De NieuwBouw in Bouwformatie

2
20 B UWF RMATIE VISIE Van hiërarchische bedrijven naar netwerkorganisaties, van aannemers die Personeelszaken er ‘bij doen’ naar een professioneel loopbaanbeleid. En graag een sector overstijgend arbeidsmarktcommunicatiebeleid. Deel twee in een serie over visies op de toekomst van de bouw: De NieuwBouw over de arbeidsmarkt. Door Suzanne van den Eynden D e één heeft netwerken gemaakt tot uni- que selling point van zijn eigen bedrijf, de ander heeft meer dan 500 connecties op LinkedIn. Martijn in ’t Veld (30) en Sjaak Schouteren (33), respectievelijk secretaris en ad interim voorzitter van jongerenorganisatie De NieuwBouw (zie kader), zijn exemplarisch voor hun generatie – en voor de toekomst van de bouw-arbeidsmarkt, als het aan hen ligt. Want dat er een aantal grote veranderingen in het verschiet ligt, staat voor beiden vast. Schouteren: “Bouwbedrijven worden geleid door technici. Die zijn van onder af aan opgeklommen: na hun opleiding gingen ze aan de slag, ze deden het goed – en wer- den ouder – en maakten daarom promotie; en uitein- delijk werden ze manager. Maar niet iedere goede uitvoerder is automatisch een goede manager. Managen is echt een vak apart. Wanneer technische mensen gaan proberen een organisatie te leiden en te veranderen, krijg je hetzelfde effect als wanneer een organisatiedeskundige een parkeergarage gaat bouwen: het geheel zakt in elkaar.” “De bouw bestaat uit doeners, uit aannemers”, vult In ’t Veld aan. “Hun natuurlijke houding is: wij doen en kunnen alles. Ook het personeelsmanagement ‘doen ze er wel even bij’. Maar net zoals we niet “De nieuwe generatie werknemers is van jongs af aan gewend om van alles tegelijk te doen. Zij willen méér dan een bepaalde, afgebakende functie” “Bouw vindt netwerken vaak nog vies woord” De NieuwBouw onderkent juist belang van marketing Martijn in ’t Veld: “Niet meer vechten voor het eigen taartpuntje, maar samen iets moois realiseren.”

description

Secretaris Martijn in 't Veld en Voorzitter Sjaak Schouteren van De NieuwBouw bespreken de arbeidsmarkt in Bouwformatie

Transcript of De NieuwBouw in Bouwformatie

Page 1: De NieuwBouw in Bouwformatie

20

B UWF RMATIE

VISIE

Van hiërarchische bedrijven naar netwerkorganisaties, van aannemers die Personeelszaken er ‘bij doen’ naar een

professioneel loopbaanbeleid. En graag een sector overstijgend arbeidsmarktcommunicatiebeleid. Deel twee in

een serie over visies op de toekomst van de bouw: De NieuwBouw over de arbeidsmarkt.

Door Suzanne van den Eynden

De één heeft netwerken gemaakt tot uni-

que selling point van zijn eigen bedrijf, de

ander heeft meer dan 500 connecties op

LinkedIn. Martijn in ’t Veld (30) en Sjaak Schouteren

(33), respectievelijk secretaris en ad interim voorzitter

van jongerenorganisatie De NieuwBouw (zie kader),

zijn exemplarisch voor hun generatie – en voor de

toekomst van de bouw-arbeidsmarkt, als het aan hen

ligt. Want dat er een aantal grote veranderingen in

het verschiet ligt, staat voor beiden vast. Schouteren:

“Bouwbedrijven worden geleid door technici. Die zijn

van onder af aan opgeklommen: na hun opleiding

gingen ze aan de slag, ze deden het goed – en wer-

den ouder – en maakten daarom promotie; en uitein-

delijk werden ze manager. Maar niet iedere goede

uitvoerder is automatisch een goede manager.

Managen is echt een vak apart. Wanneer technische

mensen gaan proberen een organisatie te leiden en

te veranderen, krijg je hetzelfde effect als wanneer

een organisatiedeskundige een parkeergarage gaat

bouwen: het geheel zakt in elkaar.”

“De bouw bestaat uit doeners, uit aannemers”, vult

In ’t Veld aan. “Hun natuurlijke houding is: wij doen

en kunnen alles. Ook het personeelsmanagement

‘doen ze er wel even bij’. Maar net zoals we niet

“De nieuwe generatie

werknemers is van jongs af aan

gewend om van alles tegelijk te

doen. Zij willen méér dan een

bepaalde, afgebakende functie”

“Bouw vindt netwerken vaak nog vies woord”

De NieuwBouw onderkent juist belang van marketing

Martijn in ’t Veld: “Niet meer vechten voor het eigen taartpuntje,

maar samen iets moois realiseren.”

