De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden...

105
Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nieuwe Geschiedenis Academiejaar 2007-2008 De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden (1555-1559) door Ruth Versteyhe Verhandeling voorgelegd tot het verkrijgen van de graad van master in de geschiedenis Promotor: Prof. Dr. René Vermeir

Transcript of De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden...

Page 1: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

Universiteit Gent

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Vakgroep Nieuwe Geschiedenis

Academiejaar 2007-2008

De landvoogdij van Emanuel Filibert van

Savoie in de Nederlanden (1555-1559)

door Ruth Versteyhe

Verhandeling voorgelegd tot het verkrijgen van

de graad van master in de geschiedenis

Promotor: Prof. Dr. René Vermeir

Page 2: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

2

VOORWOORD

Bij de aanvang van deze verhandeling wil ik enkele woorden van dank richten tot de mensen

die mij hiermee geholpen hebben.

In de eerste plaats wil ik mijn promotor Prof. Dr. René Vermeir bedanken voor het aanreiken

van dit onderwerp en voor zijn begeleiding, raadgevingen en hulp, zowel bij mijn masterproef

als bij mijn bachelorpaper van vorig jaar. Verder ben ik ook veel dank verschuldigd aan het

personeel van de bibliotheken die ik afgeschuimd heb, voornamelijk de

Universiteitsbibliotheek van Gent en de bibliotheek van de vakgroep Nieuwe Tijden.

Eveneens mijn dank aan het personeel van het Algemeen Rijksarchief van Brussel voor alle

uitleg.

Verder wil ik Bram Versteyhe bedanken voor het nalezen van mijn verhandeling. In het

bijzonder wil ik ook mijn ouders bedanken voor de steun en de mogelijkheden die ze me

geschonken hebben om te studeren.

Page 3: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

3

INHOUDSTAFEL

VOORWOORD 2

INHOUDSTAFEL 3

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN 6

INLEIDING 7

1. Introductie 7

2. Doelstellingen en probleemstelling 8

3. Methodologie 10

DEEL I: Landvoogd van de Nederlanden 12

1. De figuur van de landvoogd in de Nederlanden 12

1.1. Geschiedenis 12

1.2. Bevoegdheden 14

2. Emanuel Filibert van Savoie, 1528-1580 16

2.1. Biografie 16

2.2. De persoonlijkheid van Emanuel Filibert 18

2.3. Relatie tussen het huis van Savoie en de Spaanse Habsburgers 18

2.4. De situatie in de Nederlanden 19

2.5. De instructies voor het landvoogdijschap van Emanuel Filibert 21

2.6. De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie, 1555-1559 23

2.6.1. Voorgangster Maria van Hongarije 24

2.6.2. De keuze voor Emanuel Filibert 25

2.6.3. De vrede van Vaucelles in 1556 26

2.6.4. Militaire carrière en de slag bij Saint-Quentin in 1557 28

2.6.5. De vrede van Cateau-Cambrésis in 1559 29

2.6.6. De opvolging van landvoogd Emanuel Filibert 31

Page 4: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

4

2.6.7. Het einde van de landvoogdij van Emanuel Filibert en de 32

terugkeer naar het hertogdom Savoie

DEEL II: De regering van de Nederlanden van 1555 tot 1559 34

1. De collaterale raden 34

1.1. De Raad van State 34

1.2. De Geheime Raad 36

1.3. De Raad van Financiën 38

2. De Raad van State naast Filips II 39

3. De Staten-Generaal 41

4. Van keizer Karel V naar koning Filips II 43

4.1. Van Habsburgs naar Spaans 43

4.1.1. De persoonlijkheid van Filips II 43

4.1.2. Een nieuw beleid? 44

4.2. De aanwezigheid van Maria van Hongarije en koning Filips II 46

4.3. De aanwezigheid van de Spaanse raadsheren naast Filips II 48

5. De leden van de regering 52

5.1. Willem van Oranje 52

5.1.1. Prins van Oranje 52

5.1.2. Van trouwe dienaar tot tegenstander van Spanje 53

5.2. Antoon Perrenot, kardinaal van Granvelle 55

5.3. Karel van Lalaing 58

5.3.1. Waarnemend gouverneur-generaal 58

5.4. Ruy Gomez de Silva 61

5.5. Viglius van Aytta 62

5.6. Lamoraal van Egmont 63

Page 5: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

5

6. De ridders van het Gulden Vlies 64

6.1. Geschiedenis 64

6.2. Het belang van de Vliesridders in de Raad van State 65

DEEL III: De politieke verstandhoudingen tijdens de landvoogdij 68

van Emanuel Filibert

1. Het verzet tegen de aanstelling van Emanuel Filibert als landvoogd 68

2. De remonstranties van Emanuel Filibert aan Filips II 69

2.1. De remonstrantie van mei-juli 1556 69

2.2. De tweede remonstrantie van november 1556 70

3. Financiële problemen 73

3.1. Het Spaanse staatsbankroet 73

3.2. De beslissing tot het bijeenroepen van de Staten-Generaal 74

3.3. De Staten-Generaal van 1557-1558 78

3.4. De negenjarige bede 80

4. De ontevredenheid van Filips II ten opzichte van de landvoogd 83

5. De ontevredenheid van de edelliedenraadsheren: groeiende oppositie 86

5.1. Geen verantwoordelijkheid zonder medezeggenschap 88

5.2. De groei van het aantal juristen in de Raad van State: noblesse de robe 88

versus noblesse d’épée

5.3. De tegenstelling tussen Spanjaarden en Nederlanders 90

6. Het conflict tussen Granvelle en Karel van Lalaing 91

CONCLUSIE 96

BIBLIOGRAFIE 99

Page 6: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

6

LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN

ARA. : Algemeen Rijksarchief van Brussel

A.G.R. : Archives générales du royaume

Aud. : Audiëntie

B.C.R.H. : Bulletin de la Commission Royale d‟Histoire

B.M.G.N. : Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden

Man. Div. : Manuscrits Divers

z.f. : zonder folio

Page 7: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

7

INLEIDING

1. Introductie

In het midden van de zestiende eeuw stonden de Nederlanden onder het gezag van het

Spaanse vorstenhuis. Het aanstellen van een vorstelijke vertegenwoordiger in onze

gebieden was een traditie geworden, die zich ook onder de nieuwe vorst Filips II

verder zette (1555-1598). Naar ik vermoed is de landvoogdij van Emanuel Filibert van

Savoie één van de meest onderbelichte periodes uit de zestiende eeuw. De landvoogdij

staat in de literatuur in de schaduw van latere gebeurtenissen, zoals de Beeldenstorm,

de Opstand en het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Ook de figuur van landvoogd

Emanuel Filibert van Savoie blijkt redelijk onbekend te zijn in de literatuur. Dit is

deels te wijten aan de relatief korte periode van de landvoogdij. Maar voornamelijk de

aanwezigheid van Filips II in de Nederlanden maakte de rol van Emanuel Filibert als

landvoogd minder belangrijk.

Mijn aandacht in deze studie zal voornamelijk gaan naar de rol van bepaalde personen,

de creatie van oppositie tegen de manier van regeren, het handelen en de beslissingen

van Filips II en de invloeden van verschillende machtselites. Individuele personen en

de conflicten tussen de leden van de Nederlandse regering vormen dan ook de basis

van deze studie. In mijn zoektocht naar mogelijke oorzaken van de Opstand tijdens de

landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie zal ik echter geen aandacht hebben voor

het religieuze aspect.

Dit onderzoek werd beperkt tot een afgebakende periode. De begindatum en

einddatum bepalen was echter makkelijk. In oktober 1555 kwam er een einde aan de

landvoogdij van Maria van Hongarije en aan de heerschappij van Karel V. Zijn zoon

Filips II kwam aan de macht en de landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie over

de Nederlanden begon. De abdicatie van Karel V heb ik als begindatum genomen. De

einddatum is dan ook logischerwijs het einde van de landvoogdij van Emanuel

Filibert. Dit viel samen met het vredesverdrag van Cateau-Cambrésis in 1559.

Page 8: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

8

2. Doelstellingen en probleemstelling

Deze studie stelt zich in de eerste plaats tot doel een algemeen overzicht te geven van

de landvoogdij van Emanuel Filibert. Hier komen de voornaamste gebeurtenissen op

vlak van de buitenlandse politiek aan bod alsook de interne ontwikkelingen in de

regering van de Nederlanden. Hiermee wil ik een algemeen beeld geven van de

periode tussen 1555 en 1559, een periode die mijns inziens onderbelicht is in de

geschiedenis van de Nederlanden.

Het eerste deel van deze studie handelt dan ook over de landvoogdij, de figuur van

Emanuel Filibert van Savoie, de situatie in de Nederlanden en de belangrijke

gebeurtenissen in de buitenlandse politiek.

In het tweede deel van deze studie bekijk ik de verschillende elementen van de

Nederlandse regering. De regeringsraden, hun leden, het beleid van de nieuwe vorst

Filips II en de belangrijkste personen uit de Brusselse regeringskringen komen aan

bod. Ook de Orde van het Gulden Vlies en enkele van haar belangrijke leden

verdienen mijn aandacht. Dit tweede deel acht ik nodig daar in het laatste deel van de

studie de nadruk gelegd wordt op de politieke verstandhoudingen tussen deze

regeringsraden en de belangrijkste figuren uit de periode 1555-1559.

Het is nodig om deze periode in zijn context te plaatsen en concrete onderzoeksvragen

te stellen. Waren er zaken die een soepel beleid over de Nederlanden onmogelijk

maakten? Welke leden van de instellingen in de Nederlanden hadden de meeste

invloed? De landvoogdij van Emanuel Filibert ging vooraf aan de „woelige periode‟

van oppositie en opstand tegen de Spaanse overheersing van de Nederlanden. Zijn er

tijdens de landvoogdij van de hertog van Savoie al tekenen van oppositie? Welke

personen vormden deze tegenstand? Kunnen er reeds oorzaken van de Opstand, die

pas jaren later losbarstte, gevonden worden in deze periode? Welke rol speelden de

protagonisten van de Opstand tijdens de onderzochte landvoogdij? Op welke manier

hadden de financiële problemen tussen 1555 en 1559 een rol in het kanaliseren van het

verzet? In welke mate was de landvoogdij van Emanuel Filibert een voorbode op de

latere problemen in de Nederlanden?

Page 9: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

9

Deze onderzoeksvragen probeer ik te beantwoorden in het laatste deel van deze studie.

Die handelt over de politieke verstandhoudingen tijdens de landvoogdij van Emanuel

Filibert en probeert klaarheid te brengen in het probleem van de oorzaken van de

Opstand. Zowel de financiële problemen van de vorst, als zijn ontevredenheid over de

landvoogd, de groeiende oppositie bij de adellijke raadsheren en de conflicten in de

regering van de Nederlanden komen aan bod.

Met dit onderzoek hoop ik te kunnen aantonen dat er reeds oorzaken van de Opstand

in de Nederlanden te vinden zijn tijdens de landvoogdij van Emanuel Filibert van

Savoie.

Page 10: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

10

3. Methodologie

De bronnen om deze onderzoeksvragen te beantwoorden, vinden we in het Algemeen

Rijksarchief in Brussel. Daar bevindt zich het archieffonds van de Audiëntie. De

Audiëntie is het belangrijkste bestand van de centrale overheid van de Habsburgse

Nederlanden in de zestiende en vroege zeventiende eeuw. Veel archiefbescheiden van

de collaterale raden uit de zestiende eeuw worden bewaard in de Audiëntie. Alle

stukken van de Raad van State vóór 1632 bevinden zich in de Audiëntie. In de loop

van de zeventiende eeuw neemt het belang van het bestand af omdat de collaterale

raden in toenemende mate hun eigen bescheiden gingen archiveren en omdat de

audiëncier aan invloed inboette ten voordele van de Geheime Raad en de Secretarie

van Staat en Oorlog. De Audiëntie werd afgeschaft in 1744. Naast de documenten van

de Raad van State bevindt zich hier ook de briefwisseling tussen de vorst, de

landvoogd en de leden van de collaterale raden. De Audiëntie is een enorme schat aan

informatie over de landvoogdij van Emanuel Filibert. Voor deze studie heb ik brieven

geanalyseerd van Filips II, Emanuel Filibert, Maria van Hongarije, Karel V, Willem

van Oranje, Granvelle, Viglius van Aytta, Karel van Lalaing, Lazarus von Schwendi

en Jan Van der Aa. Het vergde wel enig zoekwerk om de interessante zaken te

selecteren.1

Naast de onuitgegeven bronnen heb ik ook nog gebruik gemaakt van enkele

uitgegeven bronnen. De werken van Louis-Prosper Gachard en Nicolaas Japikse

bevatten brieven van Willem van Oranje.2 Daarnaast kon ik de briefwisseling van

Willem van Oranje online bekijken op de Nederlandse website www.inghist.nl. Dit

project wil een zo volledig mogelijk overzicht geven van de bewaard gebleven

correspondentie gericht aan of afkomstig van Willem van Oranje gebaseerd op

onderzoek gedaan in bijna 200 archieven en bibliotheken in Nederland, België,

Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Polen, Spanje,

1 Voor de exacte bestanden zie bibliografie, onuitgegeven bronnen.

2 L.P. GACHARD, Correspondance de Guillaume le Taciturne, Prince d’Orange. Brussel, Vandale, 6 vol.,

1847-1866.

N. JAPIKSE, Correspondentie van Willem den eersten van Oranje. ‟s Gravenhage, Nijhoff, 1934, 417 blz.

Page 11: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

11

Vaticaanstad, Zweden en Zwitserland. Ook een ander werk van Gachard bleek

interessant te zijn voor mijn onderzoek omdat het talrijke brieven van Karel V bevat.3

Daarnaast heb ik natuurlijk gebruik gemaakt van heel wat andere uitgegeven werken.

Deze werken zijn terug te vinden in de universiteitsbibliotheek van Gent, zowel in de

centrale bibliotheek als in de bibliotheek van de vakgroep Nieuwe Tijden, en in de

stadsbibliotheek van Brugge.

3 L.P. GACHARD, Retraite et mort du Charles-Quint au monastère de Yuste. Lettres inédites publiées d’après

les originaux conservés dans les archives royales de Simancas. Brussel, M. Hayez, 2 vol., 1854-1855.

Page 12: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

12

DEEL I: Landvoogd van de Nederlanden

1. De figuur van de landvoogd in de Nederlanden

1.1. Geschiedenis

Zoals de meeste vroegmoderne staten in Europa was ook het rijk van de Spaanse

Habsburgers een samengestelde staat of composite state.4 Dit begrip wordt

gedefinieerd als meer dan één land onder de soevereiniteit van één vorst. Het Spaanse

samengestelde rijk werd gescheiden door andere staten en door de zee. De bezittingen

van de Spaanse monarchie lagen immers verspreid over heel de wereld. Vele

onderdelen van dit immense rijk behielden hun eigen tradities en instellingen, hoewel

ze verbonden waren tot de persoon van de vorst in de vorm van een personele unie. De

Spaanse vorst moest zijn rijk dus besturen alsof hij landsheer was van elk gebied

afzonderlijk. Karel V was tegelijk landsheer van de Nederlanden, koning van Castilië,

koning van Aragon en keizer van het Heilig Roomse Rijk. De composite state

veroorzaakte dus bestuurlijke problemen, daar het voor Karel V onmogelijk was in elk

van zijn onderscheiden gebieden tegelijk aanwezig te zijn. De andere delen van het

Spaanse rijk ondervonden dan de afwezigheid van de vorst. De oplossing hiervoor was

het regeren via gevolmachtigde plaatsvervangers, onderkoningen of virrey,

landvoogden en gouverneurs. Dit veroorzaakte de broosheid van de samengestelde

staat. Koninklijke afwezigheid vormde een structureel probleem, wat zelfs de altijd

reizende keizer Karel V niet kon oplossen. Hij probeerde de delen van zijn uitgebreid

rijk nog zo veel mogelijk persoonlijk te besturen.5

Filips II zou het Spaanse rijk echter omvormen tot een hiërarchisch imperium met één

bestuurscentrum, namelijk Madrid. Daar het Spaanse rijk een samengestelde staat was,

veroorzaakte dit problemen op het gebied van machtsuitoefening. Om die reden werd

4 H.G. KOENIGSBERGER, “Dominium Regale or Dominium Politicum Regale. Monarchies and parliaments in

early modern Europe.” In: H.G. KOENIGSBERGER, Politicians and virtuosi. Essays in early modern history, p.

12. 5 J.H. ELLIOTT, “A Europe of composite monarchies.” In: Past and Present, 137 (1992), pp. 48-71.

R. VERMEIR, “La construction de l‟Empire. L‟origine des transformations institutionnelles en Espagne au

XVIe siècle.” In: M. BOONE en M. DEMOOR (eds), Charles V in context: The making of a European identity,

pp. 47-60.

Page 13: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

13

de vorst in de Nederlanden vanaf de zestiende eeuw vervangen door gevolmachtigde

vorstelijke vertegenwoordigers die de gebieden par deçà bestuurden, ter compensatie

van de afwezige landsheer. De geschiedenis van de figuur van de landvoogd gaat terug

tot 1522. Toen kreeg Margaretha van Oostenrijk, tante van Karel V, de bevoegdheid

over de Nederlanden als eerst landvoogdes of gouvernante. Al enkele jaren daarvoor

was Margaretha van Oostenrijk regentes van de Nederlanden naast Karel V, die toen

nog minderjarig was. Vanaf 1522 werd de traditie van de landvoogdij over de

Nederlanden ingeleid. Na het overlijden van Margaretha van Oostenrijk in 1530 werd

Maria van Hongarije landvoogdes van de Nederlanden. Zij bleef dat tot de

troonsafstand van Karel V in 1555 toen ze wenste haar landvoogdij neer te leggen. De

nieuwe koning Filips II benoemde daarop Emanuel Filibert, de hertog van Savoie, tot

nieuwe gouverneur-generaal, hoewel de vorst zelf nog tot 1559 in de Nederlanden zou

vertoeven. De figuur van de landvoogd bleef dus bestaan ook al mengde de koning

zich persoonlijk in met de regering. In 1559 keerde Emanuel Filibert terug naar zijn

herwonnen gebieden Savoie en Piemont en werd hij opgevolgd door Margaretha van

Parma, een bastaarddochter van Karel V.

De volgende landvoogden van de Nederlanden in de zestiende eeuw waren Fernando

Álvarez de Toledo, de hertog van Alva (1567-1573), Luis de Zúñiga y Requeséns

(1573-1576), Don Juan van Oostenrijk (1576-1578) en Alexander Farnese (1578-

1592). In 1581 verklaarden de Staten-Generaal de koning vervallen. Frans van Anjou

en de graaf van Leicester zijn een korte periode landvoogd geweest, respectievelijk

van 1581 tot 1583 en van 1585 tot 1588. Hun bestuurlijke pogingen mislukten. In

1588 besloot de Republiek der Verenigde Nederlanden het verder zonder landvoogd te

stellen. In de Zuidelijke Nederlanden werd Alexander Farnese opgevolgd door de

landvoogden Peter Ernst von Mansfeld (1592-1594), Ernst van Oostenrijk (1594-

1595), Pedro Henriquez de Acevedo (1595-1596) en Albrecht van Oostenrijk (1596-

1598). Van 1598 tot 1621 werd er geen landvoogd aangesteld. De aartshertogen

Albrecht en Isabella regeerden als soevereinen over de Zuidelijke Nederlanden en

bijgevolg was een vorstelijke vertegenwoordiger niet nodig.

De opeenvolgende landvoogden waren, op een enkele uitzondering na, steeds van

koninklijke afkomst. Het was een gewoonte die groeide doorheen de zestiende en

zeventiende eeuw, een lange traditie die door de onderdanen erg werd gewaardeerd.

Page 14: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

14

Het benoemen van nauwe verwanten van de vorst onderstreepte het belang dat in

Madrid werd gehecht aan de Nederlanden, ten slotte toch het stamland van de

dynastie. De Nederlandse edellieden stelden het bovendien erg op prijs wanneer er een

landvoogd van den bloede werd aangesteld en protesteerden zelfs als de vorst van die

gewoonte afweek. De Spaanse vorst deed bijgevolg steeds moeite om, indien

mogelijk, naaste verwanten te sturen. Maar uiteindelijk hadden de Nederlandse Staten,

regeringsinstellingen en edellieden geen inspraak bij de benoeming van de

landvoogd.6

1.2. Bevoegdheden

De bevoegdheden van de landvoogd werden nauwkeurig samengevat in de instructie

gegeven bij de benoeming. De gouverneur-generaal was formeel hoofd van de Raad

van State die hij samen kon roepen. Wanneer hij het wilde, liet hij de instelling

vergaderen over staatsaangelegenheden. Tegelijk was de landvoogd kapitein-generaal,

dat wil zeggen dat hij als opperbevelhebber van het leger meestal de troepen leidde.

De twee andere collaterale raden, de Geheime Raad en de Raad van Financiën,

stonden hem ook ter beschikking. De landvoogd diende zich bij de uitoefening van

zijn functie te laten leiden door het goede advies van deze regeringsraden. Toch kreeg

hij hierin wat bewegingsruimte door de sanior pars, de mening van de raadsleden die

hem het meest „gezond‟ voorkwam, zelfs indien het de mening van een minderheid

was.

Aangezien de landvoogd ook aan het hoofd van het leger stond, kon hij langdurig

afwezig zijn. In dat geval en in de gevallen van langdurige ziekte of een onverwacht

overlijden, nam de Raad van State onder leiding van een hoofd en opperintendant de

taken van de gouverneur-generaal waar tot de aankomst van de nieuwe landvoogd of

tot zijn terugkeer.

Hoewel de vorstelijke vertegenwoordigers in de Nederlanden in principe volheid van

bevoegdheid genoten, kregen ze naast de officiële richtlijnen ook steevast geheime of

6 H. DE SCHEPPER en R. VERMEIR, “Landvoogd – gouverneur-generaal.” In: E. AERTS, M. BAELDE, e.a.,

De centrale overheidsinstellingen van de Habsburgse Nederlanden, pp. 195-216.

R. VERMEIR, In staat van oorlog, p. 306.

Page 15: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

15

bijzondere instructies mee, die een reeks beperkingen inhielden. Onder deze

beperkingen stonden onder andere het samenroepen van de Staten-Generaal, de

verheffing tot de adelstand, het benoemen van kerkelijke, bestuurlijke en militaire

ambten en het toekennen van gunsten en eerbewijzen van enig gewicht. Overigens

dienden de gouverneurs-generaal de richtlijnen vanuit Madrid strikt te volgen. Ze

werden voortdurend bijgestuurd en opgevolgd via de officiële correspondentie en

geheime brieven.7

7 H. DE SCHEPPER en R. VERMEIR, “Landvoogd – gouverneur-generaal.”, pp. 195-216.

R. VERMEIR, In staat van oorlog, p. 308.

Page 16: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

16

2. Emanuel Filibert van Savoie, 1528-1580

2.1. Biografie

Emanuel Filibert was de zoon van Karel II, de hertog van Savoie, en zijn vrouw

Beatrice.8 Door het huwelijk van zijn ouders waren banden gesmeed met zowel het

Huis van Brogance, dat heerste over Portugal, als met het Spaanse rijk. Emanuel

Filiberts moeder Beatrice was immers de dochter van Emanuel de Grote, koning van

Portugal. Door het huwelijk van Beatrices zus Isabella met keizer Karel V was ook de

familieband met de Habsburgers gemaakt. Zo waren Filips II en Emanuel Filibert

neven en was Karel V de oom van Emanuel Filibert.

In het Europa van de zestiende eeuw waren de verschillende grote en

tweederangsmachten, zoals het hertogdom Savoie, gelinkt aan elkaar door

familiebanden die gecreëerd waren via huwelijksallianties. Zo ook was Karel II van

Savoie de oom van de Franse koning Frans I. Deze laatste had in 1536 een daad

gesteld, die later zwaar zou wegen op de toekomst en de persoon van Emanuel

Filibert. In dat jaar nam Frans I het hertogdom van zijn oom in.9 Emanuel Filibert zag

zijn vader verraden worden en heeft er de volgende jaren van zijn leven alles aan

gedaan om dit onrecht te herstellen. Hij zwoer elke alliantie met Frankrijk af en

toonde, in de lijn van zijn moeder Beatrice, een totaal vertrouwen richting Frans‟

nemesis, keizer Karel V.10

Emanuel Filibert was in zijn eerste levensjaren een zwak kind, met de ene ziekte na de

andere. Tijdens zijn adolescentie groeide de jongen uit tot een man met een grote

fysieke weerstand. Zijn ene grote doel was nog altijd de restauratie van de gebieden

van zijn vader, die hij als opvolger ooit zou erven. De enige manier om die restauratie

te verwezenlijken lag volgens Emanuel Filibert in een zege van het keizerlijke leger op

dat van het Franse. Daarom wou hij in mei 1545 zijn oom vervoegen aan het Spaanse

hof. De toekomstige hertog van Savoie was slechts zeventien jaar oud op dat moment,

8 Karel II kan in de bronnen ook als Karel III voorkomen. In 1490 stierf Karel I van Savoie en liet zijn tweejarige

zoon Karel achter. Gedurende zes jaar was er een regentschap van zijn moeder tot Karel op achtjarige leeftijd

stierf. Zijn grootoom Filips volgde hem op. Officieel is de vader van Emanuel Filibert Karel III, maar als hertog

van Savoie wordt hij Karel II genoemd. 9 E. COCHRANE, Italy 1530-1630, p. 39.

10 M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, p. 26.

Page 17: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

17

maar hij kon zijn vader overhalen om zijn oom op deze vredevolle missie te

vergezellen.11

De leuze die Emanuel Filibert had gekozen toonde toch zijn

vastberadenheid om het onrecht uit 1536 te herstellen: Spoliatis arma supersunt, “aan

hen die beroofd zijn, blijven enkel de wapens over”.12

Rond die tijd ontmoette Emanuel Filibert ook Madeleine, zijn toekomstige vrouw en

dochter van Ferdinand van Habsburg. De verloving was al vier jaar vastgelegd, maar

hij had Madeleine nog nooit gezien. Het plan van het huwelijk viel later in het water

toen de hertog met Margaretha huwde, de dochter van Frans I, volgens de clausules

van het verdrag van Cateau-Cambrésis. Emanuel Filibert schreef Ferdinand in 1559

om de verloving met zijn dochter te verbreken. Ferdinand aanvaardde de

verlovingsverbreking, maar gaf later, kort voor hij stierf, toe dat hij het spijtig vond

dat zijn dochter niet met de hertog van Savoie was getrouwd.13

In augustus 1553 kreeg Emanuel Filibert de dood van zijn vader Karel II te verwerken.

Hij werd hertog van Savoie. Doordat zijn gebieden sinds 1536 door de Fransen bezet

waren, was dit zowat een lege titel. Emanuel Filibert bleef de Habsburgers dienen,

hopend zijn gebieden terug te krijgen. Van 1555 tot 1559 vervulde hij de functie van

landvoogd van de Nederlanden onder de nieuwe Spaanse vorst Filips II. Na het

verdrag van Cateau-Cambrésis in 1559 kreeg hij zijn gebieden terug en trouwde de

hertog met Margaretha van Frankrijk, volgens een clausule van het vredesverdrag.

Hun enige kind was Karel Emanuel I.

Emanuel Filibert bleef in de jaren na het verdrag van Cateau-Cambrésis bezig om

terug te krijgen wat verloren was gegaan in de oorlogen met Frankrijk. Hij regeerde

over Savoie en Piemont van 1559 tot 1580. Langzamerhand kreeg hij gebied terug van

zowel de Fransen als de Spanjaarden, waaronder Turijn. Deze stad werd de hoofdstad

van het hertogdom, ter vervanging van Chambéry. Onder zijn heerschappij werd het

Latijn als officiële taal vervangen door het Italiaans. Emanuel Filibert stierf op 30

11

In 1545 was de vierde oorlog van de zestiende eeuw tussen Frankrijk en Spanje reeds gedaan. 12

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, p. 40. 13

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, p. 43.

Page 18: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

18

augustus 1580 in Chambéry. Zijn zoon Karel Emanuel I volgde hem op als hertog van

Savoie.14

2.2. Persoonlijkheid van Emanuel Filibert

In de literatuur wordt Emanuel Filibert beschreven als een hevig en kleurrijk karakter.

