Maatschappijleer over de grens

35
Maatschappijleer over de grens Regula Rexwinkel & Ruud Veldhuis

Transcript of Maatschappijleer over de grens

Page 1: Maatschappijleer over de grens

Maatschappijleer over de grens

Regula Rexwinkel & Ruud Veldhuis

Page 2: Maatschappijleer over de grens

Maatschappijleer over de grens

Page 3: Maatschappijleer over de grens

Instituut voor Publiek en PolitiekNederlandse Vereniging van Leraren MaatschappijleerAmsterdam 2007

Maatschappijleer over de grensRegula Rexwinkel & Ruud Veldhuis

Page 4: Maatschappijleer over de grens

inhoud

Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP)is een landelijke, niet-partijgebondenorganisatie die zich ten doel stelt politieke enmaatschappelijke participatie te bevorderen.

De Nederlandse Vereniging van LerarenMaatschappijleer (NVLM) is eenvakvereniging die zich inzet voor debelangen van het vak Maat schappijleer ende docenten die dit vak geven.

© Instituut voor Publiek en Politiek 2007Prinsengracht 911–9151017 KD AmsterdamT 020 521 76 00F 020 638 31 18E [email protected] www.publiek-politiek.nl

Vormgeving: Puntspatie [bno], AmsterdamFoto’s: Bob KarhofRedactie: Coen Gelinck, Nico BlootEindredactie: Silvia RottenbergDruk: Drukkerij Bevrijding, Amsterdam

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dezeuitgave mag worden verveelvoudigd en/ofopenbaar gemaakt door middel van druk,fotokopie, geluidsband, elektronisch of opwelke wijze dan ook zonder voorafgaandeschriftelijke toestemming van de uitgever.

7 Voorwoord Arthur Pormes, voorzitter NVLM

9 InleidingRuud Veldhuis en Regula Rexwinkel

Landenoverzicht

14 Nederland19 België (Vlaanderen)23 Denemarken 27 Duitsland 33 Engeland39 Frankrijk 44 Italië 48 Spanje53 Verenigde Staten

61 Leestips62 Personalia

Page 5: Maatschappijleer over de grens

“Reizen, lezen en nadenken – dat zijn de drie bronnen waaruit ik put”, zegtde Poolse schrijver/journalist Ryszard Kapuscinski ergens in een interview(Lapidarium; observaties van een wereldreiziger 1980–2000, p.51).Reizen is verkennen, ontdekken, onderzoeken. Het is “een bezigheid dieconstante concentratie eist en tegelijk constante openheid, om zoveel moge-lijk op te nemen, mee te maken, te onthouden”.In dit boekje brengen de auteurs het maatschappijleeronderwijs in negenlanden in kaart. Het zijn als het ware ‘reisverslagen’ die nu door anderengelezen kunnen worden en die ongetwijfeld stof tot nadenken zullen geven.In de afgelopen jaren hebben er in het vaktijdschrift ‘Maatschappij & Poli-tiek’ af en toe artikelen gestaan over maatschappijleer in het buitenland,maar niet eerder is deze informatie op deze wijze toegankelijk gemaakt vooreen breed publiek.Dit boekje is geschreven ter gelegenheid van de 25ste editie van de Docen-tendag Maatschappijleer, de jaarlijkse studiedag die het Instituut voorPubliek en Politiek (IPP) en de Nederlandse Vereniging van Leraren Maat-schappijleer (NVLM) samen organiseren.Net als de auteurs hoop ik dat dit boek een aanzet zal geven tot hernieuwdeaandacht voor ontwikkelingen over de grens en tot het aanhalen van contac- ten met collega docenten uit andere landen.Arthur Pormesvoorzitter NVLM

7

voorwoord

Page 6: Maatschappijleer over de grens

Op verzoek van de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer(NVLM) en het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) hebben wijde verschillende vormen van maatschappijleer in negen landen vergeleken.We zijn verheugd te zien dat ook docentenverenigingen over de grenzenkijken. Internationale uitwisselingen in Europa vonden tot nu toe vooralplaats op het niveau van leerlingen, studenten en docenten. Dat is nietverwonderlijk, omdat de Europese Commissie deze uitwisselingen stimuleert en financiert. De mogelijkheid voor docentenorganisaties om aante sluiten bij internationale netwerken bestaat wel, maar dat is voor lesge-vende bestuursleden van vakverenigingen geen geringe opgave. Bovendienis de continuïteit van deze netwerken geenszins gegarandeerd door incon-sistentie in de financiering door de Europese Unie. De lotgevallen vande Europese organisatie van geschiedenisdocenten Euroclio laten datzien. Hopelijk stimuleert de informatie in deze uitgave tot verdere ontwik-keling van internationale samenwerking op het terrein van maatschappij-leer.

Hoe is de selectie van de negen beschreven landen totstand gekomen?Een beschrijving van maatschappijleer in alle EU-lidstaten was niet moge-lijk. Daarom is een selectie gemaakt op basis van geografische nabijheid en

9

Inleiding

Page 7: Maatschappijleer over de grens

geschikte informatie te bevatten. De laatste bron is het internettijdschriftJournal for Social Science Education (www.jsse.org) waarin maatschappij-leer in een beperkt aantal landen beschreven is. Over ieder land vindt u extrabronnen aan het eind van het betreffende hoofdstuk. Meer bronneninfor-matie vindt u in het laatste hoofdstuk ‘Leestips’.

In enkele hoofdstukken ontbreekt informatie, met name door de taalbar-rière. De informatie over docentenopleidingen, vakorganisaties, tijdschrif-ten en websites kan nog worden uitgebreid. We hopen dit in een volgendeEngelstalige editie in samenwerking met collega’s uit de beschreven landente kunnen doen, zodat we een nog vollediger beeld kunnen bieden.

Burgerschapskunde staat de laatste jaren hoog op de agenda. Maatschap-pijleer zal zeker ook hoog op de agenda blijven. Wat daaraan positief kanbijdragen is het onderzoek dat de IEA tussen 2006 en 2010 zal doen naarde kennis, vaardigheden en houding van jongeren ten aanzien van maat-schappelijke en politieke participatie. 40 landen, waaronder Nederland,hebben zich al aangemeld. Het onderzoek bouwt voort op de eerdergenoemde IEA civic education studie uit 1999. De RijksuniversiteitGroningen zal het onderzoek in Nederland leiden. Meer informatie is tevinden op de website www.iea.nl/icces.html.

We hopen met deze uitgave toegankelijke informatie te geven over het maat-schappijleeronderwijs zoals zich dat ontwikkeld heeft in de betreffendelanden.

We hopen dat de informatie uitnodigt tot lezen en wellicht doet verwonde-ren, inspireren of een gevoel van trots genereert over de inhoud en status vanmaatschappijleer in Nederland.Ruud Veldhuis en Regula Rexwinkel

11

taaltoegankelijkheid. Wel is er bij de ‘Leestips’ bronneninformatie te vindenover niet-geselecteerde landen.

De beschrijving van maatschappijleer in Nederland fungeert als een anker-punt. Het leek ons goed de recente ontwikkelingen nog eens te beschrijvenom daarmee ook vergelijkingen mogelijk te maken. Vervolgens is gekozenvoor de landen binnen de EU die dicht tegen Nederland aan liggen: Duits-land, België, Engeland en Denemarken. Frankrijk is opgenomen, omdat heteen invloedrijk Europees land is met een lange democratische traditie.Spanje is toegevoegd, omdat het land onlangs begonnen is met het invoe-ren van het nieuwe vak burgerschap. Het is interessant om te zien hoe eenland dat pas relatief kort ervaring met democratie heeft (gemarkeerd doorde dood van Franco in 1975 en de nieuwe democratische constitutie van1978) met dat schoolvak omgaat. Omwille van de pluriformiteit en vooreen zwaarder accent op Zuid-Europa is Italië toegevoegd aan de selectie. DeVerenigde Staten zijn als niet-Europees land in deze uitgave opgenomen,omdat dat land een lange democratische traditie heeft en veel aan demo-cratiebevordering in de klas doet. Bovendien wordt er in de VS onderzoekgedaan naar de effectiviteit van lessen in democratie en zijn werkgroepenvan wetenschappers en docentenvakorganisaties ingesteld om het ‘civics’-onderwijs te bestuderen.

De bronnen waarop wij ons gebaseerd hebbenHet onderzoek van de International Association for the Evaluation of Educa-tional Achievement, het zogenaamde IEA-onderzoek vormt één van de basesvan dit onderzoek. De eerste in 1999 gepubliceerde studie beschrijft case-studies van burgerschapskunde/maatschappijleer in 24 landen. De vervolg-publicatie uit 2002 gaf een overzicht van de kennis, vaardigheden enhouding van middelbare scholieren van rond de 14 jaar ten aanzien vandemocratie en politiek.Een andere waardevolle bron is het uitgebreide landenonderzoek dat in hetkader van het project ‘Education for Democratic Citizenship’ door de Raadvan Europa is gepubliceerd.Het overzicht van Eurydice ‘Citizenship Education at School in Europe’heeft eveneens als achtergrondmateriaal gediend, maar bleek minder

10

Page 8: Maatschappijleer over de grens

Landen overzicht

Page 9: Maatschappijleer over de grens

AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisIn 1968 is de Mammoetwet ingevoerd. Leerlingen konden vanaf datmoment zelf hun vakkenpakket samenstellen, maar het was ook het beginvoor het vak maatschappijleer. Maatschappijleer werd een verplicht vak inalle schooltypen van het voortgezet onderwijs.In de jaren tachtig besloot staatssecretaris Ginjaar-Maas van Onderwijs teexperimenteren met een eindexamen maatschappijleer. Dit resulteerde ineen regulier eindexamenvak maatschappijleer in 1990 op alle niveaus vanhet voortgezet onderwijs. Scholen zijn overigens niet verplicht dit eindexa-menvak aan te bieden. Bij de invoering van de Tweede Fase in 1998 werdmaatschappijleer 1 een verplicht schoolexamenvak in het gemeenschappe-lijk deel van de profielen. Daarnaast was er het keuzevak maatschappijleer2 (met een centraal examen) in het profiel Cultuur & Maatschappij en inhet vrije deel. Inmiddels wordt maatschappijleer 2 volgens het Tweede FaseAdviespunt op ongeveer 11% (57 van de 526) van de havo/vwo-scholen alseindexamenvak aangeboden. Dit percentage zal stijgen met de invoeringvan het nieuwe vak maatschappijwetenschappen in havo en vwo in 2007.Bij de invoering van het vmbo werd maatschappijleer 1 een schoolexamen-vak dat als zevende examenvak meetelt in de slaag/zak-regeling. Maatschap -pijleer 2 werd een keuzevak in de sector Welzijn en Zorg en het vak heeft

14

1 Maatschappijleer 1 en Maatschappijleer 2 2Nederland België (Vlaanderen)

denemarken Duitsland Engeland

Frankrijk Italië Spanje Verenigde Staten

ook een plaats in het keuzedeel bij alle leerwegen. Er zijn ongeveer 200vmbo-scholen die maatschappijleer 2 als eindexamenvak aanbieden.

