Campagnestrategie-instrument 3.0
Embed Size (px)
description
Transcript of Campagnestrategie-instrument 3.0

CASI 3.0Campagnestrategie-instrument 3.0
> Gedragsbeïnvloeding met campagnes
> Beleidsanalyse, Gedragsanalyse, Strategische aanpak
> Werkbladen en inspiratiekaarten


Inhoudsopgave
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
2
3
5
9
15
19
20
21
22
24
Inleiding
Schematische weergave CASI 3.0
Blok 1: Beleidsanalyse
Blok 2: Gedragsanalyse
Blok 3: Strategische aanpak
Bijlagen
Werkblad Blok 1
Werkblad Blok 2
Werkblad Blok 3
Inspiratiekaarten
1Campagnestrategie-instrument 3.0 |

2 | Campagnestrategie-instrument 3.0
InleidingCampagnestrategie-instrument 3.0
De ontwikkeling van gedragsveranderende campagnes is een uitdaging. Doordat mensen zich regelmatig laten leiden door allerlei gewoonten, automatismen en verleidingen uit hun omgeving, blijkt gedrag vaak moeilijk te sturen. De ontwikkeling van effectieve campagnes vraagt daarom om heldere strategische keuzes. Voor je ligt CASI 3.0. Dit Campagnestrategie-instrument ondersteunt campagnemanagers in de ontwikkeling van doeltreffende campagnestrategieën op basis van inzichten uit de gedragswetenschappen.
Het instrument bestaat uit drie blokken die één voor één in aparte sessies gezamenlijk met betrokkenen worden doorlopen. Blok 1 betreft de Beleidsanalyse. De vragen in dit blok helpen de beleidsopgave te vertalen naar een gedragsvraagstuk. Op basis daarvan wordt een gedragsambitie voor de campagne geformuleerd. In het tweede blok, de Gedragsanalyse, wordt het gedrag waar de campagne zich op zal richten ontrafeld. Hiervoor worden allereerst gedragsbepalers in kaart gebracht; relevante factoren die het gedrag voor een belangrijk deel bepalen. Vervolgens wordt gekozen op welke van deze gedragsbepalers de campagne zich gaat richten. In Blok 3, de Strategische aanpak, worden de inzichten uit de Beleidsanalyse en de Gedragsanalyse vertaald naar een campagnestrategie. Per campagne-gedragsbepaler wordt een concreet doel gesteld. Met behulp van inspiratiekaarten worden een aantal gedragsbeïnvloedende werkingsmechanismen gekozen. Tot slot wordt een communicatiekanalen- en middelen profiel opgesteld. Samen vormen deze onderdelen de campagnestrategie.
Bovengenoemde blokken worden doorlopen tijdens zogenoemde CASI-sessies. Aan het begin van elk blok staat een checklist met belangrijke voorbereidingen voor elke sessie. Zoals bijvoorbeeld informatie over eventuele gesprekspartners die kunnen worden uitgenodigd. Verder levert elk blok concrete output op die ter plekke op de daarvoor bestemde werkbladen kan worden ingevuld. De werkbladen bieden een helder overzicht van de opbrengst van de sessie en vormen tevens input voor het volgende blok. Deze werkbladen zijn als bijlagen opgenomen in dit boekje en op groot formaat te downloaden van www.rijksoverheid.nl/dpc.
De complexiteit van gedrag maakt de ontwikkeling van effectieve campagnes een uitdagende opgave. CASI 3.0 biedt campagnemanagers een praktisch handvat om aan de slag te gaan en helpt bij het bepalen van een doeltreffende campagnestrategie die aansluit bij de dagelijkse realiteit van de doelgroep.

3Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Sche
mat
ische
wee
rgav
e CA
SI 3
.0

4 | Campagnestrategie-instrument 3.0

5Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Voorbereiding
Verzamel informatie over eerdere campagnes met hetzelfde onderwerp of een vergelijkbaar onderwerp.>
>
>
Bepaal en benader mogelijke gesprekspartners die vanuit hun rol of inhoudelijke expertise een relevante bijdrage kunnen leveren aan de Beleidsanalyse. In de Beleidsanalyse is het noodzakelijk dat er in elk geval beleids- en communicatiemedewerkers aanwezig zijn. Wellicht kunnen tevens maatschappelijke partners vanuit hun inhoudelijke expertise geschikte gesprekspartners zijn.
Vraag de gesprekspartners om van tevoren een inventarisatie te maken van documenten en literatuur over het achterliggende beleid, onderwerp en gedrag.
Blok 1BeleidsanalyseHet ontwikkelen van een campagnestrategie begint met de beleidsanalyse. In dit blok breng je de beleidscontext in kaart en je bekijkt welke rol communicatie zal spelen bij het aanpakken van de gestelde beleidsopgave. Het beschrijven van het huidige en het gewenste gedrag helpt je om de beleidsopgave te vertalen naar een gedragsvraagstuk. Op basis van de analyse in dit blok formuleer je een gedragsambitie voor de campagne.

