De Brulboei 2011-3
-
Upload
modelbouwvereniging-alblasserdam -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
description
Transcript of De Brulboei 2011-3
2
2011 - 3
Mede Modelbouwers,
Zoals de omslag reeds laat zien, wederom een boordevol nummer van jullie
clubblad, zo boordevol dat een verslag van de koninginnedag demo moet
verhuizen naar het volgende nummer.
Voor een verslag van de open haven Dagen in Gorinchem idem ditto,
beide dagen zijn overigens schitterend verlopen en we hadden prachtig we-
er !! mooier kan (bijna) niet.
Binnen ‘t Ruim zijn R&R nog steeds druk bezig met de vier springertugs
en inmiddels zijn de electronische componenten besteld, hoogstwaarschijnlijk
wordt dit project in verband met de aankomende vakantie periode een tijdje
stopgezet om er vervolgens na de al dan niet hardverdiende vakantie
weer vol tegenaan te gaan.
Inmiddels is het bassin op een zaterdagmorgen uitgezet om de exacte maat
van het nieuwe zijl door te kunnen geven aan de maker en met een week of
zes is dit in principe klaar, dan moeten er dus nog zes nieuwe houten
schotten worden gezaagd en geschilderd en de nodige nieuwe stalen steunen
worden gelast, al met al toch nog weer een hele klus.
Maar als het een beetje meezit kunnen we misschien eind van dit vaarseizoen
nog een keer proefdraaien met dit grotere basin.
Afmeting van al dit fraais: 11.04 X 7.34 Mtr inwendig, 81.03 M2, 24.3 Kuub.
En voordat ik dit stukje aan het kostbare Brulboei papier heb toevertrouwd
staan er al 6 op maat gezaagde schotten en 6 gelaste steunen klaar in het
clubgebouw om verder te worden geschilderd en dergelijke.
Als we zo door blijven gaan dan kunnen we wellicht dit jaar nog een keer
genieten van de extra (vaar)
ruimte in ons bassin !!
3
Als de uitbreiding van het bassin dan zover klaar is moeten we alleen de
aanhanger nog een keer opnieuw indelen,
we hebben ruimte genoeg om alles mee te nemen alleen we benutten die
ruimte niet echt optimaal, reden voor verbetering dus.
Namens de (halve) Redactie: de andere helft is al (tijdelijk ?) vertrokken.
Een fijne vakantie gewenst en heelhuids en vooral uitgerust weer
thuiskomen, ik wil jullie nu niet direct bangmaken of op voorhand al
gaan vermoeien maar we hebben nog een aantal zaterdagen voor de boeg.
vr.gr. Hans
4
Hallo beste leden.
Het is alweer zover, we zitten al midden in het vaar seizoen, als het weer dan ook nog
een beetje meewerkt, heeft iedereen het naar zijn zin, neem ik aan.
Jullie weten inmiddels dat er over een nieuw zeil is gesproken voor het bassin, om te
laten maken bij de zeilmakerij. Als het goed is word dit in de derde week van April
besteld door het bestuur.
Het bassin word dan in totaal 11 meter lang en 7.39 breed, dus er komen twee schotten
in de lengte bij en een schot in de breedte. Ook komen er zes steunen bij.
Daarmee hebben we wat meer ruimte om te varen en om onze nieuwe projecten te
demonstreren tijdens een demo, want er komen gelukkig ook steeds meer leden bij die
willen varen, als we dan een kleine demo hebben gebruiken we de kleine bak en als er
genoeg ruimte is zetten we de grote bak neer, dat ligt aan de locatie waar we op dat
moment een demo moeten verzorgen.
Ik heb van sommige leden begrepen dat de nieuwe projecten die wij besproken hebben
tijdens de leden- vergadering zijn gestart en dat het project, het dok gebouwd door Henk
van Gils, zelfs al klaar is.
Zodra wij een demo met het bassin hebben kan het dok uitgetest worden.
Ik heb begrepen van Henk dat het met lucht geregeld wordt, om hem te laten zinken en
op te pompen en niet met water! Ik ben zeer benieuwd of en hoe het werkt, maar heb
daar alle vertrouwen in.
Ik heb met Alex Schwagermann besproken dat we binnenkort het booreiland naar de
club transporteren om hem tijdens een demo in het bassin te plaatsen, zodat we in het
bassin wat meer attracties hebben dan alleen maar de vuur-toren. Het is ook leuker voor
het publiek dat komt kijken, om meer te zien dan alleen varende boten.
Verder zijn er inmiddels tien nieuwe stapelstoelen aangeschaft, dus kunnen we er weer
jaren tegen aan.
Nou beste leden dit is het weer, ik heb niets meer te liegen.
Ik wens iedereen een prachtig vaarseizoen toe en mochten er nog leden zijn die met
vakantie gaan veel plezier!
Maarten
5
Calypso
“Calypso” is een naam voor een flink aantal verschillende
zaken, zoals een dans, een bepaalde muziek, een maan, een
kermisattractie, een schip (van Jacques-Yves Coustau), een
plant of een plaatsnaam.
De betekenis van de naam Calypso is “maan”.
In dit verhaal gaat het natuurlijk over een schip, met name
een plezierboot of jacht.
Het origineel is van staal en heeft een afmeting van circa
12,8 bij 3,8 meter.
