Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

561
Gemeente Amsterdam RAADSDRUK Begroting 2011 RAADSDRUK Begroting 2011 Gemeente Amsterdam

description

Concept- Begroting 2011 Gemeente Amsterdam.

Transcript of Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Page 1: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Gemeente Amsterdam

RAADSDRUKBegroting 2011

RA

AD

SDR

UK

Beg

roting

2011 Gem

eente Am

sterdam

Page 2: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Gemeente Amsterdam

Raadsdruk

Begroting 2011 6 oktober 2010

Page 3: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Dit is een publicatie van de Gemeente Amsterdam Directie Concern Financiën Postbus 202 1000 AE Amsterdam Bezoekadres: Stadhuis, Amstel 1 Telefoon: 020-6241111 Internet: www.amsterdam.nl Dit boek is gedrukt met milieuvriendelijke inkten op milieuvriendelijk papier

Page 4: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Inhoud Leeswijzer 1 1 Inleidend hoofdstuk 3 2 Bestuurlijke hoofdlijnen 7 Beleidsinhoudelijk 9

Programakkoord en indicatoren 15 Financieel 23 3 Programma’s 51

Openbare orde en veiligheid 52 Werk en inkomen 68 Zorg 90 Educatie, jeugd en diversiteit 112 Verkeer en infrastructuur 139 Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 171 Cultuur en monumenten 189 Milieu en water 203 Economie en haven 227 Facilitair en bedrijven 253 Stedelijke ontwikkeling 269 Bestuur en concern 311 Dienstverlening 335 Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 347 Algemene dekkingsmiddelen 349

4 Gemeentebrede aspecten 365 Risico’s en weerstandsvermogen 367 Financiering 378 Lokale heffingen 384 Verbonden partijen 389 Onderhoud van kapitaalgoederen 399 Gemeentelijk grondbeleid 412 Bedrijfsvoering 414 Duurzaamheid 430

5 Cijfermatige overzichten 439 Leeswijzer 441 Programmabegroting 443 Baten en lasten per resultaatgebied 447 Overzicht rentelasten 503 Subsidiestaat 507 Subsidies ten laste van de stelposten 517 Routinematige investeringen 521

Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering zal worden voorgelegd 529 Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door ons College zal plaatsvinden 533

Raming EMU saldo 545 Personele verantwoording 549

Page 5: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)
Page 6: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Leeswijzer Begroting 2011 De begroting is bedoeld voor uw Vergadering en bevat de beleidsvoornemens van ons College voor 2011 en de financiële vertaling daarvan.

1 Inleidend hoofdstuk In het inleidend hoofdstuk vindt u een overzicht van het College van Burgemeester en Wethouders en de portefeuilles waar zij verantwoordelijk voor zijn. Tevens vindt u in dit hoofdstuk een organigram van de gemeentelijke organisatie.

2 De bestuurlijke en financiële hoofdlijnen In dit hoofdstuk worden de bestuurlijke hoofdlijnen voor het komende jaar aangegeven. Dit hoofdstuk bestaat uit drie onderdelen:

1. de beleidsinhoudelijke hoofdlijnen 2. de uitwerking van het programakkoord in een compacte set doelstellingen met bijbehorende

indicatoren 3. en de financieel technische hoofdlijnen

3 De programma’s De kern van de begroting wordt gevormd door de programma’s die elk zijn onderverdeeld in twee of meer subprogramma’s. In de programma’s wordt aangegeven welke maatschappelijke effecten worden nagestreefd in 2011, wat de voorgenomen doelstellingen en resultaten zijn en welke activiteiten en middelen daartoe worden ingezet. Ieder programma is onderverdeeld in de volgende onderdelen. � Maatschappelijk effect: hier vindt u de beschrijving van het maatschappelijk effect van de

activiteiten van het programma � Kerncijfers: hier vindt u de financiële kerncijfers van het programma � Doelstellingen, activiteiten en financiën per sub programma: hier vindt u per subprogramma

antwoord op de vragen: hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken, wat gaan we ervoor doen en wat mogen de activiteiten kosten

� Reserves, voorzieningen, investeringen: hier vindt u informatie over de reserves die ultimo 2011 zijn afgewikkeld, de reserves die naar verwachting ultimo 2011 niet zijn afgewikkeld, de voorzieningen die ultimo 2011 zijn afgewikkeld en de voorzieningen die naar verwachting ultimo 2011 niet zijn afgewikkeld. Tevens worden investeringen toegelicht

� Verdelingsvoorstel: hier vindt u het voorstel van ons College over de toe te kennen prioriteiten en posterioriteiten

Informatie over het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing is als apart onderdeel opgenomen.

4 Gemeentebrede aspecten Voor een aantal onderwerpen is een paragraaf opgenomen waarin een “dwarsdoorsnede” wordt gepresenteerd van de verschillende resultaatgebieden. De onderwerpen zijn: � risico’s en weerstandsvermogen � financiering � lokale heffingen � verbonden partijen � onderhoud van kapitaalgoederen � grondbeleid � bedrijfsvoering � duurzaamheid

Raadsdruk Begroting 2011 1

Page 7: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Cijfermatige overzichten In dit deel van de begroting vindt u een aantal financiële overzichten op detailniveau. Dit bevat onder andere de programmabegroting. Daarnaast zijn hier de subsidiestaat en het investeringsoverzicht opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 2Raadsdruk Begroting 2011 2

Page 8: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1 Inleidend hoofdstuk Organigram College van Burgemeester en Wethouders

Raadsdruk Begroting 2011 3Raadsdruk Begroting 2011 3

Page 9: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Gemeente Amsterdam

College van burgemeester en wethouders

Stadsdeelraden

Dagelijkse besturen

Rekenkamer

Gemeentelijke Ombudsman

Raadsgriffie

Gemeenteraad

Stadsdeelorganisaties Noord Centrum Zuidoost Nieuw-West West Zuid Oost

Gemeentelijk diensten en bedrijven ACAM Accountancy en Advies * Afval Energie Bedrijf (AEB) Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) Dienst ICT (DICT) Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (dIVV) Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) Dienst Noord/Zuidlijn Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S) Dienst Persoonsen- en Geo- informatie(DPG) Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) Dienst Stadstoezicht Dienst Verzekeringszaken (VGA) Dienst Werk en Inkomen (DWI) Dienst Wonen Zorg en Samenleven (DWZS) Dienst Zuidas Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) Economische Zaken (EZ) Gemeentelijke Ombudsman Geneeskundige- en Gezondheidsdienst (GGD) Haven Amsterdam Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Ontwikkelingsbedrijf (OGA) Projectmanagementbureau (PMB) Servicehuis Personeel (SHP) Stadsarchief Amsterdam (SAA) Stadsbank van Lening (SBL) Waternet Wibautgroep * Aansturing door College betreft bedrijfsvoering. Accountantscontrole vindt plaats in opdracht van de Gemeenteraad. Op www.amsterdam.nl staan de websites van de gemeentelijke diensten en bedrijven van Amsterdam.

Zetelverdeling Amsterdam 2011 Partij Aantal zetels PvdA 15 VVD 8 GroenLinks 7 D66 7 SP 3 CDA 2 Red Amsterdam 1 Partij voor de Dieren 1 Trots op Nederland 1 Totaal 45

Bestuursdienst (BDA)

Raadsdruk Begroting 2011 4

Page 10: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

College van Burgemeester en Wethouders

Burgemeester Eberhard van der Laan is verantwoordelijk voor Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid, Regelgeving en Handhaving, Algemene zaken, Communicatie, Juridische Zaken en de Bestuursdienst.

Wethouder Lodewijk Asscher (PvdA) beheert de portefeuilles Financiën, Jeugdzaken, Educatie en Project 1012.

Wethouder Carolien Gehrels (PvdA) beheert de portefeuilles Economische Zaken, Waterbeheer, Monumenten, Kunst en Cultuur, Lokale Media, Bedrijven, Deelnemingen, Bedrijfsvoering en Inkoop.

Wethouder Eric van der Burg (VVD) beheert de portefeuilles Zorg en welzijn, Sport en Recreatie, Luchthaven, Personeel, Organisatie en Integriteit, Dienstverlening en Externe Betrekkingen en Dierenwelzijn.

Wethouder Freek Ossel (PvdA) beheert de portefeuilles Wonen en Wijken, Armoede, Openbare Ruimte en Groen, Programma Maatschappelijke Investeringen (PMI), Koers Nieuw West, Zeehaven en Westpoort

Wethouder Maarten van Poelgeest (GroenLinks) beheert de portefeuilles Ruimtelijke Ordening (incl. Bouw en Woningtoezicht) Grondzaken.

Wethouder Eric Wiebes (VVD) Wethouder Eric Wiebes beheert de portefeuilles Verkeer Vervoer inclusief de Noord/Zuidlijn, ICT, glasvezel en Luchtkwaliteit.

Wethouder Andrée van Es beheert de portefeuilles Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering en Bestuurlijk stelsel.

Gemeentesecretaris Henk de Jong is eerste adviseur van het College van B&W en eindverantwoordelijk voor de diensten van de centrale stad.

Raadsdruk Begroting 2011 5

Page 11: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 6

Page 12: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2 Bestuurlijke hoofdlijnen Beleidsinhoudelijk Programakkoord en indicatoren Financieel

Raadsdruk Begroting 2011 7

Page 13: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 8

Page 14: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Beleidsinhoudelijk Inleiding De gemeente Amsterdam stevent af op flinke financiële tekorten in de komende jaren. De uitgaven stijgen, de inkomsten dalen. Er moet dus fors worden bezuinigd. Komend jaar € 83 miljoen, oplopend naar ruim € 208 miljoen structureel vanaf 2014. In absolute getallen was de financiële opgave voor het stadsbestuur nog nooit zo groot. Het nieuwe college is dan ook doordrongen van de ernst van de situatie waarin het deze begroting aanbiedt. Kiezen voor de stad Na een forse dip groeit de Nederlandse economie slechts mondjesmaat. De wereldhandel, financiële en monetaire markten en werkgelegenheid kenmerken zich vooralsnog door onzekerheid en instabiliteit. Dit raakt ook Amsterdam. Niemand weet precies wat de toekomst ons brengt, al moeten we ons voorbereiden op minder financiële middelen van het Rijk zonder op dit moment de plannen van een nieuwe regering te kennen. We moeten daarnaast rekening houden met stijgende uitgaven, bijvoorbeeld voor uitkeringen. Ook is de financiële positie van de stad de afgelopen jaren beïnvloed door tegenvallers binnen de eigen begroting, in het bijzonder de Noord/Zuidlijn. Bij het opstellen van het Programakkoord Kiezen voor de stad is rekening gehouden met de grote bezuinigingsoperatie waar dit college voor staat. Binnen deze kaders is de begroting 2011 opgesteld. Minder geld, veel ambitie Urgente problemen in de stad moeten worden aangepakt. Ook nu er minder geld is. Amsterdammers hebben de terechte wens dat hun stad die ene unieke plek op aarde blijft, waar je je kunt ontplooien en jezelf kunt zijn. Een stad waar werk is, waar je een betaalbaar huis kunt vinden, waar kinderen goed onderwijs krijgen en waar je ’s avonds zonder angst met het openbaar vervoer kunt gaan. Een stad die we graag zo schoon en ‘gezond’ mogelijk willen nalaten aan onze kinderen. Minder geld mag daarom nooit worden verward met minder ambitie. We zullen de verbetering van de stad minder in geld moeten zoeken en meer met onze kwaliteiten moeten waarmaken. Doorzettingsvermogen, oprechte aandacht en kwaliteit in de uitvoering zijn minstens zo belangrijk om maatschappelijke ambitie waar te maken. Er staan ook mooie dingen te gebeuren: komende bestuursperiode openen het Scheepvaartmuseum, het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum weer hun deuren. Met grootscheepse verbouwingen heeft Amsterdam geïnvesteerd in haar culturele en economische toekomst. De komende jaren kunnen we beginnen daar de vruchten van te plukken. Ook blijven onze armoedevoorzieningen ondanks de krappe portemonnee op niveau. Hiermee houden we de stad niet alleen financieel maar ook sociaal gezond. Een solide begroting 2011 Al onze toekomstplannen beginnen en eindigen met een sobere, solide en sluitende begroting voor 2011. Alleen zo kunnen we de stad financieel gezond houden en Amsterdam wapenen tegen eventuele, nieuwe tegenslagen. Nu ingrijpen voorkomt dat we toekomstige generaties opzadelen met grote tekorten en bijbehorende rentelasten. Dat vraagt om fundamentele keuzes en een gerichte manier van besturen. Onze keuzes Een waarschuwing is op zijn plaats: het is onmogelijk om meer dan € 208 miljoen te bezuinigen zonder dat de Amsterdammers dit voelen. Iedere Amsterdammer zal de komende jaren geconfronteerd worden met de gevolgen van de financiële situatie van de gemeente. Het college doet er alles aan om de pijn te beperken en de lasten eerlijk te verdelen. Ingrijpen gemeentelijke organisatie Dat gebeurt allereerst door ruim de helft van de totale bezuinigingsopgave uit de gemeentelijke organisatie zelf te halen. Dat vraagt om een forse ingreep in de manier van werken, een daling van het aantal ambtenaren en slim omgaan met huisvesting, ICT en inkoop. De komende vier jaar wordt gewerkt aan een kleinere, zelfbewuste gemeentelijke

Raadsdruk Begroting 2011 9

Page 15: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

overheid, die Amsterdammers levert waar ze recht op hebben: basisvoorzieningen die gewoon goed zijn. Hervormingsagenda Niet alleen de gemeentelijke organisatie moet veranderen en bezuinigen. Er moet ook worden nagedacht over de vraag hoe we de gemeentelijke taken in de stad in de toekomst beter kunnen uitvoeren. Daarom presenteren wij bij de begroting 2011 een concept- hervormingsagenda. Met deze agenda zetten we in op een drastische hervorming van beleid. Dat is nodig om in een voortdurend veranderende samenleving en met minder middelen te kunnen blijven werken aan een sociale, economisch sterke en duurzame stad. De hervormingsagenda richt zich op vijf onderwerpen waar we grote kansen zien om betere resultaten te bereiken voor de stad en Amsterdammers. Tegelijk zullen we niet ontkomen aan keuzes en het stellen van nieuwe prioriteiten. Daarmee willen we ook flexibel kunnen inspelen op nog komende bezuinigingen van het rijk. Met deze agenda willen we kansen kunnen blijven bieden op begeleiding naar werk, op adequate zorg en ondersteuning waar nodig in het meedoen in de Amsterdamse samenleving. Toezicht en handhaving dragen bij aan een veilige stad, maar kan veel effectiever en efficiënter. De crisis heeft duidelijk gemaakt dat onze wijze van het maken van ruimtelijke plannen en het verrekenen van kosten en baten anders moet om ruimte te kunnen blijven bieden voor nieuwe woningen, herstructurering, bedrijven, groen en een kwalitatief goede openbare ruimte. Samenwerking binnen en buiten de gemeente dient versterkt te worden. We zullen samenhangenden en krachtiger prestaties moeten leveren in nauwe samenwerking met betrokken maatschappelijke organisaties. Drie basisprincipes: solidariteit, rendement, toekomstgericht Naast de eigen bestuurlijke organisatie zal er in 2011 gekort worden in het sociale (€ 12 miljoen) en het fysieke domein (€ 31 miljoen). Bij het maken van deze keuzes hanteert ons College drie basisprincipes. Ten eerste zal iedereen die de gemeente écht nodig heeft op ons kunnen blijven rekenen. Solidariteit is een wezenskenmerk van onze stad. Die sociale verbondenheid maakt dat mensen bij wie het tegen zit, mee kunnen blijven doen of noodzakelijke zorg kunnen ontvangen. Ten tweede kijken we zeer kritisch naar wat uitgaven opleveren. ‘Effectiviteit per euro’ speelt een cruciale rol bij het bepalen van onze bestedingen. Bij de besteding van gemeentegeld wordt gekozen voor die alternatieven die het meeste rendement opleveren voor de Amsterdammer. Ten derde kiest ons College ervoor om te blijven investeren in de vitale infrastructuur die nodig is voor de duurzame toekomst van de stad. Zo voorkomen we dat soberheid gelijk komt te staan aan stilstand. Amsterdam moet straks volop mee kunnen draaien als de economische kansen zich voor doen. Ons College zal hiervoor een beroep doen op het Amsterdams Investeringsfonds (AIF). Amsterdammers en de gemeente Ons College legt de komende jaren een ander accent op de rol van de gemeente in de stad. Op veel gebieden verschuift de inzet van ‘regelen en reguleren’ naar ‘stimuleren en faciliteren’. Solidariteit, rendement en gericht investeren vormen de leidraad bij het besteden van de schaarse middelen om de stad aantrekkelijk te houden en financieel op orde te krijgen. Dat is de belofte van dit college aan alle Amsterdammers. Keerzijde is dat Amsterdam de komende jaren een beroep zal doen op de veerkracht van alle Amsterdammers, organisaties en bedrijven. De stad zal zich aan moeten passen aan de veranderde omstandigheden. Daar waar instanties geraakt worden door een vermindering, of stopzetting, van subsidies zal de gemeente dit in 2011 in veel gevallen geheel of gedeeltelijk compenseren, zodat zij de bedrijfsvoering hierop kunnen aanpassen. De bezuinigingen zullen de komende jaren ook van invloed zijn op de hoogte van het stadsdeelfonds. Stad en stadsdelen zullen deze effecten gezamenlijk uitwerken en zoeken

Raadsdruk Begroting 2011 10

Page 16: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

naar schaalvoordelen en maatregelen die de onderlinge rolverdeling versterken en de Amsterdammers zoveel mogelijk ontzien. Bedrijfsvoering en dienstverlening De helft van de totale bezuinigingen wordt gehaald uit de gemeentelijke organisatie. In 2011 wil ons College een bezuiniging van bijna € 40 miljoen realiseren door onder meer te bezuinigen op de onderdelen Bestuursdienst (€ 4,7 miljoen), huisvesting (€ 4,6 miljoen), inkoop (€ 4,2 miljoen) en personeel (€ 14,2 miljoen). In de periode tot 2014 moet het bestaande ambtenarenapparaat met enkele honderden slinken. Om toezicht te houden op de voortgang van de bezuinigingen en de realisatie ervan te waarborgen, zullen gerichte organisatorische maatregelen volgen. Deze veranderingen gaan niet over een nacht ijs. De nadruk ligt op het leveren van kwalitatief goede dienstverlening bij alle basisvoorzieningen van de gemeente: van het aanvragen van een nieuw rijbewijs of een kapvergunning tot het verstrekken van armoedevoorzieningen of een rolstoeldeken. Dat vraagt ook om heldere focus en duidelijke taakverdeling binnen de gemeentelijke organisatie. Ons College zet hiermee de volgende stap in het proces naar 1 Amsterdam, dat is ingezet bij de herindeling van de stadsdelen. Het college ziet zich genoodzaakt om een groot bedrag in de gemeentelijke ICT te investeren. Het gaat om een bedrag van ten minsten € 60 miljoen tot 2014. Dit is noodzakelijk om de genoemde ambitie op het terrein van de dienstverlening waar te kunnen maken: goede basisvoorzieningen vragen om een dito ICT. Ons College heeft er duidelijk niet voor gekozen om met tijdelijke, minder dure oplossingen de ergste nood te lenigen, maar een investering te doen die na vier jaar een jaarlijkse besparing van € 20 miljoen oplevert. Tevens heeft ons College in de Actualisatie 2010 € 22 miljoen uitgetrokken voor het wegwerken van achterstallig onderhoud op het terrein van ICT en € 2 miljoen voor de voorbereidingen om het realisatieplan in 2011 te kunnen uitvoeren. Sociale domein Veiligheid Veiligheid is een primaire levensbehoefte en een speerpunt van dit college. Ondanks de bezuinigingen wordt aan de capaciteit voor toezicht en handhaving op straat niet getornd. Toezichthouders en straatcoaches zijn net als in 2010 herkenbaar op straat aanwezig. Ook de aanpak van criminaliteit binnen het Project 1012 en een lik-op-stuk aanpak in combinatie met recidivebeperkende trajecten voor criminele en risicojongeren, blijven in 2011 de volle aandacht houden. Bezuinigingen worden gerealiseerd door minder ondersteuning van overlegstructuren, een voorlopige begrenzing van het aantal veiligheidshuizen tot twee en beperking van de reikwijdte van de gebiedsaanpak. Jeugd en Onderwijs Investeren in kinderen blijft een van de belangrijkste prioriteitenIeder kind in Amsterdam heeft recht op een goede school. Ons College zet de kwaliteitsaanpak basisonderwijs voort en zorgt voor een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen in de stad. Schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten worden onverminderd aangepakt. In 2011 is er minder investeringsruimte voor schoolgebouwen. Dat is moeilijk, maar ons College kiest er uitdrukkelijk voor om kwaliteit van het onderwijs zelf de voorrang te geven. Binnen de portefeuille Jeugd en Onderwijs is een aantal pijnlijke keuzes gemaakt. Ons College kiest duidelijk voor het in stand houden en verbeteren van kerntaken: kwaliteit van onderwijs, maar ook voor een duidelijke verbeterslag in de Jeugdzorg. Hoe complex dit soms ook is, houdt ons College vast aan haar ambitie om Amsterdam voor alle Amsterdamse kinderen een kwalitatief goede stad te laten zijn om in op te groeien. Deze keuze heeft direct pijnlijke gevolgen voor enkele organisaties binnen de portefeuille. Dat geldt bijvoorbeeld voor twee organisaties voor talentontwikkeling, Nowhere en Studio West. Ook van het Streetcornerwork, de Ketenunits, Basta school tv en het Stedelijk Jongeren Netwerk worden de subsidies afgebouwd.

Raadsdruk Begroting 2011 11

Page 17: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Werk en meedoen De werkloosheid in Amsterdam is de laatste jaren tot bijna 6% gestegen en de prognose is dat dit percentage de komende tijd eerder zal stijgen dan dalen. Dat betekent dat de druk op zowel het uitkeringsbudget, als op de re-integratiegelden toeneemt. Meer mensen doen een beroep op de steun van Dienst Werk en Inkomen (DWI). Op de middelen die de rijksoverheid hiervoor beschikbaar stelt, wordt flink gekort. Tevens houdt dit college vast aan de in het Programakkoord gestelde besparing van € 15 miljoen op inkomensvoorzieningen. DWI ziet zich voor de taak gesteld met minder geld, meer mensen te helpen. De wijze waarop wordt bij de Voorjaarsnota 2011 besproken in de gemeenteraad. Zie ook de passage over de hervormingsagenda. Ons College trekt hoe dan ook € 4 miljoen uit om de capaciteit bij DWI op de werkvloer te vergroten. Via Pantar Amsterdam werken 3.000 mensen in de Sociale Werkvoorziening. De gemeentelijke bijdrage voor Pantar Amsterdam was in 2010 4 miljoen euro. Deze daalt naar € 2,5 miljoen in 2011. Ook zal de druk op de beschikbare re-integratiemiddelen naar verwachting doorwerken bij de overige trajecten van Pantar. Armoedebeleid De huidige economische en financiële toestand van de stad mogen we niet afwentelen op de allerzwaksten. Ons College kiest er expliciet voor het budget voor armoedebestrijding de prioriteit uit het Programakkoord toe te kennen van € 11,5 miljoen. Armoedevoorzieningen waarborgen niet alleen de mogelijkheid op een menswaardig bestaan, ook bieden zij de noodzakelijke basis van waaruit de eigen situatie verbeterd kan worden. Zorg De zorgsector wordt geconfronteerd met forse Rijksbezuinigingen. De gemeente Amsterdam compenseert daar een groot deel van. Zorg die voor een humaan bestaan vereist is, wordt gewaarborgd. Dat betekent behoud van voorzieningen zoals het aanvullend openbaar vervoer, waar veel ouderen en gehandicapten gebruik van maken. Ook compenseert de gemeente de bezuinigingen op de woningaanpassingen, die mensen in staat stelt langer zelfstandig te wonen, de alfahulpen en psychosociale ondersteuning. Amsterdam moet helaas ook in de zorgsector bezuinigingen doorvoeren van € 3,4 miljoen in 2011. Een deel hiervan wordt gerealiseerd door het leveren van minder uren op voorzieningen zoals hulp bij huishouden aan speciale groepen. Voorzieningen Van belangrijke sociale voorzieningen in de stad zoals Hortus en Artis wordt een bijdrage verwacht aan de financiële gezondmaking van de stad. Zij worden gefaseerd gekort op hun subsidies. Fysieke domein Wonen Zo’n 60.000 mensen zijn in Amsterdam op zoek naar een goedkope huurwoning. De starters binnen deze groep hebben een wachttijd die door de jaren heen is opgelopen tot meer dan 7 jaar. Ook de doorstromers komen steeds moeilijker aan een andere huurwoning. Ons College legt zich toe op de ontwikkeling van een beter woonruimte-verdeelsysteem voor Amsterdam. In delen van de stad is ruimte om minder sociale huurwoningen te bouwen. Dit bevordert de woningbouwproductie. Gemiddeld genomen houden we vast aan de algemene lijn van 30% sociale woningbouw. In de stadsdelen Oost en West zijn er in de bestaande voorraad veel sociale huurwoningen (70%). In deze wijken mag het percentage sociale huur naar beneden zodat hier meer doorstroming ontstaat. Besparingen in de woonsector worden onder andere doorgevoerd op de vermindering van de subsidie aan het Amsterdams Steunpunt Wonen/Huurdervereniging Amsterdam (ASW/HA) en de beëindiging van de subsidie aan Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag. Wijksteunpunt Wonen voert deels dezelfde taken uit als het Meldpunt en kan, samen met de dienst Wonen, Zorg en Samenleving, de overige diensten opvangen.

Raadsdruk Begroting 2011 12

Page 18: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Minder nieuwbouw De nieuwbouw in de stad is niet alleen hard getroffen door de economische crisis, maar ook door het structureel kleiner worden van de kantorenmarkt. Ons College grijpt daarom fors in op de grote nieuwbouwprojecten in de stad. Van alle geplande woningen en kantoren in de stad, zal een derde tot de helft de komende jaren niet gebouwd worden. Dit betekent dat (grote) delen van nieuwbouwprojecten zullen worden stilgelegd . Het overzicht van de ingrepen per project wordt separaat door ons College aan uw Vergadering aangeboden. Wijken De continuïteit van de wijkaanpak staat onder druk. Afgezien van de Rijksbezuinigingen worden ook stadsdelen geconfronteerd met de noodzaak te bezuinigen. Signalen uit de corporatiewereld duiden op een aanzienlijke teruggang in de investeringen in wijkaanpak, stedelijke vernieuwing en maatschappelijk vastgoed. Tegen deze achtergrond ontstaat het sombere beeld van een stokkende vernieuwing in die delen van de stad, die deze het hardst nodig hebben. Dit betekent een aanslag op de leefbaarheid van deze buurten en een harde knauw voor de verwachtingen van de bewoners. In de begroting is daarom € 7,5 miljoen gereserveerd voor het verbeteren van de leefbaarheid in aandachtswijken. Komende vier jaar wil ons College de verschillende sociale maatregelen en investeringen beter op elkaar afstemmen. Zo moet de aanpak van achterstandswijken gerichter gekoppeld worden aan kwaliteitsverbetering van onderwijs, renovatie van huizen en het vernieuwen van de openbare ruimte en groenvoorzieningen, (wijk)inburgeringsbeleid en sociale (wijk)voorzieningen. Actieve betrokkenheid van buurtbewoners en de inzet van bestuurders van stad en stadsdelen, met die van betrokken instanties, zijn een vereiste om deze aanpak tot een succes te maken. Bereikbaarheid, verkeer en vervoer De bereikbaarheid van de stad wordt in een klap groter op het moment dat de Noord/Zuidlijn rijdt. Tot die tijd is het vooral zaak om het werken aan de Noord/Zuidlijn zo veilig en voor de omgeving zo draaglijk mogelijk te houden. Mede op basis van het rapport van de commissie Veerman heeft ons College er voor gekozen om een aanzienlijk bedrag te reserveren voor het afdekken van risico’s die zich mogelijk nog voor doen bij de aanleg van de lijn. Dit college reserveert € 2 miljoen voor de verbetering van de verbinding van P+R’s met het openbaar vervoer. De dagtarieven van de P+R-voorzieningen worden verhoogd. Voor de eerste fase van de aanpak van de Rode Loper, het stuk tussen Dam en Spui, wordt € 5 miljoen uitgetrokken. Ons College zet, naast het Mobiliteitsfonds, € 0,5 miljoen incidenteel in om het ingezette taxibeleid voort te zetten. Gewerkt wordt aan de totstandkoming van de Amsterdamse taxiverordening 2011, waarmee de gemeente de taximarkt reguleert. Schone energie Amsterdam maakt zich klaar voor een energietransitie. Van een stad die afhankelijk is van olie, kolen en gas moet Amsterdam een stad worden die gebruik maakt van schonere energievormen en die daar zuinig mee omgaat. Dit houdt de energierekening van de Amsterdamse burgers en bedrijven betaalbaar en verlaagt de CO2 uitstoot van de stad. Ons College reserveert daarom het komende jaar € 10 miljoen uit het Amsterdams Investeringsfonds voor de peiler Klimaat, Duurzaamheid en Luchtkwaliteit. Met deze eerste tranche zal in concrete projecten worden geïnvesteerd, die aantoonbaar bijdragen aan het maken van de energietransitie en het terugbrengen van de CO2 uitstoot van de stad. In december 2010 zal ons College een concreet verdelingsvoorstel doen.

Raadsdruk Begroting 2011 13

Page 19: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het Amsterdams Investeringsfonds De Begroting 2011 kent naast de noodzaak tot grote structurele bezuinigingen een aantal incidentele baten die optellen tot € 320 miljoen, waarvan € 145 miljoen afkomstig is uit de opbrengst van de NUON verkoop. In lijn met de wens van de gemeenteraad wordt een deel van de incidentele meevallers gestort in een investeringsfonds. Voor dit Amsterdams Investeringsfonds (AIF) wordt € 200 miljoen uitgetrokken en wordt gebruikt voor Stedelijke Ontwikkeling en Bereikbaarheid, Economie en Innovatie en Klimaat, Duurzaamheid en Luchtkwaliteit. Geld dat aan het fonds wordt onttrokken, moet zichzelf in belangrijke mate terug kunnen verdienen en zo als aanjager fungeren voor economische ontwikkelingen. Het AIF biedt de unieke mogelijkheid om juist in economisch zware tijden gericht te kunnen investeren wanneer concrete kansen zich voordoen die de stad ten goede komen. Ons College stelt voor om ten behoeve van de ontwikkeling van het Food Center, en investeringen in het project 1012 en voor maatschappelijk vastgoed € 50 miljoen euro uit het AIF te tillen, aangezien deze projecten niet voldoen aan de aan het AIF gestelde criteria. Daarnaast stelt ons College investeringen voor op het gebied van (sport)evenementen, het aantrekken van buitenlandse ondernemingen en concrete duurzaamheidprojecten. Ons College wil in gesprek met uw Vergadering de criteria nader uitwerken voor toekomstige bestemmingen van middelen uit het AIF.

Raadsdruk Begroting 2011 14

Page 20: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programakkoord doelstellingen en indicatoren

Doelstelling 2: Verlaging jeugdcriminaliteit en overlast Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Afname recidive: First Offenders Licht Criminelen Potentieel Jeugdige Veelplegers Harde Kern Jeugd Afname aantal problematische jeugdgroepen Aantal VO scholen dat een schoolveiligheidsteam heeft

30% 45% 63% 90%

40

6

2/2010

2009

2010

28% 43% 60% 87%

40-37

10

25% 40% 57% 83%

37-34

Nader vast te stellen;

afhankelijk van

budget

23% 37% 53% 79%

37-34

idem

20% 35% 50% 75%

34

idem

Doelstelling 3: Geweld achter de voordeur Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Verhouding aangiften / incidenten 30% 2009 32,5% 35% 37,5% 40% Toename huisverboden 97 2009 minimaal

250 minimaal

250 minimaal

250 minimaal

250

Doelstelling 4: Mensen ontwikkelen zich naar werk (zie ook bij armoede) Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Uitstroom naar werk in een jaar 2.513

(2009) 3.500 4.000 4.000 4.200

Doelstelling 5: Meer jongeren terug naar school of aan het werk Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Percentage jongeren dat binnen een jaar terug naar school gaat of aan het werk is

40% 42% 44% 45%

Percentage jongeren dat na aanmelding bij het Jongerenloket binnen 4 weken een werkleeraanbod krijgt

38% 1e kw 2010

89% 1e kw 2010 85% 85% 90% 95%

Doelstelling 6: Mensen in de Wet Sociale Werkvoorziening ontwikkelen zich dichter bij reguliere arbeidsmarkt Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Percentage mensen dat werkzaam is bij een werkgever via Begeleid Werken

12% (2009)

12% 12% 12% 12%

1 Bij het objectieve en het subjectieve indexcijfer is daling een positief effect. Het objectieve indexcijfer bestaat uit de elementen inbraak, diefstal, geweld, overlast, vandalisme, verkeer en drugs. Deze elementen worden gemeten met behulp van in totaal 36 indicatoren. Het subjectieve indexcijfer bestaat uit drie elementen: veiligheidsbeleving, vermijdingsgedrag en buurtproblematiek. Deze elementen worden gemeten met behulp van in totaal 31 indicatoren.

Doelstelling 1: De veiligheid in alle 78 buurten is verbeterd Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Objectieve veiligheidsindex 1 80 2009 78-75 78-74 78-73 78-72 Subjectieve veiligheidsindex 76 2009

Element buurtproblemen 63 2009 61-58 61-57 61-56 61-55 Element vermijding 81 2009 79-76 79-75 79-74 79-73

Leefbaarheidsindex Wordt nog ontwikkeld

Raadsdruk Begroting 2011 15

Page 21: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 7: Betere beheersing van de Nederlandse taal en grotere kennis van cultuur en geschiedenis van de (Amsterdamse) samenleving bij Amsterdammers Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal Amsterdammers dat een taal- en inburgeringscursus krijgt aangeboden (aantal WI-trajecten)

2.514 (1e kw 2010)

6.200 6.200 6.200 6.200

Aantal Amsterdammers dat een educatietraject krijgt aangeboden (WEB-traject)

2.826 (2009)

1.375 1.375 1.375 1.375

Doelstelling 8: Verhogen bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Bereik voorzieningen per jaar 69%2 (2008)

80% 85% 90% 90%

Doelstelling 9: Versterken schuldhulpverlening Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Geen wachtlijst informatieadvies-gesprek en intake schuldhulpverlening

5 (2009)

Geen wachtlijst

Geen wachtlijst

Geen wachtlijst

Geen wachtlijst

Doelstelling 10: Bevorderen keuzevrijheid, onder meer door verstrekking PGB’s Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Verhoogd PGB gebruik bij cliënten individuele voorzieningen (HBH, woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen)

Percentage PGB is 11%

1-6-2010 12 % 13 % 14% 15 %

Minder bureaucratie (aanvragen, verantwoorden etc.) door:

-lichtere verantwoordingsprocedure

% PGB met zware verantwoording

1800

1-6-2010

1400

1000

Doelstelling 11: Zorg bieden aan mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal cliënten in de maatschappelijke opvang dat minimaal 3 dagdelen per week dagbesteding/arbeid heeft

50% (moet nog geverifieerd worden)

1-1-2010 60% 70% 80% 90%

Doelstelling 12: Kinderen krijgen goede scholing Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

% kinderen met een indicatie VVE3 dat deelneemt aan VVE

50 2009

70 75

80

85

# zwakke basisscholen (PO) volgens oordeel inspectie 4

18 Juli 2010

13

9

4 0

% jongeren van 23 jaar dat als leerplichtige VO en/of MBO in Amsterdam heeft gevolgd met een startkwalificatie

Nulmeting volgt in november 2010

Schooljaar 2009/2010

op basis van nulmeting

idem

idem

idem

2 In de armoedemonitor over 2009 wordt als basis een nieuwe nulmeting gedaan 3 VVE is Voor- en Vroegschoolse Educatie. 4 Het betreft de scholen die deelnemen aan de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs.

Raadsdruk Begroting 2011 16

Page 22: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 13: Snel ingrijpen bij problemen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

# Gezinnen dat instroomt in de MPG aanpak

235 2010 235 Nader vast te stellen

idem idem

Doelstelling 14: Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders voelen zich veilig in de stad. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Door homo’s ervaren discriminatie 19% Burgermonitor 2009

18 17 16 15

Doelstelling 15: Discriminatie is afgenomen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal meldingen bij Meldpunt Discriminatie Amsterdam5

965 Meldpunt Discriminatie Amsterdam, 2009

1000 1050 1075 PM

Doelstelling 16: Jeugd: structurele bijdrage van sport en bewegen aan de sportieve, gezonde en sociale ontwikkeling van alle Amsterdammers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage sportdeelname kinderen en jongeren 6 t/m 18 jaar volgens RSO6

75% 2009 77% 80% 80% 80%

Percentage kinderen en jongeren 4 t/m 18 jaar dat deelneemt aan naschools sport- en beweegaanbod

65% 2010 67% 68% 69% 70%7

Doelstelling 17: Topsport: Amsterdam op Olympisch niveau Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal programma’s en bonden verankerd in Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO)

Progr. 12 Bonden 7

2010 2010

12 7

13 8

14 9

15 9

Aantal internationale topsportevene-menten, onder te verdelen in - Jaarlijks terugkerend - Aantal van EK/WK niveau, georganiseerd in 2011-2014 (streven is 11 in totaal) - Aantal grote evenementen geacquireerd in de periode 2011-2014 voor de periode ná 2014

7 6

2010

7 1

7 4

7 2

7 48

4

Doelstelling 18: Ruimtelijk/accommodaties: a) sportievere inrichting openbare ruimte; b) voldoende basissportvoorzieningen en c) kwalitatief betere sportvoorzieningen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal op te knappen en/of te realiseren sportvoorzieningen in de openbare ruimte

6 2010 7 7 7 7

Adequate accommodatiecapaciteit basissportvoorzieningen9.

5 Deze indicator hoort bij de doelstelling dat de meldingsbereidheid in verband met gevallen van discriminatie moet toenemen. Echter, een toename van het aantal meldingen is ook voor andere interpretatie vatbaar, hij kan ook worden gezien als toename van de discriminatie. Nadere analyse van de gegevens geeft hier ieder jaar meer zicht op. 6 Richtlijn Sportdeelname Onderzoek. Norm: minimaal 1 x per maand sporten. 7 Financiële dekking voor de programma’s die hiervoor nodig zijn, moet nog gevonden worden. 8 Waarvan twee zeer grote, waarschijnlijk in 2014, of één in 2013 en één in 2014 9 Dekking voor het op peil brengen van accommodatiebestand moet nog worden gevonden.

Raadsdruk Begroting 2011 17

Page 23: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

− Sporthalcapaciteit

− Aantal hockeyvelden

− Aantal tennisbanen

26 32 221

2010 27 34

230

28 36

235

30 40

250

32 42

270

Aantal “topparken” in ontwikkeling 4 2010 4 5 6 7

Doelstelling 19: kinderen ontwikkelen culturele kansen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 % scholen met cultuureducatie in het 15programma (PO-scholen/VO-scholen)

67% / 33% 2006 86% / 65% 90% / 75%

Doelstelling 20: Stimuleren van kennis en innovatie Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Op basis van de – nog op te stellen – regionale kennis en innovatieagenda worden nader te bepalen indicatoren geformuleerd10

- - PM PM PM PM

Doelstelling 21: Faciliteren en ondersteunen van ondernemers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Gemeentelijke regeldruk neemt af (cumulatief)

01-01-2010 -6% -12% -18% -25%

Tevredenheid ondernemers over gemeentelijke dienstverlening

6.1 2010 6.5 6.7 7.0 7.0

Aantal (startende) ondernemers die geholpen worden per jaar

- - 500 500 500 500

Doelstelling 22: Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Het aantal nieuwe internationale bedrijven dat zich vestigt in de regio (cumulatief)11

- - 50 100 150 200

Aantal bedrijfsbezoeken per jaar12 - - 80 80 80 80

Behoud van een plaats in de top tien van Europese toeristensteden

7 2009 Top 10 Top 10 Top 10 Top 10

Aantal overnachtingen (in miljoenen) 8.8 2007 9 9 9 9

Waardering Kunst en Cultuur (Staat van de Stad)

Doelstelling 23: De stad groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Door een pakket aan maatregelen kan de stad zich ook na 2014 ruimtelijk ontwikkelen. De gemeente heeft daar investeringsmogelijk-heden voor. Toekomstige ontwikkelingen uit de Structuurvisie, zoals Havenstad, dokmodel Zuidas en Foodcenter zijn in 2015 een reëel

10 Doelstellingen die in de agenda worden opgenomen kunnen alleen behaald worden indien er een bijdrage uit het Amsterdam Investeringsfonds wordt gehonoreerd. 11 Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijven naar de regio worden gehaald. Indien de extra inzet die in het programakkoord is opgenomen met middelen uit het Investeringsfonds gedekt wordt, kan dit aantal minimaal verdubbeld worden 12 Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijfsbezoeken per jaar afgelegd worden. Indien er uit het Investeringsfonds extra middelen bijkomen, kunnen er +PM bedrijfsbezoeken afgelegd worden

Raadsdruk Begroting 2011 18

Page 24: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

perspectief.

Doelstelling 24: Amsterdam stabiliseert de CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambitie om (ten opzichte van 1990) in 2025 de CO2 uitstoot met 40 procent te reduceren Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Jaarlijkse CO2 uitstoot 1990 Jaarlijkse

toename is tot staan gebracht

Doelstelling 25: Vergroting aanbod woningen voor studenten en jongeren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal gerealiseerde studentenwoningen (door een mix van maatregelen,niet alleen nieuwbouw)

9.000 (over gehele bestuursperiode)

Aantal gerealiseerde jongerenwoningen (idem, door een mix van maatregelen)

2.500 (over gehele bestuursperiode)

Doelstelling 26: Klimaatneutraal bouwen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Minimaal 40% van de tussen 2010 en 2014 gerealiseerde nieuwbouw is klimaatneutraal.

minimaal 40% klimaatneutraal

Voorbereidingen voor 100% klimaatneutrale nieuwbouw vanaf 2015

Afronding in 2014

Doelstelling 27: De hoeveelheid broedplaatsen groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal vierkante meters broedplaats (aantal m2 BVO, cumulatief)

ca. 100.000 m2 31-12-2009

120.000 130.000 140.000 150.000

Doelstelling 28: Aanpak leegstaande kantoren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal m2 dat getransformeerd wordt naar nieuwe functies

200.000 m2 over gehele bestuursperiode

Doelstelling 29: Vergroting eigen woningbezit naar 35% van de woningvoorraad Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage eigen woningbezit volgens tweejaarlijks onderzoek Wonen in Amsterdam

29 % Mei 2009 31 % geen meting

34 % geen meting, doel 35 %

Doelstelling 30: De aanpak van illegale verhuur in de sociale huursector wordt uitgebreid, o.a. door middel van Zoeklicht Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal vrijgekomen onrechtmatig verhuurde woningen

650 2007 1200 1200 1200 1200

Aantal handhavingsbesluiten 900 2007 1300 1300 1300 1300

Raadsdruk Begroting 2011 19

Page 25: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 31: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal labelsprongen bij woningen sociale sector 23.000 2009 tussen 75.000 en 100.000 (in de periode 2011-2014)

Doelstelling 32: Het bieden van ondersteuning aan mensen op het gebied van wonen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Uitbreiding huurdersondersteuning vanuit de steunpunten wonen

dienstverlening uitgebreid

Doelstelling 33: Aantrekkelijke, leefbare wijken Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Alle buurten en inwoners bereiken het gemiddelde niveau NAP op sociaal, fysiek en economisch terrein in 2018.13

Zie Monitor Wijkaanpak

2008 Jaarlijkse gemiddelde stad is Streefwaarde

Doelstelling 34: De Gemeente Amsterdam verbetert in de periode 2011-2014 haar ICT Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Amsterdam laat van 2010-2014 een verbetering van zien 16 % ten opzichte van de ICT benchmark voor Nederlandse gemeenten.

p.m. 1 januari 2011

2% 5% 10% 16%

Doelstelling 35: Minder ernstige verkeerslachtoffers Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Het aantal ernstige verkeersslachtoffers

353 2009 345 335 325 315

Doelstelling 36: Minder incidenten in het openbaar vervoer Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Het aantal aangiften van reizigers en incidentmeldingen door vervoerbedrijven bij de politie wat betreft criminaliteit en overlast in en rond het openbaar vervoer

In ontwikkeling

In ontwikkeling

In ontwikkeling

In ontwikkeling

In ontwikkeling

In ontwikkeling

Doelstelling 37: Mensen voelen zich veilig in en om de taxi Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 percentage negatieve beoordelingen (5 of lager) over taxiritten in Amsterdam

8% 2009 8% 7% 6% 5%

Doelstelling 38: Gebruik P+R-plekken Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal parkerende auto’s op Amsterdamse P+ R terreinen

422.065 2009 Nader in te vullen

Nader in te vullen

13 Het uitgangspunt is dat de buurten dan niet langer in de probleem-categorieën zeer veel aandacht of veel aandacht vallen. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de indicatoren: leefsituatie-index, Cito-eindtoets, startkwalificatie, sociale cohesie, minima < 18 jaar, werkloosheid, banen, sociale huur, leefbaarheid en veiligheid.

Raadsdruk Begroting 2011 20

Page 26: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 39 : Betere toegankelijkheid OV Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Bushaltes die toegankelijk zijn voor mensen met een fysieke beperking

Aantal bushaltes toegankelijk: 0

2008 Aantal bushaltes in Noord, Zuidoost en Westerpark

Aantal bushaltes in Geuzenveld, Slotervaart, Westpoort en Osdorp

Aantal bushaltes in Bos en Lommer, Baarsjes, Oud West, Oud Zuid en Zuideramstel

Aantal bushaltes in Centrum en Zeeburg (gehele programma 918 bushaltes)

Doelstelling 40: Meer fietsers indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aandeel fiets in de modal split14 Volgt na

vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Doelstelling 41: Luchtkwaliteit verbeteren Indicator Nulmeting en

peildatum 2011 2012 2013 2014

Oordeel NSL of Amsterdam op schema ligt om doel 2015 te bereiken (2015: reductie van NO2 met 0,5 µ / m3 in 2015 door projecten uit VGS)

Ontwikkeling op schema

Ontwikkeling op schema

Ontwikkeling op schema

Ontwikkeling op schema

Doelstelling 42: De stad is financieel gezond Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Realisatie bezuinigingen per jaar € 81,5

miljoen

€ 57,7 miljoen (cumulatief: € 139,2)

€ 37,6 miljoen (cumulatief: € 176,8)

€ 34,4 miljoen (cumulatief € 211,2)

Structureel evenwicht inkomsten - uitgaven

Weerstandsvermogen voldoende om risico’s op te vangen

Voldoende ruimte om te investeren (AIF)

14 De verdeling van de verschillende vervoersvormen over de auto, het OV en de fiets

Raadsdruk Begroting 2011 21

Page 27: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 22

Page 28: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Financiële hoofdlijnen

1 Inleiding De gemeente Amsterdam staat voor een grote financiële opgave. Uitgaven nemen toe, terwijl inkomsten afnemen. Een gezonde financiële basis met voldoende bestedingsruimte is niet meer vanzelfsprekend. Ons College ziet het als zijn taak om, ook voor toekomstige generaties, de gemeentelijke financiën meerjarig op orde te krijgen en te houden. Daarom staan wij een financieel beleid voor met de volgende uitgangspunten: � een (meerjarig) structureel sluitende begroting � het op peil houden van het weerstandsvermogen van de gemeente � een voldoende niveau van reserves en voorzieningen � geen dekking van structurele uitgaven met incidentele middelen � voldoende financiële ruimte om te kunnen blijven investeren in de stad � speciale aandacht voor risicovolle projecten � prudent treasurybeleid Deze uitgangspunten zijn gerespecteerd en gehanteerd bij het opstellen van de Begroting 2011 en hebben samen met de uitgangspunten uit ons Programakkoord 2010-2014 geleid tot een forse structurele bezuinigingstaakstelling van € 83 miljoen in 2011, oplopend tot € 208 miljoen vanaf 2014. Dat betekent dat wij voor moeilijke en soms pijnlijke keuzes gesteld worden en nog gesteld zullen worden. Iedereen in de stad zal de gevolgen van de noodzakelijke bezuinigingen voelen, maar getracht is de pijn zo eerlijk mogelijk te verdelen. Er is voor gekozen om het zwaartepunt van de bezuinigingen bij de gemeentelijke organisatie zelf neer te leggen: € 112 miljoen van de benodigde besparingen wordt binnen de gemeente gevonden. Het is echter onvermijdelijk dat de bezuinigingen effect hebben op de stad en de mensen die daar wonen en werken. Er is gezocht naar de besparingsmogelijkheden die – ook op de langere termijn – het (leef)klimaat in de stad en het welzijn van de burgers en de ondernemers ontzien en, waar mogelijk, de economische groei bevorderen.

Bezuinigingen 2011-2014 (x € 1 miljoen)

Bedrijfsvoering; € 112 Fysiek; € 41

Sociaal; € 41

De gemeentefinanciën verkeren in structureel opzicht in zwaar weer, maar tegelijkertijd ook in de omstandigheid dat er voldoende incidentele middelen zijn om te kunnen blijven investeren. In 2011 beschikt de gemeente over middelen die vrij komen door de eerdere verkoop van Nuon-aandelen en een gunstig rekeningresultaat 2009. Daardoor is ons College in staat om de prioriteiten in het programakkoord financieel te ondersteunen, maar ook om een flinke dotatie te doen aan het Amsterdams Investeringsfonds (AIF). Hierna worden eerst de financiële ontwikkelingen in het jaar 2010 en de jaren daarna toegelicht. Vervolgens wordt aangegeven hoe structureel dekking wordt gevonden voor de meerjarige tekorten en invulling gegeven aan de incidentele ruimte. Ook het Amsterdams Investeringsfonds wordt nader toegelicht. Aansluitend volgen paragrafen over de fondsen, waaronder het Vereveningsfonds, de

Raadsdruk Begroting 2011 23Raadsdruk Begroting 2011 23

Page 29: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

ontwikkelingen van de tarieven en onrendabele investeringen. In de laatste paragraaf wordt ingegaan op het gemeentefonds en de stadsdelen.

2 Financiële ontwikkelingen 2010 De uitkomst van de Actualisatie 2010 vertoont een voordelig resultaat van circa € 9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit is het gevolg van een aantal ontwikkelingen die hieronder worden toegelicht. Bij het opmaken van de Jaarrekening 2010 zal het definitieve resultaat bekend worden. De ontwikkelingen zijn onder te verdelen in budgetneutrale ontwikkelingen enerzijds en voor- en nadelige effecten anderzijds. Er zijn drie grote budgetneutrale effecten. Ten eerste is bij de Jaarrekening 2009 besloten dat in de Actualisatie 2010 alle reserves vakantiegeld voor een totaalbedrag van € 18,7 miljoen vrijvallen. De vrijval is al in het rekeningresultaat 2009 opgenomen en daarom in de actualisatie saldoneutraal verwerkt. Tevens is bij de Jaarrrekening 2009 besloten om een bedrag van € 20 miljoen te onttrekken aan de reserve gevormd uit de ontvangen bate door verkoop van de Nuon-aandelen. Het bedrag is bestemd voor de gemeentelijke bijdrage in de kosten van de herstructurering van het Foodcenter en aan een nieuw gevormde reserve Herstructurering Foodcenter toegevoegd. Tot slot is er in de actualisatie rekening gehouden met € 33,6 miljoen hogere integratie- en decentralisatie uitkeringen via het gemeentefonds. In de betreffende programma’s leidt dit (in veel gevallen) tot navenant hogere lasten. De grootste toevoegingen zijn een vergoeding voor de kosten van bodemsanering (€ 9,6 miljoen), de toename van de decentralisatie-uitkering leefbaarheid en veiligheid (€ 7,3 miljoen), de decentralisatie-uitkering voor de aanpak van Marokkaanse probleemjongeren (€ 4,3 miljoen), voor instapcursussen inburgering (€ 2,5 miljoen) en voor de langzaam verkeerspassage bij het Centraal Station (€ 2 miljoen). De overige uitkeringen zijn elk kleiner dan € 2 miljoen. De voor- en nadelige mutaties zijn talrijk. De grootste ontwikkelingen worden genoemd. In de Begroting 2009 en de Begroting 2010 zijn nominale aanpassingen verwerkt voor de personele en materiële kosten en de subsidies, welke achteraf gezien (substantieel) te hoog waren. In de Actualisatie 2010 zijn de te hoge indexeringen gecorrigeerd. In de Actualisatie 2010 heeft dit een totaal positief effect van ruim € 15 miljoen. Voor de Begroting 2011 is overigens eveneens een negatieve nominale bijstelling geraamd. Tegenover deze nominale correcties staat een aantal reële correcties, zoals de eerdere verwerking van de rijksbijdrage voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg, die leiden tot een incidentele verslechtering van in totaal € 20 miljoen. Ten opzichte van de begroting treedt bij de rente over reserves en voorzieningen een verbetering van € 20 miljoen op. De verbetering is het gevolg van de toename van het totaal bedrag aan reserves en voorzieningen, waarvan de rente ten gunste van de algemene dienst komt. Door een achterblijvend investeringsniveau bij onder meer onderwijshuisvestingsprojecten en cultuurpanden, bij de hoofdinfrastructuurprojecten en de Noord/Zuidlijn, vallen incidenteel afschrijvingskosten vrij voor een totaalbedrag van € 15 miljoen. Bij het Servicehuis Personeel is, vooruitlopend op de jaarrekening, een voorziening voor diverse privatiseringstrajecten vrijgevallen voor een bedrag van ruim € 8 miljoen. De situatie rondom de ICT in de gemeente verdient het om apart bij stil te staan. De Dienst ICT (DICT) is per 1 januari opgericht, op basis van de samenvoeging van het Servicehuis ICT (SHI) en de afdeling Informatie beleid van de bestuursdienst (CO-IB). Deze dienst is de spil in het streven naar een samenhangende, efficiënte en effectieve ICT-functie binnen de gemeente Amsterdam. De dienst ICT verkeert in een fase waarbij de invulling van de nieuwe dienst steeds meer vorm krijgt. Dit overgangproces verloopt niet zonder problemen. Zo is er sprake van achterstallig onderhoud bij de deelnemende diensten van het SHI (de zogenaamde BRI-diensten) en zelfs op de huidige arbeidsmarkt blijken vacatures voor ICT- functies lastig te vervullen. Daardoor is het inhuren van externen onontkoombaar. Daarnaast is gebleken dat soms nog veel verbeterd dient te worden aan de interne bedrijfsvoering; ook op dit punt was sprake van achterstallig onderhoud bij het SHI. De afgelopen jaren zijn weinig vervangingsinvesteringen uitgevoerd, waardoor de ICT van belangrijke en grote diensten sterk is verouderd. Dit is een direct risico voor de continuïteit van de bedrijfsvoering van deze diensten. De oorspronkelijke opzet bij het SHI was dat al het beheer uitgevoerd wordt voor het vaste (lumpsum)bedrag, de zogenaamde deelnemersbijdrage. Deze bijdrage hield geen gelijke tred met de toenemende beheerskosten. Dit leidde ertoe dat er minder middelen beschikbaar waren

Raadsdruk Begroting 2011 24Raadsdruk Begroting 2011 24

Page 30: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

voor vervangingsinvesteringen. Dat heeft geleid tot uitval waardoor er, duurdere, noodvoorzieningen en oplossingen gezocht moest worden. In de Actualisatie 2010 is een bedrag (€ 22 miljoen) opgenomen om het achterstallig onderhoud weg te werken. Dit is nodig om de bedrijfsvoering van de betrokken diensten te kunnen waarborgen en een stabiele basis te creëren voor de uitvoering van het Realisatieplan ICT op Open Amsterdams Peil (OAP). Voorts is bij DICT een bedrag van € 7 miljoen opgenomen voor noodzakelijke maatregelen gericht op verbetering van de interne bedrijfsvoering (uitvoering realisatieplan, inrichting ICT control en verbetering van de organisatie) en voor het tekort ten gevolge van niet gerealiseerde taakstellingen. De verwachte verslechtering van de dividenduitkering van Schiphol van € 9,5 miljoen doet zich niet voor. Dit leidt tot een voordeel ten opzichte van de begroting. Daarnaast is de vrijval verwerkt van € 18,3 miljoen, die samenhangt met de verkoop van de aandelen Nuon. Bij de verkoop van de aandelen is een bedrag van € 36 miljoen op een rekening bij de BNG gestort als compensatie voor mogelijke verborgen gebreken. Op 1 juli is dit bedrag voor de helft vrijgevallen Tot slot is er een aantal negatieve mutaties, die optellen tot een totaal van circa € 10 miljoen. Daaronder valt de terugloop van het resultaat van Haven Amsterdam met een kleine € 7 miljoen, voornamelijk het gevolg van achterblijvende gronduitgiften en het wegvallen van de containerlijnen op Oost-Azië. Vooruitkijkend naar het rekeningresultaat 2010 dient het volgende te worden opgemerkt. In de begroting en in de actualisatie wordt bij de rente eigen financieringsmiddelen uitgegaan van een rente van 3,5%. In de Jaarrekening 2010 zal worden uitgegaan van een rentepercentage overeenkomend met éénmaands Euribor. Op dit moment ligt deze rente aanzienlijk beneden het percentage waarvan in de begroting is uitgegaan. In de rekening zal daarom gerekend moeten worden op een substantieel lagere opbrengst. Daartegenover staat een aanzienlijk hogere meevaller als gevolg van het verschil tussen de in de begroting geraamde rente en de éénmaands Euribor rente bij de omslagrente – en ook de ten laste van de omslag te vergoeden rente is in de rekening lager dan de geraamde rente. Aangezien het rente-egalisatiefonds de maximale omvang van € 140 miljoen heeft bereikt komt een positief resultaat op de omslag (na aftrek van het aandeel voor de stadsdelen en Waternet) ten gunste van het resultaat van de Jaarrekening 2010. In zijn totaliteit heeft dit dus een positief effect voor de Jaarrekening 2010. In de Jaarrekening 2009 was eenzelfde effect aan de orde. In het verdelingsvoorstel wordt een nieuwe methodiek van rentetoerekening voorgesteld. Niet langer wordt uitgegaan van de één-maands Euribor, maar van de werkelijke omslagrente. Aangezien deze zowel in de begroting als in de rekening gelijk is zal het hierboven aangegeven effect in komende jaren niet meer in deze omvang voorkomen. Nominale compensatie In de Jaarrekening 2009 is in de bestuurlijke hoofdlijnen het onderzoek naar de verwerking van de nominale compensatie gemeld. De nominale compensatie wordt via de begrotingsvoorschriften aan diensten en bedrijven voorgeschreven. Het onderzoek heeft zich in de eerste helft van 2010 voltrokken en heeft het inzicht opgeleverd dat niet op alle begrotingsposten consequent de juiste nominale aanpassingen worden verwerkt. Facilitaire onderdelen mogen, beargumenteerd en onder specifieke omstandigheden, afwijken. Zij doen dat regelmatig. Onderbouwing van de afwijkingen behoeft echter aandacht. De nominale aanpassing op incidentele budgetten zoals incidentele prioriteiten wordt niet op eenduidige wijze verwerkt. Ons College zal scherper toezien op de naleving van de voorschriften en deze in een beleidsnotitie opnemen en indien nodig een voorstel voor verbetering doen.

3 Financiële ontwikkelingen 2011-2014

3.1 Vooraf

De structurele financiële ontwikkelingen kenmerken zich de komende jaren door afnemende inkomsten. Niet alleen de eigen inkomsten van de gemeente, zoals erfpacht en inkomsten van gemeentelijke bedrijven, laten een daling zien, ook de rijksbijdragen nemen af. Als rijksbijdragen afnemen zal de gemeente haar uitgaven hierop (moeten) aanpassen. Ten opzichte van de Begroting 2010 zijn zowel de baten en lasten naar beneden bijgesteld op het gebied van de middelen voor de wijkaanpak (€ 15 miljoen), brede doeluitkering economie (€ 7,8 miljoen), leefbaarheid en veiligheid (€ 4,9 miljoen), bodemsanering (€ 5 miljoen), inburgering (€ 12,9 miljoen) en participatiebudgetten

Raadsdruk Begroting 2011 25Raadsdruk Begroting 2011 25

Page 31: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

(€ 28,5 miljoen). Behalve door de noodzakelijke structurele besparingen, wordt de gemeente dus ook door teruglopende rijksbijdragen fors in haar uitgaven beknot. De bovengenoemde voorbeelden tellen al op tot € 74 miljoen. Hieronder zijn de totale lasten en baten van de begroting 2011 weergegeven.

Lasten en Baten 2011 (x € 1 miljoen)

111

1.093

380

195

439

45

131

482

109

316

209

85

67

0

0

574

11

829

141

74

232

2

12

445

130

291

201

9

30

909

354565

Openbare orde en veiligheidWerk en inkomen

ZorgEducatie & jeugd en diversiteit

Verkeer en InfrastructuurOpenbare ruimte, groen, sport en recreatie

Cultuur en monumentenMilieu en water

Economie en havenFacilitair en bedrijven

Stedelijke ontwikkelingBestuur en concern

Dienstverleninguitkering gemeentefonds (excl stadsdeelfonds)

overige batenReserves

LastenBaten

3.2 Ontwikkeling structureel tekort In het programakkoord is, op basis van het Financieel Meerjarenperspectief, de financiële opgave berekend, waar de gemeente de jaren 2011-2014 voor staat. Deze opgave betrof een verwachting van de structurele veranderingen in de gemeentelijke financiën bij ongewijzigd beleid en een inschatting van een aanvullende korting van het gemeentefonds. De bezuinigingsopgave bij het opstellen van het programakkoord is zodoende bepaald op tenminste € 79,5 miljoen in 2011 oplopend tot € 207,3 miljoen vanaf 2014.

Bedragen * € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014 Totaal

Structurele veranderingen bij ongewijzigd beleid

(FMP 2011-2014) 79,5 13,5 20,5 16,8 130,3

Aanvullende korting gemeentefonds - 26,0 27,0 24,0 77,0

Totaal structurele opgave Programakkoord 79,5 39,5 47,5 40,8 207,3

Bij het opstellen van de Begroting 2011 zijn de structurele veranderingen op een aantal onderdelen bijgesteld. Deze worden hierna toegelicht. Onze veronderstellingen uit het voorjaar over de aanvullende korting op het gemeentefonds zijn nog immer van kracht. Derhalve is voorzichtigheidshalve gerekend met een korting van € 3 miljard op het totale gemeentefonds. Uitgaande van het Amsterdamse aandeel in het gemeentefonds, de verdeling gemeentefonds-stadsdeelfonds en een gelijkmatige spreiding over de jaren 2012-2017, betekent dat in deze bestuursperiode een korting van € 77 miljoen. Tijdens de begrotingsvoorbereiding zijn de onderhandelingen over een nieuw te vormen kabinet in volle gang. Uitkomsten zijn nog ongewis. De veronderstellingen in het meerjarenbeeld over de mogelijke effecten van rijksbezuinigingen op het gemeentefonds zijn vooralsnog niet aangepast. Eerder is, onder andere in het rapport Inzet op Herstel, melding gemaakt van een onderzoek door de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) naar de uitkeringen in het gemeentefonds. Dit onderzoek was van belang voor de gemeente omdat het recht zou kunnen doen aan de financiële positie van de G4 en andere (grotere) gemeenten in het gemeentefonds. Amsterdam ontvangt samen met de drie

Raadsdruk Begroting 2011 26Raadsdruk Begroting 2011 26

Page 32: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

andere grote gemeenten sinds 1997 een vast bedrag bovenop de gewone uitkering uit het gemeentefonds. In 2010 is het vaste bedrag bijna € 300 miljoen. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. De Raad heeft, kort samengevat, geadviseerd het vaste bedrag opnieuw te onderzoeken, aangezien de uitgangspunten uit 1997 die ten grondslag liggen aan de uitzonderingspositie van de G4 volgens de Rfv ten dele niet meer relevant zijn. In reactie op het advies van Rfv hebben de G4 in het voorjaar 2010 gezamenlijk een brief gestuurd aan de staatsecretaris van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In deze brief wordt aangegeven dat de herziening van de onderbouwing van het vaste bedrag wenselijk is, maar dat de herijking van de verdeelsystematiek van het gemeentefonds – en de onderbouwing van het vaste bedrag van de G4 – op integrale wijze en in onderlinge samenhang bezien moet worden. Onze gemeente zal dit onderwerp verder bespreken met het nieuwe kabinet. De grootste structurele veranderingen ten opzichte van de cijfers gepresenteerd in het Programakkoord 2010-2014 zijn de volgende.

Bedragen x € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014 Totaal

t.o.v. 2010

Tekort bij Programakkoord -79,5 -39,5 -45,5 -42,8 -207,3

Bijstellingen in Begroting 2011

1 Gemeentefonds 5,0 PM PM PM 5,0

2 Belastingen -1,0 -1,0

3 Erfpacht 3,2 -0,9 0,4 0,2 2,9

4 Deelnemingen 3,5 -3,5 0

5 Haven 0,6 2,1 1,0 2,4 6,1

6 Afvalenergiebedrijf 1,1 -1,1 0

7 Rente eigen financieringsmiddelen -5,6 0,3 0,4 2,0 -2,9

8 Overige FMP posten -0,6 1,0 1,2 1,6

9 Uitkeringslasten WWB 12,6 -2,6 10,0

Subtotaal -60,7 -44,2 -43,7 -37,0 -185,6

Overige rompmatige ontwikkelingen

10 Zorg (WMO) -12,4 -12,4

12 Vrijval kapitaallasten Nuon -2,2 -2,2

13 Diverse -3,3 -3,3

11 Kapitaallasten onvermijdbare investeringen -4,3 -4,3

Totaal structureel tekort -82,9 -44,2 -43,7 -37,0 -207,8

� De gemeentefondsuitkering is voor het jaar 2011 € 5 miljoen gunstiger. Dit bedrag is vrij

besteedbaar, aangezien bij het opstellen van het FMP in het voorjaar voorzichtigheidshalve al rekening was gehouden met een mogelijke nominale bijstelling. Er is dus al financiële dekking aanwezig voor de gevolgen van de nieuw afgesloten CAO. Overigens is voor de jaren daarna nog geen dekking opgenomen voor de nominale ontwikkelingen (PM post)

� De ontwikkeling van de belastinginkomsten zijn minder positief dan verwacht. Dit leidt tot een structurele verslechtering van € 1 miljoen vanaf 2011

� De inkomsten uit erfpacht verbeteren in 2011 met € 3,2 miljoen. De structurele verbetering voor de periode 2011–2014 bedraagt € 2,9 miljoen

� Zoals bij de Financiële ontwikkelingen 2010 al is gemeld, doet de verwachte verslechtering van de dividenduitkering van Schiphol zich niet voor. In het FMP werd nog uitgegaan van een dividend uitkering van € 8,5 miljoen in 2011 en € 12 miljoen vanaf 2012. Op grond van de laatste ontwikkelingen is het verantwoord om reeds vanaf 2011 uit te gaan van het structurele niveau van € 12 miljoen

� Een daling van het resultaat van Haven Amsterdam was al voorzien bij het opstellen van het FMP. Bij de Actualisatie 2010 is deze daling ook verwerkt. De verwachting is dat in de jaren 2011 en verder de resultaten van de Haven weer naar het oude niveau groeien

Raadsdruk Begroting 2011 27Raadsdruk Begroting 2011 27

Page 33: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� De verbeteringen van het resultaat van het Afval Energie Bedrijf treden eerder op dan verwacht. Dit heeft een positief effect in 2011, maar levert op de langere termijn geen extra voordelen op

� De structurele inkomsten uit eigen financieringsmiddelen nemen af, doordat de omvang van de structurele reserves en voorzieningen afneemt

� De grootste post binnen de FMP post overige betreft de opbrengst van parkeergebouwen. In 2011 wordt als gevolg van lagere bezettingsgraden bij de parkeergarages, het niet verhogen van tarieven, eenmalige frictiekosten en het realiseren van het supportershome Ajax een lagere winstafdracht verwacht. De verwachting is dat het resultaat in de daaropvolgende jaren verbetert

� Het structurele tekort voor de uitkeringslasten van de Wet werk en bijstand (Wwb) wordt geraamd op € 45 miljoen. Bij deze berekening is rekening gehouden met de neerwaartse bijstelling van het budget dat het rijk eind juli heeft afgegeven en tevens is uitgegaan van de op het moment van schrijven meest recente realisatiecijfers over het aantal uitkeringsgerechtigden (juli 2010). Tevens is in de berekeningen de verlaging van de uitkeringslasten met € 15 miljoen, conform het programakkoord, meegenomen. In 2011 en 2012 worden tekorten boven de € 45 miljoen verwacht, maar deze kunnen met een onttrekking aan de risicoreserve Wwb gedekt worden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het Programma Werk en inkomen.

Ontwikkeling Wwb

Bedragen x € 1 miljoen Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Uitkeringslasten Wwb 585 528 589 625 634 634 Programakkoord -7 -13 -14 -15 dekking: Wwb Inkomensdeel (rijksbudget) -500 -466 -497 -540 -549 -549

Wwb aanvullende uitkering (rijksbudget) -11 - - - - -

overige inkomsten -24 -23 -24 -24 -24 -24 Saldo tekort 51 39 61 48 45 45

Onttrekking aan risicoreserve Wwb -14 -2 -19 -3 0 0

Saldo ten laste van de algemene dienst 37 37 42 45 45 45

� De Wmo-uitkering in het gemeentefonds is door het rijk met € 10,4 miljoen verlaagd. Ons College

heeft ervoor gekozen deze niet direct door te vertalen naar het Wmo-budget, maar op te vangen binnen de algemene dienst. Dit leidt tot een structureel nadeel van € 10,4 miljoen. Daarnaast heeft het rijk besloten in de nieuwe verdeelsystematiek voor de maatschappelijke opvang dat een aantal taken binnen de zogenoemde ‘grensstrook’ valt. Deze taken worden in het vervolg op een andere manier, namelijk via de zorgverzekeraars, gecompenseerd. Deze inkomsten zijn in de Begroting 2009 ten onrechte vrijgevallen ten gunste van de algemene dienst. Dit leidt tot een tegenvaller van € 2 miljoen

� In het FMP was uitgegaan van een structurele vrijval van kapitaallasten over de boekwaarde van de deelneming Nuon, voor een bedrag van € 6,5 miljoen. De hoogte van de kapitaallasten bedroeg echter € 4,3 miljoen. Het levert een structurele tegenvaller van € 2,2 miljoen op

� In de rompbegrotingen van diensten is een aantal rompmatige ontwikkelingen opgenomen die leiden tot een structurele verslechtering van € 3,3 miljoen. Het gaat om gestegen lasten bij DMB voor de vergunningverlening, kosten voor de zevende wethouder, te hoog ingeschatte baten van het Contactcenter en wegvallende baten bij de Bestuursdienst die verband houden met de 10%- operatie. Daarnaast wordt ook de laatste tranche van de ombuiging van SHI door de algemene dienst gedragen

� Voor investeringen in de Noord/Zuidlijn, onderwijshuisvesting, vervangingsonderhoud infrastructuur en de Hoge Sluis worden in de begroting kapitaallasten opgenomen. Het gaat hier om onvermijdelijke uitgaven. Deze zijn als structurele prioriteit in het verdelingsvoorstel bij de betreffende programma’s opgenomen. De lasten bedragen structureel € 4,3 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 28Raadsdruk Begroting 2011 28

Page 34: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Structurele prioriteiten Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving 2011

Hoge sluis (kapitaallasten) 0,40

Onderwijshuisvestingsprogramma 2011 (kapitaallasten) 1,25

Vervangingsonderhoud infrastructuur (kapitaallasten) 1,20

Noord-Zuidlijn (kapitaallasten) 1,43

Totaal structurele prioriteiten 2011 4,28

3.3 Dekking structureel tekort

In de navolgende tabel wordt een totaaloverzicht gegeven van de structurele ombuigingen vanaf 2011. In totaal zal er voor een bedrag van € 194,1 miljoen structureel worden omgebogen in de periode 2011-2014. In de bijlage bij deze Financiële Hoofdlijnen wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van alle meerjarige posterioriteiten. Het totaal bedrag aan voorgestelde bezuinigingen is lager dan het totaal bedrag in het programakkoord. Dit is het gevolg van de verlaging van de uitkeringslasten Wwb die reeds in de romp zijn verwerkt (zie toelichting Wwb in vorige paragraaf). Dit is ook opgenomen in de bijgestelde berekening van het structurele tekort 2011-2014. Het verdeelvoorstel van de Begroting 2011 bevat alle ombuigingen die vanaf 2011 zullen ingaan. In de paragraaf ‘verdelingsvoorstel’ die in alle Programma’s in opgenomen worden deze ombuigingen nader toegelicht. Daar zal ook nader worden ingegaan op eventuele risico’s met betrekking tot de haalbaarheid en fasering van de ombuigingen.

Structurele Ombuigingen 2011-2014 per pijler Bedragen x € 1 miljoen

Pijler 2011 2012 2013 2014 Totaal Bedrijfsvoering 39,6 32,8 15,7 23,8 111,9

Bestuur/concern 2,0 3,9 1,5 0,4 7,7

Bestuursdienst 4,7 1,8 0,7 0,8 8,0

Subsidieproces 0 0 0 1,5 1,5

Rentestelsel 8,0 0 0 0 8,0

Huisvesting 4,6 3,6 0 2,7 10,9

ICT 2,0 4,4 6,0 9,0 21,4

Inkoop 4,2 6,8 4,9 7,8 23,7

Personeel 14,2 12,4 2,6 1,5 30,7

Fysiek 31,3 4,8 2,2 2,9 41,3

Sociaal 12,0 7,9 16,6 4,4 40,9

Eindtotaal 82,9 45,6 34,5 31,0 194,1 Door middel van het verdeelvoorstel van de Begroting 2011 vindt besluitvorming plaats over de ombuigingen die vanaf 2011 ingaan. Bij de begrotingen in komende jaren zal telkens formeel over de volgende ombuigingstranche worden besloten.

Raadsdruk Begroting 2011 29Raadsdruk Begroting 2011 29

Page 35: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ombuigingen Bedrijfsvoering Conform het programakkoord zal het grootste gedeelte van de bezuinigingen binnen de gemeentelijke organisatie gerealiseerd worden. Effecten van de bezuinigingen op de stad, de burgers en bedrijven, worden zodoende zoveel mogelijk voorkomen. In totaal is voor een kleine € 112 miljoen besparingen opgenomen, te realiseren in de jaren 2011-2014. In de eerste twee jaren wordt bijna tweederde van de besparingen gerealiseerd. De grootste besparingen worden behaald door de structurele ICT- en personeelsuitgaven te verlagen en het realiseren van inkoopvoordelen. De besparingen zijn van dien aard dat het een andere manier van werken en aansturen van de gemeentelijke onderdelen vereist. Ons College zet daarom in op meer uniformiteit in de aansturing van processen, meer samenwerken en zal meer flexibiliteit en creativiteit van de organisatie verlangen. Dit zal de komende jaren op diverse onderdelen van de bedrijfsvoering zijn beslag krijgen. Ombuigingen Fysiek In totaal wordt ruim € 41 miljoen bespaard in de fysieke sector. De grootste ombuigingen worden gerealiseerd binnen het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (€ 8 miljoen), het Mobiliteitsfonds (€ 10 miljoen), binnen de portefeuilles verkeer (€ 10,3 miljoen) en Haven (€ 2,5 miljoen). Ten aanzien van de € 8 miljoen structurele ombuiging Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV) moet opgemerkt worden dat het in feite om een meerjarige incidentele ombuiging gaat. Het huidige budget voor ISV loopt tot en met 2014, is het niet zeker of er daarna een volgende ISV-tranche vanuit het rijk zal worden toegekend. Mogelijk leidt dit in 2015 tot een structureel dekkingstekort van € 8 miljoen. Naast deze besparingen zal wordt het gemeentelijk beleid in de fysieke sector sterk beïnvloed door de noodzakelijke keuzes ten aanzien van de verbetering van de stand van het Vereveningsfonds. Bij de grootstedelijke projecten en de Zuidas zal mede op basis van de besluitvorming in het kader van het programakkoord jaarlijks € 15 miljoen worden bespaard op uitvoeringskosten. Ombuigingen Sociaal In het sociale domein wordt bijna € 41 miljoen bespaard. Zoals eerder opgemerkt worden de besparingen op de uitkeringslasten hier niet meer gepresenteerd, maar verwerkt in de bijgestelde berekening van het structurele tekort. De besparingen binnen de sociale sector zijn divers en over verschillende portefeuilles verdeeld. Voor een toelichting wordt verwezen naar de bijlage en de desbetreffende programma’s in deze begroting. Voor 2013 is, conform het programakkoord een besparing van bijna € 10 miljoen op het Kunstenplan opgenomen. Deze besparing wordt in 2013 geëffectueerd, aangezien het huidige Kunstenplan tot en met 2012 loopt. Het voornemen is om vanaf

Bezuinigingen 2011 (x € 1 miljoen)

Fysiek; € 31,3

Sociaal; € 12,0

Bedrijfsvoering € 39,7

Inkoop; € 4,2

Personeel; € 14,2

ICT; € 2,0

Huisvesting; € 4,6

Rentestelsel; € 8,0

Bestuur/concern; € 2,0

Bestuursdienst; € 4,7

Raadsdruk Begroting 2011 30Raadsdruk Begroting 2011 30

Page 36: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2013 subsidierelaties met een aantal van de huidige 140 door het kunstenplan begunstigde instellingen te verminderen of te beëindigen. Vooral in de sociale sector zal de subsidierelatie met een aantal subsidieontvangers in 2011 beëindigd of gekort worden. Deze instellingen worden in 2011 daarvoor eenmalig, ter afbouw, geheel of gedeeltelijk gecompenseerd. De structurele bezuiniging wordt daardoor pas in 2012 in de gemeentelijke financiën zichtbaar. Het betreft een totaalbedrag van € 3,7 miljoen in 2012. In 2013 volgt nog € 0,95 miljoen (exclusief € 9,8 miljoen in het kader van het Kunstenplan). Bij de verlaging van de subsidiebedragen is een aantal criteria gehanteerd: de mate waarin de subsidies bijdragen aan de uitvoering van wettelijke taken, de aard en structuur van de werkzaamheden en de mate waarin de werkzaamheden bijdragen aan de te realiseren beleidsdoelen. Bij instemming met dit voorstel zal ons College de uitwerking in de richting van de instellingen ter hand te nemen.

Afbouw subsidies Bedragen x € 1.000 Incidentele Subsidies Structurele subsidies 2011 2012 Jaarlijks Openbare Bibliotheek Amsterdam 1.000 500 15.036 Mozeshuis 100 382 Artis 900 450 4.580 Hortus 200 409 Stichting Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam 1.000 1.031 Het gespuis 43 0 World Press Photo 26 0 Stichting Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) 200 1.118 Huurdersvereniging Amsterdam (ASW) 75 415 Meldpunt ongewenst verhuurgedrag (ASW) 189 0 Totaal 3.733 950 22.971

Haalbaarheidsrisico’s Elke ombuigingsoperatie gaat gepaard met risico’s inzake de haalbaarheid en de fasering van de realisatie. Voor de ombuigingen die bij de Begroting 2011 ingaan, worden, indien van toepassing, de risico’s in het verdeelvoorstel bij de betreffende programma’s toegelicht. Daarnaast zal in 2011 actie ondernomen worden om de zekerheid te vergroten over de realisatie van de besparingen in de jaren na 2011. Te denken is aan een onderzoek naar de wijze waarop besparingen het meest effectief geëffectueerd kunnen worden, zoals de synergievoordelen bij pontveren, de uniformering van het subsidieproces en het verlagen van de brandweerzorgnorm. Op onderdelen dienen de besparingen, of de effecten van besparingen per dienst(onderdeel) nog nader te worden uitgewerkt (bijvoorbeeld de besparingen op huisvesting, de Bestuursdienst en de sociale werkvoorziening). Om de risico’s te beheersen en de besparingen daadwerkelijk te realiseren zal ons College een andere vorm van volgen en aansturen van de gemeentelijke organisatie ontwikkelen. Ons College zal de voortgang in de realisatie van de ombuigingen strak monitoren om snel in te kunnen springen op knelpunten als die zich voordoen. De realisatie van de ombuigingen zullen een vaste plek in de planning en controlcyclus en de daarmee verbonden rapportages krijgen. Effecten voor de burger Een groot deel van de ombuigingen heeft betrekking op efficiency binnen het ambtelijk apparaat. De gevolgen hiervan voor de burger zullen over het algemeen gering zijn. Niet te voorkomen zal zijn dat de stad zal merken dat we moeten bezuinigen. Ingrijpende maatregelen, zoals beëindiging of vermindering van subsidies, zullen vooral in latere jaren merkbaar worden. De bezuinigingen kunnen de volgende effecten hebben: � direct financieel � indirect financieel – gesubsidieerde instellingen bieden diensten niet langer aan of tegen een

(hoger) tarief � afnemende dienstverlening

Raadsdruk Begroting 2011 31Raadsdruk Begroting 2011 31

Page 37: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De effecten van het tarievenbeleid (zie paragraaf 7 van dit hoofdstuk) zijn beperkt. De verhoging van het rioolrecht betekent een extra last van € 2,47 per jaar voor eigenaren van panden die zijn aangesloten op het gemeenteriool. Daarnaast zal een aantal leges verhoogd worden (zie verderop in dit hoofdstuk 7.5. Leges). De verhoging van het binnenhavengeld voor de pleziervaart komt voor rekening van bootbezitters in Amsterdam. De hogere tarieven voor P+R-voorzieningen zullen vooral de bezoekers van Amsterdam treffen. In totaal tellen de besparingen op tot € 194,1 miljoen. Afgezet tegen het structurele tekort levert dat meerjarig het volgende beeld op.

Bedragen * € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014 Totaal

Structureel tekort -82,9 -44,2 -43,7 -37,0 -207,8 Besparingen 82,9 45,6 34,5 31,0 194,1 Tekort (-) / overschot (+) 0,0 1,4 -9,2 -6,0 -13,7

In het programakkoord is voor de periode 2011-2014 in totaal € 211 miljoen aan bezuinigingen opgenomen. We gaven hierboven al aan dat het totaal bedrag nu lager is, als het gevolg van het feit dat de lagere uitkeringslasten Wwb al zijn meegenomen in de rompbegroting en de bijgestelde berekening van de structurele financiële ruimte. Dit kan dus niet meer worden meegenomen als ‘bezuinigingsmaatregel’. Het structurele tekort ten opzichte van programakkoord is vrijwel gelijk aan het tekort waarin het Programakkoord vanuit is gegaan, maar in de nieuwe berekening is de meevaller van de Wwb dus al meegenomen. Met de kennis die we nu hebben, bedraagt het structurele tekort afgerond € 14 miljoen in 2014. De aanvullende bezuinigingen die nodig zijn om de begroting structureel sluitend te maken, worden gekoppeld aan de hervormingsagenda, die wordt toegelicht in de beleidsinhoudelijke hoofdlijnen.

Meerjarenbeeld 2011-2014 (cumulatief)

€ 83

€ 12

7 € 17

1 € 20

8

€ 83

€ 12

9 € 16

3 € 19

4

€ 0

€ 1

-€ 8

-€ 14

2011 2012 2013 2014

Jaren

x €

1 m

iljoe

n

Tekort

Besparingen

hervormingsagenda

In het programakkoord is een verdeling opgenomen van de vrij besteedbare middelen. Er was rekening gehouden met € 5 miljoen structurele vrije ruimte in de periode 2011-2014. Deze ruimte is echter pas beschikbaar wanneer er méér bezuinigd wordt dan de som van het structurele tekort en de onvermijdelijke structurele uitgaven in de rompbegroting en het verdelingsvoorstel (prioriteiten). In 2011 is dit niet het geval. Dat betekent dat er geen structurele ruimte is die vrij besteedbaar is. Er zijn in het verdelingsvoorstel dan ook geen structurele prioriteiten opgenomen die voortvloeien uit het programakkoord .

1.1 Ontwikkeling incidentele ruimte Incidenteel is geen sprake van een tekort aan middelen. In het programakkoord was al duidelijk dat er, met name door het rekeningresultaat 2009 (€ 121 miljoen) en de verkoop van Nuon-aandelen een

Raadsdruk Begroting 2011 32

Page 38: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

flinke incidentele ruimte is. In de Begroting 2011 is nog een toename van de beschikbare middelen opgenomen. Dit heeft voornamelijk te maken met een hoge eenmalige vrijval van kapitaallasten door later tot uitgaven komende investeringen en een financieel voordeel door lage rentelasten. Het totaal aan beschikbare middelen voor de gehele bestuursperiode is vooralsnog berekend op circa € 507 miljoen. Voor 2011 is de totale incidentele ruimte € 320 miljoen.

Ontwikkeling incidentele ruimte 2011 Bedragen x € 1miljoen

Programakkoord 2011

1 Effecten van rente en afschrijving 42,8

2 Nuon (opbrengst + dividend) 145,4

3 Rekeningresultaat 2009 121,4

4 Overige incidentele ontwikkelingen -14,4

5 Vrijval leningfonds 61,6

Totaal incidenteel (conform Programakkoord) 356,8

Ontwikkeling begroting 2011 6 Rente eigen financieringsmiddelen 14,3

7 Incidentele vrijval kapitaallasten 17,9

8 Tweede kamer verkiezingen 1,9

9 Haven -1,0

10 Incidentele tegenvaller dienst Stadstoezicht -3,2

11 Opvangen incidentele dekking structurele besparingen -2,9

12 Dotatie weerstandsvermogen -65,0

13 Overige incidentele posterioriteiten 1,6

Totaal incidentele ruimte 2011 320,3 In het programakkoord is rekening gehouden met € 356,8 miljoen aan incidentele middelen. Daar zijn in de begroting 2011 de volgende wijzigingen op gekomen: � de rente eigen financieringsmiddelen nemen toe door een hoger volume aan incidentele

reserves en voorzieningen � door vertraging in de investeringsuitgaven treden de kapitaallasten die met de investeringen

gepaard gaan later op. Dit levert een incidentele vrijval op van bijna € 18 miljoen � lagere uitgaven ten opzichte van het FMP (€ 1,9 miljoen) voor de organisatie van verkiezingen,

aangezien de Tweede Kamer verkiezingen een jaar eerder hebben plaatsgevonden, in 2010 in plaats van 2011

� de verslechtering van de resultaten van Haven Amsterdam wordt voor € 1 miljoen als incidenteel aangemerkt. De verwachting is dat een stijging van de overslag van goederen na 2011 tot verbeteringen leidt

� de dienst Stadstoezicht laat in de begroting een meerjarig negatieve financiële ontwikkeling zien. Dit is grotendeels het gevolg van de verwachte afloop van de dienstverleningsovereenkomst met Cition bij de beoogde privatisering en de afname van omzet bij stadsdelen. Ons College is voornemens nog voor aanvang van het jaar 2011 een realistisch perspectief op te stellen voor Stadstoezicht als facilitaire dienst die in opdracht kostendekkend hoogwaardige toezicht en handhavingstaken uitvoert. Vooralsnog is de negatieve financiële ontwikkeling daarom als incidenteel aangemerkt

� de besparingen op inkoop en personeel worden taakstellend verdeeld over alle gemeentelijke diensten en bedrijven. Voor een deel komen deze besparingen niet direct ten gunste van de algemene dienst, maar bijvoorbeeld van derde partijen. In 2011 worden de mogelijkheden onderzocht om deze ‘nevenbesparingen’ toch ten gunste van de algemene dienst te brengen. De helft van de nevenbesparingen (€ 2 miljoen) worden in dit jaar incidenteel opgevangen door de algemene dienst. Vanaf 2012 wordt ook dit bedrag structureel ten gunste van de algemene dienst gebracht

� uit de 10%-bezuinigingsoperatie uit de voorgaande bestuursperiode resteert een taakstellende besparing van € 0,85 miljoen voor Waternet. Deze besparing kan op dit moment alleen gerealiseerd worden door een verhoging van het watertarief voor de inwoners van Amsterdam.

Raadsdruk Begroting 2011 33Raadsdruk Begroting 2011 33

Page 39: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ons College heeft er daarom voor gekozen deze besparing pas vanaf 2012 structureel in te boeken en in 2011 te onderzoeken of deze besparing zonder lastenverzwaring gerealiseerd kan worden

� in 2009 heeft de commissie Veerman ons College geadviseerd om het budget van de Noord/Zuidlijn met € 500 miljoen te verhogen. Ons College heeft bij de Jaarrekening 2009 afgerond € 390 miljoen daarvan van dekking voorzien en de rest vooralsnog niet. Het nog niet gedekte deel van de extra middelen had betrekking op zogenaamde kleine-kans-groot-gevolg (KKGG)-risico's. Om dit risico af te dekken heeft ons College in de rompbegroting een toevoeging aan het weerstandsvermogen opgenomen van € 65 miljoen

� In het verdelingsvoorstel is voor een bedrag van € 63,2 miljoen aan incidentele baten en besparingen opgenomen. Bij het schrijven van het programakkoord is hiermee al voor € 61,6 miljoen rekening gehouden.

3.5 Invulling incidentele ruimte

In het verdelingsvoorstel is de volgende verdeling van de incidentele ruimte voor 2011 opgenomen;

Verdeling incidentele middelen 2011 Bedragen x € 1 miljoen 2011 2012-2014 Totaal

Prioriteiten programakkoord 58,8 58,8

Overige prioriteiten programakkoord (PMI, evenementen, ICT) 32,0 18,0 50,0

Investeringsfonds 28,0 122,0 150,0

Overige prioriteiten 16,5 16,5

Frictiekosten 2011 4,6 40,4 45,0

Totaal 139,9 180,4 320,3 Prioriteiten programakkoord In onderstaande tabel is weergegeven op welke manier invulling is gegeven aan de prioriteiten die in het programakkoord opgenomen zijn. Voor een nadere toelichting op de prioriteiten wordt verwezen naar het betreffende programma. Alle opgenomen prioriteiten zijn incidenteel.

Overzicht programakkkoord prioriteiten Bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving Bedrag in programakkoord

Omschrijving prioriteit Bedrag Totaal

S Participatie en Integratie 1 Taalcoaches 0,250

Uitwerking Programma Burgerschap

en participatie 0,150

Gay Capital 0,130

Discriminatie bestrijding 0,180

Maatschappelijke begeleiding

vluchtelingen 0,250 0,960

S combifuncties sport 1 Combinatiefuncties 1,000 1,000

I Onderwijs 15 Kwaliteit onderwijs 6,200

S 1 Bureau Leerplicht Plus 0,750 6,950

Incidentele ombuigingen 2011 Bedragen x € 1

miljoen

Stelselwijziging rentetoerekening 61,6

Extra inkomsten AEB 1,0

Overige incidentele besparingen (stadsmariniers, agentschap China en vrijval voorziening

meetbouten NAP) 0,6

Totaal 63,2

Raadsdruk Begroting 2011 34Raadsdruk Begroting 2011 34

Page 40: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

I

Armoede incl.

zelfstandigen zonder

personeel en werkende

armen (46 milj)

46 Armoedebeleid 11,500 11,500

I Kwetsbare groepen 3 Specifieke Armoedeinzet 0,500 0,500

I Wijkaanpak 15 Gebiedsgerichte inzet (wijkaanpak) 7,500 7,500

I Zorg 2 Stille dilemma's en huisverboden 0,500 0,500

I Jeugd 4 Van 8 tot 8 0,800 0,800

I integratie diversiteit 5 Taal en Ouderbetrokkenheid 0,300

inburgering en slavernij Herdenking Slavernij verleden 0,100

Herdenking Maatschappelijke allianties 0,100

Vaderemancipatie 0,075 0,575

I woningbouwproductie/ 4 Woningbouwregie 0,600

huurdersondersteuning uitbreiding wijksteunpunten wonen 0,200 0,800

I Prostitutie 2

Continueren uitstapprogramma’s

prostituees 0,200

Uitbreiding bereik P&G292 0,300 0,500

I Openbare ruimte 10 Grootstedelijke openbare ruimte 4,000

Artis Masterplan (pas in 2012)

Reconstructie Rode Loper 5,000 9,000

I Groen 10 Groengelden 5,500 5,500

I Veiligheid 6 Taxibeleid en handhaving 0,500

Opleiding, omscholing en begeleiding

personeel opgeheven taken 0,040

Schoolveiligheidsteams 0,150

Bestuurlijke aanpak georganiseerde

criminaliteit 0,130

Coffeeshopbeleid 0,100

Leefbaarheidsindex 0,075

Gebiedsgerichte aanpak en

veiligheidshuizen 0,525

Organisatie Bestuurlijk Toezicht 0,200

S 2 Straat- en gezinscoaches 0,500

Cameratoezicht 0,350

Handhaving taak controle

adresregistratie en aanpak

identiteitsfraude

0,100 2,67

I P+R plaatsen + vrijval

VGS-fonds 32 P+R programma tweede fase 2,000 2,000

I Olympische ambitie 8 Olympische Ambitie 2,000 2,000

I Kantoren 2 Transformatie kantoren 1,000 1,000

Kantorenloods 0,350 0,350

Broedplaatsen 6 Broedplaatsen 1,000 1,000

I IJburg 4 Tegemoetkoming stadsdeel Oost 0,500 0,500

I lokale media 5 AT5 2,850

FunX 0,300 3,150

Totaal Programakkoord I+S 184 Totaal incidenteel toegekend 58,755 58,755

* I=incidenteel in PA, S=structureel in PA

Raadsdruk Begroting 2011 35Raadsdruk Begroting 2011 35

Page 41: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overige prioriteiten Programakkoord ICT In het programakkoord is € 100 miljoen opgenomen voor de uitvoering van het Realisatieplan ICT op Open Amsterdamspeil (OAP). Deze investering brengt de kwaliteit van de ICT binnen de gemeente weer op niveau door middel van rationalisatie, standaardisatie en, vooral, consolidatie. Het Realisatieplan ICT bestaat uit een aantal actielijnen. Voor 2011 heeft ons College besloten om voor de uitvoering van de actielijnen die zijn gericht op het orde brengen van de basis en de implementatie van één gemeentebreed financieel pakket, een bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. Voor de gehele bestuursperiode bedraagt de omvang van deze onderdelen uit het Realisatieplan € 60 miljoen. Hiervan is in de Begroting 2011 een bedrag opgenomen van € 20 miljoen. Daarnaast is in de Actualisatie 2010 reeds een bedrag opgenomen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud van € 22,3 miljoen en € 1,9 miljoen voor de kosten van de voorbereidingen om het Realisatieplan in 2011 te kunnen uitvoeren. Van de € 100 miljoen uit het programakkoord resteert nog een niet toebedeeld bedrag van € 16 miljoen. Hiervan heeft circa € 10 miljoen betrekking op onderdelen uit de overige actielijnen van het Realisatieplan die zijn gericht op het orde brengen van de basis. Het besluit over deze middelen zal, mede afhankelijk van de voortgang van de verbeteringen van de ICT, in de komende jaren aan uw Vergadering worden voorgelegd. Programma Maatschappelijk Investeren (PMI) In het programakkoord stond het Programma Maatschappelijk Investeringen (PMI) nog in de lijst met voorstellen voor het Amsterdams Investeringsfonds (AIF). In de uitwerking is dit onderdeel uit het AIF gehaald (zie verder paragraaf 4). In het verdelingsvoorstel is voor 2011 een bedrag opgenomen van € 10 miljoen voor 2011 en € 10 miljoen voor 2012-2014. Evenementen Net als PMI stond Evenementen nog in de lijst met voorstellen voor het AIF. In de uitwerking is dit onderdeel uit het AIF gehaald (zie verder paragraaf 4).. In het verdelingsvoorstel is voor 2011 een bedrag opgenomen van € 2 miljoen voor 2011 en € 8 miljoen voor 2012-2014. Jaarlijks wordt bij het verdelingsvoorstel de noodzaak van het benodigde bedrag bekeken. Investeringsfonds In de verdeling van de incidentele ruimte is € 150 miljoen opgenomen voor het Amsterdams investeringsfonds. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 4 van dit hoofdstuk. Overige prioriteiten Buiten de programakkoordprioriteiten zijn enkele incidentele prioriteiten in het verdelingsvoorstel opgenomen, die van een dusdanig belang worden geacht dat er middelen voor zijn opgenomen. Voor en toelichting wordt verwezen naar het verdelingsvoorstel in het betreffende programma.

Overige incidentele prioriteiten Bedragen x € 1 miljoen Omschrijving 2011 Ijsei toezicht 2011 t/m 2014 0,410 Koninginnedag 0,250 Stedelijk Museum 0,800 Pantar 1,100 Ketenunits 0,200 Basta 0,250 Streetcornerwork 0,200 ID banen 0,500 Studio West 0,090 Nowhere 0,040 Apparaatskosten DWI 4,000 DWZS (alphahulpen / WMO) 4,500 Klimaatbureau 0,750 Verantwoordelijke hoofdstad en versterken economische positie Amsterdam 0,100 Westpoort promotie 0,100 Pieken in de Delta 2,000 Amsterdam in Business 1,200 Totaal 16,490

Raadsdruk Begroting 2011 36Raadsdruk Begroting 2011 36

Page 42: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Frictiekosten In het programakkoord is € 45 miljoen geoormerkt voor frictiekosten. Frictiekosten worden alleen ten laste van de algemene dienst gedekt, indien zij nodig zijn om structurele besparingen te realiseren en er geen andere dekking aanwezig is. Er zijn vooralsnog twee prioriteitsaanvragen die onder de noemer frictiekosten zijn opgenomen in het Verdelingsvoorstel 2011. Om de taakstellingen op inkoop en huisvesting te realiseren is een financiële impuls noodzakelijk. Deze zal ook in de jaren na 2011 noodzakelijk zijn om de voorwaarden te kunnen scheppen om de besparingen te realiseren. Daarnaast is er op bepaalde besparingsonderdelen een haalbaarheidsrisico. Bijvoorbeeld bij de besparingen op het gebied van personeel: terugdringen inactieven, CAO afspraken en terugdringen externe inhuur. Gelet op de noodzakelijke uitgaven en de risico’s acht ons College het van belang om, voorzichtigheidshalve, het resterende ‘frictiekostenbudget’ te handhaven op € 40,4 miljoen. Overzicht Frictiekosten 2011 bedragen x € 1 miljoen

Omschrijving 2011

Inkoop-en aanbestedings stategieën 2,0

Taskforce huisvesting 2,6

Totaal 4,6

4 Amsterdams Investeringsfonds Bij de Begroting 2010 heeft uw Vergadering ingestemd met de oprichting van een investeringsfonds ten behoeve van het duurzaam inzetten van grote incidentele inkomstenmeevallers voortvloeiend uit gemeentelijk bezit. Er is in 2010 een bedrag van € 10,4 miljoen aan het fonds toegekend waardoor een viertal projecten doorgang hebben kunnen vinden: Project 1012, verbeteren binnenmilieu van schoolgebouwen, energiebesparing in woningen en creatieve topopleidingen. Daarmee waren de destijds beschikbare middelen volledig belegd. In ons Programakkoord 2010-2014 is opnieuw de kracht en potentie van het Amsterdams Investeringsfonds bevestigd. Het streven is om in de komende bestuursperiode € 200 miljoen van de opbrengst van de verkoop van Nuon ten gunste te laten komen van het AIF. Daarbij is de in de Begroting 2010 ingezette lijn met betrekking tot de investeringen bevestigd: investeringen uit het AIF dienen de stedelijke infrastructuur voor de toekomst te versterken en zich maatschappelijk en/of economisch terug te verdienen. De investeringen kennen drie bestedingsrichtingen (drie pijlers): � Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid � Economie en innovatie � Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit Vooruitlopend op een nadere uitwerking en beschrijving van het AIF en het vereiste ‘terugverdieneffect’, is in het programakkoord al een aantal uitgaven ten laste van het fonds opgenomen Ze betreffen het Foodcenter (€ 20 miljoen) en het Programma Maatschappelijke Investeringen (€ 20 miljoen) binnen de bestedingsrichting Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid. Binnen de bestedingsrichting economie en innovatie zijn kosten opgenomen voor het organiseren van grootstedelijke evenementen. Ons College hecht sterk aan de voorwaarde dat de waarde die het fonds vertegenwoordigt voor toekomstige generaties behouden moet blijven. Daarom dienen potentiële investeringen grotendeels een renderend karakter te hebben, opdat middelen in de toekomst opnieuw besteedbaar zijn. Er worden verschillende soorten van rendement onderscheiden. De projecten onder het AIF zullen deels financieel rendement op leveren, maar daarnaast onderscheidt ons College ook maatschappelijk, economisch en klimatologisch rendement. Randvoorwaarde is dat deze investeringen ‘terugslaan’ op de stad, duidelijk meetbaar zijn en aansluiten bij de doelstellingen van de drie pijlers van het fonds. Uitsluitend subsidies uitgeven is daarmee uitgesloten. Cofinancieringsprojecten zijn mogelijk indien er substantiële bedragen mee gepaard gaan vanuit het rijk of Europa, en wanneer er sprake is van verantwoorde risicospreiding.

Raadsdruk Begroting 2011 37Raadsdruk Begroting 2011 37

Page 43: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Uitvoeringskosten, zoals apparaatskosten en onderzoekskosten, zijn doorgaans niet financieel renderend. Zonder deze vaak noodzakelijke uitgaven zullen echter weinig projecten daadwerkelijk tot stand kunnen komen. Daarom stelt ons College voor een beperkt bedrag beschikbaar te stellen voor uitvoeringskosten, indien deze direct gerelateerd zijn aan een project, geen structurele uitgaven betreffen en niet anderszins op te vangen zijn. Voor deze projecten geldt verder dat zij: � incidenteel zijn, maar een belangrijk zichtbaar en structureel (vliegwiel-)effect op de Amsterdamse

ruimtelijke, economische of maatschappelijke infrastructuur hebben � binnen het programakkoord passen � de gemeente niet in een concurrerende positie ten opzichte van marktpartijen plaatsen � gericht zijn op Amsterdam en/of directe omgeving Uitgaande van deze voorwaarden, heeft ons College moeten constateringen dat de uitgaven voor het PMI en evenementen strikt genomen niet binnen het AIF passen. Dat neemt niet weg dat wij de projecten wel uit willen voeren, conform het programakkoord. Voorgesteld wordt daarom deze onderdelen ‘uit het Fonds te tillen’ en in het verdelingsvoorstel op te nemen onder de Programakkoord prioriteiten. Over het Foodcenter heeft uw Vergadering reeds een besluit genomen, en bepaalde de gemeentelijke bijdrage voor de herstructurering bij amendement op € 20 miljoen (prijspeil 1 januari 2009). Voorts besloot uw Vergadering dat deze bijdrage in elk geval tijdelijk gedekt zou worden binnen het Vereveningsfonds, in afwachting van de verwerking in de voorstellen aan uw Vergadering over het AIF. De gemeentelijke bijdrage is als onderdeel van het AIF opgenomen in het Programakkoord 2010-2014. Naar aanleiding daarvan en de besluitvorming van uw Vergadering over de Jaarrekening 2009 is bij de Actualisatie 2010 vanuit de voor het Amsterdam Investeringsfonds gereserveerde middelen een bestemmingsreserve gevormd van € 20 miljoen voor de gemeentelijke bijdrage. Dat betekent dat het bedrag voor het ‘zuivere’ AIF met € 50 miljoen wordt verlaagd tot € 150 miljoen met de volgende verdeling : � Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid: € 40 miljoen � Economie en innovatie: € 50 miljoen � Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit: € 60 miljoen Voor 2011 is een totaalbedrag van € 28 miljoen beschikbaar voor de drie pijlers. In december zal een verdeelvoorstel van de projecten die in 2011 binnen de pijlers worden uitgevoerd, maar nog niet in deze begroting zijn opgenomen, aangevuld met eventuele aanvullende specifieke pijlercriteria ter instemming aan uw Vergadering worden voorgelegd. De komende jaren zal bekeken worden in hoeverre er middelen beschikbaar zijn om het AIF verder aan te vullen. Ons College denkt aan de volgende bestedingsrichtingen. Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid De pijler stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid richt zich op de volgende investeringen: � investeringen ten behoeve van een fysiek project, waarbij het gaat om de (her)ontwikkeling (op

termijn) van grond en/of vastgoed � incidentele investeringen, maar met een belangrijk zichtbaar en structureel effect op de

Amsterdamse ruimtelijke infrastructuur � investeringen die een in maatschappelijk opzicht belangrijke ontwikkeling op gang brengen die

zonder het investeringsfonds niet of te laat zal plaatsvinden � investeringen die passen binnen het programakkoord en/of de structuurvisie. Concreet gaat het hierbij om transformatieprojecten (inclusief 1012), strategische aankopen (vanaf 2013) en bereikbaarheid. Het laatste onderdeel komt aanbod zodra er meer voeding voor het fonds beschikbaar komt, dan de in het programakkoord overeengekomen € 80 miljoen. In dit laatste bedrag is het Foodcenter begrepen. Economie en innovatie De investeringen ten behoeve van structuurversterking en innovatiekracht van de Amsterdamse economie zullen plaatsvinden in lijn met de Amsterdamse Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) die door de Economic Development Board Metropool Amsterdam wordt opgesteld.

Raadsdruk Begroting 2011 38Raadsdruk Begroting 2011 38

Page 44: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In 2011 is € 10 miljoen beschikbaar, die ingezet zal worden voor projecten die bijdragen aan : � excellentie: komt tot uitdrukking in de internationale positie van bedrijven (productiviteit,

marktaandeel op wereldmarkt), de internationale kennispositie van bedrijven, de beschikbaarheid van menselijk kapitaal en de wetenschappelijke kwaliteit van kennisinstellingen in internationaal perspectief

� de Amsterdamse economie: bijdrage is afhankelijk van het aandeel van een sector/cluster in de Amsterdamse economie (bijvoorbeeld in toegevoegde waarde, werkgelegenheid, export, en aantal Amsterdamse bedrijven dat op het terrein actief is), de groeimogelijkheden van de wereldmarkt en het aandeel van Amsterdam in die wereld en van de mogelijkheid van het programma om bij te dragen aan Amsterdamse maatschappelijke doelen

� samenhang en (internationale) samenwerking: bij samenhang gaat het om samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen en betrokkenheid van MKB om te komen tot excellentie

� het oplossen van knelpunten: er moeten concrete knelpunten zijn die met het voorstel worden aangepakt. Gemeenschappelijk kenmerk van deze knelpunten is bijvoorbeeld dat deze het bereiken van de excellente Amsterdamse concurrentiekracht in de weg staan.

� effectiviteit en efficiëntie van overheidsingrijpen: overheidsfinanciering moet innovatie kunnen uitlokken (stimulerend effect). De private leverage van de aanpak zou een criterium kunnen zijn. Het is belangrijk om de na te gaan welke rol de overheid in het voorstel heeft bij het wegnemen van knelpunten. Marktimperfecties en publieke belangen kunnen een overheidsrol rechtvaardigen

Klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit Deze pijler wordt ingezet om de uitvoering van de Energiestrategie Amsterdam 2040 te ondersteunen. In het fonds passen projecten, die een aantoonbare bijdrage leveren aan de beperking van de uitstoot van CO2 en de overgang naar een duurzame energiehuishouding. Criterium bij de aanwending van het fonds is derhalve de te behalen CO2-reductie per geïnvesteerde euro. Bovendien geldt de eis dat een veelvoud van het bedrag dat uit het fonds wordt geput, wordt geïnvesteerd door derden. Samenvattend: � het gaat uitdrukkelijk niet om subsidies � investering moet bijdragen aan de transitie naar een duurzame energiehuishouding zoals

beschreven in de Energiestrategie 2040 � investering moet reductie van CO2 uitstoot opleveren � investering moet een economische multiplier opleveren

Invulling Amsterdams Investerings Fonds Bedragen x € 1 miljoen 2011 2012 2013 2014 totaal Pijler Stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid Project 1012 8 8 Nog in te vullen 32 Subtotaal pijler 8 40 Waarvan Ingevuld 8 8 Pijler Economie en Innovatie Nog in te vullen 10 50 Subtotaal pijler 10 50 Waarvan Ingevuld 0 0 Pijler Klimaat en duurzaamheid Nog in te vullen 10 60 Subtotaal pijler 10 60 Waarvan Ingevuld 0 0 Totaal Amsterdams investeringsfonds 20 50

Raadsdruk Begroting 2011 39Raadsdruk Begroting 2011 39

Page 45: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Vereveningsfonds De gevolgen van de kredietcrisis en de teruggang van de kantorenmarkt hebben grote gevolgen voor de ruimtelijke sector van Amsterdam. De te verwachten grondopbrengsten lopen fors terug. De negatieve financiële effecten hiervan zijn in het Vereveningsfonds groot. De weerstandcapaciteit van het fonds om de verwachte tekorten in de plannen die in uitvoering zijn op te kunnen vangen, is hierdoor fors verkleind. Onder de huidige omstandigheden is het besluiten tot geheel nieuwe ruimtelijke plannen vanuit financieel en programmatisch oogpunt onmogelijk. De centrale stad loopt bij de dekking van de lopende investeringen in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting minder risico omdat stadsdelen en corporaties verantwoordelijk zijn voor het opvangen van risico’s, en een afdoende buffer bestaat binnen de vastgestelde vernieuwingsplannen. De fysieke doelstellingen staan wel onder druk. Voor de Zuidas is de prognose van de lopende grondexploitaties nog steeds positief, maar is de winst geoormerkt als gemeentelijke bijdrage aan de ontwikkeling van het Dok. In 2009 zijn met het oog op de financiële positie van het Vereveningsfonds reeds maatregelen getroffen. De zogenaamde stofkamoperatie en de beheersmaatregel grondexploitaties zijn de belangrijkste. In februari 2010 stelde ons College de nota Meer Ruimte Winnen vast. De nota bevat een inventarisatie van maatregelen. In het programakkoord zijn twee maatregelen opgenomen, een bijdrage in het kader van Bouwen aan de Stad II en een besparing op proceskosten. De noodzaak voor verdere ingrepen in het Vereveningsfonds is op 2 juli 2010 door ons College bekend gemaakt in een brief aan uw Vergadering. Naar aanleiding hiervan heeft ons College inmiddels besloten om de beheersmaatregel grondexploitaties, zoals door de gemeenteraad in december 2009 is vastgesteld en waarbij alle investeringen boven de € 1 miljoen afzonderlijke goedkeuring van ons College behoeven, te continueren en aan te scherpen. De aanscherping zal ertoe leiden dat er: � een stringentere programmatische beoordeling plaatsvindt ter voorkoming van overmaat aan

(nieuwbouw) programma in Amsterdam als geheel � voorkomen wordt dat er veel tijd zit tussen het doen van investeringen en het genereren van

opbrengsten, waardoor onnodig renteverlies en een te groot risicoprofiel worden vermeden � voorkomen wordt dat juridische verplichtingen in een te vroeg stadium worden aangegaan, zodat

de mogelijkheden om een plan bij te sturen en/of te stoppen worden verbeterd Bovendien zijn in de afgelopen maanden de grootste projecten aan een nadere beschouwing en actualisatie onderworpen. Met name door het stoppen en/of uitstellen van kostbare planonderdelen dan wel het overgaan tot faciliterende gebiedsontwikkeling (de gemeente investeert op het moment dat een ontwikkelende partij ontegenzeggelijk grond afneemt) zal een aanzienlijke financiële verbetering in het Vereveningsfonds optreden (€ 280 miljoen). In een tweede ‘schouw’ in oktober zijn nog elf projecten doorgelicht; de overige projecten in het Vereveningsfonds zullen in het kader van het zogenaamde EindejaarsRAG worden geactualiseerd (€ 100 miljoen). Behalve een actualisering van de plannen zal daarbij ook een taakstellende verlaging van de grondkosten worden doorgevoerd (€ 50 miljoen). Naast de bovengenoemde maatregelen in de concrete projecten heeft ons College ook besloten de proceskosten verder te reduceren (jaarlijks € 9 miljoen) en de opbrengsten voor Bouwen aan Stad II ten gunste van het Vereveningsfonds te brengen (€ 225 miljoen). Deze maatregelen zijn al in het Programakkoord aangekondigd. Tenslotte heeft ons College besloten de kosten voor de eerste aanleg van de rioleringen niet langer ten laste te laten komen van de grondexploitaties en het aandeel van de sociale huur in de nieuwbouw van woningen te verlagen. De kosten van de eerste aanleg van riolering, zoals opgenomen in de verschillende grondexploitaties, zijn geraamd op € 100 miljoen en worden voortaan beschouwd als kosten die in het rioolrecht worden doorberekend. Voor de sociale huursector heeft ons College maatregelen genomen die in totaal tot een geraamde verbetering van € 50 miljoen voor het Vereveningsfonds zullen leiden; enerzijds betreft dit het laten vervallen van de reservering voor de sociale huur bij het Dokmodel van de Zuidas, anderzijds het verlagen van het percentage sociale huurwoningen bij nieuwbouw in de stadsdelen Oost en West. Overzicht maatregelen Vereveningsfonds

Raadsdruk Begroting 2011 40Raadsdruk Begroting 2011 40

Page 46: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bedrag x € 1 miljoen Onderwerp Bedrag Resultaat 1e projectenschouw 280 Verwachte uitkomst 2e projectenschouw 100 Generieke besparingen grondkosten 50 Reductie uitvoeringskosten 90 Bouwen aan de stad II 225 Kosten 1e aanleg riolering niet ten laste van de grondexploitaties 100 Vervallen module sociaal Zuidas / verlaging percentage sociale woningbouw 50 Totaal 895

Met deze maatregelen beoogt ons College een oplossing te bieden voor de slechte financiële vooruitzichten van het Vereveningsfonds. De voorstellen zijn gebaseerd op de huidige veronderstellingen over de toekomstige (markt)ontwikkelingen. Deze veronderstellingen kunnen veranderen op basis van voortschrijdend inzicht. Het totale pakket aan maatregelen zal apart worden voorgelegd aan uw Vergadering. 6 Overige fondsen

6.1 Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV)

In 2010 is het rijk gestart met de derde termijn Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3). Begin 2010 heeft de gemeente Amsterdam een beschikking ontvangen voor circa € 230 miljoen voor ISV3 (2010 t/m 2014). Voor het verdeelvoorstel ISV 2011 is € 37,9 miljoen beschikbaar. Met ingang van 2011 is het ISV geen gebundelde doeluitkering meer, maar een decentralisatie-uitkering. Dat betekent dat het onderdeel is geworden van het gemeentefonds en dat ISV-middelen in principe vrij besteedbaar zijn, met uitzondering van bestaande specifieke afspraken met het rijk. In 2011 neemt het beschikbare bedrag voor het ISV sterk af ten opzichte van vorig jaar (2010: € 44,1 miljoen). Dit is voornamelijk het gevolg de ombuiging van € 8 miljoen zoals in het programakkoord opgenomen. Ons College heeft ervoor gekozen om de totale benodigde ombuiging ten dele te effectueren door een daling van het sleutelbedrag richting stadsdelen. Het sleutelbedrag richting stadsdelen zal ten opzichte van vorig jaar met circa € 5 miljoen afnemen totcirca € 15 miljoen. Het aandeel van de stadsdelen in de beschikbare ISV middelen blijft daarmee ongeveer gelijk aan de vorige ISV-periode. Daarbij wordt opgemerkt dat de overige ISV middelen, zoals bij voorbeeld de uitgaven voor monumenten, ook effect hebben in de stadsdelen. De rest van de ombuiging (€ 3 miljoen) komt overwegend ten laste van het budget voor het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJ-oevers, Sanering Verkeerslawaai en Broedplaatsen. De beperking van het budget vergt een strenge beoordeling van ingediende bestedingsvoorstellen en zal mogelijk gepaard gaan met lastige keuzes.

6.2 Mobiliteitsfonds

In het najaar van 2009 heeft er een analyse plaatsgevonden ten aanzien van de oorzaak van het op de oorspronkelijke verwachting achterblijven van de totale parkeerinkomsten over 2009. Het achterblijven wordt voor het grootste deel verklaard door structurele oorzaken. Er wordt nu ingeschat dat de parkeeropbrengsten in de jaren 2010 en 2011 een autonome groei zullen vertonen tot het niveau dat gelijk is aan helft van de incidentele oorzaken (te bereiken in 2011). Hiervoor zijn verschillende oorzaken voor aan te geven. Het wegebben van het schrikeffect op eerdere tariefsverhogingen is een belangrijke verklaring. Daarnaast wordt er op basis van de programakkoorden van de stadsdelen van uitgegaan dat de stadsdelen Oost en West de vergunningtarieven in hun stadsdeel zullen optrekken naar het nu geldende hoogste niveau en dat de voorgenomen invoering van fiscaal parkeren in het laatste deel van Buitenveldert en een groot deel van het voormalige stadsdeel Slotervaart in 2011 hun beslag hebben gekregen.

Raadsdruk Begroting 2011 41Raadsdruk Begroting 2011 41

Page 47: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Op basis van deze uitgangspunten wordt voor de komende jaren de volgende totale opbrengst uit parkeerbelastingen verwacht:

Bedragen x € 1 miljoen 2010 2011 2012 2013 2014

Parkeeropbrengsten € 128,3 € 133,2 € 133,2 € 133,2 € 133,2

Daarnaast is in het programakkoord een taakstelling van € 10 miljoen structureel met betrekking tot de parkeeropbrengsten opgenomen. De verdeling tussen de centrale stad en stadsdelen is nog onderwerp van gesprek. Het is daarom nog niet mogelijk een bestedingsvoorstel voor het Mobiliteitsfonds te presenteren. Dit zal separaat aan uw Vergadering worden voorgelegd.

7 Tarieven In de paragraaf Lokale heffingen van hoofdstuk 4 Gemeentebrede Aspecten zijn alle voornemens met betrekking tot de fiscale tarieven opgenomen. Hier schetsen wij de hoofdlijnen. In het Programakkoord 2010-2014 is geen expliciet beleidsvoornemen ten aanzien van de belastingen en tarieven opgenomen. Maar hierin zijn wel de hoofdlijnen van de bezuinigingen opgenomen en daarin is niet gekozen voor belastingverhogingen. In het rapport Inzet op Herstel, zijn wel mogelijkheden voor belastingverhogingen geïnventariseerd, maar dus niet overgenomen. Wel zijn er enkele voorstellen die tot verhoging van tarieven leiden, zoals bij de rioolheffing, het binnenhavengeld en leges. Deze worden tevens bij de desbetreffende posterioriteiten in het verdelingsvoorstel toegelicht. Belastingen die niet gekoppeld zijn aan uitgaven (zoals OZB, RRB en hondenbelasting) volgen over het algemeen de nominale bijstelling. Het is echter niet toegestaan de tarieven achteraf bij te stellen. Daarom stellen wij voor bij genoemde heffingen – in afwijking van het aanvankelijk verwachte negatieve percentage (0,75%) – een nominale aanpassing van 0% aan te houden.

7.1 Onroerende zaakbelasting (OZB)

De tarieven van de OZB kunnen pas later worden vastgesteld in verband met de nog niet definitief bekend zijn van de effecten van de jaarlijkse herwaardering. Er wordt uitgegaan van een gelijkblijvende opbrengst (exclusief areaaluitbreiding). Bij de tariefvaststelling voor 2011 zal rekening gehouden worden met de waardeontwikkeling van prijspeil 1-1-2009 naar 1-1-2010.

7.2 Rioolheffing

De rioolheffing, die gekoppeld is aan de ontwikkeling van de kosten voor de riooltaak, hoeft op grond van de begroting bij ongewijzigd beleid niet verhoogd te worden. Wij stellen echter voor om de kosten van grondwaterzorg met ingang van 2011 ook via de rioolheffing te verhalen. Daardoor stellen wij een verhoging van het tarief van € 145, 46 naar € 147,93 per aansluiting voor.

7.3 Drinkwater

Voorgesteld wordt om de drinkwatertarieven niet te wijzigen.

7.4 Binnenhavengeld

Als ombuigingsmaatregel wordt een verhoging van het binnenhavengeld voor pleziervaartuigen van gemiddeld € 100 naar € 180 per jaar voorgesteld.

7.5 Leges

In het kader van de ombuigingen worden voorstellen gedaan om bepaalde leges (meer) kostendekkend te maken. Het betreft leges voor uittreksels en archief- en erfrechtonderzoek van de Dienst Persoonsgegevens en Geo-informatie en de leges in het kader van de Huisvestingsverordening voor huisvestingsvergunningen, vergunningen voor tijdelijke verhuur en vergunningen voor woning- en kamerbemiddelingsbureau’s.

Raadsdruk Begroting 2011 42Raadsdruk Begroting 2011 42

Page 48: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7.6 P&R voorzieningen

Daarnaast stellen wij voor de kostendekkendheid van P+R-voorzieningen te verbeteren door de dagtarieven te verhogen van € 6 naar € 8. 8 Onrendabele investeringen

8.1 In de Begroting 2011 opgenomen investeringsprojecten

In het kader van de gemeentebegroting worden drie categorieën van geheel of gedeeltelijk onrendabele investeringen onderscheiden: 1. routinematige investeringen 2. niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid 3. niet routinematige investeringen met een vrij beslisbaar karakter Ad 1 Routinematige investeringen Het betreft de zogenaamde vervangingsinvesteringen die onderdeel uitmaken van de Investeringsstaat en zijn opgenomen in de begroting. Indien uw Vergadering met de in dit overzicht opgenomen investeringsprojecten instemt, is de directeur van de desbetreffende diensttak gemachtigd over te gaan tot de uitvoering van de projecten. Onderstaande tabel toont de totaalbedragen per diensttak: Diensttak Bedragen x € 1.000

Stadsarchief Amsterdam 267.970

Dienst ICT 6.831.049

Dienst Milieu en Bouwtoezicht 950.000

Dienst Persoonsgegevens 590.000

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 3.784.244

Dienst Onderzoek en Statistiek 50.000

Ingenieursbureau Amsterdam 230.000

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1.835.000

Dienst Ruimtelijke Ordening 353.000

Haven Amsterdam 23.852.867

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 2.734.224

Projectmanagementbureau 190.000

Dienst Stadstoezicht 750.000

Afval Energie Bedrijf 1.680.000

Waternet 48.371.000

Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 17.162.000

Totaal 109.631.354

Ad 2 Niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid Jaarlijks wordt ten behoeve van de besluitvorming over de begroting aan de diensttakken een overzicht gevraagd van niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid: de investeringen met een rompmatig karakter. De kapitaallasten van de investeringen met een rompmatig karakter zijn gedekt in de begroting. Uitgangspunt is dat slechts die investeringsprojecten in de begroting zijn opgenomen, waarbij de planning zodanig is dat in 2011 een uitvoeringsbesluit zal worden verkregen. Bovendien is nageaan of de dekking van de kapitaallasten ten laste van de algemene dienst moet plaatsvinden. Bij de reserveringen voor niet routinematige investeringen die voortvloeien uit het bestaand beleid wordt het volgende onderscheid gemaakt:

Raadsdruk Begroting 2011 43Raadsdruk Begroting 2011 43

Page 49: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

a) Reserveringen voor loon- en prijspeilstijgingen. Hieronder zijn de volgende investeringen

opgenomen:

Omschrijving Bedragen x € 1.000 Bedrag Kapitaallasten

Depot AHM prijsstijging 2010 3.263 277

Nominale aanpassing busstation en auto-onderdoorgang 544 35

Nacalculatie van de gemeentelijke indexering in 2009 tbv de Noord/Zuidlijn -24.700 -1.606

Raming van de gemeentelijke indexering in 2010 tbv de Noord/Zuidlijn 32.000 2.080

Raming aanvulling op de niet toereikende indexering in 2010 rijksbijdrage tbv de

Noord/Zuidlijn 16.600 1.079

Nominale aanpassing 2011 bijdrage tweede Zeesluis 1.700 111

Totaal 29.407 1.977 b) Overige reserveringen (die óf uitvoering beogen te geven aan onvermijdelijke, wettelijke, niet

uitstelbare verplichtingen, óf onvermijdelijk en onlosmakelijk samenhangen met door derden geïnitieerde projecten, óf expliciete bestuurlijke besluitvorming kennen). Onder deze categorie zijn de volgende investeringen opgenomen:

Omschrijving Bedragen x € 1.000 Bedrag Kapitaallasten

Onderwijshuisvestingsprogramma 2008 (FMP 2011-2014) tranche 3/3 4.700 400

Achterstallig onderhoud basisdiensten (werkplek- en serververvanging) 1.000 295

Krediet verbetering kwaliteit BAG (Basisadministratie gebouwen) 525 129

BHG-4 bouw/realisatie 480 118

Vervanging verkeersregelinstallaties en verkeersinformatiesystemen 6.330 573

Vervanging en herprofilering openbare verlichting 17.700 1.682

Vervangingsprogramma stadsverlichting 590 66

Bijdrage tweede zeesluis tranche 1/7 2011 14.610 950

Totaal 45.935 4.213 Ad 3 Niet routinematige investeringen met een vrij beslisbaar karakter De categorie niet routinematige, geheel of gedeeltelijk onrendabele investeringen met een vrij beslisbaar karakter maakt onderdeel uit van ons voorstel met betrekking tot de verdeling van de structurele prioriteiten. De prioriteiten zijn opgenomen in het desbetreffende programma.

8.2 Besluitvormingsprocedure niet routinematige investeringen

Instemming met de reserveringen voor niet routinematige investeringen (rompmatig en vrij beslisbaar) betekent dat de financiële consequenties van de investering in de begroting zijn gedekt. Voordat tot de uitvoering kan worden overgegaan, moet een uitvoeringsbesluit (krediet) in procedure worden gebracht. Procedure kredietverlening Met ingang van de Begroting 2006 heeft uw Vergadering ingestemd met een structurele procedure voor het beschikbaar stellen van kredieten. Deze procedure houdt het volgende in: � bij de besluitvorming over de begroting wordt voor de voorgenomen investeringen een financiële

reservering getroffen � bij de investeringsprojecten is een zodanige toelichting gevoegd dat uw Vergadering een goed

inzicht krijgt in de aard van het project � bij de begroting wordt aan uw Vergadering voorgelegd:

a) een overzicht van investeringsprojecten, waarvan de kredietverlening wordt voorgelegd aan uw Vergadering, en

b) een overzicht van investeringsprojecten, waarvan de kredietverlening zal plaatsvinden door ons College. In dit overzicht worden alleen projecten opgenomen die naar de mening van ons College geen grote politiek bestuurlijke impact hebben

Raadsdruk Begroting 2011 44Raadsdruk Begroting 2011 44

Page 50: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Beide overzichten worden bij de behandeling van de begroting ter besluitvorming aan uw Vergadering voorgelegd. Na de besluitvorming worden deze overzichten – met eventueel door uw Vergadering aangebracht wijzigingen – opgenomen in de begrotingswijziging nr. 1, waarin eveneens de prioriteiten en de ombuigingsmaatregelen zijn verwerkt. Kredietvoorstellen waarvan de besluitvorming plaatsvindt door ons College worden vervolgens de betrokken Raadscommissie ter kennisneming toegezonden. Aangezien ons College voor de kredietverlening bevoegd is, heeft het ter kennisneming toezenden van het kredietbesluit geen opschortende werking. Nadat het krediet door ons College is verleend, kunnen verplichtingen worden aangegaan. Voor projecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering wordt voorgelegd, kunnen uiteraard pas verplichtingen worden aangegaan nadat uw Vergadering het krediet heeft verleend. Met betrekking tot de investeringen in ICT heeft ons College een extra toets ingesteld. Alvorens diensten (vervangings)investeringen mogen doen, dienen zij aan te tonen de investeringen urgent zijn, aansluiten op het realisatieplan ICT en er geen goedkopere alternatieven zijn. Op deze wijze wil ons College meer inzicht en grip op de uitgaven voor ICT krijgen. 9 Gemeentefonds - stadsdeelfonds

9.1 Gemeentefonds

De algemene uitkering gemeentefonds is een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente. In de Begroting 2010 is al gewezen op de bijzondere situatie welke zich ten aanzien van het Gemeentefonds voordoet. In het Aanvullend Beleidsakkoord 2009 heeft het toenmalige Kabinet besloten de reguliere normeringssystematiek, de koppeling tussen rijksuitgaven en de groei van het gemeentefonds, tijdelijk niet toe te passen. Dit betekent dat de reële groei, voor 2009, vastgezet is op het niveau van de Septembercirculaire 2008. Voor de jaren 2010 en 2011 is de reële groei vastgesteld op 0%. De vraag is of de normeringssystematiek wordt hersteld, wat de omvang is van de verwachte bezuinigingen van het nieuwe kabinet en in hoeverre dit het gemeentefonds raakt. Ten opzichte van de Begroting 2010 stijgt de gemeentefondsuitkering met € 16,5 miljoen naar € 1,533,3 miljoen. De algemene uitkering binnen het gemeentefonds laat een daling zien van -/- € 12,3 miljoen. De decentralisatie en intergratieuitkeringen daarentegen, stijgen met € 28,9 miljoen. Dit is het gevolg van de volgende ontwikkelingen: � bijstelling van de uitkeringsfactor, voornamelijk, voor de ontwikkeling van de landelijke

uitkeringsbasis (aantallen inwoners, bijstandontvangers) leidt tot een daling van de algemene uitkering ( -/- € 20,9 miljoen)

� de ontwikkeling van de Amsterdamse uitkeringsbasis leidt tot een stijging van de algemene uitkering 12,1 miljoen

� ontwikkeling negatieve inkomsten maatstaf OZB ( € 0,2 miljoen) � toename van de decentralisatie en integratie uitkeringen (€ 28,9) � afname van de middelen voor de Wmo (-/- € 10,4 miljoen) � diverse taakmutaties die per saldo leiden tot een toename van € 5,5 miljoen � overige ontwikkeling (€ 1,2 miljoen)

9.2 Stadsdeelfonds

De totale uitkering aan de stadsdelen van Amsterdam bedraagt in de Actualisatie 2010 € 637,6 miljoen. Ten opzichte van de Begroting 2010, waarin € 633,4 miljoen werd geraamd, is de uitkering € 4,2 miljoen gestegen. Deze toename wordt veroorzaakt door de uitname van -/- 7 miljoen vanwege de centralisatie van het leerlingen vervoer, de uitname uit het stadsdeelfonds van -/- 0,3 miljoen vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie, een daling van de landelijke uitkeringsbasis (-/- 2,8), een daling van de Amsterdamse uitkeringsbasis (-/- € 1,6 miljoen), taakmutaties die betrekking hebben op stadsdeeltaken ( € 1,4 miljoen),de areaal- en waardeontwikkeling OZB (€ 0,3 miljoen), de ontwikkeling negatieve inkomstenmaatstaf OZB (-/- € 0,2), de toevoeging van een decentralisatie-uitkering aan het stadsdeelfonds (€ 1,7 miljoen). Tot slot is in de actualisatie van het stadsdeelfonds een incidentele

Raadsdruk Begroting 2011 45Raadsdruk Begroting 2011 45

Page 51: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

post verwerkt die voortkomen uit de vaststelling van de gemeentefondsuitkering in de jaarrekening van de gemeente Amsterdam (€ 12,8 miljoen). Voor 2011 is de begroting van het stadsdeelfonds geraamd op € 622,6 miljoen; een afname van € 15,1 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. Dit komt voor een belangrijk deel door het wegvallen van een incidentele post uit de actualisatie (€ 12,8 miljoen). Voor het overige deel wordt de daling van het stadsdeelfonds verklaard door; een daling van de landelijke uitkeringsbasis (-/- € 6,4 miljoen), een toename van de Amsterdamse uitkeringsbasis (€ 6,3 miljoen), canonopbrengsten einde tijdvak particulier (€ 0,4 miljoen), de negatieve inkomstenmaatstaf OZB in het gemeentefonds (€ 0,3 miljoen), de waarde- en areaalontwikkeling van de OZB (-/- € 2,3 miljoen), taakmutaties in het gemeentefonds die (deels) betrekking hebben op het stadsdeelfonds (per saldo -/- € 0,6 miljoen), afname van de decentralisatie-uitkeringen in het stadsdeelfonds (-/- € 0,3 miljoen) en de uitname uit het stadsdeelfonds vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie (-/- € 0,2 miljoen) Tot slot is er € 0,5 miljoen toegevoegd aan de voeding van het stadsdeelfonds ter compensatie van het effect van de groei van IJburg. Deze toevoeging wordt gericht toegekend aan Stadsdeel Oost. Dit stadsdeel ontvangt in 2011 € 1,0 miljoen door gerichte toekenning van deze toevoeging (tranche 2010 en 2011). Effecten voor de stadsdelen Ons College heeft in het verdeelvoorstel voor een bedrag van circa € 83 miljoen aan structurele bezuinigingen opgenomen. De komende jaren zal er nog meer bezuinigd worden. Het is onvermijdbaar dat dit gevoeld wordt in de stad. Ook de stadsdelen zullen dit merken. Naast de maatregelen die de burgers raken, zijn er ook maatregelen die de stadsdelen in budgettaire zin raken. Voor 2011 gaat het om de financiële consequenties van de decentralisatie van de OKC-JGZ en de korting van € 2,5 miljoen op de middelen die worden gedecentraliseerd, de extra afdracht van parkeerinkomsten van € 10 miljoen en de verlaging van het ISV budget met € 5 miljoen. Ook dient de verlaging van het budget ten behoeve van het bestuurlijk stelsel genoemd te worden. Over de wijze waarop stadsdelen betrokken worden bij het Realisatieplan ICT moet besluitvorming nog plaatsvinden. Een gedeelte van de besparingen slaan echter neer bij de stadsdelen. Deze bedragen zijn in het programakkoord als bezuiniging ingeboekt bij de centrale stad. Tot slot kunnen kortingen op het participatie budget leiden tot een toename van het aantal burgers dat een beroep doet op lokale welzijnsvoorzieningen in de stadsdelen. Hiertegenover staan de voordelen op het gebied van inkoop. Door aan te sluiten bij centraal stedelijk afgesloten mantelcontracten kunnen aanzienlijke inkoopvoordelen worden gerealiseerd. Politiek bestuurlijke afweging Ten opzichte van de Begroting 2010 daalt het stadsdeelfonds met € 2,9 miljoen. In de Actualisatie 2010 laat het stadsdeelfonds per saldo nog een incidentele stijging zien ten opzichte van de Begroting 2010 van zo'n € 11 miljoen. Over het geheel beschouwd is er sprake van een beperkte daling van het stadsdeelfonds waarbij de ontwikkeling van het gemeentefonds op basis van het aandeelpercentage evenredig is verdeeld tussen stad en stadsdelen. Voor de financiële verhouding met de stadsdelen is verder het verdelingsvoorstel ISV van belang. Ten opzichte van 2010 daalt het niveau van de ISV-sleutelgelden met € 5 miljoen. Indien het deel van de ISV-middelen voor bodemsanering buitenbeschouwing wordt gelaten, bedraagt het aandeel van de staddelen nog steeds ruim 40 procent. De stadsdelen zullen in 2011 meer parkeerinkomsten moeten afdragen. De taakstelling is € 10 miljoen. De verdeling tussen centrale stad en stadsdelen is nog onderwerp van gesprek. De verdelingen van de parkeerinkomsten tussen stadsdelen is zeer ongelijk verdeeld. Dit voorstel raakt met name de stadsdelen met veel parkeerinkomsten. Deze inkomsten houden geen verband met specifieke taken en specifieke sociale- en fysieke factoren. Het geheel overziend, en gezien financiële en economische ontwikkelingen, is er voor ons geen reden om (structureel) middelen vrij te maken ten behoeve van het stadsdeelfonds of een aanvullende verlaging op te nemen.

Raadsdruk Begroting 2011 46Raadsdruk Begroting 2011 46

Page 52: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bijlage Structurele Posterioriteiten Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014 fysiek Afschrijvingsmethodiek exploitatie parkeergebouwen s 500.000 0 0 0 Agenstschappen Dui/eng beëindigen s 200.000 0 0 0 beperking bestuursondersteuning s 70.000 0 0 0 Beperking wettelijke taken BMA s 100.000 0 300.000 0 bezuinigingen ISV s 8.000.000 0 0 0 binnenhavengeld s 800.000 0 0 0 bodemsanering/nazorg s 1.000.000 0 0 0 bodemsanering (lagere kosten) s 100.000 budget analyse bedr. afvalwater s 30.000 0 0 0 doorbelasten personeel (Haven Amsterdam) s 15.000 15.000 0 0 Efficiency in taakuitvoering (EZ) s 500.000 0 0 0 fusie BBA/waternet s 350.000 0 600.000 0 Grondwaterkosten in rioolheffing s 1.076.560 0 0 0 kostendekkendheid bestaande P+R s 500.000 500.000 0 0 Lager beheer niveau (dIVV) s 1.150.000 1.150.000 0 0 Middelen RO-beleid stedelijke samenhang s 100.000 100.000 150.000 250.000 Parkeerbeheer s 140.000 0 0 0 Opheffen procesbegeleiding bewoners (OGA) s 400.000 0 0 0 reclame MUPI's s 45.000 0 0 0 Verhogen rendabiliteit materiaaldienst (dIVV) s 150.000 0 0 0 slimmer uitvoeren milieutaken (DMB) s 500.000 0 0 0 sociale veiligheid OV s 1.000.000 2.000.000 0 0 Structureel Budget klimaatbureau s 400.000 0 0 0 Synergie pontveren s 0 0 0 2.500.000 Taakvermindering erfpachtbeheer/regie productie s 650.000 0 0 0 Toezicht activa BV s 0 200.000 0 0 Vastgoedadvies s 950.000 0 0 0 Verbeterd contract MUPI/Abri IVV s 0 500.000 500.000 0 Vergroting efficiency Monumenten/archeologie s 130.000 0 0 0 Verminderen groenbeleid/ecologie/OR s 25.000 25.000 50.000 50.000 verminderen bestuurlijke Begeleiding ZA s 370.000 0 0 0 Westpoortbeheer s 200.000 0 0 0 windmolens inkomsten s 200.000 25.000 25.000 0 Zuiderkerk s 600.000 0 0 0 Mobiliteitsfonds/parkeerinkomsten s 10.000.000 0 0 0 Vermindering sluiswachters s 0 0 120.000 0 Implementatie walradar s 0 140.000 140.000 95.000 Verminderen formatie interne controle Haven s 0 0 40.000 0 Overname inning binnenhavengeld BBA s 0 40.000 0 0 Afstoten Clipper s 0 0 85.000 0 Contributies en bijdragen Haven afbouwen s 0 122.900 10.100 0 Differentieren zeehavengelden s 0 0 200.000 0 Inzet Stadstoezicht lager beheersniveau s 50.000 25.000 25.000 0

Aanvullende besparing dIVV (parkeergebouwen, P&R exploitatie en verbeteren contract ABRI) s 1.000.000

Totaal fysiek 31.301.560 4.842.900 2.245.100 2.895.000

Raadsdruk Begroting 2011 47Raadsdruk Begroting 2011 47

Page 53: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014 sociaal Ambulancedienst FLO s 1.160.000 0 0 0 Ambulancedienst NRGA s 0 500.000 0 0 Ambulancedienst OOV s 0 0 0 300.000 Antwoord s 70.000 0 0 0 Artis s 0 450.000 450.000 0 Bibliotheek s 0 500.000 500.000 0 dienstverlening Niv. Huisuitzettingen s 0 250.000 0 0 Differentiatie PGB s 250.000 0 0 0 Het gespuis s 0 42.000 0 0 Hortus s 0 100.000 100.000 0 Infectieziektebestrijding (efficiency) s 0 0 0 190.000 Infobalie (DWZS) s 100.000 0 0 0 Inhuur Sw-ers s 0 1.491.000 0 0 Inkomensverhoging DBC s 0 0 880.000 0 Kostendekkend maken activiteiten Boedelbeheer s 90.000 90.000 90.000 0 Kunstbegroting s 0 0 9.800.000 0 Luchtmeetnet s 0 0 0 50.000 Methodon arrestanten s 0 0 0 200.000 Methodonbus s 0 0 370.000 0 Mozeshuis s 0 100.000 0 0 opheffen kenniscentrum a'dam s 200.000 0 0 0 PvA Diversiteitsbeleid s 100.000 0 0 0 Regeling Huisbewaring (DWZS) s 75.000 0 0 0 Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam s 0 1.000.000 0 0 stelpost werk s 1.500.000 200.000 0 0 Taakstelling i-deel WWB s 0 0 0 0 Verhoging Leges (DWZS) s 620.000 0 0 0 verlaging bedrag OKC s 1.700.000 0 0 0 Verlaging formatie WZS s 100.000 100.000 0 0 Verlaging Wmo voorzieningen s 2.000.000 0 0 0 versobering bedrijfsvoering (DWZS) s 100.000 0 0 0 voorlichting migranten eigentaal s 0 0 0 290.000 Vermindering subsidie ASW/HA s 0 280.000 0 0

beëindiging subsidie Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag s 0 200.000 0 0

aanvullende taakstelling scenario's woonruimteverdeling s 0 0 900.000 0

Verlagen gemeentelijke bemoeienis (DWZS) s 0 0 400.000 200.000 beëindigen vergunningverlening WKB s 0 150.000 0 0

handhavingstaak gemeentelijke verordeningen zoals huisvestingsverordening s 0 0 600.000 0

Efficiency apparaat kunst en cultuur s 200.000 0 0 0 Burgerschap en Diversiteit s 0 200.000 0 0 informatie huishouding radicalisering s 250.000 0 0 0 verlagen brandweerzorgnorm s 0 0 1.000.000 1.750.000 ombuiging Spa s 200.000 0 0 0

stichting bijzondere noden, beeindigen apparaatskosten s 0 0 230.000 0

efficiency apparaat onderwijs s 150.000 150.000 0 0 Jeugd Beëindigen Onderzoek s 240.000 0 0 0

Jeugd Beëindigen innovatie/leuk en spannend/jouw idee maak het waar s 0 240.000 0 0

beëindigen XXXS card s 0 600.000 0 0 efficiency apparaat jeugd s 100.000 0 0 0 efficiency apparaat sport s 170.000 170.000 0 0 Apolloloket (toegewezen struct prio in 2010) s 840.000 0 0 0 efficiency apparaat (DMO) s 0 0 500.000 500.000

ombouw MO intramuraal naar kleinschalig begeleid wonen s 0 300.000 600.000 900.000

efficiency indicatiestelling overige diensten (GGD/DWI) s 0 0 150.000 0

efficiency indicatiestelling DWZS s 0 150.000 0 0 onderzoeksbudget onderwijshuisvesting VO s 150.000 0 0 0

Raadsdruk Begroting 2011 48Raadsdruk Begroting 2011 48

Page 54: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

leerlingenvervoer: invoeren wettelijke grensafstand en aanscherpen indiceren s

0 550.000 0 0

wijzigen organisatie OKC en invoeren gereduceerd basispakket s

800.000 0 0 0

Amsterdamse Bos: aanpassen openingstijden bezoekerscentrum s

0 50.000 0 0

Amsterdamse Bos: personeelslasten s 200.000

stopzetten bijzondere subsidieverordening sportevenementen s

0 30.000 0 0

OOV strategische aankopen buiten 1012 s 200.000 0 0 0 Veiligheidsmanager (platform criminaliteitsbestrijding s 100.000 0 0 0 Organisatie leerplicht s 300.000 0 0 0 Rechtswinkel en zeemanswelvaren s 70.000 0 0 0 Totaal sociaal 12.035.000 7.893.000 16.570.000 4.380.000

Raadsdruk Begroting 2011 49Raadsdruk Begroting 2011 49

Page 55: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014

Bedrijfsvoering Bestuur en concern dienstauto's s 0 0 74.000 0 Efficiency (ACAM) s 100.000 300.000 0 0 Efficiency VGA s 34.000 0 0 0 leges verhoging naar 100% (DPG) s 30.000 0 0 0 Minder advert DFM s 0 300.000 0 0 Openingstijden stadhuis s 0 100.000 260.000 0 Optimalisatie huisvesting stadhuis s 0 1.500.000 0 0 vermindering basisbudget O+S s 0 120.000 105.000 0

vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer distributie,advies s 120.000 120.000 120.000 120.000

Uitvoering Voormalig werkgeverschap (Servicehuis personeel) s 515.747 585.217 883.253 264.825

Kostendekkend maken leges (DPG) s 0 30.000 30.000 40.000 reductie inzet accountantscontrole s 300.000 800.000 0 0 Vermindering niet wettelijke audits s 400.000 0 0 0 Raadsonderdelen s 475.000 0 0 0 Inkoop 48uurs Post s 300.000 0 0 0 Centrale coördinatie inkoop s 1.500.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000 Centralisering werving s 0 370.000 0 0 Inkoop- en aanbestedingsstrategieën s 1.200.000 1.200.000 1.100.000 2.500.000 Inkoop- en aanbestedings-strategieën s 0 600.000 300.000 200.000 Reduceren leveranciers communicatiemiddelen s 0 700.000 0 0 Reduceren wagenpark s 200.000 300.000 500.000 500.000

versoberen, normeren en optimaliseren facilitaire zaken pllus gebruik en onderhoud gebouwen s 0 600.000 0 1.100.000

optimaliseren proces invulling flexibele krachten en externe inhuur s 1.000.000 2.000.000 2.000.000 2.500.000

Huisvesting Huisvesting gemeentelijke diensten s 4.550.000 3.600.000 0 2.730.000 Bestuursdienst afname wachtgelder s 50.000 0 0 0 Heroverwegingen bestuursdienst s 4.318.307 0 0 0 budget representatiekosten wethouders s 70.000 0 0 0 Onbevoegd toezicht op afstand s 300.000 0 0 0 meerjarige BD posterioriteiten s 0 1.800.000 700.000 800.000 Personeel uitstroom inactieven s 500.000 1.000.000 1.500.000 1.000.000

externe inhuur (maximaal 13% concern als geheel) s 9.700.000 0 0 0

minder communicatie fte's s 0 500.000 600.000 0 opleidingsbudget (maximaal 2%) s 4.000.000 0 0 0 sobere arbeidsvoorwaarden s 0 6.900.000 500.000 500.000 staffuncties bestuur en concern s 0 4.000.000 0 0 ICT Invoering van een nieuw ICT s 2.000.000 4.400.000 6.000.000 9.000.000 Rentestelsel stelselwijziging rente egalisatie reserve s 8.000.000 0 0 0 subsidieproces uniformeren subsidieproces s 0 0 0 1.500.000 Totaal bedrijfsvoering 39.613.013 32.825.217 15.672.253 23.754.825 Eindtotaal 82.949.573 45.561.117 34.487.353 31.029.825

Raadsdruk Begroting 2011 50Raadsdruk Begroting 2011 50

Page 56: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Programma’s Openbare orde en veiligheid Werk en inkomen Zorg Educatie, jeugd en diversiteit Verkeer en infrastructuur Openbare ruimte, groen, sport en recreatie Cultuur en monumenten Milieu en water Economie en haven Facilitair en bedrijven Stedelijke ontwikkeling Bestuur en concern Dienstverlening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Algemene dekkingsmiddelen

Raadsdruk Begroting 2011 51Raadsdruk Begroting 2011 51

Page 57: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Openbare orde en veiligheid Maatschappelijk effect Een veiliger Amsterdam Amsterdam is van oudsher een vrije en tolerante stad. Daarin moet iedereen veilig zijn, maar zich ook vrij en veilig voelen, ongeacht tijd, plaats, functie, seksuele geaardheid, voorkeur of levensovertuiging. Er worden duidelijke grenzen en normen gesteld, waarop degenen die deze aantasten worden aangesproken. Door de overheid, en door de Amsterdammer zelf, die daarvoor rugdekking krijgt. Als grenzen worden overschreden treedt de overheid tijdig, krachtdadig en effectief op. Dit doet de overheid niet alleen voor het slachtoffer, maar ook als duidelijk signaal aan de dader, de maatschappij en de handhavers: crimineel en asociaal gedrag worden niet getolereerd. In de Veiligheidsregio hebben we een belangrijke rol voor het behoud en verbetering van de fysieke veiligheid. Met de partners in de regio staan we borg voor het in stand houden van de openbare orde.

1 Kerncijfers

2 Ontwikkelingen en beleidskaders De komende tijd vraagt om een stevige gemeentelijke inzet op veiligheid en leefbaarheid. De financiële crisis, haar risico’s en negatieve consequenties moeten het hoofd worden geboden. Werkeloosheid, armoede en schulden, uitzichtloosheid en ontevredenheid vormen een voedingsbodem voor criminaliteit en maatschappelijke onrust. Het handhaven, en waar nodig verbeteren, van het huidige veiligheidsniveau is daarom een randvoorwaarde voor een leefbare en levensvatbare stad. De continuering van grootstedelijke inspanningen voor jeugd en veiligheid hebben een blijvende gemeentelijke impuls nodig. De aanpak van de veelplegers mag juist nu niet verslappen. We mogen de probleemgebieden van de stad, hot spots en prachtwijken, nu het moeilijk wordt niet aan hun lot overlaten. Immers veiligheid staat niet op zich maar zorgt in belangrijke mate voor een levenvatbare stad, een levensvatbare stad die kansen biedt voor economische ontwikkeling, ten behoeve van het zakencentrum als ook van de middenstand en de grootwinkelbedrijven, kansen voor het vergroten van de toeristische aantrekkingskracht en voor culturele ontwikkelingen¸ voor investeringstrajecten als Topstad en voor evenementen als Sail en Koninginnedag. Ook het tolerante klimaat van de stad staat of valt in belangrijke mate met reële en gevoelde veiligheid waardoor mensen zich vrijelijk bewegen en uiten.

Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma Lasten + 127,2 122,5 145,2 111,0 109,7 110,4 110,4 Baten - 31,8 11,4 14,7 10,5 10,0 10,8 10,8 Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

95,4 111,1 130,5 100,4 99,7 99,6 99,6

Toevoeging minus onttrekking reserves

10,2 0,0 - 16,7 - 08, - 0,1 0,0 0,0

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

105,7 111,1 113,9 99,6 99,6 99,6 99,6

Saldo reserves 17,4 0,0 0,8 0,0 -0,1 -0,1 - 0,1 Saldo voorzieningen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Raadsdruk Begroting 2011 52

Page 58: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Openbare orde en veiligheid 3.1.1: Openbare orde en veiligheid: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: De veiligheid in alle 78 buurten is verbeterd Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014 Objectieve veiligheidsindex 1 80 2009 78 78-75 78-74 78-73 78-72 Subjectieve veiligheidsindex 76 2009

Element buurtproblemen 63 2009 61 61-58 61-57 61-56 61-55 Element vermijding 81 2009 79 79-76 79-75 79-74 79-73

Leefbaarheidsindex Wordt nog ontwikkeld Doelstelling 2: Verlaging jeugdcriminaliteit en overlast Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014 Afname recidive: First Offenders Licht Criminelen Potentieel Jeugdige Veelplegers Harde Kern Jeugd Afname aantal problematische jeugdgroepen Aantal VO scholen dat een schoolveiligheidsteam heeft

30% 45% 63% 90%

40

6

2/2010

2009

2010

30% 45% 63% 90%

40-37

28% 43% 60% 87%

40-37

10

25% 40% 57% 83%

37-34

Nader vast te stellen;

afhankelijk van

budget

23% 37% 53% 79%

37-34

idem

20% 35% 50% 75%

34

idem

Doelstelling 3: Geweld achter de voordeur Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014 Verhouding aangiften / incidenten

30% 2009 30% 32,5% 35% 37,5% 40%

Toename huisverboden 97 2009 166 minimaal 250

minimaal 250

minimaal 250

minimaal 250

Gewenste samenwerkingsvorm De resultaten kunnen alleen behaald worden met medewerking van een groot aantal partners in de keten. Politie en justitie zijn daarbij van groot belang. Daarom worden de beoogde doelstellingen ook voorgelegd aan de Driehoek (Burgemeester, Hoofdofficier van Justitie en Hoofdcommissaris van Politie). Daarnaast is voor de vermindering van jeugdcriminaliteit en overlast en voor de verbetering van toezicht en handhaving de inzet van de stadsdelen onontbeerlijk.

3.1.2 Openbare orde en veiligheid: Wat gaan we ervoor doen?

Buurtveiligheid en sociale cohesie Niet alle Amsterdammers voelen zich altijd veilig in hun wijken: de subjectieve veiligheid moet worden verbeterd; het gevoel dat mensen over hun veiligheid hebben wordt zeer serieus genomen. Sociale cohesie draagt in belangrijke mate bij aan een gevoel van veiligheid in de buurt. In een prettige buurt is ruimte voor iedereen, gaan ouderen met een gerust hart de straat op en voelen jongeren zich op hun gemak. Veiligheid in de buurt en op school is een prioriteit. De verruwing van het gedrag van jongeren tussen 12 en 17 jaar is zorgelijk en verdient extra aandacht. Wij voeren daartoe een effectief lik-op-stuk beleid ten aanzien van jeugdcriminaliteit, met een goede balans tussen preventie

1 Bij het objectieve en het subjectieve indexcijfer is daling een positief effect. Het objectieve indexcijfer bestaat uit de elementen inbraak, diefstal, geweld, overlast, vandalisme, verkeer en drugs. Deze elementen worden gemeten met behulp van in totaal 36 indicatoren. Het subjectieve indexcijfer bestaat uit drie elementen: veiligheidsbeleving, vermijdingsgedrag en buurtproblematiek. Deze elementen worden gemeten met behulp van in totaal 31 indicatoren.

Raadsdruk Begroting 2011 53

Page 59: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

en repressie. Er wordt geïnvesteerd in een gerichte wijkaanpak waarbij stadsdelen, bewoners, buurtregisseur, straatcoaches en ondernemers samen werken aan het veiliger maken van de buurt. In samenwerking met schoolveiligheidsteams wordt de veiligheid op scholen verbeterd. Een openbare ruimte die schoon, gaaf en veilig is, draagt bij aan een veiliger Amsterdam en aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. De door de stadsdelen opgezette leefbaarheidsindex vormt samen met de veiligheidsindex een compleet sturingsinstrument. Geweld in alle verschijningsvormen dient te worden bestreden. Er worden maatregelen genomen tegen uitgaansgeweld, voetbalgeweld, geweld achter de voordeur en geweld tegen dienaren van het algemeen belang, zoals ambulancepersoneel, brandweerlieden, verloskundigen en buschauffeurs. Grote zorg is er over de aanzienlijke stijging van het aantal overvallen op woningen en ondernemers, die steeds vaker gepaard gaan met grof geweld, terwijl de buit vaak heel klein is. De effecten op de mensen die geconfronteerd worden met een dergelijke overval zijn enorm. Wij helpen ondernemers zich te beschermen tegen overvallen. Extra aandacht is nodig voor de positie van slachtoffers en de vergroting van de aangiftebereidheid. Veel mensen doen geen aangifte omdat ze denken dat daar toch niets mee gebeurt. Er komt een plan voor de vergroting van de aangiftebereidheid, want er ligt een taak het vertrouwen van de Amsterdammers terug te winnen. Criminaliteit Zware criminaliteit wordt met kracht bestreden. Mensenhandel en gedwongen prostitutie zijn niet geografisch beperkt of slechts aan bepaalde onderdelen van de prostitutiebranche gerelateerd, maar komen in de prostitutiebusiness algemeen voor. De controles in de gehele prostitutiebranche worden dan ook geïntensiveerd. Criminaliteit en overlast pakken we aan met een goede mix van middelen. Al naar gelang de ernst van het normoverschrijdend gedrag zullen de instrumenten worden ingezet: waar mogelijk preventie, waar nodig repressie. Een goede ketenaanpak van politie, justitie, rechterlijke macht en reclassering is daarbij essentieel. Wij zien graag meer en beter blauw op straat, met de beste politieagenten op de moeilijkste plaatsen. Daarnaast is ook voldoende en professioneel bestuurlijk toezicht nodig. Cameratoezicht, gebiedsverboden, samenscholingsverboden en noodverordeningen zijn ingrijpende maatregelen die alleen worden toegepast waar noodzakelijk en waar de middelen effectief bijdragen aan het oplossen van de problematiek. De inzet van dergelijke middelen wordt jaarlijks getoetst op noodzaak, effectiviteit, subsidiariteit, proportionaliteit, en beëindigd zodra de doelstelling is behaald die geformuleerd werd bij de eerste inzet van het middel. Preventief fouilleren is onder strikte voorwaarden toegestaan. Rechtstatelijkheid is daarbij het uitgangspunt. Een goede balans tussen veiligheid en vrijheid is geboden. Verlagen geweld Er wordt prioriteit gegeven aan het tegengaan van wapenbezit en wapengebruik. Naast de al bestaande instrumenten (zoals preventief fouilleren) wordt door het Openbaar Ministerie (OM) een lik-op-stuk beleid ontwikkeld dat wordt ingezet wanneer een wapen wordt aangetroffen op een jeugdige verdachte. De politie maakt in lijn daarmee een voorlichtingsfilm voor jeugdigen over de gevaren van wapenbezit. Ook binnen de aanpak veiligheid op school wordt gefocust op geweld. Nieuw in de aanpak van School en veiligheid zijn de Schoolveiligheidsteams die op verschillende scholen worden ingezet. Belangrijk actiepunt van deze teams is de aanpak van geweld op school en als onderdeel daarvan, het wapenbezit van leerlingen (vroege starters). Daarbij gaat het om een nauwe samenwerking tussen school, politie en leerplichtambtenaar. Binnen de aanpak veilig uitgaan is er specifiek aandacht voor geweld. Onder andere door te starten met een ‘weekend-lik-op-stuk’ benadering. OM en politie zorgen voor voldoende capaciteit op de uitgaansmomenten (met name het weekend) zodat bij voorkomende geweldsfeiten na aanhouding direct een onderzoek kan worden ingesteld waarbij de verdachte in hechtenis wordt genomen. Ten slotte wordt binnen de gekozen aandachtsgebieden prioriteit gegeven aan de aanpak van geweld. Het gaat niet altijd om de inzet van nieuwe maatregelen, maar om bundeling van

Raadsdruk Begroting 2011 54

Page 60: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

krachten, verbetering van de informatiepositie en een gerichte inzet van de bestaande aanpak (bijvoorbeeld koppeling jeugd en veiligheid, huiselijk geweld, inzet van toezicht en preventief fouilleren). Coffeeshops De achterdeurproblematiek bij coffeeshops maakt deze branche per definitie vatbaar voor criminaliteit. Amsterdam staat een tolerant softdrugsbeleid voor, maar hecht aan de bestrijding van de (internationale) drugscriminaliteit. Om misbruik van softdrugs en alcohol tegen te gaan wordt een actief voorlichtingsbeleid gevoerd. Coalitieproject 1012 Het doorbreken van de criminele infrastructuur door het terugdringen van overlastgevende criminogene branches is het doel van het Coalitieproject 1012. Er is jaarlijks een voortgangsrapportage en er komt een vervolgonderzoek Grenzen aan de Handhaving. Bonafide ondernemers moeten zo goed mogelijk worden beschermd tegen potentiële ongewenste neveneffecten van het project. Het is een langlopend project waarbij een breed draagvlak bij ondernemers, prostituees en bewoners van groot belang is. Doelstelling 1: De veiligheid in alle 78 buurten is verbeterd De algemene hoofddoelstelling voor het programma is de verbetering van de objectieve veiligheidsindex2 – bij gelijkblijvend aangiftegedrag van burgers – in alle 78 buurten van Amsterdam, van gemiddeld 80 in 2009 naar tussen de 78 en 72 in 2014.In het verlengde van de Wijkaanpak ligt de focus in hogere mate dan voorheen op meer toezicht, aanpak overlast, aanpak multiprobleemgezinnen en efficiënter cameratoezicht Doelstelling 2: Verlaging jeugdcriminaliteit en overlast De aanpak van jongeren die zich stelselmatig schuldig maken aan strafbare feiten – de zogenoemde ,0harde kernjongeren – wordt met kracht voortgezet. De interventies en projecten op het terrein van Jeugd en Veiligheid zijn bedoeld voor criminele en overlastgevende jongeren uit alle doelgroepen. Maar waar nodig, is er specifieke aandacht voor specifieke doelgroepen. Naar aanleiding van de evaluaties ketenunits zijn nieuwe afspraken gemaakt met politie en justitie. Om het aantal groepen dat ernstige overlast veroorzaakt terug te dringen, krijgen de stadsdelen ook in 2011 ondersteuning van de flexibel inzetbare teams, die bij overlast snel kunnen ingrijpen. Zie voor de schoolveiligheidsteams Programma Educatie, jeugd en diversiteit, Subprogramma Jeugd, Indicator 5.1. Aantal Voortgezet Onderwijs scholen dat een schoolveiligheidsteam heeft. Doelstelling 3: Vermindering geweld achter de voordeur Per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht. Bij een tijdelijk huisverbod wordt de persoon van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat op last van de burgemeester voor tien dagen uit huis gezet. Deze periode kan met 18 dagen worden verlengd. De bevoegdheid tot het opleggen van huisverboden is in Amsterdam gemandateerd aan de hulpofficier van justitie. De uithuisgeplaatste, de achterblijvende en eventuele kinderen krijgen direct de benodigde zorg aangeboden om herhaling of verdere escalatie van het geweld te voorkomen

2 . Het gemiddelde is in 2003 gesteld op 100. Voor de Veiligheidsindex geldt (net zoals voor de Buurtcijfers): hoe lager het cijfer, hoe veiliger de buurt.

Raadsdruk Begroting 2011 55

Page 61: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.3 Openbare orde en veiligheid: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 44,5 63,7 42,5 32,5 33,4 33,4

Veiligheid (doelstelling 1 tot en met 3) 36,2 55,0 34,5 24,8 25,4 25,4

Jeugd en veiligheid (doelstelling 2) 8,3 8,7 8,0 8,0 8,0 8,0

Baten - 9,3 12,7 17,5 8 8,8 8,8

Veiligheid (doelstelling 1 tot en met 3) 9,0 12,5 17,3 7,8 8,6 8,6

Jeugd en veiligheid (doelstelling 2) 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Mutaties in reserves ,0,0 -14,9 -0,5 -0,1 0,0 0,0

Saldo 35,2 37,3 24,6 24,6 24,6 24,6

Financiële toelichting Toelichting Actualisatie 2010 Ten opzichte van de Begroting 2010 nemen de lasten toe met € 19,2 miljoen en de baten met € 3,4 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn: � nominale aanpassingen voor het subprogramma Openbare orde en veiligheid leiden tot

een verlaging van de lasten met € 0,18 miljoen en van de baten met € 0,012 miljoen

� verwerking van de motie Rust op het maatschappelijk front leidt tot een verlaging van de materiële budgetten met € 0,05 miljoen

� structurele verhoging van de lasten met € 0,65 miljoen vanwege overheveling budget Platform Amsterdam Samen naar Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) en Informatie Huishouding ten behoeve van tegengaan van radicalisering

� toename van de lasten Jeugd en Veiligheid als gevolg van ontvangen decentralisatie uitkering Leefbaarheid en Veiligheid van € 0,4 miljoen.

� geraamde mutaties in reserves ad € 15 miljoen In de �ctualisatie zijn de volgende ontwikkelingen budgetneutraal verwerkt: � incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,306 miljoen vanuit GSB gelden ten

behoeve van het Veiligheidsplan � incidentele verhoging van de baten en lasten met € 2,31 miljoen vanwege de besteding

van vooruitontvangen GSB-bijdragen (Donnergelden) � incidentele verhoging baten en lasten met € 0,026 miljoen vanwege de besteding van

vooruitontvangen gelden van Dienst Wonen Zorg en Samenleving (WZS) � incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,125 miljoen vanwege de besteding

van vooruitontvangen gelden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van experiment ex-amv’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers)

� incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,123 miljoen vanwege de besteding van vooruitontvangen gelden ten behoeve van het Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEC)

� incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,017 miljoen vanwege de besteding van vooruitontvangen gelden ten behoeve van Bibob OOV

� incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,202 miljoen vanwege de besteding van vooruitontvangen gelden ten behoeve van Huisvesting Pardonners3

� incidentele verhoging van de baten en lasten met € 0,347 miljoen vanwege de besteding van vooruitontvangen gelden ten behoeve van Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving (SPRH) stadsdelen

Toelichting Begroting 2011 Ten opzichte van de Actualisatie 2010 nemen de lasten af met € 21,2 miljoen en de baten toe met € 4,9 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn: � vervallen incidentele onttrekkingen uit reserves ad € 15 miljoen 3 De 27.700 vreemdelingen die in Nederland mogen blijven op grond van het Generaal Pardon voor asielzoekers die voor 1 april 2001 asiel hadden aangevraagd.

Raadsdruk Begroting 2011 56

Page 62: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� vervallen van budgetneutrale mutaties van € 3,5 miljoen � vervallen bijdrage Geertsdeal en RIEC voor € 4,4 miljoen � afname lasten met € 0,7 miljoen van het budget jeugd en veiligheid als gevolg van een

daling van de decentralisatie uitkering Leefbaarheid en Veiligheid met € 1,4 miljoen, het vervallen van een incidentele prioriteit ketenunits van € 0,2 miljoen en een stijging van € 0,9 miljoen door overheveling van middelen schoolveiligheid

� geraamde mutaties in reserves per saldo € 0,5 miljoen � vervallen incidentele prioriteiten aanpak wallengebied (€ 0,5 miljoen), regelgeving en

handhaving ( € 0,4 miljoen), fonds gevolgen vreemdelingenbeleid (€ 0,8 miljoen), Veiligheidsplan (€ 0,2 miljoen) en 1012 panden/Wallengebied (€ 5 miljoen)

In de begroting zijn de volgende ontwikkelingen budgetneutraal verwerkt � afname decentralisatie uitkering Leefbaarheid cameratoezicht en overlast voor € 0,8

miljoen � vooruitontvangen bedragen RIEC ad € 0,5 miljoen Meerjarenraming begroting 2012 tot en met 2014 Vooralsnog zijn er geen noemenswaardige ontwikkelingen te melden. 3.2 Crisisbeheersing en brandweerzorg 3.2.1 Crisisbeheersing en brandweerzorg : Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Doelstelling 4: Brandweerzorg Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Binnen de norm ter plaatse Kazernes 24 uur bezet

2010 80% 95%

80% 95%

80% 95%

80% 95%

80% 95%

Doelstelling 5: Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Beleidscentrum operationeel 2010 1 uur 1 uur 1 uur 1 uur 1 uur

3.2.2.: Crisisbeheersing en brandweerzorg: Wat gaan we ervoor doen? De verantwoordelijkheid van de lokale brandweerzorg ligt bij de gemeente, de uitvoering bij de Regionale Brandweer. Tussen de opdrachtgever, de gemeente en de Regionale Brandweer wordt een dienstverleningovereenkomst (DVO) gesloten. De DVO is – bij het opstellen van deze begroting – nog niet gerealiseerd. Daarmee kan nog niet definitief bepaald worden welke indicatoren maatgevend worden. Brandweerzorg/verhogen fysieke veiligheid Fysieke veiligheid is een onderdeel van integrale veiligheid. In Amsterdam is de brandweer in de veiligheidsindex opgenomen en vormt van oudsher een onlosmakelijk onderdeel van het veiligheidsdomein. Bovendien is er samenhang tussen fysieke en sociale veiligheid: afname van de fysieke veiligheid leidt tot afname van sociale veiligheid en heeft daarmee invloed op de leefbaarheid. Brandweerzorg/bestrijden van branden Het verlenen van adequate brandweerzorg en het bestrijden van branden is de core business van de brandweer. Daarom heeft de paraatheid en geoefendheid van het brandweerpersoneel prioriteit. Tegelijkertijd zal de komende jaren meer worden geïnvesteerd in preventie. Crisisbeheersing Onder de crisisbeheersing vallen de budgetten van voorheen Bestuursdwang en de Bestuurlijke coördinatie rampenbestrijding. Er wordt adequaat gereageerd op niet voorzienbare ordeverstoringen. Demonstraties, manifestaties en evenementen worden bestuurlijk begeleid. Het Draaiboek Vrede wordt zonodig in werking gesteld. Het beleidscentrum in de kelder van het stadhuis is beschikbaar voor calamiteiten en voor oefeningen.

Raadsdruk Begroting 2011 57

Page 63: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.2.3. Crisisbeheersing en brandweerzorg: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 75,9 79,5 75,1 75,0 75,0 75,0

Brandweer 75,3 78,9 74,8 74,8 74,8 74,8 Crisisbeheersing 0,6 0,6 0,3 0,3 0,3 0,3 Baten - 0,006 0,005 0,005 0,005 0,005 0,005

Brandweerzorg

Crisisbeheersing 0,006 0,005 0,005 0,005 0,005 0,005

Mutaties in reserves -3,0

Saldo 75,9 76,5 75,0 75,0 75,0 75,0

Financiële toelichting Toelichting Actualisatie 2010 Ten opzichte van de Begroting 2010 nemen de lasten toe met € 3,6 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn: � nominale aanpassingen voor het crisisbeheersing leidt tot een verlaging van de lasten

met € 0,004 miljoen � verwerking motie B434 rust op het maatschappelijk front betekent een verlaging van de

lasten met € 0,001 miljoen � structurele verhoging kapitaallasten Brandweer met € 0,2 miljoen � incidentele verhoging lasten Brandweer i.v.m. extra capaciteit voor € 0,4 miljoen � geraamde onttrekking uit de reserve Brandweer van € 3 miljoen. Het grootste deel van de

onttrekking heeft betrekking op de verrekening van het exploitatietekort van de Brandweer van € 2,7 miljoen.

In de actualisatie zijn de volgende ontwikkelingen budgetneutraal verwerkt. Incidentele verhoging van baten en lasten met € 0,034 miljoen vanwege de besteding van vooruit ontvangen bedragen ten behoeve van het veiligheidsbureau Toelichting Begroting 2011 Ten opzichte van de Actualisatie 2010 nemen de lasten af met € 4,3 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn: � nominale aanpassingen Brandweer leiden tot een verlaging van de lasten met € 0,4

miljoen � vervallen van de incidentele prioriteit Koninginnedag van € 0,3 miljoen � vervallen van de incidentele verhoging lasten Brandweer i.v.m. extra capaciteit voor € 0,4

miljoen � vervallen budgetneutrale mutatie betreffende de besteding van vooruit ontvangen

bedragen ten behoeve van het veiligheidsbureau ad € 0,034 miljoen � vervallen van de incidentele onttrekkingen uit de reserve Brandweer van € 3 miljoen Meerjarenraming begroting 2012 tot en met 2014 Vooralsnog zijn er geen noemenswaardige ontwikkelingen te melden.

Raadsdruk Begroting 2011 58

Page 64: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4 Reserves, voorzieningen, investeringen Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves

Brandweer 3,0 0,0 3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Aankopen project 1012 / Wallen

9,4 0,0 9,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve OOV 4,6 0,0 4,0 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 Gevolgen vreemdelingenwetgeving

0,4 0,0 0,2 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal reserves

18,6 0,0 17,8 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0

Af te wikkelen reserves Reserve Brandweer De begrote onttrekking van de reserve Brandweer in 2010 bestaat uit opdrachtgeverschap Brandweer voor een bedrag van € 0,1 miljoen en de exploitatiekosten van het Veiligheidsbureau in 2010 ad € 0,13 miljoen. Het exploitatietekort van de Brandweer van € 2,7 miljoen is vanuit deze reserve verrekend met de Brandweer. De stand van de reserve ultimo 2010 bedraagt € 0. Reserve Aankopen project 1012/Wallen Het doel van de reserve is onroerend goed onttrekken aan het criminele circuit. Het in de reserve aanwezig budget zal in 2010 tot besteding komen Reserve gevolgen vreemdelingenwetgeving Deze reserve heeft als doel het vergoeden van bijzondere kosten die verband houden met de terugkeer van uigeprocedeerde vreemdelingen. De onttrekking bedraagt € 0,2 miljoen, zowel in 2010 als 2011, en heeft betrekking op het vergoeden van bijzondere kosten die verband houden met de terugkeer van uitgeprocedeerde vreemdelingen. De stand ultimo 2011 bedraagt dientengevolge € 0. Reserve OOV Deze reserve betreft de uitvoering van diverse projecten voor het programma OOV. In 2010 zijn de volgende onttrekkingen begroot: 1. (het restant van) de prioriteit aanpak mensenhandel ad € 0,2 miljoen 2. de aanpak illegale bordelen voor een bedrag van € 0,4 miljoen 3. de evaluatie verwarmde terrassen ad € 0,01 miljoen 4. de kosten cameratoezicht uitgaanspleinen ad € 0,5 miljoen 5. investering voor de centrale camera uitkijkruimte ad € 1,5 miljoen 6. het Stedelijk Project Regelgeving en Handhaving ad € 1,2 miljoen 7. uitgaven voor BRI ad € 0,15 miljoen Vervolgens wordt in 2011 een bedrag van € 0,6 miljoen begroot voor de aanpak van illegale bordelen € 0,1 miljoen en het restant van de investering voor de centrale camera uitkijkruimte € 0,5 miljoen. Hierdoor bedraagt de stand ultimo 2011 € 0. 4 Investeringen Binnen het programma Openbare orde en veiligheid worden geen investeringen geraamd. De Brandweer maakt geen onderdeel meer uit van de gemeente. Investeringen van de Brandweer worden dus niet in dit programma opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 59

Page 65: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Straat- en gezinscoaches Aanvulling op wegvallen rijksbijdrage

Stadsdekkend systeem van straat- en gezinscoaches

500 500

2 Cameratoezicht Aanvulling op wegvallen rijksbijdrage

Functionerend systeem van cameratoezicht

350 350

3 Veiligheidshuis Verbetering ketenaanpak

Agressie trajecten/ pilots psychologie en alcohol

275 275

4 Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit

Toepassen Emergo en Bibob methode

Integrale bestrijding zware criminaliteit. Bibob taxi’ s en vastgoed

130 130

5 Aanpak woningovervallen Aanpak woningovervallen

Minder overvallen

100 0

6 Coffeeshopbeleid Ontwikkelen nieuw model

Toekomst bestendig beleid

100 100

7 Openingstijden Horeca Onderzoek openingstijden horeca

Breed gedragen besluitvormig

100 0

8 Leefbaarheidsindex Ontwikkeling leefbaarheidsindex

Informatie gestuurd werken

75 75

9 Intensivering toezicht prostitutiebranche

Intensivering toezicht prostitutiebranche

Uitbreiding toezicht komende 4 jaar, per jaar

250 0

10 Schoolveiligheidsteams Schoolveiligheidsteams, uitbreiding

Meer veiligheid op scholen

325 150

11 Veiligheidsplan: Gebiedsaanpak en ketenaanpak/veiligheidshuizen

Veiligheidsaanpak in specifieke gebieden

Verbetering veiligheid in die gebieden

400 250

12 Organisatie Bestuurlijk Toezicht

Regie unit OBT

Invoering plan van eisen en doorontwikkeling BT

450 200

3.055 2.030

Raadsdruk Begroting 2011 60

Page 66: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

13 Versterking Veiligheidsregio Meer samenwerken betere control

Effectievere crisisbeheersing

192 0

14 Koninginnedag Koninginnedag

Onverstoorbaar verloop

300 250

942 250 I8 Amsterdams Investeringsfonds # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

15 Coalitieproject 1012 Project 1012 aanpak wallengebied

Uitvoering strategienota wallengebied (project 1012)

8.000 8.000

8.000 8.000 S1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

16 Bestuurlijk Interventieteam Uitbreiding werkzaamheden handhaving en toezicht

Een leefbare en veilige openbare ruimte

1.235 0

1.235 0

S4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

17 Veiligheidsplan: Gebiedsaanpak en ketenaanpak/veiligheidshuizen

Veiligheidsaanpak in specifieke gebieden

Verbetering veilgheid in die gebieden

350 0

350 0

Raadsdruk Begroting 2011 61

Page 67: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

18 Strategische aankopen buiten postcodegebied 1012

-200 -200

19 Veiligheidsmanager (platform criminaliteitsbestrijding)

-100 -100

20 Vrijval in budget Sociale veiligheid OV

Het niet verder invullen van de efficiencywinst als gevolg van de oprichting van het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer

-1.000 -1.000

-1.300 -1.300

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Straat- en gezinscoaches De aanpak van jeugdproblematiek in Amsterdam heeft de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt. Dit moet met kracht worden voortgezet. Een belangrijk instrument hierbij is de inzet van straatcoaches. Door een verlaging van de decentralisatie uitkering Veiligheid en leefbaarheid valt de dekking gedeeltelijk weg. Het Programakkoord heeft de veiligheidsambitie duidelijk geformuleerd op het gebied van buurtveiligheid en sociale cohesie. De investering in een gerichte wijkaanpak waarbij stadsdelen, bewoners, buurtregisseur, straatcoaches en ondernemers samenwerken aan het veiliger maken van de buurt, geeft aan dat ons beleid is gericht op een integrale aanpak. Binnen de gemeente geldt als algemene gedragslijn, dat wegvallende rijksmiddelen niet automatisch worden gecompenseerd door gemeentelijke middelen. Echter, gelet op de duidelijke relatie met het Programakkoord heeft ons College deze prioriteit in ons verdelingsvoorstel opgenomen. 2. Cameratoezicht Het gemeentelijk aandeel in de kosten van de exploitatie van cameratoezicht op het Centraal Station en het Wallengebied en de exploitatie van het cameratoezicht op de uitgaanspleinen en de centrale uitkijkruimte bedraagt € 1 miljoen. Een deel van deze kosten werden ten laste gebracht van de decentralisatie uitkering Veiligheid en leefbaarheid. Door de verlaging van deze uitkering valt een deel van de dekking weg. Binnen de gemeente geldt als algemene gedragslijn, dat wegvallende rijksmiddelen niet automatisch worden gecompenseerd door gemeentelijke middelen. Echter, gelet op de duidelijke relatie met het Programakkoord heeft ons College deze prioriteit in ons verdelingsvoorstel opgenomen. 3. Veiligheidshuis Doel van de prioriteit is de verbetering van de ketenaanpak met politie, justitie, rechterlijke macht en reclassering. De laatste jaren dalen de objectieve veiligheidscijfers, maar het veiligheidsgevoel, ervaren overlast, huftergedrag en geweld in de openbare ruimte blijven de aandacht opeisen. Er is behoefte aan een zichtbare en merkbare aanpak in wijk en buurt. Veiligheidshuizen bieden daar uitkomst. Een lokale samenballing van de huidige meer justitiële ketenunits en gemeentelijke jeugd, zorg en opvangketens biedt de mogelijkheid om sancties, maatregelen en begeleiding in wijk en buurt te realiseren. Jeugdige raddraaiers, veelplegers en specifieke groepen of hot spots worden zichtbaar en merkbaar voor een ieder aangepakt. Een betere informatiepositie en nauwe operationele aansluiting van gemeentelijke ketens zijn noodzakelijk.

