DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn...

228
DE PASTOOR VAN ARS SAINT JEAN, MARIE, BAPTISTE VIANNEY DOOR EMILE ERENS N.V. PAUL BRAND'S UITGEVERSBEDRIJF HILVERSUM

Transcript of DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn...

Page 1: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

DE PASTOOR VAN ARS SAINT JEAN, MARIE, BAPTISTE VIANNEY

DOOR

EMILE ERENS

N.V. PAUL BRAND'S UITGEVERSBEDRIJF HILVERSUM

Page 2: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 3: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

DE PASTOOR VAN ARSSAINT JEAN, MARIE, BAPTISTE VIANNEY

Page 4: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 5: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 6: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Foto

van d

en h

eili

ge o

p z

ijn d

oodsbed d

en d

ag n

a h

et over

iJen.

Page 7: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

EMILE ERENS

DE PASTOORVAN ARSSAINT JEAN, MARIE, BAPTISTE VIANNEY

TWEEDE DR UK

1937N.V. PAUL BRAND'S UITGEVERS-BEDRIJF

HILVERSUM

Page 8: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

DRUKKERIJ

DE MERCUUR

HILVERSUM

Page 9: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 10: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

/AA

1764'1;1

j2 4;7 CLL-

Ai/eki--tH

f 4,a9 fr

>24

a, 4,1

c,1150,

Brief van den pastoor aan zijn bisschop.

Page 11: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

INLEIDING

De pastoor van Ars was reeds eenige jaren overleden,toen ik igeboren werd, maar ik herinner me uit dekinderjaren, dat in Limburg toen nog iets als een na-schal van zijn grooten naam was blijven hangen endikwijls over den pastoor werd gesproken als over eengroote en goede heilige. Ook loopt er iets als eengeestelijke lijn van den armen pelgrim Benoit Labrenaar den pastoor van Ars.Deze beide dingen mogen in mij een bijzondere be-langstelling voor dit heiligenleven opgewekt hebbenen, hoewel er reeds een reeks van biografieen en an-dere boeken in Frankrijk over hem geschreven wer-den, meende ik een poging te moeten doen om ook inden nederlandschen klank uiting te geven aan wat bijstille overdenking van zijn sterke persoonlijkheid ensimpel leven in mij opkwam. Want ieder beschouwerzal het object van zijn studie zien uit eigen tempera-ment en onder een eigen lichtval en dus ook weer eenander beeld moeten maken : noodwendig zal eenvreemdeling den heilige anders zien dan een Fransch-man.Onder de gecanoniseerde heiligen der laatste tijdenis er wel geen, die in de westersche landen zoo zeerde gemoederen bewogen heeft als hij. En er is wel-licht geen andere, die zoo zeer doet denken aan hei-ligen uit vroeger tijden of middeleeuwen door zijnkarakter en wonderlijk leven te midden van demenigte. Deze eenvoudige en bijna ongeleerde manvan het land kwam als een boetgezant voor den mo-dernen tijd en duizenden ontvingen van hem eennieuw geloof en een nieuw geluk gedurende veertig

5

Page 12: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

jaren lang. Over heel zijn leven ligt het waas van eenpoetische zuiverheid, van een nooit vertroebeld inner-lijk, hoe zwaar de bittere werkelijkheid soms drukte.Zijn liefde tot de menschen en heel de scheppingGods roept de herinnering op van den heilige vanAssisi, en al dichtte hij geen zonnelied, in zijn zielklonk de zuivere en voile toon van sterke bewogen-heid en liefde, vernomen in de eenzaamheid underGods blauwen hemel, toen hij het vee hoedde en denwijnakker spitte in het boerenbedrijf van zijn vader.Medelijden met alle lijden was de hoofdtrek van zijnkarakter en groeide in hem samen met zijn liefde totGod. Die naastenliefde, meer dan de buitengewonedingen, die hij in zijn leven kon bewerken, was demysterieuze kracht, onweerstaanbaar de menschenaantrekkend, geloovigen en niet geloovigen. „ Je you-drais convertir beaucoup d'ames", zeide hij al toenhij nog arbeider was bij zijn vader. Die liefde ver-wierf hem op ongeloofelijke wijze de genade der be-keering van de zondaars en om de goeden met zachtgeweld op to voeren naar een nog volmaakter leven.Daardoor zal dan dit boek misschien ook de belang-stelling kunnen hebben van een niet-geloovigen lezeren wat bij oppervlakkigen spotlust kan opwekken, zalaan anderen een weldadige ontroering brengen. Vieechter den pastoor als mede-geloovige kan volgen,hem beschouwend in den gloed van zijn geloof en inde schoonheidsfeer van het katholicisme, zal hemzien als een onvergetelijk 'wonder.

De eerste biograaf van den pastoor was een jong boe-renmeisje van Ars, Catherine Lassagne. Terwiji zelfszijn confraters nog een beetje spottend lachten om den

6

Page 13: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

eenzaam en ascetisch levenden pastoor, had zij inschoolschriften een dagboek aangelegd om van dagtot dag op te teekenen al wat betrekking had op denheiligen man. Dit dagboek, door Naar „petit me-moire'' genoemd, werd het eerste en zuiver chrono-logische levensverhaal en een der voornaamste bron-nen tot kennis van zijn leven. Het is bijzonder fijngevoelig en nederig van eenvoud, stelt ook het gees-telijk leven van den heilige in het licht en alle laterebiografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Almijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaarer van machtig te worden of tijdelijk te leenen, warenhelaas vergeefsch. Het werk is niet in den handel.Enkele jaren na zijn dood verscheen de biografie intwee deelen van den missiegeestelijken abbe AlfredMonnin. Hij woonde dichtbij, kwam op geregeldetijden in Ars en had het geluk de laatste vijf jarenvan zijn leven voortdurend bij den pastoor door tebrengen als zijn kapelaan. In zijn bock heeft hij nogkunnen verwerken biografische fragmenten van abbeRaymond die in een vroegere periode ruim tien jaarde hulppriester was van den heilige. Al is de toonvan Monnin soms wat ouderwetsch, toch blijft zijnwerk van groote beteekenis omdat hij ooggetuige wasen bovendien een innerlijk levend en vrome priester.In lateren tijd, juist in de laatste jaren, verschenen nogverschillende andere levens van den pastoor in Frank-rijk, en in 1927 het bekende en door de Academiefrancaise bekroonde bock van Fr. Trochu. Historisch isdit het meest volledige. Over talrijke gebeurtenissen,vroeger min of meer onzeker en vaag, heeft hij af-doende ophelderingen gebracht, zijn arbeid is rijk metaanhalingen uit de processtukken der zaligverklaring

7

Page 14: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

en anderszins gedocumenteerd en in helderen stij1 ge-schreven.De eerste en eenige foto van den pastoor werd ge-nomen op zijn doodsbed, den dag volgend opzijn overlijden. Gedurende zijn leven wade hij nietdat een kunstenaar zijn portret maakte. Maar eenjaar vO6r zijn dood heeft de beeldhouwer EmilienCabuchet een buste in was van hem geboetseerd ge-durende het catechismusuur. Naar dit zooals men hetnoemt „authentieke" portret zijn al de zoetelijke re-producties gemaakt, die in Frankrijk verspreid zijn eneveneens de bekende beeldjes. Maar Cabuchet ver-vaardigde ook de statue van den biddenden heilige,geknield zonder bankje op den vloer van het priester-koor. En deze heeft niet diezelfde kop van de prentenen de kleine beeldjes ; zoodat waarschijnlijk de fotovan den pas gestorven heilige meer en mooier hetbeeld ook van den levenden weergeeft dan wat erover gekomen is van het werk van E. Cabuchet.

* *

Mijn vader die vele jaren ziek was, had in zijn ziekteten geschenke ontvangen een relikwie van den pas-toor van Ars, schijnbaar een stukje van zijn soutaan.Deze relikwie is bevestigd op een klein portret naareen teekening, kort v66r of na zijn dood gemaakt, zijis opgesloten achter glas in een klein medaillon.Reeds uit mijn kinderjaren herinner ik me dit medail-ion op de kamer van mijn vader. Na den dood vanmijn broer Frans werd het mij geschonken door zijnvrouw.Dit portret, fotografisch vergroot, siert den omslagen vindt men ook achter in het boek.

E. Erens.8

Page 15: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

I

Waar de heiligen voorbijgaan, gaat God mede voor-bij, zeide eens in zijn gevoelige beeldspraak de hei-lige, wiens levensverhaal hier zal volgen. Dit woordwordt op hemzelf toepasselijk geacht, als wijzend ophet bezoek van een jonge heilige in het huis zijnergeboorte lang voordat deze plaats vond. In het gees-telijke immers ziet men somtijds een geheimzinnigverband tusschen gebeurtenissen, die wat tijd ofplaats betreft, ver uit elkander liggen.Op korten of stand van de stad Lyon, in een vriende-lijk en vruchtbaar landschap, waar de druiven rankenen geuren op de zonnige heuvelen en de lommerigeweilanden tusschen het geboomte fonkelen in de da-len, ligt het dorp Dardilly. Van de stad komendvindt men aan den ingang van het dorp een oudegrijze boerderij, sinds vele geslachten van vader opzoon, de hoeve der familie Vianney. Daar woondein 1770 Pierre Vianney met vrouw en zeven kinde-ren, een vrome familie van boeren, waar in dien tijdvan afval en onverschilligheid het oude geloof noglevend was en zelfs uitging boven het alledaagschestreven naar geld en goed. De hoeve der Vianney'snoemde men in het dorp het tehuis der armen, om-dat daar als bij afspraak samen kwamen alle bede-laars en zwervers uit het wijde land, om gevoed teworden en 's nachts uit te rusten in het warme hooi.Uitgewezen als onbruikbaar uit verschillende kloos-ters, kwam daar ook in den zomer van 1770 op zijntocht naar het zuiden de twintigjarige Benoit Labre,de eenzame die op al zijn wegen niets anders zochtdan God alleen. „Les ames du bon Dieu se recon-

9

Page 16: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

naissent partout'', *) Benoit voelde het zuivere ge-loofsleven zijner weldoeners, hij at en dronk en sliepeen nacht in het heerlijke huis, maar voordat hij ven-der trok, zonk hij neer in een diep gebed tot dank.Men zag hem bidden en toen hij verdwenen was,bleef de herinnering aan dezen eenen arme onder dehonderden, dien bleeken man met de ernstige enzachte oogen, op de hoeve voortleven door de jarenals het beeld van een heilige. Het nu volgend ge-slacht der Vianney's beschouwde als een zegen vandit gebed de priesterroeping van den toekomstigenpastoor van Ars.Acht jaren na het bezoek van den onvergetelijkenpelgrim trouwde Matthieu, de zoon van Pierre Vian-ney met Marie Beluse uit het naburige Ecully : en op8 Mei 1786 werd uit dit huwelijk als vierde kind ge-boren Jean-Marie.Reeds in zijn vroege kinderjaren toonde de kleine jon-gen een opvallende gevoeligheid voor alles wat hijvan godsdienst in zijn omgeving gebeuren zag. Aanzijn moeder, een vrome maar ook geestelijk begaafdevrouw, schonk dit een groote vreugde en met bijzon-dere zorgen ontwikkelde en beschermde zij dien aan-leg. Jean-Marie nauwelijks vier jaren oud, was deeerste van de familie, die neerknielde als de angelusgeluid werd in de dorpskerk ; evenzoo deed hij ge-heel onbevangen, als dit gebeurde terwijl hij met degroote menschen op het veld was. Eens vond demoeder hem geheel alleen in den half-donkeren koe-stal, geknield met gevouwen handjes voor het houtenMariabeeldje, dat zij hem als belooning voor een ge-

*) Woord van den heilige pastoor : „de zielen van 0. L. Heer herkennenelkander overal".

10

Page 17: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Geboort

ehuis

van d

en P

asto

or

to D

ard

illy.

Page 18: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 19: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

bracht offer gegeven had. Toch was het kind evenvroolijk en speelsch als andere kinderen, ook had hijeen heftig temperament, soms zelfs een plotselingedrift, maar toen reeds poogde hij deze te beheerschenmet zichtbare inspanning als iets kwaads, wat degodsdienst verbood.Inmiddels was in Parijs de Revolutie uitgebroken enhad zich als een stormvlaag verspreid over het land.Toen Jean-Marie zeven jaar was heerschte de „Ter-reur'' in al Naar felheid : evenzeer als tegen den adel,vlamde op het diabolisch vuur van de haat tegenpriesters en kloosterlingen. Op het land vermomdenzich de geestelijken als arbeiders of boeren en enkel's nachts oefenden zij hun ambt uit, mislezend, doo-pend en huwelijken inzegenend in afgelegen stallenen schuren : want alle kerken waren gesloten of totpuinhopen verbrand. Ook de kerk in Dardilly wasgesloten maar in Ecully hielden zich eenige geeste-lijken verborgen, die overdag door de dorpen rond-trokken in hun vermomming en in den nacht hier endaar de samenkomsten der geloovigen belegden omde heilige geheimen te vieren en de sacramenten uitte deelen.Voor Jean-Marie werd het een tijd van groote ont-roeringen. In den donkeren avond trok de familieVianney er op uit, Jean-Marie met zijn ouders, degrootere kinderen weer een eind weegs achter hen.Zwijgend gingen ze langs afzijdsche wegen door vel-den en bosschen naar Ecully of verdere dorpen omde heilige mis bij te wonen. Eindelijk in diepen nachtbinnenkomend in de schuur, vonden zij den priesterreeds in gebed bij een klein lampje. In een der hoe-ken werd biecht gehoord, daarna op een armoedig

11

Page 20: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

tafeltje waarop de geconsacreerde lei, midden tus-schen de donkere volte der geloovigen, las de priesterde mis, deelde de communie uit, sprak met gedemptestem woorden van troost en versterking in het geloof :daar zat dan geknield naast zijn moeder Jean-Marie,biddend en mee weenend, als hij de vrouwen rondomhoorde snikken in de stilte.Maar er gingen jaren voorbij en het schrikbewindduurde voort, over de dorpen liepen de bloedige ver-halen van de ontelbaren die vielen onder de biji ofverdronken werden in de rivieren, van de honderdenpriesters gemarteld en vermoord over geheel Frank-rijk. Jean-Marie moest nu zijn ouders helpen in hetbedrijf, 's morgens vertrok hij met het vee, een paarkoeien, schapen en een ezel, naar een valei, „Chant-Merle genaamd''. Zijn jongste zuster „Gothon" namhij ook mee. In het groene dal zongen de vogels,ruischte de wind door de popels, ruischte een helderebeek door het gras en de kinderen wisten niet meervan een revolutie of van het bloed, dat op de guillo-tine droop in Lyon. Het werd een zorgeloos spel, dochmeestal verloopend in een vrome kinder-ernst, wantde kleine herder had zijn Mariabeeldje meegenomen,plaatste het op een boomstam die een holle plek had,versierde het met mos en groene twijgjes en in hetgras geknield, bad hij den rozenkrans. Soms verborghij zich in de struiken om alleen to kunnen bidden,terwijl Gothon kousen moest herstellen bij het vee.Ook kwamen er andere dorpskinderen en gaf Jean-Marie catechismusles met wijze raadgevingen, ofdeed wondervrome verhaaltjes die hij van zijn moe-der had geleerd. Tot zijn negende jaar had hij noggeen school bezocht, maar zijn oudere zuster Cathe-

12

Page 21: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

rine leerde hem de letters en hij kon spoedig een wei-nig lezen. Toen werd plotseling in het dorp een„vrije" school zonder godsdienst opgericht door dencitoyen Dumas. Daar maakte hij goede vorderingenen de meester bewonderde den wijzen jongen, diezich altijd onberispelijk gedroeg en om zijn geestigwoord en beminnelijke manieren overal werd ge-zocht.Reeds op dezen leeftijd toonde Jean-Marie een op-rechte liefde voor amen en gebrekkigen. In den win-ter bracht hij met zijn ezeltje regelmatig brandhoutrond, waar kou geleden werd. Op de wegen zochthij de hongerige landloopers op en voerde ze naarhet ouderlijk huis, arme kinderen leidde hij opgeto-gen naar zijn moeder, die zorgen moest voor hunversleten kleeren en van zijn eigen eten bewaarde hijheimelijk het beste om uit te deelen waar noodig.Wanneer des avonds na den gemeenschappelijkenmaaltijd, de vreemde gasten in lompen waren weg-gebracht naar den hooizolder, hing Jean-Marie hundoorregende bovenkleeren bij den haard om te droo-gen in de nacht en veegde tenslotte al het vuil wegwat achterbleef waar zij gezeten hadden. De meestvervuilden der vagebonden hadden gewoonlijk zijngrootste belangstelling en, alien weerzin overwin-nend, hielp hij ze reinigen waar hij kon.Toen hij wat ouder werd, zag men hem meer in zich-zelf gekeerd de eenzaamheid zoeken, maar kwamhij in gezelschap, dan sprankelde zijn geestige vroo-lijkheid en deelde zich aan alien mee : soms, wan-neer onpassende grappen of gewaagde dingen verteldwerden, was zijn plotselinge komst voldoende om desfeer te reinigen.

13

Page 22: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Jean-Marie was reeds dertien jaar geworden toen heteindelijk gelukte, in dezen tijd van voortdurend le-vensgevaar voor alle priesters, om hem zijn eerstecommunie te laten doen. Het geschiedde 's morgenstoen het licht werd, met meerdere andere kinderenop een buitenplaats bij Ecully waar een oude damewoonde ; om de attentie of te leiden waren hooge wa-gens met hooi langs het huis geplaatst voor de ramenen arbeiders waren bezig dit te bergen. „Ik was erbij, getuigt zijn zuster Marguerite, en mijn broer waszoo gelukkig, dat hij na afloop de kamer niet wildeverlaten." En men sprak van zijn ontroerend bidden,„als was hij een kleine heilige". Denzelfden dagkeerde hij met zijn ouders naar huis terug, zijnschooltijd was nu afgeloopen en hij moest meewer-ken in het boerenbedrijf, in de stallen, op de veldenen in den wijnberg. Meestal was hij samen met zijnouderen broer Francois, zwijgend arbeidden zij naastelkander, want ander het werk werd niet gepraat.Hi} wist dat werken zijn eerste plicht was, en hij deedhet met den grootsten ijver, maar in de stilte gingenzijn gedachten verloren in een simpele meditatie, ofhij bad tot Maria en al de schone namen van haarlitanie ontvonkten zijn levendige devotie. Toen reedsbegan hij in de wijde natuur te zoeken naar symbo-lische beteekenissen om uit den zwaren arbeid deraarde ook een geestelijke waarde te oogsten en ge-makkelijk, als bij een dichter van Gods genade,vloeiden de verrassende woorden door zijn ziel.Wanneer de avond vie! over het land, keerden vanalle kanten de jonge arbeiders bij groepjes terug naarhet dorp, dan heerschte opgewektheid hier en daarmet luid gepraat en gelach. Maar Jean-Marie bleef

14

Page 23: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

achter, liep alleen door den avond, zijn werktuig overden schouder en in de neerhangende vrije hand denrozenkrans.„Moet je niet bij je broer blijven om paternosters temurmelen?" riepen de vroolijke vrienden Francoistoe. De jongen lachte een beetje verlegen, maar Jean-Marie het zich niet storen en zijn moed bracht despotters tot zwijgen.Napoleon, eerste consul geworden door de machts-greep van 18 Brumaire, jaar IV (1799) hersteldeden inwendigen vrede en maakte een eind aan dekerkvervolging. Het concordaat, door hem met denpaus gesloten in 1801, werd tot wet 5 April 1802.Op paaschdag, 18 April dreunden de zware kloksla-gen van de Notre-Dame over Parijs na een stilte vantien jaar.En het yolk van Frankrijk vulde de oude kathedralenen kerken om het feest der Verrijzenis te vieren, dit-maal samengaand met de verrijzenis van den gods-dienst uit den somberen chaos der revolutie. Dochtallooze kerken bleven doodsch en verlaten, want deherder was gevallen ander de bijl van den beul engroote massa's van het yolk dwaalden of in onver-schilligheid en onwetendheid.In Dardilly echter was de pastoor teruggekeerd enhad met ouden luister den eeredienst hersteld. Elkenzondag in den vroegen morgen trok Jean-Marie ver-heugd naar de kerk en opgesloten in zijn brandendedevotie, vergat hij tijd en uur en al de omringendemenschen. Ook na afloop van de diensten, als debanken leeg stonden, zag men hem nog in gebed, on-beweeglijk als een monnik in medidatie. Op werk-dagen echter was hij ook de eerste bij den arbeid in

15

Page 24: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

veld en wijnberg, al was 't met een hevig verlangenom weg te sluipen als in den morgennevel de kerk-klok luidde voor Angelus of mis.Met zijn ouderen broeder sliep hij in den stal bij hetvee. Boven zijn bed had hij een plankje bevestigdtegen den muur en daarop stonden zijn boeken,kerkboeken, nieuwe Testament en boeken over gods-dienstleer. Overdag was er geen tijd, maar 's avonds,al was de vermoeidheid groot, terwijl Francois reedslag in diepen slaap, stak hij een kaars op en gebo-gen bij haar zwakken schijn, bad en las en studeerdehij in de stilte van het omringende donker.„Als ik priester was, zeide hij eens tot zijn moeder,dan zou ik veel zielen willen redden." Want Jean-Marie wist van het groote gebrek aan geestelijken inhet verwoestte land, en van al de duizenden die hungeloof verloren in die woelige tijden.Het hooge ideaal scheen bijna onberijkbaar voor hemden boerenarbeider van zeventien jaar, immers nietveel meer dan lezen en schrijven had hij geleerd inden korten schooltijd. Maar de gedachte aan hetpriesterschap verliet hem niet meer. De vrome moe-der had hem al lang begrepen, haar zoon priester wasbij haar een onstilbare wench. Ook de biechtvaderhad Jean-Marie den raad gegeven zoo spoedig moge-lijk zijn studie te beginnen. Maar toen hij het planaan zijn vader mededeelde, stiet hij op onverzette-lijken tegenstand. Francois Vianney had een laagnummer getrokken bij de loting en er was voor hemeen plaatsvervanger gesteld tegen hoogen prijs : aanCatherine die weldra zou trouwen, moest een bruids-gift meegegeven worden ; nu was er eenvoudig geen

16

Page 25: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

geld voor studiekosten van een grooten jongen vanruim zeventien jaar.Twee jaar bleef de vader weigeren, Jean-Marie wasgeduldig en beminnelijk als gewoon, deed zijn plichtmet grooten ijver, doch leefde altijd in de vaste hoop,dat God hem zou helpen tot zijn doel. Toen gebeurdehet, dat pastoor Bailey, die al de jaren van hetschrikbewind als een gejaagd wild rondzwervend,zijn ambt had uitgeoefend, in Ecully een kleinepriesterschool oprichtte. Maar in Ecully woonde ookeen gehuwde tante van Jean-Marie, de zuster zijnermoeder, waar de jongen een tijdje in huis was ge-weest ter voorbereiding op zijn eerste communie. Nuwas de oplossing sgevonden, meende moeder Vian-ney, en ging naar den strengen vader. De studie zouvoorloopig niet veel kosten, de jongen l oon gratis inde kost komen bij zijn tante en de lessen volgen bijden pastoor. De toestemming werd verkregen, maarbij het bezoek der moeder op de pastorie ontving zijeen weigering, „er was geen plaats meer." Na eenhernieuwde poging mocht Jean-Marie zich gaan voor-stellen aan den pastoor. Toen de boerenzoon, reedsnegentien jaar oud, daar voor hem stond, was 't alshad de priester een plotselinge intuitie : „Ja, wat dienbetreft, dien neem ik dadelijk !" riep hij uit. „Weesgerust, mijn jongen, voor U wil ik me opofferen als't moet." Jean-Marie had nog geen woord gespro-ken en dit eerste contact tusschen twee gelijk streven-den was als een vreugde niet van deze wereld. Inlatere jaren noemde de pastoor van Ars zijn eerstenleermeester den grootsten heilige, dien hij ooit hadontmoet en hij ontmoette er velen, zooals hij ver-zekerde.

De Pastoor van Ars. 17

Page 26: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Een weg vol distels en doornen in den zonnebrandwerd voor den jongen Boer die studietijd. Hij wistzelfs niets van een fransche grammaire, hoe zou hijdan die latijnsche spraakkunst kunnen leeren? Ge-makkelijker kon hij in het zweet zijns aanschijns zijnkrachtige armen gebruiken om den harden kleigrondte spitten dan onophoudelijk het arme hoofd inspan-nen op de nieuwe woorden en klanken. En de wijdenatuur waar Gods goedheid open lag, voerde hemmeer naar zijn liefde dan het duffe studeerkamertje opde boerderij.Rond hem in de banken zaten alleen jongens vantwaalf tot veertien jaar, die spelend hun lessen leer-den en onthielden : dat was voor hem een vernede-ring, die hij gelaten droeg, ook met de onvermijde-lijke plagerijen. Een dezer jongens, Mathias Loras,hielp Jean-Marie en overhoorde zijn lessen. Eensechter werd Loras zoo ongeduldig over zijn onwe-tendheid, dat hij hem klappen gaf. De arme Vian-ney, anders zelf ook opbruisend van aard, overwonzichzelf volkomen, zoodat hij neerknielde en om ver-giffenis vroeg. Maar onmiddellijk vol berouw overzijn daad, terwiji tranen in zijn oogen stonden, trokLoras met beide handen zijn grooten vriend omhoog.Jean-Marie werd hopeloos van verdriet, bleef urenlang bidden in de kerk om hulp en verlichting enzocht versterving zoo veel hij kon, hij vastte voor het-zelfde doel reeds meer dan zijn krachten konden ver-dragen en werd mager en bleek, zoodat er een strengverbod kwam van den pastoor. Maar de beproevingduurde voort, met twijfel aan zijn roeping. Toendeed hij een groote gelofte : een bedevaart te voetnaar het graf van den heiligen Francois Regis, den

18

Page 27: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

nederigen priester der Cevennen te La Louvesc, elfhonderd meter hoog in de bergen, een afstand vanmeer dan honderd kilometer, terwijl hij onderwegzijn brood moest bedelen.Francois de Regis, geboren uit een adelijk geslacht,of ferde zijn nederig en bovenmatig verstorven levenuitsluitend voor armen, zieken, gevangenen en geval-len vrouwen. Aldus verrichtte hij missie-arbeid ge-durende tien jaren in het eenzame en arme bergland :vooral in den winter trok hij rand door sneeuw en ijsom ook de armste en meest afgelegen woningen tebezoeken, bittere ellende te verzachten en Godsliefde te brengen in zoo veel donker leed. Hi d wasde beminde biechtvader der armen, zijn preeken wa-ren een onafgebroken bewondering en ontroeringover de goddelijke liefde, bij uitstek gericht tot armenen lijdenden. Nauwelijks drie en veertig jaren oud,werd hij het slachtoffer van den biechtstoel, waar hijmet Kerstmis in ijskoude winternacht, weerstands-loos geworden door versterving, een doodelijke kouopliep. Geen wonder, dat de toekomstige pastoor vanArs om hulp ging vragen bij dezen heilige, die zijnvoorbeeld schijnt.Op een vroegen zomermorgen van 1806 begaf hijzich op weg, den rozenkrans in de hand. Opgewektin vast vertrouwen stapte hij voort, al biddende.Maar toen hij eindelijk uitgeput en zich moeizaamvoortsleepend op een stole, aanklopte om brood eneen drunk water, werd hij overal met een vloed vanscheldwoorden weggejaagd, want niemand geloofdeaan zijn verhaal van bedevaartganger, ook zag hij erniet uit als een bedelaar in lompen, veeleer als eendeserteur die den krijgsdienst wilde ontloopen in de-

19

Page 28: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zen tijd van oorlogen en men dreigde hem te latenoppakken door de gendarmen. Tegen den avondwaagde hij het de openstaande deur van een boeren.huis binnen te gaan, want hij voelde reeds duizelinrgen en vreesde in zwijm te vallen. D.aar zat eenvrouw alleen, bezig een kluwen garen of te wikkelen.De vrouw bleef rustig zitten, reikte hem den draadmet het verzoek dien uit te trekken, achter-uitloopend. Jean-Marie deed vriendelijk wat zij vroeg,dock toen hij met den draad buiten was gekomen,vloog zij op en sloeg de deur dicht. Eens werd hemzelfs een onderdak geweigerd voor den nacht en laghij uitgeput te slapen langs den weg.Maar toen hij hooger kwam in de bergen, vond hijbetere menschen en een stuk brood, gegeven omGods wil. Als een volleerde asceet verdroeg hij inblijden moed alle vernederingen en ontberingen enbereikte eindelijk het eenzame dorpje, waar de ver-storven heilige zijn dagen uitleefde in een alles ver-teerende liefde. Jean-Marie lag in lang gebed geknieldvoor het schrijn, dat het lichaam van den heilige om-sloot. Met groote pieteit bezichtigde hij het simpele enreeds bouwvallige kerkje, evenzoo de zeer armelijkepastorie, als twee groote relikwieen van dit wonder-bare leven nog ongeschonden bewaard : het voor-beeld van wat later in Ars zou gebeuren met zijneigen Kerk en pastorie.Voor zijn terugkeer ging Jean-Marie biechten bij denJesuiten-pater der kerk, en sprak daarna in 't kortover de moeilijkheid en de ellende van het bedelenom zijn voedsel. Toen meende de pater zijn geloftealdus te moeten wijzigen dat hij op den terugwegBeen aalmoezen zou vragen maar zelf uitdeelen.

20

Page 29: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Want voor 't geval van absolute noodzaak had hij bijhet vertrek wat geld meegenomen. Zoo ging hij danweder te voet huiswaarts, betaalde zijn sober onder-houd en gaf met vreugde aan de armen waar hij zezag. Bij het hervatten zijner studie was er blijkbaareen verbetering gekomen, langzaam en gestadig ginghij nu vooruit, de bijna ondragelijke afkeer voor boe-ken en studie was geheel verdwenen en hij verloornooit meer den moed.In den winter van 1807 werd hem het heilig Vorm-sel toegediend door cardinaal Fesch, den oom vanNapoleon I, door diens tusschenkomst benoemd totaartsbisschop van Lyon. Duizenden, ook vele ouderevolutiemannen teruggekeerd tot het geloof, stroom-den samen in het dorpje Ecully om het sacrament teontvangen. Verkleumd stonden de menschen wren tewachten in hooge sneeuw en toen de cardinaalkwam, knielden zij in den sneeuw om den zegen teontvangen. Tot zijn patroon koos Jean-Marie Jo-hannes den Dooper, den grooten asceet, die in de wil-dernis trok om boete te doen. Hij noemde zich voort-aan Jean-Baptiste-Marie en bewaarde voor den heiligeeen groote devotie, bouwde ter zijner eere een kapelaan het kerkje van Ars.

21

Page 30: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

II

Ruim twee jaren kon hij rustig en tevreden zijnstudie voortzetten, toen plotseling met daverendgeweld die rust werd verstoord : in den herfst van1809 bracht een gendarme uit Lyon op de hoeveder Vianney's te Dardilly een oproeping voor denmilitairen dienst ten name van Jean-Marie Vianney.Gebrek aan soldaten op een oogenblik dat hij vanverschillende kanten met een oorlog werd bedreigd,noopte Napoleon alle vrijstellingen voor seminaristenen priester-studenten in te trekken.In het gezin van Vianney heerschte groote verslagen-heid, de vrouwen weenden, Jean-Marie zelf dooroverdreven verstervingen bij de inspanning van destudie reeds verslapt, kon den slag niet meer met vol-doende kracht opvangen en zat moedeloos neer. Toenbracht Matthieu Vianney het groote offer en steldeeen plaatsvervanger voor drie duizend franken. Da-delijk betaalde hij het overeengekomen voorschot,doch den volgenden morgen lag het geld weer opden drempel zijner woning en de jongeman was on-vindbaar. Jean-Marie moest vertrekken naar de re-cruten-kazerne in Lyon. Daar werd hij twee dagenlater ziek en de dokter gelastte overbrenging naar hetstadsziekenhuis. Toen de troep verder trok, werd hijhalf hersteld op een wagen naar Roanne vervoerd enopnieuw tastte de ziekte hem aan met hooge koorts.Overgegeven in Gods wil, lag hij zes weken ziek enbad al maar door in stille devotie, tot groote bewon-dering der ziekenzusters, die zich niet konden ver-beelden een soldaat voor zich te zien, bestemd omte gaan vechten in Spanje. Er kwamen daar ook men-

22

Page 31: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

schen bij hem, die wetend dat hij voor priester stu-deerde, aanboden hem verborgen te houden in hunhuis, zoolang 't noodig was ; maar vastberaden wei-gerde Jean-Marie elk aanbod, hoe verleidelijk ook.*)Nauwelijks hersteld, kreeg hij bericht om den vol.genden dag aan het wervingsbureau zijn paspoort tehalen en van de kazerne uit met den troep te trekkennaar de Spaansche grens. In den vroegen morgen opweg naar het bureau kwam hij voorbij een kerk enmeenende nog wat tijd te hebben, ging hij binnen.„Daar, zeide hij later, smolt mijn verdriet als sneeuwvoor de zon." Maar ook de tijd smolt weg, zonderdat hij zich bewust er van was, en toen hij aan hetbureau kwam, was het gesloten : daarna in de ka-zerne komend, was de troep reeds lang vertrokken.De recruten-kapitein ontstak in woede, dreigde metgevangenis en boeien, toen een gendarme zijn ver-dediging nam, betoogend, dat hij toch uit het zieken-huis naar de kazerne was gekomen om zijn plicht tedoen. Dadelijk werd hem nu zijn ransel op den ruggehangen met bevel zoo spoedig mogelijk het regi-ment in te halen. Hij vertrok alleen in de aangewe-zen richting en marcheerde onafgebroken met snellenpas door den guren winterdag, bad intusschen totMaria om kracht in zijn eenzaam verdriet. Tegen denavond bereikte hij het Forez-gebergte, een woest landvan hooge toppen en diepe ravijnen, afwisselend metvruchtbare en boschrijke dalen en hellingen. Maarhet stugge soldatenpak en de zware ransel op den rughinderden zijn gang al meer, een zware vermoeid-

*) Dit bezoek wordt alleen vermeld in de biografie van Jos. Vianneydock niet bij tijdgenooten zooals Monnin en Raymond, evenmin in hetzorgvuldig gedocumenteerde werk van Fr. Trochu.

23

Page 32: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

heid kwam over hem en hij werd genoodzaakt watrust te nemen. Over een geploegd land bereikte hijeen boschje, dat beschutting gaf tegen den snijdendkouden wind, zijwaarts liep een voetpad de Bergenin. Daar ging hij op zijn ransel zitten : de grooteroute, de weg naar het vreemde land en den oorlog lagverlaten voor hem in het late winterlicht en Jean-Mariewist weer niet anders te doen dan bidden om den moedniet te verliezen. Wat er toen gebeurde verhaalde deheilige later aldus : „plotseling kwam er een onbe-kende, die mij vroeg : „wat doet gij hier? . . . Gamet mij mee ! „Hij nam mijn ransel die zeer zwaarwas en zeide dat ik hem volgen moest. Wij liepenlang in den nacht door de boomen van het gebergte.1k was zoo vermoeid, dat ik haast niet volgenkon." *)Die onbekende was gekleed als een boer en noemdezich „Guy", hij was den krijgsdienst ontvlucht in debosschen van het Forez-gebergte, maar Jean-Mariewist daarvan nog niets, voelde zich doodmoe en ziekvan de koorts, verlangde alleen maar hevig naar eenonderkomen voor den naderenden nacht, toen hij metden vreemde meeging. Nog uren lang liepen de tweemannen door het donker, klimmend en dalend tus-schen stijle toppen, door nauwe kronkelende ravijnendicht met hout begroeid, een bergstreek tusschen deAllier en de Loire, het Madeleine-bosch genoemd.Eindelijk bereikten zij een alleen staande hut, de wa-ning van den klompenmaker Gustin en zijn vrouw,

*) Dit is het eenige wat de pastoor over het voorval verhaalde aanCatherine Lassagne, die het opteekende in Naar dagboek. Het verdereis ontleend aan de getuigenis van Jerome Fayot, den zoon der weduwewaar Jean-Marie werd opgenomen in huis. Zie voetnoot bij Trochu blz. 68.

24

Page 33: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dicht bij het in de bosschen verscholen dorpje lesNoes. Guy kende deze menschen, zij werden ervriendelijk opgenomen en verzorgd. Toen had Jean-Marie weldra begrepen, waartoe Guy hem wilde ver-leiden, hij werkte nog een dag met Guy voor zijnkost, maar dan ging hij zich aanmelden bij den bur-gemeester van het dorp, den Boer Paul Fayot en ver-haalde trouwhartig zijn geval.Door de onafgebroken oorlogen van Napoleon waser over het geheele fransche land een geest van verzetgekomen tegen de altijd weer nieuwe wervingen vansoldaten, zoodat er streken waren, waar de desertievan recruten veel grooter was dan de opkomst voorden dienst. Men beschouwde dit vergrijp niet meerals een misdaad en in de eenzaamste gedeelten vanhet land wemelde het van die verzetplegers. Even-zoo was het in de groote bosschen der Cevennen envan le Forez, zelfs de burgemeester van les Noes ver-borg er twee in zijn boerderij. Toen Jean-Marie v66rhem stand met zijn rouwmoedig gezicht, legde hijhem uit, dat het al te laat was om in dienst te gaan,dat hij reeds opgeschreven was als deserteur. Hij be-zorgde hem dadelijk een onderdak op de boerderijvan zijn nicht, de weduwe Fayot zijn buurvrouw inhet hooger gelegen gehucht les Robins, ook gaf hijhem den schuilnaam Jerome Vincent om de politieop dwaalspoor te brengen en moest Jean-Marie opde boerderij de taak van schoolmeester vervullen,niet alleen voor kinderen, ook voor veel volwassenen.'s Avonds liep het huffs weer vol van kinderen engroote menschen om te luisteren naar de boeiendeverhalen van den meester, naar zijn voorlezingen vanbijbelstukken of heiligenlevens. Nederig zat hij dan

25

Page 34: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

als een hunner tusschen al die eenvoudigen van hetafgelegen dorpje, geheel vervuld van vromen ijverom toch nog iets goeds te doen in zijn ongeluk. Enna korten tijd had hij de vriendschap gewonnen vanalien, maar vooral van de armsten. In den beginnehield Jean-Marie zich verborgen in de stallen, wantoverdag was het te gewaagd om uit te gaan wegensde invallen van politie en militairen in het dorp. Daarzat hij uren alleen en bad als een kluizenaar ; mereFayot, zooals ieder de zachte vrouw noemde, hadhem herhaaldelijk gevonden biddend op den steenenvloer. Dikwijls gingen zijn gedachten naar het ouder-lijk huis en het beeld der weenende moeder wildehem niet uit den geest, bleef altijd verbonden met degedachten aan zijn roeping tot priester en er leefdeweer op de stille hoop, dat na dees droefenis hij zijnstudie kon hervatten. Na eenigen tijd werd hij veelmoediger : elken morgen in de vroegte, terwin hetnog geheel donker was, luidde helder en vriendelijkin de vrieslucht het klokje voor de mis ; dan sloopJean-Marie vlug naar de kerk beneden in het dorp,zat daar in het schemerige lamplicht ingetogen tebidden, dikwijls zonder kerkboek, de handen saam-gevouwen, onbeweeglijk verloren in simpelheid vangeloof en groote liefde, zoodat de menschen hem aan-staarden in stilte.Toen het zomer werd, verliep zijn schooltje en hielphij mee aan het boerenwerk, liefst op een land dicht-bij het bosch, om te kunnen ontkomen als er gevaaropdook. En dit gebeurde herhaaldelijk maar altijdkon hij ontsnappen in het struikgewas. Op een zo-mermiddag echter verschenen de gendarmen zooplotseling bij de boerderij, dat vluchten niet mogelijk

26

Page 35: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

*

1.•

° L

a P

aeat

atie

e

1) . /

6b

4 1.

° S

'Haon

C t

at

Les N

oes°R

en

ais

on

• R

O A

NN

E•

:-- •

/ ° 5

1. Pr

tr.at

• I

oP

ra

in

.%

feu

1)

A/ O

NL

i! R

is0

P.M

at

Dem

ob

BOUR

G

o C

oize

ruit

. Cha

netn

s Ls

. ",a

. sciii

rt •

,/r

cis

Ser

lien

o M

essi mm

st.,

N.) 4

..1

,4.1

$4

, •x

,Mor

ticea

ux

* C

hild

ion

° S..T

rivi

er0

• MarND tte

ua

dia

aso

vo

i o

Pont

_ d'

• Atn

.

. rare,

o va

leoe

vue

nif

T ..

,,,, 0

AR

sus.

'"§'

"""`

o V

illar

s le

s D

otaa

'7 S'

E.p

.,..,,g

; 3 i r

zArn

bi r

ieu

x en

Dom

bas

.0

TR

ivoi

tx o

Rae

tel ..

,

a 'le

r.

'

°Arn

bine

t, . c

o . B

uie,

°Not' 8 :

:9 Iler7

Saio

o;S

:e.x

7 1' •

ü°

Civ

r,ea

a.z.

I "M

onau

el °

o D

as...

,

BEIL

EYI

Mule

Mon

t me r

te.

sale

s

Mir

'R

AM

C0

Lim

asSS

°Tar

are

0•

La

nu

ts"

Alln

q.,

Lim

on

est

Dar

ckn

y

5*?'

""

1-1a

.44

E.,„

3

..)

/

RE

GIO

N L

YO

NN

AIS

E

Ech

elle

to

zoJO

Klm

Page 36: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 37: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

was, fluks kon hij zich nog verbergen onder het hooiop den zolder. Maar de gendarmen kwamen ook daarhun onderzoek doen, de arme deserteur stikte bijnavan benauwdheid in het broeiende hooi, toen een dermannen bij een laatste stoot met zijn sabel hem metde punt verwondde. Hij beheerschte zich en de manmerkte het niet ; daarna verlieten de twee den zol-der om bij den burgemeester, den buurman, eenglaasje te gaan drinken.Op lateren leeftijd erkende de pastoor, dat hij nooitin zijn leven een zoo vreeselijk oogenblik beleefdeen toen de belofte deed „zich nooit over iets te be-klagen'' , - een aanwijzing hoe ver de jongemanreeds gevorderd was op den weg der volmaaktheid.Op de boerderij der Vianney's was groote onrust enverdriet, sinds het vertrek waren vele maanden ver-loopen, men wist niet of de zoon levend was of dood.Dat hij niet mee was met den troep vernamen deouders al spoedig, toen gendarmen en andere auto-riteiten verschenen op zoek naar den deserteur : zwareboeten moest de vader betalen, kreeg inkwartieringvan soldaten zonder vergoeding, men dreigde hemzelfs met gevangenis. De moeder kwijnde weg inhaar iced : de wanhoop nabij, liep zij naar pastoorBailey, die sprak als een ziener : Jean-Marie was vei-lig, zeide hij, en hij werd priester. Maar de ongeluk-kige leefde voort in haar angsten, toen omstreeksJuli mere Fayot op de boerderij kwam : zij wasziek geworden en de dokter had haar voorge-schreven de kuur der staalwaterbronnen van Char-bonnieres, zij nam haar weg over Dardilly en brachteen brief vol berouw en aanhankelijkheid van denverloren zoon, doch zijn verblijfplaats werd er niet

27

Page 38: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

in igenoemd. Moeder Vianney barstte in tranen uiten omarmde in blijdschap de vreemde vrouw ; devader echter, nog onder den indruk van de geledenschade en de altijd weer nieuwe bedreigingen, lasden brief en eischte onmiddellijk, dat zijn zoon zichzou aanmelden bij de militaire macht. En het werdeen hevige strijd doch mere Fayot bleef standvastigweigeren het verblijf van haar pleegzoon te noemen :„uw zoon, riep zij uit, is veel meer waard dan al watgij bezit !"Maar de redding kwam onverwachts korten tijd later.Na de overwinning van Napoleon op de Oostenrijkerswerd eindelijk in Europa de vrede gesloten, de keizerhuwde in hetzelfde jaar 1810 - toen Jean-Marie zichverborg in les Noes - de aartshertogin Marie-Louisevan Oostenrijk en verleende bij die gelukkige gebeur-tenis een voile amnestie aan alien die zich aan denkrijgsdienst hadden onttrokken. Dezelfde kapiteinder recruten uit Roanne, die gedreigd had Jean-Mariein de gevangenis te zetten en daarna den vader on-ophoudelijk vervolgde, deelde nu het goede nieuwsaan de familie Vianney mede, er bijvoegend, dat dezoon voor goed vrij van den dienst zou zijn, indiener een plaatsvervanger gesteld werd. En ook daartoeverleende hij zijn hulp door den jongsten zoon, Fran-cois (genoemd „Cadet'') te bewegen die plaatsver-vanger te zijn. *)Op een helderen wintermorgen in Januari 1811 ver-liet Jean-Marie het hooge dorpje in de bosschen, erwas dien dag groot verdriet om het vertrek van „den

*) Bij notarieele acte werd vastgesteld, dat die broeder drie duizendfrancs daarvoor zou ontvangen op het vaderlijk erfdeel van Jean-Marie.Hij kwam nooit terug in Dardilly, doch sneuvelde ook niet in den oorlog.