6 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Beleidsanalyse
Beleidscontext
De rol van communicatie
Huidig gedrag
Gewenst gedrag
Gedragsambitie
Illustratie: onderdelen Beleidsanalyse

7Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Wat is het beleidsprobleem?Wat is het beleidsdoel?
Heeft communicatie, gezien de beleidscontext, een ondersteunende of centrale rol bij het veranderen van het gedrag van de doelgroep?Is er al een communicatie-ambitie geformuleerd?Is er al een specifi eke (communicatie) doelgroep benoemd?
Welke van onderstaande beleidsinstrumenten worden ingezet en beïnvloeden het gedrag van de doelgroep?
Zijn er maatschappelijke partners betrokken bij de uitvoering van deze beleidsinstrumenten? Zo ja, welke?
Regelgeving (rechten en plichten)Voorzieningen (beperkend en verruimend)Geld (subsidies en/of heffi ngen)
>>>
Welke feiten en cijfers zijn er bekend over het gedrag? Wie vertoont het gedrag?
Wat is het huidige gedrag?
In welke situatie vindt het gedrag vooral plaats (waar en wanneer)?
Beleidscontext
De rol van communicatie
Huidig gedrag
•
••
•••
•
Hoe is de groep die het gedrag vertoont te omschrijven (geslacht, economische status, leeft ijd etc.)? Is de doelgroep die het gedrag vertoont homogeen of onder te verdelen in verschillende subgroepen? (Let op! Als de doelgroep onder te verdelen is in verschillende subgroepen, dan voor de verschillende subgroepen de vragenlijst opnieuw doorlopen.)
>>
•••
•
Wat is het gewenste gedrag? Gaat het om een eenmalige gedragsverandering of om een blijvende gedragsverandering? Waar moet het gewenste gedrag plaatsvinden?Wie moet het gewenste gedrag uiteindelijk vertonen (doelgroep)?Wat is het kritieke moment waarop de doelgroep de keuze maakt om het gewenste gedrag te vertonen?
Gewenst gedrag
•••••

8 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Gedragsambitie
Formuleer de gedragsambitie voor de campagne door de volgende zin in te vullen:•
(Wie) vertoont in plaats van (het huidige gedrag) in de toekomst (het gewenste gedrag) (waar en wanneer)? >
Beantwoord de vragen op het werkblad
Illustratie: Werkblad Blok 1 (download het posterformaat van www.rijksoverheid.nl/dpc of www.publab.hu.nl).

9Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Blok 2Gedragsanalyse
Bepaal en benader mogelijke gesprekspartners die vanuit hun rol of inhoudelijke expertise een relevante bijdrage kunnen leveren aan de Gedragsanalyse. Tijdens de Gedragsanalyse is het noodzakelijk dat er in elk geval beleids- en communicatiemedewerkers aanwezig zijn. Wellicht kunnen tevens maatschappelijke partners vanuit hun inhoudelijke expertise geschikte gesprekspartners zijn.
Stuur alle gesprekspartners van tevoren een kopie van het ingevulde werkblad van Blok 1 Beleidsanalyse.
Vraag alle gesprekspartners om van tevoren uit eigen bronnen relevante inzichten te inventariseren met betrekking tot het gedrag van de doelgroep.
Neem de tijdens Blok 1 geformuleerde gedragsambitie alvast over op het werkblad voor Blok 2.
Voorbereiding
>
>
>
>
In het vorige blok werd de gedragsambitie voor de campagne vastgesteld. De volgende stap is het uitvoeren van de gedragsanalyse. In dit blok analyseer je het gedrag van de doelgroep nauwkeurig. Daarbij bekijk je welke factoren in de omgeving en welke individuele factoren invloed uitoefenen op het gedrag. Op basis van deze analyse kies je tenslott e drie campagne-gedragsbepalers waarop de campagne zich zal gaan richten.

