Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

download Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

of 14

Transcript of Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    1/14

    Uitleg Bhakti Holland Reïncarnatie cursus door Radharaman Das Deel 3

    3. EVOLUTIE EN REÏNCARNATIE

    De wonderlijke resultaten van de moderne wetenschap hebben iedere dag nieuwe

    poorten van wijsheid geopend en hebben het menselijke verstand dichter en dichter

    bij de hoogste realiteit van het universum gebracht. Het vuur van kennis, dat door

    wetenschap werd aangewakkerd, heeft al vele dogma's en overtuigingen verbrand, die

    door de achterdocht van het verleden als geheiligd werden beschouwd, hetgeen naar

    waarheid zoekende geesten in de weg stond.

    In de eerste plaats heeft de wetenschap de theorie van de schepping van het universum

    uit het niets door een bovennatuurlijke kracht ondeugdelijk verklaard. Ze

    heeft aangetoond, dat het universum niet in zijn huidige vorm verscheen, of dat het

    slechts een paar duizend jaar geleden plotseling ontstond, maar dat het tijdperken

    lang heeft geduurd om door diverse stadia heen te gaan, alvorens het zijn huidige

    conditie kon bereiken.

    Ieder afzonderlijk stadium was rechtstreeks verbonden met een voorgaand stadium

    wegens de Wet van Oorzakelijkheid, die altijd volgens duidelijk omschreven regels opereert. De

    verschijnselen in het universum zijn volgens de wetenschap onderhevig

    aan evolutie, of geleidelijke verandering en progressieve ontwikkeling van een

    relatief uniforme conditie naar een relatieve complexiteit.

    Van het grootste zonnestelsel tot het kleinste sprietje gras heeft alles zijn huidige

    gedaante en vorm gekregen onder invloed van dit kosmische evolutieproces. Onze

    planeet aarde heeft zich geleidelijk ontwikkeld, misschien vanuit een massieve nevel,

    die zich eerst in het stadium van gas bevond. De zon, maan, sterren, manen en andere

    planeten zijn ontstaan, doordat ze door ontelbaar vele veranderingen zijn heengegaan,

    die worden geproduceerd door het evolutieproces in de kosmos.

    Met behulp van hetzelfde proces hebben planten, insecten, vissen, reptielen, vogels,

    zoogdieren, mensen en alle andere levende materie, die deze aarde bewoont,

    zich van kleine levenskiemen tot hun huidige vorm ontwikkeld.

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    2/14

    De Evolutietheorie zegt, dat de mens niet plotseling ontstond, maar is verbonden

    met lagere dieren en planten, hetzij rechtstreeks of indirect. De levenskiem was door

    verscheidene stadia van de fysieke gedaante gegaan, voordat hij als mens kon verschijnen.

    De wetenschappelijke discipline genaamd Embryologie heeft aangetoond,

    dat 'de mens de top van de hele schepping is'. Het zegt, dat het menselijk lichaam

    vóór zijn geboorte alle verschillende stadia van het dierenrijk passeert, zoals die van

    de poliep, vis, amfibie, hond, aap en tenslotte de mens. Als we ons realiseren, dat de

    natuur altijd consistent is, dat haar wetten uniform zijn en dat alles in de microkosmos

    ook bestaat in de macrokosmos en als we dan de natuur bestuderen, gaan we

    zien, dat alle levenskiemen in het universum door stadia heen moeten gaan, die lijken

    op embryonale soorten, voordat ze in de gedaante van een mens kunnen verschijnen.

    Bij de uitleg van de Evolutietheorie zegt de wetenschap, dat er in het evolutieproces

    twee basisprincipes zijn; de eerste is de neiging tot variëren, die in alle levensvormen

    aanwezig is van de plant tot het dier; de tweede is de neiging van het milieu

    om die variatie te beïnvloeden, hetzij op een gunstige of ongunstige manier.

    Zonder de eerste is evolutie op geen enkele manier mogelijk. De oorzaak echter

    van de neiging om te variëren is de wetenschap nog niet bekend. Van de tweede neiging

    is de Wet van Natuurlijke Selectie afhankelijk. De variatie moet namelijk worden

    aangepast aan gunstige levensomstandigheden. Het gevolg is, dat de levenskiem ofwel

    een geschikte omgeving selecteert, of zichzelf aanpast om tegemoet te komen aan

    omringende condities, indien ze ongunstig zijn. Maar de drijfveer van dit selectieproces

    is de strijd om het bestaan, een factor, die niet van minder belang is.

    Dus Evolutie is gebaseerd op deze drie wetten: neigen tot variëren, natuurlijk

    selecteren en strijden om het bestaan. De wetenschap probeert met deze drie wetmatigheden

    de fysieke, mentale, intellectuele, morele en spirituele evolutie van de

    mensheid te verklaren. De Evolutietheorie blijft echter onbegrijpelijk, totdat de wetenschap

    de oorzaak van die inherente 'neiging tot variatie' op het spoor is gekomen,

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    3/14

    die in ieder stadium van alle levensvormen voorkomt.

    Als we goed kijken, zien we, dat het 'zelf' van de mens bestaat uit twee naturen,

    één dierlijke natuur en een moreel spirituele natuur. De aard van het dier omvat alle

    dierlijke neigingen, de lust voor zintuigelijk plezier, zelfliefde, angst voor de dood en

    strijd om het bestaan. Ze zijn allemaal te vinden in de lagere diersoorten en in verschillende

    mate bij mensen. In een stam wilden is de uitdrukking van de dierlijke aard

    eenvoudig en natuurlijk, terwijl de dierlijke geaardheid in een hoog ontwikkelde natie

    niet op een eenvoudige en rechtstreekse manier tot uitdrukking wordt gebracht, maar

    op een kunstzinnige en verfijnde manier.

    In een beschaafde gemeenschap doet deze natuur zijn werk met behulp van verschillende

    gereedschappen, waarbij beleid en organisatie tot dezelfde resultaten leiden

    maar dan in een gepolijste vorm. In de strijd om het bestaan onder lagere dieren

    en wilde stammen overleven degenen, die lichamelijk sterk zijn en voordelen behalen

    over degenen, die lichamelijk zwakker zijn; terwijl de geciviliseerde wereld hetzelfde

    resultaat behaalt – niet door fysieke macht te vertonen, maar door deze macht te verpakken

    in kunst, diplomatie, politiek, strategie en vaardigheid. Er zijn verscheidene

    soorten wapens van defensieve en offensieve aard uitgevonden om degenen te bestrijden,

    die minder handig in het gebruik van wapens zijn, ofschoon ze lichamelijk

    sterker kunnen zijn. Het eenvoudige uitdrukkingsvermogen van dierlijke aard, dat we

    aantreffen bij lagere dieren, wordt onder invloed van het natuurlijke evolutieproces

    steeds complexer [ingewikkelder], zoals we ze nu ervaren in geciviliseerde gemeenschappen

    op aarde. De energie van de lagere menselijke natuur wordt voornamelijk

    gewijd aan de strijd om het materiële [lichamelijke] bestaan.

    Maar er is een andere natuur in de mens, die hoger is dan deze. Het brengt zichzelf

    op verschillende manieren tot uitdrukking, maar alleen op een hoger platform.

    Liefde voor waarheid, beheersing van hartstocht, beheersing van de zintuigen, belangenloze

    zelfopoffering, genade en zachtaardigheid jegens alle schepselen, het verlangen

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    4/14

    om de behoeftigen te helpen, vergevingsgezindheid, vertrouwen in een Allerhoogste

    Wezen en toewijding zijn allemaal expressievormen van die hogere, morele

    en spirituele natuur. Ze kunnen niet worden verklaard als te zijn ontwikkeld uit de

    dierlijke natuur met behulp van een strijd om het materiële bestaan. Want deze kwaliteiten

    zijn niet aanwezig in lagere dieren, wel de strijd om het bestaan. De morele en

    spirituele natuur van de mens kan niet worden afgeleid uit een verdere ontwikkeling

    van de dierlijke geaardheid.

    Er is een dispuut gaande onder evolutionisten over de methode om de oorzaak te

    vinden. Sommigen zeggen, dat de hogere faculteiten zich hebben ontwikkeld uit de

    lagere en onder invloed van variatie en natuurlijke selectie zijn geëvolueerd, terwijl

    anderen beweren, dat er een andere, hogere invloed, wet of drijfveer is, die dit verschijnsel

    veroorzaakt.

    Professor Huxley zegt, "Zoals ik eerder heb geprobeerd duidelijk te maken, vereist datgene, dat

    ethisch het beste is – dat we goedheid of deugd noemen – vormen van gedrag,

    die in alle opzichten zijn tegengesteld aan datgene, dat leidt tot succes

    in de kosmische strijd om het bestaan. In plaats van een niets ontziende zelfinstandhouding

    vraagt het van zichzelf af te zien; in plaats van andere mededingers

    terzijde te schuiven of plat te walsen vereist het, dat het individu

    niet alleen zijn medemensen respecteert, maar ook helpt. Deze gedragsvorm

    wordt niet zozeer gericht op het overleven van degenen, die het beste zijn

    aangepast (survival of the fittest), maar op het aanpassen om zoveel mogelijk

    individuen te laten overleven (fitting to survive). Dit weerlegt de strijdvaardige

    theorie van het bestaan. Het vereist, dat ieder mens, die de voordelen

    geniet van een organisatie, bedachtzaam is met betrekking tot zijn

    schuld aan degenen, die de organisatie met pijn en moeite hebben opgebouwd.

    Ze dienen erop te letten, dat de eigen activiteiten het weefsel van de

    organisatie niet ondermijnen, waarin ze worden toegestaan te leven. Wetten

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    5/14

    en morele geboden zijn gericht op het voorkomen van het ondermijnen

    van het kosmische proces en ze herinneren het individu aan zijn plicht aan

    de gemeenschap, aan de bescherming en de invloed, die hij haar schuldig is

    – om niet te spreken van het bestaan zelf en op zijn minst van een leven, dat

    beter is dan dat van een wrede wildeman." (Evolution and Ethics, 81-82)

    Professor Calderwood zegt, " Wat betreft het menselijke organisme lijken er bij

    een evolutietheorie geen overweldigende hindernissen mee te spelen, maar het lijkt

    onder een dergelijke theorie onmogelijk om een verklaring te vinden voor het ontstaan

    van het denkende, zelfregulerende leven, dat zich als menselijk onderscheidt."

    Dus volgens een paar grote denkers is de verklaring voor de morele en spirituele

    natuur van de mens als ontwikkeling uit de dierlijke aard zeer ontoereikend en onbevredigend.

    De theorie van natuurlijke selectie in de strijd om het bestaan kan de oorzaak

    van de hogere natuur van de mens niet verklaren. We kunnen niet zeggen, dat

    een theorie compleet is, omdat zij zoveel feiten bewijst. Integendeel, als zij er niet in

    slaagt een enkel feit te verklaren, is bewezen, dat zij incompleet is. Als zodanig kan de

    theorie, die geen bevredigende oorzaak kan aantonen voor de morele en spirituele

    natuur van de mens, niet worden aanvaard als een complete theorie. Pas wordt een

    verklaring als compleet beschouwd, wanneer deze op bevredigende wijze alle verschillende

    manifestaties van het dier en de oorzaak voor de morele en spirituele natuur

    van de mens kan uitleggen. Daar komt nog bij, dat – terwijl de wetenschap aanneemt,

    dat de 'neiging tot variëren' zich heeft ontwikkeld tot een morele en spirituele

    natuur van de mens – de wetenschap niet de oorzaak van die neiging tot variëren uitlegt,

    noch hoe de dierlijke geaardheid zich kan transformeren tot een morele en spirituele

    natuur. Is de 'neiging tot variëren' ongelimiteerd, of wordt zij beperkt door een

    duidelijk omschreven wetmatigheid? De wetenschap rept hierover geen woord.

    De verklaring van theologen, die zeggen, dat de spirituele natuur door een of andere

    buiten kosmische, spirituele instantie over de dierlijke aard is heengelegd, is niet

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    6/14

    wetenschappelijk, noch spreekt deze verklaring ons rationele verstand aan.

    Laten we nu eens zien, wat de Vedanta hierover heeft te zeggen. De Vedanta aanvaardt

    evolutie en geeft toe, dat er wetten van variatie en natuurlijke selectie zijn,

    maar gaat een stap verder dan de moderne wetenschap door te verklaren, wat de oorzaak

    is van die 'neiging tot variëren'.

    De Vedanta zegt,

    "Er is op het eind niets, dat er in het begin ook niet was".

    Dit is een wetmatigheid, die zowel het evolutieproces bestuurt, als de wet van

    oorzakelijkheid. Als we deze grote waarheid van de natuur aannemen, is het ook niet

    moeilijk om aan de hand van de Evolutietheorie een verklaring te geven voor de geleidelijke

    manifestatie van de hogere natuur van de mens. De school van het wetenschappelijk

    monisme is hierop gericht.

    Sommige moderne wetenschappers met een monistisch gezichtspunt hebben dezelfde

    waarheid gevonden, die lang geleden werd ontdekt door de vedantafilosofen in

    India. J. Arthur Thomson, een vooraanstaand wetenschapper uit Groot-Britannië van

    tegenwoordig zegt in zijn boek, The Study of Animal Life (De studie van het dierenleven),

    "De wereld is enkelvoudig, niet tweevoudig. De spirituele invloed is de eerste

    realiteit en er is op het eind niets, dat er ook in het begin niet was".

    Maar de evolutionisten aanvaarden deze waarheid niet. Laten we dit goed begrijpen.

    Het betekent, dat datgene, dat in aanleg bestond bij het begin van de evolutie,

    zich geleidelijk heeft gemanifesteerd in de diverse stadia en gradaties van de evolutie.

    Als we aannemen, dat een ééncellige levenskiem, of een bioplasma, nadat het door de

    diverse evolutiestadia is gegaan, zich uiteindelijk heeft gemanifesteerd in de vorm van

    een hoog ontwikkeld menselijk wezen, zullen we ook de potentialiteit van alle gemanifesteerde

    vermogens in die kiem of dat bioplasma erkennen, want de wetmatigheid

    is 'datgene, wat op het eind bestaat, bestond ook aan het begin'. De dierlijke aard, hogere

    natuur, verstand, intelligentie, geest – ze zijn allemaal potentieel aanwezig in de

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    7/14

    levenskiem.

    Als we deze wetmatigheid niet erkennen, ontstaat het volgende probleem: hoe

    kan niet-bestaan tot bestaan komen? Hoe kan iets uit niets ontstaan? Hoe kan iets

    ontstaan, dat er eerst niet was? Iedere levenskiem beschikt volgens de Vedanta over

    oneindige vermogens en oneindige mogelijkheden. De vermogens, die latent blijven,

    hebben de natuurlijke neiging zich volkomen te manifesteren en werkelijkheid te

    worden. In deze poging variëren ze in relatie tot de omringende omgeving en kiezen

    ze geschikte voorwaarden uit of blijven sluimeren, zolang omstandigheden ze niet

    begunstigen. Waardoor wordt variatie volgens de Vedanta veroorzaakt? Door de poging

    van potentiële vermogens zich te verwerkelijken.

    Toen het leven en de geest gingen evolueren, werden de mogelijkheden tot actie

    en reactie, die tot dan toe in de levenskiem lagen te sluimeren, verwerkelijkt en alle

    dingen werden – in zekere zin – nieuw. Niemand kan zich de hoeveelheid latente

    vermogens voorstellen, die een kleine levenskiem bezit, totdat hij zichzelf tot uitdrukking

    brengt in een grofstoffelijke gedaante op het fysieke platform. Bij het zien van

    een Banyanboom kan iemand, die nooit eerder zo'n boom heeft gezien, zich niet voorstellen,

    welke vermogens in de boom liggen opgesloten. Wanneer een baby wordt geboren,

    kunnen we niet weten, of hij een groot heilige wordt, of een groot kunstenaar,

    of een filosoof, of een gek, of een schurk van de ergste soort. De ouders weten niets

    over zijn toekomst. Tegelijk met zijn groei gaan bepaalde latente vermogens zich manifesteren.

    Degenen, die het sterkst zijn, gaan andere overheersen en remmen hun

    ontwikkeling enige tijd af, maar zodra de vermogens, die door sterkere potenties

    worden onderdrukt, gunstige condities krijgen, verschijnen ze in gemanifesteerde

    vorm.

    Bijvoorbeeld, chemische krachten kunnen in materie gedurende duizend jaar liggen

    sluimeren, maar zodra het contact met een activator ze vrij maakt, verschijnen ze

    weer en produceren bepaalde resultaten. Duizenden jaren heeft galvanisme in koper

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    8/14

    en zink liggen sluimeren, die rustig naast zilver lagen. Zodra alle drie onder de vereiste

    condities bij elkaar worden gebracht, ontsteekt zilver in een vlam. Een droog zaad

    kan de sluimerende groeikracht van een plant gedurende twee- tot drieduizend jaar

    conserveren en onder gunstige omstandigheden weer ontkiemen.

    Sir G. Wilkinson, de grote archeoloog, trof een paar graankorrels aan in een hermetisch

    afgesloten kruik in een graf in Thebe, dat daar drieduizend jaar moet hebben

    gelegen. Toen Mr. Pettigrew de graankorrels zaaide, groeiden ze uit tot planten. Enkele

    wortels van groenten planten in de handen van een Egyptische mummie, die

    tenminste tweeduizend jaar oud moeten zijn geweest, werden in een bloempot gezet

    en begonnen te groeien en te bloeien. Wanneer dus latentie krachten gunstige condities

    krijgen, manifesteren ze zich in overeenstemming met hun geaardheid, zelfs na

    duizenden jaren.

    Op deze manier zijn er ook vele voorbeelden van sluimerende mentale vermogens.

    Nadat ze gedurende een lange periode in onze normale hoedanigheid hebben

    liggen slapen, kunnen ze onze bepaalde abnormale omstandigheden, zoals waanzin,

    delirium, vallende ziekte, hypnotische slaap, enzovoort, uitwijken naar het wakende

    bewustzijn en de vermogens, die in de normale hoedanigheid opereren, volkomen in

    vergetelheid brengen. Talenten van welsprekendheid, muzikaliteit, schilderkunst en

    een ongewone inventiviteit bij diverse mechanische handvaardigheden, waarvan in

    de normale conditie geen spoor te bekennen was, worden dikwijls ontwikkeld in een

    staat van waanzin. Slaapwandelaars hebben in diepe slaap de meest moeilijke wiskundige

    problemen opgelost en hebben activiteiten uitgevoerd, waarvan ze in hun

    normale wakende bewustzijn versteld stonden.

    Dus we weten, dat iedere individuele geest een pakhuis van vele vermogens, verscheidene

    indrukken en ideeën is, waarvan sommige zich in onze normale staat manifesteren

    en andere latent blijven. Onze huidige conditie van lichaam en geest is niets

    anders dan de gemanifesteerde vorm van bepaalde sluimerende vermogens, die in

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    9/14

    onszelf liggen. Wanneer nieuwe vermogens worden gewekt en zich gaan manifesteren,

    wordt de hele natuur naar een nieuwe vorm omgezet. De manifestatie van lantente

    vermogens ligt aan de basis van de evolutie van de ene soort in de andere. Dit

    concept werd in een paar woorden geschetst door Patanjali, de grote hindoe evolutionist,

    die lang voor het christelijke tijdperk leefde. 1

    In het tweede aforisme van het vierde hoofdstuk van Raja Yoga door Svami Vivekananda

    wordt gezegd,

    "Evolutie naar een andere levenssoort wordt veroorzaakt door de invulling

    van de natuur" (pag. 210).

    Er wordt aan de individuele ziel niets van buitenaf toegevoegd. De zaden liggen

    er al, maar voor hun ontwikkeling moeten ze in contact komen met condities, die

    noodzakelijk zijn voor een juiste manifestatie.

    Soms zien we een slecht mens opeens heilig worden. Er zijn voorbeelden van

    moordenaars en rovers, die heiligen werden. Een religionist zal de oorzaak van hun

    plotselinge verandering verklaren door te zeggen, dat de zegen van de Almachtige hen

    is toegevallen en hun hele geaardheid heeft getransformeerd. De Vedanta daarentegen

    zegt, dat de morele en spirituele vermogens, die latent aanwezig waren, werden

    opgewekt en resulteerden in een plotselinge transformatie.

