tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN … · BBMA_16_03.indd 16MA_16_03.indd 16 44/12/2016 6:19:59...

4
16 tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN BELASTINGADVISEUR TE HAARLEM. praktijk

Transcript of tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN … · BBMA_16_03.indd 16MA_16_03.indd 16 44/12/2016 6:19:59...

Page 1: tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN … · BBMA_16_03.indd 16MA_16_03.indd 16 44/12/2016 6:19:59 PM/12/2016 6:19:59 PM #3 - APRIL 2016 17 Alimentatiekwesties vormen bij veel echtscheidingen

16

tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN BELASTINGADVISEUR TE HAARLEM.

praktijk

BMA_16_03.indd 16BMA_16_03.indd 16 4/12/2016 6:19:59 PM4/12/2016 6:19:59 PM

Page 2: tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN … · BBMA_16_03.indd 16MA_16_03.indd 16 44/12/2016 6:19:59 PM/12/2016 6:19:59 PM #3 - APRIL 2016 17 Alimentatiekwesties vormen bij veel echtscheidingen

17# 3 - A P R I L 2 0 1 6

Alimentatiekwesties vormen bij veel echtscheidingen een heet

hangijzer, niet alleen tijdens de scheiding, maar vaak ook nog

jaren daarna. De berekeningen zijn ingewikkeld, missen een

wettelijke basis en geven voeding aan steeds nieuwe procedures.

Dat moet anders kunnen, zo is de gedachte achter een tweetal

wetsvoorstellen tot herziening van de regels inzake kinderali-

mentatie en partneralimentatie.

Enkele cijfersVan alle huwelijken eindigt 30 tot 40 procent in een echtschei-

ding. Jaarlijks gaat het om meer dan 30.000 zaken1. In bijna een

zesde van de echtscheidingen wordt partneralimentatie toege-

wezen door de rechter. Bij meer dan de helft van de echtschei-

dingen zijn kinderen betrokken. Jaarlijks worden ruim 10.000

rechterlijke uitspraken gedaan over kinderalimentatie.

Voorgestelde wijzigingenVanwege het grote aantal procedures en de daarmee gepaard

gaande maatschappelijke kosten, gaan er al jaren stemmen op

om de regels met betrekking tot alimentatie te vereenvoudigen.

Bij de Tweede Kamer zijn vorig jaar twee initiatiefwetsvoorstel-

len ingediend waardoor de huidige regelingen op het gebied van

kinder- en partneralimentatie ingrijpend worden gewijzigd: het

wetsvoorstel herziening kinderalimentatie2 en het wetsvoorstel

herziening partneralimentatie3.

De voorstellen beogen om de huidige systematiek te vereen-

voudigen. Volgens de initiatiefnemers is dat hard nodig om het

draagvlak te vergroten en zo het aantal procedures terug te

dringen. Niet alleen de berekeningsmethodiek verandert. Ook op

andere onderdelen worden de regels ingrijpend gewijzigd.

• De maximale duur van partneralimentatie wordt teruggebracht

van 12 jaar naar 5 jaar.

• De duur van de kinderalimentatie wordt beperkt tot 18 jaar,

tenzij het kind studeert of naar school gaat. In dat laatste geval

ontstaat een recht op kinderalimentatie tot 23 jaar.

• Ongeacht het inkomen zullen beide ouders een minimaal

bedrag aan het levensonderhoud van hun kinderen moeten

besteden.

• Stiefouders zullen geen rol meer spelen bij de onderhoudsver-

plichtingen ten opzichte van de kinderen van hun partner.

• Opnieuw gaan samenwonen of hertrouwen en het in het gezin

opnemen van een kind van de nieuwe partner heeft geen

invloed op de hoogte van de partneralimentatie.

• De vordering kinderalimentatie zal preferent worden gemaakt.

• De wettelijke regeling voorziet niet in indexatie van de partne-

ralimentatie.

• Afkoop ineens van de partneralimentatie wordt in de wet ge-

regeld. Hierdoor wordt het mogelijk om afkoop aan de rechter

te verzoeken. De ontvangende partner wordt verantwoordelijk

voor het beheer van de afkoopsom en kan daar naar eigen

inzicht mee omgaan.

• De hoogte van de partneralimentatie is in principe niet voor

wijziging vatbaar, tenzij partijen daartoe gezamenlijk besluiten

of in rechte een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule.

