Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten...

24
Het droge en het vochtige

Transcript of Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten...

Page 1: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

Het droge en het vochtige

Page 2: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje
Page 3: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

Jonathan Littell

Het droge en het vochtigeEen korte verkenning op fascistisch grondgebied

Vertaald door Jeanne Holierhoek

Met een nawoord van Klaus Theweleit

Uitgeverij De Arbeiderspers · Amsterdam · Antwerpen

Page 4: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

Gepubliceerd met steun van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken, het Institut Français des Pays-Bas/Maison Descartes en de bnp Paribas.

De vertaalster ontving voor deze vertaling een werkbeurs van de Stichting Fonds voor de Letteren.

De vertaalster dankt het Europäisches Übersetzer Kollegium in Straelen voor de geboden gastvrijheid.

Copyright © 2008 Jonathan LittellCopyright nawoord © 2008 Éditions Gallimard, Parijs

Copyright Nederlandse vertaling © 2009 Jeanne Holierhoek /bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam

Dit boek verscheen oorspronkelijk in 2008, onder de titel Le sec et l’humide,in de reeks L’arbalète gallimard onder redactie van Thomas Simonnet

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Herengracht 370-372, 1016 ch Amsterdam. No part of this book may be reproduced in

any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Herengracht 370-372, 1016 ch Amsterdam.

De Nederlandse vertaling van Le sec et l’humide heeft dezelfde vormgeving als de oorspronkelijke Franse uitgave.

Vormgever: Pascal Fiévé de QualameOmslagontwerp: Nico Richter

Omslagillustratie: Léon Degrelle in de Oekraïne, winter 1941-1942. Op een exemplaar van Feldpost, in het bezit van Eddy De Bruyne, heeft fotograaf Jules Matthieu met de

hand genoteerd: ‘foto door mij genomen in de kolchoz Tsjerlinovka’.

isbn 978 90 295 7183 8 / nur 320

www.arbeiderspers.nl

Page 5: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

Voor H.

Page 6: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje
Page 7: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

7

mijn russische veldtocht

Het gaat hier om een boek: La campagne de Russie, geschreven door Léon Degrelle.1 Een mooi boek. Op het omslag van het in mijn bezit zijnde exemplaar, ‘Luxe-uitgave in linnen band, uitgevoerd in militai-re kleuren’, prijkt de reproductie van een wervingsaffiche voor de ss-pantserdivisie ‘Wallonië’; het is uitgekomen in de Collection Action, een serie onder redactie van wijlen Jean Mabire, die in zijn presentatie de toon zet:

Meer nog dan het oorlogsdecor telt hier het gevechtsmoment. Plotseling wordt alles mogelijk. Het is slechts een kwestie van dur-ven. [...] De krijgsman vindt er de plaats die hem rechtens toekomt: de eerste, met verachting voor de gerieflijke, veile waarden van de bur-gerij. Nooit is de mens groter dan wanneer hij handelt, trouw aan een veeleisende moraal. (1)2

1. Éditions Art et Histoire d’Europe, 1987. Het boek verscheen voor het eerst in 1949.2. Het tussen haakjes aangegeven paginanummer aan het eind van een citaat verwijst naar La campagne de Russie in de uitgave van 1987.

Page 8: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

8

het droge en het vochtige

De uitgeverij, Éditions Art et Histoire d’Europe, voert als logo een zil-verkleurig eikenblad (vergelijkbaar met het eikenloof dat Hitler toe-voegde aan het Ritterkreuz van Degrelle), en als adres een postbusnum-mer, wat altijd een slecht teken is. De catalogus maakt het beeld com-pleet: Saint-Loup, Götterdämmerung. Rencontre avec la Bête; Jacques de Launay, Claretta et Mussolini. Amour, fascisme et tragédie; Léon Degrelle, Le siècle de Hitler, eerste band bestaande uit drie delen, twaalf banden volgen nog.1