Doel van het vakDe oorsprong van het vak ligt na de Tweede Wereldoorlog. In de naoorlogseperiode kwam er meer aandacht voor het streven de jeugd te vrijwaren vanniet-democratische invloeden. De voornaamste reden om maatschappijleerin te voeren was de complexer geworden samenleving waar leerlingeninzicht in dienden te krijgen. De meerwaarde van het vak bestond uit reflec-tie op eigen socialisatie, zoals Willem Langeveld, vakdidacticus aan deUniversiteit van Amsterdam, stelde.Een pragmatische reden voor de invoering van het verplichte vak, is tevinden in de wens van de politiek om ondanks de vrije pakketkeuze tochenige invloed te hebben op het curriculum.Maatschappijleer 1 richt zich voornamelijk op algemene vorming (burger-schapsvorming), met nadruk op kennis, inzicht en vaardigheden.Maatschappijleer 2 richt zich op de analyse van maatschappelijke vraag-stukken met behulp van basiskennis uit en de methodiek van de socialewetenschappen.

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?In 1998/1999 is de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs ver nieuwd.Op dit moment kent maatschappijleer twee programma’s in de TweedeFase. Maatschappijleer 1 is een relatief klein vak met in het gemeenschap-pelijke deel (met verplichte vakken) voor havo 160 studielasturen (SLU) envoor vwo 120 SLU.Hiernaast bestaat het vak maatschappijleer 2 dat facultatief is in het profielCultuur & Maatschappij en in het vrije deel. Voor de havo omvat maat-schappijleer 2 200 SLU en op vwo 320 SLU*.In het vmbo kent maatschappijleer ook twee programma’s: maatschappij-leer 1 (80 lesuren) en maatschappijleer 2 (200 lesuren in vmbo-gl/tl, 160in vmbo-kb en 120 in vmbo-bb)

* Ongeveer 11 procent van alle middelbare scholen biedt maatschappijleer 2 daadwer-

kelijk als keuzemogelijkheid. Bron: Tweede Fase Adviespunt.

15

Page 10: Maatschappijleer over de grens

1970 werd de maatschappijleerbevoegdheid beperkt tot ‘docenten diebekwaam zijn in een aanverwant vak’. Vanaf begin jaren tachtig is een eersteof tweedegraads lesbevoegdheid in het vak vereist.

Is er een docentenopleiding?Er is een eerstegraads en tweedegraads lerarenopleiding maatschappijleer.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Er is een landelijke docentenvereniging: de Nederlandse Vereniging vanLeraren Maatschappijleer (NVLM). De vereniging heeft ook een website:www.nvlm.nl. Daarnaast is er een vaktijdschrift: Maatschappij & Politiek,een uitgave van het Instituut voor Publiek en Politiek. Meer informatie is tevinden op de website www.maatschappijenpolitiek.nl.

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenIn de nieuwe Tweede Fase (vanaf augustus 2007) behoudt maatschappij-leer haar twee varianten. Het programma van maatschappijleer in hetgemeenschappelijke deel verandert per augustus 2007. De nieuwe eind-termen voor maatschappijleer 1 zijn ontwikkeld op basis van het eerderecombinatievak geschiedenis/maatschappijleer. Burgerschap staat hierincentraal. Het aantal studielasturen wordt voor havo 120 (was 160) en voorvwo 120 (was 120). Het nieuwe programma bestaat uit de volgendedomeinen: vaardigheden, rechtsstaat, parlementaire democratie, verzor-gingsstaat en pluriforme samenleving.De eindtermen van maatschappijleer 2 (profielkeuze vak of keuzevak in vrijedeel) zijn gebaseerd op de huidige domeinen en eindtermen. Het aantalstudielasturen wordt voor havo 320 (was 200) en voor vwo 440 (was 360).Naar verwachting zal dit programma in 2010 vervangen worden door eennieuw programma dat door een commissie onder voorzitterschap van PaulSchnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, ontwikkeldwordt. Dit nieuwe programma zal onder de naam maatschappijweten-schappen in het curriculum van havo en vwo worden opgenomen in plaatsvan maatschappijleer 2. De concept-context benadering zal in maatschap-pijwetenschappen centraal staan.

17

Het eindexamen maatschappijleer 2 bestaat uit een centraal examen (CSE)en een schoolexamen. Maatschappijleer 1 heeft alleen een schoolexamen.

Inhoud en benaderingWelke (kern)thema’s komen aan bod?Maatschappijleer 1 (vmbo): oriëntatie op leren en werken, basisvaardighe-den, leervaardigheden in het vak maatschappijleer, cultuur en socialisatie,sociale verschillen, macht en zeggenschap, beeldvorming en stereotypering.Maatschappijleer 1 (havo/vwo): vaardigheden en benaderingswijzen, poli-tieke besluitvorming, massamedia, keuzethema (bijvoorbeeld mens enwerk, criminaliteit of multiculturele samenleving).Maatschappijleer 2 (vmbo): oriëntatie op leren en werken, basisvaardighe-den, leervaardigheden in het vak maatschappijleer, politiek en beleid, mensen werk, multiculturele samenleving, massamedia, criminaliteit en rechts-staat, analyse maatschappelijk vraagstuk (vmbo-gl/tl).Maatschappijleer 2 (havo/vwo): vaardigheden, politieke besluitvorming,massamedia, multiculturele samenleving, mens en werk, criminaliteit enrechtsstaat, milieu en beleid, ontwikkelingssamenwerking en een keuzedo-mein.

Welke benadering wordt gekozen?Leerlingen leren concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingente analyseren door gebruik te maken van de volgende benaderingswijzen:• de politiek-juridische benadering• de sociaal-economische benadering• de sociaal-culturele benadering• de veranderings- en vergelijkende benadering

Wat zegt de IEA civic education study over Nederland?Nederland heeft niet aan het IEA onderzoek meegedaan.

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid maatschappijleer onderwijzen?Toen maatschappijleer werd ingevoerd was er geen specifieke lerarenoplei-ding en waren leraren die het vak gaven ook niet vakspecifiek opgeleid. In

16

Page 11: Maatschappijleer over de grens

2AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenis‘Opvoeden tot burgerzin’ maakt deel uit van de eindtermen. Eindtermenzijn doelstellingen die voor elke school in het secundair onderwijs verplichtzijn en per decreet door het Vlaamse Parlement vastgelegd zijn. ‘Opvoedentot burgerzin’ is één van de vakoverschrijdende thema’s die de scholen meten voor hun leerlingen dienen na te streven. De eindtermen worden vanafseptember 1997 door de scholen behandeld en zijn vanaf september 2002officieel ingevoerd.Rond deze eindtermen is een hele personeelsformatie van ondersteuningen begeleiding opgezet, gecontroleerd door de inspectie van de VlaamseGemeenschap.De vakoverschrijdende eindtermen van ‘Opvoeden tot burgerzin’ zijn inbelangrijke mate gericht op het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsge-voel. De school zal jongeren kansen moeten bieden tot het ontwikkelen vanburgerzin. De scholen bepalen zelf hoe zij in hun plaatselijke organisatie enmet hun eigen docententeam deze eindtermen in het curriculum opnemen.De scholen hebben een inspanningsverplichting bij de concretisering vanvakoverschrijdende thema’s. De inspectie hanteert een evaluatie-instrumentom te checken of de school aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan.

19

Opvoeden tot burgerzin

België (Vlaanderen) dene marken

Duitsland Engeland Frank rijk Italië

Spanje Verenigde Staten Nederland

Tips om verder te lezen• www.digischool.nl/ma/community• www.kennislink.nl• www.kennisnet.nl• www.krantindeklas.nl• www.maatschappijleerwerkstuk.nl• www.maatschappelijkestages.nl• www.nvlm.nl• www.onderwijsraad.nl/pdfdocs/onderwijs_en_burgerschap_internetver-

sie.pdf• www.publiek-politiek.nlAlle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

18

Page 12: Maatschappijleer over de grens

– technische vorming. Scholen zijn vrij de eindtermen te herschikken totvoor hen zinvolle gehelen. De thema’s vormen dus geen keurslijf die eencreatieve inbedding in de school in de weg staan.

Inhoud en benaderingHoe wordt het vak gegeven?‘Opvoeden tot burgerzin’ onderzoekt het maatschappelijke leven op eenexemplarische wijze. Er wordt op drie manieren naar gekeken: vanuit depolitiek-juridische, de sociaal-economische en de sociaal-culturele invals-hoek. Op basis van deze indeling en een visie op het vakoverschrijdendthema worden per graad in het secundaire onderwijs eindtermen voorsubthema’s geformuleerd.

Welke (kern)thema’s komen aan de orde?Eerste graad:• De klas en de school• Gezinsvormen en eigen leefkring• Media• Democratische vormen van bestuurTweede graad:• Mensenrechten• Actief burgerschap en besluitvormingDerde graad:• Democratische raden en parlementen• Maatschappelijke dienstverlening• Wereldburgerschap

Wat zegt de IEA civic education study over Vlaanderen?Vlaanderen heeft niet meegedaan aan het IEA onderzoek.

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid ‘Opvoeden tot burgerzin’onderwijzen?Iedere docent met een bevoegdheid om in het secundair onderwijs les tegeven kan ‘Opvoeden tot burgerzin’ onderdeel van het lesprogramma

21

Doel van het vak‘Opvoeden tot burgerzin’ heeft tot doel de jongeren te vormen tot kritischeburgers, die bereid en bekwaam zijn tot constructief denken en handelenin de democratische rechtsstaat, zoals die tegenwoordig functioneert binnende internationale gemeenschap.

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?‘Opvoeden tot burgerzin’ is onderdeel van het secundaire onderwijs, maarin het kleuteronderwijs en in het primaire onderwijs wordt ook al aandachtbesteed aan het thema burgerzin bij het leergebied wereldoriëntatie.

Hoeveel tijd is ongeveer beschikbaar?Dat verschilt per school.

Is het een verplicht vak?Het is geen vak, maar een vakoverschrijdend thema. De scholen zijnverplicht inspanningen te leveren om de vakoverschrijdende eindtermenmet hun leerlingen na te streven. Dit zijn minimumdoelen die niet speci-fiek behoren tot een vakgebied, maar door middel van meerdere vakken ofonderwijsprojecten worden nagestreefd. Er is wel een verschil met vakge-bonden eindtermen. Bij de vakgebonden eindtermen heeft elke school demaatschappelijke opdracht deze eindtermen met betrekking tot kennis,inzicht en vaardigheden bij de leerlingen te bereiken (resultaatsverplich-ting). Het bereiken van de eindtermen wordt bij een schooldoorlichting(inspectie) afgewogen tegenover de schoolcontext en de kenmerken van deschoolpopulatie. Voor de vakoverschrijdende eindtermen geldt voor de scho-len alleen een inspanningsverplichting.

Welke vakoverschrijdende thema’s zijn er?De vakoverschrijdende eindtermen zijn binnen een aantal thema’s gefor-muleerd. Voor de eerste graad (leerjaar 1 en 2 voortgezet onderwijs) zijn dat:leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidse-ducatie en milieueducatie. In de tweede (leerjaar 3 en 4 voortgezet onder-wijs) en derde graad (bovenbouw voortgezet onderwijs) komen daar nieuwethema’s bij: creatieve vorming en – voor het algemeen secundair onderwijs

20

Page 13: Maatschappijleer over de grens

3AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisIn het Deense onderwijs wordt de term burgerschap (citizenship) nietgebruikt. Daarentegen is er wel veel aandacht voor ‘democratic teaching’ en‘democratic formation’. De materie is echter niet geformaliseerd tot eenapart vak, maar vormt de basis van het hele onderwijssysteem.De bouwstenen van het algemeen verplichte onderwijs dat door de Folkes-kole (zonder differentiatie) voor alle leerlingen van zeven tot zestien jaarwordt verzorgd zijn: persoonlijke vrijheid, gelijkwaardigheid en democra-tie. Deze waarden gelden in de gehele schoolcultuur en worden in algemenezin uitgedragen. De school wordt als proeftuin van de samenleving gezien.Er is geen specifiek vak waar burgerschap als zodanig wordt geleerd. Hetmeest verwante vak is Samfundsfag (social studies), dat zich hoofdzakelijkop staatsrecht en politieke besluitvorming richt.

