamelijk

aan de hand van boodschappen die de negatieve gevolgen van roken aanhalen. Anti-

rookboodschappen kunnen echter zowel positief geformuleerd zijn - wanneer de

voordelen van stoppen met roken worden benadrukt - als negatief - wanneer de nadelen

van roken worden benadrukt –. Een voorbeeld van zo’n negatief geformuleerde anti-

rookboodschap is: “Roken veroorzaakt 9 van de 10 gevallen van longkanker”.

“Stoppen met roken herstelt het long-functioneren” is een voorbeeld van een positief

geformuleerde anti-rookboodschap.

Hoewel anti-rookboodschappen reeds sinds 2003 verplicht op alle

sigarettenverpakkingen worden geplaatst, bestaat er nog geen wetenschappelijke

consensus over het nut van deze anti-rookboodschappen. De vraag die centraal staat is:

“Waarom zetten sommige overtuigende boodschappen aan tot verandering en andere

niet?”. Dit is een vraag die reeds door verschillende onderzoekers gesteld werd. Levy,

Chaloupka en Gitchell (2004) bijvoorbeeld, concludeerden dat ‘zwakke’ anti-

rookboodschappen in de VS slechts beperkte (op korte termijn) tot geen effecten hadden

op rookgedrag. Grote grafische anti-rookboodschappen daarentegen zorgen voor een

daling in prevalentie van roken en een stijging in het percentage van personen die

stoppen met roken (Levy et al., 2004). Brennan, Maloney, Ophir en Capella (2016)

ontwierpen voor hun onderzoek nieuwe anti-rookboodschappen a.d.h.v. reële uitspraken

van rokers over gezondheidsrisico’s als gevolg van tabaksgebruik en plaatsten hierbij

ook een foto van de persoon die de uitspraak deed. De resultaten toonden aan dat de

‘getuigenissen’ sterkere emotionele responsen, sterkere intenties om af te zien van

sigaretten en sterkere vermijding van anti-rookboodschappen in de hand werkten dan de

oude (huidige) tekstuele anti-rookboodschappen uit de VS (maar niet ten opzichte van

de grafische anti-rookboodschappen die door de FDA werden voorgesteld) (Brennan et

Page 14: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

7

al., 2016). Ondanks de vele invalshoeken blijft het echter onduidelijk welke anti-

rookboodschappen effectief zijn.

Impliciete en expliciete evaluaties

Om te bepalen of anti-rookboodschappen al dan niet effectief zijn moet een

onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende determinanten van rookgedrag

waarop de boodschappen een effect hebben. Anti-rookboodschappen proberen uiteraard

het rookgedrag te beïnvloeden maar rookgedrag wordt mogelijk gemedieerd door

verandering in attitudes ten opzichte van roken. Daarom is het belangrijk verschillende

attitudes en de veranderingen ervan te kunnen nagaan. Concreet wordt er in de literatuur

een onderscheid gemaakt tussen impliciete en expliciete attitudes.

Mann en Ferguson (2015) omschrijven attitudes als een soort uitvalsbasis om de

wereld rondom ons waar te nemen en te interpreteren. Attitudes zijn echter niet direct te

observeren. Het is daarom aangewezen om te kijken naar ‘evaluaties’ wanneer de

effecten van manipulaties bestudeerd worden (De Houwer, Barnes-Holmes &

Gawronski, 2013). Evaluaties zijn observeerbare evaluatieve responsen die uitgelokt

worden door een bepaalde stimulus (De Houwer et al., 2013). Met bovenstaande

definitie in het achterhoofd werd er in deze masterproef voor gekozen vanaf nu enkel

over ‘evaluaties’ te spreken i.p.v. attitudes. Persuasieve boodschappen, zoals eerder

beschreven, proberen deze evaluaties te veranderen. Bijvoorbeeld evaluaties van rokers

over roken, zoals in deze masterproef bestudeerd wordt.

Om hoogte te krijgen van iemands expliciete evaluaties volstaat het deze te

bevragen (bv. in welke mate vindt u roken positief?). Impliciete evaluaties daarentegen

laten zich niet zomaar bevragen omdat dit ‘automatische’ evaluaties zijn die dus dienen

te worden gemeten onder condities van automaticiteit (bv. snel, zonder evaluatie

intentie,…). Verschillende onderzoekers deden reeds onderzoek naar het belang van

impliciete evaluaties waaronder Azjen en Fishbein (2011), Chen en Bargh (1999) en

Bargh, Chaiken, Govender en Pratto (1992). Onderzoek toont aan dat impliciete

evaluaties vaak een betere voorspeller zijn van spontaan gedrag dan expliciete

evaluaties en mogelijks bepalen impliciete evaluaties het spontaan gedrag dan ook meer

dan expliciete evaluaties. Uit onderzoek van Chen en Bargh (1999) bleek dat

automatische evaluatie van een inkomende prikkel direct resulteerde in een

Page 15: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

8

voorgeschiktheid van gedrag. Positieve evaluaties brachten namelijk de neiging tot

toenadering voort en negatieve evaluaties brachten de neiging tot vermijding voort

(Chen en Bargh, 1999). Deze automatische evaluaties worden dan ook verondersteld

belangrijk te zijn om o.a. gezondheidsgedrag te bevorderen (bv. vermijding van

tabaksproducten). Roefs et al. (2011) vonden inderdaad dat impliciete evaluaties een

invloed uitoefenen op gedragingen die betrekking hebben op o.a. het rookgedrag.

Het is dus belangrijk impliciete evaluaties na te gaan (en effecten van

interventies op impliciete evaluaties). en dat kan a.d.h.v. verschillende methoden. Een

voorbeeld van een methode om impliciete evaluaties na te gaan is de Impliciete

Associatie Test (IAT; Greenwald, McGhee, & Schwartz, 1998) of de Affect

Misattributie Procedure (AMP; Payne, Cheng, Govorun, & Stewart, 2005).

Interessant voor deze masterproef zijn de bevindingen in de literatuur met

betrekking tot de samenhang tussen impliciete evaluaties en gedrag. Er bestaat reeds

evidentie voor de idee dat impliciete evaluaties onze gedragingen op een unieke manier

kunnen voorspellen en vormgeven (Ferguson, 2007; Greenwald, Banaji en Nosek,

2014; Roefs et al., 2011; Chen & Bargh, 1999). Deze bevindingen wekken interessante

vragen op, in het bijzonder naar de veranderbaarheid van deze impliciete evaluaties.

Indien impliciete evaluaties vorm geven aan gedrag, dan zou gedrag indirect veranderd

kunnen worden door die impliciete evaluaties te veranderen.

Veranderen van impliciete evaluaties.

Is het mogelijk om impliciete evaluaties te veranderen? Deze vraag probeerden

Gregg, Seibt en Banaji (2006) te beantwoorden a.d.h.v. een meta-analyse. Hieruit bleek

dat impliciete attitudes moeilijk te veranderen zijn eenmaal ze gevormd zijn . Ze stelden

dat dit evidentie was voor de idee dat mentale associaties aan impliciete evaluaties ten

grondslag liggen. Namelijk, impliciete evaluaties zouden tot stand komen door

automatische activatie van associaties (verbindingen) tussen mentale representaties

(zoals representatie van het concept ‘roken’ en ‘goed’). Van hieruit werd verondersteld

dat impliciete attitudes slechts veranderd kunnen worden door uitgebreide training

waarbij een stimulus (bv. roken) heel vaak gekoppeld word aan een andere stimulus (bv.

een negatieve stimulus) om zo de associatie te her-trainen. Uit een experimentele studie

van Petty en Jarvis (1998) bleek eveneens de stabiele natuur van impliciete evaluaties.

Page 16: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

9

Zij toonden aan dat eerder aangeleerde informatie een invloed blijft uitoefenen op

impliciete evaluaties, ondanks expliciete manipulaties om dit tegen te gaan.

Echter wordt recent ook evidentie gevonden voor de idee dat impliciete

evaluaties wél veranderd kunnen worden (bv. Cone en Ferguson, 2017). Smith en De

Houwer (2015) beschrijven dat op basis hiervan een evolutie m.b.t. de theorieën over

impliciete evaluaties heeft plaatsgevonden. Eerst heerste de visie dat impliciete

evaluaties traag tot stand komen en traag veranderd kunnen worden. Nadien ontsprong

de visie dat impliciete evaluaties snel tot stand komen maar traag veranderd worden en

nu neemt men steeds meer aan dat impliciete evaluaties ook snel veranderd kunnen

worden. Mann en Ferguson (2015) concludeerden op basis van hun onderzoek dat

impliciete evaluaties inderdaad snel kunnen herzien worden en dit door middel van

herinterpretatie van informatie. De informatie die in eerste instantie de basis vormde

waarop de impliciete evaluatie gebaseerd is, moet opnieuw geïnterpreteerd worden om

verandering te observeren. Daarbij is het volgens Mann en Ferguson (2015) van belang

dat er inzicht is in het verband tussen de oude informatie en de nieuwe informatie.

Verder blijkt uit een meta-analyse van Cone en Ferguson (2017) dat impliciete

evaluaties herzien kunnen worden indien enerzijds de nieuwe informatie geloofwaardig

is en anderzijds de evaluatieve betekenis van de oorspronkelijke informatie

geherinterpreteerd wordt. Cone en Ferguson (2015) vonden in een experimentele studie

bijvoorbeeld dat impliciete evaluaties volledig omgedraaid konden worden door het

aanbieden van slechts één argument dat tegenstrijdig is met de oorspronkelijke

impliciete evaluatie.

Impliciete evaluaties blijken dus toch snel te veranderen. Wat dan met impliciete

evaluaties m.b.t. roken, zijn deze ook snel te veranderen? Impliciete evaluaties m.b.t.

roken worden vaak aanzien als diepgewortelde evaluaties die zich over de jaren heen

reeds sterk ontwikkeld kunnen hebben. Is het mogelijk om ook dergelijke mogelijk

diepgewortelde evaluaties nog te veranderen? Van Dessel, Ye en De Houwer (2018)

gingen aan de slag met deze vraag a.d.h.v. een experimentele studie waarin de

impliciete evaluaties van participanten t.o.v. Mahatma Ghandi, een welgekende

positieve historische figuur, werden bestudeerd. Uit deze studie bleken impliciete

evaluaties vatbaar voor snelle verandering indien informatie werd aangeboden die niet

strookte met de verwachtingen van de participanten (Van Dessel, Ye en De Houwer,

Page 17: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

10

2018).

Anti-rookboodschappen en impliciete evaluaties

Er blijkt dus wetenschappelijke evidentie te zijn voor de veranderbaarheid van

impliciete evaluaties (van welgekende stimuli). Deze bevindingen bieden een

interessante invalshoek om anti-rookboodschappen te bekijken. Er bestaan namelijk

verschillende soorten anti-rookboodschappen waaronder positief geformuleerde en

negatief geformuleerde anti-rookboodschappen waarnaar eerder in deze scriptie werd

verwezen. Daarnaast zijn er ook grafische en tekstuele anti-rookboodschappen of angst-

en/of schuld inducerende anti-rookboodschappen. Er wordt ook een onderscheid

gemaakt tussen affectieve - en cognitieve anti-rookboodschappen. Affectieve anti-

rookboodschappen spreken de emoties aan van hun doelpubliek en zijn bijgevolg

effectiever in het veranderen van evaluaties die affectief van aard zijn (Fabrigar en

Petty, 1999). Cognitieve anti-rookboodschappen daarentegen spreken cognities aan en

zijn effectiever in het veranderen van evaluaties die cognitief van aard zijn (Fabrigar en

Petty, 1999).

Impliciete evaluaties m.b.t. roken zijn mogelijks vatbaar voor anti-

rookboodschappen. Smith en De Houwer (2015) gingen na of affectieve en cognitieve

anti-rookboodschappen een verschillend effect hebben op de evaluaties van

participanten m.b.t. roken. Ze vonden verschillen tussen beide soorten anti-

rookboodschappen. Zo bleken affectieve anti-rookboodschappen voor meer negatieve

impliciete evaluaties van roken te zorgen dan cognitieve anti-rookboodschappen.

Verder vonden Smith en De Houwer (2015) dat het effect van de anti-rookboodschap op

de impliciete evaluatie afhankelijk was van verschillende factoren. Enerzijds bleek het

effect afhankelijk te zijn van het soort anti-rookboodschap (hetzij een affectieve – of

een cognitieve anti-rookboodschap), anderzijds bleken ook eigenschappen van de

participant een rol te spelen. Uit deze studie bleek tevens dat cognitieve anti-

rookboodschappen een ongewenst effect hadden op de impliciete evaluaties van

participanten, ze maakten impliciete evaluaties van roken meer positief (Smith en De

Houwer, 2015). Dergelijke ongewenste effecten worden ook in andere studies

teruggevonden en vormen een belangrijk enigma in onderzoek naar de effectiviteit van

anti-rookboodschappen.

Page 18: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

11

Ter samenvatting van bovenstaande uiteenzetting kan gesteld worden dat

impliciete evaluaties bestaan uit evaluatieve responsen die automatisch tot stand komen

wanneer stimuli (bv. een sigaret) worden aangeboden. Deze impliciete evaluaties

beïnvloeden enerzijds het gedrag (mogelijk rookgedrag) en kunnen anderzijds zelf

beïnvloed worden, zoals door anti-rookboodschappen. Sommige anti-

rookboodschappen brengen gewenste effecten met zich mee terwijl andere anti-

rookboodschappen contraproductief lijken. Het is dus van groot belang na te gaan op

welke manier anti-rookboodschappen het best geformuleerd worden opdat ze effectief

zouden zijn.

Weerstand

De tegengestelde effecten die anti-rookboodschappen soms kunnen

teweegbrengen worden in de literatuur vaak ‘weerstandsreacties’ genoemd. Vanuit deze

context wordt weerstand begrepen als een verzet tegen gezondheidspromotie.

Weerstand ontstaat mogelijk door anti-rookboodschappen die angst induceren of

gebruik maken van dreiging. Dit kan de motivatie om gezond gedrag te stellen

afremmen waardoor de gezondheidspromotie niet werkt. Er treden namelijk processen

in gang om de opgewekte angst onder controle te krijgen. Het zijn volgens Ruiter,

Abraham en Kok (2001) net die processen die in contrast staan met de motivatie tot het

stellen van gezond gedrag. Bevindingen van contrasteffecten zorgen ervoor dat het

gebruik van angst-inducerende boodschappen binnen gezondheidspromotie in vraag

gesteld wordt. Daarnaast is uit een review van Ruiter et al. (2001) ook gebleken dat de

persoonlijke relevantie van gezondheidspromotie een bepalende (modererende) rol

speelt wat betreft weerstand en effecten van bedreigende boodschappen. Wanneer de

bedreigende boodschap als persoonlijk relevant wordt ervaren, zal men zich sneller

verzetten tegen een bedreigende anti-rookboodschap.

Men kan op verschillende manieren weerstand bieden aan gezondheidspromotie.

