CRITERIA, PROCEDURE, AANVRAAG EN … informatiegids 2011...Relatieve leerachterstanden Sociaal...

28
INFORMATIEGIDS 2011 - 2012 CRITERIA, PROCEDURE, AANVRAAG EN TOELATING TOT HET LEERWEGONDERSTEUNEND ONDERWIJS (LWOO) EN HET PRAKTIJKONDERWIJS (PRO) PCL - VO “SWV de Liemers” DECEMBER 2011 p/a Postbus 141 6920 AC Duiven

Transcript of CRITERIA, PROCEDURE, AANVRAAG EN … informatiegids 2011...Relatieve leerachterstanden Sociaal...

INFORMATIEGIDS

2011 - 2012

CRITERIA, PROCEDURE, AANVRAAG EN TOELATING

TOT

HET LEERWEGONDERSTEUNEND ONDERWIJS (LWOO)

EN HET PRAKTIJKONDERWIJS (PRO)

PCL - VO “SWV de Liemers” DECEMBER 2011 p/a Postbus 141 6920 AC Duiven

2

Inhoudsopgave Inleiding blz. 3 1. Het aanbod van scholen voor Voortgezet Onderwijs in regio “De Liemers”. blz. 4 2. Wat betekent leerwegondersteunend- en praktijkonderwijs. blz. 5 3. Criteria voor toelaatbaarheid tot het leerwegondersteunend onderwijs

en praktijkonderwijs blz. 6 3.1 Criteria leerwegondersteunend onderwijs blz. 6 3.2 Criteria voor praktijkonderwijs blz. 7 3.3 Overlap en tegenstrijdige criteria blz. 7 3.4 Berekening van leerachterstanden blz. 7 4. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL-VO) blz. 8 4.1 Algemeen blz. 8 4.2 Doelstelling blz. 8 4.3 De taken van de PCL-VO blz. 8 4.4 De werkwijze blz. 9 4.5 De status van de PCL-VO blz. 9 4.6 Leden van de PCL-VO blz. 9

4.7 Het secretariaat PCL-VO blz. 9 5. De Regionale Verwijzings Commissie (RVC-VO) blz. 10 5.1 Algemeen blz. 10 5.2 Het wettelijk kader blz. 10 5.3 Benodigde gegevens blz. 10 5.4 Taakgebied van de RVC-VO blz. 11

5.5 De beslissingstermijn blz. 11 5.6 Geldigheidsduur beschikking blz. 11 5.7 Afhandeling dossier blz. 11 5.8 Leden en secretariaat blz. 12 6. De procedure blz. 13 6.1 Beschrijving van de 1e testprocedure (december - april) blz. 13 6.2 Beschrijving van de 2e testprocedure (april - juni) blz. 15 7. Communicatie RVC-VO / PCL-VO / scholen / ouder(s)-verzorger(s) blz. 17 7.1 Communicatie blz. 17 7.2 De rol van de VO-school blz. 17 7.3 De rol van het (Speciaal) Basis Onderwijs blz. 17 7.4 De rol van de ouder(s)/verzorger(s) blz. 18 8. Profielen blz. 19 8.1 profielen pro, sbb, bb blz. 19 8.2 profielen kb en gt blz. 21 9. Overzicht zorgstructuur onderbouw Candea C en Liemers C blz. 22 10. Trajectgroep blz. 24 11. Plusvoorziening blz. 25 12. Overzicht zorgstructuur van het Praktijkonderwijs blz. 26 Lijst van afkortingen blz. 28

3

Inleiding Voor u ligt de informatiegids: “Criteria, procedure, aanvraag en toelating tot leerweg-ondersteunend onderwijs (lwoo) en het praktijkonderwijs (pro)”. In deze informatiegids willen wij uitleg geven over richtlijnen en procedures die u als ouders of (speciaal) basisschool, tegenkomt in het bewandelen van de weg om uw zoon of dochter / leerling aan te melden voor lwoo en / of pro. Daarnaast wordt u een tijdpad aangegeven waaraan wij in het voortgezet onderwijs moeten voldoen om leerlingen in aanmerking te laten komen voor leerwegondersteunend onderwijs. In de notitie zijn verder opgenomen: de taken en verantwoordelijkheden van het voortgezet onderwijs, evenals die van het (speciaal) basisonderwijs en natuurlijk niet te vergeten de ouders. Daarnaast wordt uitvoerig ingegaan op alle instanties die in dit beoordelingsproces een rol spelen. Uitgangspunt van deze notitie is dat iedere leerling recht heeft op onderwijs dat hem / haar past. Hiervoor zijn een goede indicatiestelling en procedure van essentieel belang om een kind niet buiten de boot te laten vallen. In de laatste hoofdstukken van deze gids vindt u de profielen voor de leerlingen van praktijkonderwijs, schakelbasisberoepsgerichte leerweg en basisberoepsgerichte leerweg en beschrijvingen van de trajectgroepen en de plusvoorziening van het Candea College en Liemers College.

1. De aanmelding van leerlingen met een speciale zorgvraag vindt plaats bij de twee brede scholengemeenschappen Liemers College en Candea College. De aanmelding van leerlingen die in aanmerking komen voor praktijkonderwijs vindt plaats bij Symbion.

2. De grens om in aanmerking te komen voor een onderzoek voor lwoo is 524. Dit betekent dat alle leerlingen met een score van 524 en lager door de brede

scholengemeenschappen getest worden om hen eventueel in aanmerking te laten komen voor lwoo.

4

Hoofdstuk 1 Het aanbod van scholen voor Voortgezet Onderwijs in regio “De Liemers”.

Binnen het samenwerkingsverband participeren drie scholen die ressorteren onder het bestuur van Quadraam te Duiven, te weten:

Scholengemeenschap “Liemers College”, postbus 412, 6900 AK Zevenaar (VMBO, HAVO, VWO):

Vestiging Zonegge, Zonegge 07-09, 6903 EP Zevenaar contactpersoon: Luuk Dopper

tel: 0316-583800 fax: 0316-342495

onderbouw leerjaren 1 en 2 vmbo (+ lwoo), havo en vwo

Vestiging Vestersbos, Vestersbos 4, 6901 BV Zevenaar contactpersoon: A. Reichard

tel: 0316-583800 fax: 0316-341072

vmbo (+ lwoo) leerjaren 3 en 4

Vestiging Heerenmäten, Heerenmäten 6, 6904 GZ Zevenaar contactpersoon: H. van der Ploeg

tel: 0316-583800 fax: 0316-342114

havo en vwo bovenbouw

Vestiging Liemers College, Didam Dijksestraat 12, 6942 GC Didam contactpersoon: H. Hazelzet

tel: 0316-583800 fax: 0316-228770

onderbouw leerjaar 1 en 2 (+ lwoo), leerjaar 3 en 4 gt / t, havo en vwo

Scholengemeenschap “Candea College”, postbus 141, 6920 AC Duiven (VMBO, HAVO, VWO)