In de huidige praktijk gaapt tussen het bruto-inkomen en het

inkomen waarop de alimentatie wordt gebaseerd een (volgens

sommigen onverklaarbaar) groot gat. Populair gezegd: de stap

van het loonstrookje naar de berekening van de verschuldigde

of te ontvangen alimentatie is voor velen een brug te ver. Daar

komt bij dat een wettelijke basis voor de berekeningswijze ont-

breekt. In de regel worden alimentatieberekeningen gebaseerd

op het Rapport Alimentatienormen4. In de praktijk kan van deze

normen worden afgeweken en is er ruimte voor interpretatie en

discussie. Daarin willen de initiatiefnemers van de beide wets-

voorstellen verandering brengen.

PartneralimentatiePartneralimentatie krijgt een geheel nieuwe grondslag. ‘Be-

hoefte’ speelt geen rol meer, doorslaggevend voor het recht op

partneralimentatie wordt het verlies van verdiencapaciteit dat

tijdens het huwelijk is ontstaan.

Alimentatie vormt ook voor belastingadviseurs een regelmatig terugkerend onderwerp. Vanwege de fi scale gevolgen wordt vaak gevraagd om even mee te denken of een kritische blik te werpen op inkomensscenario’s en berekeningen. Met de te verwachten invoering van nieuwe alimentatie(reken)regels krijgt de rol van de belastingadviseur mogelijk een nieuwe impuls.

Alimentatierekenen: niet leuker, wel makkelijker?

BMA_16_03.indd 17BMA_16_03.indd 17 4/12/2016 6:20:10 PM4/12/2016 6:20:10 PM

Page 3: tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN … · BBMA_16_03.indd 16MA_16_03.indd 16 44/12/2016 6:19:59 PM/12/2016 6:19:59 PM #3 - APRIL 2016 17 Alimentatiekwesties vormen bij veel echtscheidingen

18

Bestaat er recht op partneralimentatie, dan wordt deze als volgt

berekend:

• van beide echtgenoten wordt het alimentatie-inkomen na

scheiding bepaald;

• op basis van dit inkomen wordt forfaitair de draagkracht van

beiden bepaald;

• op de beschikbare draagkracht komen in mindering de door

ieder voor een kind op grond van artikel 1:404 BW en 1:395a

BW te dragen kosten van zorg en opvoeding en levensonder-

houd en studie en bijkomende kosten van studie;

• van de resterende draagkracht behoudt ieder 40 procent

(eigen luxe);

• de partneralimentatie bedraagt de helft van het verschil van de

draagkracht die na de voorgaande stappen resteert.

KinderalimentatieUitgangspunten voor berekening van kinderalimentatie zijn de

behoefte en draagkracht en de afspraken over de zorg voor het

kind na de scheiding. Aan de hand van een aantal variabelen

wordt de kinderalimentatie bepaald. De voor de berekening

benodigde variabelen zijn zo veel mogelijk in forfaitaire tabellen

vastgelegd. De variabelen zijn:

• het alimentatie-inkomen voor scheiding;

• het alimentatie-inkomen na scheiding;

• de zorgafspraken (ouderschapsplan).

De te betalen kinderalimentatie is het verschil tussen het door

iedere ouder op basis van het inkomen na scheiding (de draag-

kracht) te dragen deel van de kosten van het kind (behoefte)

en het op basis van de zorgafspraken werkelijk door de ouder

betaalde kosten van het kind.

Alimentatie-inkomenZowel voor de partneralimentatie als voor de kinderalimentatie

wordt het begrip alimentatie-inkomen geïntroduceerd (artikel

1:400a BW nieuw). Dit inkomen vormt de basis voor het bereke-

nen van de alimentatie.

De hoofdregel is dat alle inkomsten waarop op het tijdstip van

vaststelling daarvan recht bestaat tot het alimentatie-inkomen

behoren. Uitgangspunt voor de berekening van het alimentatie-

inkomen zijn de inkomsten waarop in het betreff ende kalender-

jaar aanspraak bestaat. Hierdoor wordt volgens het wetsvoorstel

maximaal aangesloten bij de werkelijke inkomenssituatie op het

tijdstip van vaststelling. Als (een deel van) het loon waarop recht

bestaat variabel is, wordt de hoogte van dit deel van het loon

vastgesteld op het gemiddelde daarvan in de twee voorafgaande

kalenderjaren.

Voor ondernemers is de gemiddelde winst uit onderneming

in de twee voorafgaande kalenderjaren maatgevend. Voor de

bepaling hiervan wordt aangesloten bij de defi nities in de Wet IB

2001. Een soortgelijke benaderingswijze geldt voor resultaat uit

overige werkzaamheden.

Omdat dga’s tot op zekere hoogte zelf hun loon kunnen vast-

stellen, is voor dga’s een minimumregeling opgenomen. De

initiatiefnemers willen voorkomen dat een dga zijn alimentatie-

inkomen kunstmatig laag houdt en daarmee zijn onderhoudsver-

plichting (deels) ontloopt. De wetsvoorstellen sluiten in zoverre

aan op de gebruikelijkloonregeling.

