De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht...

49
Bas Sillekens 2169692 ABV 4vt. Scriptie OT 10-02-2015 Hoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?

Transcript of De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht...

Page 1: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bas Sillekens

2169692

ABV 4vt.

Scriptie OT

10-02-2015

Hoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?

Page 2: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Inhoudsopgave:

Inleiding: 3

Deelvragen:

Wat is Beeldenstorm voor werkplaats? 5

Wat bedoel ik met kennisoverdracht? 7

Theoretisch onderzoek: 9

Hoe kan de cognitivistische theorie worden toegepast in hand-out materiaal? 10

Hoe kan de constructivistische theorie van belang zijn voor kennisoverdracht binnen een werkplaats? 12

Hoe kan de leerstijlopvatting van Kolb helpen bij een betere kennisoverdracht? 14

Theorie toegepast in praktijk onderzoek: 16

Hoe maak ik hand-out materiaal op basis van het theoretisch onderzoek? 17

Wat zou een aanvulling kunnen zijn op het hand-out materiaal naar aanleiding van het constructivisme en de leerstijlen van Kolb? 18

Samenvatting 21

Bronnen 22

Bijlagen: 24

Bijlage 1 25

Bijlage 2 26

Bijlage 3 35

Bijlage 4 37

2

Page 3: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Inleiding:

Hoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?:

Vanuit mijn stage bij Beeldenstorm te Eindhoven, kreeg ik de vraag om hand-out materiaal te verzorgen voor de nieuwe locatie op het NRE-terrein in Eindhoven. Ik wil in deze scriptie een beeld geven over meerdere mogelijkheden op het gebied van educatie binnen een werkplaats, hierbij richt ik mij op de kennisoverdracht binnen een werkplaats. Deze vraag komt voort uit mijn interesse voor werkplaatsen en de vaststaande vraag van Beeldenstorm, hierdoor wilde ik andere mogelijkheden onderzoeken om kennis over te dragen. Naast het gevraagde hand-out materiaal vanuit Beeldenstorm zal ik een aanbeveling geven voor Beeldenstorm om kennisoverdracht te bevorderen. Deze aanbeveling komt voort uit mijn eigen visie van een ideale werkplaats en geeft een mogelijke aanvulling op de vraag van Beeldenstorm.

De ideale werkplaats. In een ideale situatie zou dit voor mij betekenen; een ruime zaal met werkbanken en genoeg open ruimte om beelden in te positioneren en te maken. Er zal ook een gedeelte ingericht worden als mini bibliotheek voor naslagwerk in de vorm van boeken en computers met toegang tot internet en meerdere beamers zodat er ook voor een groep voorbeelden getoond kunnen worden. Daarnaast een half open werkplaats afgesloten met glas waardoor geluid binnenblijft maar er toch zicht is op de open ruimte. De beamer zal zo gepositioneerd worden dat op het moment van uitleg makers met de rug richting de werkplaats zitten waardoor de werkplaats geen storende factor zal zijn. De werkplaats is dan gevuld met bewerkingsmachines zoals draaibanken, zaagtafels, kolomboren, cirkelzagen, lasapparatuur, een gieterij voor zowel brons als plastieken, klei ovens etc. . De werkplaats en tevens de open ruimte zullen beschikken over een grote schuifdeuren die geheel open kunnen en aansluiten op een natuurlijke omgeving, een bos bijvoorbeeld of in ieder geval een grote tuin. Zo zou ik ook een mogelijkheid creëren voor cursisten om buiten te werken. Er zal op de locatie ook een ruime opslag zijn aan materialen zoals verschillende soorten steen, staal, ijzer, klei en hout. De totale ruimte zal omringd zijn met grote glazen ruiten waardoor er natuurlijk licht naar binnen kan vallen, daarnaast zal er ook een gedeelte zijn met dichte wanden waardoor er ook een mogelijkheid is om beelden te plaatsen/maken tegen een neutrale achtergrond. Ik zou als begeleider beschikken over de nodige kennis van apparatuur en techniek maar zou er voor kiezen om specialisten in te zetten voor de coördinatie van de werkplaatsen, hierbij zou de specialist dienen om diverse gerichte vragen te kunnen beantwoorden van makers met betrekking tot het gebruik van de werkplaats.1 Voorafgaand kan de maker naslag doen over het vraagstuk wat hij/zij heeft in boeken.2 Het zou niet zo zijn dat de specialist het werk doet, de maker kan/mag de machines zelf bedienen maar krijgt hierbij hulp van de specialist. Zo kan ik als begeleider mijn aandacht verdelen over alle makers en blijf ik flexibel, ik houd ook meer overzicht tijdens het verblijf binnen de werkplaats. Door deze ideale situatie te hanteren zou ik constructivistisch vanuit de leerstijlen van Kolb kunnen werken en er voor zorgen dat er wel technisch/ambachtelijk goed werk(experiment) ontstaat.3 Ik denk hierbij aan het Bauhaus4, hiermee bedoel ik zeker niet de systematische stappen die gebruikt werden tijdens opdrachten/leerjaren maar de stap naar het ambacht en de vele mogelijkheden in de werkplaats.56

1 Perquin,N., pp. 36 – 37 2 Bijvoorbeeld: Jansen, B, Ambacht en Techniek van de kunstenaar, 19643 Hoexum, P4 Schasfoort, B., p. 49 5 http://www.cultuurarchief.nl/impressies/bauhaus-1919-1933.htm6 Scheidig, W., pp. 6-7

3

Page 4: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden ga ik aan de hand van een aantal deelvragen te werk. Hierbij maak ik gebruik van de theorie van het cognitivisme, het constructivisme en de leerstijlen van Kolb.

Deelvragen:

Wat is Beeldenstorm voor werkplaats?

Wat bedoel ik met kennisoverdracht?

Theoretisch onderzoek:

Hoe kan de cognitivistische theorie worden toegepast in hand-out materiaal?

Hoe kan de constructivistische theorie van belang zijn voor kennisoverdracht binnen een werkplaats?

Hoe kan de leerstijlopvatting van Kolb helpen bij een betere kennisoverdracht?

Theorie toegepast in praktijk onderzoek:

Hoe maak ik hand-out materiaal op basis van het theoretisch onderzoek?

Wat zou een aanvulling kunnen zijn op het hand-out materiaal naar aanleiding van het constructivisme en de leerstijlen van Kolb?

4

Page 5: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Wat is Beeldenstorm voor werkplaats?

De werkplaats:

Beeldenstorm beschikt over een goed geoutilleerde werkplaats. De inrichting van de werkplaats is erop afgestemd dat men zoveel mogelijk zelfstandig gebruik kan maken van de faciliteiten. Ter ondersteuning en advies is er dagelijks begeleiding aanwezig. De werkplaatsbegeleiders beschikken over een gedegen kennis en vaardigheden van materialen en technieken, gericht op het gieten en afwerken van kunstobjecten.

Beeldenstorm beschikt over een volledig geoutilleerde kunstgieterij waar brons legeringen en andere metalen gegoten kunnen worden. Daarnaast zijn er alle faciliteiten waarmee nabewerkingstechnieken en (re)productiemethoden toegepast en verder ontwikkeld kunnen worden.

Beeldenstorm richt zich in steeds belangrijkere mate ook op de ontwikkeling van nieuwe reproductie- en verduurzamings technieken en streeft er naar deze technieken toegankelijk te maken voor experiment en onderzoek. De werkplaats zal daarom altijd flexibel blijven zowel in begeleiding als in inrichting.

