BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS...

312
BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMS

Transcript of BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS...

Page 1: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BRIEVEN VAN, AAN EN OVER

JAN FRANS WILLEMS

Page 2: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

UITTREKSEL UIT HET REGLEMENT De werken van de professoren en docenten, oud-professoren en oud­

docenten worden uitgegeven onder de persoonlijke verantwoordelijkheid van de schrijvers. De andere krachtens een beslissing van de Faculteit.

Page 3: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

I -

RIJKSUNIVERSITEIT TE GENT WERKEN UITGEGEVEN DOOR DE FACULTEIT VAN DE

LETTEREN EN WIJSBEGEERTE 146e AFLEVERING

ADA DEPREZ

BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMS

1793-1846

AANTEKENINGEN 11

1825-1829

1968

"DE TEMPEL", TEMPELHOF 37, BRUGGE (BELGIË)

Page 4: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

VAN DIT WERK WERDEN GEDRUKT OP DB PERSEN

VAN DB SINTB·CATHARINA DRUKKERIJ TB BRUGGE,

OP HOUTVRIJ VELIJN, 600 EXEMPLAREN WAAR•

VAN 50 VOORBEHOUDEN AAN DE SCHRIJVER,

GENUMMERD I TOT L EN 550 EXEMPLAREN VOOR DE HANDEL

GENUMMERD I TOT 550.

DIT IS NUMMER 31

D 1968/0036/4

Page 5: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

ALFABETISCHE LIJST VAN AFKORTINGEN

Naast de lijsten met afkortingen, opgegeven in de Algemene Inleiding, I, p. I84-I90, en 11, p. Io-I6 en 3I5-3I6, alsook in de Aantekeningen, I, p. VII-VIII, gebruikten we bij de aantekeningen nog:

Bull. Comm. royale d' histoire Compte-rendu des Séances de la Com­mission Royale d'Histoire ou Recueil de ses Bulletins, Bruxelles, M. Hayez, I, I837 e.v.

Clignett, Bydragen

Huydecoper, Proeoe

Kruseman

Mess. se. hist.

Bydragen tot de oude Nederlandsche let­terkunde, door Mr. Jac. Arn. Clignett, 's-Gravenhage, Erve J. Thierry & C. Men­sing, I8I9.

Proeve van Taal- en Dichtkunde; in Vrij­moedige Aanmerkingen op Vondels Ver­taalde Herscheppingen van Ovidius, voor­gesteld door B. Huydecoper, Amsterdam, E. Vischer & J. Tirion, I730.

Bouwstoffen voor een geschiedenis van den Nederlandsehen boekhandel, gedurende de halve eeuw I83o-I88o door A. C. Kruse­man, Amsterdam, P. N. van Kampen, I 886-I 887, 2 dln.

Messager des sciences et des arts, Recueil publié par la Société royale des Beaux-Arts et des Lettres, et par celle d' Agriculture et de Botanique de Gand, Gand, P. F. de Goesin-Verhaeghe, I, I 823 e.v. ; Messager des Sciences et des Arts de la Belgique, ou Nouvelles Archives historiques, litté­raires et scientifiques, Gand, P. J. V ander­haeghen, I, I833 e.v.

VII

Page 6: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

M.L.

Paquot, M ém.

Schmitz, Willem I

Ter Horst

V lil

Mein Leben. Aufzeichnungen und Erin­nerungen von Hoffmann von Fallersleben, Hannover, Carl Rümpler, 1868, 6 dln.

Mémoires pour servir à l'histoire littéraire des dix-sept provinces des Pays-Bas, de la principauté de Liége, et de quelques con­trées voisines, Louvain, Imprimerie Aca­démique, 1765-1770, 3 dln.

Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966.

Dr. D. J. H. ter Horst, Catalogus van de handschriften der Koninklijke Neder­landsche Akademie van Wetenschappen, in bruikleen in de Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, Algemeene Landsdrukke­rij, 19J8.

Page 7: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 282

Antwerpen, s.2.I82s. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gepubliceerd door Rooses, p. 32-33. 4 p. (24 X I9,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Nl. de Ged. &f Verh. v. Kon. Gen. Antw., waarover cf. Inl., 11, p. 4I3.

2. De laatste brief van De Vries in ons bezit is nr. 25I van het voor­gaande jaar. Hier is dus vermoedelijk sprake van een verloren gegaan schrijven. Cf. Inl., I, p. 325. Het is trouwens opmerkelijk dat wij tussen 8.I2.I824 en 5.2.I825 geen enkele brief bezitten: waarschijnlijk zijn hier verschillende stuks verloren gegaan, terwijl Willems zelf blijkbaar in het corresponderen verhinderd werd door ziekte. Brief nr. 284 schijnt dit te bevestigen.

3· Willems' vriend en beschermer, de staatsminister en Leidse hoog­leraar J. M. Kemper, was op 20.7.I824 overleden. Cf. de brieven nr. 26I en 262 en Inl., II, p. I55-I56.

4· Cf. Aant., I, p. 239, n. 2. 5· Cf. Inl., 11, p. I8I-I82 en Aant., I, p. IS, n. 4· 6. De bedoelde zes kinderen zijn Isabelle (0 I8I2) en Eduard (0 I8I4)

Walravens, Willems' stiefkinderen, en Felix (0 I8I9), Malvine ( 0 I82o), Mathilde (0 I822) en Paulina (o I823), Willems' eigen kinderen. Cf. Inl., II, p. 346-348 en 357-360.

7· Het zou interessant zijn geweest te weten naar welke openbare of privé-school Willems zijn zoontje had gestuurd. Dit was evenwel a.h.v. de voorhanden bronnen niet uit te maken.

8. Bedoeld zijn hier ongetwijfeld de Kleine gedichten voor kinderen, Utrecht, I787, of een latere editie. Deze worden eigenaardig genoeg niet aangetroffen in de B. W., wel de Gedichten en over­denkingen (B. W. nr. 3826) en daarnaast een uitgebreide verzameling van Van Alphens andere werken (B. W. nrs. 249I, 3826-3829, 33I5 en 4400).

9· Hier is vermoedelijk bedoeld het vijfde deel van het Biographisch, anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters, bijeenverzameld en uitgegeven door P. G. Witsen Geysbeek, Amster­dam, I82I-I827, 6 din (B. W. nr. 3273). Bedoelde passus hebben

I

Page 8: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

we niet kunnen terugvinden, niettegenstaande de Nedd. Letteroef., I, I834, p. I65-I66 ons aanvankelijk een vingerwijzing leek te bevatten in de richting van Vanderborcht of Poirters. Misschien betreft het hier echter de notitie over Colijn van Rijssele opp. 205. Op verschillende plaatsen worden in het werk nl. De Vries of Willems genoemd, alleen daar staan beide namen samen.

IO. Tot een recensie van Willems' Over Holl. & Vl. schryfw., waar­over cf. Inl., 11, p. 377-378, is het blijkbaar in geen enkel Noord­nederlands tijdschrift gekomen. Kennelijk zaten zowel Siegenbeek als De Vries, en in mindere mate ook Wiselius, met het geval verlegen. Cf. over dit werk eveneens een niet-gepubliceerd stuk van Willems, bewaard in U.B.G. nr. G. I5113, vermoedelijk uit I824 of I825, getiteld Aenteekeningen op het kort overzigt van den heer U.A. [ = Ubald Andala], dat we als bijlage I, achteraan in dit deel, p. 289-292 geven. Over deze Anclala reeds Aant., I, p. III, I69 en 225; over zijn werk cf. Inl., 11, p. 494·

Aantekeningen bij brief nr. 283

Antwerpen, 5.2.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

2

I. Nl. de Ged. & Verh. v. Kon. Gen. Antw., waarover cf. Inl., 11, p. 4IJ.

2. Van een tweede bundel is, voor zover bekend, niets meer gekomen. Toch duikt de gedachte eraan ook nog later, bv. in brief nr. 288, op.

3· Advokaat François Dochez was voorzitter van het genootschap geworden. Blijkbaar was de oude voorzitter Delin overleden en werd op 4.I2.I824 een nieuw bestuur gekozen. Cf. de stukken gevoegd bij het ex. van de Algemeene Wetten van het Antwerpsch Tael- en Dichtlievend Genoótschap: Tot Nut der Jeugd, map nr. 11928 in het A.M.V.C. te Antwerpen. Cf. eveneens L. van den Wyngaert, Almanach indicateur commercial de la ville d' Anvers pour l'an I825, Anvers, I824, die als voorletters J.B.J. opgeeft en als adres Minderbroedersrui.

Page 9: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen biJ brief nr. 284

Antwerpen, I5.2.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C 11 VIII, 4I. Niet gepubliceerd. 4 p. ( 24 X 20 ), waarvan p. I -3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Dit was vermoedelijk J oanna Wilhelmina van Dinter-Steeger, de toekomstige schoonmoeder van Willems' stiefdochter Isabelle Walravens, die in I838 in het huwelijk zou treden. Cf. Inl., 11, p. 347· Wellicht was zij de echtgenote van Henri van Dinter, kommies bij de registratie Antwerpen Noord, het kantoor van Willems ? Cf. L. van den Wyngaert, Indicateur commercial de la ville d'Anvers pour l'année I826, Anvers, I825, p. 34·

2. Cf. de biografische schetsen van al deze correspondenten in Inl., 11, vooraan.

3· Hier wordt Joh. Chr. Schotel (de vader van Willems' latere corres­pondent G. D. J. Schotel) bedoeld, over wie cf. N.N.B.W., X, I937, kol. 89I-892 door H. van Guldener: 0 Dordrecht I787, t I8J8. Hij verwierf vooral bekendheid als zeeschilder. De in de Ned. Muzen-Almanak, VII, I825, t.o.p. I56 geplaatste illustratie: De Visscher, wijst eveneens in die richting. Een tweede spoor van medewerking van Schotel hebben we in deze bundel niet aan­getroffen. We veronderstellen dus dat Willeros hier verwart met twee illustraties van Schelfhout t.o.p. 114 en 220, die evenwel geheel andere onderwerpen behandelen.

4· Naar we vermoeden moet dit de aloude Maatschappij ter aan­moediging der schoone Kunsten van Antwerpen zijn, die o.m. in I8I5 had geijverd voor teruggave van de door Frankrijk in I793 ontroofde schilderijen, en waarvan Herreyns toen voorzitter en Verdussen secretaris was. De maatschappij beijverde zich eveneens voor het reorganiseren van de lessen in de Antwerpse Academie en richtte tentoonstellingen in. Cf. Aant., I, p. I2 en F. Jos. van den Branden, Geschiedenis der Antwerpsche Schilderschool, Antwerpen, I883, p. I347-I389. Willems was echter in I8I6 eveneens tweede secretaris van de nieuwe Maatschappij der Kunstvrienden, die in augustus I 8 I 6 tot stand kwam, en waarvan de leden uit de Academie stamden en de gouverneur van de provincie voorzitter was. Dit dubbele lidmaatschap brengt een zekere mogelijkheid tot verwarring mee. Cf. eveneens Antw. XIXde eeuw, p. 304;

3

Page 10: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 284

Schmook, Teun, p. 18, 43-46, 185, alsmede de brieven nr. 287, 3I4a en 347·

5· Hier duikt andermaal het plan van een uitgave van een gedichten­bundel van Willeros op, die nooit tot stand kwam maar waarvan het kladboek berust in U.B.G.Hs. nr. 2722. Cf. Jan Frans Willems. Een bijdrage tot zijn biografie tot 1824, in Hand. Znl. Mij voor Taal- en Lettk. en Gesch., XIX, 1965, p. 269, n. 19 en Aant., I, p. 63, n. 4·

6. De Gramschap in dry boeken verdeelt. Over ettelyke jaeren in latynsche dichten in 't licht uytgegeven ... nu in nederduitsche rymen overgestelt door Livinus de Meyer, Gendt, 1778 (in B. W. nr. 3708 de editie van 1728), zou pas in 1827 bij A. B. Steven te Gent door de zorgen van Schrant opnieuw verschijnen als De gramschap in drie boeken, een latynsch en vlaamsch leerdicht ... op nieuw uitgegeven met aanteekeningen (B. W. nr. 3709). Willeros zelf publiceerde in de Belgische Muzen-Almanak, 11, 1827, uitgegeven door diezelfde Steven, op p. 128-136: De torenbrand van Mechelen. Dit stuk nam hij over in de Iste aflevering van zijn Mengelingen, 1827, p. 1-27, maar dan samen met de oorspronkelijke Latijnse tekst. Van enige verdere activiteit van Willeros op dit terrein is niets terug te vinden, zodat het vermoeden voor de hand ligt dat het hier eerder om een losse inval gaat.

7· Voor deze Gedichten van Immerzeel cf. Aant., I, p. 44· Een gunstige bespreking hiervan verscheen in de V ad. Letter oef., 1 ste deel: boekbeschouwing, 1825, p. 94-96.

8. Cf. Aant., I, p. 222, n. 9; voor Witsen Geysbeek Aant., I, p. 224, n. 2 en 225, n. 5·

9· Cf. Aant., I, p. 246, n. 4· 10. Hier wordt de Hollandsche Maatschappij van fraaije Kunsten en

Wetenschappen bedoeld. Cf. Aant., I, p. 229 en Ho:ffmann von Fallersleben, in M.L., 11, p. 344· Bij een bezoek aan Nederland in 1836 woonde hij een dergelijke vergadering bij, en schreef hij : << Bei schönem Wetter fuhr ich mit Professor Bake nach einem Wirtshause hinaus, das an der Haager Strasse liegt und Huis ten Dijk heisst. Wir fanden schon einige Mitglieder, bald kamen mehrere, urn 12 1/2 Uhr begann die Sitzung. Bake hielt einen Vortrag über Beredtsamkeit. Dann folgte der Rechenschafts" bericht über den Stand der Gesellschaft, Einnahme und Ausgabe und Preisfragen. Darauf gehen wir im Garten spazieren. Ich mache einige neue Bekanntschaften: Collot d'Escury, Ie Jeune etc. Unterdessen ist angerichtet. Ein wirklich glänzendes Gastmal

4

Page 11: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. z86

beginnt. Nach und nach wird die Unterhaltung lebendiger, aber erst heim Nachtisch überlässt man sich der Fröhlichkeit. Da folgt Trinkspruch auf Trinkspruch. Auch mir wird ein Hoch aus­gebracht. Ich danke mit einigen W orten, die mir eben einfallen :

Leve de wetenschap de altijd groeijende, Leve de kunst de altijd bloeijende, De President en de Secretaris ! Zoo dankt een vreemdeling die ook daar is.

Ein junger Dichter trägt dann ein langes Gedicht vor. Er fragt mich urn meine Meinung über die Art seines Vortrags. Ich kann nur bemerken, dass die holländische Vortragsweise weder unserem Gefühle noch unserem Geschmacke zusagt. J etzt wird gesungen, und so muss ich mich denn auch hören lassen. lch singe : << Das Volk steht auf, der Sturm bricht los >>, und : << E jede will de Schönste >>. Erst Nachts I Uhr kehren wir heim.>>

Aantekeningen bzj brief nr. 285

Amsterdam, I7·3·I825. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Uitgaande

Depêches, 11, exp. 503. Niet gepubliceerd. Minuut, geschreven in vreemde hand, en door Wiselius alleen onder­

tekend.

1. Cf. Inl., 11, p. 4I3. 2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 324.

Aantekeningen bij brief nr. 286

Antwerpen, 5·4·I825· Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C 11 VIII, 42. Niet gepubliceerd. 2 p. (23,5 X zo), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : Wel edelen Heer

Den heer Immerzeel junior Boekhandelaar Rotterdam

Stempel : Antwerpen

5

Page 12: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. z86

6

1. Van 3 tot 6.2.1825 waren grote gedeelten van de Nederlandse kustvlakten en stroommondingen onder water gelopen. Ook in het Zuiden geschiedde dit, zij het in veel mindere mate, en dan nog praktisch uitsluitend langs de linkeroever van de Schelde, van Kallo tot Antwerpen, en verder van St.-Amands tot Rupelmonde. N.a.v. deze ramp en de daardoor ontstane armoede werden collectes gehouden, en gaf Immerzeel een luxe-editie uit van een Gedenkboek van Neerlands Watersnood, in Februarij I825 door J. C. Beijer, 's-Gravenhage, 1826, 2 dln. Vooraan staat een lijst van intekenaars, en op p. xxii een dubbele intekening van Willems : een gewone, als (( J. F. Willems, Corresponderend Lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut te Antwerpen, schrijfpapier>>, en een tweede als (( J. F. Willems, als President van het Lees­gezelschap: Door onderzoek leert men, te Antwerpen>>. Dit is een onbekend gebleven genootschap, dat niet mag worden verward met een soort onderafdeling van Tot Nut der Jeugd, want hier­voor tekende De Potter in. Wellicht is dit het literaire genootschap (( Door ondervinding leert men >>, waarvan een echo te bespeuren valt in Antwerpsch Nieuwsblad, 14.2.1818 (ex. S.A. Antwerpen)? Een weerklank van deze ramp vindt men in de tijdschriften­literatuur van de tijd, o.m. in de Vad. Letteroef., 1825.

2. Vermoedelijk betreft het hier Jan Cornelis de Potter, die in 1827 en 1828 populariserende werkjes schreef over de tolrechten op geest­rijke dranken en de accijns op het geslacht, beide bij Schoesetters verschenen, en lid was van Tot Nut der Jeugd (cf. n. 1.)

3· Gouverneur van Antwerpen was op dit ogenblik Jonkheer A. C. Membrede. Cf. Inl., Il, p. 187.

4· De overstromingen in het Zuiden werden achteraan in het Gedenk­boek opgenomen: op p. 515-529 de schade in de provincie Ant­werpen, en op p. 530-531 die in de stad zelf.

5· Vermoedelijk betreft het hier een van de 11 dln van de Dicht- en prozai"sche werken, Rotterdam, 1824 (B. W. nr. 3912), of anders een van de 5 dln van de BiJdragen ter bevordering der schoone kunsten en wetenschappen, uitgegeven door Mr. R. F eith en J. Kantelaar, Rotterdam, 1825 (B. W. nr. 3913).

6. Cf. brief nr. 284. 7· Q. Horati Flacci Opera, ed. Klingner, 1950, Carm. I, 3· Het gedicht

van Willems komt niet voor in zijn kladboek, waarover cf. brief nr. 284, n. 5·

8. Het lied der Belgen aan de Bataven, in Ned. Muzen-Almanak, VIII, 1826, p. 199-201. Cf. Inl., II, p. 440.

Page 13: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

9· Voor de Gramschapcf.brief nr. 284, n. 6. IO. Vermoedelijk werd Willems de latere druk van I778 uit Gent door

Vervier of door Schrant beloofd. II. Duidt dit op een zekere verkoeling van de relaties tussen Willems

en Immerzeel, of op een zich bewust worden van een hogere sociale status, die moeilijk met het « boekverkopen )) in overeen­stemming te brengen was ?

Aantekeningen bij brief nr. 287

Antwerpen, 5·4.1825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B I2 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 34-36. 4 p. ( 26 X 22 ), beschreven. Op p. 4 ook adres. Adres : Weledel Gestrengen Heer

Den heer Mr. Jeronimo DeVries Griffier der Stad Amsterdam.

1. Cf. ook brief nr. 284, n. 4· 2. De datum van de Haarlemse tentoonstelling zelf was verschoven

omdat er in oktober te Brussel een grote tentoonstelling zou worden gehouden. Cf. de in n. IO geciteerde bijdrage. Dat J. de Vries zich overigens herhaaldelijk met het inrichten van tentoon­stellingen en het bemiddelen bij de aankoop van schilderijen bezig hield, zal wel een gevolg van zijn functie bij het stadsbestuur zijn : cf. hiervoor brief nr. 303, n. 8. Wellicht komt dit ook door het feit dat het Trippenhuis zowel de verschillende klassen van het Instituut als de rijkscollectie van schilderijen onderdak verleende. Cf. Jb. Kon. Ned. Ak. van Wet., 1965-1966, Amsterdam, 1966, p. 12.

3· Misschien is dit Johan Hendrik Louis Meyer, een schilder-etser, 0 Amsterdam 1809, tUtrecht 1866. Hij was een leerling van Pieneman en onderging mede invtoed van Jacob Maris en J. Moerenhout. Hij vertoefde veel in het buitenland, o.m. 1827-1833 in Frankrijk, 1839-1841 te Antwerpen en Maastricht en 1841 te Parijs. Cf. N.N.B.W., X, 1937, kol. 627 door G. A. Wumkes. In verband met zijn jeugdige leeftijd in 1825 lijkt ons evenwel de bemiddeling van Gerrit Johan Meijer, ° Kleef 1781, t Groningen 1848, waarschijnlijker. Hij was leraar aan het atheneum te Brussel

7

Page 14: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

en vanaf 1825 als hoogleraar verbonden aan de Leuvense uni­versiteit en het Collegium Philosophicum. Hij speelde ook . een actieve rol in de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen. Cf. N.N.B.W., 111, 1914, kol. 856-857 door E. Zuidema. Of gaat het hier gewoon om een niet nader gekend expediteur ?

4· Dergelijke aankondigingen van tentoonstellingen en oproepen tot insturen van stukken treft men niet alleen in de dagbladen maar eveneens in tijdschriften als de V ad. Letteroef. aan.

5· Cf. Inl., II, p. 413. 6. Willems' Franse verzen in Ged. & V erh. v. Kon. Gen. Antw. waren

de <<Vers anacréontiques >>, p. 312, overgenomen uit Antw. Alm., II, 1816, p. 99-100, en <<A Elise >> op p. 313, overgenomen uit Antw. Alm., IV, 1818, p. 90-91. Cf. Inl., 11, p. 439·

7· Er verscheen blijkbaar geen tweede bundel meer. 8. Ofwel wordt hier [J. de Vries], Maria van Reygersberch aan haren

Broeder Nicolaas van Reigersberch, in Vad. Letteroef., 1824, 2de stuk : Mengelwerk, p. I 9-27 bedoeld, ofwel de tekst van een toe­spraak, op 23.2.1825 in Felix Meritis gehouden, en gepubliceerd als : Maria van Reigersbergen, geschetst bij gelegenheid van eene openbare prijsuitdeeling in de afdeeling Teekenkunde der Maat­schappij: Felix Meritis, uitgegeven te Amsterdam, bij Ten Brink en De Vries in 1827, op p. 171-235 van de bundel Hugo de Groot en Maria van Reigersbergen (B. W. nr. 2270).

9· In de bekende NOordnederlandse tijdschriften vonden we geen recensie van de Ged. & V erh. v. Kon. Gen. Antw. terug.

10. Viertal Brieven aan eenen Vriend, over de Tentoonstelling der Kunstwerken van nog levende Nederlandsche Meesters, te Amster­dam, van den jare 1824, in V ad. Letteroef., 2de stuk : Mengelwerk, 1825, p. 28-36, 82-86, 175-180 en 224-230, een niet ondertekende bijdrage.

11. Cf. Inl., II, p. 313. 12. Cf. Aant., I, p. 26-27, n. 5· 13. Bedoeld wordt hier de anoniem verschenen recensie van de Galerij

van Roomsche Beelden, of Beerdendienst der XIXe Eeuw door J. G. Swaving, Dordrecht, 1824, verschenen opp. 104-108 van de V ad. Letteroef., Iste stuk: boekbeschouwing, 1825, een editie die aldaar als << een allerbelangrijkst verschijnsel voor hen, die oogen hebben, en zien willen >> aangeprezen wordt, en een boek dat << een sterk tegengift tegen de proselytenmakerij der Paapsche kerk>> enz. wordt genoemd. Wellicht alludeert Willeros hier ook op de ver­volging van de aanhangers van Bilderdijk en da Costa in 1823-

8

Page 15: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1825? Cf. hiervoor C. G. N. de Vooys in Gesch. v.d. Lett. der Ned., VII, p. 96-97 en de notitie over Bilderdijk in N.N.B. W., 11, 1912, kol. 156-157 door S. W. F. Margadant en over da Costa in N.N. B. W., VI, 1924, kol. 339 door L. Knappert.

14. VoorM. de Broglie cf. Aant., I, p. 128, n. 40 en B.N., III, 1872, kol. 83-88 door J. J. de Smet.

15. Voor Le Mercure beige cf. Aant., I, p. 76, n. 6; voor Les Annales belgiques, het Gentse tijdschrift uit de kring van Vervier en Cornelissen cf. Aant., I, p. 75-76, n. 5· Le Messager des Arts (1823-183o) vormde hierop een vervolg en behandelde naast letterkunde ook geschiedenis en botanie. L' Aristarque des spectacles, des lettres, des arts, des mceurs et de la politique verscheen te Brussel wekelijks sedert ca. 1823. Hieraan werkte F. [de Reiffenberg] mede: cf. het ex. U.B. Leuven nr. Z. 2106. La Sentinelle des Pays-Bas was een bekend satirisch tijdschrift, dat te Brussel verscheen onder de redactie van Ch. Froment over wie cf. Aant., I, p. 159-16o, n. 5·

16. Voor De Foere cf. B.N., VII, 1883, kol. 150-164 door J. Steeher en Inl., 11, p. 109-110. De periode van diens aanval op de ver­draagzaamheid en de protestanten valt vermoedelijk te situeren na het uitzitten van zijn gevangenisstraf van 1817 tot 1819, en is te zoeken in zijn tijdschrift Le Speetaleur belge.

17. Cf. Aant., I, p. 204, n. 2. 18. Cf. Inl., 11, p. 517. 19. J. F. Lichtenberger, Histoire de l'invention de l'imprimerie pour

servir de défense à la ville de Strasbourg contre les prétentions de Harlem. Avec une préface de M. J. G. Schweighäuser, Strasbourg­Paris, 1825 (B. W. nr. 355). Meer speciaal zal hier het hoofdstuk Traditions de Harlem, op p. 12-20, bedoeld zijn.

20. Cf. V er handeling over den oorsprong, de uitvinding, verbetering en volmaking der boekdrukkunst, door Jacobus Koning, commis-griffier bij de regtbank van eersten aanleg te Amsterdam, lid van de Maat­schappij der Nederlandsche Letterkunde. Door de Hollandsche Maat­schappij der Wetenschappen te Haarlem, in mei I8I6, met dengouden eerprijs bekroond, Haarlem, 1816, als tweede deel van de Letter­en Oudheidkundige Verhandelingen (B. W. nr. 357). Hierin poneert hij dat de boekdrukkunst te Haarlem werd uitgevonden in 1423, waardoor het vierde eeuwfeest op 1 o. 7.182 3 aldaar kon worden gevierd. Over Koning zelf cf. Inl., 11, p. 161.

21. Revue encyclopédique ou analyse raisonnée des productions les plus remarquables dans les sciences, les arts industriels, la littérature et les beaux-arts, Paris, I-XIV, I819-1832, 53 dln. Dit was de voort-

9

za

Page 16: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 288

zetting van Les annales encyclopédiques. Het betreft hier de recensie van de Geschichte der Erfindung der Buchdrucker Kunst, die tegelijk ook in het Frans was verschenen (cf. n. I9), in dl XXV, januari I825, p. 230-231.

Aantekeningen bij brief nr. 288

Antwerpen, I6.4.I825. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder-

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. Ioo2/5· Niet gepubliceerd. 4 p. (26,5 X 22), beschreven. Opp. 4 ook adres. Adres : HoogEdele Gestrenge Heer

Den heere Mr. W. Bilderdijk te

Leyden

I. Het handschrift van de Rijmbijbel waarvan hier sprake werd na het overlijden van Willems in december I846 ondershands door de Koninklijke Bibliotheek te Brussel aangekocht voor de som van Iooo fr. Het berust er onder nr. I9545· Cf. de uitvoerige be­schrijving ervan in Dr. G. I. Lieftincks studie, Drie handschriften uit de librije van de abdij van Sint Bernards opt Schelt, in T.N. T.L., LXIX, I952, p. 3-4. Dr. Lieftinck veronderstelt evenwel ver­keerdelijk dat het hs. op de auctie Willems in februari I84 7 zou zijn verworven. Cf. de als bijlage II achteraan in dit deel gegeven en door Snellaert geschreven lijst (( HSS. van Willems verkocht aen de burgondsche Bibliotheek>> in U.B.G. nr. G. 15772/23, nr. I. Het stuk is hs. B in de uitgave van J. David, Rymbybel van Jacob van Maerlant, Brussel, 4 dln, 1858-I861, en wordt aldaar in de ((Voorrede>>, 111, 1859, p. xv-xvii besproken. Cf. eveneens De Vreese, Bouwstoffen, nr. 1167/2: <( c. I300? >>. Op een van de schutbladen komt volgende aantekening van Willems voor : « Dit handschrift bevat den Rymbybel van Jacob van Maerlant, vol­tooid in den jare I270 (zie aen het einde). Het zelve is, naer het oordeel van Bilderdyk, een goed, oud en echt Hs. in de lezing juist en onverdorven, en geheel compleet. Het was vroeger in­gebonden met een parkernenten afschrift van MAERLANTS NATURENBLOME, hetwelk voor 1322 blijkt geschreven te zyn, en van eene nederduitsche berymde vertaling van den ROMAN

IO

Page 17: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

l

NR. 288

DE LA ROSE, tezamen afkomstig uit de abtdy van St Bernard ad Schaldim, en door my gekocht in de rnaend April I825. J. F. WILLEMS >>.Cf. J. van den Gheyn, S.J., Catalogue des Manuscrits de la Bibliothèque royale de Belgique, Bruxelles, I, I90I, nr. I05, p. 50-51. Dat de drie handschriften reeds bij aankoop los van elkaar stonden lijkt ons waarschijnlijk uit de aanhef van deze brief en uit de tweede paragraaf.

2. Is Willeros in het voorjaar van I 82 5 op bezoek bij Bilderdijk geweest? Deze brief zou het doen vermoeden, evenals nr. 3I4a. Wel weten we dat hij medio november I 824 vijf dagen te Leiden heeft vertoefd, Den Haag bezocht en bij Siegenbeek heeft ge­logeerd. Cf. de brieven nr. 230 en 232. De zaak heeft enig belang, omdat daaruit zou kunnen blijken op welk tijdstip Willeros het handschrift in handen heeft gekregen. De aantekening in het exemplaar van de Rose (cf. n. 5) doet vermoeden dat hij reeds vóór het schrijven van deze brief tot de aankoop was overgegaan.

3· Voor de diefstal van de goden van Laban cf. Genesis, JI, I8-35· In de Rymbybel, ed. David, I, 2557-2595.

4· Dit uittreksel bevindt zich niet meer bij de brief, maar werd wellicht door Bilderdijk aangevuld en gecorrigeerd, en aan Willeros teruggezonden. Cf. brief nr. 306, n. IJ.

5· Bedoeld handschrift van Die Rose werd, na allerlei wederwaardig­heden en wrijvingen, waarover de volgende brieven ons nader in­lichten, door Willeros voor f. 200 aan de Tweede Klasse van het Instituut verkocht. Het berust sedert I937 te 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, bruikleen van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, nr. XXIV. Een beschrijving bij G. I. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, I952, p. I-J. Cf. ook De Vreese, Bouwstoffen, nr. III8,I (<( c. IJOO >>).Het handschrift werd door E. Verwijs als grondtekst (hs. A) voor zijn uitgave van Die Rose, 's-Gravenhage, I 868, gebruikt. Cf. diens « Inleiding >>, p. xxvi, waar wordt mede­gedeeld dat het ((door het voormalig Instituut van Willeros (werd) gekocht, die het met andere werken, afkomstig uit de bibliotheek der Abdij Sancti Bernardi ad Scaldim, door aankoop in bezit kreeg, gelijk uit eene aanteekening van diens hand van IO April I825 blijkt. Vroeger was het samengebonden met een Rijmbijbel en eene Na turen Bloeme. >>

6. Les Poètes franfois ... , 11, Paris, I824, p. I09 (B. W. nr. 2779), waar bovendien na het vers « ou l'art d'amors est tote enclose ... >> bij wijze van overgang tot de laatste vier regels nog de opmerking

II

Page 18: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 288

volgt : << 11 ajoute plus bas qu'il l'avoit entreprise pour une dame qu'il aimoit. >> De hier aangehaalde verzen beantwoorden in de uitgave van E. Langlois, Le Roman de la Rose, Paris, 5 dln, 1914-1924, aan de regels 21-23, 26, 31, 33-38, 41-44. Cf. thans ook de nieuwe uitgave Le Roman de la Rose door Felix Lecoy, Paris, I, 1965, waar de lezing duidelijk verschilt.

7· Na de tekst van Die Rose volgt in het handschrift fol. 68v-77v eerst nog de zg. Roman van Cassamus (wat Willems toen echter nog niet had opgemerkt) en dan Dit es de frenesie fol. 77v. Het begin van dit eerste stuk heeft Willems gepubliceerd in zijn editie van de Rymkronyk van Jan van Heelu betreffende den slag van Woeringen (cf. Inl., 11, p. 383-389), p. 148. Cf. eveneens de editie van Verwijs, Roman van Cassamus, Leiden, [ 1869], reeks : Bibliotheek der Middelnederlandsche Letterkunde, nr. 2. Het stuk telt 1899 verzen en behoort tot de cyclus van Alexander, in het Frans bekend onder de naam van Le V reu du Paon. De Frenesie, die daarop volgt, telt 94 verzen en is een satire, door Willems in 1829 in zijn Mengelingen, als onderdeel van<< Twee Oude Hekeldichten>>, opp. 35-42 gepu­bliceerd. Later werd het stuk nogmaals afgedrukt in D. Buddingh, Geschied- en Letterkundig Archief. Dietsche Taal en Poëzy, met betrekking tot de algemeene, kerkelijke en staatkundige gesteldheid des tijds, gedurende de m-iddeleeuwen, Gorinchem, 1859, p. 359-363; door E. Verwijs in Dit syn X goede Boerden, 's-Gravenhage, 1861, p. 37-40 en Dr. C. Kruyskamp, De Middelnederlandse Boerden, 's-Gravenhage, 1957, p. 96-99.

8. Het handschrift van Der Naturen Bloeme werd na de dood van Willems eveneens ondershands aan de Koninklijke Bibliotheek te Brussel voor de som van 1000 fr. verkocht (en niet voor 1000 fl. zoals Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 6 vermeldt), en draagt er het nr. 19546. Het werd door J. H. Bormans voor zijn [onvolledige] uitgave van Der Naturen Bloeme van Jacob van Maerlant, met inleiding, varianten van hss., aenteekeningen en glos­sarium, op gezag van het Gouvernement en in naem der Koninglijke Akademie van Wetenschappen, Letteren en Fraye Kunsten voor de eerste mael uitgegeven door J .-H. Bormans. Eerste deel, Brussel, 1857, gebruikt. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. 923,2: <<geschreven tussen 1314 en 1322 >>. Het is hs. B in de uitgave van E. Verwijs, Jacob van Maerlant's Naturen Bloeme, Leiden, 1878; cf. diens <<Inleiding>>, p. lvii-lviii en De Vreese, Bouwstoffen, nr. 924,4. Een facsimile van de afbeelding van Aristoteles bij C. Gaspar en F. Lyna, Les principaux manuscrits à peintures de la Bibliothèque royale

12

Page 19: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 288

de Belgique, Paris, I9J7, pl. 59b, en in de Gesch. V.d. Lett. d. Ned., 11, I942/2, p. J04. Het handschrift zelf wordt eveneens beschreven bij Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, I958, p. 4-6.

9· Teuthonista ( cf. Aant., I, p. JO, n. 7), p. lxxviii-lxxx (B. W. nr. JJ45)· IO. Bedoeld is hs. Leiden, Bibl. Mij N.L., nr. I9I, waarvan het vierde

gedeelte de Esopet bevat. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. 4I6,I en Dr. Lieftinck, Codices I68-360 Societatis cui nomen Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, Lugduni Batavorum, I948, p. IJ.

II. De tekst van het handschrift Stuttgart, Württembergische Landes­bibliothek, Ms. poët. et philos. fol. 22 [ = Comburgse codex], waarin Die Rose staat, was toen nog niet uitgegeven en zijn bestaan in Nederland nog vrijwel onbekend. Toen Ed. Kausler hem in I844 in het tweede deel van zijn Denkmäler altniederländischer Sprache und Litteratur, Tübingen (B. W. nr. J477) publiceerde, liet Willems in B.M., VIII, I844, p. I04-I I4 de JJ2 eerste verzen naar het in I825 verkochte handschrift afdrukken. Cf. ook F. D. Gräter, Braga und Hermode oder Neues Magazin für die Vater­ländischen Alterthümer der Sprache, Kunst und Sitten, V, [ = Odina und Teuthona, I], Breslau, I8I2 (B. W. nr. 4725), p. 224-375: Ueber die Merkwürdigkeiten der Bibliothek des ehmaligen Ritterstifts Comburg am Kocher. Dit is een rapport uit I8o5, waarin Die Rose op p. 2JO gesignaleerd wordt en op p. 265 een klein citaat van de verzen I2-I6 en de eindregel gegeven wordt. Over de Comburgse codex stelde Gräter reeds jaren ervoor, in de Allgemeine Literaturzeitung, nr. ISJ, I9.II.I796, p. I298-1302 een bericht op, dat hier onopgemerkt was gebleven. De codex was blijkbaar door Gernardus van Schwalbach uit Brussel naar Comburg meegebracht en werd in I8o5 door de vorst van Württemberg aan de bibliotheek te Stuttgart geschonken. Gräters bijdrage van I8I2 weidde echter vooral uit over de Reinaert, waarvan hij J465 verzen (van p. 276-J75) mededeelde. Het bestaan van Die Rose was eveneens bekend aan Ferdinand W eckherlin, Beiträge zur Geschichte altdeutscher Sprache und Dichtkunst, Stuttgart, I8II. Cf. de bespreking van dit werk door J. Grimm, in de Leipziger Literatur-Zeitung, I8Iz, II, nr. 205, p. I633-I638 en overgenomen in diens Kleinere Schriften, VI: Recensionen und Vermischte Aufsätze, lil, Berlin, I882, p. IOI-Io6.

I2. Cf. Inl., 11, p. I4I-I42. IJ. Cf. Inl., 11, p. 4IJ.

IJ

Page 20: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 289

Eeiden, 18.4.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/15. Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, vijfde deel,

Rotterdam, W. Messchert, 1837, p. 195-197; in overdruk, p. 8-ro. 4 p. (23 X 19,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : WelEdelgeboren Heere,

De Heer J. F. Willems, ss. tt. Lid van het koninklijk Taal- en Dicht­genootschap, &c. te

Antwerpen. Stempel : Leyden

I. Nl. brief nr. 288. 2. Bedoeld handschrift van de Rijmbijbel berust thans te 's-Graven­

hage in de Koninklijke Bibliotheek, als bruikleen van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, nr. XVIII. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. no7,6: << c. 1405 >>. Het is hs. Fin de uitgave van David, die echter enkel de copie, die Bilderdijk reeds in 1810 van het handschrift had vervaardigd, schijnt te hebben gebruikt. Toen Bilderdijk echter tot het inzicht kwam dat << van alle handschriften die hem van Maerlant's Rijmbijbel onder ogen gekomen waren, dit het slechtste was >>, heeft hij naderhand nog een tweede handschrift van de Rijmbijbel gedeeltelijk afgeschreven. Cf. Dr. C. C. de Bruin, Bilderdijk en de studie van het Middelnederlands, in N. Tg., XLVIII, 1955, p. 6, die dit eerste afschrift opgeeft als 's-Graven­hage, Koninklijke Bibliotheek, hs. I 29 A 12; het tweede moet dan hs. XIX van de Akademie zijn. Vlg. Dr. D. J. H. ter Horst, Catalogus van de handschriften der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen, in bruikleen in de Koninklijke Biblio­theek, 's-Gravenhage, 1938, zou hs. XIX de eerste en gedeeltelijke copie door Bilderdijk van hs. XVIII zijn. Hoffmann von Fallers­leben vermeldde het handschrift zelf reeds in Alg. K. fS L., I821, 2de deel, p. 372, met de filiatie Lelong-Clignett-Instituut.

3· Van de << Janseniste Kerkboekery >> te Leiden raakte het hand­schrift in het bezit van Hoffmann von Fallersleben, en daarna op

Page 21: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

de Preussische Staatsbibliothek (ms. germ. fol. 622). Vóór Hoff­mann het naar Breslau meenam had Bilderdijk er in zijn copie van hs. F (zie vorige aantekening) varianten uit opgetekend. Het handschrift werd in IJ2I te Waterduinen (bij Kadzand) sedert IJ77 weggespoeld, geschreven. Het werd door David als tekst­handschrift (hs. A) voor zijn editie van de Rymbybel (cf. brief nr. 288, n. r) gebruikt. Cf. zijn << Voorrede >>, III, p. xiii-xiv en xxiii; De Vreese, Bouwstoffen, nr. 1107,I en I50Ja, en Hoffmann von Fallersleben, in Alg. K. &J L., I82I, 2de deel, p. 372.

4• Reeds in I 8 I 2 had Bilderdijk met J acob Grimm gecorrespondeerd over Die Rose n.a.v. het Comburgse handschrift: cf. Brieven van Mr. Willem Bilderdij'k, 111, Amsterdam, I837, p. 204-206. Dat hij in zijn [Nieuwe] Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden het werk zou hebben besproken, zoals zou kunnen worden afgeleid uit C. C. de Bruin, in N. Tg., XLVIII, I955, p. I2, is ons echter niet gebleken. Wel wordt in het eerste deel van de Verscheidenheden, Rotterdam, I82o (B. W. nr. 3964), p. IJ6 <<een vertaling van den Roman de la Rose >> als voorkomende in een in Duitsland bewaard handschrift terloops vermeld. Het laatste detail was Willems echter geheel ontgaan. Hij zou het pas opmerken op 23 april 1825 ( cf. brief nr. 290 ).

5· Hier zal Mr. Jacob Visser bedoeld zijn. Cf. B. W. der Ned., XVIII, I874, p. 257: 0 I724, t 1804, studeerde hij te Leiden en werd rijksadvocaat te Den Haag. Daarnaast wijdde hij zich aan de studie van de geschiedenis van de boekdrukkunst en werd lid van de Maatschappij van Leiden. Zijn bibliotheek werd geveild te Den Haag op I6.12.I8II.

6. Zijn handschrift is thans nr. 76 E 4 in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. 923,4. Het is hs. V in de uitgave van E. Verwijs, Jacob van Maerlant's Naturen Bloeme, Leiden, I878, en werd in zijn Inleiding op p. lv-lvii be­sproken. Vlg. De Vreeseis het van de 2de helft van de I5de eeuw.

7. Het afschrift van Bilderdijk uit de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, hs. XVII, in bruikleen te 's-Gravenhage, Konink­lijke Bibliotheek. Cf. C. C. de Bruin, in N. Tg., XLVIII, I955, p. 4-5 en Ter Horst, p. IJ.

8. Vermeld in de << Voorrede >> tot de Teuthonista ( cf. Aant., I, p. JO, n. 7), p. lxxviii-lxxx. Blijkbaar werd het door Clignett op een auctie te Gent gekocht en in of vóór I8I7 weer verkocht. Cf. Mij N.L., 1804, p. 7 door J. W. te Water. Welk handschrift hiermee kan bedoeld zijn is niet duidelijk : wellicht ging het verloren ? Het

Page 22: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 290

werd in elk geval door de latere uitgevers niet bij hun edities gebruikt.

9· 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, bruikleen van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, hs. XVI; hs. A in de uitgave van E. Verwijs. Zie aldaar de Inleiding, p. lvii; De Vreese, Bouwstoffen, nr. 924,2 : << c. 1375 >>, en Ter Horst, p. 12-13.

10. Leiden, Universiteitsbibliotheek, hs. 14 A, door E. Verwijs als teksthandschrift gebruikt. Cf. zijn Inleiding, p. li-lv en De Vreese, Bouwstoffen, nr. 924,1 : << c. 1375 >>.

11. Cf. brief nr. 288, n. 7·

Aantekeningen bij brief nr. 290

Antwerpen, 23·4·1825. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder-

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. 1002/4. Niet gepubliceerd. 4 p. (26,5 X 22), beschreven. Opp. 4 ook adres. Adres : Hoog Edel Gestrengen Heere

Den heere Mr. W. Bilderdyk te

Leyden Stempel : Antwerpen

1. De handschriften werden, volgens deze brief, dus gekocht tussen 18 en 23 april 1825. Over de bewaarplaatscf.brief nr. 294· Willems had ze echter al vroeger ter inzage ontvangen, aangezien zijn aan­tekening in het handschrift van Die Rose van 10 april 1825 dateert. Cf. brief nr. 288, n. 5· De copie van Willems van Dt'e Rose werd na zijn overlijden aan de Koninklijke Bibliotheek te Brussel af­gestaan voor 100 fr. Cf. de op het einde van dit deel als bijlage 11 gegeven lijst, nr. 3 1.

2. Cf. brief nr. 289, n. 4· 3· Bedoeld is A. Sanderus, Bibliotheca belgica manuscrtpta, sive elenchus

universalis codicum mss. in celebrioribus Belgii ecclesiis, urbium ac privatorum bibliotheci's latentium, Insulis, 2 dln, I641-1643 (B.W. nr. 2412).

4· Die Rose, ed. Verwijs, 1-17. 5· De hier geciteerde regels behoren niet tot Die Rose, maar wel tot

de zg. Roman van Cassamus, die er in het handschrift onmiddellijk

16

Page 23: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

op volgt. Cf. Roman van Cassamus (Fragment), ed. Verwijs, I875-I 890. Na een grondiger kennismaking met het handschrift zou Willems echter zijn vergissing inzien. Cf. brief nr. 301.

6. Voor Clopinel cf. brief nr. 294. Zou Willems hier al twijfelen of dit stuk nog bij Die Rose behoort, en denken aan een ander stuk ?

7· Le Roman de la Rose par Guillaume de Lorris et Jehan de Meung. Nouvelle édition revue et corrigée sur les meilleurs et plus anciens manuscrits, Paris, I8I4, 4 dln (B. W. nr. 28I I).

8. Cf. over de Frenesie brief nr. 288, n. 7. 9· Dit afschrift ging vermoedelijk verloren.

Io. Dr. Lieftinck schreef in T.N.T.L., LXIX, I952, p. 2: <<Zoals gezegd, werd het laatste blad, dat geheel beschreven was, getuige de schamele resten die bewaard bleven, weggesneden. Bekend is Willems' preutsheid : het is opmerkelijk dat juist daar waar in de satire op f. 77v b twee erotische regels verwacht kunnen worden, zij door een radering (niettegenstaande de reagentia die Verwijs heeft aangewend en daardoor thans definitief) onleesbaar zijn geworden. De lezer die Verwijs' X goede boerden, p. 40 opslaat, zal zien dat het einde van het gedicht niet veel goeds naar Willems' smaak doet verwachten. Heeft Willems het lot een handje geholpen met de schaar, toen hij toch bezig was de codex in drieën te ver­delen ? )) Het zou interessant zijn geweest te vernemen, waarop Dr. Lieftinck hier bij het toedichten van preutsheid aan Willems steunt. Verder is het niet te bewijzen dat Willems inderdaad met de schaar of anderszins de codex heeft verdeeld : deze brief lijkt ons eerder het tegendeel aan te tonen en de brieven nr. 288 en 292 suggereren eerder dat de stukken los in een oude band zaten.

I 1. Nadere bijzonderheden over deze kalender bij Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 12-15.

12. Met Cancellary letter bedoelt Willems cursief. Cf. verder brief nr. 294.

Aantekeningen bij brief nr. 29I

Leiden, 25.4.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/15. Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, 1837, p. 197-201; in overdruk, p. 10-14. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde.

I7

Page 24: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : WelEdelgeboren Heer, De Heer J. F. Willems, ss. tt. te

Antwerpen. Stempel: Le[y]de[n]

I. Brief nr. 290. 2. Niet te lezen << dwaalt >> maar << duit >>, van dullen : dwaas zijn. Cf.

C. Kruyskamp, De Middelnederlandse Boerden, 's-Gravenhage, I957, waar de tekst van de Frenesie op p. 96-99 wordt afgedrukt met verklarende aantekeningen, die als correctief mogen dienen voor de wel eens fantaisistische tekstverklaringen en emendaties van Bilderdijk.

3· Frenesie, 30-3I. 4· Bedoeld is het vers : Ki bien fra bien ara. 5· Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden, I, Rotterdam, I82o (B. W.

nr. 3964), P· I59· 6. Dit vers luidt : die duuel soude mi bet hebben. 7· Het woord komt voor in v. 62: Nv willic scone vrouwen vrien. 8. De Natuurkunde des Heelals, in I847 te Leiden door J. Clarisse

gepubliceerd, genoot de bijzondere belangstelling van Bilderdijk, die er ca. I 8 I 2 een afschrift van vervaardigde : het is thans hs. XXV van de Kon. Ned. Akademie, in bruikleen in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage, en werd vervaardigd naar 's-Graven­hage, Koninklijke Bibliotheek, hs. 76 E 4 (dat naast de Natuur­kunde des Heelals ook Jacob van Maerlants Naturen Bloeme bevat - cf. brief nr. 288, n. 6) : in deze copie komen ook collaties door Bilderdijk van andere handschriften van de Natuurkunde voor (o.a. hs. Kon. Ned. Ak. XVI). Cf. Ter Horst, p. IS. In het vierde deel van zijn Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden, Rotterdam, I823, p. 7 I -96, bracht Bilderdijk trouwens een : Verslag van ver­schillende handschriften van de Natuurkunde des Heelals, thans gewoonlijk toegeschreven aan Broeder Gheraert. Cf. C. C. de Bruin, in N.Tg., XLVIII, I955, p. 5·

9· Zie over de kalender Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, I952, p. I2-I5.

10. Cf. brief nr. 290, n. 7·

x8

Page 25: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 292

Antwerpen, 9.5.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I21 B 12 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 36-37. 4 p. (25,5 X 21), waarvan p. I-J beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelGestrengen Heere

Den heere Mr. J eronymo Devries Amsterdam

NR. 292

I. Blijkbaar ging hier een brief verloren, waarin De Vries antwoordde op brief nr. 287 en zijn instemming betuigde met Willems' voorstel. Cf. Inl., I, p. 325.

2. Ook deze brief van Willems ging verloren. Cf. Inl., I, p. 325. 3· Cf. de volgende brieven: nr. 293 aan Wiselius en 294 aan de

Klasse zelf. 4· Voor deze copieën van Bilderdijk cf. brief nr. 289, n. 2 en 7· 5· Cf. Inl., Il, p. 141-142. Spreekt hier een zekere naijver van de

financieel minder door het lot begunstigde voor de schatrijke verzamelaar, of valt hier eerder de tegenstelling tussen de uitgever en bewerker van Middelnederlandse teksten en de amateuristische bibliofiel op ? Willems zou later bepaald vriendelijker over Van Hulthem denken en schrijven, toen hij na zijn verplaatsing uit Antwerpen en tijdens zijn verblijf te Eeklo de hele Van Hulthem­codex ter copiëring ter beschikking kreeg. Cf. C. P. Serrure, Het groot Hulthemsch handschrift, in Vad. Museum, liJ, 1859-186o, p. 143, die zich als tussenschakel bij de relatie Willems-Van Hulthem voorstelt. Thans kregen we ook de beschikking over meer biografische gegevens over de Gentse bibliofiel in Karel van Hulthem r764-I832 (Tentoonstelling georganiseerd ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van zijn geboorte), Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 1964, reeks Catalogi nr. 15; en Fernand Leleux, Charles van Hulthem I764-I832, Bruxelles, Mémoires de 1' Aca­démie royale de Belgique, Classe des Lettres, LVIII, afl. 4, Bruxelles, 1965.

6. De oorspronkelijke band, van een nieuwe rug voorzien, werd ver­moedelijk bij de Naturen Bloeme behouden; bij de Rose en de Rijmbijbel kwam een kostbare I 9de-eeuwse band. Cf. Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 3, 4 en 6. Cf. over de band eveneens brief nr. 288, tweede paragraaf en brief nr. 294·

Page 26: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 294

7· Op I4.7.I825 werd Wilhelmus Henricus Willerus geboren. Cf. Inl., 11, p. 360.

8. Cf. brief nr. 284, n. IO.

Aantekeningen bij brief nr. 293

Antwerpen, 9.5.I825. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korrespondenten, exp. Io8. Niet gepubliceerd. 4 p. (34,5 X 22), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Cf. volgende brief.

Aantekeningen bij brief nr. 294

Antwerpen, 9·5·I825. Kon. Ned. Akademie van Wetenschap pen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korrespondenten, exp. 108; in een onvolledige copie ook in Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15250.

Niet gepubliceerd. I4 p. (34,5 X 22), beschreven.

I. Voor verdere bijzonderheden over deze drie handschriften cf.

20

Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, I952, p. 1-29. De bewuste afstammeling van een oude Spaanse familie was Karel Caïmo, eigenaar van het kasteel ten Essche, nabij het Tolhuis te Niel (gemeente Schelle) aan de Schelde. Vermoedelijk ca. 1758 geboren, huwde hij op I4·5·I792 met Helena van der Cruyce van Kleidaal (t I8o6), en overleed op I3.6.I8I8. Hij nam deel aan de Brabantse Omwenteling van 1789 en raakte eveneens gemengd in de boeren­oorlog van oktober 1798: op zijn grondgebied ontscheepten nl. de brigands van het Land van Waas. Hij werd gevangen genomen en via Antwerpen naar Parijs gestuurd : de krijgsraad te Gent sprak hem tenslotte vrij. Zijn kasteel was ondertussen door de Franse oorlogsschepen zwaar beschadigd geworden en gedeeltelijk zelfs tot puin geschoten. Bij hem, evenals bij zijn buurman Quarteer van het Tolhuis, werd een deel van het boekenbezit van de abdij van St. Bernard opgeborgen, tot de zaak in 1824 ter ore

Page 27: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

L

NR. 294

van het departement kwam en er beslag werd gelegd. Cf. Alfred Harou, Quelques mots sur la commune de H emixem et 1' abbaye de St. Bernard, Anvers, I886, p. 40. Zijn zonen Ferdinand Frans, kapitein der jagers te paard, en Frans Louis, verkochten het kasteel in I834· Cf. De heerlijkheden van het land van Mechelen. Geschiedenis der gemeente Schelle door J. Th. de Raadt en J. B. Stockmans, Lier, [I894], p. 62.

2. Cf. brief nr. 290, n. 3· 3· Brussel, Koninklijke Bibliotheek, hs. nr. I9545 : cf. brief nr. 288,

n. I.

4· Brussel, Koninklijke Bibliotheek, hs. nr. I9546: cf. brief nr. 288, n. 8.

5· Thans Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, nr. XXIV, sedert I937 in bruikleen te 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek: cf. brief nr. 288, n. 5· In deze I62oo regels is Cassamus en de Frenesie begrepen.

6. Cf. over deze merkwaardige gehistorieerde beginletter Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, I952, p. 6-9, met reproductie.

7. Cf. brief nr. 288, n. 8 in fine. 8. Willems bedoelt met staande letter het gewone gotische boek­

schrift, de littera textualis. 9· Met lopend of kanselarijschrift is de cursiefletter bedoeld. Cf.

eveneens brief nr. 290, n. 12. Io. Willems was van ca. I8I6 tot zijn benoeming in de registratie in

I822 in het Antwerpse stadsarchief werkzaam, en was er ver­moedelijk in contact gekomen met de charters. Cf. Inl., 11, p. 348-349 en 351.

I I. Cf. brief nr. 288, n. I o. 12. Vergelijk hiermee de uitlating van Bilderdijk in brief nr. 289, die

Willems hier kennelijk heeft geïnspireerd:<< een goed oud en echt HS ... , geheel onderscheiden van de uiterlijk fraaie vodden, die Ie Long en Steenwinkel met Clignet zoo opgehemeld hebben ... 1>.

Cf. ook brief nr. 289, n. 2. 13. Nl. in het werk Boek-zaal der Nederduitsche Bybels ... , Amsterdam,

1732 (B. W. nr. 9) (tweede uitgave Hoorn, 1764) waar Isaac Ie Long {° Frankfurt a.M. I683, t na 1762) in zijn<< Eerste Afdeelinge )) op p. I55-222 handelt over<< de allereerste Vertaalinge der Bybelsche Schriften in 't Nederduytsch, zynde de Rym-Bybel door Jacob van Maerlant 1>.

14. Over Jan Steenwinkel cf. Aant., I, p. 43 en Hoffmann von Fallers­leben, M.L., I, p. 68. Hij gaf samen met J. A. Clignet (cf. Inl., 11,

21

Page 28: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 294

p. 67 en Hoffmann, M.L., p. 68-69) respectievelijk in 1784 en 1785 het 1ste en 2de deel van Maerlants Spiegel Historiael uit. Cf. Aant., I, p. 30, n. 6.

15. De uitgebreide en kostbare bibliotheek van de vooraanstaande jurist en staatsman Mr. Johan Meerman (cf. N.N.B.W., IV, 1918, kol. 956-958 door H. Brugmans), 0 's-Gravenhage I.II.1753, t 19. 8.1815) werd in 1824 te 's-Gravenhage geveild. Een verslag hierover in de V ad. Letteroef., 1825, tweede stuk: Mengelwerk, p. 20-28. Het handschrift van de Rijmbijbel wordt aldaar p. 27 vermeld als verkocht voor een bedrag van f. 231. Veel van Meermans codices werden door zijn jongere vriend Van Westreen en van Tiellandt (cf. Inl., 11, p. 304) verworven, en vormden samen met diens eigen bezit het later onder stringente bepalingen aan de staat gelegateerde Museum Meermanno-Westreenianum. Cf. o.m. Dr. P. J. H. Vermeeren en Dra. A. F. Dekker, Inventaris van de handschriften Museum Meermanno-Westreenianum, 's-Gravenhage, 1960, die ver­melden dat Westreen en ondershands 28 hsn. verwierf en op de veiling van 1824 nog 45 stuks bijkocht. Het Museum bezit twee hsn. Rijmbijbel, 1 van ca. 1332 en 1 van 1453, respectievelijk vermeld op p. 63 en 64.

16. Vermoedelijk is dit een stuk uit de Wrake, nl. waar de vervolging van de Joden door Mohammed ca. 622 n.Chr. wordt beschreven. Diens getrouwen waren de (( muhädjirun >> = de getrouwen.

17. Cf. Rymbybel, ed. David (aangehaald in brief nr. 288, n. 1), 111, r8s9, 27105-34890.

18. I. le Long, Boek-zaal der Nederduitsche Bybels ... Hoorn, 1774/2, p. 162-163. De hier gedeeltelijk geciteerde verzen beantwoorden aan 34878, 34880-34888 en 34890 in de ed. David.

19. I. Ie Long, a.w., p. 168; cf. Rymbybel, ed. David, 22715-22729. 20. I. Ie Long, a.w., p. 169; cf. Rymbybel, ed. David, 22745-22746. 21. De verzen in de kolom links overgenomen uit de <( Voorrede >> tot

de Teuthonista vormen de laatste 15 regels van Der Naturen Bloeme. Ze beantwoorden in de uitgave van Verwijs aan het 13de boek, 148-162.

22. Cf. over de kalender Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 12-15.

23. Deze verzen werden gepubliceerd door Dr. Lieftinck, p. 23. 24. Cf. A. Ypey, Geschiedenis der Nederlandsche Tale, Utrecht, 1812.

22

Cf. Aant., I, p. 43, n. 6 en 7· Een uitvoerige bespreking hiervan verscheen in de Hand. 3de Ned. Congres I8SI, Brussel, 1852, p. 67 e.v. door H. J. Koenen.

Page 29: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 294

25. Cf. J. J. Mak, De Gedichten van Anthonis de Roovere, Zwolle, 1955, p. 259 en ook p. 69.

26. W. Kops, Schets een er Geschiedenisse der Rederij keren, in Werken van de Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, 11, 1774, p. 213-351. Anthonis de Roovere overleed te Brugge op 16 mei 1482. Zijn geboortejaar wordt gewoonlijk ca. 1430 geplaatst.

27. Vgl. hiermede de conclusies van Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 17 : <<Alle drie (handschriften) zijn ze kort na 1300 geschreven, vermoedelijk in het Oostvlaamse of Westbrabantse gebied>>.

28. Les Poètes franfois ... , 11, p. noen 121-122 (B.W. nr. 2779). 29. Cf. brief nr. 290, n. 6. 30. Cf. over deze uitgave, verschenen in 1526 of 1527 en herdrukt in

1529, 1531 en 1537-1538, E. Langlois in zijn ed. van Le Roman de la Rose, I, Paris, 1914, p. 43-44.

31. De uitgave van l'abbé Lenglet du Fresnoy verscheen in 1735 gelijktijdig te Amsterdam en te Parijs. Cf. ed. Langlois, I, p. 44-45.

32. Ed. Verwijs, 1-42. 33· Ed. Langlois, 41-44. 34· Ed. Verwijs, 41-42. 35· De Franse tekst (ed. Langlois, 361-384) geciteerd naar het reeds

vermelde Les Poètes franfois ... , I, p. iii: « Description du temps, tirée duRoman de la Rose >>,die op zijn beurt naar de uitgave van Méon verwijst, die Willems toen nog niet bezat. De tekst uit Die Rose, ed. Verwijs, 353-373.

36. Epitre, 11I, 48. 37. Cf. brief nr. 288, n. 7. 38. Met Ducange wordt het Glossarium ad scriptores mediae et infimae

latinitatis, 3 dln, Paris, 1678, bedoeld van Sieur Charles du Fresne, seigneur du Cange (0 Amiens 161o, t Parijs 1688). Het werk werd later herhaaldelijk herdrukt en aangevuld : o.m. door de Benedic­tijnen, 6 dln, Paris, 1733-1736 (B. W. nr. 2648), met supplement door Dom Carpentier, 10 dln, Paris, 1766. Cf. R. van Caeneghem en F. L. Ganshof, Encyclopedie van de geschiedenis der Middel­eeuwen, Gent, 1962, p. 265.

39· Rijmkronijk van Melis Stoke met historie- oudheid- en taalkundige aanmerkingen door B. Huydecoper, Leiden, 1772, 3 dln (B. W. nr. 3486). Het hier bedoelde in dl. III, p. 159, noot: ewe =wit, wet; eesetter = wetgever.

23

Page 30: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 295

Antwerpen, 9·5·I825· Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C rr VIII, 43· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

r. Nl. de brieven nr. 292, 293 en 294· 2. Cf. brief nr. 286, n. 8 en Inl., 11, p. 440.

Aantekeningen biJ brief nr. 296

Amsterdam, 2o.s.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I03. Gepubliceerd door Bols, nr. Io6, p. 99· 4 p. (25 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : Den WelEdelen Heere

J. Fr. Willems, Korrespondent der Tweede Klasse van het Koninklyk-Neder­landsche Instituut, te Antwerpen. Franko

Stempel : Amsterdam Franco

Deze brief werd geschreven in een vreemde hand, en werd door Wiselius alleen ondertekend.

r. Nl. de brieven nr. 293 en 294· 2. Deze commissie bestond volgens de Notulen, vervat in het Notulen­

boek, !Ie Klasse I824-I830 (IV), p. 46-47, uit Koning (cf. Inl., 11, p. I6I-I62), Ten Broecke Hoekstra (cf. Inl., 11, p. 55-56) en JohannesPietervan Cappelle: cf. N.N.B. W., V, I92I, kol. 99-IOI door H. Brugmans: 0 Vlissingen 9·4.1783, tAmsterdam 26.8.I829. Hij was een leerling van D. J. van Lennep en studeerde god­geleerdheid, natuur-, wis- en letterkunde. In r8o8 werd hij commies bij het Instituut tot I8rr, en daarna preceptor aan de Latijnse school te Amsterdam. Hij werd hoogleraar in de Neder­landse letterkunde en geschiedenis te Amsterdam, respectievelijk

24

Page 31: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 297

in 1816 en 1819. Samen met Siegenbeek en Simons bezorgde hij in 1824 een editie van de Nederlandsche Historien van P. C. Hooft (B. W. nr. 1287) in 8 dln, en hielp mede aan de redactie van een woordenboek op Hooft : cf. brief nr. 320, nr. 3· De Notulen van de vergadering van de klasse vermelden : << Nog is gelezen een brief van den Korrespondent dezer Klasse den Heer J: Willems te Gend, strekkende ten geleide van keurige afschriften van twee door hem ontdekte HSS van Maerlants Rymbybel en van Naturë bloeme, welke afschriften hy der Klasse ten geschenke aanbood. : .. Kommissie deswege. En is dit geschenk met veel wel­gevallen ontvangen, van welk besluit den Heer inzenderbyeenen brief zal worden kennis gegeven, zynde de Stukken zelve gesteld in handen van de Reeren van Cappelle, Koning en ten Broeke Hoekstra, ten einde, na dezelven onderzocht te hebben, de Ver­gadering te dienen van voorlichting en raad, welk gebruik er van zal behooren gemaakt te worden. >>

3· Dit is een eerder omslachtig antwoord, blijkbaar bedoeld om tijd te winnen en het rapport van de commissie af te wachten.

Aantekeningen bij brief nr. 297

Utrecht, 1.6.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 104. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 107, p. 100. 2 p. (25,5 x 20,5), beschreven. Brief in zeer slechte staat.

1. Voor Johannes Frederik Loclewijk Schröder, 0 Dornberg (West­falen) 30.I0.1774, tUtrecht 20.3.1845, cf. N.N.B.W., X, 1937, kol. 896 door F. S. Knipscheer. Hij was Luthers predikant en vanaf 1815 hoogleraar in de wiskunde te Utrecht. Later doceerde hij ook logica, metafysica en zedeleer. Cf. over hem eveneens Herm. Joh. Royaards, De hoogleeraar Schröder in eenige hoofd­trekken geschetst, ook uit den mond zijner vrienden en leerlingen, in Utrechtsche Studenten Almanak voor het jaar I846, p. 1-68, en J. Douwes, De wifsgeer J. F. L. Schröder, Groningen, 1870. Hij was lid van het Provinciaal U trechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen vanaf 1816 tot zijn overlijden, en vanaf die tijd eveneens directeur en zde secretaris. In 1817 werd hij Iste

25

Page 32: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 297

secretaris tot 1841. In de historische atlas van Utrecht berust een prent met zijn beeltenis.*

2. Het P.U.G. werd gesticht te Utrecht in 1772: cf. Verhandelingen van het P. U.G. van Kunsten en Wetenschappen, I, 1781, p. ii-x. Over de geschiedenis (en de portretten van de leden) van het genootschap cf. Prof. Dr. P. Fijn van Draat, in Jaarboekje van <<Oud-Utrecht>>, 1933, p. 115-137· Willems was vanaf 1820 tot 1841 lid: na 1841 komt hij niet meer voor in de rekeningen van de penningmeester. In het archief van het P. U. G. werden geen brieven van hem teruggevonden.

3· Albert van Beek (1787-1856) was koopman-suikerraffinadeur te Utrecht en werd in 1819lid. Vanaf 1850 was hij raad en generaal­meester der Munt. In juni r824 werd hij bestuurslid en tevens vermoedelijk penningmeester tot zijn overlijden.

4· Prof. S. = Prof. Schröder. 5· Verhandelingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van

Kunsten en Wetenschappen, l, 1781 - IX, 1801. Later werden dit Nieuwe Verhandelingen, 1822-1854, 36 dln, Letterkundige Ver­handelingen, Geschied- en Letterkundige V er handelingen, Natuur­kundige Verhandelingen, enz. In de tussentijd van 1802 tot 1821 liet de boekhandelaar J. Altheer de verhandelingen van het genoot­schap voor eigen rekening drukken.

6. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen gaf sedert 1794 populariserende werkjes voor het onderwijs en de volksopvoeding uit: tussen de jaren 1815-1830 waren dat een 8-tal titels, die alle grote oplagen kenden.

7. Deze brief ging verloren. 8. Voor Hendrik van Werkhoven cf. Aant., I, p. 225. In de Indicateur

commercial de la ville d'Anvers pour l'année I826, par L. van den Wyngaert, Anvers, [1825], komt H. W. van Werkhoven opp. 13 voor in de << Lis te des A vocats résidans. >> Op p. 9 5 staat als adres rue de la Place-Verte, sect. 3, n° 671. In de Indicateur commercial voor 1827 komt hij voor op p. xviii als kommies bij A. F. Snollaerts, directeur van de registratie, het zegel, de griffie, de hypotheken en de successiën, en opp. 4 met het adres Paardenmarkt, sect. 2, nr. 365, als advocaat-stagiair.

9· Hij huwde later met een jongere dochter van G. Bergmann, Adelaide Elise Berthe Caroline Georgine, 0 Lier 12.9.1799, die

*De inlichtingen over Prof. Schröder en het P.U.G. werden ons welwillend verstrekt door Mr. drs. J, Andries van het Gemeentearchief Utrecht.

26

Page 33: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

zich na de revolutie van I83o met haar man en gezin te Amersfoort vestigde.

IO. P. van Werkhoven staat in dl IX van de Verhandelingen P.U.G., I8oi, p. IJ te boek als lid van het genootschap en << apothecar )), Zijn belijden van de katholieke godsdienst verklaart wellicht waar­om zijn zoon zich vóór I83o als advokaat in het Zuiden vestigde.

Aantekeningen bij brief nr. 298

Amsterdam, 1.6.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/4o. Niet gepubliceerd. 2 p. (24 X 20), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Vermoedelijk betreft het hier De nagedachtenis van Johan M elchior Kemper, plegtig gevierd op den I7 december I824 in de maatschappy Felix Meritis, door H. H. Klijn, J. H. vander Palm en B. Klijn Bz., Amsterdam, I825 (B.W. nr. 2276); ofwel Memoria Johannis Melchioris Kemperi, publt:ca lectione celebrata a Mathia Siegenbeek, Lugdunum Batavorum, 1824 (B. W. nr. 2275).

2. Lodewijc van Velthem, Spiegel Historiael ( = V de deel), uitgegeven door lsaac le Long, Amsterdam, 1727 (B. W. nr. 3487). Dit is dus niet het derde deel van Maerlants Spiegel Historiael, dat gecom­pleteerd werd door Velthem, maar het vervolg hierop.

3· Vermoedelijk betreft het hier de editie van de Spiegel Historiael door J. A. Clignett en J. Steenwinkel, Leyden, 1784-18I2, 3 dln (B. W. nr. 3479). Cf. Aant., I, p. 30, n. 6.

4· Cf. Inl., 11, p. 284-285. 5· Cf. Inl., 11, p. 243. 6. Nl. de afrekening van Willems' V er handeling en Aen de Belgen.

De afrekening van geleverde werken geschiedde in de Noord­nederlandse boekhandels per kalenderjaar, zodat de uitgever voor werken, geleverd in januari van een bepaald jaar, een vol jaar krediet moest verstrekken, terwijl voor werken, nog geleverd vóór de jaarwisseling, deze termijn veel korter en dus voordeliger was.

7· Cf. Inl., 11, p. 246-247.

Page 34: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 299

Aantekeningen bij brief nr. 299

Amsterdam, 4.6.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I05. Gepubliceerd door Bols, nr. Io8, p. IOO-IOI. 4 p. (25,5 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den WelEdelen Heere

J. Fr. Willems, Korrespondent der Tweede Klasse van het Koninklyk-Nederlandsche Instituut te Antwerpen franko

Stempel : Amsterdam franco

Deze brief werd geschreven in een vreemde hand, en door Wiselius alleen ondertekend.

1. Cf. reeds brief nr. 296, n. 2. In het Notulenboek Ile Klasse I824-I8JO (IV), p. 5I-53 vindt men een<< Rapport op deingezondene afschriften van twee handschriften van l\1aerlants Rymbybel en der Na turen Bloeme en den Roman de la Rose van den Heer Willems. De Reeren Van Cappelle, Koning en ten Broecke Hoekstra in de naastvoorgaande zitting verzocht, om ten opzichte der Hand­schriften door den Heer Willems ingezonden, de Klasse te dienen van raad en voorlichting, dienen van het navolgende schriftelyk rapport in.>> Dit stuk (bewaard in Rapporten IV, nr. I9) luidt: <<De Reeren Capellen, de Koning en ten Broecke Hoekstra by besluit van den I 8 dezer door de Reeren Leden der tweede Klasse van het K. Instituut vereerd zynde met de opdracht om hun Ed. te dienen van bericht omtrent drie handschriften met name den Rymbijbel en der Naturen Bloeme van Jacob van Maerlant, eneene (zoo als de schryver zich uitdrukt) voor als nog hier te lande onbekende N ederlandsche vertaling van den Roman de la Rose, door den Heere Willems van Antwerpen, aan de tweede klasse met eene inlichting omtrent die stukken ingezonden, en ter koop aangeboden, zynde daar nevens door voornoemden Heer eenige korte uittreksels, om te dienen als proeve van taal, in wat tydperk geschreven, en hoe

Page 35: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 299

dezelve behandeld zyn, gevoegd : - de tweede Klasse echter in bezit zynde der twee eerste gedachte stukken, heeft uit dien hoofde de Kommissie opgedragen hare byzondere aandacht op den Roman de la Rose te willen vestigen, uit welke oorzaak zy dan ook haar bericht hierby heeft bepaald. - In de eerste plaats behoeft de kommissie hare geeerde medeleden niet te herinneren aan de moeylykheid van het tydstip te bepalen, wanneer, en in welk byzonder gewest het gesteld was; dezer waarheid kan in de Neder­landsche taal ' de historie van Reintje de Vos ', en in 't Hoog­duitsche, het Heldenboek de onwraakbaarste getuigenis opleveren - dien ten gevolge wenschte de Kommissie het stuk zelve onder hare oogen te hebben, en nog bovendien omdat dusdanig een uit­treksel, als hier voorhanden, niet toereikt, om met eenig recht te bepalen, hoe oud het handschrift, in welk tydvak het werk waar­schynlyker wyze opgesteld, en hoeveel nut, uit het oogpunt der taal beschouwd, het tot opheldering onzer moederspraak kan op­leveren. Verders heeft de commissie het niet ondienstig geoordeeld eenen brok uit een ander Handschrift van den Roman de la Rose hier nevens te voegen ten bewyze dat eene N ederlandsche vertaling van den Roman de la Rose de tweede klasse van het K Instituut niet zoo geheel vreemd was, en tevens, uit aanmerking, dat eene vergelyking niet dan van de grootste waarde in zaken van dien aard konde zyn-Eene bemerking echter van den Heere Wilmsen kan zy niet by­treden, dat namelyk de Vlaamsche text met den Fransehen ver­geleken, de vertaler het in dichterlyke schildering, gemak van behandeling en eigenaardigheid op den Fransehen den voorrang verdient. Vertalers immers hoe groote dichters zy zyn mogen, kunnen zich op geene oorspronkelykheid en vinding, maar daarop alleen beroemen, dat zy de taal wel wetende te kneden, met eene nette en gedrangene beschryving op den voor hen liggenden text hunne winst zoeken te doen. De kommissie ziet verders met genoegen in den Heere Willemsen, een waardig korrespondent, die de belangens van de tweede klasse van t instituut behartigt en door zyne werkzaamheden toont .een yverig beoefenaar der Nederl. taal in vroegere eeuwen te zyn, met aandacht deszelfs verklaringen op den Roman de la Rose gelezen hebbende heeft zy ze· álle op eene na gelukkig verklaard gevonden, namelyk monde is geene dood-kist noch mulde noch moldè des bakkers, maar eenvoudig aarde den schryver verwyzende naar Melis Stoke (uitgave van H:uidekoper) derde B:v. I58I. Sp. histr.

29

Page 36: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. JOO

Maerlant J p. 2 B. 22-J8 Vs. J p. I B. Jo-J6 Vs. J p. 2 B. 26-J I vs. v. Velthem Sp. hist. p. 256 en 42J. F. wetten p. 95· Met deze gelukkige proeve durft zy den Heere Willemsen geredelyk aanmoedigen meer en meer de oude schryvers te beoefenen, over­tuigd zynde dat alleen door vergelyking derzelve de kennis der oude moederspraak verkregen kan worden.

}. P. van Cappelle }. Koning J. ten Broecke Hoekstra ~>

Diensvolgens besloot de commissie vlg. het Notulenboek, << den Heer Willems te verzoeken het handschrift van den Roman de la Rose ter bezigtiging over te zenden. Waarover geraadpleegd zynde, heeft de Vergadering zich met dat Rapport vereenigd, zullende voorts aan den Heer Willems by eenen brief worden te kennen gegeven, dat de Klasse wel niet ongenegen is, om het handschrift van den Roman de la Rose aan te koopen, doch overmits zy ettelyke Stukken van dien Roman in haar bezit heeft, zich niet wel tot dien aankoop bepalen, dan na het Handschrift zelve te hebben gezien, om te kunnen beoordeelen, of, en in hoeverre hetzelve voor Haar van wezenlyke waarde zy, zullende alzoo de Heer Willems verder worden uitgenoodigd, om het Stuk ten voorz. einde over te zenden. >>

2. Cf. hierover reeds brief nr. 289, n. 4 Bilderdijk had in een brief aan }. Grimmeen uittreksel van een J00-400 regels van de Rose gevraagd. Cf. de Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, ed. Messchert, III, Amsterdam, I8J7, p. 204-206.

Aantekeningen bij brief nr. 300

Antwerpen, 6.6.I825. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korrespondenten, exp. I09. Niet gepubliceerd. 4 p. ( 2 5 X 2 I) waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Nl. brief nr. 296. Willems had op dat ogenblik blijkbaar brief nr. 299 nog niet ontvangen en schreef achteraf als reactie hierop het postscriptum van nr. JOO.

2. Nl. brief nr. JOI. J. Dit zou hij de volgende dag doen. Cf. brief nr. J02.

JO

Page 37: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. JOI

Aantekent"ngen mj brt"ef nr. JOI

Antwerpen, 5.6.r825. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korrespondenten, exp. 109. Niet gepubliceerd. 12 p. (25,5 x 20,5), beschreven.

1. Cf. brief nr. 294· 2. Nl. tot de zogenaamde Roman van Cassamus, cf.brief nr. 288, n. 7

en 290, n. 5· 3· Cf. Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 7, n. r. 4· Die Rose, ed. Verwijs, 9888-9984. 5· Korbeek-(over-)Dijle of Korbeek-Lo, ook heden nog een open

vraag gebleven. Cf. W. E. Hegman, Hein van Aken. Nieuwe gegevens over 's dichters biografie, in Hand. Znl. Mij voor Taal­en Lettk. en Gesch., XI, 1957, p. 53-67.

6. Willems vermeldt hem in zijn Verhandeling, I, p. 164-168. Hij zou trouwens later, in 1836, de Rymkronyk van Jan van Heelu publiceren. Cf. Inl., 11, p. 388-389.

7· Cf. Verhandeling, I, p. 182-183, waar hij verkeerdelijk Niclaes wordt genoemd. In feite gaat het hier om Jan de Clerc of Jan van Boendale, schrijver van de Brahantsche Yeesten, later eveneens door Willems uitgegeven, nl. in 1839 en 1843. Cf. Inl., 11, p. 390-391 en 392-393.

8. Blijkens Willems' Verhandeling, I, p. r83-191 toen nog beschouwd als de auteur van de Dietsche Doctrinael en zelfs van de Leken­spiegel.

9· Die Rose, ed. Verwijs, 9964. ro. Lekenspiegel, 3de boek, c. 17, 91-96, in de editie Der Leken Spieghel,

leerdicht van den jare IJJO, door Jan Boendale, gezegd Jan de Clerc, schepenklerk te Antwerpen, Ut"tgegeven door Dr. M. de Vries, Leiden, 1844-1845, 3 dln, 111, p. 183.

11. Cf. Aant., I, p. 30, n. 7· 12. Die Rose, ed. Verwijs, 14408-14412. 13. Roman van Cassamus, ed. Verwijs, I-134· 14. Ibid., 165-216. 15. Cf. Dr. Lieftinck, in T.N.T.L., LXIX, 1952, p. 2. 16. Wat inderdaad het geval is. De Roman van Cassamus is nl. een

bewerking van Le VCEU du Paon, een Frans gedicht van Jacques de Longuyon uit 1313, dat pas in 1921, samen met een Engelse

JI

Page 38: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. JOl

bewerking werd gepubliceerd door R. L. G. Ritchie, Buick of" Alexander, 4 dln, Edinburgh-London, 1921. De tekst van het Franse gedicht in de dln 2-4. Cf. R. Bossuat, Manuel biblio­graphique de la littérature française du moyen age, Melun, 1951, nr. 4159. Cf. eveneens brief nr. 288, n. 7·

17. Willems schijnt inderdaad zijn gegevens te ontlenen aan het reeds aangehaalde Les Poètes jrançois ... (cf. brief nr. 288, n. 6) waar al de door hem geciteerde namen opp. 83-84 voorkomen. Opp. 84 daarbij de : Cammencement du roman d' Alexandre, de elf eerste verzen. Li Roman d'Alixandre, par Lambert Li Tors (en niet Cors zoals in Les Poètes jrançois ... en dus ook bij Willems wordt op­gegeven) et Alexandre de Bernay werd in 1846 door H. Michelant uitgegeven. Van de Roman de Toute Chevalerie van Thomas van Kent schijnt tot dusverre geen uitgave te bestaan; wel gaf Paul Meyer er grote fragmenten van in Alexandre le Grand dans la littérature jrançaise du moyen age, Paris, I 886, 2 dln.