28

Page 39: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

heilige", zooals hij genoemd werd, dock alienhielden zich vast aan de kleine hoop hem later nogeens terug te zien als hun pastoor. En er was geenhuisje zoo arm in het dorp of er kwam een bijdragevan voor den uitzet van den toekomstigen landpas-toor, zelfs een soutaan werd hem geschonken en hijmoest ze even aantrekken om te toonen hoe hij er uitzou zien als priester.Onmiddellijk na zijn terugkeer hervatte de vijf entwintigjarige student den arbeid bij pastoor Bailey inEcully, hij woonde nu bij zijn leermeester op de pas-torie, deed ook dienst als huisknecht, spitte den tuinen 's morgens in de kerk was hij koster. Zwijgenddeed hij zijn werk, altijd met een opgewekt gezicht,bereid tot alles ook het meest nederige of lastige.„Bij pastoor Bailey, zeide hij later, heb ik nooit mijneigen zin gedaan." Hij vergezelde den pastoor bijzijn huisbezoek in het dorp en buiten door veld enwei ; dan keken de menschen met verwondering detwee mannen na, de pastoor groot en rammelendmager en hoekig in zijn oude soutaan, met diepe rim-pels over het aschgrauw gelaat ; naast hem die jon-geman al even mager en bleek, bescheiden luisterendnaar den ascetischen pastoor. Het verstand van denleerling bleek nog altijd weinig ontvankelijk voor destudie van het latijn, maar des te gevoeliger en be-geerlijker was zijn ziel om te ontvangen den schatvan deugden, van zelfontlediging en opofferendeliefde, die in den dageiijkschen omgang hem getoondwerd door den man Gods.In October 1812 stuurde pastoor Bailey zijn leerlingnaar het klein-seminarie van Verrieres om den cur-sus der philosophie te volgen. Er waren daar twee

29

Page 40: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

honderd studenten, verdeeld in twee klassen ; Vian-ney was de oudste van alien, de meeste waren velejaren jonger. Naar oud gebruik werd de philosophicgedoceerd in het latijn, doch reeds de eerste keer, dathem een vraag werd gesteld, bleek hij niets van hetlatijn te verstaan, hij kon dus ook niet antwoorden enspottend werd er gelachen hier en daar om dengrooten boerenjongen. Wel was het ontmoedigend enhard die voortdurende vernederingen zonder medelij-den, doch hij aanvaardde eenvoudig het zware kruisen het geheele jaar door ging hij zonder klagen zijnmoeilijken weg. „In Verrieres heb ik wel een beetjete lijden gehad'', dat was alles wat hij er later vanzeide. Al spoedig werd aan hem en nog zes anderende cursus in het fransch gegeven maar aan het eindvan het jaar bleek toch de verworven kennis ver be-neden het middelmatige. Onder de vacantie bereiddede pastoor opnieuw zijn leerling voor en in October( 1813) werd hij toegelaten in het groot-seminarie vanLyon. Helaas ook daar was zijn gebrekkige kennisvan het latijn de groote struikelblok. Tot steun werdhem een knappe medeleerling toegevoegd als repeti-tor om in het fransch de theologie te verklaren, danbegreep hij en kon ook bevredigende antwoorden ge-yen. Maar de professoren stelden hem geen vragenmeer en na vijf maanden kreeg hij de mededeeling,dat hij zich had terug te trekken als „niet in staat denoodzakelijke studie te voltooien." Vianney had ge-meend al reeds het groote einddoel te naderen en metal meer verlangen had hij zich overgegeven aangebed en versterving ter voorbereiding. Onwaardigmoest hij wei zijn voor de heilige functie van hetpriesterschap en berustend in Gods wil, offerde hij

30

Page 41: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zijn hooge aspiratie. Vijftig S aar later getuigde zijnmedestudent Donnat, - intusschen de bekende car-dinaal geworden, - die hem ontmoette kort na ont-vangst der verpletterende boodschap, dat de herinne-ring aan zijn diepe nederigheid en de treffende woor-den die hij tot hem sprak, altijd in zijn geheugenwaren gebleven.Hij vertrok dan uit het seminarie en ging onmiddel-lijk naar het „Petit College" een paar straten verder,om aan een Broeder, dien hij uit zijn jongenstijdkende, to vertellen, dat hij ook Broeder wilde wor-den, dock eerst nog voor een paar dagen naar huismoest gaan.Maar pastoor Bailey wilde daarvan niet weten, ver-kreeg van den directeur van het groot seminarie eenuitstel van eenige maanden. Er werd opnieuw hardgewerkt door leermeester en leerling en drie maan-den later was Vianney weer terug op het seminarie.Eindelijk voor de examen-commissie gebracht, ver-loor de nederige Vianney de kalmte, raakte verward,gaf slechte antwoorden en werd afgewezen. Op drin-gend verzoek van zijn leermeester kwamen toen tweeder professoren naar Ecully en ondervroegen meerdan een uur lang Vianney daar in de rust der pasto-rie : nu waren de antwoorden „zeer goed.–Toen men voor een eindbesluit zich wendde tot denvicaris-generaal van het bisdom, vroeg deze of dieVianney vroom was, of hij zijn rozenkrans konbidden.„Hij is een toonbeeld van vroomheid !" werd hemgezegd. „Dan neem ik hem aan, besloot de vicaris,God zal het overige doen."

31

Page 42: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

III

Wederom op de pastorie van Ecully deed Vianneyin 1815, nu reeds diaken, zijn laatste examen in demoraal-theologie. Men was ook ditmaal tevreden overzijn antwoorden : er werd besloten dat hij na eenkorte retraite tot priester gewijd zou worden in Gre-noble : - de aartsbisschop van Lyon, cardinaal Feschwas afwezig. Voorloopig echter kreeg de jonge pries-ter wegens onvoldoende kennis nog geen bevoegd-heid tot biechthooren : zoo oordeelden de menschenover den man, die later het grootste deel van zijn le-ven in den biechtstoel gekluisterd zat.In de heete Augustusdagen van 1815 vertrok hij naarGrenoble, to voet, honderd kilometers ver. Hij namenkel een klein pakje mee met wat proviand en de alb,die hij moest gebruiken bij zijn eerste mis. Reeds ver-zwakt door zijn ascetische leven, zwoegde hij langs debergwegen der Dauphine in de brandende zon. Dochde zon hinderde hem niet veel : opgesloten in nederigemedidatie over het verhevene dat gebeuren ging, ver-lichtte de geest de taak van het lichaam en, als werk-tuigelijk, ging zijn gelijkmatige stap. Soms echterkwam er ruwe stoornis in zijn medidatie. Na de slagvan Waterloo, nu nog geen twee maanden geleden,werd Frankrijk overstroomd door vreemd krijgsvolk,dat zonder dicipline woest langs alle wegen zwermde.Herhaaldelijk werd de stille man aangehouden dooroostenrijksche soldaten, die den boerschen geestelijkemet zijn proviand in de hand, hielden voor eenspion. Zij staken hun bajonetten tegen zijn Borstonder wild geschreeuw in een taal met zware keelge-luiden, waarvan hij niets begreep : soms ook voer-

32

Page 43: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

den zij den angstige een eind mee als gevangene enlieten hem dan weer los. Den derden dag eindelijk,op Zaterdagavond, kwam hij aan in het groot-semi-narie van Grenoble. Zondags in de vroegte voerdemen hem naar de kapel die voor de Revolutie deMinderbroederskerk was. Daar kwam Mgr. Simon,de oude bisschop, zonder eenige statie van begelei-dende geestelijken. Vianney was de eenige wijdelingen de plechtigheid geschiedde in groote stilte, zonderluister als in de primitieve tijden.Geen enkel familielid, geen enkele vriend was ge-tuige. De dageraad glansde in de leege kapel overden grijzen bisschop en den bleeken jongen priester.Pastoor Vianney sprak nooit over zijn priesterwij-ding, voor hem stand die morgen in een hemelschlicht.Na een paar dagen keerde abbe Vianney terug : we-derom te voet, wederom als spion geplaagd en aan-gehouden door de vreemde soldaten.Bij aankomst vernam hij zijn benoeming tot kape-laan in Eculiy en eenige maanden later kreeg hij ookde bevoegdheid om biecht te hooren. Zijn eerstebiechteling was pastoor Bailey zelf : „aldus biechtteeen heilige bij een heilige," naar het getuigenis vaneen tijdgenoot. En waarlijk deze mannen leef den alsheilige monniken in de strengste ascese. Hunnemaaltijden bestonden uit aardappelen en brood, geenwijn. Als er vleesch werd opgediend, verdween hetonaangeraakt en verscheen weer op de volgende da-gen, zoo lang dat het tenslotte geheel zwart werd.Beiden droegen zij een pijnlijken tuchtgordel op hetbloote lijf, beiden geeselden zij hun lichaam gere-geld. Zij vastten buitensporig, zij Baden lange uren

3. De Pastoor v. Ars. 33

Page 44: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

voor het altaar, den tijd vergetend. Zij maakten te-zamen bedevaarten te voet in den verren omtrek, zijgaven verkwistend aan armen. Hier overtrof mis-schien zelfs de leerling den meester : op een koudenwinterdag ontmoette de kapelaan, terugkomend uitLyon, een verkleumden bedelaar op den landweg enruilde onmiddellijk zijn mooie warme broek - eenpas ontvangen geschenk - tegen het vieze vod vanden acme.Het liep zoo ver, dat de bewoners van het dorp eenklacht indienden bij den vicaris-generaal over de alte groote verstervingen hunner geestelijken en tenslotte gingen de twee asceten elkander beschuldigenvan overdreven zelfkastijding, ieder buiten weten vanden ander : oorzaak tot vroolijkheid voor den ver-wonderden vicaris.In den kapelaanstijd hoorde Vianney voor het eerstden naam van zijn „petite sainte'', de martelaresPhilomena wier graf toen gevonden was in een cata-combe van Rome. Dat gebeurde bij een bezoek sa-men met pastoor Bailey aan een bevriende familie ophaar oud landhuis ; als gewoonlijk zat de kapelaanaan het ondereind bij de jongeren van het gezelschap,die meer moesten luisteren dan zelf deelnemen aande gesprekken.De kapelaan voorzag niet hoe zeer dit jonge meisje,ter dood gemarteld om haar mystische liefde, zichzou mengen in zijn geestelijk leven.In latere jaren sprak de pastoor van Ars herhaalde-lijk van abbe Bailey.Reeds oud geworden, zeide hij tot den jongen Mon-nin, zijn bekende biograaf : „niemand heeft mij betergetoond tot welk een hoogte de ziel zich kan losma-

34

Page 45: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

ken van de zinnen dan hij . . . . om God te leerenbeminnen was het voldoende hem te hooren zeggen :mijn God, ik bemin U van ganscher harte !"Onder de relikwieen op de pastorie van Ars vindtmen de verschoten paraplu van Bailey, waaronderde beide geestelijken samen liepen op hun bedevaar-ten. En op de kamer van pastoor Vianney hangt nogheden het kleine spiegeltje van Bailey boven denschoorsteen. De heilige bewaarde dit alleen, omdathet weerkaatst had het gelaat van een minnaar Gods.In het derde jaar van hun samenzijn werd pastoorBailey ziek en stierf na een lange ziekte. Hem wer-den de laatste sacramenten toegediend door zijn ka-pelaan. Toen daarna alle aanwezigen uit de zieken-kamer verdwenen waren, bleef de kapelaan alleen bijzijn bed. De zieke vroeg em zijn gebeden, dan namhij naast zich uit het bed geesel en tuchtband enoverreikte deze den kapelaan : „neem deze dingenweg en verberg ze. „Als men ze na mijn dood mochtvinden, zouden de menschen denken, dat ik genoeggedaan heb voor mijn zonden en men zou mij in hetvagevuur laten tot aan het eind der wereld."Twee maanden na zijn dood volgde de benoemingvan den kapelaan tot pastoor van Ars.

In den grijzen wintermorgen van 9 Februari 1818reisde de nieuwe pastoor naar zijn parochie, het kleinedorp Ars, een afstand van dertig kilometer. Zijn ge-heele bezit was geladen op een boerenwagen : watarmoedige meubelen, een ledikant, een boekenrekmet de boeken, erfenis van pastoor Bailey. MoederBibost, een vrouw uit Ecully, die reeds langen tijd

35

Page 46: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zorgde voor kleeren en lijfgoed van Vianney, hielpmede verhuizen.Samen liepen zij voorop, de voerman met het hob-belende wagentje volgde op korten afstand.De pastoor was twee en dertig jaar oud, maar reedsscheen hij vijftig : bleek en goor van huid, uitstaandejukbeenderen en ingevallen wangen ; klein van ge-stalte. mager en hoekig als een Boer, die zijn levenheeft afgezwoegd met de spade op het veld ; lompvan gang op zware werkmansschoenen en gekleedin het grofste zwarte laken, dat al groende : maarreeds geheel de geestelijke, onverschillig voor al hetaardsche ; de nederige als een eenzame in zich zelfgekeerd, doch met een oog vol diepe brandende in-nerlijkheid.Eerst liep hun weg door de lage kleivlakte van debombes, met vijvers en moerassen tusschen kleineboschjes van berken en wilgen ; zij trokken langsdrassige wegen, beplant met magere olmen, door eenmistig waterland. Langzaam werd dan de landstreekheuvelachtig. Nu waren het diepe holle wegen, waar-van de bermen begroeid waren met kreupelhout enbramen, alle wegen volkomen op elkander gelijkend,zoodat het moeilijk werd de goede richting to houdenin de troostelooze verlatenheid. Voorbij het dorpToussieux verdwaalden de reizigers en liepen zij ge-ruimen tijd voort op goed geluk. Eindelijk zagen zijop een grasland eenige kinderen bij een troepje scha-pen. De pastoor vroeg hun den weg, maar zij ver-stonden hem niet, de kinderen spraken slechts hetzeer platte dialect der streek.Eindelijk had de slimste jongen begrepen en gaf uit-leg, waarop de pastoor zeide : „mijn vriendje, je hebt

36

Page 47: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

mij den weg gewezen naar Ars, am je to beloonenzal ik je den weg wijzen naar den hemer . En nuvrijmoedig geworden, verklaarde de jongen, dat zijzich daar reeds bevonden op de grens van de ge-meente Ars. Onmiddellijk via de pastoor op deknieen en bad . . . alien zwegen.Spoedig kwamen zij nu aan den rand van een vallei.De avond was reeds vallende, aan weeerskanten vanhet dal deinden de hellingen in de schemering weg,beneden stroomde het riviertje de Fontblin kronke-lend tusschen popelieren. Het dorpje lag aan hunkant, de lage leemen huizen met stroo gedekt orde-loos verspreid in de zwarte winterboomgaardjes. Inhet midden stand het kerkje, de vuil witte murenblonken in den avond, het open klokketorentje wasgebouwd op een paar zwarte balken ; er was eentriestigheid over dit gebouwtje, alsof alle leven hierverdwenen was. Aan den overkant der rivier lag ineen groep van kale boomen het kasteel van Ars, eenzware steenbouw zonder torens of versiering ; daarwoonde geheel alleen freule Anne des Garets d' Ars,een klein mager fijngeestig persoontje van vier enzestig jaar, zij leefde in een vrome rust, de revolutiewas blijkbaar niet doorgedrongen in deze eenzaam-heid.Uit de hoogte neerziend op de huizen en de kerk,sprak de pastoor zachtjes : „wat is het klein !" enplotseling bewogen, voegde hij luider er aan toe :„deze parochie zal de menschen niet kunnen her-bergen, die hier later komen zullen !" dan knielde hijen bad opnieuw.Weldra rolde de wagen met de meubelen over hetdorpsplein ander de zware noteboomen, aan den

37

Page 48: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

eenen kant lag de kerk to midden van tallooze sche-mergrijze kruizen van het kerkhof ; aan den anderenkant de pastorie, achter een voorhof, afgescheidendoor een haag.Daar hield de wagen stil, de pastoor verdween on-middellijk in de deur der kerk en kwam niet meerterug, moeder Bibost moest alleen maar zorgen voorde verhuizing.Den volgenden morgen, toen het licht werd, luiddehet klokje voor de mis ; doch er kwam seen bewegingin het dorp, slechts enkele menschen kwamen buitenen zeiden tot elkander : „Kijk, er is een nieuwe pas-toor gekomen."Later zag men hem het plein oversteken of staandeop het kerkhof, biddende . . . Maar de indruk wasniet gunstig, men vond hem klein en lomp in zijngrove soutaan.Op den eersten Zondag had de installatie plaats doorden pastoor van het naburige Mizerieux. Bijna de ge-heele parochie was in de kerk : de pastoor van Mi-zerieux, een zeer oud geestelijke, liep naast Vianney,achter hen de burgerlijke autoriteiten van Ars. Zootrok de stoet van de pastorie over het plein en hetsmalle kerkhofpad : aan de kerkdeur bekleedde deoude geestelijke den nieuwen pastoor met de herder-lijke stola, dan geleidde hij hem onder groote stiltenaar het altaar, naar den biechtstoel, den kansel enhet doopvont. Daarna celebreerde Vianney de hoog-mis.Daar stond hij dan in de armoede van het vervallendedorpskerkje, voor een altaar van verveloos hout, ge-dekt met linnen roestig en gee!, zelve bekleed metmisgewaden in miserabel verval, terwiji de onge-

38

Page 49: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

schoolde zang van den boerenkoster klonk langs deafgebrokkelde wanden. Maar deze pastoor cele-breerde met zoo hooge wijding, dat al het leelijkerandom verdween, men zag niet meer dan den pries-ter in zijn heilige handeling. Een aangrijpende de-votie ging van hem uit, zij was zichtbaar in houdingen gebaren en in zijn stem klonk ze diep en vol.Later sprak men in het dorp over den „heiligen"pastoor die gekomen was.Toen de pastoor op den avond zijner aankomst denieuwe woning binnentrad, was hij zeer verwonderden teleurgesteld. Want het geheele huis vond hijreeds gemeubeld met een weelde, zooals hij nognooit gezien had. In de woonkamer stonden tusschenandere sierlijke meubelen zes groote moquette stoe-len met hooge ruggen en een daarbij passende fau-teuil, een zwaar massieve tafel en nog 'n groote leu-ningstoel bekleed met groene en roode siamois-zijde.Boven op de slaapkamers pronkten ledikanten, waar-boven blauwe en witte baldakijnen met kanten om-zoomd, groote voetpeluwen met rose en wit pique,een fraaie boekenkast, een kachel en kleinere meu-belen. Evenzoo de keuken blinkend voorzien met alhet noodige om een rijke tafel to kunnen dekken. Ditalles was door de familie des Carets d'Ars van hetkasteel gratis in bruikleen gegeven aan den pastoorvan het dorp. Wat een weelde voor den jongen as-ceet in zijn grove kleedij ! Het oude bed, geerfd van.pastoor Balley, met het overige huisraad, meege-bracht op den boerenwagen, was donkere armoedebij deze kleurige weelde. Zijn huis zou een paleiszijn, zijn kerk een grijze verlatenheid !Reeds op een der eerste dagen ging de pastoor naar

39

Page 50: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

het kasteel en verzocht de freule al dien rijkdom te-rug te nemen. Ook het keukengerei had hij niet noo-dig, hij wenschte enkel te behouden een klein fornuis,een ijzeren marmiet en een paar rieten stoelen.Alle glans van fluweel en zijde, alle rijkdom vangesneden houtwerk, al wat het oog streelde of zacht-heid hood voor het lichaam, was nu weldra verdwe-nen uit het oude huis en het armelijk overschot, ver-deeld over de vijf of zes vertrekken, maakte een in-druk van kloosterachtige kaalheid in het spaarzamelicht, dat iedere kamer ontving door een enkel raam.Doch ook dit was niet de armoede, die pastoor Vian-ney wenschte, nog veel hiervan zou al spoedig ver-dwijnen in de woningen der armen.

40

Page 51: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

IV

In deze omgeving begon de pastoor zijn nieuwe le-ven van zware versterving en gebed in lange urenvan eenzaamheid. De nu volgende negen jaren wer-den de periode der strengste boete van heel zijnleven, hij immers moest zijn de zondebok zijnerkudde. Bij zijn benoeming had de vicaris hem ge-zegd : er is niet veel liefde voor den goeden God indeze parochie, gij moet ze er brengen." Hoe anderszou hij dat doen dan door zelf te boeten en te bidden?Reeds in het seminarie sprak strenge zelfverlooche-ning uit zijn vermagerd jeugdig gelaat : en als kape-laan in Ecully had hij zich gekastijd en gevasterger dan een Trappist. Maar nu alleen staande voorde nieuwe taak en zijn eigen meester, kende hij geenigrenzen meer. Met een verschrikkelijken geese!, sa-mengesteld uit scherpe stukjes ijzer en lood, sloeg hijzijn lichaam tot bloed. Soms hoorde een vrouw uitLyon, die inwoonde bij de weduwe Renard, denaaste buurvrouw, hoe hij meer dan een uur Lang inden nacht zich geeselde met geweld : wel kwamener korte verpoozingen, maar dan vielen de slagenweer opnieuw, zoodat de medelijdende vrouw uitriep :„houdt hij dan nooit op !" En vrouw Renard, dievoor zijn wasch zorgde, vond dikwijls de linker-schouder van zijn hemden geheel doorhakt van descherpe ijzertjes en bevlekt met bloed. Na zulke gee-selingen ging hij eenige uren slapen, niet in een bed,maar op een hoopje houtkrullen beneden in een laagvunzig kelderachtig vertrek met een steepen vloer.Toen hij daar hevige aangezichtspijnen kreeg, naarhij meende, van koude en vocht, trok hij naar den

41

Page 52: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zolder, sliep op planken en gebruikte een stuk balkals kussen voor het pijnlijke hoofd. Maar ook dezemanier moest hij opgeven en overnachtte toen op eenstroozak in het oude ledikant van pastoor Balley.Hierbij voegde hij nog de meest buitensporige ver-stervingen in eten en drinken. Want er was nietsbeters, zeide hij, om den duivel te bestrijden dan deverstervingen in eten, drinken en slapen.Soms verliepen er twee of drie dagen, dat hij vol-strekt niet at. Reeds enkele dagen na zijn aankomstin Ars was vrouw Bibost maar weer vertrokken, wanteen vaste huishoudster voor dezen pastoor was over-bodig. Vooraf had zij haar taak aan de weduwe Re-nard overgedragen. In den eersten tijd kocht dezegeregeld brood voor den pastoor, doch naar het voor-beeld van de H. Francisca Romana, gaf hij ditversche brood aan de bedelaars bij de deur en ont-ving daarvoor in ruil of kocht zelfs van hen de oudevieze broodkorsten, die zij reeds dagen meedroegenin hun bedelzak.Vrouw Renard moest ook „matefaims" voor hemmaken, dat was een echte boerenkost, wat rogge- oftarwemeel met water gemengd tot brei en dan gebak-ken op de kachel tot harde koekjes. Dit gebak at hijook nog als het heel oud en taai geworden was. Somskookte zij aardappelen, zonder saus, doch het ge-beurde dikwijls dat hij haar terugstuurde met de voileschaal. Als zij klopte om het eten binnen te brengen,riep hij met ruwe stem, dat hij volstrekt niets noodighad en ze pas over twee of drie dagen mocht terug-komen. En vrouw Renard wist wel dat er niets aanzijn bevel te veranderen viel. Ook gebeurde het, dathij zelf voor zijn onderhoud zorgde. Dan kookte hij

42

Page 53: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

de marmiet van het kasteel vol aardappelen voor eenheele week tegelijk, en bewaarde ze in een ijzerenkorfje, dat hij ophing aan den muur om ze te vrij-waren voor de muizen, die talrijk in het leege huisrondliepen. Als de honger te erg werd, nam hij vandie aardappelen, soms reeds begroeid met dikkeschimmel. Ook wel, als iets bijzonders, bakte hijzich een ei, op het uitdoovend vuur of van die onver-teerbare matefaims.Vrouw Renard had toestemming gekregen haar koete laten Brazen in den verwilderden tuin van de pas-torie : daar vond zij eens den pastoor bezig wildezuuring te snijden tusschen het hoog opgeschotenonkruid. „U eet dus, vroeg zij, dit groene kruid zooalleen r , Ja, moeder Renard, ik heb getracht daar-van te 'even een tijd lang, dock het ging niet."

Op een avond klopte de pastoor aan bij zijn buur-vrouw Renard en met een opgewekte stem noodigdehij haar uit met haar dochter Anne en de bij haarwonende juffrouw Pignaut om bij hem te komen sou-peeren. Reeds lang hadden de vrouwen op een uit-noodiging bij hem aangedrongen ter belooning vanal de diensten, die zij hem bewezen. Binnenkomendvonden zij de tafel bereid : in het midden een grootekorf gevuld met de broodkorsten der armen, rechtseen zware foliant : de levens der heiligen, links eenemmertje met water, er aan hangend een houtendrinknap. Staande achter de tafel in zijn versletensoutaan de magere pastoor, een glans van blijdschapop het gelaat.Vrouw Renard glimlachte begrijpend tegen den pas-toor ; de twee anderen schrokken bij den aanblik der

43

Page 54: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zonderlinge feesttafel. De pastoor sprak luid het tafel-gebed en daarna zijn gasten bedienend van het gurebrood, zeide hij opgewekt : „nu zullen we ons eensvergasten : dit is het brood der armen, die de vrien-den zijn van onzen lieven Heer : wij zullen drinkenhet water, dat Hij ons gegeven heeft. Dat is voor hetlichaam. Daarna zullen wij samen lezen uit de levensder heiligen, die alien zoo zeer in boete en verster-ving hebben geleefd. Dat is voor de ziel." Doch demaaltijd vorderde slecht. Met groote moeite veror-berden de twee Renards haar aandeel en de anderejuffrouw kreeg zulk een walging, dat ze niet verderkon eten.Aldus verliep de avond in de schemerige kamer, deopgetogen asceet woorden van vrome geestdrift spre-kend, dan weer lezend uit het oude boek zijner ge-liefde heiligen, terwijl de drie vrouwen zwijgend,glimlachend, zaten aan de kale tafel.Korten tijd na zijn aankomst in Ars ontving hij inden vroegen morgen bezoek van zijn zuster Margue-rite uit Dardilly met vrouw Bibost. Na een zeer vrien-delijke begroeting, zeide de pastoor : „maar mijnkinderen, wat zal ik U te eten geven? ik heb niets !"Plotseling dacht hij aan zijn gewone voorraad enhaalde het ijzeren korfje met de aardappelen te voor-schijn, die reeds met een licht dons van schimmeloverdekt waren.„Wij hadden niet den moed er van te eten, verteltzijn zuster, maar hij nam er twee of drie uit en aletende, zeide hij : ze zijn niet bedorven, ik vind zenog goed. Doch men wacht mij in de kerk, ziet maarwat je klaar maakt." Uit vrees dat ze niet te veelzouden vinden, hadden de twee vrouwen brood ge-

44

Page 55: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

kocht in Trevoux, en het huis doorzoekend ontdektenzij in een kast wat meel, boter en eieren, hem dooreen boer gebracht, doch hij had dit geheel vergeten.Op de kleine binnenplaats zagen zij een paar jongeduiven, voedsel zoekend, rondloopen. Spoedig wis-ten zij ze te vangen en dan te braden.Toen de pastoor na de Angelus terugkwam, vond hijden maaltijd klaar op tafel : „O, die arme vogels,riep hij verschrikt, hebt gij ze dus gedood ?"Hij wilde volstrekt niet er van eten en nam enkel eenmeelkoekje.Het gebeurde dat hij uitgeput door een vasten vandrie lange dagen, zijn korfje opzocht en dit leegvond, zoodat hij genoodzaakt was op een boerderijdichtbij om eten te gaan vragen en daar wankelenden doodsbleek binnentrad. Ook kwam hij eens tegenhet middaguur bij een boer, toen er een groote scho-tel dampend witte aardappelen op tafel stond. „Watzijn ze mooi !'' zei de pastoor en nam er een uit, be-schouwde hem een oogenblik zwijgend en legde hemer weer in. De prikkel om te eten was overwonnen,een aardappel deed den hongerige watertanden.Bij de zware zelfkastijding en het vasten gaf de pas-toor zich over aan een gebed, dat buiten de weinigeuren van nachtrust en plichtsvervulling onafgebrokenduurde. Hij wist het van zijn vrienden de heiligen,wanneer het lichaam volkomen tot zwijgen is ge-bracht in een lang vasten, straalt er een zuiver lichtop in den geest. Uren lang was dit gebed, niet eenmondeling gesproken of gelezen gebed maar een„oraison'', een mediteerend of beschouwend, dathem, in de sereene simpelheid van zijn ziel, voerdetot een stil geluk. „Hoe meer men bidt, zeide

45

Page 56: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

hij wel eens, hoe meer men zou willen blijven bid-den.' 'Heel vroeg in den morgen, meestal zelfs als het nognacht was, ging hij, een lantaarntje meedragend, vande pastorie over het donkere plein naar de kerk. Daarknielde hij bij het kleine lichtje voor het altaar, hijalleen in den gloed van zijn geloof, alleen in de stilteder goddelijke nabijheid. Bij de morgenschemering,als het nog donker was daarbinnen, vonden de eerstekerkgangers hem nog op dezelfde plaats en met halfluide stem, terwijl zijn blik ging naar den schemer-glans van het tabernakel, hoorden zij hem dieneersten tijd bidden : „Mijn God, bekeer mijn pa-rochie ! Laat mij lijden, mits zij zich maar bekee-ren !" - Maar ook gebeurde het, dat hij dan ophet koor bij de sacristie zat, brevier biddend bij eenkleine lamp, het beenderige gelaat beschenen doorden zwakken schijn in het omringende donker.Den geheelen morgen kwam hij dikwijls niet uit dekerk, tenzij hij geroepen werd bij een zieke. En erwaren dagen, dat hij pas na den Angelus in denavond terugging naar het eenzame leege huis ; dochdit was uitzondering, want dikwijls maakte hij desnamiddags een wandeling, sprak een vriendelijkwoordje bier en daar met de boeren op het veld entrok zich dan terug, den rozenkrans in de hand, langsholle paden in de bosschen van den omtrek. EenBoer, die door het Bosch „la Papesse" kwam, vondhem daar geknield in het kreupelhout en zachtjesnaderkomend, hoorde hij hem bidden, wederom voorde bekeering der parochie, terwijl tranen over zijnwangen liepen. „Mijn God, ik neem aan alle lijdenwat Gij mij wilt opleggen gedurende heel mijn leven,

46

Page 57: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

gedurende honderd jaar . . . en de vreeselijkste pij-nen . . . maar laat ze zich bekeeren !'' Geheel ont-roerd sloop de boer weg.Ook door de preek moet de pastoor het geestelijk le-yen in zijn parochie brengen. Vianney echter wasvolstrekt niet weisprekend in den gewonen zin, ookniet in zijn ouderdom. Evenmin was hij een geleerdetheoloog. Immers alleen een rein leven van of zijneerste jeugd en vooral een alles offerende vroomheid,veel meer dan de door harde studie slechts matig ver-worven wetenschap, hadden den vicaris doen beslui-ten hem tot de wijdingen toe te laten.Waar het woord kwam van een man sterk in het ge-bed en vergeestelijkt in zelfverloochening, die instrenge afzondering gevonden had de klare bron dergenade, moest dit wel als een bevruchtende weldaaddoordringen in de duisternis van het prof aardsch be-staan zijner parochianen.Geheele dagen sloot hij zich op in de sacristie amzijn preeken te bestudeeren en op te schrijven. Zevenuren lang schreef hij soms, ijverig als in haast, zijnkorte volzinnen dikwijls slechts half voltooiend, meteen fijn handschrift vullend tien bladzijden groot for-maat. En zoo gebeurde het meer dan een avond inde week. Want zijn preeken duurden in den eerstentijd een vol uur, tenminste als zijn geheugen hem nietin den steek liet en hij plotseling den preekstoel moestverlaten. Met veel moeite leerde hij ze uit het hoofd,sprak daarbij met luide stem als stond hij voor eenvoile kerk : soms op Zaterdagavonden hoorden latevoorbijgangers hem nog ijverig preeken in den nachtachter het verlichte raam der sacristie. Dit waren zeerharde uren voor den door ascese verzwakten man,

47

Page 58: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

het gebeurde dat hij van vermoeienis en uitputtingneerzonk op den vloer en een poosje insliep, leunendtegen de tafellade waarin de misgewaden geborgenwaren, tevens ook zijn schrijftafel. Daarna hervattehij weer met uiterste inspanning zijn taak. Vooral in deeerste jaren waren zijn sermoenen dikwijls hevig enscherp, soms met duidelijke persoonlijke toespelingen,wanneer hij in vuur raakte over de misbruiken vanZondagschending, van drinkgelagen en dans of over deverbijsterende onverschilligheid voor den godsdienst.Hij kende geen rhetorische vormen, geen lange rhyt-misch loopende volzinnen, zijn preek bestond enkeluit korte zinnen, zeer dikwijls wendingen en beeldender gewone boerentaal, kras en vol inslaande. Bijmonde van een bezetene werd hem zelfs door denduivel de opmerking gemaakt : „waarom zijn je pree-ken zoo simpel? waarom niet in een grooten stijl,zooals in de steden?" Op den kansel stand hij onbe-weeglijk en sprak bijna zonder handgebaar met eenhooge kopstem, die scherp door de stilte sneed. Toende freule van het kasteel hem eens vroeg, waaromhij zoo ruw schreeuwde op den preekstoel, terwijl hijtoch zoo zacht van toon was bij het bidden, ant-woordde hij : „wanneer ik preek, spreek ik tot demenschen en die zijn doof : wanneer ik bid, spreekik tot God en God luistert altijd.Somtijds echter, wanneer de brand der liefde op-sloeg in zijn gemoed als bij een bovennatuurlijke in-storting, werd de stem week, bijna fluisterend zachten had hij die movie woordvondsten van een heeleigen ontroerende en bekoorlijke doorzichtigheid, danwas het of ineens voor hem openstond de geheime

48

Page 59: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

schatkamer zijner liefde, die hij zich opgebouwd hadin de lange dagen en nachten van boete en gebed.Zoo leefde de pastoor negen jaren, eenzaam en ver-storven tot bekeering zijner parochie, als een kluize-naar in zijn kerk en in zijn huis, dat volgens een tijd-genoot eer de woning scheen van een geest dan vaneen levend mensch. Daarbij kwamen nog, reeds vanof het zesde jaar dezer periode, de verschrikkelijkeplagerijen des duivels, zijn eenig gezelschap in hetleege huis en die zijn korte nachtrust hardnekkig ver-stoorde.Ongeveer twintig jaar later door abbe Tailhades overdezen tijd ondervraagd, liet de pastoor zich aldus uit :„de duivel geeft niet veel am geesel of andere boete-werktuigen : wat hem op de vlucht drijft, dat zijn deverstervingen in eten, drinken en slapen. Niets vreesthij meer dan dat en niets is dus aangenamer aanGod. Wat heb ik dat ondervonden, toen ik alleenwas, en dat was ik gedurende acht of negen jaar.Toen kon ik me naar hartelust overgeven aan mijndrang en het gebeurde dat ik dagen lang niet at. 1kverkreeg van den goeden God wat ik wilde voor mij

!fen voor anderen.Bij de herinnering schoten tranen in zijn ogen en naeen korte rust ging hij voort : „nu is het niet meerzoo. 1k kan zoo lang niet zonder eten blijven, dankom ik zoo ver, dat ik niet meer kan spreken .. .maar wat was ik gelukkig, toen ik alleen was ! .. .ik kocht de broodkorsten van de armen, een groat ge-deelte van den nacht bracht ik door in de kerk, ikhad niet zooveel menschen to biechten . . . en Godschonk mij buitengewone genadegaven."Welke waren deze gaven der goddelijke liefde?

4. De Pastoor van Ars.

49

Page 60: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

welke zaligheid doorstroomde de arme ziel na dekwellingen van den boozen geest in de eenzame nach-ten, tot welke hoogte van geestelijk geluk of mystischsamenzijn voerde de Liefde den nachtelijken bezoe-ker der dorpskerk? De aangehaalde uiting ontgliptehem op een oogenblik, dat de zoete herinnering aandie tijden zijn gemoed bewoog. Maar nooit heeft depastoor bepaalde aanwijzingen gegeven over boven-natuurlijke gunsten, ontvangen in zijn leven vanbarre versterving, ook niet op lateren leeftijd of inzijn ouderdom, toen hij meer haven het aardscheleefde dan ander de menschen, die hem toch indrommen omringden.Men kan echter veilig aannemen, dat in die eersteperiode to Ars, toen het jeugdvuur van zijn karakternog niet volledig was gedoofd in vergeestelijking, hijreeds gekomen was tot den bloei van een mystischgebed.

50

Page 61: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

V

Bij de komst van pastoor Vianney in Ars leefde daareen meisje van twaalf jaar, dat reeds in den eerstenzomer door de zuivere uitstraling van zijn ziel getrof-fen werd en bekeerd tot een staat van bijzonderevroomheid. Zij was de dochter van een nog geloovigen godsdienstig gebleven boerenfamilie, die eenkleine boerderij bezat en heette Catherine Lassagne.Op een Kermis-Zondag (dimanche de vogue) na deVespers, bad de pastoor den rozenkrans met eenigemeisjes, die in de kerk gebleven waren om te biech.ten. „Ik voelde mij gelukkig, zoo verhaalt zij deteere gebeurtenis, om te antwoorden terwijl de pas-toor v6Orbad ; en ik geloof dat hij dien dag mijn hartheeft geraakt." Na het biechten noodigde hij demeisjes uit om vruchten te komen eten in zijn tuin.Maar hij kwam eerst zelf niet er bij. „Ik had dendurf, zoo zegt zij, om de grootere meisjes te volgen,ofschoon ik veel jonger was. Later kwam hij eenigeoogenblikken bij ons en ik herinner me dat hij zeide :„zijt gij niet veel gelukkiger dan de anderen, die ophet plein dansen?" Dan deed hij ons binnengaan inde keuken, las ons het leven voor van mijn heiligepatrones en sprak over vrome dingen."Toen Catherine enkele jaren ouder was, begon zijalles op te schrijven in een cahier, wat er met denpastoor gebeurde, wat hij zeide en deed, ook alleswat zij zich herinnerde uit den allereersten tijd. Enzoo werd dit eenvoudige meisje, als ooggetuige, deeerste biograaf van den beroemden heilige in een tijd,toen Vianney niet anders was dan een onbekendeboerenpastoor op een afgelegen dorpje. Haar werk,

51

Page 62: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dat zij bescheiden noemde „petit memoire'' , blijfteen der belangrijkste bronnen voor de kennis van ditheiligenleven der negentiende eeuw.Zij wend mededirectrice van de „Providence'', hethuis voor verwaarloosde meisjes, dat de pastoorstichtte, waar hij later zijn middagmaal nam of ditzelf ging halen in een potje en waar hij langen tijdzijn beroemde catechismuslessen gaf. Catherine bleeftot zijn dood hem helpen in zijn levenswerk, onge-veer veertig jaren. En toch was haar verhouding totden pastoor koel verstandelijk, groeide zelfs niet uittot een gewone vriendschap. „Ik durfde hem bijnaniet aan te zien, zegt ze, noch tot hem te spreken.lk heb hem gediend, geloof ik, alleen uit liefde totGod en zonder natuurlijke genegenheid. „De his-schop van Belley noemde haar „een levende relikwievan den pastoor van Ars'', zoozeer is haar leven op-gegaan in dat van den heilige.Bij de komst van den pastoor, zoo verklaart Cathe-rine, beyond zich de parochie in de allergrootste ar-moede, bijna iedereen week of van het rechte pad enalle jonge menschen hadden niets antlers in het hoofddan pret maken. Ongeveer elken Zondag verzameldemen zich op het Kerkplein of in de kroegjes van hetdorp om te dansen en te drinken. „Zondags in denvroegen morgen trokken de bewoners naar de akkersam te werken als op de werkdagen en in de stilte vanhet dorp weerklonken de hamersiagen van den smid,die de landbouwwerktuigen maakte of herstelde.Tegen den middag keerden zij terug met karren enpaarden, trokken dan hun Zondagsche kleeren aanen gingen naar de herbergen, terwijl de jeugd en ookvele oudere mannen en vrouwen onder de boomen

52

Page 63: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

op het plein dansten en dronken bij viool en Ault.Ook uit den verren omtrek kwamen de paartjes omte dansen en het werd een ruwe en luidruchtige druk-te, die duurde tot laat in de nacht. Terwiil zat vlakbij, op het voorpleintje van de pastorie achter degroene haag, de acme pastoor, luisterend naar hetvloeken en tieren als de kegelbal miste, of naar hetakelig gelach over schuinsche moppen en dranke-manstaal. In deze wildernis belandde de vrome as-ceet uit Scully, die zijn Doren igesloten had voor allewereldsch geluid en gekomen was om de pure liefdete brengen, waarvan zijn ziel zoo vol was. En hijkon niet anders doen dan weenen en bidden.Op werkdagen zag men 's morgens slechts een paarvrouwen in de vroege mis, daarna lag het kerkje -triest symbool van het wegstervend geloof - geheelverlaten, slechts kindergeschreeuw klonk door in desombere ruimte. Op Zondagen verscheen nog weleen troepje mannen, vrouwen en kinderen, maar demannen zaten te gapen op de zitbanken, de vrouwenhadden alleen Dog voor elkanders kleeding of snoep-ten uit Naar tasschen, de kinderen praatten en gie-chelden ongestoord. Totdat eindelijk de mis uit wasen groot en klein, als op een electrisch sein naar denuitgang holde. Met den onstuimigen ijver van zijnhevig temperament en den brandenden haat derzonde aanvaardde de pastoor den strijd tegen de in-gewortelde misbruiken.Telkens opnieuw klonken de verwijten en bedreigin-gen des Zondags van den preekstoel. Daar stond hijals een boetgezant met de Lange Karen en zijn been-derig bleek gelaat ; de diepe oogen vol tranen offonkelend van verontwaardiging. Maar zijn snijdende

53

Page 64: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

kopstem dwong tot luisteren en verdreef alle wereld-sche verstrooidheid, al duurde het nog zoo lang.„zijn preeken duurden meer dan een uur, zegt eenparochiaan, en telkens over de hel. Hij sloeg daarbijzijn handen tegen elkander, hopeloos herhalend :mijne kinderen, gij zijt verloren ! of hij sloeg zich opde borst, dat het klonk in de stilte, en riep : „er zijnmenschen die zeggen dat er geen hel bestaat ! .. .Christus weende over Jerusalem, ik ween over u !hoe zou ik niet weenen. De hel bestaat. 1k heb zeniet uitgevonden. En gij doet alles om er in te ko-men. Gij spreekt godslasteringen, gij vloekt, gijbrengt uwe avonden door in de herbergen, gij geeftu over aan het onzedelijk vermaak van den dans.Maar de hel bestaat. 1k smeek u, denkt aan de hel !". . . „Als het einde der wereld gekomen is, zal iederparochiaan zich scharen om zijn herder en Christuszal hem zeggen : „Vervloek ze !"„0, Heer, moet ik vervloeken de kinderen die ikvoor U gedoopt heb." - „Ik zeg u, pastoor, vervloekze !" - Moet ik de kinderen vervloeken die ik onder-wezen heb, aan wie ik Uw heilig lichaam heb uitge-reikt. „De pastoor zal zeggen wat hij voor hen ge-daan beef t. Maar Christus zal antwoorden : „zij heb-ben niet genoeg naar u geluisterd !" vervloek ze !"„Het zal hard zijn voor den pastoor zijn kinderen tevervloeken ! . . . Gelooft gij mij niet? . . . 1k zeg u,het zal gebeuren, het zal zoo zijn !"Maar ook over het hemelsche geluk sprak hij bij hetevangelie van Jesus' verheerlijking op den Thabor :„Wij zullen God zien . . . Wij zullen hem zien ! Hebtgij er wel eens over nagedacht, mijne broeders? Wijzullen hem werkelijk zien, wij zullen hem zien, zoo-

54

Page 65: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

als Hij is . . ." Hij sprak voor zich uit starend overde toehoorders been, zonder gebaar, en volgens eengetuige, zoo vervuld van het zaligend geloof, dat hijalles scheen vergeten te hebben en minuten Lang nietanders deed dan herhalen met zachte stem : „wijzullen Hem zien, wij zullen Hem zien !"

