De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de...

24
Peter-Paul Verbeek De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein van het dage- lijks leven te vinden dat niet op de één of andere manier mede vorm krijgt door technologie. Van de manier waarop we onze dag inrichten en contact hebben met anderen tot hoe we omgaan met ziekte en onze vrije tijd invullen – technologie speelt er een belangrijke rol in. En inmiddels overschrijdt technologie zelfs de grens van het lichaam: van medicijnen die ons verlossen van depressies tot pace- makers die ons hartritme reguleren. Zoals voor de meeste Middeleeuwers God alomtegenwoordig was, en niemand kon vluchten voor Zijn aangezicht, is het nu de moderne techniek die alle poriën van ons bestaan doordringt. Wat betekent dat voor de conditio humana, voor de toestand van de mensen die in deze technische wereld leven – deze ‘technotoop’, die de ‘biotoop’ van weleer heeft verdron- gen? 1 Om deze vraag te beantwoorden zal ik in deze bijdrage drie verschillende benaderingen van de relaties tussen mens en techniek onderscheiden en uitwerken. De eerste benadering gaat uit van een uitwendige relatie tussen beide: mens en techniek bevinden zich in afzonderlijke domeinen, waarbij de vraag is of mensen op een goede manier omgaan met technologie en of technologie niet te ver binnendringt in de menselijke wereld. De tweede be- nadering meent dat deze scheiding van mens en techniek onvoldoende recht doet aan de nauwe verbindingen die 14

Transcript of De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de...

Page 1: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

Peter-Paul Verbeek

De grens van de mensOver de relaties tussen mens en techniek

inleiding

Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein van het dage-lijks leven te vinden dat niet op de één of andere maniermede vorm krijgt door technologie. Van de manier waaropwe onze dag inrichten en contact hebben met anderen tothoe we omgaan met ziekte en onze vrije tijd invullen –technologie speelt er een belangrijke rol in. En inmiddelsoverschrijdt technologie zelfs de grens van het lichaam:van medicijnen die ons verlossen van depressies tot pace-makers die ons hartritme reguleren. Zoals voor de meesteMiddeleeuwers God alomtegenwoordig was, en niemandkon vluchten voor Zijn aangezicht, is het nu de modernetechniek die alle poriën van ons bestaan doordringt. Watbetekent dat voor de conditio humana, voor de toestandvan de mensen die in deze technische wereld leven – deze‘technotoop’, die de ‘biotoop’ van weleer heeft verdron-gen?1

Om deze vraag te beantwoorden zal ik in deze bijdragedrie verschillende benaderingen van de relaties tussenmens en techniek onderscheiden en uitwerken. De eerstebenadering gaat uit van een uitwendige relatie tussenbeide: mens en techniek bevinden zich in afzonderlijkedomeinen, waarbij de vraag is of mensen op een goedemanier omgaan met technologie en of technologie niet tever binnendringt in de menselijke wereld. De tweede be -nadering meent dat deze scheiding van mens en techniekonvoldoende recht doet aan de nauwe verbindingen die

14

Page 2: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

tussen beide zijn ontstaan. In deze benadering bemiddelttechnologie de relaties tussen mens en wereld: menselijkepraktijken en ervaringen krijgen gestalte in interactie mettechnologie, en daardoor krijgt het mens-zijn op een nieu-we manier vorm. De derde en meest radicale benaderinggaat nog een stap verder. Niet alleen bemiddelt techniekhet menselijk bestaan, maar ze versmelt ook met het men-selijk lichaam. Implantaten, gentechnologie en prothesesdoen de grens tussen mens en techniek vervagen, en ma -ken het mogelijk om de mens te veranderen, of zelfs te ‘ver-beteren’ zoals de huidige trend van ‘human enhancementtechnology’ beoogt. Hier rijzen vele ethische en antropo-logische vragen ten aanzien van de grens van de mens.

uitwendigheid: doelen en middelen

Een nog altijd zeer dominante, zij het niet zo adequate, be -nadering van techniek verloopt in termen van doelen enmiddelen. Techniek behoort dan tot het domein van demiddelen die ingezet kunnen worden om doelen te verwer-kelijken die mensen hebben gesteld. Deze instrumentali-teit van techniek wordt vaak opgevat als motor van voor-uitgang: techniek zou mensen in staat stellen een wereld tescheppen waarin honger, ziekte en inspanning een steedskleinere rol spelen. Tegelijkertijd zijn er echter analyses dieeen doel-middel-omkering in onze technologische cultuurwaarnemen. In plaats van middel wordt techniek tot doelin zichzelf. Tegenover de instrumentalistische visie komtdan een deterministische visie te staan. Techniek krijgt on -ze cultuur in haar greep, omdat mensen vanzelfsprekendvoor technische oplossingen kiezen om problemen op telossen (de “technical fix”), en omdat techniek problemengenereert die om de ontwikkeling van nieuwe techniekvragen. Dat leidt niet alleen tot een determinerende rol vantechniek in de cultuur, maar tevens tot een autonomie vanhaar ontwikkeling: niemand kan de ontwikkeling van

15

Page 3: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

techniek tegenhouden of beïnvloeden. Er geldt een “tech-nologische imperatief”.2 Deze positie, die zowel auto -nomie als determinisme in techniek herkent, wordt welaangeduid als de substantivistische positie.Dit technologisch determinisme, dat lange tijd domi-

nant is geweest in cultuurfilosofische analyses van tech-niek, ging doorgaans gepaard met cultuurpessimisme. Dedeterminerende rol van de zich autonoom ontwikkelendetechniek werd dan beoordeeld in termen van vervreem-ding. Techniek zou mensen vervreemden van zichzelf envan de werkelijkheid om hen heen. Mensen zouden ver-vreemden van zichzelf omdat de door techniek georgani-seerde maatschappij geen ruimte meer biedt aan individu-aliteit en mensen slechts aanspreekt op hun functie binnenhet productieapparaat van de samenleving.3 En mensenzouden vervreemden van de werkelijkheid doordat tech-niek een heel specifieke benadering van de werkelijkheidvereist, waarin deze alleen nog betekenis kan hebben alsgrondstof, als materiaal om te gebruiken en dat geen waar-de in zichzelf heeft.4