Op zich is dit allemaal niet zo heel erg interessant, tot
je als modelbouwer de vraag krijgt: “Wil jij een bootje op
schaal voor me bouwen?” Dan wordt datzelfde apparaat ineens
verschrikkelijk reëel en ga je er heel anders naar kijken
en wat er dan volgt is een regelrecht drama, wat ik jullie
uiteraard beslist niet wil onthouden, al was het alleen
maar als waarschuwing van een oude rot aan modelbouwers in
wording.
Pas op! Hier komt het verhaal.
Eind 2009 wordt ik benaderd door een jongeman, die we ge-
makshalve maar Bennie zullen noemen (dat is makkelijk, om-
dat hij zo heet), met de reeds boven gestelde vraag. Omdat
ik hem al een poosje ken, zijn vader al jaren en zijn opa
al eeuwen, zal het antwoord niet moeilijk te raden zijn.
Het gel . . . begint echter al direct, omdat blijkt dat er
geen tekening van de boot is (de Keser Hollandia 1200) en
mailen met de bouwer, Keser in Berlijn alleen een hardnek-
kig “Nein!” oplevert. Zelfs een mail met de mededeling dat
ik hem toch ga bouwen en hun vervolgens per foto het resul-
taat zal laten zien, waarna ze van spijt hun haren uit hun
hoofd trekken, helpt niet.
Na Bennie de levertijd ontfutseld te hebben: Kerst 2010, de
verjaardag van Pa, de ontvanger van het fraais in wording,
gaan we toch maar eens naar de boot kijken, die gelukkig
redelijk in de buurt ligt, namelijk in de jachthaven van
Alblasserdam, vlak naast Landvast.
6
Aan de hand van de eerste indrukken wordt op de club in het
tekeningenarchief gespit en warempel, er komt iets tevoor-
schijn, dat er best op leek te lijken. Oei, wat was dat
dom!
Met een paar uurtjes aan boord, gewapend met een rolmaat en
een duimstok en natuurlijk bloknoot en potlood, dacht ik
het lek al snel boven water te hebben.
We werden het eens over de schaal: 1 op 20! Mooi toch, lek-
ker klein modelletje, zo’n 60 centimeter.
Als ik echter eens kritisch naar dit rompje in wording
kijk, blijkt dat er niets van klopt en het model van geen
kant lijkt op de “echte” boot.
En laten we eerlijk zijn, een van de eerste dingen die je
als modelbouwer krijgt ingehamerd is toch wel dat het model
“een redelijke mate van gelijkenis met het origineel dient
te vertonen”, nietwaar?
Daarop volgt dan voor Bennie de trieste mededeling dat ik
er mee stop, omdat het nabouwen van een boot, die achter
slot en grendel in het water ligt, zonder tekening een
vrijwel ondoenlijke opgave is en ik bovendien verder nog
het een en ander te doen had.
We schrijven inmiddels zomer 2010! en Kerstmis begint al
aardig te naderen.
7
Maar nu bleek dat ik met Bennie nog lang niet klaar was.
Hij had een vriendje op een scheepswerf of zoiets en die
zou wel een tekening maken, dus wacht nog maar even af.
Bovendien bleek de schaal 1:20 toch wat kleiner uit te val-
len dan hij gedacht had en zou deze opgevoerd moeten worden
naar 1:15.
Nu moet ik zeggen dat er rap gehandeld werd, want binnen
een paar weken was de nieuwe tekening er, waar volgens zeg-
gen vele dagen vooral meetwerk in zaten. De tekening stond
op de achterkant van een groot stuk verpakkingsmateriaal,
maar dat is niet van belang.
Bij Muzada had ik een paar afdrukken laten maken en wilde
opnieuw aan de slag. Helaas, of liever gelukkig, viel al
heel snel op dat op de tekening het achterschip taps toe-
liep, terwijl ik zeker dacht te weten dat het in werkelijk-
heid parallel liep. Omdat de foto’s het niet duidelijk lie-
ten zien, met de verrekijker naar Alblasserdam en jawel,
parallel! Dus eerst de tekening hierop aangepast en toen de
romp nog eens kritisch bekeken. In grote lijnen leek het te
kloppen, tot ik aan het spantenplan toe was.
8
Voor de goede orde moet nu vermeld worden dat de boot niet
nieuw gekocht is bij Keser, maar dat deze gekocht is toen
ze de naam “Brigitte” droeg.
Na aankoop is de boot grondig onder handen genomen en is
het er het een en ander gewijzigd en/of aangepast.
Tijdens deze verbouwing zijn een groot aantal foto’s geno-
men en deze zijn gebundeld in een inmiddels welbekende pre-
sentatie: het HEMA-fotoboek.
Omdat het album ook foto’s bevat van de boot “uit het wa-
ter”, was dat voor mij zeer interessant, dus heeft Bennie
het boek “tijdelijk” uit huis ontvreemd om voor mij als
waardevol naslagwerk te fungeren.
Omdat er gelukkig ook foto’s waren van de boot “in de
broek”,toen de boot uit het water werd gehesen, kon ik
daaruit niet alleen opmaken dat er een boegschroef aanwezig
was, maar ook de vorm van de romp kwam een beetje in beeld.
Daarbij bleek dat het spantenplan voor geen meter klopte,
maar dat kon de tekenaar van Bennie weer niet weten, omdat
de boot nu eenmaal te water in de jachthaven lag. Kunnen
jullie het nog volgen?
Voor mij was dit echter opnieuw aanleiding om het voor ge-
zien te houden, omdat er zoveel onzekerheid en twijfel over
de juiste afmetingen was, dat het altijd ten koste van het
resultaat zou gaan.