Hij bleek een beruchte vrouwenjager te zijn. Door zijn opflakkerend temperament was

de hertog voortdurend betrokken in disputen. Hij was een man van aanzienlijke

intelligentie en had de krijgskunst onder de knie. Als landvoogd liet hij zijn mening

niet van anderen afhangen. De hertogs onkunde om zijn temperament te beheersen

bleek echter wel nadelig te zijn op het politieke niveau. In plaats van moeilijke

situaties kalm en tactvol aan te pakken, benaderde Emanuel Filibert deze uitdagingen

eerder op een emotionele manier.15

2.3. Relatie tussen het Huis van Savoie en de Spaanse Habsburgers

Zoals gezien vertoefde Emanuel Filibert al vanaf zijn zeventiende levensjaar aan het

hof van het Spaanse koninkrijk. Daar schiep hij een hechte band met zijn neef Filips

en zijn oom Karel V. Vooral de keizer had een grote affectie ten opzichte van de

toekomstige hertog, wat men heeft kunnen afleiden uit een brief van de hand van Karel

V.16

In juli 1546 werd de jonge Emanuel Filibert opgenomen in de Orde van het Gulden

Vlies. Daarenboven verkreeg hij in augustus van hetzelfde jaar het commando over de

keizerlijke bewaking en de cavalerie van Vlaanderen en Bourgondië. Op dat moment

was de toekomstige hertog slechts achttien jaar oud. Het jaar daarop speelde Emanuel

Filibert al een rol in de oorlog tegen het Schmalkaldische verbond als hoofd van de

cavalerietroepen. Door zijn aanwezigheid aan het Spaanse hof nabij Karel V leerde

Emanuel Filibert de kunst van de diplomatie, een kunst die hij hard zou nodig hebben

na het terugkeren naar zijn hertogdom.

14

H. VANDER LINDEN, “Emmanuel-Philibert de Savoie, gouverneur général des Pays-Bas (1555-1559).” In:

Bulletin de la classe des lettres et des sciences morales et politiques, 5 (1942), p. 139. 15

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, The changing face of empire: Charles V, Philip II and Habsburg authority

1555-1559, p. 12.

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 23. 16

E. RICOTTI, Storia della monarchia Piemontese, p. 15.

Page 19: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

19

Emanuel Filibert ontmoette de infant Filips in 1549. De neven hadden ongeveer

dezelfde leeftijd en hadden in hun jonge jaren een vriendschap die met de jaren zou

verzwakken door hun latere meningsverschillen, alsook hun verschillend

temperament. Hun karakters en persoonlijkheden waren op zich heel verschillend. Het

onvermogen van Filips om belangrijke beslissingen te nemen en zijn afgunst op de

glorie van anderen, lieten hem vaak het contact met de realiteit verliezen. Dit botste

met het realisme van Emanuel Filibert. Beiden wensten de grandeur van hun gebieden

te vergroten, maar terwijl Emanuel Filibert bij zijn opvolging een voorspoedig

hertogdom naliet, was Spanje na de heerschappij van Filips II op politiek vlak

rampzalig.

In 1555 kwam keizer Karel V tot het besluit om troonsafstand te nemen. Zo verdween

een imposant figuur uit het leven van Emanuel Filibert, iemand die hem reeds vanaf

zijn jonge jaren sterk beïnvloed had. De hertog van Savoie had vele zaken

overgenomen van zijn Spaanse oom. Beiden hadden een grote talenkennis en inzicht

in het oorlogsvoeren. Er wordt geschreven dat Emanuel Filibert heel zijn leven Karel

V heeft willen imiteren. Op het einde van zijn leven dacht hij er zelfs aan om zich

terug te trekken in een klooster, net als de keizer had gedaan.17

2.4. De situatie in de Nederlanden

In het midden van de zestiende eeuw waren er enkele zaken die de uitvoering van

effectieve controle over de Nederlanden en hun eenheid bemoeilijkten. Ten eerste

creëerde de geografie van de provincies unieke problemen. Aan de ene kant lag het

grootste deel van het platteland in het westen en het noorden onder de zeespiegel. Het

gebied kende vele rivieren, meren en moerassen. Aan de andere kant woonde een

ongewoon groot aandeel van de bevolking in de westelijke gebieden in steden. Het

was een gegeven dat alle vroegmoderne regeringen het moeilijk hadden om invloed uit

te oefenen op hun steden en de steden in de Nederlanden waren hier geen uitzondering

op.

17

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, pp. 56, 60, 62, 97-98.

Page 20: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

20

Een tweede factor die de uitoefening van autoriteit over de Nederlanden bemoeilijkte

heeft te maken met het feit dat de centrale overheid slechts recent zijn definitieve vorm

had bereikt. Op 26 juni 1548 voerde Karel V de Transactie van Augsburg uit. Dit was

een declaratie waarin hij als keizer van het Heilig Roomse Rijk de zeventien

provincies van de Nederlanden, die deel uitmaakten van dat Rijk, in een aparte

administratieve eenheid sloot, namelijk de Bourgondische Kreits. Voordien werden de

Nederlanden aangeduid als pays de par deça of „landen van herwaerts over‟ om ze ten

tijde van de Bourgondische hertogen te onderscheiden van de pays de par delà of

„landen van derwaerts over‟, namelijk Bourgondië zelf. Ook werden de Nederlanden

aangeduid als de Zeventien Provinciën of als de Lage Landen.

De afwezigheid van een aanvaarde collectieve naam vatte de politieke fragmentatie

van het gebied samen. Het was de wens van Karel V en de voorgaande Habsburgse

vorsten om eenheid te brengen in de Nederlanden en de creatie van de Bourgondische

Kreits was hier een eerste stap. Het jaar daarop, in november 1549, consolideerde

Karel V de afscheiding van de Nederlanden door de Staten van elke afzonderlijk

provincie te overtuigen de Pragmatieke Sanctie te ratificeren. Dit document verzekerde

dat, na de dood van de keizer, alle provincies als één geheel dezelfde vorst en dezelfde

centrale instellingen zouden gehoorzamen. In hetzelfde document aanvaardden de

Staten dat de infant Filips Karel V zou opvolgen als vorst over de Nederlanden. Op de

weinig samenhangende verzameling van provincies, waaronder enkelen met een lange

geschiedenis van wederzijdse vijandigheid, trachtten de Habsburgse vorsten enige

eenheid op te leggen. De inwoners van de Zeventien Provinciën moesten de

regeringsinstellingen te Brussel gehoorzamen, met aan het hoofd een landvoogd, en de

veroordelingen van de rechtsinstellingen respecteren.

Vanaf 1548 was er eenheid op papier en in de benaming van de Nederlanden maar in

praktijk was die eenheid echter ver te zoeken. Slechts geleidelijk aan beschouwden de

verschillende gewesten zichzelf als een politieke gemeenschap maar waren steeds

wantrouwig ten opzichte van het woord „eenheid‟. Bovendien had elke provincie zijn

eigen wetten en rechtssysteem en enkele gewesten creëerden zelfs een formeel

contract waarin privileges werden gedetailleerd. Elke vorst moest dit aanvaarden

vooraleer zijn autoriteit effectief werd. Deze privileges of „vrijheden‟ lijken de dag van

vandaag onredelijk en onnodig maar waren in vroegmoderne tijden de aders van de

Page 21: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

21

politiek. Ze waren het waard om erom te vechten en de Habsburgers realiseerden zich

maar al te vlug dat rebellie ter verdediging van privileges niets nieuws was in de

Nederlanden. Gekoppeld met de aparte wetten en rechtssystemen waren er diep

gewortelde lokale instituties en tradities.18

Een derde uitdaging ten opzichte van eenheid in de Nederlanden en een effectieve

controle ervan was de opkomst van het protestantisme. De zestiende eeuw was een tijd

van religieuze gisting en de protestantse doctrines vonden veel aanhang in de

Nederlanden. Tegen 1530 waren al dertig werken van Luther verschenen in een

Nederlandse vertaling en gedurende de heerschappij van Karel V werden ten minste

tweeduizend Nederlanders geëxecuteerd voor hun religieuze overtuigingen.

Desalniettemin scheen de ketterij, deels door de meedogenloze vervolgingen, grond te

verliezen toen de keizer abdiceerde in 1555.

Waren deze drie factoren de enige obstakels van de effectieve autoriteit over de

Nederlanden geweest, dan konden de Spaanse monarchen ze zonder twijfel in enige

tijd overwinnen. Maar het grootste probleem dat Filips II van zijn vader erfde in de

Nederlanden was van financiële aard. Karel V had vele oorlogen gestreden (de

oorlogen met Frankrijk van 1521-1529, van 1536-1537 en van 1542-1544, oorlogen

met de Turken van 1521-1538 en van 1541-1547, oorlog met de Duitse protestanten

van 1546-1547 en vanaf 1551 opnieuw oorlog met Frankrijk, dat zich verbonden had

met de Duitse protestanten en de Turken, tot 1556) en de kost van dit alles was enorm.

De Nederlanden, als deel van het Habsburgse rijk, betaalden hier in mee. De

belastinglast werd hoger en hoger en niet geheel onlogisch brachten deze aanhoudende

en hoge uitgaven van de regering slechte gevoelens naar boven bij de

belastingbetalers.19

2.5. De instructies voor het landvoogdijschap van Emanuel Filibert

Zoals bij elke nieuwe gouverneur-generaal kreeg Emanuel Filibert een aantal brieven

mee aan het begin van zijn landvoogdij, met duidelijke en concrete instructies

18

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, pp. 172-192.

G. PARKER, The grand strategy of Philip II, p. 116. 19

G. PARKER, The Dutch revolt, pp. 30-40.

G. PARKER, The grand strategy of Philip II, pp. 115-117.

Page 22: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

22

betreffende het militaire en politieke bestuur van de Nederlanden. Volgens gewoonte

viel de commissiebrief uiteen in verschillende stukken.20

De eerste brief, de eigenlijke

commissie, benoemde Emanuel Filibert tot plaatsvervanger van de vorst en gaf hem

zonder aparte beperkingen brede volmachten enerzijds, terwijl hij anderzijds diende te

regeren in samenwerking met de drie collaterale raden. De bedoeling van deze eerste

instructie, die werd opgestuurd naar alle lagere instanties, zoals de provinciale raden

en de gerechtshoven, was aan de bevelen van de nieuwe landvoogd alle nodige

autoriteit te verlenen.

De brief start met de redenen van de benoeming. Daar de koningin-weduwe Maria van

Hongarije aftrad en Filips II niet voortdurend in de Nederlanden kon vertoeven, had de

vorst een nieuwe landvoogd gezocht. De hertog van Savoie bleek voor deze post het

meest geschikt. In deze commissiebrief werden de verdiensten van Emanuel Filibert

vermeld. In dienst van keizer Karel V had hij zijn talenten bewezen, alsook als

aanvoerder in de oorlogen tegen Frankrijk. De hertog was door een bloedband met

Filips II verbonden, “la proximité du sang estant entre nous”21, en deze clausule

vormde geen overbodig sieraad in de commissiebrief. Zoals boven vermeld bracht een

landvoogd van den bloede meer vertrouwen bij de inwoners van de Nederlanden.

De belangrijkste instructies waren echter de zogenaamde geheime instructies, waarin

de volmachten van de landvoogd behoorlijk werden ingeperkt. In deze instruction

secrète werd onder andere de verhouding tot de collaterale raden en in het bijzonder

de Raad van State vermeld. De landvoogd moest zich houden aan de adviezen van de

Raad van State. Enkel en alleen als het over belangrijke en grote zaken ging, “en

chose notable et d‟importance grande, emportant hazard, dangier et inconvénient à

nosdicts pays et subjectz ou à noz droictz et haulteurs”22, mocht de landvoogd een

andere mening volgen, die hem het meest „gezond‟ overkwam, ook al was het de

20

ARA, Aud. 1221, fol. 48-50 (instructiebrief van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari 1556)

Deze commissiebrief dateert van januari 1556, hoewel Emanuel Filibert direct bij de regeringsoverdracht van 25

oktober het bestuur aanvaardde. 21

ARA, Aud. 1221, fol. 48-50 (instructiebrief van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari 1556). 22

ARA, Aud. 1221, fol. 50-54 (geheime instructies van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari

1556).

Page 23: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

23

mening van een minderheid, “suyvra en ce cas la plus saine et meilleure opinion,

encoires qu‟elle soit la moindre en voix.”23

De derde en laatste instructie was van meer vertrouwelijke aard, gericht aan Emanuel

Filibert persoonlijk: “Instruction particulière à vous nostre très chier et très amé

cousin…” Het tweede stuk van het geheel van instructies gaf voornamelijk

beperkingen van zijn macht. Het derde stuk gaf bijzondere aanwijzingen om het

gedrag van de collaterale raden te controleren. Filips II droeg aan de nieuwe

landvoogd de taak op te zorgen dat de regeringsraden zich precies aan hun eigen

instructies hielden en zich dus niet in elkaars zaken mengden. Ook bij de lagere

ambtenaren moest Emanuel Filibert erop toezien dat zij loyaal en correct hun taken

vervulden. Wat speciaal gold voor de Raad van State was dat wat geheime zaken

waren, ook inderdaad geheim moesten gehouden worden. Mocht de landvoogd

merken dat één van de leden van de Raad de besprekingen naar buiten bekend

maakte, dan moest hij onmiddellijk de vorst inlichten en kon het lid geschorst

worden.24

2.6. De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie, 1555-1559

De aanvang van de landvoogdij van Emanuel Filibert gaat gepaard met de

machtsoverdracht van keizer Karel V naar zijn zoon Filips II. De beschrijvingen van

de emotionele abdicatie op 25 oktober 1555 zijn legio. Op die dag kwamen in Brussel

verscheidene prominente raadsleden samen die in de jaren daarop grote en vaak

noodlottige rollen zouden spelen. Onder hen waren Antoon Perrenot, de bisschop van

Atrecht, toen nog niet met het Romeinse paars als kardinaal Granvelle versierd25

,

Willem van Oranje, Lamoraal van Egmont, Filips van Montmorency, graaf van Hoorn,

Viglius van Aytta en Ruy Gomez de Silva, de vertrouwenspersoon van Filips II. Vanaf

dan was Filips II vorst over de Nederlanden. Het jaar daarop kreeg hij ook de kronen

van Castilië en Aragon. Tegelijk met de troonsafstand van Karel V wenste Maria van

23

ARA, Aud. 1221, fol. 50-54 (geheime instructies van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari

1556). 24

ARA, Aud. 1221, fol. 50-54 (geheime instructies van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari

1556) en ARA, Aud. 785, fol. 15 (ordonnantie voor de Raad van State van 18 november 1555).

K. VERHOFSTAD, De regering der Nederlanden in de jaren 1555-1559, pp. 25-27. 25

Antoon Perrenot werd pas tot kardinaal benoemd in 1561.

Page 24: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

24

Hongarije haar regentschap naast zich neer te leggen. De hertog van Savoie werd als

opvolger gekozen.26

De landvoogdij van Emanuel Filibert werd gekenmerkt door een aantal

gebeurtenissen. Ten eerste was er in 1556 de vrede van Vaucelles. Dit vredestraktaat

draaide voor de landvoogd, die tevens hertog was van Savoie en Piemont, negatief uit.

Zijn gebieden bleven voorlopig bezet door de Franse koning. Ten tweede was er hét

hoogtepunt van Emanuel Filiberts militaire carrière: de verovering van de Franse stad

Saint-Quentin in 1557 die een voorbereiding was op nieuwe vredesonderhandelingen

met Frankrijk. Deze draaiden uit op de vrede van Cateau-Cambrésis in 1559.

Uiteindelijk kreeg de hertog wat hij verlangde, de teruggave van zijn gebieden.

Datzelfde jaar legde hij zijn functie als gouverneur-generaal naast zich neer en keerde

hij terug naar zijn hertogdom Savoie. De fakkel van landvoogd der Nederlanden werd

doorgegeven aan Margaretha van Parma.

Voor ik deze gebeurtenissen in detail bespreek, leg ik eerst de aandacht bij de vorige

landvoogdes, Maria van Hongarije.

2.6.1. Voorgangster Maria van Hongarije

In 1530 na het overlijden van Margaretha van Oostenrijk, landvoogdes van de

Nederlanden, benoemde Karel V zijn zus Maria, koningin-weduwe van Hongarije, als

haar opvolgster. Ze was net zoals Karel V opgevoed in Mechelen, maar nam als eerste

gouvernante haar intrek in het oude paleis van de hertogen van Brabant te Brussel. Dit

stond in het teken van de reorganisatie van het centrale bestuursapparaat, waarbij

Brussel als hoofdstad van de Nederlanden werd beschouwd. Maria was pas

zesentwintig toen ze de taak van haar tante Margaretha van Oostenrijk overnam, maar

al snel kon ze haar autoriteit laten gelden en verdiende ze het respect van haar

onderdanen. Haar onbetwistbaarheid en capaciteit voor politieke controle maakte haar

een onschatbare partner voor Karel V. Tijdens haar regeringsperiode in de

Nederlanden gaf ze blijk van een enorme toewijding aan haar broer en bleef ze trouw

aan de Bourgondisch-Habsburgse politiek. Ze bevorderde de territoriale eenmaking en

26

W.J.F. NUYENS, Geschiedenis der Nederlandsche beroerten in de 16de eeuw, p. 2.

Page 25: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

25

versterkte zo het bestuur van de Nederlanden. Ze geloofde in een sterke regering en

vond het vaak moeilijk om bemoeienissen of resistentie te tolereren van zowel haar

onderdanen als van haar broer en neef die ze verplicht was te dienen.27

Op 25 oktober 1555 legde Maria van Hongarije tegelijk met het aftreden van Karel V

haar bestuursfunctie over de Nederlanden neer. Sinds enige tijd maakte ze aanstalten

om haar post als gouvernante te verlaten en zich definitief in Spanje terug te trekken

samen met haar broer en haar zus Eleonora. Toch bleef ze de nieuwe vorst Filips II

alsook de nieuwe landvoogd Emanuel Filibert nog gedurende een jaar bijstaan om een

oogje in het zeil te houden.28

2.6.2. De keuze voor Emanuel Filibert

Een nieuwe landvoogd voor de Nederlanden was één van de eerste functies die de

nieuwe vorst Filips II moest invullen. In verschillende studies wordt er geopperd dat

Filips II hier geen volledig vrije keuze in had. Karel V zou al drie kandidaten voor de

functie naar voren geschoven hebben waar Filips II uit kon kiezen. Deze waren

Willem van Oranje, Ferrante Gonzaga en Emanuel Filibert, hertog van Savoie. Elk van

hen hadden reeds hun diensten aan de Habsburgers bewezen in het leger en waren

trouwe dienaars van de keizer geweest. Emanuel Filibert was echter de enige die een

bloedband had met de vorst. Via het huwelijk van zijn tante Isabella van Portugal met

keizer Karel V waren Filips II en de hertog van Savoie neven. Zoals hierboven

vermeld werd een landvoogd van den bloede geapprecieerd en ook verwacht door de

leden van de collaterale raden en de inwoners van de Nederlanden. De keuze viel dus

op Emanuel Filibert als nieuwe landvoogd van de Nederlanden. Hij aanvaardde zijn

functie onmiddellijk na de regeringsoverdracht. De officiële benoeming dateerde van

17 januari 1556.29

Hoewel de hertog van Savoie een bloedband met de Habsburgers had, hadden onder

andere de Staten van Brabant bezwaar tegen zijn aanstelling. Hij was en bleef immers

een vreemdeling, geboren en getogen in een Italiaans hertogdom. De Staten van

27

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, The changing face of empire, p. 5. 28

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, p. 97.

J. DE IONGH, Mary of Hungary. Second regent of the Netherlands, p. 257. 29

ARA, Aud. 1221, fol. 48-50 (instructiebrief van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari 1556)

Page 26: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

26

Brabant wilden Emanuel Filibert niet erkennen als regent van de Nederlanden en zo

moest hij de minder prestigieuze titel van gouverneur-generaal of landvoogd

aanvaarden.30

2.6.3. De vrede van Vaucelles in 1556

De eerste belangrijke gebeurtenis op buitenlands vlak tijdens de landvoogdij van

Emanuel Filibert was de vrede tussen Frankrijk en Spanje. Deze werd in 1556 besloten

in het traktaat van Vaucelles. Als voornaamste bepalingen trad een wapenstilstand van

vijf jaar tussen de Franse koning Hendrik II en de vorsten Karel V en Filips II naar

voren. De wederzijdse krijgsgevangenen zouden zo spoedig mogelijk losgekocht

worden.

Filips II begon zijn regering dus met een daad van vrede. Zodra de nieuwe vorst in de

Nederlanden was, moet hij beseft hebben dat een adempauze nodig was om de

Spaanse krachten te herstellen. De anti-oorlogsstemming van de Nederlanders en zijn

uitgeputte schatkist waardoor de troepen van Willem van Oranje aan de Maas

balanceerden op de rand van muiterij en Alva‟s soldaten in Piemont van honger

omkwamen, bezaten een overtuigingskracht waartegen geen oorlogsargument was

opgewassen. Propagandistisch zou een vredesbestand bovendien een goede zet zijn.

Niets zou bij zijn Nederlandse en Spaanse onderdanen in zo‟n goede aard vallen als

een wapenstilstand voor enkele jaren die immers algemeen als inleiding tot de vrede

zou worden gezien.31

Een wapenstilstand tussen het Spaanse rijk en Frankrijk was echter niet naar de zin

van de jonge landvoogd. Emanuel Filibert kon maar moeilijk vrede nemen met de

status-quo bepalingen van de wapenstilstand. Als hertog van Savoie en Piemont

streefde hij naar de teruggave van zijn gebieden die sinds twintig jaar in de handen

waren van de Franse koningen Frans I en Hendrik II. Het viel niet te ontkennen dat

Hendrik II Savoie en Piemont uitstekend bestuurde. De bewoners verzoenden zich hoe

langer hoe meer met de situatie. Elk jaar kregen de wensen van Emanuel Filibert in de

30

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, The changing face of empire, p. 128.

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, p. 173. 31

F. POSTMA, Viglius van Aytta. De jaren met Granvelle 1549-1564, p. 105.

Page 27: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

27

ogen van de grote Europese mogendheden minder gewicht. Hij wenste niets liever dan

vrede als Spanje en Frankrijk dat wilden, maar dan op de basis die de Spaanse

onderhandelaars te Marcq hadden voorgelegd. Op die plaats werden vanaf mei 1555

de vredesbesprekingen geopend. Het Spaanse voorstel bracht de kwestie van Savoie

op de voorgrond door een huwelijk tussen Emanuel Filibert en Margaretha, de zus van

Hendrik II, op te werpen. Bij deze verbintenis zouden de gebieden Savoie en Piemont

teruggegeven worden aan de landvoogd, op een paar plaatsen na, die deels bij

Frankrijk en deels bij Spanje moesten blijven. De Franse onderhandelaars te Marcq

weigerden deze teruggave, daar de gebieden geen persoonlijke verovering waren van

Hendrik II maar van zijn vader Frans I. De vredesbesprekingen te Marcq mislukten en

de kwestie van Savoie verdween op de achtergrond. De nieuwe vorst Filips II wou

vrede liever dan zijn vader het wou. Hij legde het accent op de uitputting en

verwarring in het Spaanse rijk, maar vooral ook in de Nederlanden. Hij wou zijn

gebieden eerst een paar jaar laten verademen om dan met nieuwe kracht het laatste

Franse bolwerk in Italië omver te stoten.

Al in het begin van zijn landvoogdij kwamen er meningsverschillen boven tussen

Emanuel Filibert en Filips II. Hoewel het uiteindelijke vredesverdrag in 1556 op de

voorwaarden van Filips II werd getekend, stonden enkele prominente figuren achter de

landvoogd. De afgetreden Karel V, Maria van Hongarije en Granvelle voelden voor

Emanuel Filibert een grote persoonlijke sympathie. Maar niet alleen daarom stonden

ze achter de Spaanse voorwaarden die in mei 1555 te Marcq voorgelegd werden. Allen

vonden ze dat de nieuwe vorst de politiek die de Habsburgers jaren achtereen gevoerd

hadden niet mocht laten vallen. Frankrijk diende zijn Italiaanse verlangens op te

geven, zoniet moest de strijd worden volgehouden.

Toen het bericht van het waarschijnlijke slagen van de nieuwe

vredesonderhandelingen, nu te Vaucelles, tot bij Emanuel Filibert kwam, verkeerde hij

in een diepe neerslachtigheid. Toch zou de landvoogd al snel inzien dat zijn nieuwe

vorst hem niet slecht gezind was. In de jaren die volgden zou Filips II bewijzen dat hij

zich evenveel als zijn vader zou inzetten voor de restitutie van Savoie en Piemont. In

Page 28: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

28

1556 zag hij het echter als zijn plicht om de Spaanse gebieden de nodige rust te

geven.32

2.6.4. Militaire carrière en de slag bij Saint-Quentin in 1557

De militaire carrière van Emanuel Filibert begon op een jonge leeftijd. De latere

landvoogd van de Nederlanden was slechts achttien jaar oud toen hij in 1546 het

commando over de keizerlijke garde en de hele cavalerie van Vlaanderen en

Bourgondië verkreeg van keizer Karel V. Op dat moment begon Emanuel Filibert een

militaire carrière die even kort als roemrijk bleek te zijn. Het eerste wapenfeit van de

jonge aanvoerder vond plaats een jaar na zijn aanstelling in 1547. De keizerlijke

troepen vochten in een godsdienstoorlog tegen de Schmalkaldische bond en

overwonnen. Vanaf dan nam de militaire carrière van Emanuel Filibert een vlucht. In

1551 verdedigde hij de stad Barcelona tegen een Franse aanval. Zijn standvastigheid

in deze militaire operatie bezorgde hem de bijnaam ijzerkop. In 1553 onderscheidde

hij zich opnieuw in het leger van Karel V door de stad Hesdin te veroveren in de

oorlog tegen Frankrijk.33

Zoals hierboven gezegd kon Emanuel Filibert bij de vrede van Vaucelles de gebieden

van zijn intussen overleden vader Karel II niet heroveren. Gelukkig voor hem hield

Hendrik II zich niet aan de vredesbepalingen en niet lang na het vredesverdrag sloeg

de oorlog opnieuw in alle hevigheid toe. Filips II maakte zich daarom klaar om te

reageren tegen het verraad van de Franse koning en besloot de hulp in te roepen van

Emanuel Filibert. Deze liet zijn landvoogdij in de handen van Karel van Lalaing om

het commando uit te voeren over de troepen in het noorden. Zijn opdracht bestond erin

de stad Saint-Quentin te veroveren, op vijftig kilometer van Parijs.34

De hertog slaagde

met glans in zijn opzet. Samen met de graaf van Egmont aan het hoofd van de Spaanse

strijdkrachten, overwon Emanuel Filibert het Franse leger onder het bevel van

connétable de Montmorency tijdens de veldslag van 10 augustus 1557. Verschillende

Franse generaals werden gevangen genomen.

32

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 1-2, 11-12, 16. 33

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, pp. 53-56.

H. VANDER LINDEN, “Emmanuel-Philibert de Savoie.”, p. 127. 34

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, pp. 100-102.

Page 29: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

29

Zijn kwaliteiten als militair tacticus leverden op en zijn overwinning was spectaculair.

De slag bij Saint-Quentin blijft een voorbeeld in de militaire geschiedenis. Voor

Emanuel Filibert was deze overwinning een grote stap richting de restauratie van zijn

gebieden. Hij had dan ook maar één doel voor ogen: doorgaan tot de hoofdstad en de

voorwaarden van de vrede dicteren aan Hendrik II. Geldgebrek en besluiteloosheid

vanwege Filips II zorgden ervoor dat dit laatste toch niet gebeurde. In de eerste jaren

van zijn koningschap was Filips II immers nog steeds afhankelijk van de mening van

zijn vader. Na de slag bij Saint-Quentin consulteerde hij Karel V, terwijl hij

ondertussen zijn tijd afwachtte. Wanneer Karel V het bericht stuurde met daarin de

raad om richting Parijs te gaan, was het al te laat. Het Franse leger had zich

gehergroepeerd.35

2.6.5. De vrede van Cateau-Cambrésis in 1559

De oorlog tussen Spanje en Frankrijk duurde nog voort tot in oktober 1558 de

onderhandelingen tot vrede begonnen. Gedurende twee weken stond het probleem van

de gebieden van Savoie centraal. De Fransen weigerden Piemont te laten gaan, terwijl

Spanje geen Franse invloed nabij Milaan zou dulden.36

Voor Filips II was de

restauratie van de gebieden van de hertog van Savoie geen hoofdzaak, zoals het voor

zijn vader altijd was geweest. Daarom overwoog hij zelfs, indien hij de

vredesgesprekken kans op slagen wou geven, om Savoie op te geven en in Franse

handen te laten. Emanuel Filibert liet het echter niet na om Filips II te herinneren aan

de zege bij Saint-Quentin, waarin de landvoogd een groot aandeel had, en aan alle

diensten die hij het Spaanse koninkrijk verleend had zowel onder Filips II als onder

keizer Karel V.