10 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Gedragsbepalers in de omgeving
Individuele gedragsbepalers
Campagne-gedragsbepalers
Gedragsanalyse
Illustratie: onderdelen Gedragsanalyse

11Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Wie beïnvloedt het gedrag (de sociale omgeving: voor de doelgroep relevante anderen, zoals familie of vrienden)?
Wat beïnvloedt het gedrag (de fysieke omgeving: de plaats waar het gedrag wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld thuis, werk, openbare ruimte)?
Vindt het gedrag alleen of met anderen plaats? Zo ja, met wie?
Welke elementen in de omgeving vergemakkelijken het gedrag en welke elementen werken belemmerend?Welke signalen geeft de fysieke omgeving af over wat mag en wat wenselijk is? Heeft de doelgroep de voorzieningen om het gedrag uit te voeren?
Praat de doelgroep met elkaar over het onderwerp?Wat is de gedeelde norm over wat mag en wenselijk is (injunctieve norm)? Is dit in lijn met het gewenste gedrag? Wordt deze norm geëxpliciteerd (bijv. in regelgeving of gesprekken van mensen)?Welke rol speelt groepsdruk en/of sociale vergelijking bij het wel of niet uitvoeren van het gedrag?
Heeft de doelgroep al voorkennis over het onderwerp? In hoeverre is de doelgroep op de hoogte van alle mogelijke relevante voor- en nadelen van het gewenste gedrag? Is er (nu nog ontbrekende) kennis die de doelgroep zou kunnen laten meewegen om het gewenste gedrag te vertonen?
Sociaal
Fysiek
Kennis
Gedragsbepalers in de omgeving
Individuele gedragsbepalers
•
•••
•
>>>
>
>
>>
Is het onderwerp persoonlijk relevant/belangrijk voor de doelgroep?
Hoe belangrijk vindt men de verschillende voor- en nadelen van het huidige en het gewenste gedrag ?
Welke voor- en nadelen ziet de doelgroep van het huidige gedrag? Welke voor- en nadelen ziet de doelgroep van het gewenste gedrag?
Is de doelgroep gemotiveerd om het gewenste gedrag te vertonen?
Houding•••••

12 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Beschikt de doelgroep over de kennis, vaardigheden en middelen (tijd en geld) om het gewenste gedrag te vertonen?
In hoeverre neemt de doelgroep zich bewust voor om het gedrag te vertonen?
Denkt de doelgroep dat ze zelf in staat is het gewenste gedrag te vertonen? Is het voor de doelgroep eenvoudig om het gewenste gedrag uit te voeren?
In hoeverre is het hebben van een gedragsintentie belangrijk voor het vertonen van het gewenste gedrag?
Is het gedrag belangrijk voor het zelfbeeld van de doelgroep?
Welke emoties zijn van invloed op het gedrag?
Spelen gewoonten en automatismen een rol? Zo ja, wordt het gedrag als een primaire, automatische reactie (als ‘default’) opgeroepen? Zijn er doelen/gedragingen die concurreren met het gewenste gedrag?
Past het gedrag bij de normen en waarden van de doelgroep?
Roept het gewenste gedrag negatieve emoties en/of weerstand op?
Kunnen
Intentie
Zelfbeeld
Emoties
Gewoonten en automatismen
•
••
••
••
••
•
•

13Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Kies nu (maximaal) drie gedragsbepalers waarop de campagne zich zal richten. Bepaal daartoe eerst welke gedragsbepalers de grootste invloed uitoefenen. Vraag je ook af in hoeverre deze gedragsbepalers door communicatie te veranderen zijn. Beargumenteer je keuze en geef daarbij ook aan of je denkt dat de gekozen gedragsbepaler vooral bewust of onbewust invloed uitoefent op het gedrag.
Campagne-gedragsbepalers
•
Welke gedragsbepalersbeïnvloeden het gedrag?
Illustratie: Werkblad Blok 2 (download het posterformaat van www.rijksoverheid.nl/dpc of www.publab.hu.nl).

