Complexe cognitieve processen

4

Click here to load reader

description

Ouder kunnen de prestaties van hun kinderen thuis verder helpen ontwikkelen door hun leervaardigheden te vergroten. Hieronder een paar tips gebaseerd op nieuwste leertheorieën.

Transcript of Complexe cognitieve processen

Page 1: Complexe cognitieve processen

Complexe cognitieve processen

Woolfolk & All (2013): “Complex Cognitive Processes”. Hoofdstuk uit “Psychology in Education”, Pearson Education.

Ouders kunnen de prestaties van hun kinderen thuis na schooltijd helpen ontwikkelen door hun leervaardigheden te vergroten. Hieronder een paar tips gebaseerd op de nieuwste leertheorieën zoals gepubliceerd in bovengenoemde publicatie.

Een leerstrategie kiezen :

Er zijn drie leerstrategieën om kennis over te brengen. Psycholoog Jerome Bruner benadrukt de noodzaak van actief leren. Kinderen moeten zelf leren ontdekken. Geef dus niet altijd een kant en klaar antwoord op hun vragen maar dwing ze om zelf een antwoord te vinden. Dat versterkt intuïtief denken en verhoogt de motivatie om te leren. Je moet kinderen wel duidelijk maken dat raden van antwoorden belangrijker is dan een fout antwoord geven. Anders komt de leerling niet in de leerzone. De leraar / ouder stimuleert de creativiteit door gerichte vragen te stellen tijdens het raden naar een antwoord.

De tweede leerstrategie is wat psycholoog David Ausubel de receptie van kennis noemt. Volgens deze expert wordt kennis van abstracte concepten verkregen door deductief te redeneren (redeneren vanuit algemene principes naar specifieke voorbeelden). De leraar / ouder schets een kader, biedt kinderen vervolgens twee of meer voorbeelden en vraagt ze om de overeenkomsten en de verschillen eruit te halen.

Een derde strategie is de analogische instructie. Hierbij wordt bestaande kennis bij de leerlingen geactiveerd als startpunt voor het leren van nieuwe en complexe materie. Dit is zeer geschikt voor heterogene groepen kinderen of klassen waarin leerlingen onderling verschillen in kennisniveau.

Leren problemen oplossen :

Bij het leren van nieuwe dingen kunnen problemen optreden. De weg tussen het huidige kennisniveau van het kind (status) en het gewenste kennisniveau (doel) loopt door de 5 stappen afgekort als IDEAL:

I = Identificeer het probleem D = Definieer het doelE = Verken de mogelijke strategieën A = Anticipeer op de uitkomsten en handel ernaarL = Kijk terug en leer van de fouten

Wanneer je een doel definieert is helderheid van terminologie belangrijk (woorden + betekenis ervan) om de 5 stappen te doorlopen en het doel te bereiken. Dus geen moeilijke woorden gebruiken als je iets uitlegt.

Een succesvolle leerstrategie vereist altijd methodisch en systematisch denken om nieuwe inzichten te vinden en nieuwe ontdekkingen te maken.

Leren met een doel :

Succesvol leren met een doel (een probleem oplossen b.v.) kan op verschillende manieren:

1– Middelen en doelen analyseren: het doel splitsen in subdoelen en een korte weg naar de oplossing nemen

Page 2: Complexe cognitieve processen

2– Terugblikken op de afgelegde weg: het doel voor ogen houden en zo terug naar de oorzaak van het oorspronkelijke probleem3– Analogie maken: het nemen van een bekend probleem dat reeds is opgelost en diezelfde oplossing voor de huidige situatie uitproberen

Lastige valkuilen bij leren :

1– De valkuil van fixatie: neem afstand en probeer het probleem van nieuwe kanten te zien, probeer ook de mogelijk oplossingen met nieuwe ogen te bekijken

2– De valkuil van de herinnering: wanneer je bekend bent met een oplossing of een strategie die goed werkte in het verleden, zal deze snel in je opkomen. Dat is niet altijd de beste oplossing, bij twijfel laat het rusten en kijk verder

3– De valkuil van vasthouden aan een overtuiging: dit kan je weerhouden het probleem goed in te schatten ook al denk je dat je het bewijsmateriaal goed kent

4– De valkuil van vooroordelen: je kijkt alleen naar informatie die je eigen vooroordelen bevestigt en laat de rest links liggen die mogelijk meerwaarde heeft

Creativiteit als vaardigheid :

Creativiteit helpt om problemen op te lossen. Maar creativiteit wordt ook niet altijd geapprecieerd als gevolg van maatschappelijke en culturele vooroordelen :

Tegen Voor Mensen worden creatief geboren Je kunt creativiteit leren en ontwikkelen

Creatieve mensen zijn lastig, hebben negatieve eigenschappen (eigenwijs, minder sociaal…)

Ook niet creatieve mensen hebben dat soort negatieve eigenschappen

Creativiteit is vaag, creatieve mensen zijn gesloten, hun domein is soft

Creatieve mensen staan open voor nieuwe ervaringen, zijn non-conformistisch, kunnen gefocust, georganiseerd en flexibel zijn

Creativiteit wordt vergroot dankzij groepswerk, creatieve mensen zijn Individualistisch, dat werkt niet

Groepsprestatie wordt effectiever dankzij creatieve individuen die de rest mee trekken