Onvermoeid trok de pastoor te velde tegen dronk-aards en kroeghouders : „de kroeg is het winkelzaak-je van den duivel, de school, waar de hel onderrichtgeeft, waar men zijn ziel verkoopt ; . . . de priestermag geen absolutie geven aan cafehouders, die,s nachts of gedurende de kerkdiensten drank gevenaan dronkaards. 0, die kroeghouders ! de duivelplaagt hen niet veel, hij veracht ze en spuwt op hen !"Langzaam bleven de herbergen in het dorp leeg enna vijf jaren waren ze verdwenen.Tegen den Zondagsarbeid moest hij acht jaar langvolhouden. Als hij daarover sprak, geraakte hij ge-woonlijk in groote opwinding en schreeuwde dan metdie scherpe kopstem, tot hij heesch werd of zijn stemgeheel verloor : „Gij werkt, maar wat gij verdient,ruineert uw ziel en uw lichaam. Wanneer men dieZondagsschenners vroeg wat zij doen, zouden zijmoeten antwoorden : „ik verkoop mijn ziel aan denduivel en kruisig 0. L. Heer, ik ben voor de hel ! . .Als ik er zie die op Zondag rijden met karren, denkik, dat zij hun ziel naar de hel rijden . . . ; den dag,dien gij steelt aan God, zal u geen voordeel brengen :ik ken twee manieren om beslist arm te worden : opZondag werken en het eigendom van een anderstelen !"Het dorpje Ars was in de geheele streek bekend om

55

Page 66: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zijn wade danspartijen. In den zomer joelde de dans-drukte ander de notebomen tot in den nacht, slechtsverlicht door den zwakken schijn van een paar lan-taarnen. 's Winters dienden schuren of vunzig war-me stallen tot danslokaal. De pastoor zag in het dan-sen een naaste gelegenheid tot zonde, daarom washij onverbiddellijk streng. Hij weigerde de absolutiedrie weken lang aan een jong meisje dat op eendorpskermis was gaan kijken naar het dansen ( „ducote des danseurs" ) .lemand die pas in het dorp was komen wonen, vroeghem of hij met zijn dochter naar het bal mocht gaanam toe to zien.„Neen !'' luidde het korte antwoord.„Ik zal haar immers niet laten (Jansen !"„Maar haar hart zal dansen."In zijn oogen was de dans „het koord waarmee deduivel de meeste zielen naar de hel sleept".Het duurde voile tien jaren, alvorens de danspartijenbij de kerk geheel waren verdwenen, en hij kon nietbeletten dat er bij kermis of ander feest toch nog el-ders wel eens gedanst werd, al ging het er niet meerzoo wild toe.Maar niet zoozeer door vreesaanjaging voor helen duivel bestreed Vianney de zonde. In deongeloovige negentiende eeuw zou enkel dit middelzelfs bij een simpele boerenbevolking het doel nietbereiken. De man die zoo hevig preekte, kon biddenmet nog grooter vurigheid ; hij leefde voortdurend inzoo volkomen verloochening van alle natuurlijke nei-gingen, dat daardoor een geestelijke kracht van hemuitging, die de menschen aangreep met een onver-klaarbare vrees en toch ook weer sympathisch aan-

56

Page 67: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

trok. Getuigde zelfs niet de zeer vrome Catherine,dat zij in de eerste jaren herhaaldelijk tot God hadgebeden een zoo strengen herder van Ars te verwij-deren, terwiil zij toch in lief de alles deed wat hij vanhaar vroeg. De talrijke bekeeringen waren het uit-vloeisel van die genade-gaven, waarover hij sprakmet den abbe Tailhade, als belooning voor de dagenvan streng vasten, voor rustelooze nachten vol dui-velskabaal of doorgebracht op den grond of hardebrits : zijn geheele persoonlijkheid droeg een zicht-baar stempel van dit ontzettende leven.Een pastoor uit een naburig dorp klaagde eens bijhem in latere jaren, dat hij met al zijn preeken nietsbereikte in zijn parochie, waarop Vianney vroegof hij ook gevast had, op de brits geslapen en zichzelf gekastijd. En toen het antwoord ontkennend was,zeide hij eenvoudig : „Dan moet U ook niet klagen."In Ars echter had de nieuwe pastoor ook gevonden,als een oase in dorre woestijn, een kleine groep vanmenschen, die een dieper godsgevoel bewaard had-den. Het waren voornamelijk de burgemeester Man-dy, de families Chaffangeon en Lassagne, buurvrouwRenard met haar kostjuffrouw en ook de freule Annedes Garets d'Ars. Reeds bij het eerste contact metden ascetischen man, als gewekt door een plotselingewarmtestraal, ontbloeide bier het religieuse leven metnieuwe kracht. Als de avond viel en de menschenvan hun werk terugkeerden in het dorp, zagen zijhun pastoor, den tricorne onder den arm, over hetschemerige pleintje naar de kerk gaan om daar zijnavondgebed te bidden. Daar kwam ook geregeld eenvrome, reeds bejaarde vrouw, die ingetogen en ver-borgen leefde als een kloosterzuster. Zij vond dan

57

Page 68: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

den pastoor biddend op het koor en als van zelf werdhet een gewoonte, dat de pastoor met een zachte stemden rozenkrans vOcirbad en zij eveneens op fluister-toon antwoordde, terwiil het donker werd in de stillekerk ! Toen kwamen er weldra nog een paar anderevromen en langzaam meerderen. Aldus was de oor-sprong van het latere openbare avondgebed, waar-aan de stem van den van lief de vervulden voorbiddereen bijzondere wijding gaf, onvergetelijk voor de dui-zenden die ze hoorden.Anne des Garets, die langen tijd onder Jansenisti-schen invloed geleefd had, kwam nu niet alleen da-gelijks in de mis, zelfs als zij tot aan de knieen in desneeuw moest stappen, maar zij verscheen ook weerbij het avondgebed ; weldra ging zij over tot de veel-vuldige communie. Zij begreep, dat dezen pastoor deluxe barer meubelen hinderlijk was. En wanneer hijzoo nu en dan bij Naar kwam op het kasteel, keek zijvol bewondering naar den bleeken boerschen man inzijn versleten soutaan, die daar zat met neergeslagenoogen, die alle aangeboden dranken en lekkernijenhardnekkig weigerde, maar op bijzondere wijze konspreken over geestelijke en ook heel gewone dingen.Zoodat zij telkens na zijn vertrek zich zelf vervuldvond van een groote opgetogenheid.De boer Chaffangeon was een eenvoudige mysticus.Herhaaldelijk vertelde Vianney het verhaal aan dekinderen bij den catechismus van elf uur in zijn„Providence" : op weg naar zijn akker ging dezeman elken morgen eerst naar de kerk, plaatste zijnschop buiten tegen den muur en ging binnen in deleege banken knielen om zijn gebed to doen. Daar

58

Page 69: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zat hij dan onbeweeglijk, turend naar het tabernakelen vergat tijd en uur. Een andere boer, die hem daarging zoeken, vroeg verwonderd : „wat doe je tochzoo lang hier?", J'avise le bon Dieu et le bon Dieu m'avise'',*) washet simpele antwoord. Bij dit verhaal wend de pastoorgewoonlijk tot tranen bewogen en zeide dan nogeens „il regardait le bon Dieu et le bon Dieu le re-gardait ! Tout est la, mes enfants !'' **)Tot hun groote verbazing zagen de inwoners van.Ars zelfs talrijke vreemdelingen in hun kerk, die al-leen kwamen om hun pastoor. Blijkbaar had hij zoo-als de heiligen doen op hun levensgang, een onuit-wischbaar spoor van geestelijke weldaden achter zichgelaten. Dertig kilometer en verder kwamen de men-schen uit Dardilly, uit Ecully en andere dorpen naarArs, alleen om te biechten ; zelfs van het verre Noes,waar Vianney als recruut van Napoleon's leger ver-scholen had geleefd in de bosschen, zag men men-schen op Zondag in de kerk. Voor velen was dit eenraadsel, maar bij de meeste parochianen rees Vianneyhierdoor in hoog aanzien. onbewust voelden zij dewarmte zijner alles verteerende godsvrucht. Lang-zaam ontwikkelde zich aldus geloof en vrome liefde,waar niets anders was dan grofheid en lage driften.En de pastoor kon er in slagen nieuw leven te bren-gen in de oude „confreries" die enkel nog maar be-stonden naar den naam. Het oude kerkje, dat Beenbeteekenis meer had voor de omwonende menschen,

*) „Ik richt mijn oog op O.L. Heer en O.L. Heer richt zijn oog op mr.**) „Hij keek naar 0 L. Heer en 0. L. Heer keek naar hem ! Dat zegtallea, mijne kinderen I"

59

Page 70: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

was nu niet weer verlaten, altijd vond men er nogwel iemand die, aangetrokken door een stil verlangen,biddend neergevallen was in de eenzaamheid van hettabernakel.

60

Page 71: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

VI

In het boek „de beklimming van den berg Carmel!,

zegt de H. Johannes van 't Kruis, dat de weg dieopvoert naar den symbolischen berg der volmaakt-heid, den berg der samenwoning Gods, leidt doorden donkeren nacht der zinnen en door de duister-nissen van den geest. Vooreerst is dit nog de wegder actieve zuivering dien de ziel moet gaan in dendonkeren nacht der zinnen. Het zinnelijke levenvindt dan geen voedsel meer en moet afsterven.Reeds jaren was pastoor Vianney dien donkerennacht ingegaan, hij veroorloofde zich geen enkele,ook niet de onschuldigste voldoening. Hij .geeseldenog steeds onbarmhartig zijn arm lichaam en droegfolterende boetegordels onder zijn kleeren.Verwerping en vernedering zocht hij overal en in al-les deed hij juist het tegenovergestelde van. dat, waar-toe de menschelijke natuur neigt. Hij had voor zich.zelf een groote minachting maar wenschte, dat ookanderen hem zouden minachten en altijd zocht hij dede verborgenheid in zoover als zijn herderlijke func-tie hem dit niet belette, want er brandde in hem eenvoortdurend verlangen naar de eenzaamheid metGod. Deze man nu werd jarenlang bezoedeld en be-lasterd op de grofste manier.De onafgebroken strijd tegen het kwaad, door hemgevoerd in het vuur zijner liefde, had een heftigenopstand doen losbreken. Eerst waren het enkel ver-wijten geweest van al to groote strengheid tegen dezondaars, gepaard met een hatelijke minachting voorden armelijken man. Maar het werd altijd erger :alle slechte elementen in den geheelen omtrek sche-

61

Page 72: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

nen aangeblazen door diabolische machten tot eenstorm van boosheid en haat.Men wilde hem wegjagen uit het dorp, een groepjeafgevaardigden der bende waagde het de pastoriebinnen te gaan en eischte van den bevenden en uit-geputten man dat hij het dorp zou verlaten. In ano-nieme brieven werd hem geschreven, dat zijn was-

bleek gelaat, zijn vermagerd lichaam het sprekendbewijs waren van zedelooze uitspattingen. Vuile lie-deren werden op hem gemaakt en wanneer hij bijde lamp zat op zijn stil kamertje, werden deze in hetdanker buiten luidkeels gezongen.De pastorie werd beplakt met vuile teekeningen,waarop hij zelf was afgebeeld, tot groote ergernisvoor zijn getrouwe parochianen.,s Nachts in de wijde rust van het eenzaam dorpje,klonk plotseling woeste ketelmuziek onder zijn raam,zoodat de afgetobde asceet vol angst wakker schrokuit zijn korten slaap, of in een lange nachtwake vangebed als door duivelsche machten werd besprongen.En toen het gebeurde dat een meisje in de nabijheidder pastorie moeder werd, kreeg hij de schuld enwerd zijn deur met vuil besmeerd.Een vrouw van slechte zeden kwam anderhalf jaarlang, als werd zij door den duivel opgestookt, iederenavond onder het verlichte raampje den pastoor be-schimpen en in gemeene taal beschuldigen van devreeselijkste misdrijven. Brieven zonder onderteeke-ning maar vol zware beschuldigingen werden aan denbisschop geschreven en de bisschop vond het noodigeen deken te sturen voor een onderzoek naar denman, die in zijn leeg huis leefde als een Karthuizermonnik.

62

Page 73: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Maar de pastoor zweeg en bleef zwijgen in droefheidover het kwaad dat gebeurde. Wel had hij eenvluchtig oogenblik van angst, dat de kracht hem zoubegeven en hij niet langer een ergernis wilde zijn voorgoddeloozen, dat hij liever zou vluchten „om in eenverborgen hoekje zijn arm leven te beweenen". Alseen danker wolkje gleed dan die weifeling voorbijen leidde hij voor iedereen zichtbaar zijn gewone le-yen, zonder bitterheid, zonder onrust, volkomen se-reen en zacht zooals altijd : en al dat geraas kon nietopstijgen tot de stille hoogte, waar hij verblijf hieldin zijn gebed. Had hij dan niet van zijn heiligen ge-leerd welke zoetheid zij putten in navolging van hetgoddelijk voorbeeld, uit vernedering en smaad?Toen abbe Monnin hem later eens vroeg of al diekruisen hem niet den innerlijken vrede roofden, ant-woordde hij : „die kruisen zouden mij den vrede ne-men? Zij zijn het juist die den vrede brengen. Al onzeellende komt juist omdat wij ze niet beminnen. Menmoet vragen de liefde tot het kruis, dan wordt allelijden zoet." Een ander maal zeide hij tot hem . „detegenkantingen der menschen brengen ons aan denvoet van het kruis en het kruis aan de deur des he-mels. Om daar te komen is het noodig dat wij onderden voet geloopen warden in het slijk. Gelukkig in ditleven zijn alleen zij, die de kalmte der ziel bewarenmidden in alle kruisen." „Zulke verschrikkelijkedingen konden slechts komen van zeer slechte men-schen, hoe kon men u beschuldigen van een zede.loos leven?" zeide Monnin. ,0 neen, zij warenniet zoo slecht, zij kenden mij beter, ik was tevredenvertrapt te worden. Helaas, mijn leven is altijd slechtgeweest ! ik leef de in dien tijd zooals ik nu nog leef."

63

Page 74: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Nog waren deze uitbarstingen van diabolischen haatniet afgeloopen, toen er weer nieuwe aanvallen ge-daan werden op den man, die niet anders deed dan„alle lijden opdragen aan Hem, die leed op hetkruis." Nu was het echter veel pijnlijker, want zijkwamen van de eigen confraters, de geestelijkheidvan zijn diocees.De zuivere ziel van Vianney straalde al lichter overzijn omgeving en in plaats dat de met vuil bekladdepriester in de oogen der menschen daalde tot eengehate schijnheilige, gebeurde het wonder, dat hijhoe langer hoe meer menschen tot zich trok. Nietalleen de eigen parochianen maar ook tallooze an-deren uit verre plaatsen in den omtrek stroomdennaar het in de velden verloren dorpje en verdrongenzich om den biechtstoel van den pastoor. Daar zathij dan uren lang, geblokkeerd als in een cel, zijnmaaltijd vergetend, totdat de laatste biechteling hetkerkje had verlaten. De arme man, in zijn ver-sleten soutaan, had niets bijzonders wat oppervlak-kige menschen trekken kon. Ook was hij in de biechtniet juist gemakkelijk, veeleer streng en onverbiddel-lijk : maar daar kon hij in het stille samenzijn onge-stoord uitdeelen al den rijkdom van licht en lief de,die onophoudelijk opborrelde als uit een verborgenbran. En wie eenmaal van deze mysterieuze welda-den had genoten, moest terugkeeren en deed als vanzelf ook anderen zijn voorbeeld volgen.Reeds van of zijn studietijd stond de pastoor in denkring der geestelijken bekend om zijn domheid enbijgevolg geringe kennis van latijn en theologie. Dezereputatie was hem ook later bijgebleven, en daarvandroeg hij gedeeltelijk zelf de schuld. Waar het to pas

64

Page 75: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

kwam immers vertelde hij, dat hij een onwetendewas, dat pastoor Bailey vijf of zes jaar lang getrachthad hem wat latijn bij te brengen, „mais it y a perduson Latin et n'a rien pu loger dans ma pauvretete''.*) Of ook : in alle families is er een kind datminder met verstand bedeeld is dan zijn broers en zus-ters, bij ons was ik dat kind – . In dien zin gedroeghij zich ook op de maandelijksche conferenties met decollega's. „Als ik met hen samen ben'', zei hij,„voel ik me altijd als Bordin !'' — de naam van eenhalve idioot uit het dorp.Zijn armzalige kleeding was een onuitputtelijk onder-werp van spot en hatelijke kritiek voor de confraters.„Op de conferenties, zegt Catherine, de eenige ver-gadering die hij bezocht, verscheen hij „pauvre etmeprisable'', terwijl de geestelijken uit die streekjuist bekend waren om hun onberispelijke kleeding.Men schreef zijn armoede toe aan gierigheid, aanhoogmoed, aan eerzucht om de aandacht te trekkenen allerlei hatelijkheden moest hij er over hooren.Waar het uiterlijke dingen gold, bleef hij altijd zijngoed humeur bewaren, zelfs al was er een collegadie niet naast hem wilde zitten om zijn versletenhoed. Wanneer de behandeling der theologische pun-ten afgeloopen was en het diner zou beginnen, verliethij de vergadering en zag men hem geheel alleendoor de velden huiswaarts gaan.Maar de geestelijken wisten nog niet, dat die dommejongen van of de schoolbanken, vanaf het kleine se-minarie gestadig opwaarts was gegaan den weg dervolmaaktheid en vergeestelijking, dat hij in latere

*) Maar hij heeft zijn geduld verloren en Diets in mijn arme hoofd gebracht.

5. De Pastoor v. Ars.65

Page 76: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

jaren ijle hoogten had bereikt, waar hart en geestopen lagen voor de doordringende stralen van hetgoddelijk Licht.Aileen de eenvoudige Catherine zag in haar omgangmet den heilige die innerlijke verlichting en schreefmooie, simpele woorden in haar dagboekje : „Mijn-heer pastoor was zoo klein, zoo nietig in zijn oogen,dat de heilige geest er behagen in schepte dat vanzich zelf ledige te vullen met een wonderlijken over-vloed van licht." En elders verklaart zij vol bewon-dering : „ik heb hem dingen hooren zeggen, die iknooit ergens anders hoorde en nooit in een boek ge-lezen had."Onderwijl zagen anderen in hem slechts den man diein zijn domheid overmoedig was geworden en in denovermoed de meest gewaagde uitspraken deed, dieover roepingen besliste en buitengewone raadgevin-gen uitdeelde, die hier de absolutie weigerde, daarweer blijk gaf van uiterste toegeeflijkheid, wat allesdruk besproken werd op de pastorieen. Maar niet al-leen uit zwak-menschelijke jaloerschheid om dengrooten toeloop naar Ars of den steeds verder en lui-der klinkenden roep van heiligheid kwam de geeste-lijkheid in opstand, meer nog door een ernstige onrustdat dit alles tot verkeerde dingen kon leiden, omdatmen tenslotte toch wist dat Vianney een zwak theo-loog geweest was in zijn studietijd. Er waren er, dieop straf van absolutieweigering hun parochianenverboden om naar Ars te gaan, anderen slingerdenzelfs deze bedreiging op Zondag van den preekstoel,anderen schreven zware waarschuwingen aan denbisschop. En Vianney zeide verdrietig : „men preekt

66

Page 77: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Zondags niet meer over het Evangelie, maar over denpastoor van Ars.' 'Een groote droefheid overmeesterde hem bij ont-vangst van den eersten anoniemen brief, dien hij aanhet handschrift terstond herkende als komende vaneen geestelijken collega : „men zegt, dat gij een hei-lige zijt, maar toch keeren vele menschen van u terugzonder bekeerd te zijn. Gij zult goed doen uwenslecht begrepen ijver wat te minderen, anders zienwij ons genoodzaakt monseigneur er van in kennis testellen."Het vriendelijke antwoord luidde : „ik dank u vooruwen goeden raad, ik beken mijne onwetendheid. In-dien er menschen uit andere parochies, die van mijde heilige sacramenten ontvingen, niet bekeerd zijn,ben ik daarover zeer bedroefd. Indien gij het goedvindt, schrijf aan monseigneur, die wel zoo goed zalzijn mij op mijn plaats te zetten. Bid intusschen, datik minder kwaad en meer goed moge doen." Daar-op volgden diepe verontschuldigingen van den anonie-men schrijver.Toen er in het naburige Amberieux een nieuwe, nogjonge pastoor kwam, ontdekte hij dat er in zijn pa-rochie een soort bond van vrome vrouwen bestond,die den pastoor van Ars als hun 'eider gekozen had-den en geregeld bij hem gingen biechten. Buiten zijnweten hadden zij hem 7elfs een mis laten lezen met deintentie in zijn plaats pastoor Vianney te krijgen. Tenzeerste gebelgd, preekte hij op een Zondag daaroveren schreef een scherpen brief naar Ars, waarin ookdeze uitroep : „mijnheer pastoor, wanneer men zooweinig theologische kennis bezit als u, moest men hetniet wagen een biechtstoel binnen te treden !"

67

Page 78: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Dat was wel een harde slag voor den stillen man, diejuist in de biecht het innigste contact vond om aanzondaars en vromen mede te deelen den stroom dergoddelijke genadegaven, die zijn boeteleven hem zoorijkelijk deed toevloeien. Terneergeslagen liet hij dienbrief lezen aan zijn trouwen vriend, den burgemees-ter. „Die brief komt zeker van een onbeschaafd engrof mensch !'' zeide deze en vernam toen met ver-hazing dat hij van een geestelijke kwam.Op zijn kamer teruggekeerd, antwoordde Vianneyonmiddellijk : „mijn beste en zeer vereerde confrater,wat heb ik een gronden om u dankbaar te zijn. Gijzijt de eenige die mij tgoed kent. Daar gij zoo goedzijt en zoo vol van naastenliefde om u te interessee-ren voor mijn arme ziel, help mij dan ook om de ige-nade te verwerven, die ik reeds zoo lang vraag, datik moge vervangen worden op een post, dien ik nietwaardig ben te vervullen om mijn onwetendheid endat ik me kunne terugtrekken op een afgelegen plekjeom er mijn arme leven te beweenen. – En tot slot :„que de penitences a faire, que d'expiations a of frir,que de larmes a repandre !" *)Wel kon Catherine dus zeggen, dat hij in eigenoogen was „si petit si aneanti" ; **) maar ook al-leen de in nederigheid weggezonken heilige kon aldusafwerpen al zijn eigenliefde, geheel zijn eigen ik, ter-wiji reeds de rijke infusie van goddelijke gaven eeren liefde deed schitteren om zijn naam.Verschillende geestelijken maakten gezamenlijk eenformeele aanklacht op tegen den arme van Ars. Dit

*) „Wat een penitenties nog te doen, wat een uitboetingen op te dragen,wat een tranen nog te storten".**) „Zoo klein, zoo verstorven".

68

Page 79: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

stuk werd hem ter lezing gestuurd door een dezerheeren. Vianney wist niets beters te doen dan ook zelfhet stuk te onderteekenen en daarna terug te zenden.Toen was 't of er een opluchting over hem kwam :„nu hebben ze mijn handteekening'' , zeide hij, „endus Been gebrek meer aan overtuigende bewijsstuk-ken." 'Monseigneur Devie, bisschop van Belley, waartoeArs behoorde, was een man met bijzondere gees-telijke kwaliteiten, een fijn gevoel en groot psycholo-gisch inzicht, daarbij een zeer vroom man, die als eenheilige bisschop bekend stond.Reeds lang had hij begrepen dat de asceet van Arsniet meer streefde naar aardsche dingen en in zijnnederig bestaan al een hooge volmaaktheid moest be-reikt hebben. Om zijn oordeel kracht bij te zettenzond hij echter zijn vicaris op onderzoek naar denpastoor. Toen glansde de hoop op en de aangeklaagdeverwachtte niet anders dan van zijn post ontslagen,zich te kunnen terugtrekken in de reeds lokkende een-zaamheid. De vicaris viel echter van de eene verba-zing in de andere, toen hij in het dorpje kwam enden bleeken man met zijn zachten blik in functiezag in de kerk, of opzocht in zijn leeg en eenzaamhuffs, terwiji voortdurend een drukke menigte vanvreemdelingen zich bewoog in kerk en op straat endaaronder ook vele priesters en kloosterlingen,Daarop verzocht de bisschop den pastoor in een vrien-delijk schrijven hem mede te deelen alle voorkomendemoeilijke gewetensvragen met de oplossingen, die hijgegeven had. De pastoor zond tweehonderd punten inen daarbij werden slechts twee gevallen gevonden, diebij een uiterst subtiel onderzoek door een uitmuntend

69

Page 80: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

theoloog anders opgelost konden worden. De wijzebisschop wilde op deze manier zijn oordeel in deoogen der geestelijkheid rechtvaardigen. Nu kon hijzeggen tot de heeren, dat die nederige pastoor „eenheilige was, een heilige, dien wij moeten bewonderenen navolgen." En toen op de jaarlijksche retraite vanpastoors gesproken werd over de „folie" van dencollega van Ars, zeide de bisschop : „mijne heeren,ik wensch u alien een beetje van die dwaasheid, zijzal uwe wijsheid niet schaden." Op de vraag of hetwaar was dat hij „peu instruit" was, antwoordde debisschop : „je ne sais pas s' it est instruit, mais it est&lake." *) Daarmee bevestigend wat de eenvoudigeCatherine reeds lang to voren in haar dagboek hadopgeteekend.Vianney, die reeds vele jaren leefde los van aardschestrevingen en van alle zinnelijkheid, in den gloed vaneen zalig meditatief gebed, dat zijn eenzaamheidvulde, voelde zelf wel van waar hem de mysterieuzehulp geboden werd : op een gewone catechismusleszeide hij tot de kinderen : „ceux qui sont conduits parle Saint-Esprit, ont des idees justus. Voila pourquoiit y a tant d'ignorants qui en savent plus long que lessavants." **)Maar naar zijn eigen diepe overtuiging bezat hij zelfniets, geen talent, geen kennis, geen deugd, niets watuitblinken kan in de oogen der menschen „Had God,zooals hij zeide, een onbeduidender, nietiger schepselkunnen vinden voor de bekeering der zondaars, danzou Hij den dommen pastoor van Ars zeker voorbij

*) „Ik weet niet of hij veel geleerd heeft, maar hij is innerlijk verlicht'.**) „Zij die geleid worden door den H. Geest hebben juiste opvattingen-Daarom zijn er zooveel onwetenden, die meer weten dan de geleerden".

70

Page 81: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zijn gegaan." Door den invloed van den vromen his-schop, misschien meer nog door de onweerstaanbarebekoring van een alles overheerschende liefde en kin-derlijke zachtheid, steeds voller uitgaand van dennederigen man zelf, verdween langzamerhand allejaloezie onder de geestelijkheid en tevens alle vreesvoor een mogelijke verwarring in den geest der be-volking. Toen stond hij weldra bij zijn collega's inhoog aanzien en eerden zij hem als een heiligen die-naar Gods.

7l

Page 82: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

VII

De pastoor van Ars gelijkt meer op een middel-eeuwer dan op een heilige uit het midden der negen-tiende eeuw. Zijn wonderen doen denken aan legendenuit heel oude tijden, fantastische duivelsverschij-ningen brengen de menigte in groote beweging. Zie-ken worden genezen, bezetenen worden bevrijd ; er isgroote verdeeldheid ander de menschen over de hei-ligheid of de dwaasheid van den eenvoudigen manen voortdurend is het dorp vol menschen, die komenter bedevaart of uit nieuwsgierigheid. En het schijnteen onafgebroken feest. Te midden der volksmassa'svan alle standen, van rijken en armen, van stedelin-gen en boeren, van vromen en spotters, van klooster-lingen in verschillend habijt, van gesluierde nonnenen wereldsch gekleede vrouwen, gaat de bleeke won-derdoener voort to leven alsof hij nooit iets bijzondersdeed en wil hij ook niets anders zijn dan de simpelepastoor van een afgelegen dorp. Ongestoord eaterontplooit zich het geestelijk drama van zijn leven metaltijd grootere intensiteit en brengt aan duizendennieuw zieleleven en een ongekend geluk.De ongeloovige van dezen tijd, in het bewustzijn zij-ner kennis zich verheven voelend boven alle geopen-baard geloof, ziet ook hem reeds verbleekt en wegge-schoven in een afgesloten tijdperk en beschouwt denman enkel als een psychisch verschijnsel, dat de toe-komst wetenschappelijk zal verklaren, zoodat al hetwonderlijke dat door tijdgenooten en getuigen overhem werd opgeteekend heel gewoon zal blijken ofbedrog. Misschien ook stelt men zich tevreden met

72

Page 83: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

een oplossing als massasuggestie en hallucinaties, ont.sprongen aan zieke hersenen.De litteratuur over het satanisme is oud en zeer uitge-breid. *) Veelal vindt men er verhalen van een wal-gelijke zinnelijkheid : zelfs daar waar door den duiveleen soort namaak geleverd wordt van mystieke lief-de is deze nog doortrokken van een stuitenden wel-lust.Bij pastoor Vianney zijn de kwellingen van geheelanderen aard, daar zij enkel ten doel hadden den hei-ligen man te storen in zijn levenstaak : het opvoerender vromen tot hooger volmaaktheid en vooral de be-keering der zondaars. Nooit deed de duivel zelfs eenpoging om hem te bekoren met zinnelijke lusten. Welhad hij veel te lijden van diabolische verlokkingentot een vlucht in de eenzaamheid en aldus zijn roe-ping prijs te geven, maar de door harde verstervingengelouterde geest bleef ongerept, ver verwijderd vanalle lagere neigingen.In den winter van 1824—'25, het zesde jaar van zijnverblijf in Ars, begonnen de nachtelijke bezoeken vanden duivel bij den pastoor op zijn kamertje in het een-zame huffs. Dat was nog in de jaren zijner zware zelf-kastijding en van zijn geweldig vasten, van zijn„folies de jeunesse" zooals hij zeide. Het was noggedeeltelijk in de periode van zijn strijd tegen dans-woede en dronkenschap, toen een brand van diaboli-schen haat tegen hem oplaaide uit de meest bedorvenkringen van het yolk.

*) Uit later tijd dient vermeld : le satanisme par Jules Bois met eeninleiding door J. K. Huysmans. En „l'etat mystique et les faits extra-ordinaires de la vie spirituelle par le chanoine A. Saudreau. Het gevalvan Vianney was enkel infestation en soms in lichten graad : „obsessionexterieure".

73

Page 84: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

De kleine pastorie, niet meer dan een boerenhuisje,lag aan het kerkplein buiten het dorp, slechts eenhuis stond op korten afstand. Achter de pastorie wasde groote wijdte der akkerlanden. In dien tijd leefdehij daar geheel voor zich, slechts zelden kwam eriemand bij hem aan huis en hij zocht nooit het gezel-schap van collega's in den omtrek. Aileen vrouwRenard kwam het noodige huiswerk doen en zijmocht er enkel werken als de pastoor in de kerk was.In den avond zagen de dorpelingen op de bovenver-dieping in zijn zit- en slaapkamertje het lampenlichtschijnen.Daar stond in een hoek het lage ijzeren bed met denharden stroozak en een boerebonte deken. Tegen denigeel gekalkten muur naast het raampje donkerden dezwarte oude folianten der Kerkvaders op het boeken-rek . . . de erfenis van zijn vriend pastoor Bailey.Een laag bruin kastje tegen den muur en daarbovenin twee rijen bonte platen van heiligen in lijstjes ; inhet midden daarvan een oude verbleekte Madonnanaar Murillo. Op den vermolmden vloer een paarrieten stoeltjes bij een tafel, waarop het dikke brevieren de lamp. Dit kamertje was in dien tijd het eenigevan het huis wat hij bewoonde. Toen de duivelkwam, was de pastoor pas genezen van een zwareziekte, die den door ascese verzwakten man nog meerhad ontredderd.Wanneer de pastoor na den langen stillen avond zijnlamp had uitgeblazen en neerlag op den hardenstroozak, was het of er een troep ratten op en neerbegon to loopen langs de gordijnen van zijn bed enhoorde hij hoe ze met lange halen het goed aan flar-den scheurden. En als hij dan het licht weer opstak

74

Page 85: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Zit-

en s

laapkam

er

van d

en p

asto

or.

Page 86: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 87: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zag hij niets en was alles stil. Om ze to verjagenplaatste hij eindelijk een hooivork bij zijn bed entoen het spel weer begon, sloeg hij met geweld tegende gordijnen en over den viper. Maar het hielp niet,telkens hoorde hij opnieuw dezelfde onverklaarbaregeluiden, toch bleef hij bij zijn meening dat het rat-ten of muizen moesten zijn, die zich 's nachts in hetleege huis verzamelden. Toen, op een winteravondom negen uur, klonken plotseling harde slagen, alsmokerslagen, tegen de voordeur en de deur benedenin het huis, en tegelijk hoorde hij ruwe onverstaanbarestemmen buiten in het donker. De pastoor sidderdeover heel zijn lichaam ; hij dacht, dat dieven de rijkekerksieraden, geschonken door den broeder van freuledes Garets, kwamen stelen. Hij opende het raam enriep : „wie is daar ?'' maar hij kreeg geen antwoorden zag niets. Het bonken op de deuren herhaaldezich verschillende malen en wend steeds heviger.Wanhopig van angst vroeg de pastoor aan den wa-genmaker van het dorp, Andre Verchere, een ster-ken man van acht en twintig jaar, of hij op de pas-torie wilde komen slapen.„leer gaarne, mijnheer pastoor, zoo getuigde in hetproces van onderzoek Verchere, dan ga ik mijn ge-weer laden. -Toen het avond was geworden, ging ik naar de pas-torie. Tot tien uur zaten wij, de pastoor en ik, onswarmend bij de kachel. „Laat ons slapen gaan !"zeide hij dan. De pastoor stond mij zijn kamer of enging slapen in het vertrek er naast. 1k sliep niet in.Tegen een uur hoorde ik met geweld de klink vande buitendeur rammelen, dadelijk dreunden zwareslagen tegen die deur en was er een lawaai in huis

75

Page 88: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

als het rollen van vele wagens. 1k nam mijn geweeren sprong naar het venster, dat ik open wierp. Ilckeek, maar zag niets. Het huis schudde van het ge-dreun ongeveer een kwartier lang en ik stond bevendop mijn beenen. Dadelijk toen het lawaai begon,had de pastoor zijn lamp aangestoken en kwam bijme. „Heb je gehoord?'' vroeg hij. „U ziet wel, datik gehoord heb, want ik ben op en heb mijn geweergenomen." - Het huis schudde of er een aardbevingwas.„ Je bent dus bang !" zeide de pastoor.„Neen, ik ben niet bang, maar mijn beenen beven,de pastorie gaat instorten."„Wat denk je dat het is !"„Ik geloof dat het de duivel is !" - Toen het gedreunwas opgehouden, gingen we naar bed."Den volgenden avond vroeg de pastoor in zijn angstweer den wagenmaker, dat hij hem gezelschap zouhouden, want de eenzaamheid drukte hem zeer.Maar Verchere weigerde : „ik heb er genoeg vanmijnheer pastoor !" zeide hij ronduit. Toen vroegVianney den burgemeester om hulp, en hij kreegdiens zoon en den tuinman van het kasteel, tweeflinke jonge mannen, mee ter bewaking. Zij sliepenop de pastorie twaalf achtereenvolgende nachten enhoorden niets, de pastoor echter werd herhaaldelijkopgeschrikt door eenzelfde geraas. Dan riep hij vanuit zijn kamer : „les enfants, n'entendez-vous rien?"maar zij hoorden niets ; „slechts een keer, verklaardede tuinman, hoorde ik een geluid alsof er met eenmes in snel tempo geslagen werd op een waterkan."

76

Page 89: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Elken nacht doorstond de afgetobde pastoor de vree-selijkste angsten ; er kwam een ongewone somber-heid over heel zijn wezen en zijn gelaat scheen nogmeer ingevallen en beenderig. Maar hij sprak nietvan duivelen of dieven, in zichzelf gekeerd vermeedhij alle vragen.Eindelijk wist hij ! In den avond was er veel sneeuwgevallen, een dikke laag gespreid over het stille dorp.Toen, tegen middernacht, klonken weer de moker-slagen tegen de buitendeur. „Op de binnenplaats,zoo vertelde hij aan Catherine Lasagne, rumoerdeeen bende als een leger van Oostenrijkers of Cosak-ken*) , die een onverstaanbare taal spraken. 1k spronguit mijn bed en snelde naar beneden, opende dedeur om hulp te roepen en de dieven te verdrijven."V6Or hem lag de stille binnenplaats, niets bewoogin de schemerwitte ruimte, maar ook Been enkelspoor was er gebleven van menschen of dieren ophet lichtende donzige sneeuwvlak. En plotseling vielover hem de ontzettende overtuiging : de duivel !Waarschijnlijk zal het beleven van dit moment doorden simpelen, nederigen man voor velen meer over-tuigend zijn dan de aangehaalde getuigenissen vanboeren.Zoo stond hij dan alleen in den nacht voor den aan-val der booze geesten, een zware angst doortrildezijn lichaam, maar onmiddellijk stelde hij zich inGods hand, zijn diepe godsvertrouwen vloeide uit

*) De herinnering aan zijn ontmoeting met de Oostenrijksche troepen opzijn tocht van Ecully naar Grenoble ter priesterwijding is hem altijd bij-gebleven. Het duitsch dezer lieden moet wel bijzonder ruw in zijn oorengeklonken hebben.

77

Page 90: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

in een volledige overgave, hij sloot de deur van zijnhuis en bleef met den duivel alleen. Toen dit ge-beurde, was Vianney acht en dertig jaar en reedszeven jaar pastoor. Als in den beginne was hij altijdgebleven de zondebok zijner kudde, al zijn strevenwas er op gericht to zijn een pastoor, die zijn plichtdoet, een eenvoudige werkman in den wijngaard van.den Heer, zooals hij in zijn jeugd was een goed werk-man van zijn varier. Zelf van boerenafkomst, sprakhij met de boeren als een hunner. Nooit zeide hij ietswat hun vreemd in de ooren klonk of getuigend vaneenige geleerdheid of overdrevenheid. Op den preek-stoel zelfs gebruikte hij hun eigen uitdrukkingen enbeelden, metaforisch in het geestelijke overgebracht.Zij kenden wel niet den onophoudelijken drang, diehun pastoor voortdreef op den weg naar de zuivererust in God, zij zagen in hem enkel den vromen pas-toor, onbewogen, altijd dezelfde zooals hij op bezoekkwam in hun huiskamer. Hij had geen omgang metmeer intellectueele menschen buiten de verplichteconferenties met zijn collega's, zij het dan korte ont-moetingen met de vijf-en-zestigjarige freule des Ga-rets. Ook deze kleine, zeer scherpzinnige vrouw, diehem met groote belangstelling observeerde, vondnooit eenige overdrijving of exaltatie in zijn woordenen Baden. En de gevoelige Catherine, mededirectricevan zijn Kinderhuis de Providence, die hem daardagelijks zag en wel het diepste inzicht had in zijngeestelijk leven, kende hem als een altijd evenwich-tig, verstandig mensch. Toen men in het dorp reedsovertuigd was van den helschen oorsprong der ge-luiden, zat Vianney 's nachts nog in doodsangst voordieven en moordenaars in zijn alleen gelegen huis.

78

Page 91: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

In den eersten tijd na dien avond waren de hatelijkemanifestaties een ware foltering van angst, maarnimmer konden zij den pastoor brengen tot gedach-ten, dat die plaag een straf kon zijn voor begane fourten of tot twijfel aan zuiverheid van zijn innig ennederig leven in de goddelijke lief de. De jarenlangekwellingen schonken hem juist het vertrouwen datzijn werk rijke vruchten afwierp, want hij ondervond,dat het duivelslawaai in den nacht het vinnigst waswanneer 's morgens een groote zondaar in zijn biecht-stoel kwam neerknielen.Ontelbare nachten, toch al zoo kort door hem voorrust afgemeten, moest hij geheel of grootendeels sla-peloos doorbrengen. Soms stak hij het licht op mid-den in het gruwelijk rumoer, dan lag hij op zijn bed,rond kijkend in het schemerlichte kamertje naar derij van bonte heiligenplaten boven de commode, mij-merend over de welbekende vrienden en hun mooileven en half luid zeide hij in groot geduld : „mijnGod, ik offer U gaarne eenige slapelooze uren voorde bekeering der zondaren." En dan plots was al hetgespook verdwenen en heerschte diepe rust in hetheele huis.De diabolische verschijnselen wisselden veelvuldig in,den loop der jaren. Zij werden door Catherine Las-sagne trouw opgeteekend in haar dagboek ; broederAthanasius, die hem als hulp werd toegevoegd, deeddezelfde verhalen bij het proces van onderzoek voorde zaligverklaring. En buiten deze zijn er nog veleandere getuigenissen verzameld gedurende het levenvan den pastoor.Gewoonlijk kondigden de zware hamerslagen in dennacht de komst van den boozen geest aan. Verschrikt

79

Page 92: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

vloog de arme pastoor uit zijn slaap overeind ; ervolgde groot rumoer beneden in huis, dan in de trap,tegelijk hoorde hij die hatelijke ruwe stem. Eenoogenblik later, zonder dat de deur openging, was deduivel in zijn kamer. „Ik vraag hem niet om binnente komen, zeide de pastoor tot Catherine, halflachend half bedrukt, maar hij komt toch !'' Er wasniets te zien, maar de stoelen werden omvergegooid,de groote meubelen op en neergeschud, dezelfde ake-lige stem klonk luid in zijn kamer : „Vianney ! Vian-ney ! truffeleter !*) Je bent nog niet dood. 1k zal jewel krijgen !'' En met gehuil als van een woedendehond of brommend als een wild dier, schudde hijde gordijnen van het bed. Of hij sloeg met vinnig-heid de tom op tafel, op de schoorsteen of de wasch-kan. Dan was het weer of hij met geweld spijkerssloeg in den vloer van het vertrek. Soms klonk ereen schor gezang door het stille kamertje. „De duivelheeft een leelijke stem – , vertelde de pastoor. Eenandere nacht werd de uitgeputte man wakker gehou-den als door een eindeloos getrippel van een kuddeschapen op den zolder haven zijn hoofd of wel doorhet gedaver van een springend paard, met zijn ijzersneerslaand op den steenen vloer in de benedenkamer.Eens vulde het gezoem van een zwerm bijen de nach-telijke stilte. De pastoor stak de lamp op, opende hetraam om ze te verjagen, maar zag niets meer. Eenander maal echter opgeschrikt door een sinister ge-ruisch, zag hij bij het lamplicht zijn kamer vol vanzwarte vleermuizen, fladderend langs de zolderingen de gordijnen rond zijn bed. Vele nachten achter

*) In de volkstaal voor aardappel

80

Page 93: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

elkander was er op de binnenplaatsen een helsch tu-mult van onbeschrijfelijke stemmen, zoo dreigend datde pastoor lag to beven in zijn bed. „De duivelshielden hun parlement op mijn cour'', vertelde hijen herinnerde als vergelijk weer aan de tierende envloekende Oostenrijksche benden op den weg naarGrenoble.