Raadsdruk Begroting 2011 62

Page 68: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De komende jaren ontwikkelen de stadsdelen zich tot stevige bestuurlijke en ambtelijke eenheden. Een uitgelezen kans om, naast de bestuurlijke aanhaking via de subdriehoeken, de samenwerking van decentrale uitvoeringsorganisaties op veiligheidsgebied een impuls te geven. Het trekken van dit veranderproces, de regie in het veiligheidshuis, informatiepositie en bijbehorende pilot vragen om de volgende besluiten en gemeentelijke investeringen: � gemeentelijke regie/management veiligheidshuizen � verbeteren en verbreden informatie positie � veranderproces fysieke huisvesting/werkomgeving Hoewel de in de prioriteit voorgestelde activiteit geen directe relatie met het Programakkoord heeft, acht ons College deze van zodanig belang, dat de prioriteit in ons verdelingsvoorstel is opgenomen. 4. Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit Het Emergo-project heeft tot doel in het Wallengebied criminele macht- en gelegenheidsstructuren te bestrijden door o.a. het intensiveren van strafrechtelijke, fiscale en bestuursrechtelijke interventies. Het 1012-project is de bestuurlijke variant en richt zich op bestuurlijke interventies door o.a. het saneren van criminogene branches in dit gebied. Het project wordt voornamelijk gedekt uit bijdragen van het rijk. Het project loopt eind 2010 af. Ook hier geldt dat het wegvallen van rijksinkomsten niet automatisch leidt tot een toekenning van gemeentelijke middelen. Vanwege de relatie met het Programakkoord neemt ons deze aanvraag op in het verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten. Wij tekenen hierbij nog aan, dat geen structurele uitgaven ten laste van de prioriteit kunnen worden gebracht. 5. Aanpak woningovervallen In 2009 is het aantal overvallen op ondernemers (inclusief geldtransporteurs) en woningen, met ruim 10% gestegen. Reden voor de de driehoek om topprioriteit te geven aan de aanpak van dit misdrijf, dat enorme impact heeft op de slachtoffers en de samenleving. In februari 2010 heeft de driehoek het plan van aanpak Overvallen 2010 aangenomen. Politie, Openbaar Ministerie en Bestuur investeren extra om het aantal overvallen substantieel omlaag te krijgen. Bestuurlijke instrumenten die worden ingezet zijn: preventief toezicht gemeentelijke MTV-ers, gericht uitkijken cameraprojecten, inzet van gemeentelijk personeel in de openbare ruimte als ogen en oren voor de politie, aanbrengen van fysieke maatregelen bij geldpunten, extra (personele) inzet bij het organiseren van anti inbraakvoorzieningen bij woningen, versterking van activiteiten veilig ondernemen en communicatiemiddelen. Wij zijn er ons van bewust dat in het Programakkoord wordt aangegeven, dat er meer aandacht moet zijn voor overvallen in woningen. Volgens ons College is hier echter sprake van een kerntaak van de politie en niet van de gemeente. De uitvoering zal daarom binnen de financiële kaders van Openbare Orde en Veiligheid moeten plaatsvinden. Wij hebben de prioriteit daarom niet in ons verdelingsvoorstel opgenomen. 6. Coffeeshopbeleid Coffeeshops staan sterk in de belangstelling in stad en land: spreiding, klanten en overlast, een nieuw model voor coffeeshops nieuwe stijl en de regulering van de achterdeur, het zijn de zaken waarvoor oplossingen worden gevraagd. Snel uitgevoerde en probleem- en oplossingsgerichte studies zijn dan een probaat hulpmiddel. Daarbij wordt aan het volgende gedacht: � wetenschappelijk onderzoek naar spreiding van coffeeshops, onderzoek naar

bezoekersstromen naar coffeeshops, motieven voor coffeeshop bezoek en criteria die bezoekers stellen aan spreiding van bestaande en nieuw te vestigen coffeeshops

� het zoeken naar mogelijkheden om statistische gegevens over coffeeshop bezoekers aan demografische gegevens uit de wijken en infrastructuur en aanbod van voorzieningen (winkelcentra, uitgaansgelegenheden) te koppelen om de huidige spreidingsgraad van coffeeshops te toetsen

� verkooppunt soft drugs nieuwe stijl? Kan een nieuw soort coffeeshop worden ontwikkeld? � onderzoek naar mogelijkheden van regulering achterdeur door middel van pilot in een

stadsdeel. Voor de kosten van deze onderzoeken is € 100.000 aangevraagd.

Raadsdruk Begroting 2011 63

Page 69: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ons College onderschrijft de noodzaak van een goed coffeeshop beleid. Ook gelet op de duidelijke relatie tussen de aanvraag en het Programakkoord hebben wij de aanvraag in ons verdelingsvoorstel opgenomen. 7. Openingstijden Horeca Het huidige beleid op het terrein van horecavergunningen, waarvan de sluitingstijden onderdeel uitmaken, is een helder en uitgebalanceerd systeem met veel onderlinge afhankelijkheden en veel betrokken partners bij zowel de vormgeving, de uitvoering als de handhaving. Wijzigingen op geïsoleerde onderdelen aanbrengen hebben repercussies voor het gehele systeem. Te veel uitzonderingen kunnen het systeem onwerkbaar maken, met name omdat de handhaving ingewikkeld en kostbaar is. Om de bestuurlijke wens voor aanpassingen van de sluitingstijden uit te voeren, moet naar het gehele systeem van (horeca)vergunningverlening en handhaving(scapaciteit) en de kerntaken discussie tussen politie en de gemeente worden gekeken. Het voorstel is om hiervoor langs twee lijnen te werken. Hierbij kan de methode worden gebruikt die ook is toegepast bij de aanpassing van het terrassenbeleid. Om te beginnen komt er een onderzoek naar de vormgeving van de sluitingstijden in andere steden in Nederland en daarbuiten. Tegelijkertijd komt er een brede werkgroep bestaande uit alle betrokken gemeentelijke onderdelen, stadsdelen, politie, ondernemers en bewoners om te bouwen aan een nieuwe systematiek van vergunningverlening. Ons College merkt op dat een financiële vertaling van het horecabeleid in het Programakkoord ontbreekt Verder zijn wij van mening dat diensten over onderzoeksbudgetten beschikken. Dientengevolge moeten onderzoeken binnen dit budget worden gedekt. Wij hebben daarom deze aanvraag niet opgenomen in het verdeelvoorstel. 8. Leefbaarheidsindex Een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, draagt bij aan een veiliger Amsterdam en kan een goede bijdrage leveren aan het verminderen van gevoelens van onveiligheid. De op te zetten leefbaarheidsindex zal samen met de veiligheidsindex een compleet sturingsinstrument geven. Gelet op de duidelijke relatie van deze aanvraag met het Programakkoord neemt ons College deze aanvraag op in het verdeelvoorstel. 9. Intensivering toezicht prostitutiebranche In het Programakkoord is opgenomen dat controles in de gehele prostitutiebranche worden geïntensiveerd. In 2008 heeft uw Vergadering ingestemd met de inzet van gemeentelijke toezichthouders in de prostitutiebranche en heeft hiervoor € 400.000 in de begroting opgenomen. De aangestelde toezichthouders richten zich vooral op het gebied 1012. Bij intensivering van de controles en uitbreiding over de gehele stad is het gewenst, dat het toezicht op de branche zoveel mogelijk informatie gestuurd plaatsvindt, namelijk op basis van signalen over misstanden in de vergunde branche dan wel op vermoedens van illegale prostitutie in bedrijven waar een risico hierop bestaat, zoals massagesalons en nagelstudio’s. Eind 2009 zijn drie gemeentelijke toezichthouders aangesteld. Op grond van de resultaten van de evaluatie van het bestuurlijk toezicht op de prostitutiebranche in gebied 1012 kan het team worden uitgebreid. De kosten voor twee extra toezichthouders worden geraamd op € 250.000 op jaarbasis. In het Programakkoord is € 2 miljoen gereserveerd voor de uitvoering van het prostitutiebeleid. Voorstellen voor de aanwending van deze middelen zullen worden voorbereid door de portefeuille Zorg. Ons College verwijst daarvoor naar de bij het Programma Zorg ingediende prioriteit. Om deze reden hebben wij deze aanvraag niet afzonderlijk in het verdeelvoorstel opgenomen. 10. Schoolveiligheidsteams In het kader van het scheppen van een veilig schoolklimaat zijn op een aantal scholen in het voortgezet onderwijsteams (SVT) actief. De experimentele aanwezigheid op vier scholen van Schoolveiligheid teams heeft aangetoond dat er resultaten zijn geboekt. SVT”s zijn een samenwerkingsverband tussen de gemeente (leerplicht) en politie om scholen te ondersteunen in hun taak te zorgen voor veiligheid op scholen en het tegengaan van verzuim.

Raadsdruk Begroting 2011 64

Page 70: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De prioriteit betreft een uitwerking van de in het programakkoord gereserveerde middelen voor Veiligheid. In ons verdelingsvoorstel hebben wij hiervoor € 150.000 opgenomen. Wij tekenen hier het volgende bij aan. De aanvraag moet in samenhang worden bezien met de bij het programma Educatie, jeugd en diversiteit opgenomen prioriteit voor Schoolveiligheid teams. 11. Veiligheidsplan: Gebiedsaanpak en ketenaanpak/veiligheidshuizen Het Veiligheidsplan voorziet in accenten op de doelgroepgerichte aanpak, een gebiedsgerichte aanpak, toezicht en op handhaving gericht instrumentarium en enkele geprioriteerde delicten. Het Veiligheidsplan staat of valt met concrete maatregelen en investeringen in de criminele en overlast hotspots en aandachtsgebieden van Amsterdam. De kosten van deze aanpak werden tot dusverre ten laste van GSB middelen gebracht. Hoewel als algemene gedragslijn geldt, dat wegvallende rijksmiddelen niet automatisch door gemeentelijke middelen worden gecompenseerd, heeft ons College bij wijze van uitzondering voor het Veiligheidsplan € 250.000 in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Onze overweging daarbij is de aanwezige problematiek en het gegeven, dat het niet toekennen van middelen leidt tot “kapitaalvernietiging” als gevolg van het stopzetten van de activiteiten. Eventueel aanvullende middelen zullen binnen de overige aan het programma OOV ter beschikking staande budgetten worden gedekt. 12. Organisatie Bestuurlijk Toezicht Het Bestuurlijk Team Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT) heeft ingestemd met het Eindrapport Programma van Eisen Organisatie Bestuurlijk Toezicht. Hiermee kan voor de domeinonderdelen openbare ruimte, bouwen en milieu een concernorganisatie worden opgezet, waarbinnen decentrale en centrale gemeentelijke (dienst) onderdelen samenwerken en problemen oplossen. Voor de implementatie van het Programma van Eisen is een veelheid van activiteiten noodzakelijk. In samenhang daarmee worden de volgende vervolgacties uitgevoerd: organiseren van het gehele domein van toezicht en handhaving volgens het OBT, organiseren van het verband tussen bestuurlijk toezicht en politietoezicht en regionalisering van het OBT. Voor regie-unit is nodig: projectleiding, ondersteuning en een werkbudget. De kosten van de uitvoering lopen via de reguliere begrotingscyclus van stad en stadsdelen. Deze kosten betreffen de implementatie van het Programma van Eisen en de doorontwikkeling van het bestuurlijk toezicht. Professionalisering van het bestuurlijk toezicht houdt in meer focus, meer effectiviteit (oplossen van problemen) en efficiency (besparingen), meer dienstverlening en meer veiligheid. Gelet op de nu ingezette lijn van het OBT en de relatie hiervan met de opzet van de hervormingsagenda, heeft ons College deze aanvraag incidenteel voor € 0,2 miljoen in het verdeelvoorstel opgenomen. De overige middelen moeten binnen de portefeuille OOV gevonden te worden.

I4 Overige prioriteiten

13. Versterking Veiligheidsregio De Veiligheidsregio, die twee jaar bestaat, moet de centrale spil in de crisisbeheersing worden. De Veiligheidsregio draagt zorg voor een betere samenwerking en effectieve crisisbeheersing. Voorts heeft Amsterdam recht op een adequate brandweerzorg. Hiervoor is een professionele brandweer en een goed functionerende brandweerorganisatie onmisbaar. Daartoe moet de control functie binnen de Veiligheidsregio (ter ondersteuning van het Veiligheidsbestuur) worden versterkt. Daarnaast is voor een goede crisisbeheersing de invoering van netcentrisch werken nodig. De kosten worden geraamd op € 240.000; het aandeel voor Amsterdam bedraagt € 192.000. Ons College is van mening, dat de Veiligheidsregio beschikt over een stafbureau dat verantwoordelijk is voor de ondersteuning van het veiligheidsbestuur. Bij de totstandkoming van de Veiligheidsregio is de formatie bepaald op 14 fulltime eenheden. Ons College geen reden om hiervan af te wijken. Met deze aanvraag hebben wij daarom geen rekening gehouden in ons verdelingsvoorstel.

Raadsdruk Begroting 2011 65

Page 71: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

14. Koninginnedag Ook in 2011 zal de gemeente weer een grote inspanning leveren om Koninginnedag succesvol te laten verlopen. Ter uitvoering van de nota “Toekomstvisie Koninginnedag” dient de samenwerking met het bedrijfsleven en de gesubsidieerde sector te worden voortgezet. Om de grote stromen bezoekers te beheersen, worden deze geleit door zichtbare looproutes door de stad.. De bezoekers krijgen informatie over alle festiviteiten in onder meer een voorlichtingskrant, waarin voor de oriëntatie van de bezoeker een duidelijke plattegrond is opgenomen. Voor de actieve sturing van de mensenstromen worden elektronische matrix schermen ingezet, worden straten met hekken afgesloten en worden toezichthouders ingeschakeld. Via de matrix schermen kunnen de bezoekers bij calamiteiten worden geïnformeerd. Daarnaast dienen de ruim 750.000 bezoekers te worden gefaciliteerd met eerste hulp posten en extra inzet van nood- en hulpdiensten. Aanvullende inzet van openbaar vervoer is vereist om bij de aanvoer congestie te voorkomen. Evenals in de voorgaande jaren heeft ons Collegej voor de kosten van de organisatie van Koninginnedag middelen in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Gelet op de financiële situatie zijn wij van mening, dat de kosten extra kritisch tegen het licht moeten worden gehouden. In ons verdelingsvoorstel hebben wij € 250.000 opgenomen.

I8 Amsterdams Investeringsfonds

15. Coalitieproject 1012 In het programakkoord heeft het College de doelstellingen van het project 1012 onderschreven. In het verdelingsvoorstel is voor 2011 € 8,0 miljoen opgenomen, gedekt uit het Amsterdams Investeringsfonds (AIF). In de Financiële Hoofdlijnen wordt nader ingegaan op het AIF. Voor zover de middelen dit toelaten zal na 2011 in de resterende programperiode extra € 7,0 miljoen voor het project worden uitgetrokken.

S1 Programakkoord

16. Bestuurlijk Interventieteam De gemeente Amsterdam streeft naar een integrale aanpak van grootstedelijke overlast problemen op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. De aanpak vindt plaats onder verantwoordelijkheid van ons College. Voor de uitvoering is het gewenst één of twee Bestuurlijk Interventie Teams (BIT) te formeren. De kosten van twee teams worden geraamd op € 1,2 miljoen. Voor de dekking wordt een beroep gedaan op in het Programakkoord gereserveerde middelen. Aangezien de aanvraag geen relatie heeft met het Programakkoord heeft ons College voor deze prioriteit geen middelen in onst verdelingsvoorstel opgenomen. S4 Overige prioriteiten 17. Veiligheidsplan: Gebiedsaanpak en ketenaanpak/veiligheidshuizen

Zie de toelichting bij de incidentele prioriteit nr. 11.

SP4 Structurele posterioriteiten

18. Strategische aankopen buiten postcodegebied 1012 Het budget voor aankopen van panden buiten het postcodegebied 1012 kan met € 0,2 miljoen worden verlaagd.

19. Veiligheidsmanager (Platform Criminaliteitspreventie)

Ten behoeve van het Platform Criminaliteitsbestrijding is een Veiligheidsmanager aangesteld. De jaarlijkse kosten bedragen € 0,2 miljoen. Ons College is van mening dat op deze kosten in 2011 een structurele besparing van € 0,1 miljoen mogelijk is

Raadsdruk Begroting 2011 66

Page 72: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

20. Vrijval in budget Sociale veiligheid OV Het totale budget voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer bedraagt ongeveer € 11 miljoen. Dit bedrag wordt op dit moment als volgt ingezet:

• € 7 miljoen bijdrage aan het veiligheidsteam Openbaar Vervoer (VOV). Dit betreft met name de inzet (ruim 60 FTE) van de Dienst Stadstoezicht;

• € 3 miljoen bijdrage aan de Stadsregio Amsterdam voor de conducteurs op de tram; • € 1 miljoen nog niet ingevulde vrije ruimte vanwege efficiencywinst bij de oprichting

van het VOV. Dit budget is bedoeld voor extra inzet van het VOV. Ons College stelt voor hierop een bedrag van € 1 miljoen te bezuinigen in 2011. Voor deze ombuiging is € 1 miljoen van de vrije ruimte in te zetten.

Raadsdruk Begroting 2011 67

Page 73: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Werk en inkomen Maatschappelijk effect In Amsterdam is werken het doel en participeren de norm. Zoveel mogelijk Amsterdammers zijn aan het werk of op weg naar werk. Het beleid is gericht op werk, re-integratie en participatie. Dat betekent investeren in de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt en in de ontwikkeling van Amsterdammers op verschillende niveaus. Ons College zet hierbij in op het voorkomen en het beëindigen van maatschappelijk isolement. Werk is niet voor iedereen te realiseren. Uiteindelijk gaat het erom dat mensen maximale zelfredzaamheid bereiken. Daarom zijn interventies vanuit het armoedebeleid en de schuldhulpverlening gericht op een activerend aanbod en het vergroten van financiële en administratieve vaardigheden, zodat mensen mee kunnen doen in de samenleving.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Totaal programma Lasten + 1.017,3 1.108,5 1.136,0 1.093,3 1.094,2 1.100,7 1.091,8

Baten - 781,8 829,9 849,9 829,0 848,0 857,6 851,4

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

235,5 278,6 286,0 264,3 246,2 243,1 240,5

Toevoeging minus onttrekking reserves

-12,0 - 19,3 - 9,8 - 21,5 - 3,4 - 0,3 - 0,0

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

223,5 259,3 276,2 242,8 242,7 242,7 240,4

Saldo reserves 39,5 17,6 30,2 8,4 5,0 4,6 4,8

Saldo voorzieningen 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Investeringsuitgaven 8,4 5,6 10,1 6,6 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders

2.1 Grote druk op de financiële kaders De financiële crisis heeft grote impact op de economie en daarmee op de arbeidsmarkt. Steeds meer mensen moeten (op de korte termijn) noodgedwongen gebruik maken van een uitkering en van armoedevoorzieningen. Dit zorgt voor druk op de overheidsmiddelen. Naast een toenemend beroep op voorzieningen veroorzaakt diezelfde crisis ook een beperking van de financiële ruimte (landelijk en gemeentelijk) en dat leidt tot een heroverweging van de inzet van middelen. De Dienst Werk en Inkomen (DWI) moet nog efficiënter worden in het uitoefenen van zijn taak mensen aan het werk te krijgen en te laten participeren. Daarbij blijft strenge selectie aan de poort een eerste vereiste, met rechtmatigheid en doelmatigheid als de sleutelbegrippen. Mensen die geen recht hebben op een uitkering worden uit de uitkering gehouden en mensen die kunnen werken worden via snelle interventies, zoals de vacaturecarrousel, zo snel mogelijk aan werk geholpen. Deze gerichte interventies moeten de uitstroom vergroten. Bijstand in Amsterdam duurt niet langer dan strikt noodzakelijk. De taakstelling is op deze wijze een besparing te realiseren en tekorten op de uitkeringsmiddelen zoveel mogelijk te beperken. Tegelijkertijd is duidelijk dat de komende jaren veel minder middelen beschikbaar zijn voor re-integratie en participatie. Dit vraagt bij de inzet van re-integratiemiddelen om het maken van fundamentele keuzes, op basis van een helder afwegingskader.

Raadsdruk Begroting 2011 68

Page 74: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2.2 Economische ontwikkelingen De – stijging van de – werkloosheid blijft altijd achter bij de economische ontwikkeling. In 2009 kromp de economie met maar liefst 4,75%, terwijl het aantal banen met slechts 1% is afgenomen en de totale werkloosheid met niet meer dan 1 procentpunt is gestegen. Dit komt deels door de deeltijd-WW en daarnaast heeft de overheid het begrotingstekort laten oplopen, waardoor verlies van duizenden banen voorkomen werd. Verder hebben veel schoolverlaters besloten nog een tijdje door te leren en melden veel zzp‘ers1, hoewel ze hun opdrachten zien teruglopen, zich nog niet als werkloze. Het achterblijvende banenverlies is dus geen reden tot optimisme. Duidelijk is dat het banenverlies op korte termijn sterk zal oplopen. Bedrijven zullen mensen ontslaan, omdat ze het niet lang vol kunnen houden met een gelijkblijvend personeelsbestand een veel lagere omzet te draaien. De vergrijzing biedt – zeker op korte termijn – geen soelaas. De beroepsbevolking zal – landelijk – de komende tien jaar jaarlijks met hooguit 20.000 personen krimpen, terwijl de economische crisis waarschijnlijk leidt tot een banenverlies dat kan oplopen tot ongeveer 400.000. Specifiek op Amsterdam gericht onderzoek geeft aan dat onze stad dezelfde trends en ontwikkelingen te wachten staat. Dit plaatst de gemeente Amsterdam voor een grote opgave. Er zullen nog meer mensen een beroep doen op bijstand, zeker als de plannen van het rijk voor een verkorting van de duur van de WW doorgang vinden. Mensen komen dan eerder in de bijstand. Ook de voorgenomen bezuiniging op het W-budget2 zal haar weerslag hebben op het bijstandsvolume. Doordat er minder geld is voor ondersteuning bij arbeidsintegratie zullen veel bijstandsgerechtigden minder kans maken om uit te stromen naar een betaalde baan.

2.3 Speerpunten in de aanpak Ons College wil blijven investeren in mensen. Niet alleen in het belang van het individu, en in het licht van de huidige crisis, maar ook om over een aantal jaren te kunnen voldoen aan een aantrekkende vraag naar arbeidskrachten. Hoewel de berichten voor Amsterdam niet eensluidend zijn, is de veronderstelling dat er een structureel knelpunt ontstaat doordat de babyboomgeneratie de arbeidsmarkt gaat verlaten. Hiermee komen er nieuwe arbeidsplaatsen beschikbaar, maar verdwijnt er ook veel kennis en ervaring. Het tekort aan vakkrachten (in de techniek, het onderwijs en de zorg) zal hierdoor toenemen. In deze context is de positie van jongeren van groot belang en één van de speerpunten van onze aanpak. Al in 2009 is, samen met andere regionale partijen, gestart met het Actieplan Jeugdwerkloosheid en de uitvoering daarvan wordt in 2011 voortgezet. Ondersteuning van zelfstandigen – die het moeilijk hebben – en stimulering van zelfstandigheid is een ander speerpunt. Uitkeringsgerechtigden die zelfstandige willen worden (en hiertoe in staat zijn) worden gestimuleerd om een (duurzame) economische zelfstandigheid te bereiken.

2.4 Samenwerking in de keten Er is één integrale visie op het voor de stad zo belangrijke vraagstuk participatie. En ook één wet waarbinnen de financiën zijn geregeld: de Wet participatiebudget3. Binnen verschillende samenwerkingsverbanden wordt een gezamenlijke inspanning geleverd die zich richt op een groot aantal Amsterdammers. Door het creëren van een stevig programma participatie in samenhang met re-integratie, armoedebeleid, inburgering en volwasseneneducatie wordt er binnen de gemeente effectiever voor de burger gewerkt, met betere resultaten. Dit vergt een nauwe samenwerking tussen verschillende gemeentelijke diensten in het sociale domein,

1 Zelfstandige zonder personeel 2 Via de Wwb krijgen gemeenten de beschikking over twee budgetten: het werkbudget (W-budget als onderdeel van het Participatiebudget) en het inkomensbudget (I-budget). Uit het inkomensbudget betalen gemeenten de bijstandsuitkeringen, terwijl uit het werkbudget reïntegratietrajecten gefinancierd worden. 3 Wet participatiebudget van 29 december 2008 tot bundeling van het Wwb-werkdeel, budgetten voor inburgeringsvoorzieningen en de middelen voor volwasseneneducatie

Raadsdruk Begroting 2011 69

Page 75: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

stadsdelen (onder andere in de aanpak van Multi Probleem Gezinnen), UWV Werkbedrijf, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de G4 partners. Vanaf 1 januari 2010 is DWI verantwoordelijk voor de volledige uitvoering van de Wet participatiebudget. De onderdelen inburgering en volwasseneneducatie zijn toegevoegd aan de organisatie. Zij hebben een nauwe samenhang met re-integratie, inkomen en armoede. De uitvoering van de inburgering vindt plaats in hechte samenwerking met de stadsdelen. De samenwerking met UWV Werkbedrijf is de afgelopen jaren geïntensiveerd. Vanuit de Werkpleinen wordt samengewerkt bij de intake van klanten. In de backoffice worden specialisten ingezet. Bij het verder vormgeven van de samenwerking wordt ingezet op het uitwisselen van instrumenten en een gezamenlijke werkgeversbenadering. Met andere gemeenten wordt gezamenlijk invulling gegeven aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Met bedrijven en maatschappelijke organisaties worden coalities gesloten, gericht op het verminderen van armoede (Armoedepact) en het stimuleren van werkgelegenheid door werkervaringsplaatsen beschikbaar te stellen en uiteraard banen te scheppen. Samenwerking binnen de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) richt zich op de uniformering van beleid, ICT en processen. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Participatie en werk 3.1.1 Participatie en werk: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Mensen ontwikkelen zich naar werk (zie ook bij armoede) Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Uitstroom naar werk in een jaar 2.513

(2009) 3.500 4.000 4.000 4.200

Doelstelling 2: Meer jongeren terug naar school of aan het werk Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Percentage jongeren dat binnen een jaar terug naar school gaat of aan het werk is

40% 42% 44% 45%

Percentage jongeren dat na aanmelding bij het Jongerenloket binnen 4 weken een werkleeraanbod krijgt

38% 1e kw 2010

89% 1e kw 2010 85% 85% 90% 95%

Doelstelling 3: mensen in de Wet Sociale Werkvoorziening ontwikkelen zich dichter bij reguliere arbeidsmarkt Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Percentage mensen dat werkzaam is bij een werkgever via Begeleid Werken

12% (2009)

12% 12% 12% 12%

Doelstelling 4: Betere beheersing van de Nederlandse taal en grotere kennis van cultuur en geschiedenis van de (Amsterdamse) samenleving bij Amsterdammers Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal Amsterdammers dat een taal- en inburgeringscursus krijgt aangeboden (aantal WI-trajecten)

2.514 (1e kw 2010)

6.200 6.200 6.200 6.200

Aantal Amsterdammers dat een educatietraject krijgt aangeboden (WEB-traject)

2.826 (2009)

1.375 1.375 1.375 1.375

Raadsdruk Begroting 2011 70

Page 76: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overige doelstellingen Doelstelling 5: Uitstroom van ouderen naar het werk Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aandeel uitstroom vijftig plussers in de totale uitstroom naar werk

14% (344)

2009 14% 14% 14% 14%

In aantallen: 490 560 560 588

3.1.2 Participatie en werk: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Mensen ontwikkelen zich naar werk De hoofdlijn van deze doelstelling is dat er minder mensen afhankelijk zijn van een uitkering of van de gemeente. Er gaan meer mensen aan het werk. Mensen voor wie dat nog niet lukt ontwikkelen zich richting de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd moeten we ook realistisch zijn over de arbeidsmarkt in de komende jaren. De arbeidsmarkt volgt met vertraging de economische ontwikkeling. De inspanningen van ons College zijn erop gericht het aantal klanten te verminderen, met name door uitstroom naar werk. De verwachting is dat dit pas vanaf 2013 leidt tot een daling, mede door de korting op de middelen voor re-integratie die het rijk heeft aangekondigd. Voor deze doelstelling is de volgende indicator geformuleerd: � uitstroom naar werk in een jaar:

Amsterdam gaat uit van de kracht van Amsterdammers. Wie kan, moet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. Wanneer dat niet mogelijk is, worden mensen gestimuleerd om zichzelf te ontwikkelen, zodat zij uiteindelijk kunnen uitstromen naar werk. De uitstroom naar werk moet zich de komende jaren verder verbeteren. Daarvoor wordt nauw samengewerkt met werkgevers. Zij worden ondersteund, eventueel ook financieel, als de loonwaarde van iemand nog niet 100% is. Daarnaast worden jobcoaches ingezet

Als mensen nog niet kunnen uitstromen naar werk worden re-integratie-instrumenten ingezet om ze te ontwikkelen richting de arbeidsmarkt. Over de effectiviteit is veel discussie4. Amsterdam vindt het van groot belang om transparant te zijn over de resultaten van re-integratie, niet alleen in aantal deelnemers en instrumenten, maar ook op het gebied van effectiviteit. Daarom wordt dit continu onderzocht en is ook in de komende jaren de inzet de effectiviteit verder inzichtelijk te maken. Doelstelling 2: Meer jongeren terug naar school of aan het werk Het uiteindelijke doel van de aanpak van de jeugdwerkloosheid is dat jongeren terug gaan naar school om hun startkwalificatie of een diploma te halen, of dat zij aan het werk gaan. Voor deze doelstelling zijn de volgende indicatoren geformuleerd: � percentage jongeren dat in een jaar terug naar school gaat of aan het werk gaat:

het aantal jongeren dat terug gaat naar school of aan het werk gaat in een jaar stijgt (uitgedrukt in een percentage). De aanpak van jeugdwerkloosheid van Amsterdam en de andere regiopartners bestaat uit drie hoofdactiviteiten: stimuleren van jongeren om door te leren, intensiveren van de begeleiding bij het solliciteren via een vacaturecarrousel en het aanbieden van een tijdelijke stage/traineeplaats bij een werkgever

� percentage jongeren dat na aanmelding bij het Jongerenloket binnen vier weken een werkleeraanbod krijgt: de meeste jongeren die zich melden bij DWI zijn nog niet zo ver dat zij klaar zijn om terug te gaan naar school of om aan het werk te gaan. Daarom krijgen ze in de tussentijd ondersteuning via een werkleeraanbod. Dit vloeit voort uit de Wet investeren in jongeren (WIJ). Dit geldt voor jongeren tot en met 27 jaar. Jongeren worden in eerste instantie

4 Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (2008 en 2009) heeft aangetoond dat klanten van DWI zich ontwikkelen op factoren die van belang zijn om uiteindelijk aan het werk te kunnen gaan. Deze ontwikkeling was sterker bij klanten die een re-integratietraject hebben doorlopen.

Raadsdruk Begroting 2011 71

Page 77: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

begeleid naar school, werk of een combinatie daarvan, of ze volgen een traject hiernaar toe. Wanneer er belemmeringen zijn voor de jongeren dan worden deze weggenomen

Doelstelling 3: Mensen in de Wet Sociale Werkvoorziening ontwikkelen zich dichter bij de reguliere arbeidsmarkt Pantar Amsterdam voert in opdracht van Amsterdam de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Dat is een wettelijke taak. Mensen met een handicap kunnen, na indicatie door UWV, een beroep doen op werk in de sociale werkvoorziening (SW). In totaal zijn 3.300 Amsterdammer in de SW aan het werk. Daarvan werken er 1.000 bij reguliere werkgevers, 300 in oproepteams bij reguliere bedrijven, 500 in de openbare ruimte (groenvoorziening) en 1.500 in één van de werkbedrijven van Pantar. Doel is om zoveel mogelijk mensen uit de bedrijven van Pantar aan het werk te krijgen in reguliere bedrijven. Gestuurd wordt op de beweging ’van binnen naar buiten’. Dit wordt uitgedrukt in Begeleid Werken (werken in dienst van een reguliere werkgever met loonkostensubsidie en zonodig jobcoaching). De doelstelling het landelijk percentage van Sw-ers in begeleid werken (ongeveer 5%) te overtreffen is met 12% al bereikt. Meer mensen in Begeleid Werken betekent meer mensen dichter bij de reguliere arbeidsmarkt. Het is een grote opgave om dit constant te houden (12%), zeker gezien de economische ontwikkeling. Doelstelling 4: Betere beheersing van de Nederlandse taal en grotere kennis van cultuur en geschiedenis van de (Amsterdamse) samenleving bij Amsterdammers Mee kunnen doen, betekent beheersing van de Nederlandse taal en begrip van de cultuur en de geschiedenis. Voor deze doelstelling zijn de volgende indicatoren opgenomen: � aantal Amsterdammers dat een taal- en inburgeringscursus krijgt aangeboden:

voor het onderdeel inburgering is de doelstelling voor 2011 en verder, gesteld op 6.200 inburgeringstrajecten (WI) voor de stad als geheel, voor zowel inburgeringsplichtigen als inburgeringsbehoeftigen. De opgave bestaat erin gecombineerde trajecten aan te bieden, dus niet alleen taal maar ook activiteiten die de taal versterken én daardoor de klant beter in staat stellen überhaupt te participeren, dan wel op een hoger plan te participeren. Vanaf 2011 kan nog meer accent gelegd worden op maatwerk bij de benadering van inburgeraars. Samen met de klant wordt onderzocht welk inburgeringsaanbod en welke duale activiteiten het passendst zijn: als iemand werk heeft, wellicht Nederlands op de werkvloer, met eventueel in de weekenden nog extra activiteiten. Voor mensen die wat verder van participatie af staan, enkele dagdelen taal gecombineerd met vrijwilligerswerk op de school van hun kinderen. Taal op de werkvloer (via werkgevers) is ook in 2011 een belangrijk speerpunt van het wervingsbeleid

� aantal Amsterdammers dat een educatietraject krijgt aangeboden:

de educatietrajecten worden aangeboden vanuit de Wet educatie beroepsonderwijs (Web). De gemeente is wettelijk verplicht om het gehele Web-budget te besteden aan het ROC van Amsterdam. Het ROC biedt de volgende educatietrajecten aan: Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO), Alfabetiseringstrajecten voor Nederlandssprekenden (NT1), Alfabetiseringstrajecten voor niet-Nederlandssprekenden (NT2), Aanbod na inburgering en Geïntegreerde (GIT) trajecten: NT2 taal in combinatie met een beroepsopleiding op MBO-niveau. Deze trajecten leveren een bijdrage aan de participatie van Amsterdammers en in veel gevallen ook aan het instromen in het arbeidsproces

Doelstelling 5: Uitstroom van ouderen naar het werk Vijftig plussers zijn een kwetsbare groep binnen het klantenbestand van DWI. De komende jaren wordt er nadrukkelijk naar gestreefd ouderen te activeren, opdat de gevolgen van de economische crisis niet onevenredig neerslaan op deze leeftijdscategorie. Uitgangspunt is dat van deze groep het percentage uitstroom naar werk op hetzelfde niveau blijft als in 2009.

Raadsdruk Begroting 2011 72

Page 78: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.3 Participatie en werk: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 378,0 460,9 382,5 355,3 355,4 348,5

Doelstelling 1, 2, 4, 5 Participatie en Werk (WPB)

Re-integratie 217,3 233,4 224,5 214,8 206,7 204,7 Budgettaire maatregelen WPB (bezuiniging 2010 / afwegingskader 2011-2014)

-7,2 -7,2 - 63,2

-7,2 -61,8

-7,2 -52,4

-7,2 -56,6

Inburgering* - 54,0 62,1 44,6 44,6 44,6 Volwasseneneducatie* - 9,1 7,0 7,0 7,0 7,0 Overig gemeente, niet WPB (jeugdwerkloosheid, kinderopvang, stelpost werk)

20,1 14,7 6,2 6,2 6,2 6,2

Doelstelling 3: Wsw 79,9 89,5 86,8 86,8 86,8 86,8

Toerekening uitvoeringskosten DWI

60,8 67,5 66,3 65,0 63,8 63,1

Baten - 293,4 357,3 306,3 281,9 283,2 277,0

Doelstelling 1, 2, 4, 5 WPB

Re-integratie en Werk 192,3 176,0 163,8 155,0 156,3 149,9

Inburgering * - 61,3 48,4 36,0 36,0 36,0

Volwasseneneducatie * - 8,9 6,8 6,8 6,8 6,8

Schuif W naar Inburgering -20,0 - - - - -

Onttrekking/toevoeging spaarsaldo

46,8 23,2** -0,7** -3,8** -3,8** -3,6**

Doelstelling 3: rijksbudget Wsw 74,0 83,8 83,8 83,8 83,8 83,8

Overig gemeentelijk 0,4 4,2 4,2 4,1 4,1 4,1

Mutaties in reserves -0,3 1,2 -1,8 -0,3 -0,3 0,0

Saldo 84,3 104,7 74,4 73,1 71,9 71,5

* bij de Begroting 2010 waren de taken inburgering en volwasseneneducatie onderdeel van het Programma EJD ** Actualisatie 2010: onttrekking voor W-deel € 37,3 miljoen en toevoeging vanuit Inburgering € 14,1 miljoen Begroting 2011: toevoeging vanuit W-deel van € 11,9 miljoen en onttrekking voor Inburgering van € 11,2 miljoen Meerjarig 2012-2014: verwachte toevoeging aan het spaarsaldo van circa € 4 miljoen vanuit W-deel Doelstelling 1,2,4 en 5: Participatie en werk De activiteiten bij deze doelstellingen worden betaald uit het Participatiebudget, zo mogelijk aangevuld met gelden uit het Europees Sociaal Fonds (ESF). Tot en met 2007 heeft de gemeente geld overgehouden op het WWB-werkbudget (onderdeel van het huidige Participatiebudget). Van de overschotten is een spaarsaldo gevormd dat kan worden ingezet voor tekorten op het Participatiebudget. Eind 2009 bedroeg het spaarsaldo € 48,9 miljoen. Door de economische crisis is het aantal re-integratieklanten toegenomen, waardoor de lasten bij de Actualisatie 2010 zijn gestegen. Met name voor mensen op de lagere treden zijn de lasten (mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt) gericht op maatschappelijke participatie sterk toegenomen. Het verslechterde saldo ten laste van de algemene dienst bevestigt dit beeld. Om binnen de beschikbare financiële kaders te blijven zijn aanpassingen noodzakelijk in 2010. In de tabel is dit opgenomen onder ‘budgettaire maatregelen’. Bij de Actualisatie 2010 gaat het om maatregelen van € 7,2 miljoen. Met deze maatregelen wordt binnen het budgettaire kader gebleven.

Raadsdruk Begroting 2011 73

Page 79: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overige gemeentelijke lasten in het kader van deze doelstellingen dalen met € 5,4 miljoen bij de Actualisatie 2010 en met nog eens € 8,5 miljoen bij de Begroting 2011. Dit als gevolg van het wegvallen van incidentele middelen (incidentele prioriteiten als Blijf aan de bal banen, gemeentelijke bijdrage Participatiebudget en middelen voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid) en het dalen van de lasten kinderopvang als ook een daling van de stelpost werk. De baten voor re-integratie dalen daarnaast aanzienlijk. In bovenstaande tabel lijkt het overigens of de totale baten Participatie en werk bij de Actualisatie 2010 sterk gestegen zijn. In de begrotingcijfers 2010 maakten de lasten en baten van Inburgering en Volwasseneneducatie echter nog deel uit van het Programma Educatie, jeugd en diversiteit. Op het W-deel is bij de Actualisatie 2010 een tekort van € 50,2 miljoen en bij inburgering wordt op de rijksmiddelen juist € 14,1 miljoen overgehouden. Vanwege het tekort op het W-deel wordt bij de Actualisatie 2010 geen schuif meer gemaakt van W-deel naar Inburgering, wat in voorgaande jaren wel het geval was en ook in de Begroting 2010 nog was opgenomen. Met een spaarsaldo ultimo 2009 van € 48,9 leidt dat er toe dat € 37,3 miljoen wordt onttrokken voor het tekort op het W-deel. Dan resteert een geoorloofde bijdrage van de algemene dienst van € 12,9 miljoen (€ 10,7 incidentele prioriteit Participatiebudget en € 2,2 miljoen BTW-lasten Pantar voor re-integratietaken waar baten BTW Compensatiefonds tegenover staan). Wat betreft Inburgering wordt € 14,1 miljoen toegevoegd aan het spaarsaldo, waardoor de geoorloofde bijdrage van de algemene dienst Inburgering uitkomt op € 8,2 miljoen (€ 6,7 miljoen lasten niet Wpb declarabel en € 1,5 miljoen aan dotatie reserve instapcursussen voor 2011). Voor de Actualisatie 2010 betekent dit per saldo een onttrekking uit het spaarsaldo van € 23,3 miljoen. Dit geeft een restant spaarsaldo ultimo 2010 van € 25,7 miljoen. Dit spaarsaldo kan worden ingezet voor toekomstige tekorten op het Participatiebudget. Rijksbezuinigingen leiden er in 2011 toe dat het budget krapper wordt en door verdere afname van de baten komt het huidige re-integratiebeleid sterk onder druk te staan. Toekomstige rijksbezuinigingen zijn daarnaast niet uit te sluiten. De verwachting is dat vanaf 2012 nog eens € 60 miljoen extra op het Participatiebudget wordt gekort. In bovenstaande tabel is voor 2011 de ontwikkeling van de uitgaven opgenomen inclusief het afwegingskader Participatiebudget waarin maatregelen staan om de re-integratielasten terug te dringen. Besluitvorming over het afwegingskader vindt plaats medio 2010. De lasten begroot voor 2011 zijn derhalve € 63 miljoen lager als gevolg van de voorgenomen maatregel op de re-integratiemiddelen. Het saldo ten laste van de algemene dienst daalt bij de Begroting 2011 substantieel. Deze daling is direct gekoppeld aan het al dan niet realiseren van de bezuinigingen in het afwegingskader. Het eerder genoemde verwachte overschot op het W-deel in 2011 en verder bij ongewijzigd beleid is alleen mogelijk als de bezuiniging van € 63 miljoen wordt gerealiseerd. De Begroting 2011 bij ongewijzigd beleid laat zien dat in 2011 een overschot op het W-deel van € 11,9 miljoen wordt verwacht en ingezet kan worden voor het tekort op inburgering van € 11,2 miljoen. Per saldo wordt in 2011 dus € 0,7 miljoen aan het spaarsaldo toegevoegd. Doelstelling 3: Wsw Per Sw-plek ontvangt de gemeente een vast bedrag van het rijk, dat beschikbaar wordt gesteld aan Pantar omdat zij is belast met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Dit bedrag is onvoldoende om de loon- en uitvoeringskosten, verminderd met de omzet die Pantar met deze en andere activiteiten realiseert, te dekken. Er resteert jaarlijks een exploitatietekort van circa € 4 miljoen. Een bedrag van € 1,4 miljoen is structureel gedekt in de begroting. Het resterende tekort van € 2,6 miljoen heeft de gemeente tot en met 2010 incidenteel bijgedragen. Voor 2011 is een prioriteitsvraag van € 1,1 miljoen opgenomen en voor het restant van € 1,5 miljoen worden bezuinigingsmaatregelen bij Pantar gerealiseerd (in het uiterste geval wordt het restant gedekt uit de risicoreserve van Pantar). Verder heeft de gemeente jaarlijks ongeveer € 1,5 miljoen beschikbaar voor inhuur Sw-werknemers door gemeentelijke instellingen. Vanaf 2012 dienen de verschillende gemeentelijke onderdelen de gemeentelijke inhuur te dekken binnen de eigen begroting.

Raadsdruk Begroting 2011 74

Page 80: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ten opzichte van de Begroting 2010 zijn zowel de lasten als de baten van de Wsw met circa € 10 miljoen gestegen, als gevolg van de toename van het aantal Sw-ers.

3.1.4 Participatie en Werk: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord doelstellingen?

De mate waarin klanten uitstromen naar werk hangt af van de vraag op de arbeidsmarkt en de mate waarin DWI erin slaagt om klanten te ontwikkelen. Het is van belang om inzicht te krijgen in de effectiviteit van re-integratie en participatie op de ontwikkeling van de klant. DWI wordt geacht in de huidige situatie zijn klanten te ontwikkelen en uit te laten stromen met minder middelen. Dit houdt in dat effectiviteit steeds belangrijker wordt en dit vraagt het nodige van primaire proces (systeem van competentie-ontwikkeling, andere inzet van projectconsulenten, benchmarking). Als gevolg van landelijke heroverwegingen wordt een extra korting op het Participatiebudget verwacht, waardoor nog meer druk op het huidige participatiebeleid ontstaat. Verder worden tekorten voor inburgering verwacht en bestaat de mogelijkheid dat de rijksfinanciering voor inburgering wordt gestopt. Het spaarsaldo Participatiebudget raakt op en er is mogelijk onvoldoende spaarsaldo beschikbaar om toekomstige tekorten te dekken (met name omdat trajecten meerjarig zijn en de gemeente ook na het stopzetten van de rijksfinanciering de aangegane verplichtingen voor inburgeringstrajecten dient na te komen). Verder kan het niet realiseren van de benodigde bezuinigingen zoals gepresenteerd in het afwegingskader c.q. het niet in staat zijn om beleid aan te passen, enorme tekorten opleveren voor de algemene dienst. Derhalve zal ons College de voortgang van het afwegingskader monitoren middels de kwartaalrapportage aan de Raad.

3.2 Subprogramma Inkomen 3.2.1 Inkomen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Overige doelstellingen Doelstelling 6: Klanten worden snel en adequaat geholpen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Klantwaardering klanten 6,8

(2009) 6,9 7,0 7,0 7,0

Percentage aanvragen levensonderhoud, afgehandeld binnen de gestelde termijn

87,1% binnen 5 weken (2009)

90% binnen 4

weken

90% binnen 4

weken

90% binnen 3

weken

90% binnen 3

weken Percentage bezwaarschriften afgehandeld binnen de wettelijke termijn

95,9 % (2009)

97% 97% 97% 97%

Percentage aanvragen Individuele bijzondere bijstand afgehandeld binnen gestelde termijn

95,3 % binnen 8 weken

(2009)

90% binnen 7

weken

90% binnen 6

weken

90% binnen 5

weken

90% binnen 4

weken

3.2.2 Inkomen: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 6a: Klanten worden snel en adequaat geholpen Ons College werkt aan verbetering van de dienstverlening. Niet de regels staan centraal, maar de klant. De komende periode wordt ingezet op ‘ontbureaucratisering’, met als doel de (aanvraag)procedures verder te vereenvoudigen. Voor deze doelstelling zijn de volgende indicatoren geformuleerd: � verbeteren van klanttevredenheid:

het oordeel en de wensen van de omgeving vormen het vertrekpunt voor de inrichting van de dienstverlening en de uitvoering van DWI. Een respectvolle bejegening van de klanten en het waarborgen van hun rechten maken daar integraal onderdeel van uit. Om inzicht in klanttevredenheid te verkrijgen houdt DWI periodiek een klanttevredenheidsonderzoek onder zijn klanten.

Raadsdruk Begroting 2011 75

Page 81: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het streven is het algemeen klantoordeel ten opzichte van het ondergezoek dat in 2009 is uitgevoerd te verhogen. Tegelijkertijd is de realiteit dat de klanttevredenheid van organisaties als DWI slechts zelden boven een 7,0 uitkomen. Handhaven van minimaal dat niveau is daarom het doel. Uiteraard wordt de komende periode bezien op welke wijze de meting van de klanttevredenheid op een kwalitatief hoger niveau kan komen, in samenwerking met het UWV

� afhandeling aanvragen: de afhandelingtermijn van bijstandsaanvragen is sinds 2008 flink teruggebracht en bedraagt inmiddels vijf weken. Doelstelling voor 2011 is vier weken. Ondanks de toename van het aantal aanvragen als gevolg van de economische crisis en ondanks de invoering van een nieuw uitkeringssysteem binnen DWI, wordt gestreefd naar een zo kort mogelijk afhandelingtermijn voor de aanvragen (90% in drie weken in 2013)

� afhandeling bezwaarschriften: in lijn met de nieuwe Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen wordt gestreefd

naar verkorting van de afhandelingtermijn van de bezwaarschriften � afhandeling Individuele bijzondere bijstand:

bij de afhandeling van de aanvragen voor de Individuele bijzondere bijstand wordt ingezet op een steeds korter wordende afhandelingtermijn. Dit is een verscherping ten opzichte van de geldende wettelijke termijn van acht weken. Digitalisering van de dienstverlening speelt hier een prominente rol

Doelstelling 6b: Overige Gedurende de tijd dat iemand nog niet zelfstandig in zijn of haar inkomen kan voorzien, wordt hij of zij door de gemeente tijdelijk met een inkomensvoorziening ondersteund. In veel gevallen is dit een bijstandsuitkering. Het recht op de bijstandsuitkering moet worden vastgesteld. DWI borgt de rechtmatigheid van de uikering. Tegelijkertijd moet iedereen met een uitkering re-integreren en participeren. Die verplichting geldt in principe voor alle uitkeringsgerechtigden, dus ook voor diegene voor wie uitstroom naar regulier werk op korte termijn niet haalbaar is. Ook van hen wordt gevraagd zich in te zetten om hun competenties te verhogen, zodat ook zij op termijn terug kunnen naar de arbeidsmarkt. Zo wil ons College bereiken dat iedereen meedoet. De Wwb garandeert iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft en die onvoldoende middelen heeft om in de noodzakelijke bestaanskosten te voorzien een minimuminkomen. Een onderdeel van het systeem van werk en inkomen is ook een goede monitoring op, en aanpak van oneigenlijk gebruik op voorzieningen. Als gevolg van de economische crisis stijgt het aantal mensen dat een beroep doet op een bijstandsuitkering. Een onnodig beroep op bijstand moet altijd voorkomen worden. Op het terrein van handhaving blijft het noodzakelijk om misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Om daar zeker van te kunnen zijn, worden bij de uitkeringsaanvraag de gegevens van de klant zorgvuldig gecontroleerd. Om zekerheid te verkrijgen over de woonsituatie wordt een huisbezoek afgelegd. Naast het huisbezoek bij aanvraag, worden ook naar aanleiding van vermoedens van fraude (zoals ontvangen signalen van burgers, bestandskoppelingen of onduidelijkheden in de onderzoeken door medewerkers) onderzoeken ingesteld, waarvan een huisbezoek onderdeel kan uitmaken. Uiteindelijk komt ook handhaving neer op het aanspreken van klanten op hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden om te voorzien in hun eigen levensonderhoud. Verbetering van de efficiency in de handhaving van de rechtmatigheid van de uitkering staat de komende jaren centraal. Het resultaat moet verder omhoog, waarschijnlijk met minder middelen. Daarom wordt gekeken of een profielbenadering (risicogestuurde handhaving) wordt geïmplementeerd. Hiermee komt een sterkere focus te liggen op risicogroepen en tegelijkertijd een hogere trefkans van het handhavinginstrumenten. In de komende jaren zal in het kader van rechtmatigheid extra aandacht gaan naar preventie. Ingezet wordt op een grotere nalevingbereidheid. Door goede voorlichting, duidelijke regelgeving en nadruk op het principe ‘werk boven uitkering’, wordt voorkomen dat ten onrechte uitkeringen worden verstrekt. De inzet is om adequate voorlichting aan klanten als preventief middel te verbeteren. Ook een verbetering van bestaande succesvolle controle- en opsporingsmethodieken blijft de komende tijd nodig.

Raadsdruk Begroting 2011 76

Page 82: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Daar waar achteraf geconstateerd wordt dat bijstand ten onrechte is verstrekt, volgt terugvordering. Ons College streeft er naar de effectiviteit van de terugvordering de komende jaren te vergroten en zal daartoe verdere samenwerking zoeken met andere partijen.

3.2.3 Inkomen: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 657,6 599,6 652,0 680,3 686,9 685,0

Doelstelling 6a: Toerekening uitvoeringskosten DWI

72,2

71,1

69,6

68,3

67,0

66,3

Doelstelling 6b (overige): Uitkeringen WWB

560,3

491,6

530,8

558,1

564,7

563,5

Overige uitkeringen 25,1 36,9 51,5 53,9 55,2 55,2

Baten - 534,6 489,5 521,5 564,8 573,1 573,1

Doelstelling 6b (overige):

WWB Inkomensdeel (rijksbudget) 429,7

452,4

469,9

510,9

517,9

517,9

WWB extra budget conjunctuur 69,3 - - - - -

WWB aanv. Uitkering 10,9

- - - - -

Overige uitkeringen (rijksbudget, declaratie en overige inkomsten)

24,7

37,1

51,6

54,0

55,3

55,3

Mutaties in reserves -18,9 -10,6 -19,8 -3,2 0,0 0,0

Saldo 104,1 99,5 110,7 112,3 113,8 111,9 Doelstelling 6a: Klanten worden snel en adequaat geholpen Deze doelstelling kan worden gerealiseerd door een goed werkend apparaat binnen DWI. De dienst heeft hiervoor een regulier en incidenteel budget beschikbaar. Het totaal van de apparaatskosten wordt met een kostenverdeelstaat aan de verschillende programma’s toegerekend. Als gevolg van de stijging van het klantenbestand wordt in 2010 € 5 miljoen incidenteel uit de Risicoreserve Wet Werk en Bijstand toegevoegd aan het apparaatskostenbudget van DWI. Voor 2011 is een incidentele prioriteit van € 4 miljoen beschikbaar vanwege het verwachte nog verdere stijgen van het klantenbestand. Deze apparaatsmiddelen worden ingezet voor extra formatie en voor verhoging van de effectiviteit van trajecten. Doelstelling 6b: Overige De conjunctuur is als gevolg van de economische recessie drastisch gewijzigd en dat heeft een substantiële impact op het aantal uitkeringsverstrekkingen door DWI. Derhalve werd in de Begroting 2010 een tekort op het Inkomensbudget verwacht van € 61 miljoen voor 2010, € 68 miljoen voor 2011 en ongeveer € 60 miljoen per jaar vanaf 2012. De conjuncturele ontwikkelingen blijken overigens in 2010 minder ongunstig dan eerder door CPB geraamd. Minder mensen doen een beroep op de uitkering dan verwacht, waardoor de uitkeringslasten bij de Actualisatie 2010 minder hoog zijn dan begroot. Verder heeft de inwerkingtreding van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (BUIG) per 1 januari 2010 een positief effect op het resultaat. Bij de Actualisatie 2010 bedraagt het verwachte tekort derhalve niet € 50,4 miljoen, maar € 39,2 miljoen. De korting – in augustus 2010 – van 10% door het rijk op het Inkomensdeel, blijkt het meerjarig tekort vooralsnog niet nadelig te beïnvloeden. Desalniettemin blijven er de aankomende jaren tekorten op het beschikbare uitkeringsbudget. Voor een deel van het verwachte tekort kan in 2011 en verder de Risicoreserve WWB worden ingezet, die is gevormd om dergelijke tekorten op te vangen. Deze tekorten zijn ontstaan omdat de gemeenten binnen een (macro) bandbreedte klanten, vaste budgetten hebben afgesproken met het rijk. In het huidige economische klimaat leidt deze afspraak aanhoudend tot grote tekorten. De lasten van de uitkeringen stijgen substantieel in 2011, wat behalve door een toename van Wwb-klanten voor een groot deel verklaard wordt door de stijging van het aantal mensen dat

Raadsdruk Begroting 2011 77

Page 83: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

valt onder de Wet investeren in jongeren (WIJ), die per 1 oktober 2009 in werking is getreden. Daarnaast is de stijging van de lasten ook een gevolg van het afwegingskader. De maatregel in het afwegingskader tot beperken van stagevergoedingen heeft in 2011,dan wel een positief effect op het W-deel van € 24,3 miljoen, tegelijkertijd heeft deze maatregel echter frictiekosten ten bedrage van € 24,3 miljoen tot gevolg voor het I-deel. De rijksbaten stijgen in 2011 eveneens. Het uiteindelijke risico wordt beperkt doordat een aanvullend budget kan worden geclaimd bij het rijk, indien het tekort groter is dan 10%. Het verwachte tekort in 2011 komt uit op 14,4 % van het totale Wwb-Inkomensdeel. In 2012 (een jaar nadat het tekort zich heeft voorgedaan) kan onze gemeente hiervoor door middel van een speciale procedure een claim neerleggen bij het rijk. Overigens is in het verdelingsvoorstel conform het programakkoord een posterioriteit op het Inkomensdeel opgenomen van € 7 miljoen. Dit houdt in dat voor 2011 uitgegaan wordt van een daadwerkelijk tekort van circa € 61 miljoen in plaats van € 68 miljoen. Deze taakstelling kan worden bereikt door via een stevig re-integratie- en handhavingsbeleid meer mensen uit de uitkering te laten stromen. Er wordt uitgegaan van een jaarlijks tekort van € 45 miljoen, vanaf 2011, waardoor een inzet van € 18,4 miljoen uit de risicoreserve. Hiermee komt het tekort voor 2011 afgerond uit op € 43 miljoen..

3.2.4 Inkomen: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord doelstellingen?

Verdere bezuinigingen op het Inkomensdeel vanuit het rijk zijn niet uit te sluiten. Dit geldt eveneens voor verdere bezuinigingen op het W-deel (re-integratiemiddelen). Deze bezuinigingen hebben een effect op het re-integratiebeleid, omdat zonder middelen voor stevig re-integratiebeleid de uitstroom van mensen uit de uitkering niet plaats zal vinden. Het toekomstige tekort op het Inkomensdeel is daarmee afhankelijk van het realiseren van de posterioriteit conform programakkoord, als ook van de bezuinigingen op het Inkomendseel. Er is een duidelijke samenhang met rijksbezuinigingen op het W-deel. Effectief re-integratiebeleid met de juiste formatie is nodig om de uitstroom te bevorderen én daarmee de taakstelling uit het programakkoord van € 7 miljoen te realiseren. Het niet realiseren van deze ombuiging in 2011 betekent een hoger tekort en mogelijk een hogere uitname uit de risicoreserve.

3.3 Subprogramma Armoede 3.3.1.: Armoede: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 7: Verhogen bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Bereik voorzieningen per jaar 69%5

(2008) 80% 85% 90% 90%

Doelstelling 8: Versterken schuldhulpverlening Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Geen wachtlijst informatieadvies-gesprek en intake schuldhulpverlening

5 (2009)

Geen wachtlijst

Geen wachtlijst

Geen wachtlijst

Geen wachtlijst

5 In de armoedemonitor over 2009 wordt als basis een nieuwe nulmeting gedaan

Raadsdruk Begroting 2011 78

Page 84: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overige doelstellingen Doelstelling 9: Tegengaan van sociale uitsluiting van kinderen en jongeren Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Gebruik scholierenvergoeding en PC for kids

70% (2008)

80% 85% 90% 90%

Gebruik stadspas door kinderen en jongeren uit minimagezinnen

58% (2008)

70% 80% 80% 80%

3.3.2 Armoede: Wat gaan we ervoor doen?

Ons College houdt vast aan de inzet op actief armoedebeleid. Gezien de grote onzekerheden in de ontwikkeling van het beroep op de armoedemiddelen en schuldhulpverlening, keuzes van het nieuwe kabinet en economische ontwikkelingen is ons College voornemens de doelstellingen op het terrein van het armoedebeleid te herijken. Parallel aan de besluitvorming in uw Vergadering over de begroting zal ook het meerjarenbeleidsplan inkomen en armoedebeleid worden voorgelegd waarin de herijking is opgenomen. Doelstelling 7: Vergroten bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen Iemand die recht heeft op een (aanvullende) inkomensvoorziening zou deze ook moeten krijgen. Het streven is dan ook om het bereik van de armoedevoorzieningen te verhogen naar 90% in 2013. Primair zet ons College in op een groter bereik in absolute termen. Als de doelgroep groter wordt dan wordt het lastiger naar een bereik van 90% procent te komen. Dit wordt bereikt door: � een proactieve benadering. De medewerkers van DWI dragen actief de voorzieningen uit.

Daarnaast worden de intermediairs van de maatschappelijke dienstverlening hierbij betrokken en worden zelforganisaties ingeschakeld. Ook wordt gewerkt met bewonersadviseurs in de stadsdelen

� bestandskoppelingen. DWI, de Dienst Belastingen, DMO en UWV koppelen hun bestanden om een groter aantal mensen te bereiken die een inkomen hebben tot 110% van een sociaal minimum

� vereenvoudiging van procedures. Dit wordt onder andere bereikt door het realiseren van één loket voor alle voorzieningen, en waar mogelijk één verkorte aanvraag per jaar voor alle voorzieningen, ondersteund door een duidelijke en simpele uitleg op internet

Doelstelling 8: Versterken schuldhulpverlening De uitvoering van de schuldhulpverlening is de verantwoordelijkheid van de stadsdelen, die de uitvoering hebben ondergebracht bij de instellingen voor maatschappelijke dienstverlening. DWI heeft tot taak te zorgen dat de schuldhulpbureaus een uniforme werkwijze hanteren, er stedelijk een eensluidende registratie wordt gevoerd en dat er afspraken worden gemaakt met grote, veel voorkomende schuldeisers. De gemeentelijke kredietbank (GKA) is onderdeel van DWI. Vanwege de economische crisis, maar ook door de proactieve benadering van schuldenaren is de vraag naar schuldhulpverlening in 2009 met 20% gestegen tot 12.500 aanvragen. De verwachting is dat deze stijging zich voortzet. Dit vereist een blijvende inspanning van alle partijen om zoveel mogelijk mensen te bereiken, de dienstverlening zo goed mogelijk in te richten, waardoor geen wachtlijsten ontstaan, en het effect te vergroten. Een goede dienstverlening houdt ook in dat mensen snel worden geholpen. Dit komt overeen met de doelstellingen van het wetsvoorstel Gemeentelijke schuldhulpverlening, waarin termijnen worden genoemd van twee weken voor een informatieadviesgesprek en vier weken voor een intake. Voor de verbetering van de schuldhulpverlening zijn twee speerpunten benoemd: verbetering van de effectiviteit en het verkorten van de doorlooptijden. Onderdeel van de verbetering van de effectiviteit is de verbijzondering in de hulpverlening. Er wordt verder ingezet op schuldstabilisatie voor hen die niet in aanmerking komen voor de schuldsanering, vanwege de strenge eisen die daaraan worden gesteld. Verder wordt gekeken wat de rol van de betrokken organisaties zou moeten zijn.

Raadsdruk Begroting 2011 79

Page 85: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ons College wil aandacht besteden aan de ondersteuning van zzp’ers en kleine ondernemers. Amsterdam ondersteunt niet alleen kleine ondernemers die hun bedrijf beëindigen, maar ook degenen die mogelijk een doorstart kunnen maken met een BBZ-krediet6. Naast een onderzoek naar de levensvatbaarheid van het bedrijf is schuldsanering een instrument om de financiële problemen te saneren en een doorstart te realiseren. Voor de doelstelling Versterken schuldhulpverlening is de volgende indicator geformuleerd: � geen wachtlijst informatieadviesgesprek en intake schuldhulpverlening: in 2009 is veel

aandacht geschonken aan het wegwerken en voorkomen van wachtlijsten bij de schuldhulpverlening. Dit is uiteindelijk gelukt en 2010 is, over het algemeen, zonder wachtlijsten gestart. Uitgangspunt binnen de Amsterdamse aanpak van schuldhulpverlening is dat er geen wachtlijsten mogen zijn voor mensen die een beroep willen doen op schuldhulp, zodat hiermee reeds voldaan wordt aan de verplichtingen in het kader van de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (die waarschijnlijk per 1 januari 2011 van kracht wordt)

Aanvullend op de inzet op schuldhulpverlening wordt ingezet op onder meer de volgende aspecten: � aantal deelnemers van de outreachende werkwijze betalingsachterstanden: ons College wil

Amsterdammers in een vroeg stadium helpen om betalingsachterstanden bij huur, energie en ziektekosten te voorkomen, dan wel te beperken. In 2009 zijn 3.800 huishoudens benaderd met een beginnende huurachterstand door het project Vroeg er Op af. Er zijn gesprekken met ziektekostenverzekeraar Agis en energieleverancier Nuon (pilots) om mensen met betalingsachterstanden te benaderen waardoor het aantal aanmeldingen uiteindelijk zal stijgen. Door deze vroegtijdige aanmelding zal naar verwachting het percentage geslaagde saneringen stijgen. In de komende jaren zal moeten blijken of deze aanname juist is

� aantal maatjes schuldhulpverlening: het voltooien van een schuldhulptraject vereist doorzettingsvermogen en motivatie. Getrainde vrijwilligers bieden hierin een goede ondersteuning. Nu al zijn maatjes actief bij de klanten van de Voedselbank. Ons College wil dat uitbreiden tot mensen in een schuldhulptraject

� aantal jongeren van ROC’s dat deelneemt aan schuldhulpverlening: binnen de schuldhulpverlening zijn jongeren een speciale doelgroep. De komende jaren wordt de schuldhulpverlening aan jongeren geïntensiveerd. Op alle vestigingen van de beide ROC’s in Amsterdam zijn inmiddels schuldhulpverleners ingezet. Als voorwaarde voor deze inzet zal de opleiding budgetcursussen opnemen in het curriculum. De schuldhulpverleners houden spreekuren op de vestigingen om informatie en advies te geven over financiële problemen. Voor deelnemers met problematische schulden start een schuldhulpverleningstraject waarvan in 2011 900 jongeren zullen gebruik maken. Om meer jongeren bekend te maken met schuldhulpverlening wordt het aantal scholen waar budgetcursussen worden gegeven de komende jaren uitgebreid. Gezamenlijk met de stadsdelen organiseert DWI budgetcursussen voor scholieren in de hoogste groep van het basisonderwijs, het praktijk- en speciaal onderwijs en het VMBO. Bij het MBO en Vmbo zal tevens voorlichting met behulp van peereducators worden aangeboden

Vanwege geringe of ontbrekende inkomsten zijn schulden van jongeren moeilijk te saneren. Voor deze categorie is het jongerensaneringskrediet ontwikkeld waardoor de mogelijkheid om schulden van jongeren te saneren aanmerkelijk wordt vergroot. Het inkomen is namelijk niet het uitgangspunt voor de sanering, maar een vast bedrag dat de jongere maandelijks kan opbrengen via onder andere bijbanen. Ook de voorwaarden voor aflossing zijn soepeler door een langere aflossingstermijn. Doelstelling 9: Tegengaan van sociale uitsluiting van kinderen en jongeren uit minimagezinnen Voor de gemeente Amsterdam zijn kinderen en jongeren al jaren een topprioriteit. Er wordt door ons College extra aandacht gevraagd voor kinderen en jongeren die tussen wal en schip dreigen te vallen. Het gaat om oplossingen in gezinsverband en het integreren van armoedebestrijding in gezinsgerichte activiteiten voor de jongeren zelf. 6 Een BBZ krediet, volgens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, wordt verstrekt vanuit de gemeente.

Raadsdruk Begroting 2011 80

Page 86: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ook worden in het kader van armoedebestrijding voorzieningen ingezet die specifiek gericht zijn op jongeren. Daarbij gaat het onder andere om de scholierenvergoeding, de PC-regeling voor kinderen en de stadspas. Verhoging van het aantal jongeren dat hiervan gebruik maakt is dan ook een belangrijke indicator voor deze doelstelling.

3.3.3 Armoede: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 72,8 75,5 58,8 58,6 58,4 58,3

Doelstelling 7& 9

Bijzondere bijstand en armoedebeleid

39,4 39,9 36,9 36,9 36,9 36,9

Flankerend bijstandsbeleid 0,5 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5

Kwijtschelding afvalstoffenheffing

4,1 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0

Woonlastenfonds 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 Stichting Bijzonder Noden 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Stadspas 2,6 2,1 1,9 1,9 1,9 1,9 Doelstelling 8 Interventies Armoedebeleid (schuldhulpverlening & inkomensbeheer)

12,0

13,0

-

-

-

-

Uitvoeringskosten armoedebestrijding DWI

8,9 10,6 10,4 10,2 10,0 9,9

Baten - 1,9 3,2 1,3 1,3 1,3 1,3

Doelstelling 7 & 8

Bijzondere bijstand 1,2 2,9 1,2 1,2 1,2 1,2

Stadspas 0,7 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1

Mutaties in reserves 0,0 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 70,9 71,9 57,5 57,3 57,1 57,0

* Middelen schuldhulpverlening zijn onderdeel van middelen armoedebeleid. Extra schuldhulpverlening wordt bij doelstelling 8 omschreven, maar daar zijn nog geen middelen voor bestemd Doelstelling 7 & 9: Vergroten bereik (aanvullende) inkomensvoorzieningen & Tegengaan van sociale uitsluiting van kinderen en jongeren uit minimagezinnen De toename van de uitvoeringskosten DWI van € 1,7 miljoen bij de Actualisatie 2010 verklaart meer dan de helft van de lastenstijging van € 2,7 miljoen. Verder stijgen ook de lasten voor bijzonder bijstand en armoedebeleid, maar dit wordt deels gecompenseerd door een stijging van de baten bijzondere bijstand. Deze baten worden in 2011 weer neerwaarts bijgesteld en de lasten voor bijzondere bijstand en armoedebeleid dalen in 2011 ook, maar de uitvoeringskosten blijven ongeveer gelijk. Bij de Actualisatie 2010 nemen de baten voor bijzondere bijstand toe met € 1,7 miljoen. Voor tijdelijke compensatie chronisch zieken is na versobering van de gemeentelijke regeling via de voorjaarsnota € 1,1 miljoen toegekend in 2010. Voor extra schuldhulpverlening is via de motie Mahrach Ulichki eenmalig € 0,3 miljoen beschikbaar gesteld. De uiteindelijke toename van het saldo bij de actualisatie is € 1,0 miljoen in verband met een hogere lastenstijging. De daling van het saldo € 14,4 miljoen van Actualisatie 2010 naar Begroting 2011 is voor € 14,2 miljoen te verklaren door daling lasten bijzondere bijstand en armoedebeleid en betreft het wegvallen van incidentele prioriteit. Het andere deel is te verklaren door het stopzetten van de bijdrage vanuit dit programma voor het gratis lidmaatschap van de Openbare Bibliotheek voor stadspashouders. Voor 2011 zijn prioriteiten ingediend om het armoedebudget op hetzelfde niveau als in 2010 te houden. Kwijtscheldingen en woonlastenfonds De geprognosticeerde totale kwijtschelding Afvalstoffenheffing voor belastingjaar 2010 is in de actualisatie vrijwel gelijk aan de Begroting 2010. De bijdrage van de centrale stad voor kwijtschelding is in de actualisatie, behoudens nominale aanpassingen, onveranderd ten opzichte van de Begroting 2010. De regeling Woonkostenbijdrage 2010 is dezelfde als die in

Raadsdruk Begroting 2011 81

Page 87: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2009. Daarmee is de Actualisatie 2010 op dezelfde uitgangspunten gebaseerd. Als gevolg van de negatieve nominale ontwikkeling is het uitvoeringsbedrag iets naar beneden bijgesteld. Voor de kosten van de kwijtschelding 2011 is gerekend met dezelfde aantallen huishoudens die in aanmerking komen voor kwijtschelding en betalende huishoudens als in de Actualisatie 2010 (geen prognose voor autonome areaalgroei). De toename van de verwachte kwijtschelding van € 0,7 miljoen (Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010) is gebaseerd op een verwachte stijging van ongeveer 4,4 % in de belastingtarieven van de stadsdelen (dit op basis van de tariefstijging van 2009 naar 2010) en een gelijkblijvend aandeel van de centrale stad in de kwijtschelding. Dit leidt tot een solidariteitsheffing van € 48,37 (was € 45,85) per huishouden die de stadsdelen in hun tarieven doorberekenen. Doelstelling 8: Versterken schuldhulpverlening In het overzicht zijn de uitgaven schuldhulpverlening en inkomensbeheer gepresenteerd die ten laste van de reguliere armoedemiddelen zullen worden gebracht. Ten behoeve van de versterking van schuldhulpverlening in 2010 is een prioriteit van € 4,1 miljoen aangevraagd. Hetzelfde geldt voor 2011. De toekenning hiervan is ondermeer afhankelijk van de verwachte toevoeging van het rijk aan het gemeentefonds in verband met de crisis.

3.3.4 Armoede: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord doelstellingen?

Zonder toekenning rijksmiddelen voor extra schuldhulpverlening kan programakkoord-doelstelling 8: versterken van schuldhulpverlening niet worden gerealiseerd, tenzij uit het armoedebeleidbudget een deel wordt vrij gemaakt voor extra schuldhulpverlening. Voor doelstelling 7 is het van belang om de doelgroep ook daadwerkelijk bereikt kan worden. Hiervoor worden campagnes opgezet om de klant te informeren over de mogelijkheden. Daarnaast wordt de regelgeving om armoedevoorziening aan te vragen zo eenvoudig mogelijk gehouden. Een ander risico is het mogelijk overschrijden van de budgettaire ruimte. De armoederegelingen zijn open einde regelingen. Dit houdt in dat van iedereen die voldoet aan de criteria de aanvraag van een voorziening gehonoreerd moet worden, ook als het budget wordt overschreden. Zeker gezien het feit de middelen in de twee andere subprogramma’s van dit programma minder worden, is de kans groter dat een beroep gedaan zal worden op armoedevoorzieningen en dat de druk op de budgettaire ruimte toeneemt.

Raadsdruk Begroting 2011 82

Page 88: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4 Reserves, voorzieningen, investeringen Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

Stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand ultimo 2014

+ -/- + -/- Participatie en Werk Huisvesting kinderopvang Triade

1,3 0,0 0,3 1,0 0,0 0,3 0,7 0,4 0,0 0,0

Instapcursussen 0,0 1,5 0,0 1,5 0,0 1,5 0,0 0,0 0,0 0,0 Inkomen WiGo4IT 0,8 0,0 0,0 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 Geïntegreerde voorziening 1,4 0,0 0,0 1,4 0,0 0,5 0,9 0,0 0,0 0,0 Risicoreserve WWB 31,3 0,0 7,1 24,2 0,0 18,6 5,6 3,3 3,3 3,3 Rechtmatigheid onderzoeken

0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Vakantiegeld 3,0 0,0 3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Laarderhoogtweg 1,3 0,0 0,0 1,3 0,0 0,0 1,3 1,3 1,3 1,3 Totaal reserves 39,5 1,5 10,8 30,2 0,0 21,5 8,5 5,0 4,6 4,6

De omvang van de reserves en voorzieningen daalt van € 30,2 miljoen ultimo 2010 tot € 4,8 miljoen 2014. De ultimo 2014 resterende € 4,8 miljoen bestaat uit de reserve Laarderhoogtweg en de risicoreserve WWB. 4.1 reserves Nieuwe reserves � De reserve Instapcursussen bij het subprogramma Participatie en werk wordt gevormd uit

de extra middelen ad € 2,5 miljoen die het rijk toevoegt aan het gemeentefonds voor dit doel. Naar verwachting wordt hiervan in 2010 € 1 miljoen besteed en zal het restant ad € 1,5 miljoen worden gedoteerd aan een reserve als dekking voor de bestedingen in 2011.

Te handhaven reserves � De Risicoreserve Wet Werk en Bijstand is gevormd om tekorten in het rijksbudget voor de

Wwb (Inkomensdeel) op te vangen. Eind 2009 bedroeg de reserve € 31,3 miljoen. In 2010 wordt € 7,1 miljoen onttrokken, waarvan € 2,1 miljoen opdat het tekort op de uitkeringslasten uitkomt op het voor 2010 begrote tekort van € 37 miljoen en € 5 miljoen voor uitbreiding van het apparaatsbudget DWI. In 2011 wordt € 18,4 miljoen onttrokken waardoor het tekort voor de algemene dienst uitkomt op € 42,6 miljoen

� De reserve voor de Laarderhoogtweg is bestemd om het groot onderhoud te dekken. Het bedrag van € 1,3 miljoen is bestemd voor de ‘make-over’ van de Laarderhoogtweg. De kosten hiervan zijn nog niet in deze begroting verwerkt, aangezien de onderhoudsplanning nog niet exact bekend is. Ongeveer de helft van het bedrag is onvermijdelijk gezien de relatie met noodzakelijke ARBO aanpassingen. Het resterende bedrag is meegenomen in de gemeentelijke heroverwegingen

� De reserves voor rechtmatigheidsonderzoeken, vernieuwing ICT, bestrijding Jeugd-werkloosheid en de reserve Chronisch zieken zijn toegevoegd c.q. gehandhaafd in 2009 conform de besluitvorming in de baak Jaarrekening 2009. Deze reserves zullen in 2010 en 2011 tot besteding komen

� De reserve met betrekking tot de Geïntegreerde voorzieningen is bestemd voor frictiekosten in de vorming van locaties waar DWI samen met de GG&GD verslaafden opvangt

� Voor de huisvesting van kinderopvang in het Triadegebouw wordt jaarlijks € 0,3 miljoen onttrokken. Eind 2013 zal de reserve nagenoeg leeg zijn.

Af te wikkelen reserves � Conform besluit van B&W wordt in 2010 de reserve vakantiegeld volledig onttrokken, zodat

deze ultimo 2010 op nul uitkomt.

Raadsdruk Begroting 2011 83

Page 89: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4.2 voorzieningen De omvang van de voorzieningen neemt waarschijnlijk af tot nul in 2010. De enige voorziening, die DWI heeft getroffen, is gevormd voor de declaratierisico’s in het Werkdeel. Het tempo waarin deze voorziening wordt aangesproken is afhankelijk van de administratieve verwerking bij het rijk. Over de hoogte van de af te wikkelen bedragen wordt geen meningsverschil met het rijk verwacht.

4.3 investeringen

Er zijn geen nieuwe investeringen opgenomen in 2011. De uitgaven die worden gedaan hebben betrekking op de deelname van DWI in Wigo4it, de samenwerkingsorganisatie van de sociale diensten van de vier grote steden. Wigo4it ontwikkelt nieuwe ICT voor de uitkeringsverstrekkingen. Daarnaast worden er uitgaven gedaan in het kader van de geïntegreerde voorzieningen. De begrote uitgaven zijn voor 2010 zijn in de actualisatie naar boven bijgesteld. Voor 2011 worden de investeringsuitgaven geschat op € 6,6 miljoen aan ICT en geïntegreerde voorzieningen.

Raadsdruk Begroting 2011 84

Page 90: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Armoedebeleid Continuering armoedevoorziening en ambities actief armoedebeleid

Armoedebestrijding op zelfde niveau als 2010

11.500 11.500

2 Specifieke Armoedeinzet Specifieke Armoedeinzet werkende armen waaronder zelfstandigen

Armoedeinzet voor kwetsbare groepen

500 500

3 Extra uitgaven schuldhulpverlening

Extra beroep op de schuldhulpverlening door economische crisis

Opvangen extra beroep op schuldhulpverlening

4.100 0

4 Taalcoaches Koppeling van Inburgeraars aan individuele praktijbegeleiders

450 nieuwe taalkoppels per jaar

250 250

5 Maatschappelijke begeleiding vluchtelingen

Juridisch/maatschapelijke begeleiding Vluchtelingen

3000 niet-traject gerelateerde diensten

250 250

6 Taal en Ouderbetrokkenheid

Ouders volgen via de school van hun kinderen een voortraject op een inburgeringscursus

10 Deelnemende scholen, 150 deelnemers

500 300

17.100 12.800 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

7 Tekort sociale werkvoorziening

3.000 Amsterdammers zijn werkzaam in de sociale werkvoorziening

Emancipatie van arbeidsgehandicapten

2.600 1.100

8 Vangnetvoorziening afbouw ID banen

Opvangen onbedoelde effecten nieuw ID beleid

In stand houden van maatschappelijk relevante activiteiten in de sectoren: Kunst en Cultuur, Zelforganisaties en Zorg/milieu en maatschappelijke opvang

1.000 500

9 Formatie DWI Uitbreiden formatiebestand vanwege stijgen van het klantenbestand door economische crisis

Formatieuitbreiding DWI

4.000 4.000

7.600 5.600

Raadsdruk Begroting 2011 85

Page 91: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

10 Reductie stelpost Werk Reductie budget niet declarabele re-integratiekosten

Geen of minder middelen beschikbaar voor PAO, banenmarkten e.d.

-1.500 -1.500

-1.500 -1.500 SP6 Budgetneutrale posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

11 Taakstelling I-deel Stevig re-integratiebeleid

Dalen van het aantal uitkeringsgerechtigden

-7.000 -7.000

-7.000 -7.000

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Armoedebeleid Deze prioriteit is in overeenstemming met de incidentele middelen zoals benoemd in het programakkoord. In het programakkoord is aangegeven dat er in de komende periode niet wordt bezuinigd op armoedebestrijding en dat voor de periode 2010 – 2014 € 46.000.000 beschikbaar is. Uitgaande van een gelijkmatige inzet van de middelen over de bestuursperiode is een vierde beschikbaar en derhalve kan € 11.500.000 miljoen in 2011 hiervoor worden ingezet. Overigens is het van belang de gelden voor armoede in samenhang te zien met gelden voor participatie, aangezien de druk op de budgettaire ruimte van participatiemiddelen als gevolg van rijksbezuinigingen enorm toeneemt. 2. Specifieke Armoedeinzet Deze prioriteit is in overeenstemming met de incidentele middelen zoals benoemd in het programakkoord. In het programakkoord is aangegeven dat er voor de aankomende bestuursperiode incidenteel middelen beschikbaar zijn voor kwetsbare groepen. Ons College stelt aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van € 500.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen. Overigens is het van belang de gelden voor armoede in samenhang te zien met gelden voor participatie, vanwege de druk op de budgettaire ruimte van de participatiemiddelen als gevolg van landelijke bezuinigingen. 3. Extra uitgaven schuldhulpverlening Als gevolg van de economische crisis kunnen Amsterdammers in de problemen komen als zij door inkomensachteruitgang hun uitgaven moeten aanpassen aan hun verlaagde inkomen. Het Rijk heeft besloten om extra middelen beschikbaar te stellen in de periode 2009 - 2011 aan gemeenten voor het opvangen van het verwachte extra beroep op de schuldhulpverlening. Pas wanneer er duidelijkheid is omtrent de hoogte van de uitkering en de eventuele voorwaarden waaraan moet worden voldaan, kan een beslissing genomen worden over de inzet van de extra middelen. Dit overwegende stelt ons College aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van € 4.100.000 niet in het verdelingsvoorstel op te nemen. 4. Taalcoaches De prioriteit is aangevraagd onder de structurele programakkoord middelen voor “integratie en participatie”. ‘Taalcoaches’ wordt niet als dusdanig in het programakkoord benoemd, maar is te scharen onder het algemene begrip participatie. Er kunnen via 5 stevige clubs in de civil society ongeveer 450 koppels worden gevormd die een jaar lang een aantal dagdelen samen aan

Raadsdruk Begroting 2011 86

Page 92: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

taalverwerving werken. Deze activiteiten vinden plaats voorafgaand en parallel aan de reguliere Taal en Inburgeringsactiviteiten. De doelgroep die gebruik maakt van de taalcoaches bestaat voor een groot deel uit mensen die aan huis zijn gebonden, waaronder opvoeders van jonge kinderen (een groep die absolute prioriteit verdient bij het leren van de Nederlandse taal), mensen met gezondheidsproblemen en ouderen. Ons College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 250.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen. Met daarbij de kanttekening dat in 2010 bezien wordt of taalcoaches mogelijk (deels) declarabel zijn in het Participatiebudget. In geval dit mogelijk is dienen de kosten of een deel daarvan ten laste te worden gebracht van dit (rijks)budget en vallen de incidentele middelen in 2011 ten gunste van de Algemene Dienst vrij. 5. Maatschappelijke begeleiding vluchtelingen De prioriteit is aangevraagd onder de structurele programakkoordmiddelen voor “integratie en participatie”. Eind 2006 heeft ons College besloten voor vier jaar de dienstverlening van Stichting Vluchtelingen Werk Amstel tot Zaan (SVAZ) te betrekken en dat te financieren. SVAZ is in Amsterdam verantwoordelijk voor de juridisch maatschappelijke begeleiding van vluchtelingen. Daarnaast zorgt de Stichting voor begeleiding naar alle diensten en voorzieningen in de stad, waar nodig maakt de stichting knelpunten aanhangig en behartigt belangen. Het geregeld hebben van de primaire voorwaarden (veilig verblijf, onderdak en inkomen) zijn van belang om op een goede manier te kunnen inburgeren en te participeren. Ons College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 250.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen. 6. Taal en Ouderbetrokkenheid De prioriteit is aangevraagd onder de incidentele programakkoord middelen voor “integratie diversiteit inburgering en slavernijherdenking”. Taal en ouderbetrokkenheid wordt niet als dusdanig in het programakkoord genoemd, maar is te scharen onder het algemene begrip participatie en inburgering. Één van de successen uit de afgelopen periode is het via basisscholen mobiliseren van ouders om op de school van hun kinderen deel te nemen aan programma’s waarin taal activiteiten worden uitgevoerd. De inhoud van de activiteiten is onder andere gericht op leren voeren van gesprekken met leraren, je kinderen helpen bij huiswerk maken, etc. Daarnaast leiden deze activiteiten toe naar reguliere Taal- en Inburgeringsprogramma’s. In 2010 was hier een bedrag van € 500.000 beschikbaar. Ons College stelt voor een incidentele prioriteit van € 300.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen. Met daarbij de kanttekening dat in 2010 bezien wordt of taalcoaches mogelijk (deels) declarabel zijn in het Participatiebudget. In geval dit mogelijk is dienen de kosten of een deel daarvan ten laste te worden gebracht van dit (rijks)budget en vallen de incidentele middelen ten gunste van de Algemene Dienst vrij.

I4 Overige prioriteiten

7. Tekort sociale werkvoorziening In de afgelopen jaren is jaarlijks een incidentele prioriteit toegekend van € 2.600.000, omdat de rijksbijdrage voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening door Pantar niet voldoende is om de kosten (loonkosten en uitvoeringskosten) te dekken. De tekorten worden daarnaast voor een deel (€ 1.400.000) vanuit de rompbegroting gedekt. Deze incidentele prioriteit is niet financieel gedekt in het programakkoord. Pantar heeft een reserve waaruit het tekort voor 2011 gedekt kan worden, maar dit is geen structurele oplossing. Te samen met de ingediende posterioriteit gemeentelijke inhuur Sw en mogelijke gevolgen daarvan staat Pantar voor een grote bezuinigingsopgave. Een structurele oplossing voor het tekort kan mogelijk (deels) gevonden worden in het verlagen van de uitvoeringskosten. Op de loonkosten van Sw-ers zelf kan weinig invloed worden uitgeoefend vanwege de koppeling aan de CAO Wsw. Ons College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 1.100.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen. Het resterende tekort van € 1.500.000 wordt opgelost door bezuinigingsmaatregelen bij Pantar Amsterdam of in het uiterste geval door dekking uit de risicoreserve van Pantar. Ons College zal voor de Voorjaarsnota 2011 een plan opstellen voor het structureel oplossen van het tekort (efficiëntere inrichting van het proces en heroverweging van de beleidsuitgangspunten).

Raadsdruk Begroting 2011 87

Page 93: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

8. Vangnetvoorziening afbouw ID banen Vorig jaar is een prioriteit van € 2.000.000 toegekend voor het opvangen van onbedoelde maatschappelijke gevolgen van het nieuwe ID-beleid. De middelen zijn in 2010 verdeeld over een aantal portefeuilles (Kunst en cultuur, zelforganisaties, zorg / maatschappelijke opgang, milieu / groen) op basis van het aantal ID-medewerkers en daarbinnen het aantal ID-medewerkers met een specifiek marktprofiel. Deze incidentele prioriteit is niet financieel gedekt in het programakkoord. Ons College stelt aan uw Vergadering voor om een incidentele prioriteit van € 0,5 miljoen in het verdelingsvoorstel op te nemen om de bezuiniging gefaseerd door te voeren en hiermee instellingen de gelegenheid te geven het stopzetten van de subsidie op een andere wijze op te vangen. Vanaf 2012 vervalt deze tegemoetkoming. 9. Formatie DWI De formatie van DWI is gekoppeld aan het klantenbestand. Dit betekent dat als het bestand daalt er ook minder formatie nodig is, maar dit betekent ook dat bij een stijging van het bestand een stijging van de formatie plaatsvindt. Ons College verwacht op basis van prognoses dat het klantenbestand in 2011 wederom zal stijgen en acht het op peil houden van de formatie van belang (circa 5000 klanten t.o.v. 2010). Het ten laste van de rompbegroting opnemen van de extra lasten in 2011 is gezien het gebrek aan structurele ruimte niet mogelijk. De extra formatie in 2011 is van belang vanwege het stijgen van het klantenbestand, maar ook vanwege de forse verhoging van de taakstelling van DWI voor reductie van het klantenbestand conform het programakkoord. Daarnaast wordt in 2011 substantieel bezuinigd op de re-integratiemiddelen (afwegingskader van € 63 miljoen) en mogelijk volgt nog een extra rijksbezuiniging vanaf 2012. Het voorstel is om evenals vorig jaar incidenteel middelen beschikbaar te stellen. De achterliggende gedachte is hierbij dat voldoende formatie bij DWI de uitvoering dermate ten goede komt, dat dit ook gunstig uitwerkt op de toekomstige tekorten op het Inkomensdeel van de WWB. Hierbij is het van belang niet alleen te investeren in extra formatie maar ook in de effectiviteit van klantmanagers om uitstroom te bevorderen. Ons College acht een incidenteel bedrag van € 4 miljoen redelijk en stelt voor dit bedrag als prioriteit op te nemen in het verdelingsvoorstel.

SP4 Structurele posterioriteiten

10. Reductie stelpost Werk Deze posterioriteit is in overeenstemming met een deel van € 3.200.000 aan bezuinigingen zoals benoemd in het programakkoord. Hiervan wordt in 2011 € 1.500.000 ingevuld door een bezuiniging op de stelpost Werk. In 2012 wordt de bezuiniging verhoogd met € 200.000 tot € 1.700.000. Uit de stelpost werk worden activiteiten bekostigd op het gebied van re-integratie die niet declarabel zijn uit het Participatiebudget, waaronder het Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs (PAO), kinderopvang en banenmarkten. In 2011 resteert in de stelpost werk na de posterioriteit nog een beschikbaar budget van € 600.000 en vanaf 2012 resteert nog € 400.000. De bezuiniging leidt er onder andere toe dat gekeken zal moeten worden naar de rol en invulling van PAO. Daarnaast zal gekeken moeten worden naar compensatie voor of aanpassing van kinderopvangkosten als ook voor dekking van overige niet declarabele activiteiten zoals banenmarkten. Dit overwegende stelt ons College aan uw Vergadering voor de structurele posterioriteit van € 1.500.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel.

SP Budgetneutrale posterioriteiten

11. Taakstelling I-deel Deze posterioriteit is in overeenstemming met de € 7.000.000 aan bezuinigingen voor 2011 zoals benoemd in het programakkoord. Met stevig re-integratie- en handhavingsbeleid dient een verbetering in het I-deel te worden gerealiseerd (minder uitkeringen), die oploopt tot € 15.000.000 in 2014. Ten opzichte van het financieel meerjarenperspectief is gebleken dat het tekort op de uitkeringslasten c.q. het I-deel minder groot is dan eerder geprognosticeerd. Ook nu het budget voor Amsterdam door het Rijk met 10% lager is bijgesteld, zie tabel hieronder. De bijstelling is voornamelijk het gevolg van een minder ongunstige raming van de werkloze beroepsbevolking door het CPB.

Raadsdruk Begroting 2011 88

Page 94: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bedragen x € 1 miljoen Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Uitkeringslasten 585,4 528,5 589,4 625,1 633,9 633,7

Programakkoord 0 0,0 -7,0 -13,0 -14,0 -15,0

Dekking:

WWB I-deel 499,9 466,2 496,9 540,3 548,6 548,6

WWB aanvullend 10,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Overige inkomsten 23,8 23,2 24,5 24,5 24,5 24,5

Saldo tekort 50,8 39,1 61,0 47,3 46,8 45,6

Onttrekking reserve WWB -14,0 -2,1 -18,6 -2,3 -1,8 -0,6

Structurele tekort in IoH en FMP

36,8 37,0 42,4 45,0 45,0 45,0

Daarnaast is het CPB ook bezig met een mogelijk aanpassing van de rekenregel die bepaalt hoeveel compensatie de gemeenten krijgen voor de verslechterde conjunctuur. Deze aanpassing kan mogelijk nadelige gevolgen hebben. Ons College stelt aan uw Vergadering voor om de posterioriteit van € 7.000.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel met bovengenoemde risico als aandachtspunt. De posterioriteit is reeds verwerkt in de ramingen van de uitkeringslasten 2011-2014 in de meerjarenbegroting en derhalve opgenomen in de categorie budget neutrale posterioriteiten.

Raadsdruk Begroting 2011 89

Page 95: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Zorg Maatschappelijk effect Ons College wil dat alle Amsterdammers, jong, oud, gehandicapt of niet, zelfstandig wonen en participeren in de Amsterdamse samenleving. De bevordering en het behoud van de gezondheid van alle Amsterdammers en de preventie van gezondheidsproblemen bij de jeugd zijn belangrijke doelen. De zorg is toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar voor alle Amsterdammers.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal Programma

Lasten + 380,7 366,2 395,5 380,3 376,9 375,6 374,9

Baten - 203,4 171,4 133,4 141,0 141,0 141,0 141,0

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

177,3 194,7 262,1 239,3 235,9 234,6 233,9

Toevoeging minus onttrekking reserves

4,5 - 12,3 - 30,3 - 2,2 - 0,8 0,0 0,0

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

181,8 182,4 231,7 237,0 235,0 234,6 233,9

Saldo reserves 33,9 7,6 3,0 0,8 0,0 0,0 0,0

Saldo voorzieningen 6,7 6,1 6,4 7,2 7,2 7,6 7,9

Algemeen In het Programma Zorg gaat in de Begroting 2011 € 380,3 miljoen aan lasten en € 141 miljoen aan baten om. Deze lasten en baten betreffen voornamelijk de GGD Amsterdam en de Dienst Wonen Zorg en Samenleving (WZS). Het begrote negatieve saldo in het programma Zorg bedraagt voor de Begroting 2011 € 239,3 miljoen en wordt verklaard bij de twee subprogramma’s Maatschappelijke zorg en Openbare gezondheidszorg.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 Pakketmaatregel AWBZ Inleiding Met ingang van 2009 is de AWBZ-pakketmaatregel ingevoerd; de maatregel betekent een aanscherping van het beleid voor ondersteunende en activerende begeleiding. Het onderscheid hiertussen is verdwenen en concreet mag AWBZ-gefinancierde begeleiding alleen nog worden geboden voor het behoud of de bevordering van zelfredzaamheid en het voorkomen van opname. De participatiedoelstelling verdwijnt daarmee uit de AWBZ. De pakketmaatregel moet het rijk een jaarlijkse bezuiniging van € 800 miljoen opleveren. De taken worden niet overgeheveld naar de gemeenten; de gedachte is dat de meeste mensen zelfredzaam kunnen zijn of in eigen oplossingen zullen voorzien, dan wel geholpen kunnen worden met bestaand (collectief) aanbod. Gemeentelijke activiteiten Specifiek in relatie tot de pakketmaatregel AWBZ heeft Amsterdam een aanpak ontwikkeld die erop gericht is om mensen die echt ondersteuning nodig hebben niet tussen wal en schip te laten vallen.

Raadsdruk Begroting 2011 90

Page 96: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De aanpak loopt langs een aantal lijnen: 1. Onderzoek naar aard en omvang van de problematiek De grootste doelgroepen die de gevolgen van de pakketmaatregel ondervinden zijn burgers met een psychiatrische grondslag en jongeren onder 18 jaar met een verstandelijke beperking. Dementerenden en de zintuiglijk beperkten vormen de doelgroepen met de minste aantallen. 2. Voorbereiden van een verdeelvoorstel voor de middelen vanaf 2011 In het eerste half jaar 2010 heeft het accent gelegen op het oplossen van gesignaleerde lacunes in onder andere de dagopvang en ‘steun- en leuncontacten’ en van acute problemen. Daarnaast wordt onder andere geïnvesteerd in vrijwillige inzet (buddies, maatjes), mantelzorgondersteuning en het geschikt maken van algemene voorzieningen (welzijnsaanbod, sportvoorzieningen, culturele activiteiten) voor mensen met beperkingen. Verder zal een voorstel gedaan worden voor de aanpak van de structurele zorgvraag vanaf 2011. Heroverwegingen langdurige zorg Enige tijd geleden kwam het Heroverwegingsrapport Langdurige Zorg beschikbaar, dat door een landelijke ambtelijke werkgroep is opgesteld om bezuinigingsmogelijkheden (20%) binnen de AWBZ in kaart te brengen. In het heroverwegingsrapport worden vier scenario’s beschreven: 1) AWBZ in huidige vorm behouden maar zeer fors versoberen, onder andere door de

subsidie aan MEE af te schaffen, begeleiding helemaal uit de AWBZ te halen, het eerste half jaar verzorging voor eigen rekening te laten komen en wonen en zorg vergaand te scheiden

2) scenario 1 + Stelselwijziging variant Eigen Regie � kort gezegd, ‘iedereen een persoonsgebonden budget’, oftewel iedereen gaat zelf zorg inkopen

3) scenario 1 + Stelselwijziging Zorg dichtbij � intra- en extramurale verpleging en verzorging, extramurale GGZ en gehandicaptenzorg naar gemeenten (totaal elf miljard). Recht op zorg wordt vervangen door compensatieplicht. Er blijft een soort romp-AWBZ over van € 5 miljard (voor intramurale gehandicaptenzorg en intramurale geestelijke gezondheidszorg, uit te voeren door een ZBO1/het rijk)

4) scenario 1 + Stelselwijziging Zorg verzekerd � groot deel AWBZ (€ 10 miljard) naar verzekeraars

De G4 (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag) onderzoeken momenteel welk van de vier scenario’s het meest gewenst is, of dat er wellicht behoefte is een ander, vijfde, scenario voor te stellen. 2e fase Plan van Aanpak G4 De afgelopen vier jaar heeft de gemeente Amsterdam uitvoering gegeven aan het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang G4 en Rijk 2006-2013. Rijk en G4 spraken in 2006 af, dat het plan in twee fases uitgevoerd zou worden. In de eerste fase, tot en met 2010, richt de aandacht zich op daklozen. In de tweede fase meer op preventie en herstel. Op 9 februari van dit jaar hebben rijk en G4 een intentieverklaring getekend. Dit landelijk plan zal worden vertaald in een specifieke stedelijke aanpak, die onder meer de volgende speerpunten zal bevatten. Preventie: � versterken van de al ontwikkelde Vroeg Er op Af methode � ketenafspraken die zich richten op particuliere huiseigenaren � nazorg detentie en nazorg na opname in GGZ/Jeugdinstelling steviger opzetten � specifieke preventieprogramma´s opzetten voor mensen die dakloos zijn en geen

ernstige problematiek hebben � andere routes naar dakloosheid opsporen en aanpakken 1 Een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) is een overheidsorganisatie die publieke taken uitvoert, maar niet direct onder het gezag van een ministerie valt. De ministeriële verantwoording is weliswaar van toepassing, maar geldt niet voor elk detail in het doen en laten van het ZBO.

Raadsdruk Begroting 2011 91

Page 97: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Maatschappelijke opvang: � voltooien van de geplande uitbreiding van extra woon/opvangvoorzieningen � versterken van de persoonsgerichte (keten)aanpak � realiseren specifieke voorzieningen voor moeilijk plaatsbaren (waaronder mensen met

ernstige gedragsstoornissen) � sluitende afspraken maken met jeugdzorg om te voorkomen dat jongeren in de opvang

komen � sterk inzetten op doorstroom en uitstroom en – in het verlengde daarvan – afrekenen op

uitstroom in plaats van op bezetting Herstel: � bevorderen zelfstandig wonen van ex-daklozen � inzetten op dagbesteding/participatie � aansluiten op stadsdeelstructuur/lokale zorgnetwerken Bovengenoemde speerpunten zullen vertaald worden in aangepaste doelstellingen voor de komende jaren. Naar verwachting zal het landelijk plan in september-oktober vastgesteld worden. De Amsterdamse vertaling zal in oktober/november 2010 aan uw Vergadering worden voorgelegd. Huiselijk geweld: Stelselonderzoek vrouwenopvang Als gevolg van de notitie Beschermd en weerbaar van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn landelijk extra structurele middelen beschikbaar voor de uitbreiding van opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld. Op dit moment loopt bij VWS een zogeheten stelselonderzoek naar de financiering van de vrouwenopvang. In de loop van 2010 zal duidelijk worden wat de uitkomsten van het stelselonderzoek zijn en welke financiële middelen Amsterdam vanaf 2012 structureel zal ontvangen voor de opvang. 2011 wordt daarmee een overgangsjaar waarin Amsterdam zelf nog middelen moet investeren om enkele nieuwe voorzieningen overeind te houden. Concreet gaat het dan om het pilot mannenopvang en de opvang in het Leefkringhuis. Verlaging decentralisatie-uitkering middelen Veiligheid & Leefbaarheid (V&L) Bij het afsluiten van de GSB-III periode zijn de middelen voor Sociale Integratie en Veiligheid in een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds ondergebracht. Deze uitkering (Veiligheid en Leefbaarheid) bedraagt in 2010 ruim € 15 miljoen. Ingaande 2011 wordt de decentralisatie-uitkering voor Amsterdam door het rijk verlaagd tot ruim € 10 miljoen. Ons College heeft tijdens zijn bespreking van de Begroting 2011 besloten de middelen in 2011 te verdelen volgens het principe van een gelijkblijvend aandeel. In de totale beschikbare middelen komt dit voor Zorg neer op een bedrag van € 1,5 miljoen. Dit betekent een structureel dekkingstekort van € 0,7 miljoen dat binnen de begroting Maatschappelijke opvang zal worden opgevangen. Wet ambulancezorg In december 2008 is de nieuwe Wet ambulancezorg (Waz) aangenomen. Het doel van de wet is om de kwaliteit, doelmatigheid en toegankelijkheid van de ambulancezorg te verhogen. Per ingangsdatum van de Waz (2011 of 2012) wordt er per veiligheidsregio nog maar één vergunninghouder voor de meldkamer en ambulancezorg toegestaan. Tevens is er in 2010 een nieuwe CAO ambulancezorg afgesloten, waardoor de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van alle ambulancevervoerders gelijkgeschakeld worden. In het kader van de heroverwegingen is door de GGD onder andere aangegeven dat de vergoeding voor de FLO (functioneel leeftijdsontslag) van het ambulancepersoneel zal stijgen en daarmee het gemeentelijk aandeel kan dalen. Deze stijging zal middels de eerste begrotingswijziging 2011 structureel worden opgenomen in de begroting. Decentralisatie OKC-JGZ Streven is dat in 2010 besluitvorming plaatsvindt om de uitvoering van het Basispakket Ouder-en-Kind-Centrum (OKC), waaronder jeugdgezondheidszorg (JGZ), en de daaraan verbonden financiële middelen per 1 januari 2011 te decentraliseren naar de stadsdelen. Dit, met uitzondering van de onderdelen Vangnet Jeugd, Team Vroegtijdige Onderkenning en Gezondheidsbevordering.

Raadsdruk Begroting 2011 92

Page 98: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Maatschappelijke zorg (inclusief maatschappelijke opvang voor jongeren, ouderen, verslaafden) 3.1.1. Maatschappelijke zorg: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Bevorderen keuzevrijheid, onder meer door verstrekking PGB’s Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Verhoogd PGB gebruik bij cliënten individuele voorzieningen (HBH, woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen)

Percentage PGB is 11%

1-6-2010 12 % 13 % 14% 15 %

Minder bureaucratie (aanvragen, verantwoorden etc.) door: -lichtere verantwoordingsprocedure % PGB met zware verantwoording

1800

1-6-2010

1400

1000

Doelstelling 2: Zorg bieden aan mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal cliënten in de maatschappelijke opvang dat minimaal 3 dagdelen per week dagbesteding/arbeid heeft

50% (moet nog geverifieerd worden)

1-1-2010 60% 70% 80% 90%

Overige doelstellingen Doelstelling 3: Alle dak- en thuislozen een persoongericht aanbod en onderdak kunnen bieden Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal huisuitzettingen per jaar 1064 1-1-2005 606.

2(zie voetnoot)

Doelstelling 4: Opvang en ondersteuning slachtoffers mensenhandel Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal cliënten dat via het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) 24 uur per dag binnen een integrale ketenaanpak krijgt. (op jaarbasis maken ongeveer 100 vrouwen en kinderen gebruik van het ACM)

100 1-1-2010 100 100 100 100

Doelstelling 5: Reduceren van aantal slachtoffers huiselijk geweld door preventie gericht op het voorkomen van slachtofferschap Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal huisverboden 21, gestart op 1 maart

17-04-2009 51 (per 21-04-2010)

250 250 250

2 In het kader van de tweede fase Plan van Aanpak 2011-2014 worden nieuwe afspraken tussen G4 en rijk gemaakt gericht op de preventie van dakloosheid enerzijds en mensen onderdak houden die onder dak zijn gebracht anderzijds. Voor de jaren 2012 en verder gelden de doestellingen die in het plan van aanpak tweede fase zijn opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 93

Page 99: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2009

% organisaties dat aangesloten is op meldcode

0 1-1-2009 100% 100% 100% 100%

Doelstelling 6: Burgers kunnen volwaardig participeren door een samenhangend pakket van zorg-, woon- en mobiliteitsvoorzieningen (de zgn. individuele Wmo voorzieningen) Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Tevredenheid burgers over (maatwerk, AOV, HbH)

Klanttevredenheids-onderzoek Maatwerk (jaarlijks) met rapportcijfer 7 tot 8 AOV en HbH (maandelijks) met rapportcijfer 7 tot 8

2009 > 7 >7 >7 >7

3.1.2 Maatschappelijke zorg : Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Bevorderen keuzevrijheid, onder meer door verstrekking PGB’s Bij alle individuele Wmo-voorzieningen bestaat inmiddels de keuze tussen Zorg in Natura (ZIN) en een Persoonsgebonden Budget (PGB). Bij Hulp in de Huishouding (HbH) bestaat bij ZIN de keuze tussen meerdere aanbieders. Voor hulpmiddelen is sinds de recente aanbesteding keuze uit drie aanbieders mogelijk. De keuzevrijheid zal verder bevorderd worden door betere informatie aan de cliënt, zodat hij vooraf een heldere keuze kan maken tussen ZIN en PGB. Het aanvragen en de verantwoording van de PGB brengt onvermijdelijke administratieve handelingen met zich mee. De gemeente onderhandelt met het CAK om de gegevens over de eigenbijdrage eerder voor de cliënten beschikbaar te krijgen (kan nu tot zes maanden duren). Er zal een lichtere verantwoordingsprocedure opgesteld worden. Hierbij zal beleid ten aanzien van misbruik en onregelmatigheid gehandhaafd blijven. Het van regeringswege aangekondigde experiment met vouchers lijkt al op voorhand onhaalbaar, omdat deze werkwijze het aantal administratieve handelingen juist vergroot. Doelstelling 2: Zorg bieden aan mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden De gemeente subsidieert de instellingen voor maatschappelijke opvang en ambulante verslavingszorg om producten op het gebied van opvang, begeleiding en dagbesteding te leveren. De gemeente (WZS, DWI) koopt voor de gehele organisatie in bij zorgverzekeraar/zorgkantoor zodat budgetten uit verschillende bronnen op basis van gedeelde doelstellingen worden ingezet. De gemeente voert regie op de ketenaanpak. Dat doet ze op cliëntniveau (veldregie) en op beleidsniveau (waaronder financiering). Kern van de nieuwe aanpak is dat de ketenaanpak van de afgelopen vier jaar geïntensiveerd wordt’ in die zin dat de trajecten voortaan ook bestaan uit aanbod op het gebied van dagbesteding (naast verblijf, inkomen en zorg) en dat cliënten over een langere periode worden gemonitord. In de trajectplannen worden afspraken gemaakt over doorstroom en uitstroom naar (begeleid) zelfstandig wonen, waarbij de instellingen voor maatschappelijke opvang gebonden worden aan prestaties. De inhoud van die prestaties en de prestatie-indicatoren worden nader uitgewerkt. Tot 2012 is de instroom hoger omdat voor er sprake kan zijn van uitstroom eerst de stabiliteit van de cliënten moet worden verhoogd en ook moeten de flankerende voorzieningen (uitkering, schuldhulpverlening et cetera) op orde zijn. Ook zal pas in 2012 de volledige uitbreiding van de capaciteit gerealiseerd zijn. Na 2012 kan de uitstroom hoger worden dan de instroom. Hierover worden concrete afspraken gemaakt.

Raadsdruk Begroting 2011 94

Page 100: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 3:Alle dak- en thuislozen een persoonsgericht aanbod en onderdak kunnen bieden De activiteiten richten zich in 2011 op: � het realiseren, in samenwerking met diverse partijen, van de resterende 267 van de 480

extra opvangplaatsen � het uitwerken van een vervolg op het plan van aanpak dat zich zal richten op preventie en

herstel van dakloosheid, in samenwerking met rijk en G4 � het regisseren dat voor 3800 dak- en thuislozen een trajectplan is/wordt opgesteld

waarvan 2/3 deel een stabiele mix van zorg/wonen/werk heeft � het subsidie verlenen aan instellingen voor maatschappelijke opvang, verslavingszorg en

vrouwenopvang en het maken van kostprijsafspraken naast prestatieafspraken met deze opvanginstellingen

Doelstelling 4: Opvang en ondersteuning slachtoffers mensenhandel Het plan van aanpak voortkomend uit de beleidsnota Prostituee V/M 2008-2010 wordt uitgevoerd en er wordt subsidie verleend aan diverse organisaties die zich bezighouden met de opvang van slachtoffers van mensenhandel. Doelstelling 5: Reduceren van aantal slachtoffers huiselijk geweld door preventie gericht op het voorkomen van slachtofferschap � De zes bestaande steunpunten worden omgevormd naar één stedelijk Steunpunt

Huiselijk Geweld Amsterdam (SHGA) als expertisecentrum en frontoffice voor de aanpak huiselijk geweld.

Het aantal huisverboden is voor de collegeperiode 2010-2014 gesteld op 250 huisverboden per jaar. Doelstelling 6: Burgers kunnen volwaardig participeren door een samenhangend pakket van zorg-, woon- en mobiliteitsvoorzieningen Er worden voor de verbetering van de kwaliteit van de individuele Wmo-voorzieningen conform het Raadsbesluit van 17 december 2009 voor de volgende voorzieningen een aantal meerjarige pilots uitgevoerd binnen het reeds gereserveerde budget: � AOV (Pilots in periode 2009-2010) � Hulpmiddelen (Pilots in 2010) � HbH (Pilots in periode 2009-2011) � Uitbreiding Maatwerk (Geleidelijke uitbreiding in periode 2009-2012 van 200 naar 500

extra cliënten) Deze pilots zullen moeten leiden tot meer diversiteit in voorzieningen en volumes waaronder een basisvoorziening voor de meerderheid van de aanvragen in het AOV en HbH en maatwerk voor complexe aanvragen. Programakkoord 2010-2014 Het in het Programakkoord 2010-2014 geformuleerde beleid voor Maatschappelijke zorg wordt in de nieuwe bestuursperiode op de volgende onderdelen voortgezet. Indicatiesysteem voor zorg minder bureaucratisch

Van de veel aangevraagde AOV pas3 worden er 10.000 jaarlijks indicatievrij via een beslisboom toegewezen. Voor indicatiestelling HbH bestaat het Amsterdamse model (17.000 indicaties). Er is een automatische beslisboom ontwikkeld voor HbH; bij één aanbieder wordt deze uitgetest. (2.000 indicaties). Deze beslisboom zal door steeds meer partijen gehanteerd worden. De beslisboom zal uitgerold worden over meerdere HbH aanbieders en ontwikkeld worden voor woon- en vervoersvoorzieningen. Het aantal indicaties zal beperkt worden tot de complexe zaken, waardoor het aantal indicaties bij het Wmo CIZ4 zal afnemen. Ketenaanpak dementie wordt ontwikkeld

3 Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) voor Amsterdammers van 65 jaar en ouder en voor Amsterdammers met een handicap. 4 Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) beoordeelt of mensen recht hebben op AWBZ-zorg. Dit gebeurt op basis van objectieve criteria, zodat de beoordeling overal in het land hetzelfde is.

Raadsdruk Begroting 2011 95

Page 101: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In Amsterdam wordt vanuit de AWBZ ketenzorg dementie opgezet. De Wmo is hier geen onderdeel van, terwijl de Wmo-voorzieningen een goede basis zijn in met name de beginfase van dementie. De centrale stad zal met relevante stedelijke partners (zorgverzekeraar, zorgkantoor, aanbieders) afspraken maken over de afstemming tussen de verantwoordelijkheden vanuit de AWBZ, de Zorgverzekeraars en de Wmo binnen de keten. Uitvoering van de Wmo-bijdrage in de keten ligt voornamelijk bij de stadsdelen. Hierover zullen met de stadsdelen afspraken worden gemaakt in het bestuursakkoord. Prostituees worden beschermd tegen gezondheidszorgrisico’s, hun positie wordt versterkt en zij worden ondersteund met programma’s rond uitstappen Om het beleid naar verschillende sectoren in de prostitutiebranche en naar de hele stad te kunnen uitbreiden, is naast uitbreiding van het aantal toezichthouders (verantwoordelijkheid OOV), een uitbreiding nodig van de capaciteit van het Prostitutie- en gezondheidscentrum P&G2925. Vanuit P&G292 vindt coördinatie plaats in de keten voor het zorgaanbod aan prostituees. Eén van de onderdelen is het uitstapprogramma dat zich richt zich op weerbaarheidtraining, loopbaanbegeleiding, psychosociale ondersteuning, schuldhulpverlening en het vinden van passende woonruimte. De aanpak is succesvol en wordt momenteel voor het grootste deel gefinancierd uit een bijdrage van het rijk, de zogenaamde RUPS-gelden. Het eerste deel van deze financiering eindigt op 1 januari 2011. Om het uitstapprogramma te kunnen voortzetten is een prioriteit nodig. Het programakkoord formuleert geen uitbreidingsambities op het onderwerp Opvang en begeleiding van slachtoffers mensenhandel‘. De bestaande opvang en hulpverlening worden gecontinueerd. Er is een expertisecentrum voor slachtoffers Huiselijk Geweld met extra aandacht voor kinderen die getuige zijn geweld binnen de privé sfeer Een goed functionerende infrastructuur is nodig om het hele systeem (plegers, slachtoffers, getuigen) van de juiste hulp te kunnen voorzien en om in een zo vroeg stadium meer schade te voorkomen. Om meer efficiency en effectiviteit te bereiken, worden de zes bestaande steunpunten omgevormd naar één stedelijk Steunpunt Huiselijk Geweld Amsterdam (SHGA) om zowel de professionaliteit als de samenwerking (onder andere met politie en justitie) te verbeteren. Het SHGA gaat ook functioneren als expertisecentrum. Door meer samenhang in de aanpak worden ook de kleinere risicogroepen bereikt. Met de politie worden (waar mogelijk dwingende) afspraken gemaakt om het aantal huisverboden omhoog te brengen. Als doelstelling wordt 250 huisverboden per jaar gehanteerd. Alle protocollen Signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling worden al opgesteld volgens de vereisten van het basismodel meldcode, dat vooruitlopend op de nieuwe wet6, in december 2009 door VWS alvast bekend werd gemaakt zodat de praktijk daar zijn voordeel mee kan doen. Binnen de stedelijke aanpak huiselijk geweld zijn of worden specialisaties ontwikkeld (zoals eergerelateerde geweld, aanpak jeugdige plegers, verborgen vrouwen). N.B. groeicijfers in de ambulante hulpverlening kunnen mogelijk leiden tot beroep op extra middelen, omdat deze uitgaan boven de nu beschikbare capaciteit. Voor het implementatietraject, tijdelijk huisverbod en uitbreiding opvangplaatsen is een prioriteit nodig.

5 P&G292 staat voor prostitutie en gezondheidscentrum, 292 duidt op het adres van het centrum, dat is gevestigd aan de Nieuwezijds Voorburgwal 292. 6 Naar verwachting treedt de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in het voorjaar van 2011 in werking.

Raadsdruk Begroting 2011 96

Page 102: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.3 Maatschappelijke Zorg: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 247,2 269,1 242,3 240,7 240,2 239,6

WMO 97,6 106,8 100,1 100,1 100,1 100,1

MO 73,2 80,8 64,7 64,0 64,0 64,0

Overig 74,2 79,5 75,5 74,6 74,1 73,5

Boedelbeheer 1,1 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0

pensionontruiming / inkomensbeheer

0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3

uitvaarten 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7

Baten - 85,5 59,3 26,1 25,4 25,4 25,4

WMO 8,8 8,9 8,9 8,9 8,9 8,9

MO 49,9 8,3 0,0 ,00 0,0 0,0

Overig 26,1 41,4 16,5 15,8 15,8 15,8

Boedelbeheer 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8

pensionontruiming / inkomensbeheer

0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

uitvaarten 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7

Saldo 163,2 170,2 207,6 216,2 215,2 214,8

Dit subprogramma omvat ook Boedelbeheer, Pensionontruimingen en Inkomensbeheer en uitvaarten. In de bovenstaande tabel wordt specifiek de ontwikkeling van deze budgetten voor de baten en lasten weergegeven. De mutaties worden verklaard door de nominale ontwikkeling en afronding. De bedragen voor Wmo zijn de bedragen die in de begroting zijn opgenomen en worden betrokken bij de scenario’s. Deze ruim € 100 miljoen aan lasten is opbebouwd uit de: HbH, AOV, Woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, Wmo-indicaties en de sociale alarmeringen. De beheerskosten voor Wmo en de AWBZ-pakketmaatregel zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Actualisatie 2010 Het saldo Van de Actualisatie 2010 ten opzichte van de Begroting 2010 stijgt met € 7 miljoen. Deze stijging van het saldo is te verklaren uit de meerkosten alphahulpen (€ 3 miljoen), binnen de maatschappelijke opvang, de verlaging van de baten ‘grensstrook’ middelen (€ 3,15 miljoen) en een aantal kleine wijzigingen. Tevens laat de actualisatie een tekort op de Wmo-begroting zien, dat grotendeels wordt gevormd door de fluctuaties in de openeinderegelingen en meerkosten Wmo-ict. Deze overschrijding zal voor een deel binnen de Wmo-begroting c.q de egalisatiereserve worden opgevangen. Voor de compensatie AWBZ-maatregel is in 2010 € 8,4 miljoen (€ 6,23 miljoen 2010, reserve € 2,18 miljoen) beschikbaar. Naar verwachting zal het overgrote deel van de reserves volledig onttrokken worden voor een bedrag van € 25 miljoen, waaronder de egalisatie reserve voor € 10,7 miljoen, de reserve investeringen Maatschappelijke Opvang € 6,8 miljoen. Voor de maatschappelijke opvang zijn de baten met € 42,8 miljoen verlaagd doordat de specifieke uitkering een decentralisatie uitkering is geworden, waarmee de baten in het gemeentefonds zitten. Overige mutaties Actualisatie 2010 Veiligheidsmiddelen, aandeel DWZS + € 2,2 miljoen Indicatiestelling jeugd en 50% prio nazorg detentie aan de GGD -/- € 0,3 miljoen 50% Prio nazorg detentie aan DMO -/- € 0,1 miljoen Ministerie van justitie nazorg detentie + € 0,8 miljoen Kleine wijzigingen en nominaal -/- € 0,8 miljoen Totaal + € 3,0 miljoen

Raadsdruk Begroting 2011 97

Page 103: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begroting 2011 Het verschil in saldo van de algemene dienst tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 is € 37,4 miljoen, inclusief reserves en voorzieningen. Dat wordt onder andere verklaard door het opnemen van de baten voor de vrouwenopvang (€ 7.5 miljoen) in het gemeentefonds,en het niet opnemen van de meerkosten voor de alphahulpen ( € 3 miljoen) in de Begroting 2011.Ons College heeft besloten voor de AWBZ-pakketmaatregel € 6,23 miljoen structurele middelen beschikbaar te stellen die reeds verwerkt zijn in de Begroting 2011 (zie verdelingsvoorstel). Het saldo lijkt hiermee in 2011 te stijgen maar dit komt mede doordat bij de actualisatie de baten maatschappelijke opvang in het gemeentefonds zijn opgenomen en in 2011 vrijwel geen onttrekkingen aan reserves en voorzieningen geraamd zijn. Het resterende saldoverschil wordt onder andere verklaard door de volgende mutaties. Overige mutaties Begroting 2011 Zwerfjongen naar DMO -/- € 6,3 miljoen Incidentele prioriteiten -/- € 1,0 miljoen Extra middelen maatschappelijke opvang + € 1,5 miljoen7 Minder veiligheidsmiddelen -/- € 0,7 miljoen8 Diverse kleine wijzigingen en nominaal -/- € 0,8 miljoen Totale mutaties romp -/- € 7,3 miljoen Overige ontwikkelingen Wmo De gemeente voert de Wet maatschappelijke opvang (Wmo) al een aantal jaren uit. Binnen de Wmo is er altijd een risico aanwezig inzake de openeinde regelingen. Met openeinde regelingen is moeilijk in te schatten hoe groot het daadwerkelijke beroep op de regelingen zal zijn. De egalisatiereserve dient ervoor deze fluctuaties binnen de openeinde regelingen op te vangen. Afgelopen jaren was er een forse onderbesteding te zien binnen de Wmo. Echter, vanaf 2010 laat de Wmo, en daarmee de Wmo-openeinderegelingen, een forse overschrijding zien die zonder ingrijpen structureel zal zijn. Bij de vaststelling van de begroting heeft ons College besloten dat een aantal scenario’s uit te werken waarbij het tekort op de Wmo-begroting en de egalisatiereserve betrokken wordt. Vanwege een wetswijziging met betrekking tot de alphahulpen, worden de kosten hoger. Deze kosten zijn in 2010 geraamd op € 3 miljoen en vanaf 2011 op € 4,5 miljoen. In het verdeelvoorstel is de dekking voor deze meerkosten incidenteel opgenomen. De structurele dekking voor deze meerkosten zullen worden betrokken bij de uitwerking van de scenario’s. Maatschappelijke opvang Het Cebeon9 heeft een nieuwe verdeelsystematiek voor de maatschappelijke opvang ontwikkeld. Verder heeft het rijk middelen voor specifiek maatschappelijke opvang (de zogenoemde ‘grensstrook’ middelen) uit het gemeentefonds gehaald. Deze middelen declareert de GGD bij de zorgverzerkeraar. Daarmee kan WZS zijn hogere lasten op zijn begroting handhaven. De baten zijn daarmee verlaagd in het gemeentefonds en verhoogd op de begroting van de GGD. In 2010 gaat het om een totaal bedrag van € 3,15 miljoen en in 2011 € 2,25 miljoen. Per 1 januari zijn de Dienst Wonen (DW) en de Dienst Zorg en Samenleven (DZS) gefuseerd tot de dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS). Bij het samenvoegen van beide apparaatbegrotingen is kritisch gekeken naar de wijze van doorbelasting. Dit heeft als gevolg dat er een systeemwijziging is doorgevoerd. De doorbelasting van het Zorggedeelte is niet langer gebaseerd op de herkomst van middelen maar op de personele en materiele kosten van het werkelijk aantal fte dat werkzaam is ten behoeve van de verschillende beleidsvelden. Dit heeft tot saldoneutrale wijzigingen binnen de begroting WZS geleid. 7 extra middelen maatschappelijke opvang zijn gebaseerd op de prognose van het Cebeon. 8 raming veiligheidsmiddelen in 2011 is gebaseerd op een proportionele verdeling van de beschikbare middelen conform de verdeling van 2010. DWZS heeft voor het volledige bedrag in 2011 kosten geraamd en daarmee een tekort aan beschikbare middelen van € 0.7 miljoen. Dit tekort zal binnen de begroting DWZS maatschappelijke opvang gecompenseerd worden. 9 Centrum Beleidsadviserend Onderzoek

Raadsdruk Begroting 2011 98

Page 104: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.4 Subprogramma: Wat zijn de risico’s en beheersmaatregelen bij det programakkoord doestellingen?

Openeindregelingen individuele Wmo-verstrekkingen Binnen het Programma Zorg is er een risico aanwezig rond het openeinde karakter van de specifieke uitgaven. Vooraf is niet met zekerheid aan te geven hoeveel mensen een beroep zullen doen op bepaalde voorzieningen. Wel wordt getracht dit zo goed mogelijk in te schatten door trendanalyses en extrapolaties. De omzet wordt op maandelijkse basis gemonitord en geprognosticeerd. Desondanks blijft onzekerheid blijft bestaan over de vraag hoe de groei van het aantal aanvragen zich zal ontwikkelen. Belangrijke groeifactoren bij de openeindregeling zijn het effect van beleid, gericht op een steeds verder gaande extramuralisering van zorg en een toename van de zorgvraag vanuit andere doelgroepen. Kort gezegd: de Amsterdammer heeft de weg naar de Wmo en naar hulp steeds beter gevonden. De prognose van de groei 2010-2011 laat bij Hulp bij huishouden (HbH)een substantiële toename zien. Deze toename is niet toe te schrijven aan een groei van het aantal hulpvragers, maar komt vooral door een aanzienlijke verbetering van de inzet van personeel bij de zorgaanbieders, omdat het personeelstekort bij deze organisaties grotendeels is opgelost. Daarnaast is er ook bij de zorgaanbieders sprake van kostenverhoging voor HbH, omdat de alfahulpen per 1 januari 2010 in loondienst kunnen komen bij de zorgaanbieder. Dit leidt tot hogere werkgeverslasten, die in de prijzen doorberekend worden. Deze ontwikkelingen leiden tot een forse overschrijding van de Wmo-begroting. Deze overschrijding op de Wmo-begroting zal ten laste komen van de egalisatiereserve. WMO-ICT WZS (voorheen DZS) is in 2006 begonnen met het ontwikkelen van een Wmo-ict systeem. Regelmatig rapporteert WZS aan uw Vergadering over de voortgang en ontwikkeling van het systeem. In 2009 heeft uw vergadering een tweede krediet beschikbaar gesteld. De huidige verwachting is dat dit aanvullende krediet niet voldoende is om alle ontwikkelkosten te dekken. Bij de vaststelling van de begroting heeft ons College besloten dat beoogde meerkosten, risico en aanvullend businessplan betrokken wordt bij de uitwerking van de scenario’s Wmo

3.2.1 Openbare gezondheidszorg : Wat gaan we ervoor doen?

Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Alle meldingen bij Vangnet jeugd rond jeugdigen met problemen en Multi Probleem Gezinnen (MPG’s) worden zo snel mogelijk opgevolgd Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Wachttijden vangnet jeugd − Percentage dat er na melding

op werkdagen binnen 24 uur wordt bepaald of VJ deze melding aanneemt of

− Percentage aangemelde cliënten dat binnen 2 weken in behandeling is genomen door VJ

10

100%

85%

2009

2009

100%

90%11

100%

95%2

100%

100%2

100%

100%2

10 Wachttijden zijn een indicatie voor de toegankelijkheid van openbare gezondheidszorg. Optimale toegankelijkheid speelt een rol bij en vroegtijdige signalering. 11 Toelichting: Het behalen van deze streefdoelen is afhankelijk van het al dan niet doorzetten van de trend van toename aantal meldingen (tot nu toe 2010 t.o.v. 2009 ca. 15%); de te behalen winst van onze eigen bedrijfsvoering en mogelijkheden om tot formatie-uitbreiding over te gaan indien nodig

Raadsdruk Begroting 2011 99

Page 105: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 2: Om misbruik van softdrugs en alcohol het hoofd te bieden, hanteren wij een actief voorlichtingsbeleid over verantwoord alcohol- en drugsgebruik

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal deelnemende scholen in het onderwijs dat mee doet aan: 'De Gezonde School en Genotmiddelen' (VO). Alcoholpreventie basisonderwijs (bao). Rooksignaal (bao). Actie Tegengif/Smoke Alert (VO)

40

15

30 klassen

25 (150 a 180

klassen)

2007/2008 2007/2008 2007/2008 2007/2008

52

15

30 kl

30

52

15

30 kl

30

52

15

30 kl

30

52

15

30kl

30

Doelstelling 1: Alle meldingen bij Vangnet jeugd rond jeugdigen met problemen en Multi Probleem Gezinnen (MPG’s) worden zo snel mogelijk opgevolgd De GGD afdeling Vangnet Jeugd houdt zich bezig met Amsterdamse kinderen die mogelijk in hun ontwikkeling worden bedreigd. Het doel daarvan is tijdig in te kunnen grijpen in een bedreigende situatie, zodat kinderen de zorg krijgen die ze nodig hebben. Op die manier wordt voorkomen dat ze ontsporen. Vangnet Jeugd zoekt de gezinnen op, brengt hun situatie in kaart en stelt vast welke hulp nodig is. Daarna wordt de juiste hulpverleningsinstantie ingeschakeld. Doelstelling 2: Om misbruik van softdrugs en alcohol het hoofd te bieden, hanteren wij een actief voorlichtingsbeleid over verantwoord alcohol- en drugsgebruik Het aantal deelnemende scholen is een indicatie voor een al dan niet succesvol bereik op scholen. Er zijn 69 scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam die in aanmerking komen voor De Gezonde School en Genotmiddelen. Als 75% van deze scholen deelneemt zijn 52 scholen bereikt, en dat is conform het streefgetal voor de afgelopen jaren en de bijbehorende financiering. In schooljaar 2008/2009 waren 52 scholen betrokken bij het project, waarvan er 43 daadwerkelijk activiteiten hebben uitgevoerd. Dat betekende over het algemeen dat in elk geval de preventielessen werden gegeven. De docenten geven deze lessen zelf en krijgen daarvoor bijscholing (dat jaar op vijftien scholen). Bovendien werden op tien scholen speciale ouderavonden georganiseerd. Programakkoord 2010-2014 Het in het Programakkoord 2010-2014 geformuleerde beleid voor Openbare Gezondheidszorg wordt in de nieuwe bestuursperiode op de volgende onderdelen voortgezet. Het bespreekbaar maken van dilemma’s en taboes in de zorgsfeer De activiteiten richten zich op: � betrekken van de zelforganisaties, waar mogelijk, professioneel, bijvoorbeeld bij

methodiek ontwikkeling. We gaan uit van eigen kracht � betrekken en inzetten van alle ambassadeurs Stille Dilemma’s � alle bovengenoemde acties kunnen, afhankelijk van de resultaten en middelen, uitgerold

worden over andere stille dilemma’s binnen de portefeuille Zorg Tijdig onderkennen van geestelijke gezondheidsproblemen (waaronder LVG en psychosociale problematiek) en het realiseren van wijkgerichte structuren gericht op kwetsbare personen Op dit moment zijn er geen aantallen niet herkende LVG’s bekend; absolute aantallen zijn dus niet te geven. Eind 2009 is een start gemaakt met een pilot waarbij +/- 1200 basisscholieren gescreend worden op aanwezigheid van psychosociale problemen. Hiertoe is in 2010 op vijf scholen een leerlingvolgsysteem psychosociale problematiek geïmplementeerd. Binnen dit systeem vullen leerkrachten voor elk kind jaarlijks een korte

Raadsdruk Begroting 2011 100

Page 106: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

screeningslijst (SDQ12) in. Naar verwachting zullen zo’n 200 kinderen opgespoord worden met (beginnende) psychosociale problematiek. Vervolgens zal de Jeugdgezondheidszorg in overleg met de school bepalen of nadere diagnostiek nodig is (onderzoek op indicatie, eventueel met behulp van screeningslijsten) en of en zo ja welke (preventieve) zorg voor deze kinderen geïndiceerd is.

3.2 Openbare gezondheidszorg: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 119,4 127,6 138 136,2 135,7 123,3

Baten - 98,8 105,6 117,1 116,4 115,6 115,6

Saldo 20,6 22,0 20,9 19,8 19,8 19,7

Actualisatie 2010 en Begroting 2011 Voor het subprogramma Openbare gezondheidszorg neemt het saldo in de Actualisatie 2010 toe naar € 22 miljoen. In de Begroting 2011 daalt het saldo ten opzichte van de Actualisatie 2010 met € 1,1 miljoen. Het Subprogramma Openbare gezondheidszorg omvat jeugdgezondheidszorg, spoedeisende medische hulp, infectieziektebestrijding, openbare geestelijke gezondheidszorg, onderzoek en gezondheidsbevordering en gezondheidsbeleid, milieu en gezondheid, algemene gezondheidszorg en overige activiteiten. De tabel hieronder geeft de baten en lasten van deze specifieke onderwerpen weer. Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 119,3 127,6 138,0 136,2 135,4 135,3

Spoedeisende medische hulp 20,2 20,1 19,6 19,3 19,3 19,3 kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichtingen Slotervaartziekenhuis/ Poort/ Sarphatishuis 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3

Infectieziekten 30,8 30,6 32,6 32,6 32,4 32,4 Onderzoek gezondheidsbevordering/ - beleid 7,4 10,2 10,4 9,0 9,0 9,0

Milieu en Gezondheid 4,2 4,3 4,3 4,3 4,3 4,3

Algemene gezondheidszorg 3,5 3,4 3,9 3,9 3,9 3,9

Overige activiteiten GGD 6,6 6,6 4,0 4,6 4,0 4,0 Jeugdgezondheidszorg 46,4 51,7 62,8 62,2 62,2 62,2 Baten - -98,8 -105,6 -117,1 -116,4 -115,6 -115,6

Spoedeisende medische hulp -17,2 -18,1 -16,6 -16,6 -16,6 -16,6 kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichtingen Slotervaartziekenhuis/ Poort/ Sarphatishuis -0,2 -0,3 -0,3 -0,3 -0,3 -0,3

Infectieziekten -26,7 -26,4 -28,9 -28,9 -28,9 -28,9 Onderzoek gezondheidsbevordering/ - beleid -3,4 -3,4 -4,5 -4,5 -4,5 -4,5

Milieu en Gezondheid -3,0 -2,9 -3,0 -3,0 -3,0 -3,0

Algemene gezondheidszorg -2,8 -2,8 -3,3 -3,3 -3,3 -3,3

Overige activiteiten GGD -4,1 -4,1 -2,3 -2,3 -2,3 -2,3 Jeugdgezondheidszorg -39,8 -41,1 -56,9 -56,9 -56,9 -27,8 Mutaties in reserves -1,5 -6,5 -1,5 -0,8 -0,0 -0,0

Saldo 20,6 22,0 20,9 19,8 19,8 19,7 12 Strengths and Difficulties Questionniare (SDQ) instrument voor opsporen psychosociale problemen bij jeugd

Raadsdruk Begroting 2011 101

Page 107: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ten opzichte van de Begroting 2010 neemt het saldo van de Actualisatie 2010 binnen het subprogramma Openbare gezondheidszorg toe met € 1,4 miljoen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door budgetoverheveling van DMO naar onderzoek gezondheidsbevordering en beleid. De daling van het saldo in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010 is het gevolg van het terugdraaien van incidentele posten 2010. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen

Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

Verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves Reserve AWBZ-pakketmaatregel

2,2 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Amsterdam voor Elkaar aanvragen

0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Maatschappelijke dienstverlening thuiswonenden ouderen

0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve armoede Tang gelden - chronische zieken

0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

HAG (Prostitutiecentrum)

0,3 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mantelzorg 0,3 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Vakantiegeld (DWZS)

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Overgewicht 4-12 jarigen/ Toeleiding kinderen 0-19 met overgewicht

0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

SDQ 5-10 jaar Leraren

0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0

Sociale competentietrainingen Taakspel

0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

Suicidepreventie 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 van Wiechen 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Research en Development

3,0 0,0 2,0 1,0 0,0 0,4 0,6 0,0 0,0 0,0

Omvangrijke en niet jaarlijks terugkerende kosten (GGD)

0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0

WMO egalisatiereserve

10,8 0,0 10,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Investeringen Maatschappelijke Opvang (MO)

6,8 0,0 6,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open-einde regelingen

2,7 0,0 2,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Vakantiegeld (GGD)

2,2 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Geweld achter de Voordeur

0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Samen Starten 0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Reserve Sport Jeugd (GGD)

0,6 0,0 0,3 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0

WW-uitkeringen 0,6 0,0 0,5 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

Raadsdruk Begroting 2011 102

Page 108: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

(GGD) Eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Kidos SO 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Ontbijt en Lunch Schoolgaande Jeugd

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Voeding/Bewegen volwassenen

0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

WW en reïntegratie (DWZS)

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Friends 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 GGZ-Preventie 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Reserve Tienerzwangerschappen (GGD)

0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

Vergoeding experiment woningaanpassingen mantelzorgers

0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Voorzorg 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal reserves 34,1 1,3 32,3 3,1 0,0 2,3 0,8 0,0 0,0 0,0

Nieuwe reserves Het voornemen is de nieuwe reserves bij de jaarrekening 2010 te besluiten. Deze zullen in de 9-maandrapportage worden opgenomen. Sociale competentietrainingen Taakspel € 0,42 miljoen Taakspel is een universele, klassikale interventie ter preventie van gedragsproblemen waarbij leerlingen, door middel van een spel leren zich beter aan de klassenregels te houden. Doel is het bevorderen van taakgericht gedrag bij kinderen, het verminderen van regelovertredend gedrag en het bevorderen van een positief onderwijsklimaat. Dit project loopt vanaf 2008 tot en met 2011. In 2010 wordt er € 0,42 miljoen toegevoegd aan de reserve, dit zal in 2011 onttrokken worden. Overgewicht 4-12 jarigen/Toeleiding kinderen 0-19 met overgewicht € 0,42 miljoen In 2010 is er eenmalig een prioriteit van € 0,5 miljoen toegekend voor het tegengaan van overgewicht bij jongeren. Het doel van deze prioriteit is het stimuleren van beweging en preventie van overgewicht bij basisschoolkinderen in sociale en economische achterstandswijken in Amsterdam in samenwerking met de stadsdelen, sportverenigingen, JGZ, schoolbegeleidingsdienst en diëtisten. In 2010 wordt hiervan € 0,08 miljoen uitgegeven. € 0,42 miljoen wordt aan de reserve toegevoegd en in 2011 weer onttrokken. Het betreft hier een activiteit die schooljaargebonden is. Suïcidepreventie € 0,06 miljoen Het doel van deze prioriteit is te komen tot een concreet plan van aanpak ter vermindering van suïcide en suïcidaliteit in Amsterdam. Het uiteindelijke doel is om met de uitvoering hiervan sterfte aan suïcide in Amsterdam ook daadwerkelijk te reduceren. Deze prioriteit is in de loop van 2010 gestart. In 2010 wordt € 0,06 miljoen aan de reserve toegevoegd, die in 2011 weer onttrokken wordt. SDQ 5-10 jaar leraren € 0,15 miljoen Het betreft de start van een pilot van de leerkrachtenversie van SDQ (Strength and difficulties Questionairy), een instrument voor het vroegtijdig opsporen van psychosociale problemen in de leeftijdscategorie van 5 tot 10 jaar. Deze middelen zullen in 2011 worden besteed. ‘V. Wiechen’ € 0,1 miljoen Deze reserve is gevormd door overgang van andere software door KIDOS (digitaal kinderdossier) is aanpassing van deze functionaliteit ontstaan. Deze middelen worden in 2011 besteed.

Raadsdruk Begroting 2011 103

Page 109: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Te handhaven reserves Research en development Het saldo van deze reserve bedraagt ultimo 2009 € 3 miljoen. In 2010 wordt naar verwachting € 1,97 miljoen onttrokken. In 2011 wordt € 0,41 miljoen onttrokken. In 2012 is deze reserve naar verwachting volledig besteed. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat er geen rekening is gehouden met eventuele inkomsten uit de B-taken. Deze reserve wordt gevoed door gedeeltelijk toevoeging van het resultaat (20%) op B-taken (onderzoeksprojecten, streeklaboratorium en dierplaagbeheersing) en wordt ingezet voor projecten om de kennis en kwaliteit van GGD op peil te houden. Het saldo van de reserve is belegd in projecten welke de komende jaren worden uitgevoerd (sommige projecten duren enkele jaren). Door de GGD is aangegeven dat het resultaat op deze taken de komende jaren minder positief zal zijn dan de afgelopen jaren. Omvangrijke en niet jaarlijks terugkerende kosten Het Streeklaboratorium wil een BSL3 (Bio safety level 3) laboratorium inrichten om aan de veiligheidseisen te blijven voldoen die aan bepaalde werkzaamheden gesteld worden. Continuïteit van diagnostiek is onmisbaar voor de klantenbinding. Om deze continuïteit te waarborgen gedurende toekomstige verbouwingen kan een frictieruimte nodig zijn of moet diagnostiek uitbesteed worden. De extra kosten kunnen afgedekt worden met deze reserve. Wmo Egalisatie reserve De Wmo-egalisatiereserve dient ervoor mogelijk onvoorspelbare effecten van de openeinderegelingen binnen de Wmo te kunnen opvangen. De Wmo egalisatie reserve zal naar verwachting in 2010 voor een groot deel onttrokken worden. Een deel wordt onttrokken door het te verwachte tekort in 2010. Het andere deel € 6 miljoen wordt onttrokken als posterioriteit ‘vrijval Wmo reserve’ zoals besloten bij de Begroting 2010. Met deze onttrekkingen komt de egalisatie vrijwel op 0. Dit is een groot risico, omdat nu de fluctuaties vanuit de openeinde regelingen in 2011niet kunnen worden opgevangen.. Dit risico is extra groot wegens het grote structurele tekort op de Wmo-begroting. WW Uitkeringen Deze reserve is gevormd ter dekking van de kosten van de herstructurering van het wachtgeldfonds, waartoe ons College in 2002 besloot. Toevoeging vanuit de exploitatie is per 1 januari 2009 niet meer mogelijk. Onttrekking betreft de uitkeringen plus de kosten van de uitvoering voor WW en Wachtgeld. Deze reserve zal met ingang van 2011 volledig besteed zijn. Af te wikkelen reserves De volgende reserves worden naar verwachting in 2010 en 2011 volledig besteed: � AWBZ-pakketmaatregel: Deze reserve is bij de Jaarrekening 2009 ingezet om de

effecten van de rijksbezuiniging op de AZWB op te vangen. In dit bedrag zit zowel het deel voor de ‘centrale stad’ als voor de ‘stadsdelen’. Naar verwachting zal de hele reserve in 2010 worden besteed.

� Maatschappelijk dienstverlening thuiswonende ouderen � Armoede Tang gelden chronisch zieken � HAG (prostitutie centrum) (€ 0,3 miljoen ) 2010 � Mantelzorg(€ 0,3 miljoen) 2010 � Vakantiegeld ,WZS(€ 0,2 miljoen ) 2010 � Reserve maatschappelijk opvang 2010 (€ 6,.8 miljoen ). De reserve maatschappelijke

opvang is gevormd bij de Jaarrekening 2009 om het resterende aantal opvangplekken van 26713 te realiseren. In de vorige collegeperiode was de doelstelling voor het aantal te realiseren opvangplekken 480. De verwachting is dat de reserve in 2010 volledig besteed zal worden om de opvangplekken te realiseren

� Wmo-pilots en kwaliteitsverbetering openeinde regelingen: De reserve Wmo Pilots is gevormd bij de Jaarrekening 2008, vanuit de onderuitputting op de Wmo met als doel een kwaliteitsverbetering binnen de Wmo te realiseren.

13 Cijfer gebaseerd opJaarrekening 2009. In totaal waren 213 plekken van de 480 gereserveerd.

Raadsdruk Begroting 2011 104

Page 110: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� Vakantiegeld (GGD) � Geweld achter de voordeur � Samen starten � Eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers � Ontbijt en lunch op school (€ 0,21 miljoen) 2010 � Weerbaarheidstraining LVG-meisjes (€ 0,01 miljoen) 2011 � GGZ preventie (€ 0,11 miljoen) 2010 � reserve Voorzorg (€ 0,14 miljoen) 2011 � Samen Starten (€ 0,67 miljoen) 2010 � Invoer Kidos Speciaal Onderwijs prio 2008 (€ 0,19 miljoen) 2011 � Sport jeugd (€ 0,24 miljoen) 2011 � Voeding beweging volwassenen (€ 0,15 miljoen) 2011 � Tienerzwangerschappen (€ 0,15 miljoen) 2011 Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Voorzieningen Groot onderhoud huisvesting (GGD)

2,5 1,3 1,0 2,7 1,3 0,5 3,5 3,7 3,9 4,2

GR Amstelland Weerstand

1,3 0,0 0,0 1,3 0,0 0,0 1,3 1,3 1,3 1,3

BIMZ 1,2 0,0 0,0 1,2 0,0 0,0 1,2 1,2 1,2 1,2 Afbouwkosten VZA 0,5 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5 Verzorgingshuizen ouden van dagen

0,3 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3

GR. Amstelland Algem.

0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2

Amsterdamse Gezondheidsmonitor

0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,0 0,2 0,0 0,1 0,1

Ambulancedienst, dubieuze debiteuren

0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1

Verhagen gelden 0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal voorzieningen

6,8 1,4 1,6 6,4 1,4 0,5 7,3 7,3 7,6 7,9

Te handhaven voorzieningen Grootonderhoud De voorziening Grootonderhoud bedraagt ultimo 2009 € 2,5 miljoen. In 2010 wordt er € 1,3 miljoen toegevoegd en € 1 miljoen onttrokken. Het saldo ultimo 2010 bedraagt € 2,7 miljoen. In 2011 wordt er per saldo € 0,75 toegevoegd. In 2012 en verder per saldo naar verwachting kleine toevoegingen (€ 0,24 miljoen per jaar). Weerstandsvermogen GR Amstelland De voorziening van de gemeenschappelijke regeling Amstelland bedraagt € 1,3 miljoen. Dit is opgenomen als voorziening omdat dit geld betreft van de GR OG Amstelland (weerstandsvermogen). BIMZ (burgerlijke instellingen voor maatschappelijke zorg): betreffende deze voorziening worden geen mutaties verwacht Verzorgingshuizen ouden van dagen: zie voorziening BIMZ Amsterdamse Gezondheidsmonitor Het doel van deze voorziening is de uitvoering in 2012 van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor. Deze monitor wordt eens in de vier jaar uitgevoerd. Teneinde de kosten gelijkmatig over de jaren te verdelen wordt jaarlijks een bedrag aan deze voorziening toegevoegd. De werkelijke lasten worden aan deze voorziening onttrokken.

Raadsdruk Begroting 2011 105

Page 111: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ambulancedienst Dubieuze debiteuren Deze voorziening betreft het egaliseren van de lasten met betrekkin tot oninbare vorderingen Ambulancezorg. Dit geld is van de zorgverzekeraars. Afgewikkelde voorzieningen De Verhagenmiddelen (€ 0,6 miljoen) worden volledig besteed in 2010

Raadsdruk Begroting 2011 106

Page 112: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord

Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag (x € 1.000)

Voorstel (x € 1.000)

1 Continueren

uitstapprogramma's prostituees

Voortzetten uitstapprogramma's voor prostituees, waarvan gemiddeld 130 vrouwen per jaar gebruik maken en 100 dit programma succesvol afmaken en de prostitutie verlaten.

Prostituees kunnen een uitstappprogramma volgen om de prostitutie te verlaten

250 200

2 Uitbreiding bereik P&G292 Met een uitbreiding van de capaciteit van P&G292 kunnen ca. 200 vrouwen extra worden bereikt die werkzaam zijn in andere sectoren van de prostitutie.

Er worden meer prostituees toegeleid naar P&G292 vanuit andere sectoren van de prostitutie, escort en thuiswerken

100 300

3 Ombudsvrouw/ ketenregie prostitutiebeleid

Instellen van een ombudsvrouw/ ketenregisseur om de hulpverlening van ketenpartners te optimaliseren, ook zicht krijgen op misstanden.

Er is een sluitende zorgketen en misstanden worden gesignaleerd en aangepakt

100 0

4 Stille dilemma's Ontwikkelen actieplan stille dilemma’s en beschikbaar stellen van hulpverlening, zorgcoördinatie en juridische toetsing bij tijdelijk huisverboden

Eind 2010 actieplan stille dilemma’s gereed met aandacht voor o.a. huiselijk geweld, verslaving, psychosociale problematiek. Voor 2011kunnen garanderen van maximaal 250 tijdelijk huisverboden

500 500

5 Aanpak misstanden en versterken positie thuisprostitutie- escort.

Onderzoek naar en ontwikkelen van integrale aanpak misstanden en versterken positie thuisprostitutie- en escort

Eind 2011 inzicht in misstanden thuisprostitutie- en escort. 2012 ; ontwikkelen integrale (zorg en veiligheid) aanpak misstanden thuisprostitutie- en escort

200 0

1.150 1.000 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

6 verhoging WMO budget (alphahulpen)

Met de incidentele verhoging van het WMO budget worden de openeinderegelingen sneller in financieel control gebracht

Eind 2011 vertoont de WMO rekening weer een overschot, verwachting is dat egalisatiereserve eind 2014 weer op niveau gewenste niveau is t.a.v. de omzet

5.860 4.500

5.860 4.500

Raadsdruk Begroting 2011 107

Page 113: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

I9 Budgetneutrale prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

7 Pakketmaatregel AWBZ Bieden van compenserende zorg en ondersteuning aan ruim 3.300 mensen met een beperking

Mensen met lichte beperkingen die niet meer in aanmerking komen voor begeleiding uit de AWBZ krijgen steun vanuit de Wmo

6.230 6.230

6.230 6.230 S4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

8 rechtswinkel en zeemanswelvaren

-70 -70

-70 -70 SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

9 Differentiatie Persoonsgebonden budget (PGB)

Voor PGB twee tarieven instellen gerelateerd aan tarieven HbH 1 en HbH 2

Pgb goedkoper

-250 -250

10 Verlaging Wmo voorzieningen

Voorzieningenniveau Wmo verstrekkingen wordt verlaagd

Vermindering zorgniveau voor HbH, waardoor een besparing wordt gerealiseerd

-2.000 -2.000

11 Verlaging formatie Vermindering formatie onderdeel programma's WZS

Lagere apparaatskosten WZS

-100 -100

12 Kostendekkend maken activiteiten boedelbeheer

Kostendekkend boedelbeheer

Kostendekkend boedelbeheer

-90 -90

13 Ambulancedienst FLO Lagere uitgaven voor het FLO

Lagere uitgaven voor de FLO

-1.160 -1.160

14 Antwoord Lagere kosten bij GGD voor Antwoord

Lagere kosten bij GGD voor Antwoord

-70 -70

15 Verlaging bedrag OKC Verlagen van de uitgaven voor de Jeugdgezondheidszorg

Verlagen van de uitgaven voor de jeugdgezondheidszorg

-1.700 -1.700

-5.280 -5.370

Raadsdruk Begroting 2011 108

Page 114: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Continueren uitstapprogramma's prostituees Het uitstapprogramma voor prostituees richt zich op weerbaarheidstraining, begeleiding naar werk, psychosociale ondersteuning, schuldhulpverlening en het vinden van woonruimte. De aanpak is succesvol en dient te worden gecontinueerd. Per jaar maken 130 vrouwen gebruik van het programma waar de kosten € 0.25 miljoen bedragen. Om het programma te continueren is € 0.25 miljoen aangevraagd. In het programmakkoord zijn incidenteel middelen beschikbaar gesteld om de problemen in de prostitutie aan te pakken. Ons College stelt dan ook voor om incidenteel voor 2011 € 0.2 miljoen toe te kennen voor het continueren van het uitstapprogramma. 2. Uitbreiding bereik P&G292 Om hulpverlening naar verschillende sectoren in de prostitutie branche te kunnen uitbreiden, is naast uitbreiding van het aantal toezichthouders, een uitbreiding nodig van de capaciteit van het P&G centrum. De verbreding van het werkterrein kost € 0,1 miljoen waarmee ruim 200 vrouwen in de escortservice en massagesalons bereikt kunnen worden. Deze prioriteit moet in samenhang gezien worden met de prioriteit aanpak misstanden en versterken positie thuisprostitutie- en escort. Deze prioriteiten hebben de doelstelling de misstanden in de prostitutie te verminderen. Een samenwerking en goede afstemming tussen de verschillende betrokken diensten GGD, DWZS en OOV is daarbij van groot belang. Ons College stelt voor om incidenteel € 0.3 miljoen toe te kennen om de misstanden binnen de prostitutie aan te pakken, inzichtelijk te maken en te verminderen. 3. Ombudsvrouw/ ketenregie prostitutiebeleid

Voor de ontwikkeling van een integrale aanpak van zorg en veiligheid, door het instellen van een ombudsvrouw / ketenregisseur om de hulpverlening van de ketenpartners te optimaliseren, heeft ons College geen middelen opgenomen in het verdelingsvoorstel. De realisatie van deze integrale aanpak is gekoppeld aan de middelen die in het verdelingsvoorstel zijn opgenomen voor P&G292. 4. Stille dilemma's Voor de ontwikkeling van het actieplan stille dilemma’s dat is gericht op het opsporen van 'verborgen vrouwen' en psychosociale problematiek, heeft ons College incidenteel € 0,5 miljoen opgenomen in het verdelingsvoorstel. 5. Aanpak misstanden en versterken positie thuisprostitutie- en escort.

Voor de ontwikkeling van een integrale aanpak voor zorg en veiligheid met als doel het tegengaan van misstanden en het versterken van positie van werkers in de thuisprostitutie- escort, heeft ons College geen middelen opgenomen in het verdelingsvoorstel. De realisatie van deze integrale aanpak is gekoppeld aan de middelen die in het verdelingsvoorstel zijn opgenomen voor P&G292.

I4 Overige prioriteiten

69. verhoging wmobudget (alphahulpen) Per 1 januari 2010 is de wetswijziging alphahulpen van kracht. Hierdoor zijn voormalige alphahulpen in loondienst gekomen bij de aanbieders van Hulp bij Huishouden (HbH). Het Rijk heeft hiervoor landelijk € 130 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Het Amsterdamse aandeel hiervan is circa € 5,8 miljoen. De verwachte meerkosten voor Amsterdam worden ingeschat op € 4,5 miljoen voor 2011. De structurele financiele gevolgen in de komende jaren wil ons College zich baseren op de ervaringscijfers uit 2010 en tevens betrekken bij de overige (financiele) ontwikkelingen in het kader van de WMO. Dit overwegende stelt ons College voor om in 2011 incidenteel € 4,5 miljoen in het

Raadsdruk Begroting 2011 109

Page 115: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

verdelingsvoorstel op te nemen om in 2011 de meerkosten in verband met alphahulpen te dekken.

I9 Budgetneutrale prioriteiten

7. Pakketmaatregel AWBZ Het Rijk heeft een bezuiniging op de AWBZ doorgevoerd. Een van de gevolgen is dat daarmee een groter beroep gedaan wordt op de gemeentelijke zorg. Het rijk heeft besloten daarvoor de gemeente structureel te compenseren met € 5,8 miljoen. De werkelijke financiele gevolgen voor Amsterdam zijn onderzocht door onderzoeks bureau HHM en in het rapport 'Verdelingsvoorstel compensatiemiddelen AWBZ-pakketmaatregel Gemeente Amsterdam' opgenomen. Uit het onderzoek blijkt een totaal aan benodigde middelen van € 6,23 miljoen (€ 2.35 miljoen centrale stad, € 3.88 miljoen stadsdelen). Ons College heeft daarom een totaal bedrag van € 6,23 miljoen structureel opgenomen in de begroting 2011 ter compenstatie van de AWBZ pakketmaatregel. Ons College zal met de stadsdelen concrete afspraken te maken over de besteding van deze middelen.

S4 Overige prioriteiten

8. rechtswinkel en zeemanswelvaren De bekostiging van de rechtswinkel Amsterdam en de rechtswinkel Migranten behoren niet tot de zorgtaken van de Wmo. Mede gezien hiervoor voldoende alternatieven bestaan in de vorm van juridische ondersteuning/advisering die door de het bureau rechtshulp Amsterdam, sociaal raadslieden, juridisch loket en juridische afdelingen van vakbonden wordt geleverd. De taken van Zeemanswelvaren (€38.200) zijn het afgelopen decennium gewijzigd van een centrum voor directe hulpverlening en ondersteuning (maatschappelijk werk en medische zorg) voor zeevarenden naar een centrum dat gelegenheid biedt aan zeevarenden om de tijd te verdrijven in een ontspannen sfeer, andere mensen te ontmoeten of met moderne communicatiemiddelen met het thuisfront te kunnen communiceren. In voorkomende gevallen wordt ondersteuning geboden. Daarnaast doet men scheepsbezoeken. Deze servicecentrum/sociëteitsactiviteiten zijn geen directe zorgtaken voor de Wmo. Dit overwegende heeft ons College besloten om € 70.000 euro te bezuinigingen op de rechtswinkel en zeemanswelvaren.

SP4 Structurele posterioriteiten

9. Differentiatie Persoonsgebonden Budget (PGB) Er zijn verschillende indicaties voor Hulp bij het huishouden (HBH) 1 (schoonmaak) en HBH 2 (schoonmaak + signalering) welke verschillende tarieven kennen. De PGB kent op dit moment één tarief, dat van de HBH 2. Door in de PGB verschillende tarieven te hanteren kan een besparing per 1 januari 2011 gerealiseerd worden van €250.000. Ons College stelt voor deze posterioriteit structureel op te nemen in de begroting 2011. 10. Verlaging Wmo voorzieningen De versobering op de verstrekkingen WMO HBH heeft betrekking op het verlagen van de normwerkzaamheden en bijbehorende normtijden binnen de HBH. Bij cliënten die ‘klasse zorg 2’ ontvangen (wekelijks 2 – 4 uur zorgverlening) zal de zorg met 1/2 uur verlaagd worden. Dit levert een besparing op van structureel € 5 miljoen (€ 3 miljoen vanaf 2011 en € 2 miljoen vanaf 2012).

Raadsdruk Begroting 2011 110

Page 116: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ons College stelt voor deze posterioriteit voor € 2 miljoen structureel in de boeken op de begroting dwzs. De overige €3 besparing die behaald wordt, dient te worden betrokken bij het tekort op de meerjaren begroting wmo. 11. Verlaging formatie Door het samenvoegen van de beleidsteams programma’s stedelijke vernieuwing, wonen en zorg kan in 2 jaar structureel € 0,2 miljoen op 2 formatieplaatsen worden bespaard. Ons College stelt voor deze bezuiniging op te nemen in de begroting en tevens daarbij het aantal formatieplaatsen binnen de desbetreffende dienst te verminderen 12. Kostendekkend maken activiteiten boedelbeheer Het kostendekkend maken van de activiteiten in het kader van boedelbeheer betreft een bedrag van € 270.000. Ons College stelt voor dit in 3 jaar te realiseren door in de jaren 2011-2013 elk jaar € 90.000 meer inkomsten te genereren of de kosten te verlagen. 13. Ambulancedienst FLO (gesplitst) De kosten voor de FLO (functioneel leeftijdsontslag) zullen de komende jaren afnemen. 14. Antwoord De bijdrage voor Antwoord van de GGD is verlaagd. Het budget dat hiervoor in de begroting van deze dienst is opgenomen kan worden verlaagd. 15. Verlaging bedrag OKC De taken op het terrein van de OKC/JGZ zullen gedecentraliseerd worden naar de stadsdelen. Op 16 augustus 2010 hebben de wethouder Zorg en Jeugd bestuurlijk overleg gevoerd met de stadsdelen over de financiële heroverwegingen in relatie tot de op handen zijnde decentralisatie van de OKC middelen (inclusief basistakenpakket JGZ). Met bestuurlijke vertegenwoordigers van de stadsdelen is overeenstemming bereikt om per 2011 een bedrag van € 2,5 miljoen te bezuinigen en dit bedrag in mindering te brengen op middelen die aan de stadsdelen worden overgedragen. Deze bezuiniging van € 1,7 miljoen is onderdeel van deze € 2,5 miljoen. Het overige deel van deze € 2,5 miljoen is opgenomen onder Educatie,Jeugd en Diversiteit.

Raadsdruk Begroting 2011 111

Page 117: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Educatie, jeugd en diversiteit Maatschappelijk effect Kinderen en jongeren kunnen zich optimaal ontwikkelen om volwaardig en verantwoordelijk te participeren in een samenleving die divers en tolerant is.

1 Kerncijfers

Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma Lasten + 262,5 268,0 208,8 194,5 198,9 198,2 197,4

Baten - 146,7 97,9 47,0 74,4 74,6 71,5 78,2

Resultaat t.l.v. alge-mene middelen voor mutaties reserves

115,8 170,2 161,9 120,2 124,2 126,6 119,2

Toevoeging minus onttrekking reserves

-5,3 0,5 -8,0 -1,4 -0,6 -3,7 3,0

Resultaat t.l.v. alge-mene middelen na mutaties reserves

110,5 170,7 153,9 118,7 123,6 122,9 122,2

Saldo reserves 29,0 20,1 19,5 20,1 17,2 16,9 16,6

Saldo voorzieningen 0,6 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Investeringsuitgaven 51,1 107,4 78,2 86,8 67,9 43,8 38,7

De cijfers van de Begroting 2010 zijn inclusief de lasten en baten voor inburgering van res-pectievelijk € 75,9 miljoen en € 64,2. Vanaf de Actualisatie 2010 worden de lasten en baten van inburgering verantwoord in het programma Werk & inkomen. In het subprogramma edu-catie worden de cijfers voor de vastgestelde Begroting 2010 exclusief inburgering gepresen-teerd.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders Het nieuwe beleidsplan Jong Amsterdam (Lokale Educatieve Agenda voor 2010-2014) is het kader voor het onderwijs en jeugdbeleid van de gemeente. De gemeente werkt samen met stadsdelen en schoolbesturen aan de doelen van Jong Amsterdam en zorgt voor een goede aansluiting van onderwijs en jeugdbeleid. In 2010 zijn de doelstellingen van Jong Amsterdam aangescherpt en vertaald in prestatieafspraken met schoolbesturen en stadsdelen. In 2011 volgt ons College nauwgezet de uitvoering van deze afspraken. Ze ondersteunt de betrokken partijen hierbij met haar onderwijs- en jeugdbeleid. Stad en stadsdelen zijn met elkaar in gesprek over de heroverweging van taken en bevoegd-heden, in het kader van de verbeteringen bestuurlijk stelsel. Deze afspraken bepalen de in-vulling van het 80/20-prinicpe op dit domein.

De keuzen die het nieuwe kabinet zal maken voor de Rijksbegroting 2011 zijn voor Onderwijs en Jeugd van groot belang. Een aantal landelijke ontwikkelingen kan direct van invloed zijn op het gemeentelijk beleid: � de invoering van Passend Onderwijs (voorzien in 2013): scholen moeten in principe voor

elk kind de benodigde zorg kunnen bieden. Dit stelt extra eisen aan de zorg op en rond scholen

� de gemeenten krijgen mogelijk extra regietaken voor de organisatie van de zorg in en om de school

� in de periode 2011-2014 zullen referentieniveaus in het onderwijs worden ingevoerd. Deze geven aan over welke kennis en basisvaardigheden in taal en rekenen leerlingen

Raadsdruk Begroting 2011 112

Page 118: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

moeten beschikken. Naar verwachting zal dit grote gevolgen hebben voor de werkwijze en beoordeling van scholen

� de decentralisatie van de Jeugdzorg. Het demissionaire kabinet heeft aangegeven grote delen van de Jeugdzorg naar gemeenten te willen decentraliseren. De wijze waarop en de betreffende voorwaarden zullen de komende periode duidelijk moeten worden

� de invoering van de Wet Ontwikkelingskansen voor kwaliteit en educatie (Wet OKE), begin 2010 aangenomen en op 1 augustus 2010 in werking getreden, heeft consequen-ties voor uitvoering en kosten van de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Deze worden nog in beeld gebracht

De gemeente Amsterdam is een van de 22 zogenaamde ‘Antillianengemeenten’ waarmee het rijk arrangementen afsluit voor extra inzet op deze doelgroep met specifieke achterstanden. Vanaf 2010 gaat een nieuwe beleidsperiode in (tot en met 2014). Voor deze periode is een programma in voorbereiding, met als speerpunten: opvoed- en opgroeiondersteuning, suc-cesvolle loopbaan en participatie aan de samenleving. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Educatie 3.1.1. Educatie: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Kinderen krijgen goede scholing Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

% kinderen met een indicatie VVE1 dat deelneemt aan VVE

50 2009

70 75

80

85

# zwakke basisscholen (PO) volgens oordeel inspectie 2

18 Juli 2010

13

9

4 0

% jongeren van 23 jaar dat als leerplichtige VO en/of MBO in Am-sterdam heeft gevolgd met een startkwalificatie

Nulmeting volgt in november 2010

Schooljaar 2009/2010

op basis van nulme-ting

idem

idem

idem

Overige doelstellingen Doelstelling 2: Kinderen genieten onderwijs in geschikte gebouwen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal gebouwen en aandeel van het gebouwenbestand dat onder-wijskundig, bouwkundig en wat oppervlakte betreft op orde is en geschikt is voor het onderwijs dat wordt gegeven.

VO en SO scholen maken gebruik van 100 zelf-standige gebouwen. Waarvan 54 op orde, 11 wordt aan ge-werkt en voor 35 zijn plan-nen in voorbereid-ing

1 januari 2010

Oplevering 8 opge-knap-te/nieuwe gebouwen start bouw/ renovatie PM

Oplevering 10 opge-knap-te/nieuwe gebouwen start bouw/ renovatie PM

PM PM

1 VVE is Voor- en Vroegschoolse Educatie. 2 Het betreft de scholen die deelnemen aan de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs.

Raadsdruk Begroting 2011 113

Page 119: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.2 Educatie: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Kinderen krijgen goede scholing Indicator 1.1: percentage kinderen met een indicatie VVE, dat deelneemt aan VVE De Tweede Kamer heeft op 19 januari 2010 de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) aangenomen. De inzet van de wet is om meer en betere voorschoolse educatie te bieden. Gemeenten krijgen de wettelijke verplichting om een kwalitatief goed voorschools aanbod te doen aan jonge kinderen met een taalachterstand en een inspan-ningsverplichting om al deze kinderen te bereiken. De Wet OKE is op 1 augustus 2010 in werking getreden. Stad en stadsdelen op basis van de wet nieuwe afspraken maken over resultaten en opbrengsten van de Voorschool in 2011. Daarnaast wordt een uitgebreid stads-breed kwaliteitskader VVE (overeenkomst stad en stadsdelen) opgesteld waarin onder ande-re staat dat alle leidsters aantoonbaar voldoen aan de vastgestelde taalnorm. Het inrichten van schakelklassen in het primair onderwijs is één van de instrumenten om de effectieve leertijd van leerlingen te vergroten en hun taalachterstand zo vroeg mogelijk te verkleinen. Bij gelijkblijvend budget in het schooljaar 2010-2011 zullen naar verwachting in 2011 ongeveer 75 schakelklassen in uitvoering zijn met een bereik van circa 900 leerlingen (gemiddeld 12 leerlingen per klas). Indicator 1.2: aantal zwakke basisscholen in het primair onderwijs (PO) volgens oordeel in-spectie Het verbeteren van de kwaliteit van het basisonderwijs is in de eerste plaats de verantwoor-delijkheid van de schoolbesturen. De gemeente ondersteunt de schoolbesturen met de Kwali-teitsaanpak Basisonderwijs Onderwijs (KBA). De KBA werkt met twee programmalijnen. Bin-nen deze lijnen wordt tot en met 2014 de hieronder beschreven acties uitgevoerd. Programmalijn 1. Verbeteraanpak (begeleiding van basisscholen door onderwijsexperts). � In totaal nemen uiteindelijk 75 basisscholen deel aan de Verbeteraanpak. Scholen die

aan de Verbeteraanpak meedoen werken twee jaar lang systematisch aan een duurzame verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs. Ze krijgen hierbij ondersteuning van onafhankelijke onderwijsexperts die door de gemeente zijn ingehuurd

� Ontwikkelen project ‘Sturen op kwaliteit’. Voor het borgen van kwaliteitsverbetering is het van belang dat schoolbesturen hun rol goed invullen en adequaat sturen op kwaliteit. De verwachting is dat een deel van de schoolbesturen deelneemt aan dit project

Programmalijn 2. Professionalisering onderwijspersoneel. � Leergang Opbrengstgericht Leiderschap voor schooldirecteuren is ontwikkeld. In 2010

hebben circa 80 deelnemers de Leergang afgerond (of doen dat in 2011). Ambitie is het aantal deelnemers in 2011 verder uit te breiden

� Ontwikkelen van een leertraject voor Intern begeleiders (IB-ers) dat is afgeleid van de Leergang voor schooldirecteuren. De verwachting is dat in 2010-2011 in stadsdeel Nieuw West (in het kader van het Meesterplan) in ieder geval vijftien IB-ers gaan deelnemen aan dit leertraject

� Het intensief betrekken bij de Leergang van alle bestuurders van scholen waarvan schooldirecteuren deelnemen aan de Leergang

� Ontwikkelen van een Maatplan per school in stadsdeel Nieuw West. Doel van dit maatplan is het bewerkstelligen van een integrale aanpak, ofwel geen losse projecten en acties, maar een doelgerichte en goed gecoördineerde inzet van acties gericht op versterken kwaliteit van het onderwijs. Het maatplan kan na uitontwikkeling ook worden benut en ingezet in andere delen van de stad

� Ondersteuning bij verbeteren taalonderwijs in Nieuw West (in het kader van het Meesterplan). Een aantal scholen wordt door een onafhankelijke taalexpert ondersteund bij het maken van analyse van hun taalonderwijs, bij het benoemen van verbeterpunten en bij het formuleren van concrete verbeterdoelstellingen (in termen van leeropbrengsten). In het schooljaar 2010-2011 worden deze scholen ondersteund bij het realiseren van deze doelstellingen. Deze aanpak kan nadat hij is uitontwikkeld naar behoefte ingezet worden op alle basisscholen in Amsterdam;

Raadsdruk Begroting 2011 114

Page 120: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� Onafhankelijke analyse van het personeelsbeleid, het onderwijs (in de bovenbouw) en de zorg in een aantal basisscholen in Nieuw West (in het kader van het Meesterplan). Deze analyse wordt gecombineerd met een advies en gevolgd door concrete ondersteuning van scholen bij het doorvoeren van verbeteringen. Ook deze aanpak kan na uitontwikkeling naar behoefte ingezet worden op andere basisscholen in Amsterdam.

Tijdens de vorige bestuursperiode introduceerde ons College de zogenoemde ‘Asschernor-men’. Iedere basisschool behaalt minimaal de score 534 op de Citotoets, heeft niet meer dan 20% zorgleerlingen (LWOO/PRO verwijzingen)3 en geeft minimaal 25% van de leerlingen een HAVO/VWO advies. In het programakkoord is opgenomen, dat de gemeente schoolbesturen uitnodigt om te komen tot een kwaliteitskader dat de ‘Asschernormen’ vervangt. De gemeente heeft beperkte invloed op de realisatie en daarom zijn voor de Asschernormen geen aparte indicatoren opgenomen. De schoolbesturen zijn primair verantwoordelijk. Indicator 1.3: percentage jongeren van 23 jaar dat als leerplichtige VO en/of MBO in Amster-dam heeft gevolgd met een startkwalificatie Het voorkomen van nieuwe voortijdig schoolverlaters, alsook het zoveel mogelijk weer terug-leiden naar school van jongeren die eerder de school verlieten is bedoeld om zoveel mogelijk jongeren te helpen aan een startkwalificatie. Scholen zijn er uiteraard voor verantwoordelijk om jongeren door middel van onderwijs zoveel als mogelijk aan een startkwalificatie te hel-pen. DMO/Bureau Leerplicht Plus maakt inzichtelijk hoeveel jongeren dat lukt. Daarbij gaat het om jongeren van 23 jaar die in Amsterdam vanaf hun leerplichtige leeftijd in ieder geval een wat langere schoolcarrière hebben gehad. Dit is van belang omdat verwacht mag worden dat voor deze jongeren de gezamenlijke inspanningen van scholen en gemeente het meeste effect hebben. In november 2010 vindt een nulmeting plaats. Op basis van deze nulmeting worden de streefwaarden voor de komende jaren geformuleerd. De Gemeente Amsterdam is als kerngemeente binnen de Agglomeratie Amsterdam4 tevens verantwoordelijk voor het behalen van de 10% daling van schooluitval in het kader van Aan-val op uitval (tot en met schooljaar 2010-2011). Binnen de Gemeente Amsterdam wordt door Bureau Leerplicht Plus en het Jongerenloket samen met scholen (VO, MBO) en ketenpart-ners aan de hand van het uitvoeringsplan gewerkt aan het realiseren van deze doelstelling. Bureau leerplicht Plus en het Jongerenloket zetten (extra) formatie in op en rond de scholen enerzijds om te voorkomen dat jongeren gaan uitvallen en anderzijds om jongeren die wel uitvallen direct toe te leiden naar een leerwerkplek elders. Zij zijn de ogen en oren van de gemeente binnen school. Jongeren die gaan werken worden gevolgd en indien mogelijk wordt hen middels op de werkplek verworven competenties alsnog een startkwalificatie gebo-den. Jongeren die intensieve begeleiding nodig hebben krijgen een traject aangeboden (bv. Lokale trajectbegeleiding (LTB), coach 8 tot 8, nieuwe perspectieven, mentoraten). Voor een kleine groep jongeren is het reguliere onderwijs niet geschikt. Voor deze groep zijn diverse ‘plusvoorzieningen’ gestart. Dit zijn onder andere Amsterdamse Plusschool, ROC op maat, Werkhotel, Schoolfort en School2care. Deze voorzieningen bieden voor de zogenaamde overbelaste leerlingen programma’s op maat, die ertoe moeten leiden dat jongeren met meerdere problemen in hun leven in staat zijn een startkwalificatie te behalen. Ook wordt gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs in het MBO aan de hand van goede voorbeelden. Effectieve/succesvolle elementen worden overgedragen naar andere opleidingen. Hierbij wordt aangesloten bij de drie prioriteiten van de Onderwijsinspectie: studieloopbaanbegelei-ding (slb), verzuim en uitval en beroepspraktijkvorming (bpv). Tenslotte zet de gemeente zich vanuit haar regierol in op het versterken van de samenwer-king met betrekking tot leerplicht en voortijdig schoolverlaten met de gemeenten binnen de Agglomeratie Amsterdam.

3 Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)/Praktijkonderwijs (PrO) 4 Agglomeratie Amsterdam betreft de regio’s Amsterdam (inclusief Diemen), Waterland, Amstelland en de Meerlan-den en Zaanstad.

Raadsdruk Begroting 2011 115

Page 121: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overige doelstellingen Doelstelling 2: Kinderen genieten onderwijs in geschikte gebouwen Gemeente Amsterdam gaat er van uit dat goede schoolgebouwen belangrijk zijn voor alle gebruikers. De gebouwen bepalen mede het plezier en daarmee de kwaliteit van de presta-ties die iedere dag van leerlingen, leerkrachten, directies en ander personeel binnen de school worden gevraagd. Bij het in 2003 vastgestelde Integraal HuisvestingsPlan vo-(v)so zijn goede schoolgebouwen omschreven als gebouwen die aantrekkelijk en uitdagend zijn voor leerlingen en leerkrachten, voldoende ruimte hebben om modern onderwijs aan alle aanwezi-ge leerlingen te kunnen geven en in goede staat van onderhoud verkeren. Het budget voor deze doelstelling is bestemd voor de dekking van kapitaallasten die voort-vloeien uit investeringen in schoolgebouwen en voor uitgaven niet zijnde kapitaallasten5. Be-sloten is om met een inhaalslag de kwaliteit van alle schoolgebouwen op peil te brengen. Deze actie is in 2011 nog niet afgerond. Omdat het moeilijk is om geschikte locaties te vinden en door ontbrekende capaciteit bij schoolbesturen verloopt de inhaalslag langzamer dan aan-vankelijk aangenomen. Begin 2011 voldoen 54 van de 100 ( 54%) gebouwen voor het (voort-gezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs aan genoemde criteria. Sinds 2010 is het leidend kader bij het nemen van beslissingen over nieuwbouw en renovatie het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO). Alle aanvragen worden getoetst aan de uitgangspunten en doelstellingen van het RPO. Dit betekent dat door scholen gewenste voor-zieningen alleen getroffen kunnen worden indien deze binnen deze uitgangspunten en doel-stellingen passen met inbegrip van de daarbij nagestreefde spreiding van de verschillende onderwijsvoorzieningen over de stad. Overige educatie Onder Overige educatie vindt uw Vergadering een aantal onderwerpen dat niet onder één van de andere doelstellingen valt. Per jaar wordt bekeken welke van deze onderwerpen na-dere toelichting behoeft. Servicetaken Onderwijs (ASD)/Leerlingenvervoer In 2011 wordt de nieuwe verordening Leerlingenvervoer (LLV) ingevoerd. Naar verwachting stelt uw Vergadering deze verordening eind 2010 vast. De nieuwe verordening kan leiden tot een aanpassing van het aantal leerlingen dat voor een tegemoetkoming LLV in aanmerking komt. Per 1 augustus 2011 dient het leerlingenvervoer opnieuw te zijn aanbesteed. Het be-stek voor de aanbesteding is een belangrijk aangrijpingspunt om de kwaliteit van het vervoer verder te verbeteren. De nieuwe verordening Leerlingenvervoer vormt de basis voor dit be-stek.

