Chemie

download Chemie

of 18

Transcript of Chemie

CHEMIE Gevaren aan boord in verband met chemische producten 1. Brandbaarheid, explosief A. Vloeistoffen (bv. benzeen, ethanol, olie, ) Damp boven vloeistof brandt Flashpoint: laagste temperatuur waarbij een vonk een flash (ontsteking) geeft boven de vloeistof B. Gassen Explosielimieten: UEL en LEL (uitgedrukt in volumeprocent), boven UEL is er te weinig zuurstof om te branden. 2. Toxiciteit dampen TLV-waarde (uitgedrukt in ppm) 3 categorien: - TLV-TWA: normale werkdag - TLV-STEL: 15 minuten, 4x per dag met tussentijd van 60 minuten - TLV-C Chemical dictionary UN: united nation number CAS: voor alle chemische stoffen De materie: atomen elementen verbindingen Chemie is de studie van de materie en van de veranderingen die deze materie kan ondergaan. Materie = elektronen, protonen en neutronen Atoom = kleinst mogelijke deeltje waaruit een stof is opgebouwd dat nog chemische eigenschappen bezit, bestaat uit een kern (protonen en neutronen) omgeven door elektronen, is elektrisch neutraal Elementen = atoomsoorten: de 112 elementen worden weergegeven in de periodieke tabel Stoffen: worden onderverdeeld in enkelvoudige stoffen (bestaan uit 1 element) en samengestelde stoffen (bestaan uit meerdere elementen) zuivere stoffen mengsels Kern = positief deeltje, kern van een atoom dat bijna hele massa omvat, bestaat uit protonen en neutronen Elektronen (e-) = elementaire deeltjes, negatief geladen, die rond de kern bewegen, enkel elektronen op buitenste schil bepalen mee de chemische eigenschappen, elektrische lading: 1,60 x 10-19 C, massa: 9,11 x 10-28 g Proton = positieve lading (even groot als negatieve lading van e-), massa: 1,67 x 10-24 g Neutron = elektrisch neutraal (lading = 0), massa: 1,67 x 10-24 g (= massa proton) Atoomnummer = aantal protonen in kern = aantal elektronen Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen Isotoop = zelfde aantal protonen/elektronen, maar verschillend aantal neutronen: atoomnummer is gelijk, maar massagetal niet Eenheid van atoommassa = u = 1/12 van de massa van een atoom 12C = 1,6605 x 10-24 Elk element is samengesteld uit meerdere isotopen met een vaste verhouding.

Atoommassa van een element = het gewogen gemiddelde van de massas van de verschillende isotopen Relatieve atoommassa van een element = de atoommassa relatief t.o.v. u: Mr = Ma / u Periodieke tabel van de elementen Horizontaal: perioden Verticaal: groepen 7 perioden: genummerd van 1 tot 7, per periode komt er een e- schil bij K schil: max. 2 eL schil: max.8 eM schil: max.18 eN schil: max.32 eO schil: max.32 eP schil: max.13 e- of meer? ! maar: de buitenste schil max. 8 e- stabiele toestand Bij een binding tussen 2 atomen streeft elk atoom naar 8 e- op de buitenste schil. Binnen een schil: orbitalen met max. 2 e- 2 mogelijkheden: Een e- paar (= gekoppelde e-): vormen geen of zelden een chemische binding met een ander atoom Een eenzaam e- (= vrij e-): vormt met een ander eenzaam e- van een ander atoom een chemische binding

8 A groepen Nr. van de groep : aantal e- op de buitenste schil gelijke eigenschappen per groep groep, want de elektronen van de buitenste schil spelen een rol bij chemische reacties. 10 B groepen = de transitie-elementen Zijn allemaal metalen, 1 of 2 e- op de buitenste schil Aantal e- op de buitenste schil: gelijk per groep Aantal schillen: gelijk per periode Principes bij chemische bindingen Bij een binding tussen 2 atomen streeft alk atoom naar 8 e- op de buitenste schil ( octet-regel) Een eenzaam e- vormt met een ander eenzaam e- van een ander atoom een chemische binding. Een e- paar vormt zelden een chemische binding met een ander atoom. Bij een binding is het gevormde e- paar ofwel: Gemeenschappelijk covalente binding: ontstaan van molecule Gaat volledig naar een atoom ionbinding: er ontstaan kationen en anionen in een rooster of in een oplossing