Een kort historisch overzicht.2 Léon Degrelle was vóór de oorlog voor-al bekend als een jonge, goed uitziende onruststoker met vaag fascisti-sche ideeën, die aan het hoofd van een oorspronkelijk katholieke volks-beweging probeerde de politieke klasse van België omver te werpen. Zijn populariteit bereikte een hoogtepunt in 1936, toen hij erin slaagde 21 zetels te krijgen in het Brusselse parlement; maar de publieke opinie associeerde hem steeds meer met het opkomende nazisme, waardoor hij vanaf 1938 een duidelijke teruggang beleefde en op dat moment al-weer een flink deel van zijn politieke invloed kwijt was. Nauwelijks ont-moedigd streed hij tijdens de zogeheten ‘schemeroorlog’ voor een ul-traneutralistische stellingname, die als openlijk pro-Duits werd ervaren door een bevolking die de bedoelingen van het Reich met het grootste wantrouwen bezag. Op 10 mei 1940, de dag dat het Duitse offensief te-gen de westerse geallieerden losbreekt, wordt Degrelle geïnterneerd, samen met tal van Duitsgezinden en andere in de ogen van de Belgische autoriteiten verdachte personen. Tijdens de ineenstorting van de geal-lieerde troepen wordt hij geëvacueerd en overgebracht naar de Fran-

1. Voor wie niettemin de verleiding voelt om per post het een en ander te bestellen, geef ik hier het adres: A. H. E., bp 6008, 75362 Paris Cedex 08.2. Achter in dit boek vindt de lezer een overzicht van mijn voornaamste bronnen.

Page 9: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

De esthetica van de vooroorlogse fascistenleider: zelfgemaakte kiekjes en officiële foto’s met op-dracht, zorgvuldig bewaard in het familiealbum van een sympathisante, vormen de getuigenissen van het optreden van de Leider tijdens de rexistische massabijeenkomst in het Vlaamse Onze-Lie-ve-Vrouw-Lombeek, het ‘Neurenberg van de arme’, op 1 juli 1938.

Page 10: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

De postzegel als rexistisch propagandamiddel. De onterechte kop - peling van de Belgische koning Leopold iii aan Rex is een voor die tijd kenmerkende vorm van misleiding (zo bracht de Britse ge-heime dienst in bezet Polen een valse postzegel in omloop met een afbeelding van Hans Frank, de gouverneur-generaal, met de bedoeling hem bij Hitler in diskrediet te brengen). De postzegels met daarop het Waals Legioen werden door de Duitse Feldpost beschikbaar gesteld aan de Waalse frontsoldaten, die elk poststuk van maximaal 250 gram gratis konden versturen.

Page 11: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

11

mijn russische veldtocht

se veiligheidsdienst in Duinkerken, ontkomt ternauwernood aan de slachtpartij waarbij een twintigtal gevangenen in Abbeville het leven laat, wordt hij geslagen en mishandeld, dwars door Frankrijk van de ene naar de andere gevangenis gesleept om ten slotte, na de wapenstilstand, aan de voet van de Pyreneeën in vrijheid te worden gesteld. Op 21 au-gustus, terug in België, heeft hij een ontmoeting met de secretaris van Leopold iii, graaf Capelle, die hem de nieuwe politieke koers van de koning uiteenzet: samenwerken met de Vlaams-nationalisten, met de neosocialisten van de Belgische Arbeiderspartij, met de Duitsers. ‘En Hitler?’ zou Degrelle naar eigen zeggen hebben gevraagd. ‘Ga erheen,’ zou Capelle hebben gereageerd, ‘dat is onze wens.’1 Degrelle had Hit-ler in 1936 al eens ontmoet en was meteen in zijn ban geraakt; maar tot een nieuwe ontmoeting, die gepland was voor oktober 1940, komt het niet (vanwege de inval in Griekenland); en bij de diensten van de Mi-litärbefehlshaber in Belgien und Nordfrankreich, waarvan de steun con-form de aanbevelingen van de Führer ‘zo veel mogelijk’2 uitging naar de Vlaamse, als ‘Germaans’ beschouwde nationalisten, liepen al zijn aanbiedingen om samen te werken stuk op een soevereine minachting. Degrelle mocht nog zo zijn best doen om het rexisme te reorganiseren naar onvervalst fascistisch model, met zwarte hemden, fakkelmarsen, afdelingen voor jongeren, er was sprake van ‘politieke roerloosheid’3, van een tocht door de woestijn; zelfs zijn Heil Hitler! van 1 januari 1941, dat voor tal van rexisten met belgicistische idealen aanleiding was om hem de rug toe te keren, bracht daarin geen verandering: ‘Gross ange-legte Reklame’ (zwaar aangezette reclame), aldus generaal Reeder, die

1. Aldus Degrelle in een niet al te betrouwbare verklaring, te zien in de documentaire film van J.-M. Charlier, Autoportrait d’un fasciste.2. Francis Balace en Alain Colignon, ‘Quelle Belgique dans l’Europe allemande?’, p. 7.3. Eddy De Bruyne, ‘En avant Bourguignons!’