Uiteindelijk kwamen de Franse gedelegeerden met het voorstel dat ze enkele jaren

daarvoor nog verworpen hadden: een huwelijk tussen de landvoogd en Margaretha, de

zus van koning Hendrik II.37

Margaretha was vijf jaar ouder dan Emanuel Filibert en

35

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, The changing face of empire, pp. 176-178.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, bisschop van Atrecht, kardinaal van Granvelle, minister van Karel V en

Filips II (1517-1586), p. 163. 36

ARA, Aud. 427, fol. 185 (brief van Willem van Oranje aan Filips II, 26 september 1558).

ARA, Aud. 427, fol. 174 (brief van Willem van Oranje aan Filips II, 27 september 1558).

ARA, Aud. 427, fol. 155 (brief van Willem van Oranje aan Filips II, 17 oktober 1558). 37

ARA, Aud. 427, fol. 150 (brief van Willem van Oranje aan Filips II, 18 oktober 1558).

Page 30: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

30

ogenschijnlijk al te oud om hem een erfgenaam te baren. Dit was natuurlijk ook de

reden van dit Franse voorstel. Indien het koppel kinderloos bleef, zouden de gebieden

van Savoie terug naar het Franse koninkrijk keren via Jacques de Savoie-Nemours, een

Franse neef van Emanuel Filibert.38

In februari 1559 werden de onderhandelingen hernomen in Cateau-Cambrésis.

Uiteindelijk kwam het daar tot een definitief akkoord. Emanuel Filibert kreeg zijn

gebieden terug van Frankrijk behalve Turijn, Pinerolo, Chieri, Chivassso en Val

d‟Asti. Deze versterkte plaatsten werden behouden door Hendrik II tot aan de

definitieve vredesconferentie tussen Franse en Spaanse juristen.39

Het verdrag van

Cateau-Cambrésis werd bezegeld met een dubbelhuwelijk. Filips II huwde Elisabeth,

de dochter van de Franse koning, en landvoogd Emanuel Filibert huwde Margaretha,

de zus van Hendrik II.40

Voor Frankrijk was dit verdrag echter een diplomatieke ramp. Het koninkrijk nam een

risico door zoveel toe te geven, waardoor onder andere de gebieden van Savoie

verloren gingen. Het verdrag was aan de andere kant gunstig voor Spanje, maar de

echte overwinnaar was Emanuel Filibert. Hij kreeg zijn hertogdom terug na jaren van

bezetting.

De invloed die Emanuel Filibert uitgeoefend heeft tijdens de vredesonderhandelingen

in Cateau-Cambrésis was van groot belang voor het slagen ervan. Zijn instemming in

een huwelijk met de zus van de Franse koning Hendrik II was een toegeving in ruil

voor de restauratie van zijn gebieden. Het vredesverdrag van 1559 zorgde voor een

periode van ongeveer vijftig jaar relatieve rust in het Italiaanse schiereiland. Meteen

besloot het verdrag ook een beroerde periode in de geschiedenis. Voor lange jaren

stelde het een einde aan de grote oorlogen tussen de Franse en de Habsburgse

monarchieën.

38

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, p. 126. 39

Pas in 1600 heeft de hertog van Savoie, ondertussen Karel Emanuel I geworden, al zijn gebieden kunnen

terugwinnen. Hij ruilde de gebieden ten westen van de Rhône voor Saluzzo. Pas dan was Savoie bevrijd van de

Franse invloed (E. COCHRANE, Italy 1530-1630, p. 165). 40

ARA, Aud. 427, fol. 90-97 (brief van Willem van Oranje aan Filips II, 8 november 1558).

Page 31: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

31

2.6.6. De opvolging van landvoogd Emanuel Filibert

Bij de vrede van Cateau-Cambrésis tussen het Spaanse en het Franse rijk werden de

gebieden Savoie en Piemont teruggegeven aan hun oorspronkelijke eigenaar na een

Franse bezetting van drieëntwintig jaar. Emanuel Filibert moest bijgevolg zijn

landvoogdij naast zich neer leggen en zijn functie als hertog opnemen in zijn gebieden.

Er is veel te doen geweest over de keuze van de nieuwe landvoogd. In de loop van juni

1558 had de koning, geschrokken van de houding van de Staten-Generaal in de zaak

van de negenjarige bede, Maria van Hongarije gevraagd naar de Nederlanden terug te

keren om opnieuw de functie van landvoogdes op zich te nemen.41

Maar nu zij

gestorven was, was deze mogelijkheid uitgesloten en moest Filips II een andere

kandidaat zoeken. Na Emanuel Filibert als vreemdeling moest dat in elk geval een

naaste bloedverwant zijn. Er werd aan drie kandidaten gedacht. Zowel de hertog

Ottavio van Parma als zijn vrouw Margaretha van Parma en de hertogin Christina van

Lotharingen, allen nauw aan de koning verwant, kwamen in aanmerking voor de

opvolging van Emanuel Filibert als landvoogd van de Nederlanden.

De Nederlandse hoge adel voelde meer voor de hertogin van Lotharingen, die hen

goed gezind was. Er waren een aantal redenen die haar kandidatuur aannemelijk

maakten. Ze was namelijk van Habsburgse bloede en bekend met de toestand in de

Nederlanden.42

Daarnaast stond Willem van Oranje, die sinds de dood van zijn vrouw

Anna van Egmont in 1558 weduwnaar was geworden, naar de hand van Christina‟s

oudste dochter Renata. Maar juist die vriendschap die de hoge adel haar toedroeg, in

een tijd van groter wordende oppositie, de potentiële verbintenis met een belangrijk

raadslid van de Nederlanden en haar onafhankelijk karakter maakten dat de koning

haar voorbijging. Bovendien was het onvoorstelbaar dat Christina na een huwelijk van

haar dochter met de prins van Oranje in staat zou zijn haar onafhankelijkheid als

landvoogdes tegenover de adel in de Raad van State te bewaren. Daarnaast had de

hertogin connecties met het Franse koningshuis. Haar zoon Karel III was als gevolg

van de oorlog en de vrede van Cateau-Cambrésis vaster met Frankrijk verbonden dan

41

Voor de Staten-Generaal en de toekenning van de negenjarige bede zie pp. 71-74. 42

Hertogin Christina van Lotharingen was de dochter van Karel V‟s zus, Isabella, en Christiaan II van

Denemarken. Ze was gehuwd met Frans I van Lotharingen.

Page 32: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

32

ooit. Vanaf 1552 af had hij in een vergulde gevangenschap aan het Franse hof vertoefd

en in Cateau-Cambrésis was overeengekomen dat hij zou trouwen met de jongste

dochter van Hendrik II, Claude. Haar connecties met het Franse koningshuis maakten

van Christina van Lotharingen de minst aantrekkelijke kandidate voor de landvoogdij

van de Nederlanden.

De koning schonk aan de andere kant ook geen vertrouwen in de hertog van Parma,

Ottavio Farnese. Volgens Filips II ijverde hij enkel voor zijn eigen belangen in Italië

en was hij niet geschikt om de landvoogd van de Nederlanden te worden.

Zo bleef Ottavio‟s echtgenote, de hertogin Margaretha van Parma, over als opvolger

van Emanuel Filibert. Ze was een bastaarddochter van Karel V en zo de stiefzus van

Filips II. De hertogin had echter helemaal geen kennis van regeren of van het gebied,

maar zou volgens Filips II zonder een nauwe band met de hoge adel de Nederlanden

beter regeren.43

De eenvoudigste oplossing voor de opvolging van Emanuel Filibert was ongetwijfeld

de benoeming van don Carlos of Juana geweest, de zoon en zus van Filips II. Beiden

vielen om verschillende redenen uit de boot. De berichten die de koning de laatste

jaren over de opvoeding en ontwikkeling van zijn zoon kreeg, overtuigden Filips II dat

don Carlos ongeschikt was voor elk bestuur. Hij was met zijn veertien jaar beslist te

jong voor de functie van landvoogd en bovendien mentaal labiel. Juana‟s staat van

dienst als regentes van Spanje vormde evenmin een aanbeveling.44

2.6.7. Het einde van de landvoogdij van Emanuel Filibert en de terugkeer

naar het hertogdom Savoie

In juli 1559, enkele maanden na de vrede van Cateau-Cambrésis, vertrok Emanuel

Filibert uit de Nederlanden om zijn functie als hertog van Savoie nu voor het eerst in

43

R. FRUIN, Het voorspel van de 80jarige oorlog, p. 45.

R. VAN ROOSBROECK, “Philips II en de nationale opstand (1555-1585).” In: Geschiedenis van Vlaanderen, 4,

pp. 109-227. 44

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 190.

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 175.

Page 33: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

33

werkelijkheid op te nemen.45

Langzamerhand kreeg hij gebied terug van zowel de

Fransen als de Spanjaarden, waaronder Turijn, want na de vrede van Cateau-

Cambrésis waren nog niet alle gebieden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar

Emanuel Filibert.

Na de restauratie van zijn hertogdom wou Emanuel Filibert ook interne veranderingen

aanbrengen. Onder zijn heerschappij werd het Latijn als officiële taal vervangen door

het Italiaans. In 1563 verplaatste hij de hoofdstad van het hertogdom van Savoie.

Turijn werd de nieuwe hoofdstad in plaats van Chambéry. Turijn werd op natuurlijke

wijze beschermd door de Alpen. De vrees om opnieuw zijn herwonnen gebieden te

verliezen zat er dik in. De hertog van Savoie wou niets aan het toeval overlaten.46

45

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, p. 157. 46

R. ORESKO, “The duchy of Savoy and the kingdom of Sardinia. The Sabaudian court 1563-c.1750.” In: J.

ADAMSON, The princely courts of Europe, 1500-1750, pp. 231-253.

H. VANDER LINDEN, “Emmanuel-Philibert de Savoie.”, p. 139.

Page 34: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

34

DEEL II: De regering van de Nederlanden van 1555 tot 1559

1. De collaterale raden

Enige uitleg over de verschillende raden van de regering in de Nederlanden en hun

bevoegdheden is hier niet misplaatst, daar deze raden in het midden van de zestiende

eeuw een belangrijke rol speelden. Men moet echter onthouden dat deze instellingen

nooit uitvoerende macht bezaten, maar slechts adviserende raden waren. Enkel de

Raad van State heeft op bepaalde momenten in de zestiende eeuw uitvoerende macht

gehad wanneer de landvoogd of landvoogdes het regeringsbeleid niet persoonlijk in

handen kon nemen. Dit was bijvoorbeeld het geval toen Maria van Hongarije de

Nederlanden enkele keren voor een relatief lange periode had verlaten, en in de jaren

1556 en 1557, wanneer Emanuel Filibert het leger aanvoerde in de strijd tegen

Frankrijk. Toen werd Karel van Lalaing als waarnemend gouverneur-generaal

aangesteld. Ook toen landvoogd Requeséns op 5 maart 1576 stierf voerde de Raad van

State het bewind van de Nederlanden tot de komst van een nieuwe gouverneur-

generaal.47

Hieronder volgt een korte bespreking van de collaterale raden en hun bevoegdheden.

Daarnaast worden ook de Raad van State naast Filips II en de Staten-Generaal onder

de loep genomen.

1.1. De Raad van State

De Raad van State was de belangrijkste van de drie collaterale raden. In deze instelling

pleegde men immers overleg over “les grandz et principaulx affaires” van de

Nederlanden. Voor onze moderne oren klinkt een dergelijke formulering vrij vaag

maar voor de zestiende-eeuwse raadsheren was deze “grandz et principaulx affaires”

de geijkte formule om alle belangrijke staatskwesties aan te duiden. Ze hadden dus te

adviseren over oorlog of vrede en vergaderden over de hoogste diplomatieke,

bestuurlijke en gerechtelijke vraagstukken. Vaak versterkte de Raad bovendien het

doorslaggevend laatste advies over kwesties die onder de specifieke bevoegdheid

47

Het interimair bestuur van de Raad van State kwam voor in 1547, 1550, 1556-1557, 1568, 1572 en in 1576.

R. VERMEIR, In staat van oorlog, p. 13.

Page 35: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

35

vielen van de twee andere collaterale raden, de Geheime Raad en de Raad van

Financiën. De Raad van State werd in 1531 opgericht in het kader van een globale

reorganisatie van het centrale bestuursapparaat van de Nederlanden. De functie van de

Raad was tweevoudig. In eerste instantie kwam de Raad tot leven om de nieuwe

landvoogdes Maria van Hongarije bij te staan in het bestuur van de Nederlanden. De

landvoogdes was er ex officio hoofd van. Aan de andere kant had keizer Karel V een

speciale bedoeling bij de oprichting van de Raad van State. Ze moest een te

persoonlijke en te autoritaire politiek van de landvoogden uitschakelen.48

De hoge Nederlandse adel werd in deze Raad bijeengebracht, zodat hun politieke

ambities gekanaliseerd werden ten gunste van de vorstelijke politiek. In praktijk werd

er voor gezorgd dat slechts een beperkt aantal raadsheren tot de zittingen zou

toegelaten worden. De invloedrijkste maar ook de meest geschikte raadsheren werden

hiervoor uitgekozen: “Semble qu‟il seroit bon que des grans seigneurs qu‟il plaira à

l‟empereur ordonner audit conseil d‟estat, il y en eust deux ou trois tousjours

continuellement résidens devers ladicte royne pour l‟assister, des personnages plus

convenables pour son service...”49

Niettegenstaande deze beperkte vergaderingen met slechts twee of drie raadsleden,

droegen alle beslissingen van de vorst de goedkeuring van alle leden van de Raad van

State. Deze beperkte vergaderingen van de Raad zullen in de periode 1555-1559 vaak

voor moeilijkheden zorgen. De leden wilden immers geen verantwoordelijkheid

zonder medezeggenschap.

Een tweede haard van moeilijkheden met betrekking tot de Raad van State bestond

erin dat sinds 1535 een aantal juristen hun intrede namen in de Raad. Op bevel van

Karel V werden op 31 mei 1535 twee robijnen tewerkgesteld in de Raad van State.

Het waren Lodewijk van Schore en Filips Nigri. De taak van de nieuw benoemde

juristen is waarschijnlijk in de beginperiode meer van administratieve dan van

adviserende aard geweest, want ze waren benoemd “pour tenir soing de l‟adresse et

48

M. BAELDE, “Edellieden en juristen in het centrale bestuur der zestiende-eeuwse Nederlanden (1531-1578).”

In: Tijdschrift voor Geschiedenis, 1967, 80, p. 44. 49

ARA, Aud. 1546, fol. 3.

Page 36: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

36

l‟expédition des choses d‟estat”.50

Dit zorgde voor ongenoegen en protest bij de

adellijke raadsheren. Deze moeilijkheden zouden de kern van de oppositie vormen,

die uitdraaiden op de beroerten in de Nederlanden.51

De Raad van State gaf steeds het gepaste advies aan de landvoogd of landvoogdes

over de meeste buitenlandse en binnenlandse kwesties. Zoals hierboven reeds

vermeld kon de Raad toch een uitvoerende macht bezitten. Dit was het geval wanneer

de landvoogd(es) voor een bepaalde tijd in het buitenland vertoefde of bij een

onverwachts overlijden. De voorzitter van de Raad werd dan als waarnemend

gouverneur-generaal benoemd tot de landvoogd(es) terugkeerde naar Brussel of tot er

een nieuwe gouverneur-generaal aangeduid werd. De waarnemende gouverneur-

generaal oefende dan het dagelijkse bestuur uit over de Nederlanden. De zware

beslissingen werden normaliter in zo‟n periode uitgesteld en men beperkte zich tot de

afhandeling van de lopende zaken.

Ten tijde van de landvoogdij van Emanuel Filibert zaten de volgende Nederlandse

heren in de Raad van State: graaf Karel van Lalaing, Reinoud van Brederode52

, de

graaf van Berlaymont, de prins van Oranje, Lamoraal van Egmont, Jan van Glimes,

markies van Bergen, Jan van Hénin-Liétard, graaf van Boussu, Filips van Stavele,

heer van Glajon, Antoon Perrenot, Viglius van Aytta, Simon Renard, Filibert de

Bruxelles en Karel Tisnacq.53

1.2. De Geheime Raad

De Geheime Raad of Privé-Raad, naar het Franse Conseil Privé, werd in 1531

opgericht om de landvoogdes Maria van Hongarije bij te staan in het bestuur, de

wetgeving en de rechtspraak van de Nederlanden. Omwille van haar brede

bevoegdheden had de Geheime Raad een grotere reële impact op de staatszaken dan de

Raad van State. Dit overwicht was vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw

manifest. Ze was samengesteld uit beroepsambtenaren en juristen, geschoold in het

50

ARA, Aud. 52, fol. 154 (brief van Karel V aan Maria van Hongarije, 15 maart 1537).

M. BAELDE, “Edellieden en juristen”, p.46. 51

M. BAELDE, De collaterale raden onder Karel V en Filips II, pp. 25, 32-33. 52

Reinoud van Brederode overleed in het najaar van 1556. 53

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 154.

Page 37: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

37

Romeinse en/of canonieke recht, en de raadsheren behoorden allen tot de gegoede

burgerij of waren in de adelstand verheven.

De drie belangrijkste bevoegdheden van de Geheime Raad waren wetgeving, bestuur

en rechtspraak. Onder wetgeving moet men begrijpen dat in de zestiende eeuw enkel

de vorst wetgevende macht uitoefende. De Geheime Raad was echter de voornaamste

adviseur van de vorst en de landvoogd bij het opstellen en uitvaardigen van

ordonnanties, edicten, plakkaten en instructies. Vooral bij het uitvaardigen van

wetgevende teksten kwam openlijk tot uiting welke rol de Geheime Raad speelde. Het

hoofd van deze Raad was immers aangesteld om, in naam van de vorst, iedere

ordonnantie onder het grootzegel uit te vaardigen. Dit zegelen, vroeger aan de

kanselier voorbehouden, werd sinds 1531 het grote voorrecht van het hoofd van de

Geheime Raad. De Raad verzorgde ook de verdere bekendmaking van de

ordonnanties. Vervolgens hield de Geheime Raad toezicht op de naleving van deze

wetten en op de openbare orde.

De tweede soort bevoegdheden van de Geheime Raad is van een administratieve aard.

Deze bevoegdheden strekten zich uit over het domein van de hofhouding, het centraal,

provinciaal en lokaal bestuur, de kerkelijke administratie en de sociale vraagstukken.

Het moet gezegd dat de Geheime Raad over vele kwesties, die eerst aan de Raad van

State waren overgemaakt, eveneens geraadpleegd werd.

Als laatste was de Geheime Raad de hoogste rechterlijke instantie van de Nederlanden

voor zowel zaken in eerste aanleg als in hoger beroep. De evocatie kon echter ook

plaatsvinden, op bevel van de vorst, nadat aanlegger of verweerder hiervoor een

rekwest ingediend had. Tenslotte moet ook nog de revisie vermeld worden. De revisie

van een rechtszaak kon door de Geheime Raad bevolen worden indien een nieuw feit

aan het licht kwam of indien een procedurefout kon aangeklaagd worden.

Tijdens de landvoogdij van Emanuel Filibert was Viglius de hoofd-voorzitter van de

Geheime Raad.54

54

M. BAELDE, De collaterale raden, pp. 24, 38-48.

Page 38: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

38

1.3. De Raad van Financiën

Als laatste van de drie collaterale raden komt de Raad van Financiën aan bod. Ze stond

in, zoals de naam het al zegt, voor het financieel beheer in de Nederlanden. Dit wil

zeggen dat de Raad van Financiën het beheer voerde over het kroondomein, het hele

belastingsstelsel en ze controleerde de financiële instellingen. Tegelijk adviseerde de

Raad de vorst en landvoogd over grote transacties.

In de periode 1555 tot 1559 speelde de Raad van Financiën een belangrijke rol, daar

Filips II in geldnood zat en de Nederlanden een belastingscrisis ondergingen. Onder de

verschillende vormen van belastingen zijn de inningen onder de vorm van „beden‟ de

voornaamste inkomsten van de vorst. Bij deze beden had de Raad van Financiën de

leiding over de inkleding van de verzoeken en de inning van de belastingsgelden.

Maar eerst en vooral moest deze instelling advies verstrekken over de

noodzakelijkheid, wenselijkheid en de mogelijkheid van nieuwe heffingen door

middel van beden. Eenmaal de beslissing gevallen was wachtte de Nederlandse

regering geen sinecure: het verzoek tot de verschillende provinciale Staten van de

Nederlanden om de voorgestelde bede in te willigen. Gewoonlijk werd daarom een

algemene vergadering van de Staten-Generaal samengeroepen waarin het voorstellen

of de „propositie‟ van de bede door een afgevaardigde van de vorst plaatsvond. De

Raad van Financiën had hierbij vaak een zeer discrete taak te vervullen. De

bekommernis was steeds om de aanvaarding van het voorstel te bewerken in de kortst

mogelijke tijd en in de meest gunstige voorwaarden voor de vorst. De Raad kon

meestal overeenkomsten afsluiten na veel moeizame en langdurige onderhandelingen.

Gedachtewisselingen en wrijvingen, toegeeflijkheid en verzet, beloften, bedreigingen

en vergelijkingen waren de meest voorkomende stadia. Als de bede door de

verschillende gewesten was toegestaan, begon de grote taak van de inning van de

vastgestelde bedragen.55

55

M. BAELDE, De collaterale raden, pp. 24, 48-52.

Page 39: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

39

2. De Raad van State naast Filips II

De Nederlanden werden onder de landvoogdij van Emanuel Filibert bestuurd door de

voorgaande drie collaterale raden. De nieuwe vorst Filips II had gedacht om snel na de

troonsafstand van zijn vader enige tijd in Engeland te vertoeven, om zich daarna in

Spanje te vestigen. Madrid zou het nieuwe bestuurlijke centrum worden en van hieruit

zou hij zijn wereldrijk besturen. Door de opflakkerende oorlog met Frankrijk verbleef

Filips II toch nog enkele jaren in de Nederlanden. Zijn aanwezigheid bracht de

aanwezigheid van Spaanse raadsheren met zich mee.56

Deze Raad van State naast de

soeverein was geen officiële bestuursinstelling maar werd door de Nederlandse

regeringsleden vaak aangeduid als „de Spaanse Raad‟.57

Door de aanwezigheid van de

Spaanse raadsheren in de Nederlanden ontstond er een ingewikkelde situatie tussen de

verschillende bestuurslichamen. De nieuwe Spaanse Raad van de koning fungeerde

naast de Raad van State van landvoogd Emanuel Filibert.58

De voornaamste minister in de Raad van State naast Filips II was de Portugees Ruy

Gomez de Silva. Hij was sinds Filips‟ jeugdjaren de vertrouweling van de koning.

Daarnaast zaten ook de Spanjaarden Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva,

don Juan Manrique de Lara, don Antonio Henriquez de Toledo, secretaris Francisco de

Eraso, Bernardino de Mendoza, Diego de Vargas en tijdelijk ook Ferdinando Gonzaga

in „de Spaanse Raad‟.59

Enkelen van hen verdienen wat meer aandacht. Ten eerste is er don Juan Manrique de

Lara. Onder de raadsleden van Filips II trad hij op als een incarnatie van het

bloeitijdperk van de Spaanse geschiedenis, het conquistadorentype. Hij was

legeraanvoerder, diplomaat en bestuurder, vol activiteit en intelligent. Dat hij weinig

invloed bij de koning had moet men in die zin verstaan dat hij minder te zeggen kreeg

dan Gomez, dé vertrouwenspersoon van Filips II. De vorst had wel degelijk kennis

van de gaven van Manrique en wist er ook gebruik van te maken. Zijn diplomatieke

reizen naar Wenen en zijn benoeming in 1558 tot vice-koning van Sicilië bewezen dat.

56

Onder de leden van de Raad van State naast Filips II was er ook één Portugees. 57

Deze instelling zal men vanaf 1561 betitelen als de „Spaanse Raad van State‟. M. BOONE en M. DEMOOR

(eds), Charles V in context: The making of a European identity, pp. 47-60. 58

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 43-44. 59

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, pp. 153-154.

Page 40: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

40

Bernardino de Mendoza was een goede admiraal, maar blonk vooral uit in financiële

kwesties. Hij stierf in 1557 tijdens het beleg van Saint-Quentin. Ook Francisco de

Eraso dient genoemd te worden. Hij oefende veel invloed uit op de besprekingen en

dit dankte hij aan zijn uitmuntende kennis op financieel vlak. Vooral in Spaanse

kwesties was hij in dit opzicht een specialist.60

60

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 40-42.

Page 41: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

41

3. De Staten-Generaal

De Staten-Generaal was de vergadering waarbij de verschillende Staten van de

Nederlandse provincies samenkwamen. Deze Staten waren de provinciale

vertegenwoordigers van de onderdanen. Elke provincie, en zelfs ook enkele kleinere

gebieden, had zo‟n vertegenwoordigende instelling. Normaliter kwamen in de Staten

de afgevaardigden van de clerici, de adel en de derde stand samen, maar deze werden

zelden democratisch verkozen. In sommige provincies waren slechts twee van de drie

standen vertegenwoordigd. De Staten van Holland hadden bijvoorbeeld geen

vertegenwoordigers van de geestelijke stand en slechts één afgevaardigde van de adel.

Een speciaal geval was weggelegd voor de Staten van Vlaanderen, dat gedomineerd

werd door de vier leden van Vlaanderen: de steden Brugge, Gent en Ieper en het

plattelandsdistrict het Brugse Vrije. Zelfs waar de drie standen vertegenwoordigd

waren in de Staten, kwamen ze voornamelijk uit dezelfde kerkelijke instituties,

dezelfde adellijke families en dezelfde steden.

Desalniettemin waren de Staten erg machtig. Ze hadden de macht om troepen samen te

roepen en om belastingen te heffen en te verzamelen. In sommige gewesten, zoals in

Vlaanderen, konden deze activiteiten enkel plaatsvinden met de toestemming van de

Staten. Vervolgens waren ze de waakhonden van de wetgeving en verdedigden ze

lokale privileges. Dankzij hun financiële stok achter de deur, namelijk het toekennen

van de beden, konden de Staten regelmatig de plannen van de vorst in de richting van

hun belangen sturen.

De vergadering van de verschillende Staten samen ontstond toen hertog Filips de

Goede overging tot het regelmatig samenroepen van de Staten-Generaal. Zo wilde hij

het gewestelijke particularisme dat via de Staten tot uiting kwam ontwijken. De creatie

van de Staten-Generaal paste in de centraliserende politiek van de Bourgondische

hertogen in de vijftiende eeuw. Aan de ene kant werd door deze nieuwe instelling het

samenhorigheidsbesef in de Nederlanden versterkt en aan de andere kant bespaarde het

de vorst heel wat moeite. In plaats van telkens opnieuw met alle Staten van de

verschillende gewesten afzonderlijk te onderhandelen, kon de vorst vanaf nu één

verzoek indienen bij de Staten-Generaal.

Page 42: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

42

Er was echter ook een keerzijde aan de medaille. Het samenbrengen van de Staten in

een volksvertegenwoordigend orgaan maakte hen sterker. Ze waren bewust van hun

macht en aarzelden niet om scherpe eisen te stellen alvorens met een verzoek van de

vorst in te stemmen. De verzamelde standenvertegenwoordiging in een bijeenkomst,

was een oncontroleerbare kracht die de vorst voor voldongen feiten kon plaatsen.61

De werking van de overkoepelende vertegenwoordigende instelling van de

Nederlanden ging als volgt. Elke provinciale delegatie in de vergadering van de

Staten-Generaal was strikt gebonden aan de instructies gegeven door hun Staten.

Alvorens een belangrijke beslissing te nemen moesten de afgevaardigden overleg

plegen met de Staten, een praktijk die ruggespraak genoemd werd. Elke provinciale

delegatie moest unaniem tot een beslissing komen alvorens die bindend was en alle

gewesten moesten hun toestemming geven aan een motie in de Staten-Generaal

vooraleer die in praktijk gebracht werd. De Staten-Generaal werd normaliter om de

drie jaar gehouden, voornamelijk om verzoeken tot beden te bediscussiëren. Er konden

meerdere vergaderingen gehouden worden voor er de noodzakelijke eenstemmigheid

bereikt werd over een verzoek van de vorst. Een zitting van de Staten-Generaal kon zo

vele maanden aanslepen alvorens er een definitief besluit werd getroffen. Wanneer de

besluiten van de verschillende Staten allemaal in dezelfde richting gingen, werd er een

eindresolutie opgesteld, het zogenaamde Generaal Advies.62

61

R. VERMEIR, In staat van oorlog, p. 307. 62

G. PARKER, The Dutch revolt, pp. 32-33.

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 51.

Page 43: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

43

4. Van keizer Karel V naar koning Filips II

4.1. Van Habsburgs naar Spaans

De abdicatie van Karel V en de keuze om zijn zoon Filips tot vorst te maken van een

deel van zijn imperium hadden enkele veranderingen als gevolg. Zoals gezegd was het

Spaanse rijk een composite state. Zo‟n samengestelde staat bestond altijd uit een

ruling country of core state en meerdere dependent territories of dependent states.