Men kan tegenargumenten genereren, de boodschap niet ernstig lezen of de boodschap

verbergen. Zo gebeurt het dat mensen anti-rookboodschappen op tabaksproducten

overplakken met een witte sticker of een doosje kopen waarin ze het product bewaren

zodat ze niet steeds geconfronteerd worden met de anti-rookboodschap en bijhorende

afbeelding.

Page 19: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

12

In een review van Van ’t Riet en Ruiter (2013) wordt weerstand besproken als

een overkoepelende term voor verschillende vormen van defensieve reacties. Er wordt

namelijk een onderscheid gemaakt tussen vermijding, ontkenning, cognitieve

herbeoordeling en onderdrukking. ‘Cognitieve herbeoordeling’ is een cognitieve

strategie die gebruikt kan worden om emoties te reguleren. Door aan een stimulus die

oorspronkelijk negatieve emoties oproept een nieuwe betekenis te verlenen, wordt

plaats gemaakt voor meer constructieve emoties. Uit het reviewartikel van Van ’t Riet

en Ruiter (2013) bleek cognitieve herbeoordeling de meest effectieve strategie om

negatieve emoties onder controle te krijgen. Een andere interessante bevinding uit deze

review is dat defensieve reacties de overtuigingskracht van gezondheid-bevorderende

boodschappen soms een duwtje in de rug geven. In een artikel van Leshner, Vultee,

Bolls en Moore (2010) waarin onderzoek wordt gedaan naar de effecten van

angstinductie en walging in anti-rookboodschappen, wordt het concept van weerstand

indirect aangehaald. In dat artikel wordt namelijk gesproken over ‘verschillende

patronen van aversieve activatie die cognitief van aard is’. Leshner et al. (2010)

veronderstellen dat deze diverse patronen van aversieve activatie mogelijks aan de basis

liggen van de geobserveerde effecten van de angst-inducerende en walging-inducerende

anti-rookboodschappen. In het werk van Brehm & Brehm (1981) wordt weerstand

uitvoerig besproken en verwerkt binnen de ‘Reactantie Theorie’ van Brehm (1966).

Deze theorie gaat uit van de idee dat men weerstand zal bieden wanneer iemands

vrijheid bedreigd of ontnomen wordt. De weerstandsreactie die optreedt ten gevolge van

een inbreuk op iemands vrijheid heet ‘psychologische reactantie’ en is volgens Brehm

& Brehm (1981) een aversieve motivationele toestand. Men zal proberen om de

verloren of bedreigde vrijheid te herstellen of te vrijwaren.

Weerstand, dreiging & anti-rookboodschappen

Ruiter, Abraham en Kok (2001) en Witte (1992, 1994) beweren dat anti-

rookboodschappen weerstand uitlokken wanneer gebruik wordt gemaakt van dreiging

én wanneer daarenboven geen aanbeveling wordt geformuleerd om het dreigende risico

tegen te gaan. Ook Hastings, Stead en Webb (2004) concluderen dat

gezondheidspromotie zo min mogelijk weerstand zou mogen oproepen opdat

gedragsverandering zou plaatsvinden en opperen ervoor het gezonde gedrag te

Page 20: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

13

bekrachtigen door bijvoorbeeld de eigen-integriteit te ondersteunen in plaats van het

ongezonde gedrag te ontmoedigen via angstinductie.

Bij affectieve anti-rookboodschappen wordt vaak een confronterende foto

geplaatst waarop één van de negatieve gevolgen van roken wordt afgebeeld. Zo wordt

in België gebruik gemaakt van o.a. een afbeelding van longchirurgie op een

zwartgeblakerde rokerslong, rotte tanden of een patiënt in een ziekenhuisbed die

vasthangt aan ontelbaar veel infusen. Met dergelijke foto’s wordt geprobeerd angst uit

te lokken zodat men zou stoppen of niet zou starten met roken. Uit onderzoek blijkt dat

zo’n anti-rookboodschappen een averechts effect kunnen hebben op de (impliciete)

evaluaties van rokers. Van Dessel, Smith en De Houwer (2018) deden onderzoek naar

de impact van grafische anti-rookboodschappen op de impliciete evaluaties over roken.

Grafische anti-rookboodschappen hadden geen betere effecten op impliciete evaluaties

dan de tekstuele boodschappen. In tegendeel, de resultaten toonden aan dat de grafische

anti-rookboodschappen net resulteerden in meer positieve impliciete en expliciete

evaluaties van roken bij gelegenheidsrokers (maar niet bij frequente rokers). Dit zou

ook kunnen betekenen dat anti-rookboodschappen een verschillend effect kunnen

hebben op verschillende doelgroepen. Indien deze veronderstelling zou kloppen, zou het

aangewezen zijn anti-rookboodschappen te formuleren die afgesteld zijn op specifieke

doelgroepen. Uit het onderzoek van Kang en Lin (2015) bleek tevens dat er meer sprake

was van een ‘optimistische denkfout1’ wanneer geen gebruik werd gemaakt van angst-

inducerende foto’s. Wanneer geen angst-inducerende foto getoond werd waren

participanten meer geneigd het risico om vatbaar te zijn voor een negatieve gebeurtenis

lager in te schatten voor zichzelf dan voor anderen.

Hoewel weerstandsreacties vaak worden uitgelokt door angst – en schuld

inducerende foto’s en tekst of door bedreigende informatie, kunnen weerstandsreacties

ook ontstaan zonder deze uitlokkende factoren. Volgens Steele (1988) kunnen

weerstandsreacties namelijk ook ontstaan wanneer gezondheidspromotie de eigen

integriteit in vraag stelt. Mensen hanteren een beeld van zichzelf waarin zij hun eigen

acties en intenties percipiëren als adequaat en adaptief (Steele, 1988). Volgens Steele

(1988) proberen mensen dit beeld te bestendigen maar wanneer informatie wordt

1 Mensen zijn consequent geneigd te denken dat negatieve gebeurtenissen hen minder snel zullen overkomen dan anderen (Klein en Helweg-Larsen, 2002).

Page 21: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

14

aangeboden die de eigen acties als ongezond en risicovol bestempelt, komt dit beeld van

zichzelf in het gedrang. Indien zij bijvoorbeeld accepteren dat roken schadelijk is voor

de gezondheid, dan devalueren ze anderzijds hun eigen acties (roken) als inadequaat en

maladaptief. In plaats daarvan treden zelfbevestigingsprocessen, een vorm van

weestand, in werking om alsnog de eigen integriteit te vrijwaren van kritiek (Steele,

1988). Tevens beschrijven Dijkstra en Buunk (2008) hoe bedreiging van het zelf leidt

tot zelf-evaluatieve emoties en die emoties blijken uit 3 onderzoeken van Dijkstra en

Buunk goede voorspellers te zijn van stoppen met roken bij volwassenen. Het niet in

vraag stellen van de eigen integriteit speelt dus ook een belangrijke rol in het

formuleren van gezondheidspromotie zoals anti-rookboodschappen.

Zelfeffectiviteit

Tegenwoordig worden er ook argumenten geformuleerd om ‘het zelf’ te

ondersteunen bij gezondheidspromotie. Bandura (1977) ontwikkelde een theorie m.b.t.

gedragsverandering die het concept ‘zelfeffectiviteit’ centraal plaatst, namelijk de

‘zelfeffectiviteit-theorie van gedragsmatige verandering’. Bandura (1982) beschrijft

zelfeffectiviteit als hetgeen uitdrukking geeft aan de mate waarin iemand zich in staat

voelt een bepaalde handeling, die vereist is om met toekomstige situaties om te gaan, uit

te voeren. Uit verschillende studies blijkt dat gezondheidspromoties die gebruik maken

van boodschappen die de zelfeffectiviteit ondersteunen, ongezond gedrag (bv. roken)

kunnen veranderen (Van’t Riet & Ruiter, 2013; Diclemente, 1981; Bandura, 1977,

Bandura en Adams, 1977; Gwaltney, Metrik, Kahler & Shiffman, 2009). Carey en

Sarma (2016) deden onderzoek naar de invloed van angstinductie in combinatie met

ondersteuning van de zelfeffectiviteit in gezondheidspromotie. De positieve effecten

van de ondersteuning van de zelfeffectiviteit in combinatie met een hoge angst-inductie

werden ondermijnd door een hoog niveau van woede bij de participant. Uit een

experiment van Bandura en Adams (1977) bleek zelfeffectiviteit een zeer goede

voorspeller te zijn van gedragsverandering. Het belang van zelfeffectiviteit werd door

Diclemente (1981) in verband gebracht met het volharden in stoppen met roken. In deze

studie werd een significant hogere score van zelfeffectiviteit gevonden bij personen die

volhardden in het stoppen met roken dan bij personen die hervielen in hun oude

rookgedrag.

Page 22: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

15

Uit bovenstaande bevindingen blijkt dus dat zelfeffectiviteit in relatie staat met

toekomstig gedrag. Indien gepercipieerde zelfeffectiviteit hoog is, is het

waarschijnlijker een bepaalde toekomstige actie tot een goed einde te brengen. Het lijkt

er dus op aan te komen anti-rookboodschappen zodanig te formuleren dat ze de

zelfeffectiviteit van hun doelpubliek stimuleren waardoor gedragsverandering optreedt.

In dat opzicht dienen anti-rookboodschappen handvaten aan te reiken die ervoor zorgen

dat de lezer zich capabel voelt om te stoppen met roken. In België worden tot op heden

enkel anti-rookboodschappen gebruikt die hun doelpubliek wijzen op de risico’s van

roken. Deze anti-rookboodschappen maken gebruik van angst- en schuldinductie in

plaats van ondersteuning van zelfeffectiviteit. In de Verenigde Staten werden anti-

rookboodschappen die voornamelijk gebruik maken van angstinductie, walging

uitlokken of choquerend zijn, aangeklaagd door 5 grote tabaksproducenten omdat zij

van mening waren dat het verplicht afbeelden van dergelijke anti-rookboodschappen op

sigarettenverpakkingen indruiste tegen het recht op vrije meningsuiting (Sempeles,

2012). Zoals eerder aangehaald is dit de reden waarom sindsdien enkel tekstuele anti-

rookboodschappen op de sigarettenverpakkingen worden geplaatst in de VS. Dit zijn

waarschuwingen die geformuleerd werden door Artsen Generaal (woordvoerders

volksgezondheid) uit de VS (Surgeon General’s Warnings; SGW’s).

Uitkomstverwachtingen

Uit onderzoek van Eder, Rothermund, De Houwer en Hommel (2015) en

Friston (2010) blijkt dat anti-rookboodschappen o.b.v. getuigenissen belangrijke

determinanten van rookgedrag kunnen beïnvloeden, zoals opvattingen en

uitkomstverwachtingen. Uitkomstverwachtingen in deze context zijn de verwachtingen

die mensen hebben over enerzijds de gevolgen van roken en anderzijds de gevolgen van

stoppen met roken. Eder et al. (2015) deden onderzoek naar de voorspelbaarheid van

toekomstig gedrag o.b.v. de ‘Ideomotorische theorie’. Deze theorie stelt dat acties

vergemakkelijkt worden door hun waarneembare effecten (Shin, Proctor en Capaldi,

2010; Greenwald, 1970a, 1970b). Daarnaast baseerden Eder et al. (2015) zich op een

twee – fasen model m.b.t. actiecontrole van Elsner en Hommel (2001) waarin gesteld

wordt dat eigenschappen van een actie geassocieerd worden met de affectieve effecten

die deze actie teweegbrengt. Eder et al. (2015) poneerden dat affectieve gevolgen van

een actie een dirigerende functie hebben op het selecteren van de geassocieerde actie.

Page 23: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

16

Gedrag wordt met andere woorden beïnvloed door de gevolgen die dat gedrag voordien

teweegbracht. Toegepast op tabaksgebruik zou dit kunnen betekenen dat wanneer roken

een aangenaam gevoel tot gevolg heeft, dat dit aangename gevoel gekoppeld wordt aan

de actie roken. Het zijn dergelijke automatische associaties, opvattingen of

uitkomstverwachtingen die het moeilijk maken om rokers te overtuigen om te stoppen

met roken.

Associaties, uitkomstverwachtingen of opvattingen zijn dus onderliggend aan

rookgedrag. Gwaltney, Shiffman, Balabanis en Paty (2005) poneren dat anti-

rookboodschappen o.b.v. getuigenissen zodanig geformuleerd kunnen worden dat ze (a)

positieve uitkomstverwachtingen m.b.t. stoppen met roken in de hand werken en (b)

positieve uitkomstverwachtingen m.b.t. roken op korte termijn terugvoeren, wat op zijn

beurt de motivatie om te stoppen met roken in de hand werkt. Deze boodschappen

bieden bijvoorbeeld concrete handvaten aan die voormalige rokers hielpen om te

stoppen met roken, wat de zelfeffectiviteit van rokers kan versterken. Eerder onderzoek

van Bandura (1997) en lshatarat, Yacoub, Khraim, Saleh en Afaneh (2016) toont aan

dat de gunstige invloed op uitkomstverwachtingen en zelfeffectiviteit van anti-

rookboodschappen o.b.v. getuigenissen, rokers kan aanzetten om te stoppen met roken

en daarenboven de slaagkansen van de poging doen toenemen.

Bovenstaande bevindingen zijn van aanzienlijk belang gezien de huidige anti-

rookboodschappen zich voornamelijk richten op het induceren van angst en het creëren

van negatieve uitkomstverwachtingen op lange termijn. In Amerika werden grafische

anti-rookboodschappen beschouwd als een inbreuk op het recht van vrijemeningsuiting

terwijl boodschappen o.b.v. getuigenissen hier geen inbreuk op plegen aangezien ze

gebaseerd zijn op feitelijke informatie om mensen te informeren over

gezondheidsrisico’s van roken. Evenwel lokken huidige anti-rookboodschappen vaak

weerstand uit bij rokers en treedt een optimistische denkfout op waardoor

gezondheidsrisico’s vaak als persoonlijk irrelevant worden aanschouwd. Mogelijks zijn

de huidige anti-rookboodschappen daardoor niet doeltreffend. Daarnaast wordt met de

huidige anti-rookboodschappen de nadruk gelegd op lange termijndoelstellingen terwijl

anti-rookboodschappen o.b.v. getuigenissen de zelf-effectiviteit op korte termijn kunnen

beïnvloeden (Gwaltney, Metrik, Kahler en Shiffman, 2009).

Page 24: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

17

Nieuwe anti-rookboodschappen met getuigenissen

Ter samenvatting, lijkt het ons duidelijk dat om uit te kunnen maken hoe anti-

rookboodschappen het best geformuleerd zouden worden, er nood is aan meer

onderzoek naar de effecten van verschillende anti-rookboodschappen. Een belangrijk

aspect hierbij is de nood om na te gaan in welke mate deze zorgen voor (1) weerstand,

(2) veranderingen in zelf-effectiviteit en (3) veranderingen in uitkomstverwachtingen.

