Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie –...

21
Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het verkrijgen van een centraal veneuze toegang per voorkeur localisatie met rolverdeling voor inbrengend arts en assisterend verpleegkundige. De zaken specifiek voor de verpleegkundige zijn in cursief weergegeven. Indicaties Bewaken haemodynamische grootheden bijv. CVD meting; PICCO grootheden. Ernstige sepsis en behoefte aan meting SvO 2 Toedienen van inotropica Toedienen hyperosmolaire vloeistoffen: bijv. TPV, MgSO 4 , NaHKPO 4 , Na Bicarbonaat 8,4 % TRIS/THAM buffer Contra Indicaties Locale infectie Ernstige bloedingsneiging Thrombose Risico complicaties onaanvaardbaar Subclavia: Clavicula en ribfractuur thv van punctieplaats Aanwezigheid A-V Shunt voor Nierfunctievervangende therapie aan identieke zijde Femoralis: Status na perifere vaatchirurgie Jugularis: Status na Carotis chirurgie Torticollis naar voorgenomen zijde Complicaties Korte termijn Bloeding en (hypovolemische) shock Positie in onbedoelde structuur Luchtembolie Subclavia (Spannings-) Pneumothorax Ritmestoornissen door voerdraad (prikkeling endocard) Haemato- hydrothorax Jugularis (Spannings-) Pneumothorax Ritmestoornissen door voerdraad (prikkeling endocard) Haemato- hydrothorax Femoralis Aspireren ascites Langere termijn Cathetersepsis Thrombose van aangeprikte vena Strictuur van aangeprikte vene A-V fistel Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 1 van 21

Transcript of Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie –...

Page 1: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn.

Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het verkrijgen van een centraal veneuze toegang per voorkeur localisatie met rolverdeling voor inbrengend arts en assisterend verpleegkundige. De zaken specifiek voor de verpleegkundige zijn in cursief weergegeven. Indicaties Bewaken haemodynamische grootheden bijv. CVD meting; PICCO grootheden. Ernstige sepsis en behoefte aan meting SvO2Toedienen van inotropica Toedienen hyperosmolaire vloeistoffen: bijv. TPV, MgSO4, NaHKPO4, Na Bicarbonaat 8,4 % TRIS/THAM buffer Contra Indicaties Locale infectie Ernstige bloedingsneiging Thrombose Risico complicaties onaanvaardbaar Subclavia: Clavicula en ribfractuur thv van punctieplaats Aanwezigheid A-V Shunt voor Nierfunctievervangende therapie aan identieke zijde Femoralis: Status na perifere vaatchirurgie Jugularis: Status na Carotis chirurgie Torticollis naar voorgenomen zijde Complicaties Korte termijn Bloeding en (hypovolemische) shock Positie in onbedoelde structuur Luchtembolie Subclavia (Spannings-) Pneumothorax

Ritmestoornissen door voerdraad (prikkeling endocard) Haemato- hydrothorax

Jugularis (Spannings-) Pneumothorax Ritmestoornissen door voerdraad (prikkeling endocard) Haemato- hydrothorax

Femoralis Aspireren ascites Langere termijn Cathetersepsis Thrombose van aangeprikte vena Strictuur van aangeprikte vene A-V fistel

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 1 van 21

Page 2: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Registratie: Registratie in EZIS (Chipsoft) Registratie MediScore Verrichtingenregistratie evt Externe Verrichtingen Voorkeurslocalisatie toegang tot centrale vene Conform VMS Voorkomen Lijnensepsis

1. V. Suclavia 2. V. Jugularis 3. V. Femoralis

Conform Voorkomen vroege complicaties (bloedingen; pneumothorax)

1. V. Femoralis 2. V. Jugularis 3. V. Subclavia

In handen van ervaren inbrengers van centrale lijnen kan een individuele voorkeurslocalisatie bestaan. In alle gevallen verdient het aanbeveling in de status te noteren, waarom voor een localisatie is gekozen. Beschrijving van de verschillende technieken per localisatie

1. V. Subclavia 2. V. Jugularis 3. V.femoralis

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 2 van 21

Page 3: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Referenties: Fundamental Critical Care Support Manual 2007 (SCCM) Appendix 10 Thema Lijnensepsis van VMS zorg Onderdeel Voorkomen Lijnensepsis http://www.vmszorg.nl/10-Themas/Sepsis (bezocht 17 mei 2012) Central Venous catherization (videos in clinical medicine) AS Graham ea. n engl j med 2007: 356;e21 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMvcm055053v. jugularis: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMvcm055053v. subclavia: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMvcm074357 Link artikel (central venous catherization) Link artikel catheterisatie v.subclaviaLink video catherisatie v. subclavia Link video catherisatie v. jugularis Central Venous Catherization: letter to editor S. Harris ea. N Engl J Med 2008; 358:1758-1760 http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMc080036Link letter to editor Current Concepts: Preventing Complications of Central Venous Catheterization McGee D.C. and Gould M.K.N Engl J Med 2003; 348:1123-1133 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMra011883

Link artikel

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 3 van 21

Page 4: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Centrale lijn via v. Subclavia Indicaties: Contra-ïndicaties: Bewaken haemodynamische grootheden bijv. CVD meting; PICCO grootheden. Ernsige sepsis (noodzaak SvO2 meting) Toedienen van inotropica Toedienen hyperosmolaire vloeistoffen: bijv. TPV, MgSO4, NaHKPO4, Na Bic 8,4 %

Locale infectie Ernstige bloedingsneiging Clavicula en ribfractuur thv van punctieplaats Thrombose Risico complicaties onaanvaardbaar

Complicaties: vroeg Complicaties: laat (Spannings-) Pneumothorax Luchtembolie Ritmestoornissen door voerdraad (prikkeling endocard) Haemato- hydrothorax Aanprikken v. subclavia

Cathetersepsis Thrombose v. Jugularis Strictuur v. Jugularis

Benodigdheden; voorbereiding Benodigdheden; punctie en inbrengen Celstof onderlegger(s) Drukzak Druksysteem (1000 ml NaCl 0,9) Monitorlijn blauw Chloorhexidine in alcohol 70 %, bij voorkeur gekleurd Lidocaine 2 %, 5 ml ampul Spuiten 5ml; 2x Spuiten 10 ml; 1 x Opzuignaald met filter 2 x Naald 0,8 mm x 50 mm (lange groene) Steriele gazen 10 x 10 cm; 2 x 3 Instrumeneertafel

Centrale lijn set Steriele doeken, 3x, of Set met Lichaamsbedekkende doek met zichtvenster en gatopening. Centrale lijn: Arrow Multilumen Set (met daarin Arrow Raulerson Voerdraad Introductie Spuit) pm Centrale lijn: Secalon 16 G met flow switch Steriele gazen 10 x 10 ; 6 stuks Kraantjes (eventueel met kort monitorlijntje) 3 x Zakje NaCl 0,9% 100 ml of Plastic flacons NaCl 0,9 % van 10 ml, 3 x Spuiten 5ml; 2x Spuiten 10 ml; 1 x Scalpel nr. 11 Ethilon hechtmateriaal 2-0 rechte naald Mersilene hechtmateriaal 2-0 kromme naald Tegaderm afplakmateriaal 2 x Mondmasker 2x Steriele jas OK muts blauw Handschoenen (6,5 7 7,5 8)

Voorbereiding: Lees de bijzonderheden, zoals die staan beschreven verderop in dit protocol zorgvuldig door. Controleer of alle benodigdheden aanwezig zijn en dat je vertrouwd bent met het materiaal dat je gaat gebruiken. Vraag aan de assisterende verpleegkundige of hij/zij op de hoogte is van de procedure en bekend is met mogelijke complicaties en problemen met monitor en druksysteem. Leg aan de patient uit wat je gaat doen.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 4 van 21