Vanaf het midden van de zestiende eeuw en dus vanaf de heerschappij van Filips II

zien we dat het koninkrijk Castilië de core state van het Spaanse rijk wordt. Deze

transitie van Habsburgs naar Spaans begint reeds onder de heerschappij van Karel V

maar voltrekt zich onder Filips II. Vanaf dan was Madrid het machtscentrum van het

Spaanse rijk.63

De aanwezigheid van de nieuwe vorst, de oude landvoogdes en de Spaanse leden van

de Raad van State naast de soeverein komen aan bod, maar eerst nemen we Filips II

onder de loep.

4.1.1. De persoonlijkheid van Filips II

In de literatuur over de vorst is het een gewoonte geworden om een contrast te maken

tussen Karel V, wijs, gematigd en geliefd, en zijn zoon Filips II, kortzichtig,

onvermurwbaar en gehaat door zijn onderdanen in de Nederlanden. Deze schets is

overdreven om het contrast tussen de twee vorsten groter te maken. Weliswaar

groeide onder het bewind van Filips II de oppositie in de regering en de

ontevredenheid van het volk. De vorst had één groot nadeel: hij was een vreemdeling.

Geboren en getogen in Spanje, sprak de koning geen Frans, laat staan Nederlands. Dit

werd pijnlijk duidelijk aan zijn onderdanen tijdens de officiële troonsafstand van

Karel V op 25 oktober 1555 in Brussel. Tijdens deze gelegenheid sprak Granvelle in

naam van Filips II. In een verslag van Viglius over de woorden van de koning bij zijn

63

R. VERMEIR, “La construction de l‟Empire. L‟origine des transformations institutionnelles en Espagne au

XVIe siècle.”, p. 50.

R. VERMEIR, In staat van oorlog, p. 6.

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, “The court of Philip II of Spain.” In: R.G. ASCH, A.M. BIRKE (eds), Princes,

patronage and the nobility. The court at the beginning of the modern age, c. 1450-1650, p. 208.

Page 44: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

44

inhuldiging lezen we het volgende: “Messieurs combien que j‟entendz

raisonnablement le langaige francois si ne l‟ay encoires si prompt que pour vous

povoir parler en icelluy. Vous entendrez ce que l‟evesque d‟Arras vous dira de ma

part.”64

In de eerste maanden van zijn heerschappij kreeg de nieuwe vorst de bijnaam Felipo el

Prudente. Hij bleek namelijk nog sterk afhankelijk van de mening van Karel V.

Beslissingen werden bijgevolg traag genomen. Dat hij een belangrijke kwestie lang

overwoog en alle moeilijkheden ook zelf onder ogen wilde zien, was niet zo erg. Maar

Filips II liet zich, ook als de beslissing er eenmaal lag, nog intimideren door de

hindernissen bij de uitvoering.65

Daarenboven kwam nog de overheersende indruk die

Filips II aan zijn tijdsgenoten gaf: hij was een Spaanse koning die over een Spaans rijk

heerste in het belang van de Spanjaarden.

Maria van Hongarije had in de vierentwintig jaar van haar landvoogdij met behulp van

de juristen in de regering de traditionele bedreigers van het vorstelijk gezag, de edelen,

in het gareel gedwongen, maar hoe zou het gaan onder Filips II? Zou de nieuwe vorst

bereid zijn het op de noblesse de robe steunende regeringsstelsel van zijn tante voort te

zetten of stond er een periode van strijd tussen de edelen en de juristen binnen de

regering voor de deur?66

4.1.2. Een nieuw beleid?

Toen Karel V zijn vastberaden voornemen om troonsafstand te nemen publiekelijk

bekend maakte, vreesden zijn vertrouwde raadslieden voor de toekomst van de

monarchie. Ze vermoedden dat Filips II op een andere wijze en naar andere beginselen

dan zijn vader zou regeren. Granvelle, die in de laatste jaren de meeste invloed op de

keizer had uitgeoefend, was bezorgd voor zijn toekomst en die van de regering, te

meer omdat ook Maria van Hongarije vastbesloten was het bewind over de

Nederlanden neer te leggen.

64

R. VAN ROOSBROECK, “Philips II en de nationale opstand.”, p. 109. 65

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 151.

P. GEYL, The revolt of the Netherlands, p. 69.

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 89. 66

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 98.

Page 45: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

45

Voornamelijk de oudere generatie in de regering vreesde dat Filips II te liberaal zou

regeren. Liberaal wat de vorm betrof, niet wat de richting van de regering aanging. De

nieuwe vorst was toen reeds de doodsvijand van de geloofsvrijheid en de

volksprivilegiën. Deze oudere generatie bestond uit onder andere Granvelle en

Viglius. Ze vreesden dat Filips II het pad van Karel V en Maria van Hongarije niet zou

volgen. Granvelle en Viglius voorspelden dat hij, in plaats van met weinigen te

beraadslagen over politiek en financiën, een brede raad van vertrouwelingen rond zich

zou vormen met jonge mensen, zoals hijzelf. En wat deze oudere generatie voorspelde,

kwam ook uit.

Uit enkele beslissingen die Filips II in zijn eerste regeringsmaanden nam, kan men

afleiden dat hij de hoge adel voor zich probeerde te winnen. Deze had in de laatste

jaren van Maria‟s bewind vaak geprotesteerd over de gang van zaken in de

Nederlandse regering.67

In zijn eerste regeringsjaar benoemde de vorst negentien

nieuwe ridders van de Orde van het Gulden Vlies, negen daarvan behoorden tot de

Nederlandse hoge adel. Maar belangrijker was de aanstelling van vijf hoogadellijke

figuren in de Raad van State: Willem van Oranje, Lamoraal van Egmont, Jan van

Bergen, Maximiliaan van Boussu en Filips van Glajon.

In vergelijking met de samenstelling onder de landvoogdij van Maria van Hongarije

kan men dit inderdaad een nieuw beleid noemen. Zij was immers weinig ingenomen

met haar Raad van State, die volgens haar minder ten steun dan ter beperking

toegevoegd was aan haar gezag. Zelden riep ze de Raad samen en daar de Raad van

State niet bevoegd was om ongevraagd samen te komen, bestond ze gedurende

Maria‟s bewind niet meer dan in naam. De Geheime Raad en de Raad van Financiën

waren onmiskenbare werktuigen van de regering, de Raad van State bleek slechts te

bestaan voor de vorm. Granvelle, als groot bewonderaar van Maria van Hongarije,

rekende het haar als een bijzondere verdienste toe dat ze slechts met weinig

vertrouwelingen regeerde.

67

Voor dit protest zie p. 79.

Page 46: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

46

Toch trad Filips II voorzichtig op. Bij zijn aantreden als regerend heer van de

Nederlanden gooide hij het roer niet meteen 180 graden om, eerder stuurde hij

behoedzaam bij. Weliswaar benoemde hij jonge edellieden zoals Oranje, Egmont en

Bergen tot leden van de Raad van State maar aan de andere kant ziet men dat deze

uitgestoken hand niet de benoeming van één van hen tot stadhouder bevatte. Hoewel

bijvoorbeeld het stadhouderschap van het belangrijke Vlaanderen al sinds 1553 vacant

was. De benoeming van de heren was van de koning uit gezien een eerste stap in de

richting van de hoge edelen. Het was aan hen om te bewijzen dat ze zijn vertrouwen

waard waren. Maar deze nieuw benoemden maakten bezwaren om in de Raad zitting

te nemen. Ze vreesden dat het dezelfde weg op zou gaan als onder Maria van

Hongarije en wilden zo niet figureren in een college dat geen invloed zou uitoefenen

en zodoende de verantwoordelijkheid van maatregelen op zich te laden die ze niet

hadden helpen beramen of die ze misschien zelfs afkeurden. Op één of andere manier

zijn de jonge edellieden toch tevreden gesteld en uiteindelijk aanvaardden ze hun

benoeming.

De vele moeilijkheden tussen 1555 en 1559, de aanslepende oorlog met Frankrijk, de

financiële kwesties en de vele conflicten in de regering maakten dat Filips II na enkele

jaren van een nieuw beleid terugkeerde naar de werkwijze van zijn vader en de vorige

landvoogdes. Voortaan zou de regering van de Nederlanden bij een klein aantal

raadsleden berusten.68

4.2. De aanwezigheid van Maria van Hongarije en koning Filips II

Gedurende zijn landvoogdij verkeerden zowel de hertog van Savoie als de centrale

instellingen voortdurend in een ongewone situatie. Verschillende oorzaken

belemmerden de normale gang van zaken en waren de bron van eerste wrijvingen en

tekenen van oppositie.

Gedurende de eerste maanden na de regeringsoverdracht bleef Maria van Hongarije

zich nog vaak als regerend landvoogdes gedragen. Ze bleef zich geregeld met de

Brusselse regeringszaken bemoeien, waarschijnlijk met de beste bedoelingen, om

68

R. FRUIN, Het voorspel, pp. 44-48.

P. GEYL, The revolt of the Netherlands, p. 69.

Page 47: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

47

Emanuel Filibert in het bestuur te helpen inwerken. Haar aanwezigheid te Brussel was

echter hinderlijk voor het gezag van de nieuwe landvoogd, te meer omdat Maria door

haar vroegere relaties een soort moederlijk overwicht bezat op Emanuel Filibert. Zelfs

wanneer ze in 1556 naar Turnhout vertrok en zich daar vestigde op haar landgoed,

hield ze zich nog niet volledig afzijdig van de regeringszaken. Slechts in september

van hetzelfde jaar vertrok ze samen met Karel V naar Spanje.

Van veel grotere invloed bleek echter de aanwezigheid van Filips II in de

Nederlanden. Zijn aanwezigheid in de Nederlandse gewesten maakte de rol van

Emanuel Filibert als algemeen landvoogd tamelijk onbelangrijk. De vorst had gedacht

spoedig na de troonsafstand van zijn vader voor enige tijd naar Engeland terug te

keren, waar hij door zijn huwelijk met Mary Tudor nu ook koning was, om zich

daarna in Spanje te vestigen. Maar de vredesbesprekingen te Vaucelles en de daarna

terug opflakkerende oorlog met Frankrijk hebben Filips II vier jaar in de Nederlanden

gehouden.69

Zolang de koning in het land verbleef, stelden de hoge edelen zich liever direct onder

hem. Na de troonswissel richtten bijgevolg de provinciegouverneurs en

legercommandanten hun gewone depêches aan Filips II. Weliswaar las Emanuel

Filibert die brieven, toch bleef het een gezagsmiskenning. Willem van Oranje

verontschuldigde zich een keer voor deze gang van zaken.70 Maar ook de Duitse

legeraanvoerder en diplomaat Lazarus von Schwendi vermeldde deze gang van zaken

in een brief aan Emanuel Filibert, “…sachant très bien que toutes lettres quy

s‟adressent au roy tombent en les mains de votre Altesse et que par icelles votre

Altesse a le moyen de cognoistre le tout quy passe…”71

Uit de correspondentie van Emanuel Filibert met Filips II, Granvelle, Lalaing en

andere leden van de Nederlandse regering bleek duidelijk dat dit de eenheid van

gedachte en van handelswijze in de diplomatie niet kon bevorderen.72

69

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 31.

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 173.

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, pp. 172-192.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 160. 70

N. JAPIKSE, Correspondentie van Willem den eerste van Oranje, I, p. 94. 71

ARA, Aud. 213, fol. 36 (brief van Lazarus von Schwendi aan Emanuel Filibert, 28 januari 1556). 72

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 156.

Page 48: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

48

Bovendien was het een voordeel voor de verschillende provinciale Staten dat zolang

de koning in het land vertoefde, de werkkring van de landvoogd eigenlijk geen vaste

omschrijving had. Hij was een plaatsvervanger van de vorst en hoewel hij ook bij

aanwezigheid van de koning de Nederlandse zaken waarnam, stond in dat geval zijn

positie niet juridisch vast. Verbleef de vorst in het land, dan konden de Staten steeds

direct contact met hem zoeken en de landvoogd passeren. Bij Karel V en Maria van

Hongarije gaf dit niet veel moeilijkheden. Ook de keizer verbleef soms lange tijd in de

Nederlanden. Maar omdat Maria geïnspireerd en geleid werd door Karel V en zich

daar strikt aan hield, terwijl de keizer haar handelingen dekte, had het geen zin voor de

Staten om winst te willen halen uit zijn aanwezigheid.

Bij Filips II en Emanuel Filibert stonden de zaken echter anders. Emanuel Filibert

bezat tegenover Filips II te veel initiatief en de koning tegenover de besluiten van zijn

landvoogd te veel onvastheid. De provinciale Staten maakten hier dan ook gretig

gebruik van.

4.3. De aanwezigheid van de Spaanse raadsheren naast Filips II

De aanwezigheid van de Spaanse raadsheren naast Filips II en het noodgedwongen

verblijf van de vorst in de Nederlanden van 1555 tot 1559 bracht zoals gezegd de

nodige problemen mee. De moeilijkheden kwamen niet zozeer voor op het punt van

het bestuur van de Nederlanden zelf, maar veeleer op het gebied van de buitenlandse

politiek en van het financiële beleid. De betrekkingen met de buitenlandse vorsten

werden grotendeels door de landvoogd Emanuel Filibert en de Nederlandse Raad van

State geleid. Wrijvingen met Filips II en zijn persoonlijke Raad van State waren niet te

vermijden, vooral wanneer de buitenlandse gezanten zich meestal tot de koning en zijn

eerste raadsheer Gomez wendden.

Dit gaf niet alleen aanleiding tot een moeilijke verhouding tussen de twee kemphanen

Granvelle en Gomez, maar veroorzaakte vooral een ingewikkelde werkwijze om het

advies van de verschillende Raden in te winnen, zoals te merken is in een extract van

Zie bijvoorbeeld ARA, Aud. 118, fol. 236.

Page 49: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

49

een brief van Granvelle aan Emanuel Filibert. Een bepaald onderwerp moest

besproken worden “avec le roy et ceulx de son conseil d‟estat et dict l‟advis de vostre

Altèze et de ces seigneurs qui sont avec elle et celluy des conseilliers estanz icy et le

mien…”73

Toen Filips II de troon besteeg met het plan het bestuurscentrum in Spanje te plaatsen,

zou het logisch geweest zijn dat de hele buitenlandse politiek reeds gedurende het

verblijf van de koning in de Nederlanden naar Madrid verhuisd was. Hier echter bleek

de werkelijkheid sterker dan de theorie: de buitenlandse betrekkingen bleven voor een

deel hangen aan de landvoogd Emanuel Filibert en aan Granvelle, waardoor het

besturen van de Nederlanden ingewikkeld werd.

De vreemde gezanten in de Nederlanden bekommerden zich weinig over deze

verwarrende situatie en richtten zich simpelweg tot de raadsheer welke bij de koning

de grootste invloed had. Zoals zij zich vroeger onder Karel V tot Granvelle hadden

gewend, klopten ze onder Filips II bij Gomez aan. Deze frontverandering bracht echter

haar moeilijkheden mee. Granvelle was veel vollediger in de Europese diplomatie

ingewerkt dan Gomez, zodat de koning dikwijls de raad van deze eerste nodig had. Zo

kregen de vreemde gezanten toch wel eens tegenstrijdige meningen te horen, hoewel

beide raadsheren omwille van hun onderlinge rivaliteit nooit de belangen van hun

vorst op het spel zouden zetten.74

De eigenlijke strijd begon echter pas toen de Raad van State naast de vorst een greep

naar de macht in financiële richting deed. In het najaar van 1556 was iedereen er ten

stelligste van overtuigd dat de Franse koning het vredesverdrag van Vaucelles niet zou

naleven en dat de oorlog binnen afzienbare tijd op alle fronten zou uitbreken. Voor

zover het de Nederlanden betrof moest de komende strijd bekostigd worden met geld

uit deze gewesten, aangevuld met bedragen die Spanje en de koloniën konden zenden.

73

ARA, Aud. 215, fol. 1 (brief van Granvelle aan Emanuel Filibert, 1 september 1556)

zie ook ARA, Aud. 215, fol. 26 (brief van Granvelle aan Emanuel Filibert, 3 september 1556)

en ARA, Aud. 215, fol. 65 (brief van Emanuel Filibert aan Jan Van der Aa, 6 september 1556). 74

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, pp. 155-156.

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 44-45.

Page 50: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

50

Daar de staatsuitgaven reeds vele jaren de inkomsten overstegen, had de Nederlandse

regering hier een oplossing voor gezocht. Men ging geregeld leningen aan bij de

Antwerpse bankiers om de toekomstige belastingen te kunnen betalen. Om deze

transactie beter te doen verlopen, besloot men om vanaf het najaar van 1555 een

zogenaamde facteur te benoemen die de leningen sloot en voor rentebetaling en

aflossing zorgde. Deze facteur werd Gaspard Schetz. Hij werd door Filips II op 25

november 1555 benoemd.

Twee leden van de Raad van State naast Filips II, Bernardino de Mendoza en

Francisco de Eraso, zagen in dat zij door middel van deze positie van facteur een groot

deel van het financieel bestuur van de Nederlanden zelf konden regelen. Hun

redenering was de volgende: wanneer zij in Spanje zouden resideren, wat eigenlijk de

bedoeling was, zouden de geldzendingen uit de Nederlanden voor de bekostiging van

de oorlog in eerste instantie door hun handen gaan. Hadden zij daar ook nu geen recht

op, hoewel ze nog in de Nederlanden verbleven? Het plan was dat de koning een

tweede facteur zou benoemen die onmiddellijk onder de Raad van State naast Filips II

zou staan. Zo zou de Raad van de koning reeds in de Nederlanden een grote invloed

kunnen uitoefenen op de financiën.

Granvelle trachtte Mendoza dit idee uit het hoofd te praten. Met het argument van een

machtsverschuiving naar „de Spaanse Raad‟, ten nadele van de collaterale raden, kon

hij moeilijk afkomen. Granvelle bleef dus hameren op het argument dat het in de

dagelijkse praktijk een bron van verwarring en voortdurende ruzie ging geven, als

twee organen de uitgaven in de Nederlanden gingen controleren. Toch liet Mendoza

zich niet overtuigen en hij won zowel Gomez als Filips II voor zijn plan. In de laatste

maanden van 1556 werd Juan Lopez Gallo tot tweede facteur naast Gaspard Schetz

benoemd.

Wanneer de koning begin november 1556 in de hoofdstad terugkwam, verborg de

Nederlandse regering haar ontevredenheid niet. Door de geldnood heerste er in de

Brusselse kanselarij al een onprettige stemming en de handelswijze van de Spaanse

raadsheren deed de deur dicht. Gezien de inkomsten uit de Spaanse koloniën

onberekenbaar waren, had Gaspard Schetz zijn krediet tegenover de speculatiezucht

van de bankiers kunnen verzekeren. Nu werd echter deze belangrijke factor de

Page 51: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

51

Nederlandse regering uit de handen gerukt. Men gaf de koning dan ook zonder

omwegen te verstaan dat hij de nakende oorlog met Frankrijk zelf moest betalen. Dit

aanvaardde Filips II ten volle en zodra het vaartseizoen begon in de maand februari

kreeg Gomez de opdracht naar Spanje te reizen om daar al het geld bijeen te halen dat

hij maar vinden kon.

Noodgedwongen werkte men in vele kwesties samen, maar van harte ging het niet.

Filips II wenste dat de Spaanse en Nederlandse raadsheren zouden samenwerken tot

hij de Nederlanden zou verlaten, maar die samenwerking bleef uit. De tegenstelling

tussen de Nederlandse Raad van State en „de Spaanse Raad‟ bleef bestaan.75

75

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 44-49.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, pp. 155-158.

Page 52: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

52

5. De leden van de regering

Ter verduidelijking van wat in de volgende hoofdstukken over de landvoogdij van

Emanuel Filibert zal worden gezegd, is het nodig om enkele leden van zijn regering

onder de loep te nemen. Zowel de figuren die in het oog sprongen gedurende de

landvoogdij als de personen die later een belangrijke rol zouden spelen worden hier

uitgelicht. Aan bod komen Antoon Perrenot, kardinaal van Granvelle, Karel van

Lalaing, Ruy Gomez de Silva, Viglius van Aytta en Lamoraal van Egmont. Beginnen

doen we met Willem van Oranje.

5.1. Willem van Oranje

5.1.1. Prins van Oranje

Willem van Nassau werd geboren op 24 april 1533 te Dillenburg als zoon van Willem

de Rijke. Hij werd met het Lutherse geloof opgevoed en was bestemd om zijn vader

op te volgen als graaf van Nassau. Dit veranderde in 1544. Toen stierf zijn oom René

van Chalon. Zijn bezittingen, vooral in de Nederlanden, waren talrijk en hij was vorst

van Oranje. René van Chalon sneuvelde op zesentwintigjarige leeftijd in dienst van

Karel V tegen de Fransen. Hij liet geen kinderen na en zijn erfenis ging naar zijn

broer. Een deel van de erfenis was de titel „Prins van Oranje‟. Willem de Rijke kon de

erfenis namens zijn elfjarige zoon aanvaarden, maar dan moest de jonge Willem wel

rooms-katholiek worden. Hij zou dan als hoogste en rijkste edelman in de

Nederlanden aan het Habsburgse hof in Brussel worden opgevoed. In maart 1545

kwam hij in Brussel aan. Daar werd hij toevertrouwd aan landvoogdes Maria van

Hongarije. Oranje zou echter nooit zijn afkomst of zijn plicht tot het huis van Nassau

vergeten. Dit vond zijn uitdrukking in zijn handtekening “Guillaume de Nassau” en

zijn motto “Je maintriendray Chalons”.

Volgens zijn voogden en gouverneurs verliep zijn ontwikkeling voorspoedig. Hij

kreeg les in de talen Latijn, Duits, Frans, Spaans en Italiaans. Ook kreeg hij les in het

Nederlands, hoewel hij deze taal bleef doorspekken met Duitse woorden. Bovendien

ging hij naar school om de krijgskunde en de diplomatie onder de knie te krijgen. Wat

Page 53: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

53

erg opviel aan Oranje was zijn levendigheid, zijn zelfbeheersing en het gemak

waarmee hij zich verbaal kon uiten.76

5.1.2. Van trouwe dienaar tot tegenstander van Spanje

In 1551 benoemde keizer Karel V hem tot kolonel van een regiment aan het front en

eind 1555 werd hij benoemd tot lid van de Raad van State.77

Als reactie op deze

benoeming stuurde Oranje een laconiek antwoord.78

Vervolgens werd hij begin 1556 benoemd tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies.

Hierbij zwoer hij trouw aan het katholieke geloof. Onder de landvoogdij van Emanuel

Filibert bouwde hij een goede verstandhouding op met de hertog.79

In 1557 nam hij

deel aan de krijgsverrichtingen en vooral aan de inname van Saint-Quentin samen met

Emanuel Filibert en Lamoraal van Egmont. De jaren daarop was hij betrokken bij het

verdrag van Cateau-Cambrésis waardoor hij als gijzelaar bij de Franse koning Hendrik

II vertoefde. In 1559 kreeg hij de functie van stadhouder van Holland, Zeeland en

Utrecht en werd hij bevestigd als lid van de Raad van State naast Margaretha van

Parma. In de periode van de landvoogdij van Emanuel Filibert werd Oranje‟s trouw

aan de Spaanse koning nog niet in vraag gesteld. Ook onder de opvolger van de hertog

van Savoie, landvoogdes Margaretha van Parma, waren de relaties tussen Oranje,

Filips II en Granvelle hartelijk.

Het huwelijk met de Lutherse Anna van Saksen in 1561 betekende een ommekeer in

het leven van Oranje. Dit huwelijk dwong Oranje om een meer kritische houding aan

te nemen ten opzichte van de vervolging van het protestantisme. Vanaf de vrede met

Frankrijk in het verdrag van Cateau-Cambrésis, besloot Filips II immers de vrijheid

van de Nederlanden ernstig in te perken, vooral op godsdienstig vlak. Oranje kreeg

weet van de plannen van de koning over de inquisitie. Samen van de graven van

Egmont en Hoorn keerde hij zich tegen die plannen. Hij nam in het openbaar echter

nooit een standpunt over deze zaak in. Zijn bijnaam “de Zwijger” dankt hij aan zijn

76

J.G. KIKKERT, Oranje bitter Oranje boven, pp. 27-28. 77

Voor zijn benoeming tot lid van de Raad van State zie ARA, Aud. 83, fol. 205 (brief van Filips II aan Willem

van Oranje, 18 november 1556). 78

L.P. GACHARD, Correspondance de Guillaume le Taciturne, I, p. 227. 79

www.inghist.nl, Correspondentie van Willem van Oranje, nr. 11217 (brief van Emanuel Filibert aan Willem

van Oranje, 21 maart 1560).

Page 54: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

54

vermogen om aan het hof beleefde gesprekken te voeren zonder controversiële

onderwerpen aan te snijden. Er is nog een tweede populaire verklaring voor Oranje‟s

bijnaam. Volgens deze verklaring had Oranje de gewoonte om tijdens de

vergaderingen van de Raad van State te zwijgen. Pas aan het eind van de zitting zou

hij zijn mond openen om een heldere samenvatting te geven gevolgd door zijn eigen

mening en conclusies. Hoe dan ook, Oranje sprak beslist niet minder dan zijn

tijdgenoten.

Oranje volgde vanaf begin jaren zestig alle godsdienstige ontwikkelingen in de

Nederlanden en zijn doel was een eendrachtige samenwerking tussen Protestanten en

Katholieken om onder het Spaanse juk vandaan te komen. Hij bleef vasthouden aan

zijn katholieke geloof, maar was een fel tegenstander van beperkingen in

geloofskeuze. Oranje bevond zich in een moeilijke positie. Aan de ene kant was hij

trouw aan koning Filips II, maar aan de andere kant voelde hij mee met de

Protestanten die met Rome gebroken hadden en in opstand kwamen tegen de Spaanse

inquisitie. In juli 1561 bereikten de ongenoegens van de adellijke raadsheren over hun

marginalisatie in de regering van de Nederlanden een hoogtepunt. Oranje ontketende

een reactie tegen Granvelle. Zijn correspondentie tussen 1561 en 1563 en het

daaropvolgende wegblijven uit de Raad van State, samen met Egmont en Hoorn,

vormen daarvoor een uitstekende illustratie. Na het vertrek van Granvelle in maart

1564 uit de Nederlanden deed Oranje opnieuw zijn intrede in de Raad van State, maar

Filips II weigerde halsstarrig toegevingen te doen aan de door Oranje en anderen

gestelde eisen. Het conflict met Granvelle speelde zich af na de onderzochte

landvoogdij van Emanuel Filibert, maar toch is het belangrijk om deze oppositie tegen

Granvelle te vermelden. Zo wordt de evolutie van Willem van Oranje van trouwe

dienaar tot tegenstander van het Spaanse rijk duidelijk.

Het jaar 1566 was de ommekeer omdat Oranje zich nu definitief keerde tegen Filips II.

De hertog van Alva werd naar de Nederlanden gestuurd met het doel de opstand tegen

de inquisitie de kop in te drukken. Oranje koos definitief voor het Nederlandse volk en

hoewel een gezamenlijk optreden van Protestanten en Katholieken tegen het Spaanse

gezag een utopie bleek te zijn, keerde hij zich tegen de Spaanse vorst. In het voorjaar

van 1567 weigerde hij de eed van trouw aan de koning af te leggen en zag dan ook af

van al zijn voorname functies. Net als vele anderen ontvluchtte hij het land toen Alva

Page 55: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

55

er met zijn troepen aankwam, wachtende om terug te keren in betere tijden. Deze

wending in het gedrag van Willem van Oranje kondigde een nieuwe periode in zijn

leven aan: de tijd van zijn ballingsschap en zijn tijd van de pogingen Nederland te

bevrijden van de Spanjaarden. Oranje werd zo de roemvolle leider van de

opstandelingen tegen Filips II.

In 1579 werd de Unie van Utrecht getekend, na aandringen van Oranje. De Unie

verbond de noordelijke provincies en had als doel een eenheid te vormen tegen het

gevaar in het Zuiden. De gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, de

Ommelanden en Friesland tekenden de Unie. Oranje tekende de Unie pas veel later,

omdat het toch een einde betekende van zijn ideaal, een eenheid tussen Noord en Zuid.

De Unie was niet tegen het Zuiden, er waren zelfs enkele zuidelijke steden die ook

tekenen, maar het was niet het ideaal dat Oranje voorstond. In het verdrag werd

bepaald dat niemand vervolgd mocht worden vanwege zijn geloofsbeleving, een

primeur in de Europese geschiedenis. In april 1584 spraken de magistraten van

Vlissingen een ter dood veroordeling uit over de prins van Oranje. Op de tiende juli

van dat jaar werd hij vermoord te Delft.80

5.2. Antoon Perrenot, kardinaal van Granvelle

Antoon Perrenot werd op 26 augustus 1517 in Besançon geboren. Hij was het vierde

kind van een reeks van vijftien en tevens de oudste zoon van Niklaas Perrenot, heer

van Granvelle en zegelbewaarder van keizer Karel V. Opgeleid voor de geestelijke

staat studeerde hij in Leuven en Parijs. Te Padua studeerde Antoon Perrenot rechten.

