CP4/CP40 Reference Manual - Yamaha · 2019. 1. 24. · 2 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids De...

52
STAGE PIANO Inhoudsopgave De handleidingen gebruiken 2 Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE 4 Samenstelling ...................................................... 4 Regelaars ............................................................. 4 Keyboard................................................................... 4 Pitchbendwiel ............................................................ 4 Modulatiewiel ............................................................ 4 Schuifregelaars ......................................................... 5 Pedalen ..................................................................... 6 Toongenerator ..................................................... 7 Voices........................................................................ 7 Performances ............................................................ 8 Effectunit............................................................ 10 Samenstelling van effecten ..................................... 10 Geheugen........................................................... 12 Intern geheugen ...................................................... 12 Referentie 13 Performances .................................................... 13 Performances bewerken ......................................... 13 Common Edit-gebied ........................................ 13 Part Edit-gebied................................................. 16 Master Keyboard-gebied .................................. 23 Job-gebied ........................................................ 26 Functie Store Performance...................................... 29 Functie Compare Performance ............................... 30 File-gebied ......................................................... 31 Utility-gebied ..................................................... 39 Utility Job-gebied .................................................... 48 Appendix 50 MIDI ..................................................................... 50 Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt. De meest recente versie kan worden gedownload via de volgende website. http://download.yamaha.com/ Naslaggids NL

Transcript of CP4/CP40 Reference Manual - Yamaha · 2019. 1. 24. · 2 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids De...

  • STAGE PIANO Inhoudsopgave

    De handleidingen gebruiken 2

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE 4

    Samenstelling...................................................... 4

    Regelaars ............................................................. 4Keyboard...................................................................4

    Pitchbendwiel............................................................4

    Modulatiewiel ............................................................4

    Schuifregelaars .........................................................5

    Pedalen .....................................................................6

    Toongenerator..................................................... 7Voices........................................................................7

    Performances............................................................8

    Effectunit............................................................ 10Samenstelling van effecten .....................................10

    Geheugen........................................................... 12Intern geheugen......................................................12

    Referentie 13

    Performances .................................................... 13Performances bewerken .........................................13

    Common Edit-gebied ........................................13

    Part Edit-gebied.................................................16

    Master Keyboard-gebied ..................................23

    Job-gebied ........................................................26

    Functie Store Performance......................................29

    Functie Compare Performance ...............................30

    File-gebied ......................................................... 31

    Utility-gebied ..................................................... 39Utility Job-gebied ....................................................48

    Appendix 50

    MIDI..................................................................... 50

    Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt. De meest recente versie kan worden gedownload via de volgende website.http://download.yamaha.com/

    Naslaggids

    NL

    http://download.yamaha.com/

  • 2 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    De handleidingen gebruikenEr zijn vier verschillende handleidingen gemaakt voor uw CP4 STAGE of CP40 STAGE: de Gebruikershandleiding, deze Naslaggids, de Parameterhandleiding bij synthesizer en de Data List (Datalijst). Bij het instrument wordt een papieren versie van de Gebruikershandleiding geleverd. Bij het instrument wordt een papieren versie van de Gebruikershandleiding geleverd. De overige drie handleidingen zijn als pdf-bestanden beschikbaar op de Yamaha Downloads-webpagina.

    Gebruikershandleiding (gedrukt boekje)In de Gebruikershandleiding wordt beschreven hoe u uw CP4 STAGE of CP40 STAGE installeert en basishandelingen uitvoert. Meer specifiek wordt het volgende besproken:

    Naslaggids (dit pdf-document)In deze Naslaggids wordt het ontwerp van de CP4 STAGE en CP40 STAGE beschreven, evenals alle parameters die kunnen worden ingesteld.

    Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf-document)De Parameterhandleiding bij synthesizer bevat een beschrijving van voiceparameters, effecttypen, effectparameters en MIDI-berichten die vaak worden gebruikt op elektronische instrumenten van Yamaha. Wij raden u aan om eerst de Gebruikershandleiding en deze Naslaggids te lezen, en vervolgens de Parameterhandleiding bij Synthesizer te raadplegen als u meer wilt weten over een specifiek(e) voiceparameter, effect en dergelijke.

    Data List (pdf-document)De Data List bevat tabellen met de voices, performances en effecten die beschikbaar zijn op de CP4 STAGE en CP40 STAGE, alsmede inhoud die betrekking heeft op MIDI.

    Deze Naslaggids gebruiken

    • Aan de rechterkant van elke pagina van het gedeelte Naslag van deze handleiding ziet u een hiërarchische lijst met functies. Als u naar de beschrijving van een functie wilt gaan, klikt u op de overeenkomstige vermelding in de lijst. Daarnaast worden de functies die op de huidige pagina worden beschreven, aangegeven met rode stippen () voor de overeenkomstige vermeldingen in de lijst.

    • Door te klikken op een paginanummer vanuit de Inhoudsopgave of op koppelingen die in beschrijvingen staan, kunt u naar de desbetreffende pagina springen.

    • U kunt ook rechtstreeks naar bepaalde pagina's gaan door te klikken op de bladwijzers die links in uw pdf-viewer worden weergegeven. (Als er geen bladwijzers worden weergegeven, klikt u op de tab Bladwijzers in de linkermarge.)

    • Als u op Zoeken klikt in het menu Bewerken van Adobe® Reader®, kunt u een trefwoord invoeren en daarnaar zoeken in het gehele document.

    OPMERKING De meest recente versie van Adobe® Reader® kan worden gedownload via de volgende webpagina:http://www.adobe.com/products/reader/

    OPMERKING De namen en weergaveposities van menu's kunnen variëren afhankelijk van de versie van Adobe® Reader® die u gebruikt.

    • Configuratie • Basishandelingen en inhoud van de display• Performances • Voices bespelen• Voices layeren• Het keyboard splitsen voor de linker- en rechterhand• Oefenen met de metronoom• Het geluid wijzigen met regelaars• De toonhoogte van keyboardnoten verhogen of verlagen• Instellingen opslaan• Performance selecteren• Zelf performances maken• Uw spel opnemen als audio

    • Audiobestanden afspelen• Bestandshandelingen met een USB-flashgeheugenapparaat• Utility-instellingen configureren voor het systeem

    als geheel• Gebruiken met een computer• Gebruiken met een draagbare muziekspeler• Gebruiken met andere MIDI-apparaten• Shift-functies• Schermberichten• Problemen oplossen• Specificaties• Index• Kennismaking met Yamaha-services

    http://www.adobe.com/products/reader/

  • 3 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    De handleidingen gebruiken

    Opmerking over afbeeldingen• De afbeeldingen en schermen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen

    enigszins afwijken van uw specifieke instrument of computer.• Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft® Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.• Apple, Mac, Macintosh, iPad, iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc, die zijn gedeponeerd

    in de Verenigde Staten en andere landen.• Andere namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken

    of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.

    Termen

    Schermnamen• Het scherm Performance is het scherm dat wordt weergegeven zodra het instrument wordt aangezet. • Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.• Het scherm Store is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [STORE] wordt gedrukt.• Het menu File is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [FILE] wordt gedrukt.• Het menu Utility is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [UTILITY] wordt gedrukt.

    Bevestigingspop-upVoordat bepaalde functies worden uitgevoerd, wordt op het instrument de hieronder weergegeven bevestigingspop-up weergegeven, waarmee u kunt bevestigen dat u wilt doorgaan ('Are you sure?'). U kunt op de knop [+1/YES] drukken om de functie uit te voeren of op de knop [-1/NO] om terug te keren naar het vorige scherm zonder de functie uit te voeren.

    Bevestigingspop-up

    Het huidige scherm afsluitenU kunt op de knop [EXIT] drukken om één stap terug te gaan in de menustructuur van het instrument. Als u meerdere keren op de knop [EXIT] drukt of als u op de knop drukt terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt, gaat u terug naar het scherm Performance.

    Are you [NO]

    sure? /[YES]

  • 4 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    SamenstellingIn termen van geluidsproductie bestaan de CP4 STAGE en CP40 STAGE elk uit drie blokken: de regelaars, de toongenerator en de effectunit.

    RegelaarsHet instrument beschikt over een groot aantal regelaars waarmee het kan worden bespeeld, zoals het keyboard, het pitchbendwiel, het modulatiewiel en schuifregelaars. Spelgegevens met betrekking tot de toonhoogte van elke bespeelde toets en de snelheid (of kracht) waarmee de toets wordt bespeeld, worden in de vorm van MIDI-berichten naar de toongenerator verzonden. Gegevens die worden gegenereerd doordat de wielen, schuifregelaars, pedalen en dergelijke worden bediend, worden op dezelfde manier verzonden.

    Keyboard

    Het keyboard is de hoofdregelaar die wordt gebruikt voor het verzenden van spelgegevens naar de toongenerator. Met de knoppen [-] en [+] TRANSPOSE kunt u de toonhoogte van de toetsen wijzigen in stappen van een halve noot.

    Pitchbendwiel

    Met het pitchbendwiel kunt u de toonhoogte van gespeelde noten continu en variabel regelen. Noten worden omhoog gebogen als u het pitchbendwiel van u af duwt, en omgekeerd. Als u dit wiel loslaat, springt de vingersleuf in het midden automatisch terug naar de oorspronkelijke positie en wordt de normale toonhoogte weer gebruikt. Het pitchbendbereik (de mate waarin de toonhoogte met dit wiel kan worden gevarieerd) kan worden ingesteld in het scherm Play Mode (pagina 17) van het Performance Part Edit-gebied.