3.1.3 Educatie: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + Doelstelling 16 59,5 70,5 64,2 63,8 63,8 63,8

Doelstelling 2 42,9 41,2 47,0 51,9 51,2 50,5 Doelstelling 3 overige educatie 13,8 20,2 16,9 16,9 16,9 16,9

Baten - Doelstelling 1 6,5 10,4 47,9 47,5 47,5 47,5 Doelstelling 2 10,8 11,1 8,1 8,7 5,6 12,3 Doelstelling 3 overige educatie 0,1 6,4 3,4 3,4 3,4 3,4

Mutaties in reserves

5 Dit betreft onder andere huur, verzekeringen en een vergoeding voor gymzalen. 6 Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 1: 480.04.02 480.04.10 480.04.13 480.04.14 480.04.15 480.04.16 980.37.25 980.37.28 980.37.79 980.37.81. Doelstelling 2: 431.01.01 433.01.01 441.01.01 443.01.01 480.08.01 480.08.02 980.37.57 Doelstelling 3: 422.01.01 430.01.01 480.04.01 480.04.03 480.04.06 480.04.08 480.04.09 480.04.17 480.05.03 480.07.01 480.08.04 980.37.33 980.37.35

Raadsdruk Begroting 2011 116

Page 122: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 1 0,0 -5,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Doelstelling 2 2,3 2,5 -0,8 -0,2 -3,3 3,4 Doelstelling 3 overige educatie 0,0 -1,5 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 101,1 99,8 67,9 72,8 72,1 71,5

Het Subprogramma Educatie kent drie doelstellingen. In de Begroting 2010 kende dit subpro-gramma (toen nog subresultaatgebied) acht doelstellingen en de ‘verzameldoelstelling’ ‘Ove-rige educatie’. Het budget van een doelstelling wordt gevormd door de begrotingsvolgnum-mers die aan de doelstelling gekoppeld zijn. Een toelichting op de aan de doelstellingen uit de Begroting 2010 gekoppelde begrotingsvolgnummers en de aansluiting en koppeling aan de doelstellingen in de Begroting 2011 is op verzoek voor uw Vergadering beschikbaar. De cij-fers van de vastgestelde begroting 2010 worden in dit subprogramma exclusief de lasten en baten van inburgering gepresenteerd (respectievelijk € 75,9 miljoen en € 64,2). De lasten en baten van inburgering worden verantwoord in het subprogramma werk & participatie. Het saldo (lasten – baten + mutatie reserves) ten laste van de algemene dienst van de doel-stellingen onder het subprogramma educatie daalt tussen de vastgestelde Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 1,3 miljoen. Deze daling is het effect van een stijging van het sal-do op doelstelling 1 met € 2,0 miljoen, een daling op doelstelling 2 met € 1,8 miljoen en een daling op doelstelling 3 met € 1,4 miljoen. Tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 daalt het saldo met € 31,9 miljoen als gevolg van een daling van € 38,7 miljoen op doelstel-ling 1, een stijging van € 5,5 miljoen op doelstelling 2 en een stijging van € 1,4 miljoen op doelstelling 3. Hieronder volgt een verklaring per doelstelling. Doelstelling 1 Kinderen krijgen goede scholing. Het saldo stijgt tussen Begroting 2010 en Actualisatie 2010 met € 2,0 miljoen door de volgen-de ontwikkelingen: � een (incidentele) toevoeging van € 1,9 miljoen aan de decentralisatie-uitkering Onder-

wijsachterstanden (gemeentebreed neutraal) � hogere lasten van € 0,1 miljoen vanwege een stijging van de decentralisatie-uitkering

Jeugd (gemeentebreed budgettair neutraal) � een verhoging van de uitgaven voor personele lasten met € 0,1 miljoen gedekt door een

verlaging van de personele lasten bij doelstelling 3 (neutraal binnen subprogramma) � € 0,2 miljoen daling van de lasten vanwege negatieve nominale aanpassingen op de

diverse volgnummers Het saldo daalt tussen Actualisatie 2010 en Begroting 2011 met € 38,7 miljoen door: � vervallen incidentele prioriteiten van € 3,2 miljoen. Het betreft de volgende prioriteiten

2010: schoolzwemmen € 0,2 miljoen, Hoogleraar taalbeleid € 0,1 miljoen, Kwaliteit On-derwijs € 2,3 miljoen, Lerarentekort € 0,5 miljoen en Schoolveiligheid € 0,15 miljoen

� een daling in het saldo met € 38,3 miljoen bestaande uit het wegvallen van de (incidente-le) toevoeging van € 1,9 miljoen decentralisatie-uitkering onderwijsachterstanden en door het begroten van rijksinkomsten van € 36,4 miljoen vanwege het omzetten van de decen-tralisatie-uitkering Onderwijsachterstanden naar de specifieke rijksuitkering Onderwijs-achterstanden. De exacte hoogte van de specifieke uitkering Onderwijsachterstanden is nog niet bekend. Daarom is hetzelfde bedrag als in de vastgestelde Begroting 2010 op-genomen. Over de inzet van de middelen 2011 gericht op VVE en overige activiteiten zal nog besluitvorming plaatsvinden

� een lastendaling van € 0,5 miljoen door het overhevelen van het budget Arubanen en Antillianen naar het subprogramma Diversiteit (saldoneutraal binnen programma EJD)

� een daling van de lasten met € 0,9 miljoen door het overhevelen van de middelen Schoolveiligheid naar programma Openbare Orde en Veiligheid (gemeentebreed neu-traal)

� een stijging van de lasten door overheveling van de middelen Speciaal Onderwijs ad € 2,3 miljoen naar Doelstelling 3: overige educatie (neutraal binnen educatie).

� een lastenstijging van € 1,9 miljoen door toevoeging van LTB en Mentoraten aan de doelstelling (deze middelen maken deel uit van de decentralisatie-uitkering Leefbaarheid en Veiligheid en staan in de Actualisatie 2010 bij Doelstelling 7: Overige Jeugd). Vanwe-

Raadsdruk Begroting 2011 117

Page 123: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

ge de verlaging van de decentralisatie-uitkering Leefbaarheid en Veiligheid daalt het sal-do met € 2,4 miljoen bij Jeugd en stijgt het met € 1,9 miljoen bij Onderwijs)

Doelstelling 2: Kinderen genieten onderwijs in geschikte gebouwen. De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor onderwijsgebouwen. In de Amsterdamse situatie zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor de gebouwen voor basisonderwijs en de centrale stad voor de gebouwen voor voortgezet onderwijs. Het budget voor deze doelstelling is bedoeld voor het dekken van incidentele lasten, zoals erfpacht, tijdelijke huur van klaslokalen, gebouwen, sportvelden en gymzalen en van de kapitaallasten van investeringen in onderwijsgebouwen. Het onderwijshuisvestingsprogramma (met alle nieuw- en verbouw projecten) wordt door uw Vergadering elk jaar in november/december vastgesteld. De daling van het saldo van € 1,8 miljoen tussen Begroting 2010 en Actualisatie 2010 wordt verklaard door de volgende ontwikkelingen: � de kapitaallasten zijn naar beneden bijgesteld met € 1,8 miljoen op basis van de werkelij-

ke investeringen 2009 � de materiële/incidentele V(S)O en SBO uitgaven zijn gecorrigeerd met € 0,2 miljoen op

basis van het in december 2009 vastgestelde huisvestingsprogramma 2010 � verwachte verkoopopbrengsten zijn opgehoogd met € 0,3 miljoen � als gevolg van de bovenstaande mutaties is de toevoeging aan onderwijshuisvesting

reserve toegenomen met € 0,2 miljoen Tussen Actualisatie 2010 en Begroting 2011 stijgt het saldo met € 5,5 miljoen omdat: � de kapitaallasten zijn bijgesteld met € 5,6 miljoen op basis van de verwachte investerin-

gen 2010 � de materiële/incidentele V(S)O en SBO uitgaven met € 0,3 miljoen zijn opgehoogd op

basis van verwachte uitgaven 2011 (het huisvestingsprogramma 2011 wordt in december 2010 aan uw Vergadering voorgelegd)

� de verkoopopbrengsten zijn verlaagd met € 3,0 miljoen. Voor een tekort in dekking (het verschil tussen uitgaven, verkoopopbrengsten en beschikbare algemene middelen) wordt € 0,9 miljoen aan de reserve onttrokken

Doelstelling 3: Overige educatie7 Het saldo van doelstelling 3 daalt tussen Begroting 2010 en Actualisatie 2010 met € 1,4 mil-joen door de volgende ontwikkelingen: � een lastenstijging van € 0,4 miljoen voor de Participatie-envelop in het kader van Maat-

schappelijke stages (rijksmiddelen via het gemeentefonds) � een daling van de lasten van € 0,5 miljoen vanwege de overheveling de middelen van het

Mozeshuis naar het subprogramma Diversiteit (neutraal binnen het programma EJD) � een daling van de lasten met € 0,9 miljoen door de overheveling van de personeelsbud-

getten Onderwijshuisvesting naar SPA (programma Stedelijke Ontwikkeling, € 0,5 mil-joen) en naar Diversiteit doelstelling 10 (€ 0,4 miljoen)

� door overhevelen van € 0,1 miljoen aan salarisuitgaven en een negatieve nominale aan-passing op diverse volgnummers binnen deze doelstelling van € 0,2 miljoen dalen de las-ten verder met € 0,3 miljoen

� aan de reserve Restant gehouden bedragen Onderwijs en Jeugd wordt onttrokken voor € 0,5 miljoen aan lasten in 2010, hiervan zit voor € 0,1 miljoen aan lasten bij doelstelling 4 (daling saldo met € 0,1 miljoen)

Het saldo daalt tussen Actualisatie 2010 en Begroting 2011 stijgt met € 1,4 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een daling van de lasten van € 2,3 miljoen door overheveling van middelen Speciaal On-

derwijs naar doelstelling 1 � wegvallen incidentele prioriteiten voor € 4,4 miljoen. Het betreft de volgende prioriteiten:

Matchpoint € 0,5 miljoen, Ouderbetrokkenheid € 0,25 miljoen, Basta school tv € 0,25 mil-joen, Verpleegkundige zorg € 0,08 miljoen en Binnenklimaat Scholen € 3,4 miljoen

7 Onder doelstelling 3 vallen alle begrotingsvolgnummers van het subprogramma educatie die niet, zoals de doelstel-lingen 1 en 2 dat wel doen, bijdragen aan een expliciet geformuleerde doelstelling. De expliciete formulering van de doelstelling(en) waaraan deze volgnummers (zie voetnoot 6) zullen bijdragen wordt nog nader uitgewerkt in de be-groting 2012 en later.

Raadsdruk Begroting 2011 118

Page 124: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� stijging van de lasten door extra middelen Participatie-envelop voor de Maatschappelijke Stages van € 0,2 miljoen (rijksmiddelen via gemeentefonds)

� daling van de lasten van € 0,3 miljoen door overheveling van Matchpoint naar Jeugd doelstelling 4

� een stijging van het saldo van € 8,1 miljoen door overheveling van de volgnummers 480.04.06 Bureau Servicetaken Onderwijs (Kunstkijkuren, Schoolzwemmen Primair On-derwijs en Verkeerstesten) en 480.04.17 Leerlingenvervoer van programma Facilitair & Bedrijven naar programma Educatie, Jeugd en Diversiteit

� wegvallen van de extra uitgaven gedekt uit de reserve Restant gehouden bedragen On-derwijs en Jeugd, waarvan € 0,1 miljoen aan lasten bij doelstelling 4 was ondergebracht (saldostijging met € 0,1 miljoen)

3.2 Subprogramma Jeugd 3.2.1.: Jeugd: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 4: Snel ingrijpen bij problemen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

# Gezinnen dat instroomt in de MPG aanpak

235 2010 235 Nader vast te stellen

idem idem

Overige indicatoren

tienermoeders in een traject naar school of werk

90 2010 90 90 90 90

zwerfjongeren in de maatschappelij-ke opvang8

260

2007

300

300

300 300

jonge moeders dat ondersteuning krijgt van Fiom

850 2010 850 850 850 850

Overige doelstellingen Doelstelling 5: Kinderen/jongeren groeien op in een veilige omgeving Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

VO scholen dat een schoolveilig-heidsteam heeft

6 2010

10

Nader vast te stellen afhankelijk van budget

Idem Idem

lichtcriminele jongeren Nulmeting volgt in oktober 2010

2010

Op basis van nulme-ting

Idem

Idem

Idem

Doelstelling 6: Kinderen/jongeren ontwikkelen hun talenten en participeren Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

% basisscholen met naschools sportaanbod

37

2008

100

100

100

leerlingen (12-18) dat deelneemt aan naschools sportaanbod

3.000 2008

4.500

4.500

4.500

3.2.2 Jeugd: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 4: Snel ingrijpen bij problemen 8 De indicator zwerfjongeren wordt binnen het programma EJD gepresenteerd. Voor de overheveling van het bijbeho-rende budget uit het programma Zorg zal, eind 2010, een apart besluit volgen.

Raadsdruk Begroting 2011 119

Page 125: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Indicator 4.1: Aantal gezinnen dat instroomt in de MPG aanpak De nadruk op de aanpak van Multiprobleemgezinnen is voorliggende collegeperiode tot stand gebracht en is in lijn met de constatering van Systeem in Beeld dat de jeugdketen versnip-perd is. Per 1 januari 2009 is een stedelijk procesmanager actief die, waar het misgaat in de hulp aan multiprobleemgezinnen, zorgt dat er weer voortgang komt. Per 1 juni 2009 zijn veer-tien coördinatoren risicogezinnen aangesteld in de stadsdelen. Zij zorgen ervoor dat de regu-liere aanpak verbetert en dat, als het niet anders kan, de MPG-aanpak wordt ingezet. Per februari 2010 worden 235 gezinnen bediend: zij hebben een gezinsmanager die ervoor zorgt dat er voor 1 gezin 1 plan van aanpak wordt uitgevoerd. Een belangrijk instrument dat hierbij wordt ingezet, is de ‘eigen kracht conferentie’ (EKC). Dit is een eenmalige bijeenkomst om het eigen netwerk van het gezin te versterken. In 2009 zijn 195 EKC’s uitgevoerd, prognose 2010 is vergelijkbaar. Voorts is een stedelijke leerlijn ontwikkeld voor gezinsmanagers en coördinatoren van risicogezinnen. De leerlijn wordt vanaf december 2009 uitgevoerd en loopt tot eind 2010. In 2011 wordt de uitvoering van de leerlijn overgedragen naar de HVA. In de leerlijn krijgen gezinsmanagers en coördinatoren training op nemen van de regie, positione-ren, intervisie/coaching op doorbreken van de cirkel van onmacht (Systeem in Beeld), voor-komen/signaleren van systeemfouten, deskundigheidsbevordering op herkennen GGZ en LVG problematiek. Indicator 4.2: Aantal tienermoeders in een traject naar school of werk Weer aan de slag! is een aanpak van de hulpverleningsorganisatie Altra voor jonge moeders uit regio Amsterdam tussen de 15 en 23 jaar die weer naar school willen of willen gaan wer-ken. De interventie is succesvol gebleken: uit evaluatie blijkt dat het percentage deelnemers dat werkt een jaar na de start is verdubbeld. Het aantal deelnemers dat een MBO-opleiding volgt op niveau 2 tot en met 4 is ruim verdubbeld. In Weer aan de Slag-plus worden moeders met meervoudige problematiek binnen een jaar naar arbeid of school begeleid. 75 jonge moeders volgen een traject Weer aan de Slag. Van alle deelneemsters wordt circa 80% succesvol ondersteund bij of teruggeleid naar school (vooral ROC) of werk. Vijftien jonge moeders met meervoudige problematiek worden bereikt door het traject Weer aan de Slag-plus, Indicator 4.3: Aantal zwerfjongeren in de maatschappelijke opvang In Amsterdam is sinds eind 2008 sprake van een ketenaanpak van zwerfjongeren en jonge dakloze moeders in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. Deze ketenaanpak beoogt een integrale benadering van de complexe problematiek van zwerfjongeren. Dit gebeurt in overleg met de GGD, overige gemeentelijke partners zoals DWI en DMO en de aanbieders van opvang en hulp voor zwerfjongeren. Amsterdam hanteert een eigen definitie van zwerfjongeren waarbij de nadruk ligt op het hebben van OGGZ problematiek: er dient naast dakloosheid ook sprake te zijn van een vorm van verslavingsproblematiek, GGZ problemen of er is sprake van licht verstandelijke beperking. Op 24 juni 2010 is een landelijke definitie bekend gemaakt door het rijk. Deze definitie luidt: Zwerfjongeren zijn feitelijk of residentieel daklozen onder de 23 jaar met meervoudige problemen. De opvang voor deze groep behelst momenteel 260 plekken en varieert van een laagdrempelige inloop, 24-uurs opvang tot begeleid wonen. Het aankomende jaar wordt beoordeeld wat het effect is van de invoering van de landelijke definitie zwerfjongeren. Onderdeel hiervan is de uitvoering van een telonderzoek naar de aard en omvang van de doelgroep. Ook zal aan het einde van de zomer een gezamenlijk visietraject ingezet worden. Doel is om samen met de instellingen te komen tot een gedegen aanpak en heldere afspraken over taakverdeling. Indicator 4.4: Aantal jonge moeders dat ondersteuning krijgt van Fiom Het aanbod van Fiom is laagdrempelig en voor iedereen toegankelijk; het betreft geen geïndi-ceerde hulpverlening. De Fiom biedt psychosociale hulp, informatie en advies rondom onbe-doelde zwangerschap, tienerouderschap, risicomoeders met jonge kinderen en hulp na adop-tie. Zowel mannen als vrouwen kunnen bij de Fiom terecht en er is geen verwijzing nodig. Fiom is een rijksopdracht, waarbij rijksmiddelen zijn gedecentraliseerd naar het Amsterdamse Gemeentefonds. De Fiom is op 1 januari 2009 van Bureau Jeugdzorg naar Altra overgegaan.

Raadsdruk Begroting 2011 120

Page 126: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Deze transitie biedt gunstige mogelijkheden om de zorgketen te versterken. De inzet van deze vorm van laagdrempelige hulp aan jonge moeders kan ervoor zorgen dat de inzet van zwaarder aanbod minder vaak nodig is. De afstemming met Bureau Jeugdzorg in het kader van indicatiestellingen vraagt in de komende periode nog wel speciale aandacht. Fiom levert per jaar circa 500 adviesconsulten, 210 Fiomhulpverleningen, 125 hulpverleningen-plus en 5 afstandsbegeleidingen. De afgelopen jaren is Fiom veelal op zware MPG-hulpverlening gericht. Doel is om dit meer te sturen in de richting van korte trajecten, waarbij sneller doorverwezen wordt. Deze veran-dering is al stevig ingezet. Overige doelstellingen Doelstelling 5: Kinderen/jongeren groeien op in een veilige omgeving Het jeugd & veiligheid beleid van Amsterdam (visie veiligheid begint vroeg) is gericht op: 1. het voorkomen dat jongeren in de criminaliteit belanden, door vroeg in te grijpen bij onge-wenst gedrag (vanaf 10 jaar) en het voorkomen dat jongeren doorstromen naar zwaardere doelgroepen, door de inzet van onder andere recidive beperkende trajecten, zoals Nieuwe perspectieven en 8 tot 8 2. het verhogen van veiligheid op straat en op school, door onder andere de inzet van straat-coaches en schoolveiligheidsteams Indicator 5.1: Aantal Voortgezet Onderwijs scholen dat een schoolveiligheidsteam heeft Het afgelopen jaar is gestart met de experimentele inzet van schoolveiligheidsteams (een samenwerking tussen leerplicht en politie) op een aantal VO scholen in Amsterdam. Deze pilot heeft aangetoond dat er meer problematiek aanwezig is op scholen dan eerder werd aangenomen. De komende jaren wordt de aanpak van de schoolveiligheidsteams op meerde-re scholen ingezet. Indicator 5.2: aantal lichtcriminele jongeren De trend is dat het aantal nieuwe jeugdige verdachten langzaam afneemt. De ambitie is dat dit de komende jaren wordt doorgezet. Momenteel loopt er een onderzoek in opdracht van Openbare orde en veiligheid (OOV) en de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) naar de jeugdige verdachten door de jaren heen. Dat geeft een goed beeld van de trend door de jaren heen en biedt de mogelijkheid om de afname van het aantal lichtcriminele jongeren te kunnen meten. Doelstelling 6: Kinderen/jongeren ontwikkelen hun talenten en participeren In Jong Amsterdam/Kinderen Eerst en het Beleidskader Brede Talent Ontwikkeling (BTO) voor alle jeugd in Amsterdam is het kader geschetst voor de ontwikkeling van BTO in Am-sterdam. Daarnaast diende het programma Dagarrangementen en Combinatiefuncties als aanjager om stadsdelen, schoolbesturen, kinderopvang en welzijn samen te laten werken in de uitwerking van wijkgerichte dagarrangementen. Hieronder wordt verstaan de organisatie op buurtniveau van opvang en naschoolse activiteiten. Hierin is het project succesvol ge-weest, er is inmiddels een breed aanbod van naschoolse activiteiten in de stadsdelen, waarbij partners in verschillende constructies samenwerken. We onderscheiden bij BTO vier stadia: kennismaken, ontwikkelen, bekwamen en excelleren en vier talentgroepen: Kunst & Cultuur, Sport & Bewegen, Communicatie & Media, Natuur & Techniek. Doel is dat ieder kind in Amsterdam minimaal één keer per week deel kan nemen aan een kwalitatief goede, betaalbare activiteit. BTO is een van de prioriteiten van Jong Am-sterdam 2010-2014. Indicator 6.1: percentage basisscholen met naschools sportaanbod Na kennismaking is de volgende stap in talentontwikkeling het verder bekwamen van talent. Hiervoor stellen wij ons als doel dat alle basisscholen een naschools sportaanbod hebben, bij voorkeur samen met andere scholen, en als onderdeel van een zogenaamd wijkarrangement (onder verantwoordelijkheid van de stadsdelen). Op dit moment hebben al meer dan de helft van alle basisscholen een naschools sportaanbod. Doelstelling is om dit uit te breiden naar alle scholen voor primair onderwijs.

Raadsdruk Begroting 2011 121

Page 127: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Indicator 6.2: aantal leerlingen (12-18 jaar) dat deelneemt aan naschools sportaanbod In het voortgezet onderwijs lijkt kennismaking met sport minder urgent dan in het basisonder-wijs. Op deze leeftijd zijn jongeren vaak al met sport in aanraking gekomen. Maar omdat vooral op het VMBO en in het praktijkonderwijs de sportparticipatie onder het gemiddelde ligt, krijgen de jongeren in het kader van Topscore een hernieuwde kennismaking aangeboden. Daarnaast krijgen zij extra mogelijkheden om zich desgewenst na schooltijd verder te be-kwamen in de sport van hun keuze. De Topscore formule is de laatste jaren erg succesvol en meer dan 3000 jongeren nemen al jaarlijks deel aan het Naschoolse aanbod. Doelstelling is om dit de komende jaren uit te breiden naar 4500 leerlingen9. Overige jeugd Onder Overige jeugd vindt uw Vergadering een aantal onderwerpen dat niet onder één van de andere doelstellingen valt. Per jaar wordt bekeken welke van deze onderwerpen nadere toelichting behoeft. Systeem in Beweging Systeem in Beweging is het vervolg op het programma Systeem in Beeld (SiB), waarbij de wens is uitgesproken om eenvoud en effectiviteit in het jeugdbeleid te brengen. Ons College zet in op de veranderingen die het primaire proces van het jeugddomein in Am-sterdam effectiever en efficiënter laten verlopen. Zodanig, dat de bewoners (ouders en kinde-ren) van Amsterdam gebruik kunnen maken van kwalitatief goede voorzieningen en kunnen rekenen op een adequate dienst- en hulpverlening. Van 8 tot 8 aanpak In februari 2008 is gestart met de nieuwe gemeentelijke aanpak om overlast op straat terug te dringen en de aanwas van nieuwe jeugdige wetsovertreders terug te dringen, onder de pro-jectnaam de Van 8 tot 8 aanpak. Inmiddels worden op jaarbasis 150 tot 200 jongeren bege-leid door de jongerencoaches op de domeinen: openbare orde en veiligheid, school/werk, vrije tijdsbesteding, het gezin en de zorg. De Van 8 tot 8 aanpak richt zich met name op jongeren tussen de leeftijd van 10 en de 17 jaar. Via de stadsdelen worden de jongeren toegeleid naar de Van 8 tot 8 aanpak. Momenteel worden jongeren uit de stadsdelen Nieuw-West en Oost (voormalig stadsdeel Zeeburg) bege-leid. In het kader van de intensievere jeugdaanpak is de Van 8 tot 8 aanpak sinds kort ook in stadsdeel Zuidoost gestart. Dit jaar worden vanuit dit stadsdeel 30 jongeren aangemeld en in 2011 worden 50 jongeren in begeleiding genomen. De dekking voor de Van 8 tot 8 aanpak is in 2010 incidenteel en voor 2011 zijn er nieuwe incidentele middelen middels een prioriteit aangevraagd.

3.2.3 Jeugd: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + Doelstelling 410 20,3 19,3 30,0 30,0 30,0 30,0 Doelstelling 5

Doelstelling 6 6,7 7,7 5,6 5,6 5,6 5,6 Doelstelling 7 overige Jeugd 9,6 11,3 4,5 4,5 4,5 4,5

Baten - Doelstelling 4 8,7 11,5 11,4 11,4 11,4 11,4 Doelstelling 5 Doelstelling 6 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 Doelstelling 7 overige Jeugd 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Mutaties in reserves

9 De doelstellingen onder 5.1 en 5.2. zijn te realiseren bij gelijkblijvend budget. In 2009 en 2010 is hiervoor vanuit de BTO € 1.200.000 beschikbaar gesteld. 10 Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 4: 620.04.02 630.01.12 630.01.13 Doelstelling 5: 620.04.03 Doelstelling 6: 630.01.01 630.01.09 Doelstelling 7: 620.04.04 620.04.05 630.01.03 630.01.04 630.01.05 650.01.01 980.37.29 980.37.31

Raadsdruk Begroting 2011 122

Page 128: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 7 overige Jeugd -1,4 -3,1 -0,2 0,0 0,0 0,0

Saldo 25,9 23,1 28,0 28,3 28,3 28,3

Het subprogramma Jeugd kent vier doelstellingen waarvan één programakkoorddoelstelling (4) en drie overige doelstellingen (5,6 en 7). Het saldo ten laste van de algemene dienst van de doelstellingen onder het Subprogramma Jeugd daalt tussen de vastgestelde Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 2,8 mil-joen. Deze daling is het effect van een daling van het saldo op doelstelling 4 met € 3,8 mil-joen, een stijging op doelstelling 6 met € 0,9 miljoen en een stijging op doelstelling 7 met € 0,1 miljoen. Tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 stijgt het saldo met € 5,0 miljoen als gevolg van een stijging van € 10,9 miljoen op doelstelling 4, een daling van € 2,0 miljoen op doelstelling 6 en een daling van € 4,0 miljoen op doelstelling 7. Hieronder volgt een verklaring per doelstelling. Doelstelling 4:Snel ingrijpen bij problemen Het saldo daalt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 3,8 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een daling in de lasten van € 0,3 miljoen door nominale aanpassingen � een incidentele budgetoverheveling van de JA/KE middelen van € 4,1 miljoen naar het

programma Zorg. In de begroting van 2011 keert dit bedrag weer terug � een stijging van € 0,6 miljoen door de decentralisatie-uitkering Aanpak Marokkaans- Ne-

derlandse Probleemjongere. Het saldo stijgt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 10,9 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een stijging van de lasten met € 4,1 miljoen door het terugdraaien van de incidentele

overheveling van deze middelen naar het programma Zorg � de lasten stijgen met € 6,3 miljoen door de overheveling van de taak subsidieverlening

met betrekking tot zwerfjongeren van programma Zorg (DWZS) naar programma EJD (DMO)

� een stijging van de lasten door de overheveling van de budgetten Innovatie en Jeugdon-derzoek (totaal € 0,4 miljoen) van Doelstelling 7: Overige Jeugd

� een stijging van de lasten door overheveling van het budget Matchpoint (€ 0,3 miljoen) van Onderwijs doelstelling 3

� het vervallen van de incidentele prioriteit Streetcornerwork leidt tot een daling van € 0,2 miljoen

Doelstelling 5: Kinderen/Jongeren groeien op in een veilige omgeving Het budget van deze doelstelling (volgnummer 620.04.03) wordt verantwoord in het pro-gramma Openbare orde en veiligheid (OOV). Doelstelling 6: Kinderen/jongeren ontwikkelen hun talenten en participeren Het saldo stijgt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,9 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een incidentele stijging van de lasten met € 0,8 miljoen voor Van 8 tot 8 aanpak (uit de-

centralisatie-uitkering Leefbaarheid & Veiligheid) � een daling van de lasten met € 0,1 miljoen vanwege de nominale aanpassing � hogere lasten van € 0,2 miljoen 8 tot 8 (dekking hiervan zit als onttrekking van de reserve

bij doelstelling 6) Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 2,0 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een daling van € 1,6 miljoen door het wegvallen van incidentele prioriteiten � een daling van € 0,1 miljoen door de negatieve nominale aanpassing � een daling van € 0,1 miljoen door het wegvallen van inkomsten XXX’s Card. � een daling van € 1,8 miljoen bij Acht tot Acht (wegvallen decentralisatie-uitkering Leef-

baarheid en Veiligheid 0,8 miljoen en prioriteit 1,0 miljoen) � een stijging van € 0,8 miljoen door toevoeging van de middelen Apolloloket aan deze

doelstelling. De daling vindt plaats op het programma Cultuur en Monumenten

Raadsdruk Begroting 2011 123

Page 129: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� een daling van € 0,4 miljoen door overheveling van de budgetten Innovatie en Jeugdon-derzoek naar doelstelling 4.

� een stijging door de overheveling van de middelen Kinderwerk en de middelen identi-teitsgebonden vrijwillig jeugd en jongerenwerk van doelstelling 7 van € 1,2 miljoen

Doelstelling 7: Overige jeugd11 Het saldo stijgt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,1 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een stijging van € 0,4 miljoen door incidentele verhoging decentralisatie-uitkering Leef-

baarheid en Veiligheid t.b.v. risicojongeren. � Een daling van € 0,1 miljoen door negatieve nominale aanpassing. � Een daling van € 0,2 miljoen als gevolg van onttrekking reserve 8 tot 8 (kosten geboekt

op begrotingsvolgnummer 630.01.01) Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 4,0 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � een daling van € 2,8 miljoen door overheveling van risicojongeren naar doelstelling 1

Educatie. � een daling van € 1,2 miljoen door het overhevelen van de middelen Kinderwerk en de

middelen identiteitsgebonden vrijwillig jeugd en jongerenwerk naar doelstelling 6

3.3 Subprogramma Diversiteit 3.3.1. Diversiteit: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Doordat de nadere uitwerking van het Programakkoord 2010-2014 en het tijdstip van indienen van de Begroting 2011 van elkaar afwijken, is er nog geen koppeling tussen deze nieuwe doelstellingen en de bijbehorende middelen. De paragraaf ‘Wat mag het kosten’ is nu nog gebaseerd op de oude begrotingsindeling en zal vanaf de Begroting 2012 synchroon aan de nieuwe doelstellingen lopen. Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 8: Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders voelen zich veilig in de stad Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Door homo’s ervaren discriminatie 19% Burgermo-nitor 2009

18 17 16 15

Doelstelling 9: Discriminatie is afgenomen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal meldingen bij Meldpunt Dis-criminatie Amsterdam12

965 Meldpunt Discrimina-tie Amster-dam, 2009

1000 1050 1075 PM

Overige doelstellingen Doelstelling 10: Sociale binding en vertrouwen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal gesubsidieerde stedelijke zelforganisaties die werken aan integratie participatie en sociale cohesie volgens de vereisten van de SIP (subsidieverordening Integratie,

88 2007 6013 60 60 PM

11 Onder doelstelling 7 vallen alle begrotingsvolgnummers van het subprogramma Jeugd die niet bijdragen aan een expliciet geformuleerde doelstelling, zoals doelstelling 4, 5 of 6. De expliciete formulering van de doelstelling(en) waaraan deze volgnummers (zie voetnoot 10) zullen bijdragen wordt nog nader uitgewerkt in de begroting 2012 en later. 12 Deze indicator hoort bij de doelstelling dat de meldingsbereidheid in verband met gevallen van discriminatie moet toenemen. Echter, een toename van het aantal meldingen is ook voor andere interpretatie vatbaar, hij kan ook wor-den gezien als toename van de discriminatie. Nadere analyse van de gegevens geeft hier ieder jaar meer zicht op. 13 De beoogde streefwaarde is door een bezuiniging in 2010 naar beneden bijgesteld.

Raadsdruk Begroting 2011 124

Page 130: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Participatie en Sociale Cohesie)

Aantal gesubsidieerde activiteiten (vanuit de SIP subsidies) gericht op integratie, participatie en sociale cohesie.

301 December 2006

310 315 320 PM

3.3.2. Diversiteit: Wat gaan we ervoor doen?

Burgerschap Burgerschap is een begrip met vele dimensies; het heeft betrekking op diverse beleidsterrei-nen en heeft veel raakvlakken met lopende dossiers (preventie Radicalisering, antidiscrimina-tie met name vrijwilligerswerk, Gay Capital, Wijkaanpak). Diverse van de in deze begroting opgenomen doelstellingen hebben dan ook direct of indirect invloed op de wijze waarop be-woners van Amsterdam hun burgerschap kunnen invullen. Ons College zal in het voorjaar van 2011 zijn programma Burgerschap en Participatie presen-teren. Het programma zal langs de volgende lijnen worden opgezet en uitgewerkt: � wat doe jij voor de stad: het faciliteren en verbinden van de energie van betrokken en

actieve burgers. Hierin wordt ook gekeken naar de rol van vrijwilligers en zelforganisaties als het gaat om het onderhouden van de verworvenheden van onze open en diverse stad

� aanpak intolerantie: tegengaan van discriminatie, het bevorderen van homoacceptatie en bewoners en professionals helpen omgaan met verschijnselen van polarisatie en ver-vreemding

� aanspreken zelfvertrouwen van de stad: jongens en meisjes helpen om op een prettige manier volwaardige burgers te worden. Het blijft belangrijk om daar waar nodig burgers te steunen in hun weg naar zelfredzaamheid en participatie en om kansrijke initiatieven te benutten

� gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst: het benoemen en kenbaar maken van wat elkaar bindt door het vieren van gemeenschappelijkheden en het zichtbaar maken van gemeenschappelijke geschiedenissen

Doelstelling 8 en 9 Aanpak discriminatie De gemeente heeft de Aanpak Discriminatie Amsterdam 2009-2010 uitgevoerd, waarin maat-regelen zijn opgenomen om (bewuste of onbewuste) discriminatie tegen te gaan. Speerpun-ten hierin waren het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt, op scholen, in het uit-gaansleven en de discriminiatie van homoseksuelen. De gemeente werkt hierin samen met verschillende partners: politie, meldpunt discriminatie regio Amsterdam (MDRA), gay-netwerken, vrouwenorganisaties, zelforganisaties, scholen, werkgevers, sportorganisaties, horeca, et cetera. Voor 2011 en verder wordt er een nieuwe aanpak ontwikkeld, waarbij ge-bruik wordt gemaakt van de verworven kennis en ervaring. De gemeente heeft met een aantal partners waaronder de politie, de Koninklijke Horeca Ne-derland (KHN) en de jongerenorganisaties Argan en JAA! Afspraken gemaakt over het te-gengaan van discriminatie in het uitgaansleven. Er is veel aandacht voor preventie van dis-criminatie, onder meer door voorlichting op scholen en gesprekken met jongeren. Daarnaast is het belangrijk dat slachtoffers discriminatie melden. Dit zal een centraal thema zijn bij de gemeentelijke antidiscriminatiecampagne die van start zal gaan. Discriminatie op de arbeidsmarkt moet worden teruggedrongen. Aan werkgevers wordt duide-lijk gemaakt dat divers personeel belangrijk is. Ook de gemeente maakt daar intern werk van, door te bevorderen dat er meer vrouwen en personen met een niet-westerse achtergrond in de ambtelijke top komen en dat er meer diversiteit in adviesraden komt. De diversiteitsdoel-stelling van het gemeentelijk personeelsbeleid wordt onverkort gehandhaafd. Doelstelling 10 Bevorderen sociale (ver)binding en vertrouwen We bevorderen sociale cohesie door het bevorderen van ontmoeting en de juiste verbindin-gen tussen de diverse groepen in Amsterdam. Om dit optimaal te kunnen doen zal de ge-meente zich in 2011 o.a. richten op het stimuleren van kennisuitwisseling, stedelijke debatten en discussie. De gemeente zal in 2011 een aantal grootschalige stedelijke evenementen stimuleren, ondersteunen en faciliteren, gericht op interculturele relaties, identificatie met

Raadsdruk Begroting 2011 125

Page 131: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Amsterdam etc. zoals onder meer Ramadanfestival, Keti Koti en de herdenking 150 jaar af-schaffing slavernij. De gemeente Amsterdam is een van de 22 zogenaamde ‘Antillianengemeenten’ waarmee het rijk arrangementen afsluit voor extra inzet op deze doelgroep met specifieke achterstanden. Vanaf 2010 gaat een nieuwe beleidsperiode in voor het arrangement vanuit het rijk voor Antil-lianen en Arubanen. De gemeente ontvangt per jaar € 522.500 van het rijk en moet daar zelf cofinanciering tegenover stellen voor hetzelfde bedrag. Het Programma Caribische Amsterdammers (PCA) loopt van 2010 tot 2014. Voor deze peri-ode is een programmaplan in voorbereiding op basis waarvan een nieuw arrangement met het rijk kan worden geëffectueerd. De drie speerpunten zijn: opvoed- en opgroeiondersteu-ning, succesvolle loopbaan en participatie aan de samenleving. Preventieve aanpak radicalisering en polarisatie In 2011 blijven we samen met de partners OOV/Informatie Huishouding en de stadsdelen de nadruk leggen op de volgende zaken: � het vroegtijdig signaleren van radicalisering � het de-radicaliseren van radicaliserende jongeren en het aanpakken van het radicaal

gedachtegoed � het vergroten van de weerbaarheid tegen radicalisering en polarisatie, onder meer via

bijzondere aandacht voor professionals die met jongeren werken en kwetsbare jongeren � het verkleinen van de voedingsbodem van radicalisering

Emancipatie en participatie Onder het emancipatiebeleid vallen een aantal grote noemers zoals Homobeleid, vrou-wenemancipatie en de Subsidieverordening Integratie, Participatie en Sociale Cohesie (SIP). Daarnaast gaan we aan de slag met de uitwerking van mannenemancipatie en meiden en hun problematiek. In 2010 zijn de zelforganisaties die gebruik maken van de Subsidie Integratie Participatie en Sociale Cohesie (SIP) meer ingezet bij het bestrijden van armoede, tegengaan van homo-intolerantie en anti-discriminatie. In het voorjaar van 2010 is de verordening geëvalueerd door een extern bureau. Op basis hiervan zullen aanbevelingen voor de toekomst van de SIP en eventuele bijstelling op onderdelen in 2011 ter besluitvorming worden voorgelegd en worden uitgevoerd. In 2009 is het Servicepunt Vrouwenemancipatie (SPE) operationeel geworden, met als doel praktische ondersteuning aan vrouwenorganisaties te bieden. In 2011 wordt het Servicepunt geëvalueerd en worden voorstellen gedaan voor de eventuele voortzetting ervan. Binnen Amsterdam als Gay Capital wordt er dit jaar naast de veiligheid van homo’s bijzonde-re aandacht besteed aan lesbische vrouwen, oudere homo’s en homo’s die afkomstig zijn uit etnische of religieuze groepen die homoseksualiteit niet of minder accepteren.

3.3.3 Diversiteit: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + Doelstelling 8+914 1,9 1,6 1,5 1,3 1,3 1,3 Doelstelling 10 6,7 6,5 6,1 6,1 6,1 6,1

Baten - Doelstelling 8+9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Doelstelling 10 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

14 Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 8+9: 511.02.01 511.02.02 511.02.03 Doelstelling 10: 611.01.13 630.01.02 630.01.10 630.01.14 630.01.15 922.01.42 980.10.54 980.37.34

Raadsdruk Begroting 2011 126

Page 132: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Mutaties in reserves Doelstelling 10 0,0 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 8,5 7,7 7,6 7,4 7,4 7,4

Het subprogramma diversiteit kent drie doelstellingen waarvan twee programakkoord doel-stellingen (8 en 9) en één onder overige doelstellingen (doelstelling 10). Het saldo ten laste van de algemene dienst van de doelstellingen onder het subprogramma diversiteit daalt tussen de vastgestelde Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,8 miljoen. Deze daling is het effect van een daling van het saldo op doelstelling 8+9 met € 0,3 miljoen en een daling op doelstelling 10 met € 0,5 miljoen. Tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 daalt het saldo met € 0,1 miljoen als gevolg van een daling van € 0,1 miljoen op doelstelling 10. Hieronder volgt een verklaring per doelstelling. Doelstelling 8: Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders voelen zich veilig in de stad. en Doelstelling 9: Discriminatie is afgenomen worden gezamenlijk toegelicht. Het saldo daalt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,3 miljoen door de volgende ont-wikkelingen: � een afname van € 1,0 miljoen door de overdracht van de middelen voor vrijwilligerswerk

naar het programma Zorg � een toename van € 0,5 miljoen door de overheveling van de middelen voor de structurele

subsidie aan het Mozeshuis van doelstelling 3 Educatie naar Diversiteit � de toevoeging van de decentralisatie-uitkering homo-emancipatie van € 50.000 � een saldo daling van € 24.000 door prijscompensatie 2010 � de toevoeging van de decentralisatie-uitkering duizend en één kracht van € 0,15 miljoen Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 9.000 door de nomi-nale aanpassing. Doelstelling 10: Bevorderen sociale (ver)binding en vertrouwen Het saldo daalt tussen de Begroting 2010 en de Actualisatie 2010 met € 0,5 miljoen door de volgende ontwikkelingen: � verlaging van de middelen PAS (Platform Amsterdam Samen) met € 0,6 miljoen. Het

structurele bedrag van Wij Amsterdammers is teruggebracht in de lijn bij DMO (program-ma EJD) en voor € 0,6 miljoen in lijn gebracht bij directie OOV (programma OOV)

� toevoegen van de apparaatskosten diversiteit van € 0,4 miljoen aan het Subprogramma Diversiteit. Deze kosten waren voorheen ondergebracht bij het Subprogramma Educatie. Door de wijziging is een betere aansluiting van de kosten bij de doelstelling ontstaan. De-ze mutatie is saldo neutraal binnen het programma EJD

� een saldo daling van € 63.000 door prijscompensatie 2010 � een daling van het saldo met € 0,2 miljoen door een onttrekking aan de reserve Wij Am-

sterdammers Het saldo daalt tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 met € 0,1 miljoen door de nominale aanpassing.

3.4 Subprogramma Bibliotheek 3.4.1 Bibliotheek: Wat gaan we ervoor doen? In 2009 is een begin gemaakt met beleidsontwikkelingen voor de Openbare Bibliotheek Am-sterdam vanuit een brede benadering. Door het ministerie van OCW is het bibliotheekcharter 2010-2012 opgesteld, waarin voor de drie bestuurslagen (rijk, provincie en gemeente) de taken, verantwoordelijkheden en rollen met betrekking tot het bibliotheekwerk zijn vastgelegd. De rolverdeling tussen de drie overheden verandert niet op basis van dit charter maar de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheden zijn wel geactualiseerd. Tot op heden be-schikten de overheden niet over benchmarkgegevens. Daarom is in het charter afgesproken dat er onderzoek komt naar de financiële structuur van het bibliotheekwerk. In 2010 wordt op basis van bevindingen en landelijke ontwikkelingen de toekomstige relatie tussen de gemeente en de Openbare Bibliotheek nader uitgewerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 127

Page 133: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.4.2 Subprogramma Bibliotheek: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten +

Doelstelling 1115 18,9 18,8 18,6 18,7 18,7 18,6

Baten - Doelstelling 11 3,0 3,1 3,1 3,1 3,1 3,1

Mutaties in reserves Doelstelling 11 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4 -0,4

Saldo 15,5 15,2 15,1 15,2 15,1 15,1

De saldodaling tussen de vastgestelde begroting en de actualisatie en tussen de actualisatie en begroting 2011 komt door de negatieve nominale aanpassing van respectievelijk € 0,3 miljoen en € 0,1 miljoen. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen 4.1 Reserves

Stand primo 2010

Verwachte mutaties 2010

Stand iltimo 2010

Stand ultimo 2010

Bedragen x € 1 miljoen

Stand ultimo 2011

Stand ultimo 2013

Stand ultimo 2014

+ -/-

Onderwijshuisvesting 0,0 3,0 -0,5 2,5 1,7 1,5 0,0 3,4

Elleboog 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Jongerencentrum Jan Galenstraat 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7

Bibliotheek 14,9 -0,4 14,5 14,1 13,7 13,3 12,9

Kwaliteit Onderwijs 0,6 -0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bureau Leerplicht Plus 3,0 -3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Van Acht tot Acht arrangementen 0,2 -0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bijzondere Trajecten Risicojongeren 3,1 -2,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 GSBIII 0,4 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 VVE 1,1 -1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Matchpoint 1,0 -1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Doorlopende Verplichtingen 2009 Diversiteit

0,2 -0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Doorlopende Verplichtingen 2009 Onderwijs en Jeugd

0,5 -0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal reserves 26,0 3,0 -10,8 18,2 16,8 16,2 12,4 15,4

Te handhaven reserves De reserves Jongerencentrum Jan van Galenstraat en Elleboog dienen ter dekking van het nieuwbouwproject aan de Laan van Spartaan/Jan van Galenstraat. De bouw heeft vertraging opgelopen. Af te wikkelen reserves

15 Onder een doelstelling vallen één of meer begrotingsvolgnummers: Doelstelling 11: 510.01.01 510.01.03 980.37.61

Raadsdruk Begroting 2011 128

Page 134: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Aan de reserve Bijzondere Trajecten Risicojongeren wordt in 2010 onttrokken voor € 2,9 mil-joen. De resterende € 0,2 miljoen wordt eventueel ingezet voor een uitloop van facturabele trajecten in 2011. Aan de reserve Matchpoint wordt in 2010 voor € 1,0 miljoen onttrokken en is daarmee geheel besteed. De reserve Kwaliteit Onderwijs wordt in 2010 geheel onttrokken voor Kwaliteit Voortgezet Onderwijs. De reserve BLP+ komt in 2010 geheel tot besteding. Aan de in 2009 niet geheel tot besteding gekomen reserve Acht tot Acht zal in 2010 voor € 0,2 miljoen onttrokken worden en deze zal daarmee geheel tot besteding komen. De reserve doorlopende verplichtingen Jeugd en Onderwijs zal in 2010 in zijn geheel ingezet worden voor in 2009 aangegane verplichtingen met een uitvoeringsdeel in 2010. Dit geldt ook voor de reserve Restant gehouden bedragen Diversiteit ad € 0,2 miljoen. De reserve GSBIII wordt in zijn geheel besteed en ingezet voor kosten in het kader van de afwikkeling van GSBIII. De reserve VVE wordt geheel ingezet voor jaargrensoverschrijdende VVE-projecten. Reserve Onderwijshuisvesting Aan de reserve Onderwijshuisvesting wordt in 2010 € 2,5 miljoen gedoteerd en in 2011 € 0,8 miljoen onttrokken. Zie verder de risicoparagraaf. 4.2 Voorzieningen Bedragen x € 1 miljoen

Werkelijke stand ulti-

mo 2009

Mutatie 2010

Verwachte stand ulti-

mo 2010

Mutatie 2011

Verwachte stand ulti-

mo 2011

Verwachte stand ulti-

mo 2012

Verwachte stand ulti-

mo 2013

Verwachte stand ulti-

mo 2014 Voorzieningen Diverse fondsen Onderwijs

0,2 0,0 0,2 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2

Voorziening te stichten scholen

0,4 0,0 0,4 0,0 0,4 0,4 0,4 0,4

Totaal 0,6 0,0 0,6 0,0 0,6 0,6 0,6 0,6 Diverse fondsen Onderwijs Het betreft hier zeven verschillende legaten die gevoed worden met de rente-inkomsten. Voorziening te stichten scholen In de Jaarrekening 2009 is een voorziening voor een te stichten school in Noord gevormd. De verwachting is dat er in 2010 geen kosten voor dit onderwerp worden gemaakt. Voor 2011 geldt dat dermate onzeker is of er kosten worden gemaakt dat eventuele uitgaven in de Actu-alisatie 2011 zullen worden verwerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 129

Page 135: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Van 8 tot 8 Begeleiding jongeren door jongerencoaches

Afname van lichtcriminelen

1.000 800

2 Schoolveilgheidsteams Schoolveiligheidsteam Veilige school 150 0 3 Kwaliteit Onderwijs Kwaliteit VO/MBO en Kwaliteit

Primair onderwijs

Kwaliteit en spreiding onder-wijsvoorzieningen VO/MBO goed en kwaliteitsaanpak primair onderwijs

6.200 6.200

4 Uitwerking Programma Burgerschap en participatie

Maatschappelijke initiatieven t.b.v. bestrijding sociale cohe-sieproblematiek en innovatie op dit gebied stimuleren, communicatie over normen, grenzen, eigen verantwoorde-lijkheid en stedelijke identiteit, samenwerking burgerinitiatie-ven en overheid, politieke participatie

Geen verdere escalatie van gevoelens van onveiligheid en vervreemding, het bieden van een adequaat antwoord rond `harde’ sociale cohesie pro-blemen in de stad, het verster-ken van een stedelijke identi-teit en het bevorderen van politieke participatie

150 150

5 Gay Capital Gay Straight Alliances, lesbi-sche initiatieven, maatregelen tbv roze ouderen, aangiftebe-reidheid bevorderen, preven-tieve aanpak hate crimes, aanpak niet strafbare feiten homofobie, buurtgerichte initiatieven vergroting veilig-heidsgevoel homo's

Zichtbaarheid, veiligheid en veiligheidsgevoel onder LGT-B's is vergroot

170 130

6 Discriminatie bestrijding Inzet op preventie en repres-sie van discriminatie en intole-rantie door nieuwe aanpak discriminatie 2011 met focus op onderwijs, opvoeding, arbeidsmarkt en publieke ruimte

Respect en tolerantie voor alle Amsterdammers

180 180

7 Herdenking Slavernij verle-den

Educatieve trajecten voor jongeren. Zichtbaar maken van cultuur en cultureel erf-goed, podia creëren t.b.v. heikele thema’s m.b.t. slavernij

Historisch besef en erkenning van de invloed van het verle-den voor zelfvertrouwen en identiteit van een deel van de Amsterdammers en daarmee ook van de stad

100 100

8 Vaderemancipatie Trainingen en voorlichting gericht op mannen met grote afstand tot de samenleving en hun gezin

Verbeteren voorbeeldfunctie vaders, grotere ontwikkelings-kansen kinderen en meer ruimte voor vrouwen

75 75

9 Maatschappelijke allianties Creëren sterk maatschappelijk middenveld in wijken met laag sociaal kapitaal en probleem-cumulatie, inspelen op maat-schappelijk initiatief t.b.v. moeilijk bereikbare doelgroe-pen

voedingsbodem voor harde cohesieproblemen wegnemen

175 100

10 Bureau Leerplicht Plus Intensivering Bureau Leer-plicht

Extra inzet leerplichtambtena-ren schoolveiligheidteams, adequate afhandeling van toename meldingen

750 750

8.950 8.485

Raadsdruk Begroting 2011 130

Page 136: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

11 Nowhere Talentontwikkeling 80 40 12 Studio West Talentontwikkeling 180 90 13 Streetcornerwork Jeugdhulpverlening voor

zwervende en overlastgeven-de jongeren

Zwerfjongeren en overlastge-vende jongeren zijn toegeleid naar een hulpverleningstraject

200 200

14 Ketenunits Versnelling doorlooptijd straf-recht/ combineren straf en zorg

Afname van lichtcriminelen

200 200

15 Basta, school tv Amsterdams tv programma voor basisscholen

26 afleveringen school tv waarbij per aflevering een Amsterdamse basisschool wordt bezocht

250 250

910 780 S1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

16 Onderwijshuisvestingspro-gramma 2011

Realisatie goede schoolge-bouwen: investeringen in eerste inrichting, onderhoud en nieuwbouw voor € 15 miljoen.

Circa 16 gebouwen opge-knapt, uitgebreid en nieuw gebouwd

1.250 1.250

1.250 1.250 SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

17 Efficiency apparaat onder-wijs

-150 -150

18 Efficiency apparaat jeugd -100 -100 19 Jeugd Beëindigen Onder-

zoek

-240 -240

20 Onderzoeksbudget onder-wijshuisvesting VO

-150 -150

21 Wijzigen organisatie OKC Wijzigen organisatie OKC en invoeren gereduceerd basis-pakket

-800 -800

22 Plan van Aanpak Diversi-teitsbeleid

Minder flexibel inzetbaar budget

Minder ruimte om in te spelen op acute ontwikkelingen in de samenleving die te maken hebben met diversiteit en integratie

-100 -100

23 besparing uitvoering leer-plicht

-300 -300

-100 -1.840

Raadsdruk Begroting 2011 131

Page 137: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Van 8 tot 8 Conform het Programakkoord stelt ons College voor om de prioriteit incidenteel op te nemen in het verdelingsvoorstel voor 2011 voor een bedrag van € 800.000,-. Het resterende bedrag van € 200.000 zal bij het verdeelvoorstel 2012 betrokken worden. Voor de uitvoering van de prioriteit wordt 14,1 fte ingezet. In februari 2008 is gestart met de nieuwe gemeentelijke aanpak om overlast op straat terug te dringen en de aanwas van nieuwe jeugdige wetsovertreders terug te dringen, onder de pro-jectnaam: de Van 8 tot 8 aanpak. Op jaarbasis begeleiden jongerencoaches 150 tot 200 jongeren op de domeinen: openbare orde en veiligheid, school/werk, vrije tijdsbesteding, het gezin en de zorg. De jongeren wor-den via de stadsdelen toegeleid naar de Van 8 tot 8 aanpak. Momenteel worden jongeren uit Nieuw-West, Oost (het voormalige stadsdeel Zeeburg) begeleid. Kort geleden is in het kader van de intensievere jeugdaanpak ook begonnen in Zuidoost. Dit jaar zullen vanuit dat stads-deel 30 jongeren aangemeld worden, in 2011 zullen er 50 in begeleiding genomen worden. De leeftijd waar de Van 8 tot 8 aanpak zich op richt zijn met name jongeren tussen de 10 en de 14 jaar. In 2011 zal de Van 8 tot 8 aanpak gezamenlijk met andere trajecten voor jongeren zoals Lo-kale TrjactBegeleiding (LTB), Nieuwe Perspectieven, zwerfjongeren, mentoraten, etcetera onder de loep worden genomen en wordt er – conform Systeem in Beweging – een voorstel ontwikkeld over ambulante begeleiding voor groepen moeilijke jongeren. Omdat minder mid-delen beschikbaar zijn, ook het Europees Sociaal Fonds (ESF) en de Wet ParticiaptieBudget (WPB) staan onder druk, wordt daarbij ook oud voor nieuw betrokken, en bepaald voor 2012 welke en in welke vorm trajecten voor jongeren blijven gehandhaafd 2. Schoolveilgheidsteams Voor de toelichting op de prioriteit verwijst ons College naar de gelijknamige prioriteit onder het programma Openbare Orde en Veiligheid. Waar voor de prioriteit door ons College inci-denteel € 150.000 is opgenomen in het verdelingsvoorstel. 3. Kwaliteit Onderwijs In de prioriteitsaanvraag worden de volgende tranches aangehouden € 6,2 (2011), € 5,8 mil-joen (2012), € 2,5 miljoen (2013) en € 0,5 miljoen (2014). Het programma KBA wordt als ein-dig gezien, waarbij de resultaten in deze programakkoord periode (2011-2014) behaald moe-ten worden. De inzet is daarom in het begin maximaal en loopt vervolgens af. Ons College stelt voor om deze verdeling aan te houden en de prioriteit voor 2011 voor € 6,2 miljoen inci-denteel in het verdeelvoorstel op te nemen. Voor de uitvoering van de prioriteit wordt 6,8 fte ingezet. Deze prioriteit is tweeledig en betreft (a) ‘Spreiding en kwaliteit onderwijsvoorzieningen VO/MBO’ en (b) ‘Kwaliteit Basisonderwijs Amsterdam’. (a) Spreiding en kwaliteit onderwijsvoorzieningen VO/MBO: De problematiek van loting in de overgang van Primair Onderwijs (PO) naar Voortgezet On-derwijs (VO) kan het beste aangepakt worden door het Regionaal Plan Onderwijsvoorzienin-gen (RPO) als instrument te benutten voor kwaliteitsverbetering en spreiding van voorzienin-gen in het VO. Hierdoor krijgen jongeren goed onderwijs in het VO en jongeren (en ouders) kunnen kiezen uit een evenwichtig verspreid en goed onderwijsaanbod in Amsterdam. Probleem hierbij is dat te veel scholen in Amsterdam niet voldoen, of onvoldoende, aan de kwaliteitseisen van de Inspectie (peildatum mei 2009: 26 afdelingen). Het gaat om essentiële zaken, zoals te hoog verzuim en onvoldoende registratie daarvan, voortijdig schooluitval, onvoldoende gediplomeerden, lesuitval, onvoldoende kwaliteit leraren en schoolleiding, te

Raadsdruk Begroting 2011 132

Page 138: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

weinig begeleiding, onvoldoende leeropbrengst uit en begeleiding bij beroepspraktijkvorming, onvoldoende aansluiting tussen opleiding en vervolgopleiding. Ook is het niveau van basis-vaardigheden (rekenen en – vooral – taal) van een groot deel van de leerling-populatie te laag. Basis op orde betekent dat ons College de komende vier jaar investeert in: � Faciliteren van een goede spreiding van onderwijsvoorzieningen (RPO) � Sluiten en fuseren van VO afdelingen en investeren in levensvatbaar VMBO conform

RPO � bindende verbeterplannen voor (zeer) zwakke scholen / afdelingen (V)SO, VO en MBO � in kaart brengen van de lesuitval en redenen van lesuitval, investeren in bestrijden van

lesuitval. � investeren in lerarenbeleid en management van onderwijsinstellingen. � basisvaardigheden (rekenen en taal) vormen een vast element bij de verbeterplannen

van de scholen. � inzetten op wederzijdse transparantie en verantwoordelijkheid tussen gemeente en de

scholen. (b) Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam In het programakkoord is aangegeven dat de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA) voortgezet en geïntensiveerd zal worden. Samen met de schoolbesturen is een kwali-teitsakkoord ondertekend. De ondertekenaars willen dat: � ieder kind in Amsterdam maximaal uitgedaagd wordt met goed onderwijs; � schoolbesturen, stad en stadsdelen daar gezamenlijk een bijdrage aan leveren; � zij de krachten bundelen om de kwaliteit van alle basisscholen in Amsterdam te garande-

ren. De volgende speerpunten zullen de komende 4 jaar opgepakt worden: 1. Kwaliteitskader: In het najaar van 2010 ontwikkelen de schoolbesturen PO en de gemeente (DMO/KBA) het Amsterdams Kwaliteitskader Basisonderwijs. Het Kwaliteitskader bevat kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren op basis waarvan: a. de huidige kwaliteit van Amsterdamse scholen in kaart wordt gebracht; b. scholen concrete ambities voor 2014 formuleren om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen; c. scholen zich komende collegeperiode verantwoorden over de voortgang. De ontwikkeling van het Kwaliteitskader leidt tot een verfijning en verbetering van de kwali-teitsindicatoren uit het Programakkoord. Binnen het nieuwe Kwaliteitskader wordt immers voor alle scholen het optimale ambitieniveau vastgesteld. Inclusief een bijbehorend maatrege-lenpakket, uitvoering en monitoring daarvan. 2. Kwaliteit van onderwijs. Hieronder valt onder andere de Verbeteraanpak. Om alle scholen

in Amsterdam op een minimaal niveau te krijgen is de verwachting dat uiteindelijk 80 scholen meedoen. In de nieuwe collegeperiode betekent dit een toename van ongeveer 30 scholen. De werkwijze van opbrengstgericht werken van de verbeteraanpak wordt in samenspraak met de schoolbesturen voortgezet om in Amsterdam een hoger ambitieni-veau neer te zetten. Zoals in het programakkoord weergegeven zal in samenwerking met de schoolbesturen afspraken worden gemaakt over een nieuwe Amsterdamse kwaliteits-norm die minimaal voldoet aan de huidige eisen.

3. Inzet op professionalisering van personeel. Dit betreft het verhogen van de kwaliteit van

het onderwijsgevend personeel. Hieronder valt o.a. de leergang opbrengstgericht leider-schap voor schooldirecteuren

4. 46 scholen nemen deel aan het Meesterplan Nieuw West. De interventies op het primaire

proces zijn ontwikkeld en worden uitgevoerd door KBA. Resultaten 2010: 49 scholen nemen deel aan de Verbeteraanpak. De monitorrapportages van de onderwijsexperts geven op het merendeel van de scholen aantoonbare verbeteringen weer. Op 14 van de eerst 19 deelnemende scholen is dit gekapitaliseerd in een verbeterd

Raadsdruk Begroting 2011 133

Page 139: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

toezichtarrangement van de onderwijsinspectie. Ook scholen met een basisarrangement wensen hun kwaliteit duurzaam te verbeteren en melden zich aan voor de Verbeteraanpak. Kwaliteit van onderwijs wordt in grote mate bepaald door de kwaliteit van het personeel. Voor de leergang opbrengst gericht leiderschap voor school directeuren hebben zich circa 80 di-recteuren aangemeld. De leergang voor intern begeleiders heeft 30 aanmeldingen. 4. Uitwerking Programma Burgerschap en participatie De prioriteit is conform het programakkoord aangevraagd onder de middelen voor “integratie en participatie”. Binnen dit programma is ons College voornemens: � Te investeren in de productieve samenwerking tussen burgerinitiatieven en overheid. � Duidelijkheid te geven hoe de eigen verantwoordelijkheid van de burger zich verhoudt tot

die van de overheid. � Publiekscommunicatie in te zetten om normen en grenzen duidelijk te krijgen en om de

stedelijke identiteit te versterken � In te zetten op het versterken van politiek vertrouwen middels het stimuleren van politieke

participatie. Hierbinnen is rekening gehouden met 0,2 fte, in te zetten vanuit de bestaande formatie. Ons College stelt aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit van € 150.000 in het verde-lingsvoorstel op te nemen. 5. Gay Capital De prioriteit is conform het programakkoord aangevraagd onder de middelen voor “integratie en participatie”. De prioriteit wordt meerjarig incidenteel aangevraagd in plaats van structu-reel. In het programakkoord is opgenomen: “dat alle homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transgenders zich thuis moeten kunnen voelen in de stad. Binnen Gay Capital is daarom specifieke aandacht voor lesbische vrouwen, oudere homo’s en homo’s uit etnische of religi-euze groepen die homoseksualiteit niet of minder accepteren”. De verdeling van het aange-vraagde bedrag is gericht op deze prioriteiten en op de vraag van uw Vergadering om meer aandacht te hebben voor voorlichting in het onderwijs, de vorming van Gay & Straight Alian-ces te intensiveren en het kunnen optreden bij niet-strafbare feiten van homofobie. Om dit te bereiken is ons College voornemens : � Zowel in het onderwijs, het jongeren- en ouderenwerk en bij ‘macho-teamsporten’ in te

zetten op het sluiten van Gay Straight Alliances; � Lesbische initiatieven te faciliteren en zichtbaar te maken; � Maatregelen te ondersteunen ter voorkoming van het feit dat roze ouderen niet weer te-

rug ‘in de kast’ moeten; � De aangiftebereidheid te bevorderen � Een preventieve aanpak te ontwikkelen voor het tegengaan van `hate crimes’ � Op zoek te gaan naar manieren om ook hard te kunnen optreden bij niet strafbare feiten

van homofobie � Buurtgerichte initiatieven te ondersteunen die het veiligheidsgevoel onder homo’s in de

publieke ruimte vergroten. De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College wil voor deze prioriteit € 130.000 ter beschikking stellen. 6. Discriminatie bestrijding De prioriteit is conform het programakkoord aangevraagd onder de middelen voor “integratie en participatie”. De toelichting geeft aan dat een nieuwe discriminatie aanpak ontwikkeld zal worden, waarvan de kosten incidenteel van aard zijn. De herhaling van campagnes heeft wel een structureel karakter. Ons College heeft aangegeven dat de huidige aanpak discriminatie in 2010 ten einde loopt. Om in 2011 door te kunnen gaan met een stevige aanpak discrimina-tie wil ons College in 2011: � Een nieuwe aanpak discriminatie van start laten gaat met daarin aandacht voor onder-

wijs, opvoedingsondersteuning, arbeidsmarkt en extra aandacht voor de publieke ruimte. � De positieve tegenhanger van discriminatie is gelijke behandeling en gelijke kansen, dit

zal als een rode draad door deze nieuwe aanpak lopen. De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College wil voor deze prioriteit € 180.000 ter beschikking stellen.

Raadsdruk Begroting 2011 134

Page 140: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7. Herdenking Slavernij verleden De prioriteit is aangevraagd onder de middelen voor “integratie diversiteit inburgering en sla-vernij-herdenking” conform programakkoord. Ons College vindt de herdenking van 150 jaar afschaffing slavernij een uitgelezen gelegenheid voor Amsterdam om verbindingen te leggen. De activiteiten in 2013 zullen een breed publiek moeten bereiken. Jongeren zijn daarbij een belangrijke doelgroep; het onderwijs speelt grote rol om hen te bereiken. Ons College wil ten behoeve van deze herdenking dat: � Educatieve trajecten worden ingezet, die de doelgroep echt bereiken. Dit door gebruik te

maken van de nieuwe media en samen te werken met scholen en jongerenwerk. � Cultuur en cultureel erfgoed een belangrijke plaats krijgen en samenwerkingsverbanden

hierin worden gezocht met het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), NiNsee, AHM, internationale partners en grassroots-organisaties.

� Podia worden gecreëerd ten behoeve van discussies op verschillende niveaus over hei-kele thema’s die met slavernij te maken hebben.

De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College wil voor de prioriteit € 100.000 ter beschikking stellen. 8. Vaderemancipatie De prioriteit is aangevraagd onder de programakkoord middelen voor “integratie diversiteit inburgering en slavernij-herdenking”. Vaderemacipatie wordt niet als dusdanig genoemd in het programakkoord, maar valt wel onder het algemene begrip emancipatie. Ons College wil ten behoeve van deze prioriteit de volgende activiteiten ontwikkelen: � Trainingen voor Caraibische, Surinaamse, Antilliaanse, Arubaanse en Dominicaanse

vaders die buiten hun gezin zijn komen te staan, om ze te betrekken bij hun kinderen. Dit vergroot de ontwikkelingskansen en het positieve gedrag van hun kinderen, met name van hun zonen.

� Training en voorlichting gericht op mannen met een grote afstand tot de samenleving en hun gezin, om ze zo een positiever rolmodel te kunnen laten zijn voor hun kinderen en ze te betrekken bij hun leefwereld. Daarnaast zorgt dit ervoor dat ze hun vrouwen meer vrij-heid voor zelfontwikkeling durven te geven.

De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College acht een incidentele prioriteit van € 75.000 hiervoor voldoende. 9. Maatschappelijke allianties De prioriteit is aangevraagd onder de programakkoordmiddelen voor “integratie diversiteit inburgering en slavernij-herdenking”. Ons College realiseert zich dat coalities, maatschappe-lijke allianties, netwerken en andere verbindingen met bewoners, bedrijven en maatschappe-lijke organisaties een noodzakelijke voorwaarde zijn voor burgerschap en een noodzakelijke energie om de kracht van de stad Amsterdam te mobiliseren. Het is goed om deze energie te kunnen faciliteren en waar mogelijk te verbinden. Dit vergt ook een andere rol van de over-heid, meer een van faciliteerder en verbinder dan een van opdrachtgever en organisator. Overheid, maatschappelijk organisaties, bedrijfsleven, burgers en anderen moeten sterker en nauwer gaan samenwerken aan de oplossing voor problemen in de stad in publiek-private allianties, waarbij we sterke organisaties betrekken (geen vrijwilligersorganisaties). Er moet verbinding tussen nieuwe initiatieven en de bestaande sociale infrastructuur tot stand komen. Ondernemerschap en de innovatieve kracht van bedrijven en maatschappelijke ondernemin-gen zijn hierbij onontbeerlijk. Ons College wil het verschil maken door in te kunnen spelen op maatschappelijk initiatief van mensen die moeilijk bereikbare doelgroepen wel kunnen berei-ken, midden in de samenleving staan en dus de problemen van binnenuit kennen. De inzet van de capaciteit is onderdeel van de bestaande formatie. Ons College acht een bedrag van € 100.000 hiervoor voldoende. 10. Bureau Leerplicht Plus Leerplicht is een van de twee wettelijke taken van de gemeente (stad en stadsdelen) op het terrein van onderwijs (naast onderwijshuisvesting). In het Programakkoord is afgesproken dat de wettelijke taak en de offensieve aanpak van Bureau Leerplicht Plus (BLP+) voortgezet zal worden. Dit is noodzakelijk omdat schooluitval en -verzuim nog steeds een manifest probleem is over de hele linie, maar vooral in het MBO niveau 1 en 2.

Raadsdruk Begroting 2011 135

Page 141: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Voldoen aan de wettelijke taak houdt onder meer in dat: � Het verzuim op VO en MBO is 100% in beeld. Behoud van het totale instrumentarium van

Bureau Leerplicht Plus: consulenten in de school, dicht bij de leerling. Lik-op-stuk-aanpak spijbelen intensiveren. Samenwerking met politie èn justitie vereist. Pakkans voor spijbe-len vergroten en direct maatregelen treffen.

� Werkende jongeren zonder startkwalificatie een opleidingstraject bieden om deze alsnog te halen.

� De bestuurlijke wens om de schoolveiligheidsteams te continueren en uit te breiden (de ambitie is tot 12 teams / met deze prioriteit kan er worden uitgebreid tot 10 teams), leidt tot een toename van de inzet van leerplichtambtenaren (per schoolveiligheidsteam 0,5 fte leerplichtambtenaar).

Gezien de beperkte structurele middelen stelt ons College voor om de prioriteit incidenteel in het verdelingsvoorstel op te nemen. Voor de uitvoering van de prioriteit zal 6 fte ingezet wor-den.

I4 Overige prioriteiten

11. Nowhere De subsidie voor Nowhere (en Studio West) is in 2008, 2009 en 2010 toegekend uit de pro-gramakkoord middelen Jong Amsterdam Kinderen Eerst. (2007-2010). De subsidiering was daarmee beperkt tot de vorige programakkoordperiode. Ons College stelt voor om in 2011 nog éénmaal een afbouwsubsidie toe te kennen. Ons College acht de helft van het subsidie-bedrag uit voorgaande jaren voldoende om de subsidieontvanger voor te bereiden op afbouw van activiteiten en vermindering van inkomsten vanuit de Gemeente. Er is € 40.000 opgeno-men in het verdeelvoorstel. 12. Studio West De subsidie voor Studio West (en Nowhere) is in 2008, 2009 en 2010 toegekend uit de pro-gramakkoord middelen Jong Amsterdam Kinderen Eerst. (2007-2010). De subsidiering was daarmee beperkt tot de vorige programakkoordperiode. Ons College stelt voor om in 2011 nog éénmaal een afbouwsubsidie toe te kennen. Ons College acht de helft van het subsidie-bedrag uit voorgaande jaren voldoende om de subsidieontvanger voor te bereiden op afbouw van activiteiten en vermindering van inkomsten vanuit de Gemeente. Er is € 90.000 opgeno-men in het verdeelvoorstel. 13. Streetcornerwork In het Programakkoord is geen rekening gehouden met de meerjarige incidentele compensa-tie van bezuinigingen die in de begroting 2010 zijn opgenomen als gevolg van Motie 434.09 (motie B” Mulder en c.s. rust op het maatschappelijk front), welke bij de behandeling van de voorjaarsnota 2009 is aangenomen. Gezien de meerjarige toezeggingen stelt ons College voor nog eenmaal en voor het laatst in 2011 een bedrag op te nemen. Er is € 0,2 miljoen in het verdeelvoorstel opgenomen. 14. Ketenunits In het Programakkoord is geen rekening gehouden met de meerjarige incidentele compensa-tie van bezuinigingen die in de begroting 2010 zijn opgenomen als gevolg van Motie 434.09 (motie B” Mulder en c.s. rust op het maatschappelijk front), welke bij de behandeling van de voorjaarsnota 2009 is aangenomen. Gezien de meerjarige toezeggingen stelt ons College voor nog eenmaal en voor het laatst in 2011 een bedrag op te nemen. Er is € 0,2 miljoen in het verdeelvoorstel opgenomen. 15. Basta, school tv In het Programakkoord is geen rekening gehouden met de meerjarige incidentele compensa-tie van bezuinigingen die in de begroting 2010 zijn opgenomen als gevolg van Motie 434.09 (motie B” Mulder en c.s. rust op het maatschappelijk front), welke bij de behandeling van de voorjaarsnota 2009 is aangenomen. Gezien de meerjarige toezeggingen stelt ons College voor nog eenmaal en voor het laatst in 2011 een bedrag op te nemen. Er is € 0,25 miljoen in het verdeelvoorstel opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 136

Page 142: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

S1 Programakkoord

16. Onderwijshuisvestingsprogramma 2011 Goede kwaliteit van onderwijsgebouwen heeft prioriteit in het Programakkoord en is tevens een wettelijke taak van de gemeente. Elk jaar wordt door uw Vergadering het huisvestings-programma onderwijs vastgesteld. In december 2010 worden de investeringen in onderwijs-huisvesting voor 2011 goedgekeurd. De kapitaallasten die uit deze investeringen voortkomen dienen in de begroting 2011 gedekt te worden. Voor de periode 2010-2013 is berekend dat er voor een bedrag van € 134 miljoen aan investeringen noodzakelijk is. Gemiddeld is dit € 33,5 miljoen per jaar. Het werkelijk goedgekeurde budget in het programma kan afwijken van dit gemiddelde bedrag, maar zou zich op de lange termijn moeten uitmiddelen. Met een gemid-delde afschrijvingstermijn van 35 jaar zijn de kapitaallasten € 2,4 miljoen bij een investerings-bedrag van € 33,5 miljoen. Ons College heeft € 1,25 miljoen structureel opgenomen i.p.v. € 2,4 miljoen, wegens de be-perkte structurele ruimte in het PA. Met deze dekking aan kapitaallasten kunnen € 15 miljoen aan investeringen verwezenlijkt worden. Het toekennen van een lager bedrag heeft daarmee de consequentie dat wordt afgeweken van de afspraken dat voor het investeringsbedrag wordt uitgegaan van het verwachte gemiddelde investeringsniveau van de komende vier jaar. Hierdoor mag, bij het vaststellen van het budget voor onderwijshuisvesting voor 2011 door de uw Vergadering in december 2010, het totale investeringsbedrag niet meer dan € 15 miljoen bedragen. Dit kan bereikt worden door te temporiseren en slechts de hoogst noodzakelijk aanvragen op te nemen in het programma. Nu al is bekend dat de aanvraag voor 2011 voor de A.G. Bellschool als noodzakelijk wordt gezien. Het betreft een investering van € 8,3 miljoen (inclusief grondkosten) en bijbehorende kapitaallasten van € 550.000,-. Gezien de beperkte dekking voor het programma 2011 van € 1,25 miljoen, heeft ons College besloten om de kapitaallasten van de A.G. Bellschool voor 2011 te dekken uit de dekking die beschikbaar is voor goedgekeurde investeringen uit eerde-re huisvestingsprogramma’s (huisvestingsprogramma 2010 en eerder) waar nog geen uitvoe-ring aan is gegeven. Het gaat daarbij om een werkvoorraad van € 150 miljoen aan investerin-gen. Sinds 2009 zijn schoolbesturen in het voortgezet onderwijs verplicht om samen een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) op te stellen. Eind januari 2011 zal er een geconcretiseerd RPO worden aangeboden aan ons College, waarin de knelpunten en oplos-singsrichtingen per school op locatieniveau nader worden uitgewerkt. Dit kan leiden tot nieu-we noodzakelijk investeringen, maar kan tegelijkertijd eerder goedgekeurde investeringen overbodig maken. De werkvoorraad van € 150 miljoen aan goedgekeurde investeringen zal in het licht van het geconcretiseerd RPO nauwlettend worden bekeken. Ons College verwacht dat als gevolg van de herschikking die binnen de werkvoorraad zal plaatsvinden de ruimte voor de € 8,3 miljoen aan investeringen voor de A.G. Bellschool wordt gevonden.

SP4 Structurele posterioriteiten

17. Efficiency apparaat onderwijs De posterioriteit betreft € 0,15 miljoen in 2011 en € 0,15 miljoen in 2012 (totaal € 0,3 miljoen). Dit is een bezuiniging van 10%, welke door natuurlijke verloop kan worden opgevangen. Het betreft 2,25 fte inclusief bijbehorende kosten in 2011 en 2012. Ons College heeft de posterio-riteit voor € 0,15 miljoen structureel in het verdeelvoorstel 2011 opgenomen. 18. Efficiency apparaat jeugd Dit is een bezuiniging van 10%, welke door natuurlijke verloop kan worden opgevangen. Het betreft 1,25 fte en de daarbij behorende kosten. Ons College heeft de posterioriteit voor € 0,1 miljoen structureel in het verdeelvoorstel 2011 opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 137

Page 143: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

19. Jeugd Beëindigen Onderzoek Onderzoek zal in het vervolg worden gedekt vanuit de beleidsmiddelen. Bezuiniging op deze post betekent dat er minder geld is om innovatieve projecten te subsidiëren of projecten te subsidiëren die een leemte vullen in het bestaande aanbod. De posterioriteit heeft geen per-sonele consequenties. Ons College heeft de posterioriteit voor € 0,24 miljoen structureel in het verdeelvoorstel 2011 opgenomen. 20. Onderzoeksbudget onderwijshuisvesting VO Het onderzoeksbudget dient ter controle van de raming die scholen opgeven voor de kosten van huur voor tijdelijke huisvestingslocaties en bouwkosten. Het budget wordt met € 150.000 verlaagd van € 250.000 naar € 100.000. De posterioriteit heeft geen personele consequen-ties. Ons College heeft de posterioriteit voor € 0,15 miljoen structureel in het verdeelvoorstel 2011 opgenomen. 21. Wijzigen organisatie OKC De taken op het terrein van de OKC/JGZ zullen gedecentraliseerd worden naar de stadsde-len. Op 16 augustus 2010 hebben de wethouder Zorg en Jeugd bestuurlijk overleg gevoerd met de stadsdelen over de financiële heroverwegingen in relatie tot de op handen zijnde de-centralisatie van de OKC middelen (inclusief basistakenpakket JGZ). Met bestuurlijke verte-genwoordigers van de stadsdelen is overeenstemming bereikt om per 2011 een bedrag van € 2,5 miljoen te bezuinigen en dit bedrag in mindering te brengen op middelen die aan de stadsdelen worden overgedragen. De besparingen betreffen voornamelijk efficiencymaatre-gelen en uitvoeringskosten. Dit betekent dat de voorgestelde maatregelen naar verwachting geen effect hebben op het voorzieningenniveau. Deze bezuiniging van € 0,8 miljoen is onderdeel van deze € 2,5 miljoen. Het overige deel van deze € 2,5 miljoen is opgenomen in het programma Zorg. 22. Plan van Aanpak Diversiteitsbeleid Het gaat om een flexibel inzetbaar budget waarmee ons College kan inspringen op actuele ontwikkelingen die te maken hebben met het beleidsterrein. Ons College kan besluiten min-der budget in te zetten, derhalve wordt voorgesteld de structurele posterioriteit van € 100.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel. 23. besparing uitvoering leerplicht Bureau Leerplicht plus (BLP+) gaat een efficiency toepassen op de inzet van het apparaat bij de uitvoering van haar taak. Hierbij wordt ingezet op een slimmere wijze van sanctioneren in het (nu nog kostbare) proces van verbaliseren bij verzuim. Zo zal als middel de bestuurlijke boete gehanteerd gaan worden bij overtreding, waarmee de bureaucratie in dit proces terug-gedrongen wordt. De ombuiging dankzij deze efficiency op het apparaat betreft 6 fte. Ons College heeft de posterioriteit voor structureel € 0,3 miljoen opgenomen in het verdeelvoor-stel.

Raadsdruk Begroting 2011 138

Page 144: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Verkeer en infrastructuur Maatschappelijk effect Het nieuwe programakkoord en de ervaringen van de afgelopen vier jaar geven aanleiding om de structuur van dit programma beperkt te wijzigen. In onderstaande figuur wordt het voorstel voor de nieuwe programmastructuur (en dus ook de subprogramma’s) weergegeven. Basis zijn de drie nieuw benoemde maatschappelijk effecten: 1. Een veilige stad 2. Een bereikbare stad 3. Een aantrekkelijke stad

Verkeer enInfrastructuur

Een veilige stad

Een bereikbare stad

Een aantrekkelijkestad

Een schone stad

Een hele en mooie stad

Een verkeersveilige stad

Een sociaalveilige stad

Goede bereikbaarheid van de stad

Goede mobiliteit in de stad

Programma Maatschappelijke effecten Subprogramma

Met de introductie van de nieuwe subprogramma’s komen de oude subprogramma’s (voorheen subresultaatgebieden geheten) te vervallen. Dat zijn: � openbaar vervoer � luchtkwaliteit � bereikbaarheid � verkeersveiligheid � beheer stedelijke infrastructuur

Raadsdruk Begroting 2011 139

Page 145: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 505,8 543,8 384,5 439,3 631,2 622,8 387,1

Baten - 742,9 388,9 222,1 232,3 233,3 234,1 236,6

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

- 237,2 154,9 162,4 207,0 397,9 388,7 150,5

Toevoeging minus onttrekking reserves

346,4 - 32,8 - 40,2 - 67,9 - 252,3 - 245,7 - 9,3

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

109,2 122,1 122,1 139,1 145,6 143,1 141,2

Saldo reserves 625,7 252,5 585,4 517,5 265,2 19,5 10,2

Saldo voorzieningen 494,6 423,6 498,9 499,2 497,7 494,4 398,9

Om de cijfermatige ontwikkeling tussen de Begroting 2010, de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 zo inzichtelijk mogelijk te maken, worden de nieuwe subprogramma’s met terugwerkende kracht gepresenteerd. Dit heeft geen invloed op het totaal van baten en lasten zoals dat door uw Vergadering bij de Begroting 2010 is vastgesteld. Het betreft hier slechts verschuiving van volgnummers naar de nieuwe subprogramma’s.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 Mobiliteitstoets Structuurvisie Om de mobiliteitseffecten van de ontwerp Structuurvisie in beeld te brengen en om aanbevelingen te doen voor eventuele bijsturing wordt een mobiliteitstoets uitgevoerd. Verder vormt de toets een onderbouwing voor het PlanMER (het milieueffectenrapport over het plan1). 2.2 Mobilititeitsaanpak Amsterdam De in de Structuurvisie gemaakte keuzes hebben ook consequenties voor een geïntegreerde MIRT-aanvraag2 bij het rijk. Daarnaast is er een verdiepingsslag nodig om het nieuwe programakkoord te vertalen naar beleidslijnen voor de kortere en middellange termijn. Een actueel Amsterdams verkeer- en vervoerplan waarin de samenhang van het beleid op deelterreinen expliciet is weergegeven, ontbreekt. Om deze redenen is in 2010 begonnen met de nota Mobiliteitsaanpak Amsterdam die moet gaan dienen als een strategisch kader voor het mobiliteitsbeleid van Amsterdam. Het verder uitwerken en bestuurlijk vaststellen van deze nota zal in 2011 plaatsvinden. 2.3 Investeringsstrategie De dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) produceert een overzicht van lopende dossiers op het gebied van stedelijke investeringen. Voor de stedelijke investeringen wordt gewerkt aan twee producten: � samen met de diensten EZ (Economische Zaken), Haven Amsterdam, DRO (Dienst

Ruimtelijke ordening) en OGA (Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam) werkt DIVV aan de Stedelijke Investeringsagenda. De Stedelijke Investeringsagenda wordt een

1 Milieueffectrapportage (m.e.r.) levert de informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij besluiten over plannen en projecten met aanzienlijke milieugevolgen. De rapportage vermeldt de milieugevolgen van een plan of project en de mogelijke (milieuvriendelijkere) alternatieven. Een m.e.r. is verplicht bij talrijke grote infrastructurele werken, maar ook voor plannen zoals een structuurvisie of bestemmingsplan. Naast de m.e.r. bestaat ook het MER. Het verschil is: M.e.r. is de milieueffectrapportage; MER is het milieueffectrapport. Het MER is onderdeel van de m.e.r.-procedure om te komen tot een besluit over een activiteit of plan. 2 Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

Raadsdruk Begroting 2011 140

Page 146: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

jaarlijks te actualiseren document waarin te overwegen investeringen in ruimtelijke ontwikkelingen worden beschreven voor een bepaalde tijdshorizon

� in de Infra Agenda zijn de belangrijkste infrastructuurprojecten voor de stad op de middellange en lange termijn opgenomen. Deze worden gekoppeld aan scenario’s en biedt een onderbouwing voor het maken van keuzes uit deze projecten

De eerste versies van de Infra Agenda en de Stedelijke Investeringsagenda zullen in 2010 afgerond zijn, waarna vanaf 2011 een jaarlijkse update wordt uitgevoerd. Daarnaast worden voor de andere rijks- en/of regiokanalen als MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport), BONRoute3, NMCA4 en Investeringsstrategie Metropoolregio, bijdragen geleverd aan het investeringsbeleid van de Amsterdamse regio. Dit gebeurt zelfstandig en in relatie tot het rijk. Ook wordt ondersteuning en advisering geleverd bij de BDU-aanvragen5 bij de Stadsregio. 2.4 Verkeersonderzoek DIVV verricht in opdracht van in- en externe organisaties verkeersstudies. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om grootsstedelijke projecten als de Zuidas, Wibaut aan de Amstel en (andere) binnenstedelijke projecten. De vragen betreffen de huidige en toekomstige verkeersstromen ten behoeve van het berekenen van lucht- en geluidkwaliteit, verkeerscirculatieplannen en vervoerwaardestudies. In 2011 zal de implementatie van het nieuwe model plaatshebben. 2.5 Beheer De verdeling van de verantwoordelijkheden rond het beheer van de infrastructuur in Amsterdam zijn vastgelegd in de Nota Stedelijke Infrastructuur. In deze nota wordt aangegeven voor welke infrastructuur de stadsdelen en voor welke infrastructuur de centrale stad verantwoordelijk is. Voor het beheer van de stedelijke infrastructuur is de nota Beheren op Niveau het uitgangspunt, waarbij de gewenste effecten van het beheer op gebied van bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid zijn aangegeven op een viertal niveaus. Op dit moment wordt gewerkt aan niveau verzorgd, maar in verband met de slechte financiële situatie zal nu worden voorgesteld om een stapje terug te doen, naar het niveau sober. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Een verkeersveilige stad 3.1.1 Een verkeersveilige stad: Hoe gaan we dat bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Minder ernstige verkeerslachtoffers Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Het aantal ernstige verkeersslachtoffers

353 2009 345 335 325 315

Doelstelling 1: Minder ernstige verkeerslachtoffers Voor de indicator Aantal ernstige verkeersslachtoffers wordt aansluiting gezocht bij de landelijke doelstelling (afname van minimaal 25% van het aantal ernstige verkeersslachtoffers in 10 jaar). Hierbij vormt de aanpak van de blackspots één van de manieren om deze doelstelling te realiseren.

3 Bereikbaarheids Offensief Noordelijke Randstad - Stichting Fonds BONRoute is een uitwerking van de bestuursovereenkomst voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de Noordelijke Randstad (2000) 4 Nationale Markt en Capaciteitsanalyse (NMCA), geeft een confrontatie tussen de markt (vraag naar mobiliteit) en de capaciteit (aanbod) voor de netwerken van weg, spoor, regionaal openbaar vervoer en vaarwegen. 5 Brede doeluitkering

Raadsdruk Begroting 2011 141

Page 147: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.2 Een verkeersveilige stad: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Het verkeersveiligheidsbeleid (Meerjarenbeleidplan Verkeersveiligheid 2011– 2014) van Amsterdam steunt op vier pijlers: � het verbeteren van de infrastructuur: Het grootste deel van de aandacht gaat uit naar het

veiliger maken van de kruispunten met de meeste ongevallen (blackspots) en het veiliger maken van gevaarlijke routes (redroutes). In 2010 en 2011 worden er in totaal 41 kruispunten verkeersveiliger gemaakt. Het gaat om blackspots en schoolspots6

� het ontwikkelen en aanbieden van verkeerseducatieprogramma’s: Op alle basisscholen worden gratis verkeerseducatiepakketten aangeboden om kinderen te leren hoe ze veilig deel kunnen nemen aan het verkeer. Om de kennis en kunde van de kinderen te testen worden er theoretische en praktische verkeersexamens georganiseerd

� campagnes: Er worden campagnes georganiseerd om het gedrag van mensen in het verkeer positief te beïnvloeden, voorbeelden zijn: de dodehoekcampagne, de fietsverlichtingscampagne en de BOB-campagne

� handhaving: Samen met de politie wordt in een jaarplan beschreven op welke verkeersovertredingen gecontroleerd gaat worden. Hierbij wordt aangesloten bij de campagnekalender. Door deze inzet van de politie wordt de fietsverlichtingscampagne versterkt

Proactieve aanpak van de verkeeronveiligheid Naast de traditionele blackspotaanpak wordt een nieuwe aanpak opgezet met een meer proactief c.q. preventief karakter. In samenwerking met de stadsdelen, scholen, Fietsersbond en Veilig Verkeer Nederland wordt geïnventariseerd welke punten in de stad als gevaarlijk te beschouwen zijn. Het streven is om in elk stadsdeel ongeveer vijf gevaarlijke kruispunten aan te pakken. Verkeersouders Amsterdam Uitbreiding van het aantal verkeersouders in Amsterdam. Verkeersouders kunnen een bijdrage leveren bij het oplossen van verkeersveiligheidsproblemen, waarbij zij de gemeente, de basisschool, lokale bedrijven, buurtbewoners en lokale media kunnen betrekken. Activiteiten die de verkeersouders kunnen ondernemen zijn onder andere: � de verkeerssituatie rondom de school in kaart brengen � verkeersveiligheid bij scholen hoog op de agenda zetten � invloed uitoefenen op het haal- en brenggedrag van ouders � in overleg treden met stadsdeelvertegenwoordigers over mogelijke verbeteringen van de

infrastructuur Brommerbeleid (opstellen & uitvoeren) In het programakkoord wordt extra aandacht gevraagd voor brommers, scooters en snorfietsen. Aangezien het aantal brommers/scooters de laatste jaren een sterke groei laat zien en dit een kwetsbare groep in het verkeer is, wordt er de komende tijd beleid voor brommers en scooters opgesteld. Project Renovatie Amsterdamse Wegtunnels (RAW) Het project RAW betreft de IJtunnel, Piet Heintunnel en de ArenAtunnel. De scope omvat, naast onderhoudswerkzaamheden, het treffen van veiligheidsmaatregelen volgens de nieuwe wet- en regelgeving (WARVW)7. Het projectdeel IJtunnel is in nu de voorbereidingsfase. In juni 2010 zal het Voorlopig Ontwerp (VO) worden afgerond en na de zomer het Definitief Ontwerp (DO).

Risico’s en de beheersmaatregelen Bij het aanpakken van de blackspots liggen de risico’s op het financiële en samenwerkingsvlak. Er wordt gewerkt met een Werkgroep Blackspots Amsterdam waarbij 6 Een blackspot is een kruispunt waar in drie jaar tijd minimaal 6 verkeersslachtoffers zijn gevallen; een schoolspot is een kruispunt met drie of meer slachtofferongevallen in drie jaar, waar twee of meer slachtoffers vielen in de leeftijdscategorie 4 t/m 17 jaar. 7 Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels

Raadsdruk Begroting 2011 142

Page 148: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

DRO, DIVV en de Dienst Verkeerspolitie Amsterdam Amstelland samenwerkt. Daarnaast is de inzet van stadsdelen onontbeerlijk in dit traject. Per slot van rekening kan door wijzigingen in de infrastructuur een situatie – voorzien of onvoorzien – dusdanig wijzigen dat er nieuwe blackspots kunnen ontstaan.

3.1.3 Een verkeersveilige stad: Wat mag het kosten?

Dit subprogramma wordt bijna volledig gefinancierd uit het Mobiliteitsfonds. Voor een toelichting wordt derhalve verwezen naar het hoofdstuk over dit fonds. Een verkeersveilige stad Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie ‘10

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 5,0 5,3 6,3 7,1 7,2 7,3 Gladheidbestrijding 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds

3,5 3,8 4,8 5,6 5,7 5,8

Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Mutaties in reserves -3,5 -3,8 -4,8 -5,6 -5,7 -5,8 Saldo 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5

3.2 Subprogramma: Een sociaalveilige stad 3.2.1 Een sociaalveilige stad: Hoe gaan we dat bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 2: Minder incidenten in het openbaar vervoer Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Het aantal aangiften van reizigers en incidentmeldingen door vervoerbedrijven bij de politie wat betreft criminaliteit en overlast in en rond het openbaar vervoer

In ont-wikkeling

In ont-wikkeling

In ont-wikkeling

In ont-wikkeling

In ont-wikkeling

In ont-wikkeling

Doelstelling 3: Mensen voelen zich veilig in en om de taxi Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 percentage negatieve beoordelingen (5 of lager) over taxiritten in Amsterdam

8% 2009 8% 7% 6% 5%

Toelichting Beide doelstellingen en hun indicatoren zijn nieuw in het programma Verkeer en infrastructuur en vergen nog verdere uitwerking. In 2010 zullen de nulmeting en de bepaling van de streefwaarden plaatsvinden in de verdere beleidsontwikkeling. Het taxibeleid richt zich vooral op het verbeteren van de kwaliteit van het taxivervoer. Het gedrag van chauffeurs is hiervoor een belangrijke factor, zowel tegenover de klant als in het verkeer. Jaarlijks wordt door middel van een mysteryshopperonderzoek de kwaliteit van de taxi in Amsterdam en in de andere drie grote steden in kaart gebracht. Het algemene oordeel over een taxirit wordt gegeven in de vorm van een rapportcijfer van 1 tot 10. Het aantal negatieve beoordelingen (rapportcijfer van 5 of lager) lag in 2009 op 8%. De jaren ervoor lag dit percentage hoger. 3.2.2. Een sociaalveilige stad: wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 2: Minder incidenten in het openbaar vervoer In 2007 is het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer (VOV) van start gegaan. De doelstelling van het VOV is door toezicht en handhaving te zorgen voor vermindering van de criminaliteit en overlast in en om het openbaar vervoer. Dit moet leiden tot een groter gevoel van veiligheid onder reizigers en een afname van het aantal incidenten en uiteindelijk minder vermijding van het openbaar vervoer vanwege sociale onveiligheid. Het VOV bestaat uit veiligheidsmedewerkers van de dienst Stadstoezicht en politiefunctionarissen. In totaal zijn dit

Raadsdruk Begroting 2011 143

Page 149: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

circa 150 mensen. De gemeente betaalt de medewerkers van Stadstoezicht, de regiopolitie betaalt de eigen medewerkers. Eind 2009 is een procesevaluatie uitgevoerd over het Veiligheidsteam Openbaar Vervoer. De hieruit voortvloeiende verbeterpunten worden in 2010 via een verbeterplan geïmplementeerd. Bij de start van het VOV heeft uw Vergadering ons College gevraagd na een aantal jaar het effect te toetsen. In 2011 wordt deze effectevaluatie uitgevoerd. Doelstelling 3: Mensen voelen zich veilig in en om de taxi Met de liberalisering van de taxibranche in 2001 is de gemeente niet langer de eerst verantwoordelijke bestuurslaag. Met name in grotere steden zorgde de liberalisering juist voor een verslechtering van de kwaliteit. Amsterdam heeft geen formele instrumenten om de taximarkt te structuren, maar kan als wegbeheerder via een kwaliteitskeurmerk en belanghebbendenvergunningen voor standplaatsen en samenwerking met handhavende organisaties wel eisen stellen en handhaven op de problematiek. Het rijk is bezig om de Wet personenvervoer 2000 aan te passen, waarin de bevoegdheden rond de taxi zijn opgenomen. Belangrijkste punten zijn de mogelijkheden die gemeenten krijgen om kwaliteitseisen te stellen aan taxi’s op de opstapmarkt (standplaatsen en aanhouden) en de verplichting aan taxi’s om zich bij een groep aan te sluiten. Hiertoe werkt de gemeente aan het opstellen van een Amsterdams Taxxxi plan. Dit plan wordt naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Taxiwet verwerkt tot een Amsterdamse taxiverordening, waarmee de taximarkt wordt gereguleerd. In 2011 wordt de verplaatsing van de taxistandplaatsen in het kader van de herinrichting van het Leidseplein verder uitgewerkt. In 2011 zal de dialoog met de taxibranche gaande blijven. 3.1.2.3 Een sociaalveilige stad: wat mag het kosten? Een sociaal veilige stad Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 11,1 11,8 12,7 12,7 12,7 12,7

Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer

11,1 11,1 10,7 10,7 10,7 10,7

Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds

1,0 0,8 2,0 2,0 2,0 2,0

Baten - 0 0 0 0 0 0 Mutaties in reserves -1,0 -0,8 -2,0 -2,0 -2,0 -2,0

Saldo 11,1 11,1 10,7 10,7 10,7 10,7

De verlaging van het saldo in 2011 is het gevolg van de voorgeschreven nominale aanpassing.

3.3 Subprogramma: Een goede bereikbaarheid van de stad 3.3.1 Een goede bereikbaarheid van de stad: Wat willen we bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 4: Gebruik P+R-plekken Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal parkerende auto’s op Amsterdamse P+ R terreinen

422.065 2009 Nader in te vullen

Nader in te vullen

Toelichting De streefwaarden voor P+R (Parkeer + Reis) weerspiegelen de bezetting van de huidige bestaande P+R plaatsen. Hierbij is de aanwending van de € 32 miljoen uit het programakkoord nog niet meegenomen. Hierover dient eerst verdere gedachtevorming plaats te vinden. In 2010 wordt hiervoor een visie ontwikkeld.

Raadsdruk Begroting 2011 144

Page 150: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.3.2 Een goede bereikbaarheid van de stad: Wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 4: Gebruik P+R-plekken Realisatie & exploitatie P+R’s � Exploitatie P+R Bos en Lommer: De P+R telt 100 plaatsen in een gehuurde garage bij

het Bos en Lommerplein. Exploitatie is voorzien tot en met 2012 � Exploitatie P+R World Fashion Center: In 2010 in gebruik genomen. De P+R telt 250

plaatsen. Exploitatie is voorzien tot en met 2012 � Realisatie en exploitatie P+R Zeeburg II: Begin 2010 in de P+R Zeeburg II geopend.

Deze P+R telt 400 plaatsen en is gelegen op het Zeeburgereiland. Op termijn zullen de P+R Zeeburg en de P+R Zeeburg II worden vervangen door een nieuwe P+R elders op het Zeeburgereiland

� Realisatie en exploitatie P+R Gaasperplas: Deze P+R telt 320 plaatsen en is gelegen nabij de metrohalte Gaasperplas en de A9. De exploitatie van deze P+R is voorzien tot en met 2015

� Realisatie en exploitatie P+R Sloterdijk II: Er bestaan mogelijkheden om de capaciteit van de huidige P+R Sloterdijk te verdubbelen van 200 naar 400 plaatsen. Hiermee wordt de exploitatie van deze P+R aanzienlijk meer kostendekkend. Exploitatie is voorzien vanaf (eind) 2011 of (begin) 2012

� Realisatie en exploitatie P+R Noord: Ten noorden van de toekomstige metrohalte Buikslotermeerplein is ruimte om een P+R van 800 tot 1000 plaatsen te realiseren. Exploitatie is voorzien vanaf 2016

� Realisatie en exploitatie P+R Overamstel: Ten zuiden van de metrohalte Overamstel bestaat de mogelijkheid om (op het huidige GVB-terein) een P+R van 400 plaatsen te realiseren (met uitbreidingsmogelijkheden tot 800 plaatsen). Deze P+R zou eind 2015 in gebruik genomen kunnen worden.

P+R tweede fase In het Programakkoord wordt voor deze collegeperiode een budget van € 32 miljoen uitgetrokken voor investeringen ‘in nieuwe P+R plekken in de omgeving van de Ring A10’. Hiermee wordt aangesloten bij het P+R Programma van het Actieplan Voorrang voor een Gezonde Stad (VGS) dat sinds 2008 loopt. Begin 2010 heeft uw Vergadering de Voortgangsrapportage P+R Programma behandeld en geconstateerd dat er een duidelijke visie op P+R’s nodig is. Het is de Amsterdamse ambitie bezoekers van de stad te bedienen met P+R’s van waar met een aanvaardbare reistijd en frequentie per OV naar het centrum gereisd kan worden en terug. In 2011 krijgt een visie voor de efficiënte uitvoering van die ambitie vorm en zal het oorspronkelijke P+R Programma uit het Actieplan VGS daarop – waar nodig – aangepast worden. Randstad Urgent De projecten van Randstad Urgent in de metropoolregio Amsterdam zijn: Planstudie weg Schiphol Amsterdam Almere (A6/A9), A4 Schiphol, Planstudie OV Schiphol Amsterdam Almere Lelystad, Werkstad A4, Gebiedsontwikkeling Haarlemmermeer, Langetermijnvisie Schiphol, Toekomstagenda Markermeer/IJmeer en de Schaalsprong Almere. Door de val van het kabinet is onduidelijkheid gekomen over de toekomst van Randstad Urgent terwijl de projecten doorlopen. Op dit moment zijn de ministeries en de regionale overheden op zoek naar nieuwe vormen van samenwerking om bovenstaande projecten te begeleiden en te versnellen. Planstudie Schiphol Amsterdam Almere De (onderlinge) bereikbaarheid van Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad staat steeds meer onder druk. Naar het zich laat aanzien, wordt door de minister van V&W eind 2010 het Tracébesluit Schiphol-Amsterdam-Almere genomen. In een aanvullende overeenkomst tussen rijk en de gemeente Amsterdam worden afspraken over onder meer de inpassing, geluidsmaatregelen, waterberging, inbreng gronden en de uitgangspunten voor de uitvoering, gedetailleerd vastgelegd. Hierna kan de uitvoering door Rijkswaterstaat starten.

Raadsdruk Begroting 2011 145

Page 151: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Westrandweg/ 2e Coentunnel Het project Westrandweg/2e Coentunnel van Rijkswaterstaat houdt voor Amsterdam in de komende periode, naast het verlenen van de benodigde vergunningen en goedkeuringen, voornamelijk het er op toezien in dat de afspraken met Rijkswaterstaat worden nagekomen. Volgens de huidige planning kunnen weg en tunnel eind 2012 worden opengesteld. Aansluiting Nieuw-West op de om te leggen A9 Op 31 oktober 2005 hebben rijk, provincie Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, gemeente Haarlemmermeer, Schiphol BV en de gemeente Amsterdam een overeenkomst getekend voor de verlegging van de A9 bij Badhoevedorp. In de huidige planning is de Omlegging A9 bij Badhoevedorp in 2016 gereed. In 2014 worden kosten gemaakt voor de voorbereiding van de aansluiting van de omgelegde A9 op de S106. In 2015 en 2016 zal de uitvoering plaatsvinden. OV SAAL De knelpunten in het openbaar vervoer tussen Schiphol, Amsterdam, Almere en Lelystad en kansrijke oplossingen worden onderzocht in de Planstudie OV SAAL. Voor de korte termijn maatregelen in Amsterdam is het Tracébesluit gereed gekomen voor de inspraakprocedure. Eind 2010 moet met de uitvoering van deze maatregelen van start worden gegaan. In 2010 moet er een besluit genomen worden over de korte termijnmaatregelen in Almere en de middenlange termijnmaatregelen rond 2020. In het kader van de RAAM-brief van het kabinet aan de Tweede Kamer (najaar 2009) heeft de gemeente Almere de opdracht gekregen een werkmaatschappij op te richten die de opdracht heeft de plannen voor de westelijke ontwikkeling van Almere inclusief IJmeerverbinding te optimaliseren. Uiterlijk in 2012 neemt het kabinet een definitief besluit over de IJmeerverbinding. Spoor Een beter treinproduct is van belang voor Amsterdam: een optimale dienstregeling, grotere capaciteit van het spoor, kwaliteitsverbetering van stations en omgeving, investeringen in ketenvoorzieningen et cetera. Daarbij is het voor de stad van belang dat de groei van het gebruik van de spoorlijnen niet ten koste gaat van de leefbaarheid en er voldoende mogelijkheden blijven voor ruimtelijke ontwikkeling langs het spoor en rondom de stations. De komende tijd spelen de volgende zaken: � langere termijn spoorplannen in het kader van MRA-net (Metropool Regio Amsterdam) � het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer � de planvorming van de spoorprojecten OV SAAL en de Transformatorweg Aansluiting � de planvorming van de stationsprojecten Sloterdijk, Centraal, Muiderpoort, Lelylaan,

Amstel, Holendrecht en Sciencepark � afspraken tussen gemeente en de rijksoverheid over spoorvervoer van gevaarlijke stoffen

door de stad

Busstation Buikslotermeerplein en fietsenstallingen Op basis van het – in 2008 – bestuurlijk vastgestelde Investeringsbesluit CAN6 Stationsgebied en Omgeving, is een nieuw architectonisch voorontwerp voor het busstation en de fietsenstalling gemaakt. Dit voorontwerp bevat een scopewijziging ten opzichte van het voorontwerp uit 2002 (geraamd op € 23,7 miljoen, prijspeil 2002). Het nieuwe voorontwerp is geraamd op € 34,6 miljoen. De hogere raming wordt grotendeels verklaard door een nominale aanpassing van het prijspeil, de realisatie van een stationshal op maaiveld, een volledige overkapping over de busperrons. Ook maken de kosten van de ruwbouw van de fietsenstalling nu onderdeel uit van de raming. De eigen bijdrage van de gemeente komt uit op € 3,7 miljoen. Renovatie Station Zuid (korte termijn maatregelen) Door de komst van de Hanzelijn, Noord/Zuidlijn en de ruimtelijke ontwikkelingen op de Zuidas ontstaan er transferproblemen op station Zuid. De definitieve OV terminal komt te laat om de groei op te vangen. Daarom worden op korte termijn maatregelen genomen om de transfer en 6 Centrum Amsterdam Noord

Raadsdruk Begroting 2011 146

Page 152: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

stationscapaciteit van metro en trein te vergroten en worden de huidige wachtvoorzieningen op het metroperron verbeterd. Vanwege de tijdelijke aard en de beschikbare middelen worden de maatregelen sober en doelmatig uitgevoerd. Openbaar Vervoer, overige projecten In 2008 zijn zowel de Amsterdamse OV-Visie 2008-2020 als de Regionale OV-Visie 2010-2030 van de Stadsregio Amsterdam vastgesteld. Na de vaststelling is begonnen met de uitwerking van de Amsterdamse OV-Visie. De ambitie is het aandeel van het openbaar vervoer in de agglomeratie en regio Amsterdam te vergroten. Dit aandeel zal moeten toenemen door zowel de kwaliteit als de capaciteit van het openbaar vervoer te verbeteren. Hierin gaat het onder meer om: � ombouw Amstelveenlijn: de ombouw Amstelveenlijn is een project waarbij het tracé

tussen Amsterdam Zuid en Amstelveen Westwijk omgebouwd wordt van sneltram- tot metrotracé. Door deze ombouw wordt het mogelijk om de capaciteitsproblemen op het tracé het hoofd te bieden

� Noordtangent: een eventuele metroverbinding naar Zaanstad is vermoedelijk pas na 2030 een reële optie. In de periode tot 2030 is het wenselijk om de noordelijk IJ-oevers te ontsluiten met een hoogwaardige busverbinding met eigen infrastructuur, zoals ook de Zuidtangent die heeft. Een verkenning naar een Zaantangent onder voorzitterschap van de Stadsregio in de vorm van een HOV-bus is inmiddels afgerond en wordt vervolgd. In 2011 wordt de planstudiefase afgerond en wordt de uitvoeringsfase van bepaalde onderdelen gestart

• Westtangent: In het 1e kwartaal 2010 is gestart met de verkenningsstudie naar de Westtangent. Dit is een beoogde hoogwaardige openbaar vervoerverbinding tussen Station Sloterdijk en Schiphol(-Oost). De meeste OV-verbindingen in het westen van de stad zijn gericht op het centrum. Dit zorgt voor veel omrijbewegingen voor de bewoners van dit deel van de stad. Eind 2010 zal de verkenningsfase bestuurlijk worden afgerond en zal een begin worden gemaakt met de planstudiefase. Deze vindt ook in 2011 plaats

� Westelijke tramlijnen: een pakket van maatregelen is noodzakelijk om deze lijnen naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer zorgt voor financiering – ongeveer 5% van de regionale bijdrage (is 2,5% op het totale bedrag) worden gefinancierd uit eigen middelen

Parkeren In 2010 is het bestaande parkeerbeleid geactualiseerd, waarbij de evaluatie van de tariefsverhogingen en andere parkeermaatregelen in het kader van het Actieplan Voorrang voor een Gezonde Stad (VGS) zijn meegewogen. Het geactualiseerde parkeerbeleid zal regels en normen stellen dan wel (nieuwe) taken bij de gemeente neerleggen om het straat- en garageparkeren in de stad te reguleren. Daarbij wordt ingegaan op de ontwikkelingen ten aanzien van tariefdifferentiatie op grond van milieukenmerken, milieuvergunningen en elektrisch vervoer. Naar verwachting leidt dit in 2011 tot bestuurlijke vaststelling en een aanpassing van de Parkeerverordening en de Parkeerbelastingverordening. 3.3.3 Een goede bereikbaarheid van de stad: Wat mag het kosten? Goede bereikbaarheid van de stad Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 16,6 12,3 12,9 12,4 10,8 19,1

Uitgaven aan project Westrandweg

0,7 1,7 0,3 0,2 0,1 0,0

Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 15,9 10,6 12,5 12,2 10,7 19,1

Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves -16,6 -12,3 -12,9 -12,4 -10,8 -19,1

Saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Raadsdruk Begroting 2011 147

Page 153: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.4 Subprogramma: Een goede mobiliteit in de stad 3.4.1 Een goede mobiliteit in de stad: Wat willen we bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 5 : Betere toegankelijkheid OV Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Bushaltes die toegankelijk zijn voor mensen met een fysieke beperking

Aantal bushaltes toegankelijk: 0

2008 Aantal bushaltes in Noord, Zuidoost en Westerpark

Aantal bushaltes in Geuzenveld, Slotervaart, Westpoort en Osdorp

Aantal bushaltes in Bos en Lommer, Baarsjes, Oud West, Oud Zuid en Zuideramstel

Aantal bushaltes in Centrum en Zeeburg (gehele programma 918 bushaltes)

Doelstelling 6: Meer fietsers dicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aandeel fiets in de modal split7 Volgt na vaststelling MJP Fiets 2011-2014

Toelichting De bushaltedoelstelling is gebaseerd op het plan dat samen met de Stadsregio Amsterdam is opgesteld. Gekeken wordt naar het ontwikkelen van een indicator voor de meting van het bereik dat het vergroten van de toegankelijkheid OV heeft voor de burgers. De streefwaarden (het aantal toegankelijk gemaakte bushaltes) volgen nog. Jaarlijks wordt een enquête gehouden onder de fietsers in Amsterdam. Het aandeel fiets in de modal split was ook in de vorige periode een van de indicatoren. In 2010 wordt aan een nieuw Meerjarenbeleidsplan Fiets 2011-2014 opgesteld. Daarin wordt uitgewerkt welke maatregelen op welke doelgroepen gericht moeten worden om het meest kansrijk te zijn bij het realiseren van de doelstelling meer fietsers. Op basis van dit plan kunnen ook de streefwaarden worden aangegeven. Doelstelling 5 : Betere toegankelijkheid OV Op 21 april 2009 heeft ons College het plan van aanpak vastgesteld voor het aanleggen van 918 toegankelijke bushaltes in Amsterdam, met als belangrijkste kenmerken: � de haltes liggen op het hoofdnet Openbaar Vervoer � het zijn ‘sterhaltes’ (haltes bij ziekenhuizen, bejaardenhuizen, winkelcentra) � een gefaseerde aanpak per stadsdeel en per lijn

Het projectgebied omvat de gehele stad Amsterdam. In alle stadsdelen komen bushaltes voor die in aanmerking komen voor een aanpassing in verband met de toegankelijkheid. De planning van voorbereiding en uitvoering is gebaseerd op de oude indeling van de stadsdelen en op basis van het aantal haltes dat kan worden uitgevoerd. Voor de tramhaltes geldt dat op dit moment 47% van de tramhaltes is opgehoogd, maar dat voor de resterende 242 halten nog een aanzienlijk budget benodigd is. In 2010 zal met de Stadsregio gekeken worden hoe de aanpak van de resterende haltes vormgegeven dient te worden. Doelstelling 6: Meer fietsers In 2010 wordt een nieuw Meerjarenbeleidplan Fiets (MJP 2011–2014) opgesteld. In 2011 wordt gestart met de implementatie daarvan. Het aandeel van de fiets in het totaal aantal verplaatsingen en de waardering die Amsterdammers geven aan Amsterdam als fietsstad zijn belangrijke graadmeters waaraan het beleid wordt getoetst. Om de doelstellingen en daaraan gekoppelde projecten en maatregelen uit het nieuwe Meerjarenplan te kunnen realiseren, is een integrale aanpak noodzakelijk. Het gaat daarbij om het fietsnetwerk, fietsenstallingen, fietsendiefstal, verkeersveiligheid, beeldvorming en gedragsbeïnvloeding.

7 De verdeling van de verschillende vervoersvormen over de auto, het OV en de fiets

Raadsdruk Begroting 2011 148

Page 154: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het Hoofdnet Fiets verbindt op een voor fietsers veilige, snelle en comfortabele manier alle woongebieden met alle belangrijke voorzieningen en bestemmingen in de stad. Het Hoofdnet Fiets wordt in 2010 en 2011 verder verbeterd door fysieke verbeteringen van bestaande routes en de realisering van ontbrekende schakels. � Langzaamverkeerspassage CS: Dit is één van de drie grote ontbrekende schakels in het

hoofdnet fiets, die in het MJP Fiets zijn aangewezen als eerste (centraal) stedelijke prioriteit bij aanleg van fietsinfrastructuur. De passage zorgt voor een snelle, directe en verkeersveilige fiets- en voetgangersverbinding tussen de IJzijde van het Centraal Station en de stadszijde. Aan de stadszijde ontsluit de Langzaam Verkeersverbinding tevens de door ProRail nieuw te bouwen Fietsenstalling CS

� Fietsroute van Hasseltweg (Mosplein-Meeuwenlaan): Dit is ook één van de drie grote ontbrekende schakels in het hoofdnet fiets. De verbinding maakt het toekomstige metrostation Van Hasseltweg bereikbaar voor fietsers en voetgangers. Ook biedt het een directe verbinding tussen de delen van Noord die ten westen en ten oosten van de N/Z-lijn en Nieuwe Leeuwarderweg liggen. Door verlaging van de Nieuwe Leeuwarderweg is een aantal directe langzaam verkeersverbindingen in oost-westrichting vervallen. De nieuwe verbinding vervangt deels de vervallen verbindingen

� Oosteinde, aanleg tweerichtingsfietspad: Het betreft de uitvoering van de aanleg van een tweerichtingsfietspad dat aansluit op de geregelde fietsoversteek over de Stadhouderskade naar de Hemonystraat. De veiligheid voor fietsers (m.n. schoolgaande jeugd) wordt verbeterd door op het hele traject tussen Frederiksplein en Hemonystraat een tweerichtingen fietsroute te realiseren. Het maaiveld van Oosteinde wordt door Stadsdeel Centrum heringericht (30-km gebied) in overleg met de Nederlandse Bank. Daar past verlegging van het fietspad naar de oostzijde van het Oosteinde goed in. De aanleg van het fietspad dient dan ook geïntegreerd te worden in de plannen van het stadsdeel.

Fietsenstalling Leidseplein Realisatie van een hoogwaardige Fietsenstalling voor 2700 fietsen onder het Leidseplein/Kleine Gartmanplantsoen. De Nota van Uitgangspunten Leidseplein is in februari 2010 vastgesteld. Verwachte oplevering is 2014. Fysiek programma fiets (knelpunten & stallingen) Dit is een impulsbudget voor stadsdeelinvesteringen in het hoofdnet fiets, op basis van het MJP Fiets. Investeringen in het Hoofdnet fiets zijn volgens de Nota Stedelijke Infrastructuur een taak voor de stadsdelen. Voor de jaren 2010, 2011 en 2012 wordt een studiebudget opgenomen voor het verkennen van de haalbaarheid van nieuwe stallingen (onder fietsbeleid). In 2012 t/m 2014 zijn ook bijdragen in het Mobiliteitsfonds vrijgemaakt voor het realiseren van deze stallingen. De verkenningen moeten onder andere uitwijzen wat de stallingen kosten, welke locaties in aanmerking komen en hoe ze gefinancierd moeten worden. Dure, ondergrondse stallingen zijn niet realiseerbaar gezien de huidige financiële situatie, temeer daar er nauwelijks sprake is van cofinanciering. Behoud van de huidige doorstroming Stedelijk verkeersmanagement binnen Amsterdam richt zich op de hoofdnetten auto, openbaar vervoer en fiets. Kenmerkend voor verkeersmanagement is proactief handelen en het treffen van dynamische maatregelen. Hierbij staat de verkeersdeelnemer centraal. Dit gebeurt onder andere door het ontwikkelen en uitvoeren van scenario’s voor de verschillende modaliteiten en voor verschillende situaties. De ontwikkelde scenario’s zijn in te zetten voor betere benutting van het huidige wegennet: � in de reguliere (spits-)situaties � rond incidenten � bij geplande wegwerkzaamheden � bij evenementen Daarnaast vindt er incidentmanagement plaats op de corridors. Dit houdt bijvoorbeeld in dat een auto met pech binnen 15 minuten weggesleept wordt. In 2010 is gewerkt aan het verminderen van verkeershinder bij de zomerwerken door het inzetten van speciaal ontwikkelde scenario’s. Met deze scenario’s kan de instroom en uitstroom van verkeer door

Raadsdruk Begroting 2011 149

Page 155: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

middel van de verkeersregelinstallaties zodanig beïnvloed worden dat dit de doorstroming van het verkeer op de omleidingroutes bevorderd. Ook in 2011 worden voor de omleidingroutes tijdens de zomerwerken scenario’s gemaakt en ingezet. Bij het zoeken naar de optimale situatie wordt gebruik gemaakt van het ontwikkelde dynamische verkeersmodel.

Tramsporenplan CS Als onderdeel van de herinrichting van de stadszijde CS worden de tramemplacementen opnieuw ingericht en worden tramsporen verlegd. De tramhaltes worden zodanig verbouwd dat deze voldoen aan de nieuwste toegankelijkheidsnormen. De start uitvoering is afhankelijk van de oplevering van andere projecten in de omgeving (met name IJSEI en N/Z-lijn). Eerst wordt het oostelijk emplacement aangepakt, daarna het westelijk emplacement. Gedurende de werkzaamheden is een tijdelijk emplacement op het Prins Hendrikplantsoen voorzien.

ODE-brug stationseiland Dit is onderdeel van de grote stadshartlus. In het kader van de ruimtelijke ontwikkelingen op het Oosterdokseiland en de aanleg van de stadshartlus is een nieuwe brug nodig in het verlengde van de oostbuis van de Oostertoegang, ter vervanging van de huidige dam die meer naar het oosten ligt. Naast aanleg van de brug wordt de oostbuis van de Oostertoegang geherprofileerd en wordt de aansluitende kruising op de Prins Hendrikkade aangelegd. De uitvoering is reeds begonnen. Werkgroep Oplossing Doorstromingknelpunten aan Netten (WODAN) Een apart onderdeel van het verkeersmanagement in de stad is de Werkgroep Oplossing Doorstromingknelpunten aan Netten (WODAN). Deze werkgroep draagt zorg voor een gestructureerde en efficiënte aanpak van knelpunten in de doorstroming op alle hoofdnetten door relatief kleine en eenvoudige ingrepen. De komende jaren zijn onder andere de realisatie van vrij liggende trambanen op de zogenaamde Ringen Oud-Zuid en Oud-West in de programmering. IJSEI 12 december 2009 is het busstation met een tijdelijke inrichting opgeleverd. De afhankelijkheid van de voortgang van andere projecten op en om het Stationseiland heeft er aan bijgedragen dat plaatsing van de kap verschoven is in de planning. In 2010 worden de restwerkzaamheden voor de tijdelijke inrichting van het busstation verricht. In het voorjaar van 2011 wordt de ruwbouw van de Noord/Zuidlijn aan de IJzijde gerealiseerd. De laatste delen van de auto-onderdoorgang en het busstation worden dan gebouwd. Deze werkzaamheden worden verricht door de Noord/Zuidlijn, waarna het terrein begin 2012 wordt overgedragen aan IJsei dat dan de resterende werkzaamheden kan uitvoeren. In overleg met de aannemer wordt gezocht naar de meest geschikte methode om de overkapping aan te brengen binnen aanvaardbare financiële grenzen zonder de dienstregeling van het busstation te verstoren. Tot deze definitieve inrichting is het busplatform tijdelijk ingericht met abri’s. Verdieping Westertoegang Met de komst van de Stadshartlus (en de bijbehorende knip in de Prins Hendrikkade voor het Victoria hotel) neemt het belang van de Westertoegang voor het verkeer toe. De Westertoegang zal na oplevering van het busstation IJ-zijde gaan dienen als belangrijke aanrijdroute voor het OV. Behalve de verdieping van de westbuis zelf, wordt het wegprofiel gereconstrueerd, kabels en leidingen verlegd, de verlichting vernieuwd en de aansluitende kruispunten Droogbak/Prins Hendrikkade en de De Ruijterkade opnieuw ingericht. De realisatie van dit project zorgt voor: � een betere doorstroming van de bussen van en naar het busstation naar het westen van

Amsterdam � een beter bereikbare binnenstad voor met name vrachtwagens en touringcars � verbetering van de fysieke veiligheid door het scheiden van de verkeersstromen � verbetering van de sociale veiligheid onder het treinviaduct door beter overzicht en goede

verlichting Het exacte moment van uitvoering is afhankelijk van andere projecten in de omgeving, zoals de Noord/Zuidlijn, IJSEI, ODE-brug en de Oostertoegang. Gestreefd wordt naar oplevering in 2013.

Raadsdruk Begroting 2011 150

Page 156: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

AMSYS Dit programma behelst: � aanschaf van nieuwe metrovoertuigen voor het bestaande metronet en voor de

Noord/Zuidlijn � voorbereiding en realisatie van exploitatievoorzieningen waaronder de

onderhoudswerkplaats en opstelvoorzieningen voor de metrovoertuigen � aanschaf van systemen die de metrovoertuigen veilig, stipt en (mogelijk) automatisch

laten rijden voor het bestaande metronet en NZL � het realiseren van overige ICT-voorzieningen voor het bestaande net en de Noord/Zuidlijn � het leveren van een bijdrage aan de systeemintegratie en het test- en proefbedrijf

Noord/Zuidlijn Metrovoertuigen Na toekenning van het uitvoeringskrediet en afronding van de onderhandelingen met de beoogde leverancier is op 18 februari 2010 de Koopovereenkomst voor de metrovoertuigen (serie M5/M6) ondertekend door leverancier Alstom en de gemeente Amsterdam. Alstom werkt in 2010 het ontwerp voor de metrovoertuigen uit. De oplevering van de M5-metrovoertuigen (voor het bestaande metronet) vindt plaats vanaf begin 2012 en de oplevering van serie M6 (voor de Noord/Zuidlijn) vanaf 2014. Signalling & Control (S&C) In 2009 heeft uw vergadering ingestemd met het principebesluit tot volledig automatisch rijden op het bestaande metronetwerk en de Noord/Zuidlijn. In 2010 dient, in samenwerking met de Stadsregio, financiële dekking gezocht te worden voor de S&C-systemen. IJweg west (Westerdoksdijk / Westelijk Stationseiland / De Ruijterkade) De Ruijterkade zal in 2012 worden heringericht. Dit is vooruit lopend op de herontwikkeling van het gehele gebied Westelijk Stationseiland. Aan de IJzijde zal de kade enkele meters het IJ ingeschoven worden. Er zal een nieuwe kade worden gemaakt met een breed trottoir. In deze strook zullen bomen, een vrij liggend fietspad in tweerichtingen, een strook met daarin parkeervakken, een weg met 2 x 1 rijstrook en een brede middenberm worden gerealiseerd. Door het realiseren van laad- en losvakken voor touringcars zullen ook de riviercruises beter bereikbaar zijn. Oplevering is, (mede) afhankelijk van werkzaamheden in- en rond het busstation IJ-zijde en autotunnel, naar verwachting eind 2012. Veren DIVV is opdrachtgever van de veren die over het IJ varen. Het betreft de verbindingen van Amsterdam CS met het IJplein, de Buiksloterweg en het NDSM-terrein en het veer tussen de Houthavens en het NDSM-terrein/Distelweg. De veren worden geëxploiteerd door GVB-veren. Sinds december 2007 is DIVV ook opdrachtgever van de veerverbindingen over het Noordzeekanaal bij Velsen, Buitenhuizen en Zaandam. Connexxion/Naco is de exploitant van deze veren. Het doel van DIVV als opdrachtgever is de Amsterdamse veren en de Noordzeekanaalveren op het huidige kwaliteitsniveau te laten doorvaren. In 2011 wordt het nieuwe Meerjarig Beleidsplan Veren 2011-2014 afgerond. 3.5 Noord/Zuidlijn Maatschappelik effect De Noord/Zuidlijn gaat ervoor zorgen dat Amsterdam beter bereikbaar wordt èn blijft. De Noord/Zuidlijn verbindt Amsterdam Noord met Amsterdam Zuid. In de binnenstad is geen plaats voor nog meer trams en bussen. Onder de grond is wel ruimte. De metro biedt een alternatief voor de vaak overvolle trams en bussen. De reis van het Buikslotermeerplein naar Station Zuid duurt nog maar 16 minuten.

Raadsdruk Begroting 2011 151

Page 157: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.5.1 Noord/Zuidlijn: wat willen we bereiken? Het doel van het project Noord/Zuidlijn is het realiseren van een werkend vervoersysteem Noord/Zuidlijn binnen de kaders die daarvoor zijn gesteld door uw Vergadering voor wat betreft scope, tijd en geld. De Noord/Zuidlijn voldoet aan een vervoersbehoefte in Amsterdam en zorgt ervoor dat de stad zich ook straks als moderne metropool kan doorontwikkelen. De realisatie van de Noord/Zuidlijn is een groot en complex project waarbij sprake is van veel raakvlakken met verschillende actoren. De invloed van de omgeving op het project en andersom is groot. Risicomanagement is voor het project een belangrijk beheersinstrument. Bij de bouw is veiligheid een topprioriteit. De veiligheid van de omgeving en die van de bouwers van de Noord/Zuidlijn mogen nooit in het geding zijn. 3.5.2 Noord/Zuidlijn: wat gaan we ervoor doen? De hoofdactiviteiten in de uitvoering van de Noord/Zuidlijn in 2011 zijn: � het afzinken van de tunnelelementen Sixhaven � het afzinken van tunneldeel CS � het boorproces van het Scheldeplein naar de Vijzelgracht met de passage Ceintuurbaan � Het definitief ontgraven en de realisatie van de fundatievloer diepe stations Vijzelgracht

en Rokin � het gereedmaken van de doorbraak van de geboorde tunnel naar de diepe stations

Ceintuurbaan, Vijzelgracht en Rokin � de aanbesteding en gunning van het contract Tunneltechniek en Afbouw � het aanbestedingsproces Signalling & Control en ICT & Telecom � de werkzaamheden om te komen tot een integraal werkend vervoersysteem � de werkzaamheden ter voorbereiding op het opleveren, het (tijdelijk) beheer en de

exploitatie van het werkend vervoersysteem

Raadsdruk Begroting 2011 152

Page 158: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.5.3 Een goede mobiliteit in de stad; wat mag het kosten Goede mobiliteit in de stad Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 101,3 98,6 146 344,2 330,5 97,9

Exploitatie Parkeergebouwen 36,6 31,9 30,7 31,2 28,9 28,7 Subsidie Fietsersbond strategisch beheer CFA

0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Coördinatie uitvoering 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6

Exploitatie veren 8,2 8,2 8,2 8,2 8,2 8,2 Exploitatie NZK-veren, rentetoevoeging

10,2 10,3 10,5 10,6 10,5 10,4

Uitgaven infrastructuurprojecten IJsei, IJweg

7,2 14,8 7,4 11,2 18,3 6,0

Westertoegang en langzaamverkeerpassage, decentralisate uitkering

0,0 2,0 2,8 2,0 0,0 0,0

Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 20,3 16,4 18,9 25,3 14,4 9,7

Uitgaven gemeentelijk aandeel NZ-lijn

0,0 0,0 43,1 221,9 215,3 0,0

Kapitaallasten 15,7 11,9 21,3 30,7 31,8 31,8 Baten - -77,5 -73,8 -111,4 -301 -288,6 -56,8

Coördinatie uitvoering, bijdragen derden

-0,8 -0,8 -0,8 -0,8 -0,8 -0,8

Inkomsten Parkeergebouwen -35,7 -28,0 -27,8 -28,3 -27,1 -27,6 Exploitatie veren -0,9 -0,9 -0,9 -0,9 -0,9 -0,9

Exploitatie NZK-veren, rente-inkomsten

-10,2 -10,3 -10,5 -10,6 -10,5 -10,4

Kapitaallasten parkeergarages 0,6 0,6 0,7 0,8 0,9 0,9

Mutaties in reserves -30,5 -34,4 -72,1 -261,2 -250,2 -18

Saldo 23,8 24,8 34,6 43,2 41,9 41,1

Het wijzigingen in het saldo wordt voor dit subprogramma grotendeels veroorzaakt door de ontwikkelingen in het resultaat van Parkeergebouwen en stijgende kapitaallasten bij de Noord/Zuidlijn. In onderstaande tabel wordt nader ingegaan op het onderdeel Parkeergebouwen: Meerjarenontwikkeling Parkeergebouwen 2010 t/m 2014

2010 2011 2012 2013 2014

Oorspronkelijke meerjarenraming

€ 561.430- € 2.542.420- € 2.056.110- € 2.037.500- € 801.610-

Mutaties van invloed op het resultaat: Prijsstijging 2010 negatief conform begrotingscirculaire € 138.750 Prijsstijging 2010 negatief conform motie 434 € 63.260

Taakstelling 2010 € 1.000.000 Supportershome Ajax v.n.l. kapitaallasten € 435.000- € 435.000 Frictiekosten 2010 € 700.000- € 700.000 Opzeggen bedrijfsabonnement (pwc) € 410.000- € 205.000- Lagere opbrengsten door het niet verhogen van de prijzen in de garages in samenhang met het straattarief en de economische recessie. € 713.900- Bijstelling opbrengsten in verband met lagere bezettingsgraden tengevolge van de economische recessie. € 819.490-

Raadsdruk Begroting 2011 153

Page 159: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Meerjarenontwikkeling Parkeergebouwen 2010 t/m 2014

2010 2011 2012 2013 2014

Extra afschrijving Parkeerapparatuur Zeeburg oud in verband met de samenwerking met P+R Zeeburg nieuw. € 55.000- € 55.000 Hogere kosten 5OV kaartjes i.v.m meer P+R klanten. € 70.000- Lagere kapitaalrente Willempoortsgarage € 80.000 Hogere kapitaallasten i.v.m. investeringen € 97.000- Overig € 37.390 € 76.310 Lagere opbrengst Parkeerterreinen i.v.m Cirque du Soleil € 435.000- Hogere kapitaallasten i.v.m. investeringen en hoger rente percentage leningfonds. € 140.000- Hogere kapitaallasten i.v.m. investeringen in Willempoortsgarage en parkeerapparatuur en hoger rente percentage leningfonds.

€ 491.390-

Lagere kapitaallasten i.v.m. minder afschrijvingen en lagere rentelasten € 205.890 € 179.040 Verbetering resultaat t.g.v inkomstenstijging

€ 510.000 € 1.030.000 € 1.560.000

Geactualiseerde meerjarenraming € 2.542.420- € 2.056.110- € 2.037.500- € 801.610- € 937.430 Parkeergebouwen boekt vanaf 2010 een structurele resultaatsverbetering (taakstelling) van € 1 miljoen. Om dit te realiseren wordt een bedrijfsplan Huis op orde opgesteld. De meerjarenraming is een voorlopige schatting van de resultaten die met Huis op orde kunnen worden gemaakt. In de loop van 2010, als het bedrijfsplan is opgeleverd zal een nauwkeuriger raming worden opgeleverd. Het ontwikkelen van het bedrijfsplan leidt tot eenmalige frictiekosten van € 0,7 miljoen in 2010. Vanaf 2012 wordt rekening gehouden met een inkomstenstijging van 2% (ruim € 500.000) per jaar ten gevolge van het economisch herstel, een hogere bezettingsgraad ten gevolge van de effecten van de marketingplannen en een lichte aanpassing van de parkeertarieven. Overige ontwikkelingen in het saldo algemene dienst: � in de Actualisatie 2010 is de reserve vakantiegeld van Parkeergebouwen vrijgevallen als

gevolg van besluitvorming bij de Jaarrekening 2009 � het saldo neemt in de Actualisatie 2010 toe met € 2,0 miljoen vanwege de toekenning

van de decentralisatie-uitkering voor het project Langzaam Verkeerpassage. Deze wordt in drie jaartranches in 2010 t/m 2012 uitgekeerd

� Begroting 2011: Het saldo neemt in totaal met € 0,8 miljoen toe vanwege de toekenning van de decentralisatie-uitkering voor het project Verdieping Westertoegang (eenmalig € 0,84 miljoen)

� Begroting 2012: Het saldo neemt af door het wegvallen van de eenmalige decentralisatie-uitkering voor het project Verdieping Westertoegang. Tevens starten dit jaar de kapitaallasten van het gemeentelijk aandeel van het AMSYS-krediet dat leidt tot een accres van € 0,4 miljoen

� Begroting 2013: Het saldo neemt met ruim € 0,4 miljoen toe omdat de bestemmingsreserve die is gevormd uit het Vereveningsfonds voor een bijdrage aan het NDSM-veer is uitgeput. Deze saldotoename is ook verwerkt in de maatregel uit de heroverwegingen ‘Synergie door samenvoegen twee veerbedrijven’. Daarnaast is de decentralisatie-uitkering voor het project Langzaam Verkeerpassage geëindigd waardoor het saldo met € 2 miljoen afneemt

Raadsdruk Begroting 2011 154

Page 160: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.6 Subprogramma: Een schone stad

3.6.1 Een schone stad: wat willen we bereiken?

Programakkoord 2011-2014 Doelstelling 7: Luchtkwaliteit verbeteren Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Oordeel NSL of Amsterdam op schema ligt om doel 2015 te bereiken (2015: reductie van NO2 met 0,5 µ / m3 in 2015 door projecten uit VGS)

Ontwikkeling op schema

Ontwikkeling op schema

Ontwikkeling op schema

Ontwikkeling op schema

Toelichting De doelstelling voor luchtkwaliteit laat zich moeilijk herleiden naar technische indicatoren per jaar en is nog in ontwikkeling. De wisselingen in inzicht en de afhankelijkheden zijn groot. Relevanter is de analyse van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of Amsterdam op schema ligt voor het behalen van de Europese doelstelling voor 2015. Dit is belangrijk voor de gezondheid en voor de bouwactiviteiten in de stad. De indicator voor het verwijderen van graffiti is nog in ontwikkeling. Overige doelstellingen Doelstelling 8 : Schone stedelijke infrastructuur op niveau sober Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Verwijderen graffiti (gekoppeld aan O&S 2.11 bewoners die hinder/ overlast ondervinden)

90% van alle klad en plak op DIVV-masten8, op het hoofdnet Rail, de S100/Singelgracht-zone alsmede in het centrum wordt binnen 10 werkdagen verwijderd

1/1/2010 Niveau sober: verwijdering van graffiti vindt niet meer plaats m.u.v. gemelde schokkende teksten en afbeeldingen

3.6.2 Een schone stad: wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 7: Verbeteren luchtkwaliteit: Voorrang voor een gezonde stad Het plan Voorrang voor een Gezonde Stad (VGS) bevat een pakket maatregelen voor minder en schoner autoverkeer in Amsterdam. In 2008 is het plan aangemeld bij het Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL). In het NSL worden lokale, regionale, landelijke en Europese maatregelen gebundeld en wordt de (verwachte) luchtkwaliteit gemonitord met behulp van de zogenaamde saneringstool. Binnen het NSL is het Actieplan VGS aangemerkt als een primaire maatregel. Dit betekent dat met behulp van het Actieplan VGS de concentratie NO2 in Amsterdam in 2015 met 0,5 µ/m3 moet zijn gereduceerd. Op dit moment worden alle luchtkwaliteitsmaatregelen doorgerekend en gekeken welke maatregelen effectief zijn, met als doel maximaal effect per geïnvesteerde euro te behalen. Doelstelling 8: Beheer en onderhoud Vanuit het beheer van het hoofdnet auto, OV en fiets op het niveau sober vindt verwijdering van graffiti niet langer plaats met uitzondering van gemelde schokkende teksten en afbeeldingen.

8 DIVV masten: verkeers- en verlichtingssystemen en bovenleiding tram

Raadsdruk Begroting 2011 155

Page 161: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.6.3 Een schone stad: Wat mag het kosten?

Begroting 2011

Begroting 2012

Een schone stad Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 9,1 7,2 2,0 2,4 6,8 2,5 Mobiliteit en openbaar vervoer 0,0 4,2 0,0 0,0 0,0 0,0 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds

9,1 2,9 2,0 2,4 6,8 2,5

Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves -9,1 -7,2 -2,0 -2,4 -6,8 -2,5

Saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

3.7 Subprograma: Een hele en mooie stad

3.7.1 Een hele en mooie stad: wat willen we bereiken?

Overige doelstellingen Doelstelling 9: Hele infrastructuur op niveau sober Indicator Nulmeting en

peildatum 2011 2012 2013 2014

Technische kwaliteit verharding wegvak, percentage totale rijbaan oppervlak hoofdnet auto

Voldoende 81% matig 4% onvoldoende 15%

Sober: voldoende:60% matig: 23% onvoldoende: 17%

Doelstelling 10: Een aantrekkelijk verlichte stad Indicator Nulmeting en

peildatum 2011 2012 2013 2014

Op 1/1/2015 voldoet meer dan de helft van de lampen, armaturen en masten aan de eisen qua standaardisering, dus aan één van de negen standaarden uit het Beleidsplan Openbare Verlichting Amsterdam

In ontwikkeling

Toelichting Voor bovenstaande doelstelling voor de kwaliteit van de wegvakken wordt gebruik maakt van een landelijke normering. Voor een aantrekkelijk verlichte stad wordt uitgegaan van de vastgestelde eisen uit het beleidsplan Openbare Verlichting Amsterdam. 3.3.2.2 Een hele en een mooie stad: wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 9: Beheer en onderhoud De stedelijke hoofdinfrastructuur, bestaat uit het Hoofdnet Auto, het Hoofdnet Fiets, het Hoofdnet Rail en de Hoofdvaarwegen. Beheer en onderhoud vindt plaats door DIVV, dit geldt ook voor de bruggen, viaducten, gemeentelijke sluizen en autotunnels die in de hoofdinfrastructuur liggen. De meeste onderdelen van de infrastructuur zijn op het niveau verzorgd of zijn, via inmiddels genomen maatregelen, op weg naar dat niveau. Uw Gemeenteraad heeft op 19 november 2008 ingestemd met het voorstel om te kiezen voor het niveau verzorgd en de nota vastgesteld. In het kader van de heroverwegingen wordt nu voorgesteld dit niveau terug te brengen naar sober. Zie voor de onderhoudsniveaus verder de verplichte paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.

Raadsdruk Begroting 2011 156

Page 162: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Wibautstraat (tussen Mauritskade en Spoorviaduct) Het uitvoeringsbesluit is in 2010 door Uw Vergadering genomen. Hiermee werd het definitief ontwerp vastgesteld en het uitvoeringskrediet verleend om de Wibaustraat tussen de Mauritskade en het spoorviaduct te reconstrueren. De reconstructie zal gefaseerd worden uitgevoerd, beginnend met het verwijderen en verplanten van bomen. Voor de zomer starten de voorbereidende werkzaamheden om de stuwluchtopeningen van de metro te verplaatsten van de flanken van de Wibaustraat naar de toekomstige middenberm. In september 2010 begint de werkelijke reconstructie van de Wibaustraat. De werkzaamheden zullen volgens de huidige planning eind 2011 afgerond zijn. Utrechtsestraat In samenwerking met stadsdeel Centrum en het GVB vindt groot onderhoud plaats aan de tramsporen en bruggen in de Utrechtsestraat en wordt het straatmeubilair en de bestrating vernieuwd. Naast renovatie van de bruggen over de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht, vindt eveneens ophoging plaats van de brug over de Keizersgracht naar de gangbare doorvaarthoogte. De tramperrons op de Keizersgracht en de Prinsengracht worden aangepast om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarnaast zullen er maatregelen worden genomen die een positieve invloed hebben op de kosten van onderhoud, de levensduur en de productie van geluid en trillingen van de tram. De uitvoering is gestart in september 2009 en vindt plaats in 3 fasen. In elke fase wordt een brug en een stuk van de Utrechtsestraat aangepakt. Dit om de overlast voor de omgeving (winkeliers) zoveel mogelijk te beperken. Door tegenvallers in de uitvoering (meer vervuiling, slechtere fundering dan voorzien, lange vorstperiode) is vertraging opgelopen. Grootste knelpunt is echter de samenwerking met de aannemer, en met name de onvoldoende aanpak en inzet. De huidige werkzaamheden in fase 1 hebben hierdoor grote vertraging opgelopen en daarmee ook de eindoplevering van het hele werk (oorspronkelijk december 2010). Naar verwachting wordt dit minimaal september 2011, maar uitloop tot maart 2012 is mogelijk. Hogesluis De renovatie van de brug Hogesluis is in 2009 gestart. De tijdelijke hulpbrug is september 2009 opgeleverd. Direct hierna is de renovatie gestart. De in het bestek voorziene werkzaamheden waren gebaseerd op ervaring en een aantal vooronderzoeken. Bij de uitvoering is echter geconstateerd dat de brug ‘technisch op‘ is. Tevens bleek de staat van het natuursteen slechter dan aangenomen. Deze constateringen hebben er toe geleid dat het bestek grotendeels (natuursteen en technische uitvoering) is herschreven en opnieuw geprijsd met als gevolg dat aanvullende financiering vereist is om de brug te kunnen renoveren. Definitieve besluitvorming zal plaatsvinden in tijdens de behandeling van de Begroting 2011 door uw Vergadering. De uitkomsten daarvan zijn bepalend voor de verdere planning. Reconstructie Weesperstraat De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast maken de Weesperstraat en het Weesperplein onderdeel uit van het Masterplan Wibaut-as. In 2009 heeft een scoopwijziging m.b.t. het project Wibaut-as plaatsgevonden. Ons College heeft aangegeven de reconstructie van de Weesperstraat gezien de onderlinge samenhang te willen koppelen aan de reconstructie van het Weesperplein (t/m de kruising met de Mauritskade). Mauritskade (tussen Muntendamstraat en Alexanderplein) De technische staat (asfaltopbouw en ondergrond) van deze weg is erg slecht. Vervangingsonderhoud is noodzakelijk. Binnen de scope van de Centrale Stad valt derhalve de vervanging van de rijbanen waarbij tegelijkertijd de aanwezige fietspaden worden vervangen. Waar nog geen vrijliggende fietspaden aanwezig zijn worden deze gerealiseerd in het kader van een duurzaam veilige inrichting. Stadsdeel Oost richt tegelijkertijd de openbare ruimte aan de waterzijde in, evenals de voetpaden gelegen aan de huizenzijde. Planvoorbereiding Leidseplein en omgeving Het huidige Leidseplein maakt een chaotische indruk. Het voetgangersareaal wordt doorsneden door tramlijnen met tramhaltes op het plein. Er is een taxistandplaats op het plein

Raadsdruk Begroting 2011 157

Page 163: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

en fietsen worden massaal op het plein gestald. Er is een maatschappelijke en Bestuurlijke wens om het Leidseplein opnieuw in te richten dusdanig dat het een beter verblijfsgebied wordt. De raden van stadsdeel Centrum en de gemeente Amsterdam hebben in januari respectievelijk februari 2010 de Nota van Uitgangspunten vastgesteld voor de herinrichting van de Leidsebuurt. Renovatie Oostlijn Het project Renovatie Oostlijn bestaat uit vijf clusters: Tunnelwerk (spoorgebonden tunnelveiligheid en spoorvervanging), Vluchtwegmaatregelen (Stationgebonden tunnelveiligheid), Bovengrondse Perronrenovatie, Stationsrenovaties en Kraaiennest. Het laatste is als afzonderlijk cluster gedefinieerd vanwege de samenwerking met en de cofinanciering door stadsdeel Zuidoost. � Vluchtwegmaatregelen (tunnelveiligheid): De werkzaamheden aan de tunnelveiligheid

zouden oorspronkelijk in 2010 worden uitgevoerd. Omdat de aannemer de vereiste werkplannen niet tijdig gereed had, heeft deze de benodigde vergunningen niet ontvangen. Gevolg is dat een deel van de werkzaamheden aan de tunnelveiligheid naar verwachting in 2011 wordt uitgevoerd. De testen en het proefbedrijf van de vluchtwegmaatregelen worden eveneens in 2011 uitgevoerd

� Stationsrenovaties: In 2010 is het Programma van Eisen voor de Stationrenovatie afgerond. Het PvE vormt de basis vormt voor het toetsen van de ontwerpen van de architect. Het voorlopig ontwerp van de stations wordt begin 2011 afgerond waarna met de definitieve ontwerpen zal worden gestart. De uitvoering van de stationsrenovaties staat gepland voor 2013-2014. Vooruitlopend op de stationsrenovaties zullen in 2011 de laatste roltrappen in de stations van de Oostlijn worden vervangen. Verder wordt samen met de Stadsregio Amsterdam gewerkt aan het maken van definitieve afspraken over de financiering van de wens om hogere ambities na te streven bij de stationsrenovaties

� Kraaiennest: De werkzaamheden aan station Kraaiennest verlopen voorspoedig en de verwachting is dat het station medio 2011 in gebruik kan worden genomen. De werkzaamheden zijn afgestemd met de start van de ontwikkelingen van de omgeving door stadsdeel Zuidoost in het kader van de Bijlmervernieuwing

3.3.2.3 Een hele en mooie stad: wat mag het kosten?

Begroting 2011

Begroting 2012

Een hele en mooie stad Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie ‘10

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 221,8 219,8 227,1 220,4 220,8 212,0 Beheer stedelijke infrastructuur 38,0 34,6 35,0 35,4 36,5 37,5

Beheer en onderhoud OV-infrastructuur

108,2 109,7 108,8 108,8 108,8 108,8

Parkeerbeheer 13,9 13,9 13,9 13,9 13,9 13,9 Kapitaallasten stedelijke infrastructuur

46,8 46,3 51,2 54,8 52,6 50,8

Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 6,4 4,2 10,5 6,8 8,8 0,8 Uitgaven uit de reserve beheer stedelijke infrastructuur 2,9 5,4 2,0 0,4 0,0 0,0 Overig 5,6 5,6 5,6 0,2 0,2 0,2

Baten - -125,5 -127,0 -126,0 -126,3 -126,3 -126,3 Rijksbijdrage exploitatie openbaar vervoer

-107,7 -109,1 -108,2 -108,2 -108,2 -108,2

Inkomsten stedelijke infrastructuur -3,9 -3,9 -4,0 -4,2 -4,2 -4,2

Inkomsten Parkeerbeheer (214.0.09)

-13,9 -13,9 -13,9 -13,9 -13,9 -13,9

Mutaties in reserves -15,8 -14,0 -12,5 -7,2 -8,8 -0,8

Saldo 80,6 78,8 88,6 86,9 85,7 84,9

Raadsdruk Begroting 2011 158

Page 164: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Toelichting op de ontwikkeling van het saldo op hoofdlijnen: � Actualisatie 2010: Het saldo neemt af met € 1,8 miljoen. Dit is het resultaat van de

nominale aanpassing (-€ 0,6 miljoen), lagere kapitaallasten (-€ 0,5 miljoen) vanwege lagere investeringen in 2009 en een decres van € 0,8 miljoen bij openbare verlichting. Deze laatste is veroorzaakt door lagere kosten voor energie (€ 0,7 miljoen), het deels inboeken van de Ontwikkelingsalliantietaakstelling voor € 0,3 miljoen (budgetneutraal met SRG Overig) en hogere kosten door het toenemen van schades van € 0,2 miljoen. Het saldo stijgt tot slot met € 0,1 miljoen vanwege de hogere kosten voor het beheer busstation CS. Voor met name het onderhoud aan de roltrappen/lift, het verwijderen van graffiti en de kosten vanwege vandalisme, energievoorziening, het aardingsnet en de camera- en audiosystemen, drinkwaterlevering, de inspectie van de droge blusleiding en de vuilwaterafvoer en eigenaarlasten waren de kosten te laag geraamd

� Begroting 2011: Het saldo stijgt met € 9,7 miljoen. Belangrijkste oorzaak hiervoor is het wegvallen van de eenmalige vrijval uit de bestemmingsreserve Beheer Stedelijke infrastructuur van € 5,9 miljoen, die het saldo in 2010 verlaagde. Ook de incidentele prioriteit voor de Rode Loper uit 2010 van € 1,5 miljoen valt weg waardoor het saldo met dit bedrag afneemt. Daarbij nemen de kapitaallasten toe met € 4,9 miljoen en is door areaaluitbreiding € 0,4 miljoen meer benodigd voor het dagelijkse onderhoud. Begroting 2012: Belangrijkste wijziging is het wegvallen van de post aflossing voorfinanciering personeelsvoorziening GVB van € 5,4 miljoen. Het saldo neemt toe met € 3,7 miljoen vanwege hogere kapitaallasten (€ 3,5 miljoen) en areaaluitbreiding (netto € 0,2 miljoen.)

� Begroting 2013: Het saldo neemt af met € 1,1 miljoen. Dit is het resultante van vrijval in de kapitaallasten van € 2,2 miljoen en € 1 miljoen vanwege areaaluitbreiding. Belangrijk onderdeel van deze laatste betreft de bewaking en bediening van de tunnel achter CS

� Begroting 2014: Het saldo neemt af met € 0,8 miljoen. Dit is het resultante van vrijval in de kapitaallasten van € 1,7 miljoen en € 0,9 miljoen vanwege areaaluitbreiding. Belangrijk onderdeel van deze laatste betreft het onderhoud van de tunnel achter CS

Raadsdruk Begroting 2011 159

Page 165: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4 Reserves, voorzieningen, investeringen Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties 2010

verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties 2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves IJweg West (VE) 6,6 0,0 1,9 4,7 0,0 2,7 2,0 0,2 0,0 0,0 Westrandweg / 2e Coentunnel (VE)

2,3 0,0 1,7 0,7 0,0 0,3 0,3 0,1 0,0 0,0

Reserve beheer stedelijke infrastructuur

11,7 0,0 9,2 2,4 0,0 2,0 0,4 0,0 0,0 0,0

Egalisatiereserve CAN-gebied

5,6 0,2 0,8 5,0 0,2 0,7 4,5 4,1 3,6 3,0

Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn

480,3 0,0 0,0 480,3 0,0 43,0 437,3 215,4 0,0 0,0

NDSM-veer 1,4 0,0 0,5 0,9 0,0 0,5 0,4 0,0 0,0 0,0 Gemeentelijk aandeel in kosten busstation / auto-onderdoorgang CS

48,1 3,0 13,0 38,2 0,0 4,7 33,5 24,1 6,0 0,0

Risicoreservering IJsei 7,9 0,0 3,0 4,9 0,0 0,0 4,9 4,9 4,9 4,9 Bewonersgarages Zuidoost

2,0 0,1 0,9 1,2 0,1 0,5 0,8 0,4 0,4 0,4

Inrichting Wibautas (UNA-geld)

0,6 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mobiliteitsfonds - algemene reserve

3,1 0,0 1,6 1,5 0,0 0,0 1,5 1,5 1,5 1,5

Reserve Voorrang Gezonde Stad

4,2 0,0 4,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Vakantiegeld van voormalig DAB - Parkeergebouwen medewerkers

0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mobiliteitsfonds - bestemmingsreserve

51,4 38,0 44,2 45,2 47,8 61,7 31,4 14,2 2,8 0,0

Reserve WW van voormalig DAB-Parkeergebouwen medewerkers

0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,4 0,4 0,4 0,4

Totaal reserves 625,7 41,3 81,7 585,4 48,1 116,1 517,4 265,3 19,6 10,2 4.1 Reserves Te handhaven reserves IJweg Onttrekking vindt plaats ten behoeve van de uitvoering. Westrandweg / 2e coentunnel Onttrekking vindt plaats ten behoeve van de uitvoering. Reserve beheer stedelijke infrastructuur In de Begroting 2008 is voor een bedrag van € 12,96 miljoen een aantal incidentele prioriteiten toegekend voor het onderhoud van wegen, tunnels en wachtsteigers (Basisweg, circuit Oostoever, Europaboulevard, tunnels, noodstroomvoorziening tunnel en Wibautas). De uitvoering van de projecten en de besteding van de middelen zullen in de periode 2008-2012 plaatsvinden. Voor € 5,9 miljoen heeft de onttrekking in 2010 betrekking op de vrijval van de reservering voor Wibautas (conform de Voorjaarsnota 2009). De overige onttrekking 2010 heeft betrekking op de projecten Oostoever, Wibautas, tunnels en wachtsteigers. Tevens wordt voorgesteld in 2010 de onderschrijding op het project Europaboulevard van € 498.000 aan te wenden voor de dekking van de overschrijding bij het project Stadhouderskade. In 2011 heeft de onttrekking betrekking op Wibautas, tunnels en de wachtsteigers.

Raadsdruk Begroting 2011 160

Page 166: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Egalisatiereserve CAN-gebied Op 11 februari 2009 is besloten tot het vormen van een reserve ter dekking van de aanloopverliezen van het Parkeerschap Boven 't Y tot een bedrag van € 6.827.000. De onttrekkingen betreffen de verrekening van deze nadelige saldi. De dotaties betreffen de ontvangen rentevergoeding over deze belegde reserve. Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn Onttrekking vindt plaats ten behoeve van de Noord/Zuidlijn. NDSM-veer De onttrekking betreft de jaarlijkse bijdrage aan de exploitatie van het veer. Daarnaast is er rente aan de reserve toegevoegd. Gemeentelijk aandeel in de kosten busstation/auto-onderdoorgang CS Onttrekking ten behoeve van de dekking van het gemeentelijk aandeel van de uitvoeringskosten IJsei. Risicoreservering IJsei Dit betreft een reserve ter dekking van de risico’s van het project IJsei.

Bewonersgarages Zuidoost

Met deze reserve wordt het exploitatieresultaat op de garages Zuidoost verrekend. In de Begroting 2010 is uitgegaan van overdracht van de D, E en K serie van de garages Zuidoost. De overdracht is afgezien van de K serie niet gerealiseerd. De onttrekkingen betreffen het nadelig exploitatieresultaat van de garages. De dotaties hebben betrekking op de ontvangen rentevergoeding over deze belegde reserve. Inrichting Wibautas De onttrekking heeft betrekking op de gedeeltelijke dekking van de herprofilering Wibautas.

Mobiliteitsfonds-Algemene Reserve

De onttrekking is conform het meerjarenvoorstel 2010-2014 Vervallen reserves Voorrang voor een gezonde stad In de Begroting 2008 is voor een bedrag van € 13,235 miljoen incidenteel toegekend in het kader van acties Voorrang Gezonde Stad. De uitvoering en de besteding van het restant van de middelen vindt in 2010 plaats. 4.2 Voorzieningen Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties 2010

Verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties 2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Voorzieningen Risicofondsen N/Z-lijn 260,9 0,0 0,0 260,9 0,0 0,0 260,9 260,9 259,9 159,7 Exploitatie en investeringen NZK-veren

228,8 10,3 5,4 233,7 10,5 9,2 235,0 234,1 232,1 237,4

Groot onderhoud Parkeergebouwen

3,4 0,5 0,8 3,1 0,5 1,4 2,2 1,8 1,6 1,3

Bijdrage OGA Fietsenstalling Zuid/WTC

1,3 0,0 0,1 1,1 0,0 0,1 1,0 0,8 0,7 0,5

Brandwerende coating Piet Heintunnel

0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0

Casco en funderingsherstel Noord/Zuidlijn

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal voorzieningen 494,7 10,8 6,5 498,9 11,0 10,7 499,2 497,6 494,3 398,9

Raadsdruk Begroting 2011 161

Page 167: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4.2 Voorzieningen Te handhaven voorzieningen Risicofondsen Noord/Zuidlijn Voorziening ter dekking van de risico’s bij de Noord/Zuidlijn. Exploitatie en investeringen NoordZeeKanaalVeren Eind 2007 is de overeenkomst tussen het rijk en de gemeente getekend betreffende de overdracht van de veren over het Noordzeekanaal. Voor de kosten heeft het rijk een afkoopsom betaald van € 220 miljoen. Deze afkoopsom is opgenomen in deze voorziening. De jaarlijkse kosten worden gedekt uit de voorziening. Voor de kosten, bestaande uit exploitatie, beheer en onderhoud, vervangingsinvesteringen, etc. wordt rekening gehouden met een onttrekking van € 5,5 miljoen in 2010 en € 9,2 miljoen in 2011. Aan de voorziening wordt rente tegen een vaste rentevoet van 4,5% toegevoegd. Deze wordt berekend op basis van het gemiddelde van de begin- en eindbalans. Grootonderhoud parkeergebouwen De dotaties betreffen de toevoegingen ten laste van de exploitatierekeningen. De onttrekkingen betreffen het werkelijk te plegen groot onderhoud. Zowel de dotaties als het werkelijk te plegen groot onderhoud zijn gebaseerd op een goedgekeurde onderhoudsbegroting. Bijdrage OGA fietsenstalling Zuid/WTC De onttrekkingen hebben betrekking op de bijdrage van OGA aan de jaarlijks huurkosten van de fietsenstalling Zuid. Brandwerende coating Piet Heintunnel Dit werk kan pas uitgevoerd worden na 2011 omdat de komende jaren werkzaamheden in de IJtunnel gepland zijn en conform het corridorbesluit er derhalve in die jaren geen buisafsluiting in de Piet Heintunnel kan plaatsvinden Casco en funderingsherstel Noord/Zuidlijn Deze subsidieregeling wordt beëindigd bij de start bij de start van het boren van de Noord/Zuidlijn. Afwikkeling zal plaatsvinden in het jaar 2010. 4.3 Mobiliteitsfonds Voeding Centraal Mobiliteitsfonds Amsterdam ontvangt via twee kanalen parkeerbelasting. Ten eerste via de verkoop van parkeervergunningen aan bewoners van Amsterdam en ten tweede via de verkoop van parkeerrechten op straat aan bezoekers (verkoop van week/maand/jaarkaarten, parkeer en bel en parkeerautomaat). Deze parkeerbelasting wordt namens de stadsdelen geïnd door Cition (en voor de voormalige stadsdelen Bos en Lommer en De Baarsjes deels door PCH). De stadsdelen zijn verplicht een deel van deze inkomsten af te staan aan het Centraal Mobiliteitsfonds (CMF) van de Centrale stad. De overige inkomsten vloeien naar de individuele parkeerfondsen van de stadsdelen, die hier de parkeerhandhaving van betalen en het resterende geld mogen gebruiken voor de realisatie van projecten op het gebied van verkeer en vervoer en/of openbare ruimte. Verwachte ontwikkeling totale parkeeropbrengsten Amsterdam In het najaar van 2009 heeft DIVV O+S opdracht gegeven om een analyse uit te voeren ten aanzien van de oorzaak van het op de oorspronkelijke verwachting achterblijven van de totale parkeerinkomsten over 2009. Uit deze analyse blijkt dat circa 67% van het verschil tussen de werkelijke en verwachte opbrengst is te verklaren op basis van structurele oorzaken. Dit verschil zal dus ook in de komende jaren niet meer goedgemaakt kunnen worden. Er wordt nu ingeschat dat de parkeeropbrengsten in de jaren 2010 en 2011 een autonome groei zullen vertonen tot het niveau dat gelijk is aan helft van de resterende 33% (te bereiken in 2011). Hiervoor zijn verschillende redenen aan te geven waarbij het wegebben van het schrikeffect een belangrijke is. Daarnaast wordt op basis van de programakkoorden van de stadsdelen er

Raadsdruk Begroting 2011 162

Page 168: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

van uitgegaan dat de stadsdelen Oost en West de vergunningtarieven in hun stadsdeel zullen optrekken naar het nu geldende hoogste niveau en dat de voorgenomen invoering van fiscaal parkeren in het laatste deel van Buitenveldert en een groot deel van het voormalige stadsdeel Slotervaart in 2011 hun beslag hebben gekregen. Op basis van deze uitgangspunten wordt voor de komende jaren de volgende totale opbrengst uit parkeerbelastingen verwacht: 2010 2011 2012 2013 2014

€ 130,2 miljoen € 132,5 miljoen € 134,2 miljoen € 134,01 miljoen € 134,06 miljoen

Tegenvallende parkeeropbrengsten en de taakstelling Een belangrijk knelpunt wordt veroorzaakt door het feit dat de effecten van de invoering van de nieuwe parkeertarieven, parkeergebieden en parkeerbloktijden in 2009 op de totale inkomsten uit parkeerbelasting te hoog zijn ingeschat. In werkelijkheid kwam er in 2009 niet € 137,7 miljoen binnen, maar € 126,1 miljoen. Door de nieuwe afdrachtsystematiek houdt een aantal stadsdelen nu minder geld over dan in 2008 (na afdracht aan het CMF en vóór aftrek van de handhavingkosten). Tot slot speelt er nog een probleem over de afdracht over het jaar 2009. Bestuurlijk is een principeafspraak gemaakt dat stadsdelen er wat betreft inkomsten niet op achteruit mochten gaan ten opzichte van de inkomsten 2008. Dit is nog niet definitief afgekaart. Dit geldt ook voor een eventuele compensatie voor het jaar 2010. Daarnaast is in het programakkoord een taakstelling van € 10 miljoen structureel opgenomen voor de parkeeropbrengsten, De verdeling tussen stad en stadsdelen is nog onderwerp van gesprek. Vanwege de onzekerheden omtrent de inkomsten kan het bestedingsvoorstel voor het Mobiliteitsfonds nog niet worden gepresenteerd, maar zal deze met een separaat voorstel aan uw Vergadering worden voorgelegd.

Raadsdruk Begroting 2011 163

Page 169: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel (x € 1.000)

1 P+R programma tweede fase

Uitvoering n.a.v. van nieuwe visievorming P+R in 2010 met start programma tweede fase

Realisatie van visievorming 2010

2.000 2.000

2 Reconstructie Rode Loper Reconstructie Rokin fase 1

Reconstructie Rokin fase 1

5.000 5.000

3 Taxibeleid en handhaving Het voortzetten van het taxibeleid

Verbeterde Amsterdamse taximarkt

500 500

7.500 7.500 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel (x € 1.000)

4 IJsei toezicht, 2011 t/m 2014

Toezichthouders op het busplatform gedurende de tijdelijke situatie als gevolg van werkzaamheden Noord/Zuidlijn conform richtlijnen DMB

Veiligheid en BHV organisatie busstation

410 410

410 410 S4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel (x € 1.000)

5 Vervangingsonderhoud infrastructuur

De noodzakelijke vervangingen en reconstructies van hoofdnet auto, bruggen, kades en oevers en sluizen

Infrastructuur op niveau

1.200 1.200

6 Reconstructie historische Hogesluisbrug

In plaats van de gedachte renovatie dient de brug volledig vernieuwd te worden met historisch uiterlijk

Brug geschikt voor 80 jaar met het authentieke uiterlijk

400 400

7 Meerkosten Noord/Zuidlijn Dekking gemeentelijk aandeel en tekort indexering rijk

Aanleg Noord/Zuidlijn

1.430 1.430

3.030 3.030

Raadsdruk Begroting 2011 164

Page 170: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel (x € 1.000)

8 Lager beheer niveau (dIVV) Beheer en onderhoud stedelijke infrastructuur terug naar niveau Sober

-1.150 -1.150

9 Marktconforme afschrijvingsmethodiek Parkeergebouwen

Marktconforme afschrijvingsmethodiek Parkeergebouwen

-500 -500

10 Hogere kostendekkendheid bestaande P+R

Tarief naar 8 euro in 2011

-500 -500

11 Verhogen rendabiliteit Materiaaldienst (dIVV)

Stoppen met Wegbouwkundig Adviesbureau, WBA

-150 -150

12 Nieuwe verdeelsystematiek parkeeropbrengsten en heroverwegingen in Mobiliteitsfonds

Nieuwe verdeelsystematiek parkeeropbrengsten en heroverwegingen in Mobiliteitsfonds

-10.000 -10.000

13 Besparing op diverse onderdelen van DIVV

Besparing op diverse onderdelen van DIVV

-1.000 -1.000

-13.300 -13.300

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. P+R programma tweede fase Ons College constateert dat er een duidelijke visie op P+R’s nodig is om efficiënt invulling te geven aan de Amsterdamse ambitie bezoekers van de stad te bedienen met P+R’s van waar met een aanvaardbare reistijd en frequentie per OV naar het centrum gereisd kan worden en terug.In 2011 krijgt een visie voor de efficiënte uitvoering van die ambitie vorm en zal het oorspronkelijke P+R Programma uit het Actieplan VGS daarop – waar nodig – aangepast worden. Voor deze ‘tweede fase’ van dit bijgestelde P+R-programma is € 2 miljoen opgenomen in ons verdelingsvoorstel. 2. Reconstructie Rode Loper Het Programakkoord spreekt als ambitie uit in deze bestuursperiode met de reconstructie van de Rode Loper te beginnen. Voor de eerste fase van het project op het Rokin (tussen Dam en Spui) is een bedrag van € 5 miljoen opgenomen. 3. Taxibeleid en handhaving Naast de middelen die voor Taxi reeds voorzien in het mobitiliteitsfonds is incidenteel € 0,5 miljoen opgenomen in ons verdelingsvoorstel. Ons College acht dit nodig om het ingezette taxibeleid voort te kunnen zetten. Onder andere werkt ons College aan het opstellen van een Amsterdams Taxxxi plan. Dit plan wordt met de inwerkingtreding van de nieuwe Taxiwet verwerkt tot een Amsterdamse taxiverordening 2011, waarmee de gemeente de taximarkt reguleert. In 2011 wordt deze verordening geïmplementeerd.

Raadsdruk Begroting 2011 165

Page 171: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

I4 Overige prioriteiten

4. IJsei toezicht, 2011 t/m 2014 Om te voldoen aan de gemeentelijke richtlijnen en ervoor te zorgen dat de veiligheid wordt gewaarborgd zijn toezichthouders ingeschakeld bij IJsei. Zij vormen de BedrijfsHulpVerlening (BHV) organisatie van het busstation. De kosten voor de toezichthouders zijn € 0,4 miljoen per jaar en lopen tot en met 2014. Het betreft hiermee een meerjarig incidentele prioriteit.

S4 Overige prioriteiten

5. Vervangingsonderhoud infrastructuur Deze prioriteit betreft de volgende projecten in 2011: 1. Amstelveense weg fase 3 – Zuid ts. Zeilstraat en Stadionplein: Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie van de Amstelveenseweg tussen Zeilstraat en Stadionplein. De technische kwaliteit is slecht en heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Daarnaast is het kruispunt Amstelveenseweg/Zeilstraat en het Haarlemmermeercircuit een Blackspot. Een duurzaam veilige inrichting ontbreekt. Ten aanzien van het gebruik is het gewenst om over de volledige lengte fietspaden aan te leggen, waar ze nu nog ontbreken. Voor de voorbereiding is een bedrag van € 0,4 miljoen benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar 2. C. Douwesweg-Coentunnelcircuit: Het gaat om de uitvoering van de vervanging van de Cornelis Douwesweg (vanaf de rotonde met de Hardwareweg) - Verlengde Stellingweg - Coentunnelcircuit. De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud (vervanging) noodzakelijk is. Fase 1 is in 2009 uitgevoerd (Verl. Stellingweg en een deel van de Molenaarsweg). De uitvoering van fase 2 en 3 stond aanvankelijk gepland voor 2013. Door de winterse omstandigheden van eind 2009/begin 2010 is de technische staat zeer slecht geworden. Eerdere uitvoering is noodzakelijk. Als gevolg daarvan is in 2010 al gestart met fase 2. Fase 2 wordt gedekt uit de middelen voor groot onderhoud. In fase 2 wordt de ‘binnenbocht’ aangepakt en in fase 3 komt de ‘buitenbocht’ in uitvoering. Voor de uitvoering van fase 3 is een bedrag van € 1 miljoen benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar 3. De Boelelaan tussen de Buitenveldertselaan en Europaboulevard Voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van de De Boelelaan tussen de Buitenveldertselaan en Europaboulevard. De weg is in een slechte staat en moet op basis van zijn restlevensduur, welke nihil is, en het niet aanwezig zijn van een duurzaam veilige inrichting gereconstrueerd te worden. De uitvoering zal plaatsvinden in 2 fases. De volgende fases zijn te onderscheiden: 1. tussen Buitenveldertselaan en Beethovenstraat en 2. tussen Beethovenstraat en Europaboulevard. Welke fase als eerste wordt uitgevoerd dient nog bepaald te worden. Voor de reconstructie is een bedrag van € 0,9 miljoen benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar. 4. Mauritskade tussen Alexanderplein en Muntendamstraat: Uitvoering van de vervanging van de Mauritskade (tussen Alexanderplein en Muntendamstraat) inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Uit wegbouwkundig onderzoek is naar voren gekomen dat de restlevensduur van de wegconstructie nihil is. Als gevolg hiervan is al een paar noodmaatregels genomen, zodat in ieder geval de veiligheid van de weggebruiker wordt gegarandeerd. Er is een reservering toegekend van € 0,9 miljoen (Q 2007) voor de uitvoering + een bijdrage uit het mobiliteitsfonds van € 0,275 miljoen. De wens van het stadsdeel de openbare ruimte in te richten conform de Nota Singelgrachtzone heeft gevolgen gehad voor de scope van het project. De fietspaden worden zodanig neergelegd dat deze voldoen aan de Nota en de rijbanen worden eveneens aangepast overeenkomstig de maatvoering in de Nota Singelgrachtzone. Een andere scopewijziging betreft de met verkeerslichten geregelde kruising met de 's-Gravenzandestraat. Deze wordt eveneens aangepast en wel zo dat het nu aanwezige knelpunt in de doorstroming op deze corridor wordt opgelost. Voor de uitvoering is een aanvullend budget van € 1,8 miljoen benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar

Raadsdruk Begroting 2011 166

Page 172: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5. Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg: Voorbereiding van de vervanging van de Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg. De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast is er de maatschappelijke behoefte deze wegen in te richten conform de principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Afstemming met de aanleg van de Westrandweg is noodzakelijk. De voorbereidingskosten bedragen € 0,25 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 6. Diepenbrockstraat De voorbereiding van de reconstructie van de Diepenbrockstraat. De technische staat van deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast is een duurzaam veilige inrichting gewenst. Er ligt een relatie met de herinrichting van de Stadionweg en de Hobbemakade. De weg wordt Duurzaam Veilig ingericht met vrij liggende fietspaden. De voorbereidingskosten bedragen € 0,3 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 7. Basisweg tussen Kapelweg en Radarweg Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie/vervanging van de Basisweg tussen Kabelweg en Radarweg. De weg is van groot belang voor de ontsluiting van Westpoort op het rijkswegennet. Het is de zwaarst belaste weg van de stad en is op basis van leeftijd en gebruik toe aan totale vervanging. De uitvoering kan pas gestart worden na het in verkeer nemen van de Westrandweg en 2e Coen. De technische staat van deze weg is zeer slecht en de restlevensduur is op basis van de leeftijd nihil. De weg is op dit moment vanuit Westpoort de enige verbinding met het rijkswegennet. Na in verkeer nemen van de Westrandweg zijn er meerdere aansluitingen op het rijkswegennet. De voorbereidingskosten zijn € 0,35 miljoen. De afschrijvingstermijn bedraagt 30 jaar. 8. Mauritskade tussen Linnaeusstraat en Pontanustraat Voorbereiding van de reconstructie van de Mauritskade tussen Linnaeusstraat en Pontanusstraat, inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Daarnaast heeft stadsdeel Oost-Watergraafsmeer geld gereserveerd om de inrichting van de straat uit te voeren conform de het beleid rond het Singelgrachtprofiel conform de in 2005 vastgestelde Nota Stedelijke Randvoorwaarden Singelgrachtzone. De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast bestaat er een maatschappelijke behoefte om deze weg in te richten conform de principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Onderdeel van het plan is dan ook de aanleg van vrij liggende fietspaden. De voorbereidingskosten bedragen € 0,3 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 9. Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406 Voorbereiding van de reconstructie van de Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406. De technische staat van deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast dient de weg duurzaam veilig ingericht te worden. Hiervoor is het gewenst dat fietspaden worden aangelegd. Er is een afhankelijkheid met de inrichting van de Hobbemakade en de Diepenbrockstraat. De voorbereidingskosten bedragen € 0,3 miljoen. De afschrijvingstermijn is dertig jaar. 10. Baden Powellweg tussen Ookmeerweg en Plesmanlaan De voorbereiding van de vervanging van de Baden Powellweg tussen de Ookmeerweg en de Plesmanlaan. De weg is een belangrijke ader voor de ontsluiting van Osdorp en als gevolg van zijn leeftijd en zijn slechte conditie toe aan vervanging. De technische staat van de weg is slecht en op basis van de leeftijd van de weg is de restlevensduur van de weg nihil. De voorbereidingskosten bedragen € 0,35 miljoen. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 11. Risico Inventarisatie en Evaluatie aan beweegbare bruggen Het betreft hier de uitvoering van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen van de beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur. Op de gemeente rust namelijk de wettelijke verplichting om te beschikken over een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie in het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden. Met name van de al wat oudere bruggen kan nu niet worden aangetoond in welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige

Raadsdruk Begroting 2011 167

Page 173: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

wetgeving. In technische zin bestaat het eindresultaat van het project uit plannen van aanpak met concrete maatregelen per afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau terugbrengen van de risico's. In het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en handhaving van veiligheid in en rond beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur, gepaard gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De projectkosten bedragen € 0,35 miljoen. De afschrijvingstermijn is 20 jaar. 12. Risico Inventarisatie aan sluizen Het uitvoeren van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen van de sluizen in Amsterdam. Ook voor wat betreft de sluizen dient er een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie in het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden te zijn. Met uitzondering van de nieuwste sluizen, kan van het merendeel niet worden aangetoond in welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige wetgeving. In technische zin bestaat het eindresultaat van het project uit plannen van aanpak met concrete maatregelen per afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau terugbrengen van de risico's. In het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en handhaving van veiligheid van en rond sluizen, gepaard gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De projectkosten bedragen € 0,2 miljoen. De afschrijvingstermijn is 20 jaar. 13. Brug 400, vaste brug op de Amsteldijk over het Amstelkanaal Het uitvoeren van de vervanging van brug 400. De PL. Kramerbrug over het Amstelkanaal dient geheel te worden vernieuwd. Vanwege opgetreden scheurvorming, betonschade en corrosie van de stalen liggers, dient het brugdek vernieuwd te worden. Verder is uit nadere controle gebleken dat de fundering wordt overbelast en ook vernieuwd moet worden. Het uitgangspunt bij de vernieuwing is het behoud van het monument, omdat het een rijksmonument betreft. De uitvoering van dit project kan pas starten na gereedkomen van de herprofilering van de Wibautstraat. De totale investering bedraagt € 5 miljoen. De afschrijvingstermijn is 100 jaar. 14. Gedeeltelijke renovatie brug 265 Alexanderplein Het uitvoeren van een renovatie aan brug 265. Een uitgevoerde quickscan heeft aangetoond dat de gemetselde gewelven van het brugdek ter plaatse van de voet-fietspaden veel watervoerende scheuren vertonen. Dit zal tot gevolg hebben dat het brugdek versneld degenereert en niet sterk genoeg meer is. Daarom ligt er nu een voorstel om het brugdek waterdicht te maken en de gemetselde togen van het brugdek ter plaatse van het voetpad en fietspad gedeeltelijk te renoveren. Deze brug is een rijksmonument. De renovatie vindt plaats na de herprofilering van de Wibautstraat. De projectkosten bedragen €655.000. De afschrijvingstermijn is 40 jaar. 15. Onderzoek constructieve veiligheid van bestaande bruggen en viaducten 2011-2014 Bestaande bruggen en viaducten dienen te voldoen aan het Bouwbesluit, artikel 1b Woningwet. Het betreft wettelijke minimum technische eisen voor bestaande bouwwerken geen gebouw zijnde. Voor veel al wat oudere bruggen en viaducten geldt dat niet of onvoldoende kan worden aangetoond of en in welke mate deze op dit moment voldoen aan deze wettelijke eisen. Constructieve veiligheid van bruggen en viaducten is daarnaast belangrijk, omdat een langdurige stremming een grote impact heeft op bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid van de stad. Hierbij kunnen niet in het oog springende constructieve problemen een rol spelen. Bijvoorbeeld de vermoeiing van materiaal door wisselende belastingen, de verkeerstoename en daardoor verhoogde frequentie van belastingen en de toename van de zwaarte van het (vracht)verkeer. Ook veranderingen in de omgeving kunnen van invloed zijn. Op grond van een recent uitgevoerd onderzoek in het kader zwaar transport is geconcludeerd dat de gemiddelde onderzoekskosten per object circa €0,01 miljoen bedragen. Het vraagstuk speelt bij circa 200 bruggen en viaducten. Gezien de omvang van de inspanning is een looptijd van acht jaar gehanteerd met een kasritme van 250.000 per jaar. In eerste instantie wordt er daarom € 1 miljoen aangevraagd. (Voor de uitvoering 2015 - 2018 zal er naar verwachting nogmaals een bedrag van € 1 miljoen nodig zijn.) De afschrijvingstermijn is 20 jaar.