Weerstand wordt uitgelokt door angstinductie en zelf-effectiviteit wordt ondersteund

wanneer handvaten om gezondheidsrisico’s tegen te gaan, worden aangereikt. De som

der delen is dus een niet-beangstigende uitspraak, van iemand die reeds stopte met

roken, die ervoor zorgt dat de lezer zich capabel voelt om te stoppen met roken en die

de verwachtingen m.b.t. roken en stoppen met roken gunstig beïnvloedt. Er werden voor

deze studie nieuwe anti-rookboodschappen opgesteld o.b.v. uitspraken van voormalige

rokers over wat hen motiveerde om te stoppen met roken. Uit bovenstaande evidentie

kan geredeneerd worden dat dergelijke uitspraken (1) indirect informeren over

schadelijke gevolgen van roken (2) zonder angst te induceren en (3) biedt daarenboven

concrete handvaten aan om te stoppen met roken, (4) die de zelf-effectiviteit van de

lezer mogelijks beïnvloeden. Er wordt ook een positief effect verondersteld op

uitkomstverwachtingen (5) aangezien er positieve effecten worden beschreven ten

gevolge van stoppen met roken. Deze anti-rookboodschappen proberen hun doelpubliek

bewust te maken van de gezondheidsrisico’s die roken met zich meebrengt, a.d.h.v.

feitelijke informatie in de vorm van getuigenissen. Deze nieuwe anti-rookboodschappen

zijn m.a.w. niet in strijd met de Amerikaanse wetgeving, wat huidig onderzoek

interessant maakt voor verder onderzoek en praktische implicaties.

Onderzoeksopzet

Hoewel anti-rookboodschappen reeds verplicht op alle sigarettenverpakkingen

worden geplaatst is er nog niet voldoende evidentie over de effecten ervan. Deze

masterproef beoogt verschillende soorten anti-rookboodschappen met elkaar te

vergelijken om na te gaan welke anti-rookboodschappen mogelijks beter werken. Met

andere woorden wordt hier de vraag gesteld hoe anti-rookboodschappen het best

worden geformuleerd opdat deze de houding van de rokers t.o.v. roken kunnen

veranderen.

Page 25: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

18

De boodschappen die in deze studie worden vergeleken zijn enerzijds 8

controleboodschappen: 4 Surgeon Generals Warnings (SGW’s) en 4 grafische anti-

rookboodschappen. Dit zijn respectievelijk anti-rookboodschappen die geformuleerd

werden door Artsen Generaal (woordvoerders volksgezondheid) in de VS en anti-

rookboodschappen waarbij een foto van schade door roken wordt geplaatst. Opdat dit

vlotter leest, zal vanaf nu naar deze anti-rookboodschappen verwezen worden als ‘de

oude anti-rookboodschappen’, met onderscheid tussen ‘de grafische oude anti-

rookboodschappen’ en ‘de tekstuele oude anti-rookboodschappen’.

De grafische oude anti-rookboodschappen beroepen zich voornamelijk op

angstinductie. Dergelijke boodschappen zijn intussen verboden in de VS gezien deze in

strijd werden bevonden met het recht op vrijemeningsuiting (Sempeles, 2012). Ruiter,

Abraham & Kok (2001) toonden in hun studie aan dat anti-rookboodschappen die angst

induceren de motivatie tot gedragsverandering in de weg kunnen staan. De tekstuele

oude anti-rookboodschappen (SGW’s) worden wel nog gebruikt in de VS maar zijn

mogelijks niet effectief omdat ze wijzen op gezondheidsrisico’s van roken zonder

concrete handvaten aan te bieden om deze risico’s tegen te gaan (Ruiter, Abraham en

Kok, 2001; Witte, 1992, 1994). Tevens ondersteunen deze boodschappen het gevoel

niet dat men in staat is om te stoppen met roken en treedt er een optimistische denkfout

op waardoor deze boodschappen niet als persoonlijk relevant worden ervaren (Kang en

Lin, 2015).

De idee dat anti-rookboodschappen o.b.v. getuigenissen minder getroffen

worden door deze contraproductieve effecten en dat ze zelf gunstigere effecten

teweegbrengen (Gwaltney, Metrik, Kahler en Shiffman, 2009; lshatarat, Yacoub,

Khraim, Saleh en Afaneh, 2016) is nieuw. Er werden expliciet voor deze studie 13 anti-

rookboodschappen o.b.v. getuigenissen geformuleerd waarnaar vanaf nu verwezen zal

worden als ‘de nieuwe anti-rookboodschappen’.

In dit onderzoek worden de oude anti-rookboodschappen vergeleken met de

‘nieuwe anti-rookboodschappen’. Alle participanten beoordeelden alle 21 de anti-

rookboodschappen (8 oude en 13 nieuwe) a.d.h.v. 6 vragen over weerstand,

zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen. De nieuwe anti-rookboodschappen werden

op 4 verschillende manieren aan de participanten in deze studie voorgesteld: hetzij

‘zonder foto (van de getuige) en zonder bron’ of ‘zonder foto en met bron’ of ‘met foto

Page 26: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

19

en met bron’ ofwel ‘met foto maar zonder bron’. Met ‘bron’ wordt een verwijzing

bedoeld naar een fictieve website waarop voormalige rokers hun ervaringen delen. Dit

resulteerde in 4 condities waaraan participanten random werden toegewezen. Om na te

gaan welke anti-rookboodschappen beter werken werden de oude – en nieuwe anti-

rookboodschappen vergeleken m.b.t. de mate waarin deze weerstand uitlokken, zelf-

effectiviteit ondersteunen en uitkomstverwachtingen gunstig beïnvloeden.

De resultaten van deze studie kunnen enerzijds waardevolle informatie

opleveren voor het opstellen van effectievere anti-rookboodschappen. Tevens kunnen ze

de basis vormen voor een opvolg studie waarin effecten van de boodschappen worden

nagegaan op rookgedrag alsook op impliciete evaluaties van roken. Dit kan nuttig zijn

vanuit praktisch oogpunt omdat bijvoorbeeld de nieuwe boodschappen zouden kunnen

worden gebruikt. Echter, dit kan ook nuttig zijn om nieuwe inzichten in

gezondheidspromotie te bieden. Een belangrijk aspect hierbij is dat we kunnen nagaan

in welke mate veranderingen in zelf-effectiviteit en uitkomstverwachtingen van belang

zijn voor (blijvende) effecten op impliciete evaluaties en gedrag.

Onderzoekshypotheses

Het doel van deze studie bestaat eruit na te gaan of de nieuwe anti-

rookboodschappen lagere scores van weerstand en gunstigere scores van zelfeffectiviteit

en uitkomstverwachting teweegbrachten dan de oude anti-rookboodschappen (Surgeon

General’s Warnings en Graphic Warnings).

Op basis van inzichten uit voorgaande studies werd onderstaande

onderzoekshypothese opgesteld:

Het lezen van anti-rookboodschappen geformuleerd in de vorm van getuigenissen van

personen die reeds gestopt zijn met roken leidt tot minder weerstand, meer

zelfeffectiviteit en gunstigere uitkomstverwachtingen dan anti-rookboodschappen uit de

VS (Surgeons General’s Warnings en Graphic Warnings).

Bovenstaande onderzoekshypothese werd opgesplitst in 4 specifieke hypotheses die

naderhand onderzocht werden. Het betreft allereerst een hypothese (H1) die stelde dat

de nieuwe anti-rookboodschappen lagere scores van weerstand teweeg zouden brengen

dan de oude anti-rookboodschappen. Een tweede hypothese (H2) veronderstelde hogere

scores van zelfeffectiviteit voor de nieuwe anti-rookboodschappen. Tot slot werd ook

Page 27: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

20

H2: ∆2 Zelfeffectiviteit

H1: ∆1 Weerstand

verondersteld dat nieuwe anti-rookboodschappen gunstigere scores op

uitkomstverwachtingen teweeg zouden brengen. Dit houdt enerzijds een lagere

verwachting in van positieve uitkomsten van roken (H3) en anderzijds een hogere

uitkomstverwachting van positieve uitkomsten van stoppen met roken (H4). In Figuur 1

worden de specifieke onderzoekshypotheses grafisch weergegeven.

Alle onderzoekshypotheses werden onderzocht a.d.h.v. een experiment waarin

alle participanten zowel nieuwe – als oude anti-rookboodschappen dienden te

beoordelen. Participanten beoordeelden elke boodschap m.b.t. de mate waarin de

boodschap weerstand uitlokte, zelfeffectiviteit ondersteunde en uitkomstverwachtingen

gunstig beïnvloedde.

Methode

Design

In deze studie werd een mixed design gehanteerd met 1 binnen-subject factor (21 anti-

rookboodschappen die aan de participanten gepresenteerd werden) en 2 tussen-subject

factoren (de nieuwe anti-rookboodschappen werden gepresenteerd met of zonder een

foto / de nieuwe anti-rookboodschappen werden gepresenteerd met of zonder bron).

Participanten werden via random toewijzing in één van de 4 experimentele condities

ondergebracht. Aan alle participanten, ongeacht in welke conditie, werden dezelfde anti-

Nieuwe Anti-rookboodschappen

Oude Anti-rookboodschappen

H3: ∆3 Uitkomstverwachtingen

Figuur 1. Onderzoekshypothesen omtrent het verschil tussen oude - en nieuwe anti-rookboodschappen m.b.t. scores van weerstand, zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen. Noot: H3 belichaamt beide hypothesen m.b.t. uitkomstverwachtingen.

Page 28: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

21

rookboodschappen gepresenteerd. Het enige verschil tussen de 4 condities was de

manier waarop de nieuwe anti-rookboodschappen werden gepresenteerd, hetzij met of

zonder bron en foto. Participanten kregen dus de nieuwe anti-rookboodschappen als

volgt te zien: ‘zonder foto en met bron’ ofwel ‘zonder foto en zonder bron’ ofwel ‘met

foto en met bron’ ofwel ‘met foto maar zonder bron’. In tabel 1 worden de

boodschappen met de bijhorende condities overzichtelijk weergegeven.

Tabel 1

Daarnaast werd een controlevariabele ‘rookfrequentie’ opgenomen, dit is het

aantal sigaretten dat participanten roken per dag. De afhankelijke variabelen in deze

studie zijn in eerste instantie de beoordelingen door de participanten van de anti-

rookboodschappen. Meer specifiek, waren er 3 soorten beoordelingen: beoordelingen

van (1) de mate waarin de boodschappen weerstand opriepen, (2) de mate waarin de

anti-rookboodschappen het gevoel van zelfeffectiviteit ondersteunden, en (3) de

verandering in uitkomstverwachting die de boodschap teweeg bracht. Wat de

uitkomstverwachting betreft, werd dit opgesplitst in enerzijds de verwachting dat roken

positieve gevolgen met zich meebrengt en anderzijds de verwachting dat stoppen met

roken positieve gevolgen met zich meebrengt. Tot slot werd ook het verschil in leestijd

nagegaan tussen de verschillende anti-rookboodschappen.

Steekproef

De participanten namen deel aan deze experimentele studie via ‘Prolific

Academic’ (https://www.prolific.ac/), een website waarop vrijwilligers online kunnen

deelnemen aan verschillende studies. Alvorens het onderzoek van start ging, dienden

Page 29: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

22

alle participanten een geïnformeerde toestemming te ondertekenen. Eén bezoeker van

Prolific Academic verklaarde zich niet akkoord met de geïnformeerde toestemming

voor deze studie waardoor deze niet kon starten aan het experiment. Deelname was

beperkt tot personen die vóór de start van het onderzoek op de Prolific Academic

Questionnaire (PAQ) – een vragenlijst die alle participanten dienen in te vullen alvorens

ze kunnen deelnemen aan studies via Prolific Academic – hadden aangegeven dat ze (1)

tussen 18 en 75 jaar oud zijn, (2) regelmatig roken (beoordeeld aan de hand van de

vraag ‘Do you regularly smoke tobacco products (cigarettes, cigars)?)”, en (3) minstens

1 keer per dag roken (beoordeeld aan de hand van de vraag “How often do you smoke

tobacco products”, antwoord opties: “more than 6x/day”, “2-5x/day”, “1x/day”, “1-

6x/week” or “<4x/month”)?”. Een vierde criterium was dat enkel participanten uit de

Verenigde Staten mochten deelnemen. Een groot deel van de bezoekers van deze

website zijn afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten aangezien

samengewerkt wordt met universiteiten en organisaties uit het VK en de VS. In deze

studie wordt gebruik gemaakt van anti-rookboodschappen die tot op heden gebruikt

worden in de VS. Opdat alle participanten dezelfde boodschappen in het dagelijks leven

tegenkomen werden dus enkel participanten uit de VS toegestaan om aan de studie deel

te nemen.

Data werden verzameld van 65 participanten. Nadien werden de data van 2

deelnemers alsnog verwijderd aangezien deze participanten tijdens de studie aangaven

dat ze momenteel wonen in Nederland en Italië. Alle participanten werden vergoed met

een bedrag van 1.50 GBP. De analyses werden uitgevoerd op de data van 63

participanten met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar (SD = 10 jaar ). De jongste en de

oudste participanten zijn respectievelijk 24 en 64 jaar oud op het moment van de

testafname. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de verschillende

leeftijdscategorieën in de steekproef. Er werden 19 vrouwen (30%) en 44 mannen

(70%) opgenomen in de studie, in tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de

geslachtsverdeling in de steekproef.

Page 30: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

23

Tabel 2

Tabel 3

De participanten binnen deze steekproef rookten gemiddeld 13 (SD = 8.9, range

= van 1 tot >20) sigaretten per dag (zie tabel 4). In tabel 5 wordt een overzicht gegeven

van het aantal gerookte sigaretten per dag in deze steekproef voor mannen en vrouwen

apart.

Tabel 4

Page 31: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

24

Tabel 5

De benodigde steekproefgrootte en het analyseplan werden geregistreerd op een

online wetenschappelijk forum ‘Open Science Framework’ (OSF), alvorens de studie te

starten (Van Dessel, Tibboel, en De Hertogh, 2018). Op zo’n platform plaatsen

onderzoekers hoe ze een onderzoek uitvoeren en waarom ze bepaalde beslissingen

maken. Deze manier van werken bevordert de toegankelijkheid van wetenschappelijk

onderzoek alsook transparantie (bv. van op voorhand genomen beslissingen). Om de

steekproefgrootte te berekenen werd gebruik gemaakt van een analyse van het

onderscheidend vermogen, aangeraden door Cohen (1988). Een onderscheidend

vermogen van .80 om een binnen-subjects effect van dz = 0.35 waar te nemen vraagt

om een steekproefgrootte van minstens 52 participanten. Opdat het onderscheidend

vermogen niet in het gedrang zou komen na eventuele exclusie van participanten,

werden 65 participanten toegestaan deel te nemen aan de studie. Alle data zijn eveneens

terug te vinden op het OSF.

Materiaal

Boodschappen. In deze studie werden 13 nieuwe anti-rookboodschappen en 8

oude anti-rookboodschappen (4 grafische anti-rookboodschappen en 4 tekstuele anti-

rookboodschappen) gebruikt. Alle 21 anti-rookboodschappen werden weergegeven op

een witte sigarettenverpakking. De volledige lijst met nieuwe – en oude anti-

rookboodschappen is terug te vinden in respectievelijk Bijlage 1 en Bijlage 2.