14 | Campagnestrategie-instrument 3.0

15Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Blok 3Strategische aanpakNa de beleids- en gedragsanalyse, volgt het daadwerkelijk ontwerpen van de campagnestrategie. Voor elke gekozen campagne-gedragsbepaler formuleer je een specifi ek doel. Met behulp van de inspiratiekaarten kies je drie werkingsmechanismen die ingezet kunnen worden om deze doelen te bereiken. Daarbij houd je rekening met de ontvankelijkheid van de doelgroep en eventuele controverse rond het doel of onderwerp van de campagne. Tot slot bepaal je aan welke eisen de communicatiekanalen- en middelenmix moet voldoen. De doelen per campagne-gedragsbepaler, de werkingsmechanismen en het communicatiekanalen- en middelen profi el vormen samen de campagnestrategie.
Vraag je voor je verder gaat af of de in Blok 1 gestelde gedragsambitie, gezien de gedragsanalyse (Blok 2), nog haalbaar is. Zo niet, scherp de gedragsambitie dan aan door deze te richten op een kleinere of alternatieve gedragsverandering. Indien de gedragsambitie moet worden aangescherpt, doorloop dan nogmaals de gedragsanalyse, voor je verder gaat met Blok 3.
Stuur alle gesprekspartners van tevoren een kopie van de ingevulde werkbladen van Blok 1 Beleidsanalyse en Blok 2 Gedragsanalyse.
Bepaal en benader mogelijke gesprekspartners die vanuit hun rol of inhoudelijke expertise een relevante bijdrage kunnen leveren aan de Strategische aanpak. Tijdens de Strategische aanpak kunnen reclame- en mediabureaus vanwege hun inhoudelijke expertise goede gesprekspartners zijn. Tevens kunnen maatschappelijke organisaties input bieden met betrekking tot de uitvoering van de campagne(strategie).
Voorbereiding
>
>
>

16 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Doel per campagne-gedragsbepaler
Communicatiekanalen- en middelenprofi el
Campagnestrategie
Ontvankelijkheid en controverse
Werkingsmechanismen
Strategische aanpak
Illustratie: onderdelen Strategische aanpak

17Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Formuleer wat de campagne op de in Blok 2 gekozen campagne-gedragsbepalers bij de doelgroep moet bereiken.
Kies (maximaal) 3 werkingsmechanismen om de zojuist geformuleerde doelen te bereiken. Op de inspiratiekaarten vind je verschillende werkingsmechanismen voor sturing van gedrag. De donkere kaarten beschrijven relatief expliciete werkingsmechanismen (zoals kennisoverdracht). Op de lichtere kaarten staan meer impliciete werkingsmechanismen (bijvoorbeeld priming). Het is belangrijk bij deze keuze rekening te houden met de ontvankelijkheid van de doelgroep en eventuele controverse rond het doel of thema van de campagne (zie ook het afwegingskader op het werkblad).
Werkwijze: Gebruik de inspiratiekaarten om het gesprek met elkaar te voeren over de verschillende werkingsmechanismen. Om gericht met de kaarten aan de slag te gaan, kun je de vragen over ontvankelijkheid en controverse van tevoren beantwoorden. Andersom kan ook: verken dan eerst met de kaarten de mogelijkheden en refl ecteer hier vervolgens op aan de hand van de vragen over ontvankelijkheid en controverse.
Bijvoorbeeld: door de campagne (1) weet de doelgroep hoe een voedselvergift iging kan worden voorkomen (kennis); (2) heeft de doelgroep er vertrouwen in een voedselvergift iging te kunnen voorkomen (kunnen) (3) wijzen mensen elkaar op het belang van hygiëne in de keuken (sociale omgeving).
Werkingsmechanismen
Doel per campagne-gedragsbepaler
•
•
>
Ontvankelijkheid en controverse
Is het onderwerp persoonlijk relevant voor de doelgroep?Wil men erover praten? Zo ja, met wie?
Staat de doelgroep open voor gedragsverandering?Op welk moment is de ontvankelijkheid het hoogst? Kun je op dat moment communiceren? Is het doel of thema van de campagne controversieel (bijvoorbeeld doordat deze raakt aan zaken als de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam of het recht op privacy)?
Wil de doelgroep erover worden geïnformeerd? Zo ja, staat men open voor informatievoorziening door de overheid of moet er vanuit een andere afzender worden gecommuniceerd?
•••
•••

18 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Bepaal nu aan welke eigenschappen de communicatiekanalen en -middelen voor de campagne moeten voldoen (zie het afwegingskader op het werkblad).
•
Communicatiekanalen- en middelenprofi el
Wat wordt de campagnestrategie?
Illustratie: Werkblad Blok 3 (download het posterformaat van www.rijksoverheid.nl/dpc of www.publab.hu.nl).

19Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Bijlagen> Werkbladen Blok 1, 2 en 3
> Inspiratiekaarten

