de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie...

32
MAGAZINE VOOR GESCHIEDENIS EN ACHTERGRONDEN VAN DE SPORT de Sportwereld NUMMER 55 Voorjaar 2010 De verloren Spelen van 1956 Kritische kanttekeningen bij de Sportcanon van de Volkskrant Het sportproject van het ING

Transcript of de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie...

Page 1: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

MAGAZINE VOOR GESCHIEDENIS EN ACHTERGRONDEN VAN DE SPORT

de Sportwereld NUMMER 55 Voorjaar 2010

De verloren Spelen van 1956Kritische kanttekeningen bij de Sportcanon van de VolkskrantHet sportproject van het ING

Page 2: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

De verloren Spelen van 1956 3Sporttaalzuivering tijdens WO II? 6Het sportproject van het ING 7Stichting Atletiekerfgoed 10De voetbalrivaliteit van Engeland en Schotland 11Kritische kanttekeningen bij de Sportcanon van deVolkskrant 16Bestuurswisselingen De Sportwereld 25De Nico Scheepmaker Beker 2009 27Aankondiging Literair Sportcafé in Haarlem 29Publicaties Sportwereld 55 30

2 D E S P O RT W E R E L D 55

Inhoud 55 RedactioneelMax Dohle

Het adres voor nieuwe & 2e hands sportboeken

en sport DVD's

WWW.SPORTBOEK.NL is een verzend-antiquariaat enhandelt in tweedehands sportboeken, een initiatief van

sportjournalist Mark Grijsbach.

WWW.SPORTBOEK.NL biedt u tevens een ZOEKSERVICEaan. Als u al tijden speurt naar één of meerdere boeken,

stuur dan een e-mail naar [email protected] en wijgaan vrijblijvend voor u op pad

Ook bestaat de mogelijkheid omNIEUWE BOEKEN te bestellen via www.sportboek.nl.

Zowel Nederlands- als buitenlandstalige uitgaven

De beste sportboekwinkelvoor Nederland en België!

In 1956 besluit het NOC tot een boycot van deOlympische Spelen in Melbourne vanwege deRussische inval in Hongarije op 4 november 1956. Deeerste Nederlandse atleten waren al afgereisd naarMelbourne. Zij en alle anderen – in totaal 59 sporters -hadden hard getraind en waren uiterst teleurgestelddoor en soms razend over het besluit van het NOC.Natuurlijk waren de atleten zoals alle andereNederlanders verontwaardigd over de inval inHongarije, maar vooral zij vonden dat je sport moestscheiden van politiek. Toch heerste er in Nederland eenopvallende eensgezindheid. De sportbonden, desamenleving, de media en de regering schaarden zichunaniem achter de beslissing van het NOC.Internationaal kreeg de beslissing echter weinig steun.Het was daardoor maar een kleine actie. In 2006 besloothet NOC excuus aan te bieden aan de sporters voor deverloren spelen van 1956. De Olympische Spelen spel ook een grote rol in decanon van de sport die is samengesteld op initiatief vande Volkskrant. Na enige voorbereiding werd door zesgezaghebbende deskundigen op één vergadering eensportcanon samengesteld. Dat er zoals op alle canonswel wat op valt af te dingen stelt onze nieuwe voorzit-ter Pieter Breuker die er enkele kritische kanttekenin-gen bij plaatst. Frank Grootemaat neemt ons mee naar de voetbalriva-liteit tussen Schotland en Engeland. De eerste wedstrijdwordt gespeeld in 1870 en ruim honderd jaar later,maakt het voetbalgeweld en de afnemende belangstel-ling voor deze tweekamp een eind aan een lange tradi-tie. In 1989 werd de jaarlijkse ontmoeting geschrapt.Maar de rivaliteit tussen beide landen is gebleven. Tenslotte hebben we een nieuw bestuur en nemen weafscheid van voorzitter Sjoerd van Tiel.

Page 3: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Meer dan eens is er om gevraagd, maar slechts éénkeer is het tot uitvoer gekomen: een groteNederlandse sportboycot uit protest tegen de dadenvan een foute regering. Freek de Jonge en BramVermeulen riepen in 1978 het Nederlands Elftal opniet mee te doen aan het WK in Argentinië – tever-geefs. Twee jaar later drong minister-president VanAgt aan op een boycot van de Olympische Spelen inMoskou uit protest tegen de Russische inval inAfghanistan.

Ook dat was tevergeefs. Heel anders was dat in1956, toen vanwege een Russische militaire inval hetNederlands Olympisch Comité met steun van allesportbonden wél besloot tot een boycot over te gaan,de enige sportboycot in de Nederlandse geschiedenis.

Eind oktober 1956. Niemand in Nederland zageen Olympische boycot aankomen. Met de opening op22 november in het vooruitzicht waren alle voorberei-dingen op de Olympische Spelen in Melbourne inmid-dels afgerond. De deelnemers waren geselecteerd, erwas voldoende geld opgehaald om 59 sporters plus eenpaar man begeleiding naar Melbourne te vliegen. Eenhele onderneming in die tijd, die enkele dagen duurdeen een gemiddeld jaarsalaris per ticket kostte. Op 28oktober vertrokken de eerste Nederlandse Olympiërsaan hun reis naar Melbourne: de atleten EefKamerbeek, Henk Visser, Diny Hobers en Puck vanDuyne-Brouwer. Zij gingen de rest van de NederlandseOlympische ploeg voor om in Melbourne de laatstehand aan hun voorbereiding te leggen, wat in het win-terse Nederland niet mogelijk was. Op 1 novemberkwamen ze in de Olympische stad aan.

Niets wees er in die periode op dat het NOCrekening hield met een crisis die zou kunnen leiden tothet besluit niet aan de Spelen deel te nemen. Uit denotulen, brieven en aantekeningen die bewaard zijngebleven komt vooral een grote mate van enthousias-me naar voren, waaruit blijkt dat deelname aan deSpelen een belangrijke gebeurtenis was. Niets werdaan het toeval overgelaten. De reis, de accommodatie,de deelnemers: alle onderdelen waren uitgebreidbesproken en alles leek in orde.

TanksDit veranderde allemaal in het weekend van 4

november, toen Russische tanks een einde maakten aaneen opstand in satellietstaat Hongarije. Enkele wekeneerder begon hier een studentenopstand, die al snelwas veranderd in een volksopstand tégen de allesover-heersende Sovjet-Unie, vóór meer vrijheid en zelfstan-digheid. Wekenlang ging de opstand door en lieten dein groten getale aanwezige Russische militairen deopstandelingen met rust. Beetje bij beetje werden deeisen van de Hongaren ingewilligd: een nieuwe rege-ring, een nieuwe president, meer vrijheden. Maar toende nieuwe Hongaarse regering wilde onderhandelenover terugtrekking uit het Warschaupact, klonken in deSovjet-Unie de alarmbellen.

Terugtrekking uit het Warschaupact zou nietalleen een breuk met de Sovjet-Unie betekenen, maarook een breuk met het communisme. Het bericht uitBoedapest bracht een radicale verandering in de aan-pak van de Sovjets. Want wat zou er gebeuren als deSovjetregering de Hongaren zou toestaan een eigen,niet-communistische koers te varen? Welke satelliet-staat zou volgen? Welke bondgenoten zou de Sovjet-Unie overhouden? Hoeveel macht zou het Kremlinkwijtraken als zij de protesterende Hongaren hun zinzouden geven? Bang voor het uiteenvallen van hetzorgvuldig opgebouwde communistische blok, werdop 31 oktober besloten om met militair geweld deHongaarse opstand te beëindigen. Op 3 november 1956 rolden de Russische tanks binnen,die al weken rondom Boedapest en andere Hongaarsesteden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind wasbegonnen en maakte binnen drie dagen een bloedigeinde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna150.000 manschappen, 6.000 tanks en luchtsteun in.Langs de grens van Oostenrijk werden ruim 20.000 sol-daten geplaatst om een eventuele inval van Westersetroepen tegen te houden. Maar Westerse troepen lietenzich niet zien in dat weekend. De opstand werd doorde Sovjets met een grote overmacht neergeslagen.Minstens vijfduizend mensen werden gedood, duizen-den raakten gewond en ruim tweehonderdduizendmensen vluchtten naar de grens met Oostenrijk.

3 D E S P O RT W E R E L D 55

De verloren Spelen van 1956Marjolein te Winkel

Page 4: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

4 D E S P O RT W E R E L D 55

VerontwaardigingDe voorbereidingen op de Spelen waar het

NOC, de atleten en vele vrijwilligers al zo lang meebezig waren, stonden plotseling in de schaduw van hetdrama dat zich in Hongarije afspeelde. In korte tijdmanifesteerde de verontwaardiging over het neerslaanvan de Hongaarse opstand zich in alle lagen van deNederlandse samenleving. Nederland had vanaf hetbegin van de Hongaarse opstand tegen deSovjetoverheersing meegeleefd met de Hongaren.Lange tijd was er de hoop dat de Hongaren aan hetlangste eind zouden trekken. Het Russische geweldmaakte een einde aan deze hoop. Daarmee groeide deangst voor het ‘rode gevaar’, die al aanwezig was inNederland, nog meer.

Heel Nederland was in de dagen na deRussische inval in de ban van Hongarije. Het was deaanleiding voor rellen in onder meer Amsterdam,gericht tegen de Nederlandse communisten die bloedaan hun handen zouden hebben. Maar het leidde ooktot vreedzame demonstraties op de Dam, tot inzame-ling van geld voor de gevluchte Hongaren en tot alge-mene verontwaardiging in de Nederlandse media. DeNederlandse regering besloot 3500 gevluchteHongaren in Nederland op te vangen.

Ook in sportieve kring ontstond al snel debehoefte ‘iets te moeten doen’. Een klein land wilde eengroot gebaar maken. Want had het zin ‘op sportvelden,in zalen en zwembassins de beste gaven van onze ver-tegenwoordigers te doen meten met die van vertegen-woordigers van landen, die onze heiligste overtuigin-gen reeds lang met voeten treden’? Dat vroeg NOC-voorzitter Mr. J. Linthorst Homan zich af bij de openingvan de buitengewone algemene vergadering op 6november.

De vergadering had hij een dag eerder aange-kondigd in een brief aan de bestuursleden van hetNOC. Hierin had Linthorst Homan zijn overpeinzin-gen verwoord: ‘Is hetgeen in Hongarije gebeurt nietvan zo ernstige aard, dat wij moeten weigeren in dezeomstandigheden aan de Spelen deel te nemen?’ Sportkon niet belangrijker zijn dan wat er in Hongarije wasgebeurd. Het was een kwestie van nationale waardig-heid. Nederland zou niet moeten deelnemen, vond devoorzitter. Argumenten als ‘een deel van de ploeg is eral’ of ‘de hele reis is al voorbereid’ achtte hij niet terzake doende. Dat gold ook voor het argument ‘anderelanden gaan wel’. Het was al snel duidelijk datNederland alleen stond in deze beslissing en dat bij-voorbeeld buurland België geen enkele reden zag omtot een boycot over te gaan. Maar dat was hún verant-woordelijkheid, meende hij. ‘Wij hebben de ónze.’

SteunbetuigingenZonder uitzondering steunden de vertegen-

woordigers van de 38 aanwezige sportbonden hetvoorstel van het NOC om de Olympische Spelen vanMelbourne te boycotten. Vanuit het hele land ontvinghet NOC vervolgens steunbetuigingen. Ook van ver-enigingen die niet direct te maken hadden met deelna-me aan de Olympische Spelen, zoals de KatholiekeJeugdraad voor Nederland, de beweging van Europesefederalisten, de bevolking van Assen namens alle inwo-ners van Drenthe en de paters Karmelieten van hetklooster de Grundel te Hengelo. Niet alleen trok heelNederland zich het lot van de Hongaren aan, boven-dien leek iedereen ervan overtuigd dat deelname aande Spelen een verraad zou zijn aan het arme Hongaarsevolk. Telegrammen vóór deelname, met een boodschapom sport en politiek gescheiden te houden, zijn nauwe-lijks te vinden in het archief van het NOC. De Nederlandse media stonden eveneens achter deboycot. De Volkskrant schreef: ‘De woorden van dr.Linthorst Homan drongen door in hoofd en hart vanalle vertegenwoordigers van alle sportbonden en von-

Page 5: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

den haar weerklank. Zij vaagden gevoelens van spijt engrote teleurstelling na zo lange, moeilijke voorberei-ding en zovele, nu vergeefs gebrachte offers, weg. (…)Het was een besluit, het NOC, de sportbonden waar-dig.’ De krant zou het onwaardig hebben gevonden alsNederland zich op sportgebied op één lijn met Ruslandhad gesteld. ‘Ook al zou later blijken, dat ons land een-zaam in zijn standpunt is, dan nóg dient men respect tehebben voor dit dappere en verstandige besluit, dat –om de woorden van de vertegenwoordiger derChristelijke Sportunie te gebruiken – een gouden plakwaard is.’ Nederland stond massaal achter de unieke beslissingom de Spelen te boycotten. De Nederlanders kondenzich als geen ander identificeren met de slachtoffers uiteen klein land dat door een grootmacht onder de voetwerd gelopen. De trauma’s uit eigen bezettingstijdleken elke maatregel tegen de Russen te rechtvaardi-gen. De media, de Nederlandse bevolking, de sport-bonden; iedereen was het unaniem eens met het voor-stel van het NOC om de Spelen in Melbourne te boycot-ten. Iedereen, behalve de sporters. Zij kregen de groot-ste teleurstelling van hun carrière te verwerken.

Hard getraindDe sporters die hardop twijfelden aan het nut

van de boycot kregen de wind van voren. Zoals atletePuck van Duyne-Brouwer. Zij en de andere drie atleten,de enige Nederlanders die al in Melbourne waren, wer-den per telegram verzocht het Olympisch dorp te ver-laten. Van Duyne-Brouwer was razend op het NOC, en‘bitter teleurgesteld’. ‘Ik vind het hele idee van het ver-mengen van sport met politiek gewoon belachelijk. Wijhebben allemaal hard getraind en zijn nu gespannen enin Olympische vorm’, zei ze op 7 november 1956 in DeTijd. Boze reacties volgden: ‘Dat je met een koudgezicht de eed zou hebben gebracht aan de Russischevlag. Daar is maar één woord voor: bah! Ik en velen metmij schamen zich om jou tot de landgenoten te moetenrekenen. Het is te hopen voor je dat de Rus niet komt.Op de plaats waar je hart moet zitten, rust een ijskoudesteen.’ Menig Nederlander was het eens met deze ver-ontwaardigde landgenoot die zich niet in kon leven inde teleurstelling van de sporters.

Er heerste in Nederland een opvallende eens-gezindheid. De sportbonden, de samenleving, demedia en de regering schaarden zich unaniem achter debeslissing van het NOC. Maar hoe groot de eenduidig-heid in Nederland ook was, internationaal kreeg debeslissing weinig steun. Andere westerse landenschaarden zich niet achter het besluit. De Nederlandseboycot van de Olympische Spelen bleef daardoor een

kleine actie zonder grote gevolgen. Al snel na afloop van de Spelen realiseerde de

Nederlandse sportgemeenschap zich dat de boycot nieteeuwig kon duren, omdat Nederland de internationaleaansluiting niet mocht missen. In het voorjaar van 1957was alles daarom weer bij het oude: de sporters kondenweer aan hun wedstrijden deelnemen. Over de boycotwerd niet meer gesproken. Vijftig jaar lang was de boy-cot een stil feit dat alleen de 59 Nederlandse deelne-mers nooit vergaten. In 2006 verbrak het NOC de stilte,toen voorzitter Erica Terpstra de sporters excuses aan-bood voor de beslissing die niet genomen had moetenworden.

Marjolein te Winkel publiceerde het boek De verlorenspelen Nederlandse boycot Olympische Spelen 1956.Eindhoven, de Boekenmakers, 2008. Onder meer tebestellen bij Bol Com.

In navolging van Nederland besloten ook Zwitserlanden Spanje over te gaan tot een boycot van deOlympische Spelen van Melbourne. Zwitserland namdie beslissing een week later al weer terug. Helaas voorde Zwitserse Olympiërs was dit net te laat om op tijd inAustralië te zijn. Zij verschenen dan ook niet aan destart. Over de Spaanse boycot wordt wel gezegd dat deregering Franco de Russische inval in Hongarije alsexcuus gebruikte, omdat er geen geld was om deSpaanse sporters naar Melbourne te af te vaardigen. Deboycot werd aangegrepen om dit te verhullen.Hongarije nam wel deel aan de Spelen, net als deSovjet-Unie. De beide landen stonden meer dan eens, indiverse takken van sport, tegenover elkaar. De bekend-ste ontmoeting is het waterpoloduel in de finaleronde.Het Hongaarse waterpoloteam versloeg in een zinde-rende wedstrijd het team van de Sovjet-Unie. Hierbleek dat de inval in Hongarije ook in andere delen vande wereld grote verontwaardiging had opgeroepen: hetpubliek was volledig op de hand van de Hongaren. Hetwerd een harde wedstrijd die vroegtijdig werd gestaakttoen een Sovjetspeler een Hongaarse poloër tot bloe-dens toe verwondde. De wedstrijd ging de geschiede-nis in onder de naam ‘Blood in the water’. DeHongaren wonnen uiteindelijke de gouden medaille,de Sovjets de bronzen. Meer dan de helft van deHongaarse Olympiërs uit 1956 besloten na afloop vande Spelen niet terug naar Hongarije te gaan. Zij kregeneen nieuw thuis in Australië en Amerika, waar zij devrijheid vonden waar hun landgenoten tevergeefs voorhadden gevochten.

5 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 6: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

In elitesporten als tennis, roeien, hockey, cricket en golfwerden in de eerste helft van de twintigste eeuw tradi-ties en een zeker snobisme gecultiveerd. De beoefe-naars ervan vonden het Engels chic en onderscheidend,en daardoor wemelde het in het tennis van termen alsadvantage, backhand, deuce, double, foot fault, love, serve ensmash.

In het aprilnummer van Onze Taal schrijft taal-kundige/schrijver Jan Luitzen dat tijdens de TweedeWereldoorlog de Duitse bezetters ermee in hun maagzaten – het Engels was tenslotte de taal van hun grotevijand. Ook tijdens zoiets onschuldigs als het hardopbijhouden van de tennisstand kon het Engels gebruiktworden als een milde vorm van verzet tegen de bezet-tende macht. Op het pesterig affectief uitgesproken‘fifteen-love’ kon het publiek zomaar reageren met meteen minutenlange ovatie.

Om in ieder geval van het gesproken Engels opde tennisbaan af te zijn verordonneerden de Duitsersop 20 juli 1942 dat er bij het tennis per direct in de eigentaal geteld moest gaan worden. In het nationaal-socia-listisch getinte Het nationale dagblad van 21 juli 1942 rea-geerde de ‘sportopsteller’ van dienst verheugd op dezenieuwe regel: ‘Het wordt tijd dat de taal van de sorry-mannekes van onze sportvelden verdwijnt en wij onzeeigen mooie Nederlandsche taal gaan gebruiken.’

Om tot een officiële Nederlandse tennistaal tekomen werd in juli 1942 een tennistaalzuiveringswed-strijd uitgeschreven in het tijdschrift van de tennisbondLawn Tennis. Enkele van de bevindingen van de de jury-commissie:

- drop shot vertaling: stop-bal- foot fault vertaling: voetfout. Volgens de jury was

deze letterlijke vertaling ‘gewettigd, want juist’- slice vertaling: gesneden slag- smash Met die term zat de jury in zijn maag. De

suggesties bovenklap, hamerslag, daalslag, smak, mepen houw werden allemaal afgewezen. De jury: ‘Wieer een goed, aanvaardbaar, raak, typeerend woordvoor weet, hij zal commissie en bestuur en onzetenniswereld een pleizier doen! (…) Alzoo: wieweet raad?’

De wedstrijd leidde ertoe dat de clubs en hunleden in het najaar van 1942 een brief kregen van de

Nederlandsche Lawn-Tennis Bond met daarbij een uit-gebreide lijst tenniswoorden die in de vernederlandsteversie gebruikt zouden moeten gaan worden.

Voor verder onderzoek naar de sporttaalzuive-ring tijdens WO II doet Jan Luitzen een beroep op delezers van De Sportwereld. Welke tennisclubs en –vereni-gingen hebben in hun archieven bewijsdocumentenvan de Duitse pogingen om de sporttaal van de Engelseterminologie te ‘zuiveren’? En wie heeft de brief uit1942 nog van de Nederlandsche Lawn-Tennis Bondmet de ‘tenniswoordenbijlage’? En in welke anderesporten hebben tijdens WO II ook (pogingen tot) taal-zuivering plaatsgevonden? In het cricket, hockey, roei-en, honkbal en golf? Voorbeelden van (sport)taalzuive-ring tijdens de Tweede Wereldoorlog kunt u mailennaar [email protected].

6 D E S P O RT W E R E L D 55

Sporttaalzuivering tijdens WO II? Jan Luitzen

Page 7: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

In De Sportwereld van de lente van 2008 werd aange-kondigd dat het Instituut voor NederlandseGeschiedenis (ING) was begonnen aan het projectSportbonden, sportclubs en sportperiodieken inNederland tot 1940. Het project brengt allerlei basis-gegevens over een zestal sporten in Nederland bijeenin één grote databank. Dit moet het onderzoek naaraspecten van de vaderlandse sporthistorie stimuleren.In dit artikel geef ik een tussenstand van het projectgegeven en gewezen op de mogelijkheden en beper-kingen van de databank.

Opzet van het projectHistorici hebben tot nog toe weinig onderzoek

gedaan naar de geschiedenis van de sport inNederland. Dat is verbazingwekkend, want metbehulp van sportbonden en sportclubs kunnen allerleimaatschappelijke ontwikkelingen achterhaald of nadertoegelicht worden. Denk in dit verband aan de verzui-ling, de emancipatie van de vrouw, de tegenstellingentussen elitesport en volkssport, et cetera. Als verzach-tende omstandigheid voor de historici mag gelden, dathet niet eenvoudig is om basisinformatie over bondenen clubs terug te vinden. Het Bibliografisch apparaatvoor de Nederlandse sportgeschiedenis is een uiterstnuttig eerste hulpmiddel, maar dit bevat alleen litera-tuur over clubs die ooit een jubileumboek publiceer-den. Alleen voor voetbal zijn voor zover mij bekend ophet internet twee grote databanken te vinden, respectie-velijk www.voetbalmaten.nl en www.rsssf.com/nedfer,maar deze hebben ernstige beperkingen. Zij bevattenalleen de clubs die ooit in de KNVB hebben gespeeld enzij geven geen verwijzing naar de vindplaats van hungegevens. Alle verenigingen die enkel in een geweste-lijke of lokale voetbalbond speelden blijven buitenbeschouwing. Verder wordt niet gemeld of de club ooitin een katholieke of christelijke voetbalbond heeftgespeeld.

Het ING besloot het onderzoek naar sportge-schiedenis te stimuleren door het opzetten van eendatabank met basisgegevens van sportbonden en sport-clubs. Het was van meet af aan duidelijk dat het ommeerdere sporten moest gaan en om een langere perio-

de. Dit geeft immers de mogelijkheid om vergelijkingentussen takken van sport te maken en om ontwikkelin-gen in de tijd te achterhalen. Er is uiteindelijk gekozenvoor zes sporten – gymnastiek, hockey, korfbal, scha-ken, tennis en voetbal – en voor de periode tot 1 sep-tember 1940. Op deze dag fuseerden alle aparte voet-balbonden op eigen initiatief tot één landelijke bond.Dit gebeurde uit vrees dat de Duitse bezetters andersde eenwording in de voetbalsport ter hand zoudennemen.

Deze zes sporten zijn niet willekeurig gekozen.Het gaat in de eerste plaats om sporten die vandaag dedag nog altijd veel beoefenaars hebben. Bovendien bie-den deze sporten interessante onderlinge tegenstellin-gen. Het betreft sporten die door de elite werden beoe-fend of door “het gehele volk”, om sporten apart beoe-fend door mannen of vrouwen of gemengde sporten,om sporten die één landelijke bond hadden of sportenmet meerdere landelijke bonden (neutraal, katholiek enprotestants-christelijk). De databank kan door dezekeuze een groot aantal belangstellenden trekken, nietalleen professionals en amateurs die zich bezighoudenmet sportgeschiedenis, maar ook historici die zich inte-resseren voor de verzuiling of andere maatschappelijkeontwikkelingen.

De inhoud van de databankDe databank bevat basisgegevens van de mees-

te bonden en clubs op het gebied van gymnastiek, hoc-key, korfbal, schaken, tennis en voetbal vóór 1 augustus1940. Dat zijn de naam, de betekenis van de afkorting(indien bekend), de plaats van vestiging, de oprich-tingsdatum (eerste vermelding), de opheffing (laatstevermelding) en eventuele fusies. In een apart veldOpmerkingen wordt nadere informatie over de bond ofclub gepresenteerd, die tijdens het onderzoek werdgevonden. Alle gegevens zijn voorzien van vindplaats,zodat de gebruiker die zelf kan verifiëren.

Voor alle zes sporten wordt een aparte inlei-ding gemaakt, waarin de ontwikkeling van de sport tot1940 kort wordt aangegeven. Hier kan de gebruikerlezen wanneer de landelijke en lokale bonden werdenopgericht en waar hun officiële mededelingen (wed-

7 D E S P O RT W E R E L D 55

Het Sportproject van het ING: een kortetussenstand met een oproep

Michel van Gent

Page 8: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

strijdprogramma, toetreding van nieuwe clubs, leden-lijsten etc.) werden gepubliceerd.

Het project is inmiddels in volle gang, zodathet nuttig is om hier alvast een tussenstand te geven.De databank bevat de volgende onderdelen met tussenhaakjes het aantal records (lees: clubs) per 15 april 2010.

Gymnastiek: • Neutrale clubs aangesloten bij het Koninklijk

Nederlands Gymnastiekverbond (1140).• Katholieke clubs aangesloten bij de diverse diocesa-

ne bonden (113).• Christelijke clubs aangesloten bij het Nederlands

Christelijk Gymnastiek Verbond (99).

Hockey:• Clubs aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse

Hockeybond en/of de Dames Hockeybond (361).

Korfbal:• Neutrale clubs aangesloten bij de Koninklijke

Nederlandse Korfbalbond (1385).• Christelijke clubs aangesloten bij de Christelijke

Korfbalbond in Nederland (125).

Schaken• Clubs aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse

Schaakbond en zijn onderbonden (757).

Tennis• Clubs aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse

Lawn Tennis Bond (1072).

Voetbal:• Clubs aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse

Bond en zijn erkende regionale en stedelijke onder-bonden (6141).

• Clubs aangesloten bij de Rooms KatholiekeFederatie van R.K. Voetbalbonden en de vijf dioce-sane bonden (2659).

• Clubs aangesloten bij de Christelijk NederlandseVoetbalbond en de Rotterdams ChristelijkeVoetbalbond (302).

De namen van de clubs en hun oprichting (eerste ver-melding) en eventuele verdwijnen (laatste vermelding)zijn ontleend aan adresboeken van de landelijke bonden/of onderbond, de jaarverslagen van de landelijkebond en/of onderbond (met name eindstanden) en deofficiële mededelingen van de landelijke en/of regiona-le bonden in de verschillende bondsbladen.

ClubnamenDe databank bewijst dat bepaalde clubnamen

vaak voorkwamen bij dezelfde tak van sport, zoals bij-voorbeeld Blauw Wit, Olympia, Sparta, Volharding,Kracht Door Oefening, Sport Staalt Spieren. Sommigebonden hanteerden namelijk geen beperkingen tenaanzien van clubnamen. Dit geldt voor alle gymnas-tiekbonden en hockeybonden en voor de schaakbond,de tennisbond en de christelijke korfbalbond.

De Koninklijke Nederlandse Korfbalbondbepaalde dat clubs in zijn competities een unieke naammoesten hebben. Wanneer een club uit één van deonderbonden naar de landelijke korfbalcompetitie pro-moveerde, dan kon zij verplicht worden haar naam tewijzigen. Zo moest Achilles uit Den Haag om dezereden haar naam omdraaien in Sellica, aangezienAchilles uit Almelo al in de KNKB-competitie speelde.

De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond stel-de als enige bond in dit project een centrale registratievoor clubnamen in om te voorkomen dat er administra-tieve problemen ontstonden door het gelijktijdigbestaan van meerdere Ajax-en, Sparta’s en Olympia’s.Goedgekeurde clubnamen werden gepubliceerd in deOfficieele mededeelingen van den N.V.B. (1911-1919) ennaderhand in het officiële bondsblad De Sportkroniek(vanaf 1919). Elke clubnaam kreeg een code, bijvoor-beeld 32-1924. Dat betekende dat deze naam met bijbe-horende plaatsnaam was vastgelegd in het 32ste num-mer van De Sportkroniek jaargang 1924. Wanneer eenclub verdween door opheffing, fusie of royement, danwerd dit in de officiële mededelingen gemeld, zodat dedesbetreffende clubnaam weer beschikbaar was voornieuwe of al bestaande voetbalverenigingen. In dedatabank zijn de codes van de clubs opgenomen, voorzover deze althans ooit geregistreerd werden. Clubs dievóór 1911 waren verdwenen of na 1911 te kort beston-den om geregistreerd te worden, hebben nooit een codegehad.

Aanvankelijk liet de Roomsch KatholiekeFederatie van R.K. Voetbalbonden de registratie vannamen van katholieke clubs over aan de KNVB. Ditgebeurde niet langer nadat het samenwerkingsverbandtussen beide organisaties in 1923 werd verbroken. DeRKF begon aanvankelijk met een landelijke registratie,maar dit werd niet lang volgehouden door gebrek aanmedewerking van de diocesane bonden. De vijf dioce-sane bonden begonnen namelijk elk apart een registervan clubnamen. Later aan het eind van de jaren dertigondernam de RKF een nieuwe poging tot landelijkestandaardisering.

Zoals gezegd, gingen alle aparte voetbalbon-den op 1 september 1940 op in één Nederlandse

8 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 9: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Voetbalbond. Dit betekende dat alle katholieke en pro-testantse clubs een nieuwe clubnaam moesten aanne-men, wanneer hun oude naam al gebruikt werd dooreen club uit de oude KNVB of één van zijn twintigonderbonden. Het leek mij nuttig deze nieuwe namenen bijbehorende codes op te nemen in de databank;vandaar dat de registratie van clubnamen van oudeconfessionele clubs tot 15 juni 1943 is verwerkt in dedatabank.

BeperkingenDe gebruiker zal waarschijnlijk als eerste vraag

stellen, of alle clubs van de zes onderzochte sporten dievóór 1940 bestonden ook allemaal in de databank zijnopgenomen. Dat is niet het geval, want er zijn altijdclubs geweest die zich nooit bij een landelijke of regio-nale bond hebben aangesloten. Het kan zijn dat zij ditniet nuttig vonden of dat zij de kosten van lidmaat-schap niet konden of wilden betalen.Vermeldenswaardig is in dit verband wel, dat tal vanvoetbalclubs zijn geroyeerd door de KNVB of door deRKF wegens wanbetaling. Over de getalsmatige ver-houding aangesloten en niet-aangesloten clubs bij onzezes sporten valt moeilijk iets te zeggen. Alleen voorvoetbal en schaken kan ik dit iets specificeren.

Naast de neutrale, katholieke en christelijkevoetbalbonden waren er nog tal van andere voetbal-bonden met eigen competities. Deze werden “wildebonden” genoemd, omdat zij niet door de KNVB warenerkend. De clubs van deze “wilde bonden” zijn niet inde databank opgenomen, tenzij zij later wel in een offi-ciële bond gingen spelen. Het gaat hier om (enige tien-tallen?) clubs die behoorden tot de NederlandseArbeiderssportbond of tot de verschillende kantoor-voetbalbonden of regionale bondjes in vooral West-Friesland, Groningen en Friesland.

Ook bij het schaken staat vast dat lang niet alleschaakclubs zijn opgenomen. In januari 1910 signaleer-de het Tijdschrijft van den Nederlandse Schaakbondhet volgende:Op heden bedraagt het aantal toegetreden clubs reeds 23,ruim een derde van het bestaande aantal in ons land. Dit cij-fer geeft goede hoop, dat in een niet te verwijderde toekomsthet meerendeel der schaakclubs in verbinding zal staan methet centrale lichaam van het schakend Nederland. Dit bete-kent dat de databank zeker zo’n veertig hits mist als wordtgevraagd hoeveel schaakclubs er in 1910 waren in Nederland.

Voor alle clubs wordt gemeld wanneer zij lidwaren van een regionale en/of landelijke bond. Ditgeeft namelijk een indicatie over de omvang, de kwali-teit en de financiële armslag van de club in kwestie. De

databank geeft echter geen opsomming van kampioen-schappen of degradaties van het eerste team. Ook gege-vens over het clubkostuum, het speelterrein of hetledenbestand zijn niet opgenomen. Dat zou gezien deaantallen clubs gewoonweg veel te veel onderzoekstijdhebben vereist.

Ook met betrekking tot clubnamen moet degebruiker bedacht zijn op beperkingen. Het is bijvoor-beeld niet zo dat de katholieken meer Oranjegezindwaren dan de neutralen, omdat de clubnaam Juliana bijde RKF veel meer voorkomt dan bij de KNVB. Bij deKNVB mocht immers maar één club, namelijk Julianain Spekholzerheide, sinds 1911 de naam van de kroon-prinses gebruiken.

MogelijkhedenOndanks deze beperkingen zal het project

Sportbonden, sportclubs en sportperiodieken inNederland tot 1940 straks beslist zijn waarde bewijzenals vertrekpunt voor sporthistorisch onderzoek. Dedatabank kan immers per sport, per bond en/of onder-bond, per provincie en per plaats, per jaar en periodeondervraagd worden. Hoeveel clubs waren er in eenbepaalde provincie of plaats? Waren deze clubs aange-sloten bij een neutrale of confessionele bond? Waarwerden de officiële mededelingen van een landelijke ofregionale bond gepubliceerd vóór 1940? Welke clubna-men waren wanneer en bij welke sport het meest popu-lair?

De databank verwijst ook naar officiële mede-delingen, waarin ledenlijsten en teamopgaven zijnopgenomen. De gebruiker kan aan de hand van derge-lijke lijsten het ledenbestand van een club reconstrue-ren. Dit biedt weer de mogelijkheid om nader onder-zoek te doen naar de maatschappelijke positie van desporters en de sportclubs. Wat valt er te zeggen van deleeftijd van actieve sporters en hun financiën?Woonden zij dichtbij het speelveld of juist verder weg?Kwam de club voort uit een school, een gezellenvereni-ging, een speeltuinvereniging of iets dergelijks?Dergelijke onderzoeksvragen zullen met behulp van dedatabank zeker gedeeltelijk kunnen worden opgelost.Dat zal tal van onderzoekers en lezers van dit blad alsmuziek in de oren klinken. Maar de databank is nogverre van volmaakt.

OproepTijdens het onderzoek is gebleken dat er veel

onduidelijkheden zijn over afkortingen van clubnamenen oprichtingsdata. Er zijn ook tal van clubs gevondendie een oprichtingsdatum van vóór 1940 hebben, maardie onder hun huidige naam niet in het archiefmateri-

9 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 10: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

10 D E S P O RT W E R E L D 55

aal van vóór 1940 zijn aangetroffen. Het gaat hier omfusieclubs die hun oprichting ontleend hebben aan éénvan de fusiepartners (waarschijnlijk de oudste van debetrokken clubs). Het ING wil hier graag ieders mede-werking inroepen dergelijke gegevens te achterhalenom de informatie van de databank zo volledig enbetrouwbaar mogelijk te laten worden.- Wie kent de oplossing van afkortingen van voetbal-

clubs ASNOD, CITO, DTS, MJV en korfbalclubs CWP,DOWOCS, ELTO en SIL? De oplossing moet vergezeldzijn met een gedrukte bron als bewijsplaats, dit als con-trolemogelijkheid voor de gebruiker. Ook voor deoplossing van andere afkortingen hou ik mij aanbevo-len.- Wie kent oprichtingsdata van clubs die vóór 1940 uit-sluitend in een gewestelijke of lokale bond hebbengespeeld? Deze kunnen allicht zijn opgenomen inAdresboeken van zulke bonden. De oprichtingsdatavan clubs die in een landelijke bond speelden zijnmerendeels wel bekend.- Wie weet waar de officiële mededelingen van onder-bonden werden gepubliceerd, zoals de ArnhemseVoetbalbond, de Noord-Centrale Voetbalbond, deGelderse Voetbalbond, de Amsterdamse Korfbalbond,de Haagsche Korfbalbond? Er zijn wel gegevens voordit onderdeel van de databank verzameld, maar con-trole en aanvulling is altijd nuttig. Ook de Adresboekenvan dergelijke bonden zijn welkom.

Voor alle vondsten en nadere correspondentie kunt uzich wenden tot michel.vangent@inghist.

Stichting

AtletiekerfgoedDe ‘sportwereld’ heeft er een stichting bij:Stichting Atletiekerfgoed. De stichting gaatzich bezighouden met het verzamelen, ontslui-ten en beheren van de geschiedenis van deNederlandse atletiek.

Volgens de Atletiekunie onderhouden veel sport-bonden geen historisch archief. De onlangs opgerichte StichtingAtletiekerfgoed vindt dat jammer. “Het verledenvan een sportbond is zeer beslist de moeitewaard om te bewaren”, aldus de stichting ophaar website.

De nieuwe stichting hield haar oprich-tingsvergadering op het Bondsbureau van deAtletiekunie op Papendal. De stichting wil infor-matie over de geschiedenis van de Nederlandseatletiek verzamelen, behouden en openbaarmaken.

De stichting heeft drie bestuurders.Adjunct-directeur is Frank Koomen van deAtletiekunie en de functie van vice-voorzitterwordt bekleed door Chris Konings, een van deVrienden van de Koninklijke NederlandseAtletiek Unie (KNAU). Voorzitter van de stich-ting is Paul van Gool.

Page 11: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

De meeste Schotten beschouwen Engeland als hunultieme rivaal. Op sportgebied is de overwinning opthe Auld Enemy (de aartsvijand, erfvijand) het hoogsthaalbare, vooral bij de typische Britse sporten rugbyen voetbal. In onderstaand artikel gaat FrankGrootemaat op zoek naar de geschiedenis van dezeopmerkelijke tweestrijd. Onderstaande tekst is geba-seerd op een hoofdstuk uit zijn boek Burenruzies.Voetbalinterlands vol strijd en rivaliteit (mei 2010),over voetbalinterlands tussen buurlanden met eenintense rivaliteit.

De vroegste wedstrijdenDe eerste voetbalwedstrijd Engeland-

Schotland werd gespeeld in 1870 en eindigde in 1-1.Deze wedstrijd werd niet erkend als officiële interland,omdat de coach van het Engelse elftal beide teamssamenstelde, waarbij het Schotse team bestond uit inLonden woonachtige spelers met Schotse roots. Totbegin 1872 werden vijf van dit soort wedstrijdengespeeld in The Oval in Londen, dat nog steeds bestaatals cricketveld. De Engelse coach deed wel pogingenom een ‘echt’ Schots team samen te stellen door berich-ten te plaatsen in Schotse kranten, waarin lokale spelersopgeroepen werden zich te melden. Reacties blevenechter uit, waarschijnlijk schrokken de verschillen inregels die op dat moment nog bestonden tussen hetEngelse en Schotse voetbal de meeste Schotten af.

In 1872 nam de leidende Schotse club van datmoment, Queen’s Park uit Glasgow, de uitdaging welaan. Op 30 november van dat jaar betrad een Schotsteam, geheel bestaand uit spelers van Queen’s Park, hetveld van Hamilton Crescent in Glasgow voor de aller-eerste officiële wedstrijd tegen Engeland. Er warenvierduizend toeschouwers aanwezig op deze specialedatum, 30 november is namelijk de dag van SintAndreas, de beschermheilige van Schotland. Dit mochtechter niet baten, op de Schotse nationale feestdag wis-ten zowel Engeland als Schotland het doel niet te vin-den, de wedstrijd eindigde derhalve in 0-0. Een typischSchots fenomeen, de op de meest onverwachte momen-ten opkomende mist, zorgde ervoor dat de aftrap mettwintig minuten vertraagd werd. Schotland trad aan inde donkerblauwe clubtenues van Queen’s Park,

Engeland speelde in het wit. Nog steeds zijn dit denationale kleuren.

Ondanks het uitblijven van doelpunten smaak-te de wedstrijd naar meer. In de volgende jaren betra-den de beide landen jaarlijks het voetbalveld. De wilom te winnen was aan beide kanten groot, maar vangeweld tussen supporters was in deze periode noggeen sprake. Vanaf 1883 werden de wedstrijden onder-deel van het British Home Championship. Engeland,Schotland, Wales en (Noord-)Ierland speelden jaarlijkseen wedstrijd tegen elkaar. De resultaten werden bijelkaar opgeteld en de winnaar mocht zich een jaar langBrits kampioen noemen. Dit toernooi zou tot en met hetseizoen 1983/1984 bestaan. De belangstelling voor dezewedstrijden was vanaf het begin groot. TijdensSchotland-Engeland op 5 april 1902 in het Ibrox-stadi-on te Glasgow waren er maar liefst achtenzestigdui-zend toeschouwers. Helaas was het stadion niet bere-kend op deze toeloop. Tijdens de wedstrijd stortte een

11 D E S P O RT W E R E L D 55

De voetbalrivaliteit van Engeland enSchotland

Frank Grootemaat

Page 12: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

deel van de westtribune in, met als resultaat 25 dodenen 517 gewonden. Het duel werd gestaakt.

De Wembley WizardsDe hoge toeschouwersaantallen maakten dui-

delijk hoezeer deze wedstrijd in de vroege jaren al leef-de. De meest legendarische onderlinge ontmoeting uitde vooroorlogse periode, in elk geval voor de Schotten,was op 31 maart 1928. Schotland verkeerde in een watmindere periode en had eerder dat jaar niet kunnenwinnen van Wales en Ierland. In de laatste wedstrijdom het Home Championship moest het tegen Engelandaantreden op het veld van het een paar jaar daarvoorgeopende Wembley-stadion. Op 21 maart werd hetSchotse team voor deze belangrijke ontmoeting bekendgemaakt. Dat deze wedstrijd van belang was voor deSchotten bleek uit de opkomst van duizenden mensenvoor de bekendmaking van de selectie. De supportersreageerden geschokt op de namen van de geselecteerdespelers. Een aantal goede krachten werd niet opgeroe-pen en de onervarenheid van de selectie vervulde deSchotten met afgrijzen. Met name de geringe lengte vande opgeroepen voorhoedespelers was een tegenvaller.De verwachting was dat de grotere, fysiek veel sterke-re Engelsen met gemak zouden gaan winnen van dekleinere en minder getalenteerde Schotten.

Toch steunden de Schotten hun ploeg massaal,maar liefst elf treinen met supporters legden de afstandGlasgow-Londen af om bij de wedstrijd te kunnen zijn.En niet voor niets, want de tachtigduizend toeschou-wers in Londen kregen een Schotse show voorgescho-teld. Op het kletsnatte veld waren de kleinere en lichte-re Schotten duidelijk in het voordeel. Engeland werdweggetikt, zoek gespeeld, overklast en vernederd. DeSchotten wonnen met 5-1. Zelfs de Engelse toeschou-wers applaudisseerden voor hun Schotse tegenstrevers.Rond deze dag vormde zich in de volgende decenniaeen soort van legende, waarin de Schotse David deEngelse Goliath versloeg. Dit legendarische Schotseteam verkreeg de bijnaam Wembley Wizards (de tove-naars van Wembley). Elke Schot schijnt de namen vande elf spelers van dit team uit zijn hoofd te kunnenopdreunen.

Vandaag de dag is er een Schotse supporters-club die vernoemd is naar de Wembley Wizards. Op dewebsite van deze club staat beschreven waarom dezeoverwinning zo belangrijk was voor de Schotten.‘Waarschijnlijk zal een Engelsman nooit echt begrijpenwaarvoor al die ophef was, maar voor Schotland washet veel meer dan die overtuigende uitslag. Het was demanier waarop een team van zogenaamde Schotsekanslozen het machtige Engeland vernederde op zijn

eigen heilige grond.’ Het succes van de WembleyWizards zorgde voor een traditie, Schotland was opWembley nadien altijd verzekerd van massale suppor-terssteun. Het was geen uitzondering dat tienduizen-den Schotse supporters hun ploeg vergezelden inLonden. Het thuisvoordeel van de Engelsen was meteen dergelijke aanwezigheid van The Tartan Army, debijnaam van de Schotse supporters, snel verdwenen.Voor veel Schotten had deze reis iets van een pelgrims-tocht, waarbij alles geoorloofd was, met name veeldrinken. Voor jonge Schotten was de pelgrimage naarLonden een soort rite op weg naar het volwassen wor-den.

Schotland zou op Wembley echter nooit meerzo’n resultaat halen als in 1928. De prestatie die nog hetdichtst in de buurt kwam werd geleverd in 1967. In1966 was Engeland wereldkampioen geworden. Op heteerstvolgende Home Championship troffen Engelanden Schotland elkaar in de laatste wedstrijd. Engelandhad aan een gelijkspel genoeg om de titel te behalen,Schotland moest winnen. Op 15 april 1967 zegevierdeSchotland met 3-2. De Schotse supporters waren uitzin-nig en betraden massaal het veld van Wembley, zonderoverigens vernielingen aan te richten. Schotland, heteerste land dat wereldkampioen Engeland een neder-laag toebracht, riep zichzelf uit tot de nieuwe mondialenummer één. De Schotse ster en doelpuntenmakerDenis Law, die op de dag dat Engeland wereldkampi-oen werd steevast gaat golfen uit een soort van frustra-tie, verklaarde dat hij zich voelde als Braveheart, demythische Schotse held. Een andere Schot gaf na dezege zijn pasgeboren zoon elf doopnamen, de basisspe-lers van het winnende Schotse team. De wissels pastenspijtig genoeg niet meer op het registratieformulier.

Het volksliedVervolgens begonnen de jaren zeventig. Een

decennium waarin het hooliganisme opkwam en waar-in Schotland overstapte op een ander volkslied.Voordien werd bij Schotse sportwedstrijden altijd hetGod save the Queen gespeeld, net zoals dat inEngeland gebruikelijk was. De Schotten hadden niksmet deze hymne. Niet zo gek als het zesde couplet inogenschouw genomen wordt. ‘Heer zorg dat maar-schalk Wade [een hoge Engelse legerofficier], met hulpvan uw Almacht zal overwinnen. Moge hij opruiingsussen en als een wervelstorm, opstandige Schottenvernietigen. God behoede de koningin!’Ook al was ditcouplet niet meer in zwang, het zei toch wel iets overde oorsprong van dit lied. Omdat de Schotten er eentraditie van maakten massaal door het God save theQueen heen te fluiten, werd het in de jaren zeventig

12 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 13: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

vervangen door The flower of Scotland. Dit lied verhaalde over de overwinning van de

Schotse koning Robert the Bruce op de Engelse koningEdward II in de slag bij Bannockburn. De Schottenwaren tijdens deze veldslag in de minderheid, maarwonnen toch, in zekere zin een parallel met de under-dogpositie en de prestatie van de Wembley Wizards in1928. In 1314 verdreven de Schotten hun Engelse over-heersers en herstelden ze hun onafhankelijkheid. Theflower of Scotland was compleet gewijd aan deze slag.‘O bloem van Schotland, wanneer zien we uw gelijkeweer, die vochten en stierven, voor uw kleine beetjeheuvels en dalen en tegen hem op stonden, trotseEdward’s leger, en hem terugstuurde naar huis, om nogeens na te denken.’ De keuze voor dit in de jaren zestiggecomponeerde lied was kenmerkend voor hoe deSchotten hun eigen identiteit ontleenden aan hun anti-pathie tegen de Engelsen. Een ander, officieus volks-lied, Scots Wha Hae, was een paar eeuwen ouder enverhaalde op een nog explicietere manier over dezelfdeslag. ‘Sla neer de trotse overheersers! Elke dode vijandis een tiran minder! Vrijheid ligt in elke slag! Laten wijdoen of sterven!’

Geweld op het veldMet dit soort teksten in gedachten was het niet

zo verwonderlijk dat de strijd op en rond het voetbal-veld wel eens ontaardde. Berucht was de confrontatieuit de jaren vijftig tussen de Schot Tommy Docherty ende legendarische Engelse aanvaller Tom Finney. Dezespelers waren ploeggenoten bij het Engelse PrestonNorth End en Docherty stond erom bekend dat hij zijnmaatje Finney tot in het absurde beschermde tegen zijntegenstanders. Tijdens Schotland-Engeland golden ech-ter andere regels. Tijdens een onderlinge confrontatieschopte Docherty Finney rücksichtslos onderuit, zodatde laatste per brancard het veld moest verlaten. Ooknaast het veld ging het nogal eens mis. In het seizoen1976/1977 viel de beslissing in het HomeChampionship zoals zo vaak in de laatste wedstrijd.Schotland won met 2-1 op Wembley en was kampioen.De Schotse supporters betraden massaal het veld, metdit keer veel minder vreedzame bedoelingen dan tij-dens voorgaande edities. Het veld werd zorgvuldiggestript en behalve stukken gras ging ook een gebrokendoellat als trofee mee naar Schotland.

Het toenemende geweld rond de wedstrijdenzorgde ervoor dat het enthousiasme voor het HomeChampionship steeds meer verdween. Ook de concur-rentie van de EK’s en WK’s deed de animo voor dittoernooi afnemen. Met name voor de gelouterdeEngelse ploeg waren de successen in het Home

Championship op momenten dat het internationaalwat minder ging welkom, maar anders was het tochvooral een overbodig toernooi op een overvolle voet-balkalender. Andere redenen voor de afnemendebelangstelling waren de matige toeschouwersaantallen(uiteraard behalve bij de confrontaties tussen Schotlanden Engeland), de politieke onrust in Noord-Ierland ende wens van Engeland om tegen sterkere tegenstanderste spelen. Het toernooi kwam in 1984 aan zijn einde.

De daaropvolgende jaren speelden Engelanden Schotland om de zogenaamde Rous Cup. In eersteinstantie bestond dit toernooi uit een onderlinge wed-strijd, later werd ook elke keer een Zuid-Amerikaansetegenstander uitgenodigd en aan het deelnemersveldtoegevoegd. Maar ook nu was het geweld niet te stop-pen. Rond de wedstrijd op Wembley in mei 1988 viel ereen dode, waren er tientallen gewonden en werdenbijna tweehonderd mensen gearresteerd. Een jaar laterwas het weer raak. Waar Schotten traditiegetrouw mas-saal naar Wembley afreisden, was dit andersom veelminder het geval. Maar eind jaren tachtig was de situa-tie anders. Engelse clubs waren uitgesloten vanEuropees voetbal vanwege het Heizeldrama. Mededaarom reisden Engelse hooligans in 1989 massaal meenaar het Glasgowse Hampden Park, waar ze voor veelproblemen zorgden. De Engelse voetbalbond, doods-bang voor nog een internationale ban, zag deze ontwik-keling met lede ogen aan. Na de wedstrijd in 1989 werdbesloten de jaarlijkse ontmoetingen te schrappen.

Voetbal komt thuisSindsdien was er geen vaste plaats meer voor

Engeland-Schotland op de voetbalkalender. Vanaf deallereerste wedstrijd in 1872 tot 1989 hadden de landenelkaar jaarlijks getroffen, met uitzondering van de oor-logsjaren. Na 1989 kwamen de landen elkaar in totaalnog maar drie keer tegen. Het leverde wel drie bijzon-dere wedstrijden op, zoals op het EK van 1996. Dit toer-nooi werd gehouden in Engeland, onder de slogan‘voetbal komt thuis’. Schotland plaatste zich net als hetorganiserende Engeland en het lot bepaalde dat de lan-den bij elkaar in de groep terecht kwamen. Voor deallereerste keer troffen Engeland en Schotland elkaarop een eindtoernooi. Aan de vooravond van de wed-strijd was er in de kranten veel aandacht, voor wat de‘Battle of Britain’ genoemd werd. De Engelse bonds-coach Terry Venables vertelde dat de wedstrijd eenergere strijd was dan die tussen Nederland enDuitsland. ‘En dat is erg hè? Heeft ook met de oorlog temaken. Onze oorlogen gaan wat verder terug. Maar ikkan je zo de geschiedenisboeken aanreiken, waarinstaat hoe het allemaal is begonnen.’

13 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 14: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Ook de spelers Alan Shearer en Colin Hendry,ploeggenoten bij het Engelse Blackburn Rovers, uittenzich in dergelijke bewoordingen. ‘Het hele jaar zijn wevrienden, maar op Wembley is hij negentig minutenlang mijn vijand. Ik ga niet het veld op om hem inelkaar te schoppen. Maar hij is en blijft een Schot. Als jeniet tegen vliegende tackles of gemene overtredingenkan, kun je beter niet gaan kijken. Hij zal er ook nietvoor terugdeinzen om mij een doodschop te geven’,aldus Engelsman Shearer. De Schot Hendry: ‘We heb-ben allemaal een bloedhekel aan de Engelsen.Misschien is het bij ons inderdaad nog erger danandersom.’ Dat was waarschijnlijk een juiste constate-ring, want een populair Schots supporterslied ging indie tijd als volgt: ‘I’d love to go a wandering along thecliffs of Dover. And if I saw an Englishman I’d push thebastard over.’ (Ik hou er van om langs de kliffen vanDover te lopen en als ik een Engelsman zag zou ik deklootzak naar beneden duwen.) Engeland won de wed-strijd met 2-0. Bij de stand 1-0 miste Gary McAllistereen strafschop voor de Schotten, waarna PaulGascoigne in dezelfde minuut wel scoorde. In de laat-ste groepswedstrijd incasseerde groepswinnaarEngeland bij een 4-0 voorsprong een tegentreffer vanhet Nederlands elftal. Dit doelpunt betekende dat nietSchotland maar Oranje met Engeland doorging naar devolgende ronde. Waarschijnlijk was dit geen kwadeopzet, maar in Schotland rees het vermoeden dat deEngelsen hen bewust een hak hadden gezet.

Op weg naar het volgende EK kwamen de riva-len elkaar weer tegen. Beide landen eindigden als twee-de in hun kwalificatiegroep, het lot bepaalde dat deplayoffs twee nieuwe ontmoetingen tussen de Britseploegen zouden opleveren. De belangstelling voor dezeconfrontaties was extreem groot. De kaarten voor deeerste wedstrijd waren binnen een half uur uitverkocht.Voor de tweede wedstrijd kon er telefonisch besteldworden, maar het complete telefoonverkeer werd doorde grote belangstelling lamgelegd. De eerste wedstrijd,op 13 november in Glasgow, verliep pittig met tien gelekaarten. Engeland won met 2-0 door twee doelpuntenvan Paul Scholes. Rond de wedstrijd werden honderd-zeventig hooligans opgepakt. Vier dagen later wonSchotland met 1-0 op Wembley, maar dat was nietgenoeg voor kwalificatie.

De rivaliteit blijftMet die wedstrijd aan het slot van de jaren

negentig kwam er een einde aan een traditie. Nietalleen was de Schotse overwinning in Londen de aller-laatste voetbalwedstrijd in het oude Wembley, ookwerd er sindsdien geen interland meer gespeeld tussen

de beide landen. De rivaliteit was echter nog niet ver-dwenen. De Schotse journalist Aidan Smith deed inaanloop naar het WK van 2006 (en in aanloop naar zijnhuwelijk met een Engelse) een poging om als supportervan Engeland door het leven te gaan, met meer en min-der succes. Met Union Jock. Sleeping with the AuldEnemy schreef hij in elk geval wel een grappig enonderhoudend boek, dat meer inzicht geeft in de ver-standhouding tussen de beide landen. Zijn boek begintmet een opvallende constatering.‘Als Engeland tegeneen ander land dan Schotland speelt, verschuift onzesteun niet naar de buren met wie wij een taal, eenmunteenheid en drie eeuwen van eenheid als de tweemeest vooraanstaande onderdelen van het VerenigdKoninkrijk delen. Nee, we willen echt heel, heel erggraag dat Engeland verliest. Schotland-Engeland is ’swerelds oudste voetbalrivaliteit en de grootste.Engelsen lijken lang niet zo gepassioneerd over dezewedstrijd te zijn, maar dat geeft niet, de Schotten heb-ben genoeg passie over. Voor de Schotten bepaalt derivaliteit hun identiteit.’

Smith voegde daar nog aan toe dat bijvoor-beeld een dubieus mensenrechtenverleden geen belem-mering zou zijn voor de Schotse steun aan Engelandstegenstanders. Smith kreeg zijn afkeer van Engelsenvan huis uit mee. Nooit had hij zijn vader zo horenvloeken als tijdens de WK-finale van 1966, toenEngeland wereldkampioen werd na het beruchte tenonrechte toegekende doelpunt van Geoff Hurst. Deconfrontatie met Engeland was voor de Schotten decen-nialang de wedstrijd van het jaar, waar 364 dagen naar-toe geleefd werd. Al hadden Schotland en Engelandelkaar al een aantal jaren niet meer getroffen, ook in2006 constateerde Smith nog steeds diezelfde rivaliteit.Schotland was er niet in geslaagd zich voor het WK inDuitsland te plaatsen, Engeland wel. Mars startte eengrote reclamecampagne die Engeland moest begelei-den naar de WK-titel, onder het motto ‘Believe’. Decampagne ‘Believe Mars’ leverde in Schotland T-shirts

14 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 15: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

15 D E S P O RT W E R E L D 55

op met een alternatieve tekst: ‘Believe Ma Arse’ (verta-ling overbodig). Zoals gebruikelijk verscheen er inEngeland ook een WK-lied. In Schotland werd eenalternatief gemaakt: ‘Come on Jason Scotland’, eensteunbetuiging aan de gelijknamige aanvaller van deSchotse club Sint Johnstone en Trinidad & Tobago, datbij Engeland in de groep was ingedeeld. De Schotsekrant Daily Record publiceerde een ‘slechtste Engelselftal aller tijden’ en bracht ook een begeleidend bord-spel uit.

Ook politici lieten zich niet onbetuigd. DeSchotse premier Jack McConnell kondigde aan tijdenshet WK supporter te zullen zijn van Trinidad & Tobago.Een andere Schot, Gordon Brown, aasde op datmoment op het premierschap van Groot-Brittannië enzat dus in een moeilijker pakket. Zijn opmerking dat degoal van Gascoigne tegen Schotland op het EK van1996 een van zijn favoriete voetbalmomenten was vielop zijn zachtst gezegd niet zo goed in Schotland. InEngeland ergerde men zich juist aan het gebrek aansteun in Schotland voor de Engelse nationale elf. Ondermeer door dit soort discussies ontstond er in 2006 eenwat agressief sfeertje rond de voetbalwedstrijden vanEngeland. In Edinburgh kreeg een zevenjarig jongetjeeen klap voor zijn hoofd omdat hij een Engelandshirtaan had. In Aberdeen werd een invalide man om die-zelfde reden uit zijn rolstoel gesleurd. Van het huis vaneen man die in het Schotse gehucht Coatbridge eenEngelse vlag uit zijn raam had gehangen werden alleruiten ingegooid. Al deze incidenten zorgden ervoordat de in Schotland wonende Engelsen niet in het open-baar steun durfden te verlenen aan hun nationale elftal.Veel te juichen was er sowieso niet, Engeland ging inDuitsland roemloos ten onder.

Ook in de kwalificatie voor het EK van 2008zette het land zichzelf te kijk, tot plezier van veelSchotten. Waar Schotland zegevierde in en tegenFrankrijk en zich bijna kwalificeerde voor het EK, ver-loor Engeland op het vernieuwde Wembley zijn laatstegroepswedstrijd tegen het al geplaatste Kroatië en konhet plaatsing voor het eindtoernooi vergeten. Mogelijkhad deze nederlaag een Schotse oorsprong. Aan de ver-bouwing van Wembley werkte een grote groep Schotsebouwvakkers mee, die om het stadion ongeluk tebezorgen Schotse shirts en sjaaltjes onder het veld had-den begraven. Tegen Kroatië werkte deze vloek in elkgeval.

De Schotten hechten nog steeds veel belang aande rivaliteit met de Engelsen. De Engelsen erkennen hetbelang van de wedstrijd, maar hebben de laatste decen-nia rivaliteiten opgebouwd met Argentinië enDuitsland die nog belangrijker gevonden worden. Het

gegeven dat Engeland-Schotland geen vaste plek meerheeft op de voetbalkalender is hier zowel oorzaak alsgevolg van. Voorlopig ziet het er ook niet naar uit datdit hersteld wordt. In 2011 zal het Home Championshipnieuw leven ingeblazen worden. De bobo’s van deEngelse voetbalbond hadden echter geen zin in dezenieuwe competitie met Schotland, Wales, Noord-Ierland en Ierland, waardoor het Engelse elftal niet vande partij zal zijn. Het is dus nog lang geen pais en vreeop het eiland in de Noordzee.

LiteratuurBerdichevsky, Norman, ‘Sibling rivalry: the Scottish andthe English’ (2008).Grootemaat, Frank, Burenruzies. Voetbalinterlands volstrijd en rivaliteit (Aalten 2010). (Te bestellen [email protected]).Smith, Aidan, Sleeping with the Auld Enemy (Londen2008).Wembley Wizards Scotland supporters clubhttp://wembleywizards.co.uk/index.html.

Page 16: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Uit onvrede over het ontbreken van sport in de Canonvan Nederland (2006) heeft de sportredactie van deVolkskrant vorig jaar het initiatief genomen tot hetopstellen van een sportcanon. Intussen zijn globaleopzet en inhoud bekend en hebben verslaggevers vande Volkskrant in hun medium invulling gegeven aandrie van de in totaal 35 vensters. Bijgaand enkele eer-ste en deels ook voorlopige notities, al was het alleenmaar omdat nog niet precies duidelijk is hoe de canoneruit komt te zien en wie wat schrijft.

Een serieuze ondernemingVoorafgaand aan de eerste drie vensters heeft BartJungmann, de initiatiefnemer van de sportcanon, inzijn krant een verantwoording van de canon afgelegd,onder de veelzeggende titel: ‘Een gezaghebbende ket-ting’.i In die bijdrage schrijft hij onder meer dat het ‘eencanon [moest] worden met gezag, samengesteld doorfiguren die ertoe doen in de Nederlandse sport.’ Uitzijn toelichting blijkt dat het om zes personen gaat:Kees Jansma en Ad van Liempt uit ‘de sportjournalis-tieke hoek’, Koen Breedveld en Theo Stevens als verte-genwoordigers van ‘de sportwetenschap’ en Michaelvan Praag en Erica Terpstra als representanten van ‘hetsportbestuur’. Dat mag inderdaad een zware commis-sie heten. Overigens hoefden de zes niet alles zelf tebedenken: ‘Om de commissieleden een kontje te geven,hadden we met behulp van geïnteresseerde lezers eenlonglist gemaakt.’ Verder heeft een kleine groep vanexterne deskundigen, zoals sportjournalisten en sport-historici, ook suggesties aangedragen.ii

Aan het eind van zijn ‘Verantwoording’ van de sportca-non schrijft Jungmann: ‘Misschien dat anderen er overtien jaar nog eens naar willen kijken en met de kennisvan 2020 een plaats willen inruimen voor [Sven]Kramer, [Yvonne] Van Gennip, [Jan] Janssen of [Bep]Bakhuys’, die volgens ‘verschillende generaties vrien-den en collega’s’ beslist hadden moeten worden opge-nomen. ‘Geschiedenis houdt nooit op.’iii Hoewel daar-uit een zekere relativering van ‘zijn’ sportcanon blijkt,geeft Jungmann tegelijk aan dat hij wel vertrouwen inde uitwerking ervan heeft, omdat die immers ‘mis-schien’ (pas) over ‘tien jaar’ bijstelling behoeft.iv Het is

duidelijk dat de initiatiefnemers serieuze bedoelingenmet hun canon hebben. Dat blijkt verder ook nog uitbijvoorbeeld de lengte van de tot nog toe verschenenstukken van de canon in de Volkskrant - per venster 1½tot 2 pagina’s - en uit de geplande eindpresentatie:webproducties, een boek en een televisie-uitzending.v

Over de precieze inhoud van het boek bestaat nogonduidelijkheid: ‘Tot slot wordt alles [namelijk de 35vensters] (en nog veel meer) in boekvorm uitgegeven.’Moeten we bij ‘veel meer’ misschien denken aan eenlopend verhaal, waarin verband wordt aangebrachttussen de vensters? Of (ook) aan algemene, inleidendestukken? Gaat het om aanvullingen op de vensters, bij-voorbeeld in de vorm van verwijzingen naar relevanteliteratuur en websites, naar sportmusea en sporttem-pels? Ik kan me voorstellen dat daarvoor de canoncom-missie aan het werk moet. Niettegenstaande hetgewicht van de commissie zijn haar werkzaamhedentot nu toe bescheiden gebleven. Zo lijkt ze in één sessiede 35 vensters vastgesteld te hebbenvi en hebben der-den - zoals gezegd verslaggevers van de Volkskrant - detot nog toe verschenen onderwerpen uitgewerkt. Datzou wel heel vlot zijn.

Beoogd doel en publiek De hiervoor geschetste feiten hebben uiteraard conse-quenties voor het bereik van de sportcanon. Op zichzelfheeft de Volkskrant, met een gemiddelde oplage vanruim 250.000, een groot lezerspotentieel. Jungmann laatzich niet concreet uit over het doel en het publiek dat desportredactie en de commissie voor ogen staat, hij geeftdaarover hooguit indirect een indicatie. Sprekend overhet nut van een sportcanon, stelt hij, in navolging vanPaul Schnabel, de directeur van het Sociaal en CultureelPlanbureau: ‘een canon symboliseert een gemeenschapomdat een canon het gemeenschappelijke benoemt endefinieert.’vii Kennelijk moet de canon dienen alssamenbindend element en daarmee zou die dus vooreen hele gemeenschap van belang moeten zijn. Datbetekent uiteraard nog niet dat ook ieder lid daarvande canon zal bestuderen. Nu zou men eenvoudig kun-nen stellen dat het publiek in eerste instantie bestaat uitiedere belangstellende lezer van de Volkskrant en bij deafsluiting eind dit jaar uit de kijkers naar het televisie-

16 D E S P O RT W E R E L D 55

Kritische kanttekeningen bij de Sport-canon van de volkskrant

Page 17: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

programma en de kopers van het boek. Die constate-ring werkt evenwel weinig verhelderend: hoeveelmensen betreft het dan en waarom zijn ze geïnteres-seerd in de sportcanon van de Volkskrant?

Opzet en inhoudviii

De onderwerpen uit de sportcanon moeten ‘in onder-linge samenhang […] het verhaal vertellen van devlucht die de sport in ruim een eeuw heeft genomen.’Daarin groeide het verschijnsel uit van ‘elitair tijdver-drijf’ tot ‘massavermaak dat, passief en actief, tot allelagen van de bevolking is doorgedrongen.’ Die ontwik-keling houdt tegelijk in dat sport onderdeel is van de‘maatschappelijke geschiedenis. Nergens is de emanci-patie van de vrouw zo zichtbaar als in de sport. Ook deveranderende verhouding tussen sport en politiek isveelzeggend.’ De canon besteedt naast topsport ooknadrukkelijk aandacht aan breedtesport. In een sport-canon zijn sporthelden natuurlijk onmisbaar, maar desportcanon wil beslist geen Hall of Fame zijn.

In de concrete uitwerking van de sportcanon heeft deCanon van Nederland in belangrijke opzichten blijkbaarals voorbeeld gediend. Zo delen beide canons naast eenzware comissie een chronologische opzet en een inde-ling in vensters. Het beginpunt van de sportcanon ligtaan het eind van de 19de eeuw, met sportpionier ensportorganisator Pim Mulier als eerste onderwerp. De35 onderwerpen zijn over de ruim honderd jaar vanbeschrijving gelijkmatig verdeeld. In beide canons zijnde vensters in drie hoofdgroepen opgesplitst. De Canonvan Nederland onderscheidt personen, creaties en ont-

wikkelingen, de sportcanon (toch nog) vijftien ‘sporti-conen’, ‘zonder wie een sportcanon half werk zou zijn’,acht ‘gebeurtenissen of wedstrijden die, negatief énpositief, een historische lading hebben’ en twaalf ‘ont-wikkelingen’ die ‘buiten de boot dreigden te vallen’ enwaarvoor de commissie ‘een bepaald ijkpunt’ heeftbedacht. Meer concreet vallen bij de sportcanon onder‘sporticonen’ bijvoorbeeld ‘Jaap Eden’ (1895), ‘FannyBlankers-Koen’ (1948), ‘Johan Cruijff’ (1971) en ‘EstherVergeer’ (2000), onder ‘gebeurtenissen’ bijvoorbeeld‘Olympische Spelen’ (1928), ‘Watersnoodwedstrijd’(1953; → profvoetbal) en ‘Elfstedentocht’ (1986; →sportief-cultureel erfgoed) en, ten slotte, onder hetkopje ‘ontwikkelingen’ bijvoorbeeld ‘Ard en Keessie’(1966; → Oranjegevoel), ‘Klapschaats’ (1980; → weten-schappelijke bemoeienis met sport), en ‘Slag vanBeverwijk’ (1997; → voetbalhooliganisme).i

De algemene opzet: waardering en kritiekHet is maar de vraag of het werkelijk een gemis is datsport in de Canon van Nederland ontbreekt. Het gaatdaarin om ‘een overzicht van belangrijke personen,teksten, kunstwerken, voorwerpen en verschijnselenuit de Nederlandse geschiedenis.’x Zoals bekend heeftde commissie dat overzicht geconcretiseerd in de vormvan 50 onderwerpen uit de Nederlandse cultuur engeschiedenis. Volgens Frits van Oostrom, de voorzittervan de canoncommissie, is sport in zijn commissie welaan de orde geweest, maar dan ‘vooral als cultureel-historische uiting in de vorm van schaatsen of korf-bal’xi. Sport zou er dus in het ‘beste’ geval een beetje bijhebben gehangen. Het voordeel van een aparte canonis dat sport, een belangrijk onderwerp, daarin werke-lijk centraal kan staan. En het fenomeen verdient sub-stantiële aandacht. Het is een cliché, maar daarom nietminder waar: sport is allang niet meer weg te denkenuit onze samenleving. Daarbij tellen niet alleen desport en sportprestaties als zodanig, maar ook essenti-ële zaken als de sociale, politieke en economische con-text. Het is daarom van de Volkskrant-commissie eengoede keuze geweest sport in een breder, maatschap-pelijk kader te beschrijven. Al hoe aansprekend ook desportieve successen mogen zijn van bijvoorbeeld ArdSchenk, een van mijn sporthelden, het is heel goed ver-dedigbaar dat de commissie hem, in combinatie metKees Verkerk, in de context van het zich in 1966 sterkmanifesterende Oranjegevoel beschrijft. Waarderingverdient ook de beslissing principieel aandacht tegeven aan de breedtesport. Goede voorbeelden daar-van zijn de vensters over ‘Blauw Wit’, met het vereni-gingsleven als centraal onderwerp, en ‘Trim je fit!’

17 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 18: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

OnduidelijkheidIk heb er hiervoor al op gewezen dat er in deze fase nogde nodige onduidelijkheid over de definitieve inhoudvan de canon bestaat. Dat geldt ook voor de vormge-ving van de vensters. Mocht de commissie, in navol-ging van Van Oostrom c.s., als aanvulling daarop kie-zen voor de vaste onderdelen ‘Vertakkingen’, opge-splitst in ‘Heden en verleden’, en ‘Schatkist’ (met tast-bare educatieve voorwerpen) en ‘Verwijzingen’ (metsuggesties voor met name excursies, literatuur en web-sites), dan zal dat, zo vrees ik, toch niet genoeg zijn. Alhoe goed bedoeld ook, de gemiddelde lezer zal zichwaarschijnlijk beperken tot de hoofdmoot van een ven-ster, het ‘Verhaal’. Heeft de Canon van Nederland nog hetonderwijs achter zich, dat leerlingen tot uitstapjes enverdere studie kan aanzetten, de sportliefhebber is veelmeer op zichzelf aangewezen. Om hem er zo goedmogelijk bij te betrekken, zouden de samenstellers kun-nen overwegen voorlopig nog geen al te definitievevorm aan hun canon te geven. Ik geef verderop nogmeer argumenten voor die suggestie.

Er valt, heel voorzichtig, overigens wel wát te zeggenover de inhoud van de vensters. Er zijn dus tot nogtoexi drie verschenen: ‘Sport in beeld’ (1959; 4invloedtelevisieregistratie op popularisering topsport),‘Humphrey Mijnals’ (1960; 4eerste zwarte speler inNederlands elftal) en ‘Feyenoord’ (1970; 4eersteNederlandse club die Europa Cup won). Daarvanwordt alleen het eerstgenoemde venster in een brederemaatschappelijke context beschreven. In de beide ande-re beperken de schrijvers zich tot het onderwerp, datbovendien op nogal anekdotische wijze inhoud krijgt.Anders ook dan aangekondigd vertonen de drie ven-sters onderling weinig verband. Dat is des te opvallen-der omdat ze uit vrijwel dezelfde tijd dateren. Maarmogelijk zal dus bij de boekpresentatie blijken of en hoede commissie de vijftien ‘sporticonen’, acht ‘gebeurte-nissen’ en twaalf ‘ontwikkelingen’ met elkaar wil enkan verbinden. Het is duidelijk dat de gekozen chrono-logische opzet daarbij een goed bindmiddel kan zijn.Op die wijze is in principe het gehele tijdvak vanbeschrijving afgedekt, zeker ook omdat de 35 vensters,zoals gezegd, keurig over de ruim honderd jaar zijnverdeeld. Chronologie verkleint de kans op overaccen-tuering van de eigen beleefde sportgeschiedenis. Envanzelfsprekend maakt een chronologische opzet hetrisico van ‘echte’ hiaten kleiner.

Toch kleeft er aan die werkwijze in mijn ogen tegelijkook een reëel bezwaar. Omdat nu elke periode (vanklaarblijkelijk ongeveer tien jaar) binnen het gehele tijd-

rek vertegenwoordigd ‘moest’ zijn, dreigt het gevaardat ook minder belangrijke personen, thema’s engebeurtenissen aan de orde komen. Zo zijn de jaren ‘20afgedekt door de (uiteraard terecht opgenomen)Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam, maar ookdoor Charles Pahud de Mortanges. Door wie? ‘MetOlympisch goud behangen ruiter. Tweevoudig winnaarbij de Spelen in 1928. De luitenant-generaal trad na zijnsportieve loopbaan toe tot het IOC’, zo zegt de toelich-ting op het venster. Ik kom hier op een wezenlijk punt.Kiest de commissie voor personen en onderwerpen dieook later van belang zijn geweest en nog steeds tot deverbeelding spreken of kijkt ze allereerst naar de ‘waar-de’ die ze destijds vertegenwoordigden? In een canon,die, om met de commissie te spreken, ‘het gemeen-schappelijke benoemt en definieert’, zou de focus m.i.op de eerste werkwijze moeten liggen. Als de nadrukligt op volledigheid, zoals in een wetenschappelijk ver-antwoord sporthistorisch overzicht, kan er ook aan-dacht zijn voor (in onze tijd) minder belangrijkegebeurtenissen, ontwikkelingen en vooral ook perso-nen. Wat nu de positie van Pahud de Mortanges betreft:hij past naar mijn mening eerder in een sporthistorischoverzicht dan in een canon. Dat heeft zeker ook temaken met de discipline die hij beoefende. Nederlandis, ondanks een Anky van Grunsven, nog steeds geenruitersportland. Er is nóg een reden een vraagteken bijde keuze van Pahud de Mortanges te zetten: zijn ver-diensten hadden bij het ook nog grotendeels gelijktijdi-ge venster over de Olympische Spelen van 1928 kun-nen worden verantwoord. Ik zit intussen al bij de keuzevan de onderwerpen, maar wil daaraan nog apart aan-dacht besteden.

DichttimmerenGezien de ambities van de Volkskrant met zijn sportca-non, is het inzetten van een zware commissie een logi-sche beslissing geweest. Jungmann noemt in dat ver-band ook nog een ander aspect: ‘Gezaghebbenden lok-ken alleen maar kritiek uit en dat is goed.’xiii Dat laat-ste onderschrijf ik graag, maar of deze commissie vanveel kanten kritiek zal oproepen, valt toch te betwijfe-len. Anders dan bij de Canon van Nederland, waaroverheel wat historici en andere deskundigen kunnen oor-delen, is het reservoir aan sporthistorici beperkt.Bovendien kan worden vastgesteld dat de presentatievan de canon ook niet meteen tot een discussie uitno-digt. De stof is weliswaar in 35, mettertijd ongetwijfeldvlot geschreven brokken opgedeeld, maar die zijn doorhun lengte voor de doorsnee sportliefhebber bepaaldniet hapklaar en aan het eind wacht dan ook nog eendik boek. Om ervoor te zorgen dat de sportcanon van

18 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 19: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

19 D E S P O RT W E R E L D 55

de Volkskrant wel onderwerp van discussie wordt, zoujuist niet moeten worden aangestuurd op een, ook nogeventuele, bijstelling in pas 2020. Een belangrijk voor-deel daarvan is dat het aantal betrokkenen zal toene-men. De krant is bij uitstek in de gelegenheid ingesprek te blijven met zijn lezers, op papier, via inter-net. En natuurlijk kan ook dan een deskundige com-missie de suggesties op hun waarde beoordelen.Daarmee kan tegelijk het mogelijke gevaar wordenweggenomen van een ‘malle internetrace’, waarvoorBart Jungmann op zichzelf terecht bang is.xiv

Met de door mij bepleite werkwijze hangt nog eenander voordeel samen. Los van de opzet van de canondreigt het gevaar van een hype. Een onderwerp, in ditgeval de sportcanon, staat even in de belangstelling,maar wordt al snel verdrongen door ander nieuws(dat op zijn beurt hetzelfde lot treft). Het bewustscheppen van mogelijkheden tot discussie, aanvullingen vernieuwing - wezenskenmerken van wetenschap -houdt de materie levend.

Een laatste reden om de sportcanon niet meteen dichtte timmeren is het per definitie subjectieve karakterervan.xv Er is natuurlijk altijd discussie mogelijk (enwat mij betreft dus ook nodig) over opzet en inhoudvan een als wetenschappelijk verantwoord bedoeldesportcanon. Dat heeft te maken met factoren als uit-gangspunten, individuele voorkeuren en veranderen-de inzichten, bijvoorbeeld op basis van nieuwe kennisof een andere tijdgeest. Een goed bewijs van de betrek-kelijkheid van een canon geeft de website van MaxDohle, met daarop een interactieve sportcanon met 25vensters over thema’s en gebeurtenissen en een apar-te, eveneens interactieve canon over twaalfpersonen.xvi Het is lastig om de vensters van deVolkskrant en die van Dohle inhoudelijk met elkaar tevergelijken, omdat we het bij de krant op dit momentin vrijwel alle gevallen nog moeten doen met een sum-miere toelichting op het onderwerp. Het lijkt er even-wel op dat meer dan de helft van Dohles 25 venstersover thema’s en gebeurtenissen niet bij de Volkskrantvoorkomt en dat niet alleen omdat Dohle vijf thema’sen gebeurtenissen meer heeft en negen vóór 1889 - heteerste jaartal van de Volkskrant - laat beginnen.xvii

Als we ons bepalen tot de periode vanaf 1889, dan ont-breken in de krant (zelfstandige) vensters over de‘[Internationale] sporttentoonstelling’ (1892) inScheveningen, ‘Het eerste goud’ (1900; Nederlandwint goud bij roeien op O.S. van 1900 in Parijs),‘Gymnastiek op school’ (1901), ‘De vierdaagse’ (1909),

‘Verzuiling’(1920), ‘Sport in de oorlog’ (1940-1945) en‘De verloren finale’ (1974; WK voetbal).Anderzijds heeft de Volkskrant wel en Dohle geen ven-sters over ‘Sportfondsenbad’ (1928; 4opkomst vansporthallen en sportscholen), ‘Olympische boycot’(1956; 4sport als politiek drukmiddel), ‘Sport inbeeld’ (1959; 4invloed televisieregistratie op popula-risering topsport), ‘Humphrey Mijnals (1960; 4eerstezwarte speler in Nederlands elftal), ‘Feyenoord’ (1970;4eerste Nederlandse club die Europa Cup won), ‘TTAssen’ (4met 100.000 toeschouwers grootsteNederlandse sportevenement), ‘Volleybalgoud’ (1996;4goud op OS van 1996; kroon op het zogenoemdeBankrasmodel), ‘Slag van Beverwijk’ (1997; 4voetbal-hooliganisme), ‘WK Hockey 1998’ (4ontwikkelingvan hockey van elitair tijdverdrijf tot massaproduct),‘Sydney’ (2000; 4aanzet tot beter topsportklimaat) en‘Olympisch plan 2028’ (4Deltaplan om vanNederland een topsportland te maken’).

Wat beide canons min of meer delen zijn de acht ven-sters over (ik noem steeds eerst de Volkskrant en danDohle) ‘Wonder van Houtrust’ (1913; 4eerste zegeNederlands elftal op Engelse amateurs)/ ‘De amateur-status’ (1850-1972), ‘Olympische Spelen’ (1928)/‘Olympische Spelen’ (1928), ‘Watersnoodwedstrijd’(1953; 4aanzet tot betaald voetbal)/ ‘Betaald voetbal’(1954), ‘Ard en Keessie’ (1966; 4Oranjegevoel)/‘Oranjegekte’ (1990), ‘Trim je fit!’ (1968)/ ‘Fitness’(2000), ‘Klapschaats’(1980)/ ‘Nieuw materiaal’ (1980),‘Elfstedentocht’ (1986)/ ‘Elfstedenwedstrijd’ (1909),‘Tour de dopage’ (1998)/ ‘Genetische doping’ (2025).

De conclusie kan zijn dat de verschillen tussen beidecanons aanzienlijk zijn. Men kan dat als een probleembeschouwen en zich vastbijten in het eigen gelijk,maar het lijkt me vruchtbaarder de verschillen te zienals een uitnodiging tot verder onderzoek en een nade-re standpuntbepaling. Het betekent uiteraard niet datmen geen (gemotiveerde) kritiek kan hebben. Waarhet in essentie om gaat, is dat de gekozen werkwijzeen het geheel van vensters, samen met de concrete uit-werking daarvan én met inleidende en verbindendestukken, een betrouwbaar ‘richtsnoer’xviii moetgeven van de geschiedenis van de Nederlandse sport.

De concrete vensters ter discussieZoals gezegd heeft de Volkskrant gekozen voor 35 ven-sters. Dat aantal wordt overigens niet gemotiveerd.Het hadden er uiteraard minder, maar misschien weleerder ook meer kunnen zijn: het aantal relevanteonderwerpen met betrekking tot personen, gebeurte-

Page 20: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

nissen en ontwikkelingen bedraagt natuurlijk niet pre-cies 35 (en de onderlinge verhouding niet 15, 8 en 12).Ter vergelijking: op de longlist stonden ruim honderdonderwerpen.xix De commissie zal het aantal vensterswaarschijnlijk alleen al om praktische redenen - ruimte-beslag, beschikbare tijd en mankracht, financiële aspec-ten - tamelijk beperkt hebben willen houden. Waar hetbij de betrouwbaarheid om gaat, is dat de gekozen ven-sters geven wat ze beloven: een canon van deNederlandse sport.

Ik maak in dat verband een aantal opmerkingen. Hetzou daarbij al te gemakkelijk zijn op personen te wijzendie ontbreken. Zo is er geen (aparte) plaats voor bij-voorbeeld Ton Sijbrands en Pieter van denHoogenband, ook in internationaal opzicht tochbepaald geen kleine jongens.xx Dat heeft echter nietzoveel zin: de website van Max Dohle laat zien dat insport geïnteresseerden allemaal met hun eigen lijstjekomen en dat is geen verrassing. Ik zal me dus vooralop gebeurtenissen en ontwikkelingen richten, maar meook daarbij beperken, al was het inderdaad alleen al ompraktische redenen.

Ontbreken van voorgeschiedenisHet is in mijn ogen opmerkelijk dat de commissie haarvensters pas rond 1890 laat beginnen. Kennelijk - maarze expliciteert het in de krant niet - ligt het begin voorde commissie bij de entree in Nederland van de destijdsmoderne, meest Engelse sporten, met Pim Mulier alsgangmaker. Ons land kende toen evenwel al een eeu-wenoude traditie van inheemse vermaken. Natuurlijkverschilden die in belangrijke opzichten van de moder-ne sporten. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld hunbehoudende inslag, gebondenheid aan (vooral) hetplatteland, volksaardige karakter en hun gebrek aanstandaardisering van de spelregels. Aan de andere kantzorgden de vermaken wel voor een ‘sportieve infra-structuur’. Nog in 1910 stonden in ‘de populariteitsran-gorde van georganiseerde sporten’ schaatsen met17.000 en kaatsen met 10.000 beoefenaren bovenaan delijst.xxi Een belangrijk aspect van de infrastructuurvormt uiteraard de organisatie. Die lag aanvankelijkvooral in handen van kasteleins. Nog net voor dekomst van de moderne sporten, namelijk ongeveervanaf het midden van de 19de eeuw, kwam een nieuween democratische vorm van organisatie op: de vereni-ging.xxii Die zou voortaan de basis vormen voor ouden nieuw. Al hoe verschillend van karakter dus ook, detraditionele vermaken hebben in zekere zin het padgeëffend voor de moderne sporten. Maar er zijn meerdoorgaande lijnen, het kader waartoe ik me beperk. Ik

noem er twee en doe dat heel kort.

Ik heb er al een paar keer op gewezen dat de Volkskrantzijn 35 vensters (terecht) in een breder, maatschappelijkkader wil plaatsen.xxiii Net als moderne sporten latentraditionele vermaken zich op zinvolle wijze bestude-ren in hun sociale context. Uit welke maatschappelijkelagen kwamen de kolvers en kegelaars, wie zeilden ofharddraafden met hun paarden, wie deden mee aan deschuttersfeesten?Veel beoefenaren van traditionele vermaken kwamenuit ‘het volk’ (in tegenstelling tot de aanvankelijkerepresentanten van de moderne sporten). Bij de bestu-dering van die vermaken hoort ook de bemoeienis vande maatschappelijke bovenlaag om hen te ontwikkelen,te beschaven en daardoor tot een zekere welvaart tebrengen.xxiv

Het amateurisme is een actueel, belangrijk en interes-sant onderwerp in de sportgeschiedenis. Juist ook opdit punt is het zinvol de traditionele vermaken te ver-gelijken met de toenmalige moderne (Engelse) sporten,die, zoals uiteraard bekend, het amateuristische ideaalvoorstonden. Uit recent onderzoek blijkt dat er reden ishet belang van het amateurisme in de sport te relative-ren. Tegelijk is duidelijk geworden dat de huidige pro-fessionele en commerciële sporten al eeuwenoudevoorlopers hebben in traditionele vermaken als kaatsenen (kortebaan)schaatsen.xxv

Mijn punt is nu dat onze kennis van en ons inzicht in demoderne sporten zou toenemen als er ook aandachtzou worden besteed aan de traditionele vermaken. Watis het verband tussen beide, waar liggen de overeen-komsten, waar de verschillen? Zo’n vergelijking ligtdes te meer voor de hand omdat net ook traditionelevermaken goed zijn gedocumenteerd en bestudeerd, inNederland in het algemeen en in provinciaal verbandallereerst in Friesland.xxvi

Andere omissiesHet gemis uit zich niet alleen aan de ‘voorkant’ van demoderne sporten, we zouden kunnen stellen dat ook dezijkant, de verbreding ontbreekt. Het is heel opvallenddat geen van de 35 vensters is gewijd aan het interna-tionale kader van de moderne sport. Wie wat zinvolswil zeggen over welke moderne sport dan ook, zaldaarbij tevens oog moeten hebben voor het internatio-nale perspectief. De tijd dat bij moderne sporten alsvoetbal, tennis, hockey, zwemmen, atletiek en wielren-nen de nadruk lag op nationale prestaties, komt steedsverder achter ons te liggen. Hoewel ik daarover geen

20 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 21: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

concrete onderzoekgegevens heb, durf ik de stellingwel aan dat in het algemeen gesproken EK’s, WK’s enOlympische Spelen meer tellen dan een landskampi-oenschap (zie ook het eind van het volgende subhoofd-stukje).xxvii Deze trend zou uitstekend onder te bren-gen zijn in een venster onder de afdeling ‘ontwikkelin-gen’.

Een derde onderwerp waarover ik graag een apart ven-ster had gezien, is de economische betekenis van sport.Ook daaraan zitten internationale aspecten. Er loopteen rode draad van de kasteleins van vroeger naar hunhedendaagse opvolgers. Die vormen overigens eenheel wat bonter geheel. Zo zorgen bijvoorbeeld fabri-kanten van spelmateriaal, sportkleding en van produc-ten op het gebied van de gezondscultuur, reclamema-kers en mediamensen ervoor dat sport is uitgegroeidtot een miljardenindustrie, waardoor spelers vaakabsurd hoge verdiensten kunnen claimen. Ook despeelaccomodaties en de infrastructuur, bijvoorbeeldvoor de Olympische Spelen, vergen miljarden.xxviii Decommercie heeft een enorme, nog steeds groeiendeinvloed op de sport. Het belang van het item blijkt ookhieruit dat de Rijksuniversiteit Groningen een (bijzon-der) hoogleraar sporteconomie kent.Om de cirkel rond te maken, blijf ik voor het laatstevoorbeeld van een omissie weer dichter bij huis. Alsmotivatie om een venster aan de Elfstedentocht te wij-den, stelt de commissie: ‘schoolvoorbeeld van sportief-cultureel erfgoed’. Zeker in die context is het opvallenddat het korfbal geen plaats heeft gekregen. Juist omdathet geen wereldsport is, maar een bij uitstekNederlands fenomeen, hecht Van Oostrom er cultuur-historische waarde aan. De geschiedenis van het korf-bal is bekend.xxix Aan het begin van de 20ste eeuw ont-wikkelde Nico Broekhuysen het spel in Nederland,waarvoor hij de basis in 1902 in Zweden had opgedaan.Hoezeer het korfbal al vroeg als typisch Nederlandsesport werd gevoeld, blijkt ook hieruit dat het op deSpelen van 1928 de officiële nationale demonstratie-sport was.xx

OverdaadBehalve te weinig biedt de canon van de Volkskrant eenenkele keer ook te veel. Het betreft hier met name devensters over de Olympische Spelen. Naast een zelf-standig venster over de Olympische Spelen van 1928 iser, terecht trouwens, ook eentje over ‘Olympische boy-cot’ (Melbourne, 1956 4sport en politiek) en, als enigetoekomstgerichte, een derde over ‘Olympisch plan2028’. Daarnaast spelen in de toelichting op maar liefstzeven vensters de Olympische Spelen een rol, meest in

het kader van individuele prestaties (‘Charles Pahud deMortanges’, ‘Rie Mastenbroek’, ‘Fanny Blankers-Koen’,‘Sjoukje Dijkstra’, ‘Anton Geesink’ (en, in zekere zin,ook nog ‘Esther Vergeer’ (2000; drievoudig winnaresO.S. voor niet-valide sporters), soms als onderdeel van‘gebeurtenissen’ (‘Volleybalgoud’ (1996), ‘Sydney’(2000). Al hoe belangrijk de Spelen ook mogen zijn, ditlijkt me toch werkelijk te veel. De toelichting op‘Olympisch Plan 2028’, zo ongeveer het enige onder-werp dat niet op de longlist stond, zegt het volgende:‘NOC*NSF ontwikkelde een Deltaplan om vanNederland een topsportland te maken met alsgedroomd sluitstuk de organisatie van de OlympischeSpelen in 2028. De politiek heeft het initiatief kamer-breed omarmd.’ Maar nog twee vensters daarvoorkomt de topsport ook al aan de orde. In de toelichtingop ‘Sydney’ staat: ‘Nooit eerder (of later) hadNederland zoveel succes bij de Olympische Spelen alsin 2000. Het zou de aanzet worden tot een beter top-sportklimaat.’ Die twee, ook nog grotendeels gelijktijdi-ge, vensters hadden in elkaar moeten worden gescho-ven.

De vrijkomende ruimte had beter besteed kunnen wor-den aan de ‘Internationale Sport-, Visscherij enPaardententoonstelling van 1892’ in Scheveningen.Niet de Olympische Spelen van 1928 vormen het eerstegrote sportspektakel in Nederland, maar deTentoonstelling van 1892. Die bood, naast een omvang-rijke expositie van meer dan 10.000 m2, met een groteen rijke inzending van het Koninklijk Huis, ook eenhele zomer lang wedstrijden. Het bijzondere was datdaarbij zowel traditionele vermaken (bijvoorbeeldkaatsen, kegelen en kolven) als moderne sporten (bij-voorbeeld voetbal, cricket en croquet) op het program-ma stonden. Sommige sporten, als biljarten, zeilen,wielrennen en tennis, hadden een internationaal karak-ter. Ook de tentoonstelling in engere zin vormde eencombinatie van traditionele en moderne elementen,van benen schaatsen tot de modernste rijwielen. Desporttentoonstelling liet daarmee tegelijkertijd een ver-smalling naar het regionale en een verbreding naar hetinternationale zien. Tijdens de Sporttentoonstellingwerd de ISU opgericht, met een nog jonge Pim Mulier(*1865) als drijvende kracht. De vensters van de sportwerden niet in 1928, maar al in 1892 wijdopen gezet.Scheveningen trok maar liefst 600.000 toeschouwers,een aantal dat te vergelijken is met dat van deOlympische Spelen 36 jaar later in Amsterdam. Eenvenster over de Internationale Sporttentoonstelling van1892 had ook fraai de overgang van traditionele verma-ken naar moderne sporten kunnen laten zien. Die

21 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 22: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

bestonden in 1892 nog broederlijk naast elkaar.xxxi

Ook voor de overige zeven vensters over onderwerpendie aan de Olympische Spelen zijn gerelateerd, is het devraag of dat item wel zó veel aandacht verdient.Nogeens, het zou onzinnig zijn het belang van deSpelen te ontkennen, maar er is meer. Dat geldt zekerals we bedenken dat de canon van de Volkskrant natuur-lijk primair een nationale aangelegenheid is. Uit recentonderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancyonder 2.000 respondenten blijkt dat de OlympischeSpelen ‘slechts’ de derde plaats bezet in de ‘Top-10 vansterkste merken in de Nederlandse sportsector’.Bovenaan staat de Elfstedentocht, op plaats tweeEdwin van der Sar. Het belang dat Nederlanders aanhet schaatsen hechten, blijkt ook uit het vervolg van hetlijstje: de nummers 4, 6, 7 en 9 worden ingenomen doorrespectievelijk Sven Kramer, het WK schaatsen,Marianne Timmer en het EK schaatsen.xxxii Daarmeeis het schaatsen maar liefst vijf van de tien keer verte-genwoordigd (het voetbal bezet drie plaatsen, het wiel-rennen één). Natuurlijk, het gaat in het onderzoek vanBeerda Brand Consultancy om een momentopname,maar het bevestigt wel het beeld van schaatsen alsnationale sport. In de canon van de Volkskrant is overi-gens veel en vanuit verschillende invalshoeken aan-dacht voor het schaatsen. Ik heb ze apart alle algenoemd, maar zet ze hier nog eens bij elkaar: ‘JaapEden’ (1895; 4‘eerste sporticoon’ (als schaatser en wiel-renner)), ‘Ard en Keessie’(1966; 4Oranjegevoel),‘Klapschaats’ (1980; 4wetenschappelijke bemoeienismet sport) en ‘Elfstedentocht’ (1986; 4soporatiefcultu-reel erfgoed).xxx

Samenvatting en besluitde Volkskrant verdient veel waardering voor zijn initia-tief tot het opstellen van een (serieuze) canon van deNederlandse sport. Ik kan me over het geheel genomenvinden in de opzet en algemene uitgangspunten. Ik bendaarbij overigens voorzichtig, omdat nog niet alles dui-delijk is. Zo zijn er tot nog toe slechts drie van de 35vensters in de Volkskrant beschreven, die, met nog metaanvullende informatie, aan het eind van dit jaar inboekvorm worden gepresenteerd. Vooral het voorne-men - de feitelijke uitwerking moet nog komen - sportin zijn maatschappelijke context te beschrijven, spreektme aan. Een gevolg daarvan is dat slechts een deel vande vensters is gewijd aan ‘sporticonen’ (15). Acht ven-sters gaan over ‘gebeurtenissen’, terwijl in twaalf ‘ont-wikkelingen’ centraal staan.Het is eveneens een goed besluit de 35 vensters inonderlinge samenhang te beschrijven, al is ook daar tot

nu toe nog maar weinig van gebleken.Ten slotte valt de zorgvuldige werkwijze - raadplegingvan lezers en een kleine groep van deskundigen, eigeninbreng van de sportredactie en, op basis daarvan,keuze van de vensters door een groep van zes deskun-digen, uit verschillende hoeken - op zichzelf te prijzen.

Toch plaats ik bij de werkwijze ook kanttekeningen.Ondanks de consciëntieuze aanpak, zou ik de sportca-non zeker in dit stadium een minder definitieve vormen status willen geven dan de samenstellers voor ogenstaat. Naast het algemene probleem dat elke keuzeonvermijdelijk op een zekere subjectiviteit berust, geldtvoor sporthistorie als extra bezwaar dat het nog eenjonge, weinig ontwikkelde discipline in Nederland is.Anders gezegd: we weten nog zo veel niet. Dat lijkt meop zichzelf al een goede reden de canon voorlopig‘open’ te houden. Bovendien bevordert een ‘open’canon de betrokkenheid van geïnteresseerden.

Hoewel de keuze van veel van de vastgestelde 35 ven-sters in mijn ogen op reële gronden berust, heb ik ookhier behoefte tot het geven van kritisch commentaar. Ikconcentreer me daarbij op de vensters over ‘ontwikke-lingen’ en ‘gebeurtenissen’ (het is al te gemakkelijkcommentaar op ‘sporticonen’ te geven) .Ik mis een aantal vensters. Ik beperk me tot de belang-rijkste. De canon is uitsluitend gericht op de moderne

22 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 23: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

sporten en laat de voorgeschiedenis ervan helemaalbuiten beschouwing. De vaak eeuwenoude, traditione-le spelen hadden zeker een plaats verdiend, al was hetalleen maar omdat de moderne sporten daarmee inmeer dan één opzicht zijn verbonden (‘infrastructuur’,sociale context, amateurisme/professionalisme). Alsovergang tussen oud en nieuw had heel organisch de‘Internationale Sporttentoonstelling’ van 1892 inScheveningen kunnen dienen. Daarbij ging het nietalleen om een tentoonstelling, maar ook om een langereeks wedstrijden op het gebied van traditionele ver-maken en moderne sporten (van de laatste haddensommige een internationaal karakter).Ook al draagt de sportcanon van de Volkskrant een nati-onaal karakter, dat betekent nog niet dat in de venstersde internationale context mag ontbreken, zoals nu hetgeval is. Geen enkele moderne sport wordt alleen maarin Nederland beoefend.Ik had ook graag apart aandacht willen zien voor deeconomische betekenis van sport. Het gaat daarbij ommiljarden. Sport is uitgegroeid tot een economische fac-tor van belang. Ook bij dit venster hadden internationa-le lijnen kunnen worden getrokken.Ten slotte acht ik het opmerkelijk dat het korfbal ont-breekt, een bij uitstek juist Nederlandse sport. Met deElfstedentocht hoort het korfbal tot het sportief-culture-le erfgoed.

Maar er is ook een teveel. De focus ligt wel heel sterk opde Olympische Spelen: drie vensters zijn rondom datonderwerp opgezet (waaronder het ‘Olympisch plan2028’, het enige toekomstgerichte item), terwijl hetonderwerp in 7 vensters expliciet in de toelichting ophet (hoofd-)onderwerp wordt genoemd. Die aandachtvoor de Spelen acht ik overtrokken. Dat wringt temeeromdat het totale aantal vensters (35) tamelijk beperkt is.Ik kom daarmee tot de opvallende conclusie dat erzowel te weinig aandacht is voor nationale als interna-tionale onderwerpen (zij het laatste met uitzonderingvan de Olympische Spelen).

Al met al ligt er nu een voor een klein deel uitgewerkteschets voor een canon van de Nederlandse sport. Ikheb, zoveel mogelijk binnen de uitgangspunten van decommissie, geprobeerd daarop constructief commen-taar te geven. Ik heb dat gedaan in het besef dat daarbijeen zekere subjectiviteit onvermijdelijk is. Tegelijkhoop ik ook dat mijn bijdrage de aanleiding mag zijntot een verdere discussie over opzet en inhoud van eencanon van de Nederlandse sport. Die kan daardooralleen maar bruikbaarder worden.

i de Volkskrant, 27 maart 2010.ii Ik hoorde zelf ook tot dat kleine groepje. Uiteraard was hetmeedenken een vrijblijvende zaak: de samenstellers van decanon namen uiteindelijk de beslissing.iii Zonder een oordeel te willen vellen over de verdienstenvan de 4 genoemde sporters, lijkt het me verstandig alleenpersonen op te nemen die hun sportcarrière hebben beëin-digd: pas dan is het mogelijk tot een afgewogen oordeel overhun belang te komen.iv De eerste serieuze (deel)kritiek is intussen ook al gekomen.In de Volkskrant van 10 april j.l. beklaagt Arne van Mourik,redacteur van De Problemist, ‘het vakblad voor damcomposi-tiekunst’, zich erover dat het dammen geen (zelfstandige)plaats in de sportcanon heeft gekregen.v Bart Jungmann. ‘Hoog tijd voor een sportcanon (drie): hoepakken we dat aan?’ In: de Volkskrant, 27 juni 2009.vi ‘Het werd die woensdagochtend een uitwisseling van lijst-jes, van toevoegen en schrappen, van geven en nemen. Hetduurde even voordat Kees Jansma ervan overtuigd was datzowel Michels als Cruijff een eigen venster verdiende.’Jungmann, aangehaald werk noot 1.vii Dat is heel wat anders dan de samenstellers van de Deensesportcanon voor ogen stond: die wilden volgens een berichtvan drie april 2008 in Trouw (‘Cartoons halen ‘canon’ van dedemocratie net niet’) de Denen ‘sportieve rolmodellen’ geven.Om die reden is Bjarne Riis, Tourwinnaar, maar ook doping-gebruiker, uit de canon verwijderd. Er zijn uiteraard ook nogandere doelen denkbaar, met name het genereren en versprei-den van kennis.viii De beschrijving van deze paragraaf berust op de in noot 1genoemde bron.ix De commissie geeft als jaartal bij een venster niet steeds hetbeginpunt van een gebeurtenis, ontwikkeling of de tebeschrijven carrière van een sporticoon, maar laat dat samen-vallen met een hoogtepunt. Ik neem aan dat de aanloopperi-ode wel wordt verantwoord.x Op: http//www.rijksoverheid.nl/…/vragen-en-antwoor-den/wat-is-de-canon-van-nederland.html/ -xi In: Bart Jungmann. ‘Hoog tijd voor een sportcanon’. In: deVolkskrant, 25 april 2009.xii Ik heb het artikel afgesloten op 11 mei.xiii In: ‘Hoog tijd voor een sportcanon (4). It sil heve’. In: deVolkskrant, 28 november 2009.xiv Bart Jungmann, aangehaald werk 11.xv Naast subjectiviteit speelt volgens Geert Buelens - en ikben dat met hem eens - ideologie mee: ‘Het opstellen van eencanon is een bij uitstek ideologische bezigheid. Het niet-opstel-len van een canon is dat evenzeer. Ideologie is overal, we kun-nen er dus maar beter voor uitkomen en rekenschap afleggenvan onze keuzes.’ (De Standaard , 11 september 2008).xvi http/www.canonvandesport.nl/index.php?option…7…De website biedt een chronologisch overzicht van deNederlandse sportgeschiedenis: van de oudste schaatsen totgenetische doping.. Dat overzicht roept (nog?) weinig discus-sie op, maar de canon van sporters is al door 12 betrokkenenop eigen wijze ingevuld. Anders dan Nico van Horn, heb ik

23 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 24: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

een bescheiden bijdrage geleverd aan het overzicht van the-ma’s en gebeurtenissen.xvii Soms komt een venster van voor 1889 bij Dohle (deels)terug in een venster bij de Volkskrant. Dat geldt bijvoorbeeldvoor ‘1860: De sportvereniging’/ ‘Blauw Wit’ (1916) en ‘1879:Pim Mulier’/ ‘Pim Mulier’(1889).xviii Van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse taal(Utrecht/Antwerpen, 198411), deel I, p. 48drie omschrijft‘canon’ onder meer als ‘regel, richtsnoer; maatstaf’.xix Het merendeel daarvan wordt ingenomen door personen.Met name het aantal op te nemen personen is uitermate rek-baar. Een goed voorbeeld daarvan geeft De Top 500. De BesteNederlandse Sporters van de 20ste eeuw (Maarssen, 1999). Er isin die canonachtige publicatie dus gekozen voor maar liefst500 topsporters. Overeenkomsten met de canon van deVolkskrant zijn de periode van beschrijving en een serieuzeredactie (Anton Witkamp en Leo van de Ruit), die werd bijge-staan door een zware commissie van advies (Fanny Blankers-Koen, André Bolhuis, Johan Cruijff, Anton Geesink en EricaTerpstra), terwijl de wetenschappelijke inleiding van TheoStevens is. xx Ik neem aan dat via het venster over ‘Rie Mastenbroek’(19drie6) de belangrijke discipline van het zwemmen met zijnsterren als Marie (‘Zus’) Braun, Ada Kok, Inge de Bruijn endus ook Pieter van den Hoogenband goed vertegenwoordigdzal zijn.xxi Maarten van Bottenburg. Verborgen competititie. Over deuiteenlopende populariteit van sporten. Nieuwegein, 20042, p.254.xxii Het schaatsenrijden liep voorop, met zijn verenigingenvanaf het midden van de 19de eeuw (zie: Hedman Bijlsma.Yn streken. Tachtig jaar IJsclubs in twee eeuwen Friese schaats-sport. Franeker, 1999, p. 2drie2.xxi In die context valt ook te verdedigen dat de commissieaandacht besteedt aan ‘Humphrey Mijnals; 1960 4eerstezwarte speler in Nederlands elftal) en ‘Esther Vergeer’ (2000;4drievoudig winnares van O.S. voor niet-valide sporters).xx Een recente studie over het ‘beschavingsoffensief’ van dearbeiders in het algemeen is: Christianne Smit (red.).Fatsoenlijk vertier. Deugdzame ontspanning voor arbeiders na1870. Amsterdam, 2008. In die breed opgezette bundel wordtde sport vertegenwoordigd door bijdragen over gymnastiekin België (van Pascal Delheye) en fietsen in Nederland (vanAnne-Katrin Ebert). Voor het kaatsen: Pieter Breuker. ‘Achteeuwen kaatsen: van Frans kloostervermaak tot Fries cultuur-bezit’. In: ‘Brood en spelen. Sport als kracht in de samenle-ving’. Speciaalnummer van Leidschrift, jrg. 2drie (2008), num-mer drie, pp. drie9-62, vooral pp. 49-5drie. xx Zie: Ruud Stokvis. ‘Publiekssport. Het amateurisme alshistorisch intermezzo’. In: Wilfred van Buuren en Peter-JanMol (red.). In het spoor van de sport. Hoofdlijnen uit deNederlandse sportgeschiedenis. Haarlem, 2000, pp. 181-219 resp.Goffe Jensma en Pieter Breuker (red.). Friese sport. Tussen tra-ditie en professie. Gorredijk, 2009.xx De basis is daarvoor al gelegd in de negentiende eeuwdoor Jan ter Gouw in zijn veelomvattende studie: De volksver-

maken (Haarlem, 1871). Een informatieve, eveneens feitelijke,beschrijving van de Friese volksvermaken is te vinden in:Waling Dykstra. Uit Friesland’s Volksleven van vroeger enlater[… ]. Deel I-II. Leeuwarden, z.j. [1895-1896; reprint 1970].Met aandacht voor ook de sociale en cultuur-historischeaspecten bijvoorbeeld: Martin Meijerink. Het groot klootschie-tersboek. Een Middeleeuws volksspel wordt volwaardige wedstrijd-sport. Venlo/Hengelo, z.j. [2005]; Lieuwe Pietersen. Frieslandin en rond het perk. Enige sociale en sportieve aspecten van hetFriese kaatsspel. Leeuwarden, z.j. [1956]; Jaap J. Kalma. Kaatsenin Friesland. Franeker, 1972 en de in de noten 24 en 25 genoem-de ‘Friese’ literatuur.xxv Overigens zijn ook juist weer het nog steeds beoefendeklootschieten en vooral het kaatsen in het perspectief vaninternationale verspreiding interessante onderwerpen. Hetklootschieten wordt voornamelijk in Europa gespeeld. Hetgaat dan, buiten Nederland, om Ierland, Duitsland, Polen,België, Zwitserland., Italië en Spanje (Meijerink, aangehaaldwerk noot 26, pp. 187-205, terwijl het kaatsen, zij het op basisvan regionaal bepaalde varianten, een wereldwijd beoefendesport is, met Europa en Zuid-Amerika als belangrijkste conti-nenten (zie: Pieter Breuker. Met de Friese slag. Leeuwarden,1997, pp. 1drie).xxv Zo kostten de Olympische Spelen van 2008 in Pekingrond de 40 miljard dollar en de ‘raming van de Winterspelenin het Russsiche Soichi (2014) is al omhoog van 12 miljardnaar driedrie miljard’ (in: ‘Ook de Spelen gaan voor goud’,NRC Handelsblad, 1 april 2010).xx Zie daarvoor vooral: Fred Troost (red.). “… en ik maakte eenreis naar Zweden”. Negen beschouwingen bij honderd jaar korfbal.Bunnik, 200drie.xx Het toen al vrijwel tot Friesland beperkte kaatsen had destatus van officieuze demonstratiesport (zie voor uitvoerigeinformatie over de positie van het kaatsen en het korfbal opde O.S. van 1928: Pieter Breuker. ‘Kaatsen in internationaalverband: beperkt grensverkeer mogelijk’. In: Pieter Breukeren Wio Joustra (red.). Sporthistorie tussen feit en mythe. Z.p.[Leeuwarden], 2004, pp. 11drie-115.xx Ik heb een studie over de InternationaleSporttentoonstelling in voorbereiding.xxx Het onderzoek is aan het begin van dit jaar uitgevoerd.Zie: ‘Nederlanders hebben liever Elfstedentocht danOlympische Spelen’. Op: http//www-meteo-in.nl/…/nederland/290-nederlanders-hebben-liever-elfste-dentocht-dan-olympische-spelen/ htmlxxx Daarnaast is er een apart venster gewijd aan kunstrijdsterSjoukje Dijkstra (1964; 4‘Waarin een kleine sport in één per-soon groot kan worden’). Die motivatie zou kunnen wordenuitgelegd als een excuus. Natuurlijk, Dijkstra’s successen (zewerd niet alleen Olympisch kampioen, maar haalde ookmeermalen titels op Europese en wereldkampioenschappen),mogen er zijn. Toch kan het kunstrijden moeilijk als eenNederlandse sport worden gezien.

24 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 25: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

In maart vonden er enkele wisselingen plaats in hetbestuur van de Sportwereld. Pieter Breuker is denieuwe voorzitter, Edwin Luttik is queastor en Remcovan Dam gaat de administratie verzorgen. We hebbenafscheid genomen van Jan van der Putten en van onzevoorzitter Sjoerd van Tiel die in Haarlem afscheidneemt met een literair sportcafé. Mocht dezeSportwereld u op tijd bereiken dan bent u op donder-dag 3 juni 20.00 uur welkom in Grand CaféBrinkmann in Haarlem. Sprekers zijn: GerbrandBakker (Boven is het stil, Perenbomen bloeien wit,Juni), Jan van Mersbergen (Zo begint het, Morgen zijnwe in Pamplona) en Wiep Idzenga (De Maradona vanChina en andere landen, diverse publicaties in de lite-raire sportbladen Hard Gras, Achilles en Johan). Zijzullen voorlezen uit eigen werk, dat hun liefde voorsport ademt. Voorts zal een dichter sportgedichtenvoordragen. (zie ook pagina 29)

De nieuwe bestuursleden zijn:

Remco van Dam (968): administratieVolgde de opleiding bibliotheek en documentaire infor-matie aan de Frederik Muller Academie in Amsterdam.Na achtereenvolgens een studie bestuurskunde aan deUniversiteit van Amsterdam, een kort dienstverbandbij de CNV Dienstenbond en een nog korter dienstver-band bij Sport 7,in september 1997 begonnen bij deKoninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB).

Is als coördinator documentatie, interne communicatieen producties verantwoordelijk voor het beheer van hetintranet, de bibliotheek en het archief van de KNVB.Verder behoren de productie van het jaarverslag en hetsamenstellen van een database, met de statistieken vanalle vertegenwoordigende elftallen sinds 1905, tot hettakenpakket.

Was ondermeer betrokken bij de overgang van het his-torische archief van de KNVB naar het NationaalArchief in Den Haag en maakte deel uit van de klank-bordgroep Project Sportarchieven.

Behalve professioneel ook in zijn vrije tijd met voetbalbezig: eerst als voetballer (tot 1996), maar sinds beginjaren negentig eveneens als kaderlid bij achtereenvol-

gens BVC en FC De Bilt (tot 2005). Al lange tijd passieflid van de Stichting Sportwereld. Vanaf heden ook eenactief belangenbehartiger van de sporthistorie inNederland.

Edwin Luttik (1964): penningmeesterLuttik studeerde algemene economie aan de ErasmusUniversiteit in Rotterdam en haalde daarna z’n 1e-graads lerarenbevoegdheid voor het vak Economie aanhet Instituut voor de Lerarenopleiding van deUniversiteit van Amsterdam.

Na zijn eerste baan als beleidsmedewerker bij de vak-centrale CNV werkt hij sinds 1995 in diverse functies bijde Maatschappelijk Ondernemers Groep (MOgroep),de brancheorganisatie voor de sectoren Welzijn &Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD),Jeugdzorg en Kinderopvang. Momenteel voert hij eentweetal projecten uit voor de MOgroep W&MD waar-onder het project jongerenwerk. In dit project werkt hijonder meer aan een sterker en effectiever samenwer-king tussen jongerenwerk en de sport.

In zijn vrije tijd is hij actief in de muziek en tennist alvele jaren bij de Amsterdamse club Slotervaart. Hij issinds kort betrokken bij Stichting de Sportwereld alspenningmeester en wil de stichting onder andereondersteunen bij het verwerven van een steviger finan-ciële basis.

Dr. Pieter Breuker (voorzitter) i(1945) Hij heeft doctoraalexamen Nederlands aan de UvA endoctoraalexamen Fries aan de VU gedaan, beide metgeschiedenis als bijvak. Hij is, sinds zijn recente pensionering aan de RuG, alssporthistoricus verbonden aan de KULeuven. Hij heefteen groot aantal sporthistorische publicaties op zijnnaam staan.

Pieter Breuker is van 1997-2001 en van 2009-2010 ook algewoon bestuurslid van de Sportwereld geweest. Nuhij wat ruimer in zijn vrije tijd zit, wil hij zich nog meerrichten op de Sportwereld. Hij ziet daarbij kansen voorzowel de organisatie als het blad. Voor beide is eengoede basis aanwezig, die het mogelijk moet maken hetaantal donateurs van de organisatie substantieel te ver-

25 D E S P O RT W E R E L D 55

Bestuurswisselingen

Page 26: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

groten en het blad naar inhoud en vormgeving verderte verbeteren. Wat het blad betreft, is, ook van de kantvan de KULeuven, het streven erop gericht tot onder-linge samenwerking. Bij de Leuvense universiteit gaathet om het sporthistorische tijdschrift Sportimonium(sinds1981).Verder is in het in zijn ogen wenselijk om binnen enke-le jaren vanuit de Sportwereld een sporthistorisch con-gres te organiseren. Ook daarbij ligt samenwerking metde KULeuven voor de hand.Pieter Breuker wil zich daarnaast de komende jarenverder concentreren op sporthistorisch onderzoek. Hijheeft een brede belangstelling, met daarbinnen specia-le aandacht voor de 19de eeuw (met zijn boeiende over-gangsperiode van traditionele vermaken naar modernesporten) en voor cultuur-historische aspecten vansport.

Zie voor verdere details ook de website van stichting deSportwereld onder ‘organisatie’.

Bij het afscheid van Sjoerd van Tiel als voorzitter vande SportwereldSjoerd van Tiel heeft een langdurige en belangrijke bij-drage geleverd aan de ontwikkeling van deSportwereld (opgericht op 22 juni 1995). Om niet in eenuitputtende en alleen al daardoor vervelende opsom-ming te vervallen, beperk ik me tot enkele kernpunten.

Sjoerd is allereerst redactielid geweest van ons nieuws-blad, van nummer 1 (juni 1997) tot en met nummer 21(november 2000). Vooral in die jaren heeft hij ookinhoudelijke bijdragen aan het blad geleverd. Hij toon-de daarbij een brede belangstelling, die vooral totuiting kwam in zijn boekbesprekingen. Ook daarna ishij, als de nood aan de man kwam, nog een enkele keerals redacteur opgetreden. Nadat hij naast zijn redac-teurschap een korte periode (1999/2000) de dubbel-functie van secretaris/penningmeester van deSportwereld had vervuld, nam hij in 2000 het voorzit-terschap van de stichting op zich. Dat heeft hij gedaantot 23 maart 2010.

Tijdens het voorzitterschap van Sjoerd is, naast eensporthistorisch congres (2000), een aantal studiebijeen-komsten gehouden, onder meer over de geschiedenisvan het wielrennen, de sportgeschiedenis van Haarlem,het schaatsen en het onderzoek van drie (bijzonder)hoogleraren sport (Koning, Stevens en VanBottenburg). Verder zijn gedurende zijn voorzitterschap (mede) uit

naam van stichting de Sportwereld verschillendebelangrijke publicaties verschenen, waarin projectme-dewerker Wilfred van Buuren steeds een hoofdrol heeftgespeeld. Het gaat dan om:Wilfred van Buuren. Handleiding voor het beheer vanhistorische sportarchieven (2003);Wilfred van Buuren (m.m.v. Peter Los en Nico vanHorn). Bibliografisch apparaat voor de Nederlandsesportgeschiedenis (2006);Wilfred van Buuren (red.). Hollands Goud. 169Olympisch kampioenen (2008).Sjoerd zorgde daarbij voor de aanvraag en afhandelingvan de subsidie-aanvragen (en dat was vaak een lastigeklus).

Een belangrijke ontwikkeling tijdens het voorzitter-schap van Sjoerd was, ten slotte, de benoeming in 2006van Theo Stevens tot (bijzonder) hoogleraar sportge-schiedenis aan de VU. Stichting de Sportwereld heeftvanaf het begin geijverd voor het instellen van een leer-stoel sportgeschiedenis. Het valt overigens te betreurendat na de pensionering van Stevens in 2008 de leerstoelnog steeds niet bezet is.

Zoals dat voor alle bestuursleden geldt, heeft Sjoerdzijn inzet voor de stichting steeds naast een (alsmaardrukker wordende) baan moeten verrichten. Dat isvoor hem de belangrijkste reden geweest het voorzit-terschap neer te leggen. Een bijkomend argument wasdat hij het tijd vond voor een nieuw gezicht.

Stichting de Sportwereld neemt op 3 juni in het open-baar afscheid van Sjoerd met een Literair Sportcafé inHaarlem. Sjoerd, hartelijk dank voor al je inspanningenen het ga je goed!

Uit naam van het bestuur van stichting de Sportwereld,Pieter Breuker, voorzitter

26 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 27: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Erik Brouwer heeft op 26 april 2010 de NicoScheepmaker Beker gewonnen voor het beste sport-boek van 2009. Hij is bekroond voor zijn boekSpartacus. De familiegeschiedenis van twee joodseOlympiërs, verschenen bij uitgeverij L.J. Veen. Voor heteerst in de geschiedenis van de Nico Scheepmakerbeker heeft een vakjury een eindoordeel geveld. Leeshet juryrapport.

Juryrapport Nico Scheepmaker Beker 2009.Na wijs beraad heeft de jury van de Nico

Scheepmaker Beker besloten dat uit de zojuist genoem-de en kort bewierookte shortlist van tien boeken de vol-gende drie titels in aanmerking komen voor de gouden,zilveren en bronzen medaille bij deze uitverkiezing vanhet beste sportboek van 2009.

Dat zijn in alfabetische volgorde van hun achternaam. Erik Brouwer met Spartacus. De familiegeschiedenisvan twee joodse Olympiërs.Nico Dijkshoorn met De tranen van Kuif den Dolder.En Igor Wijnker met Bezeten. Ton Boot. De Winnaar &Het laatste seizoen.

Allereerst Erik Brouwer met Spartacus. De familiege-schiedenis van twee Joodse Olympiërs.

“Dankzij het oplettende oog van sporthistori-cus Theo Stevens kwam sportschrijver Erik Brouwer erachter dat zijn overgrootvader Emanuel Brouwer tij-dens de Olympische Spelen van 1908 in Londen eeneervolle 64ste plaats op het onderdeel turnen hadbehaald. Dit feit vormt de basis van het boek Spartacus,waarin naast de sportieve prestaties van de twee JoodseOlympiërs Emanuel Brouwer en zijn vriend IsidoreGoudeket, ook hun beider levens in het eerste deel vande twintigste eeuw op prachtige wijze worden gerecon-strueerd. De herkomst van de Amsterdamse turnver-eniging Spartacus, het belang van de gymnastiekbewe-ging rond de vorige eeuwwisseling, de mores van deJoodse gemeenschap in Amsterdam aan het begin vande twintigste eeuw en de verschrikkingen van de con-centratiekampen in de Tweede Wereldoorlog: het komtallemaal aan bod. Naast de breedheid van kennis wasde jury vooral ook onder de indruk van zijn vakkundi-

ge schrijfstijl. Brouwer is in staat zinnen te schrijven diede lezer voor even optillen, ook als het zware onder-werpen betreft. Daarmee toont hij aan niet alleen volle-dig vat op zijn materiaal te hebben, maar ook tebeschikken over een eigen, herkenbare en zeer aange-name schrijfstijl. Spartacus maakt duidelijk hoeveelschoonheid en dramatiek er kan schuilen in ogenschijn-lijk kleine verhalen.”

Vervolgens, volgend het alfabet, Nico Dijkshoornmet De Tranen van Kuif den Dolder.

“Puttend uit de rijke geschiedenis vanNederlandse voetbalhelden creëerde Nico Dijkshoornhet personage Kuif den Dolder. Johan Cruijff, AbeLenstra, Willem van Hanegem, Kick Wilstra, PietKeizer of Arie Rekelbast: hun beste eigenschappenkomen tezamen in de persoon Kuif den Dolder uitUffelte, ‘misschien wel de beste voetballer dieNederland heeft gekend’. Toch is het vooral het groteschrijftalent van Dijkshoorn dat indruk maakte. Soms iseen boek lezen hard werken. In het geval van DeTranen van Kuif den Dolder is wegleggen het moei-lijkst. Vanaf de allereerste zin wordt de lezer gegrependoor het eigenzinnige gedrag van Kuif. De vormkeuze

van Dijkshoorn– hij laatbetrokkenen enmensen dieKuif hebbengekend achterelkaar vertellenover diensw o n d e r l i j k egedrag – ver-sterkt het hila-rische gehalte.Niet lachen tij-dens het lezen,acht de juryo n m o g e l i j k .Verder straalthet boek,ondanks allegrappen engrollen, ook

27 D E S P O RT W E R E L D 55

Nico Scheepmakerbeker 2009

Page 28: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

noodzakelijkheid uit. Dijkshoorn moest De tranen vanKuif den Dolder schrijven. Geslaagde ironie heeft vaakook iets van een terechtwijzing. De jury herkende in hetkolderieke verhaal over de fictieve voetballer Kuif denDolder een waarschuwing voor al die auteurs die over-wegen een biografie te schrijven over een willekeurigeNederlandse voetbalheld. Heeft u deze ambitie, leeseerst het boek van Dijkshoorn en overweeg het danopnieuw.”

Als derde heeft de jury uit de shortslist van tien boe-ken gekozen voor Igor Wijnker met Bezeten. TonBoot. De winnaar & het laatste seizoen.

“Ton Boot, de meest succesvolle basketbal-coach van Nederland ooit, verdiende een biografie.Probleem was wel dat er al zoveel bekend was. IgorWijnker begreep dat het nog dieper graven in het levenen werk van deze velen bewonderde coach en diensfascinatie voor winnen alleen mogelijk was door jaren-lang onderzoek en een aanpak die vergelijkbaar is metdie van Amerikaanse sportbiografen. “Een verhaalbegint pas te leven nadat ik met vijftig mensen hebgesproken,” zei de gelauwerde sportschrijver GarySmith hier ooit over. Wijnker voegde daad bij dezewoorden en schetst na gesprekken met zeer veelbetrokkenen een overtuigend beeld van een gevoelsar-me, egocentrische, van basketbal bezeten Einzelgänger.Bezeten is een indrukwekkende biografie, maar hetplaatste de jury ook voor een probleem. Had Wijnker

nu één, of twee boeken geschreven over de basketbal-coach? Het niveau van beide delen – het eerste is eenbeschrijving van zijn leven en in het tweede volgt hijBoot tijdens zijn laatste seizoen als coach van deGroningse Capitals – schoof deze vraag van tafel.Vandaar ook deze terechte nominatie voor de NicoScheepmaker Beker.”

En dan gaan we over tot de uitreiking van de NicoScheepmaker Beker. Daarvoor zal eerst de winnaar vande bronzen medaille bekend worden gemaakt.

En dat is: Igor Wijnker met Bezeten. Ton Boot. De win-naar & het laatste seizoen.

De tweede plaats is voor Nico van Dijkshoorn met Detranen van Kuif den Dolder.

En dan nu de winnaar. De jury heeft unaniem beslotende Nico Scheepmaker Beker toe te kennen aan ErikBrouwer met Spartacus. De familiegeschiedenis vantwee joodse olympiërs.

NB. De vakjury bestond uit: Els van Breda-Vriesman(voorzitter), Arthur van den Boogaard, Wilfred vanBuuren, Marjolein te Winkel en Willemijn van Lare.NB. Gerrit-Jan van Heemst heeft de publieksprijsgewonnen met De dag van Pim en Pierre. Het verhaalachter de UEFA Cupwinst van Feyenoord. Na een inter-netstemming kreeg hij de meeste stemmen.

28 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 29: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

29 D E S P O RT W E R E L D 55

A A N K O N D I G I N G

Literair Sportcafé in Haarlem – 3 juni 2010Schrijvers Bakker, Van Mersbergen e.a. ontmoeten elkaar in de ring met hun sport-literaire werk

Op donderdagavond 3 juni organiseert Stichting de Sportwereld een LiterairSportcafé in Haarlem. Een viertal schrijvers betreedt in de bovenzaal van Grand CaféBrinkmann, gelegen aan de Grote Markt, de sport-literaire ring.

Te gast zijn: • Gerbrand Bakker (Boven is het stil, Perenbomen bloeien wit, Juni), • Jan van Mersbergen (Zo begint het, Morgen zijn we in Pamplona) • Wiep Idzenga (De Maradona van China en andere landen, div. publicaties in

de literaire sportbladen Hard Gras, Achilles en Johan) en • Harmen Malderik (De kleine koningin, De laatste schaatser). De schrijvers zullen voorlezen uit eigen werk dat hun liefde voor sport ademt.

De vier gasten van dit literair sportcafé hebben een meer dan gemiddelde sportieveachtergrond en belangstelling. Op de avond zal met passie gesproken worden overo.a. schaatsen, boksen en voetbal. Na voordrachten uit eigen werk, zullen de schrijvers met elkaar en het publiek in gesprek gaan over de rol van sport in hun(schrijvers) leven en de betekenis van sport en sportbeleving voor hun werk.

De avond zal muzikaal omlijst worden door de Haarlemse vibrafonist GunnarGraafmans.

Stichting de Sportwereld organiseert dit Literaire Sportcafé ter gelegenheid van hetafscheid van Sjoerd van Tiel als voorzitter van Stichting de Sportwereld. In maartheeft hij zijn hamer na tien jaar voorzitterschap overgedragen aan Pieter Breuker. Het Literair Sportcafé wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met kunste-naarssociëteit Nieuwe Teisterbant, Boekhandel De Vries en Grand Café Brinkmannin Haarlem. Boekhandel De Vries zal op de avond aanwezig zijn met boeken van deauteurs.

Literair Sportcafé 3 juni 2010Datum: 3 juni 2010 – 20:00 uur (inloop) 20:30 uur (aanvang) Locatie: Grand Café Brinkmann - Brinkmannpassage 41 - 2011 NZ – HaarlemEntree: gratis

Page 30: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Biografie

Facchinetti, Paolo, Het roerige leven van Alfonsina Strada.De enige vrouw die ooit de Giro reed (In Altre Parole,Amsterdam 2010). 127 p., ill. € 12. Vertaald uit hetItaliaans: oorspronkelijk Gli anni ruggenti di AlfonsinaStrada (2004).

Fotheringham, William, Fallen Angel. The Passion ofFausto Coppi (Vintage, 2010). 304 p., ill., lit.opg. Nu ookin paperback.

Haygood, Wil, Sweet Thunder. The Life and Times of SugarRay Robinson (Knopf, New York 2010). 465 p., ill.,lit.opg. € 26.

Hoogenboom, André, Op z’n Frans. Portret van een mar-kant scheidsrechter (De Boekenmakers, [Eindhoven],2010). 200 p., ill. € 18,95. Biografie van Frans Derks.

Verharen, Henk, Boven water (Tirion Sport, Baarn 2010).143 p., [16] p.pl., ill. Portret van zwemcoach JaccoVerhaeren. € 19,95.

Tweede Wereldoorlog

Liempt, Ad van & Jan Luitzen (red.), Sport in de oorlog.Meer verzetje dan verzet (Veen, Amsterdam [etc.], 2010).190 p., ill. € 17,50.

Swijtink, André, Een sportman doet niet aan politiek. Groeien populariteit van de Nederlandse sportbeoefening in oor-logstijd (J.M. Meulenhoff, Amsterdam 2010). 423 p., ill.,lit.opg. € 24,95. Volledig herziene, geactualiseerde enaangevulde editie van het standaardwerk In de pas(1992).

Atletiek

Lansbergen, Cees & Martin Gerritsen; fotogr. Frits vanEck, 25 jaar Dam tot Damloop (Inmerc, Utrecht [etc.]2009). 176 p., ill. € 22,50.

Basketbal

Meijer, Dick K.F. (samenst.) e.a., 50 jaar Pink Stars ’59(Weis, Groningen [2009]). 111 p., ill. Gedenkboek vaneen Groningse basketbalclub.

Cricket

Malcolm, Dominic, Jon Gemmell & Nalin Mehta (eds.),The Changing Face of Cricket. From Imperial to Global Game(Routledge, London [etc. 2010). 304 p., ill., lit.opg. £ 72.Interdisciplinaire kijk op de ontwikkeling van cricket.

Gymnastiek

Goede, Simon e.a., Speciale Jubileum Uitgave DEV 1910-2010. Gymnastiekvereniging DEV Door EendrachtVerbonden. Opgericht 1 mei 1910 [D.E.V., Oostzaan 2010].36 p., ill.

Judo

Evers, Frans e.a., 70 jaar Judo Bond Nederland. Vechten,besturen, verenigen (Bookexpress.info, [Breda 2010]). 294p.,ill. € 24,95.

Paardensport

Frederiks, Elise e.a., 75 jaar De IJsselzoom 1934-2009[Paardensportvereniging De IJsselzoom, Voorst 2009].110 p., ill. € 10.

Schaatsen

Liempt, Ad van & Jan Luitzen (red.), Olympischeschaatshelden. Over Ard, Hilbert, Rintje en de anderen(Veen, Amsterdam [etc.] 2010). 171 p. € 14.

Voetbal

Oberschelp, Malte, Der Fu�ball-Lehrer. Wie Konrad Kochim Kaiserreich den Ball ins Spiel brachte (Verlag dieWerkstatt, Göttingen 2010). 220 p., ill., lit.opg. Biografievan gymnasiumdocent Konrad Koch die in 1874 zijnleerlingen achter de leren knikker aanjoeg en zo hetEngelse voetbal in Duitsland introduceerde.

Vissers, Willem, Voetbal is liefde (Veen, Amsterdam2010). 175 p. € 17,50.

Verwer Stefan, Marc Broere & Chris de Bode (samenst.),Africa United. De weg naar het WK (KIT Publishers,Amsterdam 2010). 184 p., ill. € 19,95.

30 D E S P O RT W E R E L D 55

Publicaties Wilfred van Buuren

Page 31: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

Watersport

Scholtes, Michiel & Ed Bok, Graag naar de Kaag, 1910-2010. 100 jaar watersport Koninklijke WatersportVereniging ‘De Kaag’ (Het Park, Amsterdam [etc.] 2010).130 p., ill., lit.opg. Zeilen.

Wielrennen

Aarsbergen, Aart & Peter Nijssen, De grootste wielerkam-pioenen. Geschiedenis van de wielersport in 110 portretten(Muntinga, Amsterdam, 2010). 656 p., ill. € 14,95.Oorspronkelijke titel: Kampioenen twijfelen niet (2004).

Zonneveld, Thijs, Koos, Kenny en Johnny en de rest van hetpeloton (Veen, Amsterdam [etc.] 2010). 192 p. € 16,90.

IJshockey

Kerkhof, Jan, Terug in de Gijstijd. 40 jaar ijshockey inGroningen [Kerkhof, Groningen] 2009. 160 p., ill. € 22.

Onderzoek

Broeke, Adri, Professioneel sportmanagement vernieuwen(Eburon, Delft 2010). 152 p., ill., lit.opg. € 19,95. Ookverschenen als dissertatie RUG.

Pope, Steven W. & John R. Nauright (eds.), RoutledgeCompanion to Sportshistory (Routledge, Londen [etc.]2010). XV, 655 p., ill., lit.opg. $ 139,50.

Wahlig, Henry & Lorenz Peiffer, Jüdischer Sport undSport der Juden in Deutschland. Eine kommentierteBibliografie (Verlag die Werkstatt, Göttingen 2009). €14,90. Bibliografie.

Sportfotografie

Heus & Heus. Sportfotografie volgens Bastiaan en HansHeus (De Buitenspelers, Kats [etc.] 2009). 447 p., ill. €49.

Artikelen en tijdschriften

Brouwer, Erik, ‘De moord op een gouden turnploeg.Van de top van de Olympus naar Sobibor’, in: Ad vanLiempt & Jan Luitzen (red.), Sport in de oorlog. Meer ver-zetje dan verzet (Veen, Amsterdam [etc.], 2010), p. 29-58.Over de dames turnploeg die goud won in 1928. GerritKleerekoper, leider van het keurkorps, en vier van devijf Joodse dames werden door de nazi’s vermoord.

Mersbergen, Jan van, ‘Hoe Luc van Dam zich erdoorvocht. Een gentleman-bokser tussen familiegeluk enonmenselijkheid’, in: Ad van Liempt & Jan Luitzen(red.), Sport in de oorlog. Meer verzetje dan verzet (Veen,Amsterdam [etc.], 2010), p. 123-141.

Nijland, Yfke en Marcel Goedhart, ‘Opstand tegen devoorzitter. Alle leden verlieten uit protest de GooiseHockey Club’, in: Ad van Liempt & Jan Luitzen (red.),Sport in de oorlog. Meer verzetje dan verzet (Veen,Amsterdam [etc.], 2010), p. 59-71.

Stoffers, Manuel & Harry Oosterhuis, ‘ “Ons populair-ste vervoersmiddel.” De Nederlandse fietshistoriogra-fie in internationaal perspectief’, in: Bijdragen enMededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden 3(2009), p. 390-418.

31 D E S P O RT W E R E L D 55

Page 32: de Sportwereld...steden stonden opgesteld. Operatie Wervelwind was begonnen en maakte binnen drie dagen een bloedig einde aan de opstand. Hiervoor zette het Kremlin bijna 150.000 manschappen,

COLOFON

De Sportwereld is een uitgave vanStichting de Sportwereld.

HoofdredactieMax Dohle

MedewerkersKinnema van Eik, Wilfred van Buuren,Pieter Breuker, Jan Luitzen, FrankGrootemaat, Marjolein te Winkel, Michelvan Gent.

RedactieadresStichting de SportwereldPostbus 11781, 1001 GT AmsterdamE-mail: [email protected]: Rabobank Uitgeest 15.21.09.609Kamer van Koophandel: Amsterdam 41215142

AbonnementenDe Sportwereld verschijnt vier keer perjaar. Het magazine voor geschiedenis enachtergronden van de sport is alleenbeschikbaar voor abonnees en medewer-kers van Stichting de Sportwereld.Contributie per jaar: abonnees en mede-werkers €20,00 instellingen €25,00.Zonder automatische incasso wordendeze prijzen met €1,- verhoogd. U kuntabonnee worden door hetReactieformulier magazine op de website- onder de knop magazine - in te vullenen te verzenden. Overname uit deze uit-gave is alleen toegestaan met toestem-ming van de hoofdredactie.

SURF NAAR DE WEBSITE VAN MAGAZINE

DE SPORTWERELD

W W W . D E S P O R T W E R E L D . N L

De Sportwereld, magazine van stichting de Sportwereld,

geeft informatie over activiteiten van de stichting.

Daarnaast bevat zij artikelen, interviews, boekbesprekingen en

ander nieuws over de geschiedenis en achtergronden van de sport.

Stichting de Sportwereld stelt zich ten doel: het bevorderen van

de kennis van de geschiedenis en de achtergronden van de sport

in Nederland. De stichting bevordert sporthistorisch onderzoek

en zet zich in voor het behoud van het sportief cultureel erfgoed.

Zij tracht dit doel te bereiken door het organiseren van bijeenkom-

sten (lezingen, studiedagen en werkgroepen), door het vervaardi-

gen van publicaties (nieuwsbrieven en boeken) en door het leggen

van contacten tussen beoefenaren van en geïnteresseerden in de

geschiedenis en achtergronden van de sport.

STICHTING DE SPORTWERELD

Bestuur:Pieter Breuker (voorzitter), Remco van Dam, Nico van Horn (secretaris) en Edwin Luttik (penningmeester)

Projectcoördinator:Wilfred van Buuren

Projectmedewerker: Peter Los

Webmaster:Gerard van den Houten,[email protected]