Covalente binding: tussen 2 niet-metalen moleculen Ionbinding: tussen metaal en niet-metaal kationen (+, vb Na+) en anionen (-, vb Cl-)

Metaalbinding: tussen 2 metalen kationen in rooster, e- wolk Groep Ia: alkalimetalen en waterstof: 1eH Waterstof Li Lithium Na Natrium K Kalium Cs Cesium Fr Francium Groep IIa: aardalkalimetalen: 2 eBe Berillium Mg Magnesium Ca Calcium Groep IIIa: boorgroep: 3 eB Boor Al Aluminium Groep IVa: koolstofgroep: 4 eC Koolstof Si Silicium Sn Tin Pb Lood Groep Va: stikstofgroep: 5 eN Stikstof P Fosfor As Arseen Groep VIa: zuurstofgroep: 6 eO Zuurstof S Zwavel Groep VIIa: halogenen: 7 eF Fluor Cl Chloor Br Broom I Jood Groep VIIIa: edelgassen: 8 eHe Helium Ne Neon Ar Argon Kr Krypton Xe Xenon Rn Radon Transitiemetalen Cr Mn Fe Co Ni Cu

Hydrogen Lithium Sodium Potassium Cesium Francium Berillium Magnesium Calcium Boron Aluminium Carbon Silicium Tin lead Nitrogen Phosphorus Arsenic Oxygen sulfur Fluorine Chlorine Bromine Iodine Helium Neon Argon Krypton Xenon radon

+I +I +I +I +I +I + II + II + II + III + III + II, + IV, - IV + II, + IV, - IV + II, + IV, - IV + II, + IV, - IV -III -III -III -II -II -I -I -I -I

Chroom Mangaan Ijzer Cobalt Nikkel Koper

Chromium Manganese Iron Cobalt Nickel Cupper

+ + + II, + III + II, + III + II, + III + I, + II

Zn Ag Cd W Pt Au Hg U Pu

Zink Zilver Cadmium Wolfram Platina Goud Kwik Uranium Plutonium

Zinc Silver Cadmium Tungsten Platinum Gold Mercury Uranium Plutonium

+ II +I + II + III + + + + +

Verbindingen: Elektronegativiteit (EN) = een onbenoemd getal dat een maat is voor de aantrekkingskracht uitgeoefend door dat element in een verbinding op de elektronen van de verbinding Het is een getal tussen 0,7 (Fr) en 4,0 (F). Metalen hebben een lage EN: vb. Fe 1,8 Niet-metalen hebben een hoge EN: vb. O 3,5 Soorten verbindingen (afhankelijk van verschil in EN): EN = 0 -apolaire covalente binding -moleculaire verbinding (stof) -moleculen -vb. H2, O2, Cl2 EN 1,7 -polaire covalente binding -moleculaire verbinding (stof) -moleculen EN > 1,7 -ionbinding -ionverbinding (ionische stof) -kristalrooster van kationen en anionen Chemische formule: symbolen en indexen De indexen duiden het aantal deeltjes aan van het element aanwezig in de stof. Geen verschil tussen moleculaire stoffen en ionische stoffen. Vb. H2SO4, NaCl (keukenzout), Mg(OH)2, CO, CO2, H2, O3, P4, S8 Chemische reacties labo! Een chemische reactie is een verschijnsel waarbij nieuwe stoffen ontstaan. De reactievergelijking: Linkerlid: reagentia Rechterlid: reactieproducten Wet van behoud van massa Aantal atomen in linkerlid en rechterlid zijn gelijk: reactievgl in evenwicht Vb. CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O De 4 in CH4 noemt men een index, de 2 vr O2 noemt men een cofficint.