18. Roman van Cassamus, ed. Verwijs, 442. 19. François Raynouard (r76I-1836), Frans letterkundige en geleerde,

auteur van werken over Romaanse taal- en letterkunde (o.m. over de troubadours). Cf. N.B.Gén., XLI, 1862, kol. 773-778 door de Pongerville. Willems bedoelt hier vermoedelijk zijn Choix de poésies originales des troubadours, Paris, 6 dln, r8r6-1821. Daarnaast schreef hij ook Des troubadours et des cours d'amour, Paris, 1817.

20. L'abbé Claude Millot (1726-1785) schreef eveneens een Histoz're littéraire des troubadours, 1774, 3 dln. Cf. over hem N.B.Gén., XXXV, r865, kol. 545-547 door P. Loy.

21. Voor François Gudé, sieur de la Croix du Maine et du Verdice cf. J. A. Rigoley de Juvigny, Bibliothèques françoises, Paris, 1772-1773, 6 dln, en N.B.Gén., XII, 1856, kol. 499-501 door B. Hauréau.

22. L'abbé Guillaume Massieu (1665-1772) schreef een Histoire de la Poésie françoise à partir du onzième siècle, Paris, 1739. Cf. N.B.Gén., XXXIV, 1865, kol. 191-192 door C. Hippeau.

23. Etienne Barbazan (1696-1770) bezorgde een aantal tekstuitgaven, o.m. van Fabliaux et Contes des poëtes françois du XI, XII, XIII, XIV et XVe siècles, Paris, 1756, 3 dln (B. W. nr. 2933) en van L'ordène de Chevalerie, Lausanne et Paris, 1759.

24. Cf. Les Poètes françois ... , VI, 1824: ofwel bedoelt Willems hier de op p. 365-378 gegeven Table générale des poètes françois avant Malherbe, qui ne font pas partie de ce recueil; avec l'indication de leurs principaux ouvrages, ofwel p. 379-386: Trouvères et poètes françois des XIe, XIIe et XIIIe siècles.

32

Page 39: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 302

Aantekeningen bij brief nr. 302

Antwerpen, 7.6.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gepubliceerd door Rooses, p. 37-44. 8 p. (25,5 X 2I), waarvan p. I-7 beschreven, p. 8 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

Den heer Mr. Jeronimo DeVries Lid van het Instituet enz enz. Amsterdam franco

Stempel: Antwerpen franco

Aantekening opp. I : Deze brief keere beter naar Belgie terug AdV [=Abraham de Vries Jz.]

I. Cf. brief nr. 289, in het bijzonder nr. 4· Willems stelt de zaken hier enigszins verkeerd voor, waar hij het heeft over een<< fragment in de verzameling der Gebroeders Grim van Cassel )), Hier kan toch moeilijk iets anders bedoeld zijn dan het Comburgse hand­schrift, dat een volledige tekst van Die Rose bevat, die in I 844 door Ed. Kausler zou worden uitgegeven. Cf. brief nr. 288, n. I I en brief nr. 299· Vermoedelijk verkeerde Willems in de waan dat in Duitsland alleen een fragment van Die Rose, en wel bij Grimm, berustte. Dit bewijst, voor zover nodig, dat hij daarvan alleen via Bilderdijk had gehoord en niet op de hoogte was van de in brief nr. 288, n. II opgegeven Duitse publikaties.

2. Nl. twee stiefkinderen en vier eigen kinderen, alsmede Willem, die zou geboren worden te Antwerpen op I4·7·I825. Cf. Inl., 11, P· 346-348 en 357-360.

3· Cf. brief nr. 289 waar Bilderdijk schrijft: <<Wat den prijs raakt ... mij zouden die stukken belangrijk genoeg voorkomen, om over den eisch geene bedenking te voeden, maar het een en ander daar voor aan te slaan, en met graagte ... )), In brief nr. 288 was echter sprake geweest van fl. I 50.

4· Cf. over de onderscheiden handschriften en uitgaven van de Rijm­kroniek van Melis Stoke De Vreese, Bouwstoffen, nrs. I242, I243 en I244· Ook De Buck, p. I2, en daarnaast W. G. Brill, Rijm­kroniek van Melis Stoke, Utrecht, I88s, 2 dln. In zijn inleiding

33

Page 40: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 302

bespreekt deze laatste de hsn. A en B, die nog in het bezit zijn geweest van Huydecoper zelf, en hs. C, dat door Douza werd gebruikt en berust te 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, hs. nr. I28 E 5· Voor de editie van I772 cf. brief nr. 294, n. 39·

5· Voor Matthias Röver cf. B.W. der Ned., XVI, I874, p. 5I5-5I6: 0 Delft 6.I.I7I9, t 6.4.I8o3. Hij was een begaafd Latijns en Grieks dichter en studax. Hij woonde eerst als advokaat te Den Haag, maar kwam zich na een paar jaar ambteloos te Delft vestigen, waar hij zich aan studie wijdde. Zijn bibliotheek werd geveild als Biblio­theca Räveriana, sive catalogus librorum, qui studiis inservierunt Matthiae Räveri. Insunt magno numero raro obini, nonnulli codices t"n pergamena aut charta scrz"ptl, et llbri eruditorum manu notati ... , Lugduni Batavorum, ... die 2 Junit" I8o6 et seqq., Lugduni Bata­vorum, ... Het ex. U.B.G. cat. I8o6 draagt in vreemde hand opgetekend de behaalde prijzen.

6. Cf. Inl., II, p. 115-116. 7· Nl. brief nr. 30I. 8. Bedoeld is de zogenaamde Roman van Cassamus, waarover reeds

sprake was in brief nr. 288, n. 7, 290, n. 5 en nr. 30I, n. 2. 9· Deze beschrijving van Serrure lijkt ons enigszins misleidend : hij

was nog zeer jong, en had zijn middelbare studies aan het atheneum te Antwerpen nog niet voltooid. Dit geschiedde, volgens de palmares van deze instelling, pas op I9.8.I825, met goed gevolg: Serrure was primus voor Latijn en tweede voor Grieks. In de andere vakken had hij veel minder gepresteerd. Vooraleer in I 826 naar Leuven rechten te gaan studeren was hij ca. een half jaar klerk bij Willems. Zijn begaafdheden op gebied van het Middel­nederlands zullen toen wel niet veel verder gereikt hebben dan het transcriberen van het oude schrift, want pas in I 828 legde hij te Antwerpen met betrekkelijk succes een examen hierover af. Cf. de onuitgegeven licentiaatsverhandeling van G. de Keulenaer, Constant Philippe Serrure, Gent, I96o.

IO. Een afschrift, echter niet van de hand van Serrure, maar wel van Willems zelf, werd na diens overlijden aan de Koninklijke Biblio­theek te Brussel verkocht voor de som van Ioo fr. en berust er thans onder nr. I9555·

34

Cf. de als Bijlage 11 gegeven lijst, nr. 31. Vergelijk hiermee wat Willeros schrijft aan Bilderdijk in brief nr. 309 : (( Ik heb thans het geheele stuk (nl. zijn handschrift van Die Rose) overgeschreven.>> Werden er twee afschriften vervaardigd ? Dit van Serrure is in elk geval zoek.

Page 41: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 303

11. Cf. brief nr. 296. 12. Cf. brief nr. 299· 13. Bedoeld <<uittrekseltje>> werd in 1812 door Jacob Grimm aan

Bilderdijk als gevolmachtigde van de Klasse gezonden. Cf. ook brief nr. 289, n. 4 en 299, n. 2.

14. De zogenaamde kroniek van Klaas Kolijn had destijds heel wat opschudding verwekt. Cf. hierover J. W. Muller, Over historische en literaire namaak, in De Tijdspiegel, LXIX, 1912, dl. 3, p. 221-260, meer speciaal p. 226-232; en De Buck, p. 12.

15. Cf. het Berigt wegens eene boekverkooping, onlangs te Parijs gehouden, medegedeeld door den Baron van Westreen en van Tiellandt, te 's-Gravenhage, in V ad. Letteroef., 1825, tweede stuk, Mengelwerk, p. 331, waar onder nr. 62 een Roman de la Rose wordt vermeld : << Hs. op park. met 72 miniaturen, voormaals toe­behoord hebbende aan Cl. d'Urfé ... 480 [frank]>>. Onderaan nog volgende noot:« Verkocht voor niet meer dan 180 I. bij den Aarts­bisschop van Sens, in 1791. De hss. van dezen Roman, zeer belangrijk voor de oude Fransche taal en dichtkunst, zijn niet van de allerzeldzaamste, en meer dan één is in ons vaderland voor­handen, onder anderen in de boekerij van den steller van dit berigt. >> Het hoge bedrag dat voor dit handschrift werd betaald zal wel zijn verklaring vinden in het groot aantal miniaturen die het bevat, een omstandigheid waar Willems (begrijpelijk !) geen rekening mee houdt, maar die zijn argumentatie toch nogal ver­zwakt.

16. Deze waren, qua omvang, wél in de voorgeslagen koop begrepen. Cf. brief nr. 294·

17. Met deze Gedenkschriften van de Tweede Klasse zullen wel de V er handelingen zijn bedoeld, waarvan tussen 1818 en 1843 in totaal 8 dln verschenen. Gedenkschriften gaf alleen de Derde Klasse uit.

18. Willems bewaarde vermoedelijk bij nader inzien deze collectie liever zelf, want in zijn B. W. vindt men onder de nrs. 1497-1521 deze stukken terug.

Aantekeningen bij brief nr. 303

Baarn, II.6.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771{43· Niet gepubliceerd.

35

Page 42: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

4 p. (22,5 X 19), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­zijde.

Adres : Den Heer J.Fr Willems S.T. te Antwerpen

Nota : met vriend [vermoedelijk B. Schreuder of H. Scheerder]. Cf. slot van deze brief en nr. 305.

1. Waarschijnlijk worden hiermee Willems' officiële rapporten aan de Klasse, nrs. 293, 294, 300 en 301 bedoeld, alsmede Willems' onderhandse brief aan De Vries, nr. 292.

2. Over deze commissiecf.brief nr. 296, n. 2. 3· Cf. brief nr. 292. 4· Bedoelt De Vries hier brief nr. 299? Of had een nieuw en in­

schikkelijker antwoord van Wiselius bij de redactie enige ver­traging opgelopen?

5· Cf. Inl., n, p. 55-56. 6. Nl. de Ged. & V erh. v. Kon. Gen. Antw., waarover Inl., 11, p. 413. 7. Deze brief ging blijkbaar verloren, maar werd door ons, als tussen

derden gewisseld, niet in Inl., I, opgenomen. 8. De Vries bekleedde in het stedelijk bestuur van Amsterdam de

functie van griffier en chef der secretarie (cf. A. de Vries jr. aan M. Rooses, 17·3·1874 - A.M.V.C. nr. V. 91 17/Bla).

9· Cf. Inl., II, p. 53-54.

Brief nr. 304 wordt nr. 323a

Aantekeningen bij brief nr. 305

Amsterdam, 15.6.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 107. Gepubliceerd door Bols, nr. 110, p. 102-IOJ. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

Page 43: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres: N° 2.

Den Heer J. F. Willems SS. TT. te Antwerpen

Brief in slechte staat.

NR. 306

I. Geschreven na ontvangst van brief nr. 302. De Vries was blijkbaar inmiddels te Amsterdam teruggekeerd.

2. Dit was S. I. Wiselius, over wie cf. Inl., II, p. 309-3II. 3· De president van de Klasse was Mr. Jonas Daniël Meyer, over

wie cf. N.N.B. W., VI, I924, kol. I020-I023 door J. Zwarts: 0 Arnhem I5·9·178o, tAmsterdam 6.12.1834· Hij studeerde . rechten te Leiden en promoveerde in 1796. Hij werd de vriend van Falck, Kernper e.a. en bekleedde weldra een vooraanstaande plaats bij de balie te Amsterdam. Als jurist werd hij door Willem I benoemd in de commissie tot herziening van de grondwet (I 8 I 3 ). V oorheen was hij door Loclewijk Na poleon benoemd tot lid van het pas opgerichte Instituut. Daarnaast was hij een combattief verdediger van de Joodse belangen in de maatschappij.

4· Cf. Inl., 11, p. 342-343. 5· Was Scheerder de drager van beide brieven? Aanvankelijk leek de

veronderstelling dat dit Schreuder was geweest, meer voor de hand te liggen, i.v.m. een allusie in de laatste alinea van brief nr. 303 en Schreuders afkomst van Baarn, waar hij als onderwijzer werk­zaam was geweest vooraleer de benoeming te Lier te aanvaarden.

Aantekeningen bij brief nr. 306

Antwerpen, 24.6.I825. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder-

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. IOOZ/3· Niet gepubliceerd. 8 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I-7 beschreven, p. 8 adreszijde. Adres : HoogEdel Gestrengen Heere

Den Heere Mr. Bilderdyk te Leyden franco

Stempel : Antwerpen Franco

37

Page 44: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

I. Cf. brief nr. 289. 2. Cf. brief nr. 294, n. 38. 3· Cf. voor de tekst van de Frenesie en de taalkundige verklaringen

de uitgave van Dr. C. Kruyskamp, De Middelnederlandse Boerden, 's-Gravenhage, 1957, p. 96-99: « everarclijn >> wordt aldaar ver­klaard als zwervende bedelmonnik. Cf. eveneens brief nr. 294,

n. 39· 4· Die Rose, ed. Verwijs, 9896-9920.

5· Ibid., 9935-9971. 6. Cf. brief nr. 301, n. 4· 7· Ibid., n. 8. 8. Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden, I, Rotterdam, 1820, p.

146-148, waar blijkens de <<inhoud der stukken>> (p. ix) over << Hendrik van Aken, Hollandsch Dichter >> wordt gehandeld.

9· Cf. brief nr. 301, n. 9· 10. Roman van Cassamus, ed. Verwijs, 1-48. 11. Ibid., 125-134, 165-184 en 189-196. 12. Cf. hiertegenover brief nr. 301, n. 13. 13. Het «uittrekseltje>> van de Rijmbijbel, door Bilderdijk van de

gevraagde aanvullingen voorzien, werd samen met brief nr. 308 naar Willems teruggestuurd. Is hier sprake van hetzelfde uit­treksel als in brief nr. 288 ?

Aantekeningen bij brief nr. 307

Antwerpen, 1.7.1825· Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 44-45. 4 p. (20,5 X 12,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Nota : op p. 1 bovenaan komt een aantekening voor van de hand van

Max Rooses : H. Scheerder Schoolhouder te Amst. - Schryver van Schoolboeken.

1. Voor H. Scheerder cf. Inl., 11, p. 239. Hij bracht in die tijd blijk­baar een bezoek aan het Zuiden en meer bepaald aan Antwerpen, en vermoedelijk ook aan Lier, waar hij met Schreuder bevriend was.

2. Nrs. 303 en 305. 3· Deze Latijnse sententie konden wij niet terechtbrengen. 4· Cf. Inl., 11, p. 115-II6.

Page 45: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

5· In het postscriptum van brief nr. 300. 6. Nl. nr. 305.

NR. J08

7· Op 14·7.1825 werd Willems' zoon Willem geboren. Cf. Inl., II, p. 360.

8. L. G. Visscher, Over het herstel en de invoering der Nederlandsche taal, Brussel, Brest van Kempen, 1825. In een inleiding van een zo-tal pp. behandelt hij op ons nogal realistische lijkende wijze de toestand van het Nederlands in het Zuiden, in administratie, samenleving en school. Het scherpst valt hij hierbij uit tegen het Brussels genootschap Concordia. Wat hij beweert over het Neder­lands te Luxemburg is vermoedelijk overdreven : de lessen van Schilperoort waren er geen succes, en de opvolging door Ten Broecke Hoekstra evenmin. Hij heeft het ook over een verder onbekend gebleven stuk van deze laatste, getiteld Verhandeling over de onverschilligheid der Vlamingen omtrent hunne moeder­taal. Wat Willeros in deze voorrede stoorde is niet zo duidelijk.

Aantekeningen biJ brief nr. 3o8

Leiden, r8.7.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/15. Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdtjk, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, 1837, p. 201-204; in overdruk, p. 14-17. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdelgeboren Heer

De Heer J.F. Willems, ss. tt. Secretaris van het Koninglijk Genootschap van T. en Dichtkunde, &c. te Andwerpen.

Stempel : Leyden

1. Brief nr. 306. 2. Voor de Frenesie, 88 cf. de in brief nr. 306, n. 3 geciteerde editie

van Dr. Kruyskamp, p. 99, waar <<wijt >> staat. 3· Ibid., p. 97, waar als verklaring: kleding van een landloper voor­

gesteld wordt. 4· In 1825 was hs. B (thans Brussel, Koninklijke Bibliotheek, nr.

14601) opgedoken bij de verkoping, door de boekhandelaar Den

39

Page 46: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. J08

Hengst, van de bibliotheek van de heer Rendorp van Marquette te Amsterdam. De hele verzameling werd ondershands door een Engels verzamelaar opgekocht. Het hs. werd na een paar jaar te Londen op een auctie verworven door Sir Richard Heber. Bij diens dood werd het te Londen in februari 18J6 [en niet in februari 18J8, zoals in de nota vooraan in het hs. te lezen staat] door de Belgische regering op aanraden van Willems en Serrure op een verkoping voor de in die tijd buitengewoon hoge som van IJI pond (volgens het Vad. Museum, V, 186J, p. 261; of 4000 fr. volgens de notavooraan in het hs.) aangekocht. Cf. het<<voorberichh in Willems' editie van het hs., Gent, I8J6, p. viii (cf. Inl., II, p. 388), en de facsimile-editie van Prof. Dr. P. de Keyser, Reinaerts Historie (H.S. Koninklijke Bibliotheek I460I), Antwerpen, 1938, p. 5-17. In 1825 had D. Groebe (cf. Inl., II, p. 126-127) er een afschrift van vervaardigd, dat later in het bezit kwam van M. de Vries en door hem op het origineel werd gecollationeerd. Ook Ten Broecke Hoekstra (cf. Inl., 11, p. 55-56) vervaardigde een copie. Cf. de bijdrage van D. Groebe in Alg. K. fS L., nr. 26, 2J.6. 1826, p. 402-403, waarin hij een copie van een perkamenten handschrift, van 7·747 verzen signaleert. Vóór 1825 was alleen hs. A (de Com­burgse codex), door Gräter ontdekt (cf. brief nr. 288, n. n) en in 1812 uitgegeven, gekend. Zo o.m. door Van Wijn, Hist. Avond­stonden, z8oo, I, p. 273· Daarnaast kende men vanzelfsprekend de volksboeken: de bekende druk van Delft van 1485 en die van Gouda van 1479. Cf. ook: Bekendmaking eener nieuwe uitgave van Reijnke de Vos, in De Argus, 11, nr. 24, 14.6.1826, p. 521-522 en nr. 26, 28.6.1826, p. 571-572.

5· Het is niet helemaal duidelijk wat Bilderdijk hiermee bedoelt. Vermoedelijk gaat het echter om de proloog, waar in hs. A, de Comburgse codex, << vele bouke >> uit de eigennaam << Madocke >> (in hsn. B en F) werd <<verbeterd>>. Of zinspeelt hij hier wellicht op het 6de vers : Die Willem niet heuet vulsereven ? Bilderdijk kende, in tegenstelling tot Willems, blijkbaar wel Gräters editie van 1812 en verder wat in Duitsland op Middelnederlands gebied tot dan toe was verschenen.

6. Cf. brief nr. JOI, n. 9· 7· De Roman van Heinric en Margriete van Limborch zou eerst in

1846-1847 door Mr. L. Ph. C. van den Bergh (over wie cf. Inl., 11, p. 37) worden gepubliceerd, maar reeds in de 18de eeuw had B. Huydecoper van het werk (naar een handschrift, thans Leiden, B.P.L. nr. 195, in zijn bezit) gebruik gemaakt voor zijn aan-

Page 47: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

tekeningen bij de uitgave van de Rijmkronijk van Melis Stoke. Cf. brief nr. 294, n. 39·

8. In de correspondentie van Grimm met Bilderdijk uit 1812 was de naam blijkbaar opgedoken naast de vermelding van W eckherlin, want Bilderdijk heeft het over de dichter << Van Haken >> in de Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, derde deel, 1837, p. 204-207, terwijl hij op p. 230 een extract van 300-400 regels van Die Rose vraagt. De brieven van Grimm aan Bilderdijk zijn helaas op weinige uitzonderingen na (bewaard in de Maatschappij te Leiden) verloren gegaan. Cf. Dr. J. Bosch, Willem Bilderdijk, Briefwisseling. Aanvullende uitgave ... , Wageningen, 1955, p. xi en xxxvii. De bewaarde stukken werden in 1835 door H. W. Tydeman uit de nalatenschap Bilderdijk verworven, in 1865 bij Nijhoff en Brill geveild, er door Dr. A. de Jager gekocht, en in 1904 aan de Maatschappij te Leiden geschonken.

9· Bedoeld is de Roman van Cassamus. 10. Het << blaadtjen >> waarover ook brief nr. 306, n. IJ, bevindt zich

niet meer bij de brief.

Aantekeningen bij brief nr. 309

Antwerpen, 25·7.I825. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder-

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. 1002(2. Met bijlage, te Leiden verkeerdelijk geclasseerd bij nr. L. I002(5.

Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 2I}, waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: HoogEdelGestrenge Heer

Den heere Mr. W. Bilderdyk SS. TT. te Leyden.

De bijlage is een strook papier (21,5 x 11,5), beschreven.

I. Cf. brief nr. 308. 2. Typisch is wel dat Willeros met geen woord rept over zijn twee

stukken (cf. de nrs. 294 en 301) aan het Instituut geschreven. Voor deze instelling had Bilderdijk geen goed woord meer over, sedert hij er in I8I7 was uitgetrokken. Cf. o.m. C. C. de Bruin, in N. Tg., XLVIII, I955, p. 4, en De Buck, p. I I6.

Page 48: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

3· Vergelijk hiermee de uitlating in brief nr. 302, en zie aldaar meer in het bijzonder n. I o.

4· Cf. brief nr. 290, n. 7. 5· Willems had een passus uit brief nr. 308 van Bilderdijk als een

voorstel tot uitgave opgevat. 6. Bedoeld is de zg. Roman van Cassamus. 7· Cf. brief nr. 308, n. 4 en Bilderdijks Taal- en Dichtkundige Ver­

scheidenheden, Rotterdam, I82o, I, p. IJ6. 8. Over Pierre of Perrot de Saint-Cloud, de auteur van Renard et

Isengrin (branche 11-Va) cf. L. Foulet, Le Roman de Renard, Paris, 19I4, p. 2I7-237·

9· Rutebreuf, de Franse dichter uit de 2de helft van de 13de eeuw, schrijver van de bekende Miracle de Théophile en ver­moedelijk ook van de allegorische satire Renard le Bestourné, geschreven tussen I26I en I270. Cf. L. Foulet, Renard, p. 494·

IO. De Laserna Santander, Mémoire historz"que sur la bibliothèque dite de Bourgogne, présentement bibliothèque publique de Bruxelles, Bruxelles, I8o9 (B. W. nr. 24I4) waar opp. 113 Jacquemars Gielée wordt besproken. Renard le Nouvel van Jacquemars Gielée (ca. I288) is opgenomen in de uitgave van Méon (cf. brief nr. 290, n. 7), IV, p. I25-46I. Cf. L. Foulet, Renard, p. 494· Zie voor De Laserna brief nr. 465, n. 14.

I I. De tweede uitgave van het Dictionarium Triglotton, hoc est tribus linguis latina, graeca, et ea qua tota haec inferior Germania utitur, ... Joanne Seruilio Collectore et interprete, Antverpiae, I552 (B. W. nr. 3346).

I2. De fragmenten zijn klaarblijkelijk afkomstig uit een leven van de H. Franciscus in verzen, echter niet uit Sinte Franciscus Leven van J acob van Maerlant : vgl. o.m. het tweede fragment met de editie van P. Maximilianus, Zwolle, I954, 11,9368-9378. Opp. 346-34 7 somt deze auteur een dertigtal Middelnederlandse hand­schriften op, als navolgingen van het Franciscus-leven van de IJde-eeuwse mysticus Bonaventura.

IJ. Later schijnt Willems op deze attributie te zijn teruggekomen, of heeft hij het fragment uit het oog verloren. In ieder geval vermeldt hij het niet meer in zijn editie van een Fragment van het Oude Riddergedicht Willem van Oranje, in B.M., VIII, I843, p. I86-2o8. De Franse roman werd later gepubliceerd door W. Jonckbloet, Guillaume d'Orange, Chanson de geste des XI et XII stëcles, La Haye,

1854· 14. Van Wijn, Hist. Avondstonden, I, p. 244 noot (met verwijzing naar

Page 49: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 310

Brabantsche Yeesten, II, 4162-4I65) en p. 264 de bekende aan­haling uit het kapittel: Tscelden jegen die borderers, uit de Spieghel Historiael, lVI, 29, 73-76: bij Van Wijn: ... van Harlem

CLAIS VAN BRECHTEN scone dichte. Dit dient echter gelezen : ... van Haerlem

Clays, ver Brechten sone, dichte. Cf. Dr. M. de Vries en Dr. E. Verwijs, Jacob van Maerlant's Spiegel Hzstoriael, met de fragmenten der later toegevoegde gedeelten, bewerkt door Philip Utenbroeke en Lodewyc van Velthem, Leiden) r863, lil, p. 205.

15. De Reliques of Ancient English Poetry van Thomas Percy (1729-rSu) verschenen in 3 dln in 1765 (B.W. nr. 3215, de editie van 1803).

16. Cf. voor deze personages brief nr. 310, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. JIO

Leiden, s.8.r825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/rs. Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, 1837, p. 204-206; in overdruk, p. 17-19. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdele Heere,

De Heer J. F. Willems, Lid van verscheiden Genootschappen van letteren enz. enz. te Andwerpen.

I. Cf. over al deze onderwerpen brief nr. 309. 2. Bedoeld is Richard I, bijgenaamd zonder Vrees, hertog van

Normandië van 942 tot 996, geboren te Fécamp in 933, wiens dochter Redwig hertogin van Bretanje werd door haar huwelijk met Godfried van Anjou. Richard van Normandië is verder een personage dat in de volksverbeelding is blijven voortleven. Hij komt in bijna alle <<chansons de geste>> voor, maar is er meestal niet veel meer dan een naam. Indien de afkorting Pp inderdaad Pepijn moet worden gelezen, dan hebben we hier waarschijnlijk

43

Page 50: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 310

te doen met een viertal kleine brokstukken van een Middel­nederlandse versie van Garin le Lorrain, waar Richard van Nor­mandië als opstandige vazal van Pepijn optreedt. Deze veronder­stelling wordt verder bevestigd door het voorkomen van de naam << garine >> aan het einde van het fragment. V er der kan de << ioffroete de an ... >> wellicht vereenzelvigd worden met Jofroi d'Anjou, die eveneens in tal van << chansons de geste >> optreedt en zowel op de historische personages Godfried I (954-986) als Godfried 11 (1040-1o6o) teruggaat. Cf. J. Bédier, Les Légendes épiques, IV, Paris, 1913, p. 3-18.

3· Het is onzeker waarop Bilderdijk hier alludeert. In de veronder­stelling dat hij de bewuste fragmenten ook heeft gepubliceerd zou wellicht de Lekenspiegel, waarvan fragmenten voorkomen in Bilder­dijks Nieuwe Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden, dln I en 111 of Noydekin, in dl 111, in aanmerking kunnen komen.

4· Cf. de proloog van Der Naturen Bloeme, ed. Verwijs, 101-111:

Ie hebbe beloeft, ende wilt ghelden Gewillike ende sonder scelden, Te dichtene enen Bestiaris; N ochtanne wetic wel dat waer is, Dat haer Willem Uten Hove, Een priester van goeden love Van Aerdenburch, enen heeft gemaect, Maer hi wasser in ontraect. Want hine u ten W alschen dichte, So word hi ontleet te lichte, Ende heeft dat waer begheven.

5· Cf. brief nr. 288, n. 11, voor de editie. Friedrich David Gräter, o Schwäbisch Hall 22.4.1768, t Schorndorf 2.8.1830, studeerde filologie te Tübingen en werd leraar. Daarnaast interesseerde hij zich voor de Germaanse oudheid, correspondeerde met Grimm en gaf tijdschriften uit, zoals bv. Bragur, Leipzig 1791-1802; lduma und Hermode, Breslau 1812-1816 enz. Cf. A.D.B., XLI, 1879, p. 599 door J. Franck; N.D.B., I, 1953, p. 63-65 door 0. Basler.

6. Deze zin werd in de editie Messchert voorzichtigheidshalve weg­gelaten!

7· Vergelijk hiermede de uitlating in de Taal- en Dichtkundige Ver­scheidenheden, I, p. 145-146 en de brief van Bilderdijk aan Jacob Grimm van 31 Maart 1813, waar hij zeer streng oordeelt over de Reinaert-editie in de Odina und Teuthona. Cf. de Brieven van Mr.

44

Page 51: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 31I

Willem Bilderdijk, derde deel, p. 240-242 en C. C. de Bruin in N. Tg., XLVIII, 1955, p. 6.

8. Bedoeld zal wel Johann Christoph Adelung (1732-18o6) zijn, de bekende Duitse taalkundige en auteur van grammaticale hand­boeken en van een woordenboek, waarvan de tweede uitgave verscheen tussen 1793 en 18oi. Over Adelung en zijn taalconceptie cf. De Buck, p. 49-52 en verder de instructieve notitie in A.D.B., I, 1875, p. 8o-84 door W. Scherer.

9· Bilderdijk bedoelt hier waarschijnlijk Ch. van Hulthem, over wie Inl., 11, p. 141-I42 en brief nr. 292, n. 5·

Aantekeningen bij brief nr. JII

's-Gravenhage, 8.8.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 109. Gepubliceerd door Bols, nr. II2, p. I04-105. Brief in slechte staat. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: Wel Edelen Gestr. Heere

Den Heere J F Willeros S.T. te Antwerpen

Stempel : 8/9

I. Deze brief ging verloren en bevatte vermoedelijk gelijkaardige mededelingen over zijn nieuwe handschriften als aan de Tweede Klasse en aan Bilderdijk. Cf. Inl., I, p. 325.

2. Cf. Aant., I, p. 30, n. 6: in de voorrede gaf Clignett een paar korte fragmenten, p. xl-xlii : o.m. het begin en het slot van de voorrede. Het handschrift, thans in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Graven­hage, bruikleen Kon. Akademie nr. XX, werd door Clignett, blijkens een aantekening op het schutblad, aangekocht te Gent op 19·3·1782 als nr. 267, p. 28 van een catalogus. Het handschrift was vermoedelijk afkomstig uit een Jezuïetencollege te Brugge en de verkoop valt wellicht te verklaren uit de opheffing van de orde in 1773. Cf. verder Dr. M. de Vries en Dr. E. Verwijs, Jacob van Maerlant' s Spiegel Historiael, I, p. Ixxxix-xe.

3· Cf. brief nr. 289, n. 5 en 6. 4· Cf. Aant., I, p. 30, n. 7 : op p. lxxviii-lxxix gaf Clignett de op­

dracht aan Niclaas van Cats, de verdeling van het hs. in 13 boeken,

45

Page 52: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 312

de alfabetische opsomming der dieren en de vete tussen leken en geestelijken.

5· Clignett had op een bepaald ogenblik noodgedwongen zijn boeken en handschriften verkocht : cf. Aant., I, p. 44 en De Buck, p. 49-52. Wanneer het Instituut daarop Der Naturen Bloeme van Steen­winkel heeft aangekocht is niet bekend. Cf. n. 2.

6. Cf. brief nr. 289, n. 6 en 5· 7· Cf. het Vertoog over het aantal hss. door Huydecoper gebruikt bij de

uitgaaf der Rijmkronijk van Melis Stoke, 's-Gravenhage, 1825 (B. W. nr. 4362).

Aantekeningen bij brief nr. JI2

Antwerpen, 21.8.1825. Archief Lammens-Verhaegen, Gent, map nr. 70, Autographes, 11. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 45-46. 4 p. (26 X 21), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Wel edelen Heere

Den heere C. Vervier op de hoogpoorte te Gend

Stempel : Antwerpen Nota: deze brief werd aan J. Lammens vermoedelijk geschonken door

Willems' zoon Felix. Cf. de correspondentie van diens dochter Marie met E. H. Jan Bols, in Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuur­leven, Antwerpen, map W. 706 B, 2de kaft. Aldaar eveneens een getypte copie van deze brief.

I. De laatste brief was nr. 188 van 1822. Vermoedelijk is hier dus een leemte in de correspondentie, zonder dat het mogelijk was nader te bepalen vanaf wanneer : misschien dateerde Verviers brief aan Willems van het voorjaar 1825?

2. Voor de geboorte van Willem cf. Inl., 11, p. 360. 3· Willem overleed reeds op 3.8., Mathilde op 12.8.1825. Cf. Inl.,

11, p. 359-360. 4· Voor oom Blornaerts cf. Inl., 11, p. 342-3. 5· Cf. Inl., 11, p. 343· 6. Cf. Inl., 11, p. 357-358. 7· Over Holl. & Vl. schryfw., cf. Inl., 11, p. 377-378.

Page 53: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 312a

8. Voor Willems' Verhandeling cf. Inl., 11, p. 374 en 377· Ook deze passus duidt op een onderbreking in de briefwisseling.

9· Cf. Aant., I, p. 172, nr. 3· 10. Vermoedelijk is dit een kennis van Willems uit Gent, die bij het

gerecht werkzaam was ? De griffier van Regat prudentia vires was L. d'Hulster.

11. Cf. voor Martin Jean de Bast Aant., I, p. 57, n. 6. Zijn uitgebreide verzameling medailles werd door hem aan Willem I afgestaan, die ze schonk aan de universiteit van Gent en Leiden en het kabinet te Den Haag. Zijn boeken werden geveild te Gent op 25 juli 1825: cf. de Catalogue d'une très-belle colZeetion de livres choisis en plusieurs langues et facultés, ... parmi lesquels se trouvent quelques manuscrits sur velin, ... délaissés par M. J. de Bast, Gand (ex. U.B.G. cat. 1825).

12. Cf. de vorige brieven voor deze aankopen. Willems lijkt ons hier in de kwestie van het Instituut nogal te overdrijven.

IJ. Cf. brief nr. 307, n. 8.

Aantekeningen bij brief nr. JI2a

Antwerpen, 24.8.1825. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (26 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : HoogEdelGestrengen Heer

Den Heer Mr. Wiselius Ridder der orde van den Nederl. Leeuw Secretaris by het koninklyk Instituut enz Amsterdam

Stempel: Antwerpen Nota : hierbij bevond zich een stukje handschrift in bijlage.

1. Cf. brief nr. 292 en vooral 302. 2. Nl. de hsn. in het bezit van Ho:ffmann von Fallersleben en Grimm,

en vooral de Comburgse codex. 3· Nr. 299· 4· Over deze copie reeds brief nr. 302, n. 10. 5· Is dit waar ? Bedoelt hij hiermede het aanbod van Bilderdijk ? Of

dat van Lord Heber, die in die jaren in ons land vertoefde en vaak

47

Page 54: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

op veilingen, ook te Antwerpen, opdook ? Of gebruikt Willeros hier een commercieel trucje ?

6. Dit fragment staat in de ed. Verwijs van Die Rose, 46-74.

Aantekeningen bij brief nr. JIJ

Amsterdam, 29.8.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 110. Gepubliceerd door Bols, nr. liJ, p. Io6-I07. 4 p. {2J,5 X I9,5) waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Brief nr. 292. 2. Deze waren, volgens het Notulenboek lle Klasse I824-I8Jo (IV),

p. 46, Van Lennep, fungerend als wn. voorzitter, Wiselius, Hooft, Loots, Van Cappelle, Koning en Ten Broecke Hoekstra.

J. Voor deze commissie cf. brief nr. 296, n. 2. 4· Brief nr. 299· 5· Bedoeld zal zijn Vanderhorst: cf. L. vanden Wyngaert, Almanach

indicateur commercial de la ville d'Anvers pour l'an I825, p. 36; in het Adresboek of Handelsalmanak der stad Amsterdam voor het jaar I8J2 komt een C. van der Horst voor, wonende op de Singel, bij het Koningsplein, van waaruit de koninklijke diligences ver­trokken.

6. Cf. brief nr. 3I4a, n. 7·

Brief nr. JI4 wordt nr. J22a

Aantekeningen bij brief nr. JI4a

Antwerpen, 22.g.I825. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (26 X 22), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Brief nr. JIJ. 2. Cf. reeds brief nr. 284, n. 4· J· Cf. brief nr. 302, n. I. 4· Cf. brief nr. 289, n. 4·

Page 55: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 316

5· Cf. brief nr. 302, n. 15. 6. Cf. brief nr. 288, n. 6. 7· Dit schijnt een vrij langdurig bezoek van Willems aan het Noorden

in het voorjaar van I825 te bevestigen. Cf. reeds brief nr. 288, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. JIS

Antwerpen, 26.9.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15772(9. Niet gepubliceerd. 4 p. (34 X 2I ), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Het resultaat daarvan was het Historisch Onderzoek naer den Oor­sprong en den waren naem der openbare plaetsen en andere Oudheden van de stad Antwerpen. (Van stads wege uitgegeven), Antwerpen, 1828. Cf. Inl., II, p. 413-414.

2. De overige leden waren, blijkens het << Voorbericht van den Op­steller>) op p. iv-v: J. G. Smalderen (cf. Inl., 11, p. 253-254), F. Lenaers (cf. Aant., I, p. II) en J. B. vander Straelen (cf. B.N., XXIV, I926-I929, kol. I07-108 door H. vander Linden): 0 Ant­werpen I7·3·I76I, t 2.1.1847, een Antwerps autodidactisch histo­ricus en verzamelaar.

Aantekeningen bij brief nr. JI6

Antwerpen, 27·9.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C I 1 VIII, 44· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 2I,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Weledelen Heer

Den heer J. Immerzeel junior Kunst- en Boekhandelaar Rotterdam

Nota : het briefpapier draagt een gedrukt hoofd : Société Royale pour l'Encouragement des Beaux-Arts.

I. Cf. o.m. brief nr. 303 en veel vroeger nr. 284, n. 10. 2. Cf. brief nr. 286, n. 8 en Inl., 11, p. 440. 3· Messchert, over wie Inl., II, p. 191-195, was secretaris van het

49

Page 56: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. JI8

genootschap: cf. Mr. J. Gleichmann, Leven van Mr. A. Bogaers, Amsterdam, [I875], p. 38.

4· B. W. nr. 4476 en Aant., I, p. 229. 5· Willems had hier blijkbaar geleerd uit zijn ervaring met het

Provinciaal Utrechtsch Genootschap, waarover brief nr. 297· 6. Een dergelijk exemplaar hebben wij tot dusverre niet kunnen ont­

dekken. Misschien kwam er van de voorgestelde druk niets te­recht?

Aantekeningen bij brief nr. JI7

Antwerpen, 28.9.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 47· 2 p. ( 26 X 22 ), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszij de. Adres: WeledelGestrengen Heer

Den heer Mr. Jeronimo DeVries Griffier der stad Amsterdam

Stempel : Antwerpen Nota onderaan links in schrift De Vries : Den W elEd Gestr Here

Mr S. J. Wiselius ter lezing en teruggave

dV I. Als gevolg van brief nr. JIJ. 2. Dit zou gebeuren met Willems' brief nr. J I4a. J. Cf. brief nr. JIJ, n. 5· 4· Cf. Inl., II, p. 440. 5· De Vries zond Willems' brief met dit postscriptum door naar

Wiselius, vermoedelijk om hem attent te maken op de eerste alinea.

Aantekeningen bij brief nr. JI8

Rotterdam, 29.9.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I 11.

Gepubliceerd door Bols, nr. I 14, p. Io8. 4 p. (22,5 x I8,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. J blanco, p. 4 adres­

zijde.

50

Page 57: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres: den Wel Edelen Heer J. F. Willems s.t. te Antwerpen door vriendelyke bezorging.

Brief in slechte staat.

I. Cf. Inl., II, p. 298-299. 2. Cf. Inl., Il, p. 243.

NR. 3I9

3· Deze firma behoorde in I8I5 tot de mede-oprichters van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels. Cf. Vincent Loos jes, Geschiedenis van de V ereeniging ... , Amsterdam, I9I5, p. I I, I8.

4· Cf. Aant., I, p. 23I, n. 6. 5· Cf. hierover brief nr. 284, n. IO en 3I6. 6. Cf. voor deze leesvergaderingen Mr. J. G. Gleichman, Het leven

van Mr. A. Bogaers, Amsterdam, [I875], p. 38 en 48: deze voor heren werden boven de Rotterdamse vleeshal gehouden, deze waarop ook de dames werden toegelaten in de stedelijke concert­zaal.

7· Vermoedelijk voor zijn zaken als wijn- en azijnfabrikant.

Aantekeningen bij brief nr. 3I9

Amsterdam, 29·9· I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I I2. Gepubliceerd door Bols, nr. ns, p. Io8-uo. 4 p. (22,5 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Misschien Natkan van Genève? Dit is een van Warnsincks werken. In de B. W. staan geen werken van hem van vóór I827. Dit leidt ons tot de veronderstelling dat hij Willems wellicht een nr. van de V ad. Letteroef., of een overdruk je hieruit, heeft gezonden, waarin zijn bijdrage: Over het slagveld van Waterloo, verscheen, nl. in het 2de stuk, I825, Mengelwerk, nr. IS, p. 735-739. De neerslag van bepaalde andere gedeelten van zijn reis verscheen in het tijd­schrift pas in de jaargang I826, nl. De weg van Namen naar Dinant; Iets, aangaande Luik en deszelfs omtrek; De Pieters berg, bij Maastricht, respectievelijk op p. IJO-IJ4; 183-186 en 375-379 van het 2de stuk, Mengelwerk.

sr

Page 58: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 320

Aantekeningen bij bn"ef nr. 320

Amsterdam, 29.9·1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I577I/54(2). Niet gepubliceerd. 2 p. (23,5 X 19,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Brief nr. 3I4a, met de Rose. 2. Cf. brief nr. 323, n. I. 3· Bedoeld wordt hier de<< Voorreden>>, gedateerd 2.8.I825 en onder­

tekend door Wiselius als lid en vaste secretaris van de Klasse. Ze beslaat de pp. iii-xvi van het Uitlegkundig Woordenboek op de Werken van Pieter Korneliszoon Hooft, uitgegeven door de Tweede Klasse van het Kom"nklijk-Nederlandsche Instituut van Weten­schappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, Amsterdam, I825-I838, (B. W. nr. 3342), 4 dln, I, meer speciaal p. v-x, waar hij het dreigende taalbederf, teweeggebracht door vreemde invloed op het gebied van de woordenschat, de morfologie en de uitspraak aan de kaak stelt.

4· De bron van deze Latijnse sententie kon niet worden terug­gevonden.

5· Cf. over dit tijdschrift M. Hanot, Literaire kritiek in ' De Argus' (Brussel, 1825-1826), in N. Tg., XLVIII, 1955, p. 276-287. Het tijdschrift begon te verschijnen te Brussel op 14·9.1825 op 16 pp., en werd gedrukt bij Brest van Kempen, op de << Gerze-Markt, n° 331 >>. Het was een weekblad dat van meet af aan scheen uit te munten door vlugge berichtgeving en bespreking van nieuwe werken uit Noord en Zuid.

6. Voor de Recensent, ook der Recensenten cf. Aant., I, p. 27, n. 6. 7. De Weegschaal was een maandblad, dat eerder algemeen cultureel

dan uitgesproken literair schijnt geweest te zijn en waarvan de bijdragen niet ondertekend waren. Deze behandelden o.m. eco­nomie, geschiedenis, onderwijs, aardrijkskunde en handel. Vlg. Dr. J. Brandt-van der Veen, Het Thorbecke-archief, III, p. 342, n. 2, verscheen het blad acht maal per jaar door de zorgen van de Leidse boekhandelaar Tyssens en onder de anonieme redactie van E. C. d'Engelbronner uit Amsterdam. Het blad scheen een oplage van 300 exn. te hebben en te zijn verschenen van 1818 tot 1832.

8. I. e. L. G. Visscher, over wie cf. Inl., II, p. 284-285.

52

Page 59: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 32I

Antwerpen, 4.Io.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Niet gepubliceerd. 2 p. ( 26 X 22 ), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Inl., 11, p. 246-247.

NR. 322

2. Cf. voor Maerlants Spiegel Historiael, UI, I8I2, de Aant., I, p. 30, n. 6. Willems had naar deze editie eveneens geïnformeerd bij Den Ouden : cf. brief nr. 298.

3· Cf. Inl., U, p. 440. 4· Vermoedelijk ondershands, want van deze datum is ons geen

veiling-catalogus bekend. 5· Ons zijn 7 dln. Verhandelingen der Eerste Klasse, I8I2-I82S, 8 dln.

Verhandelingen der Tweede Klasse, I8I8-I843 en 6 dln. Gedenk­schriften der Derde Klasse, I8I7-I848 bekend, alsmede de Processen­verbaal der algemeene vergaderingen, I8r8-I846. Cf. Jb. Kon. Ned. Ak. van Wet., I965-'66, p. IS.

6. Bedoeld wordt hier de Prijsverhandeling op de vraag: welke zijn de regten, het aanzien en de waardigheid geweest der regtsgeleerden in 't Romeinse rijk, van Augustus tot aan Justinianus? door Mr. Fr. Frets. Cf. over hem, Aant., I, p. 209, n. 3·

Aantekeningen bij brief nr. 322

Rotterdam, 6.Io.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. ns. Gepubliceerd door Bols, nr. n8, p. III-II2. 4 p. (23 X I9), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdelen Heer

Den Heere J. F. Willems, te Antwerpen.

Stempel : Rotterdam Brief in slechte staat.

I. Cf. brief nr. JI6 en Inl., 11, p. 440. 2. Cf. Aant., I, p. 246, n. 3· 3· Cf. hierover reeds brief nr. JI6, n. 6.

53

Page 60: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 323

4· Nl. brief nr. 3 I 6, waarin Willems uitleg geeft over zijn niet­verschijnen op de jaarlijkse vergadering te Rotterdam.

5· Cf. brief nr. 287, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 322a

[Amsterdam] 7·9.[1825] = 7.[Io.I825]. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. II4. Gepubliceerd door Bols, nr. n7, p. II I.

4 p. (I8,s x 11, 5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­zijde.

Adres : Hoog Edele Gestrenge Heer Den Heer Mr J. F. Willems S.S.T.T. te Antwerpen

I. Steunend op brief nr. 323 en op Bols, p. I I I stellen wij als datering 7.10. i.p.v. 7·9· voor: deze laatste datum berust kennelijk op een verschrijving van Wiselius.

2. Cf. brief nr. 323. 3· Cf. Inl., 11, p. 440 en brief nr. 317, waarin Willeros De Vries

verzoekt het lied in een vergadering van de Tweede Klasse voor te lezen of te zingen.

Aantekeningen bij brief nr. 323

Amsterdam, 7.10.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I 13. Gepubliceerd door Bols, nr. u6, p. no, maar verkeerdelijk op 1.10.

182 5 geplaatst. 4 p. (25,5 X 21), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den Heere

54

J. F. Willems, Korrespondent der Tweede Klasse Van het Koninklyk-Nederlandschen Instituuts, te Antwerpen.

Page 61: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Stempel : Amsterdam 10-II

NR. 323

I. In het Notulenboek !Ie Klasse I824-I830 (IV), p. 77-78 staat het verslag van de vergadering van 6.ro.1825, waarop de heren Loots, voorzitter, Wiselius, De Vries, Van Cappelle, Koning en Ten Broecke Hoekstra tegenwoordig waren. Onder de titel : Voorstel van den Sekretaris om het handschrift van den Roman de la Rose van den Heer Willems te koopen, volgt : De Sekretaris brengt ter tafel het handschrift van den Roman de la Rose van den Heer Willems. ((Dankbetuiging van den Heere Hoffmann van Fallers­leben voor deszelfs benoeming tot Buitenlandsehen Korrespondent, die tevens aanbiedt, om, ter gelegenheid eener voorgenomene reize naar Stuttgart een afschrift te maken van de zoogenaamde Kom­burgsche handschriften. De Sekretaris brengt ter tafel het hand­schrift van den Roman de la Rose van den Heer Willems. Hy bragt hierop in het midden, dat, daar de Roman de la Rose mede tot de Komburgsche Handschriften behoort, hy, alvorens over den zoo even gelezenen brief wierd geraadpleegd, aan de Klasse meent te moeten kennis geven, dat de Heer Willems hem, te zynen verzoeke, had toegezonden het HS van den opgemelden Roman, by vroegere aanteekeningen breeder omschreven en hetwelk hem nu gebleken was allenthalve keurig en hoogst belangryk te zyn, makende hy zich sterk, om, de Klasse tot den aankoop van dat stuk genegen gebleven zynde, hetzelve als nog te bekomen voor de som van f zoo, tot welken aankoop hy dan ook nu bepaaldelyk voorstel deed. De vergadering deze voordragt gehoord hebbende, besloot dien overeenkomstig, den voorstelder tevens magtigende, om dit besluit, op eene voegzame wyze, te brengen ter kennis van den Heer Willems. Als nu tot de raadplegingen over de brief van HvF. by een en brief te kennen te geven; vooreerst dat de Klasse gaarne omhelst zyn voorstel, betrekkelyk de Komburgsche Handschriften, den Roman de la Rose daar onderbegrepen, ten einde by het, daarvan te maken afschrift te kunnen vergelyken datgene, wat zy werkelyk in haar bezit heeft, doch met uitzondering van den Reineke de V os, alzoo daarvan een volledig afschrift hier aanwezig is en tot hare beschikking staat. 1>

2. Ibid., p. 93 komt een brief van Willeros voor, waarover cf. brief nr. 329.

55

Page 62: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 324

Aantekeningen biJ brief nr. 323a

[Amsterdam, 8.IO.I825]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I577I/43(2). Niet gepubliceerd. 2 p. (24,5 X 21,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres: Den WelEdn Heer

J. F. Willems. Corrt van 't Kon. Nederl. Inst. enz. enz. te Antwerpen

Stempel : Amsterdam

I. Het bepalen van 6 oktober 1825 als datum van beslissing tot aan­koop van Die Rose maakt het mogelijk deze ongedateerde brief nauwkeuriger te plaatsen, en maakte een verschuiving van nr. 304, waar wij hem aanvankelijk geplaatst hadden als geschreven na II.6.1825, mogelijk.

2. Nl. het derde deel van de Spiegel Historiael waarover cf. Aant., I, p. 30, n. 6 en brief nr. 321, n. 2.

3· Cf. Inl., II, p. 440 en brief nr. 317. 4· In welke mate Willems rekening heeft gehouden met De Vries'

aanwijzingen blijkt uit brief nr. 324 en de uitgave in de Ned. Muzen-Almanak.

5· Voor << brallen >> cf. brief nr. 328.

Aantekeningen bij brief nr. 324

Wortel, 1o.Io.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C II VIII, 45· Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Wel edelen Heer

Den heer Immerzeel junior kunst en boekhandelaar Rotterdam

Stempel: [T]urnhou[t]

Page 63: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

I. Dit was een nederzetting van de Maatschappij van Weldadigheid, waarvan Willems lid was, en een voorloopster van de thans nog bestaande inrichting te Hoogstraten. Cf. Inl., II, p. I8I en o.m. ook N.N.B. W., 11, I9I2, kol. 22I-227 door W. Rooseboom. Leo de Wachter geeft in zijn Repertorium van de Vlaamse gouwen en gemeenten, Antwerpen, I948, IV, p. I74 volgende bronnen op: A. Cosemans, La société de bienfaisance de Bruxelles et les colonies agricoles de Wortel et de Merxplas, I822-42, in Archives, Bibliothèques et Musées de Belgique, XIII, 1936, p. I-14; en J. de Kirchoff, Mémoire sur les colanies de bienfaisance de Frederiks-Oord et de Wortel, Bruxelles, I827. Wellicht had Willems daar ambtelijk werk te verrichten als ont­vanger der registratie.

2. Cf. brief nr. 323a.

Aantekeningen bij brief nr. 324a

Antwerpen, I8.ro.r825. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (26 X 22), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: HoogEdelGestrengen Heere

Den heer Mr. Wiselius jpz. Ridder der orde van den N ederlandschen Leeuw Directeur van Policie enz.enz.enz. Amsterdam

I. Brief nr. 323. 2. Cf. brief nr. 329. 3· Over Sir Richard Heber cf. D.N.B., XXV, I89I, p. 357-359 door

H. R. Tedder: 0 I773, t I833, ontwikkelde hij sedert r8o4 een grote activiteit als bibliofiel. Sedert I8I5 begaf hij zich regelmatig met het oog op het uitbreiden van zijn verzameling op reis naar Frankrijk en de Nederlanden, en :p.am in I826 zelfs om deze reden ontslag als lid van het parlement. Vanaf 1826 tot I8JI verbleef hij permanent in het buitenland, waar hij alleen veilingen en boek­handelaars bezocht, en overigens als een kluizenaar leefde. Bij zijn

57

sa

Page 64: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

dood bezat hij acht huizen vol boeken en handschriften, zo o.m. een te Antwerpen, te Brussel en te Gent. De Gentse boeken werden verkocht te Gent van 26 tot 31.I0.1835: cf. Catalogue d'une belle colZeetion de livres et manuscrits, ayant fait partie de la bibliothèque de Jeu M. Richard Heber, Gand, 1835 (U.B.G. cat. 1835) en: La vente de la collection de M. Heber, in Messager, 1835, p. 519-522, waarin wordt vermeld dat Heber depots had te Antwerpen, Brugge, Gent, Brussel, Leuven en Mechelen, dat een deel van zijn Gentse bezit gevormd werd door aankopen op de verkoping van de Norbertijnen van 1825 (cf. n. 5), van de Bibliotheca Lauwersiana (cat. U.B.G. 14·9·1829) in 1829 en van de abdij van 't Park te Leuven in 1830. Veel van deze boeken werden na de aankoop door Catoir te Brussel gebonden.

4· Deze Norbertijnerabdij, gelegen in de Antwerpse Kempen en gesticht ca. II30, werd opgeheven in 1796, nadat ze tijdens de Brabantse Omwenteling een vooraanstaande rol had gespeeld en in 1788, toen de Bollandisten i.v.m. de opheffing van de Jezuïeten­orde hun werkzaamheden hadden moeten stopzetten, het Museum Bollandianum en ook de drukkerij van de Acta Sanctorum had overgenomen. Bij de veiling van 182 5 werden niet enkel de boeken en handschriften van de eigenlijke abdij, maar ook die van het Museum Bollandianum openbaar verkocht. De monniken keerden pas in 1837 naar de abdij terug. Cf. H. Lamy, L'abbaye de Tongerlo, Louvain, 1914, en P. Peeters, L'ceuvre des Bollandistes, Bruxelles, 1942, in de reeks : Académie royale de Belgique, Classe des Lettres, Mémoire XXXIX, 4·

5· Dit is de Catalogue van eene groote Verzaemeling van Theologische, Rechtsgeleerde, Geographische, Historische, Letterkundige en andere Boeken, benevens een Supplement van Manuscripten, oude Drukken en vreémde Taelen, onder welke veéle kostbaere Werken, Welke zullen verkogt worden te Antwerpen op de Zael der Sodaliteyt by de Kerk van den H. Carolus Borromaeus door den Dz.recteur der V erkoopingen F. H. Carpentiers Zoón, en in het byweézen van eenen Deurwaerder, op Maendag den 29 Augustus r825 en volgende dagen, den Vrydag uytgenomen, die ook met een Franse titel werd voorzien, en verder luidde : Ce Catalogue se distribue à la Maison mortuaire de feu G. J. Bineken Longue-rue-neuve, à Anvers. Het ex. U.B.G. Cat. 1825 werd gedeeltelijk geannoteerd met de prijzen, o.a. geschiedde dit voor alle handschriften. Over Guitielmus J osephus Bineken cf. Antw. XIXde eeuw, p. 402-4, 416, 419, 433-5, 437, 441. Hij werd gedoopt te Antwerpen op 29.1.1757, werd meester van het

sB

Page 65: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

drukkersgilde in I787 en overleed op 2.1.I825 in zijn zaak, gelegen Lange Nieuwstraat, S.J.202(I4). Samen met zijn vader en daarna zelfstandig leidde hij te Antwerpen de meeste boekenveilingen en stelde er de catalogi voor op. Daarnaast was hij boekhandelaar en drukker.

6. Ibid., p. 86, nr. 39 : Eene zeer oude Chronyke van Brabant, op perkement, v. I05. - Cf. Willems' latere editie De Brabantsche Yeesten (cf. Inl., 11, p. 390-39I), p. xxvii: het is hs. C, thans bewaard te Antwerpen, Stadsbibliotheek, hs. nr. I5828. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. 117, I, 4· Het stuk werd doorHebervoor ca. IOO gulden verworven en beslaat ruim 53.ooo verzen.

7· Deze copie van de Brabantsche Yeesten hebben we noch in de B. W., noch in de lijst handschriften overgemaakt aan de Konink­lijke Bibliotheek te Brussel ( cf. bijlage 11) kunnen terugvinden. Wellicht ging het stuk over naar J. H. Bormans, die voor de bezorging van het derde deel van de Yeesten in I869 instond. Diens nalatenschap ging verloren : cf. Inl., 11, p. 51.

8. Dit is het zg. Heber-Serrure-hs. uit de Augustijnerabdij <c ten roeden doestere )) in het Zoniënwoud bij Brussel herkomstig. Cf. De Vreese, in T.N.T.L., XVII, I898, p. 221. Het handschrift bevat de enig overgeleverde tekst van het Miserere van de Renclus de Moiliens, van de Vierde Martlj'n van Hein van Aken en van Der Kerken Claghe. Daarnaast bevat het nog de drie andere Martijns en brokstukken van de Spiegel Ht'storz'ael, Die Rose, Boec vander Wraken en Rolie vander Feesten. Het hs. komt niet voor in de in n. 3 geciteerde Catalogue Heber, zodat Serrure het waarschijnlijk ondershands van Heber of zijn erfgenamen heeft verworven. Uit de Catalogue de la bibliothèque de M. C. P. Serrure, Bruxelles, I873, 11, p. 96, nr. 2563 (ex. U.B.G. nr. Io656) blijkt dat het in I878 (lees: I873) werd geveild voor 2700 fr. Thans berust het in de U.B.G. hs. nr. I374· Een goede beschrijving ervan vindt men in Hein van Aken, Vierde Martlj'n, uitgegeven, ingeleid en toegelicht door Dr. W. E. Hegman, Zwolle, I958, p. 39-44 en 5I-52. Het hs. bevat f. Ir-78v fragmenten uit de Spiegel Historiael, 11. Willems gaf er een stuk (f. 40r-42r) van in zijn Mengelingen, p. 463-476. Cf. verder M. de Vries enE. Verwijs, Jacob van Maerlant's Spiegel Historiael, 11, p. II-I5 (f. 40r-42r) en N. de Pauw, Middel­nederlandsche Gedichten en Fragmenten, 11, Iste stuk, Gent, I893, p. I7I-250 (f. Ir, 53r-78v en I02r).

9· Die Rose, ed. Verwijs, 900I-9058.

59

Page 66: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 325

Io. Eigenlijk gaat het hier om een fragment uit het Boec vander Wraken. Cf. Hegman, Vierde Martijn, p. 46.

I I. Dit is de Rinclus van Gielijs van Molhem. Cf. De Vreese, Bouw­stoffen, nr. I 116. Willeros gaf in zijn Mengelingen, p. 45 een facsimile van fol. 79r-96v; Serrure publiceerde de tekst in zijn Vad. Museum, lil, I859-I86o, p. 225-286, nadat Anzeiger Mone, V, I836, p. 208-211 vs. I-72 en 1155-1166 had gegeven. Cf. P. Leendertz, Het Middelnederlandsche Leerdicht Rinclus, Amsterdam,

I893· I2. Dit is Der kerken Claghe, voor het eerst uitgegeven door Willeros

in zijn Mengelingen, p. 45-58, met facsimile. Cf. Jacob van Maer­lant's Strophische gedichten. Nieuwe bewerking der uitgave van Francken Verdam door J. Verdam en P. Leendertz, Leiden, 1918, in de reeks : Bibliotheek der Middelnederlandsche Letterkunde, p. I44-150. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. 752, en Hegman, Vierde Martijn, p. 48-49.

13. Vermoedelijk betreft het hier B. W. nr. 4 7 52, een codex van ruim 500 pp. waarin de Alexander, de Frenesie, de Rinclus, met facsimile, de Wapene Martijn, in vier boeken, met facsimile, en een fragment uit de Lekenspiegel ( = Boec vander Wraken, cf. n. Io) voorkomen.

I4. Van een dergelijk rapport is niets teruggevonden. I5. Voor deze editie van de Spiegel Historiael cf. Aant., I, p. 30, n. 6.

Cf. verder brief nr. 354, waarbij Willems aan de Klasse een af­schrift van het laatste deel van de Spiegel Historiael, uit hs. U.B.G. nr. I374 genomen, zond, en een afschrift van de in de editie ontbrekende tweede partie in het vooruitzicht stelde. Dit vierde deel zou ondertussen pas in I849 verschijnen.

16. Cf. brief nr. 321. Dit derde deel, met aantekeningen door J. Steen­winkel, verscheen in I 8 I 2 door toedoen van Bilderdijk bij de Klasse (B. W. nr. 3479·)

I7. Cf. brief nr. 320, n. 5·

Aantekeningen bij brief nr. 325

Amsterdam, 4· I 1. I 82 5· Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I I6.

Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 119, p. 113. 4 p. (23 X I9,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

6o

Page 67: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Hoog Edele Gestrenge Heer Den Heere Mr J. F. Willems, (S.S. eet. T.T.) Lid-Korrespondent van het Kon. Nederl. Instituut te Antwerpen

I. Cf. brief nr. 324a. 2. Cf. brief nr. 323. 3· Cf. brief nr. 354· 4· Cf. Aant., I, p. 30, n. 6. 5· Cf. brief nr. 324a, n. 16.

NR. 327

6. Het zou nog duren tot 1849, vooraleer dit vierde deel verscheen. 7· Dit vijfde deel, d.i. Aanteekeningen op het vierde deel van den

Spiegel Historiael van Jacob van Maerlant verscheen niet meer in de redactie van de Klasse, maar door J. H. Halbertsma, te Deventer in 1851.

8. Cf. Inl., 11, p. I6I-I62 en 55-56. 9· Nl. brief nr. 354·

Brief nr. 326 wordt nr. 344b

Aantekeningen bij brief nr. 327

Rotterdam, 4.11.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15770/3I{I). Niet gepubliceerd. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Wel Edelen Heer

den Heer J. F. Willeros s.t. Antwerpen.

1. Cf. Inl., 11, p. 298-299. 2. Brief nr. 318. 3· Dit lijstje ontbreekt. 4· Brief nr. 316. 5· De secretaris of voorzitter was Mr. A. Bogaers over wie cf. Inl.,

61

Page 68: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

11, p. 49· Messchert moet voorheen secretaris zijn geweest: cf. brief nr. 335·

6. Cf. brief nr. 318. 7· Cf. brief nr. 318, n. 3· 8. Cf. Inl., II, p. 243. 9· Wellicht naar Regat prudentia vires, naar Schrant of naar Vervier?

10. Dit zal in verband hebben gestaan met Messcherts activiteit als wijn- en azijnfabrikant.

Aantekeningen bij brief nr. 328

Antwerpen, 6.1 1.1825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 47· 2 p. ( 26 X 22 ), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco.

I. Brief nr. 323a. 2. Cf. Inl., Il, p. 440. 3· Willems gebruikte het woord in de betekenis van schitteren.

Cf. Lied der Belgen aen de Bataven :

Nederlanders zyn wy allen, Braef en rond en goed van aert. Hooger zal onze eere brallen, Nu een volksëcht weêr ons paert.

Nog in 1840, in het Nedd. L. J. voor 1841, p. 89-90, zou hij het als dusdanig aanwenden in zijn gedicht: Aen de Stad Antwerpen, ter feestviering van Rubens. In het jaer 1840:

Ja, Antwerpen ! in uw wallen Blyft de kunst van Rubens brallen, N ooyt door vreemde smet verdoofd, wyl ge aen zyn genie gelooft.

4· Cf. B. Huydecopers Proeve van Taal- en dichtkunde; in Vrijmoedige Aanmerkingen op Vondels Vertaalde Herscheppingen van Ovidius, Amsterdam, 1730, p. 120-121 :«merk aan, dat al dit brallen alleen geschiedt om het Rym: gelyk ook by onzen Dichter [Vondel], die dit woord in dit groote werk, nergens anders heeft dan hier. Ik weet niet, of ik 't verzekeren mag, maar ik beeld my voor zeker in, dat het niet te vinden is in de Gedichten van H. K. Poot, ook niet by veele andere Dichters van naame : maar meest by zulken, die

62

Page 69: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 329

meer acht geeven op het gebrom der woorden, dan op het gewigt der zaaken. Het is buiten twyffel 't zelfde woord met Praaien, en waarschynelyk eerst uitgevonden van iemand die om een rym­woord verlegen was, toen men de vaarzen aan zeker getal van voeten en lettergreepen begon te binden. >>

5· Cf. Nederduitsch taalkundig woordenboek, door P. Weiland, Amstel­dam, 18oi, 11, p. 467: <c brallen: hetzelfde als pralen, pronken. Huydecoper, die met dit woord niet veel opheeft meent, dat het eerst uitgevonden is van iemand, die om een rijmwoord verlegen was. Doch, schoon het zekerlijk niet oud is, hebben echter onze beste en netste Schrijvers van hetzelve gebruik gemaakt, ook buiten het rijm; en het schijnt, even als ons pralen, met het fran. bril/er gemeenschap te hebben >>.

Cf. over deze discussie verder W.N.T., liP, 1902, kol. 1013 e.v. 6. Cf. brief nr. 329. 7· Cf. Inl., 11, p. 115-116. Vermoedelijk ter gelegenheid van een

betaling van penningen. 8. Fenelon en de koe, gepubliceerd in de Belgische Muzen-Almanak,

I, 1826, p. 209-218. Cf. Inl., 11, p. 440.

Aantekeningen bij brief nr. 329

Antwerpen, 6.11.1825. Niet gepubliceerd. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korrespondenten, exp. 113. 4 p. (26 X 22,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres: Aen

den Heere Secretaris der tweede Klasse van het Koninglyk N ederlandsch Instituet van Kunsten en Wetenschappen

1. Brief nr. 323 en 322a. 2. Cf. Notulenboek !Ie Klasse r824-I830 (IV}, p. 93: Verslag van

de vergadering van 17.1 1.182 5. <c Nog is gelezen een brief van den Heer Willems, Korrespondent der Klasse, houdende berigt, dat voor hem eene adsignatie ter somma van f 200 op de Klasse, aan de order van den Heer de Vries was afgegeven, ter voldoening van den koopprijs van het hand-

Page 70: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 330

schrift van den Roman de la Rose, door de Klasse van hein over­genomen. En is de Penningmeester gemagtigd, om de voorzegde som uittebetalen. >>

3· Cf. brief nr. 324a, n. 8. 4· Cf. brief nr. 344a.

Aantekeningen bij brief nr. 329a

Antwerpen, 7.II.1825. Privé-archief Prof. Dr. G. Stuiveling, Hilversum. Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 21), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Nota: op p. 4 komen de gedrukte woorden: Antwerpen, den, en:

Koninglyke Maetschappy ter Aenmoediging der Schoone Kunsten, voor. Deze titel werd met inkt doorgestreept.

I. Deze redactie werd in feite gevormd door J. J. F. Wap (over wie cf. Inl., 11, p. 202) bijgestaan o.m. door C. Vervier (Inl., II, p. 281-282) en vermoedelijk ook door J. M. Schrant (Inl., 11, p. 244-246). Zie ook brief nr. 330.

2. Cf. Inl., 11, p. 440 en brief nr. 328. 3· Van C. P. Serrure (over wie cf. Inl., Il, p. 249-250) verscheen:

Het graf der gelieven, gedateerd Antwerpen 1825, in Belgische Muzen-Almanak, I, 1826, p. 226-227.

4· Het komt voor in B.W. nr. 4515. 5· Cf. Inl., 11, p. 243. 6. Voor H. W. van Werkhoven cf. Aant., I, p. 235 en brief nr. 297,

n. 8. 7· InL. van den Wyngaert, Indicateur commercial de la ville d' Anvers

pour l'année I826, p. 5-7 komen alleen de hogere officieren VOOr.

Aantekeningen bij brief nr. 330

Antwerpen, 12.II.1825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C II VIII, 46. Niet gepubliceerd. 4 p. (r9,5 X 12,5), waarvan p. r beschreven, p. 2-4 blanco.

Page 71: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 331

1. Willeros zond brief nr. 328 aan De Vries mee met deze brief aan Immerzeel, ongetwijfeld ter besparing van briefport.

2. Cf. Inl., 11, p. 440. 3· Cf. brief nr. 284, n. 5· 4· Cf. Inl., 11, p. 202. 5· Nl. de Ned. Muzen-Almanak, VIII, 1826, waarin Willems' Lied

der Belgen, aan de Bataven voorkomt. Cf. Inl., IJ, p. 440.

Aantekeningen bij brief nr. 33I

's-Gravenhage, r8.r 1.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 117. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 120, p. 114-115. 4 p. (23,5 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Wellicht ging De Jonge, als vertegenwoordiger van het departe­ment of anderszins, de algemene vergadering van de Maatschappij voor Taal- en Letterkunde Regat Prudentia Vires (waarover cf. Inl., 11, p. 267) te Gent bijwonen, waarop Schrant (over wie cf. Inl., 11, p. 244-246) tot voorzitter werd benoemd. Cf. De Argus, I, nr. 10, 16.11.1825, p. 159.

2. Klaarblijkelijk stonden beiden reeds vroeger met elkaar in brief­wisseling, maar deze brieven gingen verloren : ze werden nochtans in de Inl., I, achteraan niet opgenomen, omdat noch de approxi­matieve data noch de onderwerpen te achterhalen zijn.

3· Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 325. 4· Het is moeilijk met zekerheid te bepalen welk boek Willeros aan

De Jonge stuurde. Misschien is het Over Holl. fS Vl. schryfw., het jaar te voren verschenen. Cf. Inl., 11, p. 377-378. Of anders de Redevoering over het Karakter van den Nederlandsehen Schzïder (cf. Inl., 11, p. 378) dat in elk geval vóór 26.1.1826 van de pers kwam.

5· Cf. Inl., 11, p. 259-26o. 6. De Unie van Brussel des jaars I577, naar het oorspronkelijke uit­

gegeven, door Mr. J. C. de Jonge, substituut archivarz"us van het Rijk, 's-Gravenhage, 1825 (B. W. nr. 1215).

7· Cf. Inl., 11, p. 115-116. Via de numismatiek en de eraan verbonden veilingen waren zij met De Jon ge ongetwijfeld drukker in contact dan Willems.

8. V er handelingen en onuitgegeven stukken, betreffende de geschiedenis

Page 72: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 331

der Nederlanden, Delft, 1825; 's-Gravenhage, Amsterdam, 1827, 2 dln (B. W. nr. 1087).

9· Over Georges Joseph Gérard cf. B.N., VII, 1883, kol. 647-655 door Emile Varenbergh: 0 Brussel 2.6.I734, t 4·4·I8I4. Hij was ambtenaar, bibliofiel, historicus, numismaat en stichtend lid van de Brusselse Société littéraire (1769), die in I772 door Maria Theresia tot Académie impériale zou worden verheven. Hij werd de eerste vaste secretaris van de instelling. Vanaf r 769 hield hij zich bovendien bezig met het classeren van de oude bibliotheek van de hertogen van Bourgondië. Volgens de B.N. werd zijn hele boekenbezit (4.574 nrs.) in I8I4 door Willem I aangekocht en in Den Haag gedeponeerd. Hiermede valt moeilijk U.B.G. cat. I825 te rijmen: Description bibliographique de livres z"mprimés de la bibliothèque de Jeu Mr G. J. Gerard, Membre de I' Académie des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, des Académies de Besan;on et de Zelande, de l'Institut des Pays-Bas, etc., Bruxelles, 18I9.

10. Dit geschrift berust thans in de Koninklijke Bibliotheek, 's-Graven­hage.

11. Id. Jonckbloet gebruikte het werk voor het opstellen van het zevende boek : De rederijkers, van zijn grote literatuurgeschiedenis.

I2. Een bevestigend antwoord van Willeros ging verloren: cf. Inl., I, p. 325, maar kan worden afgeleid uit de volgende stap van De Jonge.

13. De uitrusting en ondergang der onoverwinnelijke vloot van Philips IJ, in IS88, door Mr Jacobus Scheltema; Toevoegsels tot het werk: De uitrusting en ondergang der onoverwinnelijke vloot van Philips IJ. Philips den tweeden, koning van Spanje, in IS88, door Mr Jacobus Scheltema, Haarlem, I 82 5-1828 ( B. W. nr. I 294 ).

I4. Hier is bedoeld de Spelen van Sinne vol schoone allegatien lojlijcke leeringhen ende Schriftuerlijcke onderwijsinghen. Op de V rag he: Wie den meesten troost oyt quam te baten Die schenen te ziJn van Godt verlaten. Ghespeelt ende vertoont binnen der stadt Rotterdam by de neghen kameren van Rethorijcken die hem daer ghepresenteert hebben den XX dach in Julio Anno IS6I. Tot Rotterdam, Bij Jan van Waesberghe de Jonghe in 't West-Nieulandt, Anno I6I4 (B. W., nr. 3520). Cf. Bibliotheca Belgica, eerste reeks, S. 226, en A. van Elslander, Het Refrein in de Nederlanden tot I6oo, Gent, I953, K.V.A. reeks VI, nr. 71, p. 3·

66

Page 73: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 332

Aantekeningen bij brief nr. 332

Antwerpen, 23.11.1825. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder-

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. I002/I. Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 21), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : HoogEdel Gestrenge Heer

De heer Mr. Willem Bilderdyk te Leyden.

1. Bilderdijks laatste brief, nr. 310, was van augustus, en bedoeld als antwoord op nr. 309 van Willems van juli.

2. Voor het overlijden vanWillemen Mathilde cf.brief nr. 312, n. 2 en 3 en Inl., 11, p. 359-360.

3· Cf. brief nr. 324a, n. 5· De meeste handschriften berusten thans in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, enkele ook in de gelijk­namige instelling te 's-Gravenhage. In 1788 reeds hadden de Bollandisten, na de opheffing van de Jezuïetenorde (cf. Aant., I, p. 130-13I, n. 63 en 64) hun werk aan de Acta Sanctorum (cf. Aant., I, p. 130-I3I, n. 63) moeten stopzetten. Wat er tot 1825, jaar van deze brief, met het boekenbezit is gebeurd en waarom de verzameling pas dan werd geveild is niet helemaal duidelijk. Het vermoeden ligt echter voor de hand dat het boekenbezit werd beheerd door de in brief nr. 324a, n. 5 gesignaleerde G. J. Bincken, die toen blijkbaar overleed.

4· Cf. brief nr. 324a, n. 6. 5· Cf. brief nr. 324a, n. 3· 6. N.N.B. W., IV, 1918, kol. 1438-1440 door H. Brugmans: Dr. Jona

Willem te Water, 0 Zaamslag 1740, t Leiden 1822. Hij studeerde theologie te Utrecht en werd predikant, later hoogleraar te Leiden en voorzitter van de Maatschappij. Hij schreef vn. over Zeeuwse geschiedenis, en bezat een eigenaardige verzameling boeken en handschriften, die te Leiden in oktober 1823 werd geveild. Daar­onder bevond zich een RJ.j'mbijbel, door Hoffmann von Fallersleben in Alg. K.& L., nr. 52, 14.12.I82I, p. 372 vermeld als: <c Perkament Handschrift XIV fol. in de Bibliotheek van Professor Te Water te Leyden. De Wrake aan het einde defect. >> Volgens de Bibliotheca Te Waterana, Leiden, 13 oktober 1823 e.v., afdeling: libri manu-

Page 74: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 332

scripti, nr. I8 is dit<< een zeer oud Handschrift op pergament met blaauwe, roode en fraaij vergulde letteren aan 't begin van vele regels. Het behelst vele boeken des O.T., der vier Euangelisten bij wijze van overeenstemmige en de Historie der Verwoesting van J erusalem volgens Fl. J osephus. Het is van de XIV eeuwe, en beslaat 4I6 bladzijden. Aan het einde ontbreekt iets.>> Vermoedelijk werd het bij de dood van Heber verworven door het British Museum, Londen, onder nr. I0.044: <<De Rijm Bibel van Jacop van Maerlandt; a metrical version, in Dutch, of the Ristaria Scholastica of Petrus Comestor. On vellum, of the XIVth century (Imperfect at the end). Folio. >>(Cf. Catalogue of Additions, I836-I84o). Niet vermeld bij De Vreese, Bouwstoffen, IIo7; wel bij Tideman, in V erslagen en Berigten uitgegeven door de V ereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde, Leiden, I, I 844, p. 42; en vluchtig bij J. David, Rymbybel, lil, p. xxx.

7· Voor t:a. Ioo gulden. Cf. brief nr. 324a, n. 6 en Willems, Brabantsche Yeesten, I, I839, p. xxvii.

8. Hebers vrijgevigheid komt o.m. tot uiting in D.N.B., XXV, I89I, p. 358 : << He was in the habit of buying copy after copy of works which took his fancy, and was unusually generous in lending his treasures. ' No gentleman can he without three co pies of a hook ' was his saying, ' one for show, one for use, and one for borrowers.' >>

9· Voor deze (verloren) copie cf. brief nr. 324a, n. 7· IO. Van Hulthem, over wie cf. Inl., II, p. I4I-I42, had het handschrift

van de Brabantsche Yeesten, dat thans te Brussel in de Koninklijke Bibliotheek berust onder nr. I70I2-'IJ, in I8I2 van de advocaat Tarte gekocht. Cf. Willems, Brabantsche Yeesten, I, I839, p. xxii­xxiii, en Bibliotheca Hulthemiana, VI, I837, p. I99-202, nr. 664.

II. Dit zou nog wel enkelejaren aanslepen: Willems gaf de Brabantsche Yeesten in I839 en I843 uit. Het derde deel (=zevende boek) werd verzorgd door J. H. Barmans in 1869. Cf. Inl., II, p. 390-39I; 392-393· Teksthandschrift was daarbij het exemplaar van Van Hulthem.

I2. Vermoedelijk is dit juist het derde deel, door Barmans uitgegeven, ofwel boeken 6 en 7 door een onbekend gebleven auteur, die het relaas van De Clerck, dat in I350 beëindigd was, voortzette tot I44I : vlg. Willems, in Compte-rendu des séances de la Commission royale d'histoire, 11, I838, p. 12: een 18.ooo verzen, waar De Clercks stuk zelf er 3o.ooo bedroeg.

IJ. Voor Jean Desroehes cf. B.N., V, I876, kol. 789-809 door J. Stecher.

68

Page 75: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 332

14. Mémoz"res de l'Académie impéri'ale et royale des scz"ences et belles­lettres de Bruxelles, 11, Bruxelles, 1780, Journal des séances, p. xl­xliv : daarin weerlegt Desroehes op chronologische en interne gronden de tot dan toe heersende opvatting, dat het 6de en 7de boek van de Brabantsche Yeesten een vertaling zouden zijn van de Brabantiae historia diplomatica van Petrus à Thymo, en omschrijft hij de auteur als << un homme éclairé qui avoit sous les yeux les lettres des Princes et des Ministres, & qui rapporte les raisons alléguées dans les assemblées des Etats & dans les Cours des Souverains >>. Meer nog, hij is een vriend van << Edmond Dinter : les instruments authentiques mis en rimes par Ie Poëte, sont exacte­ment les mêmes que Dinter a conservés dans sa Chronique. Maïs ce célebre secrétaire, eet habile homme d'Etat n'est pas Ie seul qu'il ait consulté; car on ne trouve point dans 1' ouvrage de Dinter tous les événemens & tous les détails exposés dans la chronique Flamande. >> (p. xliii)

I5. Voor De Dinther cf. B.N., VI, I875, kol. 440-444 door E. van Even. Ambtenaar en historicus, 0 ± I375 in buurt 's-Hertogen­bosch, t Brussel I7.2.I448.