Vestiging Eltensestraat 8, 6922 JB Duiven contactpersoon: E. Robbers

tel: 0316-281800 fax: 0316-250615

onderbouw leerjaar 1 en 2 vmbo (+ lwoo), havo en vwo

Vestiging Saturnus 1, 6922 LX Duiven contactpersonen: vmbo-gt H. Markhorst havo G. Roemaat vwo R. de Bruin

tel: 0316-281800 fax: 0316-250612

bovenbouw leerjaar 3, 4, 5 en 6, g/t, havo en vwo

Vestiging Saturnus 2, 6922 LX Duiven contactpersoon: A. Wolterinck

tel: 0316-281800 fax: 0316-250612

bovenbouw leerjaar 3 en 4 vmbo (bb / kb)

Symbion School voor Praktijkonderwijs &

Plusvoorziening

Vestiging Meursweg 1a, 6942 GG Didam contactpersoon: L. van den Hatert

tel: 0316-225841 fax: 0316-221671

Praktijkonderwijs

5

Hoofdstuk 2 Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro). 2.1 Leerwegondersteunend onderwijs binnen de scholengemeenschappen

Leerwegondersteunend onderwijs wordt verzorgd gedurende het volgen van onderwijs in een van de leerwegen van het vmbo, en is een extra zorg gericht op het behalen van een diploma / certificaat of getuigschrift. Het is bestemd voor die leerlingen die zonder extra hulp niet in staat zouden zijn een diploma of getuigschrift te behalen. Leerwegondersteunend onderwijs binnen de regio “De Liemers” wordt in principe aangeboden binnen het regulier voortgezet onderwijs en zal plaatsvinden binnen de volle breedte van de reguliere leerwegen in het vmbo ((s)bb – kb – g/t ) van het Liemers College en Candea College.

2.2 Praktijkonderwijs

Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen met lage cognitieve capaciteiten, die baat hebben bij praktisch onderwijs dat hen rechtstreeks toeleidt naar laaggeschoold werk op de arbeidsmarkt of een beschermde werkplek

Praktijkonderwijs beslaat maximaal zes leerjaren. In de eerste twee leerjaren wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van basisvaardigheden op het gebied van taal en rekenen. Daarbij worden praktijkvakken gegeven, waarbij het accent ligt op vaardigheden die in het dagelijks leven van belang zijn. In de daaropvolgende leerjaren verschuift het accent van theoretisch naar meer praktisch onderwijs, opdat de leerlingen goed worden voorbereid op een baan in de sector van hun keuze. Gedurende de gehele onderwijsperiode is er aandacht voor persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden.

6

Hoofdstuk 3. Criteria leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. 3.1 Criteria leerwegondersteunend onderwijs

De regionale verwijzingscommissie geeft uitsluitend een positieve beschikking leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) , indien de leerling:

a. een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte van 75-90

en een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen, waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft. Het gaat om leerlingen met een leerachterstand van tussen de 1,5 en 3 jaar gemeten in dle’s. of,

b. een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120,

en een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen, waarvan minimaal één van deze twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft. Het gaat om leerlingen met een leerachterstand van tussen de 1,5 en 3 jaar gemeten in dle’s.

en de resultaten van 1 of meer persoonlijkheidsonderzoeken met betrekking tot prestatie, motivatie, faalangst en emotionele instabiliteit die een beeld geven van de sociaal-emotionele problematiek van de leerling in relatie met de leerprestaties.

De onderstaande tabel brengt de criteria voor leerwegondersteunend onderwijs in beeld.

Criteria voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)

IQ

Relatieve leerachterstanden

Sociaal emotionele

problematiek

Uitspraak RVC

75 tot en met 90

Leerachterstand op twee van de vier domeinen. Leerachterstand tussen 1,5 en 3 jaar gemeten in dle’s (niet zijnde de combinatie technisch lezen en spellen).

niet noodzakelijk

positieve beschikking lwoo

91 tot en met 120

Leerachterstand op twee van de vier domeinen. Leerachterstand tussen 1,5 en 3 jaar gemeten in dle’s (niet zijnde de combinatie technisch lezen en spellen).

sociaal - emotionele problematiek in relatie met de leerprestaties

positieve beschikking lwoo

7

3.2 Criteria praktijkonderwijs De regionale verwijzingscommissie geeft uitsluitend een positieve beschikking praktijkonderwijs, indien de leerling:

a. een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte van

55 tot en met 80 èn

b. een leerachterstand heeft op tenminste twee van de vier domeinen: - inzichtelijk rekenen - begrijpend lezen, - technisch lezen, - spelling,

waarvan minimaal één van de twee domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft. Het gaat om leerlingen met leerachterstanden van meer dan 3 jaar gemeten in dle’s.

De onderstaande tabel brengt de criteria voor leerwegondersteunend onderwijs in beeld.

Criteria voor praktijkonderwijs onderwijs

IQ

Relatieve leerachterstanden

Sociaal emotionele

problematiek

Uitspraak RVC

60 tot en met 80

leerachterstand op twee van de vier domeinen, meer dan 3 jaar gemeten in dle’s (niet zijnde de combi technisch lezen en spellen).

niet noodzakelijk

positieve beschikking pro

3.3 Overlap en tegenstrijdige criteria lwoo en pro.

Voor leerlingen met een iq-score van 75 tot 80 geldt dat zij, op basis van dit criterium, zowel in aanmerking kunnen komen voor indicatiestelling voor lwoo als voor pro. Op basis van de score van een dergelijke leerling op het criterium leerachterstand kan een school bepalen waar de leerling het best op zijn plek zou zijn. In de van een gedegen motivatie voorziene aanmelding dient de school dan aan te geven of ze de leerling voor leerwegondersteunend onderwijs dan wel praktijkonderwijs wil laten indiceren. Deze afweging kan zich behalve bij het hiervoor beschreven overlapgebied tussen lwoo en pro (bij een score van 75 tot 80) ook voordoen in geval van strijdige scores op criteria. Van strijdige scores op criteria is sprake wanneer de score op een criterium pro wijst en de score op een ander criterium op lwoo.

3.4 Berekening leerachterstanden Bij de berekening van de leerachterstand voor de indicatie leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs wordt uitgegaan van de didactische leeftijd (dl) die een leerling op het moment van toetsen bereikt heeft. Van groep 3 tot en met groep 8 volgt een leerling jaarlijks 10 onderwijsmaanden; van september tot en met juni. Als een leerling bijvoorbeeld wordt getoetst in de maand oktober van groep 8, dan heeft deze leerling een dl van 52, mits deze leerling geen zittenblijver is. Indien de leerling is blijven zitten wordt uitgegaan van een dl van 60.

8

Hoofdstuk 4. De Permanente Commissie Leerlingenzorg - Voortgezet Onderwijs (PCL-VO) “SWV de Liemers”

4.1 Algemeen

De permanente commissie leerlingenzorg - voortgezet onderwijs (pcl-vo) is belast met de werkzaamheden ter voorbereiding van een aanvraag voor een beschikking voor leerwegondersteuning dan wel praktijkonderwijs. Deze werkzaamheden hebben betrekking op de voorbereiding van de aanmelding bij de regionale verwijzings commissie - voortgezet onderwijs (rvc-vo). Over de toelaatbaarheid tot het leerwegondersteunend onderwijs dan wel het praktijkonderwijs beslist de rvc-vo. Over de uiteindelijke toelating beslist formeel het bevoegd gezag van de betreffende vo-school.