Doel van het vakDe bouwstenen van de Folkeskole zorgen voor:• belangstelling voor en inzicht in maatschappelijke processen• het kunnen analyseren van maatschappelijke vraagstukken (nationaal en

internationaal)• actieve participatie in de samenleving vanuit persoonlijke waarden, omdat

men zich verantwoordelijk voelt voor de eigen samenleving

23

Samfundsfag (social studies)

denemarken Duitsland Engeland

Frankrijk Italië Spanje Verenigde Staten

Nederland België (Vlaanderen)

maken. Er is geen docentenopleiding, maar de schoolbegeleidingsdienstgeeft ondersteuning en feedback rond de eindtermen ‘Opvoeden tot burger-schap’. Ook is er nascholing mogelijk.

Is er een burgerzin docentenvereniging met een tijdschrift en/ofwebsite?Nee

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenDe minister van Onderwijs wil de implementatie van de eindtermen‘Opvoeding tot burgerzin’ evalueren om het effect ervan op het onderwijsen op de multiculturele samenleving vast te stellen. De eindtermen zoudenimmers moeten bijdragen aan de actieve participatie en de constructievedialoog tussen mensen en gemeenschappen. Op basis van deze evaluatiezullen de eindtermen worden geactualiseerd. Bij deze evaluatie hoort ookeen brede maatschappelijke consultatie.

Tips om verder te lezenBrochures• Doelen voor heel de school: informatie over de eerste graad• Over de grenzen: informatie over de tweede en derde graadWebsites• www.dekrachtvanjestem.be• www.knooppuntdemocratie.be• www.ond.vlaanderen.be/burgerschap• www.ond.vlaanderen.be/dvo/publicaties/doelenvoorheeldeschool/

doelenvoorheeldeschool.htm• www.ond.vlaanderen.be/dvo/publicaties/over_de_grenzen/

over_de_grenzen.htm• www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/3degraad/vakoverschrijdend• www.senate.be/citizenship/permanent/burgerzin/thema-beschrijving

eindtermen• www.vormen.orgAlle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

22

Page 14: Maatschappijleer over de grens

Welke benadering wordt gekozen?De benaderingswijze verschilt per school, docent en klas. De Folkeskole wildat docenten zoveel mogelijk in overleg met de leerlingen de doelen, werk-wijze en inhoud van het vak vaststellen.

Wat zegt de IEA civic education study over Denemarken?1. Kennis van politiek (overall civic knowledge)Denemarken scoort precies op het internationale gemiddelde van de 28landen die aan het onderzoek hebben meegedaan.2. AttitudesHet vertrouwen in overheids(gerelateerde) instellingen is in Denemarkenhoger dan het internationale gemiddelde. De houding ten opzichte vanimmigranten is in Denemarken negatiever dan gemiddeld. In Denemarkenis meer steun voor de politieke rechten van vrouwen dan gemiddeld.3. Verwachte participatie als volwassene• 91procent van de leerlingen verwacht te gaan stemmen (internationaal

gemiddelde is 80 procent)• 51 procent van de leerlingen verwacht geld in te gaan zamelen voor een

goed doel (internationaal gemiddelde is 59 procent)• 65 procent van de leerlingen leest het nieuws in de krant (internationaal

gemiddelde is 68 procent)• 83 procent van de leerlingen kijkt naar het nieuws op tv (internationaal

gemiddelde is 86 procent)• 47 procent van de leerlingen luistert naar het nieuws op de radio (inter-

nationaal gemiddelde is 55 procent)

DocentenopleidingWie kan met welke opleiding Samfundsfag onderwijzen?Aan de Folkeskole kan iedere docent het vak Samfundsfag (social studies)geven. Leraren aan de Folkeskolen zijn net als in Nederland in het primaireonderwijs bevoegd om (bijna) alle vakken te geven. Docenten in het hogervoortgezet onderwijs (gymnasium) moeten een Mastertitel hebben in eenvak en een postdoctorale docentenopleiding hebben gevolgd. Voor hetgeven van social studies is geen specifieke Master in sociale wetenschappenvereist.

25

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?De Folkeskole verzorgt primair en lager secundair onderwijs voor alle leer-lingen tussen de zeven en zestien jaar. Samfundsfag is een verplicht vak inhet achtste en negende leerjaar. In het achtste leerjaar staat er 60 uur vooringeroosterd en in het negende 150 uur (uit een totaal van 660 uur perschooljaar).Kenmerkend voor het curriculum van de Folkeskole is ‘Class Time’ dat voor30 uur per leerjaar staat ingeroosterd en wordt verzorgd door de klassenle-raar. Dit uur biedt ruimte voor onderwerpen die bij andere vakken niet aanbod komen, maar wel bespreking behoeven. Het kan dan bijvoorbeeld overde actualiteit gaan, maar ook over onderwerpen die dicht bij de belevings-wereld van de leerlingen staan (ouders, relaties, pesten, enzovoort).Op het gymnasium (hoger secundair onderwijs voor een selecte groep vanleerlingen tussen de 16 en 19 jaar) is Samfundsfag een keuzevak waarvoorin het tweede jaar 135 lesuren staan ingeroosterd en in het derde en laatstejaar 127 lesuren.

Inhoud en benaderingHoe wordt het vak gegeven?Het is belangrijk te weten dat het Deense onderwijssysteem in sterke mategedecentraliseerd is. Curricula worden op gemeentelijk niveau vastgestelden er zijn geen landelijk vastgestelde eindtermen. Het vak Samfundsfag isvoornamelijk gericht op het vergroten van politieke kennis. Over het alge-meen kent dit vak de volgende vier gebieden: mens en staat, mens en maat-schappij, mens en cultuur en mens en natuur.

Welke (kern)thema’s komen aan de orde?Mens en staat: het politieke besluitvormingsproces, de grondwet, staats-recht.Mens en maatschappij: samenlevingsverbanden, relaties (tussen de seksen),arbeidsmarkt, competenties, inkomen, belastingen, welzijn en consumptieen de positie van jongeren in Europa.Mens en cultuur: normen en waarden, nationalisme en globaliseringMens en natuur: milieuvraagstukken op lokaal, nationaal en internationaalniveau en natuur als een esthetische en economische bron.

24

Page 15: Maatschappijleer over de grens

4Of: Sozialkunde, Gemeinschaftskunde, Gesellschaft, Politik, Politik undWirtschaft, Geschichte und Politik

AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisVoor de Tweede Wereldoorlog bestond in Duitsland het vak Staatsburger-kunde. Dit vak bracht de leerling respect voor autoriteit bij en leerlingenleerden er de plichten als lid van de samenleving. Tijdens het nazibewindwerd het onderwijssysteem gebruikt als propaganda-instrument. Na deTweede Wereldoorlog introduceerden de geallieerden ‘politieke vorming’om te zorgen dat het Duitse volk een democratische (her)opvoeding zou krij-gen. Na de Duitse deling in 1949 kregen de deelstaten de verantwoorde-lijkheid voor politieke vorming, daarbij gesteund door Landeszentrales fürpolitische Bildung en federale centra voor politieke vorming, pedagogiek enpolitieke wetenschap.Aan universiteiten werden leerstoelen voor politieke educatie opgezet.Een richtingenstrijd tussen didactici werd in 1977 afgesloten met de zoge-naamde Beutelsbach Consensus waarin drie uitgangspunten voor politiekeeducatie in het onderwijs werden vastgelegd:• een docent mag zijn leerlingen niet beïnvloeden• een maatschappelijk of politiek controversieel onderwerp wordt ook als

controversieel in de klas behandeld

27

Politische Bildung (politieke vorming)

Duitsland Engeland Frankrijk

Italië Spanje Verenigde Staten Nederland

België (Vlaanderen) denemarken

Is er een docentenopleiding voor Samfundsfag?Ja, maar deze opleiding is niet verplicht. De opleiding is te volgen aan deuniversiteit bij de faculteit ‘History, International and Social Studies’.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Er is een Instituut for Samfundsfag, verbonden aan de Universiteit vanKopenhagen.

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenEr staan geen concrete hervormingen op de agenda. Door ontwikkelingenin het maatschappelijke debat over immigratie en integratie neemt wel debehoefte aan een historische en culturele canon als verplicht onderdeel vanhet curriculum toe.

Tips om verder te lezen• www.emu.dk/gym/fag/sa/• http://eng.uvm.dkAlle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

26

Page 16: Maatschappijleer over de grens

relaties, democratische ordening, politieke participatie, internationale poli-tiek en vredeshandhaving, vergelijking van politieke systemen, wetgevingen rechtspraak, economische ordening, economisch beleid, beroepsoriën-tatie en media.

Welke benadering wordt gekozen?Uit onderzoek blijkt dat docenten en leerlingen de voorkeur geven aan eenleerling-gerichte en probleemgeoriënteerde benadering. Toch wordt hetDuitse onderwijs gedomineerd door docentgestuurd onderwijs.

Hoeveel tijd is beschikbaar voor politieke vorming?Als regel is er één uur per week beschikbaar. Daarnaast is het geïntegreerdin andere vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, godsdienst en economie.

Wat zegt de IEA civic education study over Duitsland?Duitse jongeren hebben een gemiddelde politieke kennis. Ze zijn weinigbereid tot politiek handelen. Ook zijn ze slechts in geringe mate bereid totparticipatie in de besluitvorming op school en weinig actief in politieke enmaatschappelijke jongerenorganisaties. Ze halen hun kennis vooral uit demedia en in mindere mate uit het onderwijs over politiek. De Duitse scho-lieren hebben meer vertrouwen in maatschappelijke dan in politieke insti-tuties. Volgens het onderzoek zijn ze niet bovenmatig vijandig tegenoverbuitenlanders, maar toch komt vijandigheid vaker voor dan in anderelanden.

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid Politische Bildung onderwijzen?Alle docenten in Duitsland hebben aan docentenopleidingen of universi-teiten gestudeerd en zijn op basis daarvan bevoegd.

Is er een docentenopleiding voor Politische Bildung?Er is een pre-service docentenopleiding en een in-service docentenoplei-ding.De pre-service docentenopleiding is een universitair traject dat negensemesters duurt. Dit traject verschaft docenten in spé de theoretische kwali-

29

• leerlingen moeten politieke situaties en hun eigen belangen daarin gron-dig analyseren en zelf conclusies trekken

Na de hereniging van Duitsland werd het docenten politieke educatie uit devoormalige DDR niet toegestaan deze lessen nog te doceren.

Doel van het vakHet doel van het vak is de burger mondig te maken. Om als mondig burgeraan de samenleving en politieke besluitvorming deel te nemen, dienencompetenties te worden verworven. Men moet maatschappelijke en poli-tieke samenhangen kunnen onderscheiden, analyseren en beoordelen. Ookdient de burger te weten hoe in maatschappelijke conflicten te handelen.