Maar opnieuw heb ik me door Bennie laten overhalen, waarbij
voor mezelf het feit meespeelde dat ik iets waar ik aan be-
gonnen was op zou moeten geven, om dat het te moeilijk zou
zijn.
Dat nooit!!!
Dus aan mij de schone taak om aan de hand van de foto’s
uit het fotoboek de lijnen van het onderwaterschip vast te
leggen in een spantenplan.
Uiteindelijk was er dan een spantenplan met vraagtekens,
maar het leek er redelijk op.
Daar begon dus opnieuw de bouw van de Calypso, nu schaal
1:15.
Toen de romp uit de spanten tevoorschijn kwam was er in elk
geval enige gelijkenis met de “echte” en durfde ik verder
te gaan.
Niet dat alles toen van een leien dakje ging hoor.
Echt niet, helaas.(Diepe zucht!)
Zoals in het begin werd aangegeven is het een stalen boot,
waarbij de stalen relingpaaltjes op de (lage) verschansing
zijn vast gelast.
9
Bij het model is deze verschansing van 1,5 mm dik multi-
plex, waar de messing relingpaaltjes van 2,5 mm rond
(liefst een beetje stevig) op bevestigd moeten worden. Ik
zag maar één oplossing, namelijk om het hele model een 3 cm
brede messing strip zo tegen de spanten schroeven dat ze
nog 15 mm erboven uitsteekt en zo de verschansing vormt.
Daarop kunnen dan de messing paaltjes worden gesoldeerd.
Omdat op alle (scherpe) hoeken van de stalen boot stalen
pijpen zijn gelast, om deze hoeken af te ronden, is ook het
model rondom voorzien van een groot aantal lengtes stafma-
teriaal van 2 mm rond, om deze afronding na te bootsen.
Daarbij is zowel rond messing als hout gebruikt.
Tijdens het uitmeten van de relingpaaltjes blijkt dan dat
het op de tekening vermelde aantal paaltjes niet klopt met
de werkelijkheid.
Opnieuw wantrouwend geworden ga je dan nog kritischer kij-
ken en ja hoor er komen nog een aantal onjuistheden tevoor-
schijn.
Jullie kunnen je het misschien niet voorstellen, maar het
bouwen van een model zónder tekening is dan altijd nog be-
ter dan het bouwen volgens een tekening die niet klopt.
Nu lijkt het alsof ik “Vriend de Tekenaar” niet dankbaar
zou zijn, maar er staan natuurlijk een heleboel waardevolle
10
gegevens op de tekening en het is een hels werk geweest om
“even” de nodige afmetingen vast te leggen.
Alleen die missers die je pas ziet als je al een heleboel
werk gedaan hebt !!!
Maar goed, jullie kennen gelukkig allemaal het gevoel dat
als het model vorm begint te krijgen, je er niet mee kunt
stoppen. Bij mij werkt dat ook zo. Voortdurend spookt door
je hoofd wat de volgende stap moet zijn en hoe je het aan
zal pakken.
Als de romp en de opbouw er eenmaal zijn is het een kwestie
van opvullen. Het kleur van het hele schip is tot de water-
lijn gewoon: wit. Simpel dus, voor de liefhebbers en ken-
ners, gewoon RAL 9010.
Het onderwaterschip is blauw en de enige “versiering” be-
staat uit een “brede” donkerblauwe band of bies om het hele
schip met daaronder een “smalle” lichtblauwe bies.
Bijna alle andere onderdelen zijn verchroomd. Dat levert
natuurlijk een probleem apart op, want al deze onderdelen
verchromen is niet zo eenvoudig.
Een goed alternatief heb ik gevonden in zinkplaat.
Dit laat zich eenvoudig bewerken, is zeer buig-zaam, heel
goed te solderen en later zijn de onderdelen te polijsten
zodat ze een “chroomglans” krijgen.
Na het triplex werk, inclusief het “inleggen” van achter-
dek, gangboord en voordek met blank hout (in dit geval géén
teak!) de raamopeningen in de romp en de kajuit uitgezaagd
en glad en strak geslepen.
Nu de romp en de opbouw in grote lijnen dicht en daarmee
klaar zijn, kan er verder geplamuurd worden, waarmee onder-
tussen na bijna elke bouwfase
al is begonnen en begint er steeds meer lijn in de boot te
komen. Tussen de bedrijven door worden er weer regelmatig
laagjes grondverf aangebracht, geschuurd, geplamuurd, ge-
schuurd, enz. enz.
Omdat het een “statisch” model betreft dat ergens op een
kast moet gaan staan pronken heb ik er meteen maar een net-
te plank als voetstuk onder gemaakt en als staanders twee
“poten” van messing gedraaid. Ook tijdens de bouw staat de
boot dan tenminste stevig op een voetstuk.
Het dak van de kajuit heeft een opstaande rand. Daarin zijn
de beide bakken voor de boordverlichting aangebracht, die
natuurlijk op het model niet mogen ontbreken.
Het ingelegde gangboard en voordek is uit één stuk multi-
plex gemaakt. Dit “hoefijzer” kan zo tussen kajuit en re-
ling geschoven worden. Omdat het dek iets bol staat moet
het aangespannen worden. Daartoe heb ik gebruik gemaakt van
11
de bolders. Deze zijn aan de onderzijde voorzien van vast
gesoldeerde houtschroeven, die in het dek worden geschroefd
en daarmee het dek vastzetten.