Page 12: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

12

het droge en het vochtige

aan het hoofd stond van het militair bestuur over België en Degrelle zag als ein Scharlatan1. Maar zodra Duitsland de Sovjet-Unie is binnen-gevallen, in juni 1941, komt Degrelles ambitieuze rechterhand, Fer-nand Rouleau, met het voorstel om binnen de Wehrmacht een Waals antibolsjewistisch Legioen in het leven te roepen, en hij wordt daar-in gesteund door kringen van Franstalige royalisten, die zich ongerust maken over de groeiende macht van de Vlaamse collaboratie. Nu het initiatief hem uit handen is genomen, ziet Degrelle, bang dat hij aan prestige zal inboeten en daardoor des te sneller definitief zal zijn uit-gerangeerd, slechts één oplossing, al had hij zich die gaarne bespaard: zich vrijwillig melden. Wanneer hij aanvoert dat hem op grond van zijn politieke status minstens de rang van luitenant zou moeten worden toe-gekend, krijgt hij van de Duitse militaire autoriteiten nul op het rekest: ‘Onvoldoende militaire en technische kennis.’2 Hij vertrekt dan ook als Schütze ofwel gewoon soldaat eerste klas, in de eerste groep van de eer-ste sectie van de eerste compagnie. Dat is niet erg: de legende zal er la-ter alleen maar fraaier door worden, en de rexistische bladen uit die tijd staan vol foto’s van de ‘gewone schutter’ Degrelle.

Niet alleen is Degrelle na vier jaren van soms verschrikkelijke gevech-ten als door een wonder nog in leven – Chance Degrelle, chance éternelle, werd er in die tijd gezongen: Degrelle heeft altijd geluk –, bovendien krijgt hij in 1944, dankzij zijn snelle promotie en het sneuvelen van verscheidene hogere officieren, eindelijk het feitelijke opperbevel over het Legioen, dat inmiddels als ss-Sturmbrigade Wallonien in de Waf-fen-ss is opgegaan. De heldhaftige gevechten die zijn eenheid leverde, vooral tijdens de uitbraak uit het door de Russen omsingelde Tsjerkasy

1. Eddy De Bruyne, Les Wallons meurent à l’Est, p. 27.2. Eddy De Bruyne, ‘Légion Wallonie’.

Page 13: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

De gewone schutter Degrelle ‘in actie’ voor de Duitse propaganda.

Een snelle promotie.

Page 14: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

14

het droge en het vochtige

in februari 1944, leveren hem onderscheidingen op, promoties1, ont-moetingen met Hitler, en daarna in de herfst zijn benoeming tot Volks-führer der Wallonen (het hoogste burgerlijke gezag over de Franstalige Belgen in het Reich). Hij is geslaagd in zijn opzet om zich via militaire samenwerking bij de Duitsers de positie te verwerven van onontkoom-bare Belgische gesprekspartner voor na de oorlog, wanneer de Nieuwe Orde zou worden gevestigd. Helaas voor hem zal de naoorlogse situa-tie niet nazistisch zijn. Begin mei 1945 laat Degrelle zijn manschappen bij Lübeck in de steek en vlucht hij naar Noorwegen; vandaar zal een vliegtuig voor lange afstanden hem overbrengen naar Spanje, waar hij, al wordt hij in België bij verstek ter dood veroordeeld, vredig de rest van zijn leven zal slijten, omgeven door een hofhouding van getrou-wen, zonder blijken van berouw, meer dan ooit ingekapseld in zijn ei-gen leugens en steriele stellingnamen.