De trouwste medewerkers van Karel V, waaronder zijn vader, waren rechtsgeleerden.

De jonge Antoon begreep dat als hij carrière wilde maken in de politiek, rechtskennis

haast een „conditio sine qua non‟ was. Er wordt beweerd dat Antoon Perrenot, meer

dan zijn vader, uitmuntte door zijn wetenschappelijke vorming, door de sierlijkheid

waarmee hij zich uitdrukte, door zijn ondervinding in staatszaken en zijn bevoegdheid

in vraagstukken van administratieve en rechterlijke aard.

80

K.W. SWART, William of Orange and the revolt of the Netherlands, 1572-84, pp. 13-15, 253.

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 289.

Page 56: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

56

Op negentienjarige leeftijd had Antoon Perrenot de vereiste diploma‟s in de artes en de

rechten bekomen. Door zijn opleiding aan bovengenoemde universiteiten had hij zich

tevens een soort van kosmopolitisme eigen gemaakt, dat nadien nog ontwikkeld werd

door de verhouding waarin hij tot Karel V, wereldburger en onvermoeibare reiziger,

stond. Ook zijn talenkennis moest hem in dit verband zeer nuttig zijn. Toen hij twintig

was sprak Antoon Perrenot vlot Frans, Spaans, Italiaans, Latijn en kende hij Duits,

Nederlands en Engels.

Hij kwam in dienst van Karel V als eerste hulp van zijn vader Niklaas Perrenot en kon

hij de kennis, die hij in Leuven, Padua en Parijs had opgedaan, in praktijk stellen. Hij

maakte er zich snel vertrouwd met de internationale politiek van de keizer. Weldra

fungeerde de jonge Perrenot als ceremoniemeester aan het hof van Karel V. Hij

woonde alle godsdienstige en wereldlijke plechtigheden bij en het kwam hem toe alle

vooraanstaande bezoekers, vreemde prinsen, gezanten en hoogwaardigheidsbekleders

bij de keizer ter audiëntie te leiden. Zonder Antoon Perrenot kon men haast niet bij

Karel V worden toegelaten.

Reeds op éénentwintigjarige leeftijd werd hij bisschop van Atrecht en dit door toedoen

van Karel V, Maria van Hongarije en zijn vader Niklaas Perrenot. De waardigheid van

bisschop was voor hem een goede bron van inkomsten, meer niet. Antoon Perrenot

verbleef bijna nooit in zijn bisdom, want de staatszaken weerhielden hem aan het

Brusselse hof.81

Na de dood van zijn vader werd Antoon Perrenot zijn opvolger als eerste raadsheer

van de keizer. Bij het aftreden van de keizer als heerser over de Nederlanden

fungeerde Granvelle in een betekenisvolle taak: hij mocht de toespraak van de nieuwe

landsheer Filips II voorlezen in het Frans omdat de vorst deze taal niet sprak. Na de

abdicatie van Karel V maakte hij deel uit van de Raad van State naast Filips II. Toch

werd Granvelle door Filips II niet vertrouwd of geraadpleegd zoals dat wel gebeurde

onder Karel V. Hij zag zijn invloed bij de vorst slinken ten voordele van Gomez, de

jarenlange vertrouwenspersoon van Filips II. Granvelles invloed werd geleidelijk aan

beperkt tot de interne aangelegenheden van de Nederlanden.82

81

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, pp. 9-12. 82

J.M. BOYDEN, The courtier and the king. Ruy Gómez de Silva, Philip II and the court of Spain, p. 62.

Page 57: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

57

In 1559 besliste de koning dat Granvelle in de Nederlanden zou blijven als lid van de

Raad van State naast de nieuwe landvoogdes Margaretha van Parma. Filips II drong er

bij haar op aan vooral het oordeel en de adviezen van Granvelle te vertrouwen. Met

pijn in het hart vernam de bisschop dat hij in de Nederlanden moest blijven, terwijl het

zwaartepunt van de Spaanse politiek naar het Iberisch schiereiland verlegd werd. Toch

bleef hij de belangen van zijn vorst onvoorwaardelijk behartigen. Te fier of te

hoogmoedig om te tonen dat de houding van Filips II hem kwetste, deed hij alsof er

niets gebeurd was. Hij had trouwens de voldoening vast te stellen dat de vorst hem een

uitgebreide bevoegdheid in de Nederlanden gaf en hem tevens in vraagstukken van

algemeen belang bleef raadplegen.

Granvelle was een groot tegenstander van bijeenkomsten van de Staten-Generaal: de

regering moest maar op andere manieren zinnen om aan geld te komen of het land te

besturen. Dit verzet zien we duidelijk naar voren treden wanneer Filips II de Staten-

Generaal liet samenkomen in 1557. De hoge edelen moesten hem in de Raad van State

laten voorgaan. In hun ogen was Granvelle een parvenu. Dit lag aan de basis van de

groeiende oppositie van de hoge adel tegen het gangbare bestuurssysteem in de

Nederlanden. Het verzet van Oranje, Egmont en Hoorn tegen Granvelle werd groter en

groter. De oprichting van nieuwe bisdommen en de benoeming van Granvelle op 25

november 1561 tot aartsbisschop van Mechelen én kardinaal was slechts olie op het

vuur. De positie van Granvelle werd in de Nederlanden onhoudbaar en na advies van

Margaretha van Parma werd hij door Filips II naar Bourgondië overgeplaatst. De

verdere carrière van Granvelle speelde zich grotendeels af in Italië en Spanje maar

steeds bleef hij met de grootste aandacht de aangelegenheden in de Nederlanden

volgen. Hij stierf in Madrid op 21 september 1586.83

Granvelle was een intelligente geest, een gewiekste diplomaat en een zeer verfijnd

cultuurmens. Als geestelijke kon hij door zijn uitstekende positie bij de keizer en de

koning een imposante reeks waardigheden en beneficiën verwerven. Hij vergaarde een

fortuin dat hij aanwendde voor zijn fraaie huizen in de Nederlanden, voor zijn

83

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, pp. 173-174, 327.

Page 58: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

58

bibliotheek en verzameling beeldende kunst. Als mecenas onderhield hij kunstenaars.

Hij liet een ontzaglijke correspondentie na.84

5.3. Karel van Lalaing

Karel van Lalaing wordt vaak als de dominante persoonlijkheid in de regering onder

Emanuel Filibert gekenmerkt. Lalaing was een traditionalist en een vertrouweling van

de vorige landvoogdes Maria van Hongarije. Hij behoorde tot de oudere generatie, in

tegenstelling tot zijn jongere collega‟s in de Raad van State, zoals Oranje, Egmont en

Bergen. Deze maakten deel uit van de jongere generatie die de politiek voornamelijk

vanaf de jaren 1560 zou domineren.85

Sinds 1531 was Lalaing ridder van de Orde van

het Gulden Vlies en in 1544 werd hij tot hoofd van de Financiële Raad benoemd na

het overlijden van Filips van Lannoy, heer van Molenbaix. In 1549 verkreeg hij de

tweevoudige functie van kapitein-generaal en graaf van Hoogstraten. Vanaf het jaar

1556 vertoefde hij aan het hof in Brussel om er in de Raad van State te zetelen. Zijn

belangrijkste politieke functie oefende hij vanaf 14 juli 1557 uit. Toen werd Lalaing

waarnemend gouverneur-generaal, daar landvoogd Emanuel Filibert het leger

aanvoerde in de oorlog tegen Frankrijk.86

5.3.1. Waarnemend gouverneur-generaal

In de vele maanden waarin landvoogd Emanuel Filibert in 1557 en 1558 aan het front

vertoefde, werd Karel van Lalaing tot waarnemend gouverneur-generaal benoemd. In

zijn benoemingsbrief werd geschreven dat het noodzakelijk was om tijdens Emanuel

Filiberts afwezigheid een vervanger aan te duiden die de nodige autoriteit bezat om

iedereen in de pas te doen lopen. Maar niet alleen Karel van Lalaing droeg de

verantwoordelijkheid, ook de hele Raad van State. In zijn benoemingsbrief stond

namelijk het volgende: “la charge et superintendace avecq participation des chevaliers

de nostre ordre et autres de nostre conseil d‟estat…”87

84

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 296. 85

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, p. 174. 86

A. LOUANT, “Charles de Lalaing et les remonstrances d‟Emmanuel Philibert de Savoie (juillet et novembre

1556).” In: B.C.R.H., 97 (1933), pp. 255-269. 87

ARA, Aud. 1175² (benoemingsbrief van Karel van Lalaing, 14 juli 1557).

Page 59: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

59

Volgens Verhofstad in zijn studie over de regering van de Nederlanden tussen 1555 en

1559 waren de volmachten die hij voor deze taak kreeg echter zeer beperkt. Alleen in

spoedgevallen bezat hij grote vrijheid. Voor het overige moest hij zich nauw aan de

adviezen van de Raad van State houden en mocht hij zelfs geen besluiten nemen

wanneer er minder dan drie raadsleden aanwezig waren. Dit was in volle oorlogstijd

niet ondenkbaar. Eind oktober 1558 waren bijvoorbeeld enkel Simon Renard en de

toegevoegde leden van de Raad van State Hoorn en Molenbaix in Brussel. Bovendien

bleef in iedere zaak de eindbeslissing aan Emanuel Filibert. Hij had aan het front onder

zijn kolonels steeds raadsleden bij zich, zoals Egmont, Oranje en anderen. Met hen

belegde de landvoogd ook heel vaak vergaderingen en besprekingen, zodat de

benoeming van een waarnemend gouverneur-generaal het besturen van de

Nederlanden zeer complex maakte. Dagelijkse koeriers met brieven verzekerden dan

ook de betrekkingen tussen de landvoogd en zijn gevolg aan het front aan de ene kant

en Lalaing met zijn Raad van State te Brussel aan de andere kant. Daar de koning en

zijn Raad van State zich aan het front niet aaneensloten met Emanuel Filibert en de

edelen wat het uitbrengen van advies betrof, werd zo nog een afzonderlijke

regeringskern gevormd. Samen met Lalaing en zijn Raad van State in Brussel kwam

men dus tot drie adviesgevende lichamen, wat uiteraard aanleiding gaf tot nog

complexere regelingen.

Volgens Baelde in zijn werk over de collaterale raden in de zestiende eeuw zijn de

beschouwingen van Verhofstad over de geringe volmachten van Lalaing overdreven.

Baelde duidt aan dat zo‟n waarnemend bestuursorganisme traditioneel nooit vele

volmachten kreeg. En men moet hier vooral ook bedenken dat de landvoogd eigenlijk

het land niet uit was.88

Tijdens zijn waarnemend gouverneurschap kreeg Lalaing ook vele militaire zaken op

te knappen. Het onderbrengen van Franse krijgsgevangenen, het opeisen van arbeiders

uit de gewesten voor het herstel van de verdedigingswerken en ook de bevoorrading

van de troepen kwamen in de Raad van State ter sprake. In september 1558 faalde de

waarnemend gouverneur-generaal. In de zomer van dat jaar begonnen de

vredesbesprekingen, die tot het verdrag van Cateau-Cambrésis zouden leiden. Het

88

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 33.

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 175.

Page 60: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

60

waren moeilijke conferenties voor de Spanjaarden. Ieder ongunstig binnenlands feit

kon onmiddellijk de Franse eisen doen stijgen. Net in die dagen braken

ongeregeldheden uit in Atrecht. Daar lagen ongeveer een kleine duizend man Spaanse

troepen, wat een aanzienlijke last meebracht voor de burgerij. In een volksoploop

werden begin september enkele Spanjaarden gedood. Terwijl de zaak nog in

onderzoek was, had eind dezelfde maand een nieuw gevecht plaats. Opnieuw vielen

enkele doden.

Lalaing, die op dat moment in Atrecht vertoefde en op het stond naar Brussel te gaan,

bleef er om de kwestie te regelen. Hij liet toe dat de commandant van Atrecht de

Spaanse vendels uit de stad verwijderde, om ze over de omliggende dorpen te

verdelen. Dit was een gevaarlijk prestigeverlies en daarom vooral in deze

omstandigheden een grote zwakheid en vergissing van Lalaing. Frankrijk zou het door

zijn spionnen spoedig te weten komen. Elke binnenlandse woeling kon aan de Franse

partij de kans geven haar mening te doen zegevieren en de vredesonderhandelingen af

te breken. Zowel Emanuel Filibert als Filips II werden op de hoogte gebracht en zagen

in dat een gewone terechtwijzing van de verantwoordelijke personen onvoldoende

was. Er moest onmiddellijk gehandeld worden. Als de Spaanse troepen voor

moeilijkheden zorgden in Atrecht wilde Emanuel Filibert graag een verplaatsing

toestaan, maar niet op deze manier. Hij beviel Karel van Brimeu, de graaf van Megen,

met zijn Nederlands regiment de stad te bezetten, zodat de Spanjaarden konden

terugkeren. De commandant die de troepen in eerste instantie verwijderd had, werd

gedesavoueerd en tijdelijk uit de stad verwijderd. Lalaing zelf mocht zich verder niet

met de zaak bemoeien en moest zijn reis naar Brussel voortzetten.89

Lalaings waarnemende opdracht verviel toen Filips II in oktober 1557 opnieuw in

Brussel verbleef. In juni van het volgende jaar werd hij echter opnieuw aangesteld. Tot

in november bleef hij de zaken leiden. Dan werd hij ziek en hij overleed kort daarop.

De Raad van State-vergadering als geheel nam zijn taak van superintendant over.90

89

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 35. 90

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 176.

ARA, Aud. 1221, fol. 70-71 (benoeming van Karel van Lalaing, juni 1558)

Page 61: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

61

5.4. Ruy Gomez de Silva

Ruy Gomez de Silva was Portugees van afkomst. In zijn kindertijd was hij lid van de

entourage van de Portugese infanta Isabella. Toen deze in 1526 met keizer Karel V

huwde, verhuisde haar hele huishouden naar Spanje. Ook de negenjarige Ruy Gomez,

als lid van Isabella‟s entourage, verliet Portugal en begon zijn carrière aan het

Castiliaanse hof en klom op de sociale ladder. Daar ontstond de goede relatie met de

toekomstige Filips II.

Bij de machtsoverdracht van de Nederlanden in 1555 van Karel V naar Filips II nam

Gomez de plaats in van Granvelle als meest invloedrijke raadsheer van de vorst. Zijn

bijnaam roi Gomez zegt voldoende over de macht die hij uitoefende. In de eerste jaren

van Filips‟ heerschappij bereikte Gomez de status van een ware privado, de gunsteling

van de Spaanse vorst en zijn belangrijkste minister.91

Zijn rol als vriend en als private

hombre de confianza van de soeverein ging verder dan enkel de persoonlijke sfeer van

de vorstelijke entourage. Gomez speelde een substantiële rol in de publieke

uitoefening van het vorstelijk gezag. Filips II liet hem alle delicate en belangrijke

missies van die tijd uitvoeren, waaronder ook de vredesbesprekingen met Frankrijk in

1556 en 1558-1559. Zo was hij de enige echte privado tijdens de heerschappij van

Filips II. Zijn stem in de Raad van State naast de vorst was doorslaggevend,

grotendeels omdat de andere ministers zijn persoonlijke relatie met Filips II erkenden.

Zijn rol als privado moet ook bij Emanuel Filibert indruk gemaakt hebben. In een brief

uit 1570 van de hertog van Savoie aan Jorge Manrique prees hij Gomez die de

capaciteiten had om de wil van de vorst te begrijpen. In de literatuur wordt hij

aangeduid als een vriendelijk en eerbiedig man. Gomez liet zelden zijn ware emoties

tonen. Hij was discreet en zo weten we weinig van zijn gedrag of opinies.92

In februari 1556 gaf Filips II hem de stad Eboli, in het zuidelijke Italiaanse prinsdom

van Salerno, en later werd hij nog hertog van Pastrana. Samen met Filips II vertrok hij

na het verdrag van Cateau-Cambrésis naar Spanje. Hij was één van de centrale figuren

aan het Spaanse hof in de zestiende eeuw tot zijn dood in 1573.93

91

R. VERMEIR, In staat van oorlog, p. 165. 92

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, The changing face of empire, pp. 15-16. 93

J.M. BOYDEN, The courtier and the king, pp. 11, 61, 63, 123.

Page 62: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

62

5.5. Viglius van Aytta

Het hoofd van de Geheime Raad en de voorzitter van de Raad van State ten tijde van

de regering onder landvoogd Emanuel Filibert was de rechtsgeleerde Viglius. Geboren

als Wiggert van Aytta te Zwichem, Friesland, gaf hij op jonge leeftijd al spoedig blijk

van uitstekende bekwaamheden als rechtsgeleerde. Hij studeerde letteren en daarna

rechten aan de universiteit van Leuven, Dole, Avignon en Valence waar hij in 1529

doctoreerde. In 1532-1533 gaf hij voorlezingen over het recht te Padua. Enkele jaren

daarna werd hij professor in Ingolstadt.

Op 12 oktober 1540 werd hij benoemd tot raadsheer in de Geheime Raad naast de

landvoogdes Maria van Hongarije, op voorspraak van Karel V‟s minister Niklaas

Perrenot. Zijn diplomatieke carrière kreeg een hoogtepunt toen hij na jaren

voorbereiding in juni 1548 op de rijksdag van Augsburg de Transactie van Augsburg

tot stand bracht. In dat verdrag kregen de onder Habsburgs gezag staande Nederlandse

provincies een eigen statuut. Als Bourgondische Kreits vormden ze voortaan een

zelfstandige territoriale eenheid, behorende tot het rijk maar intern autonoom en niet

onderworpen aan de rijkswetten.94

Toen hij op 1 januari 1549 Lodewijk van Schore als hoofd-voorzitter van de Geheime

Raad opvolgde verkreeg Viglius een zeer invloedrijke positie in het centrale bestuur

van de Nederlanden. In 1554 kreeg hij bovenop zijn functie in de Geheime Raad het

voorzitterschap van de belangrijkste collaterale raad, de Raad van State.

Viglius was een trouwe dienaar van zowel Karel V als Filips II. Hij bleek diep

doordrongen van eerbied voor zijn vorst als voor diens plaatsvervangers.95

Hij was een

bekwaam jurist en administrator. Er moet echter een onderscheid gemaakt worden

tussen de positie van Viglius en die van de vroegere voorzitters van de Raad van

State.96

Samen met hun functie in de Raad van State bekleedden zij, na de

landvoogdes Maria van Hongarije, de eerste plaats in het centrale bestuur van de

94

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 17. 95

W.J.F. NUYENS, Geschiedenis der Nederlandse beroerten in de 16de

eeuw, pp. 55-58. 96

Vanaf 1531 zijn dit achtereenvolgens Carondelet, Schore en Saint-Mauris geweest.

Page 63: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

63

Nederlanden. Viglius zou deze positie nooit innemen. Zowel onder Emanuel Filibert

als in de eerste vijf jaar onder zijn opvolgster Margaretha van Parma heeft Antoon

Perrenot, bisschop Granvelle, onbetwistbaar de leiding van de regering gehad.

Gelukkig voor Viglius was Granvelle zijn patroon en gingen hun gedachten en

meningen altijd dezelfde richting uit.

Bij de nieuwe landvoogdes Margaretha van Parma stond Viglius niet zo hoog in

aanzien. Wegens zijn zieke gezondheid vroeg hij herhaaldelijk om van zijn zware

functies ontlast te worden. Om Viglius te ontlasten werd Karel Tisnacq op 9 september

1569 tot hoofd-voorzitter van de Geheime Raad benoemd. Deze stierf echter reeds in

1573 zodat Filips II opnieuw Viglius tot interimair hoofd-voorzitter van de Geheime

Raad aanstelde. Na een lange tijd van ziekte stierf Viglius op 8 mei 1577.97

5.6. Lamoraal van Egmont

Lamoraal, graaf van Egmont, werd op 18 november 1522 geboren. Op zijn

vierentwintigste werd hij te Utrecht in de Vliesorde opgenomen en in 1549 begeleidde

hij Filips bij zijn rondreis doorheen de Nederlanden als voorbereiding op zijn

vorstelijke heerschappij. Egmont werd vooral bekend door zijn militaire prestaties in

1552. In dat zelfde jaar werd hij plaatsvervangend gouverneur van Luxemburg. In

november 1555 werd hij door Filips II als lid in de Raad van State aangesteld en op 7

augustus 1559 volgde zijn benoeming tot gouverneur van Vlaanderen. Toen werd hij

opnieuw als lid in de Raad van State bevestigd. Hij had zijn pluimen verdiend bij de

slag van Saint-Quentin.

Vanaf 1560 voerde Egmont, samen met Oranje en Hoorn, een hardnekkige

oppositiepolitiek tegen Granvelle en tegen de verdere koninklijke beslissingen. Door

zijn grote populariteit in Vlaanderen werd hij een zeer gevaarlijk tegenstander van de

politiek van de Spaanse vorst. Met de komst van de hertog van Alva in de

Nederlanden werd hij in Brussel aangehouden. Op 6 juni 1568 werd hij daar terecht

gesteld.98

97

M. BAELDE, De collaterale raden, pp. 62-63, 88, 324-325. 98

M. BAELDE, De collaterale raden, pp. 257-258.

Page 64: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

64

6. De ridders van het Gulden Vlies

6.1. Geschiedenis

De Orde van het Gulden Vlies werd opgericht te Brugge op 10 januari 1430 door

hertog Filips de Goede. De bloeiperiode van deze ridderorde lag ongetwijfeld in de

vijftiende eeuw, maar ook tijdens de zestiende eeuw. Vooral gedurende de regering

van keizer Karel V bleven de Vliesridders in de Nederlanden een belangrijke rol

spelen. Het lidmaatschap van de Vliesorde werd door de hoge adel fel begeerd omdat

het een geweldig prestige aan de leden gaf. De landsheer was het hoofd van de

ridderorde, dus na Filips de Goede kwamen achtereenvolgens Karel de Stoute, Filips

de Schone, Karel V, Filips II, enz.

Hertog Filips de Goede heeft de Orde van het Gulden Vlies opgericht als tegenhanger

van de Engelse Orde van de Kouseband. Met zijn eigen schitterende ridderorde, die

alle vergelijkingen met de andere orden kon doorstaan, wou de hertog zijn macht als

vorst over de verschillende gebieden van de Nederlanden manifesteren, zowel

tegenover zijn onderdanen als tegenover de andere machtshebbers in West-Europa.

Daarnaast had Filips de Goede nog andere bedoelingen met de oprichting van de

ridderorde. De Vliesorde werd volgens de proclamatietekst opgericht “ter ere van God,

tot bescherming van het christelijk geloof en tot verheffing van de ridderstand”.99

De eerste twee delen uit de geciteerde doelstelling duiden het godsdienstige karakter

aan van de Vliesorde. Vele activiteiten van de orde werden steeds begeleid door

godsdienstige plechtigheden. De “bescherming van het christelijk geloof” appelleert

voor een groot deel aan de oude kruistocht- en ridderidealen waarvoor de adel in de

late middeleeuwen nog gevoelig was gebleven. Uit de laatste zinsnede van het citaat,

“tot verheffing van de ridderstand”, blijkt dat Filips de Goede de meest invloedrijke en

de meest veelbelovende edellieden uit de verschillende Nederlandse gewesten wilde

bijeenbrengen om de meeste van hen zoveel mogelijk te betrekken in het besturen van

zijn gebieden. Zo betekende “verheffing van de ridderstand” voor de Bourgondische

hertog een bewuste begeleiding van de hoge edellieden uit de verschillende gewesten

99

M. BAELDE, “De Orde van het Gulden Vlies.” In: Spiegel Historiael, 19, 4 (1984), pp. 168-173.

Page 65: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

65

naar een overkoepelende optiek voor alle gewesten. De Orde van het Gulden Vlies

paste zo in de centraliserende politiek van de Bourgondische hertogen uit de vijftiende

eeuw.100

6.2. Het belang van de Vliesridders in de Raad van State

Vliesridders in de Raad van State worden als „buitengewone‟ leden beschouwd. Ze

behoren wel degelijk tot de instelling en hun rol is zeer belangrijk. Onder deze

„buitengewone‟ leden kan men ook de provinciegouverneurs en de leden van de Raad

van State bij de vorst rekenen.

Omdat alle Vliesridders eveneens uit de hoge adel stammen kunnen deze

buitengewone leden, onder de regering van Karel V, niet altijd goed onderscheiden

worden van de meer passieve groep van de „gewone‟ leden van de Raad van State.

Aan de hand van archiefgegevens werd vastgesteld dat reeds van 1531 af, maar vooral

vanaf omstreeks 1540, beide groepen soms zeer moeilijk te scheiden zijn. Hier moet

dadelijk aan toegevoegd worden dat niet alle Vliesridders een even grote betekenis in

de Raad van State hebben gehad. De vrije keuze van de landvoogdes was hier, zoals

ook voor de gewone leden, doorslaggevend.

De Vliesridders konden op twee manieren deelnemen aan de vergaderingen:

individueel en op een collectieve manier. Vooral wanneer de Vliesridder op

persoonlijke titel aanwezig was, was hij moeilijk te onderscheiden van een „gewoon‟

lid van de Raad van State, dat immers ook altijd tot de Orde van het Gulden Vlies

behoort. Een typisch voorbeeld hiervan vindt men in een brief van Maria van

Hongarije aan Karel V. In deze brief wordt “Monsieur de Nassau”101

, namelijk graaf

Hendrik van Nassau, zonder enig onderscheid onder de leden van de Raad van State

vermeld, hoewel hij in de oktoberordonnantie van 1531 niet als „gewoon‟ lid

voorkomt. Dergelijke oproepingen kwamen veelvuldig voor. Meer dan eens traden de

ridders van de Orde van het Gulden Vlies groepsgewijs op. Daar hun advies vaak

gevraagd werd, namen zij in de Raad van State een belangrijke plaats in.102

100

M. BAELDE, “De Orde van het Gulden Vlies.” pp. 168-173. 101

ARA, Aud. 52, fol. 130 (brief van Maria van Hongarije aan keizer Karel V, 25 mei 1535). 102

M. BAELDE, De collaterale raden, pp. 81-83.

Page 66: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

66

Ten tijde van de regering van Karel V en Filips II had de Orde van het Gulden Vlies

een beslist verminderde betekenis als eenvormige groep. De Vliesorde trad veel

minder vaak als imposante riddergroep naar buiten. Een tweede onderscheid met de

vijftiende eeuw bestond in het groter aantal Vliesridders en de talrijke buitenlanders

die tijdens de zestiende eeuw in de orde werden benoemd. Het oorspronkelijke

benoemde aantal van drieëntwintig ridders in 1430 werd door Karel V tot éénenvijftig

gebracht waarbij vooral Duitse en Spaanse edelen werden aangetrokken. Van een

typische „Nederlandse‟ orde uit de vijftiende eeuw werd het Gulden Vlies een meer

Habsburgs georiënteerde riddergroep.

Een derde verschil met de vijftiende eeuw betreft de interne ontwikkeling van de

ridderorde. In de zestiende eeuw, zowel onder Karel V als onder Filips II, zien we een

nog grotere betrokkenheid van bepaalde Vliesridders bij het bestuur van de

Nederlanden, hoewel de orde in haar geheel wat minder aan bod kwam dan tijdens de

vorige eeuw. Dit is te zien bij de eerste ordonnantie voor de Raad van State,

uitgevaardigd op 1 oktober 1531 in het kader van de reorganisatie van de centrale

instellingen te Brussel. Merkwaardig was daarbij dat in de samenstelling van die

belangrijkste centrale instelling van de Nederlanden de ridders van het Gulden Vlies

zeer sterk naar voren kwamen. Onder de twaalf gewone leden van de Raad van State

telde men immers zeven Vliesridders.103

De keizer bleef echter realistisch en autoritair

genoeg om niet al deze Vliesridders dagelijks in de politieke besluitvorming te

betrekken. Natuurlijk moet hier dadelijk aan toegevoegd worden dat niet alle

Vliesridders een even grote betekenis in de Raad van State hebben gehad. In diezelfde

oktoberordonnantie van 1531 leest men eveneens dat bij speciale gelegenheden de

gehele Vliesorde moest worden opgeroepen om advies te verstrekken in de Raad van

State. Het blijkt dat deze gezamenlijke bijeenkomsten van de orde vooral in

oorlogssituaties werden gehouden. Deze niet alledaagse procedure bewijst dat de

adviezen van de Vliesridders ernstig werden genomen, niet alleen omwille van hun

technische inhoud, maar zeker ook om de mening van de belangrijkste sociale groep

van de Nederlanden te leren kennen. De voornaamste reden om de Vliesridders

103

Naast de gewone leden werden de volgende Vliesridders opgenomen in de Raad van State in 1531: Filips van

Croy, markies van Aarschot, Florent van Egmond, graaf van Buren, Jaak van Luxemburg, heer van Fiennes,

Adolf van Bourgondië, heer van Beveren, Antoon van Lalaing, graaf van Hoogstraten, Antoon van Croy, heer

van Sempy en Jan, heer van Bergen op Zoom.