    Naast pitchbending kunt u ook de regeling van een invoegeffectparameter (pagina 11) toewijzen aan het pitchbendwiel. Gebruik hiervoor het scherm Controller (pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied.

    Modulatiewiel

    Het modulatiewiel wordt gewoonlijk gebruikt om vibrato en andere geschikte effecten toe te voegen aan de gespeelde noten. Hoe verder u de vingersleuf van u af duwt, hoe groter de intensiteit van het effect, en omgekeerd. Het effect is daarom minimaal als de sleuf zich zo dicht mogelijk bij de voorkant van het instrument bevindt. Als u het effect van het modulatiewiel niet wilt toepassen, moet het modulatiewiel in deze positie staan.

    Naast het toepassen van modulatie kunt u ook de regeling van een parameter van een invoegeffect (pagina 11) toewijzen aan het modulatiewiel. Gebruik hiervoor het scherm Controller (pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied.

    Regelaars Toongenerator Effectunit

    Noten worden omhoog gebogen

    Noten worden omlaag gebogen

    Effect wordt intenser

    Effect wordt minder intens

  • 5 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Regelaars

    Schuifregelaars

    De CP4 STAGE en CP40 STAGE zijn elk voorzien van twee sets schuifregelaars: de partschuifregelaars en de MASTER EQUALIZER (EQ)-schuifregelaars.

    PartschuifregelaarsDe Partschuifregelaars, die zich aan de linkerkant van het besturingspaneel bevinden, worden gebruikt voor het aanpassen van parameterniveaus voor afzonderlijke parts. Er is een schuifregelaar voor elk van de parts van het instrument. Deze schuifregelaars kunnen worden gebruikt voor het aanpassen van drie parameters: volume, chorus send en reverb send. U wijzigt de parameter die wordt aangepast door het gewenste aantal keer op de knop [SLIDER FUNCTION] rechts van de schuifregelaar te drukken. Als u de schuifregelaars van u af duwt, verhoogt u het niveau van de huidige parameter, en omgekeerd.OPMERKING Voor meer informatie over het gebruik van de Partschuifregelaars raadpleegt u het gedeelte Snelstarthandleiding

    van de Gebruikershandleiding.

    OPMERKING Als u de partschuifregelaars bedient, worden de instellingen van de parameters Volume, ChoSend en RevSend ook gewijzigd vanuit het scherm Play Mode van het Performance Part Edit-gebied (pagina 17).

    (De afbeelding toont de CP4 STAGE.)

    MASTER EQ-schuifregelaarsMaster EQ wordt gebruikt om de totaalklank van het instrument aan te passen, en met de MASTER EQ-schuifregelaars regelt u de versterking in verschillende frequentiebanden. Elk van deze schuifregelaars, die zich aan de rechterkant van het besturingspaneel bevinden, is toegewezen aan een andere frequentieband. Als u een schuifregelaar van u af duwt, verhoogt u de versterking in de desbetreffende frequentieband, en omgekeerd.

    (De afbeelding toont de CP4 STAGE.)

    Parameterniveau hoger

    Parameterniveau lager

    Versterking hoger

    Versterking lager

  • 6 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Regelaars

    Pedalen

    Bij de CP4 STAGE en CP40 STAGE kunnen twee verschillende typen pedalen worden gebruikt: voetschakelaars zoals de meegeleverde FC3A en de optionele FC4A en FC5, en voetregelaars zoals de optionele FC7.

    VoetschakelaarsDe FC3A die bij uw CP4 STAGE of CP40 STAGE wordt geleverd, moet worden aangesloten via de [SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting. Hierdoor kan de schakelaar op dezelfde manier worden gebruikt als het demperpedaal van een akoestische piano, waarmee de noten die op het keyboard worden gespeeld een langere sustain krijgen. In plaats van met de voetschakelaar de demping gewoon in en uit te schakelen, kunt u ook de hoeveelheid sustain aanpassen aan hoeveel het pedaal wordt ingeduwd. U voert deze instelling uit in het scherm Controller (pagina 43) van het Utility-gebied. Als de voetschakelaar op deze manier is geconfigureerd, produceert de piano langere geluiden als de voetschakelaar verder wordt ingeduwd, en omgekeerd.OPMERKING Standaard is de parameter Sustain in het Controller-scherm van het Utility-gebied ingesteld op 'FC3 Half On'.

    De FC4A en FC5 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting worden aangesloten zodat er verschillende functies aan kunnen worden toegewezen. In het Controller-scherm (pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied kunt u bijvoorbeeld het in-/uitschakelen van een invoegeffect (pagina 11) toewijzen aan een van deze voetschakelaars. U kunt ook een MIDI-besturingswijzigingsnummer toewijzen aan een FC4A of FC5 in het Controller-scherm (pagina 43) van het Utility-gebied. Vervolgens wordt door het bedienen van de voetschakelaar de desbetreffende parameter geregeld. De FC4A en FC5 kunnen ook worden aangesloten via de [SUSTAIN] FOOT SWITCH-aansluiting.

    VoetregelaarDe FC7-voetregelaar (afzonderlijk verkrijgbaar) kan worden gebruikt voor het regelen van een toegewezen parameter: op de CP4 STAGE kan de FC7 worden aangesloten via de [1] en [2] FOOT CONTROLLER-aansluitingen, en op de CP40 STAGE via de [FOOT CONTROLLER]-aansluiting. In het Controller-scherm (pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied kunt u bijvoorbeeld de volumeregeling van een part of een parameter van een van de invoegeffecten (pagina 11) toewijzen. U kunt ook een MIDI-besturingswijzigingsnummer toewijzen aan een FC7 in het Controller-scherm (pagina 43) van het Utility-gebied. De desbetreffende parameter kan dan worden geregeld door de voetregelaar te bedienen.

    (De afbeelding toont de CP4 STAGE.)

  • 7 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Toongenerator

    ToongeneratorDe toongenerator produceert geluid op basis van gegevens die worden ontvangen van regelaars zoals het keyboard en schuifregelaars. Het basiselement van CP4 STAGE- en CP40 STAGE-geluiden wordt een voice genoemd, en performances bestaan uit meerdere voices. De voice en de performance worden hieronder beschreven.

    Voices

    Elke voice vertegenwoordigt een ander instrumentgeluid dat door de CP4 STAGE of CP40 STAGE kan worden geproduceerd. Algemeen gezegd kan uw stage piano twee verschillende typen voices produceren: normaal en drum.OPMERKING Een volledige lijst met de voices van uw instrument kunt u vinden in de Data List (pdf).

    Normale voicesNormale voices worden hoofdzakelijk gebruikt voor het reproduceren van het geluid van instrumenten die binnen een specifieke muziekschaal worden gespeeld. Dat wil zeggen dat de toonhoogte van deze voices verandert, afhankelijk van welke toets wordt bespeeld.

    DrumvoicesDrumvoices worden gewoonlijk gebruikt om de geluiden van percussie-instrumenten te produceren. Met deze voices wordt aan elk van de verschillende toetsen op het keyboard het geluid van een ander drum- of percussie-instrument toegewezen. Drumvoices worden daarom ook wel drumkits genoemd.

    (De illustratie toont een typische drumvoice.)

    VoicecategorieënDe verschillende voices van uw CP4 STAGE of CP40 STAGE zijn gerangschikt in een aantal categorieën. Elke categorie vertegenwoordigt een ander type instrument, zoals piano of orgel, of een geluidsgenre. In de volgende tabel ziet u deze categorieën, die elk een aantal verschillende voices bevatten.

    Categorie Afkorting op het scherm Afkorting op de knop Voicetype(s)

    Acoustic Piano 1 AP1 (CP4 STAGE)/AP (CP40 STAGE)

    A.PIANO1 (CP4 STAGE)/A.PIANO (CP40 STAGE)

    Normaal

    Acoustic Piano 2 (alleen CP4 STAGE) AP2 (alleen CP4 STAGE) A.PIANO2 (alleen CP4 STAGE) Normaal

    Acoustic Piano 3 (alleen CP4 STAGE) AP3 (alleen CP4 STAGE) A.PIANO3 (alleen CP4 STAGE) Normaal

    Electric Piano 1 EP1 (CP4 STAGE)/EP (CP40 STAGE)

    E.PIANO1 (CP4 STAGE)/E.PIANO (CP40 STAGE)

    Normaal

    Electric Piano 2 (alleen CP4 STAGE) EP2 (alleen CP4 STAGE) E.PIANO2 (alleen CP4 STAGE) Normaal

    Electric Piano 3 (alleen CP4 STAGE) EP3 (alleen CP4 STAGE) E.PIANO3 (alleen CP4 STAGE) Normaal

    Clav CLV CLAV Normaal

    Organ ORG ORGAN Normaal

    Chromatic Percussion CP CH.PERC Normaal

    Strings STR STRINGS Normaal

    Choir CHO CHOIR Normaal

    Pad PAD PAD Normaal

    Synthesizer SYN SYNTH Normaal

    Brass BRS BRASS Normaal

    Guitar/Bass G/B GUITAR/BASS Normaal

    Others (Overige) OTH OTHERS Normaal en drum

    Eén drumvoice (of drumkit)

    Een ander percussiegeluid voor elke toets

  • 8 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Toongenerator

    Performances

    Een groep voices wordt een performance genoemd, en de CP4 STAGE en CP40 STAGE worden beide geleverd met een groot aantal kant-en-klare performances.OPMERKING Een volledige lijst met de performances van uw instrument kunt u vinden in de Data List (pdf).