6. De Pastoor van Ars. 81

Page 94: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

VIII

Verschillende malen werd hij wakker met het gevoelalsof er een hand zachtjes over zijn gezicht streek,soms alsof er ratten over zijn gezicht en handen lie-pen, soms weer of er een hond snuffelde en bliesover zijn kussen en zijn hoofd. Op een avond, toenhij nauwelijks te bed lag, werd het harde bed heeldonzig en zacht en hij zelf zonk in die zachtheid weg ;tegelijk hoorde hij een diep wellustig zuchten vanvoldaanheid en aanmoedigende woorden om zich telaten gaan : „ha ! ha ! allons, allons l'' Toen schrok dearme asceet hevig en maakte een kruis : en de be-goocheling was verdwenen. De duivel verborg zichook wel onder zijn bed, zelfs onder zijn hoofdkussenen liet dan wren lang een akelig gekerm hooren, eenzwak zuchten als van een stervende of een nijdig ge-gil wat den slapelooze pijnlijk in de ooren klonk.De pastoor vertelde dat alles gaarne, meestal op halfhumoristischen toon. Niettemin beteekenden diekwellingen voor hem niet enkel het gemis van eenverkwikkenden slaap na een uiterst zware dagtaakbij veel ontbeeringen en vasten, maar zij waren ookeen voortdurende verstoring van de zoo verlangenddoor hem gezochte eenzaamheid, een vertroebelingder zuivere stilte van alleen zijn in meditatie of ge-bed. En daardoor drukte hem de leegte van het huisdes te meer. Eens had hij voor een nacht een mis-sionaris van Pont d'Ain te logeeren ; toen zij samennaar boven gingen naar hun slaapkamers, voelde depastoor plotseling dit samenzijn als een vertroostingen den missionaris latende v6Orgaan, zeide hij opge-lucht : „O, mon ami, ce n'est pas comme hier :

82

Page 95: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Past

ori

e v

an A

rs (

rech

ts).

Page 96: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 97: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

c'etait le grappin *) qui montait levant moi, on au-rait dit qu'il avait des bottes !"Al deze gebeurtenissen en nog vele andere, door deFransche biografen aangehaald, werden enkel doorhem waargenomen en aan Catherine of broederAthanasius verteld. Spoedig had zich het vreemdegerucht in den verren omtrek verspreid en er kwa-men nog meer bezoekers naar het afgelegen dorpje,vooral toen ook de dagbladen van Lyon uitgebreideberichten begonnen te brengen over den pastoor vanArs en het duivelsbezoek. Nu waren het niet meerenkel vrome menschen, die den ascetischen geeste-lijken leider zochten, den eenvoudigen man in zijngroen versleten soutaan, met de lange sluike harenlangs de ingevallen slapen, met de diepe oogen, dieevenals altijd, de zuiverheid van een onbewogen in-nerlijk licht weerspiegelden. Er kwamen velen enkeluit nieuwsgierigheid. Langs den weg voor de binnen-plaats van „het spookkuis" stonden zij wachtend omden zonderlingen man te zien, als hij van het kerkiehuiswaarts ging.Er waren groote meeningsverschillen over die raad-selachtige dingen en op straat hoorde men luid ge-twist, dat soms het heele dorpje in opschuddingbracht. De meesten verklaarden natuurlijk alley doorauto-suggestie, ontstaan bij den bleeken man doorlectuur van fantastische duivelsverhalen in oude hei-ligenlevens.

*) „O, beste vriend, dat is niet als gisteren, toen ging de duivel voormij naar boven, 't was alsof hij laarzen aan had."Grappin was zijn gewone benaming voor den duivel, beteekent letterlijk :dreghaak, grijphaak.

83

Page 98: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Zoo oordeelden zelfs zijn eigen collega's in het bis-dom.Het was nog in de eerste jaren der vreemde verschijn-selen, in den winter van 1826. De oude pastoor vanSt. Trivier, een dorp op twaalf kilometer afstand,had met andere geestelijken ook Vianney gevraagdvoor de viering van het groote Jubileum. In den vroe-gen Decembermorgen, nog lang voor het licht werd,begaf de pastoor zich op weg. Zijn rozenkrans bid-dend, ging hij langs de donkere veldwegen : geko-men op een punt, waar de weg daalde tusschen tweebegroeide bermen, zag hij plotseling over het struik-gewas rondom een fellen gloed als van een grootvuur en hij voelde de afstraling in zijn gezicht. Naar-mate hij verder ging, liep de vuurglans langs de ber-men over de struiken ; Vianney dacht aan de zon-daren die hem wachtten maar voelde geen vrees :ongestoord ging hij verder en bad den rozenkrans.Hij bleef ongeveer drie weken in het dorp, preekteen moest bijna dagelijks vele uren in den biechtstoeldoorbrengen.Op een avond zaten de geestelijken alien samen opde pastorie, ook Vianney. Nu waren het juist zijncollega's van het bisdom, die het minst geloof schon-ken aan „de dwaze duivelsverhalen". Overal waarde pastoor met hen samenkwam, stond hij bloot aanhun uitgelaten spot, dien hij met blijdschap om devernedering opnam. Zoo ook bier, al had hij vol-strekt niet gesproken over het sinistere verschijnsel,dat zijn gang naar St. Trivier begeleidde.Abbe Monnin, nog altijd een der meest belangrijkeFransche biografen, verhaalt het verdere voorval :dien avond werden de verwijten der heeren bijzonder

84

Page 99: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

hevig, hun spot brak uit in stroomen van ware bitter-heid. Men was het eens, dat die helsche mystiek nietanders was dan een waanzinnige fantasmagorie enmen schold den pastoor uit voor visionnair en ma-niak : indien hij voldoende slaap en voedsel nam,zouden zijn hersenen zich niet bevolken met schim-men.Vianney antwoordde niet en trok zich terug in zijnkamer. Even later gingen ook de geestige lachersnaar bed, in de luchtige stemming van geleerden,die, al geloofden zij aan den duivel, toch slecht kon-den aannemen zijn inmenging in het leven van denpastoor van Ars.Maar omstreeks middernacht worden zij opgeschriktdoor een geweldig lawaai, de heele pastorie is in be-weging, de deuren slaan open en dicht, de ruitenrinkelen, de muren schudden. Zij herinneren zich,dat Vianney gezegd heeft : „Gij moet niet verwon-derd zijn, indien gij dezen nacht leven hoort." Zijdringen zijn kamer binnen, hij ligt rustig te bed. Volangst schreeuwen ze allen tegelijk : „gij moet op-staan, de pastorie valt in elkaar."Maar de pastoor antwoordt met een glimlach : „o,ik weet wel wat het is, ge moet maar weer slapengaan, er is niets te vreezen."Zij zijn gerustgesteld en het gedruisch houdt op. Eenuur later, in de diepe dorpsstilte van den nacht,klinkt er een zacht belletje. Vianney staat op en vindtaan de voordeur een man, die uren ver gekomen wasom te biechten. Onmiddellijk gaat hij met hem naarde kerk en blijft er tot den dageraad om een grootaantal biechtelingen te hooren. Zoo ging het gewoon-lijk, wanneer het duivelsche geweld heviger werd,

85

Page 100: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

was het een teeken, dat de genade een grooten zon-daar tot hem voerde''.*)Op een missie in het dorpje Montmerle werd Vianneyreeds den eersten nacht met heel zijn ledikant doorde kamer rondgesleurd. Toen zijn zuster Margueriteeenst op de pastorie logeerde, hoorde zij haar broerom een uur 's nachts naar de kerk gaan om biecht tehooren. Even later klonk er vlak naast haar bed eengeweldig lawaai , alsof er vele mannen met krachtop de tafel sloegen. Zij stale licht op maar zag niets,hoorde ook niets meer. Meenend gedroomd te heb-ben, blies zij het licht uit om weer te slapen. Danklonk opnieuw hetzelfde geraas. Vol angst kleeddezij zich aan en ging ook naar de kerk. Den volgendenmOrgen zeide de pastoor : „ Je moet niet bang zijn,dat is de „grappin'', maar hij kan je niets doen.Sams trekt hij me bij de voeten en sleurt me door dekamer. Dat komt omdat ik zondaars bekeer totGod."Zoo zijn er een groot aantal gevallen in den loop derlange jaren, maar nog bij het leven van Vianney op-geteekend, waarin ook andere menschen de angst-wekkende plagerijen mede beleef den. En dan is hetvreemd, dat de twee hulppriesters, abbe Raimond,die acht jaar, en Toccanier, die daarna zes jaar opde pastorie van Ars verblijf hielden, nooit een enkelongewoon geluid hoorden. Dit kwam, zegt de Fran-pche biograaf, omdat de vervolgingen enkel den pas-toor golden.

*) Het zeer gedocumenteerde leven door abbe Fr Trochu noemt de gees-teliiken• getuigen van dit voorval bij naam en voegt er nog aan toe,dat den volgenden dag een bij name genoemd edelman uit de streek,die sinds jaren niet meer in de kerk kwam, openlijk de geheele kerkd 'oorschreed om te gaan biechten bij pastoor Vianney.

86

Page 101: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Andere priesters echter hoorden wel den duivel inhet kleine kamertje van den pastoor. Abbe Renard,de zoon van de buurvrouw. logeerend op de pastorie,hoorde meermalen de griezelige rauwe stem : „unevoix aigre et sauvage, qui imite le icri d'une betefauve." *) 1k heb duidelijk gehoord, zegt hij, datdie stem riep : „Vianney ! Vianney ! wat doe jedaar ! Ga weg, ga weg !''Niet alleen in den nacht rumoerde de booze geest omde rust en de stilte te rooven van den afgetobdenheilige.In haar dagboek verhaalt Catherine een wonderlijkgebeuren, nog uit de eerste jaren.„Op een avond kwam de pastoor bij ons in „deProvidence" (het kinderhuis) een zieke bezoeken.Toen ik uit de kerk thuis kwam, zeide hij mij : „gijhoudt van nieuwtjes : welnu, ik zal je vertellen watmij nog dezen morgen gebeurde. Er lag iets op mijntafel . . . je weet wat ik bedoel?" — Het was zijngeese!. — „Dat ding begon plotseling te loopen alseen slang. Het deed me schrikken. Je weet dat er eenkoord bovenaan zit. 1k heb het koord gegrepen, hetwas stijf als een hout. 1k heb het ding weer op detafel gelegd. Maar tot driemaal toe begon het rondte loopen." Toen zeide een onderwijzeres, die er bijwas : „U hebt misschien de tafel doen kantelen."„Neen'', antwoordde de pastoor, „ik raakte ze nietaan." Dan sprak hij weer over gewone dingen.De jaren gaan voorbij. In onafgebroken regelmaatgaat de man met den diepen blik elken dag op ge-zette tijden zijn gang door de menigte. Want winter

1 „Een bittere en woeste stem nabootsend den schreeuw van een wilddier."

87

Page 102: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

en zomer overstroomen vreemdelingen en landgenoo-ten het kleine dorp. Voor de oogen der menschendezelfde, is Vianney toch een andere geworden. Nietin de zoozeer begeerde eenzaamheid, maar middenin het gewoel, in de uitvoering zijner bovenmensche-lijke taak is hij al hooger gestegen boven de zwaarteder stoffelijke dingen, hij ziet het verleden en de toe-komst van die tot hem komen, van de goede en vande booze. Wonderen, ongelooflijk voor de menschender negentiende eeuw, zijn geschied op zijn gebed.Hij spreekt woorden van sublieme simpelheid, dieals iets kostbaars worden bewaard door velen in deonrust van de wereld. Mysterieuze hemelsche ver-schijningen zijn hem nabij, als steun bij zijn somberwerk in het donkere moeras der ondeugden. Maarnog altijd komt de duivel om door lichamelijke uit-putting den man te beletten zijn onuitputtelijke gees-telijke krachten uit te storten over de duizenden, diehem omstuwen. Het duivelsbezoek is voor hem ietsheel gewoons geworden, hij neemt het aan als eenweldaacl Gods voor de bekeering der zondaars. „Lediable et moi", zegt hij schertsend, „nous sommesquasi camarades''. *)In 1842 kwam er een vroeger militair, nu bij de gen-darmerie, naar Ars. Laat aangekomen in de nachte-lijke stilte, voegde hij zich bij de pelgrims, die bij dekerkdeur den pastoor afwachtten. Maar de man hadeen groot verdriet te dragen, zocht weer de eenzaam-heid en liep alleen wat rond over het plein en langsde pastorie. Hij wist niet of hij zou biechten, maarwilde in ieder geval den pastoor spreken. Plotseling

*) „De duivel en ik, wij zijn net als vrienden."

88

Page 103: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

schrikt hij op uit zijn gemijmer, een rauwe schreeuwhoort hij klinken uit het raam der pastorie : „Vian-ney ! Vianney ! Kom dan, . . . kom dan toch !'' Ge-heel ontdaan wijkt hij eenige passen terug. Eenoogenblik later verschijnt de pastoor met een lan-taarn in de hand aan de voordeur en vindt den ban-gen man in het donker. „Mijnheer pastoor'', zegt hijin groote opwinding, „men wil u aanvallen, maar ikzal u verdedigen." — „'t Is niets, vriend, het is de„grappin". Hij neemt den man bij de hand, nogbevend van emotie, en brengt hem naar de sacristie.Dan zegt de pastoor, nog vOcIr dat de gendarme eenwoord heeft gesproken : „gij hebt een groot verdriet,mijn vriend, uwe vrouw hebt ge verloren bij de be-valling, maar God zal u helpen. Eerst uw gewetenin orde brengen, dan zult ge gemakkelijker uw zakenregelen.'' Vol verbazing viel de vreemde op zijnknieen om te biechten en andermaal openbaarde depastoor hem daar in het schemerlicht der sarcristiegeheime dingen uit zijn leven, die niemand wetenkon.Volgens de eigen verklaring van den pastoor, toenreeds oud geworden, was het ook de „grappin" dieden brand had ontstoken op zijn kamer 's morgenstoen hij in de kerk was om de mis te lezen. Het bedmet de gordijnen verbrandde geheel, evenals allesbinnen een rechte lijn, die liep langs het relikwie-schrijn der H. Philomena. Hoewel de lage houtenzoldering en de verdere omgeving buitengewoon Lichtvlambaar waren, doofde de brand uit, even raadsel-achtig als hij ontstond.Onder de duizenden zieken, die jaarlijks uit geheelFrankrijk en van over de grenzen gevoerd werden

89

Page 104: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

naar den wonderdoener in het afgeleged Ars, bevon-den zich ook vele menschen verdacht van duivelsbe-zetenheid. Juist voor deze ongelukkigen zocht menredding bij den heilige, die het grootste deel van zijnleven gefolterd werd door de woeste razernijen vanden onzichtbaren medebewoner in zijn huis. Bij ditsoort zieken waren zeer vele gewone zenuwpatienten,wat aan het heldere oog van den pastoor niet ontging.Maar niet altijd was het zoo. Daarom had de bisschophem volmacht gegeven het exorcisme toe te passenzoo dikwijls hij zulks noodig vond. Doch geen enkelgeval wordt vermeld, dat de nederige man van die vol.macht igebruik maakte. Hij was immers een gewonedorpspastoor en wilde niets weten wat hem onder-scheidde van anderen.Er is veel rumoer van menschen op het plein onderde boomen. Temidden van een groote menigte dansten tiert met akelige geluiden een oude vrouw in ar-moedige kleeding. Zij werd door haar zoon aange-voerd uit de omgeving van Clermond-Ferrand. Reedsveertig jaren lang is zij lijdende aan razernij. Haarzoon tracht te vergeefs haar tot kalmte te brengen,angst en medelijden staat op de gezichten van hetnieuwsgierige yolk. Men laat haar wat gewijd waterdrinken, onmiddellijk barst zij uit in een nieuwe woe-de, werpt zich tegen de muur van het kerkje, knersten bijt langs de ruwe steenen, zoodat weldra mond enkin bemorst zijn met bloed. Maar het is de tijd, waar-op de stille heilige man van de pastorie naarde kerk zal gaan om zich voor lange uren opte sluiten in den biechtstoel. Er dringt een onbe-kende priester uit het yolk en met behulp van denzoon weet hij de vrouw te brengen in de voorste rij

90

Page 105: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Tangs den weg, Bien de pastoor zal gaan, dwars doorde dichte menigte. Plotseling wordt het stil op hetplein, de pastoor in zijn wit superli gaat langzaamkerkwaarts. VO6r de vrouw met de woeste oogen enhet bloedend gezicht blijft hij staan, hij ziet haar zwij-gend aan, heft dan langzaam den arm omhoog enzegent haar met een groot kruis . . ., de woestheid isgebroken, gedwee en kalm, als ontwaakt uit diepenslaap, zit de vrouw in den kring der verwonderde me-nigte. Zij is voor goed genezen.Een jonge onderwijzeres uit de stad Orange, begeleiddoor de overste van het klooster, waar zij les geeft eneen kapelaan uit Avignon, treedt in den vroegen mor-gen de sacristie van Ars binnen op het oogenblik datde pastoor zich wil gaan kleeden om mis te lezen.Zoodra zij hem ziet, tracht zij met alle geweld tevluchten : „er zijn hier te veel menschen !" roept ze.„Te veel menschen ! dan zullen ze weggaan." En hijblijft met haar alleen, terwijl de kapelaan in de kerkvoor de gesloten deur staat. Eerst hoort men daarslechts vage, verre stemgeluiden. Dan opeens klinkende stemmen duidelijk en de kapelaan verstaat alles :„Gij wilt dus beslist weg?" „ Ja !" „Waarom?"„Omdat ik ben bij iemand van wien ik niet houd !"„Houd je werkelijk niet van me?" . . . Neen ! eenlang gerekt „peen" snijdend door de stille morgen-kerk. Bijna onmiddellijk daarna gaat de deur open enverschijnt het jonge meisje in de kerk, ingetogen, meteen glans van geluk op het gelaat. Plotseling echterverdwijnt die glans en met angstige oogen wendt zijzich zijwaarts tot den pastoor : „ik ben bang, dat hijkan terugkomen !" „Neen, mijn kind, ten minste nietzoo gauw." Zij kon haar taak weer hervatten en bleef

91

Page 106: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

verder geheel normaal. Wat deed de pastoor om haarte bevrijden? Het lange rituale van het exorcisme konhij in dien korten tusschentijd niet hebben uitgespro-ken. Vermoedelijk waren zijn gebed en de zegenendehand weer voldoende om het wonder te bewerken.Nog een merkwaardig geval wordt door Catherine ver-meld in haar dagboek en abbe Monnin, die hetzelfdeverhaal doet, verklaart dat dit is „une reproductionlittcrale faite sous la dictee de M. Vianney''. *) Hetgebeurde in den namiddag van 23 Januari 1840.Bij den biechtstoel in de kapel van St. Jan den Doo-per zitten eenige vrouwen, waarbij ook een paarmeisjes uit Ars, vriendinnen van Catherine, hare beurtof te wachten. Een eenvoudig gekleede vrouw, vanver gekomen uit den omtrek van Puy-en-Velay, is aleen pons geleden den biechtstoel ingegaan. Het isheel stil in het kleine kerkje, waar de vertrouwde hei-ligenbeelden bont kleuren in den bleeken winterdag.De vrouw zit geknield voor den pastoor maar zegtniets, de pastoor vraagt haar eerst zacht en dan luiderhaar biecht te beginnen. Nu klinkt plotseling eenscherpe harde stem door de stilte : „Ik ben onster-felijk."De pastoor : „gij zijt dus de eenige mensch, die nietsterven zal !"De vrouw : „ik heb slechts een zonde gedaan in mijnLeven en ik deel uit van deze schoone vrucht aan iederdie er van verlangt. Hef je hand op en geef mij deabsolutie. Gij heft ze wel eens meer voor mij op !"De pastoor : „Tu quis es?" *)De vrouw : „Magister kaput ! .... en weer in 't

.*)„Een letterlijke weergave, gemaakt onder dictee van M. Vianney."**)„Wie zijt gij?"

92

Page 107: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Fransch : „leelijke zwarte pad ! Wat doe je mij lij-den ! maar toch gebeurt het, dat je voor mij werkt .. .Waarom help je de biechtelingen bij hun gewetenson-derzoek ? Is dat wat ik ze laat doen niet voldoende ?"De pastoor : „Maar zij wenden zich toch tot God al-vorens hun geweten te onderzoeken."De vrouw : „ Ja, maar alleen met de lippen. 1k benveel meer hier in de kapel dan je denkt. 1k zeg je datik hun gewetensonderzoek doe, mijn lichaam ver-dwijnt, maar mijn geest blijft . . . gij zijt een gierig-aard !"De pastoor : „Dat kan moeilijk. 1k heb maar weinigen dit weinige geef ik met een goed hart."De vrouw : „Van die gierigheid spreek ik niet, gij zijtzielengierig en rooft er mij zooveel je kunt, gij zijt eenleugenaar, gij zegt altijd dat je zult heengaan en jedoet het niet."Dan vertelt de vrouw, hoe zij (hij) den vorigen Zon-dag hem in het begin der Mis gestoord en verontrusthad, zooals gebeurd was, en gaat voort : „het paarseKleed (de bisschop) heeft je geschreven voor kort(dat was zoo) , maar ik heb gemaakt, dat hij een be-langrijk punt vergeten heeft."De pastoor : „Zal Monseigneur me laten vertrekken?"De vrouw : „hij houdt te veel van je ! Zonder die .. .(en dan volgt een afschuwelijke scheldnaam voor deH. Maagd) , zoudt ge reeds lang weg zijn. We heb-ben alles gedaan om je er uit te werken, maar we zijnniet geslaagd door die . . . (weer het gruwelijkescheldwoord voor de H. Maagd) . Het paarse Kleed(de bisschop) is even gierig als jij ! hij doet mij ookveel lijden . . . Mons ! hef je hand over mij op, zoo-als over zooveel anderen .....

93

Page 108: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

De pastoor : „wat zeg je van die . . (een priestervan groote deugden) .De vrouw, met een stem vol woede en haat : „ik houdniet van hem !"De pastoor : „En van die . .De vrouw : „die laat ons doen wat wij willen. Er zijnvan die zwarte padden die ons minder doen lijden.De pastoor : „ik zal aan Monseigneur schrijven om jeuit to drijven."De vrouw : „maar ik zal je hand doen beven, dat jeniet schrijven kunt . . . ik zal je wel krijgen, je bentnog niet dood en sterkeren heb ik overwonnen. Waar-om sta je zoo vroeg op? Je bent ongehoorzaam aan hetpaarse Kleed. Waarom preek je op zoo simpele ma-nier? Dat doet je doorgaan voor een onwetende. Waar-om preek je niet in grooten stijl zooals in de steden?Wat vind ik het prettig bij die groote preeken, die nie-mand hinderen en de menschen laten leven zooals zewillen.9,En dan volgen weer nieuwe hatelijkheden voor denvromen bisschop van Belley en andere geestelijken.Vreemd is het echter dat Been enkele biograaf ver-haalt hoe het geval eindigde? Is de vrouw weggeloo-pen uit den biechtstoel? heeft de pastoor ook haartenslotte kunnen bevrijden? wat heeft hij voor haargedaan? ....In zijn laatste levensjaren verdween langzamerhandde duivel geheel uit de nabijheid van den heiligenman. De mystieke liefde, opgestegen tot extase, door-straalde bij afnemende lichaamskrachten, zijn heelewezen, als was er een bovenaardsche zuiverheid overhem gekomen, zoodat God niet meer gedogen kon deongure diabolische bezoedeling van zijn omgeving.

94

Page 109: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

IX

Toen pastoor Vianney in Ars kwam, was het kerkjeniet veel meer dan een bouwval, evenzeer inwendigals uiterlijk. Maar onmiddellijk begon hij „le menagedu bon Dieu'' in eere te herstellen. Uit zijn vaderlijkeerfenis liet hij een nieuw hoogaltaar bouwen met rijkverguld tabernakel. Als een werkman met inspanningvan al de kracht zijner magere armen, hielp hij meebij de plaatsing en toen hij de nieuwe goudschitteringzag in de morgenzon op het misuur, was zijn hart be-vredigd.Maanden lang was hij bezig als schilder, bekleed meteen lang schort, om de houten betimmering van kooren kerk opnieuw te schilderen en als er een dorpelingsoms de kerk binnen kwam, zag hij hem aan het werkgeheel in zichzelf gekeerd, als deed hij een stil ge-bed. Zoo immers, wist hij, herstelde ook Franciscushet kerkje van San Damiano.Dertig kilometer te voet ging de pastoor naar Lyon,inkoopen doen bij den zilversmid en in winkels vankant- en borduurwerk. Die menschen staarden ver-wonderd op den kleinen onaanzienlijken man in ver-sleten soutaan, wanneer hij voor zijn kerk het mooisteuitzocht wat hij vinden kon en uit zijn zak betaalde.In 1820 begon de restauratie der kerk. Het wankelehouten klokketorentje werd afgebroken en boven debegroeide hellingen verrees een baksteenen romaan-sche toren met sierlijke antieke zuiltjes in de klank-ramen, afkomstig uit de middeleeuwsche abdij vanSalles, die de pastoor tot zijn groote blijdschap wistte verwerven. Twee nieuwe klokken werden er in op-gehangen : op de eerste stond de inscriptie „j'ai ete

95

Page 110: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

donne par Messire Jean-Marie Vianney . . . en verderde doopnaam der klok. Zij werd de bekende rozen-kransklok, die dagelijks in den vallenden avond luid-de voor het rozenkransgebed, dat door het enkelevoorbidden van den pastoor langzaam uitgroeide toteen levendige devotie. Dan bouwde Vianney in diejaren telkens een nieuwe zijkapel, want telkens weerbleek de kerk te klein. De eerste in 1820 voltooid,was een Maria-kapel, met veel verguldsel en een ge-kleurd Madonnabeeld in het schemerlicht van eenklein venster. Gedurende veertig jaren van groeiendeliefde tot de Madonna, zijn „moeder'' zooals hij ge-woon was haar te noemen, las de pastoor er elkenZaterdag de mis. En, in de eerste tijden, toen het nogrustig was in Ars, zag men hem daar in een schemerighoekje, verzonken in eindelooze meditatie.Drie jaren later kwam de kapel van St. Jan de Doo-per. Dat was in het felste van zijn strijd tegen de dans-woede. In den boog, die de kapel verbond met hetschip der kerk, liet hij met groote letters zetten :„Zijn hoofd was de prijs van een dans !" De kapelwerd ingewijd op het feest van St. Jan, 1823. Toenzou St. Jan den pastoor zijn verschenen en hem ge-toond hebben de eindelooze reeksen van zondaren enafgedwaalden die in den loop der jaren daar zoudenkomen neerknielen in zijn biechtstoel. Catherine ver-telt het in haar dagboek. „Op een Zondag in de preekzeide de pastoor : „indien gij wist wat er gebeurd isin deze kapel, zoudt gij er niet durven binnentreden !1k zeg verder niets. „Dit herhaalde hij verschillendemalen, als was hij nog geheel er van vervuld." Hetwas de eerste maal dat de pastoor een mededeelingdeed over een contact met de bovenzinnelijke wereld ;

96

Page 111: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

de indruk was groot, doch de uitleg, aan zijn geheim-zinnige woorden door de parochianen gegeven, werddoor hem nooit bevestigd.In latere jaren volgden nog drie andere kapellen, dieder H. Philomena in 1 837 , toen Ars reeds over-stroomd werd door vreemdelingen. Aan den voet vanhet altaar zag men met bleeke wangen de jonge mar-telares uit het oude Rome in rood fluweelen mantelachter de glazen wand van haar kist en de muren derkapel werden behangen met exvoto's van ziekenwaarvoor zij de genezing verkreeg, als de pastoor zehaar toezond in de kapel. Vianney bewaarde in hetdiepste van zijn wezen altijd iets van de klaarte eenerkinderziel, hij voelde zich bijzonder getrokken tot hetmeisje, dat haar ontbloeiende jeugd had geofferd inden marteldood. Zijn vereering werd tot een mystiekevriendschap, als een geestelijke idylle loopend doorzijn leven van geweldige ascese en lijden. Hij sprakover zijn „chere petite sainte'' met woorden van lichteblijdschap in de voile zekerheid van haar voortduren-den bijstand, soms bijna van haar aanwezigheid.De pastoor versierde zijn kerkje ook met vele heiligen-beelden en platen langs de muren en overal waar hijmaar een plaatsje vinden kon. Voor hem, die van ofzijn jeugd de levens van zoo vele heiligen in een gloedvan zuiverheid aan zijn geest zag voorbij trekken bijregelmatige lezing, leefden die heiligen in hun simpelebeelden met de intensiteit van geloof en liefde, diezij op aarde bereikten en in den vertrouwelijken een-voud zooals zij daar saamgebracht waren in het oudekerkje, meende hij, moesten zij ook alle bezoekersbrengen tot meditatie en een bewogen gebed. Er was

7. De Pastoor van Ars.97

Page 112: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

ook een mooi geschilderd portret van den armen zwer-ver Benoit Joseph Labre, die in dezen tijd zelfs nogniet zalig gesproken was door Pius IX. Dit gebeurdeeerst twee maanden voor Vianney's dood. Maar depastoor had, gelijk reeds vermeld, al sinds jaren eengroote liefde voor dezen „vagebond", zooals die pel-grim zichzelf noemde met een diepe zelfverachting.Zelfs in de smalle trap van zijn pastorie hadhij opgehangen — en zij hangt er nog altijd, —een groote plaat van den jongen Benoit naar eenschilderij van een fransch Kunstenaar gemaakt inRome. *)Grooten steun in zijn werk tot opluistering der kerkontving de pastoor van den broer der kasteelbewoon-ster, den vicomte Francois des Carets uit Parijs. Her-haaldelijk kwamen vandaar groote kisten met een rijk-dom van schitterende dingen, misgewaden, kasuifels,vaandels van fluweel en zijde met prachtige borduur-sels en wonderlijke heiligenfiguren versierd. En alsde boeren van Ars de kisten aanbrachten op het kerk-plein, was er groote spanning en opgetogen drukte.Den pastoor rolden tranen van ontroering over dewangen, als de deksels weggenomen waren. „Kombier !" riep hij tot een oud vrouwtje dat voorbij wildegaan, „wil je nog iets moois zien voor je stervengaat?" en hij toonde haar de overweldigende pracht,opglanzend uit de kisten. „Maar in den hemel,"zeide hij dan, „is alles nog veel mooier !" Dat wasweer die kinderziel, plotseling opengaand in het altijdbrandend verlangen naar God. Doch alle parochianen

*) Een reproductie hiervan werd opgenomen in „de Heilige Pelgrim''.Uitgave Paul Brand, Hilversum.

98

Page 113: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Kerk

van A

rs o

mstr

eeks 1

840.

Page 114: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 115: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

wilde hij doen meeleven in zijn lichte vreugde endaardoor brengen tot inniger vroomheid.Op den dag van St. Sixtus, den patroon der kerk,trok hij uit met heel zijn kudde naar het Mariaheilig-dom van Fourvieres bij Lyon om de nieuwe schattenen tevens zijn parochianen toe te wijden aan de H.Maagd. Reeds in de blauwe morgenschemering vanden Augustusdag verliet de processie het dorp, degouden banieren glanzend boven de hoof den der ro-zenkrans-biddende boeren en boerinnen, voorop metneergeslagen oogen, de pastoor in stil gebed, een ver-storven heilige, zooals ze staan in Steen langs de mu-ren van oude kathedralen. En overal langs den wegstaarden toegestroomde menschen in bewonderingnaar den biddenden man.In 1824 kocht de pastoor nog altijd met geld uit zijavaderlijk erfdeel een huis aan het dorpsplein bij dekerk om er een meisjesschool op te richten. Er wastoen in Ars niets anders dan een kleine winterschoolen de verwildering der rondzwervende jeugd leiddetot gruwelijke dingen. Tot directrices en onderwijze-ressen koos hij de intelligente Catherine Lassagne enhaar vriendin Benoite Lardet : een jaar te voren hadhij de meisjes naar een kloosterschool in Fareins ge-stuurd om opgeleid te worden.De school moest geheel gratis zijn, evenmin ontvingende onderwijzeressen een salaris, alleen den kost ; alskloosterlingen moesten zij Leven en werken ter eereGods. Op St. Maartensdag van dat jaar betrokken zijhet huis, zij konden het schoonmaken den geheelendag, maar den kost zochten zij te vergeefs dien eer-sten dag. Heel spoedig kwamen er ook meisjes vanomliggende dorpen naar de school, die niets kostte.

99

Page 116: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

De zolder van het huis werd tot slaapzaal ingericht enzoo ontstond er een kleine meisjesschool. Dat duurdepen paar jaar, toen was er bij den pastoor een schoo-ner plan gerijpt : de meisjes der omliggende dorpenstuurde hij naar huis, de kinderen van Ars mochtende school blijven bezoeken als externen ; op de slaap-zaal huisvestte hij de allerarmste kinderen, de verstoo-telingen, die langs straten en wegen werden gevon-den, vervuild en halfnaakt, soms nog bedekt metwonden en uitslag. En zijn inrichting noemde hij de„Providence''. Zij werd het huis der ascetische ar-moede, waar strenge soberheid en tucht beoefend wer-den als in een klooster, zonder de kinderlijke blijheidte versomberen. Zij werd enigermate ook een tehuisvoor den armen dorpspastoor zelf, want in zijn een-zame woning was de duivel de voornaamste bezoekeren van de menschen had hij in dien tijd zwaar telijden door laster, haat en bespotting. In het kinder-huis bracht de hevige uitstraling zijner geestelijkekrachten een zachte sfeer van heiligheid en rust, zoo-dat een tijdgenoot sprak van „une vie surnaturelle" ,daar voelbaar reeds in den beginne. Al spoedig werdhet huis te klein. De pastoor kocht het aangrenzendestukje land en bouwde het huis verder uit naar zijneigen plan. Evenals hij vroeger gedaan had met dekerk en kapellen, werkte hij zelf geducht mee, wasmetselaar, opperman of timmerman, zonder vreesdoor dit vrome werk aan zijn waardigheid te kort tedoen. En de menschen begrepen en eerden hun nede-rigen pastoor. Toen ook was de inrichting weer spoe-dig bezet, maar nu konden er ruim zestig kindereneen onderdak vinden. Meest waren het kleine kinde-ren, dock soms ook volwassen meisjes, verstooten

100

Page 117: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

„Madeleines, die meer dan anderen steun noodighadden”, zooals de pastoor wel wist. Eens gebeurdehet dat hij zelf een ongelukkig kind langs den weggevonden, meebracht. „Neem dit kind op, zeide hijtot Catherine, God zendt het je !"„Maar, meneer pastoor, er is geen bed meer !"„Er is altijd nog dat van je zelf."En plotseling tot tranen ontroerd, nam Catherine hetkind in hare armen en kuste het : de pastoor had haarniets anders gevraagd dan wat hij zelf zou doen enzijn simpele woorden vervulden haar met een onge-kende zachtheid. Toen een werkster der Providenceop een vroegen morgen een pas geboren kind naast dekerkdeur had gevonden, liet de pastoor het met grooteteederheid verzorgen en zoodra de uitzet klaar wasgemaakt in het gesticht, moest het uitbesteed wordenbij een voedster. Wanneer het een enkele maal ge-beurde, dat er in het Kinderhuis voldoende voorraadwas van eenig voedsel, liet hij nog weggeven aan an",dere armen ; want bewaren voor de toekomst, als erhonger geleden werd, wilde hij niet.De Providence bleef altijd het huis der uiterste arfrmoede. De bedden bestonden uit een stroozak, menat er doorgaans alleen roggebrooct. Er was niets, geenenkel voorwerp nog zoo onbeduidend, of het was vanden meest primitieven eenvoud en er was ook nietsdan het volstrekt noodzakelijke. Toen de pastoor heihuis gekocht had, vond hij er een vaste staande klok,versierd met schilderwerk, onschuldige, landelijketooneelen, zooals toen gebruikelijk, maar hij dulde diteenvoudige sieraad niet, zelf nam hij een kwast enschilderde alles bruin. Het weinige wat er in den twinstond van fijne ooftboomen of sierplanten moest zelfs

101

Page 118: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

verdwijnen en plaats maken voor aardappelen ofgroenten. Er was in het huffs beneden slechts een ruimvertrek, dienstdoende voor de drie klassen der school,voor werkplaats, eet- en speelzaal. De meubelen wa-ren alle even boersch en ruw gemaakt, aan den wittenwand een kruisbeeld en enkele heiligenplaten ; heteenige in zijn eenvoud mooie, was bij de deur eenDud, uit hardsteen gehouwen wijwaterbakje, nu nogaanwezig.Vele jaren kwam de pastoor daar elken dag zijn ca-tedhismuslessen geven, dan zat hij in zijn grovegroenige toog - later in superli - op een tafeltje voorde kinderen ; maar spoedig vulde zich de zaal randommet begeerig luisterende dorpsgenooten en vreemde-lingen. Want deze lessen werden tot kleine conferen-ties van een gevoeligen en bekoorlijken eenvoud, dik-wijls zelfs zich verheffend in den gloed zijner kortezinnetjes tot een mystieke zuiverheid van liefde. Wathij dan zeide, was niet voorbereid, opgeschreven enmet moeite van buiten geleerd zooals de preeken ;hier sprak hij uit de volheid van een innerlijk verlichtgeloof en van een sedert zijn jeugd door ascese engebed gesterkte en gestilde liefde. Nooit liet hij zichmeesleepen in een holle exaltatie, zelfs bij een grootebewogenheid bleef er een sterk persoonlijke woorden-keus en een eigen beeldspraak, buiten zijn natuurlij-ken aanleg verklaarbaar uit zijn wijnboeren afkomsten een volgehouden lezing van oude heiligenverhalenen mystische geschriften ; zoodat de bewaard geblevencatechismuslessen een boekje vormen, dat tot deFransche literatuur dient gerekend te worden en daargeheel eenig staat. Voor een gedeelte is dit wederomte danken aan de fijngeestige Catherine, die enkele

102

Page 119: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

van de groote meisjes aanspoorde de lessen in schriftte brengen. Anderen werden later opgeschreven doorpelgrims. *)Toen in 1845 de vloed van pelgrims het dorpje over-stroomde, stonden de menschen saamgedrongen opstraat voor de ramen der Providence om te luisteren.Dit bewoog den pastoor de lessen voortaan in de kerkte geven, tot spit van velen, want „nu konden ze denpastoor niet meer van zoo nabij zien."Geen wonder dat het kostbare zaad van zoo zuiverenbloei welig opschoot bij de onschuldige kinderen, ookbij directrices en werksters. En dat er in het Kinder-huis bij voortduring heerschte een zelfs voor vreemdebezoekers voelbare stemming van doorleefde vroom-heid, die gelukkig maakte en blij. Al spoedig na op-name was voor die meisjes het gebed niet meer eenverveling, maar een innerlijke behoefte : „hoe meermen bidt, had de leermeester gezegd, hoe meer menzou wenschen te bidden." Zelfs een aangepaste ver-sterving werd er beoefend uit vrijen wil, zoodat hetleven dezer kinderen soms geleek op dat van vol-maakte religieuzen. Op wandeling door de veldenplukten de grootere meisjes soms brandnetels langsden weg, sloegen er mee op hare wangen en handen,omdat het goed was in kleine dingen iets te lijden ofte of feren voor de bekeering der zondaars. Wanneereen openlijk schandaal gebeurd was in het land of vandie woeste kermispartijen met dans gehouden werden,

*) Men vermoedt dat abbe Monnin nog meer cahiers, door de meisjes derProvidence volgeschreven, heeft gebruikt voor zijn boek L'esprit du cured'Ars, waardoor zij tenslotte voor 't grootste gedeelte verloren gingen.Mgr. Convert, de tegenwoordige pastoor van Ars, verzamelde al het over-geblevene wat authentiek gebleken is, in een klein boekje, getiteld : „Ca-techismes du saint cure d'Ars.

103

Page 120: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

bleven de groote meisjes den geheelen nacht in gebedvoor eerherstel, in ploegjes elkander afwisselend on-der diep stilzwijgen. En in de kerk geraakten vreem-delingen onder de sterke bekoring, die uitging vanhet troepje kinderen der Providence door de uitdruk-king van pure liefde in houding en oogopslag.Geen gebed was er volgens den heilige krachtiger dandat der kinderen, „la priere tout ambaumee d'inno-cence''. En wanneer hij in groote zorgen zat of ge-wichtige dingen te vragen had, zette hij de Providencein gebed met een onverstoorbaar vertrouwen van ver-hooring, waarin hij door lange en treffende ervaringwas bevestigd.Toen de Providence gesticht was, staakte de pastoormet het bereiden van zijn eigen maal, het bakken vanmatefains of het koken van aardappelen en de be-kende ijzeren marmite, die hij voor de muizen aan denmuur moest hangen, deed geen dienst meer. Wantnu ging hij elken dag na de maaltijd der kinderennaar de Providence en vond er in de keuken bij denhaard een aarden potje lait brouille *) met een weinigcacao : op streng voorschrift van den dokter mochthij na een ziekte die onverteerbare kost niet meer eten.Meestal nam hij de melk staande, in de keuken endikwijls ging hij daarna even op de speelplaats derkinderen. Dan was er groote blijdschap en vertrou-welijk omringden de kinderen den heiligen man. Vanalien kende hij zelf de voornamen en wist aardige engeestige dingen te zeggen. Soms ook sprak hij overGod en Heiligen zoo mooi dat er tranen kwamen inde kinderoogen. Als er geen tijd was, nam hij zijn

*) Chocolademelk.