20 | Campagnestrategie-instrument 3.0 Bijlage: Werkblad Blok 1

21Campagnestrategie-instrument 3.0 |Bijlage: Werkblad Blok 2
Om
gevi
ng
Indi
vidu
Ged
rags
bepa
lers
Waa
rom
Aan
nam
e
O
nder
zoek
Op
dit w
erkb
lad
bren
g je
de
bela
ngrij
kste
ged
rags
bepa
lers
(fys
ieke
om
gevi
ng, s
ocia
le o
mge
ving
en
indi
vidu
ele
gedr
agsb
epal
ers)
in k
aart
. Not
eer v
oor e
lke
gedr
agsb
epal
er w
aaro
m d
eze
invl
oedr
ijk is
. Gee
f ook
aan
of d
it ge
base
erd
is o
p on
derz
oek
, of d
at h
et g
aat o
m e
en a
anna
me.
Wer
kbla
d: G
edra
gsan
alys
e
Cam
pagn
e-ge
drag
sbep
aler
s
Hin
t: O
verw
egen
d be
wus
te g
edra
gsbe
pale
rs zi
jn m
et co
mm
unic
atie
gem
akke
lijke
r te
beïn
vloe
den
dan
onbe
wus
te g
edra
gsbe
pale
rs. B
ekijk
daa
rom
met
na
me
wan
neer
je o
nbew
ust g
edra
g w
ilt b
eïnv
loed
en o
ok n
aar d
e (m
ogel
ijke)
rol v
an a
nder
e be
leid
sinst
rum
ente
n.
Afw
egin
gska
der
Je k
iest
nu
(max
imaa
l) dr
ie g
edra
gsbe
pale
rs w
aaro
p de
cam
pagn
e zic
h za
l rich
ten.
Bep
aal d
aart
oe e
erst
wel
ke g
edra
gsbe
pale
rs d
e gr
oots
te in
vloe
d ui
toef
enen
. Vr
aag
je o
ok a
f in
hoev
erre
dez
e ge
drag
sbep
aler
s doo
r mid
del v
an co
mm
unic
atie
te v
eran
dere
n zij
n.
Ged
rags
ambi
tie (z
ie w
erkb
lad
Bele
idsa
naly
se)
Argu
men
tatie
:
Cam
pagn
e-ge
drag
sbep
aler
1:
Argu
men
tatie
:
Cam
pagn
e-ge
drag
sbep
aler
2:
Argu
men
tatie
:
Cam
pagn
e-ge
drag
sbep
aler
3:
Wer
kbla
d Bl
ok 2
. Ond
erde
el va
n CA
SI 3
.0 (C
ampa
gnes
trate
gie-
inst
rum
ent 3
.0).

22 | Campagnestrategie-instrument 3.0 Bijlage: Werkblad Blok 3
Op dit w
erkblad vul je voor elke campagne-gedragsbepaler een doel in. M
et behulp van de inspiratiekaarten en de vragen onder ontvankelijkheid en controverse kies je (maxim
aal) drie w
erkingsmechanism
en om deze doelen te bereiken. Je vult ook het com
municatiekanalen- en m
iddelenprofi el in. Samen vorm
en deze producten de campagnestrategie.
Werkblad: Strategische aanpak
Formuleer w
at de campagne op de in Blok 2 gekozen cam
pagne-gedragsbepaler bij de doelgroep moet bereiken.
Werkingsm
echanisme:
Argum
entatie
Werkingsm
echanisme:
Argum
entatie
Werkingsm
echanisme:
Argum
entatie
Afwegingskader
Voor het veranderen van bewuste gedragsbepalers zal een expliciet
werkingsm
echanisme w
aarschijnlijk het meest eff ectief zijn. Bij onbew
uste gedragsbepalers is de kans op succes w
aarschijnlijk groter met een im
pliciete aanpak, tenzij je de doelgroep juist bew
ust wilt m
aken van het onbewuste
gedrag.
Ook de ontvankelijkheid van de doelgroep m
.b.t. onderwerp, afzender
en mom
ent van comm
unicatie is van invloed op de eff ectiviteit. Als je bijvoorbeeld veel w
eerstand verwacht, is subtiele im
pliciete sturing w
aarschijnlijk het meest succesvol.
Kijk behalve naar wat w
erkt, ook of een werkingsm
echanisme geschikt is
gezien het thema van de cam
pagne. Bij een controversieel thema, is het aan te
raden te kiezen voor een meer transparante, expliciete strategie.
Afwegingskader
Bij het bepalen van de eigenschappen waaraan
de comm
unicatiekanalen en –middelen m
oeten voldoen, w
eeg je verschillende zaken af, bijvoorbeeld:
of de doelgroep gericht te bereiken is wanneer de
ontvankelijkheid voor gedragsverandering groot is.
of het gekozen werkingsm
echanisme voor
gedragsbeïnvloeding vraagt om interactie.
of de doelgroep actief kan en wil deelnem
en aan de
comm
unicatie.
of een individuele (anonieme) benadering w
enselijk is of de
sociale omgeving m
oet worden betrokken.
>>>>
Comm
unicatiekanalen- en middelenprofi el
Werkingsm
echanismen
Doel per cam
pagne-gedragsbepalers
1.2.3.
Een brede doelgroep bereiken Een specifi eke doelgroep bereiken
ofofofof
De doelgroep op verschillende plekken bereiken
De doelgroep bereiken zonder een bew
uste (re)actie van de doelgroep
De boodschap rechtstreeks op het individu overbrengen
De doelgroep op een kritiek m
oment bereiken
(bijv. daar waar het gedrag of een belangrijke voorbereiding
plaatsvindt)
Kan het gesprek m
et de doelgroep faciliteren
De boodschap via de sociale om
geving op het individu overbrengen
Je kiest (maxim
aal) 3 werkingsm
echanismen om
de zojuist geformuleerde doelen te bereiken. O
p de inspiratiekaarten vind je verschillende w
erkingsmechanism
en voor sturing van gedrag. De donkere kaarten beschrijven relatief expliciete w
erkingsmechanism
en (zoals kennisoverdracht). O
p de lichtere kaarten staan meer im
pliciete werkingsm
echanismen (bijvoorbeeld prim
ing). Het is belangrijk bij deze keuze
rekening te houden met de ontvankelijkheid van de doelgroep en eventuele controverse rond het doel of them
a van de campagne (zie het
afwegingskader).
Bepaal nu aan welke eigenschappen de com
municatiekanalen- en m
iddelen voor de campagne
moeten voldoen. W
eeg de vier contrasterende eigenschappen tegen elkaar af. Vink je keuze aan en beargum
enteer deze.
Werkblad Blok 3. O
nderdeel van CASI 3.0 (Campagnestrategie-instrum
ent 3.0).