    Parts binnen een performanceZoals u in de illustratie hieronder ziet, bevat elke performance van de CP4 STAGE drie parts en elke performance van de CP40 STAGE twee parts. Aan elk van deze parts wordt een voice toegewezen zodat de performance kan worden geconfigureerd. Bovendien kan over de parts waaruit een performance bestaat een laag worden gelegd (layeren), en kunnen de parts worden verdeeld over afzonderlijke regio's van het keyboard (splitsen).

    Performances en voicesVoices zijn gekoppeld aan performances: als u een nieuwe performance selecteert, veranderen de voices voor alle parts. Als u een part selecteert en de voice van de part wijzigt, wordt die wijziging bovendien doorgevoerd in de huidige performance (zie de afbeelding hieronder voor meer informatie). Het op deze manier wijzigen van voices wordt performance-editing genoemd. Dit wordt op de volgende pagina gedetailleerder beschreven. Houd er rekening mee dat de Performance-editingmodus wordt geactiveerd zodra een van de partvoices wordt gewijzigd. Bovendien wordt, als u op dat moment een andere performance selecteert, de editingmodus voor de eerdere performance geannuleerd en kunt u de nieuwe performance bewerken.

    (De afbeelding toont een typisch voorbeeld voor de CP4 STAGE.)

    CP4 STAGE CP40 STAGEMeerdere performances

    Eén performance

    MAIN-part

    Piano

    LAYER-part

    Organ

    SPLIT-part

    Bass

    Meerdere performances

    Eén performance

    MAIN-part

    Piano

    SPLIT/LAYER-part

    Bass

    De performance opslaan (pagina 29)

    Performance 001

    MAIN-part

    Guitar

    LAYER-part

    Organ

    SPLIT-part

    Strings

    Performance 004

    MAIN-part

    Piano

    LAYER-part

    Brass

    SPLIT-part

    Bass

    Een nieuwe performance selecteren

    Voices wijzigen samen met performances

    Een nieuwe voice selecteren (met alleen MAIN-part ingeschakeld)

    Performances bewerken

    Performance 004

    MAIN-part

    Organ

    LAYER-part

    Brass

    SPLIT-part

    Bass

    Voice van MAIN-part verandert

  • 9 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Toongenerator

    Performances bewerkenDe CP4 STAGE en CP40 STAGE worden geleverd met een groot aantal ingebouwde performances, maar u kunt ook zelf performances maken. Bij het bewerken van een performance wijzigt u de voicetoewijzingen van de part en verschillende andere parameters. Parameters die betrekking hebben op een specifieke part, worden partparameter genoemd. Parameters die betrekking hebben op alle parts, worden gemeenschappelijke parameter genoemd.OPMERKING Voor meer informatie over de parameters die u kunt bewerken om performances te maken, raadpleegt u Performances

    bewerken (pagina 13).

    Performances intern opslaanAls u tevreden bent met de performance die u hebt bewerkt en u de performance later weer wilt gebruiken, moet u deze opslaan op het instrument. U kunt een performance uit het gebruikersgeheugen (pagina 12) van de stage piano kiezen, die wordt overschreven door uw bewerkte performance. U kunt ook opslaan zonder een andere performance op te geven. In dat geval wordt de huidige performance overschreven.OPMERKING Voor meer informatie over de procedure voor het opslaan van performances raadpleegt u de beschrijving van de

    functie Store Performance (pagina 29). Voor meer informatie over de procedure voor het wijzigen van de naam van een performance, raadpleegt u de beschrijving van het scherm Name (pagina 15) van het Performance Common Edit-gebied.

    Performances extern opslaanU kunt performances die zijn opgeslagen op de stage piano, ook opslaan op een USB-flashgeheugenapparaat. U moet deze procedure uitvoeren als u meer originele performances maakt dan er intern kunnen worden opgeslagen of als u een back-up van uw performances wilt maken. Performances kunnen afzonderlijk intern worden opgeslagen, maar alle performances uit het gebruikersgeheugen worden samen als één bestand van het type All opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat. De extensie .C7A wordt gebruikt voor CP4 STAGE-performances en de extensie .C8A voor CP40 STAGE-performances. Daarnaast kunnen performances die als een bestand van het type All zijn opgeslagen op een USB-flashgeheugenapparaat, samen weer in de stage piano worden geladen. U kunt ook één van de performances uit het opgeslagen bestand afzonderlijk selecteren en laden.OPMERKING Voor meer informatie over de procedure voor het extern opslaan van performances, raadpleegt u de beschrijving

    van het scherm Save (pagina 32) van het File-gebied.

    OPMERKING Voor meer informatie over de procedure voor het laden van performances in de stage piano, raadpleegt u de beschrijving van het scherm Load (pagina 33) van het File-gebied.

  • 10 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Effectunit

    EffectunitDe effectunit wordt gebruikt voor het toepassen van verschillende effecten op de geluiden die door de toongenerator worden geproduceerd, bijvoorbeeld om volheid, reverb of een ruimtelijk gevoel toe te voegen. Op deze manier kunt u met de effectunit uw stage piano veel expressiever laten klinken.

    Samenstelling van effecten

    De CP4 STAGE en CP40 STAGE zijn voorzien van invoegeffecten voor gebruik met afzonderlijke parts, systeemeffecten die voor elke performance kunnen worden geconfigureerd, en een mastercompressor en master-EQ die op alle performances hetzelfde effect hebben. Voices die worden geproduceerd door de toongenerator, worden verwerkt door de invoegeffecten, de systeemeffecten en de mastercompressor en master-EQ (in die volgorde), voordat ze via uw versterker en luidsprekers worden weergegeven.

    CP4 STAGE

    A B

    A B

    A B

    A B

    Invoegeffecten• Toegepast op maximaal twee

    afzonderlijke parts in elke performance.• Elk effect bevat twee onafhankelijke

    effecten, A en B.• Geconfigureerd met de schermen

    Effect-A en Effect-B (pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied.

    Systeemeffecten• Toegepast op afzonderlijke

    performances.• Geconfigureerd met de schermen

    Chorus Effect en Reverb Effect (pagina 14) van het Performance Common Edit-gebied.

    Mastercompressor en -EQ• Toegepast op alle performances.• Mastercompressor geconfigureerd met

    het scherm MasterComp (pagina 44) van het Utility-gebied.

    • Master-EQ geconfigureerd met het scherm Master EQ (pagina 46) van het Utility-gebied.

    Eén performance

    MAIN-part

    Piano

    LAYER-part

    Organ

    SPLIT-part

    Bass

    Invoegeffecten

    Invoegeffecten

    Systeem-effecten

    Chorus

    Reverb

    Master-compressor

    Master-equalizer

    Audiosignaalbaan

    De partschuifregelaars kunnen worden gebruikt voor het aanpassen van chorus- en reverbzendniveaus voor elke part.

    Eén performance

    MAIN-part

    Piano

    SPLIT/LAYER-part

    Bass

    Invoegeffecten

    Invoegeffecten

    Systeem-effecten

    Chorus

    Reverb

    Master-compressor

    Master-equalizer

    De partschuifregelaars kunnen worden gebruikt voor het aanpassen van chorus- en reverbzendniveaus voor elke part.

    CP40 STAGE

  • 11 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Effectunit

    InvoegeffectenInvoegeffecten, die worden toegewezen aan afzonderlijke parts, verwerken het geluid van de overeenkomstige voice. Er zijn twee effecten beschikbaar voor gebruik in een performance, die elk twee onafhankelijke effecten bevatten, A en B. Parameters voor deze effecten kunnen worden ingesteld in de schermen Effect-A en Effect-B (pagina 21) van het Performance Part Edit-gebied. Daarnaast kunnen de invoegeffecten gemakkelijk vanuit het besturingspaneel worden in- en uitgeschakeld met de knoppen [A] en [B] PART EFFECT.

    SysteemeffectenDe CP4 STAGE en CP40 STAGE zijn voorzien van chorus en reverb als systeemeffecten. Omdat deze werken als effecten van het zendtype, worden audiosignalen die overeenkomen met de zendniveaus die voor elke part zijn ingesteld, samen naar de chorus- en reverbunits verzonden, die elk één verwerkt audiosignaal uitvoeren. Parameters voor chorus en reverb kunnen worden ingesteld in de schermen Chorus Effect en Reverb Effect (pagina 14) van het Performance Common Edit-gebied. Daarnaast kunnen de systeemeffecten gemakkelijk vanuit het besturingspaneel worden in- en uitgeschakeld met de knoppen [CHORUS] en [REVERB] SYSTEM EFFECT. OPMERKING Zendniveaus voor elke part kunnen worden aangepast met de partschuifregelaars (pagina 5).

    MastercompressorDe mastercompressor past het totaalgeluid van de stage piano aan, en daarom gelden dezelfde parameters voor alle performances. Deze parameters kunnen worden ingesteld in het scherm MasterComp (pagina 44) van het Utility-gebied. Daarnaast kan de mastercompressor gemakkelijk vanuit het besturingspaneel worden in- en uitgeschakeld met de knop [MASTER COMP].