    Niemand weet, hoe of wanneer de sluimerende vermogens ontwaken en zich

    gaan manifesteren. De levenskiem, of de individuele ziel, zoals hij meestal wordt genoemd,

    beschikt over een oneindige hoeveelheid mogelijkheden. Iedere levenskiem

    bestudeert, als het ware, het boek van zijn eigen natuur door de ene na de andere

    bladzijde om te slaan. Wanneer hij alle pagina's heeft doorgewerkt, met andere woorden,

    alle evolutiestadia heeft doorgemaakt, heeft hij volmaakte kennis bereikt en

    1 De lezer moet weten, dat de evolutieleer in India reeds lang voor de christelijke jaartelling bekend

    was. Ergens in de zevende eeuw vóór Christus heeft Kapila, de vader der hindoe evolutionisten,

    deze theorie voor de eerste keer uiteengezet met behulp van logica en wetenschap. Sir MonierWilliams

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    10/14

    zegt, "Misschien mag ik het anachronisme gebruiken, dat de hindoes langer dan 2.000 jaar

    aanhangers

    van Spinoza waren, nog voordat Spinoza bestond; dat ze al vele eeuwen vóór Darwin aanhangers

    van Darwin waren; en dat ze al vele eeuwen evolutionisten waren, voordat de evolutieleer doorwetenschappers

    uit onze tijd werd geaccepteerd en voordat er een term als evolutie bestond in welke taal

    ook" (Hinduism and Brahminism, 12). Professor Huxley zegt, "Om niet te spreken van de Indiase

    wijzen,

    voor wie evolutie een bekend begrip was, al eeuwen voordat Paulus van Tarsus werd geboren"

    (Science and Hebrew Tradition, 150).

    heeft hij zijn studie afgerond. We hebben onze lagere natuur bestudeerd door iedere

    pagina om te slaan, met andere woorden, door ieder stadium van dierlijk leven te

    passeren, van het kleinste bio plasma tot de huidige vorm van bestaan. Nu bestuderen

    we de pagina's over moraal en geestelijke wetten. Als iemand een pagina nog eens

    wilt inzien, kan hij dat doen.

    Het gaat zoals bij het lezen van een boek. Als iemand zeer geïnteresseerd is in een

    pagina of hoofdstuk, kan hij ze keer op keer lezen en geen nieuwe bladzijde opslaan of

    een nieuw hoofdstuk beginnen, voordat hij volkomen voldaan is. Zo is het ook met

    het boek van het leven. Als de individuele ziel een bepaald stadium graag beleeft,

    blijft hij in dat stadium, totdat hij volkomen voldaan is. Daarna gaat hij pas verder

    om andere pagina's te bestuderen. De ene leest erg langzaam en de andere erg snel,

    maar of we nu langzaam of snel lezen, ieder van ons moet het hele Boek der Natuur

    hebben gelezen om vroeg of laat tot volmaaktheid te komen.

    Volgens de Vedanta is het eind en het doel van de evolutie het bereiken van perfectie.

    De fysieke evolutie van het dierenleven bereikte zijn perfectie in de menselijke

    levensvorm. Onder de huidige condities op deze aarde kan er geen andere levensvorm

    hoger zijn dan de mens. De mens is de perfectie van de dierlijke vorm. Hieruit kunnen

    we afleiden, dat de wet van de evolutie zich in de richting van perfectie beweegt.

    Wanneer deze wordt bereikt, is het hele doel gediend. Zien we in de natuur een hogere

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    11/14

    vorm, die uit het menselijke lichaam is voortgekomen? Nee. Zijn we niet gerechtvaardigd

    om te zeggen, dat het eind van de fysieke evolutie het bereiken van de perfectie

    van de dierlijke levensvorm is?

    Nogmaals, als het doel en de methode van de natuurwetten in het hele universum

    uniform zijn, wordt het eind van de intellectuele, morele en spirituele evolutie bereikt,

    wanneer intellectuele, morele en spirituele volmaaktheid zijn bereikt. Intellectuele

    perfectie betekent perfectie van het intellect; en intellect is perfect, wanneer we

    de ware aard der dingen begrijpen en nooit voor waar aanzien, dat onwaar is, materie

    voor geest, niet-eeuwig voor eeuwig, en omgekeerd.