De 13 nieuwe anti-rookboodschappen werden expliciet voor deze experimentele

Page 32: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

25

studie geformuleerd. Een 50-tal personen die reeds gestopt zijn met roken werden

gevraagd hun motivatie te formuleren in een korte boodschap. Deze personen werden

rechtstreeks aangesproken door de onderzoekers of ze reageerden op een oproep op het

Facebookprofiel van één van de onderzoekers. Nadien werden hieruit boodschappen

geselecteerd op basis van de mate waarin verwacht werd dat ze de afhankelijke

variabelen zouden beïnvloeden in de gewenste richting. Er werd ook nagegaan of de

inhoud terug leek te komen in verschillende boodschappen, hoe geloofwaardig de

boodschappen oogden en in welke mate er objectief correcte informatie in voorkwam.

Het eindresultaat waren 13 uitspraken van personen die reeds gestopt zijn met roken

waarbij al dan niet - afhankelijk van de conditie - een foto en/of bron werd geplaatst. De

personen wiens quote gebruikt werd, ondertekenden een geïnformeerde toestemming

(zie bijlage 3) opdat hun quote en foto gebruikt mocht worden in deze studie. De

nieuwe anti-rookboodschappen beperken zich dus tot feitelijke informatie waardoor ze

niet in strijd zijn met de wetgeving in de VS. Eén van deze boodschappen luidde

bijvoorbeeld: “Roken was een vriend van me. Ik besloot er geen vrienden meer mee te

zijn. (Dirk, rookte 20 jaar lang, stopte met roken 10 jaar geleden).” (vertaald uit het

Engels).

Met grafische anti-rookboodschappen worden anti-rookboodschappen bedoeld

waarbij een beangstigende foto wordt geplaatst zoals een zwart geblakerde long (zie

Bijlage 2). Deze boodschappen werden opgesteld door de FDA (Food and Drug

Administration), een overheidsinstantie in de Verenigde Staten die kwaliteitscontroles

uitvoert op voedsel en medicijnen. De tekstuele anti-rookboodschappen (of Surgeon

General’s Warnings) zijn anti-rookboodschappen die geformuleerd werden door Artsen

Generaal (woordvoerders volksgezondheid) uit de VS. Bij deze anti-rookboodschappen

wordt geen foto geplaatst. De Surgeon General’s Warnings worden tot op heden

afgebeeld op sigarettenverpakkingen in de VS. Deze boodschappen luidden

bijvoorbeeld: “WAARSCHUWING VAN ARTSEN GENERAAL: Rook Van Sigaretten

Bevat Carbon Monoxide.” Of “WAARSCHUWING: Sigaretten zijn verslavend.”

(beiden vertaald uit het Engels).

Vragen. In deze studie werden 6 vragen gesteld aan elke participant, telkens

nadat ze een anti-rookboodschap gelezen hadden. Drie van deze vragen hadden

Page 33: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

26

betrekking op weerstand, 1 vraag ging over zelfeffectiviteit en de laatste twee vragen

peilden naar uitkomstverwachtingen. Participanten beantwoordden elke vraag aan de

hand van een 7-punt Likertschaal (met 1 = “helemaal niet” en 7 = “zeer sterk” als

anker).

M.b.t. weerstand werd gebruik gemaakt van 2 vragen uit het werk van Gardner

(2010) om na te gaan in welke mate de anti-rookboodschappen weerstand uitlokten bij

de participanten. Deze werden geformuleerd als volgt: “In welke mate maakte de

boodschap je geïrriteerd?” en “In welke mate probeerde de boodschap je te

manipuleren?” (beiden vertaald uit het Engels). De derde vraag komt voort uit het

onderzoek van Havegheer (2015). Het betreft een vraag die peilt naar bewuste

weerstandreacties van de participanten ten gevolge van het lezen van de anti-

rookboodschappen. De vraag luidt: “In welke mate dacht u aan argumenten die ingingen

tegen wat werd beweerd, terwijl u aan het lezen was?” (vertaald uit het Engels).

M.b.t. zelfeffectiviteit werd gebruik gemaakt van een vraag uit onderzoek van

Gwaltney, Shiffman, Balabanis en Paty (2015). Het betreft de vraag: “In welke mate gaf

de boodschap u het gevoel in staat te zijn te stoppen met roken?” (vertaald uit het

Engels).

Participanten werden aan de hand van 2 vragen bevraagd over de mate waarin de

boodschap ervoor zorgde dat ze andere ‘uitkomsten’ verwachtten van enerzijds roken en

anderzijds stoppen met roken. De vragen gebruikt in deze studie zijn gebaseerd op het

onderzoek van Gwaltney, Shiffman, Balabanis en Paty (2015). Enerzijds werden

positieve uitkomstverwachtingen bevraagd m.b.t. stoppen met roken: “In welke mate

versterkt deze boodschap uw overtuiging dat positieve dingen zullen gebeuren als u

stopt met roken?” (vertaald uit het Engels). Anderzijds werden positieve

uitkomstverwachtingen bevraagd m.b.t. roken: “In welke mate verzwakt deze

boodschap uw overtuiging dat roken u zal helpen positieve dingen te bekomen?”

(vertaald uit het Engels). Deze vragen, evenals de vragen over weerstand en

zelfeffectiviteit, zijn terug te vinden in Bijlage 4.

Procedure

Alvorens participanten konden deelnemen aan de pilootstudie werd hen een

Page 34: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

27

geïnformeerde toestemming voorgelegd die zij (digitaal) dienden te ondertekenen (zie

Bijlage 3). In lijn met aanbevelingen van Zhou en Fishbach (2016) voor online studies

werden proefpersonen geïnformeerd over het verloop van het experiment en de

mogelijkheid om het experiment vroegtijdig te verlaten. Het experiment werd

gepresenteerd met behulp van het INQUISIT Millisecond Software pakket (Inquisit 5.0,

2018) dat participanten dienden te installeren alvorens ze van start konden gaan. Nadien

werden volgende instructies geprojecteerd op het scherm van de participant (vertaald uit

het Engels):

“In deze studie zullen verschillende boodschappen gepresenteerd worden over roken.

Na elke boodschap zal u gevraagd worden de boodschap te beoordelen. Gelieve dit op

een doordachte manier te doen. Als u klaar bent mag u op “verdergaan” klikken.

Bedankt!”

Na het indrukken van de knop “verdergaan” verscheen de eerste anti-

rookboodschap op het scherm. Deze werd aangeboden gedurende 6 seconden waarna de

participant de spatiebalk kon indrukken om verder te gaan naar de vragen over de

boodschap. De vragen werden één voor één in een op voorhand vastgelegde volgorde

aan de participanten voorgelegd. Eerst werden de drie vragen m.b.t weerstand

beoordeeld, dan de vraag m.b.t. zelfeffectiviteit en tot slot de twee vragen m.b.t.

uitkomstverwachtingen. Alle vragen en hun precieze volgorde kunnen geraadpleegd

worden in Bijlage 4. De 21 boodschappen werden één voor één, en in een random

toegewezen volgorde, voorgelegd aan de participanten.

Wanneer de participanten alle boodschappen gelezen en beoordeeld hadden,

werden de participanten bedankt voor hun deelname aan de studie (vertaald uit het

Engels):

“Hartelijk dank voor uw deelname aan het onderzoek.”

Resultaten

In lijn met het vooraf geregistreerde data analyse plan werd steeds gebruik

gemaakt van lme4 (Bates, Maechler, Bolker en Walker, 2015) om covariantie-analyses

(ANCOVA’s) uit te voeren op de verschillende afhankelijke variabelen met Type

Boodschap (Oud vs. Nieuw) als factor en Rookfrequentie als covariaat en controlerend

Page 35: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

28

voor een random effect van proefpersoon. Alle analyses werden uitgevoerd in het

programma RStudio versie 3.4.1 (RStudio Team, 2016). Omwille van de random

toewijzing van participanten aan één van de 4 condities (nieuwe anti-rookboodschap

gepresenteerd met of zonder bron én met of zonder foto) op basis van een

gecomputeriseerd algoritme ingebouwd in het INQUISIT programma, ontstond een

ongebalanceerd design (zie design sectie). Er werd daarom gekozen om gebruik te

maken van type-III kwadratensommen omdat deze beter controleren voor

ongebalanceerde designs.

Als follow-up van effecten in de ANCOVA van type boodschap werden

geplande t-toetsen uitgevoerd. Deze waren steeds in lijn met onze hypothesen en

werden eenzijdig getest zodat er meer onderscheidend vermogen was. Bij elke t-toets

wordt Cohen’s D alsook een Bayes Factor gerapporteerd. Een ‘Bayes Factor’ (BF) geeft

aan hoe waarschijnlijk het is dat de gevonden evidentie uit de data voorkomt onder de

nul - of de alternatieve hypothese (Rouder, Speckman, Sun, Morey en Iverson, 2009).

Er kan zowel voor de nul- als de alternatieve hypothese een BF berekend worden.

Wanneer de analyse meer evidentie biedt voor de nulhypothese (afwezigheid van een

effect van Type Boodschap) wordt de Bayes Factor gerapporteerd die een indicatie

geeft van de evidentie voor afwezigheid van een effect in de populatie (BF0), wanneer

de analyse meer evidentie biedt voor de alternatieve hypothese rapporteren we een BF

die indicatie geeft voor aanwezigheid van een effect (BF1). Jeffreys (1961) maakte een

onderscheid tussen BF-scores tussen 1 en 3, tussen 3 en 10, en groter dan 10 die

respectievelijk kunnen worden geïnterpreteerd als 'anekdotische evidentie', 'substantiële

evidentie' of ‘sterke evidentie’ voor de nul- of de alternatieve hypothese. De Bayes

analyses werden uitgevoerd in overeenstemming met Rouder et al. (2009). Omdat we

geen idee hadden wat betreft de sterkte van effecten (effect size) kozen we voor een

default prior van 0.71 (zoals standaard in analyses met het R pakket. BayesFactor .

Confirmatorische Analyses

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. weerstand. In de ANCOVA op

weerstandsbeoordelingen werd een hoofdeffect gevonden van Type Boodschap, χ2(1) =

4.89, p = 0.027 alsook een interactie-effect van Type Boodschap met Rookfrequentie,

χ2(1) = 22.35, p < .001. Geplande t-toetsen gaven aan dat weerstand lager was voor de

Page 36: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

29

nieuwe anti-rookboodschappen (M = 3.38 , SD = 1.69) dan voor de oude anti-

rookboodschappen (M= 3.55, SD = 1.79), t(62) = -1.70, p = .047, d = 0.10, 95%-

betrouwbaarheidsinterval = ]-∞ ; -0.003]. Dit betekent dat participanten minder

weerstand ervaren na het lezen van de nieuwe anti-rookboodschappen, dan na het lezen

van de oude anti-rookboodschappen. De Bayes Factor gaf aan dat er anekdotische

evidentie was voor de nulhypothese (de afwezigheid van een effect) , BF0 = 1.85. Dit

betekent dat het 1.85 keer waarschijnlijker is om de geobserveerde resultaten terug te

vinden onder de nulhypothese dan onder de alternatieve hypothese. De scores op de 3

vragen m.b.t. weerstand, meer bepaald m.b.t. tegenargumenten, irritatie en manipulatie,

worden weergegeven in respectievelijk tabel 6, tabel 7 en tabel 8.

Tabel 6

Tabel 7

Page 37: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

30

Tabel 8

De interactie werd verder onderzocht door een lineaire hypothese te toetsen voor

de twee types boodschappen apart. Er werd een trend gevonden van een effect van

Rookfrequentie voor de nieuwe anti-rookboodschappen, χ2(1) = 2.51, p = .11, maar niet

voor de oude anti-rookboodschappen, χ2(1) = 0.10, p = .75. De niet-significante trend

voor de nieuwe boodschappen gaf aan dat participanten die het meest roken het minst

weerstand ervaarden.

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. zelfeffectiviteit. In de ANCOVA

op beoordelingen van zelfeffectiviteit werd geen hoofdeffect gevonden van Type

Boodschap, χ2(1) = 0.03, p = .87, maar wel een effect van Rookfrequentie, χ2(1) =

14.13, p < .001, en een interactie-effect van Type Boodschap met Rookfrequentie met

χ2(1) = 17.28, p < .001. Geplande t-toetsen gaven aan dat zelfeffectiviteit-beoordeling

hoger was voor de nieuwe anti-rookboodschappen (M = 4.96 , SD = 1.54) dan voor de

oude anti-rookboodschappen (M = 4.52, SD = 2.07), t(62) = 3.96, p < .001, d = 0.24,

95%-betrouwbaarheidsinterval = [0.25 ; ∞[. De Bayes Factor gaf aan dat er sterke

evidentie was voor de alternatieve hypothese (de aanwezigheid van een effect) , BF1 =

116.42. In tabel 9 worden de scores weergegeven op de vraag m.b.t. zelfeffectiviteit.

Page 38: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

31

Tabel 9

De interactie werd verder onderzocht door een lineaire hypothese te toetsen voor

de twee types boodschappen apart. Er werd een groter effect gevonden van

Rookfrequentie voor de oude anti-rookboodschappen, χ2(1) = 13.80, p < .001, dan voor

de nieuwe anti-rookboodschappen, χ2 (1) = 11.16, p < .001. Beide effecten gaven aan

dat participanten minder hoge zelfeffectiviteit-beoordelingen gaven als ze veel roken.

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. uitkomstverwachting ‘roken’.

In de ANCOVA op beoordelingen over de uitkomstverwachting ‘roken’, werd geen

hoofdeffect gevonden van Type Boodschap, χ2 (1) = 2.42, p = .12 maar wel een

hoofdeffect van Rookfrequentie, χ2 (1) = 8.93, p = .003 en een interactie-effect van

Type Boodschap met Rookfrequentie, χ2 (1) = 17.94, p < .001. Geplande t-toetsen

gaven aan dat de beoordeling van de positieve uitkomstverwachting van roken lager

was voor de nieuwe anti-rookboodschappen (M = 4.57 , SD = 1.65) dan voor de oude

anti-rookboodschappen (M = 4.63, SD = 2.01), t(62) = 2.12, p = 0.019, d = 0.13, 95%-

betrouwbaarheidsinterval = [0.050 ; ∞[. De Bayes Factor gaf aan dat er anekdotische

evidentie was voor de alternatieve hypothese (de aanwezigheid van een effect) , BF1 =

1.11.

De interactie werd verder onderzocht door een lineaire hypothese te toetsen voor

de twee types boodschappen apart. Er werd een kleiner effect gevonden van

Rookfrequentie voor de nieuwe anti-rookboodschappen, χ2 (1) = 5.82, p = 0.016, dan

voor de oude anti-rookboodschappen, χ2 (1) = 10.50, p = .001. Beide effecten gaven aan

dat participanten die veel roken lagere beoordelingen van de positieve

uitkomstverwachting van roken gaven. In tabel 10 worden de scores de vraag m.b.t. de

Page 39: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

32

uitkomstverwachting ‘roken’, weergegeven.