    MasterequalizerDe masterequalizer past het totaalgeluid van de stage piano juist voordat het wordt weergegeven aan. Op de CP4 STAGE is de masterequalizer voorzien van vijf frequentiebanden, op de CP40 STAGE heeft deze er drie. De MASTER EQ-schuifregelaars aan de rechterkant van het besturingspaneel kunnen worden gebruikt om de versterking van elke band aan te passen. Als u een schuifregelaar van u af duwt, verhoogt u de versterking in de desbetreffende frequentieband, en omgekeerd. Op zowel de CP4 STAGE als de CP40 STAGE kunnen de lage (Low) en hoge (High) band worden geschakeld tussen peaking- en shelvingtypen. Master EQ-parameter worden ingesteld in het scherm Master EQ (pagina 46) van het Utility-gebied.

    Effectcategorieën, -typen en -parametersMeer informatie over de beschikbare effectcategorieën op de CP4 STAGE en CP40 STAGE en over de effecttypen en -parameters kunt u vinden in de gedeelten Overzicht van effecttypen en Overzicht van effectparameters van de Data List (pdf). Daarnaast worden deze effectcategorieën, -typen en -parameters gedetailleerd beschreven in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

    Presetprogramma'sVoor elk effecttype zijn parameterinstellingen die geschikt zijn voor verschillende gebruiksmodi voorbereid als presetprogramma's. In plaats van effecten vanaf nul te configureren, kunt u veel tijd besparen door het presetprogramma te selecteren dat het best pat bij de huidige voices of muziekstijl en dat vervolgens aan te passen aan uw specifieke wensen. Presetprogramma's kunnen worden geselecteerd met Preset vanuit schermen voor het bewerken van effectparameters. Een volledige lijst met presets voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).

  • 12 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE > Geheugen

    GeheugenNaast originele performances kunt u een groot aantal andere parameters configureren op uw stage piano. De methoden voor het organiseren van deze belangrijke gegevens en de geheugengebieden waarin ze worden opgeslagen, worden hieronder beschreven.

    Intern geheugen

    GebruikersgeheugenGebruikersgeheugen wordt gebruikt voor het opslaan van performances die vooraf zijn ingesteld op uw stage piano, en van Utility-instellingen, die invloed hebben op het instrument als geheel. Dit geheugengebied ondersteunt zowel het schrijven als verwijderen van gegevens. De inhoud van dit geheugen blijft behouden als het instrument wordt uitgeschakeld.

    BewerkingsbufferDe bewerkingsbuffer is een werkgebied dat wordt gebruikt voor het opslaan van de performance die momenteel wordt bewerkt. Als het instrument wordt uitgezet, gaat de inhoud van deze tijdelijke buffer verloren. Als u bewerkingen van een performance wilt behouden, moet u de performance daarom opslaan in het gebruikersgeheugen voordat u een andere performance selecteert of de stage piano uitzet.

    Terugroep- en vergelijkingsbuffersDe terugroepbuffer fungeert als back-upgeheugen voor de bewerkingbuffer. Bewerkingen van een performance gaan normaal gesproken verloren als u ze niet opslaat voordat u een andere performance selecteert. Met de functie Recall kunt u echter de bewerkte performance terugzetten naar de bewerkingsbuffer. Intussen wordt de vergelijkingbuffer gebruikt voor het opslaan van de status van de instellingen van een performance voordat ze werden bewerkt. Vervolgens kunt u met de functie Compare Performance schakelen tussen de bewerkte en onbewerkte versies van de performance om te bepalen welke beter klinkt. De inhoud van de terugroep- en vergelijkingsbuffers gaat verloren als het instrument wordt uitgezet.OPMERKING Voor meer informatie over de functie Recall raadpleegt u de beschrijving van het scherm Recall (pagina 26)

    van het Performance Job-gebied.

    OPMERKING Voor meer informatie over het vergelijken van performances raadpleegt u de beschrijving van de functie Compare Performance (pagina 30).

    Geheugen

    Interne gegevensoverdracht

    Uitwisseling van gegevens met andere apparaten

    TerugroepbufferVergelijkingsbuffer

    Bewerkingsbuffer• Performances bewerken

    Utiltybewerkingsbuffer• Utility-instelling

    Gebruikersgeheugen• Performances

    • Instellingen van het Utility-gebied

    Geg

    even

    s op

    slaan

    (m

    et d

    e kn

    op [S

    TORE

    ])

    Geg

    even

    s la

    den

    en o

    psla

    an

    (met

    het

    File

    -geb

    ied)

    Bulkdump

    Bulkdump

    MIDI-apparaat of computer(DAW-toepassing)

    USB-flashgeheugen-apparaatAll-bestand (met alle gegevens uit het gebruikersgeheugen)Bestandsextensie: .C7A (voor CP4 STAGE) of .C8A (voor CP40 STAGE)

  • 13 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    Referentie

    PerformancesEen performance bestaat uit een aantal voices; maximaal drie op de CP4 STAGE en twee op de CP40 STAGE. Elke performance kan zo rijke, volle geluiden produceren. Als u een computer of een ander MIDI-instrument aansluit op uw stage piano, kunt u de performances gebruiken om ontvangen MIDI-gegevens af te spelen. Bovendien kunt u ook performanceparameters bewerken en zo zelf originele performances maken op basis van de presets van de stage piano. In het volgende gedeelte worden de verschillende parameters beschreven die kunnen worden gebruikt bij het bewerken van performances, naast de functies Store Performance en Compare Performance.

    Performances bewerken

    Het bewerken van een performance gebeurt in twee gebieden: het Common Edit-gebied wordt gebruikt voor het bewerken van parameters die betrekking hebben op alle parts, en het Part Edit-gebied wordt gebruikt voor het bewerken van parameters voor afzonderlijke parts.

    Common Edit-gebied

    OPMERKING Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.

    In de volgende schermafbeeldingen ziet u bijvoorbeeld hoe u choruseffectparameters bewerkt.

    01: Common geselecteerd in Stap 2:

    Parametertype geselecteerd in Stap 3:

    Scherm voor parameterinstellingen uit Stap 4:

    Procedure 1. Druk op de knop [EDIT].

    2. Gebruik in het menu Edit de knop [u] om 01: Common te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    3. Selecteer met de knoppen [d] en [u] het type parameter dat u wilt bewerken (01 tot 04) en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    4. Breng de gewenste wijzigingen in de parameterinstellingen aan in het desbetreffende scherm.

    EDIT D01:Common

    E

    Druk op de knop [ENTER].

    EDIT Common D01:Chorus Effect

    E

    1

    2 3

    Druk op de knop [ENTER].

    Common Ctg TChorus Eff CHO G

    ype Preset E Cho R Basic D

    8

    7 94 6

    5

  • 14 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    1 EDIT CommonHieraan ziet u dat u in het menu Common Edit bent.

    2 Meer-symboolDit symbool geeft aan dat er andere menu-items kunnen worden geselecteerd. In dit geval kunt u het volgende item weergeven door op de knop [d] te drukken.

    3 Menu-itemDe items die kunnen worden geselecteerd in het menu Common Edit worden hier weergegeven. Selecteer het gewenste item (01 tot 04) met de knoppen [d] en [u], en druk vervolgens op de knop [ENTER] om het bewerkingsscherm voor de desbetreffende parameters weer te geven.

    4 Geselecteerde schermHier wordt de naam van het huidige scherm weergegeven.

    5 ParameterDe parameters die bewerkt kunnen worden, worden in de bovenste tekstrij weergegeven. De huidige instelling (6) voor elke parameter wordt eronder weergegeven. Bovendien wordt de parameter die momenteel wordt bewerkt, aangegeven met de cursor (R) die er links naast staat (7). Verplaats zo nodig de cursor met de knoppen [l] en [r] om een andere parameter te selecteren voor bewerken.

    6 InstellingParameterinstellingen worden in de onderste tekstrij weergegeven. U kunt een instelling wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data. Let op: de cursor (7) moet eerst worden verplaatst naar de parameter die u wilt bewerken.

    7 Cursor (R)Met de knipperende cursor wordt de parameter aangegeven die momenteel is geselecteerd voor bewerken.

    8 Bewerkingssymbool (E)Dit symbool wordt weergegeven als de huidige performance is bewerkt maar nog niet is opgeslagen. Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in de performance, kunnen worden opgeslagen met de functie Store Performance (pagina 29).

    9 Meer-symboolDit symbool geeft aan dat het huidige bewerkingsscherm is gesplitst over meerdere deelvensters, waarvan er één wordt weergegeven. In dit geval kunt u naar het volgende deelvenster gaan door op de knop [d] te drukken.

    Schermen en parameters van het Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    Parameternaam Omschrijving

    Ctg

    (Choruscategorie)

    Type

    (Chorustype)

    Deze parameters kunnen worden gebruikt om een categorie en een type te selecteren voor het choruseffect.Instellingen: Raadpleeg de Data List (pdf) voor een volledige lijst met de categorieën

    en typen die kunnen worden geselecteerd. OPMERKING Elk effecttype wordt gedetailleerd beschreven in de

    Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

    Preset

    (Effectpreset)Deze parameter kan worden gebruikt om een van de presets van het huidige effecttype te selecteren. Met de presets worden alle parameters geconfigureerd voor een bepaalde vereiste. Een volledige lijst met presets voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).

    Effectparameters Welke parameters bewerkt kunnen worden, is afhankelijk van het momenteel geselecteerde effecttype. Een volledige lijst met parameters voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).OPMERKING Elke effectparameter wordt gedetailleerd beschreven

    in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

  • 15 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    02: Reverb Effect

    03: General Het scherm General wordt gebruikt voor het bewerken van parameters die betrekking hebben op alle parts van de performance.