Wat is dan waar en wat is niet waar? Creativiteit is de mogelijkheid om werk te produceren dat origineel, toepasbaar en nuttig is. Mensen zijn vaak creatief in een bepaald gebied omdat ze in staat zijn al dan niet met opzet een oplossing te bedenken. Creatieve mensen hebben vaak vier eigenschappen:

1. Vaardigheid: heeft talent en competenties die relevant zijn voor het gebied waarin hij of zij werkt2. Persoonlijkheid: heeft gewoonten die hem helpen creatief te blijven (hard werken, durven falen, leren van de eigen falen)3. Motivatie: intrinsiek, nieuwsgierig en gefascineerd door zijn werk 4. Flexibiliteit: past zich snel aan om problemen op te lossen

De volgende twee begrippen niet door elkaar halen:

– Leerstrategie: ideeën om leerdoelen te bereiken, plan van aanpak– Leertactiek: specifieke technieken waaruit het plan van aanpak bestaat

Page 3: Complexe cognitieve processen

Twee uitdagingen: – Uitdaging voor leerling: de meeste leerlingen zijn bekend met de strategie van herinnering door herhaling, maar daar zit weinig creativiteit in – Uitdaging voor leraar: echt creativiteit zit in het leren over hoe te leren, dat wordt weinig expliciet bijgebracht op school

Principes van leerstrategieën :

1- Verschillende leerstrategieën leren kennen2- Leren wanneer, waar en waarom een bepaalde strategie toepasbaar is3- De bereidheid ontwikkelen om de strategieën toe te passen4- Directe instructie als middel voor het ontsluiten van het materiaal

Leerlingen moeten zich bewust zijn van hoe ze leren, check dus of ze dat ook doorhebben, hoe?

– Cognitive mindfulness: visie op de eigen leren en evaluatie van de leertaak (wat heb ik geleerd en hoe heb ik het geleerd)– Zelfregulerende middelen: monitoren en reguleren van wat je weet tijdens het leren en probleem oplossen– Compensatie strategie: hoe zorg je dat je aanvult wat er ontbreekt tijdens het leren

Het leren van een leerstrategie :

Een leerling moet een breed repertoire aan leerstrategieën hebben en die goed kunnen toepassen. De beste strategie blijft levenslang bruikbaar. De focus moet daarom liggen op lange termijn leren. Daarvoor is het volgende nodig:

1. De leertaak moet passend zijn: er is genoeg voldoening en uitdaging2. Leerling waardeert het leren, is betrokken bij eigen leerproces, kan doelen bereiken met

behulp van effectieve strategieën, stelt een leerdoel (lange termijn denken) in plaats van een performance doel (het behalen van een cijfer of diploma)

3. Leerling doet moeite om een probleem op te lossen, daarvoor moet ook de vraag redelijk zijn, heeft al enige kennis over het domein

4. Leerling kent de feiten, complexe structuur van concepten en relaties 5. Leerling kan eigen leertempo in de gaten houden: leert hij / zij snel of kost het veel tijd?

(bewustzijn van tijd en tijdsplanning) 6. Aard van leren:bezig met leren van feiten van anderen of zelf een visie ontwikkelen

Twee typen kennisoverdracht :

Leren is dus begrijpen en toepassen van kennis. Onderwijs is goed in kennisoverdracht maar opgedane kennis op school is vaak goed genoeg om een diploma te halen… (korte termijn kennis). Vaardigheden en motivaties gaan daarentegen veel langer mee, duren een mensenleven, zijn niet gebonden aan schoolperiode (lange termijn kennis). Dit zijn de twee belangrijkste typen kennisoverdracht, ook wel transfer genoemd:

- Lowroad transfer: spontane en automatische transformatie van veel gebruikte vaardigheden. Voorbeeld: een enkel type rijvaardigheid om verschillende rijtuigen te besturen

- Highroad transfer: toepassing van specifieke kennis in een volstrekt andere situatie waarvoor het is niet is bedoeld. Voorbeeld: wiskundige strategie toepassen in het ontwerpen van een layout voor de schoolkrant.

Page 4: Complexe cognitieve processen

Leraar en of ouder kan transformatie van kennis en vaardigheden stimuleren door: – De omgeving de leerling (thuis, ouders..) te laten mee helpen in het leerproces– Familie op de hoogte te houden van de ontwikkeling van hun kind – Ideeën geven aan familie hoe ze kinderen kunnen motiveren om hetgeen ze op school hebben geleerd te oefenen, uitbreiden of toepassen– Familie instrueren in het maken en toepassen van leerstrategieën– Verband leggen tussen school en de belevingswereld van de leerling– Leerling problemen laten oplossen die ze ook in werkelijkheid tegenkomen Zelfbewustzijn van de eigen cognitief vermogen en motivatie vergroten

Experts denken anders :

Geen rol van expert op je nemen als je dat niet bent. Experts lossen problemen anders op dan niet-experts. Beide zien een probleem anders omdat hun kennis onderling verschilt. Kennis van de experts heeft meer bereik omdat het complexer is. Hun kennis en ervaring zijn toepasbaar in meerdere situaties. Ze zijn veel langer bekend met problemen en oplossingen. Ze beschikken over feitenkennis en zijn probleemgericht getraind. Kortom: een expert is iemand die geoefend heeft met het oplossen van problemen.