4.2 Doelstellingen van de pcl-vo Het doel van de pcl-vo is:

- onderzoeken en formuleren van het advies naar de rvc-vo i.v.m de toelating van leerlingen tot het leerwegondersteunend onderwijs binnen het regulier vmbo;

- onderzoeken en formuleren van het advies naar de rvc-vo i.v.m de toelating van leerlingen tot het praktijkonderwijs;

- onderzoeken en formuleren van advies met betrekking tot één van de vormen van de bovenschoolse zorgvoorziening.

4.3 De taken van de pcl-vo De pcl-vo is verantwoordelijk voor de volgende taken:

- controle of de gegevens conform de wettelijke gestelde eisen t.b.v. de rvc-vo volledig zijn;

- het opstellen van een advies m.b.t de zorgbehoefte van de individuele leerling; - eventueel aanvullend onderzoek laten verrichten; - opstellen toelatingsadvies lwoo dan wel pro voor de rvc-vo;

- het opstellen van een evaluatieverslag. - monitoring;

4.4 Procedure aanmelding pcl-vo De aanmelding van de leerlingen verloopt als volgt:

- ouders/verzorgers melden een leerling aan bij het Liemers College, Candea College of Symbion school voor praktijkonderwijs; - de commissie van onderzoek van de betreffende vo-school kijkt op basis van gegevens of de leerling voor plaatsing in aanmerking komt; - de leerlingen worden binnen de pcl-vo geregistreerd en waarnodig wordt aanvullend onderzoek gedaan; - leerlingen die in aanmerking komen voor plaatsing binnen de bovenschoolse zorgvoorziening worden ingebracht door de vo-school en besproken in de pcl-vo; - de pcl-vo formuleert op basis van gegevens een plaatsingsadvies; - de directies van de vo-scholen beslissen over de plaatsing;

- de vo-school draagt zorg voor een correcte terugkoppeling van het plaatsingsadvies naar ouders en de aanleverende (s)bo school.

Het onderwijskundig rapport met supplement en het advies van de (s)bo school is een

wezenlijke schakel in de informatievoorziening.

9

4.5 De status van de pcl-vo De commissie werkt namens het bevoegd gezag van de scholen voor voortgezet onderwijs. De leden van de commissie werken zonder last of ruggespraak en leggen verantwoording af aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur heeft afspraken gemaakt over de bevoegdheden, de samenstelling, de besluitvorming van de pcl-vo. Deze afspraken zijn vastgelegd in het reglement van de pcl-vo.

4.6 Leden pcl-vo en secretariaat In de pcl-vo zijn de volgende leden werkzaam:

Voorzitter, coördinator samenwerkingsverband a.i., Mw. K. van de Belt Vertegenwoordiger van het Liemers College Mw. M. Geurds

Mw. E. Peters Vertegenwoordiger van het Candea College Mw. I Koenders Vertegenwoordiger van het Symbion Dhr. H. Eijsten Orthopedagoog Mw. L. van Oosteren Op afroepbasis: jeugdarts,

Schoolmaatschappelijk werkende 4.7 Het secretariaat pcl-vo

Het secretariaat verzorgt de coördinatie van de voorbereiding en de uitvoering van de door de pcl-vo te nemen en genomen besluiten. Het secretariaat is telefonisch bereikbaar op het Candea College: Mw. M. Heerenveen Tel: 0316 – 281800 of per e-mail: [email protected]

Postadres: PCL-VO “SWV de Liemers”, t.a.v. K. van de Belt Postbus 141 6920 AC Duiven [email protected]

10

Hoofdstuk 5. De Regionale Verwijzings Commissie - Voortgezet Onderwijs, Oost Nederland (RVC-VO Oost Nederland). 5.1 Algemeen

De rvc-vo heeft als belangrijkste taak beschikkingen af te geven aan vo-scholen betreffende de toelaatbaarheid van leerlingen tot het leerwegondersteunend onderwijs en tot praktijkonderwijs.

5.2 Het wettelijk kader

Aangezien leerlingen die worden aangemeld voor lwoo of pro afkomstig kunnen zijn uit het (speciaal) basis onderwijs of het (speciaal) voortgezet onderwijs, heeft de rvc-vo zowel te maken met de Wet Primair Onderwijs (WPO) als met de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO). In de WPO staat voorgeschreven dat “over iedere leerling die de school verlaat ten behoeve van de ontvangende school een onderwijskundig rapport wordt opgesteld”. Dit houdt in dat voor leerlingen die naar het voortgezet onderwijs vertrekken een onderwijskundig rapport opgesteld dient te worden door de (speciale) basis school. Om in aanmerking te komen voor leerwegondersteuning of om toegelaten te worden tot praktijkonderwijs zijn voorschriften opgenomen in de WVO. Deze voorschriften zijn samengevat de volgende:

- er moet overleg zijn gevoerd met de ouders; - er dient een onderwijskundig rapport te zijn opgesteld en ouders dienen hun

zienswijze op schrift te hebben gesteld. (P.S. Het weergeven van een eigen visie van ouders mag vervangen worden door een standaardtekst; de handtekening van de ouders mag niet ontbreken).

De WVO schrijft verder voor dat het bevoegd gezag van de school waarop de leerling staat ingeschreven (dan wel waar de leerling wordt aangemeld) de leerling aanmeldt bij de rvc-vo. Een en ander betekent dat de scholen voor voortgezet onderwijs, na bespreking in de pcl-vo het dossier bij de rvc-vo aanleveren. De verantwoording van aanmelding ligt bij de vo-school die de beschikking aanvraagt.

5.3 Benodigde gegevens voor de rvc-vo De school voor voortgezet onderwijs stelt, samen met de ouders en aanleverende school, een dossier op. Het dossier bevat het volgende:

- een onderwijskundig rapport + supplement; - een volledig ingevuld en ondertekend aanmeldingsformulier rvc-vo met de volgende

gegevens; - algemene gegevens betreffende personalia aanvrager en leerling; - motivering waarom een leerling wordt aangemeld en voor welke vorm van

onderwijs (pro of lwoo); - de leerachterstand va de leerling;

Cito-schalen die alleen de ABCDE-niveaus aangeven zijn niet bruikbaar voor de rvc-vo (mits omgescoord in dle’s)

Moment van toetsafname en rapportage in termen van didactische leeftijdsequivalenten (dle’s) zijn voor de rvc-vo verplichte informatie.