    04: Name (Performancenaam)Het scherm Naam kan worden gebruikt om een naam in te stellen voor de huidige performance. U doet dit door de knipperende cursor in de huidige naam te zetten met de knoppen [l] en [r] en vervolgens het teken op elke positie te wijzigen met de draaiknop Data of de knoppen [-1/NO] en [+1/YES]. Performancenamen kunnen maximaal 10 alfabetische tekens bevatten.

    Parameternaam Omschrijving

    Type

    (Reverbtype)Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van het type reverbeffect dat moet worden gebruikt.Instellingen: Raadpleeg de Data List (pdf) voor een volledige lijst met de effecttypen

    die kunnen worden geselecteerd.OPMERKING Elk effecttype wordt gedetailleerd beschreven

    in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

    Effectparameters Welke parameters bewerkt kunnen worden, is afhankelijk van het momenteel geselecteerde effecttype. Een volledige lijst met parameters voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).OPMERKING Elke effectparameter wordt gedetailleerd beschreven

    in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

    Parameternaam Omschrijving

    SplitPnt

    (Splitpunt)Deze parameter kan worden gebruikt om de noot op te geven waarbij het keyboard wordt gesplitst tussen de parts van de performance.Instellingen: C♯-2 tot G8OPMERKING U kunt de instellingen van SplitPnt ook wijzigen door de knop

    [SPLIT] ingedrukt te houden terwijl u op de toets drukt waarbij u het keyboard wilt splitsen.

    FS Mode Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoe met de voetschakelaar de functie die eraan is toegewezen wordt in- en uitgeschakeld.Instellingen: momentary en latchmomentary: de functie is aan als de voetschakelaar wordt bediend en uit als dat niet het geval is.latch: elke keer dat de voetschakelaar wordt bediend, wordt de functie aan- of uitgezet.

    Metronome

    Tempo

    Deze parameter kan worden gebruikt om het afspeeltempo voor de metronoom te selecteren.Instellingen: 5 tot 300OPMERKING Als u het tempo van de stage piano wilt synchroniseren met dat van

    een ander MIDI-apparaat of een DAW-toepassing, stelt u Sync in het scherm MIDI van het Utility-gebied in op 'ext' of 'auto'. Het tempo wordt weergegeven als 'EXT' als 'ext' is geselecteerd of als 'auto' is geselecteerd en er MIDI Clock-berichten worden ontvangen van een externe bron. In dergelijke gevallen kunt u het tempo niet wijzigen.

    Beat

    (Metronoommaatsoort)

    Deze parameter kan worden gebruikt om een maatsoort voor de metronoom in te stellen.Instellingen: 1/4 tot 16/4, 1/8 tot 16/8 en 1/16 tot 16/16

    ClickVol

    (Volume van metronoomkliks)

    Deze parameter kan worden gebruikt om het volume van de metronoomkliks in te stellen.Instellingen: 0 tot 127

  • 16 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    Part Edit-gebied

    OPMERKING Op de CP40 STAGE selecteert u dezelfde part door op de knop [LAYER] of [SPLIT] te drukken terwijl u de knop [PART SELECT] ingedrukt houdt.

    OPMERKING Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.

    In de volgende schermafbeeldingen ziet u bijvoorbeeld hoe u parameters bewerkt in het scherm Play Mode.

    02: Part geselecteerd in Stap 4:

    Parametertype geselecteerd in Stap 5:

    Scherm voor parameterinstellingen uit Stap 6:

    1 EDIT Part: (Huidige part)Hieraan ziet u dat u in het menu Part Edit bent. De naam van de part die is geselecteerd voor bewerken, wordt weergegeven na de dubbele punt (:).CP4 STAGE: MAIN, LAYER of SPLITCP40 STAGE: MAIN of SP/LA

    2 Meer-symboolDit symbool geeft aan dat er andere menu-items kunnen worden geselecteerd. In dit geval kunt u het volgende item weergeven door op de knop [d] te drukken.

    3 Menu-itemDe items die kunnen worden geselecteerd in het menu Part Edit worden hier weergegeven. Selecteer het gewenste item (01 tot 06) met de knoppen [d] en [u], en druk vervolgens op de knop [ENTER] om het bewerkingsscherm voor de desbetreffende parameters weer te geven.

    4 Geselecteerde schermHier wordt de naam van het huidige scherm weergegeven.

    5 ParameterDe parameters die bewerkt kunnen worden, worden in de bovenste tekstrij weergegeven. De huidige instelling (6) voor elke parameter wordt eronder weergegeven. Bovendien wordt de parameter die momenteel wordt bewerkt, aangegeven met de cursor (R) die er links naast staat (7). Verplaats zo nodig de cursor met de knoppen [l] en [r] om een andere parameter te selecteren voor bewerken.

    Procedure 1. Schakel de part die u wilt bewerken in met de desbetreffende knop.

    2. Houd de knop [PART SELECT] ingedrukt en druk nogmaals op de partknop uit Stap 1 om de part te selecteren die u wilt bewerken.

    3. Druk op de knop [EDIT].

    4. Gebruik in het menu Edit de knoppen [d] en [u] om 02: Part te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    5. Selecteer met de knoppen [d] en [u] het type parameter dat u wilt bewerken (01 tot 06) en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    6. Breng de gewenste wijzigingen in de parameterinstellingen aan in het desbetreffende scherm.

    EDIT W02:Part

    E

    Druk op de knop [ENTER].

    EDIT Part:MAIN D01:Play Mode

    E

    1

    2 3

    Druk op de knop [ENTER].

    Part:MAIN VolumePlay Mode 115

    Pan Gain E R20 R100 D

    8

    7 94 6

    5

  • 17 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    6 InstellingParameterinstellingen worden in de onderste tekstrij weergegeven. U kunt een instelling wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data. Let op: de cursor (7) moet eerst worden verplaatst naar de parameter die u wilt bewerken.

    7 Cursor (R)Met de knipperende cursor wordt de parameter aangegeven die momenteel is geselecteerd voor bewerken.

    8 Bewerkingssymbool (E)Dit symbool wordt weergegeven als de huidige performance is bewerkt maar nog niet is opgeslagen. Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in de performance, kunnen worden opgeslagen met de functie Store Performance (pagina 29).

    9 Meer-symboolDit symbool geeft aan dat het huidige bewerkingsscherm is gesplitst over meerdere deelvensters, waarvan er één wordt weergegeven. In dit geval kunt u naar het volgende deelvenster gaan door op de knop [d] te drukken.

    Schermen en parameters van het Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    Parameternaam Omschrijving

    volume Deze parameter kan worden gebruikt om het volume van de huidige part in te stellen. Zo kunt u de volumes van de parts van de performances op elkaar afstemmen.Instellingen: 0 tot 127OPMERKING U kunt volume-instellingen ook aanpassen met de overeenkomstige

    partschuifregelaar als de functie Volume is geactiveerd.

    Pan Deze parameter kan worden gebruikt om de stereopanning van de huidige part aan te passen.Instellingen: L63 (uiterst links) tot C (midden) tot R63 (uiterst rechts)

    Gain Deze parameter kan worden gebruikt om het volume aan te passen van de voice die is toegewezen aan de huidige part.Instellingen: 0 tot 127

    ChoSend

    (Naar Chorus zenden)Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoeveel van het uitgangssignaal van de huidige part naar het Chorus-effect wordt gezonden. Hogere waarden zorgen voor een intenser chorusgeluid.Instellingen: 0 tot 127OPMERKING U kunt ChoSend-instellingen ook aanpassen met de overeenkomstige

    partschuifregelaar als de functie Chorus is geactiveerd.

    RevSend

    (Naar Reverb zenden)Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoeveel van het uitgangssignaal van de huidige part naar het Reverb-effect wordt gezonden. Hogere waarden zorgen voor een duidelijker reverbgeluid.Instellingen: 0 tot 127OPMERKING U kunt RevSend-instellingen ook aanpassen met de overeenkomstige

    partschuifregelaar als de functie Reverb is geactiveerd.

    EffA/BSw

    (Partschakelaar voor effect A/B)

    Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen of er invoegeffecten moeten worden toegepast op de huidige part.Instellingen: off en onOPMERKING Op de CP4 STAGE kan deze parameter voor maximaal twee parts

    worden ingesteld op 'on'.