Page 67: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

67

collectief op te roepen in de Raad van State was echter hun medeverantwoordelijkheid

in belangrijke zaken. Deze collectieve oproepingen kwamen vooral voor in het kritieke

jaar 1566, onder landvoogdes Margaretha van Parma.

Wellicht diepgaander nog dan de adviezen die verstrekt werden volgens deze

procedure, zijn de invloeden geweest van de Vliesridders die afzonderlijk in de Raad

van State opgeroepen werden. Hier moet zeker Lodewijk van Vlaanderen, heer van

Praet, worden genoemd als „topadviseur‟. Hij was in 1531 in de Vliesorde opgenomen

en in 1540 werd hij hoofd in de Raad van Financiën en lid van de Raad van State. Op

dat moment werd hij de meest invloedrijke raadsheer bij landvoogdes Maria van

Hongarije.

Eén van de belangrijkste ridders van de Orde van het Gulden Vlies uit de periode

1555-1559 was Karel van Lalaing. Hij werd in 1555 lid van de Raad van State onder

Filips II, tot aan zijn dood in 1558. Daar de oorlog met Hendrik II van Frankrijk weer

was opgelaaid in 1556, ontstond er zoals hierboven vermeld een nogal uitzonderlijke

procedure wat het regeerwerk betrof. Zowel landvoogd Emanuel Filibert als koning

Filips II verbleven aan het front. Lalaing werd aangesteld als waarnemend gouverneur-

generaal en hoofd van het interimbestuurscollege te Brussel die de zaken waarnam.

Het verwarrende verloop van de politieke besluitvorming leidde hier en daar tot

protesten. Vliesridder Lalaing werd de woordvoerder van een stille maar ontevreden

groep edellieden.

Een andere bekende en belangrijke Vliesridder was Willem van Oranje, prins van

Nassau. Op de zeer jonge leeftijd van drieëntwintig jaar werd hij opgenomen in de

Orde van het Gulden Vlies. Het jaar daarvoor was hij reeds lid van de Raad van State

geworden.104

104

M. BAELDE, “De Orde van het Gulden Vlies.”, pp. 168-173.

Page 68: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

68

DEEL III: De politieke verstandhoudingen tijdens de landvoogdij van

Emanuel Filibert

1. Het verzet tegen de aanstelling van Emanuel Filibert als landvoogd

De benoeming van de hertog van Savoie als nieuwe landvoogd voor de Nederlanden

eind 1555 ging niet zonder slag of stoot. Op uitdrukkelijke wens van de vorst moest

Emanuel Filibert in volle overeenstemming leven met de hoge adel en de leden van de

collaterale raden.105

Maar de nieuwe landvoogd was jong, een vreemdeling, soms te

krachtdadig en te persoonlijk zijn optreden en dit kon met vele van de hoge edelen tot

botsingen leiden.

Dit was reeds het geval in november 1555 bij de eedaflegging van Emanuel Filibert.

De edelen in de Raad van State protesteerden tegen de benoeming van de nieuwe

landvoogd. Dit protest kwam er echter niet vanwege Emanuel Filibert als persoon,

maar eerder omdat de adellijke raadsheren niet wensten aansprakelijk te worden

gesteld voor een politiek die niet door hun advies ingegeven was.106

De Staten van Brabant opperden wel enkele bezwaren in het erkennen van Emanuel

Filibert als landvoogd, onder het voorwendsel dat hij niet uit de Nederlanden

afkomstig was. Brabant volhardde echter niet lang in zijn oppositie tegen de hertog

van Savoie.107

Wel wilden de Staten Emanuel Filibert niet erkennen als regent van de

Nederlanden en zo moest hij de minder prestigieuze titel van gouverneur-generaal

aanvaarden.108

105

ARA, Aud. 1221, fol. 48-50 (instructiebrief van Filips II aan Emanuel Filibert van Savoie, 17 januari 1556). 106

R. FRUIN, Het voorspel, p. 47.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 154.

R. VAN ROOSBROECK, “Philips II en de nationale opstand.”, p. 111. 107

H. VANDER LINDEN, “Emmanuel-Philibert de Savoie.”, p. 131. 108

M.J. RODRIGUEZ-SALGADO, The changing face of empire, p. 128.

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, p. 173.

Page 69: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

69

2. De remonstranties van Emanuel Filibert aan Filips II

Eén van de bekendste politieke handelingen van Emanuel Filibert tijdens zijn

landvoogdij is de formulering van de kritische remonstranties in 1556 aan Filips II. De

hertog van Savoie stond slechts negen maanden aan het hoofd van de regering van de

Nederlanden. Samen met de leden van de Raad van State klaagde hij de situatie in de

Nederlanden aan. Merkwaardig zijn de gedurfde inhoud en de schrijfstijl.

Het opstellen van een kritische remonstrantie op zich is niet merkwaardig. De vorige

landvoogden, zowel Maria van Hongarije als Margaretha van Oostenrijk, schreven in

de loop der jaren een groot aantal remonstranties aan Karel V. Daarin schetsten ze

steeds met behulp van hun Raad van State de problematische situatie in de

Nederlanden, de buitensporige belastingen, de verwoestingen veroorzaakt door de

oorlog met Frankrijk, de ongenaakbaarheid van bepaalde steden of Staten,… in het

kort, het dreigend gevaar van complete chaos, zoals zij het zagen. Meestal bleven de

bittere klachten zonder gevolg.

2.1. De remonstrantie van mei-juli 1556

De remonstrantie van de hertog van Savoie bevatte in essentie veel dezelfde zaken als

eerdere verzoekschriften aan de vorst. Het hele grensgebied met Frankrijk was in de

afgelopen jaren door de oorlog verwoest, maar als de militairen niet snel hun soldij

kregen, dan lagen er nog veel ergere dingen in het verschiet. Ze zouden gaan muiten

en het binnenland terroriseren waardoor de vijand bij een invasie vrij spel zou krijgen.

Het verlies van de hele staat dreigde.109

Over het volk in de Nederlanden werd het

volgende geschreven: “l‟obéissance se diminue de jour en jour… l‟on troeuve le

peuple fort desgoutté.”110

109

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 113.

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, p. 174. 110

L.P. GACHARD, “Le duc Emmanuel-Philibert de Savoie, gouverneur générale des Pays-Bas (155-1559).” In:

Etudes et notices historiques concernant l’histoire des Pays-Bas. 3 (1890), pp. 9-39.

“Remontrance du duc de Savoie, gouverneur général des Pays-Bas, à Philippe II, sur la situation de ces

provinces: juillet 1556.” In: Compte rendu des séances de la Commission royale d’histoire ou recueil de ses

bulletins, 8 (1856), p. 121.

Page 70: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

70

Toch ging de remonstrantie onder Emanuel Filibert verder dan de voorgaande en dit

op twee gevoelige punten. Ten eerste wordt in de brief geschreven over de negatieve

reputatie van de vorst bij het volk. Filips II zou volgens de remonstrantie niet geliefd

zijn bij het volk, “Monseigneur, car, pour le vous dire francement, vous n‟en n‟estez

aymé…”111

In tegenstelling tot Emanuel Filibert hadden Margaretha en Maria steeds de loyaliteit

van de onderdanen van de keizer benadrukt. Maar vanaf de abdicatie van Karel V

veranderde de toon van de dialoog tussen de regering en de Staten, de

vertegenwoordigers van de inwoners. Wat altijd technische gesprekken geweest

waren, bijvoorbeeld over armoede in de provincies, veranderden in hevige politieke

discussies.

Een tweede verschil met voorgaande remonstranties is de focus op de Nederlanden als

voornaamste donor van de gelden voor de oorlogen in Italië en met Frankrijk.

Emanuel Filibert klaagde aan dat Spanje hier geen financiële bijdrage deed. In de

brief staat dat bijna iedereen in de Nederlanden er van overtuigd was dat van alle

landen van Filips II net de Nederlanden het minst te maken hadden met de oorzaken

van de oorlog tegen Frankrijk, maar dat die andere landen hen de kosten alleen lieten

dragen.112

2.2. De tweede remonstrantie van november 1556

Hiermee stopten de aanklachten van de landvoogd en de leden van de regering echter

niet. In een tweede, veel scherpere remonstrantie aan Filips II in november 1556

herhaalden ze de zaken uit de brief van juli die ondertussen dode letter gebleven

waren. Onder andere de armoede onder het volk en de ontmoediging van de soldaten

omdat ze te weinig betaald werden kwam opnieuw voor in deze remonstrantie. In dit

met cijfers onderbouwde betoog constateerde de regering een betalingsachterstand

aan het leger van 2.286.600 gulden tegenover een totaal aan noodzakelijke uitgaven

van 1.823.000 gulden per jaar. De conclusie was onontkoombaar: in de komende

111

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, p. 174. 112

“Remontrance du duc de Savoie, gouverneur général des Pays-Bas, à Philippe II, sur la situation de ces

provinces: juillet 1556.” In: Compte rendu des séances de la Commission royale d’histoire ou recueil de ses

bulletins, 8 (1856), p. 121.

Page 71: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

71

oorlog zouden de Nederlanden zich slechts staande kunnen houden, als Filips II drie

dingen zou doen. De vorst werd aangemaand om opnieuw geld uit Spanje te laten

komen, toe te stemmen in een hoofdelijke omslag onder de rijken, en Engeland te

overhalen samen met hen tegen Frankrijk te vechten. De omstandige remonstrantie

eindigde met de vermelding dat de landvoogd samen met de leden van de Raad van

State hun bestuursfunctie wensten neer te leggen indien er niets aan de situatie in de

Nederlanden werd gedaan, “les déporter de la charge qu‟il a pleu à Vostredicte

Majesté leur donner.”113

Met deze tweede remonstrantie maakte de Nederlandse regering duidelijk aan Filips

II dat het ernst was. Al in december 1556 overreedde de vorst zijn echtgenote Maria

Tudor zich borg te stellen voor een door hem te sluiten lening. Vervolgens besloot hij

in Spanje zijn bankiers voor het blok te zetten door vanaf 1 januari 1557 over te gaan

tot een eenzijdige schuld- en renteconversie. Bij de hervatting van de strijd begin

1557 vertrok Gomez met gezwinde spoed richting Castilië om er geld bijeen te rapen

voor de Nederlanden. Hij moest zeer hoge bedragen lenen bij rijke particulieren en de

Casa de contratación tot de bodem uitputten. Filips II deed er alles aan om op alle

mogelijke wijzen geld te doen komen uit Spanje. De lange winter gaf hem uitstel,

voorlopig kon Frankrijk immers geen oorlogsdaad van betekenis stellen. Zelf vertrok

de koning in maart van hetzelfde jaar naar Engeland waar hij zijn echtgenote

overhaalde Frankrijk de oorlog te verklaren. Op 7 juni werd te Reims de

oorlogsverklaring van Engeland aan de Franse koning overhandigd.114

Beide remonstranties zijn gedurfd, daar ze geschreven werden om voorgelezen te

worden aan de vorst en zijn gevolg. Er hoeft echter een opmerking gemaakt worden

bij de ware auteur van de brieven. Hoogstwaarschijnlijk zijn de brieven opgesteld door

leden van de Raad van State, onder de naam van de gouverneur-generaal.

Verschillende meningen bestaan over wie de ware inspirator was. Armand Louant

heeft erop gewezen dat de remonstranties, hoewel ze onder de naam van Emanuel

113

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, pp. 117-119.

L.P. GACHARD, “Le duc Emmanuel-Philibert de Savoie.”, pp. 7-9.

F. POSTMA, Viglius van Aytta, pp. 115-116.

L.P. GACHARD, “Le duc Emmanuel-Philibert de Savoie.”, p. 9.

“Deuxième remontrance faite par le duc de Savoie à Philippe II sur la situation des Pays-Bas: 23 novembre

1556.” In: Compte rendu des séances de la Commission royale d’histoire ou recueil de ses bulletins, 8 (1856),

pp. 131-132. 114

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 110.

Page 72: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

72

Filibert geschreven zijn aan Filips II, hoogstwaarschijnlijk Karel van Lalaing als

inspirator hebben. Via vergelijking met brieven van deze laatste aan de landvoogd uit

de periode mei-juli 1556 kwam Louant tot dit besluit.115

Van een andere mening is

Folkert Postma. In zijn werk over Viglius van Aytta meent hij dat deze laatste de

remonstranties opgesteld heeft.116

Een tweede opmerking in verband met de remonstranties moet gemaakt worden over

het argument dat de Nederlanden alle lasten van de oorlogen van Spanje droegen,

terwijl Spanje zelf geen financiële bijdrage deed. Emanuel Filibert had beter

geïnformeerd moeten zijn over de Spaanse en Italiaanse bijdragen tot de oorlogen. Hij

werd namelijk bijgestaan door de Raad van Financiën, die alle financiële zaken tot in

de puntjes kende. De belastingen in Castilië werden vanaf 1534 in vaste sommen,

encabezamiento, door de steden betaald en het tarief bleef gedurende twintig jaar

hetzelfde. Maar dit wou niet zeggen dat Spanje geen bijdragen deed aan de

Habsburgse oorlogen. Op dit punt heeft Lalaing zich waarschijnlijk vergist. De

Spaanse bijdrage nam de vorm aan van leningen aan internationale banken, asientos.

Tot zover dus het argument van landvoogd Emanuel Filibert en Karel van Lalaing dat

enkel de Nederlanden betaalden voor de Spaanse oorlogen.117

115

A. LOUANT, “Charles de Lalaing et les remontrances d‟Emmanuel-Philibert de Savoie (juillet et novembre

1556).”, pp. 255-269. 116

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 113. 117

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, pp. 175-176.

Page 73: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

73

3. Financiële problemen

3.1. Het Spaanse staatsbankroet

Na de hierboven vermelde remonstrantie in november 1556 door de landvoogd en de

Raad van State gericht aan de koning, zond Filips II zijn vertrouweling Ruy Gomez

naar Spanje om daar het nodige geld bijeen te rapen voor de komende oorlog met

Frankrijk. Eén van zijn instructies aan Gomez was om de Casa de contratación in

Spanje leeg te halen. Begin mei 1557 kwam echter het nieuws dat Gomez er niet in

geslaagd was de verhoopte miljoenen bijeen te brengen. Het door Gomez‟ zending

gesuste wantrouwen van Lalaing en diens medestanders tegen Spanje en de

Spanjaarden in de Nederlanden laaide weer hoog op, terwijl meer loyale leden van de

Raad de moed lieten varen. Voor Filips II zelf was de klap echter het grootst. Het

slechte nieuws van Gomez uit Spanje maakte duidelijk dat de koning er zijn gezag

dreigde te verliezen en dat hij vandaar weinig steun meer verwachten kon. Met

medewerking van de regentschapsraad, door zijn zus Juana geleid, hadden de

schuldeisers zich meester gemaakt van vrijwel zijn hele geldvoorraad. De Casa de

contratación, waar voor een waarde van vijf miljoen ducaten aan goud en zilver lag

opgeslagen, was door hen leeggehaald. De eigenaars hadden het gevaar voelen

aankomen. Ze hadden door smokkelhandel de Casa gedeeltelijk omzeild en de

miljoenen die er stonden ingeschreven met behulp van de koninklijke ambtenaren aan

het depot onttrokken. Dat bedrag alleen al had volgens de rekenmeesters van Filips II

voldoende moeten zijn om de oorlog in Italië en de Nederlanden binnen een jaar tot

een goed einde te brengen én de rente op de schulden te blijven betalen. Nu was het er

niet meer.118

De financiële problemen van het Spaanse rijk liepen echter al hoog op onder de

heerschappij van Karel V. Tussen 1520 en 1556 maakte de keizer bijna 29 miljoen

ducaten schuld. Al die tijd had er dus geleend moeten worden. Karel V leende van

Zuid-Duitse, Portugese, Genuese, Brabantse en Vlaamse bankiers. Hij plaatste

kortlopende leningen door bijvoorbeeld belastingen te verpachten en verkochte ook

langlopende renten, die op zijn particuliere inkomsten werden gefundeerd. De

118

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 117.

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 111.

Page 74: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

74

schulden bleven echter oplopen. Van de 29 miljoen ducaten schuld had Filips II in

1575 al 60 miljoen gemaakt en bij zijn overlijden in 1598 was het 100 miljoen

geworden.

Via kortlopende leningen konden Karel V en Filips II een paar jaar bedeopbrengsten

vooruit uitgeven. De grens lag ongeveer bij vijf jaar. Voor een langere periode wilden

de bankiers geen krediet verstrekken. In 1556 waren alle bedeopbrengsten tot 1561 aan

crediteuren vergeven en kon er ook niets meer geleend worden. Filips II zocht de

uitweg uit deze financiële noodsituatie in een conversie van kortlopende in

langlopende leningen. Het geld zou niet op korte termijn met een hoge rente

terugbetaald worden, maar werd voor lange tijd vastgezet tegen een lage interest, te

betalen uit de domeinen. Daarmee kon hij weliswaar weer bedes innen, maar bevroor

hij tegelijkertijd de liquide geldvoorraad van zijn crediteuren, zodat het veel moeilijker

werd om te lenen. Omdat hij die crediteuren ook nodig had om geld van Spanje naar

de Nederlanden over te maken, verloor hij zo tevens de mogelijkheid tot giraal

geldverkeer. Dit was het eerste Spaanse „staatsbankroet‟ van 1557. Het zou zich

herhalen in 1560, 1575, 1596, 1607, 1627, 1647, 1653, 1662, 1665, 1692, 1693, 1695

en 1696. Uitsluitend dankzij de zilverzendingen uit Spanjes Amerikaanse koloniën na

1577 werd de totale financiële ondergang afgewend. De economische en financiële

crisis raakte in de zestiende eeuw geheel West-Europa.119

3.2. De beslissing tot het bijeenroepen van de Staten-Generaal

Hoewel het bericht van Gomez‟ mislukte missie verpletterend was, toonde Filips II

zich tegen de financiële problemen opgewassen. Hij berichtte landvoogd Emanuel

Filibert dat de enige plek waar nog geld te halen was, de Nederlanden zelf waren. Daar

stond een goed en uitgerust leger gereed om naar het slagveld te trekken. Daarvoor had

hij echter nieuwe leningen moeten sluiten op het Nederlandse domeinbezit en op de

komende bedeopbrengsten. De schuldenlast was daardoor opnieuw vergroot en voor

de periode na de zomer waren geen middelen beschikbaar. De campagne diende om de

Nederlanden te beschermen en daarom was, zo luidde zijn redenering, het billijk de

119

G. PARKER, The Army of Flanders, pp. 148-151, 239.

F.P. WAGENAAR, De sociëteit van ’s-Gravenhage (1587-1802), p. 16.

H.G. KOENIGSBERGER, “Orange, Granvelle and Philips II.” In: B.M.G.N., 99, 4 (1984) pp. 573-595.

Page 75: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

75

provinciale Staten een nieuwe bede te vragen. Emanuel Filibert voerde de nodige

tegenargumenten aan. De hertog schreef dat er in de Nederlanden weinig goede wil

was en dat het voorstel van Filips II onuitvoerbaar zou zijn, “pero ay muchas pasiones

y poco buena voluntá.”120

Emanuel Filibert ging verder: “We kunnen geen bede vragen op het ogenblik dat de

troepen opmarcheren. U en ik moeten beiden bij het leger zijn, terwijl in geval van een

bede één van ons zou moeten achterblijven om met de Staten te onderhandelen.

Bovendien vindt men het te vroeg voor een nieuwe geldvraag, te meer nu Brabant nog

niet eens de oude bede heeft afgewerkt. Het zou de schijn hebben dat u hen met het

leger in de hand dwingt. Uit vrees zullen zij toestemmen, doch in dat geval begint de

ellende bij de uitvoering. Dan krijg je een opstand, als de troepen eenmaal ontslagen

zijn. Om de komende winter de troepen te onderhouden zie ik slechts twee

mogelijkheden. We kunnen beslag leggen op de kostbaarheden van de kerken of de

Staten bijeenroepen en hun de nood van Uwe Majesteit uiteenzetten. Dan moeten we

hen aantonen dat uw andere landen u niet meer kunnen helpen en hen vragen om zelf

te overleggen en middelen te bedenken voor hun eigen verdediging.”121

Desondanks deze tegenargumenten zette de koning door. Zijn antwoord op de

bezwaren van Emanuel Filibert was kort en veelzeggend. Hij schreef dat hij bereid

was zijn domeinen in Spanje te verkopen, de opbrengst hiervan zou echter te gering

zijn om de financiële druk te verlichten.122

De Nederlandse regering moest dus andere

middelen vinden om de financiële crisis op te lossen. De hele maand juli brak men

zich in de Raad van State over die vraag het hoofd.

De uitkomst van al dit tobben en zoeken is de door Granvelle en Viglius verfoeide

Staten-Generaal van 1557-1558 geweest. Verfoeid, want Granvelle had kritiek tegen

het bijeenroepen van alle Staten in één vergadering. Het centraliseren van

ontevredenheid kon immers gevaarlijk worden, vooral als hiertoe vele motieven

bestonden. Anderen in de regering zagen op tegen de omslachtige procedure van een

Staten-Generaal. Ten eerste moest de regering haar voorstel doen aan de verzamelde

120

E. BRUNELLI, Emanuele Filiberto, I diari, p. 182.

E. BRUNELLI, Emanuele Filiberto, duca di Savoia. I Diari delle Campagne di Fiandra, p. 182. 121

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 112. 122

ARA, Man. Div. 1172, fol. 225 (brief van Filips II aan Emanuel Filibert, 28 mei 1557).

Page 76: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

76

afgevaardigden om daarna met de verschillende provincies te onderhandelen. Vaak

werden hooggeplaatste leden van de Raad van State of de Orde van het Gulden Vlies

gezonden naar de vergaderingen van de provinciale Staten of zelfs naar afzonderlijke

stadsraden.123

Zoals zoveel ingrijpende beslissingen, was ook dit besluit een zaak van laatste

ogenblik. Volgens Verhofstad, die in zijn werk over de regering van de Nederlanden

tussen 1555 en 1559 aan deze kwestie veel aandacht heeft besteed, is Emanuel Filibert

de man geweest van wie het initiatief tot de bijeenroeping is uitgegaan. Bij gebrek aan

een betere oplossing zou hij begin juli de Raad van State het verstrekkende plan

hebben voorgelegd om een speciale vergadering van de Staten-Generaal bijeen te laten

komen. Door het samenkomen van de verschillende Staten konden ze in gemeen

overleg naar een oplossing van de financiële problematiek zoeken. Verhofstad

verwierp met deze opmerking de door vele historici overgenomen beschuldiging van

Granvelle dat het de adelsfactie in de Raad van State was geweest die dit voorstel had

gedaan met de bedoeling de Staten-Generaal tot haar spreekbuis te maken om zo greep

te krijgen op het bestuur van de Nederlanden.

De beschuldiging van Granvelle is een essentieel onderdeel van zijn visie op het

ontstaan van de Nederlandse opstand als een uit de hand gelopen adellijke

samenzwering. Het is een beschuldiging die enerzijds goed past in de outillage mental

van de zestiende eeuw waarvan het geloof in samenzweringen een onderdeel was. Aan

de andere kant past ze ook goed bij de vroegmoderne tegenstelling tussen de noblesse

de robe en de noblesse d’épée, zeker en vast van toepassing in de Raad van State

tussen 1555 en 1559. Daarom mag men de bewering van Granvelle niet beschouwen

als een constructie die jaren na de feiten gemaakt is, wat Verhofstad wel doet. Vooral

ook niet omdat deze auteur in zijn aanval op Granvelle niet helemaal volledig is.

Weliswaar citeert hij een aantal passages uit brieven van de kardinaal uit de jaren

1570-1580 die een constructie achteraf lijken te suggereren, maar daarbij noemt hij

niet de zeer gedetailleerde opmerking van Granvelle over de Staten-Generaal van 1557

uit 1568. En juist deze blijkt belangrijk te zijn:

123

H.G. KOENIGSBERGER, Monarchies, States Generals and parliaments, p. 185.

Page 77: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

77

“Comme l‟on practica l‟assemblée des Estats Generaulx, par le moyen du

confesseur et aultres, prédisans les vieulx serviteurs les inconveniens qu‟en

sont ensuyvis; ayant fait dire aux Estats ce que les particuliers n‟osoient

dire.”124

De hier door Granvelle vermelde tussenkomst van de biechtvader van Filips II en

andere ongenoemde personen om de koning te overhalen in te stemmen met een

consultatie van de Staten-Generaal klinkt te authentiek om achteraf verzonnen te zijn.

Er lijkt in de vergaderingen van de Raad van State begin juli 1557 dan ook iets heel

anders aan de hand te zijn geweest dan Verhofstad veronderstelt. Mogelijk heeft hij

het bij het rechte eind dat Emanuel Filibert inderdaad de suggestie heeft gedaan omdat

hij geen andere mogelijkheid zag. Maar dat de hertog geheel zelfstandig op dit idee

gekomen is, zoals Verhofstad ons wil laten geloven, is gezien Granvelles opmerking

hoogst twijfelachtig. De uitdrukking „l‟on practica‟ veronderstelt een betrokkenheid

van meer dan één persoon en dit is ook het meest waarschijnlijke.

De laatste keer dat de Staten-Generaal samengekomen waren, was in 1534 toen Maria

van Hongarije overleg gevoerd had over het tot stand brengen van een defensieve unie

tussen de gewesten. Die besprekingen waren op niets uitgelopen omdat men in de

Nederlanden, waar men zich spiegelde aan Frankrijk, bang was dat deze unie met het

daarbij behorende staande leger op den duur zou leiden tot een situatie als die in

Frankrijk, waar de Staten-Generaal sinds 1484 niet meer waren bijeengeroepen. Deze

gebeurtenissen van ruim twintig jaar geleden herinnerden zeker de oudere leden zich

nog goed. Hoe de discussie in de Raad van State concreet verlopen is, is onbekend. De

normale procedure in een vergadering van de Raad van State was dat de vorst niet

deelnam aan de discussie, want hij was degene die advies kreeg.125

Pas nadat een

vergadering voorbij was, nam de vorst een besluit dat hij vaak pas op de volgende

bijeenkomst meedeelde. Dit zal ook hier het geval geweest zijn. Met name ook omdat

de standpunten van de adel en de noblesse de robe diametraal tegenover elkaar

stonden. Onder andere Viglius en Granvelle hebben zich tot het uiterste verzet. Zij

voorzagen de nadelen die het gevolg van een dergelijke vergadering van de Staten-

Generaal zouden hebben. Tijdens de besprekingen moeten de edelen dan ook beseft

124

M. GACHARD, “Contre l‟escript du prince d‟Orange.” In: Compte rendu des séances de la Commision

royale d’histoire ou recueil de ses bulletins, 1, 4 (1841), pp. 113-123. 125

M. BAELDE, De collaterale raden, p. 131.

Page 78: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

78

hebben dat Filips‟ vorstelijke geweten hem verbood hun voorstel te volgen en om dit

tot zwijgen te brengen riepen ze tenslotte de tussenkomst van zijn biechtvader en

andere door hem hoog geschatte personen in, zoals te lezen is in het citaat van

Granvelle uit 1568.126

Vooral deze laatste moet over de oplossing van het financiële probleem zeer

verontwaardigd zijn geweest. De edelen en Lalaing, met wie Granvelle al

maandenlang in conflict was, hadden het pleit gewonnen. In de maanden volgend op

deze, in zijn ogen rampzalige, beslissing weigerde hij nog langer de vergaderingen van

de Raad van State bij te wonen. Die werd immers na het vertrek van landvoogd

Emanuel Filibert en Filips II naar het leger voorgezeten door de plaatsvervangend

gouverneur-generaal Karel van Lalaing. Viglius, die hoogstwaarschijnlijk net als

Granvelle even verontwaardigd was, kon als hij dat al gewild had het voorbeeld van

zijn patroon niet volgen. Als president van de Raad van State en de Geheime Raad

moest hij Lalaing bijstaan om het genomen besluit van het samenroepen van de Staten-

Generaal uit te voeren.127

3.3. De Staten-Generaal van 1557-1558

Op 3 november 1557 werd de vergadering van de Staten-Generaal geopend. Van een

algemene bespreking kwam niet veel terecht, omdat bepaalde Staten eraan hielden het

probleem in afzonderlijke zittingen te behandelen. Eind november waren alle obstakels

die het beraad in de weg hadden gestaan opgeruimd en begonnen de afgevaardigden

aan een elfdaagse overlegronde waarin de basis werd gelegd voor het Generaal Advies

dat, wederom elf dagen later, op 17 december 1557, werd aangeboden aan de

landvoogd Emanuel Filibert. De gedeputeerden van de Staten volgden de Brabanders,

traditionele dwarsliggers van het vorstelijk gezag, in die zin dat ze weigerden

vertegenwoordigers van de regering van de Nederlanden tot het overleg toe te laten.