Page 5: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Leg celstofmat onder schouder van de kant waar je prikt. Hoofd in midline. Leg de arm aan kant punctie gestrekt langs lichaam (even aan trekken). Verpleegkundige: Regel dat monitor zichtbaar is en dat het hartrithme hoorbaar is (ivm mogelijke extra’s door voerdraad). Het druksysteem moet gereed zijn, op druk en aangesloten op de monitor; genuld op adequate niveau. Vergewis je aan welke kant de lijn geplaatst wordt en zorg dat een eventuele swivel niet in de weg zit. ECG plakkers moeten buiten het te verwachten steriele veld zijn aangebracht. Zorg voor voldoende ruimte ter hoogte van de punctieplaats; lijnen weg ? Verplaats zo nodig het bed. Alle voor het inbrengen van een centrale lijn benodigde materialen worden klaargelegd op de bovenkant van de “centrale lijnenkar”. Vraag naar de maat handschoenen van de inbrengend arts en leg een paar klaar. Vraag ook na of een rechte of kromme hechtnaald wordt verwacht en of het NaCl 0,9 % moet worden opgetrokken uit flacons of dat gebruik gemaakt wordt van een 100 ml zakje. De instrumenteertafel wordt later samen met de inbrengend arts opgedekt. Lokaliseer punctieplaats: links 2-3 cm caudaal van buitenste 1/3 deel van de clavicula; rechts 1 cm meer naar craniaal van dit punt, bij voorkeur aan zijde met minst goede functie long (atelectase, pneumonie. zie thoraxfoto.). Markeer de plaats bij voorbeeld d.m.v. "dermatografie" met de nagel. Markeer jugulum en onderste claviculurand. Zorg dat een eventuele "swivel" en beademingsslang niet in de weg zit bij puncteren. Zorg ook voor goed licht. Zorg voor voldoende ruimte rond het bed aan de kant van de punctieplaats; laat het bed zo nodig wat verplaatsen. Bij vermoeden van ondervulling: leg patient in Trendelenburghouding. Rol desgewenst een handdoek tot een rolletje en leg dit in de lengterichting tussen de schouderbladen va de patiënt om de schouders of te laten hangen. (een nadeel van dee handeling kan zijn dat de vena subclavia opgewerkt wordt en het lumen dus kleiner wordt,waardoor het aanprikken moeilijker kan worden. Verdoven huid en steriel Opdekken van de steriele instrumenteertafel: Eerste desinfectie van huid en verdoven van de insteekplaats en bevestigingsplaats van de catheter kan geschieden onder “gewone” contactisolatie maatregelen (onsteriele handschoenen; bedschort). Geef 3 gazen van 10 x 10 ml steriel aan. Toon etiket van huiddesinfectans en bevochtig de drie aangegeven gazen op steriele wijze Desinfecteer de huid van het gebied van hals, sternum,clavicula en voorste axillairlijn royaal en wacht tot de vloeistof is verdampt. Geef 10 ml spuit met optreknaald (met filter) aan arts. Toon etiket lidocaine 2 % aan arts en open flacon. Na het optrekken vraagt arts om lange groene intramusculaire naald. Zuig 10 ml Lidocaine 2 % op met optreknaald. Verwijder optreknaald en vraag om lange intramusculaire groene naald. Verdoof de huid ter plaatse van de insteekplaats en daar waar de centrale lijn wordt gefixeerd met lidocaine 2 % en het periost van de clavicula. De inwerktijd van het locaal anaesthesticum bedraagt ongeveer 5- 10 minuten. Gebruik deze tijd om de werktafel steriel op te dekken samen met de verpleegkundige.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 5 van 21

Page 6: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

De handen zijn gedesinfecteerd en aan de lucht gedroogd. Mondkapje en ok must opgezet, genummerde bedjas en schone (niet) steriele handschoenen aangetrokken. Help inbrengend arts met het sluiten van de jas. Mondkapje en OK muts opgezet De handen zijn gedesinfecteerd en aan de lucht gedroogd. Steriele jas en steriele handschoenen aangetrokken. In dialoog met de verpleegkundige zorg je ervoor dat alle voor de punctie benodigde zaken in gereedheid zijn en klaarliggen. Maak je keuze voor hechtmateriaal kenbaar (recht of kromme naald) en of je NaCl wilt optrekken uit flacons of gebruik wilt maken van een zakje met 100 ml. De verpleegkundige geeft je de benodigde spullen aan op zo'n manier dat steriliteit blijft gewaarborgd. Leg alle spullen op een systematische wijze neer op het werkblad van instrumenteertafel. Procedure Laat enkele gazen in je hand door de assisterende verpleegkundige besprenkelen met chloorhexidine (gekleurd) en desinfecteer het werkveld ( gebied van hals, sternum,clavicula en voorste axillairlijn) royaal en wacht tot de vloeistof is verdampt. Waak ervoor je handschoenen niet onsteriel te maken (swivel) Gebruik de droogtijd om de spuiten met zout op te trekken (ofwel uit zakje van met 100 ml NaCl dat je STERIEL uit de verpakking wordt aangegeven of door de zoutoplossing op te trekken uit de flacons die door de assisterende verpleegkundige worden aangereikt). Knip 100 ml NaCl zakje in en vul het alumiumbakje met water. Trek van hieruit de spuiten op (5 of 10 ml). Koppel alle driewegkraantjes aan de lumina van de centrale lijn en vul de lumina tot en met de kraantjes met NaCl. Draai ter afsluiting de krantjes een halve kwartslag (45 °) . Plaats de SCHERPE naald op de Raulersonspuit en trek hierin 1-2 ml NaCl op. Om zo min mogelijk lucht op te trekken is de volgende methode redelijk succesvol: zuig de vloeistof langzaam op en spuit de spuit met de naald nog onder water snel leeg; herhaal dit twee of drie keer. Dek de patiënt steriel af met de doek/doeken: zodat de opening de gemarkeerde punctieplaats vrijlaat en zicht biedt op jugulum. Let op of er voldoende ruimte is om de lijn te fixeren. Bij gebruik van meerdere doeken: één met de plakrand evenwijdig aan de tegenoverliggende clavicula; één met de plakrand haaks op de clavicula aan de punctiezijde en de derde doek met de plakrand van het oor, aandrukkend over de hals naar distaal. Haal "kapje" van voerdraad af en trek voordraad terug tot in introductieconus. Leg voerdraad, steriele gazen en mes klaar voor gebruik op steriele doek. Check of bevel van naald (opening) op de Raulersonspuit naar boven zit = streepjes. Houd naald en spuit zo horizontaal mogelijk en prik door de huid op punctieplaats naar clavicula, iets craniaal van jugulo. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren, wegspuiten huidplug. Draai de bevel 90 graden naar caudaal. (FCCS). Prik tot tegen de clavicula. Plaats de wijsvinger van de andere hand in jugulo en druk met de duim van deze hand de huid, samen met de naald, naar dorsaal, tot onder niveau van de clavicula. Voer dan naald en spuit zo horizontaal mogelijk al zuigend verder op in de richting van de in jugulo geplaatste vinger. Dit moet zonder weerstanden gaan. Attentie

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 6 van 21

Page 7: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Ga niet over de mediaanlijn met punt !! (cuff tube !!) Verander niet van vlak tijdens prikken !! Niet te diep onder clavicula door gaan !! Indien geen bloed: EERST TERUG tot clavicula en dan naald van richting veranderen.