11

- intelligentiequotiënt van de leerling; - indien noodzakelijk het sociaal-emotioneel functioneren van de

leerling;

- de zienswijze van ouders. 5.4 Taakgebied van de rvc-vo De taak van de rvc-vo bestaat uit:

- het geven van een beschikking over de toelaatbaarheid van een leerling tot het leerwegondersteunend onderwijs, dan wel tot het praktijkonderwijs;

- het geven van een advies over verdere begeleiding in geval van negatieve beschikking met betrekking tot de toelaatbaarheid tot leerwegondersteunend dan wel praktijkonderwijs;

- het geven van een deskundig advies (second opinion) aan de ouders van een leerling over een beschikking van een “zuster” rvc-vo;

- het beheer van de rvc-vo en verslaglegging van de werkzaamheden. Werkzaamheden rvc-vo In het kader van de bovengenoemde taakgebieden zullen door de rvc-vo de volgende

werkzaamheden verricht worden: - registratie van de beschikkingsaanvragen; - beoordeling van de volledigheid van de dossiers; - analyse van de dossiers; - bespreking van de dossiers en eventueel horen van betrokkenen c.q. deskundigen; - besluitvorming over de toelaatbaarheid; - opstellen van de beschikking;

- afhandeling van het dossier in het kader van de Wet Persoonsregistratie (WPR). 5.5 De beslissingstermijn

De uiterste datum van het indienen van een aanvraag voor toelaatbaarheid tot het lwoo dan wel het praktijkonderwijs bij de rvc-vo is 1 oktober.

De rvc-vo dient binnen een redelijke termijn na ontvangst van een volledige aanvraag een beschikking te geven. Onder een redelijke termijn wordt een termijn van zes weken verstaan. Als de beschikking niet binnen zes weken kan worden gegeven, moet de rvc-vo de aanvrager daarvan in kennis stellen.

5.6 Geldigheidsduur beschikking

De rvc-vo beschikking voor een leerling blijft van kracht gedurende het verblijf van deze leerling binnen het vmbo.

5.7 Afhandeling dossier

Retournering van het originele leerlingdossier zal plaatsvinden na verstrijken van de termijnen voor bezwaar en beroep. Een kopie van het advies c.q de beschikking blijft in het bezit van de rvc-vo. De kopieën van de dossiersgegevens worden, conform de Wet Persoonsregistratie, na afronding van het dossier vernietigd.

12

5.8 Leden en secretariaat De rvc-vo “Oost Nederland” is gesplitst in drie kamers waarbij ieder kamer zijn eigen bezetting kent. Het samenwerkingsverband vo-svo “De Liemers” valt onder de kamer Doetinchem. In de rvc-vo “Oost Nederland”, kamer Doetinchem zijn de volgende leden werkzaam:

Mevr. J.A. Luesink-Steemers (voorzitter) Dhr. L.A.M. Schipperheijn (secretaris)

Dhr. J.A.H. Gebbink (lid) Mevr. A. Bieleman-Hartman (lid) Mevr. E. Verwey-Bleekman (administratie)

Secretariaat rvc-vo “Oost Nederland”, kamer Doetinchem, Postbus 277, Tel: 0314-374131/132 7000 AG Doetinchem Fax: 0314-333990 Email: [email protected]

13

Hoofdstuk 6. De procedure 6.1 Beschrijving van de procedure 1e aanmelding (december - april) Uitgangspunt 1e testprocedure. Wanneer blijkt uit de gegevens van de basisschool (lvs, entreetoets, gegevens leerkracht groep 7/8) dat een leerling waarschijnlijk in aanmerking komt voor leerwegondersteuning of een school voor praktijkonderwijs kan de directeur van de (s)bo school, overigens altijd in overleg met de ouder(s), verzorger(s), besluiten om de leerling aan te melden. Hierdoor kan belangrijke tijdwinst geboekt worden. De uitslagen van de testen (psychologisch, persoonlijkheids- en didactisch onderzoek) zullen een extra bijdrage leveren aan een onderbouwing van een juiste schoolkeuze. De vo-school draagt zorg voor een correcte terugkoppeling van de testuitslagen naar ouder(s), verzorger(s) en de aanleverende (s)bo school.

Tijdpad

Procedure 1e aanmelding (december-april)

oktober - december

- Signalering / screening van potentiële lwoo- of praktijk- schoolleerlingen door (s)bo. Het betreft hier leerlingen die een pro, sbb- of bb plaatsingsadvies van de (speciale) basisschool krijgen - Zonodig collegiaal overleg tussen de contactpersonen van het voortgezet onderwijs en de leraar groep 8 en/of ib-er. - Contact over potentiële lwoo- en praktijkschool leerlingen door (s)bo met betreffende ouder(s), verzorger(s).

voor

1 december

- Aanmelding voor lwoo / pro onderzoek van leerlingen door (s)bo bij vo-school naar keuze ( ook evt. twijfelgevallen).

midden januari

- Testen van bovengenoemde leerlingen op één van de drie locaties voor vo door bevoegde psychologen.

midden februari

- Bespreken van testresultaten in de pcl-vo - Indien noodzakelijk bespreking testresutaten met (s)bo collegae groep 8 en / of intern begeleiders.

14

begin maart

- Opstellen door (s)bo van onderwijskundig rapport en supplement met behulp van testgegevens en didactische gegevens van het (s)bo (zonodig in overleg met contactpersoon van het vo).

begin/midden maart

- Verzenden testrapporten naar ouders alsmede de mogelijkheid tot bespreken van de testen door de ouders met de psycholoog en de contactpersoon vo. - Verzenden van de aanvraag voor lwoo of pro samen met supplement en benodigde testgegevens naar de rvc-vo.

voor 1 april

- Inschrijving Liemers College, Candea College, Symbion.

begin juni

- Beschikking terug van de rvc-vo - Verzenden van rvc-vo besluiten naar ouders. - Definitieve plaatsing van de lwoo of pro leerling op een school naar keuze. Hierbij blijft de rvc-vo beschikking ook in andere samenwerkingsverbanden geldig.

15

6.2 Beschrijving van de procedure 2e aanmelding (april - juni). Uitgangspunt 2e aanmelding. De volgende leerlingen komen in aanmerking voor 2e testprocedure:

- leerlingen met een cito-score van 524 of lager; - leerlingen die vallen binnen de profielen van de bovenschoolse voorziening; - leerlingen die vallen binnen de profielen van het praktijkonderwijs - leerlingen die vallen binnen de profielen van de (s)bb leerweg; - leerlingen op aangeven van het speciale basis onderwijs (sbo).

P.S Er wordt geen onderzoek afgenomen als alle gegevens + toetsscores conform de richtlijnen van de rvc-vo in het onderwijskundig rapport vermeld staan.

Tijdpad

Procedure 2e aanmelding (april - juni)

eind februari

- Afsluiting onderzoek speciaal basis onderwijs (sbo) - Afsluiting onderzoek regulier basis onderwijs (bao) (cito-eindtoets uitslagen)

vóór 1 april

- Ouders of (s)bo-school zenden inschrijfformulier naar de ontvangende vo-school (Liemers College, Candea College of Symbion). - Aanmeldingsformulier (= deel 1 onderwijskundig rapport) voor alle leerlingen inleveren bij de plaatsingscommissie van de ontvangende vo-school. - Voor een leerling die volgens de (s)bo-school in aanmerking komt voor lwoo of pro dient het supplement (= deel 2 onderwijskundig rapport) te zijn toegevoegd. - De plaatsingscommissie van de vo-school controleert of alle vereiste gegevens aanwezig zijn.

vóór 4 april

- De aanmeldingsgegevens (onderwijskundig rapport + supplement) van die leerlingen die volgens toeleverende (speciale) basisscholen in aanmerking komen voor lwoo of pro gaan naar de pcl-vo - Wanneer op grond van de aanmeldingsgegevens twijfels bestaan (cito-score / sociaal emotionele indicatie, leerachterstanden e.d.) zal de plaatsingscommissie contact opnemen met de (speciale) basisschool om een mogelijke lwoo of pro indicatie te bespreken.