Tabel 10

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. uitkomstverwachting ‘stoppen

met roken’. In de ANCOVA op de uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’ werd geen

hoofdeffect van Type Boodschap gevonden, χ2 (1) = 2.97, p = .085 maar wel een

hoofdeffect van Rookfrequentie, χ2 (1) = 5.89, p = .015 en een interactie-effect van Type

Boodschap met Rookfrequentie, χ2 (1) = 16.31,p < .001. Geplande t-toetsen gaven aan

dat de uitkomstverwachting om te stoppen met roken hoger was voor de nieuwe anti-

rookboodschappen (M = 4.29 , SD = 1.80) dan voor de oude anti-rookboodschappen (M

= 4.09, SD = 2.05), t(62) = 1.99, p = .027, d = 0.10, 95%-betrouwbaarheidsinterval =

[0.029 ; ∞[. De Bayes Factor gaf aan dat er anekdotische evidentie was voor de

nulhypothese (de afwezigheid van een effect) , BF0 = 1.23.

De interactie werd verder onderzocht door een lineaire hypothese te toetsen voor

de twee types boodschappen apart. Er werd een groter effect gevonden van

Rookfrequentie voor de nieuwe anti-rookboodschappen, χ2 (1) = 3.45, p = .063, dan

voor de oude anti-rookboodschappen, χ2 (1) = 7.88, p = .005. Beide effecten gaven aan

dat participanten die veel roken minder hoge beoordelingen gaven van positieve

gevolgen van stoppen met roken. In tabel 11 worden de scores m.b.t. de

uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’, weergegeven.

Page 40: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

33

Tabel 11

Exploratorische Analyse

Vergelijking van de anti-rookboodschappen m.b.t. de duur van de leestijd. In de

ANCOVA op leestijd werd noch een hoofdeffect, noch een interactie-effect gevonden,

χ2s < 2.15, ps > .14. Er was wel een hoofdeffect van Rookfrequentie, χ2 (1) = 4.40, p

= .036, dat aangaf dat participanten die veel roken minder lang keken naar de

boodschappen. Geplande t-toetsen gaven aan dat de leestijd hoger was voor de nieuwe

anti-rookboodschappen (M = 8.4 sec , SD = 10.8 sec) dan voor de oude anti-

rookboodschappen (M= 5.2 sec, SD = 7.7 sec), t(62) = 3.04, p = 0.002, d = 0.35, 95%-

betrouwbaarheidsinterval = [1.5 ; ∞[. De Bayes Factor gaf aan dat er substantiële

evidentie was voor de alternatieve hypothese (de aanwezigheid van een effect) , BF1 =

8.76.

Effect van Soort Oude Boodschap. Er werden t-testen uitgevoerd die nagingen of er

significante verschillen waren tussen (1) de oude grafische boodschappen en de nieuwe

boodschappen, (2) de oude tekstuele boodschappen en de nieuwe boodschappen, en (3)

de oude grafische boodschappen en de oude tekstuele boodschappen. Er werd eenzijdig

getoetst voor nieuwe boodschappen maar niet voor oude boodschappen, daarvoor werd

tweezijdig getoetst. Voor weerstand werd een hogere score gevonden voor oude

grafische boodschappen dan voor nieuwe boodschappen en voor oude tekstuele

boodschappen, met respectievelijk t(62) = 3.70, p < .001 en t(62) = 4.55, p < .001, maar

er werd geen verschil tussen nieuwe en oude tekstuele boodschappen, p = .89 gevonden.

Voor zelfeffectiviteit werden lagere scores gevonden voor oude grafische en oude

tekstuele boodschappen dan voor nieuwe boodschappen, met respectievelijk t(62) =

2.63, p < .005 en t(62) = 4.22, p < .001. Voor de oude boodschappen werd, in

Page 41: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

34

tegenstelling tot de nieuwe boodschappen, tweezijdig getest maar er werd geen verschil

tussen oude boodschappen gevonden, p = .18. Voor de uitkomstverwachting ‘roken’

werden lagere scores gevonden voor oude tekstuele boodschappen dan voor nieuwe

boodschappen, t(62) = 2.34, p < .011, maar geen verschil tussen oude grafische

boodschappen en nieuwe boodschappen, t(62) = 1.57, p = .061. Wanneer een

tweezijdige t-toets werd uitgevoerd voor de oude boodschappen werd geen verschil

gevonden tussen de oude grafische en oude tekstuele boodschappen p < .50. Voor de

uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’ werden lagere scores gevonden voor oude

grafische en oude tekstuele boodschappen dan voor nieuwe boodschappen met

respectievelijk t(62) = 1.71, p < .046 en t(62) = 1.78 , p > .040. Er werd geen verschil

gevonden tussen de oude boodschappen, p < .91. Tot slot werd voor leestijd een kortere

leestijd gevonden voor oude grafische en oude tekstuele boodschappen dan voor nieuwe

boodschappen met respectievelijk t(62) = 3.42, p < .001 en t(62) 2.21, p < .015.

Opnieuw werd geen verschil gevonden tussen oude boodschappen, p < .20.

Effect van Specifieke Boodschap. Er werden ANOVA’s uitgevoerd voor de nieuwe

boodschappen die enkel de factor Boodschap (1-13) en het random effect van

proefpersoon opnamen. Deze toonden telkens een effect van Boodschap, ps < .002. In

de ANCOVA van leestijd werd echter geen effect van Boodschap gevonden, p = .29.

Er werden geen verdere statistische analyses uitgevoerd maar er werd enkel

descriptief gekeken naar de uitkomsten voor de verschillende nieuwe boodschappen. De

descriptief beste boodschappen m.b.t. weerstand zijn boodschap 9, 11, 3 en 5, m.b.t.

zelfeffectiviteit 9, 12, 11 en 2, m.b.t. uitkomstverwachting ‘roken’ 9, 12, 11 en 8 en

m.b.t. uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’ 12, 9, 11 en 8. Uit deze resultaten kan

geconcludeerd worden dat boodschap 9, 12 en 11 best kunnen worden gebruikt in een

vervolgonderzoek.

De slechtste boodschappen m.b.t. weerstand zijn boodschap 4, 8, 6 en 1, m.b.t.

zelfeffectiviteit boodschap 1, 3, 5 en 4, m.b.t. uitkomstverwachting ‘roken’ boodschap

4, 5, 1 en 6 en m.b.t. uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’ boodschap 4, 6, 5 en 1.

Hieruit kan besloten worden dat boodschap 4, 1, 5 en 6 de boodschappen zijn die

descriptief de minst gunstige scores teweegbrengen. In tabel 12 worden de scores van

de nieuwe boodschappen op de 6 vragen weergegeven.

Page 42: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

35

Tabel 12

Scores nieuwe boodschappen op de 6 vragen, voor elke conditie Tegenarg

umenten Irritatie Manipula

tie Zelfeffecti

viteit Uitkomstverwachti

ng stoppen

met roken

Uitkomstverwachting roken

3.6 2.8 3.6 5.0 4.9 4.3 nm1_np.jpg 3.7 2.7 4.0 5.0 4.8 4.4 nm1_np_s.jpg 4.2 3.6 3.6 4.3 4.3 3.6 nm1_p.jpg 3.7 3.2 3.4 4.4 4.5 4.0 nm1_p_s.jpg 3.8 2.8 3.5 5.1 5.2 4.8 nm10_np.jpg 3.3 2.1 3.8 5.2 5.0 4.3 nm10_np_s.jpg 3.9 2.7 4.4 4.5 4.6 3.4 nm10_p.jpg 3.2 2.8 3.4 5.2 5.1 4.7 nm10_p_s.jpg 3.4 2.8 2.8 4.8 4.9 4.3 nm11_np.jpg 3.2 2.1 3.7 5.6 5.2 4.7 nm11_np_s.jpg 3.3 2.6 3.2 4.8 4.5 3.9 nm11_p.jpg 3.7 3.2 3.5 4.9 4.8 4.5 nm11_p_s.jpg 3.3 2.8 3.0 5.3 5.9 4.9 nm12_np.jpg 3.5 2.2 3.7 5.5 4.9 4.5 nm12_np_s.jpg 3.2 2.7 3.7 5.1 5.1 4.9 nm12_p.jpg 3.4 3.1 3.7 4.5 4.9 4.5 nm12_p_s.jpg 3.4 2.9 3.2 5.9 5.9 5.6 nm13_np.jpg 3.3 3.0 3.7 4.9 4.5 4.3 nm13_np_s.jpg 4.1 3.0 4.0 5.3 5.0 4.2 nm13_p.jpg 3.1 3.1 3.7 5.2 4.9 4.0 nm13_p_s.jpg 3.8 2.7 3.0 4.7 4.9 4.8 nm2_np.jpg 3.6 2.9 4.1 4.9 4.4 4.1 nm2_np_s.jpg 3.7 2.6 3.8 5.2 4.6 3.8 nm2_p.jpg 3.9 2.8 3.5 4.9 4.8 4.7 nm2_p_s.jpg 3.2 2.5 2.9 5.5 5.8 4.6 nm3_np.jpg 3.7 2.0 3.4 5.3 5.1 4.2 nm3_np_s.jpg 4.0 3.2 4.1 4.5 4.5 3.4 nm3_p.jpg 3.3 2.8 2.8 4.4 4.8 5.1 nm3_p_s.jpg 3.1 2.6 3.1 4.5 5.1 4.0 nm4_np.jpg 4.1 2.9 3.9 4.7 4.3 3.9 nm4_np_s.jpg 4.1 3.3 4.1 4.2 3.9 3.4 nm4_p.jpg 3.4 3.1 3.5 5.2 5.0 4.3 nm4_p_s.jpg 4.2 3.2 3.8 4.6 4.5 4.2 nm5_np.jpg 3.4 2.6 3.7 5.1 4.7 4.5 nm5_np_s.jpg 3.8 3.3 3.6 4.5 4.2 3.6 nm5_p.jpg 3.3 3.3 3.6 4.5 4.6 4.6 nm5_p_s.jpg 2.7 2.5 2.5 4.6 4.5 3.5 nm6_np.jpg 3.6 2.8 4.5 4.8 4.4 3.7 nm6_np_s.jpg 4.0 3.3 4.1 4.3 4.4 3.3 nm6_p.jpg 3.8 3.4 4.2 4.8 4.7 4.3 nm6_p_s.jpg 3.2 2.5 3.0 5.4 5.7 4.9 nm7_np.jpg 3.7 2.7 4.5 5.1 5.2 4.3

Page 43: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

36

nm7_np_s.jpg 3.5 3.2 3.6 4.6 4.6 3.6 nm7_p.jpg 3.3 2.7 3.2 5.1 4.8 4.6 nm7_p_s.jpg 3.5 3.0 2.7 5.1 5.3 4.8 nm8_np.jpg 3.9 2.7 4.7 4.7 4.7 4.2 nm8_np_s.jpg 4.1 3.1 4.4 4.9 4.6 4.3 nm8_p.jpg 3.9 3.5 3.9 4.9 5.0 4.6 nm8_p_s.jpg 3.3 2.4 3.4 4.9 5.4 4.5 nm9_np.jpg 3.8 2.7 3.7 5.3 4.7 4.2 nm9_np_s.jpg 3.6 2.6 3.6 5.5 5.3 3.9 nm9_p.jpg 3.2 2.6 2.8 6.1 5.6 4.9 nm9_p_s.jpg 3.8 2.6 2.8 5.8 5.7 4.8 Noot. Algemene gemiddelde scores op de 6 verschillende vraagstellingen (n=52) worden bovenaan de tabel in vet weergegeven. Afkortingen np, p en s staan respectievelijk voor ‘no picture’, ‘picture’ en ‘source’. Wanneer geen s wordt weergegeven betreft dit een boodschap zonder bron weergave.

Effect van Conditie van Nieuwe Boodschap. Voor elke uitkomstvariabele werd tevens

een ANCOVA uitgevoerd voor nieuwe boodschappen m.b.t. het effect van conditie

(met/zonder prent, met/zonder bronboodschap). Deze analyses boden geen evidentie

voor een effect van Conditie, ps > .62. De manier waarop de nieuwe anti-

rookboodschappen werden gepresenteerd (met of zonder foto en/of bron) had dus geen

duidelijke invloed op de scores van weerstand, zelfeffectiviteit of

uitkomstverwachtingen.

Discussie

In deze studie werden verschillende anti-rookboodschappen met elkaar

vergeleken m.b.t. de mate waarin deze boodschappen weerstand uitlokten,

zelfeffectiviteit ondersteunden en uitkomstverwachtingen beïnvloedden. Een steekproef

van 63 rokers kreeg 13 nieuwe anti-rookboodschappen te zien die werden opgesteld

door de onderzoekers van de huidige studie. De participanten zagen tevens 8 oude

boodschappen, meer specifiek 4 boodschappen die enkel uit tekst bestonden en 4

boodschappen waarbij een angst inducerende foto werd geplaatst. Telkens beoordeelden

alle participanten elke boodschap aan de hand van 6 vragen m.b.t. weerstand,

zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen. Er werden 4 onderzoekshypotheses

onderzocht. Een eerste hypothese (H1) stelde dat de nieuwe anti-rookboodschappen

lagere scores van weerstand teweeg zouden brengen dan de oude anti-

Page 44: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

37

rookboodschappen. Een tweede hypothese (H2) veronderstelde hogere scores van

zelfeffectiviteit voor de nieuwe anti-rookboodschappen. Tot slot werd ook

verondersteld dat nieuwe anti-rookboodschappen gunstigere scores op

uitkomstverwachtingen teweeg zouden brengen. Dit houdt enerzijds een lagere

verwachting in van positieve uitkomsten van roken (H3) en anderzijds een hogere

uitkomstverwachting van positieve uitkomsten van stoppen met roken (H4). In de

volgende sectie worden de resultaten m.b.t. tot de vier hypotheses toegelicht. Daarna

worden de resultaten van meer exploratieve analyses besproken die nagingen hoe lang

participanten naar de anti-rookboodschappen keken, welke individuele anti-

rookboodschappen het beste scoorden en hoe de oude boodschappen onderling van

elkaar verschillen. Vervolgens worden de theoretische en praktische implicaties

besproken. Tenslotte worden beperkingen van het onderzoek aangegeven en worden

aanbevelingen voor toekomstig onderzoek gegeven.