    PartMode Deze parameter kan worden gebruikt om een speelmodus voor de huidige part in te stellen. Monofone parts (mono) kunnen maar één noot tegelijk afspelen, terwijl polyfone parts (poly) meerdere noten tegelijkertijd kunnen afspelen.Instellingen: mono en polyOPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

  • 18 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    VelDepth

    (Diepte van aanslaggevoeligheid)

    Deze parameter kan worden gebruikt om te selecteren hoe de aanslagsnelheid waarmee de toetsen worden bespeeld invloed heeft op de snelheid die daadwerkelijk voor de huidige part wordt uitgevoerd naar de toongenerator. Zoals u in de grafiek hieronder ziet, geldt dat hoe hoger de ingestelde waarde is, hoe groter de mater waarin de uitgevoerde snelheid varieert in reactie op wijzigingen in de speelsnelheid (dus hoe steiler de grafiek is). Als de waarde 0 wordt ingesteld, wordt de uitgevoerde snelheid helemaal niet beïnvloed door verschillen in de speelsnelheid. Dit leidt tot een respons die lijkt op die van een orgel, waarbij de kracht waarmee wordt gespeeld vrijwel geen effect heeft op het geproduceerde geluid.Instellingen: 0 tot 127

    VelOfst

    (Offset van aanslaggevoeligheid)

    Deze parameter kan worden gebruikt om alle snelheden die voor de huidige part worden uitgevoerd naar de toongenerator te verhogen of verlagen. Zoals u in de grafieken ziet, wordt 64 afgetrokken van de hier ingestelde waarde. Het resultaat wordt verdubbeld om te bepalen met welke hoeveelheid de uitgevoerde snelheden worden aangepast. Als de resulterende uitgevoerde snelheid echter minder is dan 0, wordt de waarde 0 gebruikt. Als de resulterende uitgevoerde snelheid groter is dan 127, wordt de waarde 127 gebruikt.Instellingen: 0 tot 127

    NoteShft

    (Nootverschuiving)Deze parameter kan worden gebruikt om de toonhoogte van de huidige part aan te passen in stappen van een halve noot.Instellingen: -24 tot +0 tot +24

    Detune Deze parameter kan worden gebruikt om de toonhoogte van de huidige part nauwkeurig aan te passen in stappen van 0,1 Hz.Instellingen: -12,8 Hz tot +0,0 Hz tot +12,7 Hz

    PBRange

    (Pitchbendbereik)Deze parameter kan worden gebruikt om de mate waarmee de toonhoogte van de huidige part wordt gewijzigd met het pitchbendwiel in te stellen, in stappen van een halve noot. Als bijvoorbeeld de waarde '12' wordt ingesteld, kunnen noten worden verbogen met tussen -12 halve noten (één octaaf lager) en +12 halve noten (één octaaf hoger).Instellingen: 0 tot 12

    Parameternaam Omschrijving

    127

    0 127

    Als VelOfst (onder) is ingesteld op 64:

    VelDepth = 64VelDepth = 127

    VelDepth = 32

    VelDepth = 0

    Aanslagsnelheid waarmee toets wordt bespeeld

    Snelheid die daadwerkelijk wordt uitgevoerd naar toongenerator

    127

    0 12764 12764

    127

    0

    12764

    127

    0

    Als VelDepth (boven) = 64 en VelOfst = 32

    Aanslagsnelheid waarmee toets wordt bespeeld

    Snelheid die daadwerkelijk wordt uitgevoerd naar toongenerator

    Als VelDepth (boven) = 64 en VelOfst = 96

    Als VelDepth (boven) = 64 en VelOfst = 64

    Aanslagsnelheid waarmee toets wordt bespeeld

    Aanslagsnelheid waarmee toets wordt bespeeld

    Snelheid die daadwerkelijk wordt uitgevoerd naar toongenerator

    Snelheid die daadwerkelijk wordt uitgevoerd naar toongenerator

  • 19 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    MicroTune

    (Toetsfijnstemming)Deze parameter kan worden gebruikt voor het selecteren van een muzikaal stemsysteem. Uw stage piano kan in totaal zeven verschillende systemen repliceren. Hoewel het systeem van gelijkzwevende temperatuur nu standaard is geworden voor piano's, zijn er in de jaren voordat dit systeem werd aangenomen veel andere systemen ontwikkeld. Die systemen hebben altijd de weg vrijgemaakt voor de geboorte van nieuwe muziekstijlen. Door andere stemsystemen te selecteren, kunt u genieten van de unieke harmonieën van muziek uit de desbetreffende perioden.Instellingen: Equal, PureMajor, PureMinor, Pythagorean, Meantone, Werckmeister,

    en KirnbergerEqual (gelijkzwevende temperatuur)Het toonhoogtebereik van elk octaaf is onderverdeeld in twaalf gelijke delen, waarbij tussen alle halve stappen hetzelfde toonhoogteverschil ligt. Dit is tegenwoordig veruit het populairste stemsysteem voor piano's.Pure Major en Pure MinorBij deze twee stemsystemen worden de zuivere wiskundige intervallen van elke toonladder in stand gehouden, vooral voor drieklanken (die bestaan uit grondtoon, terts en kwint). Deze kenmerken zijn tegenwoordig nog steeds te horen in meerstemmige zang, zoals koren en a cappella zang.PythagoreanDeze stemming is uitgevonden door de beroemde Griekse filosoof Pythagoras en wordt samengesteld door een serie reine kwinten, die zijn samengebracht in een enkel octaaf. De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor bepaalde solo's. MeantoneDeze stemming is gemaakt als een verbetering van de Pythagoreaanse stemming, door het majeur tertsinterval soepeler te maken. De stemming was vooral populair van het einde van de 16e eeuw tot het einde van de 18e eeuw. Een van de bekendste gebruikers was Händel.Werckmeister en KirnbergerDe systemen van Werckmeister en Kirnberger zijn verbeteringen van de middentoon- en Pythagoreaanse stemmingen, doordat ze deze stemmingen op verschillende manieren combineren. Het verschil tussen de twee stemmingen ligt in de manier waarop modulatie de nuance van muziekcomposities kan veranderen. De systemen, die vaak werden gebruikt in de tijd van Bach en Beethoven, worden tegenwoordig nog steeds gebruikt om de muziek uit die perioden te reproduceren op een klavecimbel.OPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Root

    (Grondtoon voor toetsfijnstemming)

    Bij bepaalde stemmingssystemen moet een grondtoon worden ingesteld, en met deze parameter kunt u dat doen voor de huidige part.Instellingen: C tot BOPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Porta

    Sw

    (Portamento-schakelaar)

    Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen of portamento moet worden toegepast op de huidige part.Instellingen: off en onOPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Time

    (Portamentotijd)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de duur van portamentotoonhoogte-wijzigingen voor de huidige part in te stellen. Hoe hoger de instelling, hoe langer het duurt voordat de toonhoogte verandert.Instellingen: 0 tot 127OPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Mode

    (Portamentomodus)

    Deze parameter kan worden gebruikt om het type noten in te stellen waarop portamento wordt toegepast voor de huidige part.Instellingen: finger en fullfinger: Portamento wordt alleen toegepast op noten die legato worden gespeeld, dus als de eerste toets pas wordt losgelaten nadat de tweede is gespeeld.full: Portamento wordt op alle noten toegepast.OPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Parameternaam Omschrijving

  • 20 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    02: Filter/EG (Filter & Envelope Generator)

    LFOSpeed Deze parameter kan worden gebruikt om de snelheid te wijzigen waarmee het LFO-signaal verandert. Hoe hoger de instelling, hoe sneller de wijzigingen.Instellingen: -64 tot +63

    LFOPMod

    (LFO-toonhoogte-modulatiediepte)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de mate in te stellen waarin het LFO-signaal periodieke toonhoogtewijzigingen produceert voor de huidige part. Hoe hoger de instelling, hoe groter het bereik van de toonhoogtewijzigingen.Instellingen: -64 tot +63

    LFODelay Deze parameter kan worden gebruikt om in te stellen hoe lang het duurt tot de LFO van de huidige part een signaal gaat genereren nadat er op een toets is gedrukt. Hoe hoger de instelling, hoe langer het duurt voordat de LFO effect heeft.Instellingen: -64 tot +63

    MWPMod

    (MW-toonhoogte-modulatiediepte)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de mate in te stellen waarin het modulatiewiel periodieke toonhoogtewijzigingen produceert voor de huidige part. Hoe hoger de instelling, hoe groter het bereik van de toonhoogtewijzigingen.Instellingen: 0 tot 127

    MWFMod

    (MW-filter-modulatiediepte)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de mate in te stellen waarin het modulatiewiel periodieke wijzigingen in de filterafsnijfrequentie produceert voor de huidige part. Hoe hoger de instelling, hoe groter het bereik van de afsnijfrequentiewijzigingen.Instellingen: 0 tot 127

    MWAMod

    (MW-amplitude-modulatiediepte)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de mate in te stellen waarin het modulatiewiel periodieke volumewijzigingen produceert voor de huidige part. Hoe hoger de instelling, hoe groter het bereik van de volumewijzigingen.Instellingen: 0 tot 127

    KeyOffVol

    (Volume van toets-losgeluid)

    Deze parameter kan worden gebruikt om het geluid te reproduceren van dempers die tegen de snaren drukken als u uw vingers van het keyboard haalt. Meer specifiek wordt met de parameter het volume van dit toets-losgeluid ingesteld.Instellingen: -16 tot +16OPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor bepaalde voices.

    In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    StrikPos

    (Aanslagpositie)Deze parameter kan worden gebruikt om het effect te reproduceren van het wijzigen van de positie waarmee de hamers op de resonantiesnaren slaan.Instellingen: top3, top2, top1, default, rear1, rear2 en rear3OPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor bepaalde voices.

    In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Parameternaam Omschrijving

    Cutoff Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van de afsnijfrequentie van het filter dat wordt gebruikt voor de voice van de huidige part.Instellingen: -64 tot +0 tot +63

    Reso

    (Resonantie)Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van de resonantie van het filter dat wordt gebruikt voor de voice van de huidige part.Instellingen: -64 tot +0 tot +63

    Attack

    (Attacktijd)

    Decay

    (Decaytijd)

    Release

    (Releasetijd)

    Deze parameters kunnen worden gebruikt om te definiëren hoe het geluid van de huidige part verandert van het moment dat een toets wordt ingedrukt totdat het geluid helemaal is weggestorven.Instellingen: -16 tot +0 tot +16OPMERKING Release kan niet worden ingesteld voor parts met een drumvoice.