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?Het vak wordt meestal niet eerder dan in klas 7 of 8 onderwezen.Duitsland kent na het basisonderwijs een Realschule (5e tot 10e schooljaar)en Gymnasium (5e tot 12/13e schooljaar).

Is het een verplicht vak?Burgerschapskunde behoort tot de algemene doelen van het onderwijs endient te worden behandeld in alle schoolvakken. Burgerschapskunde of‘Politische Bildung’ is in 1950 door alle onderwijsministers van de deel-staten ingevoerd. In de Realschule en het Gymnasium is het veelal een apartvak. Aangezien de deelstaten de verantwoordelijkheid voor het onderwijshebben, beslissen de deelstaatministers van Onderwijs over de aard en deinhoud van de vakken. Door deze gefragmenteerde structuur komenverschillende namen voor het vak voor.

Inhoud en benaderingDoor het gedecentraliseerde systeem zijn er zestien verschillende curriculavoor politieke vorming en is er een veelvoud aan materialen en urentabel-len.

Welke (kern)thema’s komen aan de orde?De meeste leerplannen zijn gebaseerd op een breed concept van politiek.De overkoepelende themavelden zijn meestal: sociale structuur en sociale

28

Page 17: Maatschappijleer over de grens

gevestigde vakken te ontwikkelen. Naar aanleiding hiervan heeft een groepwetenschappers een ontwerp voor een standaard Politische Bildung voor-gesteld. De discussie hierover is nog gaande.

Discussiepunten zijn:• de omgang op school en in de maatschappij met mensen van verschillende

culturen• ongelijke kansen voor studenten uit lagere sociale milieus op de arbeids-

markt• het groeiende rechts-extremisme• de omgang met het milieu

Het nascholingsprogramma ‘Demokratie lernen und leben’ is opgezet omhet traditionele vak ‘Politische Bildung’ op te vijzelen. Politische Bildungricht zich voornamelijk op kennisoverdracht over instituties, rechten, wettenen democratische procedures. In het programma ‘Demokratie lernen undleben’ ligt het accent op de praktijk, door toepassing van onder andereconflictpedagogiek, probleemgeoriënteerd leren en service learning (lerenterwijl taken verricht worden ten dienste van de samenleving).

Tips om verder te lezenWebsites• www.bildungsserver.de/zeigen.html (website voor het hele onderwijsveld)• www.blk-demokratie.de (learning and living democracy)• www.lehrplaene.org (curricula)• www.politische-bildung.net (portal)• www.sowi-online.de (elektronisch tijdschrift voor de didactiek van de soci-

ale wetenschappen)• www.sowi-online.de/links/zeitschriften.htm (een overzicht van tijdschrif-

ten op het gebied van didactiek van de politieke vorming)Tijdschriften• Gesellschaft, Wirtschaft, Politik (GWP), sociaal-wetenschappelijk vaktijd-

schrift voor politieke vorming (www.gwp-pb.de/texte/zeitschr.htm)• Kursiv, kwartaaltijdschrift voor politieke vorming in alle onderwijssoor-

ten is een uitgave van Wochenschau Verlag (www.wochenschau-verlag.de/content/abo_kursiv.htm)

31

ficaties in het verlengde van de gekozen studie. Er zijn in Duitsland 50universiteiten die een programma aanbieden voor het doceren van politiekeeducatie. Slechts 50 procent van de docenten die Politische Bildung geeftheeft een dergelijke opleiding afgerond.Na een universitaire opleiding kan men ook een in-service docentenoplei-ding volgen. Docenten doen dan praktische vaardigheden op tijdens eenstage van anderhalf tot twee jaar voordat ze een docentenbenoeming krij-gen. Tijdens hun schoolcarrière krijgen docenten mogelijkheden voorverdere ontwikkeling. Iedere deelstaat heeft een academie of wetenschap-pelijk instituut voor nascholingen, zoals het ‘Demokratie lernen und leben’-programma.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Er is een federale docentenvereniging, de Deutsche Verein für PolitischeBildung (DVPB). Deze vereniging bestaat sinds 1965 en heeft ook eeneigen website: www.dvpb.de. Daarnaast bestaan er in elke deelstaat docen-tenverenigingen met eigen publicaties.Een concurrerende organisatie is de Deutsche Gesellschaft für Demokra-tiepädagogik (www.degede.de). De Gesellschaft für Politikdidaktik undPolitische Jugend- und Erwachsenenarbeit (www.gpje.de) is een weten-schappelijk vakgenootschap evenals deDeutsche Vereinigung für Politische Wisschenschaft (www.dvpw.de).De Bundeszentrale für politische Bildung biedt professionele ondersteu-ning en publiceert materiaal voor docenten, studenten en leerlingen. Hunaanbod strekt zich uit van seminars, workshops, studiereizen en conferen-ties tot online informatie, tijdschriften en subsidies (www.bpb.de).De BAP, de Bundesausschuss Politische Bildung stelt zich tot doel de posi-tie van Politische Bildung te ontwikkelen. Deze koepelorganisatie legt zichvooral toe op de buitenschoolse politieke vorming en geeft onder andere eentijdschrift uit getiteld Praxis Politische Bildung.

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenEr is een tendens om onderwijs in de deelstaten meer op elkaar af te stem-men. De ministersconferentie (2003) besloot standaarden voor een aantal

30

Page 18: Maatschappijleer over de grens

5AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisCitizenship education bestaat al ruim honderd jaar in Engeland. Het onder-werp burgerschap heeft echter niet altijd een hoge prioriteit gekend. Ditveranderde toen de sociaal-democraten in 1997 aan de macht kwamen.In 1998 werd een adviesgroep ingesteld door de minister van Onderwijs‘to advise on a broad framework of good citizenship education and thedelivery of effective citizenship education in schools’. Het eindrapport vande commissie, het Crick Report, is vernoemd naar de voorzitter, professorSir Bernard Crick.

Doel van het vakCitizenship education bereidt leerlingen voor op een leven als burger vaneen democratie. Er bestaat in de onderwijsgemeenschap overeenstemmingover een benadering met drie C’s: citizenship in het curriculum, actiefburgerschap in de schoolcultuur en actief burgerschap door contacten metde samenleving (community).

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?Citizenship education is in beginsel een verplicht vak, bestemd voor alleleerlingen van 11 tot 16 jaar (Key Stages 3 and 4). Voor Key Stages 1 and

33

Citizenship education

Engeland Frankrijk Italië Spanje

Verenigde Staten Nederland België

(Vlaanderen) denemarken Duitsland

• Politische Bildung, vaktijdschrift uitgegeven door Wochenschau Verlag(www.wochenschau-verlag.de)

• Praxis Politische Bildung, uitgave van Juventa uitgeverij(www.juventa.de/zeitschriften/politischebildung/inhaltsverzeichnis.html)

Alle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

32

Page 19: Maatschappijleer over de grens

• lokaal en nationaal bestuur, parlement en gerechtshoven• kenmerken van parlementaire en andere regeringsvormen• het kiessysteem en het belang van stemmen• het werk van vrijwilligersorganisaties• het belang van het vreedzaam oplossen van conflicten• de betekenis van media in de samenleving• de globale samenleving, de Europese Unie en de Verenigde NatiesOnderzoeks- en communicatieve vaardigheden• analyseren van actuele sociale, culturele en politieke problemen• een (mondeling en schriftelijk) oordeel vormen over strijdpunten en

problemen• deelnemen aan klassikale discussies en debattenParticipatieve vaardigheden• zich inleven in andermans ervaringen• onderhandelen, besluiten en verantwoordelijkheid nemen op school en in

de gemeenschap• reflecteren op het participatieproces

Welke benadering wordt gekozen?De adviesgroep onder voorzitterschap van Bernard Crick adviseert de teleren kennis en vaardigheden te koppelen aan verschillende maatschappe-lijke rollen. Er worden zeven rollen onderscheiden: lid van een gemeen-schap, consument, gezinslid, lifelong learner, belastingbetaler, kiezer enwerknemer.

Hoeveel tijd is ongeveer beschikbaar voor Citizenship education?Voor Key Stages 3 en 4 is geen verplicht aantal uren in het curriculum opge-nomen voor Citizenship education (Crick had vijf procent van de onder-wijstijd gesuggereerd). Het ministerie adviseert drie procent, wat neerkomtop gemiddeld 45 minuten per week in niveau 3. In de praktijk loopt hetaantal uren uiteen. Er zijn veel scholen die burgerschapsactiviteiten biedendie niet in het formele curriculum zijn opgenomen.

Scholen en docenten hebben een ruime vrijheid zelf hun lessen in te rich-ten, maar de lessen in Key Stages 3 en 4 worden geëvalueerd. De inspectie

35

2 is het niet verplicht, maar is het ingebed in ‘Personal, Social and HealthEducation’. Het vak Citizenship education is sinds september 2002 onder-deel van het nationale curriculum.

Inhoud en benaderingDe aanbevelingen uit het Crick Report leiden tot de volgende doelstellingen:• geef leerlingen de kennis, vaardigheden en inzicht om een effectieve rol in

de maatschappij te spelen• help leerlingen om geïnformeerde, nadenkende en verantwoordelijke

burgers te worden, die zich bewust zijn van hun rechten en plichten• bevorder de geestelijke, morele, sociale en culturele ontwikkeling van leer-

lingen en geef ze zelfvertrouwen; moedig leerlingen aan te participeren inhet schoolleven, de gemeenschap en de wereld

• leer leerlingen over de economie en democratische instituties en waarden• moedig respect aan voor verschillende nationale, godsdienstige en etni-

sche identiteiten en ontwikkel het vermogen bij leerlingen om te reflecte-ren over strijdpunten en deel te nemen aan discussies

Inhoudelijk is het verdeeld over drie thema’s:• Kennis en inzicht om een geïnformeerde burger te worden• Het ontwikkelen van onderzoeks- en communicatieve vaardigheden• Het ontwikkelen van vaardigheden om te participeren aan de samenleving

en verantwoord te handelen.

Welke (kern)thema’s komen aan de orde?Het ministerie geeft een aanbeveling voor de inhoud die in Key Stage 3 en4 behandeld kan worden. De inhoud wordt echter niet opgelegd en isderhalve afhankelijk van de invulling van de school en docent. De overheidbiedt ter ondersteuning van de aanbevolen inhoud (voorbeeld)lesmateriaalen docententrainingen.

De thema’s zijn als volgt uitgewerkt:Kennis• mensenrechten en het justitieel systeem• religieuze en etnische diversiteit

34

Page 20: Maatschappijleer over de grens

1200 leraren zich kwalificeren om het vak te kunnen geven, zowel nieuweals zittende docenten. In maart 2006 is er een handboek voor citizenshipgepubliceerd.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Er is een Association for Citizenship Teaching met een eigen website:www.teachingcitizenship.org.uk. Ook bestaat er een vereniging van docen-ten en studenten, de ‘Politics Association’.

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenDe invoering van Citizenship education in het Engelse curriculum wordtuitgebreid gemonitord. Er wordt door de National Foundation for Educa-tional Research (NFER) een longitudinaal onderzoek gedaan waarvan deeerste resultaten al gepubliceerd zijn. Zie de website van de NFER voor derapporten die zijn verschenen. Uit onderzoek blijkt dat driekwart van dedocenten zich onvoldoende gekwalificeerd acht voor het geven van Citizen-ship education. Het nieuwe vak wordt echter wel goed ingevoerd op de scho-len. Uit een recent rapport van de onderwijsinspectie bleek dat slechts éénop de vier scholen onvoldoende aandacht had voor het geven van Citizen-ship education. Het ligt voor de hand dat de onderzoeken, rapporten enevaluaties tot suggesties voor aanpassingen zullen leiden.

