BMA 17 07 - Van den Beldt Advocatuur & Belastingadvies · De handhaving van de Wet Deregulering...

1
25 #7 - OKTOBER 2017 loon tekst MR. J. (JACOB) VAN DEN BELDT, ADVOCAAT-BELASTINGKUNDIGE TE HAARLEM In de interne memo’s wordt aangegeven dat de Wet DBA tot 1 januari 2018 niet zal worden gehandhaafd, behalve voor evi- dent kwaadwillenden. Niet handhaven betekent echter niet dat er geen toezicht zal worden uitgeoefend in deze periode. Het toezicht is beperkt tot het geven van voorlichting (‘voorwaartse aanwijzingen’) en het bieden van een helpende hand bij de im- plementatie van de Wet DBA. Voor de groep evident kwaadwillenden wordt per direct een (repressief) handhavingsbeleid gevoerd. Volgens het Handboek Loonheffingen (onderdeel 1.1.6) wordt iemand als kwaadwillend gezien als hij/zij opzettelijk een situatie van evidente schijnzelf- standigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij/zij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbe- trekking en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast. De handhaving zal eerst zijn gericht op de ernstigste gevallen, dat wil zeggen situaties waarin partijen evident buiten het wet- telijk kader treden. Volgens de staatssecretaris gaat het bij de groep evident kwaad- willenden naar schatting om een tiental gevallen, maar kunnen en mogen andere kwaadwillenden niet worden uitgesloten. 1 Om te kunnen beoordelen of sprake is van evident kwaadwil- lenden moeten alle mogelijke gevallen worden voorgelegd aan de Stuurgroep DBA. De Stuurgroep beslist of er sprake is van een evident kwaadwillende. Een aantal situaties moet in ieder geval worden voorgelegd aan de Stuurgroep. • Gevallen waarin partijen de overeenkomst of de werkwijze niet aanpassen nadat ze hier herhaaldelijk op zijn gewezen. • Gevallen waarin al voor 1 februari 2016 sprake was van een (fictieve) dienstbetrekking en de feiten en omstandigheden niet zijn veranderd. • Gevallen van (voorwaardelijk) opzet die worden bestreken door het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst. • Arbeidsrelaties van zzp’ers die reeds voor 1 mei 2016 als een dienstbetrekking kwalificeren en de zzp’er in die periode geen VAR-wuo of VAR-dga aan zijn opdrachtgever heeft overgelegd. Evident kwaadwillenden, hoeveel zijn dat er? Dat is de vraag die is gerezen na openbaarmaking van deze memo’s in het kader van een WOB-verzoek. 2 Volgens de staatssecretaris zou het gaan om enkele tientallen gevallen, maar hij sloot niet uit dat er meer zijn. Politiek begrijpelijk, maar de uitvoeringspraktijk heeft behoefte aan concrete kaders. De Belastingdienst heeft daarom die kaders gesteld, onder meer door gevallen te benoemen waarover de Stuurgroep DBA moet beslissen. Dat wil niet zeggen dat deze gevallen bij voorbaat als evident kwaad- willend kunnen worden bestempeld, maar de toon is gezet. In ieder geval is duidelijk hoe de Belastingdienst invulling geeft aan het begrip evident kwaadwillend. Uitvoeringstechnisch zijn er nog wel wat haken en ogen te bedenken, alleen al vanwege de in deze tijden toch niet onbeperkte handhavingscapaciteit. Bron: Geactualiseerd Memo Bronbeoordeling en implementatiefase DBA, versie 2.0, Directie Vaktechniek,19 januari 2017; geactualiseerd Memo DBA en toezicht LH tot 1-1-2018, versie 3.0, Directie Vaktechniek, 19 januari 2017. Noten 1. Antwoord op vragen 3 en 9 op Tweede Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Weyenberg, 8 december 2016 2. Besluit WOB-verzoek van 7 augustus 2017 De handhaving van de Wet Deregulering Arbeidsrelaties (DBA) is tot 1 januari 2018 opgeschort. Behalve voor evident kwaadwillen- den. Wie dat volgens de Belastingdienst zijn, is duidelijk gewor- den na openbaarmaking van een tweetal interne memo’s in het kader van een WOB-verzoek. Evident kwaadwillend ‘De uitvoeringspraktijk heeft behoefte aan concrete kaders’

Transcript of BMA 17 07 - Van den Beldt Advocatuur & Belastingadvies · De handhaving van de Wet Deregulering...

Page 1: BMA 17 07 - Van den Beldt Advocatuur & Belastingadvies · De handhaving van de Wet Deregulering Arbeidsrelaties (DBA) is tot 1 januari 2018 opgeschort. Behalve voor evident kwaadwillen-den.

