BR pachtwet 140105 N - KBC Bank & Verzekering
Transcript of BR pachtwet 140105 N - KBC Bank & Verzekering
Pachten? KBC vertelt u wat
uw rechten en plichten zijn.
Inhoudstafel
5 Wanneer is de pachtwet van toepassing?
5 Wanneer valt een overeenkomst onder de pachtwet?
6 Welke overeenkomsten vallen niet onder de pachtwet?
10 Vorm en bewijs van de pachtovereenkomst
10 Vorm van de pachtovereenkomst
10 Bewijs van de pachtovereenkomst
12 Duur van de pachtovereenkomst
12 Minimumpachtduur
12 Geen automatische beëindiging
12 Wel automatische verlenging
12 Loopbaanpacht
13 Lange pacht (voor minstens 18 jaar)
15 De pachtprijs
15 Principes
15 Het bewijs van de pachtprijs
15 De maximumpachtprijzen
16 De pachtprijs voor lange pachten
17 De exploitatie van het gepachte goed
17 Vrijheid van exploitatie
17 Oprichting van gebouwen of uitvoering van bepaalde
werkzaamheden
19 Onderpacht en pachtoverdracht
19 Onderpacht
19 Pachtoverdracht
21 Het recht van voorkoop
21 Wat houdt het recht van voorkoop in?
21 Uitoefening van het recht van voorkoop bij een onderhandse
verkoop (verkoop uit de hand)
21 Uitoefening van het recht van voorkoop bij een openbare
verkoop
22 Afstand van het voorkooprecht
22 Sancties bij de verkoop door de verpachter met miskenning
van het voorkooprecht
22 Gevallen waarin de pachter geen voorkooprecht heeft
23 Samenloop met andere voorkooprechten
24 Einde van de pacht
24 De minnelijke beëindiging
24 Opzegging door de pachter
24 Opzegging door de verpachter
25 Opzegtermijn
25 Voorwaarde
25 Persoonlijk
26 Werkelijk
26 Minstens gedurende 9 jaar uitbaten
26 Wat bij overlijden van de pachter of verpachter?
27 Bijzondere gevallen
30 Vergoedingen einde pacht
30 De gewone vergoeding of prijzij
30 De buitengewone uittredingsvergoeding
31 Provisionele vergoeding bij betwisting
32 Fiscale gevolgen voor de verpachter
32 Fiscaal gunstig regime voor de verpachter
32 Extra fiscale stimulans voor de verpachter om loopbaanpacht
of lange pacht af te sluiten
32 Verplichting tot registratie van de pachtovereenkomst
34 De pachtwet en andere reglementeringen
34 De pachtwet en de vennootschapswetgeving
34 De pachtwet en het mestdecreet (MAP)
34 Pacht en het decreet op het natuurbehoud
35 Pacht en huwelijksvermogensrecht
Om als landbouwer of tuinder rendabel te blijven in de huidige maatschappij moet u heel wat ondernemen. Zo moet u vaak zware investeringen doen in materieel en machines, voortdurend op de hoogte blijven van de nieuwste technologieën en rekening houden met milieureglementeringen en quotabeperkingen.
Maar het belangrijkste punt om uw activiteiten te kunnen uitoefenen blijft natuurlijk dat u moet beschikken over grond(en): hetzij in eigendom, hetzij in huur. En als huurder moet u toch enige zekerheid hebben dat u die grond(en) een aantal jaren mag gebruiken. Met andere woorden, het is belangrijk dat u als pachter weet wat uw rechten en plichten zijn.
Als sectorspecialist beseft KBC dat een goede kennis van de pachtwet voor u dan ook heel belangrijk is. Daarom geven we u in deze brochure graag een gedetailleerd overzicht.
Wilt u meer informatie of gepersonaliseerd advies? Dan kunt u altijd terecht in uw regionaal land- en tuinbouwkantoor.
4
Wanneer is de pachtwet van toepassing?
Wanneer valt een overeenkomst onder de pachtwet?
Om van een pachtovereenkomst te kunnen spreken moeten
een aantal voorwaarden zijn vervuld. In de pachtwet worden
die voorwaarden vermeld in artikel 1 en 2.
De verpachter gaat de verbintenis aan om het tijdelijke genot
van zijn landeigendom af te staan aan de pachter: de
verpachter verhuurt zijn eigendom aan de pachter of kent hem
het vruchtgebruik van zijn eigendom toe.