    Morele perfectie bestaat uit de destructie van zelfzucht en spirituele perfectie is

    de manifestatie van de ware natuur van de geest, die onsterfelijk, vrij, goddelijk en

    één met de Universele Geest, of God. De evolutie bereikt de grootste vervulling van

    zijn doel, wanneer de geest zich op volmaakte wijze manifesteert. De neiging van de

    natuur is om al haar vermogens op perfecte wijze te manifesteren. Als bepaalde vermogens

    de overhand hebben, vertonen ze zich het eerst, terwijl de andere blijven

    sluimeren.

    We zien in het evolutieproces, dat morele en spirituele geaardheden latent blijven,

    waar de dierlijke aard zich volkomen manifesteert. En waar morele en spirituele

    geaardheden zich volkomen manifesteren, blijft de dierlijke aard achterwege.

    Dit is de reden, waarom we geen morele en spirituele natuur tot uitdrukking zien

    komen bij lagere dieren, of in mensen, die leven als dieren. De mens is het enige dier,

    in wie dergelijk volmaakte expressies van de morele en spirituele natuur mogelijk

    zijn. Wanneer de individuele ziel zijn spirituele natuur begint te onderzoeken, wordt

    zijn lagere of dierlijke natuur geleidelijk verduisterd. Naarmate de hogere natuur

    sterker wordt, neemt de lagere natuur in betekenis af. Zijn energie wordt getransformeerd

    in die van de hogere natuur en uiteindelijk verdwijnt de lagere natuur helemaal

    en komt niet langer meer naar de oppervlakte. Op dat moment wordt de ziel vrij

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    12/14

    van haar lagere of dierlijke natuur.

    Er zijn vele stadia in de hogere natuur, evenals in de lagere. Ieder stadium bindt

    de individuele ziel, zolang zij daar verblijft. Naarmate zij naar een hoger platform opstijgt,

    verdwijnen de lagere stadia en houden op de ziel te binden. Maar vanaf het

    moment, dat een individu het hoogst punt van perfectie bereikt, nadat hij alle stadia

    van de spirituele natuur heeft doorgrond, realiseert hij zijn ware natuur als onsterfelijk

    en goddelijk. Dan manifesteert zich zijn ware individualiteit.

    Bij gebrek aan ware kennis had hij zich met ieder achtereenvolgend stadium geïdentificeerd

    en dacht, dat zijn individualiteit één was met de vermogens, die in ieder

    stadium werden gemanifesteerd. Het gevolg was, dat hij per vergissing dacht, dat hij

    onderhevig was aan de veranderingen van ieder stadium.

    Maar nu realiseert hij zich, dat zijn ware individualiteit altijd onaangetast is gebleven.

    Hij ziet, dat zijn ware individualiteit altijd op dezelfde manier straalt, hoewel

    beperkende bijkomstigheden kunnen variëren. Zoals het licht van een lamp verschillende

    kleuren kan hebben, wanneer het door glas met verschillende kleuren valt, zo

    verschijnt ook het licht van het ware individu als dierlijk of humaan, wanneer het

    door de dierlijke of humane kwaliteit van het subtiele lichaam valt.

    Het subtiele lichaam van een individu transformeert zich van een dierlijke natuur

    via de morele en spirituele natuur tot een goddelijke natuur. Aangezien van deze

    geleidelijke groei niet kan worden verwacht, dat hij in één leven kan worden voltooid,

    moeten we de realiteit erkennen van Reïncarnatie, die een geleidelijke evolutie

    van de levenskiem, of de individuele ziel, door vele levens en verscheidene vormen

    heen leidt. Anders zou de evolutietheorie imperfect, incompleet en doelloos blijven.

    De leer van Reïncarnatie verschilt van de algemeen aanvaarde Evolutietheorie

    door een geleidelijke maar continue evolutie van het subtiele lichaam door vele grofstoffelijke

    gedaanten te erkennen. Het grofstoffelijke lichaam kan verschijnen of verdwijnen,

    maar het subtiele lichaam blijft bestaan, zelfs na ontbinding van het grofstoffelijk

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    13/14

    lichaam – en manifesteert zich opnieuw in een andere gedaante.

    Indien de Reïncarnatietheorie op de juiste wijze wordt begrepen, is zij een toevoeging

    aan de Evolutietheorie. Zonder dit uiterst belangrijke supplement zal de Evolutietheorie

    nooit compleet en volmaakt zijn. Evolutie verklaart het proces van het

    leven, terwijl Reïncarnatie het doel van het leven verklaart. Beide moeten daarom

    hand in hand gaan om de verklaring in ieder opzicht bevredigend te maken.

    James Freeman Clarke zegt in Ten Great Religions, II:190,

    "De populaire wetenschap van tegenwoordig zegt, dat de mens via de lagere

    levensvormen tot zijn huidige staat van ontwikkeling is gekomen. Datgene

    dat evolutie wordt genoemd, leert, dat we onze huidige staat hebben bereikt

    na een zeer lange en geleidelijke ontwikkeling uit de laagste, dierlijke organisaties

    van het leven.

    "Het is een feit, dat de darwiniaanse theorie geen aandacht schenkt aan de

    evolutie van de ziel, maar alleen aan die van het lichaam. Naar het mij toeschijnt,

    zou een combinatie van de twee gezichtspunten vele problemen kunnen

    oplossen, die zich nog steeds aan de theorieën van natuurlijke selectie en

    het overleven van de meest aangepasten (survival of the fittest) hechten.

    "Als we moeten geloven in de Evolutietheorie, geef ons dan de hulp van de

    ziel zelf bij deze ontwikkeling naar nieuwe soorten. Zodoende kunnen wetenschap

    en filosofie samenwerken en zal de poëzie niet aarzelen haar hulp

    te schenken".

    De evolutie van het lichaam is afhankelijk van de evolutie van de levenskiem of

    de individuele ziel (jivatma). Wanneer we deze twee combineren, is de uitleg compleet.

    De Reïncarnatietheorie vormt op een logische wijze de noodzakelijke oplossing

    voor de voltooiing van de Evolutietheorie.

    Als we een onafgebroken evolutie van een eenheid van de levenskiem door vele

    grofstoffelijke manifestatie heen erkennen, aanvaarden we onbewust de lessen van deReïncarnatieleer. Bij het passeren van verschillende levensvormen en manifestaties

  • 8/15/2019 Bhakti Holland 3. Evolutie en Reïncarnatie

    14/14

    verliest de levenseenheid niet haar identiteit of individualiteit. Zoals een atoom zijn

    identiteit of individualiteit niet verliest (als je me toestaat te veronderstellen, dat een

    atoom een soort individualiteit heeft), hoewel hij reist van mineraal naar plant en

    naar dier, zo behoudt de levenskiem altijd zijn identiteit of individualiteit, terwijl hij

    door alle verschillende evolutiestadia reist.

    Daarom wordt in de Bhagavad Gita gezegd, zoals in ons dagelijks leven de individuele

    ziel verhuist van een babylichaam naar een kinderlichaam en van een jong

    lichaam naar een oud lichaam en alle indrukken, ideeën en ervaringen met zich meedraagt,

    die het in voorgaande stadia van zijn bestaan heeft verzameld en precies op

    tijd reproduceert, op dezelfde manier verhuist de individuele ziel van een man, die

    sterft, van een oud lichaam naar een nieuw en neemt het subtiele lichaam met zich

    mee, waarin alle ervaringen liggen opgeslagen, die hij tijdens zijn reïncarnaties heeft

    verzameld. Wijze mensen, die dit weten, hoeven nooit bang te zijn voor de dood. Ze

    weten, dat de dood niets anders is dan louter een overstap van het ene lichaam naar

    het andere.

    Als iemand er niet in slaagt om zijn lagere natuur met zijn hogere natuur te

    overmeesteren, gaat hij het in zijn volgende incarnatie opnieuw proberen en begint

    op het punt, dat hij in zijn laatste leven had bereikt. Hij begint niet weer bij het begin,

    maar bij het laatste stadium, waar hij was aangekomen. We zien dus, dat Reïncarnatie

    een logisch vervolg is van Evolutie. Reïncarnatie maakt de theorie perfect en geeft

    de verklaring voor de oorzaak van de morele en spirituele natuur van de mens.

    Alle eer aan Guru en Gauranga.

    Stichting Bhakti Holland

    Met dank aan Indira Dasi

    Websites: Bhakti-holland.com * Bhaktiyogacenter.nl * Ekadasi.nl * Rathayatrafestival.com *Bhagavadgitaseminar.com

    Email: [email protected]

    mailto:[email protected]:[email protected]:[email protected]