La campagne de Russie, kort na zijn aankomst in Spanje tot stand geko-men en in 1949 gepubliceerd, is bovenal geschreven ter rechtvaardi-ging en legendevorming. Het boek is dan ook op sommige plaatsen al-lesbehalve waarheidsgetrouw. Maar door de eis van waarheidsgetrouw-heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje te zin-

1. Degrelle beweerde dat Himmler hem op 20 april 1945 tot Standartenführer (kolonel) had benoemd, en op 2 mei 1945 tot Oberführer, en hij liet zich aanspreken als ‘generaal’. De Bruyne wijst er echter op dat na zijn bevordering op 1 januari 1945 tot Obersturm-bannführer (luitenant-kolonel) elk snippertje geschreven bewijs van verdere bevorderin-gen ontbreekt. De historicus Alain Colignon erkent de bevordering tot Standartenführer, maar karakteriseert die van daarna als ‘louter verbale verheffing’. Let wel, op een foto uit 1983 poseert Degrelle in het uniform van Standartenführer.

Page 15: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

15

mijn russische veldtocht

gen op de tekst: ‘Léon, je kan zo goed liegen, vertel er nog ’s een...’1 Niets is er in het boek terug te vinden van de soms weinig glorieu-ze conflicten binnen het Legioen, van de talloze keren dat een rivaal werd afgedankt. Aan de overgang van de Wehrmacht naar de Waffen-ss, een wens van Degrelle met het oog op zijn machtspolitiek, maar bit-ter bestreden door een deel van zijn officieren alsook door vele rexis-ten, wordt stilzwijgend voorbijgegaan: geen woord over de langdurige, geheime onderhandelingen met de ss, die eind 1942 begonnen; begin november 1943 is het Legioen eenvoudigweg veranderd in ‘een sterke eenheid binnen de Waffen-ss’ (168). Hetzelfde geldt voor zijn meerde-ren; na de oorlog heeft Degrelle altijd volgehouden dat hij als gewoon infanterist wilde vertrekken;2 deze kleine leugen leidt in het boek tot een treffende vorm van verdringing: zijn superieuren en rivalen binnen het Legioen worden nooit genoemd, steeds gaat het om een anonieme commandant van het Legioen, om ‘wij’ of ‘ik’ – totdat ze sneuvelen.3 Dan kan Degrelle, al schrijvend bevrijd van hun vroegere gewicht, ze eindelijk een naam geven, een gezicht, een luisterrijk gezicht zelfs (het zijn dan niet langer rivalen, maar martelaren):

1. Eddy De Bruyne, Les Wallons meurent à l’Est, p. 176. Reeds in het begin van de jaren dertig klaagde Mgr. Picard, die aan het hoofd stond van de Association catholique de la jeunesse belge: ‘Wat jammer dat zo’n begaafde jongen, die zo overtuigd katholiek is, voortdurend liegt’ (verklaring van baron Daniel Ruylandt in Autoportrait d’un fasciste).2. In Autoportrait d’un fasciste beweert Degrelle van Hitler persoonlijk een telegram te hebben ontvangen waarin hij tot Leutnant werd benoemd. ‘Per kerende post heb ik ge-weigerd.’3. Een uitzondering: in de beschrijving van de gevechten bij Gromovaya Balka (waarbij Degrelle trouwens voor zichzelf een heldenrol in elkaar flanst die in tegenspraak is met de feiten) wordt melding gemaakt van kapitein Pauly; maar Pauly werd snel daarna af-gedankt.

Page 16: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

16

het droge en het vochtige

Een granaat had een einde gemaakt aan het leven van de natio-nale leider van de Rex-Jeugd, provoost John Hagemans, ooit een communistische student [...], bekeerd tot ons ideaal, heraut van de grootsheid van onze aloude Lage Landen en epische gids, de man die de nieuwe generatie betoverde en bij die generatie zo innig ge-liefd was. (139)

En ook op 13 februari 1944 in Novo Boeda (het Legioen, op dat mo-ment ss-Sturmbrigade Wallonien, moet een Duitse eenheid aflossen): ‘Commandant Lippert en ikzelf gingen naar de commandopost om ons van de situatie op de hoogte te stellen [...]’ (248) Terwijl Lippert al sinds juni 1942 het bevel voert over het Legioen, komt de lezer pas hier zijn naam te weten; diezelfde dag en zeven pagina’s verder sneuvelt hij. Vlak daarvóór lezen we:

Onze commandant [...] Lucien Lippert [...]. Jonge, uitmuntende officier in het Belgische leger [...] had hij zich als een ware chris-telijke ridder aangesloten bij de kruistocht tegen het bolsjewisme. Zijn gezicht was van een bewonderenswaardige zuiverheid, met een frisse gelaatskleur en ernstige, heldere ogen. Luitenant-kolonel op zijn negenentwintigste, leefde hij slechts voor zijn heilige roeping [enz.]. (254)

In de tweede helft van het boek kan Degrelle, eenmaal zelf comman-dant geworden, zich jegens de helden en martelaren van de divisie ‘Wallonië’ wat meer hartelijkheid veroorloven: vanaf Estland en Pom-meren duiken er massaal mannen op als Régibeau, Leroy, Hellebaut, Thyssen, Verpoorten, Derricks, die vervolgens een glorieuze dood sterven, of opnieuw in het kielzog van een immer roerige Leider ver-vagen.

Page 17: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

1942: Leutnant Degrelle van de Wehrmacht.

1943: SS-Obersturmführer Degrelle van de Waffen-SS.

Uit wat Degrelle schrijft, valt moeilijk op te maken wat de ware redenen zijn geweest voor de overgang van het Waals Legioen, halverwege 1943, naar de SS. Binnen het Legioen zelf ontstonden er heftige conflicten over; zelfs commandant Lucien Lip-pert, die gewoonlijk zo veel respect toonde voor Degrelle, maakte zich zorgen; hij was bang dat het Legioen hiermee zou veranderen in een ‘instrument voor antinati-onale politiek’, zoals Eddy De Bruyne het formuleert, wat hem er niet van weerhield in SS-uniform te sneuvelen bij Tsjerkasy. Maar Degrelle had duidelijk begrepen waar de toekomst lag. De rexistische ideoloog José Streel (eveneens een fel tegenstander van deze overgang) schreef over de eerste ontmoetingen van Degrelle met hoge SS-vertegenwoordigers: ‘Degrelle keerde er compleet veranderd van terug. Alsof zich voor hem een nieuwe markt had geopend. Men had hem ervan weten te overtuigen dat de toekomst aan de SS was en dat in die toekomst alleen een rol zou zijn wegge-legd voor degenen die de steun van de SS genoten...’ Het moest hem ook afhelpen van wat de historicus Francis Balace omschrijft als ‘zijn drievoudig imago van fascist met Latijnse, belgicistische en royalistische trekken’, dat hem de toegang tot elke feitelijke macht binnen de Duitse Nieuwe Orde versperde. Het was goed berekend, maar het zou hem niet veel verder brengen.

Page 18: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

Op 11 juli 1943 houdt Konrad Schellong, commandant van het Vlaamse Legioen, dat was omgedoopt tot SS-Sturmbrigade ‘Lan-gemarck’, een toespraak ter gelegenheid van de grote Vlaamse feestdag. Het em-bleem van het Legioen, de zwarte Vlaamse Leeuw tegen een gele achtergrond, hangt naast de SS-vlag.

Léon Degrelle, op dat moment nog officier van de Wehrmacht, spreekt in Berlijn (om-streeks januari 1943). Achter hem, de vleu-gels gespreid en geflankeerd door hakenkrui-sen, de tweekoppige adelaar van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie, het symbool van het Jeugdlegioen, met daaronder het Bourgondische kruis, rood tegen een witte achtergrond, van het Waals Legioen.

Net als veel andere zaken in België is ook de collaboratie er een aangelegenheid van twee afzonderlijke gemeenschappen. Onmiddellijk na de capitulatie zijn de Vlaamse nationalisten – zowel de gematigden als de extremisten – er als eersten bij om de be-zetter hun diensten aan te bieden, terwijl ze al dromen van een Groot-Vlaanderen, dat naast Belgisch en Frans Vlaanderen ook Nederland zou moeten omvatten. Dankzij hun raciale status van ‘Germanen’ zijn ze duidelijk in het voordeel ten opzichte van de rexisten, die graag iets soortgelijks zouden willen bereiken. Snel wordt er een Vlaams Legioen op de been gebracht, zodat de Franstaligen zich, om niet achter te blijven, gedwongen zien hun eigen Waals Legioen in het leven te roepen. Van meet af aan is er een bittere concurrentiestrijd: terwijl de Vlamingen twee dagen eerder dan de Wa-len uit Brussel vertrekken, slagen de Walen erin om, door het trainingsprogramma in te korten, vier dagen vóór hun rivalen op weg te gaan naar het front. Maar Degrelle zal nog lange tijd hinder ondervinden van de Flamenpolitik van het Duitse militaire be-stuur, wat hem ertoe zal brengen op 17 januari 1943 de ‘Germaansheid’ van de Wa-len te benadrukken. Weliswaar waren er gemeenschappelijke rekruteringsbureaus, maar bij mijn weten hebben beide groepen nooit gezamenlijk gestreden of zelfs maar gezamenlijk een parade gehouden.