Weerstand

Er werd een significant effect gevonden van Type Boodschap bij weerstand. De

scores van weerstand worden dus beïnvloed door het type boodschap. In lijn met H1

toonden de data aan dat de oude anti-rookboodschappen hogere scores van weerstand

teweeg te brengen dan de nieuwe anti-rookboodschappen. Dit resultaat stemt overeen

met beweringen van Ruiter, Abraham en Kok (2001) en Witte (1992, 1994) dat

gezondheidspromotie weerstand uitlokt wanneer gebruik wordt gemaakt van dreiging én

wanneer daarenboven geen aanbeveling wordt geformuleerd om het dreigende risico

tegen te gaan. Hastings, Stead en Webb (2004) concluderen dat gezondheidspromotie zo

min mogelijk weerstand zou mogen oproepen opdat gedragsverandering zou

plaatsvinden. Specifiek opperen Hastings, Stead en Webb (2004) ervoor het gezonde

gedrag te bekrachtigen, in plaats van het ongezonde gedrag te ontmoedigen door

bijvoorbeeld angstinductie te gebruiken. De oude tekstuele anti-rookboodschappen in

deze studie benadrukken lichamelijke risico’s van roken en de oude grafische anti-

rookboodschappen tonen weerzinwekkende foto’s van gevolgen van roken. Beide oude

anti-rookboodschappen in deze studie zijn dus mogelijk bedreigend en formuleren geen

aanbevelingen om het dreigende risico tegen te gaan. De nieuwe anti-rookboodschappen

in deze studie daarentegen voldoen niet aan bovenstaande criteria. In de nieuwe

Page 45: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

38

boodschappen werden namelijk wél aanbevelingen geformuleerd om te stoppen met

roken, door personen die hier zelf reeds in zijn geslaagd. Dat de oude anti-

rookboodschappen dus meer weerstand uitlokken dan de nieuwe anti-

rookboodschappen is in lijn met het onderzoek van Ruiter, Abraham en Kok (2001) en

Witte (1992, 1994).

Het gevonden effect was echter klein en de Bayes Factor gaf aan dat er zelfs

(iets) meer evidentie was voor de nulhypothese (afwezigheid van het effect). Verdere

analyses toonden aan dat er wel een duidelijk verschil was in weerstand tussen de

nieuwe boodschappen en de oude grafische boodschappen. Er was echter geen duidelijk

verschil tussen de nieuwe boodschappen en de oude tekstuele boodschappen. De oude

tekstuele boodschappen lokten tevens minder weerstand uit dan de oude grafische

boodschappen. Deze laatste observatie is in lijn met voorgaande resultaten binnen de

vergelijking van tekstuele en grafische boodschappen (Van Dessel et al., 2018; Noar

et.al., 2015). De oude grafische anti-rookboodschappen werden verboden in de VS

omdat deze in strijd waren met het eerste amendement van de grondwet van de

Verenigde Staten (Sempeles, 2012). Er werd toen geargumenteerd dat het voornaamste

doel van deze boodschappen eruit bestond angst te induceren bij het doelpubliek i.p.v.

gezond gedrag te promoten. Het is dus niet verrassend dat de oude grafische anti-

rookboodschappen meer weerstand uitlokken dan de oude tekstuele boodschappen.

Belangrijk is echter dat ook de nieuwe boodschappen enige weerstand uitlokten

en niet minder weerstand uitlokken dan de oude tekstuele boodschappen. Dit kan

mogelijks verklaard worden vanuit het oneven karakter van de 7-punts Likert schaal aan

de hand waarvan participanten een score op weerstand dienden te formuleren.

Participanten interpreteerden het cijfer ‘4’ mogelijks als ‘nulpunt’ of ‘neutrale

antwoordmogelijkheid’ waardoor velen dit antwoord gaven. In elk geval is verder

onderzoek aangewezen om weerstand na te gaan in vergelijking tussen

getuigenisboodschappen en andere tekstuele boodschappen.

Onverwacht werd ook een interactie effect gevonden van Type Boodschap en

Rookfrequentie. Het interactie-effect was klein en moeilijk te interpreteren maar het zou

Page 46: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

39

kunnen aangeven dat het effect van type boodschap groter is bij mensen die vaker

rookten. Dit kan verklaard worden vanuit de idee dat weerstand vaak sterk aanwezig is

bij kettingrokers. Er kan dus verwacht worden dat bedreigende anti-rookboodschappen

deze weerstand sterker zullen uitlokken bij mensen die meer roken waardoor er een

groter verschil is met blootstelling aan de nieuwe boodschappen.

Zelfeffectiviteit

In de huidige studie werd ook gekeken naar zelfeffectiviteit. De nieuwe anti-

rookboodschappen in de huidige studie werden geselecteerd met als doel het verhogen

van de zelfeffectiviteit en het verminderen van weerstandsreacties. Uit de eerder

besproken bevindingen blijkt er alvast enige evidentie te bestaan voor dit laatste

(althans in vergelijking met grafische boodschappen), voor zelfeffectiviteit vonden we

eveneens evidentie voor onze hypothese (H2). Scores van zelfeffectiviteit waren

namelijk hoger na het lezen van de nieuwe anti-rookboodschappen dan na het lezen van

de oude anti-rookboodschappen en Bayes Factor gaf sterke evidentie aan voor dit effect.

Uit verschillende studies blijkt dat het ondersteunen van zelfeffectiviteit

belangrijk is voor het veranderen van ongezond gedrag (Van’ Riet en Ruiter, 2013;

Diclemente, 1981; Bandura, 1977, Bandura en Adams, 1977; Gwaltney, Metrik, Kahler

en Shiffman, 2009). Participanten uit de huidige studie scoren hoger op zelfeffectiviteit

na het lezen van de nieuwe anti-rookboodschappen, dit zou kunnen betekenen dat de

nieuwe anti-rookboodschappen er beter in slagen rokers het gevoel te geven dat ze

kunnen stoppen met roken en bijgevolg mogelijks meer zouden kunnen aanzetten tot

gedragsverandering. Onderzoek van Diclemente (1981) gaat het verschil in scores van

zelfeffectiviteit na wanneer men reeds gestopt is met roken, na de gedragsverandering.

Ook Bandura en Adams (1977) gaan in hun studie na of zelfeffectiviteit een goede

voorspeller is van gedragsverandering. Daarnaast wordt ook onderzocht of ervaren

zelfeffectiviteit een invloed heeft op hoe zeer men zich inzet en hoe lang men volhardt

in confrontatie met obstakels en aversieve ervaringen (Bandura en Adams, 1977). De

bevindingen uit deze masterproef daarentegen beperken zich tot de scores van

zelfeffectiviteit die de anti-rookboodschappen teweegbrengen, er wordt niet gekeken

naar gedragsverandering, noch naar inzet of volharding. In het licht van verder

Page 47: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

40

onderzoek kan het interessant zijn om na te gaan of deze verschillen in scores van

zelfeffectiviteit na het lezen van de nieuwe anti-rookboodschappen, een verschil in

gedragsverandering kunnen voorspellen.

Net als voor weerstand werd een interactie-effect vastgesteld van Type

Boodschap met Rookfrequentie. Hieruit komt voort dat participanten minder

zelfeffectiviteit ervaren indien ze meer roken en dat dit effect sterker was voor de oude

anti-rookboodschappen dan voor de nieuwe anti-rookboodschappen. Het is reeds vaak

aangetoond dat personen die meer roken minder het gevoel ervaren in staat te zijn om te

stoppen met roken. Dit ligt onder andere aan het feit dat deze personen zich

afhankelijker voelen van nicotine. Het zou interessant zijn om verder onderzoek te

voeren naar de invloed van de mate van afhankelijkheid van nicotine op de ervaren

zelfeffectiviteit en hoe dit relateert aan onze nieuwe boodschappen. Het is namelijk

interessant dat in de resultaten gevonden wordt dat dit effect sterker is voor oude

boodschappen dan voor nieuwe boodschappen. Mogelijks heeft dit te maken met de

psychologische gevolgen van de lichamelijke verslaving aan nicotine. Personen die veel

roken worden bij abstinentie heviger (dan gelegenheidsrokers) onderworpen aan een

lichamelijke ontwenning waarnaar in de literatuur wordt verwezen als ‘hunkering’

(beter gekend als ‘craving’ in het Engels). Dit kan mogelijks verklaren waarom

personen die veel roken zich minder capabel voel om te stoppen met roken. De nieuwe

anti-rookboodschappen bieden tips van voormalige rokers die er toch in sloegen om de

verslaving te overwinnen i.t.t. de oude boodschappen die slechts wijzen op de

gezondheidsrisico’s. Er kan dus verwacht worden dat bedreigende anti-

rookboodschappen de zelfeffectiviteit minder sterk zullen ondersteunen bij mensen die

meer roken waardoor er een groter verschil is met blootstelling aan de nieuwe

boodschappen die handvaten aanreiken om te volharden in stoppen met roken.

Verwachting van positieve uitkomsten voor roken

In deze studie werd gevonden dat de verwachting van positieve uitkomsten bij

roken na het lezen van de nieuwe anti-rookboodschappen lager was dan na het lezen

van de oude anti-rookboodschappen. Resultaten gaven aan dat opvattingen over de

positieve gevolgen van roken verschillen tussen kettingrokers en gelegenheidsrokers

Page 48: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

41

zowel na het lezen van de nieuwe anti-rookboodschappen als na het lezen van de oude

anti-rookboodschappen. Dit is in lijn met de vooropgestelde hypothese (H3). De nieuwe

anti-rookboodschappen zorgen er dus voor dat participanten minder geloven dat roken

positieve gevolgen met zich meebrengt. Dit is interessant aangezien dit erop wijst dat de

nieuwe anti-rookboodschappen een invloed uitoefenen op de ‘opvattingen’ van de

participanten over roken. Levy (2014) poneerde dat verslaving in stand wordt gehouden

door confrontatie met verslavingsstimuli die ervoor zorgen dat een slingerbeweging

optreedt tussen de opvattingen om bijvoorbeeld wel en niet te roken. Door deze

slingerbeweging ontstaat op zijn beurt verlies van controle waardoor men er toch voor

kiest om bijvoorbeeld te roken (Levy, 2014). Aangezien onze nieuwe anti-

rookboodschappen ervoor zorgen dat men minder gelooft in positieve gevolgen van

roken, zal mogelijk een minder sterke slingerbeweging ontstaan bij het zien van de

sigarettenverpakking waardoor minder controleverlies zal optreden. Met andere

woorden zouden sigarettenverpakkingen met de nieuwe anti-rookboodschappen er

mogelijks voor kunnen zorgen dat personen die willen stoppen met roken deze

opvatting kunnen blijven aanhangen bij het zien van deze sigarettenverpakking. Het is

echter van belang om op te merken dat het geobserveerde effect klein was en mogelijk

niet robuust (Bayes Factor gaf slechts anekdotische evidentie voor het effect aan).

Het kan ook interessant zijn om te kijken naar de interactie tussen

zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen. Namelijk werd reeds eerder aangehaald dat

de nieuwe anti-rookboodschappen hogere scores van zelfeffectiviteit teweegbrengen.

Gwaltney, Metrik, Kahler en Shiffman, (2009) deden onderzoek naar de relatie tussen

zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen, hieruit bleek dat zelfeffectiviteit varieert

over tijd waardoor slechts voorspellingen over de nabije toekomst gemaakt kunnen

worden. Tevens wijzen Gwaltney en collega’s erop dat bij abstinentie van het

verslavingsgedrag, de zelfeffectiviteit daalt en dat men meer positieve gevolgen van

roken verwacht. In deze studie werd enkel bevraagd hoeveel sigaretten de participanten

roken per dag, er werd niet bevraagd hoe lang het geleden was dat de participanten een

sigaret hadden gerookt. Dit zijn mogelijke aanwijzingen om in verder onderzoek bij stil

te staan.

Page 49: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

42

Er werd tevens een interactie-effect gevonden dat aantoonde dat hoe meer

gerookt werd, hoe meer geloofd werd dat roken positieve gevolgen heeft en dat dit

effect het grootst was voor de nieuwe anti-rookboodschappen. Opmerkelijk aan deze

bevinding is voornamelijk dat er opnieuw een interactie-effect van Type Boodschap en

Rookfrequentie wordt teruggevonden, deze interactie werd ook reeds teruggevonden

voor analyses op weerstand en zelfeffectiviteit. Vanuit deze bevindingen kan het

aangewezen zijn om in toekomstig onderzoek een onderscheid te maken tussen

kettingrokers en gelegenheidsrokers.

Verwachting van negatieve uitkomsten voor roken

De resultaten van deze studie tonen aan dat de nieuwe anti-rookboodschappen

ervoor zorgen dat participanten meer geloven dat er positieve dingen zullen gebeuren

als je stopt met roken, dan de oude anti-rookboodschappen. Deze bevindingen zijn in

lijn met één van de door ons vooropgestelde hypothesen (H4)

Aan de hand van de Bayes Factor werd echter anekdotische evidentie gevonden

voor de nulhypothese (afwezigheid van het effect). Verdere analyses wijzen echter uit

dat het effect zowel te vinden is voor verschillen ten opzichte van de oude grafische

anti-rookboodschappen en de oude tekstuele boodschappen. De nieuwe anti-

rookboodschappen lijken dus de opvatting te stimuleren dat stoppen met roken

positieve gevolgen met zich meedraagt, meer dan alle andere anti-rookboodschappen

gebruikt in deze studie. Deze bevindingen bevestigen wat eerder reeds werd aangehaald

in onderzoek van Levy (2014). De nieuwe anti-rookboodschappen bieden steun voor de

opvatting om te stoppen met roken waardoor geen slingerbeweging tussen tegenstrijdige

opvattingen ontstaat. Bijgevolg zou mogelijks geen controleverlies optreden bij het zien

van de sigarettenverpakking met daarop onze anti-rookboodschap. Deze

veronderstelling zou onderzocht kunnen worden in levensechte omstandigheden a.d.h.v.

een veldonderzoek bij personen die willen stoppen met roken.

Ook uit deze analyse kwam een interactie-effect van Type Boodschap met

Rookfrequentie voort. Het effect van de nieuwe anti-rookboodschappen is groter bij

participanten die veel roken. Kettingrokers zullen na het lezen van de nieuwe anti-

Page 50: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

43

rookboodschappen minder geloven in de positieve gevolgen van stoppen met roken dan

gelegenheidsrokers. Een sluitende verklaring voor de interactie-effecten die steeds

terugkeren in deze studie kan niet gegeven worden. Er kan wel geconcludeerd worden

dat anti-rookboodschappen verschillende effecten heeft op kettingrokers en

gelegenheidsrokers. Dit kan mogelijks verklaard worden door de mate waarin iemand

afhankelijk is van nicotine. Deze afhankelijkheid zorgt volgens Baumeister (2017) voor

frequente opstoten van verlangen naar nicotine waarover men geen controle heeft.

Desondanks benadrukt Baumeister (2017) dat dit niet hoeft te betekenen dat rokers hun

vrije wil verliezen.

Exploratorische Analyses

Tijdens exploratorische analyses werd nagegaan of er een aantoonbaar verschil

werd gevonden in hoe lang de participanten keken naar de verschillende anti-

rookboodschappen. De resultaten van t-testen tonen aan dat er langer werd gekeken naar

de nieuwe anti-rookboodschappen dan naar de oude anti-rookboodschappen (hoewel dit

effect niet teruggevonden wordt in de ANCOVA). Hiervoor kunnen verschillende

mogelijke verklaringen bedacht worden waaronder de lengte van de boodschappen. De

nieuwe anti-rookboodschappen zijn vaak langer dan de oude anti-rookboodschappen en

deze zijn nieuw (men heeft ze nog niet vooraf gezien). Anderzijds kan ook

verondersteld worden dat participanten niet lang willen kijken naar de oude anti-

rookboodschappen indien ze bedreigend zijn. Verdere analyses wijzen uit dat de nieuwe

anti-rookboodschappen langer bekeken worden dan zowel de oude tekstuele – als de

oude grafische anti-rookboodschappen. De oude grafische anti-rookboodschappen

worden het minst lang bekeken, gemiddeld 4.6 seconden. In het dagelijkse leven dekken

sommige rokers de huidig gebruikte anti-rookboodschappen af door hun

sigarettenverpakking af te plakken met iets anders (bijvoorbeeld een wit blad papier) of

door hun tabaksproduct te bewaren in een sigarettendoosje waarop geen anti-

rookboodschappen vermeld staan. Het zou mogelijk positief zijn als dit minder het

geval is met de nieuwe boodschappen.