De volgende begrippen zijn essentieel in de pachtwetgeving:
HuurovereenkomstDe pachtwet is van toepassing als de ene partij zijn landeigen-
dom (gebouwen/gronden) verhuurt aan een andere partij. Dat
betekent dat de verhuurder (de verpachter) een goed tijdelijk
ter beschikking stelt van een andere persoon tegen betaling
van een bepaalde prijs.
PachtprijsAls de landbouwer/tuinder kosteloos gebruik mag maken van
de landeigendommen van de eigenaar, dan is er geen sprake
van pacht. De partijen kunnen de pachtwet dan niet inroepen.
Het is dus zeer belangrijk dat er duidelijke afspraken worden
gemaakt over de te betalen prijs.
De pachtprijs hoeft niet noodzakelijk in geld te worden
betaald. Het is ook mogelijk dat de pachter in natura betaalt.
De pachtprijzen zijn wettelijk beperkt. Dat wil zeggen dat de
pachter niet meer hoeft te betalen dan de wettelijke maximum-
prijs (zie pagina 15).
Voorbeeld De NV GRAS heeft een aantal terreinen die al jaren worden
bewerkt door landbouwer Vanhove. Vanhove hoeft daarvoor
geen vergoeding te betalen aan de NV GRAS. Na 13 jaar
beslist de NV GRAS deze terreinen een andere bestemming
te geven. Hier is de pachtwet niet van toepassing, aangezien
Vanhove kosteloos gebruik kon maken van de gronden.
Vanhove kan zich dus niet beroepen op de bescherming
geboden door de pachtwet en zal de terreinen moeten
verlaten.
BestemmingDe pachtwet is alleen van toepassing als de pachter onroerende
goederen huurt die hoofdzakelijk worden gebruikt voor een
landbouwbedrijf.
• Met onroerende goederen bedoelen we gebouwen, stallen,
gronden, serres, de bedrijfswoning, ...
• Met een landbouwbedrijf bedoelen we dat een goed wordt
geëxploiteerd met het oog op het voortbrengen van land-
of tuinbouwproducten die hoofdzakelijk bestemd zijn voor
de verkoop. Die exploitatie kan zowel in hoofd- als
bijberoep gebeuren. Deze definitie moet ruim worden
geïnterpreteerd, zodat ook nieuwe teeltmethodes en
activiteiten in land- en tuinbouw de bescherming door de
pachtwet kunnen genieten. Zo kunnen professionele
houderijen van exotische diersoorten (struisvogels, bizons,
…) worden beschouwd als landbouwactiviteit. Wel blijft er
binnen de rechtsleer en de rechtspraak verdeeldheid
bestaan over de grondgebondenheid. In een ruime visie
moet ook de substraatteelt of de hydrocultuur als een
landbouwactiviteit worden beschouwd, hoewel er in
dergelijke gevallen géén letterlijke binding meer bestaat met
de grond. Nieuwe ontwikkelingen en technieken mogen de
bescherming door de pachtwet niet in de weg staan.
• Met hoofdzakelijk bedoelen we dat de hoofdbestemming van
de gronden/gebouwen gelegen is in de land- en tuinbouw.
Voorbeeld Politieagent Debyser is een groot paardenliefhebber en zou
graag het perceel grond huren dat achter zijn huis is gelegen.
De eigenaar van de grond is een goede vriend van Debyser.
Op dit moment wordt de grond voor preiteelt gebruikt door
Jef De Smet, die in een chemisch bedrijf werkt en slechts in
bijberoep landbouwer is. Debyser port zijn vriend aan om
De Smet op te zeggen en de grond aan hem ter beschikking
te stellen. Omdat De Smet landbouwer is in bijberoep en de
grond wordt gebruikt voor het telen van prei die op de veiling
wordt verkocht, is er sprake van exploitatie van een goed met
het oog op het voortbrengen van land- of tuinbouwproducten
De pachtwet 5
die bestemd zijn voor de verkoop. Bijgevolg is de pachtwet
van toepassing. Het feit dat De Smet slechts landbouwer in
bijberoep is, doet daaraan geen afbreuk. De Smet kan dus de
bescherming door de pachtwet genieten. Stel dat de grond
door de eigenaar zelf werd gebruikt en deze besluit de gronden
te verhuren aan Debyser, dan is deze huurovereenkomst geen
pachtcontract. Debyser is immers geen landbouwer.
