meten elektriciteit

3SET - 1 -

meten elektriciteit

Hoofdstuk 0 : Meten met een digitale multimeter

0.0 Inleiding

We hebben reeds een 3-tal elektrische begrippen besproken. Theoretisch

weten we reeds hoe elk meettoestel aangesloten wordt.

In de praktijk worden de 3 meettoestellen namelijk de ohm-meter,

volt-meter en ampère-meter meter vervangen door één toestel de digitale

multimeter (universeel meettoestel)

In dit hoofdstuk bekijken we het instellen en aansluiten van een digitale universeel

meettoestel eens van naderbij.

0.1. welke aansluitklemmen gebruiken we?

Op ons meettoestel zien we 4 aansluitklemmen

COM van het Franse commun (gemeenschappelijk). Deze klem

wordt bij elke meting gebruikt en bevat het zwarte meetsnoer. Deze

klem is bij de meting van gelijk stroom of spanning steeds de

negatieve zijde van de bron.

V/Ω bij deze aansluitklem meten we de spanning uitgedrukt in volt

(V) of de weerstand uitgedrukt in Ohm ().

A bij deze aansluitklem meten we de stroom uitgedrukt in

milliampère (mA) tot maximum een stroomsterkte van 2A. Deze

kring is beveiligd door een smeltveiligheid in het meettoestel.

20A bij deze aansluitklem meten we grote stromen tot 20 ampère.

Deze klem is onbeveiligd en bij te grote stromen kan ons

meettoestel verbranden.

3SET - 2 -

meten elektriciteit

0.2. Meetbereik schakelaar.

Eerst bepalen we de juiste stroom- , spanning- of weerstandsoort. Bij de

stroom- of spanningsoort onderscheiden we namelijk nog twee soorten:

wissel (AC) en gelijk (DC)

Bijvoorbeeld:

- bij een batterijspanning stellen we ons meettoestel in op DC V

- bij netspanning stellen we ons meettoestel in op AC V

- bij een batterijstroom stellen we ons meettoestel in op DC A

- bij netstroom stellen we ons meettoestel in op AC A

Algemeen stellen we dat we altijd starten met het grootste meetbereik en we

gaan omlaag tot we een leesbaar getal zien staan op onze display.

3SET - 3 -

meten elektriciteit

Hoofdstuk 1: meten van weerstanden met een digitale multimeter.

Algemeen stellen we dat we altijd starten met het grootste meetbereik en we gaan

omlaag tot we een leesbaar getal zien staan op onze display.

Bijvoorbeeld: Ons meettoestel bevat volgende meetbereiken om de

weerstand te meten: 200, 2k, 20k, 200k, 2M, 20M

Bij een weerstandswaarde van 10 gebruiken we een meetbereik van 200

Bij een weerstandswaarde van 10 k gebruiken we een meetbereik van 20 k

Bij een weerstandswaarde van 10 M gebruiken we een meetbereik van 20 M

Bij een weerstandswaarde van 100 k gebruiken we een meetbereik van200 k

Bij een weerstandswaarde van 21 k gebruiken we een meetbereik van 200 k

Pas op bij weerstandsmeting is onze kring steeds spanningsloos (zonder

bron)

Labo oefening meting op weerstanden:

Hoe schakelen we onze digitale multimeter om de opgegeven oefening

te kunnen meten? Teken hieronder de figuur + duid op de volgende

pagina welk deel we gebruiken + waar we onze snoeren in onze digitale

multimeter steken.

3SET - 4 -

meten elektriciteit

3SET - 5 -

meten elektriciteit

Hoofdstuk 2 : De stroommetingen

2.0. Doel van de oefening

In een stroomkring met een verbruiker (weerstand) de stroom meten d.m.v.

een digitale multimeter.

2.1. Schakeling

Met een ampèremeter meet je de stroom In onze werkplaats is dat de wisselstroom

De A-meter moeten we in serie schakelen met onze weerstanden

Duid op de volgende pagina welk deel we gebruiken + waar we onze snoeren in

onze digitale multimeter steken.

3SET - 6 -

meten elektriciteit

3SET - 7 -

meten elektriciteit

Hoofdstuk 3 : De spanningmetingen

3.0. Doel van de oefening

In een stroomkring met een verbruiker (weerstand) de spanning meten d.m.v.

een digitale multimeter.

3.1. Schakeling

Met een voltmeter meet je de spanning. In ons geval is dat de wisselspanning

De V-meter moeten we in parallel schakelen op onze weerstanden

Duid op de volgende pagina welk deel we gebruiken + waar we onze snoeren in

onze digitale multimeter steken.

3SET - 8 -

meten elektriciteit

3SET - 9 -