Tips om verder te lezen• www.citizen.org.uk (Institute for Citizenship)• www.citizenshipfoundation.org.uk (The Citizenship Foundation)• www.citized.info (CitizED)• www.csv.org.uk (Community Service Volunteers)• www.dea.org.uk (Development Education Association)• www.dfes.gov.uk/citizenship (ministerie van Onderwijs)• www.hansard-society.org.uk (The Hansard Society)• www.inca.org.uk (International Review of Curriculum and Assessment

Frameworks)• www.nc.uk.net/esd (Education for Sustainable Development)• www.nfer.ac.uk (National Foundation for Educational Research)

37

van het Onderwijs (Ofsted) ziet toe op de uitvoering van de citizenshiplessen. Daarnaast wordt er longitudinaal onderzoek gedaan door de Natio-nal Foundation of Educational Research (NFER). Er zijn in Engeland geeneindtermen zoals in Nederland.

Wat zegt de IEA civic education study over Engeland?Engelse leerlingen scoren wat politieke kennis over democratie en regeringbetreft op het internationale gemiddelde. Daarentegen scoorde Engelandhoog ten aanzien van politieke vaardigheden. Engelse veertienjarigenhebben een gematigd vertrouwen in maatschappelijke instituties. Scholenworden het meest vertrouwd. Het vertrouwen in de Europese Unie, politiekepartijen en de regering is het laagst. Engelse jongeren hebben weinig moge-lijkheden om politieke discussies te voeren. Dit kan een oorzaak zijn voor degebrekkige betrokkenheid bij het politieke proces. Een meerderheid van deveertienjarigen is niet van plan aan conventionele politiek deel te nemen;lid worden van een politieke partij, brieven schrijven naar de krant, zichkandidaat stellen voor een politieke functie. Engeland scoorde hier onderhet internationale gemiddelde.

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid Citizenship educationonderwijzen?Docenten citizenship hebben diverse achtergronden. De meerderheid heeftgeen professionele opleiding of training voor het geven van burgerschaps-kunde gehad. Het gevolg is dat vooral de onderwerpen die zij belangrijkvinden en waar ze veel vanaf weten aan de orde komen.

Is er een docentenopleiding voor Citizenship education?Sinds citizenship education in het onderwijs is ingevoerd, worden onder-wijstrainingen ontwikkeld en aangeboden. Er zijn postgraduate opleidin-gen aan verschillende universiteiten. Ongeveer 20 instellingen voor hogeronderwijs bieden een programma van een jaar aan waarbij zowel de theorieals de praktijk aan bod komt. Het ministerie van Onderwijs heeft in 2003een nascholingscursus opgezet en sinds 2006 bestaat er ook een nationaalcertificaat ‘Citizenship education’ voor docenten. Het doel is dat jaarlijks

36

Page 21: Maatschappijleer over de grens

5AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisIn 1948 werd in Frankrijk ‘instruction civique’ ingevoerd op de lycea. Hetvak zou één uur per twee weken moeten worden gegeven, maar werd doorde scholen meestal genegeerd. In 1985 werd het vernieuwd en als Educa-tion Civique (EC) ingevoerd in het basisonderwijs en de onderbouw van hetvoortgezet onderwijs. Het was een verplicht vak van één uur per week. Vierjaar later is bij wet bepaald dat scholen de taak hebben om leerlingen op teleiden voor burgerschap. Historisch gezien hebben Franse scholen altijd aleen belangrijke rol gespeeld in het voorbereiden op burgerschap.In 1995/96 werd een nieuw programma Education Civique geformuleerdmet de nadruk op de zogenaamde ‘whole school’ benadering. De bedoelingwas dat burgerschap door het gehele curriculum heen (cross-curriculair) eenplek zou krijgen. In 1999 werd het vak (onder de naam Education Civique,Juridique et Sociale- ECJS) ook in de bovenbouw van het voortgezet onder-wijs ingevoerd. In 2002 heeft het ministerie van Onderwijs gedetailleerderichtlijnen, inclusief leerdoelen, vastgesteld voor Education Civique.

Doel van het vakEducation Civique heeft als doel burgerschapsvorming op basis van defundamentele waarden van de samenleving.

39

Education Civique (EC)

Frankrijk Italië Spanje Verenigde

Staten Nederland België (Vlaanderen)

denemarken Duitsland Engeland

• www.nfer.ac.uk/research-areas/citizenship (longitudinale onderzoekennaar citizenship in het onderwijs)

• www.ofsted.gov.uk (onderwijsinspectie)• www.qca.org.uk/6123.html (Rapport Education for Citizenship and the

Teaching of Democracy in Schools)• www.schoolcouncils.org (School Councils UK)Alle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

38

Page 22: Maatschappijleer over de grens

In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs (het vijfde, zesde en examen-jaar) wordt het vak ‘Education Civique, Juridique et Sociale’ (ECJS) onder-wezen. De syllabus hiervoor is tussen 1997 en 2000 opgesteld en gerichtop politieke educatie.In het vijfde jaar bestuderen leerlingen burgerschap in het algemeen en inhet zesde jaar ligt de nadruk op instituties en burgerschapsprocedures. Inhet laatste jaar wordt burgerschap bestudeerd in de context van de wereld-problemen.De onderwijsmethode is een tweewekelijks twee uur durend inhoudelijkdebat. Het debat moet goed worden voorbereid zodat leerlingen met goedeargumenten komen.Het ministerie noemt expliciet onderwerpen als: politieke, sociale en/ofeconomische strijdpunten. Aan de orde komen: Europese verkiezingen,rechten van minderheden, politieke corruptie, stedelijk geweld, werkloos-heid, racisme en discriminatie, migranten en nationaliteit, gelijkheid, secu-lariteit (‘laicité’).

Welke benadering wordt gekozen?EC is geen conventioneel vak. De inhoudelijke onderbouwing van EC komtbij de vakken geschiedenis en aardrijkskunde aan de orde. De meerwaardevan EC zit in de toepassing ervan op school, als het gaat over de rechten enplichten van leerlingen en de schoolraden waar leerlingen deel van uitma-ken.De benadering in de onderbouw wordt gekenmerkt door drie aspecten:• Het vermijden van abstracte zaken• Het toepassen van casestudies om van het specifieke naar het algemene te

gaan• Kennis van de basisteksten van mensenrechten (aan de hand van speci-

fieke voorbeelden)In de onderbouw moeten leerlingen als afsluiting een kort essay schrijvenover EC, gebaseerd op bronnenmateriaal. Zowel de docenten als leerlingenblijken tevreden te zijn over deze opbouw en methode. In de bovenbouwwordt, zoals gezegd, het vak ECJS gegeven. Dit vak kenmerkt zich niet doorde overdracht van kennis, maar door debatten waar de leerlingen zichzelf

41

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?EC wordt gegeven op drie niveaus: basisschool, de onderbouw van het voort-gezet onderwijs (eerste tot en met vierde leerjaar) en de bovenbouw van hetvoortgezet onderwijs (vijfde tot en met zevende leerjaar). Het is een verplichten zelfstandig vak, behalve in het basisonderwijs waar het cross-curiculairis.

Inhoud en benaderingHoe wordt het vak gegeven?In het primair onderwijs is EC, zoals gezegd, een deel van het curriculum,maar zelden een apart vak. Het wordt gegeven tijdens vakken als geschie-denis en aardrijkskunde. De inhoud concentreert zich op twee basiswaar-den: zelfrespect en persoonlijke verantwoordelijkheid. Het doel is om leer-lingen kennis te laten maken met het nemen van verantwoordelijkheid opschool en daarbuiten. Daarnaast wordt een inleiding gegeven over de prin-cipes die ten grondslag liggen aan de Franse Republiek en enkele belang-rijke instituties.In de onderbouw van het voortgezet onderwijs staat EC elk jaar één uur perweek op het rooster. Het vak wordt voornamelijk gegeven door geschiede-nis- en aardrijkskundedocenten. In het eerste jaar krijgen leerlingen les overmensenrechten en plichten (toegespitst op de schoolsituatie) de uitgangs-punten van burgerschap en over verantwoordelijk gedrag ten aanzien vanhet milieu en cultureel erfgoed.In het tweede jaar gaat men in op de begrippen gelijkheid, solidariteit enveiligheid. De nadruk ligt op gelijkheid voor de wet, het afwijzen van discri-minatie, menselijke waardigheid, solidariteit met familie en vrienden ensolidariteit in de gemeenschap.In het derde jaar bestuderen leerlingen vrijheid, rechten en rechtspraak inFrankrijk, mensenrechten en burgerschap in Europa.In het vierde en laatste jaar staan de onderwerpen burgerschap, democra-tie, machtsverdeling in Frankrijk, de dimensies van burgerschap, belang-rijke strijdpunten verbonden met democratie (gelijkheid van man en vrouw,informatie en de media, etc.) en de realiteit van oorlog en vrede op hetprogramma.

40

Page 23: Maatschappijleer over de grens

Artikelen• Audigier, Francois (2002). L’éducation civique dans l’école francaise

(Zie: www.jsse.org/2002–2/france_audigier.htm).• Tutiaux-Guillon, Nicole (2002). Civic, Legal and Social Education in

French Secondary School: Questions About a New Subject. (Zie: www.jsse.org/2002–2/france_tutiaux.htm).

• ‘Revue de diffusion des savoirs en éducation’ in: Education et citoyenneté1998/2 – numéro 16.

Websites• http://annee2005.cidem.org (site van het Europees Jaar Burgerschap

door Educatie)• http://eduscol.education.fr/D0090/CITOYACC.htm (education a la

citoyenete)• www.ac-creteil.fr/lycee/ecjs/welcome.html (praktijk voorbeelden ECJS)• www.cidem.org (civisme et democratie).• www.cidem.org/documents/barometre/barom_mar2006.pdf (onder-

zoeksgegevens met betrekking tot politiek)• www.cndp.fr/secondaire/ecjs/ (materiaal voor ECJS-docenten)• www.education.gouv.fr (ministerie van Onderwijs)• www.education.gouv.fr/bo/2000/hs6/civique.htm (programma ECJS

van het ministerie van Onderwijs in 2000)• www.education.gouv.fr/bo/2000/hs7/vol5civ.htm (programma ECJS

van het ministerie van Onderwijs in 2000)• www.education.gouv.fr/bo/2002/hs5/cap3.htm (programma ECJS van

het ministerie van Onderwijs in 2002)• www.fondation-res-publica.org/Une-education-civique-republicaine-au-

XXIe-siecle_a13.html (discussiepagina)• www.scolasite.com/pages/educivique.htm (materiaal voor docenten)• www2.ac-lyon.fr/enseigne/ses/ecjs/ecjs.html (uitgebreide informatie

over ECJS)Alle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

43

voor dienen te informeren om een eigen oordeel te vormen. Hiermee wordtde basis gelegd voor het latere civiele en politieke leven.

Wat zegt de IEA civic education study over Frankrijk?Frankrijk heeft niet aan het onderzoek meegedaan.

DocentenopleidingWie kan EC en ECJS met welke bevoegdheid onderwijzen?In het basisonderwijs wordt het vak gegeven door de klassendocent. In hetvoortgezet onderwijs wordt het vak meestal gegeven door docenten geschie-denis of aardrijkskunde.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Nee. Frankrijk kent wel de Association des Professeurs d’Histoire et deGéographie de l’Enseignement Public (www.aphg.asso.fr).