VruchtgebruikAls de eigenaar ten voordele van een derde een vruchtgebruik
vestigt, onder levenden en voor een bepaalde duur, dan valt
deze overeenkomst eveneens onder het toepassingsgebied van
de pachtwet. Dit vruchtgebruik moet uiteraard ook beantwoor-
den aan de voorwaarden die door de pachtwet worden
opgelegd (bedrijfsmatige exploitatie, hoofdbestemming is
landbouw, ...).
Vestiging van een vruchtgebruik bij testament valt dus niet
onder de toepassing van de pachtwet. Dat is evenmin het
geval als het vruchtgebruik door de wet wordt gevestigd.
Een voorbeeld hiervan is o.a. het vruchtgebruik dat wordt
geërfd door de langstlevende echtgeno(o)t(e).
Opmerking De vruchtgebruiker heeft het recht om de gronden die hij in
vruchtgebruik heeft, te verpachten aan een derde. Voorzichtig-
heid is hier geboden voor de pachter. De blote eigenaar moet
immers na beëindiging van het vruchtgebruik de pachtovereen-
komst tussen de vruchtgebruiker en de pachter slechts
respecteren gedurende de nog lopende periode van 9 jaar.
Alleen als de blote eigenaar zich schriftelijk akkoord verklaart
met de pachtovereenkomst, is hij gebonden door de pachtwet
en moet hij dus de overeenkomst respecteren, ook na het einde
van het vruchtgebruik. Sluit u als pachter een overeenkomst
met een vruchtgebruiker, dan doet u er dus goed aan de
schriftelijke toestemming van de blote eigenaar te vragen.
Welke overeenkomsten vallen niet onder de pachtwet?
1 Uitdrukkelijk uitgesloten door de pachtwetVerhuring van onroerende goederen die worden gebruikt voor een industriële vetmesterij of fokkerij onafhankelijk van een landbouwbedrijf.Dit is van toepassing als de dieren worden gekweekt met
voeder dat betrokken wordt van derden en volledig van buiten
het bedrijf wordt aangevoerd. Als de dieren worden gevoederd
met zowel voedsel dat van derden wordt betrokken als voedsel
dat op de boerderij wordt gewonnen, dan blijft de pachtwet
van toepassing.
De pachtwet blijft eveneens van toepassing als een landbou-
wer met een bestaand bedrijf een vetmesterijcontract afsluit
met een integrator. Vereist is dan wel dat er buiten het
vetmesten nog een andere landbouwbedrijvigheid wordt
verricht, bijvoorbeeld aardappelteelt. Alleen wanneer de
vetmesterij geen enkele band meer heeft met een landbouw-
bedrijf, is de pachtwet niet van toepassing.
CultuurcontractenMet een cultuurcontract, of seizoenpacht, wordt de verhuring
voor minder dan 1 jaar bedoeld. Opdat dergelijke contracten
buiten het toepassingsveld van de pachtwet zouden vallen,
moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan:
• De verhuurder moet een landbouwer in hoofd- of in
bijberoep zijn. M.a.w. als een niet-landbouwer een
overeenkomst toestaat, kan die regeling nooit als seizoen-
pacht worden beschouwd.
• De verhuurder moet de voorbereidings- en bemestings-
werkzaamheden uitvoeren.
– Deze werkzaamheden mogen door loonwerkers worden
uitgevoerd.
– De gebruiker moet daarna kunnen overgaan tot zaaien/
planten.
• De verhuring moet voor minder dan 1 jaar zijn aangegaan.
– Jaarlijkse verlenging is mogelijk. Door de verlengings-
mogelijkheid is seizoenpacht een interessante mogelijk-
heid om de exploitatie van het landbouwbedrijf te
verzekeren als die gedurende een bepaalde periode
onmogelijk is geworden.
6
De pachtwet 7
• Er moet een prijs worden betaald voor de verhuring. In
geval van kosteloosheid is er geen pacht, noch een
seizoenpacht.
• De verhuring moet betrekking hebben op een bepaalde
landbouwteelt. In de overeenkomst wordt dus het best
beschreven over welke teelt het gaat.
Belangrijk • Ook de pachter kan als exploitant een seizoenpacht
afsluiten.
• Om bewijsproblemen te vermijden is het raadzaam
cultuurcontracten schriftelijk op te stellen.
Voorbeeld Vader Wim wil zijn activiteit als landbouwer stopzetten. Hij
bezit 20 ha landbouwgrond. Dochter Myrthe, die het bedrijf
wil overnemen, is echter nog niet afgestudeerd. Vader Wim
heeft de mogelijkheid om zijn gronden elk jaar opnieuw in
seizoenpacht te geven, en dat tot zijn dochter is afgestudeerd.