16

- pcl-vo analyseert de onderwijskundige rapporten en selecteert leerlingen die in aanmerking komen voor het aanvullend onderzoek.

- De vo-scholen analyseren de overige onderwijskundige gegevens om te bepalen welke leerling voor tweedelijns hulp in aanmerking zal komen (geen lwoo).

midden april

- Testen van bovengenoemde leerlingen op één van de drie locaties voor vo door bevoegde psychologen Het heeft de voorkeur om in de tweede ronde zo min mogelijk leerlingen alsnog te testen. Dat betekent dat we meer twijfelgevallen willen meenemen in de eerste ronde in januari

midden mei

- Bespreking van dossier in de pcl-vo Indien noodzakelijk bespreking testresutaten met (s)bo collegae groep 8 en / of intern begeleiders. - De pcl-vo stelt een advies op (aan de hand van uniform overzichtsformulier) of een leerling toelaatbaar is tot het lwoo dan wel pro. - Verzending van dossier naar de rvc-vo

eind augustus

- Beschikking terug van de rvc-vo - Verzenden van rvc-vo besluiten naar ouders - Definitieve plaatsing van de lwoo of pro leerling op een school naar keuze. Hierbij blijft de rvc-vo beschikking ook in andere samenwerkingsverbanden geldig.

nieuwe schooljaar

- De VO school stelt een handelingsplan op.

17

Hoofdstuk 7. Communicatie rvc-vo / pcl-vo / scholen / ouder(s), verzorger(s) 7.1 Communicatie

In het proces van indicatiestelling hebben de verschillende partijen allen hun eigen verantwoordelijkheid. Een goede onderlinge communicatie tussen de rvc-vo, pcl-vo, vo-scholen, (s)bo-scholen en ouders is van cruciaal belang. De toekenning van een beschikking valt of staat namelijk met een goede interactie tussen alle partijen. Het gaat om een zorgvuldige beoordeling en een afweging van individuele omstandigheden en belangen. De aanvraagprocedure kan alleen succesvol zijn als alle partijen goed geïnformeerd zijn en op elkaar afgestemd op de volgende punten:

- samenstellen van een dossier; - volledigheid en juiste aanlevering van het dossier (inclusief testgegevens); - bekendheid van taken en verantwoordelijkheden van betrokkenen. 7.2 De rol van de vo-school

Een verzoek om een beschikking over toelaatbaarheid van een leerling tot lwoo of pro dient formeel door het bevoegd gezag van de vo-school te worden ingediend bij de rvc-vo. Dit verzoek moet uiterlijk 1 oktober zijn ingediend. Als de vo-school niet beschikt over de gevraagde informatie, zal het voortgezet onderwijs zelf onderzoek moeten verrichten om de gegevens te verzamelen. Een onvolledig dossier wordt door de rvc-vo niet in behandeling genomen.

Ziet de vo-school vooralsnog aanleiding om een leerling aan te melden voor lwoo dan wel pro, dan moet de vo-school zo spoedig mogelijk contact opnemen met de toeleverende (s)bo-school en de ouders om dit te melden en overleg te voeren. Het is van belang dat de vo-scholen de (s)bo-scholen informeren over de adviezen van de pcl-vo en de beschikkingen van de rvc-vo, dit uiteraard met inachtneming van de bepalingen in de wet op de persoonsregistratie. Deze informatie kan relevante gegevens opleveren voor de eigen zorgstructuur van de (s)bo-school en zal gaandeweg het signaleringsvermogen voor die leerlingen die aangewezen zijn op lwoo dan wel pro vergroten.

7.3 De rol van het (speciaal) basisonderwijs

Voor de (s)bo-school is in veel gevallen een rol weggelegd in de beginfase van de gehele procedure. De school moet in groep 8 ouders adviseren om hun kind bij het Liemers College, Candea College of Symbion school voor praktijkonderwijs aan te melden met het verzoek om de leerling in aanmerking te laten komen voor leerwegondersteuning of praktijkonderwijs. De directeur van de (s)bo-school stemt tijdig met de vo-school af welke gegevens nodig zijn om een zo volledig mogelijk dossier van de leerling samen te stellen. De resultaten van de onderliggende testen of onderzoeken dienen door de directeur van de (s)bo-school aan de vo-school te worden overlegd. Het is van groot belang dat (s)bo-school een volledig onderwijskundig rapport ( + supplement) invult en op de hoogte is van de criteria en mogelijkheden om extra zorg over de volle breedte van de vo-school aan te vragen.

18

7.4 De rol van de ouder(s)/verzorger(s) Ook de ouder(s)/verzorger(s) spelen een belangrijke rol in de procedure voor verwijzing naar een school voor voortgezet onderwijs. Wanneer een leerling wordt aangemeld voor leerwegondersteuning dan wel het praktijkonderwijs is ook de zienswijze van de ouders nodig. Deze zienswijze moet als schriftelijke mededeling in het onderwijskundig rapport worden opgenomen. In het onderwijskundig rapport wordt volstaan met een standaardformulering. Bij een aanvraag kunnen ouders eventueel gehoord worden door de rvc-vo. De aanmeldende vo-school dient de ouders in te lichten over de beschikking van de rvc-vo. Mochten ouders het niet eens zijn met de beschikking van de rvc-vo dan hebben zij de mogelijkheid in beroep te gaan bij de rvc-vo. (Postadres 2777, 7000 AG Doetinchem).

19

Hoofdstuk 8 Leerlingprofielen 8.1 profielen pro, sbb, bb De profielen zijn opgebouwd uit een aantal scores, een korte beschrijving van mogelijke problematiek en een eveneens korte beschrijving van de vereiste onderwijssituatie en het onderwijsarrangement. De profielen zijn zo opgesteld dat er een glijdende schaal ontstaat. Het profiel van de pro-leerling valt hier buiten. Dit is een duidelijk afgebakende doelgroep. Het moge duidelijk zijn dat de profielen geen recht doen aan de individuele leerling. Ze helpen een eerste rubricering te maken, en vervolgens zal nog steeds per geval moeten worden bekeken wat de beste onderwijsplaats voor iedere leerling is. A. Praktijkonderwijs (PRO) IQ: 55 – 80 Leerachterstanden: 3 jaar of meer na 6 leerjaren;

minimaal op 2 van de 4 domeinen, waarvan 1 inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen moet zijn Citoscore eindtoets basisonderwijs: individueel van toepassing Sociaal-emotioneel: - in samenhang met leerachterstand, maar met uitsluiting van gediagnosticeerde zware gedragsproblematiek

- een negatief zelfbeeld - onvoldoende sociaal inzicht

- zwakke werkhouding Doelgroep: Het Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die vallen binnen de door de RVC gehanteerde criteria van het Praktijkonderwijs. Het zijn leerlingen die via een praktijkgerichte leerweg worden toegeleid naar de arbeidsmarkt, al dan niet na het volgen van een interne ROC niveau 1-opleiding. Doelstelling: De doelstelling van het Praktijkonderwijs is de leerlingen voor te bereiden op het zelfstandig kunnen functioneren op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. In de eerste leerjaren ligt het accent m.n. op:

didactische vaardigheden het verder ontwikkelen van sociaal vaardig zijn het functioneel besteden van vrije tijd.