Daarmee kan dit “ingelegde” stuk dek verwijderd worden tij-
dens het verven of spuiten van de romp.
Om dezelfde reden is ook het verhoogde “ingelegde” achter-
dek demontabel gemaakt en wordt eveneens bevestigd met
“schroefbolders”.
De volgende klus is om in alle uitgezaagde raamopeningen
daarin passende ramen te maken van genoemd zinkplaat. Daar-
in van plexiglas ruiten op maat gemaakt en gemonteerd, wat
in dit geval vastlijmen met secondelijm inhoudt.
Als kort daarna de “opdrachtgever” een blik originele verf
komt brengen en de 24 (ja, echt waar: vier en twintig!) ra-
men ziet, merkt hij zo even tussen neus en lippen op dat
hij liever getint glas heeft, liefst goud-brons, want dat
vindt zijn vader zo mooi en wil dat binnenkort ook in de
boot zetten.
Nou ja, dan slik je een keer en zegt dat je wel zal zien
wat er mogelijk is.
Die mogelijkheden liggen in een schier onuitputtelijke hoe-
veelheid op de modelbouw. De circa 25 vrijwel altijd aanwe-
zige “vaste” bezoekers, de leden, hebben allemaal hun eigen
specialiteiten, die je op den duur gaat kennen.
Ook in dit geval (de donkere ramen) is een half woord aan
Hans voldoende om, na een kort telefoontje, een week later
12
een hele rol plakplastic te ontvangen met de mededeling: Je
doet je best maar!
Alleen, helaas! Het op maat knippen lukte wel, maar om het
kleefspul van de onderlaag te scheiden is een ramp: het
spul is zó dun (dubbel 0,06 mm) dat er geen mes, zelfs geen
lancet, tussen te krijgen is. Uiteindelijk maakte dat ook
niet uit, want na vier lagen geplakt te hebben kon je er
nog steeds gewoon doorheen kijken, dus afgekeurd! Mijn dank
is er echter niet minder om, maar ik moet gewoon op zoek
naar iets anders.
Ondertussen zijn er nog een paar kleinigheden te doen, want
ik hoef me nog lang niet te vervelen.
Wat te denken van de schroef, het roer, de kopschroef, het
anker, de ankerlier, de wrijfhoutjes oftewel (veel defti-
ger) de stoot willen, compleet met hun twee aan de reling
bevestigde dubbele houders?
We hebben ondertussen de jaarwisseling achter de rug én
daarmee de verjaardag van papa, terwijl de boot (het ca-
deautje!) nog lang niet klaar is. Deze hobbel is door Ben-
nie echter heel elegant genomen met de mededeling op de be-
wuste verjaardag “dat het cadeau in de maak was en dus la-
ter zou volgen”.
Een verhaal apart zijn de davits achteraan de boot waarmee
de volgboot “aan boord” wordt gehesen. Daar ben ik een paar
dagen zoet mee geweest, maar het resultaat is dat ze er
tenminste op lijken.
Als ook de reling op het voorschip is gesoldeerd komt het
verhoogde achterdek aan de beurt.
Dit is ook ingelegd met blank hout en voorzien van reling-
paaltjes. De bovenreling is echter, in tegenstelling tot de
rest van de boot niet rond en van staal, maar vlak en van
teak hout.
Bovendien spreekt Bennie bij een van de bezoekjes de wens
uit dat aan de buitenzijde van deze reling een strook blauw
zeil wordt gespannen, zoals “in het echt”. Op zich geen
probleem, maar dat zeil zit vast aan piepkleine oogjes on-
der de teakreling. In werkelijkheid zijn ze 2,5 cm groot,
maar schaal 1:15 wil zeggen: 1,7 mm! Die moeten wel even
aangebracht worden. Gelukkig zijn het er “maar” 30, dus
even zo vele gaatjes van 1 mm boren en daarin 30 piepkleine
haakjes solderen en de zaak weer gladschuren. Zo gepiept!
Inmiddels zijn de bovenlichten in het slaap-gedeelte klaar,
met het ventilatierooster en is een begin gemaakt met de
bovenbouw.
De boot heeft op het verhoogde achterdek ook een voorzie-
ning om te varen, met stuurwiel en bedieningspaneel. Het
13
dek is bereikbaar met een vaste trap vanuit de kajuit, via
een opklapbaar luik en dubbele deurtjes met glas.
Dat moet er allemaal natuurlijk ook op schaal ingebouwd
worden.
Ondertussen zijn ook de twee kisten op het achterdek ge-
maakt, die behalve dat ze als zitplaats dienen, ook veel
touw, trossen en andere spullen herbergen.
Door heel de bouw loopt steeds als een rode draad het feit
dat er ook een keer een likje verf op aangebracht zal moe-
ten gaan worden, dus wordt er regelmatig ontvet, geplamuurd
en geschuurd. Vóór de eindlaag zal er dan ook nog de nodige
grondverf aangebracht moeten worden en steeds maar weer
schuren: grof, fijn, fijner en fijnst!
Zoals eerder al genoemd is wordt de boot gewoon (vanaf de
waterlijn) wit en omdat de bestemming van het model de
“boss” van een automobielbedrijf is, denk je dan aan auto-
schade en verder aan het spuiten van één of meer verflaag-
jes op een uiterst
professionele wijze, waar deze jongen niet aan kan tippen.