104

Page 121: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

potje mee en ging over het plein naar zijn stil ka-mertje in de pastorie, of naar de kerk en den biecht-stoel.Zoo met zijn kleurig aarden potje ontmoette hem eenvreemde geestelijke, van ver gekomen naar denmodernen wonderdoener : „Zijt gij die beroemde pas-toor van Ars, over wien zooveel gesproken wordt?" -, Ja, mijn goede vriend, ik ben die arme pastoor vanArs." - „Dat is toch al te sterk !'' riep de geestelijkeuit in diepe teleurstelling en zich verwijderende zeidehij tot anderen : „ik had me een indrukwekkende ver-schijning voorgesteld, er is hier een mystificatie ! Diekleine pastoor bezit geen waardigheid, hij eet opstraat als een bedelaar".Men herhaalde deze woorden aan den pastoor en hetamuseerde hem zeer : „il a ete Bien attrape, ce mon-sieur ! it s'attendait a trouver quelque chose a Ars etit n'a rien trouve !" *) Maar na een verblijf van en-kele dagen veranderde de teleurstelling van den gees-telijke in groote bewondering.In het onbeperkte vertrouwen van den stichter moestde Voorzienigheid alle materieele zorgen van het kin-derhuis dragen. Wanneer arme kinderen in voile over-gave samen tot God bidden om hun onderhoud,meende de pastoor in zijn igroot geloof, kan dat nietgeweigerd worden. Niet zelden echter brachten de be-hoeften van zooveel kinderen hem in moeilijkheden.De boeren, zelf ook onbemiddeld, deden weinig, eenrondgang door het dorp leverde slechts twee zakkenaardappelen op en de familie van het kasteel kon nietalles alleen doen. Dan kwam er aan het gebed van

*) „Hij is er wel ingeloopen, die meneer: hij dacht in Ars iets bijzonderste vinden en hij heeft niets gevonden."

105

Page 122: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

den eenzamen pastoor geen einde, gaf hij zich dediscipline en vastte nog veel erger dan gewoonlijk,dan liep hij met den dikken wandelstok in de eene,en den rozenkrans in de andere hand door velden enbosschen „et cassait la tete a ces bons saints."Onverwachts kwam er soms redding. Toen er eenseen groote graanlevering betaald moest worden, liephij weer onrustig door het veld en ontmoette daar eengewoon gekleede vrouw.„Zijt gib de pastoor van Ars?'' - „ Ja !' ' - „Hier isgeld, dat ik U moet brengen''. - „Zijn het missen?'' -„Neen ! men beveelt zich alleen aan in uwe gebe-den''. En toen ging de onbekende weer door.Een ander keer klaagde hij in zijn grooten nood aanzijn missionaris Tailhades, dat hij wel Brie duizendfrancs schuld had. „Wees gerust, zeide de abbe, Godzal helpen." Den volgenden dag ontmoette hij hemvan zijn catechismus terugkomend. Opgewekt maaktede pastoor een kort praatje, dan, met een glimlach :„maar ik moet u verlaten, want ik ga mijn geld tel-len' ' . Even later weer terug, riep hij uit : „wij hebbengeld, heel veel geld ! Vanmorgen was ik opgeproptmet goud, mijn zakken bengelden zwaar, ik moest zemet mijn twee handen ondersteunen''. - „Waar hebtu dat alles gevonden?" - 0, ik heb het wel ergensgevonden''. Meer zeide hij niet. Zoo ging het ge-woonlijk, de gevers kende hij dikwijls zelfs niet.Vermoedelijk in 1829, een zeer slecht oogstjaar, wasde nood zoo hoog gestegen, dat de pastoor meende dekinderen naar huis to moeten sturen.Op den graanzolder der Providence, die in de pas-torie was, lag hier en daar verspreid nog maar eenhandvol graan en nergens kon hij meer om hulp vra-

106

Page 123: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

gen. Angstig en versiagen zat de pastoor op zijn stilkamertje in eindeloos gebed en gepeins. Hoe kon dandie man in diepste nederigheid om een wonder vra-gen, een echt groot wonder, . . . als er nooit te vorenin zijn leven iets buitengewoons gebeurd was, zij hetdan een paar opzienbarende genezingen, op zijn voor-spraak verkregen ? Dan moest er toch wel eenmaal ietsgebeurd zijn als een wonder, wat hij streng verborgenhield. Juist over het onderhoud van zijn talrijke kin-derfamilie had hij zich wel eens een geheimzinnigwoord laten ontvallen tegenover Catherine. En in zijnjeugd was er iets vreemds voorgevallen : „ik had eenzwaar verdriet in mijn studietijd . . . (vermoedelijktoen hij aanzegging kreeg om zich terug te trekken uithet seminarie als ongeschikt voor de studie) en ik wistgeen raad, maar nog zie ik de plaats, het was bij hethuis van vrouw Biboste, toen werd mij gezegd, alsofiemand mij plotseling in het oor fluisterde : „wees ge-rust, eenmaal zult gij priester zijn !" En later nogeens, toen ik in groote onrust en zorgen zat, hoorde ikweer dezelfde stem : „waaraan ben je ooit te kort ge-komen tot nu?"Vianney was reeds lang een vereerder van den hei-ligen Francois Regis, den vurigen vriend der armenen lijdenden te la Louvesc in het bergland Vivaraisomstreeks 1640. In de wanhopige moeilijkheden vanzijn studie had hij immers te voet de honderd kilome-ters geloopen ter bedevaart naar het hooge bergdorp,bedelend zijn onderhoud, vooral om het bedelen eenzware lijdenstocht. Maar hij had een kleine relikwieverworven van zijn vriend. een kostbaar bezit. En nu,in den uitersten nood hulp zoekend bij zijn vertrouwdeheiligen, herinnerde hij zich hoe Francois Regis won-

107

Page 124: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

deren deed om al zijn armen te voeden en te helpen.Dan plots de relikwie nemend ging hij naar den zol-der, veegde het weinige graan samen tot een hoopje,stak daarin het nietige overblijfsel van den wonder-doener en liet de kinderen in de Providence biddenvoor hun dagelijksch brood. Van wat hij zelf verderdeed, van zelfkastijding of vasten sprak hij nooit.Toen Jeanne-Marie Chaney, de bekende werkster,tevens broodbakster der Providence, bij hem kwamom te vernemen wat er gebeuren moest, zeide hij :„ga het graan wat er nog op zolder is, klaar zetten''.De werkster gaat naar boven, met moeite kan ze dedeur op een kier openen, uit de spleet vloeit een Langedikke stroom graan voor hare voeten. Bijna verschriktrent ze weer terug : „mais votre grenier est plein !'' -,,Comment, it est plein !" ,,,,Oui, it regorge !" *)Toen gingen ze samen naar boven. „Et ils remarque-rent que ce ble nouveau avait une coloration differentede Fancier). – . **) Over de vrome ontroering van denheiligen man wordt niets gezegd.Aldus het wonderverhaal, opgenomen in de proces-stukken der zaligverklaring, die ook vermelden hoede pastoor zelf dit overbracht aan zijn hulppriesterToccanier : „Ik had veel kinderen te voeden en opzolder lag nog maar een nietig hoopje graan. 1k dachtdat de heilige Francois Regis, die bij zijn leven dearmen op wonderdadige wijze voedde, dit ook nogwel zou doen na zijn dood. 1k had een relikwie vanden heilige, die heb ik in het hoopje graan gestoken :

*) „Maar uw zolder ligt vol!" - Wat, ligt hij volr - ja, boordevol!"**) „En zij bemerkten dat dit nieuwe graan een andere kleur had danhet oude -)

108

Page 125: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

de kleinen hebben gebeden en de zolder lag hoogvol."Onmiddellijk ging de pastoor nu naar het Kinderhuismaar als een schaduw schoot er over zijn vreugde eenplotselinge scrupule om al de geleden angsten, zijngebrek aan vertrouwen, zijn verwijdering van de god-delijke liefde : „mijn arme kinderen, zeide hij daar, ikhad gewanhoopt aan de Voorzienigheid en ik wildeu naar huis sturen. God heeft mij wel gestraft !'' aldusin nederig berouw over zijn vermeend tekort heel deschittering van het wonder vergetend.Maar de zolder lag zoo hoog vol graan, dat men zichverwonderde, hoe de oude balken den last kondendragen, het heele dorp kwam in beweging, iedereenwilde zien en luidruchtig en opgewonden drong demenigte fangs het nauwe trapje in de pastorie naarboven en vulde het anders zoo stille huis van denman, die nog kort geleden zelfs door parochianenzwaar werd belasterd.In 1834 vernielde een langdurige droogte met bran-dende zon den graanoogst. De landbevolking Teedgroot gebrek en in het Kinderhuis raakte het meel op,nog slechts voor twee of drie brooden lag er in den.mengbak. Nu weifelde de pastoor niet, toen de bak-ster dit kwam melden ; ook was er geen sprake vanhet gebed der kinderen : „doe uw gist in het weinigewat er nog is, sluit de mengbak „et demain faitescomme si de rien n'etait".*) „Den volgenden mor-gen, vertelt Jeanne-Marie Chaney, onder het knedenen mengen steeg het deeg al hooger en hooger ondermijn handen : ik hield niet op met water bij to voegen,

*) „en doe morgen alsof er niets bijzonders was."

109

Page 126: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

maar hoe meer ik bij goot, hoe meer het deeg dikkeren stijver opzwol, zoodat op een oogenblik de meng-bak vol was tot aan den rand. Als naar gewoontekwamen er tien dikke brooden van die handvol meelalsof men een heelen zak gebruikt had – . Catherineverhaalt in haar dagboek ook deze gebeurtenis op haareenvoudige manier, met de namen der ooggetuigen,waartoe zij ook zelf behoorde. In dat dagboek wordennog twee andere wonderen vermeld van gelijken aard,beide weer in de Providence, waar het brandpuntzijner spiritueele lief de stond, nooit gebeurden zij opandere plaatsen.Vele lezers zullen door deze verhalen herinnerd wor-den aan de oude legenda aurea. Maar het is opmerke-lijk, dat wonderdadige voedselvermeerdering tot voe-ding van armen en noodlijdenden in vele heiligenle-vens voorkomt, ook van de latere eeuwen. Zoo vande heilige Chantal, nog v6Or haar intrede in het kloos-ter. En van den arme Benoit Labre wordt verteld,dat hij to Moulins op Witten Donderdag aan twaalfmiserabele bedelaars veel meer soep uitdeelde, danhij in zijn pot had. In den laatsten tijd kon ook donBosco eenzelfde wonder bewerken.Wie godsdienstig geloovend is, kan ook gelooven aandeze wonderen ; wie niet, zal ze verwerpen. Zoo washet in alle tijden. Verklaringen van ooggetuigen ver-anderen er niets aan.Monnin haalt bier aan : Johannes XIV. 12, de woor-den van Christus over de kracht van het geloof : datwas ook de kracht van den pastoor van Ars. lemandvroeg hem eens „qu'est ce donc que la foi ?" *) En

*) „Wat is het geloof?"

110

Page 127: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

hij antwoordde : „la foi, c'est quand on parle a Dieucomme a un homme !" **)Bij al zijn minachting van aardsche glorie en genotwas er in den heilige gegroeid een zacht gevoel vannatuurlijke gehechtheid aan zijn Kinderhuis. In denonophoudelijken drang naar eenzaamheid zag hijdaar de koele oase van gebed, den afgesloten tuinder lief de, waar hij zou kunnen vluchten uit het ge-woel der menschen, dat al maar door duurde om hemrond in kerk en biechtstoel, van uit den diepen nachttot in den nieuwen avond. In het Kinderhuis eenkamertje en een kapel. En in de kapel een eeuwig-durende aanbidding," si telle etait la volonte deDieu !"Het was een lieflijke droom, die door het zware levenmet hem meeging tot in zijn ouderdom. Toen begreephij, dat ook dit offer van hem gevraagd werd voor devolkomenheid der overgave van alles wat zijn eigenwas.

*) „Het geloof, dat is wanneer men tot God spreekt als tot een mensch"

I 1 1

Page 128: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

X

Verloren in het wijde land ligt een klein dorp van eenpaar honderd inwoners. Daar, in het oude kerkje zitde eenvoudige landpastoor in den biechtstoel.'s Nachts tusschen een en twee uur komt hij reedsvan zijn arme woning met een lantaarn in de handover het plein, opent de kerkdeur en begint zijn da-gelijksche taak, want de biechtelingen wachten reeds,volgen hem op den voet en vullen in rijen de banken.Het kerkje is bijna voortdurend vol menschen, boerenen boerinnen in verscheidenheid van kleederdracht ;rijk gekleede dames en heeren uit de groote steden,ook nonnen, werkzusters uit kloosters en gestichten,ook paters en priesters, hooge geestelijken, intellec-tueelen en artisten, adellijke en zelfs officieren. In hetdorp is voortdurend een stille stemmige drukte : onderde boomen van het plein woelt een bonte menigte,zittend op den grond of bewegend langs kraampjesmet eetwaren en devotieartikelen. Men hoort slechtseen gegons van stemmen, dat nooit overslaat tot la-waai. Daar buiten trekken pelgrims, soms ook nieuws-gierigen, in groepen, langs de stoffige landwegenrond het dorp, dat verscholen ligt tusschen geboomtein een plooiing van het land : vele rijtuigen enomnibussen vol bezoekers rijden heen en weer als inde nabijheid van een stad. En aldoor zit de magere,stille man in den biechtstoel, zestien, dikwijls acht-tien uren op een dag.Dit is het mysterie van het kleine Ars tot midden inde negentiende eeuw : dertig jaren lang komen devreemdelingen, zelfs uit verre streken, om . . . . tobiechten bij een armen landpastoor, juist in een tijd

112

Page 129: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dat de geloofsafval bijzonder groot was, dat de ker-ken leeg bleven in de steden en op het land, omdatde mensch meer geloofde in de wetenschap dan inGod.Toen Vianney in Ars kwam, leidde hij reeds eenstreng leven vol zware verstervingen, maar nu deedhij dat nog veel erger, tot bekeering der zondaars zij-ner parochie. Zijn voortdurend gebed had geen anderdoel : op een wandeling door het bosch, terwiji hij opzijn knieen zat in het gras, hoorde immers toen reedseen boer hem met bewogen stem bidden hetzelfde ge-bed, zijn eigen leven offerend tot alle lijden, „pourvuqu'ils se convertissent''.Al spoedig kwamen parochianen en vreemden uit denomtrek om bij hem te biechten. Er kwamen altijdmeer vreemdelingen, tot het na eenige jaren duizen-den werden, vele duizenden in een maand. Opgetogenover den geweldigen toeloop, zeide Catherine tot denpastoor : „les autres missionnaires courent apres lespecheurs, meme jusque dans les pays strangers, maisvous, les pecheurs vous courent apres !" *)Waarop hij met een glimlach antwoordde in denzelf.den toon : „c'est Bien quasi vrai !" **) En in haardagboek schrijft zij over den oorsprong der bedevaart :„maar wat het meest den toeloop der vreemdelingenheeft veroorzaakt, is het gebed van den pastoor. Degenade, die hij verkreeg, was zoo sterk, dat zij dezondaars ging ophalen, zonder hun een oogenblikrust te laten."Het innerlijk van het nederige meisje was als de ge-

*) de andere missiegeestelijken loopen de zondaars na, zelfs tot in vreemdelaude n, maar u loopen de zond aars na. ,,

**) „dat is eigenlijk waar.''

8. De Pastoor van Ars. 113

Page 130: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

voelige plaat, die den glans der liefde van Vianney'sziel opving en met enkele woorden het beeld weergafin een zuiverheid, die bij anderen niet werd gevon-den. Met frre Athanase van de broederschool waszij het, die den heilige in vertrouwelijken omgang hetdichtst naderde. Aan deze twee, in eigen nederigheidverwant, gaf hij zich het meest. Catherine voelde degeestelijke kracht, die als een doordringende, verlich-tende straal van hem uitging over de menschen nogvoor hij gesproken had. Voor haar was het gebed vanden pastoor de verborgen oorzaak van een massa-be-weging, die reeds begon zeven jaren na zijn komst envoortduurde tot aan zijn dood.De schoone wonderen der Providence konden haarwel innig verblijden, maar niet beletten te zien, dathet grootste wonder was de biechtvader en spiritueeleziener zelf. Want reeds v66r die materieele wonde-ren, bestond er een gestadige bedevaart en was hetniet de wonderdoener, die de groote menigten in be-weging bracht, noch ook de roep, dat hij de ziekenkon genezen, want het aantal zieken onder de duizen-den bezoekers, was naar verhouding Bering.Het samenzijn duurde maar weinige minuten, den ge-wonen tijd van een biecht. Hij zeide slechts het hoognoodige om geen tijd te verliezen. Maar in die weinigeminuten was er voor zeer velen iets bijzonders ge-beurd, een nieuw levensinzicht, een groote geloofs-verdieping, een ongekende ontroering van liefde, eenwonderlijke bekeering. En na terugkeer in hun woon-plaats bleef de herinnering aan het korte samenzijnmet een heilige nalichten als een groote gebeurtenisboven het gewone grijze dagleven.Maar om den biechtstoel te bereiken moesten zware

114

Page 131: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

offers gebracht worden en het duurde soms verschil-lende dagen. Daar er slechts een paar herbergen wa-ren, was er voor velen geen onderkomen te vindenvoor den nacht, soms diende een kleine kamer totnachtverblijf voor tien bezoekers. De voeding was aleven primitief ook voor de meest bemiddelden. Dagenlang moesten zij koude of warmte verdragen met on-uitsprekelijk geduld.Het gebeurde, dat de menschen saamgepakt stondenvoor de kerkdeur uren lang en binnengekomen moes-ten zitten in de rij van 's morgens tot 's avonds : toteindelijk het oogenblik kwam waarheen het verlangenwas uitgegaan, een verlangen dat niet losliet zoolanger nog lichaamskracht overbleef. Men voelde in hetonbestemde, die stille, in geestelijk streven verteerde,tot een sublieme liefde opgevoerde man kon iets ge-yen wat geen ander bezat, wat blijvend was voor hetleven.Eens was er een jong meisje in Ars gekomen, datreeds drie dagen te vergeefs gepoogd had den pastoorte bereiken om hem te raadplegen over haar roeping.Den derden dag scheen haar energie gebroken, zij hadplotseling een wegzinken in volslagen wanhoop enstand op het punt haar plaats te verlaten om terug tekeeren naar huis. Toen, geheel onverwachts, kwamVianney uit de sacristie, waar hij biechthoorde voorde mannen, en riep met een zachte stem, haar aanwij-zend met den arm : „mijn kind ! gij wilt reeds weg-gaan en je bent pas drie dagen bier. Veertien dagenmoest je blijven ! Maar ga naar de kapel van St. Phi-lomene, bid haar om uw roeping te kennen en komdan bij mir . Het meisje was geheel vreemd en vanver gekomen, maar omdat zoo iets dikwijls gebeurde,

115

Page 132: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

was niemand verwonderd. Ook wanneer hij door devoile kerk of over het plein ging, nam hij soms uit deopdringende menigte menschen mee naar den biecht-stoel en vertelde dan zelf de reden waarom zij nietlanger konden wachten. Eens liet hij een dame terug-halen die reeds op weg was naar de diligence, daarbijaangevend bij welk huis zij was en hoe zij er uit zag.Buiten dit schijnbaar telepathische zien van het tegen-woordige bezat de pastoor in nog veel hoogere matede „gave der intuitie", het zien van een ver verledeneven goed als van een nabije of verre toekomst ; hetwas een persoonlijk kenmerk van dezen heilige, uit-sluitend dienende tot vervulling van de hem opge-legde levenstaak. Bij vele heiligen vindt men de gaveder intultie, maar misschien bij geen enkelen in zoophenomenale mate als bij hem. Zij is een zuivere ge-nade, niet een natuurlijk gevolg van een jaren langstreng ascetisch leven, waarbij men zich zou denken :de geestelijke krachten groeiende ten koste van hetlichaam tot volkomen vrijdom van de stof.Bij zijn aankomst in Ars, op dien grijzen Februaridag1818 openbaarde zich reeds de mysterieuze lichtstraal,plotseling opschietend in zijn geest, toen hij in stillebewogenheid voor de to aanvaarden taak, op zijnknieen had gebeden daar op de hooge helling, weder-om opgestaan sprak van de groote menschenmassa's,die weldra zouden komen in dat dorpje van wat kleineboerenhuizen, v66r hem liggend in den mist. En dewonderlijke gave groeide met de jaren naar mate dezelfheiliging zuiverend zich ontplooide in zijn zwarenarbeid en de tallooze pelgrims toestroomden van alverdere landen. De innerlijke openbaringen werdenzoo menigvuldig, dat het een voortdurende toestand

116

Page 133: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

van helderziendheid scheen, als leefde hij aldoor ho-yen de materieele dingen, in het licht van een zaligegeesteswereld. Toch had hij de hemelsche gave en-kel, als het noodig was in de uitoefening van zijnambt. Maar ontelbare gevallen werden opgeteekendreeds gedurende zijn leven en ook nog daarna, waar-in de pastoor met verbluffende nauwkeurigheid aanonbekenden hun toekomstigen levensloop toonde.Zijn laatste Fransche biograaf verzamelde twee dikkebundels van deze „intuitions".De pastoor gaf zich alle moeite zijn zienersgave als iets,gewoons of onbeduidends voor te stellen. Wanneeriemand hem er over sprak, maakte hij een grap : „ochja, ik doe als de almanak, komt het uit, dan komt hetuit" . Zijn hulpgeestelijke vroeg hem eens : „die intui-tie is zeker zoo iets als een herinnering?'' - „Precies ! -Zoo zei ik eens aan een vrouw : „u bent het, nietwaar,die uw man maar in het ziekenhuis laat en hem nietmeer wil opzoeken !'' - „Hoe weet U dat? 1k heb hettoch aan niemand gezegd !" 1k was nog meer ver-baasd dan zij, ik dacht dat ze het reeds verteld had – .Louise Gimet uit Lyon, een meisje slank en forschin haar bloeiende jeugd van twintig jaren, leidde eenzedeloos leven. Maar uit de kinderjaren was haar ge-bleven als verre herinnering, een stille lief de voor deMoedergods. Kort geleden was het nog gebeurd, datzij op straat een jongen man afschuwelijken godslasterhoorde uiten tegen de H. Maagd en voorbij gaand gafzij plots een fellen vuistslag in het gezicht van denlasteraar. Ook zij ging naar Ars uit nieuwsgierigheidom den ouden wonderdoener te zien, den meest be-kenden man van Frankrijk. Het was in 1858, slechtseen jaar v66r zijn dood. Zij wilde niet biechten, mis-

117

Page 134: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

schien niet eens hem spreken, maar de gelegenheidwas haar gunstig en zij vond het nog wel interressantmet hem een kort onderhoud te hebben.Uit de diepe oogen van den vergeestelijkten grijsaardviel een Lange droeve blik over haar, dan sprak hijmet zwakke stem : „votre heure n'est pas encore ve-nue . . . Malheur a vous ! vous ferez beaucoup demal, mais le bon Dieu, dans sa misericorde aura pitiede vous . . . Vous vous convertirez grace a cette de-votion que vous conservez pour sa divine mere''. *)De woorden van den heilige schenen spoorloos te ver-vliegen als rook in den wind, want teleurgesteldkeerde Louise terug naar Lyon in haar bandeloosleven.Later ging zij naar Parijs, werd voor geruimen tijd demaitresse van een hoogeren officier en in dit nieuweleven groeide nog een felle haat in haar op tegen allepriesters. Toen de commune uitbrak, trok zij mannen-kleeren aan, en wel de uniform van een officier,knipte het haar kort, zette een kepi op met drie stree-pen, liet zich noemen „capitaine Pigerre – . Haar for-sche gestalte, de wilde haat in haar oogen maaktenhaar tot een echt soldaat der revolutie. Weldra stondzij aan het hoofd van een troep soldaten, haar felstebegeeren was priesters neer te schieten. Zij schoot danook mee bij het fusileeren van den aartsbisschop vanParijs. En toen na de derde detonatie de bisschop nogteekens van !even gaf, sprong zij op hem toe en ver-brijzelde zijn hoofd met de geweerkolf. Twee dagen

*) „Uw uur is nog niet gekomen ... Wee U! gij zult veel kwaad doen,maar God in zijn barmhartigheid zal medelijden met U hebben, ... gijzult U bekeeren dank zij aan die devotie, welke gij hebt voor zijn god-delijke moeder."

118

Page 135: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

later schoot zij alleen den beroemden pater Olivaintdood. Maar de pater herkende in haar een vrouw enhad nog den tijd to zeggen : „Madame, ce costumene vous sied point" . *) In 't geheel schoot zij dertienpriesters neer. Ten slotte gevangen genomen met hetgeweer in de hand, werd zij ter dood veroordeeld.Doch haar executie werd uitgesteld op verzoek vande zuster-overste van de gevangenis St. Lazare. Daarzat zij dan lange dagen in haar cel alleen. In doffestilte overdacht zij met bitterheid haar woeste levenvol uitspattingen, maar ook haar jeugd in Lyon. Enplotseling als in een fielder licht, zag zij haar bezoekbij den witten man van Ars, die ook haar een voor-spelling deed : „le bon Dieu, dans sa misericorde aurapitie de vous, vous vous convertirez grace a cette de-votion pour sa divine mere" : de zwakke woordenklonken opnieuw in de eenzaamheid, zij zag de droeveoogen onontkoombaar .. .Toen de overste voelde, dat er een breuk was ontstaanin dit vehemente innerlijk, gaf zij haar ter lezing de„Sermons– van pater Olivaint. Er volgde nog eenigentijd een brandend woelen en strijden in haar binnensteals tegen infernale machten, maar het einde was eenvolledige bekeering. Zelve dankte zij deze voor-namelijk aan de lezing der preeken van den door haarneergeschoten pater, maar den mysterieuzen oor-sprong, het geschenk der moedergods bracht haar deheilige van Ars. Zij verkreeg gratie van het dood-vonnis en na het einde van haar gevangenissstraf be-leefde zij nog twintig jaren van boete en liefdadigheid

*) „Dat costume staat U niet !".

119

Page 136: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

in het gesticht „la Solitude de Nazareth" te Mont-pellier.Op een zomermorgen in 1857 komen twee vroolijkejonge dames in Ars aan, te voet hebben ze reeds eenlangen tocht gemaakt en ze zijn zeer verlangend omden ouden pastoor te zien, die wonderen deed en inde toekomst kan zien. Tegen elf uur gaan ze hetkerkje binnen ; daar is het benauwend warm, debanken zijn gevuld met allerlei menschen, zeer voor-name en zeer eenvoudige ; vooraan zitten de kinderenen vlak daarvoor zien ze het witte hoofd van den pas-toor in superpli, zittend in een lagen zwarthouten stoel.Zijn lange haren hangen neer op den hals, scherpeen diepe groeven loopen om den breeden tandeloozenmond en over de weggeteerde wangen, sterk uitge-groeide grijze wenkbrauwen overschaduwen de diepeoogen, nog fonkelend in den ouderdom ; een lichteglans over het hooge ,dun behaarde voorhoofd, sereenzonder rimpels ; de borst ingezonken, de beenderigehanden rustend op den donkeren stoel. Het is heelstil, de pastoor houdt zijn conferentie, spreekt aldoormet een gedoofde stem, maar in de volkomen stiltedragen zijn woorden nog tot de achterste plaatsen,onbewogen zit de menigte in gespannen luistering,alle gezichten staan strak op het gelaat van den.heilige. De meisjes vinden nog een plaats bij den in-gang, maar zij voelen niets van de sfeer waarin zijzijn binnengedrongen. De eene fluistert in het oor vanhaar vriendin, doelend op den pastoor : „quelle cari-cature ! c'etait bien la peine de venir de si loin !" *)Er komt een glimlach om den breeden mond van den

*) ,,een caricatuur ! was 't de moeite om daarvoor van zoo ver te komen!"

120

Page 137: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

pastoor : „N'est ce pas, mademoiselle, gull etait bieninutile de venir de si loin pour voir une caricature.' *)Een lichte opschudding, en hij vervolgt zijn afge-broken conferentie.Toen de catechismus ten einde was, liep de kerk bijnaleeg, de twee meisjes gingen samen naar den pastoor,de schuldige schaamrood met tranen in de oogen,hood haar excuus aan. Hij ontving ze in groote mild-heid, zeide dan : „voor alle penitentie zult gij moetenbiechten en morgen communiceeren". Daarna namhij de vriendin ter zijde : op de terugreis let goed opde andere ; helaas, er zal haar een ongeluk over-komen, maar nu ze morgen „en viatique'' te corn-munie gaat, is haar geluk verzekerd".Zeer voldaan keerden de twee meisjes den volgendendag huiswaarts in ongestoorde vroolijkheid, de waar-schuwing van den pastoor had niet veel indruk ge-maakt. Maar toen zij reeds een langen weg haddenafgelegd door bosschen en velden, gaf zij, die ge-sproken had van caricature, plotseling een scherpengil, een adder had haar gebeten in het been. Vanalle hulp ontbloot, zaten de meisjes aan den weg.Het been zwol op en het werd een snelle bloedver-giftiging : na enkele uren stierf zij in hevige smarten.Terugkeerend van een zieke, ontmoette de pastoorop het kerkplein een zeer weelderig gekleede dame,in gesprek met een eenvoudige juffrouw, die zij daarbij toeval leerde kennen. De eerste was een vrouw uitParijs, huiswaarts gaande na een zomerverblijf in haarvilla aan de Middellandsche zee. Men had haar aan-geraden op den terugweg den beroemden cure d'Ars

*) „Niet waar juffrouw, heel en al onnoodig zoo ver te loopen om eencaricatuur te zien."

121

Page 138: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

te gaan zien. Bij de ontmoeting bleef de pastoor plot-seling staan en zag haar aan : „U, mevrouw, wil mijvolgen". En tot de juffrouw : „U kunt doorgaan, uhebt mijn hulp niet noodig".De rijke dame wist niet wat er gebeurde, de verschij-ning van den simpelen geestelijke imponeerde haarniet, maar toch kon zij niet weigeren en moest hemvolgen in zijn woning. Daar began de pastoor on-middellijk haar geheele leven van schande en wellusttot in bijzonderheden voor haar open te leggen. Devrouw boog het hoofd en zweeg. En zoo zaten beidenin stilte tegenover elkander. Eindelijk zeide zij :„mijnheer pastoor, wilt u mijn biecht hooren?"„Uw biecht zou nutteloos zijn. Er zijn twee duivelsin uw ziel, die van den hoogmoed, de andere vanonkuischheid. 1k kan u alleen de absolutie geven alsu niet terug gaat naar Parijs en ik weet dat u het welzult doen. En toen voorspelde hij haar nog grooterschanddaden, nog grooter uitspattingen." „Maar benik dan in staat tot zulke laagheden?" De pastoorzweeg. „Ben ik dan verdoemd?" vroeg ze met zachtestem.„Dat zeg ik niet, maar uw redding zal moeilijk zijn"..' , 9Wat moet ik doen?" - „Komt u morgen bij me inden biechtstoel, dan zal ik het zeggen".Dien avond lag de pastoor neder in een eindeloos ge-bed en op zijn eenzaam kamertje, toen de nachtelijkestilte was gekomen, diende hij zich toe een bloedigezelfkastijding onder groot duivelsgeraas ; immers vooriedere groote bekeering verdubbelde de woede vanzijn boozen medebewoner.

122

Page 139: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Den volgenden morgen nam hij de zondares v6Or haarbeurt mee naar den biechtstoel en zeide : „Eh Bien,c'est malgre vous que vous quitterez Paris et que vousretournerez a cette maison de la-bas, d'ou vousvenez– . *) En hij legde haar een boete op die zij daarmoest ten uitvoer brengen.De vrouw vertrok naar Parijs, het troebele leven vanvroeger sleepte haar opnieuw weerloos voort ; reedsverflauwde het verre beeld van den landpastoor in zijnversleten plunje en zijn sombere voorspelling was ver-geten. Maar dan geschiedde het geheimzinnige won-der der genade, vrucht van gebed en zelfkastijdingvan een heilige. Als bij een plotselinge zonneklaarteoverzag zij het donkere moeras waarin ze dwaalde,walging vloog haar naar de keel en een machtigedrang naar bevrijding dreef haar op de vlucht naarde villa in het zuiden. Na een moeilijken strijd, diehaar hoogmoed brak, vond zij in stille afzonderingden zuiveren vrede.Welke boete de pastoor aan deze vrouw oplegde,bleef onvermeld. Maar het was zijn gewoonte ook aangroote zondaars kleine sacramenteele boeten op teleggen. Toen eens een geestelijke hem raadpleegdeover de mate der op te leggen penitentie, antwoorddehij : „vriend, ik heb mijn eigen recept, ik geef slechtseen kleine penitentie aan de biechtelingen, de rest doeik zelf in hun plaats– .Het schrikbarend verstorven leven, dat hij volhieldbijna tot zijn dood - al werd het lichtelijk gematigdtoen de ouderdom kwam - moest dus niet alleenstrekken tot bekeering der zondaars, maar evenzeer,

*) „Wel dan, tegen uw zin zult gij Parijs verlaten en terugkeeren naardat huis, waar u nu vandaan komt."

123

Page 140: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

als boete voor al het kwaad, dat hem onophoudelijktoegeworpen werd in den biechtstoel en van denmorgen tot den avond zijn liefde martelde. Dikwijlsgebeurde het, als een groote zondaar zijn belijdenisdeed, dat hem de tranen in de oogen schoten. Entoen een dezer vroeg : „waarom weent u?'' was hetzachte antwoord : „ik ween omdat gij niet weent''.Het biechthooren zelf was een bijna bovenmenschelijkboetelijden, dat hij op zich nam voor „de arme zon-daars''. Want met ontzetting zal men realiseeren wathet zeggen wil in zoo'n kleine ruimte elken dag vijftientot achttien uren opgesloten te zijn, zittend op eenharde plank. En zulks in broeiende hitte evenzeer alsin harde vrieskou. 's Zomers kwam daarbij de dikkeverpeste lucht van dagenlange menschelijke uitwase-mingen, die den meestal hongerenden man een onbe-dwingbare neiging tot braken gaf, zoodat hij door hetopsnuiven van een fleschje azijn of eau-de-colognezich goed moest houden, soms ook zware hoof dpijnenmoest bestrijden met een nat compres op het voor-hoof d. 's Winters werden zijn voeten tot ijsklompen ;van Allerheiligen tot Paschen voelde hij ze niet, naarhij zelf bekende en het gebeurde dat de huid van zijnhiel achter bleef in de kous, als hij ze 's avonds uit-trok. In zijn laatste jaren zorgde de medelijdende Ca-therine, dat een heete stoof onder het voetenbankjegeschoven werd voor hij in den biechtstoel kwam.Eerst bemerkte hij het niet, maar zijn krachtenvoelende afnemen, liet hij haar stil begaan.Na die eindelooze zittingen zagen de pelgrims denafgetobden man in de stille kerk verschijnen met hetuitzien van een lijk, soms moest hij zich aan de ban-ken vasthouden om strompelend den uitgang te be-

124

Page 141: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

reiken of, als het elf uur was, den catechismusstoelop het koor, waar hij met een uiterste krachtsinspan-ning zijn dagtaak voortzette, uitsprekend met eenzwakke gedoofde stem de schoone gedachten en ge-lijkenissen, die zoo overvloedig naar boven kwamenin zijn van liefde doorstraalde meditaties of oraisons.Maar zijn zienersblik richtte zich evenzeer naar hetverleden : aan velen openbaarde hij nog nooit beledenzonden uit het vroegere leven en aan mannen, diemeer dan dertig jaar buiten den godsdienst geleefdhadden, wist hij in de herinnering terug te roepen dagen plaats van hun laatste biecht. Deze menschen kwa-men meestal naar Ars uit nieuwsgierigheid of met debedoeling zich vroolijk te maken over den pastoor ofzelfs om hem aan de kaak te stellen als een bedriegerof kwakzalver in geestelijke zaken. Voor hen deed hijdie bittere verstervingen en ontgloeiden zijn vurigstegebeden. „ Je ne suis bien, que lorsque je prie pourles pauvres pecheurs", *) zeide hij wel eens. En alshij bij het openbare avondgebed in de voile kerk badvoor de zondaars „o, mon Dieu, qui ne voulez pasque le pecheur perisse" , **) dan was er in zijn stemeen bijzondere klank van zoo diep medelijden enliefde, dat niet enkel hij zelf maar soms ook toe-hoorders de tranen in de oogen kregen.Hij wist met voile zekerheid, dat de bekeering vangroote zondaars en afgedwaalden zijn bijzondere taakwas, hem den verborgen en „onwetenden" land-pastoor opgelegd. Reeds als jongeman, nog voor depriesterwijding, sprak hij hierover tot zijn moeder metgroot verlangen, dock ook met een stille bescheiden-

*) „Ik ben pas op dreef, als ik bid voor de arme zondaars "**) Mijn God die niet wilt, dat de zondaar verloren ga.-

125

Page 142: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

heid. Veel opzien baarden meestal die tallooze on-verwachte bekeeringen, soms reeds bij een eerste ont-moeting, een eerste kerkbezoek of catechismuslesdoor den nieuwsgierige, den vroolijken spotter, denhoogmoedigen wijsgeer, den hatelijken simulant ofwie hij ook was. Aldus een ongeloovige architect uitLyon : hij komt om 11 uur in den catechismus, hoortden heilige eenigen tijd aan, en loopt hevig bewogennaar buiten. Daar ontmoet hij den hulpgeestelijke :„Mijnheer, zegt hij, die pastoor is zoo verzonken inde liefde tot God ; „si je l' entends encore, je ferai leplongeon comme les autres." *)In den namiddag reeds zat hij in de rij om zijn biecht-beurt of to wachten.

*) „als ik nog langer luisteren blijf, zal ik onderduikelen net als deanderen."

126

Page 143: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

XI

Veel is er geschreven over de houding van den pastoortot de verschijning van de H. Maagd aan de tweearme kinderen op den Alpentop la Salette in de Dau-phine. Juist in dit bijzondere geval miste hij, de altijdzoo zeer door Maria begenadigde heilige, zijn wonder-bare gave der intuitie.Op 19 September 1846 in den namiddag, zaten opdezen bergtop twee kinderen ter bewaking van dekoeien uit het lager gelegen dorpje Corps : MaximinGiraud een jongen van elf jaar en Melanie Mathieu,oud veertien jaar. Plotseling zagen de kinderen opkorten afstand midden in een glanzend licht, „unebelle Dame'', zittend op een rotsblok, dat in het gras-land lag. Zij weende, het gelaat verborgen in dehanden. Opgestaan, riep zij met zachte stem de kin-deren naderbij te komen. Dan sprak zij met grootedroefheid over de zware godslasteringen en hetvreeselijke vloeken der menschen, over de schendingder zondagsrust, over het bederf van den oogst enandere groote straffen, die komen zouden, als er geenboete werd gedaan. Wel een half uur, meenden dekinderen, bleef zij en sprak tot hen. Toen verhiefzich de verschijning van den grond en terugwijkend,loste zij zich op in het luchtblauw.Reeds in het volgend voorjaar klommen talrijke pel-grims langs het ruwe bergpad omhoog naar den een-zamen top om te bidden waar de treurende Moeder-gods had gezeten en de kinderen werden het middel-punt eener groote belangstelling, die hun verre vanaangenaam was. In de volgende jaren werd de toe-vloed altijd grooter en onveranderlijk tot in de kleinste

127

Page 144: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

bijzonderheden deden de kinderen nog altijd innaleven eenvoud hun verhaal en beider waarnemingbleef volkomen in overeenstemming. De bisschop vanGrenoble had last gegeven, dat de kinderen altijd inhun gewone doen moesten blijven en vooral hundorpje niet mochten verlaten. Inmiddels werd eennailer onderzoek ingesteld, maar een bisschoppelijkeuitspraak over de echtheid der verschijning volgdeeerst vijf jaar later in 1851. Vanaf het begin had depastoor met al zijn liefde aan de verschijning geloofd,doch altijd met eenig voorbehoud, omdat hij zichwilde onderwerpen aan het kerkelijk gezag.Tegen het verbod van den bisschop werd Maximindoor drie invloedrijke menschen van zijn dorpje Corpsgevoerd naar Ars, onder voorwendsel van een consultmet den pastoor over zijn roeping, maar feitelijk meteen politiek doel, vermoedelijk het herstel der Bour-bons : de ziener van Ars zou het veel besproken ge-heim, door Maria aan de kinderen toevertrouwd, naarmen beweerde, wel kennen en dit moest dienen omhun politiek streven te bevorderen.Op een Septemberavond van 1850 kwamen zij aan inArs. Reeds den volgenden morgen werd Maximinalleen toegelaten tot den pastoor. Over dit onderhoudheeft de heilige nooit een woord gesproken. Maar denvolgenden dag viel het op, dat hij geen medailles vanla Salette meer wilde zegenen en evenmin zijn hand-teekening zetten op de prentjes der verschijning. Maxi-min zeide alleen, dat de pastoor hem aanried dadelijknaar Corps terug te keeren. Daarmee waren de drieheeren niet tevreden, zij stuurden hem weer naar denpastoor, hij moest hem niet hebben begrepen. Wat ertoen gebeurde vertelde Maximin later aan een dame,

128

Page 145: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

die hij goed kende : „dit keen ging ik naar zijn biecht-stoel in de sacristie. Hij vroeg mij of ik de H. Maagdgezien had. — 1k antwoordde : „Ik weet niet of hetde H. Maagd was, ik heb „une Dame" gezien. Maarmeneer pastoor, als u weet, dat het de H. Maagd was,dan moet u het zeggen aan al die pelgrims hier !"Toen die dame hem vroeg of hij zich bij den pastoorvan Ars beschuldigd had van leugens, bekende hijdit : „ik bedoelde zulke kleine leugens tegen den pas-toor van Corps, als ik hem niet wilde zeggen, waar ikgeweest was, of als ik mijn lessen niet geleerd had".„Ik begrijp het, de pastoor van Ars meende, dat hetging om leugens in verband met de verschijning."„ Ja, juist ! dat meende hij, tenminste dit heeft menin de courant geschreven."„Als dat zoo is,' ' had de pastoor geantwoord op zijnbekentenis te hebben gelogen, „dan kan ik u nietverder helpen en moet gij u wenden tot den his-schop". (a l'autorite diocesaine) .„Geheel ontdaan verliet de pastoor daarop denbiechtstoel en gaf mij niet den tijd nog een woord tezeggen," eindigde Maximin zijn verhaal.Toen de pastoor eenige maanden na zijn onderhoudmet den herdersjongen bezoek ontving van denvicaris-generaal en den pastoor van Corps, in het be-zit van een briefje van Maximin, hem verlof gevendopenlijk te zeggen wat de jongen hem bekende, mochthij niet langer zijn dof en drukkend zwijgen volhou-den en uit zijn door twijfel en folterende scrupules be-nauwde ziel kwam de voorzichtige bekentenis : „alshet waar is, wat de jongen zeide, dan heeft hij deH. Maagd niet gezien". Aldus erkende hij, dat hetbovenaardsche licht, anders als een zuivere geest hem

9. De Pastoor van Ars. 129

Page 146: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

doorstralend, ditmaal niet geschenen had. En, hetbitek uit al zijn doen, een zware last drukte den be-jaarden heilige neer. Nog erger werd het, toen in Sep-tember 1851 de uitspraak kwam van den bisschop vanGrenoble : „les deux bergers n'ont pas ete trompeset ne se sont pas trompes". *)De bekentenis der leugens van Maximin, al was zijgedaan buiten de biecht, bleef doorklinken in zijnarme hoofd, waar de sereene rust vertroebeld was toteen groote droefheid en de martelende twijfels blevenvoortduren ook na de positieve woorden van den bis-schop. Dagelijks, als hij over het plein ging, om-ringde hem de tallooze menigte, maar niet enkel omgenezing of zegening werd hem gevraagd : nu hierdan daar was er iemand die, zijn hoofd opstekend,hem de pijnigende vraag toeriep : „vader, wat denktu van la Salette ?" of „wat moet men gelooven vande verschijning op la Salette?" En met een droevestem klonk dan het antwoord : „men moet deMoedergods liefhebben zoo veel men kan''. Soms ookging hij zwijgend voorbij met gebogen hoofd.Van of zijn vroege jeugd was de liefde tot de H.Maagd als een zuiver geschenk door hem bewaard enverborgen in eenzaamheid van gebed en meditatie. Hijhad er nooit over gesproken, maar reeds jaren geledenwas zij gekomen, ook hem verschenen op zijn armelijkkamertje en had tot hem gesproken vol goedheid .. .en nu plaagde hem de vrees iets to hebben gedaanwat de ongereptheid van zijn gevoel had wegge-nomen. Het liet hem niet los, „'t was als een ob-sessie" verklaarde de hulp-geestelijke van dien tijd.