25# 7 - O K TO B E R 2 0 1 7

loon

tekst MR. J. (JACOB) VAN DEN BELDT, ADVOCAAT-BELASTINGKUNDIGE TE HAARLEM

In de interne memo’s wordt aangegeven dat de Wet DBA tot

1 januari 2018 niet zal worden gehandhaafd, behalve voor evi-

dent kwaadwillenden. Niet handhaven betekent echter niet dat

er geen toezicht zal worden uitgeoefend in deze periode. Het

toezicht is beperkt tot het geven van voorlichting (‘voorwaartse

aanwijzingen’) en het bieden van een helpende hand bij de im-

plementatie van de Wet DBA.

Voor de groep evident kwaadwillenden wordt per direct een

(repressief) handhavingsbeleid gevoerd. Volgens het Handboek

Loonheffi ngen (onderdeel 1.1.6) wordt iemand als kwaadwillend

gezien als hij/zij opzettelijk een situatie van evidente schijnzelf-

standigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij/zij weet –

of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbe-

trekking en daarmee een oneigenlijk fi nancieel voordeel behaalt

en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast.

De handhaving zal eerst zijn gericht op de ernstigste gevallen,

dat wil zeggen situaties waarin partijen evident buiten het wet-

telijk kader treden.

Volgens de staatssecretaris gaat het bij de groep evident kwaad-

willenden naar schatting om een tiental gevallen, maar kunnen

en mogen andere kwaadwillenden niet worden uitgesloten.1

Om te kunnen beoordelen of sprake is van evident kwaadwil-

lenden moeten alle mogelijke gevallen worden voorgelegd aan

de Stuurgroep DBA. De Stuurgroep beslist of er sprake is van een

evident kwaadwillende. Een aantal situaties moet in ieder geval

worden voorgelegd aan de Stuurgroep.

• Gevallen waarin partijen de overeenkomst of de werkwijze niet

aanpassen nadat ze hier herhaaldelijk op zijn gewezen.

• Gevallen waarin al voor 1 februari 2016 sprake was van een

(fi ctieve) dienstbetrekking en de feiten en omstandigheden

niet zijn veranderd.

• Gevallen van (voorwaardelijk) opzet die worden bestreken

door het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.

• Arbeidsrelaties van zzp’ers die reeds voor 1 mei 2016 als een

dienstbetrekking kwalifi ceren en de zzp’er in die periode geen

VAR-wuo of VAR-dga aan zijn opdrachtgever heeft overgelegd.

Evident kwaadwillenden, hoeveel zijn dat er? Dat is de vraag die is gerezen na openbaarmaking van deze

memo’s in het kader van een WOB-verzoek.2 Volgens de staatssecretaris zou het gaan om enkele tientallen gevallen, maar hij sloot niet uit dat er meer zijn. Politiek begrijpelijk, maar de uitvoeringspraktijk heeft behoefte

aan concrete kaders. De Belastingdienst heeft daarom die kaders gesteld, onder meer door gevallen te benoemen waarover de Stuurgroep DBA moet beslissen. Dat wil niet zeggen dat deze gevallen bij voorbaat als evident kwaad-willend kunnen worden bestempeld, maar de toon is gezet. In ieder geval is duidelijk hoe de Belastingdienst invulling geeft aan het begrip evident kwaadwillend. Uitvoeringstechnisch zijn er nog wel wat haken en ogen te bedenken, alleen al vanwege de in deze tijden toch niet onbeperkte handhavingscapaciteit. Bron: Geactualiseerd Memo Bronbeoordeling en implementatiefase DBA,

versie 2.0, Directie Vaktechniek,19 januari 2017; geactualiseerd Memo DBA en

toezicht LH tot 1-1-2018, versie 3.0, Directie Vaktechniek, 19 januari 2017.

Noten

1. Antwoord op vragen 3 en 9 op Tweede Kamervragen van de leden Omtzigt

en Van Weyenberg, 8 december 2016

2. Besluit WOB-verzoek van 7 augustus 2017

De handhaving van de Wet Deregulering Arbeidsrelaties (DBA) is tot 1 januari 2018 opgeschort. Behalve voor evident kwaadwillen-den. Wie dat volgens de Belastingdienst zijn, is duidelijk gewor-den na openbaarmaking van een tweetal interne memo’s in het kader van een WOB-verzoek.

Evident kwaadwillend

‘De uitvoeringspraktijk heeft behoefte aan concrete kaders’

BMA_17_07.indd 25BMA_17_07.indd 25 10/10/2017 03:52:34 PM10/10/2017 03:52:34 PM