Inmiddels lijkt geen van beide posities nog houdbaar.Het instrumentalisme is te ‘dun’ gebleken, want onze cul-tuur is de afgelopen eeuw onmiskenbaar ingrijpend veran-derd door techniek. Tegelijkertijd is het substantivismeweer te ‘dik’, want de invloed van techniek blijkt niet ge -heel autonoom en determinerend te zijn. Mensen hebbenwel degelijk invloed op de richting van de technolo gischeontwikkeling, zoals duidelijk is geworden uit empirischestudies naar de relatie tussen techniek en samenleving,5 enbovendien is de invloed van techniek altijd mede een pro-duct van de specifieke manier waarop mensen haar inbed-den in hun dagelijks leven. Met een alledaags voorbeeld: deauto is geen neutraal middel om ons mee te verplaatsen,maar evenmin heeft de auto ons vervreemd van onszelf ofonze omgeving. Wel geeft de auto mede vorm aan demanier waarop we ons leven inrichten. Zo is de scheidingtussen werk en vrije tijd die een grote rol speelt in onze cul-

16

Page 4: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

tuur niet te begrijpen zonder de mogelijkheid die de autobiedt om op grote afstand van het werk te wonen, waar-door de sociale sferen van werk en thuis niet meer overlap-pen maar verschillen. De auto kon deze rol echter pas gaanspelen toen hij geïnterpreteerd werd als vervoermiddelvoor de lange afstand en niet meer als het sportartikel dathij aanvankelijk was, zodat er infrastructuur ontstond diehet mogelijk maakte om de auto ook daadwerkelijk voorlange afstanden te gebruiken.6

Het probleem van zowel instrumentalisme als substan-tivisme is dat ze mensen en techniek in afzonderlijkedomeinen plaatsen: mensen in het domein van de subjec-ten, techniek in het domein van de objecten. Wenselijkdaarbij is dan dat beide domeinen zoveel mogelijk geschei-den blijven. Subjecten mogen met objecten in aanrakingkomen om ze te gebruiken, maar alles wat verder gaat dandat brengt het risico met zich mee dat subject en object vanplaats wisselen, waardoor mensen objectworden van tech-niek en techniek de kans krijgt zich, als was ze een subject,volgens haar eigen dynamiek te ontwikkelen.Deze ‘zuiverheidsideologie’ in de benadering van sub-

ject en object7 belemmert het zicht op de rol van technolo-gie in onze cultuur. In plaats van mensen en technologieënvan elkaar te scheiden, is het juist nodig om te zien opwelke manier ze vermengd zijn. Ons dagelijks leven krijgtaltijd mede vorm door de technologie waarmee we onsomringen, en tegelijkertijd belichamen technologieën opvele manieren menselijke behoeften, verlangens, ideeën.Deze vermenging van mens en techniek kan echter optwee heel verschillende manieren worden begrepen, zoalsuit het volgende moge blijken. Ik bespreek eerst de meestgematigde positie, om te eindigen met de meest radicalevariant, die meeste discussie oproept.

17

Page 5: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

mediatie : relaties tussen mens entechnologie

Tegenover het externalisme van de instrumentele en deter-ministische benaderingen staat de hedendaagse benade-ring van technische mediatie. Deze benadering richt zichprimair op de nauwe relaties tussen mensen en techniek,waarbij techniek niet als neutraal instrument of vervreem-dende determinant wordt gezien maar als bemiddelaar inde relaties tussen mensen en hun omgeving. Met name deAmerikaanse fenomenoloog Don Ihde en de Franse antro-poloog-filosoof Bruno Latour hebben, ieder op geheeleigen wijze, vorm gegeven aan deze benadering.In het werk van Don Ihde neemt een analyse van de re -

laties tussen mensen en techniek een centrale plaats in.8

Zijn benadering werpt een geheel nieuw licht op techniek,om dat ze de ruimte schept om te analyseren op welke wij-zen techniek mede gestalte geeft aan de manier waarop dewerkelijkheid voor mensen aanwezig is en mensen in dewerkelijkheid aanwezig zijn. In het spectrum van mens-techniekrelaties dat Ihde blootlegt bestaan verschillendegradaties van vervlechting tussen mens en techniek. Ditspectrum varieert van relaties waarin techniek als ‘quasi-ik’ optreedt tot relaties waarin techniek aanwezig is als‘quasi-ander’.Technologie is aanwezig als ‘quasi-ik’ wanneer ze, in

Ihdes woorden, wordt ‘ingelijfd’. Deze inlijving van tech-niek vloeit voort uit het gebruiken van techniek. In navol-ging van Heidegger9 laat Ihde zien dat er een opmerkelijkerelatie ontstaat wanneer mensen een gebruiksvoorwerp ofapparaat gebruiken. Om namelijk iets met het artefact tekunnen doen, moet dat artefact in zekere zin naar de ach-tergrond van de menselijke ervaring verschuiven, zodat degebruiker via het artefact betrokken is op zijn of haar om -geving. Wie auto rijdt, is niet voortdurend betrokken op deauto zelf. Sturen, schakelen, optrekken en remmen gebeu-ren haast ongemerkt, terwijl de chauffeur gericht is op de

18

Page 6: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

omgeving waar hij of zij doorheen rijdt. Als de auto zelfom aandacht zou vragen, zouden er ongelukken gebeuren,zoals iedereen zich zal kunnen herinneren van zijn of haareerste rijlessen. Dit geldt voor veel techniek die we gebrui-ken: brillen, telefoons, televisies, radiotelescopen, medi-sche beeldvormende technologieën als mri scanners enechoscopen. Al deze apparaten worden ‘ingelijfd’ wanneerze worden gebruikt: we zijn niet gericht op deze apparatenmaar op wat ze zichtbaar maken, maar ondertussen gevenze wel vorm aan onze relatie met de werkelijkheid.De andere pool van mens-techniekrelaties is de quasi

‘anderheid’ van technische artefacten. Niet alle apparatenof werktuigen worden ingelijfd wanneer we ze gebruiken.Met sommige zijn we juist in interactie. Wie een kop koffieuit een automaat koopt, is niet via die automaat betrokkenop de werkelijkheid daarachter, maar is juist betrokken opdie automaat zélf. Deze interactie kan complex zijn, en deervaring geven dat een technologie ‘veroverd’ moet wor-den. In sommige gevallen kan deze interactie dan overgaanin inlijving, zoals bij het leren autorijden, maar in sommigegevallen blijft het bij ‘leren omgaan met’, zoals het pro-grammeren van een dvd -recorder of het bedienen vaneen elektriciteitscentrale. Tussen deze extremen van inlijving en alteriteit in

bevindt zich volgens Ihde de ‘hermeneutische relatie’, ver-wijzend naar de filosofische discipline van de hermeneu-tiek die zich bezighoudt met betekenis en interpretatie.Wanneer mensen een hermeneutische relatie hebben meteen technologie, geeft die technologie toegang tot de wer-kelijkheid zonder ingelijfd te worden. Die toegang is danechter indirect: de technologie creëert een afspiegeling vande werkelijkheid die geïnterpreteerd moet worden om‘contact’ met de werkelijkheid te kunnen verschaffen. Eenvoorbeeld hiervan is een thermometer: deze geeft geendirecte sensatie van warmte of koude, maar representeertde temperatuur door middel van een getalswaarde die viainterpretatie herleid kan worden tot temperatuur.