Page 2: De NieuwBouw in Bouwformatie

21

NR 5 19 APRIL 2011B UWF RMATIE

BOUWSECTOR 2.0

willen dat een P&O’er een gebouw ontwerpt, moeten

we ook niet willen dat een aannemer het personeels-

management voor zijn rekening neemt. Laat dat over

aan specialisten.”

GezeurWant loopbaanmogelijkheden en –begeleiding zijn

momenteel schaarse goederen in de bouw, consta-

teert In ’t Veld. “Je moet zeuren, en nog een keer

zeuren dat je een stap wilt maken, en dan mag het

misschien een keer. Maar veel jongeren hebben geen

zin om daarover te moeten zeuren. Zij willen dat er

zelf een keer iemand naar ze toekomt en zegt: ik zie

wat jij allemaal kunt, zou dit of dat ook niet bij je

passen? De nieuwe generatie werknemers is van

jongs af aan gewend om van alles tegelijk te doen.

Zij willen méér dan een bepaalde, afgebakende func-

tie. Dat botst soms stevig met de oudere generaties

binnen organisaties. Jongeren hebben het gevoel dat

die bestaande hiërarchie hen belemmert in hun ont-

wikkeling.” Dat zorgt voor spanningen, merken In ’t

Veld en Schouteren. “Een deel van de jongeren be-

sluit om zich neer te leggen bij de traditionele struc-

tuur en past zich aan. Een ander deel kan zich niet

schikken in die hiërarchie, en trekt de conclusie dat

de bouw niet bij hem of haar past. Zelfs onder onze

leden komt dat voor. Terwijl juist die veranderingsge-

zinde mensen de bouw verder zouden kunnen bren-

gen.”

NetwerkorganisatiesIn ’t Veld ziet duidelijk een toekomst voor netwerk-

organisaties, die te werk gaan zoals hij dat met zijn

eigen bedrijf aanpakt: per project samenwerking

zoeken met andere organisaties of zzp’ers, op basis

van elkaars kwaliteiten. “Grote bedrijven zullen en

moeten altijd nodig blijven. Maar met het toegeno-

men aantal zelfstandig ondernemers, en het feit dat

er schaarste op de arbeidsmarkt zit aan te komen,

hoop ik dat ‘samen werken’ iets absoluuts gaat

worden, een norm. Niet meer vechten voor het eigen

taartpuntje, maar samen iets moois realiseren.

Jongeren zijn niet anders gewend: tijdens hun studie

werken ze voortdurend in projectteams, samenge-

steld op basis van specialisaties.’ Netwerken zit er

alleen nog lang niet ingebakken in de bouw, merkt

Schouteren tot zijn spijt. “Het wordt nog vaak als een

vies woord gezien. Maar het is essentieel! Je ontmoet

gelijkgestemden, en kunt elkaar helpen. Ik ben zelf

lid van vijftig groepen op LinkedIn, en heb zelf ook

Van ‘jong SP’ tot serieuze partnerDe NieuwBouw begon in 2006 als een organisatie van ’young angry (wo)men’ van de bouw.

Hun doelstelling: het aanjagen van (cultuur)vernieuwing en innovatie in de traditionele

bouwsector. Hoewel nog steeds jong – leden zijn maximaal 35 jaar – is De NieuwBouw

volwassen geworden. Niet alleen dient de organisatie vanaf dit jaar financieel zelf de broek

op te houden, zonder hulp van subsidies uit de sector; ook wordt de club volgens In ’t Veld

en Schouteren inmiddels gezien als serieuze gesprekspartner en ‘verbindende schakel’.

“Jongeren zijn in staat om over traditionele hiërarchische grenzen heen te kijken, en De

NieuwBouw verbindt deze manier van denken met de traditionele partijen. Zo werden we

recentelijk zelf benaderd door een ministerie om discussies tussen partijen over milieupres-

taties van gebouw gebonden materialen te coördineren. Het ministerie wilde nadrukkelijk

een open discussie, en niet zelf voorschrijven.”

Het project ‘Van blokkade naar vernieuwing’ is gericht op het wegnemen van blokkades

in de communicatie tussen generaties in de bouw, en aan de hand van een database vol

vernieuwende ideeën discussies tussen de jong en oud op gang brengen.

Schiet een volwassen NieuwBouw haar doel als vernieuwer niet voorbij? Schouteren: “Juist

niet. Ik vergelijk ons wel eens met de SP: dat was vroeger ook alleen maar een partij die

‘nee’ kon zeggen en overal tegenaan schopte. Nu de SP rustiger en volwassener is, krijgt

ze pas zaken voor elkaar. Als De NieuwBouw daadwerkelijk invloed wil uitoefenen, is het

juist essentieel dat de bouw ons serieus neemt.”

Sjaak Schouteren: “Niet iedere goede uitvoerder is automatisch

een goede manager..”