Page 19: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

19

mijn russische veldtocht

De uitdrukkelijke bedoeling van zijn boek is vooral dat het zin verleent aan de strijd van de Waalse ss’ers, die door de nederlaag in diskrediet zijn geraakt. Het gaat erom, aldus de welbespraakte Degrelle in zijn voorwoord en op meerdere plaatsen in de eigenlijke tekst, dat het over-wonnen België weer een stem krijgt binnen het toekomstige, door de Duitsers op te bouwen Europa. ‘Slechts zij die hebben gestreden, krij-gen recht van spreken,’ stelt hij elders. Want laten we één ding niet ver-geten:

Het Reich heeft de oorlog verloren. Maar het had evengoed kunnen winnen. Tot in 1945 bleef een overwinning voor Hitler mogelijk. Een zegevierende Hitler zou ons volk naar mijn vaste overtuiging het recht hebben verleend om te leven en groots te zijn [...]. (12)

Ik ga voorbij aan de slordigheid van Degrelles strategische analyse. De redenering als geheel is door en door onwaarachtig. Terwijl de rexis-tische beweging vóór de oorlog streed voor een verenigd, royalistisch België, ging Degrelle in 1943 enthousiast mee in Hitlers plannen om België op te splitsen. Vlaanderen en Nederland zouden bij het Reich worden ingelijfd of anders een autonoom Groot-Vlaanderen worden; verder zou er een nieuwe provincie of Gau worden gecreëerd, Groot-Bourgondië, die volgens de aantekeningen van Himmlers masseur Kersten de volgende gebieden zou omvatten:

[...] in het noorden de oude Bourgondische bezittingen Artesië, Henegouwen en Luxemburg; Lotharingen, Franche-Comté en het voormalige hertogdom Bourgondië; in het zuiden de Dauphiné en de Provence, die dan zouden worden uitgebreid met Picardië in-clusief Amiens, en met Champagne inclusief Reims en Troyes [...].

Page 20: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

20

het droge en het vochtige

Hitler had zijn keus aangaande de hoofdstad nog niet bepaald, maar onderzocht de kwalificaties van Reims en Dijon. Duits en Frans zouden de officiële talen zijn. Het land zou worden geregeerd door een bestuurder namens het Reich en door een kanselier. Overwo-gen werd om als eerste bestuurder namens het Reich Léon Degrelle te benoemen, de leider van de Belgische rexisten, die zich aan het front zo had onderscheiden.1

Al tijdens de oorlog maakte Degrelle er geen geheim van: in Sigma-ringen en zelfs nog eerder had hij zich openlijk uitgelaten over zijn ambities om delen van Frankrijk te annexeren, tot grote woede van de aanwezige kopstukken van de Franse collaboratie.2 Door de nederlaag kwamen de kaarten anders te liggen, en eind 1945 gaat het er niet meer om dat een onuitvoerbaar plan overeind wordt gehouden, maar dat het beeld in stand blijft van een zuivere, integere leider, die er niet voor te-rugdeinst zich te vergelijken met Christus zelf:

Met de bezem in de vuist stortte ik me tussen de schurken die de kracht van mijn vaderland ondermijnden. Ik ranselde en geselde. Met het volk als getuige verwoestte ik de witgepleisterde graven waarin ze hun schaamteloos gedrag, hun roversstreken, hun profij-telijk gekonkel verborgen hielden. (10)

1. Felix Kersten, The Kersten Memoirs 1940-1945, Macmillan Company, 1957, p. 184. Een officieel Duits plan is er nooit geweest; Hitler heeft altijd geweigerd zich definitief uit te spreken over wat hem voor ogen stond en er circuleren dan ook talloze varianten, al naar gelang de tijd en de zegsman. Het plan zoals geschetst door Kersten, die het weer van Himmler had gehoord, dient dus alleen als voorbeeld. Balace en Colignon gaan ge-detailleerd op deze kwestie in, zie ‘Quelle Belgique dans l’Europe allemande?’, op. cit.2. Eddy De Bruyne, ‘Sigmaringen or Degrelle vs. the French Collaboration in exile, 1944-1945’.