19

Page 7: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

Interessant genoeg onderscheidt Ihde nog een vierdemens-techniekrelatie, die zich buiten het spectrum vaninlijving tot alteriteit bevindt: de achtergrondrelatie. Indeze relatie zijn mensen niet rechtstreeks betrokken optechniek of via techniek op de werkelijkheid, maar vormttechniek de context waartegen mensen betrokken zijn ophun omgeving. Het licht van de lampen, de warmte van deradiatoren, het gezoem van een computer, koelkast of air-conditioning, al deze zaken creëren een context die medebepaalt hoe de werkelijkheid voor mensen aanwezig is. Derelaties tussen mensen en techniek kennen zo verschillen-de gradaties van versmelting: het spectrum loopt van een‘quasi-ik’ karakter van technologie in de inlijvingsrelatievia de hermeneutische relatie naar het ‘quasi-ander’-karakter van de alteriteitsrelatie, en kent zelfs ‘voorbij’ dealteriteit nog een mens-techniekrelatie waar techniek nieteens meer expliciet ervaren wordt maar alleen als contextaanwezig is. Door te denken in termen van mens-techniekrelaties

wordt duidelijk dat het doel-middel schema weinig zinvolis om techniek te begrijpen. In de relaties tussen mensenen techniek spelen doel-middelverhoudingen wel een rol,maar er is veel meer aan de hand. Technologieën blijkenaltijd op de één of andere manier vorm te geven aan de rela-ties tussen mensen en hun omgeving. Deze rol kan wordenaangeduid als ‘bemiddeling’ of ‘mediatie’: techniek is eenbemiddelaar tussen mensen en de wereld waarin zij zichbevinden.In deze technologische bemiddeling kunnen twee di -

mensies worden onderscheiden.10 Techniek kan allereersteen rol spelen in de manier waarop mensen in de werkelijk-heid aanwezig zijn, door hun handelen te bemiddelen endaardoor tevens de manier waarop zij hun bestaan inrich-ten. Deze rol van techniek wordt vaak geanalyseerd methet begrip ‘script’.11 Net zoals een film of een toneelstukeen script heeft dat aangeeft wie op welk moment watmoet doen, kan ook een technologie een script bevatten

20

Page 8: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

waarin handelingsvoorschriften worden vastgelegd. Denkaan verkeersdrempels, wegversmallingen en flitspalen diemede bepalen hoe hard automobilisten rijden.Ten tweede, en dit is het primaire aandachtsgebied van

Don Ihde, kan technologie een rol spelen in de manierwaarop de werkelijkheid voor mensen aanwezig is, doorde waarneming te bemiddelen en daardoor ook de wijzenwaarop mensen de werkelijkheid interpreteren. Zo biedenmedische beeldvormende technologieën niet zomaar eenneutrale blik in het lichaam, maar geven ze tevens vormaan de manier waarop dat lichaam geïnterpreteerd wordt.Het laten maken van een echo van een ongeboren kindplaatst dat kind direct in een context van ziek versus ge -zond en bepaalt zo mede de ervaring van het zwanger zijn.

Een nieuwe subject-objectrelatieDoor in termen van bemiddeling naar technologie te kij-ken, wordt op een fundamentele manier gemorreld aangangbare visies op de relaties tussen mensen en technolo-gie. Bij de al eerder genoemde doel-middelbenaderinghoort tevens een subject-object denken. Het subject steltdoelen, en gebruikt technologische objecten om die doelente verwerkelijken. Die objecten zelf spelen dan geen actie-ve rol, tenzij er een subject-objectomkering optreedt, zoalsde cultuurpessimisten onder de techniekfilosofen menen,waarbij mensen techniek ongebreideld haar gang latengaan zodat de middelen tot doel in zichzelf worden. De mediatiebenadering lijkt misschien ruimte bieden

aan een dergelijke visie op techniek, wanneer ze zo gelezenwordt dat mens en werkelijkheid vaststaande entiteitenzijn, waarbij de bemiddelende technologie bepaalt hoe dewerkelijkheid aanwezig kan zijn voor mensen, respectieve-lijk hoe mensen aanwezig kunnen zijn in hun werkelijk-heid. Maar er is een radicalere lezing nodig. In deze lezingkunnen mens en werkelijkheid niet los van elkaar begre-pen worden, maar geven ze elkaar vorm.Denken in termen van technische mediatie betekent

21

Page 9: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

dan dat de strikte scheiding tussen menselijke subjecten entechnologische objecten niet meer gehandhaafd kan wor-den. Subject en object geven elkaar vorm in hun onderlin-ge relaties, zoals die bemiddeld worden door technologie.Het object is dan niet meer louter passief en het subjectactief. Wie mensen zijn, wat hun wereld is, en wat debemiddelende technologie is, wordt vormgegeven door deaard van de relatie die ontstaat. Een technologie creëerteen relatie tussen gebruiker en omgeving die zonder dietechnologie niet zou bestaan, en bemiddelt dus ‘actief’;maar tegelijkertijd kan die technologie dat alleen maardoen wanneer zij op een specifieke manier is ingebed ineen gebruikspraktijk. Om bij het voorbeeld van echosco-pie te blijven: deze technologie wordt inmiddels gebruiktals middel om te bepalen wanneer de zwangerschap vol-dragen is, en vanuit deze specifieke inbedding schept zijeen specifieke relatie tussen degenen die in verwachtingzijn en hun ongeboren kind. In deze relatie wordt het onge-boren kind niet alleen aanwezig gesteld in termen van eenmogelijke geboortedatum maar tegelijkertijd ook in ter-men van mogelijke ziektes. Daarnaast worden de oudersaanwezig gesteld als degenen die potentieel een beslissingmoeten nemen over het leven van hun ongeboren kind,mochten er aanwijzingen zijn voor een ernstige ziekte.Tegenover een scheiding van subject en object staat hier