Raadsdruk Begroting 2011 168

Page 174: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

16. Aanvullende dekking voor Utrechtse straat In samenwerking met stadsdeel Centrum en het GVB vindt groot onderhoud plaats aan de tramsporen en bruggen in de Utrechtsestraat en wordt het straatmeubilair en de bestrating vernieuwd. Naast renovatie van de bruggen over de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht, vindt eveneens ophoging plaats van de brug over de Keizersgracht naar de gangbare doorvaarthoogte. De tramperrons op de Keizersgracht en de Prinsengracht worden aangepast om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarnaast zullen er maatregelen worden genomen die een positieve invloed hebben op de kosten van onderhoud, de levensduur en de productie van geluid en trillingen van de tram. De uitvoering is gestart in september 2009 en vindt plaats in 3 fasen. In elke fase wordt een brug en een stuk van de Utrechtsestraat aangepakt. Dit om de overlast voor de omgeving (winkeliers) zoveel mogelijk te beperken. De totale werkzaamheden zullen naar verwachting eind 2010 zijn afgerond. In fase 1 is het project geconfronteerd met een aantal tegenvallers, waaronder sterkere bodemvervuiling en slechtere fundering brug dan uit vooronderzoek bleek, waardoor de uitvoeringskosten voor het project hoger uitvallen. De meerkosten hiervoor worden geschat op € 2,1 miljoen. Grootste knelpunt is de samenwerking met de aannemer. De werkzaamheden hebben hierdoor grote vertraging opgelopen en daarmee ook de eindoplevering van het hele werk (oorspronkelijk december 2010, naar verwachting wordt dit mei 2011). In april 2010 is de boetebepaling uit het bestek in werking gezet en er is een juridische procedure opgestart. De aannemer heeft een kort geding tegen de gemeente aangespannen voor de ingebrekestelling. De aannemer is in het kort geding in het gelijk gesteld. Momenteel worden afspraken gemaakt met de aannemer om fase 1 af te maken en fase 2 en 3 uit te voeren. Wat de gevolgen zijn voor de uitvoering en planning van fase 2 en 3 is nog niet bekend. Vooralsnog is hiervoor een extra deel onvoorzien opgenomen van € 0,5 miljoen. In totaal is er een aanvullend krediet nodig van € 2,57 miljoen. De afschrijvingstermijn is 80 jaar. 18. Instandhouding van de sluizen, oevers en scheepvaartvoorzieningen Dit betreft de voorbereidingscomponent voor de onderdelen sluizen, oevers en scheepvaartvoorzieningen in de hoofdinfrastructuur die in de periode 2012-2015 tot uitvoering komen. Vanwege de uit te voeren groot onderhoud taken en eventuele vernieuwingen zijn middelen nodig om onderzoeken te kunnen uitvoeren. Ook bij de vervolgfasen (voorbereiding t/m fase Aanbesteding & Gunning) zijn onderzoeksbudgetten noodzakelijk. Na de tussenfase ‘Voorontwerp’ kunnen namelijk definitieve aanvragen voor de uitvoeringsfasen worden gedaan. Na de constatering van (mogelijke) grote gebreken of het bereiken van het einde van de levensduur zullen objecten, of delen daarvan, allereerst worden onderzocht en voorbereid op eventuele werkzaamheden. Hierna worden ze opgevoerd in een Voorlopig Ontwerp om vervangen te worden, waarbij in de tussentijd door gegaan wordt met de voorbereiding tot aanbestedingsfase. Voor de voorbereiding t/m fase aanbesteding en gunning is een bedrag nodig van € 1,25 miljoen. De afschrijvingstermijn bedraagt 20 jaar. 19 Brug 117 Raadhuisstraat Het betreft hier de voorbereiding voor de vernieuwing van het brugdek en het versterken van de fundering van brug 117 over de Raadhuisstraat. Uit onderzoek is gebleken dat de sterkte van het brugdek en het draagvermogen van de fundering van de brug onvoldoende sterk zijn voor de belastingnorm, waardoor de brug niet voldoet voor normaal verkeer. Indien er niet vernieuwd kan worden, dient er een aslastbeperking voor zwaar verkeer te worden ingevoerd. Uit nader onderzoek moet blijken welke delen van de brug gerenoveerd moeten worden. Hierbij dient het gemeentelijk monument te worden behouden en dient de brug aan de vigerende regelgeving, zonder functie beperking, te voldoen. Het auto- en tramverkeer mogen tijdens de werkzaamheden niet worden gestremd. De benodigde voorbereidingskosten zijn € 0,2 miljoen. De afschrijvingstermijn is 80 jaar. 6. Reconstructie historische Hogesluisbrug Ter continuering van de renovatie van de Hogesluis, brug 246, conform de ‘reconstructie/renovatievariant’ is deze prioriteit in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Deze variant houdt in dat de waterpijlers volledig worden vervangen, inclusief de kelders. De nieuwe einddatum voor oplevering van de gerenoveerde brug wordt augustus 2012.

Raadsdruk Begroting 2011 169

Page 175: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7. Meerkosten Noord/Zuidlijn Conform het genomen besluit bij de Begroting 2007 worden de kapitaallasten van de meerkosten van de Noord/Zuidlijn (€ 83 miljoen) in zes jaarlijkse tranches gedekt in de begrotingen 2007- 2012. Dit legt een beslag van € 897.000 aan kapitaallasten op de Begroting 2011. In het kader van de Jaarrekening 2006 is voorgesteld de meerkosten op basis van de meest recente financiële prognose Noord/Zuidlijn volgens dezelfde systematiek te dekken; de kapitaallasten van de aanvullende meerkosten van € 41 miljoen worden in vijf tranches gedekt in de Begrotingen 2008-2012. Dit legt een aanvullend beslag op de Begroting 2011 van € 533.000 aan kapitaallasten. Hiermee komt de totale prioriteit op € 1,43 miljoen structureel.

SP4 Structurele posterioriteiten

8. Lager beheer niveau (dIVV) De meeste arealen worden thans op niveau verzorgd beheerd. In de nota BON zijn lagere niveaus gedefinieerd. Het huidig niveau zit tussen niveau Verzorgd en Sober. Het verschil tussen de beheerniveaus wordt met name gevonden in de werkzaamheden gericht op inspectie en het eerstelijnsonderhoud. Ons College stelt voor om het niveau terug te brengen naar sober. 9. Marktconforme afschrijvingsmethodiek Parkeergebouwen Deze ombuigingsmaatregel gaat uit van het niet meer volledig afschrijven van de gebouwen (tot 75% van de stichtingswaarde). Deze wijze van afschrijven sluit beter aan bij hetgeen private partijen in de markt doen en past bij het commerciëler laten werken van Parkeergebouwen. 10. Hogere kostendekkendheid bestaande P+R In ons Programakkoord is als maatregel aangekondigd dat P+R tegen een meer kostendekkend tarief moet gaan plaatsvinden. Ons College stelt voor om het tarief te verhogen naar € 8 in 2011 en € 10 in 2012. 11. Verhogen rendabiliteit Materiaaldienst (dIVV) Van de producten van de Materiaaldienst is het Wegbouwkundig Adviesbureau (WBA) verlieslatend. Grotendeels afstoten van deze taak, met een uitzondering van het keuren van materialen, kan het rendement van de Materiaaldienst verbeteren. 12. Nieuwe verdeelsystematiek parkeeropbrengsten en heroverwegingen in Mobiliteitsfonds Nieuwe verdeelsystematiek parkeeropbrengsten en heroverwegingen in Mobiliteitsfonds 13. Besparing op diverse onderdelen van DIVV Dit betreft een aanvullende besparing op diverse onderdelen van DIVV, zoals de parkeergebouwen, de P&R exploitatie en het verbeteren van het contract ABRI. DIVV zal bij de Actualisatie 2011 een concreet voorstel doen om deze ombuiging in te vullen. Vooralsnog is deze ombuiging als stelpost in de Begroting 2011 verwerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 170

Page 176: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Openbare ruimte, groen, sport en recreatie Maatschappelijk effect Amsterdam blijft een goed bereikbare, compacte stad en stedelijke samenleving met voldoende groengebieden waar zowel jong als oud zich thuis voelen en waar mensen graag wonen, werken en recreëren. De stad heeft een systeem van bereikbare, goed ingerichte en goed beheerde openbare ruimten en groengebieden. Pleinen, straten, parken, sportaccommodaties, volkstuinparken en het regionale landschap maken de stad aantrekkelijker en versterken daardoor de stedelijke (creatieve) economie, maatschappelijke kwaliteit, cultuur en milieu. De Amsterdamse samenleving is een samenleving waarin sport een ‘lifestyle’ is met veel (genieten van) sportbeoefening en waarin topsport een voorbeeldfunctie heeft voor jongeren. Maar ook kan sport als effectief instrument worden ingezet op andere beleidsterreinen, zoals maatschappelijke participatie, sociale cohesie, talentontwikkeling, gezondheid en economie. Sport vormt dan ook een steeds belangrijker onderdeel van gemeentelijk beleid. Sport is behalve leuk, ook gezond en draagt bij aan onderlinge ontmoeting en verbinding. Bovendien hebben topsportevenementen (onder andere: Giro d’Italia, Jumping Amsterdam) een economische spin-off voor de stad. Amsterdam onderschrijft zowel de breedte- als topsport ambities die zijn opgenomen in het Olympisch Plan 2028. In het nieuwe Programakkoord 2010-2014 is onder andere. de Amsterdamse SportDag en Nacht geformuleerd, om sport nog meer onder de aandacht te brengen bij de Amsterdamse jeugd.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma

Lasten + 69,4 65,4 67,6 44,5 49,7 43,9 53,0

Baten - 9,8 3,9 3,3 2,3 1,5 1,4 1,4

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

59,6 61,5 64,2 42,2 48,2 42,5 51,6

Toevoeging minus onttrekking reserves -7,0 - 11,8 - 14,9 0,5 - 5,0 0,4 - 9,1

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

52,7 49,7 49,3 42,7 43,2 42,9 42,5

Saldo reserves 36,1 18,3 17,8 18,3 13,3 13,7 4,6

Saldo voorzieningen 13,2 14,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3

2 Ontwikkelingen en beleidskaders De dynamiek van de stad en de druk van onze bewoners en bezoekers op het stedelijk (verblijfs-) milieu, zowel in de stedelijke omgeving als in de buitengebieden, maken de uitvoering van het voorliggende beleid noodzakelijk. Dat deze voorstellen zijn opgesteld onder een slecht financieel gesternte blijkt uit de sobere invulling die ons College in deze begroting geeft aan de gewenste ontwikkelingsrichting op het gebied van de openbare ruimte en groen. Deze omstandigheid maakt overleg met de stadsdelen en de ons omringende gemeenten om gezamenlijk tot een adequate uitvoering van onze beleidswensen te komen, zowel kwalitatief als kwantitatief des te belangrijker. In 2008 is het Sportplan 2009-2012 door uw Vergadering vastgesteld. De dekking van de hierin opgenomen doelstellingen heeft op incidentele basis plaatsgevonden. In het nieuwe programakkoord zijn de doelstellingen uit dat plan grotendeels overeind gebleven. In de Begroting

Raadsdruk Begroting 2011 171

Page 177: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2011 komen de gevolgen van de financiële crisis tot uitdrukking, en de invloed die zij hebben op de realisering van de ambities die voor de crisis zijn geformuleerd. Toch houden wij onverkort vast aan de belangrijkste doelstellingen voor breedtesport en topsport en ook de financiering van de combinatiefunctionarissen is voor het komende jaar vastgelegd. In 2011 wordt het Amsterdamse werkplan voor de Olympische ambitie aan uw Vergadering voorgelegd. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma In het verband van de Metropoolregio wordt de verdere ontwikkeling van het gedachtegoed van de metropool en van het metropolitane groen stevig voortgezet. Het economische belang van de ‘groenblauwe component’, als onderdeel van de metropolitane strategie, wordt in alle bestuurlijke geledingen erkend. Deze erkenning wordt ruimtelijk doorvertaald in integrale ontwikkelingsvisies en concrete projecten. De werkzaamheden die in de afgelopen bestuursperiode in gang zijn gezet richten zich op de stad, op de overgang tussen stad en land en op het metropolitane landschap van de regio. In 2011 lopen deze werkzaamheden door en wordt er naast bestuurlijk draagvlak ook gezocht naar een organisatievorm en naar de financiën die nodig zijn om de uitvoering van deze regionale projecten mogelijk te maken. Het optimaliseren van de interactie en wisselwerking tussen stad en ommeland is een speerpunt. De stad houdt het ommeland vitaal door te investeren in het beheer (door vertegenwoordiging in de recreatieschappen), in herinrichting (Westrand) en door te investeren in nieuwe economische ontwikkelingen. De scheggen waar het groen tot diep in de stad doordringt, blijven behouden.1 Ecologische gebieden worden met elkaar verbonden en waar mogelijk versterkt en er wordt invulling gegeven aan het Convenant biodiversiteit. De subsidieregeling voor groene daken blijft in stand. 3.1 Subprogramma Groen 3.1.1 Groen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? De investeringen in groen zullen ertoe leiden dat mensen in hun directe omgeving kunnen recreëren en ontspannen. Onder invloed van de wijkaanpak in het stedelijke milieu, zullen de groenvoorzieningen naar verwachting beter benut worden. Overige doelstellingen Doelstelling 1: Recreatieschappen onderdeel van de groene structuur in de Amsterdamse regio en van groot belang voor de recreërende Amsterdammers Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013 Stijging inkomsten schappen en aanpak kostenbeheersing

Professionalisering en verdienend vermogen op gang Begrotingen hebben de neiging te blijven stijgen

Professionele inrichting en aansturing schappen gerealiseerd

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Evaluatie rol Amsterdam

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Conclusie rol Amsterdam in schappen

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Nwe beheerorganisatie in metropolitaan landschap staat in de tijgers

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Nwe beheerorganisate metropolitaan landschap gefaseerd ingevoerd.

1 Scheggen zijn tussen de stedelijke bebouwing gelegen en ondanks de moderne ruimtelijke ordening bewaard gebleven restanten van de oorspronkelijke groene omgeving van de stad. Zij vormen de laatste overblijfselen van de geschiedenis en de natuur van de oorspronkelijke buitengebieden, waarvan de uitlopers soms nog tot vlakbij het stadscentrum doorlopen.

Raadsdruk Begroting 2011 172

Page 178: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.2 Groen: Wat gaan we ervoor doen?

In het Programakkoord 2010-2014 stelt ons College dat de stadsparken, postzegelparken en het cultuurhistorisch landschap en groen in en rond onze stad in een optimale conditie moeten zijn om tegemoet te kunnen komen aan de wensen die de bewoners hebben op het gebied van recreatieve en sportieve in- en ontspanning. Daartoe is het van belang dit stedelijk milieu in stand te houden en uit te breiden. Dit vereist voortdurende en goede kwalitatieve en kwantitatieve zorg. Er is voor de investeringsagenda een lijst gemaakt van projecten die in aanmerking zouden kunnen komen voor een bijdrage uit de groengelden. Het totaal van de met de projecten op deze lijst gemoeide bedragen is meer dan € 20 miljoen. Bovendien is deze lijst een uittreksel van een totale ambitie die nog eens een veelvoud aan investeringen vraagt. Het is dus noodzakelijk om zeer scherp te kiezen waar de beschikbare € 10 miljoen voor wordt ingezet. Het maken van die keuze wordt in de tweede helft van 2010 voorbereid. Daarbij zal de prioriteit liggen bij een beperkt aantal parken en zal bekeken worden of met een deel van de middelen uit het groenfonds versterking van de wijkaanpak mogelijk is. Aan het begin van het begrotingsjaar zal ter besluitvorming een voorstel worden voorgelegd betreffende de toewijzing van middelen aan groenprojecten die en gerealiseerd kunnen worden in deze bestuursperiode en kunnen rekenen op cofinanciering en bijdragen aan de grootstedelijke ambitie. Overige doelstellingen Doelstelling 1: Recreatieschappen onderdeel van de groene structuur in de Amsterdamse regio en van groot belang voor de recreërende Amsterdammers Continuering van de aanbevelingen uit de rapportage aan uw Vergadering uit 2006. De focus ligt op goed financieel beheer. Daarvoor is ambtelijke ondersteuning en advisering van het bestuur noodzakelijk en het voorbereiden en inrichten van besluitvormingsprocessen. De positie van Amsterdam en de rol van Amsterdam in de schappen wordt geëvalueerd en aangepast. Daartoe zal in overleg met de andere deelnemers in de schappen in de komende periode overleg starten. Bepaald moet worden hoe in het licht van de interne en externe financiële taakstelling een substantiële efficiëntieslag tot de mogelijkheden behoort.

3.1.3 Groen: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten +

Kapitaallasten (groenfonds, openbaar groen, Stichting Hortus) 2,6 2,6 2,6 2,6 2,5 2,5 Groenmiddelen 2007-2010 5,1 4.4 0,3 1,5 0,0 0,0 Sloterplas en Parken 5,1 4,2 0,1 2,6 0,0 0,0 ISV/SV 1,7 1,7 0,8 0,0 0,0 0,0 Amsterdamse Bos 6,1 6,0 5,9 6,0 6,0 5,9 Groen plantage/Hortus 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 Doelstelling 1

Bijdragen aan recreatieschappen 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2 2,2 totaal 23,5 21,8 12,6 15,6 11,4 11,3 Baten -

Kapitaallasten (groenfonds, openbaar groen, Stichting Hortus) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 ISV/SV 1,7 1,7 0,8 0,0 0,0 0,0 Amsterdamse Bos 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Doelstelling 1

Bijdragen aan recreatieschappen 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 totaal 2,1 2,1 1,2 0,4 0,4 0,4 Mutaties in reserves -10,3 -8,7 -0,4 -4,0 0,0 0,0 Saldo 1,1 11,0 11,1 11,2 11,1 10,9

Raadsdruk Begroting 2011 173

Page 179: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Actualisatie 2010 Het nadelig saldo in de Actualisatie 2010 blijft ten opzichte van de Begroting 2010 ongeveer gelijk. De voornaamste ontwikkelingen zijn: � in 2010 dalen de uitvoeringskosten van groenprojecten volgens planning met € 0,8 miljoen tot

€ 4,4 miljoen. Voor de vertraagde projecten is bestuurlijk uitstel verleend. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve

� in 2010 dalen de uitvoeringskosten projecten Sloterplas en parken volgens planning met € 0,9 miljoen tot € 4,2 miljoen. Voor de vertraagde projecten is bestuurlijk uitstel verleend. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve

Begroting 2011 Het nadelig saldo van de rompbegroting 2011 daalt ten opzichte van de Actualisatie 2010 met € 0,1 miljoen. De voornaamste ontwikkelingen zijn: � In 2011 dalen de uitvoeringskosten van groenprojecten volgens planning met € 4,1 miljoen tot

€ 0,3 miljoen op basis van bestuurlijke besluitvorming. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve

� In 2011 dalen de uitvoeringskosten projecten Sloterplas en parken volgens planning met € 4,1 miljoen tot € 0,1 miljoen op basis van bestuurlijke besluitvorming. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve

� De uitgaven in het kader van het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing nemen af met € 0,9 miljoen. Dit is saldoneutraal, aangezien hier ontvangsten uit het Investeringsfonds tegenover staan

3.1.4 Groen: risico’s

De risico’s van het Subprogramma Groen zijn onderbesteding of vertraging van besteding. Deze risico’s worden vroegtijdig ondervangen door een strenge selectie van projecten die begin 2011 ter besluitvorming worden voorgelegd.

3.2 Subprogramma Openbare ruimte 3.2.1.Doelstellingen, activiteiten en financiën subprogramma Openbare ruimte De openbare ruimte is de ontmoetingsruimte van de stad, waar het sociale en deels ook het zakelijke leven zich afspeelt. Met name kleinere, creatieve bedrijven gericht op de kennissector zoeken als vestigingsplaats plekken uit waar de openbare ruimte druk, levendig en mooi is. Een kwalitatief hoogwaardig ingerichte openbare ruimte is van levensbelang voor de stad. Overige doelstellingen Doelstelling 1: Prettige, duurzaam ingerichte en goed te gebruiken openbare ruimte met aandacht voor fietsers, voetgangers, gehandicapten en kinderen: toegankelijk, schoon, intact en veilig Financiële ruimte voor kwaliteitsimpuls door efficiënte inkoop van materialen Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013

Schoonheidsgradenmeting en ontwikkelen van beleidsvisie metropolitaan openbare ruimtebeleid als input voor de Structuurvisie en beleidskop op de Puccinimethode.

Nulmeting Schoonheidsgraden Geen of versnipperde informatie voorhanden Versnipperde inkoop van OR-materiaal. Partijen maken hun eigen afweging bij inrichting Geen eenheid in uitvoeringskwaliteit in de stad Start fonds openbare ruimte

Schoon-heids-graden meting uitgebreid met subjectieve meting en publicatie. Meting uitgebreid met nieuwe modules ‘groen’ en ‘zwerfvuil bij container-locaties’. Beleidsvisie metropolita-ne openbare

Schonere openbare ruimte. Schoon-heidsgradenmeting uitgebreid met een ‘heel’ meting i.s.m. Dienst Wonen. Koppelen metropolita-ne visie op openbare ruimte aan de Puccini-methode. Advisering

Uitbereid-ing Schoon-heids-graden-meting met nieuwe modules ‘honden-poep’ en ‘zwerfvuil op het water’ Advisering bij imple-mentatie Puccini-methode.

Uitbereid-ing Schoon-heids-graden-meting met nieuwe modules ‘honden-poep’ en ‘zwerfvuil op het water’ Advisering bij imple-mentatie Puccini-methode.

Uitbereid-ing Schoon-heids-graden-meting met nieuwe modules ‘honden-poep’ en ‘zwerfvuil op het water’ Advisering bij imple-mentatie Puccini-methode.

Raadsdruk Begroting 2011 174

Page 180: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

ruimte voltooid. Centrale inkoop materialen efficiënter mogelijk.

uitvoering preadvies ‘Lekker Leven’ Overeenkomst met stadsdelen over catalogus materialen is bereikt Centrale inkoop materialen efficiënter mogelijk.

Catalogus verder aangevuld met straatmeubilair. Centrale inkoop werpt vruchten af.

Catalogus verder aangevuld met straatmeubilair.

Centrale inkoop werpt

vruchten af.

Catalogus verder aangevuld met straatmeubilair.

Centrale inkoop werpt vruchten af.

3.2.2. Openbare ruimte: Wat gaan we ervoor doen?

Programakkoord 2010-2014: De kwaliteit van de openbare ruimte kan een impuls in deze bestuursperiode goed gebruiken. Hierbij staat de verbetering van de leefbaarheid of wel de beleving van de openbare ruimte in zijn algemeenheid voorop. Samenhang met projecten als Stationsplein, de entree van de stad via de Rode loper en het Leidseplein/Leidsebuurt is onmiskenbaar. In het Programakkoord Kiezen voor de stad wordt voorgesteld om voor grootstedelijke openbare ruimte projecten € 10 miljoen extra uit te trekken. Daarbij worden met name projecten als Stationsplein, Rode Loper en Leidseplein/Leidsebuurt genoemd. Voor begin 2011 wordt ten behoeve van de definitieve besluitvorming van de besteding van de middelen een investeringsagenda/ lijst van projecten opgesteld die onder deze titel in aanmerking zouden kunnen komen voor een bijdrage uit voor de openbare ruimte beschikbare middelen. Voor 2014 zullen de projecten zijn gestart en zullen de verplichtingen tenminste zijn aangegaan, waarbij een deel van de uitgaven in 2015 zal gaan plaatsvinden. De voorgestelde budgetverdeling over de jaren 2011-2013 is indicatief, want dat is afhankelijk van de daadwerkelijke start uitvoering. Wel is het noodzakelijk om duidelijkheid te hebben over het beschikbare bedrag, om zekerheid over de uitvoering te kunnen bieden aan de planeigenaren. Er zal gestreefd worden naar cofinanciering met stadsdelen. Nagegaan zal worden of ook bijdragen van derden tot de mogelijkheden behoren. Overige doelstellingen Doelstelling 1: Prettige, duurzaam ingerichte en goed te gebruiken openbare ruimte met aandacht voor fietsers, voetgangers, gehandicapten en kinderen: toegankelijk, schoon, intact en veilig Financiële ruimte voor kwaliteitsimpuls door efficiënte inkoop van materialen Belangrijke instrumenten voor de realisatie van deze doelstelling zijn de Puccinimethode en de halfjaarlijkse Schoonheidsgradenmeting. Puccinimethode De Puccinimethode gaat voornamelijk over de fysieke inrichting van straten en pleinen. In nauwe samenwerking met de stadsdelen en de diensten IBA, OGA en IVV werkt DRO aan een nieuwe traditie voor de inrichting van de Amsterdamse openbare ruimte. Bestuurlijke vaststelling van de deelproducten Catalogus en Visiekaart staat gepland voor de winter van 2010-2011. In 2011 worden deze producten geïmplementeerd in het beleid en ontwerp van stadsdelen en centrale diensten. Schoonheidsgradenmeting De schoonheid van de openbare ruimte in Amsterdam wordt in opdracht van de stadsdelen en de centrale gemeten. Middels een fijnmazig netwerk van meetpunten op straat, in plantsoenen en rondom containerlocaties wordt inzichtelijk gemaakt hoe schoon de openbare ruimten in de stadsdelen zijn. Eens in de twee jaar worden in opdracht van de Gemeenteraad (motie Flos) de resultaten van de objectieve schoonheidsgradenmeting in combinatie met de subjectieve schoonmeting uit het rapport Wonen In Amsterdam (WIA) gepubliceerd.

Raadsdruk Begroting 2011 175

Page 181: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De verloedering van de openbare ruimte is velen een doorn in het oog. Eind 2007 heeft uw Vergadering voor de Begroting 2008 eenmalig een miljoen euro beschikbaar gesteld voor de aanpak van verloederde plekken in de Amsterdam. In nauwe samenwerking met de stadsdelen zijn acht verschillende plekken in de stad opgeknapt. De selectie van deze plekken is tot stand gekomen door middel van een uitgebreide enquête onder Amsterdammers, uitgevoerd door O+S. De uiteindelijke keuze uit de vele door burgers aangedragen plekken is gemaakt door een deskundigenpanel. De aanpak van de plekken is gezamenlijk met de stadsdelen opgepakt. Najaar 2010 wordt de laatste plek opgeleverd. 3.2.3 Openbare ruimte: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten +

Kapitaallasten speelplaatsen en vijvers 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1

Hot spots: reiniging/intensivering schone stad 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

Beleidscapaciteit OR&G 1,6 1,6 1,4 1,4 1,4 1,4 Museumplein 0,4 0,8 0,0 0,0 0,6 0,6 Leidseplein 2,0 0,1 0,1 0,0 0,0 5,8 De Rode Loper 0,0 0,0 0,0 2,0 0,0 3,6 Vangnetvoorziening afbouw ID-banen 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0

Bijdrage wegen Haven gebied 7,9 7,9 8,0 8,0 8,0 8,0

Baten - Mutaties in reserves Hot spots -0,1 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 Museumplein - 0,4 - 0,8 - 0,0 - 0,0 - 0,6 - 0,6 Leidseplein - 2,0 - 0,1 -0,1 0,0 0,0 - 5,9 Reserve Rode Loper 1,0 1,0 1,0 - 1,0 1,0 - 2,6 Saldo 10,8 10,8 10,5 10,5 10,5 10,5 Actualisatie 2010 Het nadelig saldo in de Actualisatie 2010 stijgt ten opzichte van de Begroting 2010 met € 0,1 miljoen. De meeste ontwikkelingen in lasten zijn saldoneutraal omdat er onttrekkingen uit reserves tegenover staan. � De uitgaven voor de uitvoering van Hotspots verloedering bedragen in 2010 € 0,4 miljoen.

Oplevering en afrekening van projecten vindt plaats in 2010 .De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve. In de begroting is uitgegaan van een vrijval van € 100.000. Dit bedrag is echter in de Jaarrekening 2009 al vrijgevallen ten gunste van het concern

� Museumplein: de uitvoeringskosten voor de herinrichting van het plein nemen toe met € 0,4 miljoen. Het aanstraten rond het Stedelijk Museum zal als gevolg van de vertraagde oplevering van dit museum in 2010 plaatsvinden. De inrichting van de directe omgeving van het Rijksmuseum zal naar verwachting in 2013 en 2014 plaatsvinden. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve

� Leidseplein: de uitvoering van de herinrichting van het plein is voor 2014 niet te verwachten. Tot die tijd worden er wel voorbereidingskosten gemaakt. De lasten dalen met € 1,9 miljoen.

� De onttrekking uit bestemmingsreserves (baten) daalt met € 2,8 miljoen vooral als gevolg van het de aanpassing in het tempo van uitvoeren van Museumplein, Leidseplein en projecten Hot Spots verloedering.

Raadsdruk Begroting 2011 176

Page 182: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begroting 2011 Het nadelig saldo van de rompbegroting 2011 daalt ten opzichte van de Actualisatie 2010 met € 0,4 miljoen. De voornaamste oorzaken zijn: � Het saldo van de beleidscapaciteit jaarprogramma Openbare ruimte en groen neemt af met

€ 0,2 miljoen als gevolg van het vervallen van de incidentele prioriteit 2010 voor proeftuin Amsterdam

� De incidentele prioriteit 2010 ´vangnet afbouw ID banen´ ad € 0,3 miljoen vervalt in 2011 � Museumplein: de uitvoeringskosten voor de herinrichting van het plein dalen met

€ 1,1 miljoen tot € 0,4 miljoen. De uitgaven worden gedekt uit de bestemmingsreserve � De bestemmingsreserve ´Hot spots verloedering´ is in 2010 volledig besteed. De raming 2011

daalt met € 0,4 miljoen tot 0.

3.2.4 Openbare ruimte: risico’s

Risico’s in het Subprogramma Openbare ruimte zijn onderbesteding of vertraging van besteding. Deze risico’s worden vroegtijdig ondervangen door strenge selectie van projecten die begin 2011 ter besluitvorming worden voorgelegd. De prioriteitstelling zal niet alleen afhankelijk zijn van de tekorten op de grootstedelijke openbare ruimte projecten, met name daar waar op de kwaliteit van de openbare ruimte wordt bezuinigd.

3.3 Subprogramma Sport 3.3.1. Sport: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Jeugd: structurele bijdrage van sport en bewegen aan de sportieve, gezonde en sociale ontwikkeling van alle Amsterdammers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage sportdeelname kinderen en jongeren 6 t/m 18 jaar volgens RSO2

75% 2009 77% 80% 80% 80%

Percentage kinderen en jongeren 4 t/m 18 jaar dat deelneemt aan naschools sport- en beweegaanbod

65% 2010 67% 68% 69% 70%3

Doelstelling 2: Volwassenen: stijging van de duurzame sportparticipatie onder volwassenen en vermindering van bewegingsarmoede4 Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage volwassenen dat aan sport doet volgens RSO

59% 2009 60% 63% 66% 70%

Percentage volwassenen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen

72% Staat van de Stad 2008

73% 74% 75% 76%

Doelstelling 3: Topsport: Amsterdam op Olympisch niveau Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal programma’s en bonden verankerd in Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO)

Progr. 12 Bonden 7

2010 2010

12 7

13 8

14 9

15 9

Aantal internationale topsportevene-menten, onder te verdelen in - Jaarlijks terugkerend - Aantal van EK/WK niveau, georganiseerd in 2011-2014 (streven is 11 in totaal) - Aantal grote evenementen geacquireerd in de periode 2011-

7 6

2010

7 1

7 4

7 2

7 45

4

2 Richtlijn Sportdeelname Onderzoek. Norm: minimaal 1 x per maand sporten. 3 Financiële dekking voor de programma’s die hiervoor nodig zijn, moet nog gevonden worden. 4 Zie noot 2 5 Waarvan twee zeer grote, waarschijnlijk in 2014, of één in 2013 en één in 2014

Raadsdruk Begroting 2011 177

Page 183: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2014 voor de periode ná 2014 Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal op te knappen en/of te realiseren sportvoorzieningen in de openbare ruimte

6 2010 7 7 7 7

Adequate accommodatiecapaciteit basissportvoorzieningen6. − Sporthalcapaciteit − Aantal hockeyvelden − Aantal tennisbanen

26 32 221

2010

27 34

230

28 36

235

30 40

250

32 42

270

Aantal “topparken” in ontwikkeling 4 2010 4 5 6 7

Overige doelstellingen Doelstelling 5: Sportverenigingen: stijging van het aantal maatschappelijk actieve, kansrijke Amsterdamse sportverenigingen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal uren sportaanbod door sportverenigingen in primair en voortgezet onderwijs

Telling wordt uitgevoerd

2010 nnb nnb nnb nnb

Percentage sportverenigingen dat zich richt op het bereiken van sociaal maatschappelijke doelen

Wordt momenteel herijkt

2010 nnb nnb nnb nnb

3.3.2 Sport: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Jeugd: structurele bijdrage van sport en bewegen aan de sportieve, gezonde en sociale ontwikkeling van alle Amsterdammers Ons College heeft de ambitie om via een convenant met de schoolbesturen en stadsdelen een minimum van drie sporturen per leerling per week te realiseren. Bovendien is de inzet van combinatiefunctionarissen zowel gericht op een verhoging van de sportdeelname door jongeren als een verhoging van de aandacht voor sport op school. Daarnaast streeft ons College ernaar dat in 2014 90% van de Amsterdamse basisscholen een vakleerkracht lichamelijke opvoeding heeft. Doelstelling 2: Volwassenen: stijging van de duurzame sportparticipatie onder volwassenen en vermindering van bewegingsarmoede Dit is uitgewerkt in doelstelling 26 t/m 34 uit het Sportplan 2009-2012. Het betreft voornamelijk cofinanciering van door stadsdelen in hun sport- en beweegplannen op te nemen en uit te voeren beweegprogramma’s. Dit moet leiden tot een toename van de gemiddelde sportdeelname van de Amsterdammers in 2014. De Amsterdamse sportinfrastructuur moet verspreid zijn over de hele stad, optimaal worden gebruikt en geen beperking kennen door inkomen of lichamelijke handicap. Doelstelling 3: Topsport: Amsterdam op Olympisch niveau De ambities ten aanzien van Topsport zijn verwoord in het Sportplan 2009-2012, doelstelling 38 t/m 42. Met de verlening aan de gemeente van de NOC*NSF licentie voor het Centrum van Topsport en Onderwijs heeft Amsterdam haar topsport ambities verder concreet inhoud gegeven. Ook het organiseren van (top)sportevenementen blijft een belangrijk onderdeel van het topsport beleid. Een goede samenwerking op het gebied van top- en breedtesport met andere gemeenten, het rijk en NOC*NSF is voor de Nederlandse Olympische ambitie van belang. Doelstelling 4: Ruimtelijk/accommodaties: a) sportievere inrichting openbare ruimte; b) voldoende basissportvoorzieningen en c) kwalitatief betere sportvoorzieningen

6 Dekking voor het op peil brengen van accommodatiebestand moet nog worden gevonden.

Raadsdruk Begroting 2011 178

Page 184: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Uitgewerkt in doelstelling 43 t/m 50 van het Sportplan 2009-2012. De centrale stad maakt afspraken met de stadsdelen over speelruimte en sportieve inrichting van de openbare ruimte. Zes sportparken zullen de komende jaren opgewaardeerd worden tot zogenaamd toppark. Doelstelling 5: Sportverenigingen: stijging van het aantal maatschappelijk actieve, kansrijke Amsterdamse sportverenigingen Met het rijk zijn afspraken gemaakt over de cofinanciering van de combinatiefunctionarissen. Deze functionarissen leveren een cruciale bijdrage in het realiseren van deze doelstelling. Daarnaast adviseert en ondersteunt de gemeente sportverenigingen in de realisering van sociaal maatschappelijke doelstellingen.

Raadsdruk Begroting 2011 179

Page 185: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.3.3 Sport: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten +

Doelstelling 1, 2 en3

Apparaatkosten sport (deel stimulering) 1,9 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 Stelpost Combinatiefuncties 2,1 2,8 1,2 1,2 1,2 1,2 Amsterdamse Sportraad 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 Sportbeleid en sportservicebureau 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Sportdeelname en stimulering (beleid, service, jongeren) 4,7 5,3 2,6 2,6 2,6 2,6 Doelstelling 4 Topsport 1,6 1,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Doelstelling 5 Apparaatkosten sport (deel accommodatie) 1,5 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 Kapitaallasten geldlening st. SIA 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 Subsidies sportaccommodaties 4,7 4,6 4,9 5,3 5,2 5,1 Exploitatie Sporthallen Zuid 1,7 1,6 2,0 1,8 1,8 1,8 Exploitatie overige sportaccommodaties 0,8 0,7 0,7 0,8 0,8 0,7 Baten -

Doelstelling 1, 2 en 3

Sportdeelname en stimulering (beleid, service, jongeren) 0,8 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 Doelstelling 5 Kapitaallasten geldlening st. SIA 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 Exploitatie Sporthallen Zuid 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 Exploitatie overige sportaccommodaties 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Mutaties in reserves

reserve Impuls Brede School 0,0 - 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0

reserve Sportuitmarkt 0,0 - 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 reserve Verenigingsonder steuning 0,0 - 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

reserve MAJOS 0,0 - 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 Saldo 17,8 17,5 13,8 14,2 14,0 13,8

Actualisatie 2010 De stelpost Combinatiefuncties neemt in de Actualisatie 2010 toe met € 0,7 miljoen als gevolg van herschikking van apparaatsbudget (€ 0,5 miljoen) en de inzet van de middelen uit de reserve Impuls Brede scholen (€ 0,2 miljoen). De budgetten voor sportdeelname en stimulering nemen in de Actualisatie 2010 toe met € 0,6 miljoen als gevolg van herschikking budgetten als gevolg van splitsing van de afdeling Sport en verhoging lasten vanwege de inzet van reserves. De baten in het kader van sportdeelname en stimulering nemen af met € 0,6 miljoen als gevolg van het wegvallen van de rijksmiddelen Majos. Dit wordt opgevangen door de inzet van de speciaal daarvoor opgerichte reserve.

Raadsdruk Begroting 2011 180

Page 186: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Apparaatskosten sport (deel accommodatie) neemt in de actualisatie af met € 0,8 miljoen als gevolg van een daling van € 0.6 miljoen in de apparaatskosten sport beleid (door herschikking van lasten in verband met het splitsen van de afdeling sport naar sportservice Amsterdam en sportbeleid). De overige € 0,2 miljoen wordt verklaard door een daling in bij de subsidies sportaccommodaties en Sporthallen Zuid door lagere kapitaallasten investeringen. Begroting 2011 De incidentele prioriteiten voor combinatiefuncties (€ 1,4 miljoen) en integrale programma’s sport en gezondheid (€ 0,2 miljoen) komen te vervallen. Het budget voor sportdeelname en stimulering neemt af met € 2,7 miljoen als gevolg van onder andere het vervallen van de gemeentelijke bijdrage voor Brede Talentontwikkeling van € 1,2 miljoen en de bijdrage van het rijk via het gemeentefonds voor het Nationaal actieplan Sport en Bewegen € 0,5 miljoen. De lasten in het kader van Topsport dalen tussen de geactualiseerde begroting en de begroting 2011 met € 1 miljoen wegens het vervallen van de incidentele prioriteit olympische ambitie. Van de Actualisatie 2010 naar de Begroting 2011 stijgen de lasten in het kader van sportaccommodaties met € 0,7 miljoen. Dit als gevolg van een stijging van € 0.2 miljoen door hogere kapitaallasten investeringen bij subsidies sportaccommodaties en € 0,4 miljoen voor Sporthallen Zuid in verband met hogere kapitaallasten investeringen en groot onderhoud. Begroting 2012-2014 De meest opvallende ontwikkelingen in het meerjaren beeld zijn: � van de Begroting 2012 naar 2013 dalen de lasten Combinatiefunctie met € 1,2 miljoen wegens

het wegvallen van de middelen � de subsidies sportaccommodaties nemen in 2012 toe met € 0,4 miljoen

3.4 Subprogramma Dieren Het dierenwelzijn is een actueel politiek thema. De stad onderhoud de subsidierelaties met de dierenwelzijnsinstellingen. De grondslag voor de subsidies wordt geëvalueerd en zo nodig gemoderniseerd. In het nieuwe programakkoord is afgesproken dat er extra aandacht komt voor de handhaving van de regelgeving voor dierenwelzijn. 3.4.1 Dieren: Wat gaan we er voor doen? Overige doelstellingen Doelstelling 1: Uitvoeren van wettelijke taken m.b.t. dierenwelzijn i.s.m. stadsdelen Indicator Nulmeting en

peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013

Uitgekeerde subsidies Subsidieverlening op basis van een actuele subsidieverordening

Subsidieverlening op basis van een actuele subsidieverordening

Subsidieverlening op basis van een actuele subsidieverordening

Subsidieverlening op basis van een actuele subsidieverordening

Subsidieverlening op basis van een actuele subsidieverordening

Doelstelling 1: Uitvoeren van wettelijke taken m.b.t. dierenwelzijn i.s.m. stadsdelen Subsidiering van dierenwelzijn instellingen op basis van de subsidieverordening.

Raadsdruk Begroting 2011 181

Page 187: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.4.3. Dieren: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten +

Subsidie KZ Genootschap Natura Artis Magistra 8,9 13,7 6.,2 6,2 6,2 6,2 Dierenbescherming Amsterdam 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 Baten -

Subsidie KZ Genootschap Natura Artis Magistra 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Mutaties in reserves

Reserve bijdrage Artis Masterplan 0,0 - 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Saldo 10,1 9,9 7,4 7,4 7,4 7,4

Actualisatie 2010 Het saldo tussen de vastgestelde begroting en de geactualiseerde begroting daalt met € 0,2 miljoen door de verwerking van de negatieve nominale aanpassing. Tevens wordt € 5 miljoen onttrokken aan de reserve Artis die saldo neutraal is door hogere lasten. Begroting 2011 Het saldo tussen de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 daalt met € 2,5 miljoen. Dit wordt verklaard door het vervallen van incidentele prioriteit 2010 voor Artis à € 2,5 miljoen. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen 4.1 Reserves Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves Bijdrage Masterplan Artis 5,0 0 5,0 0 0 0 0 0 0 0 Hot spots verloedering 0,4 0 0,4 0 0 0 0 0 0 0 Impuls Brede School 0,2 0 0,2 0 0 0 0 0 0 0 Reserve MAJOS 0,5 0 0,5 0 0 0 0 0 0 0 Sportuitmarkt 0,1 0 0,1 0 0 0 0 0 0 0 Verenigingsondersteuning 0,1 0 0,1 0 0 0 0 0 0 0 De Rode Loper 3,9 1,0 0 4,9 1,0 0 5,9 4,9 5,9 3,3 Leidseplein 6,0 0 0,1 5,9 0 0,1 5,8 5,8 5,8 0 Museumplein 2,1 0 0,8 1,3 0 0 1,3 1,2 0,6 0 Reserve WW (DRO) 0,8 0 0 0,8 0 0 0,8 0,8 0,8 0,8 Reserve Groengelden 13,1 0 8,7 4,4 0 0,4 4,0 0 0 0 Reserve Hortus 0,5 0 0 0,5 0 0 0,5 0,5 0,5 0,5 Totaal reserves 32,7 1 15,9 17,8 1 0,5 18,3 13,2 13,6 4,6 Af te wikkelen reserves Bijdrage Masterplan Artis De bijdrage aan het Masterplan Artis zal in 2010 tot besteding komen. Daarmee wordt de reserve Bijdrage Masterplan Artis ultimo 2010 afgewikkeld. Hot spots verloedering In de Begroting 2008 is een bedrag van € 1 miljoen opgenomen voor de intensivering van de reiniging van de stad, gericht op de aanpak van de tien meest verloederde plekken. Bij project Burgemeester De Vlugtlaan heeft overleg met Prorail over armaturen aan kunstwerk veel tijd gekost. Bij het Purmerplein moest ook de riolering vernieuwd worden. Hierdoor kon de herinrichting pas later plaatsvinden. De besteding in 2009 was € 0,5 miljoen, daarnaast viel € 0,1 miljoen vrij. De overige € 0,4 miljoen wordt in 2010 besteed.

Raadsdruk Begroting 2011 182

Page 188: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Reserves Impuls Brede School, Sportuitmarkt en Verenigingsondersteuning De reserves voor Impuls Brede School, Sportuitmarkt en Verenigingsondersteuning zullen in 2010 tot besteding komen en zullen per ultimo 2010 zijn afgewikkeld. Reserve MAJOS De rijksmiddelen MAJOS (GSB III) van € 0,6 miljoen vervielen per 31 december 2009, terwijl de overeenkomsten doorlopen tot en met 2010. Het wegvallen van deze middelen wordt gecompenseerd door de onttrekking van een specifiek daarvoor ingestelde reserve van € 0,6 miljoen. Daarmee wordt deze reserve dan ook afgewikkeld. Te handhaven reserves De Rode Loper Gelet op de samenhang met de aanleg van de Noord/Zuidlijn zal de besteding van de middelen niet volledig plaatsvinden in de jaren waarin deze beschikbaar worden gesteld. Niet bestede bedragen worden in de bestemmingsreserve opgenomen. Leidseplein De uitvoering van de herinrichting van het plein is voor 2014 niet te verwachten. Tot die tijd worden er wel voorbereidingskosten gemaakt. Museumplein Het aanstraten rond het Stedelijk Museum zal als gevolg van de vertraagde oplevering van dit museum in 2010 plaatsvinden. De inrichting van de directe omgeving van het Rijksmuseum zal naar verwachting in 2013 en 2014 plaatsvinden. Reserve Groengelden Er wordt voorzien dat in 2010 de reserve Incidentele groenmiddelen voor een groot gedeelte wordt afgewikkeld. Voor de overige projecten is uitstel bestuurlijk goedgekeurd. Reserve Hortus De reserve voor hortus van € 0,5 miljoen dient nog gereserveerd te blijven omdat de financiering van de nieuwe kas nog niet rond is. 4.2 Voorzieningen Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Voorzieningen Groot onderhoud hallen (DAB / Sporthallen Zuid)

0,1 0,1 0,0 0,3 0 0 0,3 0,3 0,3 0,3

Totaal voorzieningen 0,1 0,1 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3 Groot onderhoud hallen (DAB/Sporthallen Zuid) De voorziening groot onderhoud hallen wordt gebruikt voor asbestsanering en vervanging van platte delen van daken. In het kader van groot onderhoud sporthallen Zuid wordt € 0,1 miljoen gedoteerd aan de voorzieningen in 2010. Voor het groot onderhoud Sporthallen Zuid is een voorziening getroffen naar aanleiding van het geactualiseerde meerjaren onderhoud plan op basis waarvan toevoegingen en onttrekkingen plaatsvinden. 4.3 Investeringen Binnen sport zijn er verschillende investeringen gedaan vanuit het sportaccommodatiefonds (waaronder Laan van Spartaan), de verbouwing voor de Sporthallen Zuid, bruggen voor het Amsterdamse Bos, herinrichting Nieuwe Kalfjeslaan en het evenemententerrein Land van Bosse. Deze investeringen zijn conform begroting en voorgelegd aan het college.

Raadsdruk Begroting 2011 183

Page 189: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000) 1 Groengelden Investeringen in parken,

postzegelparken en cultuurhistorisch landschap en groen rond de stad

Het in stand houden van groen en cultureel landschap rond de stad

10.000 5.500

2 Grootstedelijke openbare ruimte

Grootstedelijke openbare projecten zoals het Stationsplein, de Rode Loper en Leidseplein/Leidsebuurt

Kwaliteitsimpuls van de openbare ruimte

4.000 4.000

3 Artis masterplan Bijdrage Artis masterplan tvb uitbreiding

Uitbreiding artis

2.500 0

4 Combinatiefuncties Inzet en coördinatie van 66,5 fte voor Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur

Deelname van kinderen aan naschools sportaanbod i.s.m. sportverenigingen

1.000 1.000

5 Olympische Ambitie Met Rijk, G4, bedrijfsleven etc.in Olympische Alliantie samenwerken

Amsterdam op olympisch niveau in 2016

2.375 2.000

19.875 12.500 I1b Programakkoord: overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000) 8 Evenementen Acquisitie en hosting

Binnenhalen van 6 grote evenementen, medefinanciering van 2 daarvan

2.000 2.000

2.000 2.000 ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000) 9 Bezuinigingen ISV

-8.000 -8.000

10 Project Zuidelijke IJ-oevers Herinrichting openbare ruimte Centraal Station en omgeving

Een kwalitatief hoogwaardige entrée van de stad

3.420 3.420

11 Groen in en om de stad Noorderpark

Bijdrage aan uitvoering Noorderpark

Uitvoering Noorderpark

1.000 1.000

-3.580 -3.580

Raadsdruk Begroting 2011 184

Page 190: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

S4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000) 12 beheer amsterdamse bos Besparing beheer

amsterdamse bos

Besparing op het beheer van het Amsterdamse bos

0 -200

0 -200 SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000) 13 verminderen

jaarprogramma OR+groen

-25 -25

14 Ombuiging SPA

-200 -200

15 Efficiency apparaat sport

-170 -170

-395 -395

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Groengelden In het Programakkoord is € 10 miljoen (incidenteel) beschikbaar gesteld voor investeringen in groenprojecten. In het programakkoord worden als bestedingsrichtingen genoemd: investeringen in parken, postzegelparken en het in stand houden van cultuurhistorisch landschap en groen rond de stad. In de Stedelijke Investeringsagenda is ter voorbereiding van de besluitvorming over het Programakkoord een overzicht van projecten opgenomen tot een totaal bedrag van € 20 miljoen. Aan de hand van dit overzicht wordt in de tweede helft van 2010 een nader verdelingsvoorstel opgesteld. Daarbij zal de prioriteit liggen bij een beperkt aantal parken en zal worden bezien of met een deel van de middelen versterking van de wijkaanpak mogelijk is. Voor 2011wordt gewerkt aan een voorstel voor de inzet op groenprojecten, die zekerheid bieden op realisatie in deze bestuursperiode en die kunnen rekenen op cofinanciering en die bijdragen aan de grootstedelijke ambitie. Om afspraken te kunnen maken over de realisatie binnen deze bestuursperiode is voor 2011 het gehele in het Programakkoord gereserveerde bedrag aangevraagd. De portefeuillehouder is op dit moment bezig met een voorstel voor invulling van de besteding van dit budget. Hierbij zal worden betrokken de nog ontbrekende dekking ten laste van de algemene dienst voor de uitvoering van het Noorderpark (€ 2 miljoen). Teneinde het risico van onderbesteding (en vervolgens het moeten vormen van een bestemmingsreserve) te voorkomen hebben wij € 5,5 miljoen in ons verdelingsvoorstel opgenomen. Het resterend bedrag (€ 4,5 miljoen) zal worden betrokken bij het verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten van de volgende jaren. 2. Grootstedelijke openbare ruimte In het Programakkoord is € 10 miljoen (incidenteel) beschikbaar gesteld voor projecten in de grootstedelijke openbare ruimte voor de Collegeperiode 2011-2014. Daarbij worden met name genoemd projecten als het Stationsplein, de Rode Loper en Leidseplein/Leidsebuurt. Op dit moment wordt gewerkt aan een overzicht van grootstedelijke openbare ruimte projecten, waarbij de kwaliteit van de openbare ruimte een impuls kan gebruiken. De uitvoering van de projecten moet wel vóór 2014 starten. Wij wijzen er op, dat ten laste van dezelfde reservering in het Programakkoord in ons verdelingsvoorstel voor het Programma Verkeer en Infrastructuur € 5 miljoen is opgenomen voor de uitvoering van de Rode Loper.

Raadsdruk Begroting 2011 185

Page 191: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3. Artis masterplan In 2008 heeft de gemeente € 15 miljoen toegezegd aan Artis als bijdrage in de kosten van de uitbreiding. Voor Artis was én is dit een belangrijke hefboom voor het binnenhalen van andere investeerders. De kosten voor de uitbreiding van Artis bedragen in totaal € 85 miljoen. De bijdrage van de gemeente zou in drie gelijke tranches worden toegekend. Vorig jaar is besloten de laatste trance te temporiseren en te splitsen in twee tranches van elk € 2,5 miljoen (2010 en 2011). Na overleg met de directie van Artis stellen wij voor om de laatste tranche niet in ons verdelingsvoorstel voor de begroting van 2011 op te nemen, maar deze te betrekken bij het verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten 2012. Wij bevestigen echter ons commitment vor een totale bijdrage van € 15 miljoen. Het belang voor Artis voor het uitbreidingsproject en de verdere fondsenwerving blijft ongewijzigd groot. 4. Combinatiefuncties De rijksregeling combinatie functionarissen (Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur) is een cofinancieringsregeling, uitgaande van 60% gemeentelijke bijdrage. In 2010 is er in totaal € 2,9 miljoen beschikbaar. Dit is toereikend voor 58 combinatiefunctionarissen. Daarnaast zijn er 8,5 coördinerende functies; deze worden uit in de rompbegroting beschikbare middelen gedekt en tellen ook mee als cofinanciering. In totaal wordt dus 66,5 fte ingezet op het programma Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur. In 2011 blijft de rijksregeling in principe ongewijzigd, waarbij cofinanciering van de gemeente wordt verwacht. Met de voorgestelde prioriteit van € 1 miljoen is in totaal € 2,3 miljoen beschikbaat. Dit is € 0,6 miljoen minder dan in 2010. Om de met het rijk afgesproken 66,5 fte inzet op de Impuls toch te kunnen bereiken, zullen andere (bestaande) middelen worden aangesproken De eerder door ons College met het rijk overeengekomen groeidoelstelling voor de jaren vanaf 2012 (doorgroei naar 92,5 fte) kan met de voorgestelde prioriteit niet worden nagekomen. Hierover is overleg met het rijk nodig. Gelet op de huidige financiële omstandigheden is het denkbaar dat (ook) het rijk de oorspronkelijk overeengekomen groeidoelstelling wil verlaten. Voor de combifuncties is in het Programakkoord € 1 miljoen gereserveerd. Wij hebben de prioriteit daarom opgenomen in ons verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten. Deze toekenning is echter wel onder voorbehoud. Op het moment dat rijk de doelstellingen en de bijdrage bijstelt, zal ook de gemeente haar bijdrage negatief bijstellen. Dit houdt in, dat dan ook het aantal formatieplaatsen wordt bijgesteld. 5. Olympische Ambitie In het Programakkoord is € 8 miljoen gereserveerd voor de kosten van de Olympische ambitie. Voor 2011 worden uitgaven voorzien voor een aantal activiteiten. Voor de kosten is een prioriteit van € 2,4 miljoen aangevraagd. In ons verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten hebben wij € 2 miljoen opgenomen voor de Olympische ambitie. Voor deze bestuursperiode zal door ons College een werkplan worden opgesteld, Wij merken daarbij op, dat wij deze prioriteit in samenhang bezien met de toegekende prioriteit voor Evenementen. Binnen het beschikbaar gestelde bedrag zullen ook de kosten voor de “bids” moeten worden gedekt. Daarnaast merken wij op dat het kan voorkomen, dat voor grote evenementen de stadions niet voldoen aan de gestelde eisen. Op dit moment is geen dekking aanwezig voor aanpassingen van en investeringen in stadions.

I1b Programakkoord: overige prioriteiten

8. Evenementen De Amsterdam Marathon is het enige topsportevenement, waarvoor een structureel budget in de gemeentebegroting is opgenomen. Voor de acquisitie en hosting van de grotere topsport evenementen zijn substantiële bedragen nodig. In ons verdelingsvoorstel voor de incidentele prioriteiten 2011 hebben wij hiervoor € 2 miljoen opgenomen. Door ons College wordt in een werkplan aangegeven op welke evenementen de acquisitie en organisatie wordt gericht.

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

9. Bezuinigingen ISV In het Programakkoord is voor het ISV een bezuiniging van € 8 miljoen opgenomen. Ons College heeft er voor gekozen om de ombuiging gedeeltelijk te effectueren door een verlaging van het

Raadsdruk Begroting 2011 186

Page 192: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

sleutelbedrag stadsdelen. Het sleutelbedrag wordt ten opzichte van 2010 verlaagd met € 5 miljoen. Het resterend bedrag (€ 3 miljoen) komt overwegend ten laste van het budget voor het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJoevers, Sanering Verkeerslawaai en Broedplaatsen. De beperking van het budget vereist een strenge beoordeling van de ingediende aanvragen en zal gepaard gaan met lastige keuzes. 10. Project Zuidelijke IJ-oevers In 2000 heeft uw Vergadering het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJoevers (POR) vastgesteld. Voor de uitvoering werd jaarlijks € 6,4 miljoen binnen het ISV gereserveerd. In 2008 bleek dat zich zowel bij de ontwikkeling van de koste als bij de dekking ernstige problemen voordeden. Met de ISV tranche werd de overeengekomen jaarlijkse dekking na 2009 mogelijk stopgezet. Daarnaast bleken prijsstijgingen niet te zijn verwerkt, zodat bij de kosten een veel te rooskleurig beeld ontstond. Het totale tekort was opgelopen tot € 63,2 miljoen. Om het tekort te dichten is voor € 26,1 miljoen op het POR bezuinigd. De herinrichting van een groot deel van de Prins Hendrikkade is naar de toekomst verschoven. Daarnaast is gekozen voor houten in plaats van stenen pieren in het Oosterdok. Ook is besloten de openbare ruimte van het Stationseiland ut te voeren op het kwaliteitsniveau van het grachtenprofiel met gebakken klinkers in plaats van natuursteen. Dagelijks maken 250.000 reizigers en bezoekers van de stad gebruik van het Stationsplein. Dat aantal loopt tot 2018 op tot 340.000 per dag. Verdergaande bezuinigingen gaan ten koste van de entree van Amsterdam. In de begroting 2010 is aangegeven, dat van het op dat moment resterend tekort van € 37,1 miljoen in 2010 een bedrag van € 10 miljoen ten laste van de algemene dienst zou worden gebracht, terwijl voor € 27,1 miljoen in vijf tranches van € 5,4 miljoen in de jaren 2010 – 2014 dekking binnen het ISV zou worden gezocht. In de begroting 2010 is de eerste tranche binnen het ISV gedekt, zodat er nog vier resteren. Gezien de budgettaire beperkingen en gezien het gegeven dat voor de uitvoering van het POR een reserve van circa € 30 miljoen beschikbaar is en aangezien uit de aanvraag blijkt, dat de uitvoering ook na 2014 zal plaatsvinden hebben wij in ons verdelingsvoorstel voor het ISV € 3,4 miljoen opgenomen voor de Zuidelijke IJoevers. Van dit bedrag is € 2,1 miljoen bestemd voor de uitvoering van het POR en € 1,3 miljoen voor gebiedsregie Stationseiland. 11. Groen in en om de stad Noorderpark Het Noorderpark is in uitvoering. Met het plan wordt beoogd de parken aan beide zijden van het Noord-Hollandskanaal en het tracé van de Noord/Zuidlijn aan elkaar te koppelen en er één centraal park voor Noord van te maken. De uitvoering loopt over een aantal jaren en is gekoppeld aan de aanleg van de Noord/Zuidlijn. In 2002 zijn bestuurlijk afspraken gemaakt over de aanleg van het park en de verdeling van de kosten. De kosten van de aanleg zijn destijds geraamd op € 32 miljoen. Ten aanzien van de dekking is daarbij afgesproken: 25% voor rekening van het stadsdeel, 25% door de centrale stad, terwijl voor 50% vaan de kosten een beroep zou worden gedaan op bijdragen van het rijk ( bijvoorbeeld: Groen in en om de Stad: (GIOS). Uitgaande van de oorspronkelijke raming van de kosten en de afgesproken verdeling van de kosten is nog € 11 miljoen nodig om het park af te maken (€ centrale stad: €3,5 miljoen en rijk: € 7,5 miljoen). Stadsdeel Noord heeft een planning, welke er op is gericht het park in deze bestuursperiode af te maken. Het betreft de inrichting van delen van het park en de aanleg van twee bruggen over het Noordhollands kanaal. De bruggen zijn essentieel, omdat deze de twee helften van het park met elkaar verbinden en omdat de bruggen over de Nieuwe Leeuwarderweg anders nader naar toe leiden. De kosten van de bruggen worden geraamd op € 5 miljoen. Ten aanzien van de dekking stellen wij voor om van dit bedrag € 3 miljoen ten laste van het ISV te brengen, waarvan € 1 miljoen in 2011 en € 2 miljoen te betrekken bij de verdeling van het in het Programakkoord gereserveerde bedrag voor groenprojecten (€ 10 miljoen).

S4 Overige prioriteiten

12. beheer amsterdamse bos Op het beheer van Amsterdamse Bos is in 2011 een besparing van € 0,2 miljoen mogelijk.

Raadsdruk Begroting 2011 187

Page 193: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten

13. verminderen jaarprogramma OR+groen Wij achten een besparing van € 150.000 mogelijk op het Jaarprogramma Openbare ruimte en groen. De besparing zal in tranches worden gerealiseerd. In 2011 betreft het een bedrag van € 25.000. 14. Ombuiging SPA Het Bureau Service Projecten en Advies (SPA) is het project- en adviesbureau voor het sociale domein binnen de gemeente Amsterdam. Het oplossen van complexe en urgente sociale vraagstukken is de belangrijkste activiteit. De apparaatskosten van SPA (€ 5,9 miljoen) worden in belangrijke mate terugverdiend door betaalde dienstverlening. Het saldo (€ 1,4 miljoen) wordt ten laste van de begroting gebracht. Voor dit bedrag worden in opdracht van de directie projecten in het sociale domein uitgevoerd. Het gaat daarbij om bestuurlijke prioriteiten, waarvoor geen programmabegroting beschikbaar is, zoals gebiedsintensivering Geuzenveld, programma Ruimte voor sociaal en strategisch beleidsadvies. Wij achten het mogelijk dat in 2011 een besparing van € 0,2 miljoen bij het SPA mogelijk is door het terugbrengen van het aantal opdrachten van de directie. 15. Efficiency apparaat sport Wij achten het mogelijk in 2011 op de apparaatskosten Sport een besparing van € 170.000 te realiseren. Ons College stelt aan uw Vergadering voor de structurele prioriteit van € 170.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen.

Raadsdruk Begroting 2011 188

Page 194: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Cultuur en monumenten Maatschappelijk effect Bewoners, bezoekers en bedrijven ervaren Amsterdam als een topstad voor Kunst, Cultuur en Cultureel Erfgoed, met een vruchtbaar klimaat voor creatieve ontwikkeling. De mogelijkheden voor Amsterdammers om hun talenten te ontplooien worden bevorderd.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Totaal programma

Lasten + 141,5 138,2 136,5 130,6 131,2 130,9 130,7

Baten - 13,5 12,2 12,5 12,5 12,4 12,4 12,4

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

128,0 126,0 124,0 118,1 118,8 118,5 118,3

Toevoeging minus onttrekking reserves

- 1,4 - 0,5 - 0,7 0,0 - 0,4 - 0,4 - 0,4

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

126,6 125,6 123,3 118,1 118,4 118,1 117,9

Saldo reserves 15,8 16,1 15,1 15,1 14,7 14,4 14,0

Saldo voorzieningen 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Investeringsuitgaven 21,7 1,8 16,4 3,4 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 Cultuur Op basis van de nieuwe Kunstenplansystematiek zal medio 2011 de Hoofdlijnennota 2013-2016 verschijnen. De Hoofdlijnennota zal worden geschreven op basis van de uitkomsten van de verkenning door de Amsterdamse Kunstraad en de vooruitblik door de afdeling Kunst en Cultuur als ook de adviezen van de Kunstschouwen. De verkenning, de vooruitblik en de adviezen van de Kunstschouwen geven een beter inzicht in de culturele sector in Amsterdam en verbeteren het draagvlak. Het debat tussen politiek en veld over de culturele infrastructuur en over het effect van cultuurpolitieke ambities wordt daardoor bevorderd. Verder zijn de vooruitblik en de verkenning belangrijk om richting te geven aan de noodzakelijke bezuinigingen vanaf het Kunstenplan 2013-2016. Een vast onderdeel van de Hoofdlijnennota zal een voortschrijdende planning voor onderhoud en verbouwingen van cultuurpanden voor de komende twintig jaar zijn. Op basis van de Hoofdlijnennota worden culturele instellingen uitgenodigd voor 1 oktober 2011 hun aanvraag voor het Kunstenplan 2013-2016 in te dienen. In het Programakkoord 2010-2014 is het belang van het ondersteunen en op weg helpen van beginnende kunstenaars en creatieven onderstreept. In 2010 zijn de gemeentelijke diensten en stadsdelen opgeroepen om in navolging van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling ) (DMO) hang- en stageld aan kunstenaars te betalen. 2.2 Monumenten Bewoners, ondernemers, toeristen en passanten ervaren Amsterdam als een dynamische, culturele metropool. De goed geconserveerde monumentale omgeving bepaalt in sterke mate de unieke identiteit van de stad en is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en bewoners. Monumenten worden intensief onderhouden, gebruikt en hergebruikt; eigenaren investeren in het (duurzame) erfgoed. Het economisch rendement van erfgoed wordt in kaart gebracht.

Raadsdruk Begroting 2011 189

Page 195: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De bijzondere geschiedenis van Amsterdam is inspiratiebron voor vele instellingen, musea, kunstenaars en creatieve ondernemers, nationaal en internationaal, en draagt bij aan de culturele bewustwording van de bevolking: onder meer van kinderen, jongeren en nieuwkomers in Amsterdam. De bevolking kan daardoor de rol van gastheer en gastvrouw beter vervullen. Dat is van belang voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat en toerisme in de stad. Vanaf medio 2010 staat de Amsterdamse zeventiende-eeuwse grachtengordel op de Unesco Werelderfgoedlijst. Door opname op de lijst van het werelderfgoed positioneert Amsterdam zich ook op cultuurhistorisch vlak als topstad, hetgeen naar verwachting positieve effecten zal hebben op het hoogwaardig cultuurtoerisme. En daarmee ook voor de Amsterdamse economie. Volgens de richtlijnen van de Unesco is het verplicht om een Bureau Werelderfgoed op te zetten. De gemeente Amsterdam is verantwoordelijk voor het vaststellen en uitvoeren van het managementplan, waarin de afspraken over het beheer en het onderhoud van het werelderfgoed zijn vastgelegd. Het Bureau Werelderfgoed maakt onderdeel uit van dit managementplan en is verantwoordelijk voor de uitvoering. Aan de Culturele Alliantie (Stadsarchief, Bureau Monumenten en Archeologie en de afdeling Kunst en Cultuur van DMO) is door ons College de opdracht gegeven de centrale regie te voeren en in samenspraak met partners binnen en buiten de gemeentelijke organisatie, op korte termijn een voorstel te doen voor de aanpak van de viering van 400 jaren Amsterdamse grachtengordel in 2013. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Archeologie en Monumenten 3.1.1. Archeologie en monumenten: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Overige doelstellingen Doelstelling 1: Zorg dragen voor het behouden, versterken en duurzaam ontwikkelen van het gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Adviezen en uitgevoerd onderzoek m.b.t. cultuurhistorische objecten

1.203 2008 1.240 1.271 1.300 1.300

Gemeentelijk Monumenten Project Stadsdelen: - Beschreven monumenten - Aangewezen monumenten

30 48

2008

Digitale waarderingskaarten AUP-gebieden Atlas AUP

1 2008

Archeologische verwachtingskaarten 1 2008 1 1

Gebiedsadvies 0 2009 10 10 10 10

Amsterdams Restauratie Fonds Leningen monumentenrestauraties

0

2008 € 0,8

€ 0,8

€ 0,8

€ 0,2

Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (Monumentenzorg) Beschikbare gestelde subsidies

8

2008

2008

10

Archeologische adviezen en archeologisch onderzoek

209 2008 180 180 180 180

Raadsdruk Begroting 2011 190

Page 196: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 2: Bewoners en andere stakeholders betrekken bij en informeren over het gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed door kennisoverdracht, voorlichting en educatie. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Kennisoverdracht: Publicaties 19 2008 25 25 25 25

Voorlichting: - Bezoekers Open Monumenten Dag - Bezoekers website

30.000

223.939

2008 2008

37.500

300.000

37.500

300.000

37.500

300.000

37.500

300.000 Educatie:Scholen (stages, opleiding jeugdgidsen)

0 2008 5 5 5 5

3.1.2 Archeologie en monumenten: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Zorg dragen voor het behouden, versterken en duurzaam ontwikkelen van het gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed. Monumenten Het belang van monumenten voor de economie en verbondenheid in de stad is de afgelopen jaren steeds duidelijker naar voren gekomen. Een zorgvuldige omgang met het erfgoed heeft tot gevolg dat het aantal monumenten jaarlijks groeit en daarmee ook het aantal monumentenadviezen en bouwaanvragen. De werkwijze in het traject van vergunningen wordt aangepast aan rijksbeleid, zoals de nieuwe omgevingsvergunning WABO. Daardoor krijgt het voortraject van de vergunningaanvraag een zwaarder accent. De doorlooptijd van vergunningverlening wordt bekort en de kwaliteit blijft gewaarborgd. De Modernisering van de Monumentenzorg (MOMO), ingezet door het ministerie, leidt tot vereenvoudigde procedures voor eigenaren van monumenten, inzet op herbestemming en efficiënte inbedding van erfgoedbeleid in de ruimtelijke ordening. In opdracht van de stadsdelen en het College begeleidt Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) grootschalige en ingewikkelde restauraties. Vanaf 2010 brengt BMA gebiedsadviezen uit. Deze bieden de mogelijkheid om de ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en duurzaamheid te combineren in plannen voor gebiedsontwikkeling. Als antwoord op de teruglopende (rijks)subsidies heeft uw Vergadering in 2009 besloten het Amsterdam Restauratiefonds (ARF) in te stellen. Met als doel lage renteleningen aan particulieren te verstrekken voor de restauratie van monumenten. Het fonds is in november 2009 gestart. Naar verwachting zal jaarlijks een bedrag van circa € 0,8 miljoen voor circa tien leningen worden verstrekt. Archeologie De kerntaken voor Archeologie liggen op het gebied van beleid (waardestellingen voor archeologische procedures voor bouwplannen en bestemmingsplannen), veldonderzoek en synthese en presentatie. De archeologische signaleringskaart dient als archeologisch verwachtingsmodel voor de hele stad. De kaart is een vangnet voor delen van de stad waarvan het bestemmingsplan nog niet archeologie-proof is en geeft een eerste inzicht in de archeologische verwachting bij ruimtelijke ordeningstrajecten. In 2011 volgt vermoedelijk een eerste actualisatie van de kaart. Synthetisering van 40 jaar archeologisch onderzoek heeft tot doel de vondstcollectie en vindplaatsgegevens van Amsterdam toegankelijk te maken via het publiceren van de wettelijk verplichte AAR rapportages (After Action Review) en het presenteren van vondsten. Via voorlichting wordt bijgedragen aan de actuele maatschappelijke discussie over de stedelijke samenleving. Het meest langlopende en complexe project van de afdeling Archeologie is het onderzoek in het kader van de Noord/Zuidlijn. Het werk concentreert zich in 2011 op de verwerking en uitwerking van de vondsten en gegevens en de analyse ervan.

Raadsdruk Begroting 2011 191

Page 197: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 2: Bewoners en andere stakeholders betrekken bij en informeren over het gebouwde, archeologische en cultuurlandschappelijke erfgoed door kennisoverdracht, voorlichting en educatie. Naast de wettelijk verplichte rapportages worden publicaties op de verschillende terreinen van het erfgoed gemaakt met als doel de historie van het Amsterdamse erfgoed onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Het BMA Jaarboek is daarvan een voorbeeld. Het gaat ook om publicaties in vakbladen, dagbladen en tijdschriften. Open Monumentendag (37.500 bezoekers) en de website van BMA zijn de belangrijkste voorlichtingsactiviteiten. De huidige website trok in 2009 aanzienlijk meer unieke bezoekers dan verwacht (300.000 bezoekers). De activiteiten op het gebied van educatie bestaan de komende jaren uit het bieden van (snuffel)stages en de opleiding van jeugdgidsen. Het sluit aan bij de doelstelling culturele talentontwikkeling van kinderen uit het programakkoord, om kunsteducatie vanzelfsprekend te laten zijn.

3.1.3 Archeologie en monumenten: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Geen saldo ontwikkelingen.

3.2 Subprogramma Kunstenplan1 3.2.1.Kunstenplan: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 3a: Talentontwikkeling: Amsterdammers hun eigen culturele talent laten herkennen en dat helpen ontwikkelen zodat zij een culturele loopbaan (actief en passief) kunnen volgen, hetzij als genietende toeschouwer, hetzij als professional in de culturele sector. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 % scholen met cultuureducatie in het 15programma (PO-scholen/VO-scholen)

67% / 33% 2006 86% / 65% 90% / 75%

Overige indicator

% van voucherbudget dat is besteed door scholen (po, praktijk- en speciaalonderwijs, onderbouw VMBO)2

93% 2008 90% 90%

Overige doelstellingen Doelstelling 3b: Prachtstad: Het via kunst en cultuur investeren in de relaties tussen mensen – in de buurt, in de stad, tussen mensen van dezelfde en van verschillende gezindte. Het vergroten van de leefbaarheid in wijken. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal personen dat bereikt wordt door culturele buurtaccommodaties

230.300 waarvan

83.870 nieuwe

en/of jonge Amster-

dammers

2005-2007 Bezoekerstoename

t.o.v. 2010: 6%

Bezoekerstoename

t.o.v. 2011: 4%

1 Het Kunstenplan loopt van 2009 tot en met 2012. Bij een aantal indicatoren is derhalve de cijfers na 2012 niet opgenomen. 2 Met inachtneming van de beleidsvrijheid van scholen.

Raadsdruk Begroting 2011 192

Page 198: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 4: Professionalisering ontwikkeling, eigendom, beheer en onderhoud van cultureel vastgoed Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Het cultureel vastgoed is onderhoudsniveau 3 (redelijke staat van onderhoud).

Voortgangsrapportage

Cultuur onder Dak, gebaseerd

op de meerjarig

onderhoudsplannen

van culturele

instellingen

Februari 2010

85% 85%

3.2.2 Kunstenplan: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 3a: Talentontwikkeling: Amsterdammers hun eigen culturele talent laten herkennen en dat helpen ontwikkelen zodat zij een culturele loopbaan (actief en passief) kunnen volgen, hetzij als genietende toeschouwer, hetzij als professional in de culturele sector. Op basis van de in 2010 uit te voeren evaluatie zal het stelsel cultuureducatie worden bijgesteld. Er zal daarbij met name gekeken worden naar de omslag die het stelsel heeft gemaakt van aanbodgericht naar vraaggericht. Daarnaast zal op basis van het Programakkoord 2010-2014 in 2011 een convenant worden gesloten met de schoolbesturen en stadsdelen, waarbij wordt ingezet op een minimum van drie uren kunsteducatie per basisschoolleerling per week. Bij dit voornemen is wel de voorwaarde gesteld dat het rijk dit ondersteunt. Hierover zullen in 2010 gesprekken met het rijk worden gevoerd. Ook is ons College voornemens om vanuit de post internationale cultuureducatie € 250.000 beschikbaar te stellen voor het vervoer van kinderen uit het Amsterdamse basisonderwijs van en naar school en cultuureducatie-instellingen in Amsterdam. Doelstelling 3b: Prachtstad: Het via kunst en cultuur investeren in de relaties tussen mensen – in de buurt, in de stad, tussen mensen van dezelfde en van verschillende gezindte. Het vergroten van de leefbaarheid in wijken. Het Amsterdams Fonds voor de Kunst investeert in culturele buurtaccommodaties die een onmisbare functie hebben in de buurt en tegelijkertijd een duidelijk artistieke meerwaarde hebben. Deze regeling wordt gesteund door het landelijk Fonds Cultuurparticipatie. In 2011 zal, in samenwerking met de zeven stadsdelen, worden toegewerkt naar één collectie Amsterdam voor de buitenkunst, conform de uitvoering van het beleidskader Kunst in de openbare ruimte 2009-2015. Doelstelling 4: Professionalisering ontwikkeling, eigendom, beheer en onderhoud van cultureel vastgoed Op basis van de ontvangen meerjaren onderhoudsplannen van de culturele instellingen kan worden geconstateerd, dat dankzij de (financiële) inspanningen van de afgelopen jaren het cultureel vastgoed in Amsterdam op dit moment op een voldoende (categorie 3) niveau is. Wel laten de meerjaren onderhoudsplannen en de informatie van de culturele instellingen over reserveringen zien dat er in de lopende exploitaties van de culturele instellingen jaarlijks een bedrag van € 8 miljoen te weinig beschikbaar is om het geplande onderhoud uit te voeren. Dit kan op termijn betekenen dat het achterstallig onderhoud weer zal toenemen. In 2011 wordt onderzocht op welke wijze het cultureel vastgoedbeleid geïntegreerd wordt in het Kunstenplan 2013-2016. Ook komt er een goede ‘voortschrijdende’ planning voor onderhoud en verbouwingen van cultuurpanden voor de komende twintig jaar.

Raadsdruk Begroting 2011 193

Page 199: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Wereldklasse Onder de doelstelling “Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers” (zie programma Economie en Haven) is als indicator opgenomen “waardering voor Kunst en cultuur”. Deze indicator zal verder worden uitgewerkt en onderdeel uit gaan maken van de Staat van de Stad.

3.2.3 Kunstenplan: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 114,7

112,7 109,4 110,0 109,7 109,7

Doelstelling 3a, b

Talentontwikkeling en vrije tijd

2,3 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0

Kunsteducatie 10,1 9,9 9,6 9,6 9,6 9,6

Beeldende kunst 2,6 2,6 2,5 2,5 2,5 2,5

Film en foto 2,8 2,8 2,8 2,8 2,7 2,7

Letteren 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4

Instellingen theater 27,6 27,4 27,5 27,5 27,4 27,4

Instellingen muziek 28,5 28,1 28,0 28,0 28,0 28,0

Instellingen dans 6,1 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

Amateurkunst 0,7 0,9 0,8 0,8 0,8 0,8

Flexibele ruimte en uitvoering kunstenplan

0,8 0,6 0,5 0,5 0,5 0,5

Amsterdam Historisch en Willet-Holthuysen Museum

9,9 10,6 0,0 0,0 0,0 0,0

Kapitaallasten Amsterdams Historisch Museum

1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Musea 2,5 2,5 28,3 28,4 28,3 28,3

Stedelijk Museum 14,9 14,2 0,0 0,0 0,0 0,0

Doelstelling 4

Investeringen en onderhoud cultureel vastgoed

4,3 4,6 2,0 2,0 2,0 2,0

Exploitatie cultuurpanden 0,0 0,0 1,1 1,6 1,6 1,6

Baten - 8,8 9,0 9,0 9,0 9,0 9,0

Doelstelling 3a, b, c, d

Instellingen theater 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4

Instellingen muziek 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4

Flexibele ruimte en uitvoering kunstenplan

0,4 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2

Amsterdam Historisch en Willet-Holthuysen Museum

1,1 1,3 0,0 0,0 0,0 0,0

Musea 0,0 0,0 1,5 1,5 1,5 1,5

Stedelijke Museum 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0

Doelstelling 4

Investeringen en onderhoud cultureel vastgoed

1,3 1,4 0,0 0,0 0,0 0,0

Exploitatie Cultuurpanden 0,0 0,0 1,5 1,5 1,5 1,5

Mutaties in reserves -0,3 -0,5 0,2 - 0,3 - 0,4 - 0,3

Saldo 105,6 103,2 100,6 100,7 100,3 100,4

Raadsdruk Begroting 2011 194

Page 200: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De in het bovenstaande overzicht opgenomen bedragen zijn in totaal meer dan het budget voor het kunstenplan. Ook de kapitaallasten, stelposten, mutaties in reserves en buiten het plan vallende bestedingen zijn vermeld. De ontwikkelingen van het saldo zijn grotendeels te verklaren door nominale aanpassingen, wijzigingen in de kapitaallasten, het wegvallen van incidentele middelen en ontwikkelingen waar het gaat om exploitatie als ook onderhoud cultureel vastgoed. Bij de Actualisatie 2010 is de gemeentelijke nominale ontwikkeling vertaald naar de diverse cultuurinstellingen binnen het Kunstenplan. Deze negatieve nominale ontwikkeling bedraagt in totaal € 1,6 miljoen. Verder zijn de kapitaallasten en afschrijvingen van het Amsterdams Historisch Museum en het Stedelijk Museum € 1,0 miljoen lager dan begroot. De lasten binnen dit subprogramma nemen tot slot met € 0,3 miljoen af als gevolg van verplaatsing van de subsidie voor Funx X van het Kunstenplan naar lokale media. De toename in lasten wordt verklaard door uitgaven Talentontwikkeling (€ 0,1 miljoen), uitgaven overhead (€ 0,1 miljoen) en verhoging van de subsidie aan de Stadsschouwburg conform verzelfstandigingsbesluit en aanpassing inkomen stadfoyer conform conceptovereenkomst (€ 0,2 miljoen). Deze ontwikkelingen verklaren het afnemen van het saldo met € 2,5 miljoen ten gunste van de algemene dienst. Bij de Begroting 2011 is de negatieve nominale ontwikkeling € 0,7 miljoen en vervallen de incidentele lasten voor Brede Talentontwikkeling (BTO) en vrije tijd van € 2,2 miljoen (door de overheveling van BTO naar het programma Educatie, jeugd en diversiteit à € 0,8 miljoen en het wegvallen van de incidentele prioriteit van € 1,4 miljoen). Andere verlagingen van incidentele middelen tellen op tot € 1,7 miljoen (prioriteit urgent onderhoud cultureel vastgoed, de prioriteit Stedelijk Museum Amsterdam (SMA) en verlaging van de incidentele middelen muziekonderwijs). Waar bij de Actualisatie 2010 de kapitaallasten voor ondermeer Amsterdams Historisch Museum (AHM) en SMA zijn verlaagd, worden deze in 2011 verhoogd met € 1,4 miljoen. Daarnaast is voor het AHM depot een ophoging van de subsidie opgenomen van € 0,5 miljoen voor kapitaallasten inrichting en exploitatie conform het verzelfstandigingsbesluit. De laatste ontwikkelingen betreffen de reserves met betrekking tot onderhoud cultureel vastgoed (€ 0,6 miljoen). Het saldo bij de Begroting 2011 daalt € 2,6 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010.

3.2.4 Kunstenplan: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord doelstellingen?

Voor programakkoorddoelstelling 3a Talentontwikkeling zijn in 2011 geen specifieke middelen beschikbaar in het Kunstenplan. Dit dient te worden bekostigd uit de reguliere middelen, waardoor mogelijk druk kan komen te liggen op het realiseren van deze doelstelling. De heroverwegingen houden een bezuiniging in voor de portefeuille Kunst en cultuur van ongeveer € 10 miljoen vanaf 2013.

3.3 Subprogramma Lokale media 3.3.1.Lokale media: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Overige doelstellingen Doelstelling 6: Een Amsterdams mediabeleid waarbij de functie van de media centraal staat, de pluriformiteit van de media bewaakt wordt, zodat deze een weerspiegeling vormt van de samenleving; het actief stimuleren van innovatie en experiment. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Kijkdichtheid AT5 onder Amsterdammers Aantal websitebezoeken per maand

73%

500.000

73%

500.000

73%

500.000

73%

500.000 Aantal programmamakers dat gebruik maakt van Salto Aantal websitebezoeken per maand

180

45.000

180

50.000

180

55.000

180

60.000

Raadsdruk Begroting 2011 195

Page 201: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.3.2 Lokale media: Wat gaan we ervoor doen?

De lokale media zijn cruciaal voor een gezonde democratie en een verbinding tussen politiek en de Amsterdammers. Op dit moment is een fusie tussen AT5 en RTV Noord-Holland naar de mening van ons College niet mogelijk vanwege een onvoldoende inhoudelijk en financieel onderbouwd plan. Van belang is het waarborgen van AT5 als nieuwszender en in deze lijn het bezien van mogelijke samenwerkingsopties. Door de nieuwe Raad van Commissarissen van AT5 wordt gewerkt aan een visie en plan voor de toekomst van de onafhankelijke nieuwszender. Nog in 2010 zullen ons College en uw Vergadering de toekomst van AT5 nader bespreken.

3.3.3 Lokale media: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten +

Doelstelling 6 4,9 5,2 3,1 3,1 3,1 3,1 Baten -

Doelstelling 6 2,2 2,2 2,3 2,3 2,3 2,3 Mutaties in reserves -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 0 0

Saldo 2,6 2,8 0,7 0,7 0,8 0,8

Het saldo stijgt bij de Actualisatie 2010 met € 0,3 miljoen door overheveling van de subsidie FunX van het kunstenplan naar Lokale media. Bij de Begroting 2011 dalen de lasten € 2,1 miljoen vanwege de verwerkte incidentele prioriteiten van AT5 € 1,8 miljoen en FunX € 0,3 miljoen. Mutaties in de reserves betreffen onttrekkingen aan de reserve AT5. Verder is de nominale aanpassing verwerkt.

3.3.4 Lokale media: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoord doelstellingen?

Lokale media heeft in het programakkoord een prominente plaats en daarom is voor de nieuwe bestuursperiode voor Lokale media € 5 miljoen opgenomen.

3.4 Subprogramma Diverse kunst en cultuur Hieronder vallen het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK), de Amsterdamse Kunstraad (AKR), het Amsterdams Uitburo (AUB) en aanverwante zaken als ook de kosten van het ambtelijk apparaat dat zich met kunst en cultuur bezighoudt.

3.4.1.Diverse kunst en cultuur: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

In het Programakkoord 2010-2014 wordt het belang onderstreept van instellingen en initiatieven die een wijkoverschrijdend kunst- en cultuuraanbod hebben. Zo moeten er meer culturele vrijplaatsen in de openbare ruimte komen voor exposities en culturele manifestaties. Dit zal in 2010 onderwerp van gesprek zijn met het AFK en de portefeuillehouders Kunst en Cultuur van de stadsdelen.

Raadsdruk Begroting 2011 196

Page 202: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.4.3 Diverse kunst en cultuur: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 18,5 18,5 17,9 17,9 17,8 17,8

Infrastructuur (AFK en AUB) 11,0 10,8 10,8 10,8 10,8 10,8

Beheerskosten Muziektheater 3,3 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5

Kunstraad 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4

Apparaatskosten Kunst 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0

Vangnetvoorziening afbouw ID Banen

0,5 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0

Kapitaallasten van verstrekte geldleningen

1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1

Baten - 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1

Rente van verstrekte geldleningen

1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1

Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 17,3 17,3 16,7 16,7 16,7 16,7

Als gevolg van de nominale aanpassing (AFK) daalt de begroting bij de actualisatie per saldo met € 0,2 miljoen. Daar tegenover staat eenzelfde stijging van de beheerskosten van het Muziektheater. Verder zijn er binnen apparaatskosten nog ontwikkelingen, maar die zijn saldoneutraal.

De Begroting 2011 is exclusief de incidentele prioriteit vangnetvoorziening afbouw ID banen en daarmee € 0,5 miljoen lager dan de Actualisatie 2010. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen

4.1 Reserves Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

Stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand ultimo 2014

+ -/- + -/- Onderhoud culturele panden 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Laboratorium 0,05 0,05 0 0,1 0,05 0 0,15 0,2 0,25 0,3 Reserve AT5 0,3 0,0 0,1 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 Cultureel beleggen 0,5 0,2 0,2 0,5 0,2 0,2 0,4 0,4 0,2 0,3 Cultuurpanden (overdracht 11 cultuurpanden)

1,0 0,1 0,0 1,1 0,5 0,0 1,6 1,6 1,6 1,6

Talentontwikkeling 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Nieuwbouw Stedelijk Museum

13,5 0,0 0,3 13,2 0,0 0,3 12,8 12,5 12,2 11,8

Wachtgelden muziekschool 0,1 0,0 0,02 0,08 0,0 0,02 0,06 0,04 0,02 0,0 Totaal reserves 15,7 0,4 0,9 15,2 0,7 0,6 15,1 14,7 14,3 14,0

Ultimo 2011 nog te handhaven reserves In 2011 neemt de omvang van de reserves met € 0,7 miljoen af, voornamelijk veroorzaakt door een drietal onttrekkingen: € 0,3 miljoen Stedelijk Museum en € 0,1 miljoen AT5, € 0,2 miljoen bestedingen cultureel beleggen. Overigens wordt er ook € 0,2 miljoen bestedingen cultureel beleggen jaarlijks toegevoegd. � De reserve Stedelijk Museum is bestemd ter structurele dekking van een deel van de

kapitaallasten van de ver- en nieuwbouw, dat is ruim € 0,3 miljoen per jaar � Kleinere jaarlijkse onttrekkingen vinden plaats voor subsidie aan AT5 en de

muziekschool. De laatste onttrekking aan de reserve AT5 vindt in 2012 plaats, de laatste onttrekking voor de muziekschool in 2011. Stand van de laatste reserve ultimo 2011 is € 0,06 miljoen en kan vrijvallen.

Raadsdruk Begroting 2011 197

Page 203: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ultimo 2011 afgewikkelde reserves � De reserve Talentontwikkeling van € 0,08 miljoen wordt in 2010 besteed aan de

uitvoering van het Keurmerk � De reserve urgent onderhoud cultuurinstellingen van € 0,2 miljoen wordt in 2010 volledig

besteed.

4.2 Voorzieningen DMO Kunst en Cultuur kende in 2010 één voorziening Randstad Urgent € 0,1 miljoen die in 2010 volledig wordt besteed.

4.2 Investeringen Stedelijk Museum De nieuwbouw van het Stedelijk Museum is in volle gang. De volledige investering bedraagt € 107,1 miljoen, waarvan € 35,4 miljoen door derden wordt gedekt (het rijk, provincie Noord-Holland en fondsenwerving). De nieuw- en verbouw van het Stedelijk Museum vordert gestaag. Van de totale kredieten van € 107,1 miljoen is tot en met 2009 € 81,1 miljoen besteed. Voor 2010 is de raming € 23,8 miljoen, daarna het restant van € 2,2 miljoen. Eind augustus 2010 is het temporary stedelijk open gegaan en de definitieve opening vindt in 2011 plaats. Vlakke Vloer Stadschouwburg De vlakke vloerzaal in de Stadschouwburg is geopend. In 2010 vond de laatste betaling plaats op het krediet van € 20,8 miljoen (DMO deel), de afsluiting vindt bij de Jaarrekening 2010 plaats. Ook de stadsfoyer in de Stadsschouwburg is open. In 2010 vonden de laatste uitgaven € 0,1 miljoen plaats en ook dit krediet wordt bij de Jaarrekening 2010 afgesloten Theater Cosmic De verbouwing van het theater Cosmic in het Westerpark is afgerond en het krediet van circa € 3 miljoen wordt bij de Jaarrekening 2010 afgesloten. De uitgaven in 2010 zijn € 0,6 miljoen, waarvan de helft ten laste komt van het krediet en de andere helft is een projectsubsidie. Depot Amsterdams Historisch Museum In 2009 is een start gemaakt met de bouw van een nieuw depot van het Amsterdams Historisch Museum in Noord. De bouw van het nieuwe depot van het Amsterdam Historisch Museum is in volle gang. Naar verwachting vindt de opening begin 2011 plaats. Van het krediet van € 14 miljoen is tot en met 2009 € 5 miljoen besteed, de resterende € 9 miljoen volgt in 2010. De Appel In de herfst van 2010 start de verbouw van de Prins Hendrikkade 142 ten behoeve van galerie de Appel. Het pand is onlangs aangekocht en behoort tot de 12 cultuurpanden van DMO in stadsdeel Centrum. De uitgaven in 2010 zijn € 0,3 miljoen en in 2011 € 1,2 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 198

Page 204: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 AT5 Voortbestaan AT5

Zicht en visie op de toekomst van AT5

1.800 2.850

2 FunX Kweekvijver voor jong mediatalent, opleiding– en ontwikkelingstrajecten, ondersteuning van media initiatieven en beginnende artiesten via convenant tussen OCW en G4

Pluriform en divers media aanbod in Amsterdam

300 300

2.100 3.150 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

3 Stedelijk Museum Conform besluitvorming 2003 versterking van de exploitatie van het museum

In 2010 is het temporary stedelijk open en in 2011 opent het vernieuwde Stedelijk Museum de deuren

800 800

800 800 I9 Budgetneutrale prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

4 Bureau Werelderfgoed Communicatie Unesco erfgoed vorm geven en deels uitvoeren. Monitoren, verplichting Unesco

Een breder publiek kent Amsterdam als werelderfgoed.Goed inzicht in de conditie en het rendement van het Amsterdams erfgoed

123 123 *

5 Vervoer van scholieren naar kunstinstellingen

Vervoer van kinderen uit het basisonderwijs naar cultuureducatie-instellingen

Alle groepen uit het Amsterdamse basisonderwijs maken één keer per jaar een besloten busrit van en naar school en cultuureducatie-instelling in Amsterdam

250 250 *

373 373 IP4 Incidentele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

6 Internationale Cultuureducatie

Oud voor nieuw

Oud voor nieuw

-250 0

-250 0

Raadsdruk Begroting 2011 199

Page 205: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

7 ISV aanvraag Monumenten Verlenen van subsidie voor monumentenrestauratie

Een goed onderhouden monumentenbestand

2.000 2.000

2.000 2.000 SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

8 Ombuigingen op apparaat Kunst en Cultuur

Bezuiniging op apparaat Kunst en Cultuur

Efficiënte organisatie

-200 -200

9 Vergroten efficiency Combineren ICT Bureau Monumenten & Archeologie met Stadsarchief Amsterdam, reductie uitgaven telefonie

Grotere efficiency Bureau Monumenten & Archeologie

-70 -130

10 Beperkter uitvoeren wettelijke taken

Eerste tranche beperkter uitvoeren wettelijke taken

Wettelijke taken ontlast zonder verlaging materiële budgetten

-100 -100

11 Apolloloket Uitvoering Apolloloket stopzetten

Stopzetten Apolloloket

-840 -840

-1.210 -1.270

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. AT5 In het programakkoord is aangegeven dat lokale media cruciaal is voor een gezonde democratie en verbinding tussen politiek en Amsterdammers. Derhalve zijn hiervoor in het programakkoord middelen opgenomen. Op dit moment beraadt AT5 zich op de toekomst als zelfstandige zender dan wel met andere partners. Mede vanwege het belang van lokale media en AT5 als onafhankelijke nieuwszender als onderdeel hiervan als ook de huidige financiële situatie van AT5 stelt ons College aan uw Vergadering voor een incidentele prioriteit toe te kennen van € 2.850.000. 2. FunX Voor de periode 2009 – 2012 is met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de G4 een convenant gesloten over de bekostiging van FunX. De reden voor dit convenant is het feit dat FunX de pluriformiteit en diversiteit van het media-aanbod in Amsterdam bevordert. Het ministerie heeft onderzocht of FunX een landelijke zender zou kunnen worden en daarmee ook de bekostiging zou wijzigen. Dit is door de val van het kabinet stil komen te liggen. FunX was eerst onderdeel van Jong Amterdam / Kinderen eerst, Brede Talentontwikkeling. De convenantperiode loopt door tot en met 2012. Vanwege het convenant dient de gemeente FunX te bekostigen totdat een mogelijke andere wijze van bekostiging verder is onderzocht. Ons College stelt aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van € 300.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen.

I4 Overige prioriteiten

3. Stedelijk Museum Deze prioriteit is in overeenstemming met eerdere besluitvorming en meerjarig toegekend tot en met 2012. Bij de begroting 2003 is besloten om het Stedelijke Museum Amsterdam vanaf moment van heropening structureel € 2.000.000 extra subsidie te geven.

Raadsdruk Begroting 2011 200

Page 206: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Deze afspraak is bekrachtigd bij de verzelfstandiging van het Stedelijke Museum en een bedrag van € 1 miljoen is reeds toegekend bij de begroting 2007. Een bedrag van € 200.000 wordt vanaf 2010 binnen de kunst- en cultuurbegroting zelf gevonden en het resterende bedrag van € 800.000 is meerjarig incidenteel in het verdelingsvoorstel opgenomen met ingang van 2010. Voor 2010 is vervolgens door de gemeenteraad een bedrag van € 415.000 beschikbaar gesteld voor de tijdelijke openstelling van de oudbouw van het Stedelijk Museum. In augustus wordt het stedelijk tijdelijk heropend en de definitieve opening staat gepland voor 2011. Ons College stelt aan uw Vergadering voor de incidentele prioriteit van € 800.000 in het verdelingsvoorstel op te nemen.

I9 Budgetneutrale prioriteiten

4. Bureau Werelderfgoed De portefeuillehouder Openbare Ruimte komt eind 2010 met een verdeelvoorstel voor de programakkoordmiddelen Openbare Ruimte, waarin dekking voor het Bureau Werelderfgoed wordt meegenomen. De dekking van deze prioriteit voor 2011 en 2012 zal dan geschieden. Dientengevolge is deze aanvraag budgetneutraal opgenomen in het verdelingsvoorstel. 5. Vervoer van scholieren naar kunstinstellingen Ons College stelt voor om de gereserveerde middelen voor internationale cultuureducatie van € 250.000 voor 2011 in te zetten voor vervoer van kinderen uit het Amsterdamse basisonderwijs naar Amsterdamse cultuureducatie-instellingen. Reden hiervoor is dat de post internationale cultuureducatie op dit moment alleen ten goede komt aan een kleine groep leerlingen uit het voortgezet onderwijs, die hierdoor in staat worden gesteld om kennis te maken met cultuur in het buitenland. De incidentele prioriteit van € 250.000 is een budgetneutrale prioriteit, omdat hiervoor dekking is uit het structurele budget cultuureducatie. Een bedrag van € 250.000 zal incidenteel op de post internationale cultuureducatie –onderdeel van het structurele budget cultuureducatie - in mindering wordt gebracht en worden bestemd voor vervoer van scholieren naar kunstinstellingen.

IP4 Incidentele posterioriteiten

6. Internationale Cultuureducatie De budgetneutrale incidentele prioriteit van € 250.000 voor vervoer van kinderen uit het Amsterdamse basisonderwijs naar Amsterdamse cultuureducatie-instellingen “nieuw”kan worden gedekt door eenzelfde bedrag in mindering te brengen op de post internationale cultuureducatie “oud” (onderdeel van de structurele algemene budget cultuureducatie). Derhalve acht ons College het niet nodig dat hiervoor een posterioriteit wordt ingediend.

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

7. ISV aanvraag Monumenten De aanvraag is op basis van een voorselectie van projecten uit de inventarisatie bij de stadsdelen, die aan de criteria in de subsidie verordening voldoen en projecten die, vanwege hun buitengewone cultuurhistorische waarde een financiële injectie voor restauratie rechtvaardigen. De totale restauratiebehoefte van deze projecten bedraagt € 13,9 miljoen. De behoefte is aanzienlijk groter dan de beschikbare middelen. Gezien de budgettaire beperkingen is € 2 miljoen opgenomen in het verdeelvoorstel. Dat is overigens hetzelfde volume als in 2010.

SP4 Structurele posterioriteiten

8. Ombuigingen op apparaat Kunst en Cultuur Deze posterioriteit is in overeenstemming met de bezuinigingen zoals benoemd in het programakkoord. Deze bezuiniging is opgenomen in inzet op herstel maatregel nr. 44.3 en betreft het verlagen van de bijdrage apparaat Kunst en Cultuur met 10% ( 1,5 fte). Dit overwegende stelt ons College aan uw Vergadering voor de structurele posterioriteit van € 200.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel.

Raadsdruk Begroting 2011 201

Page 207: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

9. Vergroten efficiency Deze prioriteit betreft het vergroten van de efficiency van Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) door de ICT van BMA te combineren met het Stadsarchief Amsterdam (SAA) en een reductie van de uitgaven telecommunicatie. De taakstelling vastgesteld door ons College bedraagt € 130.000. Deze posterioriteit is voor rekening van BMA. 10. Beperkter uitvoeren wettelijke taken Deze prioriteit betreft de eerste tranche van het beperkter uitvoeren van de wettelijke taken van Bureau Monumenten en Archeologie (BMA). BMA spant zich in om in de eerste tranche de wettelijke taken te ontlasten zonder in te grijpen in de personele sfeer, door verlaging van materiële budgetten. De tweede tranche zal beleidsmatige en personele gevolgen hebben. In het verdeelvoorstel voor 2011 is een bedrag van € 0,1 miljoen structureel opgenomen en voor 2013 een bedrag van € 0,3 miljoen structureel. 11. Apolloloket Het Apolloloket zal voor 100% stopgezet worden. Hierdoor wordt een ombuiging van € 840.000 gerealiseerd. Subsidies voor professionele organisaties op het gebied van talentontwikkeling zijn primair een taak van de stadsdelen. Het Apolloloket was in 2009 ambitieus neergezet als hét integrale loket voor talentontwikkeling en had meer samenhang moeten brengen in het aanbod van activiteiten. Met de ombuiging zijn geen fte gemoeid. De inhuur van personeel die met de uitvoering van het Apolloket samenhangt valt wel weg. Ons College stel voor om een bedrag van structureel € 840.000 op te nemen in het verdelingsvoorstel.

Raadsdruk Begroting 2011 202

Page 208: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Milieu en water Maatschappelijk effect Een duurzaam, gezond en leefbaar Amsterdam tegen de laagst mogelijke kosten voor de bewoners en de bedrijven. Amsterdam is een geliefde plek om te wonen.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Totaal programma Lasten + 429,1 516,6 511,5 482,4 478,7 471,8 469,5 Baten - 405,7 482,3 467,7 445,2 445,2 437,0 432,7 Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

23,4 34,3 43,9 37,3 33,4 34,8 36,8

Toevoeging minus onttrekking reserves

2,4 -4,1 -7,3 -2,5 -3,8 -4,8 -5,9

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

25,8 30,2 36,6 34,8 29,7 30,0 30,9

Saldo reserves 30,7 20,8 23,5 21,0 17,2 12,3 6,2 Saldo voorzieningen 21,6 26,0 25,5 30,7 39,8 37,4 34,7

Algemeen In het programma Milieu en water gaat in de Begroting 2011 € 482,4 miljoen aan lasten en € 445,2 miljoen aan baten om. Deze lasten en baten betreffen voornamelijk Waternet (€ 198 miljoen) en het Afvalenergiebedrijf (AEB) (€ 224 miljoen). Het begrote negatieve saldo in het programma Milieu en water bedraagt voor de Begroting 2011 € 37,3 miljoen en dat wordt vooral verklaard door de milieutaken en het waterbeheer. Dit wordt nader toegelicht bij de subprogramma’s. Een toelichting op de financiële aansturing van deze vijf subprogramma’s op hoofdlijnen: � afvalverwerking (AEB): de onderdelen Afvalenergiecentrale (AEC) en de afvalpunten

worden afgerekend met de stadsdelen/derden. In de exploitatierekening van de centrale stad wordt het saldo opgenomen van de Hoogrendement Centrale (HRC), het Depot Gevaarlijk Afval en het Regionaal Overslag Station

� afvalwatertransport (Waternet): het belangrijkste product hierin is de rioleringstaak. Uitgegaan wordt van een kostendekkendheid van 98,5 procent (exclusief terug te ontvangen BTW) – in dit verband verwijzen wij naar de verplichte paragraaf Lokale heffingen; voor- en nadelige verschillen worden verrekend met de egalisatiereserve

� drinkwatervoorziening (Waternet): hiervan is de exploitatie met een gering batig saldo gedekt door tarieven

� milieu (Dienst Milieu en Bouwtoezicht): het financiële saldo van de hierin opgenomen producten maakt geheel onderdeel uit van de exploitatierekening

� waterbeheer: dit product betreft in hoofdzaak de activiteiten van Binnenwaterbeheer (BBA) dat met ingang van 1-1-2011 op zal gaan in Waternet. De activiteiten komen ten laste van de gemeentebegroting, behalve de opbrengst van het binnenhavengeld

2 Ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 Afvalverwerking In Nederland en omliggende landen is de capaciteit voor verbranding van afval toegenomen. Tegelijk is door de economische recessie het aanbod van afval afgenomen. De tarieven voor verwerking zijn daardoor gedaald. Omdat de capaciteitsuitbreiding op de (middel)lange termijn een permanent karakter heeft, wordt verwacht dat deze tarieven in de komende jaren niet meer terugkomen op hun oude, hogere niveau. Het rendement uit afval, namelijk energieproductie en afzet van reststoffen, heeft eveneens door lagere tarieven onder druk gestaan. Deze tarieven stijgen weliswaar, maar zullen ook

Raadsdruk Begroting 2011 203

Page 209: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

hun oude niveau niet meer bereiken. Warmte- en elektriciteitsprijzen zullen meer gekoppeld worden aan de gasprijzen, die ten opzichte van de olieprijzen lager komen te liggen. Deze marktontwikkelingen vormden de basis van het besluit de verzelfstandiging van het Afval Energie Bedrijf (AEB) uit te stellen. AEB blijft dus voorlopig een volledig Amsterdams bedrijf. Diezelfde marktontwikkelingen maken het echter eveneens noodzakelijk een visie te ontwikkelen voor een succesvolle toekomst van AEB. AEB kan in deze markt profiteren van haar ligging aan waterwegen en van de hoogwaardige, technische installaties. Omdat zowel de Afvalenergiecentrale als de Hoogrendement Centrale bewezen hebben hoge energetische rendementen te kunnen realiseren is aan beide installaties de ‘R1’ status toegekend. Dit betekent dat ze binnen de EU gezien worden als middel om grondstoffen uit afval terug te winnen (‘recovery’). Het voordeel hiervan is dat AEB afval mag importeren vanuit andere EU-landen. Door de ligging aan diep vaarwater is dat ook praktisch mogelijk. Hiermee kan AEB een bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2 uitstoot door het verminderen van stortplaatsen binnen de EU. Tegelijk vult AEB hiermee eventuele afvaltekorten aan, zodat maximaal rendement uit de installaties gehaald wordt. Ons college heeft klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit hoog op de agenda gezet en ook in omliggende gemeenten zijn dat belangrijke thema’s. Het AEB heeft op dit gebied de relevante kennis, de ervaring en het innovatiepotentieel in huis waarmee praktische oplossingen gerealiseerd kunnen worden. In samenwerking met partners in de markt kan AEB stad en regio dus ondersteunen in het realiseren van die doelstellingen. AEB realiseert in 2010 een uitgewerkte strategische visie die hieraan invulling geeft, met als uitgangspunt het optimaal functioneren van de huidige installaties. 2.2 Milieu Voor de handhavingsketen geldt het adagium: decentraal wat kan, centraal wat moet. Als resultante daarvan is in de loop van 2010 een aantal milieutoezichthouders voor de niet-complexe inrichtingen overgegaan naar de stadsdelen. De BWT-taken (Bouw- en WoningToezicht) in de grootstedelijke gebieden zullen in dit kader de komende periode nader worden bezien. Die ontwikkeling past in de voorbereiding om te komen tot een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) per 2012. Het zwaartepunt van deze voorbereiding zal in 2011 liggen. 2.3 Bureau Monumenten & Archeologie Bureau Monumenten & Archeologie zal per 1 januari 2011 van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht overgaan naar het Stadsarchief Amsterdam. Die overgang past in het perspectief van een culturele alliantie. 2.4 Klimaat & Luchtwaliteit Er vindt een verschuiving plaats in de programmataken voor klimaat en luchtkwaliteit. Per 1 juli 2010 gaan die voor klimaat en energie over naar de directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en per 1 januari 2011 zal de directeur van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV) als opdrachtgever voor luchtkwaliteit gaan optreden. 2.5 Waterbeheer Waternet is volop bezig de watercyclus te sluiten en vormt zich om tot het geïntegreerde watercyclusbedrijf Waternet. Voor 2011 wordt een verdere integratie bereikt door een fusie met de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam (BBA). BBA gaat per 2011 onderdeel uitmaken van Waternet. De effecten van de economische crisis tekenen zich inmiddels af, in Nederland en ook in Amsterdam. Voor Waternet is het effect hiervan vooral zichtbaar in de Amsterdamse drinkwatertaak. Prognoses in afzet zijn ten opzichte van voorliggende perioden naar beneden bijgesteld, vooral als gevolg van afname van klein zakelijk gebruik. Waternet draagt bij aan het tegengaan van de negatieve aspecten van de economische crisis door de tarieven voor drinkwater niet en rioolrecht beperkt te verhogen. Hierdoor neemt de lastendruk voor burgers en bedrijven voor deze aspecten niet toe. In 2010 wordt onderzocht of het mogelijk en wenselijk is de eerste aanleg van de riolering niet meer uit de grondexploitatie te financieren maar uit het rioolrecht. Dit heeft consequenties voor het tarief rioolrecht na 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 204

Page 210: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Afvalverwerking 3.1.1 Afvalverwerking; Welk maatschappelijk effect willen we bereiken? Het realiseren van een zo hoog mogelijk economisch rendement bij en een zo duurzaam mogelijk wijze van verbranden en verwerken van afval en rioolslib. Programakkoord 2010-2014 Voor dit subprogramma zijn geen programakkoorddoelstellingen geformuleerd.

3.1.2 Afvalverwerking: Wat gaan we ervoor doen?

In 2009 en 2010 heeft het Afval Energie Bedrijf (AEB) gewerkt aan de verbetering van de bedrijfsvoering. De resultaten zijn dat de beschikbaarheid van de Afvalenergiecentrale is gestegen en dat de Hoogrendement Centrale de verwachte rendementen in de productie van elektriciteit realiseert. Daarnaast zijn op gebied van veiligheid verbeteringen gerealiseerd, die geleid hebben tot een afname van incidenten. In 2011 wordt gewerkt aan verdere verbeteringen op deze gebieden. Het doel is de verbeteringen die tot nu toe zijn behaald verder uit te bouwen en voor langere termijn te borgen om zodoende een betrouwbare partner voor stad, regio en bedrijfsleven op gebied van afvalverwerking te blijven.

Afvalenergiecentrale

De Afvalenergiecentrale (AEC) is een afvalverbrandingsinstallatie die naast afval ook rioolslib verwerkt. Met de verbranding van afval en slib wordt water tot oververhitte stoom gebracht. Deze stoom wordt gebruikt voor warmtelevering en om via turbines en generatoren elektriciteit te produceren. De geproduceerde elektriciteit wordt voor het overgrote gedeelte aan de gemeente Amsterdam geleverd, die het gebruikt voor de openbare verlichting, het openbaar vervoer en de verlichting van openbare gebouwen. Ruwe bodemas (hetgeen resteert na verbranding van het afval) is het andere eindproduct. Dit wordt verwerkt door de Slakkenopwerkingsinstallatie (SOI). De SOI wint uit deze bodemas metalen die voor hergebruik aan derden worden geleverd. Daarnaast is er nog een aantal stoffen dat uit de reiniging van het rookgas komt. Stoffen zoals gips worden ook voor hergebruik doorgeleverd, anderen worden afgevoerd en veilig gestort.

Hoogrendement Centrale

De Hoogrendement Centrale (HRC) heeft een uitzonderlijk hoog rendement voor een afval gestookte elektriciteitscentrale. De HRC verwerkt echter geen rioolslib. De HRC wordt volledig voor rekening en risico van de gemeente Amsterdam gedreven en wordt vooral gebruikt om bedrijfsafval te verwerken. De opgewekte elektriciteit en bruikbare reststoffen worden op de vrije markt afgezet.

3.1.3 Afvalverwerking: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten +

Afvalverwerking 194,0 239,8 227,5 225,6 218,6 217,2 215,6

Baten -

Afvalverwerking 193,8 244,2 233,8 230,0 228,7 227,4 225,8

Saldo 0,2 - 4,4 - 6,3 - 4,4 - 10,1 - 10,2 - 10,2

Actualisatie 2010 Het saldo in de geactualiseerde begroting daalt met € 1,9 miljoen. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de vrijval van vakantiegeld bij AEB en een verbetering van het bedrijfsresultaat bij de HRC van € 0,7 miljoen naar € 5,7 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 205

Page 211: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begroting 2011 Bij de Begroting 2011 is het verwachte resultaat voor de HRC € 5 miljoen en vervalt de eenmalige baat in verband met vrijval vakantiegeld. Begroting 2012-2014 De verwachting is dat in de jaren 2012 en verder een bedrijfs- en marktsituatie voor AEB ontstaat, waarin een resultaat gehaald kan worden van circa € 10 miljoen.

3.1.4 Investeringen

In de Begroting 2010 heeft AEB voor 2010 een aantal kredieten aangevraagd voor investeringen. Deze kredieten zijn uiteindelijk abusievelijk niet opgenomen in de Begroting 2010 van de gemeente Amsterdam. Ter correctie worden deze investeringen opgenomen in het programma Milieu en water samen met een aantal aanvullende investeringen. Het betreft rendabele kredieten die gedekt worden binnen de exploitatie van het AEB. Omschrijving Verwachte uitgaven

2010 Verwachte uitgaven 2011

Vervanging Eindovo’s € 4 miljoen Optimaliseren glasvezelnetwerk en vervangen verouderde netwerkapparatuur

€ 0,35 miljoen

Certificering drinkwatersysteem

€ 0,75 miljoen

Verbouwing magazijn € 2 miljoen Modificaties biogas € 0,5 miljoen Aanpassing verwerking RGR € 1 miljoen € 1 miljoen Bemetering AEC € 1 miljoen Voorbereidingskrediet (productieverhoging AEC, reststof E-filters, transport over water, verhoging stoomproductie)

€ 0,75 miljoen

Bouw depot 3 en sanering depot 1 € 2 miljoen Modificatie koelwaterkanaal € 0,33 miljoen Modificatie koelwaterpompen € 0,5 miljoen Modificatie SOI € 0,35 miljoen Mobiele kraan SOI € 0,2 miljoen Hangerhappers WAB € 0,2 miljoen KCA € 0,25 miljoen Blusmonitoren € 0,4 miljoen Bewakingscamera’s/E-ruimte beveiliging € 0,57 miljoen Voor 2011 verwacht AEB de volgende vervangingsinvesteringen. Camerabewaking € 0,3 miljoen Vervangen ICT hardware € 0,33 miljoen Shredder gevaarlijk afval € 0,35 miljoen Vervangen keteldak AEC € 0,7 miljoen Totaal € 1,7 miljoen Camerabewaking De Europese aanbesteding voor het beveiligingsproject bij AEB is uitgekomen op net iets meer dan € 0,7 miljoen. In 2010 is een investeringskrediet van € 0,57 miljoen opgenomen. De belangrijkste reden voor de uitbreiding van middelen is de omstandigheid dat AEB binnenkort per schip aangevoerd afval gaat verwerken. De beveiliging van de betreffende kade vraagt om extra maatregelen, die nodig zijn om toestemming te krijgen de schepen af te laten meren. Daarnaast is € 0,17 miljoen nodig om een glasvezelnetwerk rondom AEB te plaatsen. Het huidige netwerk kan de hoeveelheid extra cameradata niet aan. Dit betekent dus een uitbreiding met € 0,3 miljoen van het krediet van 2010. Vervanging ICT hardware De huidige hardware voor het bedrijfsnetwerk, diverse applicaties en de telefooncentrale voldoen niet meer aan de huidige standaard. Om de continuïteit en een hoge beschikbaarheid te borgen dient de apparatuur vervangen te worden. Hiervoor heeft AEB een krediet van € 0,33 miljoen nodig.

Raadsdruk Begroting 2011 206

Page 212: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Shredder gevaarlijk afval De shredder gevaarlijk afval is nodig zodat het Depot Gevaarlijk Afval (onderdeel van Inzameling & Hergebruik) bijzondere en gevaarlijke afvalstoffen kan verwerken. Grote stukken afval kunnen ermee verkleind worden zodat ze gemakkelijk in de installaties van AEB verbrand kunnen worden. Met de investering is een bedrag van € 0,35 miljoen gemoeid. Vervangen keteldak AEC Tijdens de onderhoudsstops in 2010 is geconstateerd dat het keteldak van de verschillende ovens (AEC) de laatste twee jaar hard achteruit is gegaan. Delen van het keteldak moeten vervangen worden en gerepareerd. Na vervanging en reparatie kan het dak weer minimaal tien jaar mee voor de volgende grootschalige vervanging en/of reparatie. In 2011 wordt dit uitgevoerd op twee van de vier lijnen (lijn 11 en 24). Voor 2012 wordt opnieuw een krediet aangevraagd om het keteldak van de twee overige lijnen (lijn 12 en 23) te vervangen en repareren. Voor de realisatie in 2011 is een krediet nodig van € 0,7 miljoen.

3.1.5 Afvalverwerking: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de programakkoorddoelstellingen

In het kader van risicomanagement is besloten om in de eerste maanden van 2010 het tarief voor elektriciteit voor 2011 voor ongeveer 50% vast te zetten. Het tarief van de gecontracteerde hoeveelheid MWh komt gemiddeld uit op € 48,00. De resterende andere helft wordt naar verwachting tegen een gemiddelde prijs van € 46,00 verkocht, waarmee de totale gemiddelde prijs voor 2011 op € 47,00 uitkomt. Het belangrijkste risico voor de hele bedrijfsvoering van het Afval Energie Bedrijf (AEC, HRC, I&H en AP) lag tot voor kort bij de instabiliteit van de centrales. Inmiddels is, door de prijsstelling in de markt, de toelevering van afval het grootste risico. De economische recessie en toenemende verbrandingscapaciteit hebben een remmend effect op het afvalaanbod. Uitgangspunt van Actualisatie 2010 en Begroting 2011 is dat contractpartijen minimaal blijven leveren zoals contractueel is vastgelegd. In 2010 is al gebleken dat contractpartijen moeilijk hun verplichtingen na kunnen komen. Mocht de toelevering in de tweede helft van 2010 verder verslechteren dan zal AEB de hier gepresenteerde resultaten niet geheel kunnen realiseren en zo nodig een waarschuwing omtrent het te verwachten afrekentarief en/of resultaat afgeven. Om de effecten van dit risico te verminderen onderzoekt AEB de mogelijkheid afval uit het buitenland aan te trekken. Andere risico’s voor AEB vloeien voort uit het productieproces en de installaties. Met beheersmaatregelen zoals het inzetten van geschoold personeel, preventief onderhoud en een verantwoord productieproces worden deze risico’s geminimaliseerd.

3.2 Subprogramma Milieu 3.2.1. Milieu: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Voor dit subprogramma zijn geen programakkoorddoelstelingen geformuleerd.. Overige doelstellingen

Doelstelling 1 : In elk inkooptraject is duurzaamheid meegewogen en waar mogelijk vertaald in inkoopcriteria of contractvoorwaarden Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Amsterdamse monitor duurzaam inkopen Ambitie is tenminste

75%.

Landelijke monitor met

nulmeting vindt plaats

in 2010

80 % 85% 90% 95%

Raadsdruk Begroting 2011 207

Page 213: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 2: Amsterdam is een toonaangevende duurzame stad, waarbij 2014 Amsterdam in de top 5 van de EU green Capital staat Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Positie op EU Greencapital list, of evt. andere objectieve ranglijst europese steden

Amsterdam 4e in 2009 In 2014 is Amsterdam een toonaangevende stad, waarbij we in de top 5 eindigen bij de verkiezing EU Green Capital: Vaststellen aanpak waarbij de punten verbeterd worden waarop we bij de vorige verkiezing ondergemiddeld scoorden en de sterktes uitbouwen.

idem Idem In 2013 aanvraag voor nieuwe EU Green Capital voorbereid

idem

Grondstoffen transitie: Geformuleerd doel in duurzaamheids-programma

Duurzaamheidsprogramma formuleren, zoals hoeveel % minder huidhoudelijk afval en % hergebruik materialen doormiddel van de volgende acties:

− Vastgestelde grondstoffenstrategie i.s.m. andere diensten ( AEB, Haven, IVV, IBA, OGA).

− Bijdrage aan project haven, grondstof=afval

− C2C loket en website geactualiseerd

− concrete project-, productadvisering Cradle2Cradle

− rapporteren over gerealiseerde icoon-projecten in Amsterdam

Economie en innovatie: Geformuleerd doel in duurzaamheids-programma

− Duurzame bedrijven kiezen voor Amsterdam

− Amsterdamse bedrijven werken steeds eco-efficienter:

− uitvoering project DEIS − project Groene Loper − Duurzaam toerisme

idem idem idem

Duurzaamheids-programmering

− vaststelling Duurzaamheidsprogramma 2010-2014

− Projecten Duurzaam-heidsprogramma in uitvoering

− Opstellen duurzaamheidsverslag

idem

Idem idem

idem

Duurzaamheid verbinden in de stad: Goede en steeds meer samenwerkingsverbanden tussen gemeente en bedrijfsleven, Gemeente en bewoners versterken en verbinden op duurzaamheid

− Kennisnetwerk duurzaamheid binnen de stad onderhouden en versterken

− Vormgeven lobby naar Europa en in Nederland

− Externe communicatie (duurzaamheidswebsite)

− Festival Amsterdam Duurzaam

− programmamanagement CUD en SET

Raadsdruk Begroting 2011 208

Page 214: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 3: Amsterdam is een compacte en leefbare stad Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Actie plan geluid:

− het aantal (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden t.g.v. wegverkeer

− aantal woningen met geluidbelasting boven 68dB

Geluidskaart 2007 Beleid geactualiseerd voor: − Bouwen op geluidbelaste

locaties − Bouwlawaai − Geluid bij evenementen − Uitvoeren actieplan geluid − Opstellen nieuwe

geluidkaart in kader EU richtlijn

− Zonebeheer en beleid Westpoort

− Uitvoeren acties stille gebieden

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

idem

Externe veiligheid: alle risico’s in beeld en overal voldoen aan grenswaarde

− Externe Veiligheid: o.a. groepsrisicobeleid gemeentebreed vast-gesteld

− Structuurvisie Externe veiligheid Amsterdam vastgesteld

− Voorzitterschap Task force Lucht

− Adviseren op Wet milieubeheer procedures op gebied van Externe veiligheid en luchtkwaliteit

Idem

idem

Idem

Idem

Idem

idem

Energie: − Van de

grootstedelijke projecten zal 100% en van de overige projecten zal 70% die bij STAT langskomen een duurzaamheidsparagraaf kennen

− in de periode 2011-2014 5000 woningen voorzien van ieder 6 zonnepanelen

Doelen energie en lucht elders geformuleerd

− 10 energievisies maken, waar Klimaatneutraal bouwen een van de scenario’s is.

− 4 quickscans milieu en duurzaamheid

− 2 Pilots Breeam uitvoeren voor 1 nieuwbouw project en 1 vernieuwbouw project.

− Milieuplaberum inclusief toetsing op externe veiligheid vastgesteld.

− Quickscans uitvoeren en adviseren op ruimtelijke projecten met betrekking tot luchtkwaliteit.

Doelstelling 4: thema gemeentelijke milieutaken t.a.v. bedrijven: regulering, en het toezicht op en de handhaving van de milieuregelgeving zijn op adequaat niveau Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

− Regulering wordt uitgevoerd rekening houdend met de milieurisico’s; waar nodig worden specifieke voorschriften opgelegd

− Procedures worden binnen de wettelijke termijnen afgehandeld

De vergunning-verlening is op adequaat niveau: milieuvergunningen binnen wettelijke termijn: 90% (2007)

− 273 Wabo(deel)-vergunningen en andere reguleringsprocedures waarvan 158 voor de centrale stad.

− Vergunningprocedures en overige procedures worden voor 100% binnen de wettelijke termijn afgehandeld

Idem

idem

Idem

idem

Idem

idem

Procedures worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld

Van de beschikkingen op BUSmel-dingen en sanerings-beschikkingen wordt 95% binnen de wet-telijke termijn afgegeven, van de evaluatie-beschik-kingen 53% (2007)

− 320 Beschikkingen op BUS-meldingen en saneringsbeschikkingen

− 250 Evaluatie- en nazorgbeschikkingen

− 750 Beoordelingen bo-demonderzoeken en meldingen vrijstellingsregeling

Idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

Idem

idem

Raadsdruk Begroting 2011 209

Page 215: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

− Saneringsbeschikkingen en beschikkingen op evaluatieverslagen >98% binnen de wettelijke termijn

− Milieugerelateerd

e klachten worden adequaat onderzocht; bij constatering van een gegronde klacht volgen controle en handhaving

− Op bodemsaneringen wordt toezicht uitgeoefend afhankelijk van complexiteit en milieurisico’s

Bodemtoezicht: 94% saneringen op beschik-king; 67% op BUS-melding

− Toezicht bij bedrijven 100% conform planning

− Behandelling milieu-gerelateerde klachten: 100%

Bodemtoezicht: 90% saneringen op beschikking; 60% op BUS-melding

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

idem

Doelstelling 5: thema Bodem; Duurzame ambities 2011-2014 Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Functionele kwaliteit voor grond en grondwater die bijdraagt aan een gezondere leefomgeving

− Inventarisatie en beheersmaatregelen spoedlocaties humaan

− Inventarisatie en beheersmaatregelen spoedlocaties ecologisch

− Nazorg Wester- en Oostergasfabriek

− Onderzoeksfase saneringsvariant Zuidergasfabriek

− sanering Zuidergasfabriek − sanering waterbodem van

de Haarlemmer-trekvaart − Voortgang sanering

Volgermeerpolder − Nazorg en optimalisering

nazorg Diemerzeedijk − midterm-review in het

kader convenant bodem − nazorg regulier

idem

Idem

Idem

Idem

Idem

idem

idem

Idem

Idem

Idem

Idem

idem

idem

Idem

Idem

Idem

Idem

idem

3.2.2 Milieu:Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: In elk inkooptraject is duurzaamheid meegewogen en waar mogelijk vertaald in inkoopcriteria of contractvoorwaarden Eind 2010 vindt een landelijke monitoring plaats. Ambitie van Amsterdam is dat we minimaal 75% van ons budget duurzaam inkopen. Uiteindelijk moet dat in 2015 100% zijn. Amsterdam grijpt de landelijke monitor aan als nulmeting en gebruikt het om stapsgewijs te werken naar een verhoging van het percentage duurzaam inkopen tot 100%. Op basis van de landelijke monitor voert Amsterdam jaarlijks een eigen meting uit waarin de gepleegde inspanningen goed tot hun recht komen. Verankering van duurzaam inkopen vindt plaats tezamen met de verdergaande centralisering en professionalisering van de inkoop. In elk nieuw raamcontract zal duurzaamheid stevig meegewogen worden. Doelstelling 2: Amsterdam is een toonaangevende duurzame stad, waarbij 2014 Amsterdam in de top 5 van de EU green Capitalstaat In 2014 zijn we een toonaangevende duurzame stad. Dit toetsen we door in 2014 mee te doen aan de EU green Capital, met als ambitie in de top 5 te eindigen.

Raadsdruk Begroting 2011 210

Page 216: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Op vier subterreinen leveren we daarvoor inzet. Subdoelen voor deze thema;s zullen in een Duurzaamheidsprogramma (gereed eind 2010) worden vastgelegd. Doelstelling 3: Amsterdam is een compacte en leefbare stad Geluid De inspanningen op het beleidsveld Geluid dragen bij aan een Compacte Leefbare Stad. Het spanningsveld tussen concentreren en samenvoegen van functies en een akoestisch nog acceptabel leefmilieu vraagt hier steeds om nieuwe antwoorden. Om een goede aansluiting te krijgen tussen werkwijzen in de stad (diensten, stadsdelen) is eenheid in beleidsontwikkeling en uitvoering van groot belang. In de komende periode zal worden bijgedragen aan: � Bouwen op geluidbelaste locaties � Bouwlawaai � Geluid bij evenementen Op deze gebieden dient het Amsterdamse beleid geactualiseerd en gestroomlijnd te worden. Voor het bouwen op geluidbelaste locaties is het doel om in alle stadsdelen een gezamenlijk beleidskader te laten vaststellen. Verder is in deze collegeperiode uitvoering van het Actieplan Geluid aan de orde, specifiek gericht op terugdringen van wegverkeerlawaai. In het Actieplan Geluid, dat is vastgesteld in februari 2009, hebben stad en stadsdelen en gezamenlijk beleidskader geformuleerd voor het terugringen van het lawaai afkomstig van autoverkeer en trams. De belangrijkste in het plan opgenomen maatregelen zijn: 1. aanpassen van het wegdek door gebruik geluidreducerend asfalt 2. sanering van woningen (geluidisolatie) Externe Veiligheid In een compacte en leefbare stad zijn de risico’s die gepaard gaan met activiteiten waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn algemeen bekend en maatschappelijk aanvaardbaar. In het programma Externe veiligheid staat beschreven op welke wijze we dit behouden en waar mogelijk kunnen verbeteren. Milieu en ruimtelijke ordening Hoofddoelstelling: klimaat-en gifvrij en waterneutraal bouwen, grondstoffen conform Cradle toCradle (C2C) filosofie, Leefbaarheid bevorderen (stil, veilig, gezond) zoeken naar ‘toegevoegde waarde’ � Geven van Energie-adviezen aan projecten op basis van de energievisie-notitie � Advisering en begeleiding van duurzaamheid in aanbestedingsprocedure � Voorlichting en communicatie naar buiten � Subsidie aanvraag neerleggen in Brussel � Milieuplaberum vernieuwen en opnemen in Plaberum � Externe Veiligheid, Luchtkwaliteit en Geluid onderdeel van duurzame advisering laten zijn Energie De doelstellingen op het gebied van energie zullen door het nieuwe energiebureau worden geformuleerd. Dit zal gebaseerd zijn op de bestaande energiestrategie die uitgaat van: 40% CO2 reductie, Klimaatneutrale organisatie in 2014, 20% duurzame energie. Doelstelling 4: Thema gemeentelijke milieutaken t.a.v. bedrijven en bodem: regulering, en het toezicht op en de handhaving van de regelgeving zijn op adequaat niveau Het doel van milieuvergunningverlening en overige milieuregulering is de milieueffecten op de omgeving te beperken binnen het kader van de Wet milieubeheer. Dit doel is bereikt als alle bedrijfsmatige activiteiten adequaat zijn gereguleerd. In 2011 maakt de procedure onderdeel uit van de Wabo vergunning. Bij de invoering van de Wabo worden de stadsdelen coördinator voor de procedures, waarvoor zij bevoegd gezag zijn. Door de invoering van de Wabo vervalt het delegatiebesluit en daarmee de werkzaamheden in delegatie voor de provincie. Bij de inschatting voor 2011 is rekening

Raadsdruk Begroting 2011 211

Page 217: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

gehouden met de overdracht van taken van gemeente naar provincie en andersom bij de invoering van de Wabo conform de afspraken tussen provincie en Amsterdam. Daarnaast is rekening gehouden met het meldingplichtig worden van een groot aantal afvalverwerkende bedrijven per 1 januari 2011 (2e tranche activiteitenbesluit). Het effect van de economische crisis op het behalen van de doelstelling lijkt zich bij bedrijven ook te manifesteren als bezuiniging op onderhoud. Het resultaat is een slechter naleefgedrag van de milieuregelgeving. Landelijk is deze trend geconstateerd. Amsterdam zal aan dit aspect expliciet aandacht geven in de risicoanalyse in het kader van het milieutoezicht, en wanneer dit verschijnsel zich gaat voordoen alert reageren. Het is nog niet te becijferen hoe zich dat uit in aantallen uit te voeren controles en de daarvoor benodigde capaciteit. Toezicht en handhaving In 2011 en de jaren daarna wordt de lijn voor integraal toezicht met kracht voortgezet. Ook zullen daarbij de mogelijkheden voor een duurzamer Amsterdam worden benut. Het toezicht op de naleving van de milieuregelgeving bij bedrijven, en op bodemlocaties, vindt plaats volgens een vooraf op basis van een risicoanalyse vastgestelde bezoekfrequentie. Doelstelling 5: Thema Bodem; Duurzame ambities 2011-2014 Amsterdam streeft naar een bij haar functie passende bodemkwaliteit. Dit betekent dat Amsterdam streeft naar een functionele kwaliteit voor grond en grondwater die bijdraagt aan een gezondere leefomgeving. De nauwe samenhang tussen (grond)water– en bodembeleid en gebiedsgericht beheer krijgt beleidsmatig zijn neerslag in de ruimtelijke Structuurvisie Amsterdam 2040 ‘economisch sterk en duurzaam’. Het rijk financiert een (groot) deel van de bodemsaneringsoperatie en de afspraken uit het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties uit 2009. Gasfabrieken Amsterdam saneert de grote stedelijke gasfabrieken, zodat deze weer gebruikt kunnen worden voor maatschappelijke functies. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de Intentieverklaring gasfabrieken 1999, die mede is ondertekend door Amsterdam. De Westergasfabriek De grondsanering is voltooid maar er zijn nog maatregelen nodig voor de grondwaterverontreiniging en de sanering van de waterbodem in de Haarlemmertrekvaart (zie hieronder). Ook vereist de afgeronde grondsanering nazorg ter plaatse van het cultuurpark. De daartoe onlangs opgerichte gemeentelijke organisatie, die is ondergebracht bij het OGA, zal de nazorg uitvoeren. De Oostergasfabriek De grondsanering is gereed. Ook de bijbehorende aanleg van het grondwatersaneringsysteem is klaar. De opstelling van de eindafrekeningen wordt in 2010 afgerond. Onzekerheden met financiële consequenties, ondermeer als gevolg van het niet kunnen trekken van damwanden, zijn geïdentificeerd. In de prognose is een risicoreservering voor deze onzekerheden opgenomen. Ook zijn de verwachte nazorgkosten voor de periode 2009-2014 geraamd en opgenomen. De prognose past binnen het beschikbaar gestelde krediet. De grondwatersanering is per 1 december 2009 gestart en duurt drie tot maximaal vijf jaar. Parallel hieraan vinden nazorgactiviteiten plaats. Voor de organisatie van de grondwatersanering en de nazorg zijn afspraken gemaakt tussen het Stadsdeel (Projectbureau Oostpoort), DMB en Projectbureau Bodem (PBB). De nazorgorganisatie zal het uitvoeren van nazorg en van de grondwatersanering(en) in de loop van 2010 overnemen. De Zuidergasfabriek De sanering van de Zuidergasfabriek is essentieel voor de herontwikkeling van het Overamstelgebied. Op dit moment verkeert dit project nog in de onderzoeksfase en worden de saneringsvarianten onderzocht. In het door het rijk toegezegde budget voor deze sanering

Raadsdruk Begroting 2011 212

Page 218: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

is uitgegaan van een rijksbijdrage van 33% van de kosten van de sanering tot een maximum van circa € 20 miljoen. Gasfabriek Marnixstraat (Appeltjesmarkt) De noodzakelijke sanering van de voormalige gasfabriek aan de Marnixstraat is uitgesteld tot na 2014, In de huidige programmaperiode zijn wel enkele tijdelijke beveiligingsmaatregelen nodig en zal een deelsanering worden uitgevoerd aan de Groenmarktkade. De waterbodems bij de gasfabrieken Alle vier de gasfabrieken stonden aan het water; de waterbodem is daardoor verontreinigd geraakt. In november 2010 wordt gestart met de sanering van de waterbodem van de Haarlemmertrekvaart bij de Westergasfabriek. De sanering wordt uitgevoerd door Waternet en de kosten zijn opgenomen in de ISV-middelen 2010 bij de DMB. De sanering van nog een waterbodem staat vóór 2015 gepland, de overige twee zijn doorgeschoven tot na 2014. Volgermeerpolder De uitvoering is het laatste jaar ingegaan en verloopt volgens schema en binnen budget. Een nieuw risico vormt het optreden van hoge grondwaterstanden onder de folie en de deels daarmee samenhangende uittreding van verontreiniging naar het oppervlaktewater. Beheersmaatregelen voor beide risico’s zijn inmiddels in uitvoering. In de prognose is met de hiervoor te maken kosten rekening gehouden. Begin 2010 is een nieuw kredietbesluit Sanering Volgermeerpolder door uw Vergadering vastgesteld. Daarmee is het krediet opgehoogd van € 79 miljoen naar € 96,4 miljoen inclusief BTW. Deze ophoging was nodig om de prijsstijgingen sinds 2003 op te kunnen vangen en om zand te kunnen kopen (als compensatie voor het wegvallen van een deel van het verwacht Noord/Zuidlijn zand). Diemerzeedijk Dit project bevindt zich in de nazorgfase, die wordt uitgevoerd door Waternet. Er is in 2008 een onderzoek gestart naar de effectiviteit van de genomen maatregelen om zo nodig de aanpak van de nazorg te optimaliseren. Aan de hand van de uitkomst van een expertmeeting met deskundigen uit het hele land is een projectplan opgesteld; in 2010 is de uitvoering hiervan gestart. Nazorg Naast de nazorg op de gasfabrieksterreinen en de Diemerzeedijk zijn er vele kleine saneringsprojecten in de stad, waar nazorg noodzakelijk is. De nazorgorganisatie bij OGA voert deze nazorg uit in opdracht van de stadsdelen en DMB; DMB stelt de middelen voor de nazorg beschikbaar uit Decentrale uitkering bodem (DU bodem). Uit de inventarisatie bij de stadsdelen en de DMB blijken er 39 nazorgprojecten te zijn, naast de eerder genoemde nazorg bij de grote projecten.

2.2.3 Milieu: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Lasten + Duurzame leefomgeving (D1 t/m D5)

55,3 87,9 89,3 66,6 66,5 58,8 55,6

Baten - Duurzame leefomgeving (D1 t/m D5)

40,1 64,1 56,4 40,5 40,5 33,2 30,1

Saldo 15,1 23,8 32,9 26,0 26,0 25,6 25,5

Actualisatie 2010 Het saldo in de geactualiseerde begroting stijgt met € 9,1 miljoen. Deze stijging van het saldo wordt in hoofdzaak verklaard door de decentralisatie van de middelen voor bodemsanering. Dit is het gevolg van de bestuursafspraken met het IP in 2007 en de VNG in 2008. Op 10 juli 2009 is het ‘convenant bodem’ ondertekend door rijk, IPO, VNG en Unie van Waterschappen.

Raadsdruk Begroting 2011 213

Page 219: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Voor Amsterdam is in 2010 € 9,55 miljoen beschikbaar. Voor de jaren 2011 t/m 2014 is de jaarlijkse uitkering € 4,55 miljoen. Dit betekent dat de specifieke uitkering niet meer wordt geraamd bij de baten in dit programma aangezien deze baat al als baat is opgenomen in het gemeentefonds (Algemene Dekkingsmiddelen). Begroting 2011 Ten opzichte van Actualisatie 2010 daalt het saldo met € 7 miljoen. Deze afname wordt op hoofdlijnen verklaard door het vervallen van prioriteiten (klimaat), lagere lasten DU uitkering Bodemsanering (gemeentefonds) en vervallen incidentele posten baten. Begroting 2012-2014 Het saldo laat een lichte stijging zien door een groter gemeentelijk aandeel in de bodemsanering.

2.2.4 Investeringen

In 2011 is een tweetal vervangingsinvesteringen opgenomen bij DMB. De eerste voor de noodzakelijke aanpassingen aan de bekabeling in de Diamantbeurs in 2011 (€ 0,7 miljoen). Deze aanpassing was al in 2005 aangeven maar door onduidelijkheid over de toekomstige huisvesting niet doorgevoerd. Nu DMB langer in de Diamantbeurs blijft is deze investering onvermijdelijk. De tweede voor de vervanging van het huidige financiële pakket K2F door het gemeentebreed gekozen financiële pakket Enetrprise-One (€ 0,25 miljoen).

3.2.5 Subprogramma Milieu: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen?

Door de economische crisis zullen bedrijven, om de kosten te verlagen, inleveren op onderhoud en het naleven van de milieuregelgeving. Landelijk is deze trend geconstateerd. In Amsterdam zal aan dit aspect expliciet aandacht worden gegeven in de risicoanalyse in het kader van het milieutoezicht.

3.3 Subprogramma Waterbeheer 3.3.1. Waterbeheer: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Per 1 januari 2011 fuseert de Dienst Binnenwaterbeheer (BBA) met de stichting Waternet. Om deze reden is de begroting van deze dienst opgenomen in de Begroting 2011 Waternet Amsterdamse Taken. Bij deze fusie zijn vrijwel alle taken overgedragen aan de stichting Waternet, behoudens het onderdeel heffen en innen Binnenhavengeld beroepsvaart. Dit onderdeel gaat over naar Haven Amsterdam. Het onderdeel Binnenwaterbeheer vervult de rol van vaarwegbeheerder op het binnenwater van Amsterdam. Deze taak wordt breed opgevat. De voormalige dienst treedt op als regisseur bij de voorbereiding en uitvoering van beleid met betrekking tot het binnenwater. BBA is door de stadsdelen gemandateerd te beslissen op aanvragen van ligplaats-, verbouwings- of vervangingsvergunningen voor woonboten. Hiertoe heeft BBA contracten met de meeste waterrijke stadsdelen. De aard en omvang van de dienstverlening varieert: sommige stadsdelen hebben enkel de vergunningverlening uitbesteed, terwijl andere ook handhaving en de juridische procedures aan BBA hebben opgedragen. De voormalige Dienst Binnenwaterbeheer handhaaft op het water op het gebied van nautisch vaarwegbeheer, verkeersregeling en snelheid en overlast op het water. Het heffen en innen van Binnenhavengeld Pleziervaart en ook de handhaving op het betalen daarvan wordt door dit onderdeel uitgevoerd. De bereikbaarheid van de stad valt of staat met een optimale doorstroming van het land- en scheepvaartverkeer. Daarnaast int de sector Bruggen & Sluizen Binnenhavengeld op de clusterposten, bedient sluizen voor de waterhuishouding, coördineert het meldpunt en houdt toezicht op de bewaarhaven. In 2010 is besloten tot het op afstand bedienen van bruggen en sluizen in Amsterdam. Dit meerjarige project heeft tot doel de dienstverlening aan de scheepvaart uit te breiden met een lagere inzet van capaciteit.

Raadsdruk Begroting 2011 214

Page 220: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2.3.2 Waterbeheer: Wat gaan we ervoor doen? Ons College is het bevoegd gezag op grond van de Scheepvaartverkeerswet en uit dien hoofde belast met het toezicht en de handhaving op de orde en veiligheid op het water. Prioriteiten in de handhaving liggen in 2011 zoals in 2010 op de volgende onderwerpen: � overlast � illegaal passagiersvervoer � vaarsnelheid � handhaving Binnenhavengeld (BHG) � wrakken Waternet is verantwoordelijk voor de Amsterdamse stadsboezem en voert in dat kader de volgende taken uit: � baggeren � onderhoud aan de polderwatergangen � drijfvuilvissen, grofvuilvissen, wrakken lichten, huisvuil ophalen van de binnenvaart en het

bestrijden van botulisme

3.3.3 Waterbeheer: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten +

Waterbeheer 17,6 17,6 16,5 17,5 16,8 16,3 16,2

Baten -

Waterbeheer 4,4 4,4 4,5 2,1 2,1 2,1 2,1

Saldo 13,2 13,2 12,0 15,4 14,7 14,2 14,2

Actualisatie 2010-Begroting 2011 Per 1 januari 2011 zal de Dienst Binnenwaterbeheer fuseren met de stichting Waternet. Om deze reden is de begroting van deze dienst opgenomen in de Begroting 2011 Waternet Amsterdamse Taken. Bij deze fusie zijn vrijwel alle taken overgedragen aan de stichting Waternet, behoudens het onderdeel heffen en innen Binnenhavengeld beroepsvaart. Dit onderdeel gaat over naar Haven Amsterdam. Het saldo in de Actualisatie 2010 daalt ten opzichte van de vastgestelde Begroting 2010 met € 1,2 miljoen, door nominale ontwikkelingen, lagere lasten bij het baggeren/drijfvuilvissen van € 0,5 miljoen, vrijval vakantiegeld. In de Begroting 2011 stijgt het saldo met € 3,4 miljoen. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de overdracht van het heffen en innen binnenhavengeld beroepsvaart naar Haven Amsterdam, hogere lasten drijfvuilvissen/baggeren, frictiekosten fusie BBA en het wegvallen van incidentele baten. Begroting 2012-2014 Naast het wegvallen van de frictiekosten in verband met de fusie doen zich geen noemenswaardige ontwikkelingen voor. 3.3.4 Investeringen Voor 2011 worden door BBA twee vervangingsinvesteringen opgenomen. Het betreft de Hermotorisering BBA 4 (€ 0,05 miljoen) en de aanschaf van het dienstvaartuig BBA 10 (€ 0,15 miljoen). Daarnaast zijn er in dit subprogramma twee grote lopende investeringsprojecten die onderstaand worden toegelicht. BHG-4 bouw en realisatie De voormalige dienst BBA heeft in 2008 een krediet aangevraagd voor het vervangen van het BHG-3 systeem. In 2009 is de ontwikkeling van dit systeem afgerond. Omdat er nieuwe functionaliteiten moeten worden toegevoegd op basis van nieuwe beleidsregels zoals invoering van het dagvignet, boetebeleid pleziervaart, en het digitale bruggenboek zijn er vooruitlopend op deze investeringsaanvraag in 2009 al verplichtingen aangegaan die in 2010

Raadsdruk Begroting 2011 215

Page 221: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

uitgevoerd gaan worden. Een extra bedrag van € 0,48 miljoen is aangevraagd om deze nieuwe functionaliteiten uit te voeren. Masterplan/Projectplan afstandbediening Aker/Cramersluis Bij raadsbesluit van 17/18 februari 2010 is het krediet ten behoeve van afstandsbediening van bruggen en sluizen vastgesteld. Er wordt uitvoering gegeven aan de realisatie van afstandsbediening van de Amsterdamse bruggen en sluizen. Zoals beschreven in het masterplan levert deze afstandsbediening een flexibelere dienstverlening op tegen lagere kosten. Voor BBA is een krediet beschikbaar gesteld van € 2 miljoen voor de projectkosten. Er was eerder al een krediet beschikbaar gesteld voor het project Aker- en Cramersluis, welke inmiddels in het totale krediet is opgenomen. 3.4 Subprogramma Afvalwatertransport 3.4.1. Afvalwatertransport: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Het Plan Gemeentelijke Watertaken Amsterdam 2010 – 2015 Breed Water is op 17 februari 2010 door uw Vergadering vastgesteld als vervolg op het Afvalwaterplan Amsterdam 2005-2009. Het plan geeft de manier weer waarop Amsterdam met de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater omgaat. Het plan geeft een doorkijk van de te verwachten kosten en investeringen voor de planperiode tot en met 2015. De in dit plan opgenomen grondwatertaak is nieuw. 3.4.2 Afvalwatertransport: Wat gaan we ervoor doen? Zie hierboven, Plan Gemeentelijke Watertaken Amsterdam 2010 – 2015 Breed Water.

3.4.3 Afvalwatertransport: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten +

Afvalwatertransport (D9 en D10)

59,6 62,3 67,9 63,7 64,7 65,9 66,8

Baten -

Afvalwatertransport (D9 en D10)

62,4 64,6 68,8 66,0 65,6 65,4 65,4

Saldo - 2,8 - 2,3 -0,9 - 2,2 - 0,9 0,5 1,4

Actualisatie 2010 Het positieve saldo in de geactualiseerde begroting daalt met € 1,4 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit wordt veroorzaakt door de afwijkingen in baten en lasten met betrekking tot het rioolrecht. Begroting 2011 De daling in het saldo van de Actualisatie 2010 is in de Begroting 2011 weer gecorrigeerd.

Tarief Rioolrecht Op basis van de verordening Rioolrecht wordt door de gemeente een recht geheven van degene die een aansluiting heeft op de gemeentelijke riolering (aansluitrecht). Vanwege juridische procedures wordt in Amsterdam geen rioolrecht meer geheven voor het gebruik of de lozing op de gemeentelijke riolering (afvoerrecht). Bij de tariefstelling is de gemeente wettelijk gebonden aan het beginsel van ten hoogste kostendekkendheid. Hierbij wordt de BTW die via het BTW compensatiefonds wordt teruggevorderd – conform de wettelijke regeling – niet op de kosten in mindering gebracht, omdat daar voor de gemeente een korting in het Gemeentefonds tegenover staat. De rioleringstaak wordt uitgevoerd door Waternet; de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) legt de aanslagen op en int deze. Het tarief van het rioolaansluitrecht wordt berekend door 98,5% van de begrote kosten te delen door het aantal in de heffing te betrekken aansluitingen op het rioleringsstelsel. Vanwege het risico bij procedures tegen de kostentoerekening van kosten aan het rioolrecht, werd met ingang van 2001 een

Raadsdruk Begroting 2011 216

Page 222: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

veiligheidsmarge toegepast en dus niet langer van volledig kostendekkende tarieven uitgegaan. De veiligheidsmarge is per 2005 1,5%. De hoogte van het tarief wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een vijfjaren prognose, waarbij de actuele stand van het egalisatiefonds rioolrecht wordt gebruikt om tariefschommelingen en tariefstijgingen af te vlakken. Het tarief is de afgelopen jaren beperkt gestegen, doordat kon worden geput uit het egalisatiefonds rioolrecht. De egalisatievoorziening rioolrecht kan bij een positieve stand worden aangewend voor het beperken van tariefstijgingen en het afvlakken van tariefschommelingen. Dankzij een te verwachten toevoeging in 2010 slaat het negatieve beginsaldo ad € 2 miljoen om naar een positief saldo van € 0,56 miljoen. De toevoeging is voornamelijk te danken aan de verbreding van het draagvlak (een toename van circa 4.200 woningen en niet-woningen) en een (begrotingstechnische) verlaging van de kosten 2010 middels neerwaartse bijstelling van de nominale ontwikkelingen. Bovendien wordt voorgesteld om de incidentele baat 2009 uit het leningfonds ad € 3,6 miljoen toe te voegen aan de egalisatievoorziening, waarmee de stand ultimo 2010 uitkomt op € 4,1 miljoen positief. Door ons College wordt voorgesteld om in het kader van de heroverweging van taken, de grondwaterkosten in het rioolrecht onder te brengen. Het betreft een bedrag van € 1,04 miljoen. Voor 2011 wordt daarom voorgesteld om het tarief rioolrecht te verhogen met 1,7% en te bepalen op € 147,93 (2010: € 145,46). In 2011 wordt € 0,6 miljoen aan de voorziening onttrokken. De egalisatievoorziening sluit ultimo 2011 dan met een saldo van € 3,6 miljoen. Begroting 2012-2014 Bij de rioleringstaak stijgen de kapitaallasten € 21,8 miljoen in 2011 naar € 22,9 miljoen in 2014. De toename van de kapitaallasten wordt gevormd door rente en afschrijving op nieuwe investeringen gesaldeerd met de vrijvallende rente en afschrijving op eerdere investeringen. Voorts nemen de overige exploitatielasten toe van € 61,6 miljoen in 2011 naar € 64,9 miljoen in 2014 onder andere als gevolg van areaaluitbreidingen. 3.4.4 Investeringen Onderhoudsmanagement rioolgemalen Binnen Waternet is gekozen voor een risicogerichte benadering van het onderhoud, gekoppeld aan de prestatie van de assets. De toepassing van risicogericht onderhoud betekent dat een koppeling gelegd wordt tussen de te onderhouden assets en de rol die de assets spelen bij de continuïteit en/of de kwaliteit van het afvalwatertransport. Als ondersteuning van deze benadering willen we gebruik maken van een Onderhoudsmanagementsysteem (OMS Maximo). Centraal bij de implementatie van het OMS staat het verkrijgen van inzicht in de relatie tussen onderhoudsacties en het functioneren van het systeem (rioolstelsel inclusief gemalen). Met het implementeren van het OMS, assetmanagement en een risicogerichte onderhoudssystematiek is de verwachting dat er in de toekomst bespaard wordt op de onderhoudskosten. In 2010 is een krediet toegekend van € 0,33 miljoen; vanwege vertraging in de uitvoering van dit project worden de werkelijke kosten geprognosticeerd op € 0,13 miljoen. Het resterende bedrag € 0,2 miljoen wordt nu als krediet geraamd voor 2012. Renovatie riolen en regenwaterriolen Evenals in voorgaande jaren wordt voor de vervanging van het rioolstelsel een krediet van € 4,6 miljoen aangevraagd. Sinds enkele jaren worden regenwaterriolen geïnspecteerd. Op basis van geconstateerde gebreken in de stabiliteit van de riolen blijkt dat deze riolen vervangen dienen te worden. De vervanging wordt zo veel mogelijk in gecombineerd werk met de geplande vervanging van vuilwaterriolen uitgevoerd. Op basis van de huidige planning van werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van € 3 miljoen gevraagd. Preventief renoveren Parkstad In het grootschalige stadsvernieuwingsgebied Parkstad, waarvan het grootste gedeelte ligt in het stadsdeel Nieuw West en een klein gedeelte in het stadsdeel West (Kolenkitbuurt),

Raadsdruk Begroting 2011 217

Page 223: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

worden de riolen ’preventief‘ in gecombineerd werk met de vernieuwing van de wegen infrastructuur vervangen waardoor de straat niet binnen afzienbare tijd (10 jaar) opnieuw opengebroken hoeft te worden. De riolen in dit gebied zijn 50 á 60 jaar geleden aangelegd en zijn op basis van geconstateerde ingrijp- en waarschuwingsmaatstaven en verzakkingen inmiddels aan vervanging toe. De betreffende vuil- en regenwaterriolen en transportriolen worden “versneld” in het programma van de stadsvernieuwing in gecombineerd werk vervangen. De financiering van de vervanging van de riolen komt ten laste van de renovatie investering Parkstad. Als bij wijziging van de wegen-infrastructuur riolen omgelegd moeten worden, komen de kosten ten laste van de veroorzaker. Het vervangen van de riolen is afhankelijk van het tempo van het stadsvernieuwingsproject. Op basis van de huidige planning van werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van € 2,5 miljoen aangevraagd. Rioleringsplan Amsterdam In het Plan Gemeentelijke Watertaken Breed Water, planperiode 2010 – 2015, is aangegeven dat het project De Basisinspanning in het kader van het verbeteren van de riolering in de planperiode afgerond wordt. Dit project betreft het verbeteren van de gemengde rioolstelsels in Amsterdam om te voldoen aan de geldende milieueisen voor het lozen op het oppervlaktewater. Het project betreft de bouw van 39 Bergbezinkbakken (BBB), het wijzigen of opheffen van circa 120 overstorten en het vervangen van riolen door een leiding met een grotere diameter. Er zijn momenteel nog twee BBB ’s die gerealiseerd moeten worden. Van de BBB aan het Haarlemmerplein is de ruwbouw in 2010 gereed. Deze BBB is geïntegreerd in het nieuw te bouwen appartementencomplex ter plaatse. De afbouw van de BBB is gepland begin 2012 na het gereedkomen van de appartementen. De realisatie van de BBB aan de Vijzelgracht ter plaatse van het toekomstige metrostation aan de Vijzelgracht is afhankelijk van het oplossen van de problematiek rondom de verzakte panden. Mogelijke alternatieven worden in 2010 onderzocht in overleg met de Dienst Noord/Zuidlijn. De realisatie van de vervanging van riolen door leidingen met grotere diameters worden zo veel mogelijk uitgevoerd in het gecombineerd werk met de vervanging van het wegdek. Het aanpassen of opheffen van overstortputten is in 2010 gestart en wordt in 2011 afgerond. Op basis van de huidige planning van de werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van € 6,5 miljoen aangevraagd. Milieuinvesteringen t.b.v. gescheiden stelsels In het Plan Gemeentelijke Watertaken Breed Water, planperiode 2010 – 2015, is aangegeven dat de hemelwaterriolering van hoofdverkeer routes en marktpleinen moet worden losgekoppeld van de overige hemelwaterriolering, omdat afstromend hemelwater over deze oppervlakken meer vervuild kan raken. Dit betreft voornamelijk het scheiden van de regenwaterriolen in de zijstraten en het zo nodig aanpassen van het lozingspunt van de regenwaterriolen van de hoofdverkeerroute in relatie tot het ontvangende oppervlaktewater. De aanpassingen in het gescheiden stelsel in de verkeer- en hoofdroutes worden alleen in gecombineerd werk uitgevoerd. Op basis van de huidige planning van de werkzaamheden wordt voor 2011 een krediet van € 2 miljoen aangevraagd. Ongezuiverde lozingen In het Plan Gemeentelijke Watertaken Breed Water, planperiode 2010 – 2015, is aangegeven dat er riolering aangelegd wordt opdat nog bestaande ongezuiverde lozingen opgeheven kunnen worden. In eerdere rapportages van de afgelopen jaren is aangegeven dat het project Kinselmeer (het opheffen van de ongezuiverde lozingen van de vakantiehuisjes en camping) gestagneerd is door een dijkverzwaring ter plaatse. Door vertraging in de besluitvorming van de dijkverzwaring is dit project vertraagd en zal afhankelijk van het moment van besluitvorming in 2010-2011 worden gerealiseerd. Daarnaast is geconstateerd dat een aantal percelen in Amsterdam Noord niet in een eerdere inventarisatie zijn opgenomen en alsnog aangesloten moeten worden. Voor het aansluiten van woonboten in met name het buitengebied van Amsterdam Noord wordt riolering aangelegd. Op basis van de huidige planning van het project Kinselmeer en de resterende percelen en woonboten in Amsterdam wordt voor 2011 een krediet van € 1,5 miljoen aangevraagd.

Raadsdruk Begroting 2011 218

Page 224: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.5 Subprogramma Drinkwatervoorziening 3.5.1 Drinkwatervoorziening: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Waternet staat voor een drinkwaterlevering van betrouwbare kwaliteit, 24 uur per dag. 3.5.2 Drinkwatervoorziening: Wat gaan we ervoor doen? Waternet levert drinkwater aan inwoners en bedrijven in Amsterdam, Diemen, Muiden Amstelveen, Ouder-Amstel en Heemstede. De intern vastgestelde norm voor OLM ongepland (ongeplande ondermaatse leverings minuten: de gemiddelde duur dat water niet wordt geleverd, uitgedrukt per verbruikadres binnen het voorzieningsgebied) bedraagt maximaal 5 minuten en wordt ook in 2011 nagestreefd. Hiermee blijft Waternet nog steeds onder het verwachte landelijk gemiddelde en ‘best in class’.

3.5.3 Drinkwatervoorziening: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 109,4 112,9 112,2 110,7 112,1 113,9 115,5

Baten - 109,4 112,9 112,2 110,7 112,1 113,9 115,5

Saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Drinkwatertaak Het oorspronkelijk begroot nadelig tekort bedroeg € 2,9 miljoen. In de Actualisatie 2010 wordt het nadelig exploitatiesaldo met € 1 miljoen bijgesteld tot € 3,9 miljoen nadelig. Beide saldi zijn inclusief de toevoeging van € 1,3 miljoen aan de reserve overnamesommen. Conform de Begroting 2010 wordt dit saldo onttrokken aan de egalisatiereserve drinkwater. Deze reserve is dan ultimo 2010 naar verwachting € 7,7 miljoen. De exploitatie drinkwater 2011 sluit met een nadelig saldo van € 2,6 miljoen inclusief toevoeging van € 1,3 miljoen aan de reserve overnamesommen. Voorgesteld wordt om het tarief 2011 niet te wijzigen en het tekort aan de reserve te onttrekken. De stand van de reserve ultimo 2011 zal dan na deze onttrekking € 5,1 miljoen bedragen. Begroting 2010-2012 Bij de drinkwatertaak stijgen de kapitaallasten van € 36,1 miljoen in 2011 naar € 41 miljoen in 2014. De toename van de kapitaallasten wordt gevormd door rente en afschrijving op nieuwe investeringen gesaldeerd met de vrijvallende rente en afschrijving op eerdere investeringen. De drinkwaterbaten stijgen van € 108 miljoen in 2011 naar € 109,3 miljoen in 2014 (alles op prijspeil 2011) 3.5.4. Investeringen Bemetering Voor 2011 wordt gerekend met plaatsing van 7.000 nieuwe meters per jaar. Krediet 2011 € 1,1 miljoen. Leidingen In 2009 heeft uw Vergadering besloten dat de verordening WIOR (Werken In de Openbare Ruimte) onveranderd toegepast wordt. Als gevolg hiervan wordt sinds de Begroting 2010 al rekening gehouden met een stijging van het jaarlijkse investeringsbedrag van gemiddeld € 3,5 miljoen ten opzichte van het voorheen gebruikelijke bedrag. Krediet 2011 € 14,9 miljoen. Keerkleppen en frontbeveiliging 2010 was het laatste jaar van de naloop van een meerjarig standaardisatieproject waarin de frontbeveiligingen (in de meterput) van etagegebouwen omhoog werden gebracht om werk daaraan te standaardiseren en op die manier te vergemakkelijken. Vanaf 2010 is er weer sprake van een regulier niveau van vervanging. Krediet 2011 0,1 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 219

Page 225: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Productie Voor de drinkwaterproductie zijn vanaf 2009 allerlei investeringsprojecten gestart die tezamen het project ‘verregaande automatisering’ vormen. Hierin worden de zuiveringsstappen van de locaties Weesperkarspel en Leiduin, en de pompstations Haarlemmerweg en Amstelveenseweg gerenoveerd of verder geoptimaliseerd en uiteindelijk zodanig geautomatiseerd dat ze bij minimale bezetting kunnen draaien. Krediet 2011 € 14,2 miljoen. Bronnen en natuur Dit betreft diverse natuurontwikkelingsprojecten met een totaal krediet van € 1 miljoen voor 2011. Niet-routinematige investeringen Voor het damhertwerend raster wordt voor het begrotingsjaar 2011 een kredietverhoging van € 0,75 miljoen gevraagd omdat vraatschade bij particulieren en bedrijven veroorzaakt wordt door damherten en er zich in toenemende mate aanrijdingen voordoen met deze herten. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen

4.1 Reserves Stand Verwachte Stand

ultimo Verwachte Stand Stand Stand

ultimo Stand ultimo

Ultimo mutaties 2010 mutaties Ultimo Ultimo

Bedragen x € 1 miljoen

2009 2010 2011 2011 2012 2013 2014

+ -/- + -/- Nazorg Diemerzeedijjk 12,8 0,5 0 13,3 0 0,7 12,5 12,3 12,5 12,6

Egalisatiereserve Waternet

11,6 0 3,9 7,7 0 2,6 5,1 2,2 -2,5 -8,7

In te verdienen overnamesommen Waternet

-2,6 1,3 0 -1,3 1,3 0 0 0 0 0

WW-gelden (BBA en vm. BBA)

0,3 0 0,3 0 0,3 0 0,3 0,3 0,3 0,3

Toekomstige WW- uitk. (AEB)

0,6 0 0,4 0,2 0 0,2 0 0 0 0

Vakantiegeld (DMB) 0,6 0 0,6 0 0 0 0 0 0 0

Vakantiegeld (AEB) 0,7 0 0,7 0 0 0 0 0 0 0

Vakantiegeld (BBA) 0,3 0 0,3 0 0 0 0 0 0 0

Bodemsaneringsgelden gemeente

1,8 0 0 1,8 0 0 1,8 1,8 1,8 1,8

Dienstverlening DMB 0,2 0 0 0,2 0 0 0,2 0,2 0,2 0,2 Luchtkwaliteit 1,5 0 1,5 0 0 0 0 0 0 0

Fonds Luchtkwaliteit 2,2 0 0,6 1,6 0 0,6 1,0 0,4 0 0

Reserve klimaat 0,7 0 0,7 0 0 0 0 0 0 0

Totaal reserves 30,7 1,8 9,0 23,5 1,6 4,1 20,9 17,2 12,3 6,2

Raadsdruk Begroting 2011 220

Page 226: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Afgewikkelde reserves In te verdienen overnamesommen Waternet Tot en met 2003 waren de door WLB betaalde overnamesommen voor de voormalige waterleidingbedrijven van Amstelveen, Ouder Amstel en Heemstede onder de immateriële activa opgenomen. De overnamesommen betroffen de afkoop van de gekapitaliseerde winst van de voormalige bedrijven in de komende tien jaar. Met ingang van 2004 is ingevolge het Besluit Begrotingen Verantwoording deze activering te beschouwen als een negatieve reserve, welke wordt inverdiend door toevoeging van bedragen in de jaren tot en met 2011. De aan de reserve toe te voegen bedragen zijn gelijk aan de voormalige afschrijvingsbedragen. Reserve Luchtkwaliteit De onttrekking is nodig voor het uitvoeren van programma luchtkwaliteit. Reserve Klimaat De onttrekking is nodig voor het uitvoeren van het programma klimaat.

Te handhaven reserves

Reserve Nazorg Diemerzeedijk De dotatie in de reserve zijn de ontvangen middelen minus de 50% bijdrage in de nazorg Diemerzeedijk. Egalisatiereserve Waternet De egalisatiereserve drinkwater heeft als doel het afdekken van de risico’s van afwijkingen in het resultaat, die kunnen ontstaan door scherp begroten. Zij wordt gevoed door winstbestemming ten laste van het batig saldo op basis van afwijkingen tussen het gerealiseerde en begrote resultaat. Het verwacht nadelig saldo uit de Actualisatie 2010 ad € 3,9 miljoen zal worden onttrokken aan de egalisatiereserve, waardoor deze naar verwachting ultimo 2010 zal uitkomen op € 7,7 miljoen. Het begroot exploitatietekort 2011 bedraagt € 2,6 miljoen. Met het voorstel om het tarief 2011 niet te wijzigen en het tekort aan de reserve te onttrekken komt de stand van de reserve ultimo 2011 dan op € 5,1 miljoen. Reserve Bodemsaneringsgelden De reserve is bestemd voor saneringsprojecten zoals van de Volgermeerpolder en de Westergasfabriek. Fonds Luchtkwaliteit De onttrekking is nodig voor het uitvoeren van programma luchtkwaliteit.

4.2 Voorzieningen Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties 2010

Stand ultimo 2010

Verwachte mutaties 2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Bodemsanering (OGA) 15,4 10 12 13,4 16,8 14 16,2 23,5 19,1 13,9 Technische risico’s AVI 4,7 0 0 4,7 0 0 4,7 4,7 4,7 4,7 Groot onderhoud AVI 3,3 0 3,3 0 0 0 0 0 0 0 VAk matig 0,2 0 0 0,2 0 0 0,2 0,2 0,2 0,2 Herstructurering (AEB) 0,3 0 0,3 0 0 0 0 0 0 0 Groot onderhoud HRC 0 3 0 3 3 0 6 8 10 12 Rioolrecht -2,0 6,1 0 4,1 0 0,6 3,6 3,3 3,3 3,8 Totaal voorzieningen 21,6 19,1 15,3 25,4 19,8 14,6 30,7 39,7 37,3 34,6

Raadsdruk Begroting 2011 221

Page 227: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Te handhaven voorzieningen

Voorziening bodemsanering (OGA) De voorziening dient ter dekking van de kosten van sanering van vervuilde grond en wordt gevoed uit bijdragen uit de Algemene Reserve en het ISV. De stand van de voorziening wordt jaarlijks bepaald aan de hand van verleende machtigingen en de nieuw ingediende saneringsplannen van projecten. In 2010 wordt een onttrekking van € 12 miljoen en een toevoeging van € 10 miljoen aan de voorziening voor bodemsanering geraamd. Voorziening technische risico’s AVI (Afval Energie Centrale (AEC)) De voorziening voor technische risico’s kent per definitie een tijdelijk karakter en is gevormd als mengeling van fonds voor het opvangen van calamiteiten bij de bedrijfsvoering en een (beperkt) weerstandsvermogen gedurende de looptijd van het contract. Groot Onderhoud AVI (Afval Energie Centrale (AEC)) De benadering van het onderhoud is in 2009 jaar op een drietal punten essentieel gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. De verwachting betreffende de gebruiksduur van de AEC is drastisch naar boven bijgesteld. Grote technologiedoorbraken worden niet voorzien, zodat de installatie naar verwachting zeker nog 25 jaar in gebruik zal blijven. Het onderhoudsniveau zal moeten borgen dat de installatie gedurende de gehele looptijd in goede conditie blijft. Er ligt een nadruk op veiligheid en werken binnen zorgvuldige emissienormen en reinheid van de installatie. Uit dien hoofde vindt een inhaalslag plaats op onderhoudsgebied. Daarnaast is een ongewenste verschuiving van preventief naar correctief onderhoud vastgesteld welke wordt gecorrigeerd. Groot onderhoud HRC AEB heeft op basis van een nog op te stellen onderhoudsplan een onderhoudsvoorziening voor de HRC gevormd. De reden voor het willen vormen van deze onderhoudsvoorziening ligt bij de ervaringen opgedaan bij de AEC, waar in de eerste jaren weinig onderhoud nodig was maar dit door ouderdom in latere jaren wel noodzakelijk was. Het onderhoudsplan voor de HRC zal eind 2010 gereed zijn en aan het Bestuur voorgelegd worden. De verwachting is dat een gedeelte van het resultaat 2010 in deze onderhoudsvoorziening komt (raming € 3 miljoen). In de Begroting 2011 is op basis van de verwachting en vooruitlopend op het onderhoudsplan € 3 miljoen aan deze voorziening gedoteerd. Rioolrecht De egalisatievoorziening rioolrecht kan bij een positieve stand worden aangewend voor het beperken van tariefstijgingen en het afvlakken van tariefschommelingen. Dank zij een te verwachten toevoeging in 2010 slaat het negatieve beginsaldo ad € 0,5 miljoen om naar een positief saldo van € 0,56 miljoen. De toevoeging is voornamelijk te danken aan de verbreding van het draagvlak (een toename van circa 4.200 woningen en niet-woningen) en een (begrotingstechnische)verlaging van de kosten 2010 middels neerwaartse bijstelling van de nominale ontwikkelingen. Bovendien wordt voorgesteld om de incidentele baat uit het leningfonds ad € 3,6 miljoen toe te voegen aan de egalisatievoorziening, waarmee de stand ultimo 2010 uitkomt op € 4,1 miljoen positief. Bij de tariefstelling 2011 dient betrokken te worden de nieuwe richtlijn van de commissie BBV. Deze richtlijn geeft aan dat negatieve voorzieningen niet langer zijn toegestaan. Dit betekent dat een negatieve stand van de voorziening ook niet mag worden begroot. In 2011 wordt € 0,6 miljoen aan de voorziening onttrokken en toegevoegd aan de exploitatie. De egalisatievoorziening sluit ultimo 2011 dan met een saldo van € 3,6 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 222

Page 228: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Klimaatbureau Coördineren, bewaken, initiëren en aanjagen van alle activiteiten die onderdeel vormen van het programma ‘Nieuw Amsterdams Klimaat’. Verder uitbouwen van de samenwerking met bedrijven en maatschappelijke organisaties. Bedrijven en burgers faciliteren bij energiebesparing en duurzame energieproductie.

Bijdrage aan 40% CO2 reductie in 2025

750 750

750 750 I8 Amsterdams Investeringsfonds # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

2 Fonds Klimaat en duurzaamheid

10.000 10.000

10.000 10.000 IP4 Incidentele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

3 Extra opbrengsten AEB

-1.000 -1.000

-1.000 -1.000 ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

4 Sanering Gasfabrieken Maatregelen ten behoeve van de grondwaterverontreiniging, de waterbodems en nazorg van de Wester- en de Oostergas. Sanering van het Zuidergasfabriekterrein

Door sanering worden de gasfabriekterreinen weer bruikbaar voor stedelijke functies

10.266 10.266

5 Saneringsprogramma wegverkeer

Maatregelen als het aanbrengen van geluidwerend dubbel glas, kierafdichting, ventilatievoorzieningen en dakisolatie

Reductie geluidsbelasting van woningen met een geluidsbelasting boven 65dB door middel van gevelisolatie

3.000 3.000

13.266 13.266

Raadsdruk Begroting 2011 223

Page 229: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

6 Slimmer uitvoeren milieutaken (DMB)

-500 -500

7 Verlaging budget bodemsanering en nazorg

-1.000 -1.000

8 Schrappen structurele budget Klimaatbureau

-400 -400

9 Verlaging capaciteit bestuursondersteuning

-70 -70

10 Budgetverlaging analyse bedrijfsafvalwater

-30 -30

11 Bodemsanering

-100 -100

12 Grondwaterkosten in rioolheffing

-1.077 -1.077

13 Verhoging tarief binnenhavengeld

-800 -800

14 Fusie Waternet en BBA

-350 -350

-4.327 -4.327

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I4 Overige prioriteiten

1. Klimaatbureau Alle toonaangevende wereldsteden kennen ambitieuze klimaat- en duurzaamheids-programma’s. Investeren in klimaatmaatregelen en een overgang naar een duurzame energievoorziening is cruciaal voor een sterke economische toekomst. Ook tijdens een periode van economische recessie biedt investeren in energiebesparing en duurzame energie grote kansen. Deze investeringen bieden op korte termijn uitzicht op (behoud van) werkgelegenheid en brengen gelijktijdig de steeds hoger wordende energiekostenkosten omlaag voor bedrijven en huishoudens. Dit besef is ook de leidende gedachte achter het Amsterdamse klimaatprogramma ‘Nieuw Amsterdams Klimaat’. Alleen een schone stad zal in de toekomst een aantrekkelijke stad zijn voor bewoners en bedrijven. Dat betekent op grote schaal overschakelen op duurzame energiebronnen, emissievrije transportmiddelen en klimaatneutrale gebouwen en woningen. Het Klimaatbureau werkt samen met tal van interne en externe partijen aan het realiseren van deze transitie. In het verdelingsvoorstel is € 0,75 miljoen incidenteel opgenomen.

I8 Amsterdams Investeringsfonds

2. Fonds Klimaat en duurzaamheid Voor een toelichting op deze prioriteit wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen.

IP4 Incidentele posterioriteiten

3. Extra opbrengsten AEB Met betrekking tot het AEB wordt voor 2011 een extra inkomst verwacht. Het betreft een incidenteel bedrag van € 1 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 224

Page 230: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

4. Sanering Gasfabrieken Amsterdam saneert de gasfabrieksterreinen, de Westergas, de Oostergas, de Zuidergas en de gasfabriek Marnixstraat. Het Rijk draagt 33% bij in de kosten; hierop zijn onderbouwde uitzonderingen gemaakt voor de Westergas (90%) Oostergas (50%) en de waterbodems bij de gasfabrieken (100%). De basis voor deze bijdrage ligt in de ‘intentieverklaring bodemverontreiniging voormalige gasfabrieken‘ van 20 december 1999. Er moeten maatregelen worden genomen voor de grondwaterverontreiniging, de waterbodems en nazorg van de Wester- en Oostergas. De Zuidergas staat gepland voor de huidige periode en is van cruciaal belang voor de herontwikkeling van het Overamstelgebied. Amsterdam vroeg aanvankelijk voor de periode 2010-2014 een rijksbijdrage aan van ruim € 73 miljoen. Deze aanvraag was gebaseerd op een herijking van de kosten uit 2008 en heeft de instemming van het ministerie van VROM. Op verzoek van VROM echter is er een temporisering aangebracht in het gasfabriekenprogramma en is € 25,8 miljoen doorgeschoven naar de periode 2015-2019. Dit werd mogelijk door onder andere de sanering van de Marnixstraat uit te stellen tot na 2015. Het convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties, ondertekend op 10 juli 2009 tussen het ministerie van VROM, het ministerie van VWS, IPO, VNG en Unie van Waterschappen, is leidend bij de verdeling van de nieuwe bodembudgetten. In de Nota van Toelichting op het verdelingsbesluit ISV wordt gerefereerd aan de afspraken voor de gasfabrieken en wordt Amsterdam daarvoor expliciet € 46,3 miljoen toegekend. En hoewel het tempo van de uitgaven over de jaren niet gelijk zal zijn (de piek ligt aan het eind van de periode), zullen deze middelen volledig nodig zijn; de totale kosten voor de Zuidergas bijvoorbeeld zijn geraamd op € 62 miljoen. Gezien de afrekenbare afspraken met het rijk is dit bedrag niet-beïnvloedbaar en ons College stelt voor om € 10,3 miljoen op te nemen in het verdeelvoorstel 2011 als eerste tranche van de aan Amsterdam toegekende € 46,3 miljoen. 5. Saneringsprogramma wegverkeer Het bedrag van € 3 miljoen is het (absolute) minimum om sanering van verkeerslawaai nog voldoende substantieel voort te kunnen zetten en aan de afspraken met het Rijk te kunnen voldoen. Ons College stelt voor om in het verdeelvoorstel ISV € 3 miljoen op te nemen voor geluidsanering.