De volgende technieken kunnen worden toegepast:

- zandgieten

- cire perdue gietmethode

- vacuümgieten

- brons, (90/10 legering), (RG 5, loodbrons, sil.brons),

- aluminium, tin, messing

- emailleren

- vervaardigen van mallen (rubber, gips)

- patineren

- construeren in metaal (lassen, e.d.)

Ik leg hiervan als voorbeeld de techniek van het zandgieten uit zodat er een duidelijk beeld ontstaat van een manier van werken die bij Beeldenstorm plaats kan vinden. Deze techniek ga ik ook toepassen bij het praktijk onderzoek.

Zandgieten:

Zandgieten kan met een bestaand voorwerp of men maakt een model van het te gieten werkstuk. Voorwaarde is dat het te gebruiken model "lossend" is. Dit model wordt in twee (of meer) op elkaar gezette vormkasten in licht klevend zand ingebed. Wanneer de vormkasten gescheiden worden en het model uitgenomen, blijft in het zand een exacte afdruk van het model achter. Een holte dus met precies de gewenste vorm. Deze wordt na het weer samenvoegen van de vormkasten met gesmolten metaal volgegoten. Wanneer dit is gestold, kun je het (inmiddels verbrande) zand verwijderen en zo houd je een metalen "afgietsel" van de juiste vorm over.

Gieten in zand is bij uitstek geschikt voor (klein) seriewerk. Je maakt relatief makkelijk een aantal afgietsels van één enkel model. Zou je de hele serie direct uit metaal willen maken, dan moet de

5

Page 6: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

bewerking van het metaal net zo vaak herhaald worden als er exemplaren gevraagd worden. Het herhaald "invormen" van het model in zand vergt veel minder inspanning

6

Page 7: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Wat bedoel ik met kennisoverdracht?

Met kennisoverdracht bedoel ik de wijze waarop een lerende gegeven of verkregen informatie omzet naar voor de lerende betekenisvolle kennis. Deze betekenis sluit aan op de visie van David Ausubel.

David Ausubels interesse gaat vooral uit naar het betekenisvolle leren, hij hecht weinig waarde aan leerprincipes die gebaseerd zijn op leerexperimenten met betekenisloze leerinhouden. Volgens Ausubel heeft het onderwijs het doel leerlingen in te leiden in betekenissen. Dat wil zeggen: hen door het leren van begrippen, regels, principes en vaardigheden uit verschillende vakgebieden greep te laten krijgen op de werkelijkheid. De wijze waarop onderwijs daarin het beste kan slagen hangt volgens zowel Ausubel als mijzelf direct samen met onze kijk op hoe de lerende nieuwe kennis creëert en die weet te integreren in het kennisbestand dat hij reeds bezit. Door bewerking van informatie bouwt de lerende zijn eigen subjectief gekleurde kennisbestand op. Volgens Ausubel wordt de betekenisvolheid van het leren bepaald door de volgende drie factoren:

1. De aard en opbouw van de leertaak en de leerinhoud.

2. De voorkennis ofwel de kwaliteit van de cognitieve structuur van de lerende.

3. De leerintentie van de lerende.

Behalve de drie factoren speelt ook de leeromgeving een belangrijke rol. De leeromgeving draagt bij aan de mogelijkheid tot betekenisvol leren, indien:

- De lerende een relatie met de werkelijkheid kan leggen.

- Er variatie is in de wijze waarop de lerende informatie kan krijgen.

- De lerende uitgenodigd wordt om zelf actief te zijn.

- Er voor de lerende wat te kiezen valt.

- Er voor de lerende ruimte is om volgens zijn eigen leerstijl en leerbehoefte te werk te gaan.

- De lerende zelf initiatief kan nemen en met voorstellen kan komen.

- Er wat te experimenteren en te ontdekken valt.

Een leeromgeving die de voorgaande kenmerken vertoont, heet een krachtige leeromgeving. Beeldenstorm past binnen deze omschrijving als krachtige leeromgeving hier zijn echter nog een aantal kenmerken aan toe te voegen:

- Ze biedt mogelijkheden tot zeer uiteenlopende leerervaringen en activiteiten.

- Er is sprake van modelleren, bijvoorbeeld in de vorm van cognitieve apprenticeship, waarbij de leermester ( de vakman of expert) het beoogde gedrag ( handelingen) voordoet aan de lerende.

- Waar mogelijk mag de lerende zelf sturing geven aan zijn leerproces.

- Ze doet bij de lerende op een systematische wijze besef van eigen bekwaamheid ontwikkelen.

7

Page 8: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Een belangrijk onderdeel van een krachtige leeromgeving is het coachen en begeleiden van de lerende bij het ontwikkelen van vaardigheden. Hier zijn verschillende didactische principes voor bruikbaar, bij deze begeleiding. Het gaat dan om het laten zien van voorbeeldmodellen, het laten articuleren van denk en leeractiviteiten, het geven van feedback, begeleiding met tussenstapjes op maat, reflecteren en ervaring opdoen. Hierdoor brengt de begeleider als het ware een kader aan dat de elaboratie van informatie tot kennis en de opname daarvan in het langetermijngeheugen vergemakkelijkt.7

7 Veen, van der, pp. 129-138

8

Page 9: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Theoretisch onderzoek:

9

Page 10: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Hoe kan de cognitivistische theorie worden toegepast in hand-out materiaal?

Na de Tweede Wereldoorlog maakt het behaviorisme langzaamaan plaats voor het cognitivisme dit komt onder andere door de opkomst van de computer, de taalkunde en door ideeën en ontwikkelingen van ontwikkelingspsychologen zoals Piaget. Vooral Bruner en Ausubel, twee Amerikaanse onderwijspsychologen hebben in de eerste jaren veel vernieuwend werk verricht. Het cognitivisme richt zich op de wijze waarop informatie wordt getransformeerd in kennis die bijvoorbeeld geordend in schema’s en scripts in de cognitieve structuur van iemand wordt geïntegreerd.8

Jerome Bruner richt zich binnen zijn werk op de wijze waarop mensen kennis verwerven. Bruner ziet de mens als een actieve informatie verwerker en leren als een doelgerichte activiteit, hij legt hierbij de nadruk op de cognitieve aspecten van het leren en het zelf ontdekken door de leerling. De leerling plaatst zelf informatie in zijn/haar cognitieve structuur, Bruner noemt dit representatiesystemen. Hierbinnen wordt kennis overzichtelijk en meestal hiërarchisch geordend en opgeslagen. Deze systemen zijn medebepalend voor de opslag maar ook voor de opname en het terugvinden van kennis.

De cognitieve structuur van iemand bepaald de manier waarop deze persoon informatie en ervaringen omzet tot persoonlijke en bruikbare kennis. Bruner onderscheidt hierin drie representatie vormen9:

1. Enactieve representatie

2. Iconische representatie

3. Symbolische representatie

1. Enactieve representatie, hierbij vind leren plaats door het zelf omgaan met materiaal. Hierdoor kan een object of gebeurtenis worden begrepen. Hierbij wordt het motorisch handelen geleerd. Bijvoorbeeld: Een cursist bij Beeldenstorm kan leren hoe hij/zij een mal-deel moet maken door zelf chemicaliën te mengen met zand en dit hierna te plaatsen over een lossende vorm.