dus een wederzijdse constitutie van beide. Binnen deze be -nadering bestaat er geen autonoom subject dat bedreigdwordt wanneer het van zijn autonomie wordt beroofd, enevenmin een puur op zichzelf staand object dat bedreigendwordt wanneer het niet meer op zichzelf staat maar zichinlaat met de mensen die het gebruiken. Wie mensen zijnen wat hun werkelijkheid is, wordt altijd mede bepaalddoor de technologieën die mensen gebruiken. De impli -caties van deze benadering reiken ver. Het door techno -logie bemiddelde karakter van onze ervaringen en onshandelen betekent bijvoorbeeld dat de gangbare kadersvan de ethiek verruimd moeten worden. Ethiek gaat over

22

Page 10: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

de vraag hoe te handelen, en uit de hierboven gegevenvoorbeelden wordt duidelijk dat deze vraag in veel gevallenniet exclusief door mensen wordt beantwoord, maar vaakook mede door technologie. Niet alleen wijzelf maar ookde constructie van onze auto, de inrichting van de wegenen de aanwezigheid van flitspalen bepalen hoe hard we rij-den. Niet alleen wijzelf nemen morele beslissingen overhet begin en het einde van het leven, maar ook de technolo-gieën op grond waarvan wij diagnoses stellen en kiezenvoor behandelingen. Ethiek blijkt geen zaak van mensenalleen te zijn. Deze conclusie heeft nogal wat voeten in aarde. Om aan

ethiek te kunnen doen is het volgens de gangbare overtui-gingen immers nodig om intenties te hebben en in vrijheidte kunnen handelen, maar dingen die mede vormgeven aanmorele beslissingen bezitten geen intentionaliteit en men-sen die in hun morele beslissingen gestuurd worden doordingen zijn niet vrij. De toenemende verwevenheid vanmensen en technologie noopt ons er dus toe de notie vanmoreel actorschap opnieuw te doordenken, om recht tekunnen doen aan de morele lading van technologie en deverwevenheid van menselijke beslissingen met technolo -gische bemiddelingen.12

transhumanisme: techniek voorbi j de mens

De vermenging van mens en techniek kan echter ook opeen nóg radicalere manier begrepen worden. Wat gebeurter als het niet alleen onmogelijk wordt om mens en tech-niek van elkaar te scheiden maar ook om ze überhaupt teonderscheiden? Deze vraag staat centraal in de benaderingvan het ‘transhumanisme’, die mens en techniek samendenkt, als nieuwe entiteit voorbij de ‘klassieke’ mens zoalswij die kennen.Het metaforische beeld om deze mens-techniekver-

23

Page 11: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

smelting aan te duiden is, zeker sinds de publicatie vanDonna Haraway’s Manifesto for Cyborgs (1987), decyborg.13 In dit manifest, dat overigens niet primair eenwijsgerig-antropologische maar een feministisch-politie-ke strekking heeft,14 figureert de cyborg als een wezenwaarin het technische en het menselijke versmolten zijntot een nieuwe entiteit. De cyborg is een wezen dat gren-zen vervaagt, juist omdat het de gangbare grenzen die aanhet menselijke zijn gesteld niet kent. Een cyborg is nietgeboren maar gemaakt, niet in het leven geworpen maar inhet leven geplaatst. Omdat cyborgs geconstrueerd zijn,hebben zij geen ‘wezen’ en kunnen ze niet vastgepind wor-den op hun ‘natuur’ – en hierin schuilt de politieke relevan-tie van de cyborg-figuur, want juist het vastgepind wordenop een (of zelfs ‘de’) ‘natuur’ is vaak een reden om groepenin politieke zin irrelevant te maken of te onderdrukken.Haraway doelt met haar cyborg-figuur uitdrukkelijk

niet uitsluitend op fysieke versmeltingen van mens entechniek, maar duidt ermee juist in ruimere zin aan dat ergeen onderscheid meer gemaakt kan worden tussen wat ermenselijk en wat er technologisch aan ons is. Wie we zijn,hoe we onszelf definiëren, relaties onderhouden, invullinggeven aan ons bestaan, is niet meer los te denken van detechniek die we gebruiken. Deze interpretatie van decyborg ligt dicht bij de mediatie-benadering die hierbovenbesproken is als manier om de relatie tussen mensen entechniek te begrijpen. Technologie geeft hier mede vormaan wie mensen zijn, waardoor mensen niet meer los vantechniek gedacht kunnen worden en uiteindelijk niet meerte bepalen is wat nu menselijk is en wat technisch.Het meer radicale transhumanisme gaat echter een stap

verder en stelt dat de mens als biologisch wezen – de homosapiens – achterhaald is door de techniek, zodat de menszoals wij die kennen binnenkort bijgezet kan worden in dereeks van uitgestorven primaten. Transhumanisten zijnniet van mening dat er een nieuwe mens zal opstaan – datzou nog binnen het humanistische programma blijven –

24

Page 12: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

maar menen dat Nietzsche letterlijk gelijk had toen hij stel-de dat de mens een wezen is dat overwonnen moet wor-den.15 Haraway’s invulling van de cyborg leidt ‘slechts’ toteen ‘posthumanisme’: een overwinning van de humanisti-sche benadering van ‘de mens’. Binnen het transhumanis-me gaat het echter niet om een nieuwe benadering van demens, een alternatief voor het humanisme, maar om deaankondiging van een nieuwe, transhumane levensvormdie het menselijke achter zich laat.Het menselijk lichaam wordt nu al uitbundig uitgebreid

met en gedeeltelijk vervangen door technische apparatuur:van gebitsprotheses tot kunstheupen, van hoorapparatentot pacemakers, en van antidepressiva tot automatischeinsulinepompjes. Volgens transhumanisten is de tijd nabijdat ook onze cognitieve vermogens met techniek versmol-ten raken. Er wordt zelfs druk gespeculeerd over mogelijk-heden om de geest in een machine te downloaden enlichaam en geest te upgraden – ook al behoort dat voorals-nog tot het domein van de techno-fiction. Hoe overtrokkenhet ook moge lijken, volgens filosofen als De Mul is hetonverstandig om het transhumanistische programma nietserieus te nemen. Het toont namelijk een tendens in deontwikkeling van de menselijke cultuur die ons helpt onzeeigen cultuur en onszelf beter te begrijpen. Wie uitgaatvan de gedachte dat alleen mensen werkelijk intelligentkunnen zijn, hanteert de veronderstelling dat de mens demaat is van iedere vorm van intelligentie en valt daarmeeten prooi aan een ‘protoplasma-chauvinisme’ dat alleeneen organische basis van intelligentie accepteert. Wantwaarop is deze maat geijkt?De Mul gaat zelfs zover dat hij zich afvraagt welke waar-

de het menselijk leven nog kan hebben in een trans humanewereld. Zijn daar nog andere reden om de mens te latenvoortbestaan dan het respect voor biodiversiteit dat ónsmomenteel mobiliseert om de panda te laten overleven entot logo te maken van een natuurbeschermingsorga ni -satie?Gedachten als deze zijn vooralsnog vergezocht, maar

25

Page 13: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

laten wel duidelijk zien voor welke antropologische enethische problemen de ontwikkeling van technologie onsplaatst. Mensen versmelten in toenemende mate met tech-nologie. En deze technologische ontwikkelingen – vaakaangeduid als human enhancement technologie: verbeterin-gen van de mens – roepen de vraag op waar de grenzeneigenlijk liggen. In antropologisch opzicht: tot hoever kun-nen deze versmeltingen van mens en techniek nog ‘mens’heten? Maar vooral ook in ethisch opzicht: waar moetenwe grenzen stellen aan het ‘verbeteren’ van de mens?

De grens van de mensHet blijkt erg ingewikkeld om de ethische discussie overdeze problematiek op een goede manier te voeren. Tweeposities domineren het huidige debat. Aan de ene kant zijner de utopische visioenen van het transhumanisme dat alletechnologische mogelijkheden rechtvaardigt vanuit de ge -dachte dat de mens zich tot een verbeterde versie van homosapiens zal doorontwikkelen. Aan de andere kant zijn er dedoembeelden van conservatieve ‘humanisten’ die vrezendat deze ingrepen de menselijke waardigheid zullen aan-tasten. Hun verdediging van het ‘humane’ is overigensvaak – impliciet of expliciet – religieus geïnspireerd. Dit debat zit muurvast. Illustratief is de reactie enige

jaren geleden op de benadering van Peter Sloterdijk, dieook in Trouw veel stof deed opwaaien. In zijn lezing ‘Regelsvoor het mensenpark’ pleitte hij voor het ontwikkelen vanrichtlijnen voor een goed gebruik van deze nieuwe techno-logische mogelijkheden. De Duitse filosoof werd directbeschuldigd van een poging de eugenetica van de nazi’snieuw leven in te blazen. Alleen al het toelaten van degedachte aan technologische ingrepen in de mens blijktdus suspect – zelfs als die expliciet vanuit een ethisch per-spectief wordt geformuleerd. Toch heeft Sloterdijk eenbelangrijke impuls aan de ethische discussie gegeven, dienadere analyse verdient. ‘Regels voor het mensenpark’ is niet alleen een tekst

26

Page 14: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

over biotechnologie, maar vooral een humanismekritiek.De lezing is een antwoord op Heideggers ‘Brief over hethumanisme’, waarin Sloterdijk een vonkende en tegen-draadse Heideggerinterpretatie ontwikkelt. In zijn ‘Briefover het humanisme’ nam Heidegger resoluut afstand vande suggestie dat zijn werk, net als het existentialisme vanSartre, als een vorm van ‘humanisme’ gezien kan worden.Hoe handig dat ook geweest zou zijn voor de beeldvor-ming rondom zijn werk en persoon na de Tweede Wereld-oorlog, Heidegger weigerde zijn benadering als ‘humanis-me’ aan te duiden, omdat humanisme naar zijn meningeen te beperkt begrip inhoudt van wat mensen tot mensenmaakt. Kenmerkend voor het humanisme, ook voor devoormoderne vormen ervan, is volgens Heidegger name-lijk dat het de mens denkt vanuit het dier: als een dier datmet de rede is begiftigd (een animal rationale of zoon logonechon), en wiens driften beteugeld moeten worden. Hethumanisme, aldus Heidegger, ‘denkt de mens vanuit deanimalitas en denkt niet naar zijn humanitas toe’.16

Precies op dit punt keert Sloterdijk Heideggers huma-nisme-brief binnenstebuiten. Sloterdijk deelt Heideggersverzet tegen het humanisme, maar werkt dit verzet niet uittot een alternatief voor het beeld van de mens als een ‘diermet meerwaarde’ maar juist tot een radicalisering daarvan.Tegenover de nadruk die Heidegger legt op het taligeaspect van het mens-zijn (‘De taal is het huis van hetzijn’17) plaatst Sloterdijk het lichamelijke aspect ervan: wathet betekent om mens te zijn, krijgt niet alleen vorm van-uit de taal maar ook vanuit de menselijke lichamelijkheid.Sloterdijk laat zien dat taal altijd het belangrijkste mediumvan het humanisme is geweest: het humanisme heeft zichsteeds bediend van boeken, die hij opvat als ‘brieven’ dieeen schrijver naar een ontvanger stuurt. De literaire brie-ven van de humanisten hadden de functie de mens te be -schaven.Mensenworden impliciet gezien als ‘dierenon derinvloed’, die aan de juiste soort beïnvloedingen blootge-steld moeten worden.18

27

Page 15: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

Het sturen van deze brieven heeft echter alleen maar zinals die ontvanger ook bereid is om die brieven te lezen.Onze samenleving wordt echter steeds minder literair endaardoor in toenemende mate post-humanistisch. Maarwelke media kunnen de rol van de boeken overnemen?Wat is nog geschikt om de mens te vormen als het huma-nisme heeft gefaald?19 Om deze vraag te beantwoorden,wil Sloterdijk de mens niet alleen begrijpen vanuit het ‘in-de-wereld-zijn’, zoals Heidegger deed, maar vanuit het‘ter-wereld-komen’, vanuit de biologische en fysieke ge -beurtenis van de geboorte. En daarmee wordt een heelnieuwe ruimte geopend om te begrijpen wat het betekentom mens te zijn, en wat vorm geeft aan onze humaniteit.Er verschijnen dan niet alleen talige krachten die ons ‘tem-men’ in beeld, maar ook fysieke en materiële krachten dieons ‘telen’. Niet alleen de ‘Lektionen’ van de humanistengeven vorm aan de humanitas, maar ook de ‘Se-lektionen’van de mensenkwekers die we impliciet altijd al geweestzijn en dankzij de biotechnologische revolutie nog veelexplicieter zullen worden.20

Door de mogelijkheden die de biotechnologie heeftgeopend, is het niet meer voldoende om na te denken overhet dresseren van de mens. Onontkoombaar zal de vraagzich opdringen: welke mens plant zich voort? En dat legttevens een nieuw sociaal conflict bloot: wie zijn de telersen wie de geteelden?21 Nietzsche heeft er al op gewezen dat er in de westerse cultuur een knappe combinatie vanethiek en genetica is ontstaan, waardoor niet meer alleende sterksten zich voortplanten, maar juist degenen die col-lectief verzwakt zijn door een moraal van solidariteit. Erbestaat dus al een impliciete ethiek van het telen. De vraagdie Sloterdijk voor de toekomst opwerpt, is: hoe zal dezeethiek eruit komen te zien als ze expliciet moet worden inde biotechnologische revolutie? De mensheid komt plotsvoor politieke beslissingen te staan omtrent de eigen-schappen van de soort.22 Als we de samenleving vergelij-ken met een zoölogisch park – want dat is de metafoor

28

Page 16: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

waar je in terechtkomt als je in biologische termen en nietalleen in talige termen over de mens denkt – dan gaat het erniet alleen om te bepalen volgens welke regels wij onszelf‘houden’ in dit park, maar ook volgens welke regels we deaanwas van het park regelen. Zeker door de expliciete verwijzingen naar Plato’s Poli-

teia, die ik in mijn weergave buiten beschouwing heb gela-ten, heeft Sloterdijks betoog associaties met het nazisti-sche eugenetische programma opgeroepen. Sloterdijkstekst laat zich echter ook uitstekend lezen als een pogingom de uiterste consequentie van de biotechnologischerevolutie in beeld te brengen. Met een beroep op de huma-nistische traditie kun je je als filosoof comfortabel buitende werkelijkheid plaatsen en simpelweg weigeren een dis-cussie te voeren over het telen van de mens, maar zodra detechnische middelen daartoe zich expliciet aandienen,wordtdiediscussieonontkoombaar.Sloterdijkexpliciteertsimpelweg de vragen die nieuwe technologische mo ge lijk -heden oproepen en legt ze provocerend voor ons neer. Hijstelt niet voor een specifiek posthumaan wezen te constru-eren of een specifieke variant van de mens te kweken. Hijlaat simpelweg zien dat het onontkoombare feit van onzebiologische geboorte, opgeteld bij ons vermogen om inonze eigen biologische constitutie in te grijpen, impliceertdat we zullen moeten gaan nadenken over de regels die wedaarbij in acht gaan nemen.

Menselijke waardigheidDe weerstand tegen dergelijke benaderingen is vaak geëntop een bezorgdheid over de menselijke waardigheid die ophet spel staat wanneer technologie radicaal gaat ingrijpenin de mens. Maar juist op dit punt ligt de zaak aanmerkelijkgecompliceerder dan de discussie vaak doet vermoeden.Een goed voorbeeld hier is de opvatting die moleculairbiofysicus Cees Dekker uiteenzet in zijn bijdrage aan derecentelijk verschenen bundel Omhoog kijken in platland.Over geloven in de wetenschap. Hoewel hij sommige tech -

29

Page 17: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

nische mogelijkheden fascinerend en zinvol vindt, stelt hijdat we grenzen moeten stellen aan het ‘sleutelen aan demens’. Dekker, aanhanger van de Intelligent Design-theo-rie, spreekt over pre-implantatie diagnostiek als ‘keuze-eugenetica’. De kernvraag bij deze nieuwe technologischemogelijkheden is volgens hem: ‘Willen we een Brave NewWorld?’ Daarbij beroept Dekker zich op de ‘menselijkewaardigheid’, een begrip dat hij vanuit de christelijke tra-ditie nader invult in termen van zorg voor de naaste. Sleu-telen aan de mens zal afbreuk doen aan deze waardigheid,vindt hij. Hij vreest een wereld waarin voor imperfectiegeen plaats meer is en waarin een tweedeling ontstaat tus-sen ‘verbeterden’ en ‘niet-verbeterden’. Enhancement tech-nologie ‘devalueert mensen met een handicap, mensenmet een lage intelligentie, de ouderen, de zwakkeren’.Zulke angstvisioenen zijn signalen dat hier iets belang-

rijks op het spel staat. Maar angst is ook hier uiteindelijkeen slechte raadgever: hij verhindert dat we het probleemrecht in de ogen kijken. Ons uitsluitend richten op sciencefiction-achtige scenario’s over een verbeterde opvolger vanhomo sapiens of het aanbreken van een Brave New Worldzonder menselijke waardigheid heeft weinig zin. Deze sce-nario’s zullen immers op weinig enthousiasme kunnenrekenen van wie dan ook. Om enhancement technologie opeen goede manier te beoordelen is een complexer ethischkader nodig dan een principieel verzet. En dan blijkt datDekkers beroep op de menselijke waardigheid in het ge -heel niet hoeft te betekenen dat we technologische ingre-pen in de mens categorisch moeten afwijzen. Enkele jaren geleden zat ik een discussie voor over bio-

technologie tussen een hoogleraar reformatorische wijs-begeerte en een orthodoxe rabbijn. Waar de eerste zichsterk kantte tegen de technologische mogelijkheden enafhoudend was tegenover interventies in de menselijkenatuur, gaf de tweede zich juist rekenschap van de ver -wevenheid van mens en techniek. De wereld is onvolmaaktgeschapen, zo luidde zijn argumentatie, en het is aan de

30

Page 18: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

mens de schepping te vervolmaken totdat de Messiaskomt. In dat vervolmakingsproces kunnen technologischemiddelen bij uitstek een rol spelen. En zolang die in dienststaan van een menswaardiger werkelijkheid kun je datalleen maar toejuichen. In zijn redenering zijn we dat zelfsaan de Schepper verplicht: als de Messias straks komt,moeten we wel iets van onszelf gemaakt hebben.Dit standpunt lijkt mij aanmerkelijk vruchtbaarder dan

een principieel verzet. In plaats van de mens ‘zuiver’ te wil-len houden en technologie als bedreigend te zien, gaat hetnamelijk uit van de verwevenheid van beide. En die ver -wevenheid is er altijd al geweest. In de filosofie is dan ook al vele malen beargumenteerd dat de mens ‘van naturekunstmatig’ is (Helmuth Plessner) en een ‘oorspronkelijketechniciteit’ heeft (Bernard Stiegler). Mensen hebbentechniek bovendien altijd al doelbewust gebruikt om zich-zelf te verbeteren. Met agenda’s onthouden we onze af -spraken, brillen en gehoorapparaten helpen ons te zien ente horen, pacemakers reguleren ons hartritme en vaccinsbeschermen ons tegen ziektes. Versmelting met techniekhoort bij de mens. Daarmee wordt de ‘menselijke waardigheid’ een zeer

complex criterium om je op te beroepen wanneer je tech-nische ingrepen in de mens wilt beoordelen. Ons tech -nologische karakter maakt dan immers deel uit van dezewaardigheid. Het ontwikkelen en toepassen van zulketechnologische ingrepen vraagt dan ook om een verfijndeen zorgvuldige discussie. Het buiten de deur houden vanelke vorm van enhancement draagt even weinig bij aan demenselijke waardigheid als het blindelings realiseren vanelke technologische ingreep die maar mogelijk is. Het isjuist onze versmelting met technologie die op waardigewijze vorm moet krijgen.Een goed voorbeeld is hier embryoselectie op grond van

pre-implantatie diagnostiek – een technologie die in dezomer van 2008 onderwerp van een felle maatschappelijkediscussie was vanwege het voornemen van de staatssecre-

31

Page 19: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

taris voor Volksgezondheid om pre-implantatie genetischediagnostiek toe te staan voor erfelijke vormen van borst-kanker. Pre-implantatie diagnostiek is een omstredentechnologie, juist omdat de mens hierdoor ‘veredeld’ zoukunnen worden: embryo’s die afwijken van bepaalde nor-men worden simpelweg niet meer tot ontwikkeling ge -bracht. Mensen zouden daarmee op de troon van Godplaatsnemen, en er zou een sociaal onderscheid ontstaantussen de verbeterden en de niet-verbeterden. Cees Dek-ker wijst deze technologie dan ook af, en duidt haar aan als‘keuze-eugenetica’. Mensen genezen is aanvaardbaar, stelthij, maar mensen verbeteren niet.De zaak ligt hier echter aanmerkelijk subtieler dan een

keuze voor of tegen eugenetica. Ook ik huiver voor eenwereld waarin geen plaats meer is voor wie niet volmaaktis. Maar juist de christelijke moraal van solidariteit waar-op Dekker zich beroept, zou hier wel eens een belangrijkeverdediging kunnen vereisen van sommige vormen vandeze technologie. Hoezeer we ook moeten waken voor eenwereld waarin alles maakbaar wordt en waarin imperfec-tie geen plaats meer heeft, de menselijke waardigheid kanin bepaalde gevallen zeer wel gediend zijn met heel gerich-te verbeteringen van de mens, bijvoorbeeld als die onwaar-dig lijden door ernstige ziektes helpen te voorkomen. Het structureel niet tot ontwikkeling laten komen van

embryo’s met zeer ernstige aangeboren afwijkingen zal optermijn inderdaad kunnen leiden tot een verbetering vande mens. Maar deze verbetering staat uiteindelijk ten dien-ste van de menswaardigheid van het leven – en daarmeevan de menselijke waardigheid. Er wordt niet mee uitge-drukt dat mensen die zeer ernstig lijden minder waardzijn. Er wordt mee uitgedrukt dat het mensonwaardig kanzijn om zo te moeten lijden. Net zoals mensen die poliokrijgen omdat ze er niet tegen zijn ingeënt (een ouderetechnologie om onszelf te verbeteren) in onze samenle-ving kunnen rekenen op respect in plaats van hoongelachvanwege hun vermeende inferioriteit. Met Nietzsche in de

32

Page 20: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

hand zou je zelfs kunnen stellen dat het christendom hele-maal niet zo vreemd is aan genetische manipulatie als hetmisschien lijkt. Door de christelijke moraal van solidariteitkrijgen immers juist de zwakkeren grotere voortplantings-kansen, en verandert het karakter van de menselijke soortsubstantieel ten opzichte van wat ’natuurlijke selectie’ zouopleveren – en dat is maar goed ook. Het christendomheeft impliciet dus altijd al richting gegeven aan het erfelijkmateriaal van de mens. Door de huidige technologischeontwikkelingen doemen er mogelijkheden op om dat opeen verantwoorde manier expliciet te doen.De kernvraag is dan ook niet of wij wel moeten willen

sleutelen aan de mens, maar wat we van onszelf willenmaken. Dat mag een overmoedige vraag lijken, maar metde huidige middelen in handen is het eerder onverant-woord die niet te stellen. Wie het sleutelen aan de menscategorisch afwijst, plaatst zichzelf buiten de ontwikkelin-gen en laat die feitelijk maar op hun beloop. Ethiek kanzich niet meer tegenover technologie opstellen, maar zalzich moeten richten op het begeleiden ervan. Dat betekentdat de ethiek ook zal moeten meebewegen met de ontwik-kelingen die zij wil beoordelen. Ook dat is overigens nietnieuw. In de begintijd van de anesthesie werd het moreelverwerpelijk gevonden om patiënten te verdoven bij eenoperatie.23 Tegenwoordig zou het juist immoreel zijn omeen operatie zonder verdoving uit te voeren. In plaats vande ethiek zuiver te willen houden ten opzichte van tech-niek, is het dan ook zinvoller te erkennen dat beide zichontwikkelen in interactie met elkaar. En juist die interactieheeft de aandacht van ethici nodig – zeker wanneer zichbelangrijke ontwikkelingen voordoen, zoals de nu opko-mende human enhancement technologie.Dit impliceert dat we ons zullen moeten buigen over

lastige ethische vragen. Welke verbeteringen zijn wense-lijk? Welke aspecten van enhancement kun je overlaten aanpersoonlijke smaak en welke vereisen publiek debat enwet geving? In hoeverre speelt verantwoordelijkheid voor

33

Page 21: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

toekomstige generaties een rol, als je bedenkt dat enhance-ment ernstige ziektes of belemmeringen kan voorkomen?Hoe kan menselijke waardigheid een criterium vormen alsmensen steeds meer verweven raken met technologie? Ditbetekent nadrukkelijk níet dat wij perfecte wezens vanonszelf zouden moeten maken – als dat überhaupt al mo -gelijk zou zijn. De door Dekker gevreesde genetische wed-loop die daardoor zou kunnen ontstaan, zou immers nietbepaald bijdragen aan de kwaliteit van ons leven. Het be -tekent wél dat wij een serieus ethisch debat moeten voerenover de vraag hoe we onze verwevenheid met technologievorm willen geven.Van oudsher gaat ethiek over de vraag naar het goede

leven. De beantwoording van deze vraag gaat nu een nieu-we fase in. Nadat technologie al eeuwenlang mede vormgegeven heeft aan de manier waarop wij ons leven inrich-ten, gaat ze nu ook een rol spelen in ons biologische leven.De vraag wat een goed leven is, zal daarom ook in letter -lijke zin doordacht en beantwoord moeten worden. Nu wehet vermogen bezitten om nog grondiger vorm te gevenaan onszelf dan we al deden, zullen we daar op een ver -antwoorde manier mee om moeten gaan. Enhancementtechnologie is, kortom, geen morele bedreiging maar eenmorele uitdaging. Wie die niet aan wil gaan, plaatst zich-zelf heroïsch maar machteloos aan de zijlijn. De ontwikke-lingen gaan verder en de ethiek zal zich mee moeten ont-wikkelen. Anders trekt ze aan een noodrem die nergens opaangesloten is. Dit betekent niet dat we alles maar moetendoen wat technisch mogelijk is. Het betekent wel dat wealles wat mogelijk is, moeten durven doordenken. Envooral dat we nieuwe morele kaders moeten durven ont-wikkelen om de versmelting van mens en techniek te bege-leiden in een wenselijke en waardige richting.

34

Page 22: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

conclusie

Technologie blijkt te morrelen aan de meest fundamentelecategorieën waarin wij denken, waaronder zelfs de uit-gangspunten van onze moraal. Een pleidooi voor ‘normenen waarden’ in het omgaan met techniek, zoals voortvloeituit de instrumentele en substantieve benaderingen vantechniek, brengt ons hierin niet verder, en speculeren overde opvolger van de homo sapiens evenmin. Of technologienu met ons versmelt tot een nieuwe levensvorm of niet, wijzullen nooit een bestaan kunnen hebben los van de manierwaarop zij onze handelingen en ervaringen bemiddelt. Zois de conditio humana in onze technische tijd: techniek isgeen instrument meer, maar geeft actief mede vorm aanwie wij zijn en wat de werkelijkheid voor ons is. De tijd vanhet humanisme – van de vrije, autonome, op zichzelfstaande mens – is definitief voorbij. Wij kunnen alleen nogop technische wijze mens zijn.

verantwoording

Dit artikel is een bewerkte en uitgebreide versie van hetartikel Technologie en de grens van de mens: de menselijkeconditie in een technologische cultuur (Wijsgerig Perspectief2005:3, pp. 6-17). Daarbij is gebruik gemaakt van fragmen-ten uit de artikelen ‘Mopperen met schone handen’ (Trouw,9 februari 2008) en ‘Moraliteit voorbij de mens – over demogelijkheden van een posthumanistische ethiek’ (Krisis2006 – 1, pp. 42-57).

35

Page 23: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

noten

1 H. Achterhuis (red.), De maat van de techniek, Baarn, Ambo, 1992.

2 P. Thijmes, ‘Jacques Ellul: autonome techniek’, in: H. Achterhuis (red.), De maat van de techniek.

3 K. Jaspers, Die geistige Situation der Zeit, Berlin, Göschen,1931.

4 M. Heidegger, Die Frage nach der Techniek, Stuttgart, Günther Neske Verlag, 1954.

5 P.P. Verbeek, De daadkracht der dingen – over techniek, filosofie en vormgeving, Amsterdam, Boom, 2000.

6 H. Baudet, Een vertrouwde wereld. 100 Jaar innovatie inNederland, Amsterdam, Bert Bakker, 1986.

7 B. Latour, Wij zijn nooit modern geweest, Amsterdam, VanGennep, 1994.

8 D. Ihde, Technology and the Lifeworld, Bloomington/Minneapolis, Indiana University Press (The Indiana Seriesin the Philosophy of Technology), 1990.

9 M. Heidgger, Sein und Zeit, Tübingen, Max Niemeyer Verlag, 1927.

10 P.P. Verbeek, De daadkracht der dingen.11 B. Latour, ‘Where are the Missing Masses? The Sociologyof a Few Mundane Artifacts’, in: W. E. Bijker & J. Law(red.), Shaping Technology / Building Society, Cambridge,mit Press, 1992; M. Akrich, ‘The De-scription of Technical Objects’, in: W. E. Bijker & J. Law (red.), Shaping Technology / Building Society.

12 P. P. Verbeek, ‘De materialiteit van de moraal’, in: AlgemeenNederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte, 2005, 2, 139-145.

13 D. Haraway, ‘Manifesto for Cyborgs: Science, Technologyand Socialist Feminism in the 1980’s’, in: Australian Feminist Studies, 1987, 4.

14 R. Munnik, ‘Donna Haraway: Cyborgs for earthly survi-val?’, in: H. Achterhuis e.a., Van stoommachine tot cyborg.Denken over techniek in de nieuwe wereld, Amsterdam,

36

Page 24: De grens van de mens. Over de relaties tussen mens en techniek · De grens van de mens Over de relaties tussen mens en techniek inleiding Er is in onze tijd nauwelijks nog een domein

Ambo, 1997; D. Ihde & E. Selinger, Chasing Technoscience:Matrix for Materiality, Indiana University Press, 2003.

15 J. de Mul, Cyberspace Odissey, Kampen, Klement, 2002.16 M. Heidegger, Over het humanisme, Budel, Damon, 2005, p. 31.

17 M. Heidegger, Over het humanisme, p. 19.18 P. Sloterdijk, Regels voor het mensenpark, Amsterdam,Boom, 2000, p. 24.

19 ibidem, p. 32.20 ibidem, p. 38.21 ibidem, p. 39.22 ibidem, p. 40.23 G. de Vries, Gerede twijfel: over de rol van de medische ethiek

in Nederland, Amsterdam, De Balie, 1993.

37