SP4 Structurele posterioriteiten

6. Slimmer uitvoeren milieutaken (DMB) In de uitwerking van het Activiteitenbesluit blijken er minder vergunningplichtige bedrijven te resteren dan aanvankelijk voorzien. Door het werk slimmer te organiseren, meer samen te werken in het toezicht op de openbare ruimte, én door bepaalde wettelijke taken niet meer of anders uit te voeren (met name ten aanzien van die taken die een relatief lage ‘milieu-relevantie’ hebben, zoals bijvoorbeeld het beoordelen van een melding) kan ook enige ruimte worden gevonden. Daarnaast is ook enige besparing mogelijk in de manier waarop taken worden uitgevoerd: dat heeft dan wel een verlaging van het dienstverleningsniveau voor bedrijven tot gevolg, bijvoorbeeld door de beperking van het vooroverleg. Deze besparing wordt vooral gerealiseerd in de uitvoering van de taken voor de stadsdelen, waar de kleinere inrichtingen zijn gevestigd. In het verdeelvoorstel is deze posterioriteit opgenomen. 7. Verlaging budget bodemsanering en nazorg Deze posterioriteit maakt onderdeel uit van de heroverwegingsmaatregelen ten aanzien van milieutaken. Deze versobering heeft naar verwachting geen gevolgen voor de kwaliteit van de bodemsanering en nazorg met betrekking tot de saneringslocatie Diemerzeedijk. De huidige reserve volstaat. Deze posterioriteit is in het verdeelvoorstel opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 225

Page 231: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

8. Schrappen structurele budget Klimaatbureau In het verdeelvoorstel is een posterioriteit opgenomen van € 0,4 miljoen. Deze posterioriteit betreft het structurele budget van het klimaatbureau. 9. Verlaging capaciteit bestuursondersteuning Deze posterioriteit is onderdeel van de heroverwegingen. Het is mogelijk om 20% te korten op de capaciteit voor coördinatie bestuurszaken, bestuursondersteuning bij de dienst Milieu en bouwtoezicht. Deze posterioriteit is opgenomen in het verdeelvoorstel. 10. Budgetverlaging analyse bedrijfsafvalwater Deze posterioriteit maakt onderdeel uit van de heroverwegingen. Het efficiënter uitvoeren van de analyse bedrijfsafvalwater is mogelijk zonder dat dit verdere gevolgen heeft. Deze posterioriteit is opgenomen in het verdeelvoorstel. 11. Bodemsanering Het betreft een ombuiging op bodemsanering van 0,1 miljoen structureel. 12. Grondwaterkosten in rioolheffing Een deel van de kosten voor grondwater wordt nog gedekt uit de algemene dienst. Bij de heroverwegingen is besloten deze kosten op te nemen in de rioolheffing. Deze posterioriteit is conform dit besluit in het verdelingsvoorstel opgenomen. 13. Verhoging tarief binnenhavengeld Het tarief binnenhavengeld voor plezierboten bedraagt nu gemiddeld € 100 per jaar (afhankelijk van de lengte van de boot). Het voorstel houdt een verhoging in van € 80 per jaar zodat de kosten voor een plezierbootbezitter gemiddeld € 180 per jaar worden. 14. Fusie Waternet en BBA Met betrekking tot de fusie tussen Waternet en BBA wordt een aanvullende posterioriteit van € 0,35 miljoen structureel mogelijk geacht. Deze posterioriteit is in het verdelingsvoorstel opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 226

Page 232: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Economie en haven Maatschappelijk effect Met het programma Economie en haven richt ons College zich op de economische onderbouw waarop het sociale en culturele leven van Amsterdam en de regio zich kunnen ontwikkelen. Amsterdam en de regio vormen bij uitstek de toegangspoort en uitvalsbasis voor ondernemingen en ondernemende mensen die de Europese markt willen betreden. De Amsterdamse regio heeft alle ingrediënten om ook in dit tijdperk van globalisatie tot de meest welvarende regio’s van Europa – en daarmee van de wereld – te behoren. Bedrijven en ondernemers moeten zich welkom, gewaardeerd en gefaciliteerd voelen in de Metropoolregio Amsterdam. Voor de komende periode wordt ingezet op versteviging van het economisch weefsel van de metropool Amsterdam. We richten onze inspanningen erop om de werkgelegenheid op peil te houden door de komst van nieuwe internationale bedrijven te stimuleren, grote bedrijven die hier graag gevestigd blijven en starters die kansen zien om hun activiteiten op te schalen. Ondernemers en overheid werken gezamenlijk en geïnspireerd aan projecten die bijdragen aan de economische structuurversterking van de metropool Amsterdam. Ook in deze periode van economisch zwaar weer blijven we samen met onze regionale en lokale partners investeren in kennis, innovatie en ondernemerschap. Wij zijn ervan overtuigd dat deze factoren cruciaal zijn voor het behouden en versterken van de goede (internationale) concurrentiepositie van de metropool Amsterdam. En ze dragen beslissend bij aan duurzame economische groei, zoals uiteraard ook een sterke haven en een sterke luchthaven dat doen. De Haven Amsterdam is samen met de dienst Economische Zaken actief binnen het programma Economie en haven. 1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma

Lasten + 136,9 120,6 120,9 108,6 108,3 109,4 110,3

Baten - 154,8 137,4 128,1 130,1 132,8 136,1 139,3

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

-/- 17,9 -/- 16,8 -/- 7,2 -/- 21,5 -/- 24,5 -/- 26,7 -/- 28,9

Toevoeging minus onttrekking reserves

-/- 2,6 -/- 1,3 -/- 6,5 -/- 0,6 -/- 0,6 -/- 0,6 -/- 0,6

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

-/- 20,4 -/- 18,0 -/- 13,6 -/- 22,1 -/- 25,1 -/- 27,3 -/- 29,5

Saldo reserves 104,6 101,2 97,3 96,7 95,6 94,4 93,3

Saldo voorzieningen 33,4 22,5 28,9 28,7 28,2 28,6 29,0

Investeringsuitgaven 53,0 55,0 46,2 52,6 40,0 40,0 40,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 Economie Met de veranderingen in het mondiale economische krachtenveld en de komst van de economische crisis, is het voor Amsterdam van belang te blijven investeren in economische groei en in te zetten op een sterke, innovatieve en evenwichtige economie gepaard aan een gunstig, internationaal concurrerend vestigingsklimaat. Ons College gaat de komende jaren investeren in een sterker sociaal economisch weefsel in de stad om onze concurrentiekracht in het mondiale krachtenveld op peil te houden.

Raadsdruk Begroting 2011 227

Page 233: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Amsterdam wordt daarbij, net als veel andere steden, uitgedaagd om een nieuwe positie in te nemen in het speelveld van metropolen. De economische kracht van Amsterdam is hierin geen gegeven maar moet blijvend bevochten worden. Dat wat de regio Amsterdam onderscheidt van andere internationale metropolen verdient continue aandacht en vraagt om een heldere koers voor de langere termijn. Met onze creativiteit en innovatievermogen bouwen we aan een Amsterdam dat het hoofd biedt aan de huidige crisis en aan een Amsterdam dat een toppositie inneemt in het internationale speelveld. De economische crisis vraagt om een andere werkwijze. Er is minder geld beschikbaar voor basisvoorzieningen en voor nieuw beleid ter stimulering van de economie. In combinatie met een kleiner aantal stadsdelen en de regionalisering van de Metropool Amsterdam, vraagt dit om een heroverweging van taken en bevoegdheden. Met de middelen beschikbaar vanuit het Amsterdams Investerings Fonds (AIF) voor de pijler Economie en Innovatie zullen we in de komende jaren met onze partners in de regio, zorgvuldige afwegingen moeten maken voor het doen van duurzame investeringen, die bijdragen aan het oplossen van knelpunten en waarmee mogelijkheden tot economische groei worden versterkt. Daarbij zullen we de focus leggen op de volgende categorieën: � basis op orde: aanpakken knelpunten t.a.v. internationale vestigingsklimaat en

concurrentiepositie � benutten van kennis en innovatie in de economie: investeren in kennis en innovatie,

volgens de lijn van de kennisagenda in vier sleutelgebieden (Creatieve Industrie, ICT, Rode Life Sciences, Financiële / zakelijke Dienstverlening) en de humuslaag

� lokale voedingsbodem voor de internationale concurrentiepositie: investeren in opheffen belemmeringen en versterking clusters en ondernemerschap

� ‘incasseren’ van sterke positie: investeren in positionering, citymarketing en acquisitie, leidend tot meer bezoekers en bedrijven

2.2 Haven Amsterdam Haven Amsterdam is de onderneming die duurzame economische ontwikkeling regisseert in Zeehavens Amsterdam. De ambitie is om Zeehavens Amsterdam te ontwikkelen tot een zich steeds vernieuwend industrieel en logistiek complex dat staat voor een vlotte, veilige en milieuverantwoorde afwikkeling van het goederenverkeer en dat een maatschappelijk en economisch rendement oplevert in de vorm van werk en inkomen. Het gebied moet (inter)nationaal gewaardeerd worden als logistiek knooppunt. Op 19 november 2008 is de nota Slimme Haven Amsterdam, havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020 vastgesteld door uw Vergadering. Op 11 maart 2009 stelde uw Vergadering vervolgens het Milieubeleidsplan van Haven Amsterdam voor de periode 2008-2012 vast met de titel Duurzaam durven, doen en doorgaan. Deze documenten vormen de belangrijkste beleidskaders voor Haven Amsterdam. Uitvoering van de Havenvisie en het Programma Milieu (milieubeleidsplan) zijn gestart. Belangrijke succesfactor voor de implementatie van de havenvisie is de komst en tijdige oplevering van de nieuwe grote zeesluis. Op 27 november 2010 hebben het rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam een gezamenlijk convenant ondertekend voor de start van de planstudie naar de aanleg van een Nieuwe Zeesluis bij IJmuiden. Het convenant is vervolgens door uw Vergadering op 17 februari 2010 vastgesteld. Momenteel wordt door alle partijen gewerkt aan een plan van aanpak voor de planstudie. Op 28 oktober 2009 heeft uw Vergadering kennis genomen van de conclusies uit het rapport Denkfase Haven Amsterdam en ingestemd met de start van de Onderzoeksfase (Gemeenteblad afd 3A, nr 237/657). De planning is dat de onderzoeksfase eind 2010 wordt afgerond. Belangrijke risicofactor voor de ambitie ten aanzien van de Amsterdamse haven is de wereldwijde economische crisis en onzekerheid over het verdere verloop daarvan. De financiële gevolgen van de economische crisis leken aanvankelijk (2009) voor het resultaat

Raadsdruk Begroting 2011 228

Page 234: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

(huurinkomsten en zeehaven-, kade en boeiengeld) van Haven Amsterdam mee te vallen. Hoewel de goederenoverslag daalde, stegen de inkomsten uit zeehavengeld. De reden hiervoor is dat de daling in goederenoverslag vooral heeft plaatsgevonden in de goederensoorten met de laagste tarieven per ton overslag. Daarnaast is de SBT-korting (separated ballast tanks) op olietankers vervallen. Dit heeft een structureel positief effect op de inkomsten uit zeehavengeld. Het effect van de economische crisis werd in 2010 merkbaar; hoe de wereldhandel zich gaat ontwikkelen is ongewis. In de Havenvisie is aangegeven dat een breed pakket van goederenstromen belangrijk is om minder kwetsbaar te zijn voor conjuncturele schommelingen. De economische crisis heeft voor de containerstromen ongunstig uitgewerkt. In de goederenstromen zijn containers belangrijk voor directe en indirecte toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Het is dus van belang ook in economisch mindere tijden de diversificatie te handhaven. Haven Amsterdam speelt hierop in door haar strategische positionering te herijken, bijvoorbeeld door het kijken naar de achterlandverbindingen, inzet van ICT en implementatie van het extended-gate principe1 en door bijvoorbeeld de strategie ten aanzien van de overslag van bio-energy (biomassa en biofuels) verder te ontwikkelen.

1 Het ‘extended gate’ principe gaat uit van regionale distributie van containers via binnenvaartschepen die via diepzeelijnen aankomen in Rotterdam. .

Raadsdruk Begroting 2011 229

Page 235: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Economie

3.1.1 Economie: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Stimuleren van kennis en innovatie Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Op basis van de – nog op te stellen – regionale kennis en innovatieagenda worden nader te bepalen indicatoren geformuleerd2

- - PM PM PM PM

Doelstelling 2: Faciliteren en ondersteunen van ondernemers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Gemeentelijke regeldruk (cumulatief) 01-01-2010 -6% -12% -18% -25%

Tevredenheid ondernemers over gemeentelijke dienstverlening

6.1 2010 6.5 6.7 7.0 7.0

Aantal (startende) ondernemers die geholpen worden per jaar

- - 500 500 500 500

Handhaven kansenzones (en regeling microkredieten)

7 01-01-2010 7 7

Doelstelling 3: Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Het aantal nieuwe internationale bedrijven dat zich vestigt in de regio (cumulatief)3

- - 50 100 150 200

Aantal bedrijfsbezoeken per jaar4 - - 80 80 80 80

Behoud van een plaats in de top tien van Europese toeristensteden

7 2009 Top 10 Top 10 Top 10 Top 10

Aantal overnachtingen (in miljoenen) 8.8 2007 9 9 9 9

Waardering Kunst en Cultuur (Staat van de Stad)*

* zie voor verdere toelichting Programma Kunst en Cultuur

Overige doelstellingen Doelstelling 4: Optimale ruimtelijke condities voor ondernemerschap Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Detailhandelsbeleid: fijnmazigheid en vernieuwing van aanbod

- 2011 Zie tekst Zie tekst zie tekst zie tekst

Kantorenleegstand verminderen, kleinschalige bedrijfsruimten en broedplaatsen vermeerderen (doelstellingen formuleren op basis van nog vast te stellen

17% 01-10 PM PM PM PM

2 Doelstellingen die in de agenda worden opgenomen kunnen alleen behaald worden indien er een bijdrage uit het Amsterdam Investeringsfonds wordt gehonoreerd. 3 Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijven naar de regio worden gehaald. Indien de extra inzet die in het programakkoord is opgenomen met middelen uit het Investeringsfonds gedekt wordt, kan dit aantal minimaal verdubbeld worden 4 Zonder extra middelen kan dit aantal bedrijfsbezoeken per jaar afgelegd worden. Indien er uit het Investeringsfonds extra middelen bijkomen, kunnen er +PM bedrijfsbezoeken afgelegd worden

Raadsdruk Begroting 2011 230

Page 236: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

kantorenstrategie)

Doelstelling 5: Coördinatie portefeuille Schiphol: instandhouding hub/netwerkkwaliteit Schiphol en versterking van leefkwaliteit rond de luchthaven Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Behoud en versterking van de concurrentiepositie van Schiphol (aantal internationale verbindingen)

Nr. 3 in Europa

Nr. 3 Nr. 3 Nr. 3 Nr. 3

3.1.2 Economie: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Stimuleren van kennis en innovatie Regionale kennis- en innovatieagenda Samen met de lokale en regionale overheden, het bedrijfsleven en kennisinstellingen stelt de gemeente een regionale kennis- en innovatieagenda op. Uit deze agenda volgt een programma waaraan de gemeente de komende periode uitvoering zal geven binnen de kaders van het Amsterdamse Investeringsfonds. De governance- aspecten hiervan zullen worden geregeld door de oprichting van een Economic Advisory Board waarin bedrijven en overheden financieel en inhoudelijk participeren. De board zal breed gaan adviseren aan regionale overheden maar de focus van de board ligt in het begin vooral op de Kennis- en Innovatieagenda. Met de Kennis - en Innovatieagenda wordt ingezet op het toekomstige verdienvermogen van de vier kennisintensieve sleutelgebieden: ICT/E-science, Creatieve industrie, Rode Life Sciences, Zakelijk/Financiële dienstverlening. Met de agenda wordt ingezet op een innovatieve en ondernemende cultuur; de noodzakelijke voedingsbodem, ofte wel humuslaag, daarvoor wordt gevormd door ondernemerschap in hoger onderwijs, talent, kennisvalorisatie, open innovatie, Sciencepark ontwikkeling en meer vraaggericht onderwijs aansluitend op behoeften van het bedrijfsleven. Talentontwikkeling neemt hierin een belangrijke plaats in. Toponderwijs zelf is gericht op het versterken van talent en vormt daarom een belangrijk onderdeel van de kennisagenda. Door de toenemende vergrijzing neemt de concurrentie op het aantrekken van talent toe. Het toponderwijs in de stad is een magneet voor talent (via het Amsterdam University College, de Duisenberg School of Finance en THNK5). Maar ook in bredere zin is het aantrekken, ontwikkelen en behouden van talent essentieel voor het versterken van de kennisintensieve clusters. Doelstelling 2: Faciliteren en ondersteunen van ondernemers Ondernemerspaspoort en verminderen regeldruk Met de invoering van het ondernemerspaspoort wordt in deze collegeperiode een stap gezet naar verdergaande harmonisering van de gegevens die ondernemers moeten leveren bij de aanvraag van vergunningen, bij aanbestedingen en bij de Bibob toets. Dit systeem dient met ingang van 2012 operationeel te zijn. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden om de doorlooptijden voor het verkrijgen van gemeentelijke vergunningen te verminderen. In deze bestuursperiode wordt de gemeentelijke regeldruk voor bedrijven met 25% verminderd ten opzichte van de situatie op 1 januari 2010 en gemeten in uren die de ondernemer kwijt is aan de aanvraag voor een vergunning. Communicatie en informatievoorziening Om ondernemers optimaal te kunnen faciliteren is een goede communicatie en positieve beeldvorming van belang. In dat kader ontwikkelen we een gemeentebrede communicatie strategie gericht op ondernemers. Deze is toegankelijk en zorgt er voor dat ondernemers bekend zijn met het aanbod van producten (vergunningen en subsidies), projecten en relevante informatie van de gemeente Amsterdam. Ondernemers hebben daar ook een positief beeld over.

5 Institute for Creative Leadership and Entrepreneurship ( opleiding voor creatief ondernemerschap)

Raadsdruk Begroting 2011 231

Page 237: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Startende ondernemers We loodsen elk jaar ongeveer 500 (startende) ondernemers door het gemeentelijke apparaat we verbinden ze met de juiste contactpersoon en/of begeleiden ze bij het vinden van een geschikte bedrijfslocatie. We doen 100 intensieve begeleidingstrajecten met ondernemers voor daadwerkelijke vestiging in samenwerking met betrokken diensten, stadsdelen en projectbureaus. Terugkerende thema’s gerelateerd aan knelpunten bij bedrijfsvestigingen bundelen we en zetten we om in nieuw beleid. Kansenzones en microkredieten We handhaven de investeringsregelingen Kansenzones en Microkredieten fonds conform vigerende afspraken. Het doel van een Kansenzone is de stimulering van ondernemerschap in een geografisch afgebakend gebied. Daartoe continueert Amsterdam tot ultimo 2012 de Bijzondere Subsidieverordening Investeringsregeling Ondernemers Kansenzones. Deze biedt ondernemers in de door ons College aangewezen Kansenzones een bijdrage van 50% in ondernemersinvesteringen in nieuw- en verbouw van de onderneming en in duurzame bedrijfsmiddelen. Na 2012 wordt gekeken of er andere gebieden als kansenzone aangewezen dienen te worden. Het fonds voor Microkredieten biedt een mogelijkheid aan ondernemers om, onder garantie van het fonds, een kleine lening te verkrijgen bij een bank. Doelstelling 3: Amsterdam is een attractieve stad voor bewoners, bedrijven en bezoekers Aantrekken internationale bedrijven Middels actieve acquisitie en sales trekken we met Amsterdam in Business nieuwe bedrijven aan voor naar de Metropoolregio. De doelstellingen vanuit Citymarketing sluiten hierbij aan, alsook het aantrekken van meer bezoekers. Deze inzet is juist in deze tijd van groot belang door de wissel die de conjunctuurbeweging op bedrijven trekt en de toenemende concurrentie tussen metropolen. Met de inzet van middelen uit het investeringsfonds kunnen we de ambitie vergroten tot het aantrekken van 100 bedrijven per jaar en zetten we extra in op de prioritaire BRIC landen (Brazilië, Rusland, India en China) en de sterke clusters van de Metropoolregio. Het streven is om meer krachten te bundelen in de komende periode en de samenwerking van de vier gemeenten uit te breiden. De gemeenten die aansluiten betalen –en doen actief mee. Dit sluit aan bij de ambitie van verdergaande regionalisering en het vormen van een Economic Development Board. Investor Development (ID) Het is ook voor de lokale economie van belang dat grote bedrijven in de regio Amsterdam blijven. Met het Investor Development (ID) programma zetten we in op het gevestigd bedrijfsleven, lossen we knelpunten op, faciliteren we uitbreidingen en stimuleren we publiek/private samenwerking. Vanuit de reguliere middelen is ruimte voor 80 strategische buitenlandse bedrijfsbezoeken in de Metropoolregio Amsterdam. Daarbij helpen we 40 van deze bedrijven actief bij knelpunten en ontwikkelingen. Met de extra middelen vanuit het Investeringsfonds kunnen meer bedrijfsbezoeken worden gerealiseerd (40) en ondersteunt de gemeente Amsterdam bij circa 15 uitbreidingen per jaar. Van bedrijven die de metropool verlaten zal de reden voor hun vertrek onderzocht worden. Knelpunten en verbeteringen voor het vestigingsklimaat worden in kaart gebracht, als input voor nieuw beleid. Het Expatcenter levert een belangrijke bijdrage aan het internationale vestigingsklimaat. In de komende periode zullen we kijken naar positionering en uitbreiding van deze dienstverlening. In 2011 zullen we hierover rapporteren. Behoud van een plaats in de top 10 van Europese toeristensteden en hotelovernachtingen Evenementen, toerisme en congreseconomie dragen bij aan internationale aantrekkingskracht. In 2013 is er één organisatie voor citymarketing gerealiseerd die zich, vanuit één gemeentelijke opdracht, bezig houdt met het vermarkten van de regio Amsterdam, als zakenstad en als stad voor zakelijke en toeristische bezoekers. We behouden hierbij onze plek binnen de top 10 van Europese toeristensteden, zoals gemeten in de benchmark van ECM Calculations. Ons college zet in op beleid om evenementen aan te trekken die bijdragen aan het imago van de stad. De komende vier jaar gaan we door met de ambities zoals opgenomen in de hotelnota. Het is van belang om in de ontwikkeling en planning een goede

Raadsdruk Begroting 2011 232

Page 238: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

aansluiting te realiseren met de huidige economische conjunctuur en de lange termijn verwachting, waarbij het aanbod wordt gematched met het vraagpotentieel. In deze collegeperiode stimuleren we kleinschalige initiatieven en productverbredende en marktaantrekkende initiatieven zoals extended stay hotels, familiehotels, nieuwe brands en concepten, zorghotels en combinatie/mixed use hotels. Doelstelling 4: Optimale ruimtelijke condities voor ondernemerschap Ruimtelijke economische structuurversterking Over 2010 zal een schouw van de detailhandelsstructuur in Amsterdam plaatsvinden die wordt vergeleken met de schouw van 2006. Deze schouw zal daarmee als input dienen voor een nieuw detailhandelsbeleid dat in 2011 vastgesteld kan worden met doelstellingen voor deze collegeperiode. We streven daarbij naar ruimte voor dynamiek die niet ten koste gaat van de fijnmazigheid van onze detailhandelsstructuur. Daarnaast zal ook het economische beleid er in de komende periode op gericht zijn om bij te dragen aan een afname van het percentage leegstaande kantoren. De doelstellingen voor 2011 en verder worden vastgesteld in Kantorenstrategie van Amsterdam en regionaal afgestemd in Plabekaverband. Inzetten op kleinschalige bedrijfsruimten en broedplaatsen is van belang voor de lokale economie en (stadsverzorgende) bedrijvigheid. Doelstelling 5: Coördinatie portefeuille Schiphol: instandhouding hub/netwerkkwaliteit Schiphol en versterking van leefkwaliteit rond de luchthaven Hubfunctie schiphol Schiphol is als internationaal vervoersknooppunt (mede-)bepalend voor de regionale en nationale economie en van groot belang voor de internationale concurrentiepositie. De ontwikkeling en positionering van Schiphol als belangrijke global hub met een uitgebreid en kwalitatief hoogwaardig bestemmingennetwerk is nodig om een concurrerende luchthaven te behouden inclusief de bedrijvigheid en werkgelegenheid die ten gevolge van het bestemmingennetwerk van Schiphol gegenereerd wordt. Amsterdam draagt bij aan de ‘license to operate’ van Schiphol door een succes van de Alderstafel6 te maken. In regionaal verband werken wij samen met andere overheden in de regio en met Schiphol om stad en regio aantrekkelijker te maken als bestemming om te werken of te bezoeken.

6 Najaar 2006 kwam onder voorzitterschap van Hans Alders, commissaris van de koningin in Groningen voor het eerst een vergadering bijeen met als deelnemers Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland, KLM, betrokken bestuurders van provincie en gemeenten verenigd in de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) en vertegenwoordigers van Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol die de belangen van de bewoners en platforms behartigen. De ministeries van V&W en VROM zijn in het overleg ambtelijk vertegenwoordigd.

Raadsdruk Begroting 2011 233

Page 239: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.1.3 Economie: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + Subprogramma 100.4

Doelstelling 5 en 6: Economie en ruimte

Plan van aanpak Schiphol 0,08 0,08 0,41 0,41 0,41 0,41

3100301 Onderzoeksprogrammering 0,12 0,12 0,31 0,31 0,31 0,31

3100405 Europese aangelegenheden 0,31 0,34 0,69 0,69 0,69 0,69

Doelstelling 2 Stimulering economie structuur

7,41 9,17 1,61 1,61 1,61 1,61

3200301 Fonds Ontwikkelingmaatschappij

0,54 0,53 0,58 0,58 0,58 0,58

3100902 Apparaatskosten EZ 5,88 5,99 6,37 6,37 6,37 6,37

cluster van volgnummers 14,34 16,23 9,98 9,98 9,98 9,98

Subprogramma 100.5

Doelstelling 1 Kennis en Innovatie 4,78 7,47 0,88 0,88 0,88 0,88

Doelstelling 3 Internationale acquisitie

1,05 1,89 2,11 2,11 2,11 2,11

Doelstelling 4 Citymarketing en toerisme

6,91 7,83 4,09 4,09 4,09 4,09

cluster van volgnummers 12,74 17,19 7,08 7,08 7,08 7,08

Baten -

Subprogramma 100.4

Doelstelling 2 Stimulering economie structuur

-0,02 -0,62 -0,02 -0,02 -0,02 -0,02

3100405 Europese aangelegenheden 0,00 -0,27 -0,27 -0,27 -0,27 -0,27

3200301 Fonds Ontwikkelingmaatschappij

-0,09 0 0 0 0 0

3100902 Apparaatskosten EZ -0,07 -0,14 -0,07 -0,07 -0,07 -0,07

cluster van volgnummers -0,18 -1,03 -0,37 -0,37 -0,37 -0,37

Subprogramma 100.5

Doelstelling 1 Kennis en Innovatie 0 -3,61 0 0 0 0

Doelstelling 4 Citymarketing en toerisme

-1,51 -1,50 -1,50 -1,50 -1,50 -1,50

Doelstelling 3 Internationale acquisitie

-0,39 -1,09 -0,38 -0,38 -0,38 -0,38

cluster van volgnummers -1,90 -2,59 -1,89 -1,89 -1,89 -1,89

Mutaties in reserves -1,60 -3,62 0,55 0,55 0,55 0,55

Saldo 17,63 26,24 15,36 15,36 15,36 15,36

Cijfers bij ongewijzigd beleid, waarin geen posterioriteiten of prioriteiten in zijn verwerkt en middelen voor de pijler Economie en Innovatie nog niet zijn meegenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 234

Page 240: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.2 Havenexploitatie 3.2.1.Havenexploitatie: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Voor het subprogramma Havenexploitatie zijn geen programakkoorddoelstellingen geformuleerd. Overige doelstellingen Doelstelling 1: Bouw nieuwe sluis gestart Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Stand van zaken uitvoering (besluitvorming aanleg en daadwerkelijke bouw)

Planstudiefase gestart

17/18 februari

2010

Eerste go-no go moment met positief

bestuurlijk akkoord

afgesloten

Tweede go-no go moment met

positief bestuurlijk

akkoord afgesloten

Start bouw, (2016 sluis

gereed)

Bouw (2016 sluis

gereed)

Doelstelling 2: Nieuwe positionering Haven Amsterdam Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Stand van zaken doorlopen denkkader gemeente Amsterdam

Denkfase afgerond,

Onderzoeksfase

gestart

17/18 februari

2010

Implementatiefase

2012 start nieuwe

organisatie

Doelstelling 3: Implementatie nota ‘Slimme haven, havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020 Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Amsterdamse haven beschikt over een goede Binnenvaart containerhub: aantal uitgevoerde acties Goede bereikbaarheid van het achterland: aantal shuttles naar het achterland per spoor en aantal shuttles naar het achterland per binnenvaart (alleen containers)7

Geen concrete acties benoemd

April 2010 Extended gateway bij ACT operationeel In totaal 2 shuttles naar het achterland per spoor en 2 shuttles per binnenvaart

Extended gateway bij ACT in vol bedrijf In totoaal 3 shuttles naar het achterland per spoor en 4 shuttles per binnenvaart

Extended gateway bij ACT in vol bedrijf In totoaal 5 shuttles naar het achterland per spoor en 8 shuttles per binnenvaart

Extended gateway bij ACT in vol bedrijf In totoaal 10 shuttles naar het achterland per spoor en 8shuttles per binnenvaart

Aantal bruto uitgegeven hectares Gemiddeld 20 ha bruto per jaar

April 2010 20 20 20 20

Intensivering bestaande ruimte Conform Havenkaart 2009

April 2010 Verwerven ADMterrein van 25 ha, Petroleum-haven 2 ha

In gebruik name ADM-terrein

Herstruc-turering

Herstructurering Minerva-haven gereed

Overslag haven in tonnen

86,7 miljoen ton ANZKG 73,3 miljoen ton Amsterdam

2009 93,4 miljoen ton ANZKG 73,9 miljoen ton in Amsterdam

96 miljoen ton ANZKG 76 miljoen ton in Amsterdam

101 miljoen ton ANZKG 80 miljoen ton in Amsterdam

106 miljoen ton ANZKG 84 miljoen ton in Amsterdam

Containeroverslag in TEU

203084TEU

2009 120.000 TEU

150.000 TEU

190.000 TEU

250.000 TEU

Containeroverslag binnenvaart in TEU

30 TEU 2009 40.000 TEU 80.000 TEU 140.000 TEU 200.000 TEU

7 Frequentie van lijndienst is afhankelijk van de afstand naar eindbestemming

Raadsdruk Begroting 2011 235

Page 241: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Totale overslag biomassa en fuel in tonnen

1,5 April 2010 2,0 3,0 4,5 5,5

Aantal tenders dat conform planning is uitgevoerd met bijbehorende aanvragen en toegekende projecten in het kader van het Duurzaamheid- én Innovatiefonds

1 tender per jaar voor maximaal € 2 miljoen

2009 2 tenders, in totaal max. bedrag € 2 miljoen

2 tenders, in totaal max. bedrag € 2 miljoen

2 tenders, in totaal max. bedrag € 2 miljoen

2 tenders, in totaal max. bedrag € 2 miljoen

Aantal zeecruiseschepen 93 2009 105 115 130 150

Doelstelling 4: Onderzoek op haalbaarheid van een tweede internationale passagiersterminal in de haven. Indicator Nulmeting

en peildatum

2011 2012 2013 2014

Beschikbaarheid onderzoeksrapport Verkenning uitgevoerd

April 2010 nvt Onderzoeksrapport gereed

PM afhankelijk

van resultaat onderzoek

PM afhankelijk

van resultaat onderzoek

Doelstelling 5: Uitbreiden verdienend vermogen van de haven door het plaatsen van nieuwe windturbines.

Indicator Nulmeting en

peildatum

2011 2012 2013 2014 Indicator

Extra inkomsten uit windmolens Geen extra windmolens

gepland

April 2010 € 0

€ 0 € 0 € 0

3.2.2 Havenexploitatie: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Nieuwe sluis operationeel Het rijk, de gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland hebben op 27 november 2009 het convenant Planstudie-fase Zeetoegang IJmond gesloten. De Minister heeft op 11 december 2009 het Planstudiebesluit genomen. Uw Vergadering heeft hier in februari 2010 mee ingestemd. Momenteel wordt door alle betrokken partijen gewerkt aan het plan van aanpak voor de Planstudiefase. In de Planstudiefase wordt gekeken naar de technische specificaties van de sluis, de Milieu Effecten Rapportage (MER). In 2011 zal de Planstudie afgerond worden, het eerste ‘go/nogo moment’. Bij de gunning is het tweede ‘go/nogo moment aangebracht. In 2012 zou dan gestart kunnen worden met de aanleg van de nieuwe grote zeesluis. Eind 2016 zou het project gerealiseerd moeten zijn. Gedurende deze periode participeert Haven Amsterdam in de projectorganisatie die het rijk voor het project heeft opgetuigd en valt het project voor Amsterdam onder het regime van de ‘Regeling Risicovolle Projecten’. Doelstelling 2: Nieuwe positionering Haven Amsterdam In 2009 heeft de denkfase plaatsgevonden voor de positionering van Haven Amsterdam. De belangrijkste redenen hiervoor waren: markontwikkeling, flexibiliteit, regionale, landelijke en mondiale samenwerking. Uw Vergadering heeft op woensdag 28 oktober 2009 kennis genomen van de conclusies uit het rapport over de denkfase en ingestemd met de start van de volgende fase, de onderzoeksfase naar verzelfstandiging. De onderzoeksfase duurt ongeveer een jaar. De hoofdvraag voor de onderzoeksfase is of en hoe Haven Amsterdam verzelfstandigd kan worden tot een 100% overheid NV met Amsterdam als enig aandeelhouder. Onderwerpen van onderzoek zijn: Strategie & Samenwerking, Governance & Juridische Zaken, Financieel & Fiscaal, Personeel & Organisatie (inclusief ontvlechting), Mandaten & Verantwoordelijkheden. Eind 2010 zal de onderzoeksfase worden afgerond, waarna de resultaten worden voorgelegd aan ons College en uw Vergadering.

Raadsdruk Begroting 2011 236

Page 242: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 3: Implementatie nota ‘Slimme haven, havenvisie gemeente Amsterdam 2008-2020 Achterlandverbindingen De gemeente Amsterdam wil zoveel mogelijk goederenvervoer van de weg halen om de milieubelasting te beperken. Hiervoor heeft HA heeft in de volgende ambitie opgenomen ten aanzien van vervoer: binnenvaart 49%, weg 45%, spoor 6%. Door het Rijk en de regio wordt aanzienlijk geïnvesteerd in een betere bereikbaarheid van de haven op het hoofdspoornet. In het kader van het BOR8 regiopakket worden drie bereikbaarheidsprojecten gerealiseerd. De EU heeft hiervoor subsidie verstrekt waarmee van onder andere een elektrificatie van het emplacement Aziëhaven wordt bekostigd. Daarnaast heeft de gemeente geïnvesteerd in een gezamenlijk port community systeem, Portbase, waardoor informatie over goederenstromen tussen bedrijven, havens en douane sterk wordt verbeterd. Aantal uitgegeven hectares grond in de haven In de havenvisie is opgenomen dat de gewenste en realiseerbare groei in de Amsterdamse haven tot 2020 geaccommodeerd wordt op bestaande haventerreinen. In het Convenant Houthaven-NDSM-werf heeft de gemeente zich jegens de bedrijven vastgelegd om tot 2029 geen plannen in uitvoering te brengen, die havenbedrijven binnen de ring A10 belemmeren in hun bedrijfsactiviteiten. Na 2020 zal de haven alleen uitbreiden in de regio indien breed aanvaard wordt dat de maatschappelijke voordelen groter zijn dan de nadelen. Hiervoor is in de Structuurvisie Noord-Holland een locatieonderzoek aangekondigd, waarbij de gemeente haar voorkeur voor de Houtrakpolder heeft uitgesproken. De Provincie zal nader onderzoek (milieu, economisch, landschappelijk) doen naar zowel de Houtrakpolder als de Wijkermeerpolder om een keuze te kunnen maken. Amsterdam heeft in 2011 nog 151 hectare natte terreinen uit te geven. Aan droge terreinen is nog 184 hectare beschikbaar. Van de natte terreinen in Amsterdam heeft 61hectare al een bestemming (reservering containerterminal). De andere 90 hectare zijn verspreid over een aantal kavels, waarvan er slechts enkele groter zijn dan 10 hectare. Door intensivering (zoals aankoop van verouderde terreinen, aanpassing van terrein-lay-out) verwacht HA deze bestuursperiode jaarlijks bruto 20 ha te kunnen uitgeven. Daarnaast vindt optimalisering plaats door het verleggen van grenzen, demping en ruilverkaveling. Dit levert per jaar circa 2 ha uitgeefbaar terrein op. Ook ‘dubbel ruimtegebruik’ is mogelijk door functies te combineren, zoals bijvoorbeeld parkeren boven kabels en leidingen. Haven Amsterdam voert sinds 2008 gesprekken over ontruiming en verwerving van het land- en waterdeel van het ADM-terrein. Haven Amsterdam heeft over het waterdeel een overeenkomst gesloten. Streven is het terrein (landdeel) in 2010 te verwerven, in 2011 te ontruimen en bouwrijp te maken zodat dit in 2012 uitgegeven kan worden. Wat betreft de milieuruimte is de verwachting dat de geluidzone binnen twee jaar vergroot moet worden om de toename van de overslag te kunnen accommoderen. In procedurele en inhoudelijke zin is dit een complexe zaak, met name omdat zoneverruiming van invloed is op bestaande woningbouw en woningbouwplannen in regiogemeenten. De provincie is trekker van dit proces en er is de afgelopen collegeperiode een begin gemaakt met bestuurlijk overleg tussen Zaanstad en Amsterdam. Met betrekking tot Externe Veiligheid is een aantal saneringen noodzakelijk, dit betreft een aantal bedrijven met veel werknemers die binnen de risicocontour van de olieterminals zijn gelegen. De primaire verantwoordelijkheid voor de sanering ligt bij de provincie (als vergunningverlener).

8 ProRail, NS, Stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam en de provincies Noord-Holland en Flevoland tekenden in juli 2006 een samenwerkingsovereenkomst voor het Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR) RegioNet.

Raadsdruk Begroting 2011 237

Page 243: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overslag De financieel-economische crisis is ook merkbaar in de Amsterdamse haven. Veel productiebedrijven op verschillende niveaus binnen de keten zien hun orders hard teruglopen. Oude voorraden worden eerst opgemaakt en ook het energieverbruik loopt terug, omdat productieprocessen stil zijn komen te liggen. Voorbeelden zijn de staalindustrie en de productie van auto’s. De verwachting is dat de ladingstromen in 2011 ten opzichte van 2010 ‘over all’ met circa 2% zullen groeien. Uitgesplitst naar de verschillende ladingstromen zijn de verwachtingen: � groei containers met 50% ten opzichte van 2010 � groei auto’s: 5% en overig stukgoed: 2% ten opzichte van 2010 � groei droge bulk: 0 % ten opzichte van 2010 � groei olieproducten: 2 % ten opzichte van 2010 Ondanks de economische crisis, is nog steeds de verwachting dat de overslag in 2020 zal zijn gegroeid tot 125 miljoen ton. Containers en containerstrategie Het vervoer per container is veruit de belangrijkste internationale, logistieke ontwikkeling van de afgelopen decennia. Er is al jaren een verschuiving gaande van (traditioneel) stukgoed naar containers. De afgelopen 20 jaar is de stroom wereldwijd verzevenvoudigd. Eind 2008 is als gevolg van de kredietcrisis en door de keuze van rederijen voor grotere containerschepen een daling ingezet. In 2009 en 2010 zijn alle lijndiensten verdwenen uit de haven verdwenen. Haven Amsterdam probeert ze, samen met de Amsterdam Container Terminal (ACT), weer terug te halen. Naast ACT heeft Amsterdam met United Stevedores Amsterdam (USA, onderdeel van de Ter Haak Groep) een volwassen containerterminal die vooral groot is in de zogenaamde West Afrika trade. Naar verwachting zal USA ongeveer 80.000 TEU9 van alle diepzeecontainers voor zijn rekening nemen in 2011. Voor Nederland is de ontwikkeling van Amsterdam tot een complete haven essentieel voor het behoud van de positie als belangrijkste logistieke toegangspoort en knooppunt in West Europa. De havens van Rotterdam en Amsterdam, in combinatie met luchthaven Schiphol, vullen elkaar aan en versterken elkaar. Daar komt nog bij dat de achterlandverbindingen uitstekend zijn, met name de waterwegen. Minstens 50% van de doorvoer vanuit Amsterdam zal via de binnenvaart gaan. En dit percentage kan nog fors toenemen. De combinatie van achterlandverbindingen en het grote aantal verladers in Noord Nederland maakt Amsterdam een uitstekend transferium en Extended Gate voor, met name de containers die nu via Rotterdam binnenkomen. Amsterdam zal deze positie verder versterken en uitbouwen. Vanuit het Fonds Achterlandverbindingen zal Haven Amsterdam dit actief ondersteunen. Bio-energie De haven van Amsterdam heeft een sterke internationale marktpositie op het gebied van energiedragers. De transitie van fossiele naar duurzame energie biedt kansen voor de haven en versterkt de marktpositie voor op- en overslag van energiedragers. Uw Vergadering heeft in de havenvisie haar ambities voor bio- energie beschreven en Haven Amsterdam richt zich op aantrekken van bedrijven die biomassa en biobrandstoffen overslaan en produceren. Daarmee beoogt HA de sterke internationale positie van de Amsterdamse haven op het gebied van op- en overslag van energiedragers door groei in bio-energie te consolideren.

9 Twenty Foot Equivalent Unit (TEU) is de eenheid van de capaciteit van een containerschip

Raadsdruk Begroting 2011 238

Page 244: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Duurzaamheid- en Innovatiefonds Haven Amsterdam Op 30 september 2009 stemde uw Vergadering in met de Bijzondere Subsidieverordening Duurzaamheid- en Innovatiefonds Haven Amsterdam (Gemeenteblad, afd. 1, nr 603). Vanaf 1 oktober 2009 is de subsidieregeling van kracht. Dit betekent dat bedrijven en organisaties subsidieaanvragen kunnen indienen voor projecten op het gebied van duurzaamheid én innovatie in het Masterplan Noordzeekanaalgebied. Jaarlijks vinden twee tenders plaats, waarvoor in totaal maximaal € 2 miljoen beschikbaar wordt gesteld. Aanvragen die aan de formele criteria voldoen worden beoordeeld door de adviescommissie en gerangschikt in de mate waarin de projecten een bijdrage leveren aan: duurzaamheid, innovatie, het economisch ontwikkelingsperspectief voor het bedrijf en de havenregio en de overige doelstellingen van de Havenvisie. Cruisevaart Door de nabijheid van Schiphol is de Passengers Terminal Amsterdam (PTA) bijzonder geschikt voor het ‘turn around’ –aanlopen van cruiseschepen. Passagiers beginnen of eindigen hun cruises in Amsterdam en worden ingevlogen dan wel vliegen weer huiswaarts via Schiphol. Vaak worden aan het inschepen c.q. ontschepen een aantal extra hotelovernachtingen in Amsterdam gekoppeld. Groei van het aantal cruiseschepen wordt bereikt door actieve acquisitie en samenwerking met de terminal operators. Doelstelling 4: Onderzoek op haalbaarheid van een tweede internationale passagiersterminal in de haven Aanleiding voor het onderzoek vormt de substantiële groei in de rivier- en zeecruises die Amsterdam als stad aandoen. De huidige terminal kent gedurende het cruiseseizoen een bezetting van iets meer dan 50%. Vanaf 2012 is een tweede terminal nodig voor de afhandeling van de piekcapaciteiten. Omstreeks 2020 zijn twee volwaardige terminals noodzakelijk. Doelstelling 5: Uitbreiden verdienend vermogen van de haven door het plaatsen van nieuwe windturbines De uitbreiding van het verdienend vermogen door plaatsing van windturbines betreft het vervangen van bestaande molens door grotere molens (21 MW) en het plaatsen van nieuwe molens (15 MW). Het lijkt mogelijk aan het eind van de programakkoord periode circa 101 MW (= 36 MW extra) in Westpoort te hebben staan, wat naar verwachting circa € 700.000 aan extra inkomsten oplevert.

3.2.3 Havenexploitatie: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten +

Havenexploitatie 92,4 86,4 90,6 90,5 91,4 92,4

Baten -

Havenexploitatie 134,8 120,3 127,3 130,0 133,3 136,5

Mutaties in reserves -/- 1,1 -/- 2,8 -/- 1,1 -/- 1,1 -/- 1,1 -/- 1,1

Saldo 43,3 36,7 37,8 40,6 43,0 45,2

Actualisatie 2010 Het voordelig resultaat van de Actualisatie 2010 bedraagt € 36,7 miljoen. Ten opzichte van de begroting betekent dit een verslechtering van € 6,6 miljoen. De verslechtering van het resultaat is met name het gevolg van de volgende ontwikkelingen: � hogere dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren als gevolg van het door de

economische crisis oplopende volume aan openstaande vorderingen (-/- € 0,4 miljoen) � hogere kosten voor WW en wachtgeld (-/- € 0,3 miljoen) � lagere opbrengst rente rekeningcourant als gevolg van een gemiddeld lager saldo op de

girorekening (-/- € 0,3 miljoen) � hogere kosten voor onderhoud vaartuigen als gevolg van de op basis van een

onderhoudsplan opgenomen reservering voor achterstallig onderhoud (-/- € 0,3 miljoen)

Raadsdruk Begroting 2011 239

Page 245: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� hogere rentelasten als gevolg van het ten opzichte van de begroting toegenomen totaal volume van investeringen (-/- € 1,0 miljoen)

� lagere afschrijvingen als gevolg van een bij de begroting achtergebleven volume van investeringen waarover wordt afgeschreven (€ 1,0 miljoen)

� lagere opbrengst huren en pachten als gevolg van de ontwikkelingen bij de containerterminal (-/- € 3,0 miljoen). Van deze tegenvaller heeft in de Actualisatie 2010 en in de Begroting 2011 een bedrag van € 1 miljoen een incidenteel karakter

� lagere opbrengst huren en pachten als gevolg van door de economische crisis aangepaste uitgangspunten (-/- € 0,6 miljoen)

� lagere opbrengst huren en pachten aangezien een aantal uitgiften in de begroting abusievelijk dubbel is verwerkt (-/- € 1,9 miljoen)

� het effect van het corrigeren van de te hoge indexering in de Begroting 2009 en 2010 (€ 0,8 miljoen)

� het effect van de vrijval van de reserve Vakantiegeld (€ 0,8 miljoen). In de Actualisatie 2010 is een aantal mutaties verwerkt welke geen effect hebben op het resultaat. De belangrijkst zijn de ten opzichte van de begroting gewijzigde bestedingen ten laste van de reserves (Fonds strategische projecten) en voorzieningen (Verbeteren achterlandverbindingen). Bij de ontwikkelingen reserves en voorzieningen wordt hier uitgebreider op ingegaan. Daarnaast is in de Actualisatie 2010 een taakstelling op de apparaatskosten (€ 0,5 miljoen) verwerkt, door middel van een verhoging van de opbrengst uit de exploitatie van windmolens. Begroting 2011 Het voordelig resultaat van de Begroting 2011 bedraagt € 37,8 miljoen. Ten opzichte van de Actualisatie 2010 betekent dit een verbetering van € 1,1 miljoen. De verbetering is met name het gevolg van de volgende ontwikkelingen: � het effect van de correctie op de in de Begroting 2009 en de Begroting 2010 verwerkte te

hoge indexering van de personele kosten (€ 0,2 miljoen) � het effect van de incidentele prioriteiten 2010 (€ 0,6 miljoen) � het effect van een ombuiging van € 0,5 miljoen op de apparaatskosten. Tot deze

ombuiging is in het kader van de Voorjaarsnota 2009 besloten. De ombuiging is in de vorm van een stelpost verwerkt. De uiteindelijke invulling en de uitwerking zal plaatsvinden in de Actualisatie 2011

� hogere uitgaven voor rente en afschrijving als gevolg van enerzijds de verhoging van de omslagrente van 4% naar 4,25% en anderzijds de hogere boekwaarde (-/- € 4,3 miljoen)

� hogere kosten voor opleidingen (€ 0,4 miljoen). Hiervan is € 0,2 miljoen het gevolg van aanscherping van de regelgeving voor bijzondere opsporingsambtenaren bij de nautische sector en € 0,2 miljoen (incidenteel) als gevolg van de instroom van nieuwe medewerkers bij de nautische sector in het kader van de 55+ regeling

� hogere uitgaven voor WW-kosten (-/- € 0,1 miljoen) � lagere opbrengst rente rekening courant als gevolg van een lager gemiddeld saldo van

vorderingen en schulden (-/- € 0,4 miljoen) � hogere opbrengst huren en pachten als gevolg van de doorwerking van in 2010

gerealiseerde uitgiften en de in 2011 verwachte uitgiften (€ 1,9 miljoen) � hogere opbrengst zeehavengeld als gevolg van de verwachte groei van de

zeehavenoverslag met 2% (€ 1,6 miljoen) � lagere opbrengst baggerstort (-/- € 0,4 miljoen) � het als gevolg van de fusie tussen Binnenwaterbeheer Amsterdam en Waternet wordt

met ingang van 2011 de inning van het binnenhavengeld voor de beroepsvaart volledig uitgevoerd door HA. Op het resultaat van HA heeft dit een positief effect van (€ 1,1 miljoen)

Ten opzichte van de Actualisatie 2010 dalen in de Begroting 2011 de uitgaven ten laste van reserves en voorzieningen. Het betreft met name uitgaven ten laste van het Fonds strategische projecten ( € 1,3 miljoen), Sail 2010 (€ 0,5 miljoen) en de voorziening Verbeteren achterlandverbindingen(€ 0,6 miljoen). Voor het resultaat van HA is dit budgettair neutraal.

Raadsdruk Begroting 2011 240

Page 246: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.3 Scheepvaartafhandeling 3.3.1. Scheepvaartafhandeling: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Overige doelstellingen Doelstelling 6: een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal schepen dat is geschut in het sluizencomplex in IJmuiden

38.925 2009 39.000 40.000 41.000 41.000

Vertragingen bij het sluizencomplex in IJmuiden

2.816 2009 2.900 3.000 3.100 3.100

Aantal verleende ontheffingen per etmaal (doel: vermindering i.v.m. wijziging van verbod naar gebod)

8 2009 6 5 4 4

3.3.2 Scheepvaartafhandeling: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 4: Een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer De Nautische Sector van Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer. Onder verantwoordelijkheid van de regio (te weten het CNB-bestuur)10 en in opdracht van het rijk, voert Haven Amsterdam de nautische scheepvaartafhandelingstaken in het hele Amsterdam Noordzeekanaalgebied uit – van 12 mijl buiten de pieren in IJmuiden in het Westen tot aan de Oranjesluizen in het Oosten van dit gebied. Het Centraal Nautisch Beheer (CNB) is een gemeenschappelijke regeling tussen Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad waarbij geregeld is dat de nautische taken van deze gemeentes door het CNB worden uitgevoerd. Het Centraal Nautisch Beheer stelt haar eigen begroting en jaarrekening op die wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur waarin raadsleden van de deelnemende gemeenten zitting hebben. De primaire processen van de Nautische Sector zijn: � veilige, vlotte en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer � handhaven van de wet- en regelgeving binnen het verantwoordelijkheidsgebied � havenmanagement voeren met betrekking tot de nautische aspecten op, aan en rond het

water � sluismanagement voeren voor een optimale benutting van het schaarse productiemiddel

sluizen � adviseren over nautische mogelijkheden � bijhouden van, inspringen op en ontwikkelen van nautisch beleid en het monitoren van

(internationale) wetgeving op het gehele werkterrein Het verkeersbegeleidend systeem walradar Het project walradar is een verzamelnaam voor in totaal negen systemen die geïntegreerd de communicatie met en de detectie van de scheepvaart mogelijk maakt. Doel is de verkeersveiligheid in het gehele Noordzeekanaalgebied te verhogen. In de huidige situatie is alleen het gebied van 12 mijl buiten de pieren in IJmuiden tot aan Buitenhuis op het Noordzeekanaal onder walradardekking. In de nieuwe situatie zal het gebied van 12 mijl buiten de pieren tot aan de Oranjesluizen onder walradardekking vallen en is er de mogelijkheid om adequaat de scheepvaart te begeleiden. Dit is een noodzakelijkheid om de toenemende aantallen schepen (zeevaart en binnenvaart) in het gehele gebied te kunnen begeleiden.

10 In april 1994 is door de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (CNB) opgericht. De genoemde gemeenten hebben hun bevoegdheden voor het nautisch overgedragen aan het CNB, dat fungeert als één loket voor het scheepvaartverkeer. Doel van het CNB is het creëren van eenheid van beleid en uitvoering op het gebied van nautisch beheer. Ook de nautische rijkstaken in het Noordzeekanaalgebied zijn gemandateerd aan het CNB.

Raadsdruk Begroting 2011 241

Page 247: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De besluitvorming over de aanleg van het systeem is in 2009 vertraagd, maar inmiddels heeft RWS de aanbesteden uitgevoerd. Aanleg start eind 2010 En de verwachting is dat het systeem in 2011 operationeel zal zijn. Vernieuwing Toezicht Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in 2007 de Inspectieraad de politieke opdracht gegeven om het toezicht in Nederland te stroomlijnen. Dit heeft geresulteerd in een programma Vernieuwing Toezicht. Voor Haven Amsterdam is het domein Vervoer over water: zeehavens en binnenvaart relevant. Dit domein betreft de inspecties die te maken hebben met schepen, de bemanning, de te vervoeren lading en de operationele activiteiten van deze schepen. In totaal bleken 24 toezichthouders actief zijn binnen dit werkveld die gezamenlijk 72 verschillende soorten inspecties uitvoeren. Het doel van het project is tweeledig: 1. minder toezichtlast voor de schepen en bedrijven 2. een effectiever en efficiënter toezicht Voor het onderdeel Zeehavens zijn de havenmeesters van Amsterdam en Rotterdam als coördinerend toezichthouders benoemd op het gebied van samenwerking voor Schip en Port Security. Het convenant is in december 2009 ondertekend. Het convenant bevat het streefbeeld van de inspecties in 2011, een actielijst met actie- en verbeterpunten en afspraken over kosten en de overdracht van taken bevatten. Voor het onderdeel Binnenvaart is Haven Amsterdam betrokken bij het raamwerk voor het frontoffice binnenvaart. De streefdoelen 2011 zijn bepaald en een plan van aanpak is opgesteld voor het raamwerk frontoffice binnenvaart dat in 2009 is gestart. Begin 2010 is de analyse afgerond. Regionale havenverordening Door het algemeen bestuur van het Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied (CNB) is in januari 2009 aan de directeur CNB de opdracht verstrekt te komen tot één regionale havenverordening in het Noordzeekanaalgebied. Doelstelling van de opdracht aan de directeur CNB is om ook voor het (haven)beheer de één- loketfunctie in te richten en daarmee meer eenheid van beleid en uitvoering te realiseren in het Noordzeekanaalgebied. De ontwikkeling tot één loket vergroot de aantrekkelijkheid van het havengebied en de concurrentiekracht en anderzijds zorgt dit voor eenduidigheid van regels op het gebied van de openbare orde, veiligheid en milieu. Door het inrichten van de één loketfunctie wordt het afbreukrisico in het proces van vergunning- en ontheffingsverlening verlaagd en daarmee daalt de kans op incidenten. In 2010 is de Regionale havenverordening Noordzeekanaalgebied 2010 vastgesteld in de gemeenten Amsterdam, Velsen, Zaanstad en Beverwijk. In de zeehavens in het hele Noordzeekanaalgebied zijn nu dezelfde regels voor de zee- en beroepsvaart van toepassing. De vergunningaanvragen zullen door het CNB worden verwerkt. Daarmee wordt de eerste fase afgerond. Daarnaast worden nadere afspraken gemaakt over samenwerking in het toezicht en handhaving in de havens en de realisatie van één regionaal loket voor vergunningaanvragen- en verlening.

3.3.3 Scheepvaartafhandeling: Wat mag het kosten?

Vanaf de Begroting 2008 worden de totale kosten en opbrengsten van Haven Amsterdam toegerekend aan de Havenexploitatie, de exploitatie PTA en Nautische taken.

Raadsdruk Begroting 2011 242

Page 248: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4 Reserves, voorzieningen, investeringen Bedragen x € 1 miljoen Stand

Ultimo 2009

Verwachte mutaties 2010

Verwachte stand ultimo 2010

Verwachte mutaties 2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves Economische Zaken 1,8 0,0 1,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Topstad 3,2 0,0 3,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Evenementenfonds 2,2 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Vakantiegeld (HA) 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Afkoopsommen erfpachttermijnen

87,0 0,0 0,8 86,2 0,0 0,8 85,4 84,6 83,8 83,0

Fonds strategische projecten 4,8 2,1 3,8 2,9 2,1 2,5 2,5 2,1 1,7 1,3 Kapitaalsuitbreiding ASP 2,0 0,0 0,0 2,0 0,0 0,0 2,0 2,0 2,0 2,0 Duurzaamheid (HA) 1,9 2,0 2,0 1,9 2,0 2,0 1,9 1,9 1,9 1,9 Fonds promotie Sail 2010 0,5 0,1 0,5 0,1 0,1 0,0 0,2 0,3 0,4 0,5 Holland Casino 0,2 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 Winstdelingsregeling (HA) 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2 Wachtgeldfonds (EZ) 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2 Kosten verzelfstandiging HA 0,0 0,7 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 LSFA/LSCA 0,0 2,9 0,0 2,9 0,0 0,0 2,9 2,9 2,9 2,9 Fonds Ontwikkelings Maatschappij

0,0 1,2 0,5 0,7 1,2 0,6 1,3 1,3 1,3 1,3

Totaal reserves 104,6 9,1 16,5 97,2 5,5 6,1 96,7 95,6 94,5 93,4 Voorzieningen LSFA/LSCA 2,6 0,0 2,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Latente bodemverplichtingen 11,1 0,5 0,6 11,0 0,5 0,3 11,2 11,3 11,5 11,6 Verbeteren achterlandverbindingen

7,6 0,0 0,6 7,1 0,0 0,0 7,1 7,1 7,1 7,1

Fonds beheer baggerstort locaties

5,3 0,1 0,0 5,4 0,0 0,0 5,4 5,3 5,2 5,2

Egalisatie onderhoud 2,7 0,3 0,5 2,5 0,3 0,8 2,0 1,4 1,7 2,0 Touringcarterminal Nieuw Europa 1,6 0,0 0,0 1,6 0,0 0,0 1,6 1,6 1,6 1,6 Fonds inzamelen scheepsafval 0,7 0,0 0,1 0,6 0,1 0,0 0,8 0,7 0,6 0,5 Microkredieten 0,3 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,3 Wrakkenwet 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2 Egalisatie onderhoud vaartuigen 0,1 0,1 0,0 0,2 0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 Spinozacentrum 1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal voorzieningen 33,2 1,0 5,4 28,9 1,0 1,2 28,7 28,2 28,6 29,0 4.1 Reserves Af te wikkelen reserves In de Actualisatie 2010 wordt voorzien, dat de volgende reserves in 2010 worden afgewikkeld. Economische Zaken De in de Jaarrekening 2009 gevormde reserve is bestemd als cofinanciering door de gemeente voor de rijksregeling Pieken in de Delta en de uitloop van de subsidieregeling Veilig ondernemen. De reserve zal in 2010 worden afgewikkeld. Evenementenfonds Het in de reserve opgenomen bedrag was bestemd voor de in 2010 te maken kosten voor de Giro d’Italia. In 2010 wordt de reserve afgewikkeld. Vakantiegeld HA Bij de vaststelling van de Jaarrekening 2009 is tevens besloten, dat in de Actualisatie 2010 de bij de diensttakken aanwezige reserves Vakantiegeld moeten vrijvallen.

Raadsdruk Begroting 2011 243

Page 249: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Te handhaven reserves Afkoopsommen erfpachttermijnen Als bij uitgifte in erfpacht wordt gekozen voor afkoop in plaats van jaarlijkse worden de afkoopsommen canonbetaling in deze reserve gestort. Aangezien niet vooraf bekend is of erfpachters kiezen voor afkoop of jaarlijkse canonbetaling worden geen toevoegingen geraamd. Jaarlijks worden de op de afkoopsommen gebaseerde erfpachttermijnen ten laste van de reserve gebracht. Jaarlijks betreft het een bedrag van circa € 0,8 miljoen. Fonds strategische projecten Als gevolg van de economische crisis is het aantal verzoeken om een bijdrage uit het Fonds in 2010 sterk toegenomen. In de Begroting 2010 werd uitgegaan van een onttrekking van € 2,0 miljoen. In de actualisatie is dit toegenomen tot € 3,7 miljoen. Voor de jaren 2011 tot en met 2014 wordt uitgegaan van een jaarlijkse onttrekking van € 2,5 miljoen. In de begroting is een structurele dotatie van € 2,1 miljoen opgenomen. Kapitaalsuitbreiding Amsterdams Science Park (ASP) De reserve dient ter dekking van het risico als gevolg van de investering in het ASP. Op dit moment worden geen mutaties binnen de reserve voorzien. Duurzaamheid De reserve Duurzaamheid is gevormd ten behoeve van de uitvoering van de in de Havenvisie 2008 – 2020 geformuleerde doelstellingen op het terrein van duurzaamheid en innovatie. In de begroting is een structurele dotatie van € 2 miljoen opgenomen. Er wordt uitgegaan van een jaarlijkse besteding van € 2,0 miljoen ten laste van de reserve. Promotie Sail 2010 Jaarlijks wordt € 0,1 miljoen aan de reserve toegevoegd. Ten behoeve van door HA tijdens Sail 2010 te organiseren promotie activiteiten wordt in 2010 totaal € 0,5 miljoen aan de reserve onttrokken. Holland Casino De reserve is gevormd in overleg met Holland Casino en wordt gevoed vanuit de afdracht per bezoeker. De besteding is voor marketingdoeleinden van de gemeente en Holland Casino. Nieuwe reserves Kosten verzelfstandiging HA Bij de besluitvorming over de Rekening 2009 heeft uw Vergadering € 0,7 miljoen beschikbaar gesteld voor de kosten van de onderzoekfase van de verzelfstandiging van HA. Besteding van dit bedrag wordt voorzien in 2010, Life Science Fonds Amsterdam (LSFA/LSCA) In 2009 is een voorziening gevormd van € 2,6 miljoen ten behoeve van het commitment van de gemeente Amsterdam in LSFA. Acam heeft aangegeven dat de voorziening moet worden omgevormd in een reserve. Fonds Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) De reserve wordt jaarlijks gevoed me een bijdrage van € 1,2 miljoen ten laste van de exploitatie ten behoeve van de kapitaallasten uit investeringen en bijdragen voor zich vestigende bedrijven. Het reglement van het FOM zal worden herzien een aangepast aan huidige regelgeving.

Raadsdruk Begroting 2011 244

Page 250: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4.2 Voorzieningen Afgewikkelde voorzieningen Life Science Fonds Amsterdam (LSFA/LSCA) De voorziening is gevormd in de Rekening 2009. Acam heeft aangegeven dat de voorziening moet worden omgevormd in een reserve. Te handhaven voorzieningen Latente bodemverplichtingen De voorziening dient ter dekking van de nog te verwachten kosten voor het opruimen en/of saneren van terreinen van vertrekkende bedrijven. Aan de hand van een extern bodemonderzoek wordt een afkoopsom bepaald (voor de kosten van sanering passend bij bedrijfsfuncties). Deze afkoopsom wordt toegevoegd aan de voorziening. Als bodemsanering aan de orde is worden de kosten ten laste van de voorziening gebracht. Verbeteren achterlandverbindingen De voorziening is bestemd voor een gerichte investering ten behoeve van het inlopen van de achterstand, die de Amsterdamse haven heeft, in de verbindingen met het achterland. De aanwending vindt plaats op basis van de overeenkomst met Ceres. Het wegvallen van de containerlijnen leidt in 2010 tot een substantieel lager beslag op de voorziening. Vanaf 2011 wordt geen onttrekking geraamd. Touringcarterminal Nieuw Europa De terminal is een nog te bouwen onderdeel van de Passenger Terminal Amsterdam (PTA). HA is opdrachtgever voor het project, warvoor verschillende gemeentelijke diensttakken een bijdrage leveren. In 2008 is van een diensttak een bijdrage ontvangen. Deze bijdrage is een voorziening opgenomen. Microkredieten Het Fonds Microkredieten heeft als doel kleine ondernemers te helpen bij de financiering van hun activiteiten. Van 2009 tot en met 2012 kunnen garantstellingen worden afgegeven ten behoeve van bancaire geldleningen. Rekening houdend met een garantstelling van 3,5 jaar blijft tot medio 2015 een financieel beslag op het fonds mogelijk. Af te wikkelen voorzieningen Spinoza centrum Uw Vergadering heeft in 2009 besloten een lening van € 1 miljoen ter beschikking te stellen van het Spinoza centrum. Voor het afdekken van het met de lening samenhangend risico is een voorziening van € 1 miljoen gevormd. Begin 2010 heeft ons College besloten de lening om te zetten in een subsidie. In de Jaarrekening 2010 kan de voorziening vrijvallen. 4.3 Investeringen In de Begroting 2011 van HA is het Investeringsplan 2010 – 2014 opgenomen. Voor 2010 wordt uitgegaan van een investeringsvolume van € 87,0 miljoen. Hiervan heeft € 65,3 miljoen betrekking op uitbreidingsinvesteringen en € 21,7 miljoen op vervangingsinvesteringen. Voor de berekening van de kapitaallasten voor de Begroting 2011 wordt verwacht, dat van de geraamde investeringen € 46,2 miljoen wordt gerealiseerd. Voor 2011 wordt uitgegaan van een investeringsvolume van € 101,3 miljoen. Hiervan heeft € 77,4 miljoen betrekking op uitbreidingsinvesteringen en € 23,9 miljoen op vervangingsinvesteringen. Voor de berekening van de kapitaallasten voor de Begroting 2012 wordt verwacht, dat van de geraamde investeringen € 52,6 miljoen wordt gerealiseerd.

Raadsdruk Begroting 2011 245

Page 251: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De belangrijkste voor 2010 en 2011 geraamde investeringen hebben betrekking op: a) verwerving terreinen € 55,0 miljoen b) herstructurering van terreinen en bodemsanering € 10,4 miljoen c) binnenvaart, inclusief walstroom € 4,3 miljoen d) kades en steigers € 31,7 miljoen e) spooraansluitingen € 6,5 miljoen f) overige investeringen € 11,1 miljoen In het FMP 2011-2014 is rekening gehouden met de bijdrage van de gemeente in de kosten van de Tweede Zeesluis. Evenals in de Begroting 2010 zijn de kapitaallasten van deze bijdrage om administratieve redenen niet verwerkt in de begroting van HA, maar opgenomen op de stelpost voor Kapitaallasten onrendabele investeringen, welke onder beheer van de Concerncontroller staat. In de Begroting 2011 zijn de kapitaalasten van een tranche van € 14,4 miljoen opgenomen. In de Begroting 2011 worden geen investeringen voor Economische Zaken geraamd.

Raadsdruk Begroting 2011 246

Page 252: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Pieken in de Delta

2.000 2.000

2 Amsterdam in Business

1.200 1.200

3 promotie bedrijventerrein Westpoort

Promotie bedrijventerrein Westpoort

100 100

3.300 3.300 I8 Amsterdams Investeringsfonds # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

4 Fonds innovatie en economie

10.000 10.000

10.000 10.000 IP4 Incidentele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

5 agentschap China Haven Amsterdam zal bij de actualisatie 2011 een concreet voorstel doen om deze ombuiging in te vullen

-250 -250

-250 -250

Raadsdruk Begroting 2011 247

Page 253: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

6 Agenstschappen Duitsland / VS beeindigen

Beeindigen agentschappen Duitsland en VS

-200 -200

7 doorbelasten personeel (Haven Amsterdam)

Het doorbelasten van de inzet van personeel naar de diverse deelnemingen

-15 -15

8 parkeerbeheer Een besparing van 50% realiseren door de inzet van het toezicht op een slimmere manier in te zetten

-140 -140

9 reclame MUPI's Aanvullende reclame-uitingen in het beheergebied van haven Amsterdam

-45 -45

10 Westpoortbeheer 24% structureel besparen op het beïnvloedbare deel van de kosten tussen het huidige onderhoudsniveau en het niveau “minimum”

-200 -200

11 windmolens inkomsten De bestaande windmolens zullen vanaf 2011 extra inkomsten genereren

-200 -200

12 Inzet Stadstoezicht lager beheersniveau

Lagere inzet van Stadstoezicht

-50 -50

13 Efficiency taakuitvoering Diverse activiteiten

-500 -500

-1.350 -1.350

3.2 Toelichting prioriteiten

I4 Overige prioriteiten

1. Pieken in de Delta Het regionale innovatieprogramma Pid van het Ministerie van Economische Zaken stelt sinds enkele jaren middelen beschikbaar voor economische samenwerkingsprojecten die bijdragen aan het versterken van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel randstad. Cofinanciering door lokale overheden is een voorwaarde voor toekenning van deze rijksmiddelen. Dit overwegende stelt ons College voor om deze programma periode incidenteel € 2 miljoen beschikbaar te stellen voor de pieken in de delta projecten. 2. Amsterdam in Business Het binnenhalen van buitenlandse bedrijven is van groot belang voor onze regio en stad. Als gevolg van de economische crisis zijn internationale bedrijven hun bedrijfslocaties aan het herschikken. Dit vormt zowel een bedreiging als een kans voor Amsterdam. De afgelopen jaren heeft Amsterdam in Business bewezen van grote waarde te zijn voor de stad als internationale vestigingslocatie. Ons College geeft aan dat voor 2011 € 1,2 miljoen nodig is om specifiek te acquireren in de BRIC landen (Brazilië, Rusland, India en China) ten gunste van het vestigingsklimaat. Ons College heeft de prioriteit voor € 1,2 miljoen opgenomen in het verdeelvoorstel 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 248

Page 254: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3. promotie bedrijventerrein Westpoort Voor de promotie van het bedrijventerrein Westpoort heeft ons College € 100.000 in het verdelingsvoorstel voor de incidentiele prioriteiten opgenomen.

I8 Amsterdams Investeringsfonds

4. Fonds innovatie en economie De investeringen ten behoeve van structuurversterking en innovatiekracht van de Amsterdamse economie zullen plaatsvinden in lijn met de Amsterdamse Kennis- en Innovatie Agenda (KIA) die door de Economic Development Board Metropool Amsterdam wordt opgesteld. Ons College heeft in 2011 is € 10 miljoen als stelpost opgenomen, die ingezet zal worden voor projecten die bijdragen aan: 1. Excellentie; komt tot uitdrukking in de internationale positie van bedrijven

(productiviteit, marktaandeel op wereldmarkt), de internationale kennispositie van bedrijven, de beschikbaarheid van menselijk kapitaal en de wetenschappelijke kwaliteit van kennisinstellingen in internationaal perspectief.

2. De Amsterdamse economie; bijdrage is afhankelijk van het aandeel van een sector/cluster in de Amsterdamse economie (bijv. in toegevoegde waarde, werkgelegenheid, export, en aantal Amsterdamse bedrijven dat op het terrein actief is), de groeimogelijkheden van de wereldmarkt en het aandeel van Amsterdam in die wereld en van de mogelijkheid van het programma om bij te dragen aan Amsterdamse maatschappelijke doelen.

3. Samenhang en (internationale) samenwerking; bij samenhang gaat het om samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen en betrokkenheid van MKB om te komen tot excellentie.

4. Het oplossen van knelpunten; er moeten concrete knelpunten zijn die met het voorstel worden aangepakt. Gemeenschappelijk kenmerk van deze knelpunten is bijvoorbeeld dat deze het bereiken van de excellente Amsterdamse concurrentiekracht in de weg staan.

5. Effectiviteit en efficiëntie van overheidsingrijpen; overheidsfinanciering moet innovatie kunnen uitlokken (stimulerend effect). De private leverage van de aanpak zou een criterium kunnen zijn. Belangrijk is eventueel ook om de na te gaan welke rol de overheid in het voorstel heeft bij het wegnemen van knelpunten. Marktimperfecties en publieke belangen kunnen een overheidsrol rechtvaardigen

Uw Vergadering zal separaat geïnformeerd worden over de verdere specifieke invulling van deze stelpost onder de Pijler Economie en Innovatie.

IP4 Incidentele posterioriteiten

5. agentschap China Haven Amsterdam zal bij de actualisatie 2011 een concreet voorstel doen om deze ombuiging in te vullen. Vooralsnog is deze ombuiging als stelpost in de begroting 2011 verwerkt.

SP4 Structurele posterioriteiten

6. Agenstschappen Duitsland / VS beeindigen Op dit moment heeft Haven Amsterdam agentschappen in Duitsland en de Verenigde Staten. In plaats van permanente vertegenwoordigingen zal Haven Amsterdam deze taken gaan uitvoeren vanuit Amsterdam. De taken die onder deze maatregel vallen zijn commerciële inzet en accountmanagement. 7. doorbelasten personeel (Haven Amsterdam) De besparing in personeelsinzet is mogelijk door het doorbelasten van de inzet naar de diverse deelnemingen.

Raadsdruk Begroting 2011 249

Page 255: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

8. parkeerbeheer Voor delen van Westpoort geldt een parkeerbeleid. Haven Amsterdam is verantwoordelijk daarvoor en is opdrachtgever naar Stadstoezicht voor handhaving en toezicht. De kosten van de personele inzet voor handhaving en toezicht bedragen € 280.000 op jaarbasis. Ons College meent een besparing van 50% te kunnen realiseren door de inzet van het toezicht op een slimmere manier te organiseren zodat deze maatregel geen negatief effect heeft op de parkeergeld inkomsten. 9. reclame MUPI's Haven Amsterdam heeft een lopende overeenkomst voor reclame-uitingen op diverse reclameborden en -masten. Ons College stelt voor om aanvullende reclame-uitingen in het beheergebied van Haven Amsterdam te positioneren. 10. Westpoortbeheer Op dit moment wordt het onderhoudsniveau van de openbare ruimte in Westpoort als “verzorgd” aangeduid. Het onderhoudsniveau van de objecten van Haven Amsterdam wisselt, maar ligt gemiddeld tussen “verzorgd” en “sober”. De maatregelen beogen om van het beïnvloedbare deel van de kosten tussen het huidige onderhoudsniveau en het niveau “minimum” een post van circa 24% structureel te besparen. De maatregel bestaat voornamelijk uit: 1. Verlaging onderhoud openbare ruimte (wettelijke taak)

� verminderen intensiteit straatreiniging tot niveau minimum � verminderen onderhoud groenvoorzieningen tot niveau minimum � verminderen onderhoud wegverhardingen tot niveau minimum � verminderen extern toezicht.

2. Verlaging onderhoud objecten Haven Amsterdam (wettelijke taak)

� verminderen onderhoud woningen en gebouwen tot niveau minimum � verminderen onderhoud Nautische objecten tot niveau minimum � verminderen onderhoud steigers, boeien, kademuren tot niveau minimum � verminderen niveau uitgeefbare terreinen tot niveau minimum.

De maatregel heeft de volgende consequenties: a) door het verlagen van het onderhoudsniveau van een deel van de objecten naar het

niveau minimum bestaat de kans op verloedering van het gebied Westpoort en bestaat kans op niet exploiteerbare objecten en dus verlaging van de inkomsten

b) door het verlagen van het onderhoudsniveau tot het niveau minimum zal middelgroot onderhoud of vervanging van (onderdelen) van objecten op termijn eerder optreden

c) verlaging van de kosten voor regulier onderhoud zal de kosten voor investeren op termijn verhogen

d) de inzet van de straatreiniging rondom het station Sloterdijk is een grote kostenpost in het dagelijks onderhoud, maar is belangrijk beeldbepalend voor de grote groep gebruikers

Ons College acht een structurele besparing van € 0,2 miljoen mogelijk. 11. windmolens inkomsten De inkomsten uit verschillende activiteiten van Haven Amsterdam die variabel zijn betreffen met name de inkomsten uit windmolens, baggerstort en gronddepots. Het betreft hier niet de reguliere taken van Haven Amsterdam met betrekking tot grond- en havenexploitatie. De bestaande windmolens zullen vanaf 2011 extra inkomsten genereren van € 200.000. 12. Inzet Stadstoezicht lager beheersniveau Deze ombuiging betreft een lagere inzet van Stadstoezicht. 13. Efficiency taakuitvoering EZ Ons College heeft door het wegvallen van de BDU-middelen en de daarmee fors teruglopende beschikbare financiële middelen binnen de begroting van Economische Zaken,

Raadsdruk Begroting 2011 250

Page 256: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

keuzes moeten maken binnen de begroting. In het kader van de heroverwegingen is daarom een algemene taakstelling neergelegd voor dit onderdeel van € 0,5 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 251

Page 257: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Dit is op de volgende manier ingevuld: 1. Duurzaamheid 150.000 2. Kredietcrisis 150.000 3. Onderzoeksbudget 40.000 4. Monitoring bedrijventerreinen 60.000 5. Werkbudget accomodatieteam 75.000 6. Ondernemerschap 25.000 Ad1. Middelen voor duurzaamheid zullen worden gevonden binnen de peiler duurzaamheid van het Investeringsfonds. Ad2. Er werd extern ingehuurd voor het programmabureau kredietcrisis. Met de resterende middelen in de begroting kan de rapportage voor het College blijven bestaan. Ad3. Vrijval door inzet onderzoeksbudget. Ad4. Bedrijventerreinen zijn de afgelopen jaren opgeknapt. Monitoring kan hierdoor op een verminder. Ad5. Met het resterend werkbudget kan nog steeds goed gewerkt worden. Ad6. Met de stadsdelen en Amsterdamse bedrijven zal een taakdiscussie plaatsvinden om te kijken welke taken anders, minder of niet meer gefinancierd kunnen worden.

Raadsdruk Begroting 2011 252

Page 258: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Facilitair en bedrijven Maatschappelijk effect Het programma Facilitair en bedrijven bevordert de realisering van maatschappelijke effecten van de overige programma’s door de organisatieonderdelen die binnen die programma’s opereren te ondersteunen met goederen en diensten. Daarnaast leveren de diensten en onderdelen in dit programma in beperkte mate goederen en diensten aan de markt. De dienstverlening aan de gemeentelijke organisatieonderdelen en aan de markt moet qua efficiëntie en effectiviteit de vergelijking met marktpartijen kunnen doorstaan en mag niet in strijd zijn met het publieke belang.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen Rekening

2009 Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Totaal programma

Lasten + 346,5 298,8 337,0 315,9 306,1 305,3 305,3

Baten - 327,9 287,4 293,7 291,4 282,9 283,1 283,2

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

18,6 11,4 43,3 24,6 23,1 22,2 22,0

Toevoeging minus onttrekking reserves

- 1,2 - 0,7 23,8 - 5,1 - 2,9 - 2,9 - 3,1

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

17,4 10,6 67,1 19,4 20,2 19,3 18,9

Saldo reserves 28,6 29,9 52,3 47,2 44,3 41,3 38,2

Saldo voorzieningen 3,0 1,2 8,3 12,4 11,6 10,8 10,1

Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders 2.1 algemeen Het programma Facilitair en bedrijven is opgebouwd uit activiteiten van diverse diensten en dienstonderdelen, die in drie subprogramma’s zijn onderverdeeld: a) project- en beleidsondersteunende taken b) financiële dienstverlening/activiteiten c) ruimtelijk gerichte ondersteuning Met de economische crisis en de heroverwegingen staat er veel druk op de resultaten van de facilitaire onderdelen in de categorie ‘Project- en beleidsondersteunende taken’ en de categorie ‘Ruimtelijk gerichte ondersteuning’, zoals Project Managementsbureau (PMB) /Wibautgroep, Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en Adviesgroep Amsterdam (AGA). Dit zijn diensten die specialistische kennis en kunde aanbieden aan zowel binnengemeentelijke diensten en stadsdelen als externe partijen. Deze kennis en deze kunde worden vooral ingezet bij tijdelijke en/of projectmatige opdrachten, zodat het heroverwegen en terugschroeven van activiteiten door de gemeente bijna automatisch consequenties heeft voor de opdrachtenportefeuilles van deze onderdelen. Om de resultaten op peil te kunnen houden en de aanwezige capaciteit te kunnen behouden, zullen nieuwe wegen bewandeld moeten worden, zoals meer opdrachten werven buiten de gemeente. Voor de onderdelen die onderdeel zijn van het Ontwikkelingsbdrijf Gemeente Amsterdam (OGA) geldt nog dat de ontwikkelingen rond het beheer van de vastgoedportefeuille mede afhankelijk zijn van de vraag in hoeverre grondexploitatieplannen kunnen worden gerealiseerd. Het opschorten van bouwprojecten, als gevolg van de kredietcrisis, kan leiden tot lagere inkomsten bij Tijdelijke exploitatie. Daar tegenover staat dat panden die niet in Tijdelijke

Raadsdruk Begroting 2011 253

Page 259: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

exploitatie komen, opgenomen zouden kunnen worden in Permanent beheer, en welk geval er doorlopende exploitatiemogelijkheden ontstaan. 2.2 Dienst ICT (DICT) Ons College heeft in september 2008 kennis genomen van de rapportage van de werkgroep Doorlichting IT en het adviesrapport van McKinsey daarbij. In dat rapport werd geconstateerd dat de ICT in Amsterdam ernstig is versnipperd, leidend tot grote risico’s met betrekking tot continuïteit en beveiliging, hoge kosten en gebrek aan daadkracht om bestuurlijke ambities te realiseren. Ons College heeft toen een aantal maatregelen afgekondigd om de aanbevelingen uit dat rapport te realiseren, met als eerste stap de benoeming van een directeur ICT. Deze directeur is per 1 juni 2009 aangesteld. Vervolgens heeft ons College eind 2009 het Organisatieplan vastgesteld, dat de organisatorische inrichting van het nieuwe ICT-stelsel beschrijft. Op grond hiervan is per 1 januari 2010 de Dienst ICT ingesteld, die vorm heeft gekregen door een reorganisatie van de beleidstaken van de afdeling Concern informatiebeleid (CO-IB) van de Bestuursdienst en de uitvoerende taken van het Servicehuis ICT. Daarbij zijn vier ‘clusters’ gecreëerd waarin de onderlinge samenwerking van diensten en stadsdelen op het gebied van hun informatievoorziening wordt georganiseerd. In het Realisatieplan waarover u apart wordt geïnformeerd wordt dit nader uitgewerkt. De volgende stap is het Realisatieplan ICT op Open Amsterdamspeil (OAP), verder te noemen Realisatieplan, waarin beschreven wordt hoe de ICT van Amsterdam in de periode 2010-2014 op orde wordt gebracht. Kernbegrippen hierin zijn uniformering van ICT-oplossingen en consolidatie van het ICT-beheer, zodanig dat – met respect voor de diversiteit binnen de gemeentelijke organisatie – de versnippering wordt weggenomen, ICT-processen professioneel worden ingericht en Amsterdam van haar schaalgrootte kan gaan profiteren. 2.3 DFM (Dienstverlening en Facilitair Management) Duurzaamheid is in het nieuwe programakkoord een belangrijk thema. Het nieuwe groene data center, een gezamenlijk project van DFM en DICT, sluit hier naadloos bij aan. De digitalisering zal voortgezet worden. Een goed voorbeeld is het digitaal aanbieden van het Gemeenteblad (dat gebeurt tot 2011 nog op papier). Voor de repro betekent dit dat zij klanten met papieren producten zal verliezen, maar nieuwe dienstverlening zal ontwikkelen op het front van digitale producten. In de loop van 2010 zal duidelijk worden welke consequenties de De Wet elektronische bekendmaking (WEB), zal hebben op de manier van communiceren van de stadsdelen, de gemeentelijke diensten en organisaties. DFM zal deze consequenties monitoren zodat bij Mediabeheer hierop ingespeeld kan worden. De werkzaamheden van DFM ten behoeve van dienstverlening voor burgers wordt elders in deze begroting toegelicht in het Programma Dienstverlening. 2.4 Servicehuis Personeel (SHP) In 2010 stromen de laatste organisaties die gebruik gaan maken van Mijn Personeelsnet groepsgewijs in. 2011 wordt daarmee het eerste jaar met een stabiel klantenbestand. Dit maakt het mogelijk om sterk te focussen op kwaliteitsverhoging en efficiency van de dienstverlening. In 2011 is ook het moment om nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden verder vorm te geven. In de businesscase van 2006 was de gezamenlijke personeelsadministratie een eerste stap naar een gezamenlijk P&O-expertisecentrum.

Raadsdruk Begroting 2011 254

Page 260: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Project- en beleidsondersteunende taken 3.1.1. Project – en beleidsondersteunende taken: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? De onderdelen in dit subprogramma kenmerken zich door hun (vaak tijdelijke) ondersteunende en uitvoerende taken op gebied van beleid, projecten en het verzorgen van een efficiënte en integere bedrijfsvoering. In deze groep zijn werkzaam1: � Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) en daaronder gebracht Mediabeheer.

Het Contactcenter Amsterdam (CCA) en de andere dienstverleningsactiviteiten voor burgers worden toegelicht in het Programma Dienstverlening. (NB. De toelichting van de cijfers in dat programma betreft uitsluitend CCA. De overige baten en lasten zijn in het onderhavige zijn in het onderhavige programma verwerkt).

� Projectmanagementbureau (PMB) � Wibautgroep ondergebracht bij PMB � Dienst ICT (DICT) � Servicehuis Personeel (SHP) � Adviesgroep Amsterdam (AGA), Bureau Integriteit (BI), Amsterdams Bureau voor de

Communicatie (ABC) en Gemeentelijk Wagenparkbeheer, alle ondergebracht bij de Bestuursdienst

� Materiaaldienst, ondergebracht bij DIVV

Binnen dit programma is een onderverdeling te maken in onderdelen die zich richten op: � ondersteuning en de (tijdelijke) invulling van personeelscapaciteit bij

(project)management en beleidsontwikkeling � het bewerkstelligen van efficiëntere bedrijfsvoering en de controle daarvan

Het werkgebied van de verschillende onderdelen binnen dit subprogramma omvat in de regel de gemeente Amsterdam. In enkele gevallen wordt ook de regio bediend, zoals in het geval van PMB/Wibautgroep. Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: De Gemeente Amsterdam verbetert in de periode 2011-2014 haar ICT Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Amsterdam laat van 2010-2014 een verbetering van zien 16 % ten opzichte van de ICT benchmark voor Nederlandse gemeenten.

p.m. 1 januari 2011

2% 5% 10% 16%

3.1.2 Project – en beleidsondersteunende taken: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: De Gemeente Amsterdam verbetert in de periode 2011-2014 haar ICT Om de doelstelling te realiseren zullen de volgende activiteiten uitgevoerd worden: 1. basis ICT op orde: de basis-ICT infrastructuur bestaat uit de datacommunicatie, de

kantoorautomatisering en en bijbehorende servers (bijvoorbeeld voor de mailvoorzieningen). In totaal beslaat dit zo’n 15.000 werkplekken. In een tempo van 5.000 werkplekken per jaar zal de basis-ICT, per dienst of stadsdeel, de komende jaren worden gemigreerd naar een uniforme oplossing met geconsolideerd beheer. Per 2014 maakt elke medewerker op zijn werkplek gebruik van een gestandaardiseerde en op basis van functie genormaliseerde inrichting van zijn hard- en software en is er sprake van één centrale beheerorganisatie

2. herinrichting besturing en professionalisering: het tegengaan van de versnippering van de ICT in Amsterdam vergt een andere, gemeentebrede, wijze van aansturing en nieuwe

1 Met ingang van de Begroting 2011 zijn de Samenwerkende Amsterdamse Stadsdelen (SAS) en het Bureau Servicetaken Onderwijs (BSO) overgegaan naar het Programma Educatie en jeugd en diversiteit.

Raadsdruk Begroting 2011 255

Page 261: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

werkwijzen, waaronder projectportfolio management. De consolidatie van het beheer van de ICT vergt een professionalisering van alle betrokken medewerkers: de overgang van vele relatief kleinschalige beheerorganisaties naar één grootschalige organisatie, waar de beheerprocessen conform de afgesproken kwaliteitseisen zijn ingericht en functioneren. De doorvoering van alle veranderingen in de ICT betekent bovendien voor veel ICT-medewerkers een overstap naar één van de clusters of naar de Dienst ICT. Ter begeleiding van de mobiliteit wordt een personeelspool (I-WAY) ingericht

3. ontwikkeling gemeenschappelijke ICT voorzieningen: grote diensttak- of stadsdeelspecifieke voorzieningen lijken niet voor uniformering in aanmerking te komen. Echter, deze bevatten veelal een groot aantal functies die wel geüniformeerd kunnen worden (bijvoorbeeld websites, documentmanagement, koppelingen met databases). Ontwikkeling van dergelijke gemeenschappelijke voorzieningen leidt tot een ‘legodoos’ van ICT-functionaliteiten: uniformiteit in de diversiteit. Dit leidt tot eenmalige ontwikkelkosten (in plaats van het wiel vele malen opnieuw uitvinden), professioneel beheer, onderlinge samenhang van de voorzieningen. Hierdoor kunnen ook diensttak- of stadsdeelspecifieke voorzieningen sneller worden ontwikkeld en efficiënter worden beheerd

4. basisinformatie op orde: de gemeente heeft nu al een aantal gemeentebrede gegevensverzamelingen (basisregistraties) en in potentie zijn er nog heel wat meer (kernadministraties, zaakgegevens, documentverzamelingen). Verdere ontwikkeling, onderlinge samenhang en ontsluiting van deze gegevensverzamelingen is onderdeel van de sanering van de gemeentelijke informatievoorziening

5. dienstverlening op orde: de gemeente heeft interacties met de burger langs diverse kanalen: fysiek (balie), telefonisch (callcenter) en digitaal (mail en websites). Ook hierbij is nog sprake van grote versnippering (bijvoorbeeld een groot aantal losse websites). Door die versnippering te reduceren kan de dienstverlening op een hoger peil worden gebracht, en kan via kanaalsturing de efficiency sterk bevorderd worden

6. vergunningenketen en integrale handhaving op orde: vergunnen en handhaven zijn voorbeelden van een ketenproces, waarbij veelal meerdere gemeentelijke partijen zijn betrokken. Het is dus zaak te komen tot een geüniformeerde inrichting waarbij alle processen en alle ketenpartijen baat hebben

7. sociaal domein op orde: aanpak van die prioriteiten van de diensten in het cluster Sociaal die bijdragen tot een samenhangende procesketen inrichting en sturing binnen het sociale domein

8. ruimtelijk domein op orde: aanpak van die prioriteiten van de diensten in het cluster Ruimtelijk, die bijdragen tot samenhangende procesketen inrichting en sturing binnen het ruimtelijke domein

9. gemeentebrede bedrijfsvoering op orde: aanpak van die prioriteiten op het gebied van de gemeentelijke bedrijfsvoering die leiden tot meer samenhang en samenwerking binnen de stad, bijvoorbeeld de gemeentebrede implementatie van het recent geselecteerde en aanbestede financieel pakket

In het Realisatieplan DICT zal uw vergadering apart worden geïnfomeerd over bovenstaande activiteiten.

3.1.3 Project- en beleidsondersteunende taken: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 158,8 190,7 179,7 176,5 176,6 176,9

Baten - -148,4 -152,2 -159,8 -159,0 -159,1 -159,2

toevoegingen reserves + 3,1 16,3 0,2 0,3 0,3 0,2

onttrekkingen reserves - -3,3 -8,8 -5,3 -3,3 -3,2 -3,4

Saldo (lasten - baten) 10,1 46,0 14,8 14,6 14,6 14,6 In de Actualisatie 2010 verslechtert het saldo ten laste van de algemene middelen met € 35,9 miljoen tot € 46,0 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 256

Page 262: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In het Programakkoord 2010-2014 is een omvangrijke investering van € 100 miljoen ten behoeve van de nieuwe Dienst ICT (DICT) opgenomen, die moet leiden tot een besparing van structureel ruim € 21 miljoen in 2014 (inclusief de stadsdelen). Het omvangrijke project wordt uitgewerkt in het Realisatieplan DICT waarover ons College uw Vergadering separaat zal informeren. Voor het SHI, het voorloper van DICT, was in de Begroting 2010 nog uitgegaan van een saldo van € 0,2 miljoen ten laste van de algemene middelen. In de Actualisatie 2010 is uitgegaan van een saldo DICT van € 37,5 miljoen ten laste van de algemene middelen, inclusief mutaties van diverse reserves. De belangrijkste oorzaken van de afwijking zijn: � de overgang van de afdeling Concern informatiebeleid (CO-IB) van de bestuursdienst naar

de DICT. Het nadelig saldo in de Begroting 2010 van CO-IB bedroeg -/- € 7,9 miljoen. De overgang betekent een gelijke lastenverlaging bij het Programma Bestuur en concern

� het inhalen van achterstallig onderhoud (€ 22,3 miljoen) � verhoging budget om de inkooptaakstelling te kunnen dekken (€ 0,3 miljoen) � kosten voorbereidingen voor uitvoering Realisatieplan (€ 1,9 miljoen) � Inrichting ICT control (€ 0,2 miljoen) � verbetering organisatie DICT (inclusief frictiekosten € 4,3 miljoen) � niet verwerkte taakstelling besparing externe inhuur (€ 0,8 miljoen) � overschrijding aanbesteding E-net (€ 0,4 miljoen) Binnen dit subprogramma zijn de belangrijkste overige ontwikkelingen van Begroting 2010 naar Actualisatie 2010: � de baten van het SHP (P-net en P-net beheer) zijn € 1,5 miljoen lager dan begroot tot

€ 13,4 miljoen vanwege vertraagde instroming van de organisaties en de negatieve indexering van de tarieven over 2010. Inclusief het achterwege blijven van de begrote toevoeging aan de egalisatiereserves (€ 1,2 miljoen) en vrijval vakantiegeld reserve wordt een positief saldo van € 0,1 miljoen geraamd

• de omzet van PMB (inclusief Wibautgroep) neemt met € 1,2 miljoen toe tot € 22,8 miljoen. Het bedrijfsresultaat neemt met € 0,7 miljoen toe tot € 2,0 miljoen. Het saldo ten gunste van de algemene middelen verbetert met € 0,6 miljoen tot € 1,8 miljoen, inclusief een extra toevoeging aan de algemene reserve van € 0,1 miljoen

• de lasten van DMF nemen met € 4,3 miljoen toe tot € 34,7 miljoen, onder andere door uitvoering beveiligingsplan nieuwe toegangspassen (€ 0,3 miljoen) en verschuivingen van lasten van andere programma’s. Het saldo ten laste van algemene middelen verbetert met € 0,2 miljoen (onder andere door vrijval reserve vakantiegeld) tot € 11,1 miljoen

� baten en lasten van Mediabeheer blijven beiden ongeveer gelijk op € 3,2 miljoen. Het zelfde geldt voor de baten (€ 4,6 miljoen) en lasten (€ 4,1 miljoen) van de ABC pool. Ook de baten (€ 0,3 miljoen) en lasten ( 1,3 miljoen) van bureau Integriteit blijven gelijk

� de omzet van de AGA is € 5,4 miljoen, iets minder dan begroot, Het saldo ten gunste van de algemene middelen blijft gelijk (€ 0,5 miljoen

� de lasten van voertuigbeheer dalen met € 2,8 miljoen tot € 10,6 miljoen, inclusief onttrekking reserves staan hier gelijke baten tegenover

� de lasten (€ 11,9 miljoen) en baten (€ 3,9 miljoen) van het Bureau Servicetaken Onderwijs (DMO) en de lasten en baten (beide € 0,5 miljoen) van het Bureau Samenwerkende Stadsdelen blijven ongeveer gelijk

� de omzet van de Materiaaldienst neemt met € 3,0 miljoen tot € 26,0 miljoen met een gelijkblijvend positief saldo van € 0,3 miljoen

Het saldo ten laste van de algemene middelen in 2011 wordt geraamd op € 14,8 miljoen. De belangrijkste ontwikkelingen in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010 zijn: � de baten van de DICT nemen met € 8,4 miljoen toe tot € 58,0 miljoen met een saldo van

€ 5,6 miljoen ten laste van de algemene middelen � de lasten van het SHP (P-net en P-net beheer) nemen met € 0,4 miljoen af tot € 13,1

miljoen. Dit is het gevolg de vertraging van instroom van diensten. Hierdoor nemen de baten navenant af

Raadsdruk Begroting 2011 257

Page 263: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� de omzet van PMB (inclusief Wibautgroep) neemt iets af tot € 22,6 miljoen met een verwacht positief bedrijfsresultaat van € 1,4 miljoen. Het saldo ten gunste van de algemene middelen verslechtert met € 0,5 miljoen tot € 1,3 miljoen, inclusief een iets lagere toevoeging aan de algemene reserve

� de lasten van DFM blijven ongeveer gelijk (€ 34,7 miljoen). Het saldo ten laste van algemene middelen verbetert met € 0,4 miljoen tot € 10,7 miljoen

� baten en lasten van Mediabeheer blijven ongeveer beiden gelijk op € 3,2 miljoen. Het zelfde geldt voor de ABC pool (omzet € 4,6 miljoen en positief saldo van € 0,5 miljoen) en AGA (omzet € 5,4 miljoen en positief saldo van € 0,5 miljoen). Ook de baten (€ 0,3 miljoen) en lasten ( 1,3 miljoen) van bureau Integriteit blijven gelijk

� de omzet van Voertuigbeheer neemt met € 0,3 miljoen tot € 8,0 miljoen, gelijk aan de lasten

� de baten en lasten van het Bureau Servicetaken Onderwijs en het Bureau Samenwerkende Stadsdelen (DMO) gaan over naar het programmaonderdeel Educatie, jeugd en onderwijs

� de omzet van de Materiaaldienst neemt met € 0,5 miljoen toe tot € 26,5 miljoen met een iets hoger positief saldo van € 0,4 miljoen

De meerjarenraming na 2011 laat een nagenoeg gelijk saldo ten laste van de algemene middelen zien van bijna € 15 miljoen. 3.2 Subprogramma Financiële dienstverlening/activiteiten 3.2.1 Financiële dienstverlening/activiteiten: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? De onderdelen binnen dit subprogramma richten zich op de financiële activiteiten richting de burger, maar ook richting andere onderdelen binnen het concern Amsterdam. Het gaat om de volgende diensten en dienstonderdelen: � Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken (GDV) die samen met de NV

Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam VGA Verzekeringen vormt (VGA) � Facilitaire activiteiten van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) � ACAM � Dienst Stadstoezicht � Parkeerbeheer sinds 20101 ondergebracht in Cition BV waarvan de gemeente de enige

aandeelhouder is. Beoogd wordt privatisering van Cition in 2011. � Stadswarmte (lening aan Westpoort Warmte BV)

3.2.2 Financiële dienstverlening/activiteiten: Wat gaan we ervoor doen?

De onderdelen binnen dit subprogramma verrichten ondersteunende taken. Voor een nadere uitwerking van acties en activiteiten wordt verwezen naar de programma’s ten gunste waarvan die ondersteunende taken worden uitgevoerd.

3.2.3 Financiële dienstverlening/activiteiten: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Lasten + 62,7 66,4 60,6 53,1 52,4 52,1

Baten - -60,6 -60,6 -53,7 -45,7 -45,8 -45,8

toevoegingen reserves + 2,0 0,2 0,2 0,2 0,0 0,0

onttrekkingen reserves - -2,0 -2,6 -0,1 0,0 0,0 0,0

Saldo 2,2 3,3 7,0 7,6 6,7 6,3 In de Actualisatie 2010 verslechtert het saldo met € 1,1 miljoen tot € 3,3 miljoen ten laste van de algemene middelen met als belangrijkste oorzaken: � de baten en lasten van leningen ten behoeve van stadswarmte in Westpoort nemen op

jaarbasis met € 0,4 miljoen toe tot € 0,8 miljoen vanwege de uitbreiding op Zeeburgereiland

Raadsdruk Begroting 2011 258

Page 264: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� de omzet van VGA neemt iets toe tot € 3,6 miljoen met een saldo van € 0,8 miljoen ten laste van de algemene middelen

� de omzet van het facilitair bedrijf van DBGA neemt met € 0,2 miljoen tot circa € 8 miljoen; het resultaat neemt met € 0,1 miljoen tot € 0,3 miljoen

� vrijval van de reserves vakantiegeld (bijna € 1 miljoen) � extra lasten ten behoeve van de opleiding Handhaving en toezicht bij Stadstoezicht van

€ 1,2 miljoen die worden gedekt door een onttrekking aan de reserve HOR. Een verslechtering van het saldo met € 0,5 miljoen, voornamelijk door niet begrote kosten

� een sterke daling (€ 0,7 miljoen op een begroting van € 9,3 miljoen) van de omzet van ACAM, die maar voor een deel (€ 0,4 miljoen) wordt gecompenseerd door lagere lasten

� de frictiekosten als gevolg van de ontvlechting van Parkeerbeheer van de Dienst Stadstoezicht naar Cition en de winsten van Cition worden 50/50 gedeeld met de stadsdelen. In de begroting werd per saldo € 1,1 miljoen ten laste van de algemene middelen geraamd. Met ingang van de Actualisatie 2010 worden beide geldstromen verwerkt in een nieuw gevormde voorziening. Vanwege nog niet verwerkte frictiekosten en de winst van parkeerbeheer in 2009 wordt in 2010 per saldo € 5,2 miljoen aan de voorziening toegevoegd

Ten opzichte van de Actualisatie 2010 verslechtert het begrote saldo voor 2011 met € 4,7 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn: � er is geen vrijval meer van de reserves vakantiegeld (verslechtering met bijna € 1 miljoen) � Stadstoezicht gaat uit van een sterke daling van de omzet bij Cition na de beoogde

privatisering medio 2011. Ook de omzet bij de stadsdelen zal naar verwachting sterk verminderen als gevolg van de bestuurlijke afspraken met de stadsdelen. De daling wordt maar ten dele gecompenseerd door lagere lasten. Ons College heeft de Dienst Stadstoezicht als opdracht meegegeven de hierdoor veroorzaakte verslechtering van het resultaat in 2011 te beperken tot € 6,7 miljoen en te komen met voorstellen die moeten leiden tot een structureel gezond bedrijf

� ACAM gaat er van uit dat de in 2010 ingezette daling van de omzet in 2011 kan worden gecompenseerd door lagere lasten (€ 0,3 miljoen), waardoor weer een positief saldo van € 0,5 miljoen kan worden gerealiseerd

� de omzet van VGA neemt iets af tot € 3,5 miljoen met een saldo van € 0,9 miljoen ten laste van de algemene middelen

� de omzet van het facilitair bedrijf van DBGA blijft ongeveer gelijk (€ 8 miljoen), het resultaat ten gunste van de algemene middelen wordt geraamd op € 0,2 miljoen

In 2012 verslechtert het saldo verder met € 0,6 miljoen, vooral door de doorwerking van de eerdere omzet daling bij Stadstoezicht. Daarna wordt een geleidelijke verbetering verwacht met € 0,7 miljoen in 2013 en € 0,3 miljoen in 2014, vooral door de daling van de lasten bij Stadstoezicht. 3.3 Subprogramma ruimtelijk gerichte ondersteuning 3.3.1 Ruimtelijk gerichte ondersteuning: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? De onderdelen binnen dit subprogramma voeren de ondersteunende taken uit binnen de ruimtelijke sector, zoals beheer, onderhoud en productontwikkeling. Het gaat om de volgende diensten en dienstonderdelen: � Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) � Facilitair bedrijf DRO � Werk in opdacht gebiedsontwikkeling (OGA) � Beheer gemeentelijk vastgoed (OGA) � Food Center Amsterdam (FCA) � Procesbegeleiding bewoners (OGA) � Kenniscentrum Amsterdam (DW) � Exploitatie Jodenbreestraat 25 (DW)

Raadsdruk Begroting 2011 259

Page 265: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.3.2 Ruimtelijk gerichte ondersteuning: Wat gaan we ervoor doen?

De onderdelen binnen dit subprogramma verrichten ondersteunende taken. Voor een nadere uitwerking van acties en activiteiten wordt verwezen naar de programma’s ten gunste waarvan die ondersteunende taken worden uitgevoerd.

3.3.3 Ruimtelijk gerichte ondersteuning: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Lasten + 77,3 79,8 75,6 76,4 76,3 76,3

Baten - -78,4 -80,9 -77,8 -78,2 -78,2 -78,2

toevoegingen reserves + 1,4 20,5 0,2 0,2 0,2 0,2

onttrekkingen reserves - -1,9 -1,7 -0,4 -0,3 -0,3 -0,2

Saldo (lasten - baten) -1,7 17,7 -2,3 -1,9 -2,0 -1,9 In de Actualisatie 2010 verslechtert het saldo met € 18,0 miljoen tot € 17,7 miljoen ten laste van de algemene middelen. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: � de lasten van het Foodcenter dalen tot € 2,8 miljoen. Uw Vergadering heeft besloten tot

een bijdrage van € 20 miljoen ten behoeve van de ontwikkeling van het Foodcenter (zie ook Jaarrrekening 2009, blz. 262 en 264); hiertoe is nu een reserve gevormd

� de omzet van IBA neemt met € 0,5 miljoen tot € 30,9 miljoen. Mede door onttrekkingen aan reserves (waaronder vrijval reserve vakantiegeld € 0,6 miljoen en extra onttrekking aan de reserve verbetering bedrijfsvoering van € 0,2 miljoen) neemt het saldo en gunste van de algemene middelen toe tot € 2,2 miljoen

� Het facilitair onderdeel van OGA verwacht een geringe daling van de omzet tot € 14,4 miljoen met een iets lager saldo ten gunste van de algemene middelen van € 0,4 miljoen;

� het facilitair onderdeel van DRO verwacht een geringe daling van de omzet tot € 13,3 miljoen met een gelijk saldo ten gunste van de algemene middelen van € 0,1 miljoen

� de omzet van Vastgoedbeheer neemt met € 3,6 miljoen toe tot € 14,7 miljoen, het saldo ten gunste van de algemene middelen blijft gelijk op € 0,4 miljoen. De lasten van de Exploitatie Jodenbreestraat blijven gelijk op € 4,6 miljoen, waar gelijke baten tegenover staan

� de lasten van het Kenniscentrum dalen iets tot € 0,7 miljoen, hier staan geringe baten tegenover

� De lasten van Procesbegeleiding bewoners halveert tot € 0,6 miljoen waarvan € 0,4 miljoen ten laste van de algemene middelen komt; vanaf 2011 vervalt deze activiteit

De Begroting 2011 laat ten opzichte van de Actualisatie 2010 een beter saldo zien ten gunste van de algemene middelen van € 2,3 miljoen. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: � IBA verwacht een verlaging van de omzet met € 1,0 miljoen tot € 29,8 miljoen. Het

bedrijfsresultaat verbetert met € 0,6 miljoen tot € 1,6 miljoen ten gunste van de algemene middelen. Het uiteindelijke saldo is € 1,7 miljoen, minder dan in de Actualisatie 2010 omdat in de Begroting 2011 geen onttrekkingen aan reserves zijn opgenomen

� het facilitair onderdeel van OGA verwacht een verdere daling van de omzet tot € 14,0 miljoen en het saldo ten gunste van de algemene middelen tot € 0,1 miljoen

� het facilitair onderdeel van DRO verwacht een geringe toename van de omzet tot € 13,4 miljoen met een beter saldo ten gunste van de algemene middelen van € 0,3 miljoen

� de omzet van Vastgoedbeheer neemt met € 1,5 miljoen af tot € 13,2 miljoen, het saldo ten gunste van de algemene middelen neemt toe tot € 0,7 miljoen. De lasten van de Exploitatie Jodenbreestraat blijven gelijk op € 4,6 miljoen, waar gelijke baten tegenover staan

� de baten en lasten van het Foodcenter dalen beiden tot € 2,7 miljoen � de netto lasten van het Kenniscentrum blijven gelijk (€ 0,7 miljoen) De ramingen na 2011 laten een geringe verslechtering met € 0,4 miljoen zien van het saldo ten gunste van de algemene middelen tot € 1,9 miljoen. De saldi van het facilitair onderdeel

Raadsdruk Begroting 2011 260

Page 266: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

van OGA en Vastgoedbeheer verslechteren, waar tegenover een verbetering van het resultaat van IBA wordt verwacht. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen 4.1 reserves Reserves stand

ultimo 2009

Verwachte stand ultimo

2010

stand ultimo

2010

Verwachte mutaties

ultimo 2010

stand ultimo

stand ultimo

stand ultimo

stand ultimo

bedragen x € 1 miljoen

+ - + - 2011 2012 2013 2014

algemene reserves SHI 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 IBA 0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 PMB (incl Wibautgroep)

3,8 0,1 0,1 3,8 0,2 0,1 3,9 4,0 4,0 4,0

ACAM 3,6 0,2 0,0 3,8 0,2 0,0 3,9 4,1 4,2 4,4 overige algemene reserves

2,0 0,1 0,0 2,1 0,1 0,0 2,2 2,3 2,4 2,4

totaal algemene reserves

10,3 0,4 1,0 9,7 0,4 0,1 10,1 10,5 10,7 10,9

bestemmingsreserves Nieuwe Toegangspassen

0,0 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Dienstverlening FBA

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

AGA 0,8 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 0,8 0,8 0,8 0,8 Bureau Integriteit 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 ABC Pool 0,5 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5 Gemeentelijk Wagenpark Amsterdam

2,8 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve BRI Tranche 2

0,4 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Vakantiegeld (SHI) 0,3 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Reserve Tranche 1/Transformatie (SHI)

1,1 0,0 1,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve ALL IP 0,9 0,0 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Reserve Vorming DICT (DICT)

0,0 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Midoffice (DICT)

0,0 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Dekking kapitaallasten achterstallig onderhoud (DICT)

0,0 15,0 0,0 15,0 0,0 5,3 9,8 6,6 3,4 0,3

Winstreserve (25%) (IBA)

0,8 0,2 0,4 0,7 0,2 0,2 0,7 0,7 0,7 0,7

Reserve nieuwe huisvesting (IBA)

0,4 0,0 0,1 0,3 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0

Reserve Round About IBA

0,0 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Virtuele Maquette tafel (IBA)

0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Verbetering Bedrijfsvoering (IBA)

0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve bijdrage herstructurering Food Center

0,0 20,0 0,0 20,0 0,0 0,0 20,0 20,0 20,0 20,0

Egalisatiereserve nieuwe activiteiten (foodcenter)

1,5 0,0 0,0 1,6 0,0 0,0 1,6 1,7 1,7 1,7

Incassobureau 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 Professionalisering PMB

0,4 0,0 -0,1 0,4 0,0 0,1 0,3 0,3 0,2 0,2

Huisvesting en meubilair (PMB)

0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1

Raadsdruk Begroting 2011 261

Page 267: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Reserve LHOR 1,2 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Overige bestemmingsreserves

6,1 0,0 3,1 3,0 0,0 0,1 3,0 3,0 3,0 3,0

Total bestemmingsreserves

18,2 36,5 12,1 42,6 0,3 5,7 37,1 33,8 30,6 27,3

totaal reserves 28,6 36,9 13,1 52,3 0,7 5,8 47,2 44,3 41,3 38,2 De meeste reserves zijn bedrijfsmatig van aard. Ten opzichte van de Begroting 2010 zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de bestaande reserves (zie ook de bijlage met de bedragen per volgnummer bij deze begroting): � ons College heeft bij de Rekening 2009 besloten tot een vrijval van alle vakantiegeld

reserves. Voor de onderhavige dienstonderdelen betekent dit een niet begrote vrijval van € 4,0 miljoen in de Actualisatie 2010 (onderdeel overige bestemmingsreserves)

� in de loop van de jaren zijn ten behoeve van het SHI een aantal reserves gevormd. In de begroting 2010 werd uitgegaan van per saldo een onttrekking van € 1,5 miljoen. In de Actualisatie 2010 is per saldo een onttrekking van € 3,4 miljoen opgenomen. Onderdeel hiervan zijn de van de Bestuursdienst overgehevelde reserves vorming DICT en midoffice DICT. In de loop van 2010 zullen dan alle reserves zijn besteed

� aan de reserve Wagenpark wordt in de actualisatie € 2,8 miljoen onttrokken en toegevoegd aan de voorziening

� de in de begroting opgenomen toevoeging aan de egalisatiereserves P-net (€ 0,7 miljoen) en P-beheer (€ 0,4 miljoen) zijn in de actualisatie vervallen

� de reserve dienstverlening DFM wordt in 2010 volledig besteed aan de verbetering van de dienstverlening, zoals de online publicatie van bestemmingsplannen en de aansluiting op ‘Mijn Overheid’

� een in de actualisatie opgenomen toevoeging en onttrekking van € 0,25 miljoen aan de reserve Round About van IBA

� aan de reserve verbetering bedrijfsvoering van IBA wordt in de actualisatie € 0,2 miljoen onttrokken

� naast de jaarlijkse begrote toevoeging en onttrekking van € 0,25 miljoen wordt in de Actualisatie 2010 € 0,15 miljoen extra onttrokken aan de winstreserve van IBA

� de in de Begroting 2010 opgenomen netto onttrekking aan de reserve ontwikkelingsstrategie Food Center (€ 0,4 miljoen) vervalt in de Actualisatie 2010

� Aan de reserve toegangspassen (DMF) wordt in 2011 € 0,2 miljoen onttrokken � De begrote toevoegingen aan de reserves in 2011 en latere jaren (in totaal jaarlijks circa

€ 0,7 miljoen) betreft voornamelijk algemene bedrijfsreserves. De onttrekkingen (jaarlijks circa € 0,4 miljoen) zijn divers

Nieuwe reserves � Een reserve van € 15,1 miljoen ten behoeve van de dekking van de kapitaallasten is

gevormd voor het wegwerken van achterstallig onderhoud bij de DICT � Een reserve van € 20,0 miljoen ten behoeve van de ontwikkeling van het Foodcenter � Aan de bij de Jaarrekening 2009 ingestelde reserve LHOR van de dienst Stadstoezicht

wordt € 1,2 miljoen onttrokken ter dekking van de kosten voor het volgen van de opleiding 4.2 voorzieningen De meeste voorzieningen van de facilitaire diensten zijn bedrijfsmatig van aard. Ten opzichte van de Begroting 2010 zijn de belangrijkste ontwikkelingen: Voorzieningen stand

ultimo 2009

Verwachte stand ultimo

2010

stand ultimo

2010

Verwachte mutaties

ultimo 2010

stand ultimo

2011

stand ultimo

2012

stand ultimo

2013

stand ultimo

2014

bedragen x € 1 miljoen

+ - + -

Onderhoudsfonds (DFM)

2,2 0,0 0,0 2,2 0,0 0,0 2,2 2,2 2,2 2,2

Voorziening terugbetaling efficiencyvoordelen

0,6 0,9 1,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Sociaal Plan Cition 0,0 3,7 0,8 2,9 4,9 0,8 7,1 6,3 5,5 4,8 Gemeentelijk Wagenpark

0,0 2,8 0,0 2,8 0,0 0,0 2,8 2,8 2,8 2,8

Raadsdruk Begroting 2011 262

Page 268: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Noordelijke ontsluiting Food Center

0,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2

Groot onderhoud gebouw en terrein (Materiaaldienst)

0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1

Overige voorzieningen

0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Total voorzieningen 3,0 7,7 2,4 8,3 5,0 0,9 12,4 11,6 10,8 10,1 De voorziening ten behoeve van de terugbetaling van efficiencyvoordelen bij DFM wordt in 2010 in zijn geheel besteed. Ten behoeve van de noordelijke ontsluiting van het Food Center is in de Actualisatie 2010 een voorziening van € 0,2 miljoen gevormd. Inzake de voorziening onderhoudsfonds (DFM) voor groot onderhoud aan het stadhuis en de ambtswoning (€ 2,2 miljoen) zijn geen mutaties geraamd, in afwachting van de actualisatie van de onderhoudsbegroting Stadhuis en Muziektheater, die momenteel plaatsvindt. De nieuwe voorziening sociaal plan Cition dient ter dekking van de frictiekosten als gevolg van de ontvlechting van het Parkeerbeheer van de Dienst Stadstoezicht naar Cition. De voeding (€ 3,7 miljoen in 2010 en € 4,9 miljoen in 2011) bestaat uit het positief resultaat van Parkeerbeheer en vanaf 2010 de winsten van Cition. 4.3 investeringen De investeringen zijn bedrijfsmatig van aard en in principe rendabel. De meeste investeringen worden als routinematige kredieten ter besluitvorming voorgelegd en toegelicht in het betreffende hoofdstuk van deze Begroting 2011. In oktober 2009 heeft uw Vergadering een rendabel krediet beschikbaar gesteld van € 4,9 miljoen voor het inrichten van een fysieke ruimte in de kelder van het stadhuis voor een duurzaam datacenter (Groene datacenter) ten behoeve van de dienst ICT en andere diensten. In het derde kwartaal 2010 zal het project worden afgerond. Het krediet is in de Actualisatie 2010 van DFM verwerkt. In februari 2010 heeft uw Vergadering een rendabel krediet van € 3,65 miljoen beschikbaar gesteld voor het oplossen van de grootste knelpunten in de huisvesting van Stadsdeel Ccentrum en gelijktijdige invoering van een pilot flexwerken. In 2010 worden voorbereidingen getroffen waarna in 2011 de verbouwing en inrichting wordt uitgevoerd. Het krediet is in de Actualisatie 2010 van DFM verwerkt. In de Actualisatie 2010 heeft de DICT een investering opgenomen voor achterstallig onderhoud. Er zijn achterstanden ontstaan doordat het SHI niet alle werkzaamheden uitvoerde die tot haar standaard serviceverlening behoorde. Dit had zowel betrekking op de kwaliteit en inrichting van de organisatie als de reguliere technische vervangingen. Voor dit laatste is in de Actualisatie 2010 een investering van € 17,4 miljoen en voor 2011 een investering van € 3,1 miljoen opgenomen. In de Begroting 2011 heeft DICT daarnaast € 6,8 miljoen opgenomen voor routinematige vervangingsinvesteringen. 5 Risico’s Het belangrijkste risico voor IBA en de facilitaire onderdelen van OGA en DRO is de verwachte dalende omzet als gevolg van de ingrepen in de ruimtelijke plannen in Amsterdam. Compensatie door het verkrijgen van omzet buiten de gemeente is, gezien de omstandigheden op de markt, maar in beperkte mate een reële optie. Ook voor de andere facilitaire dienstonderdelen die zelf hun omzet moeten generen (zoals PMB, IBA, Media beheer, ABC pool en AGA) is het grootste risico de afnemende omzet. De belangrijkste maatregelen om de risico’s te beheersen zijn erop gericht de kosten zo flexibel mogelijk te maken. Dit kan onder andere door te werken met flexibel inzetbaar personeel.

Raadsdruk Begroting 2011 263

Page 269: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ook voor de facilitaire dienstonderdelen met verplichte deelname (zoals SHP en in zekere mate ook DFM en DICT) dreigt vermindering van de omzet als gevolg van de heroverwegingen. Het risico bestaat dat de directe en indirecte kosten onvoldoende (dat wil zeggen te laat) hierop reageren. Een scherpe bewaking van de kosten en flexibilisering zijn de belangrijkste instrumenten voor risicobeheersing. 5.1 Specifieke risico’s DICT Saneringsopgave DICT is gestart met een erfenis: een zware saneringsopgave met het risico van uitloop in het wegwerken van achterstanden. De huidige kwaliteit van de door DICT beheerde omgevingen is slecht. De continuïteit van de bedrijfsvoering van de betreffende diensten loopt daarmee een verhoogd risico. Enerzijds kunnen we geconfronteerd worden met onverwachte problemen in de ‘oude’ beheerde omgevingen, leidend tot escalaties en onrust. Anderzijds kunnen we geconfronteerd worden met tegenvallers in de uitvoering. Ook die kunnen leiden tot escalaties. Escalaties en uitloop verminderen het vertrouwen in de professionaliteit van DICT en in het verlengde daarvan dat alle ontwikkelingen beheerst tot stand gebracht kunnen worden. De beheersingsmaatregel is het Realisatieplan, in het bijzonder de onderdelen ICT Governance en het financiële stelsel, die geborgd worden door ICT Control. Technische infrastructuur Het dienstenniveau loopt operationele risico’s die samenhangen met de ‘legacy’ in het serverpark en het daarop geïnstalleerde applicatielandschap. De globale investeringsraming bedraagt circa € 1,6 miljoen. Als beheersingsmaatregel fungeren de in de begroting opgenomen investeringen in achterstallig onderhoud. Standaard Werkplek Door diversiteit en complexiteit van de huidige ICT-omgeving, zou de uitrol mogelijk vertraagd kunnen worden. Daarnaast moet een tijdelijke vangnetconstructie gecreëerd worden voor het beheer van zowel de nieuwe standaard werkplekomgeving als de oude omgeving. Dit grote ICT-project zal dit jaar conform de Regeling Risicovolle Projecten geaudit worden. De resultaten kunnen leiden tot een aanpassing van de standaard en tot een gewijzigde implementatiestrategie. Ter beheersing van dit risico is de uitrol opgenomen als een actielijn in het Realisatieplan. Tegenvallers De eerste begroting van de DICT op basis van de eerste calculaties draagt nog het risico van budgetoverschrijding in zich. Close monitoren van de kostenontwikkelingen is noodzakelijk. Als beheersingsmaatregel wordt in 2010 gewerkt aan gedetailleerde kostprijscalculatie en versterking van de control. Generieke voorzieningen Het exploitatiemodel voor beheer van generieke voorzieningen (I Am, SGI, Portaal) is nog niet volledig ontwikkeld. Beheer en ontwikkeling wordt nu voor een belangrijk deel door externen uitgevoerd, waardoor voor DICT in financiële zin de risico’s wel beheersbaar zijn, ook al doordat ze zijn opgenomen in de begroting. Omvang externe inhuur DICT is afgelopen jaren sterk afhankelijk geweest van externen op structurele vaste formatieplaatsen. Risico is dat de gewenste overschakeling van externen naar vaste medewerkers leidt tot kennisverlies, vooral als dat te snel en rigide verloopt. Als beheersingsmaatregel zijn in de begroting bedragen opgenomen om de overdracht van kennis te kunnen laten plaatsvinden en voorziet actielijn 2 van het Realisatieplan in een gedegen kennisontwikkeling. Werving nieuwe medewerkers Bij onvoldoende succes in het werven van interne medewerkers blijft het aantal externe medewerkers te hoog. Dit leidt tot hogere uitgaven dan begroot, maar in de begroting is hierop geanticipeerd.

Raadsdruk Begroting 2011 264

Page 270: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Kwalitatieve frictie Het merendeel van de huidige medewerkers heeft jaren gewerkt in een uitvoerende automatiseringsfunctie waarbij ‘u vraagt, wij draaien’ het adagium was. In de nieuwe context wordt van de medewerkers eerder een regiehouding verlangd. Indien dit niet aanwezig is kan dit effect hebben op doorlooptijden van projecten en vertrouwen van de afnemers. In het realisatieplan is als beheersingsmaatregel (in actielijn 2) voorzien in een budget voor gedegen kennisontwikkeling en komt eventueel in tweede instantie een aanpak voor mobiliteit aan de orde. Uitwijkvoorziening DICT heeft nog geen uitwijk georganiseerd voor calamiteiten. In 2010 wordt beleid vastgesteld en tot uitvoering gebracht. Huisvesting DICT is nu gehuisvest in de Jodenbreestraat op een te kleine oppervlakte. Verandering van deze situatie is urgent, want op basis van huidige bezetting wordt voor de medewerkers krap aan de oppervlakte norm van krap 6 m2 voldaan, de ondergrens van de ARBO wet, waar de gemeentelijke norm is 12 m2 per medewerker is. De geplande groei van de dienst kan zo niet gehuisvest worden. Stapeling van ombuigingen DICT voert zijn ambitieuze Realisatieplan uit naast de dagelijks te leveren dienstverlening. In het Realisatieplan is voor de komende jaren al een forse besparing gemeentebreed op ICT voorzien. Een extra taakstelling op ICT brengt de ambities uit het plan in gevaar. 5.2 Specifieke risico’s DFM In 2009 is een start gemaakt met het op orde krijgen van de bedrijfsvoering in het algemeen en de administratie in het bijzonder. Het daartoe opgestelde verbeterplan is in 2010 verder uitgevoerd. De bedrijfsvoering is echter nog niet geheel op orde en daarom is het risico aanwezig dat verkeerde keuzes worden gemaakt bij de uitvoering van (beleids)doelstellingen. Een voorbeeld is het optreden van fouten tijdens aanbestedingsprocedures, waardoor rechtmatigheid en integriteit in het geding komen. DFM heeft binnen de reorganisatie IMPACT een afdeling regie ingesteld waar de benodigde expertise is geborgd met betrekking tot aanbestedingsprocedures, tevens vindt toetsing en/of ondersteuning plaats door de juridisch adviseur. 5.3 Specifieke risico’s Dienst Stadstoezicht De risico’s hebben vooral betrekking op het dreigende verlies aan omzet door de in 2011 geplande privatisering van Cition (waarin vanaf 2010 het parkeerbeheer is ondergebracht) en de overdracht van werkzaamheden naar stadsdelen (als gevolg van eerder gemaakte bestuurlijke afspraken tussen de centrale stad en stadsdelen). Hierdoor ontstaat overtolligheid van personeel en onvoldoende dekking voor de overhead via tarieven. Het bedrijf werkt hard om deze risico’s zo goed mogelijk te beheersen onder andere door zoveel mogelijk gebruik te maken van externe inhuur en de stadsdelen aan te spreken op de afgesproken beleidslijn van ‘mens volgt werk’. In de bedrijfsvoering verbetert de dienst de informatie over de kostprijzen om beter inzicht te krijgen in kostendekkende tarieven. Ons College heeft de dienst opdracht gegeven om te komen met voorstellen die een perspectief bieden op een structureel gezond bedrijf.

Raadsdruk Begroting 2011 265

Page 271: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

6 Verdelingsvoorstel

6.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1b Programakkoord: overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Realisatieplan ICT op OAP (tranche 2011)

Uitvoeren Realisatieplan

actielijnen 1 en 2, de uitwerking van de architectuur en routekaart van de gemeenschappelijk voorzieningen en de implementatie van het gemeentebrede financiële pakket.

29.700 20.000

29.700 20.000 SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

2 Onbevoegd toezicht op afstand

Aanbesteden onbevoegd toezicht onder regie van Dienst Stadstoezicht

Efficiëntere inzet toezicht

-300 -300

3 Reductie inzet accountantscontrole

Minder controle als gevolg van fusies stadsdelen en diensten

Minder controle en lagere kosten accountantscontrole centrale stad en stadsdelen

-300 -300

4 Verminderen niet wettelijke audits

Minder audits uitvoeren in opdracht

Lagere controle kosten voor centrale stad en stadsdelen

-200 -400

5 Efficiency ACAM Interne efficiencymaatregelen een besparing in de huidige controle-inzet

-100 -100

6 Efficiency VGA Verlaging materiële uitgaven Niet van toepassing

-34 -34

7 Opheffen Procesbegeleiding Bewoners (OGA)

Opheffen afdeling binnen OGA

Geen gemeentelijke procesbegeleiding Bewoners meer

-500 -400

8 Uitvoering Voormalig werkgeverschap (Servicehuis personeel)

Meer efficiency in uitvoering werkgeversrol voor voormalig personeel, meer aandacht voor re-integratie naar werk en rechtmatige uitvoering van de relevante regelingen

Minder personele lasten

-2.249 -516

9 Structurele besparing ICT 2011

Het verlagen van de kosten van het gemeentelijk netwerk (brandbreedte WAN) naar marktconform niveau en actief beleid gebruik van vaste en mobiele telefonie

Realisatie structurele besparing tranche 2011 Realisatieplan ICT en het programakkoord

-2.000 -2.000

-5.683 -4.050

Raadsdruk Begroting 2011 266

Page 272: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

6.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1b Programakkoord: overige prioriteiten

1. Realisatieplan ICT op OAP (tranche 2011) In het programakkoord is € 100 miljoen opgenomen voor de uitvoering van het Realisatieplan ICT op Open Amsterdamspeil (OAP). Met deze investering wil ons College de kwaliteit van de ICT binnen de gemeente op niveau brengen. Het uitgangspunt is rationalisatie, standaardisatie en, vooral, consolidatie. Het Realisatieplan ICT bestaat uit een aantal actielijnen. Voor 2011 heeft ons College besloten om voor de uitvoering van de actielijnen die zijn gericht op het orde brengen van de basis en de implementatie van één gemeentebreed financieel pakket, een bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. Voor de gehele implementatie zal in de komende jaren per jaar bekeken worden welk bedrag voor de uitvoering van de actielijnen nodig is.

SP4 Structurele posterioriteiten

2. Onbevoegd toezicht op afstand Op dit moment vindt veel onbevoegd toezicht plaats in opdracht door verschillende onderdelen van de centrale stad en stadsdelen, uitgevoerd door diverse private partijen. De gedachte is dat met een sterke regierol door Dienst Stadstoezicht op de aanbesteding hierin efficiency voordelen zijn te behalen. 3.Reductie inzet accountantscontrole De besparing op de accountantscontrole bedraagt in totaal € 1,2 miljoen. In de Actualisatie 2010 is € 0,1 miljoen structureel verwerkt. Voor 2011 komt hier € 0,3 miljoen bij. Deze besparing loopt verder op naar het totale structurele bedrag van € 1,2 miljoen vanaf 2012. De besparing bestaat deels (€ 0,6 miljoen) uit een gewijzigde opzet van de controle van de gemeenterekening welke goedkeuring van uw Vergadering vereist. Het overige deel (€ 0,6 miljoen) bestaat uit de afname van de vraag naar accountantscontrole door de fusies van diensten en stadsdelen. 4.Verminderen niet wettelijke audits Deze besparing betreft het verminderen van niet wettelijke audits met € 0,4 miljoen structureel per 2011. 5. Efficiency ACAM Deze besparing bestaat uit interne efficiencymaatregelen bij ACAM. Hiervan is € 0,1 miljoen in de Actualisatie 2010 verwerkt. De besparing loopt op naar totaal € 0,5 miljoen structureel vanaf 2012. 6.Efficiency VGA Door beperking van verschillende budgetten worden de kosten € 0,1 miljoen lager waarvan € 34.000 ten gunste komt van de algemene middelen. 7. Opheffen Procesbegeleiding Bewoners Het OGA begeleidt de herhuisvesting van bewoners in stedelijke vernieuwingsgebieden in opdracht van derden. De opdrachten van met name corporaties lopen sterk terug. Daarom is besloten de activiteiten per 1 juli 2010 te stoppen. Hierdoor wordt per saldo bespaard vanaf 2011, In eerste instantie geraamd op € 0,5 miljoen. Op basis van de Actualisatie 2010 is een structurele besparing van € 0,4 miljoen reëel. 8. Uitvoering Voormalig werkgeverschap Besparingen zijn mogelijk bij de uitvoering van de werkgeversrol voor (ontslagen) personeelsleden die afkomstig zijn van geprivatiseerde, verzelfstandigde of opgeheven diensttakken. Naast het efficiënte beheer van salaris- en uitkeringskosten zijn andere aandachtsgebieden: re-integratie naar werk en rechtmatige uitvoering van de relevante

Raadsdruk Begroting 2011 267

Page 273: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

regelingen. Ons College heeft voor 2011 een besparing van ruim € 0,5 miljoen ingeboekt die in de jaren daarna zal toenemen tot ruim € 2 miljoen. 9. Structurele besparing 2011 De ombuiging is een onderdeel van het realisatieplan ICT en betreft verbetering van de efficiency (meer marktconform) van het gebruik van locale netwerken (WAN) en gericht beleid op inzet en gebruik van vaste en mobiele telefonie.

Raadsdruk Begroting 2011 268

Page 274: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Stedelijke Ontwikkeling Maatschappelijk effect Amsterdam is een geliefde plek om te wonen, werken en recreëren: een compacte en duurzame stad in een groene omgeving met energiezuinige woningen en gebouwen, zowel nieuw gebouwd als in de bestaande voorraad. Op de Amsterdamse en regionale woningmarkt is plaats voor uiteenlopende groepen: voor jonge starters en gezinnen, kopers en huurders, in woningen in het goedkope segment maar ook duurder. Nieuwe instroom van talent in onze stad heeft voldoende gelegenheid zich te kunnen vestigen. Illegale verhuur wordt bemoeilijkt. 1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma

Lasten + 434,0 357,9 496,9 209,0 208,9 199,9 222,8

Baten - 352,2 266,7 330,5 201,3 124,0 155,8 160,7

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

81,8 91,2 166,4 7,7 85,0 44,1 62,1

Toevoeging minus onttrekking reserves

- 27,7 0,9 - 73,8 37,5 - 43,4 - 2,9 - 20,9

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

54,1 92,1 92,6 45,3 41,5 41,2 41,2

Saldo reserves 384,5 233,6 314,0 351,5 342,9 329,0 323,8

Saldo voorzieningen 982,2 1.118,0 1.078,7 1.091,9 1.060,4 1.108,5 1.146,4

Reserves en voorzieningen waaraan bedragen worden onttrokken en ook bedragen worden toegevoegd bepalen in dit programma een groot deel van de mutaties bij de baten en de lasten. Om die reden heeft het resultaat vóór mutaties reserves weinig informatieve waarde. Bij bovenstaand overzicht gaat het er om een beeld te geven van de volumes en mogelijke geldstromen. Bij de afzonderlijke onderdelen in het vervolg wordt meer concreet op de afzonderlijke fondsen en relevante mutaties ingegaan.

2 Ontwikkelingen en beleidskaders Amsterdam heeft ook het komend jaar te maken met de (gevolgen van) de verslechterde financieel-economische situatie na de kredietcrisis. Dit wordt weerspiegeld in een fors negatieve stand van de Algemene reserve van het Vereveningsfonds. Om dit probleem zowel voor de korte als voor de lange termijn op te lossen, wordt gewerkt aan een breed pakket van maatregelen. Hiermee wordt beoogd het fonds weer gezond te maken, te komen tot een betere beheersing van de grondexploitaties en een versterking van de financiële en programmatische regie. Voor de realisatie van het Programakkoord 2010-2014 geeft de Structuurvisie Amsterdam 2040: economisch sterk en duurzaam een aantal acties aan: het opstellen van een kantorenstrategie, het verder uitwerken van scenario’s voor het westelijk havengebied binnen de Ring A10 (havenstad) en het ruimtelijk uitwerken van de Olympische ambitie. De Energiestrategie Amsterdam 2040 vormt de leidraad voor het Klimaat- en energieprogramma van Amsterdam. Energiebesparing, duurzame energiebronnen en efficiënter gebruik van fossiele bronnen zijn daarbij de pijlers. De Amsterdamse woningmarkt en woningbouwproductie maken moeilijke tijden door.

Raadsdruk Begroting 2011 269

Page 275: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het is de ambitie van ons College om de doorstroom op de woningmarkt en de woningbouwproductie te stimuleren. De gekozen aanpak is deregulering en aandacht voor diverse groepen op de woningmarkt. Er is een aantal speerpunten benoemd in het Programakkoord: De woningbouw voor het middensegment wordt gestimuleerd en uitgebreid. Het aandeel van het eigen woningbezit wordt verhoogd naar 35% en het aandeel sociale woningen bij nieuwbouw blijft 30%. Er komen 9000 studentenwoningen en 2500 jongerenwoningen. De transformatie van kantoren wordt voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. In 2015 wordt klimaat neutraal gebouwd. Er komt een grootschalig isolatieprogramma van woningen. Behalve de verslechterde financieel-economische context beïnvloeden ook de mogelijke hervormingen in het landelijk woonbeleid (hypotheekrenteaftrek) en andere wetgeving de gemeentelijke aspiraties. Van belang is ook de recente Europese regelgeving die onder meer de overheidssteun bij het bouwen van huurwoningen in het middensegment aan grenzen bindt. Andere wijzigingen voor de woonsector zijn het initiatiefvoorstel met betrekking tot kraken en leegstand en de wijziging van de Huisvestingswet. In Bouwen aan de Stad 2007-2010 zijn afspraken gemaakt tussen gemeente Amsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties over ambities, programma en financiën. Deze gelden tot 1 januari 2011. Eind 2010 wordt gewerkt aan de voor de periode 2011 tot en met 2014 af te sluiten overeenkomst, onder de noemer ‘Bouwen aan de Stad 2’. Daarin zullen ook afspraken over woningisolatie worden betrokken. Het programma stedelijke vernieuwing zal antwoord geven op twee aandachtspuntenpunten uit het programakkoord: gebiedsgerichte arrangementen ter voortzetting van de wijkaanpak en verbetering van het maatschappelijk vastgoed. Dit programma betreft vooral investeringen en activiteiten waarmee de centrale stad een bijdrage levert aan de vernieuwing van stedelijke gebieden die extra aandacht behoeven. De stadsdelen hebben hierbij, met maatschappelijke partners, een centrale rol. Zij zijn aanspreekbaar op de realisering van de gebiedsgerichte, integrale programma’s die nodig zijn om de gezamenlijk doelen te behalen. Voor de centrale diensten ligt het accent op gemeenschappelijke taken, zoals het bieden van ondersteunende faciliteiten, deskundigheid en innovaties, en het benutten van het partnerschap met de rijksoverheid. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Ruimtelijke ontwikkeling Amsterdam is een mooie, leefbare en levendige stad. Amsterdam moet dat ook blijven. Hoewel Amsterdam, net als de rest van Nederland, economisch in zwaar weer zit, moet het nadenken over de ruimtelijke ontwikkeling van de stad doorgaan. Bouwen doe je niet voor de korte, maar voor de lange termijn. Op de juiste plek dát bouwen wat het meeste rendement (in financiële, maatschappelijke, of klimaattechnische zin) oplevert, is niet alleen slim maar ook noodzakelijk. Dat maken we zichtbaar in onze ruimtelijke projecten. Van cruciaal belang zijn de acties die erop zijn gericht om voldoende ruimte te creëren binnen het Vereveningsfonds voor de bekostiging van de toekomstige stedelijke ontwikkelingen. De Structuurvisie ‘Amsterdam 2040: economisch sterk en duurzaam’ zal in december 2010 aan uw Vergadering worden aangeboden. Na de vaststelling is deze visie het uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam. Voor de realisatie van het Programakkoord 2010-2014 geeft de Structuurvisie een aantal acties aan: � het opstellen van een kantorenstrategie � Havenstad: het verder uitwerken van de scenario’s 2 en 3 (respectievelijk 13.000 of

19.000 woningen) � het ruimtelijk uitwerken van de Olympische ambitie Voorts zal in het kader van de Structuurvisie een uitvoeringsplan worden opgesteld, gericht op het autoluw maken van de stad binnen de Ring A10 (exclusief Noord).

Raadsdruk Begroting 2011 270

Page 276: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De Energiestrategie Amsterdam 2040 vormt de leidraad voor het Klimaat- en energieprogramma van Amsterdam. Energiebesparing, duurzame energiebronnen en efficiënter gebruik van fossiele bronnen zijn daarbij de pijlers. De komst van zeven nieuwe, grote stadsdelen vraagt om een herpositionering van de centrale diensten binnen het Amsterdams bestuurlijk stelsel. Er is sprake van een metropolitane opgave en de wenselijkheid van een verlegging van het accent in het werk van de centrale stad naar regionale samenwerking. Een nieuwe opzet van het regionale werken en van de bestuurlijke samenwerking binnen de Metropoolregio zal vorm krijgen. 3.1.1 Ruimtelijke ontwikkeling: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: De stad groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Door een pakket aan maatregelen kan de stad zich ook na 2014 ruimtelijk ontwikkelen. De gemeente heeft daar investeringsmogelijk-heden voor. Toekomstige ontwikkelingen uit de Structuurvisie, zoals Havenstad, dokmodel Zuidas en Foodcenter zijn in 2015 een reëel perspectief.

Doelstelling 2: Amsterdam stabiliseert de CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambitie om (ten opzichte van 1990) in 2025 de CO2 uitstoot met 40 procent te reduceren Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Jaarlijkse CO2 uitstoot 1990 Jaarlijkse

toename is tot staan gebracht

Overige doelstellingen Doelstelling 3: Bewaken stedelijke samenhang

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Bewaken functioneel-ruimtelijke samenhang binnen de stad en met de regio.

Zie tekst

Doelstelling 4: Beschikbaar stellen van capaciteit en kennis aan het bestuur Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Totaal aantal uren voor o.a. cultuurgebouw, Parkmanagement, kantorenloods, kennisdelen etc. 22.957

Actualisatie begroting

2010 21.472 21.472 21.472 21.472 Doelstelling 5: Planvorming grootstedelijke projecten Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Voortgang en uitvoering van grootstedelijke (coalitie)projecten:

Projectbureaus: - Noordwaarts - IJburg - Zuidoostlob - Zuidelijke IJoever

De projecten zijn in verschillende stadia van voorbereiding en uitvoering. Over de voortgang,

Programma’s per project

Raadsdruk Begroting 2011 271

Page 277: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

- Wibaut aan de Amstel - Werkgebieden: - Westpoort - Riekerpolder

risicobeheersing en planvormingskosten wordt verslag gedaan in de Financiële Perspectieven

Doelstelling 6: Realiseren van een voor de stad optimale grondopbrengst

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Uren bestuursopdracht - Loket en accountschap voor

stadsdelen en projectbureaus bij grondprijsadviezen en aanverwante vraagstukken op (her)ontwikkelingslocaties;

- Bijdragen aan grondprijsbeleid en regie op vastgoedproductie in de stad.

- Kennisopbouw en -verspreiding Uren betaalde dienstverlening

0 2010

0 2010

9.348

5.381

9.348

5.381

9.348

5.381

9.348

5.381

3.1.2 Ruimtelijke ontwikkeling: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: De stad groeit Belangrijke voorwaarde voor een voortzetting van de groei van de stad is een stabiele, degelijke financiële toestand in het Vereveningsfonds. Dat laatste heeft de volle aandacht van Ons College. Naast de dreiging van fors oplopende financiële tekorten in het Vereveningsfonds is geconstateerd dat er in Amsterdam een aanzienlijke overmaat bestaat in de planvorming voor woningen en kantoorruimte. Uw Vergadering besloot in december 2009 op voorstel van ons College tot de beheersmaatregel grondexploitaties. Dit betekent onder meer dat elke investering boven de € 1 miljoen afzonderlijke goedkeuring van ons College behoeft. Ons College heeft inmiddels besloten dat het nodig is dat deze beheersmaatregel wordt voortgezet en aangescherpt. De aanscherping zal ertoe leiden dat er: � een stringentere programmatische beoordeling plaatsvindt ter voorkoming van overmaat

aan (nieuwbouw) programma in Amsterdam als geheel � voorkomen wordt dat er veel tijd zit tussen het doen van investeringen en het genereren

van opbrengsten, waardoor onnodig renteverlies en een te groot risicoprofiel worden vermeden

� voorkomen wordt dat juridische verplichtingen in een te vroeg stadium worden aangegaan, zodat de mogelijkheden om een plan bij te sturen en/of te stoppen worden verbeterd

Ons College liet een second opinion uitvoeren op de Nota Meer Ruimte Winnen. In dit onderzoek stond de vraag centraal of de uitgevoerde probleemanalyse tot de juiste conclusies heeft geleid. Daarnaast werd een kwalitatief oordeel gevraagd over de bij de analyse gehanteerde grondslagen ten aanzien van de ruimte in het Vereveningsfonds. De resultaten van dit onderzoek zijn in juli aan uw Vergadering aangeboden. Verder zijn in de zomermaanden de grootste projecten aan een nadere beschouwing en actualisatie onderworpen. Met name door het stoppen en/of uitstellen van kostbare planonderdelen dan wel het overgaan tot faciliterende gebiedsontwikkeling (de gemeente investeert op het moment dat een ontwikkelende partij ontegenzeggelijk grond afneemt) zal een aanzienlijke financiële verbetering in het Vereveningsfonds optreden (€ 280 miljoen). Een tweede ‘schouw’ is gehouden in oktober waarin nog elf projecten zijn doorgelicht; de overige projecten in het Vereveningsfonds zullen in het kader van het zogenaamde EindejaarsRAG worden geactualiseerd (dit levert naar verwachting een verbetering op van € 100 miljoen). Behalve een actualisering van de plannen zal daarbij ook een taakstellende verlaging van de grondkosten worden doorgevoerd (verbetering € 50 miljoen). Naast de bovengenoemde maatregelen in de concrete projecten heeft ons College ook besloten de proceskosten verder te reduceren (jaarlijks € 9 miljoen) en de opbrengsten voor

Raadsdruk Begroting 2011 272

Page 278: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bouwen aan Stad II ten gunste van het Vereveningsfonds te brengen (€ 225 miljoen). Deze maatregelen zijn al in het Programakkoord aangekondigd en zijn in het kader van de begroting 2011 verder uitgewerkt. Tenslotte heeft ons College besloten de kosten voor de eerste aanleg van de rioleringen niet langer ten laste te laten komen van de grondexploitaties en het aandeel van de sociale huur in de nieuwbouw van woningen te verlagen. De kosten van de eerste aanleg van riolering, zoals opgenomen in de verschillende grondexploitaties, zijn geraamd op € 100 miljoen en worden voortaan beschouwd als kosten die in het rioolrecht worden doorberekend. Voor de sociale huursector heeft ons College maatregelen genomen die in totaal tot een geraamde verbetering van € 50 miljoen voor het Vereveningsfonds zullen leiden; enerzijds betreft dit het laten vervallen van de reservering voor de sociale huur bij het Dokmodel van de Zuidas, anderzijds het verlagen van het percentage sociale huurwoningen bij nieuwbouw in de stadsdelen Oost en West. Een totaalpakket aan maatregelen zal apart worden voorgelegd aan uw Vergadering. Met deze voorgestelde maatregelen beoogt ons College een oplossing te bieden voor de slechte financiële vooruitzichten van het Vereveningsfonds. De voorstellen zijn gebaseerd op de huidige veronderstellingen over de toekomstige (markt)ontwikkelingen. Deze veronderstellingen kunnen veranderen op basis van voortschrijdend inzicht. De als zeer zorgwekkend ervaren stand van de Algemene Reserve van het Vereveningsfonds vormde – samen met de uitkomst van de second opinion – tevens aanleiding voor ons College om een externe commissie in te stellen. Deze commissie heeft als opdracht de mogelijkheden van een nieuw planeconomisch stelsel voor ruimtelijke plannen te onderzoeken. De aanbevelingen van deze commissie zullen, als ze worden overgenomen door uw Vergadering, samen met de adviezen uit de second opinion, in 2011 leiden tot verdere aanpassing van procesgang en organisatie van grondexploitaties. Daarbij staan centraal: � waarborgen van juiste, actuele en betrouwbare informatievoorziening over

grondexploitaties � een normstelsel voor het Vereveningsfonds, dat voldoende robuust en minder

conjunctuurgevoelig is � versterking van de risicobeheersing van projecten, met aandacht voor de consequenties

voor de gemeenterekening, rekening houdend met BBV voorschriften Toekomstige ontwikkelingen uit de Structuurvisie: � Ontwikkeling Havenstad

Na het vaststellen van de Structuurvisie zullen de scenario’s 2 en 3 (respectievelijk 13.000 of 19.000 woningen) voor het Westelijk Havengebied binnen de ring A10 (havenstad) verder worden uitgewerkt ter voorbereiding van een bestuurlijk besluit over de gewenste ontwikkeling

� Zuidas Voor het project Zuidas-Dok bereiden rijk en gemeente een voorkeursbeslissing voor conform de adviezen van de commissie Elverding. Verschillende alternatieve oplossingen worden in kaart gebracht en op hun effecten beoordeeld. In de besluitvormingsfase wordt de (ontwerp)structuurvisie, inclusief het Plan-MER1 en de concept voorkeursbeslissing, voorgelegd aan de stakeholders (burgers, politiek, belangenorganisatie en bedrijven) en publiekelijk getoetst tijdens een openbare voorbereidingsfase. Definitieve besluitvorming is voorzien medio 2011. Met de voorkeursbeslissing wordt aangegeven welk voorkeursalternatief zal worden uitgewerkt in de planuitwerkingsfase. De voorkeursbeslissing wordt ter goedkeuring voorgelegd aan uw Vergadering, de Tweede Kamer, de Regioraad en Provinciale staten

1 Milieueffectrapportage (m.e.r.) levert de informatie die nodig is om het milieubelang volwaardig mee te wegen bij besluiten over plannen en projecten met aanzienlijke milieugevolgen. De rapportage vermeldt de milieugevolgen van een plan of project en de mogelijke (milieuvriendelijkere) alternatieven. Een m.e.r. is verplicht bij talrijke grote infrastructurele werken, maar ook voor plannen zoals een structuurvisie of bestemmingsplan. Naast de m.e.r. bestaat ook het MER. Het verschil is: M.e.r. is de milieueffectrapportage; MER is het milieueffectrapport. Het MER is onderdeel van de m.e.r.-procedure om te komen tot een besluit over een activiteit of plan.

Raadsdruk Begroting 2011 273

Page 279: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� Start uitvoering Herstructurering Food Center Amsterdam

De herstructurering van het Food Center is een coalitieproject van de centrale stad en Stadsdeel West. Om de uitvoering van de herstructurering mogelijk te maken, wordt de aanbestedingsprocedure doorlopen, waarbij de planning is om eind 2011 de integrale herstructureringsopgave te gunnen en een overeenkomst te sluiten. Vervolgens wordt het nieuwe bestemmingsplan opgesteld, waarna de uitvoering kan worden gestart. Deze start wordt gemarkeerd door de overdracht van het beheer van het Food Center aan de ontwikkelende partij(en)

Doelstelling 2: Amsterdam stabiliseert de CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambitie om (ten opzichte van 1990) de CO2 uitstoot in 2025 met 40% te reduceren In 2013 is de groei van de uitstoot, die zich jaarlijks voordeed tot staan gebracht. De neergaande lijn wordt deze periode ingezet. Het investeringsfonds Klimaat en Energie wordt ingezet om de beleidsuitgangspunten die de afgelopen jaren zijn geformuleerd te vertalen naar concrete projecten. De uitvoering wordt belegd bij de betreffende diensten en er wordt cofinanciering gezocht. Er worden afspraken gemaakt over de proceskosten en ‘experimenteerruimte’ binnen het fonds. De resultaten per jaar worden betrokken bij de besluitvorming in het kader van het fonds en daarom op een later moment vastgesteld. Overige doelstellingen Doelstelling 3: Bewaken Stedelijke samenhang In het programma Stedelijke ontwikkeling bewaakt ons College de functioneel-ruimtelijke samenhang van de stad met de regio. Door te investeren in het bestaande stedelijke gebied en door tegelijk met de bestuurlijke partners in verschillende verbanden te werken aan de metropolitane ontwikkeling van de regio zal op termijn de internationale positie van Amsterdam aanzienlijk worden verstevigd. Eind 2008 zijn de omstandigheden voor de ruimtelijke ontwikkeling ingrijpend veranderd. De kredietcrisis heeft geleid tot onzekerheid bij alle partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de stad. Maar er bestaat brede consensus binnen en buiten de Ontwikkelingsalliantie dat de stad moet doorgaan met planontwikkeling, ook wanneer de uitvoering op sommige plekken zal stagneren. De metropoolregio Amsterdam staat op deze wijze gereed met plannen wanneer de economie weer aantrekt. Sterker, het effect van de plannen voor de metropoolregio zou ook een extra bijdrage aan het herstel van de economie kunnen zijn. Stedelijke samenhang De aantrekkelijkheid van de stad als vestigingsplek voor bewoners en bedrijven staat of valt met voldoende woningen, een goede bereikbaarheid en voorzieningen van goede kwaliteit. De woningbouwbehoefte wordt met demografische verkenningen voortdurend bijgehouden. Binnen het stedelijke gebied wordt gezocht naar mogelijkheden voor binnenstedelijke verdichting. De stad moet klimaatbestendig worden gemaakt. De zorg voor het water is daar een onderdeel van. Een waterpilot moet inzicht geven in de ruimtelijke aspecten van waterberging. De waterambassadeur zorgt voor de implementatie van de Europese kaderrichtlijn water. Een ‘waterbank’ voor de stad inclusief de haven is nodig om de wettelijk vereiste watercompensatie te kunnen regelen. Daarnaast wordt gewerkt aan de energiehuishouding van Amsterdam vanuit een koepelverhaal over duurzame investeringen voor de metropool. De internationale wetgeving op het gebied van natuurbescherming, geluidshinder en luchtkwaliteit ten slotte is kaderstellend voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, niet alleen in het IJmeergebied, maar ook in bestaand stedelijk gebied tot in de binnenstad toe. Doelstelling 4: Beschikbaar stellen van capaciteit en kennis aan het bestuur De indeling van de werkzaamheden wordt afgestemd binnen de OntwikkelingsAlliantie. De inhoudelijke inzet op de gewenste werkzaamheden wordt in direct overleg met ons College bepaald. Onderwerpen zijn onder andere het Cultuurgebouw, Parkmanagement, kantorenloods, kennisdelen en het inzetten van expertise op het gebied van contracteren van werken en diensten.

Raadsdruk Begroting 2011 274

Page 280: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 5: Planvorming grootstedelijke projecten Met ingang van 2008 worden voor alle grootstedelijke projecten jaarlijks Financiële Perspectieven opgesteld. Hierin wordt ingegaan op de voortgang van het plan en de verdere planvorming. In elk Financieel Perspectief is opgenomen een actualisatie van de grondexploitatie, een risicoanalyse en een raming van de planvormingskosten. De Financiële Perspectieven worden tegelijk met de gemeentebegroting ter besluitvorming voorgelegd. Kortheidshalve wordt voor de voortgang van de individuele plannen hiernaar verwezen. Doelstelling 6: Realiseren van een voor de stad optimale grondopbrengst Binnen deze taak is het voeren van de regie op de productie en het vormgeven en uitvoeren van het (grondprijs)beleid cruciaal. Dit behelst onder meer de advisering van stadsdelen en projectbureaus inzake vastgoedprogramma’s, afzetbaarheid, kosten en opbrengsten van vastgoed. Dit gebeurt door advisering over marktconforme grondprijzen maar ook door toepassing van het principe ‘de juiste functie op de juiste plaats’. Behalve bij nieuwbouw en nieuwe erfpachtuitgiftes wordt vastgoedadvisering ook gebruikt bij herbestemming of herontwikkeling van bestaande erfpachtrechten.

3.1.3 Ruimtelijke ontwikkeling: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 187,1 317,8 103,8 106,9 108,1 130,2 Waarvan Vereveningsfonds en Zuidas 157,5 296,5 84,3 87,8 89,0 111,1 Baten - 186,6 210,1 133,5 57,8 104,9 100,7 Waarvan Vereveningsfonds en Zuidas 185,3 208,8 132,2 56,5 103,6 99,4 Toevoegingen reserves + 95,2 139,0 81,2 9,7 57,2 51,4 Waarvan Vereveningsfonds en Zuidas 93,9 128,9 81,1 9,6 57,1 51,3 Onttrekkingen reserves - 71,3 222,9 37,9 45,5 47,0 67,6 Waarvan Vereveningsfonds en Zuidas 69,9 220,7 37,7 45,5 47,0 67,6 Saldo 24,5 23,8 13,6 13,4 13,4 13,4

De baten en lasten binnen het subprogramma Ruimtelijke ontwikkeling worden voor het grootste deel bepaald door het Vereveningsfonds en de Zuidas, de reserves vrijwel geheel. Het Vereveningsfonds en de Zuidas kennen een eigen financieel kader dat wordt toegelicht in paragraaf 4.3. Alleen het fondsbeheer van het Vereveningsfonds en de bestuurlijke begeleiding Zuidas komen ten laste van de rompbegroting. De kosten voor het fondsbeheer van het Vereveningsfonds nemen per saldo in de Actualisatie 2010 af met € 0,1 miljoen tot € 4,6 miljoen. In de Begroting 2011 nemen de kosten per saldo toe tot € 5,5 miljoen. Dit komt door de kapitaallasten van € 0,6 miljoen voor het nieuwe grondexploitatie-administratiesysteem en door een hogere doorbelasting van apparaatskosten. De kosten voor de Zuidas ten laste van de romp bedragen jaarlijks per saldo € 0,5 miljoen. Planvorming grootstedelijke projecten Planvormingskosten na de strategiefase worden gedekt uit het Vereveningsfonds. Deze kosten zijn hierdoor geen onderdeel van de rompbegroting. Onderstaand overzicht bevat planvormingskosten voor projectgebieden in 2011 zoals deze zijn opgenomen in het verdelingsvoorstel voor het Vereveningsfonds.

Raadsdruk Begroting 2011 275

Page 281: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bedragen x € 1 miljoen naar dekkingsbron Projectbureau VE-fonds Overig ISV Grex Totaal IJburg (incl. Zeeburgereiland) 8,3 Zuidelijke IJ-oevers (incl. Stationseiland) 1,3 4,1 Noordwaarts 7,0 Zuidoostlob 7,8 Westpoort / Riekerpolder 1,8 Wibaut aan de Amstel 5,2 TOTAAL 34,2 De budgetten zijn tot stand gekomen door de toegekende projectbudgetten bij de Begroting 2010 te korten met 20% (met uitzondering van het project Zuidelijke IJ-oever, daar geldt gelet op de vergevorderde fase waarin het project zich bevindt een korting van 15%). De projectbureaus krijgen aldus een bezuinigingstaakstelling van 20%. De verdeling naar de dekkingscategorieën komt later tot stand, mede op basis van de besluiten van uw Vergadering over de maatregelen om de financiële positie van het Vereveningsfonds te verbeteren. Voor uw inzicht is tevens een meerjarenraming opgenomen. Omdat voor de periode 2010-2014 geldt dat maatregelen zullen worden uitgevoerd om de positie van het Vereveningsfonds te verbeteren, zullen de toe te kennen budgetten voor de jaren 2012-2014 uiteindelijk waarschijnlijk verschillen van de bedragen die hieronder in de tabel zijn opgenomen. Bedragen x € 1 miljoen Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Projectbureau 2010 2011 2012 2013 2014 IJburg 9,7 8,3 9,9 9,7 9,2 Zuidelijke IJ-oevers (incl. Stationseiland)

4,9 4,1 4,0 3,6 2,7

Noordwaarts 7,4 7.0 6,5 5,9 6,0 Zuidoostlob 8,3 7,8 7,3 7,0 7,0 Westpoort / Riekerpolder 2,0 1,8 1,2 1,2 0,8 Wibaut aan de Amstel 3,5 5,2 5,9 5,1 4,5 Totaal 35,8 34,2 34,8 32,5 30,2 Ontwikkeling overige baten en lasten � Bij het jaarprogramma van de dienst Ruimtelijke Ordening binnen dit programma dalen in

de actualisatie door nominale ontwikkeling de lasten met € 0,1 miljoen naar € 7,3 miljoen. In 2011 vervalt de prioriteit voor de strategiefase en dalen de lasten ten opzichte van de Actualisatie 2010 met € 0,5 miljoen naar € 6,8 miljoen

� Bij de activiteiten in het kader van het bestuurlijk jaarplan van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) gaan de in Actualisatie 2010 de lasten omhoog met € 0,6 miljoen naar € 4 miljoen. De subsidie voor parkmanagement 0,1 miljoen en kosten beheer panden Noord-Zuidlijn met € 0,2 miljoen. De lasten voor de ondersteuning van woningbouwprojecten in Suriname stijgen incidenteel met € 0,1 miljoen naar € 0,2 miljoen en de activiteit kennisdelen stijgt structureel met € 0,1 miljoen. Deze ondersteuning vervalt in de Begroting 2011. De rest bestaat uit diverse relatief geringe ontwikkelingen. De baten stijgen structureel met € 0,1 miljoen naar € 0,2 miljoen vanwege nog niet begrote inkomsten uit het beheer van panden die zijn aangeschaft in het kader van de aanleg van de Noord/Zuidlijn In de Begroting 2011 dalen de lasten met € 0,3 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010 naar € 3,7 miljoen. Voornamelijk betreft dit het wegvallen van de middelen voor de kantorenloods, € 0,4 miljoen. De baten blijven naar verwachting € 0,2 miljoen, inkomsten uit het beheer van panden Noord/Zuidlijn, € 0,1 miljoen, en diverse overige baten.

� In 2010 is het budget ter dekking van de gemeentelijke kosten voor de aanleg van glasvezel in de stad gesplitst in een deel voor de kapitaallasten en een beleidsdeel. Deze laatste kosten zijn vanaf de Actualisatie 2010 van dit subprogramma. Het gaat om bijna € 0,2 miljoen structureel

� Voor broedplaatsen stijgen de lasten in de Actualisatie 2010 met € 1 miljoen. In 2011 dalen ze met € 0,8 miljoen naar € 0,2 miljoen. De lasten zijn saldoneutraal, de middelen worden onttrokken aan de bestemmingsreserve broedplaatsen

Raadsdruk Begroting 2011 276

Page 282: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� Voor vastgoedadvisering wordt uitgegaan van gelijkblijvende baten, € 0,6 miljoen, en lasten, € 1,8 miljoen, in de actualisatie en in de Begroting 2011

� Aan het gemeentefonds zijn met ingang van 2010 middelen toegevoegd als bijdrage voor de kosten van de gemeente voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om ruim € 0,1 miljoen per jaar met ingang van de Actualisatie 2010, die onderdeel wordt van de lasten binnen dit subprogramma

� Aan de bestemmingsreserve Zuidelijke IJ-oevers wordt € 10 miljoen gedoteerd, dit is de prioriteit uit de Begroting 2010 voor de dekking van het tekort in het plan

� In de Begroting 2011 vervalt de incidentele prioriteit voor de verplaatsing van het strand op IJburg. De lasten dalen daardoor met € 1 miljoen

� De andere baten en lasten zijn voor zaken van voornamelijk bedrijfsmatige aard, zoals de vakantiegelden. Bij de Actualisatie 2010 vallen de vakantiegelden vrij. Dit leidt incidenteel tot een daling van het saldo binnen het programma van € 1,0 miljoen. In de Begroting 2011 stijgt het saldo weer met € 1,0 miljoen

3.2 Subprogramma Bouwen De effecten van de crisis doen zich in de vastgoedwereld nog steeds gelden. De woningbouwproductie is fors afgenomen. Er zijn weinig projecten die starten zonder een extra bijdrage van rijk of gemeente. De kantorenmarkt kent een ongekende leegstand, terwijl in de planvoorraad het kantorenprogramma nog zeer prominent aanwezig is. De kantorenstrategie (die in 2010 wordt opgesteld) levert het kader voor een realistisch kantorenprogramma. Dit heeft tot gevolg dat in veel plannen moet worden geschrapt met nadelige gevolgen voor de betreffende grondexploitaties en het Vereveningsfonds. Het betekent tegelijkertijd dat de druk op transformatie van de leegstaande voorraad toeneemt, waardoor op lange termijn de investeringsvoorwaarden voor beleggers verbeteren. Leegstaande kantoren worden waar mogelijk benut voor andere functies zoals hotels, studentenhuisvesting, broedplaatsen, kleinschalige bedrijvigheid, woonzorgconcepten en maatschappelijke functies. De kantorenloods heeft bij de omzetting van kantoorpanden en de herontwikkeling van kantoorlocaties een actieve en coördinerende rol. Ook in het woningbouwprogramma zit de komende jaren een grote overmaat. Alle ontwikkelende partijen hebben moeite de vrije sector woningen af te zetten en de financiering voor hun projecten rond te krijgen. Ook de bouw van sociale huurwoningen stagneert, onder andere door de hoge onrendabele investeringen. Door het stellen van programmatische kaders, die zijn gebaseerd op onderzoek en afzetmogelijkheden, wordt de planvoorraad waaraan daadwerkelijk wordt gewerkt, teruggebracht tot wat reëel afzetbaar is, rekeninghoudend met een aantrekkende markt in de loop van deze bestuursperiode. De in het raadsbesluit Duurzaamheid in de nieuwbouw (september 2008) geformuleerde ambitie om vanaf 2015 alle woningen en utiliteit klimaatneutraal te bouwen wordt actief opgepakt. In deze bestuursperiode is de ambitie om gemiddeld 40% van de productie klimaatneutraal te laten bouwen. Bovendien is bepaald dat duurzaamheid bij alle selecties van marktpartijen voortaan substantieel wordt mee gewogen. Het beleid voor energiebesparing wordt voortgezet. De aansluitingen op stadswarmte gaan in deze periode volgens planning door. 3.2.1. Bouwen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Vergroting aanbod woningen voor studenten en jongeren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal gerealiseerde studentenwoningen (door een mix van maatregelen,niet alleen nieuwbouw)

9.000 (over gehele bestuursperiode)

Aantal gerealiseerde jongerenwoningen (idem, door een

Raadsdruk Begroting 2011 277

Page 283: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

mix van maatregelen) 2.500 (over gehele bestuursperiode)

Doelstelling 2: Aanpak leegstaande kantoren

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal m2 dat getransformeerd wordt naar nieuwe functies

200.000 m2 over gehele bestuursperiode

Doelstelling 3: Klimaatneutraal bouwen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Minimaal 40% van de tussen 2010 en 2014 gerealiseerde nieuwbouw is klimaatneutraal.

Minimaal 40% klimaatneutraal

Voorbereidingen voor 100% klimaatneutrale nieuwbouw vanaf 2015

Afronding in 2014

Doelstelling 4: De hoeveelheid broedplaatsen groeit

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal vierkante meters broedplaats (aantal m2 BVO, cumulatief)

ca. 100.000 m20 31-12-2009

120.000 130.000 140.000 150.000

Overige doelstellingen

Doelstelling 5: Uitbreiden warmtenet

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal stadswarmte aansluitingen (in woningequivalent)

50.387 31-12-2009 5.000 5.000 5.000 5.000

Doelstelling 6: Stimuleren kansrijke projecten in de woningbouw onder voorwaarde dat er rapportage en monitoring plaatsvindt Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal woningen 9.000 (over de gehele bestuursperiode)

3.2.2 Bouwen: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Vergroting aanbod woningen voor studenten en jongeren Met een mix van maatregelen wordt ingezet op het realiseren van 9000 woningen voor studenten en 2500 woningen voor jongeren. De doelstelling sluit aan bij het al vastgestelde Plan van aanpak Studentenhuisvesting en het concept Plan van aanpak Jongerenwoningen (in september 2010 gereed). Voor studentenhuisvesting wordt ingezet op nieuwbouw (tijdelijk en permanent) en op maatregelen in de bestaande bouw, zoals het labelen van woningen en het tijdelijk verhuren van woningen in het kader van de Leegstandswet. Voor jongerenhuisvesting zijn maatregelen in de bestaande voorraad het meest effectief gebleken. Doelstelling 2: Aanpak leegstaande kantoren Amsterdam wil voorop lopen in de aanpak van de kantorenleegstand. De ambitie is om de komende periode minimaal 200.000 m² kantoren te transformeren tot onder andere hotels en studenten- en jongerenwoningen. Voorts om één monofunctioneel gebied te transformeren tot een gebied met een menging van stedelijke leef- en woonmilieus. Voor de continuering van de activiteiten van de kantorenloods is een prioriteit in het verdelingsvoorstel opgenomen. De kantorenloods zal beleggers en ruimtevragers actief benaderen zodat leegstaande kantoren

Raadsdruk Begroting 2011 278

Page 284: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

snel kunnen worden gebruikt. Alle wettelijke mogelijkheden, inclusief de leegstandswet, zullen optimaal worden benut om het aantal leegstaande kantoren fors terug te dringen. Doelstelling 3: Klimaatneutraal bouwen De Taskforce Klimaatneutraal bouwen stimuleert en faciliteert projectbureaus en stadsdelen bij het realiseren van de ambitie om in de periode 2010-2014 gemiddeld minstens 40% van de bouwproductie klimaatneutraal te bouwen. De Taskforce ontwikkelt een instrumentarium dat onder meer omvat: een label voor klimaatneutrale woningen; financiële participaties in energieopwekking en het samen met de markt financieren van de extra investeringslasten via het Amsterdams Investeringsfonds Bij de selectie van marktpartijen wordt het criterium duurzaamheid substantieel meegewogen. Doelstelling 4: De hoeveelheid broedplaatsen groeit In lijn met het Programma Broedplaatsen 2008-2012 blijft gemeentelijke inspanning nodig om betaalbare ruimte te realiseren voor het basissegment van de creatieve industrie (kunstenaars en broedplaatsgroepen). Bureau Broedplaatsen doet dit in samenwerking met de doelgroeporganisaties, stadsdelen, centrale diensten, corporaties, makelaars, ontwikkelaars en banken. Motieven hiervoor zijn cultureel (ruimte voor creatief talent), economisch (locaties met veel creatieve werkgelegenheid) ter versterking van onder andere de internationale concurrentiepositie als creatieve stad, sociaal (functiemenging en centre points voor interactie met de buurt) en ruimtelijk (aanpak leegstand en verbetering gebiedsimago) ter verhoging van de waarde van grond en bebouwing. Het ondernemerschap bij de doelgroep wordt sterker aangesproken (van subsidie naar borgstelling leningen en terugverdienmodellen). De doorstroming van gebruik van goedkope ateliers wordt gestimuleerd om toegang voor internationaal toptalent op niveau te houden. Benutting van leegstand door tijdelijk gebruik is een grote succesfactor in het broedplaatsenwerk. Deze strategie wordt voortgezet in combinatie met realisatie van broedplaatsen voor de langere termijn. Overige doelstellingen. Doelstelling 5: Uitbreiden warmtenet Uitbreiding van het warmtenet (stadsverwarming) heeft een gunstig effect op het milieu: het gebruik van restwarmte leidt tot energiebesparing, CO2 reductie en verbetering van de luchtkwaliteit. Het stadswarmtebeleid blijft van kracht. Momenteel worden per jaar 5.000 woningequivalenten aangesloten. 2 Dit tempo is ook voor de komende jaren maatgevend, onder andere door meer nadruk te leggen op uitbreiding van het warmtenet naar de bestaande bouw. Ons College is verantwoordelijk voor de algemene beleidsvisie en de algemene planvorming op het gebied van stadsverwarming. De feitelijke uitbreiding van het warmtenet wordt deels verzorgd door het bedrijf Westpoort Warmte (een joint venture tussen het Afval Energie Bedrijf en Nuon) en deels door Nuon. Doelstelling 6: Stimuleren kansrijke projecten in de woningbouw Gegeven de problematiek van het Vereveningsfonds en het zeer beperkte overige beschikbare budget is het niet mogelijk om met een subsidie-instrumentarium extra woningbouw te realiseren. Het is wel mogelijk om de marktomstandigheden te beïnvloeden via communicatie. De crisis noopt tot een herijking van de samenwerking met de marktpartijen en het zoeken van samenwerking met nieuwe partijen. Juist in deze periode is het goed om belemmeringen in de regelgeving als speerpunt op te nemen. In deze bestuursperiode wordt door middel van regelmatige monitoring (en rapportages) de situatie op de woningmarkt in de gaten gehouden en worden programma's indien nodig bijgesteld, versneld en worden problemen gesignaleerd en aangepakt. De gemeente is voor het halen van woningbouwproductie afhankelijk van marktpartijen. Met de planeigenaren, marktpartijen (inclusief ontwikkelende beleggers) worden afspraken gemaakt over herprogrammering zodat juist de kansrijke (in financiële, maatschappelijke of klimaattechnische zin) projecten tot

2 Een woningequivalent is de hoeveelheid warmte die een standaard woning gebruikt. Voor utiliteit geldt: 100 m² utiliteit is één woning equivalent.

Raadsdruk Begroting 2011 279

Page 285: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

uitvoering kunnen komen. Ook nieuwe partijen worden benaderd om kansrijke projecten uit te voeren.

3.2.3 Bouwen: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 32,4 27,4 21,8 14,6 10,3 5,9 Baten - 23,9 21,9 14,5 8,4 4,8 2,7 Toevoegingen reserves + 1,7 1,2 0,8 0,4 0,4 0,4 Onttrekkingen reserves - 12,1 8,1 6,0 4,5 3,8 1,5

Saldo -1,9 -1,3 2,1 2,1 2,1 2,1 Bij Actualisatie 2010 dalen de lasten met € 5 miljoen. In de Begroting 2011 dalen de lasten met € 5,6 miljoen. De baten dalen in de Actualisatie 2010 met € 2 miljoen ten opzichte van de Begroting 2010. In de Begroting 2011 dalen de baten met € 7,4 miljoen. De meeste baten en lasten hebben betrekking op oude (rijks)regelingen. Het gaat voornamelijk om aflossingen op gemeenteleningen aan woningbouwcorporaties door woningbouwcorporaties en baten en lasten die voortvloeien uit het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Daarnaast worden hier de toevoegingen en de onttrekkingen begroot aan het KTA-deel van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV). BWS en SFV worden toegelicht bij het onderdeel reserves en voorzieningen van dit programma. De betreffende baten en lasten staan hieronder. De daling van de baten en lasten komt vooral door de aflopende aflossingen op de gemeenteleningen aan corporaties. Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Lasten 28,2 21,4 17,9 Baten 32,2 24,8 17,9 De overige baten en lasten hebben betrekking op de middelen die uw Vergadering de afgelopen jaren bestemde voor de stimulering van de woningbouw, waaronder jongeren/studentenhuisvesting. Het gaat naast de baten en lasten voor de afdeling regie productie, jaarlijkse lasten € 1,9 miljoen en baten € 0,2 miljoen, om de bestedingen ten laste van de reserves aanjagen woningbouwproductie en de reserve aanjagen productie/jongerenhuisvesting. Aanjagen woningbouwproductie De reserve aanjagen woningbouw is opgebouwd uit twee onderdelen: aanjagen woningbouw en studentenhuisvesting. Stimuleren woningproductie en het creëren van voldoende woningen voor studenten en andere starters. Voor de bestedingen ten laste van het onderdeel aanjagen woningbouw in 2010 en 2011 wordt uitgegaan van onderstaande ontwikkeling:

Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Regie productie 0,2 0,2 0,2 Kantorenloods 0,2 0,2 0,0 Woningbouwregisseur 0,1 0,2 0,2 Summit 0,0 0,0 0,1 Duurzaamheid 0,1 0,2 0,0 Prijzen 0,2 0,0 0,0 Projectenboek 0,0 0,1 0,1 Overig 0,9 0,1 0,2

Ten laste van het onderdeel studentenhuisvesting wordt bij de Actualisatie 2010 gerekend op € 2 miljoen aan stimuleringsbijdragen voor projecten in 2010, de Begroting 2010 ging daar

Raadsdruk Begroting 2011 280

Page 286: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

nog niet van uit. De komende jaren is er vrijwel geen financiële ruimte voor grote stimuleringsbijdragen. Gerekend wordt met € 0,1 miljoen per jaar vanaf 2011. Voor overige uitgaven, goeddeels programmamanagement wordt jaarlijks € 0,3 miljoen begroot. De structurele bijdrage vanuit de algemene middelen van € 0,4 miljoen voor studentenhuisvesting blijft. Aanjagen productie/jongerenhuisvesting Deze reserve is bedoeld voor compensatie van het realiseren van woningen met verlaagde aanvangshuren in het kader van de huisvesting van stadsvernieuwingsurgenten. In 2010 en in 2011 wordt daartoe € 0,4 miljoen onttrokken aan de reserve.

3.3 Subprogramma Wonen Over de ambities ten aanzien van eigenwoningbezit, woningisolatie, aanpak van illegaal gebruik van woningen en huurdersondersteuning zijn in relatie met het programakkoord vier doelstellingen geformuleerd, die in paragraaf 3.3.1 meer uitgebreid aan de orde komen. Daarnaast is sprake van een veelheid van reguliere taken en activiteiten op het gebied van wonen. � Uiteenlopende vormen van ondersteuning van mensen op het gebied van wonen:

- begeleiding specifieke groepen woningzoekenden, zoals mensen afkomstig uit de maatschappelijke opvang, ex-verslaafden, ex-gedetineerden, probleemjongeren, et cetera

- informatievoorziening burgers over het woonbeleid en de woonpraktijk van Amsterdam. De site wordt per jaar naar verwachting 1,2 miljoen bezocht

- beschikbaarstelling subsidies, verzorging beheer van woonwagens en standplaatsen, projectmatige aanpak van gevelsanering verkeerslawaai

- geven van hulp bij het vinden van een woning, bijvoorbeeld aan mensen met een urgentieverklaring, bemiddeling bij atelierwoningen en werkplaatsen voor kunstenaars en vanaf 2010 ook de begeleiding van de bewoners uit de particuliere huursector die in het kader van de stedelijke vernieuwing worden uitgeplaatst

� Toezicht op de naleving van de huisvestingsverordening: - Over de toewijzing van woningen in sociaal bezit zijn afspraken vastgelegd in het

Convenant Woonruimtebemiddeling en het Draaiboek Woonruimtebemiddeling. Huisvestingsvergunningen worden verstrekt alsmede vergunningen voor Tijdelijke verhuur. Er worden ook buitendienstonderzoeken ingesteld, onder andere in het kader van de aanpak van onrechtmatigheden en woonfraude

� Juridische activiteiten (vertegenwoordiging gemeentebestuur): - WZS neemt in het primaire proces jaarlijks een groot aantal beslissingen waar

bezwaar op kan worden aangetekend op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Bezwaarschriften daarop moeten worden afgehandeld en beroepsprocedures gevoerd

Centraal in het beleidsterrein Wonen staat de vraag hoe we een optimale en rechtvaardige verdeling van de woonruimte realiseren. Voor welke (kwetsbare) doelgroepen, met welk type woningen (huur of koop, nieuwbouw of aanpassing bestaande voorraad, duur of goedkoop) en met welke instrumenten? Het beleid van de gemeente is de laatste jaren erop gericht om de woningvoorraad minder eenzijdig te maken en te transformeren naar een voorraad die meer in balans is met de verscheidenheid van de bevolking. Essentieel zijn de afspraken die de gemeente zal maken met de woningcorporaties voor de periode 2011-2014 in een nieuwe overeenkomst Bouwen aan de Stad 2. Een nieuw convenant zal naar verwachting eind 2010 kunnen worden gesloten, met als inzet dat Amsterdam ook in de toekomst een compacte, ongedeelde en duurzame stad blijft. In het subprogramma Wonen zijn ook de gemeentelijke taken op het gebied van bouw- en woningtoezicht ondergebracht. 3.3.1. Wonen: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Raadsdruk Begroting 2011 281

Page 287: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Vergroting eigen woningbezit naar 35% van de woningvoorraad Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Percentage eigen woningbezit volgens tweejaarlijks onderzoek Wonen in Amsterdam

29 % Mei 2009 31 % geen meting

34 % geen meting,

doel 35 %

Doelstelling 2: De aanpak van illegale verhuur in de sociale huursector wordt uitgebreid, o.a. door middel van Zoeklicht Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal vrijgekomen onrechtmatig verhuurde woningen

650 2007 1200 1200 1200 1200

Aantal handhavingsbesluiten 900 2007 1300 1300 1300 1300

Doelstelling 3: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal labelsprongen bij woningen sociale sector 23.000 2009 tussen 75.000 en 100.000 (in de periode 2011-2014)

Doelstelling 4: Het bieden van ondersteuning aan mensen op het gebied van wonen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Uitbreiding huurdersondersteuning vanuit de Steunpunten Wonen

dienstverlening uitgebreid

Overige doelstellingen: Doelstelling 5: De gemeentelijke taken bouw- en woningtoezicht worden op adequaat niveau uitgeoefend Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Perceel vergunning verleend binnen wettelijke termijn; aantal beschikkingen

97,4% van 1471

2008 99% van 750

99% van 750

99% van 750

99% van 750

Toetsing binnen wettelijke voorschriften: perceel zaken dat in laatste instantie in rechte in stand blijft; aantal zaken

90% van 31 2008 90% van 50

90% van 50

90% van 50

90% van 50

Toezicht: er wordt niet gebouwd in afwijking van de vergunning: aantal bestuursdwangzaken

63 bestuurs-

dwang-zaken

2008 60 bestuurs-

dwang-zaken

60 bestuurs-

dwang-zaken

60 bestuurs-

dwang-zaken

60 bestuurs-

dwang-zaken

Adviseren en informeren: tijdig, adequaat en juridisch houdbaar

10.824 welstands-

adviezen

2008 9.500 welstands-

adviezen

9.000 welstands-

adviezen 8.500

welstands-adviezen

8.500 welstands-

adviezen Doelstelling 1: Vergroting eigen woningbezit naar 35% van de woningvoorraad De laatste jaren is het percentage eigen woningbezit met gemiddeld 1,5 procent per jaar toegenomen. Indien dat percentage zou blijven gelden, zou het aandeel eigen woningen in onze gemeente in 2014 op 35 procent uitkomen. Als gevolg van de crisis is de nieuwbouw van koopwoningen echter aanmerkelijk lager en ook de verkopen van huurwoningen zijn afgenomen. Om in 2014 een percentage eigen woningbezit van 35 procent te bereiken is aanvullende actie nodig: � verkoopbevorderende maatregelen (starterslening, koopgarant, sociale koop) � extra stimulans verkoop sociale huurwoningen binnen het bestaande Convenant

Verkoop; zo min mogelijk beperkende maatregelen in dat verband. Onderdeel besprekingen met corporaties over Bouwen aan de Stad en de Beleidsovereenkomst Wonen

� eventueel extra splitsingcontingent voor particuliere huurwoningen in de gereguleerde voorraad

Raadsdruk Begroting 2011 282

Page 288: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De groei van het eigen woningbezit tot 35 procent zal worden gemonitord door middel van het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in Amsterdam (meetmomenten medio 2011 en medio 2013). In een evaluatie van het splitsingsbeleid zal een prognose worden gemaakt om te bepalen of een extra splitsingscontingent wenselijk is. Deze evaluatie zal in oktober 2010 gereed zijn. Doelstelling 2: De aanpak illegale verhuur in de sociale huursector wordt uitgebreid, onder andere door middel van Zoeklicht Woonfraude is verweven met allerlei ongewenste ontwikkelingen waaronder de leefbaarheid van buurten lijdt. Daarom heeft ons College van het voorkomen en bestrijden van woonfraude een speerpunt gemaakt. Vanaf 2010 is de bestuurlijke boete aan het instrumentarium toegevoegd. In februari 2010 is ons College hiermee gestart voor de particuliere markt, in maart voor corporatiewoningen. Voor het startjaar 2010 werd voorzichtig uitgegaan van minimaal 40 boetes. Gezien de ervaringen tot nu toe, mag worden verwacht dat dit aantal in 2011 ruimschoots naar boven kan worden bijgesteld. Daarnaast zal het instrument van de dwangsom worden gebruikt. Als gevolg van de strengere handhaving zullen leeg komende woningen meer volgens de regels worden betrokken. In 2011 zal de samenwerking met andere partijen (zoals politie, stadsdelen, verhuurders, belastingdienst) onverminderd worden voortgezet. Verder zal de pilot-Doorzonacties in Zuidoost, die op verzoek van de subdriehoek van Zuidoost in dit stadsdeel werd verricht, in 2011 over de stad worden uitgerold. In Doorzon wordt tussen gemeente, politie en corporaties gericht samengewerkt om criminele activiteiten in woningen (zoals wietplantages) aan te pakken. Tot slot zal in 2011 het volgende spelen. Omdat er in de praktijk een grijs gebied bestaat tussen wat stadsdelen en de centrale stad doen en moeten doen in de handhaving op wonen, heeft uw Vergadering ons College in 2009 opgedragen dit handhaafterrein te heroverwegen. Deze heroverweging heeft opgeleverd dat alle handhaving op woonfraude zal worden gecentraliseerd. In 2010 en 2011 zal aan deze centralisering vorm gegeven worden. Doelstelling 3: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd. Met de corporaties zullen afspraken worden gemaakt in het kader van Bouwen aan de Stad. Doelstelling is dat in vier jaar tijd minimaal 75.000 labelstappen3 gezet worden met een ambitie om 100.000 labelstappen te maken. Met dit tempo kan de gemeentelijke doelstelling op langere termijn worden gehaald. Met particuliere verhuurders is over dit onderwerp een convenant in de maak (september 2010). Ook daarin worden doelstellingen opgenomen, maar de hardheid daarvan is onzeker. Daarom is geen gekwantificeerde doelstelling opgenomen. Tot slot zullen voorstellen worden gedaan met betrekking tot het proces, zoals communicatie bewoners, 70 % instemmingsvereiste, welstandseisen. Deze voorstellen zullen uiterlijk november 2010 gereed zijn. Doelstelling 4: Het bieden van ondersteuning aan mensen op het gebied van wonen In het Programakkoord is uitbreiding van de huurdersondersteuning vanuit de wijksteunpunten als één van de centrale doelstellingen benoemd. Specifiek gaat het daarbij om een verbetering van de uitvoering van de vijf basistaken van de wijksteunpunten wonen bij het ondersteunen van huurders. Deze basistaken zijn: 1. Voorlichting en hulpverlening, 2. Bewonersondersteuning, 3. Ondersteuning collectieve belangenbehartiging op stadsdeelniveau en/of wijkniveau, 4. Ondersteuning participatie, 5. Signalering van knelpunten. Doelstelling 5: De gemeentelijke taken bouw- en woningtoezicht worden op adequaat niveau uitgevoerd In het kader van de bouwregelgeving houdt de gemeente zich bezig met het beoordelen van en beschikken over aanvragen bouwvergunningen, het behandelen van bezwaren en beroepen, het uitoefenen van toezicht op de uitvoering en het gebruik van bouwwerken en het opleggen van sancties bij overtredingen.

3 Het energielabel voor woninf=gen kent een schaal van A tot G. De prestaties van de Amsterdamse woningbouwcorporaties worden inmiddels gemeten in labelstappen (van F naar D zijn twee labelstappen enzovoort).

Raadsdruk Begroting 2011 283

Page 289: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In relatie met de gebeurtenissen rond de aanleg van de Noord/Zuidlijn is een aangescherpte aanpak van het bouwtoezicht op complexe projecten ontwikkeld. Het toezicht wordt planmatig uitgevoerd en gericht op onderkende risico’s De economische crisis doet zich ernstig gelden op het gebied van de Stedelijke ontwikkeling: Het aantal aanvragen voor grote projecten daalt, waardoor minder leges wordt ontvangen. Voor de komende jaren is het aantal aanvragen structureel lager gesteld, omdat in het kader van de Wabo meer vergunningvrij gebouwd kan worden en in een aantal gevallen de Provincie het bevoegd gezag zal worden. Voor de voortgang van het toezicht wordt het aantal zaken vermeld waarin overgegaan is tot bestuursdwang. De Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM) verzorgt welstandsadviezen, monumentenadviezen en adviezen over plaatsing op de gemeentelijke of Rijksmonumentenlijst. Het aantal adviezen nam in de laatste jaren toe. Door de lancering van het systeem De Schoonheid van Amsterdam Digitaal in september 2009 wordt voor 2011 en later een lichte daling verwacht. 3.3.3 Wonen: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 38,2 38,9 40,9 42,2 40,3 36,2 Baten - 12,7 25,8 12,1 12,0 11,9 11,8 Toevoegingen reserves + 0,4 15,5 0,0 0,0 0,0 0,0 Onttrekkingen reserves - 0,7 1,6 5,0 5,5 4,0 0,0 Saldo 25,3 27,1 23,8 24,7 24,4 24,3 � De baten en lasten van regelingen gericht op Wonen zijn hier opgenomen. Het gaat om

Amsterdamse Middensegment Hypotheken, Starterslening, Betaalbare woningen IJburg, Van koop naar huur. Voor de dekking van de lasten van deze regelingen zijn reserves en voorzieningen gevormd. In paragraaf 4 wordt deze ontwikkeling per reserve en voorziening toegelicht

� De lasten voor de Huisvesting van statushouders zijn in de Begroting 2010, Actualisatie 2010 en in de Begroting 2011 € 0,5 miljoen. Er zijn geen baten

� De lasten voor woonwagens en woonwagenlocaties zijn in de Begroting 2010, de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 € 0,6 miljoen. De baten zijn steeds € 0,4 miljoen.

� Een belangrijk deel van de lasten zijn apparaatskosten van de dienst Wonen, Zorg en Samenleven op het vlak van de stedelijke ontwikkeling. Het budget kan als volgt worden verbijzonderd naar activiteiten

Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011

Lasten + 10,8 10,9 10,9

Harde aanpak illegale verhuur 2,9 3,0 3,0

Het bieden van ondersteuning van mensen op het gebied van wonen

4,1 3,9 3,9

Het uitoefenen van toezicht op naleving van de Huisvestings-verordening

2,2 2,3 2,3

Vertegenwoordiging gemeentebestuur 1,6 0,9 0,9

Baten - 1,2 1,1 1,1

Harde aanpak illegale verhuur 0,0 0,3 0,3

Het bieden van ondersteuning van mensen op het gebied van wonen

0,1 0,2 0,2

Raadsdruk Begroting 2011 284

Page 290: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het uitoefenen van toezicht op naleving van de Huisvestings-verordening

0,6 0,6 0,6

Vertegenwoordiging gemeentebestuur 0,5 0,0 0,0

� Een deel van de baten en de lasten heeft ten slotte betrekking op de apparaatskosten

van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) – in het bijzonder op Bouw- en Woningtoezicht en Welstand. De lasten hiervan nemen in de Actualisatie 2011 af met € 0,1 miljoen naar € 12,6 miljoen, in de Begroting 2011 nemen de lasten met € 1,5 miljoen af ten opzichte van de Actualisatie. In de Actualisatie nemen de baten af met € 1,9 miljoen tot € 9,9 miljoen. De opbrengsten uit bouwleges nemen af. Voor 2011 wordt

uitgegaan van hogere legesopbrengsten (+ € 1,9 miljoen). De baten nemen toe in 2011 naar € 9,8 miljoen.

3.4 Subprogramma Stedelijke vernieuwing

Dit programma betreft de coördinatie van de stedelijke vernieuwing evenals de investeringen en activiteiten waarmee de centrale stad een bijdrage levert aan de vernieuwing van stedelijke gebieden die extra aandacht behoeven. Voor de centrale diensten ligt het accent op gemeenschappelijke taken, zoals het bieden van ondersteunende faciliteiten, deskundigheid en innovaties, en het benutten van het partnerschap met de rijksoverheid. 3.4.1. Stedelijke vernieuwing: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 1: Bereiken van gemiddeld niveau (NAP) in de buurten van de wijkaanpak in 2018 Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Alle buurten en inwoners bereiken het gemiddelde niveau NAP op sociaal, fysiek en economisch terrein in 2018.4

Zie Monitor Wijkaanpak

2008 Jaarlijkse gemiddelde stad is Streefwaarde

Overige doelstellingen Doelstelling 2: Faciliteren van meer en beter maatschappelijk vastgoed in de stadsdelen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal m2 bruto vloeroppervlak dat met de PMI bijdragen kan worden gerealiseerd.

PM Eind 2009 5.000 10.000 2.500 2.500

Doelstelling 3: Nieuwe afspraken over de Parkstaddeal op basis van de evaluatie Koers Nieuw West Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Nieuwe afspraken over overeenkomst Parkstad

beschikbaar

Doelstelling 4: Voldoende ruimte in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Beschikbare vrije ruimte in het gronddeel van het fonds ten behoeve van knelpunten

Zie paragraaf 4.4

Doelstelling 5: Realisatie van de plannen voor de stedelijke vernieuwing Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal afgesloten plannen in Noord en Parkstad

3 2010 7 7 1 3

4 Het uitgangspunt is dat de buurten dan niet langer in de probleem-categorieën zeer veel aandacht of veel aandacht vallen. Dit wordt vastgesteld aan de hand van de indicatoren: leefsituatie-index, Cito-eindtoets, startkwalificatie, sociale cohesie, minima < 18 jaar, werkloosheid, banen, sociale huur, leefbaarheid en veiligheid.

Raadsdruk Begroting 2011 285

Page 291: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 1: Bereiken van gemiddeld niveau (NAP) in de buurten van de wijkaanpak in 2018 en Doelstelling 2: Faciliteren van meer en kwalitatief beter maatschappelijk vastgoed in de stadsdelen Met betrekking tot deze beide doelstellingen is sprake van een aantal programma’s die hieronder worden toegelicht. Wijkaanpak Het Programma Wijkaanpak is een partnerschap tussen centrale stad, stadsdelen en corporaties. Het Programma richt zich op het bereiken van een ‘Normaal Amsterdams Peil’ in 2018 in de buurten waarin nu sprake is van significante achterstanden (wijkaanpakbuurten). Dat wil zeggen dat de betreffende wijken en de inwoners van die wijken in 2018 een niveau op sociaal, fysiek en economisch niveau hebben bereikt op gemiddeld Amsterdams niveau. De volgende indicatoren wijken dan niet meer sterk negatief af van het stedelijke gemiddelde; leefsituatie-index, Cito-eindtoets, startkwalificatie, sociale cohesie, minima < 18 jaar, werkloosheid, banen, sociale huur, leefbaarheid en veiligheid. De uitvoering staat centraal in het programma. De stadsdelen en hun partners hebben voor 2008 t/m 2010 BuurtUitvoeringsProgramma’s (BUP’s) opgesteld die zijn onderverdeeld in thema’s (integratie en participatie, leren en opgroeien, werken en economie, krachtige uitvoering, veiligheid, wonen en leven). Koers Nieuw West Ultimo 2010 wordt het vierjarig programma Koers Nieuw West (KNW) beëindigd. Dit programma, een partnerschap tussen centrale stad, stadsdelen en corporaties, beoogt dat Nieuw West het Normaal Amsterdams Peil bereikt. De uitvoering staat centraal in het programma. Hiervoor zijn interventies opgezet. KNW is bezig om de interventies af te ronden en te borgen bij de stadsdeelorganisaties. KNW wordt geïntegreerd met de programma’s voor de wijkaanpak. Ruimte voor Sociaal Amsterdam wil een stad zijn met een leefomgeving die niet alleen nu maar ook in de toekomst tegemoet komt aan de wensen van bewoners en gebruikers. Een sociaal duurzame stad, met maatschappelijk vastgoed dat optimaal bijdraagt aan kwaliteit, identiteit en flexibiliteit van de stedelijke structuur. In de Sociale Alliantie (SA) werken de diensten DMO, DWI, WZS, GGD en de stadsdelen samen. De Sociale Alliantie is opgericht om sneller betere resultaten in de uitvoering in het sociaal domein te realiseren. In de bestuursperiode 2006-2010 is gestart met te zorgen dat Amsterdammers overal in de stad toegang hebben tot dezelfde diensten, mogelijk aangevuld met stadsdeelspecifieke voorzieningen. Oftewel het 80 + 20 > 100 principe. De acht programma’s waaraan de SA extra aandacht gaf vanwege de complexiteit (Leerplicht/VSV, preventief jeugdbeleid OKC), Aanbodcoördinatie, Dienstverlening, Wmo, Geweld achter de voordeur, Inburgering en Participatie) zijn grotendeels opgepakt door de lijn. In de komende bestuursperiode zal de SA zich richten op de thema’s Kwetsbare Amsterdammers, Preventief Jeugdbeleid en Dienstverlenen. De nadruk ligt op het creëren van meer samenhang tussen en het verbeteren van bestaand beleid. Door de intensieve samenwerking in de SA is het sociaal domein verbeterd. Maar het kan nog beter. Daarom zet de SA de samenwerking voort door in te zetten op preventie en de eigen verantwoordelijkheid en inzet van de burgers. Doelstelling 3: Nieuwe afspraken over de Parkstaddeal op basis van de evaluatie Koers Nieuw West De ‘Parkstaddeal’ en het Kopprogramma Koers Nieuw West worden de komende tijd geëvalueerd. Deze evaluatie zal volgens planning in november 2010 zijn afgerond. Op basis van deze evaluatie zullen de afspraken over Parkstad/Nieuw West mogelijk worden herijkt. Daarbij zal naar verwachting een samenhang ontstaan met de afspraken over Bouwen aan de Stad 2. Mogelijk dat de uiteindelijke herziene (financiële) afspraken over Parkstad, gezien de mogelijke impact van de evaluatie, een wat ander tijdpad krijgen.

Raadsdruk Begroting 2011 286

Page 292: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 4 Voldoende ruimte in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting In 1998 is besloten om de in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV) gecreëerde ruimte (die samenhing met hogere erfpachtinkomsten uit bepaalde groepen oudere corporatiewoningen) te bestemmen voor de herstructurering van naoorlogse wijken, voornamelijk in Amsterdam Noord en de Westelijke tuinsteden. In latere jaren heeft gedetailleerde besluitvorming plaatsgevonden over de bestemming en het budgettaire beheer van de middelen Doelstelling 5 Realisatie en financiële afwikkeling stedelijke vernieuwingsplannen In de afgelopen jaren is de uitvoering van vele stedelijke vernieuwingsplannen van start gegaan. Als de plannen fysiek klaar zijn, worden deze financieel afgesloten. Verwacht wordt dat in 2010 drie plannen financieel kunnen worden afgesloten. In de programakkoordperiode 2011-2014 volgt naar verwachting nog de afwikkeling van achttien plannen.

3.4.3 Stedelijke vernieuwing: Wat mag het kosten?

stedelijke vernieuwing Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 100,1 112,7 42,5 45,2 41,2 50,5 Waarvan Stimuleringsfonds 50,5 59,6 30,6 37,6 33,6 42,9

Baten - 43,6 72,7 41,1 45,8 34,2 45,5 Waarvan Stimuleringsfonds 38,1 63,6 35,0 39,6 28,1 39,4 Toevoegingen reserves + 23,3 52,1 20,2 26,5 16,4 25,7 Onttrekkingen reserves - 35,7 49,0 15,9 24,6 22,1 29,4 Saldo 44,2 43,1 5,7 1,4 1,4 1,4

Het grootste deel van de begrotingsmutaties in dit subprogramma heeft betrekking op het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, vooral vanaf 2011. Alle mutaties in de reserves hebben betrekking op het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het hele fonds, het KTA-deel valt onder het Subprogramma Bouwen, kent een eigen financieel kader dat nagenoeg budgetneutraal is. Er is jaarlijks een saldo van € 0,1 miljoen vanwege een bijdrage in de beheerkosten van het fonds. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting komt in paragraaf 4.4 aan de orde. De daling van het saldo in de Actualisatie met € 1,1 miljoen wordt als volgt verklaard: � de bureaukosten van Koers Nieuw West waren ten onrechte als onderdeel van de

rompbegroting 2010 opgenomen. Door deze correctie daalt het saldo met € 1,0 miljoen � de in de Jaarrekening 2009 gevormde reserve OKC wordt bij de Actualisatie 2010

volledig onttrokken. Het saldo daalt hierdoor met € 0,8 miljoen � in de Actualisatie 2010 stijgt het saldo met € 0,8 miljoen omdat bij het programma

maatschappelijke investeringen de lasten stijgen � bij het Sociaal structuurplan dalen in de Actualisatie 2010 de lasten van € 5,9 miljoen

naar € 5,8 miljoen. Het saldo daalt hierdoor met € 0,1 miljoen Het saldo daalt met € 37,3 miljoen in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010. Toelichting: � in de begroting 2011 is een daling van de uitkering via het gemeentefonds voor de

wijkaanpak verwerkt van € 19,8 miljoen in 2010 naar € 4,4 miljoen in 2011. Het saldo daalt daardoor met € 15,4 miljoen

� de incidentele prioriteit € 16,7 miljoen in de Begroting 2010 voor het programma maatschappelijke investeringen vervalt in de begroting 2011, het saldo daalt daardoor met € 16,7 miljoen. In het verdeelvoorstel voor 2011 is een prioriteitsaanvraag voor het programma maatschappelijke investeringen opgenomen

� de middelen voor Koers Nieuw West vallen weg waardoor het saldo daalt met € 6 miljoen � in 2010 wordt aan de reserve OKC € 0,8 miljoen onttrokken, deze onttrekking vervalt in

de Begroting 2011

Raadsdruk Begroting 2011 287

Page 293: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

stedelijke vernieuwing Bedragen x € 1 miljoen

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 100,1 112,7 42,5 45,2 41,2 50,5 Waarvan Stimuleringsfonds 50,5 59,6 30,6 37,6 33,6 42,9

Baten - 43,6 72,7 41,1 45,8 34,2 45,5 Waarvan Stimuleringsfonds 38,1 63,6 35,0 39,6 28,1 39,4 Toevoegingen reserves + 23,3 52,1 20,2 26,5 16,4 25,7 Onttrekkingen reserves - 35,7 49,0 15,9 24,6 22,1 29,4 Saldo 44,2 43,1 5,7 1,4 1,4 1,4

Het grootste deel van de begrotingsmutaties in dit subprogramma heeft betrekking op de het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Zeker vanaf 2011. Alle mutaties in de reserves hebben betrekking op het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Het hele fonds, het KTA-deel valt onder het subprogramma bouwen, kent een eigen financieel kader dat nagenoeg budgetneutraal is. Er is jaarlijks een saldo van € 0,1 miljoen vanwege een bijdrage in de beheerkosten van het fonds. De daling van het saldo in de Actualisatie met € 1,1 miljoen kan als volgt verklaard worden: � de bureaukosten van Koers Nieuw West waren ten onrechte als onderdeel van de

rompbegroting 2010 opgenomen. Door deze correctie daalt het saldo met € 1,0 miljoen � de in de Rekening 2009 gevormde reserve OKC wordt bij de Actualisatie 2010 volledig

onttrokken. Het saldo daalt hierdoor met € 0,8 miljoen � in de Actualisatie stijgt het saldo met € 0,8 miljoen omdat bij het programma

maatschappelijke investeringen de lasten stijgen � bij het Sociaal structuurplan dalen in de Actualisatie de lasten van € 5,9 miljoen naar

€ 5,8 miljoen. Het saldo daalt hierdoor met € 0,1 miljoen Het saldo daalt met € 37,3 miljoen in de Begroting 2011 ten opzichte van de Actualisatie 2010. Toelichting: � in de Begroting 2011 is een daling van de uitkering via het gemeentefonds voor de

wijkaanpak verwerkt van € 19,8 miljoen in 2010 naar € 4,4 miljoen in 2011. Het saldo daalt daardoor met € 15,4 miljoen

� de incidentele prioriteit € 16,7 miljoen in de Begroting 2010 voor het programma maatschappelijke investeringen vervalt in de Begroting 2011, het saldo daalt daardoor met € 16,7 miljoen. In het verdeelvoorstel voor 2011 is een prioriteitsaanvraag voor het programma maatschappelijke investeringen opgenomen

� in de Begroting 2011 worden geen nieuwe middelen De middelen voor koers nieuw west vallen weg waardoor het saldo daalt met € 6 miljoen

� In 2010 wordt aan de reserve OKC € 0,8 miljoen onttrokken, deze onttrekking vervalt in de Begroting 2011, het saldo stijgt daardoor met € 0,8 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 288

Page 294: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4 Reserves, voorzieningen, investeringen 4.1 Reserves en Voorzieningen

De reserves en voorzieningen binnen het Vereveningsfonds, het stimuleringsfonds Volkshuisvesting en de Zuidas komen apart aan de orde: het Vereveningsfonds en de Zuidas in paragraaf 4.3, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting in paragraaf 4.4. Enkele reserves, totaal ongeveer € 0,2 miljoen, en voorzieningen, totaal ongeveer € 1,1 miljoen, van bedrijfsmatige aard, in de Jaarrekening 2009 verantwoord onder ‘overige’, zijn met ingang van deze begroting opgenomen in het Programma Dienstverlening. Nieuwe reserves en voorzieningen Van Koop naar huur In het kader van de crisisbestrijding worden ten laste van het Vereveningsfonds en het Stimuleringsfonds middelen beschikbaar gesteld voor het aanjagen van de bouwproductie. Indien koopwoningen niet verkocht worden dan kan tijdelijk (na 10 jaar definitief) een bedrag

Bedragen x € 1 miljoen Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties 2010

Stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand ultimo 2011

Stand ultimo 2012

Stand ultimo 2013

Stand ultimo 2014

Reserves en voorzieningen + -/- + -/-

Reserves Vereveningsfonds, Stimuleringsfonds en Zuidas 341,0 181,0 272,1 250,0 101,3 57,1 294,3 292,5 284,0 278,8

Reserves

Betaalbare woningen IJburg 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 00, 0,0 0,0 Strategische ruimtelijke projecten 3,4 0,0 0,0 3,4 0,0 0,0 3,4 3,4 3,4 3,4 Aanjagen woningbouwproductie 5,1 0,5 3,5 2,2 0,4 1,2 1,4 0,7 0,1 0,0 Besluit Woninggebonden Subsidies 5e fonds 1,8 0,2 0,7 1,3 0,0 0,5 0,8 0,4 0,0 0,0 Aanjagen productie / jongerenhuisvesting 1,6 0,0 0,4 1,2 0,0 0,4 0,8 0,4 0,0 0,0 Creatieve Hotspots 0,0 0,5 0,5 0,0 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 Broedplaatsen 1,2 0,0 1,0 0,2 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 Van koop naar huur 0,0 15,5 1,0 14,5 0,0 5,0 9,5 4,0 0,0 0,0 Zuidelijke IJ-oevers 30,5 10,0 0,0 40,5 0,0 0,0 40,5 40,5 40,5 40,5 Reserve Huisvesting OKC's 0,8 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Overige reserves 2,2 0,1 1,5 0,8 0,1 0,1 0,9 1,0 1,1 1,2 Totaal reserves 387,7 207,8 281,6 314,1 110,2 64,8 351,6 342,9 329,1 323,9 Voorzieningen EFRO Kansen voor West 20,6 0,0 7,0 13,6 0,0 8,0 5,6 1,0 0,0 0,0 EFRO Doelstelling 2 Groot Oost 2,7 0,2 0,0 2,8 0,0 0,0 2,8 0,0 0,0 0,0

EFRO Urban 2 0,4 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 AMH-fonds 16,1 0,6 2,0 14,7 0,5 1,9 13,3 11,5 9,0 7,0 Starterslening 5,4 0,0 0,3 5,1 0,0 0,4 4,7 4,2 3,7 3,2 Parkeergarages Bijlmermeer 6,1 0,0 2,0 4,1 0,0 2,0 2,1 1,5 1,0 0,5 BWS Rente 2,6 1,5 3,3 0,8 0,0 0,1 0,7 0,6 0,5 0,4

Risico's grondexploitatie 797,7 133,6 44,4 886,9 41,0 14,0 914 911,8 960,1 989,4 Gronddeel Stimuleringsfonds 130,2 31,9 12,3 149,8 12,2 14,0 147,9 129,6 134,0 145,7 Voorzieningen Vereveningsfonds en Stimuleringsfonds 927,9 165,5 56,7 1036,7 53,2 28,0 1061,9 1041,0

1094,0

1135,0

Overige voorzieningen 0,4 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,3 0,3 0,3 0,2 Totaal voorzieningen 982,2 167,9 71,3 1078,6 53,7 40,4 1091,8 1061,0 1109,0 1146,0

Raadsdruk Begroting 2011 289

Page 295: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

beschikbaar gesteld om de koopwoning om te zetten naar een huurwoning. In 2010 wordt € 15,5 miljoen aan de reserve gedoteerd. De besteding wordt naar verwachting € 1 miljoen in 2010 en € 5 miljoen in 2011. Te handhaven reserves en voorzieningen De toelichting op de reserves Aanjagen woningbouwproductie en aanjagen productie/studentenhuisvesting staat bij het Subprogramma Bouwen. Strategische ruimtelijke projecten Uw vergadering heeft besloten de middelen in deze reserve te reserveren voor de vestiging van de hotelschool in de Zuidas. Dit moet nog plaatsvinden. Reserves en voorzieningen besluit woninggebonden subsidies (BWS) Het BWS is een in 2004 beëindigde rijksregeling op basis waarvan de gemeente bijdragen ontving, die vervolgens werden doorgegeven aan bewoners en corporaties. In het kader van de regeling zijn in het verleden reserves en voorzieningen gevormd, waarvan de besteding bestuurlijk is vastgelegd. Formeel is het BWS een budget van de stadsregio, maar het dagelijks bestuur van de stadsregio heeft besloten dat deze bij de gemeente blijft. Reserve BWS 5e fonds De reserve BWS 5e fonds wordt gevoed door de opbrengsten van handhaving van anti-speculatiebedingen en de vrijval door intrekking van verleende subsidies, dit valt vrij bij de jaarrekening. In 2010 gaat het om € 0,2 miljoen. De onttrekking is voor verplichtingen € 0,5 miljoen en de afdracht van de te verwachten vrijval aan het eind van het jaar. De geraamde onttrekking voor verplichtingen in 2011 bedraagt € 0,5 miljoen. De voorziening BWS rente dient om het verschil in kasritme op te vangen tussen enerzijds de betaling van de subsidie van het ministerie van VROM aan de gemeente en anderzijds de betalingen van de gemeente aan subsidieontvangers te overbruggen. In 2010 wordt aan rente inkomsten € 3,3 miljoen verwacht, aan betaling € 2,2 miljoen. In 2011 gaat het om respectievelijk € 3,9 miljoen aan inkomsten en € 2,1 miljoen aan betalingen. Voorziening BWS vrije ruimte De voorziening BWS vrije ruimte is in de Rekening 2009 vrijgevallen. De komende jaren worden geen mutaties meer verwacht. Creatieve hotspots De middelen uit deze reserve worden ingezet om in het kader van Amsterdam Topstad de creatieve industrie te stimuleren. In 2010 wordt aan Topstadmiddelen € 0,5 miljoen ontvangen en deze € 0,5 miljoen wordt in 2010 besteed door subsidies te verstrekken. In 2011 wordt hiervoor € 0,4 miljoen aan Topstadmiddelen aan de reserve toegevoegd. Broedplaatsen Deze reserve dient voor de financiering van de realisatie van broedplaatsen. In de Begroting 2010 is abusievelijk gesteld dat deze reserve ultimo 2009 afgewikkeld zou kunnen worden. Dat is echter niet het geval. Ultimo 2009 resteerde nog € 1,2 miljoen in deze reserve. Onder voorbehoud van mogelijke wijzigingen vanwege bestuurlijke besluitvorming over het verdeelvoorstel wordt in 2010 € 1 miljoen ingezet en wordt in 2011 de resterende € 0,2 miljoen ingezet. Zuidelijke IJ-oevers De reserve Zuidelijke IJoevers is onder andere gevoed vanuit ISV middelen en wordt vanaf 2011 aangewend voor de uitvoering van het plan openbare ruimte zuidelijke IJ-oevers. De dotatie van € 10 miljoen volgt uit de honorering van de prioriteit in de begroting 2010. Daarnaast worden er in het Programma Stedelijke ontwikkeling een aantal reserves en voorzieningen opgenomen die relatief gering in omvang zijn en/of betrekking hebben op de bedrijfsvoering (zoals vakantiegeld en inactieven). De totale onttrekking in 2010 van

Raadsdruk Begroting 2011 290

Page 296: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

€ 1,5 miljoen bestaat voor € 1,4 miljoen uit vrijval van vakantiegeld bij (onderdelen) van WZS en OGA. EFRO Kansen voor West/doelstelling 2 groot Oost/Urban2 De voorzieningen dienen voor het beheer van Europese subsidieprogramma’s EFRO Kansen voor West, doelstelling 2 groot Oost en Urban 2. Onttrekkingen zijn voor aangegane verplichtingen in het kader van de programma’s. Bij kansen voor West gaat het in 2010 en 2011 om respectievelijk € 7 miljoen en € 8 miljoen. Inkomsten, voor zover ze er zijn, bestaan uit vrijval van aangegane verplichtingen. In 2010 wordt EFRO in totaal € 0,2 miljoen aan vrijval verwacht. Te zijner tijd zullen de openstaande saldi worden teruggevorderd door de Europese Unie. Parkeergarages Bijlmermeer De voorziening dient om de sloop van parkeergarages in de Amsterdam Zuidoost te financieren. Voeding vindt niet meer plaats. Voor 2010 en voor 2011 wordt gerekend met een onttrekking aan de reserve van € 2 miljoen voor de sloop van parkeergarages. Starterslening De voorziening starterslening dekt de rentekosten van de door de gemeente bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten gestorte middelen. Over gestorte, maar nog niet in startersleningen uitgegeven middelen wordt rente ontvangen. De onttrekkingen voor de rentekosten voor de gemeente bedragen naar verwachting € 0,3 miljoen in 2010 en € 0,4 miljoen in 2011. Amsterdamse Middensegment Hypotheek De Amsterdamse Middensegment Hypotheek (AMH) diende nieuwbouw koopwoningen voor Amsterdamse huishoudens met een middeninkomen bereikbaar te maken. De regeling in 2006 opgeheven. Per AMH woning zijn bedragen vanuit grondexploitaties in het AMH-fonds gestort. Jaarlijks wordt hieruit de rentekosten van de gemeente gedekt. De voeding wordt gevormd door de door de betreffende kopers betaalde rente. Naar aanleiding van driejaarlijkse inkomenstoetsen wordt een deel van het aflossingsvrije/renteloze deel verschoven naar een deel waarover rente wordt betaald. Tevens wordt door de gemeente rente bijgeschreven over het saldo van de voorziening. In 2010 wordt naar verwachting € 0,6 miljoen ontvangen en in 2011 € 0,5 miljoen. De uitgaven ten laste van de voorziening worden geraamd voor 2010 en 2011 op respectievelijk € 2 miljoen en € 2,9 miljoen. Af te wikkelen reserves en voorzieningen Betaalbare woningen IJburg Het restant van de reserve betaalbare woningen IJburg, bestemd voor de subsidiëring van grote woningen met verlaagde aanvangshuren op IJburg, is sinds 2009 belegd met verplichtingen, de reserve wordt hiervoor in 2010 volledig onttrokken. Het gaat om ruim € 0,1 miljoen. Huisvesting OKC’s Het restant van de reserve huisvesting OKC’s, € 0,8 miljoen, wordt in 2010 onttrokken om deze middelen in te zetten voor knelpunten bij de huisvesting van nieuwe/verbouwde OKC’s. 4.2 Investeringen De investeringen in dit resultaatgebied hebben nagenoeg geheel betrekking op grondexploitaties. Het is moeilijk om de ontwikkeling van lopende grondexploitaties goed te ramen omdat deze afhangen van de voortgang van projecten en marktomstandigheden. Gedurende de uitvoering van de grondexploitaties, die plaatsvinden onder de verantwoordelijkheid van de centrale stad, worden de uitgaven en inkomsten tot planafsluiting als voorraden geactiveerd en op de balans verantwoord als de stand van het grondproductiekapitaal. Een positieve stand van het grondproductiekapitaal betekent dat er in de actieve grondexploitaties minder is ontvangen dan besteed. Sinds 2003 is de stand van het grondproductiekapitaal in toenemende mate positief. Het saldo van het

Raadsdruk Begroting 2011 291

Page 297: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

grondproductiekapitaal bedroeg ultimo 2009 € 618 miljoen (ultimo 2008 was dat nog € 504 miljoen). Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, zolang er voldoende dekking tegenover staat. Door de negatieve effecten van de financiële crisis en de ontwikkeling van met name de kantorenmarkt staat de dekking onder druk. De ontwikkeling van de uitgaven en opbrengsten worden nader toegelicht in de financiële perspectieven van de betreffende grootstedelijke plannen. 4.3 Het Vereveningsfonds en Zuidas 4.3.1. Vereveningsfonds (VE-fonds) De financiële resultaten van de meeste grondexploitaties van de centrale stad en de stadsdelen worden verantwoord in het VE-fonds. De centrale stad en de stadsdelen ontwikkelen ruimtelijke plannen, verwerven daartoe grond, maken deze bouwrijp en geven de grond in erfpacht uit aan de gebruikers. Tot op heden is de systematiek dat deze grondexploitaties vooraf door uw Vergadering worden vastgesteld met een taakstellend positief of negatief resultaat. Tekorten, negatieve resultaten, kunnen acceptabel zijn vanwege ruimtelijke eisen die aan het plan worden gesteld, of de samenstelling van de beoogde bebouwing, in het bijzonder sociale woningbouw. Jaarlijks worden de ramingen van uitgaven en opbrengsten van grondexploitaties geactualiseerd in de rapportages ‘Resultaat Actieve Grondexploitatiegebieden’ (RAG) die aan uw vergadering worden voorgelegd. De centrale stad verevent de negatieve saldi met de positieve resultaten van grondexploitaties binnen het VE-fonds. Van een aantal stedelijke vernieuwingsplannen in de naoorlogse wijken worden de resultaten van de grondexploitaties niet verrekend binnen het VE-fonds, maar binnen het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV). Ook de grondexploitaties van de Zuidas kennen een eigen financieel kader. Het VE-fonds bestaat vooral uit voorzieningen die dienen om de tekorten te dekken op de vastgestelde grondexploitaties. Dit betekent dat voor elke vastgestelde grondexploitatie (of een cluster van met elkaar samenhangende grondexploitaties) met een geraamd negatief resultaat in het VE-fonds een voorziening is opgenomen gelijk aan het geraamde tekort. Elk jaar wordt dit saldo geactualiseerd en de voorziening zonodig op peil gebracht. Verder kent het VE-fonds bestemmingsreserves voor de dekking van specifieke kosten in de sfeer van grondexploitaties of andere bestuurlijk vastgestelde projecten. Ten slotte bestaat binnen het VE-fonds nog een Algemene Reserve. Het is een bedrag dat beschikbaar is voor het dekken van tegenvallers in lopende negatieve plannen en voor eventuele nieuwe grondexploitaties met een geraamd negatief resultaat. De reserve dekt ook de apparaatskosten voor de coördinatie van de bodemsanering en het beheer van het VE-fonds. Binnen het VE-fonds worden, naast individuele plannen, planclusters onderscheiden van met elkaar samenhangende grondexploitaties. De clusters van samenhangende grondexploitaties zijn: IJburg, vernieuwing Bijlmer en Overhoeks. Hier worden de saldi van winstgevende plannen gebruikt ter dekking van verliesgevende plannen en planoverstijgende kosten (zoals infrastructuur), voor zover passend binnen de bestuurlijk vastgestelde financiële kaders. Elk jaar wordt per cluster de reserve en voorziening opgerent en zonodig aangepast. Bij het cluster Herstructurering Bedrijfsterreinen worden de positieve en negatieve plannen niet direct verevend; in de voorziening zijn alleen de negatieve plannen opgenomen. Uit het VE-fonds worden bijdragen verstrekt aan de voorzieningen bodemsanering en eerste verstrating die in andere programma’s worden verantwoord. De financiële positie van het VE-fonds is sterk verslechterd als gevolg van de kredietcrisis en vooral ook de teruggang van de kantorenmarkt. De verwachte grondopbrengsten lopen fors terug. Gerekend wordt op toenemende tekorten op de grondexploitaties bij ongewijzigd beleid. De te verwachten negatieve financiële effecten hiervan zijn het grootst in het Vereveningsfonds, waardoor de weerstandcapaciteit van het fonds, om tekorten in de in uitvoering zijnde plannen op te kunnen vangen, fors is verkleind. Stadsbreed is er verder sprake van een overmaat aan vooral woningbouwplannen en kantoorplannen.

Raadsdruk Begroting 2011 292

Page 298: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In 2009 zijn met het oog op de financiële positie van het Vereveningsfonds reeds maatregelen getroffen: de ‘stofkamoperatie’, en de beheersmaatregel grondexploitaties, waartoe uw Vergadering besloot in december 2009, zijn de belangrijkste. In februari 2010 stelde ons College de nota Meer Ruimte Winnen vast. De nota bevat een inventarisatie van mogelijke maatregelen. In het programakkoord zijn twee maatregelen opgenomen, een bijdrage in het kader van Bouwen aan de Stad II en een besparing van op proceskosten. De noodzaak tot verdere ingrepen in het Vereveningsfonds is op 2 juli 2010 door ons College bekend gemaakt middels een brief aan uw Vergadering. Als vervolg op de brief zijn in de zomermaanden in de projectenschouw grote projecten doorgelicht en zijn aanvullende maatregelen uitgewerkt. Met deze maatregelen beoogt ons College de financiële consequenties van de verslechterde vooruitzichten zoveel mogelijk op te vangen binnen het Vereveningsfonds. Deze maatregelen worden uw Vergadering apart voorgelegd. De voorstellen komen in het kort neer op: � continuering en aanscherping van de beheersmaatregel grondexploitaties, waarbij sinds

december 2009 onder meer alle investeringen boven de € 1 miljoen afzonderlijk ter goedkeuring aan ons College worden voorgelegd. De aanscherping zal ertoe leiden dat er een stringentere programmatische beoordeling plaatsvindt ter voorkoming van overmaat aan (nieuwbouw) programma in Amsterdam als geheel. Verder moet zo voorkomen worden dat er veel tijd zit tussen het doen van investeringen en het genereren van opbrengsten, om onnodig renteverlies en een te groot risicoprofiel te vermijden. Ten slotte moet zo voorkomen worden dat juridische verplichtingen in een te vroeg stadium worden aangegaan. Dit verbetert de mogelijkheden om een lopend plan bij te sturen en/of te stoppen

� het doorvoeren van maatregelen uit de projectenschouw en een taakstellende verlaging van de grondkosten. In de afgelopen maanden zijn de grootste projecten aan een nadere beschouwing en actualisatie onderworpen. Met name door het stoppen en/of uitstellen van kostbare planonderdelen dan wel het overgaan tot faciliterende gebiedsontwikkeling (de gemeente investeert op het moment dat een ontwikkelende partij ontegenzeggelijk grond afneemt) moet het mogelijk zijn om een financiële verbetering in het Vereveningsfonds te realiseren (verwacht wordt € 280 miljoen). Een tweede ‘schouw’ is gehouden in oktober waarin nog elf projecten zijn doorgelicht; de overige projecten in het Vereveningsfonds zullen in het kader van het zogenaamde EindejaarsRAG worden geactualiseerd (het positieve effect voor het fonds bedraagt naar verwachting € 100 miljoen). Behalve een actualisering van de plannen zal daarbij ook een taakstellende verlaging van de grondkosten worden doorgevoerd (€ 50 miljoen)

� het realiseren van de maatregelen die reeds in het programakkoord waren opgenomen. Naast de bovengenoemde maatregelen in de concrete projecten wil ons College de proceskosten reduceren (jaarlijks € 9 miljoen) en de opbrengsten voor Bouwen aan Stad II ten gunste van het Vereveningsfonds te brengen (inzet is € 225 miljoen)

� ons College stelt voor om de kosten voor de eerste aanleg van de rioleringen niet langer ten laste te laten komen van de grondexploitaties en het aandeel van de sociale huur in de nieuwbouw van woningen te verlagen. De kosten van de eerste aanleg van riolering, zoals opgenomen in de verschillende grondexploitaties, zijn geraamd op € 100 miljoen en worden voortaan beschouwd als kosten die in het rioolrecht worden doorberekend. Voor de sociale huursector heeft ons College maatregelen genomen die in totaal tot een geraamde verbetering van € 50 miljoen voor het Vereveningsfonds zullen leiden; enerzijds betreft dit het laten vervallen van de reservering voor de sociale huur bij het Dokmodel van de Zuidas, anderzijds het verlagen van het percentage sociale huurwoningen bij nieuwbouw in de stadsdelen Oost en West

Met de maatregelen beoogt ons College een oplossing te bieden voor de slechte financiële vooruitzichten van het Vereveningsfonds. De voorstellen zijn gebaseerd op de huidige veronderstellingen over de toekomstige (markt)ontwikkelingen. Deze veronderstellingen kunnen veranderen op basis van voortschrijdend inzicht. Het pakket maatregelen zal apart worden voorgelegd aan uw Vergadering.

Raadsdruk Begroting 2011 293

Page 299: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ontwikkelingen in 2010 en 2011 In afwachting van uw besluiten zijn in de hierna volgende ramingen voor 2010 en 2011 de effecten van de maatregelen die ons College aan uw Vergadering voorlegt nog niet verwerkt. Voor zover nodig zal nog afzonderlijke besluitvorming aan uw vergadering worden gevraagd. Dat geldt in het bijzonder voor wat betreft de grootstedelijke projecten in het kader van de besluitvorming over de Financiële Perspectieven en verder in het kader van de besluitvorming over het RAG. Voor nagenoeg alle reserves en voorzieningen geldt dat jaarlijks rente wordt bijgeschreven dan wel een inflatieaanpassing plaatsvindt. De raming van toevoegingen en onttrekkingen binnen het VE-fonds bij ongewijzigd beleid is als volgt: Reserves en voorzieningen VE-fonds

Rekening 2009

Actualisatie 2010

Actualisatie 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2011

Begroting 2011

bedragen x € 1 miljoen ultimo Toevoeging onttrekking ultimo toevoeging onttrekking ultimo

R. IJburg reserve 9,0 0,4 -9,5 0,0 0,0 0,0 0,0

V. IJburg voorziening 403,4 25,6 0,0 429,0 17,2 0,0 446,2

R. Vernieuwing Bijlmermeer reserve 14,0 15,0 -6,9 22,1 0,9 0,0 23,0

V. Vernieuwing Bijlmermeer voorziening 66,4 9,6 -0,7 75,4 3,0 0,0 78,4

R. Herstructurering bedrijfsterreinen reserve 4,8 0,6 -0,1 5,4 2,3 0,0 7,8

V.

Herstructurering bedrijfsterreinen voorziening 2,7 0,2 -1,0 1,9 0,1 0,0 2,0

R. Zuidas reserve goedkope segment 29,1 1,2 0,0 30,2 1,2 0,0 31,4

R. Overhoeks reserve 2,8 4,1 0,0 6,8 0,3 -1,0 6,1

V.

Overhoeks grondexploitatie voorziening 49,8 2,0 -3,8 47,9 1,9 0,0 49,9

R. Programakkoord 1998 projecten 3,4 0,1 -0,2 3,3 0,1 -1,0 2,4

R. Programakkoord 1998 vrije ruimte 2,9 0,0 -2,9 0,0 0,0 0,0 0,0

R. Aankoop schoolgebouwen 0,4 0,0 -0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

R. Verlaging nieuwe Leeuwarderweg 8,2 0,0 -8,2 0,0 0,0 0,0 0,0

R. Tijdelijke studentenhuisvesting 2,5 0,0 -2,5 0,0 0,0 0,0 0,0

R. Stimulering actieplan woningbouw 8,0 0,0 -8,0 0,0 0,0 0,0 0,0

V. Algemene voorziening tekorten grondexploitatie 275,3 88,7 -42,7 321,3 12,9 -14,0 320,2

totaal bestemmingreserves en voorzieningen 913,3 148,7 -118,7 943,3 39,9 -16,0 967,3

R. algemene reserve VE-fonds -256,6 102,9 -136,4 -290,0 82,6 -46,6 -254,0

R. Subreserve Bouwen aan de Stad 11,7 4,5 -16,2 0,0 0,0 0,0 0,0

R. Subreserve kredietcrisis 233,0 9,3 0,0 242,3 9,7 0,0 252,0 totaal reserves 73,1 12,1 -191,3 19,9 97,1 -48,6 68,6 totaal voorzieningen 797,7 126,1 -48,2 875,6 35,1 -14,0 896,7 totaal VE-fonds 870,8 264,3 -239,6 895,8 132,2 -62,6 965,3 R: reserve; V: voorziening VE-fonds exclusief de voorzieningen bodemsanering en 1e verstratingen die in andere programma’s worden verantwoord

Bestemmingsreserves en voorzieningen De onttrekkingen worden geraamd op basis van verwachte declaraties en benodigde toevoegingen aan voorzieningen. De verwachte uitgaven voor activiteiten waarvoor de voorziening in het leven is geroepen bepalen de toevoegingen aan voorzieningen.

Raadsdruk Begroting 2011 294

Page 300: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

IJburg De reserve en voorziening zijn bestemd voor de dekking van de verliesgevende grondexploitaties van IJburg. De mutaties in de reserve en voorziening worden toegelicht in het Financieel Perspectief dat separaat aan uw Vergadering zal worden voorgelegd. Vernieuwing Bijlmer De reserve en voorziening zijn bestemd als dekking voor het saldo van de cluster van winstgevende en verliesgevende grondexploitaties voor de vernieuwing van de Bijlmer. Er vindt rentebijschrijving plaats op de reserve en voorziening. De totale omvang neemt geleidelijk af door de geraamde onttrekking uit de voorziening bij de afsluiting van verliesgevende plannen. Vanuit de planafsluitingen van winstgevende plannen wordt in 2010 rekening gehouden met een dotatie op de reserve van € 14,5 miljoen. In 2011 is geen afsluiting van een winstgevend plan voorzien. In het kader van de actualisatie van de voorziening wordt rekening gehouden met een onttrekking aan de reserve van € 7,0 miljoen in 2010; gegeven de clustering van alle plannen is hierin ook de afsluiting van winstgevende plannen verdisconteerd. In 2010 zullen naar verwachting twee verliesgevende plannen worden afgesloten waardoor € 0,7 miljoen aan de voorziening moet worden onttrokken. In 2011 wordt geen afsluiting van verliesgevende plannen voorzien. Herstructurering bedrijfsterreinen reserve en voorziening Uw Vergadering heeft een programma vastgesteld van te herstructureren bedrijfsterreinen. Deze reserve dient ter verevening van de resultaten van de betreffende grondexploitaties. In 2010 wordt een verliesgevend plan afgesloten waardoor € 1,0 miljoen aan de voorziening moet worden onttrokken. Overhoeks Uit de reserve wordt de noodzakelijke toevoeging gedekt aan een voorziening specifiek voor bodemsanering en een voorziening voor tekorten in de grondexploitatie. In 2010 wordt in het kader van de actualisatie van de grondexploitatie rekening gehouden met een vrijval in de voorziening van € 3,8 miljoen ten gunste van de reserve. Voor de dotatie aan de voorziening voor de bodemsanering van Overhoeks wordt in de reserve in 2011 rekening gehouden met een onttrekking van € 1,0 miljoen. De mutaties in de reserve en voorziening worden toegelicht in het Financieel Perspectief dat separaat aan uw Vergadering zal worden voorgelegd. Module goedkoop segment Zuidas In de Jaarrekening 2008 is de reserve Module goedkoop segment DOK gevormd ad € 28,0 miljoen. Hierop wordt rente bijgeschreven. Investeringsprojecten programakkoord 1998 – 2002 In het Programakkoord 1998-2002 zijn vier projecten opgenomen, waarvan de kosten uit het VE-fonds zouden worden gedekt: Holterbergweg, Natuurontwikkeling IJmeer, IJweg en Noordzeeweg. De eerste twee projecten zijn volledig gedeclareerd. De resterende reservering voor de IJweg is in 2009 volledig overgedragen aan de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV). Tevens is een deel van de resterende reservering van de Noordzeeweg in 2009 overgedragen aan DIVV. In het Vereveningsfonds is in de jaarrekening hiervoor nog een bedrag van € 3,4 miljoen opgenomen. De reserve wordt jaarlijks aangepast aan loon- en prijsstijgingen. Prioriteiten 2000 (vrije ruimte programakkoord 1998-2002) In het kader van de besluitvorming over de begroting voor 2000 is een reserve van € 27,7 miljoen gevormd om zes projecten uit te voeren. Hiervan zijn er twee (warmtelevering IJburg en OV verbinding de Aker) volledig afgerond. De reserve wordt jaarlijks aangepast aan loon- en prijsstijgingen. De reservering voor de Inpassing Stations Noord-Zuidlijn is in 2009 overgedragen aan DIVV. Het deel dat nog in het Vereveningsfonds is opgenomen heeft betrekking op werkzaamheden voor IJburg (o.a. sporthallen). Deze zijn in uitvoering. Verwacht wordt dat de declaratie in 2010 zal worden afgerond. Aankoop schoolgebouwen De reserve is gevormd voor het dekken van risico’s door de exploitatie van aangekochte vrijkomende panden van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Uw Vergadering

Raadsdruk Begroting 2011 295

Page 301: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

heeft besloten dat de reserve ook kan worden ingezet als dekking voor de risico’s verbonden met de exploitatie van aangekochte voormalige ROC-panden. Nadat in 2009 een vrijval ten gunste van de Algemene Reserve heeft plaatsgevonden van € 0,95 miljoen, wordt nu alleen nog rekening gehouden met een onttrekking van € 0,4 miljoen als gevolg van de aankoop van een terrein van ROCvA (op basis van besluitvorming van uw Vergadering op 17 december 2008 ) Dit bedrag zal dan ten gunste gebracht moeten worden van de grondexploitatie Amstelkwartier. Verlaging Nieuwe Leeuwarderweg In 2002 is besloten tot het verlaagd aanleggen van de Nieuwe Leeuwarderweg (tussen IJtunnel en Purmerweg), in samenhang met het aanleggen van de Noord/Zuidlijn, waarvoor een bijdrage vanuit het Vereveningsfonds beschikbaar wordt gesteld. De uitvoering van het project geschiedt door het stadsdeel Noord (kredietbeheerder) in opdracht van het projectbureau NoordZuidlijn. Verwacht wordt dat in 2010 het nog resterende bedrag van € 8,2 miljoen volledig zal worden gedeclareerd. Tijdelijke studentenhuisvesting In 2009 is besloten om voor de dekking van het risico van een gemeentelijke bijdrage in de kosten voor brandveiligheid voor de containerdorpen voor studenten aan de Wenckebachweg en op de NDSM-werf een reservering te treffen in het Vereveningsfonds. De hoogte van de reservering is afgeleid van de toegezegde verplaatsingsvergoeding en bedraagt ten hoogste € 1 miljoen voor de Wenckebachweg en ten hoogste € 1,5 miljoen voor de NDSM-werf. Met de maatregelen wordt bereikt dat de studentenwoningen langer op de betreffende locaties kunnen blijven. Voor de Wenckebachweg geldt dat indien de studentenwoningen daar in 2010 weg zouden moeten de gemeente zich garant zal stellen voor een bedrag van € 7,9 miljoen. Dit risico wordt dus bestreden met de investering in de brandveiligheid. Stimulering actieplan woningbouw In het kader van het stimuleren van de woningmarkt in Amsterdam heeft het ons College het actieplan Woningbouw in tijden van crisis vastgesteld. Het actieplan zet in op het stimuleren van woningbouw in tijden van crisis. Er worden meerdere maatregelen genoemd. Eén daarvan is het mogelijk maken van tijdelijke omzetting van koop- naar huurwoningen om in feite het voorverkooprisico weg te nemen bij de ontwikkelaar. Als blijkt dat tijdens verkoop de woningen niet verkocht kunnen worden, kunnen bij oplevering de niet verkochte woningen tijdelijk worden omgezet naar huur. Hiervoor geeft de gemeente een bijdrage, die daarna bij de omzetting terug naar koopwoning, met verrekening van winst of verlies, terugkomt naar de gemeente. Voor deze stimuleringsmaatregel is bepaald dat hiervoor een budget van € 16 miljoen wordt vrijgemaakt in het Vereveningsfonds. In de Jaarrekening 2009 is een bestemmingsreserve ‘Stimulering actieplan woningbouw’ gevormd, met een dotatie van € 8 miljoen in 2009 ten laste van de Algemene Reserve. In 2010 is besloten dat het budget wordt overgeheveld naar de dienst WZS. Op dit moment moet geconcludeerd worden dat de aanwending van de middelen achterblijft bij de vastgestelde planning. De bijdragen lijken te laag om effect te sorteren. Naar aanleiding van de tegenvallende resultaten voor de eerste reservering van € 8 miljoen wordt afgezien van de aanvullende onttrekking van nog eens € 8 miljoen uit de Algemene Reserve te doen. Het besluit om een aparte reservering te treffen wordt dan losgelaten. Algemene Voorziening Tekorten Grondexploitaitaties De actualisatie van de Algemene Voorziening Tekorten Grondexploitaties vindt plaats ten laste (verhoging voorziening) dan wel ten gunste (verlaging voorziening) van de Algemene Reserve. Er wordt rente bijgeschreven op de voorziening: € 11,0 miljoen in 2010 en € 12,9 miljoen in 2011. De geraamde actualisatie van de Algemene Voorziening Tekorten Grondexploitaties in 2010 is gebaseerd op de cijfers bij het LenteRAG 2010. Er wordt ook nog rekening gehouden met een verhogend effect op de voorziening van € 57 miljoen in het kader van Plabeka-1 (schrappen vierkante meters kantoorprogramma in plannen naar aanleiding

Raadsdruk Begroting 2011 296

Page 302: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

van de overmaat op stedelijk niveau). In totaal wordt voor 2010 voor de actualisatie rekening gehouden met een onttrekking van € 77,7 miljoen uit de Algemene Reserve. In 2010 zal naar verwachting een bedrag van € 42,7 miljoen aan de voorziening moeten worden onttrokken voor de afsluiting van verliesgevende plannen. In 2011 zal naar verwachting voor een bedrag van € 14,0 miljoen aan verliesgevende plannen worden afgesloten. Algemene reserve Hieronder volgt de prognose van de algemene reserve van het Vereveningsfonds. Het merendeel van de mutaties in onderstaande tabel heeft een incidenteel karakter. De apparaatskosten toets- en vermogensbeheer en de kosten voor de planvorming worden jaarlijks onttrokken aan de algemene reserve. De geschetste ontwikkelingen worden toegelicht in de het Verdelingsvoorstel voor het Vereveningsfonds en de Zuidas. De ontwikkeling zal veranderen op basis van de aanvullende besluiten die aan Uw vergadering worden voorgelegd,

Algemene Reserve 2010 2011 2012 2013 2014 (bedragen x € 1 miljoen)

STAND PER 01-01 -256,6 -290 -254 -296 -293,2 1. Planafsluitingen 58,7 74,4 0,4 41,9 38 2. Houthavens 0 3. BLS 25,7

4. Rentebijschrijving -8,2 -11 -9,5 -10,9 -11 5. Actualisatie voorziening grondexploitaties -20,7 -6 -7,5 -8,5 -9,3 6. Bouwen aan de stad 1 16,2 6 7,5 8,5 9,3

7. Plabeka I-effect -57 8. Apparaatskosten toets- en vermogensbeheer -4,4 -5 -5 -5 -5 9. Onttrekking saldi grondbank -1,3 -1,3 -1,3 -1,3 -1,3 10. Proceskosten fase II en III IPB -7,7 -7,5 -7,5 -7,5 -7,5 11. Dotatie aan voorziening bodemsanering -9 -14,7 -20,2 -13,6 -12,7

12. FES-bijdrage bodemsanering Buiksloterham 2 2 2 13. Tegenvaller grondlevering Westrandweg -1 14. Bijdrage ACE 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 15. Stimulering actieplan woningbouw 0 16. Bezuinigingstaakstelling Ontwikkelingsalliantie -25 17. Gaasperdammerweg -25 18. Overig -1,8 -1,1 -1 -1 -1 Totaal STAND PER 31-12 -290 -254 -296 -293,2 -318,5

4.3.2 Zuidas In 2009 is de dienst Zuidas Amsterdam opgericht. De grondexploitaties zijn daarmee onder de verantwoordelijkheid van de dienst Zuidas Amsterdam geplaatst. De grondexploitatie Zuidas is een geclusterde grondexploitatie bestaande uit 22 zogenaamde deelexploitaties. Deze zijn begin 2010 geactualiseerd, wat veelal een neerwaarste aanpassing van de grondprijzen betekent en een beperking van het programma op basis van de huidige verwachtingen in de (kantoren)markt. Het initiatief voor de ontwikkeling van de Dokzone ligt bij de gemeente en het rijk gezamenlijk. Naar aanleiding van de voorstellen die in 2009 onder leiding van de rijksvertegenwoordiger aan ons College zijn voorgelegd, hebben wij de voorkeur uitgesproken voor een eindsituatie waarin de infrastructuur op de Zuidas onder de grond wordt gebracht. In 2010 is een traject ingezet waarin wordt toegewerkt naar een voorkeursbesluit in het kader van de ontwikkeling van de Dokzone. In dat verband zal ook een Business Case worden opgesteld voor de gehele Zuidas. De kwartiermaker vanuit het rijk heeft een Plan van Aanpak opgesteld voor de verkenningsfase tot de voorkeursbeslissing Zuidas-dok. Uitgaande van een zorgvuldige voorkeursbeslissing en een realistische doorvertaling in de tijd geeft de kwartiermaker aan dat de voorkeursbeslissing medio 2011 genomen kan worden. Ten

Raadsdruk Begroting 2011 297

Page 303: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

behoeve van de voorbereiding van de voorkeursbeslissing wordt een gezamenlijke projecteenheid opgericht. Financieel Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

1 Totale lasten 14,1 21,0 19,4 16,6 11,5 11,5 11,5 2 Totale baten 17,6 24,4 19,9 20,8 16,2 16,5 16,7 3 Saldo van baten en

lasten (excl. mutaties reserves) -3,4 -3,4 -0,4 -4,2 -4,7 -5,0 -5,2

Toevoegingen reserves 3,9 4,3 4,7 5,2 5,5 5,7

Onttrekkingen reserves 0 3,3 0 0 0 0

Mutaties is reserves 3,9 3,9 1,0 4,7 5,2 5,5 5,7

Saldo van baten en lasten (incl. mutaties reserves) 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Begroting 2011 In de Begroting 2010 is een bedrag van € 12,1 miljoen voor Planvorming grondexploitaties opgenomen. In de Actualisatie 2010 en Begroting 2011 is dit bedrag hetzelfde. In de Begroting 2010 is een bedrag van € 7,3 miljoen opgenomen voor Planvorming Dokontwikkeling. In de Actualisatie 2010 is dit bedrag met € 3,8 miljoen naar beneden bijgesteld. De reden voor de neerwaartse bijstelling is dat de setting tussen rijk en gemeente is veranderd. Het rijk zal voor 50% aan de Dokontwikkelingskosten bijdragen. De neerwaartse bijstelling van deze lasten heeft geen gevolg voor het saldo aangezien daar een equivalente daling van de baten tegenover staan aangezien deze lasten worden betaald uit de grondexploitatie. In de Begroting 2011 nemen de planvormingskosten toe met € 0,5 miljoen voor de kosten van het begeleiden van verschillende projecten (OV-SAAL, NZL, Amstelveenlijn, Stationsverbetering korte termijn). De Actualisatie 2010 laat een eenmalige ophoging van de lasten zien in verband met de onttrekking van de reserve Groenfonds, die aan de grondexploitaties wordt toegevoegd. Begroting 2012-2014 In de periode 2012 en verder dalen de lasten ten opzichte van de Begroting 2011 met € 5,1 miljoen. De reden daarvoor is: � de dienst Zuidas verwacht dat zij op dat moment geen planvormingkosten à € 4,0 miljoen.

voor de Dokontwikkeling meer zullen hebben. Het doel van een Voorkeursbesluit is dan behaald. De kosten die daarna volgen in verband met de ontwikkeling van het DOK zullen onderdeel zijn van de Business Case en niet langer via de Begroting dienst Zuidas verantwoord worden

� er wordt gestreefd naar een daling van de proceskosten gebiedsontwikkeling Flanken à € 1,1 miljoen

Reserves Bedragen x € 1 miljoen

Werkelijke stand

ultimo 2009

Mutatie 2010

Verwachte stand

ultimo 2010

Mutatie 2011

Verwachte stand

ultimo 2011

Verwachte stand

ultimo 2012

Verwachte stand

ultimo 2013

Verwachte stand

ultimo 2014 Reserve groenfonds Zuidas

3,3 -3,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve grondexploitaties Zuidas

107,1 4,3 111,4 4,7 116,1 121,3 126,8 132,5

Totaal Reserves 110,4 1,0 111,4 4,7 116,1 121,3 126,8 132,5 � De reserve groenfonds Zuidas wordt in 2010 opgeheven. Het bedrag wordt toegevoegd

aan een aparte grondexploitatie

Raadsdruk Begroting 2011 298

Page 304: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� De meerjarige toename van de stand Reserves is het gevolg van een rentebijstelling 4.4 Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Algemeen Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SFV) kent twee dekkingsbronnen met ieder een eigen bestemmingsrichting: � de opbrengsten uit de verkoop van de Kabeltelevisie Amsterdam, het zogeheten SFV-

KTA deel. Dit deel wordt besteed aan de vernieuwing van de Bijlmermeer, de realisatie van huurwoningen in de uitbreidingsgebieden en volkshuisvestingsinitiatieven in de vooroorlogse stad

� de opbrengsten uit de meerwaarde die ontstaat doordat bij de conversie van tijdelijke naar permanente erfpachtcontracten van woningbouwcorporaties, deze laatste worden afgekocht. Dit zogeheten erfpachtdeel (SFV-EP) is grotendeels bestemd voor de herstructurering van de naoorlogse wijken Parkstad en Noord

De Commissie Stimuleringsfonds doet ons College voorstellen over de besteding van de middelen uit het SFV. De volgende ontwikkeling voor 2010 en 2011 worden geraamd:

Bedragen x € 1 miljoen

Stand ultimo

2009

Verwachte mutaties

2010

Stand ultimo

2010

Verwachte mutaties

2011

Stand ultimo

2011

Stand ultimo

2012

Stand ultimo

2013

Stand ultimo

2014 + -/- + -/-

Reserve, KTA-deel 12,1 0,0 3,0 9,1 0,0 3,5 5,6 3,0 1,0 0,0 Reserve erfpachtdeel vastgoeddeel

84,7 9,2 9,0 84,9 8,4 9,0 84,3 75,0 60,0 50,0

Reserve erfpachtdeel gronddeel

60,7 42,9 39,3 64,4 11,8 6,9 69,3 80,5 89,8 96,2

Voorziening erfpachtdeel gronddeel

130,2 31,9 12,3 149,8 12,2 14,0 147,9 129,6 134,0 145,7

Totaal 287,7 84,0 63,6 308,2 32,4 33,4 307,1 288,1 284,8 291,9 Bij de geraamde ontwikkeling van het SFV dient men zich te bedenken dat de inzet van het SFV onderdeel is van de onderhandelingen tussen de gemeente en de Amsterdamse corporaties in het kader van Bouwen aan de stad-2. De inzet van het SFV voor het Vereveningsfonds is daarbij een belangrijk onderwerp. Verder heeft ons College het initiatief genomen om een Commissie te laten adviseren over het financieel administratief systeem van het Vereveningsfonds. De uitkomsten van deze ontwikkelingen kunnen van betekenis zijn voor het SFV. Op voorhand valt dat echter niet te concretiseren. KTA-deel stimuleringsfonds In 2001 heeft uw Vergadering besloten het KTA-deel aan te wenden voor: � een aantal grote projecten (onder meer IJburg en het vernieuwingsplan Bijlmermeer) � transformatie van de woningvoorraad in stedelijke vernieuwingsplannen, onder andere

om woningen te kunnen samenvoegen en om subsidies te kunnen verstrekken voor rolstoelgeschikte woningen (ROWO’s) en wonen in beschermde omgeving (WIBO’s)

Ultimo 2007 was er, binnen het budget voor de transformatie van de woningvoorraad, sprake van een aanzienlijke vrijval van € 11,8 miljoen. De bedrag is geheel bestemd voor diverse doeleinden waartoe is besloten bij de Begroting 2009 en de Begroting 2010. Doeleinden zijn onder andere achterstand onderhoud monumenten, beter verbeteren, museum ’t Schip, maatschappelijk vastgoed en studentenhuisvesting. Vanwege niet bestede eerdere reserveringen is er een vrijval van € 1,4 miljoen aan vrij besteedbare ruimte. Ons College stelt, op advies van de Commissie SFV, voor om de vrijval als volgt te bestemmen: � € 0,7 miljoen Maatschappelijk Vastgoed Waterlandplein � € 0,025 miljoen Zuiderkerk Woonbeurs

Raadsdruk Begroting 2011 299

Page 305: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� € 0,7 miljoen reserve Erfpachtdeel Stimuleringsfonds De grond waarop corporaties hun woningen bouwden is destijds grotendeels uitgegeven in tijdelijke erfpacht. Gemeente en corporaties spraken in 1997 af dat de tijdelijke erfpachtcontracten bij afloop worden omgezet in voortdurende erfpachtcontracten en dat de corporaties de canon over een periode van 75 jaar afkopen. Door afkoop ontstaat voor de gemeente meerwaarde omdat de afkoopsom hoger is dan de boekwaarde van de grond. Op grond van de gemaakte afspraak zal de gemeente deze meerwaarde storten in het SFV-EP. Dit deel van het fonds is vooral bedoeld voor de herstructurering van bestaande woongebieden in Parkstad en Noord. De geraamde voeding van het SFV-EP tot 2020 bedraagt € 493,9 miljoen (netto contante waarde per 1-1-2010, inclusief rente). Het SFV-EP bestaat uit twee onderdelen die ieder de helft van de meerwaarde als voeding hebben: � SFV-EP gronddeel ter dekking van tekorten in de grondexploitaties � SFV-EP vastgoeddeel ter dekking van onrendabele investeringen in de volkshuisvesting In de afgelopen jaren heeft uw Vergadering al een groot deel van de middelen die tot 2020 beschikbaar komen gereserveerd voor specifieke stedelijke vernieuwingsplannen (SV-plan). Voor elk SV-plan heeft uw Vergadering een taakstellend budgettair kader vastgesteld met een bijdrage uit het gronddeel en vastgoeddeel van het SFV-EP. Het SFV-erfpacht gronddeel is opgedeeld in de volgende aan elkaar gerelateerde onderdelen: � de reserve voor nieuwe negatieve grondexploitaties én de dekking voor niet voorziene

toekomstige tegenvallers in vastgestelde exploitaties met daarbinnen de reserve knelpuntenpot (ten behoeve van knelpunten in de vernieuwingsgebieden Noord en Parkstad voor zowel gronddeel als vastgoeddeel) en de reserves Parkstad (ten behoeve van knelpunten in Parkstadplannen) en uitwerkingsplannen Raamovereenkomst Parkstad

� de voorziening nodig voor de dekking van de negatieve saldi van alle vastgestelde grondexploitaties onder de werkingssfeer van het SFV met daarbinnen een algemeen deel en een deel voor de Raamovereenkomst Parkstad

Eind 2009 waren er achtendertig actieve reguliere uitwerkingsplannen, twaalf positief en zesentwintig negatief. Naar verwachting worden hiervan in 2010 drie uitwerkingsplannen afgesloten en in 2011 zeven. De besluitvorming over de uitvoering van nieuwe plannen in 2010 en 2011 is op dit moment onder voorbehoud van de uitkomst van de heroverweging van de ruimtelijke plannen en de beheersmaatregel van december 2009. Bezien wordt of in 2010 vier nieuwe reguliere uitwerkingsplannen kunnen worden vastgesteld en of binnen de kaders van de raamovereenkomst vier uitwerkingsplannen en drie vernieuwingsplannen kunnen worden vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de vaststelling van twee nieuwe reguliere uitwerkingsplannen en binnen de kaders van de raamovereenkomst één uitwerkingsplan in 2011. In onderstaande tabel is de voorgenomen bestemming van de geraamde beschikbare middelen voor de periode tot 2020 inzichtelijk gemaakt, tegen de netto contante waarde op 1 januari 2009. In onderstaande tabel zijn geen voorstellen voor nieuwe SV-plannen verwerkt. Ons College zal nieuwe SV-plannen, na advies van de commissie Stimuleringsfonds, aan uw Vergadering voorleggen. Budgettair kader SFV-EP Netto contante waarde 1 januari 2010

bedragen x € 1 miljoen

Voeding tot 2020 493,9 Reserveringen door uw Vergadering vastgesteld Voorbeeldprojecten -53,5 Knelpuntenpot -13,2 Knelpuntenpot nog onbesteed -3,1 Parkstad -185,9 Noord -76,9 Bijdrage kosten beheer SFV 2007 – 2019 -1,2

Raadsdruk Begroting 2011 300

Page 306: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onvoorzien voor dekking van risico’s -44,0 Reservering premieregeling Basiskwaliteit -1,5 Restant benodigde voeding tot 2019 -45,0 Resterende geraamde ruimte 114,5 Ontwikkelingen van het erfpachtdeel in 2009 en 2010 De toevoegingen aan de reserves SFV-EP bestaan uit ontvangen afkoopsommen en rentebijschrijving. De voeding tot 2020 is in 2010 opnieuw geraamd en naar boven bijgesteld op € 493,9 miljoen. Tot en met 2009 is € 334,4 miljoen daadwerkelijk ontvangen aan meerwaarde. De onttrekkingen aan het vastgoeddeel bestaan uit aan corporaties betaalde premies voor onrendabele investeringen. De mutaties zijn afhankelijk van de plannen die door de corporaties worden ingediend. Dat is moeilijk vooraf te ramen. De Actualisatie 2010 wijkt daarom ook af van de raming voor de Begroting 2010: de voeding zal met € 9 miljoen ongeveer € 3 miljoen lager zijn, de onttrekking met € 9 miljoen € 2 miljoen hoger. De Commissie SFV stelt voor om voor € 4 miljoen extra kwaliteitsverbetering in de openbare ruimte te realiseren in zogenaamde ‘Behoedzame Gebieden Geuzenveld’. Dit zijn gebieden waarvoor geen stedelijke vernieuwingsplannen worden gemaakt, maar waarvoor de commissie wel een kwaliteitsverbetering van de onbebouwde ruimte nodig acht. Ons College stelt aan uw vergadering voor om vooralsnog niet in te stemmen met de voorstellen van de Commissie SFV om € 4 miljoen bij te dragen aan extra kwaliteit in behoedzame gebieden in Geuzenveld. Te zijner tijd zal een nader voorstel gedaan worden. In dit nadere voorstel dat dan ter besluitvorming aan ons College zal worden voorgelegd moet onderbouwd worden dat de totale investering niet kan worden gedekt uit de reguliere stadsdeelbegroting en uit bijdragen van de betrokken corporaties. De beoogde bijdrage van € 4 miljoen uit het Stimuleringsfonds moet binnen dit kader beschouwd worden als een eenmalige impulsbijdrage om de openbare ruimte in deze gebieden op een hoger niveau te brengen. De ontwikkeling van het gronddeel (reserve en voorziening) is als volgt: Actualisatie 2010 De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Begroting 2010: � hogere raming te ontvangen meerwaarde (+ € 7,5 miljoen) � rentebijschrijving reserve (+ € 0,8 miljoen) en voorziening (- € 0,5 miljoen) � lagere aan reserve af te dragen positieve saldi van afgesloten plannen (- € 0,6 miljoen) � vrijval voorziening vanwege planafsluitingen en verbetering saldi lopende plannen

(+ € 10,7 miljoen) � lagere onttrekking reserve (- € 0,1 miljoen) en lagere onttrekking voorziening (-0,4

miljoen) voor planafsluitingen � lager dan begrote overboeking van reserve (- € 18,7 miljoen) naar voorziening (+ € 18,7

miljoen) voor saldi van vast te stellen negatieve plannen � overboeking van € 18,4 miljoen vanuit de reserve naar de voorziening voor bijdragen aan

uitwerkingsplannen � de bijdrage van € 1,6 miljoen voor het plan Waterlandplein verschuift naar 2012 of later � hogere onttrekking voor vast te stellen negatieve plannen (+ € 1,8 miljoen) � lagere dotatie aan de voorziening voor raamwerkovereenkomstplannen (- € 2,0 miljoen) Begroting 2011 De belangrijkste ontwikkelingen in de Begroting 2011 zijn: � rente bijschrijving reserve en voorziening (€ 8,0 miljoen) � te ontvangen meerwaarde (€ 8,4 miljoen) � toevoeging aan de reserve positieve van saldi bij planafsluitingen (€ 0,7 miljoen) � overboeking vanuit de reserve (- € 3,8 miljoen) aan de voorziening voor vast te stellen

negatieve plannen (+ € 3,8 miljoen) � overboeking uit de reserve (- € 1,4 miljoen) naar de voorziening (+ €1,4 miljoen) voor

bijdragen aan uitwerkingsplannen � overboeking vanuit reserve (- € 0,6 miljoen) naar de voorziening (+ € 0,6 miljoen) voor

planafsluitingen

Raadsdruk Begroting 2011 301

Page 307: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� onttrekking aan de reserve voor knelpunten sociaal maatschappelijk vastgoed (€ 1 miljoen)

� onttrekking aan de voorziening (€ 14,0 miljoen) voor planafsluitingen

Raadsdruk Begroting 2011 302

Page 308: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Gebiedsgerichte inzet (wijkaanpak)

Komen tot gebiedsgerichte arrangementen tussen stad en stadsdelen

Minder buurten vallen onder categorie behoeft zeer veel of veel aandacht

7.500 7.500

2 Uitbreiding Wijksteunpunten Wonen

Uitbreiden van wijksteunpunten

Uitbreiding van wijksteunpunten buiten de ring

200 200

3 Woningbouwregie Accent van de werkzaamheden ligt op systeemverandering in de woningbouw, inclusief samenwerking markt, corporaties en nieuwe allianties

Realisatie ambitie 12.000 woningen in 2014

600 600

4 Transformatie, kantorenloods

Via onorthodoxe maatregelen en transformatie leegstand in de kantorenactief en substantieel terug te dringen.

Streven naar 200.000 m² (inclusief hotelbedden en studentenwoningen) omgezet in 2014

500 350

5 Broedplaatsen Mddelen worden ingezet voor objectubsidies en projectmanagement dat geleverd wordt voor behoud en realisatie van broedplaatsen

Jaarlijks 10.000 m² broedplaatsruimte

1.500 1.000

6 Transformatie kantoren Realiseren iconen door transformatie van enkele spiegelpaleizen; ontplooien tijdelijke initiatieven op lege kavels; incidenteel strategisch aankopen

Doorbreken mono-functionaliteit door de komende 10 jaar kwartier te maken en nieuwe functies te introduceren; tot 2040 minstens 5.000 woningen toevoegen aan de kantorenstrook; kantorenstrook en bedrijvengebied intensiveren zonder extra toevoeging van m² kantoren of bedrijfsmeters te laten verdwijnen

1.900 1.000

12.200 10.650 I1b Programakkoord: overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

7 Programma Maatschappelijke Investeringen, PMI

Stimuleren investeringen in maatschappelijk vastgoed

Verstrekking financiële bijdragen aan stadsdelen voor realisatie maatschappelijk vastgoed

10.000 10.000

10.000 10.000

Raadsdruk Begroting 2011 303

Page 309: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

IP4 Incidentele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

8 Budget 'stadsmariniers' incidenteel (2011) verlagen

Verminderen extra capaciteit grote problemen en knelpunten

Incidenteel minder budget voor stadmariniers in 2011, doch geen materiële effecten

-160 -160

-160 -160 ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

9 Van Groot naar Beter Het vrijmaken van grote woningen voor krap wonende mensen

60 vrijgemaakte grote woningen in 2011

250 250

10 Beter Verbeteren en Funderingsherstel

Het verlenen van subsidie aan eigenaren voor verbeteringswerkzaamheden in het kader van de regeling Beter Verbeteren

Behoud en herstel van oorspronkelijke gevels en architectonisch waardevolle panden

615 615

11 Stelpost Bodemsanering Bodemonderzoeken en bodemsanering binnen de gemeentelijke grondexploitatieprojecten

Sanering terreinen ten behoeve van de realisatie van gemeentelijke projecten

2.000 2.000

12 Sleutelbedrag stadsdelen Beschikbaar stellen van ISV-budget aan stadsdelen

Stadsdelen beschikken over eigen ISV-budgetten

14.750 14.750

13 Vernieuwing Bijlmermeer Bijdrage aan de vernieuwing van de Bijlmermeer

Vernieuwing Bijlmermeer

365 365

17.980 17.980

Raadsdruk Begroting 2011 304

Page 310: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

14 Infobalie (WZS)

-100 -100

15 Opheffen kenniscentrum Amsterdam

-200 -200

16 Regeling Huisbewaring (WZS)

-75 -75

17 Verhoging Leges (WZS)

-620 -620

18 Versobering bedrijfsvoering (WZS)

-100 -100

19 Bestuurlijke begeleiding Beperken bestuurlijke begeleiding en beleidsmatige inzet voor Zuidas

-370 -370

20 RO-beleid stedelijke samenhang

Er worden minder middelen beschikbaar gesteld voor RO op het niveau van de centrale stad

Het betreft de taken die samenhangen met de bewaking van de stedelijke samenhang, het actief bevorderen van de samenhang en de positionering van Amsterdam richting rijk, Stadsregio, Provincie, Waterschappen en Europa

-600 -100

21 Zuiderkerk Ons College stelt voor om het informatiecentrum voor de ruimtelijke sector in de Zuiderkerk te sluiten.

De activiteiten voor communicatie over de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam in de Zuiderkerk stoppen.

-600 -600

22 Vastgoedadvisering t.l.v. Vereveningsfonds

Volledige kostendekkendheid van de afdeling vastgoedadvisering

-950 -950

-3.615 -3.115

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

I1 Programakkoord

1. Gebiedsgerichte inzet (wijkaanpak) De beschikbare PA (programakkoord) middelen voor de Wijkaanpak in deze periode (2011 t/m 2014) bedragen € 15,0 miljoen, waarbij de verdeling als volgt is: € 7,5 miljoen voor 2011 en € 7,5 miljoen voor 2012. Voor de uitvoering van de prioriteit zal 5,89 fte ingezet worden. De middelen zullen besteed worden aan Wijkaanpak-arrangementen voor de stadsdelen Zuidoost, Nieuw-West en Noord voor inzet in de domeinen leren en opgroeien, armoede/participatie en werkgelegenheid. Zo mogelijk in overleg met de corporaties, worden de middelen besteed aan andere projecten op sociaal beheer en leefbaarheid. Dit alles ten behoeve van het voorkomen van (het nog verder) oplopen van achterstanden in de gebieden die nu ook al het zwaarst getroffen worden door het stilvallen van de stedelijke vernieuwing en de oplopende (jeugd)werkloosheid. De arrangementen moeten gericht bijdragen aan het verbeteren van de NAP-indicatoren die onderdeel uitmaken van de domeinen leren en

Raadsdruk Begroting 2011 305

Page 311: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

opgroeien, werkgelegenheid en participatie en aantoonbaar een multiplier-investering bij derden genereren. De prestaties/doelstellingen waarop de middelen zich moeten richten betreffen die indicatoren zoals gebruikt in de Staat van de Aandachtswijken/Staat van de Stad. Dit kan per arrangement verschillen, afhankelijk van de bestuurlijke afspraak tussen de centrale stad en stadsdeel. Ons College stelt voor een incidenteel bedrag incidenteel van € 7,5 miljoen op te nemen in het verdelingsvoorstel voor 2011. 2. Uitbreiding Wijksteunpunten Wonen Om uitbreiding van de wijksteunpunten buiten de ring te stimuleren zijn extra middelen nodig. In het programmakoord is de uitbreiding wijksteunpunten benoemd als een van de doelstellingen. Specifiek gaat het om een verbetering van de uitvoering van de vijf basistaken van wijksteunpunten wonen bij het ondersteunen van huurders. Deze basistaken zijn: voorlichting en hulpverlening, bewonersondersteuning, ondersteuning collectieve belangenbehartiging op stadsdeelniveau en/of wijkniveau, ondersteuning participatie, signaleren van knelpunten. Dit overwegende stelt ons College voor om in 2011 € 0,2 miljoen toe te kennen aan de uitbreiding van wijksteunpunten buiten de ring. 3. Woningbouwregie In het Programakkoord is voor woningbouwregie/ huurderondersteuning € 4 miljoen extra beschikbaar. De aanvraag voor woningbouwregie bedraagt € 3,2 miljoen. Voor de huurdersondersteuning is een aparte prioriteitsaanvraag ingediend van € 0,8 miljoen voor deze collegeperiode. Het geheel past binnen de kaders van het Programakkoord. De prioriteit is voor een systeemverandering in de woningbouw, inclusief samenwerking tussen markt en corporaties en nieuwe allianties, het continueren van de taken van de woningbouwregisseur na 2012 en de ondersteuning van de regisseur door de afdeling Regie Productie. Ons College stelt voor, gezien de onzekere financiële situatie, de toekenning voor woningbouwregie te beperken tot de gevraagde € 0,6 miljoen incidenteel voor 2011. De komende jaren zal bij de begroting steeds opnieuw worden bekeken of er financiële ruimte is voor verdere honorering. 4. Transformatie, kantorenloods De kantorenloods ziet zich voor de opgave geplaatst om de komende bestuursperiode periode door transformatie de leegstand in de kantoren actief en substantieel terug te dringen. De aanvraag past binnen de kaders van het Programakkoord waarin hiervoor € 2 miljoen is opgenomen. Gegeven de onzekere financiële situatie stelt ons College positief voor om in 2011 incidenteel € 0,35 miljoen voor de kantorenloods toe te kennen. De komende jaren zal bij de begroting steeds opnieuw worden bekeken of er financiële ruimte is voor verdere honorering. 5. Broedplaatsen Het broedplaatsenbeleid van de gemeente Amsterdam draait om de realisatie van betaalbare (woon-)werkruimte voor het ‘basissegment van de creatieve industrie’. De doelgroep die gebruik maakt van dit basissegment is een mix van startende kunstenaars en creatieve ondernemers, culturele ondernemers en ambachtelijke bedrijfjes die samen in een broedplaats een creatieve meerwaarde voor de straat, buurt en stad genereren. Deze meerwaarde valt te specificeren naar vier thema’s. Ten eerste Kunst&Cultuur waarbij het gaat om ruimte bieden voor jong kunstzinnig talent uit binnen- en buitenland. Ten tweede de economische betekenis van broedplaatsen voor de werkgelegenheid voor de creatieve industrie. Ten derde de sociale waarde van broedplaatsen voor versterking van buurten en wijken zoals dit concreet is aangetoond in Nieuw-West. Het ruimtelijke thema tot slot betreft de voortzetting van de succesvolle aanpak om het negatieve imago van sommige buurten (Zuid-Oost, Nieuw-West) te doorbreken met de komst van broedplaatsen en ook de kantorenleegstand te bestrijden met al dan niet tijdelijk gebruik als broedplaats. Deze middelen worden ingezet voor objectsubsidies en projectmanagement dat geleverd wordt voor de behoud en realisatie van broedplaatsen.

Raadsdruk Begroting 2011 306

Page 312: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Gevraagd wordt ten behoeve van het programma broedplaatsen voor 2011 € 1,5 miljoen toe te kennen. De aanvraag past binnen de kaders van het Programakkoord waarin voor broedplaatsen € 6 miljoen is opgenomen. Door toekenning van dit bedrag kan in de periode 2011-2014 worden voldaan aan de doelstellingen van het vigerend broedplaatsenbeleid, te weten een toevoeging van jaarlijks 10.000 m² broedplaatsruimte. Ons College stelt voor, gezien de onzekere financiële situatie, de toekenning te beperken tot € 1 miljoen incidenteel voor 2011. De komende jaren zal bij de begroting steeds opnieuw worden bekeken of er financiële ruimte is voor verdere honorering. 6. Transformatie kantoren Conform het programakkoord wordt de transformatie van kantoorpanden de komende periode voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. Het voorgestelde budget wordt ingezet voor onrendabele investeringen in grond en/of vastgoed om de beoogde transformatie van een gebied een impuls te geven. Met transformatie wordt hier bedoeld dat de huidige (verouderde) bestemming van gebouwen en/of grond (deels) wordt omgezet naar een nieuwe bestemming. Omdat er sprake is van een onzekere financiële situatie stelt ons College voor om in 2011 niet het volledige gevraagde bedrag te honoreren en een bedrag van € 1 miljoen beschikbaar te stellen.

I1b Programakkoord: overige prioriteiten

7. Programma Maatschappelijke Investeringen, PMI Het voorstel voor de PMI-middelen voor de periode 2011 t/m 2014 bedraagt € 20,0 miljoen, waar bij de aanvraag van de prioriteit de volgende verdeling wordt aangegeven: € 5,0 miljoen 2011, € 10,0 miljoen 2012, € 2,5 miljoen 2013 en € 2,5 miljoen 2014. Het zwaartepunt ligt daarmee aan het begin van deze Collegeperiode. Voor de uitvoering van de prioriteit zal 2,81 fte ingezet worden. In het PMI-verdeelbesluit dat jaarlijks door ons College wordt vastgesteld worden de concrete projectvoorstellen van de stadsdelen opgenomen. Opgaven 2011-2014 De stadsdelen bepalen de gewenste PMI-bijdragen op basis van hun meerjarige investeringsprogramma’s sociale accommodaties (MIPSA). De inhoud en de prioritering in de toekenning van PMI-middelen worden bepaald door: � sectoroverschrijdende (sociaal, fysiek, cultuur, economie) integrale afwegingen op wijk-,

buurt- en stadsdeelniveau (gebiedsgerichte aanpak) � stadsdeelvoorzieningen waarbij sprake is van stedelijke planvorming en regie op de

uitvoering, zoals ouderkindcentra, voorscholen, uitvoering van het sportplan; culturele voorzieningen; participatiecentra

� wijkaanpak en gebiedsgerichte arrangementen � herstructureringsgebieden, grootstedelijke en coalitiegebieden (uitbreiding, stedelijke

vernieuwing) waarbij maatschappelijk vastgoed wordt ontwikkeld dat onder beheer van het stadsdeel komt; een en ander afhankelijk van de nadere prioritering met betrekking tot voorrangsgebieden)

Maatschappelijk vastgoed is vaak onderdeel van een groter bouwprogramma met andere functies en voor een deel afhankelijk van de woningbouwopgave. Een dekkende exploitatie van maatschappelijk vastgoed is vaak afhankelijk van beleidsbudgetten in de sociale sector. De stadsdelen worden de in gelegenheid gesteld om uiterlijk mei 2011 hun meerjarige investeringsprogramma’s te hebben afgerond, zodat deze de grondslag kunnen vormen voor beoordeling van de aanvragen per 1 augustus 2011 voor de periode 2012-2014. Ons College heeft de prioriteit voor € 10 miljoen opgenomen in het verdeelvoorstel 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 307

Page 313: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

IP4 Incidentele posterioriteiten

8. Budget 'stadsmariniers' incidenteel (2011) verlagen Voor een toelichting wordt verwezen naar de structurele posterioriteit vermindering budgetten Bestuursdienst in het Programma Bestuur & concern.

ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

9. Van Groot naar Beter De regeling Van Groot naar Beter richt zich op het vrijmaken van grote woningen voor krap wonende grote gezinnen. De regeling wordt op dit moment veranderd van een subsidie voor bewoners naar een subsidie voor corporaties (ten behoeven van de bewoners). Met deze verandering zal de effectiviteit verbeteren. De nieuwe regeling houdt in dat kleine huishoudens (1-3 personen) actief worden benaderd door corporaties om van een woning met minimaal vijf kamers en groter dan 70 m² te verhuizen naar een kleinere passende woning. Vervolgens wordt deze grote woning toegewezen aan een krap wonend groot gezin (huishouden met drie of meer kinderen jonger dan 18 jaar wonend in een woning kleiner dan 60 m2). Corporaties kunnen een subsidieaanvraag doen voor de kosten die gemaakt zijn om het kleine huishouden te laten verhuizen tot een maximum bedrag van € 6.000. De huidige regeling wordt uitgevoerd door WZS en is daarbij ondanks soms gerichte actie vooral ‘aanvraag’ gestuurd. Door de regeling te veranderen waarbij corporaties aanvragen kunnen doen, vermindert de bureaucratie. Corporaties kunnen beter prioriteren en meer gericht bewoners benaderen, daarmee worden er enkel aanvragen gedaan die een grote kans van slagen hebben. De verwachting is dat als deze regeling goed op gang is tenminste zestig grote woningen per jaar beschikbaar komen voor krap wonende grote gezinnen. Ons College stelt voor de aanvraag op te nemen in het verdeelvoorstel. 10. Beter Verbeteren en Funderingsherstel Woningcorporaties en particuliere eigenaren worden met de regeling ‘Beter Verbeteren’ gestimuleerd om tijdens hun onderhouds- en verbeteringswerkzaamheden nadrukkelijk ook te investeren in behoud of herstel van het oorspronkelijk aangezicht van de gevel. Daarnaast bevordert de centrale stad duurzaam behoud van architectonisch zeer waardevolle panden door premies voor funderingsherstel beschikbaar te stellen. Funderingsherstel maakt echter maar een klein deel van het budgetbeslag uit. ‘Beter Verbeteren’ blijkt, ondanks het verhoudingsgewijs geringe subsidiebedrag, een zeer effectieve regeling waar het gaat om behoud en herstel van gevels en de uitstraling van de stad. Het stimuleert tegelijk ook investeringen met een multiplier van ongeveer een factor 5 tot 6. Vanuit budgettaire overwegingen is deze regeling eind 2004 beëindigd voor alle verbeteringen buiten de Stedelijke vernieuwingsplannen. Ondanks de grote vraag die daar buiten bestaat zijn subsidies alleen nog mogelijk binnen de door uw Vergadering vastgestelde SV-plannen. De raming van de budgetbehoefte is deels gebaseerd op deze plannen en deels op de ervaring van de afgelopen jaren. De afgelopen jaren kwam dat ongeveer neer op de besteding van het volledige jaarbudget van ruim € 1,5 miljoen. Wellicht mede als gevolg van de crisis is het beroep op dit budget wat teruggelopen en is er nog een restantbudget van voorgaande jaren. Gezien het bovenstaande en de budgettaire beperkingen stelt ons College voor om € 0,615 miljoen op te nemen in het verdeelvoorstel. 11. Stelpost Bodemsanering Ons College stelt voor om € 2 miljoen op te nemen in het ISV-verdeelvoorstel voor het uitvoeren van bodemonderzoeken en bodemsaneringen. Het voorstel volgt uit de verplichtingen naar het rijk (convenant Bodem).

Raadsdruk Begroting 2011 308

Page 314: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

12. Sleutelbedrag stadsdelen Stedelijke vernieuwing vindt vooral plaats in de stadsdelen. Het ligt dan ook voor de hand hiervoor een substantieel bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. In de Begroting 2010 was dit € 20 miljoen. Gezien de bezuiniging op het ISV is het vrijwel onmogelijk het sleutelbudget op dat niveau te handhaven. Ons College stelt voor om € 14,75 miljoen voor sleutelbudget richting stadsdelen op te nemen in het verdeelvoorstel. Het budget zal verdeeld worden volgens de sleutel die ons College in december 2009 vaststelde. De sleutel is aangepast om meer recht te doen aan de feitelijke stedelijke vernieuwingsopgave. Deze sleutel wordt aan het begin van deze bestuursperiode voor vier jaar vastgelegd, waardoor de stadsdelen zekerheid hebben ten aanzien van de onderlinge verdeling. 13. Vernieuwing Bijlmermeer De vernieuwingoperatie Bijlmermeer is nog niet afgelopen. Er moet nog veel gebeuren: de bouw van ruim 3.000 woningen, renovatie c.q. herpositionering van flats, de inrichting van tientallen hectare openbare ruimte en het realiseren van nieuwe commerciële functies en voorzieningen. De beide andere partners van de vernieuwing, Rochdale en Stadsdeel Zuidoost, hebben gezien het grote belang om de opwaartse lijn van de Bijlmer vast te houden, inmiddels hun bijdrage aan het voortbestaan van het projectbureau vernieuwing Bijlmermeer voor de komende jaren vastgelegd. Aan de centrale stad wordt hetzelfde gevraagd. Het gaat daarbij om een bedrag van € 0,365 miljoen per jaar voor de komende vier jaar. Aangezien de proceskosten voor de nernieuwing van de Bijlmermeer eigenlijk in het Vereveningfonds thuishoren, stelt ons College voor alleen voor 2011 het bedrag van € 0,365 miljoen op te nemen in het verdeelvoorstel en daarna niet meer.Toekenning van dit budget hangt samen met de herprioriteringsactie ruimtelijke plannen. Als deze plannen worden geschrapt of uitgesteld, vervalt de grond voor deze aanvraag.

SP4 Structurele posterioriteiten

14. Infobalie (WZS) Voor informatie over het verkrijgen van een woning wenden burgers zich op tal van manieren tot dienst Wonen Zorg en Samenleving (WZS). Naast schriftelijk en digitale kanalen zijn er ook mensen die zich melden bij de informatie balie van de dienst. Door dit voortaan op basis van afspraak te doen, kan formatie worden bespaard zonder dat de dienstverlening verslechterd. Ons College stelt voor deze posterioriteit op te nemen in de begroting en daarbij de vaste formatie van WZS te verlagen met het bij behorende aantal fte. 15. Opheffen kenniscentrum Amsterdam (WZS) Het kenniscentrum ((bibliotheek voor de ruimtelijke sector) is geen kernactiviteit van de dienst WZS, daarnaast is het gebruik in de afgelopen jaren fors teruggelopen. Ons College stelt voor het kenniscentrum op te heffen en daarbij de vaste formatie van WZS te verlagen met het bijbehorende aantal fte. 16. Regeling Huisbewaring (WZS) Het in gebruik geven en nemen van een vergunningplichtige woning zonder in bezit te zijn van een huisvestingsvergunning is verboden. Toch kunnen zich situaties voordoen waarbij een hoofdbewoner tijdelijk geen gebruik kan maken van de woonruimte. Onder huisbewaring verstaan we het in gebruik geven en nemen van een woning bij tijdelijke afwezigheid van de hoofdbewoner. Dienst WZS controleert deze aanvragen en verleent al dan niet toestemming. Gebleken is dat corporaties deze aanvragen zelf kunnen afhandelen, zodat dit geen controle door de gemeente meer behoeft. De dienst blijft wel verantwoordelijk voor het vooraf toetsen van de huisbewaring op de particuliere markt, maar niet op de huurmarkt. Dit overwegende stelt ons College voor deze prioriteit op te nemen in de begroting en daarbij de benodigde fte te verlagen bij de dienst. 17. Verhoging Leges (WZS) De huidige kostendekkendheid van leges in het kader van de huisvesting en legesverordening is circa 30 procent. Met deze posterioriteit wordt de kostendekkendheid van leges verhoogd naar 60 procent. Dit heeft gevolgen voor de tarieven voor burgers en verhuurders. Ons College adviseert deze posterioriteit structureel op te nemen in de begroting.

Raadsdruk Begroting 2011 309

Page 315: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

18. Versobering bedrijfsvoering (WZS) In het kader van de fusie van wonen en zorg en samenleven is reeds structureel € 1 miljoen ingeboekt. De verdere invulling van de fusie zal naar verwachting nog structureel € 0,1 miljoen opleveren door het doelmatiger inzetten van de uitvoerende functies. Ons College adviseert deze posterioriteit op te nemen in de begroting. Waarbij in de realisatie ervan aandacht zal moeten zijn voor het voorkomen van dubbeltellingen met overige bedrijfsvoeringsmaatregelen. Voor deze maatregel zal in kaart gebracht moeten worden wat het personele effect is. 19. Bestuurlijke begeleiding De ombuiging betreft het bezuinigen op het budget voor bestuurlijke begeleiding en ondersteuning voor de ontwikkeling van de Zuidas. Ons College stelt voor de posterioriteit in het verdeelvoorstel op te nemen. 20. RO-beleid stedelijke samenhang In totaal zal er in deze bestuursperiode € 0,6 miljoen worden bezuinigd op het budget Jaarprogramma Ruimtelijke Ordening beleid. De fasering van deze posterioriteit is wenselijk omdat de personele consequenties op deze manier geleidelijk doorgevoerd kunnen worden en zodoende minder frictiekosten met zich meebrengen. Ons College stelt voor om deze posterioriteit vanaf 2011 gefaseerd op te nemen in het verdeelvoorstel. 21. Zuiderkerk De ombuiging betreft de sluiting van het informatiecentrum voor de ruimtelijke sector in de Zuiderkerk. 22. Vastgoedadvisering t.l.v. Vereveningsfonds De afdeling Vastgoedadvies werkt vooral in het kader van de grondproductie. Ons College stelt daarom voor om deze kosten in het vervolg ten laste te brengen van het Vereveningsfonds. Dit levert een besparing voor de algemene dienst van € 0,95 miljoen. Vervolgens moeten door vermindering van formatie (door vermindering van het aantal gratis vastgoedadviezen en als gevolg van de crisis) en kennisoverdracht aan stadsdelen leiden tot een besparing van circa € 0,2 miljoen in de toekomst. Deze besparing komt dan ten gunste van het fonds.

Raadsdruk Begroting 2011 310

Page 316: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programma Bestuur en concern Maatschappelijk effect Kiezen voor de stad, onder dat motto is ons College in mei 2010 van start is gegaan. Dit motto is uitgewerkt in het Programakkoord waarin wij onze ambities hebben geformuleerd. Ons College kiest voor de stad en in het bijzonder voor economisch groeien, voor sociaal versterken en voor duurzaam investeren. We richten ons op de economische groei van Amsterdam en werk voor alle Amsterdammers om met elkaar de economische crisis zo goed mogelijk het hoofd te bieden en de stad financieel sterker te maken. We versterken de sociale structuren van de stad door iedereen te betrekken en aan te spreken op zijn mogelijkheden. We investeren duurzaam in de stad, zowel fysiek als sociaal. Dat kan niet zonder hervormingen; we zullen fors moeten bezuinigen om deze investeringen te kunnen doen. Prioriteit ligt de komende jaren bij onderwijs, economie, duurzaamheid en bereikbaarheid. Ook voor in de komende zware jaren blijft het onze ambitie alle mogelijkheden te benutten om onze stad te vernieuwen en te versterken.

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 mil-joen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma

Lasten + 105,5 93,1 92,8 85,1 84,5 84,0 83,7

Baten - 30,1 18,2 27,7 8,6 8,2 7,8 7,4

Resultaat t.l.v. algeme-ne middelen voor mutaties reserves

75,4 75,0 65,1 76,4 76,3 76,2 76,3

Toevoeging minus onttrekking reserves

1,6 - 1,0 - 6,0 - 0,3 - 0,2 - 0,1 - 0,2

Resultaat t.l.v. algeme-ne middelen na muta-ties reserves

77,1 74,0 59,1 76,2 76,1 76,1 76,1

Saldo reserves 8,5 7,1 2,5 2,3 2,0 1,9 1,7

Saldo voorzieningen 21,3 19,2 10,8 9,0 7,5 6,3 5,4

Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders Voor zover van toepassing worden de ontwikkelingen en beleidskaders in de afzonderlijke subprogramma’s besproken.

Raadsdruk Begroting 2011 311

Page 317: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Bestuur 3.1.1. Bestuur: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Overige doelstellingen Doelstelling 1: uitoefenen van het dagelijks bestuur van de gemeente Zie de toelichtingen in de paragrafen Wat gaan we ervoor doen? en Wat mag het kosten?

3.1.2 Bestuur: Wat gaan we ervoor doen?

Doelstelling 1: Uitoefenen van het dagelijks bestuur van de gemeente Uw Vergadering staat aan het hoofd van de stad. Voor de dagelijkse gang van zaken zijn in de stadsdelen de dagelijks besturen verantwoordelijk, voor de stad als geheel is dat ons College.

3.1.3 Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 5,9 6,1 6,0 5,9 5,9 6,0

Baten - 2,7 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 3,2 6,0 6,0 5,9 5,9 6,0

In dit subprogramma zijn de kosten van uw Vergadering, de raadsfracties en ons College opgenomen. Actualisatie 2010 Vanwege de uitbreiding van ons College met één wethouder stijgen de lasten (€ 0,2 miljoen). In de begroting van de raadsgriffie doet zich een budgetneutrale verschuiving voor van € 0,1 miljoen in verband met een verschuiving naar het subprogramma 140.5 griffie. Het saldo van de uitkeringen en pensioenen aan wethouders en weduwen van wethouders neemt toe met € 0,1 miljoen. Dit is het gevolg van de instroom van twee wethouders minus incidentele extra inkomsten van ex-wethouders. In de Begroting 2010 was in dit subprogramma de stelpost voor nog functioneel te verwerken nominale bijstellingen geraamd; door de functionele verwerking in de actualisatie komt deze te vervallen ( -/- € 2,7 miljoen). Begroting 2011 Vanwege het op jaarbasis ramen van de uitbreiding van ons College met één wethouder stij-gen de lasten (€ 0,1 miljoen). De begroting van de raadsgriffie is € 0,1 miljoen lager in ver-band met het vervallen van de incidentele posten voor de verkiezingen in 2010. Ten opzichte van de Actualisatie 2010 neemt het saldo van de uitkeringen en pensioenen aan wethouders en weduwen van wethouders toe met € 0,1 miljoen. De toename is het gevolg van het vervallen van de extra inkomsten van wethouders in 2010 minus de uitstroom van wethouders. In dit subprogramma is op een stelpost een structureel bedrag van € 5 miljoen opgenomen vanwege de taakstelling op externe inhuur, die in 2010 incidenteel ingevuld was en voor 2011 en volgende jaren nog nader verdeeld zal worden.

Raadsdruk Begroting 2011 312

Page 318: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.2 Subprogramma Bestuursondersteuning 3.2.1 Bestuursadvisering en ondersteuning: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? De economische crisis en de aangekondigde rijksmaatregelen hebben het financiële meerja-renperspectief van de gemeente Amsterdam drastisch veranderd. Er moet vanaf 2011 reke-ning worden gehouden met verdergaande terugloop van de inkomsten en tegenvallers in de uitgaven. Ons College heeft zijn ambities betreffende het bestuur van de stad, en de gevol-gen van de economische crisis hierop, vastgelegd in het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de stad. De realisatie daarvan moet worden bereikt met een slanke, sobere ambtelijke organisatie gericht op een efficiënte uitvoering van de kerntaken van de gemeente. De inrich-ting van de organisatie zal gestoeld zijn op een vaste hoogwaardige kern, ondersteund door een flexibele schil met een eenduidige besturing. De ambtelijke organisatie staat voor de uitdaging om sterk uit de crisis te komen. Overige doelstellingen Doelstelling 2: Integrale advisering aan het College, de strategisch inhoudelijke advisering/ondersteuning en de verzorging van de totale logistiek rondom bestuurlijke besluitvorming, informatievoorziening en voorbereiding van besluiten door College en afzonderlijke wethouders Zie de toelichtingen in de paragrafen Wat gaan we ervoor doen? en Wat mag het kosten? 3.2.2 Bestuursadvisering : Wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 2: Integrale advisering aan het College, de strategisch inhoudelijke advise-ring/ondersteuning en de verzorging van de totale logistiek rondom bestuurlijke besluitvor-ming, informatievoorziening en voorbereiding van besluiten door College en afzonderlijke wethouders De nadruk ligt op de integraliteit van adviezen, de strategisch-inhoudelijke advisering en on-dersteuning van ons College. Ook ligt de nadruk op de verzorging van de logistiek rond be-sluitvorming, informatievoorziening en voorbereiding van besluiten door ons College en af-zonderlijke portefeuillehouders. De Bestuurdienst voert deze kerntaken uit in samenwerking en in afstemming met de beleidsontwikkelende en uitvoerende diensten en projectorganisa-ties. De focus in de bestuursadvisering ligt op politiek gevoelige, risicovolle en domeinoverstijgen-de onderwerpen. Diensten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de stukken en de bewa-king van het besluitvormingsproces. De planning en control gebeurt op basis van risicoanalyse. Bij de belangrijkste diensten treedt een Toets- en Adviesteam van Bestuursdienstmedewerkers op. In dat kader is voortdurend aandacht voor verdere professionalisering van de in de Bestuursdienst opererende Toets- en Adviesteams. Kiezen voor de Stad Ons College zet sterk in op onderwijs, economie, duurzaamheid en bereikbaarheid. Om de participatie te bevorderen is kwalitatief goed en goed toegankelijk onderwijs voor zo veel mo-gelijk Amsterdammers nodig Als het gaat om creativiteit en koopmanschap loopt Amsterdam al eeuwen voorop. Amsterdammers zijn creatief, niet alleen in artistieke zin, maar ook in het vinden van nieuwe innovaties en toepassingen. Dit is een grote kracht van de Amsterdamse economie, die verder versterkt moet worden door de stad bereikbaar te houden en toeganke-lijk voor grote en kleine ondernemingen, die op hun beurt van Amsterdam een aantrekkelijke wereldstad maken om te wonen, werken en vakantie te vieren. Ons College legt daarbij priori-teit op duurzame ontwikkeling, wat ten goede komt aan de innovatieve kracht van de econo-mie, de leefbaarheid en de bereikbaarheid. De operationalisering van het programakkoord 2010-2014 is in volle gang. Communicatieadviezen maken onderdeel uit van de integrale advisering van ons College. Woordvoerders voeren deze taken uit, waarbij de uitvoering van de communicatie op een select aantal bestuurlijk relevante thema´s wordt voortgezet. De onderwerpen zijn actueel,

Raadsdruk Begroting 2011 313

Page 319: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

concreet, politiek-bestuurlijk van aard en vragen om een aanpak die portefeuille en/of dienst-overstijgend is. Daardoor vallen zij in de praktijk tussen de werkgebieden van de bestuurs-voorlichter en de communicatieafdelingen van diensten in. De media-afdeling ondersteunt het bestuur en de organisatie met versterking intranet (bij-voorbeeld splitscreen) en meer samenwerking in personeelsblad Maxxx en huis-aan-huis magazine Amsterdam.nl. Het Amsterdams Bureau voor Communicatie (ABC) draagt bij aan concernbrede kennisdeling, -vergroting en -behoud. Onder concernbrede kennisdeling valt tevens het actief uitdragen van de communicatiekaders en de collegebrede communicatie-aanpak. Meer en meer bepalen ook persoonlijke vaardigheden de effectiviteit van het bestuur. Com-municatie is daarin adviserend, maar tegelijk ook ondersteunend op het gebied van media, externe betrekkingen en internationale relaties. De Bestuursdienst draagt bij aan de versterking van de juridische weerbaarheid van de gemeente in politiek gevoelige en juridisch risicovolle dossiers. Het betreft hier overwegend dossiers die een hoog afbreukrisico met zich meebrengen of om andere redenen van strategisch belang zijn. Voor civiele procedures wordt gebruik gemaakt van de intern gepositioneerde Huisadvocaat. Dit levert besparingen op de inhuur van externe advocatenkantoren op en zorgt dat specialistische juridische kennis binnen de gemeente blijft en ontwikkeld wordt.

3.2.3 Bestuursadvisering: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 60,1 63,9 58,1 57,6 57,3 56,7

Baten - 3,8 14,4 5,1 4,7 4,3 3,8

Mutaties in reserves -0,7 -3,3 -0,2 -0,2 -0,1 -0,1

Saldo 55,6 46,2 52,8 52,8 52,8 52,8

Actualisatie 2010 De huisvestingslasten van de Bestuursdienst worden hoger omdat de Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) de lasten gaat doorberekenen (€ 0,2 miljoen). De vrijval van de reserve vakantiegeld van de Bestuursdienst leidt tot een incidentele baat van € 1,5 miljoen. De taakstelling in het kader van de ombuiging 10%-operatie is bij de Be-stuursdienst functioneel verwerkt (- € 0,1 miljoen). Bij de Bestuursdienst vinden diverse overhevelingen van budgetten van en naar andere dien-sten plaats, waarvan het ICT-budget naar de Dienst ICT en evenementenbudget komend van Economische Zaken de belangrijkste zijn (per saldo € 0,9 miljoen). Bij de Bestuursdienst is het effect van de negatieve nominale ontwikkelingen € 0,8 miljoen. Op grond van de ARA en verordeningen wordt een aantal uitkeringen verstrekt. Het gaat om 5.500 uitkeringen. De kosten worden door het Servicehuis Personeel bij de diensten in reke-ning gebracht. Voor een 7-tal diensten voert het Servicehuis Personeel de salaris- en perso-neelsadministratie uit. Dit (Uitkeringen en PSA dienstverlening) is een kostendekkende activi-teit. Door de ingebruikname van Mijn Personeelsnet wordt deze dienstverlening afgebouwd. Hierdoor nemen de baten en lasten af met € 0,04 miljoen ten opzichte van de Begroting 2010. In 2010 is nog een bedrag van € 0,39 miljoen gemoeid met deze activiteit. Bij het Servicehuis Personeel zijn verschillende voorzieningen voor voormalig personeel te-gen het licht gehouden. Dit leidt tot een vrijval in de Jaarrekening 2010 van € 8,3 miljoen, waarmee nu in de actualisatie al via een incidentele baat rekening wordt gehouden. Begroting 2011 Door de structurele verwerking van de concernbrede inkooptaakstellingen en ombuigingen uit de 10%-operatie, dalen de lasten in dit subprogramma met € 0,3 miljoen. Bij de Bestuursdienst is het effect van de negatieve nominale ontwikkelingen € 0,3 miljoen. De gemeente Amsterdam heeft voor de uitvoering van uitkeringen die ontstaan zijn voor 1 januari 2001 een contract gesloten met Loyalis Valent B.V. Deze uitbesteding is kostendek-kend. Ten opzichte van de Actualisatie 2010 is er sprake van een afname van de baten en

Raadsdruk Begroting 2011 314

Page 320: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

lasten met € 0,06 miljoen. Door uitstroom van wachtgelders worden de kosten voor de uitvoe-ring van de regeling lager. In 2011 is een bedrag van € 0,16 miljoen gemoeid met de kosten van deze activiteit. Door de ingebruikname van Mijn Personeelsnet wordt de dienstverlening van het Servicehuis Personeel ten behoeve van uitkeringen en PSA dienstverlening verder afgebouwd. Hierdoor nemen de baten en lasten af met € 0,04 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. In 2011 is een bedrag van € 0,34 miljoen gemoeid met deze activiteit. Door het vervallen van de incidentele baten in de (geactualiseerde) Begroting 2010 gaan de baten met € 9,8 miljoen omlaag. 3.3 Subprogramma Concernontwikkeling

3.3.1 Concernontwikkeling: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? Overige doelstellingen Doelstelling 3: Uitvoeren en/of ondersteuning van activiteiten die beogen de organisatie van het concern Amsterdam te verbeteren (of die beogen het bestuurlijk stelsel te versterken). Zie de toelichtingen in de paragrafen Wat gaan we ervoor doen? en Wat mag het kosten?

3.3.2. Concernontwikkeling: Wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 3: Uitvoeren en/of ondersteuning van activiteiten die beogen de organisatie van het concern Amsterdam te verbeteren (of die beogen het bestuurlijk stelsel te versterken). Concern Organisatie De realisatie van onze bestuurlijke ambities door middel van een slanke, sobere een efficiën-te organisatie stelt eisen aan de inrichting van de organisatie. Een flexibele organisatie met een vaste hoogwaardige kern is hierbij het uitgangspunt. Het behouden en ontwikkelen van talent is een van de doelstellingen van het strategisch personeelsbeleid, met aandacht voor mobiliteit, loopbaanbeleid en diversiteit. Daarnaast wordt ingezet op het bieden van stage-plekken aan jongeren en scholieren. Andere aandachtspunten zijn het terugdringen van de externe inhuur, professionalisering van de bedrijfsvoering, het eenduidig beleggen van taken, verminderen van het aantal diensten (onder andere door positioneringsonderzoeken bij de Haven en gemeentelijke bedrijven), het professionaliseren en innoveren van werkprocessen en het verbeteren van de samenwerking, zowel tussen diensttakken onderling als binnen de metropoolregio Amsterdam. Eén Amsterdam De Bestuursdienst adviseert het bestuur over de inrichting van en het onderhoud aan het bestuurlijk stelsel. De gedachte van ‘Eén Amsterdam’ betekent onder andere de erkenning dat de gemeente één juridische entiteit is. Dat impliceert eenheid in bestuurs-, privaat- en strafrechtelijk optreden. Binnen de gemeente staat beleidsdiversiteit voorop en wordt tegelij-kertijd uniforme kwaliteit in regelgeving en besluitvorming nagestreefd. De centrale juridische directie speelt daar een belangrijke rol in, onder andere door een regierol te nemen in ge-meentebrede wetgevingstrajecten. De directie Communicatie werkt verder aan de uitbouw van concernbrede aanpak van de communicatie waardoor meer onderlinge samenhang ontstaat, meer eenduidigheid voor de burger en meer efficiency bij besteding van de middelen. Daarbij zijn de speerpunten: � Uitvoering van de communicatieve aanpak van het programakkoord en bestuursakkoord

met behulp van concrete afspraken binnen het concern over inhoudelijke focus van de communicatieve aanpak en inzet van middelen

� Eén Amsterdam: herkenbaarheid, eenduidigheid en vindbaarheid van de organisatie is belangrijk, met nieuwe stadsdelen en verdere clustering binnen het concern. Directie Communicatie versterkt de regie om digitale versnippering en onsamenhangende inzet van middelen zoveel mogelijk te voorkomen

Raadsdruk Begroting 2011 315

Page 321: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� centraal campagnemanagement: Het doel is om ten behoeve van het bestuur meer regie en efficiency te verkrijgen op het gebied van planning, kosten en kwaliteit van gemeente-lijke campagnes

� in het kader van de heroverwegingen, de nieuwe stadsdelen en verdere clustering levert ABC een belangrijke bijdrage aan mobiliteit en het behoud van personeel

Heroverwegingen 2011 – 2014 De heroverwegingen die ervoor moeten zorgen dat de gemeente financieel gezond blijft zijn de komende jaren een belangrijk onderwerp binnen de Bestuursdienst. De gemeente Am-sterdam moet de komende jaren fors bezuinigen om een sluitende meerjarenbegroting te behouden. Deze bezuinigingen slaan voor een groot deel neer op de bedrijfsvoering van de gemeente Amsterdam. De focus zal grotendeels liggen op de implementatie van de maatregelen en ervoor te zorgen dat de bezuinigingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Hierbij is het monitoren van de maatregelen zowel organisatorisch als financieel van groot belang. Centrale inkoop Ons College wil de inkoop van diensten en goederen verregaand centraliseren of onderbren-gen in raamcontracten om besparingen te creëren. Daarbij wil ons College zoveel mogelijk duurzaam en fair trade inkopen en zegt toe in 2011 met een plan te komen. Andere doelstellingen uit het Programakkoord, die nog niet financieel in deze begroting zijn verwerkt, en die een directe relatie hebben met (Concern) inkoop zijn onder andere: � de extra bezuinigingsvoorstellen, een investering in het sterk verouderde ICT systeem

van de gemeente � de introductie van een Ondernemerspaspoort (conform het aanbestedingspaspoort) ten

behoeve van aanbestedingen, vergunningaanvragen en Bibob-toetsen � inzetten op het bieden van stageplekken bij de gemeente en bij bedrijven die voor de

gemeente werkzaam zijn � Amsterdam heeft de ambitie de eerste stad in Europa te zijn waar elektrisch vervoer nor-

maal is; prioriteit krijgt het verschonen van het gemeentelijk wagenpark Amsterdam gaat maximaal duurzaam inkopen, de portefeuillehouder zal voor de zomer van 2011 een voorstel doen. Onderhandse gunning wordt betrokken bij het maken van de afwe-ging welke manier van inkopen of aanbesteden de beste zorg of dienstverlening genereert voor Amsterdammers. De gemeente wil zo transparant mogelijk zijn over wat er met publiek geld is gedaan en bereikt.

3.3.3 Concernontwikkeling: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 15,0 10,6 3,9 3,9 3,9 3,9

Baten - 7,9 9,6 0,3 0,3 0,3 0,3

Mutaties in reserves 0,0 -1,9 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 7,1 - 1,0 3,6 3,6 3,6 3,6

Actualisatie 2010 Vanwege de frictiekosten voor de fusie stadsdelen (niet in 2009 bestede middelen) worden de lasten bij de Bestuursdienst incidenteel € 1,9 miljoen hoger; daar staan bij de algemene dek-kingsmiddelen hogere baten tegenover. De kosten voor onderzoeken op financieel terrein zijn € 0,2 miljoen lager geraamd vanwege minder externe inhuur. Vanuit de begroting van de Bestuursdienst vindt een budgetoverheveling naar de Dienst ICT plaats van € 6,8 miljoen. De overige mutaties betreffen voornamelijk de negatieve nominale ontwikkelingen (-/- € 0,3 miljoen). Begroting 2011 De lasten zijn lager vanwege het vervallen van incidentele raming in de Begroting 2010, te weten onderzoeken op financieel terrein (-/- € 0,7 miljoen), kosten fusie stadsdelen (-/- € 5,0 miljoen) en ICT-beleid (-/- € 0,9 miljoen).

Raadsdruk Begroting 2011 316

Page 322: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De concernbrede inkooptaakstelling, die tot en met 2010 aan de gemeentelijke organisatie-onderdelen werd doorberekend, is in de Begroting 2011 functioneel verwerkt. Hierdoor dalen de baten met € 4,0 miljoen. In het kader van de vroegere bezuinigingsoperaties is er bij de inkooptaakstelling een opslag van € 0,3 miljoen opgenomen bij de interne leverancier AEB. In verband met de overgang naar Nuon komt deze opslag te vervallen. Dit leidt tot een structu-reel nadeel. De baten zijn verder lager vanwege het vervallen van incidentele raming in de Begroting 2010, te weten opbrengst fusie stadsdelen (-/- € 4,4 miljoen) en ICT-beleid (-/- € 0,7 miljoen). 3.4 Subprogramma Griffie De begroting van de Griffie wordt afzonderlijk aan uw Vergadering aangeboden.

3.4.1 Griffie: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 3,3 3,4 3,3 3,3 3,3 3,4

Baten - 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves -0,1 -0,2 0,0 0,0 0,0 0,2

Saldo 3,2 3,2 3,3 3,3 3,3 3,2

Actualisatie 2010 Het saldo is in de Actualisatie 2010 vrijwel gelijk. Dit is het effect van de negatieve nominale ontwikkelingen, de vrijval van de reserve vakantiegeld en de budgettair neutrale verschuiving van een budget van het subprogramma bestuur naar dit subprogramma. Begroting 2011 Het saldo neemt in 2011 toe met € 0,1 miljoen. Dit is het saldo van de negatieve nominale ontwikkeling en het vervallen van incidentele ramingen in de (geactualiseerde) Begroting 2010, bestaande uit uitgaven verkiezingen (-/- € 0,1 miljoen), onttrekking reserve verkiezingen (€ 0,2 miljoen) en de vrijval van de reserve vakantiegeld Begroting 2012-2014 In 2014 is incidenteel rekening gehouden met € 0,2 miljoen hogere lasten vanwege de ver-kiezingen. Hier staat een onttrekking aan de daartoe bestemde reserve tegenover. 3.5 Subprogramma Ombudsman De begroting van de Ombudsman wordt afzonderlijk aan uw Vergadering aangeboden. 3.5.1 Ombudsman: Wat willen we bereiken? Het toetsen van het handelen en het gedrag van de lokale overheid ten aanzien van de burger aan de hand van een aantal behoorlijkheidsvereisten. De gemeentelijke ombudsman is een onafhankelijk instituut dat, gevraagd en ongevraagd, het handelen en het gedrag van de lokale overheid ten aanzien van de burger toetst aan een stelsel van behoorlijkheidsnormen. Dit doet de ombudsman door: � Laagdrempeligheid, dat wil zeggen goed bereikbaar en bekend te zijn voor iedereen met

klachten � onpartijdig en deskundig onderzoek uit te voeren, zowel naar aanleiding van klachten als

op eigen initiatief � rapporten openbaar te maken en onderzoeksresultaten voor te houden aan politiek,

bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken

Raadsdruk Begroting 2011 317

Page 323: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.5.2 Ombudsman: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8

Baten - 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1

Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7

Actualisatie 2010 Het saldo neemt af door de incidentele vrijval van de reserve vakantiegeld. Vanwege de om-vang en afronding komt dit niet tot uitdrukking in vorenstaande tabel. Begroting 2011 Het saldo neemt toe als gevolg van het vervallen van de incidentele vrijval van de vakantie-geldreserve. 3.6 Subprogramma Rekenkamer De begroting van de Rekenkamer wordt afzonderlijk aan uw Vergadering aangeboden.

3.6.1 Rekenkamer: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 1,6 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5

Baten - 0,7 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0

Mutaties in reserves 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 1,0 1,2 1,5 1,5 1,5 1,5

Actualisatie 2010 In de actualisatie neemt het saldo ten laste van de algemene dienst met € 0.2 miljoen toe. De belangrijkste oorzaak is de lagere inkomsten van stadsdelen (-/- € 0,3 miljoen). Naast de overgang naar een gemeenschappelijke regeling heeft uw Vergadering besloten om met in-gang van 1 juni 2010 de rekenkamerfunctie op de A-lijst van de verordening op de stadsdelen te plaatsen. Dit betekent dat het aandeel van alle stadsdelen in de rekenkamerfunctie wordt uitgenomen uit het stadsdeelfonds. Gemeentebreed is dit budgetneutraal. Met uw Vergade-ring is afgesproken dat de Rekenkamer het tekort in de Jaarrekening 2008 van € 138.000 zou compenseren in 2009 en 2010. Dit betekent voor 2010 een compensatie van € 69.000. In verband met de beëindiging van de lokale Rekenkamer Amsterdam per 1 juni 2010 en de overgang naar de gemeenschappelijke regeling realiseert de Rekenkamer in 2010 de bespa-ring gedeeltelijk (5/12 deel); het overige deel komt ten laste van de algemene dienst. De overschrijding uit 2008 is reeds verwerkt in de Jaarrekening 2008. Tot 1 juni 2010 voerde de lokale Rekenkamer Amsterdam werkzaamheden uit voor de ge-meente Zaanstad. Met ingang van 1 juni 2010 wordt de lokale rekenkamer beëindigd; de lokale rekenkamer heeft voor 2010 dan ook de oorspronkelijk geraamde inkomsten en uitga-ven voor 7/12 deel (€ 0,1 miljoen) verlaagd. Begroting 2011 Het saldo ten laste van de algemene dienst neemt met € 0,3 miljoen. De belangrijkste ontwik-kelingen zijn: � de verlaging van inkomsten stadsdelen in verband met raadsbesluit tot het op de A-lijst

plaatsen van de rekenkamerfunctie; in de actualisatie zijn de inkomsten met 7/12 deel verlaagd, in de Begroting 2011 worden de inkomsten volledig afgeraamd. Hier staat een uitname uit het stadsdeelfonds tegenover (-/- € 0,2 miljoen)

� het vervallen van incidentele posten in de (geactualiseerde) Begroting 2010 en overige mutaties (-/- € 0,1 miljoen)

Begroting 2012-2014 Er doen zich geen ontwikkelingen voor in de Begroting 2012-2014 ten opzichte van 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 318

Page 324: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.7 Subprogramma Onderzoek en Statistiek 3.7.1 Onderzoek en Statistiek: Wat willen we bereiken? Het ondersteunen van het beleids- en besluitvormingsproces met behulp van statistieken, sociaal wetenschappelijk onderzoek en monitoren, alsmede het realiseren van programmering van onderzoeken binnen de gemeente. Doelstelling : Verbetering van prestatiemeting en onderzoekprogrammering Indicator Nulmeting en

peildatum 1 juni 2010 2011 2012 2013 2014

In overleg met diensten en stadsdelen verdere ontwikkeling van Stadstat vormgeven. Publicatie via internet.

Stadstat is online en openbaar

Stadstat is online en openbaar Stadstat heeft planning en controlprijs ontvangen

Wordt verder ontwikkeld obv uitkomsten evaluatie eerste bestuursperiode aanpassing aan nieuw programakkoord

Wordt verder ontwikkeld

Coördinatie onderzoeken en programmering met diensten en stadsdelen. Faciliteren van de clusters in de Sociale-, ontwikkelingsalliantie en stadsdelen

Periodiek overleg met diensten en stadsdelen over opzet programma geformaliseerd

Orientatie op doeltreffendheidsonderzoek i.o.m. sociale en ontwikkelingsalliantie Sociale en ontwikkelingsalliantie hebben een (voorzichtig) begin gemaakt met onderzoeksprogrammering.

Proces blijven faciliteren

Proces blijven faciliteren

Uitbouwen samenwerking kennisinstellingen, onder meer via NICIS en Kennis voor de stad

Neemt deel aan onderzoeken

Samenwerking wordt verder uitgebouwd

Samenwerking wordt verder uitgebouwd

Ondersteuning beleids- en besluitvorming. Onder meer monitoren en beleidsverkenning

Uitvoeren onderzoeken publicatie Staat van de Stad V. Uitvoeren verdiepings- en signaleringsonderzoeken Uitvoeren en publiceren Burgermonitor.

3.7.2 Onderzoek en Statistiek: Wat gaan we ervoor doen? Doelstelling: Verbetering van prestatiemeting en onderzoekprogrammering Stadstat is in de afgelopen bestuursperiode succesvol geïntroduceerd. Met de stadsdelen is afgesproken hoe hun ambities zichtbaar gemaakt worden. Daardoor is het voor burgers en andere betrokkenen mogelijk te volgen hoe de stad en de buurten er voor staan en in hoever-re stad en stadsdelen erin slagen hun beleidsdoelstellingen te realiseren. In de afgelopen jaren heeft O+S een begin gemaakt met onderzoek dat primair een signalerend of verkennend karakter heeft. Dat gebeurt veelal in aansluiting op regulier onderzoek en kan uiteenlopende thema’s betreffen. Voorbeelden hiervan zijn stedelijke ontwikkeling, onderwijs en segregatie en arbeidsmarktontwikkelingen. In 2011 zal dit type onderzoek, dat vorm krijgt in samenspraak met diensten en allianties zich richten op de ambities van Amsterdam in 2014, zoals vastgelegd in het programakkoord: beter onderwijs, een sterker sociaal economisch weefsel, een duurzame stad, een veiliger en vrije stad en een aantrekkelijke en dynamische stad.

Raadsdruk Begroting 2011 319

Page 325: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Er zal nieuwe Amsterdamse Economische Verkenning opgesteld worden, aangevuld met stu-dies naar ZZP’ers en nieuwe economische sectoren, evenals een breder vormgegeven leef-baarheidindex die naast veiligheid ook elementen van aantrekkelijkheid, vrijheid, aantrekkelijk-heid en woontevredenheid kan bevatten. In 2011 zal ook aandacht worden besteed aan de ontwikkelingen in de Metropoolregio Am-sterdam. Nu de regionale statistiek langzamerhand volwassen wordt, ontstaat ruimte voor het beschrijven en analyseren van ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond de vraag voor welke huis-houdens de verschillende delen van de Metropoolregio aantrekkelijk en toegankelijk zijn als woonplaats en in welke mate. De samenwerking met kennisinstellingen blijft een speerpunt. Hoewel het nog onzeker is of en in welke vorm het initiatief Kennis voor de Stad een vervolg krijgt, zal de samenwerking tussen O+S en de beide Amsterdamse universiteiten hecht blijven, zowel in de vorm van kennisdeling en consultatie als in de vorm van gezamenlijke projecten. Ook de samenwerking met Nicis, het instituut dat als doel heeft de lokale beleidspraktijk te verbinden met weten-schappelijke inzichten, blijft in stand. Thema’s zijn onder meer sociale mobiliteit, kwaliteit van publieke ruimten, de opkomst en neergang van buurten, segregatie, polarisatie en sociale cohesie. De bestedingsmogelijkheden van de gemeente zullen de komende jaren onder druk blijven staan. Een zekere terugloop in het aantal onderzoeksopdrachten ligt daardoor in de lijn der verwachting. In 2010 is dat al zichtbaar bij het opdrachtonderzoek. Hoewel daarbij meer oor-zaken (nieuw college, fusie stadsdelen, conjunctuur) een rol spelen dan verminderde beste-dingsmogelijkheden voor gemeentelijke onderdelen alleen, is het gevolg steeds hetzelfde: een krimpende markt. Daarom zal nog meer worden ingezet op binnengemeentelijke en regi-onale samenwerking, zeker ook met partijen die zelf grote databestanden beheren en onder-zoek (laten) uitvoeren.

3.7.3 Onderzoek en Statistiek: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Lasten + 5,2 5,4 5,5 5,4 5,4 5,4

Baten - 3,0 3,1 3,2 3,2 3,2 3,2

Mutaties in reserves -0,1 -0,1 -0,2 -0,1 -0,1 -0,0

Saldo 2,1 2,1 2,1 2,1 2,1 2,2

Actualisatie 2010 en Begroting 2011 Het saldo van baten en lasten na mutaties in reserves is voor zowel de Actualisatie 2010 en de Begroting 2011 vrijwel ongewijzigd. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwach-te

stand ultimo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves

Raadsonder-zoeken

0,7 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,7 0,7 0,7 0,7

Digitaal archief 0,7 0,0 0,2 0,5 0,0 0,2 0,4 0,2 0,1 0,0 Bouwfraudegel-den

0,2 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,2 0,2 0,2 0,2

Egalisatiereserve tarief personeels-voorzieningen

0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1

Vierjarige reserve Raadsgriffie

0,1 0,1 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,2 0,0

Raadsdruk Begroting 2011 320

Page 326: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bedrijfsvoerings-reserves (WW/vakantiegeld)

2,8 0,1 1,9 1,0 0,1 0,3 0,9 0,8 0,7 0,7

WABO 1,2 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Rampenfonds (internationale hulpverlening)

1,1 0,0 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Bestuur-sondersteuning

0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Reserve Dienst ICT

0,7 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal reserves 8,3 0,2 6,1 2,5 0,2 0,5 2,3 2,1 2,0 1,7 4.1 Reserves Nieuwe reserves Geen. Gehandhaafde reserves Raadsonderzoeken De reserve raadsonderzoeken is ingesteld bij de Jaarrekening 2007 en het saldo ultimo 2009 bedraagt € 0,7 miljoen. Deze reserve en het jaarlijkse budget in de begroting zijn beschikbaar voor raadsonderzoeken en enquêtes. De reserve kent een maximale omvang van € 1,5 mil-joen. Reserve digitaal archief De reserve heeft tot doel de dekking van de kapitaallasten van de gedane investering in het digitaal archief door de Bestuursdienst. Jaarlijks worden de kapitaallasten onttrokken uit de reserve. Over het beginsaldo wordt rente toegerekend die aan de reserve wordt gedoteerd. Bouwfraudegelden Het doel van de reserve is de ontwikkeling en implementatie van het concept Advocaat in loondienst en de inhaalslag in de afhandeling van Beroep- en Bezwaarschriften. Er zijn geen onttrekkingen geraamd. Egalisatiereserve tarief personeelsvoorzieningen Deze reserve heeft als doel de tarieven van het Servicehuis Personeel te egaliseren. Ultimo het jaar wordt bekeken of het tarief aangepast dient te worden. Op basis van deze bevindin-gen vindt er een onttrekking of dotatie plaats. Er wordt geen toevoeging of onttrekking ge-raamd in 2011. De stand van de reserve ultimo 2011 bedraagt hierdoor € 0,1 miljoen. Vierjarige reserve raadsgriffie Aan de vierjarige reserve voor de gemeenteraadsverkiezingen wordt jaarlijks € 50.000 gedo-teerd. In 2014 wordt de reserve weer volledig onttrokken. Bedrijfsvoeringsreserves (WW en vakantiegeld) Dit betreft een aantal bedrijfsmatige reserves voor WW-uitkeringen, vakantiegelden en wachtgelden van diensten, waarvan de activiteiten onder dit programma vallen, te weten de Bestuursdienst, de Dienst Onderzoek en Statistiek, de Gemeentelijke Ombudsman, de Raadsgriffie, de Gemeentelijke Rekenkamer Amsterdam en het Servicehuis Personeel. Vanwege het besluit om de vakantiegeldreserves op te heffen, vindt er in 2010 vrijval van de vakantiegeldreserves plaats. Afgewikkelde reserves Reserve WABO De reserve ten behoeve van de invoering van de WABO zal, na een begrote onttrekking in 2010 van € 1,2 miljoen, zijn afgewikkeld.

Raadsdruk Begroting 2011 321

Page 327: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Rampenfonds Het doel van de reserve is om te beschikken over een fonds om noodhulp te verlenen bij rampen. Na de ombuigingen van € 0,5 miljoen in 2010 is het resterende bedrag van bijna € 0.7 miljoen ingezet voor de bijdrage aan de ramp in Haïti in 2010. Reserve Bestuursondersteuning Het doel van de reserve is de uitvoering van diverse projecten voor het subprogramma Be-stuursondersteuning, die in eerdere jaren gepland en begroot waren, maar waarvan de latere uitvoering gewenst is. De in 2010 begrote onttrekkingen betreffen de prioriteit methode Overijssel € 73.980, het juridische opleidingsprogramma stadsdelen € 114.575, de prioriteit tijdelijk huisverbod € 27.945, twee prioriteiten Bibob van elk € 68.280, het Veiligheidsfonds/Sail € 250.000 en het Cultureel festivalfonds € 72.250. Reserve concernontwikkeling/ICT Het doel van de reserve is de uitvoering van diverse projecten voor het Subprogramma Con-cernontwikkeling die in eerdere jaren gepland en begroot waren, maar waarvan de latere uitvoering gewenst is. In 2009 is besloten een reserve te vormen ten behoeve van Dienst ICT. Deze wordt in 2010 onttrokken en overgedragen aan de Dienst ICT. 4.2 Voorzieningen Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ulti-

mo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Voorzienin-gen

Pensioen-fondsen, privatiserin-gen en voormalig personeel

20,3 0,8 11,5 9,8 0,0 1,7 8,9 6,5 5,3 4,4

Vicarygoede-ren, gilden-fondsen en liefdadig-heidsdoelen

1,0 0,0 0,0 1,0 0,0 0,0 1,0 1,0 1,0 1,0

Totaal voorzienin-gen

21,3 0,9 11,5 10,8 0,0 1,7 8,9 7,5 6,3 5,4

Nieuwe voorzieningen Geen. Gehandhaafde voorzieningen Pensioenfondsen, privatiseringen en voormalig personeel Het Servicehuis Personeel beheert een aantal pensioenfondsen en voorzieningen die ge-vormd zijn bij privatiseringen voor het afdekken van financiële risico’s, c.q. het afwikkelen van kosten van voormalige diensttakken. Voor een aantal voormalige diensttakken is een veertiental voorzieningen gecreëerd ter dek-king van kosten die verband houden met de afbouw, dan wel privatisering. Doorgaans gaat het om kosten van salarissen, uitkeringen en re-integratie. De voorzieningen worden elk jaar op-nieuw doorgerekend op toereikendheid. Over het algemeen lopen de geraamde toevoegingen en onttrekkingen in de pas met de gerealiseerde toevoegingen en onttrekkingen. In het kader van de heroverwegingen is er een bedrag van € 8,3 miljoen vrijgevallen ten laste van diverse voorzieningen voormalige diensttakken. Indien in de toekomst de voorzieningen niet toereikend zijn, zal in eerste instantie worden geprobeerd dit tekort te verrekenen met an-dere voorzieningen die een gelijksoortig doel hebben.

Raadsdruk Begroting 2011 322

Page 328: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Vicarygoederen De voorziening is gevormd met het doel 2/3 van de jaarlijkse rente-inkomsten van de Vicary-inschrijving(en) in de Grootboeken der Nationale Schuld uit te keren voor opvoedingsdoelein-den of onderstand aan familieleden van de stichter. Dit betreft een inschrijving in het groot-boek Nederland met een looptijd van 150 jaar. Hier zullen voorlopig geen mutaties op plaats-vinden. Algemeen Gildenfonds De voorziening is gevormd met het doel de financiële ondersteuning van personen of hun nagelaten betrekkingen, die bij een van de gilden werkzaam zijn geweest. Het fonds wordt namens ons College beheerd door de Bestuursdienst. De beschikbare middelen komen voort uit beleggingen. De gemeente heeft geen bestedingsvrijheid over de voorziening. Liefdadigheidsfonds Het liefdadigheidsfonds is een fonds dat alleen mag worden gebruikt door ons College. Het fonds wordt gevoed door het Algemeen Gildenfonds, stortingen van het College en rente van de bankrekening. Afgewikkelde voorzieningen Geen. 4.3 Investeringen Ten behoeve van de Dienst Onderzoek en Statistiek zijn twee vervangingsinvesteringen voor inventaris en computers in de investeringsstaat opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 323

Page 329: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 F1 Ten laste van Frictiekostenbudget # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Frictiekosten inkoop Ontwikkelen van een inkoop- en aanbestedingsstrategie voor een aantal organisatie-overstijgende inkooppakketten

Optimalisatie en schaalvoor-deel voor inkoopcategorieën organisatie-overstijgende pakketten

2.650 2.000

2.650 2.000 I4 Overige prioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

2 Opleiding, omscholing en begeleiding personeel opgeheven taken

40 40

3 Handhaving taak controle adresregistratie en aanpak identiteitsfraude

200 100

4 Verantwoordelijke (hoofd)stad en versterken economische positie Am-sterdam

100 100

340 240

Raadsdruk Begroting 2011 324

Page 330: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

5 Centrale coördinatie inkoop Uitbreiding van het aantal raamcontracten

-1.500 -1.500

6 48uurs Post Langere overkomstduur voor bulkpost

-300 -300

7 Inkoop- en aanbestedings-strategieën

Met leveranciers besparings-voorstellen formuleren

-1.200 -1.200

8 Optimaliseren inhuur Inrichten van een proces voor flexibele krachten

-1.000 -1.000

9 Reduceren wagenpark Normering dienstauto's

-200 -200

10 Uitstroom inactieven Afname inactieven

Reductie 100 inactieven bin-nen 4 jaar

-500 -500

11 Opleidingsbudget (maxi-maal 2%)

Normeren opleidingsbudget

Reductie opleidingsbudget tot 2 %

-4.000 -4.000

12 Externe inhuur (maximaal 13% concern als geheel)

Normeren externe inhuur tot relatie van de loonsom

Reductie externe inhuur tot 13%

-7.600 -9.700

13 Heroverwegingen Be-stuursdienst

Bezuinigingen Bestuursdienst

Formatievermindering Be-stuursdienst, stopzetten ad-viesraden en verlaging bud-getten

-4.318 -4.318

14 Verlaging budget represen-tatiekosten wethouders

Representatie wehouders

B esparing kosten door lagere uitgaven aan representatie wethouders

-70 -70

15 Vermindering basisbudget O+S

-550 0

16 Leges verhoging naar 100 procent (DPG)

-30 -30

17 Vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer distribu-tie en advies

-120 -120

18 Raadsonderdelen

0 -475

19 Tijdelijk personeel

-140 0

-21.528 -23.413

Raadsdruk Begroting 2011 325

Page 331: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

F1 Ten laste van Frictiekostenbudget

1. Frictiekosten inkoop Voor de gehele bestuursperiode is voor de Bestuursdienst in de categorie frictiekosten voor een totaalbedrag van € 7.650.000 aan prioriteiten aangevraagd. De prioriteiten zijn gewenst om de structurele ombuiging van € 23,7 miljoen te realiseren. Dit is in onderstaand schema samengevat: Bedragen x € 1000 2011 2012 2013 2014 Totaal Structureel 650 1.600 100 100 2.450 Incidenteel 2.000 3.200 0 0 5.200 totaal 2.650 4.800 100 100 7.650 De meeste prioriteiten hebben betrekking inkoop-gerelateerde activiteiten. Het betreft: � centralisatie werving (beperking aantal bureau’s) � uitbreiding van het aantal raamcontracten � beperken van het aantal leveranciers van communicatiemiddelen � formuleren van besparingsvoorstellen met leveranciers in de grond- weg- en waterbouw � het inrichten van een proces voor flexibele krachten � het ontwikkelen van een inkoop- en aanbestedingsstrategie voor een aantal organisatie-

overstijgende inkooppakketten � energiebeheer en controle verbruik � inkoop- en aanbestedingsstrategie onderhoud gebouwen en installaties � normering dienstauto’s en sturing op brandstof- en kilometergebruik Wij hebben voor het jaar 2011 een incidenteel bedrag van € 2 miljoen in het verdelingsvoor-stel opgenomen ten laste van het frictiebudget. Pas als er duidelijker uitzicht gaat ontstaan op de realiseerbaarheid van de structurele ombuigingen en de beschikbare financiële ruimte in 2012 en verder, zal ons College bezien of een en ander inzet van structurele budgetten ver-eist. Voor 2012 houden wij voorlopig wel rekening met een incidenteel benodigd bedrag van € 3 miljoen. Uiteraard zal dit eveneens in het kader van de voorbereiding van de Begroting 2012 nader moeten worden beschouwd.

I4 Overige prioriteiten

2. Opleiding, omscholing en begeleiding personeel opgeheven taken De heroverwegingsmaatregelen leiden bij de Dienst Persoonsgegevens en Geo-informatie (DPG) tot de extra uitstroom van minimaal 8 personen, die al jaren een vaste specialistische functie vervullen bij DPG. Deze medewerkers in vaste dienst zullen intensief begeleid moeten worden om tot omscholing en herplaatsing te kunnen komen. Deze extra werkzaamheden brengen, mede door inzet van externe advisering, extra kosten met zich mee. Hiervoor heb-ben wij € 40.000 in het verdelingsvoorstel opgenomen. 3. Handhaving taak controle adresregistratie en aanpak identiteitsfraude In Amsterdam hebben we te maken met ongeveer 70.000 verhuizingen per jaar. Al deze mu-taties moeten worden verwerkt in de bevolkingsadministratie. Niet elke burger geeft uit zich-zelf, binnen de wettelijke kaders, een adreswijziging door. Meestal gebeurt dat zonder kwade bedoeling, maar soms ook bewust. Dat maakt jaarlijks onderhoud van de kwaliteit van de GBA noodzakelijk. De afgelopen jaren is deze prioriteit eveneens incidenteel toegekend. 4. Verantwoordelijke (hoofd)stad en versterken economische positie Amsterdam De Burgemeester wil de rol van Amsterdam als verantwoordelijke stad en hoofdstad en de economische positie versterken. De activiteiten worden zoveel mogelijk uit de staande orga-nisaties gedekt. Voor ‘out of pocket’ kosten voor planvorming en smeerolie is aanvullend een

Raadsdruk Begroting 2011 326

Page 332: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

startbudget van € 100.000 incidenteel nodig. Omdat nog niet alle onderdelen volledig zijn uitgewerkt wordt er nu een startbudget gevraagd. Het betreft de volgende onderdelen: 1. Verantwoordelijke stad/Burgemeester in de buurt. Doel: Regelmatig in gesprek met Am-

sterdammers om erachter te komen wat er speelt in de buurten. a. Zorg voor hen die achteraan of buiten staan b. Problemen van burgers centraal stellen in plaats van institutionele belangen c. Samenwerking tussen de verschillende instituties verbeteren

2. Internationale economische positie. Doel: versterken internationale aantrekkingskracht en

positie van Amsterdam. a. Investeren in beter samenwerken en innovatie als antwoord op de crisis b. De historische goudmijnen beter benutten in het economische verkeer met het buiten-

land c. Gastvrijheid en betere service om beter imago van de stad te promoten.

3. Verantwoordelijke hoofdstad. Doel: Amsterdam positioneren als verantwoordelijke hoofd-

stad met goede banden met de rest van Nederland, in het bijzonder de krimpgebieden. a. Amsterdam niet als probleem, maar als plaats waar aandacht is voor problemen van

anderen en waar geholpen wordt met het oplossen van problemen van heel Neder-land

b. Samenwerken met anderen om de nationale kar te helpen trekken c. Amsterdam als belangrijkste internationale motor van en voor heel Nederland d. Goede relatie met Den Haag/het Rijk is van eminent belang e. Dit alles impliceert samenwerking ver over de gemeentegrenzen heen bijvoorbeeld

met betrekking tot krimpproblematiek, samen knokken voor Randstadrail, zodat Zuidas en Schiphol trekker voor iedereen worden, gezamenlijke Havenstrategie.

4. Veiligheid (dekking uit bestaande OOV-middelen)

a. Lik-op-stuk is gewoon in plaats van uitzondering b. Betere samenwerking in de keten c. Optreden tegen discriminatie – in het bijzonder tegen anti-homogeweld en tegen an-

ti-semitisme Wij hebben voor deze initiatieven € 0,1 miljoen in het verdelingsvoorstel opgenomen.

SP4 Structurele posterioriteiten

5. Centrale coördinatie inkoop Centrale coördinatie van de inkoop via raamcontracten heeft de afgelopen jaren geleid tot een aantal gemeentebrede raamcontracten, met als resultaten: � € 135 miljoen inkoop, structurele besparing circa € 20 miljoen � waarvan € 31 miljoen inkoop met een besparing van € 9 miljoen uit nieuwe raamcontrac-

ten in het kader van de 10%-operatie

Extra besparingen kunnen de komende jaren gerealiseerd worden, door de contract compli-ance sterk te verbeteren. Dat wil zeggen: alle gemeentelijke organisaties nemen deel aan gemeentebrede raamcontracten, en die organisaties die al deelnemen, sturen meer op daadwerkelijke afname binnen de bestaande raamcontracten (‘comply or explain’). De huidi-ge compliance varieert van vrijwel 100% bij energie en post tot een geschatte 50% bij één van de contracten voor inhuur dienstverlening.

Ook bij veel verbeteringsideeën wordt een deel van de besparingen gevonden in het opzetten van gemeentebrede, gemeenschappelijke inkoop- en aanbestedingsstrategieën. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende trajecten: � werving en selectiebureaus � software

Raadsdruk Begroting 2011 327

Page 333: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� communicatieadvies/reclamebureaus, drukwerk Nieuwe raamcontracten kunnen afgesloten worden voor de volgende productcategorieën: � vergaderlocaties (€ 3,2 miljoen, waarvan € 1,6 miljoen bij de centrale stad) � studie en opleiding (€ 22,5 miljoen in 2008, waarvan € 16 miljoen bij de centrale stad). Er

zijn veel verschillende grote en kleine leveranciers waarvan een groot gedeelte ook veel gezamenlijke afnemers heeft.

� koeriersdiensten � surveillance, beveiliging, bewaking Er wordt in totaal een besparing van € 4,5 miljoen verwacht, waarvan € 1,5 miljoen in 2011. 6. 48uurs Post De uitgaven aan post gemeentebreed bedragen € 5,2 miljoen (verdeling centrale stad/stadsdelen ongeveer 75/25). Het gaat om circa 14,7 miljoen poststukken, waarvan er 2,6 miljoen afkomstig zijn van diensten met veel bulkpost. Deze poststroom loopt meestal via printbedrijven/drukkerijen. De overige 12,1 miljoen meer gevarieerde poststukken lopen via de gemeentelijke ‘centrale postkamer’, die is ingericht bij Pantar. Gebruik maken van 48-uurs post (voor een lager tarief dan de 24 uurbezorging) kan bij TNT, als minimaal 1.500 stuks gelijksoortige post (afmetingen en gewicht) aangeboden wordt. Het risico bestaat dat TNT deze postvorm laat vervallen en overgaat op 72 uur. Concurrenten van TNT geven een 96-uurs bezorgtijd en stellen daarbij andere eisen aan de poststukken. Wij verwachten een structurele besparing van € 0,3 miljoen in 2011. 7. Inkoop- en aanbestedingsstrategieën Door op het gebied van grond- weg- en waterbouw (GWW) het opdrachtgeverschap en het contractmanagement / de directievoering zowel in de voorbereiding, de uitvoeringsfase als in de beheerfase te verbeteren kunnen kosten bespaard worden, onder andere door: � meer aandacht voor het opstellen van een projectopdracht en/of bestek, betere risico-

inschatting en daardoor een beter te beoordelen aanbieding van aannemers, door het in-zetten van meer technisch inhoudelijke en specifieke inkoopkennis en bestek

� tjdens de uitvoering sterker controleren op de noodzaak van meerwerk. � beter opdrachtgeverschap in de beheerfase, door onder andere te verplichten dat in iede-

re opdracht ook een beheerplan wordt meegenomen. De beheerorganisatie moet op de hoogte zijn van de afspraken met leveranciers, garanties, kosten voor opslag en onder-houd, enz.

� op korte termijn wordt er al een aantal acties ondernomen. Zo worden ingenieursdiensten door de gezamenlijke stadsdelen aanbesteed, met deelname van een aantal Amster-damse diensten. Daarnaast worden er in 2010 nog sessies met de grootste gemeen-schappelijke GWW-leveranciers belegd, waarin een start gemaakt wordt met leveran-ciersmanagement. De leveranciers worden uitgedaagd de gemeente te helpen besparen door goede besparingsvoorstellen te bedenken.

� op de lange termijn zijn er meer mogelijkheden om samen te werken en geld te besparen. Bijvoorbeeld door de logistieke keten, nu vaak door derden uitgevoerd tegen betaling, te optimaliseren en bewaken/beheer op afstand meer gezamenlijk uit te voeren

Grond Weg en Waterbouw is een grote uitgaven categorie. Diensten zoals OGA, DIVV, Wa-ternet en stadsdelen gaven hieraan in 2008 meer dan € 400 miljoen uit. De centrale stad is goed voor 60% van de uitgaven, stadsdelen voor 40%. In deze bedragen zijn zeer grote pro-jecten als de Noord-Zuidlijn niet meegenomen. Besparingen in deze categorie zijn - naast het niet doen of uitstellen van projecten - vooral te behalen door het opdrachtgeverschap te professionaliseren. Een belangrijke randvoorwaarde hiervoor is goed contractbeheer. De beheerorganisatie moet op de hoogte zijn van de afspraken met leveranciers, garanties enz., om te voorkomen dat er twee keer wordt betaald voor producten of diensten waar sprake is van garantie of waarvoor al contracten bestaan. Het contractbeheer zal binnen de ontwikkelingsalliantie worden opge-pakt en gestandaardiseerd.

Raadsdruk Begroting 2011 328

Page 334: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ons College verwacht een totale besparing van € 6 miljoen, waarvan € 1,2 miljoen in 2011. 8. Optimaliseren inhuur Het optimaal inkopen van benodigde externe capaciteit en expertise biedt besparingsmoge-lijkheden. Van het voorkómen van inhuur waar interne capaciteit beschikbaar is, tot het inzet-ten van juiste inkoopstrategieën voor typen externe ondersteuning en het gebruik van een eenduidige methodiek om de markt te benaderen. Te ontwikkelen zijn: � verdere inrichting van één proces voor het aanmelden van alle flexibele krachten en in-

huur externen (aansluitend op de bestaande gedragscode en de toekomstige werkwijze t.a.v. flexibel werken), met als extra’s onder andere aanmelden via bureau van werk naar werk, het instellen van een ‘adviesteam’ binnen iedere organisatie, conform de gedrags-code en het gebruik maken van een ‘marktplaats’ voor specialistische functies

� optimaliseren van een gemeentebrede inkoopstrategie, via inrichten accountmanage-ment, implementeren van extra (raam)overeenkomsten, pay-rollconstructies, etc.

� het inrichten van een ‘marktplaats’ voor aankondiging van opdrachten en/of vraag naar advies of de tijdelijke invulling van specifieke functies, en hiervoor een pilot te starten bij DWI. DWI heeft de inhuur van flexibele krachten en externen professioneel al eenduidig ingericht

� stimuleren van gebruikmaken van bestaande gezamenlijke contracten bij inhuur. � professionaliseren opdrachtgeverschap bijvoorbeeld door vaker output contracten aan te

gaan, in plaats van inspanningscontracten � de inboekbare besparing die door inkoop wordt gerealiseerd ligt in een besparing van 5%

op tarieven en proceskosten door het optimaliseren van inkoop- en aanbestedingsstrate-gieën voor deze inkoopcategorie

Inhuur van flexibele krachten, advies en externe inhuur is een grote uitgaven categorie ge-meentebreed. Recent is een gemeentebrede uitgavenanalyse uitgevoerd, waaruit blijkt dat er in 2008 meer dan € 400 miljoen is uitgegeven, inclusief stadsdelen en Waternet. Ruim € 60 miljoen is inhuur via raamovereenkomsten uitzendkrachten, ICT en financiële dienstverlening. Voor de centrale stad (incl. Waternet) geldt een uitgaven van ca. € 270 miljoen, waarvan circa € 50 miljoen binnen de raamcontracten (incl. ICT-dienstverlening). Ons College verwacht een besparing van € 7,5 miljoen, waarvan € 1 miljoen in 2011. 9. Reduceren wagenpark Door een betere sturing op het gebruik van dienstauto’s, het maken van helderder afspraken tussen gemeentelijke organisaties, en het afsluiten van een aantal extra raamovereenkom-sten, zijn besparingen te realiseren op het gemeentelijk wagenpark. Hierbij valt te denken aan: � terugdringen van het gebruik, door:

− het reduceren van het aantal persoonsgebonden dienstauto’s − terugdringen van het aantal gereden kilometers door stimuleren van gebruik van

openbaar vervoer, dienstfietsen of scooters voor transport binnen de ring − inrichten van een pool van dienstauto’s als diensten dichtbij elkaar gehuisvest zijn − reduceren brandstofverbruik door stimuleren gebruik bestaande elektrische auto’s

� directer sturen op gebruik door: − Een verdere normering, beperken keuze tot een selectie (zuinige) type auto’s − Richtlijnen voor huur (maximum aantal dagen, kosten van accessoires op voertuigen

- 10% van de uitgaven in deze categorie) − Eén systeem voor brandstofgebruik (pasjes, tankcontrole systeem) − Het terugdringen van het aantal schades door betere voorlichting en controle, en pro-

fessionalisering van het wagenparkbeheer als functie in de organisatie-onderdelen � uitbreiden aantal raamcontracten en/of concurrentiegerichte marktbenadering:

− Brandstof: Eén systeem voor brandstofgebruik − Inhuur: inrichten van inkoopstrategie voor veelgehuurde voertuigen

De totale uitgaven aan voertuigen (incl. gespecialiseerde voertuigen) gemeentebreed be-draagt circa € 36 miljoen in 2008, waarvan 2/3 bij de stadsdelen. Dit is opgebouwd uit:

Raadsdruk Begroting 2011 329

Page 335: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� € 21,5 miljoen dienstauto’s en gespecialiseerde voertuigen (w.o. bedrijfsvoertuigen bui-tendienst, waaronder bijvoorbeeld reinigingsvoertuigen en groenvoorziening)

� € 6,5 miljoen huurkosten � € 3,5 miljoen brandstof � € 2,5 miljoen verzekeringspremie (bonuskorting van gemiddeld 42 %) � € 1,2 miljoen schades � € 1 miljoen overige kosten dienstauto’s Ons College verwacht een besparing van € 1,5 miljoen, waarvan € 0,2 miljoen in 2011. De berekening van de besparing is gebaseerd op 10% van totale uitgaven voor centrale stad. 10. Uitstroom inactieven Door actieve bemiddeling op centraal niveau moet het aantal actieven met 30% verminderen. De totale bezuiniging wordt geraamd op € 5 miljoen, waarvan € 0,5 miljoen in 2011. Het project is er op gericht om alle inactieven binnen de gemeente Amsterdam eerst goed in kaart te brengen en vervolgens te bevorderen dat zij re-integreren in het arbeidsproces, bin-nen of buiten de gemeentelijke organisatie. Op deze wijze wordt inhoud gegeven aan goed werkgeverschap van Amsterdam. Stadsdelen worden nadrukkelijk uitgenodigd om deel te nemen aan deze maatregel. Er zal hierbij toegewerkt worden aan een gezamenlijke aanpak tussen diensten en stadsdelen, met duidelijke afspraken over een doelstelling om een be-paald aantal inactieven op te nemen. In het kader van dit project is het belangrijk om de groep van inactieven zodanig te begrenzen dat geen overlap ontstaat met al bestaande activiteiten van diensten en stadsdelen, van het Bureau van werk naar werk en van het bureau Vervangend Werkgeverschap van het Servi-cehuis Personeel. De focus zal - zeker in de beginfase – liggen op de ‘vergeten’ inactieven. De inactieven zelf, maar ook de diensten en stadsdelen, zullen moeten meewerken aan re-integratie. Daarnaast zullen er drempels geslecht te worden richting UWV in verband met het sanctiebeleid en zal er vermoedelijk een aanpassing van mobiliteitsregels plaats moeten vin-den. Enkele diensten hebben ten aanzien van dit laatste punt al beleid ontwikkeld.

Verbinding van het project inactieven met de het deelproject inhuur/flexibilisering ligt voor de hand. Daarnaast kunnen besluiten van het deelproject opleidingsbudget van invloed zijn op de slagkracht met betrekking tot het re-integreren van inactieven. Het realiseren van deze maatregel is risicovol, zeker daar waar het inactieven betreft die bo-ventallig zijn en loon ontvangen. Deze groep heeft meestal afvloeiingsregelingen getroffen met de gemeente Amsterdam. Deze contracten zullen moeten worden opengebroken. Mochten zich risico’s openbaren die het behalen van de besparingen belemmeren, dan zal ons College alternatieve maatregelen voorstellen, Wij hebben de maatregel in het verdeelvoorstel opgenomen. 11. Opleidingsbudget (maximaal 2%) Het opleidingsbudget van de diensten en bedrijven bedroeg in 2009 2.8% van de loonsom. Dit betekent dat in 2009 circa € 15,6 miljoen is besteed aan opleidingen van medewerkers. De onderliggende maatregel betreft een norm van een opleidingsbudget van 2% van de loon-som. Gerelateerd aan de cijfers van 2009 zou dit een besparing opleveren van € 4,0 miljoen. Aan de matregel zijn risico’s verbonden, omdat de professionalisering van de zittende mede-werkers in het geding kan komen en de gemeente Amsterdam voor jonge medewerkers een minder aantrekkelijke werkgever kan worden. Ondanks deze risico’s wordt deze posterioriteit haalbaar geacht. Daarom hebben wij deze maatregel opgenomen in het verdelingsvoorstel. 12. Externe inhuur (maximaal 13% concern als geheel) Door maximeren van externe inhuur op 13% van de loonsom kan een structurele besparing van € 10 miljoen worden bereikt.

Raadsdruk Begroting 2011 330

Page 336: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Normering als een sturingsinstrument is een structurele methode waarmee de uitgaven ex-terne inhuur gericht beheerst en verlaagd kan worden. De norm dient niet te leiden tot extra bureaucratie en administratieve lasten voor de diensten en bedrijven. Daarnaast dient de outputsturing niet in het gedrang te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de diversi-teit van de werkprocessen van de diensten en bedrijven. Ruimte voor doelmatige inhuur dient behouden te blijven. De opgave is om te komen tot een werkbaar sturingsinstrument waar-mee elke directeur gericht op de uitgaven van externe inhuur kan sturen en wordt voorkomen dat deze bij inkrimping van de gemeentelijke organisatie op een hoger niveau uitkomen. Bij de verantwoording van de resultaten geldt het principe ‘pas toe, of leg uit’. Voor de besparing op externe inhuur wordt ervan uitgegaan dat de netto besparing op exter-ne inhuur 50% bedraagt van de bruto besparing en dat het overige wordt gerealiseerd vanuit het openbreken van de lopende contracten voor externe inhuur. Deze 50% is een aanname en opgebouwd uit 20% door zeer terughoudend te zijn in de opdrachtverlening (bijvoorbeeld door het aantal uren te verminderen) en 30% besparing (zelf doen en interne inhuur versus externe inhuur). Een belangrijke randvoorwaarde om de besparing te halen is extra inzet op flexibel werken. De norm wordt gesteld op 13% van de loonsom van actief personeel met ingang van 2011. De norm is een verhoudingsgetal, waarin een relatie wordt gelegd tussen de inzet van het eigen ambtelijk personeel en het extern ingehuurde personeel. Een daling van de omvang van het ambtelijk personeel zal leiden tot een lagere inzet van externe inhuur. 13. Heroverwegingen Bestuursdienst De formatie en budgetten van de Bestuursdienst worden in totaal circa € 4,5 miljoen in 2011 verlaagd, met als hoofdlijnen: � het verminderen van de formatie met 22,5 formatieplaatsen (fte); oplopend tot 70 fte in

2014, waarvan: − Formatievermindering in de verschillende directies binnen de Bestuursdienst met

15,8 fte in 2011 − het stopzetten van de Adviesraad voor Diversiteit en Integratie (ADI) en Amsterdam-

se Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS) in 2011. De ambtelijke ondersteuning van-uit de Bestuursdienst met 6,8 fte wordt gestaakt en het bijbehorend budget bezuinigd. Er wordt nog nagegaan of er nog functies behouden moeten worden en dit het wen-selijk maakt om een deel van het materiële budget over te hevelen. Zodra hier meer duidelijkheid over is zal een aanvullende maatregel nodig zijn om de besparing te realiseren

� het verlagen van de overige budgetten met circa € 3 miljoen, waarvan € 160.000 inciden-teel.

Om aan de taakstelling in 2011 te voldoen zijn ingrijpende maatregelen nodig. Ons College beseft dat dit niet zonder consequenties voor het bestuur en de stad zal blijven. Voor de risi-co’s die kunnen ontstaan worden zoveel mogelijk beheersmaatregelen getroffen. Verdeling bezuinigingen in 2011, concrete maatregelen: Formatiereducties per directie De formatiereductie zal als volgt doorgevoerd worden (de genoemde bedragen zijn inclusief materieel personeelsbudget voor opleidingen e.d. en overhead): � opheffen ADI en ARS: 6,8 fte (€ 476.748) � 4,35 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij stafafdeling Bestuurs-

en managementondersteuning (BMO) (€ 332.482) � 2,3 fte formatiereductie in verband met het al eerder opgeheven diversiteitplatform

(€ 127.725) � 1,8 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Stedelijke Bestuursad-

visering (€ 104.397) � 2,5 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Concern Organisatie

(€ 224.008) � 1,6 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Concern Financiën

(€ 96.508)

Raadsdruk Begroting 2011 331

Page 337: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� 2 fte formatiereductie in verband met efficiency maatregelen bij Communicatie (€ 128.886)

� 0,75 formatiereductie bij Juridische zaken in verband met terugleggen van werkzaamhe-den bij de organisatieonderdelen die de primaire besluiten maatregelen (€ 58.757)

� 0,5 fte formatiereductie in verband met extra doorbelastingen bij Bureau Integriteit (€ 36.850)

Budgetreducties: BMO � Bezuinigen op budget organisatie ontwikkeling € 80.000 � Opheffing ARS en ADI (materiele budgetten) € 232.000 � Afbouwen van de kosten wachtgelden Amsterdamse Politiekapel € 50.000 � Besparing Werving & Selectie € 30.000 � Stoppen met preventief Medisch onderzoek en Stoelmassages € 180.000 � Vermindering budget stadsmariniers € 160.000 (incidenteel); dit is opgenomen in het

programma Stedelijke Ontwikkeling � Vermindering budget PSA € 80.000 Stedelijke Bestuursadvisering � korting budget bestuurlijk stelsel € 15.000 � verminderen coördinatie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en terugleggen bij de

dienst Wonen, Zorg en Samenleving € 120.000 � korting van het budget onderzoeken en adviezen van Stedelijke Bestuursadvisering

€ 100.000 � verminderen budget Regionale Samenwerking Amsterdam € 20.000 � afstoten voorbereiding en verslaglegging Portefeuillehoudersoverleg Wonen naar dienst

Wonen, Zorg en Samenleving en het afstoten van de coördinatie stedelijk toets- en ad-viesteam (STAT) € 20.000

Concern Organisatie � stopzetten subsidie Maxxx € 230.000 � stopzetten centrale financiering G4 Transstad opleiding € 150.000 � versobering Diversiteit € 25.000 � vermindering budget arbeidsmarkt-communicatie € 25.000 � stopzetten centrale subsidiëring Metropool opleidingen € 30.000 � vermindering activiteiten Communicatiebudget € 50.000 � anders organiseren werk Traineepool € 40.000 � Personeelsbeleid € 40.000 � besparing ten gevolge van synergievoordelen door samenvoeging directies ConcernFi-

nanciën en ConcernOrganisatie € 50.000 Concern Financiën � beëindigen centrale financiering audits risicomanagement en verminderen onderzoeken

Bestuursdienst € 298.370 � besparing ten gevolge van samenvoeging directies ConcernFinanciën en ConcernOrga-

nisatie € 50.000 Communicatie � opheffen burgerjaarverslag € 62.072 � versoberen Internationale betrekkingen € 72.000 � vervallen budget nieuwjaarsreceptie € 120.705 � stopzetten gemeentedag € 22.980 � versobering buitenlandse reizen college € 25.000 � versobering algemene representatiekosten college € 20.000 � reisbudget commissies € 77.617 � stoppen onderzoek. Niet meer proactief naar signalen uit de stad over bestuur en beleid

meten € 89.544

Raadsdruk Begroting 2011 332

Page 338: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� stoppen met opleidingen, advertentie inkoop ten behoeve van publieksevenementen en communicatie, afschaffen bewonersbrieven, foto’s college, ambtswoninggesprekken € 26.658

Openbare Orde en Veiligheid � beëindiging inzet externe projectleiding Groot Oost € 50.000 en externe projectleiding

West € 50.000. � verlaging budget voor interventies bij nieuwe (onvoorziene) veiligheidsproblemen

€ 200.000 14. Verlaging budget representatiekosten wethouders Het budget voor de wethouders voor bloemen, kranten, koelkast, telefoons, recepties en der-gelijke wordt met 50% gekort. 15. Vermindering basisbudget O+S Aanvankelijk waren voor O+S besparingen geïnventariseerd, die in totaal neerkwamen op een posterioriteit van € 690.000, bestaande uit een korting van 25% (€ 550.000) op het ba-sisbudget en het schrappen van tijdelijk personeel (€ 140.000), samen bijna eenderde (33%) van het totale basisbudget. Deze posterioriteiten zijn relatief omvangrijk en bevatten een dub-beltelling. Tijdelijk personeel (€ 140.000) wordt gedekt uit het basisbudget (en maakt dan onderdeel uit van de voorgestelde 25%). Daarom stellen wij voor de korting op het basisbud-get nog niet in 2011 te laten plaatsvinden. De strategische functie van O+S acht ons College van groot belang voor de gemeente Am-sterdam. Ons College is van mening dat de mogelijkheden voor nieuwe initiatieven onder-zocht dienen te worden. Hiertoe geven wij de opdracht aan de Bestuursdienst om in overleg met O+S en diensten waarmee samenwerking en of overheveling van taken te bewerkstelli-gen is, nader te onderzoeken. In eerste instantie denkt ons College aan DWI, DMO en EZ omdat deze diensten informatieproducten opleveren die mogelijkerwijs naar O+S overgehe-veld zouden kunnen worden of waarmee samenwerking mogelijk is en waaruit blijkt of de taakstelling ingevuld kan worden. Indien uit het onderzoek blijkt dat er ook andere diensten en stadsdelen gelijksoortige taken en/of werkzaamheden leveren, dan is ons College van me-ning dat ook zij onderdeel van het onderzoek dienen uit te maken. Ultimo 2011 verwacht ons College de uitkomsten van het onderzoek en mogelijke invulling van de taakstelling.

Het vorenstaande betekent dat wij thans uitgaan van de volgende reeks: 2011 2012 2013 2014 Structureel € 0 € 110.000 € 215.000 € 340.000 16. Leges verhoging naar 100 procent (DPG) Het betreft de leges van de Dienst Persoonsgegevens en Geo-informatie. 17. Vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer distributie en advies De bezuiniging bestaat uit 3 elementen: 1. een verminderig van 4 formatieplaatsen op het vlak van de kwaliteit van Persoons en

Geo informatie, onder andere auditing stadsdelen, handhavingstaken, instructie/opleiding stadsdelen en identiteitsfraude

2. een vermindering van 2 formatieplaatsen door vermindering van activiteiten van beheer gegevens magazijnen en distributievoorzieningen basisregistraties en vermindering van beleidsadvisering privacy en informatiebeveiliging

3. een vermindering van 2 formatieplaatsen op het terrein van account management , ad-viesfunctie en projectmanagement

18. Raadsonderdelen De bijdrage van de raadsonderdelen aan de ombuigingen dienen van het Presidium van de Raad te komen. Van die zijde is informeel aangegeven dat bij de Griffie een bezuiniging van

Raadsdruk Begroting 2011 333

Page 339: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

€ 475.000 mogelijk wordt geacht. Mogelijkheden bij de andere onderdelen, Rekenkamer en Ombudsman, moesten nog worden onderzocht. Ons College heeft daarom een bezuiniging van € 475.000 in de voorstellen opgenomen. 19. Tijdelijk personeel Voor een toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij de posterioriteit vermindering ba-sisbudget O+S.

Raadsdruk Begroting 2011 334

Page 340: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Dienstverlening Dienstverlening is een nieuw programma en wordt voor 2011 voor het eerst in een begroting opgenomen. Het programma is formeel nog niet ingedeeld in subprogramma’s en heeft niet zoals de overige programma’s een verleden als resultaatgebied. Toch is het vergelijkbaar met vorige jaren omdat de subprogramma’s naar dit programma verplaatste voormalige subresul-taatgebieden zijn. U treft daarvan een overzicht aan in de tabel hieronder. Voor de volledig-heid is daarin ook aangegeven welke diensten een bijdrage aan het desbetreffende subpro-gramma leveren. Er is voor gekozen om de onderdelen Burgerzaken en basisregistraties, Archief en Financiële dienstverlening in hun totaliteit over te hevelen naar het Programma Dienstverlening. In de aanloop naar de Begroting 2012 zal gekeken worden of een verdere splitsing noodzakelijk is. Overzicht van de diensten die een bijdrage leveren aan het programma dienstverlening en in welke programma’s de onderdelen voorheen stonden: Nieuw subprogramma Voorheen in

programma subprogramma Dienst

1. Dienstverle-ning/Contactcenter

Facilitair en bedrijven

Project en beleidsondersteunende taken

Dienstverlening en Facilitair Manage-ment

2. Burgerzaken en basisregistraties

Bestuur en concern

Burgerzaken en de basisregistra-ties Personen, Adressen, Gebou-wen, Kadaster en Topografie

Dienst Persoons-gegevens en Geo-informatie

3. Archief Bestuur en concern

Archief Stadsarchief

4. Financiële dienstver-lening

Facilitair en bedrijven

Financiële dienstverle-ning/activiteiten

Stadsbank van Lening

1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma

Lasten + 72,8 67,6 73,9 67,2 64,2 63,5 67,4

Baten - 36,7 28,5 32,4 30,1 28,6 28,6 28,6

Resultaat t.l.v. alge-mene middelen voor mutaties reserves

36,1 39,1 41,5 37,1 35,6 34,9 38,8

Toevoeging minus onttrekking reserves

- 0,3 - 1,9 - 2,6 - 0,3 - 0,2 - 0,2 - 0,1

Resultaat t.l.v. alge-mene middelen na mutaties reserves

35,8 37,1 38,9 36,8 35,4 34,7 38,7

Saldo reserves 10,7 0,0 7,6 7,3 7,1 7,0 6,8

Saldo voorzieningen 1,9 0,0 2,5 1,9 2,0 1,4 1,8

Investeringsuitgaven 0,0 0,0 0,0 0,8 0,0 0,0 0,0

2 Ontwikkelingen en beleidskaders De kwaliteit van de dienstverlening van onze gemeentelijke organisatie staat nadrukkelijk in de aandacht. Inwoners en ondernemers stellen steeds hogere eisen, maar ook de ontwikke-lingen op landelijk niveau nopen tot het verhogen van de kwaliteit. In het Nationaal Uitvoe-ringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP) zijn afspraken gemaakt over het over-heidsbreed delen van gegevens en het hanteren van overheidsbrede standaarden en voor-zieningen. De gezamenlijke overheden hebben – in het zogenaamde ‘antwoordconcept’ – de ambitie geformuleerd dat de gemeenten in 2015 hèt loket voor de gehele overheid zijn. De

Raadsdruk Begroting 2011 335

Page 341: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

dienstverlening van de gemeente ondersteunt straks dus niet alleen de eigen producten, maar moet ook vragen en verzoeken voor andere overheden afhandelen of doorgeleiden. In Amsterdam heeft met de fusie van de stadsdelen een grote verandering plaatsgevonden. De organisatorische veranderingen werpen de vraag op of, en zo ja waar, de gemeentebrede dienstverlening aan de de nieuwe situatie is aangepast. Het ‘Implementatieplan inrichten nieuwe stadsdeelorganisaties’ geeft aan dat het nieuwe bestuurlijke stelsel de uitvoerings-kracht zal versterken en meer eenduidigheid in werkprocessen van de stadsdelen zal be-werkstelligen. En ook deze ontwikkeling moet bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger. 3 Doelstellingen, activiteiten en financiën per subprogramma

3.1 Subprogramma Dienstverlening en contactcenter 3.1.1. Dienstverlening en contactcenter: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? In ons programakkoord geven wij uiting aan onze ambitie de dienstverlening in Amsterdam van topkwaliteit te laten zijn. Deze ambitie steunt op het bereiken van de volgende drie doel-stellingen: � de evaluatie van 14020 � de uitvoering van de Visie op dienstverlening 2010-2014 die door diensten en stadsdelen

gezamenlijk is opgesteld � het implementatieplan voor het inrichten van nieuwe stadsdeelorganisaties De groei van de kwaliteit van de dienstverlening staat of valt met de samenwerking tussen centrale stad die zorg draagt voor 14020 en het digitaal loket enerzijds en de stadsdelen en diensten met hun eigen balies, websites en telefoonnummers anderzijds. Om met deze ge-deelde verantwoordelijkheden samen op te kunnen trekken is er een visie op dienstverlening geformuleerd die breed gedragen wordt door alle diensten en stadsdelen.. Er is een uitvoeringsagenda gemaakt die binnenkort bestuurlijk zal worden vastgesteld. In het Implementatieplan inrichten nieuwe stadsdeelorganisaties wordt de wens geuit om op zeven locaties in de stad zogenaamde stadsloketten te openen, waar de burger producten en informatie vindt van stadsdelen en diensten. In 2014 moeten de zeven loketten opengaan. In de paragraaf Wat gaan we ervoor doen worden de verschillende doelstellingen voor 2011 en latere jaren toegelicht. 3.1.2. Dienstverlening en contactcenter: Wat gaan we ervoor doen? Evaluatie 14020 Doelstelling 1: Evaluatie 14020 (Contactcenter Amsterdam): In het programakkoord is in het licht van de gewenste dienstverlening van topkwaliteit aan de burger verwezen naar de evaluatie van 14020. Na de afronding van de evaluatie in november 2010, bestaat er inzicht in eventuele verdere verbeterpunten en zal de indicator voor topkwali-teit dienstverlening via het Contactcenter (CCA) nader ingevuld worden voor de periode 2012-2014. Het doel van het CCA is de burger één telefonische ingang te bieden, waarmee alle gemeentelijke onderdelen kunnen worden bereikt. Het streven is zoveel mogelijk vragen, verzoeken en klachten van de burger direct af te handelen. De gesprekken die niet kunnen worden afgehandeld worden doorverbonden naar de achterliggende gemeenteonderdelen waar de burger verder geholpen kan worden. Om deze taak te kunnen uitvoeren is een goede aansluiting van alle stadsdelen en diensten in de gemeente Amsterdam een vereiste. Daar-naast stelt het Nationale Uitvoeringsprogramma (NUP) dat in 2015 de gemeente dé ingang is voor de overheid. Verbeterde randvoorwaarden, zoals de verhuizing naar één locatie in Bos en Lommer, tech-nische verbeteringen en toename van beter getraind personeel dragen bij aan een kwalitatief goed opererend contactcenter. Visie op Dienstverlening 2010-2014

Raadsdruk Begroting 2011 336

Page 342: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 2: Kennisbank is de bron voor dienstverlening in de gemeente In 2012 is de Kennisbank de informatiebron voor alle contactkanalen (fysiek, digitaal, telefo-nisch) voor zowel algemene als specialistische afdelingen met veel klantcontacten. Niet al-leen de medewerkers op de gemeentebrede contactkanalen maken gebruik van de Kennis-bank, maar ook de meer specialistische afdelingen met veel klantbezoek. Hiertoe wordt de kennisbank gedifferentieerd aangeboden en op het gebied van redactie, gebruik en functione-le eisen aangepast en aangevuld. De burger krijgt zo op iedere locatie en via ieder contact-kanaal dezelfde informatie. In 2011 zullen de volgende activiteiten ontplooid worden: � uitbreiden van de benodigde functionaliteit en toevoegen aan de Kennisbank � ontwikkeling van content voor nieuwe gebruikersgroepen � ontwikkeling van redactieproces voor content nieuwe gebruikersgroepen � aanpassing van beheeromgeving content voor decentrale redacties (WAM) � gebruikers trainen en Kennisbank in gebruik nemen � rapportages ontwikkelen en inrichten Doelstelling 3: Optimaliseren klantprocessen In 2014 zijn de belangrijkste en meest voorkomende klantprocessen geoptimaliseerd en wor-den voor de burger sneller, transparanter en efficiënter afgehandeld. Per klantproces worden de volgende punten bekeken: � verbeteren en vereenvoudigen van het proces � transacties mogelijk maken in alle kanalen (digitaal, fysiek, telefonisch) � informatie inzichtelijk voor de burger � statusinformatie ontsluiten � verminderen onnodige producten en diensten � multichannelmanagement/kanaalsturing � presentatie in samenhang met life events (bijvoorbeeld trouwen, verhuizing) � implementatie van een pilot Selfservicebalie Doelstelling 4: Basiscompetenties In 2012 hebben in de gehele stad alle medewerkers met veel klantcontacten binnen elk ka-naal (fysiek, per e-mail en telefonisch) dezelfde basiscompetenties. Klanten worden in elk klantcontact op eenzelfde wijze geholpen. Hiervoor wordt een competentieprofiel ontwikkeld en een training met certificering. Doelstelling 5: Gelijkheid contactkanalen � in 2012 worden de contactkanalen (digitaal, fysiek, telefonisch) in gelijke stijl, inrichting en

kwaliteit aangeboden en zijn ze in de gehele stad ontsloten. Er is stadsbreed een heldere uniforme stijl in elk kanaal. Hiertoe wordt een stijlboek ontwikkeld en worden de afspra-ken daarin bewaakt

� in 2012 worden alle contactkanalen in gelijke kwaliteit aangeboden en hierover wordt op uniforme wijze gerapporteerd. Serviceniveau en kwaliteit is vergelijkbaar en inzichtelijk door uniforme KPI’s, kwaliteitsnormen en rapportages. De Servicecode Amsterdam wordt aangescherpt met nieuwe kwaliteitsnormen en tevredenheidsnormen

Doelstelling 6: Eén ingang voor de burger In 2012 communiceren de gemeentelijke organisatieonderdelen alleen nog via 14020, am-sterdam.nl of het stadsloket, zolang dit meerwaarde heeft voor de burger. De burger weet op welke manier hij contact kan krijgen met de gemeente en vindt zowel digitaal, telefonisch en fysiek een eenvoudige ingang waardoor alle gemeentelijke organisatieonderdelen te bereiken zijn. Doelstelling 7: Eenvoudige en begrijpelijke informatievoorziening In 2012 is onze informatievoorziening aan de balie, telefoon en digitaal zo helder dat er geen verder contact nodig is ter verduidelijking. Hiervoor wordt de informatie naar de burger regel-matig getoetst op helderheid en gebruiksvriendelijkheid. Implementatieplan inrichten nieuwe stadsdeelorganisaties

Raadsdruk Begroting 2011 337

Page 343: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 8: Stadsloketten In de periode tot 2014 komen er op zeven locaties in de stad stadsloketten waar de burger terecht kan met informatievragen en productaanvragen. De stadsloketten kennen ruime ope-ningstijden. Medewerkers hebben dezelfde competenties en zijn breed inzetbaar. 3.1.3. Dienstverlening en contactcenter: Wat mag het kosten?1

Bedragen x € 1 miljoen Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Lasten + 8,7 8,8 8,8 8,8 8,8 8,8 Baten - 8,3 8,3 8,4 8,4 8,4 8,4 toevoegingen reserves + 0 0 0 0 0 0

onttrekkingen reserves - 0 0,1 0 0 0 0

Saldo (lasten - baten) 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4

Actualisatie 2010 In de Actualisatie 2010 neemt het saldo van lasten en baten van het CCA met € 126.790 incidenteel toe, hier staat een onttrekking ten laste van de reserve verbeterplan CCA tegen-over. Dit betreft de besteding van het restant van incidentele prioriteit uit 2009 voor het verbe-terplan Contactcenter. De middelen worden gebruikt voor de verdere verbetering van de pri-maire werkprocessen en bijbehorende technische verbeteringen. Begroting 2011 In de Begroting 2011 en de meerjarenbegroting vanaf 2012 bedraagt het saldo van het Con-tactcenter ten laste van de algemene middelen € 0,4 miljoen. Dit deel van de lasten wordt niet gedekt uit bijdragen van de deelnemers maar uit het BRI budget.