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenIn de afgelopen jaren heeft er een transformatie van EC in Frankrijk plaats-gevonden. De indruk bestaat dat docenten de institutiekunde proberen afte zweren en in plaats daarvan het accent leggen op individuele verant-woordelijkheid op diverse niveaus. Ze nemen daarvoor kennis als uitgangs-punt, maar sluiten aan bij de ideeënwereld van leerlingen. Daarom ligt devoorkeur ook op het ‘beargumenteerde debat’.EC blijft natuurlijk problemen opleveren. Veel docenten voelen zich nietgoed genoeg voorbereid. Docentenopleidingen besteden vaak een beperktetijd aan modules voor EC. In de bovenbouw van het beroepsonderwijswordt EC als minder belangrijk gezien dan in het algemene voortgezetonderwijs. De maatschappelijke relevantie van de stof wordt hier ter discus-sie gesteld.

Tips om verder te lezenBoeken• Audigier, Francois (1999). L’éducation a la citoyennete. Synthese et mise

en debat. Paris: Institut National de Recherche Pedagogique.

42

Page 24: Maatschappijleer over de grens

AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisSinds de Tweede Wereldoorlog werd burgerschapskunde in Italië gezien alsde leer van de fundamentele rechten en plichten van individuen en burgers.Het vak werd gecombineerd met geschiedenis. Vanaf 2000 wordt de term‘educazioni alla convivenza civile’ (wij houden de term ‘burgerschapskunde’aan) in de wet gebruikt ter aanduiding van het vak burgerschapskunde.Burgerschapskunde is in de volgende zes onderwerpen onder te verdelen:burgerschap, milieu, verkeer, gezondheid, voedselleer en affectiviteitsleer.

Doel van het vakIn het Italiaanse schoolsysteem wordt burgerschapskunde gezien als één vande fundamenten van het gehele onderwijs. De leerling moet door het vakleren omgaan met de democratische rechten en plichten. Hij of zij moetleren als goed burger met anderen samen te leven, met respect voor socialeen culturele verschillen.

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?Het vak wordt zowel in het primaire als in het secondaire onderwijs gege-ven. Er is echter geen aantal uren voorgeschreven, dat wordt aan de schoolovergelaten. In het basisonderwijs krijgen leerlingen ‘sociale studies’ en

44

6 Educazioni civica (primair onderwijs) en

Educazioni alla convivenza civile (voortgezet onderwijs)

2Italië Spanje Verenigde Staten Neder -

land België (Vlaanderen) dene marken

Duitsland Engeland Frankrijk

‘kennis van het sociale leven’, gekoppeld aan geschiedenis. Ook in het voort-gezet onderwijs is burgerschapskunde aan geschiedenis gekoppeld. In debasisschool en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs heet het vak‘educazioni civica’. Alleen in de hoogste klassen van het voortgezet onder-wijs wordt burgerschapskunde als apart vak gegeven, maar nog steeds welin samenhang met geschiedenis. Er moet minimaal twee uur per maandaan worden besteed. Het vak heet hier ‘educazioni alla convivenza civile’.

Inhoud en benaderingHoe wordt het vak gegeven?1. Op de basisschool komen de volgende onderwerpen aan bod: het begripburgerschap, de belangrijkste regeringsvormen, de symbolen van nationaleidentiteit (vlag, volkslied), de grondwet, de functie van wetten, rechten enplichten, identiteit, vrede, ontwikkeling, samenwerking, internationale,gouvernementele en non-gouvernementele organisaties en lokaal bestuur.Daarnaast richt het programma zich op: het leren doorzien van andermansgezichtspunten, onafhankelijk gedrag, interactie met bekenden en vreem-den, begrip van en interactie met verschillende culturen, het respecterenvan mensenrechten, het betrokken worden in solidariteitsinitiatieven, etc.2. In de lagere klassen van het voortgezet onderwijs komen de volgendeonderwerpen aan bod: de rol van regels, de grondwet, de organisatie van deItaliaanse republiek, onderscheiden van verschillende overheidslagen, deinterventie van de staat in maatschappij en economie, civil society, e-govern-ment, de politieke en economische organisatie van de EU, de euro, deUniversele Verklaring van de Rechten van de Mens, UNESCO, het Interna-tionaal Hof van Justitie, de NAVO, Amnesty International en het RodeKruis, het Italiaanse schoolsysteem, ontwikkelingsvraagstukken, de dialoogtussen verschillende culturen, de rol van de massamedia, het gebruik vanIT, het herkennen van de activiteiten, rol en geschiedenis van internationaleorganisaties, politieke en militaire allianties en internationale humanitaireorganisaties, etc.3. In de eerste twee jaren van de bovenbouw van het voortgezet onderwijswordt dit uitgebreid met: de rechten en plichten in het sociale leven, moreleverplichtingen, algemene en individuele belangen, collectieve behoeften,publieke diensten, sociale solidariteit, de organisatie van de Italiaanse staat,

45

Page 25: Maatschappijleer over de grens

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid burgerschapskunde onderwijzen?Burgerschapskunde is meestal aan een ander vak, zoals geschiedenis,gekoppeld. De docent die bevoegd is voor dit hoofdvak, mag ook burger-schapskunde geven. De precieze eisen voor een docent burgerschapskundezijn onhelder. Er is geen toereikende opleiding voor docenten burger-schapskunde. Op universitair niveau zijn er geen specifieke opleidingen ener worden alleen cursussen aangeboden via trainingsinstituten.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Hierover hebben wij geen informatie kunnen vinden.

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenHierover hebben wij geen informatie kunnen vinden.

Tips om verder te lezen• Losito, Bruno (2001). Civic Education in Italy: intended curriculum and

students’ opportunity to learn (zie: www.sowi-online.de/journal/2003–2/italy_losito.htm)

Alle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

47

politieke vertegenwoordiging en verkiezingen, de staat en de burger.4. De laatste drie jaren van het voortgezet onderwijs wordt er aandachtbesteed aan:geschiedenis en principes die aan de Italiaanse Republiek ten grondslagliggen, rechten en plichten van burgers, vrijheid, sociale solidariteit, deorganisatie van werk, het gezin, de organisatie van de Italiaanse staat, wetge-ving, internationale en supranationale organisaties.

In aanvulling op de diverse schoolprogramma’s wordt de leerlingen ook civilcoexistence geleerd door de gelegenheid te bieden deel te nemen aanbelangrijke besluitvormingsprocessen. In de wetgeving uit 1974 is vastge-legd dat leerlingen van de hoogste klassen kunnen participeren in hetschoolparlement of een klassenraad.

Wat zegt de IEA civic education study over Italië?Wat kennis van politiek (overall civic knowledge) betreft scoort Italië signi-ficant hoger dan het internationale gemiddelde van 28 landen.

Verwachte participatie als volwassene:• 80 procent van de leerlingen verwacht te gaan stemmen (internationaal

gemiddelde is 80 procent)• 65 procent van de leerlingen verwacht geld in te gaan zamelen voor een

goed doel (internationaal gemiddelde is 59 procent)• 62 procent van de leerlingen leest het nieuws in de krant (international

gemiddelde is 68 procent)• 90 procent van de leerlingen kijkt naar het nieuws op tv (internationaal

gemiddelde is 86 procent)• 41 procent van de leerlingen luistert naar het nieuws op de radio (inter-

nationaal gemiddelde is 55 procent)

Het vertrouwen in overheids(gerelateerde) instellingen is in Italië verge-lijkbaar met het internationaal gemiddelde. Dat geldt ook voor de houdingten opzichte van immigranten en de steun voor politieke rechten van vrou-wen.

46

Page 26: Maatschappijleer over de grens

AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisBurgerschapskunde is een onderdeel van de onderwijshervorming die inSpanje in 1990 in de wet is vastgelegd. Burgerschapskunde diende deel uitte maken van het vaste schoolcurriculum en is derhalve op iedere schoolgeïmplementeerd. Niet iedereen is tevreden met de wijze waarop dit isgebeurd, daar de verantwoordelijkheid deels landelijk, maar voor een grootdeel ook bij de autonome regio’s ligt. Op nationaal niveau wordt het beleiden de wetgeving met betrekking tot burgerschapskunde in grote lijnenomschreven, waarna de autonome regio’s de verantwoordelijkheid voor deuitwerking hebben. In 2006 is de wet waarin Educacion Civica (EC) alsnieuw vak wordt geïntroduceerd door het Spaanse parlement aangenomen.

Doel van het vak Educacion CivicaDe doelstellingen zijn:• het ontwikkelen van kennis over de organisatie van een democratische

samenleving• het ontwikkelen van een positieve attitude en vaardigheden om kritiek te

formuleren• het ontwikkelen van schooldemocratie en het demonstreren van actief

burgerschap in het werk en binnen de schoolgemeenschap

48

7 Educacion Civica (EC) 2Spanje Verenigde Staten Nederland

België (Vlaanderen) denemarken

Duitsland Engeland Frankrijk Italië

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?Burgerschapskunde is op drie manieren in het Spaanse curriculum opge-nomen:1. Burgerschapskunde is expliciet vermeld als cross-curriculair thema onderde naam ‘Morele en burgerschapseducatie’ in het zogenaamde voorschoolsonderwijs (0–6 jaar), het basisonderwijs (6–12 jaar) en het voortgezetonderwijs (12–16 jaar). Het vak is niet voorzien van een concrete inhoud.2. In het basis onderwijs is burgerschapskunde gerelateerd aan de kennis-gebieden van aardrijkskunde en geschiedenis. In de laatste leerjaren is hetvak een facultatief onderdeel van 170 uur per jaar dat gegeven kan wordendoor de klassenleraar.3. Ook in het voortgezet onderwijs is burgerschapskunde gekoppeld aangeschiedenis, aardrijkskunde en de sociale wetenschappen. Ook daar is hetgeïntegreerd en niet verplicht.Aangezien op het moment van schrijven de besluitvorming nog niet is afge-rond, kan de hier gegeven informatie nog aan veranderingen onderhevigzijn. Volgens het Spaanse ministerie van Onderwijs komt er een vak ‘Ethieken Burgerschapskunde’ in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (tweeuur per week). In de bovenbouw komt dan een vak ‘Filosofie en Burger-schap’, ook ingeroosterd voor twee uur per week.

Inhoud en benaderingHoe wordt het vak gegeven?Een belangrijk thema is het onderwijzen van waarden, zodat leerlingen zichzullen ontwikkelen tot volwassenen die beschikken over eigenwaarde, waar-digheid, vrijheid en verantwoordelijkheid; tot mensen die in relatie tot ande-ren respect en loyaliteit tonen, evenals het vermogen tot samenleven ensamenwerken. Leerlingen dienen het besef te ontwikkelen dat zij actief aande democratische samenleving deel moeten nemen. Daartoe dienen zekennis te hebben van hun rechten en plichten als burger.Door burgerschapskunde zullen leerlingen kennismaken met de principesvan persoonlijke en sociale ethiek. De syllabus van burgerschapskundezal de rechten en de vrijheid die democratische bestuursvormen garande-ren behandelen. Ook zal er aandacht zijn voor het oplossen van conflic-

49

Page 27: Maatschappijleer over de grens

en zal ze de kennis verschaffen om conflicten te voorkomen en conflicten inde eigen omgeving vreedzaam op te lossen en om een atmosfeer te creërenvan gelijkheid en gelijke mogelijkheden voor man en vrouw.

Wat zegt de IEA civic education study over Spanje?Spanje heeft niet meegedaan aan het IEA onderzoek.

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid burgerschapskunde onderwijzen?Er is geen informatie bekend over bevoegdheden voor het doceren vanburgerschapskunde. Aangezien het vak tot nu toe geïntegreerd was metandere vakken, betekent dit dat bevoegde docenten voor aardrijkskunde engeschiedenis gekwalificeerd zijn voor burgerschapskunde. Voor zittendedocenten zijn er zogenaamde in-service docententrainingen. In het voort-gezet onderwijs zal burgerschapskunde waarschijnlijk gegeven worden doordocenten sociale wetenschappen (onderbouw) en docenten filosofie (boven-bouw). De besluitvorming hierover is nog niet afgerond.

Op dit moment is er geen specifieke opleiding voor docenten burger-schapskunde. De docentenverenigingen geografie, geschiedenis en filoso-fie zullen burgerschapskunde-trainingen gaan organiseren. Het LorenzoLuzuriaga Collective heeft seminars georganiseerd en publiceert docu-menten over het vak. De didactische vereniging van sociale wetenschappersis ook betrokken bij de trainingen.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?Er is geen docentenvereniging van docenten burgerschapskunde in Spanje.In het basisonderwijs wordt het vak gegeven door de klassenleraar. Menverwacht dat er in de toekomst wel een specifieke organisatie van burger-schapskundedocenten zal worden opgericht. Er zijn (nog) geen speciale tijd-schriften of nieuwsbrieven voor docenten die burgerschap geven. Er zijn welartikelen over het vakgebied burgerschap gepubliceerd in vakbladen.

51

ten, de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het voorkomen van huise-lijk geweld tegen vrouwen, tolerantie en het accepteren van etnischeminderheden. En verder voor het accepteren van verschillende culturen enimmigratie als een bron van sociale en culturele verrijking.

In het basisonderwijs moeten leerlingen de vaardigheid leren om conflic-ten te voorkomen en ze op vreedzame wijze op te lossen. Leerlingen moetende vaardigheid verwerven om zelfstandig te handelen in de thuis- en gezins-situatie en in de sociale groepen waarin ze zich bewegen. De school moethen helpen hun persoonlijkheid zodanig te ontwikkelen dat ze een houdingtegen geweld ontwikkelen en tegen elke vorm van vooroordeel of seksisti-sche stereotypen. Concreet komt het volgende aan bod: mensenrechten, derechten van het kind, de relatie tussen rechten en plichten, gelijke rechtenvan man en vrouw, democratische waarden (respect, tolerantie, solidariteit,gerechtigheid, samenwerking en cultuur van vrede), vreedzame oplossingvan conflicten, participatie, sociale -, culturele - en religieuze verschillen,samenleven. Bij het thema samenleven worden onder andere de SpaanseGrondwet, gewoontes van burgers, de inkomstenbelasting en de verkeers-regels behandeld.

In de onderbouw van het voortgezet onderwijs moet burgerschapskundebijdragen aan:• het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel• kennis en praktijk van burgerrechten• tolerantie en solidariteit tussen mensen• het beschouwen van mensenrechten als gemeenschappelijke waarde van

een plurale samenleving

In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs moet burgerschapskundeertoe bijdragen dat leerlingen het vermogen krijgen om democratischburgerschap in praktijk te brengen en om een burgerlijk bewustzijn teontwikkelen dat geïnspireerd is door de waarden van de Spaanse Grondwet.Deze waarden moeten bijdragen aan de vorming van een rechtvaardigesamenleving waarin gelijkwaardigheid bestaat. Het vak zal leerlingenhelpen om verantwoordelijk te handelen, een kritische geest te ontwikkelen

50

Page 28: Maatschappijleer over de grens

8AlgemeenIntroductie en voorgeschiedenisIn de Verenigde Staten is de rol van civic education in het onderwijs heelbelangrijk. Thomas Jefferson, een van de ‘founding fathers’, schreef bij hetontstaan van de Verenigde Staten al over de noodzaak om burgers op tevoeden voor democratie. Burgerschapseducatie kreeg een centrale rol in hetAmerikaanse schoolcurriculum. In 1890 is het schoolvak ‘social studies’ontworpen om de sleutelrol te vervullen bij de voorbereiding tot democra-tisch burgerschap. In de beginjaren was social studies voornamelijk geschie-denis met enige aandacht voor geografie en openbaar bestuur. Rond 1915boden de meeste scholen geschiedenislessen aan, maar aandacht voor soci-ale vraagstukken was zo goed als afwezig. In 1916 werd echter een rapportvan het Social Studies Committee gepubliceerd, dat de toon zou zetten voorcivic education in de 20e eeuw. Het rapport adviseerde om meer nadruk teleggen op hedendaagse strijdpunten, sociale problemen en de recentegeschiedenis. Daarnaast moest ook worden ingegaan op de behoeften eninteresses van de leerlingen. De werken van John Dewey waren van groteinvloed op deze ontwikkelingen. In 1921 werd de vereniging van docentensocial studies opgericht, de National Council for the Social Studies (NCSS).In de jaren tachtig kwam een beweging op gang om onderwijsstandaardente herzien. Het waren de crisisjaren van het onderwijs waarin de kwaliteit

53

Civic Education (CE)

Verenigde Staten Nederland

België (Vlaanderen) denemarken Duitsland

Engeland Frankrijk Italië Spanje

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenDe officiële introductie van het vak na goedkeuring in het Spaanse parle-ment zal tot discussie leiden over de wijze waarop het dient te worden inge-voerd in het huidige curriculum.

Tips om verder te lezenArtikel• Civic Education in Spain: A Critical Review of Policy vindt u

op:www.jsse.org/2003–2/spain_naval.htmWebsites• www.colectivolorenzoluzuriaga.com (Lorezo Luzuriaga Collective)• www.debateeducativo.mec.es (ministerie van Onderwijs met de discus-

sie over de herziening van het onderwijsstelsel)• www.didactica-ciencias-sociales.org (didactische vereniging voor Sociale

Wetenschappen)• www.educacionciudadania.mec.es (ministerie van Onderwijs over

burgerschap)Alle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

52

Page 29: Maatschappijleer over de grens

grote diversiteit in curricula voor civic education. Hoe het vak wordt ingevuld verschilt sterk per staat. Gedetailleerde informatie is te vinden inde ‘Citizenship Education Database’: www.ecs.org/ecsmain.asp?page=/html/projectsPartners/nclc/nclc_main.htm

Een overzicht van de stand van zaken is ook te vinden in een editie van denieuwsbrief van het National Center for Learning and Citizenship van deEducation Commission of the States uit juli 2006. Het abonnement op detweemaandelijkse nieuwsbrief ‘Citizenship Matters’ is gratis.

Welke (kern)thema’s komen aan de orde?Op veel basisscholen krijgen leerlingen les in democratie op het momentdat de klas klassenregels vaststelt of als er verkiezingen worden gehouden.De lessen gaan over bekende presidenten, lokaal bestuur en lokale diensten.Sommige basisscholen bieden speciale burgerschapslessen aan. Lessen overdemocratie, politieke instellingen en de rechten en plichten van burgerskomen meestal pas in de middle of high school aan de orde. In de meestestaten betekent dit dat scholieren er op hun 14e of 15e jaar mee in aanra-king komen.

Wat zegt de IEA civic education study over de Verenigde Staten?1. Kennis van politiek (overall civic knowledge)Amerikaanse leerlingen scoren significant boven het internationale gemid-delde als het gaat om hun ‘civic knowledge’. Ook scoren zij significant hogerop het terrein van de ‘civic skills’.2. Vertrouwen in de overheidEen meerderheid van de leerlingen zegt vertrouwen te hebben in de lokaleen nationale overheid. Slechts 35% van de leerlingen heeft vertrouwen inpolitieke partijen. Negen van de tien leerlingen ondersteunt de politiekerechten van vrouwen en is het ermee eens dat vrouwen zich verkiesbaar stel-len voor openbare ambten en dezelfde rechten hebben als mannen. Ameri-kaanse leerlingen scoren hoger dan het internationale gemiddelde als hetgaat om steun voor vrouwenrechten en in vergelijking met het internatio-nale gemiddelde hebben zij een positievere houding ten opzichte vanmigrantenrechten.

55

van het onderwijs ter discussie stond. De NCSS riep in 1992 een task forcein het leven om een standaard voor social studies te ontwikkelen. In 1993werd een concept gepubliceerd dat gemengde ontvangen is. Twee jaar laterverschenen de ‘National Standards for Civics and Government’, die ontwik-keld waren door het Center for Civic Education. In deze periode verschenenook de standaarden voor geschiedenis en aardrijkskunde.De geschiedenis van social studies in de 20e eeuw laat een strijd zien ominhoud en onderwijsbenaderingen van het vak. Dit was in feite een cultu-rele oorlog over idealen, visies, geloof en waarden. Vanaf het begin is socialstudies hevig bekritiseerd op inhoud, maar ook op benaderingen die nietleken aan te sluiten op de onderwijsvraag.

Doel van het vakEr bestaat in de VS brede overeenstemming dat het de verantwoordelijkheidvan de scholen is om les te geven over democratie en om leerlingen voor tebereiden op effectief burgerschap. Effectief burgerschap is een doelstellingvan een programma van de NCSS, getiteld: ‘Creating Effective Citizens’.Tot nu toe ligt het accent bij burgerschapskunde in de VS op de formeleaspecten van burgerschap. Er wordt dus veel nadruk gelegd op het leren vande nationale geschiedenis en politieke instanties.

In welke onderwijstypen wordt het gegeven?Civic education is een verplicht vak in het basisonderwijs ( 5–12 jaar) en inhet voorgezet onderwijs (12–18 jaar). In Amerika wordt de middelbareschool niet afgesloten met een landelijk eindexamen. Er wordt het hele jaargetoetst en daarnaast wordt de kwaliteit van het onderwijs gemeten doornationale onderzoeken. Voor civic education is onlangs een onderzoek gehou-den. De resultaten worden begin 2007 verwacht. Het vorige onderzoek isgedaan in 1998 en bevat een waardevolle analyse van de onderzoeksresul-taten. Dit onderzoek is in de literatuurlijst vermeld (Niemi & Junn).

Inhoud en benaderingHoe wordt het vak gegeven?In de VS zijn de 50 staten en de meer dan 15.000 plaatselijke schooldis-tricten verantwoordelijk voor het onderwijs en de scholen. Het gevolg is een

54

Page 30: Maatschappijleer over de grens

gedragswetenschap. Leraren in het voortgezet onderwijs hebben veelal eenmajor in geschiedenis van een college of universiteit. Docenten aan eenmiddle school hebben meestal weinig opleiding op het gebied van politieken openbaar bestuur.

Is er een docentenopleiding voor civic education?Er worden diverse in-service trainingen aangeboden voor praktiserendedocenten. Deze worden met name door het Center for Civic Educationaangeboden. Sommige schooldistricten bieden cursussen aan voor docen-ten die met een multiculturele onderwijspopulatie te maken hebben.

De docentenvereniging (NCSS) organiseert jaarlijks een docentendag methonderden workshops en een omvangrijke beurs waar producenten vanonderwijsmateriaal kunnen exposeren. Voor meer informatie en ideeën ziewww.ncss.org/conference.De 87e conferentie is eind november 2007 in San Diego, Californië.