Lalaing en Viglius waren dus niet in staat de afgevaardigden in de vergaderingen te

126

M. GACHARD, “Contre l‟escript du prince d‟Orange.” In: Compte rendu des séances de la Commision

royale d’histoire ou recueil de ses bulletins, 1, 4 (1841), pp. 113-123. 127

F. POSTMA, Viglius van Aytta, pp. 117-120.

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 111-113.

R. VAN ROOSBROECK, “Philips II en de nationale opstand.”, p. 113.

Page 79: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

79

beïnvloeden en dit weerspiegelt zich in de notulen.128

Men sprak vrijuit zonder een

blad voor de mond te nemen, niet geïntimideerd door de aanwezigheid van

vertegenwoordigers van de regering. De notulen werden daardoor de neerslag van het

meest vrije overleg dat in de landsheerlijke periode door de Staten over nationale

aangelegenheden is gehouden. Over de stemming van de gedeputeerden in de

vergadering bestond geen misverstand: die was even anti-Spaans als onder de adel.

Daarenboven geven de notulen van de vergadering, naast ideeën over het verbeteren

van de financiële situatie, een overzicht van de alom levende ongenoegens over de

regeringspolitiek van de Nederlanden.

Tijdens de besprekingen kwamen naast financiële kwesties ook politieke vragen aan

bod. Ten eerst pleitte men voor een nationale politiek, waarin de Nederlandse

belangen moesten opgenomen werden, in tegenstelling tot de Spaanse belangen. De

afgevaardigden wezen af dat de Nederlanden nog langer de last van oorlogen moesten

dragen, oorlogen die de gewesten enkel schade en ellende toebrachten en alleen

dienden om de Spaanse macht te verbeteren. De afkeer van het Spaanse gezag was

duidelijk: de Staten wilden de verwijdering van de vreemde huurlegers en de

nationalisering van het leger door uitsluitend beroep te doen op Nederlandse soldaten.

Vervolgens drong men aan op de versterking van de Statenmacht en op de uitbreiding

van het vertegenwoordigend principe.129

De Staten drongen ook aan op het behoud van de banden met het Heilig Roomse Rijk,

omdat ze vreesden dat Franse invallen langs het Rijngebied konden worden

voorbereid. Ook met Engeland moest er een goede verstandhouding blijven. De

afgevaardigden verzochten om Engeland nog meer bij de oorlog tegen Frankrijk te

betrekken. In de ogen van Viglius en Granvelle vergrepen de gedeputeerden zich met

het naar voren brengen van deze wensen. Het terrein van de buitenlandse politiek was

immers het voorrecht van de koning.

Al deze besprekingen werden in het Generaal Advies gegoten en op 17 december 1557

aan de gouverneur-generaal aangeboden. De regering had de Staten een vinger

128

P.A. MEILINK, “Notulen en Generaal Advies van de Staten-Generaal van 1557-1558.” In: Bijdragen en

mededelingen van het historisch genootschap gevestigd te Utrecht, 55 (1934), pp. 288-321. 129

R. VAN ROOSBROECK, “Philips II en de nationale opstand.”, p. 114.

Page 80: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

80

gegeven, maar in de einduitkomst van hun overleg, namelijk het Generaal Advies aan

Filips II, hadden zij op onaanvaardbare wijze te vaak de hele hand genomen. Nu waren

niet alle punten van het Generaal Advies even aanstootgevend. Het Advies bevatte een

hele reeks van neutrale, min of meer gewone klachten en voorstellen. Zoals

bijvoorbeeld het verlangen dat er harder tegen rondzwervende dieven en vagebonden

zou worden opgetreden en de wens uitsluitend Nederlandse edelen te belasten met het

bevel over de grensvestingen.130

Het leger- en vlootplan dat de Staten bereid waren te

betalen als bede en als oplossing voor de financiële problemen van de koning, bracht

echter wel wrevel bij de regering.131

3.4. De negenjarige bede

De Staten-Generaal begonnen dit bedeconcept in het Generaal Advies met een

verontschuldiging. De vorst had natuurlijk het recht om over de legersterkte te

beslissen, maar omdat nu eenmaal hun raad gevraagd was hadden ze een begroting

opgesteld voor de komende jaren. Volgens de cijfers van het Advies zou het nieuwe

leger dat in 1558 naar het front moest trekken een omvang moeten hebben van 30.000

man infanterie en 8000 ruiters. De cavalerie zou maar voor driekwart uit Nederlanders

hoeven te bestaan, daar het op zo‟n korte termijn onmogelijk was in de Nederlanden

8000 gevechtsklare ruiters te vinden. De infanterie zou om dezelfde reden slechts voor

tweederde deel Nederlands hoeven te zijn. De afgevaardigden in de Staten-Generaal

gingen er van uit dat na 1558 de oorlog zou worden beëindigd. In dat jaar zouden alle

infanteristen ontslagen worden en 2000 cavaleristen in actieve dienst blijven. Een

reserve van 6000 ruiters zou overblijven om de Nederlanden, gedurende de acht jaar

dat de bede zou duren, tegen een plotselinge aanval te beschermen. Voor de

bescherming van de Nederlandse koopvaarders en visserijschepen achtten de

gedeputeerden een vloot van drieëntwintig schepen met een bemanning van 1400

koppen noodzakelijk.

Om het hele leger- en vlootplan te kunnen uitrusten en financieren, stelden de Staten

voor aan Filips II om hen een bede te vragen van 800.000 gulden gedurende acht jaar.

130

P.A. MEILINK, “Notulen.”, pp. 326, 340. 131

F. POSTMA, Viglius van Aytta, pp. 151-153.

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 119-121.

Page 81: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

81

Dit bedrag zou als volgt gebruikt worden. Om de campagne van 1558 tegen het Franse

leger te bekostigen wilden de Staten-Generaal een onmiddellijk bedrag van 2,4

miljoen gulden lenen aan de vorst tegen een interest van twaalf procent. Volgens de

afgevaardigden van de Staten was dit bedrag voldoende om zo nodig de oorlog nog in

de herfst te kunnen voortzetten. De jaarlijkse 800.000 gulden zouden grof geschat als

volgt gebruikt worden: 200.000 gulden voor rentebetaling, 300.000 gulden voor de

aflossing van de hoofdsom, namelijk het onmiddellijke bedrag van 2,4 miljoen gulden,

en de overige 300.000 gulden om het vredesleger van na 1558 te onderhouden. Met

het geld van de niet in de Staten-Generaal vertegenwoordigde noordelijke en oostelijke

provincies – ook zij behoorden mee te betalen vonden de Staten – moest dit volgens

het Generaal Advies voldoende zijn om de zaak te realiseren en een flink deel van de

schulden af te betalen. Om verduistering en verspilling van middelen te voorkomen en

zeker te zijn dat het geld voor de aangewezen doeleinden gebruikt werd, zou het

beheer van de bede in handen moeten worden gesteld van een door de Staten-Generaal

aan te wijzen superintendant.132

Dit bedeconcept raakte Filips II waar hij het zwakst was. Volgens de door Felix

Rachfahl onderzochte stukken van de Raad van Financiën bestond de Nederlandse

schuldenlast van Filips II voor 5,8 miljoen gulden uit bij bankiers opgenomen leningen

en voor slechts 2,8 miljoen gulden uit achterstallige soldij.133

Zijn grootste

schuldenlast lag bij de bankiers, maar Filips II kon geen oorlog voeren met onbetaalde

soldaten. Het voorstel afwijzen was voor de vorst dan ook volstrekt onmogelijk. Tegen

de prijs van een door de Staten gecontroleerd leger herstelden de afgevaardigden in

één klap de financiële zelfstandigheid van de Nederlanden binnen het Spaanse

imperium. Wegens de eis van de Staten-Generaal om het beheer van de bede zelf in

handen te hebben, was het aanwenden van de gelden voor een ander doel in deze

constructie onmogelijk.134

De woede bij de vorst en zijn ministers over het gedurfde spel van de Staten moet niet

gering geweest zijn, maar ze hadden geen keus. In een brief van Lalaing aan

landvoogd Emanuel Filibert schreef hij dat hij ten einde raad was, gezien de

132

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 128. 133

F. RACHFAHL, Wilhelm von Oranien und der niederländische Aufstand. I, p. 507. 134

F. POSTMA, Viglius van Aytta, pp. 153-155.

Page 82: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

82

onhandelbaarheid van de Staten-Generaal, “j‟ay excogité tous les moyens que

m‟estoyent possible, pour les induire.”135

Het enige wat de regering kon doen was het

bedeconcept aanvaarden en zich beperken tot zakelijke kritiek op het legerplan. Want

dat plan zat slecht in elkaar. Verhofstad heeft dit in zijn studie aandachtig ontleed en

met het bedeconcept de vloer aangeveegd.136

Uiteindelijk deden de afgevaardigden van de Staten-Generaal nog een

tegemoetkoming aan de regering voor ze op 21 januari 1558 naar huis gingen om

over de bede van 2,4 miljoen gulden te beraadslagen. Ze verklaarden zich bereid de in

het Generaal Advies voorgestelde achtjarige bede met een jaar te verlengen tot negen

jaar. Wel moest Filips II in ruil daarvoor de nog lopende zesjarige bede van 1555

verkorten met tweeënhalf jaar. Hiermee kreeg de regering meer dan verwacht.137

Het

duurde echter opnieuw maanden voor het definitieve consent van de gewesten op de

negenjarige bede kwam. Pas begin april kwamen de afgevaardigden terug naar

Brussel waarna er nog vier weken van intensief onderhandelen volgden voordat de

zaak rond was. Op 20 mei 1558 was de kogel door de kerk. De besprekingen rond de

negenjarige bede werden op die dag afgesloten.138

135

ARA, Aud. 222, fol. 177 (brief van Karel van Lalaing aan Emanuel Filibert, 17 mei 1558). 136

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 128-137. 137

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 141. 138

P.A. MEILINK, “Notulen.”, pp. 273, 333, 337, 340.

R. VAN ROOSBROECK, “Philips II en de nationale opstand.”, p. 116.

Page 83: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

83

4. De ontevredenheid van Filips II ten opzichte van de landvoogd

In juni 1558 stuurde koning Filips II Carranza, de aartsbisschop van Toledo, naar

Spanje met de volgende instructie. Carranza moest met behulp van de afgetreden

keizer Karel V Maria van Hongarije overhalen het bestuur van de Nederlanden terug

op zich te nemen. De informatie die de aartsbisschop meekreeg over landvoogd

Emanuel Filibert waren voor deze laatste niet bepaald vleiend. De hertog bleek

volgens Filips II geheel ongeschikt om te regeren over de Nederlanden, “que el duque

de Saboya no es en ninguna manera conveniente ni á propósito para este gobierno”, en

volgens de koning verlangde hij zelf om van zijn landvoogdij af te komen. De

raadsheren en het volk waren ontevreden over hem, “los principales y los pueblos

generalmente están muy descontentos y mal satisfechos”.139

Filips II verlangde dus van Maria van Hongarije dat ze haar oude functie opnieuw zou

opnemen. Met haar autoriteit, jarenlange ervaring met de politiek van de Nederlanden

en haar geliefde reputatie was ze de meest geschikte persoon om Emanuel Filibert te

vervangen, “finalemente el verdadero y último remedio seria la dicha serenísima

reyna, por su persona, autoridad y larga experienca y noticia que tiene de los negocios

destos Estados.”140

Maar wat was de reden of de ware toedracht van dit besluit van de

koning?

Uit de brieven tussen de gouverneur-generaal en Filips II kan men toch tot de

conclusie komen dat zij het vrij goed met elkaar konden vinden. Er waren echter wat

tegenstellingen tussen de twee figuren. Uit de karakterschets van de vorst en de

landvoogd komt de tegenstelling tussen de weifelende koning en de initiatiefvolle

gouverneur-generaal naar boven. Filips II remde, Emanuel Filibert was er echter de

man niet naar om zich hierbij neer te leggen. Ook als ze samen een besluit hadden

genomen, durfde de koning bij de uitvoering ervan vaak de consequenties niet aan.

Toch is het moeilijk te geloven dat in deze tegenstellingen van hun karakter de

eigenlijke reden ligt waarom Filips II zijn landvoogd wou vervangen door Maria van

139

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 177.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, pp. 161-162. 140

Instructie van Filips II aan de aartsbisschop van Toledo, 5 juni 1558, in: L.P. GACHARD, Retraite et mort du

Charles-Quint au monastère de Yuste. Lettres inédites publiées d’après les originaux conservés dans les

archives royales de Simancas, II, pp. 426-435.

Page 84: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

84

Hongarije. De goede bestuurskwaliteiten en militaire successen van Emanuel Filibert

spreken voor zich. Hoe kan men dan de opdracht verklaren die Carranza

meekreeg?141

De interpretatie blijkt niet moeilijk, als men het eigenlijke doel van de instructiebrief

voor ogen houdt. Filips II stuurde begin juni 1558 de aartsbisschop van Toledo

richting Spanje om Maria van Hongarije over te halen het bestuur van de

Nederlanden op zich te nemen, net toen de vergaderingen van de Staten-Generaal van

1557-1558 beëindigd waren. De vorst moet van mening geweest zijn dat hij, samen

met de gouverneur-generaal, de Staten niet aankonden in deze uiterst moeilijke

omstandigheden. Hij nam het zekere voor het onzekere. Bij Filips II moet de gedachte

opgekomen zijn om Maria van Hongarije opnieuw aan te stellen als laatste redmiddel,

“el verdadero y último remedio”.142

Haar jarenlange ervaring met de

vertegenwoordigers van het Nederlandse volk bleek voor de vorst een oplossing te

zijn voor de moeilijkheden in de regering. Ook de afgetreden Karel V moest zijn best

doen Maria van Hongarije te overhalen.143

De koning wist echter dat hij bij Maria op grote tegenstand zou stuiten. Ze had in

1555 na rijp overleg haar functie als landvoogdes beëindigd en dankzij haar sterke

karakter zou ze niet snel op een beslissing terugkeren die ze met volle overtuiging had

genomen. Filips II moest zijn verzoek dus zo sterk mogelijk opbouwen. Daarom riep

hij de hulp in van de keizer, die steeds een grote invloed had weten uit te oefenen op

de koningin-weduwe. Hij legde Karel V de gevaarlijke toestand waarin de

Nederlanden verkeerden bloot en daarenboven liet hij zowel aan Maria als aan Karel

V een overdreven ongunstige beschrijving doen van Emanuel Filibert. Met deze

tactiek dacht de koning waarschijnlijk de weerlegging van Maria te voorkomen,

namelijk dat de hertog van Savoie toch een goede gouverneur-generaal was en haar

komst bijgevolg niet nodig was.

141

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 177.

L.P. GACHARD, “Le duc Emmanuel-Philibert de Savoie.”, pp. 4-5. 142

Instructie van Filips II aan de aartsbisschop van Toledo, 5 juni 1558, in: L.P. GACHARD, Retraite et mort de

Charles-Quint, II, p. 432. 143

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 181-182.

Page 85: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

85

Het beeld dat Filips II van de landvoogd tekende was geforceerd, hoewel stuk voor

stuk niet onwaar. Inderdaad, Emanuel Filibert had zelf gezegd dat hij van het bestuur

af wilde zijn, op de plechtige bijeenkomst van de aanbieding van de tweede

remonstrantie in november 1556, en er was ontevredenheid tegen hem in de

Nederlanden. Maar als men alles in zijn context bekijkt, wordt het duidelijk dat de

koning overdreef in zijn instructies aan de aartsbisschop Carranza. In zijn ijver om

Maria van Hongarije te overhalen dat haar terugkomst noodzakelijk was, maakte hij

een veel te negatief beeld van de landvoogd.

De koningin-weduwe had echter een andere opinie over Emanuel Filibert. Hoewel ze

haar lange antwoord aan Filips II begon met toe te geven dat hij niet helemaal

ongelijk had met zijn aanmerkingen, liet ze er onmiddellijk op volgen dat in zover ze

de hertog kent, hij alle kwaliteiten bezit van een goed bestuurder, “tiene todas las

buenas cualidades que deben ser en un buen gobernador”. Daarna meer in het

bijzonder ingaande op de bezwaren tegen Emanuel Filibert, toonde ze zonder

schroom aan dat in zover hier sprake was van tekort of schuld, Filips II op de eerste

plaats de hand in eigen boezem moest steken. Vooral moest hij zijn eigen landvoogd

volledig dekken en niet terugwijken als deze de zaken krachtig wilde aanpakken. De

Nederlanden konden volgens Maria niet bestuurd worden als Spanje. Zo nu en dan

moest in de Nederlanden zachtheid met wat strengheid vermengd worden, “aza que

los Estados de allá se pueden gobernar tampoco como los de acá, sin mezclar la

severidad, cuando conviene, con la blandura.”144

Van de vervanging van Emanuel Filibert als landvoogd van de Nederlanden kwam

niets terecht. Toen Maria van Hongarije na lang aarzelen eindelijk toch de wensen

van Filips II wilde nakomen, overleed ze.145

144

Brief van Maria van Hongarije aan Filips II, 7 september 1558, in: L.P. GACHARD, Retraite et mort de

Charles-Quint, I, pp. 348-349.

K. VERHOFSTAD, De regering, p. 182. 145

L.P. GACHARD, Retraite et mort de Charles-Quint, I, pp. 341, 348-349 en II, pp. 426, 432.

M. JOSE, Emmanuel Philibert duc de Savoie, pp. 116-117.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 162.

Page 86: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

86

5. De ontevredenheid van de adellijke raadsheren: groeiende oppositie

5.1. Geen verantwoordelijkheid zonder medezeggenschap

Aan het begin van de heerschappij van Filips II en de landvoogdij van Emanuel

Filibert kwam er protest vanwege de edellieden in de collaterale raden. Hun

ontevredenheid kwam er in het kort op neer dat ze geen verantwoordelijkheid als

raadsheren wilden zonder medezeggenschap in de vergaderingen van de Raad van

State. Het protest was niet nieuw. Reeds in de laatste regeringsjaren van Maria van

Hongarije en Karel V waren enkele jongere Nederlandse edelen ontevreden met de

ondergeschikte rol die ze speelden in het bestuur van de Nederlanden. Hierbij gaat het

niet alleen om Oranje, Egmont en Hoorn die weigerden dat hun Hollandse

heerlijkheden mee betaalden in het Hollandse bedeaandeel, ook in de persoonlijke

sfeer openbaarde zich een toenemende afkeer van de hoge adel van het regeringsstelsel

van Maria van Hongarije.

Van het gezichtspunt van de adellijke raadsheren gezien, was hun ontevredenheid ten

volle gerechtvaardigd. De anti-adellijke politiek van de landvoogdes was voor hen

uiterst nadelig geweest. Met taaie volharding was Maria van Hongarije erin geslaagd

de plaats van de adel in het bestuur van de Nederlanden in te perken ten gunste van de

noblesse de robe. De edelen zagen zich nog nauwelijks bij het algemene

regeringsbeleid betrokken. Alleen in het leger speelde de adel nog zijn traditionele rol.

In hoeverre de landvoogdes geslaagd was in het buiten spel zetten van de, in haar

ogen, adellijke pottenkijkers blijkt uit de cijfers. De Raad van State die in de jaren

1540 nog tussen de tien en twaalf leden had geteld was in oktober 1555

ineengeschrompeld tot een college van niet meer dan zes man: Viglius van Aytta,

Karel van Berlaymont, Karel van Lalaing, Filibert de Bruxelles, Filips Nigri en Karel

Tisnacq. Enkel deze zes raadsheren werden opgeroepen om te vergaderen in de Raad

van State. Men mag echter niet vergeten dat een twintigtal personen een

benoemingsbrief tot lid van de Raad had ontvangen. Deze benoemingen, hoe eervol op

zichzelf, bleken voor de meeste van de raadsheren zonder praktische gevolgen, want

ze werden slechts uiterst zelden in de Raad van State opgeroepen.146

146

M. BAELDE, “Edellieden en juristen”, p. 47.

Page 87: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

87

Bij de troonswissel in oktober 1555 benoemde Filips II echter enkele edellieden. Van

de zeven nieuwe leden behoorden maar liefst vijf tot de adel: Oranje, Egmont, Bergen,

Boussu en Glajon, tegenover twee die tot de noblesse de robe behoorden, namelijk

Granvelle en Simon Renard. Door wat in de jaren voorheen onder Maria van

Hongarije gebeurd was, kwam er toch een reactie van de adellijke raadsheren op hun

benoeming. De nieuwe raadsheren waren van mening dat hun lidmaatschap van de

Raad van State alleen maar voor de vorm was, “que l‟on les vouloit mettre en conseil

seullement pour forme”147

, en diende als een alibi voor de regering om impopulaire

maatregelen te kunnen doorvoeren en een deel van de verantwoordelijkheid op hun

schouders te laden.148

In het bijzonder kan hier het geval van Karel van Lalaing vermeld worden. Hij

schreef een ganse reeks onvriendelijke brieven, meestal echter niet aan de vorst

gericht, maar aan de gewezen landvoogdes Maria van Hongarije of Emanuel

Filibert.149

In één van zijn brieven liet hij een niet mis te verstaan protest horen,

waarin het gevoel nutteloos te zijn in de Raad van State overduidelijk tot uiting

kwam. In een brief aan Maria van Hongarije op 11 december 1555 schreef Lalaing

dat hij zich wenste terug te trekken uit de Raad van State, “je soye déporté d‟estre du

conseil d‟estat”, en één van de redenen voor dit ontslag was dat hij zich wenste terug

te trekken “en l‟estat de grand bailly.” Belangrijker is echter de zinsnede “et soit

Madame en une sorte ou en une aultre je n‟ay que faire au conseil pour y servir de si

peu que j‟ay veu jusques icy et non estre participant de tout ce qui se passe à l‟endroit

de par deça…”150

Hier komt de ware aard van Lalaings verzoek tot ontslag uit de

Raad van State naar boven. Ook hij wil geen deel uitmaken van de Raad indien hij

slechts sporadisch werd opgeroepen om in de vergaderingen te zetelen.

Het is duidelijk dat zich hier de grote oorzaak van de groeiende oppositie bevindt. De

nieuw benoemden in de Raad van State zijn niet te vinden voor

medeverantwoordelijkheid zonder efficiënte medezeggenschap. Hier krijgt men voor

147

ARA, Man. Div. 164, fol. 58 (brief van Granvelle aan Maria van Hongarije, 19 november 1555). 148

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 154.

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 100. 149

ARA, Aud. 112, fol. 23-25 (brief van Lalaing aan Maria van Hongarije, 30 januari 1556).

ARA, Aud. 214, fol. 162 (brief van Lalaing aan Emanuel Filibert, 13 juli 1556). 150

ARA, Aud. 111, fol. 429 (brief van Lalaing aan Maria van Hongarije, 11 december 1555).

Page 88: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

88

het eerst een openbare reactie tegen het geheim politiek oogmerk van Karel V en

Filips II. De Raad van State werd zoals hierboven reeds vermeld ook stellig opgericht

om de zelfstandige macht van de adel te kanaliseren in de centraliserende politiek van

de vorst. Via de analyse van deze brieven komt hier echter tot uiting dat de adel dit

politiek spel van de vorst doorziet en grondig afkeurt.151

Wanneer onder de landvoogdij van Maria van Hongarije eerder afgunst of onenigheid

onder de edellieden aanleiding was om tegen de niet-oproeping in de Raad van State te

protesteren, dan gaat onder Emanuel Filibert de kwestie van de grote

verantwoordelijkheid en medezeggenschap de grondoorzaak van het protest vormen.

Tijdens de eerste regeringsjaren van Filips II stelt men tevens voor het eerst een zekere

externe eensgezindheid vast onder sommige leden over de achteruitstelling in de Raad.

Voor het eerst ook slaat een bepaalde groep, namelijk de nieuw benoemden van 1555,

gezamenlijk een dreigende toon aan.

5.2. De groei van het aantal juristen in de Raad van State: noblesse de robe versus

noblesse d’épée

Een tweede haard van ontevredenheid is de evolutie in de samenstelling van de Raad

van State. Hoewel juristen thuishoorden in de instelling voor de rechtspraak, namelijk

de Geheime Raad, werden er doorheen de jaren systematisch rechtsgeleerden

aangeduid als leden van de Raad van State.

Eerste is een woordje uitleg nodig bij de zeer algemene benamingen van edellieden en

rechtsgeleerden in de regeringsraden van de zestiende eeuw. De adellijke raadsheren

zijn beter aan te duiden door ze onder te brengen in de groep van de hoge adel. De

adellijke stand is in de zestiende eeuw moeilijk af te bakenen, maar toch kan men de

topklasse van die stand door een drietal kenmerken van de overige edellieden

onderscheiden. In het algemeen behoorde de hoge adel tot de rijkste

vertegenwoordigers van de adellijke stand. Zo stonden ze aan de top van de landelijke

aristocratie, waarbij het grondbezit zeker de basis van de rijkdom vormde. De hoge

adel bestond dus uit grootgrondbezitters. Een tweede basis van rijkdom en tevens ook

151

M. BAELDE, De collaterale raden, pp. 176-177.

Page 89: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

89

een tweede kenmerk van de hoge adel is het feit dat hij een hofadel geworden was.

Reeds onder de Bourgondische hertogen voltrok zich de „grote trek‟ naar de

onmiddellijke omgeving van de vorst. De opleiding van de zonen van vele voorname

edellieden moest gebeuren aan het hof van de vorst. Een derde en laatste kenmerk van

de hoge adel is reeds vermeld. Wanneer men als edelman benoemd werd tot ridder van

de Orde van het Gulden Vlies, behoorde men zeker en vast tot de hoge adel.

Ook de benaming van rechtsgeleerden verdient een korte typering. Deze robijnen of

noblesse de robe hadden allen een juridische opleiding genoten, meestal aan de

universiteiten van Leuven, Dole of Orleans. Velen waren afgestudeerd in de beide

rechten, anderen, meestal geestelijken, waren enkel specialisten in het canonieke recht.

Deze rechtsstudies waren voor diegenen die niet tot de hoge adel behoorden de

essentiële voorwaarde voor het opbouwen van een interessante loopbaan in dienst van

de vorst. Uiteraard was een succesvolle loopbaan niet verzekerd door een dergelijk

diploma alleen. De werkelijke bekwaamheid en de noodzakelijke ervaring konden

slechts opgedaan worden na een soms langdurige periode in verschillende instellingen

onder de leiding van een patroon. Slechts enkelen konden doordringen tot de hoogste

functies in de regering van de Nederlanden. Naast die patronage waren echter ook de

familiebanden en de verwantschappen praktisch onmisbare voorwaarden tot het

doormaken van een succesrijke loopbaan.152

Doordat er geleidelijk aan rechtsgeleerden benoemd werden in de Raad van State en

doordat Maria van Hongarije langzaamaan de adel in de Raad buiten spel zette,

groeide verhoudingsgewijs het aantal noblesse de robe aanzienlijk. Na de troonswissel

werden vijf juristen benoemd, in tegenstelling tot de zeven edellieden. Ondanks het

feit dat vanaf eind 1555 de adel opnieuw beschikte over de meerderheid in de Raad

van State, slaagde ze er niet in om het beleid te beïnvloeden. De juristen voerden het

hoge woord. Bij het afwegen van de werkelijke invloeden van beide groepen in de

Raad van State, de edellieden en de juristen, moet men er rekening mee houden dat

vanaf 1555 Granvelle zich onder de juristen bevond. Zoals gezien was hij reeds jaren

de invloedrijkste raadsheer van de keizer geweest.