Stochometrie = kwantitatief aspect van de chemie dat de verhoudingen bestudeert volgens dewelke stoffen reageren. 1 molecuul --> 1 mol Algemene gaswet: P.V = n.R.T (P in Pa en T in K, R = 8,31 J / K . mol) bij 0C (of 273 K) en 1013 hPa bedraagt het volume van 1 mol ideaal gas 22,4 l. Soorten reacties Synthesereacties: A +B --> C Ontbindingsreacties: A --> B + C Substitutiereacties: A + BC --> AC + B Exotherm: geeft warmte af Endotherm: neemt warmte op Redox reacties = een reactie waarbij een oxidatie en een reductie optreedt Oxidatie: gedeeltelijk of volledig verlies van 1 of meer eReductie: gedeeltelijke of volledige winst van 1 of meerdere eOxidant: een stof die de oxidatie veroorzaakt (en zelf gereduceerd wordt), wint eReductant: een stof die een reductie veroorzaakt (en zelf geoxideerd wordt), verliest e(zie oef in schrift, p. 55-56) Geheugensteuntje: OILRIG: oxidation is losing, reduction is gaining Anorganische producten organische producten: C-H 1.Zuren Zuren zijn stoffen die opgelost in water, H+ ionen afstaan. Gevaren: tast metaal aan, prikkelende geur, zeer reactief, corrosief + bijtend (klasse 8) Aggregatietoestanden: vloeistoffen, sommige zijn gassen T.o.v. elektrische stroom: elektrolyten (= elektrische stroom geleiden, opgelost in water) Reacties: zout + base --> zout + water Het zijn covalente bindingen. A. Zuren zonder zuurstof -HCl als gas E: hydrogen chloride Nl: waterstofchloride Hygroscopisch gas (= trekt water aan) Kleurloos, maar rokend in lucht Scherpe geur Corrosief in combinatie met water TLV-TWA: 5 ppm Dead: 1500 ppm

LEL-UEL: not ontvlambaar kookpunt: -85C dichtheid gas: 1,3 -HCl als vloeistof E: hydrochloric acid Nl: zoutzuur Kleurloze vloeistof, maar rokend in lucht Hygroscopisch Corrosief, maar niet voor koper en goud TLV-TWA: 5 ppm (damp) LEL-UEL: niet ontvlambaar Vorming van H2 in combinatie met metalen Sterk zuur (100% splitsen in water, een zwak zuur zal niet volledig opsplitsen) -H2S gas E: hydrogen sulfide Nl: waterstofsulfide Geur van rottende eieren TLV-TWA: 10 ppm Drempelwaarde geur: 0,001 ppm LEL-UEl: 4% - 46% ontvlambaar! Zelfontbrandingstemperatuur: 270 C Kookpunt: - 61C Dichtheid gas: 1,2 -HCN Vloeistof (kookpunt: 26 C) E: hydrocyanic acid (liquid) Hydrogen cyanide (gas) Nl: blauwzuur (vloeistof) Waterstofcyanide (gas) Heel giftig! Dodelijk Inhibitie van de ademhalingsenzymen TLV-TWA: LEL-UEL: Op schepen soms gebruikt voor fumigatie In de zaden van sommige vruchten B. Zuren met zuurstof: oxozuren 5 van buiten kennen, waarvan 2 met meer info: -HClO3 E: chloric acid Nl: chloorzuur -HNO3 E: nitric acid

Nl: salpeterzuur Kleurloze vloeistof Puur of 70% vloeistof Sterk corrosief (alle metalen, behalve voor goud en platinum) Explosief in contact met metaalpoeders TLV-TWA: 2 ppm Reactie met lucht en andere metalen: vorming van toxische bruin gas NO2 -H2SO4 E: sulfuric acid Nl: zwavelzuur Vloeistof Ziet er uit wat uit als olie, kleurloos Heel corrosief Hoge densiteit ( laden!) Densiteit van de vloeistof: 1,87 Sterke exotherme reactie met water Nooit water op gieten! spatten Wel doen om te verdunnen: H2SO4 al roerende voorzichtig bij water doen Hygroscopisch: neemt water op Exotherme reactie op huid: trekt water aan zware brandwonden (stromend water + eerst met vod afvegen) Licht vluchtig (lage dampdruk) Aerosols: microscopisch kleine druppels TLV-TWA: 1 mg/m3 TLV-STEL: 3 mg/m3 LEL-UEL: not flammable, maar sterke reactie met andere verbindingen Meest geproduceerde chemicalie in de wereld -H3PO4 E: phosphoric acid Nl: fosforzuur -H2CO3 E: carbonic acid Nl: koolzuur Naamgeving bij meer/minder O atomen (vb. met HClO3) HClO E: hypochlorous acid Nl: hypochlorig zuur HClO2 E: Chlorous acid Nl: chlorig zuur HClO3 E: chloric acid Nl: chloorzuur HClO4 E: perchloric acid Nl: perchloorzuur 2.Basen