De overeenkomsten moeten echter voor minder dan 1 jaar
worden afgesloten. Bovendien moet vader Wim de gronden in
gereedheid brengen.
VennootschapscontractenEigenaar en uitbater/vruchtgebruiker kunnen overeenkomen
om de uitbating van de landeigendommen onder te brengen
in een door hen opgerichte vennootschap. De pachtwet is op
deze verhuring niet van toepassing, voor zover in de vennoot-
schapsovereenkomst is bedongen dat de eigenaar:
• een inbreng doet van minstens de helft in het materieel;
• een inbreng doet van minstens de helft in de veestapel;
• minstens voor de helft bijdraagt in nieuwe investeringen;
• een aanzienlijk aandeel heeft in de verliezen.
In geval van samenuitbating door ouders met een van de
kinderen komt het regelmatig voor dat de ouders de gronden
die zij in eigendom hebben, in gebruik geven aan de overnemer.
Als in het samenuitbatingscontract voor de gronden in een
gebruiksrecht wordt voorzien, is de pachtwet niet van
toepassing, voor zover de ouders een inbreng doen van
minstens de helft in de materialen, veestapel, nieuwe
investeringen en voor zover zij een aanzienlijk aandeel hebben
in de eventuele verliezen.
Voorbeeld Twee broers komen overeen om samen te werken bij de
uitbating van een landbouwbedrijf. De ene broer is eigenaar en
staat het gebruik van het landbouwbedrijf af aan de andere
broer. Die zorgt voor alle werkzaamheden, namelijk bemesting,
bezaaiing, bewerking van de grond, de verkoop van de oogst, …
Bovendien betaalt hij zijn broer jaarlijks de som van 1 500 euro.
Na een aantal jaren krijgen de broers ruzie en besluit de broer
die eigenaar is om de samenwerkingsovereenkomst op te
zeggen. Op de verhuring van het landbouwbedrijf is echter de
pachtwet van toepassing. Immers, de broer die het bedrijf in
eigendom heeft, heeft geen inbreng gedaan van minstens de
helft in materieel en de veestapel. Evenmin heeft hij voor de
helft bijgedragen in nieuwe investeringen en had hij een
aanzienlijk aandeel in de verliezen. Was dat wel het geval, dan
zou dat vennootschapscontract buiten het toepassingsgebied
van de pachtwet vallen.
Landbouwvennootschappen opgericht voor minstens 27 jaarDe eigenaar van landeigendom kan een landbouwvennoot-
schap oprichten met de uitbater van een landbouwbedrijf voor
een periode van minstens 27 jaar. De inbreng van de gebouwen
en gronden door de eigenaar valt dan niet onder de toepassing
van de pachtwet. We spreken dan van een stille vennoot
(de eigenaar) en een werkende vennoot (de uitbater).
Fruitopbrengst van hoogstamboomgaardenIn principe valt de verhuring van hoogstamboomgaarden,
net zoals laagstamboomgaarden, onder de pachtwet. Als de
overeenkomst alleen betrekking heeft op de fruitopbrengst
en niet op het gebruik van de grond, is de pachtwet niet van
toepassing.
2 Andere contractenBehalve in de uitdrukkelijk door de pachtwet uitgesloten
gevallen is er evenmin sprake van pacht als er een overeenkomst
van bruikleen wordt opgesteld. Bruikleen houdt in dat er een
kosteloos gebruik wordt toegestaan. Aangezien er geen prijs
8
wordt betaald, is de pachtwet niet van toepassing. Een
dergelijke overeenkomst wordt bij voorkeur schriftelijk
opgesteld om bewijsproblemen te vermijden.
Als er een recht van opstal of een erfpacht (ook cijnspacht
genoemd) wordt gevestigd, dan is de pachtwet niet van
toepassing. Een recht van opstal houdt in dat de opstalhouder
het zakelijk recht heeft om gebouwen, werkzaamheden en
beplantingen op de grond van een derde te hebben. Een recht
van opstal kan maximaal voor 50 jaar worden gevestigd en
moet notarieel worden vastgelegd.
De erfpacht houdt het tijdelijke zakelijk recht in om het volle
genot te hebben van een onroerend goed in ruil voor een
vergoeding aan de erfverpachter. De minimumlooptijd van een
erfpacht is 27 jaar, de maximumlooptijd 99 jaar. Ook bij
erfpacht moet een notariële akte worden opgesteld.