3.1.4: Wat zijn de risico’s en de beheersmaatregelen bij de doelstellingen?

Randvoorwaarde voor het realiseren van de projecten die volgen uit de Visie op Dienstverle-ning 2010-2014 is een stadsbrede infrastructuur en een netwerk die het mogelijk maken om rapportagemethoden en informatiebronnen in de gehele stad en over alle kanalen te gebrui-ken. Samenwerking tussen de centrale stad (DFM), die zorgdraagt voor 14020 en het digitaal lo-ket, en de stadsdelen en diensten (balie, website, eigen telefoonnummers) is een voorwaarde voor het realiseren van alle projecten.

3.2 Subprogramma Burgerzaken en basisregistraties 3.2.1 Burgerzaken en basisregistraties: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken?

Ons College streeft er naar op een betrouwbare en veilige wijze zorg te dragen voor uitvoe-ring van de basisregistraties Personen, Adressen, Gebouwen, Kadaster en Topografie. De kwaliteit van de basisgegevens en de kwaliteit van de dienstverlening aan afnemers staat daarbij voorop. Het verbeteren van de kwaliteit van deze twee aspecten is een belangrijke doelstelling voor de komende jaren. De dienst Persoons- en Geo-informatie (DPG) is de stelselbeheerder van basisregistraties voor de gemeente Amsterdam. Zij breidt haar dienstverlening de komende jaren uit zodat uiteindelijk vanuit één punt gegevens uit dertien basisregistraties, dertien kernregistraties, alle zaakgegevens en documenten van de gemeente Amsterdam worden geleverd. Het aantal van dertien basisregistraties en dertien kernregistraties is gebaseerd op het eindrapport van het programma Basisregistraties en ICT Infrastructuur (BRI). In 2011 zullen de verkiezingen voor de Provinciale Staten optimaal gefaciliteerd worden met oog voor het verbeteren van de kwaliteit van de stembureauvoorzitters en plaatsvervangend voorzitters. 1 De cijfers in de tabel betreffen het contactcenter. De overige bedragen van DFM dienstverlening worden toegelicht in het programma facilitair en bedrijven.

Raadsdruk Begroting 2011 338

Page 344: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.2.2 Burgerzaken en basisregistraties: Wat gaan we ervoor doen?

Het is voor afnemers van basisinformatie van het grootste belang dat ze hun vraag bij één loket kunnen neerleggen. Die loketfunctie heeft DPG nu al voor vijf basisregistraties. Om dat de dienst het loket wordt voor dertien basisregistraties en dertien kernregistraties staat hij voor een grote veranderopgave. Voor een deel bestaat die opgaven uit het inrichten van ge-nerieke inwinnings-, beheer- en verstrekkingsprocessen rond basis- en kernregistraties. In-winning van de gemeentelijke basisgegevens hoeft daardoor niet meer dubbel plaats te vin-den. De beheer- en verstrekkingsprocessen stemmen het stelsel af op de informatiebehoefte van de gemeente. Hiervoor zal structurele afstemming georganiseerd moeten worden met zowel afnemers als landelijke bronhouders van basisregistraties.

Doelstelling 1: Kwaliteit gegevens verbeteren

Om de kwaliteit van de gegevens te verbeteren worden de volgende activiteiten ontplooid: � onderzoek naar verschil feitelijke en administratieve werkelijkheid � verbeteren van samenhang van Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) met an-

dere basisregistraties � 70% van de afnemers is aangesloten op de BAG in 2011, vanaf 2012 zijn alle afnemers

aangesloten � ontwikkelen van instrumentarium om kwaliteit permanent in beeld te brengen � het regelen van relatie- en productmanagement voor de bestaande basisregistraties en

daarna uitbreiden voor de overige basisregistraties � het verder ontwikkelen van kwaliteitsbeleid � het professionaliseren van steekproeven, opstellen van een kwaliteitshandvest stadsde-

len, bestandscontroles, opstellen digitale handboeken voor de geo-basisregistraties

Doelstelling 2: Dienstverlening aan afnemers verbeteren

Om de kwaliteit van de dienstverlening aan afnemers te verbeteren worden onder andere de volgende activiteiten ontplooid: � het platform ‘Op de kaart’ biedt gemeentelijke organisaties de mogelijkheid om op unifor-

me wijze, en met gebruikmaking van de actuele basisgegevens, hun eigen informatie aan burgers en bedrijven op internet te presenteren. De ambitie is om van ‘Op de kaart’ het gemeentelijke platform te maken dat gekoppeld is aan www.amsterdam.nl. Daarmee wordt Op de Kaart een stedelijke voorziening.

� ontwikkelen van een ‘kennisbank geo-informatie’ waarin gemeentelijke gebruikers kunnen terugvinden waar zij welke geo-informatie kunnen verkrijgen, zowel binnen als buiten de stad.

� uitbreiden van de dienstverlening met aanvullende basis- en kernregistraties, uitgangs-punt bij het prioriteren en fasering van de uitbreiding is de behoefte van afnemers

� leveren van de kernregistraties en de aanvullende gegevens van de basisregistraties via een gemeenschappelijk koppelvlak

� aansluiten bij de digimelding � invoeren van de nieuwe werkwijze aangifteprocedure vermiste reisdocumenten (landelijk) � realiseren van een persoonlijke internetpagina voor burgers inclusief terugmeldfunctiona-

liteit � voorbereiding plaatsonafhankelijke dienstverlening

Doelstelling 3: Zorgen voor een goed verloop van verkiezingen

In 2011 vinden verkiezingen van de Provinciale Staten plaats. Deze verkiezingen zullen nog met ‘het rode potlood’ plaatsvinden. Op basis van de huidige informatie zal pas na 2011 het digitaal stemmen weer op de agenda geplaatst worden. Dit leidt vanaf 2012 tot herziening van het verkiezingsproces. Het (oude en nieuwe) verkiezingsproces en de verbetering van de kwaliteit stembureauvoorzitters en plaatsvervangend voorzitters zal optimaal worden gefacili-teerd. Hiertoe worden: � alle kiesgerechtigde Amsterdammers uitgenodigd om met een stempas hun stem uit te

brengen � circa 500 stembureaus ingericht, waarbij circa 2.500 stembureauleden en circa 1.500

tellers ingezet worden � alle voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de stembureaus (opnieuw) opgeleid

Raadsdruk Begroting 2011 339

Page 345: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� de uitslag(en) overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet en het Verkiezingsregle-ment op de Stadsdeelraden vastgesteld

3.2.3 Burgerzaken en basisregistraties: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Lasten + 27,9 30,4 27,7 25,9 25,4 29,6 Baten - -4,6 -5,8 -5,8 -5,8 -5,8 -5,8 toevoegingen reserves + 0,4 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0

onttrekkingen reserves - -0,5 -1,1 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1

Saldo (lasten - baten) 23,1 23,8 21,9 20,0 19,6 22,7

De Actualisatie 2010 is € 1,3 miljoen nadeliger dan begroot, met name vanwege de niet ge-raamde Tweede Kamerverkiezing 2010 (€ 1,8 miljoen). De verwachte verbetering van het saldo in 2011 met € 2,9 miljoen wordt vooral veroorzaakt door het vervallen van kosten voor de Tweede Kamerverkiezing en Gemeenteraadsverkie-zing 2010 (€ 4,1 miljoen), waar tegenover de kosten staan van de verkiezingen voor de Pro-vinciale Staten 2011 (€ 1,8 miljoen). Daarnaast wordt het saldo verklaard door het vervallen van een incidentele prioriteit (€ 0,2 miljoen), lagere kapitaallasten (€ 0,3 miljoen) en negatie-ve nominale ontwikkeling (€ 0,4 miljoen). Na 2011 is de geraamde ontwikkeling als volgt: � het saldo neemt in 2012 af met € 1,8 miljoen, met name vanwege het vervallen van kos-

ten van de verkiezingen voor de Provinciale Staten � in 2013 neemt het saldo met € 0,4 miljoen af vanwege vrijval kapitaallasten � het saldo neemt in 2014 toe met € 4,1 miljoen vanwege verkiezingen voor de Gemeente-

raad en verkiezingen voor het Europees Parlement

3.3 Subprogramma Archief Het verwerven, bewaren en toegankelijk maken van archieven en collecties en deze aan een zo groot mogelijk publiek beschikbaar stellen. 3.3.1.Overige doelstellingen Doelstelling 1: Het Stadsarchief is voor het concern een beheerder van formaat. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 − Aantal overbrengingen digitaal

archief uit concern naar e-depot − Hoeveelheid opnames (Tb)

digitale informatie in het E-depot

3

5

5

7

5

10

5

10

Doelstelling 2: Dienstverlening en presentatie Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 De archieven en collecties zijn we-reldwijd toegankelijk − aantal scans − aantal webbezoekers

1.250.000 660.000

1.500.000 670.000

1.750.000 680.000

2.000.000 690.000

1) Het gebouw De Bazel wordt optimaal benut 2) De Bazel als centrum voor erf-goed, kunst en cultuur − aantal bezoekers van de Bazel

120.000

150.000

150.000

150.000

150.000

Doelstelling 3: Nieuwe doelgroepen Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Raadsdruk Begroting 2011 340

Page 346: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Toeristen informeren over de ge-schiedenis van Amsterdam door rondleidingen en tentoonstellingen in meer talen aan te bieden en door de thema’s van evenementen en ten-toonstellingen hierbij aan te laten sluiten

Weinig buitenland-

se bezoe-kers

2010 Op toeris-ten gerich-te zomer-

presentatie en com-

municatie

Evaluatie en aanpas-

sing op toeristen gerichte

communi-catiekana-

len

Extra aandacht

voor toeris-ten bij

communi-catie over

400 jaar Grachten-

gordel

Aandacht voor toeris-

ten bij externe

communi-catie

Contacten met migrantenorganisa-ties leiden tot een groter aandeel van bezoek en collecties van nieuwe Amsterdammers

Contacten met mi-

grantenor-ganisaties

Bekend maken

archieven en collec-

ties mbt nieuwe

Amster-dammers

via de portal

Vijf Eeu-wen Migra-

tie. Bevorderen

stageplek-ken voor

MBO leerlingen

Ontsluiten verworven migranten-archieven en onder

de aan-dacht

brengen via o.a. de

nieuwsbrief Samen-werking tussen

migranten-archief-

vormers en SAA be-vorderen

Verzame-len websi-

tes van nieuwe

Amster-dammers. Strategie bepalen om een

divers migranten

netwerk op te bouwen

Goed migranten-

netwerk

3.3.2. Archief: Wat gaan we ervoor doen? Doelstelling 1: Het Stadsarchief is voor het concern een beheerder van formaat Naar verwachting wordt het E-depot van het Stadsarchief Amsterdam (SAA) in de tweede helft van 2010 goedgekeurd door de provinciale archiefinspectie. Vanaf dat moment is het mogelijk papieren archiefbestanden die gedigitaliseerd zijn officieel te vervangen. De papie-ren dossiers mogen daarna worden vernietigd. In 2011 zullen enkele gedigitaliseerde bouw-archieven van stadsdelen worden overgedragen aan het Stadsarchief. ‘Digital born’ archie-ven, zoals de archiefbestanden van het besluitvormingssysteem Andreas en het digitale ar-chief van de projectorganisatie ‘Verbetering Bestuurlijk Stelsel’ van het Programmabureau Eén Amsterdam zullen naar verwachting in 2011 worden overgedragen. De duurzaamheid van de digitale archieven, collecties en reproducties is van groot belang voor een goed functionerende E-overheid. Het E-depot moet deze duurzaamheid garanderen. Er zijn op dit moment drie archiefinstellingen die beschikken over een E-depot, het Stadsar-chief Amsterdam, het Nationale Archief en het Gemeentearchief Rotterdam. Gezamenlijk is een initiatief gestart om te komen tot gemeenschappelijke E-depotvoorzieningen die een lan-delijk dekkend net in Nederland vormen. Met deze gemeenschappelijke E-depotvoorzieningen wordt een constante kwaliteit gewaarborgd en kunnen door schaalvergro-ting de kosten worden verlaagd. In de achterliggende jaren zijn achterstanden ontstaan in het behouden en toegankelijk ma-ken van de papieren archieven en collecties. In de komende jaren is een groot deel van de inspanning er op gericht om extra middelen te verkrijgen om deze achterstanden weg te wer-ken en deze collecties en archieven geschikt te maken voor presentatie op de website van het Stadsarchief. Door herverpakking is het bovendien mogelijk ruimte te winnen in de de-pots. Dit is hard nodig omdat de depots van De Bazel veel sneller vol lopen dan was voor-zien. Doelstelling 2: Dienstverlening en presentatie De Culturele Alliantie is een netwerkverband van drie gemeentelijke onderdelen die geza-menlijk werken aan het op de agenda zetten en het meer zichtbaar maken van cultuur en erfgoed in de stad, met één centraal informatiepunt over kunst, cultuur, media, erfgoed en geschiedenis. De Culturele Alliantie richt zich dan ook op het ontwikkelen en stimuleren van die activiteiten waarbij ‘grensoverschrijdend’ wordt gewerkt tussen de culturele en de erf-goeddisciplines.

Raadsdruk Begroting 2011 341

Page 347: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De archieven en collecties van het Stadsarchief zijn conform de Archiefwet kosteloos te raad-plegen in het informatiecentrum en de studiezaal van het archief. Veel informatie is online te raadplegen via de digitale balie: www.stadsarchief.amsterdam.nl. Voor het laten verrichten van onderzoek, het bestellen van reproducties en het laten maken van scans geldt de leges-verordening. De ontwikkeling van de digitale dienstverlening zal zich in 2011 voortzetten. Het Stadsarchief organiseert tentoonstellingen, rondleidingen, evenementen, canongesprek-ken en boekpresentaties. De Schatkamer met topstukken uit het archief en de Filmzaal met zijn cineacformule en in het Engels ondertitelde films zijn vrij toegankelijk voor bezoekers en hebben een wisselende programmering. Voor scholen worden educatieve programma’s sa-mengesteld. Ook wordt de gelegenheid geboden voor het lopen van stages waarbij leerlingen werkervaring kunnen opdoen. De tentoonstellingen in 2011 staan in het teken van de nieuwe samenwerkingsverbanden met Bureau Monumenten en Archeologie en met de Maria Austria Stichting. Doelstelling 3: Nieuwe doelgroepen De zomer van 2011 staat in het teken van de film. Met de productie van de laatste films wordt de populaire 10-jaren cinema voltooid en dat wordt gevierd met de Filmzomer. Film is een ideaal medium om snelle en toegankelijke informatie over de geschiedenis van de stad over te brengen en dus ook uitermate geschikt voor de toeristische doelgroep. De afgelopen jaren zijn contacten gelegd met migrantenorganisaties met het doel de activitei-ten van deze doelgroepen te documenteren en de verzamelingen van het Stadsarchief daar-mee te verrijken. Via de portal Vijf Eeuwen Migratie wordt meer bekendheid gegeven aan de verworven archieven en collecties met betrekking tot nieuwe Amsterdammers. Deze portal is een samenwerkingsproject van verschillende erfgoedinstellingen.

3.3.3 Archief: Wat mag het kosten? Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Lasten + 20,1 23,4 19,6 18,5 18,2 17,9 Baten - -4,0 -6,0 -4,1 -2,7 -2,7 -2,7 toevoegingen reserves + 0,4 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0

onttrekkingen reserves - -1,4 -1,4 -0,1 -0,1 -0,1 0,0

Saldo (lasten - baten) 15,1 16,2 15,4 15,7 15,4 15,2

De actualisatie vertoont een verslechtering van het saldo van baten en lasten na mutaties in reserves met € 1,1 miljoen, vooral omdat de voorgenomen verkoop van de synagoge (met geraamde opbrengst van € 1,0 miljoen) nog niet is gerealiseerd. Ten opzichten van de Actualisatie 2010 verbetert in 2011 het saldo met € 0,8 miljoen, onder andere omdat de opbrengst van de synagoge naar 2011 is verschoven. In 2012 verbetert het saldo verder, onder andere door het wegvallen van archeologische werkzaamheden bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn. De verwachting is dat de kosten en opbrengsten uit leges zul-len stijgen door de toename van digitaal beschikbare archieven. De opbrengsten zullen ge-bruikt worden voor de presentatie van de archieven aan een groot publiek. Na 2011 verbetert het saldo geleidelijk door vrijval van kapitaallasten 3.4 Subprogramma Financiële dienstverlening 3.4.1. Financiële dienstverlening: Hoe gaan we het maatschappelijk effect bereiken? De Stadsbank van Lening is een gemeentelijke organisatie, zonder winstoogmerk, die zich richt op iedereen die direct contant geld nodig heeft op basis van roerend goed als onder-pand. Ons College wil dat de Stadsbank van Lening voor haar klanten laagdrempelig is en een sociaal gezicht toont. 3.4.2 Financiële dienstverlening: Wat gaan we ervoor doen? De navolgende activiteiten zullen worden ondernomen:

Raadsdruk Begroting 2011 342

Page 348: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� Belening tegen zo laag mogelijke tarieven � Vergroten naamsbekendheid onder inwoners van Nieuw West met een Turkse of Marok-

kaanse achtergrond � Meting klanttevredenheid 3.4.3 Financiële dienstverlening: Wat mag het kosten?

Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

1 Omzet 12,9 12,5 13,5 12,5 12 12 12

2 Bruto resultaat 3,0 1,5 1,5 0,8 0,6 0,6 0,6

3 Resultaat ten gunste van de algemene dienst

-2,2 -1,5 -1,5 -0,8 -0,6 -0,6 -0,6

Actualisatie 2010 Voor het jaar 2010 wordt een resultaat verwacht van € 1,4 miljoen. De taakstelling bedraagt € 0,7 miljoen. Van het resultaat exclusief taakstelling moet 75% wor-den afgedragen aan de algemene dienst. Hierdoor wordt er bovenop de opgelegde taakstel-ling een geraamd bedrag van € 0,5 miljoen extra afgedragen aan de algemene dienst. De geraamde totale afdracht voor 2010 is hiermee gelijk aan € 1,2 miljoen. Het geactualiseerde gunstige resultaat wordt veroorzaakt door de nog altijd hoge goudprijs, de lage rente in rekening-courant en door toename van het aantal nieuwe beleningen. Dat laatste is waarschijnlijk het gevolg van de economische crisis. Het gunstiger resultaat zal leiden tot aanpassing van de tarieven. Ten opzichte van de Begroting 2010 neemt de omzet toe met circa € 1 miljoen. Dit is voor-namelijk het gevolg van een toename van de inkomsten uit beleenrecht (€ 0,7 miljoen) en de hogere opbrengst uit de heffing bij veilingverkoop (€ 0,2 miljoen). Begroting 2011 Voor het jaar 2011 verwacht de Stadsbank van Lening een positief resultaat van € 0,8 mil-joen. Van dit resultaat zal het geraamde bedrag van ruim € 0,7 miljoen worden afgedragen aan de algemene dienst. De afdracht betreft de taakstelling van € 0,7 miljoen en 75% van de extra winst. Ten opzichte van de Actualisatie 2010 neemt de omzet af met circa € 1 miljoen. De inkom-sten uit beleenrecht nemen - als gevolg van de ingestelde tariefverlaging – af met € 0,7 mil-joen. De heffing bij veilingverkoop neemt af met € 0,2 miljoen. Begroting 2012-2014 Geen wijzigingen. 4 Reserves, voorzieningen, investeringen 4.1. Reserves Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ulti-

mo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Reserves Portugees / Is-raelische Syna-goge

1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Betaalautomaten 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Reserve Verbe-terplan CCA

0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Algemene reserve (Stadsbank van Lening)

5,2 0,0 0,8 4,3 0,4 0,0 4,7 4,7 4,7 4,7

Amsterdams 1,9 0,0 0,0 1,9 0,0 0,0 1,9 1,9 1,8 1,8

Raadsdruk Begroting 2011 343

Page 349: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Restauratiefonds WW-reserves (DPG, BMA, SBL)

0,9 0,6 0,5 1,0 0,0 0,1 0,8 0,6 0,4 0,3

Projecten SBL (25% van de winst)

0,5 0,0 0,0 0,5 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0

BRI (Basisregis-traties en ICT)

0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Vakantiegeld (DPG, SAA, BMA, SBL)

1,0 0,0 1,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Totaal reserves 10,8 0,6 3,6 7,7 0,4 0,6 7,3 7,2 6,9 6,8 Te handhaven reserves Algemene reserve Stadsbank van lening De Stadsbank van lening onderkent in haar bedrijfsvoering drie financiële risico’s: omzet-, goudprijs- en rente risico. De algemene reserve heeft als doel het stabiliseren van de hoogte van het beleentarief. Jaarlijks wordt de algemene reserve geactualiseerd. Als gevolg van de actualisatie is de verwachting dat € 0,4 miljoen gedoteerd wordt aan de algemene reserve in 2011. De omvang van de algemene reserve ultimo 2011 na onttrekking is € 4,7 miljoen. Reserve Amsterdams Restauratiefonds BMA In 2009 is de Gemeente Amsterdam een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF). De gemeente heeft besloten € 3,4 miljoen be-schikbaar te stellen voor storting in het Amsterdams Restauratiefonds. Dit fonds heeft een revolverend karakter. Dit houdt in dat uitgeleende bedragen inclusief rente op termijn terug-vloeien in het fonds en opnieuw ter beschikking kunnen worden gesteld. Dit zelfde geldt voor rekening-courant rente over het niet uitgeleende gedeelte. Ultimo 2009 is een bestemmings-reserve Amsterdams Restauratiefonds ter grootte van € 1,9 miljoen opgenomen. Hiertegen-over staat de rekening-courant verhouding met het Nationaal Restauratiefonds. Jaarlijks wordt € 10.000 aan het Amsterdams Restauratiefonds onttrokken ter dekking van de door het Bureau Monumenten en Archeologie gemaakte onkosten. De stand van de reserve ultimo 2011 is € 1,9 miljoen. WW-reserves Diensten beschikken over reserves voor WW-uitkeringen. Het betreft bedrijfsmatige reserves waarin zich geen bijzondere ontwikkelingen voordoen. Winstreserve Stadsbank van lening Van het voordelige exploitatiesaldo komt volgens bestaande afspraken 75% ten gunste van de algemene dienst van de gemeente en 25% kan de Stadsbank van lening aanwenden ten gunste van projecten. Deze reserve wordt in 2011 geheel aangewend - € 0,5 miljoen - als dekking voor de tariefverlaging 2011. Het tarief wordt met 1,2% verlaagd en komt hiermee op 13,2% per jaar. Af te wikkelen reserves Portugees-Israëlitische Synagoge De reserve Portugees-Israëlitische Synagoge is bestemd voor de restauratie van de Synago-ge. Er wordt een voorstel voorbereid om in 2010 € 1 miljoen te onttrekken aan de reserve en te bestemmen voor het Amsterdam restauratiefonds. De restauratie van de synagoge wordt dan voor hetzelfde bedrag ondergebracht in het ISV 2009. De reserve is ultimo 2010 volledig uitgeput. Verbeterplan CCA De reserve Verbeterplan CCA betreft het restant van de incidentele prioriteit voor het verbe-terplan van het contactcenter; dit wordt in 2010 volledig uitgegeven aan verdere verbetering van primaire werkprocessen en technische verbeteringen. BRI

Raadsdruk Begroting 2011 344

Page 350: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De reserve BRI (€ 0,1 miljoen) wordt in 2010 volledig besteed en de vakantiegeldreserves vallen vrij bij de Actualisatie 2010 (€ 1 miljoen). 4.2. Voorzieningen Bedragen x € 1 miljoen

Stand Ultimo 2009

Verwachte mutaties

2010

verwachte stand ulti-

mo 2010

Verwachte mutaties

2011

Stand Ultimo 2011

Stand Ultimo 2012

Stand Ultimo 2013

Stand Ultimo 2014

+ -/- + -/- Voorzieningen Monumenteninfor-matiesysteem

0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0

Vervanging / vernieuwing Grafisch Vastgoed

0,7 0,1 0,0 0,7 0,1 0,0 0,8 0,9 0,0 0,1

Groot onderhoud (Stadsarchief)

0,6 0,8 0,4 1,0 0,4 0,9 0,5 0,8 1,0 1,3

Onderhoudsfonds gebouwen (Stads-bank van Lening)

0,2 0,3 0,1 0,3 0,3 0,4 0,2 0,2 0,2 0,2

Meten NAP net in 2004

0,1 0,1 0,0 0,2 0,1 0,0 0,2 0,0 0,1 0,1

Afbouw LMD 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 Legaat van Eck 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal voorzienin-gen

2,0 1,3 0,7 2,4 0,9 1,4 1,8 2,0 1,4 1,8

Te handhaven voorzieningen Vervanging /vernieuwing DIVA Doel van de voorziening is het actualiseren van het systeem, waarmee de basisgegevens vanuit Geo-informatie worden geleverd, te kunnen realiseren vanwege de veranderende technologie. Hiermee is een hoog bedrag gemoeid. Door het vormen van de voorziening wor-den grote schommelingen in de begroting voorkomen. Het plafond van deze voorziening wordt geraamd op € 1 miljoen. De looptijd bedraagt 6 jaar. Jaarlijks wordt gedoteerd. De onttrekking wordt voorzien in 2013. Groot onderhoud Stadsarchief Jaarlijks wordt € 0,4 miljoen aan de Voorziening groot onderhoud van het Stadsarchief gedo-teerd. De onttrekkingen vinden plaats naar gelang het onderhoud volgens het 30-jaren pro-gramma groot onderhoud wordt uitgevoerd. De stand ultimo 2011 bedraagt € 0,5 miljoen. Onderhoudsfonds gebouwen De Stadsbank van Lening heeft een onderhoudsfonds voor gebouwen. Het onderhoud wordt aan de hand van een tienjarig onderhoudsplan uitgevoerd. De uitvoering van de geplande werkzaamheden ligt geheel op schema. Er wordt in 2011 € 0,3 miljoen gedoteerd. Hier te-genover staat een onttrekking van € 0,4 miljoen. De stand van de voorziening ultimo 2011 is € 0,2 miljoen. Voorziening meten NAP Doel van de Voorziening meten NAP (ultimo 2011 € 0,2 miljoen) is het hermeten van geogra-fische bestanden die om de vijf jaar vernieuwd worden. De geraamde uitgaven zijn dermate hoog dat deze niet in enig jaar volledig ten laste van de begroting gebracht kunnen worden. Met de voorziening worden grote schommelingen in de begroting voorkomen. Het plafond van deze voorziening ligt op € 0,3 miljoen. De looptijd bedraagt vijf jaar. De dotatie bedraagt € 60.000. Voorziening Landmeetkundige dienst

Raadsdruk Begroting 2011 345

Page 351: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De Voorziening Landmeetkundige dienst (ultimo 2011 € 0,1 miljoen) is een gevolg van de opheffing van de Landmeetkundige Dienst (LMD) en is bestemd voor het opvangen van de loonkosten en begeleidingskosten van de medewerkers van de LMD. De looptijd is tot en met 2012. Legaat Van Eck Het legaat Van Eck is bedoeld voor aankopen van het Stadsarchief. Daar onze gemeente het vruchtgebruik heeft, worden de rente-inkomsten wordt jaarlijks gedoteerd. Af te wikkelen voorzieningen Monumenteninformatiesysteem In 2009 is een voorziening Monumenteninformatiesysteem getroffen in verband met het fail-lissement van de leverancier van het Amsterdams Monumenten informatie Systeem. In 2010 en 2011 worden de mankementen conform een werkplan hersteld. De verwachte onttrekking 2011 bedraagt € 80.000 en hiermee is de voorziening uitgeput. 4.3. Investeringen In de investeringsstaat zijn de volgende investeringen opgenomen: � invoering Basis ICT en omnummering (€ 0,3 miljoen). De investeringen en de hieraan

gerelateerde kosten komen voor rekening van de diensten. Voor de invoering van de ba-sis ICT geldt als randvoorwaarde dat alle IP-adressen omgenummerd moeten worden.

� vervangingsinvesteringen van het Stadsarchief op basis van het tienjarig programma (€ 0,3 miljoen)

� routinematige investeringen met betrekking tot ICT-applicaties Stadsbank van Lening (€ 150.000)

5 Verdelingsvoorstel

5.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 IP4 Incidentele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Vrijval voorziening peilbou-ten NAP

-180 -180

-180 -180

5.2 Toelichting prioriteiten en posterioriteiten

IP4 Incidentele posterioriteiten

1. Vrijval voorziening peilbouten NAP In Amsterdam zijn honderden bouten aangebracht ter bepaling van de juiste hoogten bij bouwwerken, de zogenoemde NAP-bouten. Jaarlijks wordt € 60.000 gedoteerd aan een voor-ziening voor de controle van de NAP-bouten. De voorziening bedraagt momenteel € 180.000. Het wordt mogelijk geacht het controlemoment 3 jaar op te schuiven zonder dat dit tot onaan-vaardbare risico's leidt. Hoogtemeting kan bij eventuele aantasting van een bout ook vanuit een andere bout worden gedaan. Het is derhalve mogelijk de bestaande voorziening vrij te laten vallen. Deze incidentele posterioriteit hebben wij in onze voorstellen opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 346

Page 352: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Inleiding In 2010 is het rijk gestart met de derde termijn Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3). Begin 2010 heeft de gemeente Amsterdam een beschikking ontvangen voor ca. € 230 miljoen voor ISV3 (2010 t/m 2014). Bij aanvang van ISV3 is de wet op de stedelijke vernieuwing nog vigerend. Deze wet biedt het kader waarbinnen de gemeente Amsterdam wordt geacht te opereren. Voor uitvoering van stedelijke vernieuwing heeft de gemeente afspraken met het rijk gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het Meerjarenontwikkelingsprogramma III, welke in december 2009 door uw Vergadering is vastgesteld. Anders dan bij ISV 1 en 2 gaat het hier niet (meer) om afrekenbare afspraken. De gemeente legt geen verantwoording meer af aan het rijk. Daartoe moet het rijk overigens nog wel de wet op de stedelijke vernieuwing intrekken. Dat zal in de loop van 2010 gebeuren. Met ingang van 2011 is het ISV geen gebundelde doeluitkering meer, maar een decentralisatie uitkering. Dat laatste betekent dat het onderdeel wordt van het gemeentefonds en dat ISV-middelen in principe vrij beslisbaar worden, met uitzondering van bestaande specifieke afspraken met het rijk. Enkele van die afspraken zijn vastgelegd in het convenant Bodem. Het betreft afspraken over bodemsanering ten behoeve van woningbouw en bij voormalige gasfabriekterreinen. Deze afspraken zijn wel afrekenbaar en besteding van deze middelen is niet vrij. Sanering verkeerslawaai is een wettelijke taak. Ook hier is besteding van middelen niet zonder meer vrij beslisbaar; er is wel meer ruimte voor een eigen invulling dan bij de budgetten uit het convenant Bodem. Het budgettair kader voor het verdelingsvoorstel

Budgettair kader ISV3 (x€ 1.000) 2010 2011 2012 2013 2014 Totaal

Budget 46.000 46.000 46.000 46.000 46.000 230.000 Rekeningresultaat 2008/2009 -1.938 -84 -1.333 -1.333 -1.333 -6.021 Bezuiniging PA -8.000 -8.000 -8.000 -8.000 -32.000 Totaal budget 44.062 37.916 36.667 36.667 36.667 191.979

Het totale budgettaire kader voor ISV3 is € 230 miljoen. Dat betekent dat er per jaar een budget van € 46 miljoen beschikbaar is. Om te komen tot het feitelijk te besteden jaarlijkse budget moeten een tweetal correcties worden doorgevoerd: � Verwerking negatief rekeningresultaat 2009

Normaal gesproken wordt het rekeningresultaat van het jaar t-1 ten last (of ten gunste) gebracht van begrotingsjaar t+1. Omdat het rekeningresultaat 2009 negatief en enigszins omvangrijk is, zou dat een dip in de bestedingsruimte 2011 veroorzaken. Door het rekeningresultaat te verdelen over de begrotingsjaren 2011 t/m 2014 vlakt die dip af en blijft de begrotingsomvang per jaarschijf redelijk gelijk. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat zich de komende jaren opnieuw een negatief rekeningresultaat van die omvang manifesteert.

� Verwerking bezuiniging programakkoord

In 2011 neemt het beschikbare bedrag voor het ISV sterk af ten opzichte van vorig jaar (2010: € 44,1 miljoen). Dit is voornamelijk het gevolg van de ombuiging van € 8 miljoen zoals in het Programakkoord opgenomen. Ons College heeft er voor gekozen de ombuiging deels te effectueren door een verlaging van het sleutelbedrag voor de stadsdelen. Het sleutelbedrag neemt ten opzichte van 2010 af met € 5 miljoen tot circa € 15 miljoen. Het resterend bedrag van de ombuiging (€ 3 miljoen) komt overwegend ten laste van het budget voor het Plan Openbare Ruimte Zuidelijke IJoevers, Sanering Verkeerslawaai en Broedplaatsen. De beperking van het budget vergt een strenge beoordeling van ingediende bestedingsvoorstellen en gaat gepaard met lastige keuzes.

Raadsdruk Begroting 2011 347

Page 353: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het verdeelvoorstel Begroting 2011 Onderstaande tabel toont het verdelingsvoorstel 2011, afgezet tegen de toekenningen voor 2010. Toelichtingen op het verdelingsvoorstel zijn opgenomen in de desbetreffende programma’s. Het verdeelvoorstel heeft een meerjarige dimensie. De jaarschijf 2011 wordt ter besluitvorming voorgelegd en de jaarschijven 2012-2014 zijn ter illustratie. Stedelijke vernieuwing vindt vooral plaats in de stadsdelen. Het ligt dan ook voor de hand hiervoor een substantieel bedrag in het verdelingsvoorstel op te nemen. In de Begroting 2010 was dit € 20 miljoen. Gezien de bezuiniging op het ISV is het vrijwel onmogelijk het sleutelbudget op dat niveau te handhaven. Voorgesteld wordt om € 14,75 miljoen toe te kennen.

Begroting ISV 2010 in € x 1.000 2010 Aanvraag 2011 2011 2012 2013 2014

Budget 46.000 46.000 46.000 46.000 46.000 Resultaat rekening 2008/2009 - 1.938 - 84 - 1.333 - 1.333 - 1.333 Bezuiniging PA - 8.000 - 8.000 - 8.000 - 8.000 Beschikbaar budget 44.062 37.916 36.667 36.667 36.667 Directe geldstroom stadsdelen aanvraag voorstel Sleutelbudget 20.000 14.750 14.750 14.750 14.750 14.750 Vernieuwingsoperatie Bijlmermeer 0 365 365 0 0 0 indirecte geldstroom stadsdelen Broedplaatsen 1.000 0 0 0 0 0 Monumentenzorg 2.000 2.000 2.000 1.500 1.500 1.500 Groen in en om de stad 800 1.000 1.000 1.000 1.000 0 Regeling van groot naar beter 250 250 250 250 250 250 Sanering verkeerslawaai 5.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 Woningverbetering 750 615 615 366 366 500 Bodemsanering 2.576 2.000 2.000 1.500 1.500 1.500 Gasfabrieken 6.266 10.266 10.266 10.266 10.266 9.266 Grootstedelijke projecten 5.420 3.670 3.670 3.670 3.670 3.670

Reservering Zuidelijke IJoevers : Stationseiland/ Oosterdok / Prins Hendrikkade, inclusief loon- en prijscompensatie 4.087 2.337 2.337 2.337 2.337 2.337 Stationseiland gebiedsregie: - bereikbaarheid, leefbaarheid

en veiligheid - Stationseiland:

informatiecentrum - Stationseiland:

communicatie - Stationseiland:

ingenieursdiensten 1.333 1.333 1.333 1.333 1.333 1.333

Totaal ISV voorstel begroting 2011 44.062 37.916 37.916 36.302 36.302 34.436 Nog in te vullen ISV ruimte 0 0 0 365 365 2.231

Raadsdruk Begroting 2011 348

Page 354: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Algemene dekkingsmiddelen 1 Kerncijfers Bedragen x € 1 miljoen

Rekening 2009

Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Totaal programma’s

Lasten + 1.931,0 1.421,5 1.522,3 1.570,5 1.417,7 1.393,6 1.379,8

Baten - 3.680,6 2.743,0 3.011,4 2.832,2 2.785,5 2.749,1 2.745,0

Resultaat t.l.v. algemene middelen voor mutaties reserves

- 1.749,6 - 1.321,5 - 1.489,1 - 1.261,7 - 1.367,9 - 1.355,6 - 1.365,2

Toevoeging minus onttrekking reserves

516,6 74,6 128,0 73,5 103,4 112,0 131,5

Resultaat t.l.v. algemene middelen na mutaties reserves

- 1.233,0 - 1.246,9 - 1.361,0 - 1.188,2 - 1.264,5 - 1.243,6 - 1.233,8

Saldo reserves 5.157,8 4.901,2 5.286,1 5.359,7 5.463,1 5.575,3 5.707,1

Saldo voorzieningen 112,2 71,3 95,1 96,5 97,9 99,3 100,7

1.1 Algemeen Algemene dekkingsmiddelen is geen programma, maar een verplicht onderdeel in de begroting waarin de belangrijkste algemene inkomstenbronnen van de gemeente worden toegelicht en verantwoord. In Algemene dekkingsmiddelen kan geen directe koppeling worden gelegd tussen (maatschappelijke) doelstellingen en middelen. Feitelijk dienen de in algemene dekkingsmiddelen opgenomen inkomstenbronnen als dekking voor uitgaven en doelstellingen in de programma’s. In dit hoofdstuk worden de financiële ontwikkelingen met betrekking tot deze middelen geschetst. De komende jaren zal de gemeente Amsterdam fors moeten bezuinigen. Dit heeft te maken met de afname van de beschikbare algemene middelen. Om die reden is de bezuinigingsopgave, bij uitzondering, als doelstelling in het Programma Algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Programakkoord doelstelling

Doelstelling 42: De stad is financieel gezond Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Realisatie bezuinigingen per jaar (Structureel evenwicht inkomsten – uitgaven)

n.v.t. n.v.t. € 81,5 miljoen

€ 57,7 miljoen (cumulatief:

€ 139,2)

€ 37,6 miljoen (cumulatief:

€ 176,8)

€ 34,4 miljoen (cumulatief

€ 211,2)

Weerstandsvermogen voldoende om risico’s op te vangen

De gemeente Amsterdam staat voor een grote financiële opgave. Uitgaven nemen toe, terwijl inkomsten afnemen. Een gezonde financiële basis met voldoende bestedingsruimte is niet meer vanzelfsprekend. Ons College ziet het als zijn taak om, ook voor toekomstige generaties, de gemeentelijke financiën meerjarig op orde te krijgen en te houden. Daarom staan wij een financieel beleid voor met de volgende uitgangspunten: � een (meerjarig) structureel sluitende begroting � het op peil houden van het weerstandsvermogen van de gemeente � een voldoende niveau van reserves en voorzieningen � geen dekking van structurele uitgaven met incidentele middelen

Raadsdruk Begroting 2011 349

Page 355: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� voldoende financiële ruimte om te kunnen blijven investeren in de stad � speciale aandacht voor risicovolle projecten � prudent treasurybeleid De bezuinigingen die zijn vermeld zijn gebaseerd op de afspraken uit het programakkoord. De doelstelling zal worden aangepast als de ontwikkeling van de financiële ruimte daartoe reden geeft.

1.2 Uitkering gemeentefonds Subprogramma Uitkering Gemeentefonds

Bedragen x € 1 miljoen

Lasten + 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Baten - 1.463,5 1.516,8 1.546,5 1.533,3 1.533,3 1.533,3 1.533,3

Saldo - 1.463,5 - 1.516,8 - 1.546,5 - 1.533,3 - 1.533,3 - 1.533,3 - 1.533,3

Actualisatie 2010 De uitkering uit het gemeentefonds is voor de gemeente Amsterdam een van de belangrijkste inkomstenbronnen. De mutatie in deze uitkering is van belang voor de (structurele en incidentele) ruimte in de Begroting 2011. Voor 2010 werd een totale uitkering uit het gemeentefonds geraamd van € 1.516,8 miljoen. In de Actualisatie 2010 is dit bijgesteld naar € 1.546,5 miljoen. Dit is een toename van € 29,7 miljoen ten opzichte van de begroting. De belangrijkste oorzaken voor deze ontwikkeling zijn: � de ontwikkeling van de landelijke uitkeringsbasis leidt tot een daling van de algemene

uitkering ( -/- € 5,6 miljoen) en overige bijstellingen van de uitkeringsfactor (€ 0,9 miljoen) � de ontwikkeling van de Amsterdamse uitkeringsbasis leidt tot een daling van de algemene

uitkering ( -/- € 3,8 miljoen) � een nadelig ‘weglekeffect’ OZB in het gemeentefonds (-/- € 0,6 miljoen) � toename van de decentralisatie en integratie uitkeringen (€ 33,6 miljoen) � een bijgesteld budget voor de uitvoering van de WMO (€ 0,9 miljoen) � diverse taakmutaties die per saldo leiden tot een toename van € 3,7 miljoen � overige ontwikkelingen (€ 0,7 miljoen) De stadsdelen ontvangen een aandeel in de mutatie van de gemeentefonds uitkering. Voor 2010 is het aandeelpercentage 42,8%. Op specifieke taakmutaties kunnen afwijkende aandeelpercentages gelden. Begroting 2011 In de Begroting 2011 is de uitkering uit het gemeentefonds begroot op € 1.533,3 miljoen. Dit is € 13,2 miljoen lager dan de Actualisatie 2010. Deze afname wordt veroorzaakt door: � daling van het accres door gerichte verdeling (-/- € 1,9 miljoen) � overige ontwikkelingen van de landelijke uitkeringsfactor (€ 3,8 miljoen) � ontwikkeling landelijke uitkeringsbasis/OZB (-/- € 18,1 miljoen) � taakmutaties (€ 1,8 miljoen), � ontwikkeling Amsterdamse uitkeringsbasis (€ 15,9 miljoen) � afname van de decentralisatie-uitkeringen (-/- € 4,7 miljoen) � afname van de middelen voor de Wmo (-/- € 10,4 miljoen) � ontwikkeling negatieve inkomsten maatstaf OZB ( € 0,8 miljoen) � afloop van intergratie-uitkeringen/verfijningen (-/- € 0,4 miljoen) Ook in 2011 werken de mutaties door naar het stadsdeelfonds. Het aandeelpercentage voor 2010 is 39,8%. Op specifieke taakmutaties kunnen afwijkende aandeelpercentages gelden. Als onderdeel van het aanvullende beleidsakkoord en de afspraken tussen VNG en het rijk is afgesproken dat de normeringsystematiek (‘samen de trap op, samen de trap af’) tot en met 2011 buiten werking wordt gesteld. De acressen voor 2009, 2010 en 2011 zijn vastgesteld. Dit betekent dat er geen behoedzaamheidsreserve wordt ingehouden en geen nacalculatie van het accres plaats zal vinden. In de Begroting 2011 is geen uitkering van de behoedzaamheidsreserve 2010 opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 350

Page 356: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1.3 Uitkering Stadsdeelfonds Subprogramma’s Uitkering Stadsdeelfonds

Bedragen x € 1 miljoen

Lasten + 631,1 637,5 642,1 624,8 624,8 624,8 624,8

Baten - 0,0 0,0 12,8 0,0 0,0 0,0 0,0

Saldo 631,1 637,5 629,2 624,8 624,8 624,8 624,8

De totale uitkering 2010 uit het stadsdeelfonds bedraagt € 642,1 miljoen. Hiervan ging € 637,6 miljoen als uitkering naar de zeven stadsdelen van Amsterdam. De overige middelen zijn betreffen de uitkering binnenwaterbeheer aan Stadsdeel Centrum (€ 0,6 miljoen), bijdrage aan Stadsdeel Amsterdam-Noord voor onderhoud wegen in het landelijk gebied (€ 0,6 miljoen), aanvullende incidentele bijdrage aan Stadsdeel Oost voor de ontwikkeling van IJburg (€ 0,5 miljoen), een aanvullende bijdrage aan Stadsdeel Oost voor de dekking van kapitaallasten van tijdelijke voorzieningen voor onderwijshuisvesting (€ 0,4 miljoen) en € 2,3 miljoen voor het beheer van openbare ruimte met extra kwaliteit. In 2011 bedraagt de totale uitkering aan stadsdelen € 624,8 miljoen. Daarvan komt € 622,6 uit het stadsdeelfonds. De overige middelen betreffen de uitkering binnenwaterbeheer aan Stadsdeel Centrum (€ 0,6 miljoen), de bijdrage aan Stadsdeel Amsterdam-Noord voor onderhoud wegen in het landelijk gebied (€ 0,6 miljoen) en de middelen voor openbare ruimte met extra kwaliteit (€ 1,0). Ten opzichte van de Begroting 2010 stijgt de uitkering uit het stadsdeelfonds in de actualisatie met € 4,2 miljoen. Deze toename wordt veroorzaakt door de uitname van -/- € 7 miljoen vanwege de centralisatie van het leerlingen vervoer, de uitname uit het stadsdeefonds van -/- 0,3 miljoen vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie, een daling van de landelijke uitkeringsbasis (-/- 2,8), een daling van de Amsterdamse uitkeringsbasis (-/- € 1,6 miljoen), taakmutaties die betrekking hebben op stadsdeeltaken (€ 1,4 miljoen), de areaal- en waardeontwikkeling OZB (€ 0,3 miljoen), de ontwikkeling negatieve inkomstenmaatstaf OZB (-/- € 0,2), de toevoeging van een decentralisatie-uitkering aan het stadsdeelfonds (€ 1,7 miljoen). Tot slot is in de actualisatie van het stadsdeelfonds een incidentele post verwerkt die voortkomt uit de vaststelling van de gemeentefondsuitkering in de jaarrekening van de gemeente Amsterdam (€ 12,8 miljoen). Voor 2011 is de begroting van het stadsdeelfonds geraamd op € 622,6 miljoen; een afname van € 15,1 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. Dit komt voor een belangrijk deel door het wegvallen van een incidentele post uit de actualisatie (€ 12,8 miljoen). Voor het overige deel wordt de daling van het stadsdeelfonds verklaard door; een daling van de landelijke uitkeringsbasis (-/- € 6,4 miljoen), een toename van de Amsterdamse uitkeringsbasis (€ 6,3 miljoen), canonopbrengsten einde tijdvak particulier (€ 0,4 miljoen), de negatieve inkomstenmaatstaf OZB in het gemeentefonds (€ 0,3 miljoen), de waarde- en areaalontwikkeling van de OZB (-/- € 2,3 miljoen), taakmutaties in het gemeentefonds die (deels) betrekking hebben op het stadsdeelfonds (per saldo -/- € 0,6 miljoen), afname van de decentralisatie-uitkeringen in het stadsdeelfonds (-/- € 0,3 miljoen) en de uitname uit het stadsdeelfonds vanwege de centralisatie van de rekenkamerfunctie (-/- € 0,2 miljoen) Tot slot is er € 0,5 miljoen toegevoegd aan de voeding van het stadsdeelfonds ter compensatie van het effect van de groei van IJburg. Deze toevoeging wordt gericht toegekend aan Stadsdeel Oost. Dit stadsdeel ontvangt in 2011 € 1,0 miljoen door gerichte toekenning van deze toevoeging (tranche 2010 en 2011). De totale uitkering aan stadsdelen in 2011 bedraagt € 624,8 miljoen. Naast de uitkering uit het stadsdeelfonds is er € 1 miljoen beschikbaar voor openbare ruimte met extra kwaliteit, een bijdrage van € 0,6 miljoen aan Stadsdeel Centrum voor de kosten van binnenwaterbeheer en een bijdrage van € 0,6 miljoen aan Stadsdeel Amsterdam-Noord voor de kosten voor het onderhoud van de wegen in het landelijk gebied.

Raadsdruk Begroting 2011 351

Page 357: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1.4 Belastingen Subprogramma’s Belastingen

Bedragen x € 1 miljoen

Lasten + 36,9 36,9 36,9 35,0 34,2 33,5 32,5

Baten - 185,6 182,7 183,8 183,4 183,8 184,6 185,2

Saldo - 148,7 - 145,8 - 146,9 - 148,4 - 149,6 - 151,1 - 152,8

De belastingopbrengsten van € 148,4, na aftrek van de apparaatskosten van de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA), worden toegelicht in de paragraaf lokale heffingen. Actualisatie 2010 Ten opzichte van de begroting blijven de lasten per saldo gelijk. Tegenover de negatieve nominale aanpassingen en de correctie van een in 2010 niet meer benodigd budget voor de ontwikkeling van de basisregistratie WOZ staan hogere lasten. Dit betreft uitsluitende door baten gedekte uitbreidingen van taken, activiteiten waar financiële voorzieningen c.q. bijdragen tegenover staan en de bijstelling van de kapitaallasten als gevolg van investeringen in 2009. De baten worden circa € 1,1 miljoen hoger geraamd in de Actualisatie 2010. Dit is voornamelijk het gevolg van hogere OZB-opbrengsten (€ 0,3 miljoen), lagere opbrengsten toeristenbelasting (- € 0,2 miljoen), incidenteel hogere opbrengst belastingen die eerder oninbaar waren verklaard (€ 0,2 miljoen), incidentele baten voor het project virtualisatie domeinen en pilot oude vorderingen (€ 0,4 miljoen), de vrijval van de reserve vakantiegeld (€ 0,6 miljoen), een incidentele tegenboeking van de BRI-ombuiging in verband met latere realisatie (€ 0,3 miljoen) en een in het saldo van de baten verwerkte claim (- € 0,5 miljoen). Voor de Actualisatie 2010 van de toeristenbelasting wordt het bedrag dat begin 2010 is opgelegd aan voorlopige aanslagen voor 2010 als uitgangspunt genomen. Op basis van de actuele ontwikkelingen in de hotelbranche is bij de vaststelling van de voorlopige aanslagen 2010 rekening gehouden met een omzetdaling van 3% ten opzichte van belastingjaar 2009. Het blijkt dat het aantal vergunningen Short Stay ver achter blijft bij het maximaal uit te geven aantal. Om deze reden wordt in de actualisatie de opbrengst voor Short Stay verlaagd tot € 0,2 miljoen. Begroting 2011 De geraamde lasten nemen, naast de nominale aanpassingen af met € 1,7 miljoen ten opzichte van de Actualisatie 2010. Dit is voornamelijk het gevolg van de verwerking van de taakstellende ombuigingen 2011 (10% operatie) en het vervallen van de incidentele posten in de begroting. De baten belastingmiddelen worden in de Begroting 2011 € 0,9 miljoen hoger dan de actualisatie 2010 geraamd. De totale opbrengst OZB is in de begroting 2011 € 1,1 miljoen hoger dan de Actualisatie 2010 door areaaluitbreidingen en bestandscorrecties. De voorlopige tarieven zijn gecorrigeerd met de verwachte waardeontwikkeling (woningen - 5,52% en niet-woningen -3%. Voor de toeristenbelasting wordt aangenomen dat het dieptepunt van de recessie overwonnen is en dat er in 2010 een licht herstel van de omzet wordt verwacht. De Begroting 2011 is gelijk gehouden aan de verwachtingen voor 2010 waarbij rekening is gehouden met een inflatiecorrectie van – 0,75%. De baten zijn per saldo lager door de lagere onttrekkingen aan reserves ten opzichte van 2010.

Raadsdruk Begroting 2011 352

Page 358: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1.5 Erfpacht Subprogramma’s Erfpacht Bedragen x

€ 1 miljoen Lasten + 254,2 255,7 272,7 166,1 182,2 175,2 209,8

Baten - 302,2 311,8 326,8 223,3 237,4 231,0 263,6

Saldo - 48,0 - 56,0 - 54,1 - 57,3 - 55,2 - 55,8 - 53,8

De centrale stad en de stadsdelen investeren jaarlijks honderden miljoenen euro’s in grondexploitaties. Deze investeringen moeten worden terugverdiend. Amsterdam geeft daarom bouwrijpe grond uit in erfpacht. De vraag naar uit te geven grond is sterk afhankelijk van investeringsbereidheid van marktpartijen (waaronder corporaties), rentestand en koopkrachtontwikkeling. De overheid heeft daar maar in beperkte mate invloed op. Bureau Erfpacht van OGA koopt grond van de stadsdelen en de centrale stad, meestal in het kader van een grondexploitatie, waarbij de opbrengst wordt gebruikt om de kosten van het bouwrijp maken van grond te dekken. Bureau Erfpacht financiert de aankoop van de grondwaarden met leningen bij het Leningfonds van de gemeente Amsterdam. De erfpachter betaalt canon als vergoeding voor het gebruik van de grond gedurende een van te voren afgesproken tijdvak (over het algemeen 50 jaar). � Erfpachtcontracten met Algemene Bepalingen van voor 1966 hebben gedurende het

eerste tijdvak een vaste canon. Bij erfpachtcontracten vanaf 1966 wordt de canon periodiek geïndexeerd. Bij het einde van een tijdvak wordt de canon herzien op basis van de marktwaarde. Als de waarde van de grond toeneemt door een gewijzigde bestemming of bebouwing van de grond wordt de canon verhoogd.

� Erfpachters kunnen kiezen voor afkoop van de canon voor de resterende looptijd van hun

tijdvak. De afkoopsom wordt gebaseerd op de canon die past bij de actuele grondwaarde. Als deze hoger is dan de oorspronkelijke grondwaarde, ontstaat meerwaarde. Meerwaarde bij afkoop door particulieren komt ten gunste van de Algemene Middelen van de gemeente. Meerwaarde bij afkoop door woningcorporaties wordt afgedragen aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

Door de economische crisis zijn erfpachters terughoudender geworden met tussentijdse afkoop en met erfpachtwijzigingen. Naar verwachting zet deze ontwikkeling zich door in 2010 en 2011. Het niveau van nieuwe uitgiftes is voor 2011 dan ook naar beneden bijgesteld. Als gevolg van de inzakkende woningmarkt worden ook minder corporatiewoningen verkocht, waardoor de opbrengsten uit bestemmingswijziging (van huur naar koop) lager uitvallen. Als gevolg hiervan worden voor 2011 lagere erfpachtinkomsten voorzien. Grondwaarde De boekwaarde van de in erfpacht gegeven grond (grondwaarde) is het totaal van de (historische) uitgifte van grond in erfpacht. De grondwaarde heeft betrekking op zowel contracten waarvoor jaarlijks een canon wordt betaald, als op contracten die zijn afgekocht. De verwachte ontwikkeling is als volgt: Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisatie

2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014 Grondwaarde afgekochte rechten = reserve afkoopsommen

4.528 4.305,9 4.336,4 4.438,8 4.508,3 4.588,9

Grondwaarde canonbetalende rechten

1.027 971,6 998,5 1.024,0 1.013,6 1.020,5

Totaal grondwaarden 5.555 5.277,5 5.334,9 5.462,8 5.521,9 5.609,4 De grondwaarde van in erfpacht uitgegeven gronden groeit naar verwachting de komende jaren van € 5,3 miljard in 2010 naar € 5,6 miljard in 2014.

Raadsdruk Begroting 2011 353

Page 359: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het uitgifteniveau is voor 2011 naar beneden bijgesteld. Als de economische crisis in intensiteit toeneemt, zal het uitgifteniveau lager worden dan waarmee in de begroting rekening is gehouden, wat een neerwaarts effect heeft op de canonopbrengsten en afkoopsommen. Bedragen x € 1 miljoen Begroting

2010 Actualisati

e 2010 Begroting

2011 Begroting

2012 Begroting

2013 Begroting

2014

Rente grondwaarde waarover canon wordt betaald 39,4 38,9 42,4 46,1 45,6 45,9 Apparaatskosten erfpacht 8,1 8,1 8,2 8,4 8,5 8,6 Afdracht meerwaarde SFV 18,3 33,3 16,8 14,5 11,6 22,3 Afdracht meerwaarde Vereveningsfonds 4,5 4,5 6 7,5 8,5 9,3 Overige lasten 5,1 7,6 4,4 4,3 4,3 4,3

Totale Lasten 75,4 92,4 77,8 80,8 78,5 90,4

Erfpachtcanons 91,4 91,4 94,2 93,1 92,2 90,5 rente 6,0 6,0 5,5 7,0 8,0 8,0 Ontvangen afkoopsommen 180,2 180,2 88,2 101 96,3 118,9 Overige baten 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7

Totale Baten 278,3 278,3 188,6 201,8 197,2 218,1

Mutaties Reserves 153,8 138,8 60,6 72,6 69,7 80,7 Dotatie reserve afkoopsommen 153,6 138,6 60,4 72,4 69,5 80,6

Dotatie egalisatiereserve Splitsingsunit 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Saldo ten gunste algemene dienst 49,1 47,1 50,2 48,4 48,9 46,9

Lasten � rentelasten bij het leningfonds, waarmee de canonbetalende grondwaarden gefinancierd

zijn; door nieuwe uitgiftes van grond en stijgende rentepercentage stijgen de rentelasten licht tot € 38,9 miljoen in de Actualisatie 2010 en verder tot € 42,4 miljoen in 2011

� In 2010 is gestart met de afschrijving van Hermes fase 2 en procesondersteuning erfpacht voor in totaal € 0,2 miljoen per jaar. Voor 2011 wordt Hermes release 2 afgemaakt met de module Verwerken Aanvraag. De afschrijvingslasten zullen daarom vanaf 2011 weer gaan stijgen

� jaarlijks wordt € 0,5 miljoen gedoteerd aan de voorziening dubieuze debiteuren; � de apparaatskosten, begroot voor 2010 op € 7,6 miljoen, bedragen in de Actualisatie

€ 7,7 miljoen, en blijven voor de komende jaren constant � de overige lasten (jaarlijks € 0,5 miljoen) hebben vooral betrekking op taxaties, opmaken

van akten, vergoedingen voor erfpachtbeheer aan stadsdelen, communicatie en de Splitsingsunit (lasten voor het splitsen van te verkopen corporatiewoningen waartegenover vergoedingdingen van corporaties staan). In de Actualisatie stijgen de lasten incidenteel met ongeveer € 2,7 miljoen omdat uw Vergadering heeft ingestemd met het voorstel van ons College om de kosten voor aanpassingen aan de infrastructuur voor de herontwikkelde voormalige Riva-kavel in Zuidoost ten laste van het erfpachtresultaat te brengen. Inclusief met ingang van de Actualisatie 2010 een ombuigingstaakstelling van € 0,2 miljoen

• de meerwaarde op afkoopsommen voor corporatierechten Begroting 2010: (€ 18,3 miljoen, Actualisatie 2010: € 33,3 miljoen en Begroting 2011: € 16,8) wordt afgedragen aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting

• de meerwaarde van eenmalige afkoopsommen die corporaties betalen bij verkoop van sociale huurwoningen komt ten goede aan het Vereveningsfonds (Begroting 2010: € 4,5 miljoen, Actualisatie 2010: € 4,5 miljoen en Begroting 2011: € 6 miljoen).

Raadsdruk Begroting 2011 354

Page 360: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Baten � canoninkomsten waren in de Begroting 2010 en in de Actualisatie 2010 € 91,4 miljoen, en

nemen in de Begroting 2011 toe tot € 94,2 miljoen; meer erfpachters kiezen ervoor om niet af te kopen

� ontvangen rente, begroot op € 6 miljoen in de Begroting 2010 en Actualisatie 2010, neemt in 2011 af naar € 5,5 miljoen

� afkoopsommen voor erfpacht van particulieren en van corporaties (Begroting 2010: € 180,2 miljoen, Actualisatie: € 180,2 miljoen en Begroting 2011: € 88,2 miljoen). De sterke daling komt door het lagere niveau van uitgifte en het feit dat meer erfpachters kiezen voor jaarlijkse canonbetaling in plaats van afkoop

� overige baten bestaan uit boeterente voor te laat ontvangen afkoopsommen en vergoedingen voor Werken in Opdracht en cursussen (jaarlijks begroot op € 0,7 miljoen)

Mutaties in reserves De toevoeging aan de reserve afkoopsommen is het met de grondwaarde corresponderende deel van de ontvangen afkoopsommen. Het verschil met de ontvangen afkoopsommen wordt als meerwaarde afgedragen aan de Algemene Dienst of aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en het Vereveningsfonds. Conform voorgaande jaren wordt er € 0,2 miljoen gedoteerd aan de egalisatiereserve splitsingsunit waarmee kosten en vergoedingen van corporaties worden verevend. Resultaat erfpachtstelsel Het resultaat van het erfpachtstelsel wordt bepaald door de ontwikkeling van canon- en meerwaardeopbrengsten, verminderd met de uitvoeringskosten. De verwachte ontwikkeling is als volgt:

begroting Actualisatie bedragen x € 1 miljoen)

2010 2010

2011 2012 2013 2014

Resultaat ten goede van algemene dienst 49,1 47,1 50,2 48,4 48,9 46,9 Resultaat ten goede van. SFV 18,3 33,3 16,8 14,5 11,6 22,3 Resultaat ten goede van Vereveningsfonds 4,5 4,5 6 7,5 8,5 9,3

Totaal canonopbrengsten 91,4 91,4 94,2 93,1 92,2 90,5

Het resultaat in Actualisatie 2010 is conform de begroting en neemt vervolgens in 2011 toe met € 2,8 miljoen (zie de toelichting hierboven). Netto resultaat ten gunste van de algemene middelen Bij het erfpachtresultaat wordt aan het resultaat ten gunste van de algemene dienst de jaarlijkse vrijval € 7 miljoen uit de reserve Afkoopsommen toegevoegd. Dit op basis van besluitvorming van uw Vergadering in 2008. Uitputting van de reserve is voorzien voor 2020. Aldus ontstaat in de Actualisatie 2010 een saldo ten gunste van de algemene middelen van € 54,1 miljoen, € 2,0 miljoen minder dan begroot. In 2011 wordt een toename verwacht tot € 57,3 miljoen.

1.6 Financiering Subprogramma’s Financiering

Bedragen x € 1 miljoen

Lasten + 299,8 329,5 336,9 406,3 321,5 321,9 319,2

Baten - 404,1 371,7 417,6 425,9 368,6 358,0 347,7

Saldo - 104,3 - 42,2 - 80,7 - 19,6 - 47,1 - 36,1 - 28,4

Door een toename van het volume van reserves en voorzieningen verbetert het resultaat van de actualisatie in vergelijking met de Begroting 2010. Daarnaast is in de raming een onttrekking aan de egalisatie reserve kapitaallasten opgenomen. In de Jaarrekening 2009 heeft deze reserve namelijk de maximale hoogte bereikt van € 140 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 355

Page 361: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In de Begroting 2011 verslechtert het resultaat ten opzichte van de Begroting 2010. Dit komt door een toevoeging aan het weerstandsvermogen van € 65 miljoen. Het toegenomen volume van reserves en voorzieningen leidt tot een stijging van de baten (ten opzichte van de Begroting 2010. Daarnaast neemt per saldo het resultaat van de betaalde rente en doorberekende rente toe met € 6 miljoen. Tot slot leidt de onttrekking aan het egalisatie reserve kapitaallasten tot een verbetering van het resultaat van per saldo € 28 miljoen ten opzichte van de Begroting 2010.

1.7 Deelnemingen Subprogramma’s Deelnemingen

Bedragen x € 1 miljoen

Lasten + 13,6 14,5 10,1 10,7 11,4 11,4 11,4

Baten - 55,4 27,6 37,7 36,4 33,0 33,6 30,4

Saldo - 41,9 - 13,1 - 27,6 - 25,6 - 21,6 - 22,2 - 19,0

Ten opzichte van de begroting nemen de inkomsten van de deelnemingen toe met € 10,1 miljoen. Dit komt doordat een in de Begroting 2010 verwachte incidentele verslechtering van de dividenduitkering van de deelneming Schiphol zich niet voordoet. In de Begroting 2011 is rekening gehouden met een incidentele uitkering van het afgesproken dividend van de voormalige deelneming Nuon en de verdere verbetering van het resultaat van Schiphol in 2011 tot het oude structurele niveau. De raming van de lasten nemen in de actualisatie af met € 4,4 miljoen. Het betreft rentelasten over de boekwaarde van de deelnemingen. De afname is voornamelijk het gevolg van de verkoop van Nuon waardoor de totale boekwaarde van de deelnemingen is afgenomen. De stijging van de lasten in 2011 is het gevolg van een stijging van de rente.

1.8 Overige algemene dekkingsmiddelen Subprogramma’s Overige algemene dekkingsmiddelen

Bedragen x € 1 miljoen

Lasten + 1.809,1 370,0 561,0 733,1 387,4 377,3 363,7

Baten - 1.866,9 480,5 695,6 761,8 469,8 447,3 435,0

Saldo - 57,8 - 110,5 - 134,6 - 28,7 - 82,4 - 69,9 - 71,2

Het Subprogramma Algemene dekkingsmiddelen bevat de onderdelen algemene begrotingsposten, apparaatskosten en mutaties reserves. Algemene begrotingsposten Ten opzichte van de begroting zijn in de Actualisatie 2010 de lasten € 19 miljoen en de baten € 144 hoger. Per saldo een verbetering van € 125 miljoen. De toename van de lasten is een stelpost voor de vrijval van vakantiegeld die gerealiseerd dient te worden. De toename baten wordt voornamelijk verklaard veroorzaakt door het rekeningresultaat 2009 van € 121,4 miljoen en de vrijval van de escrow voorziening Nuon van € 18,3 miljoen. Apparaatskosten Op dit onderdeel worden indirecte lasten van een aantal diensten begroot. Deze kosten worden toegerekend aan activiteiten die in andere programma’s zijn opgenomen. Deze doorbelasting is binnen dit onderdeel van overige algemene dekkingsmiddelen als baat opgenomen. In de begroting bedroeg het resultaat € 1 miljoen. In de actualisatie is dit aangepast en bedraagt is het saldo -/- € 1,6 miljoen. Deze verslechtering van € 2,6 miljoen wordt veroorzaakt door OGA, DRO, DWI en WZS. In de Begroting 2011 verbetert het resultaat per saldo met € 7 miljoen ten opzichte van de actualisatie. Dit wordt veroorzaakt door DWI; in 2010 is een incidentele verhoging van de apparaatslasten opgenomen die vervalt in 2011.

Raadsdruk Begroting 2011 356

Page 362: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Mutaties reserves De begrote lasten nemen in de actualisatie toe met € 118 miljoen. Dit betreft grotendeels de toevoeging van het rekeningresultaat 2009 aan de reserve incidentele ruimte van € 121,4 miljoen. Daarnaast was in de begroting een aantal toevoegingen aan vakantiegeld reserves geraamd. De baten nemen toe met € 20 miljoen; dit betreft de onttrekking aan de reserve opbrengst Nuon. Deze onttrekking dient als dekking voor de nieuwe reserve Foodcenter. Zowel de verhoging van de lasten als de baten zijn incidenteel en worden in de Begroting 2011 ‘teruggedraaid’. Ten opzichte van de Begroting 2010 nemen de lasten met € 210 miljoen toe in de Begroting 2011. Dit komt door de aan uw Vergadering voorgestelde toevoeging aan de nieuw te vormen reserve Amsterdams Investeringsfonds (€ 150 miljoen), reserve frictiekosten heroverwegingen (€ 40 miljoen) en de reserve voor de dekking van het programma maatschappelijk investeren en evenementen (€ 18 miljoen). De baten nemen ten opzichte van de begroting toe met € 148 miljoen. Dit komt door een onttrekking van € 135,6 miljoen aan de reserve Nuon-opbrengst en de onttrekking aan de reserve incidentele ruimte die € 17 miljoen hoger is dan in 2010; het rekeningresultaat 2008 (incidentele ruimte 2010) was 104,4 miljoen en het rekeningresultaat 2009 (incidentele ruimte 2011) is € 121,4 miljoen.

2 Reserves en voorzieningen 2.1 Reserves

Stand Verwachte verwachte Verwachte Stand Stand Stand Stand

Ultimo mutaties stand ultimo

mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo

2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014

Bedragen x € 1 miljoen

+ -/- + -/- Reserves Reserve frictiekosten motie Mulder c.s. / heroverwegingen

1,2 0 1,2 0 0 0 0 0 0 0

Reserve Incidenteel 2010 vrijval facilitaire reserves in rekening 2009 (motie 434/ B’)

0,2 0 0,2 0 0 0 0 0 0 0

Afkoopsommen erfpacht

4.167,30 180,2 41,5 4.306,00 88,2 27,8 4.366,40 4.438,80 4.508,30 4.588,90

Weerstandsvermogen 144,8 5,4 0 150,3 70,7 0 220,9 226,4 232,1 237,9 NUON-opbrengsten 368,7 0 20 348,7 0 135,6 213,1 213,1 213,1 213,1 Egalisatiefonds kapitaallasten

140 26,1 26,1 140 35,1 35,1 140 174,1 219,5 273,2

Deelneming GVB 78,8 0 0 78,8 0 0 78,8 78,8 78,8 78,8 Meerwaarden afkoopsommen Grondbedrijf

69,6 0 7 62,6 0 7 55,6 48,6 41,6 34,6

Reserve fusie waterbeheer

58,6 2,3 3,9 57 2,4 4 55,4 53,8 52,4 51,2

Reserve Bouwfonds 7,3 0 0 7,3 0 0 7,3 7,3 7,3 7,3 Beurs van Berlage 5,9 0 0,3 5,5 0 0,3 5,2 4,8 4,5 4,1

Algemene reserve (DRO)

2,2 0 0 2,2 0 0 2,2 2,2 2,2 2,2

Egalisatiereserve splitsingsunit

1,5 0,2 0 1,7 0,2 0 1,9 2 2,2 2,4

Reserve bedrijfsvoering (OGA)

0,7 0,4 0 1 0,3 0 1,2 1,5 1,7 1,9

Afkoopsommen erfpacht 2e termijn

0,9 0 0 0,9 0 0 0,9 0,9 0,9 0,9

Raadsdruk Begroting 2011 357

Page 363: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam

0,6 0,3 0,3 0,6 0,3 0,3 0,6 0,6 0,6 0,6

Reserve incidentele ruimte

104,5 121,4 104,5 121,4 0 121,4 0 0 0 0

Basisregister WOZ 0,9 0 0,5 0,4 0 0,4 0 0 0 0 Reserve Amsterdams Investeringsfonds

0 0 0 0 150 0 150 150 150 150

Reserve Frictiekosten Heroverwegingen 2011-2012

0 0 0 0 40,4 0 40,4 40,4 40,4 40,4

Reserve Middelen t.b.v. PMI en evenementen 2012-2014

0 0 0 0 18 0 18 18 18 18

Vakantiegeld reserves 2 0 2 0 0 0 0 0 0 0

WW en Wachtgeld reserves

2,0 0,0 0,2 1,9 0,0 0,1 1,8 1,7 1,7 1,6

Totaal reserves 5.157,70 336,3 207,7 5.286,30 405,6 332 5.359,70 5.463,00 5.575,30 5.707,10

Af te wikkelen reserves

Incidentele ruimte 2010 Deze reserve is gevormd voor de gedeeltelijke dekking van de incidentele ruimte in de Begroting 2010. In 2010 wordt het volledige saldo van de reserve onttrokken. Reserve frictiekosten motie Mulder c.s /heroverwegingen Deze reserve is ingesteld voor de dekking van frictiekosten die het gevolg zijn van de uitvoering van deze motie. De middelen worden in 2010 besteed. Reserve Incidenteel 2010 vrijval facilitaire reserves in rekening 2009 (motie 434/ B’) Incidenteel is er extra ruimte vrijgemaakt in de Begroting 2010 deze is gedekt uit de vrijval van een aantal reserves van facilitaire onderdelen van de gemeente. Dit is gerealiseerd. Vakantiegeld reserves De vakantiegeld reserves zijn opgeheven.

Te handhaven reserves

Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt jaarlijks gecorrigeerd. Daarnaast heeft er nog een aanvullende toevoeging plaatsgevonden. Deze is toegelicht in de financiële hoofdlijnen en de risicoparagraaf. Afkoopsommen erfpacht In deze reserve worden de van erfpachters ontvangen afkoopsommen gestort. De rente over de reserve dient als dekking voor de rentelasten over de waarde van de in erfpacht uitgegeven grond. Meerwaarde afkoopsommen Grondbedrijf De bedragen waarmee de erfpachtafkoopsommen de grondwaarden overtreffen, werden tot 2001 door OGA afgedragen aan de algemene dienst en aan onderhavige reserves toegevoegd. Vanaf 2001 geldt een andere beleidslijn. Conform het toenmalig Financieel Meerjarenperspectief valt vanaf 2005 uit de reserve jaarlijks een bedrag van € 13 miljoen vrij ten gunste van de algemene dienst. In de Begroting 2009 is dit bedrag conform Voorjaarsnota 2008 verlaagd naar € 7 miljoen. Egalisatiefonds kapitaallasten De door de gemeente te betalen rentelasten worden doorbelast aan de overige onderdelen van de begroting. Verschillen tussen betaalde en doorberekende rentelasten worden in

Raadsdruk Begroting 2011 358

Page 364: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

principe toegevoegd of onttrokken aan het Egalisatiefonds kapitaallasten. Hierdoor wordt het mogelijk ontwikkelingen van de marktrente op een gematigde wijze in de begroting te verwerken. In 2009 is de maximale stand van € 140 miljoen bereikt. Dit betekent dat middelen die worden toegevoegd kunnen vrijvallen. Deelneming GVB Deze reserve betreft de waardering in de deelneming NV GVB. De rente over deze reserve dient ter dekking van de rentelast over de boekwaarde van de deelneming in de NV GVB. Reserve fusie waterbeheer Bij de overgang van de gemeentelijke waterkwaliteits- en kwantiteitstaken naar de stichting Dienst Waterbeheer en Riolering in 1997 zijn afkoopsommen verkregen die gedurende een aantal jaren (tot 2047) ten gunste van de algemene dienst vrijvallen. Reserve Bouwfonds Deze reserve is in 2000 gevormd uit de opbrengst van de verkoop van de aandelen in de NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. De rente over de reserve vormt de dekking voor de vervallen dividendopbrengst en de rentelast over een deel van het aandelenkapitaal in de NV Zeedijk. Egalisatie reserve splitsingsunit De reserve splitsingsunit dient ter verevening van de kosten voor het maken van splitsingen van erfpachtrechten voor corporaties en de hiervoor ontvangen vergoedingen die in de tijd niet gelijk lopen. Reserve bedrijfsvoering OGA In 2010 wordt € 0,4 miljoen toegevoegd en in 2011 wordt er zowel € 0,3 miljoen toegevoegd. De verwachte stand ultimo 2011 bedraagt € 1,2 miljoen. In beide gevallen gaat het om de reservering van een deel van het verwachte resultaat van de facilitaire onderdelen van het OGA. Algemene reserves DRO Aan deze reserve vinden geen onttrekkingen of toevoegingen plaats. WW reserves Aan de WW reserves wordt in 2010 per saldo € 0,2 miljoen onttrokken. In 2011 wordt er € 0,1 miljoen onttrokken. De stand ultimo 2010 bedraagt naar verwachting € 1,8 miljoen. Garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam Indien de Gemeentelijke Kredietbank (GKA) bij het verstrekken van een persoonlijke lening, waarbij een schuldregeling met schuldeisers wordt getroffen en waarbij sprake is van problematische schulden (ziekenfonds, huur, energie), teveel risico loopt, kan de GKA, als de cliënt te eniger tijd alsnog niet aan zijn of haar verplichtingen kan voldoen, een beroep doen op een garantiefonds. Aan het Garantiefonds wordt jaarlijks een bedrag van circa € 0,4 miljoen gedoteerd. De dotatie is alleen nominaal aangepast. Er wordt vanuit gegaan dat voor eenzelfde bedrag een beroep op het Garantiefonds wordt gedaan.

Nieuwe reserves

Incidentele ruimte 2011 In 2010 wordt een nieuwe reserve gevormd voor de (gedeeltelijke) dekking van de incidentele ruimte in 2011. Het betreft de reservering van het rekeningresultaat over 2009 van € 121,4 miljoen. Amsterdams Investeringsfonds Ten laste van de incidentele ruimte 2011 wordt aan uw Vergadering voorgesteld € 150 toe te voegen aan deze reserve. Voor een toelichting wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen. Reserve frictiekosten Heroverwegingen

Raadsdruk Begroting 2011 359

Page 365: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Voor de dekking van de incidentele frictiekosten die gemaakt moeten worden om de structurele bezuinigingen in het kader van de heroverwegingen te realiseren, wordt aan uw Vergadering voorgesteld € 40 miljoen te reserveren ten laste van de incidentele ruimte 2011. Voor een toelichting wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen. Reserve middelen voor PMI en Evenementen 2012-2014 Voor de dekking van het Programma maatschappelijk investeren (PMI) en Evenementen, die uit het Amsterdams Investeringsfonds zijn gehaald, wordt aan uw Vergadering voorgesteld om € 18 miljoen te reserveren ten laste van de incidentele ruimte 2010. Voor een toelichting wordt verwezen naar de financiële hoofdlijnen Voorzieningen

Stand Verwachte Verwachte

Verwachte Stand Stand Stand Stand

Ultimo mutaties ultimo mutaties Ultimo Ultimo Ultimo Ultimo

Bedragen x € 1 miljoen

2009 2010 2010 2011 2011 2012 2013 2014 + -/- + -/-

Voorzieningen Juridische risico's

49,3 0 0 49,3 0 0 49,3 49,3 49,3 49,3

Escrow rekening NUON

36,7 0 18,3 18,7 0 0 36,7 36,7 36,7 36,7

Garanties, geldleningen en claims

21,2 0 0 21,2 0 0 21,2 21,2 21,2 21,2

Verstrekte geldleningen

3,2 1,2 0 4,4 1,4 0 5,8 7,2 8,6 10

Risico's Beurs van Berlage

1 0 0 1 0 0 1 1 1 1

Sophia Augusta / Lopez Suasso

0,6 0 0 0,6 0 0 0,6 0,6 0,6 0,6

Willet Holthuysen

0,1 0 0 0,1 0 0 0,1 0,1 0,1 0,1

Totaal voorzieningen

112,1 1,2 18,3 95,0 1,4 0 96,4 97,8 99,2 100,6

Te handhaven voorzieningen Juridische risico’s en Garanties, geldleningen en claims Er zijn geen mutaties begroot op deze voorzieningen. De actualisatie vindt plaats bij het opmaken van de rekening. Escrow rekening Nuon Bij de verkoop van Nuon is overeengekomen dat een deel van het verkoopopbrengst wordt afgehouden voor het afdekken van eventuele risico’s voor de koper. Dit bedrag (4% van de verkoopopbrengst) is gestort op een gebokkeerd rekening bij de BNG. Dit bedrag valt na verrekening van rente, kosten en eventuele claims in vier jaar vrij. In 2010 is € 18,3 miljoen vrijgevallen. Verstrekte geldleningen Op aan derden verstrekte geldleningen wordt een opslag in rekening gebracht, die wordt toegevoegd aan deze voorziening ter dekking van mogelijke terugbetaalrisico’s. Risico's Beurs van Berlage Deze voorziening dient om mogelijk onvoorziene risico’s met betrekking tot de Beurs van Berlage op te vangen. In de rekening 2008 werd daarvoor € 1,0 miljoen toegevoegd. Sophia Augusta/Lopez Suasso Dit is een legaat. De verwachte stand ultimo 2010 bedraagt € 0,6 miljoen.

Raadsdruk Begroting 2011 360

Page 366: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Verdelingsvoorstel

3.1 Prioriteiten en posterioriteiten 2011 F1 Ten laste van Frictiekostenbudget # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

1 Huisvesting gemeentelijke diensten

Gebruiksklaarmaken panden voor indikken, verhuizen en Task Force (regie op huisvesing gemeentelijke diensten)

Maken concreet herhuisvestingsplan gemeentelijke diensten en realisatie posterioriteit indikken huisvesting.

2.610 2.610

2.610 2.610 I1 Programakkoord # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

2 Kosten beheer IJburg Aanvullende bijdrage aan stadsdeel Oost

Aanvullende bijdrage stadsdeel Oost

500 500

500 500 IP4 Incidentele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

3 Onttrekking aan rente-egalisatiereserve

Wijziging rentetoerekening

-48.300 -61.600

-48.300 -61.600

SP4 Structurele posterioriteiten # Omschrijving Activiteit Resultaat Aanvraag

(x € 1.000) Voorstel

(x € 1.000)

4 Stelselwijziging rente egalisatie reserve

Wiijziging rentetoerekening

-8.050 -8.000

5 Taakvermindering erfpacht en regie

Het efficienter verwerken van splitsingen en het verminderen van de formatie voor regie

-650 -650

6 Huisvesting gemeentelijke diensten

Het beperken van het voor huisvesting van gemeentelijke diensten in gebruik zijnde aantal m2 door indikken.

Minder in gebruik zijnde m2 en lagere lasten.

-4.550 -4.550

-13.250 -13.200

Raadsdruk Begroting 2011 361

Page 367: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3.2 Toelichting prioriteiten

F1 Ten laste van Frictiekostenbudget 1. Huisvesting gemeentelijke diensten Tegenover de structurele ombuigingen met betrekking tot de huisvesting van gemeentelijke diensten staan ook incidentele kosten. Deze kosten zijn in het navolgende overzicht weergegeven:

Bedragen x € 1 miljoen

2011 2012 2013 2014

Verhuiskosten 0,93 0,88 0 1,14 Kosten gebruiksklaarmaken 0,93 0,88 0 1,14 Task Force 0,75 0,75 0 0 Totaal 2,61 2,51 0 2,28

De verhuiskosten en de kosten voor het gebruiksklaarmaken zijn incidentele kosten die gekoppeld zijn aan de ombuigingen. Daarnaast wordt het noodzakelijk geacht een Task Force Vastgoed in het leven te roepen, die met een adequaat mandaat de voorstellen nader moet concretiseren. Ons College heeft deze incidentele kosten ten laste van het frictiekostenbudget in het verdelingsvoorstel opgenomen, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat bestedingen slechts plaats zullen vinden als er duidelijk uitzicht is op de besparingen.

I1 Programakkoord 2. Kosten beheer IJburg In bestuurlijk overleg heeft het voormalige stadsdeel Zeeburg aangegeven dat de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Stadsdeelfonds niet toereikend is om - zeker in de periode tot en met 2012 – de kosten van het beheer van IJburg en met de ontwikkeling van IJburg samenhangende kosten van advisering door het stadsdeel te dekken. Ons College heeft hiervoor € 0,5 miljoen opgenomen als prioriteit opgenomen in de begroting.

IP4 Incidentele posterioriteiten 3. Onttrekking aan rente-egalisatiereserve De maatregel betreft het wijzigen van de interne rentetoerekening aan reserves en voorzieningen van korte rente (1-maands Euribor) naar de incidentele omslagrente (met een maximum van 4,5%). Hierdoor zijn de schommelingen in de rentekosten voor het leningfonds veel lager, waardoor de omvang van het rente-egalisatiefonds kan worden verlaagd naar maximaal € 60 miljoen. Het lagere saldo van het rente-egalisatiefonds is voldoende om vier jaar lang een extra procent korte en lange rente op te vangen. Een bijkomend effect is dat de structurele opbrengst van de eigen financieringsmiddelen stijgt omdat de incidentele omslagrente de komende jaren hoger is dan de prognose van de korte rente. De stelselwijziging heeft dus zowel structurele als incidentele opbrengsten. In Inzet op herstel waren de incidentele baten berekend op € 48,5 miljoen. Dit was gebaseerd op de stand van het rente-egalisatiefonds per 1-1-2009. Inmiddels is het saldo van het fonds gegroeid tot € 140 miljoen. Hierdoor kan het vrij te laten vallen bedrag verhoogd worden tot € 80 miljoen. Hiervan komt € 61,6 miljoen ten gunste van de algemene dienst.

Raadsdruk Begroting 2011 362

Page 368: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

SP4 Structurele posterioriteiten 4. Stelselwijziging rente egalisatie reserve Zie toelichting nummer 3. In Inzet op Herstel waren de structurele opbrengsten berekend op € 8,05 miljoen in 2011, oplopend tot € 10,7 miljoen in 2012. De voordelen zijn opnieuw berekend aan de hand van de recente stand van de reserves en voorzieningen. Daaruit blijkt dat het effect in de jaren na 2012 sterk afneemt. Dit wordt verklaard door de verwachte omvang van het totaal aan reserves en voorzieningen. De verwachting is dat in de komende periode met financieel minder gunstige tijden de reserves eerder onttrokken worden dan groeien en zeer kritisch gekeken wordt naar de vorming van nieuwe reserves. Dit betekent dat het risicovol is van een structurele ruimte van € 10,7 miljoen uit te gaan. Daarom stel ik voor om voor 2011 structureel € 8,0 miljoen op te nemen en eventuele hogere baten als incidenteel aan te merken. 5. Taakvermindering erfpacht en regie Efficiëntere verwerking van de aanvragen van splitsingen door woningcorporaties is mogelijk door een deel van de hiervoor ingezette formatie ook in te zetten voor regulier woningcorporatiebeheer (overgekomen uit stadsdelen) en voor het Aanvullend Convenant Erfpacht (ACE). Daarnaast is, afhankelijk van Bouwen aan de Stad-2, efficiency mogelijk door aanpassingen in het ACE-beleid. Indicatief gaat het hierbij om € 0,55 miljoen. Vermindering van formatie bij de afdeling Regie Productie levert indicatief circa € 0,1 miljoen op. 6. Huisvesting gemeentelijke diensten In het kader van de heroverwegingen zijn de huisvestingskosten van het gemeentelijk apparaat onder de loep genomen. Dit heeft geresulteerd in richtinggevende voorstellen, die deels nog concretere uitwerking behoeven. De voorstellen betreffen de effecten van normering van de huisvestingskosten en mogelijkheden tot indikken binnen de bestaande huisvesting. Normeren huisvestingskosten Door een extern bureau is een besparingspotentioneel aangegeven. Dit besparingspotentioneel is afgeleid van de afwijking van de kosten in Amsterdam ten opzichte van de landelijke benchmarkgegevens. Dit levert zoekrichtingen op voor mogelijke besparingen waar Amsterdam afwijkt van de benchmark. Ons College zal dit nader laten onderzoeken maar acht het op dit moment niet verantwoord al rekening te houden met mogelijke opbrengsten uit de normering. Indikken Een inventarisatie toont aan dat er op diverse plaatsen binnen de gemeentelijke huisvesting kantoorruimte niet wordt gebruikt en dat er ingedikt kan worden. Er is een bezuiniging berekend die in totaal € 10,9 miljoen kan opleveren, waarvan € 4,55 miljoen in 2011. Daarbij is uitgegaan van het meest besparende scenario, waarbij zeer ingrijpende verplaatsingen zullen plaatsvinden, waarbij de huidige uitgangspunten ten aanzien van ongedeelde huisvesting per dienst en het bij elkaar huisvesten van Alliantiediensten en soortgelijke diensten niet gehandhaafd kunnen worden. Tegenover de ombuigingen staan ook incidentele kosten. Deze zijn afzonderlijk onder de frictiekosten opgenomen.

Raadsdruk Begroting 2011 363

Page 369: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 364

Page 370: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4 Gemeentebrede aspecten Risico’s en weerstandsvermogen Financiering Lokale heffingen Verbonden partijen Onderhoud van kapitaalgoederen Gemeentelijk Grondbeleid Bedrijfsvoering Duurzaamheid

Raadsdruk Begroting 2011 365

Page 371: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 366

Page 372: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1. Risico’s en weerstandsvermogen Deze paragraaf beschrijft allereerst het wettelijke kader en het risicobeleid van de gemeente Amsterdam (paragraaf 1). Vervolgens komt de ontwikkeling van het risicomanagement in de bedrijfsvoering en projecten aan bod (paragraaf 2 en 3). De actuele ontwikkeling ná het opstellen van de Jaarrekening 2009 van de resterende risico’s volgt in paragraaf 4. In paragraaf 5 wordt een voorstel gedaan voor de bepaling van de omvang van de Algemene Risico Reserve. 1.1. Het wettelijke kader en gemeentelijke beleid inzake risicomanagement en

weerstandsvermogen Een risico is in de meest algemene zin het effect van onzekerheid op het behalen van doelstellingen, meestal verlies of schade1. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat de gemeente jaarlijks de weerstandscapaciteit en risico’s inventariseert en hierover beleid formuleert. Artikel 11 van het BBV definieert het weerstandsvermogen als de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit om de gevolgen van de risico’s mee te dekken en de risico’s, waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen (resterende risico’s). Er is geen wettelijke norm voor de omvang van de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit van de gemeente Amsterdam bestaat uit de Algemene Risico Reserve (ARR). Het beleid ten aanzien van risicomanagement en de Algemene Risico Reserve (ARR) binnen de gemeente Amsterdam is vastgelegd in de Notitie Risicomanagement. Deze notitie is op 14 mei 2008 door uw Vergadering vastgesteld en bevat een aantal uitgangspunten.

� Risicomanagement is geen controle instrument achteraf maar een sturingsinstrument om optimaal bestuurlijke doeleinden (zoals het Programakkoord) te realiseren

� Het gaat er niet om risico’s koste wat kost te vermijden. Maar het College moet kunnen waarmaken dat al het mogelijke is gedaan om risico’s te beheersen

� Risicomanagement kan alleen vruchtbaar werken in een cultuur waarin ambtelijk apparaat, College en gemeenteraad open over risico’s communiceren

� Risicomanagement is maatwerk en moet wortelen in de gemeentelijke organisatie. Risicomanagement is dus geen doel op zich, maar moet helpen bij een zo goed mogelijke realisatie van onze doelstellingen. De verbetering van risicomanagement richt zich op drie speerpunten: risico’s in de reguliere bedrijfsvoering, risico’s bij projecten en gemeentebrede dienstoverstijgende risico’s. Het College heeft de Gemeentesecretaris belast met de implementatie. Er is een Plan van Aanpak opgesteld dat er toe moet leiden dat de komende jaren het gemeentelijke risicomanagement voldoet aan de eisen die hier vandaag de dag aan kunnen worden gesteld. De Gemeentesecretaris heeft een gemeentebrede stuurgroep van directeuren en een stadsdeelsecretaris belast met de implementatie. De stuurgroep faciliteert, regisseert en versnelt. 1.2. Risicomanagement bedrijfsvoering Ons College werkt verder aan verbetering van het risicomanagement, onder andere door: � trainingen en workshops voor diensten en stadsdelen. De trainingen zijn gericht op risico

identificatie en analyse, verankering risicomanagement binnen de organisatie en risicomanagement en cultuur

� een interne gemeentelijke website is in de lucht met informatie over de activiteiten in verband met het gemeentelijke risicomanagement

� opzetten en onderhouden van een gemeentelijk kennisnetwerk en het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal

In de zogeheten ‘Resultaat Afspraken Directeur’ (voorheen persoonlijke management doelstellingen, vanaf 2010 geïntegreerd in de P&C-cyclus) is vastgelegd dat directeuren hun risicomanagement op orde moeten hebben. Tijdens de voortgangsgesprekken met de Gemeentesecretaris worden directeuren van de diensten hierop aangesproken. 1 Ontleend aan recente ISO leidraad 31000,

Raadsdruk Begroting 2011 367

Page 373: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Uit de risicoparagrafen van de diensten blijkt het volgende: � veel diensten werken aan verbeteringen van het risicomanagement � veel diensten hebben de belangrijkste risico’s in kaart gebracht, met name:

− risico’s in verband met ICT − vooral bij facilitaire dienstonderdelen de boventalligheid van personeel als gevolg van

bezuinigingen/heroverwegingen − dalende opbrengsten als gevolg van de economische omstandigheden

� een aantal diensten heeft risico analyses laten uitvoeren waarvan de aanbevelingen zullen worden geïmplementeerd

Ons College meent dat diensten wel het nodige doen aan risicomanagement, maar nog te weinig risicomanagement structureel als beheersinstrument hebben ingebed in hun bedrijfsprocessen. Concrete acties op dit terrein: � analyse van de risico’s die zich kunnen voordoen bij de realisatie van de doelstellingen uit

het Programakkoord. Op basis daarvan de ontwikkeling van beheersmaatregelen om deze risico’s zo goed mogelijk te beheersen en de naleving hiervan monitoren en regelmatig actualiseren

� organisatie van workshops voor diensten en stadsdelen � risicomanagement nadrukkelijk betrekken bij de uitwerking van de gemeentebrede

controlfunctie van de Bestuursdienst nieuwe stijl 1.3. Risicomanagement van projecten Projecten worden niet alleen uitgevoerd in het fysieke en ICT domein, maar ook in het sociale domein en binnen de gemeentelijke organisatie (bijvoorbeeld de fusie van stadsdelen). Het tijdig onderkennen en afdoende beheersen van risico’s is een essentieel onderdeel van het projectmanagement. Uw vergadering heeft in mei 2008 ingestemd met de Regeling Risicovolle Projecten en de herziene regeling Kredieten waarin deze aspecten nadrukkelijk aan de orde komen. Er zijn veel projecten binnen de gemeente in voorbereiding of uitvoering. Een selectie daarvan valt onder de Regeling Risicovolle Projecten. De regeling wil er toe bijdragen dat het College en het ambtelijk apparaat vooraf goed nadenken over het project (hoe, wat en wanneer) en dat zij tijdens de uitvoering zich tijdig ervan vergewissen dat het project op koers ligt en als dat niet het geval is, bijsturen en na afloop er voor zorgen dat de resultaten van het project in de goede handen worden overgedragen. De regeling beoogt dus een hulp te zijn bij de sturing en beheersing van een project. Daarin voorzien de in de regeling opgenomen rapportage voorschriften, die tevens een invulling zijn van de verantwoordingsplicht richting de gemeenteraad. De Regeling Risicovolle Projecten is momenteel (augustus 2010) van toepassing voor 10 projecten: de Noord/Zuidlijn, AMSYS (Amsterdam Metro System), Uitbreiding glasvezelnet, Project 1012, de Zuidas, de grootstedelijke ruimtelijke projecten (IJburg en Zeeburgereiland, Noordwaarts, Zuidelijke IJ-oevers, Zuidoostlob, Werkgebieden OGA, Wibaut aan de Amstel), WMO-ICT (Wet maatschappelijke opvang), Tweede Sluis, Realisatieplan dienst ICT, Renovatie Oostlijn en Verzelfstandiging Haven. De regeling schrijft voor dat de projectleiding, in opdracht van de portefeuillehouder, en voorafgaand aan het definitieve besluit tot uitvoering, een basisrapportage opstelt. Er zijn inmiddels drie basisrapportages opgesteld (AMSYS, fusie stadsdelen en Project 1012). Voor drie projecten heeft de ACAM een audit uitgevoerd die hebben geleid tot een aantal aanbevelingen. Gemeentebreed is een gebruikersgroep opgericht waarin ervaringen worden gedeeld. In de regeling wordt nadrukkelijk onderkend dat verdere aanpassingen nodig zouden kunnen zijn. In het afgelopen jaar is aan de hand van ervaringen een aantal verbeterpunten geïnventariseerd die in de regeling zullen worden verwerkt. In december 2009 verscheen het rapport van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn. Een deel van de aanbevelingen is instrumenteel van aard. In onze brief van 9 juli 2010 aan uw

Raadsdruk Begroting 2011 368

Page 374: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Vergadering staan concrete aanpassingsvoorstellen om een deel van de aanbevelingen te implementeren in de Regeling Risicovolle Projecten. Naar aanleiding van problemen bij de uitvoering van een aantal infrastructurele projecten vindt een extern onderzoek plaats van het opdrachtgeverschap van dIVV bij projecten. Het onderzoek zal een bijdrage leveren aan de beheersing van projectrisico’s. 1.4. De ontwikkeling van de restrisico’s na de Rekening 2009 Deze paragraaf beschrijft de ontwikkelingen van majeure risico’s die in de begrotingen van de diensten en projecten zijn gemeld, evenals dienstoverstijgende, gemeentebrede risico’s. 1.4.1. Noord/Zuidlijn De realisatie van de Noord/Zuidlijn is een groot en complex project waarbij sprake is van veel raakvlakken met verschillende actoren. De invloed van de omgeving op het project en andersom is groot. Risicomanagement is voor het project een belangrijk beheersinstrument. In 2009 is de organisatie op dit punt versterkt qua capaciteit en ervaringsdeskundigheid. Risicomanagement is nu een ingebed in de managementcyclus. Het identificeren, toewijzen en beheersen van risico’s is een continu proces waarbij de inhoud van het risicodossier periodiek getoetst wordt. Het primaire doel van risicomanagement is om bedreigingen op de projectdoelstellingen zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. Secundair wordt het risicodossier gebruikt ten behoeve van het periodiek opstellen van de financiële prognose van het project en de haalbaarheid van de planning. In juni 2009 heeft de commissie Veerman het gemeentebestuur geadviseerd over het project. De commissie heeft onder andere aanbevelingen gedaan ter verbetering van het risicomanagementproces die vooral gericht zijn op betere coördinatie en onderlinge samenwerking tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij de realisatie van het project. Daarnaast heeft de commissie aanbevolen een aantal technische risico’s toe te voegen c.q. zwaarder te taxeren. Deze aanbevelingen zijn in 2009 overgenomen en voor een groot deel geïmplementeerd. Bij de Jaarrekening 2009 heeft uw Vergadering besloten het risicofonds voor de Noord/Zuidlijn met € 119,4 miljoen te verhogen. De enquête commissie Noord/Zuidlijn heeft aanbevelingen gedaan, waaronder over het risicomanagement die het College heeft overgenomen. Daarnaast wordt een externe audit afgerond naar de projectbeheersing, mede in samenhang met de andere grote metro projecten (AMSYS en de renovatie van de Oostlijn). 1.4.2. Grondexploitatie en vereveningsfonds De gevolgen van de kredietcrisis en de teruggang van de kantorenmarkt hebben grote gevolgen voor de ruimtelijke sector van Amsterdam. De te verwachten grondopbrengsten lopen fors terug. De negatieve financiële effecten hiervan zijn het grootst in het Vereveningsfonds, waardoor de weerstandscapaciteit van het fonds om de verwachte tekorten in de in uitvoering zijnde plannen op te kunnen vangen, fors is verkleind. Onder de huidige omstandigheden is het besluiten tot nieuwe ruimtelijke plannen vanuit financieel en programmatisch oogpunt zo goed als onmogelijk. De centrale stad loopt bij de dekking van de lopende investeringen in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting minder risico omdat stadsdelen en corporaties verantwoordelijk zijn voor het opvangen van risico’s en een afdoende buffer bestaat binnen de vastgestelde vernieuwingsplannen. De fysieke doelstellingen staan wel onder druk. Voor de Zuidas is de prognose van de lopende grondexploitaties nog steeds positief, maar is de winst geoormerkt als gemeentelijke bijdrage aan de ontwikkeling van het dok. In 2009 zijn met het oog op de financiële positie van het Vereveningsfonds reeds maatregelen getroffen: de ‘stofkamoperatie’, en de beheersmaatregel grondexploitaties zijn de belangrijkste. In februari 2010 stelde ons College de nota Meer Ruimte Winnen vast. De nota bevat een inventarisatie van maatregelen. In het programakkoord zijn twee maatregelen opgenomen, een bijdrage in het kader van Bouwen aan de Stad II en een besparing op proceskosten. De noodzaak tot verdere ingrepen in het Vereveningsfonds is op 2 juli 2010 door ons College bekend gemaakt middels een brief aan de Gemeenteraad. Als vervolg op de brief zijn in de zomermaanden in de projectenschouw grote projecten doorgelicht en zijn

Raadsdruk Begroting 2011 369

Page 375: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

aanvullende maatregelen uitgewerkt. Met deze maatregelen beoogt ons College de financiële consequenties van de verslechterde vooruitzichten zoveel mogelijk op te vangen binnen het Vereveningsfonds. Deze maatregelen krijgt uw Vergadering apart voorgelegd. Met deze maatregelen beoogt ons College de verslechterde vooruitzichten voor het Vereveningsfonds op te vangen. Wel moet daarbij worden onderkend dat door de gevolgen van de kredietcrisis en de teruggang van de vastgoedmarkt de weerstandscapaciteit van het Vereveningsfonds drastisch onder druk is komen te staan. De mogelijkheid om aanvullende tegenvallers binnen het Vereveningsfonds op te vangen is daarmee verminderd en het risicoprofiel voor de gemeentefinanciën dientengevolge toegenomen. In de Hoofdlijnen bij deze begroting, het resultaatgebied Stedelijke ontwikkeling en de verplichte paragraaf grondbeleid wordt nader ingegaan op de actuele ontwikkelingen in de gemeentelijke grondexploitaties en de beheersing van risico’s daarbinnen. 1.4.3. De kredietcrisis en de Heroverweging In de risicoparagraaf bij de Rekening 2009 is uitvoerig aandacht besteed aan de kredietcrisis en de gevolgen daarvan voor de Amsterdamse economie en de gemeentebegroting. Ons College heeft in het rapport ‘inzicht op herstel’ omvangrijke besparingsmogelijkheden in kaart gebracht. In het Programakkoord hebben wij ons verbonden aan een bezuinigingsopgave van € 211 miljoen structureel. Ons College is er zich wel van bewust dat de implementatie van de ombuigingen op deze schaal risico’s met zich mee brengen voor de gemeente en haar bevolking. Daarnaast is er een substantieel risico dat de beoogde ombuigingen niet volledig gerealiseerd kunnen worden. In de financiële hoofdlijnen en de paragraaf bedrijfsvoering in deze begroting wordt hier nader op ingegaan. 1.4.4. Onzekerheid over gevolgen van beleid rijk Welk kabinet de volgende jaren ons land ook zal regeren, het is vrijwel onvermijdelijk dat het ons zal confronteren met besparingen die de gemeentebegroting en onze burgers hard zullen raken. Voor een deel hebben wij hier al rekening mee houden in deze begroting (zoals een daling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds), maar de nog onbekende feitelijke omvang en richting van de rijksbezuinigingen vormt een fors risico, zeker in meerjarig perspectief. Een sprekend voorbeeld is de grote kans dat het rijk vanaf 2012 verder gaat bezuinigingen op het Participatiebudget. In een van de dit voorjaar gemaakte heroverwegingsrapporten van het rijk is als mogelijke ombuiging opgenomen een korting van € 500 miljoen vanaf 2012. Het Amsterdamse deel bedraagt ongeveer 12%. Indien dit scenario werkelijkheid wordt zal het Amsterdamse Participatiebudget, naast al verwerkte maatregelen, extra € 60 miljoen minder worden. 1.4.5. De ontwikkeling van de overige risico’s Facilitaire diensten Vooral voor de facilitaire onderdelen van gemeentelijke diensten die een groot deel van hun omzet vinden in de ruimtelijke sector dreigt omzetverlies en daarmee ontstaan risico’s op het teruglopen van de resultaten die ten gunste komen van de algemene middelen. PMB, IBA en de facilitaire onderdelen van DRO en OGA hebben een omzet van ruim € 90 miljoen. Deze diensten hebben een zogeheten flexibele schil (personeel niet in vaste dienst) om dit risico op te vangen. Daarnaast hebben zij een bedrijfsreserve om onverwachte tegenvallers op te vangen. Afval Energie Bedrijf (AEB) De economische recessie en toenemende verbrandingscapaciteit hebben een remmend effect op het afvalaanbod. Bij de Actualisatie 2010 en Begroting 2011 is ervan uitgegaan dat contractpartijen blijven leveren zoals contractueel is vastgelegd. De langlopende contracten bieden enige zekerheid met betrekking tot afvalaanvoer en tarifering. Mocht de toelevering in de tweede helft van 2010 verslechteren dan zal AEB zo nodig een waarschuwing afgeven omtrent het te verwachten rekentarief en/of resultaat. AEB onderzoekt de mogelijkheid om afval uit het buitenland aan te trekken.

Raadsdruk Begroting 2011 370

Page 376: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

OV Chipkaart De gemeente is geen opdrachtgever meer voor het openbaar vervoer (OV) en de reserves OV zijn overgedragen aan de huidige opdrachtgever, de Stadsregio. Het GVB wil de gemeente echter houden aan de ambtelijke overeenkomst uit 2004 waarin DIVV nog opdrachtgever is. Het GVB raamt de maximale schade vanwege de introductie van de OV-chipkaart op € 18 miljoen. De gemeente meent dat een eventuele claim gericht zou moeten zijn aan de Stadsregio. Renovatie Oostlijn De Regeling Risicovolle Projecten is van toepassing voor dit project. Het project kent eerder onderkende risico’s, zoals tunnelveiligheid, systeemintegratie vluchtwegmaatregelen en buitendienststellingen. De perronrenovaties zijn nagenoeg afgerond. Afgelopen zomer zijn onvoorzien problemen opgetreden die ertoe hebben geleid dat geplande werkzaamheden niet zijn uitgevoerd. Project Hogesluis Zowel de fundering van de waterpijlers als de waterpijlers zijn in slechtere staat dan verwacht, er bestaat een risico op barsten van het metselwerk van de waterpijlers tijdens de gekozen uitvoeringsmethodiek. Er is in overleg met Bureau Monumentenzorg besloten om de waterpijlers geheel te slopen en nieuw te bouwen. Ter dekking van de extra kosten heeft ons College een prioriteit in haar verdelingsvoorstel opgenomen. IJsei Met de opening van het busstation zijn risico’s vervallen. Daar tegenover staat dat de problematiek rond de uitvoering van de kap een verhogend effect heeft op het risicoprofiel. Er speelt een tweetal risico’s buiten de scope van het project: � Effect van de vertraging Noord/Zuidlijn op de planning van IJsei waardoor loon- en

prijspeilkrediet niet meer afdoende is � extra eisen in het kader van de tunnelveiligheid In 2010 zal duidelijk worden of de bestaande risicovoorziening toereikend zal zijn. Westrandweg / 2e Coentunnel Ten aanzien van de aanleg van de Westrandweg zijn de volgende risico’s relevant: � hogere kosten van zandlevering door aankoop schone, i.p.v. gebruikte grond als gevolg

van economische crisis � onduidelijke kostentoerekening van de verlenging van het viaduct voor het fietspad � niet tijdige beëindiging van gebruiksrechten van benodigde gronden � het verleggen van waterleiding op niet Amsterdamse gronden � verkeersafwikkeling. Deze risico’s liggen in de bandbreedte € 1, 2 - 2,4 miljoen, met een kans van optreden van 50%. Er vindt overleg plaats met Rijkswaterstaat over de verdeling van de risico’s. Recente ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er meer risico’s zijn ontstaan. Deze hebben betrekking op de verplichting van grondlevering door Amsterdam aan het rijk en de bestuurlijke vaststelling van het bestemmingsplan. Verbreding A9/A10 Eind 2007 is de overeenkomst ’stroomlijnalternatief planstudie Schiphol Amsterdam Almere‘ ondertekend. Amsterdam heeft – onder voorwaarden – een bijdrage van € 70 miljoen toegezegd. Hieraan ligt ten grondslag dat Amsterdam door de beoogde inpassing van de Gaasperdammerweg extra grondopbrengsten kan realiseren, die als gemeentelijke bijdrage worden ingebracht (€ 25 miljoen). Daarnaast worden de A9 en de A10 verbreed, waarvoor het rijk grond van de gemeente moet verwerven. Vastgelegd is dat dit gebeurt voor het resterende bedrag van € 45 miljoen. Met deze bijdragen ‘in natura’ wordt in principe geen beslag gelegd op de gemeentebegroting. Er resteren twee risico’s: � in het besluit is een verwacht verlies van erfpachtinkomsten van € 5 à 10 miljoen

aangekondigd. Nadere uitwerking van de nu voorliggende inpassingsvariant laat een verliespost van circa € 4 miljoen zien (boekwaardeverlies). Deze inpassingsvariant is nog niet definitief, al ligt het niet voor de hand dat deze nog substantieel wijzigt. Een eventueel gewijzigde variant kan tot een andere uitkomst leiden

Raadsdruk Begroting 2011 371

Page 377: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� het is nog onzeker of de gebiedsontwikkeling bij de Gaasperdammerweg per saldo het volledige bedrag van € 25 miljoen kan genereren

Wibautstraat Noord Er zijn meerdere nog niet gedekte risico’s onderkend, zoals de raakvlakken met het project Renovatie Oostlijn, het verplicht toepassen van geluidsreducerend asfalt en de mogelijkheid van aanwezigheid van vervuild asfalt. De totale omvang van het risico wordt geschat op € 2,4 miljoen. Losse tramrails In toenemende mate is geconstateerd dat de klemverbindingen van de rails los trillen met als gevolg losliggende rails. Het niet treffen van maatregelen kan leiden tot stagnatie van de dienstregeling. DIVV heeft een onderzoek laten uitvoeren waaruit blijkt dat het probleem samenhangt met de zogenaamde ‘lage vloer trams’. Rails die dreigen los te komen worden directe aangepakt door gebruik van nieuwe klemverbindingen. De kosten voor vervanging van de klemmen bedragen naar verwachting € 25 à € 35 miljoen. Met de Stadsregio worden gesprekken gevoerd over de aanpak van het probleem. Wegtunnels Het project RAW (Renovatie Amsterdamse Wegtunnels) betreft de IJtunnel, Piet Heintunnel en de Arenatunnel. De scope omvat, naast onderhoudswerkzaamheden, het treffen van veiligheidsmaatregelen volgens de nieuwe wet- en regelgeving (WARVW). De oorspronkelijke voorlopige inschatting kwam uit op € 40 miljoen. Diverse onderzoeken wijzen uit dat de tunnels drastisch moeten worden aangepast, in het uiterste geval kunnen de kosten oplopen van € 69 tot € 94 miljoen. Het in gebreke blijven wordt tot 1 mei 2014 gedoogd onder een overgangsregeling. Vanaf 1 mei 2014 moet worden voldaan aan de nieuwe eisen. Utrechtsestraat Het in de Jaarrekening 2009 gemelde risico op hogere kosten voor de grondsanering en de bruggen in de Utrechtsestraat heeft zich voorgedaan. Er zijn afspraken gemaakt met het stadsdeel over hoe deze kosten toe te rekenen naar de verschillende deelprojecten. Voor de bruggen wordt naar dekking binnen het bestaande programma gezocht. Hierover wordt binnenkort gerapporteerd. Daarnaast loopt er een juridische procedure tegen de aannemer. De uitkomst hiervan is nog onbekend. Parkeergarages In het kader van de opdracht om parkeergebouwen te verzakelijken wordt de huidige portfolio op risico’s doorgelicht. Enkele voorbeelden zijn; de bouwkundige staat van de Piet Heingarage leidt tot hoge onderhoudskosten en bemoeilijkt de overdracht van fase 2 en 3, de overdracht van de bewonersgarages Zuidoost loopt moeizaam waarbij de egalisatiereserve snel uitgeput raakt. Verder zijn te noemen: parkeergarage P10 kent herstel- en afbouwkosten en achterstallig onderhoud; de afbouw van de Willemspoortgarage is stilgelegd in verband met de vergunningverlening. In de tweede helft van 2010 zal gerapporteerd worden over deze risico’s en de mogelijke beheersmaatregelen. Vervanging sluisdeuren De nieuwe Waterwet is op 20 november 2009 van kracht geworden. De overschrijdingskans op overstroming is in de wet aangegeven. Het is nog onduidelijk of de Amsterdamse sluizen voldoen aan deze randvoorwaarden voldoen. Als aanpassing nodig is en het rijk niet bijdraagt, zijn de kosten voor Amsterdam. De maximale schade wordt geraamd op € 20 miljoen. Onderhoudskosten oeverconstructies De stadsdelen kunnen een beroep doen op de centrale stad voor de dekking van de kosten van groot onderhoud en vervanging van oeverconstructies van de Amstel, het IJ en secundaire vaarwegen. Dit risico bedraagt € 3 miljoen structureel op jaarbasis.

Raadsdruk Begroting 2011 372

Page 378: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Tweede sluis Met het in november 2009 gesloten convenant tussen het rijk, de provincie en de gemeente is zicht ontstaan op de daadwerkelijke capaciteitsvergroting van het sluizencomplex. De bijdrage van de gemeente bedraagt maximaal € 123 miljoen. Er zijn kansen dat de bijdrage minder zal hoeven te zijn: subsidie Europese Unie, terugvordering van de BTW en risicodragende participatie van private partijen. In het besluitvormingstraject zijn twee go/no go momenten opgenomen om het risico voor de gemeente te beheersen. Een externe risicoanalyse heeft onderdeel uitgemaakt van de besluitvorming op 17 februari 2010 in de Gemeenteraad. De Regeling Risicovolle Projecten is van toepassing voor dit project. Gemeentelijke belastingen Door de aard van de werkzaamheden en de fiscaaljuridische aspecten, is er geen volledig beeld van de omvang van de risico’s. Vooral in de bezwaar- en beroepssfeer doen zich ontwikkelingen voor die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de opbrengst van de belastingmiddelen. De geschillen hebben veelal effect over meerdere jaren, omdat een definitieve uitspraak vaak lang op zich laat wachten. Er bestaat een risico van € 0,3 miljoen, met een kans van 20%, aangaande risico’s van inkomstenderving OZB grote objecten. Daarnaast kan het risico van oninbaarheid van belastingmiddelen vanwege de economische crisis groter worden. Op dit moment zijn hierover nog geen signalen ontvangen. Uitvoering Wet Werk en Bijstand De uitvoeringsrisico’s van de WWB zijn sterk conjunctuur gerelateerd en de economische crisis heeft grote financiële consequenties. Om dergelijke risico’s op te vangen is in het verleden een risicoreserve gevormd. Als gevolg van minder ongunstige conjuncturele ontwikkelingen (minder ongunstige raming CPB) heeft het rijk het budget voor uitkeringsgerechtigden neerwaarts bijgesteld met 10%. Naast deze ongunstige ontwikkeling van het budget heeft de invoering van de wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (wet BUIG) een positief effect gehad op het budget in 2010. Het tekort op het (inkomensdeel) zoals gepresenteerd in het financieel meerjarenperspectief 2011-2014 dient naar aanleiding hiervan te worden bijgesteld naar € 39 miljoen in 2010, € 61 miljoen in 2011, circa € 46 miljoen vanaf 2012. Een deel van de verwachte tekorten in 2010, 2011 en 2012 zullen worden gedekt uit de reserve (stand ultimo 2009 € 31,3 miljoen). In overeenstemming met het programakkoord is een bezuiniging van € 7 miljoen structureel in 2011 voorzien, oplopend tot € 15 miljoen structureel in 2014. Met stevig reintegratie- en handhavingsbeleid wordt verwacht een verbetering in het I-deel te realiseren. De huidige druk op de reintegratiemiddelen (W-deel) en eventuele voorgenomen aanvullende rijksbezuinigingen kunnen van invloed zijn op het al dan niet realiseren van de voorgenomen bezuinigingen. Nieuwe Wet ambulancezorg Met de invoering van de wet wordt vanaf 2011 of 2012 maar één vergunning per veiligheidsregio verleend. In de veiligheidsregio zijn momenteel twee vergunninghouders actief, waaronder de GGD. Deze twee werken aan een plan om gezamenlijk de vergunning te krijgen. Het risico van inkomstenderving bij de GGD is aanwezig, de omvang hiervan is nog onbekend. Naar verwachting volgt er in de tweede helft van 2010 duidelijkheid over de vergunning. Overige risico’s in verband met claims voor geleden schade en arbitragezaken Steeds vaker eisen bedrijven (en burgers) schadevergoeding indien voor hen nadelige besluiten van de gemeente door de rechter worden vernietigd. Specifiek noemen we de volgende risico’s: � claims van bollenboeren wegens waterschade (geschat risico van € 2,7 miljoen exclusief

rente). Zij hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank � mogelijke claims van Frankrijk op teruggave van betaalde schadevergoeding vanwege

zoutlozingen (risico van € 2,9 miljoen) Fiscale risico’s algemeen De gemeente loopt een aantal fiscale risico’s die voortvloeien uit verschillende interpretaties van fiscale wet- en regelgeving. Recent heeft de gemeente (centrale stad en stadsdelen zijn voor de fiscus één klant) een overeenkomst met de Belastingdienst afgesloten (‘Horizontaal

Raadsdruk Begroting 2011 373

Page 379: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Toezicht’) die als voorwaarde heeft dat binnen de gemeentelijke organisatie de fiscale risico’s voldoende beheerst worden. In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt hier nader op ingegaan. Gemeentegaranties De gemeente Amsterdam verleent garanties, die in principe risico’s voor de gemeente met zich meebrengen. Door de economische crisis is er een stijging van aanvragen voor leningen en garanties. De gemeente hanteert een zeer terughoudend beleid bij de beoordeling van deze aanvragen. Er is een beroep gedaan op enkele garanties waarbij ophoging van de gegarandeerde som als oplossing is gekozen en enkele instellingen bleken niet in staat te zijn leningen terug te betalen volgens eerder gemaakte afspraken. De gemeente verleent garanties in het kader het Nationaal Restauratiefonds (NRF) en het Waarborgfonds sociale woningbouw (WSW). De gemeente heeft een tertiaire achtervangpositie en loopt dus een zeer beperkt risico. Daarnaast participeert de gemeente in het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), waardoor inwoners van Amsterdam kunnen deelnemen aan de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) voor de aankoop en renovatie van woningen. Het risico inzake de NHG wordt klein geschat, maar bij een langdurige recessie kan het fondsvermogen zodanig afnemen dat aanspraak op de achtervang door gemeente en rijk wordt gedaan in de vorm van het verstrekken van renteloze leningen aan het WEW. Het rijk en de VNG hebben afgesproken dat de achtervang voor nieuwe NHG vanaf 2011 voor 100% voor rekening van het rijk komt. Over de voorwaarden waaronder het rijk deze verplichting op zich neemt vindt nog overleg plaats. Amsterdam blijft in dat geval alleen nog (50%) achtervang voor de tot en met 2010 verstrekte garanties. Stadstoezicht De effectuering van de ontvlechting van parkeeractiviteiten naar Cition BV heeft per 1 januari 2010 plaatsgevonden. Aan de ontvlechting is een aantal risico’s verbonden: � het risico dat de komende jaren voor overtollige medewerkers geen nieuw werk zal

worden gevonden. De dienst maakt afspraken met Cition om personeel over te nemen, ook door omscholing wordt dit risico verminderd

� de ontvlechting van de ICT kan tot complicaties en daarmee extra kosten leiden. De ontvlechting is gestart in 2010 en loopt door in 2011.

ICT Diverse diensten noemen in hun begroting risico’s uit hoofde van eigen ICT projecten en systemen en de dienstverlening van de dienst ICT. Ons College heeft in 2008 een onderzoek laten uitvoeren naar de uitvoering van het ICT-beleid. Dit heeft onder andere geleid tot de oprichting van een nieuwe dienst ICT. De dienst is mede belast met het risicomanagement van het ICT-beleid binnen de gemeente. Ons College heeft in haar Programakkoord een investering van € 100 miljoen opgenomen om de komende jaren de ICT voorzieningen structureel op orde te brengen. Hiertoe zal uw vergadering een realisatieplan worden voorgelegd waarin onder andere uitgebreid zal worden ingegaan op de risico’s en de beheersing daarvan. In het verdeelvoorstel 2011 is reeds een bedrag van € 20 miljoen opgenomen. Inburgering De afrekening met het rijk van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en Oudkomers zal naar verwachting in 2010 plaatsvinden. Er zijn zowel positieve als negatieve afrekeningsverschillen te verwachten. Sinds 2009 vindt hier al overleg over plaats tussen het rijk en gemeenten. Discontinuïteit zorgaanbieders WMO Enkele grote leveranciers levert WMO voorzieningen. Indien deze in financiële problemen komen bestaat het risico van discontinuïteit in de zorg. Als beheersmaatregel worden zorgaanbieders en opvangorganisaties gemonitord. Het risico wordt geraamd op maximaal € 2,5 miljoen. WMO open einde regelingen De afgelopen jaren waren de schommelingen binnen de WMO-openeinde regelingen goed op te vangen binnen de WMO-begroting en egalisatiereserve. Echter, begin 2010 is langzaam duidelijk geworden dat de vraag naar zorg fors is toegenomen waardoor de openeinde regelingen een groot financieel risico vormen. De egalisatiereserve zal naar verwachting

Raadsdruk Begroting 2011 374

Page 380: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

vrijwel volledig in 2010 worden uitgeput waardoor er geen financiële ruimte is om tegenvallers op te vangen. Daarnaast is het tekort op de WMO-begroting toenemen tot € 6,5 miljoen structureel waarbij de verwachting is dat de druk op zorg de komende jaren zal toenemen. WMO ICT Het recent ontwikkelde WMO–ICT systeem is een voorloper op de gemeentelijke ICT systeem, hetgeen leidt tot extra kosten. De gemeentebrede ICT systemen plukken hier de vruchten van maar de kosten worden gedekt uit het WMO budget. De extra kosten worden geraamd op € 5 miljoen. Het risico is reëel dat de extra kosten hoger zullen worden. Getracht wordt het risico te beheersen door de implementatie van het WMO-ICT systeem zoveel mogelijk te koppelen aan de stedelijk ICT ontwikkeling. Voor 2011 wordt uitgegaan van 40.000 aanvragen voor individuele voorzieningen. Om de dienstverlening en budgetbeheer te optimaliseren wordt stapsgewijs de dienstverlening overgezet op het nieuwe WMO-ICT systeem. In 2011 zal het ‘point of no return’ worden gepasseerd. Het stilleggen van vervolgstappen in de ICT ontwikkeling zal leiden tot een desinvestering van € 12 miljoen. Declaratierisico wet Participatiebudget (WPB) Er bestaat een risico op uitvoeringsfouten binnen het participatiebudget gezien complexe declaratievereisten en stringente controletoleranties. Als beheersmaatregel worden maandelijkse kwaliteitsaudits uitgevoerd. Het resterende risico is op maximaal € 2,5 miljoen geraamd. Claims softwareleveranciers De Dienst Belastingen heeft te maken met claims van softwareleveranciers voor het gebruik van licenties. De claims zijn o.a. het gevolg van niet tijdig de-installeren van niet in gebruik zijnde software. Dit wordt veroorzaakt door een onvolledige registratie van autorisaties en software en onvoldoende beheersmaatregelen. De omvang van het risico bedraagt minimaal € 0,5 miljoen maar is onder meer afhankelijk van het aantal installaties en licenties. Verbouwing de Bazel Zoals gemeld in de Jaarrekening 2008 is de Bazel opgeleverd en wordt nog onderhandeld over de schade als gevolg van de vertraging in de oplevering. 1.4.6. Vervallen risico’s sinds de jaarrekening 2009 � de strafzaak rond de Probo Koala: op 23 juli j.l. heeft de rechtbank een uitspraak gedaan

in deze zaak. De gemeente Amsterdam komt strafrechtelijk immuniteit toe. De uitspraak heeft derhalve geen financiële gevolgen voor de gemeente

� Giro d’Italia: de Giro is succesvol verlopen, het in de jaarrekening genoemde risico heeft zich niet voorgedaan

1.4.7. Nieuwe risico’s Hoogwaardig openbaar vervoer Schiphol – Amsterdam Zuid Op 2 maart is het College akkoord gegaan met het plan van aanpak voor dit project. Uitgangspunt is dat het beheer van de busbaan op dezelfde wijze georganiseerd wordt als het beheer van de busbaan naast het hoofdkantoor van ING. Gebleken is dat zowel de Stadsregio Amsterdam als het rijk hier geen budget voor beschikbaar stelt. Voordat het ontwerptraject start dient eerst duidelijk te zijn wie het budget voor het beheer beschikbaar stelt. Het risico op vertraging is daardoor aanwezig. Proef betaald rijden Vanwege verschil van inzicht tussen het rijk en de regionale partners kan het rijk de subsidiëring terug draaien, inclusief reeds verstrekte subsidies. Het budget voor de eerste tranche is € 7,2 miljoen. In totaal is op dit moment voor ongeveer 3,5 miljoen aan verplichtingen aangegaan en is ongeveer € 1,7 miljoen uitgegeven aan voorbereidingskosten voor de 1e tranche met 1000 deelnemers, inclusief het opzetten van het totale systeem.

Raadsdruk Begroting 2011 375

Page 381: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onderwijshuisvesting De incidentele lasten van onderwijshuisvesting als gevolg van nieuw- of verbouw, zoals huurkosten voor tijdelijke huisvesting, verzekeringen, erfpacht en klein onderhoud worden deels gedekt uit de reserve Onderwijshuisvesting. De reserve wordt gevoed door de verkoopopbrengsten van schoolgebouwen. Dit ‘gesloten’ systeem functioneert alleen wanneer de verkoopopbrengsten en de incidentele lasten op de lange termijn in de pas lopen. Deze systematiek kan bij vertraging of het achterwege blijven van deze baten in 2010/2014 leiden tot een mogelijk tekort in dekking. Medio 2010 zal door DMO in samenwerking met OGA een onderzoek worden uitgevoerd naar de houdbaarheid van het huidige financieringssysteem van de incidentele lasten van onderwijshuisvesting. Samen met OGA wordt gekeken naar de risicobeheersmaatregelen. De kans dat de schade optreedt is 50% en de meest waarschijnlijke (te verwachten) schade bedraagt € 8 miljoen. Koers Nieuw West In 2007 heeft de gemeente met de corporaties de zogeheten Parkstaddeal gesloten waarin de corporaties de financiële verantwoordelijkheid overnemen voor de verdere ontwikkeling van de ruimtelijke vernieuwing binnen Nieuw West, inclusief de realisatie van maatschappelijk vastgoed. Een onderdeel van de overeenkomst is dat de gemeente € 40 miljoen bijdraagt aan de versterking van de sociale infrastructuur. De stadsdelen dragen voor € 8 miljoen bij en de centrale stad € 32 miljoen. De bijdrage van de centrale stad kan zowel in de vorm van middelen als van activiteiten plaatsvinden. Tot en met 2010 heeft de centrale stad € 24,2 miljoen aan middelen bijgedragen, zodat een bijdrage van € 7,8 miljoen aan activiteiten resteert. Indien deze bijdrage lager is kunnen de corporaties een claim leggen bij centrale stad over het restant. Metromorfose De kosten die het GVB vóór 2002 maakte voor het project MetroMorfose blijken niet subsidiabel te zijn. Na intensief overleg met de Stadsregio Amsterdam (SRA) was afgesproken dat deze kosten gedekt konden worden met de vrijval binnen het programma voor railinfrastructuur. Vorig jaar is deze afspraak aangepast met de bepaling dat maximaal 75% van de vrijval mag worden ingezet. Recent heeft de SRA echter bij de vaststelling en herbestemming van de vrijval 2008 slechts een derde van de vrijval bestemd als bijdrage. De afgelopen jaren heeft DIVV het risico teruggebracht van € 15 miljoen naar € 4 miljoen. Herpositionering Haven Amsterdam Eind 2009 is besloten tot de onderzoeksfase voor de herpositionering van de Haven Amsterdam. In de onderzoeksfase komen de risico’s en kansen van al of niet verzelfstandigen uitgebreid aan de orde. Besluitvorming over de verzelfstandiging vindt plaats op basis van de uitkomst van de onderzoeksfase. Herpositionering van de Haven Amsterdam is een belangrijke randvoorwaarde voor het behouden en verbeteren van de concurrentiepositie van de Haven Amsterdam, namelijk door middel van met name samenwerkingsverbanden binnen en buiten de regio en verdere professionalisering van de bedrijfsvoering langs marktconforme principes. De Regeling Risicovolle Projecten is van toepassing voor dit project.

Raadsdruk Begroting 2011 376

Page 382: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

1.5. Algemene Risico Reserve De weerstandscapaciteit van de gemeente Amsterdam bestaande uit de Algemene Risico Reserve, dient om restrisico’s op te vangen. Het gaat in het bijzonder om mogelijke toekomstige financiële tegenvallers die nog onvoldoende hard zijn (in omvang en kans op realisatie) om een expliciete voorziening te rechtvaardigen. Ons College hanteert een dynamische methode bij de bepaling van de weerstandscapaciteit door uw Vergadering jaarlijks een voorstel te doen voor de omvang van de ARR, op basis van de ontwikkeling van risico’s en bestande dekkingsmiddelen, met name voorzieningen en reserves. Deze onzekere tijden hebben gevolgen voor het risicoprofiel van de gemeente. Het volledig kwantificeren van alle risico’s (kans van optreden en mogelijke schade) blijkt vooralsnog zeer lastig. Als reactie op de opmerkingen van de ACAM bij de Rekening 2009 heeft ons College toegezegd te werken aan een betere onderbouwing van de omvang van de Algemene Risico Reserve. Bij de Rekening 2010 zullen wij hierop terug komen. bedragen x € 1 miljoen algemene risico reserve

stand ultimo 2009 144,9 Nominale aanpassing 2010 +5,1 onttrekkingen 2010

stand ultimo 2010 150,0 Nominale aanpassing 2011 +5,2 Toevoeging vertrouwelijk ter inzage voor de leden van de raadscommissie Financiën 65,0 stand ultimo 2011 220,2

Raadsdruk Begroting 2011 377

Page 383: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2. Financiering

2.1. Algemeen De financiering van gemeenten moet plaatsvinden binnen de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van de (mogelijk) uit de treasuryfunctie voortvloeiende risico’s. Dat uit zich in twee kwalitatieve randvoorwaarden voor het door gemeenten te voeren treasurybeleid: � het aangaan en verstrekken van leningen evenals het verlenen van garanties is alleen

toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak � uitzettingen (vooral het verstrekken van geldleningen) anders dan voor de uitoefening van

de publieke taak en het gebruik van derivaten (producten waarmee bijvoorbeeld renterisico’s kunnen worden afgedekt) moeten een prudent karakter hebben en mogen niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatige risico’s

Met deze beide randvoorwaarden wordt het bankieren, zoals het bewust aantrekken van gelden om deze uit te lenen met als doel het genereren van inkomsten, verboden. Door middel van het stellen van eisen aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, worden de renterisico’s van zowel de korte en de lange schuld begrensd. Tot slot is in de wet opgenomen dat de gemeenten verplicht zijn twee treasury-instrumenten in te hanteren: � het door uw Vergadering vaststellen van een treasurystatuut � het in de gemeentebegroting en –rekening opnemen van een financieringsparagraaf Uw Vergadering heeft in december 2009 de laatste versie van het treasurystatuut vastgesteld. Hierin is de bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie vastgelegd. Dit statuut behelst de beleidsmatige vaststelling van de uitgangspunten, doeleinden, risicobeheersing, de organisatorische en financiële kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie, Het statuut geldt zowel voor de centrale stad als voor de stadsdelen. De monetaire functie waarvan de treasury-activiteiten deel uitmaken, is niet overgedragen aan de stadsdelen maar op de zogenaamde A-lijst geplaats. In de financieringsparagraaf van de gemeentebegroting wordt voornamelijk aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: � wordt met het treasurybeleid slechts de publieke taak behartigd � draagt het treasurybeleid een prudent karakter � wordt voldaan aan de kasgeldlimiet � wordt voldaan aan de renterisiconorm

2.1.1. Publieke taak

Gemeenten mogen uitsluitend geldleningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verstrekken voor de uitoefening van de publieke taak. Uw Vergadering bepaalt in belangrijke mate het kader daarvan. Regelmatig wordt een beroep gedaan op zowel de stadsdelen als de centrale stad om leningen te garanderen of te verstrekken. Als die verzoeken worden ingewilligd, gaan de stadsdelen en de centrale stad nieuwe financiële risico’s aan. Wij zullen er op toezien dat het begrip ‘publieke taak” niet zodanig wordt opgerekt dat in strijd met de bedoelingen van de wet FIDO en het treasurystatuut wordt gehandeld.

2.1.2. Prudent karakter

Bij het prudent uitzetten van middelen en het gebruik van derivaten zijn drie aspecten van belang: � de tegenpartij moet voldoende kredietwaardig zijn (minimaal zeer goede

kredietwaardigheid door minstens twee van de drie grootste ratingbureau’s) � de waarde van een geldlening dient zo min mogelijk gevoelig te zijn voor

marktbewegingen. De hoofdsom daarvan moet intact blijven � het gebruik van derivaten is alleen toegestaan voor het afdekken van financiële risico’s.

De omvang van het risico en de afdekking daarvan dienen aan elkaar gelijk te zijn

Raadsdruk Begroting 2011 378

Page 384: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2.1.3. Kasgeldlimiet (kortlopende schuld)

In de Wet FIDO is een begrenzing (kasgeldlimiet) opgenomen van de kortlopende middelen die gemeenten mogen opnemen. Dit is door de rijksoverheid geconcretiseerd in de vorm van een maximum percentage (8,5%) van het (netto) begrotingstotaal. Zonder deze beperking zouden gemeenten alles met kortlopende middelen kunnen financieren. Door de grote fluctuaties van de korte rente zou daardoor het begrotingsevenwicht in gevaar kunnen komen. Het streven van Amsterdam is er op gericht om, binnen de wettelijke grenzen van de kasgeldlimiet, een zo groot mogelijk deel van de financieringsbehoefte te dekken door middel van kortlopende leningen. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste is de rente op kortlopende leningen vrijwel altijd lager dan op langlopende leningen. Ten tweede ontstaat meer flexibiliteit als bijvoorbeeld eerder dan verwacht grote bedragen worden ontvangen. Er hoeven in die situaties dan geen tijdelijk overtollige geldmiddelen te worden uitgeleend. In onderstaande tabel wordt de voor 2011 geldende kasgeldlimiet afgezet tegen de verwachte ontwikkeling van de netto vlottende schuld. Hierbij dient te worden aangetekend dat de ontwikkeling van deze schuld met veel onzekerheden is omgeven. Vooral de planning van de uitgaven voor grote (infrastructurele) projecten is moeilijk in te schatten. Dit is afhankelijk van bestuurlijke besluitvorming over deze projecten en de voortgang van de werkzaamheden. Zodra blijkt dat de kasgeldlimiet structureel zal worden overschreden, worden ter afdekking hiervan langlopende geldleningen aangetrokken. Kasgeldlimiet vlottende schuld

2011 (geraamd) bedragen x € 1 miljoen

Toegestane kasgeldlimiet

Grondslag (omvang begroting per 1 januari) 5.238

In procenten van de grondslag 8.5%

In bedrag 445

Berekening gemiddelde netto vlottende schuld

Vlottende korte schuld 460

Vlottende middelen 15

Netto vlottende schuld 445

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet 445

Netto vlottende schuld 445

Ruimte (+)/overschrijding (-) 0

2.1.4. Renterisiconorm (langlopende schuld)

De doelstelling achter deze norm is dat gemeenten hun leningenportefeuille (lange leningen) zo moeten spreiden, dat de te lopen renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden verspreid. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen voor gemeenten niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel wordt deze norm afgezet tegen de feitelijke situatie. Daaruit komt naar voren dat de gemeente ruimschoots aan de risiconorm voldoet. Met ingang van 2010 wordt de renterisiconorm berekend volgens de aangepaste Wet FIDO. Hierdoor wordt niet langer de stand van de vaste schuld als basis genomen maar de omvang van de begroting. Hierdoor neemt voor de gemeente Amsterdam de ruimte aanzienlijk toe.

Raadsdruk Begroting 2011 379

Page 385: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Renterisiconorm en renterisico op vaste schuld bedragen x € 1 miljoen

2009 (werkelijk)

2010 (geraamd)

2011 (geraamd)

2012 (geraamd)

Berekening renterisiconorm

1 stand van de vaste schuld per 1 januari / m.i.v. begroting 2010 netto begrotingsomvang

2408 4.569 5.178 5.238

2 het bij ministeriële regeling vastgesteld % 20 20 20 20

3 renterisiconorm (1x2/100) 482 914 1.036 1.048

Toets renterisico op vaste schuld aan renterisiconorm

4 renterisiconorm (3) 482 914 1.036 1.048

5 renterisico op vaste schuld (1) 5 292 286 271

6 ruimte (+)/overschrijding(-); (4-5) 478 622 765 777

Door de onzekerheden van de huidige economische situatie worden in deze financieringsparagraaf geen verwachtingen uitgesproken over toekomstige renteontwikkelingen.

2.2. Het leningfonds

2.2.1. Algemeen

De gemeentelijke uitgaven worden gedekt door inkomsten (bij een sluitende begroting). In de praktijk lopen de uitgaven en inkomsten niet gelijk op: gedurende het jaar ontstaan tekorten en overschotten. De financiering heeft tot doel deze tijdelijke tekorten en overschotten op te vangen door middel van een voor de gemeente zo voordelig mogelijke wijze van aantrekken en uitzetten van gelden. Daarnaast ontplooit de gemeente investeringsactiviteiten. Ook voor de financiering hiervan worden gelden aangetrokken. Amsterdam heeft op dit moment een aanzienlijk bedrag aan reserves en voorzieningen. Totdat deze worden gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn, wordt dit bedrag als interne financiering gebruikt. De hierdoor bespaarde rente wordt ten laste van het leningfonds gebracht. Voor zover er geen andere besluiten over zijn genomen, valt deze rente vrij ten gunste van de algemene dienst. De met de financiering van de investeringen samenhangende rentelasten worden door middel van een omslagstelsel doorberekend aan de gemeentelijke organisatieonderdelen die deze investeringen in hun beheer hebben. Dit wordt het omslagrentepercentage genoemd. Daarbij is het streven gericht op een evenwichtige ontwikkeling van het omslagrentepercentage en het niet direct hierin verdisconteren van de schommelingen van de percentages op de geld- en kapitaalmarkt. Hierdoor wordt verstoring van het (meerjarig) begrotingsbeeld voorkomen. Een en ander wordt geëffectueerd met behulp van een egalisatiefonds.

2.2.2. Het omslagpercentage

Voor het begrotingsjaar 2011 zal het incidentele omslagpercentage – dat wordt gebruikt voor de binnengemeentelijke doorbelasting van rentelasten over langlopende geldleningen aan de gemeentelijke onderdelen 4,25% bedragen. De verwachting is dat de omslagrente in de daaropvolgende jaren in de buurt zal komen van het structurele omslagpercentage. Het structurele omslagpercentage blijft in 2011 gehandhaafd op 4,5%. In de volgende paragraaf wordt dit onderwerp verder uitgewerkt. In de hiernavolgende grafiek wordt een meerjarig overzicht gegeven van de ontwikkeling van de structurele omslagrente in vergelijking met die van de kapitaalmarktrente (10-jarige staatsleningen). Uit de grafiek blijkt duidelijk dat de schommelingen van de marktpercentages gematigd doorwerken in het omslagpercentage.

Raadsdruk Begroting 2011 380

Page 386: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Structurele omslagrente De structurele omslagrente bedraagt zoals hiervoor aangegeven 4,5%. Dit percentage is hoger dan het (incidentele) omslagpercentage van 4,25 %. De rentelasten in de begroting 2011 zijn gebaseerd op het percentage van 4,25%. Het verschil tussen de structurele 4,5% en de incidentele 4,25 % is als incidentele ruimte van € 10,8 miljoen in de begroting en het verdeelvoorstel meegenomen. Waarom is dit onderscheid tussen structureel en incidenteel van belang? De structurele omslagrente is zodanig vastgesteld dat de rentelasten van langjarige investeringsbeslissingen structureel zijn gedekt. Daardoor zullen rentestijgingen in de loop der jaren niet hoeven te leiden tot structurele bezuinigingen om de in dat geval onvermijdelijke hogere rentekosten te dekken. Dat betekent dat bij een (tijdelijk) lagere omslagrente (zoals nu het geval is) er extra incidentele begrotingsruimte ontstaat. Als op basis van de feitelijke rentekosten de omslagrente hoger zou moeten uitkomen dan de structurele 4,5% zal eerst een beroep worden gedaan op het gevormde Egalisatiefonds omslagrente. Zodra dat is uitgeput en de feitelijke rentekosten hoger zijn dan de structurele 4,5% zal door de dan (tijdelijk) hogere omslagrente, de incidentele begrotingsruimte worden beperkt. De structurele begrotingsruimte wordt door de rentewijzigingen dus niet aangetast. Dit geeft een stabieler begrotingsbeleid. Waarop is de structurele omslagrente gebaseerd? Om te voorkomen dat het structurele percentage toch regelmatig moet worden aangepast is dit gebaseerd op een langjarig gemiddelde. Bij de investeringen die Amsterdam doet, gaat het gemiddeld ook om langjarige investeringen in bijvoorbeeld wegen, bruggen, haventerreinen en gronden. Daarom trekt Amsterdam ook leningen aan die dergelijke rentevaste perioden kennen. De benchmark voor die aan te trekken leningen is het renteniveau van de 10-jarige staatsleningen. De gemiddelde marktrente op de 10-jarige staatsleningen (peildatum 30 juni 2010) bedroeg de laatste 10 jaar 4,25 %. Gemeenten lenen duurder dan de staat. Op basis van historische reeksen is de opslag gemiddeld 0,25% (in de huidige marktomstandigheden ligt deze opslag aanzienlijk hoger). Hieruit blijkt dat het gehanteerde structurele omslagpercentage van 4,5 % grofweg is vastgesteld op het langjarig gemiddelde rentepercentage voor lange gemeenteleningen vanuit het verleden. Dit is verantwoord omdat het Egalisatiefonds omslagrente een eerste buffer vormt indien de marktrente boven deze 4,5% gaat uitkomen.

2.2.3. Het rekening-courantpercentage

Naast het omslagpercentage is ook het rekening-courantpercentage van belang. Ons College wijst jaarlijks de gemeentelijke organisatieonderdelen aan waarmee over het dagelijks positieve dan wel negatieve rekening-courantsaldo rente wordt verrekend. Het doel hiervan is het bevorderen van een optimaal middelenbeheer. Daarnaast is het verrekenen van rente

Renteontwikkeling omslagrente vs. 10-jarige staatsleningen

3,00

5,00

7,00

9,00

1992 1995 1998 2001 2004 2007 2010

jaar

perc

enta

ge

omslagrente10-jarige staatsleningen

Raadsdruk Begroting 2011 381

Page 387: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

over de banksaldi essentieel bij die onderdelen die op bedrijfsmatige grondslagen moeten opereren en daarvoor de juiste tarieven moeten kunnen vaststellen. Voorbeelden daarvan zijn het Ingenieursbureau Amsterdam en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam. In de begroting 2011 is rekening gehouden met een percentage van 3,5 %, met dien verstande dat de afrekening met de aangewezen organisatieonderdelen achteraf plaatsvindt op basis van het gemiddelde werkelijk 1-maands-euribor percentage (de marktprijs).

2.2.4. Opgenomen langlopende geldleningen

Vanaf 1 januari 2010 tot en met juli 2010 is er voor € 88 miljoen aan langlopende geldleningen aangetrokken. De aflossingen op langlopende leningen bedroegen in dezelfde periode € 290 miljoen. Zoals uit het hierna volgende staafdiagram blijkt, is de omvang van de opgenomen langlopende leningen de afgelopen jaren met een bedrag van rond de € 2,3 miljard vrijwel gelijk gebleven. Tegenover uitgaven voor grote investeringen (bijvoorbeeld de Noord/Zuidlijn) stond onder andere de verkoopopbrengst van de aandelen Nuon.

2.2.5. Verstrekte langlopende geldleningen en garanties

Op 7 december 2004 heeft ons College de uitvoeringsregels voor het verstrekken van leningen en/of het garanderen van leningen aan derden aangepast en aangescherpt. Deze aanpassing was nodig omdat uw Vergadering op 16 juni 2004 de Verordening over de uitgangspunten van het financiële beleid en beheer en de inrichting van de financiële organisatie (ex artikel 212 van de Gemeentewet) heeft vastgesteld. Op basis van deze verordening heeft ons College een aantal nadere uitvoeringsregels vastgesteld. Eén daarvan is de regeling rond het verstrekken en/of het garanderen van leningen aan derden. In genoemde verordening is in artikel 8 vastgelegd dat ons College pas een besluit neemt over het verstrekken van een lening of een garantie als uw Vergadering in de gelegenheid is gesteld haar wensen en bedenkingen kenbaar te maken. De belangrijkste uitgangspunten in dit uitvoeringbesluit voor de centrale stad zijn: � zeer terughoudend beleid in verstrekken van leningen of garanties � bestuurlijke toetsing vooraf door ons College � bij het verstrekken van leningen wordt altijd uitgegaan van marktconforme rente � besluitvorming over verstrekken van leningen en garanties geschiedt door ons College

met inachtneming van voornoemd artikel 8 van de Verordening ex artikel 212 Gemeentewet

Bij het beoordelen van deze verzoeken om leningen of garanties wordt in elk geval nagegaan of er voor de sector waarin de instelling werkzaam is een waarborgfonds bestaat.

Opgenomen langlopende geldleningenper 1 januari

0

1000

2000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011jaar

bedr

agen

x €

1 m

iljoe

n

Raadsdruk Begroting 2011 382

Page 388: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onder andere voor de volgende sectoren bestaan waarborgfondsen: � Sociale Woningbouw (WSW) � Eigen Woningen (WEW) � Zorg (WfZ) � Sport (SWS) � Kinderopvang Voor instellingen werkzaam in deze sectoren worden geen leningen of garanties verstrekt. Bij een aantal van de waarborgfondsen is de gemeente achtervang. Dat houdt dus al een risico in. Het zou dan onjuist zijn als Amsterdam daarnaast nog risico's zou nemen door zelf garant te staan voor individuele leningen. Er zijn door Amsterdam in het verleden veel leningen en/of garanties verstrekt aan instellingen waarvoor inmiddels een waarborgfonds bestaat. Het beleid van Amsterdam is om deze leningen en garanties zoveel mogelijk alsnog onder te brengen bij één van de waarborgfondsen. Daarvoor is de medewerking van zowel de instelling als de geldgever noodzakelijk. Bij aanpassing van de leningvoorwaarden of bij het aantrekken van een nieuwe lening door de instelling is het meestal mogelijk deze medewerking te krijgen. Er moet op die momenten actief druk worden uitgeoefend om de garantie bij een waarborgfonds onder te brengen. Dit actieve beleid heeft er de afgelopen jaren al toe geleid dat het overgrote deel van de garanties aan de woningbouwverenigingen bij het WSW is ondergebracht. De gemeente had ultimo 2009 voor € 840 miljoen aan langlopende geldleningen verstrekt. Het betrof hoofdzakelijk de leningverstrekking aan woningcorporaties (€ 319 miljoen), aan GVB Activa B.V. (€ 332 miljoen), NV Stadsgoed (€ 49 miljoen) en aan de regionale brandweer (€ 46 miljoen). Wat de huidige portefeuille aan verstrekte leningen betreft, kunnen de volgende categorieën worden onderscheiden: � voormalige gemeentelijke onderdelen, vaak als onderdeel van het onderhandelingsresultaat bij

externe verzelfstandiging � organisaties waar de gemeente een nauwe subsidierelatie mee heeft � organisaties die – al dan niet in samenwerking met derden – in het leven worden geroepen ter

bevordering van door de gemeente gewenste activiteiten en waarbij directe gemeentelijke financiële inbreng van doorslaggevend belang is

� overige organisaties waarbij de overwegingen om tot leningverstrekking over te gaan in het (verre) verleden liggen

Raadsdruk Begroting 2011 383

Page 389: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

3 Lokale heffingen Ook dit jaar wordt de paragraaf “inkomsten, belastingen, tarieven en leges” in de begroting opgenomen. Deze informatievraag komt voort uit art. 12, lid 1 van de Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet. 3.1 Geraamde inkomsten op hoofdlijnen Opbrengst belastingmiddelen (bedragen x € 1.000) Realisatie

2009 Begroting 2010

Actualisatie 2010

Begroting 2011

Begroting 2012

Begroting 2013

Begroting 2014

Programma Milieu en Water Rioolheffing 58.683 61.622 62.242 62.415 62.415 62.415 62.415 Algemene Dekkingsmiddelen Roerende ruimtebelastingen

327 379 360 361 361 361 361

Onroerende zaakbelastingen

143.824 140.880 141.203 142.312 143.147 144.005 144.674

Hondenbelasting 1.777 1.744 1.703 1.654 1.654 1.654 1.654 Toeristenbelasting 22.213 24.130 23.970 23.791 23.791 23.791 23.791 Vermakelijkheidsretributie

1.712 1.563 1.668 1.668 1.668 1.668 1.668

Precario en reclamebelasting

325 343 333 331 331 331 331

170.178 169.039 169.237 170.117 170.952 171.810 172.449 Totaal belastingmiddelen

228.861 230.661 231.479 232.532 233.367 234.225 234.864

Een toelichting is opgenomen in het betreffende programma. 3.2 De belangrijkste ontwikkelingen in 2010, 2011 en verder Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op 1 oktober 2010 zal de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking treden. Dit brengt een omvangrijke wijziging met zich mee van het bestaande vergunningstelsel voor ruimtelijke projecten. Op basis van de nieuwe wet wordt straks één geïntegreerde omgevingsvergunning afgegeven voor bouwen, wonen, ruimte, natuur en milieu. Op dit moment zijn deze onderwerpen nog verdeeld over verschillende vergunningstelsels. 3.3 Overzicht heffingen op hoofdlijnen Tarieven Bij bijna alle tarieven voor 2011 is uitgegaan van een nominale aanpassing van 0%. Voor de OZB is daarna het voorlopige tarief 2011 gecorrigeerd voor de eerste prognose van de waardeontwikkeling van prijspeil 2009 voor belastingjaar 2010 naar prijspeil 2010 voor belastingjaar 2011. De prognose laat een daling zien van 5,52% voor woningen en een daling van 3,0% voor niet-woningen. De definitieve OZB-tarieven voor 2011 worden later berekend, als met een hogere mate van accuratesse de mutatie in de WOZ-waarden van prijspeil 2009 naar prijspeil 2010 berekend kan worden in de waarderingsapplicatie Ortax. Het tarief Rioolheffing 2011 is door Waternet berekend op basis van verwachte kosten en het aantal aansluitingen in 2011. Bij ongewijzigd beleid zal er geen tariefverhoging plaatsvinden. In het kader van de Heroverwegingen wordt voorgesteld de grondwaterkosten in de rioolheffing door te berekenen, waardoor het tarief met 1,7% stijgt ten opzichte van 2010. Het tarief stijgt dan van € 145,46 naar € 147,93 per aansluiting per jaar. De opbrengst van deze verhoging is nog niet in de vorenstaande tabel verwerkt.

Raadsdruk Begroting 2011 384

Page 390: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De (concept) belastingverordeningen 2011 met de nieuwe belastingtarieven zullen in het najaar van 2010 aan uw Vergadering worden aangeboden ter besluitvorming. In de volgende tabel zijn de belastingtarieven opgenomen waarmee is gerekend bij het opstellen van de ramingen belastingmiddelen. Tarievenoverzicht Tarief

2009 Tarief 2010

Tarief 2011

Grondslag heffing

Rioolheffing 138,53 145,46 147,93 per aansluiting OZB / RRB Gebruik niet-woningen 0,12751% 0,13723% 0,14029% van WOZ-waarde Eigendom woningen 0,05315% 0,05287% 0,05537% idem Eigendom niet-woningen 0,015947% 0,17165% 0,17547% idem Hondenbelasting 99,48 100,18 100,18 per hond Toeristenbelasting 5% 5% 5% omzet Vermakelijkheidsretributie rondvaartboten 0,60 0,60 0,60 per opstapper waterfietsen 0,30 0,30 0,30 idem Toelichting per heffing Rioolheffing De gemeente heft rioolheffing van de burger die een aansluiting heeft op de gemeentelijke riolering (aansluitrecht). In 2010 en 2011 wordt 98,5% van de (begrote) kosten gedekt uit de (begrote) opbrengsten. Het tarief voor 2010 bedraagt € 145,60 per aansluiting op het gemeentelijke rioleringstelsel. Onroerende zaakbelastingen en roerende-ruimtebelastingen OZB en RRB kennen gelijke tarieven voor eigenaren en gebruikers voor woningen en niet-woningen. De heffing van OZB en RRB geschiedt vanaf 2009 op basis van een percentage van de WOZ-waarde. Hondenbelasting Het houden van een hond wordt door de gemeente belast met hondenbelasting. De gemeente kent hierbij een ongedifferentieerd tarief per hond van € 100,18 in 2010 en in 2011. Daarnaast is er een apart vast tarief voor geregistreerde kennels (€ 380,85 in 2010 en in 2011). Er wordt vrijstelling verleend voor politiehonden, blindengeleide honden en speciaal opgeleide honden voor mensen met een handicap. Toeristenbelasting Het tarief van deze belasting is een vast percentage (5%) van de overnachtingvergoeding (exclusief ontbijt) in hotels en andere belastingplichtige objecten zoals campings en accommodaties voor short stay. De belastingopbrengst is dus afhankelijk van de bezettingsgraad en de kamerprijzen. Vermakelijkheidsretributie De vermakelijkheidsretributie wordt geheven van de aanbieders van vermaak op het water tegen vergoeding. De heffing kent twee vaste tarieven per persoon: € 0,60 voor rondvaartboten en € 0,30 voor waterfietsen (en stationerende vaartuigen). Overige gemeentelijke belastingen en heffingen De bevoegdheden ten aanzien van een deel van de lokale heffingen zijn overgedragen aan de stadsdelen. De belangrijkste heffingen die door de stadsdelen worden geheven zijn de Afvalstoffenheffing, Reinigingsrecht bedrijven, Precariobelasting en de Leges. Heffingen die door centrale diensten worden geheven – leges en rechten – komen bij de betreffende onderdelen aan de orde. Kostendekkendheid legestarieven In de Begroting 2010 heeft ons College voor het eerst een overzicht aan uw Vergadering voorgelegd van de kostendekkendheid van de leges van de centrale stad. Dit overzicht heeft

Raadsdruk Begroting 2011 385

Page 391: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

ook gediend als input voor de Heroverwegingen. In dat kader zijn onder de posterioriteiten voorstellen opgenomen. De gegevens ten aanzien van de kostendekkendheid in de begroting bij ongewijzigd beleid zijn samengebracht in het navolgende overzicht. Dienst Soort leges Totaal

Lasten € Totaal Baten €

Dekkings- Percentage

Stadsarchief onderzoek 15.050 14.000 93% reproducties 260.530 260.500 100% Bijzondere bepalingen 1.530 520 33% Dienst Milieu en Bouwtoezicht

Verlening bouw- en gebruiksvergunningen

6.660.000 6.526.000 98%

Vergunningverlening milieu 468.000 170.000 36% Dienst Persoons- en Geo-informatie

trouwboekje 1.000 1.000 100%

Uittreksel burgerlijke stand 212.000 195.000 92% Transportkosten GBA 44.000 40.000 91% Uittreksels elektronisch 145.000 140.000 97% Uittreksel bevolkingsregister aan het

loket 85.000 80.000 94%

Uittrekstel bevolkingsregister schriftelijk 105.000 100.000 95% archiefonderzoek 27.000 25.000 93% Erfrecht onderzoek 130.000 120.000 92% Bewijs van Nederlanderschap 1.100 1.000 91% Taxi ontheffing 141.000 140.000 99% Taxi vermissing 1.000 1.000 100% belanghebbendenvergunning 15.000 15.000 100% Benoeming buitengewoon ambtenaar

burgerlijke stand 30.000 30.000 100%

Dienst Wonen, Zorg en Samenleven

huisvestingsvergunning 1.442.670 407.120 28%

Tijdelijke verhuur 197.630 127.790 65% Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 177.860 6.940 4% Dienst Binnenwaterbeheer

Ligplaats-, verbouwings-, vervangings-, en exploitatievergunningen

31.000 31.000 100%

Sleeploon en bewaarloon 42.500 42.500 100% Dienst Belastingen bestemmingsgegevens 128.230 125.100 98% Waarde- en aanslaginformatie Stadsarchief De lasten zijn inmiddels globaal gelijk aan de baten. De tarieven zijn opgesteld aan de hand van een benchmark met de tarieven van de grote steden en het Nationaal Archief. Om het voor de burger haalbaar te houden om over de historische informatie te kunnen beschikken, die nodig is voor hun onderzoek en vanuit het in de Archiefwet verankerde belang dat de overheid hecht aan de verantwoording van haar handelen tegenover de burger, wordt een lagere prijs in rekening gebracht. Dienst Milieu en Bouwtoezicht De bouwleges zijn vrijwel kostendekkend. De milieuvergunningen betreffen geluidsbegrenzers, vuurwerkverkoop en ontheffingen geluid- en lichthinder. Dienst Persoons- en Geo-informatie Het gemiddelde dekkingspercentage is 94,8%. Dit wordt onder meer veroorzaakt door een lager tarief voor de instellingen van algemeen maatschappelijk belang in Amsterdam en het lagere rijkstarief voor uittreksels uit de burgerlijke stand. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven De Dienst Wonen, Zorg en Samenleven heft leges voor de administratieve afhandeling van aanvragen voor vergunningen op grond van de Huisvestingsverordening en de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus. In 2008 is onderzoek gedaan naar de mate van kostendekkendheid van het afhandelen van huisvestingsvergunningen, vergunningen voor tijdelijke verhuur en vergunningen voor woning- en kamerbemiddelingsbureaus.

Raadsdruk Begroting 2011 386

Page 392: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De leges voor woning- en kamerbemiddelingsbureaus hebben een dekkingspercentage van slechts 4%. Dit is het gevolg van de ervaring dat bij te hoge of kostendekkende leges het aantal clandestiene woning- en kamerbemiddelingsbureaus toenam. De vergunningen worden vooral in het belang van de burger afgegeven, zodat die weet dat de woon- en kamerbemiddelingsbureaus zich aan de regels houden. Dienst Binnenwaterbeheer De leges zijn geheel kostendekkend. Dienst Belastingen De leges voor het leveren van bestemmingsgegevens zijn vrijwel geheel kostendekkend. 3.4. Tarieven stadsdelen Al enige jaren wordt door de stadsdelen gewerkt aan het project Uniforme tarieven. Ten aanzien van de afvalstoffenheffing en de bouwleges hebben de stadsdelen met elkaar afgesproken de bandbreedte bij de tarieven in 2011 terug te brengen tot 10%. Verschillen buiten de bandbreedte zullen, als ze al voorkomen, beargumenteerd toegelicht worden. Voor de overige leges worden met ingang van 2009 al uniforme tarieven gehanteerd, waarbij afwijkingen kunnen voorkomen wanneer sprake is van verschillen in dienstverlening aan de burger. De Dienst Belastingen zal de tabel bij de centrale legesverordening zo veel mogelijk omzetten naar een tabel die gelijk is aan de uniforme tabel van de stadsdelen. De bouwleges die de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) hanteert, komen inmiddels sterk overeen met die van de stadsdelen. Alleen voor bouwsommen boven de € 5 miljoen rekent DMB een lager percentage. Het volgen van de stadsdeeltarieven voor de bouwvergunningen voor de grote projecten is niet opportuun: dat zou een extra stijging van ± 30% bovenop de voorgestelde verhoging inhouden. De legesinkomsten zouden daarmee meer dan kostendekkend worden geraamd. 3.5 Lokale lastendruk Over de lokale lastendruk wordt jaarlijks door diverse organisaties gepubliceerd. In deze publicaties wordt bij het bepalen van de lastendruk veelal uitgegaan van verschillende gegevensverzamelingen en verschillende berekeningmethoden. In de ene publicatie wordt gewerkt met gemiddelden, in de andere worden verschillende standaardprofielen onderscheiden of wordt alleen een aantal tevoren geselecteerde heffingen opgenomen. Hierbij gaat het dan ook vrijwel altijd bij uitsluiting om de lasten voor bewoners (en niet voor de bedrijven). Gelet op de bezwaren die kleven aan de diverse publicaties, wordt al vele jaren volstaan met een vergelijking van de verschillende tarieven met die in de andere grote steden. In de navolgende tabel wordt een overzicht gegeven van de tarieven van de belastingmiddelen, die het grootste deel van de woonlasten voor huishoudens vormen. Voor de Afvalstoffenheffing voor Amsterdam is het niet gewogen gemiddelde van de tarieven van de stadsdelen genomen. Woonlasten 2004-2009 van meerpersoonshuishoudens

A’dam

R’dam Den Haag Utrecht Gemiddeld A’dam t.o.v. gem.

Woonlasten in:

2005 * 624 656 634 705 655 -5%

2006 ** 526 500 510 599 534 -1%

2007 539 553 540 666 574 -6%

2008 563 575 550 684 593 -5%

2009 595 609 578 704 622 -4%

2010 616 620 550 694 620 -1%

* Zalmsnip is per 1-1-2005 afgeschaft ** OZB-Gebruik voor woningen is per 1-1-2006 afgeschaft

Raadsdruk Begroting 2011 387

Page 393: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Belastingtarieven grote steden 2004-2009 van meerpersoonshuishoudens

A’dam

R’dam Den Haag Utrecht Gemiddeld A’dam t.o.v. gem.

2005 1,43 3,03 2,10 2,49 2,26 - 37%

2006 1,60 3,19 2,23 2,78 2,45 - 35%

2007 1,63 2,89 1,86 NB 2,13 -23%

2008 1,45 2,68 1,73 2,39 2,06 -30%

2009 0,0532 0,1103 0,0659 0,0935 0,0807 - 34%

2010 0,0529 0,1103 0,0619 0,0898 0,0787 -33%

OZB-eigendom – vanaf 2009 wordt

een percentage van de WOZ-waarde

gehanteerd

2005 107,49 124,35 83,98 157,67 118,37 - 9%

2006 110,19 130,86 84,82 169,91 136,99 - 20%

2007 115,42 145,97 101,48 205,24 142,03 - 19%

2008 131,93 160,41 109,81 205,24 151,85 - 13%

2009 139,00 173,00 118,00 205,00 158,75 - 12%

2010 145,46 180,00 126,47 212,12 166,01 -12%

Rioolrecht eigenaren – vanaf 2008:

Rioolheffing geheten

2005 273,23 226,92 274,92 183,48 239,64 14%

2006 282,31 232,82 277,56 225,36 254,51 11%

2007 289,57 237,73 304,80 254,76 271,71 7%

2008 297,79 248,25 309,00 261,00 279,01 7%

2009 319,50 259,00 323,00 276,00 294,38 9%

2010 332,68 259,04 293,52 256,20 285,36 17%

Afvalstoffenheffing – bedrag van

Amsterdam bestaat uit het gemiddelde

van de tarieven van 15 stadsdelen

3.6 Kwijtscheldingsbeleid Bij het verlenen van kwijtschelding is de gemeente gebonden aan de door de rijksoverheid vastgestelde regels. Wij passen die regels maximaal toe, dat wil zeggen dat wij de kwijtscheldingsnorm hebben vastgesteld op 100% van de bijstandsnorm. De kwijtscheldingsnormen zijn afhankelijk van de leeftijd en gezinssamenstelling van de aanvrager. De kosten van de kwijtschelding komen voor een deel ten laste van de centrale stad en worden voor een deel doorberekend in de tarieven van de stadsdelen via een zogenaamde solidariteitsheffing. Deze bedraagt voor 2011 € 48,37 per huishouden. Het is op dit moment onduidelijk of het wetsvoorstel waarin wordt voorgesteld om gemeenten de bevoegdheid te geven om kwijtschelding te verlenen van privé-belastingen aan een bepaalde groep ondernemers met een geringe betalingscapaciteit en geen vermogen door de Tweede Kamer, vanwege de val van het kabinet, zal worden behandeld in 2010. De Dienst Belastingen is in samenwerking met de Rijksbelastingdienst wel een onderzoek gestart naar de financiële impact van deze verruimingsmogelijkheid op het jaarlijkse kwijtscheldingsbudget.

Raadsdruk Begroting 2011 388

Page 394: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

4. Verbonden partijen

4.1. Inleiding De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in het beleid en de veranderingen inzake rechtspersonen waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft. Het gaat hierbij om privaatrechtelijke rechtspersonen (vennootschappen, stichtingen, verenigingen) en om publiekrechtelijke rechtspersonen. De gemeente gaat de relatie met de verbonden partijen aan vanuit een publiek belang. De invulling van het publieke belang komt in de desbetreffende programma’s van de begroting aan de orde. Deze paragraaf gaat allereerst in op de bestuurlijke relevante zaken met betrekking tot de verbonden partijen. Daarna volgt informatie over de huidige verbonden partijen en over trajecten waarbij gemeentelijke diensten (mogelijk) hergepositioneerd worden en daarbij na herpositionering het karakter van verbonden partij hebben. Meer informatie over de verbonden partijen van de gemeente is te vinden in de jaarrekeningen van de afzonderlijke diensttakken en de website ‘www.deelnemingen.amsterdam.nl’.

4.2. Heroverweging gemeentelijke deelnemingen Conform het gemeentelijke deelnemingenbeleid zijn in 2007 alle gemeentelijke deelnemingen heroverwogen. Dit houdt in dat alle deelnemingen zijn beoordeeld op het behartigen van het publieke belang, financiële risico’s en de corporate governance. De komende tijd wordt verder uitvoering gegeven aan de besluiten die bij de heroverweging genomen zijn. In onderstaande tabel is de huidige status van de deelnemingen opgenomen. De deelnemingen waarover is besloten ze aan te houden zijn niet opgenomen in de tabel. Stand van zaken heroverweging Besluit heroverweging 2007 Stand van zaken Amsterdam Science Park NV & CV

Evalueren na herfinanciering Na herfinanciering is Amsterdam Science Park (ASP) financieel stabiel. Met de andere aandeelhouders wordt de strategische positionering van ASP besproken. Verkoop van aandelen door gemeente Amsterdam op afzienbare termijn is daarbij niet aan de orde.

BV Exploitatiemaatschappij Carré Extern onderzoek (bespreken voorjaar 2008)

Extern onderzoek is afgerond. College en gemeenteraad hebben aanbevelingen in 2008 overgenomen; deze zijn in januari 2009 uitgevoerd.

NV NUON Afstoten (commerciële deel) wanneer mogelijk

Per 1 juli 2009 is 49% van de aandelen in NUON’s productie- en leveringsbedrijf (thans: NUON Energy NV) verkocht aan Vattenfall ÄB. Tot en met 2015 worden de resterende aandelen in stapjes verkocht.

Stadion Amsterdam Arena In onderhandeling over (gedeeltelijke) afstoten

Er is een gebrek aan potentiële kopers van de certificaten van de Arena, omdat de certificaten geen opbrengsten opleveren. Daarom is het niet aantrekkelijk om een gedeelte af te stoten.

NV Zeedijk Belang terugbrengen Het meer in evenwicht brengen van aandeelhouderschap privaat – publiek (thans 20-80) is onderwerp van bespreking, maar tot nu toe lijkt er onvoldoende voordeel voor gemeente danwel NV Zeedijk om tot uitvoering hiervan over te gaan.

Amsterdam Rai BV Aanhouden (opnieuw bespreken rond 2011)

Momenteel nog niet aan de orde.

Amsterdamse Compagnie NV Evalueren (Kw. 3 2008) Geëvalueerd en besloten de deelneming aan te houden.

Hallum Cruise BV Afstoten (na afstoten Waterkant)

Zie Waterkant.

AT5 Evalueren na vaststelling lokaal media beleid

AT5 onderzoekt verschillende toekomstmodellen. Aan de hand daarvan zal besloten worden hoe met AT5 verder gegaan wordt.

Raadsdruk Begroting 2011 389

Page 395: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

NV Maatschappij tot exploitatie v/h Hotel en Café Hollandais

Liquideren na verkoop onroerend goed (nieuwe De la Mar en woon- & winkelpanden) of nadat o.g. elders in gemeente is onder gebracht (Kleine Komedie)

Het pand van het Bellevue-theater kon niet verkocht worden. Over de toekomst van de NV wordt uw Vergadering naar verwachting eind 2010/ begin 2011 geïnformeerd.

Startgoed Amsterdam BV Evalueren (Kw. 3 2008) Geëvalueerd en besloten de deelneming aan te houden in 2008. Echter, In 2009 bleek dat er geen samenwerking meer mogelijk was tussen aandeel-houders Lingotto en woningbouwvereniging Eigen Haard. Bovendien bood het businessplan onvol-doende waarborgen voor de continuïteit van de onderneming. Daarom heeft ons College besloten de deelname van de gemeente in Startgoed Am-sterdam BV te willen beëindigen. Naar verwachting zal uiterlijk in het voorjaar van 2011 duidelijkheid zijn hoe dit vormgegeven kan worden.

Havengebouw Amsterdam Afstoten (onderzoek mogelijkheid)

Onderzoek afgerond, verkoopprocedure vanwege de economische malaise in de vastgoedsector opgeschort. Procedure wordt weer hervat als de marktomstandigheden weer gunstiger worden.

Westpoint Vof Afstoten (binnen 3 jaar) In liquidatie. Hotel Vieux, de Oude Doelen BV Liquideren als pand is

overgedragen Geliquideerd.

Amsterdam Clipper Beheer BV Afstoten

Clipper Stad Amsterdam Afstoten

Het rondkijken naar een koper voor een derde eigendom van een (verlieslatend) zeilschip, leidt vooralsnog niet tot concrete resultaten.

Waterkant BV en CV Afstoten (na 2010) In 2011 zal onderzoek gedaan worden naar beëindiging of wijze van voorzetting van de samenwerking met NS Stations in Waterkant.

Servicebedrijven Groot Amsterdam Holding NV

In liquidatie Er wordt gewacht met liquidatie, totdat er een schikking is getroffen met een van de voormalig directeuren over zijn ontslagvergoeding.

4.3. Opbrengsten en lasten Op twee posten na is er geen aanleiding gezien structurele of incidentele mutaties op te nemen ten opzichte van de in de begroting 2010 en het FMP geraamde dividenden. Voor Schiphol geldt dat het herstel van de luchtvaartsector sneller lijkt te gaan dan eerder verwacht. Zodoende is een ophoging van de dividendverwachting van Schiphol voor 2011 van € 8,5 miljoen tot het reguliere niveau van € 12,0 miljoen gerechtvaardigd. De dividendraming voor NV Het Havengebouw Amsterdam is € 150.000 naar beneden bijgesteld. De NV heeft namelijk met leegstand te maken en met forse investeringen die in het gebouw gedaan moeten worden. Deze ontwikkelingen drukken het resultaat. In de actualisatie 2010 zijn verschillende afwijkingen te zien ten opzichte van de begroting: Het dividend van Schiphol is uitgekomen op € 12,9 miljoen. Begroot was € 12,0 miljoen, maar daar tegenover staat dat er in de begroting 2010 een voorziening van € 9,5 miljoen getroffen is om het risico van een lagere dividenduitkering door Schiphol in 2010 af te dekken. Deze voorziening is dus niet benodigd. Dit is verwerkt in de actualisatie 2010 en zal tot uitdrukking komen in de rekening 2010. De dividenden van Nuon Energy en Alliander (de twee ondernemingen na splitsing van NV NUON) komen samen uit op € 14,1 miljoen. Dit is ongeveer één miljoen lager dan in de begroting 2010 geraamd was voor NV NUON. De verkoop van Nuon Energy speelt hier echter doorheen, begroting en actualisatie zijn op dit punt daardoor niet goed vergelijkbaar. GVB keert jaarlijks 6% van het eigen vermogen als dividend uit. Vanwege het lagere eigen vermogen van de GVB Holding NV is het dividend € 0,5 lager uitgevallen dan begroot. De ontvangst van de RAI van € 0,5 miljoen betreft de uitgestelde dividendbetaling over het jaar 2008. Over 2009 keert de RAI geen dividend uit, in 2010 zal het dus blijven bij deze dividenduitkering. Tot slot zijn de dividenden van Bank Nederlandse Gemeenten en NV Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam € 0,7 miljoen respectievelijk € 0,5 miljoen hoger uitgevallen dan begroot.

Raadsdruk Begroting 2011 390

Page 396: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ten opzichte van de begroting 2010 zijn de lasten van de deelnemingen afgenomen. Dit komt door het afboeken van de boekwaarde van NV NUON bij de verkoop van Nuon Energy.

4.4. Verbonden partijen en ontwikkelingen In deze paragraaf wordt ingegaan op de verbonden partijen die geactiveerd zijn op de balans van het concern. Nadere informatie over de andere verbonden partijen is te vinden in de be-grotingen van de gemeentelijke diensten.