Basen zijn stoffen die in een waterige oplossing OH- ionen afstaan. Vb. NaOH --> Na+ + OHHydroxiden: metaal + OH pH > 7 (tot 14) gevaren: corrosief (brand langzamer dan zuur) aggregatietoestanden: meeste zijn vaste, kristallijne stoffen T.o.v. elektrische stroom: elektrolyten Reacties: zuur + base --> zout + water Het zijn ionbindingen. A. Metaalhydroxiden -NaOH: Nl: natriumhydroxide (bijtende soda) E: sodiumhydroxide (caustic soda) Hygroscopisch: kristal dat H2O aantrekt smurrie -KOH Nl: kaliumhydroxide E: potassium hydroxide (caustic potasch) (zie p. 74) B. Ammoniak NH3 + H2O --> NH4+ + OHZuivere stof, onder normale omstandigheden een gas Kookpunt = -33,4C Toxisch: TLV = 25 ppm (geurdrempel 0,1 ppm), 1 vol% dodelijk Theoretisch explosief (LEL 15%), maar in open lucht vrijwel niet Meestal vervoerd in LPG tankers (bij -34C) Gebruik: o.a. stikstofhoudende kunstmest 3.Zouten Ionbinding tussen een metaalion of een ammoniumion (NH4+) en een zuurrest Gevaren: Kan toxisch zijn, corrosief, giftig, ontplofbaar (vb. NH4NO3) A. Zouten zonder zuurstof naam eindigt op ide (zowel NL als EN) NaCl Natriumchloride KCl Kaliumchloride CaF Calciumfluoride MgS Magnesiumsulfide KCN Kaliumcyanide NaS Natriumsulfide CaS Calciumsulfide BeBr2 berylliumbromide

Sodium chloride Potassiumchloride

Potassiumcyanide Sodiumsulfide

B. Zouten met zuurstof: oxozouten Naamgeving volgt die van de zuren ( aantal zuurstofatomen, zie p. 85) NaNO3 Natriumnitraat Sodiumnitrate Ca(NO3)2 calciumdinitraat Calciumdinitrate NH4NO3 Ammoniumnitraat Ammoniumnitrate NH4NO2 Ammoniumnitriet Ammoniumnitrite Ca(ClO)2 Calciumdihypochloriet Calciumdihypochlorite Al(NO3)2 Aluminiumnitraat Aluminium nitrate NH4ClO4 Ammoniumperchloraat Ammonium perchlorate Fe(SO4)3 Ijzer (III) sulfaat Iron (III) sulfate K2SO3 Kaliumsulfiet Potassium sulfite K2S kaliumsulfide Potassium sulfide

4.Oxiden basisch: vormt base in reactie met water zuur: vormt zuur in reactie met water A. Basische oxiden Ionbinding Tussen metaal en zuurstof Basische oxide + water --> base Vb. CaO + H2O --> Ca(OH)2 Naamgeving: Formule NL Na2O natriumoxide K2O Kaliumoxide Al2O3 Aluminiumoxide Cu2O Dikoperoxide (koper(I)oxide) CuO Koperoxide (koper(II)oxide) Fe2O3 Diijzertrioxide (ijzer(III)oxide) FeO Ijzeroxide (ijzer(II)oxide) B. Zuuroxiden Covalente binding Tussen niet-metaal en zuurstof Zuroxide + water --> zuur Vb. SO2 + H2O --> H2SO3 (zwavelig zuur) Naamgeving: Formule NL SO3 Zwavel(VI)oxide CO Koolstofmonoxide CO2 Koolstofdioxide NO Stikstof(II)oxide NO2 Stikstof(IV)oxide P2O5 Fosfor(V)oxide

EN sodiumoxide Potassiumoxide Aluminixumoxide Cupper(I)oxide Cupper(II)oxide Iron(III)oxide Iron(II)oxide

EN Sulfur(VI)oxide Carbonmonoxide Carbondioxide Nitrogen(II)oxide Nitrogen(IV)oxide Phosphor(V)oxide