Naast deze contracten bestaan er ook nog specifieke overeen-
komsten die niet onder het toepassingsgebied van de
pachtwet vallen, bijvoorbeeld bepaalde verkoopovereenkomsten
van gras, maïs of mestafzetcontracten.
Opgelet: art. 3, 2e pachtwet geeft de pachter steeds de
mogelijkheid om door alle middelen van bewijs aan te tonen
dat er sprake is van pacht, ook al bestaat er een andersluidend
geschrift.
De pachtwet 9
Vorm en bewijs van de pachtovereenkomst
Vorm van de pachtovereenkomst
De pachtovereenkomst ontstaat zodra partijen akkoord gaan
over het voorwerp (welke grond of gebouwen) en de prijs.
Een pachtovereenkomst kan zowel mondeling als schriftelijk
worden aangegaan.
Een mondelinge pachtovereenkomst is dus geldig, maar kan
aanleiding geven tot heel wat bewijsproblemen. Daarom
moedigt de pachtwet schriftelijke vaststelling aan.
Bewijs van de pachtovereenkomst
Principe: schriftelijke vaststelling• Grootste bewijskracht: de authentieke akte
– schriftelijk vastgelegd door de notaris.
• Grote bewijskracht: de onderhandse akte
– schriftelijke vaststelling door partijen onderling;
– verplichting om dergelijke akte te laten registreren;
daardoor verkrijgt de overeenkomst vaste datum;
– opmaken in zoveel exemplaren als er partijen zijn,
en dat ook in de overeenkomst vermelden.
Uitzondering: mondeling aangegane pachtovereenkomstenOm dergelijke overeenkomsten te bewijzen, voorziet de
pachtwet in het volgende systeem:
Bewijs door de verpachterIn geval van mondelinge pacht staat de verpachter machteloos.
De wet biedt hem geen mogelijkheden om de overeenkomst
te bewijzen. Hij moet zich dus steeds kunnen beroepen op
een schriftelijk document.
Alleen voor pachtovereenkomsten afgesloten vóór de
pachtwet van 1969, behoudt hij de mogelijkheid om het begin
van de pacht met getuigen en vermoedens te bewijzen.
Bewijs door de pachterDe pachter kan het bestaan van de pacht en de toepasselijke
voorwaarden met alle middelen bewijzen. Dus ook aan de
hand van getuigenverklaringen, vermoedens of betalingskwijt-
schriften. Voorwaarde is wel dat de pachter het eigendom
daadwerkelijk exploiteert.
Speciale procedure: bewijs van persoonlijk aanbod van betaling van pachtgeldDit houdt in dat de pachter door overschrijving of storting via
een financiële instelling of per postassignatie, postcheque op
naam of postwissel de pachtprijs stort op rekening van de
verpachter. Daarbij moeten het woord pacht en het jaartal
uitdrukkelijk worden vermeld.
Dat aanbod moet binnen 15 dagen worden bevestigd per
aangetekende brief waarin het bestaan van een pacht wordt
vermeld, evenals het jaar en het perceel waarop de betaling
betrekking heeft.
Deze brief moet eveneens uitdrukkelijk vermelden dat de
betaling geldt als bewijs van een pacht, tenzij de verpachter
binnen 6 maanden na de dag van betaling reageert door een
oproeping in verzoening voor de bevoegde vrederechter.
Voorbeeld Weduwe Schelfhout laat sinds 2014 een stuk grond gebruiken
door Louis Demol. Er bestaat geen geschreven overeenkomst.
Demol stort elk jaar via zijn KBC-bankrekening een afgesproken
bedrag op rekening van mevrouw Schelfhout. In 2016 is Demol,
in het gezelschap van zijn buurman, het bedrag persoonlijk
aan mevrouw Schelfhout gaan betalen. Nu blijkt dat mevrouw
Schelfhout 3 maanden geleden de grond heeft verkocht aan
een loonwerker. Demol was daarvan niet op de hoogte en is
zeer ontgoocheld dat het recht van voorkoop hem niet werd
aangeboden. Weduwe Schelfhout stelt dat er geen pachtover-
eenkomst bestaat en dat zij hem bijgevolg geen voorkoop-
recht moest aanbieden. Demol wil het daar niet bij laten en
overweegt schadevergoeding te vorderen. Kan hij aantonen
dat er een pachtovereenkomst bestaat?
10