152

M. BAELDE, “Edellieden en juristen”, pp. 39-43.

Page 90: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

90

De opmars van de juristen in de Raad van State ten opzicht van de edellieden bereikte

tijdens de landvoogdij van Emanuel Filibert een hoogtepunt. Er was een

oppositietendens ontstaan die zelfs met openlijke reacties naar buiten durfde te

treden.153

5.3. De tegenstelling tussen Spanjaarden en Nederlanders

Fundamenteler dan de tegenstelling tussen de hoge edelen en de juristen in de Raad

van State was de nationale tegenstelling tussen Spanjaarden en Nederlanders. De

afkeer van de Spanjaarden bij de Nederlandse regering en onderdanen was in 1555

groter dan ooit. De Spaanse inquisitie had een slechte naam in de Nederlanden. De

gemiddelde Brabander en Vlaming haatte de Spaanse militairen in zijn gewest en de

Nederlanders verfoeiden de voortdurende oorlog tegen Frankrijk. Tegen die

achtergrond van ongenoegens moesten de Nederlandse bestuurders, adellijk en niet-

adellijk, met Filips II en zijn Spaanse raadsheren zo goed als mogelijk

samenwerken.154

153

M. BAELDE, “Edellieden en juristen”, pp. 48-51. 154

F. POSTMA, Viglius van Aytta, pp. 102-103.

Page 91: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

91

6. Het conflict tussen Granvelle en Karel van Lalaing

In 1557 kwam er bovenop de financiële en politieke problemen nog een conflict tussen

twee van de voornaamste ministers van de landvoogd: Granvelle en waarnemende

gouverneur-generaal Lalaing. Het zou voor het begrijpen van de onderlinge

verhoudingen van de Raadsleden zeker van belang zijn de oorzaak van de twist te

kennen. Jammer genoeg laten de bronnen ons precies op dit punt in de steek. De

oorzaak zou de invloed bij de koning kunnen zijn. Rivaliteit tussen Lalaing en

Granvelle was er altijd al geweest, maar nu deze laatste geweigerd had nog langer de

vergaderingen van de Raad van State bij te wonen, had Lalaing waarschijnlijk

verwacht dat Granvelle door Filips II op de vingers getikt zou worden. Integendeel,

Granvelle leek zich meer en meer in de gunst van de koning te mogen verheugen. Niet

alleen was Filips II na het vertrek van Gomez naar Spanje steeds meer op de bisschop

gaan leunen155

, maar de koning had hem ook toegelaten tot de vergaderingen van de

Spaanse Raad van State.

Een andere oorzaak, of een bijkomende, kan te vinden zijn in de financiële verhouding

van beide Raden van State. De aanleiding op zich lijkt minder van belang, daar het

geschil algauw een persoonlijk karakter kreeg, zodat de koning en Emanuel Filibert er

eigenlijk helemaal buiten stonden. De voornaamste schuld scheen, althans in het

begin, bij Granvelle te liggen die sinds de ondertekening van het

wapenstilstandsverdrag te Vaucelles met Lalaing in onmin leefde en hem tegenwerkte.

Immers, toen Emanuel Filibert over de kwestie hoorde, schreef hij aan Filips II dat de

koppigheid van de bisschop het bestuur hinderde. De koning moest trachten de twee te

verzoenen. Ook Lalaing wilde het conflict snel bijleggen, omdat hij zonder de hulp

van Granvelle niet voort kon. Hij bezat te weinig kennis van zaken die niet meteen met

de Nederlanden te maken hadden, om zijn beleid in de hele politiek te kunnen

inbouwen. Bovendien had hij te weinig talenkennis om vlot te onderhandelen met

Filips II, die van zijn kant slechts zeer gebrekkig Frans sprak. Op een volgende

vergadering van de Raad van State liet hij zich echter door zijn temperament

meeslepen, wat hij zelf eerlijk bekende, en slingerde grofheden naar het hoofd van de

bisschop zodat de breuk tussen de twee raadsleden steeds wijder werd.

155

Gomez vertrok begin 1557 richting Spanje om er het nodige geld voor de nakende oorlog met Frankrijk

bijeen te rapen.

Page 92: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

92

Granvelle vermeed Lalaing en ging geregeld met de Spaanse Raad van State naast de

vorst vergaderen. Ook Filips II bereikte voorlopig niets en dit toont aan dat het conflict

heel fel was, want voor de wil van de koning boog de bisschop zich anders altijd.

Granvelle ging zelfs zover in die zin dat hij zijn ontslag vroeg en zich wenste terug te

trekken in zijn bisdom. Of hij het met die vraag ernstig meende? Waarschijnlijk was

Granvelles houding een diplomatische zet, een middel om zijn invloed te versterken

ten nadele van Lalaing. In elk geval werd beweerd dat Filips II er slechts met de

grootste moeite in slaagde hem dat idee uit het hoofd te praten.156

Daar juist in deze dagen de koning met Granvelle en de Spaanse raadsheren naar het

front vertrok, kreeg men vanzelf enige maanden speling om de scherpe kanten te laten

afslijten. Voorlopig echter was Lalaing niet tot bedaren te brengen. Zijn

correspondentie met het kamp bleef correct, maar in de Raad van State luchtte hij zijn

woede des te meer. Er zijn over de bijeenkomsten in augustus en september een serie

interessante kladaantekeningen bewaard gebleven, door Viglius tijdens de

vergaderingen gemaakt.157

Politiek gefrustreerd en persoonlijk gekrenkt spaarde Lalaing niets of niemand. Het

was de tijd toen het staatsbankroet uitbrak en men de renten van de schulden niet meer

kon betalen. Op de vergadering van 23 augustus 1557 liet hij zijn emoties de vrije

loop. Met de constatering “la royne nous al laissé en pourpart, mais le duc nous a mis

en chemise” zette hij de toon van de bijeenkomst.158

Vervolgens keerde hij zich tegen

de Spanjaarden. De raadsheren van Filips II hielden niet van de Nederlanden. Alles

wat de regering deed, bracht hen volgens Lalaing verder onder de heerschappij van de

Spanjaarden. Dit was des te erger omdat de Spanjaarden helemaal niets gaven om het

bestuur van de Nederlanden. Enkel de Nederlanden droegen de last van de oorlog om

Italië. Lalaing concludeerde dat de Nederlandse overwinningen hen niets opleverden,

156

ARA, Aud. 127, fol. 60 (brief van Viglius aan Maria van Hongarije, 10 augustus 1557)

ARA, Aud. 217, fol. 60

ARA, Aud. 218, fol. 22.

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 159. 157

Het volgende is gebaseerd op de reeks kladnotities die Viglius tijdens de vergaderingen maakte. Deze

begonnen op 23 augustus en eindigden op 26 september 1557.

ARA, Aud. 115, z.f. 158

ARA, Aud. 115, z.f.

Page 93: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

93

maar alleen gebruikt werden om het verloren gebied in Italië terug te krijgen: “…et

quoyque nous en gaignerons ce sera pour ravoir cela d‟Italie.”159

Op de volgende vergadering van 5 september leek de discussie aanvankelijk een

positiever verloop te krijgen. Lalaing refereerde aan het overleg dat Filips II in het

kamp met de daar aanwezige leden van de Orde van het Gulden Vlies had gevoerd.

Na een vruchteloos debat tussen een voorstander van een zout- en specerijenimpost

en een voorstander van een nieuwe hoofdelijke omslag als oplossing voor de

financiële problemen, zou de koning te kennen hebben gegeven voor de campagne

van 1558 nog eenmaal geld uit Spanje te willen halen, mits de Nederlandse regering

een nieuwe bede zou weten te verkrijgen om de troepen zolang in dienst te houden.

Helaas verviel Lalaing, en ook enkele van zijn collega‟s, na dit goede begin opnieuw

in tirades over de Spaanse oorlog om Italië.

Viglius die zich tot dan toe beperkt had tot het aanhoren en noteren van wat er gezegd

werd, had er nu kennelijk genoeg van. Lalaing was zijn boekje te buiten gegaan.

Want op de volgende bijeenkomst van 8 september interrumpeerde hij Lalaing enkele

malen. Zo vroeg hij de graaf na een uitval naar de Spaanse raadsheren van Filips II

die de Nederlanden met hun adviezen in het verderf stortten man en paard te noemen,

zodat ze ter verantwoording konden worden geroepen. Niet minder geërgerd

reageerde hij toen Lalaing weer eens boudweg opmerkte dat alles wat de regering

deed de Nederlanden alleen maar meer onder de Spaanse heerschappij bracht. Als dat

zo was, wenste hij liever het werk nu neer te leggen dan voort te gaan.

Er is voor zover bekend geen dag geweest in de geschiedenis van de Raad van State

in de jaren 1550 waarop iemands persoonlijke grieven de besprekingen zozeer hebben

gedomineerd als op 9 september 1557 toen Lalaing alle grieven en frustraties die hem

kwelden, naar buiten bracht. De onenigheid met Granvelle kwam opnieuw op de

voorgrond. Lalaing begon met een aanval op de bisschop die hij blijkbaar

verantwoordelijk achtte voor alle onrecht dat hem door de koning en de gouverneur-

generaal was aangedaan. De nieuwe brandstof voor zijn rancunes was deze keer de

benoeming van Granvelle tot zegelbewaarder. Emanuel Filibert en Filips II bepaalden

159

ARA, Aud. 115, z.f.

Page 94: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

94

dat de bisschop de landsheerlijke zegels uit Brussel moest bewaren.160

Er kon immers

haast zijn bij een zending die van zo‟n zegel voorzien behoorde te zijn en Emanuel

Filibert wilde het daarom in het kamp hebben. Daar Granvelle zich met de landvoogd

aan het front bevond, was hij de geschikte persoon om tot zegelbewaarder te

benoemen. Viglius, aan wie de landsheerlijke zegels reeds tijdelijk waren

overgegeven, moest ze uit Brussel opsturen. De bisschop voorzag alle hatelijke

gevolgen van deze eervolle opdracht en nam de zegels pas aan op aandringen van

Emanuel Filibert en onder de conditie dat hij ze niet langer hoefde te bewaren dan

nodig was. Maar wat de bisschop vermoedde kwam uit. Lalaing beschouwde deze

benoeming tot zegelbewaarder als een doelbewuste poging van Granvelle om zijn

positie als waarnemende gouverneur-generaal uit te hollen.

Na ook Viglius en andere raadsleden van de Nederlanden ervan beschuldigd te

hebben de grenzen van hun instructies te hebben overschreden, kwam het hoogtepunt

van de tirade. Lalaing verklaarde zijn huis in Escornaix te zullen herbouwen en zich

daar terug te trekken. Wanneer hij dat zou doen, zou hij gevolgd worden door een

dozijn edellieden uit Henegouwen, die alleen maar onder hem wilden dienen. Met

deze mensen achter zich, zou hij zelf een opstand kunnen ontketenen tegen de

Spanjaarden. Lalaing eindigde zijn tirade met een paar persoonlijke aanvallen op

Viglius en Granvelle. Deze laatste was “een vijand van de Nederlanden, een vreemde

indringer, een man van niets”.161

Er was tegen het retorisch geweld van de waarnemend gouverneur-generaal in de

Raad van State geen kruid gewassen. Wat Viglius ook probeerde, hij slaagde er niet

in hem tot zwijgen te brengen. Toch verhinderden zijn uitbarstingen Lalaing intussen

niet om buiten de Raad van State als waarnemende gouverneur-generaal zijn plicht te

doen. Waarschijnlijk heeft Viglius hem om die reden gespaard. Hij hield zijn

aantekeningen van de vergaderingen voor zich en legde ze niet voor aan landvoogd

Emanuel Filibert of Filips II. Ondanks deze afloop zou het onjuist zijn het optreden

van Lalaing af te doen als een incident. De uitbarstingen van Lalaing waren

symptomatisch voor twee zaken: de stijgende afkeer van Granvelle en de Spanjaarden

160

Het ging daarbij niet om een zegel van de overleden president van het Hof van Vlaanderen, Adriaan van der

Burch, zoals Verhofstad schijnt te menen, maar om de door Viglius beheerde landsheerlijke zegels uit Brussel.

F. POSTMA, Viglius van Aytta, p. 285. 161

M. VAN DURME, Antoon Perrenot, p. 159.

Page 95: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

95

en de groeiende oorlogsmoeheid onder de edelen in de Raad van State. Hun verlangen

naar vrede was opgelaaid na de zege van Saint-Quentin. Als militairen aan het front

moesten ze deze gevoelens van zich af zetten, maar als leden van de Raad van State

hoefden ze dat niet te doen.

Slechts langzaam bedaarde de storm van de maanden augustus en september, mede

door Viglius, die steeds opnieuw aandrong om vooral in deze moeilijke tijden het

hoofd koel te houden en zakelijk werk te leveren. Tegen de tijd dat Filips II, Emanuel

Filibert en Granvelle in de Nederlanden terugkwamen, was de rust ongeveer

weergekeerd.162

162

F. POSTMA, Viglius van Aytta, pp. 122-125, 285.

K. VERHOFSTAD, De regering, pp. 47-49.

Page 96: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

96

CONCLUSIE

De periode van 1555 tot 1559 werd op buitenlands vlak voornamelijk gekenmerkt

door oorlog. De gevechten die leidden tot de wapenstilstand van Vaucelles en het

vredesverdrag van Cateau-Cambrésis zijn bekende feiten in de geschiedenis.

Daarnaast waren het de eerste jaren van Filips II als koning van het Spaanse rijk. De

Nederlanden vallen tijdens deze periode wat uit de boot in de geschiedschrijving. Veel

meer belicht is natuurlijk de Opstand en het begin van de Tachtigjarige oorlog in de

jaren ‟60 van de zestiende eeuw. Ook de landvoogdij van Emanuel Filibert staat in de

schaduw van zijn illustere voorgangster Maria van Hongarije en opvolgster

Margaretha van Parma. De landvoogdij over de Nederlanden is slechts een tussenstop

voor deze hertog van bezette gebieden. Ik heb geprobeerd om aan te tonen dat de

periode van 1555 tot 1559 toch belangrijk is geweest in de aanloop naar de onrusten in

de Nederlanden.

In welke mate was de landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie een voorbode op

de latere problemen in de Nederlanden? In de literatuur begint het verhaal van wat er

tussen het Nederlandse volk en zijn regering is voorgevallen bij het vertrek van Filips

II naar Spanje in 1559. Ik ben van mening dat in de vier voorafgaande jaren, namelijk

de landvoogdij van Emanuel Filibert, meer gebeurd is dan oorlog tegen Frankrijk,

veldslagen zoals Saint-Quentin en zware beden door het volk toegestaan aan de

koning. Na de landvoogdij grondig te hebben bestudeerd, ben ik er voorstander van

om deze periode te integreren in wat men de aanloop tot de Opstand noemt. Wanneer

men aandachtig de binnenlandse politiek tussen 1555 en 1559 bestudeert, vindt men

namelijk al de wortels van de latere oppositie. De frustraties van de adellijke

raadsheren die zelfs al boven water kwamen tijdens de landvoogdij van Maria van

Hongarije waren van belang voor de creatie van de oppositie tegen de manier van

werken in de Nederlandse regering.

Stilaan kwamen ook nationale gevoelens naar boven. De afkeer van de Spaanse

overheersing, hier duidelijk tot uiting gekomen in de figuur van Karel van Lalaing, is

een rode draad doorheen de Opstand, een rode draad die reeds start in de periode

1555-1559. Voornamelijk het afwijzen van de inmenging van Portugese of Spaanse

Page 97: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

97

vertrouwelingen, zoals Ruy Gomez, kwam tijdens de landvoogdij van Emanuel

Filibert reeds op de voorgrond.

In deze studie heb ik het niet gehad over de godsdiensttwisten die in de jaren 1560 in

de Nederlanden losbarstten omdat ik meen dat de godsdienstkwestie zich pas later bij

de ongenoegens van de oppositie voegde. Ze bezorgde de tegenstanders van het

Spaanse bewind een partij, zonder welke zij zich niet had kunnen staande houden. De

Opstand in de Nederlanden moet volgens mij als volgt beschouwd worden. Niet om de

geloofsvervolging, niet om deze of gene handeling van de regering is het volk in

opstand gekomen, maar omdat de anti-nationale regering een andere weg opging dan

deze die het altijd bewandeld had.

De complexe manier van besturen die gecreëerd werd door de aanwezigheid van Filips

II en Maria van Hongarije, de afwezigheid van de landvoogd toen hij zich met enkele

leden van de Raad van State aan het front bevond en de Spaanse en Portugese

ministers rond de koning, zorgde ervoor dat Granvelle de regeringsloosheid die enkele

jaren na zijn vertrek uit de Nederlanden plaatsgreep, niet beter wist te omschrijven dan

door te zeggen dat het er weer aan toe ging als in de dagen van de hertog van

Savoie.163

De anti-Spaanse gevoelens van de adellijke raadsleden en de complexe manier van

besturen in de periode van 1555 tot 1559 werden aangevuld met financiële problemen

voor de vorst. De vele oorlogen hadden zijn tol geëist. Het Spaanse staatsbankroet

werd in 1557 uitgeroepen en Filips II liet de Staten-Generaal samenkomen. In het

daaropvolgende Generaal Advies van 1558 werd de negenjarige bede aan de koning

voorgesteld. Uiteindelijk kon die ervoor zorgen dat de gevechten met Frankrijk door

gingen en resulteerden in het vredesverdrag van Cateau-Cambrésis.

In deze studie heb ik de aandacht gelegd bij enkele personen. Het contrast tussen de

persoonlijkheden van Filips II, Karel V en Emanuel Filibert kwam aan bod. De

weifelende Filips II toonde zich toen hij Carranza, de bisschop van Toledo, richting

Spanje zond om Maria van Hongarije te overreden terug te keren naar de Nederlanden.

163

R. FRUIN, Het voorspel, p. 48.

Page 98: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

98

De gedurfde houding van de Staten-Generaal in de zaak van de negenjarige bede had

de koning doen twijfelen aan de kunde van Emanuel Filibert.

Voornamelijk de figuren Viglius van Aytta en Karel van Lalaing sprongen in het oog,

weliswaar om verschillende redenen. Samen met Granvelle representeerde Viglius de

rechtsgeleerden of de noblesse de robe in de Raad van State. Niet alleen de afkeer van

de Spanjaarden in de Nederlandse regering, maar ook de intrede van menig juristen in

de Raad van State gaf reden tot het creëren van een oppositie. In het conflict tussen

Karel van Lalaing en Granvelle hebben we dit duidelijk tot uiting zien komen.

Page 99: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

99

BIBLIOGRAFIE

1. Onuitgegeven bronnen

Algemeen rijksarchief Brussel (ARA)

Archieffonds: Audiëntie

T 109: NELIS (H.), Inventaire analytique des archives de l’Audience et des Papiers

d’Etat, Brussel, A.G.R., 1992, 301 blz.

Aud. 52, fol. 130

Aud. 52, fol. 154

Aud. 83, fol. 205

Aud. 111, fol. 429

Aud. 112, fol. 23-25

Aud. 115, z.f.

Aud. 118, fol. 236

Aud. 127, fol. 60

Aud. 213, fol. 36

Aud. 214, fol. 162

Aud. 215, fol. 1

Aud. 215, fol. 26

Aud. 215, fol. 65

Aud. 217, fol. 60

Aud. 218, fol. 22

Aud. 222, fol. 177

Aud. 230, fol. 247

Aud. 427, fol. 90-97

Aud. 427, fol. 150

Aud. 427, fol. 155

Aud. 427, fol. 174

Aud. 427, fol. 185

Aud. 785, fol. 15

Page 100: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

100

Aud. 1175²

Aud. 1221, fol. 48-50

Aud. 1221, fol. 50-54

Aud. 1221, fol. 70-71

Aud. 1546, fol. 3

Archieffonds: Manuscrits Divers

Man. Div. 164, fol. 58

Man. Div. 1172, fol. 225

2. Uitgegeven bronnen

- “Deuxième remontrance faite par le duc de Savoie à Philippe II sur la situation

des Pays-Bas: 23 novembre 1556.” In: Compte rendu des séances de la

Commision royale d’histoire ou recueil de ses bulletins, vol. 2, deel 8, 1856,

pp. 124-132.

- GACHARD (L.P.). Correspondance de Guillaume le Taciturne, Prince

d’Orange. Brussel, Vandale, 6 vol., 1847-1866.

- ID. Retraite et mort du Charles-Quint au monastère de Yuste. Lettres inédites

publiées d’après les originaux conservés dans les archives royales de

Simancas. Brussel, M. Hayez, 2 vol., 1854-1855.

- GACHARD (M.). “Contre l‟escript du prince d‟Orange.” In: Compte rendu des

séances de la Commision royale d’histoire ou recueil de ses bulletins, vol. 1,

deel 4, 1841, pp. 113-123.

- JAPIKSE (N.). Correspondentie van Willem den eersten van Oranje. ‟s

Gravenhage, Nijhoff, 1934, 417 blz.

Page 101: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

101

- MEILINK (P.A.). “Notulen en Generaal Advies van de Staten-Generaal van

1557-1558.” In: Bijdragen en mededelingen van het historisch genootschap

gevestigd te Utrecht, 55, 1934, pp. 288-321.

- “Remontrance du duc de Savoie, gouverneur général des Pays-Bas, à Philippe

II, sur la situation de ces provinces: juillet 1556.” In: Compte rendu des

séances de la Commision royale d’histoire ou recueil de ses bulletins, vol. 2,

deel 8, 1856, pp. 118-124.

3. Hulpinstrumenten

- NELIS (H.). Inventaire analytique des archives de l’Audience et des Papiers

d’Etat. Brussel, A.G.R., 1992, 301 blz.

4. Literatuur

- BAELDE (M.). De collaterale raden onder Karel V en Filips II (1531-1578).

Bijdrage tot de geschiedenis van de centrale instellingen in de 16de

eeuw.

Brussel, Paleis der Academiën, 1965, 353 blz.

- ID. “De Orde van het Gulden Vlies.” In: Spiegel Historiael, 1984, vol. 19, nr.

4, pp. 168-173.

- ID. “Edellieden en juristen in het centrale bestuur der zestiende-eeuwse

Nederlanden (1531-1578).” In: Tijdschrift voor Geschiedenis, 1967, 80, pp. 39-

51.

- ID. “Onuitgegeven dokumenten betreffende de 16de

eeuwse collaterale raden.”

In: B.C.R.H., deel 131, 1965, pp. 129-229.

- BOYDEN (J.M.). The courtier and the king. Ruy Gómez de Silva, Philip II and

the court of Spain. Los Angeles, University of California Press, 1995, 239 blz.

Page 102: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

102

- BRUNELLI (E.). Emanuele Filiberto, duca di Savoia. I Diari delle Campagne

di Fiandra. Turijn, Società storica Subalpina, 1928, 207 blz.

- COCHRANE (E.). Italy, 1530-1630. Londen, Longman, 1993, 313 blz.

- DE IONGH (J.). Mary of Hungary. Second regent of the Netherlands. Londen,

Faber and Faber, 1959, 304 blz.

- DE SCHEPPER (H.). “Regeringsbeslissingen in bestuurszaken, 16de

-18de

eeuw. De benoeming van hoge magistraten en ambtenaren, ca. 1550 – ca.

1850.” In: DE SCHEPPER (H.) en GILISSEN (J.) (eds). De besluitvorming

vroeger en nu. Brussel, Algemeen rijksarchief, 1975, pp. 71-104.

- DE SCHEPPER (H.) en VERMEIR (R.). “Landvoogd – gouverneur-generaal.”

In: AERTS (E.), BAELDE (M.) en COPPENS (H.). De centrale

overheidsinstellingen van de Habsburgse Nederlanden 1482-1795. Vol.1,

Brussel, Algemeen Rijksarchief, 1994, pp. 195-216.

- DIERICKX (M.). “De eerste jaren van Filips II, 1555-1567.” In: Geschiedenis

der Nederlanden, deel 4, pp. 305-349.

- ELLIOTT (J.H.). “A Europe of composite monarchies.” In: Past and present,

1992, nr. 137, pp. 48-71.

- FRUIN (R.). Het voorspel van de tachtigjarige oorlog. Utrecht, Het Spectrum,

1986, 240 blz.

- GACHARD (L.P.). “Le duc Emmanuel-Philibert de Savoie, gouverneur

générale des Pays-Bas (1555-1559).” In: Etudes et notices historiques

concernant l’histoire des Pays-Bas, 1890, vol. III, pp. 9-39.

- GEYL (P.). The revolt of the Netherlands 1555-1609. Londen, Ernest Benn

Limited, 1958, 310 blz.

Page 103: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

103

- JOSE (M.). Emmanuel Philibert, duc de Savoie. Genève, Slatkine, 1995, 349

blz.

- KAMEN (H.). Philip of Spain. New Haven, Yale University Press, 1997, 384

blz.

- KIKKERT (J.G.). Oranje bitter Oranje boven. Soesterberg, Aspekt, 2001, 476

blz.

- ID. Willem van Oranje. Soesterberg, Aspekt, 2006, 220 blz.

- KOENIGSBERGER (H.G.). “Dominium Regale or Dominium Politicum

Regale. Monarchies and parliaments in early modern Europe.” In :

KOENIGSBERGER (H.G.). Politicians and virtuosi. Essays in early modern

history. Londen, Hambledon Press, 1986, 274 blz.

- ID. “Orange, Granvelle and Philips II.” In: Bijdragen en mededelingen

betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 1984, vol. 99, nr. 4, pp. 573-595.

- ID. “The Netherlands at the centre of the Habsburg composite monarchy: the

governor-generalship of Emmanuel Philibert of Savoy (1555-1559).” In:

KOENIGSBERGER (H.G.). Monarchies, States Generals and parliaments.

The Netherlands in the 15th

and 16th

centuries. Cambridge, Cambridge

University Press, 2001, pp. 172-192.

- LEFEVRE (J.). “La correspondance des gouverneurs généraux de l‟époque

espagnole.” In: Archives, bibliothèques et musées de Belgique, 1950, vol. 21,

nr. 1, pp. 28-55.

- LOUANT (A.). “Charles de Lalaing et les remonstrances d‟Emmanuel-

Philibert de Savoie (juillet et novembre 1556).” In: B.C.R.H., 1933, deel 97,

pp. 255-269.

Page 104: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

104

- NUYENS (W.J.F.). Geschiedenis der Nederlandsche beroerten in de zestiende

eeuw. Amsterdam, Van Langenhuysen, 1865-1870.

- ORESKO (R.). “The duchy of Savoy and the kingdom of Sardinia. The

Sabaudian court 1563-c.1750.” In: ADAMSON (J.) (ed.). The princely courts

of Europe, 1500-1750. Londen, Weidenfeld & Nicolson, 1999, pp. 231-253.

- PARKER (G.). Filips II. ‟s-Gravenhage, Nijhoff, 1981, 239 blz.

- ID. The Dutch revolt. Harmondsworth, Penguin books, 1981, 327 blz.

- ID. The grand strategy of Philip II. New Haven, Yale University Press, 1998,

446 blz.

- POSTMA (F.). Viglius van Aytta. De jaren met Granvelle 1549-1564. Zutphen,

Walburg Pers, 2000, 360 blz.

- RACHFAHL (F.). Wilhelm von Oranien und der niederländische Aufstand.

Den Haag, Bände, 1906-1924, 650 blz.

- RODRIGUEZ-SALGADO (M.J.). The changing face of empire: Charles V,

Philip II and Habsburg Authority, 1551-1559. Cambridge, Cambridge

university press, 1988, 375 blz.

- ID. “The court of Philip II of Spain.” In: ASCH (R.G.), BIRKE (A.M.) (eds),

Princes, patronage and the nobility. The court at the beginning of the modern

age, c. 1450-1650, p. 208.

- SWART (K.W.). William of Orange and the revolt of the Netherlands, 1572-

84. Aldershot, Ashgate, 2003, 280 blz.

- VANDER LINDEN (H.). “Emmanuel-Philibert de Savoie, Gouverneur général

des Pays-Bas (1555-1559).” In: Bulletin de la classe des lettres et des sciences

morales et politiques, 1942, vol. 5, nr. 28, pp. 123-139.

Page 105: De landvoogdij van Emanuel Filibert van Savoie in de Nederlanden …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/315/163/RUG01-001315163... · 2014-12-23 · De leden van de regering 52 5.1. Willem

105

- VAN DURME (M.). Antoon Perrenot, bisschop van Atrecht, kardinaal van

Granvelle, minister van Karel V en Filips II (1517-1586). Brussel, Koninklijke

Vlaamse academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België,

1953, 399 blz.

- VAN NIEROP (H.F.K.). “De adel in de 16e eeuwse Nederlanden.” In: Spiegel

Historiael, 1984, vol. 19, nr. 4, pp. 163-168.

- VAN ROOSBROECK (R.). “Philips II en de nationale opstand (1555-1583).”

In: Geschiedenis van Vlaanderen. Vlaanderen in de zestiende eeuw. Brussel,

Standaard, 1938, pp. 109-227.

- VERHOFSTAD (K.). De regering der Nederlanden in de jaren 1555-1559.

Nijmegen, J.J. Berkhout, 1937, 202 blz.

- VERMEIR (R.). In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden.

Maastricht, Shaker, 2001, 341 blz.

- ID. “La construction de l‟Empire. L‟origine des transformations

institutionnelles en Espagne au XVIe siècle.” In: BOONE (M.) en DEMOOR

(M.) (eds). Charles V in context: The making of a European identity. 2003,

Brussel, Brussels University Press, pp. 47-60.

- WAGENAAR (F.P.). “Dat de regering niet en bestaet by het corpus van de

magistraet van Den Hage alleen”. De sociëteit van ’s-Gravenhage (1587-

1802). Een onderzoek naar bureaucratisering. Leiden, Uitgeverij Verloren,

1999, 365 blz.