Dus is de vraag aan de onmisbare Bennie gesteld of er in
dit verband misschien het een en ander te regelen valt.
En ja hoor, er valt wat te regelen, zodat te zijner tijd de
boot haar definitieve kleur “buitenshuis” zal krijgen.
Omdat de boot “ongemeubileerd” opgeleverd wordt, het inte-
rieur daardoor ietewat kaal is en een blik door de ramen,
zeker zonder het onvolprezen “donkere” plakplastic, geen
fraai gezicht op zou leveren, is besloten om het geheel bo-
vendien te voorzien van gordijnen.
14
Nou ja, vitrage in elk geval.
Ook weer een ervaring om nooit te vergeten.
Een klein lapje vitrage gekocht en diep over een uitvoerba-
re manier van montage nagedacht.
Het is namelijk zo, dat als de boot gespoten wordt ik hem
eerst helemaal klaar moet maken, uiteraard zonder de ramen,
die er later, na het spuiten, in gezet worden.
Maar dan worden wel m’n gordijntjes onder de verf gespoten
en dat kan natuurlijk niet. Dus hoe kan ik de vitrage zoda-
nig klaar maken, dat ik hem later, na het spuiten, in een
dichte boot, toch netjes kan aanbrengen.
De oplossing kwam in de vorm van een demontabele kajuit
zonder bodem, of beter met eveneens een demontabele bodem,
waardoor ik later de vitrage kon bevestigen.
Maar dan moest het spul nog wel even gemaakt worden. Eerst
de verschillende voorzieningen voor het aanbrengen en be-
vestigen van de te maken gordijnen (lees:vitrage) zoals
rails en dergelijke in de boot aangebracht en vervolgens
achter de naaimachine gekropen.
Na toch nog wel enige uren worstelen lagen er naar mijn be-
scheiden mening een aantal best nette gordijntjes klaar
voor een latere montage. Nee, gelukkig geen vierentwintig!
Vier was genoeg om de meest nieuwsgierige blikken te kunnen
weerstaan.
Terug naar het bovenschip, waar de stoere stuurman moet ko-
men te staan. Om hem te beschermen tegen de woeste baren is
deze “open” stuurhut ook voorzien van schuinstaande ramen
en kan met behulp van een stalen frame over het geheel een
tent van zeildoek worden gespannen.
Het model wordt echter zonder “tent” gemaakt en krijgt dus
een open stuurdek. Wel moeten de ramen, welke de voor- en
zijkant van dat dek afsluiten, worden gemaakt en aange-
bracht.
Bovendien bevindt zich boven dit stuurdek een dubbele beu-
gel, die trouwens op de Calypso de “radarbeugel” genoemd
wordt, waarop de verlichting (o.a. het toplicht), antennes,
vlaggen en een luidspreker is aangebracht.
De beugel gebogen van 3 mm rond messing staf en gesoldeerd.
De beugel is op het dak van de kajuit gemonteerd.
Met behulp van een klein stalen veertje is de antenne
“verend” op de beugel geplaatst.
15
Het maken van genoemde vijf ramen, waarmee het totale aan-
tal op de boot oploopt tot 29!, is best lastig, omdat ze
gebogen en onder een vrij scherpe hoek geplaatst zijn.
Maar vergeleken met alle voorgaande ellende is het een
fluitje van een cent.
Ondertussen begint het einde in zicht te komen en moet er
maar weer een laagje grondverf tegenaan.
Tijdens het drogen worden nog wat kleine onderdelen gemaakt
en wordt het pietepeuterige verfwerk gedaan.
De oplossing voor het “verduisteren” van een aantal ramen
wordt onverwachts door een clubmaatje aangedragen: gewoon
een spuitbusje “SMOKE” kopen en er op spuiten. En inder-
daad, na drie laagjes ben ik weer helemaal gelukkig.
In tussentijd nog een keer met Bennie naar de jachthaven
geweest, want er zijn altijd dingetjes die je nog even wil
zien of meten.
Uiteindelijk maakt je dan de afspraak om de boot op te ha-
len om te spuiten.
Nog even goed nadenken of alles erop zit wat gespoten kan
en moet worden en op 18 maart 2011 is het dan zover. Bennie
haalt ’s avonds met een vriend de boot op.
Natuurlijk zie ik op het laatste moment nog allerlei onef-
fenheden op de romp en bovenbouw, maar je troost jezelf met
de gedachte dat je die na het spuiten niet meer ziet.
16
Ondertussen liggen er nog genoeg klusjes te wachten, zoals
het stuurwiel, de ruitenwissers en het bedieningspaneel
Als de boot dan een paar dagen later gespoten terug ge-
bracht wordt, is Bennie zo trots dat ze met vier “man”
sterk komen (met broer, vriend en vriendin). Best gezellig
allemaal.
De boot ziet er ook schitterend uit: strak wit gespoten met
een glanzende autolak.
Natuurlijk zien zijkers (excuus!) als ik hier en daar nog
een plekje, maar dat zit op een “echt” schip ook, zullen we
maar zeggen.
Dan begint het leukste werk! Alle zo zorgvuldig gemaakte
onderdelen kunnen nu op de kant en klare romp worden gemon-
teerd. Je ziet de boot onder je handen groeien naar een zo
natuurgetrouw mogelijk model van de boot, zoals tie in Al-
blasserdam in de haven ligt te dobberen.
Zo aan het eind van de rit komen dan de kleine probleem-
pjes, zoals de naam, een luidspreker en de volgboot, die in
de davits moet komen te hangen.