Leerlingen die binnen het praktijkonderwijs een zwaarder theoretisch programma aankunnen, kunnen in de PrO Plusklas worden geplaatst. Zij volgen dan wiskunde, Nederlands en Engels op een hoger niveau dan de overige PrO-leerlingen. Vanaf het 3e leerjaar worden de leerlingen voorbereid op de arbeidsmarkt ( o.a.stages) en bestaan er in het vervolgtraject mogelijkheden om d.m.v. interne branchegerichte opleidingen de kansen op werk te vergroten. Voor een aantal leerlingen bestaat de mogelijkheid om binnen Symbion een opleiding op ROC-niveau 1 te doen. Sommige leerlingen kunnen gezien hun ontwikkeling ook instromen in een vervolgopleiding binnen het ROC (niveau 1). B. Schakel Basisberoepsgerichte Leerweg (SBB) IQ: 75 – 90 Leerachterstanden: 1,5 – 3 jaar Citoscore eindtoets basisonderwijs: tot 515 NPV-J scores: combinatie van scores AVL scores: nihil

20

Doelgroep: De doelgroep sbb laat weinig samenhang zien tussen de scores op de AVL en de NPV-J. Er is niet persé sprake van probleemgedrag. Internaliserend (naar binnen gericht) probleemgedrag komt regelmatig voor. Deze groep kinderen beschikt over een wat lagere intelligentie eventueel in relatie met een enkelvoudige gedragscomponent (ADHD of PDD/NOS of NLD of ADD of Gilles de la Tourette) of grote leerachterstanden (1,5 – 3 jaar). Kenmerken onderwijs: De leerlingen hebben over het algemeen behoefte aan een overzichtelijke leersituatie, gehuisvest op een eigen plek in de scholengemeenschap, met ruime aandacht voor de intrinsieke belevingscomponent (hoe kijken zij tegen school e.d. aan) van kinderen. In het onderwijsarrangement moet aandacht zijn voor inzichtelijke remediërende activiteiten in de groep (RT verweven in de lespraktijk) naast aandacht voor sociale vaardigheden, drama en opkomen voor jezelf. Doelstelling: Na een of twee leerjaren instromen in de basisberoepsgerichte leerweg. C. Basisberoepsgerichte Leerweg (BB) IQ: 75 – 100 Leerachterstanden: 1,5 – 2 jaar Citoscore eindtoets basisonderwijs: 510 – 525 NPV-J scores: enkelvoudige scores AVL scores: nihil Doelgroep: De doelgroep bb laat geen samenhang zien tussen de scores op de AVL en de NPV-J. Er is sprake van licht internaliserend probleemgedrag. Deze groep kinderen beschikt over het algemeen over een wat lagere intelligentie, eventueel in combinatie met een enkelvoudige gedragscomponent (ADHD of PDD/NOS of NLD of ADD of Gilles de la Tourette) of matige inzichtelijke leerachterstanden (1,5 - 2 jaar). Kenmerken onderwijs: De leerlingen hebben over het algemeen behoefte aan een overzichtelijke leersituatie, gehuisvest op een eigen plek in de scholengemeenschap, met, indien nodig, aandacht voor de intrinsieke belevingscomponent (hoe kijken zij tegen school e.d. aan) van kinderen. In het onderwijsarrangement moet aandacht zijn voor inzichtelijke remediërende activiteiten in of buiten de groep (RT verweven in de lespraktijk of in aparte kleine groepen) naast aandacht voor sociale vaardigheden en drama.

21

8.2 profielen kb en gt

Kader

Beroepsgerichte leerweg

(KB)

- IQ : tussen minimaal 75 en maximaal 120 - Did niveau : groep 7/8 - Soc. emotioneel : persoonsgebonden - Cito : circa 528 - Overige kenmerken:

De kader beroepsgerichte leerweg richt zich op de praktijk en bereidt de leerling voor op de vak- en middenkader opleidingen in het secondair beroepsonderwijs (niveau 3 en 4)

Gemengd Theoretische

leerweg

(GT)

- IQ : tussen minimaal 80 en maximaal 120 - Did. niveau : groep 8 - Soc. emotioneel : persoonsgebonden - Cito : circa 535 - Overige kenmerken: Deze leerweg geeft toegang tot de vakopleidingen (niveau 3) en

middenkader opleidingen (niveau 4) in het secondair beroepsonderwijs. De theoretische leerweg geeft bovendien de mogelijkheid om door te stromen naar het havo. De leerling moet dan wel wiskunde en Frans of Duits in het pakket hebben.

22

Hoofdstuk 9 Overzicht zorgstructuur onderbouw Candea College en Liemers College A. Organisatie Kenmerken onderwijs In de onderbouw van het Candea College en het Liemers College is vooral in de sbb- en de bb-klassen veel ruimte voor extra ondersteuning van leerlingen. Hier is veel aandacht voor de individuele ontwikkeling van de leerlingen en voor individuele begeleiding. Een kleine groep docenten, waarvan de leden meerdere vakken geven, verzorgt de lessen in deze klassen. Dit betekent dat leerlingen en docenten elkaar goed leren kennen. Bovendien vergroot deze aanpak de samenhang tussen de verschillende vakken. Remedial teaching en orthopedagogische begeleiding zijn de extra accenten die gelegd kunnen worden in de leerlingenzorg. Groepsgrootte In de groepsgrootte van de sbb- en bb-klassen houden we rekening met het feit dat hier een meer individuele aanpak nodig is. Het aantal leerlingen in de sbb-klassen kan variëren tussen 10 en 14 leerlingen, in de bb-klassen tussen 14 en 20 leerlingen. Leerlingbegeleiding Op beide scholengemeenschappen is de mentor de spil in de begeleiding van de leerlingen van zijn klas. Hij is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen, ouders en docenten. Om elkaar op de hoogte te brengen van eventuele problemen en om afspraken te maken over een bepaalde gemeenschappelijke aanpak zijn er regelmatig leerlingbesprekingen. In deze besprekingen worden ook de effecten van begeleiding en afspraken geëvalueerd. Naast de leerlingbesprekingen is er regelmatig overleg in het zorgteam. De begeleiding van de leerlingen in de sbb- en bb-klassen (dit geldt voor alle leerlingen met een lwoo-indicatie, ook op kb- en gt-niveau) vindt plaats aan de hand van handelingsplannen per leerling en groepsplannen. B. Begeleiders / betrokkenen 1. Afdelingsdirecteur / leider - eindverantwoordelijk voor de afdeling, ook wat betreft zorg 2. (Zorg)coördinator - speelt een coördinerende rol in de zorgstructuur 3. Mentor - is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders geeft behalve vaklessen ook mentor- en studie-uren door de week veel contactmomenten met zijn klas 4. Docenten sbb / bb - kleine groep specialisten voor deze doelgroep geven vaak meerdere vakken 5. Orthopedagoog/psycholoog - diagnosticeren, orthopedagogische begeleiding betrokken bij opstellen handelingsplannen werkt op afspraak in overleg met zorgcoördinator of afdelingsdirecteur/-leider doet onderzoek en geeft adviezen over begeleiding 6. Ped.-didactisch medewerker - biedt individuele begeleiding aan leerlingen met soc.- emotionele problemen biedt noodopvang bij ernstige problemen 7. Zorg advies team (ZAT) - gecoördineerde begeleiding van leerlingen met probleem- gedrag multidisciplinaire aanpak met externe expertise 8. Vertrouwenspersoon - biedt een luisterend oor aan leerlingen die in vertrouwen met iemand willen praten en/of advies nodig hebben 9. Schoolarts/-verpleegkundige - zorgt voor screening van de leerlingen van leerjaar 2 beschikbaar voor afspraak met leerling en/of ouders 10. RT’er - biedt individuele hulp bij leerachterstanden