I6. Chronicon ducum Brabantiae (van ca. I Ioo tot 1442). Door Mgr. De Ram (cf. Inl., 11, p. 225-226) uitgegeven in 3 dln, Brussel, I854-I86o.

17. Cf. brief nr. 324a, n. 8. I8. Dit zijn de eerste twee clausuien van Der kerken Claghe, I-26 in

de ed. Verdam-Leendertz, Jacob van Maerlant's Strophz"sche Gedichten, Leiden, I9I8. Cf. brief nr. 324a, n. I2.

I9. Cf. brief nr. 324a, n. I5 en Dr. M. de Vries en Dr. E. Verwijs, Spiegel Historiael, Leiden, I863, I, p.lxxxix-xc: bruikleen hs. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, XX in K.B. 's-Gravenhage.

20. Deze tweede partie staat niet in hs. Ak. XX, wel in U.B.G. hs.

I374· 21. Cf. brief nr. 324a, n. I 1. De verzen I-7· 22. Cf. Leendertz, Rinelus, p. x-xi. 23. Cf. Hegman, Vierde Martijn, 875-88o. 24. Van Wijn, Hist. Avondstonden, I, p. 294-296 heeft het over de

Wapene Martijn en de Verkeerde MartiJn van Maerlant, bewaard in een hs. van Le Long in de universiteitsbibliotheek te Leiden : vermoedelijk een afschrift. Cf. Hoffmann von Fallersleben, in A. K. &f L., I821, 11, p. 374-375.

25. Lekenspiegel cf. nr. 324a, n. IO. 26. Rose cf. Hegman, Vierde Martijn, p. 45, 900I-9058.

Page 76: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 335

27. Voor deze twee fragmenten van de Rolie vander Feesten, cf. An­zeiger Mone, V, 1836, p. 436; Blommaert, Theophilus, 1858, p. 44-55; Verwijs, Van Vrouwen ende van Minne, 1871, p. 7-9; p. 21-25. Cf. Hegman, Vierde Martijn, p. 49-51.

Aantekeningen bij brief nr. 333

Den Haag, 26.11.1825. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 29.11.1825, nr. 12 F. Niet gepubliceerd. 2 p. (32 X 20), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco. Bovenaan links staat: Exh. 29 Nov. 1825 N° 12 F.

1. Cf. brief nr. 331. 2. De brief van Willems, in antwoord op brief nr. 331, ging verloren.

Cf. Inl., I, p. 325.

Aantekeningen bij brief nr. 334

[Den Haag, 29.11.1825]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en \Vetenschappen), 29.11.1825, nr. 12 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X 20,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-4 blanco. Klad. De brief werd niet ondertekend. De datering steunt op de exhibita bovenaan: Gearrd den 29 November

1825 N° 12 F; Exh 29 Novb 1825 N 12 F.

1. Cf. de brieven nr. 333 en 331.

Aantekeningen bij brief nr. 335

Rotterdam, 1.12. 182 5. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15770/31(2). Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 22), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde.

Page 77: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : WelEdelen Heer den Heer J. F. Willems S.t. te Antwerpen

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 325. 2. Cf. Messcherts brief nr. 327. 3· Cf. Inl., 11, p. 49· 4· Voor deze Werken cf. Aant., I, p. 229, n. 2. In deel VII, 1826, 2de

stuk verscheen o.m. een Lofrede op Se baldus J ustinus Brugmans, door H. C. vander Boon Mesch; Lofrede op Se baldus J ustinus Brugmans, door A. Capadose; Redevoering over het Gemeenebest der Letteren, door A. Sieuwertz van Reesema. Cf. hierover o.a. De Argus, 11, nr. 22, 31.5.1826, p. 486.

5· Cf. Inl., 11, p. 440. 6. Cf. hiervoor de V ad. Letteroej., 1825, Mengelwerk, nap. 6o8, een

verslag van 12 pp. van de vergadering van 9-10 augustus te Amsterdam.

7· Kondigt dit reeds Messcherts religieuze crisis, en zijn overgang naar Bilderdijk en Da Costa aan ?

8. Cf. Inl., 11, p. 440. 9· De dood vanWillemen Mathilde. Cf. Inl., 11, p. 359-360.

Aantekeningen bij brief nr. 336

Leiden, 3.12.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/15. Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, 1837, p. 207-209; in overdruk, p. 20-22. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdelgeboren Heere,

De Heer J. F. Willems, ss. tt. Lid van verscheiden Letterkundige Maatschappyen, &c. &c. te Andwerpen.

Stempel : Leyden

I. Cf. brief nr. 332 en Inl., 11, p. 359-360. 2. Wie dat was is niet duidelijk. In de inleiding tot zijn Brabantsche

Page 78: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Yeesten, I, I839, p. iii, vermeldt Willeros alleen de copiïsten van de keuren. Vermoedelijk was het niet langer Serrure, die waar­schijnlijk reeds naar de Leuvense universiteit was vertrokken. Brief nr. 83 I brengt echter de oplossing : Willeros gebruikte daar­voor F. H. Mertens.

3· Een inderdaad schrandere opmerking van Bilderdijk. Cf. Rinclus, ed. Leendertz, p. I, noot bij r. 3·

4· Cf. brief nr. 332, n. 24. 5· De Franse bron van de Rinclus, Li Romans de Carité et Miserere

du Renclus de Moiliens, werd uitgegeven door A. G. van Hamel, Paris, I 88 5.

6. Cf. brief nr. 332, n. 27. 7· Cf. brief nr. 324a, n. 3·

[ 8. Cf. brief nr. 332, n. 6. Over dit exemplaar van de Rijmbijbel cf. eveneens J. David, Rymbybel, UI, p. xxx.

9· Dit is het exemplaar van Hoffmann von Fallersleben: cf. Alg. K. & L., I821, 11, p. 372; thans Berlijn, Preussische Staatsbibliothek, ms. germ. fol. 622. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, 1107,1. Over Hoffmann von Fallerslebens ontmoeting met Bilderdijk cf. M.L., I, p. 277-279 : (( Bilderdijk hatte in Leiden fast gar keinen Verkehr. Ich besuchte ihn oft und konnte ihn besuchen wann ich wollte. Er hat mich jederzeit freundlich aufgenommen, und selbst bei körperlichen Leiden, bei sichtlicher Gemüthsverstimmung mir zu erkennen gegeben, dass ich auch dann ihm willkommen war. [ ... ]Wie sehr ich mich freute über diesen angenehmen und erfolg­reichen Verkehr, so kann ich doch nicht leugnen, dass ich mich sehr wunderte und dass seine Landsleute sich noch mehr wunderten. Er war mir geschildert als launig und mürrisch, menschenfeindlich, als ein wüthender Feind Deutschlands und alles deutschen Seins und Thuns, als ein fanatischer Gegner aller freien Regungen in der Politik und Religion, als ein starrer, nie einer besseren Ueber­zeugung zugänglicher Festhaiter der wunderlichsten Ansichten auf dem Gebiete der Geschichte, Sprache, Litteratur und Kunst, endlich als ein unversöhnlicher Feind aller derjenigen die anders dachten, anderes wollten, anderes thaten. Mir gegenüber schien er ein ganz anderer. [ ... ] Er batte sich einst gegen einen seiner Verwandten über mich geäussert : ' obschon er ein Mof ist, so mag ich ihn doch wol leiden '. >>

10. Cf. Fragmenten des Romans van den Ridder, naderhand Heiligen, Reynolt. Medegedeeld door W. Bilderdijk, in Nieuwe Taal- en Dichtkundige Verscheidenheden, I, 1824, p. 111-I98.

Page 79: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 338

Aantekeningen bij brief nr. 337

Amsterdam, 6.12.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I 5771 (46. Gepubliceerd door C. C. ter Haar, Nederland en Vlaanderen, Santpoort,

I933, p. I69-I70. 4 p. (25,5 x 21, s), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Wel Edelen Heer

den Heer J: Fr: Willems. Secretaris der Koninkl: Maatschappij: ter aanmoediging der Schoone Kunsten. enzv:enzv: Antwerpen.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 325. 2. Cf. Inl., 11, p. 440. 3· Warnsincks Lied der Bataven aan de Belgen, gedateerd 6.I2.I825,

zou pas in de Ned. Muzen-Almanak, IX, I827, p. 36-39 verschijnen. Cf. Inl., 11, p. 518.

4· Deze liederen verschenen in de Belgische Muzen-Almanak, I, I826, p. I20-I24.

5· Cf. Inl., 11, p. 440.

Aantekeningen bij brief nr. 338

Zaandam, 6.I2.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15770/42. Niet gepubliceerd. 4 p. (22,5 X I8,s), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : M ynen Heere

Den WelEd: Heere J. F. Willems Correspondent van de tweede Klasse van het Kon:Nederl:Instituut te Antwerpen

1. Dit is de Handleiding voor verzamelaars van Nederlandsche historie­penningen, bevattende eene beschr~·ving van een aanzienlijk aantal

73 6a

Page 80: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 339

Nederlandscheleg-of rekenpenningen, welke z'n de penningwerken van Bizot, van Loon, en van Mieris niet worden vermeld, door G. van Orden, Leyden, I825. Uit zijn corresponderend lidmaatschap van de Tweede Klasse valt vermoedelijk dit aanknopen van een relatie met Willems te verklaren.

2. Bedoeld zal wel geweest zijn een aanvulling te leveren op het beroemde werk Beschryvz'ng der nederlandsche kistori-penningen: Oft beknopt V er haal van 't gene sedert de overdracht der heerschappye van keyzer Karel den vyfden op koning Philips zynen zoon, Tot het sluyten van den Uytrechtschen 'VTeede In de zeventien Nederlandsche Gewesten is voorgevallen: Gedaan en opgesteld door Mr. Gerard van Loon, 's-Graavenhaage, I728-I7JI, 4 dln. Dit werk verscheen even­eens in Franse vertaling, en werd aangevuld door Beschrijving van Nederlandsche historie-penningen, ten vervolge op het werk van Mr Gerard van Loon. Uz'tgegeven door de tweede klasse van het konink­lijk-nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten, Amsterdam, I821-I827, 3 stukken, I84o-I848, 2 stukken en I 86 I- I 869, 5 stukken. Voor het Zuiden had de klasse ( cf. 2de stuk, I 824, inleiding) alleen de hulp gekregen van Raepsaet en Geelhand.

Aantekeningen bij brief nr. 339

Amsterdam, 6.I2.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 118. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I2I, p. 115-n6. 2 p. (24,5 X 2I), beschreven, opp. 2 daarbij adres. Adres : Den Heer Willems

Ontvanger der Registratie en Successie, Lid van verscheidene genootschappen, Corresp t van 't Kon. N ederl. Instit. enz te Antwerpen

Brief in slechte staat.

I. Cf. brief nr 323, n. I en 329, n. 2. 2. Cf. Inl., 11, p. 115-116. 3· Cf. brief nr. 328 en 323a. 4· Cf. Inl., 11, p. 440. 5· Deze Latijnse sententie: eenvoud is het kenmerk van het ware,

was de zinspreuk van Boerhave. 6. Cf. Inl., 11, p. 440.

74

Page 81: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 340

Den Haag, IO.I2.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. n9. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I22, p. n6-n7. 4 p. (2I,5 x I8,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 325. 2. Cf. de brieven nr. 33I en 333·

NR. 34I

3· Cf. Inl., 11, p. 240. Vermoedelijk verscheen Scheltema's stuk over de rederijkerij niet in druk.

4· Zowel De Jon ge als de gebroeders Geelhand waren numismaten van formaat.

5· Cf. brief nr. 33I, n. 4· 6. Cf. brief nr. 33I, n. I2. 7. Deze lezing, Over den Invloed, welken het ontstaan en de vestiging

van het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden op den toe­stand der overige volken van Europa gehad hebben, werd op­genomen in de V er handelingen en onuitgegeven stukken, betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 11 (cf. brief nr. 33I, n. 8), p. 2I5-

294· 8. Hiermede wordt ongetwijfeld Willem de Clercq bedoeld, die in

die tijd te 's-Gravenhage verbleef als directeur van de Neder­landsche Handelmaatschappij. Cf. Inl., 11, p. 65-67. Over: De improvisator Willem de Clercq, schreef o.m. A. H. van der Feen, in De Nieuwe Stem, IV, I949, p. 46-54. Hij haalt hierin getuige­nissen van Da Costa, H. J. Koen en, Van Gosterwijk Bruijn en de Revue encyclopédique van 1823 aan, en schildert niet alleen de manier van improviseren van de kunstenaar, maar ook zijn carrière als dusdanig. De Clercq legde in zijn (slechts zeer onvolledig gepubliceerde) dagboek de plaatsen, data en onderwerpen vast.

Aantekeningen bij brief nr. 34I

Leiden, II.I2.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I 5770/7( I). Niet gepubliceerd. 4 p. (23 X 19,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

75

Page 82: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 342

Adres : Wei Edelen Heere Den Heere J. Willems ss. tt. in de Roystraat te Antwerpen

Stempel : Leyden I 2. I 2.

1. Cf. Inl., 11, p. 440. 2. Cf. Inl., 11, p. 251-252. 3· Siegenbeek was sedert I8o3 lid en secretaris van de Maatschappij,

en werd in I822, als opvolger van Te Water, voorzitter: dit ambt bekleedde hij tot 1847. Cf. Levensberigt van Matthijs Siegenbeek, in Mij N.L., I855, p. I20-I2I.

4· Voor Van der Palm cf. Aant., I, p. I65, n. 2. 5· Het wordt duidelijk dat Willems' woning te Antwerpen een vaste

pleisterplaats werd voor letterkundigen, die zich op reis begaven naar het Zuiden, en de stad, met de stoomboot of de diligence, als eerste en noodzakelijke halte voorbij moesten. Ook in de brieven nr. 319 en 347 valt dit op.

6. Noch in het MagaziJn voor wetenschappen, kunsten en letteren, noch in de Mnemosyne, waarvan Van Kampen eveneens redacteur was, werd deze publikatie teruggevonden.

7· Voor de Werken Mij N.L. cf. Aant., I, p. I77-I78. 8. Bedoeld wordt ongetwijfeld B. Schreuder (cf. Inl., 11, p. 246-247)

die blijkens brief nr. 321 in de herfst een reis naar Nederland maakte.

9· Cf. brief nr. 287, n. 3· IO. Cf. Inl., Il, p. 341-343 en 348.

Aantekeningen bij brief nr. 342

Rotterdam, 16.12.1825. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769[17. Niet gepubliceerd. 4 p. (26 x 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

Page 83: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Aan den WelEdGeb. Heer ! Den Heer Willems Lid der Hollandsche Maatschappy van fraaye Kunsten & Wetenschappen te Antwerpen

Stempel : Rotterdam

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 326.

NR. 343

2. Voor dit tweede stuk cf. brief nr. 335, n. 4· Het eerste stuk van deel VII, I825 bevatte de: Verhandeling over het ldeäal, enz., door J. A. Bakker; Feestzang bij het Vierde Eeuwgetijde van de uitvinding der Boekdrukkunst, door H. Tollens, C.Z.; Eeuwzang bij het Vierde Eeuwgetijde van de uitvinding der Boekdrukkunst, door J. L. Nierstrasz, Junior; Eeuwzang bij het Vierde Eeuw­getijde van de uitvinding der Boekdrukkunst, door A. Beeloo.

3· Cf. Inl., 11, p. I42-I46.

Aantekeningen bij brief nr. 343

Rotterdam, I8.I2.I825. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I20. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I23, p. 117-118. 4 p. (23 X I9), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco. Brief in slechte staat : vooral de linkerrand en de onderste zijde zijn

onleesbaar geworden.

I. Deze zaak zou lang aanslepen. Cf. het postscriptum en de brieven nr. 347 en 367.

2. Brief nr. 335· 3· Voor Ancelle cf. Aant., I, p. 61. 4· Cf. Inl., 11, p. 243. 5· Cf. Inl., 11, p. 440. 6. Cf. brief nr. 337, n. 3 en Inl., 11, p. 5I8. 7· Cf. Inl., 11, p. 440. 8. Cf. Voorbericht van Belgische Muzen-Almanak, I, I826, waarin de

hoop wordt uitgedrukt dat in de volgende jaargang << de vader­landsche dichters >> eveneens zullen medewerken. Zag Immerzeel in deze onderneming een gevaar voor zijn eigen almanak? De steendrukplaten verbeeldden prins Willem Frederik, zijn bruid

77

Page 84: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 344

prinses Louise van Pruisen, twee romantische landschappen en Nieuwenhuizen, de stichter van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.

9· Dat deze aankondiging uitgerekend in een Rotterdams blad ver­scheen duidt erop dat W ap, student te Gent maar afkomstig uit Rotterdam, praktisch het hele redactionele werk voor de Belgische Muzen-Almanak op zich had genomen, en op afzet in zijn geboorte­stad rekende.

IO. N.a.v. het niet ontvangen van een uitnodiging om op de jaarlijkse vergadering van de Holl. Maatschappij aanwezig te zijn. Cf. brieven nr. 3I8, 322 en 327.

I I. Cf. reeds brief nr. 284, n. 5 en 6.

Aantekeningen lnj brief nr. 344

Antwerpen, 27.12.I825. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1. Gepubliceerd door Rooses, p. 47-51. 4 p. (26 X 2I,5}, waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Vermoedelijk zond Willems toen een exemplaar van de Redevoering over het Karakter van den Nederlandsehen Schilder, die hij op I8.9.I825 gehouden had. Cf. Inl., 11, p. 378. Wat in de briefvooral opvalt is zijn scherpe en bepaald kritische toon t.o.v. de eigentijdse Noordnederlandse literaire produktie.

2. Cf. Inl., II, p. 440 en brief nr. 339· 3· Cf. Aant., I, p. I8o, n. 6. 4· Cf. Aant., I, p. 184, n. 3 en 221, n. 4· 5· Cf. Inl., II, p. I98-I99· 6. Cf. Aant., I, p. 222, n. 8. 7· Bedoeld zijn hier de navolgers van Tollens. Cf. Dr. G. W. Huygens,

De vergankelijke roem van de dichter Tollens, in Rotterdams Accent, 1961, p. 31-42.

8. Boileau, L' art poétique, Paris, Bibliothèque nationale, 1878 : Chant premier, v. 59, p. 5·

9· De uitdrukking luidt : in magnis et voluisse sat est : in grote ondernemingen is het ook voldoende als men zijn goede wil getoond heeft. Propertius, El., 2, Io, 6 (3, I, 6).

10. Cf. Inl., Il, p. 239. 11. Cf. Inl., II, p. 115-116, alsook brief nr. 323, n. I en 329, n. 2.

Page 85: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 344'1

Antwerpen, 27.12.I825. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (26 x 2I,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Cf. Inl., 11, p. 378 en brief nr. 344, n. 1.

2. Cf. brief nr. 324a, n. 6, 7 en I I, en nr. 336, n. 2. 3· Wiselius' Don Carlos, of de dood van Karel, kroonprins van Spanje,

treurspel in vijf hedrij"ven, Amsterdam, I828j2, werd opgevoerd te Lier door de Brusselse kamer De Wijngaard, en werd geschreven met de duidelijke bedoeling een demonstratie te zijn tegen het fanatisme. Cf. De Argus, I, nr. Io, I6.II.I825, p. 159.

4· Willems koesterde sedert lange tijd grote bewondering voor de toneelspeler Andreas of Andries Snoek, aan wiens spel hij in de Antw. Alm., 111, 18I7, p. 42-43 een gedicht wijdde. Cf. Inl., 11, p. 428. Over deze figuur cf. J. M. Coffeng, Lexicon van Neder­landse tonelisten, Amsterdam, 1965, p. 179-18o : 0 Rotterdam I4.1 I. I766, tAmsterdam 3.1.I829, uit een oud toneelgeslacht. Hij was de belangrijkste Nederlandse acteur van het eerste kwart van de 19de eeuw, had een repertoire bestaande uit Vondel, Racine, Corneille, Molière en Lessing, trad vooral op in de Amsterdamse schouwburg en bereisde daarnaast met een eigen troep de provincie en het Zuiden.

Aantekeningen bij brief nr. 344-h

Amsterdam, [eind I825]. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 123. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 126, p. I21-123, maar aldaar

verkeerdelijk in april I 826 geplaatst. 4 p. (22 X I9) beschreven. Deze datering steunt op brief nr. 344 van 27.12.1825. Oorspronkelijk nummerden wij dit stuk 326 en 350, die thans vervallen.

I. Naar de figuur in Vondels Gij"sbrecht van Aemstel. 2. Cf. reeds brief nr. 323, n. I, nr. 329, n. 2 en 344, n. 11. 3· Misschien was dit een bankier en familielid van de bekende

79

Page 86: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 344h

generaal der Jezuïeten, die eveneens uit Amsterdam afkomstig was?

4· Cf. Inl., 11, p. 115-n6. 5· Cf. Inl., 11, p. 378. 6. Cf. o.m. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., 11, p. 255-257, François

Joseph Navez door François Maret, Brussel, 1962, en B.N., XV, 1899, kol. 505-515 door H. Hymans: hij was vn. historieschilder en portrettist, ° Charleroi 16.11.1787, t Brussel II.IO.I869. Leerling van David, kende hij een grootse carrière te Brussel en elders. Na 18I7 verkreeg hij van de koning een beurs voor een verblijf in Italië, waar hij vier jaar werkte. Hij groeide er uit tot een gedegen, zij het stilerend, portrettist met een opvallend gebrek aan koloriet. Te Brussel werd hij directeur van het kunstonderwijs en vanaf I825 ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Op het salon van 1830 werd zijn star academisme minder gewaardeerd dan de opkomende romantische schilderkunst van Wappers : vanaf dat ogenblik werd hij niet langer als een leidende figuur beschouwd.

7· Brief nr. 344· 8. Nl. de wrijvingen ontstaan door het oprichten van het Collegium

Philosophicum te Leuven door Willem I. Cf. hierover o.m. S. Stokman, De Reli'gieuzen en de Onderwlj"spolitiek der Regeering in het Vereenigd Koninkrlj"k der Nederlanden {I8I4-I8Jo), 's-Graven­hage, I935; Ch. Terlinden, Guillaume Ier, roi des Pays Bas et l'Eglise Catholique en Belgique I8I4-30, Bruxelles, 1906; P. Geyl, De oorsprongen van het conflict tussen Willem I en de Belgische katholieken, in Bijdragen tot de Geschiedenis der Nederlanden, 11, I947, p. 53-71, en Schmitz, Willem I, p. 170-190.

8o

De oorspronkelijke besluiten staan overigens afgedrukt in het Staatsblad van het koningrijk der Nederlanden, I825, 's-Graven­hage, 1826, nr. 56 e.v. De koning tekende op I4.6.I825 het besluit tot inrichting van een Collegium philosophicum en de opheffing van de kleine seminaries. Op I I. 7 volgde het verbod college te lopen aan de bisschoppelijke of grote seminaries vooraleer te hebben gestudeerd aan de nieuwe inrichting. Op 14.8 tenslotte tekende hij het besluit dat jongelui, die naar het buitenland (vn. Saint-Acheul (Fr.), een inrichting van de Jezuïeten) zouden gaan studeren, van de benoeming tot officiële burgerlijke of geestelijke ambten zouden uitgesloten worden. Mgr. de Méan, aartsbisschop van Mechelen, weigerde op I2.8 zijn aan­stelling tot curator van de nieuwe inrichting, die hem op 7.6 geworden was. Bij de onderhandelingen van I826 e.v. over het

Page 87: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Concordaat te Rome bleek deze kwestie een struikelsteen van belang. Ook de Belgische publieke opinie stond van meet af aan vijandig : het Collegium kende dan ook geen bloeiend bestaan, had recruteringsmoeilijkheden voor (liefst katholieke) professoren en telde in de vijf jaar van zijn bestaan slechts een 550 studenten. Op 4.5.1827 diende Willem I het bezoek aan het Collegium facul­tatief te maken, om aldus tot het gewenste Concordaat met Rome te kunnen komen : het gevolg hiervan was een nog groter verloop en de uiteindelijke opheffing van de instelling in 1830.

9· Nl. uit Willems' Lied der Belgen, aan de Bataven. Cf. Inl., 11, p. 440 en brief nr. 323a.

Aantekeningen bij brief nr. 345

Den Haag, 12.1.1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/48. Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X 21,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : WelEdele Heer

Den Heere J F. Willems Secretaris der Koninklyke Maatschappy tot aanmoediging der Schoone Kunsten te Antwerpen

Stempel : Ministerie Van Binnenlandsche Zaken

Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck alleen ondertekend.

1. Cf. Inl., 11, p. 378.

Aantekeningen biJ brief nr. 346

Amsterdam, 7.2.1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 121. Gepubliceerd door Bols, nr. 124, p. u8-120. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

Page 88: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 347

Adres: WelEdelen Heer J:F:Willems. Lid en Secretaris der Koninglyke Maet­schappij tot aenmoediging der Schoone Kunsten. te Antwerpen.

Stempel : Amsterdam 2-8

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 326. 2. Cf. Inl., 11, p. 378. 3· Cf. Boileau-Despréaux, Epistres, Paris, I937, p. 73: Epître IX,

v. 43· 4· Warnsinck alludeert hier op een vorig bezoek. Cf. ook brief nr. 3I9. 5. Voor deze spanning tussen de economie en handel in Noord en

Zuid cf. o.m. Alg. Gesch. Ned., IX, I956, p. 230, 23I en 235; T. P. van der Kooy, Hollands stapelmarkt en haar verval, Amster­dam, I93I; R. Demoulin, Guillaume Ier et la transformation éco­nomique des Provinces belges {I8IS-I8Jo), Liège, I938 en Schmitz, Willem I: in het Noorden beleefden koophandel en scheepvaart een crisis. De oorzaak was het dichtslibben van het IJ voor de haven van Amsterdam en de moeilijke bereikbaarheid van Rotterdam, terwijl Antwerpen veel beter was gelegen en bv. in I827 meer koffie en suiker verhandelde dan Amsterdam en Rotterdam samen. Het Noorden was zijn rol als internationaal bemiddelaar en scheeps­bevrachter kwijt geraakt. De nijverheid was er minder ontwikkeld. Het handwerk werd verdrongen door de opkomende machine en de handel in het algemeen door de industrie. Een en ander speelde in het voordeel van het Zuiden. De oprichting van de Neder­landsche Handelmaatschappij op 29.3. I 824 zou aan deze evolutie niets veranderen.

6. Cf. Inl., 11, p. 440 en 5I8 en brief nr. 337· 7· Cf. brief nr. 337, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 347

Antwerpen, 27.2.I826 Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C 11 VIII, 47· Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde.

Page 89: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Weledelen Heer Den heer J. Immerzeel jr kunst en Boekhandelaar Rotterdam

I. Brief nr. 343· 2. I.e. de weduwe Schoesetters over wie Inl., 11, p. 243· 3· Cf. reeds brief nr. 343 en later 367. 4· Nieuwe taal- en dichtkundige verscheidenheden, door Mr. Willem

Bilderdijk, Rotterdam, I825, IV (B. W. nr. 3973) bevatte o.m. een bijdrage, Fragmenten van een ouden ridderroman, p. 153-176, aan Bilderdijk door Hoffmann von Fallersleben bezorgd. Het is een stuk uit de Malegijs. Cf. eveneens Hoffmann von Fallersleben, Bericht omtrent een fragment van 118 verzen gevonden bij Enschedé te Haarlem, in Alg. K. &J L., I82I, 11, p. 312.

5· Cf. brief nr. 324a, n. 7· 6. Cf. Aant., I, p. 30, n. 6. 7· Dit is niet helemaal waar. Cf. brief nr. 344a, waarin Willems dit

zelf aan Wiselius voorstelt. 8. Willems zal hier zijn copie van Die Rose ( cf. brief nr. 288, n. 5)

en van het hs. Heber-Serrure (U.B.G. hs. nr. 1374, waarover brief nr. 324a, n. 7) bedoelen.

9· Cf. brief nr. 284, n. 5· 10. Cf. brief nr. 284. Zijn opvolger was J. A. Snyers over wie cf. Inl.,

11, p. 257-258 en Aant., I, p. 212, n. 4· I 1. Indien niemand zijn stem er tegen verheft : d.i. met eenparig

goedvinden. I2. Cf. brief nr. 321, n. 5, van oktober 1825, voor 8 gulden. 13. Over Pieper & lpenbuur waren in de bestaande handboeken van

Ledeboer, Kruseman, Van der Aa of het N.N.B. W. geen gegevens te vinden.

Aantekeningen bij brief nr. 348

Rotterdam, I4.J.I826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.l, nr. I22. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 125, p. I20. 4 p. (23 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco.

Page 90: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 349

1. I.e. de weduwe Schoesetters over wie brief nr. 347 en Inl., II,

p. 243· 2. Voor dit depot van de Ned. Muzen-Almanak cf. brieven nr. 343

en 367. 3· Ontwricht? 4· Cf. brief nr. 347, n. 4· 5· Cf. brief nr. 284, n. 5 en 6. 6. Cf. reeds Immerzeels besluit daartoe in Teksten, I, p. 545, van

eind r824. Pas in r835 verkocht hij zijn hele fonds: cf. Kruseman, I, p. 363.

7. Daarvan verwierf Immerzeel een kleine, maar merkwaardige ver­zameling, waarbij het accent op de eigentijdse en de achttiende­eeuwse dichters lag. Cf. p. roo-104 van de Catalogus eener hoogst belangrijke bibliotheek ... Johannes Immerzeel, Jr, ... op maandag den IIden April I842, en volgende dagen, Amsterdam, 1842 (ex. U.B.G., cat. 1842) en C. M. Geerars, in N. Tg., LVII, 1964, p. 374-376.

8. H. Tollens Cz., Nieuwe gedichten, Rotterdam, r82r-r828, 2 dln.

Aantekeningen bij brief nr. 349

Den Haag, 20.4.1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 124. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 127, p. 123-124. 4 p. (23,5 X rg), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: WelEd.Geb.Heer,

Den Heer J.F. Willems, Bewaarder der H ypotheecques, te Antwerpen

Stempel: SGravenhage

r. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 326. Voor de drie hand­schriften cf. brief nr. 331, n. ro en u, en 340.

2. Van dit ontvangstbewijs was reeds sprake in brief nr. 340. 3· Cf. o.m. Het refrein en de hervorming, in Dr. A. van Elslander,

Het refrein in de Nederlanden tot I6oo, Gent, 1953, p. r66-r86. 4· Cf. brief nr. 331, n. 8. In het eerste deel verschenen: Twee Bij­

dragen tot de Geschiedenis van den oorsprong der Hoeksche en Kabeljaauwsche Twisten; Briefwisseling tusschen eenige aanzien­lijke N ederlandsche edelen en den hertog van Al va, gehouden in de jaren r566-r569; Brief van Nicolaas de Nova Terra, Bisschop

Page 91: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 349

van Haarlem aan den Hertog van Alva, in het jaar 1568; Brief­wisseling tusschen den Raadpensionaris J. de Witt en zijnen Broeder Cornelis de Witt, Ruwaard van Putten, in het jaar 1672. In het tweede deel verschenen : Over de oorzaken van de scheiding der Noordelijke en Zuidelijke Gewesten van Nederland, tusschen de jaren 1579 en 1584; De nieuwe of nadere Unie van Brussel des jaars 1577; Over den invloed welken het ontstaan en de vestiging van het gemeenebest der V ereenigde Nederlanden op den toestand der overige volken van Europa gehad hebben; Briefwisseling tusschen Hieronymus van Beverningk en den Raadpensionaris Johan de Witt, in het jaar 1672.

5· De Jonge was sedert 1814 substituut-archivarius van het Rijk. Na de dood van Van Wijn in 1831 zou hij deze als archivaris op­volgen. Zijn grote publicistische activiteit dient wellicht te worden gezien in het kader van een algemene tendens om de vaderlandse geschiedenis te onderzoeken, tendens die sterk gestimuleerd zou worden door het K.B. van 23.12.1826, waarbij door het uit­schrijven van een wedstrijd voor het beste ontwerp van een nationale geschiedenis van de hele Nederlanden, het ambt van officieel historicus van het Rijk als eerste prijs in het vooruitzicht werd gesteld. Cf. o.m. Vercauteren, p. 19-23. Het zou trouwens wel eens kunnen blijken dat ook Willems' historische pogingen in dit kader moeten worden gezien, alhoewel hij klaarblijkelijk niet aan de eigenlijke wedstrijd heeft deel­genomen. Wel zouden vanaf die tijd zijn Mengelingen worden uitgegeven. Cf. Inl., 11, p. 383-387.

6. Een ex. van deze Lithografie van de oorspronkelijke Unie van Brussel, Eigenhandig Gelithogr: door D: Abrahams Eerste Gouver­nements Lithographist. V ergeleken met de oorspronkelijke Unie door mij, J. C. de Jonge, Substituut Archivarius van het R~·k, 's Graven­hage den 5 Juni I827, berust in U.B.G. Acc. nr. 2241. Verder is er nog De Unie van Brussel des jaars I577, naar het oorspronkelijke uitgegeven, door Mr J. C. de Jon ge, substituut archivarius van het Rijk, 's-Gravenhage, 1825 (B. W. nr. 1215) en Bijvoegselen en V er­beteringen op de Unie van Brussel, des jaars I577, naar het oor­spronkelijke uitgegeven, door Mr. J. C. de Jonge, substituut archi­varius van het Rijk, Delft, 1827 (B. W. nr. 1215).

7· Besluiten van de Staten Generaal der Nederlanden, voor den druk in gereedheid gebragt en met aanteekeningen en b~1agen vermeerderd door J. C. de Jon ge, substituut archivarius van het Rijk, lid van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut en der Koninklijke Akademie van

85

Page 92: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 351

Wetenschappen en fraaije Letteren te Brussel. Eerste deel. Het Jaar I576, 's-Gravenhage, 1828. Het tweede deel, Het Jaar I577, January-July, verscheen in 183I (B.W. nr. 12I4).

8. Cf. n. 5· 9· Cf. Inl., 11, p. ns-n6.

Brief nr. 350 werd nr. 344h

Aantekeningen bij brief nr. 35I

Luik, 5·5.1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 125. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 128, p. 125. 4 p. (24 x 21,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : WelEdg Heer

den Heere J.F. Willems Correspondent van het Koninglyk-neder­landsch institut &.-m Antwerpen.

I. Cf. Inl., 11, p. 19. Een aantal door Willems aan vader Ackersdijck geschreven brieven doken na de publikatie van Teksten, en Aant., I uit een privé-verzameling op en werden in januari 1967 te Leiden bij Burgersdijk en Niermans geveild: ze werden aan de uni­versiteitsbibliotheek te Leiden, samen met een aantal andere auto­grafen, meestal van of aan Ackersdijck, toegewezen. We hopen ze in het laatste deel als addenda uit te geven. Vader Ackersdijck was vooral bekend door zijn Aanmerkingen omtrend de Nederlandsche Taal byzonder met betrekking tot de Zuidelyke Provincien, gepubliceerd in V ad. Letteroef., 1816, Mengelwerk, nr. 13, 14, IS, okt.-nov., p. 6os e.v.; 653 e.v., 701 e.v. Ook afzonderlijk uit­gegeven te Antwerpen bij Ancelle in I 822, met erbij de Franse vertaling van J. van Ertborn (cf. Inl., I, p. 311-3I2, n. 2).

2. Cf. Inl., 11, p. 129. Haenel maakte een uitgebreide studiereis naar verschillende bibliotheken, en was vermoedelijk via Luik (waar Ackersdijck economie doceerde) naar Antwerpen gekomen. Over

86

Page 93: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 353

de resultaten van zijn onderzoekingen gaf hij een interessant rapport uit Catalogi lz'brorum manuscriptorum, qui in bibliotheet"s Galliae, Helvetiae, Belgii, Britanniae M., Hz"spaniae, Lusitaniae asservantur, nunc primum editi aD. Gustavo Haenel, Lipsiae, I83o. België werd erin behandeld van kol. 749-772; Antwerpen besloeg kol. 749-750. Bij dit bezoek vermeldde hij Willems in het kader van de « bibliotheca municipalis >>, en behandelde hij verder de bibliotheca Plantiniana.

Aantekeningen bij brief nr. 352

Antwerpen, I4.5.I826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 126. Gepubliceerd door Bols, nr. I29, p. I25. 2 p. (25,5 x 2I,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Ongetwijfeld voor een introductie bij de Antwerpse bibliotheken, i.c. Lauwers van de Stadsbibliotheek, over wie cf. Aant., I, p. 232-233 en zijn Catalogus, de Bibliotheca Lauwersiana, verkocht te Antwerpen op I4.9.I829 (ex. U.B.G. cat. I829). De laatste beheerder van het huis en de verzameling Plantijn (van I82o-I86s) was Albertus Franciscus Hyacinth Fredericus Moretus. Zijn op­volger {I865-I876) was Edward Joannes Hyacinth Moretus, die in I876 het huis met de drukkerij en de verzameling aan de stad Antwerpen verkocht. Cf. Dr. L. Voet, Het museum Plantin-Moretus, Antwerpen, I963/5, p. IS. In de I8de eeuw had de produktie zich reeds beperkt tot het drukken van missalen en theologische werken, in de I 9de eeuw werd nog slechts sporadisch drukwerk aanvaard. De toegang tot de verzameling zal vermoedelijk niet zo makkelijk verkregen zijn, en geschiedde in Haenels geval wellicht op in­troductie van Willems.

Aantekeningen btJ brt:ef nr. 353

Antwerpen, 4.6.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. SI-53· 4 p. (23,5 X I9) beschreven.

Page 94: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 353

1. Cf. brief nr. 344b. 2. Cf. brief nr. 320, n. 5· 3· Op 31.7.1826 zou te Antwerpen Anna Elisa Isabella geboren

worden. Cf. Inl., 11, p. 360. 4· Peter werd uiteindelijk de Noordnederlandse katholiek Hendrik

W. van Werkhoven: cf. brief nr. 297, n. 8 en Viss., p. 7· 5· Voor het Collegium Philosophicum cf. brief nr. 344b, n. 7· 6. Cf. N.N.B. W., I, 1911, kol. 938-939 door J. B. Breukelman. Pieter

Gabriël van Ghert, 0 17·3·1782, t 19·3·1852, studeerde te Jena en volgde er de colleges van Regel, met wie hij vriendschap sloot en die hij nog herhaaldelijk zou bezoeken. Hij promoveerde te Leiden in 1 8o8 en werd door Ladewijk Napoleon geplaatst in het ministerie van rooms-katholieke eredienst, waar hij contacten kreeg met vrij­zinnige geestelijken. Na 1816 werd hij commissaris-speciaal bij het departement van zaken van de rooms-katholieke eredienst, later als referendaris van de Raad van State aan dit departement toe­gevoegd. Zijn positie was er bemoeilijkt door het wisselend bestuur. Hij had een groot aandeel in de oprichting van het Collegium Philosophicum. Na 1830 viel hij daardoor in ongenade, en werd vervangen. Daarna wijdde hij zich aan de studie van de filosofie van het recht en het staatsrecht. Daarnaast koesterde hij levendige belangstelling voor magnetisme. Cf. over hem J. J. F. Wap, in Astrea, 11, 1852, p. I. Voor zijn aandeel in de oprichting van het Collegium Philosophicum cf. P. Albers, Gesch. Herstel Hiërarchie, Nijmegen, 11, 1903, en verder L. J. Rogier, Het tijdschrift<< Katho­tikon >> I827-I8]o, Amsterdam, 1957, reeks: Mededelingen der Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, N.R., dl. 20, afd. Letterkunde, nr. 12, p. 305-351.

7· Dit is het K.B. van 14.6.1825, nr. 56, opgenomen in het Staatsblad, << waarbij de oprigting bevolen wordt aan eene der Hooge Scholen van het Rijk van een Collegium Philosophicum, ten behoeve der Roomsche Katholijke jongelingen die voor den geestelijken stand bestemd zijn>>. Het enige wat daarin min gelukkig, zij het toch nog voorzichtig, geformuleerd lijkt is de overweging : << gelet op de vertoagen van sommige roomsch katholijke kerkvoogden, over de ongenoegzaamheid van het voorbereidend onderwijs voor jonge­lingen, die voor den geestelijken stand worden bestemd. >> Cf. ook brief nr. 344, n. 7.

8. Cf. N.N.B. W., VIII, 1930, kol. 626-627 door J. C. Ramaer.

88

Melchior Joseph François Ghislain baron Goubau d'Hovorst, 0 Mechelen 14.2.1757, t 's-Gravenhage I8.1.1836, studeerde

Page 95: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 354

rechten te Leuven tot 1777 en werd in 1781 advocaat, in 1788 lid en rekestmeester en in I789 advocaat-fiscaal van de grote raad te Mechelen. Hij was een overtuigd voorstander van de hervormingen van Jozef 11 en was kerkelijk zeer liberaal. In I794 week hij uit naar Wenen, in I8I4 kwam hij te Brussel terug. In I 8 I 5 werd hij directeur generaal van het departement van de rooms katholieke eredienst : hij werkte het ultramontanisme tegen en probeerde de invloed van de geestelijkheid op het onder­wijs te temperen. Verder poogde hij, met behulp van zijn collega's van binnenlandse zaken, die ook het onderwijs beheerden: Falck, De Coninck en Van Gobbelschroy, zoveel mogelijk athenea op te richten. Sedert I5.4.I823 dacht hij over het plan tot oprichting van een Collegium Philosophicum. De bedoeling was de leerlingen door wijsgerig onderzoek zelf het wezen van de godsdienst en de waarheid te laten onderzoeken. Op 14.6.I825 werden de kleine seminaries opgeheven en het collegium opgericht. Op I4.8.I825 werd het aan inwoners van de Nederlanden, die zich voor­bereidden op een staatsbetrekking, verboden te studeren aan een instelling in het buitenland. Vanaf I824 deed Goubau pogingen om tot een concordaat met Leo XII te komen. Op I o. 7. I 826 nam hij ontslag om gezondheids­redenen: zijn departement werd hierna aan Binnenlandse Zaken toegevoegd. Hij was daarna lid van de Iste kamer tot oktober I83o.

9· Deze brief ging verloren, maar werd door ons niet opgenomen in Inl., I, achteraan, omdat hij tussen derden werd gewisseld. De brief bevatte vermoedelijk het verzoek Snyers te helpen bij de verkoop van schilderijen uit zijn verzameling.

Aantekeningen bij brief nr. 354

Antwerpen, 4.6.I826. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korresponden ten, exp. I I 6. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

1. Cf. brief nr. 324a en 347· 2. Dit afschrift bevond zich niet bij de brief. Cf. W. Hegman, Vierde

Martijn, p. 43-44: in het hs. Heber-Serrure (U.B.G. nr. I374) is dit f. 5IV-78V.

Page 96: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 355

3· Cf. brief nr. 324a, n. 7· 4· Cf. brief nr. 324a, n. 3· 5· Cf. brief nr. 324a, n. 4 en 332, n. 3· 6. Is dit niet meer geschied ? Een gedrukt exemplaar van de Spiegel

Historiael bevindt zich in B. W. nr. 3479, <c met kantaenteekeningen van den heer Willems >>. Daarenboven zou hij in zijn Mengelingen (cf. Inl., 11, p. 385), opp. 463-476 een Fragment uit het verlorene tweede deel van J acob van Maerlants Spiegel Historiael, geven.

Aantekeningen bij brief nr. 3540-

Antwerpen, 4.6.I826. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (23,5 X 19), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Cf. voor dit alles de vorige brief. 2. Cf. reeds brief nr. 34 7. Een afschrift van grote stukken van

Maerlants werk, vn. uit de derde en vierde paertie, berust in de Akademie te Amsterdam, archief van de Tweede Klasse van het Kon. Ned. Instituut, map: Commissie tot het werk van Maerlant, en is van de hand van Serrure. Deze copie bedraagt I 68 pp.

3· Dit moet Der Kerken Claghe zijn, waarover brief nr. 324a, n. IO. 4· Vermoedelijk waren dit dezelfde leden die het rapport over Die

Rose (cf. brief nr. 299, n. I) vervaardigd hadden, nl. Van Cappelle, Koning en ten Broecke Hoekstra.

5· Dit zal brief nr. 353 zijn. 6. Cf. brief nr. 341, n. 5·

Aantekeningen bij brief nr. 355

Amsterdam, 8.6.I826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 127. Gepubliceerd door Bols, nr. 130, p. 126-127. 4 p. (23,5 x 19,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Wiselius was, door de ervaring geleerd, blijkbaar zeer voorzichtig geworden in zijn relaties met Willems: hij antwoordde onmiddel-

Page 97: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 357

lijk op diens officieel schrijven aan de klasse, nr. 354, en het particuliere bericht aan hemzelf, nr. 354a.

2. Wiselius was tegelijk ook hoofd van de Amsterdamse politie. 3· Voor het Collegium Philosophicum cf.brief nr. 344b, n. 7 en 353,

n. 6-8. 4· Nl. De Argus waarover brief nr. 320, n. 5· 5· Dit moet : Iets over het beoordeelen, enz., gevolgd door : Iets over

sommige hedendaagsche tijdschriften, zijn, gepubliceerd in De Argus, 11, nr. 6, 8.2.1826, p. 95-I06. Het stuk is niet ondertekend, maar eindigt op : << Hier eindigt het door ons gevonden blad. -Merlegedeelt stuk >>. Hierop volgt onmiddellijk door O.B. (een redacteur): Een woord van toepassing, p. Io6-Io7; en verder over het recenseren in ibid., 11, nr. I, 4.1.I826, p. I-4·

6. Cf. Een droom, door N. in Vad. Letteroef., Mengelwerk, I826, p. 3I5-325. Een reactie hierop verscheen prompt in De Argus, I, nr. 23, 7.6.1826, p. 510.

7· Cf. brief nr. 356.

Aantekeningen bij brief nr. 356

Amsterdam, 17.6.1826. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Uitgaande

Depêches, 11, exp. 542. Niet gepubliceerd. Minuut. Deze brief werd door Wiselius alleen ondertekend.

I. Cf. brief nr. 3 54· 2. Nl. het bezorgen aan de Klasse van het stuk van de Tweede partie

uit het hs. Heber-Serrure (U.B.G. hs. nr. 1374). Cf. brief nr. 354a, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 357

Lier, 25.6.1826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 8. Niet gepubliceerd. 4 p. (26,5 x 22) beschreven.

Page 98: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 358

I. Over de kwekelingen van Lier vindt men alleen een vage beschrijving in Mij N.L., I863, p. 270-271. Cf. thans echter M. de Vroede, De Lierse rijkskweekschool I50 jaar, in Spiegel Historiael, 111, nr. I, januari I968, p. 40-45.

2. Vermoedelijk Adriaan van den Ende en Wijnbeek. 3· Nl. het Collegium philosophicum, waarover brief nr. 344b, n. 7

en 353, n. 6-8. 4· Over Klyn heeft De Argus het in II, nr. 22, 31.5.1826, p. 494 en

vermoedelijk eveneens in nr. 25, 21.6.1826, p. 555-557· 5· Over Luxemburg cf. De Argus, 11, nr. 21, 24.5.I826, p. 46I en

nr. 22, 31.5.1826, p. 498-502.

Aantekeningen bij brief nr. 358

Spaarnezicht boven Haarlem, 25.6.I826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 128. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 131, p. I27-I3o. 4 p. (23 X 19,5) beschreven.

1. Brief nr. 353· 2. Cf. brief nr. 320, n. 5· 3· Cf. Inl., II, p. 246-247. 4· Nl. Jeroon jr., over wie Inl., II, p. 296-297. 5· Cf. brief nr. 353, n. 4· 6. Cf. hierover de uitlating van A. de Vries jr. in een brief aan M.

Rooses dd. 17·3·1874 (A.M.V.C., V. 9II7/Bla): <<een door en door vryzinnig man. Dit is zoo; en dit (ik schryf dit niet om het aldus te drukken) maakte de uitoefening van zijn ambt niet altyd even gemakkelyk, daar de Stedelyke Regering juist niet zoo vrijzinnig was. Vooral had hij te tobben met de Stedelijke Amsterdamsche Courant, waarop hem eenig toezigt was toevertrouwd. H y was niet ingenomen met het denkbeeld eener officiëele Stedelyke Courant, en wilde meer vrijheid dan het Bestuur; van daar veel getob >>.

7· De bron van deze Latijnse sententie was niet terug te vinden. 8. Cf. brief nr. 353, n. 8. 9· Cf. brief nr. 353, n. 6.

IO. Cf. n. 7· 11. Misschien is dit Ds Jan ter Borg, een doopsgezind predikant over

wie cf. M. E. Kluit, Het Réveil in Nederland, Amsterdam, 1936,

Page 99: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 360

p. I66-I70. Of Ds A. S. Thelwall van de Anglicaanse gemeente over wie ibid., p. I09-I I2.

I 2. Ongetwijfeld aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam, ontstaan in I632 met als leraren Vossius en Barlaeus. De instelling bestond tot I 876 en was van meet af aan bedoeld als een instelling van voorbereidend hoger onderwijs, een tussenschakel tussen de Latijnse school en Leiden. Cf. P. J. ldenburg en H. van der Bijll, Van Athenaeum tot Universiteit, I927. Na I876 groeide hier­uit de gemeentelijke universiteit van Amsterdam.

I3· Over dit geprojecteerde meisjesinstituut te Lier cf. De Argus, I, nr. I4, I4.I2.I825, p. 222 en 223. Het Journal de Bruxelles had blijkbaar, volgens De Argus althans, tegen dit plan geageerd: dit was evenwel niet terug te vinden.

Aantekeningen bij brief nr. 359

Antwerpen, 30.6.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 12 1.

Niet gepubliceerd. 4 p. (22,5 X I3,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Weledel Gestrengen Heer

Den heer en Mr J eronimo De Vries, Griffier der Stad Amsterdam

Stempel: Antwerpen

1. Nl. Jeroon jr. over wie cf. Inl., 11, p. 296-297. 2. Cf. brief nr. 353, n. 4· 3· De geboorte van Anna geschiedde op 3I.7.I826. Cf. Inl., 11, p. 360. 4· Cf. Inl., 11, p. 246-247. 5· Brief nr. 358.

Aantekeningen bij brief nr. 360

Lier, 3.7.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 8. Niet gepubliceerd. 4 p. (26,5 X 22), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde.

93

Page 100: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 362

Adres: Aen den WelEdelen Heere, Mr. J eronimo de Vries, Lid van het Koninklyk Instituut, Op de Reerengracht over de Spiegelstraat te Amsterdam.

Stempel : Lier

Aantekeningen bij brief nr. 36I

Antwerpen, 11.7.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 12I B I2 1.

Niet gepubliceerd. 2 p. (23 X I9), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heer

Den heer Mr. Jeronimo DeVries Griffier der Stad Amsterdam par couvert

I. Voor Jeroon jr. cf. Inl., 11, p. 296-297. 2. Cf. een uitlating van J. de Vries in brief nr. 358. 3· Cf. Inl., 11, p. 246-247. Zij was de oudste dochter van Georg

Bergmann, Theresia Ernestina Charlotta Amelia, 0 Lier op 9· I I. 1797, met wie Bergmann in I8I9 huwde. Willems schreef n.a.v. dit huwelijk het gedicht : By het huwelijk van een' Hollander met eene Brabandsche Dame, dat pas in I828 in de Belgische Muzen­Almanak zou verschijnen. Cf. Inl., 11, p. 441. Zij overleed te Maastricht op I7.11.I843· Cf. brief nr. 20I7 en Mij N.L., I863, p. 287.

4· Cf. Inl., 11, p. 239. 5· Cf. Inl., 11, p. 36o.

Aantekeningen bij brief nr. 362

Brussel, 27.7. I 826. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map

82.

94

Page 101: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Niet gepubliceerd. 2 p. (24,5 X zo), beschreven.

1. Cf. Aant., I, p. 122, n. 10. 2. Cf. Inl., 11, p. 141-142. 3· Cf. Inl., 11, p. 73-74. 4· Voor Charles François Ferdinand Antoine Florent le Preud'homme

d'Hailly, burggraaf de Nieuport cf. N.N.B. W., IX, 1933, kol. 714-715 door J. C. Ramaer: 0 Parijs 1740, t Brussel 1827. Hij was afkomstig uit een Gents geslacht dat zich te Parijs had gevestigd en had gestudeerd aan het Jezuïetencollege van deze stad. Daarna was hij in Oostenrijkse dienst getreden en maakte deel uit van de orde van St. Jan van Jeruzalem en van de ridders van Malta. In 1780 keerde hij naar Frankrijk terug en werd er hoofd van de commanderij van Brie. Vandaar komt de naam << commandeur de Nieuport >>, waaronder hij gewoonlijk bekend bleef. Vanaf 1786 werd hij zaakgelastigde van de orde in de Oostenrijkse Nederlanden te Brussel. Hij verwierf er bekendheid als wiskunstenaar en als wijsgeer. In 1815 werd hij lid van de Tweede Kamer, waar hij de politiek van de vorst verdedigde. In 1818 nam hij ontslag als dus­danig, maar ontving een jaargeld van Willem I en de titel van kamerheer. In 1777 was hij lid geworden van de Académie te Brussel, in 1815 werd hij directeur van deze instelling. In 1817 werd hij curator van de Leuvense universiteit. Als Malteser ridder bleef hij ongehuwd.

5· Cf. Inl., 11, p. 19-20. 6. Cf. N.N.B. W., III, 1914, kol. 8ox-8o2 door J. B. Breukelman:

Frans Godert baron van Lynden van Hemmen (1761-I845) was edelman aan het hof van de laatste stadhouder, Willem V, en werd in 1814 belast met de administratie der Domeinen. Daarna werd hij president van de Hoge Raad van Adel, lid van de Eerste Kamer, curator van de Leidse universiteit en lid van de Maatschappij te Leiden.

7· Voor Hendrik baron Collot d'Escury, heer van Heinenoord, cf. N.N.B.W., III, 1914, kol. 249 door E. Zuiderna: 0 Rotterdam 1773, t 's-Gravenhage 14·5·1845· Hij studeerde rechten te Groningen en wijdde zich daarnaast aan de letterkunde. In 1815 werd hij curator van de Leidse hogeschool en hielp bij het vervaardigen van een nieuwe wet voor het hoger onderwijs. Hij was lid van de Tweede kamer en de auteur van Hollands roem in kunsten en wetenschappen, 7 dln, 1824-' 44, onvoltooid (B. W. nr. 3278).

95

Page 102: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

8. Voor Jean Joseph Raepsaet cf. N.N.B.W., IX, 1933, kol. 834-836 door J. C. Ramaer: 0 Oudenaarde 1750, t 1832. Hij studeerde te Leuven en werd licentiaat in de rechten te Gent. Tijdens de Brabantse omwenteling sloot hij zich aan bij Van der Noot en diende bij de Franse inval uit te wijken naar Goes. In I795 keerde hij terug en verbleef als ambteloos burger in zijn geboortestad, niet zonder enkele malen gevangen te worden gezet. In I 8oo werd hij in de Franse bestuursorganisatie opgenomen en bleek in I814 een overtuigd voorstander van het herstel van de Oostenrijkse Nederlanden. In 1815 werd hij lid van de commissie tot herziening van de grondwet en wist het stelsel van twee kamers door te voeren. Een lidmaatschap van de tweede kamer aanvaardde hij nochtans niet. Hij was weliswaar een voorstander van het nieuwe rijk, maar bleef katholiek conservatief.

9· Cf. brief nr. 287, n. 3·

Aantekeningen bij brief nr. 363

Antwerpen, I .8. 1826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 1. Niet gepubliceerd. 4 p. (22 x 17,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Weledel gestrengen Heer

Den heere Mr. J eronimo De Vries Griffier der Stad Amsterdam

1. Anna : cf. Inl., 11, p. 360. 2. Cf. Inl., II, p. 296-297. 3· Cf. Inl., 11, p. 246-247. 4· Cf. Inl., 11, p. 115-116.

Aantekeningen bij brief nr. 363a

[Amsterdam, na 1.8.1826]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43(14). Niet gepubliceerd. 2 p. (22,5 X 19), beschreven. Op p. 2 ook adres.

Page 103: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Den W elEdn Heer Willems ss. tt. in handen

1. De datering van deze brief, vroeger nr. 370, die we aanvankelijk slechts konden bepalen als geschreven vóór nr. 372 van 11.9.1826, dat het antwoord van De Vries bevatte, bleek mogelijk door de geboorte van Anna, over wie cf. Inl., II, p. 360 en brief nr. 363.

2. Cf. Inl., 11, p. 296-297. 3· Cf. Inl., 11, p. 246-247. 4· Cf. de V erslagen van de openbare vergaderingen der Tweede Klasse

van het Koninklijk Instituut, I-XIII, I817-184o. Het verslag van 1823-1824 verscheen pas in 1827, dat van 1826 in 1826. Volgens dit laatste Verslag van de Openbare Vergadering der Tweede Klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, gehouden op de groote zaal van het Hótel des Instituuts op den 29sten Augustus des jaars I826, des voor­middags te Elf uren, Amsterdam, 1826, p. 10, zegde de voorzitter o.m.: <<Alvorens echter tot het vermelden van eigenlijk gezegde

werkzaamheden over te gaan, moet ik, in naam der Klasse het woord voerende, vooraf spreken van de poging, door haar in het werk gesteld ter bekoming van zoodanige buitengewone geld­middelen, als noodzakelijk waren tot het volvoeren van den, uit zijnen aart zeer kostbaren, arbeid, dien men onder handen had, en om voorts met eenig beter vertrouwen datgene te kunnen onder­nemen, wat beschouwd werd voor het algemeen nuttig te zijn : te weten in de vakken van menschelijke kennis, voor welke de zorg inzonderheid aan haar is opgedragen en ten ernstigste aanbevolen. De onevenredigheid tusschen de kosten, tot dat een en ander gevorderd wordende, en de middelen, bij haar voorhande, was dermate in het oog loopende, dat zij geene de minste zwarigheid behoefde te maken, in dezen haren toestand, langs den gewonen weg, te brengen ter kennisse van den Koning, waarvan ook weldra het gevolg was, dat Zijne Majesteit, van de gegrondheid dier Voor­dragt volkomen overtuigd, haar eenen buitengewonen onderstand verleende, of liever haar de vrije hand gaf, om met het onder­nomene voort te gaan en hetgeen men verders op het oog had, dadelijk aan te vragen, onder voorwaarde, dat de kosten, hiertoe vereischt, aanvankelijk eene zekere bepaalde, edoch tegelijk aan­zienlijke, somme niet te boven gingen. Door deze gunstrijke beschikking, de tweede reeds van dien aart,

97

Page 104: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

en door de genoegzame verzekering, dat men ook voor het vervolg, bij soortgelijke omstandigheden, zich niet vruchteloos tot den Vorst wenden zoude, gesteund en aangemoedigd, sloeg de Klasse onverwijld de handen met verdubbelden ijver aan het werk, en leverde daarvan spoedig een ondubbelzinnig bewijs in de uitgave van het Eerste Deel baars Glossariums op HOOFTS werken, waarvan het Tweede Deel ook reeds voor een aanzienlijk gedeelte is afgedrukt. ( ... ) Verder werden aanzienlijke vorderingen gemaakt met het Vierde Deel van de Spiegel Historiael, welks gewigt niet weinig verhoogd zal worden bevonden, door een gedeelte, uit de Abtdij van Tongerloo afkomstig en door den verdienstelijken Korrespondent der Klasse, den Heere Mr. J. F. WILLEMS, te Antwerpen, nauwkeurig vergeleken met een ander zeer oud Handschrift. Aan den zoo even gedachten Korrespondent, die zich reeds menig­malen, in verschillende opzichten, bij de Klasse verdienstelijk maakte, heeft zij tevens te danken, in staat te zijn gesteld tot de bearbeiding en volgende uitgave van den geestigen Roman la Rose van JEHAN DE MEUNG, of, gelijk wij meestal zeggen, van HEIN VAN AKEN, als mede van den Rijmbijbel en het werk der Nature Bloeme van MAERLANT, alle welke stukken te gelijk uit de straks vermelde Abtdij door zijn zorg zijn hervoortgebragt. ))

5· Cf. Inl., II, p. 309-3 I I.

Brief nr. 364 werd nr. I38a, opgenomen in Teksten, I, p. 346-347.

Aantekeningen bij brief nr. 364a

Antwerpen, I8.8.I826. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X I9), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heer

Den heere Mr. S. lp Wiselius Ridder der orde van den N ederlandschen Leeuw Secretaris van het koninglyk lnstituet Directeur van Policie enz enz Amsterdam

Page 105: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

I. Nl. brief nr. 355· 2. Anna overleed reeds op I3.8.I826. Cf. Inl., 11, p. 360. 3· Wat in het vervolg van dit schrijven opvalt is de nagenoeg gelijk­

lopende argumentatie met brief nr. 353· 4· Over deze onderhandelingen met Rome cf. o.a. Schmitz, Willem I,

p. I6I-I89. Nadat het Vaticaan de Nederlandse voorstellen op 25.4.I825 had afgewezen, ontmoette graaf de Celles, gevol­machtigde van Willem I, in mei I826 te Rome paus Leo XII en kon een vergelijk worden bereikt, mits aanzienlijke toegevingen van de zijde van de Nederlandse vorst.

5· Over De Argus cf. brief nr. 320, n. 5· 6. Cf. brief nr. 355, n. 6. 7· In I826 was het genootschap Tot Nut der Jeugd blijkbaar nog

actief en nam Willems aan de werkzaamheden deel. 8. Tot bijwoning van de jaarlijkse openbare vergadering. De brief

ging verloren. Cf. Inl., I, p. 327. 9· Cf. reeds brief nr. 3I5 waarbij de commissie werd samengesteld, en

Inl., 11, p. 4I3-414: Historisch Onderzoek naer den Oorsprong en den waren naem der openbare plaetsen en andere Oudheden van de stad Antwerpen.

Aantekeningen bij brief nr. 365

Lier, 20.8.1826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 8. Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 X 22), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : Den WelEdelen Heere

Mr J eronimo de Vries, te Amsterdam.

1. Cf. Inl., 11, p. 296-297. 2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 327. 3· Nl. het overlijden van Anna op I3.8.I826. Cf. Inl., 11, p. 360. 4· Nl. het overlijden van zijn oudste zoontje Felix op 19.8.1826 om

5 u. 's morgens. Cf. Inl., 11, p. 357· Het jaar tevoren waren in augustus de kleine Matbilde en Willem overleden. Cf. Inl., 11, p. 359-360.

99

Page 106: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 366a

Aantekeningen bij brief nr. 366

Amsterdam, 22.8. I 826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I30. Gepubliceerd door Bols, nr. I33, p. I30-I32. 4 p. (33 X Ig), beschreven.

I. Deze inliggende brief is verdwenen. Cf. Inl., I, p. 327, geschreven na de dood van Anna en vooraleer hij op de hoogte was gebracht van het overlijden van Felix.

2. Dit moet brief nr. 365 van Schreuder zijn: daarin komt het over­lijdensbericht van Felix voor.

3· In vroegere condoleantiebrieven van De Vries kwamen tot troost der ouders herhaaldelijk stukken uit kerkelijke gezangen voor.

4· Cf. brief nr. 365, n. 4· 5· Deze brief ging verloren maar werd, als tussen derden gewisseld,

niet opgenomen in Inl., I, achteraan. Hij werd samen met brief nr. 365 verzonden.

Aantekeningen bij brief 366a

[Antwerpen, vóór 27.8.I826]. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C 11 VIII, 50. Niet gepubliceerd. 4 p. (23,5 X Ig), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Weledelen Heer

Den Heer J. Immerzeel junior Boekhandelaar S' Gravenhage

Stempel: Antwerpen Deze brief kon worden gedateerd a.h.v. nr. 367, het antwoord van Immerzeel van 27.8.I826.

I. Deze rekening ging verloren. 2. Cf. Inl., 11, p. 259-260. 3· Immerzeel had twee zonen: de eerste werd jurist, de tweede hield

zich bezig met de antiquariaatshandel van zijn vader. Beiden samen bezorgden de postume editie van De levens en de werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters van het begin der vijftiende eeuw tot heden door J.

IOO

Page 107: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Immerzeel en C. Immerzeel, Amsterdam, I842. Cf. Aant., I, p. I62, n. 5·

4• Bedoeld wordt de N ederlandsche Spraakleer door Mr. Willem Bilderdijk, 's-Gravenhage, I826.

5· Cf. Inl., 11, p. 29I-296. 6. Cf. Inl., 11, p. I50-I5I. 7. Hierover kon niets worden teruggevonden in het Staatsblad.

Misschien geschiedde dit bij eenvoudige maatregel van bestuur ? 8. Cf. brief nr. 284, n. 5· 9· Het is onduidelijk wat Willems hiermede precies bedoelt : is hier

sprake van de handschriften, die uit de verzameling van de Norbertijnen stamden? Moet deze brief wellicht vroeger, ca. oktober I825, worden gedateerd? Brief nr. 367, kennelijk bedoeld als antwoord op nr. 366a, schijnt dit tegen te spreken. Wij ver­moeden dat het hier eerder gaat om het oude archief van bisschop de Nelis.

Aantekeningen bij brief nr. 367

Den Haag, 27.8.I826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. IJL Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. IJ4, p. I33· 4 p. (23 X I9) waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : Wel Edele Heer,

Den Heer J.F. Willems, te Antwerpen.

Stempel : SGravenhage

I. Cf. brief nr. 366a : dit is ongetwijfeld een check. 2. Cf. brief nr. 343· 3· Cf. Inl., 11, p. 243. 4· Cf. reeds brief nr. 284, n. 5. 5· Willems heeft geen enkele bijdrage aan de Ned. Muzen-Almanak

voor I827 afgestaan. 6. Cf. brief nr. 366a, n. 4· 7· Onno Zwier van Haren, De Geuzen: vaderlandsch gedicht. Uit­

gegeven door Willem Bilderdijk, 's-Gravenhage, I826, 2 dln. De originele editie is van I77I (B. W. nr. 3749).

IOI

Page 108: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 367a

[Amsterdam, na 29.8.1826]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43· Niet gepubliceerd. 2 p. (24,5 X 22), beschreven. De datering van deze brief was mogelijk a.h.v. de vergadering van de

Tweede Klasse, waarover sprake in n. 3·

1. Jeroon jr. over wie Inl., 11, p. 296-297. Hij vertoefde blijkbaar nog steeds in het Zuiden, vermoedelijk te Lier.

2. Nl. het overlijden in dezelfde maand van Anna en Felix. Cf. Inl., 11, p. 359-360.

3· Dit is de vergadering van 29 augustus, waarvan reeds sprake was in brief nr. 363a, n. 4·

4· Over D. J. van Lennep cf. Inl., 11, p. 172 en thans ook G. Stuiveling, Voetstappen van de vaderlandse romantiek. I. David J acob van Lennep in 1826-1827, in Vakwerk, 1967, p. 152-171. Bedoeld wordt Hollandsche Duinzang, in V erslag van de Openbare V er­gadering (cf. brief nr. 363a, n. 4), p. 48-52, en N. G. van Kampen, Magazijn van Wetenschappen, Kunsten en Letteren, Amsterdam, VII, 1827, p. 143-150, in dit tijdschrift voorafgegaan door: Ver­handeling over het belangrijke van Hollands grond en oudheden voor gevoel en verbeelding, p. 113-142. Terecht gelden gedicht en verhandeling als het begin van de Nederlandse romantiek.

5· Cf. N.N.B. W., 111, 1914, kol. 1190-1191 door E. Zuiderna: Hajo Albert Spandaw, 0 Vries 23.I0.1777, t Groningen 28.1o.1855, studeerde rechten en werd griffier van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Groningen, lid van de Dubbele Kamer der Staten Generaal in 1840 en vanaf 1846 raadsheer bij het provinciaal gerechtshof te Groningen. Hij schreef ·gelegenheidsgedichten en toneelstukken.

6. Een copie van dit gelegenheidsgedicht van Willeros kwam via de verzameling van M. Rooses in het bezit van Mr. F. van der Eist, Neder-over-Heembeek.

7· Cf. Inl., 11, p. 172. 8. Cf. Inl., 11, p. 115-116. 9· Dit is Jeroon jr.

102

Page 109: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 368

Antwerpen, 3I.8.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 1.

Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 54-55· 4 p. (24 X I9), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heer

Den heere Mr. J eronymo De Vries Lid van het Instituet Griffier der Stad Amsterdam

I. Nl. de brieven nr. 366 en 367a. 2. Cf. Inl., 11, p. 357·

NR. 368

3· Cf. Thieme-Becker, XXI en Immerzeel, Vl. en Holl. sch., 11, p. I39 e.v.: Petrus Kremer, 0 Antwerpen 9·5·I8oi, t 20.8.I888, Antwerps historie- en genre-schilder, die sedert I8I6 als leerling bij de Academie werkte onder Herreyns en Van Bree en in 1826 naar Parijs ging, waar hij veel in het Louvre werkte. Zijn schilder­stukken behandelden o.m. Potter, Brouwer, Van Dijck, Rubens, Roemer Visscher enz. Zijn schilderij van Vondel werd in 1826 aangekocht door de Nederlandse regering en werd bewaard te Haarlem in het zg. Paviljoen, d.i. het gebouw gelegen ten Z. der stad in de Haarlemmerhout, dat in I788 werd gebouwd voor de bankier Hope en in I8o8 als paleis door Loclewijk Napoleon werd betrokken. In I930 werd het het provinciaal huis.

4· Voor Laurens Jacobszoon Reael {I536-I6oi} cf. N.N.B.W., IV, I 9 I 8, kol. 11 I 9-1122 door J. C. Breen. Hij was een der eerste gereformeerden te Amsterdam, en trad als dusdanig vanaf I 566 naar voren. In I s67 diende hij daarom de stad en het land te verlaten. Na o.m. een verblijf te Danzig keerde hij in I 579 of daar­omtrent naar Amsterdam terug en vervulde er allerlei ambten. In de literatuur geniet hij enige bekendheid als lid van In Liefde bloeyende. Zijn dichterlijke nalatenschap is bewaard in U.B.G. hs. nr. 993/993\ getiteld Refereynen, Ba/aden, Epitafiën, Historialen, en andere Liedekens: het is rederijkerswerk over religieuze en vader­landse onderwerpen. Verder schreef hij interessante, zij het helaas slechts gedeeltelijk bewaarde, gedenkschriften.

5· Vermoedelijk in zijn Vaderlandsche historie, Amsterdam, I749-I759, of de vervolgen hierop Bijvoegsels en aanmerkingen, bestaande

I03

Page 110: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

in noodige nalezingen, door H. van Wijn, Amsterdam, I797-I8oi. Wij konden de bewuste passus bij de behandeling van het jaar I62o evenwel niet terugvinden (B. W. nr. I403 en I404).

6. Bedoeld zal zijn G. Brandt, Daghwijzer der geschiedenissen kortelijk behelzende verseheide gedenkwaardige zaken, op eiken dag van 't jaar, door de gansche werelt voorgevallen: met de geboorte- en sterfdagen van vermaarde vorsten, helden, geleerde mannen en kunstenaren, Amsterdam, I68g (B. W. nr. 6so).

7· Horatius, Ad Pisones, 9 vlg. De hele uitdrukking luidt: pictoribus atque poetis quidlibet audendi semper fuit aequa potestas, d.w.z. : aan schilders en dichters is altijd de grootst mogelijke vrijheid toegestaan in het kiezen van hun onderwerp.

8. Vermoedelijk door Sir Richard Heberover wie cf. brief nr. 324a, n. 3·

Aantekeningen bij brief nr. 369

Antwerpen, I o.g. I 826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage nr. I2I B I2 I.

Gepubliceerd door Rooses, p. 56. 4 p. (23 X Ig), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heer

Den heer Mr. Jeronymo DeVries Lid van het Instituet Griffier der Stad Amsterdam

Stempel : Antwer[pen] Nota op p. 4: De Abydeensche Verloofden (cf. brief nr. 377, n. IS]·

I. Vermoedelijk geschiedde dit bij brief van de minister van binnen­landse zaken, want in Staatscourant noch Staatsblad was van deze benoeming een spoor terug te vinden. Cf. ook brief nr. 373·

2. Cf. Inl., 11, p. 296-297. Jeroon jr. was blijkbaar reeds terug naar Nederland vertrokken, ongetwijfeld mede als gevolg van brief nr. 367a.

3· Cf. N.N.B.W., I, Igii, kol. I62 door E. van Biema: Cornelis Apostool 0 Amsterdam 6.8.I762, t I0.2.I844, was werkzaam in de buitenlandse handel en amateur-schilder. In I8o8 werd hij door koning Loclewijk Napoleon benoemd tot directeur van het Kon. Museum van schilderijen en oudheden te Amsterdam. Hij was lid

I04

Page 111: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 372

van de 4de Klasse van het Instituut en lid van de Raad van Bestuur van de Academie van beeldende kunsten te Amsterdam. Een portret door Ch. H. Hodges berust in het Rijksmuseum te Amsterdam. In 1815 was hij lid van de commissie belast met het terughalen van de in 1795 naar Frankrijk ontvoerde schilderijen: cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., I, p. 11-12.

4· Voor Jan Willem Pieneman cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., 11, p. 304-307: 0 Abcoude 1779, volgde hij de lessen aan de Amster­damse tekenacademie en werd onderwijzer. Later werd hij directeur van het Kabinet des Konings te Den Haag, en in I 820 directeur van de Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hij schilderde ook zelf, meestal historische stukken, o.m. over Het gevecht te Quatre-Eras en De Veldslag van Waterloo. Hij was even­eens lid van de 4de Klasse van het Instituut.

Brief nr. 370 werd nr. 363a

Brief nr. 37I werd nr. 367a

Aantekeningen bij brief nr. 372

Amsterdam, 1 1.9.1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 132. Gepubliceerd door Bols, nr. 135, p. 133-135· 2 p. {23 X I9,5), beschreven. Brief in slechte staat.

1. Cf. Inl., 11, p. 246-247 en 38-39 en Aant., I, p. 66, n. 4· 2. Cf. brief nr. 367a, n. 8. 3· Voor deze openbare vergadering cf. brief nr. 363a. 4· De Vries was als griffier en chef der secretarie verbonden aan het

stedelijk bestuur van Amsterdam: cf. A. de Vries jr. aan M. Rooses, I7.3.I874 (A.M.V.C., V. 9117/Bla).

5· Was dit te zien in het kader van zijn lidmaatschap van een kerk­genootschap of door zijn functie bij het stedelijk bestuur ?

6. Voor Gustave Wappers cf. Immerzeel, Holl. en Vl. sch., III, p. 217-2I9 en Dict. Peintres, p. 663. 0 Antwerpen I8o3, t Parijs I 87 4, was hij een beroemd historie- en portretschilder en het

IOS

Sa

Page 112: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 373

hoofd van de romantische school in ons land. Hij genoot zijn op­leiding te Antwerpen bij Van Brée en Herreyns en reageerde als een der eersten tegen het starre academisme en de klassieke stijl à la David. Zijn eigenlijke doorbraak dateert van 1830 toen hij zijn beroemde schilderij over de Leidse burgemeester Van der Werf vervaardigde, die tijdens het beleg aan de uitgehongerde burgerij zijn lichaam tot voeding aanbiedt. In 1839 werd hij directeur van de academie en conservator van het museum in zijn geboortestad. Na 1853 nam hij ontslag uit deze functies en legde zich te Parijs verder op de schilderkunst toe.

7· Cf. Inl., 11, p. 53· 8. Gerrit, De Vries' tweede zoon, overleed op 53jarige leeftijd en had

van zijn vader de kunstkennis geërfd. Cf. A. de Vries jr. aan M. Rooses, 17.3·1874, (A.M.V.C., V. 9117/Bla).

9· Cf. Inl., 11, p. 342-343. 10. Cf. Inl., 11, p. 53-54·

Aantekeningen bij brief nr. 373

Amsterdam, 11.9. 1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43(3). Niet gepubliceerd. 4 p. (23 X 19), beschreven.

I. De familie De Vries verbleef blijkbaar nog steeds, als reeds in juni (cf. brief nr. 358), op Spaarnezicht bij Haarlem.

2. Cf. Inl., 11, p. 26-27. 3· Cf. brief nr. 369, n. 3· 4· Een zelfde blauwe kiel zou in 1830 door de Belgische revolutio-

nairen gedragen worden. 5· Cf. reeds brief nr. 369. 6. Cf. brief nr. 344b, n. 6. 7· Voor Van Brée cf. Inl., 11, p. 53-54· 8. Voor Schelfhout cf.reeds brief nr. 284, n. J, en verder N.N.B.W.,

V, 1921, kol. 675-676 door J. M. Blok: Andreas Schelfhout, 0 's-Gravenhage 1787, t 1870, was etser en lithograaf, maar genoot vn. bekendheid om zijn winterlandschappen.

9· Over deze Haarlemse tentoonstelling reeds brief nr. 367a, n. 8. 10. Het loopt met Amsterdam, gelijck ghy hoort, ten ende: Gijsbrecht,

4de bedrijf, 1ste vers, 951.

106

Page 113: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 373

I I. Cf. Inl., 11, p. I72. Zijn portret werd vervaardigd door Charles Howard Hodges, over wie cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., I, p. 4I-42. Hij was een geboren Engelsman, maar verbleef te Amsterdam, waar hij, in I837, 73 jaar oud, overleed. Lid van de 4de Klasse van het Instituut, maakte hij in I8I 5 deel uit van de commissie, belast met het terughalen van de door de Fransen ontvoerde schilderijen.

I2. Voor Pieneman cf. brief nr. 369, n. 4· Zijn zelfportret konden we niet terugvinden.

IJ. Voor Louis Moritz cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., 11, p. 240-24I : 0 's-Gravenhage 29.IO.I773, genoot hij vooral bekendheid om zijn portretten en historische taferelen, vooral veldslagen met paarden. Hij was lid van de 4de Klasse van het Instituut.

I4. Cf. brief nr. 288, n. 3· IS. Misschien is dit Filip Wouwerman, een Haarlems schilder uit de

I7de eeuw, die vn. duinlandschappen en paarden schilderde. In de I9de eeuw werd zijn kunst, volgens Immerzeel, Vl. en Holl. sch., III, p. 249-250 zeer geapprecieerd.

I6. Ongetwijfeld is dit J. B. A. van Lancker, een <c propriétaire >> die in 1826 op de Meir woont vlg. L. van den Wyngaert, Indicateur commercial de la ville d' Anvers pour l' année I826. Zijn kabinet genoot reeds een zekere bekendheid in de 2de helft van de I 8de eeuw.

I7. Cf. brief nr. 368, n. 3· I8. Voor Loclewijk Riquier cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., Ill, p. I7:

0 Antwerpen I795· Hij was een leerling van Van Brée en vergezelde zijn leermeester naar Italië van I8I8 tot 1820. Daarna verbleef hij meestal te Parijs, waar hij zich aan historische schilderijen wijdde.

I9. Voor dit essay van De Vriescf.brief nr. 287, n. 8. 20. Wappers' schilderij over Rubens hebben we niet teruggevonden. 21. Identificatie hiervan moet mogelijk zijn a.h.v. de catalogus Tentoon­

stelling van schilderijen van levende meesters, Amsterdam, I826, die we niet konden terugvinden.

22. Is dit een werk van Navez? Van Wappers? Of wordt hier Jan Baptist de Fiennes, een kunstschilder uit Anderlecht bedoeld, die zich specialiseerde in historische en genrestukjes. Cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., I, p. 237-238.

23. Voor Gerrit Jan Michaëlis cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., 11, p. 224-225: 0 Amsterdam I775, schilderde hij bij voorkeur land­schappen en was als directeur verbonden aan Teijlers' Stichting en Kunstkabinet. Hij was lid van de 4de Klasse van het Instituut.

24. Albertus Brondgeest, 0 Amsterdam 2.I2.I786, was vn. tekenaar

Page 114: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 375

en landschapschilder. Hij bestudeerde daarnaast de Hollandse schilderschool van de I7de eeuw en trad sinds I8I7 als makelaar op. Hij was expert in de prenten van Rembrandt en lid van het Instituut. Als lid van de commissie tot aankoop van schilderijen voor musea bekleedde hij een belangrijke plaats in de kunst­wereld. Cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., I, p. I02-I04.