Met het eerste probleem(pje) weet ook Hans weer raad: We
hebben toch een adverteerder in Hardinxveld, je weet wel,
Zreclame. Nou, eigenaar Rob de Zeeuw (vandaar dat Zrecla-
me), is zaterdag op de club. En, ja hoor, zaterdagmiddag is
het probleem in vijf minuten opgelost. Ik had een foto van
17
de naam “Calypso” van de boot gemaakt en Rob kijkt er naar,
zegt: Oh, dat is lettertype zus en zo, kleur gewoon heel
donker blauw, die en die afmeting? OK, ik stuur je ze maan-
dag per post op!
En “wat dacht je wat”? Maandagmiddag met de post een
“haffeltje” naametiketten in de brievenbus “om te zoenen”.
Rob, geweldig, nogmaals dank!
Een luidspreker? Wederom Hans, die zegt dat hij er ergens
nog een heeft liggen. Als hij echter ’s avonds de CD met
het concept van Brulboei 2011-2 komt brengen, is er helaas
géén luidspreker. Kan hem niet vinden! Maar dinsdagavond op
de club zegt hij: Ger, ik heb wat voor je. En ja hoor: een
luidspreker. Het zat hem niet lekker. Jullie kennen dat
wel: Ik weet zeker dat ik ergens zo’n (rot)ding heb liggen,
maar waáááár??? Dus toch gevonden.
Tenslotte is daar de volgboot. Op zich geen probleem, een
bootje met buitenboordmotor. Het wordt alleen wat ingewik-
kelder, als het ding de afmeting 21 bij 8,5 centimeter moet
hebben. Hier weet echter vriend Maarten een oplossing voor.
Hij heeft “ergens” nog een bootje liggen dat met een beetje
goede wil (en voor mij een hele hoop geluk, maar vooral
tijd en werk) voor het door mij zo begeerde vaartuigje kan
dienen.
Het is wat aan de forse kant, maar ook deze hindernis is te
nemen. Even met de lintzaag erlangs voor de juiste maat,
randje erop lijmen, kwastje verf ertegen en klaar is kees.
De afwerking met een paar biesjes maakt het af.
18
Dan nog even een buitenboordmotor in dezelfde kleur maken
en het lijkt weer net echt.
De volgende klus is het aanbrengen van het zeildoek langs
de reling van het verhoogde achterdek. Maar daar is logi-
scherwijs zeildoek voor nodig. Je zoekt het niet te ver weg
en ziet in de Gouden Gids de naam Velanova aan de Ketelweg
in Papendrecht, stapt daar binnen en vraagt om een stuk
blauw zeildoek. Hoe groot? Wel, uh, twee stukken van 8 bij
27. Meter? Uh, nee, centimeter!
De man blijft zeer vriendelijk en als hij de bestemming
hoort helpt hij zelfs met goede adviezen en krijg ik nog
een rol plakband kado. Wat een service! Ook hier: hartelijk
dank!
Zo kan het dubbel gelijmde strookje zeil netjes rond de re-
ling worden gebonden. Het staat perfect.
Als uiteindelijk alle onderdelen op hun bestemde plaats
zitten en de stootwillen zijn vastgebonden met het na veel
speurwerk in een speelgoedzaak als scheidsrechterfluitjes-
koord gevonden blauwe draad, kan de geus voorop worden ge-
hesen en de Nederlandse driekleur op het achterschip.
Als allerlaatste handeling wordt dan tenslotte de naam
“Calypso” aan beide zijden van de steven aangebracht en op
de koperen plaatjes op de voet.
De boot is nu echt af!
Natuurlijk steekt dan het twijfelduiveltje de kop op en
laat je de boot twee dagen gewoon staan om te kijken of
écht álles er op zit.
Pas dan bel je Bennie met de vraag om ook te komen kijken
of er nog iets ontbreekt.
Ondertussen wordt serie VII van het fotoarchief geschoten
om vooral alles goed vast te leggen.
’s Avonds komt Bennie met moeder Yvonne en broer Rob om het
fraais te inspecteren. Gelukkig kan ik zeggen dat alles
meer dan naar volle tevredenheid was en de familie wist
toen al zeker dat vader Ben met dit verlate verjaardagskado
heel erg blij zou zijn.
Men besloot spontaan om de boot maar gelijk mee te nemen,
omdat ook zij er geen mankementen aan konden ontdekken. Pa
Ben, die in Duitsland zat en pas laat op de avond werd te-
rugverwacht, wachtte dan bij zijn thuiskomst een leuke ver-
rassing.
19
Afgesproken dat ik ( natuurlijk nieuwsgierig en zeer be-
nieuwd) de volgende ochtend in de zaak op de koffie zou ko-
men.
Als extra verjaardagskadootje had ik een grote foto van de
boot ingelijst en netjes ingepakt.
Nou, ik heb me geen seconde zorgen gemaakt over de reactie
van Ben en dat bleek ook helemaal niet nodig. Hij glom he-
lemaal. Geweldig dat zijn vrouw en beide zonen met dit kado
zo feilloos precies midden in de roos hebben geschoten.
Dat Ben zijn nieuwe boot uiterst grondig heeft bekeken
bleek echter even later. Natuurlijk hebben we het hier over
het oog van de meester en wat hadden die gezien of juister
gezegd, wat hadden die niet gezien? De beide luchtventila-
tieinlaat- roostertjes aan weerszijden van de boot ontbra-
ken.