23Campagnestrategie-instrument 3.0 |

24 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Kennisoverdracht
Werkingsmechanisme:
Communiceer de functionele en affectieve voordelen van
het gewenste gedrag.
Kennis Houding Kunnen
Bijvoorbeeld: NL-Alert - Informatievoorziening over de functionaliteit en voordelen van het Alert-systeem om mensen te stimuleren NL-Alert te installeren.
Cognitieve dissonantie
Werkingsmechanisme:
Maak gebruik van de neiging van mensen om hun waarden/houding en gedrag op één lijn te
brengen, door de dissonantie tussen deze twee te benadrukken.
Gewoonten en automatismen
Bijvoorbeeld: Belastingen - Een belastingformulier waar burgers meteen aan het begin ‘ik vul dit formulier naar waarheid in’ aanvinken om ze aan hun morele waarde (eerlijkheid) te herinneren. Stimuleert om het formulier naar waarheid in te vullen.
Intentie Zelfbeeld
Bijlage: Inspiratiekaarten

25Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Concreet handelingsperspectief
Werkingsmechanisme:
Geef de doelgroep concrete tips en aanwijzingen om hen vertrouwen te
geven dat zij het gewenste gedrag kunnen uitvoeren.
Bijvoorbeeld: Meer veiligheid op straat - Het geven van concrete handelingsperspectieven (bel 112, maak foto’s) om mensen aan te sporen in te grijpen bij geweld op straat.
Kunnen Intentie
Implementatie intenties
Werkingsmechanisme:
Stimuleer de doelgroep concrete plannen te formuleren om in specifieke
situaties het gewenste gedrag te implementeren: ‘in situatie X doe ik Y’.
Bijvoorbeeld: Vrij veilig - Tips voor de tijd en plek waarop de doelgroep het gesprek over condoomgebruik kan starten om het condoomgebruik te verhogen; ‘Begin over condooms voordat je broek uit gaat’.
Kunnen Intentie Gewoonten en automatismen
Bijlage: Inspiratiekaarten

26 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Kludges
Werkingsmechanisme:
Stimuleer/faciliteer de doelgroep om zelf een nudge in te
zetten om zichzelf te sturen.
Bijvoorbeeld: Studierendement - Apps die studenten gebruiken tijdens examenperiodes om sociale netwerksites te vergrendelen.
Intentie Gewoonten en automatismen
Interpersoonlijke communicatie
Werkingsmechanisme:
Stimuleer de doelgroep om met elkaar
over het onderwerp te gaan praten.
Bijvoorbeeld: Ouderenmishandeling - Faciliteren van gesprekken tussen ouderen op de 50+ beurs om discussie over ouderenmishandeling te stimuleren.
Houding IntentieSociale omgeving Kennis
Bijlage: Inspiratiekaarten

27Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Injunctieve norm
Werkingsmechanisme:
Koppel sociale goedkeuring aan het gewenste gedrag.
Bijvoorbeeld: Nix18 - Het communiceren van de norm ‘geen alcohol en sigaretten onder 18 jaar’ om alcohol en roken onder jongeren te verminderen.
Sociale omgeving Houding
Feedback nudge
Werkingsmechanisme:
Geef de doelgroep directe feedback op het gedrag in de situatie
waarin het gedrag plaatsvindt.
Bijvoorbeeld: Matrixborden in de bebouwde kom om de rijsnelheid van de automobilist weer te geven en te beoordelen met kleur (groen/rood) of icoon (smileys) om automobilisten te stimuleren zich aan de snelheidslimiet te houden.
Houding IntentieFysieke omgeving Gewoonten en automatismen
Bijlage: Inspiratiekaarten

28 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Descriptieve norm
Werkingsmechanisme:
Laat zien dat het gewenste gedrag wordt vertoond door de meerderheid van de (voor
de doelgroep belangrijke) anderen.
Bijvoorbeeld: Orgaandonatie - Het communiceren van feitelijke registratiepercentages van steden (43% van Haarlem zegt Ja) om orgaandonatieregistratie te stimuleren.
Sociale omgeving Houding Kunnen
Werkingsmechanisme:
Zet een boodschapper in die door de doelgroep als autoriteit wordt gezien om een
signaal af te geven dat het gedrag goed/gewenst is.
IntentieHouding Zelfbeeld
Bijvoorbeeld: Aandacht in het verkeer - Het inzetten van de ANWB en TNO als autoriteit/expert om het telefoongebruik tijdens het autorijden te verminderen.
Gebruik van boodschappers - Autoriteit
Bijlage: Inspiratiekaarten

29Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Werkingsmechanisme:
Zet een boodschapper in die bekend is bij de doelgroep om een positief gevoel en
associatie aan het gewenste gedrag te koppelen.
Bijvoorbeeld: Orgaandonatie - Tijdens de Donorweek werven bekende Nederlanders als Erica Terpstra, Irene Moors, Dennis Weening zelf orgaandonoren.
Gebruik van boodschappers - Beroemdheid
IntentieKunnenHouding Zelfbeeld
Werkingsmechanisme:
Zet een boodschapper in die gelijkenis heeft met de doelgroep om te laten zien dat de
doelgroep het gedrag kan vertonen.
Bijvoorbeeld: Trouwen tegen je wil - Gebruik maken van ervaringsverhalen op de blog Yarah om jonge vrouwen die het risico lopen om te worden uitgehuwelijkt te stimuleren over dit onderwerp te lezen/praten.
Gebruik van boodschappers - Rolmodel
IntentieKunnenHouding Zelfbeeld
Bijlage: Inspiratiekaarten

30 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Werkingsmechanisme:
Spreek de doelgroep aan met entertainment en een pakkende verhaallijn, om het
gewenste gedrag op impliciete wijze aan te leren.
Bijvoorbeeld: Roes (Nederlandse Dramaserie) - De doelgroep aanspreken via een televisieserie met heftige verhalen over de invloed van drank en drugs gebaseerd of geïnspireerd door de werkelijkheid, om hen iets te leren over dit onderwerp.
Entertainment Education
KunnenHouding EmotiesIntentieSociale omgeving
Werkingsmechanisme:
Gametechnieken toepassen in een omgeving waar dit niet gebruikelijk is om middels
spelelementen de doelgroep te motiveren.
Bijvoorbeeld: Aandacht in het verkeer - Gebruik maken van de game ‘Tweet, Chat, Like & Drive’ om automobilisten op speelse wijze zelf te laten ervaren dat sociale media en autorijden niet samengaan.
Gamification
KunnenHouding IntentieSociale omgeving Fysieke omgeving
Bijlage: Inspiratiekaarten

31Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Werkingsmechanisme:
Stimuleer de doelgroep een (emotionele) verbintenis aan te gaan ten opzichte van het
gewenste gedrag.
Bijvoorbeeld: BOB - Het vooraf maken van een BOB-afspraak met vrienden om te stimuleren dat men zich houdt aan de afspraak om geen alcohol te drinken.
Commitment & Consistency
Zelfbeeld EmotiesIntentie Gewoonten en automatismen
Werkingsmechanisme:
Overtuig de doelgroep dat het gewenste
gedrag past bij hun zelfbeeld.
Bijvoorbeeld: Meld je aan bij Burgernet - Het expliciet benadrukken van de identiteit als buurtgenoot om deelname aan Burgernet in de buurt te stimuleren.
Identiteit
EmotiesSociale omgeving Zelfbeeld
Bijlage: Inspiratiekaarten