Is er een docentenvereniging met een tijdschrift en/of website?De National Council for Social Studies (www.ncss.org) heeft meer dan25.000 leden. Dit zijn niet allemaal maatschappijleerdocenten, maar ookgeschiedenis- en aardrijkskundeleraren.De National Alliance for Civic Education (www.cived.net/index.html) isgeen docentenvereniging, maar een belangenorganisatie. De NACE is in2000 opgericht en omvat meer dan 200 groepen en individuele leden diebetrokken zijn bij de bevordering van burgerschapskennis en – betrokken-heid. De organisatie maakt zich hard om de volgende generatie Amerika-nen begrip en waardering voor democratie bij te brengen, zodat deze gene-ratie de Amerikaanse democratie ook zal bevorderen.

Er zijn naar schatting zo’n honderd organisaties die materiaal ontwikkelenen in-service trainingen aanbieden aan zittende docenten.Het Center for Civic Education heeft een succesvolle standaard voor civiceducation ontwikkeld en is daarnaast succesvol met het programma ‘We thePeople’. Dit is een boek over staatsinrichting dat in veel staten gebruiktwordt. Aan dit boek is een jaarlijkse debatcompetitie gekoppeld die eindigt

57

3. Verwachte participatie als volwasseneAmerikaanse leerlingen discussiëren over politieke issues met docenten enouders, maar ze praten eerder over binnenlandse dan over internationalepolitiek. Als zij kranten lezen om politieke informatie te krijgen zijn de leer-lingen ook meer gericht op binnenlandse dan op internationale politiek.Televisie is voor de leerlingen de belangrijkste bron van informatie over depolitiek.De Amerikaanse leerlingen scoren hoger dan het internationale gemiddeldeals het gaat om verwachte deelname aan politieke activiteiten. Meisjes gevenvaker dan jongens aan dat zij denken politiek actief te worden als ze volwas-sen zijn. Er is geen verschil in verwachte politieke participatie als gekekenwordt naar ras of geboorteland.Leerlingen uit gezinnen waar minder dan honderd boeken in huis zijn,verwachten minder vaak dat zij politiek actief zullen worden dan leerlingenuit gezinnen met meer dan tweehonderd boeken in huis.

DocentenopleidingWie kan met welke bevoegdheid civic education onderwijzen?Docenten in het basis- en voortgezet onderwijs dienen gecertificeerd te zijnom les te mogen geven. Al naar gelang het te geven vak en niveau wordt ernaar de vereiste vooropleiding en specialisatie gekeken. De NCSS beveeltaan dat docenten op de basisschool 15 procent van hun opleiding aan hetonderwerp geschiedenis en sociale wetenschappen besteden. Voor docen-ten op een middle school moet dat 30 procent zijn en van docenten op eenhigh school wordt meer breedte en diepte op het terrein van de geschiede-nis en sociale wetenschappen verwacht. Alle docenten dienen aantoonbarekennis en vaardigheden te bezitten om de tien themavelden van de NCSSstandaard te onderrichten. Het gaat om de thema’s: 1. Culture; 2. Time,Continuity, and Change; 3. People, Places, and Environment; 4. IndividualDevelopment and Identity; 5. Individuals, Groups, and Institutions; 6.Power, Authority, and Governance; 7. Production, Distribution, andConsumption; 8. Science, Technology, and Society; 9. Global Connections;10. Civic Ideals and Practices.Uit onderzoek blijkt dat de meeste docenten aan een basisschool een majorhebben in onderwijs, aangevuld met modules geschiedenis, bestuur en

56

Page 31: Maatschappijleer over de grens

Tips om verder te lezenBoeken• Evans, R.W. (2004). Social Studies Wars. What Should We Teach the

Children? New York and London: Teachers College Press.• Hahn, C. (1998). Becoming Political: Comparative Perspectives on Citi-

zenship Education. Albany, NY: SUNY Press.• Niemi, R.G. and J. Junn (1998). Civic Education: What Makes Students

Learn. New Haven, CT: Yale University Press.Websites• http://nces.ed.gov/nationsreportcard/civics/ (The Civic Report Card

National Assessment of Educational Progress)• http://nces.ed.gov/surveys/cived/ (What Democracy Means to Ninth

Graders: U.S. Results From the International IEA Civic EducationStudy)

• www.apsanet.org/section_245.cfm (American Political Science Associa-tion met een committee ‘civic education’)

• www.carnegiefoundation.org/programs/index.asp?key=25 (The PoliticalEngagement Project van de Carnegie Foundation)

• www.civiced.org (Center for Civic Education, de invloedrijkste organisa-tie die materiaal, leerlingactiviteiten en trainingen voor docenten organi-seert)

• www.civicyouth.org (CIRCLE -The Center for Information and Researchon Civic Learning and Engagement, dat de maatschappelijke en poli-tieke betrokkenheid van Amerikanen tussen15 and 25 jaar onderzoekt)

• www.ksg.harvard.edu/saguaro/index.htm (The Saguara Seminar:CivicEngagement in America, een initiatief van prof. R. Putnam van HarvardUniversiteit)

Tijdschriften• Journal of Political Science Education. Publisher: Routledge, part of the

Taylor & Francis Group.Uitgaven van de NCSS• Social Education. Bevat theorie en praktijk voor het onderwijs, recensies

van onderwijsmateriaal, informatie over de laatste technieken en metho-dieken voor de docent en lessenplannen en verschijnt 7 x per jaar.

• Social Studies and the Young Learner. Een kwartaaltijdschrift bestemd

59

in het Congres (met de traditionele foto van de winnaar met een senator opde trappen van het Capitool).Een ander succesvol project (zelfs op wereldschaal) is het Project Citizen datleerlingen leert hoe politieke problemen worden geanalyseerd en aangepakt.Het is een politicologisch programma met veel zelfwerkzaamheid en port-foliopresentaties van projecten. Deze methode zou zo in Nederland kunnenworden ingezet.

VerderHuidige discussie of aanstaande hervormingenEr zijn verschillende ontwikkelingen gaande, die gevolgen hebben voor civiceducation. Burgers in de Verenigde Staten zijn sinds het Watergateschan-daal in toenemende mate sceptisch ten opzichte van politici. Dat vertaaltzich onder andere in een dalende opkomst bij verkiezingen. Er is ook eentoenemende zorg over het functioneren van de civil society. Putnam toondein Bowling Alone (1995) de afnemende participatie in maatschappelijkeorganisaties aan. Er zijn ook demografische ontwikkelingen die gevolgenhebben voor het onderwijs, zoals de toename van de immigratie, de geboor-tecijfers in bepaalde groepen van de samenleving en de toenemende klooftussen arm en rijk. De revolutie in de informatie- en communicatietechno-logie kan ook als één van de oorzaken worden gezien van een afname inburgerparticipatie. De bezorgdheid over geweld en gedragsnormen binnende school is een ander punt van discussie dat momenteel aandacht vraagtin de Verenigde Staten.Op allerlei fronten wordt naar een aanpak van deze problemen gezocht.Extra aandacht voor civic education zou een oplossing zijn.Er is nu in de Verenigde Staten een beweging zichtbaar in de richting vaneen ‘communitarian’ benadering van burgerschapseducatie, met aandachtvoor vaardigheden en praktijkgeoriënteerd leren. Dit wordt ondermeeraangestuurd door The National Commission on Civic Renewal. Daarnaastheeft de American Political Science Association een taskforce on civic educa-tion in het leven geroepen. Ook kwamen er uit een serie Witte Huis confe-renties aanbevelingen voor civic education. Naast alle adviezen wordt er ookgekeken naar oplossingen in buitenschoolse programma’s.

58

Page 32: Maatschappijleer over de grens

Literatuur• Bron, Jeroen (2006). Een basis voor burgerschap. Een inhoudelijke verken-

ning voor het funderend onderwijs. Enschede: uitgave Stichting LeerplanOntwikkeling.

• CIDREE (2005) Yearbook 5. Different Faces of Citizenship Education.Development of Citizenship Education in European Countries. Brussels:CIDREE.

• Citizenship – Made in Europe: living together starts at school, uitgave vanhet ministerie van OCW. De brochure is te verkrijgen via het ministerievan OCW .

• Craig, R., Kerr, D., Wade, P. and Taylor, G. (2004). Taking Post-16• Citizenship Forward: Learning from the Post-16 Citizenship Development• Projects (DfES Research Report 604). London: DfES.• Ireland, E., Kerr, D., Lopes, J. and Nelson, J. with Cleaver, E. (2006).

Active Citizenship and Young People: Opportunities, Experiences and Chal-lenges In and Beyond School (Citizenship Education Longitudinal Study:Fourth Annual Report) (DfES Research Report 732). London: DfES.

WebsitesEen uitgebreide lijst met websites vindt u op www.maatschappijenpoli-tiek.nl

61

Leestipsvoor het basisonderwijs (K-6 teachers) met nieuwe informatie en crea-tieve onderwijsactiviteiten.

• Theory and Research in Social Education. Dit blad wordt elk kwartaaluitgegeven door the College and University Faculty Assembly van deNCSS. Het bevat artikelen over docententraining, over leertheorie enonderzoek naar de ontwikkeling van het kind, modellen en theorieënvoor het ontwikkelen van curricula; en modellen voor studentenpartici-patie en sociale actie.

• The Social Studies Professional is de officiële nieuwsbrief van de Natio-nal Council for the Social Studies bestemd voor de leden.

Alle hierboven genoemde links zijn terug te vinden op

de website www.maatschappijenpolitiek.nl

60

Page 33: Maatschappijleer over de grens

Regula Rexwinkel is juriste en eerstegraads lerares maatschappijleer aanhet ROC Utrecht. Daarnaast is zij bestuurslid van de NVLM. Verder isRegula medeoprichter van het Netwerk Maatschappij Oriëntatie. Zij intro-duceerde het Project Citizen ROC-breed en is lid van de Commissie Maat-schappijwetenschappen.

Ruud Veldhuis is politicoloog en werkte als leraar geschiedenis en maat-schappijleer in het voortgezet onderwijs en als projectleider Europeseprojecten bij het IPP. Sinds 2005 coördineert hij de internationale activi-teiten van de Bestuursacademie Nederland. Hij ontwikkelt trainingen indemocratie, mensenrechten en ‘good governance’. Hij participeert in hetresearchnetwerk van de Europese Commissie om indicatoren voor ActiefDemocratisch Burgerschap te ontwikkelen.

62

Personalia

Page 34: Maatschappijleer over de grens
Page 35: Maatschappijleer over de grens

Instituut voor Publiek en PolitiekNederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer

In dit boekje worden op toegankelijke wijze de verschillendevormen van het maatschappijleeronderwijs in negen landenvergeleken. Het zijn als het ware ‘reisverslagen’ die dooranderen gelezen kunnen worden en die ongetwijfeld stof totnadenken zullen geven. Het gaat om de landen Nederland,België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië,Spanje en de Verenigde Staten. De beschrijving vanmaatschappijleer in Nederland fungeert hierbij alsankerpunt. Aan de hand van een beschrijving van de recenteontwikkelingen in ons land kunt u zelf de vergelijkingmaken met de andere landen.Het boekje is geschreven ter gelegenheid van de 25ste editievan de Docentendag Maatschappijleer, de jaarlijksestudiedag die het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) ende Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer(NVLM) samen organiseren.