23

C. Ondersteunende activiteiten 1. Faalangstreductietraining - selectie vindt plaats aan de hand van informatie bs, ouders of mentor of op basis van SVL of LWOO-onderzoek 2. Sociale vaardigheidstraining - selectie op basis van informatie bs, ouders, mentor en diverse gedragsvragenlijsten voor leerlingen die onvoldoende sociaal vaardig zijn en/of die regelmatig in conflict komen met medeleerlingen en/of docenten 3. Dramalessen - nadruk ligt op ontwikkeling sociale vaardigheden 4. Remedial teaching - hulp bij rekenen / wiskunde hulp bij technisch/begrijpend lezen en spelling hulp aan de hand van individueel handelingsplan 5. Huiswerkbegeleiding - hulp bij planning en aanpak van het huiswerk 6. Hulp dyslexie - begeleiding volgens het dyslexieprotocol VO remedial teaching extra faciliteiten bij toetsing 7. Hulples lo - voor leerlingen met blokkades bij het volgen van de lessen bewegingsonderwijs 8. Cumi / NT-2 - extra taalhulp bij diverse vakgebieden 9. Begeleiding rugzakleerlingen - extra begeleiding door: ambulant begeleider (extern) orthopedagoog en/of RT’er (intern)

24

Hoofdstuk 10 Trajectgroep

De Trajectgroep is een zorgvoorziening die binnen het Candea College en het Liemers College functioneert voor:

1) Leerlingen met een complexe problematiek op sociaal emotioneel, gedragsmatig en/of cognitief gebied die niet goed functioneren in de reguliere setting.

2) Leerlingen bij wie aanpassingsproblemen worden verwacht bij de overgang van het basisonderwijs (of een andere vorm van onderwijs) naar het voortgezet onderwijs.

Er is een apart lokaal ingericht waar leerlingen worden opgevangen en extra ondersteuning ontvangen door vaste docenten van de trajectgroep. Het programma wordt aangepast op de individuele leerling. De leerling volgt waar mogelijk reguliere lessen met de eigen klas.

Doelen en werkwijze

Elke leerling in de trajectgroep heeft eigen doelen waaraan hij/zij werkt. Samen met leerling en ouders worden deze doelen opgesteld en vastgelegd in een handelingsplan dat na ongeveer 8 weken wordt geëvalueerd. De trajectgroep ondersteunt de leerling bij het bereiken van eigen doelen.

Naast het bieden van een rustige, gestructureerde omgeving kan ondersteuning bestaan uit:

‐ Hulp bij plannen & organiseren ‐ Voor- en nabespreken van de dag ‐ Het oefenen van specifieke vaardigheden (samenwerken, zelfstandig werken, etc.) ‐ Individuele begeleiding door een orthopedagoog

Tijdens de begeleiding vanuit de trajectgroep is er intensief contact met de ouders. Na periodes van ongeveer 8 weken wordt de plaatsing in de trajectgroep geëvalueerd en wordt beoordeeld welk vervolgtraject voor de leerling het meest geschikt is. Het hoofddoel is om leerlingen terug te geleiden naar de reguliere klas. Wanneer dit niet mogelijk is kan een vervolgtraject in de trajectgroep plaatsvinden of een plaatsing in de plusvoorziening of in het speciaal onderwijs.

Toelating

Een toelatingscommissie binnen de school bepaalt of een leerling begeleiding krijgt in de trajectgroep.

Meer informatie over procedures voor aanmelding en toelating kunt u z.s.m. vinden op de website van het samenwerkingsverband: www.swvdeliemers.nl

25

Hoofdstuk 11 Plusvoorziening De plusvoorziening is een bovenschoolse zorgvoorziening die gelokaliseerd is op het Symbion voor:

Leerlingen met een complexe problematiek op sociaal emotioneel, gedragsmatig en/of cognitief gebied die niet goed functioneren in het reguliere onderwijs/ in de trajectgroep.

Er is een vast lokaal ingericht waar leerlingen worden opgevangen en extra ondersteuning ontvangen van de vaste groepsdocent. Leerlingen volgen een individueel programma waarbij naast de lesstof veel ruimte is voor sociaal emotionele begeleiding. Praktijkvakken en lichamelijke opvoeding volgen de leerlingen met de groep. Er is een orthopedagoog/psycholoog betrokken bij de plusvoorziening.

Doelen en werkwijze

Elke leerling in de plusvoorziening heeft eigen doelen waaraan hij/zij werkt. Samen met leerling, ouders en de oorspronkelijke school worden deze doelen opgesteld en vastgelegd in een handelingsplan dat na ongeveer 8 weken wordt geëvalueerd. De plusvoorziening ondersteunt de leerling bij het bereiken van eigen doelen.

Tijdens de begeleiding in de plusvoorziening is er intensief contact met de ouders en de oorspronkelijke school. Na periodes van ongeveer 8 weken wordt de plaatsing in de plusvoorziening geëvalueerd en wordt beoordeeld welk vervolgtraject voor de leerling het meest geschikt is. Het hoofddoel is om leerlingen terug te geleiden naar het reguliere onderwijs / naar de trajectgroep. Wanneer dit niet mogelijk is kan een vervolgtraject in de plusvoorziening plaatsvinden of plaatsing in het speciaal onderwijs. Wanneer blijkt dat een diplomagericht traject niet succesvol is kan een toeleidingstraject naar arbeid plaatsvinden op het Symbion.

Toelating

De PCL adviseert over toelating van de leerling tot de plusvoorziening. Het DPZ beslist over plaatsing in de plusvoorziening.