25. Voor Rinse Klaasses Koopmans cf. N.N.B.W., IX, I933, kol. 545-546 door F. S. Knipscheer: 0 Grouw 6.3.I770, t Koudurn (Fr.) 6.9.I826. Hij was doopsgezind predikant, vanaf I796 te Amster­dam gevestigd. Hij schreef theologische verhandelingen en trad meestal verzoenend op. Uit zijn werk blijkt vertrouwdheid met de klassieken. Na zijn dood hield De Vries een redevoering in Felix Meritis, die werd uitgegeven samen met de lijkrede door S. Muller als Hulde aan Rinse Koopmans, door Samuel Muller en Jeronimo de Vries, Amsterdam, 1827 (B. W. nr. 2310).

26. Cf. Inl., Il, p. 343·

Aantekeningen bij brief nr. 37 4

Rotterdam, I I ·9· I 826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 133. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I36, p. I35· 2 p. ( 26 x 22 ), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco.

I. Bedoeld wordt J. L. Nierstrasz, Frans Naerebout, Leeuwarden, 1826 (B.W. nr. 4098).

2. Cf. Inl., II, p. 4II-4I2: Dichtstukken bekroond doór het Koninglyk Genoótschap van Tael- en Dichtkunde, te Antwerpen, Den r6 Sep­tember r82I. Hierin werd de Dithyrambe op Petrus Paulus Rubens van Nierstrasz opgenomen.

3· Gedichten van J. L. Nierstrasz, Leeuwarden, 1827 (B. W. nr. 4099).

Aantekeningen bij brief nr. 37 5

Antwerpen, 17·9·1826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 12I B I2 I. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X I9), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adreszijde.

to8

Page 115: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : W eledelgestrengen Heer Den heere Mr. J eronimo Devries Lid van het Instituet Griffier der Stad Amsterdam.

Stempel : Antwerpen

1. Cf. brief nr. 372. 2. NI. brief nr. 373·

Aantekeningen bij brief nr. 376

[Amsterdam], r8.g.r826. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43(4)· Niet gepubliceerd.

NR. 377

4 p. (24,5 X 21,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­zijde.

Adres: Den WelEdn Heer J.Fr. Willems ss.tt. te Antwerpen

Aantekeningen bij brief nr. 377

Amsterdam, rg.g.r826. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43(5). Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X 21,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Den WelEd. Heer

Den Heere J. F. Willems Roode-straet te Antwerpen p.f.

I. De bron van dit citaat was niet terug te vinden. 2. Voor Bilderdijks vers over Louis Napoleon cf. Aant., I, p. 90, n. 24. 3· Cf. ibid., p, g8, n. 2.

4· Cf. ibid., p. 89, n. 22. 5· Bedoeld is het Nieuw Liederenboekje, op aangename en bekende

Page 116: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 377

wijzen, strekkende tot opwekking van vaderlandsehen moed en gepaste vreugde in deze belangrijke dagen, Amsterdam, I8I3, door W. Bilderdijk, Vrouwe K. W. Bilderdijk, S. Iz. Wiselius; I8IJ/z;

I829/3· 6. De invloed der dichtkunst op het staetsbestuur; door Willem

Bilderdijk, aen wien de gouden eerpenning is toegeweezen; en : De waere liefde tot het vaderland, in drie zangen, door Willem Bilderdijk, aen wien de gouden eerpenning is toegeweezen, in Tael- en Dichtlievende Oefeningen, van het Genootschap ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkregen, Leiden, I778, p. 3-34 en 35-88.

7. Het was niet te achterhalen wie hiermee bedoeld wordt. 8. Dit versje werd blijkbaar door Willeros niet bewaard. 9· Dit vers bleef evenmin bewaard. Voor Mr. Pieter Alexander baron

van Boetzelaer cf. N.N.B. W., VIII, I9JO, kol. I56 door W.M.C. Regt: 0 Leiden 9.1.I759, tAmsterdam I8.Io.1826. Hij studeerde rechten te Leiden, werd burgemeester van Amsterdam en lid van de Tweede Kamer. In I819 werd hij baron. Hij nam bestuurs­functies waar in scholen en filantropische genootschappen en bekleedde daarnaast een ambt in het amortisatiesyndicaat.

IO. Dit bleef evenmin bewaard. 11. Voor H.H. Klijn cf. N.N.B.W., 111, 1914, kol. 70I door S. W. F.

Margadant: 0 Amsterdam 5·3·1773, t 24.2.1856, suikerraffinadeur, dichter en voorzitter van Felix Meritis.

I2. Bibliotheca Musschenbroekiana, sive Catalogus librorum, cum impres­sorum, tum maxime manuscriptorum, mapparum geographicarum, tabuiarum alnearum, effigierum sculptarum, allarumque rerum ad antiquitatem, patriam imprimis, facientium; quibus usus est Vir Amplissimus Petrus van Musschenbroek, ... quorum publica fiet distractio in aedibus dictis de Zon, ( W. IV. N° 279. Breedestraat), die IV sqq. m. Getobris MDCCCXXVI, Lugduni Batavorum (U.B.G. cat. 1826).

IJ. Voor Barend Klyn cf. N.N.B.W., 111, I914, kol. 700 door E. Zuiderna : evenals zijn broer ( cf. n. 1 I) suikerraffinadeur en dichter.

I4. Cf. Bij de inwijding der herbouwde Luthersche Nieuwe Kerk te Amsterdam, 18 September MDCCCXXVI, door G. Timme, in V ad. Letteroef. 1826, Mengelwerk, p. 688.

I5. Bedoeld wordt Byron, De Abydeensche verloofde, uit het Engelsch door J. van Lennep, Amsterdam, I826 (naar The Bride of Abydos, I8IJ). Dit gedicht vindt men o.m. afgedrukt in Poëtz"sche werken

110

Page 117: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 379

van Mr. J. van Lennep, Rotterdam, 1861, VI, Mengelpoëzy, 2, p. 103-158, evenwel zonder voorrede. De Academische Idyllen ibid., V, Mengelpoëzy, 1, met een opdracht aan Bilderdijk uit 1826. Fiësko, of de samenzwering te Genua. Treurspel in vijf bedrijven, ibid., VIII, Treur- en blijspelen, 1, p. 125-202.

16. Cf. Inl., 11, p. 343· 17. Cf. Inl., 11, p. 359-360. 18. Cf. brief nr. 369. 19. Voor Pieneman en Apostool cf. brief nr. 369, n. 4 en 3·

Aantekeningen bij brief nr. 378

Amsterdam, 3.1o.I826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 134. Gepubliceerd door Bols, nr. 137, p. 135-136. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: Den WelEdn Heer J. F. Wilms,

Ontvanger der registratie enz.enz. te Antwerpen 3 Octr 1826 De Vries franco Service

1. Cf. brief nr. 368. 2. Dit is minister Van Gobbelschroij, over wie Inl., 11, p. 121-122. 3· Cf. Inl., 11, p. 246-247. 4· Cf. Inl., 11, p. II5-II6. 5· Cf. Inl., 11, p. 26-27. 6. Cf. Inl., 11, p. 53-54· 7· Cf. brief nr. 377, n. 12.

Aantekeningen bij brief nr. 379

Antwerpen, 5.Io.1826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1. Niet gepubliceerd. 2 p. ( 2 5 X 21 ), beschreven.

lil

Page 118: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. J80

1. Cf. de brieven nr. 368 en 378. 2. Cf. brief nr. 377, n. 12. 3· Opp. 162 van bewuste catalogus komt onder nr. 470 voor: J. v.

Maerlant Gedicht van den lande van Overzee en van ons Heren Kynscheide (kindsheid); excerpta quaedam ex quibusdam car­minibus J ac. Maerlant, quorum tituli in veniuntur in prologo ipsius operis, a me (i.e. J. Steenwinkel) editi. 16 folior. Als nr. 472 vindt men er : Vervolg op Maerlants Spiegel Historiael, met register der hoofdstukken, geschr. onder opzigt van P. Bondam; het eind ontbreekt. 47 bladen. Als nr. 471 het handschrift van den Kaetspele, enz.

4· Cf. brief nr. 324a, n. 3· 5· Cf. de brieven nr. 373 en 377· 6. Bedoeld is het gedicht De Torenbrand van Mechelen, In den nacht

van den 27 en 28 Januarij 1687. Vrij naar het Latijn van Livinus de Meyer, Jesuiet, in Belgische Muzen-Almanak, 11, 1827, p. 128-I36. Cf. Inl., 11, p. 440.

7· Cf. Willems, Verhandeling, 11, p. I57-I6I. 8. In Apollo. Tijdschrift voor den beschaafden stand, I, nr. 5, 1.1.I828,

p. 33-34 verscheen een bespreking van Willems' vertaling, die om haar originaliteit en fikse alexandrijnen geroemd wordt. Toch wordt het bezwaar van een ongepaste mengeling van ernst en luim

• geformuleerd. << Ook kunnen wij het niet goedkeuren, dat op het slot, de eerwaardige priesterstand tot opwekking van den lach moet dienen, en dit kan toch wel niet anders. -Wij willen niemand ergeren door de mededeeling der regels, welke daar toe zoo gereede aanleiding geven, en alleen vermelden, tot bewijs van ons gezegde, dat wij eene voorlezing van dit gedicht hebben bijgewoond, bij welke de talrijke vergadering, bij het hooren der door ons bedoelde regels, in een luid gelach uitberste. >>

9· Van deze bundel Luimige dichtstukjes, verschenen drie ver­schillende uitgaven : in I824, I83o en I839· Het bewuste gedicht figureert in de editie van I824.

I o. Daarvan is in de biografie van Visscher niets te merken.

Aantekeningen bij brief nr. 380

Antwerpen, 8.1o.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C I 1 VIII, 49· Niet gepubliceerd.

112

Page 119: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

4 p. (24 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : Wel edelen Heer

Den heer J. Immerzeel junior Kunst en Boekhandelaar S'Gravenhage

Stempel : Antwerpen

1. Cf. hiervoor reeds brief nr. 286, n. 1. Willeros deed te Antwerpen blijkbaar dienst als distributeur. Wat opvalt is het feit dat hij drukke contacten onderhield met officieren.

2. A. C. Membrede over wie cf. Inl., 11, p. I87. 3· Bedoeld is Mr. C. J. Feith, die voorkomt opp. vi vooraan in dl. I

van Beyers Watersnood (waarover cf. brief nr. 286, n. I), en secre­taris vart de gouverneur was. Onder hem stond in de hiërarchie de bureauchef J. Frans. Cf. Almanach indicateur commercial de la ville d' Anvers pour l' an I825, Anvers, I824, p. 3·

4· Cf. reeds brief nr. 367, n. 7· 5· Cf. brief nr. 366a, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 38I

Lier, 8.11.I826. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 8. Niet gepubliceerd. 4 p. (26,5 X 2I,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: Aan

den WelEdelen Gestrengen Heere Mr. J eronimo de Vries, te Amsterdam.

I. De reis werd afgelast om wille van De Vries' ongesteldheid. Cf. brief nr. 376.

Aantekeningen bij brief nr. 382

Amsterdam, I 3. I I. I 826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I35· Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 138, p. 137-138. 4 p. (25 X 22), waarvan p. 1-4 beschreven; op p. 4 ook adreszijde.

113

Page 120: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Den W elEdn Heer J. F. Willems Corresp t van t Kon Ned. Inst t Lid van verscheiden Genootschappen Ontvanger van de Successien en Registratie te Antwerpen

Stempel : Amsterdam

I. Cf. brief nr. 379· 2. Cf. brief nr. 368, n. I. 3· Cf. brief nr. 377, n. I2. 4· Cf. Inl., 11, p. 440. 5· Cf. Inl., 11, p. 25I-252. 6. Cf. Immerzeel, Vl. en Holl. sch., I, p. 289: A. C. Govaerts

was een genreschilder uit Antwerpen. Het hier verkochte schilderij is vermoedelijk de Marketentster in het Leger, dat in het Paviljoen te Haarlem bewaard werd. Hij schilderde verder vn. stadsgezichten.

7· Cf. Inl., 11, p. 246-247. 8. Cf. N.N.B. W., 11, 1912, kol. 1062-I063 door E. Zuiderna: het

betreft hier vermoedelijk een zoon van Jan Pan, rechtsgeleerde en letterkundige, 0 Enkhuizen I785, gehuwd in 1813 ent Hoorn I87I, die dus op zeer jeugdige leeftijd moet overleden zijn.

9· Voor baron van Boetzelaer cf. brief nr. 377, n. 9· In de Amster­damsche Courant van 20.1o.I826 verscheen een bijdrage over hem, die vermoedelijk opgesteld werd door J. de Vries : zowel zijn stijl als het feit dat wij weten dat De Vries hieraan medewerkte (cf. briefvan A. de Vries jr. aan M. Rooses, I7.3.I894, A.M.V.C. nr. V. 9117/Bla) pleiten hiervoor. Een citaat hiervan in N.N.B. W., VIII, I930, kol. 156.

IO. Cf. brief nr. 366a, n. 4· 11. Cf. Inl., 11, p. 115-116. 12. Nederlandsche gedenkpenningen verklaard, en met verdere bijdragen

tot de penningkunde uitgegeven door Jeronimo de Vries, en Johannes Cornelis de Jon ge, Leden van de Tweede Klasse van het Koninklijk­Nederlandsche Instituut, 's-Gravenhage- Amsterdam, 1829-1837, 2dln (B. W. nr. 6I7).

IJ. Over den geest van onzen leeftijd, vergeleken met dien onzer ouderen; door Jeronimo de Vries, in Magazijn voor Wetenschappen,

II4

Page 121: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Kunsten en Letteren, verzameld doorN. G. van Kampen, VI, I826, derde stuk, p. 293-3I8.

I4. Cf. N.N.B. W., IV, I9I8, kol. 235-239 door E. Zuiderna : 0 Amster­dam 2J.J.I740, t 1.6.I811. Aanvankelijk opgeleid tot apotheker, studeerde hij tegelijk aan het Athenaeum van zijn geboortestad en vertoonde zoveel klassiek en literair talent dat het stadsbestuur van Amsterdam hem tot Iste klerk ter secretarie benoemde, een be­trekking die hij veertig jaar vervulde. Daarnaast zette hij zijn Griekse en Latijnse studies voort, dichtte in het Latijn, gaf teksten uit en had deel aan de oprichting van het Instituut onder Loclewijk Napoleon. Hij had een kostbare klassieke bibliotheek, waarvan hij in I 8o8 een catalogus vervaardigde. Baseerde De Vries zich bij het schrijven van zijn redevoering sub IJ op nota's van De Bosch. Of betreft het hier een andere verhandeling ? Wellicht : Iets over onze onderlinge verkeering, in Magazijn voor Wetenschappen, Kunsten en Letteren, verzameld door N. G. van Kampen, VI, I826, tweede stuk, p. 26I-282 dat niet werd ondertekend ?

I5. Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, door Matthijs Siegenbeek, Haarlem, 1826.

16. Siegenbeek behandelt Bilderdijk op p. 332 en 337 lovend en beknopt.

Aantekeningen bij brief nr. 383

Rotterdam, 9.12.I926. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/59· Niet gepubliceerd. 2 p. (22 X I9), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Cf. Inl., II, p. 127. 2. J. Schlimmer Bzn. publiceerde een Prijsverhandeling o1-·er den aard,

den oorsprong en de waarde van den volksgeest, Rotterdam, 1826 (B. W. nr. 225). Verdere sporen van letterkundige activiteit of biografica waren niet te vinden.

3. R. H. van Someren, Lofdicht op Willem George Frederik, Prins van Oranje, Rotterdam, 1826 (B. W. nr. 4094).

4· Cf. Aant., I, p. 438 en 476.

115

Page 122: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 384

Den Haag, 28.12.1826. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 136. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 139, p. 138. 4 p. (22 X 19), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. 243.

Aantekeningen bij brief nr. 384a

Antwerpen, 31.12.1826. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heer

Den heer Mr. Wiselius Ridder der orde van den Nederl. Leeuw Lid & Secretaris van het Instituut Directeur van Policie enz enz Amsterdam

1. De tooneelspeelkunst, inzonderheid met betrekking tot het treurspel, alsmede het nut en de zedelijke strekking des regelmatigen en be­schaafden schouwtooneels, voorgesteld in twee voorlezingen bij het genootschap voor uiterlij"ke welsprekendheid in de jaren I82I en I822. Door Mr. S. J. Z. Wiselius, Amsterdam, 1826 (B. W. nr. 4236). Het werk werd opgedragen aan de Brusselse toneelmaatschappij De Wijngaard, waarvan Wiselius erelid was, en die opvoeringen van zijn stukken in het Zuiden had gegeven.

2. Welmeenende toespraak aan jeugdige dichters, door Mr. S. J. Z. Wiselius, Amsterdam, 1826 (B. W. nr. 4077).

3· Vermoedelijk is dit Tobias Joannes Janssens, 0 Antwerpen vóór 12.9.1789, t 6.12.1866. Vanaf 1818 woonde hij als boekdrukker op de Grote Markt, als deelgenoot van de firma Janssens en Van Merlen. In 1822 verhuisde de firma naar de Huidevettersstraat om in 1830 opnieuw naar de Grote Markt te komen. Na 1847 trok

116

Page 123: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

hij zich uit de zaken terug. Cf. H. de Groote, in Antw. X!Xde eeuw, p. 440.

4· In het najaar van I826 was Tot Nut der Jeugd blijkbaar nog steeds actief en hadden er nog vergaderingen en voorlezingen plaats. De uitgaven van het genootschap waren toen echter al gestaakt.

5· Dit is een uitvoerig stuk, opgenomen vooraan in het sub I geciteerde werk, p. vii-lvi en gedateerd 28.IO.I826, waarin hij uitweidt over zijn bedoeling : medehelpen een jongere generatie toneelspelers voor te bereiden, de volkssmaak opvoeren en tot een Nationaal Toneel komen. Na I82I, tijdstip waarop redevoering nr. I werd uitgesproken, kwam hij echter stilaan tot de overtuiging dat de situatie slechter i.p.v. beter werd, en meent hij thans te moeten getuigen tegen de geest der eeuw : d.i. tegen het opvoeren van balletten en opera's in de schouwburgen, tegen het geven van voor­stellingen op zondag, tegen de verbastering van het Nederlands op de scène en tegen ongepaste toneelstukken. Dit alles bevordert de beschaving niet, maar remt de volksontwikkeling. Ware ver­lichting moet afgestemd zijn op zedelijke verbetering en godsdienst, en dient te worden aangepast aan de sociale stand. Ook de toneel­kunst dient hieraan te worden dienstbaar gemaakt. De toestand in het Zuiden is, naar hij hoopt, beter : cf. p. liii-lv. Vooral zijn noten zijn vinnig en aangepast aan de situatie van I826.

6. Zijn tweede redevoering (van I822) lijkt ons minder uitgesproken en fel, ook de eraan toegevoegde noten. Het geheel ademt een behoudsgezinde sfeer: het enige doel van het toneel moet zijn << inspirer des vertus en donnant du plaisir >> (p. 68).

7. De uitdrukking luidt : lauciator temporis acti, censor castegalorque minorurn: cf. Horatius, Ad Pisones, I73·

8. Op diverse plaatsen in Vad. Letteroef., I826, Boekbeschouwing, o.m. opp. I70-I76; 2I4-2I9; 679-682 wordt Bilderdijk, niet alleen als schrijver maar ook als mens aangevallen.

9· Willems bedoelt hier de passus op p. xxvi van het sub I geciteerde werk : << Wie toch ontkent de deugdelijkheid dier beginselen, van welke, ter vestiging van het geluk des Fransehen Volks, de La Fayettes, de Condorcets, de Baillys, de Lavoisiers uitgingen ? Zij vloeien voort uit de natuur van den mensch en uit het oogmerk der burgerlijke vereeniging. Maar mogten die mannen, na ze gepredikt, vooral na ze in dadelijke werking gebragt te hebben, ook hunne, op zich zelve edelaartige, pogingen bekroond zien met eenen gewenschten uitslag ? - Helaas ! - Gruwelen, waarvan de menschheid sidderend terugbeeft, zijn er op gevolgd.>>

Page 124: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

10. Cf. N.N.B. W., VI, 1924, kol. 207-209 door J. Kleijntjen: Joachim George Ie Sage ten Broek, 0 Groningen 27.11.1775, t Grave II.7. I847, is a.h.w. de katholieke tegenhanger van de Réveil-man Da Costa. Geboren uit een predikantengeslacht, week het gezin na de omwenteling van I 787 uit naar Antwerpen, waar hij les in tekenen en schilderen van de katholiek Ommeganck kreeg en ook verder in contact kwam met de Roomse godsdienst. Na I795 keerde hij terug naar Rotterdam en studeerde rechten. In I 8oo gehuwd, bekeerde hij zich in I8o6 tot het katholicisme en werd in I8o8 notaris te Rotterdam. Sedert I8I3 was zijn standplaats Naaldwijk­Loosduinen. Vanaf I8I5 schreef en verspreidde hij apologetische geschriften ten voordele van de Rooms-katholieke godsdienst. Van­af I8I8 was hij de voorman van de katholieke emancipatie in het Noorden en redacteur van De Godsdienstvriend, die in de jaren 1825 en volgende partij koos voor de geloofsgenoten in het Zuiden en hun oppositionele politiek tegenover de regering. In I827 werd hij om die redenen, de zg. verstoring van de openbare rust, drie maanden gevangen gezet, en werd ziek en bijna blind uit de gevangenis ontslagen. Na I 829 verhinderde zijn gezondheids­toestand de uitoefening van het notariaat en wijdde hij zich eerst te Beers en tot zijn dood te Grave aan zijn journalistiek werk, hierin bijgestaan door zijn schoonzoon.

I I. Cf. A en de Belgen, p. 22, het voorlaatste vers, waar uit de versvoet blijkt dat Willems de klemtoon verkeerd legde. Wiselius had op p. IO van zijn Toespraak (cf. noot 2), in werkelijkheid een gedicht, geschreven :

Hier Jächus, päpirus, Chilï, ldomëneus; Daar, Pärnds, Duilius; ginds Thälid, Theseiis, Of Pën~ en Stuärt. - Zoo gruwzaam pijnt en moordt Men taal en maat en dicht door klanken, nooit gehoord. De ziel voelt zich geschokt door zulke rauwe kreeten ...

I2. In de Mengelingen ( cf. Inl., 11, p. 383-387) komt op p. 59-64 een Brief van Keizer Karel den Vyfden (met facsimile) voor.

13. Aldaar eveneens opp. 35-42 en 45-58, met facsimile, Twee Oude Hekeldichten: Dit es de Frenesie; Dit dichte oec Jacob van Maerlant, d.w.z. de teksteditie van Der Kercken Claghe naar hs. Heber, thans U.B.G. hs. nr. I374·

n8

Page 125: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 38 5

Amsterdam, 5.1.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I37· Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I40, p. IJ8-I39· 4 p. (25 X 2I,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : WelEdelGeboren Gestrengen Heere,

Den Heere Mr. J:F: Willems, (S.s. eet. TT) Korresponderend Lid by de Tweede Klasse van het Kon. Nederl. Instituut, Medelid van onderscheidene geleerde Maatschappyen te Antwerpen.

Nota in vreemde hand: Services des Messagedes par Mr Wiselieus.

1. Nl. brief nr. 384a, met het verzoek de Frenesie, waarvan het hs. door Willems aan de Tweede Klasse was afgestaan ( cf. brief nr. 323) in zijn Mengelingen te mogen publiceren.

2. Cf. brief nr. 384a, n. IJ. 3. De H ollandsche natie in zes zangen, door J. F. Helmers, Den Haag,

I8I2 (B.W. nr. 4027). De reactie hierop van Wiselius in Toespraak (cf. brief nr. 384a, n. 2) op p. IJ en vlg.

4· Montigni. Treurspel, door Hendrik Harmen Klijn, Amsterdam, I82I (B. W. nr. 4309). Wiselius reageerde hiertegen in Toespraak, p. I6 en vlg.

5· Abraham Louis Barbaz, 0 Amsterdam 1770, t 14.7.1833 (cf. B.W. der Ned., II, 1853, p. 104-107) was een tweederangsschrijver en dichter met een enorme produktie. Wellicht betreft het hier een vertaling van Schillers Maria Stuart met een Franse bewerking als tussenschakel ?

6. C. G. Withuys publiceerde in de Ned. Muzen-Almanak, IX, I827, p. 57-71 Huibert-Willemszoon van Eyken; C. Loots, Het vaarwel (naar Byron), ibid. p. 225-227.

7· De volgende drie paragrafen werden bij Bols, vermoedelijk omwille van de godsdienstige strekking, weggelaten.

8. Bedoeld wordt William Roscoe, The Life and Pontificate of Leo the Tenth, London, 1805, 2 dln.

9· Dit werk was niet te identificeren.

Page 126: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

IO. De uitdrukking luidt: Facilis descensus Averni, sed revocare gradum superasque ad auras, hoc opus, hic labor est. Het is gemakkelijk naar de onderwereld af te dalen, maar op zijn schreden terug te keren en naar de bovenwereld te ontsnappen, dat is een heel wat moeilijker zaak. Verg., Aen., 6, I26, I28 vlg.

II. Cf. brief nr. 384a, n. I en 2. I2. Cf. brief nr. 382, n. I3.

Aantekeningen bij brief nr. 386

Amsterdam, 5.I.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.l, nr. I38. Gepubliceerd door Bols, nr. I4I, p. I39-I40. 4 p. (25 X 2I,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den WelEdelGeboren Heere

J. F. Willems, Korrespondent der Tweede Klasse van het Kone Nederl. Instituut enz.enz. te Antwerpen p.c.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 327. 2. Gedichten van C. van Baerle, J. van der Burgh, J. van Heemskerk,

L. Reael, Anna en Maria Tesselschade Visscher, en anderen, Amster­dam, 2 dln, I827-I829. Het Voorbericht, p. v-viii, is ondertekend: De Verzamelaar (B. W. nr. 3576).

3· Uytvaert Der V ereenichde Nederlanden, gehouden over Sijne Door­luchtige Hoogheyd Frederic Hendric, ... Prince van Orangien, ... voor desen In LatiJnsche Verssen beschreven Door ... D. Casper Barlaeus: Ende nu in Nederduyts naegevolgt Door J. Westerbaen. In 's Graven­hage, By Anthony Janssz. Tongerloo, ... I647 (U.B.G. fonds Meulman, nr. 2883).

4· In de voorrede wordt Willems niet vermeld. Er staat wel op p. vii : « Voorts heb ik gemeend, geene plaats te moeten weigeren aan die gedichten, welke, uit Van Baerles Latijn overgezet, zonder naam van vertolker elders voorkomen. >> In de lijst van intekenaren treft

I20

Page 127: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

men voor het Zuiden alleen Brest van Kempen, Brussel, voor 12 exemplaren; Cerure [sic], Leuven, en L. G. Visscher, Leuven.

5· Cf. brief nr. 363a, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 387

Leuven, 27.1.1827. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I 577 I f I 6( 1 ). Niet gepubliceerd. 4 p. (22 X I3,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : M ynheer

Den Heer J. F. Willems Deze

I. Deze brief kwam vermoedelijk te Antwerpen aan met een vriend. 2. Bedoeld wordt baron de Reiffenberg, hoogleraar te Leuven en

redacteur van de Archives. Cf. over hem Inl., II, p. 227-229. 3· Wellicht wordt hier de luxe-editie door Méon van de Roman de

Renart bedoeld, die te Parijs verscheen en waarvan het bestaan ter sprake was gekomen in de Archives, I, I825-'26, p. 220. De titel ervan luidt Le Roman du Renart, publié D' après les Manuscrits de la Bibliothèque du Roi des XI/Ie, X/Ve et XVe Siècles; par M.D. M. Méon, ... , Paris, I826, 4 dln. In I835 verscheen hierop nog een supplement door P. Chabaille.

4· Misschien is dit l'abbé Nicolas Lenglet du Fresnoy, die in 1735 te Parijs een editie van Le Roman de la Rose, par Guillaume de Lorris &! Jean de Meun, dit Clopinel, in 3 dln. verzorgde ? De voorrede tot de eerste uitgave werd spoedig vervangen; van die originele raakten slechts enkele exemplaren in de handel. Cf. [M. Michault], Mémoires pour servir à l'histoire de la vie &! des ouvrages de monsieur l'Abbé Lenglet du Fresnoy, Londres, 1761, p. 173-177·

5· Bedoeld wordt het tijdschrift Archives philologiques, Paris-Bruxelles, 1825-I827, uitgegeven door de Reiffenberg. Vanaf deel lil tot IV heette het Archives pour servir à l' histoire civile et littéraire des Pays-Bas, Louvain, 1827-1829; delen V en VI verschenen te Brussel van I83o-I832 en waren de Nouvelles archives historiques des Pays-Bas.

6. Nl. de Reiffenberg.

121

Page 128: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

7· Vermoedelijk een krant uit Brussel? Het bedoelde stuk is: Monu­menta Germaniae historica inde ab a. Chr. 500 usque ad annum 1500, auspiciis societatis aperiendis fontibus rerum Germanicarum medii aevi, edidit Georg. Heinr. Pertz Ser. Britt. et Hanov. Reg. tabularius. Scriptorurn T. I, in Archives, 11, 1827, p. 251-258.

8. L' Hermite en Belgique, par une société degens de lettres, Bruxelles, 1827, 2 dln, was in werkelijkheid van de hand van de Reiffenberg, en behandelde op losse, journalistieke wijze geschiedenis, monu­menten, gewoonten en beroemdheden uit de onderscheidene steden van het Zuiden. In deel I verscheen zo op p. 136-161 een vlotte beschrijving van Leuven en op p. 169-215 een veel uit­voeriger schets van het Brusselse leven. Waterloo, Ie 18 juin, op p. 216-223, was een herdenking van de slag, die zich daar had afgespeeld.

9· Wavre, op p. 102-118, was veel bijtender van toon en ruwer van humor, en schilderde in gechargeerde stijl het tekort aan cultuur, de ijdelheid van de ingezetenen, en het bijgeloof van de inwoners van een provinciestadje.

10. Het betreft hier een hele reeks boulevard-lectuur, die blijkbaar groot succes kende, want ze werd nagedrukt in het buitenland en blijkbaar door de Reitfenberg sub 8 nagevolgd. Wij vonden, van de hand van V. J. E. de Jouy, L'Hermite de la Chaussée d'Antin, ou observations sur les mmurs et les usages parisiens au cammencement du XIXe siècle, Paris, I8I2-1814, 5 dln. Daarna L' Hermite de la Guiane, Le Ródeur Jrançais, 3 dln, L'Hermite de Londres, 3 dln, Le Franc-par leur, 2 dln, L' Hermite en province, 4 dln, Les hermites en prison, 2 dln, La morale appliquée à la politique, 2 dln.

11. Vermoedelijk bij het consulteren van de archieven van de O.L.V.­kerk te Antwerpen, waaruit Willems korte tijd nadien een Boedel­beschrijving (inventaris) van een sterfhuis, des jaers 1377, in Mengelingen, p. 355-383 zou publiceren.

12. Staat dit eveneens in betrekking met de archieven van n. 11?

Aantekeningen bij brief nr. 388

Antwerpen, 5.2.1827. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 5· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 x 20,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

122

Page 129: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1. Dit zal, Bijdrage tot de geschiedenis der boekdrukkunst in Ant­werpen, gepubliceerd in De Vriend des Vaderlands, 11, I828, nr. 9, p. 689-702 zijn.

2. Blijkbaar is van dit plan niets terecht gekomen : we hebben deze brief niet opgenomen als verloren in Inl., I, achteraan, omdat de mogelijkheid bestaat dat hij nooit werd geschreven.

Aantekeningen bij brief nr. 389

Lier, 20.2.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769j6. Niet gepubliceerd. 4 p. (33,5 X 2I), beschreven, met onderaan p. I : Aen den heer

Willems, ontvanger der registratie enz enz in de Stad Antwerpen.*

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 327. 2. Nl. A. C. Membrede. Cf. Inl., 11, p. I87. 3· De Oude Bevolking der Provincie Antwerpen met de tegenwoordige

vergeleken, Antwerpen, I829, een overdruk uit Mengelingen, p. 227-284, en gedagtekend 3o.6.I827. Cf. Inl., 11, p. 380. Cf. voor deze opdracht Mengelingen, p. 229, n. 1.

4· Is dit wellicht Frans Goyvaerts, notaris en procureur, overleden op 25·4·I724?

5· Tussen I683 en 1786 komen verschillende notarissen Berckmans te Lier voor.

6. Christophorus Drymans, 0 Leuven 17.2.1739, t Lier 20.10.I797, was kapelaan, zangmeester en kanunnik van St.-Gummarus. Cf. over hem o.m. B.N., VI, 1878, kol. 186-7 door E. H. J. Reusens. Hij schreef muzikaal werk en daarnaast twee handschriften over de Lierse geschiedenis Lyra sacra seu chronologia capituH Lyram·, adjectis non paucis, quae capituli statuta, ordinationes ac temporis historiam concernunt, 7 dln. Het tweede bevat epitafen uit Lierse kerken en kloosters.

7· Zou dit wellicht Jacobus Balthazar van den Brande kunnen zijn, 0 Lier 25·7·I720, t Brussel. Hij studeerde rechten te Leuven tot 1745 en vestigde zich als jurist te Brussel.

* Inlichtingen over de inwoners van Lier werden ons welwillend verstrekt door de heer M. Boschmans, stadsbibliothecaris.

I23

Page 130: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. J92

8. Gomrnarus Josephus Stalpaert, 0 Lier II.6.I782, t I7.IO.I84J, was lid van de gemeenteraad, provinciaal raadslid, lid van het Nationaal Congres en van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

9· J. Pontanus of V er bruggen was notaris. Hij schreef een kronijk Lira, Brabantiae civitas, illustrata studio et labore J. F. Pontani Antwerpiensis, Anno I724, dat thans in A.R.A. Antwerpen berust.

Brief nr. 390 werd nr. 366a

Aantekeningen bij brief nr. 39I

Antwerpen, 5·3·I827· Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. IJJ C 11 VIII, 51. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 21), waarvan p. I-J beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Weledelen Heer

Den heer Immerzeel Kunst- en Boekhandelaar S' Gravenhage

Stempel: Antwerpen

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. J27. 2. Over deze zaak met de Ned. Muzen-Almanakken cf. reeds de

brieven nr. J4J en J67. J· Voor De Geuzen, ed. Bilderdijk, cf. brief nr. J67, n. 7: Willeros

had blijkbaar dit werk als een present-exemplaar aangezien. 4· Cf. brief nr. J66, n. 4· 5· Cf. reeds brief nr. 286, n. I en J8o, n. 1. 6. Cf. Inl., 11, p. J80 en brief nr. J8g, n. J. 7· Voor het andere statistische werk van Willems cf. Inl., II, p. 4I3-

4I4 en brief nr. 315, n. 1.

Aantekeningen bij brief nr. 392

's-Gravenhage, 16.s.1827. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jonge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-J beschreven, p. 4 blanco.

I24

Page 131: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 394

Aantekeningen bij brief nr. 393

Antwerpen, 2.6.I827. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. IJ3 C 11 VIII, 52. Niet gepubliceerd. 4 p. (2I X IJ), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Cf. Inl., II, p. 383-387. 2. Zowel Aen de Belgen als zijn Verhandeling had Willems voor eigen

rekening laten drukken, en respectievelijk voor Nederland laten distribueren door Den Ouden en Immerzeel, wat niet steeds van een leien dakje was gelopen. Cf. Aant., I, p. I4I en Teksten, I, p. 48.

3· Voor de steun van koning en regeringcf.brief nr. 399· 4· Voor deze gedichtencf.brief nr. 384, n. 5· 5· Philemon. Legende door H. Tollens, Heerenveen, I825, werd achter­

af opgenomen in de Gezamenlijke Dichtwerken van H. Tollens, Cz., XII, Nalezing. Onuitgegeven en verspreide gedichten, Leeuwarden, I87o, p. 3-I9.

6. Catalogue du magni.fique cabine! de dessins, estampes, tableaux, etc., formé et délaissé par Monsieur Balthazar Paul Ommeganck, ... Dont la vente se fera mardi I9 juin I827 et jours suivans, à la salie de la Philarmonie, rue d'Arenberg, à Anvers, sous la direction deP. J. Ter­Bruggen, Greffier ... , Anvers, T. J. Janssens (cat. U.B.G. I827 -ook met Ned. titel).

7· Cf. Rabelais, Garg., I, 40.

Aantekeningen bij brief nr. 394

Antwerpen, 22.6.I827. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder­

landse Letterkunde, Leiden, nr. Hs. I867. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 2I), waarvan p. I-J beschreven, p. 4 blanco.

I. Cf. reeds brief nr. 382, n. I6. Willems wordt in dit werk geciteerd bij de behandeling van de I5de en I6de eeuw, zo o.a. p. 5I, 54, 57, 64, IJ6, I6I-I66, 236 enz.

2. Vermoedelijk gaat het hier over Taalkundige bedenkingen, voor­namelijk betreffende het verschil tusschen de aangenomene spelling en die van Mr. W. Bilderdijk. Voorafgegaan door een' brief van J. H.

125

Page 132: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 395

van der Palm aan den schrijver, Haarlem, I827 (B. W. nr. 3397). Sedert lange tijd was Siegenbeek Bilderdijks mikpunt voor taal­kundige en historische strijd: zo o.m. ook in zijn Bezwaren tegen den geest der eeuw toegelicht, I823, waarin hij naast het neutrale onderwijs, de grondwet, de filosofie, de theologie en alle mogelijke nieuwe instellingen ook in Siegenbeeks spelling de kentekenen van de gruwelijkste verbastering zag.

3· Siegenbeek heeft het in zijn sub I aangehaald werk vooral op p. 38-50 over de rederijkers.

4· Willems liep reeds geruime tijd met het plan om een geschiedenis van de rederijkers te vervaardigen: cf.brief nr. 331 e.v. en de door Regat Prudentia Vires uitgeschreven prijsvraag, Aant., I, p. 77, n. 11.

5· Cf. brief nr. 366, n. 4· 6. Bedoeld worden Bilderdijks Taal- en Dichtkundige Verscheiden­

heden, Rotterdam, I82o-I823, 4 dln, en Nieuwe Taal- en Dicht­kundige Verscheidenheden, Rotterdam, I824-I825, 4 dln (B.W. nr.

3973)· 7· Verhandeling over de geslachten der naamwoorden in de Nederduitsche

taal, Amsterdam, I8os, I8I8/2. 8. Bedoeld worden P. C. Hoofts Gedichten, met ophelderende aan­

teekeningen van Mr. Bilderdijk, Leyden, I823, 3 dln, waarvan dl3 de aantekeningen bevat, en C. Huygens Koren-bloemen met op­helderende aanteekeningen van Mr W. Bilderdijk, Leyden, I 824-I825, 6 dln, waarvan dln 5-6 de aantekeningen bevatten.

9· Hieruit blijkt duidelijk dat Willems' houding tegenover Bilderdijk met de jaren veranderd is, wellicht ten gevolge van diens aanvallen op Siegenbeek.

Io. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 11. Voor Van der Palmcf.reeds Aant., I, p. I65, n. 2; voor Tydeman

cf. Inl., 11, p. 274; Van Assen Inl., 11, p. 26-27. 12. De drukker was de weduwe Schoesetters over wie cf. Inl., 11, p. 243· I3. Voor de intekening van regering en koning cf. brief nr. 399· 14. Dit is Tieboel Sigenbeek over wie cf. Inl., 11, p. 272.

Aantekeningen bij brief nr. 395

Antwerpen, 22.6. 1827. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korresponden ten, exp. 122.

I26

Page 133: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 2I}, waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Cf. Inl., 11, p. 383-387.

Aantekeningen bij brief nr. 396

Antwerpen, 22.6.I827. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 12 I. Niet gepubliceerd. 4 p. {2I X I2,5}, beschreven.

I. Cf. brief nr. 393, n. 4· 2. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 3· Cf. brief nr. 385. 4· De geboorte van August geschiedde op 27.7·I827. Cf. Inl., 11,

p. 360-36I. 5· De Vries stond geen enkele bijdrage af voor de Mengelingen, dat

een eenmanstijdschrift was, waaraan alleen een kaart van de Schelde van vreemde hand werd toegevoegd.

6. Bilderdijk was inderdaad, na een langdurig verblijf te Leiden, waar hij van I 8 I 7 privé colleges had gehouden over vaderlandse geschiedenis en ca. veertig leerlingen had gevormd, mede om wille van de gezondheidstoestand van zijn vrouw en het ongerieflijke huis te Leiden, verhuisd naar Haarlem: cf. Dichterlijke zelf­beschrijving van Bilderdijk. Een keuze uit zijn korte gedichten, Brussel, I943, p. xxi. Het N.N.B. W., 11, I9I2, kol. I57 situeert zijn vertrek in I828.

7· Cf. brief nr. 394, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 396a

Antwerpen, 22.6.I827. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. {2I X I2,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Cf. brief nr. 385. 2. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 3· Cf. brief nr. 395 als bijlage bij een nr. der Mengelingen.

127

Page 134: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 399

Aantekeningen bij brief nr. 397

[Antwerpen, vóór 28.6.I827]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 2.7.1827, nr. I84A. Niet gepubliceerd. 2 p. (25 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. Datering van deze brief was mogelijk a.h.v. nr. 398, dat een bedanking

voor een present-exemplaar bevat.

1. Cf. Inl., II, p. 383-387. 2. Blijkbaar liep Willems toen reeds rond met het plan van de editie

van Helu's relaas over de slag van Woeringen, dat hij pas jaren later zou kunnen realiseren. Cf. Inl., II, p. 388-389. Wist hij ruim een maand tevoren reeds van de plannen van de regering tot in­stelling van een commissie, belast met het uitgeven van de bronnen van de oude vaderlandse geschiedenis? Pas op 20 juli I827 ( cf. brief nr. 405) volgde zijn aanstelling, maar wellicht was hij reeds vroeger gepolst.

3· Voor J.C. de Jonge cf. Inl., II, p. I5I.

Aantekeningen bij brief nr. 398

Amsterdam, 29.6.I827. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Uitgaande

Depêches, II, exp. 588. Niet gepubliceerd. Minuit. Door Wiselius alleen ondertekend.

1. Cf. brief nr. 395 en Inl., II, p. 383-387.

Aantekeningen bij brief nr. 399

Brussel, 2.7.1827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Staatssecretarie, map 2765, 5·7·

I827, nr. 8o; minuut in Binnenlandse Zaken (afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 2.7.I827, nr. I84 A.

Niet gepubliceerd. 4 p. (3 I X 20 ), beschreven.

Page 135: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 400

Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Gobbel­schroy alleen ondertekend.

Bovenaan links staat: N° I84. Exh. 5 Juli I827 N°. 8o.

1. Cf. Inl., 11, p. 383-387. Voor de eerste aflevering van de Menge­lingen, waarover het hier gaat, cf. meer speciaal p. 383.

2. Brief nr. 397· 3· Cf. hierover o.a. brief nr. 349, n. 5, Staatscourant, nr. 4, 4.1.I827

en Thorbecke voor r830 door Dr. Paul Fredericq, 's-Gravenhage, I9o6, p. 84-95. Art. I van het K.B. van 23.I2.I826 luidde: Er zullen middelen daargesteld en aangewend worden, om de bronnen der Nederlandsche Geschiedenis (voor zooverre die tot nog toe on­bekend of nog niet volledig bewerkt mogten zijn) te doen opsporen, nader te onderzoeken, en, zoo veel noodig, in het licht te geven. Art. 3 stelde de benoeming tot Geschiedschrijver van het Rijk in het vooruitzicht. In tegenstelling met wat Fredericq meent opp. 86 was deze traditie nooit verbroken geworden : de laatste titularis van dit ambt was immers Marinus Stuart, die op 22.II.I826, een maand tevoren dus, te Amsterdam overleden was. Cf. N.N.B. W., IV, I9I8, kol. I284-1286 door H. Brugmans: 0 Rotterdam 4.Io. I765, vervulde hij diverse functies als remonstrants predikant en was een gevierd kanselredenaar. Hij was lid en secretaris van de Derde Klasse van het Instituut en wijdde zich vn. aan de studie der klassieke oudheid, de algemene en de Nederlandse geschiedenis. Hij genoot een grote reputatie als historicus en werd door Willem I reeds in I 8 I 5 tot geschiedschrijver des Rijks benoemd, functie die hij bleef vervullen tot zijn overlijden.

4· Cf. Mengelingen, p. 59-64.

Aantekeningen bij brief nr. 400

Amsterdam, 4.7.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I39· Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I42, p. I40-I41. 4 p. (22,5 X I9,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. brief nr. 396. 2. In de buurt van Haarlem, aan het Spaarne, bezat de familie een

buitenverblijf.

129

Page 136: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 402

3· Bedoeld wordt de Almanak voor I827 met V aderlandsche Herinneringen op eiken dag van het jaar. (vervolg op I826 ). Cf. Inl., II, p. 4I3.

Aantekeningen bij brief nr. 40I

Laken, 5·7·I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Staatssecretarie, map 2765, 5·7·

I827, nr. 8o; minuut in Binnenlandse Zaken, (afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), map 2048, 7·7·I827, nr. 43 A.

Niet gepubliceerd. 2 p. (32 x 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door de koning

alleen ondertekend. Bovenaan links staat: Exh. 7 July I827 No 43/A.

1. Dit is een reactie op brief nr. 399·

Aantekeningen bij brief nr. 402

Haarlem, 7·7·I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/I5. Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, I837, p. 209-2Io; in overdruk, p. 22-23. 4 p. (23 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdelgeboren Heer,

De heer J. F. Willems, Lid van het Kon. Nederlandsche Instituut van Wetenschappen &c. &c. te Andwerpen.

Stempel: Haarl[em]

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 327. 2. Op een jaar tijd overleden vier van Willems' kinderen : Willem op

3.8.I825, Mathilde op I2.8.I825, Anna op I3.8.I826 en Felix op I9.8.I826. Cf. Inl., 11, p. 357-36o.

3· Cf. Inl., 11, p. 383-387. 4· De bron van dit gezegde was niet terug te vinden.

I30

Page 137: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 403

[Den Haag, 7·7·I827]· Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken, (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 7·7·I827, nr. 43 A. 4 p. (32 X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Niet gepubliceerd. Klad. Deze brief werd niet ondertekend. De datering steunt op de exhibita: Gearresteerd II July I827 N° 2ojF;

Exh. 7 July I827 N 43/A.

1. Cf. Inl., II, p. 383-387. 2. Cf. de brieven nr. 399 en 40I.

Aantekeningen bij brief nr. 404

Leuven, I9·7.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I40. Gepubliceerd door Bols, nr. I43, p. I4I-I43· 4 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdelen Heere

Den Heere J F Willems te Antwerpen

I. Cf. voor deze colleges de Annales Academiae Lovaniensis anni X, Lovanii, I828 en de Leuvensche Studenten-Almanak voor het Schrikkeljaar I828, I (ex. U.B.G. nr. I73 F 27) waarvan het ons niet zou verwonderen dat hij door Serrure zou zijn opgesteld: vooral het voorbericht, waarin de navolging van onze Noorder­broeders en het gebruik van de landstaal ter sprake komt, en de bijzondere aandacht die aan het herinrichten van de bibliotheek wordt gewijd, wijzen in die richting. C. Serrure komt in de «ordines scholarum )) als student in de rechten voor, en wel op p. I03, gehuisvest in de Naamsestraat bij jufv. Offermans.

2. Cf. voor deze uitgave brief nr. 284, n. 6; voor het handschrift brief nr. 379, n. 8.

3· Cf. Inl., II, p. 383-387. 4· Cf. Mengelingen, p. 49, n. 43: Manneken Door =dwaas ventje,

afgeleid uit het Mnl. o.m. in de Roman de la Rose. Serrure ziet

IJl

Page 138: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

hierin echter een zinspeling op een Antwerps historisch figuur : hij kende als geboren Antwerpenaar allicht beter de oude inwoners dan Willems.

5· D.i. oom Blomaerts, een oud familielid van Mevrouw Willems, over wie cf. Inl., 11, p. 342-343.

6. Cf. Mengelingen, facsimile t.o.p. 62. 7· =De Reitienberg. Cf. Inl., 11, p. 227-229. 8. Cf. De Reitienbergs Archives pour l' histoire civile et littéraire des

Pays-Bas, 111, p. 27-30. 9· Cf. B.N., XVIII, I905, kol. 898-899: De Reitienberg huwde op

29.8.1827 met Marie Frantzen, de dochter van een officier in Franse dienst en de kleindochter van de Vonckistische leider Vander Meersch.

IO. Voor dit hs. cf. Willems' editie ( cf. Inl., 11, p. 388-389) p. xxi : het betreft een fragment uit het kabinet van J. B. V erdussen, dat thans bewaard wordt in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.

I 1. Cf. B.N., 111, I872, kol. 21o-2I3 door T. de Limburg-Stirum: Christophe Butkens, 0 Antwerpen I59o, t Den Haag 30.9.I6so, historicus en genealoog. Zijn bekendste werk was in Iste druk getiteld Trophées tant sacrés que propkanes de la duché de Brabant, ..• Anvers, [I641]. Een verbeterde en aangevulde versie verscheen te Den Haag, I724-'26, 2 dln, als Trophées du duché de Brabant, contenant !'origine, succession et descendence des ducs et princes de cette maison ... la description des villes ... (B. W. nr. I752).

I2. Over Visscher cf. Inl., 11, p. 383. Willems had in de Mengelingen, Der Kercken Claghe en de Frenesie gepubliceerd: cf.brief nr. 324a, n. 8 en nr. 288, n. 7·

I3. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 328. I4. Over Visschers aandeel in De Argus cf. brief nr. 320, n. 5· IS. Cf. Inl., 11, p. 39· I 6. Bedoeld wordt het Supplément à l' histoire des guerres civiles de

Flandre sous Philippe II, roi d'Espagne, du pere Famine Strada, et d' autres auteurs ... , Amsterdam, I729, 2 dln.

I7. Dit is het Hultbernse handschrift, thans Brussel, Koninklijke Bibliotheek, nr. I5589-I5623. Hierin staat op fol. I5b-23a Dboec vanden Houte door Jacob van Maerlant, dat in I844 te Leiden door J. Tideman werd uitgegeven in de reeks van de Werken van de V ereeniging ter bevordering der oude N ederlandsche letter­kunde. Cf. De Vreese, Bouwstoffen, nr. I3I8. Uit ditzelfde hs. zou Willems, naar een copie van Serrure, Oude Nederlandsche volks­liederen, in Mengelingen, p. 285-306, publiceren.

132

Page 139: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 405

I8. De gedichten van Jan Knibbe, in werkelijkheid twee wapen- of klachtdichten, in hetzelfde hs., fol. 11 Id. Cf. De Vreese, Bouw­stoffen, nr. 56,12,I0 • Willems gaf hieruit extracten in zijn B.M., I, I837, p. 346-347. Later publiceerde Serrure Die claghe vanden Grave van Vlaendren [Lodewijk van Male], in Vad. Museum, I, I855, p. 303-308.

I9· Een beknopte inhoudsopgave van het groot Hultberns handschrift in De Vreese, Bouwstoffen, p. 5I8-5I9.

Aantekeningen bij brief nr. 405

Brussel, 20.7.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I4I. Gepubliceerd door Bols, nr. I44• p. I43-If4. 4 p. (32 X 20), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Brief in slechte staat en in het midden doorgescheurd. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Gobbel­

schroij alleen ondertekend.

1. Cf. brief nr. 399, n. 3. 2. Cf. Inl., 11, p. 227-228. 3· Cf. B.N., XVIII, I905, kol. 689-697 door F. Masoin. Louis Vincent

Raoul(t), 0 Poincy (Fr.) 2.2.1770, t Brussel 25.J.I848. Hij was een Frans inwijkeling, die in I817 leraar werd aan het atheneum te Doornik en in I8I8 werd benoemd voor Franse literatuur aan de universiteit te Gent. Tegelijk werkte hij mede aan de Mercure beige en de Annales belgiques. In enkele brochures, van 1817 en 1818, verdedigde hij de onderwijspolitiek van de regering. Na 1830 viel hij in ongenade, kreeg pas gedeeltelijk recht op pensioen in I836 en volledig in I844· In I826 werd hij lid van de commissie die de oude kronieken zou uitgeven. Zijn eigen gedichten en geschriften zijn minder belangrijk dan zijn vertalingen van Latijnse satirische poëzie. Daarnaast verscheen van zijn hand Leçons de littérature hollandaise, Brussel, I828, met vrije vertalingen van NOordnederlandse I 7de-eeuwse schrijvers.

4· Cf. Inl., II, p. 39· 5· Cf. Inl., II, p. 304-306. 6. Cf. Inl., Il, p. 141-142, en brief nr. 292, n. 4·

IJJ

Page 140: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 406

Antwerpen, 2J.7.I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 27·7.I827, nr. IJ F. Niet gepubliceerd. 2 p. (25 X 21), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. Deze brief werd in werkelijkheid geschreven door Willems, en door de

afzendster enkel ondertekend. Bovenaan links staat: Exh. 27 July I827 N° I3 F.

I. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 2. Cf. brief nr. 403.

Aantekeningen bij brief nr. 407

Brussel, J0.7.I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 2J.II.1829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (33 x 20,5), beschreven.

I. Bedoeld is de Belgicarum rerum Prodromus; sive de historia belgica ejusque scriptoribus praecipuis commentatio : qua vulgandorum monu­mentorum series, praefatio, argumenturn operis, et summa rerum capita exhibentur. Ex bibliotheca Cornelii Francisci de Nelis, episcopi Antverpiensis, Antverpiae, I790, een editie met Franse juxtalineaire vertaling : Combien l' Histoire des Provinces Belgiques est intéressante: Dissertation qui sert de Prospectus et de Préface générale à la ColZee­tion Nouvelle des Historiens des Pays-Bas. Traduetion libre de l'Ouvrage Latin de M. l'Evêque d'Anvers. Daarin geeft de Nelis een historiek van de historiografie in onze gewesten, en behandelt hij meer bepaald zijn eigen plan om de oude kronieken en oor­konden uit te geven, hetzij in onverkorte, hetzij in verkorte versie. Hij wilde bij voorkeur de handschriftelijk bewaarde stukken uit­geven en voorzag 30 tot 35 delen. Voor de Nelis cf. B.N., XV, I899, kol. 568-583, door Ch. Piot.

2. Cf. voor Helu Inl., 11, p. 388-389, en voor De Clerck 390-39I en 392-393·

3· Dit zijn de Chroniques van Jean Molinet, die even later (cf. brief

'1 34

Page 141: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 407

nr. 437) verschenen te Parijs als Chroniques de Jean Molinet, publiées pour la première fois, d' après les manuscrits de la bibliothèque du roi, par J. A. Buchon, I 827- I 828, 5 dln, in de reeks : Chroniques nationales françaises. Deze editie is nu te vervangen door Chroniques de Jean Molinet publiées par Georges Doutrepont et Omer J odogne, Bruxelles, I935-1937, in de reeks: Collection des anciens auteurs belges, 3 dln, vn. gebaseerd op hs. Koninklijke Bibliotheek Brussel, nr. 5438, en Parijs, Bibliothèque nationale, ancien petit fonds français, nr. 24035. Het derde deel bevat o.m. een<< Introduetion >>,

waarin wel sprake is van de editie van Buchon, maar de poging van Van de W eyer niet ter sprake komt. Wellicht is Van de W eyer nooit aan de uitvoering van de opdracht begonnen ?

4· Cf. Inl., 11, p. 304-306. 5· Voor de Itinéraire de Philippe Ie Beau cf. L. P. Gachard, Collection

des voyages des souverains des Pays-Bas, Bruxelles, reeks: Chroniques belges, van de Commission royale d'Histoire, 1876-I882, I, p. I I5-556. Dit omvat de Itinéraire, uit het fonds Goethals­Vercruysse, de Voyage de Philippe Ie Beau en Espagne, en I50I, par Antoine de Lalaing, Sr de Montigny, en Deuxième voyage de Philippe Ze Beau en Espagne, en I5o6, naar hs. Brussel, Koninklijke ·Bibliotheek, nr. 7382. In zijn relatie van de historiek van de uitgave memoreert Gachard de N elis en de plannen van de Commission royale d'histoire van 1834; over de opdracht aan Raoul geen woord.

6. Cf. brief nr. 405, n. 3· 7· De Itinéraire de Charles-Quint de I506 à I5JI en het Journal de

voyages de Charles-Quint, de I5I4 à I55I, par Jean de Vandenesse, verscheen te Brussel in I874 in dezelfde reeks van Gachard. In zijn inleiding bespreekt hij de vroegere editieplannen van Leibnitz en Dom Anselme Berthod, van deNelisen de Nederlander Meer­man, en van de Hormaye uit Wenen. De nota's van Meerman werden in I 827 aan Raoul overgemaakt en gingen verloren : cf. Bull. Comm. royale d'histoire, ze série, 11, I85I, p. 8o en I2o. Enkele extracten publiceerde Lesbroussart reeds vroeger in de Nouveaux Mémoires de l'Académie, I, p. 25I-272, en De Reiffen­berg, Particularités inédites sur Charles-Quint et sa cour, in ibid., VIII, I834, p. 7· Gachards editie steunde op verschillende handschriften, maar voor­al op een handschrift uit de Bibliothèque de 1' Arsenal te Parijs en van de Koninklijke Bibliotheek, Brussel, nr. I464I en 15869.

8. Cf. hiervoor L. P. Gachard, Relation des troubles de Gand sous Charles-Quint, par un anonyme; suivie de trois cent trente documents

I35

Page 142: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

inédits sur eet événement, Bruxelles, 1846, in de reeks: Chroniques belges. In de inleiding verwijst Gachard naar het ·plan tot editie door Van Hulthem in I827, en naar het besluit van de Commission royale d'histoire van I834· De commissie had echter pas de beschik­king over het handschrift uit het bezit van Van Hulthem gekregen in I837: het berust te Brussel, Koninklijke Bibliotheek, nr. I6884-I6887. Achteraan staat: ((Ce livre ... fut escript en la ville de Lille,audit pays de Flandres,en l'an mil cinq eens quarante et ung)>.

9· Cf. Inl., 11, p. 14I-I42. IO. De Historia Brabantiae Diplomatica door Petrus a Thymo ver­

scheen in de reeks: Collection d'ouvrages inédits relatifs à l'histoire des Pays-Bas, als eerste en enige deel, verzorgd door de Rei:ffenberg als Petri a Thymo vulgo V ander H eyden Historia Brabantiae Diplo­matica. Regis Auspiciis nunc primum edidit F. A. Baro ab Rei:ffen­berg, Tomus I, Bruxellis, Typis Normalibus, I83o. Het voor­bericht was ondertekend : Scribebam Lovanii 11 Kalend. quintileis, 1829 (p. viii). Cf. over hem o.m. H. Pirenne, Un précurseur de la Commission Royale d'Histoire en I827, in Bull. Comm. royale d'histoire, XCVIII, I934, p. 127-I34·

I I. Cf. Inl., 11, p. 227-228. I2. Voor het Chronicon nobilissimorum ducumLotharingiae et Brabantiae

cf. Chronique des ducs de Brabant, par Edmond de Dynter, (en six livres), publiée d' après Ze Ms. de Corsendonck, avec des notes et l'ancienne traductionfrançaise de Jehan Wauquelin; par P.F. X. de Ram, Bruxelles, I854-I86o, 3 dln, in de reeks: Chroniques belges. Het zg. ms. van Corsendonck was in het bezit van de N elis gekomen en later verworven door Goethals-V ercruysse. Bernhardi, die in I827 de opdracht tot het klaarmaken van een editie had gekregen, had alleen een extract gepubliceerd van het 6de boek in het Zeil­schrift des V ereins für hessische Geschichte und Landeskunde, Kassei, 1840, 11, nr. 6, p. 347-364.

IJ. Cf. Inl., 11, p. 39· I4. Cf. voor het Chronicon Sancti Bavonis, scripturn sub finem secuZi XV

ab auctore anonymo, het Recueil des chroniques de Flandre, par J.- J. de Smet, Bruxelles, 1837, I, in de reeks: Chroniques belges, p. 453-588. In de achttiende en het begin van de negentiende eeuw hielden de N elis en de Bast het voor een stuk uit de I 2de eeuw; achteraf bleek dat het veel jonger was en minder waarde had dan de oudere Annales Sancti Bavonis, die door De Smet in hetzelfde deel werden opgenomen.

15. Cf. brief nr. 405, n. 3·

Page 143: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 408

Aantekeningen bij brief nr. 408

Amsterdam, 6.8.1827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I42. Gepubliceerd door Bols, nr. 145, p. 14f-I45· 4 p. (22,5 X I9,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 2. Waarschijnlijk is dit brief nr. 400. 3· Cf. brief nr. 373, n. 25. 4· Cf. Inl., 11, p. 272-273. 5. Over Tollens' overgang naar het protestantisme cf. o.m. J.

Valekenier Suringar, Tollens uit zijn brieven geschetst als dichter en als koopman, in Rotterdamsch Jaarboekje, I923, p. Io8-u I, waar een uitvoerig citaat uit een brief van Tollens aan W. H. Suringar is opgenomen: <<Eindelijk is, Goddank, de stap gezet, die ik aan mijn eigen rust en het heil mijner kinderen verschuldigd was. Ik heb het catholicisme vaarwel gezegd en mij met alle de mijnen in den schoot van het Protestantisme begeven. Wat het nemen van dit besluit en de volvoering er van mij gekost heeft, kan ik onder geen woorden brengen. Menschenvrees is een zeer knellende vrees, en die haar als een kleinigheid schat, heeft haar nimmer moeten trotseren. [ ... ] Tot het protestantisme overgaande, heb ik de Remonstrantsche kerk gekozen. Indien ik de zaak wèl begrijp, dan is het verlichtst en redelijkst gedeelte der Gerefor­meerden warelijk Remonstrantsch. >> {I2.7.I827). Cf. ook G. W. Huygens, Hendrik Tollens, de dichter en de burger, in ibid., 1956, p. 22I :<<Zijn geloofwas een blijmoedig humanistisch christendom, uit het I8de-eeuwse deïsme voortgekomen; de ethiek was hem dierbaarder dan het religieuze. Vandaar dat we bij hem geen zuiver religieuze poëzie aantreffen, en dat zijn overgang van de Katholieke naar de Remonstrantsche kerk in 1827 niet in zijn werk tot uiting komt. In zijn nieuwe kerk vond hij blijkbaar iets wat met zijn over­tuiging het beste overeenstemde, maar ten opzichte van alle andere richtingen bleef hij verdraagzaam. ))

6. Cf. brief nr. 382, n. IJ. 7· De Vries leverde geen bijdrage voor de Mengelingen. 8. Deze pakjes bevatten exemplaren van de Mengelingen en waren

vergezeld van brief nr. 396. 9· Cf. Inl., 11, p. 309-311, 4I-44 en 25I-252.

I37 IOa

Page 144: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

IO. Gedichten van Vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk, Rotter­dam, I827 (B.W. nr. 401I).

II. Cf. brief nr. 287, n. 8.

Aantekeningen bij brief nr. 409

Antwerpen, 6.8.I827. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1. Gepubliceerd door Rooses, p. 57-58. 4 p. (23 x 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heer

Den heer Mr. Jeronimo DeVries, Lid van het Instituut Griffier der Stad Amsterdam

Stempel: Antwerpen

I. Op 27.7.I827 werd August geboren. Hij zou te Eeklo overlijden op 25.8.I834•

2. Het overlijden van Felix. Cf. o.m. brief nr. 402, n. 2 en Inl., 11, p. 357-360. Cf. ook brief nr. 396, n. 4·

3· Blijkbaar had Willems toen brief nr. 400 van J. de Vries jr. en nr. 408 van sr. nog niet ontvangen.

4· Cf. brief nr. 405. 5· Deze editie zou pas in I839 en 1843 klaar komen. Cf. Inl., 11,

P· 390-39I en 392-393. 6. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 7· De tweede klasse van het Instituut had in navolging van haar Frans

model tot opdracht de Nederlandse letterkunde en geschiedenis te bestuderen. Cf. J. Huizinga, V. W., VIII, Haarlem, 1951, p. 450, in zijn verhandeling : De wetenschappen in het algemeen en die der afdeeling letterkunde.

8. Cf. reeds brief nr. 363a, n. 4· 9· Dit is een sterk overdreven versie van brief nr. 402.

10. Cf. Inl., n, p. 55-56. I I. Cf. de brieven nr. 4I7 en 42I. Ten Broecke Hoekstra had, blijkens

het V erslag van de openbare vergadering der Tweede Klasse, I828, p. 9 de opdracht gekregen « de nog in het duister schuilende over­blijfselen onzer taal- en letterkunde uit de Xllle en XIVe eeuw tot opheldering van taal en zeden der oudheid in het licht te brengen

Page 145: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 4II

en ter uitgave gereed te maken. » Voor deze regeringsopdracht had hij enkel de voorbereidende maatregelen kunnen treffen, en publi­ceerde hij niets. De kwestie trok na zijn overlijden de aandacht van de minister, die poogde de Leuvense hoogleraar Mone de op­dracht toe te vertrouwen. Mone diende ook werkelijk een beknopt verslag in (later zou zijn Uebersicht verschijnen), maar het Instituut nam· een afwijzende houding aan, en vond het minder gepast een dergelijke nationale taak aan een buitenlander toe te vertrouwen. Cf. het V erslag van de openbare vergadering der Tweede Klasse, I 830, p. I 5 en De Buck, p. I 77-178.

12. Cf. Inl., 11, p. 14I-I42. IJ. Is dit een bewijs voor het feit, dat Willems in die jaren nog steeds

weinig oog had voor de estetische waarde van onze Mnl. lite­ratuur?

Aantekeningen bij brief nr. 4IO

Gent, 6.8.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I43· Gepubliceerd door Bols, nr. I46, p. I46. 2 p. (25 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Proeven van Nederlandsche dichtkunde uit zeven eeuwen, Gend, I827. Cf. Inl., 11, p. 44I.

2. Proeven van Nederlandsehen prozastijl in zeven eeuwen, Gend, I829. Cf. Inl., 11, p. 444·

3· Schrant gaf in zijn prozateksten op p. 55-60 Marnix' Verslag der Nederlandsche gezanten wegens het verhandelde met Anjou. De Byencorf komt voor in B.W. nr. 283.

4· Schrant nam in zijn poëzie-bloemlezing een uitgebreid stuk uit Willems' Aen de Belgen op; in zijn prozateksten een fragment uit Over de poëzie van den dichter en den schilder. Cf. Inl., 11, p. 44I en 444·

Aantekeningen bij brief nr. 4II

Mortsel, 6.8.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5770{23. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 adreszijde, p. 4 blanco.

I39

Page 146: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 412

Adres : De Heer Mynheer J. F. Willems over het beggijnhof in de Roode straet tot antwerpen franco

I. Misschien is de afzender een geboren Boechoutenaar ? In elk geval schijnt hij bekend te zijn met Willems' ouderlijk huis.

2. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 3· Was Willems er uiteindelijk toch in geslaagd zijn vader in staats­

dienst te reïntegreren ? Wellicht was daar sprake van in de in het Algemeen Rijksarchief inmiddels gelichte stukken, waarover cf. Inl., I, p. 130, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 4I2

Amsterdam, 9.8.1827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I45· Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 147, p. I46-I48. 4 p. ( 2 5 X 22 ), beschreven.

I. Cf. brief nr. 409, n. I. 2. Het is onzeker welke brief en welke afzender hier wordt bedoeld.

Of is dit nog steeds nr. 408 en nr. 400 van een paar dagen ervoor? Brief nr. 415 schijnt dit te bevestigen.

3· Cf. brief nr. 405. 4· Cf. brief nr. 394, n. 9· Van I828 bezitten we slechts drie brieven

van Willems aan Bilderdijk, en van de jaren erna geen enkele meer. 5· Cf. Inl., 11, p. 4I-44. Voor de verhouding van Bilderdijk tot de

gebroeders De Vries cf. de editie van Bilderdijks briefwisseling door Messchert, 11, p. v-xviii waarin een merkwaardige inleiding over de mens Bilderdijk in de visie van J eronimo de Vries voorkomt.

6. Cf. brief nr. 338, n. 2. 7· Cf. brief nr. 363a, n. 4· 8. Cf. brief nr. 320, n. 3· 9· Vermoedelijk verschenen deze registers niet in druk.

Io. Tijdens zijn verblijf in Engeland, in augustus I8I5, copieerde hij Gijshert Japiks verzen uit de Junius-collectie, met het oog op een editie, die nooit tot stand is gekomen. Copieerde hij tegelijkertijd

Page 147: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 4I3

uit Bodleian ms. Junius 11 de vier gedichten, die door Franciscus Junius (ed. Amsterdam, I655) aan Caedmon werden toege­schreven ? Wellicht is deze attributie alleen waar voor het eerste gedicht, de zg. Genesis A, alhoewel ook dat te betwijfelen is. Cf. The Oxford Companion to English Literature, Oxford, 3de uit­gave, p. I27.

I 1. Cf. Inl., 11, p. 55-56. I2. Cf. brief nr. 409. 13. Cf. Inl., 11, p. 14I-142 en brief nr. 292, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 4I3

Antwerpen, 9.8.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I46. Gepubliceerd door Bols, nr. 148, p. 148. 2 p. (33 X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door De Caters

enkel ondertekend. Bovenaan links staat: LaK. =No 2/11028.

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 327-328. 2. Cf. Inl., II, p. 380. 3. Deze provinciale commissie voor de statistiek werd opgericht in

uitvoering van het K.B. van 3.7.I826, dat een landelijk Bureau voor de Statistiek hechtte bij het departement van Binnenlandse Zaken. De minister zat voor, secretaris was Ed. Smits en de drie administrateurs van het departement, resp. voor onderwijs, binnen­lands bestuur en nationale nijverheid, waren lid. De eerste publi­katie verscheen in 1827 en droeg als titel Nationale Statistiek. Opgave der bevolking van het koningriJk der Nederlanden, gedurende I8I5-I824, zijnde eene verzameling van tabellen, uitgegeven door de commt"ssie van de statistiek, met een toelichtende memorie, in het Nederlandsch en Fransch, 's Hage, 1827, 31 tabellen. Een en ander geschiedde vermoedelijk in navolging van het Franse voorbeeld, gegeven door het statistisch werk van F. P. Ch. Dupin, dat hier te lande nagevolgd werd door Quetelet. Het inzamelen van gegevens werd per provincie georganiseerd, en zo kwam Willeros ertoe, met behulp van vier correspondenten, vermeld in zijn voorbericht, een bijdrage over de Oude Bevolking der Stad Antwerpen ( cf. Inl., II, p. 380 en 384) te schrijven.

I41

Page 148: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

4· Dit overzicht verscheen dan ook pas in afl. 4 van de Mengelingen, ca. 9.2.I829, p. 227-284. Cf. Inl., 11, p. 384 en als afzonderlijke uitgave p. 380.

5· Gouverneur was A.C. Membrede, over wie cf. Inl., 11, p. I87.

Aantekeningen bij brief nr. 4I4

Brussel, 9.8.1827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I44· Gepubliceerd door Bols, nr. 149, p. 148-I49. 4 p. (3I X 19), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

enkel ondertekend.

I. Dit geschiedde op 30.7.I827. Cf. brieven nr. 405 en 407. 2. Cf. brief nr. 409, n. I 1.

3. Cf. Inl., 11, p. 55-56.

Aantekeningen bij brief nr. 4I5

Amsterdam, xo.8.1827. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43(6). Niet gepubliceerd. 4 p. (25 x 22), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : Den WelEd. Heer

Den Heere J. F. Willems te Antwerpen.

1. Brief nr. 400. 2. Voor August cf. Inl., 11, p. 360-361. 3· Cf. brief nr. 405. 4· Cf. Inl., 11, p. 115-116. 5· Cf. Inl., 11, p. 249-250. 6. Cf. Inl., 11, p. 156. 7· Cf. Inl., 11, p. 413.

Page 149: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 416

Den Haag, I2.8.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. ISI. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I54, p. I54·

NR. 417

4 p. (23 X I9,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­zijde.

Adres: Wel Edelen Gestr. Heere den Heere J. F Willems s.t. te Antwerpen

Stempel : Gravenhage 8-I3

I. Cf. Inl., II, p. 383-387. 2. Cf. brief nr. 405.

Aantekeningen bij brief nr. 4I7

Amsterdam, I4.8.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I47· Gepubliceerd door Bols, nr. ISO, p. I49-I50. 2 p. (25,5 X 2I,5}, waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Cf. brief nr. 409, n. I I. 2. Voor zover bekend heeft Ten Broecke Hoekstra niets hierover

gepubliceerd. Wel staat in zijn Catalogus van eene fraaije ver­zameling van Latynsche, Fransche, Engelsche, Neder- en Hoog­duitsche ... Boeken,... Handschriften ... Nagelaten door wylen den Wel-Ed. geh. Hooggeleerden Heer A. ten Broecke Hoekstra, Amster­dam, I2 January I829, (ex. U.B.G. cat. I829) p. 78, nr. 72 de vermelding van een copie van de Roman van Ferguut en fJan Blansejloer en Florys benevens F auelen van Esopet alles op rym, zeer net geschreven naar het oorspronkelyk by de Maatschappy te Leyden berustende, in 2 h.e. banden. Inlichtingen over Middelnederlandse bewerkingen van Ferguut en Floris ende Blancefloer heeft hij ver­moedelijk verkregen door de bijdrage : Over de oude Hollandsche Letterkunde, door Hoffmann von Fallersleben in Alg. K. fsf L.,

I43

Page 150: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1821, 11, p. 311 : daar staat een hs. van de I4de eeuw uit het bezit van de Mij te Leiden, hs. nr. I9I, van Ferguut opgegeven, als­mede een afschrift van Steenwinkel aldaar, samen met een ver­wijzing naar van Lelyveld in Huydecoper, Proeve, I, I4I, I42, aant. I. Het hs. kwam via Huydecoper en Alewyn in de Mij. Een hs. van Floris ende Blancefloer eveneens aldaar, maar fragmentair. Het afschrift van Steenwinkel voldeed niet aan Hoffmanns eisen van accuratesse : hij was van plan een editie te geven naar zijn eigen afschrift, en deed dit in de Horae belgicae, III, Leipzig, I836. Drie jaar daarna, in 1838, gaf Visscher zijn omstreden Ferguut. Ridderroman uit den fabelkring van de ronde Tafel, te Utrecht uit.

3· The Ristory of English Poetry, from the eleventh to the seventeenth century by Thomas Warton, B.D. verscheen in I774, en in herziene uitgave door Ritson, London, I824, 4 dln. Over Ferguut is hierin niets terug te vinden, wel over de << tales of chevalry >>.

4· Ancient engleish metrical romanceës, selected and publish'd by Joseph Ritson, London, 1802, 3 dln (B. W. nr. 3216) vermeldt in de voor­rede niets over Ferguut.

Aantekeningen bij brief nr. 4I8

Lier, I7.8.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I48. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I51, p. I50-151. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Den WelEdelen Heere

J. F. Willems, Ontvanger der Registratie enz : in de Roode Straat, te Antwerpen.

I. Cf. N.N.B. W., III, 19I4, kol. I503-1504 door E. Zuidema. 2. Cf. Inl., I, p. 328. 3· Cf. Inl., 11, p. Io4-1o6. 4· P. L. J. S. van Gobbelschroij : cf. Inl., 11, p. I21-122. 5· George Canning (1770-I827) was sedert 1793 lid van het Lager­

huis en bekend om zijn welsprekendheid en hevig satirische aan­vallen o.m. in The Anti-Jacobz'n (1797). Hij bekleedde achtereen­volgens verschillende functies in het landsbeleid en was o.m. van 1822-1827 minister van buitenlandse zaken. Zijn beleid kenmerkte

Page 151: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

zich door het systematisch inkrimpen van de Franse invloed en beperken van de macht van de H. Alliantie in de wereld. Hij bereikte dit o.m. door de onafhankelijkheid van de Zuid­amerikaanse staten te verzekeren. Hij kreeg de reputatie een liberaal te zijn in het buitenland en een conservatief in het binnen­land. Staarde Schreuder zich hier blind op het liberalisme ? Of heeft hij het oog op de anti-Franse houding? Canning overleed, nadat hij in april 1827 eerste minister was geworden, op 8.8.1827 te Chiswick in het huis van de graaf van Devonshire, in dezelfde kamer waar Fox was overleden.

6. Cf. Inl., 11, p. 284-285. 7· Dit werd gesloten op 18.6.1827. Cf. brief nr. 364a, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 4I9

Brugge, 20.8. I 827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 149. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 152, p. 151-I52. 4 p. (25 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : A Monsieur

Monsieur J. F. Willems, Membre de l'institut 'A Anvers.

Stempel : Brugge Stad Brugge West-Vlaanderen

I. Cf. Inl., 11, p. 383-387. 2. Dit ((Avis>> was in de gebonden exemplaren van de Mengelingen

weggesneden. Willems' bespreking van het Breviarium Tornacense samen met de beschrijving ervan door Scourion, zou reeds in het volgend nr, op p. 79-86 voorkomen.

3· Voor Mr. Marinus Verbrugge cf.Mij N.L., 1889, p. 274-289 door F. Nagtglas en N.N.B.W., IV, 1918, kol. 1376 door E. Zuiderna: 0 Rotterdam 4·5.18o2, t Middelburg 29.12.1888. Hij studeerde in zijn geboortestad en te Leiden en promoveerde er in 1823. In dat­zelfde jaar vestigde hij zich als advocaat te Brussel tot 1830. Hij bepleitte succesvol enkele zaken en schreef daarnaast bijdragen tot verdediging van het landsbeleid en betere verspreiding van het onderwijs in vele tijdschriften. Hij hield er zich bezig met cultureel en caritatief werk en meldde zich in 1830 als vrijwilliger bij het

Page 152: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 420

Nederlands leger. Na I833 werd hij rechter te Goes, in I838 advocaat-generaal bij het Provinciaal Gerechtshof te Middelburg en van I85o tot 1875 procureur-generaal aldaar. Daarnaastvervulde hij functies in het onderwijs en de vrijmetselarij. Hij legateerde zijn bezit aan culturele en filantropische instellingen.

4· J. van Lennep, over wie cf. Inl., 11, p. I72-I74, studeerde tegelijk met Verbrugge te Leiden, waar hij in I824 promoveerde: dit zal wel het bezoek van Verbrugge te Brugge verklaren.

5· Dit was nog steeds Van Ertborn, over wie cf. Inl., 11, p. 102-103. 6. Misschien corrigeerde Willems eveneens op een weggesneden kaft ? 7· Cf. Inl., 11, p. 374-375 en 376. 8. Cf. brief nr. 382, n. I6. 9· J. H. Lebrocquy cf. Aant., I, p. 78-79, n. 2. Hij promoveerde tot

dr. in de rechten te Gent in I 820. IO. Précis de l'histoire littéraire des Pays-Bas, traduit du hollandais, par

J. H. Lebrocquy, avocat, Gand, I827. 11. Bedoeld wordt Scévole et Louis de Sainthe Marte, Gallia

Christiana, uitgegeven in de Opera et studia monarchorum ordinis S. Benedicti te Parijs, voor het eerst in I656, later in I731-177o.

Aantekeningen bij brief nr. 420

Antwerpen, 25.8.I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling:

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), S·9·I827, nr. 29 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X I9), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco. Bovenaan links staat: E:xh. 27 AugB I827 N° I09/A.

I. Cf. de brieven nr. 405 en 407. 2. Voor de Nelis cf. Aant., I, p. I45, n. 30. Toen de bisschop wegens

de dreigende Franse inval het land verliet en zich te Den Haag vestigde, werd zijn hele inboedel in drie schepen verzonden. Alle boeken en handschriften konden echter niet mee : voor een aantal kostbare werken zouden te Antwerpen de Nelis' secretarissen zorgen. Cf. Sacris Erudiri, IX, I 9 57, cit. in n. 4·

3· Cf. brief nr. 407, n. I. 4· De correspondentie van de Nelis met Van Wijn schijnt slechts

ten dele te zijn uitgegeven. Een eerste brief, getiteld : Sur les langues et leur étymologie, is het 27ste onderhoud van de Nelis,

Page 153: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 420

L'aveugle de la montagne, entretiens phz1osophiques, Amsterdam­Paris, 1789-1793, 3 dln. Drieëntwintig andere brieven van de Nelis berusten in U.B. Leuven: daarvan werden er door C. de Clercq vier in Bull. de l'Institut historique beige de Rome, XVIII, 1937, p. 59-72 uitgegeven. Verder berusten drie minuutbrieven van Van Wijn aan deNelisin het archief van de Maatschappij te Leiden, nr. 994, vol. 11 (1780-1797). Een brief van Van Wijn aan de Nelis verscheen eveneens in V ad. Museum, I, 1855, p. 423-430. Cf. over de briefwisseling en de contacten C.-F. de Nelis, un homme d'église libéral au siècle des lumières (I736-I784) par W. J. H. Prick, Nancy, 1942, p. 301-302; Corneille-François de Nelis I8e et dernier é'V~que d'Anvers (I785-I798). Un é'V~que humaniste et homme d'action à la fin de I' ancien régime, par W. J. H. Prick, Louvain, s.d., p. 218-219; en C. de Clercq, De laatste tien levensjaren van bisschop C. F. de Nelis, in Sacris Erudiri, IX, 1957, p. 286-376; x, 1958, p. 238-297·

5· Francisci Sonnii •.. ad Viglium Zuichemum ... Epistolae. Edidit P. F. X. de Ram ... , Bruxellis, 1850.