Zoek vat op. (Vanaf deze punctieplaats lijkt de naald net iets te kort; opvoeren tot de hub) . Controleer of er een goede flow in en uit de spuit is. Pak dan de spuit met de hand van het jugulum over en houdt de spuit in positie. Check met stompe groene naald uit set of er geen pulsatiele flow is (arterieel) Plaats introductieconus van de voerdraad op het lumen in de stamper van de spuit. Breng de voerdraad door het lumen van de stamper van de spuit naar binnen met een "geldtel" beweging van duim en wijsvinger van de vrije hand ("punctiehand") tot op de laatste 5 cm na. Cave rithmestoornissen wanneer de voerdraad het endocard prikkelt (QRS geluid). Waarschuw arts als er rithmestoornissen optreden en geef aan wat de aard van de rithmestoornissen is. Suggereer het terugtrekken van de voerdraad. Het inbrengen van de voersonde moet heel gemakkelijk gaan. Bij weerstand of "hokken" stoppen; NOOIT MET GEWELD verder opvoeren: hij kan in de v. jugularis liggen. Verwijder inbrengsling van voerdraad. Pak met vrije hand uiteinde voerdraad vast en beweeg met de andere hand de spuit naar het einde van de voerdraad. Als er dan geen voerdraad zichtbaar is bij de insteekplaats, trek dan spuit en voerdraad samen iets terug. Als voerdraad weer bij huid zichtbaar wordt, daar “overpakken”; Fixeer dan voerdraad met de (jugulum)hand. De voerdaad moet altijd worden vastgehouden. Verwijder de Raulersonspuit. 2 Leg steriel gaas als doekje voor het bloeden tussen voerdraad en huid bij punctieplaats. Pak scalpel, met scherpe zijde naar boven en snijd/steekde huid langs de voerdraad in tot 3 mm (= half mesje) = dikte dilatator. Pak dilatator in punctiehand vast op ongeveer de helft van de dilatator. Breng dilatator over voerdraad naar de huid en breng deze verder al draaiend met de ene hand volledig naar binnen. Altijd de voerdraad vasthouden met de andere hand. Dit moet met enige kracht maar zonder moeilijkheden gaan. Cave knikken van de voerdraad. Breng dilatator weer naar buiten over voerdraad, zodat altijd de voerdraad in situ blijft maar ook wordt vastgehouden (zie verwijderen Raulerson spuit). Breng voerdraad in cathether en voer de voerdraad op tot deze bij de bruine hub zichtbaar wordt. Open dan het kraantje zodat de voerdraad naar buiten kan komen. (voerdraad eventueel terugtrekken, maar wel in situ laten). Pak het eindeinde van de voerdraad bij de hub vast en introduceer catheter met voerdraad en al weer verder naar binnen tot 15 cm (schaalverdeling catheter). (20 cm bij mensen langer dan 1.90 cm of erg oedemateus/adipeus).Verwijder voerdraad –cave lijn !! - en sluit opening kraantje met duim zodra voerdraad uit lijn is. Sluit dan kraantje weer (45 graden). Controleer of lijn in vat zit door aspiratie bloed van ALLE lumina ! en spuit lumina weer volledig door met NaCl. Sluit kraantje weer af. Verwijder gaasje / doekje voor het bloeden. Neem witte / gele bevestigingspiefje in hand en buig het open. Doe wijsvinger onder de lijn bij de insteekopening en plaats witte piefje met duim over lijn. Druk daarna op de zelfde wijze het blauwe afdekseltje over het witte piefje (hard drukken !). Hecht lijn aan huid vast met twee hechtingen door oogjes van zojuist aangebrachte bevestigingspunt.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 7 van 21

Page 8: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Verwijder steriele doek. Pak 1 Tegaderm en vouw die met de plakkant naar buiten in de breedte dubbel. Verwijder de bescherming van de plak en plaats deze gevouwen Tegaderm tussen huid en catheter zo ver mogelijk naar de insteekopening, met de vouw haaks op de lijn. De tweede tegaderm wordt "recht" op de naar boven gerichte zijde van de eerste Tegaderm geplakt en verder over de insteekopening en de huid. Beide Tegaderms goed aandrukken. Sluit druklijn aan, draai kraantje open en controleer curve. Ruim zelf al het scherpe materiaal op in de naaldencontainer. Ruim zelf blad op en breng het inbrengsetje naar de Desinfectie. Vraag Röntgenfoto van thorax aan ter bevestiging ligging van de centrale lijn en ter uitsluiting van een eventuele pneumothorax. Registreer de centrale lijn, aantal prikpogingen en eventuele complicaties in de Verichtingenregistratie van Mediscore. (Bij inbrengen Centrale Lijn buiten de IC als Externe Verrichting). Registreer inbrengen en gebruik van Centrale lijn In EZIS (Chipsoft) in verband met thema Lijnensepsis van Veiligheids Management Systeem Alternatieve Procedure (“plan B”) Prikken met Secalon catheter als Raulersonspuit onklaar raakt of bij een erg obese patient (naald te kort) Prik door de huid met de voorprikker (scherpe, niet holle korte naald). Plaats met 3 ml NaCl gevulde spuit op Secaloncatheter. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren, wegspuiten huidplug. Draai de bevel 90 graden naar caudaal. (FCCS). Prik tot tegen de clavicula.l Prik tot tegen de clavicula. Plaats de wijsvinger van de andere hand in jugulo en druk met de duim van deze hand de huid, samen met de naald, naar dorsaal, tot onder niveau van de clavicula. Voer dan naald en spuit zo horizontaal mogelijk al zuigend verder op in derichting van de in jugulo geplaatste vinger. Dit moet zonder weerstanden gaan. Ga niet over de mediaanlijn met punt !! (cuff tube !!) Verander niet van vlak tijdens prikken !! Niet te diep onder clavicula door gaan !! Indien geen bloed: EERST TERUG tot clavicula en dan naald van richting veranderen. Zoek vat op. Controleer of er een goede flow in en uit de spuit is. Fixeer positie naald en spuit. Schuif dan met de duim van de "jugulum"hand de tefloncatheter af over de naald door middel van het opstaand plasticje net voor de grijze Flow Switch. De duim kan ook gebruik worden om de conus af te sluiten als de naald uit de catheter wordt getrokken. Sluit de naald met behulp van de Flow Swith. Controleer of lijn in vat zit door aspiratie bloed en spuit lumen weer volledig op met NaCl. Sluit Flow Switch. Leg een steriele gaas van 10 x 10 cm onder de secaloncatheter (“doekje voor het bloeden”) Plaats introductieconus van de voerdraad op het lumen van catheter, open Flow Switch en breng de voerdraad door het lumen van de catheter naar binnen met een "geldtel" beweging van duim en wijsvinger van de vrije hand ("punctiehand") tot op de laatste 5 cm na. Cave rithmestoornissen wanneer de voerdraad het endocard prikkelt (QRS geluid). Waarschuw arts als er rithmestoornissen optreden en geef aan wat de aard van de rithmestoornissen is. Suggereer het terugtrekken van de voerdraad. Het inbrengen van de voersonde moet heel gemakkelijk gaan. Bij weerstand of "hokken" stoppen; NOOIT MET GEWELD verder opvoeren: de lijn kan in de v. Jugularis liggen. Verwijder inbrengsling van voerdraad. Pak met vrije hand uiteinde voerdraad vast en beweeg met de andere hand de ingebrachte catheter naar het einde van de voerdraad. Als er dan geen voerdraad

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 8 van 21

Page 9: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

zichtbaar is bij de insteekplaats, trek dan catheter en voerdraad samen iets terug. Als voerdraad weer bij huid zichtbaar wordt, daar “overpakken”; Fixeer dan voerdraad met de (jugulum)hand. De voerdaad moet altijd worden vastgehouden. Verwijder de catheter. Verder procedure als bij Raulersonspuit. Vanaf 2. De buiging van de verwijderde tefloncatheter "verraadt" of de lijn in de juiste richting lligt. Bijzonderheden

• Wanneer geen bloed wordt verkregen bij het zuigend opvoeren van de Raulersonspuit moet deze recht, in het zelfde vlak worden teruggetrokken tot "voor" de clavicula. Een tweede poging kan worden ondernomen, gericht naar een punt ½ cm boven jugulum. Evt. Nogmaals 1 cm boven jugulum. Als deze pogingen niet succesvol zijn: laat supervisor waarschuwen.