P2O3 Cl2O7

Fosfor(III)oxide Chloor(VII)oxide

Phosphor(III)oxide Chlorine(VII)oxide

Zure regen: SO2, SO3, NO3 in de lucht + water: 5.Anorganische peroxiden Het zijn covalente bindingen. (geen oxiden, want de O zijn met elkaar gebonden) Alle peroxiden zijn gevaarlijke producten sterke oxidanten: IMDG klasse 5 Metaal en O-O of water en O-O Oxidatiegetal van O = -I Niet stabiel: afstaan van O2 Vb. -Li2O2: lithiumperoxide: Li-O-O-Li -H2O2: waterstofperoxide: zuurstofwater = ontsmettingsmiddel, reageert met vuil in wonde (gaat bruisen): H-O-O-H -MgO2: magnesiumperoxide: Mg O -CaO2: calciumperoxide: O Organische producten Er zijn meer organische dan anorganische producten. Altijd C en H, andere mogelijke elementen zijn O, N, S, Cl, Er zijn 2 mogelijkheden voor de koolstofketting: Alifatische verbinding: open keten Cyclische verbinding: gesloten keten (driehoek, zeshoek, ) Ca O O Op kalksteen (oude gebouwen) eroderen Aantasting autolak Bodemverzuring beplanting sterft af, andere fauna & flora

C: 4 elektronen om te binden H: 1 elektron om te binden Bindingen tussen de C atomen: Enkele binding: sterke binding (80kcal) verzadigde verbinding Dubbele binding: 1 binding en 1 minder sterke binding (65 kcal) meer reactief onverzadigd Driedubbele binding: 1 binding en 2 bindingen vaak reactief onverzadigd

Er is een verschil tussen de energie nodig voor een binding te breken en de energie nodig voor een binding te breken. Isomeren: verbindingen met dezelfde moleculeformule maar een andere structuurformule. Het zijn verschillende producten met andere karakteristieken en namen. (zie p. 95) De classificatie van de organische producten gebeurt op basis van volgende zaken: open of gesloten keten, aantal bindingen (1, 2 of 3), functionele groep (vb. OH, C = O, ) Naamgeving: IUPAC (international Union of pure and applied chemistry), maar soms zijn er ook synoniemen of oudere gebruiksnamen. OH: organisch alcohol OH: anorganisch hydroxide 1.Alkanen (alkenes) Koolwaterstoffen: enkel C en H 1 enkele binding: verzadigde koolwaterstof Alifatisch (open keten) Algemene moleculeformule: CnH2n+2 C1 t.e.m. C4: gassen C5 t.e.m. C18: vloeistoffen C19 - : vaste stoffen LNG: liquefied natural gas: methaan LPG: liquefied petroluem gas: mix van propaan en butaan Regels voor benoemen van vertakte alkanen (isomeren): zie p. 100 101, belangrijkste is dat de som van de cijfers zo klein mogelijk moet zijn, en dat de verschillende alkylgroepen alfabetisch gerangschikt zijn (di, tri, telt hiervoor niet mee) Vb. isomeer: C6H14 Methaan: CH4 Ethaan: C2H6 Butaan: C3H8 Propaan: C4H10 Pentaan: C5H12 Hexaan: C6H14 Heptaan: C7H16 Octaan: C8H18 Nonaan: C9H20 Decaan: C10H22 Undecaan: C11H24 Dodecaan: C12H26

-

-

N-hexaan (onvertakte keten): -C-C-C-C-C-C-C2,2 dimethyl butaan: -C-C-C-C-C3 methyl pentaan: -C-C-C-C-C-C-C2,3 dimethyl butaan: -C-C-C-C-C2 methyl pentaan: -C-C-C-C-C-C-

-

-C6-ethyl 3,5-dimethyl nonaan: -C-C-C-C-C-C-C-C-C-C-C-C-C4-ethyl 3,3-dimethyl hexaan: -C-C-C-C-C-C-C- -C-CAlkylgroep: CnH2n+1 2.Gehalogeneerde alkanen C, H en halogenen (F, Cl, Br en I: groep VIIa) Alleen enkele bindingen Alifatisch vb. Cl -CH3Cl: chloormethaan/chloromethane -CH2Cl2: dichloormethaan/dichloromethane -CHCl3: trichloormethaan (= chloroform)/trichloromethane -CCl4: tetrachlootmethaan (= tetra: ontvetter, koolstoftetrachloride)/tetrachloromethane CH2Cl-CHCl-CH2Cl: 1,2,3-trichlorompropane B-product (vloeistof), Marpol annex II CH2F-CHCl2: 1,1 dichloro-2-fluoroethane CH2Cl-CHF2: 1,1 difluoro-2-chloroethane CH3-CH2-CH2I: 1-joodpropaan/1-iodopropane Vorming van gehalogeneerde alkanen:

1. Substitutie C trekt H aan, maar nog meer Cl CH4 + Cl2 --> CH3Cl + HCl Als er nog meer Cl2 aanwezig is: CH3Cl + Cl2 --> CH2Cl2 + HCl 2. Additie voorwaarde: dubbele binding H2C=CH2 + energie (om dubbele binding te breken) --> .H2C-CH2. .H2C-CH2. + Br2 --> BrH2C-CH2Br (1,2-dichloor ethaan/1,2-dichloroethane) 3.Alkenen (alkenes) Koolwaterstoffen: enkel C en H 1 dubbele binding (tussen C) onverzadigde koolwaterstoffen Alifatisch (geen gesloten kring, wel eventueel vertakt) Algemene moleculeformule: CnH2n Gevormd door petroleum te scheuren op hoge temperatuur (900C) Reactief door de dubbele binding Gebruik: start punt (vb. ethylene) voor vervaardigde vezels (vb. polyethylene) door een additiereactie monomeer --> (additiereactie tussen de monomeren: polymerisatie) polymeer C2 tot C4: gassen C5 - : vloeistoffen (metheen bestaat niet!) H H C2H4: etheen (= eenvoudigste alkeen): C=C H H H H H C3H6: propeen: C=C-C-H H H C4H8: 3 isomeren: 1. 1-buteen (but-1-een) H HHH H-C=C-C-C-H HH 2. 2-buteen (but-2-een) HH HH H-C-C=C-C-H H H 3. 2-metylpropeen HHH H-C-C=C-H HCH H H

Naamgeving van belangrijke cargo: IUPAC C2 C3 C4 C4 C4 CH2=CH- : vinyl-groep 4.Gehalogeneerde alkenen (halogenated alkenes) C, H en halogenen 1 dubbele binding Alifatisch Vb. HClC=CH2 1-chloroethene VCM: vinylchloride monomere ! kanker ! Synoniem: chloroethylene Maritiem transport: vloeibaar gas 5.Alkadienen (alkadienes) Koolwaterstoffen: enkele C en H 2 dubbele bindingen onverzadigde koolwaterstoffen Alifatisch Algemene moleculeformule: CnH2n-2 C3H4 CH2=C=CH2 IUPAC: propadiene Syn.: allene CH2=C=CH-CH3 IUPAC: buta-1,2-diene Syn.: 1,2-butadiene CH2=CH-CH=CH2 IUPAC: buta-1,3-diene Syn.: 1,3-butadiene TLV: 10 ppm Boiling point: -5C Ethene Propene But-1-ene But-2-ene 2-methylpropene gebruiksnaam Ethylene Propylene -butylene -butylene -butylene/isobutene

C4H6

6.Alkynen (alkynes) Koolwaterstoffen: alleen H en C 1 driedubbele binding (tussen C) onverzadigde koolwaterstoffen Alifatisch Algemene moleculeformule: CnH2n-2 Erg reactief (additiereacties) door de driedubbele binding (++) C2H2 H-C = C-H IUPAC: ethyne Syn.: acetylene Gebruik: om te lassen in combinatie met O2 (3000C) Transport door tankers is verboden, enkel in cilinders Erg reactief en explosief LEL: 1,5 en UEL: 82 HC=C-CH3 Propyn(e)

C3H4:

C4H6: 2 isomeren: But-1-yn(e): HC=C-CH2-CH3 But-2-yn(e): CH3-C=C-CH3 Cyclische koolwaterstoffen: cyclische alkanen en aromaten: 7.Cyclische alkanen/Cyclanen (cyclic alkanes) Opm: niet-cyclische alkanen zijn gebonden onder een hoek van 109 Koolwaterstoffen: enkel C en H Alleen enkele bindingen verzadigde koolwaterstoffen Cyclisch (minimum 3 koolstofatomen in een cyclus) Algemene moleculeformule: CnH2n C3H6 cyclopropane 60 gebonden hoeken (= driehoek) niet stabiel, reactief Kookpunt: -33C Vloeibaar gas, extreem ontvlambaar cyclobutane 90 gebonden hoeken (=vierkant) niet stabiel, reactief Kookpunt: 12,5C Vloeibaar gas, extreem ontvlambaar