6. Cf. brieven nr. 387 en 427. 7· In de Acta Sanctorum Belgii selecta, quae Tum ex Monumentis

sinceris necdum in Bollandiano Opere editis, tum ex vastissimo illo Opere,... collegit, chronologico ordine digessit, Commentariisque ac Notis illustra'Vit Josephus Ghesquierus, ... Cum figuris, Bruxellis, 6 dln, 1783-1794, als onderdeel van de Analecta belgica van de Nelis bedoeld. In deel V, p. 1-69 wordt een globaal overzicht gegeven : De S. Trudone monasterii Truclonensis Conditore, Trudonopoli in Hasbania die XXIII Novembris culto, commen­tarius praevius Auctore Josepho Ghesquiero.

8. Over Hieronymus Winghius, cf. B.N., XXVII, 1938, kol. 350 door H. vander Linden: 0 Leuven ca. 1557, t Doornik 5·7·1637· Hij was licentiaat in de rechten en vanaf 1588 kanunnik aan de kathe­draal te Doornik. Hij was bevriend met J ustus Lipsius en maakte een reis naar Italië. Te Doornik stichtte hij de bibliotheek van het kapittel, waaruit later de stadsbibliotheek is gegroeid. In zijn bezit waren de brieven aan Filips 11 gericht door Joachim Hopper(us), 0 Sneek II.II.1523, t Madrid 15.12.1576. Hij studeerde rechten aan verschillende universiteiten en promoveerde te Leuven .in 1553. Hij trad reeds in 1554 in dienst van de Grote Raad te Mechelen en werd een toegewijd ambtenaar bij Margaretha van Parma. Hij had een werkzaam aandeel in de oprichting van de universiteit der Jezuïeten te Douai. In 1556 vertrok hij als zegel-

147

Page 154: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 420

bewaarder voor de Nederlanden naar Spanje, waar hij verbleef tot zijn dood. Cf. B.N., IX, I856-57, kol. 466-468 door Ch. Rahlen­beck. De Nelis had reeds in I765 Joachimi Hopperi, Frisii, Epistolae ad Viglium ah Aytta Zuichemum sanctioris consilii praesidem, Lovanii, I765, uitgegeven. Dit werk bleef echter onvoltooid en zonder de beloofde inleiding. Er bleven slechts weinig exemplaren van bewaard. Met een nieuwe titelbladzijde en inleiding voorzien verscheen het werk in I8o2 te Utrecht, bij B. Wild en J. Altheer: daarvan bleven meer exemplaren in omloop. Cf. eveneens brief nr. 387 en Mess. se. kist., XXV, I857, p. 280.

9· Cf. de onlangs teruggevonden correspondentie in A.R.A. Ant­werpen met A. Kreglinger, vooral Willems' brief van 21.6.I84I : bedoeld wordt hier de zolder van de gouverneur, waar de papieren van de N elis opgeborgen waren.

IO. Zou dit de bewuste ontdekking van brief nr. 387 kunnen zijn? 11. Cf. brief nr. 424. I 2. V oor de handschriften van de Brabantsche Yeesten cf. brief nr. 407,

De Vreese, Bouwstoffen, nr. I I7 en Willems' editie, I, I839, p. xxii­xxx. Het teksthandschrift, K.B. Brussel I70I2-IJ, is afkomstig van de abdij van Corsendonck, geschreven ca. I470, en was in het bezit van Van Hulthem. Hs. A, uit de bibliotheek van Caspar Gevaerts, berust te Leiden, Ltk. IOI9, geschreven ca. I430, met aangevulde leemten in I575, eigendom van Kluit en geleend door Van Wijn. Hs. B, K.B. Brussel I96o7, ca. I444, werd geschreven door Van den Damme voor rekening van de stad Brussel, en omvat mede de vervolgen en een stuk van de Sp. Hist. Hs. C, S.B. Ant­werpen I5828, is van ca. I47o, en uit het bezit van de abdij van Tongerloo bij Lord Heber terechtgekomen. Hs. D, A.R.A. Brussel, Cart. & Mss. 876-7, ca. I470, uit de abdij van Affligem, rijkelijk geïllustreerd en door Pierre François Ghysels, een landmeter uit Aalst aan het archief geschonken. Hs. E, K.B. Brussel I9576, is een fragment van twee dubbele bladen, geschreven na IJ50, uit het bezit van Willems (cf. bijlage 11, nr. 22).

IJ. Cf. Inl., 11, p. I4I-I42. I4. Voor Kluit cf. N.N.B. W., III, I9I4, kol. 696-698 door H. Brug­

mans. 0 Dordrecht 9.2.I735, t Leiden I2.1.I8o7. Hij studeerde te Utrecht en was in verschillende steden werkzaam als pedagoog. Daarnaast bestudeerde hij de Middeleeuwse geschiedenis en spoorde de bronnen op van de geschiedenis van Holland en Zee­land. In I778 werd hij hoogleraar te Leiden voor de oudheden en

Page 155: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 421

geschiedenis van Nederland. Vele van zijn talrijke publikaties werden omstreden, omdat hij de souvereiniteit aan de vorst en niet aan het volk toekende. Ten tijde van de Bataafse republiek en het koninkrijk Holland ondervond hij dan ook talrijke onaan­genaamheden in zijn ambt en leven. Een aantal van zijn hand­schriften berusten in de bibliotheek van de Maatschappij te Leiden.

15. Voor De Jonge cf. Inl., II, p. rso-151.

Aantekeningen bij brief nr. 42I

Amsterdam, 26.8.1827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 150. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 153, p. 152-154· 4 p. (25 X 22), beschreven.

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 329. 2. Bedoelt hij hier de Bretoense en de voorhoofse epiek ? Vermoedelijk

niet, vermits hij eerder op de levensdata van de bewuste personages het oog schijnt te houden.

3· Voor Ferguut cf. brief nr. 417, n. 3· 4· Hoc Rhodus! hic salta cf. Fabels van Esopus. Hier is Rhodus,

spring hier, gezegd tot een persoon die er zich op beroemt een geweldige sprong gedaan te hebben en aldus genoopt wordt de waarheid van zijn woorden te bewijzen.

5· Cf. brief nr. 417. 6. In de Nederlandse literatuur lijkt daar weinig over te ontdekken.

Vermoedelijk steunde Broekstra's kennis op een Duitse tekst, bv. op de ed. (vermeld in n. 7) van Parcival, in het 1ste deel, op 196 pp.

7· Christoph Heinrich Müller (Myller), 0 Zürich 1740, t 1807, was een leerling van Bodmer en doceerde tot 1788 filosofie en geschiedenis te Berlijn. Hij maakte zich verdienstelijk door het uitgeven van Oud- en Middelhoogduitse teksten, zo o.m. van het Nibelungenlied, van Parzifal, Tristan, Floris enz. Hij werd lang beschouwd als een gedegen kenner van de oude Duitse teksten, vooral door de publikatie van zijn Samlung deutscher Gedichte aus dem XII.Xl/1. und XIV. Jahrhundert, [Berlin], I784-1785, 2 dln. Zijn werk bevat in dl 2 o.m. de Mhd. versie van Floris ende Blancefloer = Floren und Blantscheflur, van Conrad Flecke, naar het Berlijnse handschrift. Als Franse bron noemt dit stuk Ruprecht von Orbent (of Orlant). Das loebenliche Buche von Floren und

149

Page 156: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 42I

von Blantscheflur ein erzehlendes Gedicht aus dem XIII. oder XIV. Jahrhundert. 6o pp. Op p. 6o verwijst hij naar vers I42, waar Ruprecht von Orbent als Frans dichter vermeld staat en Her Slecke der gute Conrat als vertaler.

8. Deutsche Gedichte des Mittelalters herausgegeben von Friedrich Heinrich vonder Hagen & [Dr.] Johann Gustav Büsching, Berlin, I8o8-I82o, 2 dln. Dl I bevatte König Rother, Herzog Ernst, Morolf enz. Cf. over F. vonder Hagen A.D.B., XLVI, I879, p. 332-337 door A. Reifferscheid.

9· Bedoeld wordt hier Jakob Pütrich von Reichertshausen, over wie cf. A.D.B., XXVI, I888, p. 744-746 door Roethe. 0 I4oo, ver­moedelijk te München, was hij hofraad van de Beierse vorst en overleed vermoedelijk ca. I469. Hij was een bewonderaar van de oude Duitse poëzie uit de Stauffentijd, van Wolfram, Titurel enz. en was een verwoed verzamelaar van oude handschriften. Hij ging de geschiedenis in door zijn Ehrenbrief van I462, met een acro­stichon opgedragen aan hertogin Mechtild van Oostenrijk, een ouderwets gedicht van tweeslachtig genre : half liefdesverklaring, half genealogie en boekenkataloog. De hertogin reageerde op het stuk door het toesturen van een kataloog van haar eigen boeken­bezit, dat als N achschrift opgenomen werd, en merkwaardig is, omdat uit haar en zijn boeken blijkt welke handschriften toen nog bewaard waren. Adelung bezorgde van het stuk een editie te Leipzig in I788: Jacob Püterich von Reicherzhausen. Ein kleiner Beytrag zur Geschichte der Deutschen Dichtkunst im Schwähischen Zeitalter. Seinen in Leipzig zurück gelassenen Freunden gewidmet von Johann Christoph Adelung, Leipzig, I788.

IO. Cf. n. 8 opp.viivermeldt hij het probleem van de mythe rondom Karel de Grote en het verschijnsel der epische concentratie, terwijl hij tevens de anachronismen aanduidt.

I I. Rekende Willems hier wellicht op de hulp van Haenel, die in mei I826 naar Parijs vertrokken was, of op de contacten, die de Reiffenberg in Frankrijk had ?

I2. Cf. Hoffmann von Fallersleben, Horae Belgicae, pars tertia, Lipsiae, I8J6, Floris ende Blancejloer door Diederic van Assenede, p. xü, i.v. Niederdeutsch. De tekst naar het Helmstädter hs. werd door Dr. Paul Jakob Bruns, Romantische und andere Gedichte in Altplatt­deutscher Sprache, Berlin-Stettin, I798, p. 225-288 afgedrukt. Het Eschenburgse handschrift in diens Denkmäler altdeutscher Dicht­kunst, Bremen, I799, p. 209-230.

IJ. Cf. Inl., 11, p. Io4-Io6.

Page 157: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 422

I4· Hoekstra's opvattingen over de studie van het Nederlands door de Duitse geleerden schijnen hier parallel te lopen met die van Bilderdijk.

IS. Literarischer Grundriss zur Geschichte der Deutschen Poesie vonder ältesten Zeit bis in das sechzehnte Jahrhundert durch Friedrich Heinrich von der Hagen und J ohann Gustav Büsching, Berlin, I8I2, p. IS9-I62 (B. W. nr. 3085). Hierin worden beknopt de handschriften, drukken en studies besproken.

I6. Cf. brief nr. 4I7, n. 4· I7. Over de wedde van Hoekstra cf. N.N.B.W., VI, I924, kol. 786

door G. A. Wumkes: ze bedroeg f. I8oo per jaar en werd hem door de koning als lid van het Koninklijk Instituut toegekend, nadat hij zijn ontslag als hoogleraar te Leuven had aangeboden.

I8. Cf. Inl., II, p. I4I-I42.

Aantekeningen bij brief nr. 422

Brussel, S·9·I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I52. Gepubliceerd door Bols, nr. ISS, p. I55· 4 p. (25 X 2I,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

enkel ondertekend.

I. Cf. brief nr. 420. 2. Dit extract ging verloren, alsmede twee brieven : een van Willems

aan Van Ewijck (cf. Inl., I, p. 328) en een van De Jonge aan Van Ewijck (cf. Inl., I, p. 368-369), het ene over het gebruik van de handschriften van Heelu in het bezit van Van Wijn, het tweede over de bemiddeling van De Jonge bij Van Wijn, die wel zijn handschriften maar niet zijn nota's ter beschikking kon stellen. De geprikkeldheid van Willems over deze houding zou nog tot in de Préface van Willems' editie van I836 doorwerken.

3· Over deze mogelijkheid tot aankoop cf. verder brief nr. 428. 4· Over de handschriften van de Heelu cf. De Vreese, Bouwstoffen,

nr. 578, en Willems, Inleiding, p. xx-xxiii. Samengevat komt het hierop neer dat het teksthandschrift, K.B. Den Haag nr. 76 E 23, van ca. I444 is, geschreven door Henri van den Damme voor rekening van de stad Brussel. In I744 kwam

Page 158: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

het in de verzameling Marcus uit het bezit van Lelong, in I750 verwierf Huydecoper het, en zo raakte het bij Van Wijn. Hs. I bij Willems is K.B. Brussel I9607 van Verdussen; 2 is uit de bibliotheek van het stadhuis te Brussel, een copie van ca. I623 door Buchelius, nr. 3 een copie van A. Mattheus van Leiden, 1717, thans K.B. den Haag 130 G 24, hs. 4 een copie van Röver, Leiden, 1729 en hs. 5 een copie gepubliceerd in Clignetts Bydragen, p. 273 e.v. Het hs. gebruikt door Butkensis K.B. Brussel 6oo3-6oo5.

5· Cf. Inl., 11, p. 141-142. 6. Voor de handschriften van de Brabantsche Yeesten cf.brief nr. 420,

n. 12. Van Hultheros stuk was het teksthandschrift voor Willems' latere editie.

Aantekeningen bij brief nr. 423

['s-Gravenhage, 5·9·1827]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 5·9.1827, nr. 29 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (33 X zo), waarvan p. I-2 brief aan J. F. Willems, p. 2-3 be­

schreven, p. 4 blanco. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Van Ewijck alleen geparafeerd. De datering steunt op de exhibita links bovenaan : Gearrd den 5 Sep­

tember I827 N° 29(F; Exh. 27 Augustus I827 n° I09/A.

I. Cf. vorige brief.

Aantekeningen bij brief nr. 424

[Antwerpen, vóór 29.9·I827]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.11.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 2 p. (33 X 20 ), beschreven. De datering steunt op de datum van de vergadering van de commissie :

cf. brief nr. 426.

Page 159: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 425

1. Het handschrift van de Brabantsche Yeesten uit het bezit van Jan Casper Gevaerts of Janus Casperius Gevartius wordt inderdaad als het oudste beschouwd. Het berust te Leiden, Ltk. 1019: cf. brief nr. 420, n. 12 en wordt in 1430 gedateerd. Het eigenaardige van het geval is dat Willems achteraf als teksthandschrift K.B. Brussel 17012-13 heeft gebruikt, dat van ca. 1470 dateert en in het bezit was van Van Hulthem. Mogelijk kende Willems op dat ogenblik de verschillende handschriften nog niet goed. Hs. Gevartius vertoonde ook talrijke na I430 aangevulde leemten.

2. Cf. Inl., 11, p. 141-142 en ook brief nr. 425. 3· Cf. Inleiding van ed. Willems: deze extracten uit de Spiegel

Historiael, I, p. 107 van de ed. Clignett SteenwinkeL 4· Cf. brief nr. 407, n. 12: Bernhardi had oorspronkelijk de opdracht

tot deze uitgave gekregen, maar na 1830 nam De Ram deze taak over.

5· Cf. brief nr. 407, n. 9· 6. Cf. vroeger brief nr. 332, n. 12 en 14. Boek VL verscheen nog in

Willems' 2de deel, Boek VII door de zorgen van Bormans.

Aantekeningen bij brief nr. 425

Gent, 26.9.I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 5·9.1827, nr. 29 F. Niet gepubliceerd. 2 p. ( 24 X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Cf. brief nr. 423. De brief van Van Ewijck aan Van Hulthem ging verloren, maar werd niet achteraan Inl., I opgenomen als tussen derden gewisseld.

2. Nl. de tweede vergadering van de commissie. 3· Cf. hiervoor brief nr. 420, n. 12. 4· Over de jaloerse zorg waarmede Van Hulthem zijn bezit omringde

cf. o.m. Carlo Bronne, L' Amalgame, Bruxelles, 1948, p. 218 e.v. <<Les quinze pièces de son logis (te Brussel) sont gorgées de volumes; il y en a 64.000. Avec son fidèle domestique J oseph, il les lave comme des enfants, les panse comme des blessés, les habille de maroquin rouge et les étiquette d'un de ses cinq ex-libris. Comme il n'a point Ie temps de les classer, illes empile dans des caisses, les entasse dans son alcöve ou ils font office d'édredon, car

I53 IIa

Page 160: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 426

il est interdit de faire du feu dans sa chambre; la fumée pourrait nuire à ses protégés. »

5· Cf. brief nr. 421.

Aantekeningen bij brief nr. 426

Brussel, 29·9.1827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.11.1829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (33 x 20,5), beschreven.

r. Voor Pierre Philippe Constant Lammens cf. B.N., XI, 1890-91, kol. 220-221 door P. Bergmans. Hij was een beroemd bibliothecaris en bibliofiel, 0 Gent 8.10.1762, t 9.6.1836. Hij studeerde rechten te Leuven en bestudeerde daarna onderwijsproblemen te Wenen. Na 1793 vestigde hij zich in het buitenland waar hij de bibliotheken bezocht. In 1795 werd hij te Gent leraar geschiedenis en secretaris van administratieve en juridische commissies. Na 1814 reisde hij naar Parijs om er de oude handschriften en oorkonden, die in de Franse tijd naar Parijs waren gevoerd, terug op te sporen en naar de Nederlanden terug te sturen. Hij werd lid van de Brusselse Academie in 1816 en werd in 1817 benoemd tot bibliothecaris van de pas opgerichte Gentse universiteit. Hij had een uitgebreide persoonlijke verzameling van incunabelen en oude drukken van Elzevier en Plan tin, waarvan P. C. vander Meersch na zijn over­lijden de catalogus opstelde : Catalogue des liVTes rares et précieux de la bibliothèque de Jeu P.P. C. Lammens, Gand, 1839-1841 (ex. U.B.G. cat. 1839). Voor zover bekend gaf hij niets uit en zeker geen editie van de bewuste kronieken.

2. Cf. brief nr. 407, n. 14. 3· Over deze Chronodramus seu Cursus temporum cf. reeds de Nelis

in zijn Prodromus, p. 37, 59 en 73, en ook B.N., 11, 1868, kol. 904-905 door F. vande Putte. Jan Brand(o)(n) was een Zeeuwsvlaams kroniekschrijver, t Brugge als monnik van de abdij ter Duinen op 13·7·1428, die een chronologisch relaas van de gebeurtenissen schreef vanaf de schepping tot zijn eigen tijd. Vooral het derde deel, dat loopt vanaf 8oo tot 1414 was interessant en diende o.m. als bron voor de Annales van Meyerus. Hij gaf hierin niet alleen

154

Page 161: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

extracten, maar gaf ook zijn bronnen op. Een ex. uit de St.-Pieters­abdij berust thans in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.

4· Voor Jacques Joseph Ignace Hyacinthe Goethals, gezegd Goethals Vercruysse cf. B.N., VIII, I884-I885, kol. 74-77 door E. Varen­bergh. ° Kortrijk I2.8.1759, t 6.9.1838. Hij was nijveraar en biblio­fiel, en slaagde erin tijdens de Franse tijd veel kostbare manu­scripten en werken te verzamelen. Verder schreef hij een soort chronologisch overzicht van de geschiedenis van Kortrijk tot de I6de eeuw, dat gepubliceerd werd; de volgende eeuwen bleven in handschrift bewaard. Ook verzamelde hij gedurende vijftig jaar materiaal voor een Kroniek van Kortrijk en West-Vlaanderen, waarvoor hij o.m. officiële stukken over I792 en I794 te Wenen en Berlijn liet afschrijven: hij vertaalde alles in het Nederlands, maar dit werk werd niet gepubliceerd. Verder begon hij aan een editie van het Chronicon Aegidii Li Muisis abbatis S. Martini Tornacensis, nunc primum ex autographo editum cura Jacobi Goethals Vercruysse Cortracensis, waarvan slechts I 24 pp. verschenen. Hij was lid van geleerde genootschappen en liet bij zijn dood zijn verzameling van 12.000 boeken en 300 handschriften niet na aan de stad, zoals hij oorspronkelijk van plan was, maar aan een kloostergemeenschap. Hij nam geen deel aan de omwentelingen van 1789 en 1830.

5· Cf. brief nr. 407, n. 12. 6. Cf. Inl., 11, p. I4I-I42. 7· Cf. brief nr. 405, n. 3· 8. Cf. brief nr. 407, n. 5· 9· Cf. brief nr. 407, n. 6.

10. Bedoeld wordt Jacques Auguste de Thou of Thuanus, 0 Paris 8.10. ISSJ, t 7·5.1617, over wie cf. N.B. Gén., XXXXV, 1866, kol. 255-262 door E. Asse. Hij was eerst kanunnik, later magistraat, biblio­fiel en verzamelde materiaal voor een werk, Historia sui temporis, dat begon te verschijnen vanaf 1604 tot x6o8, en de periode 1546-1607 besloeg.

II. Cf. Inl., 11, p. 304. I2. Cf. brief nr. 407, n. 7· IJ. Cf. brief nr. 407, n. 7· I4. Cf. brief nr. 407, n. 2. IS. Vervat in nr. 424. I 6. Cf. brief nr. 420, n. 12. 17. Cf. brief nr. 427.

155

Page 162: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 427

[Brussel, 29.9·I827]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.II.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 2 p. {33 X 20 ), beschreven. De datering steunt op de datum van de vergadering, waarop het stuk

werd voorgelezen.

I. Cf. reeds hierover brief nr. 420.

Aantekeningen bij brief nr. 428

Den Haag, I9.IO.I82[7]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/48(3). Niet gepubliceerd . . 4 p. (25 X 2I,5), waarvan p. I-2 l;>eschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd geschreven in

0

een vreemde hand en door Van Ewijck enkel ondertekend.

I. Cf. brief nr. 422. 2. Letter- en geschiedkundige aanteekeningen op de Rymkronyk van Jqn

van Heelu, betreffende den Slag van Woeringen, in het jaar I288, nagelaten door Wijlen Mr. Hendrik van Wyn, in leven Archivariw des Ryks; Uitgegeven door W. J. A~ Jonckbloet en A.W. Kroon, 's Gravenhage, I84o.

Aantekeningen bij brief nr. 429

Antwerpen, 23.IO.I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 29.IO.I827, nr. I4 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X 20,5), beschreven.

1. Brief nr. 428. 2. V oor het handschrift van H eelu van Van Wijn cf. brief nr. 422, n. 4,

Page 163: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 430

voor dit van de Brab. Yeesten in het bezit van Kluit cf. brief nr. 420, n. 12 en 14.

3· In brief nr. 420. 4· Cf. brief nr. 324a, n. 3 voor Lord Heber; brief nr. 420, n. 12 voor

althans 1 ex. van de Brab. Yeesten in zijn bezit. Is het tweede wel­licht het fragment dat later eigendom van Willems was ? Cf. bijlage 11, achteraan in dit deel, nr. 22.

5· Cf. brief nr. 450, waarin als naam van de copiïst Densopgegeven wordt. Er bestaat evenwel aanleiding om uit de briefwisseling Willems,..Mertens af te leiden dat ook Mertens daarbij heeft geholpen: cf. speciaal brief nr. 863.

6. Cf. brief nr. 420, n. 12 en 426, n. I 6. 7· In werkelijkheid zou deze zaak nog aanslepen tot I839·

Aantekeningen bij brief nr. 430

Leiden, 28.1o.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 153. Gepubliceerd door Bols, nr. 156, p. 155-156. 4 p. (21,5 X I2,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : à Monsieur

Mons. J F Willems, Membre de l'Institut N ational des Pays-bas &a à Anvers. par M. de Hogendorp, Doet. en Droit. HWTydeman.

Brief in slechte staat.

1. Bedoeld wordt hier Fred. van Hogendorp, wiens academisch proef­schrift Disputatio kistorico-politica inauguralis de flumine Scaldi clauso, Lugduni Batavorum, 1827, in de B.W. onder nr. 440 berustte. Hij was een van de meest bekende leerlingen van Bilder­dijk, en wekte, vooral ter gelegenheid van de bij zijn promotie verdedigde stellingen, heel wat opzien.

157

Page 164: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 432

Aantekeningen bij brief nr. 43I

Den Haag, 29. I o. I 827. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/48; minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen}, 29.10.I827, nr. I4 F.

Niet gepubliceerd. 2 p. (32 x 20 }, waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

enkel ondertekend.

1. Cf. brief nr. 429.

Aantekeningen bij brief nr. 432

Antwerpen, 20. I I. I 827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen}, 29.10.1827, nr. 14 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres: Aan

het Ministerie van binnenlandsche Zaken te S' Gravenhage Voor den heer Administrateur van het Onderwys, de Kunsten en Wetenschappen

Stempel : Antwerpen

I. Cf. hiervoor de brieven nr. 426 en 429. 2. Cf. voor a Thymo brief nr. 407, n. IO. Van de Heelu waren toen

5535 verzen gezet. Cf. B. W., p. vi en aant. bij nr. 4699.

Page 165: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 434

Aantekeningen bij brief nr. 433

Amsterdam, 26. I I. I 827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I54· Gepubliceerd door Bols, nr. I57, p. I56-I58. 4 p. (25,5 x 20,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdele Heer

den Heere J. F. Willems. Lid der Koninklyke Akademie van Beeldende Kunsten enzv. enzv.: te Antwerpen.

Stempel : Amsterdam

I. Deze brief ging verloren: cf. Inl., I, p. 329. 2. Cf. N.N.B.W., I, I9II, kol. 854-857 door S. W. F. Margadant. 3· De Toekomst in drie zangen door W. H. Warnsinck, Bzn,

Leeuwarden, I827 (B. W. nr. 4Io8). 4· Alludeert Warnsinck hier op het overlijden van Willems' kinderen

van augustus I 826 ? Dateert de brief van W illems, vermeld sub I, dan wellicht van vóór de geboorte van August op 27.7.I827? In elk geval wijst dit er o.i. op dat in de verhouding een duidelijke verkoeling was ingetreden.

Aantekeningen bij brief nr. 434

Torhout, 30.11.I827. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I55· Gepubliceerd door Bols, nr. I58, p. I58-I59· 2 p. (23,5 X I9,5), beschreven.

I. Deze brief ging verloren : cf. Inl., I, p. 329. 2. Behaegel staat inderdaad als erelid vermeld in Antw. Alm., VIII,

I 822, p. xvii.

159

Page 166: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 4J7

Aantekeningen b(i brief nr. 435

[Den Haag, IO.IZ.I8z7]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), IO.IZ.I827, nr. 29 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (JJ X zo), waarvan p. I-2 beschreven, p. J-4 blanco. Klad. Deze brief werd door Van Ewijck niet ondertekend. De datering steunt op de exhibita links bovenaan : Gearrd den IO

December I827 N Z9 F; Exh. Z7 July I8Z7 N IJ F.

I. Cf. brief nr. 40I en Inl., 11, p. J8J-J87.

Aantekeningen bij brief nr. 436

Den Haag, I4.IZ.I827. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Staatssecretarie, map JOI8, zo.7.

I8z8, nr. II. Niet gepubliceerd. 4 p. (z9,5 X zo), waarvan p. I-Z beschreven, p. J-4 blanco. Kopie van de hand van Willems.

I. Over François van Harencarspel Eekhardt vermoedelijk N.N.B. W., VI, I9Z4, kol. 708-709 door F. S. Knipscheer: 0 Zwolle z8.4.I784, de zoon van de hoofdschout van Haarlem en lid van de Raad van State, en zelf onder Willem I een tijdlang gouverneur van Drente.

Aantekeningen biJ brief nr. 437

[Brussel], I8.IZ.I8z7. universiteitsbibliotheek, Gent, w .1, nr. I s6. Gepubliceerd door Bols, nr. I59, p. I59-I6o. 4 p. (21,5 X IJ), waarvan p. I-Z beschreven, p. J blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Monsieur

Monsieur Willems confié à 1' obligeance de Mr Serrure

I6o

Page 167: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 438

I. Cf. Inl., 11, p. 249-250. 2. Cf. brief nr. 405, n. 3· 3. Dit prospectus kwam eerst klaar in juni I829. Cf. brief nr. 552. 4· Cf. hierover reeds brief nr. 407, n. 3· 5· Cf. Inl., 11, p. 383-387. 6. Cf. Inl., 11, p. I02-I03·

Aantekeningen bij brief nr. 438

[Amsterdam], 3. I. I 828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I57· Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I6o, p. I6o-I6I. 4 p. (25 X 22), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Nl. Hugo de Groot en Maria van Reigersbergen, door Jeronimo de Vries, Amsterdam, I 827 ( B. W. nr. 2270) : het werk bevat na een inleiding, waarin De Vries oproept tot meer verdraagzaamheid en begrip, twee uitvoerige redevoeringen, die hij in I824 en I825 had gehouden: Hugo de Groot, in zijne beminnelijke hoedanigheden en als Nederduitsch dichter geschetst, p. I-I7I, en Maria van Reigersbergen, p. I73-235·

2. Cf. Inl., 11, p. 4I-44. 3· Cf. Inl., 11, p. 25I-252. 4· Vermoedelijk geschiedde dit in de Bezwaren tegen den geest der

Eeuw toegelicht, Leyden, I823 (B. W. nr. 3997) want zijn Geschiedenis des Vaderlands, de neerslag van zijn privatissima te Leiden, zou pas vanaf I832-I853 verschijnen (B. W. nr. I4II). Prins Maurits stond op dat ogenblik danig in de belangstelling : in I827 had A. Stalker te Rotterdam Prins Maurits van Nassau geens­zins de vijand, zijn broeder Frederik Hendrik de vriend der remon­stranten, laten verschijnen. Als antwoord hierop verscheen te 's-Gravenhage in I828 C. M. van der Kemp, Het gedrag van prins Maurits van Oranje omtrent de Remonstranten verdedigd tegen de aanmerkingen van Adriaan Stolker.

5· Cf. brief nr. 373, n. 25. 6. Mietje: zij duikt later nog op in de briefwisseling na I83o, o.m. in

brief nr. 572. 7· Bedoeld wordt wel de Almanak voor I827. Cf. Inl., 11, p. 4I3. 8. Voor Gerrit cf. brief nr. 372, n. 8. 9· Cf. brief nr. 296, n. 2.

Page 168: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 439

10. Filz"ps Willem, prins van Oranje, Haarlem, 1828 (B. W. nr. 2234) : daarin behandelt de auteur o.m. de vete tussen Maurits en Olden­barneveld. Voor deze zoon van Willem de Zwijger cf. N.N.B. W., I, 1911, kol. 1412-1413 door P. }. Blok: 0 Buren 19.12.1554, t Brugge 28.2.1618, studeerde hij te Leuven en werd in 1568 op bevel des konings naar Spanje gevoerd, waar hij in halve gevangen­schap leefde. Pas in I 596 mocht hij met Albrecht terugkeren naar de Nederlanden; hij verbleef er doorgaans aan het hof te Brussel, te Breda en in Frankrijk. Hij was een verdraagzaam katholiek, en werd begraven te Diest.

n. Cf. Inl., II, p. 172-173· Bedoeld zijn hier de Nederlandsche Legenden in Rijm gebracht, Amsterdam, 1828 (B. W. nr. 41 14), waarin het huis ter Leede en Adegild voorkomen. Een reactie op Van Lenneps voorlezing van dit eerste stuk komt voor in Het Thorheelu-archief I798-I872, 111, 1825-18Jo, door Dr. J. Brandt-van der Veen, Utrecht, 1967, reeks: Historisch Genootschap, 4de serie, nr. 8, p. 238-239·

12. Cf. Inl., 11, p. 115-u6. IJ. Cf. n. I. 14. De bron van dit Latijns citaat was niet terug te vinden. 15. In de Belgische Muzen-Almanak, 11, 1827, lijken de meeste bij­

dragen toch weer van Noordnederlandse zijde te komen. Willeros schreef er een bewerking van De Torenbrand van Mechelen voor. Cf. een bespreking in F. de Reiffenberg, Archives ... , 111, I827, p. I92-I93·

16. Dit plan zou verder nog opduiken : cf. brief nr. 442, maar niet verwezenlijkt worden.

Aantekeningen bij brief nr. 439

Antwerpen, 5.1.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 158. Gepubliceerd door Bols, nr. 161, p. 161-162. 4 p. (33,5 x 20,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Membrede

enkel ondertekend. Bovenaan links staat: L a K. = N° 12/12275·

1. Bedoeld wordt P. L. J. S. van Gobbelschroij. Cf. Inl., 11, p. 121-122.

162

Page 169: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 441

2. Hiervan was niets terug te vinden. Nochtans valt uit Willems' bemoeiïngen voor kaart nr. 2 vermoedelijk zijn belangstelling voor Kiliaen uit Duffel af te leiden : cf. een verre echo door P. J. Avantroodt in Antwerpsche Rederykkamer De Olyftak. Dicht- en prozastukken, r848, p. 24-26. Cf. verder brief nr. 391 en 413, n. 3·

Aantekeningen bij brief nr. 440

Brussel, IS.I.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I59· Gepubliceerd door Bols, nr. I62, p. I62-163. 2 p. (25,5 x 21,5), beschreven.

I. Blijkbaar wordt hier een zeker renouveau in de activiteit van Concordia te Brussel ingeluid, onder de krachtige impuls van H. J. Schuermans.

2. Willems voldeed aan dit verzoek op n.2.I829. Cf. Inl., II, p. 520.

Aantekeningen bij brief nr. 44I

Leuven, 6.2.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 160. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 163, p. 163-I66. 6 p. (26 X 22), waarvan p. I-S beschreven, p. 6 adreszijde. Adres : Mijnheer

Den Heere J. F. Willems te Antwerpen

I. Cf. Inl., II, p. 227-229, en de aanhef van brief nr. 437· 2. Bedoeld worden de Archives pour servir à l' histoire dvile et littéraire

des Pays-Bas, door de Reiffenberg: vermoedelijk betreft het hier het hele deel IV (r828), want op p. 251 wordt aangekondigd dat het tijdschrift voortaan te Brussel zal worden gedrukt.

3· Zou dit de bijdrage zijn van L. A. Warnkoenig (over wie Inl., II, p. 299-30I), Les sourees inédites d'ancien droit germanique français, découvertes dans un recueil de jurisprudence liégeoise connu sous le nom de Pawillart ou Pavillart, in Thémis, ou Biblio­thèque du jurisconsulte et du publiciste, Paris, X, 1829, p. 121-IJI?

Page 170: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

4· Cf. brief nr. 386, n. 2. 5· De catalogus vermeldt in de titel eveneens: Benevens zeer fraaije

Oude en Hedendaagsche Manuscripten. 6. Bedoeld wordt Honderd christelijke Zinnebeelden naer Georgetie de

Montenay, in I8S4 door A. D. Schinkel met een inleiding van J. van Vloten bezorgd in ISO exx. Cf. Dr H. E. Moltzer, Anna Roemers Visscher, Groningen, I879, p. 8-IS.

7. Over deze bibliofiel waren geen bijzonderheden te vinden. 8. Voor G. J. de Servais cf.brief nr. S22, n. 6. Bedoeld zal hier echter

zijn het werk van J. F. Navez, Dissertation historique sur les hosties miraculeuses, Bruxelles, I790, waar het hs. C van de editie van Willems, Brab. Yeesten, thans Antwerpen, Stadsbibliotheek, nr. I5828, geciteerd wordt opp. 36 en I27, en een facsimile voorkomt op het einde van het werk. V oor Bormans' voortzetting van Clericus cf. brief nr. 332, n. II en I2.

9· Over deze J. F. Navez waren in de bestaande biografische reper­toria geen inlichtingen te ontdekken. Wij vonden hem alleen bij Willeros vermeld.

10. Vermoedelijk ontdekte Willeros vrij vlug dat het hier om een vertaling ging {cf. zijn aantekening onderaan de tekst), en maakte hij geen gebruik van het stuk bij de publikatie van Landrechten en Keuren, in Mengelingen, p. 422-462.

11. Cf. Inl., 11, p. 39· Over de energieke arbeid van Bernhardi in de U.B. Leuven cf. o.m. Jaarboekje der Leuvensche Hoogeschool, voor het Jaar I829, Brussel, 11, I829, p. 79-80.

12. Cf. Inl., 11, p. 59-6o. 13. Den Luyster ende glorie van het hertogdom van Brabant, herstelt door

de genealogigue beschryvinge van desselfs souvereyne princen, ende door het ontdecken van den schat der privilegien, ordonnantien, ende soo rechts, en staet-kundige, als oeconomique reglementen der stadt Brussel, opgedragen aen den koning, door de negen natien Makende het derde Lidt der selver (door J. B. Ansems, Brussel, I699) (B.W. nr. I756).

14. Rerum Brabanticarum libri XIX avctore Petro Divaeo Lovaniensi; studio Avberti Miraei Canonici Antverpiensis primum nunc editi, fsf illustrati, Antverpiae, I6Io (B.W. nr. I78I).

IS. Dit zijn waarschijnlijk de Placcaeten ordonnantien landt-chartres blyde-incomsten privilegien, ende instrvctien By de Princen van dese Neder-landen, aen de Inghesetenen van Brabandt, Vlaenderen, ende andere Provincien, t'sedert t'Iaer M.CC.XX, Wtghegeven, gheac­cordeert, ende verleent, van de vvelcke in de voorgaende tvvee Plac-

Page 171: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 44I

caet-Boecken gheen mentt"e ghemaeckt en vvordt... vergadert, ende onder bequame Titulen in ordre ghestelt Door Antonium Anselmo, Voor desen Advocaet tot Antvverpen, ende teghenvvoordelijcken Schepene aldaer, t'Hantwerpen, (I648-I768), 10 dln. De beide eerste delen werden verzorgd door Anselmo, deel 111 door J. B. Christyn, de. delen V-VIII door J. M. Wouters (B.W. nr. 176o).

I6. Vermoedelijk is dit het werk geciteerd in n. I5· Andere werken van Anselmo, in druk of in handschrift, worden opgesomd in B.N., I, I866, kol. 330-334 door J. Delecourt, maar lijken ons minder belang te hebben voor de Brabantse geschiedenis.

I7. Cf. brief nr. 404, n. 11.

18. Cf. reeds n. I4, en verder Petri Divaei, Lovaniensis, Urbis, ac Provinciae Mechliniensis, quondam Syndici, Opera Varia: scilicet Rerum Lovaniensium libri IV. Annalium ejusdem oppidi libri VIII. Opus utrumque hactenus ineditum; de Galliae Belgicae antiquitatibus liber primus; Quibus ad calcem adjecta sunt H. Nuenarii de Gallia Belgica commentariolus, ejusdemque de origine et sedibus priscorum Francorum narratio; nee non Abr. Orteliiet Joh. Viviani Itinerarium, Lovanii, 1757 (B. W. nr. 1815). Over Divaeus zelf cf. B.N., VI, I878, kol. 68~74 door F. Stappaerts.

I9. Vermoedelijk bedoelt Serrure hier de Histoire abrégée du tiers-état de Brabant, ou Mémoire historique, ... Par M. Ernst chanoine Rég. de l'Abbaye de Rolduc, ... Maestricht, 1788 (B. W. nr. I769). Over Sirnon Pierre Ernst cf. B.N., VI, 1878, kol. 667-682 door A. Ie Roy. Cf. voor de bemoeienissen van de Reiffenberg om zijn Histoire du Limbourg op te nemen in de reeks Rerum Belgicarum Scriptores vooral kol. 68o e.v. Reeds in de Reiffenbergs Archives, V, waren manuscripten van Ernst gepubliceerd: op p. 28-56; 69-93 de Mémoires sur les premiers comtes de Louvain, en op p. I 3 1- I 54; 203-237 en 4I2-445 de Annales inédites de l'abbaye de Rolduc, écrites au milieu du douzième siècle.

20. Traité de l' origine des ducs et du duché de Brabant, et de ses charges palatines héréditaires, Avec une Réponse à la Défense des Fleurs-de­Lis de France, par Ze P. Ferrand. Par Jean-Baptiste de Vaddere, Prêtre & Chanoine d' Anderlecht. Nouvelle édition, retouchée d'un bout à l' autre pour Ie stile, &f enrichie de remarques &f critiques par J. N. Paquot, Bruxelles, 1784, 2 dln (B.W. nr. 1775). Voor De Vaddere zelf cf. B.N., V, 1876, kol. 83I-833 door J. Reusens.

21. Dit is een probleem. Afgaande op de inhoud van brief nr. 526 van Van Ertborn, die op 8.8.I828 als gouverneur naar Utrecht zou verhuizen en i.v.m. Altheer van een werk van Le Roy spreekt,

Page 172: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 441

zouden we wellicht kunnen veronderstellen dat het hier gaat om de Grand Théätre profane du Duché de Brabant, afJec une description des m1les et des chateaux, La Haye, 1730. Cf. voor baron Jacques Le Roy B.N., XI, I89o-1891, kol. 910-918 door A. Wauters. Cf. eveneens Serrure in V ad. Museum, I, 1855, p. 422-423. Een andere mogelijke veronderstelling is dat het hier gaat om een werk van C. F. de Nelis, Joachimi Hopperi, Frisu, Epistolae ad Viglium ab Aytta Zuichemum sanct'ioris consilii praen·dem, Lovanii, 1765, her­drukt te Utrecht in 1802 bij B. Wild en J. Altheer. Cf. brief nr. 420, n. 8.

22. Cf. Aant., I, p. 145, n. 30 en brief nr. 420, n. 4· Vermoedelijk sprak de Nelis over het uitgeven van deze stukken in zijn na­gelaten papieren (cf. brief nr. 420). Voor de Prodromos cf. brief nr. 407, n. I.

23. Cf. Inl., 11, p. 386 : de Aenteekeningen op eene Oude Kaert van Zeeland door Willems op p. 489-502, de kaart zelf van de Bylandt Cf. een bijdrage over de Schelde eveneens, in de ReiHenbergs ArchifJes, Ill, 1827, p. 4-18; 69-84.

24. Cf. voor dit handschrift reeds brief nr. 32~, n. 8, voor Heber zelf ibid., n. 3· Willems had in de Mengelingen, p. 45-58 Der Kercken Claghe gepubliceerd.

25. Hierover zou Serrure pas veel later een bijdrage leveren in De Middelaer of Bydragen ter bevordering fJan tael, onderwys en geschiedenis, I, 1840-4I, p. 77-81 : Willem van Affiighem, Neder­duitsch dichter (vóór 1280). Hij ontdekte diens naam via het werk van een zekere Hendrik Goethals of Henricus Gandavensis of Doctor Solemnis, De V iris illustribus usque ad an. r28o, opgenomen in Miraei, Bibliotheca ecclesiastica ... , Antverpiae, 1639, p. 173; en bij Johannes de Trittenheim, De Scriptoribus ecclesiasticis, Col., 1546, p. 218: hierdoor kwam vast te staan dat hij de auteur was van een Leven fJan Ste Lutgart en van de H. Christina de Wonder­bare. De werken zelf kon hij toen evenwel niet terugvinden : de rijke bibliotheek van de abdij was in de loop van de zestiende eeuw verstrooid geraakt. De zaak raakte terug in de actualiteit door de aangekondigde editie van J. H. Bormans, Leven fJan Sinte Christina de wonderbare, ... , Gent, 1850.

26. Willems kende het gedicht door het hs. Heber, en spreekt er over in zijn B.M., I, 1837, p. 343-346 bij zijn behandeling van Gielis van Molhem. Serrure behandelt het auteurschap uitvoeriger bij zijn publikatie van de tekst van de Rinclus, door Gielijs van Molhem en Hendrik, in V ad. Museum, III, 1859-186o, p. 225-286.

166

Page 173: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 441

Daarbij stipt hij aan dat Molhem in de buurt van de abdij van Affligem ligt, en drukt hij het vermoeden uit dat Gielis en Hendrik, die allebei voorkomen in Sanderus, Bibliotheca Belgica Manuscripta, 11, p. I4J, monniken aldaar waren. In 1828 helde hij naar de mening over dat deze Heinree en Hein van Aken een en dezelfde dichter zouden kunnen zijn. Deze mening had hij in zijn bijdrage van 1859 herzien: cf. ibid., p. 285-286.

27. Cf. Aant., I, p. JO, n. 6. 28. Over Joseph Jacotot cf. B.N., X, 1888-1889, kol. 49-59, door A.

le Roy. Zijn methode, uiteengezet in L' Enseignement universel, kende te Leuven en ook daarbuiten enorme bijval, maar begon vanaf I82J ook bestrijders en bespotters te vinden, o.m. in J. Kinker, die in 1826 te Luik een Rapport sur la méthode de Mr. Jacotot, présenté au département de l'Intérieur, liet verschijnen. Meer in het bijzonder heeft Serrure het hier over J acotots lees­methode, gebaseerd op het klankonderricht.

29. Voor Clignett cf. Inl., 11, p. 67; voor zijn editie van S. Geerden Minne, cf. zijn Bydragen tot de oude Nederlandsche Letterkunde, 's Gravenhage, 1819, p. J8I-4I I (B. W. nr. J478).

JO. Voor deze editie van Maerlant cf. Aant., I, p. JO, n. 6; voor de Fabelen van Esopus, zijn Bydragen ... , p. I-J8o.

JI. Over Huydecoper cf. N.N.B.W., V, I92I, kol. 25I-25J door J. W. Muller; Verjaard briefgeheim. Brieven aan Balthazar Huyde­coper, verzameld, "·ngelet·d en van aantekeningen voorzien door Henri A. Ett, Amsterdam, I956; C. J. J. van Schaik, Balthazar Huyde­coper. Een taalkundig, letterkundig en geschiedkundig initiator, Assen, 1962. Voor zijn edities van Middelnederlandse teksten cf. De Buck, p. 20-JO.

J2. Cf. Inl., 11, p. 4I-44. JJ. Uiteindelijk zou Willems' editie van de Brab. Yeesten in een

moderne letter verschijnen. J4· Bedoeld wordt ongetwijfeld het strafrecht, zoals het wordt uiteen­

gezet in het Bayerisches Strafgesetzbuch, I 8 I 3, van de hand van Paul Johann Anselm von Feuerbach (1775-18JJ), een Duits rechts­geleerde met buitengewone invloed en de grondlegger van de af­schrikkingstheorie in het strafrecht. Cf. N.D.B., V, 1961, p. no­lil door F. Merzbacher.

16']

Page 174: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 442

Aantekeningen bij brief nr. 442

Antwerpen, 7.2.I828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 58-65. 8 p. (24 X 20), waarvan p. I-7 beschreven, p. 8 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

Den heere Mr. Jeronimo DeVries Griffier der Stad Amsterdam

Stempel: Antwerpen

I. Cf. voor Hugo de Groot en Maria van Reigersbergen brief nr. 438, n. I; voor de Hulde aan Rinse Koopmans brief nr. 373, n. 25.

2. Vermoedelijk is dit het Geschied- en rechtskundig onderzoek rakende het afschaffen van krijgsvolk bij de Staten van Holland in I65o, uit­gegeven naar een gevonden handschrift, Brussel, I828 (B. W. nr. I344)· Hierin behandelt hij uitvoerig de relatie van Willem 1I tot Amsterdam.

3· Cf. brief nr. 436. 4· Le style c'est l'homme is de gewone vorm voor Le style est de

l'homme même, van Buffon, Discours sur Ze style, I753· 5· Cf. voor Samuel Muller N.N.B.W., IX, I933, kol. 698-70I door

F. S. Knipscheer: ° Krefeld 1785, tAmsterdam 1875, doops­gezind predikant en na het overlijden van Koopmans hoogleraar aan het Seminarium te Amsterdam.

6. Cf. Aant., I, p. I65, n. 2. 7· Magazijn voor wetenschappen, kunsten en letteren. Verzameld door

N. G. van Kampen, Amsterdam, I822-I83o, IO dln. 8. Mnemosyne. Mengelingen voor wetenschap en fraaije letteren, ver­

zameld door H. W. Tydeman en N. G. van Kampen, Dordrecht, I8IS-I828. Vanaf I822-I828 in feite verzameld door H. W. en B. F. Tydeman. Vanaf I829-I83I voortgezet door H. W. Tyde­man, B. F. Tydeman en J. T. Boclel Nijenhuis, Leiden, 2 dln.

9· Cf. n. I.

Io. Cf. Da Costa en zijn katholieke tijdgenoten, in Dr. W. J. M. A. Asselbergs, Nijmeegse colleges, Zwolle, 1967, p. 287-294, reeks: Zwolse Reeks van Taal- en Letterkundige Studies, nr. I9·

II. Cf. n. I.

I 2. De Vries heeft het op verschillende plaatsen over Grotius en het

168

Page 175: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

<<Pausdom>>: o.m. p. ros, 90-91, 125-126, 143-144, maar vooral op p. I52-I53·

13. Voor Gottfried Wilhelm Leibnitz (Leipzig 1646-1716) cf. A.D.B., XVIII, r883, p. 172-209 door Prantl.

14. D.i. voor Hugo de Groot. Voor Petavius of Denis Pétau (Orléans 1583-Parijs 1652), theoloog en polemist, cf. N.B.G., XXXIX, r86z, kol. 689-691.

15. Cf. brief nr. 408, n. 5· r6. H. Augustinus. 17. The Life of Hugo Grotius: with brief Minutes of the Civil, Eccle­

siastical, and Literary Ristory of the Netherlands, London, 1826, was van de Engelse katholieke auteur en jurist Charles Butler (175o-r8J2), over wie cf. D.N.B., VIII, r886, p. 45-47 door Thompson Cooper.

r8. Cf. Inl., 11, p. 41-44. 19. Cf. Aant., I, p. 26-27, n. 5· zo. Cf. hierover o.m. J. Bols, inL. W.Z.S., 1904, p. 169-175, waar hij

zelfs deze passus citeert : Buelens had ter gelegenheid van de eerste mis, opgedragen door zijn vriend P. F. X. de Ram (cf. Inl., 11, p. 225-226) te Lier op 1.5.1827, op hetfeestmaal een Latijns gedicht voorgedragen en er gedrukte exemplaren van uitgedeeld, waarin De Ram werd aangezet het protestantse juk te bestrijden en de invloed van Calvijn te weren: haereticum nescit Belga subire iugum. Op 7 juli werd hij daarom aangehouden, maar te Mechelen vrijgesproken. De zaak kwam evenwel voor het hof van assisen te Antwerpen, waar hij op 6 september, op grond van opruiing tot ordeverstoring, tot een jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Hij zat dit jaar uit te St. Bernards bij Hemiksem. De zaak wekte hevige beroering bij de publieke opinie en in de pers, die de straf niet in verhouding met het misdrijf vond.

21. Cf. reeds brief nr. 438, n. 14. 22. Op 14.8.r8z8 zou Maria geboren worden: cf. Inl., 11, p. 361. 23. Cf. Inl., 11, p. 343· 24. Cf. Inl., 11, p. 347-348. 25. Cf. Inl., 11, p. 346-347. z6. Cf. Inl., II, p. 357-361. 27. In r82o. Cf. Inl., 11, p. r8r-r82. 28. Bedoeld wordt Tot Nut der Jeugd. Cf. Inl., 11, p. 207-208. 29. Cf. Inl., 11, p. 249-250. 30. Cf. Inl., 11, p. 390-391 en 392-393. 3 r. Cf. Inl., 11, p. 388-389.

12a

Page 176: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 444

32. Cf. Inl., II, p. 384. 33· Historisch Onderzoek naer den Oorsprong en den waren naem der

openbare plaetsen en andere Oudheden van de stad Antwerpen, Ant­werpen, 1828. Cf. Inl., 11, p. 413-414.

34· Voor Josué Teissèdre l'Ange (1771-1853) cf. N.N.B.W., I, 1911, kol. 145-146 door E. Zuidema. Voor Sicgenbeek: cf. Inl., II, p. 251-252; voor Van Assen ibid., p. 26-27.

Aantekeningen bij brief nr. 443

Leuven, I0.2.I828. Koninklijke Vlaamse Academie, Gent, verz. P. van Duyse, map 4I. 4 p. (26,5 X 21,5), beschreven. Niet gepubliceerd. Fragmentair gebleven, einde brief ontbreekt.

I. Het derde deel van de Belgische Muzen-Almanak was blijkbaar pas te Gent verschenen, en wellicht met een begeleidend schrijven door Van Duyse aan Serrure gezonden ?

2. Cf. Inl., II, p. 298-299 : Wap was benoemd tot leraar aan de Kon. Militaire Akademie te Breda.

3· In de bijdrage van de redactie, opp. xv-xviii gewijd aan Heinsius, worden de namen nog al eens verward; tegenover p. I 8 I komt het portret in medaillon van Opitz voor, aldaar verkeerdelijk Spitz genoemd.

4· Willems' bijdrage was een gedicht voor Bernard Schreuder en Theresa Bergmann, Bij het Huwelijk van een' Hollander met eene Brabandsche Dame, p. I53-I57· Dit geschiedde op I7.8.1819. Cf. Inl., 11, p. 441. In de laatste strofe was evenwel een drukfout geslopen.

5· Serrures Verlangen naar Livine verscheen op p. 115-I18.

Aantekeningen bij brief nr. 444

Gent, I8.2.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I6J. Gepubliceerd door Bols, nr. I64, p. I66-I67. 2 p. (23 x 18,5), beschreven.

170

Page 177: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 444

1. Cf. Inl., Il, p. 249-250. 2. Cf. hierover A. de Vlaminck, Les anciennes chambres de rhétorique

de Termonde, in Oudheidskundige Kring. Gedenkschriften, 2de reeks, VIII, 1900, p. 91 e.v. en Schotel, p. 243·

3· Cf. G. van Wesemael, Iets over de aloude rederijkkamer de Leeuwerkenaars, in: Ons Dendermondsche volk, I, 1907-1908, nr. 2, p. 3-6; nr. 4, p. 1-3.

4· Over de Distelbloem cf. C. P. Serrure, De Kamer van St. Rochus, in Vad. Museum, I, 1855, p. 109-110, en Schotel, p. 245. Zie eveneens A. van Buggenhout, De rederijkers, met een woord over de aloude kamer van rhetorika De Distelieren, in Ons Dender­mondsche volk, Il, 1909, p. 97-roo; 113-120.

5· Cf. Aant., I, p. 42, n. 3· 6. Voor Rosiana Coleners cf. P. van Duyse, in B.M., II, 1838, p. 96-

ror; B.N., IV, 1873, kol. 275-276 door ]. J. de Smet, en A. de Vlaminck, Roze de Ceulenaer, Roziana Col en ers, in Oudheids­kundige Kring. Gedenkschriften, 2de reeks, VI, 1894, p. 159-r6s.

7· Die historie van Belgis, diemenanders namen mach: den Spieghel der Nederlantscher oudtheyt, Ghendt, 1574 (B.W. nr. 1466; ed. 1829 nr. 1467).

8. De Teneraemonda libri tres, Antverpiae, 1612 (B. W. nr. 2044). 9· Jacobus Maestertius, Beschrijvinge van de stadt ende landt van

Dendermonde, midtsgaders de costumen, statuten ende usantien, Leyden, 1646 (B.W. nr. 2045).

10. Voor zover ons bekend heeft dit plan nooit een begin van uit­voering gekend.

I 1. Van Duyse werd bekroond door Concordia te Brussel voor zijn Lofdicht op de Nederlandsche taal, Brussel, J. Sacré, 1829 (B. W. nr. 4II7). Cf. over deze wedstrijd J. Micheels, Prudens van Duyse, 1893, p. 27: << Willems bewees mij de eer mijn prijsvers ter plechtige vergadering van Concordia voor te dragen. Hij zeide mij: Ik kom opzettelijk uit Antwerpen om U te zien en in U eenen dichter aan te wakkeren. De medaille was niet in gereedheid en ik weigerde in afwachting de roo gl. daarvoor uitgeloofd, te ontvangen; derhalve gaf men mij bij voorraad eene zilveren medaille, die ik later liet vergulden. Ondertusschen ten gevolge der Omwenteling van 't jaar 30, werd Concordia vernietigd. Die 100 gl. waren het minste, dat ik daarbij verloor!>>

Page 178: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 445

[Antwerpen], I.J.I8z8. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 a. Gepubliceerd door J. H. Groenewegen, E. J. Potgieter, Haarlem, I894,

p. I4, n. I, en De Vroede, in: V.M.K. V.A., I952, p. I99· 4 p. (zo X 12), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : Wel edel Heer

Den heer E. J. Potgieter korte nieuwstraet N° 344 Deze

Schrift Potgieter: I Maart. I828. Wille ms.

Aantekeningen bij brief nr. 446

Leiden, I2.J.I8z8. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I64. Gepubliceerd door Bols, nr. I65, p. I67-I68. 4 p. (22,5 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Den WelEdelen Heer

J. F. Willems, te Antwerpen.

Stempel : Leyden

I. Voor deze firma cf. het werk van Ledeboer, geciteerd in Aant., I, p. IJ, n. I, p. 70.

2. Hazenbergh zou later de firma Haak en Comp. overnemen. Cf. Ledeboer, p. 73, waar verschillende firmanten van die naam worden opgegeven.

3· Het tweede stuk van de Mengelingen verscheen op 20.4.I828. Cf. Inl., 11, p. 384.

4· Nederlandsche Spraakleer. Door Mr Willem Bilderdijk, 's Graven­hage, I8z6 (B. W. nr. 3976).

5· Mr. Johannes Kinker gaf in de Recensent vier verslagen over dit werk, achtereenvolgens in XX, I, I827, op p. n8-143; 2I7-240; 329-36I; 49I-527; 62I-657; en in XXI, I, I8z8, opp. 61-95; 167-209; 282-321; 462-494; 632-650. Een brief van Kinker verscheen

Page 179: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 447

daarenboven in XX, 2, I827, p. I-I4. Zijn recensie was onder­tekend J. Kr.

6. Deze brief van Kinker en de vier verslagen verschenen, lichtelijk gewijzigd en aangevuld, als Beoordeeling van Mr. W. Bilderdijks Nederlandsche Spraakleer, met de spreuk: Discant artem quam frustra docent. Door Mr. J. Kinker. Gevolgd van eenen brief des hoogleeraars Matthijs Sicgenbeek aan den schrij"ver, als blj"voegsel tot deze be­oordeeling, Amsterdam, I829 (B. W. nr. 40I5). Voorheen was reeds Taalkundige bedenkingen, voornamellj"k betreffende het verschil tusschen de aangenome spelling en die van Mr. Bilderdijk, door M. Siegenbeek, voorafgegaan van een brief van den hoogleeraar J. H. van der Palm aan den schrlj"ver, Haarlem, I827 (B. W. nr. 3397) verschenen.

7· Cf. hierover reeds brief nr. 438, n. 3· 8. Cf. Inl., 11, p. 272. 9· De eerste medaille was hem voor een verhandeling in het vak der

letteren toegekend, en droeg als titel Dissertatio historica et Zit. in aug. de Athenarum conditione sub imperio Triginta Tyrounorum, Lugduni Batavorum, 1828 (B. W. nr. 673). De tweede behandelde een rechtskundig vraagstuk Responsio, qua exponitur, quid jure criminali, cum philosophico, tum hodierno Belgico, praecipiatur de premiendis factis lege civitatis poenaZi vetitis, sed extra territorium ejus commisst"s, Lugduni Batavorum, I828.

Io. De promotie geschiedde op 13.I2.I828. I I. Cf. Inl., 11, p. I 56.

Aantekenz'ngen bij brief nr. 447

Haarlem, I3.3.I828. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd door C. P. Serrure, Briefwisseling van Bilderdyk, 11, in:

Kunst- en Letter-blad, Gent, I, I84o, nr. I2, p. 47·

I. Afgaande op n. 4 vermoeden we dat Serrure hier aan Bilderdijk de inhoud van het groot Hultberns handschrift mededeelde. De brief­wisseling van Serrure met Bilderdijk werd jammer genoeg in de grote editie van Messchert niet opgenomen en ging blijkbaar verloren.

2. Cf. over de relaties van Bilderdijk met de Tweede Klasse en het Instituut N.N.B.W., 11, I9I2, kol. I55-I56 door S. W. F.

173

Page 180: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 449

Margadant. Bilderdijk werd door Willem I in 1815, op een jaar­geld van f. 1 8oo benoemd tot vast secretaris van de Klasse, en bleef dit tot ca. mei 1817, waarna hij zich als privaatdocent te Leiden vestigde.

3· De briefwisseling van Willems met Bilderdijk was inderdaad zeer afgenomen : de laatste brief dateerde van juli 1827, terwijl Willems toch juist vanaf 1825 druk aan de studie van het Middelnederlands was en wellicht op adviezen van Bilderdijk had kunnen hopen.

4· Cf. voor deze editie door Bruns brief nr. 421, n. 12. De Reisen des heiligen Brandanus opp. 159-216. Een Nederlandse versie komt in het Hultbernse handschrift voor, fol. 1a-11a, en werd gepubliceerd door Ph. Blommaert in zijn Oudvlaemsche Gedichten der Xlle, XI/Ie en X!Ve eeuw, Gent, 1838, p. 100-120. Kritiek op deze editie door J. Bergsma, Bijdrage tot de wordingsgeschiedenis en de critiek der Middelnederlandsche Brandaen-teksten, Groningen, 1887, p. 83-118.

5. Bilderdijk bezorgde o.m. de druk van het derde deel van de Spiegel Historiael: cf. Aant., I, p. 30, n. 6; en stond in corres­pondentie met J. Grimm over de Comburgse codex.

Aantekeningen bij brief nr. 448

[Antwerpen], 17·3.[1828]. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 b. Gepubliceerd door De Vroede, 1952, p. 199-200. 4 p. (20,5 X 12), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

Deze Schrift Potgieter : 17 Maart 1828.

Willems.

Aantekeningen bij brief nr. 449

Antwerpen, 4-4.[1828]. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 c. Gepubliceerd door De Vroede, 1952, p. 200. 4 p. (2o x 13), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adreszijde.

174

Page 181: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Den heere Potgieter Deze

Schrift Potgieter : Willeros 4 April I828.

Aantekeningen bij brief nr. 450

Antwerpen, 20.4.I828.

NR. 451

Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 26.4.I828, nr. I6 F.

Niet gepubliceerd. 2 p. ( 24 X 20 ), beschreven. Bovenaan links staat: Exh. 26 April 1828 N° 16 F.

I. Cf. Inl., 11, p. 384. 2. Cf. reeds brief nr. 429, n. 5· 3· Cf. brief nr. 437 en 552. 4· Cf. brief nr. 432, n. 2. 5· In de Mengelingen, p. 227-284. Cf.lnl., 11, p. 380 en 384 en brieven

nr. 39I en 439· 6. Cf. Inl., 11, p. 413-414.

Aantekeningen bij brief nr. 45I

Antwerpen, 21 ·4· I 828. Koninklijke Bibliotheek, Brussel, nr. I I, 826, B, p. I02-IOJ. Niet gepubliceerd. 4 p. (26 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Bovenaan nota in potlood: Willems, van Antwerpen (niet van de

Rekenkamer) Historicus en Dichter De bestemmeling was te bepalen a.h.v. de publikaties van De Jonge.

1. Cf. Inl., 11, p. 384. 2. Cf. brief nr. 33I, n. 6 en 8 en brief nr. 349, n. 6 en 7· 3· Cf. brief nr. 420, n. 2. 4· Cf. brief nr. 420, n. 5 en 8. Voor Elbertus Leoninus of Albert de

Leeuw 0 Bommel 1519 of I520, tArnhem 1598 cf. B.N., V, kol. 363-378 door A. Le Roy. Hij was rechtsgeleerde en hoogleraar te

I75

Page 182: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 453

Leuven tot hij gemengd raakte in de godsdienstige en politieke beroering die leidde tot de scheiding der Nederlanden. Hij trad herhaalde malen als onderhandelaar tussen de landvoogd en Oranje op, maar legde in I58o zijn ambt neer om naar het Noorden te vertrekken, waar hij o.m. bestuursfuncties waarnam en Leicester steunde. Hij schijnt vooral in correspondentie gestaan te hebben met Viglius en Oranje. Cf. eveneens Een honderdtal brieven uit de correspondentie van Elbertus Leoninus. Uitgegeven met inleiding en toelichting ... door Jan Roelink, Nijkerk, I946.

5· Cf. hierover brief nr. 349, n. 6. 6. Vermoedelijk met een exemplaar der Mengelingen voor De Vries,

Wiselius en de Tweede Klasse.

Aantekeningen bij brief nr. 4I sa

Antwerpen, 21.4.I828. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. {2I X IJ), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Cf. Inl., 11, p. 384, en brief nr. 45I.

Aantekeningen bij brief nr. 452

Antwerpen, 2 I ·4· I 828. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Binnenlandsche Korrespondenten, exp. I24· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

1. Cf. Inl., U, p. 384 en brief nr. 45I.

Aantekeningen bij brief nr. 453

Antwerpen, 2I.4.I828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

Page 183: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 455

I. Cf. Inl., 11, p. 384. 2. Deze nummers zouden De Oude Bevolking der Provincie Ant­

werpen, p. 227-284 en Oude Nederlandsche Volksliederen, p. 285-306 bevatten. Cf. Inl., 11, p. 384. Het eerste stuk werd door Willems vervaardigd ten behoeve van de Commissie voor Statistiek, waar­voor cf. brief nr. 4I3, n. 3·

3· Het Bericht wegens de Antwerpsche Boek-Printers der vyftiende eeuw, en den Drukker van het Breviarium Tornacense, verscheen in de Mengelingen, p. 69-86.

4· Cf. Inl., 11, p. I6I-I62. 5· Cf. brief nr. 45I en 420. 6. Cf. brief nr. 45 Ia en 452. 7· Op I4.8.I828 zou Maria geboren worden. Cf. Inl., 11, p. 361. 8. Cf. de brieven gewisseld tussen beiden in september-oktober I826.

Aantekeningen bij brief nr. 454

[Antwerpen, 26.4.I828]. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.lll. Niet gepubliceerd. 2 p. (3I X I9,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. V oor de datering cf. de volgende brief.

1. Cf. voor de handschriften van de Heelu brief nr. 442, n. 4· 2. Cf. N.N.B.W., I, 1911, kol. 83-84 door W. Bijleveld: Daniël van

Alphen, 0 Leidschendam 29.1.1651, t Leiden I0.7.I733, was rechtsgeleerde, regent, en schreef letterkundige en historische studies die evenwel niet gepubliceerd werden.

3· Dit was vermoedelijk een overdruk van de bijdrage van F. van Lelyveld, Aanteekening over de Rijmkronijk van Jan van Heel u, Slach van Woeronc M.S., in B. Huydecopers Proeve van taal- en dichtkunde; ... , 17822, I, p. 483-515.

Aantekeningen bij brief nr. 455

[Den Haag, 26.4.I828]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken, (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen}, 26.4.1828, nr. 16 F. Niet gepubliceerd. 2 p. (31,5 X 22), beschreven.

177

Page 184: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 458

Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck alleen geparafeerd.

1. Cf. voor dit alles vorige brief.

Brief nr. 456 wordt nr. 458

Aantekeningen bij brief nr. 457

Parijs, 3·5.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 165. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 166, p. 168-169. 4 p. (25 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Wel Edel Geboren Heer

Den Heer Willems Lid van 't Nederl. Instituut enz enz te Antwerpen

1. Deze brief ging verloren : cf. Inl., I, p. 330. 2. Voor Mr. Dirk van Hogendorp cf. N.N.B.W., X, 1937, kol. 377-

378 door W. M. C. Regt: 0 Amsterdam x8.12.1797 als zoon van Mr. Gijshert Karel van Hogendorp, t 's-Gravenhage 18.3.1845· Hij promoveerde te Leiden in 1822 en kende een rechterlijke en administratieve carrière.

3· Waarschijnlijk had Willeros materiaal voor de uitbreiding van F. van Hogendorps proefschrift over de Schelde verzameld en op­gestuurd. Wellicht werden Willems' gegevens later verwerkt in zijn bijdrage Aenteekeningen op eene Oude Kaert van Zeeland, in Mengelingen, p. 489-502. Cf. Inl., II, p. 386.

4· Cf. brief nr. 430, n. 1.

Aantekeningen b~i brief nr. 458

Den Haag, 5·5.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. x66; minuut in Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onderwijs,

Kunsten en Wetenschappen), 26.4.1828, nr. 16 F.

Page 185: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 167, p. 169-170. 2 p. (3 1 X 20 ), beschreven. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

alleen ondertekend.

1. Cf. hierover brief nr. 450 en 429, n. 5· 2. Cf. over deze afschriften reeds Clignett, Bydragen ... , 1819, p. 273,

n. waarin hij opgeeft over twee afschriften te beschikken: een naar K.B. 's-Gravenhage, nr. 76 E 23, uit het bezit van Van Wijn, en een << van het Hof te Brussel )). Voor de handschriften van de Heelu cf. brief nr. 422, n. 4· In de Catalogus eener .fraaije verzameling van Lat~jnsche, Fransche en Nederduitsche Boeken waar onder zelden voor­komende werken en zeer net geconditioneerd. Nagelaten door wijlen den Weledelen Gestrengen Heer Mr. J. A. Clignett, Raad bij het Hoog Geregtshof te 'sGravenhage, gehouden door B. Scheurleer te Den Haag op 28.4.1829 (ex. K.B. Den Haag, nr. 5549 bevat de prijzen), vindt men:<< een afschrift van J. A. Clignett van Jan van Heel u slach van Woeronc ( 1288) )), 141 bladen. Vooraan eene gedrukte aanteek. over het oorspronkelyk Hds. des Reeren van Wyn, uit Huydecopers proeve van T. en D., door F. v. Lelyveld; als ook eenige aanteek. van P. v. M. )) [=van Musschenbroek]. Daarnaast << [J. v. Heelu], de stryt en slach van Woeringen, (in prosa overgebragt), Bruss. 1646. Deze overbrenging, 72 bi. groot, is (volg. aant. v. P. v. M.) den H. H. v. Wyn, Huydecoper, Lely­veld en anderen geheel onbekend, en, zoo veel men weet, is er geen 2de exempl. van aanwezig )). Wellicht is dit het exemplaar waarvan Clignett vermoedde dat het van het << Hof van Brussel )) was ? Cf. echter Willems, Heelu, p. xxvii-xxviii: dit is de copie van een druk van 1646, Brussel, Govaerdt Schoevaerdts, waarvan de hand­schriften bij Musschenbroek en de gebroeders Geelhand berustten. Het lijkt wel interessant om a.h.v. cat. K.B. Den Haag nr. 5549 bepaalde andere prijzen voor kostbare werken op te geven: nr. 358, Willems' V er handeling, werd voor f. 2 verkocht aan Halbertsma. Nr. 316, Woordenboek Kiliani etymol. teut. linguae, Antv. 1599, haalde f. 2.10; nr. 312, 135 dln Vaderlandsche Letteroefeningen (176I-1827) f. 21; nr. 277, Cats Sinneen minnebeelden 1629 f. 1.30; nr. 158 Melis Stoke, ed. Huydecoper, 1772, 3 dln, f. 3.-; nr. 157 Maerlant Sp. Hist. ed. Clignett en Steenwinkel, Leiden, 1784, met geschreven aantekeningen, f. 8.-; nr. 118, Fragm. v. oude hss. op perk., aant. op fabelen v. Esopus, bijbel v. Maerlant, f. S·- aan Carbasius.

179

Page 186: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

3· Cf. Inl., 11, p. 67. 4· Cf. brief nr. 450. 5· Cf. Inl., Il, p. 384.

Aantekeningen bij brief nr. 459

Rotterdam, 9·5.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 167. Gepubliceerd door Bols, nr. 168, p. 170-172. 4 p. (23 x 18,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Wel Edel Heer

den Heere J. F. Willems S.T. Antwerpen

Stempel : Rotterdam 5-10

1. Cf. Inl., 11, p. 384. 2. Messchert was op dat ogenblik nog steeds wijn- en azijnfabrikant. 3· Voor zijn religieuze crisis en overgang naar het Réveil cf. verder

in deze brief. 4· Cf. Inl., 11, p. 204. 5· Nieskruid voor den Heer J. L. Nierstrasz, Jr, Amsterdam, 1828

(B. W. nr. 4100 ), een brochure die een felle aanval bevat op Nierstrasz' persoon en werk, en van de hand was van J. J. F. Wap, over wie cf. Inl., 11, 298-299.

6. Nl. van de Mengelingen nr. 2.

7· Cf. Inl., 11, p. 259-260.

Aantekeningen bij brief nr. 460

Amsterdam, 10.5.1828. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Uitgaande

Depêches, lil, exp. 19. Niet gepubliceerd. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Wiselius enkel ondertekend.

180

Page 187: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

I. De datum werd niet ingevuld. Het betreft hier een antwoord op brief nr. 452 van 2I april.

Aantekeningen bij brief nr. 46I

Haarlem, I8.5.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/I5{7). Gepubliceerd in Brieven van Mr. W·illem Bilderdijk, vijfde deel,

Rotterdam, W. Messchert, I837, p. 2I0-2II; in overdruk p. 23-24, 4 p. (23 x I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4

adreszij de. Adres : WelEdelgeboren Heer,

De Heer J. F. Willems, ss.tt. te Andwerpen.

Stempel : Haarlem 5-2[o]

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 330. 2. Verklarende Geslachtlijst der Nederduitsche naamwoorden, op stellige

taalkunde gevestigd, door Mr. Willem Bilderdijk, Amsterdam, I832-I834, 3 dln (B. W. nr. 3968). De voorrede, ondertekend B., is gedateerd I825.

3· Cf. brief nr. 420, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 462

Antwerpen, 20.5.I828. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 27.5.I828, nr. I6 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X 20,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Cf. brief nr. 458, waarin dit verzoek vervat was. 2. Cf. aldaar, n. 2.

3· Nl. Henri van den Damme, die voor de stad Brussel eveneens een copie van de Brabantsche Yeesten bezorgde (thans K.B. Brussel I96o7). Cf. Willems, Heelu, Inleiding, p. xxienDe Vreese, Bouw­stoffen, 578.

Page 188: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

4· Dit exemplaar stamde uit de bibliotheek van Corn. van der Maersche en werd op de veiling Clignett door Carbasius ver­worven blijkens de catalogus (cf. brief nr. 458, n. 2), nr. 63, Proeliurn Woeringanum, Brux. I69I, voor f. 1.30.-. Cf. verder brief nr. 6o8, en de bijdrage van N. Carbasius Cz., Over Jan van Heelu en zijn gedicht : De slag van Woeringen. Eene voorlezing, in Nieuwe Werken van de Maatschappij van Ned. Letterkunde te Leiden, 111/ 2, I834, p. I-52. Over Carbasius zelf cf. Inl., 11, p. 6I-62.

5· Cf. brief nr. 428, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 463

Den Haag, 27.5.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I68; minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen), 27.5.I828, nr. I6 F.

Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. I69, p. I72. 4 p. (3 I X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

alleen ondertekend.

I. Cf. vorige brief en ook nr. 458, n. 2. 2. Cf. brief nr. 6o8, waarin Carbasius het handschrift ter beschikking

stelt.

Aantekeningen bij brief nr. 464

[Antwerpen], 28.5.I828. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An I22 d. Gedeeltelijk gepubliceerd door J. H. Groenewegen, E. J. Potgieter,

Haarlem, 1894, p. 15-16, n. I en geheel door De Vroede, I952, p. 20I. 4 p. (19 X xo,s), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

Deze Schrift Potgieter: 28 Mei I828.

Willemsz.

I82

Page 189: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1. Cf. voor deze dames Inl., 11, p. 134. Wilhelmina Geertruida van Ulsen, een zuster van Potgieters moeder, dreef samen met Elisabeth van Hengel een zaak in lederwaren te Amsterdam tot 1825. Toen deze zaak niet langer bloeide kwamen ze, samen met de jonge Potgieter, naar Antwerpen waar Mej. Van Hengel een zaak in suiker dreef onder de firmanaam Van Hengel & W. G. van der Muelen, gevestigd in de Korte Nieuwstraat 344·

2. Mnemosyne. Mengelingen voor wetenschap en fraaije letteren, ver­zameld door H. W. Tydeman en N. G. van Kampen, Dordrecht, I8I5-1828, 18 dln.

3· Cf. Aant., I, p. 51, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 465

Amsterdam, 29·5.1828. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in: De Vriend des Vaderlands, Amsterdam, 11, 1828, nr. 6,

p. 424-439; later overgenomen in Berigten wegens de boekprinters van Antwerpen ten jare I442, enz. door J. F. Willems, Gent, 1844, p. 24-38, en in : Belgisch Museum, VIII, 1844, p. 34-48.

1. Cf. Inl., 11, p. 384. 2. N.a.v. de Historie van Saladin, Oudenaarde, 1480. 3· Het stuk heet Nouvelles recherches sur !'origine de l'imprimerie

Dans lesquelles on fait voir que la première idée en est due aux Brabançons, par M. des Roches, Lu à la Séance du 8 Janvier 1777, en staat in Mémoires, I, 178oj2, p. 523-549.

4· Nieuw onderzoek naar den oorsprong der boekdrukkunst; waarin getoond wordt dat men de eerste denkbeelden daar van aan de Brabanders verschuldigd is. Door Den Heer J. des Roches ... in V ad. Letteroef., 1878, VII, 2de stuk : Mengelwerk, p. 298-307; 352-374·

5. Cf. voor J. Konings Over den oorsprong en de uitvinding der boek-drukkunst reeds brief nr. 287, n. 20.

6. Voor Cornelius de Schryver, Grapheus of Scribonius cf. B.N., V, 1876, kol. 721-725 door J. Roulez: 0 Aalst 1482, t Antwerpen I9.12.1558, was hij secretaris van de stad Antwerpen vanaf ca. 1533 tot zijn dood. Daarnaast genoot hij een zekere bekendheid om wille van zijn Latijnse gedichten.

Page 190: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

7· Cf. n. 4· 8. Cf. het in n. 5 geciteerde werk. 9· Cf. Inl., I, p. 311-312, n. 2.

-~~-------

10. Voor Joseph Hippolyte Ghesquière cf. B.N., VII, 1883, kol. 719-725 door Ch. Piot: ° Kortrijk 27.2.1731, t Essen 23.1.1802. Hij hielp bij het redigeren van de Acta Sanctorum, stelde de Analecta belgica samen en schreef daarnaast nog Réjlexions de M. l'abbé Ghesquière sur deux pièces relatives à l'histoire de l'imprimerie, eerst gepubliceerd in L' Esprit des Journaux, 1779-1780, en daarna in boekvorm, Nivelles, 1779(2.

r r. Bedoeld wordt C. A. de Heineken, Idée générale d'une colZeetion complète d'estampes, vermeld in Willems, Mengelingen, p. 79·

12. Voor Pierre Lambinet cf. N.B. Gén., XXIX, r862, kol. 169-170 door E. Regnard: Frans bibliograaf, 0 1742, t 1813, die zich na een aantal jaren kloosterleven als leek aan privé-onderricht te Brussel wijdde. Hij schreef o.m. Recherches hlstorlques, littéraz'res et critiques, sur !'origine de l'imprimerie,particulièrement sur ses premiers établissements, au quinzième siècle, dans la Belgique, Bruxelles, 1798 (B. W. nr. 356 ). Later werd dit opnieuw bewerkt tot Origine de l'imprimerie, d' après les titres authentiques, l' opinion de M. Daunou et celle de M. Van Praet, suime des établissemens de eet art dans la Belgique, et del' histoire de la stéréotypie; ornée de claques, de portraits et d'écussons, Paris, 1810, 2 dln.