• Bij twijfel na punctie of de vena is aangeprikt kan door gebruik te maken van de in de set

aanwezige stompe naald (transduction probe) een drukmeting door de stamper worden verricht. Aandachtspunten bij deze procedure zijn: immobilisatie Raulerson spuit; steriliteit werkveld en handschoen vanwege onsteriele druklijn. Wanneer de verpleegkundige de lijn van "boven" aanreikt kan probe worden aangedraaid. Met behulp van een steriel gaas kan druklijn worden geleid naar Spuit. (Verpleegkundige geleid druklijn van boven). Bij arteriële punctie: verwijder spuit en druk lang af. Nieuwe poging in overleg met supervisor.

Literatuur: Fundamental Critical Care Support Manual 2007 (SCCM) Appendix 10 Thema Lijnensepsis van VMS zorg Onderdeel Voorkomen Lijnensepsis http://www.vmszorg.nl/10-Themas/Sepsis (bezocht 17 mei 2012) Central Venous catherization (videos in clinical medicine) AS Graham ea. n engl j med 2007: 356;e21 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMvcm055053v. subclavia: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMvcm074357 Link artikel (central venous catherization) Link artikel catheterisatie v.subclaviaLink video catherisatie v. subclavia Central Venous Catherization: letter to editor S. Harris ea. N Engl J Med 2008; 358:1758-1760 http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMc080036Link letter to editor Current Concepts: Preventing Complications of Central Venous Catheterization McGee D.C. and Gould M.K.N Engl J Med 2003; 348:1123-1133 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMra011883

Link artikel

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 9 van 21

Page 10: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Centraal Veneuze Lijn via v. Jugularis Indicaties: Contra-ïndicaties: Bewaken haemodynamische grootheden bijv. CVD meting; PICCO grootheden. Ernsige sepsis (noodzaak SvO2 meting) Toedienen van inotropica Toedienen hyperosmolaire vloeistoffen: bijv. TPV, MgSO4, NaHKPO4, Na Bic 8,4 % Tham TRISS buffer

Locale infectie Status na Carotis chirurgie Torticollis naar voorgenomen zijde Ernstige bloedingsneiging Thrombose Risico complicaties onaanvaardbaar

Complicaties: vroeg Complicaties: laat (Spannings-) Pneumothorax Luchtembolie Ritmestoornissen door voerdraad (prikkeling endocard) Haemato- hydrothorax Aanprikken a. carotis

Cathetersepsis Thrombose v. jugularis Strictuur v. jugularis

Benodigdheden; voorbereiding Benodigdheden; punctie en inbrengen Celstof onderlegger(s) Drukzak Druksysteem (1000 ml NaCl 0,9) Monitorlijn blauw Chloorhexidine in alcohol 70 %, bij voorkeur gekleurd Lidocaine 2 %, 5 ml ampul Spuiten 5ml; 2x Spuiten 10 ml; 1 x Opzuignaald met filter 2 x Naald 0,8 mm x 50 mm (lange groene) Onsteriele gazen 10 x 10 cm ECG elctrode (localisatiehulp) Tafel

Centrale lijn set Steriele doeken, 3x, of Set met Lichaamsbedekkende doek met zichtvenster en gatopening. Centrale lijn: Arrow Multilumen Set (met daarin Arrow Raulerson Voerdraad Introductie Spuit) pm Centrale lijn: Secalon 16 G met flow switch Steriele gazen 10 x 10 ; 6 stuks Kraantjes (eventueel met kort monitorlijntje) 3 x Zakje NaCl 0,9% 100 ml of Plastic flacons NaCl 0,9 % van 10 ml, 3 x Spuiten 5ml; 2x Spuiten 10 ml; 1 x Scalpel nr. 11 Ethilon hechtmateriaal 2-0 rechte naald Mersilene hechtmateriaal 2-0 kromme naald Tegaderm afplakmateriaal 2 x Mondmasker 2x Steriele jas OK muts blauw Handschoenen (6,5 7 7,5 8)

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 10 van 21

Page 11: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Voorbereiding: Lees de bijzonderheden, zoals die staan beschreven verderop in dit protocol zorgvuldig door. Controleer of alle benodigdheden aanwezig zijn en dat je vertrouwd bent met het materiaal dat je gaat gebruiken. Vraag aan de assisterende verpleegkundige of hij/zij op de hoogte is van de procedure en bekend is met mogelijke complicaties en problemen met monitor en druksysteem. Het verdient de voorkeur een Jugularislijn te plaatsen in de rechter Vena Jugularis. Controleer of niet de linker long de “slechte” long is op de thoraxfoto. (Overweeg dan liever een lijn in de v. Subclavia links). Leg aan de patiënt uit wat je gaat doen. Leg celstofmat onder hals en schouder van de kant waar je prikt. Draai het hoofd van de patient naar links. Leg de arm aan kant punctie gestrekt langs lichaam (even aan trekken). Verwijder de bedplank aan het hoofdeinde van de patient. Plak ECG electrode distaal van tepel (palpabale localisatie onder steriele doek) Verpleegkundige: Regel dat monitor zichtbaar is en dat het hartrithme hoorbaar is (ivm mogelijke extra’s door voerdraad). Het druksysteem moet gereed zijn, op druk en aangesloten op de monitor; genuld op adequate niveau. Vergewis je aan welke kant de lijn geplaatst wordt en zorg dat een eventuele swivel niet in de weg zit. Zorg voor voldoende ruimte ter hoogte van de punctieplaats; lijnen weg ? Verplaats zo nodig het bed. Vraag aan inbrengend arts of hij een electrodesticker geplaatst wil hebben op de in de buurt van de tepel als palpabel orientatiepunt. Alle voor het inbrengen van een centrale lijn benodigde materialen worden klaargelegd op de bovenkant van de “centrale lijnenkar”. Vraag naar de maat handschoenen van de inbrengend arts en leg een paar klaar. Vraag ook na of een rechte of kromme hechtnaald wordt verwacht en of het NaCl 0,9 % moet worden opgetrokken uit flacons of dat gebruik gemaakt wordt van een 100 ml zakje. De instrumenteertafel wordt later samen met de inbrengend arts opgedekt. Lokaliseer punctieplaats: hoge of lage benadering. Lage benadering (FCCS): Localiseer de mediale (sternale) en laterale(claviculair) buik van de m. Sternocleidomastoideus waar deze aanhecht aan sternum en clavica. De v. Jugularis Interna ligt net onder de top van de driehoek die door deze spierbuiken wordt gevormd. De a. Carotis ligt meer naar mediaan en hier dieper dan de v. Jugularis. Hoge benadering: Localiseer het cricoid Palpeer de a. Carotis. De v. jugularis ligt direct lateraal van de arterie. Zorg dat een eventuele "swivel" en beademingsslang niet in de weg zit bij puncteren. Zorg ook voor goed licht. Zorg voor voldoende ruimte rond het bed bij de punctieplaats; laat het bed zo nodig wat verplaatsen. Bij vermoeden van ondervulling: leg patiënt in Trendelenburghouding. Verdoven huid en steriel opdekken van de steriele instrumenteertafel:

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 11 van 21

Page 12: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Eerste desinfectie van huid en verdoven van de insteekplaats en bevestigingsplaats van de catheter kan geschieden onder “gewone” contactisolatie maatregelen (onsteriele handschoenen; bedschort). Geef 3 gazen van 10 x 10 ml steriel aan. Toon etiket van huiddesinfectans en bevochtig de drie aangegeven gazen op steriele wijze Desinfecteer de huid van het gebied van hals, sternum,clavicula en voorste axillairlijn royaal en wacht tot de vloeistof is verdampt. Geef 10 ml spuit met optreknaald (met filter) aan arts. Toon etiket lidocaine 2 % aan arts en open flacon. Na het optrekken vraagt arts om lange groene intramusculaire naald. Zuig 10 ml Lidocaine 2 % op met optreknaald. Verwijder optreknaald en vraag om lange intramusculaire groene naald. Verdoof de huid ter plaatse van de insteekplaats en daar waar de centrale lijn wordt gefixeerd met lidocaine 2 % en het periost van de clavicula. De inwerktijd van het locaal anaesthesticum bedraagt ongeveer 5- 10 minuten. Gebruik deze tijd om de werktafel steriel op te dekken samen met de verpleegkundige. De handen zijn gedesinfecteerd en aan de lucht gedroogd. Mondkapje en ok must opgezet, genummerde bedjas en schone (niet) steriele handschoenen aangetrokken. Help inbrengend arts met het sluiten van de jas. Mondkapje en OK muts opgezet De handen zijn gedesinfecteerd en aan de lucht gedroogd. Steriele jas en steriele handschoenen aangetrokken. In dialoog met de verpleegkundige zorg je ervoor dat alle voor de punctie benodigde zaken in gereedheid zijn en klaarliggen. Maak je keuze voor hechtmateriaal kenbaar (recht of kromme naald) en of je NaCl wilt optrekken uit flacons of gebruik wilt maken van een zakje met 100 ml. De verpleegkundige geeft je de benodigde spullen aan op zo'n manier dat steriliteit blijft gewaarborgd. Leg alle spullen op een systematische wijze neer op het werkblad van instrumenteertafel. Procedure: 1. Terwijl de verpleegkundige het steriele veld met de verpakking van het inbrengset in gereedheid brengt, trek jij de steriele kleding aan: muts; mondkapje; jas en handschoenen. In dialoog met de verpleegkundige zorg je ervoor dat alle voor de punctie benodigde zaken in gereedheid zijn en klaarliggen op de lijnen. De verpleegkundige geeft je de benodigde spullen aan op zo'n manier dat steriliteit blijft gewaarborgd. Leg alle spullen op een systematische wijze neer op het werkblad. Laat enkele gazen in je hand door de assisterende verpleegkundige besprenkelen met chloorhexidine (gekleurd) en desinfecteer het werkveld op de patiënt nogmaals. Gebruik de droogtijd om de spuiten met zout op te trekken (ofwel uit zakje van met 100 ml NaCl dat je STERIEL uit de verpakking wordt aangegeven of door de zoutoplossing op te trekken uit de flacons die door de assisterende verpleegkundige worden aangereikt). Knip 100 ml NaCl zakje in en vul het alumiumbakje met water. Trek van hieruit de spuiten op (5 of 10 ml). Koppel alle driewegkraantjes aan de lumina van de centrale

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 12 van 21

Page 13: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

lijn en vul de lumina tot en met de kraantjes met NaCl. Draai ter afsluiting de krantjes een halve kwartslag (45 °) . Plaats de SCHERPE naald op de Raulersonspuit en trek hierin 1-2 ml NaCl op. Om zo min mogelijk lucht op te trekken is de volgende methode redelijk succesvol: zuig de vloeistof langzaam op en spuit de spuit met de naald nog onder water snel leeg; herhaal dit twee of drie keer. Dek de patiënt steriel af met de doek/doeken: zodat de opening de gemarkeerde punctieplaats vrijlaat. Let op of er voldoende ruimte is om de lijn te fixeren. (Bij gebruik van meerdere doeken: één met de plakrand evenwijdig aan de tegenoverliggende clacicula; één met de plakrand haaks op de clavicula aan de punctiezijde en de derde doek met de plakrand van het oor, aandrukkend over de hals naar distaal.) Haal "kapje" van voerdraad af en trek voordraad terug tot in introductieconus. Leg voerdraad, steriele gazen en mes klaar voor gebruik op steriele doek. Check of bevel van naald (opening) op de Raulersonspuit naar boven zit = streepjes. Houd naald en spuit zo horizontaal mogelijk en prik door de huid op punctieplaats naar clavicula, iets craniaal van jugulo. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren, wegspuiten huidplug. Draai de bevel 90 graden naar caudaal. (FCCS). Plaats de wijsvinger van de andere hand op de steriele doek op de electrode, die op de thorax is geplaatst als orientatiepunt. Voer dan naald en spuit zo horizontaal mogelijk al zuigend verder op in de richting van de op de electrode geplaatste vinger. Dit moet zonder weerstanden gaan.

Ga niet naar de mediaanlijn met punt !! (a. carotis !!) Verander niet van vlak tijdens prikken !! Indien geen bloed: EERST TERUG tot clavicula en dan naald van richting veranderen.

Zoek vat op. (Vanaf deze punctieplaats lijkt de naald net iets te kort; opvoeren tot de hub) . Controleer of er een goede flow in en uit de spuit is. Pak dan de spuit met de hand van de electrode en houdt de spuit in positie. Check met stompe groene naald uit set of er geen pulsatiele flow is (arterieel) Plaats introductieconus van de voerdraad op het lumen in de stamper van de spuit. 2. Breng de voerdraad door het lumen van de stamper van de spuit naar binnen met een "geldtel" beweging van duim en wijsvinger van de vrije hand ("punctiehand") tot op de laatste 5 cm na. Cave rithmestoornissen wanneer de voerdraad het endocard prikkelt (QRS geluid). Waarschuw arts als er rithmestoornissen optreden en geef aan wat de aard van de rithmestoornissen is. Suggereer het terugtrekken van de voerdraad. Het inbrengen van de voersonde moet heel gemakkelijk gaan. Bij weerstand of "hokken" stoppen; NOOIT MET GEWELD verder opvoeren: hij kan in de v. jugularis liggen. Verwijder inbrengsling van voerdraad. Pak met vrije hand uiteinde voerdraad vast en beweeg met de andere hand de spuit naar het einde van de voerdraad. Als er dan geen voerdraad zichtbaar is bij de insteekplaats, trek dan spuit en voerdraad samen iets terug. Als voerdraad weer bij huid zichtbaar wordt, daar “overpakken”; Fixeer dan voerdraad met de (jugulum)hand. De voerdaad moet altijd worden vastgehouden. Verwijder de Raulersonspuit. Leg steriel gaas als doekje voor het bloeden tussen voerdraad en huid bij punctieplaats. Pak scalpel, met scherpe zijde naar boven en snijd/steekde huid langs de voerdraad in tot 3 mm (= half mesje) = dikte dilatator. Pak dilatator in punctiehand vast op ongeveer de helft van de dilatator. Breng dilatator over voerdraad naar de huid en breng deze verder al draaiend met de ene hand volledig naar binnen. Altijd de voerdraad vasthouden met de andere hand. Dit moet met enige kracht maar zonder moeilijkheden