*) „de twee herderskinderen werden niet bedrogen en hebten zich nietbedrogen:'

130

Page 147: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

En aan Catherine Lassagne deed hij de bekentenis :„Ik heb gewetenswroegingen, ik vrees ,dat ik iets ge-daan heb tegen de H. Maagd, ik wilde dat God mijhierover verlichte ! . . . Maar ik zal veel bidden : alshet zoo is, zal ik het luid zeggen. Als het niet echt is,dan is het uit" . Hij verwachtte vol vertrouwen deverhooring van zijn gebed, maar nog altijd bleef hetdonker, het innerlijke licht daagde niet in zijn ver-latenheid. Ook de kapelaan van St. Sulpice uit Parijskwam hem ondervragen over la Salette. Driemaaldeed hij hem dezelfde vraag met groeienden aandrangen telkens kwam daarop hetzelfde antwoord van zijnbleeken mond, dat men Haar zeer moest beminnen.Acht jaren duurde dit geheimzinnige lijden van eenheilige, tot ongeveer een jaar v6Or zijn dood. Toenhervond hij de rust in een vast geloof aan de weenendeMaagd van den bergtop. Hoe dit gebeurde, verhaaldede pastoor aan zijn kapelaan en vriend abbe Toccanier :veertien dagen achtereen was hij overgeleverd aan eenonbedwingbare onrust, toen vond hij plotseling dekracht een acte van geloof te stellen aangaande deverschijning en onmiddellijk ontstond er een grootestilte, een ongekende klaarte in zijn geest. Daarbijvoegde zich het verlangen dezen onverwachten om-keer mede te deelen aan een priester uit Grenoble.Den volgenden morgen trad plotseling de pastoor vande kathedrale kerk van Grenoble zijn sacristie binnenen stelde hem onmiddellijk de vraag over la Salette.Nu luidde het eenvoudige antwoord : „men kan eraan gelooven". In dienzelfden tijd ontving hij ook debevestiging van zijn geloof : de pastoor wilde weereen missie stichten, maar had slechts een gedeeltevan het noodige geld ; hij bad tot Notre Dame de la

131

Page 148: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Salette. Bijna dadelijk werd hem van onverwachtezijde precies het ontbrekende bedrag geschonken., J'ai regarde ce fait comme miraculeux" *) , eindigdehij blij zijn verhaal.Meermalen hebben heiligen historische gebeurtenissenin duidelijken vorm voorspeld. Aldus gebeurde zelfsden armen Benoit Labre, al luisterde niemand naar destem van den man in vunzige lompen, trekkend langsde wegen. Hij stierf op 16 April 1783, maar driemaalin zijn kort leven beschreef hij de groote revolutie, dievan uit Parijs haar bloedigen loop zou nemen over ge-heel Frankrijk. Ook aan den pastoor van Ars wordenvermaard geworden profetieen toegeschreven. Hij zoudie gedaan hebben aan een broeder uit het Lazaristen-klooster van de rue de Sevres te Parijs, broederGaben, den tuinman van het klooster, een eenvou-dige ziel zonder de minste intellectueele ontwikkeling.Tweemaal in zijn leven had de broeder gebiecht bijden pastoor van Ars. Doch pas toen de oorlog van.1870 uitgebroken was, begon hij aan de paters te ver-tellen over de profetieen, die de heilige hem gedaanzou hebben.Een paar paters maakten een relaas op van die ver-halen, dock dit werd om de weifelende termen waarinhet geschreven was, niet opgenomen in de annalenvan het klooster. Hij stierf in 1881 en wanneer menin zijn ouderdom aan broeder Gaben voorlas wat hijzou overgebracht hebben van den profetischen ziener,luisterde hij geduldig en besloot dan zeer onderdanig :„oui, si vous voulez !"Het eerste gedeelte der profetie handelt in bijzonder-

4P) 1k heb dit feit als miraculeus beschouwd.

132

Page 149: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

heden over den oorlog van 1870, het tweede over„une guerre de revanche". En dit heeft men be-trokken op den oorlog van 1914. Het bevat zeer ver-rassende dingen, tamelijk wel door de feiten beves-tigd, maar daarnaast evenzeer groote afdwalingen.Wonderlijk is het intusschen, dat verschillende ge-zegden van den broeder reeds werden aangehaald ineen anoniem geschrift met titel : „le Grand Pape etle Grand Roi'', verschenen to Toulouse in 1872. Vol-ledig werd de profetie opgenomen in de verzamelingvan Curicque : „Voix profetiques etc." Intusschenblijft de oorsprong zoo troebel, dat men haar niet metvoldoende zekerheid op naam van den heiligen pas-toor kan plaatsen.

133

Page 150: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

XII

Na de groote wonderen der Providence, omstreeks1829 was de stroom van pelgrims naar het kleine Arsspoedig sterk toegenomen. Maar toen verschenen daarook veel zieken, kreupelen, lammen, blinden, be-zetenen en lijders aan afzichtelijke kwalen, zoodat hetplein onder de boomen, vooral in lente en zomer, eenjammerlijk aanzien hood en de lucht soms bezwan-gerd was met onbeschrijfelijke uitwasemingen. Veel-vuldige genezingen hadden plaats op het gebed vanden nederigen pastoor, bang voor den grooten aan-drang van het yolk, dat hem als een heilige begon tevereeren. Op den weg van de kerk naar de pastorieomstuwden hem de ongelukkigen, smeekend om hulpmet opgeheven handen : of men trok hem bij de sou-taan en hij moest blijven luisteren naar de klachtenvan wanhoop en smart.Het is zeer waarschijnlijk, dat de pastoor toen reedszijn toevlucht nam tot de heilige Philomena omlichamelijk lijden te genezen of te verlichten. Wantde mystieke vriendschap tot de jonge heilige wasreeds gegroeid tot een innigen band nog voor zijn aan-komst in Ars. In Italie waren al eenige jaren te vorentreffende wonderen van genezing geschied voor hetschrijn dat Naar gebeente bevatte.In den tijd toen de pastoor nog kapelaan was in Ecullybij zijn ascetischen vriend Bailey, kwamen dezebeiden 's zomers dikwijls bij de familie Jaricot, uitLyon, die bij Ecully een groot buitenverblijf bezat.Pauline, de eenige dochter, was een meisje van zeven-tien jaar en bij die bezoeken moest zij zich voor-namelijk onderhouden met den jongen kapelaan,

134

Page 151: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

boersch van uiterlijk, dock in zijn uiterste bescheiden-heid vol tact en fijnen geest. De Jaricot's hadden eengroote vereering voor de in Frankrijk nog onbekendeheilige Philomena. Er waren Italiaansche broedersvan Johannes de Deo bij hen in Lyon geweest, dieverhaalden van de wonderlijke genezingen opvoorspraak dezer heilige geschied te Rome en in hetstadje Mugnano bij Napels. De overste der congre-gatie had aan Pauline een relikwie geschonken, eenheel klein stukje van haar gebeente, dat als een kost-baarheid door haar werd bewaard. Kapelaan Vianneyleefde mee in de sfeer van vertrouwelijke vereeringder jonge martelares, en er ontstond een geestelijkevriendschap, een bovenaardsche band tusschen deglorieerende heilige uit het oude Rome, die haar jongeleven offerde voor haar Liefde en den jongen pries-ter, die de onschuld van het kind paarde aan dienssimpel geloof en daarbij bezat de heldhaftige krachtvan een martelaar, geheel zijn aardsche leven weg-gevend in strenge zelf-foltering en versterving. Demystieke band bleef voortbestaan geheel zijn langleven, werd steeds intenser en transparanter tot aanzijn dood.Wie was dan Philomena „de veel-beminde" ? In 1802werden in Rome de catacomben der H. Priscilla bloot-gelegd, Bij deze ontgravingen vonden de arbeiders ineen gang, naast andere loculi tegen den wand, drieongeschonden aarden tegels naast elkander, hoewelniet in de juiste volgorde : daarop stond in roodekleur als met menie geschreven : Pax te — cum Fi —lumina —. En ten teeken van het martelaarschap :een palmtak, twee pijlen, twee ankers. Toen de tegelswaren weggenomen, lag daar in elkander gevallen

135

Page 152: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

het gebeente van een jong meisje tusschen dertien envijftien jaren. Naast den kleinen schedel, een gebro-ken glazen vaasje, waarin bloed der gemartelde wasopgevangen. Dit gedeelte der catacomben diende alsbegraafplaats voor de Christenen in de eerste eeuwen in de eerste helft der tweede, zoodat men hier-uit moet afleiden, dat het meisje Philomena in dientijd moet geleefd hebben en den marteldood gestor-yen is. Van haar aardsche leven is niets bekend, haarnaam wijst op een grieksche afkomst. De rijke Ro-meinen dier dagen waren bijzonder gesteld opgrieksche slaven voor hun bediening, zoodat het ver-moeden gewettigd is, ook in verband met het een-voudige graf, dat zij tot een grieksche slavenfamiliebehoorde. Drie jaar na de opgraving werd het ge-beente ten geschenke gegeven aan een geestelijke,dom Frans van Lucia, voor zijn kerk in het afgelegenstadje Mugnano. En onmiddellijk reeds bij de over-brenging openbaarde de martelares haar wonderkrachtdoor talrijke genezingen en andere verschijnselen.Mugnano werd een beroemd bedevaartsoord en dejonge heilige had weldra de liefde en het vertrouwenvan heel het Italiaansche yolk. Doch paus GregoriusXVI zette nog jaren lang een streng onderzoek voortnaar al het wondere gebeuren, alvorens een liturgischeviering van het feest der heilige Philomena toe testaan. Dit gebeurde eindelijk in 1835, nadat ookPauline Jaricot in het laatste stadium van een hart-kwaal te Mugnano genezen was. Nu kon ook de pas-toor van Ars de kapel bouwen ter eere zijner „petite

sainte" en van nu of werden door hem alle genezin-gen en vele moeilijke bekeeringen op haar naam ge-steld. „Ik doe geen wonderen, zeide hij gewoonlijk,

136

Page 153: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

ik ben slechts een arme onwetende, die het vee ge-hoed heeft. Wendt u tot St. Philomena". En zichzelf weer verradend : „ik heb haar nog nooit iets ge-vraagd zonder te verkrijgen". In het begin der bede-vaart reeds was St. Philomena zijn trouwe helpster,maar toen vroeg hij dringend aan de menschen omgeheimhouding van alles wat geleek op jets wonder-lijks en hij zweeg over zijn geheimzinnige vriendinuit verre tijden. Nu kon hij over haar spreken en hijdeed het bijna als over een geliefd kind, een trouwevriendin uit vroeger jaren, met een delicate gemeen-zaamheid, maar vooral met den gloed eener grootetoewijding, alsof zij zijn zwoegend leven omzweefdemet zachtheid van troost en versterking. Telkens weersprak hij over haar in catechismus, in preek en opzijn gang over het plein tusschen de menigte, maarzweeg van de zelf ontvangen gunsten en dat zij hemverscheen in glorieerende schoonheid, als de noodten top was gestegen. Hij sprak over de vele gaven,geestelijke en lichamelijke, van verlichting en ge-nezing, die zijn „petite sainte" zoo mild uitdeelde,als hij de menschen naar haar kapel stuurde om tebidden en novenen te houden maar hij zeide weer niethoe hij zelf ook meewerkte door gebed en versterving ;hij noemde haar met vele vriendelijke namen als zijn„zaakgelastigde in den hemel" zijn „consul chez lebon Dieu''.Soms echter ontglipte hem meer dan hij zeggen wilde.Eens kwam er een jong meisje uit Ligny sur Meusebij hem biechten, een braaf schepsel, dat niet veelop haar geweten had. „Ma petite'', zei de pastoor,„ga liever bij den hulpgeestelijke, er zijn hier zoovelen, die meer haast hebben." — „Ik bid u, vader,

137

Page 154: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

laat me biechten !" — De pastoor zweeg in zijndonkere cel. „Geeft U me dan een souvenir, eenplaatje van St. Philomene." — „Maar in uw kerk inLigny hangt een schilderij van de heilige, laat daar-van afdrukken maken, het is de mooiste kop van haardie ik ken !'' aldus een vergelijking makend tusschenhet portret en het model. Hij was nooit in Ligny ge-weest.In zware nachten, als de rauwe stem van denduivel hatelijk klonk door zijn huis en uren lang denslaap verdreef van den uitgeputten man, stak hij delamp op en staarde in stille overgave naar het plaatjevan Philomena aan den muur en vond een zoetenvrede die ook ziin arme lichaam verkwikte. En toende duivel het bed van den pastoor in brand had gezetop een morgen, terwiil hij in de kerk was, doofde hetvuur uit op onverklaarbare wijze, in een rechte lijnvlak langs het relikwieschrijn van zijn beschermster.Op den 8en Mei 1840, was Etiennette Durie, eenkankerzieke juffrouw uit Moulins, die haar levenwijdde aan het missiewerk van den pastoor, getuigegeweest van een verschijning der H. Maagd op hetgrijze kamertje der pastorie. Toen de verschijningvoorbij was, bleef de pastoor met gevouwen handenroerloos staan, als in de verstijving eener extase.Vreezend dat hij dood was, trok de ontroerde Etien-nette hem bij de soutaan. Hij ontwaakte met eenschrik : „Is u hier !" En op strengen toon : „als uhierover spreekt, zult u nooit meer een voet hier zet-ten." Daarna werd hij plotseling zacht, in den na-bloei der zalige herinnering en hervatte vertrouwelijk :„avec la St. Vierge et St. Philomkle, nous nous con-

138

Page 155: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

naissons bien.' '*) — Etiennette vroeg niets meer.Begrijpelijk is het dan, dat de menschen van Ars ge-loofden aan een bezoek van St. Philomena toen hijdrie jaar later doodziek lag aan een hevige longont-steking. Zijn krachten schenen eindelijk uitgeput,koortsig fonkelden de groote oogen in hun holten, debreede jukbeenderen staken nog scherper uit het in-gevallen en doodsbleeke gelaat, zijn handen op hetbed schenen die van een skelet. Men had hem in eenander vertrek gelegd, waar graaf des Garet eenzachter bed had doen plaatsen, maar de kamer waseven goor en had slechts een enkel raampje, waar-door het felle licht der meizon binnenviel over watversleten meubeltjes. De ziekte verergerde met dendag, maar hij deed wat de doktoren voorschreven ener waren er zelfs drie tegelijk aan zijn bed. „Als ernog een vierde komt," zei hij toen op eens, „dan ishet stellig met mij gedaan." Hij klaagde nooit, desnachts meende hij den duivel to hooren, uitgillendeen afschuwelijk leedvermaak. Na een week scheenhet einde gekomen. Zijn biechtvader wilde hem instilte de laatste sacramenten laten toedienen, doch hijverzette zich : „Neen, neen ! laat de klokken luiden,een pastoor heeft het zeer noodig, dat er voor hemgebeden wordt." Nauwelijks klonken de eerste sla--gen door de avondrust of parochianen en pelgrimsvulden in stilte de binnenplaats, drongen de pastoriebinnen en zaten geknield langs de kleine trap tot voorzijn deur. Na afloop der bediening, lag hij als doodmet gesloten oogen. De aanwezige dokter verwachttehet einde. Doch hij kwam weer bij, stelde zich inner-

*) „de H. Maagd en St. Philomena, wij kennen elkander wel".

139

Page 156: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

lijk onder bescherming van St. Philomena en beloofdemissen ter harer eere. In de vroegte van den volgendenmorgen werd de mis gelezen aan het altaar zijnerbeschermster. Terwijl zat aan het ziekbed zijn trouweoppasser, de schoolmeester Jean Pertinand. Metnieuwe kracht overviel hem de koorts, onrustig be-woog het bleeke hoofd over de kussens, zijn oogenstonden wijd open. Toen opeens trad er een grootekalmte in, de blik werd rustig en zacht, scheen vast-gehouden op een punt, „als zag hij iets bekoorlijks"zei de schoolmeester. Dat duurde . . . en duurde, enfluisterend nu en dan noemde hij den naam Philo-

, 99mene . Toen de mis ongeveer uit was, zei hij plot-seling : „vriend er is een groote verandering gekomen,— ik ben genezen !"En het was zoo, met een abnormale snelheid kwamende krachten terug. Zag hij de „petite sainte'' ? Hijzeide alleen, dat zij hem genezen had.Eindelijk, in hoogen ouderdom, drie maanden v66rzijn dood, bekent de heilige onder strenge geheim-houding aan een bevriende vrouw, wier geestelijkeleider hij sinds jaren was, het bezoek der jonge marte-lares, om hem te raden in een moeilijk besluit. Zijnhulpgeestelijke abbe Toccanier had hem voorgesteldvoor parochiemissies opgespaarde gelden te gebruikenvoor den bouw der nieuwe kerk. De pastoor kon nietbesluiten en bad am Gods wil te vernemen : „toen isSt. Philomena mij verschenen, schoon en licht-stralend, omgeven door een Witte wolk. Twee maalheeft zij mij gezegd : „uwe werken zijn volmaakterdan de zijne, omdat er niets kostbaarder is dan hetheil der zielen." De heilige man sprak staande, deoogen opgeheven en op zijn gelaat een glans van ge-

140

Page 157: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

luk bij de troostende herinnering. St. Philomena zeidevertrouwelijk „tes'' en niet „vos oeuvres,'' aldus uit-drukkend haar innige verhouding tot den oudenvriend.Verschillende biografieen brengen een lange reeksvan wonderbare genezingen door St. Philomena enden pastoor samen. Bij vele zal de man der weten-schap glimlachen of spreken van hypnotisme, sug-gestie en hallucinatie, bij vele anderen zal hij nietanders kunnen doen dan ze bestempelen tot legenden.Maar het levensdrama van den heiligen verheftzich ook hier somtijds tot een hoogte van bijbelscheschoonheid in eenvoud en liefde. En zijn geloofschittert daarbij in een mysterieuze, leven-brengendestraling, onnaspeurbaar voor den menschelijken geest.Niettemin, zichzelf geheel wegcijferend, blijft hij dewonderen, die de menigten in Ars opzweepen tot eenvroom enthousiasme, alleen toeschrijven aan de H.Maagd en St. Philomena. Er kwam tot den reeds be-jaarden heilige een eenvoudige man uit de Jura. Depastoor van zijn dorpje had hem opgedragen den pas-toor van Ars to ondervragen over de vele buitenge-wone dingen, die er in zijn parochie geschiedden. Deman bleef aandringen met zijn ondervraging.„O, vriendje", was eindelijk het antwoord, „je moetniet alles gelooven wat men zegt."„Dan zal ik bij mijn thuiskomst den pastoor zeggen,dat er hier niets bijzonders gebeurt."„In dit geval zoudt gij liegen, dat mag niet."„Zeg mij dan, bid ik u, wat ik moet overbrengen. tt

„Gij moet aan uw pastoor zeggen, dat alles hier ge-beurt door bemiddeling van de H. Maagd en St.Philomena. Hier genezen dooven, stommen, blinden,

141

Page 158: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

lammen, geparalyseerden, bezetenen. Elken dag ge-schieden er wonderen en bekeeringen, soms verschil-lende op een dag. Maar alleen op voorspraak van deH. Maagd en St. Philomena."De meesten van de door biografen aangehaalde ge-nezingen, gedocumenteerd in het proces der zaligver-klaring, vallen in de laatste vijf of zes jaren van zijnleven, toen het lichaam reeds in een doorschijnendemagerheid wegkwijnde en zijn geest al scheen opge-heven in de stilte van een bovenaardsch geluk.Op een helderen Septembermorgen in 1857 gaf depastoor zijn gewonen catechismus in een kerk volbedevaartgangers, alien staarden naar het witte hoofdvan den heilige in zijn diepen stoel op het koor. Metkorte onderbrekingen klonken de zachte woorden, diede toehoorders in spanning opvingen zonder te be-wegen. Zooals geregeld gebeurde, hield plotseling deomnibus uit Lyon ratelend stil voor de kerk : toen,met veel gedruis, ging de deur open, daar stondentwee eenvoudige menschen van het land, man envrouw, de man droeg een kleinen jongen op den arm.Een oogenblik zweeg de pastoor, zijn diepen blikrustend op de nieuw gekomenen : dan, met mede-lijden in de stem : „acme menschen ! waarom van zoover bier komen zoeken, wat gij bij u hebt? — Watis uw geloof groot !" En hij ging weer door als tevoren. Om twaalf uur, toen hij den angelus gebedenhad, zeide hij met een stemverheffing : „Brengt uwkind naar St. Philomena ! daar links." De twee gingenen knielden voor het beeld der Heilige, glanzend inrijke vergulding. Kort daarop was er een hevig ge-stommel en bewegen van stoelen in de cline kerk,waar nog veel menschen zaten. De man was flauw

142

Page 159: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

gevallen, men bracht hem buiten in de frissche luchten spoedig kwam hij weer bij. „Wij waren naar Arsgekomen," zeide hij nog bevend, „om de genezingte vragen van ons kind, dat zes jaar oud is en nognooit had gesproken en ook niet geloopen. En opeenszeide de kleine, naar het gouden beeld kijkend :„mooi, vader, mooi !"En de vrouw vertelde aan de omstaanders : „wat eennovenen heb ik gehouden, dat God hem zou terug-nemen, want de dokters waren het alien eens dat ge-nezing onmogelijk was ! En nu, zie het ventje, hijstaat en hij praat !'' — Wat een genade ! riep ze tel-kens weer, weenend van blijdschap. Twee dagenlater zagen de menschen den kleine loopen over hetplein, aan de hand van zijn vader en den pastoor, diehem meenam op ziekenbezoek in het dorp. Zoo deedhij ook met andere kleine jongens, genezen door zijn„petite sainte". Het is opgevallen aan hoeveel kinde-ren de pastoor genezing bracht in hopeloze gevallen enmen wil hiervoor verband zoeken in het feit, dat hij,de weldoener der verwaarloosde jeugd, in zijn Pro-vidence aan tallooze, ten ondergang opgeschrevenmeisjes een rein levensgeluk bracht.Op een avond, ook in 1857, kwam er een jong meisjein Ars, dat op twee krukken liep. Haar knie was ver-stijfd en vormloos dik door ankylose en haar been on-beweeglijk. Zij strompelde de kerk binnen gedurendehet avondgebed tot vlak bij den preekstoel. Toen hetgebed afgeloopen was en de pastoor er of kwam,strekte zij plotseling den arm uit en raakte met devingers zijn superpli aan, uitroepende : „Vader, ikkom u mijn genezing vragen !" De pastoor wenddezich tot haar, zijn oogen begonnen te fonkelen.

143

Page 160: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

„Ongelukkige, vraag eerst de genezing uwer ziel,daarna die van het lichaam.” En verder gaande overhet koor, hoorde men hem tot zich zelf zeggen : „hetis waar, de cananeesche vrouw stelde zich tevredenmet de kruimels van des meesters disch." Zevendagen achter elkander kwam het meisje tot hem inden biechtstoel om haar levensbiecht te spreken. Denvolgenden morgen, in de mis van den heilige, moestzij de heilige communie ontvangen uit zijn hand. Bijhet opstaan om naar de communiebank te gaan, vielende krukken uit haar handen op den vloer en recht opging zij zonder wankelen of hinken. Men hoorde ge-roep : een wonder ! een wonder ! „State, mijne kin-deren !'' zei de pastoor en zijn tranen rolden over hetwitglanzend kasuifel, toen hij haar de communiereikte. Het hoofd diep gebogen, keerde zij terug enknielde, genezen, met beide knieen neer op densteenen vloer in de gang. Toen zij later bij den pastoorkwam, zeide hij : „mijn arme kind, gi b zit zoo grootegunst wel zeer onwaardig, bedank St. Philomena, ikheb er part noch deel aan."Een vrouw uit Lyon kwam met een kind, dat eengroot vetgezwel had, uitpuilend naast een oog. Zijvroeg den pastoor te bidden voor een voorspoedigeoperatie, die spoedig zou gebeuren. Maar in eenplotselinge opwelling greep zij de hand van denheilige en legde ze op het gezwel. En dit verdweenonmiddellijk. Des avonds op zijn kamer, zeide hij totabbe Toccanier, als om zijn nederigheid te redden :„vandaag had ik iets grappigs, God doet toch nogaltijd wonderen. Er was een vrouw, die mijn handlegde op een dik gezwel, dat haar kind had bij hetoog. En toen smolt het gezwel geheel weg."

144

Page 161: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

„Nu zult u toch niet zeggen, dat St. Philomena ditdeed.”— De pastoor was een oogenblik verlegen om eenantwoord, dan zeide hij : „Zij zou er toch nog vooreen klein beetje bij betrokken kunnen zijn."Bij de meeste gevallen van genezingen blijkt tevensdiezelfde gave van intuitie, die hem voortdurend zoowonderlijk wend geschonken in zijn ambt van biecht-vader en geestelijken leider. Ook bier ziet hij klaar inhet innerlijk der hulpzoekenden. En het wonder ge-beurt, wanneer hij vindt, niet enkel een vertrouwenuit verlangen naar genezing, maar een echt vertrou-wen, zijn oorsprong nemend in een groot geloof, eenlevend geloof zooals het zijne. Niet juist bij den ziekeis dit noodzakelijk, maar bij alien, die zijn bijstandinroepen. Soms immers worden afwezigen genezen,zeer dikwijls ook kinderen, die niet beseffen wat ergaande is, als ze bij den heilige gebracht worden.Zoo toonde een vast geloof in het gebed van eenheilige de ongelukkige gendarme, wiens vrouw wasgestorven en die nu alleen stond met een kreupeljongentje van zes jaar, het zieke been was dun en stijfals een houtje. Met het kind op den arm stond hij inLyon to wachten op den omnibus voor Ars, toen ereen paar vrienden voorbij kwamen en vroegen wathij ging doen met zijn jongen. „Ik ga naar den pas-toor van Ars." Zij lachten een beetje : „Naar denkwakzalver ! Breng hem liever „aux incurables''.*)De man antwoordde niets, hij ging naar Ars, toondeden pastoor het acme kind en vertelde van den doodzijner vrouw. Stil starende op den man en het kind,

*) het ziekenhuis der ongeneeslijken.

10. De Pastoor van Ars. 145

Page 162: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

luisterde de pastoor naar het droeve verhaal, gaf eenkus op het voorhoofd van het kind. „Mijn goedevriend," zeide hij dan, „uw kind zal genezen !"Toen hij die woorden had gezegd, begon het knaapjete loopen.De talrijke genezingen deden het aantal pelgrims envooral dat van zieken en ongelukkigen soms aan-groeien tot een benauwende massa. Er was dan inhet dorpje een groote bewogenheid, als een golvingvan intense devotie. Maar stil rondgaande in zijn ge-wane leven, alsof er niets gebeurde, zagen de men-schen den heilige nederig in zijn versleten soutaan,in zich zelf gekeerd als in een afgeslotenheid van ge-bed. En, ontvluchtend waar hij kon, hun vrome ensoms uitbundige vereering, bad hij tot zijn kleinevriendin voorshands in Ars enkel de zondaars te be-keeren, de zieken echter pas na hun terugkeer thuiste genezen.

146

Page 163: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

XIII

Als jongen reeds had de pastoor een voortdurendverlangen om alleen te zijn en in de stilte vond hijdan een geluk, dat altijd groeide en hem geheel ver-vulde. Wanneer hij alleen mocht werken in veld ofdruivenland, zooals reeds werd verhaald, gaf hijzich over aan een bespiegelende vroomheid, badhij met innigheid den rozenkrans en zong zelfs half-luid hymnen en gezangen uit de kerk : dan weer ver-zonk hij in een vrome meditatie, terwijl hij zijn uiter-ste krachten inspande om de harde aardkluiten tebreken met zijn schop. En wanneer in de heete mid-daguren de geheele familie zich uitstrekte in het grasom te slapen, ging hij ook liggen, maar biddend metgesloten oogen.Bidden en mediteeren was hem van nature eigen.„C'etait l' eau du ruisseau, qui suit sa pente' ' , zeidehij later, sprekend van dit jeugdgebed. De schoonebeelden en symbolen, die hij zoo kwistig uitstrooidein zijn catechismus, begonnen reeds te ontluiken indie eenzame jongensjaren en de wereld, die hem om-ringde bij het zware werk zijner handen, voerde hemtelkens op tot een spontane beeldvorming en reli-gieuzen bloei van gedachten : de glanzende vluchtvan witte duiven tegen het hemelblauw herinnerdeaan den H. Geest, als een lichtstraal zijn genadeschenkend aan een reine menschenziel : het pure sap,neerdruppelend uit een overrijpe druif, was voor hemde zoetheid van een overvloedig en nederig gebed :een ziel in de zuiverheid der goddelijke genade was

*) „Dat vloeide als een beek langs hare belling."

147

Page 164: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

een bloeiende druivenstok geurend in de morgenzon :vruchten geel geworden door een steek van denkwaden worm, schenen hem zinnebeeld van goededaden, bedorven door ijdelheid en hoogmoed. Aldusontsprong in de stilte een streven omhoog, naar ver-geestelijking van zijn dagelijksch leven, boven de ge-wone verlangens en gedachten eigen aan zijn leeftijd.De neiging tot afzondering bleef hem bij, beheerschteden eenzame ook na de priesterwijding, maar zij dreefhem niet naar het klooster, want reeds voor zijn studie-jaren wist hij zich geroepen, als hij priester kon wor-den, zijn leven te offeren voor de bekeering der zon-daars : aan zijn moeder deed hij meermalen deze be-kentenis. Acht daden na zijn komst in Ars verliethem reeds de huishoudster uit Ecully meegebracht enhet was zijn grootste voldoening nu alleen te blijven in,zijn leege huis. Hij vermeed elken omgang met vrien-den en collega's en bleef zich afzonderen, waar zijnambt hem niet dwong met de menschen te spreken. Erwerd reeds vermeld hoe hij alleen terugkeerde naarzijn huis, als de maandelijksche conferentie met deconfraters afgeloopen was en dezen gingen aanzittenaan een vroolijk en feestelijk maal. Maar die geeste-lijke neiging, bijna een hartstocht, offerde hij instrenge zelfbeheersching, met het nederige hart vaneen werkman, evenals hij alle kleine zinnelijke nei-gingen overwon ; zooals het ruiken aan een bloem,het eten van een peer of van een kruimigen aardappel,juist wanneer de trek het sterkste was. Wet bleef hijde zuivere contemplatief, in verborgenheid al hoogerstijgende naar het eenige doel ,de rust in God. Dochuitroeien den machtigen trek naar de afzondering ver-mocht hij zijn heele leven niet. Naar mate het pastoors-

148

Page 165: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

leven voortging, werd de druk der omgeving zwaarderen de strijd heviger, zijn uitgeput lichaam weigerdeal meer den noodigen physieken steun aan den geesten te midden van de menigte, die hem aanhoudendbelegerde, moest hij zich innerlijk bouwen de celvoor contemplatie en gebed. En zoo gebeurde het, datde menschen in het drukke gewoel, zelfs in de kerk,hem dikwijls zagen, als was hij aan de omgeving ont-trokken, als had hij vergeten tijd en plaats. De strijdbleef voortduren, de „hantise'' der afzonderingspookte ten slotte zoo hevig in zijn vermoeide brein,dat hij die verlokkingen ging toeschrijven aan denduivel, zijn aanval richtend op de zwakste plek.Op een heeten zomerdag moest hij zich door de be-nauwende menigte met inspanning een weg banennaar de kleine binnenplaats der pastorie. Daar, in deblakerende middagzon, vond hij eenige kippen vande buurvrouw : de dieren hadden kuiltjes gemaakt inden mullen igrond en daarin neergedoken, lagen zijrustig te slapen, het kopje onder een vleugel verbor-gen. Dit beeld van rust en vrede, hoe onbeduidendin zich, verwekte een uitbarsting van droefheid in zijnmoe gestreden innerlijk en, Catherine ziende, riep hijuit : „gelukkige vogelen ! hadden zij een ziel, hoegaarne zou ik zoo een vogel zijn." Reeds tweemaalsmeekte hij zijn bisschop om ontslag en verlof omzich te verbergen in een klooster en onderteekendezijn brieven : „pauvre cure d'Ars of „pauvre mal-heureux pretre''. *)„Wanneer ik 's nachts niet slapen kan, zeide hij aanbroeder Athanasius van de jongensschool, „dan gaat

*) arme ongelukkige prietser.

149

Page 166: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

mijn geest reizen, ik zoek een hoekje om mijn armeleven te beweenen en boete te doen voor mijnzonden". In een herfstnacht van 1840 werd hem debekoring te machtig, omstreeks twee uur sloop hijnaar buiten, zoekend in het duister den weg naarVillefranche. Niet ver buiten het dorp stond een grootkruis in het veld ; daar aangekomen bleef hij plotsstaan, ziende met een schrik den donkeren omtrekervan tegen de lucht. „Dat was toch niet Gods wil,"de biechtelingen zaten te wachten in lange rijen enhaastig keerde hij terug op zijn post.Na herstel van zijn ziekte in 1843 mocht hij spoedigweer de heilige mis lezen maar de dokter verboodhem nog weken lang het afmattende biechthooren.Toen het verbod opgeheven werd, hervatte hij zijntaak op de gewone wijze, trotseerend zelfs de be-nauwende zomerhitte in de kleine cel. Men zag hemook weer om een uur 's nachts met zijn lantaarntjeverschijnen aan de poort van de binnen plaats, omof te werken de zware dagtaak al de eindelooze uren,alle dagen gelijk. De toeloop in Ars werd zelfs veelgrooter dan hij ooit geweest was. Reeds in de sa-cristie, 's morgens na de mis, drong de menigte op,verminkten en zieken en door ongelukken getroffenen,moeders met verlamde of blinde kinderen, rijken enarmen, gingen tot den wonderlijken man, gedrevendoor een groot geloof. En daar stond hij dan in debenauwende menschenlucht dicht omsloten in hunmidden, geduldig zijn liefde uitdeelend aan allen, deascetische heilige met een groot medelijden op hetgelaat.Toen stuurde de bisschop hem als steun den pastoorvan een naburig dorp, den jongen abbe Raymond,

150

Page 167: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

een ijverig geestelijke, maar ook een zeer eerzuchtige,die sinds lang er naar streefde den heilige als pastoorop te volgen en de bedevaart van Ars naar zijn in-zichten te organiseeren. Maar het onverwachte zougebeuren, de pastoor was niet opgewassen tegen dejeugdige kracht van den abbe, de pastoor voelde zichweldra als de mindere, hij gehoorzaamde en de abbegaf zijn bevelen. En de parochie in zoo krachtigehanden ziende, laaide de oude verzoeking om zichte verbergen weer op. Om te ontkomen aan eenmogelijke vervolging van de talrijke pelgrims wildehij weer in het geheim ontsnappen. In den nacht van11 op 12 September zou hij zijn plan uitvoeren. Enkelaan Catherine en haar twee mededirectrices der Provi-dence ging hij zijn vertrek mededeelen onder strengegeheimhouding. Maar iemand, die op dat oogenblikbuiten de voordeur van het kinderhuis stond, hoordezijn woorden en verraadde het .geheim ; er kwam grootebeweging in het dorp en toen het donker werd, steldende menschen zich op om de pastorie te bewaken. Kortna een uur verscheen een klein lichtje aan de achter-deur der pastorie in den tuin, men hoorde hoe destruiken der groene haag op zij geschoven werden.De pastoor kwam buiten in het schemerige licht,zijn brevier onder den arm, en in de hand, alseen Boer, een pakje linnengoed gebonden in eengrooten zakdoek. Dit was wel de „pauvre malheureuxpretre– , uit de hooge gebedssfeer, waar de geest vrijwas van de materie, neergezonken in arme mensche-lijke zwakheid. En het wordt een aangrijpend drama :een groote menigte menschen, die v6Or de kerk enonder den toren zijn komst afwachtten op het gewoneuur, begint hard te rennen naar de pastorie. Zij

151

Page 168: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

trachten hem tegen te houden, smeeken om nog temogen biechten, bieden kruisen en medailles aan

om te zegenen. Maar de pastoor luistert niet, versneltden pas, hij bereikt het kleine brugje over de Font-blin *) en verdwijnt in het donker, de menigte keertin stilte terug. Aileen zijn vriend Pertinand, deschoolmeester, loopt hem achterna, vindt hem buitenhet dorp, reeds verdwaald in de velden.„Waarom toch zoo wegloopen, mijnheer Pastoor?"begins Pertinand.„Ik heb den bisschop gevraagd mij te mogen terug-trekken en zal zijn antwoord afwachten in Dardilly".En zij gingen nu daarheen, naar de ouderlijke boer-derij, waar nog zijn broer woonde.In de vrees voor mogelijke achtervolgers, nam hij aldadelijk een omweg. Maar plotseling bleef hij staan,de wegen waren veranderd in de lange jaren, terwijihij in den biechtstoel zat, de schoolmeester moest hemtot gids dienen doch hij vertrouwde het niet : „gijwilt mij verraden, beste Jean r riep hij verschriktuit. Een woord van den trouwen vriend stelde hemweer gerust. Zeven uren duurde nu de tocht, wel denrozenhoedjes baden zij, trekkend door velden en bos-schen. Den brugwachter van Trevoux vonden zij nogslapend op zijn post ; in zijn gewone teergevoeligheidwilde de pastoor niet, dat Pertinand hem wakkermaakte en zij namen een grooten omweg langs den.SaOne-oever. Uiterst vermoeid kwamen zij te Neu-vine ; geen van beiden hadden zij geld op zak, maarde pastoor hood zijn begeleider het ontbijt aan, hijzou zijn horloge in pand geven. De schoolmeester

*) Een beek.

152

Page 169: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

weigerde en zij trokken verder. In Dardilly bij zijnbroer aangekomen, moest de pastoor dadelijk op eenbed gaan liggen, hij was ziek van uitputting.Twee dagen later lag Ars verlaten, een stil dorpjegelijk de andere in den verren omtrek der Dombes,het kerkje was leeg, enkel soms eenige arme meisjesbiddend bij een brandende kaars. Ook het kinderhuiswas bijna leeg geloopen, en er lag een druk op dezwijgende menschen alsof er iemand gestorven was.De broer van den pastoor, Frans Vianney, liet eenkamertje inrichten, waar de pastoor alleen kon zijn,zooals hij zoo zeer verlangde. Daar zat hij dan dieeerste dagen, na al de doorleefde troebelen weder-vindend de onuitputtelijke bron van zijn gebed. Maarook jeugdherinneringen kwamen boven, vooral hetstille beeld der vrome moeder, die het ontluikendegeestelijke leven van Naar zoon omringde met onop-.houdelijke zorgen. De rust was echter van kortenduur ; oude kennissen van Dardilly en weldra ook be-geerige pelgrims, die het spoor van den vluchtelinghadden ontdekt, kwamen aankloppen aan de boerderijen de pastoor was te gevoelig om zijn deur geslotente houden en te gewetensvol om zijn aanwezigheid teloochenen, ook wilde hij niet dat de pelgrims van Arsonvriendelijk weggezonden werden. Er kwameniederen dag meer bezoekers, de boerderij stond ervol van, den geheelen dag. Op zijn verzoek moesteen bevallig en vriendelijk jong meisje van de familiealien te woord staan en verfrisschingen aanbieden.Een paar dagen zat de pastoor zelfs te Dardilly in denbiechtstoel voor de pelgrims en eindeloos stond zijnmaaltijd op de boerderij onaangeraakt.Den eersten Zondag reeds kwamen omnibussen vol

153

Page 170: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

uit Lyon en Villefranche en het werd een overrompe-ling voor de Vianney's op de oude hofstede. Boven-dien kwamen dien dag ook alle verre verwanten uitden omtrek, er werd een familiemaaltijd aangerichtin den namiddag. Midden aan de lange tafel zat deheilige man uit Ars, men drong bij hem aan om meete eten van de gerechten, dock te vergeefs, hij atenkel een gestoofde peer. Maar hij voerde een opge-wekt gesprek, meestal echter sprak hij over vromedingen op den hem eigen luchtigen en geestigen toon.Aan zijn nicht, madame Favolle verhaalde hij zijnzware ziekte in het voorjaar, hoe hij al reeds indoodsstrijd liggend, den dokter hoorde zeggen, dathij nog slechts een half uur te leven had, dat zij der-halve bij stervenden moest doorgaan met voor hen tebidden totdat ze overtuigd was van het overlijden.In enkele dagen had zich aldus de geheele bedevaartverplaatst naar Dardilly, de binnenplaats der boer-derij was vol menschen en zij zaten in alle vertrekken,zelfs in schuren en bergplaatsen. Frans Vianney werdontevreden en knorrig en de pastoor begreep, dat hetzoo niet mocht voortgaan. Maar reeds op Zaterdag-avond was ook abbe Raymond gekomen met eenschrijven van den bisschop, waarin aan den pastoorde kapel van Beaumont, een oud pelgrimsoord derMadonna midden in de moerassige streek der Dombestot standplaats werd aangeboden. Hij wilde dusspoedig met abbe Raymond daarheen gaan en zouhem reeds den volgenden morgen afhalen op de pas-torie van het naburige Albigny om samen vender tereizen. In de morgenschemering van den volgendendag, terwiil het dorp nog in volkomen rust lag, be-gaven de beide broers zich op weg, de pastoor ge-

154

Page 171: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

zeten op een paard van de hoeve, dat door Frans bijden teugel wend geleid, want de voeten van denarmen vluchteling waren zoo pijnlijk van den nachte-lijken tocht naar Dardilly, dat hij bijna niet loopenkon. Bij Albigny gekomen, keerde Frans met zijnpaard terug en de pastoor, het dorp ingaande, vondtot zijn grooten schrik, nog een kermis in vollen gang,half dronken en luidruchtige menschen dansend bijwilde muziek, hij moest er dwars doorheen. Demoeilijke reis naar Beaumont duurde nog den ge-heelen dag, grootendeels te voet. Pas in den avondbereikten de twee geestelijken het afgelegen plaatsjetusschen uitgestrekte rietlanden en plassen.Den volgenden morgen las de pastoor het eerst zijnheilige mis om Gods wil te kennen. Daarna las abbeRaymond en de pastoor diende de mis. Nauwelijksterug in de sacristie, zeide de pastoor geheel opge-lucht tot zijn reisgezel : „Laat ons teruggaan naarArs !"Des middags om vijf uur, terwin de klokken beierdenals voor een groot feest, deed de pastoor zijn intochtin het kleine Ars. Parochianen en vreemden warensamengekomen op het kerkplein en toen de pastoor,steunend op zijn stok, naderde, ging er een juichkreetop : „voila le saint !" Men wilde zijn soutaan aan-raken, zelfs zijn voeten kussen, de vrouwen weenden,alles knielde om den zegen van de magere witte handin het bekende groote gebaar. Toen deed hij aan denarm van den heer Raymond de rondte van het pleinen zeide met ingehouden ontroering : „tout etait doncperdu, mes enfants ! Eh bien, tout-est-retrouve !" *)

*) „Alles was dus verloren, mijne kinderen ; wel, alles is weer terug-gevonden "

155

Page 172: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Daarna ging hij de kerk binnen om het avondgebedte verrichten, de zwakke stem van den uitgeputtenman kionk weer door de overvolle maar doodstilleruimte, waar alle kaarsen brandden in de vallendeschemering. „Een oogenblik heb ik den terugge-vonden heilige gezien," schrijft de verheugde Cathe-rine dien avond in haar dagboek, er is werkelijk eenverteedering in zijn oogen en in zijn stem en hij zeidemij : „ik heb troost en vrede gevonden" .De diepere grond dezer zachtheid was de nieuwe hoopop een leven van afzondering in boete en gebed bijde kinderen van zijn Providence, waar nog steeds deonschuld bloeide bij kloosterlijke armoede en tucht ,want de bisschop had hem ook in een verwijderduitzicht gesteld de verwezenlijking van een cud plan,den bouw eener kapel bij het kinderhuis met er naasteen kamertje voor hem, waar hij in 't verborgen delaatste krachten van het afgetobde lijf kon offeren invoorbereiding der zware verantwoording van zijnlange pastoorsleven. Immers nog altijd drukte hem devrees uit het actieve leven van een pastorie te wordengedaagd voor den eeuwigen rechter. Daar in datarme kamertje zou hij vrij zijn drang naar verstervingkunnen volgen en duurzame gebedsrust vinden in deonmiddellijke nabijheid van het tabernakel, „commeun petit chien aux pieds de son maitre". *)Doch het was slechts een bedriegelijke luchtspiegelingin de woestijn : wat hij het meest begeerde, zou hemontzegd blijven en vollen afstand moest hij doen vanalien wil en alle verlangen om te komen tot de zuivereliefde in volmaakte heiliging. Twee jaar na zijn viucht

*) „als een hondje aan de voeten van zijn meester."