Omdat praktisch handelen altijd verbonden is met waarneming kan dit ook gezien worden als sensomotorische representatie.

2. Iconische representatie, door middel van een afbeelding kan een lerende voor zichzelf een beeld creëren van de werkelijkheid. Bijvoorbeeld: Een cursist bij Beeldenstorm kan zich het begrip kanalen eigen maken aan de hand van een tekening of foto van een mal of afgietsel.

3. Symbolische representatie: Dingen zoals het chemische proces van Furaan zand maken zijn moeilijk inactief of iconisch representeerbaar. Dit soort kennis wordt hanteerbaar gemaakt door middel van begrippen en symbolen, zoals bij de chemicaliën het geval is. De symbolische representatie stelt de mens in staat tot abstract denken en zich los te maken van de concrete werkelijkheid.

Bruner onderscheidt deze representatievormen, maar hij zegt wel dat deze niet opgevat mogen worden als fasen die doorlopen moeten worden. Bij het ouder worden verdwijnen de enactieve en de iconische representatievormen niet. Een voorbeeld hiervan is dat abstracte zaken soms voorstelbaar en begrijpbaar moeten worden gemaakt door een schema of model, een hand-out is zo’n model. Om te zorgen dat kennis overgedragen wordt van een werkplaatsbegeleider op een maker kan er gebruik worden gemaakt van een hand-out, hierdoor kan een proces duidelijk worden gemaakt doordat er systematisch wordt verteld wat de stappen zijn voor bijvoorbeeld het maken van een mal. Binnen een

8 Veen, van der, p. 1389 Veen, van der, pp. 122-124

10

Page 11: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

hand-out kunnen afbeeldingen worden gebruikt zodat een maker voor zichzelf een beeld creëert van de handeling die hij/zij moet verrichten.

11

Page 12: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Hoe kan de constructivistische theorie van belang zijn voor kennisoverdracht binnen een werkplaats?

Het constructivisme is ontstaan door kritiek vanuit de onderwijswereld op de geringe transferwaarde van leerpsychologisch onderzoek voor het onderwijs en het magere realiteitsgehalte ervan. Voor het verbeteren van het leerproces waren veel onderzoeken niet bruikbaar genoeg. Onderzoek vanuit het behaviorisme en het cognitivisme hadden bepaalde inzichten opgeleverd zoals conditioneringsprincipes en informatieverwerking. Maar deze onderzoeken kwamen voort uit laboratoria en hierin kunnen onderzoekers de invloed van externe factoren minimaliseren. In het alledaagse leven speelt de omgeving echter een grote rol en zijn problemen moeilijker en minder gestructureerd. Door deze kritiek is er meer aandacht gekomen voor het leren in de realiteit, aan de lerende zelf en aan het sociale en emotionele aspect van leren. Hierdoor is er een verscheidenheid aan benaderingen en meningen ontstaan, betreft leren en onderwijs. Deze verzameling wordt sinds de jaren tachtig met de term constructivisme aangeduid.

Ondanks dat het constructivisme vele interpretaties kent zijn de aanhangers het over een ding eens, de werkelijkheid is een subjectieve werkelijkheid hiermee wordt bedoeld dat de wereld om ons heen niet hetzelfde is als de wereld in ons hoofd. Hierdoor ervaart iedereen de wereld anders dan de ander. Het gevolg hiervan is dat kennis ook subjectief is, dit komt vooral naar voren bij interactie tussen twee of meerdere personen, hierin gebruiken we vaak symbolische en dus abstracte weergave van de werkelijkheid. Hierdoor ontstaat er ruimte voor eigen invullingen bijvoorbeeld: Als een werkplaats begeleider bij Beeldenstorm het over een mal aanstampen heeft. Die begeleider heeft het dan misschien over het aandrukken van zand in een mal met behulp van een hamer terwijl jij dan misschien denkt aan het springen (stampen) op een bestaande mal. Hoe concreter het gesprek wordt hoe kleiner de kans op verwarring is.

Volgens het constructivisme construeren we onze kennis van de werkelijkheid en kunnen we deze veralgemeniseren ofwel intersubjectief maken door met elkaar te communiceren. In het verlengde hiervan stellen constructivisten dat kennis sociale kennis is, ze komt tot stand in sociale interactie.

Vanaf de beginjaren tachtig is het constructivisme een steeds grotere rol gaan spelen binnen het onderwijs. Hierbij is het cognitivistische concept van leren als informatieverwerking, deels vervangen door het concept van leren als kennisconstructie, wat uiteindelijk ook als een vorm van informatieverwerking gezien kan worden.10

Vanuit een constructivistisch georiënteerde werkplaats wordt een leerling (maker) gezien als een actief, zelfstandig en zelfverantwoordelijk persoon. De kennis die een Begeleider overdraagt is voor de ontvanger informatie die niet vanzelf leidt tot bruikbare kennis. Om deze informatie om te zetten naar kennis zal een maker zelf aan de slag moeten gaan met deze informatie bijvoorbeeld: Als een werkplaats begeleider zijn kennis alleen maar doorgeeft, zal een maker of cursist deze niet als kennis opslaan omdat hij/zij hier geen betekenis aan kan koppelen. In een constructivistische werkplaats zal een begeleider daarom in het leerproces meer optreden als een coach van leerprocessen hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor de maker/cursist om de gegeven informatie van de begeleider om te zetten naar handelingen waardoor de informatie kennis wordt voor de maker. In deze werkplaats wordt een maker niet alleen geacht zelf actief te leren maar kan dit ook samen op het moment dat er andere makers in de werkplaats zijn, dit is het geval bij cursussen of groepen. Hierdoor wordt kennis meer een groepsproduct dat door interactie tot stand komt. Hierbij kunnen naast de begeleider andere makers die meer kennis hebben van een techniek of handeling diegenen helpen met minder kennis.

10 Veen, van der, pp. 142-144

12

Page 13: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Doordat de lerende beschouwt wordt als iemand die actief kennis opbouwt en vaardigheden toepast, worden er andere eisen gesteld aan de leeromgeving. Deze moet meer ondersteuning geven aan het leren als constructieproces en daar de nodige faciliteiten voor bieden zo ontstaan er krachtige leeromgevingen. De werkplaats is een krachtige leeromgeving omdat zich hier (vak)kennis en vaardigheden van nature aanbieden. Deze vorm van praktijkleren is leren door in een praktijksituatie handelingen te verrichten en hierop te reflecteren in samenwerking met een werkplaats begeleider. Bij deze vorm van lerend werken ligt het accent op werken en wordt het leren gestuurd door de inhoud, het verloop en de structurering van de activiteiten, door de sociale werkplaats omgeving en de lerende zelf.11

Het praktijkleren binnen een werkplaats bergt een aantal leerprocessen in zich die allemaal bijdragen aan de manier waarop makers betekenis geven aan de informatie die zich in een werkplaats bevindt. Deze leerprocessen bestaan uit:

1. Leren door doen. Hierbij gaat het vooral om ervaringen op te doen door toevallig of gericht te experimenteren met bijvoorbeeld materiaal of techniek.

2. Leren door observatie. Dit is een continu proces waar je je niet altijd bewust van bent. Observatieleren kan betrekking hebben op verschillende handelingen van bijvoorbeeld een werkplaatsbegeleider die een techniek uitvoert.