Kleine dingetjes van net 10 millimeter, maar ze zaten er
inderdaad niet op.
Het ergste was dat ik meteen wist wat hij bedoelde, want ik
had ze wel gemaakt, maar thuis in een bakje laten liggen en
was gewoon vergeten ze erop te zetten.
In ieder geval is de boot nu écht echt af en daarmee is ook
dit verhaal ten einde.
Ger
20
De havendienst boot. Ja luitjes, hier komt weer een stukje voor de Brulboei. Het wordt een heel verhaal, dus
als jullie dit lezen ga er dan maar eens goed voor zitten.
Jullie zien dan dat ik ook nog wel een ander stukje kan schrijven dan alleen maar het “
van de voorzitter” en dit is weer eens wat anders .
Zoals jullie weten ben ik een verwoed modelbouwer en heb al heel wat schepen ge-
bouwd of opgeknapt. Dit is ook met deze boot; ik kon een casco van de Smit Duitsland
op de kop tikken voor weinig geld en dacht bij mezelf: “Hier maak ik eens wat anders
van dan een Smit boot, want daar zijn er al zo veel van”.
Een beetje op internet zitten spitten en jawel hoor, ik kwam op een gegeven moment de
Havendienst boten tegen. Ik dacht waarom niet, die hebben we niet op de club. Maar ja,
welke zou ik nou eens namaken. Daar zijn er ook een dotje van. Ik kwam er eigenlijk
niet goed uit, dus nog maar eens verder snuffelen, maar op een gegeven moment dacht
ik: dit word helemaal niets .
Ik heb er eerst maar eens een paar nachtjes over geslapen en ben tot de conclusie geko-
men dat het dan toch maar een Havendienst moest worden. Dus nog maar eens op de
site gekeken, want wat moest er eigenlijk voor opbouw op komen, want daar zit ook nog
aardig verschil in ben ik tot de conclusie gekomen.
Ik heb tenslotte maar voor de gulden middenweg gekozen: een beetje hier van en een
beetje daar van en tot mijn verbazing ging het er toch aardig op lijken, al zeg ik het zelf.
Ik ben al aardig op weg en als het meezit dan vaart hij met Koninginnendag in het Bax-
park in H.I.Ambacht! Maar zover is het nog niet, ik heb nog 14 dagen de tijd om hem
vaarklaar te krijgen, dus ik moet wel opschieten.
21
Ik heb het bootje eerst helemaal gestript, want het zag er niet uit toen ik hem kocht.
Er stond een opbouw op van “lik mijn vestje” als jullie begrijpen wat ik bedoel, en ik
heb het middendek er uit gehaald, want je kon er met goed fatsoen geen motor inbou-
wen .
In tussentijd heb ik de opbouw gemaakt van drie millimeter triplex en het achter dek aan
elkaar gelijmd, zodat je er makkelijk bij kan als er stront aan de knikker is.
Als ik dit schrijf schiet ik al lekker op met de afbouw.
Ik heb er een ankerlier op gezet (zelfbouw uiteraard!); ik moet alleen de mast nog in
elkaar flansen. In tussentijd heb ik hem ook nog een beetje geverfd; de opbouw zo-wie-
zo, het casco doe ik later dit jaar, want die ziet er nog wel aardig uit.
Het is mijn bedoeling dat het stuurboordanker elektrisch op en neer kan gaan, ik moet de
verlichting nog aanbrengen en de radar, maar dat is een fluitje van een cent.
Maar er zijn nog een paar andere kleine dingetjes die moeten worden aangebracht, een
brandspuit bijvoorbeeld, dus ik heb nog wel wat te doen.
Jullie zullen je afvragen: “waar haalt hij de tijd vandaan?” Ik heb nu eenmaal een beroep
dat dit toelaat, dus dat is wel gunstig in mijn geval en ik moet nog een club runnen, maar
dat doe ik niet alleen. Ik heb een goed bestuur om mij heen en dat mag ook wel eens
genoemd worden.
Ik heb van de winter ook nog even een duwboot gebouwd.
Die hebben jullie al zien varen, maar de bak die er voorkomt moet ik nog even
afbouwen en is dus nog niet klaar, maar als de Havendienst boot klaar is wordt dat mijn
volgend project.
Dan heb ik nog een grote sleepboot, genaamd “de Buizerd”, die ik nog moet verven en
nog een paar aanpassingen moet aanbrengen.
En als laatste komt de Salano nog aan bod, die ik begin van het jaar uit de vaart heb
genomen wegens een “groot onderhoud”- beurt .
Zo zie je maar weer wat een verwoed modelbouwer al niet kan meemaken, terwijl ik al
twee jaar roep “ik stop met het bouwen van schepen”, maar ik kan het niet laten en vind
het nog steeds leuk om te doen.
Wel luitjes, dit was het weer zo’n beetje. Jullie zullen vanzelf wel zien waar ik dit jaar
mee aankom tijdens de demo’s.
Tot ziens.
Maarten
23
Was er in een
vorig nummer
nog sprake van
de bouw van een
heus MBVA dok,
inmiddels is
dit voorzover
ik begrepen heb
gereed voor de
1e proefvaart.
En het resultaat
mag er wel
degelijk zijn,
het ziet er
schitterend uit.
Ik ben dan ook
zeer benieuwd
wanneer die
proefvaart gaat
plaatsvinden
en naar de
werking van het
geheel…
Henk, proficiat
met deze klus.