32 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Werkingsmechanisme:
Geef de doelgroep de indruk dat hij/zij iets ‘cadeau krijgt’, waardoor men eerder
geneigd is iets ‘terug’ te doen.
Bijvoorbeeld: Belastingdienst - Het benadrukken van het tijdig krijgen van bericht (voor 1 juli) als de aangifte voor 1 april is gedaan om mensen te stimuleren de aangifte tijdig in te vullen.
Wederkerigheid
IntentieHouding Emotie
Werkingsmechanisme:
Koppel positieve gevoelens aan het gewenste gedrag of negatieve gevoelens aan het
ongewenste gedrag.
Bijvoorbeeld: Orgaandonatie - Het gebruiken van een emotionele oproep door vrienden van de doelgroep om donorregistratie te stimuleren. ‘Van wie van je vrienden zou je het leven kunnen redden door donor te worden?’
Emoties
EmotiesIntentieHouding
Bijlage: Inspiratiekaarten

33Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Werkingsmechanisme:
Benadruk beperkte verkrijgbaarheid van iets om ervoor te zorgen dat mensen
schaarse producten/diensten hoger waarderen.
Bijvoorbeeld: Belastingdienst - Een gevoel van schaarste creëren door het beperkte aantal dagen aan te geven dat nog over is om de aangifte in te dienen om mensen te stimuleren de aangifte tijdig in te dienen.
Schaarste
HoudingFysieke omgeving
Werkingsmechanisme:
Benoem iets zodanig dat je er positieve of
negatieve associaties bij krijgt.
Bijvoorbeeld: Wakker Dier, Plofkip - Het gebruiken van woorden die tot de verbeelding spreken, zoals ‘Plofkip’, om bepaalde negatieve associaties op te wekken.
Framing
EmotieHoudingSociale omgeving
Bijlage: Inspiratiekaarten

34 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Stimulans Nudge
Werkingsmechanisme:
Nudge de doelgroep door een specifieke inrichting
van de fysieke omgeving.
Bijvoorbeeld: Toilethygiëne - Afbeeldingen van een vlieg in het urinoir om mannen te stimuleren zorgvuldig te mikken.
Fysieke omgeving Gewoonten en automatismen
Default nudge
Werkingsmechanisme:
Maak een doelbewuste wijziging in de keuzearchitectuur om de doelgroep een
bepaalde richting op te sturen, zonder opties te verbieden.
Bijvoorbeeld: Donorregistratie - Het instellen van een opt-out systeem waarbij mensen zich actief moeten afmelden voor orgaandonatie om het niet-registreren voor mensen lastiger te maken.
Fysieke omgeving Gewoonten en automatismen
Bijlage: Inspiratiekaarten

35Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Priming
Werkingsmechanisme:
Roep met woorden en beelden automatische gevoelens en associaties op bij de
doelgroep die het gewenste gedrag stimuleren.
Bijvoorbeeld: Het plaatsen van een afbeelding van een kind achter een verkeersverbodsbord (‘niet harder dan 30’) is een prime voor ‘kwetsbaarheid’ om mensen te stimuleren zich aan de gewenste snelheid te houden in de bebouwde kom.
Houding EmotieFysieke omgevingSociale omgeving

| Campagnestrategie-instrument 3.036

37Campagnestrategie-instrument 3.0 |
Colofon ‘CASI 3.0’ is een uitgave van Dienst Publiek en Communicatie(DPC) van het Ministerie van Algemene Zaken. Voor meer informatie over het Campagnestrategie-instrument 3.0, stuur een e-mail naar [email protected]. Samenstelling:Lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) en Dienst Publiek en Communicatie (DPC).
Auteurs:Martine Heemskerk, Reint Jan Renes, Anita van Essen, Baukje Stinesen (PubLab), Nick van Gaalen (DPC).
Met medewerking van:Marcel de Jong, Babs Westenberg, Joost Loef, Renske van Hartevelt, Angela Verkade, Richard Visser, Frederike van Dorst (DPC) en Clara Ormeling(UWV).
Vormgeving:Baasdesign Auteursrecht:Het auteursrecht op deze publicatie berust bij Dienst Publiek en Communicatie. Het is toegestaan om delen van deze publicatie onder vermelding van de naam van de auteur en bron te gebruiken voor niet-commerciele doeleinden.Voor elk ander gebruik moet toestemming worden gevraagd aan Dienst Publiek en Communicatie.
Den Haag, juli 2014
©Dienst Publiek en Communicatie.

38 | Campagnestrategie-instrument 3.0
Dienst Publiek en Communicatie
Buitenhof 34 Postbus 200062500 EA Den Haagwww.rijksoverheid.nl/dpc