Meer informatie over procedures voor aanmelding en toelating kunt u z.s.m. vinden op de website van het samenwerkingsverband: www.swvdeliemers.nl

26

Hoofdstuk 11 Overzicht van de zorgstructuur van het Praktijkonderwijs

A. Organisatie Kenmerken onderwijs Het praktijkonderwijs is een vorm van regulier voortgezet onderwijs die leerlingen rechtstreeks toeleidt naar de arbeidsmarkt. Het praktijkonderwijs duurt maximaal zes leerjaren en leerlingen verlaten het onderwijs pas als zij een baan hebben in het bedrijfsleven of op een beschermde werkplek. Sommige leerlingen gaan na het praktijkonderwijs binnen het ROC een niveau 1-opleiding volgen. In het praktijkonderwijs staan drie leergebieden centraal: wonen, werken en vrije tijd. Het leergebied ‘vrije tijd’ is bedoeld om de leerlingen te laten ontdekken welke vrijetijdsbesteding bij hen past en hoe zij op een actieve manier om kunnen gaan met vrije tijd. ‘Wonen’ betekent dat de leerling leert voor zichzelf te zorgen en wordt voorbereid op zelfstandig of begeleid wonen. De praktijkvakken staan in de eerste leerjaren dan ook vooral in het teken van sociale redzaamheid. De opleidingscomponent van het praktijkonderwijs behoort tot het leergebied ‘werken’. In de eerste twee leerjaren staan in het teken van het verder verwerven van de basisvaardigheden lezen, spelling en rekenen. De vakken die ook in het (speciaal) basisonderwijs werden aangeboden, worden voortgezet. Voor leerlingen die meer aankunnen is er de PrO-Plusklas. Zij krijgen een uitdagender onderwijsaanbod, waarbij Nederlands, Engels en wiskunde worden aangeboden. In het derde leerjaar is er een assessment aan de hand waarvan de leerlingen een vakrichting kiezen. Dit betekent een bepaalde vakkenkeuze en vanaf het vierde leerjaar ook een opleiding. Symbion biedt leerlingen de mogelijkheid om certificaten te behalen, waarmee zij aantonen vaardigheden op een vakgebied als groen, catering, verzorging, techniek (lassen) te hebben. De certificaten die Symbion uitreikt zijn erkend door de branche. Als leerlingen aan het eind van het praktijkonderwijs gaan werken, kan er nog twee jaar vanuit Symbion begeleiding in de vorm van jobcoaching worden geboden. Jobcoaching is bedoeld om arbeidscompetenties verder te ontwikkelen en zo te zorgen dat een leerling zijn baan behoudt Groepsgrootte Een groep binnen het praktijkonderwijs bestaat uit gemiddeld 12 leerlingen. Een groep krijgt de theorielessen van de mentor. Zij krijgen die lessen zoveel mogelijk in hetzelfde lokaal, hun stamgroeplokaal. Leerlingbegeleiding Binnen het praktijkonderwijs wordt zowel aan de cognitieve als aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling gewerkt. Daartoe stelt de mentor van de groep een handelingsplan op. Er zijn regelmatig groeps- en leerlingbesprekingen om samen met de vakdocenten afspraken te maken over het handelingsplan. De resultaten van de besprekingen worden ook met de ouders besproken, zodat de begeleiding van de leerling thuis en op school op elkaar worden afgestemd. Het praktijkonderwijs heeft voor de onderbouw en voor de midden- en bovenbouw een coördinator leerlingzaken die bij speciale vragen de mentor ondersteunt. Soms heeft de coördinator leerlingzaken ook gesprekken met ouders. B. Begeleiders / betrokkenen 1. Afdelingsmanager - verantwoordelijk voor de afdeling 2. Coördinator leerlingzaken - speelt een coördinerende rol in de zorgstructuur 3. CTB PrO - Commissie van Toelating en Begeleiding praktijkonderwijs, verantwoordelijk voor totale leerlingenzorg 4. Groepsmentor - spil van de groep met betrekking tot onderwijszorg en

leerlingbegeleiding. Eerste aanspreekpunt voor leerling en ouders/verzorgers, stelt groeps- en individuele handelingsplannen op

27

5. Praktijkdocenten - docenten die lessen koken, verzorging, groen, techniek, metaal, hout en magazijn geven

6. Psycholoog - lid van de Commissie van Toelating en Begeleiding (CTB) diagnostisch onderzoek, advies- en behandelfunctie voor verdere begeleiding 7. Zorg Advies Team (ZAT) - multidisciplinair overleg met externe instanties resulterend in

een plan van aanpak 8. Vertrouwenspersoon - voor leerlingen die raad / luisterend oor nodig hebben, die in vertrouwen met iemand willen spreken 9. Jeugdarts - zorgt voor screening alle leerlingen op gezondheidskundige

problemen 10. Logopedist - individuele hulp bij spraak en taal 11. Remedial Teacher (RT) - individuele hulp bij leerachterstanden en studieproblemen 13. School Maatschappelijk - lid van de Commissie van Toelating en Begeleiding (CTB)

Werkende (SMW) de school maatschappelijk werkende ondersteunt en adviseert ouders. Zij treedt op als tussenpersoon naar jeugdhulp-verleningsinstanties

C. Ondersteunende activiteiten 1. Sociale vaardigheidstraining - voor leerlingen die niet voldoende sociaalvaardig zijn selectie: diverse gedragsvragenlijsten + informatie basisschool / ouders / groepsmentor 2. Dramalessen - lesprogramma waarin dramatische werkvormen (‘toneel’)

worden gehanteerd. Nadruk op ontwikkeling sociale vaardigheid (opgenomen in lesrooster).

3. Remedial Teaching - hulp bij rekenen / wiskunde. hulp bij technisch en begrijpend lezen en spelling. 4. Dyslexiebeleid - permanente begeleiding volgens geldend dyslexieprotocol 5. Begeleiding rugzakleerlingen - extra begeleiding conform protocol door: ambulant begeleider (van buiten school), door specialisten van binnen de school. Vastgelegd in handelingsplan van de leerling. 6. Intervisie - methodiek voor het analyseren van problemen en het formuleren van handelingsgerichte adviezen

28

Lijst van afkortingen AVO Algemeen Voortgezet Onderwijs BB Basis Beroepsgerichte leerweg DLE Didactisch Leeftijd Equivalent DPZ Directie Platform Zorg G/T Gemengd Theoretische leerweg HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs IVO Individueel Voortgezet Onderwijs IQ Intelligentie Quotiënt JHV Jeugd Hulp Verlening KB Kader Beroepsgerichte leerweg LVS Leerling Volg Systeem LWOO Leerweg Ondersteunend Onderwijs MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs O.C & W (ministerie van) Onderwijs Cultuur en Wetenschappen PCL Permanente Commissie Leerlingenzorg PO Primair Onderwijs PRO Praktijk Onderwijs REC Regionaal Expertise Centrum RVC Regionale Verwijzings Commissie SBB Schakel Basis Beroepsgerichte Leerweg SBO Speciaal Basis Onderwijs SG Scholengemeenschap SVO Speciaal Voortgezet Onderwijs SWV Samenwerkingsverband T Theoretische leerweg VO Voortgezet Onderwijs VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs WPO Wet Primair Onderwijs WPR Wet Persoonsregistratie VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs