DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds...

27
ED4153568/4 DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE GEMEENTE ARNHEM IN 2013 Onderzoeksnummer : 275674 Documentnummer : 4337591 Datum vaststelling : 28 mei 2014

Transcript of DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds...

Page 1: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

ED4153568/4

DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN DE

GEMEENTE ARNHEM IN 2013

Onderzoeksnummer : 275674

Documentnummer : 4337591

Datum vaststelling : 28 mei 2014

Page 2: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,
Page 3: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 3 van 27

Inhoud

Voorwoord ............................................................................................... 5

1 Inleiding ............................................................................................. 7

2 Vve in de gemeente Arnhem ................................................................. 9

3 De oordelen over de voor- en de vroegscholen ....................................... 17

4 Conclusies ......................................................................................... 25

Page 4: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,
Page 5: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 5 van 27

Voorwoord

In de periode 2007-2012 heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke

bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie

(vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden.

Voor de periode 2012-2015 hebben het Rijk en de 37 grote steden (G37) afspraken

gemaakt om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen met een taalachterstand

gebruik kunnen maken van hoogwaardige onderwijsvoorzieningen. In deze

afspraken staan kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor de voor- en

vroegschoolse educatie. Daarbij is afgesproken dat de Inspectie van het Onderwijs

in 2013 en 2015 een monitor uitvoert om de kwaliteit van vve op gemeentelijk

niveau, op voorscholen en op vroegscholen (groep 1 en 2 van basisscholen) in beeld

te brengen. Dit rapport beschrijft de kwaliteit van vve in de gemeente Arnhem in

2013.

De hoofdinspecteur primair onderwijs,

dr. A. Jonk

Page 6: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 6 van 27

Page 7: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 7 van 27

1 Inleiding

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs

naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Arnhem in 2013. De opbouw van het rapport is als volgt. Het rapport begint met een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daarin wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname en de relatie met de bestuursafspraken tussen het Rijk en de gemeente Arnhem

(paragraaf 2.1) Daarna wordt een overzicht gegeven van de voor- en vroegscholen in de gemeente (paragraaf 2.2) en van de door de gemeente aangeleverde vve-

documenten (paragraaf 2.3). Tevens geeft de inspectie in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijk vve-beleid (paragraaf 2.4). De basis van deze beoordeling is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. De inspectie heeft deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en in een gesprek met betrokkenen van de gemeente.

Ook de voor- en vroegscholen in de gemeente hebben een digitale vragenlijst ingevuld. In hoofdstuk 3 worden de oordelen van de inspectie over de locaties gepresenteerd. Dat gebeurt in de vorm van overzichtstabellen met daarin de eigen antwoorden van de locaties per kwaliteitsaspect (uitkomsten digitale vragenlijst). De inspectie heeft in de gemeente Arnhem in totaal acht voor- en

vroegschoollocaties bezocht om de antwoorden te verifiëren. De resultaten van de locatiebezoeken worden ook in dit hoofdstuk toegelicht en de oordelen van de inspectie worden vergeleken met de resultaten van de vragenlijsten. Hoofdstuk 4, tenslotte, bevat de conclusies over de kwaliteit van vve in de

gemeente Arnhem.

Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.

Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.

Page 8: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 8 van 27

Page 9: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 9 van 27

2 Vve in de gemeente Arnhem

De gemeente Arnhem heeft een digitale vragenlijst ingevuld.

De digitale vragenlijst levert de volgende informatie:

Een lijst met de vve-documenten die de gemeente heeft aangeleverd: zie

paragraaf 2.3.

Een beoordeling van het gemeentelijk vve-beleid: zie paragraaf 2.4.

2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname

Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd, is de kwaliteit van

vve zodanig verbeterd dat er in ieder geval op gemeentelijk niveau geen enkel

verbeterpunt meer van toepassing is. Zo is het al degelijke aanbod binnen vve

verder uitgebreid met Logo 3000. Hierdoor hebben de locaties nog meer

mogelijkheden gekregen de doorgaande lijnen in de taalontwikkeling van kinderen

en hun woordenschat te optimaliseren. In 2009 signaleerde de inspectie op dit punt

nog een duidelijk verbeterpunt.

Inmiddels is de binnen de stichting PAS ontwikkelde systematiek om de resultaten

van vve te monitoren verder verbeterd waardoor ook de indicatoren die daar over

gaan nu als voorbeeld voor andere gemeenten kunnen dienen. Dit ondanks enkele

recente, kritische noten van de gemeentelijke Rekenkamer op dit gebied. Het in

2009 genoteerde verbeterpunt als het gaat om de externe zorg is nu ook

grotendeels op orde gebracht door aanvullende afspraken met de verschillende

spelers op dat gebied. De implementatie hiervan is overigens nog niet geheel

afgerond.

Sinds 2009 heeft de gemeente er in ieder geval ook voor gezorgd dat enkele toen

vastgelegde verbeterpunten binnen de ‘vve-condities’ langzamerhand op orde zijn

gebracht. Er zijn van alle locaties recente GGD-rapporten beschikbaar en de locaties

voldoen op hoofdlijnen aan de subsidievoorwaarden voor vve. Hierbij speelt

overigens wel al enige jaren de vraag in Arnhem welke locaties nou wel en welke

nou net niet aangemerkt worden als vve-locatie. Het rapport van de Rekenkamer

legt die problematiek nogmaals inzichtelijk voor aan de gemeente. De beleidsreactie

op het rapport laat zien dat de gemeente op zoek is naar de beste manier om de

beschikbare middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten voor de

doelgroepkinderen. De gemeente doet dat nadrukkelijk samen met haar partners,

zoals de stichting PAS, de besturen van de peuterspeelzalen en de kinderdagopvang

en van de schoolbesturen.

Een lastig punt voor het functioneren van de vve-locaties in Arnhem is dat vooral de

voorscholen te maken hebben gehad met tamelijk ingrijpende personele problemen.

Ondanks dat gegeven blijkt de kwaliteit van de meeste in dit onderzoek betrokken

locaties in de dagelijkse praktijk er niet op achteruit te zijn gegaan. Een compliment

voor de inzet van de pedagogisch medewerkers en leidsters, samen met hun

leidinggevenden. Uit de verificatieonderzoeken komen ook enkele pareltjes naar

voren van een praktijk die voldoet aan hoge kwaliteitseisen.

Na de vorige bestandsopname is vve in Arnhem uitgebreid naar een aantal nieuwe

locaties, de select-peuterspeelzalen. Door de omstandigheden zitten deze locaties,

veelal in andere wijken en in een andere structuur dan de oorspronkelijke vve-

locaties. Zij hebben veelal met meerdere basisscholen te maken waar kinderen naar

Page 10: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 10 van 27

uitstromen. Bovendien zijn niet al die basisscholen gericht op vve. Is dat wel het

geval dan werken zij wel met hetzelfde programma. Andere ’volgscholen’ werken

niet standaard met de binnen vve beschikbare programma’s. Dat betekent dat een

veel minder sterke doorgaande lijn en warme overdracht is. Wel zijn de pedagogisch

medewerkers op die locaties allemaal getraind in het integrale vve-programma en

het ontwikkelingsvolgmodel (OVM).

2.2 Overzicht van de voor- en de vroegscholen in Arnhem

Voorafgaand aan de digitale vragenlijst is de gemeente gevraagd naar een overzicht

met de vve-peuterspeelzalen en -kinderdagverblijven (de voorscholen) en de

bijbehorende vroegscholen (de vve-basisscholen). De onderwijsinspectie heeft met

gebruikmaking van de DUO-telgegevens per 1 oktober 2012 met het percentage

gewichtenleerlingen van 4 en 5 jaar dat overzicht indien nodig nader ingevuld: zie

tabel 2.2. Hierbij is er van uitgegaan dat scholen die twintig procent of meer

gewichtenkleuters hebben gezien kunnen worden als een ‘vroegschool’.

Tabel 2.2: Overzicht van de voor- en vroegscholen in de gemeente Arnhem.

Alle onderstaande locaties hebben een digitale vragenlijst gekregen.

* In de verificatie opgenomen locaties.

Wijk Voorschool:

vve

peuterspeelzaal

Voorschool:

vve

Kinderdagverblijf

Vroegschool:

oab/vve

Basisschool

’t Broek De Symfonie I

De Symfonie II

Hugo de Grootschool

St. Paulusschool

Geitenkamp De Blokkendoos*

De Grenspost

De Vlindertuin*

De Witte School

Klarendal / st

Marten

Klarendal Ibn-i Sinaschool

Kunstrijk

De Laar Jeroen Boschschool

Malburgen

Noord

De Malburcht 1, 2

en 3

Merlijn Monchyschool

St Margarethaschool

Malburgen

West

De Vrolijke Ark* Klimop Monchyschool

Pastoor van Ars*

Malburgen

Zuid

De Kleine

Boemerang

Het Speelrijk*

Voorschool

Johannesschool*

Het Mozaïek

Presikhaaf

Oost

De Overkant Dr. W. Dreesschool

Presikhaaf

West

Presikhaven 1 en 2* Harlekijn* AMG Schmidtschool*

OLV Lourdesschool

Rijkerswoerd Lea Dasbergschool

Vredenburg Aletta Jacobsschool

vve-

selectspeelzaal

vve volgschool

Elderveld Rakkertjes De Blinkert

De Kringloop

Centrum /

Spijkerkwartier

De Sterrenkring

Klarendal / st

Marten

De Hommel Jan Ligthartschool

De Laar Moriaantje De Laarakker

Page 11: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 11 van 27

Trommelaar Toermalijn

Presikhaaf

Oost

Pinokkio J.F. Kennedyschool

Rijkerswoerd Dikkertje Dap

Vredenburg Pompeltje De Ommelander

2.3 Lijst met de vve-documenten die de gemeente heeft aangeleverd

In de totale looptijd van het tussentijdse onderzoek naar vve in de gemeente

Arnhem ontving de inspectie de volgende documenten: - Beschikking subsidieverlening Rijnstad, 2013, 21 december 2012.

- Opdracht voor Rijnstad boekjaar 2013. - Beschikking subsidieverlening PAS 2013, 19 december 2012. - Beschikking subsidieverlening SPA 2013. 20 december 2012 en (herziening) 20

juni 2013. - Concept – protocol vve en het OVM Arnhem, PAS, september 2011.

- Tussenevaluatie Pilot Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en vindplaatsgericht werken, CJG, juni 2013.

- Convenant zorg en adviesteams (ZAT) 0 tot 4 jaar, gemeente Arnhem, 24 augustus 2009.

- Professionalisering VVE 2013-2014, PAS, Mei 2013. - De daad bij het woord. Jaarverslag stichting PAS, 2011-2012. November 2012.

- Handboek Kwaliteitsbeleid, vve Arnhem, Jong geleerd goed gedaan, PAS Oktober 2011.

- Ouders doen mee met vve, Beleidsplan ouderbetrokkenheid vve, maart 2013 - Schoolevaluatierapport nieuwe stijl. PAS, Zonder datum. - ZATplus boek, December 2010. - Stap voor stap, woord voor woord, Onderwijsachterstandenplan Arnhem 2012-

2014, augustus 2011.

- Vve-Monitor 2011-2012, PAS, december 2013 - Vve-Monitor 2012-2013, PAS, januari 2014. - Informatieboekje peuterspeelzalen, Rijnstad, zonder datum. - Pedagogisch beleid peuterspeelzaalwerk 2013-2015, Rijnstad, zonder datum. - Scholingsplan peuterwerk schooljaar 2013-2014, Rijnstad, 1 augustus 2013. - Leren voor later. Rekenkameronderzoek naar het bereik van voorschoolse

educatie in Arnhem, 16 december 2013.

2.4 Het gemeentelijke vve-beleid

In deze paragraaf geeft de inspectie haar bevindingen weer over het gemeentelijk

vve-beleid.

Per domein wordt weergegeven op welke punten de inspectie het gemeentelijk

beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden

gezien, zowel zonder (‘2’) als met (‘1’) afspraken en op welke punten de gemeente

als een voorbeeld voor anderen gezien wordt (‘4’).

De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van haar verificatie van de

digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse, gesprekken met

betrokkenen en informatie uit locatiebezoeken. Waar de bevindingen van de

inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt

dit vermeld en onderbouwd.

Page 12: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 12 van 27

HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4

1a1 Definitie doelgroepkind ●

1a2 Bereik ●

1a3 Toeleiding ●

1a4 Ouders ●

1a5 Integraal vve-programma ●

1a6 Externe zorg ●

1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en

vroegscholen

1a8 Doorgaande lijn ●

1a9 Resultaten ●

1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau ●

1c Systematische evaluatie en verbetering van vve

op gemeentelijk niveau

DE VVE-CONDITIES

2a GGD-rapport ●

2b Gemeentelijk subsidiekader ●

De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de

gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer

informatie hierover zie www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Kinderopvang.

Toelichting:

’1’ Verbeterpunten met een afspraak

Niet van toepassing ’2’ Verbeterpunten Niet van toepassing

‘3’ Voldoende Het aantal indicatoren waarvoor op gemeentelijk niveau de kwalificatie ‘voldoende’ van toepassing is, is beperkt. Ter toelichting hierop het volgende: Definitie doelgroepkind Gemeenten zijn vrij om te bepalen welke peuters tot de doelgroep van voorschoolse

educatie behoren. In eerste instantie hanteerde de gemeente Arnhem de smalle definitie, namelijk die van de gewichtenregeling. Na wijzigingen in die landelijke geldende regeling heeft de gemeente er voor gekozen de definitie voor de doelgroep aan te passen. Nu passen er ook peuters in die op basis van een aantal andere risico-indicatoren dan alleen de taalachterstand als risicopeuter worden aangemerkt.

Eén daarvan betreft kinderen van inburgeraars. In sommige documenten van de gemeente lijkt het er overigens op dat het primaat nog steeds ligt bij de

gewichtenregeling en dat factoren als sociale deprivatie of fysieke problemen nog niet overal zijn verdisconteerd in de uitvoering van het beleid.

Bereik In opeenvolgende plaatselijke Monitoren van het vve-beleid gaat het onder andere over het bereik van vve. Op basis van de landelijk én binnen Arnhem geformuleerde doelen heeft de gemeentelijke Rekenkamer hier in 2013 een uitgebreid onderzoek naar uitgevoerd. De uiteindelijke conclusie luidt als volgt: ‘Het bereik van voorschoolse educatie is sterk verbeterd in Arnhem, van 42 procent

in 2006 tot 72 procent in 2012. Hiermee lijkt de beleidsdoelstelling van 70 procent bereik in 2012 te zijn gehaald. De Rekenkamer concludeert echter dat een betrouwbare uitspraak over het bereik niet gedaan kan worden vanwege het

Page 13: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 13 van 27

ontbreken van gegevens over een deel van de doelgroep. Belangrijke verklaringen voor het niet bereiken van een deel van de doelgroep zijn: - Er is geen 100 procent aanbod gerealiseerd terwijl dit wel een beleidsdoel is. - Voorschoolse educatie is niet altijd toegankelijk voor alle doelgroeppeuters. - De aansluiting tussen indicatiestelling en plaatsing van doelgroeppeuters

verloopt niet optimaal.’ Ondanks deze kritische opmerkingen blijft staan dat de gemeente een duidelijk

beleid heeft ingezet om beter tegemoet te kunnen komen aan de uiteindelijke inspanningsverplichting 100 procent van de doelgroepkinderen feitelijk te bereiken. Een van de opties die de gemeente aan het verkennen is, betreft het benoemen van alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (zeker na de volledige harmonisatie daarvan) tot vve-locatie. Tegelijkertijd heeft de gemeente bepaald dat er een grens komt voor de maximale deelname van vve-geïndiceerde kinderen per locatie. Dit om

er voor te zorgen dat er op elke locatie toch een min of meer gemengde populatie aanwezig blijft, wat de kansen op groei van de taalontwikkeling voor de doelgroepkinderen verbetert. Een dergelijke oplossing betekent nog niet dat alle doelgroepkinderen per definitie worden bereikt met een vve-aanbod. De mogelijkheden daartoe zijn wel vergroot door de verdere spreiding van het vve-aanbod over Arnhem als geheel. De mogelijkheden om ‘zorgmijders’ te stimuleren hun kind alsnog te laten deelnemen aan vve zijn in Arnhem door de verruiming van

het beleid in voldoende mate ook verbeterd. De kritische kanttekeningen van de Rekenkamer over het ‘bereik’ geven de inspectie overigens géén aanleiding deze indicator als verbeterpunt te kwalificeren. Aan de minimale eis om een aanbod te verzorgen voor 75 procent van de doelgroepkinderen is immers voldaan. Daarnaast is de gemeente al met de meeste van die kanttekeningen aan de slag .

Toeleiding Met ingang van 1 januari 2014 heeft het consultatiebureau het indiceren van

doelgroepkinderen op zich genomen en deze indicatie bepaalt het aantal dagdelen dat voor ouders gesubsidieerd wordt. De gemeente heeft inmiddels goede afspraken gemaakt over het toeleiden en de terugkoppeling tussen jeugdverpleegkundige van STMG en de peuterspeelzaal of het

kinderdagverblijf. Het STMG houdt tevens bij waarom ouders er eventueel niet voor kiezen gebruik te maken van de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf. Met deze gegevens krijgt de gemeente de achterliggende oorzaak van het non-bereik in beeld en kan ze hier gericht, de afgesproken vervolgactie op inzetten.

Externe zorg Zowel binnen de stichting PAS als bij andere betrokken organisaties is voldoende deskundigheid en capaciteit voorhanden om de vraag naar externe zorg te kunnen bieden. Het was tot voor kort wel nodig op dit gebied nadere afspraken te maken,

omdat niet elke organisatie goed was toegerust of voldoende snel inzetbaar. Zo heeft de gemeente inmiddels procedures vastgesteld voor aanmelding van (doelgroep)peuters bij de externe zorginstanties.

Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen Sinds enige tijd is er in Arnhem een werkgroep kwaliteitszorg ingesteld, die onder

andere tot taak heeft sluitende voorstellen te ontwikkelen om de interne kwaliteitszorg op de vve-locaties op peil te brengen. Daarnaast houdt de werkgroep zich bezig met de verbindingen tussen de kwaliteitszorg binnen de locaties met die op gemeentelijk niveau. Vanuit het verleden beschikt elke locatie al over een op gemeentelijk niveau ontwikkeld, uitgebreid kwaliteitshandboek waar de breed samengestelde werkgroep nu ook weer kritisch naar kijkt. Een aandachtspunt voor zowel PAS, als de locaties zelf is het daadwerkelijke gebruik

van alle vastgelegde procedures en handreikingen. Dat begint met het bekend zijn met het handboek bij alle bij vve betrokken personeelsleden op de locaties.

Page 14: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 14 van 27

Resultaten Binnen Arnhem volgt PAS al jaren gegevens over de resultaten van vve en vertaalt

die in de jaarlijkse vve-monitor. In het Onderwijsachterstandenplan 2012-2014

heeft de gemeente prestatieafspraken vastgelegd over het aanbod, over

kwaliteitseisen en over de toeleiding naar vve. Een van de kwaliteitsindicatoren is

die van de met vve gerealiseerde resultaten.

PAS brengt al jaren een groot aantal voor vve relevante resultaten uitgebreid in

beeld. Alle betrokken besturen leveren hiervoor de afgesproken informatie aan.

Zowel de besturen als de gemeente kunnen vervolgens op basis van deze

bevindingen hun beleid aanpassen of juist bevestigd zien. Hoewel op dat vlak

natuurlijk ook nog verdere uitbreidingen en verdiepingslagen mogelijk zijn,

waardeert de inspectie de huidige praktijk toch als ‘voorbeeld voor andere

gemeenten’.

Ten opzichte van eerdere versies bevat de monitor over 2012-2013 bijvoorbeeld ook

gegevens over de leerresultaten van de leerlingen, uitgesplitst naar doelgroep en

niet-doelgroep kinderen. De reden waarom de inspectie deze indicator nog niet

voorziet van de waardering ‘goed’ betreft het gegeven dat er nog géén duidelijke

(en gedifferentieerde) streefniveaus voor de ‘leerwinst’ zijn afgesproken in zowel de

voor- als de vroegscholen. De discussie hierover loopt al geruime tijd en zal

binnenkort worden afgerond. GGD-rapporten Van alle vve-locaties beschikt de gemeente over recente GGD-rapporten. De afspraken daarover werken naar behoren. 2b Gemeentelijk subsidiekader

Net als in veel andere gemeenten staat het vastgestelde gemeentelijk subsidiekader

voor vve onder druk. In haar reactie op het rapport van de Rekenkamer heeft de gemeente uiteengezet hoe dat kader nu in de praktijk werkt. Aandachtspunt voor alle betrokkenen is vooralsnog hoe alle ouders, in ieder geval van de doelgroepkinderen, toch kunnen blijven deelnemen aan op hen gerichte extra aandacht binnen de vve-locaties. De gemeente heeft al eerder het besluit

doorgevoerd om de beschikbare gelden vooral ten goede te laten komen aan de doelgroepkinderen en voor hen de faciliteiten op een hoog niveau te houden. In sommige gevallen betekent dit dat niet-doelgroepkinderen minder gebruik kunnen maken van de beschikbare voorzieningen, inclusief de financiële vergoeding daarvoor. ‘4’ Voorbeeld voor anderen

Voor de gemeente Arnhem heeft de inspectie bij behoorlijk wat onderdelen van het

beleid voor vve de waardering ‘een voorbeeld voor anderen ’gegeven. Ter

toelichting het volgende.

Ouders

In schooljaar 2012-2013 is in Arnhem het beleidsplan Ouders doen mee met vve

ontwikkeld. In maart 2013 is het gepresenteerd en konden de locaties er mee aan

de slag. Kern van het plan is het aangaan van een educatief partnerschap van vve-

instellingen met ouders. Daarnaast bieden vve-locaties een ouderprogramma aan in

een vaste frequentie. In die programma’s kunnen de locaties gebruik maken van de

positieve ervaring van de pilots Logo 3000 en ‘Meedoen met je kind”. De

implementatie daarvan loopt volop, waardoor ouders steeds meer worden

gestimuleerd actief bij te dragen aan de ontwikkeling van hun kind.

Taalstimulering en uitbreiding van de woordenschat staan in de praktijk voorop.

Page 15: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 15 van 27

Verder heeft de stichting PAS middelen ter beschikking om verschillende

medewerkers in te zetten om de ouderbetrokkenheid te verhogen. De nodige andere

organisaties binnen Arnhem dragen daar, desgewenst, ook een steentje aan bij.

Op de multifunctionele centra (MFC’s) in Arnhem heeft de gemeente faciliteiten

beschikbaar gesteld om een coördinator brede-school aan te stellen. Met de

inrichting van de managementteams vve binnen deze centra heeft deze coördinator

ook de vve-coördinatie tot taak. Met name het faciliteren en ondersteunen van de

afstemming doorgaande lijn vve. Hij/zij draagt onder andere zorg voor het

afstemmen van verschillende op ouders gerichte activiteiten op het centrum als

geheel.

Een extra argument om deze indicator als voorbeeld voor andere gemeenten aan te

merken is dat het beleidsplan ook aangeeft dat er een breed op te zetten monitor

Ouderbetrokkenheid vve is ontwikkeld.

Integraal vve-programma

Alle vve-locaties in Arnhem gebruiken (conform gemeentelijke afspraken) in principe

een en hetzelfde programma. Dat vormt de kern van het, breed gedragen,

inhoudelijke vve-beleid. Daarnaast blijft er voor elke locatie enige ruimte eigen

programma’s toe te voegen, maar wel passend bij de stedelijke kaders.

In de loop van vorig schooljaar is Arnhem breed het programma Logo 3000

geïntroduceerd, waardoor leidsters en leraren van alle voor- en vroegscholen nog

meer onderdelen van de taalontwikkeling doelgericht kunnen stimuleren. Zij zijn

inmiddels ook geschoold in het gebruik van dit programma.

Naast het aanbod op alle voor vve relevante inhoudelijke onderdelen beschikt elke

locatie over een pedagogisch beleidsplan en geldt de gemeentelijke afspraak dat

elke locatie de kinderen volgt met een ontwikkelingsvolgmodel en een daarbij te

gebruiken overdrachtsformulier.

Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau

Al in 2009 kon de inspectie voor deze indicator de waardering ‘4’ geven. PAS vervult

nog steeds een onmisbare stimulerende, initiërende, ontwikkelende en uitvoerende

rol binnen alle aspecten van vve, zowel beleidsmatig als in de dagelijkse praktijk.

PAS doet dat zowel namens de gemeente, als op verzoek van alle betrokken

besturen en andere betrokken organisaties in het veld van vve.

Dit wordt mede al duidelijk door de aanwezigheid van de coördinator vve bij de

nagesprekken bij de uitgevoerde verificatieonderzoeken.

Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau

Medewerkers van PAS brengen de ontwikkelingen binnen de vve-locaties nauwgezet

in kaart, gevolgd door heldere conclusies, discussiepunten en aanbevelingen dan wel

aandachtspunten. Deze worden vervolgens vastgelegd in actieplannen voor de

volgende periode.

In de laatste monitor over 2012-2013 stonden de volgende thema’s extra in de

aandacht: het bereik van vve, vve-tijd en de dubbele bezetting, de doorgaande lijn

en de opbrengsten. Zo is het verbeteren van het bereik al jaren een thema, terwijl

de monitor ook nu moet melden dat het bereik in sommige wijken, ondanks alle

beleidsmaatregelen, aandacht en gerichte activiteiten achterblijft bij het uiteindelijk

gewenste niveau.

Page 16: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 16 van 27

Page 17: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 17 van 27

3 De oordelen over de voor- en de vroegscholen

De voor- en vroegscholen uit het overzicht in paragraaf 2.2 hebben een digitale

vragenlijst gekregen om zelf te rapporteren over de kwaliteit van vve. De vragen zijn rechtstreeks afkomstig uit het vve-waarderingskader. Elke voor- en vroegschool heeft een eigen zelfrapportage teruggekregen. Paragraaf 3.1 bevat een overzicht van de resultaten van de vragenlijst. In paragraaf 3.2 worden de resultaten van de locatiebezoeken door de inspectie besproken. Een overzicht van de eigen waarderingen van alle vve-locaties is naar de gemeente

gestuurd.

3.1 Resultaten vragenlijst

De antwoorden van de locaties op de vragen in de vragenlijst zijn conform de werkinstructie van de Inspectie van het Onderwijs vertaald naar waarderingen van een indicator. Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om oordelen die door de inspectie zijn gegeven. De meeste vragenlijsten zijn ingevuld in de periode september-oktober 2013. In de periode tussen de vragenlijst en de totstandkoming van deze

rapportage zijn ontwikkelingen doorgegaan, waardoor sommige waarderingen niet meer actueel kunnen zijn. In de onderstaande tabel staan de waarderingen weergegeven in percentages van het totaal aantal vve-locaties in de gemeente. Het percentage waarderingen per indicator is niet altijd 100 procent, omdat op sommige locaties geen waardering is gegeven, bijvoorbeeld omdat het antwoord op vragen ontbrak. De toelichting gaat met name over de verschuiving van oordelen ten

opzichte van de bestandsopname.

Tabel 3.1a De waardering van de indicatoren: Condities

CONDITIES 1 2 3 4

A0.1 Recent en compleet GGD-rapport* 60

A2 Groepsgrootte* 100

A3 "Dubbele bezetting" 8 92

A4.1 Voldoende vve-tijd per week* 100

A5.2 Opgeleide leidsters* 100

A5.3 Nederlands spreken* 100

A5.5 Jaarlijks opleidingsplan* 100 De indicatoren met een * zijn alleen van toepassing op de voorscholen.

Uit de ingevulde vragenlijsten komt een positiever beeld naar voren als het gaat om de condities waaronder de vve-locaties moeten werken dan tijdens de bestandsopname in 2009. Slechts een enkele locatie geeft nu nog aan dat daar geen sprake is van een dubbele bezetting op die momenten dat dit wenselijk is. Ten opzichte van 2009 is duidelijke winst geboekt als het gaat om de beschikbaarheid

van recente GGD-rapporten en de kwaliteit van de toen nog als leidsters geduide

pedagogisch medewerkers. In 2009 gold de conditie van het halen van een taaltoets voor de pedagogisch medewerkers nog niet. Bij de afname van de voorgelegde vragenlijst gaven alle voorscholen aan, dat het personeel die toets nog niet gehaald had.

Page 18: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 18 van 27

Tabel 3.1b. De waardering van de indicatoren: Ouders

OUDERS 1 2 3 4

B1 Gericht ouderbeleid 89 11

B3 Intake 92 8

B4 Thuis vve-activiteiten 86 14

B5 Vve-participatie van ouders op voor- en vroegschool 44 13 44

Ondanks het binnen Arnhem ondernomen vrij grote aantal acties om een doelgericht ouderbeleid te realiseren, geeft nog steeds een relatief groot aantal vve-locaties aan dat dit ook nu nog niet voldoende tot zijn recht komt. Het inmiddels vastgestelde beleid wordt in schooljaar 2013-2014 geïmplementeerd. De gegeven antwoorden

leiden ook tot beduidend lagere scores dan in 2009. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de locaties op dit gebied te kritisch zijn geweest op zichzelf bij het invullen van de vragenlijsten. Ook stellen zij wellicht hogere eisen/ambitie aan zichzelf door het aangescherpte beleid. Dat beleid is namelijk bij ieder bekend. Waarschijnlijk hebben zij de praktijk bij het invullen van de vragenlijst ook daaraan afgemeten.

Bij de onderzoeken op de locaties kwam de inspectie overigens tot een duidelijk positievere conclusie over het feitelijk gerealiseerde ouderbeleid. Op het gebied van de actieve participatie van ouders bij vve-activiteiten geven de locaties zodanige antwoorden dat daar veel vaker sprake is van een praktijk die volledig voldoet aan de gestelde criteria. De op dit vlak getroffen voorzieningen hebben al wel effect gehad op de locaties. Hier staat dan wel tegenover dat ongeveer de helft van de andere scholen dit kennelijk nog niet voor elkaar heeft

Tabel 3.1c. De waardering van de indicatoren: Kwaliteit van de uitvoering van vve

KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE 1 2 3 4

Het aangeboden programma

C1.1 Integraal programma 90

C1.2 Doelgerichte planning 41 31

De locaties die de vragenlijst op dit punt hebben ingevuld, hanteren, zo geven zij zelf aan, een integraal op vve gericht programma. Dit klopt met gemeentelijk gemaakte afspraken hierover. De scores voor dit aspect komen overigens in grote mate overeen met wat uit de locatie-onderzoeken naar voren is gekomen. Het hanteren van een doelgerichte planning volgt echter kennelijk niet direct uit de

beschikbare programma’s. Een aandachtspunt dat vooral van toepassing was en blijft op de voorscholen. Tabel 3.1d. De waardering van de indicatoren: Ontwikkeling, begeleiding en zorg

ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 1 2 3 4

D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 46 54

D1.2 Planmatige begeleiding 21 8 72

D1.3 Evaluatie van begeleiding en zorg 26 74

D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig? 13 79

D2.2 Aanmelding externe zorg 5 90

De scores voor het aspect dat is gericht op de ontwikkeling, de begeleiding en het geven van extra zorg liggen in dit herhalingsonderzoek weliswaar duidelijk hoger dan ruim vier jaar geleden. Toch zijn er nog de nodige aandachtspunten voor de verdere implementatie van het gemeentelijk beleid op dit gebied.

Page 19: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 19 van 27

Het volgen van de brede ontwikkeling blijkt, zo geven de locaties zelf aan, op een flink aantal voorscholen bijvoorbeeld nog onvoldoende te worden toegepast. Zij hanteren nog te vaak slechts een deel van het beschikbare instrumentarium om de kinderen in hun ontwikkeling te volgen. Dit aandachtspunt zou vooral door de ‘selectzalen’ kunnen zijn gerapporteerd. In het traject voor die locaties ligt de focus dit schooljaar vooral op het verbeteren van de taalontwikkeling. Met name het werken met het ontwikkelingsvolgmodel (OVM) in de begeleiding vraagt tijd om dit

goed in de vingers te krijgen. Deze locaties zitten middenin dat proces. Het relatief hoge aantal locaties dat uitkomt op de score 3 of 4 bij de indicator ‘planmatige begeleiding’ stemt tot tevredenheid over de inzet van verschillende daar op gerichte organisaties en personen binnen Arnhem. Ook het aantal locaties dat aangeeft werk te maken van de evaluatie van de begeleiding en zorg scoort relatief vaak voldoende. Hier ligt waarschijnlijk ook een relatie met de positieve score voor

de beide in het overzicht volgende indicatoren voor het in kaart brengen van die leerlingen die extra zorg nodig hebben en de feitelijke aanmelding voor externe zorg. Tabel 3.1e. De waardering van de indicatoren: Kwaliteitszorg binnen de voor- en

vroegschool

KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- EN

VROEGSCHOOL

1 2 3 4

E1 Vve-coördinatie binnen school 5 95

E2 Vve evalueren 87

E3 Opbrengsten evalueren 59 10 26

E4 Verbetermaatregelen 36 33

E5 Vve borgen 21 72

E6 Vve in kwaliteitszorg binnen school 37 63

Het beeld over de inmiddels op de vve-locaties gerealiseerde kwaliteitszorg valt wat tegen gezien de antwoorden op de vragenlijsten, hoewel ze gemiddeld iets hoger liggen dan in 2009. Bij de locatieonderzoeken komt overigens een beduidend

positiever beeld naar voren van de coördinatie van vve binnen de school, net zo als voor het borgen van binnen vve gemaakte afspraken. Ten opzichte van 2009 lijkt er in Arnhem ook minder progressie te zijn geboekt dan op grond van gemeentelijk beleid verwacht mag worden. Vooral de lage score voor het evalueren van vve als geheel en de opbrengsten ervan spoort niet met de inmiddels gerealiseerde praktijk, waarbij PAS jaarlijks een groot aantal gegevens

verzamelt op alle vve-locaties. Kennelijk speelt hier de verwachting mee, dat er binnenkort nog meer afspraken van toepassing worden voor het zelf in kaart brengen van de gerealiseerde vooruitgang met vve en de invoering van een specifieke gemeentelijke vve-monitor. Nogal wat locaties zijn hier, zo lijkt het, nog niet klaar voor. Hier staat tegenover dat een kwart van de locaties juist erg hoog scoort op het evalueren van de opbrengsten. Het gegeven dat meer dan een derde van de basisscholen met vve zegt dat binnen

de interne kwaliteitszorg vve (nog steeds) géén specifiek aandachtspunt is, is eveneens enigszins in tegenspraak met de positieve score bij de locatieonderzoeken. Tabel 3.1f. De waardering van de indicatoren: Doorgaande lijn

DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4

F2 Doorstroom naar vroegschool 20 80

F3 Warme overdracht 21 72

F4 Afstemming aanbod 8 69

F5 Afstemming pedagogisch/educatief handelen 54 26

F6 Afstemming over ouders 36 44

F7 Afstemming begeleiding/zorg 54 26

Page 20: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 20 van 27

Over weinig zaken betreffende de doorgaande lijnen geven de vragenlijsten eensgezind een positief beeld. Dit is wel het geval bij de doorstroom van de voor- naar de vroegscholen. Over de warme overdracht zijn inmiddels ook de meeste locaties het eens, evenals over de onderlinge afstemming van het aanbod. Dat is inmiddels kennelijk ook op hoofdlijnen voldoende geregeld. Op de andere indicatoren die gaan over de doorgaande lijn geven de vragenlijsten

een gedifferentieerder beeld, waarbij opvalt dat de afstemming van het pedagogisch/educatief handelen en de afstemming van het werken met ouders bij zowel de voor- als de vroegscholen, net als in 2009, de aandacht vraagt. De relatief lage score voor de afstemming van de begeleiding en zorg komt geheel voor rekening van de vroegscholen. En waarschijnlijk gaat het daarbij vooral over de selectzalen. Die hebben ook dit punt namelijk nog een inhaalslag te maken.

Overigens is het opmerkelijk dat zo weinig locaties de vragen over de afstemming van de zorg hebben ingevuld. Tabel 3.1g. De waardering van de indicatoren: Resultaten

RESULTATEN 1 2 3 4

G1 Vve-resultaten meten

G2 Niveau vve-resultaten 36 26

G3 Verlengde kleuterperiode** 37 De indicator met een ** is alleen van toepassing op de vroegscholen.

Slechts een enkele school heeft de vragen over de resultaten ingevuld. Opmerkelijk is dat géén van de vve-scholen in Arnhem zegt te werken met een verlenging van de kleuterperiode.

3.2 Resultaten inspectiebezoek

De inspectie heeft ter verificatie van de vragenlijsten in totaal acht voor- en vroegscholen bezocht. Dit is zo’n twintig procent van alle vve-locaties in de gemeente Arnhem. Bij de keuze van de te bezoeken locaties is de inspectie met name uitgegaan van het aantal/percentage doelgroepkinderen en, waar mogelijk, van een evenredige vertegenwoordiging van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen. Ook een evenwichtige spreiding over de stad en over de in vve

participerende besturen vormde een selectiecriterium. Tenslotte is de kwaliteit van vve tijdens het onderzoek in 2010/2011 van invloed geweest op de keuze. Het onderzoek bestond uit groepsobservaties, gesprekken en documentenanalyse. In onderstaande tabellen staan de oordelen van de inspectie in percentages van het totaal aantal bezochte vve-locaties in de gemeente. Het percentage oordelen per

indicator kan verschillen, omdat op sommige locaties geen oordeel is gegeven. Onder iedere tabel staat een toelichting op de oordelen en de mogelijke verschillen tussen de oordelen op basis van de bezoeken en de waarderingen op basis van de

vragenlijsten. Tabel 3.2a De beoordeling van de indicatoren: Condities

CONDITIES 1 2 3 4

A0.1 Recent en compleet GGD-rapport* 100

A2 Groepsgrootte* 100

A3 "Dubbele bezetting" 100

A4.1 Voldoende vve-tijd per week* 83 17

A5.2 Opgeleide leidsters* 100

A5.3 Nederlands spreken* 100

A5.4 Vve-geschoolde leidsters 10 90

A5.5 Jaarlijks opleidingsplan* 100 De indicatoren met een * zijn alleen van toepassing op de voorscholen.

Page 21: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 21 van 27

Van alle in de verificatie meegenomen voorscholen kon de inspectie nu een recent rapport van de GGD inzien. Op de andere indicatoren heeft de inspectie geen al te grote verschillen waargenomen als het gaat om de condities voor vve dan in 2009.

De indicator die gaat over het spreken van Nederlands laat zien hoe het op dit

moment staat met de landelijke afspraak dat alle pedagogisch medewerkers voldoen

aan de gestelde eisen voor het functioneel gebruik van het Nederlands. In Arnhem is

de scholing op dit onderdeel van de competenties van de medewerkers weliswaar

van start gegaan. In feite kon geen enkele van de onderzochte voorscholen eind

2013 aantonen dat de betreffende test al succesvol was afgesloten.

Dat er op de voorscholen geen locatiegerichte opleidingsplannen voor dit schooljaar

beschikbaar zijn heeft veel te maken met de vele wisselingen binnen de betreffende

organisaties. Op het niveau van de organisaties van de voorscholen en op het

niveau van Arnhem als geheel zijn dergelijke plannen nog steeds volop beschikbaar.

Vandaar toch de positieve score op de betreffende indicator.

Tabel 3.2b De beoordeling van de indicatoren: Ouders

OUDERS 1 2 3 4

B1 Gericht ouderbeleid 70 30

B2 Vooraf info aan ouders over vve 100

B3 Intake 80 20

B4 Thuis vve-activiteiten 20 40 40

B5 Vve-participatie van ouders op voor- en vroegschool 100

B6 Info aan ouders over ontwikkeling kind 10 90

De oordelen over de betrokkenheid van ouders bij vve komen duidelijk hoger uit dan in 2009. Wat nu, net als toen, nog weinig van de grond is gekomen is de concretisering van de op gemeentelijk niveau al wel gemaakte afspraken richting de

praktijk op zowel de voor- als de voorscholen. Op de locaties is kennelijk nog te weinig bekend over de achtergrond van de ouders en speelt de leiding niet actief in op veranderingen die zich vaak langzamerhand voordoen. Bij de verdere implementatie van het uitgestippelde proces vraagt dit verbeterpunt de nodige extra

aandacht. Verder schiet de wijze waarop de medewerkers van een enkele locatie actief en met behulp van heldere overzichten ouders informeren over de vorderingen van hun kind te kort. De leidinggevenden van die locaties wijten deze, bij andere indicatoren achterblijvende observatie, aan de organisatorische veranderingen van afgelopen jaar. Hier staan ook enkele positieve ontwikkelingen tegenover. Het stimuleren van

ouders om ook thuis aan de slag te gaan met activiteiten die aansluiten bij wat op de locaties aan de orde is valt hierbij in ieder geval positief op. Tabel 3.2c De beoordeling van de indicatoren: Kwaliteit van de uitvoering van vve

KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE 1 2 3 4

Het aangeboden programma

C1.1 Integraal programma 100

C1.2 Doelgerichte planning 40 60

C1.3 Gericht op taalontwikkeling 20 80

C1.4 Opklimmende moeilijkheidsgraad 30 70

Het pedagogisch klimaat

C2.1 Pedagogisch handelen 60 40

C2.2 Structuur en gedragsgrenzen 100

C2.3 Stimuleren sociale vaardigheden en competenties 90 10

C2.4 Bevorderen zelfstandigheid 10 90

C2.5 Inrichting van de ruimte 40 60

Page 22: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 22 van 27

Het educatief handelen

C3.1 Afstemming educatief handelen 90 10

C3.2 Structurele activiteiten voor taalontwikkeling 20 80

C3.3 Bevorderen interactie 80 20

C3.4 Stimuleren actieve betrokkenheid kinderen 60 40

C3.5 Ontwikkeling van aanpakgedrag bij kinderen 90 10

C3.6 Responsief gedrag 90 10

C3.7 Afstemming activiteiten op ontwikkelingsverschillen 100

Net als in 2009 heeft de inspectie relatief veel indicatoren die gaan over de kwaliteit van de uitvoering van vve als ‘goed’ beoordeeld. De inspectie heeft nauwelijks

voorbeelden waargenomen waarbij de praktijk niet voldeed aan de gestelde normen.

Ook in locaties die qua aangemelde kinderen hevig onder druk staan wisten de pedagogisch medewerkers en hun leidinggevenden de e standaard hoog te houden. Het aangeboden programma Vooral de structurele gerichtheid van de leidsters en leraren op de taalontwikkeling van de aan hen toevertrouwde kinderen staat als een huis in Arnhem. Ze kunnen daarbij zoals hiervoor al betoogd is, steunen op degelijke programma’s, waarin ze

ook ruim worden geschoold en gecoacht. Dit is ook nodig op een ruim deel van de locaties, gezien het vrij structureel ontbreken van een gerichte planning en de geconstateerde ‘gaten’ in de moeilijkheidsgraad van het aanbod. Het pedagogisch klimaat Wat hiernaast in positieve zin opvalt is dat het bevorderen van de zelfstandigheid van de kinderen zo goed scoort. De verklaring hiervoor ligt in het gebruik van een

integraal programma dat daar op stoelt. De observaties maken bovendien duidelijk dat de vve-locaties veel werk maken van de inrichting van de leeromgeving. Al met

al voldoet het pedagogisch handelen op de locaties in ruime mate aan de bij elke indicator gestelde eisen. Een opmerkelijk gegeven tijdens de verificaties is dat eigenlijk overal de ouders erg positief rapporteerden over de manier waarop er op de locaties wordt ingespeeld op

de behoeften van hun kind. Zij roemden de ‘veilige’ manier van omgang met hun kind en het plezier dat zij hadden op zowel de voor- als de vroegscholen. Het kan zijn dat dit vooral van toepassing is door de tamelijk nieuwe gebouwen van de kindcentra waar de verificaties plaatsvonden

Het educatief handelen

In 2009 lagen de oordelen op het gebied van het educatief handelen beduidend

lager dan nu in 2014. Op geen enkele locatie heeft de verificatie geleid tot het

vermelden van verbeterpunten. Vooral de structurele aanpak van de

taalontwikkeling tijdens individuele en kringactiviteiten blijkt op een hoog

kwaliteitsniveau te liggen. Enkele observaties lieten voorbeelden zien van slimme

manieren om kinderen actief bij de geplande activiteit te betrekken. De werkwijze

van het gehanteerde programma helpt daar zeker bij, zoals ook de oordelen op het

bevorderen van de interactie en het responsieve gedrag van de kinderen laten zien.