3. Leren door interactie. Binnen een werkplaats neem je deel aan sociale interactie binnen een groep, dit biedt veel leermogelijkheden omdat je als maker toegang krijgt tot levende informatiebronnen zoals een werkplaats medewerker.

4. Leren door het verwerven van theoretische kennis. Dit is van belang om beter te kunnen profiteren van andere leerprocessen zoals leren door handelen, sociale interactie en observatie. Dit kan plaatsvinden binnen de werkplaats zelf door bijvoorbeeld boeken te lezen, of buiten de werkplaats door zelfstudie.

Hoe kan de leerstijlopvatting van Kolb helpen bij een betere kennisoverdracht?

De Amerikaanse psycholoog Kolb laat in zijn theorie zien dat ervaringsleren gezien moet worden als een proces dat bestaat uit vier fasen, die allemaal doorlopen moeten worden wil er sprake zijn van

11 Veen, van der, pp. 159-162

13

Page 14: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

zinvol leren. Het gaat hierbij vooral over het opdoen van ervaringen maar net zo zeer over het toepassen van deze ervaringen. In elke afzonderlijke fase wordt er ingespeeld op de volgende cognitieve vaardigheden en leeractiviteiten:

1. Het opdoen van, het omgaan met en het openstaan voor nieuwe, concrete ervaringen.

2. Reflectief observeren. Opgedane ervaringen en observaties worden vanuit diverse perspectieven aan een beschouwing onderworpen en beoordeeld.

3. Abstraheren en conceptualiseren. Met behulp van begrippen of concepten worden ervaringen en waarnemingen geïntegreerd in een bestaande theorie dan wel gecomponeerd tot een nieuwe theorie.

4. Actief experimenteren. Ontwikkelde of gewijzigde theorieën en opvattingen past men toe in nieuwe situaties.

Samen maken de vier leeractiviteiten een leerproces compleet. Afhankelijk van de voorkeur voor een bepaalde volgorde, waarin de leeractiviteiten worden uitgevoerd, start een lerende zijn leerproces in een van de vier fasen. Op basis hiervan komt Kolb tot vier leerstijlen.

1. Divergente leerstijl: beschouwer

De leerstijl van de beschouwers is een combinatie van concreet ervaren en reflectief observeren.

2. Assimilerende leerstijl: denker

De leerstijl van de denkers is een combinatie van reflectief waarnemen en het vormen van abstracte concepten.

3. Convergente leerstijl: beslisser

De leerstijl van de beslissers wordt gekenmerkt door een combinatie van abstracte begripsvorming en actief experimenteren.

4. Uitvoerende leerstijl: doener

Bij de uitvoerende leerstijl gaat het over een combinatie van actief experimenteren en concreet ervaren.

Binnen de werkplaats kan een begeleider rekening houden met de kenmerken van de individuele makers die van invloed zijn op het leerproces, de leerstijl is hier een voorbeeld van. Via leerstijldifferentiatie kan de werkplaats begeleider een bijdrage leveren aan het optimaliseren van het leerproces en daardoor mogelijk aan het verhogen van de kennisoverdracht. Hierbij zal een begeleider zich moeten richten op de startfase van een maker die het meest aansluit bij zijn/haar leerstijl. Om te voorkomen dat er een onevenwichtige verhouding ontstaat tussen de verschillende leerstijlen en de maker alleen maar beter wordt in de aanpak die hij/zij al beheerst, zou de begeleider in zijn aanpak aandacht moeten besteden aan alle vier de leerstijlen. Zo krijgen makers de kans om verschillende vaardigheden goed te ontwikkelen en leren ze te handelen in verschillende omgevingen ook buiten de werkplaats.12

12 Veen, van der, pp. 58-63

14

Page 15: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

15

Page 16: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Praktijk onderzoek:

16

Page 17: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Hoe maak ik hand-out materiaal op basis van het theoretisch onderzoek?

De vraag van Beeldenstorm was om hand-out materiaal te verzorgen, zodat makers terug kunnen vallen op geschreven tekst nadat er eerst een uitleg ten grondslag ligt. Deze manier van cognitief werken is de basis van het idee van een hand-out hierdoor kan meteen worden ingespeeld op het eventuele gat dat na een uitleg valt.

Deze uitleg ofwel kleine demonstratie wordt door de medewerkers gedaan, hierbij laat de medewerker zien door middel van een handeling wat de juiste werkwijze is. Deze demonstratie wordt zo, vaak de leidraad van het te volgen proces. Toch had ik het idee dat hier iets niet aan klopte, van de maker wordt namelijk enigszins verwacht dat hij of zij deze demonstratie direct opneemt; de demonstratie laat een goed uitgevoerd proces zien, en de maker moet dit maar onthouden. Hierbij wordt de last bij de maker gelegd en wordt er van uitgegaan dat de maker dit proces direct kan imiteren bij zijn of haar te maken object. Vaak werkt dit, maar even vaak gaat dit mis. De medewerker kan vaak de fout van een maker niet laten zien maar alleen hoe het wel moet. Hiervoor kan de vraag vanuit Beeldenstorm dus een goede uitwerking hebben. Geschreven, richtinggevende taal kan een proces concreter en duidelijker maken. Hierbij moet de geschreven hand-out duidelijk maar ook verbeeldingsvol zijn, vaak worden dergelijke materialen geschreven door dezelfde persoon die ook begeleid. Het gevaar hierbij is dat men dingen als vanzelfsprekend gaat zien, aangezien jarenlange ervaring vaak hierbij ten grondslag ligt. Foto’s zouden hiervoor een goede toevoeging zijn bij het hand-out materiaal.13

Om mijzelf te verdiepen in het maken van hand-out materiaal ben ik mij gaan verdiepen in de cognitieve leerpsychologie om zo een beeld te krijgen van de informatie verwerking van een cursist, waarbij de te maken hand-out moet aansluiten. Om dit praktisch te ervaren ben ik hierna een workshop van de technische universiteit Eindhoven gaan observeren en begeleiden, hierdoor kreeg ik de kans om alles te noteren wat de werkplaatsmedewerker vertelde en demonstreerde. Ook ben ik gaan kijken naar terugkomende vragen van de studenten dit gaf mij een beeld over onderdelen van processen die belicht moesten worden in het te maken hand-out materiaal. De studenten hebben zelf foto’s gemaakt van hun proces en hebben dit ook beschreven in een poster (bijlage 1), dit gaf mij een beeld van verschillende benaderingen van mensen over een zelfde proces. Hieruit kon ik ook afleiden hoe een maker gegeven informatie van een medewerker omzet naar voor hem of haar te behappen fases van het proces.

Deze informatie ben ik gaan omzetten naar een basis voor hand-out materiaal voor verschillende technieken die binnen Beeldenstorm gebruikt kunnen worden. ( bijlage 2) Vervolgens ben ik een workshop gaan organiseren voor de tweede- en derdejaars voltijd studenten van de Academie voor Beeldende Vorming te Tilburg om deze hand-out te testen en om te kijken hoe een hand-out functioneert binnen een nieuwe groep. Ik heb tijdens deze workshop naast de gemaakte hand-out ook een aantal korte enquêtes uitgedeeld om er zo achter te komen wat een maker nog mist tijdens zijn/haar verblijf bij Beeldenstorm. De verkregen antwoorden ter verbetering (bijlage 3) heb ik gebruikt als basis bij het formuleren en onderbouwen van mijn aanbeveling voor Beeldenstorm. Het viel mij op dat alle deelnemers de workshop erg verschillend benaderden. Ik ben gaan kijken hoe ik bij mijn aanbeveling rekening kon houden met al deze verschillende invalshoeken van mensen en ben hierdoor gebruik gaan maken van de leerstijlen van Kolb.

Wat zou een aanvulling kunnen zijn op het hand-out materiaal naar aanleiding van het constructivisme en de leerstijlen van Kolb?

13 Sennett, R, pp. 203 - 206

17

Page 18: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Naar aanleiding van mijn praktijkonderzoek naar het hand-out materiaal ben ik gaan kijken naar andere mogelijkheden van kennisoverdracht binnen Beeldenstorm, aangezien Beeldenstorm nu gevestigd is op een nieuwe locatie zijn er nog veel mogelijkheden binnen de locatie zelf. Hierdoor ben ik gaan kijken naar mogelijkheden die het hand-out materiaal kunnen aanvullen of versterken. Op basis van mijn enquête die ik heb verdeeld onder de studenten van de Fontys ben ik gaan kijken naar mogelijkheden voor Beeldenstorm als basis ben ik hierbij vanuit gegaan van mijn ideale werkplaats en de flexibiliteit van Beeldenstorm. Het constructivisme en de Leerstijlen van Kolb sluiten naadloos aan bij mijn visie over de ideale werkplaats. Volgens het constructivisme wordt kennis actief opgebouwd door de lerende die een eigen betekenis geeft aan ontvangen informatie. Hierdoor krijgt het leren in echte omgevingen een belangrijke nadruk, en de actieve positie van de lerende hierin. Bij leren, kunnen we stellen, komt veel meer kijken dan alleen de processen die tussen de twee oren lopen. Dit is dus meestal aan de orde bij het gebruik van hand-out materiaal. Ik denk dat de verwerking van het constructivisme binnen Beeldenstorm een aanvulling kan zijn op het gebruik van hand-out materiaal.

Uit de korte enquête die ik heb verspreid onder de studenten kwam voornamelijk naar voren dat tijdens een workshop de begeleiding optimaal is en dat de hand-out op kleine vlakken kon ondersteunen. Wel is de hand-out nog in ontwikkeling ik draag de basis die ik gemaakt heb over aan een deeltijdstudent van dezelfde opleiding, zo wordt het proces en onderzoek naar de hand-out voortgezet, in de toekomst zal hier ook visueel materiaal aan toegevoegd worden zodat de hand-out nog inzichtelijker wordt. Tijdens een workshop is er natuurlijk altijd begeleiding aanwezig dus dan is er altijd de mogelijkheid om vragen te stellen. Uit mijn enquete kwam naar voren dat als men alleen aan het werk was toch een aantal dingen misten, zoals wifi, een computer, meer boeken en een toegankelijke studiezaal, ook faciliteiten zoals meer toiletten en een aparte kantine zodat men niet in het stof zit kwamen naar voren. Ik heb deze resultaten geanalyseerd en ben me gaan richten op aspecten die de kennisoverdracht zouden kunnen bevorderen, helaas kan ik dit niet toetsen net zoals de hand out maar in de hier volgende aanbeveling geef ik een aantal ideeën en toepassingen die in de toekomst gerealiseerd zouden kunnen worden.

De toepassing van theorie die nu volgt is een mogelijkheid die Beeldenstorm kan benutten bij de verdere inrichting van de werkplaats om kennisoverdracht te bevorderen.

De constructivistische theorie gaat er van uit dat het verwerven van kennis en vaardigheden niet zozeer het gevolg is van een directe overdracht van kennis door de docent, maar eerder het resultaat van denkactiviteiten van de maker zelf: we leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat we al weten. Het constructivisme benadrukt daarmee de actieve rol van de maker bij het verwerken van informatie en het verwerven van kennis en vaardigheden. Sociale processen spelen hierbij een belangrijke rol.

Kennis wordt niet alleen individueel geconstrueerd, maar wordt ook steeds weer gespiegeld aan de opvattingen van anderen. Kennis komt tot stand door interpretatie van informatie. Omdat interpretatie afhankelijk is van de voorkennis en associaties van makers, is deze per definitie subjectief van aard. Door eigen kennis te spiegelen aan de kennis van anderen wordt deze niet alleen verrijkt maar bereikt deze een hogere mate van intersubjectiviteit. Een, binnen een praktijkgemeenschap zoals tijdens een workshop, gedeelde opvatting kan dan als objectieve waarheid worden ervaren.14

Als makers tijdens een verblijf binnen de werkplaats aan de slag gaan vanuit wat ze al weten doen ze dat op hun eigen manier dit kan gestimuleerd worden door te werken vanuit de leerstijlen van Kolb. De volgende vier aspecten spelen hierbij een grote rol:

1. Een goed uitgewerkt leerproces - één waarbinnen alle vier de fasen van de

14 Blyth, C., p. 51

18

Page 19: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

leercyclus worden doorlopen dit levert een beter leerresultaat op. Tijdens een workshop zal er een omgeving gecreëerd moeten worden waarbij de makers met verschillende leerstijlen makkelijk hun weg kunnen vinden binnen de werkplaats.

Bijvoorbeeld een boekenkast met naslagwerk voor de “denkers” waardoor er Informatie verzameld kan worden, en de mogelijkheid tot het gebruik van een computer zodat er ook digitaal onderzoek kan plaatsvinden. Denkers hebben een assimilerende leerstijl, de leerstijl van de denkers is een combinatie van reflectief waarnemen en het vormen van abstracte begrippen ( concepten). Denkers zijn gericht op het zoeken naar logische samenhang en het ontwikkelen van theorieën en modellen; ze neigen daarbij tot een zeker perfectionisme. Ze hebben graag de tijd om zelf met de leerinhoud bezig te zijn en deze binnen hun eigen ontworpen kaders te plaatsen. Daarvoor moet er ook rust heersen binnen de werkplaats of in ieder geval de mogelijkheid tot rust waarin naslag gepleegd kan worden.

Voor de “dromer” losse materialen (bijvoorbeeld: steen, hout, papier, stiften etc.) om zo de expressie tot zijn recht te laten komen, hier kan dan weer persoonlijke feedback op plaatsvinden. Of een kort stappenplan om de cursist op weg te helpen. Dromers hebben een divergente leerstijl, een combinatie van concreet ervaren en reflectief observeren. Ze hebben een rijke fantasie. Hierdoor kan een dromer moeilijk tot een besluit komen, een stappen plan is hiervoor een mogelijke oplossing wat een werkplaats kan bieden.

Voor de “beslisser” net zoals de “denker” een boekenkast met naslagwerk en een algemene uitleg van machines/gereedschappen aan het begin van een werkperiode. Beslissers hebben een convergente leerstijl waardoor ze ideeën praktisch kunnen toepassen wel is het fijn als er een leeromgeving is waar beslissers een relatie kunnen leggen tussen leerinhoud en de eigen praktijk ervaringen. Vanuit hier kunnen beslissers met zelfbedachte “oplossingen” experimenteren.

Voor de “doener” het laten toepassen van al eerder opgedane kennis en vaardigheden, door bijvoorbeeld materiaal experiment. Doeners hebben een uitvoerende leerstijl hierdoor wordt er veel geëxperimenteerd het is voor doeners makkelijker om beroep te doen op informatie van anderen dan dat ze een beroep doen op de eigen analyserende capaciteiten ( kwaliteiten). Een omgeving met afwisselende werkvormen en leersituaties is daarom ook essentieel.

Doordat alle faciliteiten zich bevinden in de zelfde ruimte kan het leerproces makkelijker uitgewerkt worden. Zo kan ik als begeleider zonder enige voorkennis bekijken welke leerstijl past bij welke cursist simpelweg omdat na een algemene uitleg over de werkplaats de maker zal beginnen met een manier die bij hem/haar past.15

2. Het verschil tussen makers wordt naast hun referentiekader, opvoeding,achtergrond en eerdere ervaringen voor een groot deel bepaald door het verschil in leerstijl.

3. Als makers vanuit hun eigen leerstijl kunnen werken, zal de motivatieverbeteren. Wat is er leuker dan te beginnen met iets waar je goed in bent?

Hierdoor kan een maker zelf zijn eigen praktische manier van leren vormgeven.

4. Met behulp van de leerstijlenindeling kan samenwerking gestructureerdworden. Iedere leerstijl heeft zijn specifieke kwaliteiten en dus ook zijn valkuilen.Onderlinge afstemming kan het leereffect positief beïnvloeden.

Als de werkplaats deze vier aspecten hanteert, krijgt een maker tijdens zijn/haar verblijf een verhoging van zijn kennisbestand, van intellectuele/praktische vaardigheden, informatieverwerking en zelfontplooiing door middel van o.a. sociale interactie, namelijk de relatie van het individu met de andere makers en begeleiders. 16

15 Veen, van der, pp. 58 - 6016 Veen, van der, pp. 142 - 164

19

Page 20: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Om een deel van de aanbeveling te testen is er op vrijdag 6 februari 2015 wederom een workshop georganiseerd voor Fontys studenten. De situatie van Beeldenstorm was hierbij anders dan bij de voorgaande workshops. Doordat er in de tussenliggende periode een aantal verbouwingen zijn afgerond is de indeling van de werkplaats veranderd hierbij is er al ingespeeld op de antwoorden uit de eerder afgenomen enquête. Tijdens de workshop van vrijdag 6 februari is er een gedeeld en afgesloten toilet buiten het werk gedeelte van de werkplaats in functie gegaan. Er is een afgesloten bewerkingsruimte in gebruik genomen, hierdoor is de geluidsoverlast van machines drastisch verminderd aangezien dit nu plaatsvindt in een andere ruimte die direct toegankelijk is vanuit het centrum van de werkplaats. Deze ruimte beschikt ook over ramen waardoor er overzicht blijft voor de begeleider. Ook is er een stofhok gerealiseerd waardoor men geen last meer heeft van rondvliegend stof van onder andere gips en zand.

Tijdens deze workshop zandgieten is het vernieuwde hand-out materiaal ( Gemaakt door Sraar Luijten zie bijlage 4) op groot formaat aan een centraal bord in de werkplaats bevestigd. Hierdoor ontstond de mogelijkheid om na de centrale uitleg terug te vallen op de vergrote hand-out. Bij de vorige workshops is de toenmalige hand-out individueel uitgereikt, hiervoor is deze keer niet gekozen. Dit resulteerde in een betere samenwerking, de studenten kozen ervoor om meer met elkaar te overleggen en informatie te delen vanuit ieders ervaring of expertise. De hand-out werd wel gebruikt als voorbeeld waarna studenten samen met de vergrote hand-out de plan maakten. Dit resulteerde er ook in dat er binnen de samenwerking aanvullingen ontstonden van student naar student op basis van een eigen leerstijl, sommige studenten keken eerst hoe een ander een handeling uitvoerde en gingen dit hierna zelf proberen. Om er voor te zorgen dat de studenten niet in hun eigen voorkeur bleven hangen is er in tijdens het begin van de workshop een verdeling geweest op basis van meegebrachte voorwerpen. In totaal werden er vier mallen gemaakt, maar om goed te kunnen gieten moeten de te gieten voorwerpen ongeveer de zelfde dikte hebben per mal. Hierdoor hebben de studenten de voorwerpen verdeelt op grootte en dikte, het gevolg hiervan was dat de voorwerpen van een student verspreid lagen over meerdere mallen. Hierdoor ontstond er een afwisseling van wie er wanneer aan welke mal werkte, de samenwerking tussen personen verschilde hierdoor ook geregeld. Hierdoor krijgt iedere student te maken met verschillende leerstijlen van andere studenten en blijft een student niet vast hangen in zijn/haar eigen leerstijl.

Deze afwisseling liep vloeiend gedurende de workshop, wel is de groep een aantal keer bij elkaar gehaald voor een stuk verdiepende uitleg over een handeling en aandachtspunten bij het maken van een mal. Wel bleek dat de vraag voor internet nog steeds heerste onder de studenten, vooral voor het opzoeken van afbeeldingen en voorbeelden zou dit handig zijn aldus de studenten. Na afloop van de workshop toonden verschillende studenten interesse om een keer terug te komen voor meer onderzoek te doen ten behoeve van hun beeldend werk. De redenen die hiervoor genoemd werden waren onder andere, de faciliteiten en werkomgeving, de begeleiding en instructies, de mogelijkheden tot experiment en de toepasbaarheid van informatie.

20

Page 21: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Hoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?

Samenvattend:

Om de kennisoverdracht binnen de werkplaats te verhogen kunnen de werkplaats begeleiders van Beeldenstorm een aantal zaken gaan hanteren/uitvoeren, allereerst:

Door gebruik te maken van een hand-out naast de reguliere uitleg en instructies wordt er een gat op gevangen wat na een instructie kan ontstaan. Dit biedt voor een maker een moment om de gegeven informatie van een begeleider nog eens door te nemen of om op terug te vallen als men in een proces bezig is. De informatie die overgedragen wordt van begeleider naar maker kan hierdoor sneller als kennis worden opgeslagen omdat de maker de gegeven informatie direct kan toepassen in zijn of haar werktraject. De hand-out dient hierbij niet zo zeer als leidend maar meer als terugval mogelijkheid aangezien een begeleider niet altijd op het gewenste moment in de buurt is. Door de toevoeging van afbeeldingen op de hand-out wordt een handeling visueel gemaakt deze manier van iconische representatie bevorderd het inlevingsvermogen van een maker. In het geval van een workshop werken meerdere personen aan een zelfde mal hierdoor kan men ook van elkaar leren en informatie overdragen of bespreken.

Ten tweede

Als Beeldenstorm constructivistisch zou gaan werken naast de gegeven hand-out zou dit kunnen leiden tot een betere kennisoverdracht van begeleider naar maker. Hierbij zal de begeleider rekening moeten houden met de vier verschillende leerstijlen van Kolb, zo kan de begeleider ervoor zorgen dat deze vorm van ervaringsleren zinvol is. Om hiermee aan de slag te gaan zal Beeldenstorm haar werkplaats moeten aanvullen met verschillende zaken zoals: boeken, gereedschappen, studieruimte, computers en internet mogelijkheden. Zo kan er een werkplaats gecreëerd worden die zorg draagt voor een compleet leerproces voor iedereen die er aan de slag gaat. Hierbij is het belangrijk dat de leeromgeving blijft bij dragen aan de mogelijkheid tot betekenisvol leren, door de variatie waarop een maker informatie krijgt binnen de werkplaats, door er voor te zorgen dat er een relatie te leggen is tussen de maker en de omgeving ( de werkelijkheid), door er voor zorg te dragen dat makers mogelijkheden blijven hebben tot zeer uiteenlopende leerervaringen en activiteiten, door de maker zelf sturing te geven aan zijn leerproces en door er voor te zorgen dat de maker op een systematische wijze het besef van eigen bekwaamheid blijft ontwikkelen.

Door zorg te dragen voor een compleet leerproces zal de informatie die dan wel mondeling (begeleider of andere makers) of schriftelijk (hand-out) verstrekt word eerder worden omgezet naar kennis door een maker. Belangrijk is hierbij dat de begeleider blijft coachen naar de maker/lerende, bij deze begeleiding kan de begeleider gebruik maken van verschillende didactische principes. Het gaat dan om het voordoen, het laten articuleren van denk- en leeractiviteiten, het geven van feedback, het begeleiden op maat, reflecteren en ervaring opdoen (exploreren)

Zo kan de kennisoverdracht binnen een werkplaats bevorderd worden.

21

Page 22: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bronnen:

22

Page 23: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bronnen:

Boeken:

Jansen, B, Ambacht en Techniek van de kunstenaar, 1964

Perquin,Prof. Dr. N., leerpsychologie in pedagogisch perspectief 1959

Schasfoort, B., Beeldonderwijs en Didactiek, 1999

Scheidig, W., Bauhaus Weimar 1919-1924 werkstattarbeiten, 1966

Sennett, R, De Ambachtsman, 2008

Veen, van der, T., Wal, van der, J., Van leertheorie naar onderwijspraktijk, 2012

Artikel:

Hoexum, P., De onhandige vakman, z.d.

Jstor:

Blyth, C., A Constructivist Approach to Grammar: Teaching Teachers to Teach Aspect, 1997

Website:

http://www.cultuurarchief.nl/impressies/bauhaus-1919-1933.htm

23

Page 24: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bijlagen:

24

Page 25: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bijlage 1:

25

Page 26: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Poster Student industrial design TU/E

26

Page 27: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bijlage 2:

hand-out materiaal geschreven voor Beeldenstorm Eindhoven

op volgorde:

1. Wat voor object heb ik?

2. Positionering van het object

3. Furaanzand mal maken

4. Furaanzand aanmaken

5. Zandgieten

6. Kanalen maken

27

Page 28: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Om te bepalen wat voor techniek je het beste kan gebruiken is het handig om te kijken wat voor soort object je hebt. In principe zijn er twee soorten lossende objecten en niet lossende objecten

Lossend object:

- Een lossend object wilt zeggen dat er minimaal 2 zijdes moeten zijn van het object waaraan je een mal kunt maken zonder dat het object vast komt te zitten in de mal, het object moet dus lossend zijn.

- Zijn er 2 zijdes lossend dan maak je een mal uit 2 delen, is je object erg gedetailleerd dan kun je het beste kiezen voor Furaanzand gieten, is je object simpeler dan kun je het beste kiezen voor zandgieten

- Zijn er meerdere zijdes lossend dan maak je een mal uit meerdere delen uiteindelijk vallen de delen als een puzzel in elkaar en zo krijg je een complete mal, hiervoor kun je het beste kiezen voor Furaanzand gieten

Niet lossend object:

- Is je object niet lossend of erg ingewikkeld dan kun je het beste kiezen voor cire perdue gieten, hierbij is het materiaal van je object wel erg belangrijk sommige materialen zijn hiervoor namelijk niet geschikt , het object gaat bij cire perdue gieten altijd verloren.

28

Page 29: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Positionering van het object:

- Voordat je begint met het maken van een mal moet je weten waar je je object in de mal kunt plaatsen hierbij moet je rekening houden dat naast het object er ook gietkanalen in de mal komen die de toevoer van een metaal regelen naar jouw object, ook komen er ontluchtingskanalen en nokken in de mal.

- Om erachter te komen waar al deze bovenstaande dingen moeten komen ga je eerst kijken of dat je stijgend of dalend moet gaan gieten

- Teken je positie plan altijd uit op papier dan weet je waar je rekening mee moet houden

Stijgend gieten:

- Bij stijgend gieten loopt het metaal via een gietkanaal langs het te gieten object naar het laagste punt in de mal en vult zo de mal van onderuit. De ontluchtingskanalen bevinden zich boven het te gieten object. De plaatsing van het object in de mal zal dus in de linker of rechter benedenhoek moeten zijn zodat er aan een zijde ruimte blijft voor de gietkanalen.

Dalend gieten:

- Bij dalend gieten loopt het metaal via een gietkanaal van bovenuit over het te gieten object, dit gebeurt ook altijd als het te gieten object hol moet worden is dit het geval dan moet er altijd een binnen-mal gemaakt worden. De plaatsing van het object in de mal zal in de midden zijn maar wel onder in de mal.

29

Page 30: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Furaanzand mal maken:

Benodigdheden:

Plastic handschoenen, oor bescherming, afzuiging, weegschaal, mixer, emmers, hamer, spatels, zand (S80), Aktivator (A), Furaanhars (KH), maatbekers,

- Pak een houten werkplaat

- Plaats houten hoekdelen die in verhouding staan met het lossende object op de werkplaat

- Positioneer het lossende object naar aanleiding van je positie tekening in de gecreëerde bekisting

- Je gaat nu de lege bekisting vullen tot net onder de lossende lijn van het object hiervoor gebruik je olie-zand. Probeer het olie-zand zo strak mogelijk te krijgen hiervoor kan het handig zijn om de houten hoekdelen tijdelijk te verwijderen. Hierna plaats je ze weer terug en klem je de hoekdelen aan elkaar

- Lees nu het gedeelte over Furaanzand aanmaken op het werkblad

- Na het uitharden van het Furaanzand kun je de bekisting verwijderen- Maak je een tweedelige mal dan zorg je ervoor dat het Furaanzand beneden licht, je verwijderd

het olie-zand en boort vervolgens nokken in het Furaanzand houd hierbij rekening met de kanalen die nog gemaakt moeten worden kijk hiervoor op je positie tekening

- Na het boren van de nokken bevestig je de bekisting weer, zorg ervoor dat er genoeg ruimte is om de tweede helft van de mal vol te maken met Furaanzand, dit kan door de bekisting iets hoger te plaatsen en vast te klemmen op de onderste helft van de mal.

- Nu herhaal je het werkblad Furaanzand aanmaken

- Maak je een mal uit meerdere delen gebruik dan de eerste helft als basis en bevestig de bekisting weer, ga nu opzoek naar een lossend gedeelte van het object en herhaal bovenstaande aanwijzingen betreffende het gebruik van olie-zand. Houd rekening met het maken van nokken in het gedeelte waar je Furaanzand gaat plaatsen

- Hierna herhaal je het proces vanaf het uitharden van het Furaanzand

30

Page 31: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Furaanzand:

- Belangrijk bij het aanmaken van furaanzand is goed mixen

- Een makkelijke verhouding om te mengen is 8kg zand(S80), 32 ml Aktivator (A) en 80 ml Furaanhars (KH) zie het werkblad mengverhoudingen voor Furaanzand voor meer uitleg

- Zet de afzuiging bij de mengtafel voor chemicaliën aan en trek handschoenen aan tijdens het werken met chemicaliën

- Vul de Aktivator(A) maatbeker met 32ml Aktivator(A)

- Vul de Furaanhars(KH) maatbeker met 80ml Furaanhars(KH)

- Vul een emmer met 8kg zand(S80)

- Zet gehoorbescherming op en gebruik de mixer om eerst de Aktivator(A) te mixen met het zand in de emmer, kiep de emmer halverwege het mixen om in een lege emmer en mix deze nogmaals, dit kan handiger zijn met twee personen

- Voeg nu tijdens het mixen rustig de Furaanhars(KH) toe aan het zand, halverwege kiep je het zand weer in de lege emmer en mix deze nogmaals.

- Het zand kan nu in de bekisting worden gegoten

- Giet eerst een laag in de bekisting over het object en stamp deze licht aan met een hamer, herhaal dit totdat de bekisting gevuld is, houd er rekening mee dat het Furaanzand na +/- 10 min begint uit te harden

- Ruim na afloop de chemicaliën op en maak de maatbekers schoon

31

Page 32: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Mengverhoudingen voor Furaanzand:

- Gebruik altijd handschoenen en de afzuiging bij het gebruik van chemicaliën

- Zorg er voor dat je de chemicaliën Furaanhars en Aktivator nooit direct bij elkaar schenkt!

Mengverhouding:

Voor 1 kg S80 zand heb je 10 ml Furaanhars (KH) nodig dit is 1% van ten opzichte van het zand.

Per 10 ml Furaanhars (KH) heb je 4 ml Aktivator (A) nodig dit is 40% ten opzichte van het zand.

Bijvoorbeeld:

Zand (S80) Furaanhars (KH) Aktivator (A)

1 kg 10 ml 4 ml

2 kg 20 ml 8 ml

3 kg 30 ml 12 ml

4 kg 40 ml 16 ml

5 kg 50 ml 20 ml

6 kg 60 ml 24 ml

7 kg 70 ml 28 ml

8 kg ( 1 emmer ) 80 ml 32 ml

Zandgieten:

32

Page 33: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Benodigdheden: houten werkplaat, metalen-malbekisting, olie-zand, zeef(1-3mm), groen gereedschap, talk poeder.

- Pak een houten werkplaat

- Plaats de metalen-malbekisting op de houten werkplaat

- Wil je een enkelzijdige afdruk ga dan verder wil je een dubbelzijdige afdruk lees dan eerst het werkblad valse kast maken

- Positioneer het lossende object naar aanleiding van je positie plan in de gecreëerde bekisting met de afdruk zijde naar boven

- Je gaat nu de lege bekisting vullen hiervoor gebruik je een aantal zeven je begint met de kleinste zeef ( 1mm) tot dat er +/- 2 cm olie zand op de werkplaat ligt nu druk je het olie zand met de hand aan. Hierna pak je een zeef van 2mm en 3 mm , pak vervolgens een hamer en klop het aan(let hierbij vooral op de randen van de bekisting) totdat de bekisting vol zit , nu schraap je het overtollige olie-zand weer weg zodat het zand aansluit op de metalen kast

- Leg een nieuwe houten werkplaat op de metalen bekisting

- Draai de gevulde helft van de bekisting om inclusief de beide werkplaten deze dienen als steun.

- Nu ga je de gietkanalen licht inkrassen in de mal volgens je gemaakte positie plan

- Strooi gelijkmatig talkpoeder over het olie-zand

- Plaats de tweede helft van de metalen bekisting op de gevulde en vult deze op dezelfde wijze

- Je kunt nu kanalen gaan maken lees hiervoor het werkblad aankanalen

Valse kast maken:

33

Page 34: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

- Plaats één helft van de metalen-malbekisting op een houten werkplaat

- Vul deze met de zeef, begin hierbij met 2 mm voor de eerste laag. zorg ervoor dat het zand een geheel vormt en schraap het overtollige olie-zand weg zodat het zand aansluit op de metalen kast ( dit is de valse kast)

- Duw het lossende object tot aan de helft in het olie-zand, positioneer het object zo naar aanleiding van je positie plan

- Nu ga je de gietkanalen licht inkrassen in de mal volgens je gemaakte positieplan

- Strooi gelijkmatig talkpoeder over het olie-zand

- Bevestig de andere helft van de metalen bekisting bovenop die met olie-zand is gevuld, zorg ervoor dat de pinnen aan de zijkanten in elkaar verzinken.

- Je gaat nu de lege bekisting vullen hiervoor gebruik je een aantal zeven je begint met de kleinste zeef ( 1mm) hierna pak je een zeef van 2mm en 3 mm totdat de bekisting vol zit , nu schraap je het overtollige olie-zand weer weg zodat het zand aansluit op de metalen kast

- Verwijder de valse kast en haal het olie zand eruit zorg dat het lossende object in de gevulde mal blijft zitten.

- Strooi gelijkmatig talkpoeder over het olie-zand

- Bevestig de lege helft ( dit was eerst de valse kast) op de gevulde metalen bekisting, herhaal nu het stuk over het zeven.

- Je kunt nu kanalen gaan maken lees hiervoor het werkblad aankanalen

Kanalen maken:

34

Page 35: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Stijgend gieten:

- Je maakt een hoofdgietkanaal met aan de bovenzijde een kelk dit kanaal loopt van boven in de mal recht naar beneden en eindigt in een bocht die aansluit op de onderzijde van het te gieten object. Vanuit het hoofdgietkanaal maak je kleinere kanalen die over de lengte verspreid zitten. Je zorgt ervoor dat deze bij de bevestiging aan het hoofdgietkanaal naar beneden zijn afgerond, dit zorgt ervoor dat het te gieten metaal rechtstreeks naar beneden loopt en niet halverwege het hoofdgietkanaal al in het te gieten object belandt.

Dalend gieten:

- Je maakt een kelk boven het te gieten object en vanuit deze kelk maak je kanalen naar de bovenzijde van het te gieten object. Heb je een binnen-mal gemaakt dan maak je de kelk in de bovenzijde van de binnen-mal en boor je de kanalen door de binnen-mal heen naar de rand van het te gieten object.

Ontluchtingskanalen:

- Bij beide vormen van gieten zijn ontluchtingskanalen nodig, je maakt deze op dezelfde wijze als de gietkanalen. Je maakt ontluchtingskanalen aan de rand van het te gieten object vast op plaatsen waar lucht zich kan ophopen, ontluchtingskanalen lopen recht naar de bovenkant van de mal waar ook de giet-kelk zit. Heb je meerdere objecten dan verbind je de ontluchtingskanalen door zodat de lucht altijd kan ontsnappen uit de mal. In principe moet je ervoor zorgen dat de lucht in een beweging uit de mal kan, op alle plekken waar dit niet kan zal dus een ontluchtingskanaal moeten komen.

Bijlage 3:

35

Page 36: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

36

Page 37: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

37

Page 38: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

Bijlage 4:

38

Page 39: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

39

Page 40: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

40

Page 41: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

41

Page 42: De werkplaats - sillekensbas.files.wordpress.com  · Web viewHoe bevorder ik kennisoverdracht binnen een werkplaats?Bas Sillekens2169692ABV 4vt.Scriptie OT10-02-2015Inhoudsopgave:

42