Overheidsbijdragen die direct verband houden met specifi eke

lasten worden niet meegerekend als alimentatie-inkomen. Deze

inkomsten worden immers direct en noodzakelijk aan deze

lasten besteed en zijn daardoor niet beschikbaar als alimentatie-

inkomen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de huur- en zorgtoeslag.

Kinderbijslag en het kindgebonden budget ten behoeven

van gezamenlijke kinderen behoren wél tot het alimentatie-

inkomen. Dit zijn overheidsbijdragen die bedoeld zijn om in de

kosten van levensonderhoud van het kind bij te dragen. Net

als het eigen inkomen zijn deze voor de ouder beschikbaar om

in de kosten van de gezamenlijke kinderen te voorzien. Over-

heidsbijdragen voor andere kinderen tellen niet mee voor het

alimentatie-inkomen.

Inkomsten in natura, zoals de auto van de zaak, behoren niet

tot het alimentatie-inkomen. Dat geldt wel voor inkomsten in

de vorm van woongenot. Werkgeversbijdragen in de pensioen-

premie en ziektekostenpremie behoren niet tot het alimentatie-

inkomen. Ook incidentele inkomsten zoals een eenmalige

jubileumuitkering of eenmalige boekwinst bij verkoop van een

bedrijfspand, tellen niet mee. Variabele inkomsten zoals een

bonus tellen wel mee.

HardheidsclausuleOmdat een wettelijke regeling niet in alle uitzonderingen kan

voorzien, is voorzien in een hardheidsclausule waarmee de

rechter of andere deskundigen onredelijke gevolgen kunnen on-

dervangen. De gedachte hierachter is dat het onmogelijk is een

sluitende wettelijke regeling te ontwerpen die rekening houdt

met alle denkbare individuele situaties. Dat geldt met name voor

de inkomenssituatie van ondernemers.

Fiscale aspectenPartneralimentatie behoort voor de alimentatieplichtige tot de

persoonsgebonden aftrek5 en geldt voor de alimentatiegerech-

tigde als inkomen in de vorm van periodieke uitkeringen en

verstrekkingen6. In de huidige berekeningsmethodiek wordt de

te betalen partneralimentatie gebruteerd. De wijze waarop deze

brutering plaatsvindt, staat bekend als de ‘methode Buijs’7.

Volgens het wetsvoorstel herziening partneralimentatie moet

de te betalen partneralimentatie worden gebruteerd op basis

van het alimentatie-inkomen van de alimentatieplichtige – aan

de hand van een drietal treden; de vermenigvuldigingsfactoren

zijn afgeleid van de tarieven in de Wet IB 2001. Deze wijze van

bruteren is volgens het wetsvoorstel weliswaar minder exact,

BMA_16_03.indd 18BMA_16_03.indd 18 4/12/2016 6:20:11 PM4/12/2016 6:20:11 PM

Page 4: tekst JACOB VAN DEN BELDT, ADVOCAAT EN … · BBMA_16_03.indd 16MA_16_03.indd 16 44/12/2016 6:19:59 PM/12/2016 6:19:59 PM #3 - APRIL 2016 17 Alimentatiekwesties vormen bij veel echtscheidingen

19# 3 - A P R I L 2 0 1 6

maar de berekening is (relatief) eenvoudig en ouders kunnen de

berekening zelf maken met behulp van via het internet beschik-

bare (gratis) rekentools.

Kinderalimentatie is met de invoering van de Wet hervorming

kindregelingen8 per 1 januari 2015 gedefi scaliseerd. Volgens de

huidige systematiek daalt hierdoor de draagkracht van de ali-

mentatieplichtige, wat weer reden kan zijn om de alimentatie te

wijzigen. In de systematiek van de voorgestelde regeling speelt

dit eff ect in veel mindere mate een rol, aldus de initiatiefnemers

van het wetsvoorstel herziening kinderalimentatie9.

De initiatiefnemers van de wetsvoorstellen hebben overwogen

om ook de partneralimentatie te defi scaliseren. Daarmee zou

een bezuiniging op de administratieve lasten kunnen worden

gerealiseerd van naar schatting 100 tot 140 miljoen euro per jaar.

De andere kant van de medaille is dat door defi scalisering het

verzamelinkomen van de alimentatieplichtige zou stijgen en dat

van de alimentatiegerechtigde zou dalen. Om de gevolgen voor

het recht op toeslagen en andere faciliteiten te compenseren,

zou een groot aantal regels moeten worden aangepast. Daarom

is vooralsnog van defi scalisering afgezien.