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 13 van 21

Page 14: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

gaan. Cave knikken van de voerdraad. Breng dilatator weer naar buiten over voerdraad, zodat altijd de voerdraad in situ blijft maar ook wordt vastgehouden (zie verwijderen Raulerson spuit). Breng voerdraad in cathether en voer de voerdraad op tot deze bij de bruine hub zichtbaar wordt. Open dan het kraantje zodat de voerdraad naar buiten kan komen. (voerdraad eventueel terugtrekken, maar wel in situ laten). Pak het eindeinde van de voerdraad bij de hub vast en introduceer catheter met voerdraad en al weer verder naar binnen tot 15 cm (schaalverdeling catheter). (20 cm bij mensen langer dan 1.90 cm of erg oedemateus/adipeus).Verwijder voerdraad –cave lijn !! - en sluit opening kraantje met duim zodra voerdraad uit lijn is. Sluit dan kraantje weer (45 graden). Controleer of lijn in vat zit door aspiratie bloed van ALLE lumina ! en spuit lumina weer volledig door met NaCl. Sluit kraantje weer af. Verwijder gaasje / doekje voor het bloeden. Neem witte / gele bevestigingspiefje in hand en buig het open. Doe wijsvinger onder de lijn bij de insteekopening en plaats witte piefje met duim over lijn. Druk daarna op de zelfde wijze het blauwe afdekseltje over het witte piefje (hard drukken !). Hecht lijn aan huid vast met twee hechtingen door oogjes van zojuist aangebrachte bevestigingspunt. Verwijder steriele doek. Pak 1 Tegaderm en vouw die met de plakkant naar buiten in de breedte dubbel. Verwijder de bescherming van de plak en plaats deze gevouwen Tegaderm tussen huid en catheter zo ver mogelijk naar de insteekopening, met de vouw haaks op de lijn. De tweede tegaderm wordt "recht" op de naar boven gerichte zijde van de eerste Tegaderm geplakt en verder over de insteekopening en de huid. Beide Tegaderms goed aandrukken. Sluit druklijn aan, draai kraantje open en controleer curve. Ruim zelf al het scherpe materiaal op in de naaldencontainer. Ruim zelf blad op en breng het inbrengsetje naar de Desinfectie. Vraag Röntgenfoto van thorax aan ter bevestiging ligging van de centrale lijn en ter uitsluiting van een eventuele pneumothorax. Registreer de centrale lijn, aantal prikpogingen en eventuele complicaties in de Verichtingenregistratie van Mediscore. (Bij inbrengen Centrale Lijn buiten de IC als Externe Verrichting). Registreer inbrengen en gebruik van Centrale lijn In EZIS (Chipsoft) in verband met thema Lijnensepsis van Veiligheids Management Systeem Bijzonderheden

• Wanneer geen bloed wordt verkregen bij het zuigend opvoeren van de Raulersonspuit moet deze recht, in het zelfde vlak worden teruggetrokken tot "voor" de clavicula. Een tweede poging kan worden ondernomen, gericht naar een punt ½ cm boven jugulum. Evt. Nogmaals 1 cm boven jugulum. Als deze pogingen niet succesvol zijn: laat supervisor waarschuwen.

• Bij twijfel na punctie of de vena is aangeprikt kan door gebruik te maken van de in de set

aanwezige stompe naald (transduction probe) een drukmeting door de stamper worden verricht. Aandachtspunten bij deze procedure zijn: immobilisatie Raulerson spuit; steriliteit werkveld en handschoen vanwege onsteriele druklijn. Wanneer de verpleegkundige de lijn van "boven" aanreikt kan probe worden aangedraaid. Met behulp van een steriel gaas kan druklijn worden geleid naar Spuit. (Verpleegkundige geleid druklijn van boven). Bij arteriële punctie: verwijder spuit en druk lang af. Nieuwe poging in overleg met supervisor.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 14 van 21

Page 15: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Literatuur: Fundamental Critical Care Support Manual 2007 (SCCM) Appendix 10 Thema Lijnensepsis van VMS zorg Onderdeel Voorkomen Lijnensepsis http://www.vmszorg.nl/10-Themas/Sepsis (bezocht 17 mei 2012) Central Venous catherization (videos in clinical medicine) AS Graham ea. n engl j med 2007: 356;e21 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMvcm055053v. jugularis: http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMvcm055053 Link artikel (central venous catherization) Link video catherisatie v. jugularis Central Venous Catherization: letter to editor S. Harris ea. N Engl J Med 2008; 358:1758-1760 http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMc080036Link letter to editor Current Concepts: Preventing Complications of Central Venous Catheterization McGee D.C. and Gould M.K.N Engl J Med 2003; 348:1123-1133 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMra011883

Link artikel

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 15 van 21

Page 16: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Centraal Veneuze Lijn via v. femoralis Indicaties: Contra-ïndicaties: Bewaken haemodynamische grootheden bijv. CVD meting; PICCO grootheden. Ernsige sepsis (noodzaak SvO2 meting) Toedienen van inotropica Toedienen hyperosmolaire vloeistoffen: bijv. TPV, MgSO4, NaHKPO4, Na Bic 8,4 %, Tham TRISS buffer

Locale infectie Status na perifere vaatchirurgie Ernstige bloedingsneiging Thrombose Risico complicaties onaanvaardbaar

Complicaties: vroeg Complicaties: laat Aanprikken van ascites Luchtembolie Aanprikken a. femoralis

Cathetersepsis Thrombose v. femoralis Strictuur v. femoralis

Benodigdheden; voorbereiding Benodigdheden; punctie en inbrengen Celstof onderlegger(s) Evt. kussentje Drukzak Druksysteem (1000 ml NaCl 0,9) Monitorlijn blauw Chloorhexidine in alcohol 70 %, bij voorkeur gekleurd Lidocaine 2 %, 5 ml ampul Spuiten 5ml; 2x Spuiten 10 ml; 1 x Opzuignaald met filter 2 x Naald 0,8 mm x 50 mm (lange groene) Onsteriele gazen 10 x 10 cm ECG electrode (palpabele hulp voor localisatie) Tafel

Centrale lijn set Steriele doeken, 3x, of Set met Lichaamsbedekkende doek met zichtvenster en gatopening. Centrale lijn: Arrow Multilumen Set (met daarin Arrow Raulerson Voerdraad Introductie Spuit) pm Centrale lijn: Secalon 16 G met flow switch Steriele gazen 10 x 10 ; 6 stuks Kraantjes (eventueel met kort monitorlijntje) 3 x Zakje NaCl 0,9% 100 ml of Plastic flacons NaCl 0,9 % van 10 ml, 3 x Spuiten 5ml; 2x Spuiten 10 ml; 1 x Scalpel nr. 11 Ethilon hechtmateriaal 2-0 rechte naald Mersilene hechtmateriaal 2-0 kromme naald Tegaderm afplakmateriaal 2 x Mondmasker 2x Steriele jas OK muts blauw Handschoenen (6,5 7 7,5 8)

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 16 van 21

Page 17: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Voorbereiding: Lees de bijzonderheden, zoals die staan beschreven verderop in dit protocol zorgvuldig door. Controleer of alle benodigdheden aanwezig zijn en dat je vertrouwd bent met het materiaal dat je gaat gebruiken. Vraag aan de assisterende verpleegkundige of hij/zij op de hoogte is van de procedure en bekend is met mogelijke complicaties en problemen met monitor en druksysteem. Het verdient voor rechtshandigen de voorkeur een centrale lijn te plaatsen in de Rechter Vena femoralis vanaf de rechterkant van de patient ( Linkshandigen kunnen de linker v. Femoralis gemakkelijker benaderen vanaf de linker kant van de patient) Voor het benaderen van de andere v. Femoralis is het gemakkelijker aan dezelfde voorkeurszijde te blijven staan en de patient naar de rand van het bed te trekken en “over” de patient heen te prikken. Leg aan de patient uit wat je gaat doen. Leg celstofmat onder billen en bovenbeen van de kant waar je prikt. Plaats eventueel een kussentje onder de billen van de patient, om de v. Femoralis wat op te spannen. Verpleegkundige: Het druksysteem moet gereed zijn, op druk en aangesloten op de monitor; genuld op adequate niveau. Vergewis je aan welke kant de lijn geplaatst wordt.. Zorg voor voldoende ruimte ter hoogte van de punctieplaats; lijnen weg ? Urinecatheter over het andere been weggeleid ? Incontinentieluier verwijderd ? Vraag aan inbrengend arts of hij een electrodesticker geplaatst wil hebben op de in de buurt van de navel als palpabel orientatiepunt. Alle voor het inbrengen van een centrale lijn benodigde materialen worden klaargelegd op de bovenkant van de “centrale lijnenkar”. Vraag naar de maat handschoenen van de inbrengend arts en leg een paar klaar. Vraag ook na of een rechte of kromme hechtnaald wordt verwacht en of het NaCl 0,9 % moet worden opgetrokken uit flacons of dat gebruik gemaakt wordt van een 100 ml zakje. De instrumenteertafel wordt later samen met de inbrengend arts opgedekt. Lokaliseer punctieplaats: Palpeer ligament Poupart = ligamentum inguinalis (os pubis-spini iliaca anterior superior) Palpeer a femoralis. De vena femoralis ligt 1,5 cm mediaan van de arteria femoralis. De prikplaats is 5 cm onder het ligamentum inguinalis, boven de vena femoralis. Zorg dat een eventuele urinecatheter niet in de weg ligt; verwijder de incontentieluier. Zorg ook voor goed licht. Zorg voor voldoende ruimte rond het bed bij de punctieplaats. Localiseer de navel met de extra ECG electrode. Verdoven huid en steriel opdekken van de steriele instrumenteertafel: Eerste desinfectie van huid en verdoven van de insteekplaats en bevestigingsplaats van de catheter kan geschieden onder “gewone” contactisolatie maatregelen (onsteriele handschoenen; bedschort). Geef 3 gazen van 10 x 10 ml steriel aan. Toon etiket van huiddesinfectans en bevochtig de drie aangegeven gazen op steriele wijze

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 17 van 21

Page 18: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Desinfecteer de huid van het gebied van lies en bovenbeen royaal en wacht tot de vloeistof is verdampt. Geef 10 ml spuit met optreknaald (met filter) aan arts. Toon etiket lidocaine 2 % aan arts en open flacon. Na het optrekken vraagt arts om lange groene intramusculaire naald. Zuig 10 ml Lidocaine 2 % op met optreknaald. Verwijder optreknaald en vraag om lange intramusculaire groene naald. Verdoof de huid ter plaatse van de insteekplaats en daar waar de centrale lijn wordt gefixeerd met lidocaine 2 %. De inwerktijd van het locaal anaesthesticum bedraagt ongeveer 5- 10 minuten. Gebruik deze tijd om de werktafel steriel op te dekken samen met de verpleegkundige. De handen zijn gedesinfecteerd en aan de lucht gedroogd. Mondkapje en ok must opgezet, genummerde bedjas en schone (niet) steriele handschoenen aangetrokken. Help inbrengend arts met het sluiten van de jas. Mondkapje en OK muts opgezet De handen zijn gedesinfecteerd en aan de lucht gedroogd. Steriele jas en steriele handschoenen aangetrokken. In dialoog met de verpleegkundige zorg je ervoor dat alle voor de punctie benodigde zaken in gereedheid zijn en klaarliggen. Maak je keuze voor hechtmateriaal kenbaar (recht of kromme naald) en of je NaCl wilt optrekken uit flacons of gebruik wilt maken van een zakje met 100 ml. De verpleegkundige geeft je de benodigde spullen aan op zo'n manier dat steriliteit blijft gewaarborgd. Leg alle spullen op een systematische wijze neer op het werkblad van instrumenteertafel. Procedure: 1. Laat enkele gazen in je hand door de assisterende verpleegkundige besprenkelen met chloorhexidine (gekleurd) en desinfecteer het werkveld op de patiënt nogmaals. Gebruik de droogtijd om de spuiten met zout op te trekken (ofwel uit zakje van met 100 ml NaCl dat je STERIEL uit de verpakking wordt aangegeven of door de zoutoplossing op te trekken uit de flacons die door de assisterende verpleegkundige worden aangereikt). Knip 100 ml NaCl zakje in en vul het alumiumbakje met water. Trek van hieruit de spuiten op (5 of 10 ml). Koppel alle driewegkraantjes aan de lumina van de centrale lijn en vul de lumina tot en met de kraantjes met NaCl. Draai ter afsluiting de krantjes een halve kwartslag (45 °) . Plaats de SCHERPE naald op de Raulersonspuit en trek hierin 1-2 ml NaCl op. Om zo min mogelijk lucht op te trekken is de volgende methode redelijk succesvol: zuig de vloeistof langzaam op en spuit de spuit met de naald nog onder water snel leeg; herhaal dit twee of drie keer. Dek de patiënt steriel af met de doek/doeken: zodat de opening de gemarkeerde punctieplaats vrijlaat. Let op of er voldoende ruimte is om de lijn te fixeren. Bij gebruik van meerdere doeken: één met de plakrand evenwijdig aan het ligamentum inguinalis; een van lateraal naar mediaal, onder hoek van 45 graden met lig. Ing; een van mediaal naar lateraal, onder hoek van 80 graden met lig. Inguinalis. Haal "kapje" van voerdraad af en trek voordraad terug tot in introductieconus. Leg voerdraad, steriele gazen en mes klaar voor gebruik op steriele doek.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 18 van 21

Page 19: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Check of bevel van naald (opening) op de Raulersonspuit naar boven zit = streepjes. Houd naald en spuit zo horizontaal mogelijk en prik door de huid op punctieplaats naar clavicula, iets craniaal van jugulo. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren, wegspuiten huidplug. Draai de bevel 90 graden naar caudaal. (FCCS). Plaats de wijsvinger van de andere hand op de steriele doek op de electrode, die bij de navel is geplaatst als orientatiepunt. Voer dan naald en spuit zo horizontaal mogelijk al zuigend verder op in de richting van de op de electrode geplaatste vinger. Dit moet zonder weerstanden gaan.

Ga niet naar lateraal met punt !! (a. femoralis !!) Verander niet van vlak tijdens prikken !! Indien geen bloed: EERST TERUG tot net onder de huid en dan naald van richting veran-deren.

Zoek vat op. (Vanaf deze punctieplaats lijkt de naald net iets te kort; opvoeren tot de hub) . Controleer of er een goede flow in en uit de spuit is. Pak dan de spuit met de hand van de electrode en houdt de spuit in positie. Check met stompe groene naald uit set of er geen pulsatiele flow is (arterieel) Plaats introductieconus van de voerdraad op het lumen in de stamper van de spuit. 2. Breng de voerdraad door het lumen van de stamper van de spuit naar binnen met een "geldtel" beweging van duim en wijsvinger van de vrije hand ("punctiehand") tot op de laatste 5 cm na Het inbrengen van de voersonde moet heel gemakkelijk gaan. Bij weerstand of "hokken" stoppen; NOOIT MET GEWELD verder opvoeren. Verwijder inbrengsling van voerdraad. Pak met vrije hand uiteinde voerdraad vast en beweeg met de andere hand de spuit naar het einde van de voerdraad. Als er dan geen voerdraad zichtbaar is bij de insteekplaats, trek dan spuit en voerdraad samen iets terug. Als voerdraad weer bij huid zichtbaar wordt, daar “overpakken”; Fixeer dan voerdraad met de (navel)hand. De voerdaad moet altijd worden vastgehouden. Verwijder de Raulersonspuit. Leg steriel gaas als doekje voor het bloeden tussen voerdraad en huid bij punctieplaats. Pak scalpel, met scherpe zijde naar boven en snijd/steekde huid langs de voerdraad in tot 3 mm (= half mesje) = dikte dilatator. Pak dilatator in punctiehand vast op ongeveer de helft van de dilatator. Breng dilatator over voerdraad naar de huid en breng deze verder al draaiend met de ene hand volledig naar binnen. Altijd de voerdraad vasthouden met de andere hand. Dit moet met enige kracht maar zonder moeilijkheden gaan. Cave knikken van de voerdraad. Breng dilatator weer naar buiten over voerdraad, zodat altijd de voerdraad in situ blijft maar ook wordt vastgehouden (zie verwijderen Raulerson spuit). Breng voerdraad in cathether en voer de voerdraad op tot deze bij de bruine hub zichtbaar wordt. Open dan het kraantje zodat de voerdraad naar buiten kan komen. (voerdraad eventueel terugtrekken, maar wel in situ laten). Pak het eindeinde van de voerdraad bij de hub vast en introduceer catheter met voerdraad en al weer verder naar binnen tot 15 cm (schaalverdeling catheter). (20 cm bij mensen langer dan 1.90 cm of erg oedemateus/adipeus).Verwijder voerdraad –cave lijn !! - en sluit opening kraantje met duim zodra voerdraad uit lijn is. Sluit dan kraantje weer (45 graden). Controleer of lijn in vat zit door aspiratie bloed van ALLE lumina ! en spuit lumina weer volledig door met NaCl. Sluit kraantje weer af. Verwijder gaasje / doekje voor het bloeden. Neem witte / gele bevestigingspiefje in hand en buig het open. Doe wijsvinger onder de lijn bij de insteekopening en plaats witte piefje met duim over lijn. Druk daarna op de zelfde wijze het blauwe afdekseltje over het witte piefje (hard drukken !). Hecht lijn aan huid vast met twee hechtingen door oogjes van zojuist aangebrachte bevestigingspunt.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 19 van 21