Hans
25
Mijn vader Alex Schwagermann,
(jazeker diezelfde persoon die liever onherkenbaar op de foto wilde) is enkele maanden geleden gestart met een nieuw modelbouw project namelijk "het bouwen van een booreiland"
Zoals u mischien wel weet zijn er letterlijk duizenden booreilanden en in bijna even zo vele variaties.
Voor dit eiland is er gekozen voor een "3 leg jack up drill rig".
De bedoeling is om er zo veel mogelijk details aan toe te voegen om op die manier dit eiland er zo realistisch mogelijk uit te laten zien. Maar let wel het blijft modelbouw waarbij de modelbouwer er zelf ook het één en ander aan heeft toegevoegd.
26
Zou dit wel eens in het bassin willen zien staan...
Overigens is dit geen bestaand booreiland en is de naam zelf verzonnen. mvg. Mark schwagermann
Met die detailering zit
het wel goed Alex,
het ziet er magnefiek
uit.
Hans
27
Zoals in elke Brulboei staat “bouwt” onze club in de
wintermaanden en “vaart” in de zomermaanden.
Varen is vanwege de daaraan verbonden inkomsten
aantrekkelijk voor de club, maar er zijn ook zaterdagen
waarop er geen demo is, maar het weer ons roept om te gaan
varen. Dat heet dan “vrij varen”.
Dat kan in principe vrijwel overal zijn waar we denken dat
het plezierig is om te varen.
Een speciale plaats is echter de vaste bak bij het
Nationale Baggermuseum in Sliedrecht.
De bak is voor het zomerseizoen weer netjes schoon gemaakt
en met leidingwater gevuld, zodat niets ons in de weg stond
om daar op zaterdag 23 april dankbaar gebruik van te maken.
Het enige nadeel van het vrij varen is dat het meestal heel
onverwacht plaats vindt.
Het is mooi weer (dat kun je op dinsdagavond niet voorspel-
len) en iemand denkt vrijdagsavonds na het journaal: “Hé,
morgen mooi weer, ik heb zin om te gaan varen” en belt dan
hier en daar wat clubgenoten op en dan is het maar net wie
er thuis is en ook wel wil varen.
Zo blijft dit varen altijd een verrassing. Het enige zekere
is dat je er mooi weer bij hebt.
28
Zo ging het dus ook bovengenoemde zaterdag.
Ik had zelf geen zin om te varen, maar ben wel even in
Sliedrecht gaan kijken, alleen gewapend met de camera.
Al vroeg in de middag werd er driftig gevaren door Bart en
Wienus. Bart voer met zijn “Norderney” en Wienus met de
sleper “Condor”.
Het water was kristalhelder, maar door de wind werd nogal
wat bloesem aangevoerd en er zullen ook best wat pollen bij
gezeten hebben, zodat er wat drijvend spul in de bak zat.
De boten hadden daar echter geen hinder van.
Wat later kwam ook Paul het kleine clubje versterken met
zijn Smit Duitsland.
Toen ik het na een uurtje voor gezien hield belde net
Maarten hoe de stand van zaken was en kwam daarop met
Gerard ook nog een poosje varen.
Ze waren deze keer heel zuinig, want ze voeren beide om en
om met dezelfde boot, en Havendienst.
Daarmee was het “Vrijvaarseizoen” bij het Baggermuseum ook
weer geopend.
Ger
29
JA
, ik w
ord
g
ra
ag lid / don
ate
ur va
n d
e M
odelbo
uw
V
ere
nigin
g A
lblasserda
m
Door
he
t in
vulle
n v
an d
it f
orm
ulie
r verk
laart
on
derg
ete
kende
(*)
lid
/ d
on
ate
ur
te w
illen w
ord
en v
an d
e M
BV
A
Naam
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
.
Adre
s…
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
….
Pc / p
laats
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
.
Tele
foonnum
mer…
……
……
……
……
……
……
……
……
……
.
Em
aila
dre
s…
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
…
Geboort
edatu
m…
……
……
……
……
……
……
……
……
……
…
Handte
kenin
g…
……
……
……
……
……
..
Voor
sle
chts
€ 4
0,-
per
jaar
bent
u a
l lid
va
n d
e M
BV
A e
n o
ntv
ang
t u a
uto
matisch (
6x)
ons c
lubb
lad ‘D
e B
rulb
oei’
Op
ww
w.m
bva.n
l kunt u le
zen o
.a.
waar
het lid
maats
chap v
oor
sta
at e
n w
aar
de
vaard
em
o’s
geho
ude
n w
ord
en.
U k
unt o
ok d
on
ate
ur
wo
rde
n.
De
ko
ste
n v
an d
on
ate
urs
ch
ap (
*) € 2
0,-
of
€ 3
0,-
of
een
vrije
don
atie
va
na
f €2
0,-
á €
……
p
er
jaar.
Na in
leve
ring
va
n h
et
ing
evu
lde f
orm
ulie
r o
ntv
ang
t u v
an o
ns e
en f
actu
ur.
(*
) svp
. d
oorh
ale
n w
at
nie
t va
n t
oep
assin
g is. D
it fo
rmu
lier
ku
nt
u in
leve
ren
bij
een v
an o
nze
led
en
of
opstu
ren
aan
: M
BV
A,
Ru
ige
nh
il 58
c,
295
2 A
R A
lbla
sserd
am
. M
aile
n k
an o
ok:
info
@m
bva
.nl