    In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    Parameternaam Omschrijving

  • 21 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    03: Effect-A 04: Effect-B

    05: ControllerIn het scherm Controller kunt u een functie toewijzen aan elke regelaar voor de huidige part. Als een regelaar is ingesteld op 'off', wordt alleen de standaardfunctie van de regelaar uitgevoerd.

    Parameternaam Omschrijving

    Ctg

    (Effectcategorie)

    Type

    (Effecttype)

    Deze parameters kunnen worden gebruikt om een categorie en een type te selecteren voor invoegeffecten A en B.Instellingen: Raadpleeg de Data List (pdf) voor een volledige lijst met de categorieën

    en typen die kunnen worden geselecteerd.OPMERKING Elk effecttype wordt gedetailleerd beschreven

    in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

    Preset

    (Effectpreset)Deze parameter kan worden gebruikt om een van de presets van het huidige effecttype te selecteren. Met de presets worden alle parameters geconfigureerd voor een bepaalde vereiste. Een volledige lijst met presets voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).

    Effectparameters Welke parameters bewerkt kunnen worden, is afhankelijk van het momenteel geselecteerde effecttype. Een volledige lijst met parameters voor elk effecttype kunt u vinden in de Data List (pdf).OPMERKING Elke effectparameter wordt gedetailleerd beschreven

    in de Parameterhandleiding bij synthesizer (pdf).

    Parameternaam Omschrijving

    PB

    (Regelaarbestemming: pitchbendwiel)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de besturing van een parameter van invoegeffect A of B toe te wijzen aan het pitchbendwiel.Instellingen: off, EffA(+), EffA(-), EffB(+) en EffB(-)off: Geen van de bovenstaande functies wordt toegewezen.EffA(+) of EffB(+): Hoe verder u de vingersleuf in het midden van het wiel van u af duwt, hoe groter het effect van de toegewezen parameter, en omgekeerd.EffA(-) of EffB(-): Hoe verder u de vingersleuf in het midden van het wiel naar u toe duwt, hoe groter het effect van de toegewezen parameter, en omgekeerd.

    MW

    (Regelaarbestemming: modulatiewiel)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de besturing van een parameter van invoegeffect A of B toe te wijzen aan het modulatiewiel. Instellingen: off, EffA(+), EffA(-), EffB(+) en EffB(-)off: Geen van de bovenstaande functies wordt toegewezen.EffA(+) of EffB(+): Hoe verder u de vingersleuf aan de voorkant van het wiel van u af duwt, hoe groter het effect van de toegewezen parameter, en omgekeerd. EffA(-) of EffB(-): Hoe verder u de vingersleuf aan de voorkant van het wiel naar u toe duwt, hoe groter het effect van de toegewezen parameter, en omgekeerd.

    FS

    (Regelaarbestemming: voetschakelaar)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de aan/uit-besturing van invoegeffect A of B toe te wijzen aan een FC4A- of FC5-voetschakelaar (apart verkrijgbaar).Instellingen: off, EffA en EffBoff: Geen van beide bovenstaande functies wordt toegewezen.EffA: Met de voetschakelaar wordt invoegeffect A aan- en uitgezet. EffB: Met de voetschakelaar wordt invoegeffect B aan- en uitgezet.

    CP4 STAGE:

    FC1

    (Regelaarbestemming: voetregelaar 1)

    FC2

    (Regelaarbestemming: voetregelaar 2)

    CP40 STAGE:

    FC

    (Regelaarbestemming: voetregelaar)

    Deze parameters kunnen worden gebruikt om de besturing van een parameter van invoegeffect A of B of de regeling van het volume van de huidige voice toe te wijzen aan een FC7-voetregelaar (apart verkrijgbaar). Instellingen: off, EffA(+), EffA(-), EffB(+), EffB(-) en volumeoff: Geen van de bovenstaande functies wordt toegewezen.EffA(+) of EffB(+): Hoe verder u de regelaar bedient, hoe groter het effect van de toegewezen parameter, en omgekeerd. EffA(-) of EffB(-): Hoe verder u de regelaar bedient, hoe kleiner het effect op de toegewezen parameter.volume: De voetregelaar kan worden gebruikt om het volume van de huidige voice aan te passen.

  • 22 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    06: Receive Switch Op het scherm Receive Switch kunt u de ontvangst van besturingswijzigings- en andere MIDI-berichten door de huidige part inschakelen ('on') of uitschakelen ('off').

    OPMERKING De MIDI-berichten die worden geproduceerd door het bedienen van een voetschakelaar of -regelaar, kunnen worden ingesteld op het scherm Controller (pagina 43) van het Utility-gebied.

    Parameternaam Omschrijving

    Bank

    (Bankselectie)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de voicetoewijzing van de huidige part moet worden beïnvloed door MIDI-bankselectieberichten.

    Pgm

    (Programmawijziging)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de voicetoewijzing van de huidige part moet worden beïnvloed door MIDI-programmawijzigingsberichten.

    Vol

    (Volume)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-volumeberichten (besturingsnummer 7).

    Pan Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-panberichten (besturingsnummer 10).

    CC

    (Besturingswijziging)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-besturingswijzigingsberichten.OPMERKING Als deze parameter is ingesteld op 'off', kunnen er geen

    wijzigingen worden aangebracht in parameters die worden bestuurd via MIDI-besturingswijzigingsberichten.

    PB

    (Pitchbendwiel)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-berichten van een pitchbendwiel.

    MW

    (Modulatiewiel)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-berichten van een modulatiewiel.

    Sus

    (Sustain)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-sustainberichten (besturingsnummer 64).OPMERKING Deze parameter kan niet worden ingesteld voor parts met

    een drumvoice. In dergelijke gevallen wordt de instelling weergegeven als '---'.

    FS

    (Voetschakelaar)Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-berichten die worden geproduceerd doordat de meegeleverde voetschakelaar wordt bediend die is aangesloten via de [ASSIGNABLE] FOOT SWITCH-aansluiting.

    CP4 STAGE:

    FC1

    (Voetregelaar 1)

    Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-berichten die worden geproduceerd doordat een voetregelaar (afzonderlijk verkrijgbaar) wordt bediend die is aangesloten via de [1] FOOT CONTROLLER-aansluiting.

    CP4 STAGE:

    FC2

    (Voetregelaar 2)

    Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-berichten die worden geproduceerd doordat een voetregelaar (afzonderlijk verkrijgbaar) wordt bediend die is aangesloten via de [2] FOOT CONTROLLER-aansluiting.

    CP40 STAGE:

    FC

    (Voetregelaar)

    Deze parameter kan worden gebruikt om op te geven of de huidige part moet reageren op MIDI-berichten die worden geproduceerd doordat een voetregelaar (afzonderlijk verkrijgbaar) wordt bediend die is aangesloten via de [FOOT CONTROLLER]-aansluiting.

  • 23 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    Master Keyboard-gebiedOp het scherm Performance Master Keyboard kunt u uw CP4 STAGE of CP40 STAGE configureren voor gebruik als een masterkeyboard. Het keyboard kan worden gesplitst in maximaal vier verschillende zones, die elk kunnen worden gebruikt voor het besturen van een ander instrument.

    OPMERKING Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.

    In de volgende schermafbeeldingen ziet u bijvoorbeeld hoe u parameters bewerkt voor Zone 1.

    03: Master Keyboard geselecteerd in Stap 2:

    MasterKbdSw ingesteld op 'on' in Stap 3:

    Scherm voor parameterinstellingen uit Stap 4:

    1 MasterKbd Common Dit geeft aan dat u in het scherm Master Keyboard bent en dat de weergegeven parameter gemeenschappelijk is voor alle vier de zones.

    2 MasterKbd Zone#Dit geeft aan dat u in het scherm Master Keyboard bent en dat de weergegeven parameters alleen betrekking hebben op de aangegeven zone. Als u naar het overeenkomstige deelvenster voor andere zones wilt gaan, houdt u de knop [SHIFT] ingedrukt terwijl u op de knop [d] of [u] drukt.

    3 ParameterDe parameters die bewerkt kunnen worden, worden in de bovenste tekstrij weergegeven. De huidige instelling (4) voor elke parameter wordt eronder weergegeven. Bovendien wordt de parameter die momenteel wordt bewerkt, aangegeven met de cursor (R) die er links naast staat (5). Verplaats zo nodig de cursor met de knoppen [l] en [r] om een andere parameter te selecteren voor bewerken.

    4 InstellingParameterinstellingen worden in de onderste tekstrij weergegeven. U kunt een instelling wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data. Let op: de cursor (5) moet eerst worden verplaatst naar de parameter die u wilt bewerken.

    5 Cursor (R)Met de knipperende cursor wordt de parameter aangegeven die momenteel is geselecteerd voor bewerken.

    6 Meer-symboolDit symbool geeft aan dat het huidige bewerkingsscherm is gesplitst over meerdere deelvensters, waarvan er één wordt weergegeven. In dit geval kunt u naar het vorige of volgende deelvenster gaan door op de knop [d] of [u] te drukken.

    Procedure 1. Druk op de knop [EDIT].

    2. Gebruik in het menu Edit de knoppen [d] en [u] om 03: Master Keyboard te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    3. Druk in het deelvenster Common van het scherm Master Keyboard op de knop [+1/YES] om MasterKbdSw in te stellen op 'on', en druk vervolgens op de knop [d].