156

Page 173: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

naar Dardilly moest de pastoor zijn kinderhuis over-dragen aan een congregatie van zusters, die weldraeen meisjeskostschool met behoud der parochieschooler van maakte. Dit was wel de zwaarste beproevingvan zijn leven. Die Providence immers was voor hemhet stille hortulus animae in het woelige leven. Al zijndagen en de halve nachten moest hij doorbrengen metde zondaars in den biechtstoel en dan was de korteonderbreking van zijn bezoek aan dit hofje van vredeeen dagelijksche verkwikking.„Que le temps me dure avec les pecheurs, quantserai-je avec les saints !'' zeide hij soms. *) Nu vondhij ook in het kinderhuis niet precies heiligen, maararme menschen met vele menschelijke zwakheden,doch hij had er gebracht het aroma van eigen heilig-heid, zoodat het huis er van vervuld werd : bij dejeugd zoowel als bij de drie directrices bleef deze geurzijner deugden onvertroebeld gedurende bijna vijf entwintig jaren. Catherine Lassagne en hare twee mede-helpsters waren, meer dan zij zelf wisten, zijne gees-telijke dochters ; niet een gewone, met toewijding ge-paarde vriendschap, gegroeid in den loop der jaren,maar een hoogere geestelijke band bestond er tusschendeze drie en den heilige, een zuiver religieus gevoel,zijn voedsel vindend in gemeenschappelijke armoede,versterving en kinderlijk geloof. Vooral Catherine, dievanaf haar jeugd in zijn nabijheid leefde, werd doorhem opgevoerd tot een bijzondere volmaaktheid, zoo-dat een latere bisschop met recht haar kon noemen,une relique vivante du saint cure''. Deze Providencewas niet gelijk aan zooveel andere inrichtingen van

*) „Wat duurt de tijd lang met de zondaars I Wanneer zal ik bij deheiligen zijn?''

157

Page 174: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dien naam en de wereld begreep niet de volkomeneenheid tusschen het kinderhuis en den heilige, arm,nederig en simpel met de armen van zijn huis. In hetoog der menschen echter scheen de armoede meer eenverwording, een verval en de regel van het huis alleengeschikt voor nonnen of begijnen. De voornaamsteinwoners weigerden hun kinderen naar de school testuren, omdat ze er moesten zitten bij de verstootenenen samengeraapten langs den weg. Ook werd er ge-zegd, dat het onderwijs onvoldoende was, maar zelfsschoolopzieners van het wereldlijk igezag gaven hier-over gunstige rapporten, kwamen bij hun bezoekonder den indruk der wonderlijke stemming in dithuis.Toen ten slotte de vicaris in Ars kwam en in overeen-stemming met den bisschop op overdracht aan zustersaandrong, moest de arme pastoor wel zwichten. Hijbracht het zware offer, zooals hij gewoon was hetoffer te brengen van zijn leven, en hij troostte dedrie weenende vrouwen met de kracht van zijn simpelwoord. Korten tijd later betrok Catherine een huisjedicht bij de pastorie, zorgde voor het linnen en degewaden der kerk, kookte ook het sobere maal voorden pastoor en bracht het elken middag op zijn kamer.De zusters kwamen in het huis op 4 November 1848.In lateren tijd hoorde men den heilige herhaaldelijkzeggen : „toen ik nog mijn Providence had, moestik zestig menschen voeden, het ging wel een beetjeongelijk, maar het geld kwam van alle kanten, ik hadmeer dan ik noodig had. Sinds dat men bier ordeheeft willen scheppen, zijn de bronnen wel zeer ver-minderd''.Abbe Raymond, die den heilige in 1843 terugvoerde

158

Page 175: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

uit Dardilly naar Ars, werd door den bisschop vanBelley twee jaar later aan den pastoor toegevoegdals vasten steun. Als nabuur had hij dikwijls hem ge-holpen in zijn zware taak. Vianney kende hem der-halve reeds lang, kende ook zijn ongevoelig, hardkarakter en zijn heerschzuchtigen aard. En toch, toende bisschop hem een hulp aanbood, vroeg hij juistdezen priester, dien Catherine beschouwde als „doorGod gezonden am het geduld van zijn dienaar op deproef te stellen".Reeds in zijn jongensjaren beoefende de pastoorhet geduld, alle opwellingen van drift en hu-meur met strenge volharding overwinnend. Wantzooals de tijdgenooten getuigden en hij ook zelfbekende, had hij een levendige, prikkelbare en op-bruisende natuur. In het begin van zijn verblijf inArs, toen iemand hem in zijn pastorie met een stort-vloed van beleedigingen en scheldwoorden over-laadde, liet hij den man uitspreken zonder iets tegente zeggen, dan geleidde hij hem beleefd naar de deuren gaf hem zelfs vriendelijk de hand. Maar de zelf-overwinning greep zijn zenuwen zoo aan, dat hijdadelijk op bed moest gaan liggen, en kleine puistjeszijn huid bedekten. „Als ik me niet wilde bekeeren,zou ik opvliegend en driftig zijn elken dag," erkendehij, en men zag hem sidderen over geheel zijn lijftelkens als hij zich bedwongen had. Maar in laterejaren bewaarde hij een volkomen vrede, ook in demoeilijkste gevallen, ook wanneer ongeloovigen volhaat en spot hem in het gezicht uitscholden voor domen onwetend.De hevigste kwelling echter was acht jaar lang dedagelijksche omgang met den hardvochtigen Ray-

159

Page 176: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

mond, de duizenden kleine prikkels en beleedigingen,die hij als grijsaard van dezen man te verduren had.Al dadelijk bij zijn aankomst verdreef hij den heiligeuit zijn kamertje en betrok dit zelf, meenende alduszijn gezag en waardigheid in het dorp te vestigen,onverschillig voor het offer dat hij vergde van dentwintig jaren ouderen pastoor. Want dit kamertje,getuige van eindelooze verstervingen en zelfkastijdin-gen, van innerlijk lijden en volkomen verlatenheid,van onophoudelijken strijd tegen den boozen geest,maar ook van bovenaardsch geluk, geweldiger engrootscher dan ooit een mensch uit zijn mond vernam,was in den duur van bijna dertig jaar een dierbarebescherming geworden in zijn moeilijk leven. Dochgedwee gaf hij het over en ging wonen in een sombervertrek beneden, waar de kilte en de vocht opsloegenvan den hardsteenen vloer en zijn lichamelijk lijdenzeer verergerden. Er ging een storm van verontwaar-diging op bij de menschen en zij dwongen dennieuwen kapelaan het kamertje weer terug te geven.Toen verliet deze de pastorie en nam zijn intrek ergensin het dorp. Ook ontnam hij den heilige alle gezagals pastoor, regelde de diensten in de kerk, organi-seerde de drukke bedevaart, teekende de kerkregistersals pastoor van Ars, weersprak den stillen vergeeste-lijkten ouden man openlijk van den preekstoel encritiseerde zijn handelingen. In zijn wilden ijver omden beroemden pastoor op te volgen en aan kant tezetten, vergat hij geheel dat die nederige grijsaardalleen de mystieke kracht was, die het nietig dorpjegemaakt had tot een centrum van groot geloof engeestelijk leven en dat die wonderwerking ophield,zoodra de pastoor het dorpje zou verlaten.

160

Page 177: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Maar in al hun simpelheid en nederigheid zijnheiligen psychologisch onbegrijpelijk : in de dieptezijner ziel vond de gemartelde pastoor een oprechtesympathie voor den hardvochtigen kapelaan enverdedigde hem overal : „als men hem belee-digt, gaan we beiden heen !'' zeide hij aaniedereen, die klagen kwam. Toen de bisschop eenanderen pastoor stuurde om inlichtingen, smeekte hij :„laat me toch den heer Raymond : it me dit mesverites– . *) In een brief aan den bisschop verdedigdehij hem met warmte, sprak van zijn beminden kape-laan, die zoo zwaar belasterd wend. Pogingen, diegedaan werden om dezen te laten overplaatsen, ver-ijdelde hij zelf. En toen de burgemeester met zijngoedvinden naar den bisschop ging om die overplaat-sing eindelijk te verkrijgen, wist hij dezen te voor-komen ; de bisschop toonde aan den verwonderdenburgemeester een brief van den pastoor met het drin-gend verzoek zijn kapelaan nog wat te mogen be-houden. Intusschen overleed de oude bisschop, Mgr.Devie. NaIef en verheugd verbeeldde zich nu de pas-toor, dat de nieuwe bisschop zijn ontslag zou inwil-ligen om zijn negen en zestig jaren en de verzwaktegezondheid. Doch ook deze bisschop weigerde, ver-plaatste den kapelaan en benoemde in zijn plaats abbeToccanier, een jongen priester, die den pastoor ver-eerde als een heilige.Opnieuw spookte de bekoring der eenzaamheid weerop bij den teleurgestelde, en nauwelijks was Tocca-nier aangekomen of er volgde een droevige poging

*) „hij zegt mij altijd de waarheid."

11. De Pastoor van Ars. 161

Page 178: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

tot vluchten, nu nog tragischer door zijn ouderdomen het vergeestelijkte en verbleekte uiterlijk.Toen Catherine hem op een Donderdag het mid-dagmaal bracht, zeide de pastoor plotseling : „ikheb gedacht, dat ik nu voor goed moet heen-gaan. Mijn zwager in Lyon verwacht mij, ik ver-trek Maandagnacht. Houd dit stir . Zijn bedoelingwas zich van daar terug te trekken in een Trappisten-klooster, dicht bij Lyon. Op Maandagmorgen konCatherine niet langer alleen het zware geheim dragen,en vroeg hem verlof zijn vertrek te mogen mededeelenaan haar vroegere medewerkster in de Providence, diebij haar woonde. Nu deden de twee vrouwen in tranenen snikken een uiterste poging hem van zijn voor-nemen of te brengen, doch te vergeefs, hij scheenhard en gevoelloos in de spanning van zijn besluit.In haar angst verklapte Catherine ten slotte het ge-heim aan een broeder der jongensschool.Tegen middernacht verscheen de pastoor aan de deurvan Catherine en beval : „laat ons vertrekken !" Enzij begaven zich onmiddellijk op weg, Catherine meteen lantaarn, haar vriendin dragend een mandje metmondvoorraad. Maar dadelijk versperde Toccaniermet den broeder hun den weg. Daar stond de heiligein het licht der lantaarn, mager en vervallen in zijnveel te wijde kleedij, de witte haren langs het inge-vallen gelaat ! Hij steunde sidderend op den oudenboerschen paraplu en met een fonkeling in de diepeoogen, tot Catherine : „gij hebt mij verkocht !"Catherine barstte in snikken uit, maar de pastoor lietzich niet tegenhouden. „Wij zullen de brandklokluiden !" riep de broeder. „Laat mij door !" bevalde pastoor. Intusschen kwamen reeds pelgrims en

162

Page 179: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dorpelingen met lantaarns en er was veel bewegingen geroep ander de boomen in het schemerdonker.Toccanier trachtte met krachtige woorden den pastoortot bezinning te brengen, toen hevig de klok begonte luiden in het rumoer der stemmen. Er kwamen nunog meer menschen, ook boeren met emmers enstokken om te blusschen, alsof er brand was.„Meneer pastoor, daar luidt de Angelus al !'' En plotsontrokken aan al het gebeurende en opgenomen inde hooge lichtsfeer van zijn gebed, zonk hij neer opzijn knieen, legde den hoed op den grond en dehanden vouwend bad hij met de hem eigen gebeds-klank in de stem, den Angelus voor in de in-gevallen stilte, omgeven door de toegeloopen me-nigte, die knielde om hem rond. Daarna wildehij weer weg. Maar in den ijver om zijn vluchtte belemmeren, had Toccanier hem het brevier weg-genomen, dat hij onder den arm droeg en zoo moesthij weer naar de pastorie om een ander te halen.Terug op de binnenplaats, vond hij ze bezet doorparochianen, die de uitgangen bewaakten. Tenslotte,half weenend, half glimlachend in zijn opwinding,duwde hij den schoenmaker ter zijde van de poorten verscheen op het kerkplein, juist toen een grootetroep vrouwen, - van verre gekomen biechtelingen -uit de kerk kwam en luid smeekend om nog tebiechten zich v66r zijn voeten op de knieen wierp.Sterker dan de woorden van Toccanier en den bur-gemeester, dan de stille drukkende weerstand derdorpsgenooten, klonk de roep der zondaars door inzijn vertroebelden geest. Een oogenblik stond hij stil,den blik op de weenende vrouwen en haar smeekendgebaar, dan zeide hij verlicht : „laat ons naar de kerk

163

Page 180: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

gaan". Zeif ging hij het eerst binnen, knielde op hetkoor in een lang gebed, en verdween in den biecht-stoel. Den volgenden morgen, toen iemand hem wildeondervragen over den afgeloopen nacht, antwoorddehij vlug : „n'en parlous plus, j'ai fait l'enfant". *)Ongeveer een jaar later, toen de pastoor des nachtsop zijn gewoon uur naar de kerk ging, vond hij voorzijn deur een rijtuig met twee paarden. Er waren tweevreemdelingen bij, die hem het rijtuig aanboden, alshij nog wilde vertrekken, zij zouden hem brengen,waarheen hij wenschte. De heilige antwoordde kort,dat hij geen verlof van zijn bisschop had om weg tegaan en ging haastig de kerk binnen. Geen oogenblikkwam er een bekoring bij hem op. Handelden diemenschen uit medelijden of met een andere bedoe-ling? het geval is geheimzinnig gebleven.Tot aan zijn dood leefde hij verder in een stille hoop,dat de bisschop hem eindelijk nog eens zou ver-gunnen zich terug te trekken uit de wereld.

*) „Laat ons daarvan niet praten, ik heb me kinderachtig gedragen:'

164

Page 181: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

XIV

Wat is geloof ? vroeg men den pastoor.„c'est quand on parle a Dieu comme on parlerait aun homme'' *) . . . Dit rustige eenvoudige, onbeiLwogen geloof is de fundamenteele kracht, de godde-lijke gave, die vanaf de jeugd heel het leven van denheilige opwaarts stuwde naar God : het is de diepebron waaruit opwelde in altijd voller strooming zijndoor eindelooze verstervingen gelouterd gebed, tenslotte stijgend tot het geluk der extase. Hier ookvonden hun oorsprong de karakteristieke deugden enbijzondere gaven, die de volksmenigten in bewegingbrachten naar het eenzame dorpje in het land dervijvers en moerassen.St. Theresa van Avila, klagend over de grofheid dermenschelijke woorden, ontoereikend om uit te druk-ken wat zij geestelijk doorleefde, tracht met grootehelderheid den bezoeker in te leiden in haar kasteelder ziel, voert hem vanaf de laagste woonplaats naarde hoogste, die het dichtst is bij het goddelijk Licht.St. Jan van het Kruis teekende uit in de bovenaard-sche verlichting van zijn zuiveren geest, den weg derziel naar God, den weg dien hij zelf was opgegaantot het Einde. Tot hoever het den armen dorps-pastoor gegeven was dien weg te volgen of welkwoonverblijf van gebed hem geopend werd in denonstilbaren drang zijner liefde, openbaarde hij alleenin zijn dagelijksch leven als nederig priester enpastoor. Men noemde zijn gebed „une oraison desimplicite" : een hooge qualificatie - dock hij, die

*) „Dat is, wanneer men tot God spreekt, zooals men zou spreken toteen mensch".

165

Page 182: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dit schreef, studeerde de mystiek in boeken, zij hetdoor heiligen geschreven, en hij had niet zelf be-klommen de eenzame hoogte, die onbereikbaaris voor al wat nog eenigszins materieel of zinnelijkis. Zelf schreef de pastoor alleen in de eerstejaren de gewone zondagspreeken voor zijn kleine pa-rochie van boeren ; maar anderen verzamelden inschrift al den spontanen, bloei van liefde en zuiver-held, die als uit stille meditatie naar boven kwam inzijn catechismus.Toen hij geen tijd meer vond om zijn preeken op teschrijven en van buiten te leeren, kreeg zijn woordook op den preekstoel den gloed eener bovennatuur-lijke inspiratie en al die geestelijke schatten werdendoor de pelgrims verspreid over geheel Frankrijk enzeer ver daarbuiten, dock opgeteekend voor lateretijden werden ze niet.Zeer dikwijls ook in zijn omgang met de menschendoorfonkelde een mysterieuze kracht zijn meest een-voudige woorden, niet enkel zijn woorden, maar zijnheele wezen : zoo brandde in hem zonder ophoudende godslamp der liefde, dat talrijke pelgrims met be-geestering verhalen van den onvergetelijken indruk,meegenomen van een bezoek bij den heilige. Hetzuiver spiritueele straalde zoo hevig door het zwakkeomhulsel, dat zondaars en ongeloovigen tot inkeerkwamen door het vertoeven in zijn nabijheid. Eenigejaren v66r zijn dood preekte een geestelijke te Parijsin de kerk van St. Sulpice. Zich zelf onderbrekend,zeide hij plotseling met een inzinking van stem : „ikheb eens een heilige gezien in mijn leven. Heel zijnwelsprekendheid bestond in te zeggen : „mes enfants,aimez bien le bon Dieu . . . it est si bon, . . . aimez

166

Page 183: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

le Bien". En zich wendend tot de jonge seminaristenin de banken vlak v6Or hem : „die heilige bekeerdemeer zielen met deze eenvoudige woorden dan wijmet lange preeken.Ook kwam er een bekend dichter dier dagen in Ars.Hij hoorde den pastoor in de kerk, en daarna bijhem staand tusschen de andere menschen, riep hijuit : „nooit heb ik God van zoo nabij aanschouwd !"- 9 ,Dat is waar !" antwoordde de pastoor, en wij-zend op het uitgestelde Allerheiligste : „God is nietver !"Maar de dichter wilde niet bedaren, ging maar doormet zijn uitbundige lofspraak op den nederigenman. Toen nam de goede heilige zijn beide handenen zeide zachtjes : „mijn vriend, als men ons kende,zou men meer kwaad dan goeds van ons zeggen'',en hij gaf hem den zegen. Buiten gekomen, begon dedichter opnieuw : „die man is veel grooter dan zijnnaam ! Nooit zal ik dien kop met zijn aureool ver-geten, dien blik van vuur en daarbij de simpelheidvan een kind !"Het innerlijke leven van geestelijke verlichting enliefde blijft wel bij alle heiligen een geheim tusschenGod en de ziel, evenzeer omdat ze in nederigheidhierover niet willen spreken, alsook omdat zij hetvolkomene daarvan niet onder begrijpelijke termenkunnen brengen. Groote mystici schrijven wel overhun extasen en gelukstoestanden in schijnbaar een-voudige woordenreeksen maar erkennen dan alleentot een aangegeven grens hun doel te hebben bereikt.De diepzinnige heilige, Catherina van Genua trachtteherhaaldelijk altijd weer met nieuwe woorden haarliefde uit te spreken om ten slotte enkel te verklaren,

167

Page 184: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dat „haar liefde werd geest'', een uitdrukking, mis-schien ook voor theologen moeielijk te analyseeren.De heilige van Ars uitte zich nooit in diepe beschou-wingen over de hooge toestanden der Godsliefde,bleef tot het einde altijd dezelfde eenvoudige manvan het land, maar vele woorden, door hem gespro-ken in het gewone doen en opgeteekend door tijdge-nooten, werpen een breede schijn over de geestelijkeverhevenheid, waartoe hij werd opgevoerd. En in degeimproviseerde preeken der latere jaren had hijlisomwijlen wonderlijk fijne bespiegelingen over degoddelijke liefde en barmhartigheid, dan vond hijbeelden van een nieuwe schoonheid, die de toehoor-ders meesleepten in een stroom van neergebogenvroomheid en berouw ; zoodat het scheen als werd deascetisch-diaphane heilige met de witte haren en dediepe vurige oogen overstraald door een groot lichtuit bovennatuurlijke bron.Nog in het begin dezer eeuw vertelde met geestdrifteen oude man in Ars, die als volwassen jongen denpastoor gekend had : „zijn preek en catechismuswaren geheel in vergelijkingen : voor hem was de na-tuur het boek, waarin alle werkingen der genadewaren opgeschreven : zij was de schildering vol be-weging en leven van de bovennatuurlijke orde : enmet welk een bewonderenswaardige wijsheid en ken-nis kon hij haar verklaren !"

Het gebeurde eens, dat de pastoor met zijn hulp-geestelijke sprak over de moeilijkheid voor een pries-ter om zijn hoop ambt te vervullen. Geheel in tranenzeide hij plotseling : „om de mis te lezen zou meneen serafijn moeten zijn ! . . . Dan zweeg hij een

168

Page 185: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

oogenblik, maar tranen bleven rollen over zijnwangen .. .0, mijn vriend, volgde dan met zachte stem, als menwist wat het is, de mis . . . zou men sterven. Pasin den hemel zal men het geluk begrijpen van demis te kunnen lezen . . . Helaas, wat is een priesterte beklagen, als hij dat zoo maar doet als iets ge-woons ! . . . Wat een ongeluk, een geestelijke, dieniet innerlijk is ! . . . Maar daarvoor is noodig destilte, een langdurig zwijgen, de retraite, mijn vriend,de retraite ! . . . God spreekt in de eenzaamheid .. .Het is beangstigend om priester te zijn ; de biecht, desacramenten, wat een verantwoording ! Als men wistwat het beteekent priester te zijn, zou men evenalsde heilige kluizenaars, vluchten in de woestijn omhet niet te zijn !'' Zoo ging de toen reeds bejaardeheilige voort, in tranen herschouwende innerlijke vi-sioenen en openbaringen, doch tevens onder denzwaren druk van het gezicht der eigen nietigheid enonwaardigheid, die zijn ziel als in duisternis hulde . .Parochianen en pelgrims hebben den pastoor aan hetaltaar beschreven en getuigd van hun ontroeringenin rustige, eenvoudige woorden. En alien hebben ge-zegd, dat de pastoor de mis toch niet anders las danieder andere geestelijke en in den gewonen tijdsduur,zonder affectatie of opvallende bewegingen. Maarvelen meenden, dat hij dan de geluksextase nabij,Christus levend v66r zich zag. Terwij1 alle blikken ophem gezicht waren, stond hij in zijn liefde verzonkenmet een onbeschrijfelijke uitdrukking op het gelaat, alswas hij opgeheven boven de stoffelijke wereld. Ca-therine vond den pastoor zoo zeer doordrongen vande wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in het

169

Page 186: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

heilig sacrament, dat zij in haar dagboek schreet :„Van tijd tot tijd ziet men op zijn gelaat opklaringenvan geluk, dat de geschapen dingen niet kunnen ge-yen. En hij zeide ons herhaaldelijk : „indien wij eengeloof hadden levend en doordringend als de heili-gen, zouden wij, evenals zij, Onzen Heer zien. Erzijn priesters, die Hem iederen dag zien in de heilige

• !fMIS .

Op zijn armelijk kamertje, in de nachten der laatstetien jaren, toen hij naar zijn eigen woorden soms leedals een ongelukkige, doodelijk vermoeid neerzittendop den rand van zijn hard stroolager, onophoudelijkgeplaagd door een scherpen hoest, die hem belettezich uit te strekken tot rust, ontving hij somwijlenplotseling troost en innerlijke verlichting uit hoogersfeer, een geluk, dat hem wegvoerde uit de donkereellende en smart en ook zijn lichaam herstelde. ToenToccanier hem eens sprak over zijn hard bed, te ergvoor het afgetobde lijf, antwoordde hij met eenzachten glimlach : „on n'est pas toujours couche surla dure I – *)Eens kwam er tot den pastoor een vreemde geeste-lijke, die een groote reis gemaakt had om hem te be-reiken. Zijn doel was de oplossing te vragen van eenbelangrijk moraal-theologisch probleem, dat hemreeds maanden bezig hield. Breedvoerig met alle ver-wikkelingen legde hij het geval uit en wachtte inspanning : onmiddellijk antwoordde de heilige involkomen heldere woorden, die de kern der kwestierakend, een duidelijke oplossing gaven. De vreemdestond verbluft voor den ouden simpelen man : na een

*) men list niet altijd op de harde brits

170

Page 187: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

korte stilte vroeg hij : „waar hebt gij theologie ge-stud.eerd?'' En de man, die in zijn studietijd van hetseminarie werd weggezonden, als niet in staat omzijn priesterstudies to voleinden, aan wien men zelfsbij zijn wijding de bevoegdheid van biechthooren ont-hield, antwoordde niets maar wees op het bidbankje,dat naast hem stond.Tot de hulp-geestelijken des avonds op zijn kamer,sprak hij dikwijls over het gebed en het innerlijk le-ven en altijd eindigend in een ontroering, die de tra-nen in zijn oogen bracht. Het gebed noemde hij hetgroote geluk van den mensch op aarde en het inner-lijk leven was een bad van liefde, waarin de ziel zichstort en verdrinkt. Onderwerpen van zijn gebedwaren voornamelijk het heilig Lijden en de Eucha-ristic. Het eerste beschreef hij als „un grand fleuvequi descend d'une montagne et ne s'epuise ja-mais''. *) En over het heilig sacrament was hij on-uitputtelijk met altijd weer nieuwe woorden vanliefde en schoonheid, die de kleine gestalte met devermagerde handen deden beven van geluk.Sprekend in den catechismus over de deugd der ne-derigheid, zeide de pastoor dat zij was voor alleandere deugden, wat voor den rozenkrans de kettingis, die alle korrels samen vereenigd houdt. Neem denketting weg en alle korrels vallen uit elkander engaan verloren. Neem de nederigheid weg en alledeugden zijn waardeloos.„Mijne kinderen, zeide hij, de eerste deugd is denederigheid, de tweede is de nederigheid en de derdeis de nederigheid !" In alle levens van heiligen vindt

4') ,,een groote stroom, die van een berg afdaalt en nooit uitgeput raakt".

171

Page 188: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

men de nederigheid overheerschend alle andere ka-raktereigenschappen, want een werkelijke liefde totGod kan alleen leven op een ondergrond van warenederigheid. In het licht der goddelijke liefde wordtde aardsche mensch tot een nietigheid en al zijn ge-breken staan daarin naakt en schril afgeteekend totschrik voor zijn geestelijk oog. Vele heiligen warenwonderlijk in het vinden van buitensporige middelenom zich zelf te vernederen of om door anderen ver-nederd te worden. En om den schat der nederigheidte bewaren, ziet men hen niet enkel afstand doenvan alles wat op eigenliefde en eigenwaarde gelijkt,maar zelfs overgaan tot de meest meedogenloozedaden van zelfverachting, pijniging van het armelichaam en vooral tot daden van geestelijke vernede-ring. Aldus deed ook in hooge mate de heilige van.Ars. Door zijn levensverhaal ziet men zonder ophou-den, de nederigheid vonken met den glans der eicht-heid , maar nu, het einde naderend, is er een behoeftenog enkele kleine gebeurtenissen of teekenende uit-spraken van hem samen te brengen om zijn deugdenen heel zijn wezen in het licht te stellen.Lange jaren leefde de pastoor te midden van eensteeds wisselende menigte van bedevaartgangers, dieopgewonden hun groote bewondering te kennen ga-ven en zonder schroom hem luidruchtig omringdenen volgden of in massa voor hem op de knieen vielenom zijn zegen. Reeds in den nacht, als hij hoestendaan het poortje der pastorie verscheen met zijnlampje, kwamen zij hem tegemoet en voerden hemin groote stilte naar het kerkje. Bij alle diensten wasde kerk overvol en alle gezichten stonden gericht opden pastoor, zoo zeer dat velen in zalig gepeins soms

172

Page 189: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

vergaten den dienst te volgen, terwiji de heilige zelf,onbewust dat de menschen hem aanstaarden, opge-heven scheen in een andere wereld. Bijzonder onaan-genaam voor den armen man was de voortdurendejacht om jets wat hem toebehoorde als relikwie te be-machtigen. Toen hij eens bemerkte, dat men weerstukjes uit den rand van zijn soutaan had geknipt,zeide hij teleurgesteld : „quelle devotion mal pla-cee''.*) Herhaaldelijk ontnam men hem het cate-chismusboekje, ter zijde gelegd op den rand van zijnstoel, ook bladzijden en losse blaadjes uit zijn bre-vier, alles was waardevol voor het enthousiaste yolk.Men ging zoo ver kleine krullen te knippen van delange witte haren op het achterhoofd. Gedurende dencatechismus zag een jong meisje van twaalf of veer-tien jaar, dat achter zijn stoel stond, een Naar veellanger uitstekend over zijn rug dan de andere. Mee-nende dat het los was, trok zij er aan, maar het wasniet los. De heilige wendde zich om, zag het blozendekind en zeide zacht : „ma petite, aimez Bien le bonDieu !" Toen Monnin eens zinspeelde op de grootebekoring tot hoogmoed, uitgaande van een zoo grooteen voortdurende huldiging, antwoordde hij diep neer-geslagen : „Oh ! si seulement je n'etais pas tentede desespoir''.**)Zoo ver verwijderd van hoogmoed was dus de wijdberoemde man, dat hij nog altijd moest strijden tegende bekoring van wanhoop om eigen gebreken. Bijvele heiligen zag men ditzelfde. Juist wanneer zijgeklommen zijn tot het stralende toppunt van vol-

*) „wat een misplaatste devotie !"**) „0, had ik maar geen bekoringen van wanhoop !"

173

Page 190: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

maaktheid en heiliging, bekruipt hen die angst, alseen duizeling voor den gapenden afgrond, dat zij ietszouden kunnen doen of misschien gedaan hebbenwat niet volmaakt was Gods wil of verlangen. Inhet proces van onderzoek verklaarde de abbe Ray-mond : „wat mij het meest heeft getroffen bij denpastoor van Ars was de bewonderenswaardige ma-nier waarop hij weerstand hood aan de eindelooze endronkenmakende eerbewijzen, waarin hij leefde. Hijbegreep zeer goed, dat al die menschen alleen naarArs kwamen om hem." Aan een mevrouw wiergeestelijke gids hij al jaren was, deed hij eens de be-kentenis, dat hij aan God had gevraagd de volledigekennis van eigen ellende en nietswaardigheid. „AlsGod mij niet op bijzondere manier had bijgestaan,zeide hij, dan ware ik oogenblikkelijk in wanhoop ge-vallen" . Maar de ontsteltenis over dat gezicht washem altijd bijgebleven.Een broeder van het onderwijs had een kleine bro-chure geschreven „tot leidraad van de pelgrims vanArs". In de inleiding werd in 't kort ook het devoteen ascetische leven van den pastoor verteld. En hijstuurde hem eenige exemplaren. Den volgendenmorgen nam de pastoor hem mee in de sacristie. Hijsloot de deur achter hem dicht en ontsteld, met tra-nen in de oogen, viel hij uit : „ik had u niet in staatgeacht om een slecht boek to schrijven". De arme.broeder stond verslagen. „ Ja, een slecht boek ! .. .een heel slecht boek ! . . . Hoeveel heeft het u ge-kost? 1k zal u dadelijk alles voluit terug betalen, endan gaan we het verbranden !" Op het protest vanden ongelukkige volgde de verklaring : „gij spreektdaarin over mij als over een heilig man, en ik ben

174

Page 191: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

slechts de geringste van alle priesters ! Laat er allesuit wat gij over mij zegt en het zal een goed boekzijn". De bisschop, over het geval geraadpleegd,werd stil van ontroering over de les van nederigheiddoor den armen landpastoor gegeven, maar hij ver-hood iets in het boekje te schrappen.Een groot verdriet was wel voor den heilige in zijngevoelige bescheidenheid de uitstalling en verkoopvan zijn portret door het geheele dorp. Te vergeefspoogde hij dit te beletten en het duurde lang, eerhij er aan wende zijn „carneval", zooals hij datspottend noemde, altijd weer voor oogen te zien.Meest waren het slechte afdrukken van slechte tee-keningen, soms bespottelijk als caricatures : „zie iker hier niet uit, alsof ik uit de kroeg kom?" zei hijeens lachend tot Catherine. En toen hij op straat eengroote, meer verzorgde prent zag, ging hij tot denkoopman en vroeg den prijs. „Vijf francs. - „Vijffrancs !'' hernam hij, „o, dan zult gij het nooit ver-koopen. Zooveel is de pastoor van Ars niet waard !"Omstreeks 1845 verschenen ook groote kleurigeEpinal-prenten, illustreerend een reeks gebeurtenis-sen uit het leven van den heilige. Zij sierden, bontin de zon, de stalletjes van devotie-artikelen op hetplein en werden door de pelgrims over geheel Frank-rijk verspreid. Maar nooit was de pastoor te bewegenzijn handteekening te zetten op een prent of portreten pas op zijn doodsbed kon er een photo van hemgenomen worden. Ook wilde hij niet poseeren vooreen schilder of beeldhouwer. Maar toen de lichaams-krachten op het eind van zijn leven sterk afnamen,vroeg Toccanier den beeldhouwer Cabuchet het ver-geestelijkte beeld van den heilige te boetseeren. Uit

175

Page 192: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

voorzorg haalde de artiest bij den bisschop een brief,die den pastoor moest bewegen voor hem te posee-ren. Dan, geknield in den biechtstoel, als Wilde ookhij biechten, reikte hij onmiddellijk den brief. Toende pastoor hem gelezen had, stond hij op en liepweg, roepend : „neen, nooit ! voor u niet en vooruwen bisschop niet !'' En Cabuchet was gedwongende buste te maken half verborgen in een hoekje vande kerk op het catechismusuur. Toen de heilige manhet werk zag, zei hij een beetje verlegen : „dat isgeen carnaval !'' doch hij verbood met nadruk re.producties er van onder het yolk te brengen voor zijndood. In wit marmer uitgevoerd versiert dit beeld dekapel van Ars, waar het hart van den heilige be-waard wordt. Maar naar de buste heeft de beeldhou-wer een levensgroot beeld gemaakt : de heiligeknielend zonder steun op den kerkvloer voor hetaltaar, de handen gevouwen, de oogen gericht op hettabernakel. De uitdrukking in houding en gelaat iszoo intens in zijn simpelheid en liefde, dat aan alwie het leven van den pastoor leerde kennen, ditbeeld een plotselinge ontroering moet brengen en hetzoetelijke er in zal hem niet meer hinderers. De voor-naamste verdienste van den beeldhouwer is wel hetmoment waarop de heilige is genomen. Want zoozat hij daar in het vervallen kerkje reeds bij het beginvan zijn verblijf in het dorp, gedurende de stille mor-genuren, als de kerk geheel verlaten stond ; zoo zagmen hem daar zitten, uitgemagerd en eenzaam, toende menschen hem vervolgden en bedreigden omzijn preeken tegen dans en drank en zondagschen-ding en toen hij zelfs door zijn confraters in den om-trek werd geminacht en bestreden. Een lange reeks

176

Page 193: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

De biddende heilige,marmerbeeld van E. Cabuchet.

Page 194: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 195: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

van jaren bad hij aldus geknield zijn getijden en inden witten ouderdom staarden de saamgedrongenkoppen der pelgrims naar dit beeld van levend ge-loof, wanneer des morgens de pastoor daar neerzatin gebed ter voorbereiding voor zijn heilige mis. Ishet wonder, dat deze eenvoudige, met den blik voort-durend gericht op het geestelijke, volkomen onge-voelig was voor alle aardsche eer? Dat hij zelfs ingroote vrees en droefheid verzonk bij elke onderschei-ding, die hem te beurt vie! van hooggeplaatste per-sonen ?Geheel onverwacht nadert de bisschop van het dio-cees de kerk van Ars, de pastoor wordt uit denbiechtstoel geroepen en gaat hem tegemoet. Plotse-ling, nadat de pastoor hem het wijwater gereikt heeftbij den ingang, haalt de bisschop de rood glanzende„camail – van eerecanunnik van het cathedraal ca-pittel te voorschijn, en tracht dezen den pastoor omde schouders te bevestigen, maar de heilige wil zichverzetten en zegt : „Neen, monsigneur, geeft u ditliever aan mijn kapelaan ! Hij zal haar beter dragendan ik".Reeds den volgenden dag hood hij de kostbare zwaarzijden camail met hermelijn omzoomd voor vijftienfrancs te koop aan een juffrouw uit het dorp. „Hetis veel meer waard !" antwoordde de juffrouw enbetaalde hem vijftig francs. Opgetogen schreef hijonmiddellijk aan den bisschop : „ . . . ik had geldte kort voor een stichting en toen heb ik de camailverkocht voor vijftig francs. Met dien prijs was iktevreden''.Niet anders ging het, toen de pastoor drie jaar laterbenoemd werd tot ridder van het Legioen van Eer.

12 De Pastoor van 'Ars. 177

Page 196: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

De burgemeester, graaf des Garets, kwam hem da-delijk gelukwenschen en zeide daarbij, hoe trotschhet kleine Ars kon zijn weldra de hooge civiele enmilitaire ambtenaren van het departement te zien ver-schijnen. De pastoor antwoordde enkel maar : „datzijn lichamen en zielen !"Toen hij het etui met het eereteeken op zijn kamertje,in bijzijn van Catherine, van Jeanne-Marie Chanay,van de broeders der school, had geopend, was hijzeer teleurgesteld : „Mag ik u attent maken, mijnheerpastoor, dat het een kruis is'', zeide Toccanier, „wilu het zegenen''. En met zijn groot gebaar zegendehij het schitterende sieraad. Daarop wilde de kape-laan het een oogenblik op zijn Borst spelden, maarhij weigerde afwerend. Ten slotte reikte hij het aanden kapelaan : „daar, mijn beste vriend, ik hoop datu evenveel pleizier zult hebben om het aan te nemenals ik om het u te geven—.In het kleine Ars verschenen jaren lang de beroemdepersoonlijkheden van dien tijd, mannen en vrouwen,staatslieden, magistrates en litteratoren, hooge we-reldsche geestelijken en kloosterlingen. Mgr. Dupan-loup, de groote bisschop van Orleans getuigde in 'tbijzonder van zijn diepe bewondering, evenzoo cardi-naal de Bonald en Lacordaire, de vermaarde predikervan de Notre Dame te Parijs, die op zijn verlangenom hem te eeren, een preek hield in het kleine kerkjevan Ars. Zulke bezoeken waren voor den heilige tel-kens onaangename stoornissen, zelfs een ware pijni-ging om eer en ijdelheid van zich of te werpen enklein zich te verbergen in zijn gewone doen : een be-koring tot hoogmoed waren ze niet ; aangenamer,zeide hij tot Toccanier, was hem „la visite d'une

178

Page 197: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

pauvresse, qui me demande l'aumOne.''*) „Ilc kreegtwee brieven met dezelfde post", zoo vertelde hijeens, „in de eene stond, dat ik een groote heiligewas ; de andere noemde mij een schijnheilige en eenkwakzalver. De eerste maakte mij niets beter, detweede niets slechter. Men is, wat men is voor God".Lang v66r de ouderdom kwam, was de ziel van denheilige zuiver, onvermengd, eenzaam met God :boven alle aardsch gedruisch, handelde hij reeds nietmeer naar menschelijke invloeden.

*) ,,het bezoek eener arme vrouw, die mij een aalmoes vraagt"

179

Page 198: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

XV

Nederigheid, niet enkel versterving, zocht de heiligeook in volkomen armoede naar het goddelijk voor-beeld. De Vianney's waren van vader op zoon altijdwelgestelde boeren. Toen de pastoor zijn erfdeel ont-ving, gaf hij dadelijk meer dan zijn inkomen aan dearmen en stichtte ten slotte met het overschot vanzijn bezit het kinderhuis. Maar zelf bleef hij levenvan aalmoezen, zooveel mogelijk van dag tot dag.Aan de drie directrices der Providence betaalde hijnooit eenig geld, hij wilde dat ook zij in Godsver-trouwen zich zouden voeden en kleeden met wat ge-geven werd.Er werd reeds verhaald van zijn ontzettende verster-vingen gedurende de eerste tien jaren in Ars, dentijd zijner „folies de jeunesse". Maar ook daarna,toen zwakte hem tot eenige verzachting noopte, bleefzijn levenswijze harder en ruwer dan van een trap-pist. Ontbijten deed hij eigenlijk niet, des middagsvond hij in het kinderhuis een potje met soep ofchocolademelk. Tot aan zijn ziekte in 1843 at hij desavonds in 't geheel niet. In zijn ouderdom moest hijop voorschrift van den dokter, bevestigd door denbiechtvader, wat krachtiger en meer voedsel nemen.Hij at toen op het vervelooze uitgewoonde kamertje,met wanden gebruind door den rook van het hout-vuur in den haard, met een raam zonder gordijnen.Daar stond dan op een tafeltje zonder kleed, eenaarden bord met wat groenten, een paar eieren, - alshij slecht er aan toe was, een stukje vleesch - eenstuk brood, een kan water, een flesch gewone wijn,door Catherine klaar gezet v66r dat hij kwam.

180

Page 199: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Staande, in minder dan hen minuten nam hij zijnmaal, een groat gedeelte overlatend op zijn bard ; tenslotte een dronk water met een scheut wijn er door.In een heele week at hij nog geen pond brood, somsweken geen vleesch. Had hij dorst op den dag, dandronk hij niet : vliegen of muggen die hem plaagden,weerde hij niet af, elke neiging die in hem opkwam,onderdrukte hij. In den haard van zijn keukenbrandde nooit het vuur, een braamstruik was in dehaardholte door den bodem gedrongen en schoothoog op in de leege ruimte ; in een hock op den grandlagen de stukken van de mooie porceleinen kopjes,die zijn zuster hem gebracht had. Tengevolge vanhet strenge vasten leed hij ontzettend aan ingewands-krampen, soms zagen de menschen, wanneer hij bijeen zieke geroepen was, hem dubbel gevouwen vande pijn stilstaan op de straat. Het gebeurde, terwij1hij des avonds opgewekt stand te praten met zijn ka-pelaans, dat hij plotseling in elkaar zakte. En ander-vraagd, bekende hij „oui, je souffre un peu !" *)Zijn leven lang droeg hij een boetegordel om hetmiddel, soms nog een pijnigenden band om zijnbovenarm hij geeselde zijn lichaam, - het arme „ca-daver'', - op geregelde tijden, telkens als de sporender vorige afstraffing genezen waren . . . voor debekeering der zondaars. Verstorven was hij in allezintuigen en niet het minst in alle bewegingen vanden geest.„Kunnen wij zeggen, zeide hij, dat wij God bemin-nen, zoolang wij niet bereikt hebben dien graad vanliefde, dat al wat ons iets kost een genoegen wordt?"

„Ja, ik heb een beetje

181

Page 200: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Reeds in zijn jeugd was elk offer voor hem een ge-noegen in stille verborgenheid en met de jarengroeide de felle minachting voor zich zelf bijna toteen hartstocht.Dikwijls sprak hij ook in de catechismus over het of-fer van den eigen wil : „dat is het eenige wat wijons eigendom kunnen noemen en als iets van onszelf opdragen aan God : ieder keer dat wij onzenwil prijs geven om den wil van een ander te doen,verwerven wij groote verdiensten, aangenamer aanGod dan dertig dagen vasten. Daarin ligt de waardevan het kloosterleven : op ieder oogenblik afstanddoen van eigen wil, dit voortdurend ter dood brengenvan wat het meest levend is in ons ! . . . het levenvan een arme dienstmaagd, indien ze het goed opvat,is waarschijnlijk even waardevol voor God als datvan een kloostervrouw, onderworpen aan den regel . .Er is slechts een manier om zich aan God te geven,dat is zich geheel te geven''.Maar bij het schrikbarend leven naar de natuur, be-waarde hij een blijde, sereene ziel, nooit rimpeldeongeduld of kwade luim zijn gezicht of vertroebeldende honderden kwellingen, die hij te verduren had vaneen opdringende en vrijpostige menigte, zijn vrien-delijk oog. En de goede lach op zijn gelaat brachtontspanning en hoop, waar hij verscheen.Na het avondgebed wend de pastoor meestal naar zijnkamer teruggevoerd door zijn kapelaans, Er volgdedan een korte ontspanning in een vriendelijk en in-tiem samenzijn, waartoe behalve de kapelaans maarzeer enkelen toegelaten werden. Staande bij denhaard of bij de tafel voerde hij geestig en opgewekthet gesprek, meestal over geestelijke dingen. Hij

182

Page 201: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

sprak over de geheimen van het volgend leven meteen felle zekerheid, zooals een man spreekt over eenland, waar hij Lang heeft vertoefd, hij sprak over hetaardsche met een fijne ironic die lachen deed, overde eenheid in God van een zuivere ziel met den klanken de klaarheid van een groot dichter. „De pastoor,zegt Monnin, was van de school van St. Franciscus,van St. Bonaventura, van den zaligen Suso, of vandie beminnelijke contemplatieven, die met de naievebevalligheid hunner beeldspraak sieren den strengenen diepen ernst der gedachten. Daar waar anderenslechts vergankelijke schoonheid zien, ontdekte hij,als met de gave van het tweede gezicht, treffendeharmonieen tusschen de natuurlijke en de moreeleorde der dingen". Bij voorkeur vertelde hij op ditrustige avonduur van zijn geliefde heiligen en danwas hij onuitputtelijk ; te midden zijner vertrouwdevrienden, op het kamertje zijner gezegende eenzaam-heid gedurende zoo lange jaren, gaf hij vrijen loopaan zijn gevoel ; soms kwamen hem tranen in deoogen, wanneer hij op eigen simpele wijze, eenigs-zins in het pakkende dialect van zijn boerenland,sprak over de heilige vrienden als had hij met zeomgegaan. Alle historische heiligen kende hij nauw-keurig, maar evenzeer en met eenzelfde geloof sprakhij over de legendarische heiligen, zooals zij in bonteen blijde reeksen aan het oog van den lezer voorbij-trekken in een Legenda aurea. Hij had een oprechteminachting voor de wijze menschen, die niet geloo-ven aan het wonderlijke in Gods omgang met reinezielen ; „de zon, zeide hij, gaat zich niet verbergenuit vrees om de nachtvogels te verjagen". En Mon-nin, zeer dikwijls gelukkige getuige van deze samen-

183

Page 202: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

komsten, verklaart dat die verhalen hem stichtten enontroerden, deden lachen en weenen door de onweer-staanbare bekoring, waarmee de heilige met zijn witteKaren om het expressieve gelaat, tot in hoogen ouder-dom kind gebleven naar het hart, zijn verhalen deed.

Wanneer de liefde tot God in de ziel aangewakkerdis tot een hevigen, al het eigene verslindenden gloed,ziet men dien gloed terugkaatsen met evenredige fel-heid in de liefde tot den naaste : zoo ook bij denpastoor van Ars. Traditioneel in de familie Vianneywas de gewoonte een uitgebreide zorg te bestedenaan het leger van bedelaars en noodlijdenden, dat indie tijden rondtrok langs de wegen van het grooteland. Reeds de grootmoeder van den heilige be-reidde elken dag een afzonderlijk maal voor de armenen in wintertijd zag men ze in de groote keuken derboerderij aanzitten aan een langen disch, terwiji hetvuur in den haard, hoog opbrandend, een verkwik-kende warmte verspreidde. Zoo deed ook de moedervan Jean-Baptiste, gelijk reeds vermeld, en zij wenddaarbij altijd geholpen door dezen zoon van veertienjaren. Voortdurend was hij er op bedacht aan anderenwel te doen en weg te geven wat hij zich zelf hadontzegd.De naastenliefde van den pastoor ging op de eersteplaats tot de zondaars, zij immers waren de aller-armsten, die geestelijk niets bezaten en daarbij nogzwaar belast waren met ondeugd en zonden. Dankwamen de misdeelden aan aardsche goederen ende lichamelijk ongelukkigen of die beide kruisen vanarmoede en ziekte samen te dragen hadden. Zooalsde pastoor in zijn omgang met de menschen bijzonder

184

Page 203: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

uitblonk door fijn gevoel en tact, zoodat zelfs devoornamen en rijken der wereld in verbazing ston-den bij dezen man van boerenafkomst, zoo deeldehij ook met even zacht gevoel zijn weldadenuit aan armen en ongelukkigen. Treffende verhalenvindt men over zijn snel bewogen medelijden, datom den vromen oorsprong niet kon ontaarden in ge-wone sentimentaliteit : om de zuivere naastenliefdewilde hij bij zijn vlucht uit Ars den wachter op depont der Saone niet wekken en liever een grootenomweg maken. Eens gaf hij aan een bedelaar zijnzakdoek, omdat hij niets ander§ bij zich droeg, maarhij verontschuldigde zich met nederige woorden omde schraalheid van zijn gift. Het gebeurde dat hijmeende aan een arme te weinig gegeven te hebben,dan stuurde hij iemand uit om dien arme op te spo-ren en de gift te verhoogen. Sams nam hij bedelaarsmee naar zijn kamer en liet ze daar hun vies onder-goed verwisselen tegen zijn versche wasch. Van hetkinderhuis komend, ontmoette hij eens een vreese-lijken arme in lompen, met schoenen waar bloederigzijn voeten uitpuilden. Onmiddellijk trok hij schoe-nen en kousen uit, gaf ze den arme en sloop eenigs-zins in elkaar gedoken om de bloote voeten te verber-gen, naar huis. De naastenliefde overwon zelfs zijnnederigheid : want om te kunnen geven, verkocht hijvoor hoogen prijs oude schoenen, versleten surplis ensoutanes en volgens Catherine, eenmaal zelfs een uit-gevallen kies. „Pourvu que j'aie de l' argent pour mespauvres" *) zei hij, om het belachelijke weg tenemen, toen de confraters den spot er mee dreven.

*) „het is mij onverschillig, mits ik maar geld krijg voor mijne armen".

185

Page 204: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Maar hij wist zeer goed, dat deze waardelooze din-gen door de koopers als relikwieen werden bewaard.Misschien grooter nog dan de stoffelijke gave was deweldaad zijner doordringende liefde, waarmee deaalmoes gegeven werd. Die zuivere liefde bleef bijde ongelukkigen bewaard als een ontroerende herin-nering, een moreele levenskracht en somtijds was zijde oorsprong eener groote bekeering in het leven vanonverschillige vagebonden.Ars werd gedurende het leven van den heilige deverzamelplaats van zwervers en bedelaars, van goedeen slechte. Maar de heilige maakte geen onderscheid,het was hem wel niet onverschillig of zijn gave vielin goede of slechte handen, toch gaf hij ook dan ineven rijke mate als hij vooruit vermoedde, dat mis-bruik het gevolg zou zijn. Wanneer hij de ziekenging bezoeken in het dorp, omringde hem een zwermvan armen, mannen en vrouwen in lompen : zijmoesten de gift van hem zelf ontvangen, zij moestenhooren als hij tot hen zeide „mon ami" of een andergoed woord en het werd een droevige teleurstellingals zijn aalmoes hun werd uitgereikt door een ander.Zooals de heiligen, zag ook de pastoor van ArsChristus zelf in alle armen en uitgestootenen. Mettranen in de oogen vertelde hij van den goedenJohannes de Deo, die eens de voeten van een bede-laar rein wasschend van straatvuil, plotseling de wond-teekens der kruisiging ziet en uitroept : „zijt Gij hetdan zelf, mijn Heer !"Het gebeurde op een zomermorgen in het catechis-musuur. Tot de laatste zitplaats was bezet door eenroerlooze menigte, luisterend naar de moeielijk ver-staanbare klanken, regelmatig langzaam komend van

186

Page 205: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

den tandeloozen mond. Nu dat de heilige oud is ge-worden en zijn woorden niet meer kan articuleeren metdie vroeger zoo doordringende stem, zijn er veel men-schen die slechts enkele zinnen kunnen opvangen inde groote stilte, maar evenzeer zitten zij met gerektenpals, gevangen door het enkele zien van het wittehoofd, waar de ingezonken oogen fonkelen met dengloed van een hooger leven. Het duurde reeds ge-ruimen tijd, als er plotseling nog iemand binnen komtmet geklos van krukken op den steenen vloer ; .. .een arme met van pijn en misschien ook van gebrek,uitgeteerd gezicht, blijft achter bij de kerkdeur staan,als hangend tusschen zijn krukken. De menschen be-wegen niet en . niemand staat op om den ongelukkigeeen zitplaats aan te bieden. Dan verlaat de heiligezijn hoogen stoel op het koor, gaat naar den armenman, beduidt hem naar voren te gaan, daar neemthij de krukken uit zijn handen, laat hem neerzittenop zijn eigen plaats en naast den stoel staande, her-vat hij zijn toespraak. Nu is er een zachte beweging,een gefluister in de menigte en er zijn velen die hunemotie en hun tranen niet kunnen verbergen.Vol van innerlijk geluk sprak hij in zijn catechismustelkens over het geven van aalmoezen, maar vooralvan de liefde tot de armen.„Men mag de armen niet verachten, want die ver-achting valt terug op God . . . Er zijn menschen diede armen uitschelden voor luiaards, maar gij weetniet of het Gods wil is dat die arme zijn brood gaatvragen" . En hij vertelde van den eenzamen zwerverBenoit Labre. ledereen had een afschuw voor hem,de kinderen wierpen hem met steenen, nooit ant-woordde hij op de grofste beleedigingen en rnishan-

187

Page 206: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

delingen. Eens zeide hem zijn biechtvader : „ik ge-loof, het zal beter zijn, dat gij een dienst zoekt, gijzijt oorzaak, dat men God beleedigt, want men zegt,dat gij bedelt uit luiheid". - Mijn vader, was het be-sliste antwoord, ik doe Gods wil, trek het gordijn vanuw biechtstoel open en gij zult zien". De priesterdeed het en zag den knielenden arme en heel dekapel in een stralend licht. Zoo illustreerde hij zijnvermaning met schone voorbeelden van heiligen, armom Gods liefde.Op een avond hoorde de pastoor een vreemdgerommel in zijn huis. Hij ging naar beneden, envond een inbreker met eenige tinnen lepels envorken in de hand .. zijn „tafelzilver" zooalshij dat noemde. Juist wilde hij zich te goed doen aanhet brood van het kinderhuis, klaar gezet voor denvolgenden morgen. „Wat doe je daar, mijn vriend?vroeg hij bedaard. „Ik had zoo'n honger mijnheerpastoor''. Daarop gaf de heilige hem een groote gift,met de woorden : „maak nu, dat je weg komt, wantmen zou je kunnen grijpen". Eens had een vrouwhem negen honderd francs gestolen ; toen hij vernam,dat de gendarmen haar op het spoor waren, ging hijhaar waarschuwen zich uit de voeten te maken.Van waar kwam dan de onuitputtelijke rijkdom, dienhij met voile handen uitdeelde? „Ce pauvre pretre,zegt zijn biograaf Monnin, si pauvre qu'il n'avaitrien que ses pauvres peches, enrichissait tout lemonde autour de lui par ses largesses !" *) Zonderdat de heilige iets daarvoor deed, richtte zich eenwonderlijke geldstroom uit geheel Frankrijk en de

*) .,Deze arme priester, zoo arm dat hij niets bezat dan zijne armezonden, verrijkte de heele omgeving door zijn vrijgevigheid".

188

Page 207: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

omliggende landen naar het onbeduidende dorpje,naar den kleinen plattelandspastoor : zonder twijfelde zichtbare uitwerking van zijn heilig 'even, van degeestelijke krachten, die van hem uitgaand, altijdwijder uitcirkelden over de landen van West-Europa.Hij ontving groote bedragen waarvan de herkomsthem altijd verborgen bleef. Soms vond hij op zijnkamer bankbiljetten en goud en zilver geld zonderdat hij wist hoe dat alles daar kwam. Alleen het be-drag zijner religieuze stichtingen in de laatste jarenbedroeg volgens de aanteekeningen van den broederder jongensschool twee honderdduizend francs. Maarnederig, zooals altijd, zag de pastoor in dit alles al-leen het middel hem door God geschonken ter bestrij-ding van het kwaad. „De Grappin (duivel) is woe-dend, zeide de heilige, wanneer hij ziet dat methetzelfde geld, wat hij gebruikt om de zielen in hetverderf to storten, wij hare redding bewerken–.

189

Page 208: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

XVI

Zoodra de ziel in een hevig streven om zich los tomaken van het zinnelijke, een hoogen graad van zui-verheid bereikt, ziet men in het leven der heiligen,dat zij door de goddelijke lief de opgeheven wordt toteen geluk, waar haar groote genadegaven, opklarin-gen, intellectueele inzichten of vizioenen ten deel val-len, die zij, als een onuitsprekelijk geheim tusschenGod en haar, in nederigheid blijft bewaren. Alsmoest het geestelijk oog nog wennen aan het boven-aardsche licht, zullen deze toestanden in den beginneslechts voorbijgaand of vluchtig zijn, toch is de ge-luksontroering zoo sterk, dat zij het leven van denheilige brengen in een hoogere gebedsfeer of ver-geestelijking.Er zijn teekenen dat de heilige pastoor reeds in deeerste tijden daar in zijn eenzaam dorpje die geluks-toestanden beleefde. Marianne, de dochter van zijnbuurvrouw Claudine Renard, getuigt in het voorloo-pig proces van onderzoek van zulk een gebeurtenisuit de eerste jaren. Toen er nog maar weinig vreem-delingen kwamen, wilde een vrouw uit den omtrekin den vroegen morgen biechten bij den pastoor inde sacristie. Bij de open deur gekomen, zag zij hemstaan in gesprek met een voorname schitterend in 'twit gekleede vrouw, zoodat zij niet durfde binnen-gaan. Na eenigen tijd kwam de pastoor naar haar toeen vroeg : „waarom komt gij niet binnen?" Toen zijnu in de sacristie kwam, was daar niemand dan depastoor en er was ook niemand de deur uitgekomen.In haar dagboek verhaalt Catherine hoe de pastoorop een morgen bij haar kwam in de Providence, zeer

190

Page 209: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

opgewonden en de oogen stralend wijd open, uit-riep : „quelle grace, quel bonheur, quelle chose ex-traordinaire !'„Waar dan?" vroeg Catherine - „In de kerk !'' Maartoen zij vender wilde doordringen in het overweldi-gend geheim, bleef hij gesloten zonder eenig ant-woord. In een vertrouwelijk gesprek met zijn kapelaanTailhades over de eerste jaren in Ars, bracht eenhevig aangrijpende herinnering den pastoor plotselingtot de bekentenis, dat hij aan het altaar somtijdsChristus zag in een geestelijk vizioen, „een onuit-sprekelijke genade". Een ander keer in de keukenvan het kinderhuis komend om zijn klein maal tegebruiken, zag hij niet dat Jeanne-Marie Chaney, demededirectrice van Catherine, in een hoek met ietsbezig was. Hij ging met zijn potje bij den schoorsteenstaan, den rug naar het vertrek. Plotseling zeide hijop zachten toon „nu heb ik al sinds Zondag 0. L.Heer niet gezien in de mis".„Maar hebt U hem dan v66r Zondag gezien?" klonkhet plotseling uit den hoek. De pastoor kreeg eenkleine schok maar . . . antwoordde niets.Hij bekende in bedekte termen, dat gedurende demis zijn ziel werd opgevoerd tot een groote zaligheiden hij vreesde maar al te zeer dat de bovenaardscheglans zichtbaar zou kunnen worden op zijn gelaat ofin zijn houding. Daarom zeide hij tot de kinderen derProvidence, het dichtst bij het altaar geknield, datzij niet moesten kijken naar den priester onder demis.In latere jaren werd evenals aan zoo vele heiligen,ook aan hem vergund, bevrijd van de materie, zijnziel te verheffen in den zonneschijn der goddelijke

191

Page 210: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

liefde. Er worden vier gevallen vermeld, dat hij integenwoordigheid van getuigen een langdurige extasebeleefde, een paar maal ging zij gepaard met eenhevige irradiatie, die of zijn geheele persoon om-straalde of enkel het witte hoofd zette in een lichtengloed.Over de eerste geluksextase in Mei 1840, (reeds ter-loops vermeld) werden door de getuige EtiennetteDurie, een bezadigde en verstandige vrouw, die aljaren aan kanker leed, nauwkeurig alle bijzonder-heden opgeteekend. Het gebeurde om een uur's middags, Catherine opende haar de deur der pas-torie, want zij moest den pastoor missiegelden af-dragen. Hij was alleen op zijn kamertje. „De trapopgaand, vertelt zij, hoorde ik hem praten alsof eriemand bij hem was. Zachtjes sloop ik naar boven,luisterende. Een zachte stem zeide tot hem : „watvraagt gij?" En de pastoor antwoordde : „mijn goedemoeder, ik vraag de bekeering der zondaars, troostvoor de bedroefden, verlichting voor mijn zieken enin het bijzonder voor iemand die al lang lijdende isen den dood verlangt of de genezing.De stem antwoordde : „zij zal genezen, maar later''.Begrijpend, dat het over mij ging, trad ik plotselingde kamer binnen, de deur was al op een trier open.Voor den haard stond een vrouw van middelgrootte,gekleed in een helder wit gewaad, bezaaid met gou-den rozen. Haar schoenen waren wit als sneeuw.Aan de handen fonkelde licht als van diamanten, omhaar voorhoofd droeg zij een kroon van sterren, stra-lend als zonnelicht. 1k werd er door verblind. Toenik mijn oogen weer opsloeg, zag ik haar glimlachen.„Mijn goede moeder, zei ik, neem mij mee naar den

192

Page 211: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

hemel !'' - „Later !'' - „Maar het is tijd !'' - „Gijzult altijd mijn kind zijn en ik uwe moeder". En ditzeggend verdween zij''. Toen keek Etiennette Durienaar den pastoor, die bij zijn tafel stond, de handensaamgevouwen tegen de borst, een lichtschitteringover zijn gezicht, starend onbeweeglijk : „ik vreesdedat hij dood was en trok hem bij een plow van desoutaan. „Mijn God ! zijt gij het !'' - Waar waart utoch ? wat hebt u gezien?'' - „Ik heb een dame ge-zien !'' - 1k ook : wie was zij toch?'' - Als gij er overspreekt, zult gij geen voet meer bier zetten'' - „Ikdacht, mijn vader, dat het de H. Maagd was''. - Gijhebt u niet vergist : hebt gij haar dus ook gezien?'' -„Ik heb haar gezien en tot haar gesproken. Maar nuzult u mij zeggen, in welken toestand u waart, toenik u voor dood hield ! - „O, neen ! ik was al to blij,dat ik mijn moeder zag". -De pastoor zeide haar ten slotte dat zij binnenkortzou herstellen van haar ziekte. Drie maanden later,op het Mariafeest van 15 Augustus genas de kanker-wonde, terwij1 zij op bedevaart was in Ars.In Maart 1852 was een jonge zuster van de congre-gatie van het Kind-Jesus getuige eener langdurigeextase met irradiatie. Om half twee in den morgenwas zij de eerste, die den biechtstoel der vrouwen inde kapel van St. Jan binnenging. Er brandde daarslechts een enkele kaars, spreidend een flauwenschijn over de aaneen gesloten donkere vrouwenfigu-ren geknield in de banken. Toen het gordijntje weg-geschoven werd, zag de zuster den heilige zittend ineen wit licht, dat hem geheel omhulde, doch niet vanboven neerviel als een straal. In groote ontroering

13. De Pastoor van Ars. 193

Page 212: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

sprak de zuster haar schuldbekentenis, maar de pas-toor verroerde niet.„Mijn vader !'' zei ze dan met lichte stemverheffing.- „Spreek uw biecht !'' - Opnieuw herhaalde de zus-ter haar bekentenis, de pastoor bleef onbewogen inden mysterieuzen gloed en zweeg . . . „Mijn vader !"- Spreek uw biecht''. - „Maar ik heb niets meer tozeggen". Toen volgde een Lange stilte, onverminderdglinsterde het licht over den heiligen man, over zijnzilverwit haar en het bleeke gelaat met de zacht sta-rende oogen, over de beenderige oude handen en heelzijn magere gestalte. Eindelijk kwam er een lichtebeweging in de verstarring en hij deed haar een kortevraag : „Mijn kind, hebt gij uw boeteplegingen welaltijd zorgvuldig verricht ?'' De zuster zag nu haartekortkomingen op dit punt en beleed haar schuld.Dan gaf hij haar de absolutie en toen de zuster heen-ging, was het licht verdwenen : ongeveer een uur hadzij in den biechtstoel gezeten.Een fransche geestelijke getuigde, dat hij bij denheilige het verschijnsel der „levitatie" had waarge-nomen. In het avondgebed was hij zoo dicht moge-lijk bij den stoel van den pastoor gaan zitten. Toendeze midden in het gebed de woorden der acte vanliefde uitsprak, zag hij duidelijk hoe het lichaam vanden heilige zich langzaam verhief van het knielbankjeen eenigen tijd zonder steun bleef zweven in deruimte, terwi.j1 een zwakke aureool van licht glansdeboven zijn hoofd. De geestelijke wendde zich om naarde voile kerk, maar niemand gaf blijk van eenige ont-roering. Toen het gebed afgeloopen was, verhaaldehij op het kerkplein met geestdrift het wonderiijk ge-beuren, dat hij van zoo nabij gezien had.

194

Page 213: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk
Page 214: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Medaillon met relikwie van den heilige, naar een oude teekening.

Page 215: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Dit is het oogenblik om te gedenken het nederig be-gin van den pastoor, naar Ars gestuurd om watGodsliefde te brengen waar zij niet meer werd ge-vonden : een verlaten en vervallen kerkje en in deavondschemering voor het vervelooze altaar de pas-toor den rozenkrans biddend op zachten toon, achterhem een enkele vrouw, die antwoord geeft op zijninnige stem. En nu : de oud geworden man, hetlichaam verbleekt en verdord, het avondgebed ver-richtend bij het schijnsel van talrijke kaarsen vooreen ontelbare menigte, samengekomen uit dorpen ensteden van het geheele fransche land. Bij het uit-spreken van dezelfde woorden der acte van liefde rijsthet lichaam mee in het opwaarts stijgend verlangen,terwiil de goudglans der naderende belooning glin-stert om de ingevallen slapen.

In zijn laatste levensjaren werden de ouderdoms-kwalen een ontzettende marteling van dag en nacht.Maar in voile overgave wist hij dat dit lijden nietsanders was dan een heilzame boete, den mensch op-gelegd tot voorbereiding op den dood.Wel was hij nu bevrijd van het duivelsgeraas enzijn nachtelijk gebed kon ongestoord voortdurenals de slaap hem werd ontho'uden door den aan-houdenden hoestprikkel. Daar lag hij dan na denlangen arbeidsdag op het dun en hard stroolager, be-zweet en pijnlijk, zich wentelend heen en weer zondereen houding van rust te kunnen vinden : de uren ver-liepen en hij bereikte slechts nu en dan den kortenslaap der uitputting. Doch onverzettelijk hervatte hijzijn dagtaak iederen nacht om een uur, hoewel hij-zelf bekende dat het vroeg opstaan hem nu ieder keer

195

Page 216: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

een grooten strijd kostte. Dit leven van werken envasten ondermijnde het oude lichaam altijd meer enhet gebeurde, dat hij 's nachts op den weg van depastorie naar de kerk, van zwakte en vermoeidheidvier maal neerviel en slechts met groote moeitezich kon oprichten. „Het zal er van komen, voor-spelde hij, dat de zondaars den zondaar dooden".Alsof de menschen het naderend slot voelden, werdde stroom van pelgrims in den laatsten tijd noggrooter en de afgetobde man moest met een uiterstekrachtsinspanning zelfs na het avondgebed nogbiechthooren. Door zwakte was zijn stem slechts eenfluistering geworden, telkens onderbroken door denhoest, die klonk als een korte gil van smart ; zoodatde menschen tranen in de oogen kregen, terwiji hijzelf alleen maar klaagde, dat dit ongemak hem veeltijd deed verliezen. Maar al dat lijden vertroebeldegeenszins het heldere licht van zijn innerlijk. Daarleefde de geest als reeds bevrijd van den donkerenlichaamslast, in het gelouterde verlangen naar God,in een gebed van rust. De bespiegelingen van dencatechismus in de doodstille kerk liepen niet andersdan over Gods liefde en de oude man, die daar zatvoor de saamgedrongen menigte, kon zijn aandoe-ning niet meer beheerschen, putte zich uit in einde-looze uitroepen en zielsverheffingen tot de verborgenLiefde in het tabernakel.Onverminderd duurde voort zijn gave van helder-ziendheid, die nu zelfs doordrong tot het mysterievan het leven na den dood. Een Fransche priester,reizend van Noord-Frankrijk naar Ars, zat in dentrein naast een dame in diepen rouw gekleed. Erwerd een levendig gesprek gevoerd, dat voortdurend

196

Page 217: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

ging over den beroemden dorpspastoor, alleen dedame in het zwart bleef zwijgen. Maar toen de gees-telijke in Villefranche uitstapte voor den omnibusnaar Ars, volgde hem de onbekende en vroeg hemmee te mogen gaan. Toen zij aankwamen in hetdorpje, was de catechismus bijna afgeloopen en deabbe geleidde de dame naar het plein tusschen kerken pastorie, waar reeds een menigte menschenzich had opgesteld. Spoedig kwam de pastoor uit dekerk, naar gewoonte nog in zijn superpli. De men-schen knielden om zijn zegen, evenzoo deden debleeke dame in rouw en de priester naast haar. Vlakvoor haar gekomen bleef de pastoor staan, boog naarhaar over en zeide aan haar oor ; „hij is gered !'' Devrouw kreeg een kleinen zenuwschok, staarde denouden man aan. En nog eens, nu luider, zeide deheilige : „hij is gered !'' Ongeloovig schudde dedame het hoofd. Dan klonk het langzaam en nadruk-kelijk : „ik zeg u, hij is gered, hij is in het vagevuur,bid voor hem. Tusschen de borstwering der brug enhet water had hij berouw : de H. Maagd verkreegvoor hem die genade ; herinner u zich de meimaand-versiering in uw kamer, soms vereenigde uw manzich in den geest met uw gebed" . . . De abbe be-greep niets van dit alles en hevig ontroerd, verdweende vrouw in de kerk. Maar den volgenden morgenkwam zij opheldering geven : haar echtgenoot had aljaren kerk en godsdienst verlaten, sindsdien was haareenig doel hem tot het geloof terug te brengen. Plot-seling echter maakte hij een eind aan zijn leven doorzich te verdrinken. Toen werd de vrouw zenuwziek,hardnekkig vervolgd door de gedachte, dat haar manvoor eeuwig verloren was. De dokters rieden haar te

197

Page 218: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

gaan reizen voor herstel, maar beter dan het reizen,bevrijde haar het bezoek in Ars van de martelendeobsessie.In den winter van zijn laatste jaar, terwij1 een ijs-koude noordenwind de sneeuwbuien voortjoeg overde velden van Ars, ontving de pastoor bezoek vanPauline Jaricot uit Lyon. Herinnering uit zijn eerstepriesterjaren kwam op. In haar familie, op hetschoone buitengoed bij Ecully had hij haar gezien alsjong meisje, zuiver en godsdienstig levend, afzijdigvan de wereldsche dingen : zij vooral had hem nadergebracht tot zijn „petite sainte'' en aan haar danktehij het kostbare geschenk der relikwie van zijn heiligevriendin, een geschenk dat zij hem uit Mugnano had.meegebracht. Pauline was nu niet alleen oud en verval-len maar ook arm geworden, zoo arm, dat zij in Lyonzich had moeten melden bij het armbestuur om be-deeling. Want een groot gedeelte van haar bezit hadzij besteed aan goede werken en het overschot werdhaar ontvreemd door oneerlijke praktijken. Zij wasgekomen met een vriendin even arm als zij en zoostonden de twee vrouwen voor den pastoor in dunneen versleten kleeding, verkleumd van de koude. Hijontving ze op zijn kamer, waar geen vuur brandde,maar onmiddellijk ging hij naar beneden, haaldestroo en hout en maakte vuur om de armen to ver-warmen. Maar het hout was vochtig en spoedigdoofde de vlam weer uit. Hij wilde een nieuwe po-ging doen, toen Pauline dit belette : 1k ben gewendaan de kou, zeide zij, wil ons liever innerlijk ver-kwikken en verwarmen door uw goede woorden''.Zoo zaten ze dan samen, drie armen, passend in hetarmelijk vertrek en de pastoor met tranen in de

198

Page 219: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

oogen, sprak over alle lijden verteerende liefde totGod. Bij het vertrek gaf hij aan Pauline een kleinhouten kruisje en zeide niets. Maar zij begreep, haarkruis moest zij dragen met liefde en stille overgave.De vrouwen knielden neer en zichtbaar ontroerd, gafhij zijnen zegen.

De Julimaand van het jaar 1859 was buitengewoonheet, de velden rondom Ars verschroeiden hopeloosin den zonnebrand : soms werd het donker als bijschemering door dreigende onweerswolken, maar zijdreven weer weg en onverminderd duurde de broei-hitte voort, ook des nachts. In Ars was de stemmingvan het yolk gedrukt als bij een naderend onheil. Delichaamskracht van den heilige verminderde zicht-baar in de laatste maanden : wel kon het wonderGods, dat dit uitgeteerde lichaam zoo lang reeds bleefbezielen, nog voortduren maar men begreep het ge-vaar der groote hitte voor den grijsaard. De toeloopvan pelgrims verminderde volstrekt niet door het on-dragelijke weer, dag en nacht was het dorp vol men-schen en op het groote plein, dat des nachts geleekop een kamp, heerschte aldoor een eerbiedige stilte.Voortdurend was de kerk gevuld, de lucht was daaronbeschrijfelijk bedorven en vuil, zoodat velen reedsna een kort verblijf naar buiten moesten vluchten,de bezwijming nabij. Doch de arme heilige kon nietvluchten, hij zat daar zijn eindelooze uren in den be-nauwden biechtstoel, hield catechismus en avondge-bed, terwiil het zweet af droop langs aangezicht enpals. En angst en medelijden stond op de gezichten,als hij des avonds wankelend huiswaarts ging doorde menigte.

199

Page 220: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Maar de pastoor zag niet alleen in de toekomst vananderen, ook voor zich zelf kende hij den tijd derverlossing uit het door ascese verteerde omhulsel.Reeds in Mei van het jaar 1859 had hij in een ge-wone zondagspreek gesproken met groote bewogen-heid, duidelijk afscheid nemend van zijn trouweparochianen, zoodat de menschen in droevige stem-ming waren naar huis gegaan. Omstreeks half Julihad hij in den biechtstoel een gesprek met een vromevrouw uit Saint-Etienne : die vrouw kwam elk jaar inden zomer een maal biechten, maar omdat zij ouden gebrekkig was geworden, wilde zij dit jaar voorgoed afscheid nemen, zij zou wel niet terugkomenen hem dus ook niet meer zien. „Toth wel ! mijnkind, antwoordde de heilige beslist, over drie wekenzullen we elkander weer zien". De vrouw begreephem niet, ging heen in gedachten over zijn vreemdenuitval. Zij keerde terug naar Saint-Etienne en zijnvoorspelling werd in Ars niet bekend. Eenvoudig alsaltijd bleef de heilige op zijn zwaren post, maar drieweken later stierven beiden ongeveer op denzelfdentijd .. .Tot Catherine had hij gezegd : „si un pretre venait amourir a force de peines et de travaux endures pourla gloire de Dieu et le salut des Ames, ce ne seraitpas mar . *)Terugkeerend van een bedevaart naar la Louvesc,kwam Etiennette Durie op 18 Juli in Ars en sprakden heilige in den biechtstoel : „Ik geloof niet, mijnvader, dat ik een goeden bidweg gedaan heb in la

*) „Wanneer een priester zou komen to sterven ten gevolge van zwarenarbeid en lasten, verdragen tot de eer van God en het heil der zielen, datware niet kwaad."

200

Page 221: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Louvesc, want ik was ongerust over uw gezondheid".„Ik ben wel niet ziek, maar mijn taak is ten einde . .Spreek er niet over, ik heb nog slechts weinigdagen te leven en die heb ik noodig ter voorberei-ding. Als men het wist, zou het nog drukker wordenmet biechten, en ik zou het niet kunnen volhouden".„U is voldoende voorbereid."„Ik ben slechts een groote zondaar ! Zie, ik moetweenen enkel bij de gedachte. 9 9

„Mijn vader, vraag aan God nog wat te mogen bierbliiven. 99

„Neen, God zal het niet toestaan". Weder kwamener tranen in zijn oogen : „ik weet niet, of ik mijn ambtwel goed heb uitgeoefend."„Wat moet ik dan bang zijn, die in de wereld leef !"„Wat gij doet, is niet zoo verantwoordelijk als mijnpriesterambt . . . ik ben bang voor den dood, ik benslechts een groote zondaar."„Gods goedheid is grooter dan al onze fouten. Maarmijn vader, wanneer zult gij dan sterven?"„Als het niet op het eind van deze maand is, danin het begin van de volgende."„Hoe zal ik dan den dag vernemen?"„Iemand zal het u zeggen. Gij zult bij mijn begrafe-nis zijn en den laatsten nacht doorbrengen aan mijndoodsbed."En haar absolveerend na de biecht, zeide hij : „mijnkind, ontvang de laatste absolutie van den vaderuwer ziel."Twaalf dagen later vernam zij van een kloosterling,dat de heilige ziek was. Toen zij met grooten spoedin Ars aankwam, was hij in den nacht gestorven en

201

Page 222: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

een hevig snikken was het eenige wat zij hoorde bijhet binnentreden in het stille huffs.De pastoor van Ars stierf zooals hij geleefd had, inden vrede van een eenvoudig mensch, zonder onrustvoor het oordeel Gods, ook zonder extase in eenlaatste zielsverheffing, zooals velen hadden verwacht.„Cette fin, zegt Monnin, die getuige was, n'a pasd'autre caractere que son etonnante simplicite . . . oneut dit qu'il voulait continuer a se cacher, a s'enve-lopper d'ombre et de silence." *)Op Vrijdag 29 Juli, hoewel doodziek, kwam hij alsgewoonlijk om een uur 's nachts in de kerk. Zestienuren lang hield hij vol in den biechtstoel. In den ca-techismus was zijn stem niet meer dan een onver-staanbaar gemurmel, maar de menschen zaten stil,in groote ontroering toeziend naar het gebaar van denheilige, die telkens met tranen in de oogen, hetbleeke hoofd omwendde naar het tabernakel. Na hetavondgebed, eveneens onverstaanbaar, keerde hijterug naar zijn pastorie, steunend op den arm vanbroeder Jerome. Geholpen door den broeder ging hijmet groote moeite de kleine trap op en bereikte zijnkamer. Toen hij in bed lag, verzocht hij den broederdringend hem alleen te laten . . . . Om een uur's nachts, ongeveer den tijd waarop hij gewoonlijk op-stond, klopte de pastoor en binnen trad onmiddellijkCatherine, die buiten zijn weten in het nevenvertrekhad gewaakt. „C'est ma pauvre fin, zuchtte hij, laatde pastoor van Jassans komen''. (zijn biechtvader.)Catherine riep broeder Jerome, den koster. Toen

*) Dit einde droeg geen ander kenteeken dan dat van verbazendeneenvoud .... het scheen alsof hij wilde voortgaan met zich te ver-bergen, zich te hullen in schaduw en stilte.

202

Page 223: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

deze binnenkwam, zeide hij weer : c'est ma pauvrefin, haal mijn biechtvader." - „Maar ik zal ook eendokter halen.'' - Dat is nutteloos, de dokter kan hierniets meer doen.'' En toen Toccanier sprak over eengenezing door St. Philomena, antwoordde hij weder :„St. Philomena kan er niets aan doen.–Alle ascese had nu afgedaan, en alleen nog in stilleovergave had hij aangenomen het doodelijk lijden.Hij was een geduldige zieke, deed alles wat de dok-ter voorschreef en nam geregeld zijn medicijnen.Zelfs toen men een zachte matras schoof boven hetharde stroobed, kwam er tot dank een glimlach opzijn gelaat, maar hij wilde niet dat men met eenwaaier poogde eenige frischheid te brengen in dezwoele atmosfeer, of lastige steekvliegen te verdrij-ven van zijn bed.Een groote menigte pelgrims en dorpelingen stondvoortdurend saamgedrongen om het kleine huis, somswerd er gebeden in een zacht gezoem en in weerwil dergoede bewaking drongen er menschen door tot bovenaan den drempel zijner kamer, dan gaf hij zonder tespreken, met een klein handgebaar den zegen. Bijtusschenpoozen werd een klokje geluid, het teekendat de heilige van of zijn ziekbed alle pelgrims enparochianen den zegen wilde geven. Over het voilekerkplein vielen de menschen op hun knieen en inde wijde stilte hoorde men hier en ginder een hevigsnikken en weenen.Daar lag hij nu met een verpleger in het stillekamertje, altijd wakend, terwijl maar zeer weinigeuit zijn intieme omgeving voor oogenblikken toe-gelaten werden tot zijn ziekbed. De hitte duurdeonverminderd voort, zelfs het aanhoudend besproeien

203

Page 224: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

met koud water van dak en muren der pastoriekon Been verkoeling brengen in het kleine vertrek.FP lag stil starend als in een zachte en ge-lukkige meditatie, weinig woorden kon hij nog spre-ken met nauwelijks hoorbaar geluid. Den derden dagwerd het bezoek van den dokter aangekondigd : toenzeide hij : „ik heb nog zes en dertig francs, vraag aanCatherine dat geld den dokter te geven en dat hij nietmeer terug moet komen, ik zou hem niet kunnenbetalen."Vijf dagen duurde het langzaam afsterven, terwijlde menschen in groote verslagenheid en spanningsamen waren in gebed, terwiil in de kapel van St.Philomena vele weenende vrouwen en mannen neer-lagen in een vurige smeeking om herstel.Op Dinsdag tegen den avond vroeg hij om de laatstesacramenten. Toen hij de kerkklok hoorde luiden,zeide hii : c'est triste de communier pour la clernierefois.'' Een stoet van geestelijken in surplis en metkaarsen begeleide den priester (zijn biechtvader) diede heilige hostie droeg. Bij zijn binnentreden in deziekenkamer richtte de heilige zich op, vouwde dehanden en aldus zittende, ontving hij de communieen wederom liggend, het heilig oliesel : buiten in hetdorp en over het geheele plein knielden de menschenin stilte en aldoor vielen langzaam de klokgeluidenin den avond.Na of loop der bediening was er iemand op de zieken-kamer van wie Monnin, zelf ook getuige, enkel zegtdat zij gerechtigd was den zieke te naderen. Dezeviel bij zijn bed op de knieen, stak Naar saamge-vouwen handen omhoog en bad hem in een uiterstesmeeking, dat hij aan God zijn .genezing zou vragen.

204

Page 225: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Zwijgend keek hij haar in de oogen met een langenblik en terwiil tranen vielen langs zijn wangen, be-woog hij afwijzend het hoofd . . . . ! De biograafnoemt geen naam, maar van wie anders kon dezeschoone geste eerder komen dan van de trouwe Ca-therine Lassagne, die bescheiden en, als een heilige,nederig haar geheele leven naast hem had gestaan inzijn zwaren arbeid.Kort na middernacht scheen het einde nabii. Monninhet hem zijn missiekruis kussen en begon in lang-zaam tempo met kleine onderbrekingen de gebedender stervenden, terwiji rondom neergebogen knieldende vrienden uit zijn dagelijksche omgeving. Om tweeuur, toen de priester gekomen was bij de woorden :„mogen Gods heilige engelen hem tegemoet komenen binnen leiden in het hemelsche Jerusalem' ' ,stierf de heilige zonder doodstrijd, bijna onmerk-baar . . . Op dit moment was er een hevig onweerlosgebarsten, als moesten de rollende donderslageninluiden zijn glorieuzen opgang tot God.Toen de dageraad schemerde, werd de doodsklok ge-luid en weldra klonken de droeve klokgeluiden vanalle kerktorens in den wijden omtrek. Langs dezonnige wegen, trokken de menschen in drommennaar het kleine dorp, dagen lang kwamen ze uit allestreken van Frankrijk en volgepakte omnibussen enrijtuigen rolden aan in de kleine straten om het kerk-plein. Een diepe verslagenheid had het yolk aange-grepen en weenende putten de menschen zich uit inherinneringen aan al de liefde door hem geschonkenaan de duizenden in zijn lange loopbaan. Want diedroefheid was niet anders dan de reactie op zijnheilige goedheid, mild uitgedeeld door den eenvou-

205

Page 226: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

dige, die in zijn leven algemeen genoemd werd „lebon cure d'Ars."In de leege benedenkamer waarvan alle meubelendoor den pastoor aan de armen waren gegeven, wer-den in haast witte doeken gespannen langs de murenen bier en daar versierd met wat eenvoudige bloemen ,daar werd de doode mergelegd in zijn gewoon ro-cket, zooals de menschen hem zagen van den morgentot den avond. Twee dagen en twee nachten onafge-broken trok het yolk langs de doodsbaar, soms metaandoenlijke uitingen van liefde. Twee broedersmoesten eindeloos kleine religieuze voorwerpen inaanraking brengen met de witte hand, die zoo langejaren had gezegend.De droeve dagen waren in stilte en gebed voorbij ge-gaan. Maar nu, op den dag der begrafenis, op dienmorgen van stralenden zonneschijn, toen de doods-kist werd uitgedragen uit de pastorie, gingen er plot-seling duizenden stemmen op uit de saamgestroomdemassa's, aanroepend den heilige in den hemel : dedroefheid sloeg over tot vreugde, werd geestdriftigeen spontane heiligverklaring door het yolk. Het wasniet meer mogelijk eenige orde te handhaven en toende stoet rondtrok door de straten van het dorp scheenhet meer een zegetocht dan een begrafenis.Hij werd begraven midden in zijn kleine kerk dichtbij het koor en tot alle versiering werd op het grafaangebracht een zwart marmeren plakette, waarinuitgebeiteld was een kelk en daaronder de woorden :

Ci-git Jean-Marie-Baptiste Vianney cure d'Ars.

Vijf en veertig jaar later, in de voile St. Pieter te

206

Page 227: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk

Rome geschiedde de zaligverklaring door Paus PiusX, den 8 Januari 1905.En op het Pinksterfeest, 31 Mei 1925 had plaats decanonisatie door Pius XI.De Kerk stelde het feest van den heiligen pastoor op9 Augustus, doch zijn sterfdag was 4 Augustus 1859.

207

Page 228: DE PASTOOR VAN ARS - dbnl · 2011. 3. 9. · biografen brengen daaruit veelvuldige citaten. Al mijn pogingen in Ars en in Rome om een exemplaar er van machtig te worden of tijdelijk