13. Voor Johann Gottlob Immanuel Breitkopf cf. A.D.B., 111, 1876, p. 297-300; voor zijn geschriften over de boekdrukkunst meer in het bijzonder p. 298. Hij was van plan een kritische geschiedenis der boekdrukkunst te schrijven, maar dit werk bleef onvoltooid in handschrift achter. Wel publiceerde hij een V ersuch den Ursprung der Spielkarten, die Einführung des Leinenpapieres, und den Anfang der Holzschneidekunst in Europa zu erforschen, Leipzig, 1784-18or, 2 dln, en verschillende bijdragen in tijdschriften, zo o.m. Ueber die Geschichte der Erfindung der Buchdruckerkunst, 1779.

14. Voor Ch. A. de Laserna Santander cf. B.N., XI, r89o-r891, kol. 383-386 door Paul Bergmans: ° Colindres (Sp.) 1.2.1752, t Br~ssel 23.11.1823. Hij was een vermaard bibliofiel en conservator van de bibliotheek te Brussel tot r8n, schreef o.m. een Mémoire sur l' origine et Ze premier usage des signatures et des chiffres dans l' art typographlque, 1796, 1803/2, en een Dictionnaire bibliographique choisi du quinzième siècle, Bruxelles, 18os-r8o7, 3 dln (B. W. nr. 2397), waaraan hij een essay Sur !'origine et l'histoire de l'imprimerle liet voorafgaan.

Page 191: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

15. Cf. Mengelt:ngen, p. 74· r6. Ibid. 17. Ibid. r8. Voor Mr. Jacob Visser cf. brief nr. 289, n. 5· Bedoeld wordt hier

de Naamlijst van boeken, die in de XVII Noordnederlandsche Provincien geduurende de XV.eeuw gedrukt zyn, Amsterdam, 1767.

19. J. Koning moet een afzonderlijke druk van Willems gekregen hebben: in de Mengelingen staat dit p. 79 e.v.

20. Cf. brief nr. 419. 21. Voor de Brugse drukker Jan Brito cf. Campbell, Annales, p. 536,

en hier vermoedelijk nr. 8o7, p. 220-221 :achteraan het werkje van Johannes Gerson, Instruction et doctrine de tous chrétiens et chré­tiennes staat: jmprimit hec ciuis brugensis brito Johannes. CampbeU dateert het werk evenwel ca. 1477-1481.

22. Cf. Mengelingen, p. 79· 23. Scourion berichtte in de Mengelingen, p. 8o over de signaturen. 24. Mengelingen, p. 83-84. 25. Cf. n. 21. 26. Cf. brief nr. 294, n. 15. 27. Voor de bedrijvigheid van de Leuvense drukker Veldenaer cf.

Campbell, Annales, p. 6o7-6o8. 28. Dit 3de stuk van J. Koning, Bijdragen tot de Boekdrukkunst, waar­

van 1 & 2 verschenen te Haarlem in 1818 en r82o, is vermoedelijk niet meer klaargekomen.

29. Cf. Campbell, Annales, nr. r687, die de uitgave inderdaad in 1482 i.p.v. 1472 plaatst.

Aantekeningen bij brief nr. 466

[Antwerpen], 31.5.[1828]. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 e. Gepubliceerd door De Vroede, 1952, p. 201-202. 4 p. (21,5 X 13), waarvan p. r beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Weledelen Heere

Den heere Potgieter Deze

Schrift Potgieter: 31 Mei. 1828. Willems.

r8s

Page 192: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

~----

I. Over Apollo. Tijdschrift voor den beschaafden Stand, een weekblad, uitgegeven te Rotterdam bij Contze en Overbroek in 1828, cf. C. G. N. de Vooys, Apollo, Argus en Nederlandsche Mercurius, in Verzamelde Letterkundige Opstellen, nieuwe bundel, I947, p. 96-99, overgenomen uit De Beweging, IX, 19I3.

2. Potgieter heeft in dit jaar gedebuteerd in Apollo en een vrij aan­zienlijk aantal verzen bijgedragen : cf. J. H. Groenewegen, Biblio­graphie der Werken van Everhardus Johannes Potgieter, Haarlem, 1890, p. 16-17. Vermoedelijk gaat het hier om De Komst der Lente in nr. 24, I3.5.I828, p. I90-191 en Het Landleven in nr. 25, 20.5.I828, p. I97-I98.

3· Cf. Inl., II, p. I72-173. 4· Voor Mme Marie Madeleine Nicole Alexandrine Gehier, gehuwd

met Joliveau de Ségrais (0 I756- t I83o) cf. N.B. Gén., XXVI, I86I, kol. 846-847 door G. de F. Zij schreef vooral fabels en kende als dusdanig veel bijval: haar Fables nouvelles en vers verschenen in I8o2 en kenden herdrukken in I8o7 en I8I4.

Aantekeningen bij brief nr. 467

Antwerpen, I I .6. I 828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 1.

Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 2I,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde; + bij­

gevoegd blad, met gedicht. Adres : Weledelen Heer

Den heer J eronymo De Vries, zoon. Ten huize van zyn vader Mr. Jer. Devries Griffier der Stad Amsterdam.

I. Bedoeld is hier Feest-lied door J. F. W., waarover cf. Inl., 11, p. 379 en 444, voor J. de Vries en zijn vrouw.

2. Cf. Inl., 11, p. 343· 3· De geboorte van Maria geschiedde op I4.8.1828. Cf. Inl., 11, p. 36I. 4· Willems alludeert hier op de ziekte van J. de Vries in september-

oktober 1826. Cf. brief nr. 453, n. 8.

I86

Page 193: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 470

Aantekeningen bij brief nr. 468

[Den Haag], 16.6.1828. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 16.6.1828, nr. 172 A. Niet gepubliceerd. 2 p. (32 X 20,5}, waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco. Minuut. Deze brief werd door Van Ewijck en achteraf door de minister

geparafeerd. Bovenaan links staat: Gearrd den 16 Juny 1828 N 172/A. Nader

vervolg op Exh. 26 April 1828 N 18 F.

I. Cf. over dit alles brief nr. 450.

Aantekeningen bij brief nr. 469

Antwerpen, 21.6.1828. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Staatssecretarie, map 3018,

20.7.1828, nr. 11.

Niet gepubliceerd. 4 p. (29,5 X 21}, waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Dit stuk is op zegel, en draagt bovenaan links de aantekening: Extr.

25 Juny 1828 N 54·

I. Deze brief van Gericke ging verloren: cf. Inl., I, p. 329. Over dit schrijven heeft Willems het o.m. in brief nr. 442.

· · 2. Cf. Inl., 11, p. 30.

'Aantekeningen bij brief nr. 470

Antwerpen, 21.6.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C II, V. Gedeeltelijk gepubliceerd door Dr. J. Smit, E. J. Potgieter, 's-Graven­

hage, 1950, p. 31-32. 4 p. (25 X 21,5}, waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdel Heer

Den Heer J. Immerzeel Jr 's Gravenhage

Page 194: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 472

r. Bedoeld is Lotsbeschik.king, in Ned. Muzen-Almanak, IX, 1829,

p. 164-169.

Aantekeningen bij brief nr. 47I

Antwerpen, 25.6.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C 11 V. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. Aant., I, p. 93· Het bewuste gedicht hebben we niet in de editie van zijn Gedichten I of 11 aangetroffen.

Aantekeningen bij brief nr. 472

Antwerpen, 26.6.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1.

Gepubliceerd door Rooses, p. 65-66. 4 p. (25,5 X 21,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Aantekening M R : Belangrijk.

1. Nl. het Historisch Onderzoek naer den Oorsprong en den waren naem der Openbare plaetsen en andere Oudheden van de stad Ant­werpen, waarvoor cf. Inl., 11, p. 413-414.

2. Bedoeld als reactie op brief nr. 438. 3. Cf. H. V allenhavens editie van W. de Groot, Broeders gevangenisse.

Dagboek van Willem de Groot betreffende het verblijf van zijnen broeder Hugo op Loevestein, 's-Gravenhage, 1842.

4· De lmperio Summarum Potestatum circa Sacra, Commentarius post­humus, opgenomen in: Hugonis Grotii Operum Theologicorum tomus tertius, Amstelaedami, 1679, p. 203-290.

5· Dit zal de Annotata ad Consultationem Cassandri, 1642, een onderdeel van De Groots Via ad pacem ecclesiasticam zijn.

6. Riveliani Apologetici, pro Schismate contra Votum pacis facti, dis­cussio, in: Hugonis Grotii Operum Theologicorum tomus tertius, Amstelaedami, 1679, p. 679-745.

7· Peter van Maria zou uiteindelijk Franciscus Gumrnarus Peeters, een familielid van Mevrouw Willems, worden. Cf. Inl., 11, p. 361.

8. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 330.

188

Page 195: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 473a

Aantekeningen bij brief nr. 473

Antwerpen, 26.6.1828. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder­

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. IOo2f6. Niet gepubliceerd. 4 p. (23,5 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. 413-414. 2. Cf. brief nr. 441, n. 17. 3· Cf. brief nr. 441, n. 14. 4· Cf. Inl., 11, p. 384. 5. In werkelijkheid pas in nr. 6. 6. Geslachtlijst der N ederduitsche naamwoorden, op stellige taalgronden

gevestigd, door Mr W. Bilderdijk, Amsterdam, 1822, 2 dln. 7· Lodewyk van Velthem, Spiegel historiaal, of rijmspiegel; zynde de

Nederlandsche Rym-Chronyk, ... beginnende met ... I248... en eyndigende met ... IJIÓ. Nooyt voor desen gedrukt ... Uytgegeven ..• en ... opgeheldert door Isaac le Long, Amsterdam, s.d., fol., p. 58 (B. W. nr. 3487). In de ed. Vander Linden & De Vreese, Brussel, 1906, I, p. 188, v. 3176 luidt de versie:

Hort vord van den Hertoge Jan Hoe hi daertoe werd gecoren Daer hi niet to was geboren Hi werd tilyc herte sere Verhoget na der Werelt ere.

Tilyc wordt er verklaard: Tydelyk seer grootelyks. 8. Cf. brief nr. 428, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 473a

Antwerpen, 26.6.1828. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Cf. Inl., 11, p. 413-414. Opvallend is de gelijklopende paragraaf met brief nr. 473 aan Bilderdijk.

Page 196: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 475

2. Cf. brief nr. 442, n. 2. 3· Wellicht alludeert Willems hier op de recensie van Bilderdijks

Spraakleer door Kinker, waarvoor cf. brief nr. 446, n. 4· 4· Of heeft hij hier het Nieskruid voor den Heer J. L. Nierstrasz cf.·

brief nr. 459, n. 5, op het oog? 5· Cf. Boek-Zaal der Nederduytsche Bybels, .•. door Isaac Ie Long,

Amsterdam, 1732, tussen p. 158 en 159. 6. F. F. X. de Baillet was van 1827-1830 gouverneur van West-·

Vlaanderen. Cf. Almanach de la Cour de Bruxelles, I864, p. 250.

Aantekeningen bij brief nr. 474

Antwerpen, 28.6.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C 11 VIII, 53· Niet gepubliceerd. 4 p. (20,5 x 12), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. 413-4I4.

Aantekeningen bij brief nr. 475

Mechelen, 29.6.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I69. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 170, p. I72-I73· 2 p. (I 9 X I 6 ), beschreven.

I. Ofwel was dit een nr. van de Mengelingen (cf. Inl., 11, p. 384) ofwel het Historisch Onderzoek (cf. Inl., 11, p. 413-414).

2. Bedoeld wordt de Nova et Absoluta Collectio Synodorum tam provincialum quam dioecesanarum, archiepiscopatus Mechliniensis ... Summo labore primum collegit et illustravit Joannes-Franciscus van de Velde, ... nunc vero jubente ac promovente celsissimo ac reveren­dissimo principe Francisco-Antonio de Méan, archiepiscopo Mechli­niensi, recollegit, supplevit et illustravit Petrus-Franciscus-Xaverius de Ram, ejusdem archidioec. presbyter et archivarius, Pars prima, Mechliniae, 1828. Het werk was een onderdeel van een hele, en onafgewerkt gebleven reeks : Synodicon Belgicum, sive Acta omnium ecclesiarum Belgii a

Page 197: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 477

celebrato concilio Trtäentino, usque ad concordatum anni I80I,

Mechliniae, I828-I858, 4 dln: I en 11 bevat het aartsbisdom Mechelen, III Antwerpen en IV Gent (B. W. nr. 1155).

3· Cf. Inl., Il, p. 384. 4· Een Circularis epistola {IJ Oct. I570) ad Episcopos Prov. Mechl.,

à Sonnio et Morillonio, missa cum scripto praecedenti, in I, p.

I42-I43·

Aantekeningen bij brief nr. 476

's-Gravenhage, I.7.I828. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jon ge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. 4I3-4I4. 2. Cf. o.m. brief nr. 432, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 477

[Antwerpen], 3.7.I828. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An I22 f. Gepubliceerd door De Vroede, I952, p. 203-204. 4 p. {I7,5 X n), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

in handen Schrift Potgieter : Willemsz

3 Julij. I828.

I. Bedoeld wordt Catharina Jacoba Bisdom, 0 Gouda 6.8.1778, t 30. 3.I852, gehuwd met Cornelis Johannes, baron Vosch van Avesaet. Cf. Nederland's Adelsboek, 1911, p. 481-484, 1918, p. 25I-253, en De Vroede, p. 203, n. 2.

2. Dit is Anna Barbara van Meerten, geboren Schilperoort, 0 Voor­burg 3.1.I778, t Gouda I4.2.I853, gehuwd met Hendrik van Meerten, predikant te Gouda. Door moeilijke materiële omstandig-

Page 198: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

heden (na het overlijden van haar echtgenoot in 1830 ?) opende zij een meisjesschool en schreef pedagogische werkjes voor de christe­lijke jeugd. Van meer belang voor ons is haar Reis door het Koning­rijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg, voor jonge lieden, Amsterdam, 1822-1829, 5 dln, en Reisje door het Koningr~·k der Nederlanden en het Groot-Hertogdom Luxemburg, Amsterdam, 1826-1827, 2 dln. In dit eerste werk, dl. 4, p. 141-143 komt een beschrijving van haar bezoek aan Antwerpen en de Harmonie voor. Cf. De V roede, p. 203, n. 3 en 4·

3· De Société Royale d'Harmonie werd gesticht te Antwerpen in 1814 en richtte feesten en wedstrijden voor haar leden, allen deftige burgers, in. In 1829 zou ze na het bezoek van Willem I het predi­kaat<< koninklijk>> krijgen. Vanaf 1818 kwam ze 's zomers bijeen in een grote tuin aan de Markgravelei, het zg. hof ter Beke. Potgieter was lid vanaf 1828 (cf. Groenewegen, p. 37); Willems was in elk geval in 1829 een van de directeuren. Cf. o.m. P. Génard, Notice sur la Société Royale d'Harmonie, Anvers, 1865; Mertensen Torfs, Gesch. van Antwerpen, VII, 1853, p. 212-213; en De Vroede, p. 203, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 478

Antwerpen, 8.7.1828. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in :De Vriend des Vaderlands, Amsterdam, 11, 1828, nr. 9,

p. 689-702; later overgenomen in Berigten wegens de boekprinters van Antwerpen ten jare I442, enz. door J. F. Willems, Gent, 1844, p. 39-52, en in: Belgisch Museum, VIII, 1844, p. 49-62.

1. Nl. brief nr. 465. 2. Cats' gedicht Papiere Kint, komt voor in Alle de W ereken van

Jacob Cats bezorgd door nr J. van Vloten, Zwolle, 1862, 11, p. viii-xi. De bewuste verzen opp. ix, 2de kolom.

3· Nonumque prematur in annum, Horatius, Ad Pisones, 388: tot het negende jaar moet ge wachten met openbaar maken, met publiceren.

4· Cf. brief nr. 284, n. 5· 5· Cf. brief nr. 419.

Page 199: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 479

6. Dit kon wel in de Recensent, ook der Recensenten, vooraan in het deel Mengelwerk.

7· Cf. o.m. Teksten, I, p. 448 en Inl., II, p. 5 I1. 8. Bedoeld wordt Essai sur les Nielles, gravures des orfèvres florentins

du quinzième siècle, Paris, I826. Over de auteur cf. N.B. Gén., XIV, 1858, kol. 950-951 door E. Regnard: Jean Duchesne, 0 Versailles 28.12.1779, t Parijs 4.3.1855·

9· Bewuste passus komt voor op p. 130 van Mnemosyne, I, r8I5, in de Verhandeling over de uitvinding der boekdrukkonst door Laurens Jansz. Koster te Haarlem, p. 123-2I6, waarvan de auteur, blijkens p. xiv, voorlopig onbekend wenste te blijven.

ro. Dit stuk werd niet in de Mengelingen opgenomen. Bewuste passus werd in B.M., VIII, 1844, p. 53 veranderd in:<< Deze voldoening zou ik den Heer KONING kunnen geven; maer ik zie de nood­zakelykheid van zoodanige mededeeling niet in, daer men ten allen tyde in de geleerde wereld voor voldoende heeft geacht ... >>

1 I. Recherches sur ['origine et Ze premier usage des registres, des signatures, des réclames, et des chiffres de pages dans les livres imprimés, Paris, 1783. Dit werkje verscheen anoniem, maar was van de hand van G. F. Magné de Marolles, een Frans geleerde, t ca. 1792 te Parijs. Cf. N.B. Gén., XXXII, I86o, kol. 7I4 door P.

12. Cf. brief nr. 465, n. I4. IJ. Cf. Inl., Il, p. 141-I42. I4. Cf. voor Willems' handschrift van Der Naturen Bloeme bijlage 11,

nr. 5 op p. 293, achteraan in dit deel. 15. Voor Ghesquière cf.brief nr. 465, n. ro. 16. Voor Van der Goes cf. Campbell, Annales, p. 547-551. De bewuste

werken Epistola magni Turchi (I486), Stella clericorum (1486), Johannes Gerson, De imitatione Christi et de contemplu omnium vanitatum mundi (1486-7), Fantinus Dandulo, Compendium catholi­cae fidei (1486-7) worden beschreven bij Campbell, Annales, nr. 68o, I6o3, Bos en 523.

Aantekeningen bij brief nr. 479

Antwerpen, 11.7.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 75 C 51· Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 X 21), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 adreszijde.

193

Page 200: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Aan de Redaktie van het Tydschrift de vriend des vaderlands uitgegeven door de permanente commissie der Maatschappy van Weldadigheid te Gravenhage franco.

Stempel : Antwerpen franco

I. Nl. brief nr. 4 78. 2. Cf. Inl., 11, p. J78.

Aantekeningen bij brief nr. 4f5o

Amsterdam, II.7.I828. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Uitgaande

Depêches, 111, exp. 22.

Niet gepubliceerd. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Wiselius enkel ondertekend.

I. Bedoeld wordt brief nr. 473a, samen met Willems' Historisch Onderzoek. Cf. Inl., 11, p. 4IJ-4I4.

2. Cf. brief nr. 473a, n. 5·

Aantekeningen bij brief nr. 4f5I

Antwerpen, I 3. 7. I 828. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 g. Gepubliceerd door De Vroede, I952, p. 204-206. 4 p. (2I,5 X IJ), waarvan p. 1-2 beschreven, p. J blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

Deze Schrift Potgieter: Antw. IJ Julij

Willems.

I94

Page 201: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

r. Potgieters gedicht, Ode aan Napoleon Buonaparte, zou pas in r832 in de V ad. Letteroef., Mengelwerk, p. 129-133 verschijnen en was een vertaling van Byrons Ode to Napoleon Buonaparte (cf. The Poetical Works of Lord Byron, London, 1959, p. 73-75). Het zesde couplet luidt :

De Griek (+),die d'eik vaneen wou splijten, ( + Milo) Zijn' meester in zijn offer vond,

En vruchtloos zich zocht los te rijten, Watdacht hij, toen de tronk hem bond?

Gij, in uw dol, vermetel wagen, Waart even stout in later dagen,

Maar droever is uw avondstond; Hij werd verscheurd door 's leeuwen klaauw, Uw schedel wordt met schande graauw!

Het stuk werd niet opgenomen in Potgieters gebundelde poëzie. Dat Willems hem in de vertaling bijstond blijkt eveneens uit Potgieters Leven van R. C. Bakhuizen van den Brink, Haarlem, r885, p. 159. Cf. De Vroede, p. 204, n. 2.

2. Couplet r 5 luidt :

o Timour ( +) I eens de schrik der grooten Wat denkbeeld foltert u het meest,

Nu ge in de kooi u ziet gesloten ? Is 't niet:« 'k Ben 's werelds Heer geweest!))

Zoo niet als hem, wien Babel duchtte, U met uw' staf de rede ontvlugtte,

Dan torscht de lijf niet lang den geest, Die voortvloog met zoo stout een vaart, Zoo lang, vreemd, zoo luttel waard.

3· Cf. brief nr. 490.

( + Bajazet deed Timour, of Ta­merlan, in eene ijzeren kooi opsluiten)

4· Willems bedoelt hier de eerste strofe, waarin als slotregels voor­komen:

Sinds Satan viel uit den Eng'lenrij, Zonk niemand nog zoo diep als gij.

Byron had hiervoor:

Since he, miscall'd the Morning Star, Nor man nor fiend hath fallen so far.

195

Page 202: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 482

Den Haag, I4·7·I828. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Staatssecretarie, map 30I8,

20.7.I828, nr. II. Niet gepubliceerd. 4 p. (3I X zo), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. In rand: vervallen-Conf. 20 Juli. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Gericke

enkel ondertekend. Bovenaan links staat: Exh: 20 Juli I828 N° 11.

I. Cf. brief nr. 469.

Aantekeningen bij brief nr. 483

Antwerpen, I7·7·I8z8. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 5· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Weledelgestrengen Heere

Den heere Mr. Jeronimo De Vries Amsterdam.

1. Cf. brief nr. 467.

Aantekeningen bij brief nr. 484

Amsterdam, I8.7.I828. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jonge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Cf. brief nr. 4 72, waarbij Willems aan De Vries ter distributie zijn Historisch Onderzoek (Inl., 11, p. 4I3-4I4) zond.

Ig6

Page 203: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekenz"ngen hij hrz"ef nr. 485

Antwerpen, 29.7.I828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C II VIII, 54· Niet gepubliceerd. 2 p. (24,5 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : Wel edelen Heere

Den heere Immerzeel junior kunst- en boekhandelaar S' Gravenhage

Stempel : Antwerpen

I. Cf. Inl., 11, p. 298-299. 2. Vermoedelijk voor de Belgische Muzen-Almanak, waarvan Wap

tot voor kort de redactie voerde. Cf. brief nr. 44 3, n. 2.

3· Cf. Inl., 11, p. 4I-44. 4· Willems plaatste zijn gedicht op de zilveren bruiloft van De Vries

in de Ned. Muzen-Almanak, XI, 1829, p. I79-181. Cf. Inl., II,

p. 444· 5· Cf. voor een uittreksel uit deze circulaire brief nr. 470, over-

genomen uit Apollo. 6. Willems plaatste in de Belgz"sche Muzen-Almanak, V, 1829, p. 149-

160 zijn gedicht Maria van Braband (A 0 1276). Het verscheen ook afzonderlijk: cf. Inl., 11, p. 470 en 379·

Aantekenz"ngen bij brz"ef nr. 486

Den Haag, 22.7.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 16I; minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen), 28.7.I828, nr. 2I7 A.

Gepubliceerd door Bols, nr. 17I, p. 173. 4 p. (31 X 19), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

alleen ondertekend.

1. Cf. o.m. brief nr. 450.

197

Page 204: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 487

Haarlem, 26.7.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/15(8). Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, I837, p. 2I2':"'2I3; in overdruk, p. 25-26. 4 p. (23 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdeleGestrenge Heer,

De Heer en Mr. J. Willems, SS.tt. te Antwerpen.

Stempel : Haarlem

1. Cf. brief nr. 473· Het Historisch Onderzoek zelf (cf. Inl., 11, p. 4IJ-414) werd via De Vries (cf. brief nr. 472) verzonden.

2. Cf. Inl., 11, p. 384.

Aantekeningen bij brief nr. 488

Den Haag, 28.7.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 170; minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen), 28.7.I828, nr. 2I7 A.

Gepubliceerd door Bols, nr. 172, p. I73-174· 4 p. (3I X 20), waarvan p. 1-3 beschre~en, P·4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Gobbel­

schroij enkel ondertekend.

I. Bedoeld zal zijn een van de gebroeders Schuyten. De oudste was Nicolaus Franciscus (1774-1866), die eerst boekdrukkersknecht was, en in I 829 redacteur van De Postryder. Hij woonde in de Beggaardenstraat en betaalde van I8I6 tot 1830 patent als<< oude­boekverkoper>>. De jongere was Joannes (I776-I851), die eerst als kleermaker aan de Beggaardenstraat gevestigd was, en vanaf 1 8o7 patent als << oudeboekverkoper >> betaalde. In deze jaren was hij gevestigd in de Prinsstraat. Cf. H. de Groote, in Antw. XIXde

eeuw, p. 454·

Page 205: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 491

Aantekeningen bij brief nr. 489

Amsterdam, 30.7.1828. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jon ge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 x 20,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. Aant., I, p. 43· 2. Voor Willem de Clercq cf. Inl., 11, p. 65-67.

Aantekeningen bij brief nr. 490

[Antwerpen], 31·7·1828. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 h. Gepubliceerd door De Vroede, 1952, p. zo6-2o7. 4 p. (21 X 12,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

Deze Schrift Potgieter : 3 1 J ulij

Willeros

I. Cf. brief nr. 48 1.

2. Bij de slag van Angora in I402 werd sultan Bajezid I door Timoer­lenk of Tamerlan overwonnen. Cf. De Vroede, p. 205, n. 2 en 4·

Aantekeningen bij brief nr. 49I

Antwerpen, 2.8.1828. Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen, verz.

J. F. Willems, W. 706 B, ze kaft. Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 x 21,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : Mynheer

Den heer Vanderstraelen Minderbroedersruy Antwerpen

I99

Page 206: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 491

I. Cf. voor Willems' editie Inl., II, p. 388-389. 2. Een eerste maal verscheen de rijmkroniek van Heelu, verkort en

in proza omgezet, te Brussel, in 1646, bij G. Schoevaerdts: PreEliurn Woeringanum ofte strydt ende slach van Woeringen tusschen jan den I, hertogh van Lotheryck en Brabant, ende Walerand, hertog van Limborch, den 5 juny I288, eerst in oud nederduyts berymt door broederjeanvan Heelu, ende nu in prosa uytgegeven. Een exemplaar daarvan berust U.B.G. nr. A. 2098. Toen deze druk niet meer in de handel was, publiceerde J. M. van Langendonck, secretaris van de stad Leuven, een tweede editie, bij J. Michel te Leuven~: een exemplaar daarvan berust U.B.G. nr. A. 3261, onder de titel: PrCElium Woeringanum ofte strydt ende slach van Woeringen, tusschen Jan den I., hertogh van Lothryk en Brabant ende markgraaf des H. Ryck, en Walerand hertogh van Limborch; Ofte de Victorie behaelt den V. Juny I288. door de welke dit laesten Hertogdom voor altydt aen het eersten is gevoeght gebleven. Eerst in oud nederduyts berymt door Broeder Jan Van Heelu geseyt Van Leeuwe, daer naer in 't latyn gedicht I64I door den seer Edelen Heere, Benriek-Carel van Dongelberge, Raedsheer in den Souvereynen Raede van Brabant, Baron van Reves fS c. ende ten laesten in nederduyts prosa uytgegeven by den voorschreven Heere ten jaere I646. ende nu oversien door J.M.V.L.G.D., S.D.S.L., Tot Loven, By ]. P. G. Michel, [ca. 1770]. Dit exemplaar stamt uit deB. W. en draagt op het schutblad vooraan links volgende aantekening van Willems : << dit boekjen is uitgegeven door J.M V L G D.S.D.S.L (Joannes Michael Van Langendonck, Secretaris der Stad Leuven) bekend door de uit­gave van: D. Anton. Merendae J.C. Foroliviensis controversiarem juris libri XXIV. Praefationem adjecit C. Robert. opus recognovit Joan Michael Van Langendonck, Supremae curiae Brabantiae advocatus. Brux. 5· vol. fol. 1765 sqq. Een exernplaer van den eersten vlaernschen druk, Brussel 1646. 72 hl. in 4to bezat Musschenbroek. Zie Bibl. Musschenbroekiana, p. 38 N° 511. >>

Het werkje staat vol aantekeningen van de hand van Willerns, bedraagt 159 pp. en begint met een opdracht van Govaerdt Schoevaerdts aan de heren van Dongelberge op p. 3-5. Een ex. behoorde aan Van Wijn, een ander aan Van Hulthern. Een Latijnse vertaling van het Proeliurn Woeringanum, Brussel, G. Schoevaerdts, 1611 in vrije verzen, is van de hand van Dongelberge en uitgegeven door Erycius Puteanus cf. Paquot, Mém., III, p. 203, en schutblad achteraan U.B.G. nr. A. 3004.

3· Cf. brief nr. 486.

200

Page 207: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 492

Aantekeningen bij brief nr. 492

[Antwerpen], 7.8.[1828]. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 i. Gedeeltelijk gepubliceerd door J. H. Groenewegen, E. J. Potgieter,

Haarlem, 1894, p. 16, n. 3 en geheel door De Vroede, 1952, p. 207. 4 p. (21 X 12,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

Alhier Schrift Potgieter : 7 Aug. 1828

Willems. Nota : deze brief werd in facsimile gereproduceerd en grafologisch ont­

leed door E. van Hall-Nijhoff, in Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, X, 1955, nr. I., p. 4-17.

I. << En echter heugt mij een avond van vóór vijftien jaren, in dat zelfde Wafelhuis, waarop, eivol als het was, dien rusteloozen monden, als door het zwaaien van een' tooverstaf, het zwijgen werd opgelegd ! - een oogenblik, waarin die golving van hagelblanke mutsen, straks murmelende, als waren het zoo vele bruisende baren geweest, zich door eenen anderen zeegod stillen liet, - het groote gelagvertrek was in eene schouwburgzaal verkeerd; het scherm ging op. Welk eene herschepping ! Hoe praatziek de deernen zijn mochten, geene enkele die meer fluisterde; hoe dartel de oogjes stonden, geene, die langer heen en weer schoof. TREES vergat haren SUUS, en SEF liet zijne ANNE met rust. Ge schrijft die buitengemeene aandacht aan het stuk toe ? ge vraagt, wat men gaf? Eene maatschappij van Rhetorica hield slechts eenen wedstrijd van uitgalming, en toch hoorde men de stilte. << Wees er zeker af >>,

zeide onze vriend, opmerkende, hoe ons de ommekeer bij zulk een gehoor verbaasde, <<wees er zeker af, die moeijen en moeders hebben slag van ordehouden >>; en waarlijk het was aardig te zien, hoe op iedere bank eenige matronen de bonte reijen van bruine en blonde kopjes afwisselden, bewaakten, in bedwang hielden, matronen welker deftigheid duenna's herinnerde, Spaansch als Antwerpen er door getraliede huizen en gefaliede vrouwen uitziet. Daar trad een tooneelspeler op - ik heb menigen redenaar sedert het honderdste der belangstelling toegewenscht, waarmede hij werd ontvangen, aangehoord, gevolgd, beide in gebaren en geluid. Het

201

Page 208: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 492

202

was het alvermogen der kunst, meent ge; mis, zeg ik u; die acteurs waren maar liefhebberijspelers, handwerkslieden, kleermakers, ketelboeters misschien; als er sprake mogt zijn van alvermogen, dan was het dat der vaderlandsliefde I Zie, de eerste speler had nauwelijks zijn rol voorgedragen, of een tweede volgde hem op, en droeg andermaal dezelfde rol voor, en een derde, vierde en vijfde volgden die beide, altijd in de eigene rol, en ieder hunner vond op zijne beurt geene minder welwillende aandacht ! Waar­door toch ? - vraagt ge ongeduldig, - waardoor ? Het heette, dat zij Hollandsch spraken, maar tongval en toon waren Vlaamsch, volkomen Vlaamsch, tot verlegen wordens toe van uwen onder­clanigen dienaar, die mede uitspraak over hunnen wedstrijd zoude doen, dewijl hij tenminste hooren kon, wie het best Hollandsch sprak. Mijn geweten is nog niet gerust over de stem, die ik uitbragt; maar waar ik ook aan twijfelde, niet daaraan, dat ik voor mijn leven genoeg heb van de alleenspraak van Frederik in de Onechte Zoon van Kotzebue, dien avond tot misschien negen malen toe door even zoovele tooneelspelers uitgegalmd. Eene zonderlinge, aller­zonderlingste keuze, niet waar ? Doch waarop ik mij des ondanks, gedurende de voorstelling, geene aanmerking veroorloofde, uit eerbied voor de schare, die onvermoeid voortluisterde; die zich verlustte in de welbekende klanken; een tooneel, waarop men sprak, zooals zij het deed, op straat en te huis, in lief en in leed, bij de kribbe en op het sterfbed, hare taal. Uit eerbied, - schreef ik, - kwelde ik mijnen vriend niet, tot de prijsuitdeeling was afgeloopen; maar toen moest de aanmerking den criticus in den dop van het hart. Hij zal zich, deze bladen inziende, den avond herinneren, al heugt hem het gesprek ter nood meer. ((Laat ons betijen, we zullen er wel komen>>, zeide hij, toen ik geen vrede hebben kon met de keuzeeener vertaling voor zulk een eigenaardig volksgehoor; toen de eene bedenking over de rigting der zuidelijke zangers de andere opvolgde; << ik wacht oor­spronkelijkheid van een jonger geslacht I )) En zie, de ontwikkeling is begonnen langs geheel anderen weg, dan hij toen wachtte of wenschte; Noord en Zuid - de vereeniging, aan welke hij een grootsche toekomst beschoren dacht, - zijn gescheiden, en de gevolgen bleven niet uit. De Vlaamsche poëzij oorspronkelijk in de volksoverleveringen, welke zij bewaarde, oorspronkelijk in de dagen der mysteriën en legenden, die poëzij, sedert slechts eene afschaduwing van de Hollandsche, gaat onder, sinds zij den prikkel der mededinging mist!)) Cf. E. J. Potgieter in De Gids, VIII, 1844,

Page 209: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 495

1ste deel, p. 160-162; overgenomen door C. G. N. de Vooys, Wisselwerking en Samenwerking van Noord- en Zuid-Nederland, op taal- en letterkundig gebied, in V.M.K. V.A., 1946, p. 171-173· De bewuste wedstrijd werd ingericht door Jong en Leerzuchtig, waarover cf. F. Prims, Antwerpen in I8Jo, Antwerpen, [1930], I, p. 43-44. Cf. eveneens De Vroede, p. 207, n. 4·

2. Nierstrasz overleed op 2.8.1828. Cf. over hem Inl., II, p. 204. 3· Cf. brief nr. 459, n. 5·

Aantekeningen bij brief nr. 493

Eeklo, 21.8.I828. Koninklijke Vlaamse Academie, Gent, verz. P. van Duyse, map nr. 37/2. Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 20,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde.

1. Over Hall. fS Vl. schryfw. Cf. Inl., 11, p. 377-378.

Aantekeningen bij brief nr. 494

Amsterdam, 26.8. I 828. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Uitgaande

Depêches, 111, exp. 36. Niet gepubliceerd. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Wiselius enkel ondertekend.

I. Cf. reeds brief nr. 489. 2. Voor Willem Broes cf. N.N.B. W., IV, I9I8, kol. 3I4-3I5 door

E. Zuiderna: 0 Haarlem 19.10.1766, tAmsterdam 7.I.1853· Hij was predikant, kanselredenaar, vaderlands- en kerkhistoricus en theoloog.

Aantekeningen bij brief nr. 495

Antwerpen, 3·9·I828. Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen, Amsterdam, Brieven van

Leden, 11, exp. 32.

203

Page 210: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 496

Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

Den heere Mr. SI. Wiselius Ridder der orde van den N ederlandschen Leeuw Lid en vaste Secretaris der tweede klasse van het Instituet

Amsterdam

1. Cf. brief nr. 494·

Aantekeningen bij brief nr. 496

Antwerpen, 4·9.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 67. 4 p. (23,5 X 20), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

Den heere Mr. J eronimo De Vries Griffier der Stad Amsterdam

Aantekening in rand : Zie by eene vroegere brief de aanteekening [M.R.]

Met schrift van Mevr. Willems.

1. Op 14.8.1828 was Maria geboren. Cf. Inl., 11, p. 361. 2. Deze versjes van Gerrit bleven niet bewaard. 3. Blijkbaar was De Vries toch naar Antwerpen gekomen als jurylid

voor de wedstrijd in schilderkunst, en had hij zijn zoon Gerrit meegebracht.

4· Baron de Pret duikt sporadisch op in de briefwisseling Bergmann­Van Maanen als ultramontaan en petitionaris.

5· Bedoeld wordt ongetwijfeld de echtgenote van de eigenaar van het Café de l'Empereur : cf. Inl., 11, p. 214.

6. Cf. over Mevrouw Willems Inl., 11, p. 343-348. 7· Cf. Inl., 11, p. 342-343. 8. Bedoeld zal hier zijn Charles baron du Bois de Vroylande de

Nevele, een broer van Ferdinand A.D. J. A. du Bois, aalmoezenier te Antwerpen.

Page 211: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. soo

9· F. Geelhand (0 I783) bleef ongehuwd. Cf. Inl., 11, p. u5-n6. Io. Cf. Inl., 11, p. 309-3II.

Brief nr. 497 wordt nr. 5I7b

Brief nr. 498 wordt nr. 499

Aantekeningen bij brief nr. 499

Den Haag, I3.9.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I7I; minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen), I1.9.I828, nr. 49 A.

Gepubliceerd door Bols, nr. 173, p. 175. 4 p. (3 I ,5 X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

enkel ondertekend.

1. Deze brieven gingen verloren: cf. Inl., I, p. 33I. Ze werden door Willems ongetwijfeld als reactie op brief nr. 488 geschreven.

2. Voor de verkoping van het boekenbezit van de abdij van Tongerloo cf. brief nr. 324a, n. 5·

3· Geschiedde dit op een veiling ? Of ondershands ? We konden geen catalogus van sept. I 828 uit Antwerpen terugvinden. Cf. eveneens brief nr. 503, n. 2.

4· Cf. Inl., 11, p. 384.

Aantekeningen bij brief nr. 500

Den Haag, I 6.9. I 828. Origineel niet teruggevonden, maar als copie bewaard in de licentiaats­

verhandeling van J. E. J. A. Jacobs, Longfellow en de Nederlanden, I950-5I, p. 2I9-220, die als bewaarplaats Universiteitsbibliotheek, Gent, opgeeft.

Page 212: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 501

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., 11, p. JJI. 2. Bedoeld wordt Willems' V erhandelt'ng waarover cf. Inl., 11, p. 374-

375· 3· Cf. Inl., 11, p. I42-I46. 4· Voor Visscher cf. Inl., 11, p. 284-285; voor de Bloemlezing cf.

Aant., I, p. I IJ, n. 7· 5· Voor Witsen Geysbeek cf. Aant., I, p. 224 en 225; voor zijn

Woordenboek cf. brief nr. 282, n. 9· 6. Voor Livinus de Meyers Gramschapcf.brief nr. 284, n. 6. 7· Cf. Inl., 11, p. 25I-252. 8. Cf. brief nr. 382, n. I5. 9· Het resultaat van Bowrings reis in Friesland en Nederland zou

verschijnen in de vorm van reisbrieven in het Engelse blad Morning Herald van de jaren I827-I829. De Fries A. Telting bezorgde een vertaling hiervan, gepubliceerd door de uitgever Suringar te Leeuwarden : het werk draagt als titel Brieven van John Bowring, geschreven op eene reize door Holland, Friesland en Groningen, voor­afgegaan door Iets over de Friesche letterkunde, gevolgd door Iets over de Hollandsche Taal- en Letterkunde; van den zelfden (afz. gepagineerd), Leeuwarden, I8Jo. Het Engelse werk van Bowring droeg als titel Sketch of the Language and Literature of Holland. Being a Sequal to his Batavian Anthology, Amsterdam, I828. Iets over de Hollandsche Taal- en Letterkunde, door John Bowring, Leeuwarden, I829, vormde een afzonderlijke uitgave, en behandelde dit onderwerp a.h.v. Siegenbeeks literatuur­geschiedenis, in de vertaling van Lebrocquy, en W. de Clercqs comparatistisch onderzoek.

IO. In zijn publikaties is van deze reis naar het Zuiden weinig te merken. Wel heeft Bowring het over de rederijkerskamers in zijn Iets over de Hollandsche Taal- en Letterkunde, p. 9-Io.

Aantekeningen bij brief nr. sor

's-Gravenhage, I7.g.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.l, nr. I72. Gepubliceerd door Bols, nr. I74, p. I75· 4 p. (JI,5 X 20), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewij ck

enkel ondertekend.

206

Page 213: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 503

1. Het hof en de departementen waren gewoon de zomermaanden in Den Haag en de wintermaanden in Brussel door te brengen. Evenzo ging het met de vergaderingen van de Eerste en Tweede Kamer.

2. Voor de editie van de kronijken cf. brief nr. 486.

Brief nr. 502 werd nr. 224a, opgenomen in Teksten, I, p. 474

Aantekeningen bij brief nr. 503

Antwerpen, 18.9.1828. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23·9·1828, nr. 11 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (34,5 X 21,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Bovenaan links staat: Exh. 23 Septr 1828 N 11 F.

1. Cf. brief nr. 501. 2. Cf. brief nr. 499, n. 3· 3· Over deze geestelijke was in de bekende biografische repertoria

niets terug te vinden. 4· Cf. brief nr. 488, n. 1.

5· Bedoeld wordt de Histoire literaire de la France ou l'on traite De l'Orz'gine et du Progrès, de la Decadenee & du rétablissement des Sdences parmi les Gaulois ... Par des Relt:gieux Benedictins de la Congregation de S. Maur (et continuée par des Membres de l'Institut), Paris, I, 1733- XXXIV, 1962.

6. Marquardi Herrgott Monumenta Aug. domus Austriacae, Viennae, 1750 (5 dln).

7. Dit zijn de Concilia Germaniae, quae Joann. Frid. Schannat primo collegit, dein Jos. Hartzheim auxit continuavt't, Col. Agripp., 1759-1775, 10 dln, samengesteld uit de geschriften van Johann Friedrich Schannat, over wie cf. A.D.B., XXX, 1890, p. 571-572 door von Schulte : 0 Luxemburg 1683, t Heidelberg 1739, studeerde hij rechten te Leuven, vestigde zich aanvankelijk als advocaat te Mechelen maar besloot zich aan de studie van de geschiedenis te wijden en werd daarom priester. Hij trad in dienst als historiograaf en bibliothecaris bij de aartsbisschop van Fulda, en vervulde even­eens historische opdrachten voor de aartsbisschoppen van Tri er, Worms en Praag.

Page 214: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

8. Bedoeld wordt Bohuslaus Aloys Balbinus, Miscellanea historica regni Bohemiae, Pragae, r 679, 4 dln.

9· Martin Crusius of Kraus, 1559-r6o7, was hoogleraar Grieks te Tübingen en genoot vn. bekendheid voor zijn Diarium, waarin hij zijn lotgevallen, lectuur en overpeinzingen optekende, en zijn Annales suevici, Frankfurt, 1593, 2 dln, die later, in 1733, te Trier, in het Duits vertaald, verschenen. Cf. A.D.B., IV, r876, p. 633-634 door Klüpfel.

ro. John Colgan (t ca. r657 ?) was afkomstig van Ulster en hoog­leraar in de theologie te Leuven tot ca. r645. Hij vatte het plan op een groot werk over Ierse heiligen te schrijven, waarvan twee delen verschenen: in r645 te Leuven het derde deel, dat het leven der Ierse heiligen van januari tot maart bevatte; in r647 het tweede deel, Trias Thaumaturga dat het leven van drie Ierse heiligen, Patrick, Columba en Bridget bevatte. Daarnaast publi­ceerde hij in r655 te Antwerpen een biografie van John Duns Scotus, die volgens hem geen Schot maar een Ier was. Cf. D.N.B., XI, p. 330 door Henry Bradley.

rr. Wellicht zijn deze werken de Syntagma historicum, quo Balbinus stirpis, Comitum de Guttenstein, origines et memoriae continentur; una cum vita B. Hroznatae ex eadem jami/ia comitis, Pragae, r665. Het tweede zou kunnen GoJdast von Haimisfeld, Melchior, Com­mentari'Ï de regni Bohemiae, 'Ïncorporatorumque provinciarum juribus ac privilegiis, nee non de hereditaria successione regiae Bohemorum famil'Ïae, cum animadversionibus Stranskii, Francofurti ad Moenum, 1719, 2 dln, zijn.

Aantekeningen bij brief nr. 504

[Den Haag, 23·9.1828]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23·9.r828, nr. rr F. Niet gepubliceerd. 4 p. (32 x 30,5), waarvan p. r-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Van Ewijck alleen geparafeerd. De datering steunt op de exhibita bovenaan: Gearresteerd den 23

September r828 No rr/F; Exh. 23 Septr. r828 N° rrjF.

r. Cf. hierover brief nr. 403.

208

Page 215: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 50 5

Antwerpen, 23.9.I828. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), I4.IO.I828, nr. 44 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Rand : de exemplaren zyn in Brussel

na afgifte der IO Exemplaren aan de Expeditie om ten vervolge op de resolutie van IO December I827 N 29 te worden af­gezonden aan de Bibliothecarissen der Zes HoogeScholen van het Athenaeum te Franeker en van de Koninklyke Bibliotheek zullen een Exemplaar aan den Minister worden ter hand gesteld en een aan den Administr.

VE

1. Cf. Inl., 11, p. 384. 2. Cf. brief nr. 401.

Aantekeningen bij brief nr. 506

Amsterdam, 24.9. I 828. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jonge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 x 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Blijkbaar had J. C. de Jon ge een reis naar het Zuiden gemaakt. Wellicht wel in verband met een of andere veiling van munten en penningen ?

Aantekeningen bij brief nr. 507

Ninove, 26.9. I 828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I74· Gepubliceerd door Bols, nr. I76, p. I76-I77· 2 p. ( 26 X 2 I), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

Page 216: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen b~i brief nr. 508

Leuven, 26.g.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 175. Gepubliceerd door Bols, nr. 177, p. 177-178. 4 p. (25,5 X 20), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: WeledGeb. Heer.

Den Heere Willems. Lid van het Koninklyk institut te Antwerpen

Stempel : Leuven g-27

1. Dit werk konden we niet terugvinden. Hier is in elk geval niet bedoeld de Handleiding tot de geschiedenis der Nederlandsche Letter­kunde, inzonderheid ten gebruike bij academische studies, door L. G. Visscher, Eerste deel, Leuven, 1829 (B. W. nr. 3458), dat slechts tot het jaar 1000 loopt.

2. Vermoedelijk was dit een exemplaar van de Goudse of de Delftse druk: Die hystorie van reynaert die vos, Gouda, 1479 of Delft, 1485. Of wellicht de copie van Ten Broecke Hoekstra?

3· Cf. Inl., 11, p. 383-387. 4· Bedoeld wordt J. Scharp, Geschiedenis en Costuymen van Axel .••

waarin de kerkelijke en wereldlijke geschiedenissen, van de vroegste tot op onze tijden toe, getrouw worden opgegeven, Middelburch, 1787-1788, 3 dln (B. W. nr. 2060).

Aantekeningen bij brief nr. 509

Antwerpen, 2g.g.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 1.

Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

210

Den heere Mr J eronimo De Vries Griffier der Stad Amsterdam verzonden per Diligence van 30 7ber 1828

Page 217: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 331. 2. Maria van Braband verscheen in Belgische Muzen-Almanak, 11,

1827, p. 128-136. Cf. Inl., 11, p. 442. 3· Cf. Inl., 11, p. 251-252. 4· Cf. Inl., 11, p. 440. 5· Cf. brief nr. 496, n. 8. 6. Cf. Inl., 11, p. 115-116. 7· Voor Gerrit cf. brief nr. 496, n. 2.

8. Catalogus Van eene aanzienelyke V er zameling van Latijnsche, Neder­duitsche en eenz."ge weinige Fransche uitmuntend geconditioneerde Boeken, Meerendeels tot de godgeleerdheid en de geschiedenis be­trekking hebbende ... en Handschriften ... Alles gedurende vele jaren met vlift en naauwkeurigheid m)een verzameld door een voornaam liefhebber der Nederlandsche Geschiedenis en Oudheden enz., Amster­dam, 22 September I828 en volgende dagen (ex. U.B.G. cat. 1828). J. Koning was tot deze verkoping financieel gedwongen : cf. het voorbericht van een catalogus, die een tweede verkoping van zijn boeken aankondigt, en waarvan een exemplaar berust K.B. Brussel nr. 11 13216 A: Catalogus der Letterkundige Nalatenschap van wijlen Jacobus Koning, Lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut en van onderscheidene Maatschappijen van Wetenschap, enz.enz. Amsterdam, I4 October I833 en volgende dagen ... Opp. xi: << Door ramp op ramp besprongen en door tallooze huisselijke wederwaardigheden achtervolgd, zag de waardige man, (die gedurende eene reeks van volle 40 jaren, aan de verzameling van zijnen letterschat alles had ten koste gelegd,) zich eindelijk genood­zaakt, den kommer, waaronder hij, met zijn talrijk huisgzin, gebukt ging, door den verkoop van een gedeelte van dien schat, althans eenigermate, te verligten. Buiten en behalven de doubluren van een aantal Boekwerken en Handschriften, werd veel van dat­gene ten verkoop bestemd, hetwelk voor hem, bij zijne letter- en geschiedkundige nasporingen, niet volstrekt onmisbaar was, en alzoo, in de eerste plaats, het volledig beschrevene en gefacsimi­leerde gedeelte zijner aanzienlijke collectie ... De beredeneerde Catalogus werd door den Bezitter zeiven vervaardigd.>> Na zijn dood volgde dan, zoals gezegd, de verkoop van het tweede deel, dat naast taal- en letterkunde, geschiedenis, catalogi, rederijkerij enz. voornamelijk zijn collectie over de typografie omvatte: deze laatste werd ondershands aangekocht door de stad Haarlem.

9· Dit is brief nr. 478, gepubliceerd in de Vriend des Vaderlands, nr. 9· Cf. Inl., 11, p. 441.

211

Page 218: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 511

IO. Vermoedelijk kwamen deze indices in het bezit van de Tweede Klasse, door bemiddeling van de regering. Cf. De Buck, p. I89.

Aantekeningen bij brief nr. 5IO

Brussel, 4.1o.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I76. Gepubliceerd door Bols, nr. I78, p. I78-I79· 2 p. (25 X 21,5), beschreven.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 330. 2. Dit is het Historisch Onderzoek, waarvoor cf. Inl., 11, p. 4I3-4I4. 3· Willems gaf op p. 489-502 van zijn Mengelingen, Aenteekeningen

op eene Oude Kaert van Zeeland, ter begeleiding van F. de Bylandt, Remarques sur les changements survenus depuis l'époque ou la carte a été dessinée, p. 503-553. Cf. Inl., 11, p. 386.

4· Voor de bijdragen, afgedrukt in aflevering 5 cf. Inl., 11, p. 384-385. 5· Cf. Inl., 11, p. 384. 6. Cf. Inl., 11, p. 54·

Aantekeningen bij brief nr. 5II

[Amsterdam], 7.Io.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I77· Gepubliceerd door Bols, nr. I79, p. I79-I8I. 2 p. (23 X 19), beschreven. Voor de identificatie van de afzender cf. Inl., 11, p. 79·

1. Cf. brief nr. 478 en Inl., 11, p. 44I-442. 2. Cf. brief nr. 478: als dusdanig opgenomen in het register van het

gilde. 3· Ibid. 4· Voor Henriek Eckert van Homberch cf. Nijhoff-Kronenberg, 111,

3, p. I53-I58 en Campbell, Anna/es, p. 542-543. 5· Cf. Nijhoff-Kronenberg, nr. I 193· 6. Ibid., nr. 2208. 7· Bedoeld wordt Nieuwe Bijdragen tot de geschiedenis der uit­

vinding van de boekdrukkunst door Lourens J anszoon Koster te

2I2

Page 219: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 5I2

Haarlem, in Gedenkschriften wegens het vierde eeuwgetijde van de uitvinding der boekdrukkunst, ... bijeenverzameld door Vincent Loosjes, Haarlem, I824.

8. Voor Govaert van der Raghen of Dumaeus cf. Nijhoff-Kronenberg, Ill, J, p. I69.

9· Ibid., nr. 883. IO. Voor Johannes Steels cf. ibid., p. 208-209. 11. Voor Hubertus van Baerland of Barlandus cf. Nijhoff-Kronenberg,

Ill, 3, 950 en B.N., I, I866, kol. 722-723 door E. H. J. Reusens. I2. Deze editie vonden wij niet terug; wel een uit I474 (cf. Campbell,

Annales, nr. 711) en een editie Basel, I535· IJ. Cf. Nijhoff-Kronenberg, III, 3, p. I45-I49 voor Symon Cock. I4. Cf. ibid., nr. Io8. I5. Voor Theodoricus Martinus Alostensis cf. ibid., p. I99-200. I6. Voor Miehiel Rillen van Hoochstraten cf. ibid., p. I70-I78.

Aantekeningen bij brief nr. SI2

Antwerpen, 20. I o. I 828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Niet gepubliceerd. 2 p. (24 X 20), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres: WeledelGestrengen Heere

Den heere Mr. J eronimo De Vries Lid van het Instituet enz. enz. Amsterdam.

Stempel : Antwerpen

I. Was De Vries van plan de veiling Du Bois de V roylande bij te wonen? Cf. brief nr. 496, n. 8.

2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 331. 3· Voor deze cataloguscf.brief nr. 509, n. 8. 4· Vermoedelijk in november, want het laatste gedrukte Verslag van

de openbare vergadering der Tweede Klasse geeft als datum I3.11.

I828. Het volgende gedrukte Verslag was dat van I835·

213

Page 220: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 513

Aantekeningen bij brief nr. 5I3

Leiden, 21.10.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 178. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 180, p. 181-183. 4 p. (22,5 X 19,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Den WelEdelen Heer,

J. F. Willems, Lid van het Koninklijk Instituut enz. te Antwerpen.

Stempel: Leyden

1. Historisch Onderzoek: cf. Inl., II, p. 413-414. 2. Cf. Inl., II, p. 383-387. 3· Cf. brief nr. 446. 4· Cf. Inl., II, p. 176-177. 5· Cf. Inl., II, p. 47-48. 6. Cf. Inl., II, p. 274. 7. Geschiedenis der Leidsche H oogeschool, van hare oprigting in den

jare I575, tot het jaar I825, door Matthijs Siegenbeek, Leiden, 1829-1832, 2 dln, met portretten (B. W. nr. 2342).

8. Inderdaad komen in het Historisch Onderzoek veel platen voor. De tekenaar wordt evenwel in de inleiding niet genoemd.

9· Bedoeld is Mr. G. A. van Hoogeveen, secretaris der stad Leiden ten tijde van de oprichting van de universiteit. Zijn portret in dl. I, t.o.p. 28. Cf. eveneens B. W. der Ned., VIII, 1867, p. 1132-1134: 0 Leiden 1524, t 7.12.158o, advocaat en pensionaris, nam hij een werkzaam aandeel in de oprichting en de codificatie van de uni­versiteit.

10. Mr. L. van Santen was een Latijns dichter, die na 1792 de op­richting van een leerstoel voor Nederduitse welsprekendheid te Leiden wist door te zetten. Zijn portret staat in dl. I, t.o.p. 359· Cf. B.W. der Ned., XVII, 1874, p. 101-104: 0 Amsterdam 1.2.1746, studeerde hij rechten te Leiden en vestigde er zich als privé­geleerde.

11. Over het karakter van Ger. Joann. Vossius en zijne waarde, als mensch en Christen, opgemaakt uit zijne Brieven, werd door Siegenbeek voorgelezen op de eerste openbare vergadering van de Maatschappij, op 21.11.1828: cf. Mij N.L., 1829, p. 57·

12. Over Kinker cf. Aant., I, p. 26, n. 2 en 222, n. 8.

214

Page 221: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

13. Cf. brief nr. 446, n. s en 6. I4. Cf. brieven nr. 494 en 49S·

Aantekeningen bij brief nr. SI4

Amsterdam, 3 I. I o. I 828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 179. Gepubliceerd door Bols, nr. I8I, p. I83-I84. 4 p. (23 X I9,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Den Heer

J. F. Willems Lid van 't Kon Nederl. Instituut enz Bagynestraat te Antwerpen

1. Cf. brief nr. S I2.

NR. SIS

2. Johannes Josephus Becker, 0 Amsterdam ca. I782, t I849, was koopman en numismaat. Hij stelde o.m. de catalogi op van de veilingen te Amsterdam en stond bekend als bonafide-handelaar. Cf. B. W. der Ned., II, I867, p. 234-23S·

3· Cf. brief nr. 512, n. 2 en Inl., II, p. 126-I27. 4· Cf. brief nr. 509, n. 2. S· Cf. Notulenboek Ile Klasse r824-I830, IV, p. 290, verslag van de

vergadering van 30.IO.I828: <<Niemand verder iets te rapporteren of voor te brengen hebbende, deelde de Heer de Vries aan de Vergadering mede eene Romance, vervaardigd door den Heer J. F. Willems, en getyteld, Maria van Braband, voor welke aan­gename mededeeling de Heer de Vries is bedankt, waarna de zitting op de gewone wyze is gesloten. >>

6. Cf. brief nr. 509, n. 10. Alleen Halbertsma maakte later enig gebruik van deze stukken ten behoeve van zijn Aanteekeningen bij het vierde deel van de Spiegel Historiael (cf. Aant., I, p. 30, n. 6).

Aantekeningen bij brief nr. SIS

Leuven, I. I I. I 828. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I577I/39· Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 x 20,5), beschreven.

215

Page 222: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1. Cf. Inl., II, p. 379· 2. Cf. Willems, Verhandeling, I, p. 119-I22. 3· Voor Visschers' Bloemlezing cf. Aant., I, p. 113, n. 7· 4· Cf. Maria van Braband, p. I6, strofe 23. Later was Visscher weer

van een andere mening, want in zijn Bijdragen tot de oude letter­kunde der Nederlanden, Utrecht, I83s, p. 259-260, nam hij toch weer de Minnezang in den Zwabischen tongval, door Jan I, Hertog van Braband, op.

5· Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 33I. 6. Cf. brief nr. 508, n. 1.

7· Cf. Inl., 11, p. 388-389.

Aantekeningen bij brief nr. 5I6

Ninove, IO.II.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I8o. Gepubliceerd door Bols, nr. I82, p. I84. 2 p. (25,5 x 20,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco.

1. Cf. brief nr. 507.

Aantekeningen bij brief nr. 5I7

Antwerpen, IO.II.I828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Niet gepubliceerd. 4 p. ( 20 X I 2 ), beschreven.

I. Cf. brief nr. 514. 2. Cf. Inl., 11, p. ns-u6. 3· Cf. brief nr. SI4, n. 3· 4· Cf. brief nr. 478 en Inl., 11, p. I61-162. 5· Cf. brief nr. SI4 en Inl., II, p. 440. 6. Cf. brief nr. 5I4, n. 6. 7· Cf. Inl., 11, p. 343 en 346-347. 8. Cf. brieven nr. 509 en 5I2. 9· Cf. Inl., Il, p. 379·

IO. Cf. Inl., 11, p. 36o-36I. I I. Cf. Inl., 11, p. 53-54· De elfde openbare tentoonstelling der Kunst-

2I6

Page 223: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

werken van levende Meesters werd gehouden te Amsterdam van 15 september tot 11 oktober 1828. Het werk van de commissie, benoemd bij K.B. van 25·3· 1827 (Staatscourant, nr. 82, 5·4.1827) en belast met het aankopen van verdienstelijke schilderijen van levende Nederlandse kunstenaars op de tentoonstellingen van Amsterdam, Den Haag, Antwerpen, Brussel en Gent, stond aan kritiek bloot : zo o.m. in een anonieme brochure, Beoordeelend Overzigt der voornaamste op de Amster­damsche tentoonstelling van I828 toegelaten Kunstwerken, van nog in leven zijnde Nederlandsche Meesters. Eerste werk, Historie Schilders; Tweede werk. Tableau de genre, Amsterdam, 1828. 0. m. werd het schilderij over de dood van Rubens, van de hand van Van Bree, aangekocht en aan het museum te Antwerpen geschonken.

12. Cf. Immerzeel, Vl. & Holl. sch., III, p. 255-257. Antonius van Ysendijck, 0 Antwerpen I8oi, leerling van M. van Bree, studeerde 1823-1827 in Italië, verbleef in Frankrijk tot 1837 en vestigde zich daarna als schilder en directeur der Tekenacademie te Bergen. In I 828 werd hij lid van de Academie te Amsterdam, in 1829 ook te Antwerpen.

Aantekeningen bij brief nr. 5I7a

Antwerpen, 10.11.1828. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (23,5 x 20,5), beschreven.

I. Bedoeld wordt ongetwijfeld De staatkundige verlichting der Neder­/anderen, in een wijsgeerig-historisch tafereel geschetst, door Mr. Samuel Iperuszoon Wiselius (Een geschrift van den jare I793), Brussel, 1828(2 (B. W. nr. 1381), door de schrijver opgedragen aan de Maatschappij van Leiden.

2. Cf. Inl., II, p. 379· 3· Deze brieven van Hopperus aan Filips II bevonden zich in de

nalatenschap de Nelis (cf. brief nr. 420, n. 8), die in 1765 de brieven van Hopperus aan Viglius had gepubliceerd. Van Willems' plan tot opname ervan in de Mengelingen kwam niets terecht: wel gaf hij Brieven uit Antwerpen geschreven in de jaren 1581 tot 1584. Cf. Inl., II, p. 384.

217 rsa

Page 224: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

4· Geschied- en redekunstig gedenkschrift van Nederlands herstelling in den jare I8I3 door J. H. van der Palm, Amsterdam, 1816 (B. W. nr. 2076), p. 23 : <<De situatie na de slag bij Leipzig was de volgende: in Italië verhief zich geene enkele stem noch arm tot ondersteuning der goede zaak. De Belgen ... wij vergeven het hun, die sedert twee eeuwen geen volksbestaan meer hadden >>.

5· Handbuch der Geschichte des Europäischen Staatensystems und seiner Colonien, ... von A. H. L. Heeren, Göttingen, 1822/4, 2 dln (B. W. nr. 791). In deel I, p. 100: "Aus der Staatsumwälzung der Nieder­lande ging eine Republik hervor. Aber die ganze Ansicht dieser Ergebenheit wurde verrückt seyn, wenn man diese Folge für den Zweck ansehen sollte. Erhaltung ihrer alten Rechte gegen ein­zuführende Neuerungen, war der ganze Zweck der Insurgenten; sie wurden endlich nur Republikaner, - weil sie keinen für sie passenden Herrn finden konnten." Het werk werd in hetzelfde jaar vertaald door Mr. G. Dorn Seiffen, Handboek der geschiedenis van de staatsgesteldheld van Europa en deszelfs volkplantingen; ver­taald met aanmerkingen, Zutphen, 1822.

Aantekeningen bij brief nr. 5I7b

(Amsterdam, na 1o.n.1828]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15771/43(12). Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 21,5}, waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: Den WelEdn Heer

J.F. Willeros Lid van t Kon. Instituut Ontvanger der Registratie enz te Antwerpen.

Stempel: Amsterdam 12-[9]

De datering steunt op brief nr. 5 17a.

1. Cf. voor Becker brief nr. 514, n. 2. 2. Over Jan Smaale waren geen biografische inlichtingen te vinden. 3· Voor Geelhand cf. Inl., II, p. ns-n6. 4· De uitdrukking luidt eigenlijk : hoc volo, sic jubeo, sit pro ratione

voluntas : dat wil ik, zo beveel ik het en mijn wil zij een voldoende reden: Juvenalis, 6, 223.

218

Page 225: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

5· Willems' Feest-lied verscheen niet alleen afzonderlijk, maar even­eens in de Ned. Muzen-Almanak, XI, I829, p. 179-I81. Cf. Inl., II, p. 379 en 444, en brief nr. 467.

6. Cf. brief nr. 5I4 en Inl., II, p. 126. 7· Cf. brief nr. 478 en Inl., II, p. 441. 8. Cf. brief nr. 485 en Inl., II, p. 379 en 470. 9· Cf. brief nr. 5I4 en de Catalogus van eene fraaije verzamelt:ng van

Latynsche, Fransche, Engelsche, Neder- en Hoogduitsche uitmuntend geconditionneerde boeken, voornamelijk betrekking hebbende tot de godgeleerdheid, geschiedenis, dicht- en taalkunde ... Eene aanzienlijke en buitengewoone collectie van handschriften, bestaande meestendeels ·z'n zeer belangrijke brieven, door Vorsten, Staatsmannen, Helden, Geleerden ... Nagelaten door wylen den Wel-Ed.geb.Hooggeleerden Heer A. ten Broecke Hoekstra ... den I2 Januarij I829 en volgende dagen ... , Amsterdam, 1829 (ex. U.B.G. cat. 1829).

IO. Voor J. Meyercf.brief nr. 305, n. 3· 11. Cf. brief nr. 5I7, slot. 12. Cf. brief nr. 496, n. 4· 13. Cf. brief nr. 517, n. 12. I 4· De tekst van deze voorlezing van De Vries verscheen als Over het

ligtvaardig, ongunstig, en driftig Oordeelen en Bedillen, vooral in zaken van kunst en over groote vernuften, in : Hollandsch Magazijn, p. 1-24·

15. Cf. Inl., 11, p. 240. 16. Van Ertborn was begin augustus gouverneur van Utrecht

geworden. Cf. Inl., II, p. I02-I03 en Staatscourant, nr. I82, 4.8. 1828.

I7. Cf. Inl., II, p. 246-247. I 8. Cf. de Brieven van Mr. Willem Bilder dijk, tweede deel, Rotterdam,

I837, dat geheel gevuld werd met de brieven aan Jeronimo en Abraham de Vries.

19. Cf. Inl., II, p. 115-II6.

Aantekeningen bij brief nr. 5I8

Antwerpen, 12.11.I828. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder­

landse Letterkunde, Leiden, nr. L. I002/7· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

2I9

Page 226: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 520

I. Geschiedde dit n.a.v. brief nr. 5I7b van De Vries? 2. Achteraan Maria van Braband ( cf. p. 27-39) staat een uittreksel uit

Van Velthems Spiegel Historiael, cap. 40-42, zonder verklaring in de editie Lelong gebleven. In de editie Vander Linden en De Vreese, Brussel, 1906, p. 284, staat als aantekening bij boek 11, vs. 8 I 5 : << Oesseninc : het land der Ardennen ... De benaming komt meermalen voor bij Heel u ... en bij Velthem zelf ... >>

3· Cf. brief nr. 461, n. 2. 4· Cf. brief nr. 422, n. 4· 5· Cf. brief nr. 441, n. I7. 6. Histoire ecclésiastique et civile du duché de Luxembourg et comté de

Chiny, Luxembourg, 1741-1743, 8 dln, door Jean Bertholet S.J. (B. W. nr. 1726).

Aantekeningen bij brief nr. 5I9

Antwerpen, I2.II.I828. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. VII D 11 ag. Niet gepubliceerd. 4 p. (23,5 X 20), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Weledelen Heer

Den heere Suringar SS. T.T. te Leeuwarden a.m.

1. Godsdienstig en zedekundig handboek voor gevangenen; geschikt voor zon- en feestdagen [door W. H. Suringar], Amsterdam, 1828, reeks: Verhandelingen uitgegeven door de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, XX, 3 (B.W. nr. 46).

2. Vermoedelijk Maria van Braband: cf. Inl., II, p. 379 en 470.

Aantekeningen bij brief nr. 520

Haarlem, 19.II.I828. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/15(9). Gepubliceerd in Brieven van Mr. Willem Bilderd&"k, vijfde deel, Rotter­

dam, W. Messchert, I837, p. 2I3-215, in overdruk, p. 26-28.

220

Page 227: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 52I

4 p. (23 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdelgeboren Heer,

Den Heer J. F. Willems, ss.tt. te Antwerpen.

Stempel: Haarlem

I. Cf. over dit alles brief nr. 5I9. z. De Muis- en Kikvorsch krijg, door Mr. Willem Bilderdijk, Amster­

dam, I821 (B.W. nr. 3965).

Aantekeningen bij brief nr. 52I

Antwerpen, 9· I 2. I 828. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. Ba 2I5. 4 p. (23,5 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Niet gepubliceerd.

1. Cf. Inl., 11, p. 379 en 470: Maria van Braband. 2. Cf. Inl., 11, p. 195-I96. 3· Cf. J. J. F. Noordziek, Verslag der Handelingen van de Staten­

Generaal gedurende de zitting van I828-I829, I887, p. 113-116, waar de originele Franse tekst van de rede van Van Maanen werd opgenomen : hij besprak het voorstel van de Brouckère om de wetten van I8I5 en 1818 betreffende de beteugeling van onrust en kwaadwilligheid in te trekken, zodat persdelicten voortaan onder de gewone rechtspleging zouden vallen, en gaf zijn juridisch advies over de ministeriële verantwoordelijkheid, een constitutionele regering, de persvrijheid en de eraan noodzakelijk gekoppelde verantwoordelijkheid. Het gevolg van deze rede en de daarop­volgende breedvoerige discussies was dat de Brouckères voorstel op 3 december I 828 door de Tweede Kamer verworpen werd met 61 (54 Noordelijke + 7 Zuidelijke) tegen 44 (Zuidelijke) stemmen. Cf. eveneens H. T. Colenbrander, Koning Willem I, Amsterdam, 1935, 11, p. 3°7·

22I

Page 228: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 522

Aantekeningen bij brief nr. 522

Mechelen, 11.12.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 1g1. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 183, p. 185-1g6. 8 p. (zo X 17), waarvan p. 1-7 beschreven, p. g blanco.

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 331. 2. Cf. Inl., II, p. 379· 3· Cf. brief nr. 475, n. 2. 4· Deze brief ging blijkbaar verloren, en maakte vermoedelijk deel

uit van een map van het archief van het Aartsbisdom te Mechelen, waarvan De Ram toen beheerder was : cf. voorbericht in Willems, Mengelingen, p. 325-326. Willeros publiceerde hieruit een ander stuk, Brief van den heer van Montigny, aen zynen broeder den grave van Hornes, 1567, p. 327-334.

5· Voor Jean François van de Velde cf. B.N., XXVI, 1936-1938, kol. 543-553 door H. de Vocht: 0 Beveren Waas 5·3.1743, t 9.1.1823. Hoogleraar en bibliothecaris van de universiteitsbibliotheek te Leuven. Zijn belangrijkste werk, Synopsis monumentorum collec­tionis proxime edendae conciliorum omnium Archiepiscopatus Mechli­niensis ... Collegit ac edidit J. Franç. van de Velde, Gandavi, 182I­I822, 3 dln (B. W. nr. 1863).

6. Voor G. J. de Servais cf. B.N., XXII, 1914-1920, kol. 300-302 door H. Micheels. Hier wordt bedoeld de Catalogue des livres de la bibliothèque de Jeu Monsieur Gaspar-Joseph de Servais,· Dont la vente se fera en argent de change de Brabant, et cinq pour cent au-dessus du prix, dans la maison de Messieurs Du Trieu, rue de l' Ecoutette, sect. E., N°. 308, à Malines, Ie 3 Octobre z8o8 et jours suivants, ... Malines, Igo8. Nr. 3496 is Vraie narration de ce qui est traicté avec ceux de Malines, tant par escript que verbalement de la part de l' Archiduc Matthias, &! c., Anvers, Plan tin, I sgo, in _go. V. Edition originale. Nr. 349g luidt Waerachtige verhalinghe van 't ghene dat ghetracteert is met die van Mechelen, van wegen des Aerts­hertogen Matthias, &C. Antwerpen, Plantyn, 15go, in _go, V. De druk te Mechelen bij Van der Elst komt voor onder nr. 3497·

7· Voor Jean Baptiste Rymenans cf. B.N., XX, I90g-I91o, kol. 6g9-692 door H. Coninckx: 0 Diest 19.11.1748, t Mechelen 25.10. 1g40, was hij aanvankelijk apotheker, later ambtenaar met diverse opdrachten, en na 1803 griffier bij het vredegerecht te Mechelen.

222

Page 229: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 522

Daarnaast schreef hij enkele handschriftelijk gebleven studies over Mechelse geschiedenis en was hij bibliofiel.

8. De hier bedoelde Thys is niet Willems' antagonist van 1821, maar de Mechelse stadsarchivaris B. Gyseleers-Thys, over wie cf. Inl., 11, p. 128.

9· Korte Chronycke der stadt ende provincie van Mechelen by een ver­gadert ... door G. D. A.C. y B. ( = Gerardus Dominicus Azevedo Coutinho y Bernal), Loven, 1747-ca. 1779, 6 dln.

1 o. N ouveau dictionnaire historique, ou histoire abrégée de tous les hommes qui se sont fait un nom par Ze genie, les talens, ... depuis Ze cammence­ment du monde jusqu'à nos jours. A.vec des tables chronologiques ... Par une société de gens de lettres ( = F. X. de Feller, B. Saive, de Visé, et J. L. Burton), Paris, 1772, 5 dln.

11. De la guerre civile des Pays-bas depuis 1556-jusques 1567. Manu­scrit de 298. pages in folio. (in rand de prijs : 57). De daarop volgende beschrijving luidt : Manuscrit d'autant plus intéressant, que 1' Auteur, vivant dans Ie temps, dontil parle, rapporte, sur-tout au sujet du Cardinal de Granvelle, bien des Particularités, qui ne se trouvent nulle part ailleurs ; ce grand Hamme, que tant d'Historiens ont peint avec des couleurs si noires, paraît avoir été mieux connu de 1' Auteur, qui rend justice à ses grandes qualités, & aux services importants, qu'il a rendus au Prince d'Orange, qui Ie paya d'une ingratitude détestable.

12. Bibliothecae selectae pars altera, ou Catalogue d'une très-belle colZee­tion de livres prétt"eux et rares, délaissés par Jeu Monsieur Charles Michiels, prêtre, &fc. Dont la Vente se fera en Argent de Change, Lundi Ze Io. de Septembre I78I. t'S jours suivants, à la Salie des Arquebusiers à Anvers, 1781 (ex. U.B.G. I78I, met prijzen).

IJ. Wellicht bedoelt De Ram hier J. A. de Jonghe, over wie cf. Inl., 11, p. I52. Hij studeerde vanaf 182I filosofie te Leuven en was vóór I 828 leraar aan het college te Diest. De << humbles respects >> doen ons echter vermoeden dat hier wellicht Jean Baptiste Théodore de Jonghe kan bedoeld zijn, over wie cf. B.N., V, I876, kol. 220-222 door }. Delecourt: 0 Brussel 2J.II.I8oi, t 20.2.1860, zoon van de voorzitter van het Rekenhof en lid van de Raad van State, zelf dr. in de rechten sedert 1823 en in dienst van het departement van buitenlandse zaken te Den Haag. Na I83o wijdde hij zich nog uitsluitend aan zijn rijke bibliotheek en zijn studie van geschiedenis, numismatiek en genealogie.

223

Page 230: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 523

Antwerpen, 12.12.1828. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 I. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X zo), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WeledelGestrengen Heere

Den heere Mr. Jeronymo DeVries Lid van het Instituut Griffier der Stad Amsterdam

Stempel : Antwerpen Nota A. de Vries jr.: o [=niet publiceren]. J. M. Smaale Jr. (leeft nog)

1. Cf. over dit alles brief nr. 517b. 2. Cf. brief nr. 517 op het einde. 3· Voor Corneille Cels cf. B.N., 111, 1872, kol. 403-405 door A. Siret:

0 Lier 1778, t Brussel 1859, genoot hij grote faam als portret­schilder. Vanaf 1815 woonde hij te Den Haag, in 1820 werd hij directeur van de academie te Doornik en vanaf 1827 vestigde hij zich definitief te Brussel.

4· Cf. brief nr. 517b, n. 14. Het stuk verscheen niet afzonderlijk. 5· Cf. brief nr. 517b, n. 9· 6. Voor Groebe cf. Inl., 11, p. 126-127. 7· Cf. Inl., 11, p. 253-254. 8. Cf. Inl., 11, p. us-u6. 9· Cf. Inl., 11, p. 361, 360, 343 en 346.

Aantekeningen b~i brief nr. 524

Brussel, 16.12.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 183. Gedeeltelijk gepubliceerd door Bols, nr. 184, p. 186. 4 p. (25 X 21), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres: WelEdelGestrenge Heer,

224

den Heer Willems, Ontvanger der Registratie te Antwerpen.

Page 231: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Stempel : Brussel Ministerie van Binnenlandsche Zaken

Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck enkel ondertekend.

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 331. 2. Maria van Braband: cf. Inl., 11, p. 379· 3· Cf. hierover reeds de brieven nr. 486 en 501. 4· Cf. brief nr. 441, n. 19 en voor de eigenaar, Ritz, Inl., 11, p. 232.

De Reiffenberg publiceerde in zijn Nouvelles archives, V, 1830, enkele uitvoerige stukken uit deze nalatenschap.

5· Cf. hierover brief nr. 553·

Aantekeningen bij brief nr. 52 5

Den Haag, 28.12.1828. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. 184. Gepubliceerd door Bols, nr. 185, p. 187. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Deze werken worden aangeduid in brief nr. 534· 2. Cf. Apollo, Argus en Nederlandsche Mercurius, door C. G. N. de

Vooys, in Verzamelde Letterkundige Opstellen, nieuwe bundel, 1947, p. 96-115.

Aantekeningen bij brief nr. 526

[Utrecht, eind I828]. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.IV. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 21), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adreszijde. Adres: Monsieur Willems membrede

1 institut &c. rue rouge Anvers.

Deze brief werd noch ondertekend noch gedateerd : schrift en interne criteria maakten plaatsing mogelijk.

225

Page 232: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1. Bedoeld wordt Philippus Wilhelmus van Heusde, over wie cf. B. W. der Ned., VIII, 1867, p. 742-745 : 0 Rotterdam 17.6.1778, t Genève 28.7.1839· Hij werd in 1804 hoogleraar te Utrecht voor geschiedenis, oudheidkunde, welsprekendheid en Griekse taal, en bekleedde dit ambt tot zijn dood. Hij was een begaafd en wel­sprekend pedagoog en leidde eveneens sinds 1816 de universiteits­bibliotheek.

2. Jouke of Jodocus Heringa cf. N.N.B. W., VII, 1927, kol. 564-565 door F. S. Knipscheer: 0 Gorredijk 14.10.I765, tUtrecht 18.1. 1840. Vanaf 1794 werd hij te Utrecht hoogleraar in de theologie. Hij bezat een kostbare en uitgebreide bibliotheek.

3· Dit genootschap was niet terug te vinden. 4· Cf. brief nr. 478 en Inl., II, p. 378. 5· Cf. Inl., 11, p. 304. 6. Cf. Mengelingen, p. 8o en brief nr. 419. 7· Altheer was een bekend Utrechts boekhandelaar en o.m. de uit­

gever van de werken van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap. 8. Is dit J. J. le Roy, Bescheidene bedenkingen, briefswijze voorgedragen

aan den Hoogleeraar den Heer Mr. J. Kinker, wegens eene, in z~·ne brieven over het natuurregt, voorgedragene nadere wijziging der critische wijsbegeerte, Delft, 1827? Het lijkt ons meer waarschijnlijk dat hier een of ander historisch werk over Brabant door baron Jacques Ie Roy (cf. B.N., XI, I89o-189I, kol. 910-918 door A. W auters) bedoeld wordt.

9· Cf. brief nr. 441, n. 21. 10. Nl. Maria van Braband, cf. Inl., 11, p. 379· 11. Historisch Onderzoek, cf. Inl., 11, p. 413-414. 12. Antw. XIXde eeuw, p. 423, 433·

Aantekeningen bij brief nr. 527

[Utrecht, eind I828 of begin I829]. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.IV. Niet gepubliceerd. 4 p. (21,5 X 12,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres: Monsieur Willems membre

de l'institut rue rouge anvers

De datering bleek mogelijk a.h.v. interne criteria.

226

Page 233: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

I. Voor de verkoping van de bibliotheek van A. ten Broecke Hoekstra : cf. brief nr. 5I7b, n. 9·

2. Dit moet Gerrit Declel zijn, over wie cf. B. W. der Ned., IV, I858, p. 86 : 0 Den Haag kort na I8oo, studeerde hij te Leiden o.m. bij Jacob Geel, en werd in I826 dr. in de rechten. Hij was conservator van het archief der zg. vijf ca pittelen te Utrecht en overleed ca. I834·

3· Bedoeld wordt de H. Barbara (thans Antwerpen, Kon. Museum voor Schone Kunsten), gesigneerd en gedateerd in I437 en on­voltooid. Cf. Messager, I829-183o, p. 6I-62 en J. de Coo, Jb. Kon. Museum, 1954-I96o, p. 52 en Dr. 1Frieda van Tyghem, Op en om de middeleeuwse bouwwerf, Brussel, I966, 11, p. 8I.