Page 21: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

Op 8 augustus 1941 houdt Léon Degrelle een toespraak ter gelegen-heid van het vertrek van het Waals Legioen naar het oostfront. Uiterst rechts, naast de vaandels met de hakenkruisen en het portret van de nieuwe leider, hangt het ‘Bourgondische’ symbool dat hij voor het Le-gioen heeft gekozen. Duitse officieren omringen hem, het Belgische volk luistert toe.

Op 5 maart 1944 spreekt Degrelle in het Parijse Palais de Chaillot. Dit-maal neemt het Bourgondische kruis een centrale plaats in, de dubbele bliksemschicht van de SS wordt geflankeerd door de adelaar van het Legioen van Franse vrijwilligers en door de gamma van de Militie. De ‘soldaat van Europa’, net geridderd door Hitler, door een gespierde or-dedienst gescheiden van de Franse collaborateurs die naar hem zijn ko-men luisteren en moreel gesteund door een fanfarekorps van de Luft-waffe, kapittelt de Franse collaborateurs om hun slappe houding tegen-over het bolsjewistische gevaar.

Page 22: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

22

het droge en het vochtige

woorden

Waar het me hier in feite om gaat, is niet Degrelles politiek, maar zijn taalgebruik. ‘[...] laat ons in waarachtige woorden zeggen wat voor hel-dendaden ze hebben verricht, hoe ze hebben gestreden, hoe ze licha-melijk hebben geleden, hoe ze hun hart hebben gegeven,’ schrijft hij. (13) Akkoord, laten we eens zien wat die waarachtige woorden ons pre-cies zeggen. In de tekst.

‘Het fascisme is een bepaalde manier om realiteit te produceren [...] geen kwestie van staatsvorm of economisch systeem, of van welk sys-teem dan ook,’ schrijft Klaus Theweleit in zijn bewonderenswaardi-ge verhandeling Männerphantasien, die in 1977 verscheen.1 Theweleit heeft zich, misschien wel als eerste, verdiept in het verband tussen de fascisten en hun taalgebruik. Aan de hand van een corpus van onge-veer tweehonderd romans, memoires en dagboeken, geschreven door veteranen van de Duitse Freikorps die in de periode 1918-1923 als zo-danig actief waren geweest, heeft hij getracht de mentale structuur van de fascistische persoonlijkheid te analyseren. Dit briljante, polymorfe, ongrijpbare boek valt hier onmogelijk samen te vatten; hoogstens kun-nen we proberen de algemene conclusies summier weer te geven. In Theweleits opvatting is de ‘fascist’ of ‘soldatenman’ (soldatischer Mann)2

1. Männerphantasien, dl. 1, p. 226. In Autoportrait d’un fasciste klinkt een soort echo van Theweleits diagnose wanneer Degrelle zegt: ‘Als het christendom niet zo’n zwaar stem-pel op me had gedrukt, dan zou ik graag socialist zijn geworden [sic]. Een rechtse jongen was ik eigenlijk nooit.’2. Theweleit gebruikt deze twee termen min of meer door elkaar, in Männerphantasien misschien met een voorkeur voor de term ‘fascist’. Uit het nawoord dat hij voor dit boek geschreven heeft, kan worden opgemaakt dat hij dertig jaar later, sprekend over wat waarschijnlijk als een complex in de psychoanalytische zin van het woord moet worden beschouwd, vooral kiest voor soldatischer Mann.