Commentaar op de wetsvoorstellenOp verzoek van de initiatiefnemers is zowel vanuit de rechterlijke

macht als vanuit de advocatuur gereageerd op de voorstellen.

De Raad voor de rechtspraak meent dat de berekeningen inge-

wikkeld blijven. De Raad zet onder meer vraagtekens bij de bere-

kening van het alimentatie-inkomen van ondernemers. De Raad

stelt dat de winst uit onderneming uit de voorgaande jaren niet

geschikt is om vast te stellen of de onderneming in de toekomst

voldoende liquide middelen heeft om de alimentatie te voldoen;

daarvoor is een kasstroomoverzicht nodig10.

De vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators

(vFAS) vraagt zich af of de berekening van partneralimentatie

daadwerkelijk simpeler wordt. Daarnaast meent de vFAS dat de

voorgestelde rekenmethodiek kan leiden tot het aannemen van

draagkracht die in werkelijkheid niet bestaat. De vrees bestaat

dat de discussie zich zal verplaatsen naar de toepassing van de

hardheidsclausule11.

De alimentatieberekeningsmethodiek wordt door de wetsvoorstellen volledig op de schop genomen. Of het

aantal procedures hierdoor zal afnemen, zal moeten blijken. Dat is wel wat met de voorstellen wordt beoogd: rust aan het alimentatiefront creëren. De realiteit is dat het eff ect van wetswijzigingen zich moeilijk laat voorspellen. Emo-ties en geld vormen vaak een onvoorspelbare en explosieve cocktail die zich lastig door regelgeving laat beteugelen.Hoewel de voorstellen nog niet het stadium van wet hebben bereikt en een datum van inwerkingtreding nog niet in zicht is, zal men in de praktijk nu toch al willen

anticiperen op de voorgenomen wijzigingen. Afspraken in echtscheidingsconvenanten moeten idealiter zo veel mogelijk toekomstbestendig worden gemaakt. Probleem is echter dat de voorstellen voor het bereiken van het Staatsblad mogelijk nog allerlei aanpassingen zullen on-dergaan, zodat op voorhand niet duidelijk is hoe de wet er uiteindelijk uit zal zien.Het lijkt ook niet de bedoeling van de initiatiefnemers van de wetsvoorstellen om elke onzekerheid weg te nemen, eerder om de zelfredzaamheid en onderling overleg tus-sen ex-partners te stimuleren. Aangezien de voorgestelde berekeningsmethodiek – zie onder meer de vaststelling van het alimentatie-inkomen – sterk leunt op het begrip-penkader van de Wet IB 2001, zou de belastingadviseur daaraan mogelijk een zinvolle bijdrage kunnen leveren.

Noten

1 In 2014 eindigden 35 duizend huwelijken in een scheiding, 5 procent meer

dan in 2013. Het aantal echtscheidingen is daarmee terug op het niveau van

2008 (inclusief de toen nog bestaande mogelijkheid van fl itsscheidingen). In

2009 nam het aantal scheidingen af tot bijna 32 duizend, waarna het weer

iets opliep. In 2012 en 2013 waren het er ongeveer 33 duizend. [bron: CBS]

2 Kst. 34 154 Wetsvoorstel herziening kinderalimentatie.

3 Kst. 34 231 Wetsvoorstel herziening partneralimentatie.

4 De meest recente versie is die van januari 2016 en is te vinden op https://www.

rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/Reglementen-procedures-en-for-

mulieren/Civiel/Familie-en-jeugdrecht, onder het kopje ‘Alimentatienormen’.

5 Artikel 6.3 lid 1 Wet IB 2001.

6 Artikel 3.101 lid 1 onder b Wet IB 2001.

7 Zie Rapport Alimentatienormen versie januari 2016, pagina 46.

8 Wet van 25 juni 2014, Stb. 2014, 227.

9 Naar aanleiding van de Wet hervorming kindregelingen is onduidelijkheid

ontstaan over met name het eff ect van het Kindgebonden budget op de

berekening van kinderalimentatie. Op verzoek van Hof Den Haag heeft de

Hoge Raad een prejudiciële beslissing genomen, zie Hoge Raad 9 oktober

2015, nr. 15/02543, ECLI:NL:HR:2015:3011.

10 De betreff ende adviezen van de Raad voor de rechtspraak zijn te vinden op

www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-

rechtspraak/Wetgevingsadvies/Paginas/Wetgevingsadvies-2015.aspx

11 Zie Reactie vFAS op wetsvoorstel herziening partneralimentatie, EB Tijd-

schrift voor scheidingsrecht, 2015/86, pp. 176-180.

praktijk

BMA_16_03.indd 19BMA_16_03.indd 19 4/12/2016 6:20:11 PM4/12/2016 6:20:11 PM