Aantekeningen bij brief nr. 528

[Utrecht, eind r828 of r829]. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.IV. Niet gepubliceerd. 4 p. (20,5 X I2), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Deze brief is noch ondertekend noch gedateerd. In tegenstelling met

beide vorige nrs. zijn wij geneigd deze brief eerder eind I829 te plaatsen.

I. Hier wordt de Teuthonista of Duytschlender, het bekende Gelders­Kleefse of Nederrijnse woordenboek uit het laatste der 15de eeuw van G. van der Schueren bedoeld. Cf. J. Verdam, G. van der Schueren's Teuthonista of Duytschlender. In eene nieuwe bewerking vanwege de MaatschappiJ der Nederlandsche Letterkunde uitgegeven, Leiden, I 896, inleiding.

2. Nl. E.C.G. G. de la Coste, over wie cf.Jnl., 11, p. 76. 3· Bedoeld zal zijn het Schoonebekerdiep, dat ten Z.O. van Drente

ligt aan de Duitse grens en diende voor de afvoer van de turf. 4· Bedoeld is waarschijnlijk het portret van de Saksische keurvorst

Frederik III, Mus. Antwerpen, nr. I24. 5· Dit portret werd niet, als Van Ertborns overige schilderijen, over­

gedragen aan het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen: cf. Cat. door A. J. J. Delen, 1948, tenzij hier sprake is van een verkeerde attributie. Voor Lambert Lombart, een Luiks letter­kundige en schilder (Luik 1506-1565) cf. Dict. Peintres, p. 375-376.

6. Dit is de Kalvarieberg van Hendrik van Rijn, waarover cf. Messager, I829-183o, p. 399-401, gedateerd 1363. Op inspiratie

227

Page 234: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

van of geschreven door Van Ertborn zelf verscheen in Messager een Notice sur un tableau de l'année 1363, Faisant partie de la collection de M. Ie Chevalier Florent van Ertborn, Gouverneur de la province d'Utrecht. Hij vond het schilderij in r829 terug te Utrecht en vergeleek het met een missaal ms. van 1365 van de oude Egmondabdij, dat bij de boekhandelaar Altheer te Utrecht berustte en te Gent vervaardigd was : het ms. bevatte een miniatuur die met het schilderij grote overeenkomst vertoonde.

7. Vermoedelijk de Lettre à M. Sylvain Van de W eyer.

Aantekeningen bq' brief nr. 529

Antwerpen, 6. r. I 829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 X 2I,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

Den heere Mr J eronimo De Vries Griffier der Stad Amsterdam

Stempel : Antwerpen Aantekening bovenaan p. I : o.

1. Bedoelt Willems hier wellicht de gevraagde werken van het Instituut, waarover sprake in brief nr. 5I7?

2. Cf. reeds brief nr. 517b, n. 9· 3· Cf. brief nr. 523, n. 7· 4· Willems bedoelt hier de Nieuwe V er handelingen der Eerste Klasse

van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten te Amsterdam, eerste deel, Amster­dam I827. Het tweede deel draagt eveneens het jaar I827, maar verscheen wellicht later? Het derde kwam pas in I831 van de pers (B. W. nr. 2364).

5· Cf. Merecy, p. I07-II I en I22: De Postryder ofte Gazette van Antwerpen verscheen van oktober I8I8 tot na de revolutie van I83o. Het was een katholiek, conservatief, gematigd blad, bestemd voor de kleine lui in de stad en op het platteland, dat alleen eigen commentaar leverde in godsdienstige kwesties en verder berichten uit buiten- en binnenlandse bladen overnam. Drukker-eigenaar was Jozef Saeyens. Bij zijn dood in 1826 werd de zaak voortgezet

228

Page 235: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 53I

door zijn echtgenote. Redacteurs waren de katholieke Fries U. Anclala en later Schuyt. Vermoedelijk droeg Willems een artikel tot de Postryder van r828 bij : van deze jaargang bleven slechts fragmenten bewaard in de K.B. Den Haag, waarin we geen spoor van een bijdrage terugvonden.

6. Cf. Inl., 11, p. 384. 7· Dit is het Jaarboekje der Leuvensche Hoogeschool, Voor het Jaar

r829, Brussel, 11, 1829.

Aantekeningen bij brief nr. 530

[Antwerpen], 31.I.[r829]. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 k. Gepubliceerd door De Vroede, 1952, p. 208-209. 2 p. (21 X 12,5), waarvan p. r beschreven, p. 2 blanco. Op p. 1 in vreemde hand genoteerd: 1830? Op p. 2 achteraf door Potgieter genoteerd : Ik heb gedroomd wat

vreeslyk droom God [ ... ] 4 woorden onleesbaar.

1. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 331. 2. Potgieter bewerkte twee gedichten van Byron. Het ene, De V er­

delging van Sanherib. Naar Lord Byrons Hebrew Melodies, verscheen in het Algemeen Letterlievend Maandschrift, Amsterdam, XIV, r83o, Mengelwerk, p. 56-57. Het tweede was de reeds in brief nr. 481, n. 1 geciteerde Ode aan Napoleon Buonaparte, in V ad. Letteroef., 1832, Mengelwerk, p. 129-133. Cf. Groenewegen, Bibl. Potgieter, nr. 46 en 73·

3· Over het gedrag der Belgen by de scheuring der Nederlandsche Provinden in de Zestiende Eeuw, verscheen in de Mengelingen, p. 389-423. Cf. Inl., 11, p. 385 en 387. Willems hield allereerst deze lezing te Brussel. Cf. Inl., 11, p. 519.

Aantekeningen bij brief nr. 53I

Antwerpen, 29.1.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 31.1.182g, nr. 13 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 21,5), waarvan p. r-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

229

Page 236: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 533

Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door de afzendster enkel ondertekend.

Bovenaan links staat: Exh. 3I Jan. I829 N°. I3 F. Aldaar eveneens de aantekening : Gedeponeerd, na verdeeling der I o

Exemplaren volgens reso1. van IO Dec. I826 N°. 29 F.

I. Cf. Inl., 11, p. 384 en brief nr. 40I.

Aantekeningen bij brief nr. 532

Brussel, 2.2.I829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I85. Gepubliceerd door Bols, nr. I86, p. I88. 4 p. {3I X I9,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Gobbel­

schroij enkel ondertekend.

Aantekeningen bij brief nr. 533

Antwerpen, 6.2.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 68-69. 4 p. (25,5 X 2I), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 332. 2. Cf. brief nr. 5I7b, n. 9· 3· Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 332. 4· Deze bankier werd reeds vroeger in de briefwisseling vermeld.

Cf. brief nr. 344b, n. 3· 5· A. J. Goovaerts was een Antwerps wisselagent, die woonde in de

Hobokenstraat, sectie 2, nr. 831. Cf. L. van den Wyngaert, Indica­teur commercial de la ville d' Anvers pour l' année r826, p. 34·

6. De Cimmeriërs waren een aan de Traciërs verwante volksstam, eertijds gevestigd in Zuid-Rusland, die Klein-Azië binnenvielen en doordrongen tot in Palestina, waarna ze echter ca. 570 v. Chr. weer naar het Noorden werden teruggedreven. Homeros noemt hen èen in het uiterste Noorden in nevel en duisternis levend volk.

7. Van deze verkoping was geen catalogus te vinden : vermoedelijk

230

Page 237: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 533

gaat het hier evenwel om het kabinet Danoot te Brussel, dat ruim I36.ooo fr. opbracht. Cf. Den Antwerpenaer, nr. Io, 7.2.I829, p. I.

8. Vermoedelijk is dit een door De Vries ingediende petitie over de sjouwers van de stadswaag te Amsterdam.

9· Cf. over al deze petities bv. Schmitz, Willem I, p. 22o-22I. Vanaf januari I829 werd de vrijheid van onderwijs gevraagd : de eerste ondertekenaar was graaf H. de Mérode-Westerloo (cf. Souvenirs, 11, Paris, I864, p. I75). Weldra droeg het stuk 8o.ooo hand­tekeningen. Op 25 februari waren reeds I I9 dergelijke petities voor het onderwijs ingestuurd, 76 voor de vrijheid van drukpers, 62 voor het instellen van een jury bij de rechtspraak, 41 voor de onafzetbaarheid van de rechters en 14 voor de uitvoering van het concordaat. Op 16 maart daaropvolgend waren nog 96 petities voor het onderwijs erbij gekomen, 7I voor de drukpers, 56 voor de jury, 47 voor de rechters en 17 voor het concordaat. Het gevolg van deze eerste petitie was dat een commissie voor de hervorming van het onderwijs (de zg. commissie Van Ursel) in februari I829 werd ingesteld. De oorzaak van die plotse vloedgolf van petities was de parlementaire nederlaag die het Zuiden in november­december I828 had opgelopen, waardoor katholieken en liberalen samen besloten een beroep te doen op de publieke opinie, en elkaar wederzijds te steunen : de liberalen stemden in met de vrijheid van onderwijs, de katholieken met de vrijheid van drukpers. Deze petitie-beweging is dag voor dag te volgen in Den Antwerpenaer, bv. in nr. 5, 21.1.I829, nr. 6, 24.1.I829, nr. 47, 7.6.I829, nr. 59, 29.7.I829, en dan vanaf oktober met verdubbelde kracht en onder de openlijke medewerking en leiding van de plaatselijke geestelijk­heid.

10. De Potter was, om wille van een artikel van 8.II.I828 gevangen genomen en op 20 december veroordeeld tot I 8 maanden gevangenisstraf en een boete van 1000 gulden. Dit verwekte hevige ontstemming en beroering in het Zuiden.

1 I. Sedert oktober I 828 had Van Maan en geprobeerd de persvrijheid in te tomen : door het voeren van een proces tegen Ducpétiaux, die tot een jaar gevangenisstraf werd veroordeeld, door het over­nemen door de Staat van L' Oracle en het bezoldigen als hoofd­redacteur van Libry-Bagnano sedert december I828, door het voeren van persprocessen tegen Claes en J ottrand en tenslotte door het opsluiten van De Potter.

12. Deze Mathieu Noël Rioust was blijkbaar een Gents journalist, publicist en vrijmetselaar, die vooral bedrijvig was in 18I6-I824,

231

Page 238: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 533

door het uitgeven van allerlei gelegenheidsgeschriften. Cf. over hem Messager, 1844, p. 266.

13. Voor Froment en de Sentinelle cf. Aant., I, p. 159-160 en brief nr. 287, n. 15.

14. Voor Théodore Dotrenge cf. N.N.B. W., VIII, 1930, kol. 422-423 door J.C. Ramaer en B.N., VI, 1878, kol. 142-144 door Th. Juste. o Brussel 1761, t 15.6.1836. Hij studeerde rechten en vestigde zich als advocaat te Leuven. Tijdens de Brabantse omwenteling was hij strijdend Vonckist. In 1799 werd hij griffier van de recht­bank van koophandel te Brussel, ambt dat hij tot 1828 bekleedde. In 1815 werd hij lid van de commissie tot ontwerp van de grond­wet en verzette er zich hevig tegen een eventueel herstel van de heerlijke rechten: wat hij wenste was de constitutionele monarchie. Hij werd in datzelfde jaar lid van de 2de kamer voor Zuid-Brabant en een der leiders van de liberale partij. Hij bestreed er (met grote welsprekendheid en weidse gebaren) adel en geestelijkheid en iedere conservatieve politiek. Op gebied van het onderwijs stond hij wel aan de zijde van de regering, maar toch bestreed hij haar financiële politiek in december 1825. Op 22.4.1828 werd hij lid van de Raad van State en nam hij ontslag als kamerlid. In 1830 was hij tegen de omwenteling, en bestreed ze nog later in brochures en het orangistische dagblad Le Lynx.

15. Louis-Antoine (vlg. N.N.B. W., IX, 1933, kol. 858-859 door J. C. Ramaer) of Louis-Augustin Reyphins (vlg. B.N., XIX, 1907, kol. 226-228 door P. Bergmans) Roesbrugge, 22.11.1767, t Brussel 26.1.1838, was advocaat en van 1815 tot 1830 lid van de 2de Kamer voor West-Vlaanderen. Als liberaal was hij tegen de financiële politiek van de regering en voor de onderwijspolitiek en het Collegium philosophicum. Net als zijn vriend Dotrenge was hij een van de weinige sprekers in de Kamer, die welsprekend improviseerden, met pathos het woord voerden en daardoor de Zuidnederlandse katholieken beïnvloedden. Net als Dotrenge vreesde hij op de duur een te sterke katholieke invloed in de oppositie en aanvaardde, vermoedelijk onder invloed van Van Gobbelschroy, op 17·4.1827 een benoeming tot lid van de Raad van State. Tegelijk bleef hij lid van de Kamer, en van 1826-'27, en 1828-'29 zelfs voorzitter. In oktober 1830 was hij een van de aan de prins van Oranje te Antwerpen toegevoegde leden van de Raad van State. Daarna leidde hij een teruggetrokken bestaan.

16. Cf. B.N., 111, 1872, kol. 398-402 door A. Wauters en N.N.B. W., VII, 1927, kol. 290-291 door A. H. L. Hensen: Antoine Philippe

232

Page 239: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 533

Fiacre Ghislain graaf Visscher de Celles, 0 Brussel IO.IO.I779, t Parijs I.II.I84I, stamde uit een vooraanstaand Brabants geslacht van magistraten, en werd in de Franse tijd opgenomen in het bestuur van het departement van de Dijle. In I805 werd hij officier in het leger van Napoleon, in I8o6 lid van de Conseil d'Etat en prefect van de Loire lnférieure. In I8o8 werd hij comte de I' empire, in I8II prefect van het departement van de Zuiderzee waar hij de wet op de conscriptie deed uitvoeren. Na I8I4 keerde hij terug naar België en bleef tot I 82 I ambteloos. Daarna werd hij lid van de Tweede Kamer tot I83o en in I826 eveneens ambassadeur en gevolmachtigd minister bij de H. Stoel. Hij was de bewerker van het concordaat met paus Leo XII op I8.6.I827, dat bekrachtigd werd door de koning op 2 5. 7. I 827 maar nooit werd uitgevoerd. Op het einde van datzelfde jaar viel hij in ongenade bij de koning en behoorde voortaan tot de oppositie. In I83o stond hij de administratieve scheiding tussen Noord en Zuid voor en was lid van de deputatie die naar Den Haag werd gezonden. Hij werd lid van het Nationaal Congres en gezant te Parijs, waar hij zich inzette voor de verkiezing van de hertog van N emours, de tweede zoon van Louis Philippe, tot koning der Belgen. Toen dit opzet mislukte nam hij ontslag, vestigde zich definitief te Parijs, liet zich natura­liseren en werd buitengewoon lid van de Franse Conseil d'État.

17. Voor deStassart cf. Inl., 11, p. 262-263. I8. Charles Marie Joseph Ghislain de Brouckere: cf. N.N.B. W., IX,

I933, kol. 102-I06 door J. C. Ramaer: 0 Brugge I8.r.I796, t Brussel 20.4. I 86o. Hij was de zoon van de gouverneur van Limburg (I8IS-I828) en werd in I826 lid van de Tweede Kamer. In tegenstelling met zijn vader, die een warm aanhanger van Willem I was, trad hij van meetaf aan in de oppositie, bij de Stassart, de Secus e.a., en stond herhaalde malen de vrijheid van drukpers en handel, het instellen van een jury bij de rechtspraak, en in 1830 de administratieve scheiding voor. Tijdens de gevangen­schap en de verbanning van De Potter en Tielemans begin I 829 schreef hij onder het pseudoniem Polichinelle veel in de Courrier des Pays-Bas en hij weigerde de door de regering van alle ambte­naren op II.12.I829 gevraagde verklaring van instemming met haar politiek. Hij maakte deel uit van de Zuidelijke volksvertegen­woordigers die op 1J.g.183o de zitting van de Staten Generaal te Den Haag bijwoonden, en werd op 4.Io aangeduid als een der raadslieden van de Prins van Oranje te Antwerpen. Vanaf 6.Io nam hij echter deel aan het beleid te Brussel, werd in november

233

x6a

Page 240: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 534

lid van het Nationaal Congres, stemde voor de verbeurdverklaring van de troon voor de Oranje-Nassaus, werd minister van binnen­landse zaken, later van oorlog, trok zich in het privé-leven terug en werd directeur van een nijverheidsinstelling, om in I845 burge­meester van Brussel te worden en dit ambt, tot grote verwondering van zijn vrienden, die hem onstandvastig en wisselvallig vonden, tot I 8 59 te blijven bekleden.

I9. Cf. brief nr. 529, n. 6.

Aantekeningen bij brief nr. 534

Antwerpen, 9.2.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 c I I VIII, 56. Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 21), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Brief nr. 525. 2. Cf. Inl., 11, p. 384 : bij zijn bijdrage over de Oude Nederlandsche

Volksliederen werd muziek opgenomen. 3· Jan van Walré, Heks/uiting, 's-Gravenhage, I828 (B. W. nr. 4059). 4· Mr. J. C. W. le Jeune, Letterkundig overzigt en proeven van de

Nederlandsche volkszangen sedert de XV de eeuw, door-, 's-Graven­hage, I828 (B. W. nr. 4847). Over de auteur cf. Mij N.L., I865, p. I-I6, een autobiografie met bibliografie, en N.N.B. W., 111, I9I4, kol. 750 door H. Brugmans. Hij promoveerde te Utrecht in I8o2 tot dr. rechten en was vanaf I8o6-I842 aan het ministerie van financiën verbonden.

5· De Tijd, door J. Immerzeel, Junior, stond in de Ned. Muzen­Almanak, XI, I829, p. 37-42. Van Willems zelf werd het Feestlied op de zilveren bruiloft van den heer Mr. Jeronimo de Vries en Vrouwe Maria Gijsbertha Verhoesen, te Amsterdam, op 26 Junij I828, p. I79-I8I opgenomen. Cf. Inl., 11, 444·

6. In Mengelingen, p. 288-289, vermeldt Willems een bespreking van de uitgaven van oude Nederlandse liederen, de pogingen van J. Grimmen Hoffmann von Fallersleben, en noteert hierbij : << Onder­tusschen zingen wy fransch en italiaensch, en laten wy het aen vreemden over, om de prysvraeg van het Instituet, wegens de ver­diensten der Nederlanderen omtrent de muziek, te beantwoorden. Waerschynlyk zou de zoo even genoemde duitsche geleerde [H. v.

234

Page 241: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 534

F.] in geheel ons land geen drukker aentreffen, die zou ondernemen zyn werk uittegeven, hoezeer daerin de geest onzer voorouders eigenaerdigst optemerken zy. Wat zal ons de kennis van dien geest aenbrengen? Wat zullen ons die voorouders? 't is ons genoeg, dat honderd dichters, met of zonder kennis· van zaken, als om stryd onophoudelyk zingen

Van 't heilig Voorgeslacht, en roem van Neêrlands Vadren I))

7· Cf. Aanzoek om mededeeling van oude Nederlandsche volks­liederen, in Alg. K. fS L., 1821, nr. 32, p. 50-55. Cf. Deprez, Willems-H. v. F., 1963, p. 17, n. 1.

8. Hier zal al wel de Noordnederlandse i.p.v. de Brusselse editie van De Argus bedoeld zijn. Cf. hierover C. G. N. de Vooys, Apollo, Argus en Nederlandsche Mercurius, in Verz. Letterk. Opstellen, nieuwe bundel, _Amsterdam-Antwerpen, 1947, p. 96-115.

9· De Bijenkorf. Letter- en staatkundig mengelwerk, ('s-Gravenhage), verscheen van 8.10.1828 tot 27.1.1831 : het doel van het tijdschrift was, blijkens het prospectus van 5.10.1828, het recenseren van literaire en politieke werken uit binnen- en buitenland (met dien verstande dat de buitenlandse beoordelingen uit buitenlandse periodieken werden overgenomen) en het publiceren van replieken op recensies in Nederlandse bladen door de auteurs. Het blad verscheen twee maal per week en had als motto : La défense est de droit, et d'un coup d'aiguillon, L'abeille en tous les temps repousse Ie frélon (Voltaire). Het blad hield op met verschijnen op 27.1.1831, en werd vervangen door De Standaard, staatkundig blad.

IO. Cf. n. 8. II. Bedoeld wordt Wap, over wie cf. Inl., 11, p. 298-299. I2. Van Tollens is zijn gedicht Ter Uitvaart (cf. Gezamenlijke Dicht­

werken, IX, I87o, p. 39-44) bekend. Belastte hij zich met het samenstellen van een bundel ? In I ets ter nagedachtenis van wijlen Johannes Leonardus Nierstrasz Jr. door Mr C. P. E. Robidé van der Aa, I 829, p. I 5, verscheen volgend grafschrift :

't Is Nierstrasz, die hier rust. ~In 's levens bloei ontslapen, Verwierf hij 't loon der braafheid vroeg;

Geen lofdicht siert zijn graf, geen lauwer en geen wapen; Zijn wandel is hem lofs genoeg.

Tollens.

235

Page 242: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 537

Aantekeningen bij brief nr. 535

[Antwerpen, vóór I1.2.I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.II.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 2 p. {Io,s X I2,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. De datering bleek mogelijk a.h.v. vergadering: cf. nr. 536.

1. Cf. Aant., I, p. 43· 2. Wij konden geen spoor van een dergelijk exemplaar terugvinden,

ook niet in Willems' inleiding tot de Brab. Yeesten. 3· Antverpia Christo nascens et crescens seu acta ecclesiam Antverpiensem

ejusque aposlolos ac viros pietale conspicuos concernantia usque ad seculum XVIII, Antwerpiae, I773, 7 tomi in 4 bdn (B. W. nr. I852).

Aantekeningen bij brief nr. 536

Brussel, I I .2. I 829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.II.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (33 X 20,5), beschreven.

I. Cf. Inl., II, p. 388-389. 2. Cf. brief nr. 407, n. 6 en 7· 3· Cf. ibid., n. IO en I 1. 4· Cf. hierover reeds brief nr. 524, n. 4· 5· Cf. Inl., II, p. 232. 6. Cf. Inl., II, p. 227-229.

Aantekeningen bij brief nr. 537

Leuven, I9.2.I829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I86. Gepubliceerd door Bols, nr. I87, p. I88-I90. 4 p. (26 X 2I,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde.

Page 243: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Mijnheer Den Heere J. F. Willeros Antwerpen.

NR. 537

I. Cf. Inl., 11, p. 39· Hij werd bibliothecaris van de universiteit bij K.B. van I8.2.I826. Cf. voor zijn activiteit bij het classeren der boeken en archiefdelen de Beknopte geschiedenis der Bibliotheek van de Hoogeschool te Leuven, op p. 70-8 I van Jaarboekje der Leuvensehe Hoogesehool, Voor het Jaer I829, Brussel, I829.

2. Wij vermoeden dat het hier gaat om een exemplaar van Kiliaens Etymologieurn teutonieae linguae, de 3de druk van I599 van het Dietionarium teutonieo-latinum, Antverpiae, I 574· Een dergelijke 3de druk was <<cum charta intermedia et multis notis MSS. >>, volgens de catalogus Ten Broecke Hoekstra, p. 7, nr. I22 (cf. brief nr. 5I7b, n. 9) in diens bezit, en wellicht geveild ten voordele van Leuven ? Of had Hoekstra ten tijde van zijn professoraat te Leuven het exemplaar van de universiteitsbibliotheek voorzien van aan­tekeningen ? Een ding is zeker : in datzelfde exemplaar kwamen naast de nota's van Hoekstra ook oudere aantekeningen van Van Hasselt voor, zodat het vermoeden voor de hand ligt dat het hand­exemplaar van Van Hasselt na diens overlijden in het bezit van Hoekstra is gekomen. Thans is dit aangetekend exemplaar te Leuven evenwel niet meer bewaard. Willeros bezat in zijn B. W. nr. 3348 deze druk van Van Hasselt : Cornelius Kiliaen, Etymologi­eurn Teutonieae linguae ... eurante Gerardo Hasselto, Trajecti Bata­vorum, I777, 2 dln <<met meer dan twee duizend interpollatien, rakende tael- en oudheidkunde >>. Deze hele passus lijkt ons slechts te verstaan als men het woordje<< niet>> in de zin: alzoo ik weet dat gy de uitgave van Van Hasselt niet bezit, doorhaalt.

3· Cf. brief nr. 524, n. 4· 4· Cf. Inl., 11, p. 227-229. 5· Cf. Inl., 11, p. 200. 6. Cf. voor dit handschrift en de volgende oorkonden De Reiffenberg,

Notiee sur les arehives de la ville de Louvain, Bruxelles, I83o, en J. Cuvelier, Inventaire des arehives de la villede Louvain, Louvain, I929-1938. De raadspensionaris van Mechelen sedert 1686 was de jurist Guillaume Cuypers, 0 Rozendaal 28.10.1632, t Mechelen 24·3.1702. Cf. B.N., IV, 1873, kol. 6o9-61o door E. Neefs.

7· Willeros gebruikte deze ordonnantie in zijn Mengelingen, p. 335-354: Ordonnantie over de geldmunten, van het jaer 1393.

8. Vergilius, Aeneis, 6, 126, 128 vg.

237

Page 244: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 538

Antwerpen, 4·3.1829. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in: Journal d'Anvers, nr. 66, 7·3.1829, p. 3·

1. Deze rede van de Stassart werd o.a. opgenomen in het Journat d'Anvers, nr. 59, 28.2.1829, p. 2-3. Hierin behandelt hij het geheel der grieven.

2. Cf. Inl., 11, p. 262-264. 3· Stassart was blijkbaar vast medewerker voor de Nederlanden aan

de Revue encyclopédique van Parijs. Hij ondertekende zijn bijdragen, meestal beknopte aankondigingen en besprekingen van pas ver­schenen boeken, de S. of St.

4· Hiermede wordt Charles XIV, Jean Bernadotte bedoeld: 0 Pau 1763, t 1844, koning van Zweden en Noorwegen van 1818 tot 1844·

5· Mémoires historiques et politiques des Pays-Bas Autrichiens, Par S.E.M. Ie Comte de Neny, Paris-Bruxelles, 1784, 2 dln. In de B. W. nr. 1452 vindt men de vierde uitgave, Brussel 1786, en een Nederlandse vertaling, B. W. nr. 1453, Amsterdam, 1785.

6. Placcaerten, ordonnantien, landt-chartres, blyde-incomsten, privilegien ende instructien, van de hertogen van Brabant, princen van dece Nederlanden, sedert I220, t'Hantwerpen, 1648. Cf. reeds brief nr. 441, n. 15.

7. Hierop ging Willeros wel nader in in zijn De la langue Belgique, brief nr. 588.

8. Répertoire universel et raisonné de jurisprudence ... , par M. Merlin, Paris 18o7-18o9/3· In de editie Bruxelles, 1825/5, dl. XV, p. 395 staat het besluit van 24 prairial an 11, waarbij voorgeschreven wordt dat het opmaken van openbare akten in de departementen van het voormalig België, de linker Rijnoever en bepaalde departe­menten van Italië, waar het gebruik van de landstaal eventueel nog bewaard was, een jaar na de afkondiging van dit besluit, nog uit-

, sluitend in het Frans diende te geschieden. Artikel 2 voorzag evenwel de toelating voor de ambtenaar om de vertaling « en idiome du pays >> hieraan toe te voegen, mits daartoe door partijen werd verzocht. Artikel 3 gaf de toelating om privé-akten in de landstaal op te maken, mits partijen hier op eigen kosten een Franse vertaling, opgemaakt door een beëedigd vertaler, aan toe voegden.

Page 245: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 541

Aantekeningen bij brief nr. 539

Brussel, 9·3.1829. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in: Journal d'Anvers, nr. 72, 13·3·1829, p. 2.

1. Cf. brief nr. 538.

Aantekeningen bij brief nr. 540

Leuven, 9.3.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.11.1829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X 19,5), waarván p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. hierover brief nr. 537·

Aantekeningen bij brief nr. 54I

Brussel, 13·3·1829. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15769/48(5); minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.11.1829, nr. 39 F.

Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X 22), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd in een vreemde hand geschreven en door Van Ewijck

enkel ondertekend.

1. Cf. Inl., 11, p. 227-229. 2. Voor het Chronicon Andreae Sylvii cf. B.N., VI, 1878, kol. 190

door A. van der Meersch. Dit werk was in feite voor Bernhardi, over wie cf. brief nr. 546. De auteur was prior van de Benedic­tijnen te Marebienne tot 1194 en vervaardigde een werk over de Merovingers, dat in 1633 door toedoen van Raf. de Bellocampo verscheen als Historia Franco-Merovingicae synopsis seu historia succincta de gestis et successione regum Francorum.

239

Page 246: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 542

3· Deze nota van de Koninklijke Bibliotheek ging verloren. 4· Luigi Ferdinando Marsigli, L'état militaire de l'empire Ottoman,

ses progrès et sa décadence, La Haye-Amsterdam, 1732, 2 dln. 5· The Bistory of the Growth and Decay of the Othman Empire. Written

originally in latin, translated by N. Tindal, London, 1734-1735. De auteur was Dem. Kantemir. Een Franse editie vonden we niet.

6. Dit werk was niet terug te vinden. 7· Misschien is dit wel Histoire des empereurs Ottomans, contenant

tout ce qui s' est passé de plus remarquable sous leurs règnes, parti­culièrement sous celui de Mahomet IV ... Avec l'élévation de Soliman

JIJ, par Mignet, Bruxelles, I 689. 8. Cf. Aant., I, p. 43 en brief nr. 535, n. I.

9· Voor H. F. Delmotte cf. Inl., 11, p. 90. 10. Cf. brief nr. 524, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 542

Antwerpen, 14·3.1829. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in: Journal d'Anvers, nr. 70, 17·3·1829, p. 2-3.

I. Cf. brief nr. 539· 2. Cf. Littré, Dictionnaire de la langue française, 111, p. 173 : (( Gui de

Chabot Jarnac dans un duel, en 1547, fendit d'un revers de son épée Ie jarret à son adversaire, François de Vivonne, seigneur de la Chateigneraie. De là coup très habile. Expression proverbiale qui a pris à tort un sens odieux. >)

3· Mémoires pour servir à l'histoire littéraire des dix-sept provinces des Pays-Bas, de la principauté de Liége, et de quelques contrées voisines, Louvain, 1763-17j0, 18 dln. Op p. xxvii van de Préface zegt Paquot: ((Avant de venir aux objections ... j'en préviendrai une, qu'on ne m'a pas encore faite; c'est celle qui regarde Ie stile, dont on ne manquera pas de relever l'incorrection, la monotonie, la sècheresse, & les autres défauts. On perdra ses peines à me les reprocher; j'y en reconnois plus qu'on n'en pourra reprendre, & je passe condamnation sur ce chapitre. Les Wallons, mes com­patriotes, ne se piqueront pas d'une extrème délicatesse à eet égard; les François auront quelque indulgence pour un Etranger qui n'a jamais demeuré chez eux; c'est du moins ce que j'attends des uns & des autres. >)

Page 247: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 542

4· Histoire ancienne des Pays-Bas autrichiens par M. des Roches, dédiée à Sa Majesté Jmpériale, contenant des Recherches sur la Belgigue avant l'invasion des Romains et la conquête qu'ils ont faite avant la Naissance de J.C., Anvers, I787 (B.W. nr. I46o). Hierin opp. I van de Préface: (( J'écris dans une langue qui n'est pas la mienne, dans une langue excessivement épurée, d'histoire générale d'un peuple dont !'origine est couverte de ténebres ... >>

5· Revue encyclopédique, Paris, IXde jg., dl. XIV, I822, p. I38, bij een bespreking door de Stassart van het Recueil annuel de poésie de la Société littéraire de Bruxelles, pour I822: ((La langue française était celle d'une moitié de la Belgique, même avant que ce pays fût réuni à la France; mais la littérature y était peu cultivée. Les Mémoires de I' Académie des sciences et belles lettres de Bruxelles prouvent (si l'on excepte tout ce qu'y ont écrit M. Lesbroussart, né français, et M. Desroches) que Ie style était généralement in­correct et dépourvu d'élégance. >>

6. Cf. reeds brief nr. 538, n. 3· 7· Description De touts les Pays-Bas, Autrement appellez la Germanie

inférieure, ou Basse Allemagne; Par Messire Loys Guicciardin gentilhomme Plorentin: Maintenant reveüe, & augmentée plus que de la moitié par Ze mesme Autheur ... Amstelodami, 1625 (B. W. nr. I021), p. 33-34: (( D'avantage, ils ont outre ce la cognoissance des langues vulgaires, si familiere, que c'est un cas digne de merveille: comme ainsi soit que plusieurs d' entre eux, encor que jamais ne soient sortis de leur pays, si sçavent ils parler, outre leur langue naturelle & maternelle plusieurs autres langages estranges, & sur tout Ie François qui leur est fort commun, & familier, Plusieurs y en a qui parient Allemand Anglois, Italien, & Espaignol, & autres langues plus esloignées. Leur parler naturel, sauf en quelques endroict, ou Ion parle (ainsi que dirons cy apres) François & Alemand, est nominé par les Estrangers Flamand, & en Latin Teutonique, & cecy (suivant l'opinion d'aucuns autheurs) de Tuiscon ... >> De passus op p. I 6 I konden we niet terugvinden.

8. Cf. brief nr. 537, n. 7· 9· Vermoedelijk is dit de jurist J. H. J. Tarte, over wie B.N., XXIV,

I926-I929, kol. s89-59I door P. Verhaegen. Het bedoelde werk heeft als titel Flandricismes, WalZonismes et expressions impropres dans la langue française. Ouvrage dans lequel on indique les fautes que cammettent fréquemment les Belges en parZant l'idiome français ou en l'écrivant; avec la désignation du motoude l'expression propre, ainsi que celle des règles qui font éviter les fautes contre la syntaxe.

Page 248: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 543

Par un ancien professeur. Deuxième édition, Revue et considérable­ment augmentée, Bruxelles, 1811.

10. Voor de nadruk cf. De la contrefaçon et de son inftuence pernicieuse sur la littérature, par C. Muquardt, Bruxelles, 1844 (B. W. nr. 46oo ).

1 1. In de Oeuvres complètes de Béranger, Bruxelles, Laurent frères, 1830 (B. W. nr. 2985 de editie van 1844) p. 463-465 : Lamesse du Saint-Esprit. Pour !'ouverture des chambres (1824).

12. Cf. voor de dichter Jan Lambrecht, heer van Nederocksele, Willems, Verhandeling, 11, p. 111-118. Ook daar het uittreksel uit een << klugtspel )),

13. Revue encyclopédique, Paris, lilde jg., dl. XI, 1821, p. 163 door de Stassart : << Malgré les efforts du gouvernement hollandais pour faire disparaître, ou du moins pour affaiblir l'usage de la langue française dans la Belgique, elle y est cultivée avec plus d'ardeur que jamais. On y trouve Ie charme du fruit défendu )), Dit n.a.v. Gut'llaume Premier, tragédie, par M. Alvin, 1820.

14. Cf. Oeuvres complètes de Béranger, 1830, p. 78-8o: Le bon Français. Chanson chantée devant des aides-de-camp de l'Em­pereur Alexandre. (Mars 1814). De vijfde strofe luidt:

Redoutons l'anglomanie, Elle a déjà gäté tout. N'allons pointenGermanie Chercher les règles du goût. N' empruntons à nos voisins Que leurs femmes et leurs vins.

Mes amis, mes amis, Soyons de notre pays, Oui, soyons de notre pays.

Aantekeningen bij brief nr. 543

Lier, 22.3.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map

84. Gedeeltelijk gepubliceerd door Dr. H.T. Colenbrander, Gedenkstukken,

IX, 2de stuk, 1917, p. 552. 4 p. (24 X 21), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Deze brief werd door Bergmann met een krul ondertekend.

242

Page 249: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 545

1. Nl. de Stassart, over wie cf. Inl., 11, p. 262-264. 2. Voor vader Willems en zijn beroepen cf. Inl., 11, p. 330-332.

Aantekeningen bij bijlage brief nr. 543

Arnhem, 27·3.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 84. Niet gepubliceerd. 2 p. (24 X 21), beschreven. Deze brief werd door Bergmann met een krul ondertekend.

1. Nl. Membrede: cf. Inl., 11, p. 187.

Aantekeningen bij brief nr. 544

Utrecht, 24·3·[1829]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15770/33(2). Niet gepubliceerd. 4 p. (22,5 X 19), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres: De welEd Heer J:F: Willems

te Antwerpen de Controleur Selb (geschreven in een andere hand)

Stempel : Utrecht [ 24 Mrt] Antwerpen 25 [Mr]t.

Deze brief werd door P. Moens alleen (met potlood) ondertekend.

1. Het is onduidelijk welk werkje hier bedoeld wordt. Waarschijnlijk betreft het hier Legaat aan mijne vrouwelijke landgenooten. Door Petronelia Moens, Amsterdam, 1829.

2. Dit zal Warnsinck zijn, over wie cf. Inl., 11, p. 301-302.

Aantekeningen bij brief nr. 545

Amsterdam, 4·4.[1829] Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15770/33(1). Niet gepubliceerd. 4 p. (22,5 X 19), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

243

Page 250: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 547

Adres : De welED Heer P Willems te Antwerpen Roode straet de Controleur Selb Lambert (deze drie regels zijn van een andere hand)

Stempel : Antwerpen 6 Apr. Deze brief werd door de afzendster alleen (met potlood) ondertekend.

I. Voor het volksboek van Genoveva van Braband cf. Dr. Luc Debaene, De Nederlandse Volksboeken, Antwerpen, I95I, p. 218 en F. Lateur, in V.M.K. V.A., I929, p. I7I-20I.

2. Cf. brief nr. 544, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 546

Leuven, 5·4· I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.II.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (33 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Cf. brief nr. 54I, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 547

Antwerpen, 8.4. I 829. Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen, verz.

J. F. Willems, W. 706 B. ze kaft. Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 2I,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : M ynheer

Den heer VanderStraelen Alhier

I. Ordonnantie over de geldmunten, van hetjaer I393, in Mengelingen,

p. 335-354· Cf. Inl., 11, p. 385. 2. Dit zal Mémoire sur troispoints intéressans de l'histoire monétaire des

Page 251: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Pays-Bas, avec les figures de plusieurs monnaies Belgiques ... frappées avant l'année I450, Bruxelles, 1786, door J. H. Ghesquière zijn.

3· A. Heylen, Antwoord op het vraeg-stuk: Aen te toonen de steden of andere plaetsen der Nederlanden in de welke de respectieve souvereynen geld-specien hebben doen slagen geduerende de XIV. en XV. eeuw ... , Brussel, een bekroonde verhandeling van de Academie, 1787.

4· Serrure maakte die copie. Cf. brief nr. 537·

Aantekeningen bij brief nr. 547a

[Lier], 23·4·[1829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 84. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 21), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Deze brief werd door Bergmann met een krul ondertekend.

1. Nl. Joannes Baptista, over wie cf. Inl., 11, p. 335-336.

Aantekeningen bij" brief nr. 548

Antwerpen, 27·4·1829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 133 C 11 VIII, 55· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 20,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Wel edelen Heer

Den heer Immerzeel Kunst- en boekhandelaar S'Gravenhage

Stempel: Antwerpen 28 Apr. S Gra[venhage] 29 Apr.

1. Dit is vermoedelijk J. E. Rysheuvels, over wie cf. Olthoff, p. 89 en Antw. XIXde eeuw, p. 427, 428, 468 en 469. Hem werd in 1826 patent als boekdrukker verleend.

2. Dit werkje, getiteld Nederlandsche bloemlezing, 1828, 2 dln, ver­scheen anoniem maar had als samenstellers Karel J. G. Nelis en Lod. Rysheuvels.

245

Page 252: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 55I

3· Voor Loclewijk Rysheuvels cf. Antw. XIXde eeuw, p. 357, 428 en Leuvensche Studenten-Almanak, I, I828, p. no.

4· Cf. Inl., II, p. I02-I03.

Aantekeningen bij brief nr. 549

Utrecht, 28.4.[I829]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5770/33(3). Niet gepubliceerd. 4 p. (23 x I8,s}, waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd door de afzendster alleen (met potlood) ondertekend.

I. Cf. brief nr. 545, n. I. 2. I.v.m. haar blindheid. 3· Cf. brief nr. 544, n. 1.

Aantekeningen bij brief nr. 550

Antwerpen, 6.5.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C I I V. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 x 2I,5}, waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : WelEdel Heer

Den Heer J. Immerzeel Jr. 's Gravenhage

Stempel : Antwerpen 6 Mei

1. Nl. het gedicht Lotsbeschikking, dat verscheen in de Ned. Muzen­Almanak, XI, I829, p. I64-I69 en niet werd opgenomen in het V. W. Cf. Groenewegen, Bibl. Potgieter, p. I9, nr. 42.

Aantekeningen bij brief nr. 55I

Lier, 2.6.I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 84. Gedeeltelijk gepubliceerd door Dr. H.T. Colenbrander, Gedenkstukken,

IX, 2de stuk, I9I7, p. 589-590. 4 p. (24 X 2I}, beschreven. Deze brief werd door Bergmann met een krul ondertekend.

Page 253: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 551

1. Dit verzoekschrift, waarover reeds sprake was in brief nr. 543, konden we in het Rijksarchief niet terugvinden.

2. Vermoedelijk geschiedde dit tijdens het bezoek van de koning aan Antwerpen, einde mei 1829. In de Postryder van Antwerpen, nr. 65, J0.5.1829, p. 2, verscheen volgende bijdrage:

DEN KONING IN DE HARMONIE.

De feest welke aen onzen geëerbiedigden Koning in het lokael der Harmonie van Antwerpen, op den 27 dezer, gegeven is geweest, verdient in de jaerboeken dezer stad met goude letteren op­geteekend te worden. Men mag het waerlyk eene volksfeest noemen, die onvergetelyk zyn zal voór alle de genen die aen de zelve hebben deel genomen: men kan het niet beter vergelyken dan met de vreugdebedryven van een eenstemmig huysgezin, of van goede kinderen, die den feestdag van eenen liefderyken vader vieren. Reeds ten dry ueren na den middag, was den hof der Harmonie overkropt van eene verlangende menigte, en voórname­lyk van sierlyk gekleede Damen, wier schoonheyd met de langs allen kanten versch ontlokene meybloemen als om stryd wed­ieverde. In den schoonen tuyn waeren verschillende praelbogen, tempels, piramiden en andere met smaek aengelegde verfraeyingen te bespeuren. Onder de gedichten en opschriften heéft men by­zonderlyk een transparant opgemerkt, waer op te lezen stond :

W AER HANDEL BLOEYT ENWELVAERT GROEYT DAER LOÓFT, MET DANKBETOONING

HET VOLK DEN BESTEN KONING.

Het was omstreéks 8 ueren des avonds dat de losbranding van dry kanonscheuten aen de beggynepoort de komst van Zyne Majesteyt buyten de vesten aenkondigde. Op het hooren van die uytdondering schaerden zich de ontelbaere deelgenoten van het feest in twee reyen, langs de wandelingen binnen den hof der Harmonie, zynde de Dames voór aen geplaetst. Alles zweég en wagtte met verlangen naer het gelukkig oogenblik dat den goeden Vorst het lokael zoude binnentreden. Z.M. stapte uyt hoogst­deszelfs rytuyg vergezeld van den heer staetsraed gouverneur, der

247

Page 254: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 551

provincie, van den heer burgemeester der stad, en verder gevolg, en wierd doór den heer V erbert, directeur en doór de andere leden des bestuers verwelkomd. Het behaegde den Monarck dadelyk eene wandeling in den tuyn te doen. Toen hy in het gezigt der menigte kwam weêrgalmde op eens de locht door het dikwils her­haeld geschreeuw van leve den Koning ! leve onzen goeden Willem ! het muziek liet het Wilhelmus van Nassauwen hooren, terwyl het geschut losbrandde en de vreugd der Antwerpenaeren aen de om­liggende plaetzen verkondigde.

Het zou niet mogelyk wezen den geest der feestgenoten te beschryven. Op elks gelaet kon men het genoegen en de wel­meenendste liefde voór den Koning lezen. Men heéft verscheydene Dames, die alle met hunne neusdoeken zwaeyden, traenen van aendoening zien storten, doór het gevoel overstelpt. Den Koning groette elk een met de hem eygene onwederstaenbare lieftalligheyd. Na op onderscheydene plaetsen, by het pavillioen, by het water, zich opgehouden en zyn genoegen over de smaekvolle orde van den hof betoond te hebben, begaf Z. M. zich op de kostelyk met tapyten belegde bovenzael van het gebouw, vertoonde zich by aenhoudendheyd aen de venster, en luysterde aendachtig naer de uytvoering van de muziekstukken, die, nu twee jaeren geleden, met zoo veél lof in de hoofdstad gespeéld waeren geweést. De uytvoering scheén den Vorst byzonder wel te bevallen, want her­haelde weyzen bewoóg hy de hand, als wilde hy de maet slagen.

Intusschen onderhield hy zich met de dry heeren der directie, welke by hem gecommitteérd waeren, en sprak voórnaemenlyk met de heeren Verhert en Willems over alle de aengelegenheden van het muziekgenoótschap. Zyne vriendelyke gemeenzaemheyd nam ieders hert in. Het behaegde Zyne Majesteyt zich alle de leden der directie te laeten voórstellen, en de zelve, elk in het byzonder, van zyne welwillendheyd en te vredenheyd te ver­zekeren.

Eer het vuerwerk wierd aengestoken deéd den Koning met zyn gevolg, onder het geleyde van bovengenoemde directeurs, nog eens eenen tour doór den hof, en begaf zich ter bezigtiging van het zelve vuerwerk, ( aen het welk onzen weérdigen heer burgemeester het eerste vuer stak) in een byzonder pavillioen. Andermael weder­galmde vervolgens de lucht van het algemeen vreugdegeschal, het geén nog lang aenhield zelfs toen den Koning reeds het lokael vedaeten had. Zyne Majesteyt scheén aen dit alles zeer gevoelig te zyn, en men verhaeld dat hy by zyn vertrek en later nog by den

Page 255: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 553

stoomboot zyne hooge te vredenheyd over dit onthael heeft te kennen gegeven.

Het schynt dat de Harmonie deze gebeurtenis doór een gedenk­teeken en doór eene verjacrende feestviering zal vereeuwigen.

Aantekeningen bij brief nr. 552

Brussel, 4.6.I829. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769/48(6). Niet gepubliceerd. 2 p. (25 X 2I,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. Deze brief werd door Van Ewijck alleen ondertekend.

1. Willems had naar deze prospecti reeds veel vroeger, in brief nr. 437 en 450 geïnformeerd.

2. Cf. over de typografie van de reeks en meer bepaald over de te gebruiken letter reeds Serrures visie in brief nr. 441. Blijkbaar was Willems toen overtuigd geraakt van de voordelen van een moderner letter.

Aantekeningen bij brief nr. 553

Antwerpen, 11.6.I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 27.6.1829, nr. 84 A. Niet gepubliceerd. Kopie in vreemde hand. 4 p. (32,5 X 2I,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco. Bovenaan links staat : Exh. 27. J uny I 829 N 84 A.

1. Cf. N.B. Gén., 111, 1861, kol. 124-125: Marc-René de Voyer d'Argenson ° I77I, t Parijs 2.8.I842, was militair onder La Fayette en trok zich tijdens de revolutie op zijn goederen in Touraine terug. In I809 aanvaardde hij een benoeming tot prefect van het departement van de Twee Nethen en maakte zich verdienstelijk bij de verdediging van de stad Antwerpen en de Schelde tegen de Engelsen. In I813 nam hij ontslag, nadat hij geweigerd had het

249

Page 256: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 554

bezit van de voormalige Antwerpse burgemeester onder sekwester te plaatsen.

2. Cf. de brief van Van Ewijck nr. 524. 3· Wellicht is dit L. J. Cordier Decrouste, bureauchef, << rue des

Arbalétriers >>, sectie 3, nr. I577, die vermeld wordt bij L. van den Wyngaert, Indicateur commercial de la ville d'Anvers pour l'année I826, p. IJ.

4· Anton van Celst was eerst secretaris van het kathedraal kapittel te Antwerpen vanaf I777, en werd in de Franse tijd achtereen­volgens pastoor van St. Anna en later van St. Carolus. Hij over­leed als pastoor van deze kerk op 4.2.I822. Cf. Antw. XIXde eeuw, p. 173, 188 en I94·

5· Voor de Nelis cf. Aant., I, p. I45, n. 30 en de brieven nr. 420 en 427.

6. Cf. brief nr. 283, n. 3· 7· Cf. Inl., II, p. I87. 8. Over deze neef van bisschop de Nelis waren in de bekende bio­

grafische repertoria geen gegevens terug te vinden. 9· Cf. L. de Clercq, Les De Bruyne, Anvers, I9J6. Bernard Joseph

Dieudonné de Bruyne, 0 Mechelen s.8.I77J, t 26.9.I8J9, was van I8Io tot I839 als antiquair en bibliofiel te Mechelen werkzaam. Hij studeerde voor apotheker te Antwerpen en woonde reeds daar de boekenveilingen bij. Weldra kocht hij voor eigen rekening en stond wel eens een deel van zijn bezit af. Vanaf I8Io vestigde hij zich in zijn geboortestad als antiquair, en slaagde erin een aan­zienlijke verzameling Mechelse oudheden bijeen te brengen. De zaak werd voortgezet door zijn zoon August, 0 5.8.I8I3, t 30.6. 1889. Cf. Levensschets van Bernhart-Jozef De Bruyne door F. E. D(e) L( a) F( aille ), Mechelen, I 86 I.

IO. Voor Van Hulthem cf. Inl., 11, p. I4I-I42.

Aantekeningen biJ brief nr. 554

Antwerpen, [x8.6.1829]. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. IJ3 C 11 VIII, 56bis. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

Page 257: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Wel edelen Heer Den heer J. Immerzeel kunst- en Boekhandelaer te S'Gravenhage

I. Cf. brief nr. 548, n. 1.

2. Cf. brief nr. 548, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 555

Antwerpen, 25.6.I829·

NR. 556

Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 27.6.I829, nr. 84 A.

Niet gepubliceerd. 4 p. (32 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door De la Coste

alleen ondertekend. Bovenaan links staat: Exh. 27 Juny I829 N 84.A.

I. Cf. brief nr. 553·

Aantekeningen bij brief nr. 556

Antwerpen, 30.6.I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), J.6.I8JO, nr. 34 F. Niet gepubliceerd. 4 p. ( 24 X 20 ), waarvan p. I -3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Bedoeld wordt Charterboek der Hertogen van Gelderland en Graaven van Zutphen; behelzende de Handvesten, Privilegien, Vryheden, Voorrechten en Octroyen, als mede andere voornaame Handelingen, Verbonden, en Overeenkomsten, derzelven. Beginnende Met de Oudste Brieven van die Landstreeken, en eindigende met de Afzweering van Koning Philips, als laatsten Hertog. Opgezogt, byeengebragt, met verscheidene Handschriften vergeleken, en met Aanmerkingen op­gehelderd, door Mr. Pieter Bondam, Professor in de Rechten te Utrecht, en Historieschryver van Gelderland, Utrecht, Bartholome

Page 258: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 557

Wild, I783-I8og (B. w. nr. I56g), 4 stukken in I band. Willems had dit werk vermoedelijk nodig voor zijn editie van Heelu.

2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 332. 3· Cf. Inl., 11, p. I50-I5I. 4· Vermoedelijk is dit de brief van 8.6.I82g, die verloren ging. Cf.

Inl., I, p. 332. 5· Cf. Inl., 11, p. 54· 6. Cf. brief nr. 441. 7· Inl., 11, p. 389. Uiteindelijk vertrok Willems' tekst pas eind

oktober naar de drukkerij. Cf. brief nr. 621. 8. Over dit exemplaar van Prof. Ypey reeds brief nr. 535, n. 2.

Aantekeningen bij brief nr. 557

Leuven, 4· 7. I 829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I87. Gepubliceerd door Bols, nr. I88, p. Igo. 4 p. (23 X I9,5), waarvan p. r-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Monsieur

Monsieur Willems, membre de l'Institut, receveur del Enregis­trement & à Anvers.

In rand : confié à 1' obligeance de M. Serrure.

1. Blijkbaar gaf het Antwerps genootschap Tot Nut der Jeugd in I 829 nog steeds teken van leven : hier wordt gealludeerd op een diploma van erelidmaatschap, aan de Reiffenberg toegekend.

2. Cf. brief nr. 432, n. 2. 3· Vanaf deel V, 1830, droeg De Reitienbergs publikatie de titel

Nouvelles Archives historiques des Pays-Bas. Cf. brief nr. 387. 4· Nadat het tijdschrift aanvankelijk te Parijs en later te Leuven was

gedrukt, verscheen het nu te Brussel bij De Mat. 5· Voor Marc-Antoine Jullien de Paris cf. N.B. Gén., XXVII, I86I,

kol. 225-231 door L. Louvet. Hij was een Frans publicist, 0 Parijs 10.3.1775, t 4.11.1848, die deel nam aan de revolutie, in de administratie en het leger diverse informatieopdrachten verrichtte en verder journalistiek bedrijvig was. Het meest naam verwierf hij

Page 259: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 559

met de Revue Encyclopédique, die hij in I8I7 oprichtte en waaraan vele vooraanstaande geleerden meewerkten.

6. Vermoedelijk kwam dit door de examenperiode.

Aantekeningen bij brief nr. 558

Brussel, 4· 7. I 829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 3.6.I83o, nr. 34 F. Niet gepubliceerd. 2 p. (25,5 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Cf. brief nr. 556, met het desbetreffende verzoek van Willems.

Aantekeningen bij brief nr. 559

[Den Haag, 9·7.I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 3.6.I83o, nr. 34 F. Niet gepubliceerd. Minuut. De datering valt op te maken uit interne criteria. 2 p. (33 X 20 ), beschreven. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

alleen geparafeerd.

1. Dit is bedoeld als antwoord op brief nr. 556 van Willems. 2. Deze brief werd niet bewaard, omdat hij door Willems met brief

nr. 56I aan het departement terug werd bezorgd. 3· Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, door onuit­

gegevene oorkonden opgehelderd en bevestigd, door Is. An. Nijhoff, ... , Arnhem, I83o e.v., 6 dln in 8 bdn (B.W. nr. I575)· Het laatste deel verscheen pas in 1875 door de zorgen van Mr. L. Ed. Lenting, te 's-Gravenhage.

4· Cf. reeds brief nr. 535, n. 2.

253

Page 260: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 56I

Aantekeningen bij brief nr. 560

Amsterdam, I 1.7.I829. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jon ge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Vermoedelijk voor de jaarlijkse algemene vergadering van het Instituut.

2. Cf. Inl., 11, p. 115-116. 3· Cf. brief nr. 382, n. I2.

Aantekeningen bij brief nr. 56I

Antwerpen, I4·7·I829· Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), J.6.I8Jo, nr. 34 F. Niet gepubliceerd. 2 p. ( 24 X 20 ), beschreven.

I. Cf. brief nr. 559· 2. Cf. brief nr. 570 van Van Ewijck aan Willems. 3· Cf. over Ypey en zijn handschrift reeds vroeger brief nr. 535, n. 2. 4· Cf. Inl., 11, p. 54, en brief nr. 559· 5· Voor Bondams editie van de Charters van Gelderland cf. brief

nr. ss6, n. I.

6. Bedoeld wordt het werk van de Luikse historicus en kanunnik van Saint-Lambert Jean Chapea(u)ville, Qui gesta pontijicum Tungren­sium, Traiectensium, et Leodiensium scripserunt, Auctores praecipui ... Accessit P. Aegidij Bucherij ... deprimis Tungrorum seu Leodien­sium Episcopis historica disputatio, itemque chronologia posteriorum, Leodii, I6I2-I6I6, 4 dln in 3 bdn (B. W. nr. I897).

7· Recueil des Historiens des Gaules et de la France. Par Dom Martin Bouquet, Paris, I738-I786, IJ dln; I8o6-I904, 11 dln, waarin de auteur en zijn medewerkers verhalende en niet-verhalende bron­nen opnemen, ingedeeld volgens de regeringsperiode van ieder vorst.

8. Het grote werk van Luc d' Achéry, Benedictijn van St. Germain-

254

Page 261: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. s6I

des-Prés, is de Acta sanctorum ordinis S. Benedicti in saeculorum classes distributa ... Collegit Domnus Lucas d' Achery, Congregatione S. Mauri Monachus, ac cum eo edidit Johannes Mabillon, ... qui fS universum Opus Notus, Observationibus, Indicibusque necessariis illu­stravit, Lutetiae Parisiorum, 1668-1701, 6 dln in 9 bdn fol. Het hier bedoelde werk zou evenwel ook het Spicilegium sive collectio veterum aliquot scriptorurn qui in Galliae bibliothecis delituerant... Nova editio ... expurgata per Ludovicum Franciscum Joseph de la Barre, Tornacensem, Parisiis, 1723, 3 dln in 4 bdn, fol. kunnen zijn.

9· Ofwel is dit Veterum scriptorurn et monumentorum historicorum, dogmaticorum, moralium,· amplissima collectio ... Prodiit nunc primum studio fS opera domni Edmundi Martene, &! domni U rsini Durand, .. . Parisiis, 1724-1733, 9 dln fol. ofwel Thesaurus novus anecdotorum ... , Parisiis, 1717, 5 dln (B. W. nr. 756).

IO. Vermoedelijk is dit het werk van André du Chesne, Histoire généalogique des ducs de Bourgongne de la Maison de France ... , Paris, I628 (B. W. nr. 1124).

11. Rerum Germanicarum Scriptores aliquot insignes, qui historiam et res gestas Germanorum medii potissimum aevi, inde a Carolo M. ad Carolum V usque, per annales litteris consignarunt, primum collectore J oanne Pistorio Nidano, tribus tomis ·z'n lucem producti, nunc denuo recogniti ... editione tertia, Ratisbonae, I726. In B.W. nr. 1137 berust evenwel een ander werk Chronicon Rerum familiarumque Belgicarum,· magnum ... cui accessit Wippo, de Conradi Salici Imperatoris vita, una cum tribus Antiquitatum Fuldensium libris ... ColZeetare ac editore J. Pistorio, Francof. a.M. 1654 fol.

I 2. Antiquae musicae auctores septem. Graece et Latine. Marcus Meibomius restituit ac notis explicavit, Amstelodami, I652, 2 dln in I bnd (B. W. nr. I I48) ?

IJ. Wellicht is dit het Corpus kistoricum medii aevi, ... a Jo. Georgio Eccardo, Lipsiae, I72J, 2 dln fol. In de B. W. nr. 3039 berustte echter Historia studii etymologici linguae germanicae hactenus im­pensi, ubi scriptores plerique recensentur ... qui in origines et anti­quitates linguae teutonicae, saxonicae, belgicae, danicae ... inqui­siverunt, Hanoverae, I7I I.

I4. Auberti Miraei Opera Diplomatica, door J. F. Foppens, Brussel, I723-1748, 4 dln (B. W. nr. 1082).

15. Voor Butkens cf. brief nr. 404, n. 11 en 441, n. 7· I6. Cf. brief nr. 441, n. 21. 17. Historiae Lossensis libri decem, Authore R. Patre Joanne Mantelio,

255

Page 262: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

cui adjuncta sunt diplomata Lossensia, privilegia, paces, pacta, Labore Laurentii Robyns ... Leodii, 1717, 3 dln in I bnd (B. W.

nr. 1894). 18. Bedoeld wordt het Traité, Dans lequel on voit à quoi le Souverain

s' oblige par sa Joyeuse Entrée en Brabant, les changemens qui y ont été faits de temps à autre, de quelle manière les Ecclésiastiques ont obtenu Ie premier rang aux Etats, de quelles personnes l' ancien Etat de Brabant a été composé, &! comment on a accordé les subst'des; ... Par Messire N. de Pape du Conseil d'Etat, &! Chef Président du Conseil Privé de S.M.I. &! C., Malines, 1787 (B. W. nr. 1758).

19. Voor Anselmo cf. brief nr. 44I, n. I5. 20. Ofwel is dit de Oordeelkundige inleiding tot de historie van Gelder­

land, door W. A. van Spaen, Utrecht, I8oi-1805, 4 dln (B. W. 1579) ofwel de eigenlijke Historie van Gelderland, door W. A. Rijksvrijheer van Spaen, Utrecht, I8I4, dl. I (enig dl gebleven) (B.W. nr. I58o).

2I. Historia critica comitatus Hollandiae et Zeelandiae... Auctore Adriano Kluit, Medioburgi, 1777-I782, 3 dln in 4 bdn.

22. Antverpia Christo nascens et crescens seu Acta Ecclest'am Antver­piensem ejusque Viros pietate conspicuos concernantia ah anno ISOO.

usque ad annum ISJO. collecta et disposita Per Joannem Carolum Diercxsens, S.T.L. Antverpiae, I755-I763, 4 dln (B. W. nr. 1852).

23. Bibliotheca Belgica Manuscripta, sive elenchus universalis codicum manuscriptorum in celebrioribus Belgii ecclesiis, urbium ac privatorum bibliothecis latentium, Rijsel, 2 dln, I64I-I643 (B. W. nr. 24I2).

24. Voor Thymo cf.brief nr. 432, n. 2. 25. Cf. brief nr. 407, n. I2. 26. Voor de Brabantsche Yeesten, cf. Inl., 11, p. 390-39I en 392-393. 27. Cf. Inl., 11, p. 385, nr. 5·

Aantekeningen bij brief nr. 562

Antwerpen, 15·7.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 12 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 69-71. 4 p. (23,5 X 20), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco. Voorzien van aantekeningen van A. de Vries jr.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 332. 2. Cf. brief nr. 560, n. I.

Page 263: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 562

3· Over deze verkiezingen voor de provinciale staten cf. o.m. Journal d'Anvers, 1.7.I829; Den Antwerpenaer, 21.3.I829, 29.4.I829, 8.7. I829 enz. Uit de lectuur van deze bladen blijkt dat door de regering en de gouverneurs ernstige pogingen werden gedaan om het op­nieuw verkiezen in de Tweede Kamer van de oproerigste leden te beletten en meer geschikte kandidaten er door te halen. Dit had o.m. tot gevolg dat De Meulenaere van West- en Vilain XIIII van Oost-Vlaanderen niet meer verkozen werden.

4· Cf. brief nr. 287, n. I5 en Aant., I, p. I59-I6o. 5· Voor Jacotot cf. B.N., X, I888-'89, kol. 49-59 door A. le Roy.

De ridders van de Nederlandsche Leeuw staan opgegeven in de Staats-Almanak voor den jare I8Jo, 's-Gravenhage-Amsterdam. Over zijn onderricht cf. o.m. Journal d'Anvers, nr. I72, 21.6.I829, p. 3· Vooral de Duitse hoogleraar Winzinger van het Collegium Philosophicum werd in de pers aangevallen.

6. Cf. Inl., 11, p. 284-285. 7· In het Journal d'Anvers, nr. 224, I2.8.I829, p. 2 werd volgend

statistiekje uit de Gazette des Pays-Bas overgenomen:

Louvain

27 Professeurs ~ I7 nationaux I o étrangers

Nationaux ~ I 2 des provinces du midi 5 des provinces du nord

Étrangers ~7 allemands 2 français I italien

Liége

2 5 Professeurs ~ I 8 ~ationaux 7 etrangers

Nationaux ~ I4 des provinces du midi 4 des provinces du nord

Étrangers ~ 6 allemands I français

Gand

20 Professeurs ~ 15 nationaux 5 étrangers

257

Page 264: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Nationaux l IO des provinces du midi 5 des provinces du nord

Étrangers l 3 allemands 2 français

8. Cf. Inl., II, p. 385. 9· Cf. Inl., II, p. 444 : twee gelegenheidsbijdragen over het bezoek

van Willem I aan Antwerpen. 10. Over dit Iste deel van de Nieuwe V er handelingen van de Eerste

Klasse reeds brief nr. 529, n. 4· n. Cf. Inl., II, p. I26-I27.

Aantekeningen bij brief nr. 563

Antwerpen, 25·7·1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 84. Niet gepubliceerd. 2 p. (23,5 X I9,5), beschreven.

I. Cf. de bijlage bij brief nr. 56s. Bergmanns twee vorige brieven aan Den Postryder waren in dat blad geplaatst op 8 en 11.7.I829.

2. Cf. brief nr. 529, n. 5· 3· Cf. Merecy, p. 117-118 en I23 : Den Antwerpenaer verscheen van

I3·7·I828 tot het in I845 met het Handelsblad fusioneerde, eerst I maal, later 2 maal en na de revolutie 3 maal per week. Het was het eerste Vlaamse strijdbaar-katholieke oppositieblad te Ant­werpen, en had, alhoewel het slechts een 260 abonnenten had, grote invloed in de Kempen en op de petitionnementsbeweging. Het trok ten strijde tegen de lauwheid in politicis en godsdienst­zaken van de Postryder en het Antwerpsch Nieuwsblad, viel geregeld het Journal d'Anvers, de Gazette des Pays-Bas en Le National aan, en had als drukker Slaets, als redacteur E. H. Buelens en als geld­schieter vermoedelijk de reder Willem Key. In Den Antwerpenaer, nr. 56, I8.7.I829, p. 2 staat het volgende postscriptum: <<Den Postryder onzer stad heéft zyne geëerde leézers in zyn nieuwsblad van den gen en I I en dezer rnaend eene met het ministeria/ismus zeer vet doorspekte briefwisseling medegedeeld. In die in-folio ministeriële briefwisseling worden de eerste grondstellingen van een constitu­tioneél ryk op eene allerzotste en ongerymdste wys verkeerd, ver­draeyd en in het valschte daglicht gesteld. Men houd er den spot

Page 265: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

op eenen onbeschaemden toon met dit geéne, wat er in een constitu­tioneél ryk het wettigste en lofweérdigste bestaet ! enz. enz. Ziet er hier een staeitje van: <<De Luykerwaelen, (alhier bedoelt den on­>> hesehaemden ministerieélen spotter, de constitutioneéle associatie >>van Luyk), zoo wel de geénen, die 500 voeten diep in den grond >> de vuerstoffen uytvroeten, als de geénen die boven het vuer stoken, >>hebben zich geassocieérd, om nae zekere fransche constitutioneéle >> zeden te leven. >> Eene zoo laege en laffe bespotting zou wel in het Arnhemsche dominés-blaedje geduld kannen worden, maer toch geenzins in onzen Postryder, welken by veelegoede menschen nog al aenryd, maer welligt om soórtgelyke ........ zyne pasport ontfangen zou. - Het spyt ons van herte deze opmerking te moeten rnaeken op een nieuwsblad, waer van het bestaen eener weduwe en minder­jaerige kinderen grootdeels afhangt, en daerom allen onderstand weêrdig is. Dit is ook eene meer dan genoegzaeme rede, waerom wy deszelfs samensteller aenraeden van voortaen de stukken van den zoogenaemden Adriaen Vander Heyden, twee mylen van Lier, welken men ons verzekerd zeer wel binnen Antwerpen bekend te zyn, aendagtelyk nateleézen, voóraleer hy dezelve in zyn nieuwsblad opneémt. W y verhoopen dat hy onzen welmeenden raed zal in aendagt neémen. >> De bewuste nummers zijn in Den Postryder (ex. S.B. Antwerpen) niet meer te vinden.

4· Voor Buelens cf. Inl., II, p. 58. 5· Le National was een ministerieel blad, dat te Brussel verscheen

van 16.5.-26.8.18Jo, 3 dln. De redactie was in handen van Libri­Bagnano en Make van Brugge ( cf. brief nr. 588, n. 44). Reacties op het verschijnen van dit blad o.m. in Den Antwerpenaer, 27·5· en 3.6.1829, p. 2. Cf. L. Antheunis, Een florentijnsch avonturier in den dienst van koning Willem der Nederlanden : graaf Georges Libri-Bagnano (178o-18J6), in B.G.N., XXIX, 1938, p. 245-289.

6. Voor Jacotot cf. brief nr. 562, n. 5· 7· Voor Jean Baptiste Isidore Ghislain Fallon cf. B.N., VI, 1878,

kol. 864-869 door A. Wauters: 0 Namen 28.J.178o, t 22.1.1861. Hij was rechtsgeleerde en administrateur, vanaf 1817 advocaat en vanaf 1831-1848 lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

Aantekeningen bij brief nr. 564

Antwerpen, 28.7. 1829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 5·

259

Page 266: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 x 2I), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

I. Gewysde van den Raed van Bra band, omtrent het gezag der Nederlandsche Tael, verscheen in Mengelingen, nr. 5, p. 385-388. Cf. Inl., 11, p. 385.

2. Geschiedde dit door de publikatie van dit stuk in Mengelingen, of veeleer door de brief aan het Journal d'Anvers i.v.m. deStassart? In de inleiding tot De la langue Belgique (brief nr. 588) is hier o.m. een echo van te vinden.

Aantekeningen bij brief nr. 56 5

Lier, 29.7.I82g. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 84. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 21), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

r. Cf. Inl., 11, p. 58. In de loop van het jaar I829 verschenen bij de uitgever van Den Antwerpenaer herhaaldelijk pamfletten, zg. brieven van buitenlieden, over de grote binnenlandse problemen.

2. Vermoedelijk De Ram, over wie Inl., 11, p. 225-226. 3· Cf. bijlage bij brief. 4· Cf. brief nr. 563, n. 4· 5· G. F. van Genechten was lid van de Tweede Kamer voor Turn­

hout van I82o tot I82g. Hij werd geen ridder in de orde van de Ned. Leeuw in I83o. Een beoordeling van zijn houding als lid van de Tweede Kamer verscheen in Den Antwerpenaer, 24.6. I 829, p. I, en was gematigd gunstig.

Aantekeningen bij" bijlage brief nr. 56 5

[Lier, vóór 25·7·I82g]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 84. Niet gepubliceerd. 4 p. (30,5 x I8,s), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Aen de Redactie

26o

Van den Postryder te

Antwerpen

Page 267: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 566

Nota : dit adres is van de hand van Willems, die vermoedelijk later (cf. brief nr. 563 van 25·7.I829), een stuk onderaan het 2de blad, met zijn aanbeveling voor de redactie van de Postryder, heeft weg­gesneden.

I. Cf. brief nr. 563, n. I.

2. VoorL. de Potter cf. brief nr. 533, n. IO. Eind juni was te Brussel zijn brochure Union des catholiques et des libéraux dans les Pays-Bas verschenen, waarin hij het idee van een associatie, zoals ze voor het eerst werd verdedigd door de liberaal Paul Devaux in maart en november I827 en geaccepteerd door de oppositiekrant Mathieu Laensberg op 23.7.I828, bijtrad. Zijn brochure, geschreven in de gevangenis, had onmiddellijk groot succes: cf. de Gerlache, op. cit., Il, p. 23 en Den Antwerpenaer, 4.7, 25.7. en 5.8.I829. Een antwoord hierop verscheen begin juli te Gent, van de hand van Ch. Durand, Réplique à M. de Potter sur l'union des catholiques et des libéraux, Gand, I 829.

Aantekeningen bij brief nr. 566

Brussel, I6.8.I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. Groen van Prinsterer. Gepubliceerd in: Groen van Prinsterer, Schriftelijke Nalatenschap, IJ,

Briefwisseling, I, door Dr. C. Gerretson, 's-Gravenhage, I925, p. I89.

I. Met J. Ho ra Siccama. 2. Bedoeld wordt de uitgave van Nederlandsche Gedachten, onder

hoofdredactie van G. Groen van Prinsterer en met hulp van Van Rappard. Het blad verscheen anoniem sinds 2.Io.1829.

3· Van Rappard was verbonden aan het departement van Binnen­landse Zaken en secretaris van de Commissie voor het Hoger Onderwijs, ingesteld bij K.B. van I3.4.I828. Groen was sedert 1.4.I829 als secretaris toegevoegd aan het Kabinet des Konings. Van Rappard had blijkbaar reeds enige ervaring in het publiceren van een tijdschrift, want in december I828 -januari I829 had hij bij Brest van Kempen te Brussel anoniem het tijdschrift De Lans van Achilles uitgegeven.

4· Cf. de brief van Groen van Prinsterer van I 2.8. 1829, afgedrukt in Groen van Prinsterer, Schriftelijke Nalatenschap, IJ, Briefwisseling, I, door Dr. C. Gerretson, p. I86-I88: <<Hier moet ik u een geheim

26I

Page 268: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

openbaren, 't geen mij reeds langen tijd op het hart heeft gewogen, schoon verscheidene onzer gesprekken mij reeds grootendeels gerustgesteld hebben: dat namelijk iemand, wien ik u, zoo gij 't verlangt, bij gelegenheid zal noemen, mij heeft verhaald uit uwen mond te hebben gehoord<< que toutes les religions sont également bonnes.>>

Aantekeningen bij brief nr. 567

Antwerpen, 18.8.1829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 121 B 12 I. Niet gepubliceerd. 2 p. (23,5 X 20,5), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen heere

Den heere Mr J eronimo De Vries Ridder der Orde van den Nederlandsehen leeuw Griffier der Stad Amsterdam

Stempel: Antwerpen 18 Aug. Amsterdam 19 Aug.

I. Cf. reeds brief nr. s6o, n. 3· 2. Op p. 62 komt, n.a.v. de naam Bogaert, volgende passus voor:

<<Onze vriend J. F. Willems in zijn Historiesch Onderzoek naar den Oorsprong en den waren Naem der openbare plaetsen en andere Oudheden van de stad Antwerpen, noemt behalve Bogaerden de kleine Bogaerdestraet en de lange en korte Bogaerdestraet. Wij hechten hieraan, en aan al he~ door ons bijgebragte weinig; meer hechten wij, om dit bij deze gelegenheid te zeggen, daaraan, dat de stad Antwerpen, door voor hare rekening, onbekrompen ja prachtig, zulk een werk door eenen man daartoe juist zoo als Willeros berekend, uit te geven, een zeer navolgenswaardig voor­beeld aan andere plaatsen gegeven heeft. De aftrek van dit plaatse­lijk en verdienstelijk werk heeft bewezen, dat men, naar ons oordeel, in den tegenwoordigen stand van zaken, ter voorbereiding van algemeene beschrijvingen en van onze algemeene geschiedenis, vooreerst niet beter doen kan, dan zich tot bijzondere en plaatselijke mededeelingen te bepalen. Men vergeve ons deze afdwaling ten nutte van dat Vaderland, hetwelk nog te kort uit bijzondere deelen tot één algemeen geheel is vereenigd, om bijzondere en plaatselijke

Page 269: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

mededeelingen, altijd noodzakelijk en van meer dadelijke betrekking en belangstelling, te kunnen missen. ))

3· Willems was nl. van plan de vergadering van de Klasse bij te wonen, en bracht ook een bezoek aan Siegenbeek in een buiten­verblijf bij Oegstgeest. Cf. brief nr. 599 en 647. Te Amsterdam hield hij een lezing van zijn stuk over de oorzaken der scheuring in de zestiende eeuw, dat hij in februari reeds te Brussel in Concordia voorgelezen had. Cf. Inl., II, p. 385 en 387, en brief nr. 530. In het Notulenboek !Ie Klasse, I824-I83o, IV, p. 353-354 wordt genoteerd dat de vergadering van 3·9.1829 werd bijgewoond door de heer Meyer, voorzitter, Wiselius, Loots, Tydeman, Koning, Van 's-Gravenweert, Willems en Roëll. << Niemand iets te rap­porteren of voor te stellen hebbende, las de Heer Willems een vertoog over de voornaamste aanleidende en medewerkende oor­zaken van de scheuring der Nederlanden in de XVI Eeuw, als mede over het gedrag inzonderheid der Belgen by die Omstandig­heden; welk vertoog met groote belangstelling gehoord en de Heer Willems voor deze zyne mededeeling bedankt zynde, is de zitting op de gewone wyze gesloten. >>

4· Cf. Inl., II, p. 296-297.

Aantekeningen bij brief nr. 568

Lier, 19.8.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. Van Maanen, map

84. Niet gepubliceerd. 4 p. ( 24 X 2 I), beschreven. Door Bergmann ondertekend met een krul.

1. Cf. reeds de vorige brieven nr. 543, 547 en 551.

Aantekeningen bij brief nr. 569

Amsterdam, 19.8.1829. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jonge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X 20), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

Page 270: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 572

I. Cf. brief nr. s6o, n. 3· 2. Cf. Inl., 11, p. 115-116.

Aantekeningen bij brief nr. 570

[Den Haag, 25.8.1829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 3.6.1830, nr. 34 F. Niet gepubliceerd. 2 p. (33 X 2I ), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco. Minuut. Bovenaan links staat: Gearrd. den 25 Aug. I829. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

alleen geparafeerd.

1. Cf. brief nr. 556, n. 1.

2. Cf. brief nr. 559, n. 3 : het werk van Nijhoff.

Aantekeningen bij brief nr. 57 I

Antwerpen, 26.8. I 829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 5· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 21), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 blanco.

Aantekeningen bij brief nr. 572

Antwerpen, I4.9.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. 12I B 12 I. Gepubliceerd door Rooses, p. 71-73. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : W eledelgestrengen Heere

Den heere Mr. J eronimo De Vries Ridder der orde van den N ederl. Leeuw Lid van 't instituet Amsterdam

Page 271: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 572a

1. Van deze reis was reeds sprake in brief nr. 567. 2. Voor Tydeman cf. Inl., 11, p. 274. Willems' reactie op Tydemans

schrijven is brief nr. 574· 3· Cf. brief nr. 567, n. 3· 4· Mr. Willem Frederik baron Roëll, 0 Amsterdam 25.IO.I767, t 3.I.

I835, studeerde filosofie en rechten te Leiden, waar hij pro­moveerde in I761. Vanaf I793 werd hij schepen te Amsterdam, maar trok zich later als orangist uit het administratieve leven terug. Vanaf I8o5 aanvaardde hij weer bestuurlijke opdrachten en werd van I 8o6- I 809 door koning Ladewijk tot minister van binnenlandse zaken benoemd. Achteraf raakte hij uit de vorstelijke gunst en verdween van het politieke toneel. Bij de terugkeer van Willem I benoemde deze hem reeds op 2I.I2.I8I3 tot lid van de commissie tot ontwerp van een grondwet; in I8I4 werd hij secretaris van staat, in I 8 I 5 minister van binnenlandse zaken. In I8I7 verkreeg hij eervol ontslag en nam zitting in de Eerste Kamer, waar hij, tot I83o wisselend met de Zuidnederlander de Thiennes de Lombize, het voorzitterschap bekleedde tot zijn overlijden. In I 828 werd hij voorzitter van de commissie tot herziening van de wetten en reglementen van het hoger onderwijs. In I8I4 werd hij in de adel opgenomen, in I8I9 baron. Pas in I829 werd hij lid van het Instituut.

5· Over deze Waalse reactie in de I6de eeuw had Willems het reeds gehad in zijn brief aan de Journal d' Anvers, nr. 539·

Aantekeningen bij brief nr. 572a

Antwerpen, I4·9· I829. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. I26-I27. Willeros had reeds vroeger van deze weg via de Klasse gebruik gemaakt, vermoedelijk ter besparing van port voor Groebe ?

2. Cf. Inl., 11, p. 385 en 387.

18a

Page 272: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 573

Aantekeningen bij brief nr. 573

[Amsterdam, 22.9.I829]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I577I/43· Niet gepubliceerd. 8 p. (22,5 X I9), beschreven. Opp. 8 ook adreszijde. Adres : Den WelEd. zeer gein Heer

Den Heer J. F. Willems, Lid van 't Kon. Nederl. lnstt. Ontvanger van de Successie en Registratie-Rechten enz. enz. te Antwerpen

Stempel : Amsterdam 22 Sept. Antwerpen 23 Sept.

De datering van deze brief is mogelijk via de afstempeling en de bepaling van het jaar blijkens brief nr. 572.

1. Cf. brief nr. 572. 2. Wellicht Jhr. Daniel François van Alphen, de zoon van de bekende

kinderdichter? 0 Utrecht 30.8.I774, t Voorschoten I6.Io.I84o. Hij was lid van de Maatschappij te Leiden en burgemeester van deze stad. Cf. N.N.B. W., I, I9II, kol. 84-85 door J. B. Breukel­man. Anders gaat het hier om een citaat uit de gedichten voor kinderen van Mr. Hieronymus van Alphen zelf, over wie ibid., kol. 88-89 door R. Zuidema.