Tabel 3.2d De beoordeling van de indicatoren: Ontwikkeling, begeleiding en zorg

ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 1 2 3 4

D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 30 70

D1.2 Planmatige begeleiding 20 10 70

D1.3 Evaluatie van begeleiding en zorg 10 90

D1.4 Specifieke begeleiding en zorg voor taalontwikkeling 80 10

D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig? 100

D2. 2 Aanmelding externe zorg 100

D2.3 Volgen van de externe zorg 100

Page 23: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 23 van 27

Tijdens de bestandsopname bestond enige zorg over het niveau van de plaatselijke coördinatie van de begeleiding en zorg. Nu komt de inspectie op hoofdlijnen tot de conclusie dat die veel beter is georganiseerd en wordt toegepast dan in 2009. Vooral het doorvoeren van de procedure om de ontwikkeling van de kinderen systematisch te kunnen volgen draagt er aan bij dat de pedagogisch medewerkers en de leraren actief kunnen inspelen op gesignaleerde verschillen in ontwikkeling.

Dat dit nog niet overal planmatig gebeurt, heeft vooral betrekking op het niet eenduidig, vooraf, vastleggen van de beoogde begeleiding. Zo wordt het tevens in sommige gevallen lastig de in de praktijk gegeven begeleiding en zorg achteraf te evalueren omdat die niet traceerbaar is in de groepsadministraties. Tabel 3.2e De beoordeling van de indicatoren: Kwaliteitszorg binnen de voor- en

vroegschool

KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- EN

VROEGSCHOOL

1 2 3 4

E1 Vve-coördinatie binnen school 100

E2 Vve evalueren 10 90

E3 Opbrengsten evalueren 80 10

E4 Verbetermaatregelen 100

E5 Vve borgen 10 90

E6 Vve in kwaliteitszorg binnen school 100

Bij de bestandsopname in 2009 kwam de kwaliteitszorg niet naar voren als het sterkst ontwikkelde onderdeel van vve in Arnhem. Uit de huidige verificatie blijkt dat de locaties ook op dat gebied behoorlijk grote stappen in een positieve richting hebben gezet. Zij kunnen hierbij dankbaar gebruik maken van het Handboek

Kwaliteitszorg dat op iedere locatie aanwezig is. En ook de leidinggevenden van de

voor- en vroegscholen zijn nu veel meer gefocust op de hierover gemeentelijk gemaakte afspraken. Het zelf evalueren van een breder scala aan doelen van vve vraagt nog de nodige extra aandacht op de locaties. Tot nu toe ging het bij de kwaliteitszorg vooral om het centraal verzamelen van meer harde gegevens over de resultaten op de

gebruikte toetsen. Als de gemeentelijke werkgroep klaar is met haar voorstellen, richt de kwaliteitszorg zich binnen de locaties zelf waarschijnlijk op een breder spectrum aan te realiseren doelen. Tabel 3.2f De beoordeling van de indicatoren: Doorgaande lijn

DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4

F1 Vve-coördinatie tussen voor-vroeg 100

F2 Doorstroom naar vroegschool* 100

F3 Warme overdracht 100

F4 Afstemming aanbod 100

F5 Afstemming pedagogisch klimaat/educatief handelen 100

F6 Afstemming over ouders 30 70

F7 Afstemming begeleiding/zorg 60 40 De indicator met een * is alleen van toepassing op de voorscholen

Ten opzichte van 2009 hebben de vve-locaties in ieder geval ook laten zien dat ze

werk hebben gemaakt van het implementeren van de doorgaande lijn van voor-

naar vroegschool. Die steunt niet alleen op deugdelijke programma’s, maar

evenzeer op de inmiddels opgebouwde onderlinge verbanden tussen voor- en

vroegscholen. Vooral op het niveau van het management van de locaties signaleert

de inspectie een positieve ontwikkeling. Er is zeer regelmatig overleg over

programma’s en ook al over werkwijzen en bejegening van de kinderen.

Page 24: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 24 van 27

Op een flink deel van de locaties kan de afstemming over de betrokkenheid van de

ouders een slag beter, net zo als de afstemming van de zorg en begeleiding.

Tabel 3.2g De beoordeling van de indicatoren: Resultaten van vve

RESULTATEN VAN VVE 1 2 3 4

G1 vve-resultaten meten

G2 Niveau vve-resultaten

G3 Verlengde kleuterperiode** 100

De indicator met een ** is alleen van toepassing op de vroegscholen.

PAS meet al jaren de ontwikkelingen van de kinderen die staan ingeschreven op de vve-locaties. In hun verslagen van de monitoring laten ze zien hoe Arnhem er als

geheel voor staat en welke verschillen er zijn op zowel locatieniveau als per wijk. Waar PAS of andere betrokkenen tot nu toe niet aan zijn toegekomen is het vaststellen van normen voor afzonderlijke locaties op grond van de specifieke kenmerken van die locatie.

Met deze problematiek worstelt zowel de gemeente, als PAS en de besturen. In het werkplan voor dit schooljaar is opgenomen dat PAS hiervoor een oplossing gaat aandragen.

Page 25: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 25 van 27

4 Conclusies

De inspectie heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de

afzonderlijke locaties, de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de

gemeente Arnhem beoordeeld.

De oordelen zijn gebaseerd op de antwoorden op vragenlijsten door zowel de

gemeente als de vve-locaties. De antwoorden van de gemeente zijn geverifieerd in

gesprekken en aan de hand van separaat toegestuurde beleidsdocumenten. De

antwoorden van de vve-locaties zijn in een beperkte steekproef van onderzoeken ter

plaatse geverifieerd.

Conclusies gemeentelijk vve-beleid

Ten opzichte van de eerste meting tijdens de bestandopname, die in Arnhem al in

2009 plaatsvond, hebben de binnen Arnhem samenwerkende organisaties niet

stilgezeten.

Arnhem heeft op dit moment op vrij veel van de onderzochte gebieden duidelijk

winst geboekt ten opzichte van de vastgestelde kwaliteit tijdens de bestandopname

in 2009. Mede door de gunstige organisatorische opzet van de coördinatie en

aansturing van vve (die vormde in 2009 al een voorbeeld voor andere gemeenten)

is Arnhem er in geslaagd een paar voor de kwaliteit van vve cruciale vervolgstappen

te zetten.

De duidelijk verbeterde scores op vrijwel de hele linie van de in dit onderzoek

meegenomen aspecten en op de daarbij horende indicatoren luidt de waardering dat

die minstens van voldoende niveau is. Op een relatief groot aantal indicatoren is

zelfs sprake van een goede praktijk. De al jaren geldende ‘uitbesteding’ van een

flink aantal gemeentelijk taken naar PAS is daar mede debet aan. En ondanks een

kritisch rapport van de gemeentelijke Rekenkamer over het bereik van vve mag de

gemeente, samen met haar partners trots zijn op de inmiddels gerealiseerde

kwaliteit van vve. De met de landelijke overheid gemaakte afspraken, vastgelegd in

een convenant, kunnen vrijwel allemaal binnen de gestelde termijnen zijn

gerealiseerd.

Ondanks de overwegend positieve oordelen over het gevoerde beleid, past wel de

opmerking dat er een behoorlijke discrepantie zichtbaar is geworden tussen op

gemeentelijk niveau goed onderbouwde beleidslijnen en de ietwat tegenvallende

antwoorden over onderdelen van dat beleid in de uitgezette vragenlijsten. De

uitgevoerde verificatieonderzoeken maken vervolgens duidelijk dat de dagelijkse

praktijk kennelijk toch positiever is dan de vragenlijsten suggereren.

Met de gemeente is de inspectie dan ook van mening dat het belangrijk is om de

bereikte kwaliteit vast te houden in een sterk veranderende omgeving. Denk hierbij

bijvoorbeeld aan de financiële harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang.

Het blijkt voor PAS, de gemeente én de andere partners binnen vve best een taaie

materie om goed vorm te geven aan de beoogde evaluatie van de behaalde

resultaten. De komende tijd zal dan ook moeten blijken of Arnhem de hoge ambities

op dit punt waar kan maken.

Het beleid rond de ouderbetrokkenheid bij vve ‘staat’ bijvoorbeeld en wordt ook

gedragen door alle betrokkenen. Iedereen is er mee bezig. Arnhem bevindt zich

echter nog volop in de implementatiefase. Sommige locaties zijn verder dan

anderen. Dit neemt niet weg dat er echt nog wel het een en ander gerealiseerd moet

gaan worden. Ook dit gegeven kan deels de discrepantie tussen vragenlijsten en

locatiebezoeken verklaren.

Page 26: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 26 van 27

Verbeterafspraken

De inspectie ziet geen enkele reden verbeterafspraken te maken met de gemeente

Arnhem

Verbeterpunten

Ook heeft dit onderzoek geen structurele verbeterpunten opgeleverd op

gemeentelijk niveau

Voldoende oordelen

De volgende indicatoren hebben de kwalificatie ‘voldoende’ gekregen.

- Definitie van de doelgroep

- Bereik

- Toeleiding

- Externe zorg

- GGD-rapportages

- Gemeentelijke subsidie kaders

Voorbeelden voor anderen

De volgende indicatoren hebben de kwalificatie ‘goed’ gekregen.

- Ouders

- Integraal vve-programma

- Resultaten

- Gemeentelijke coördinatie

- Systematische evaluatie.

Kwaliteit van vve op de locaties en relatie tussen de bezoeken en de

vragenlijsten Uit de uitgevoerde onderzoeken op een beperkt aantal vve-locaties komt, zeker in verhouding tot de bestandopname in 2009 een duidelijk positiever beeld naar voren. Vooral de kwaliteit van de uitvoering van vve in de dagelijkse praktijk scoort vrijwel over de hele linie minstens een voldoende, met relatief veel voorbeelden van een goede praktijk.

Hier staat tegenover dat de locaties die de vragenlijsten hebben ingevuld in relatie tot de uitgevoerde onderzoeken kennelijk soms wat kritischer zijn geweest naar zichzelf. Het is namelijk niet aannemelijk dat het aantal voorbeeld-locaties oververtegenwoordigd is in de uitgevoerde verificatieonderzoeken. Op een kleiner aantal thema’s liggen de uitkomsten van de vragenlijsten in lijn met die van de onderzoeken op locatie. Zo is er relatief veel werk te verzetten binnen de

voorscholen als het gaat om de volledige doorvoering van de afspraken over de zorg en begeleiding. En ook de kwaliteitszorg laat op onderdelen vergelijkbare scores zien.

Uit het onderzoek komt eveneens naar voren dat er vanuit het basisonderwijs meer

vraag is naar afstemming in begeleiding en zorg. Die vraag herkent de gemeente

Arnhem. Bij sommige locaties is dat lijntje ook zeker al gelegd, maar bij veel

locaties valt daar nog zeker winst te boeken. Relatie tussen gemeentelijk beleid en kwaliteit op de locaties

Het lijkt er in bepaalde opzichten op dat het gemeentelijk beleid en vooral de

uitvoering daarvan via PAS voorloopt op het tempo binnen de vve-locaties. Op zich

is dat niet verkeerd. PAS zorgt immers voor belangrijke randvoorwaarden en

ondersteuning van de vernieuwingsprocessen. Er bestaat, voor zover valt vast te

stellen binnen dit onderzoek, geen al te groot risico dat PAS uit de pas loopt.

Wel zullen PAS en vooral de besturen van de voorscholen rekening moeten houden,

voor zover ze dat al niet doen, met het gegeven dat er binnen de voorscholen de

nodige onzekerheid bestond en deels nog bestaat als het gaat om de terugloop van

Page 27: DE KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN … · 2.1 Ontwikkeling van vve in Arnhem sinds de bestandsopname Sinds de bestandopname, die in Arnhem in 2009 is uitgevoerd,

Pagina 27 van 27

het aantal kinderen dat gebruik maakt van vormen van kinderopvang al dan niet

binnen vve.

Overigens heeft de inspectie op enkele locaties vastgesteld dat daar, ondanks die

onzekerheid, met volle overtuiging wordt doorgewerkt aan het realiseren van

kwalitatief goede vormen van vve.

De discrepantie tussen de door de (vooral voorschoolse) locaties zelf ingevulde

vragenlijsten en de bevindingen uit de locatiebezoeken geven reden tot bezinning.

In het stedelijk beleid zijn hoge ambities neergelegd. Pedagogisch medewerkers en

leraren doen al heel veel om vve te doen slagen. Ze zijn ook heel betrokken en

willen het beste doen voor de kinderen die ze onder hun hoede hebben.

De managers (en dat geldt voor alle vve-instellingen) zijn ook voortdurend bezig

met het verbeteren van de kwaliteit. Dat is de cultuur waarin binnen Arnhem wordt

gewerkt. Met het opbrengst gericht werken, en vooral het cyclisch planmatig

werken/evalueren, zijn de meeste voorschoolse locaties echter nog niet structureel

bezig. Dit wellicht met uitzondering van de ‘startgroepen. Dit verklaart vooral de iets

tegenvallende scores op de aspecten ‘doelgerichte planning (C1)’ en’ Kwaliteitszorg

(E)’. Bovendien verzamelen de locaties samen met PAS wel gegevens en resultaten,

maar dit zijn nog geen resultaatafspraken (normen). Bovendien gaat dat vooral om

de kleutertoetsen en niet de resultaten van de voorschoolse periode.

Derhalve blijft het borgen van kwaliteit een aandachtspunt. PAS gaat dan ook de

instellingen en locaties verder ondersteunen in het realiseren van een goed en

passend systeem van kwaliteitszorg.

Vooral voor de stichting PAS zal het daarbij altijd de kunst blijven te balanceren

tussen beleid en praktijk en vice versa. PAS heeft de ‘opdracht’ ambitieus te zijn en

vooruit te lopen. Maar, goed luisteren en kijken naar de behoeften van de

medewerkers en de locaties blijft cruciaal. Daar geeft temporiseren en spreiding van

trajecten de doorslag in een geslaagde verhoging van de kwaliteit van vve.

Vervolgafspraken:

De enige vervolgafspraak betreft de in 2015 uit te voeren volgende landelijke vve-

monitor 2015. De inspectie zal namelijk vanaf 2015 opnieuw de kwaliteit van vve in

de gemeente Arnhem in beeld brengen.