Hoewel participanten gerandomiseerd werden over 4 verschillende condities

(nieuwe anti-rookboodschappen met of zonder foto en met of zonder bron), toonden

analyses nooit een significant verschil aan tussen de verschillende groepen. Gezien de

Page 51: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

44

beperkte steekproefgrootte is dit niet abnormaal, er was onvoldoende

onderscheidingsvermogen om een groot effect van tussen-subjecten condities na te

gaan.

Verdere analyses gingen systematisch na welke anti-rookboodschappen

enerzijds het best en anderzijds het slechtst scoorden op respectievelijk weerstand,

zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen. Er werd een effect van Boodschap gevonden

bij de analyses van respectievelijk weerstand, zelfeffectiviteit, uitkomstverwachting

‘roken’ en uitkomstverwachting ‘stoppen met roken’. De analyses m.b.t. leestijd

leverden geen effect van Boodschap op. Indien de resultaten van al deze analyses

worden samengenomen kunnen de 3 beste en de 3 slechtste anti-rookboodschappen

geabstraheerd worden. Anti-rookboodschappen 9, 12 en 11 lokten het minst weerstand

uit, ondersteunden de zelfeffectiviteit het meest en beïnvloedden de

uitkomstverwachtingen het gunstigst. Anti-rookboodschappen 4, 1 en 5 daarentegen

scoorden het slechts. Deze boodschappen lokten dus het meeste weerstand uit,

ondersteunden de zelfeffectiviteit het minst en beïnvloedden de uitkomstverwachtingen

het minst gunstig. Alle nieuwe anti-rookboodschappen worden weergegeven in Bijlage

1 en alle oude anti-rookboodschappen worden weergegeven in Bijlage 2.

De analyses m.b.t. leestijd, conditie en het effect van specifieke boodschappen

brachten interessante bevindingen op, in aanvulling op de onderzoeksvragen die voorop

werden gesteld voor dit onderzoek. Desondanks zijn deze analyses louter exploratief en

is verder onderzoek noodzakelijk om sluitende uitspraken te kunnen doen over de

effecten die uit deze analyses voortkomen.

Implicaties voor de Praktijk

De resultaten uit deze studie brengen enkele implicaties met zich mee die van

belang kunnen zijn bij het formuleren van alternatieve anti-rookboodschappen.

Namelijk dat anti-rookboodschappen het best geformuleerd worden in de vorm van

getuigenissen van personen die reeds gestopt zijn met roken opdat ze minder weerstand

zouden uitlokken, meer zelfeffectiviteit teweegbrengen en uitkomstverwachtingen

gunstig zouden beïnvloeden. Desondanks worden deze aanbevelingen met nodige

voorzichtigheid geformuleerd. Er werden namelijk interactie-effecten teruggevonden

Page 52: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

45

van Type Boodschap en Rookfrequentie in de analyses op de uitkomstvariabelen

weerstand, zelfeffectiviteit, uitkomstverwachting ‘roken’ en uitkomstverwachting

‘stoppen met roken’. Zo’n interactie-effect tussen Type Boodschap en Rookfrequentie

wijst er op dat anti-rookboodschappen mogelijks verschillende effecten hebben op

rokers, afhankelijk van het aantal sigaretten dat ze roken per dag. Indien het effect van

een anti-rookboodschap afhankelijk is van het aantal sigaretten dat iemand rookt per

dag, dan zou hiermee rekening gehouden moeten worden in het opstellen van anti-

rookboodschappen. Tot op heden wordt er geen onderscheid gemaakt tussen

boodschappen voor gelegenheidsrokers en boodschappen voor kettingrokers hoewel uit

dit onderzoek blijkt dat dat doeltreffender zou zijn. Van’ t Riet en Ruiter (2013)

verwijzen in hun review naar een reeks onderzoeken die uitwijzen dat

gezondheidspromotie het minst doeltreffend is voor personen voor wie die informatie

net het meest relevant is. Het personaliseren van anti-rookboodschappen zou dus nuttig

kunnen zijn. Echter meer onderzoek is nodig naar waarop dan precies moet worden

gelet bij het formuleren van de gepersonaliseerde boodschappen.

Beperkingen en toekomstig onderzoek

Deze studie heeft enkele beperkingen. Allereerst werd dit onderzoek uitgevoerd

op een kleine steekproef (63 proefpersonen) waardoor er slechts voldoende power was

om een gemiddeld effect te detecteren (d = .35) maar geen kleine effecten. Uit de Bayes

Factoren bleek geregeld evidentie voor de nulhypothese naar voren te komen, wat de

afwezigheid van een effect suggereert. Kunnen de effecten van onze nieuwe anti-

rookboodschappen gerepliceerd worden in toekomstig onderzoek a.d.h.v. een grotere

steekproef?

Er werden geen maatregelen getroffen bij het rekruteren van de participanten

opdat de man-vrouw ratio gelijkaardig zou zijn aan de man-vrouw ratio in de

Amerikaanse rokers. In deze studie bestond de steekproef 70% uit mannen en 30% uit

vrouwen terwijl in Amerika naar schatting 18.6% van de mannen en 14.3% van de

vrouwen rookt. Hoewel er in deze studie sprake is van een hoger percentage mannen

dan vrouwen, verschilt de man-vrouw ratio in de huidige studie sterk met de man-vrouw

ratio van de populatie. In dat opzicht is het mogelijk dat de huidige steekproef niet

representatief is om uitspraken te doen over een populatie van Amerikaanse rokers.

Page 53: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

46

In deze studie werd nagegaan in welke mate anti-rookboodschappen

respectievelijk weerstand uitlokten, zelfeffectiviteit ondersteunden of een

uitkomstverachting stimuleerden. Om dit na te gaan werd gebruik gemaakt van een 7-

punt Likert schaal. De gemiddelde scores van de afhankelijke variabelen situeren zich

voornamelijk rond 4. Het oneven aantal antwoordmogelijkheden (7) zorgt ervoor dat 1

van de antwoordmogelijkheden mogelijks een neutrale houding weerspiegelt, namelijk

antwoordmogelijkheid 4. Dit kan ervoor gezorgd hebben dat participanten niet

gedwongen werden tot het maken van keuze in één bepaalde richting. Het zou

interessant kunnen zijn om in verder onderzoek een even antwoordschaal op te nemen

zodat participanten enigszins worden gedwongen tot stellingname. Mogelijks ontstaat

hierdoor een nog sterkere trend in de resultaten.

Conclusie

Deze studie biedt evidentie voor de invloed die anti-rookboodschappen hebben

op determinanten van rookgedrag. In het bijzonder toont deze studie aan dat nieuwe

anti-rookboodschappen op basis van getuigenissen minder weerstand uitlokken en

gunstigere effecten hebben op zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen dan de oude

tekstuele en oude grafische anti-rookboodschappen. Daarnaast werd onverwachts een

verschillend effect gevonden dat afhankelijk is van het aantal sigaretten dat

participanten roken per dag. Steunend op deze bevindingen wordt aanbevolen anti-

rookboodschappen te formuleren a.d.h.v. feitelijke uitspraken door personen die reeds

gestopt zijn met roken. Tevens kan het aangewezen zijn anti-rookboodschappen te

personaliseren om de doeltreffendheid te optimaliseren. Besluitend wordt gesteld dat

verder onderzoek naar het effect van onze anti-rookboodschappen op rookgedrag en

naar de verschillende effecten ervan op gelegenheidsrokers en kettingrokers, is

aangewezen.

Page 54: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

47

Page 55: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

48

Referenties

Ajzen, I., & Fishbein, M. (2000). Attitudes and the attitude-behavior relation:

Reasoned and automatic processes. European review of social psychology,

11(1), 1-33.

Art. 10,1,c), Richtlijn 2014/40/EU Van het Europees Parlement en de Raad

betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en

bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de

presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot

intrekking van Richtlijn 2001/37/EG, PbEU 24 april 2014, L127/1

Bandura A. (1977). Self-Efficacy: The Exercise of Control. New York: Freeman.

Bandura, A., & Adams, N. E. (1977). Analysis of self-efficacy theory of behavioral

change. Cognitive therapy and research, 1(4), 287-310.

Bargh, J. A., Chaiken, S., Govender, R., & Pratto, F. (1992). The generality of the

automatic attitude activation effect. Journal of personality and social

psychology, 62(6), 893.

Bates, D., Maechler, M., Bolker, B., & Walker, S. (2015). Fitting Linear Mixed-

Effects Models Usinglme4. Journal Of Statistical Software, 67(1).

Baumeister, R. F. (2017). Addiction, cigarette smoking, and voluntary control of

action: Do cigarette smokers lose their free will?. Addictive behaviors

reports, 5(1), 67-84.

Bhat, T. A., Kalathil, S. G., Bogner, P. N., Miller, A., Lehmann, P. V., Thatcher, T.

H., Phipps R. P., Sime P. J. & Thanavala, Y. J. (2018). Secondhand smoke

induces inflammation and impairs immunity to respiratory infections. The

Journal of Immunology, 200(8), 2927-2940.ISO 690

Brandt, A.M. (2007). The cigarette century: The rise, fall and deadly persistence of

the product that defined America. New York: Basic Books

Brehm, J. W. (1966). A theory of psychological reactance. New York: Academic

Press.

Brehm, J. W., & Brehm, S. S. (1981). Psychological reactance: A theory of

freedom and control. San Diego, CA: Academic Press.

Page 56: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

49

Brennan, E., Maloney, E. K., Ophir, Y., & Cappella, J. N. (2016). Potential

effectiveness of pictorial warning labels that feature the images and personal

details of real people. Nicotine & Tobacco Research, 19(10), 1138-1148.

Carey, R. N., & Sarma, K. M. (2016). Threat appeals in health communication:

messages that elicit fear and enhance perceived efficacy positively impact

on young male drivers. BMC Public Health, 16(1).

Chen, M., & Bargh, J. A. (1999). Consequences of automatic evaluation: Immediate

behavioral predispositions to approach or avoid the stimulus. Personality

and social psychology bulletin, 25(2), 215-224.

Cohen, J. (1988). Statistical power analysis for the behavioral sciences (2nd ed.).

Hillsdale, NJ: Erlbaum.

Cone, J., & Ferguson, M. J. (2015). He did what? The role of diagnosticity in

revising implicit evaluations. Journal of Personality and Social Psychology,

108(1), 37.

Cone, J., Mann, T. C., & Ferguson, M. J. (2017). Changing our implicit minds:

How, when, and why implicit evaluations can be rapidly revised. In

Advances in Experimental Social Psychology (Vol. 56, pp. 131-199).

Academic Press.

De Houwer, J., Gawronski, B., & Barnes-Holmes, D. (2013). A functional-cognitive

framework for attitude research. European Review of Social Psychology,

24(1), 252-287.

Dehandschutter, W. (2016). Koning schrapt gluten, omdat hij 'gezond wil leven'.

Geraadpleegd op 15 december 2016, van

http://www.standaard.be/cnt/dmf20161214_02625568?utm_source=faceboo

k&utm_medium=social&utm_term=dso&utm_content=article&utm_campa

ign=seeding

DiClemente, C. C. (1981). Self-efficacy and smoking cessation maintenance: A

preliminary report. Cognitive Therapy and Research, 5(2), 175-187.

Dijkstra, A., & Buunk, A. P. (2008). Self‐evaluative emotions and expectations

about self‐evaluative emotions in health‐ behaviour change. British

Journal of Social Psychology, 47(1), 119-137.

Page 57: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

50

Durrbach, A., Pestana, J. M., Becker, T., Grinyo, J., Lang, P., Garcia, V. D., . . .

Florman, S. (2012). Four-Year Outcomes by Donor Type from the Long-

Term Extension of the Belatacept BENEFIT and BENEFIT-EXT Studies.

Transplantation Journal, 94(10S), 987.

Eder, A. B., Rothermund, K., De Houwer, J., & Hommel, B. (2015). Directive and

incentive functions of affective action consequences: an ideomotor

approach. Psychological Research, 79(4), 630-649.

Elsner, B., & Hommel, B. (2001). Effect anticipation and action control. Journal of

experimental psychology: human perception and performance, 27(1), 229.

Emery, S., White, M. M., & Pierce, J. P. (2001). Does cigarette price influence

adolescent experimentation?. Journal of health economics, 20(2), 261-270.

Fabrigar, L. R., & Petty, R. E. (1999). The role of the affective and cognitive bases

of attitudes in susceptibility to affectively and cognitively based persuasion.

Personality and social psychology bulletin, 25(3), 363-381.

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. (2011). Een

geneesmiddel is geen snoepje. Geraadpleegd op 15 december 2016 van

http://www.eengeneesmiddelisgeensnoepje.be/

Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid (n.d.). Rookverbod en regels

voor verkoop van rookwaren. Veiligheid van de Voedselketen en

Leefmilieu. Geraadpleegd op 11 mei, 2017, van

https://www.vlaanderen.be/nl/gezin-welzijn-en-gezondheid/gezond-

leven/rookverbod-en-regels-voor-verkoop-van-rookwaren

Ferguson, M. J. (2007). On the automatic evaluation of end-states. Journal of

Personality and Social Psychology, 92, 596-611.

Francis, D., Noar, S., Kowitt, S., Jarman, K., & Goldstein, A. (2017). Believability

of new diseases reported in the 2014 Surgeon General's Report on smoking:

Experimental results from a national survey of US adults. Preventive

Medicine, 99, 94-98.

Friese, M., Wänke, M., & Plessner, H. (2006). Implicit consumer preferences and

their influence on product choice. Psychology and Marketing, 23(9), 727-

740.

Page 58: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

51

Friston, K. (2010). The free-energy principle: a unified brain theory?. Nature

Reviews Neuroscience, 11(2), 127.

Gardner, E. (2010). Ease the resistance: The role of narrative and other-referencing

in attenuating psychological reactance to persuasive diabetes messages.

University of Missouri-Columbia.

Greenwald, A. G. (1970a). A choice reaction time test of ideomotor theory. Journal

of Experimental Psychology, 86(1), 20.

Greenwald, A. G. (1970b). A double stimulation test of ideomotor theory with

implications for selective attention. Journal of Experimental Psychology,

84(3), 392.

Greenwald, A., Banaji, M., & Nosek, B. (2015). Statistically small effects of the

Implicit Association Test can have societally large effects. Journal Of

Personality And Social Psychology, 108(4), 553-561.

Greenwald, A. G., McGhee, D. E., & Schwartz, J. L. (1998). Measuring individual

differences in implicit cognition: the implicit association test. Journal of

personality and social psychology, 74(6), 1464.

Gregg, A., Seibt, B., & Banaji, M. (2006). Easier done than undone: Asymmetry in

the malleability of implicit preferences. Journal Of Personality And Social

Psychology, 90(1), 1-20.

Gwaltney, C. J., Metrik, J., Kahler, C. W., & Shiffman, S. (2009). Self-efficacy and

smoking cessation: a meta-analysis. Psychology of Addictive Behaviors,

23(1), 56.

Gwaltney, C. J., Shiffman, S., Balabanis, M. H., & Paty, J. A. (2005). Dynamic self-

efficacy and outcome expectancies: prediction of smoking lapse and relapse.

Journal of abnormal psychology, 114(4), 661.

Hastings, G., Stead, M., & Webb, J. (2004). Fear appeals in social marketing:

Strategic and ethical reasons for concern. Psychology & marketing, 21(11),

961-986.

Havegheer, S. (2015). Deze boodschap kan uw gezondheid ernstige schade

toebrengen. Negatieve effecten van anti-rookboodschappen. Unpublished

master’s dissertation, Ghent University, Ghent, Belgium.

Page 59: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

52

Heatherton, T.F., Kozlowski, L.T., Frecker, R.C., & Gagerström, K.O. (1991). The

Fagerström Test for Nicotine Dependence: a revision of the Fagerström

Tolerance Questionnaire. British Journal of Addiction, 86, 1119-1127.

Hind, J., Philaretes, P. and Atkins, S. (1936). Work for chimney-sweepers ; or, A

warning for tobacconists. London, Oxford U.P.

lshatarat R.A., Yacoub M.I., Khraim F.M., Saleh Z.T., Afaneh T.R. (2016). Self-

efficacy in treating tobacco use. A review article. Proc Singapore

Healthcare, 254(1), 243–248.

Jeffreys, H. (1961). Theory of Probability. Oxford: Oxford University Press.

Kalayasiri, R., Supcharoen, W., & Ouiyanukoon, P. (2018). Association between

secondhand smoke exposure and quality of life in pregnant women and

postpartum women and the consequences on the newborns. Quality Of Life

Research, 27(4), 905-912.

Kang, J., & Lin, C. A. (2015). Effects of Message Framing and Visual-Fear Appeals

on Smoker Responses to Antismoking Ads. Journal of Health

Communication, 20(6), 647-655.

Klein, C. T., & Helweg-Larsen, M. (2002). Perceived control and the optimistic

bias: A meta-analytic review. Psychology and health, 17(4), 437-446.

KONINKLIJK BESLUIT betreffende de maatregelen te nemen om het verspreiden

in het land te vermijden van de personospora tabacina (blauw schimmel van

de tabak). (16 mei, 1961) Geraadpleegd 22 mei, 2017, van

http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm

KONINKLIJK BESLUIT betreffende het fiscaal regime van tabak. (n.d.). (24 mei,

1956) Geraadpleegd 22 mei, 2017, van

http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm

KONINKLIJK BESLUIT houdende verbod tabak, derivaten van tabak of

soortgelijke produkten, waaronder stoffen zijn gemengd die als toxisch of

schadelijk voor de gezondheid worden aangemerkt, te koop aan te bieden, te

verkopen of onder al dan niet bezwarende titel over te dragen. (15 juni,

11971). Geraadpleegd 22 mei, 2017, van

http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm

Page 60: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

53

KONINKLIJK BESLUIT inzake het verbod op verkoop van tabaksproducten aan

personen onder de zestien jaar door middel van automatische

distributieapparaten. (3 februari, 2005). Geraadpleegd 22 mei, 2017, van

http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm

KONINKLIJK BESLUIT tot vaststelling van de voorwaarden om het fonds ter

bestrijding van het tabaksgebruik aan te wenden. (23 augustus, 2004).

Geraadpleegd 22 mei, 2017, van

http://www.ejustice.just.fgov.be/wet/wet.htm

Krueger, H., Williams, D., Kaminsky, B., & McLean, D. (2007). The health impact

of smoking and obesity and what to do about it. Toronta; Buffalo; London:

University of Toronto Press.

Langvardt A.W. (2014). Tobacco Advertising and the First Amendment: Striking

the Right Balance. William & Mary Law School Scholarship Repository L,

Rev. 331, http://scholarship.law.wm.edu/wmblr/vol5/iss2/2

Levy, N. (2014). Addiction as a disorder of belief. Biology & philosophy, 29(3),

337-355.

Levy, D. T., Chaloupka, F., & Gitchell, J. (2004). The effects of tobacco control

policies on smoking rates: a tobacco control scorecard. Journal of Public

Health Management and Practice, 10(4), 338-353.

Leshner, G., Vultee, F., Bolls, P. D., & Moore, J. (2010). When a Fear Appeal Is’nt

Just a Fear Appeal: The Effects of Graphic Anti-tobacco Messages. Journal

of Broadcasting & Electronic Media, 54(3), 485-507.

Macy, J. T., Chassin, L., Presson, C. C., & Yeung, E. (2015). Exposure to graphic

warning labels on cigarette packages: Effects on implicit and explicit

attitudes towards smoking among young adults. Psychology & Health,

31(3), 349-363.

Mann, T. C., & Ferguson, M. J. (2015). Can we undo our first impressions? The role

of reinterpretation in reversing implicit evaluations. Journal of Personality

and Social Psychology, 108(6), 823-849.

Noar, S., Hall, M., Francis, D., Ribisl, K., Pepper, J., & Brewer, N. (2015). Pictorial

cigarette pack warnings: a meta-analysis of experimental studies. Tobacco

Control, 25(3), 341-354.

Page 61: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

54

Payne, B. K., Burkley, M. A., & Stokes, M. B. (2008). Why do implicit and explicit

attitude tests diverge? The role of structural fit. Journal of Personality and

Social Psychology, 94(1), 16-31.

Payne, B. K., Cheng, C. M., Govorun, O., & Stewart, B. D. (2005). An inkblot for

attitudes: affect misattribution as implicit measurement. Journal of

personality and social psychology, 89(3), 277.

Pechmann, C., Zhao, G., Goldberg, M. E., & Reibling, E. T. (2003). What to

Convey in Antismoking Advertisements for Adolescents: The Use of

Protection Motivation Theory to Identify Effective Message Themes.

Journal of Marketing, 67(2), 1-18.

Petty, R. E., & Jarvis, W. B. G. (1998). What happens to the “old” attitude when

attitudes change? Paper presented at the annual meeting of the Society for

Experimental Social Psychology, Lexington, KY.

Roefs, A., Huijding, J., Smulders, F. T., Macleod, C. M., Jong, P. J., Wiers, R. W.,

& Jansen, A. T. (2011). Implicit measures of association in

psychopathology research. Psychological Bulletin, 137(1), 149-193.

Rouder, J. N., Speckman, P. L., Sun, D., Morey, R. D., & Iverson, G. (2009).

Bayesian t tests for accepting and rejecting the null hypothesis.

Psychonomic bulletin & review, 16(2), 225-237.

RStudio Team (2016). RStudio: Integrated Development for R. RStudio, Inc.,

Boston, MA URL http://www.rstudio.com/.

Ruiter, R. A., Abraham, C., & Kok, G. (2001). Scary warnings and rational

precautions: A review of the psychology of fear appeals. Psychology &

Health, 16(6), 613-630.

Sempeles, K. M. (2012). The FDA's Attempt to Scare the Smoke out of You: Has

the FDA Gone Too Far with the Nine New Cigarette Warning Labels. Penn

St. L. Rev., 117, 223-252.

Shadel, W. G., Fryer, C. S., & Tharp-Taylor, S. (2010). Tobacco industry

manipulation messages in anti-smoking public service announcements: The

effect of explicitly versus implicitly delivering messages. Addictive

Behaviors, 35(5), 526-529.

Page 62: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

55

Sherman, S.J., Rose, J.S., Koch, K., Presson, C.C., & Chassin, L. (2003). Implicit

and Explicit Attitudes Toward Cigarette smoking: the Effects of Context

and Motivation. Journal of Social and Clinical Psychology, 22 (1), 19-39.

Shin, Y. K., Proctor, R. W., & Capaldi, E. J. (2010). A review of contemporary

ideomotor theory. Psychological bulletin, 136(6), 943.

Smith, C. T., & De Houwer, J. (2015). Hooked on a feeling: Affective anti-smoking

messages are more effective than cognitive messages at changing implicit

evaluations of smoking. Frontiers in psychology, 6(1), 1488.

Snyder, L. B., Hamilton, M. A., Mitchell, E. W., Kiwanuka-Tondo, J., Fleming-

Milici, F., & Proctor, D. (2004). A meta-analysis of the effect of mediated

health communication campaigns on behavior change in the United

States. Journal of health communication, 9(S1), 71-96.

Spear, C., & Raghuveer, G. (2016). Lifelong Cardiovascular Adverse Effects of

Childhood Tobacco Smoke Exposure. Current Cardiovascular Risk

Reports, 10(8).

Steele, C. M. (1988). The psychology of self-affirmation: Sustaining the integrity of

the self. In L. Berkowitz (Ed.), Advances in experimental social psychology,

Vol. 21. Social psychological studies of the self: Perspectives and programs

(pp. 261-302). San Diego, CA, US: Academic Press.

The WHO Framework Convention on Tobacco Control: An overview. (2015,

januari). Geraadpleegd op 22 mei, 2017, van

http://www.who.int/fctc/about/en/

Van Dessel, P., De Houwer, J., Roets, A., & Gast, A. (2016). Failures to change

stimulus evaluations by means of subliminal approach and avoidance

training. Journal of personality and social psychology, 110(1), e1.

Van Dessel, P., Smith, C. T., & De Houwer, J. (2018). Graphic cigarette pack

warnings do not produce more negative implicit evaluations of smoking

compared to text-only warnings. PloS one, 13(3), e0194627.

Van Dessel, P., Ye, Y., & De Houwer, J. (2018). Changing Deep-Rooted Implicit

Evaluation in the Blink of an Eye: Negative Verbal Information Shifts

Automatic Liking of Gandhi. Social Psychological and Personality Science,

1948550617752064.

Page 63: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

56

Van Dessel, P. Tibboel, H., & De Hertogh, I. (2018). Pilot Experiment. Open

Science Framework. Available at: https://osf.io/nzgvd/

Van’t Riet, J. V., & Ruiter, R. A. (2013). Defensive reactions to health-promoting

information: an overview and implications for future research. Health

Psychology Review, 7(Sup1).

Wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije

gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van

werknemers tegen tabaksrook, BS 29 december 2009, err.. BS 4 januari

2010 (ed. 2), err.. BS 18 januari 2010 (ed. 2).

Witte, K. (1992). Putting the fear back into fear appeals: The extended parallel

process model. Communications Monographs, 59(4), 329-349.

Witte, K. (1994). Fear control and danger control: A test of the extended parallel

process model (EPPM). Communications Monographs, 61(2), 113-134.

Wong, N. C., & Cappella, J. N. (2009). Antismoking threat and efficacy appeals:

effects on smoking cessation intentions for smokers with low and high

readiness to quit. Journal of Applied Communication Research, 37(1), 1-20.

Zhou, H., & Fishbach, A. (2016). The pitfall of experimenting on the web: How

unattended selective attrition leads to surprising (yet false) research

conclusions. Journal of personality and social psychology, 111(4), 493.

Page 64: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

57

Bijlagen

Page 65: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

58

Bijlage 1. Nieuwe Anti-rookboodschappen per conditie

Conditie 1. Zonder foto & met bron (1 – 13)

Page 66: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

59

Page 67: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

60

Conditie 2. Met foto & met bron (1 – 13 )

Page 68: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

61

Page 69: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

62

Conditie 3. Zonder foto & zonder bron (1 – 13)

Page 70: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

63

Page 71: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

64

Conditie 4. Met foto & zonder bron (1 – 13)

Page 72: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

65

Page 73: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

66

Bijlage 2. Oude anti-rookboodschappen

Grafische oude anti-rookboodschappen

Page 74: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

67

Tekstuele oude anti-rookboodschappen

Page 75: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

68

Bijlage 3. Geïnformeerde toestemming

This study runs in Inquisit web player. IF NECESSARY, YOU CAN EXIT INQUISIT WEB PLAYER BEFORE THE EXPERIMENT IS COMPLETED BY PRESSING CTRL-q SEVERAL TIMES. THIS EXPERIMENT WILL DOWNLOAD ROUGHLY 2MB OF IMAGES. IF IT IS SLOW TO LOAD, PLEASE BE PATIENT. Consent form The purpose of this study is to examine feasibility of anti-smoking messages. During the study you will be asked to complete several questions after seeing anti-smoking messages. Requirements In order to participate, this experiment requires you to:

• have normal or correct-to-normal vision (e.g., wear glasses or contact lenses). • have full use of both hands.

Risk and Benefits This study involves no known risks to your wellbeing. You may benefit from greater insight into psychological research. Compensation You will receive a sum of money for participating, as detailed on the Prolific website. Additional payment will be provided if the average time taken for the study across participants is higher than expected such that payment is at least 6£/hr. Confidentiality and data usage All data will be irrevocably anonymised as soon as data collection is completed. No personal identifying information is collected or stored. Later deletion of your data is not possible due to the anonymous nature of data collection. Your anonymised data may be posted to a public repository. The purpose and scope of subsequent use of your data is not forseeable. Your Rights Your decision to participate in this research is entirely voluntary. You can withdraw from the study at any time without penalty. If you have any questions or issues with this study please contact the researcher: [email protected]

Page 76: DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI- ROOKBOODSCHAPPEN...DE ZIN EN ONZIN VAN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN DE EFFECTEN VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANT- I ROOKBOODSCHAPPEN Aantal woorden: 17945 Irene De Hertogh

EFFECT VAN ZELFEFFECTIVITEIT IN ANTI-ROOKBOODSCHAPPEN

69

Bijlage 4. Vragen over weerstand, zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen

Vragen over weerstand

1. To what extent did you think of point that went against what was being said

while you were reading the message?

Vertaald: In welke mate dacht u aan argumenten die ingingen tegen wat werd

beweerd, terwijl u aan het lezen was?

2. To what extent did you feel annoyed about the message?

Vertaald: In welke mate maakte de boodschap je geïrriteerd?

3. To what extent did the message try to manipulate you?

Vertaald: In welke mate probeerde de boodschap je te manipuleren?

Vragen over zelfeffectiviteit

1. To what extent did the message make you feel more confident that you might be

able to stop smoking?

Vertaald: In welke mate gaf de boodschap u het gevoel in staat te zijn te stoppen

met roken?

Vragen over uitkomstverwachtingen

1. To what extent did the message make you believe more that positive things will

happen is you quit smoking?

Vertaald: In welke mate versterkt deze boodschap uw overtuiging dat positieve

dingen zullen gebeuren als u stopt met roken?

2. To what extent did the message make you believe less that smoking will help

you get positive things?

Vertaald: In welke mate verzwakt deze boodschap uw overtuiging dat roken u

zal helpen positieve dingen te bekomen?