3· Cf. brief nr. 572, n. 4· 4· Voor het drukken van Willems' redevoering cf. Inl., 11, p. 385 en

387. Op 29 september I829 begonnen, was dit weldra gevorderd tot 2 1[2 vel, maar werd door Willems op 4 oktober stopgezet. Cf. brief nr. 575a.

5· Over de verhouding van Willems tot da Costa staat weinig vast. Vermoedelijk hadden ze elkaar ontmoet te Amsterdam begin sep­tember, toen Willems o.m. een redevoering voor de Klasse had gehouden. Voor da Costa cf. Inl., 11, p. 74-76.

6. Cf. Inl., 11, p. I Is- I I6. 7· Cf. Inl., 11, p. 246-247. 8. Cf. Inl., 11, p. I s6. 9· Cf. Inl., II, p. 274 en brief nr. 572.

266

Page 273: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 574

Antwerpen, 27·9.I829. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I2643· Niet gepubliceerd. 4 p. (23,5 X 20), waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 adreszijde. Adres : Weledelgestr. HooggeL Heere

Den heere Mr. H. W. Tydeman Hoogleeraar Lid van het Instituut, enz enz Leyden

Stempel : Antwerpen 28 Sept. Leiden 29 Sept.

NR. 574

I. Vermoedelijk is dit Mr. Aarnoud Jan van Beek Calkoen, 0 Leiden I8o8, tUtrecht I874· Cf. N.N.B. W., IX, I933, kol. I23 door J. C. Ramaer. Hij was advokaat te Utrecht.

2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 332. 3· Cf. Mengelingen nr. 6 (Inl., 11, p. 385 en 387), en de brieven nr.

572 en 573· 4· Cf. brief nr. 442, n. 2.

5· Wellicht Mr. Dirk van Hogendorp, 0 Amsterdam I8.I2.I797, t 's-Gravenhage I8.3.I845, die rechten studeerde te Leiden en in I822 een Disputatio historico-juridica inauguralis, de Gulielmi I, Principis Arausiae, liberi cultus divini, liberaeque conscientiae vindicis, juribus in summum imperium in comitatu Hollandiae verdedigde.

6. J. Wagenaar, Vaderlandsche historie (ed. I782 in B.W. nr. I403). 7· Pierre Jeannin, Précis de l'histoire des Provinces Unies des Pays­

Bas, Paris, I82I-I822, 6 dln. 8. Cf. H. Schrift, Utrecht, I962, p. 37: de verzoening van Jacob met

Esau. 9· Blijkbaar was Willems nog steeds van plan de druk voort te zetten :

cf. brief nr. 573, n. 4· IO. Vermoedelijk is dit Jean de Launoi (I603-I678) over wie cf. N.B.

Gén., XXIX, I862, kol. 9I2-920 door A. Jadin: hij was kerk­historicus en ging de geschiedenis in als « dénicheur de saints )),

I I. Cf. brief nr. 399, n. 3· I 2. Cf. ibid.

Page 274: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 576

Aantekeningen bij brief nr. 575

Brussel, 3.IO.I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), s.IO.I829, nr. I02 A. Niet gepubliceerd. 2 p. (32 X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Het betreft hier blijkbaar een ontwerp-contract voor het drukken van de reeks van de Rerum belgicarum scriptores.

Aantekeningen bij brief nr. 57 sa

Antwerpen, 4.IO.I829. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (24 X 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Cf. o.a. brief nr. 572a, n. 1.

2. Cf. brief nr. 547, n. 2. 3· Cf. Inl., 11, p. 385 en 387, en brief nr. 573, n. 4· 4· Willeros verving zijn redevoering door een stuk over de Plundering

van de stad Mechelen, door de Spanjaerden, ( 2 8ber I 572 ), op­genomen in Mengelingen, p. 389-422.

5· Cf. brief nr. 572, n. 4·

Aantekeningen bij brief nr. 576

Antwerpen, 7.Io.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gepubliceerd door Rooses, p. 73-76. 4 p. (23,5 X 20,5), beschreven; op p. 4 ook adreszijde. Adres : W eledelgestrengen heere

Den heere Mr. J eronimo De Vries Ridder der orde van den Nederl. Leeuw Griffier der Stad Amsterdam

Stempel: Antwerpen 8 Oct. Amsterdam 9 Oct.

268

Page 275: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1. Brief nr. 573· 2. Cf. brief nr. 572, n. 4· 3· Cf. Inl., 11, p. 160. 4· Cf. Inl., 11, p. 274. 5· Cf. Inl., 11, p. 385. 6. Cf. eveneens aldaar.

NR. 577

7· Het stuk verscheen uiteindelijk pas in 1836. Cf. Inl., 11, p. 387. 8. Cf. Inl., 11, p. 150-151. 9· Voor deze verhandeling van De Jonge cf. brief nr. 331, n. 6 en 8.

10. Willems bezat twee edities van Hoofts Nederlandsche historien: de 3de, verzorgd door G. Brandt (B. W. nr. 1286) en de moderne editie, in r82o in 8 dln verzorgd door Siegenbeek, Simons en Van Capelle (B. W. nr. 1287). Cf. ook brief nr. 296, n. 2.

n. Cf. o.m. brief nr. 438, n. 4· M. Siegenbeek, Willem 111 en Jan de Witt onderling vergeleken, opgenomen in Redevoeringen en V er­handelingen over onderwerpen tot de Vaderlandsche Geschiedenis en Letterkunde behoorende, Dordrecht, 1836, p. 137-167.

12. Bedoeld wordt Colette Joséphine Geelhand, 0 30.3.I769, t 1.10. 1829, dochter van Jean Baptiste Joseph Geelhand (1739-r8r5) en Marie Hélène Joséphine de Neuf (1745-1816). Cf. Annuaire de la Noblesse de Belgique, publié par Ze baron lsidore de Stein d' Alten­stein, X, r856, p. uo.

Aantekeningen biJ brief nr. 577

Brussel, 9.ro.r829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 12.ro.r829, nr. 36 F. Niet gepubliceerd. 8 p. (32 X 20,5), waarvan p. r-6 beschreven, p. 7-8 blanco.

I. Cf. de brieven nr. 553 en 555· 2. Dit was vermoedelijk Jean Baptiste Goswin graaf de Wynants,

over wie cf. B.N., XXVII, 1938, kol. 417-421 door H. Nelis : 0 Brussel 27.10.1726, tOostenrijk begin 19de eeuw. Hij stamde uit een vermaard juristengeslacht en was sedert 1760 conservator van de charters van Brabant. In 1765 werd hij belast met de leiding van de archieven van de regering te Brussel, in r 773 werd hij directeur-generaal van het bureau der archieven der Oosten­rijkse Nederlanden, en vergezelde in deze functie eind 1793 de documenten naar Wenen.

269

Page 276: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

3· Was dit een kerkelijk rechter, werkzaam in de archieven? Stamde hij wellicht uit het Gentse juristengeslacht?

4· Voor Jean Baptiste Boisot cf. N.B. Gén., VI, r862, kol. 444-445 : 0 Besançon juli 1638, t 4.12.1694· Als Frans geleerde genoot hij in binnen- en buitenland grote faam en werd herhaaldelijk met diplomatieke opdrachten belast. Hij verwierf de bibliotheek van Granvelle via een van diens familieleden, klasseerde het bestand en droeg het over aan de Benedictijnen te Besançon.

5· Mé11UJtres pour servir à l'ht"stoire du cardz.nal de Granvelle, Premier Ministre de Philippe IJ. Roi d' Espagne. Par un Religieux Bénédictin de la Congrégation de Saint Vanne [Dom Prosper Levesque], Paris, 1752, 2 dln. Op p. xxxvii van deel I, inleiding: « 11 y a de plus sept volumes in-folio de Lettres originales de Joachim Hopperus à Philippe 11. toutes apostillées de lamainde ce prince. ))

6. Histoire des troubles des Pays-Bas, sous Philippe IJ, par Vander­vynckt; Ouvrage corrigé, quant au style, et augmenté d'un discours préliminaire et de notes, ainsi que de pièces inédites; par J. Tarte cadet, Avocat, Bruxelles, 1822, 4 dln. De eerste druk geschiedde in 6 exemplaren in 1765. Voor de Gentse jurist Luc Jean Joseph Van der Vynckt (1691-1779) cf. de inleiding van Tarte.

7· Historie van het verbond en de smeekschriften der Nederlantlsche edelen, III, in de Jaaren IS6S-IS67, Uit veele oorspronglijk gedenk­stukken saamgesteld door Jona Willem te Water, Middelburg, 1776-1796, 4 dln. In deel 4, p. 373, merkt hij n.a.v. de publikatie in de Analecta Belgica van de Nelis van het Recueil et Mémorial des troubles des Pays-Bas du Roy, op, welke belangrijke rol de papieren van Hopperus voor de geschiedenis vertonen, omdat hij vanaf r 566 dagelijks met de koning in verbinding stond, en deze op Hopperus' dagelijkse rapporten eigenhandig zijn bedenkingen en besluiten mededeelde. Hij kondigt daarin verder de voorgenomen editie van diens brieven aan.

8. Voor de editie van de brieven van Hopperus aan Viglius cf. reeds brief nr. 420, n. 8.

Aantekeningen bij brief nr. 578

[Den Haag, 12.1o.r829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 12.1o.r829, nr. 36 F.

270

Page 277: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 580

Niet gepubliceerd. 4 p. (31,5 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Van Ewijck alleen geparafeerd. Bovenaan links staat: Gearresteerd den I6 October I829 N 35/F; Exh.

I2 October I829 N 36(F, wat datering mogelijk maakte.

1. Nl. brief nr. 555· 2. Brief nr. 553· 3· Brief nr. 577·

Aantekeningen bij brief nr. 579

Brussel, 30.IO.I829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 6.II.I829, nr. 54 F. Niet gepubliceerd. 2 p. (3 I x 20,5), waarvan p. I beschreven, p. 2 blanco.

I. Voor Thymo cf. brief nr. 407, n. 2.

2. Cf. Inl., 11, p. 388-389.

Aantekeningen biJ brief nr. 580

Den Haag, 6. I I. I 829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I88; minuut in Algemeen

Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling Onder­wijs, Kunsten en Wetenschappen), 6.n.I829, nr. 54 F.

Gepubliceerd door Bols, nr. I89, p. I9I. 4 p. (32 X 2I), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door Van Ewijck

enkel ondertekend.

I. Cf. Inl., 11, p. 388-389. 2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 332. 3· Na bijwerking van dit eerste boek zond Willems de tekst met

brief nr. 597 terug.

Brief nr. 58I werd nr. 580

Page 278: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 582

[Den Haag, 6.11.I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 6.n.I829, nr. 54 F. Niet gepubliceerd. Klad. Deze brief werd niet ondertekend. 4 p. (3 2 X 2 I), beschreven. De datering was mogelijk a.h.v. de datum op de map van het Rijks­

archief.

I. Cf. brief nr. 579· 2. Cf. brief nr. 58o.

Aantekeningen bij brief nr. 583

[Den Haag, 6.11.I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 6.II.I829, nr. 54 F. Niet gepubliceerd. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Van Ewijck alleen geparafeerd. De datering was mogelijk a.h.v. de datum op de map in het Rijks­

archief.

Aantekeningen bij brief nr. 584

[Den Haag], 9.II.[I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 5.Io.I829, nr. I02 A. Niet gepubliceerd. 4 p. (32,5 X 2I,5), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Klad. Deze brief werd door een klerk geschreven en niet ondertekend.

1. Cf. brief nr. 575·

Page 279: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 585

Den Haag, 20.II.I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.11.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (32 X 20 ), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Van Ewijck alleen geparafeerd. De datering is mogelijk a.h.v. de exhibita bovenaan links. Gearrd den

23 November I829 N° 39/F; Exh. 20 November I829 N° A/La B.

I. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 333·

Aantekeningen bij brief nr. 586

[Den Haag, 23.I I.I829]. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 23.11.I829, nr. 39 F. Niet gepubliceerd. Minuut. Deze brief werd geschreven in een vreemde hand en door

Van Ewijck alleen geparafeerd. 4 p. (32,5 X 2I), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco. De datering is mogelijk a.h.v. de datum op de map van het Rijks­

archief.

I. Vermoedelijk betreft het hier boeken of handschriften, die Willems ontleend had voor de annotatie van de Heelu. Cf. brief nr. 454·

Aantekeningen bij brief nr. 587

Brussel, 26.I I.I829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I89. Gepubliceerd door Bols, nr. I90, p. I9I-I92. 4 p. (25,5 X 22), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

273

Page 280: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 588

Adres : Wel Edel Gestr Heer Den Heer J F Willems te Antwerpen

Stempel : Brussel 27 Nov. Op p. 4 eveneens allerlei rekensommen.

I. Bedoeld wordt de druk van Willems' De la langue Belgique. Lettre à M. Sylvain Van de Weyer, waarover cf. Inl., 11, p. 379-380.

2. Voor Van de Weyer cf. Inl., 11, p. 304-306. 3· Voor Munch cf. Inl., 11, p. 201. Bedoeld wordt hier de Lettrede

M. Sylvain van de Weyer, Avocat, Conservateur de la Bibliothèque de Bruxelles et des manuscrits du Roi, Professeur de philosophie au Musée, membre de la commisst'on chargée de la publication des monu­ments inédits de l'histoire du pays, et l'un des rédacteurs du Courrier des Pays-Bas; à M. Ernst Munch, Professeur de droit canon, Biblio­thécaire à La Haye, Rédacteur de l'ouvrage périodique intitulé: Aletheia, etc., Bruxelles, I829. Over Munchs Aletheia (B. W. nr. I041) cf. o.m. Den Antwerpenaer, 22.7.I829, p. 1.

4· Bedoeld wordt de brochure Quelques idles Sur l'usage obligé de la langue dite Nationale, au Royaume des Pays-Bas, par un Belge, ami de la justice et de la vérité, Bruxelles, I829, 44 p. De auteur is J. Defrenne, die het werk ondertekende op de laatste pagina, en dagtekende Bruxelles, Ie 22 octobre 1829.

Aantekeningen bij inleiding brief nr. 588

[Antwerpen, 26. I 1.1829]. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in De la langue Belgique. Lettre de Jean François Willems,

Membrede l'Institut des Pays-Bas, etc., à M. Sylvain Van de Weyer, Avocat, Conservateur de la Bibliothéque de Bruxelles et des manuscrits du Roi, Professeur de philosophie au Musée, Membre de la commission chargée de la publication des monumens inédits de l' histoire du pays, et l'un des Rédacteurs du Courrier des Pays-Bas, Bruxelles, Brest van Kempen, 1829, p. [1]-3.

274

Page 281: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Aantekeningen bij brief nr. 588

Antwerpen, 26. I I. I 829. Origineel niet teruggevonden.

NR. 588

Gepubliceerd in De la langue Belgique. Lettre de Jean François Willems, Membre de l'Institut des Pays-Bas, etc., à M. Sylvain Van de Weyer, Avocat, Conservaleur de la Bibliothéque de Bruxelles et des manuscrits du Roi, Professeur de philosophie au Musée, Membrede la commission chargée de la publication des monumens inédits de l'histoire du pays, et l'un des Rédacteurs du Courrier des Pays-Bas, Bruxelles, Brest van Kempen, I829, p. [5]-So.

I. Beiden zetelden in de commissie voor de uitgave van de Rerum belgicarum scriptores.

2. Cf. brief nr. 587, n. 3· 3· In Willems' editie van de Van Heelu, waarover cf. Inl., 11, p. 388-

389, staat deze passus in het zg. Tweede Boek, vs. 5856 e.v., p. 2I8. 4· Cf. Inl., 11, p. 2oi.

5· Aletheia verscheen in I829 te Luik en in I83o-I83I te 's-Graven­hage in 4 dln en werd geredigeerd door E. Münch, eerst hoog­leraar te Luik, daarna bibliothecaris te Den Haag. Cf. over hem Inl., 11, p. 20I en B. W. nr. I04I.

6. Wellicht een zinspeling op de petities voor de vrijheid van onder­wijs, voorgestaan door de katholieken ? De petities voor de vrijheid van drukpers werden daarentegen veelal ondertekend door de liberalen.

7· Cf. n.I. Van de Weyer had een dergelijke opdracht aanvaard. Cf. brief nr. 407, n. 3·

8. Met een zinspeling op de tegenstelling tussen het Franse rime riche en het Nederlandse nulrijm, om hetzelfde verschijnsel aan te duiden.

9· Voor Van de Weyer, De Potter, Van Meenen vertalingen, voor De Brouckère het door hemzelf gebruikt pseudoniem : cf. brief nr. 533, n. I8.

Io. Hyppolyte Julien Joseph Lucas was een Frans rechtsgeleerde en publicist, als advokaat te Parijs gevestigd sedert I826. Cf. N.B. Gén., XXXII, I86o, kol. I26-I27.

11. Voor Collot d'Escury's werk cf. brief nr. 362, n. 7· I 2. Voor de tussenkomst van Armand, volksvertegenwoordiger voor

het departement de la Meuse, in het debat van 8 Vendémiaire in

275

Page 282: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 588

de Convention Nationale cf. Gazette nationale ou Ie Moniteur uni­verset du Duodi I2 Vendémiaire, l'an 4e, p. 2.

I3· Over Vredius cf. Aant., I, p. 52. In zijn werk Sigilla comitum Flandriae et Inscriptiones Diplomatum ab iis editorum cum expositione historica Olivari Vredi Iuris-consulti Brug .... Brugis Flandorum, I639, p. 43 : Sic inter primates Raso de Gavere, hoc initio, edidit litteras anno I 296 : Ie Rasse hiere van Gavere / doe te wete alle den ghenen die dese letteren zelen zien ende horen lesen &c.

I4. Cf. p. 48 in The Complete Works of Lord Byron including The Suppressed Poems, and Supplementary Pieces ... , Brussels, I83o.

IS. Voor de Spaanse generaal Palafox y Melzi cf. N.B. Gén., XXXIX, I862, kol. 68-69 door H. F.: 0 I78o Palafox, t I847 Madrid. Hij leidde in I8o8-I809 de verdediging tegen de Franse legers van Saragossa.

I6. Recueil de pièces officielies destinées à détromper les François sur les événemens qui se sont passés deputs quelques années, par Fredéric Schoell, Paris, I8I4, 4 dln.

I7. E. M. Arndt schreef zijn Ueber Volkshasz und über den Gebrauch einer fremden Sprache te Leipzig in I8IJ, en publiceerde het stuk in zijn Schriften I.

I8. Annales de Flandre de P. d'Oudegherst, Enrichies de notes gram­matica/es, historiques t'S critiques, t'S de plusieurs chartres t'S dip/omes, qui n'ont jamais été imprimés, Par M. Lesbroussart, ... , Gand, 2 dln, I789. De bewuste p. in dl. 11 behandelt de episode rond Gwijde van Dampierre.

I9. In de Chronyke van Vlaenderen, vervattende haere vindinge, naem, eerste apostelen van het christen geloof, haer eerste bestierders, fonda­tien en stichten. Als ook eene generaele beschryvinge van g' heel haer Bestreek, Steden, CasteeZen ... Alles uyt de V ermaertste ende Uyt­muntentste oude Schrifte1l op-geheldert doorN. D. en F. R., Brugge, Wydts, s.d., 38ste Capittel, p. 4I6, komt volgende passus voor: (( De Bruggelingen geen hope van V rydom voorsiende, stellen vast hun Vaderlandt met de Waepens van de Fransche slaevernye te ontweldigen, en swoeren liever al vegtende te sterven, als langer onder de dwingelandye geboogt te blyven. Pieter de Koning, een gering Ambagts-man, hebbende maer het gebruyk van een ooge, oudt ontrent 6o. jaeren, kort van gedaente, aengenaem van spraek, maer groot van gemoedt, voordagtig in beraet, en kloek in 't gevegt, wel-sprekende in sijn Moederlijcke Tael, buyten de welk hy geen ander en sprak, en Deken van de Laeke-wevers, stelde sig aen 't hooft van de lveraers voor de Stadt Brugge, en voor g'heel

Page 283: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 588

Vlaend eren. Het scheen dat 'er een en anderen David tegen den Fransehen Goliat was opgestaen. >)

20. Col/eetion camplette des procès-verbaux des Ci-devant représentans provisoires de la villede Bruxelles et des Journaux de la Société titrée des Amis de la Liberté et de l' Egalité établie à Bruxelles, avec des Notes Historiques, Politiques et Juridiques: et les Procès- Verbaux des Vingt-et-une Sections de la Ville et Banlieue de Bruxelles, suivis de la Relation des différentes Détentions et Poursuites pratiquées à charge

des Otages et autres Individus, Bruxelles, 179J, J dln. 21. Deze passus was t.a.p. niet terug te vinden. 22. Cf. het in n. 12 geciteerde werk, en eveneens N.B. Gén., XXXXVI,

1866, kol. 218-219. 2J. Dit motto, uit L' ami des Loix, Acte Je, Scène Je, staat inderdaad

vooraan in de brochure Réflexion sur le caractère qu' ont développé les Belges et particulièrement les Brabançons, pendant l' accupation des Pays-Bas par les François, depuis le mois de Novembre I792, jusqu'au mois de Mars I793, Bruxelles, 179J (B.W. nr. 1527).

24. Essai sur les Pays-Bas autrichiens. Traduit de l'Anglois De Mr. Shaw, Londres, 1788, p. IJ2 i.p.v. IJI (B.W. nr. 1454).

25. Dit is het Jde hoofdstuk: De I' étude des langues vulgaires, in De l' éducation belgique, ou réjlexions sur le plan d' études adopté par Sa Majesté Pour les Collèges des Pays-Bas Autrichiens, Suivies Du Développement du même Plan dont ces Réjlexions forment l' Apologie, Bruxelles, 178J.

26. Cf. brief nr. 542, n. 9· 27. Destouches, Le Glorieux, J, 5· 28. Als opstellers van de Courrier des Pays-Bas noemt de Revue ency­

clopédique, september 1829, p. 759-761 :De Potter, Claes, Jottrand, Ducpétiaux, Van Meenen, Mascart en Van de Weyer. Wie de Franse corrector was is niet bekend.

29. Vermoedelijk een poëtisch almanakje ? JO. Cf. Inl., 11, p. 22-2J. 31. Cf. Inl., 11, p. 202. 32. Esprit, origine et progrès des institutions judiciaires, door J. D. Meyer

(over wie cf. brief nr. 305, n. 3), Den Haag-Amsterdam, 1819-1823, 6 dln. Een herdruk hiervan verscheen te Parijs.

33· Récit succinct et patriotique du triomphe remporté par la Société Cécilienne de l' Harmonie de Gand, au grand concours de musique à Bruxelles, ... Les IS et I6 Juillet I827; ... Par N. Cornelissen, Gand, [1827], p. 3· Cf. eveneens Recueil= Verzameling van alle de Neder­duitsche dichtstukken ... Inl., 11, p. 440.

277

Page 284: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 588

34· Gendschen Mercurius. Algemeen stoetkundig en Advertentie-Blad, met autorisatie van Zyne Majesteyt, werd uitgegeven door de drukkersfamilie De Busscher te Gent van 1826 tot 188 5 en ver­scheen als neutraal informatieblad met het accent op de adver­tenties en de financiën.

35· Cf. Littré, p. 2161 : fig. Celui qui élabore, corrige, refond les reuvres auxquelles un autre met son nom.

36. Vermoedelijk een van de vele woordenboeken vervaardigd door Jean Charles Thibault Laveaux, 0 Trayes 17.11.1749, t Parijs febr. 1827, eerst leraar Frans in Basel, Stuttgart en Berlijn, later sedert de revolutie, journalist te Parijs. Hij besloot zijn carrière als inspecteur generaal van de gevangenissen. Cf. N.B. Gén., XXIX, 1869, kol. 1 o69-1 070.

37· Histoire de la Milice Franfoise, Et les changemens qui s'y sont faits depuis l' établissement de la Monarchie Franfoise dans les Gaules, jusqu'à la fin du Règne de LouisleGrand Par le R.P. G. Daniel, de la Compagnie de Jesus, Auteur de l' Histoire de France, Amsterdam, 1724, 2 dln (B. W. nr. 630 de ed. Parijs, 1728). Bewuste passus bevindt zich niet op de aangegeven blz. maar wij vonden alleen de Amsterdamse editie.

38. Vermoedelijk een Parijs damestijdschrift. 39· Niet teruggevonden in de geconsulteerde Indicateurs commerciaux

d' An.vers. 40. Lessus gallicus in Gallorum é Belgio discessu per Gallum ad Belgas

ingeminatus. Ejusdemque in Gallorum é Belgio discessu paraphrastica dimembratio per Belgam ad Gallos directa: quibus accedunt Jubilatio Belgica, aliaque metrica, Antwerpen, 1748, p. 14 (B. W. nr. 271 en 272). Ex. U.B.G. nr. B. L. 7803 uit de bibliotheek van Snellaert.

41. Wellicht de vader van een ander Antwerps advocaat, die in 1829 gemengd raakte in de zaak van de bekering van de libertijnse boek­handelaar Van Esse? Cf. Den Antwerpenaer, 21.3.1829.

42. Cf. brief nr. 537· 43· Voor Jean François van de Velde cf. B.N., XXVI, 1936-38, k. 537-

543 door F. Claeys-Bouuaert: 0 Boom 8.9.1779, t Gent 7.8.1838. Hij was onderpastoor te Antwerpen en Edegem en werd in 1825 deken te Lier. In r829 werd hij eerder onverwacht bisschop te Gent, richtte reeds in december 1829 het groot seminarie weer op en schaarde zich in oktober 1830 aan de zijde van de opstand.

44· Cf. n. 28. 45· Dit is het oude tweetalig gebleven Feuille d'Annonces d'Anvers­

Bekendmaekingsblad van Antwerpen, dat sedert 1811 was verschenen

Page 285: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 588

door de zorgen van Le Poittevin de la Croix : hij overleed in I 829. Het blad heette vanaf I8I4 Antwerpsche Gazette, vanaf I829 tot I83I Gazette d'Anvers. Sedert I829 trad het Frans meer en meer op de voorgrond en bestond uit overgenomen teksten uit andere bladen en boekaankondigingen. Cf. Merecy, p. I05-I06 en I2I.

46. Het Journal du Commerce d'Anvers verscheen sedert I.I.I822 en was hét haven blad. Het verscheen door de zorgen van J. J. Conard en de Waal A. Delrue; voor het politiek gedeelte zorgde de Frans­man Antoine Coudert tot I823. Daarna zetten Delrue en zijn zoon de zaak alleen voort. Cf. Merecy, p. I03-I05 en I23.

47· Cf. brief nr. 595, n. 3· 48. Cf. n. 28. 49· Van de journalist B. L. Bellet waren geen biografica terug te

vinden: wel berusten in de U.B.G. twee werkjes waaraan hij heeft meegewerkt: Tabletles bruxelloises, Bruxelles, I828 en Biographies des condamnés pour délits politiques, Bruxelles, I828.

so. Over J ador was niets naders terug te vinden. 5I. Cf. brief nr. 594, n. I. 52. Hinc dolor, lacrimae hinc: Terentius, Andria, 99· 53· Cf. n. Io.

54· Willems alludeert hier op de moeilijkheden van zijn vader, waar­over cf. brieven nr. 543 en 568.

Aantekeningen bij bijlage brief nr. 588

[Antwerpen, 26.II.I829]. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd als << Ma pièce justificative >> in De la langue Belgique.

Lettre de Jean FranfoÏS Willems, Membre de l'Institut des Pays-Bas, etc., à M. Sylvain Van de Weyer, Avocat, Conservaleur de la Bihlio­théque de Bruxelles et des manuscrits du Roi, Professeur de philosophie au Musée, Membre de la commission chargée de la publication des monumens inédits de l'histoire du pays, et l'un des Rédacteurs du Courrier des Pays-Bas, Bruxelles, Brest van Kempen, I829, p. [8I]­IOI.

I. Van de W eyers « pièce justificative » bevindt zich in zijn Lettre à M. Ernst Munch, I829, p. 43-47, en is het artikel uit Aletheia, De la langue nationale des Pays-Bas, et des derniers arrêtés qui y ont rapport.

279

Page 286: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 590

2. Cf. Aen de Belgen, p. 59· 3· Cf. voorrede De la langue Belgique. 4· Voor J. B. C. Verloo of Verlooy cf. B.N., XXVI, 1936-1938, kol.

668-671 door S. Tassier, en laatstelijk Elias, I, I963, p. 130-I34 en 136-142.

5· Codex belgicus seu corpus juris edicta/is Brabantiae et Limburgiae, redactore J, Chr. Verloo, Bruxellis (B.W. nr. I763).

6. De editie van I788, zg. uitgegeven te Maastricht zonder naam van auteur of uitgever, verscheen in werkelijkheid te Brussel bij Van Belle. Een ex. in B. W. nr. 4424. Op het einde van I829, ver­moedelijk na deze publikatie door Willems, verscheen een uitgave verzorgd door de Gentse hoogleraar }. M. Schrant (in B. W. nr. 4425). De hier door Willems bezorgde tekst is een sterk gere­duceerde versie van een brochure, die in de moderne editie van Dr. Rob. van Roosbroeck, Antwerpen, I938, van p. 3-62 loopt.

Aantekeningen bij brief nr. 589

[Antwerpen], 27.II.[1829]. Universiteitsbibliotheek, Amsterdam, nr. An 122 j. Gepubliceerd door De Vroede, 1952, p. 209-2I0. 4 p. (I6,5 X 9,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Den heere Potgieter

Dezer Schrift Potgieter : 27 November

Willems. Nota: deze brief diende E. van Hall-Nijhoff in haar bijdrage: Vier

staatslieden grafologisch bekeken, in Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, X, 1955, nr. 1, p. 4-I7. Hij staat er als facsimile in opgenomen.

Aantekeningen bij brief nr. 590

Brussel, 7. I 2. 1829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I90. Gepubliceerd door Bols, nr. I91, p. I92-I93· 4 p. (25,5 x 20,5), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3 blanco, p. 4 adres­

zijde.

Page 287: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

Adres : Den Wel Edelen Heere J : Fr : Willems Lid van het Koninklyk N ederl : Instituut & 0

te Antwerpen.

Stempel : Brussel 7 Dec. An[twerpe]n 8 Dec.

NR. 59I

Noot: Identificatie van de afzender bleek achteraf mogelijk. In Inl., I en 11 staat hij geboekt als (( anonymus >>.

I. Wellicht was La uts van plan deze gegevens te verwerken in zijn Voorlezingen over de Nederlandsche letterkunde, Brussel, I829 (B. W. nr. 3267). Dit was vermoedelijk de neerslag van zijn colleges over Nederlandse letterkunde, gegeven in het Museum te Brussel vanaf I827.

2. Spelen van Sinne, Antwerpen, Willem Silvius, I562 (B. W. nr. 352I).

Aantekeningen bij brief nr. 59I

Brussel, 9· I 2. I 829. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. I5769{22. Niet gepubliceerd. 2 p. (22,5 X I8,s), waarvan p. 1 beschreven, p. 2 blanco. Stuk onderaan weggescheurd.

1. Bedoeld wordt Het onwettige der petitien aan de Staten-Generaal, of geschied- en regtskundige uitlegging van art. I6I der grondwet, Leiden, I829, een brochure van IJO pp. geschreven door Prof. Dr. C. J. van Assen, maar anoniem gepubliceerd.

2. Allocutions au clergé et aux catholiques des Pays-Bas, sur l'impiété des doctrines libérales et constitutionnelles, Bruxelles, Novembre I829.

3· Bedoeld wordt de proef van De la langue Belgique. 4· Deze brief van Willems ging verloren. Cf. Inl., I, p. 333·

28I

Page 288: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 593

Aantekeningen bij brief nr. 592

Antwerpen, IJ.I2.I829· Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B 5· Niet gepubliceerd. 4 p. (25,5 X 2I,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

I. Cf. Journat d'Anvers, IJ.I2, p. 2, I4.I2., p. 2 en I5.I2.I829, p. 2: op I I december was in de Tweede Kamer van de Staten-Generaal een« message royal très étendu avec un projet de loi, pour réprimer les abus delapresse >>voorgelezen. Cf. eveneens de Nederlandsche Staatscourant, bijvoegsel bij het nr. 293, I2.12.I829 en nr. 294, I4.I2.I829, p. I-J. Na een uitvoerige inleiding stelt de koning de hervorming van de wet op de drukpers in het vooruitzicht, waarbij bepaald zou worden dat een bescheiden beoordeling van de handelingen der openbare machten als vroeger vrij en onverlet zou blijven, maar dat aanranding van het gezag en de rechten van de koning en het koninklijk huis met een gevangenisstraf van 2 tot 5 jaar kan bestraft worden, en aanstoken tot ongehoorzaamheid aan de wetten van I tot 3 jaar.

Aant~keningen bij brief nr. 593

Antwerpen, 19.I2.1829. Algemeen Rijksarchief, Brussel, verz. S. van de Weyer, nr. 282. Niet gepubliceerd. 4 p. (25 X 20,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. brief nr. 587, n. 3· 2. Brief nr. 588, gepubliceerd als De la langue Belgique: cf. Inl., 11,

p. 378-380. 3· Deze aanvallen konden wij niet terugvinden. 4· Cf. de publikatie, geciteerd in brief nr. 587, n. 3· Op p. 24-25

staat aldaar : «je la défendis ( c. à d. la langue française ) ... contre les usurpations officielles, tantót contre de plus obscures attaques ».

282

Page 289: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 594

Aantekeningen bij brief nr. 594 I

Antwerpen, 22.12.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 26.12.1829, nr. 33 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (21,5 X 20), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-4 blanco. Bovenaan links staat: Exh. 26 December 1829 N° 33; nader Exh.

22 Jan 1830 N° 14.

I. Bedoeld wordt het geval van de Franse publicist L. M. Fontan, die in 1829 in Frankrijk wegens een persdelict tot 5 jaar gevangenis­straf en een boete van zo.ooo fr. was veroordeeld, en hierop naar de Nederlanden, in casu Brussel, was gevlucht. Hij had aan de regering, t.t.z. het ministerie van justitie toelating gevraagd zich hier blijvend te mogen vestigen, steunend op art. 4 van de grond­wet die bepaalde dat bescherming verleend werd aan personen en goederen van ingezetenen en vreemdelingen, die zich op het grond­gebied van het koninkrijk der Nederlanden bevonden. Deze toe­stemming werd hem enkel verleend op voorwaarde dat hij zich in het Noorden zou vestigen en zich onthouden van politieke of pers­polemieken. Dit weigerde hij en wenste in het Zuiden te blijven en van de opbrengst van zijn toneelstukken te leven. Hierop werd hem geen toelating tot vestiging verleend en werd hij door de gerechtelijke instanties per koets naar de grenzen van Hannover gebracht. Dit alles geschiedde eind september-begin oktober, en vond weerklank in de pers: cf. o.m. Journal d'Anvers, 24.9 en 1.10 en 5.10.1829. Een brief van Fontan in het nr. van 22.10.1829. Hierop zond hij vanuit Hannover een verzoekschrift aan de Staten­Generaal en werd de zaak, na onderzoek in de secties, voor de algemene vergadering van de Tweede Kamer gebracht : hij bekleeg zich hierin over zijn deportatie en bepaalde ongemakken en beledigingen op de reis ondervonden, en verzocht alsnog om toe­lating tot vestiging in het Zuiden des lands. De debatten hierover, waarin zich vn. de Gerlache, de Surlet de Chokier en de Stassart deden opmerken, duurden vier dagen, en eindigden in het af­wijzen van het voorstel de Gerlache, om de petitie over te maken aan de minister van Justitie, met 62 stemmen tegen 35· Cf. J. J. F. Noordziek, Verslag der Handelingen van de Staten-Generaal, z829-I8Jo, I, p. 75-108, bevattende de vergaderingen van 29 en 30 november en van 1 en 2 december.

Page 290: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

2. Cf. brief nr. 588 en Inl., 11, p. 379-380. 3· Voor deze boodschap van de koning cf. brief nr. 592, n. I.

Aantekeningen bij brief nr. 595

Antwerpen, 24. I 2. I 829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I33 C 11 VIII, 57· Niet gepubliceerd. 4 p. (20,5 X I2,5), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

I. Cf. brief nr. 588 en Inl., 11, p. 379-380. 2. Voor Rysheuvels cf. brief nr. 548. 3· Voor Le Pilote. Journat politique, commercial, littéraire et d' annonces,

Antwerpen, 2.Io.I829-I5·4·I83o cf. Merecy, p. I24. De drukker was J. C. Rysheuvels, Paddengracht, de opsteller wellicht Hyacinthe de Hoffmanns. Het blad verscheen dagelijks en was een oppositieblad. Prims, Kath. pers in Antwerpen, p. 53 en Ant­werpen in I8Jo, p. I 50, denkt dat Key vermoedelijk niet de geld­schieter was.

4· De aanvallen in Le Pilote op Willems waren niet terug te vinden.

Aantekeningen bij brief nr. 596

Amsterdam, 24. I 2. I 829. Universiteitsbibliotheek, Gent, W.I, nr. I9I. Gepubliceerd door Bols, nr. I92, p. I93· 4 p. (25,5 x 2I,5), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. brief nr. 572a en 575a. 2. Cf. brief nr. 547, n. 3· 3· Cf. brief nr. 547, n. 2. 4· Voor de verslagen van de Openbare Vergadering van het jaar cf.

brief nr. 363a, n. 4· 6. Cf. Inl., 11, p. 115-116. 7. Ordonnancien, statuten, edicten ende placcaten, ghepubliceert in de

landen van herwaerts over byzonder in Vlaenderen, van weghen der keyserlicker ende conynghlicker Majesteyten ende haerlieder Edele Voorsaten, graven ende graefneden van Vlaenderen, Ghendt, I559

Page 291: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 598

en latere drukken. De compleetste editie lijkt dezevan I685-I767, 10 bdn, met generale index.

8. Voor de Placcaeten van Brabant, uitgegeven door Anselmo, Christyn en Wouters cf. reeds brief nr. 44I, n. I5.

Aantekeningen bij brief nr-597

Antwerpen, 24.12.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Binnenlandse Zaken (afdeling

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen), 3.6.1830, nr. 34 F. Niet gepubliceerd. 4 p. (3 I ,5 X 20 ), waarvan p. 1 beschreven, p. 2-3 blanco, p. 4 adres­

zijde. Adres : Aan het Ministerie

van binnenlandsche Zaken S'Gravenhage met een pakje voor den heer Administrateur van het onderwys de kunsten en wetenschappen

Stempel : Antwerpen 26 Dec. 's Gra[venh]age 28 Dec.

I. Cf. brief nr. 580. 2. Deze brief ging verloren. Cf. Inl., I, p. 333· 3· Cf. brief nr. 558, n. I. 4· Cf. Inl., 11, p. 54· 5· Cf. brief nr. 588 en Inl., 11, p. 379-380.

Aantekeningen bij brief nr. 598

Antwerpen, 28.12.I829. Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, nr. I2I B I2 I. Gedeeltelijk gepubliceerd door Rooses, p. 77-78. 4 p. (23 X x8,5}, waarvan p. I-3 beschreven, p. 4 blanco.

1. Cf. Inl., 11, p. 379-380 voor De la langue Belgigue en Inl., 11, p. 385 voor de Mengelingen: vermoedelijk nr. 6.

285

Page 292: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 599

2. Cf. brief nr. 592, n. I voor de boodschap van de Koning aan de Staten-Generaal.

3· Voor Fontan cf. brief nr. 594, n. 1. 4· Voor Willems' vader cf. brief nr. 543 en 551. 5· Baudry schijnt een ontvanger van het liefdadigheidskantoor te Lier

geweest te zijn. 6. Voor de Harmoniecf.brief nr. 477, n. 3· 7· Nl. de Mengelingen nr. 6. 8. Cf. voor Willems' borgtocht Inl., II, p. 350. 9· Voor de geboorte van Felix op 24.6.I83o cf. Inl., 11, p. 361-363 ..

IO. Voor Lotje, die wellicht op kostschool was op Doornzele te Gent (cf. Aant., I, p. I58-I59) cf. Inl., 11, p. 346-347.

Aantekeningen bij brief nr. 598a

Antwerpen, 28.I2.I829. Privé-archief Wiselius, Hengelo. Niet gepubliceerd. 4 p. (23 X I9), waarvan p. I beschreven, p. 2-4 blanco.

1. Waarschijnlijk is dit aflevering nr. 6 van de Mengelingen, waarover cf. Inl., 11, p. 385 en De la langue Belgique, waarover Inl., 11, p. 379-380.

2. Cf. Inl., 11, p. 29I-296. 3· Cf. Inl., 11, p. I02-I03. 4· Cf. Inl., 11, p. I6o.

Aantekeningen bij brief nr. 599

Antwerpen, 29.I2.1829. Universiteitsbibliotheek en Bibliotheek der Maatschappij der Neder­

landse Letterkunde, Leiden, nr. Hs. I867. Niet gepubliceerd. 4 p. (23 X I9), waarvan p. I-2 beschreven, p. 3-4 blanco.

1. Cf. brief nr. 5I3, n. 7· 2. Voor de Mengelingen, nr. 6 cf. Inl., 11, p. 385, voor De la langue

Belgique cf. Inl., 11, p. 379-380. 3· Willems bedoelt hier zijn rede over de oorzaken van de scheuring

Page 293: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 6oi

in de I6de eeuw: cf. Inl., 11, p. 385. Was dit stuk wellicht toch geheel afgedrukt, of betreft het hier proefbladen ?

4· Cf. o.m. brief nr. 572, n. 3, nr. 574, 573 e.v. 5· Cf. Inl., 11, p. 274. 6. Wellicht was dit de dochter van Mr. Loclewijk Caspar Luzac (I786-

I86I), over wie cf. N.N.B.W., IX, I933, kol. 627-630 door J.C. Ramaer. Hij was advocaat en rechter te Leiden, en lid van de Tweede Kamer, waar hij vanaf I828 tegen de Stassart, de Brouckère en anderen optrad. In I83o was hij een der eerste voorstanders van een algehele scheiding tussen Noord en Zuid.

Aantekeningen bij brief nr. 6oo

Antwerpen, 29.I2.I829. Origineel niet teruggevonden. Gepubliceerd in Nederlandse vertaling door 0. S. [teghers], Een on­

bekende brief van Jan Frans Willems, in: Vlaamsch Leven, I, nr. 26, 2.4.I9I6, p. 3I5, met een facsimile van een gedeelte van het Franse origineel.

Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen, verz. J. F. Willems, W. 706 B, ze kaft bevat het facsimile van Steghers.

I. Cf. brief nr. 538 en 542. 2. Cf. Inl., 11, p. 379-380. 3· Cf. brief nr. 594, n. I. 4· Voor vader Willems cf. Inl., 11, p. 330-333. 5· Mengelingen, nr. 6. Cf. Inl., 11, p. 385.

Aantekeningen bij brief nr. 6or

Lier, 31.12.1829. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, verz. C. F. van Maanen, map 85. Gedeeltelijk gepubliceerd door Dr. H.T. Colenbrander, Gedenkstukken,

IX, zde stuk, 19I7, p. 738-739. 4 p. (24 X I9,5), beschreven. Door Bergmann ondertekend met een krul.

I. Een gelijkaardige omzendbrief van minister van Maanen werd gepubliceerd in het Journal d'Anvers, nr. 358, 24.I2.I829, p. 2.

Page 294: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

NR. 602

2. Van Tets van Goudriaan, over wie cf. Inl., II, p. 269, was tussen­gekomen in het debat van de Tweede Kamer voor het goedkeuren van een voorlopige begroting.

3· Dit is gouverneur De la Coste. 4· Willems.

Aantekeningen b~i brief nr. 602

[Amsterdam, eind I829]. Rijksarchief in Zeeland, Middelburg, verz. J. C. de Jonge, map 9· Niet gepubliceerd. 4 p. (24,5 X zo), waarvan p. 1-2 beschreven, p. 3-4 blanco. De datering van deze brief is zeer conjecturaal.

I. Vermoedelijk gaat het hier om een veiling van munten en penningen te Antwerpen.

288

Page 295: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE I

Aenteekeningen op het kort overzigt van den heer U. A.a

I. Ik zou zeer goed verdiensten toekennen aen sommigen dier Spraekkonst schryvers, zonder hen daerom als verdienstelyke tael­opbouwers** of mannen van doorslaende* gezag te erkennen. De heer A. schynt ze toch ook niet voor zoodanig te houden, daer hy een ander taelstelsel volgt.

2. deze woorden staen bladz. 139 op het einde myner verhandeling, doch niet in den zin zoo als die hier zyn opgegeven. Immers heb ik nergens gezegd dat ik het Hollandsch, (alleen met uitzondering der vokaelverdubbeling) over het geheel aenneme, maer wel dat de beoordeeling der geschilpunten, over het geheel ten voordeele van het Hollandsch was uitgevallen, dat wil zeggen, dat ik de enkele vokaelspelling en de schryfwyze van het Lidwoord de* in het man. gesl. boven het Vlaemsch gebruik stelle, als zynde de voornaemste punten, waerin er eene eenparigheid wenschelyk is

3· tot Staving.* onwaer. Zie myne verh. hl. 2.

4· Eenige regels hooger was het tegen byna* al wat Vlaemseli is. 5· Juist omdat de (meesten onder de) Belgen niet weten dat hunne

tael in den grond de zelfde is als de hollandsche en dat hunne voorvaders schreven als de hoilanders (behoudens de dubbel a) daerom gelooven zy dat thans het hollandsch, even als het hoog­duitsch, wel eenige overeenkomst met het vlaemsch kan hebben, verstaenbaerder en aennemelyker zyn, doch daerom niet ophoudt eene andere tael te wezen. Ik kan het niet verhelpen dat de meesten*

a.. S.l.s.d. [Antwerpen, I824 of I825]. Te dateren a.h.v. U. A. [Ubald Andala], Overzigt (waarover cf. Inl., 11, p. 494).

Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15113. Niet gepubliceerd. 16 p. (20 x I6,s), waarvan p. 1 en 3-8 beschreven, p. 2 en 9-16 blanco. *Vetjes. **Dit woord recht en vetjes geschreven.

Page 296: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE I

hunner zoo weinig onderricht zyn. Op de ro,ooo nog geen één, die weet dat de oude belgische schryvers het manl. artikel de* gebruikten.

6. Zie hier de woorden van S. << Er zyn er die, ofschoon voor het overige de spelling der aa* volgende, echter in de genoemde woorden paerel enz de ae* gebruiken, en daaraan in dezelve een gemengd geluid toekennen, na genoeg overeenkomende met dat van den fransehen tweeklank ai* of de grieksche y. * Doch dit denkbeeld is door anderen met regt voor ongegrond verklaard, daar onze taal geenen dergelyken tweeklank kent. >> bl. 89.

7· In de geheele verhandeling van S. wordt niet eene enkele mael gezegd dat de belgische klank ée in onze tael bestaet, maer wel het tegendeel. Dien hoogleeraer schryft voor dat men moet stellen gaarne, naarstig, zwaard paard, staart* enz. met uitsluiting van geérne neerstz'g enz. -op bladz. 127. myner verhandeling leer ik daerentegen dat beiden goed en naer de eigenschap der tale zyn. Wie nu is de verbanner? - Het doet er weinig toe of ook de hoilanders by het spreken de eé laten hooren. Dit wordt niet betwyfelt. Het is hier de vraeg : of zulks in hunne geschrevene tael geleerd wordt waergenomen en door hunnen Leidsman S. geleerd?

8. algemeene* dat staet er niet bl. 28. noch nergens anders. Men leze Siegenbeek bl. 143. <<Het is waar dat de doorgaande uitspraak (van ie*) ons geenen gemengden klank doet hooren; doch hetzelfde heeft plaats omtrent de ei* enz. >> - dat is ook letterlyk wat ik den heer S. doe zeggen.

9· ik heb gezegd<< dat er EIGENLYK* maer (twee) spellingen vóór S. in Holland bestonden. I E. * dat men de onderscheidene hol­landsche schryfwyzen toen in twee groote deelen kon splitsen, namelyk, in de amsterdamsche spelling met de bestendig ver­dubbelde a* en de Rotterdamsche in ae. * Dit belette niet, dat er nog meer onderverdeelingen bestonden, ja dat men aen het euvel eener even groote oneenparigheid mank ging als thans in het Zuiden (Verh. bl. 87) Het hollandsch en het vlaemsch zyn eigenlyk* ook maer een tael. W aerom laet gy dat woord achterwege ?

ro. Ik heb Van GeestdaZe (bl. 45-65 myner Verhandeling) slechts over die punten laten spreken waerin hy het eens is met de tegen­woordige vlaemsche schryfwyze want zyne spraekkunst, hoe ver-

*Vetjes.

Page 297: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE I

dienstelyk in andere opzichten, kon hiertoe alleen nog in aenmerking komen. Zy is zoomin van een doorslaende gezag als alle de andere.

u. De Spraekkonst van Des Roches* heeft, gedurende S'mans leeftyd veel gezag en aenzien verworven en zoo de patriottentyd, de fransche overheersching enz. niet tusschen beiden gekomen waren, zou waerschynlyk het oostenryks Gouvernement dezelve in alle scholen ingevoerd hebben. Doch dat gebeurde niet en thans is zy genoegzaem geheel vergeten en wordt, (zoo ik zou durven wedden,) in geen twee scholen van Belgien meer gebruikt of tot grondslag der Spelling aengenomen. Bilderdyk heeft zeker meer taelverdienste dan Des Roehes en is by velen in groot aenzien, doch ciaerom zyn de taelkundige stukken van eerstgemelden niet in de hollandsche scholen en geeft hy de wet niet als Siegenbeek.

Ik vrage het aen elk' onpartydigen : of Des Roehes thans een algemeen of doorslaende gezag uitoefent en of zyne Spelling als (den) eenigen rnaetstaf van het vlaemsch kan worden opgegeven ? Zyn gezag van I761. doet niets, althans zeer weinig af in 1824.

I 2. V erdienstelyke taelopbouwers zyn by my de zulken welke, niet een gebouw in de lucht, een antwerpsch, een brusselsch, een gendsch, een brugsch, een ipersch gebouw optrekken maer een Nationael of belgisch gebouw met belgische bouwstoffen. Om een verdienstelyk taelopbouwer te zyn moet men weten en leeren wat de tael geweest is, wat zy is*, en wat zy zyn moet. Op het laetste alleen hebben sommige belgische schryvers gewerkt. Doch waer zal men by ons een schryver ontmoeten die de belgiesche voortbrengselen van de 13e. 14e. 15e. 16e en 17e eeuw taelkundig onderzocht heeft?- die de onderscheidene dialekten van het vlaemsch heeft vergeleken en op de proef gebragt, gelyk Siegenbeek de dialekten van het hollandsch ?

13. Zy verschillen alle en wel byna in alle punten. V. Geestdalle gebruikt de enkele vokaelspelling en geen accenten; hy stelt de S in plaets der Z. enz. Van Belleghem schryft veeltyds met de enkele vokael geschreven gesproken enz. en is voor de accenten. J anssens ciaerentegen wil dezelven geplaetst hebben in noódig*, behoórlyk* enz. hy erkent maer 20 vlaemsche letters en schryft nooit de uy* maer altyd ui*. Hy wil dat men aen dey* den klank der i* geve. Baillieu stelt accenten op réde*, négen*, Verpoorten zet de circum­flexus op vo6r*, pleêgde* enz. Des Roehes stelt de top het einde der woorden geleert enz. De Schryver van den Letterschik stelt

*Vetjes.

Page 298: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE I

alleen maer zyne accenten op woorden als bemèrkingen, spèlling enz -Is dit alles al geen heel groote oneenparigheid?

Het verdient opmerking dat er enkel by de antwerpsche schryvers Des Roches, P. B. Ballieu en Terbruggen eene zekere overeen­stemming doch op verre niet in alle punten, plaets heeft, en waer­om ? om dat zy het antwerpsch Dialekt tot grondslag van hunne spelling namen, en het spreekt vanzelf dat zy, zoo doende elk­anderen in zekere opzichten moesten gelyk wezen.

Page 299: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE 11

HSS. van Willeros verkocht aen de burgondsche Bibliotheek&

I Rijmbijbel, de Maerlant relié in go à deux colonnes parch. fr I ooo

2 deux fragmens du Rijmbijbel parch IO

3 un fragment du rijmbijbel papier IO

4 deux fragmens duWapen Martijn de Maerlant. parch. 20

s De N atuerbloeme de Maerlant rel in go = à deux colonnes. parch. IOOO

6 Dat andere boeck van den leven &a ons Heren a0 I49S· in 4° rel. parch. so

7 livre de prière en flamand du XIV siecle partie en prose partie en vers, avec vignettes et cammencant par un Calen-drier. parch. ISO

g Boeck der gheboorten Jhesu Christi petit in 4 ° cartonné papier 20

9 livre de priere xve siècle avec fleurons, commençant par un Calendrier. parch. sa

IO vij grueten van Onser liever vrouwen petit in 4° parch. IS II Sint August)Ts enich spraecboec. petit in 4° papier IS I2 livre de prière xve siecle. in go_ parchemin 30 IJ Boek der Sangen en Psalmen. petit in 4° parch. rel. 40* I4 Dat vaderboek. in fol. sur papier à deux colonnes. rel. 40* IS Gulde legende (I470) in fol. sur papier à deux colonnes.

rel. ~

a. [Gent, eind I846]. Universiteitsbibliotheek, Gent, nr. G. 15772/23. Niet gepubliceerd. 4 p. (21 x 14), waarvan p. 1-3 beschreven, p. 4 blanco. Geschreven door F. A. Snellaert * Verbeterd uit 30.

293

Page 300: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE 11

16 Lexique latin-flamand, ecrit en partie sur parchemin, en partie sur papier à deux colonnes in fol. rel. soo

17 J fragmens d'un poëme sur la physiologie petit in go parch. 10* Ig fragm. d'un poëme sur la vie de notre seigneur parebemin

~go 10* 19 Schepenbrief van Antwerpen van IJJ6 parch. 5 20 deux fragmens d'une histoire naturelle à trois colonnes

p~~ w 21 Dat andere land poeme. parch. 10* 22 deux fragmens des Brabantsche yeesten. parch. à deux

colonnes in go JO 23 fragment d'un roman de Chevalerie parch. 10 24 fragment du Spiegel historiael de Maerlant in fol à 3 colonnes

parch. 10* 25 Van herschepen petit poème du xve siecle parebemin in

fol. 10* 26 fragm. d'un roman d' Alexandre en français à 2 colonnes.

parch. 10* 27 Ogier Ie Danois. 2 petits fragm. à deux colonnes parch. 10 2g fragm. d'un poeroe didactique. parch. in fol. 10 29 Refereinen van Anna Byns. in go oblong papier. rel. 200 JO un rouleau de musique. parch. 20* 31 Die Rose, Copie de M. Willeros 100 J2 Chansons amoureuses et gaillardes (16og) en francais. papier

in 4° 20* 33 3 tragedies de Stommels flam. papier in fol. 10* J4 Den vromen koning Tarchon door JB.v.d.Borcht. (1744)

inful. 10 JS Lysander en Yacintha (16gg) door Bereman in fol. 10 J6 Sotternien van Lier in fol. 10 37 Doodelyke tweestrijd tragedie in fol. 10 3g Twee blyspelen door Verhoeven in fol 10 J9 Refereinen en Balladen van Kortrykin 4° 20* 40 Soetgeurigh bloemgewas opghequeeckt in den lusthof der

Jennet (Lier) in fol. rel. 6o* 41 Glossarium van verouderde woorden door ]. F. Willems.

in fol. 100 42 livre ascetique in go a deux colonnes papier. rel. 10* 43 Chansons flamandes notées (xvij siecle) petit in go 15*

* Verschillende prijzen werden verminderd, zonder dat steeds uit te maken valt in welke mate.

294

Page 301: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

BIJLAGE 11

44 Chansons Hamandes. in 8° Io*

45 id (xviij siecle) in go IO

46 id ( 170I) in 4o rel. IS*

47 id (xvij siècle) in 8° -rel 25* 48 id (I63S) avec emblèmes rel. 4° 30*

49 W enceslaus par Peys in 4 ° 10

so 6 fragm. d'une histoire universelle en vers. parch à 3 et 2 colonnes 40

SI Chartre en latin de I367 (Anvers) IO

S2 une comedie in 4 ° s S3 Deduction de Malines in fol. cart IO

S4 antiquiteyten der Stadt Lier. 6 feuilles de papier s* ss fragm. d'une grammaire d'Alex. de Villa Dei 3 feuilles de

papier 5 s6 Chansons Hamandes 3 feuilles de papier S S7 un cahier de musique oblong in I 2 S sS un cahier in fol. de pièces de vers &a chansons Hamandes 5 S9 Misselanea, placarts &a ecrits in fol rel 10 6o Chronique Hamande {IS siecle) a deux colonnes in fol. papier. 6o

4000

* V erschiliende prijzen werden verminderd, zonder dat steeds uit te maken valt in welke mate.

DRUKKERIJ SINTE-CATHARINA TEMPELHOF 37, BRUGGE

Page 302: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.
Page 303: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

.I

RIJKSUNIVERSITEIT TE GENT

UITGAVEN DOOR DE FACULTEIT VAN LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

A. Serie: Werken

r. P. THOMAS: Lucubrationes Manilianae. I888.- Uitverkocht. 2. H. PIRENNE : Histoire de la constitution de la ville de Dinant au

moyen age. I 889. - Uitverkocht. 3· F. CUMONT: Sur l'authenticité de quelques lettres de Julien. I889.

-Uitverkocht. 4· F. CuMONT: Notes sur un temple mithriaque à Ostie. I891. -

Uitverkocht. 5· H. LoGEMAN: Elckerlyc, a fifteenth century dutch morality, and

Everyman, a nearly contemporary translation. I892. - Uitverkocht . 6. J. FREDERICHS : Robert Ie Bougre, premier inquisiteur général en

France. 1892.- Uitverkocht. 7. H. VAN DER LINDEN : Histoire de la constitution de la ville de

Louvain au moyen age. I892. - Uitverkocht. 8. J .-J. VAN BIERVLIET : La mémoire. I 893. - Uitverkocht. 9· L. DE LA V ALLÉE-PoussiN : Svayambhupuràna, dixième chapitre.

1893. - Uitverkocht. IO. F. CUMONT: Anecdota Bruxellensia I: Chroniques byzantines du

manuscrit 11376. I894·- Uitverkocht. II. L. PARMENTIER: Anecdota Bruxellensia II. Les extraits dePlaton et

de Plutarque du manuscrit I IJ60-6J. I894· - Uitverkocht. 12. J. BIDEZ: La biographie d'Empédocle. 1894.-40 fr. IJ. L. WILLEMS: Étude sur l'Ysengrinus. 1895.- Uitverkocht. 14. M. BASSE : De stijlaffectatie in Shakespeare, vooral uit het oogpunt

van het euphuïsme. 1895. - Uitverkocht. 15. H. VAN DER LINDEN: Les Gildes marcbandes dans les Pays-Bas au

moyen age. I896.- Uitverkocht. 16. L. DE LA V ALLÉE-PoussiN: Textes et études tantriques I: Pancakrama.

1896.- Uitverkocht. 17. CH. JusTICE: Anecdota Bruxellensia lil: Le «Codex Schottanus •

des extraits «de Legationibus )). 1896.- Uitverkocht.

A

zo a

Page 304: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

B

I8. P. THOMAS: Catalogue des manuscrits de classiques latins de la Bibliothèque royale de Bruxelles. I896. - Uitverkocht.

I9· L. WILLEMS: L'Élément historique dans Ie Coronement Loïs. I896. - Uitverkocht.

20. G. DEs MAREZ : Étude sur la propriété foncière dans les villes du moyen äge et spécialement en Flandre, avec plans et tables justi­ficatives. I898. - Uitverkocht.

21. H. LoGEMAN: Faustus-Notes. A supplement to the Commentaries on Marlowe's (( Tragicall Ristory of D. Faustus >>. I898. - Uit­verkocht.

22. A. HANSAY: Étude sur la formation et l'organisation économique du domaine de l'abbaye de Saint-Trond depuis les origines jusqu'à la fin du xnie siècle. I 899. - Uitverkocht.

23. E. RoLLAND: Une copie de la vie deSaint Théodose par Théodore, conservée dans Ie Baroccianus I8J. I899· - Uitverkocht.

24. H. LOGEMAN: The English Faust-Book of I592. I9oo. - Uit­verkocht.

25. J. BIDEZ: Deux versions grecques inédites de la vie de Paul de Thèbes, publiées avec une introduction. I90o. - Uitverkocht.

26. P. DE REuL: The language of Caxton's Reynard the Fox. I90I. -

27·

28.

29· 30.

31.

32·

33·

34·

35·

36.

Uitverkocht. J. MEES : Histoire de la découverte des îles Açores et de 1' origine de leur dénomination d'îles flamandes. I90I. - Uitverkocht. H. LOGEMAN: Elckerlyc-Everyman. De vraag naar de prioriteit opnieuw onderzocht. I902. - Uitverkocht. J. MANSION: Les gutturales grecques. I904. - Uitverkocht. H. SMOUT : Het Antwerpsch Dialect, met eene schets van de geschiedenis van dit dialect in de I7e en I8e eeuw. I905. I 62 pp. - Uitverkocht. J. DE DECKER : Contribution à 1' étude des Vies de Paul de Thèbes. I905. - 88 pp., I IO fr. E. RoLLAND: De l'influence de Sénèque Ie Père et des rhéteurs sur Sénèque Ie Philosophe. I9o6. - 68 pp. - Uitverkocht. D. STEYNS: Études sur les métaphores et les comparaisons dans les reuvres en prose de Sénèque Ie Philosophe. I907. - I68 pp. -Uitverkocht. H. ÜBREEN : Floris V, graaf van Holland en Zeeland, heer van Friesland (I252-1296). I907. - XLVIII-180 pp. - Uitverkocht. J. DENUCÉ : Les origines de la cartographie portugaise et les cartes des ReineL 1908. - VIII-138 pp., 3 Pl. - Uitverkocht. H. LOGEMAN : Tenuis en Media. Over de stemverhouding bij

Page 305: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

konsonanten in moderne talen met een aanhangsel over de fonetiese verklaringen der wetten vanVerneren Grimm. I908.- x-206 pp., I6o fr.

37· V. FRIS: Essai d'une analyse des<< Commentarii sive Annales rerum Flandricarum >> de Jacques de Meyere. I9o8. - XIV-244 pp. -Uitverkocht.

38. E. DE STOOP : Essai sur la diffusion du Manichéisme dans !'Empire romain. I909. - VIII-I52 pp. - Uitverkocht.

39· A. BLEY : Eigla-Studien. I9IO. - x-254 pp., 220 fr. 40. N. NACHEZ: Essai sur le délit de sacrilège en droit français jusqu'à

la fin du xve siècle. I9Io. - n-I4o pp. - Uitverkocht. 4I. J. DE DECKER : Ju venalis Declamans. Étude sur la rhétorique

déclamatoire dans les Satires de Juvénal. I9IJ. - Uitverkocht. 42. L. DE LA VALLÉE-PoussiN : Bouddhisme. Études et matériaux.

Théorie des douze causes. I9IJ. - Uitverkocht. 43· J. BIDEZ: Vie de Porphyre Ie philosophe néo-platonicien avec les

fragments des traités. IlEp'i àyaÀ1ui:rwv et De regressu animae. I9IJ. - VIII-204 pp. - Uitverkocht.

44· F. VAN ÜRTROY: L'<Euvre cartographique de Gérard et de Corneille de Jode. I9I4. - XXVI-IJ2 pp. - Uitverkocht.

45· J. NoLF: La réforme de la bienfaisance publique à Ypres, au xvre siècle. I9I5· - LXVI-276 pp., I60 fr.

46. W. BLOMMAERT: Les chatelains de Flandre. Étude d'histoire consti­tutionnelle. I9I5. - 250 pp. - Uitverkocht.

47· M. HAMELINeK: Étude préparatoire à la détermination expéri­mentale de diverses individualités intellectuelles. I9I5. - 68 pp., 8 Pl., 8o fr.

48. H. VAN HouiTE : Histoire économique de la Belgique à la fin de 1' Ancien Régime. I92o. - Uitverkocht.

49· P. FAIDER: Études sur Sénèque. I92I. - 324 pp. - Uitverkocht. 50. P. GRAINDOR: Marbres et textes antiques d'époque impériale. I922.

- 98 pp., 4 Pl. - Uitverkocht. 51. H. Én. PIRENNE: Essai sur le Beau. I92J. - Uitverkocht. 52. H. VAN WERVEKE : Het Bisdom Terwaan, van den oorsprong tot het

begin der xrve eeuw (met een kaart). I924. - I64 pp., I krt. -Uitverkocht.

53· en 54· P. GRAINDOR: Album d'inscriptions attiques. A. Texte: B. Planches. I924. - VIII-82 pp., I I4 Pl. - Uitverkocht.

55· H. LOGEMAN: Mr W. Bilderdijk. De Goudmaker. Blijspel, een in direkte navolging van L. Holherg's Arabiske Pulver. I925. - xx-76 pp., 4 Pl., 50 fr.

c

Page 306: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

s6. G. CH. VAN LANGENMOVE: On the Origin ofthe Gerund in English. Phonology. 192s.- XXVIII-132 pp.- Uitverkocht.

S1· L. VAN PuYVELDE: Un höpital du moyen age et une abbaye y annexée. La Biloke de Gand: étude archéologique. 192s. -124 pp., r s dessins, sr Pl. - Uitverkocht.

sS. 0. DAMBRE: De dichter Justus de Harduijn. (rs82-I64I}. 1926.­XXVI-SS2 pp., 330 fr.

S9· G. G. DEPT: Les Influences anglaise et françaisedans Ie Comté de Flandre au début du xuie siècle. 1928.- 232 pp. __:_ Uitverkocht.

6o. P. FAIDER: Sénèque de la Clémence. 1928. - 102 pp. - Uitver­kocht.

6r. J. BIDEZ: La Tradition manuscrite et les éditions des discours de l'Empereur Julien. 1929. - XII-156 pp., Uitverkocht.

62. 63 en 64. H. VAN HouTIE : Les Occupations Étrangères en Belgique sous I' ancien régime. 1930.- S70 fr. Tome I, XXIV-S90 pp.; Tome 11, S46 pp.; Tome 111, Table alphabétique des noms de personnes et des noms de lieux, 52 pp.

6s. P. FAIDER: Catalogue des Manuscrits de la Bibliothèque publique de la Villede Mons. 1931.-696 pp., 300 fr.

66. F. L. GANSHOF: Recherches sur les Tribunaux de Chatellenie en Flandre, avant Ie milieu du xnie siècle. 1932. - Uitverkocht.

67. H. J. DE VLEESCHAUWER: Jacobus Acontius' Tractaat De Methodo. 1932. - 208 pp., 100 fr.

68. R. FoNCKE: Die Explosion des Meeheloer Sandtores ( 1546) in Flugschriften der damaligen Zeit (mit einer Abbildung). 1932. -120 pp., r Pl., roo fr.

69. H. VAN WERVEKE : Kritische studiën betreffende de oudste ge­schiedenis van de stad Gent. 1933. - 104 pp., 3 Pl., 70 fr.

70. J. P. HAESAERT: Contingenees et régularités du droit positif. 1933. - 6o fr.

71. H. J. DE V LEESCHAUWER : La déduction transcendantale dans 1' reuvre de Kant. Tome premier. La déduction transcendantale avant la critique de la raison pure. 1934. - 334 pp., - Uitverkocht.

72. C. VERLINDEN : Robert Jer, Le Frison, Comte de Flandre. Étude d'histoire politique. 1935. - 210 pp., 140 fr.

73· P. DE KEYSER: Colijn Caillieu's Dal sonder Wederkeeren of Pas der Doot. 1936.- 160 pp., 75 fr.

74· H. J. DE V LEESCHAUWER : La déduction transcendantale dans l'reuvre de Kant. Tome second. La déduction transcendantale de 1781 jusqu'à la deuxième édition de la critique de la raison pure (r887). 1936. - 6o2 pp. - Uitverkocht.

D

------ ------------

Page 307: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

7S· H. J. DE VLEESCMAUWER: La déduction transcendantale dans l'reuvre de Kant. Tome troisième. La déduction transcendantale de I787 jusqu'à l'Opus postumum. I937· - 7I2 pp., 400 fr.

76. P. VAN DE WoESTIJNE: Rutilius Claudius Namatianus de reditu suo. Édition critique. I936.- I04 pp.- Uitverkocht.

77· G. VAN LANGENMOVE: Linguïstische Studiën I. I9J6. -XXVI-I66 pp., ISO fr.

78. H. F. BoucMERY : Thémistius in Libanius' brieven. I936.- 296 pp., 225 fr.

79· P. LAMBRECMTS: La composition du Sénat Romain de l'accession au tröne d'Hadrien à la mort de Commode (117-I92). I9J6.- 240 pp., I8o fr.

Bo. R. FoNCKE : Duitse vlugschriften van de tijd over het proces en de terechtstelling van de protestanten Frans en Nikolaas Thys te Mechelen (I555). I937·- I92 pp., I25 fr.

81. J. P. HAESAERT: La Portée politique du New-Deal. I937·- IJO pp., Ioo fr.

82. R. DE MAEYER : De Romeinsche villa's in België. Een archeologische studie. 1937. - 338 pp., 2 Pl. - Uitverkocht.

83. P. VAN DE WoESTIJNE: Les Cynégétiques de Némésien. Édition critique. I937·- 68 pp., 55 fr.

84. G. MEIR: Dood en Doodssymboliek in Ibsens Werken. I9J8. -2SO pp., 180 fr.

Bs. FR. BLOCKMANS: Het Gentsche stadspatriciaat tot omstreeks 1302. I938. - 575 pp., 22S fr.

86. t P. GRAINDOR: Terres cuites de l'Égypte Gréco-Romaine. I939·-198 pp., 32 Pl., I8o fr.

87. G. VAN LANGENMOVE: Linguïstische Studiën II: Essais de linguis­tique indo-européenne. 1939.- XVII-IS4 pp., I25 fr.

88. E. RAucQ : Contribution à la Iinguistique des noms d'animaux en Indo-Européen. 1939.- XIII-I 10 pp., 100 fr.

Bg. t Dr. P. PINTELON: Chaucer's Treatise on the Astrolabe, Ms. 4862-4869 of the Royal Library in Brussels. I940. - 176 pp., 24 Pl., 22S fr.

go. R. DE MAEYER: De overblijfselen der Romeinsche Villa's in België. De Archeologische inventaris. Eerste deel. 1940. - XIV-288 pp. Uitverkocht.

91. P. VAN DE WoESTIJNE: Index Verborvm in Qvinti Sereni Librvm Medicinalem. 1940. - 88 pp., 45 fr.

92. S. J. DE LAET : De Samenstelling van den Romeinsehen Senaat gedurende de eerste eeuw van hetPrincipaat. 1941.-340 pp., ISO fr.

E

Page 308: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

93· P. LAMBRECHTS: Contributions à l'Étude des Divinités Celtiques. 1942. - 200 pp., 24· Pl. - Uitverkocht.

94· Eg. I. STRUBBE: Egidius van Breedene (n ... -1270). 1942.-432 pp., 220 fr.

95· ET. SABBE: De Belgische Vlasnijverheid, deel I, De Zuidneder­landsche Vlasnijverheid tot het verdrag van Utrecht (1713), 1943·-425 pp., 270 fr.

96. A. L. E. VERHEYDEN: Het Gentsche Martyrologium (1530-1595). 1946. - XXIv-88 pp., 145 fr.

97, 98 en 99· E. DE BRUYNE: Études d'esthétique Médiévale. Tome I, De Boèce à Jean Scot Erigène, XIV-374 pp.; Tome II, l'Époque Romane, x-422 pp.; Tome UI, Le xnie Siècle, x-402 pp. 1946. -Uitverkocht.

100. G. VAN LANGENHOVE: Linguïstische Studiën lil. 1946. a) Essais de linguistique générale; b) Le sémantème Indo-Européen *H2y. -IX-136 pp., 190 fr.

101. H. UYTTERSPROT: Heinrich von Kleist. -De Mensch en het Werk, 1948. - VIII-616 pp., 540 fr.

102. J. DHONDT: Études sur la naissance des principautés territoriales en France (Ixe-xe siècle). 1948. - xxvn1-346 pp. - Uitverkocht.

103. A. HENRY : L'ffiuvre lyrique d'Henri lil, Duc de Brabant. 1948. -120 pp., XIII Pl., 220 fr.

104. P. LAMBRECHTS: Dr. Hubert Van de Weerd. Een vooraanstaand figuur der Gentse Universiteit. 1949. - 56 pp., 50 fr.

105. S. J. DE LAET: Portorium. -Étude sur l'Organisation douanière chez les Romains, surtout à l'époque du Haut-Empire. 1949. -512 pp. - Uitverkocht.

106. P. FAIDER: Sénèque: De la Clémence. II. Index omnium verborum, 1950. - 228 pp., 270 fr.

107 en 108. M. E. DuMONT: Gent. Een stedenaardrijkskundige studie. Tome I, Tekst. XII-590 pp. - Tome Il, Atlas. 1951. -IJOO fr.

109. A. HENRY: Adenet Ie Roi. Tome I: LivreI, Bibliographie; Livre II, La tradition manuscrite des ffiuvres d'Adenet Ie Roi. 1951. - rx-269 pp., 330 fr.

uo, II r en II2. G. DE PoERCK: La draperie médiévale en Flandre et en Artois. Technique et terminologie. Tome I, La Technique, 342 pp.; Tome Il, Glossaire français, XIII-254 pp.; Tome III, Glossaire flamand, 194 pp. 1951. - Io8o fr.

IIJ. L. MoURIN: Jean Gerson, Prédicateur français. 1952. - 510 pp., 760 fr.

F

Page 309: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

II4. Zestig jaren onderwijs en wetenschap aan de Faculteit van de Wijsbegeerte en Letteren te Gent. I952. - 2I I pp., 220 fr.

n5. A. HENRY: Adenet Ie Roi. Tome 11: Buevon de Conmarchis. 1953. - 223 pp., 380 fr.

n6. P. VAN DE WOESTYNE: La périégèse de Priscien. 1953. - 153 pp., 300 fr.

II7. A. ScHARPÉ: Kälidäsa-Lexicon. Vol. I, Basic text of the works. Part I, AbhyiiäSakuntalä. 1954. - 134 pp., 330 fr.

I 18. R. DEROLEZ : Runica Manuscripta. The English Tradition. I954· -LXIV-456 pp., 55 fig., VIII Pl., 920 fr.

II9. CH. VERLINDEN : L'esclavage dans l'Europe médiévale, Tome I : Péninsule Ibérique-France. I955· - Uitverkocht.

I2o. A. ScHARPÉ: Kälidäsa-Lexicon, Vol. I. Basic Text of the Works. Part 11. Mälavikägnimitra and Vikramorva8i. I956. - 380 fr.

I2I. A. HENRY: Les CEuvres d'Adenet Ie Roi. Tome III: Les Enfances Ogier. 1956. - 384 pp., 380 fr.

122. A. ScHARPÉ: Kälidäsa-Lexicon. Vol. I. Basic Text of the Works. Part Ill. Kumärasa~pbhava, Meghadüta, ~tusa~phära and Incerta. 1958. - 224 pp., 380 fr.

123. L. APOSTEL: Logika en Geesteswetenschappen. 1959. - 176 pp., 220 fr.

I24· J. KRUITHOF: Het Uitgangspunt van Hegel's Ontologie. 1959. L, 354 pp., 540 fr.

125. CH. VERLINDEN: Dokurnenten voor de Geschiedenis van Prijzen en Lonen in Vlaanderen en Brabant (XVe-XVIIIe eeuw). I959· XXXVIII, 578 pp., 1620 fr.

I26. A. BoLCKMANS: The Stories of Hans Aanrud. 1960. - 3I6 pp., 430 fr.

127. R. DRAGONETTI: La Technique poétique des Trouvères dans la Chanson courtoise. 1960. 704 pp., 1.000 fr.

128. P. VAN DE WoESTIJNE: La Descriptio Orbis Terrae d'Avienus. 196I. - I44 pp., 270 fr.

I29, I30 en I3I. J. THOMAS: L'Épisode Ardennais de Renaut de Montau­ban. Tome I, Introduetion et texte du MS D, 288 pp.; Tome 11, Textes des MSS P, A, Z, M et 0, 300 pp.; Tome III, Textes des MSS V, L, N, C, B et R, Glossaire, Index et Planches, 504 + XII pp. - 1962, 2.160 fr.

I32. M. GYSSELING en A. VERHULST: Het Oudste Goederenregister van de Sint-Baafsabdij te Gent. 1964. - 228 pp., 330 fr.

I33· E. VERHOFSTADT: Daniel Casper von Lohenstein: Untergehende Wertwelt und Ästhetischer Illusionismus. 1964. - 388 pp., 540 fr.

G

-I a. u. c;.-r Syat. Catal.

1969

Page 310: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

1J4· A. ScHARPÉ: Kalidäsa Lexicon, Volume I, Basic Text of the Works Part IV. Raghuvamsa. 1964.- J04 pp., 810 fr.

IJS· R. HoUMANS: Het Antwerps Stadsbestuur voor en tijdens de Franse Overheersing. I965. - XXXIV-7JO pp. - Io8o fr.

IJ6 en 1J7· C. VERLINDEN et alii: Dokurnenten voor de Geschiedenis van Prijzen en Lonen in Vlaanderen en Brabant; deel 11. I965. -JOOO fr.

IJS en IJ9· A. Deprez: Brieven van, aan en over Jan Frans Willems. Algemene inleiding. I965. - 1400 fr.

I40. A. VAN DE VYVER : Abbonis Floriacensis Opera Inedita I : Syllo­gismorum Categoricorum et Hypotheticorum Enodatio. 1966. -roS pp., 2JO fr.

I41 en I42. A. DEPREZ: Brieven van, aan en over Jan Frans Willems. Teksten en Aantekeningen I. 1966. - I.IOO fr.

I4J· B. LYON en A. VERHULST : Medieval Finance, A Comparison of Financial Institutions in Northwestern Europe. I967. - I 12 pp. -120 fr.

144. E. VERMEERSCH: Epistemologische Inleiding tot een Wetenschap van de Mens. 1967. - XXIV-412 pp. - 700 fr.

B. Serie: Tekstboeken

I. G. VAN LANGENHOVE: Old English Reader.- XII-JI8 pp., 70 fr. 2. E. A. LEEMANS : Bloemlezing van nieuw-Grieksche Volksliederen.

I28 pp., so fr. J. R. FoNCKE : Kleines Mittelhochdeutsches Lesebuch. - 2I2 pp.

Uitverkocht. 4· M. PIRON : Turgot : Étymologie. - xn-ro8 pp., 70 fr.

C. Serie: Handboeken

1. G. DE PoEReK et L. MouruN : Introduetion à la Morphologie comparée des Langues romanes, basée sur des traductions anciennes des actes des Apotres eh. XX à XXIV. Tome I: Ancien Portugais et ancien Castillan. 196I.- 176 pp., 270 fr.

2. Tome 11: Ancien Catalan et ancien Provençal.- In voorbereiding. J· Tome UI : Ancien Français. -In voorbereiding. 4· Tome IV : Ancien sursilvain, ancien engadinois et ladin dolomitique.

1964.-416 pp., 540 fr. 5· Tome V: Ancien toscan et ancien vénitien et sarde logoudorien.

- In voorbereiding. 6. Tome VI : Ancien roumain. I962. - 212 pp., JOO fr.

H

Page 311: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.

D. Extra Serie: F acsimiles

ALnHELM's DE LA UDIBUS VIRGINITATIS with latin and old english Glosses. Manuscript of 16 so of the Royal Library in Brussels. With an In­

troductory Chapter by Dr. GEORGE VAN LANGENHOVE, professor of Linguistics in the U niversity. Printed and Publisbed in Commission by The Saint Catherine Press, Ltd. 37, Tempelhof, Bruges, Belgium, 1941. - 30 X 37 cm., xx- n6 pp., 3240 fr.

E. Inaugurele Redes

1. R. VAN CAENEGHEM: De Plaats der Westerse Middeleeuwen in de Uni­versele Geschiedenis. 1964.- 6o fr.

Page 312: BRIEVEN VAN, AAN EN OVER JAN FRANS WILLEMSlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/016/960/RUG01-000016960...Willem I, koning van Noord en Zuid door Yves Schmitz, Hasselt, Heideland, 1966. Dr.