Page 23: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

23

woorden

niet te vatten in de begrippen van de freudiaanse psychoanalyse, maar moet hij worden benaderd vanuit de psychoanalyse van het kind (Me-lanie Klein, Margaret Mahler), de psychose (Michael Balint en ande-ren), en vanuit concepten ontwikkeld door Deleuze en Guattari. Het freu diaanse model van het Es, Ik en Boven-Ik en dus ook het Oedipus-model is niet op hem van toepassing, want de fascist heeft het proces van de scheiding ten opzichte van de moeder in feite nooit voltooid, is nooit gekomen tot de vorming van een Ik in de freudiaanse zin van het woord. De fascist is de ‘nog niet volledig geborene’. Maar het is geen psychopaat; hij is tot een gedeeltelijke scheiding gekomen, hij is gesoci-aliseerd, praat, schrijft, treedt naar buiten toe handelend op en doet dat vaak helaas doeltreffend, grijpt soms zelfs de macht. Daartoe heeft hij met behulp van discipline, training en lichamelijke oefeningen een uit-wendig Ik opgebouwd – of door anderen laten opbouwen – in de vorm van een schild of pantser, een spierenharnas. Onder dat pantser, in een voor de fascist ontoegankelijk gebied, bevinden zich al zijn aandriften, zijn wensfuncties, die volstrekt vormeloos zijn, omdat er geen objectre-latie mogelijk is. Maar dat gepantserde Ik is nooit hermetisch afgeslo-ten, het is zelfs nogal broos; eigenlijk blijft het alleen in stand met be-hulp van de steun die het in de buitenwereld vindt: de school, het leger, desnoods de gevangenis. In een periode van crisis valt het uit elkaar en dan dreigt de fascist te worden overspoeld door de oncontroleerbare producten van zijn verlangens, ten prooi te vallen aan ‘een ontbinding van de persoonlijke grenzen’. Om te overleven veruitwendigt het Ik al-les wat hem van binnenuit bedreigt, en alle gevaren nemen voor hem dan twee vormen aan, die nauw met elkaar verbonden zijn: het vrou-welijke en het vochtige, ‘al wat vloeit’. Omdat de fascist de vrouwen niet kan uitroeien (hij heeft ze nodig om zich voort te planten), onder-scheidt hij twee typen: de witte Verpleegster of Kasteelvrouwe, die ui-teraard maagdelijk is, meestal sterft of in ieder geval versteent, tenzij

Page 24: Het droge en het vochtige3A%2F%2Fdb.meta4books.be... · heid heeft Degrelle zich nooit laten inperken; in het Legioen zag hij zich genoodzaakt zijn manschappen te verbieden een deuntje

24

het droge en het vochtige

de fascist haar huwt, waarna ze simpelweg uit de tekst verdwijnt; en de rode Verpleegster of Hoer, aan wier leven de fascist, om zijn eigen Ik in stand te houden, een einde maakt en wel bij voorkeur door er met de kolf van zijn geweer op in te slaan tot ze veranderd is in een bloedige brij. De dreiging van het vloeibare kan de fascist ofwel projecteren op het bolsjewisme, dat dan terugkomt in de vorm van een rode vloedgolf, waartegen de fascist een dam opwerpt met zijn wapens en zijn (har-de) lichaam, ofwel hij kan de dreiging bedwingen door bijvoorbeeld de golvende massa door het rechte kanaal van de nationaal-socialistische parade te voeren.

(Tussendoor nog het volgende. Het door Theweleit bestudeerde cor-pus mag dan omvangrijk zijn, het blijft wel beperkt tot teksten geschre-ven in de Duitse taal, door mannen behorend tot een generatie die glo-baal gesproken vóór 1900 in Duitstalig gebied was geboren. Toen ik begon in het boek van Degrelle, ontdekte ik meteen een aantal van de beelden en figuren die door Theweleit nader waren geanalyseerd. Mijn bedoeling was om na te gaan of met behulp van de door hem gehan-teerde methode zijn eigen stellingen als het ware experimenteel kon-den worden getoetst door ze toe te passen op een man die schreef in een andere taal en die afkomstig was uit een andere generatie, met na-me een generatie die de Eerste Wereldoorlog niet had meegemaakt. Een casestudy dus eigenlijk. Het is aan de lezer om over het resultaat te oordelen. En in ieder geval dient melding te worden gemaakt van een belangrijke restrictie, namelijk waar het gaat om Degrelles houding te-genover de vrouw. In La campagne de Russie duiken weliswaar de twee hoofdtypes op die in Männerphantasien worden belicht. Om te begin-nen de rode Hoer, in een Oekraïense isba: ‘In het schijnsel van een olie-lamp ging een dik meisje, zo rood als een kreeft, van de ene Rus naar de andere. Ze droeg niet meer dan een kort flanelletje. Ze kirde schaam-