C4H8

C5H10

cyclopentane 108 gebonden hoeken (=vijfhoek) stabiel Vloeistof, ontvlambaar (maar niet extreem), getransporteerd door tankers cyclohexane 120 gebonden hoeken (= zeshoek) stabiel Vloeistof, ontvlambaar, getransporteerd door tankers Gebruik: solvent voor de chemische industrie Relatieve dichtheid van de damp = 2,9 (lucht = 1)

C6H12

8.Aromatische verbindingen: benzeen en afgeleiden Benzeen:

Moleculeformule: C6H6 Kleurloze vloeistof, vluchtig Typische geur Kankerverwekkend (bloedkanker, leukemie) TLV: 1 ppm (in de toekomst: 0,5 ppm) Opname door de huid, inhaleren Relatieve dichtheid van de damp: 2,7 Geurlimiet boven 10 ppm Ontvlambaar: LEL = 1,2 en UEL = 8 Drijft op water: dichtheid van de vloeistof = 0,88 (doch, zwaarder dan lucht) Blusmiddel: CO2 Totaal oplosmiddel Origine: breken en destillatie van ruwe olie Gebruik: chemische industrie Gevaar aan boord bij: laden/lossen, ventileren masker dragen met filter + accommodatie moet ook vrij zijn van dampen Afgeleiden van benzeen: A.Substitutie van H door CH3 C6H5CH3: methylbenzene Syn: toluene C6H4(CH3)2: dimethylbenzene Syn: xylene 3 isomeren (1,2-;1.3-;1;4-dimethylbenzeen)

B.Substitutie van H door halogeen C6H5Br: bromobenzene C6H4Br2: dibromobenzene 3 isomeren C.Substitutie van H door CH=CH2 (vinyl) C6H5CH=CH2: styrene -

D.Substitutie van H door OH C6H5OH: phenol (NL: fenol) Hygroscopisch kristal: trekt water aan Smeltpunt: 41C getransporteerd als vloeistof op 60C Corrosief: brand, ook aan de luchtwegen Absorbeert erg snel door de huid Kan lever- en nierschade veroorzaken bij herhaaldelijke blootstelling TLV: 2 ppm Flashpoint: 78C LEL-UEL: 1,3 9,5 Probleem aan boord: kristalliseren in buizen

9.Alcoholen (alcohols) C, H en OH (max. 1 OH op 1 C) Naamgeving: zelfde als alkanen, maar eindigt op ol A.1 OH-groep Methanol: niet drinkbaar, brandalcohol ethanol : alcohol in wijn, bier propanol: 2 isomeren: 1-propanol en 2-propanol butanol: 4 isomeren: 1-butanol, 2-butanol, 2-metyl-1-propanol en 2-metyl-2-propanol 1C-11C: vloeistoffen 12C- : vaste stoffen B.2 OH-groepen: diolen Vb. glycol: CH2OH-CH2OH, een antivriesmiddel C.3 OH-groepen: triolen VB. glycerol: CH2OH-CHOH-CH2OH (syn: glycerine), een stroperige vloeistof

10.Andere organische verbindingen (enkel structuur en 1 voorbeeld kennen) R-groep: organische groep (alkylgroep) Ethers: R-O-R Vb. diethylether Cyclische ethers: altijd driehoekstructuur Vb. ethyleenoxide (wordt vloeibaar vervoerd en met een topping van zuivere N2, LEL: 2,5% - UEL 100% stof is niet stabiel) O C C Aldehydes: Vb. formaldehyde (gas) Vb. acetaldehyde (vloeistof, gebruikt voor de synthese van azijn) R(ofH)-C=O H Ketonen: Vb. aceton (ontvetter, nagellak verwijderen) R1-C-R2 O carbonzuren (in water H+ afscheiden, alcohol kan geen H+ afscheiden) Vb. formic acid (mierenzuur) Vb. azijnzuur (acetic acid: gemaakt met acetyldehyde) R(ofH)-C=O OH

-

-

-