Brief Hogendoorn aan fracties, 2007

2

Click here to load reader

Transcript of Brief Hogendoorn aan fracties, 2007

Page 1: Brief Hogendoorn aan fracties, 2007

Maasland, 11 april 2007

Geachte fractie,

Uit recente publicaties in onder meer NRC Handelsblad en de Volkskrant heb ik opgemaaktdat de Rotterdamse wethouder Kaya (Groen Links) een onderzoek instelt naar de ongewensteneveneffecten van het zogenaamde 'cultureel ondernemerschap' van het WereldmuseumRotterdam. Mijn eigen zorg en betrokkenheid in deze mogen blijken uit bijgaand opiniestukuit de Volkskrant van 3 april 2007.

Ik heb wethouder Kaya op 3 april verzocht een aantal belangrijke aspecten in zijn onderzoekte betrekken. Ik zend u hierbij een afschrift van mijn brief aan de wethouder, die tot op hedenonbeantwoord is gebleven. Het betreft hier mijns inziens twee duidelijke blijken van eenonoordeelkundigheid die het aanzien van het Wereldmuseum nationaal en internationaalschaadt.

Het Wereldmuseum heeft in de aanloop naar de tentoonstelling Tibet en de I4 Dalai Lama's(zonder vergoeding) gebruik gemaakt van de specifieke deskundigheid en diensten vanverschillende personen. Uit dien hoofde heb ik zelf uitgebreid met directeur Bremer en zijnstaf te maken gehad. Bij wat volgt spreek ik dus uit eigen waarneming en ervaring.

De presentatie van deze tentoonstelling is inhoudelijk overgelaten aan een in deeltijdaangestelde, net afgestudeerde stagiaire culturele antropologie met een zeer beperkte kennisvan dit onderwerp. Dit verklaart de inhoudelijke missers die ik aan wethouder Kaya voorlegde'boomerang-kaarten' en de tentoonstellingsteksten vrijwel geheel. Ik stel vast dat detijdelijke aanstelling van een gastconservator daarin geen enkel verschil heeft uitgemaakt.

Dankzij de bemiddeling van voornoemde deskundigen heeft het Wereldmuseum een grootaantal personen en partijen bereid gevonden een bijdrage aan het avondprogramma televeren. Het museum verschafte hen daarmee een schaars en belangrijk podium tegenover eenbreed publiek. Vrijwel alle betrokkenen waren zich bewust van de aard en omvang van deinhoudelijke problemen, maar hebben zich daarover uit welbegrepen eigenbelang niet durvenuitlaten.

Diverse externe deskundigen, waaronder medewerkers van de Universiteit Leiden en deoorspronkelijke curator dr. Martin Brauen, hebben het museum echter aangesproken op de'boomerang-kaarten' en de directie dringend aangeraden de tentoonstellingsteksten tewijzigen. Zij hebben daarbij ook hun (gratis) diensten aangeboden. Dit aanbod is door dedirectie en staf van het Wereldmuseum volslagen genegeerd. De houding en het gedrag van dedirectie gaven enkele deskundigen zelfs aanleiding hun geplande lezing af te zeggen.

Deze dynamiek laat zien dat waar het profijtbeginsel leidend is, de betrokkenheid van kundigederden in de praktijk geen enkele waarborg levert voor inhoudelijke kwaliteit. Door deafwezigheid van voldoende expertise bij directie en staf blijkt het museum zelf niet in staat deinbreng van externe deskundigen op waarde te schatten. Waar de directie zegt zich in detoekomst met name op spiritualiteit en religie te willen richten, heeft het Wereldmuseumzich als museum op juist dit vlak tijdens de Tibet-tentoonstelling een brevet van onvermogenuitgereikt.

Page 2: Brief Hogendoorn aan fracties, 2007

Directeur Stanley Bremer zelf heeft zich nooit in de inhoudelijke kant van deze kwestieswillen verdiepen. Leest u zijn uitspraken in landelijke dagbladen als het Algemeen Dagblad,Trouw, NRC Handelsblad en de Volkskrant er maar eens op na. Daarbij, hoe is het mogelijkdat Bremer, zoals mijn schrijven aan wethouder Kaya aantoont, in zijn hoedanigheid vandirecteur de kritiek van Elsevier-recensent Gerry van der List plagieert om degerechtvaardigde kritiek van verontruste briefschrijvers te 'pareren'?

Hoe bestaat het dat Bremer in NRC Handelsblad ruiterlijk toegeeft dat 'een van de slogans opde e-mailcards' niet deugde, en dat het museum die fout 'snel' heeft hersteld? Dat zijn tweemanifeste onwaarheden in één zin! Alle gebruikte slogans zijn onterecht aan de Dalai Lamatoegeschreven, Bremer heeft zich drie weken lang - kicking and screaming - verzet voorhet museum onder dreiging van ernstige juridische en financiële consequenties tot rectificatieis overgegaan.

Van het schouwspel rondom de Tibet-tentoonstelling is een groot gezelschap van bestuurders,academici en andere professionals getuige geweest. Neemt u van mij aan dat Bremers houdingen gedrag de reputatie van het Wereldmuseum hebben geschaad. Sterker, deskundigen op ditterrein waarschuwen elkaar inmiddels voor samenwerking met dit museum. Voor directeurBremer zijn religie en spiritualiteit louter handelswaar gebleken Zijn uiterst selectieve, doorlouter commerciële overwegingen ingegeven belangstelling voor deze gevoelige onderwerpenvormt naar mijn mening voor de toekomst van het Wereldmuseum een ernstig bedrijfsrisico.

De Tibet-tentoonstelling levert naar mijn mening een sprekende illustratie van de concretegevolgen van de commercialisering van het Wereldmuseum Rotterdam. Daarom meen ik datde beschreven casuïstiek, samen met de houding van directie en staf tegenover externedeskundigen meer aandacht verdient. Ik verzoek uw fractie dan ook nader onderzoek in testellen naar de totstandkoming van de tentoonstelling Tibet en de I4 Dalai Lama's.

Vanzelfsprekend ben ik graag bereid u een en nader toe te lichten, of u in contact testellen met derden die mijn beweringen kunnen staven.

In afwachting van uw antwoord,

Hoogachtend,

Rob Hogendoorn.