    4. Breng de gewenste wijzigingen in de zone-instellingen aan in de desbetreffende deelvensters.

    EDIT W03:Master Keyboard

    E

    Druk op de knop [ENTER].

    MasterKbd Common

    MasterKbdSw E R on D

    1Druk op de knop [d].

    MasterKbd Zone1

    ZoneSw Channel E R on 1 W

    7

    5 62 4

    3

  • 24 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    7 Bewerkingssymbool (E)Dit symbool wordt weergegeven als de huidige performance is bewerkt maar nog niet is opgeslagen. Alle bewerkingen die zijn uitgevoerd in de performance, kunnen worden opgeslagen met de functie Store Performance (pagina 29).

    ZoneparametersOPMERKING Met uitzondering van MasterKbdSw kan elk van de parameters in de volgende tabel

    afzonderlijk in de desbetreffende deelvensters worden ingesteld voor Zone 1 tot 4.

    Parameternaam Omschrijving

    MasterKbdSw

    (Masterkeyboard-schakelaar)

    Deze parameter kan worden gebruikt om uw CP4 STAGE of CP40 STAGE in ('on') of uit ('off') te schakelen als een masterkeyboard. Zoals wordt aangegeven met Common aan de linkerkant van het scherm, geldt de instelling van MasterKbdSw voor alle vier de zones.Instellingen: off en on

    ZoneSw

    (Zoneschakelaar)Deze parameter kan worden gebruikt om de momenteel geselecteerde zone in ('on') of uit ('off') te schakelen.Instellingen: off en on

    Channel Deze parameter kan worden gebruikt om een MIDI-zendkanaal in te stellen voor de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: 1 tot 16

    Octave

    (Octaaf transponeren)Deze parameter kan worden gebruikt om de toonhoogte van de momenteel geselecteerde zone omhoog of omlaag te verschuiven in stappen van één octaaf.Instellingen: -3 tot +0 tot +3

    Trnsps

    (Halve noot transponeren)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de toonhoogte van de momenteel geselecteerde zone omhoog of omlaag te verschuiven in stappen van één halve noot.Instellingen: -11 tot +0 tot +11

    NoteLimit

    Low

    (Lage nootbegrenzing)

    High

    (Hoge nootbegrenzing)

    Deze parameters kunnen worden gebruikt om keyboardgedeelten voor elke zone te definiëren. Low Note Limit definieert de laagste toets in de momenteel geselecteerde zone, en High Note Limit definieert de hoogste toets. Alle toetsen binnen dit bereik produceren een noot voor de momenteel geselecteerde zone. U kunt de instellingen voor deze parameters wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data. U kunt deze instellingen ook rechtstreeks instellen door de knop [SHIFT] ingedrukt te houden en op een toets te drukken.Instellingen: C-2 tot G8

    BankMSB

    (MIDI-bank-MSB)Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van de bankselectie-MSB die als een MIDI-bericht moet worden verzonden vanuit de momenteel geselecteerde zone naar het overeenkomstige externe instrument als de performance wordt geselecteerd. U kunt de instelling wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data.Instellingen: 000 tot 127

    BankLSB

    (MIDI-bank-LSB)Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van de bankselectie-LSB die als een MIDI-bericht moet worden verzonden vanuit de momenteel geselecteerde zone naar het overeenkomstige externe instrument als de performance wordt geselecteerd. U kunt de instelling wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data.Instellingen: 000 tot 127

    PgmNo

    (MIDI-programma-wijzigingsnummer)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van het programmawijzigingsnummer dat als een MIDI-bericht moet worden verzonden vanuit de momenteel geselecteerde zone naar het overeenkomstige externe instrument als de performance wordt geselecteerd. U kunt de instelling wijzigen met de knoppen [-1/NO] en [+1/YES] of met de draaiknop Data.Instellingen: 1 tot 128

    Volume

    (MIDI-volume)Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van het volume van het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone als de performance wordt geselecteerd.Instellingen: 0 tot 127

  • 25 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    Pan

    (MIDI-pannen)Deze parameter kan worden gebruikt voor het instellen van de stereopanning van het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone als de performance wordt geselecteerd.Instellingen: L64 tot C tot R63

    TxSw

    Bank

    (Bankselectie zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-bankselectieberichten vanuit de momenteel geselecteerde zone naar het overeenkomstige externe instrument.Instellingen: off en on

    Pgm

    (Programmawijziging zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-programmawijzigingsberichten naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    Vol

    (Volume zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-volumeberichten naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    Pan

    (Pan zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-panberichten naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    PB

    (Pitchbendwiel zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-pitchbendberichten naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    MW

    (Modulatiewiel zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-modulatieberichten naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    SLIDER

    (Schuifregelaar zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt om de partschuifregelaar in te stellen van waaruit MIDI-berichten moeten worden verzonden naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone. Als dit is ingesteld op 'off', worden er geen MIDI-berichten verzonden vanuit de partschuifregelaars.Instellingen:

    CP4 STAGE: off, MAIN, LAYER en SPLITCP40 STAGE: off, MAIN en SP/LA

    Sus

    (Sustain zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-sustainberichten naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    FS

    (Voetschakelaar zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-berichten van de voetschakelaar naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    CP4 STAGE:FC1

    (Voetregelaar 1 zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-berichten van voetregelaar 1 naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    CP4 STAGE:FC2

    (Voetregelaar 2 zenden)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-berichten van voetregelaar 2 naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    CP40 STAGE:FC

    (Voetregelaar)

    Deze parameter kan worden gebruikt voor het inschakelen ('on') of uitschakelen ('off') van MIDI-berichten van de voetregelaar naar het externe instrument dat overeenkomt met de momenteel geselecteerde zone.Instellingen: off en on

    Parameternaam Omschrijving

  • 26 CP4 STAGE/CP40 STAGE Naslaggids

    Ontwerp van de CP4 STAGE & CP40 STAGE

    Referentie

    Performances

    Performances bewerken

    Common Edit-gebied

    01: Chorus Effect

    02: Reverb Effect

    03: General

    04: Name

    Part Edit-gebied

    01: Play Mode

    02: Filter/EG

    03: Effect-A04: Effect-B

    05: Controller

    06: Receive Switch

    Master Keyboard-gebied

    Job-gebied

    01: Recall

    02: Copy

    03: Bulk

    Functie Store Performance

    Functie Compare Performance

    File-gebied

    01: Save

    02: Load

    03: Rename

    04: Delete

    05: Format

    06: Memory Info

    Utility-gebied

    01: General

    02: MIDI

    03: Controller

    04: MasterComp

    05: Master EQ

    06: Panel Lock

    Utility Job-gebied

    01: Factory Set

    02: Version

    Appendix

    Job-gebiedZoals hierboven wordt beschreven, hebt u via het menu Performance Job toegang tot een aantal functies die erg handig kunnen zijn bij het maken van uw eigen originele performances.

    Performance Job-functiesVanuit dit menu kunt u de functies Recall, Copy en Bulk Dump selecteren.

    01: RecallAls u tijdens het bewerken van een performance die u nog niet hebt opgeslagen, een andere performance selecteert en vervolgens terugkeert naar de performance die u aan het bewerken was, wordt de versie die het laatst is opgeslagen geselecteerd. Met de functie Recall kunt u echter al uw bewerkingen terugzetten.OPMERKING De terugroepbuffer (pagina 12) wordt gebruikt voor het opslaan van de huidige toestand

    van de performance die u aan het bewerken bent. De inhoud van deze buffer gaat verloren als de stage piano wordt uitgezet. U kunt uw bewerkingen dan ook niet meer met deze functie terugzetten nadat u het instrument uit en weer aan hebt gezet.

    OPMERKING Het menu Edit is het eerste scherm dat wordt weergegeven als op de knop [EDIT] wordt gedrukt.OPMERKING Voordat Performance Job-functies worden uitgevoerd, wordt op het instrument de

    bevestigingspop-up weergegeven, waarmee u kunt bevestigen dat u wilt doorgaan ('Are you sure?'). U kunt op de knop [+1/YES] drukken om de functie uit te voeren of op de knop [-1/NO] om terug te keren naar het vorige scherm zonder de functie uit te voeren.

    04: Job geselecteerd in Stap 2:

    01: Recall geselecteerd in Stap 3:

    Bevestigingspop-up uit Stap 4:

    1 EDIT Job Hieraan ziet u dat u in het menu Performance Job bent.

    2 Meer-symboolDit symbool geeft aan dat er andere menu-items kunnen worden geselecteerd. In dit geval kunt u het volgende item weergeven door op de knop [d] te drukken.

    3 Menu-itemDe items die kunnen worden geselecteerd in het menu Performance Job worden hier weergegeven. Gebruik in dit geval de knop [u] om 01: Recall te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    4 Are you sure?Dit bericht wordt weergegeven voordat Performance Job-functies worden uitgevoerd. Druk op de knop [+1/YES] om uw bewerkingen terug te roepen. U kunt ook op de knop [-1/NO] drukken om terug te gaan naar het vorige scherm.

    Procedure 1. Druk op de knop [EDIT].

    2. Gebruik in het menu Edit de knop [d] om 04: Job te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    3. Gebruik de knop [u] om 01: Recall te selecteren en druk vervolgens op de knop [ENTER].

    4. Als de bevestigingspop-up wordt weergegeven, drukt u op de knop [+1/YES] om uw bewerkingen terug t