Page 20: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Verwijder steriele doek. Pak 1 Tegaderm en vouw die met de plakkant naar buiten in de breedte dubbel. Verwijder de bescherming van de plak en plaats deze gevouwen Tegaderm tussen huid en catheter zo ver mogelijk naar de insteekopening, met de vouw haaks op de lijn. De tweede tegaderm wordt "recht" op de naar boven gerichte zijde van de eerste Tegaderm geplakt en verder over de insteekopening en de huid. Beide Tegaderms goed aandrukken. Sluit druklijn aan, draai kraantje open en controleer curve. Ruim zelf al het scherpe materiaal op in de naaldencontainer. Ruim zelf blad op en breng het inbrengsetje naar de Desinfectie. Registreer de centrale lijn, aantal prikpogingen en eventuele complicaties in de Verichtingenregistratie van Mediscore. (Bij inbrengen Centrale Lijn buiten de IC als Externe Verrichting). Registreer inbrengen en gebruik van Centrale lijn In EZIS (Chipsoft) in verband met thema Lijnensepsis van Veiligheids Management Systeem Alternatieve Procedure (“Plan B”) Prikken met Secalon catheter als Raulersonspuit onklaar raakt of bij een erg obese patiënt (naald te kort) Prik door de huid met de voorprikker (scherpe, niet holle korte naald). Plaats met 3 ml NaCl gevulde spuit op Secaloncatheter. Prik onder een hoek van 90 graden door de huid en verander dan de hoek naar 60 graden. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren. Maak naald kort na insteken doorgankelijk door even wat NaCl te injecteren, wegspuiten huidplug. Draai de bevel 90 graden naar caudaal. (FCCS). Plaats de wijsvinger van de andere hand op de steriele doek, op de electrode bij de navel. Voer dan naald en spuit zo horizontaal mogelijk al zuigend verder op in derichting van de bij de navel geplaatste vinger. Dit moet zonder weerstanden gaan. Ga niet over de lateraal met punt !! (a. femoralis !!) Verander niet van vlak tijdens prikken !! Indien geen bloed: EERST TERUG tot net onder huid en dan naald van richting veranderen. Zoek vat op. Controleer of er een goede flow in en uit de spuit is. Fixeer positie naald en spuit. Schuif dan met de duim van de "jugulum"hand de tefloncatheter af over de naald door middel van het opstaand plasticje net voor de grijze Flow Switch. De duim kan ook gebruik worden om de conus af te sluiten als de naald uit de catheter wordt getrokken. Sluit de naald met behulp van de Flow Swith. Controleer of lijn in vat zit door aspiratie bloed en spuit lumen weer volledig op met NaCl. Sluit Flow Switch. Leg een steriele gaas van 10 x 10 cm onder de secaloncatheter (“doekje voor het bloeden”) Plaats introductieconus van de voerdraad op het lumen van catheter, open Flow Switch en breng de voerdraad door het lumen van de catheter naar binnen met een "geldtel" beweging van duim en wijsvinger van de vrije hand ("punctiehand") tot op de laatste 5 cm na. Het inbrengen van de voersonde moet heel gemakkelijk gaan. Bij weerstand of "hokken" stoppen; NOOIT MET GEWELD verder opvoeren. Verwijder inbrengsling van voerdraad. Pak met vrije hand uiteinde voerdraad vast en beweeg met de andere hand de ingebrachte catheter naar het einde van de voerdraad. Als er dan geen voerdraad zichtbaar is bij de insteekplaats, trek dan catheter en voerdraad samen iets terug. Als voerdraad weer bij huid zichtbaar wordt, daar “overpakken”; Fixeer dan voerdraad met de (navel)hand. De voerdaad moet altijd worden vastgehouden. Verwijder de catheter.

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 20 van 21

Page 21: Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. · Centraal veneuze Catherisatie – Inbrengen Centrale Lijn. Algemeen Doelstelling Beschrijven van de procedure tot het

Verder procedure als bij Raulersonspuit. Vanaf 2. De buiging van de verwijderde tefloncatheter "verraadt" of de lijn in de juiste richting lligt. Bijzonderheden

• Wanneer geen bloed wordt verkregen bij het zuigend opvoeren van de Raulersonspuit moet deze recht, in het zelfde vlak worden teruggetrokken tot "voor" de clavicula. Een tweede poging kan worden ondernomen, gericht naar een punt ½ cm boven jugulum. Evt. Nogmaals 1 cm boven jugulum. Als deze pogingen niet succesvol zijn: laat supervisor waarschuwen.

• Bij twijfel na punctie of de vena is aangeprikt kan door gebruik te maken van de in de set

aanwezige stompe naald (transduction probe) een drukmeting door de stamper worden verricht. Aandachtspunten bij deze procedure zijn: immobilisatie Raulerson spuit; steriliteit werkveld en handschoen vanwege onsteriele druklijn. Wanneer de verpleegkundige de lijn van "boven" aanreikt kan probe worden aangedraaid. Met behulp van een steriel gaas kan druklijn worden geleid naar Spuit. (Verpleegkundige geleid druklijn van boven). Bij arteriële punctie: verwijder spuit en druk lang af. Nieuwe poging in overleg met supervisor.

• Eventueel kan bij erg obese patienten met een Doppler de ligging van de arterie (pulsatiele

flow) en de vene (bijna continue flow) worden gevonden. Door druk met de geluidssonde uit te oefenen wordt een markering in de huid gedrukt. Door iets meer naar caudaal opnieuw een plaatsbepaling te markeren wordt een soort van traject aangegeven.

Literatuur: Fundamental Critical Care Support Manual 2007 (SCCM) Appendix 10 Thema Lijnensepsis van VMS zorg Onderdeel Voorkomen Lijnensepsis http://www.vmszorg.nl/10-Themas/Sepsis (bezocht 17 mei 2012) Central Venous catherization (videos in clinical medicine) AS Graham ea. n engl j med 2007: 356;e21 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMvcm055053 Link artikel (central venous catherization) Central Venous Catherization: letter to editor S. Harris ea. N Engl J Med 2008; 358:1758-1760 http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMc080036Link letter to editor Current Concepts: Preventing Complications of Central Venous Catheterization McGee D.C. and Gould M.K.N Engl J Med 2003; 348:1123-1133 http://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJMra011883

Link artikel

Protocol Inbrengen Centraal Veneuze Lijn versie sept. 2012; rev. 121211 auteurs HN,MdK, FN pag 21 van 21