4.4.1. Belangrijkste verbonden partijen concern (financieel en/of vanwege belangrijke ontwikkelingen)

GVB Holding NV Rechtsvorm NV Vestigingsplaats Amsterdam Publiek belang behartigd Het op een efficiënte en effectieve wijze (doen) voorzien in de behoefte aan

openbaar vervoer en overig personenvervoer

Wijze van behartiging 100% aandeelhouder (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

€ 78,83 miljoen (boekwaarde) € 386,4 miljoen (lening waarmee de activa in GVB Activa BV en GVB Veren BV gefinancierd worden, stand 1 januari 2010)

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam is voornemens om de OV-concessie onderhands te gunnen. Hiervoor is een overeenkomst gesloten tussen de gemeente Amsterdam en de Stadsregio. Met de overeenkomst wordt een deel van de bevoegdheid als aandeelhouder overgedragen aan de Stadsregio Amsterdam. Tevens worden statutenwijzigingen doorgevoerd bij GVB Holding NV en GVB Exploitatie BV, waarbij de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van GVB de bevoegdheid krijgt om zaken als de begroting, het bedrijfsplan en belangrijke besluiten van GVB goed te keuren. Daarmee verkrijgt de Stadsregio de doorslaggevende zeggenschap, die nodig is om de concessie onderhands te gunnen. 2011 zal voor GVB in het teken staan van de voorbereidingen en implementatie van de nieuwe concessie-eisen. GVB is met de gemeente (DIVV) in bespreking over de inbesteding van beheer en onderhoud van de railinfrastructuur. GVB heeft een bieding ingediend, DIVV beoordeelt of deze bieding als marktconform kan worden beschouwd en, bij een positieve uitslag, tot onderhandse gunning overgegaan kan worden. Zie verder bij “Publiek belang behartigd”.

Begroot dividend in 2011 € 3,6 miljoen

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Bedragen x € 1 miljoen Rek 2009 BG 2010 Act 2010 BG 2011 BG 2012 BG 2013 BG 2014

Bank Nederlandse Gemeenten NV 0,9 0,8 1,5 0,8 0,8 0,8 0,8 GVB Holding NV 4,4 5,0 4,5 3,6 3,6 3,6 3,6 NV Het Havengebouw Amsterdam 0,5 0,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 NV Luchthaven Schiphol 13,8 12,0 12,9 12,0 12,0 12,0 12,0 NV NUON 32,1 15,0 nvt nvt nvt nvt nvt

NUON Energy nvt nvt 9,2 9,8 6,5 7,0 3,8 Alliander nvt nvt 4,9 6,0 6,0 6,0 6,0 NV Stadsherstel Amsterdam 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4

NV Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam 3,4 3,1 3,6 3,1 3,1 3,1 3,1 RAI Holding BV 0,0 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Voorziening dividenduitkering Schiphol nvt -9,5 0,0 nvt nvt nvt nvt

Totaal 55,4 27,6 37,7 36,4 33,0 33,6 30,4

Lasten 13,6 14,5 10,1 10,7 11,4 11,4 11,4

Saldo 41,8 13,1 27,6 22,1 21,6 22,2 19,0

Raadsdruk Begroting 2011 391

Page 397: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

GVB is grotendeels afhankelijk van de concessie Amsterdam. Deze loopt af op 1 januari 2012. De concessie vanaf 2012 wordt onder marktconforme voorwaarden onderhands gegund aan GVB. De bedrijfsresultaten en het dividend kunnen hiermee onder druk komen te staan. Zie verder de nadere toelichting)

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Alliander Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Arnhem

Publiek belang behartigd Goede kwaliteit distributienetwerken voor gas en elektriciteit tegen een redelijke prijs

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap

(Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

9,2% aandeelhouder

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

De Energiekamer (EZ/NMa) reguleert Alliander, zodat Alliander gehouden is haar activiteiten uit te voeren conform hun regelgeving.

Begroot dividend in 2011 € 6 miljoen

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Via de regulering zijn de inkomsten van Alliander weinig risicovol.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Nuon Energy Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd N.v.t., wordt daarom verkocht

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

Per 1 juli 2009 4,6% aandeelhouder

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

n.v.t.

Begroot dividend in 2011 € 9,8 miljoen

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

n.v.t.

Verwachte wijzigingen in 2011 In 2011 wordt conform afspraak weer een plukje aandelen aan Vattenfall verkocht (15% van het initiële belang).

Luchthaven Schiphol Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Schiphol

Publiek belang behartigd De luchthaven Schiphol is van groot strategisch belang voor de economische ontwikkeling van de metropoolregio Amsterdam, niet alleen vanwege de directe en indirecte werkgelegenheid die de luchthaven genereert (130.000 arbeidsplaatsen) maar juist ook als belangrijke vestigingsfactor voor het nationale en internationale bedrijfsleven.

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

20% aandeelhouder

Raadsdruk Begroting 2011 392

Page 398: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Bestendigen hub-functie van de luchthaven

Begroot dividend in 2011 € 12 miljoen

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Eventuele slechte (financiële) prestaties komen terug in een lager dividend, maar waarschijnlijk nog meer in minder economische spin off.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Cition BV Rechtsvorm BV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Per 1 januari 2010 zijn, uit de dienst Stadstoezicht, de fiscale parkeeractiviteiten verzelfstandigd en ondergebracht in Cition BV

Wijze van behartiging 100% van de aandelen (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

Boekwaarde € 18.000. De gemeente heeft een lening verstrekt van € 4,5 miljoen Verder is er een kredietfaciliteit van maximaal € 10 miljoen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Inzetten op verlaging van ziekteverzuim en verhogen van klanttevredenheid

Begroot dividend in 2011 € 5,2 miljoen. De dividenden worden verantwoord in de begroting van Bestuursdienst.

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

n.v.t.

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

n.v.t.

Gemeentelijke risico’s

n.v.t.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t. AT5 Holding BV Rechtsvorm BV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Het zorg dragen voor een onafhankelijke, kwalitatieve en lokale nieuwsvoorziening ten behoeve van de Amsterdamse burgers

Wijze van behartiging De gemeente heeft 1 prioriteitsaandeel in AT5. De rest van de aandelen is in handen van de Stichting Beheer AT5

(Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

Boekwaarde € 100

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Het bieden van een goede lokale nieuwsvoorziening, terwijl de bedrijfsvoering op orde is.

Begroot dividend in 2011 € 0

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

De gemeente verstrekt jaarlijks een subsidie van € 1,8 miljoen. En AT5 ontvangt jaarlijks € 1,3 miljoen zogenaamde ‘voormalige kabelgelden’ tot 2013

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Het Havengebouw Amsterdam Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Amsterdam Publiek belang behartigd Geen, het medeaandeelhouderschap in onroerend goed is geen publiek belang op

zich zelf

Wijze van behartiging 51% aandeelhouder. Recht op benoeming van één commissaris (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

€ 240.000 (boekwaarde)

Raadsdruk Begroting 2011 393

Page 399: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Geen, zie “Publiek belang behartigd”

Begroot dividend in 2011 € 150.000, dit is lager dan voorheen. Dit komt met name omdat de NV te maken heeft (gehad) met leegstand en met investeringen in het gebouw die gedaan moeten worden. Deze ontwikkelingen drukken het resultaat.

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2008, (in september 2010 wordt naar verwachting de jaarrekening 2009 vastgesteld)

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2008

Gemeentelijke risico’s

Er is een beperkte kans op ingrijpende gevolgen. De leegstand is sterk afgenomen doordat in 2010 Cordaan een aantal verdiepingen heeft betrokken. Wel blijft het risico op leegstand in het Havengebouw groter dan enkele jaren geleden, vanwege de recessie.

Verwachte wijzigingen in 2011 De procedure voor de verkoop van het gemeentelijke aandelenpakket is vanwege de economische malaise in de vastgoedsector opgeschort. De procedure wordt weer hervat als de marktomstandigheden weer gunstiger worden.

Rai Holding BV Rechtsvorm BV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Het creëren van economische bedrijvigheid als spin-off van de georganiseerde beurzen en evenementen in het complex

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

25% van de aandelen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Zie “Publiek belang behartigd”

Begroot dividend in 2011 € 500.000

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te behalen doelstellingen in gevaar komen

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

4.4.2. Overige verbonden partijen concern

NV Zeedijk Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd De NV behartigt twee publiek belangen. Sinds de oprichting streeft de NV succesvol naar het vergroten van de leefbaarheid en van (bonafide) economische activiteiten op de Zeedijk. Daarnaast werkt de NV sinds enkele jaren samen met de gemeente aan het onttrekken van panden uit het criminele circuit.

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

80% aandeelhouder en € 11,9 miljoen aan leningen. De gemeente is in overleg met de NV Zeedijk over een over de jaren heen opgelopen schuld van de NV aan de gemeente als gevolg van niet uitgekeerd preferent dividend. Met de onderneming wordt overlegd hoe die schuld afgelost kan worden.

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Zie “Publiek belang behartigd”

Begroot dividend in 2011 € 0

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te behalen doelstellingen in gevaar komen

Raadsdruk Begroting 2011 394

Page 400: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Beurs van Berlage Rechtsvorm BV en CV (voor exploitatiemaatschappij)

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd De in 2008 gestarte samenwerking van de gemeente met drie private partijen heeft als doelstelling om het rijksmonument Beurs van Berlage een (hernieuwde) invulling te geven, waarbij het draait om de kernbegrippen "maatschappelijk", "creatief" en "cultureel". Bovendien speelt de Beurs van Berlage een centrale rol in het 1012-project (opwaardering A'dam-centrum & De Wallen) en het Rode Loper-project (opwaardering Damrak-Rokin-Vijzelstraat).

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

25% van de aandelen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

De Beurs probeert via verhuringen en organisatie van evenementen zo veel mogelijk invulling te geven aan de doelstelling. Jaarverslag 2009 is nog niet klaar.

Begroot dividend in 2011 € 0

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2008 (in september 2010 wordt ijs en weder dienende de jaarrekening 2009 vastgesteld)

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2008

Gemeentelijke risico’s

Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te behalen doelstellingen in gevaar komen

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Stadsherstel Amsterdam Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Stadsherstel verwerft, restaureert, onderhoudt en beheert voor het stadsbeeld karakteristieke panden

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

13% van de aandelen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Zie “Publiek belang behartigd”

Begroot dividend in 2011 € 400.000

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Naast de crises in de vastgoedmarkt, zijn de vele veranderingen in regelgeving, zoals in de berekening van huurprijzen, vervallen van vrijstelling van overdrachtbelasting of wijziging in de woningwet, een risico. Hierdoor kunnen de doelstellingen en het dividend van Stadsherstel in gevaar komen.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

Exploitatiemaatschappij Carré Rechtsvorm BV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Het publiek belang is het bieden van afwisselende en toegankelijke programmering in dit monumentale pand

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

100% aandeelhouders en leningverstrekker voor € 10 miljoen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Zie “Publiek belang behartigd”

Begroot dividend in 2011 € 0

Raadsdruk Begroting 2011 395

Page 401: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te behalen doelstellingen in gevaar komen

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Maatschappij tot Exploitatie v/h Hotel en Café “Hollandais” Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Het beheer van de cultuurpanden Bellevue en Kleine Komedie Wijze van behartiging 100% aandeelhouder. Ambtenaar van OGA voert directie (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

€ 1,2 miljoen (boekwaarde)

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Het pand van het Bellevue-theater kon niet verkocht worden. Over de toekomst van de NV wordt uw Vergadering naar verwachting eind 2010/ begin 2011 geïnformeerd.

Begroot dividend in 2011 € 0

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2008 (in het najaar 2010 wordt naar verwachting de jaarrekening 2009 vastgesteld)

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2008

Gemeentelijke risico’s

Beperkte financiële risico’s. Zoals bij elke onderneming geldt: bij financiële slechte prestaties kunnen de te behalen doelstellingen in gevaar komen

Verwachte wijzigingen in 2011 Zie “Te bereiken beleidsresultaten in 2011”

NV Bank Nederlandse Gemeenten Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Den Haag

Publiek belang behartigd BNG treedt op de geld- en kapitaalmarkt op als centrale inkooporganisatie voor de lagere overheden

Wijze van behartiging 1,1% van de aandelen (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

Boekwaarde € 1,4 miljoen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Zie “Publiek belang behartigd”

Begroot dividend in 2011 € 0,8 miljoen

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

Hoge waarde van het financiële belang, maar weinig zeggenschap vanwege het lage aandelenbelang

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV VGA Rechtsvorm NV, onderdelen vallen onder de dienst VGA

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Gemeentelijk concernbrede inkoopvoorziening voor verzekeringen Tussenpersoon bij verzekeringen voor ambtenaren

Wijze van behartiging 100% van de aandelen (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

Algemene reserve (EV) is € 10 miljoen + € 113.000 gestort kapitaal

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

Zie “Publiek belang behartigd”

Raadsdruk Begroting 2011 396

Page 402: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begroot dividend in 2011 € 3,1 miljoen

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

VGA is afhankelijk van diensten die zich verzekeren. Bij uitplaatsing van diensten vervalt de ‘plicht’ zich bij VGA te verzekeren, hetgeen de omzet en dekking kan beïnvloeden

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

NV Holding Servicebedrijven Groot Amsterdam (SGA) Rechtsvorm NV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd Het schoonmaken van gebouwen in gebruik bij de gemeente Amsterdam Wijze van behartiging 100% van de aandelen (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

Boekwaarde € 2,4 miljoen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

SGA is in liquidatie

Begroot dividend in 2011 0

Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2009

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2009

Gemeentelijke risico’s

SGA is in liquidatie

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t. Fabchannel Holding Rechtsvorm BV

Vestigingsplaats Amsterdam

Publiek belang behartigd n.v.t. In 2009 heeft de vennootschap de activiteiten gestaakt en leidt zij een slapend bestaan, opdat de aandelen wellicht in de toekomst waarde kunnen krijgen vanwege concertregistraties die de BV in eigendom heeft.

Wijze van behartiging Aandeelhouderschap (Schatting) hoogte financiële relatie in 2011

8% van de aandelen

Te bereiken beleidsresultaten in 2011

n.v.t.

Begroot dividend in 2011 0 Boekjaar van meest recent vastgestelde jaarrekening

2008 (in September 2010 volgt 2009)

Boekjaar van laatste bij KvK gedeponeerde jaarrekening

2008

Gemeentelijke risico’s

n.v.t.

Verwachte wijzigingen in 2011 n.v.t.

4.5. Positioneringsprojecten

4.5.1. Voorgenomen privatisering van Cition BV

Het voorgenomen besluit tot aanbesteding in 2011 van de contracten voor parkeerhandha-ving en het overgaan van Cition BV naar de winnaar van die aanbesteding, zal in december 2010 voorgelegd worden aan uw Vergadering. Op basis van de door uw Vergadering naar voren gebrachte wensen en bedenkingen zal ons College vervolgens een besluit nemen.

4.5.2. Positionering Haven Amsterdam

Op 28 oktober 2009 heeft uw Vergadering kennis genomen van de uitkomsten van de denkfase en ingestemd met de start van de onderzoeksfase gericht op finale besluitvorming

Raadsdruk Begroting 2011 397

Page 403: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

over de positionering van Haven Amsterdam. Bij dit onderzoek zijn de voor- en nadelen van een eventuele verzelfstandiging onderzocht en is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid en de haalbaarheid van verzelfstandiging in een overheids NV. De uitkomsten zullen in het eerste kwartaal van 2011 aan uw Vergadering worden gepresenteerd.

4.5.3. Positionering Stadsbank van Lening

In 2010 is onderzoek gestart naar de positionering van de Stadsbank van Lening (SBL). Daarbij wordt gekeken naar de toegevoegde waarde van SBL voor het armoedebeleid van de gemeente. Anderzijds wordt afgewogen of de vernieuwing van de Pandhuiswet (verwacht wordt dat deze in 2012 ingaat) consequenties heeft voor positionering (intern of extern). In de tweede helft van 2010 neemt ons College een principebesluit (denkfase), dat vervolgens wordt voorgelegd aan uw Vergadering.

4.5.4. Positionering VGA Verzekeringen

In 2010 is onderzoek gestart naar de positionering van VGA Verzekeringen (VGA). Daarbij wordt bekeken of VGA aansluiting kan vinden bij een andere dienst of dat schaalvergroting mogelijk is door een bredere markt dan alleen de gemeente Amsterdam te bedienen.

4.5.5. Fusie Binnenwaterbeheer Amsterdam met Waternet

Op 7 juli 2010 heeft uw Vergadering ingestemd met het per 1 januari 2011 onderbrengen van de dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam (BBA) in de stichting Waternet (dit is de afronding van de onderzoeksfase) en met het starten van de uitvoeringsfase. Het gaat hier formeel om een uitplaatsing, waarbij de statuten en samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de stichting Waternet worden uitgebreid met de taken van BBA. Met de fusie wordt op termijn, vanaf 2013 een structurele besparing voortkomend uit synergievoordelen voorzien, die geschat wordt op ca. € 1 miljoen per jaar. In de 2e helft van 2010 worden het ontwerpbesluit en het definitief besluit voorgelegd aan ons College en aan Gedeputeerde Staten van de provincie.

4.5.6. Nieuwe Wet Ambulancezorg

Per veiligheidsregio komt per 1 januari 2011 één Regionale Ambulancevoorziening die zorg draagt voor het in stand houden van de meldkamer en het daadwerkelijk verlenen of doen verlenen van ambulancezorg en daarmee ook één vergunninghouder annex budgethouder. Het is op dit moment nog niet bekend hoe de situatie er in 2010 precies uit zal zien. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) wil in het eerste kwartaal de vergunningen voor het ambulancevervoer toekennen. VWS geeft daarbij voorrang aan zittende partijen (voor de regio Amsterdam dus de GGD en VZA), die dan wel verplicht moeten samenwerken. Er komt immers maar één vergunning. De gevolgen voor de postionering van de ambulancezorg van de GGD worden in dit kader onderzocht.

4.6. Stadsdelen De stadsdelen worden beschouwd als verbonden partijen van de centrale stad. De stadsdelen zijn zelfstandig bevoegd tot het behartigen van de publieke belangen door middel van verbonden partijen. Deze verbonden partijen worden begroot en verantwoord in de stadsdeelbegrotingen en zijn niet opgenomen in de gemeentelijke begroting. In het kader van de verbetering van het bestuurlijk stelsel is het aantal stadsdelen per 1 mei 2010 teruggebracht naar zeven.

4.7. Gemeenschappelijke regelingen Naast de privaatrechtelijke rechtspersonen kent de gemeente gemeenschappelijke regelingen. Belangrijke gemeenschappelijke regelingen zijn: Stadsregio Amsterdam, de recreatieschappen en Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland. In 2011 worden geen ingrijpende wijzigingen voorzien in de verhoudingen.

Raadsdruk Begroting 2011 398

Page 404: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5. Onderhoud van kapitaalgoederen 5.1 Inleiding Deze paragraaf geeft uw Vergadering inzicht in de onderhoudssituatie van de kapitaalgoederen die in bezit zijn van de gemeente Amsterdam. De Begroting 2011 geeft ten opzichte van de Begroting 2010 voor het onderhoud van kapitaalgoederen een daling van € 99,9 (36%) te zien. Deze daling is vrijwel in haar geheel toe te schrijven aan de categorie Infrastructuur metro/tram en in het bijzonder aan het feit dat er voor de Renovatie Oostlijn maar een beperkt bedrag begroot is. Dit sluit aan bij de ontwikkelingen over de afgelopen periode; in de Jaarrekening 2009 werd € 47,2 miljoen minder uitgegeven dan begroot, naar aanleiding van de opdracht van uw Vergadering aan ons College onderzoek te verrichten naar een hoger ambititieniveau, waardoor de werkzaamheden aan de ondergrondse stations zijn verschoven naar latere jaren. Verder zijn er ten opzichte van de Begroting 2010 alleen voor Gebouwen en Installaties, machines en apparaten significante verschillen te melden. Voor Gebouwen daalde het begrote bedrag met € 2,1 miljoen (12%), een daling waarvoor geen specifieke oorzaak is aan te wijzen; voor Installaties, machines en apparaten stijgt het begrote bedrag met € 8,2 miljoen (29%), wat voornamelijk (€ 6,2 miljoen) voor rekening komt van de parkeerautomaten waarvan het onderhoud is overgegaan van Dienst Stadstoezicht naar de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer en de apparatuur onder beheer bij de nieuw opgerichte Dienst ICT (€ 3,1 miljoen). Onderhoudslasten (bedragen x € 1 miljoen)

5.2 Beheren op Niveau – de visie op het beheer van de stedelijke infrastructuur De verdeling van de verantwoordelijkheden rond het beheer van de infrastructuur in Amsterdam zijn vastgelegd in de Nota Stedelijke Infrastructuur. In deze nota wordt aangegeven voor welke infrastructuur de stadsdelen en voor welke infrastructuur de centrale stad verantwoordelijk is. Voor het beheer van de stedelijke infrastructuur is de Nota BON (Beheren op Niveau), vastgesteld door uw Vergadering in november 2008. Daarin worden – vanuit het perspectief van de gebruiker – een viertal kwaliteitsniveaus ontwikkeld: minimum, sober, verzorgd en top. In de nota wordt per kwaliteitsniveau de mate van veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid beschreven die de stad van het betreffende niveau mag verwachten. Deze kwaliteitsbeelden hebben een integraal karakter, terwijl de relatie tussen investeringen, activiteiten en kwaliteitsniveaus zo veel mogelijk is geëxpliciteerd. Daardoor biedt de nota het bestuur een helder overzicht van de keuzemogelijkheden en de (financiële)

Categorie Rekening 2009

Begroting 2010

Begroting 2011

Wegen 8,2 10,9 10,8

Bruggen 6,2 6,7 6,4

Sluizen en oevers 1,6 1,8 1,8

Tunnels 3,0 5,3 3,1

Kades/steigers 0,4 0,4 0,4

Riolering 37,6 36,1 36,0

Water 6,8 6,8 6,9

Groen 1,2 0,7 0,7

Gebouwen 14,2 18,1 16,0

Materieel 0,3 0,4 0,3

Openbare verlichting 6,0 11,1 10,4

Verkeersregelinstallaties 24,7 6,4 6,6

Infrastructuur metro/tram 86,5 143,2 40,2

Installaties, machines en apparaten 32,8 28,6 36,8

Totaal 229,5 276,4 176,5

Raadsdruk Begroting 2011 399

Page 405: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

consequenties die daaraan verbonden zijn. De vier beheerniveaus die in Beheren op Niveau zijn uitgewerkt worden in de tabel samengevat naar hun effecten.

Minimum Sober Verzorgd Top Bereikbaarheid − Omrijden door

incidenten − Veel stremmingen

door storingen − Geen afstemming − Doorstroming neemt

af

− Soms omrijden − Beperkte afstemming − Doorstroming wordt op peil

gehouden

− Nauwelijks omrijden − Goede afstemming − Doorstroming verbetert,

met name op de belangrijkste verkeersaders

− Zelden omrijden − Zelden

stremmingen door storingen

− Doorstroming verbetert op gehele hoofdnetten

Veiligheid − Veiligheid gewaarborgd

− Verkeersveiligheid neemt af

− Reële kans op aansprakelijkheids

stelling

− Verkeersveiligheid blijft constant

− Enige kans op aansprakelijkheidsstelling

− Verkeersveiligheid neemt toe,

− Nauwelijks kans op aansprakelijkheidsstelling

− Verkeersveiligheid neemt fors toe,

− Minimale kans op aansprakelijkheidsstelling

Leefbaarheid − Overlast geluid en lucht

− Slecht beheer is zichtbaar

− Veel ‘klad en plak’ − Geen stadsilluminatie

− Soms overlast geluid/lucht − Aanzien op sober niveau − Veel klad en plak, alleen

aanstootgevende teksten snel verwijderd

− Veel standaardmateriaal, − Monumentale bruggen en

sluizen zien er niet mooi uit.

− Overlast geluid/lucht neemt af

− Toegankelijkheid OV verbetert

− Monumentale bruggen en sluizen zien er mooi uit.

− Materiaal passend in omgeving

− Geen overlast geluid/lucht door slechte staat/doorstroming

− Toegankelijkheid OV verbetert fors

− Snelle aanpak klad en plak overal

− Stadsilluminatie breidt uit, ook naar grootstedelijke evenementen

Op dit moment wordt nog gewerkt aan niveau verzorgd, maar door de slechte financiële situatie zal nu worden voorgesteld een stapje terug te doen naar het niveau sober. Mocht hiervoor inderdaad worden gekozen dan zal dat gevolgen hebben voor de uitstraling van de stad, de bereikbaarheid, de veiligheid en de leefbaarheid. De stad zal dan sober en doelmatig onderhouden worden, dat wil zeggen, wordt aan inspectie gedaan en in het beheer vindt een verschuiving plaats van geprogrammeerd onderhoud naar ad-hoc onderhoud. De uitval van verkeerssystemen, verlichting, verkeerslichten, et cetera wordt beheerst maar is vergeleken met het huidige niveau nog altijd vrij hoog. De bedrijfstijden van bijvoorbeeld openbare verlichting en verkeerslichten worden korter. De ambitie reikt niet verder dan het op peil houden van het bestaande op het gebied van doorstroming. Er wordt beperkt aan verkeersmanagement gedaan, met name gericht hoofdverbindingen. Er is geen begeleiding van evenementen en er worden geen extra maatregelen genomen voor omleidingroutes bij wegopenbrekingen. Verbetering van de doorstroming wordt bereikt door de verkeersregelinstallaties in bepaalde gebieden op elkaar af te stemmen en groene golven te creëren. Esthetische overwegingen spelen een bescheiden rol. Zo zullen aanstootgevende teksten bij graffiti snel worden verwijderd, de rest blijft langer staan. Monumentale objecten worden functioneel onderhouden maar krijgen geen extra aandacht waardoor ze op het oog verslonzen. 5.2.1 Totaal beeld infrastructuur In het algemeen mag gezegd worden dat de infrastructuur in Amsterdam in redelijke staat verkeert. De meeste arealen bevinden zich inderdaad op het niveau verzorgd of er zijn maatregelen genomen waardoor dit niveau zal worden gerealiseerd. Alleen bij de bruggen, de sluizen en in mindere mate bij de oevers wordt het niveau verzorgd nog niet helemaal bereikt. Vanuit het oogpunt van een aantrekkelijke stad is heeft ons College de ambitie de monumentale en gezichtsbepalende bruggen en sluizen extra mooi te onderhouden. De budgetten zijn hiervoor echter niet beschikbaar, het gevaar dreigt dus dat de uitstraling van deze objecten zal verminderen. Maar als gekozen wordt voor kwaliteitsniveau sober dan zal dat, zoals gezegd, uiteraard gevolgen hebben voor de uitstraling, de bereikbaarheid, de veiligheid en de leefbaarheid van de stad.

Raadsdruk Begroting 2011 400

Page 406: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5.3 Wegen Een belangrijke graadmeter voor de technische staat van de wegen van het hoofdnet auto, is het percentage slechte wegen. Dit percentage is vanaf 2000 gedaald van 38% naar 15% in 2009. Hoewel dit een goed resultaat is, komt dit percentage nog niet overeen met het niveau verzorgd, waarbij een percentage van 13% aan wegen met een onvoldoende technische staat wordt geaccepteerd. Momenteel wordt gewerkt aan een Meerjaren Onderhoudsplan Wegen 2010-2014. In deze rapportage wordt inzichtelijk gemaakt welke financiële middelen noodzakelijk zijn om de huidige onderhoudsachterstand in te lopen. Deze rapportage zal in de tweede helft van 2010 aan ons College worden voorgelegd. Bij de Begroting 2007 is een ontwikkeling ingezet naar een meer rompmatige financiering van het beheer aan de wegen van het hoofdnet Auto waardoor het jaarlijkse Programma Groot Onderhoud kan worden uitgebreid en er minder vervangingsonderhoud noodzakelijk is. Het groot onderhoud betreft de vervanging van de toplaag en veelal ook delen van de onderlagen en ondergrond. In een enkel geval wordt bij Groot Onderhoud een geringe wijziging in het profiel doorgevoerd. Het programma Groot Onderhoud wordt samengesteld op basis van de resultaten van een visuele inspectie van het hoofdnet Auto die één keer in de twee jaar wordt gehouden. De laatste visuele inspectie heeft in 2009 plaatsgevonden. Aan de hand van nader wegbouwkundig onderzoek wordt bepaald welke maatregel (deklaagvervanging en/of vervanging van de onderlaag en/of ondergrond) toegepast dient te worden. Groot Onderhoud is de minst ingrijpende wijze van onderhoud in tegenstelling tot vervanging- of reconstructieprojecten, waarbij de gehele weg van gevel tot gevel wordt aangepakt. De uitvoering van het Groot Onderhoudsprogramma 2010 verloopt volgens planning. Het niveau van het huidige net zit tussen sober en verzorgd. De jaarlijkse structurele verhoging van het Groot Onderhoudsprogramma wordt aangewend om de technische staat op termijn naar verzorgd te krijgen, tenzij wordt besloten de ambitie terug te brengen tot het niveau sober. Naast de technische staat gaat het ook om verkeersveiligheid en doorstroming. Ook daar is en wordt nog steeds fors ingezet met separate programma’s voor de aanpak van black-spots en ten behoeve van het treffen van maatregelen die de doorstroming op de diverse hoofdnetten ten goede komen. De stadsdelen zijn verantwoordelijk voor het dagelijks beheer. De activiteiten van de stadsdelen hebben dus invloed op de optimalisering van de centraal stedelijke activiteiten, zodat het van belang is te monitoren of de stadsdelen adequaat beheer plegen. 5.4 Bruggen Het areaal bestaat uit: � 37 beweegbare bruggen � 212 vaste bruggen en viaducten � zes speciale vaste bruggen (zoals de Heermabrug en de Nesciobrug naar IJburg) � negen viaductdelen van spoorviaducten Het kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud van bruggen is conform de Nota BON verzorgd. De monumentale en gezichtsbepalende bruggen krijgen daarbij extra aandacht en zijn schoon en heel. Binnen het totale areaal hebben zevenendertig bruggen een monumentaal karakter of bevinden zich in een beschermd stadsgezicht. De middelen voor dagelijks beheer zijn voldoende om vanuit beheertechnisch oogpunt optimaal te kunnen beheren maar schieten tekort om de extra aandacht te kunnen geven aan het ‘monumentale en bijzondere karakter’. Daardoor zal de gemiddelde staat van onderhoud het niveau verzorgd niet halen met als gevolg dat de uitstraling van deze objecten zal verminderen. 5.5 Sluizen en oevers 5.5.1 Sluizen Het areaal bestaat uit zesendertig sluizen en waterkeringen. Daarvan zijn er zeventien monumentaal en gelegen in een beschermd stadsgezicht; veertien sluisconstructies zijn onderdeel van primaire waterkeringen en vallen onder de Wet op waterkeringen. De levenscyclus is honderd jaar voor de civieltechnische constructie en vijftig jaar voor de deuren. Ook het kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud van oevers en waterkeringen is verzorgd. En ook hier geldt dat de middelen voor dagelijks beheer voldoende zijn om

Raadsdruk Begroting 2011 401

Page 407: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

beheertechnisch optimaal te kunnen beheren maar tekort schieten voor extra aandacht voor de monumentale sluizen, met als risico dat de uitstraling van deze objecten zal verminderen en gemiddelde staat van onderhoud zal terugvallen naar sober. 5.5.2 Oevers Het areaal bestaat uit 42 kilometer oevervoorziening en 250 objecten als paal- en remmingswerken. De toestand van het algemene beheerniveau van de oevers en de scheepvaartvoorzieningen is verzorgd. Dat wil zeggen dat dit areaal veilig gehouden wordt, meer is niet nodig, want het telt immers geen monumenten. Vervanging vindt alleen plaats als funderingen onherstelbaar zijn aangetast en het duidelijk is dat de oever of de kade verzakt of dat er instorting dreigt. In de Nota Stedelijke Infrastructuur 2006 is de verdeling van verantwoordelijkheden tussen centrale stad en stadsdelen aangaande het groot onderhoud en de vervanging van kades en oevers in hoofdzaak vastgelegd, maar is op onderdelen een vervolgonderzoek uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek zijn voorstellen geformuleerd voor verduidelijking van de verdeling van verantwoordelijkheid voor beheer en onderhoud van kades en oevers langs hoofdvaarwegen en secundaire vaarwegen. Deze voorstellen zullen in de update van de Nota Stedelijke Infrastructuur worden opgenomen. 5.6 Tunnels De tunnels in beheer en onderhoud zijn de volgende: IJ-tunnel (1.130 meter), Piet Heintunnel (1.500 meter) en Arenatunnel (180 meter). De totale lengte is 2,8 kilometer, ruimte biedend aan 11,2 kilometer rijstrook en vijf kilometer spoorlijn. De levensduur van de tunnels varieert per onderdeel, van honderd jaar voor de civieltechnische constructie tot tien jaar voor de geautomatiseerde systemen. Het kwaliteitsniveau van beheer en onderhoud aan de autotunnels bevindt zich tussen minimum en sober. Dat verklaart de toename van het aantal storingen per jaar en het niet voldoen van de tunnels aan de nieuwe strengere eisen voor tunnelveiligheid, voortkomend uit de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (WARVW). Met ingang van het begrotingsjaar 2009 zijn extra financiële middelen toegekend voor het onderhoud van de tunnels mede hierdoor zal op termijn het niveau verzorgd worden bereikt. De komende jaren zal flink geïnvesteerd worden in de renovatie van installaties en verdere ingrijpende maatregelen om alle tunnels te in overeenstemming te brengen met de voorschriften van de veiligheidswet. Deze werkzaamheden, gebundeld in het project RAW (Renovatie Amsterdamse Wegtunnels), zijn in de zomer van 2009 begonnen en lopen door tot 2014. 5.7 Kades/Steigers 5.7.1 Kades De staat van onderhoud van de kades is redelijk tot goed te noemen. In verband met een waarneembare afname van kwaliteit van een aantal stalen damwandconstructies zal de controle op kwaliteit van de kades worden verscherpt en de frequentie van de controle verhoogd. De begrotingspost voor kademuren is toereikend. Voor deze post is een grote reservering aanwezig, die vaker zal worden aangesproken. 5.7.2 Steigers De onderhoudssituatie van de steigers is goed. Bijna alle houten steigers zijn vervangen door stalen exemplaren van grotere afmetingen. Wel ontstaat er in toenemende mate schade aan de steigers aan de De Ruyterkade. Groot onderhoud zal in 2010 worden uitgevoerd en ten laste van de voorzieningen gebracht. Nieuwe steigers bij ADM en in de Houthavens worden aangelegd en zullen na overdracht in de onderhoudsbegroting worden opgenomen. Lichterinstallatie IJ-palen Grote schepen die niet door de sluizen kunnen vanwege teveel diepgang worden gelichterd. Een beperkt deel van de lading wordt dan overgeheveld op kleinere schepen, zodat het zeeschip alsnog door de sluizen kan. Sinds een aantal jaren dalen de onderhoudskosten aan de lichterinstallatie IJ-palen in IJmuiden en de geschatte posten voor onderhoud zijn dan ook met ingang van 2009 verlaagd. Vernieuwing van palen is niet direct aan de orde is, en ook gezien de te verwachten ontwikkelingen rond het lichteren (Tweede Zeesluis), wordt de

Raadsdruk Begroting 2011 402

Page 408: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

opbouw van de reserve voor dit object voorlopig bevroren. Indachtig het grote schaderisico dat dit object loopt, blijft de risicoreservering voor dit object wel gehandhaafd. 5.8 Rioleringen Binnen de categorie rioleringen wordt onderscheid gemaakt tussen het beleidskader rioolstelsel en het beleidskader rioolgemaal. 5.8.1 Beleidskader rioolstelsel Het onderhoud van het rioolstelsel bestaat uit: � reinigen: rioolreiniging heeft tot doel de afvoer- en bergingscapaciteit van het vuilwater-

en regenwaterriool te handhaven, inspectie mogelijk te maken, aantasting tegen te gaan en de vuiluitworp op het oppervlaktewater en wateroverlast te beperken. Het beleid is preventief te reinigen om calamiteiten te voorkomen

� inspecteren: de inspectie van de riolering is gericht op het in kaart brengen van de constructieve toestand van het rioolstelsel en het functioneren van het openbare riool. Het beleid is preventief te inspecteren om calamiteiten te voorkomen

� renovatiewerkzaamheden: gericht op het in stand houden van de functionaliteit van het openbare rioolstelsel. Door het repareren en vervangen van riolen worden calamiteiten en overlast voorkomen. Incidenteel worden onderheide riolen die constructief nog in goede staat zijn inwendig bekleed met een relining. Deze methode van renoveren wordt bij onderheide riolen toegepast wanneer lekkages geconstateerd worden waarbij grondwater instroomt. Bijkomende voordeel is dat de rijweg beperkt wordt opgebroken en daardoor overlast voor de burgers zo veel mogelijk wordt voorkomen. Het beleid is er op gericht om – voor zover mogelijk – de renovatiewerkzaamheden gezamenlijk met andere Amsterdamse diensten/bedrijven uit te voeren om zodoende kosten te besparen en overlast te beperken

� calamitieus functieherstel: gericht op het onder alle omstandigheden in stand houden van de functie van het riool, de kolken, de vuil- en regenwaterputten alsmede de kolken met aansluitingen

5.8.2 Beleidskader rioolgemalen

Het onderhoud van de rioolgemalen vindt plaats op basis van: � preventief onderhoud op basis van risico afweging en correctief onderhoud op basis van

storingen. Om de kwaliteit van het transport van het afvalwater en de prestatie van de gemalen goed te kunnen meten wordt in 2011 voor een Onderhoud Management Systeem gekozen dat in 2012 wordt ingevoerd

� een beleid waarin gestreefd wordt naar een kostenbewuste balans tussen preventief onderhoud en correctief onderhoud of calamiteus functieherstel

5.9 Water 5.9.1 Beleidskader drinkwatertaak De sector Drinkwater van Waternet voert in opdracht van de gemeente Amsterdam de operationele drinkwatertaken uit. Deze sector continueert het beleid voor onderhoud, optimalisering en vergaande automatisering van de zuiveringsinstallatie en bouwt het verder uit. Het onderhoud van de kapitaalgoederen kent twee componenten: onderhoud aan het leidingnet en aan de drinkwaterzuiveringsinstallaties. Leidingnet De onderhoudstoestand van het leidingnet kan als goed bestempeld worden. Uitval van installaties en klachten van klanten beperken zich tot een minimum, hetgeen zichtbaar wordt in een lage OLM ongepland (ongeplande ondermaatse leveringsminuten). De binnenzijde van het leidingnet wordt toestandsafhankelijk schoongehouden en de vanaf de straat zichtbare en bedienbare objecten van het leidingnet worden risicoafhankelijk gecontroleerd. Door middel van assetmanagement vindt gericht onderhoud en vervanging plaats. Hierbij worden leveringszekerheid, waterkwaliteit en kosten meegenomen in de beslissingen.

Raadsdruk Begroting 2011 403

Page 409: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Drinkwaterzuiveringsinstallaties Voor de zuiveringsinstallaties voert Waternet een onderhoudsbeleid op basis van risicoanalyse. De criteria daarvoor zijn leveringszekerheid, veiligheid, milieu, kwaliteit, imago en (financiële) schade. Het Onderhoud Management Systeem (OMS) wordt permanent geactualiseerd, waardoor stijlanalyses steeds beter uitgevoerd kunnen worden.. 5.10 Groen De gemeente Amsterdam beheert in het Amsterdamse Bos ongeveer duizend hectare groen – met daarin wegen en paden, water, bruggen, oevers, gebouwen en materieel. Het was onderdeel van de Dienst Advies en Beheer (DAB). Bij de opsplitsing van DAB, in april 2008, werd het Amsterdamse Bos toegewezen aan de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). De doelstelling voor het Amsterdamse Bos is dat het wordt gebruikt en gewaardeerd door Amsterdammers. Het onderhoud richt zich op een schoon, heel en veilig Amsterdamse Bos, met behoud van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteit. 5.11 Gebouwen 5.11.1 Stopera De Dienst Dienstverlening en Facilitair Management (DFM) draagt de verantwoordelijkheid voor het Stadhuis en de ambtswoning. De staat van onderhoud van het Stadhuis wordt gemeten conform de NEN-methodiek, volgens de volgende schaal van condities van het te onderhouden en beheren object: (1) uitstekend: nieuwbouwkwaliteit en/of met nieuwbouw vergelijkbare kwaliteit (2) goed: nieuwbouwkwaliteit met de eerste tekenen van feitelijke veroudering (3) redelijk: het verouderingsproces is over de hele linie duidelijk op gang gekomen (4) matig: het verouderingsproces heeft het gebouw (of elementen daarvan) duidelijk in

de greep (5) slecht: het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden c.q. heeft

het gebouw (of elementen daarvan) zeer duidelijk in de greep (6) zeer slecht: een zodanig slechte toestand dat dit niet meer te classificeren is onder

conditie 5

De onderhoudssituatie van het stadhuis en de ambtswoning is op hoofdlijnen op niveau 3 – en dat is ook het gewenste niveau –, wat overeenkomt met instandhouding van de objecten. In afwachting van besluitvorming over een grondige renovatie van het stadhuis, wordt het groot onderhoud beperkt en worden uitsluitend die werkzaamheden uitgevoerd waarvan uitstel risicovol is. Dit om kapitaalvernietiging bij renovatie te voorkomen. Maar wel moet beseft worden dat blijven uitstellen geen optie is. In de actualisatie van de Begroting 2010 is, als actiepunt uit het verbeterplan bedrijfsvoering, de splitsing tussen groot en regulier onderhoud verwerkt, evenals de bijbehorende doorberekening naar rato van de personele lasten van de technische en civiele dienst. Deze uitwerking loopt door in de Begroting 2011. Naar aanleiding van het accountantsverslag bij de Jaarrekening 2009 is een actualisatie van de onderhoudsbegroting in gang gezet. De financiële effecten daarvan zullen in de loop van 2010 bekend zijn. In de actualisatie van de Begroting 2011, in de 9-maandsrapportage 2010 en in de Jaarrekening 2010 zullen eventuele financiële effecten worden verwerkt. 5.11.2 Stadsarchief Amsterdam (SAA) Alle werkzaamheden uit de bestekken Renovatie, Restauratie en Verbouwing voor gebouw De Bazel zijn afgerond. Het bitumendak en de daaronder aanwezige isolerende laag zijn in 2009 en 2010 vervangen. Voorjaar 2009 heeft Monumentenwacht Noord Holland een inspectierapport opgesteld inclusief een dertigjarig onderhoudsprogramma. Uit het rapport blijkt dat de constructieve toestand van het gebouw goed is en de onderhoudstoestand redelijk goed. Urgent onderhoudswerk betreft onderhoud van de buitengevel en schilderwerk aan alle kozijnen. Dit werk wordt in de jaren 2010 en 2011 uitgevoerd. Door de planmatige aanpak van het onderhoud zal de kwaliteit binnen vijf jaren over de gehele linie verbeteren naar goed.

Raadsdruk Begroting 2011 404

Page 410: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Afgelopen jaar bleek dat aanzienlijk meer onderhoud aan de Synagoge Uilenburg nodig is dan op grond van inspectierapporten en een taxatierapport uit voorgaande jaren kon worden verwacht.

5.11.3 Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD) In 2010 wordt op een groot aantal locaties een inspectie uitgevoerd om de staat van onderhoud vast te stellen en een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) op te stellen in de vorm van een activiteitenplanning per locatie. Het gaat daarbij om de uitstraling, de instandhouding en het onderhoud van de panden en de installaties. Dit plan heeft een horizon op de korte, middellange en lange termijn. In overleg met de gebruiker (clusters) zal afgestemd worden wat het gewenste kwaliteitsniveau is en wat de toekomst van iedere locatie is binnen het meerjarenhuisvestingsplan. Op basis van voornoemde inspecties kan een betere inschatting van de te verwachten onderhoudskosten gemaakt worden en in het verlengde daarvan ook een nog nauwkeurigere verdeling van de dotaties worden gerealiseerd. Aan de hand van onder andere de NEN 2767-methodiek zijn alle installaties op de Nieuwe Achtergracht geïnventariseerd en onderworpen aan een nauwkeurige conditiemeting. Aan de hand daarvan kunnen zaken als toekomstige kosten voor onderhoud en restant levensduur bepaald worden en wordt het mogelijk vroegtijdig hoge onderhoudskosten te signaleren en een goede forecast te maken voor vervangingsinvesteringen. Heroverwegingen en onderhoud Als gevolg van de heroverwegingen en de samenvoeging van stadsdelen is er een vertraging opgetreden in de uitrol van de OKC’s. Hierdoor zijn een aantal voorgenomen verhuizingen en verbouwingen uitgesteld waardoor de kosten voor (groot)onderhoud in de komende jaren licht zullen stijgen omdat er nu langer gebruikt gemaakt wordt van bestaande locaties. In de afgelopen periode zijn op deze locaties bewust geen aanpassingen uitgevoerd en is het (groot) onderhoud uitgesteld. Noodzakelijk onderhoud en aanpassingen zullen nu mogelijk alsnog uitgevoerd moeten worden om de locaties veilig, arbo conform en bruikbaar te houden voor de gebruikers en cliënten. 5.11.4 Dienst Wonen Zorg en Samenleven (WZS) De Gemeente Amsterdam onderhoudt 15 woonwagenlocaties met in totaal 167 standplaatsen en heeft 31 woonwagens in bezit die worden verhuurd. Deze kapitaalgoederen hadden op 31 december 2009 een boekwaarde van € 3.160.602. Het budget voor het onderhoud van deze kapitaalgoederen bleek in 2009 opnieuw te klein te zijn, als gevolg van de veroudering van de sanitaire units waaraan veel herstelwerkzaamheden moeten worden verricht en de sterk gestegen kosten voor van het daarvoor benodigde materiaal en arbeidsloon De uitgaven voor onderhoud van woonwagens en standplaatsen in 2011 zijn in de begroting geraamd op € 125.950, maar dat budget is waarschijnlijk te krap. Voor 2010 wordt een overschrijding verwacht vanwege reparatiewerkzaamheden aan een verzakkend riool bij Markengouw. In feite is het beleid het beheer over te doen aan een woningcorporatie, waar dat meer op zijn plaats lijkt te zijn dan bij WZS. De corporaties lijken echter niet erg geneigd tot zo’n overgang, gezien de financiële eisen die zij daaraan verbinden. Vooralsnog is het in beheer en onderhoud houden van de genoemde kapitaalgoederen veel voordeliger dan ingaan op de voorwaarden van de corporaties. 5.11.5 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) Het beheer van de kapitaalgoederen binnen het Ontwikkelingsbedrijf is gericht op het exploiteren van onroerende zaken (terreinen, panden en waterpercelen) op een zodanige wijze dat een optimaal financieel rendement wordt bereikt binnen de door het gemeentebestuur gestelde beleidskaders. In de operationele en financiële beleidskader voor het onderhoud van de kapitaalgoederen wordt een onderscheid gemaakt tussen Permanent beheer en Tijdelijke exploitatie.

Raadsdruk Begroting 2011 405

Page 411: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De afgelopen jaren gaf OGA in zijn begroting en jaarrekening alleen de situatie van Permanent beheer weer; nu wordt ook aandacht gegeven aan Tijdelijke exploitatie. Tijdelijke exploitatie is het beheer van een terrein of opstal na een verwerving ten behoeve van een grondexploitatie. Voor alle panden in Permanent beheer (met uitzondering van de panden van het Food Center) is een Meerjarenonderhoudsplan (MOP) aanwezig. De financiële consequenties (exclusief de werkzaamheden die voortvloeien uit het toe te kennen milieulabel) zijn verwerkt in de begroting van OGA. Daarbij zij opgemerkt dat het bedrag wat er beschikbaar is voor het betreffende begrotingsjaar expliciet benoemd wordt en dat geen van de onderhoudsuitgaven gedekt is door een voorziening. Het Permanent beheer is gericht op het exploiteren van onroerende zaken (terreinen, panden en waterpercelen) die niet betrokken zijn in (her)ontwikkelingsplannen. Het betreft hier veelal gebouwen en terreinen die als gevolg van privatisering van gemeentelijke diensten in eigendom bij het Ontwikkelingsbedrijf zijn gestald en panden en terreinen die al lange tijd gemeentelijk eigendom zijn en zijn gelegen in centraal stedelijke gebieden. Het gaat om een bonte verzameling van vastgoed. Van volkstuincomplexen en bedrijfsgebied de Heining tot cultuurgebouwen als de Engelenbak en Frascati en logistieke complexen als Bornhout 8. Algemeen uitgangspunt bij Permanent beheer is dat er een optimaal financieel rendement wordt bereikt binnen de bestuurlijk vastgestelde beleidskaders. Tot de belangrijkste taken van het beheer onroerende zaken behoren de verhuur van woon- en bedrijfspanden. Voor alle panden die bij OGA in Permanent beheer zijn is onderzocht welk milieulabel deze hebben en hoe de gebouwen energie efficiënter gemaakt kunnen worden. Deze toekenning van labels en het advies hoe te komen tot een ander (en beter) label is voor 80% van de panden in Permanent beheer afgerond. Voor de Tijdelijke exploitatie is het toekennen van een milieulabel niet zinvol, omdat panden in de Tijdelijke exploitatie binnen afzienbare tijd deel gaan uitmaken van een herontwikkeling. 5.11.6 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Cultuurgebouwen (lasten eigenaar bij gebruiker) De cultuurpanden die in eigendom zijn van de gemeente, maar waarvan de eigenaarlasten bij de huurder liggen zijn de volgende: � Theater Carré � Muziekgebouw aan het IJ � Stadsschouwburg � Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) � Amsterdams Historisch Museum (AHM) met de gebouwen aan de Nieuwezijds

Voorburgwal 359 en de Herengracht 609 (Museum Willet Holthuysen) � Stedelijk Museum Voor ieder pand, uitgezonderd het Stedelijk Museum en de Stadsschouwburg, is een Meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld. Wij vermelden de volgende bijzonderheden. 1. Muziekgebouw aan ’t IJ: De problemen aan het gebouw zijn in beeld gebracht en tenzij

het om garantiezaken gaat, zullen deze voornamelijk worden opgelost met een eenmalige subsidie uit de middelen voor urgent onderhoud 2009 en 2010. De uitvoering is gestart.

2. Stedelijk Museum: De ver- en nieuwbouw zijn in volle gang. De verwachte opening is in 2011. Het beoogde huurcontract zal, zoals afgesproken bij de verzelfstandiging van het museum, zal soortgelijke voorwaarden kennen als bijvoorbeeld het contract van de Stadsschouwburg. Dit geldt ook voor het nieuwe depot dat in 2009 is opgeleverd.

3. Depot Amsterdams Historisch Museum: er wordt momenteel een depot gebouwd in Amsterdam Noord. De oplevering is in het najaar van 2010 voorzien.

Cultuurgebouwen (lasten eigenaar DMO) De cultuurpanden die in eigendom zijn van de gemeente, maar waarvan de eigenaarlasten bij DMO liggen zijn de volgende: � Amsterdams Marionettentheater (Nieuwe Jonkerstraat 8) � De Balie (Kleine Gartmanplantsoen 10)

Raadsdruk Begroting 2011 406

Page 412: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� FOAM (Keizersgracht 609 – 613) � Hollandsche Schouwburg (Plantage Middenlaan 24) � De Melkweg (Lijnbaansgracht 234 A) � Multatulimuseum (Korsjespoortsteeg 20) � Nederlands Instituut voor Mediakunst (Keizersgracht 264) � Paradiso (Weteringschans 6 – 8) � Rembrandthuis (Jodenbreestraat 4) � Rozentheater (Rozengracht 117) � De Waag Society (Nieuwmarkt 4) � Zeemanshoop (Prins Hendrikkade)

Het laatste pand wordt momenteel voorbereid op de verbouwing ten behoeve van de huisvesting van Stichting De Appel. De oplevering wordt medio 2011verwacht. Voor deze verbouwing heeft uw Vergadering een krediet ter beschikking gesteld. Bij de besluitvorming over de overname van dit pand is vastgesteld dat eventuele mee- en tegenvallers ten laste worden gebracht van de Reserve onderhoud cultuurpanden DMO. De exploitatie van de panden vindt budgettair neutraal plaats. Tekorten en opbrengsten worden verrekend met de Reserve onderhoud cultuurpanden DMO en, zoals de naam al zegt, worden daaruit ook de onderhoudskosten gedekt, zowel planmatig volgens een MOP als ter bestrijding van incidenten. Voor alle panden is een MOP opgesteld. DMO heeft OGA ingeschakeld voor het dagelijkse beheer van al deze panden. Het aantal panden van DMO kan nog verder groeien als de gemeentelijke NV Hollandais wordt geliquideerd. Hiertoe zijn voorstellen in de maak. Overige cultuurgebouwen in eigendom van de gemeente Van enkele andere cultuurpanden, die al veel langer in eigendom van de centrale stad zijn, ligt het eigendom niet bij DMO maar bij OGA. Dit zijn Frascati, De Engelenbak, De Kleine Komedie. Theater Bellevue is eigendom van de NV Hollandais en is in beheer bij OGA. Het huurregime van deze cultuurpanden is gelijk aan dat van de cultuurpanden van DMO. Onderwijsgebouwen Met behulp van een meerjarig huisvestingsplan zijn de behoeften aan onderhoud en (ver)nieuwbouw in beeld gebracht. In het zogenaamde Integrale Huisvestingsplan (IHP) zijn de hieruit voortvloeiende investeringen opgenomen. Jaarlijks worden de door ons College goedgekeurde huisvestingsvoorzieningen opgenomen in het Huisvestingsprogramma. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs berust sinds 1 januari 2005 bij de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs. Ons College is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de gebouwen voor het primair onderwijs en het speciaal onderwijs.

Onderwijsgebouwen Een meerjarig huisvestingsplan brengt de behoeften aan onderhoud en (ver)nieuwbouw in beeld. In het zogenaamde Integrale Huisvestingsplan (IHP) zijn de hieruit voortvloeiende investeringen opgenomen. Jaarlijks worden de door ons College goedgekeurde huisvestingsvoorzieningen opgenomen in het Huisvestingsprogramma. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs berust sinds 1 januari 2005 bij de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de gebouwen voor het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. Het economische claimrecht van de onderwijsgebouwen die door de gemeente gefinancierd worden ligt bij de gemeente. Het IHP en de daaruit voortvloeiende investeringen – wordt jaarlijks geactualiseerd en aan uw Vergadering voorgelegd ter besluitvorming. Het achterstallige onderhoud wordt hierbij gefaseerd aangepakt.

Amsterdamse Bos

Het administratieve beheer van het onroerend goed van en in het Amsterdamse Bos is per 1 maart 2008 overgedragen aan de DMO. Naast de openbare infrastructuur, de bosbaan e.d. betreft het ook circa 100, veelal kleine, gebouwen. Het structurele onderhoud van de

Raadsdruk Begroting 2011 407

Page 413: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

gebouwen van het Amsterdamse Bos is in 2010 verwerkt in een meerjarenonderhoudsplan (MOP).

Sporthallen Zuid De Sporthallen Zuid zijn per 1 maart 2008 van de Dienst Amsterdam Beheer (DAB) in

administratief beheer overgedragen aan de DMO. Een aantal jaren geleden is dit gebouw intern gerenoveerd. Hierbij is niet de vervanging van het platte dak en van de gevel meegenomen. Een MOP voor het gehele gebouw is in 2009 opgesteld. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat het achterstallig onderhoud op de platte daken en gevel circa € 400.000 bedraagt. In december 2009 heeft heeft uw Vergadering een krediet beschikbaar gesteld voor de bouw van kantoorruimten op een groot deel van de platte daken van de sporthallen Zuid ten behoeve van de huisvesting van het personeel. Met de bouw van de kantoorruimten wordt ook het achterstallig onderhoud aan de platte daken meegenomen. Genoemde werkzaamheden zijn in 2010 gerealiseerd zodat al het achterstallig onderhoud is weggewerkt en er voor 2011 geen bijzondere voorzieningen getroffen hoeven te worden. 5.11.7 Haven Amsterdam De loods aan de Danzigerkade is begin 2010 gesloopt. Alle onderhoudsposten en voorzieningen zijn in de herziene begroting 2010 afgeboekt. Per 1 januari 2011 zal het object uit het activabestand en de onderhoudsbegroting worden verwijderd. Resterende woningen in het gebied van de haven hebben een lage onderhoudsnorm, aangezien woningen direct na vrijkomen zo mogelijk direct gesloopt worden. In een aantal gevallen moet het actief beëindigen van bewoning nog bestuurlijk geaccordeerd worden. Voor deze woningen zijn minimale posten voor onderhoud opgenomen in de begroting. In samenhang met de verbouwing van het Haven Operatie Centrum (HOC) te IJmuiden is met Rijkswaterstaat overeengekomen dat Haven Amsterdam daarvan het beheer gaat uitvoeren en deels bekostigen.

5.12 Materieel Sinds de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf bestaan de onderhoudsgoederen in deze categorie hoofdzakelijk uit boeien en tonnen van Haven Amsterdam. De afgelopen jaren hebben een groei te zien gegeven in de onderhoudskosten aan boeien. In 2009 is de begrotingspost aangepast en toereikend bevonden. Met de NS en RWS wordt nagegaan of op termijn eenduidigheid in vaarwegmarkering kan worden bereikt. Dat betekent dan wel dat een groot deel van de vaarwegmarkering zal moeten worden vervangen. De post voor groot onderhoud aan vaarwegmarkering blijft daarom ongewijzigd. Bij doorvoering van de vernieuwing zal worden onderzocht op welke wijze deze post eventueel kan worden verlaagd. 5.13 Verkeersregelinstallaties De staat van onderhoud van de verkeersregelinstallaties, de verkeersinformatiesystemen en de dynamische verkeersinformatiesystemen is redelijk tot goed en bevindt zich in het algemeen op niveau verzorgd. Vanaf de onderhoudsbegroting 2011 wordt in het accres rekening gehouden met de voorzieningen die zijn getroffen in de regelinstallaties voor verkeersmanagement, zoals monitoring en scenario’s. Nog geen rekening wordt gehouden met het onderhoud van de black-spot mirrors dat wordt meegnomen in het accres van 2012. Bij de vervanging van de technische installatie van een kruispunt, wordt uitgegaan van de standtijd van de regelkast die gemiddeld twintig jaar bedraagt. Mede in het kader van duurzaamheid, wordt gekeken en gemeten of de infrastructuur (masten, bekabeling) langer mee zou kunnen dan twintig jaar. Bij de technische vervanging van de regelkast worden ook de lantaarns vervangen door LED-lantaarns met lage spanning (veiligheid). Voorts worden bij de technische vervanging (hardware) voorzieningen aangebracht voor wachttijdmelders, terugmeld drukknoppen, akoestische signalering. Of er en zo ja, welke vervangingen daadwerkelijk zullen plaatsvinden is afhankelijk van verkeerstechnische overwegingen.

Raadsdruk Begroting 2011 408

Page 414: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

In de toekomst zal het beheer van de verkeerslichten waarschijnlijk met nieuwe ontwikkelingen te maken krijgen. Mogelijke wordt voor het openbaar vervoer KAR (Korte Afstand Radio) geïntroduceerd, dat de huidige methode met detectielussen en kabels overbodig maakt. Er wordt een onderzoek verricht naar de wijze waarop de datacommunicatie tussen regelinstallatie en processor op dit moment plaatsvindt. De verwachting is dat dit zal leiden tot een andere wijze van communiceren. 5.13.2 Verkeersinformatiesystemen Zowel de vaste als de dynamische systemen zijn in goede staat, op het niveau verzorgd. Voor de vaste systemen worden auto- en fietsverkeerbewegwijzering aangelegd en onderhouden volgens landelijke richtlijnen die ook het referentiekader vormen voor het beheer van het voetgangerssysteem in de binnenstad en omliggende stadsdelen. De ontwikkeling van de afgelopen jaren met betrekking tot de meer dynamische systemen is gekoppeld aan de ambities voor het verbeteren van verkeersmanagement, ofte wel het beter benutten van de huidige infrastructuur door het ontwikkelen van scenario’s voor verschillende verkeerssituaties (spits, incident, evenement) ten einde een maximale benutting, betrouwbare reistijd en minimale omgevingshinder te bewerkstelligen. De daarvoor benodigde geavanceerde systemen zijn een groeiende markt. Deze systemen kennen overigens een stevig investeringsniveau en vooral ook relatief hoge beheerkosten, dat laatste mede als gevolg van snelle afschrijving. 5.14 Openbare verlichting De staat van de openbare verlichting is verzorgd en de middelen dat niveau te handhaven zijn aanwezig via de functionele begroting en de rompmatige kredieten. Op het aspect aardingveiligheid scoort de installatie lager en op een aantal locaties onderschrijdt het waarschijnlijk zelfs de minimumnorm. Dit punt is opgenomen in de risicoparagraaf. Uit het expertiseonderzoek van het keuringsinstituut voor de Nederlandse elektriciteitssector (KEMA) is gebleken dat bestaande regels niet aansluiten en normen ontbreken, is aangeboden aan de wethouder en deze heeft ingestemd met voorgestelde maatregelen. In 2006 is het Beleidsplan Openbare Verlichting 2005-2015 door uw Vergadering vastgesteld. Het beleidsplan legt de ambities vast met betrekking tot aanleg, beheer, wijziging en vervangingsprogramma’s. In 2009 is er gestart met het actualiseren van het Meerjaren Vervangingsprogramma (2009-2012). Via een integrale aanpak bestaande uit inspectiebeleid, het objectbeheersysteem en het meerjaren vervangingsprogramma wordt het niveau op verzorgd gehouden. 5.14.1 Stadsklokken De stadsklokken die Amsterdam thans rijk is verkeren in goede staat en worden op een zelfde wijze beheerd als de openbare verlichting. Twee keer per jaar, (zomertijd en wintertijd) worden de klokken visueel geïnspecteerd. Eén keer per drie jaar vindt er een integrale inspectie plaats waarbij door middel van een grondige schouw de technische staat waarin de stadsklokken verkeren wordt geanalyseerd. Op basis daarvan wordt het meerjaren vervangingsprogramma geactualiseerd. De klokken gaan ongeveer 15 jaar mee. 5.14.2 Stadsilluminatie Bij stadsilluminatie vinden zowel visuele als (één keer per 2 á 3 jaar) integrale inspecties plaats. Op basis van de daar uit de integrale inspectie voortvloeiende rapportages wordt een vervangingsprogramma opgesteld dat vervolgens in jaarschijven en projecten wordt vertaald. Eind 2009 heeft een algehele remplace van lampen plaatsgevonden. Voorts vinden in 2010 twee visuele inspecties plaats. Deze leveren een overzicht van niet brandende verlichting, verlichting die niet goed is uitgericht en/of verlichting die zichtbaar beschadigd of smerig is. 5.15 Infrastructuur tram/metro 5.15.1 Metro De staat van onderhoud van de infrastructuur metro is de laatste jaren sterk verbeterd. Net als de Ringlijn en Amstelveenlijn komt de Oostlijn naar niveau verzorgd. Netwerkdelen die van 2012 tot 2014 nog uitgevoerd gaan worden, zijn onder andere de stationstoegangen van de Oostlijn. In 2010 zal het nieuwe station Kraaiennest in gebruik genomen worden en wordt

Raadsdruk Begroting 2011 409

Page 415: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

de tunnelveiligheid naar het door VROM geëiste niveau gebracht. Gemeten naar het aantal storingen mag het netwerk – vanuit het perspectief van de reizigers – gekwalificeerd worden als verzorgd. Het treinbesturingssysteem (Signaling) en het centrale bedieningssysteem (CBI) hebben de theoretische technische levensduur echter reeds overschreden. In het kader van AMSYS worden deze systemen (2013-2018) grotendeels vervangen en robuust gemaakt. 5.15.2 Tram De traminfrastructuur scoort op dit moment onder het niveau verzorgd. De technische staat is redelijk, maar de kwaliteit staat onder druk en er zijn te weinig middelen om de infrastructuur weer op het niveau verzorgd te krijgen. In 2009 is geconstateerd dat er sinds 2005 op sommige plekken in de stad sprake is van degeneratie van de klemverbindingen voor bevestiging van de tramrail. Dit lijkt te worden veroorzaakt door zwaardere belasting sinds de komst van de Combino en heeft losliggende tramrails tot gevolg. In de afgelopen periode is een deel van de losliggende rail weer vastgezet met nieuwe, betere klembevestigingen, maar nog niet alle trajecten waar zich problemen voordoen zijn aangepakt. Bovendien kan het probleem in de toekomst op meer locaties ontstaan. Losliggende tramrail leiden tot hogere kosten, die niet binnen de reguliere middelen kunnen worden gedekt. Hiervoor is nu en in de toekomst aanvullende financiering nodig. Hierover wordt met de Stadsregio overlegd. Op het gebied van de toegankelijkheid en de doorstroming zijn verbeteringen gewenst. Zo is nu 45% van de tramhaltes opgehoogd, maar is voor de resterende 264 haltes nog een aanzienlijk budget benodigd. Gerichte slimme doorstromingsmaatregelen kunnen, zeker bij een lijnsgewijze aanpak, resultaat opleveren in regelmaatbeheersing en stiptheid, hetgeen de algemene kwaliteit vanuit het reizigersperspectief ten goede komt. Tegelijkertijd doet zich de ontwikkeling voor dat er door ruimtegebrek, bijvoorbeeld door aanleg van vrijliggende fietspaden bij reconstructies, steeds vaker wordt gekozen voor medegebruik van de trambaan door autoverkeer, waardoor de doorstroming weer in het geding komt. 5.16 Installaties, machines en apparaten Deze categorie behelst voornamelijk het onderhoud aan de installaties van het Afval Energie Bedrijf (AEB) die onder andere afval omzetten in elektriciteit. Het gaat om de Afvalenergiecentrale (AEC) en de Hoog Rendementscentrale (HRC). Deze installaties zijn in het bezit van de naamloze vennootschap AVI, volledig eigendom van de gemeente Amsterdam. De installaties worden dan ook tot de kapitaalgoederen van de gemeente gerekend en in de balans opgenomen onder materiële vaste activa. Met ingang van deze begroting worden hier ook de de Dienst ICT en de parkeerautomaten, die zijn overgegaan van de Dienst stadstoezicht naar de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV), apart besproken omdat ze een groot aandeel hebben in de totale onderhoudskosten voor deze categorie. 5.16. 1 Afval Energie Bedrijf Afvalenergiecentrale (AEC) De intensivering van het onderhoud, ingezet door de in 2008 aangetreden directie, heeft tot nu toe geleid tot goede verbeteringen. Begin 2010 is over een periode van enkele maanden een installatiebeschikbaarheid van 100% gerealiseerd. In 2010 en 2011 wordt verder gewerkt aan het groot onderhoud van de installatie. Hiermee wordt de verdere verschuiving van correctief naar preventief onderhoudswerk gerealiseerd en kan de installatie na volledige afschrijving ook na 2017 in bedrijf blijven. Om de staat van onderhoud te borgen is een preventief onderhoudsschema verder in detail uitgewerkt. Dit onderhoudsschema leidt ertoe dat: � in de jaren 2011 – 2017 een jaarlijks onderhoudsbudget van € 20 miljoen noodzakelijk is

voor revisies, preventief en correctief onderhoud � in de jaren 2013 en 2014 naar verwachting € 4 miljoen per jaar nodig is � de installatie ook in de jaren na 2017 (einde afschrijvingstermijn) operationeel

beschikbaar blijft Hoog Rendementscentrale (HRC) Ook voor de HRC dient er een meerjaren onderhoudsplan opgesteld te worden, dat naar verwachting eind 2010 gereed zal zijn. Onderhoud wordt dan planmatig uitgevoerd, met als doel een maximale beschikbaarheid tegen zo laag mogelijke kosten. Om fluctuaties in groot onderhoud in de periode 2012-2022 op te kunnen vangen, zal gedoteerd moeten worden aan

Raadsdruk Begroting 2011 410

Page 416: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

de voorziening groot onderhoud HRC. Vorming van deze voorziening is alleen mogelijk als de exploitatieresultaten van 2010 en 2011dit toelaten. Later beginnen met de vorming van deze voorziening is niet verstandig. In 2017 zal het HRC-tarief mogelijk dalen door loskoppeling van de AEC-tarieven (contract is dan afgelopen) en in 2017 eindigen de inkomsten vanuit de MEP-subsidie. De uiteindelijke hoogte van de voorziening kan begin 2011 bepaald worden op basis van het definitieve meerjarige onderhoudsschema. 5.16. 2 Parkeerautomaten Bij de ontvlechting van de dienst Stadstoezicht, per 1 januari 2010, zijn de parkeerautomaten naar de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer overgeheveld. De komende jaren zal een groot deel van het areaal via rendabele vervangingsinvesteringen worden vernieuwd. Naast de afschrijvingstermijnen zijn ook de betaal- en registratietechnologieën gewijzigd (belparkeren, kentekenparkeren). Het aantal contant-geld-vrij automaten, met als voordeel minder braak, zal groeien. De stadsdelen zijn hiervoor opdrachtgever en financier. De eisen aan beschikbaarheid en kwaliteit voor het dagelijks beheer en onderhoud van de parkeerautomaten zijn in een Service Level Agreement met Cition (uitvoering operationeel beheer en onderhoud) en de Stadsdelen (opdrachtgevers) vastgelegd. De komende jaren wordt in samenwerking met de stadsdelen onderzocht of de parkeerautomaten onderdeel kunnen worden van de Stedelijke Infrastructuur, zodat een hogere mate van uniformiteit en kwaliteit kan ontstaan tegen lagere beheerskosten. Daarna kan het gewenste beheerniveau vastgelegd worden in de Nota Beheren op Niveau (BON). 5.16. 3 Dienst ICT In 2011 wordt € 3,1 miljoen geïnvesteerd in de bestrijding van achterstallig onderhoud. Het betreft hier hoofdzakelijk een inhaalslag voor de vervangingen voor servers en werkplekken. Deze achterstand is vorig jaar geconstateerd in de schouw die binnen Basisdiensten heeft plaatsgevonden.

Raadsdruk Begroting 2011 411

Page 417: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

6 Gemeentelijk grondbeleid 6.1 Algemene uitgangspunten Amsterdam voert een actief grondbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente actief locaties (her)ontwikkelt (voor o.a. woningen, kantoren) om de gewenste ruimtelijke ontwikkeling te bewerkstelligen. De uitgifte in erfpacht van bouwrijpe grond en het beheer van uitgegeven erfpachtrechten behoren tot de kerntaken van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA). Het bepalen van grondprijzen is voor beide taken van essentieel belang. De grondprijzen moeten de gewenste ontwikkeling mogelijk maken en bijdragen aan een stabiele ontwikkeling van de vastgoedmarkt. De hoogte van de grondprijzen en de omvang van de grondproductie zijn bepalend voor de te genereren opbrengsten in de plangebieden, en voor de dekking van investeringen in de stad. Amsterdam hanteert een residueel grondprijsbeleid. Dit houdt in dat de marktconforme nieuwbouwwaarde (verkoopprijs of beleggingswaarde) van het vastgoed wordt verminderd met de bouwkosten en de bijkomende kosten van de beoogde bebouwing (incl. opslag voor rendement). Het verschil (residu) is de waarde die aan de grond wordt toegeschreven. Amsterdam hanteert hierbij de genormeerd residuele methode, waarbij voor een te (her)ontwikkelen locatie per functie marktconforme commerciële waarden worden bepaald en waarbij de gemiddelde bouw- en bijkomende kosten gebaseerd zijn op een aantal referentieprojecten. Voor enkele functies, bijvoorbeeld sociaal maatschappelijke voorzieningen en kleinschalige bedrijfsruimten binnen woonmilieus, gelden standaard (lage) grondprijzen, die in de gehele stad gelijk zijn. Voor sociale woningbouw gelden standaard grondprijzen voor drie zones (centrumgebied, tussengebied en het gebied buiten de Ring). In de gemeente Amsterdam zijn het grond- en grondprijsbeleid centraal stedelijke taken, die door het OGA worden vormgegeven. In de Grondprijzenbrief 2010 zijn de hoofdlijnen van de grondprijsbepaling voor de belangrijkste ruimtelijke functies (wonen, werken, recreëren, et cetera) in Amsterdam beschreven. De nieuwe grondprijzenbrief voor het jaar 2011 wordt uiterlijk eind 2010 door uw Vergadering vastgesteld. In de eveneens jaarlijks te actualiseren Handleiding Grondprijsbepaling worden de grondprijzen per locatie gegeven, alsmede spelregels voor de toepassing van het grondprijsbeleid. De (residuele) grondprijzen voor de verschillende functies en locaties vormen de basis voor de grondprijs waarover in concrete projecten wordt onderhandeld. Deze grondprijzen zijn daarom niet openbaar. In de openbare Grondprijzenbrief is per functie op hoofdlijnen de bandbreedte van de grondprijzen opgenomen. Medio 2010 is op voorstel van het College de externe commissie ‘nieuw planologisch stelsel voor de ruimtelijke plannen’ ingesteld. Deze commissie is gevraagd om te adviseren over de positionering en inrichting van een robuust en toekomstbestendig financieel administratief systeem voor grondexploitaties op basis waarvan stedelijke investeringsbesluiten voor ruimtelijke plannen genomen kunnen worden. Transformatie Voorheen lag de nadruk voor de ruimtelijke sector bij de uitbreidingslocaties. Behalve op IJburg zijn de mogelijkheden hiervoor steeds beperkter. Daarom werkt de gemeente steeds meer aan transformatie van verouderde gebieden. De gemeente heeft hierbij drie prioriteiten: • stedelijke vernieuwing in naoorlogse wijken (m.n. Parkstad) • bedrijfsgebieden • leegstaande kantoren Om de aantrekkelijkheid, de leefbaarheid, de sociale samenstelling en het grondgebruik in naoorlogse wijken met veel corporatiebezit te verbeteren, werkt de gemeente aan herstructurering en functiemenging in wijken die op achterstand dreigen te komen. De vernieuwing van de Bijlmermeer is reeds ver gevorderd. Momenteel ligt de nadruk bij de reconstructie van de Westelijke Tuinsteden (Parkstad). Daarnaast zal stadsvernieuwing plaatsvinden in delen van stadsdeel Noord. De gemeente is met de betrokken corporaties in de Westelijke Tuinsteden de Raamovereenkomst Parkstad overeengekomen. Doel is dat tot 2016 verouderd corporatiebezit vervangen wordt door een

Raadsdruk Begroting 2011 412

Page 418: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

meer gemengde bebouwing (meer koopwoningen) en dat er verdichting plaatsvindt met 6.000 woningen. De gemeente draagt hieraan financieel bij via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. Diverse bedrijfsgebieden uit de jaren ’60, ’70 en ’80 worden relatief extensief gebruikt en komen aan het einde van hun economische levensduur. Dit is vooral het geval in het gebied tussen het Amstelstation en de Arena en in delen van Amsterdam Noord. Om een negatieve spiraal van leegstand, veroudering en een negatief imago te voorkomen, zijn investeringen nodig. Vroeger lagen deze gebieden perifeer ten opzichte van de stad, maar inmiddels zijn de potenties van deze gebieden toegenomen. De gemeente streeft voor delen hiervan naar transformatie tot een gemengd stedelijk milieu (wonen, werken en recreëren). Voor andere delen in deze gebieden streeft de gemeente naar een hoogwaardiger en intensiever grondgebruik, waarbij de ruimtevraag van kennisintensieve en creatieve bedrijfstakken optimaal wordt gefaciliteerd. Aan de (her)ontwikkeling van bedrijfsgebieden werkt het Ontwikkelingsbedrijf in regionaal verband samen met Haven Amsterdam, de Schiphol Area Development Company (SADC) en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON). Daarnaast levert het Ontwikkelingsbedrijf de kwartiermaker voor het in 2010 opgerichte pilotbureau Herstructurering Bedrijventerrein Metropool Regio Amsterdam. De aanpak van bedrijventerreinen moet bijdragen aan een economisch sterk Nederland. Er is een structureel overaanbod op de kantorenmarkt. In het bijzonder incourante, verouderde kantoren staan langdurig leeg. Uit onderzoek is gebleken dat het overaanbod structureel is en dat er weinig vraag is naar deze kantoorpanden. Om transformatie naar andere functies (waaronder wonen, broedplaatsen en horeca) te bevorderen, heeft de gemeente gedurende de Programakkoordperiode 2006-2010 de kantorenloods aangesteld. Taak van de kantorenloods was transformatie naar andere functies faciliteren en stimuleren (maar niet subsidiëren); dit ging gepaard met nauwe samenwerking met onder andere de stadsloods, de bedrijvenloods en de hotelloods. Het Programakkoord 2010-2014 zet in op voortzetting van de activiteiten van de kantorenloods. In 2010 startte het Ontwikkelingsbedrijf met een transformatieteam voor de stadsbrede transformatieopgave. Het team werkt ondermeer aan een (financieel) beleidskader voor transformatie. Het transformatieteam werkt samen met de andere diensten binnen de Ontwikkelingsalliantie om de haalbaarheid van transformatieprojecten te vergroten en de doorlooptijd te verkorten.

Raadsdruk Begroting 2011 413

Page 419: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7. Bedrijfsvoering

7.1 Inleiding In deze paragraaf beoogt ons College uw Vergadering inzicht te geven in de stand van zaken binnen de verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering en in de risico’s die de gemeente in dit verband mogelijk loopt. Elke gemeentelijke organisatie moet haar taken vervullen zoals ze door het gemeentebestuur zijn vastgesteld. Adequate bedrijfsvoering, dat wil zeggen goede interne sturing en beheersing van primaire en ondersteunende processen, is een essentieel instrument voor de daadwerkelijke en goede uitvoering van die taken. Uitgangspunten bij goede bedrijfsvoering zijn doelmatigheid en doeltreffendheid (efficiency en effectiviteit). Bedrijfsvoering heeft een afgeleide betekenis: de gedachtevorming begint bij een visie op de stad, staat dan stil bij de beleidsdoelen en de gemeentelijke organisatie die daarbij passen en eindigt bij de daaruit voortvloeiende eisen aan de bedrijfsvoering.

7.2 Heroverwegingen De economische crisis stelt de gemeente Amsterdam voor één van de grootste financiële uitdagingen van de afgelopen decennia. Ons College wil dat de gemeente sterk en vitaal uit de crisis komt, en wil daartoe duurzaam investeren in de stad, zowel fysiek als sociaal. Om duurzaa te kunnen investeren zal de gemeente echter eerst fors moeten bezuinigen. Voor ongeveer de helft van het te bezuinigen bedrag kijken wij naar de eigen organisatie. We stellen voor maatregelen te nemen op de bedrijfsvoeringsonderdelen personeel, inkoop, organisatie, financiën, ICT en huisvesting. De maatregelen op deze onderdelen zijn ook elders bij de betreffende programma’s opgenomen. Hieronder beschrijven we de hoofdlijnen van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering,. 7.2.1 Hoofdlijnen De heroverweging van de bedrijfsvoering wordt concernbreed ingezet langs vier lijnen, die deels in elkaars verlengde liggen: 1. Vergroten efficiency organisatie

De organisatie van de centrale stad heeft een decentrale opzet. Op dit moment telt de

organisatie achtentwintig diensten en bedrijven. De afzonderlijke diensten kennen een grote mate van vrijheid bij de inrichting van hun organisatie en de inzet van middelen op het terrein van bedrijfsvoering en organisatie. De diensten zijn als gevolg daarvan ook zeer verschillend ingericht en worden verschillend bestuurd. De bedrijfsvoering is hierdoor suboptimaal georganiseerd. Mogelijkheden tot synergie- en schaalvoordelen worden onvoldoende benut. Vanuit het perspectief van de gehele gemeente geldt het verschil in organisatie en bedrijfsvoering ook tussen stadsdelen en centrale stad. Ook hier zijn synergievoordelen te behalen als stadsdelen en centrale stad hierover een bestuurlijk akkoord sluiten. Leidend bij de hervorming van de gemeentelijke organisatie en bedrijfsvoering is het centraal stellen van het concernbelang. In de bezuinigingsvoorstellen die zijn uitgewerkt staat standaardisering en samenwerking centraal. Deze lijn is al eerder ingezet, maar dient versneld en minder vrijblijvend te worden voortgezet. Het leidt tot Amsterdamse kaders en normen voor bedrijfsvoering en samenwerking over de grenzen van diensten en stadsdelen heen. Door de bedrijfsvoering beter, slimmer en vooral meer gezamenlijk te organiseren, kan de gemeente grote winst boeken. Dit wordt in eerste instantie vooral bereikt bij ICT, inkoop en huisvesting.

2. Versoberen bedrijfsvoering Naast het vergroten van de efficiency maakt de omvang van de bezuinigingsopgave het ook noodzakelijk om de bedrijfsvoering te versoberen. Niet noodzakelijke uitgaven moeten

Raadsdruk Begroting 2011 414

Page 420: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

worden gestopt of getemporiseerd. Budgetten voor onder meer communicatie, onderzoek, audits, telefonie en opleidingen worden verlaagd. In beperkte mate wordt ook het niveau van dienstverlening verlaagd. Bij al deze maatregelen wordt getracht het directe effect op burgers en medewerkers zoveel mogelijk te beperken.

3. Verhogen van kwaliteit en effectiviteit Hoewel de bezuinigingen op onderdelen van diensten en voor de betreffende medewerkers ingrijpend kunnen zijn, wil het College het momentum benutten om met een slankere organisatie toch te komen tot hogere kwaliteit en grotere effectiviteit van het beleid. Deels wordt dit bereikt door betere samenwerking tussen diensten onderling, en tussen diensten en stadsdelen. De vereenvoudiging van het subsidieproces draagt bijvoorbeeld na de succesvolle implementatie ervan bij aan de kwaliteit van de dienstverlening, zowel richting burgers als binnen de gemeente. Door te werken met een flexibele schil kunnen gemeentelijke experts eenvoudig op het juiste moment worden ingezet. De flexibiliteit betekent ook dat de experts weer elders ingezet kunnen worden als de expertise niet langer wordt verlangd.

4. Betere beheersing van uitgaven Randvoorwaardelijk voor bovenstaande verbeteringen is een beter inzicht in hoe werkprocessen op dit moment georganiseerd zijn en welke middelen hiervoor moeten worden aangewend. Op dit moment ontbreekt het aan goede concernbrede stuurinformatie over de feitelijke uitgaven aan de verschillende type apparaatskosten. Dit hangt samen met de decentrale inrichting van de financiële functie. Diensten en bedrijven maken gebruik van verschillende financiële systemen en hanteren niet overal dezelfde definities. Zonder goede informatie kan ons College niet goed sturen op de uitgaven aan apparaatskosten. Het is daarom nodig om te komen tot een uniform en transparant systeem voor alle diensten en bedrijven, waar op snelle wijze eenduidige informatie uit te destilleren valt over (o.a.) apparaatskosten zoals de kosten van personeel, overhead en staf, huisvesting en ICT. Aangesloten wordt bij de al geplande implementatie van het nieuwe financiële pakket. Van dit pakket gaan alle diensten, bedrijven en stadsdelen gebruik maken. Tot het moment dat de nieuwe systematiek wordt toegepast door alle diensten en bedrijven en betrouwbare stuurinformatie oplevert, zal de stuurinformatie op andere wijze samengesteld moeten worden.

7.2.2 Nieuw kader voor de bedrijfsvoering Om de voorgestelde ombuigingen te kunnen realiseren zal de bedrijfsvoering op een aantal punten anders moeten worden ingericht. Het kader waarbinnen diensten en bedrijven opereren wijzigt hiermee. Ons College heeft de volgende uitgangspunten vastgesteld voor de inrichting van de bedrijfsvoering van het concern Amsterdam: a. het ambtelijk apparaat bestaat uit een professionele kern, met daarom heen een flexibel

netwerk. Hiertoe worden functiegerichte flexibele pools ingericht met medewerkers van in opdracht werkende diensten of onderdelen daarvan. Door de inzet van deze pools kan een deel van de externe inhuur vervangen worden door het flexibele interne netwerk. Nog resterende externe inhuur kan meer gericht worden ingezet

b. flexibel werkende onderdelen hanteren transparante tarieven Het concernbelang is leidend bij de inrichting en invulling van de bedrijfsvoeringsfuncties. Centraal worden kaders opgesteld waarbinnen diensten en bedrijven opereren en worden normen geformuleerd op basis waarvan wordt gebudgetteerd. Door kaderstelling en normering vindt standaardisatie plaats over organisatiegrenzen heen. Bedrijfsvoeringsfuncties worden, voor zover dit schaalvoordelen heeft, gebundeld

c. apparaatskosten worden in de gemeentebegroting en de onderliggende dienstbegrotingen apart inzichtelijk gemaakt, ongeacht de bron waaruit de kosten worden gedekt. Alle diensten en bedrijven registreren alle apparaatskosten op een uniforme en transparante manier, waardoor alle onderdelen van de apparaatskosten inzichtelijk worden. Onder apparaatskosten worden daarbij alle kosten verstaan die te maken hebben met bijvoorbeeld personeel, overhead, staf, huisvesting en ICT

Raadsdruk Begroting 2011 415

Page 421: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

d. per dienst of bedrijf wordt jaarlijks als onderdeel van de begroting de opbouw van de formatie vastgesteld

e. alle diensten en bedrijven ontvangen een apparaatskostenbudget dat genormeerd wordt voor generieke uitgaven posten zoals personeel, overhead en staf, huisvesting en ICT. De normbedragen worden vastgesteld aan de hand van benchmarkgegevens. Basis voor de normering is de vastgestelde formatie per dienst/bedrijf

f. directeuren kunnen binnen (dus niet tussen) de verschillende uitgavenposten voor apparaatskosten schuiven met de inzet van middelen. In incidentele gevallen kan tijdelijk geschoven worden tussen de verschillende uitgavenposten voor apparaatskosten. In geval van schuiven tussen posten wordt de reden aangegeven en de tijdsduur

g. normen en kaders zijn generiek waar het kan, en specifiek waar het nodig is, zodat recht wordt gedaan aan de verschillen die er zijn tussen diensten en bedrijven onderling

h. sturing op kaders en normen vindt plaats volgens het principe ‘pas toe, of leg uit’ i. de voorgestelde maatregelen en uitgangspunten gelden voor de centrale stad (concernbreed

dan wel per cluster van diensten of dienst afzonderlijk). Daar waar maatregelen vanwege schaalvoordelen en synergievoordelen idealiter door centrale stad en stadsdelen samen worden opgepakt (gemeentebreed) wordt dit benoemd en onderdeel van de inzet van de centrale stad bij het komen tot afspraken met de stadsdelen. Op voorhand geldt dit voor het ICT-realisatieplan, de versterking van de inkoopfunctie, het nieuwe financiële systeem, de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en het vergroten van subsidiestromen vanuit het rijk en Europa

Ons College heeft opdracht gegeven om bovenstaand kader verder uit te werken en een plan op te stellen voor de invoering. Voor een deel betreft het veranderingen die eenvoudig zijn in te voeren. Voor een deel gaat het ook om systeemveranderingen die niet van vandaag op morgen gerealiseerd zijn. Een voorbeeld is het normeren van het apparaatskostenbudget. Alle diensten en bedrijven zullen in de toekomst een apparaatskostenbudget ontvangen dat genormeerd wordt voor generieke uitgaven. Dit betreft posten als personeel, overhead en staf, huisvesting en ICT. De normbedragen kunnen bijvoorbeeld worden vastgesteld aan de hand van benchmarkgegevens. Bij het vaststellen van normen zal recht gedaan worden aan de verschillen tussen diensten en bedrijven. 7.2.2 Overzicht bezuinigingen bedrijfsvoering De tabel hieronder geeft een overzicht van de gemeentebrede bezuinigingen op de bedrijfsvoering die ons College voorstelt voor 2011 en latere jaren. Deze tabel is eveneens opgenomen in de Bijlage Structurele Posterioriteiten bij de Financiële hoofdlijnen, in het eerste hoofdstuk van de Begroting 2011.

Rubriek PA Onderwerp s/i 2011 2012 2013 2014 Bedrijfsvoering Bestuur en concern dienstauto's s 0 0 74.000 0 Efficiency (ACAM) s 100.000 300.000 0 0 Efficiency VGA s 34.000 0 0 0 leges verhoging naar 100% (DPG) s 30.000 0 0 0 Minder advert DFM s 0 300.000 0 0 Openingstijden stadhuis s 0 100.000 260.000 0 Optimalisatie huisvesting stadhuis s 0 1.500.000 0 0 vermindering basisbudget O+S s 0 120.000 105.000 0

vermindering kwaliteit stadsdelen, beheer distributie,advies s 120.000 120.000 120.000 120.000

Uitvoering Voormalig werkgeverschap (Servicehuis personeel) s 515.747 585.217 883.253 264.825

Kostendekkend maken leges s 0 30.000 30.000 40.000 reductie inzet accountantscontrole s 300.000 800.000 0 0 Vermindering niet wettelijke audits s 400.000 0 0 0 Raadsonderdelen s 475.000 0 0 0

Raadsdruk Begroting 2011 416

Page 422: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Inkoop 48uurs Post s 300.000 0 0 0 Centrale coördinatie inkoop s 1.500.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000 Centralisering werving s 0 370.000 0 0 Inkoop- en aanbestedingsstrategieën s 1.200.000 1.200.000 1.100.000 2.500.000 Inkoop- en aanbestedings-strategieën s 0 600.000 300.000 200.000 Reduceren leveranciers communicatiemiddelen s 0 700.000 0 0 Reduceren wagenpark s 200.000 300.000 500.000 500.000

versoberen, normeren en optimaliseren facilitaire zaken pllus gebruik en onderhoud gebouwen s 0 600.000 0 1.100.000

optimaliseren proces invulling flexibele krachten en externe inhuur s 1.000.000 2.000.000 2.000.000 2.500.000

Huisvesting Huisvesting gemeentelijke diensten s 4.550.000 3.600.000 0 2.730.000 Bestuursdienst afname wachtgelder s 50.000 0 0 0 Heroverwegingen bestuursdienst s 4.318.307 0 0 0 budget representatiekosten wethouders s 70.000 0 0 0 Onbevoegd toezicht op afstand s 300.000 0 0 0 meerjarige BD posterioriteiten s 0 1.800.000 700.000 800.000 Personeel uitstroom inactieven s 500.000 1.000.000 1.500.000 1.000.000

externe inhuur (maximaal 13% concern als geheel) s 9.700.000 0 0 0

minder communicatie fte's s 0 500.000 600.000 0 opleidingsbudget (maximaal 2%) s 4.000.000 0 0 0 sobere arbeidsvoorwaarden s 0 6.900.000 500.000 500.000 staffuncties bestuur en concern s 0 4.000.000 0 0 ICT Invoering van een nieuw ICT s 2.000.000 4.400.000 6.000.000 9.000.000 Rentestelsel stelselwijziging rente egalisatie reserve s 8.000.000 0 0 0 subsidieproces uniformeren subsidieproces s 0 0 0 1.500.000 Totaal bedrijfsvoering 39.613.013 32.825.217 15.672.253 23.754.825

7.3 Overige onderwerpen centrale sturing bedrijfsvoering 7.3.1 Concernbrede normen, bedrijfsvoeringsverklaring en integrale meting In 2005 voerde ons College het instrument Bedrijfsvoeringsverklaring in voor sturing op en bewaking van de bedrijfsvoering. De basis voor dit instrumentarium is een door ons College vastgestelde set van 27 concernbreed geldende normen voor de bedrijfsvoering. Deze normen zijn als volgt verdeeld:

Aandachtsgebied Aantal normen

1 Financiën en processturing 3

2 Juridische kwaliteitszorg, inclusief inkoop 9

3 Informatie: ICT en informatiebeheer 4

4 Personeel en organisatie 6

5 Communicatie en dienstverlening 4

6 Dienstspecifieke risico’s 1

Totaal 27 Jaarlijks leggen alle directeuren van gemeentelijke diensten en bedrijven in de Bedrijfsvoeringsverklaring (BVV) verantwoording af over de stand van zaken betreffende alle aspecten (aandachtsgebieden) van de bedrijfsvoering van hun dienst. Eens in de vier jaar wordt bij alle diensten en bedrijven de Integrale Meting Bedrijfsvoering (IMB) uitgevoerd, waarin de bedrijfsvoering integraal wordt doorgelicht. De IMB dient als toets op de jaarlijks door de

Raadsdruk Begroting 2011 417

Page 423: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

diensten af te geven Bedrijfsvoeringsverklaring (BVV). Daarnaast worden door middel van de integrale doorlichting de oorzaken opgespoord waardoor producten kwalitatief, kwantitatief en/of financieel niet aan de gevraagde eisen voldoen. Verder wordt inzicht verkregen in de wijze waarop producten en diensten tot stand komen (efficiënt, effectief), en worden hiaten in de bedrijfsvoering benoemd die kunnen leiden tot risico’s zoals financiële en/of imagoschade, vertraging bij de uitvoering van het beleid of onnodige juridische procedures. Met behulp van de inzichten die BVV en IMB verschaffen, kunnen maatregelen getroffen worden om deze risico’s te vermijden en te beheersen en de bedrijfsvoering te verbeteren. Tussen 2005 t/m 2008 is er bij alle diensten en bedrijven een IMB uitgevoerd. De instrumenten concernbrede normen, bedrijfsvoeringsverklaring en integrale meting bedrijfsvoering zijn heroverwogen en het voornemen is de IMB met ingang van 1 januari 2012 af te schaffen. Dit is alleen mogelijk als de nieuwe visie op control is geformuleerd en de P&C-cyclus is gemoderniseerd. Mede op basis van de uitkomsten van de notitie Evaluatie IMB 2005-2008 komt er voor 2011, het laatste jaar waarin de IMB vooralsnog wordt toegepast, een gewijzigde aanpak voor de uitvoering. Door onder andere de doorlooptijd (oorspronkelijk 4 maanden) van de IMB te verkorten moet het mogelijk zijn de capaciteit van medewerkers van de Bestuursdienst efficiënter in te zetten. Uit het Evaluatierapport IMB 2005-2008 blijkt ondermeer dat de gemeentesecretaris en de dienstdirecteuren behoefte hebben aan korte compacte rapporten, waarbij niet steeds opnieuw alle 27 normen en aspecten van de bedrijfsvoering aan bod komen. De voorkeur gaat uit naar meer gedetailleerd onderzoek en rapportage over de mate waarin en de wijze waarop risicovolle projecten en processen door de diensten worden beheerst. Deze behoefte sluit aan bij de constatering dat niet alle normen op elke dienst van toepassing zijn of even grote risico’s met zich meebrengen. Zo is, om een voorbeeld te geven, bij een dienst die twee keer per jaar voor € 10.000 inkoopt het belang van de naleving van een inkoopnorm van een heel andere orde dan bij een dienst die meerdere keren per jaar voor milioenenbedragen aanbesteedt. De voordelen van de gewijzigde aanpak zijn: � een beter en diepgaander inzicht in de belangrijkste risico’s per dienst en de mate waarin een

dienst maatregelen heeft genomen deze risico’s te beheersen en hierover te rapporteren � reductie van personeelsinzet bij zowel de Bestuursdienst als de te meten dienst � betere aansluiting op de informatiebehoefte van de gemeentesecretaris en de

dienstdirecteuren (‘meer met minder’) De IMB werd aanvankelijk ontwikkeld als een adviesinstrument om de diensten en bedrijven te ondersteunen bij de verbetering van hun bedrijfsvoering. Echter, al snel, en mede onder invloed van de invoering van de Wet dualisering, die onder andere verplichtte tot het opstellen van verordeningen inzake rechtmatigheid van financieel beleid1 enerzijds en doelmatigheid en doeltreffendheid2 anderzijds kwam het accent te liggen op control in plaats van advisering. In 2011 zal nagegaan worden welke elementen van de IMB bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van de nieuwe visie op control, met name op het terrein van risicobeheersing. 7.3.2 Risicomanagement Ons College werkt verder aan verbetering van het risicomanagement, onder andere door de diensten en stadsdelen trainingen en workshops aan te bieden en een speciale interne website te in de lucht te houden met informatie over activiteiten in verband met het gemeentelijke risicomanagement. Verder onderhouden wij een gemeentelijk kennisnetwerk en stimuleren het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal.

1 Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet 2 Verordening ex artikel 213a van de Gemeentewet

Raadsdruk Begroting 2011 418

Page 424: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Via de zogeheten ‘Resultaat Afspraken Directeur’ worden de dienstdirecteuren tijdens hun voortgangsgesprek met de Gemeentesecretaris aangesproken op de voortgang van risicomanagement binnen hun eigen (dienst)onderdeel. Wij stellen vast dat veel diensten en bedrijven weliswaar actief aan risicomanagement doen maar het nog te weinig als beheersinstrument hebben ingebed in de reguliere bedrijfsprocessen. Op moment van schrijven vindt een analyse plaats van de risico’s die zich (kunnen) voordoen bij de realisatie van de doelstellingen uit het Programakkoord. Als die risico’s geïnventariseerd zijn is de volgende stap het kwantificeren van de risico’s. Daarna wordt bezien wat de impact van deze risico’s is, om vervolgens beheersmaatregelen te kunnen ontwikkelen waarmee deze risico’s beheerst kunnen worden en instrumenten waarmee de naleving afgedwongen en gemonitord kan worden. Deze maatregelen en instrumenten worden regelmatig geactualiseerd. Tenslotte zal risicomanagement nadrukkelijk betrokken worden bij de uitwerking van de gemeentebrede controlfunctie van de Bestuursdienst nieuwe stijl. Meer informatie over risicomanagement vindt u in paragraaf 04.01 Risico’s en weerstandvermogen. 7.3.3 Ontwikkeling nieuwe visie op control In hun verslagen over de Jaarrekening 2008 van de gemeente Amsterdam adviseerden ACAM en de Rekeningencommissie uw Vergadering ons College te verzoeken om in het kader van concernbrede control te komen ‘met een visie te komen op toezicht, met inbegrip van de toe te passen toezichtinstrumenten’ en ‘met een visie op centrale en decentrale managementaansturing en de positionering van concerncontrol in relatie met de dienstcontrollers’. Bij motie van de raadsleden de Wit c.s. heeft uw Vergadering – naar aanleiding van voornoemde adviezen – ons College opgedragen de directie Concern Financiën een belangrijkere taak toe te bedelen bij de (gemeentebrede) control. Ons College zegde toe inhoud aan de motie te gaan geven door een integrale visie op het versterken van de controlfunctie op te stellen, met daarin begrepen een visie op centrale en decentrale managementaansturing en de positionering van concern control. Inmiddels heeft ons College het onderwerp concern control nauw betrokken bij de Heroverwegingen, de reorganisatie van de Bestuursdienst en de invoering van een nieuw financieel systeem, ontwikkelingen die op moment van schrijven in volle gang zijn. Daarbij is het uitgangspunt dat de Bestuursdienst in het algemeen, en daarbinnen Concern Financiën in het bijzonder, deze concern control enten op het nieuwe financiële systeem dat gemeentebreed volledige, betrouwbare en tijdige financiële informatie moet leveren. Verderop gaan wij daar nader op in. Uw Vergadering zal in het kader van de uitwerking van de reorganisatie van de Bestuursdienst worden geïnformeerd over het voorgestelde model van concern control. De positionering van de concerncontroller zal opnieuw bepaald worden in het kader van de ontwikkeling van de Bestuursdienst Nieuwe Stijl. Daarbij zullen de taken en verantwoordelijkheden van de voor concern control verantwoordelijke ambtenaar vastgesteld worden. De nieuwe visie zal op 1 januari 2011 gereed zijn.

7.4 Financiën 7.4.1 Kwaliteitsverbetering planning & controlcyclus Uit oogpunt van kwaliteitsverbetering van de planning & controlcyclus, zijn een aantal ontwikkelingen ingezet waarvan wij verwachten dat ze zullen leiden tot verbetering van de planning en controlcyclus en haar producten en tot verlichting van de administratieve last voor de diensten en bedrijven. Stroomlijnen P&C cyclus Ter verhoging van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de planning en control-cyclus is het traject Stroomlijnen P&C cyclus ingezet. Mede als resultaat van overleg met controllers van diensten en bedrijven worden de volgende verbeteringen doorgevoerd:

Raadsdruk Begroting 2011 419

Page 425: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� de samenvoeging van Financieel Meerjarenperspectief en Voorjaarsnota – voor het eerst in 2011, ten behoeve van de Begroting 2012

� de samenvoeging van begroting en eerste begrotingswijziging, met ingang van de Begroting 2011

� in 2010 een nieuwe opzet ontwikkelen voor de geactualiseerde begroting en de bestuursrapportage en die vervolgens implementeren in 2011

Besturen zonder Ballast Besturen Zonder Ballast vindt zijn oorsprong in het de vorige bestuursperiode. Er zijn afspraken gemaakt tussen de stadsdelen en de centrale stad op het gebied van bedrijfsvoering. Het doel van Besturen zonder Ballast is een grotere transparantie en vergelijkbaarheid, kwaliteitsverbetering in de sturing en meer doelmatigheid, één stad. De handreiking bestaat uit vijf richtpunten die als best practices zijn gepresenteerd: � we werken met hetzelfde begrippenkader � we werken met een zelfde indeling in programma’s � we werken met een zelfde productentabel (voor stadsdelen en opdrachtgerelateerde

instellingen en diensten) � we werken met een onderling afgestemde kalender voor de P&C cyclus � we werken met een zelfde format voor het programmablad Borgen programakkoord in planning en controlcyclus Voor de goede borging van de doelstellingen uit het programakkoord (PA) in de P&C cyclus (begroting en rekening) en in de uitvoering onderscheiden we de volgende stappen: � uitwerking van het programakkoord in SMART doelstellingen en opnemen in de Begroting

2011 � gebruik en verdere ontwikkeling monitor Uitvoering in Beeld en Statstad 7.4.2 Implementatie nieuw financieel pakket De keuze voor en de implementatie het nieuwe financiële pakket EnterpriseOne als generieke voorziening is een belangrijke stap op de weg naar een uniforme en efficiënte bedrijfsvoering voor het concern Amsterdam. De reikwijdte van dit pakket is breder is dan de financiële functie alleen: ook zaken als inkoop, projectadministratie, tijdschrijven en kostentoerekening, fiscale labelling, de registratie van verplichtingen en activa, om er enkele te noemen, vallen binnen de functionaliteit. Door middel van een standaard rekeningschema en stamgegevens en een onderliggende standaard werkwijze wordt in de kern van het pakket geregeld dat gegevens op eenduidige wijze worden vastgelegd en geconsolideerd en er uniform over wordt gerapporteerd. Ook biedt het daardoor een basis voor ConcernControl, passend bij de binnen de heroverwegingen ingezette lijn. Het opzetten van dit basismodel vindt plaats in een samenwerking van de centrale stad en de stadsdelen, wat past in de gedachte te komen tot een stadsbrede uniforme werkwijze en systematiek en gebruik makende van bestaande kaders als Besturen zonder Ballast. De aanschaf van het financiële pakket sluit aan bij de actielijn ‘gemeentebrede bedrijfsvoering’ die met de instelling van de Dienst ICT is ingezet en die voorziet in een strategie ter voorkoming van versnippering. Er wordt gestreefd naar samenhang en samenwerking. Dit biedt in combinatie met werken onder architectuur de mogelijkheid om regie te voeren over de ontwikkelingen in de informatievoorziening.. De planning voorziet in een implementatietraject vanaf 2011 en loopt door tot eind 2014. Per januari 2015 worden alle financiële administrateies gevoerd in EnterpriseOne. Begin 2011 zullen een viertal pilotorganisaties als kopgroep fungeren. Afhankelijk van de uitkomsten kan de planning nog worden aangepast.

Raadsdruk Begroting 2011 420

Page 426: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Het nieuwe financiële pakket moet niet gezien worden als een wondermiddel. De onderlinge samenwerking van de gemeentelijke organisaties (inclusief de stadsdelen) en de bereidheid binnen die organisaties mee te gaan met veranderingen en verbeteringen is cruciaal. 7.4.3 Fiscaliteit De gemeente Amsterdam heeft in 2009 met de Belastingdienst het Convenant horizontaal toezicht gesloten. De overeenkomst houdt in dat de Belastingdienst na enkele jaren kan volstaan met een beperkte systeemgerichte controle, omdat zij er op kan vertrouwen dat de gemeente het aangifteproces structureel op orde heeft (dus fiscaal in control is). Dit laatste is het doel van het project Amsterdam Fiscaal in Control (AFC). Indien nodig zal ons College de Regeling Risicovolle Projecten van toepassing verklaren op dit project. Begin 2010 is Bureau Fiscaal Advies & Control (FAC) gestart met de gemeentebrede uitvoering van het project Amsterdam Fiscaal in Control (AFC). De doelstellingen van het project is de gemeente Amsterdam in drie jaar toe te laten groeien naar de status van fiscaal in control te zijn. FAC heeft hiervoor een systematische aanpak (een zogenoemd Tax Control Framework) ontworpen, waarmee Amsterdam fiscaal in control zal komen en blijven. De aanpak is gestart met een nulmeting om bij alle organisaties een gedetailleerd inzicht te krijgen in de fiscale risico's en de getroffen beheersmaatregelen. Vervolgens stellen de organisaties de gewenste verbeteringen vast en voeren deze uit. Met een interne en externe controle zal daarna worden vastgesteld of de gewenste situatie daadwerkelijk is gerealiseerd. Om in control te blijven zal dit proces zich steeds herhalen. FAC ziet erop toe dat alle organisaties deze aanpak volgen en de gewenste verbeteringen implementeren. Als verantwoordelijke voor Bureau Fiscaal Advies & Control informeert de directeur Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam ons College over de voortgang van het project AFC.

7.5 Juridische Zaken Naast de reguliere werkzaamheden van de Directie Juridische Zaken (DJZ), zal in 2011 aan de volgende speerpunten worden gewerkt: 7.5.1. Optimalisering subsidieproces In 2010 is een gemeentebrede samenwerking op het gebied van subsidieverstrekking opgezet. Dit gebeurde naar aanleiding van de ervaringen uit de adviespraktijk van de directie Juridische Zaken, de uitgevoerde IMB’s en het eerder verschenen Siras-onderzoek. In de komende periode zal deze samenwerking verdergaan in het hiervoor genoemde project vereenvoudiging subsidieproces. Onder andere worden opgezet: � standaardproces voor subsidieverstrekking � modelbeschikkingen � een praktische werkinstructie, inclusief staatssteuntoets. 7.5.2. Wetgeving In 2011 wordt een start gemaakt met een versterking van de wetgevingsfunctie van de gemeente. Die functie is op dit moment versnipperd over diensten en stadsdelen. Het structureel borgen van een kwalitatief hoogwaardige en sterke wetgevingsfunctie, vraagt om het ontwikkelen van een gemeentebrede visie daarop. Juridische kwaliteitszorg omvat ook het borgen van de kwaliteit van regelgeving in brede zin. Hiertoe behoort het in kaart brengen en vastleggen van de verschillende rollen die de centrale stad, de diensten en de stadsdelen in het regelgevingproces spelen en de verantwoordelijkheden die bij die rollen horen. Het streven naar meer kwaliteit van de regelgeving houdt direct verband met één van de vereisten van een rechtsstaat, namelijk dat regelgeving hét democratisch gelegitimeerde instrument is om burgers en bedrijven gezaghebbend normen op te kunnen leggen. Dat vraagt om goede regels die niet onnodig belastend zijn, die helder, eenduidig, uitvoerbaar en handhaafbaar zijn en die geschikt zijn om het doel te bereiken waartoe ze zijn opgesteld. Burgers en bedrijven zijn gebaat bij goede regelgeving. Bovendien leveren gebrekkige regels grote risico’s op voor het bestuur.

Raadsdruk Begroting 2011 421

Page 427: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7.5.3 Optimaliseren juridische functie Het College heeft bij besluit van 6 juli 2010 de Gemeentesecretaris opdracht gegeven een ontwikkelplan op te stellen waarbij één van de lijnen is optimalisering van de juridische functie in het concern. In het kader van deze collegeopdracht heeft de directeur Juridische Zaken (DJZ) de opdracht te onderzoeken hoe de juridische functie gemeentebreed zo optimaal mogelijk kan worden ingericht en hoe de externe inhuur van de juridische dienstverlening gemeentebreed op een verantwoorde wijze verder wordt teruggedrongen. De voorstellen moeten op termijn (2014) kunnen leiden tot een besparing van minimaal € 1 miljoen voor het concern. Een andere belangrijke stap om de juridische functie van de gemeente als geheel meer met elkaar in onderling verband te brengen, is te komen tot een hoofdenoverleg juridische zaken (met als opdrachtgevers het stadsdeelsecretarissenoverleg en het overleg algemeen directeuren).

7.6 Inkoop In het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de Stad formuleert ons College de volgende doelstelling: Inkoop van diensten en goederen wordt verregaand gecentraliseerd of ondergebracht in raamcontracten om besparingen te creëren. We kopen zoveel mogelijk duurzaam en fair trade in. Het college komt binnen een jaar met een plan. In dat plan wordt beschreven hoe inkoopmaatregelen een forse taakstelling in het kader van de heroverwegingen zullen kunnen bewerkstelligen en hoe de aansturing van de inkoop in samenhang met de overige bedrijfsvoeringfuncties wordt ingericht. Hierbij wordt voortgebouwd op de professionalisering van de gemeentelijke inkoopfunctie, die de afgelopen jaren is ingezet (en heeft geresulteerd in een groeiende inkoopcoördinatie tussen gemeentelijke organisaties). Concern Inkoop werkt hierin in nauw samen met inkopers van verschillende diensten en clusters, inclusief de stadsdelen. Om de doelstellingen uit het Programakkoord en de besparingen te realiseren wordt – volgens de indeling van de inkoopmatrix en indien mogelijk organisatieoverstijgend onder het motto: ‘samen wat kan, alleen wat moet’– ingezet op: � verbetering van leveranciersmanagement � ontwikkelen van inkoopstrategieën voor meer productgroepen � uitbreiding van het aantal gemeentebrede raamcontracten � implementeren van eenduidiger processen Inkoopsamenwerking resulteert in meetbare besparingen doordat lagere prijzen bedongen kunnen worden (door bundeling van inkoopvolume, versobering van specificaties, richten op marktstandaards en het organiseren van contract compliance), maar levert ook veel besparingen, die – hoewel ze mogelijk zelfs groter zijn – minder meetbaar zijn. Deze besparingen zijn het gevolg van: � een verhoogde kwaliteit/prijsverhouding als gevolg van het delen van expertise en het

uitwisselen van ‘best practices’ tussen Amsterdamse organisaties � de kostenreductie door het delen van gemeenschappelijke operationele voorzieningen � het vermijden van kosten, prijsstijgingen, of claims De beïnvloedbare externe bestedingen van de gemeente bedragen jaarlijks ongeveer € 1 miljard (inclusief de stadsdelen), en ongeveer de helft hiervan betreft ‘generieke’ inkopen. € 135 miljoen daarvan is in 2009 ingekocht via de gemeentebrede raamcontracten van Concern Inkoop, en dat was een besparing van € 20 miljoen ten opzichte van de oude situatie. Naast deze besparingen, bieden raamcontracten een goede route naar rechtmatigheid en doelmatigheid, zijn ze dragers van duurzaam inkopen en social return, en leveren ze een bijdrage aan kwaliteitsverbeteringen. In 2011 en volgende jaren moeten extra besparingen en verhoogde doelmatigheid en professionaliteit gerealiseerd worden. Dit kan worden bereikt door nog meer gemeenschappelijke inkoop- en aanbestedingstrajecten, bundeling van inkoopvolume, het rationaliseren van specificaties en het stroomlijnen van operationele- en inkoopprocessen, zowel gemeentebreed als binnen de verschillende clusters. Hiervoor is zowel een incidentele als een structurele investering nodig in de versterking van de gemeentebrede inkoopfunctie.

Raadsdruk Begroting 2011 422

Page 428: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7.7 Personeel en Organisatie Voor het beste resultaat en een professionele en efficiënte uitvoering van taken is een slanke, topfitte organisatie nodig met een goed geoliede bedrijfsvoering. De maatregelen die in het kader van de heroverwegingen getroffen worden zullen ook hun effect hebben op de formatie van de gemeentelijke organisatie en moeten leiden tot een afname. De gemeente Amsterdam moet voortdurend inspelen en liefst vooruitlopen op ontwikkelingen als regionale samenwerking, een krimpend overheidsapparaat, digitalisering, schaarste op de arbeidsmarkt voor specifieke doelgroepen en hogere eisen van burgers aan de dienstverlening van de gemeente. Om de burgers beter van dienst te kunnen zijn, wordt verder gewerkt aan een meer diverse samenstelling van het personeelsbestand. 7.7.1 Personeel Hieronder worden de ambities en initiatieven op het terrein van personeel en werkgeverschap weergegeven. Personeelsontwikkeling � het opzetten van één gemeentelijk management ontwikkelingsproces voor startende HBO-

ers en academici tot eindverantwoordelijke topfunctionarissen. Het uitvoeren van een jaarlijkse talentenschouw bij diensten en stadsdelen en aanbieden van passende collectieve en individuele scholingsmogelijkheden voor managers. Het bevorderen van diversiteit en mobiliteit tussen diensten en stadsdelen krijgt hierbij speciale aandacht

� het opzetten en deels tot uitvoering brengen van de projecten binnen het in 2009 ontwikkelde strategisch personeelsbeleid, waarbij bijgedragen wordt aan Eén Amsterdam en Amsterdam als topfitte en excellente werkgever

� diversiteit blijft prioriteit waar de gemeente structureel concernbreed sterk op blijft inzetten. Gemeente Amsterdam profileert zich als aantrekkelijke werkgever voor diversiteitdoelgroepen zoals allochtonen, jongeren en vrouwen

� traineepool 13, met trainees met veelal een multiculturele achtergrond. De traineepool optimaal inzetten als arbeidsmarktinstrument om de schaarse doelgroepen aan te trekken en te behouden zoals bijvoorbeeld juristen en ICT'ers

� een verdere uitbouw van de Amsterdam Academie op basis van het in 2009 opgestelde visiedocument Opleiding in ontwikkeling. Waar nodig opleidingsplaatsen benutten om diverse kandidaten intern verder op te leiden voor leidinggevende functies op alle niveaus en specifieke coaching programma’s bieden die hen helpen om goed te functioneren

� verder implementeren en uitvoeren van de nieuwe arbeidsmarktstrategie (werktitel Passie voor Amsterdam) 2010-2015

� alle diensten en stadsdelen zijn gekoppeld aan het systeem voor gemeentelijke incidenten registratie (GIR), en voldoen aan alle werkgeversverplichtingen en het kader rondom Agressie en Geweld. Participeren in de pilot Ketenintensivering Agressie en geweld, dat gesubsidieerd wordt door Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

� het gemeentelijke stagebeleid wordt herijkt; onder andere wordt bekeken of de stagenorm aangepast moet worden. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om meer stageplekken te bieden op MBO niveau 1 en 2. Op deze wijze neemt de gemeente Amsterdam haar verantwoordelijkheid als groot werkgever binnen de regio

Werkgeverschap

� in het kader van de gemeentebrede heroverwegingsoperatie wordt een project Handhaving Nieuwe Rechtspositieregeling gemeente Amsterdam (NRGA) uitgevoerd. Het project is in 2010 opgestart. Doelstelling is te voorkomen dat uitgaven voor arbeidsvoorwaarden worden gedaan die niet zijn gebaseerd op het NRGA

� in 2010 is de besluitvorming afgerond over een sociaal plan voor alle reorganisaties in de gemeente Amsterdam. Dit vereenvoudigt de besluitvorming over reorganisaties en zorgt voor een meer eenduidig hanteren van personele effecten bij reorganisaties. De toepassing is in 2010 gestart, maar zal in 2011 op alle reorganisaties van toepassing zijn

Raadsdruk Begroting 2011 423

Page 429: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� in 2011 zal het in samenhang met het sociaal plan ontwikkelde Bureau van Werk naar Werk volledig operationeel zijn, en de mobiliteit in Amsterdam ondersteunen

Formatie Jaarekening 2009 Begroting 2010 Begroting 2011 Formatie in fulltime equivalents (fte) 9.263 9.236* 9.220 Onderverdeling formatie 2011 Ten laste van algemene middelen 5.581 100% facilitair doorberekend 1.947 Ten laste van rijksbijdragen 585 Ten laste van overige externe financieringsbronnen 1.107 Totale formatie begroting 2011 9.220 * in de Begroting 2010 is 9.233 als getal voor de formatie opgenomen; dat was exclusief Dienst Noord/Zuidlijn In de Begroting 2011 neemt, volgens opgave van de diensten en bedrijven, de formatie ten opzichte van de Jaarrekening 2009 af met 42,7 fte (0,5%). Het verschil tussen de begrote formatie 2011 en de Jaarrekening 2009 is per dienst in het totaal overzicht opgenomen. De cijfers betreffen de rompbegroting, dus zonder de effecten van prioriteiten en posterioriteiten. Ruim 18% van de benodigde formatie komt ten laste van rijksbijdragen dan wel andere externe financieringbronnen en komt dus niet ten laste van de algemene middelen. Daarnaast wordt van de totale formatie 21 procent 100% facilitair doorberekend. Afname formatie Door de verzelfstandiging van het onderdeel Parkeerbeheer van de Dienst Stadstoezicht is de formatie van die dienst verlaagd met 283,2 fte naar 315,4 fte. Door de te verwachten uitplaatsing van Binnenwaterbeheer naar Waternet zijn de cijfers voor 2011 en verdere jaren van deze dienst buiten de totaalcijfers gehouden. Dat leidt tot een daling in de formatie over 2011 van 163,0 fte. Verder zal naar verwachting het ambulancepersoneel van de Geneeskundige en Gezondheidsdienst uitgeplaatst worden en de Bestuursdienst slanker worden. Toename formatie Sommige diensten en/of bedrijven (zoals AEB, DPG, DWI, Stadsarchief, SHP, DICT, DFM en DMO) laten een stijging zien van de formatie door enerzijds afstemming van de bezetting op de formatie en anderzijds uitbreiding van taken. De belangrijkste stijgingen per dienst of bedrijf zijn in de tabel hieronder opgenomen3. Dienst/bedrijf Toename

In fte Reden toename

Afval- en Energiebedrijf (AEB) 16,9 Een belangrijk deel van de nieuwe extra taken als gevolg van de nieuwe centrale (HRC) –onderhoud, productie et cetera – werd door inhuur van externen opgevangen. Om de kennis intern te borgen en het uitgangspunt dat de bedrijfsvoering van de nieuwe installatie door eigen personeel moest plaatsvinden, is de formatie uitgebreid met 16,9 fte.

Dienst Persoons- en Geo-informatie (DPG)

14,0 De toename bij de Dienst Persoons- en Geo-informatie is een gevolg van de uitbreiding van de Stadspool Burgerzaken met 14 fte, die mede op verzoek van de stadsdelen plaatsvond.

Dienst Werk en Inkomen (DWI) 197,5 Het verschil wordt veroorzaakt doordat de afdeling Educatie & Inburgering (E&I) is overgegaan van DMO naar DWI (dit

3 Zie voor gedetailleerde formatiegegevens de cijfermatige overzichten.

Raadsdruk Begroting 2011 424

Page 430: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

betreft 36 fte). Verder heeft er een uitbreiding plaatsgevonden bij het in eigen beheer uitvoeren van re-integratietaken zoals VSA carrousel en Herstelling (dekking niet uit algemene middelen), voorheen werden deze taken uitbesteed. Als gevolg van de economische crisis stijgt het aantal klanten sterk. De persoonskosten voor de formatie van DWI nemen toe me € 1 miljoen per 1000 klanten. De verwachte stijging in 2011 ten opzichte van de Jaarrekening 2009 bedraagt 7.000 klanten.

Stadsarchief 43,7 De uitbreiding is grotendeel het gevolg van de overgang van het Bureau Monumenten en Archeologie van de dienst Milieu en Bouwtoezicht naar het Stadsarchief (41,12 fte).

Servicehuis Personeel 38,9 De personeelsomvang van het Servicehuis Personeel is gekoppeld aan het aantal medewerkers in de gemeente Amsterdam dat gebruik maakt van het digitale personeelssysteem Mijn Personeelsnet (MPN). Op 1 januari 2010 maakten 8.150 medewerkers gebruik van MPN. Eind 2010, als alle diensten en stadsdelen gebruikmaken van MPN, zijn dat er 14.950. Als gevolg daarvan bedraagt de groei van de personeelsomvang van het Servicehuis Personeel in 2010 38,9 fte. De betreffende functies worden ingenomen door de P&O medewerkers van de deelnemende diensten en stadsdelen die in dienst komen bij het Servicehuis.

Dienst ICT (DICT) 112,7 Als onderdeel van het realisatieplan en door een toename van taken (samenhang in de ICT infrastructuur en informatievoorziening) van de DICT stijgt de formatie.

Dienst Facilitair Management (DFM)

57,0 Het verschil tussen de formatie van de Jaarrekening 2009 en de Begroting 2011 heeft te maken met de reorganisatie van DFM in december 2009. De totale formatie van DFM was tot aan de reorganisatie 244,75 fte, in de nieuwe organisatievorm is dit een formatie van 201,79 fte geworden (-42,96 fte). Daarbij komt, zoals ook in de begroting is toegelicht, 100 fte die flexibel ingezet wordt bij het CCA. Deze flexibele inzet wordt ingevuld met uitzendkrachten.

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO)

18,7 Bureau Leerplicht Amsterdam is in de loop van 2010 ondergebracht bij DMO, een toename met 58 fte. Daarnaast is Educatie & Inburgering met ingang van 1 januari 2010 overgegaan naar DWI, een afname van de formatie met 36 fte.

Externe inhuur In 2008 en 2009, en bij de heroverwegingen is, mede op basis van de in uw Vergadering aangenomen moties, een aantal maatregelen genomen om de inhuur van externen te verminderen. In 2010 is de gedragscode externe inhuur opnieuw vastgesteld en is de inhuur van externen transparanter gemaakt. In het kader van de heroverwegingen is een structurele bezuiniging op externe inhuur opgenomen. Het management is verantwoordelijk voor de uitvoering van de aan haar opgelegde primaire en ondersteunende taken. Uit de door de diensten en bedrijven opgestelde ramingen blijkt dat verwacht wordt dat de inhuur van externen verder teruggedrongen kan worden. Ten opzichte van de Jaarrekening 2009 betekent een verlaging met 45%, in 2012 ten opzichte van 2011 een verlaging met nog eens 12% en in 2013 ten opzichte van 2012 een verlaging met nog eens 3%. Uitgaande van de Begroting 2014 betekent dat de inhuur van externen ten opzichte van de Jaarrekening 2009 zal dalen met 53,5 procent. De besparing wordt, uitgaande van de ramingen van de diensten en bedrijven, voornamelijk gerealiseerd door het terugdringen van de inhuur van interim managers, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en specifieke beleidsexpertise. Ook de advisering op ICT gebied wordt sterk teruggedrongen.

Raadsdruk Begroting 2011 425

Page 431: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

DICT Bij de Dienst ICT is in de Begroting 2011, conform de werkwijze bij de jaarrekening van het SHI, een bedrag voor externe inhuur opgenomen. In de loop van 2010 wordt bezien of en in hoeverre die inhuur valt onder uitbesteding. In verband met het aantal te vervullen vacatures (65) zijn die vacatures voorlopig opgevuld door inhuur van externen. Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Voor de jaren 2012-2014 is door DIVV geen prognose aangeleverd, aangezien de inhuur grotendeels word bepaald door de uitvoering van specifieke taken bij projecten. Hierin kunnen belangrijke autonome schommelingen ontstaan door exogene factoren. Inhuur externen onderverdeeld naar categorieën

Rekening**) Begroting

2009 2010 2011 2012 2013 2014 Interim management 4.448 1.575 815 693 693 693 Organisatie- en formatieadvies 1.457 641 489 385 385 385 Beleidsonderbouwend onderzoek 1.080 100 100 0 0 0 Beleidsondersteuning 4.011 1.867 1.737 1.863 1.845 1.838 Specifieke beleidsexpertise 6.709 3.988 1.991 473 473 473 Communicatieadvies 2.221 1.222 985 978 978 978 Juridisch advies 1.189 721 676 653 653 653 Advisering ICT 19.951 18.565 12.029 11.148 11.148 11.148 Advies accountancy, financiën en AO 2.291 1.484 679 171 171 171 Uitzendkrachten 48.581 33.636 29.652 27.122 26.044 26.028 Totaal*) 91.938 63.799 49.152 43.486 42.390 42.367 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim geeft in 2010 ten opzichte van 2009 een daling te zien. In 2011 wordt een lichte stijging voor het totale ziekteverzuim verwacht en het gelijk blijven van percentage voor het verzuim korter dan één jaar. Rekening 2009 Begroting 2010 Begroting 2011 Verzuimpercentage korter dan één jaar 5.2% 4.6% 4.6% Verzuimpercentage inclusief verzuim langer dan één jaar

5.8% 5.2% 5.3%

7.7.2 Organisatie Hieronder worden de ambities en initiatieven op het terrein van organisatieontwikkeling weergegeven. Organisatieontwikkeling � door de heroverwegingsoperatie 2010 -2014 zal de gemeentelijke organisatie slanker en

flexibeler worden, gericht op een efficiënte uitvoering van de kerntaken van de gemeente. Ontwikkelingen hierbij zijn het verminderen van de externe inhuur, een herpositionering van de facilitaire diensten, het verminderen van het aantal diensten (onder andere door normering van de diensten op het gebied van overhead en personeelslasten, en positioneringsonderzoeken bij de Haven en gemeentelijke bedrijven), het éénduidig beleggen van taken en verantwoordelijkheden, het professionaliseren van werkprocessen en een kleinere Bestuursdienst

� onder de noemer Eén Amsterdam wordt gewerkt aan verbetering van de samenwerking tussen centrale stad en stadsdelen. De zeven stadsdelen zullen werken aan een zogenaamde ‘convergentieagenda’ inzake bedrijfsvoering, organisatieontwikkeling, dienstverlening en strategische visie. Daarnaast zullen diensten en stadsdelen hun samenwerking verbeteren door een herverdeling van taken en verantwoordelijkheden en geprofessionaliseerde opdrachtrelaties

Raadsdruk Begroting 2011 426

Page 432: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� ten behoeve van de versterking van de positie van Amsterdam in de regio worden organisatievormen en bijbehorende besturingsmodellen onderzocht voor regionale samenwerking en verdere metropoolvorming

� daarnaast wordt gewerkt aan uniformering en normering van de bedrijfsvoering en een bijbehorende besturingsfilosofie. Het is van belang de visie op control uit te bouwen op het gebied van financiële, bedrijfsvoerings- en beleidscontrol en de handhaving te verstevigen

7.8 Informatie en communicatietechnologie 7.6.1 Instelling van de Dienst ICT Op 8 december 2009 heeft ons College ingestemd met het Reorganisatieplan dat was gericht op de instelling van de Dienst ICT. In deze nieuwe dienst zijn het ICT-beleid en de ICT-uitvoering per 1 januari 2010 samengebracht. Dit besluit was het gevolg van de constatering in 2008 dat de ICT én de ICT-organisatie in Amsterdam ernstig versnipperd waren geraakt. Ook de informatiebeveiliging bleek een groot punt van zorg voor de stad te zijn. De gemeente Amsterdam kan mede hierdoor niet adequaat reageren op nieuwe landelijke wetgeving, die soms grote consequenties heeft voor de informatiehuishouding. De achterstand ten opzichte van andere grote informatie-intensieve organisaties dreigt nog te groeien, omdat Amsterdam de trends in de IT niet kan volgen en niet weet te profiteren van haar schaalgrootte. 7.8.2 Inrichting van de Dienst ICT De Dienst ICT is per 1 januari 2010 opgericht en voert een aantal werkzaamheden met een onderscheidend karakter uit namelijk Basisdiensten, Informatiemanagement, Besturing & Architectuur en daarnaast Management, Bedrijfsvoering en ICT Control. 7.8.3 ICT in Amsterdam De informatiehuishouding in Amsterdam behoort in vergelijking met andere gemeenten in Nederland tot de middenmoot van de ‘elektronische overheid’. Er moet nog veel worden gedaan om de informatiehuishouding op het gewenste basisniveau te brengen teneinde daarmee een goede bijdrage te kunnen leveren aan de bestuurlijke ambities. Ons College heeft eind 2009 gevraagd om een allesomvattend plan op te stellen. Het Realisatieplan getiteld ICT op Open Amsterdams Peil is daarvan het resultaat. Het doel van dit realisatieplan is samenhang aanbrengen in de Amsterdamse informatievoorziening en te standaardiseren. De hoofdpunten van het realisatieplan zijn: � de burger centraal, ook digitaal � Amsterdam volgt rijksbeleid � reductie onnodige complexiteit In het Realisatieplan 2010-2014 is een negental actielijnen beschreven om de gestelde doelen voor de gehele stad te realiseren. De uitvoering van het plan moet leiden tot substantiële structurele besparingen op de ICT uitgaven oplopende tot 21,4 miljoen in 2014. Voor de realisatie van de actielijnen die gericht op het oop orde brengen van de basis is € 60 miljoen toegekend, ter aanwending in de periode 2011-2014. In de Actualisatie 2010 is een bedrag van € 22 miljoen toegekend voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan de ICT en € 2 miljoen voor de voorbereiding van de uitvoering van het Realisatieplan in 2011. 7.8.4 ICT-stelsel Een organisatorische randvoorwaarde voor de doelen uit het Realisatieplan is een nieuw ICT-stelsel. Onder het motto: generiek waar mogelijk, verbijzondering waar noodzakelijk, werkt de gemeente Amsterdam hieraan. De komende jaren wordt de informatievoorziening in samenhang ontwikkeld, vormgegeven en beheerd. Een van de veranderingen door de invoering van het ICT-stelsel is, dat de gemeentelijke organisaties zich voor wat betreft de ICT organiseren in vier clusters. Clusters vormen binnen het ICT-stelsel de essentiële schakel tussen de stadsdelen en diensten enerzijds en de Dienst ICT anderzijds. De clusters kennen de primaire processen van hun diensten en stadsdelen én ze kennen de producten en de dienstverlening van de Dienst ICT. De centrale opdracht voor de clusters is daarom het verzorgen van de business IT alignment.

Raadsdruk Begroting 2011 427

Page 433: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

De volgende clusters zijn vastgesteld: � Cluster Besturen & Ondersteunen � Cluster Stadsdelen � Cluster Sociaal � Cluster Ontwikkeling De clusters zijn in januari 2010 voortvarend van start gegaan, maar de uitdaging is groot en het op orde krijgen van business IT alignment zal enige jaren in beslag nemen. De komende jaren zal alle inzet gericht zijn op het creëren van synergie, door het toepassen van het uitgangspunt: ‘uniformeren waar mogelijk, verbijzonderen alleen daar waar noodzakelijk’. Met de besluitvorming over het Realisatieplan wordt er ook een governance voorgesteld om dit ingrijpende veranderingsproces en de realisatie van het plan door een Ambtelijk en een Bestuurlijk Overleg stadsbreed (inclusief diensten én stadsdelen) aan te sturen. Wegwerken van achterstanden Over een reeks van achterliggende jaren zijn grote achterstanden opgelopen op het gebied van aansturing, standaardisering en ICT-control. In 2009 is een ‘schouw’ uitgevoerd, om de achterstanden in kaart te brengen. Het beleid is de forse achterstanden in 2010 en 2011 met prioriteit weg te werken. Dit vergt een forse inspanning én investering, hetgeen in de begroting duidelijk tot uitdrukking komt. Herinrichting van beheerprocessen Daarnaast worden ook de beheerprocessen en de organisatie opnieuw ingericht, waarmee de borging plaatsvindt van de resultaten die in het wegwerken van het achterstallig onderhoud op het gebied van infrastructuur worden bereikt. Professionalisering en portfoliomanagement Voorts wordt doorgebouwd op een aantal dringend noodzakelijke (gemeentebrede) zaken, zoals professionalisering ICT stelsel, generieke voorzieningen, het op orde brengen van de basisregistratie, projectportfoliomanagement, waar de afgelopen jaren al een start mee was gemaakt. Echter, het regime wordt anders: in plaats van deelname op basis van vrijwilligheid wordt het Ambtelijk Team verantwoordelijk voor prioriteringen en kunnen diensten en stadsdelen niet meer autonoom besluiten nemen over investeringen en vervangingen. Functiegebonden beleid en sturing Functiegebonden beleid betekent, dat voor dezelfde soort personele functies een centraal bepaalde standaard uitrusting geldt qua hardware, software en telefonie. De uitvoering van dit beleid vindt plaats op basis van normen. Dit maakt centrale financiering mogelijk, waarmee veel administratieve rompslomp (interne doorbelasting, facturering, betalingen, controles en dergelijke) wordt teruggedrongen. 7.8.5 Open source In 2009 is op verzoek van uw Vergadering onderzoek gedaan naar de mogelijkheid en wenselijkheid van overschakeling op open standaarden en open source alsook naar de inspanningen die moeten worden gedaan om de Open Werkplek als standaard service aan te bieden. Dat is uitgemond in een geslaagde praktijkproef bij de (voormalige) Dienst Wonen en het stadsdeel Zeeburg. Dat onderzoek heeft echter ook uitgewezen, dat Amsterdam eerst gemeentebreed de technische voorwaarden moet scheppen om de ambities met betrekking tot open source door te kunnen voeren. Eerst zal, zoals de uw Vergadering ook al constateerde, een grootschalige operatie moeten plaatsvinden om te standaardiseren en te consolideren. Daarbij gaat het niet alleen om standaardisatie van de ‘harde’ ICT, maar met nadruk ook om de organisatie en de aansturing van de informatievoorziening. Een en ander betekent ook dat – met in achtneming van aanbestedingsregels – contracten met ‘closed leveranciers’ niet uitgesloten worden en dat investeringen hierin voor de komende periode nodig zijn om te consolideren en actualiseren.

Raadsdruk Begroting 2011 428

Page 434: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

7.8.6 ICT-Concerncontrol Doel is om de ICT-uitgaven toekomstvast te laten zijn, vooral door te komen tot synergie en samenhang in de inrichting van de ICT-infrastructuur en de informatievoorziening. Maar ook door het vermijden van desinvesteringen of onnodige uitgaven. Bij het besluit tot instelling van de Dienst ICT heeft het College aangegeven, dat alle ICT investeringen voortaan ter fiattering aan de directeur van de Dienst ICT moeten worden voorgelegd. De inrichting van de ICT-concerncontrol is randvoorwaardelijk om dit te borgen. In 2010 wordt een ICT-concerncontroller geworven en gestart met de inrichting van de ICT-concerncontrol. Uiterlijk in 2011 zullen – conform de principes van de P&C – de kaders en richtlijnen voor de inzet van standaard ICT-voorzieningen worden verstrekt, zodat diensten en stadsdelen hiermee rekening kunnen houden bij hun plannen en Begroting 2012, maar ook bij hun lopende activiteiten. De eerste kaders en richtlijnen worden opgesteld door de Dienst ICT in samenwerking met de ICT-clusters, die worden vastgesteld in het Ambtelijk Team – ingaand 1 oktober 2010.

7.9 Communicatie Communicatieafdelingen van de gemeentelijke diensten en bedrijven functioneren over het algemeen naar behoren. Communicatie heeft veelal een centrale plaats in de verschillende organisaties als een geïntegreerd onderdeel van beleid en uitvoering. Daarom zal jaarlijks het behoud en de ontwikkeling van de kwaliteit van de communicatie en van de daarbij betrokken medewerkers bewaakt moeten worden. Aandacht voor de huisstijl, die weliswaar gemeentebreed goed wordt toegepast, verschuift naar handhaving en verdieping en zal ook komend jaar de aandacht vragen. Het ABC en de directie Communicatie van de Bestuursdienst spelen ten aanzien van deze kwaliteitsaspecten een centrale rol. Ons College wil de burgers bij het beleid betrekken maar tegelijkertijd ook op de eigen verantwoordelijkheid wijzen. Daarom is het van belang dat die eigen verantwoordelijkheid een praktische inhoud krijgt. De burgers moeten niet alleen nauwer bij het bestuur betrokken worden, ze moeten ook de ruimte krijgen eigen oplossingen te bieden. Vanuit het recente verleden lopen al enkele ‘communicatielijnen’ die deze inzet kunnen ondersteunen. Per beleidsthema wordt op verschillende niveaus van intensiteit gecommuniceerd. Communicatie over de uitvoering van beleid moet in principe uitgevoerd worden door de bestaande formatie van de diensten en bedrijven – inclusief die van de directie communicatie van de bestuursdienst – en de kosten bestreden uit de beschikbare budgetten. Bij projectcommunicatie moet per project bekeken worden wat er nodig is om voldoende impact te kunnen hebben. Als regel geldt dat 3 tot 5% van het betreffende beleidsbudget gereserveerd wordt voor communicatie. Daarmee wordt voorzien in gebruik van eigen media, extra publicitaire aandacht, intensivering van publiekscommunicatie (activiteiten en bijeenkomsten) en ingekochte externe media. Campagnecommunicatie gaat om brede publiekscampagnes met een substantiële tijdsduur. Hier is sprake van een brede inzet van de eigen media, woordvoering, publieksevenementen, management by speech en ingekochte media (RTV, print en digitale media).

Raadsdruk Begroting 2011 429

Page 435: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

8 Duurzaamheid 8.1 Inleiding Duurzaamheid en milieu staan bij ons College ook tijdens de economische crisis hoog op de agenda. Wij zien de kansen die het huidige tijdsgewricht biedt, ook al is de omgeving onzeker en moeten de financiële risico’s goed afgewogen worden. Daarom kiezen wij, zoals we aangeven in het programakkoord, voor economisch groeien, voor sociaal versterken en voor duurzaam investeren. De rol van de gemeente als uitvoerende en handhavende partij op het gebied van klimaat, energie, luchtkwaliteit en milieu, naast de marktpartijen en het rijk, is gecompliceerd, veelomvattend en uitdagend. Voor het beleid waarmee vorm gegeven wordt aan deze rol zijn wij voornemens het Duurzaamheidsprogramma 2010-2014 te ontwikkelen. De basis voor dit programma leggen wij in het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de stad. Hierin kondigen wij aan geld vrij te zullen maken uit het Amsterdams Investeringsfonds voor stedelijke ontwikkeling, bereikbaarheid, economie en innovatie, klimaat, duurzaamheid en luchtkwaliteit, maar ook voor onderwijs, armoedebestrijding, de wijkaanpak, openbare ruimte en veiligheid en groen. Dit weerspiegelt de wens van ons College de balans te vinden tussen het welbevinden van mensen, de zorg voor het milieu en economische voordelen, kort gezegd, de balans tussen people, planet en profit. Alleen dan kan er met recht van duurzame ontwikkeling gesproken worden. 8.2 Duurzaamheid in de planning en controlcyclus Paragraaf Duurzaamheid Ons College zal uitvoering geven aan de verdere ontwikkeling van de paragraaf Duurzaamheid. Deze paragraaf moet uiteindelijk een overzicht gaan geven van de totale gemeentelijke activiteit op het gebied van klimaat, energie, luchtkwaliteit en milieu, zowel voor het op burgers en bedrijven gerichte beleid als voor de gemeentelijke bedrijfsvoering. Het gaat met name om beleidslijnen en indicatoren die van belang zijn voor het realiseren van de doelstellingen. Uit zijn aard komt de informatie over duurzaamheid veelal versnipperd voor in de begroting en de jaarrekening en is daardoor minder inzichtelijk voor uw Vergadering. Het is de bedoeling dat uw Vergadering op deze plaats integrale informatie krijgt om zijn kaderstellende en controlerende rol ook op het gebied van duurzaamheid waar te maken. Duurzaamheidsverslag in jaarrekening Enkele jaren geleden uitte ons College de wens om op termijn een duurzaamheidsverslag op te nemen in de financiële jaarrekening. In de Jaarrekening 2009 ging die wens in vervulling, want daarin werden de hoofdlijnen opgenomen van Kwaliteit van leven in een compacte stad, het derde duurzaamheidsverslag – over 2009 – dat door de gemeente Amsterdam is uitgebracht. Deze lijn zetten wij voort en het duurzaamheidsverslag over 2011 zal op hoofdlijnen opgenomen worden in de Jaarrekening 2011. Programmataken Er vindt een verschuiving plaats in de verantwoordelijkheden voor klimaat en luchtkwaliteit. Per 1 juli 2010 zijn die voor klimaat en energie overgegaan naar de directeur van de Dienst Ruimtelijke Ordening en per 1 januari 2011 zal de directeur van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer als opdrachtgever voor luchtkwaliteit gaan optreden. Handhavingsketen milieu Voor de handhavingsketen geldt: decentraal wat kan, centraal wat moet. Als resultante daarvan is in de loop van 2010 een aantal milieutoezichthouders voor de niet-complexe inrichtingen overgegaan naar de stadsdelen. De taken voor Bouw- en WoningToezicht in de grootstedelijke gebieden zullen in dit verband in de komende periode nader worden bezien. Deze ontwikkeling past in de voorbereidingen van de komst van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) per 2012. Het zwaartepunt van deze voorbereiding zal in 2011 liggen. 8.3 Naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering Ons College heeft duidelijke doelstellingen voor de duurzaamheid van de onderdelen van de gemeente Amsterdam. De informatievraag die de diensten en bedrijven bij de begroting en de rekening wordt voorgelegd richt zich uiteraard op de belasting die de gemeentelijke organisatie zelf vormt voor het milieu, om deze belasting te kunnen verminderen of zelfs

Raadsdruk Begroting 2011 430

Page 436: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

vermijden. Het uiteindelijke doel is een duurzame gemeentelijke bedrijfsvoering die het mogelijk moet maken dat de gemeentelijke organisatie in 2015 klimaatneutraal is. Ons College onderschrijft de opvatting dat de gemeentelijke organisatie een voorbeeldfunctie te vervullen heeft op het terrein van duurzaamheid, maar beseft tegelijkertijd dat het rapporteren over prestatie-indicatoren met betrekking tot duurzaamheid in het algemeen nog in de kinderschoenen staat. In een proces van trial and error ontwikkelen wij een op de Amsterdamse situatie toegesneden methodiek. Voor de diensten en bedrijven zal ter ondersteuning bij hun verslaglegging over 2010 een nieuwe versie van een Handboek Duurzaamheid beschikbaar zijn, dat overigens niet alleen dient als handleiding, maar ook een verzameling is van goede Amsterdamse voorbeelden. 8.4 Monitor Duurzaam Inkopen 2010 In januari 2011 zal VROM de Monitor Duurzaam Inkopen 2010 uitvoeren bij de Nederlandse overheidsinstanties (ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen en grotere onderwijsinstellingen). Bij deze monitor worden alle meervoudig onderhandse aanbestedingen betrokken – vanaf € 50.000 voor diensten en leveringen en € 100.000 voor werken –, die vallen binnen de 45 productgroepen waarvoor AgentschapNL duurzaamheidcriteria heeft vastgesteld. Aanbestedingen worden als duurzame aanbestedingen aangemerkt als alle minimumeisen voor de productgroepen zijn toegepast. Het ministerie zal de resultaten van de monitor voorjaar 2011 per overheidscategorie presenteren. Ons College beschouwt de monitor als een belangrijke benchmark voor de plaatsbepaling van de gemeente Amsterdam met betrekking tot duurzaamheid en draagt de gemeentelijke diensten en bedrijven dan ook op nauwkeurig opgave te doen van de gevraagde gegevens. Dat laatste temeer daar de monitor ook fungeert als de nulmeting voor de doelstelling die een speerpunt is voor de komende jaren. Deze doelstelling luidt: In elk inkooptraject is duurzaamheid mee gewogen en waar mogelijk vertaald in inkoopcriteria of contractvoorwaarden. Voor gemeenten geldt als doelstelling dat van alle binnen voornoemde 45 productgroepen vallende aanbestedingen in 2010 (naar euro’s) 75% duurzaam moet zijn, maar het College wil stapsgewijs toewerken (via een jaarlijkse stijging van 5%) naar 100% in 2015. 8.5 Duurzaamheidsprogramma 2010-2014 Een duurzaamheidsprogramma is in voorbereiding, dat aansluit op het programakkoord, waarin ons College de ambitie uitspreekt: In 2014 is de stad duurzaam. De inzet van de diensten en het energie-/klimaatprogramma maken onderdeel uit van het programma. De diensten en bedrijven sturen op de eigen lijnresultaten en daar waar nodig wordt programmatisch gestuurd op onderwerpen als Klimaat en Energie. De diensten en bedrijven – en ook het nieuwe programmabureau Energie/klimaat – zijn hierbij zelf verantwoordelijk voor hun eigen bijdrage en het behalen van de eigen doelen. Dit programma heeft een looptijd van vier jaar en is een natuurlijk vervolg op de huidige plannen en programma’s zoals het vierjarige Milieubeleidsplan en de wettelijk verplichte Milieuprogramma’s. En bouwt voort op de inzichten verkregen uit het visiedocument Amsterdam Uitgesproken Duurzaam. Perspectief voor 2040. Het programma steunt op vier pijlers. � Klimaat en Energie � Mobiliteit en Luchtkwaliteit � Consumenten en Materialen � Innovatieve Economie. Zoals hierboven al werd aangegeven vormt het Programakkoord 2010-2014 Kiezen voor de stad de basis voor het duurzaamheidsprogramma, terwijl het programma op haar beurt weer thema’s en ambities uit het programakkoord met elkaar verbindt. Het programma vervult de volgende kernfuncties: � consistentie (samenhang aanbrengen tussen de acties uit de ondersteunende

programma’s) � monitoring (kwantificeren van de bijdragen aan de overall doelstelling)

Raadsdruk Begroting 2011 431

Page 437: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

� participatie (vorm geven aan het streven naar een duurzame stad en verbinden van de stakeholders op dit onderwerp)

� efficiency en financiering (stimuleren waardevermeerdering en kostenverlaging) � innovatie (creëren en benutten van kansen) 8.6 Doelstellingen duurzaamheid 2011-2014 In deze subparagraaf zijn de doelstellingen opgenomen die betrekking hebben op duurzaamheid, zodat er een overzicht ontstaat van de activiteiten die op het gebied van duurzaamheid in 2011 en latere jaren zullen worden uitgevoerd. Ze zijn gerangschikt onder de namen van de programma’s en de subprogramma’s waarin ze zijn opgenomen – en daar vindt u ook de toelichtingen. 8.6.1 Programma Verkeer en infrastructuur Subprogramma: Goede mobiliteit in de stad Programakkoord 2010-2014 Doelstelling 7: Verhogen fietstevredenheid Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Beoordeling fietsers van Amsterdam als fietsstad

7,2 2009 7,2 7,3 7,4 7,5

Subprogramma: Een aantrekkelijke stad

Programakkoord 2011-2014 Doelstelling 9: Betere luchtkwaliteit in de stad Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Oordeel NSL of Amsterdam op schema ligt om doel 2015 te bereiken (2015: reductie van NO2 met 0,5 µ / m3 in 2015 door projecten uit VGS)

Ont-wikkeling op schema

Ont-wikkeling op schema

Ont-wikkeling op schema

Ont-wikkeling op schema

Doelstelling 10: Groter aandeel voor elektrisch vervoer Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aandeel elektrische in plaats van fossiele kilometers in het stedelijk autoverkeer

0% 4% van alle afgelegde kilo-meters elektrisch

8.6.2 Programma Milieu en water Subprogramma: Milieu Overige doelstellingen

Doelstelling 1 : In elk inkooptraject is duurzaamheid meegewogen en waar mogelijk vertaald in inkoopcriteria of contractvoorwaarden Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Amsterdamse monitor duurzaam inkopen Ambitie is tenminste

75%.

Landelijke monitor met

nulmeting vindt plaats

in 2010

80 % 85% 90% 95%

Raadsdruk Begroting 2011 432

Page 438: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Doelstelling 2: Amsterdam is een toonaangevende duurzame stad, waarbij 2014 Amsterdam in de top 5 van de EU green Capitalstaat Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Positie op EU Greencapital list, of evt. andere objectieve ranglijst europese steden

Amsterdam 4e in 2009 In 2014 is Amsterdam een toonaangevende stad, waarbij we in de top 5 eindigen bij de verkiezing EU Green Capital: -Vaststellen aanpak waarbij de punten verbeterd worden waarop we bij de vorige verkiezing ondergemiddeld scoorden en de sterktes uitbouwen.

idem Idem In 2013 aanvraag voor nieuwe EU Green Capital voorbereid

idem

Grondstoffen transitie: Geformuleerd doel in duurzaamheids-programma

Duurzaamheidsprogramma formuleren, zoals hoeveel % minder huidhoudelijk afval en % hergebruik materialen doormiddel van de volgende acties: - Vastgestelde grondstoffenstrategie i.s.m. andere diensten ( AEB, Haven, IVV, IBA, OGA). - Bijdrage aan project haven, grondstof=afval - C2C loket en website geactualiseerd - concrete project-, productadvisering Cradle2Cradle - rapporteren over gerealiseerde icoon-projecten in Amsterdam

Economie en innovatie: Geformuleerd doel in duurzaamheids-programma

*Duurzame bedrijven kiezen voor Amsterdam * Amsterdamse bedrijven werken steeds eco-efficienter: * uitvoering project DEIS * project Groene Loper *Duurzaam toerisme

idem idem idem

Duurzaamheids-programmering

* vaststelling Duurzaamheidsprogramma 2010-2014 *Projecten Duurzaam-heidsprogramma in uitvoering * Opstellen duurzaamheidsverslag

idem

Idem idem

idem

Duurzaamheid verbinden in de stad: Goede en steeds meer samenwerkingsverbanden tussen gemeente en bedrijfsleven, Gemeente en bewoners versterken en verbinden op duurzaamheid

* Kennisnetwerk duurzaamheid binnen de stad onderhouden en versterken * Vormgeven lobby naar Europa en in Nederland * Externe communicatie (duurzaamheidswebsite) *Festival Amsterdam Duurzaam *programmamanagement CUD en SET

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Actie plan geluid: - het aantal (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden t.g.v. wegverkeer - aantal woningen met geluidbelasting boven 68dB

Geluidskaart 2007 * Beleid geactualiseerd voor: -Bouwen op geluidbelaste locaties -Bouwlawaai -Geluid bij evenementen * Uitvoeren actieplan geluid * Opstellen nieuwe geluidkaart in kader EU richtlijn

Idem

Idem

Idem

Raadsdruk Begroting 2011 433

Page 439: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

* Zonebeheer en beleid Westpoort * Uitvoeren acties stille gebieden

Idem

idem

Idem

idem

Idem

idem

Externe veiligheid: -alle risico’s in beeld en overal voldoen aan grenswaarde

* Externe Veiligheid: o.a. groepsrisicobeleid gemeente-breed vastgesteld * Structuurvisie Externe veiligheid Amsterdam vastgesteld * Voorzitterschap Task force Lucht * Adviseren op Wet milieubeheer procedures op gebied van Externe veiligheid en luchtkwaliteit

Idem

idem

Idem

Idem

Idem

idem

Energie: -Van de grootstedelijke projecten zal 100% en van de overige projecten zal 70% die bij STAT langskomen een duurzaamheidsparagraaf kennen - in de periode 2011-2014 5000 woningen voorzien van ieder 6 zonnepanelen

Doelen energie en lucht elders geformuleerd

* 10 energievisies maken, waar Klimaatneutraal bouwen een van de scenario’s is. * 4 quickscans milieu en duurzaamheid *2 Pilots Breeam uitvoeren voor 1 nieuwbouw project en 1 vernieuwbouw project. *Milieuplaberum inclusief toetsing op externe veiligheid vastgesteld. *Quickscans uitvoeren en adviseren op ruimtelijke projecten met betrekking tot luchtkwaliteit.

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

*Regulering wordt uitgevoerd rekening houdend met de milieurisico’s; waar nodig worden specifieke voorschriften opgelegd *Procedures worden binnen de wettelijke termijnen afgehandeld

De vergunning-verlening is op adequaat niveau: milieuvergunningen binnen wettelijke termijn: 90% (2007)

*273 Wabo(deel)-vergunningen en andere reguleringsprocedures waarvan 158 voor de centrale stad. *Vergunningprocedures en overige procedures worden voor 100% binnen de wettelijke termijn afgehandeld

Idem

idem

Idem

idem

Idem

idem

* Procedures worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld

Van de beschikkingen op BUSmel-dingen en sanerings-beschikkingen wordt 95% binnen de wet-telijke termijn afgegeven, van de evaluatie-beschik-kingen 53% (2007)

*320 Beschikkingen op BUS--meldingen en saneringsbeschikkingen *250 Evaluatie- en nazorgbe-schikkingen *750 Beoordelingen bodemon-derzoeken en meldingen vrijstellingsregeling *Saneringsbeschikkingen en beschikkingen op evaluatieverslagen >98% binnen de wettelijke termijn

Idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

Idem

idem

� Milieugerelateerde klachten worden adequaat onderzocht; bij constatering van een gegronde klacht volgen controle en handhaving *Op bodemsaneringen wordt toezicht uitgeoefend afhankelijk van complexiteit en milieurisico’s

Bodemtoezicht: 94% saneringen op beschik-king; 67% op BUS-melding

*Toezicht bij bedrijven 100% conform planning *Behandelling milieu-gerelateerde klachten: 100% Bodemtoezicht: 90% saneringen op beschikking; 60% op BUS-melding

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

idem

Idem

Idem

idem

Raadsdruk Begroting 2011 434

Page 440: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Functionele kwaliteit voor grond en grondwater die bijdraagt aan een gezondere leefomgeving

* Inventarisatie en beheersmaatregelen spoedlocaties humaan * Inventarisatie en beheersmaatregelen spoedlocaties ecologisch * Nazorg Wester- en Oostergasfabriek * Onderzoeksfase saneringsvariant Zuidergasfabriek * sanering Zuidergasfabriek * sanering waterbodem van de Haarlemmer-trekvaart * Voortgang sanering Volgermeerpolder * Nazorg en optimalisering nazorg Diemerzeedijk * midterm-review in het kader convenant bodem * nazorg regulier

idem

Idem

Idem

Idem

Idem

idem

idem

Idem

Idem

Idem

Idem

idem

idem

Idem

Idem

Idem

Idem

idem

8.6.3 Programma Economie en haven Subprogramma: Havenexpoitatie Overige doelstellingen Doelstelling 4: Uitbreiden verdienend vermogen van de haven door het plaatsen van nieuwe windturbines.

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Extra inkomsten uit windmolens Geen extra windmolens

gepland

April 2010 € 0

€ 0 € 0 € 0

8.6.4 Programma Stedelijke Ontwikkeling Subprogramma: Ruimtelijke Ordening Programakkoord 2010-2014

Doelstelling Ro5: Amsterdam stabiliseert CO2-uitstoot. Amsterdam houdt vast aan de ambititie om (ten opzichte van 1990) in 2025 40% van de CO2 uitstoot te reduceren.

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 In 2013 is de groei van de uitstoot, die zich jaarlijks voordeed tot staan gebracht. De neergaande lijn wordt deze periode ingezet

n.t.b. n.t.b. n.t.b. n.t.b.

Overige doelstellingen Doelstelling Ro7 Bewaken stedelijke samenhang (dRO)

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Bewaken functioneel-ruimtelijke samenhang binnen de stad en met de regio.

Zie tekst

Raadsdruk Begroting 2011 435

Page 441: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Subprogramma: Bouwen Programakkoord 2010-2014 Doelstelling Bo3: Klimaat en energie

Subdoelstelling Bo3a: Klimaatneutraal bouwen

Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Duurzaamheid substantieel meewegen bij selectie marktpartijen

Jaar 2010 100% 100% 100% 100%

40% klimaatneutraal in 2010-2014 20% 40% 60% 80%

Subdoelstelling Bo3b: Uitbreiden warmtenet Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Aantal stadswarmte aansluitingen in woningequivalent 1)

50.387 31-12-2009 5.000 5.000 5.000 5.000

Subprogramma: Wonen Programakkoord 2010-2014 Doelstelling Wo3: Een grootschalig woningisolatieprogramma wordt uitgevoerd Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014

Aantal labelsprongen in energielabeling sociaal 23.000 2009 17.500 18.500 19.000 20.000

Particulier Concept Convenant sept 2010 Stimuleringsprogramma nov. 2010

8.6.5 Programma Openbare ruimte, groen sport en recreatie Subprogramma: Groen Overige doelstellingen Doelstelling 1: De stadsparken, postzegelparken en het in stand houden van cultuurhistorisch landschap en groen in en rond onze stad moeten in een optimale conditie zijn om tegemoet te komen aan de wensen van de stadsmensen voor hun recreatieve en sportieve in- en ontspanning. Daartoe is het van belang dit stedelijk milieu in stand te houden en uit te breiden. Dit vereist constant een goede kwalitatieve en kwantitatieve zorg. Indicator Nulmeting en peildatum 2011 2012 2013 2014 Uitputting van de middelen wordt nader bepaald aan de hand van het voorstel dat begin 2011 wordt voorgelegd, waarbij de middelen aan het eind van deze bestuursperiode voor 100 %l zijn verplicht en voor ca. 80% zijn uitgegeven.

1e kwartaal 2011

8 2

Doelstelling 2: Recreatieschappen onderdeel van de groene structuur in de Amsterdamse regio en van groot belang voor de recreërende Amsterdammers Indicator Nulmeting en peildatum 1 juni 2009 2010 2011 2012 2013 Stijging inkomsten schappen en aanpak kostenbeheersing

Professionalisering en verdienend vermogen op gang Begrotingen hebben de

Professionele inrichting en aansturing schappen gerealiseerd

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Evaluatie rol

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Conclusie rol

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Nwe beheerorga

Begrotingen op orde Gezond perspectief schappen Nwe beheerorga

Raadsdruk Begroting 2011 436

Page 442: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

neiging te blijven stijgen

Amsterdam Amsterdam in schappen

nisatie in metropolitaan landschap staat in de tijgers

nisate metropolitaan landschap gefaseerd ingevoerd.

Raadsdruk Begroting 2011 437

Page 443: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 438

Page 444: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

5 Cijfermatige overzichten Leeswijzer Programmabegroting Baten en lasten per resultaatgebied Overzicht rentelasten Subsidiestaat Subsidies ten laste van de stelposten Routinematige investeringen Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering zal worden voorgelegd Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door ons College zal plaatsvinden Raming EMU saldo Personele verantwoording

Raadsdruk Begroting 2011 439

Page 445: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 440

Page 446: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Leeswijzer Met de vaststelling van dit onderdeel van de gemeentebegroting machtigt uw Vergadering ons College tot het doen van een bepaald bedrag aan uitgaven voor het bereiken van een bepaald resultaat en de realisatie van de daarmee samenhangende inkomsten. Het bestaat uit de volgende overzichten: 1. Programmabegroting 2011. Dit is een totaaloverzicht van baten en lasten 2. Baten en lasten per resultaatgebied 3. het overzicht rentelasten 2011 4. de aan derden te verstrekken subsidies:

a. subsidiestaat b. subsidies ten laste van stelposten

5. de geraamde routinematige investeringen in 2011 6. een overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering

zal worden voorgelegd 7. een overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door ons College

zal plaatsvinden 8. het geraamde EMU-saldo over de jaren 2011 tot en met 2014 9. een personele verantwoording bestaande uit ‘formatie in fte’, ‘ziekteverzuim’ en ‘externe

inhuur’. Hieronder wordt, indien benodigd, een korte toelichting gegeven op de overzichten. ad. 2 Dit betreft alle begrotingsposten bij ongewijzigd beleid en een aantal stelposten. De belangrijkste daarvan zijn opgenomen in ons verdelingsvoorstel voor de invulling van de structurele en incidentele begrotingsruimte. Na vaststelling door uw Vergadering van de verdeling van deze ruimte, worden de betreffende begrotingsposten met een afzonderlijke begrotingswijziging aangepast. ad. 3 Naast afschrijvingen wordt ook de rente over de door de gemeente aangetrokken geldleningen, via een omslagstelsel, doorbelast aan de desbetreffende begrotingsposten. ad. 4 De aan derden te verlenen subsidies zijn als onderdeel van de desbetreffende begrotingsposten opgenomen in de begroting bij ongewijzigd beleid. In dit afzonderlijke overzicht wordt daarvan een nadere specificatie opgenomen. Met de vaststelling hiervan machtigt uw Vergadering ons College tot subsidieverlening. ad. 5 Kredieten voor routinematige investeringen worden door uw Vergadering verleend met de vaststelling van de begroting bij ongewijzigd beleid. Het betreft reguliere vervangingsinvesteringen dan wel investeringen met een jaarlijks terugkerend karakter. ad. 6 Bij de begroting wordt een overzicht opgenomen van niet routinematige investeringen, welke geen grote bestuurlijke impact hebben en waarvan de financiële dekking volledig is geregeld. Bij de projecten is een zodanige toelichting gevoegd dat uw Vergadering een goed inzicht krijgt in de aard van het project. Indien uw Vergadering daarmee instemt zal de kredietverlening plaatsvinden door ons College. ad. 8 Met ingang van 2006 moeten de gemeenten in hun begroting een driejaarsraming opnemen van hun eigen EMU-saldo waarmee landelijk inzicht wordt verkregen in het deel van het financieringstekort dat veroorzaakt wordt door gemeenten.

Raadsdruk Begroting 2011 441

Page 447: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 442

Page 448: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programmabegroting 2011

Raadsdruk Begroting 2011 443

Page 449: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 444

Page 450: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Programmabegroting 2011Rekening 2009 Begroting 2010 Begroting 2011

€ € €Openbare orde en veiligheid 127.246.377 122.453.827 110.953.209Werk en inkomen 1.017.297.463 1.108.478.410 1.093.309.230Zorg 380.681.455 366.172.929 380.264.259Educatie & jeugd en diversiteit 262.454.944 268.035.818 194.538.150Verkeer en Infrastructuur 512.818.458 543.781.870 439.335.860Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 69.429.746 65.443.060 44.639.420Cultuur en monumenten 141.504.262 138.216.077 130.590.977Milieu en water 429.104.540 516.623.454 482.446.721Economie en haven 136.944.284 120.606.664 108.582.875Facilitair en bedrijven 346.461.896 298.794.074 315.910.773Stedelijke ontwikkeling 433.965.885 357.916.675 209.040.270Bestuur en concern 105.546.096 93.134.965 85.078.645Dienstverlening 72.775.128 67.606.215 67.164.928Totaal lasten 4.036.230.534 4.067.264.038 3.661.855.317

Openbare orde en veiligheid 31.811.280 11.374.780 10.525.720Werk en inkomen 781.800.365 829.892.250 829.025.080Zorg 203.409.592 171.422.990 141.011.069Educatie & jeugd en diversiteit 146.690.372 97.857.550 74.379.260Verkeer en Infrastructuur 742.948.786 388.880.860 232.304.490Openbare ruimte, groen, sport en recreatie 9.788.241 3.905.680 2.423.380Cultuur en monumenten 13.500.880 12.196.390 12.457.940Milieu en water 405.699.897 482.326.610 445.181.157Economie en haven 154.831.917 137.368.260 130.091.870Facilitair en bedrijven 327.900.648 287.442.076 291.355.712Stedelijke ontwikkeling 352.166.788 266.696.331 201.327.682Bestuur en concern 30.104.034 18.162.210 8.648.527Dienstverlening 36.657.747 28.541.760 30.145.915Totaal baten 3.237.310.547 2.736.067.747 2.408.877.802

Saldo lasten en baten 798.919.987 1.331.196.291 1.252.977.515

Algemene dekkingsmiddelenUitkering gemeentefonds 1.463.489.563 1.516.774.933 1.533.298.286Uitkering stadsdeelfonds -631.138.135 -637.521.885 -624.756.890Belastingen 149.327.249 145.697.860 148.006.130Erfpacht 123.790.691 202.839.860 110.833.890Financiering 122.977.422 77.130.320 90.292.269Deelnemingen 41.871.567 13.148.750 25.629.170Overige algemene dekkingsmiddelen 479.325.671 3.445.396 -21.608.809Totaal algemene dekkingsmiddelen 1.749.644.028 1.321.515.234 1.261.694.046

Resultaat voor onttrekking/toevoeging aan reserves 950.724.041 -9.681.057 8.716.531Onttrekkingen aan reserves 1.047.946.327 425.283.116 565.320.484Toevoegingen aan reserves -1.872.689.707 -415.602.059 -574.037.015

Resultaat na onttrekking/toevoeging aan reserves

125.980.661 0 0

Niet in de Rekening 2009 verwerkte reserverings-voorstellen

4.600.000

Resultaat na verwerking 121.380.661

Raadsdruk Begroting 2011 445

Page 451: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 446

Page 452: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Baten en lasten per programma

Raadsdruk Begroting 2011 447

Page 453: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Openbare orde en veiligheid

Sub-programma 10.1 Openbare orde en veiligheid 1400301 Projecten veiligheidsbeleid 0,00 0 0

1400304 Commissies en secretariaten politieorganen 460.332,00 457.480 445.500

1400601 Veiligheidsplan 24.553.027,00 22.655.607 22.197.347

1400605 Informatiehuishouding radicalisering 520.275,00 500.680 1.142.770

1400606 Bestuurlijke bestrijding (georganiseerde) criminaliteit 5.122.465,00 5.560.050 1.645.132

1400607 Vreemdelingenbeleid 2.398.661,00 1.121.280 528.340

1400610 Stedelijk project Toezicht en Handhaving 3.733.388,00 400.000 0

1400611 Aanpak Wallengebied 0,00 5.500.000 0

6200403 Jeugd en Veiligheid 8.891.903,00 8.324.200 7.975.940

9801002 Dotatie reserve Aankopen Van Traa-team (BDA) 7.432.000,00 0 0

9801018 Dotatie reserve gevolgen vreemdelingenwetgeving 317.888,00 0 0

9801024 Dotatie reserve OOV (BMO) 3.196.503,00 0 0

Subprogramma 10.1 Openbare orde en veiligheid 56.626.442,00 44.519.297 33.935.029

Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer 1400303 Nazorg calamiteiten 0,00 0 0

Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg 1200101 Brandweerzorg 70.516.488,00 70.729.590 70.890.590

1200103 Kapitaallasten verstrekte geldlening aan Regionale Brandweer Amsterdam Amstelland 2.059.028,00 2.059.030 1.983.740

1200201 Veiligheidsregio 494.301,00 0 0

1200301 Crisisbeheersing 564.918,00 575.160 273.100

1200303 Functioneel leeftijdsontslag Brandweer 7.931.591,00 4.570.750 3.870.750

9801050 Dotatie reserve Brandweer 2.868.610,00 0 0

9801601 Dotatie reserve vakantiegeld (Brandweer) 0,00 0 0

9801603 Dotatie reserve vakantiegeld Brandweer (rekening 2008) 0,00 0 0

Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg 84.434.936,00 77.934.530 77.018.180

Subprogramma 10.4 Brandbestrijding 9801609 Dotatie reserve nieuwe kazerne Westerpark 0,00 0 0

Subprogramma 10.4 Brandbestrijding 0,00 0 0

Totaal van de lasten 141.061.378,00 122.453.827,00 110.953.209,00

Totaal van de baten 35.400.973,00 11.374.780,00 11.335.189,00

Nadelig saldo 105.660.405,00 111.079.047,00 99.618.020,00

Resultaat voor bestemming 95.435.097,00 111.079.047,00 100.427.489,00

Dotaties 13.815.001,00 0,00 0,00

Onttrekkingen 3.589.693,00 0,00 809.469,00

Resultaatbestemming 10.225.308,00 0,00 -809.469,00

Resultaat na bestemming 105.660.405,00 111.079.047 99.618.020

Raadsdruk Begroting 2011 448

Page 454: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Openbare orde en veiligheid

Sub-programma 10.1 Openbare orde en veiligheid 1400301 Projecten veiligheidsbeleid 0,00 0 0

1400304 Commissies en secretariaten politieorganen 610.456,00 617.950 613.320

1400601 Veiligheidsplan / GSB 16.633.414,00 6.943.730 6.162.650

1400605 Informatiehuishouding radicalisering 539.830,00 500.680 496.920

1400606 Bestuurlijke bestrijding (georganiseerde) criminaliteit 1.299.494,00 967.870 1.063.610

1400607 Vreemdelingenbeleid 1.743.610,00 0 0

1400610 Stedelijk project Toezicht en Handhaving 2.135.596,00 0 0

1400611 Aanpak Wallengebied 0,00 0 0

6200403 Rijksbijdrage Sociale Integratie en Veiligheid (onderdeel preventie jeugdcriminaliteit) 6.295.223,00 280.000 200.000

9801002 Onttrekking reserve Aankopen Van Traa-team (BDA) 458.309,00 0 0

9801018 Onttrekking reserve gevolgen vreemdelingenwetgeving 654.839,00 0 209.472

9801024 Ontrekking reserve OOV (BMO) 1.797.655,00 0 599.997

Subprogramma 10.1 Openbare orde en veiligheid 32.168.426,00 9.310.230 9.345.969

Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer 1400303 Verhaal kosten nazorg calamiteiten 0,00 0 0

Subprogramma 10.2 Sociale veiligheid openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg 1200101 Brandweerzorg 0,00 0 0

1200103 Rentebaten verstrekte geldlening aan Regionale Brandweer Amsterdam Amstelland 2.059.028,00 2.059.030 1.983.740

1200201 Veiligheidsregio 494.304,00 0 0

1200301 Crisisbeheersing 325,00 5.520 5.480

1200303 Functioneel leeftijdsontslag Brandweer 0,00 0 0

9801050 Onttrekking reserve Brandweer 678.890,00 0 0

9801601 Onttrekking reserve vakantiegeld (Brandweer) 0,00 0 0

9801603 Onttrekking reserve vakantiegeld Brandweer (rekening 2008) 0,00 0 0

Subprogramma 10.3 Crisisbeheersing en Brandweerzorg 3.232.547,00 2.064.550 1.989.220

Subprogramma 10.4 Brandbestrijding 9801609 Onttrekking reserve nieuwe kazerne Westerpark 0,00 0 0

Subprogramma 10.4 Brandbestrijding 0,00 0 0

Totaal van de baten 35.400.973,00 11.374.780,00 11.335.189,00

Totaal van de lasten 141.061.378,00 122.453.827,00 110.953.209,00

Voordeling saldo -105.660.405,00 -111.079.047,00 -99.618.020,00

Resultaat voor bestemming -115.885.713,00 -111.079.047,00 -98.808.551,00

Dotaties 13.815.001,00 0,00 0,00

Onttrekkingen 3.589.693,00 0,00 809.469,00

Resultaatbestemming 10.225.308,00 0,00 -809.469,00

Resultaat na bestemming -105.660.405,00 -111.079.047 -99.618.020

Raadsdruk Begroting 2011 449

Page 455: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Werk en inkomen

Subprogramma 20.1 Participatie en Werk 6110101 Sociale Werkvoorziening 80.151.824,00 76.587.000 85.182.000

6110102 Pantar 1.139.008,00 2.939.000 1.491.000

6110106 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen WRA-groep 363.177,00 354.270 152.400

6110109 Werkfonds WIW (DWI) 201.784.130,00 217.300.000 0

6110201 Uitvoeringskosten werkgelegenheid Dienst Werk en Inkomen 59.767.679,00 60.800.000 0

6110404 Voorziening declaratie WIW/Kinderopvang 133.423,00 0 0

6110410 Kinderopvang bijstandsgerechtigden 3.585.610,00 2.404.000 2.329.000

6110412 Stelpost werk (DWI) 2.725.483,00 3.214.000 2.124.000

6110413 Gemeentelijke middelen WWB werkbudget 1.664.983,00 1.750.000 1.750.000

6110415 Gemeentelijk overig 0,00 0 0

6110417 Blijf aan de bal banen (incidentele prioriteit 2010) 0,00 2.000.000 0

6110418 Gemeentelijke bijdrage Participatiebudget (incidentele prioriteit 2010) 0,00 10.700.000 0

6230101 WWB-middelen 0,00 0 154.124.000

6230150 Uitvoeringskosten reintegratie (WPB) 0,00 0 56.554.820

6230201 Inburgering (WPB) 0,00 0 62.050.000

6230250 Uitvoeringskosten inburgering (WPB) 0,00 0 7.866.010

6230301 Educatie (WPB) 0,00 0 7.021.540

6230350 Uitvoeringskosten educatie (WPB) 0,00 0 1.856.110

9804505 Dotatie reserve Huisvesting kinderopvang Triade (DWI) 0,00 0 0

9808030 Dotatie reserve Instapcursussen (DWI) 0,00 0 0

9808101 Dotatie reserve vakantiegeld (Maatwerk) 0,00 0 0

Subprogramma 20.1 Participatie en Werk 351.315.317,00 378.048.270 382.500.880

Subprogramma 20.2 Inkomen 6100102 Bijstand aan thuiswonende personen van 65 jaar en ouder 27.638.517,00 0 0

6100103 Bijstand aan thuiswonende personen jonger dan 65 jaar 471.781.620,00 560.258.610 530.812.700

6100104 Wet Investeren in Jongeren 0,00 0 22.445.800

6100105 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden 0,00 0 4.323.330

6100110 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers 0,00 0 7.112.170

6100111 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 0,00 0 1.325.160

6100120 Wet inkomensvoorziening kunstenaars 0,00 0 8.737.510

6100202 Bijstandsbesluit zelfstandigen 7.336.434,00 6.036.000 7.595.040

6100301 Bijstand aan ondernemers in de binnenvaart -19.219,00 0 0

6100302 WWB en WFA budget 0,00 0 0

6100303 WWB budget - aanpassing conjunctuur 0,00 0 0

6100304 WWB budget - aanvullende uitkering 0,00 0 0

6100401 Uitvoeringskosten bijstandsverlening Dienst Werk en Inkomen 63.431.728,00 67.898.600 69.644.850

6100501 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden (niet krachtens rijksgroepsregeling) 3.844.810,00 5.660.420 0

6120101 Uitvoering van de Wet Inkomensvoorziening oudere en oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

werknemers

4.696.856,00 6.023.340 0

6120102 Uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

zelfstandigen

1.215.431,00 1.341.560 0

6120103 Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars 6.220.442,00 6.080.840 0

6120201 Uitvoeringskosten inkomensvoorzieningen Dienst Werk en Inkomen 3.935.030,00 4.350.200 0

9800117 Dotatie weerstandsvermogen (WWB) 0,00 0 0

9804521 Dotatie reserve vakantiegeld (DWI) 3.112.000,00 3.033.940 0

9804533 Dotatie reserve rechtmatigheidsonderzoeken (DWI) 400.000,00 0 0

9804535 Dotatie reserve WiGo4IT 750.000,00 0 0

9804536 Dotatie reserve projectconsulenten 500.000,00 0 0

9808027 Dotatie reserve geïntegreerde voorziening 1.396.189,00 0 0

Subprogramma 20.2 Inkomen 596.239.838,00 660.683.510 651.996.560

Raadsdruk Begroting 2011 450

Page 456: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Werk en inkomen

Subprogramma 20.1 Participatie en Werk 6110101 Rijksbijdrage Sociale Werkvoorziening 76.251.824,00 73.987.000 83.782.000

6110102 Pantar 0,00 0 0

6110106 Rente van verstrekte geldleningen WRA-groep 363.177,00 354.270 152.400

6110109 Werkfonds WIW (DWI) 205.137.561,00 219.100.000 0

6110201 0,00 0 0

6110404 Voorziening declaratie WIW/Kinderopvang 559.427,00 0 0

6110410 Kinderopvang bijstandsgerechtigden 30.581,00 0 0

6110412 Stelpost werk (DWI) 0,00 0 0

6110413 25.202,00 0 0

6110415 Gemeentelijk overig 0,00 0 4.000.000

6110417 Blijf aan de bal banen (incidentele prioriteit 2010) 0,00 0 0

6110418 Gemeentelijke bijdrage Participatiebudget (incidentele prioriteit 2010) 0,00 0 0

6230101 WWB-middelen 0,00 0 151.924.000

6230150 Uitvoeringskosten reintegratie (WPB) 0,00 0 0

6230201 Inburgering (WPB) 0,00 0 59.640.000

6230250 Uitvoeringskosten inburgering (WPB) 0,00 0 0

6230301 Educatie (WPB) 0,00 0 6.800.000

6230350 Uitvoeringskosten educatie (WPB) 0,00 0 0

9804505 Onttrekking reserve Huisvesting kinderopvang Triade (DWI) 320.000,00 320.000 320.000

9808030 Onttrekking reserve Instapcursussen (DWI) 0,00 0 1.500.000

9808101 Onttrekking reserve vakantiegeld (Maatwerk) 0,00 0 0

Subprogramma 20.1 Participatie en Werk 282.687.772,00 293.761.270 308.118.400

Subprogramma 20.2 Inkomen 6100102 Bijstand aan thuiswonende personen van 65 jaar en ouder 27.638.517,00 0 0

6100103 Bijstand aan thuiswonende personen jonger dan 65 jaar 470.474.546,00 429.672.310 513.512.700

6100104 Wet Investeren in Jongeren 0,00 0 22.445.800

6100105 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden 0,00 0 4.323.330

6100110 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers 0,00 0 7.112.170

6100111 Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 0,00 0 1.325.160

6100120 Wet inkomensvoorziening kunstenaars 0,00 0 8.737.510

6100202 Bijstandsbesluit zelfstandigen 6.931.298,00 5.969.500 7.606.950

6100301 Rijksbijdrageregeling ondernemers in de binnenvaart 0,00 0 0

6100302 WWB budget -27.470.863,00 0 -43.630.900

6100303 WWB budget - aanpassing conjunctuur 0,00 69.283.430 0

6100304 WWB budget - aanvullende uitkering 0,00 10.924.070 0

6100401 0,00 0 0

6100501 Bijstand aan elders verzorgden/verpleegden (niet krachtens rijksgroepsregeling) 3.844.810,00 5.660.420 0

6120101 Uitvoering van de Wet Inkomensvoorziening oudere en oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte

werkloze werknemers

4.810.711,00 5.655.950 0

6120102 Uitvoering van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

zelfstandigen

1.249.584,00 1.345.240 0

6120103 Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars 6.220.442,00 6.080.840 0

6120201 0,00 0 0

9800117 Onttrekking weerstandsvermogen (WWB) 13.700.000,00 19.000.000 18.600.000

9804521 Onttrekking reserve vakantiegeld (DWI) 2.909.000,00 2.967.180 0

9804533 Onttrekking reserve rechtmatigheidsonderzoeken (DWI) 910.000,00 0 0

9804535 Onttrekking reserve WiGo4IT 0,00 0 750.000

9804536 Onttrekking reserve projectconsulenten 500.000,00 0 0

9808027 Onttrekking reserve geïntegreerde voorziening 0,00 0 530.000

Subprogramma 20.2 Inkomen 511.718.045,00 556.558.940 541.312.720

Raadsdruk Begroting 2011 451

Page 457: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding 6140101 Bijzondere bijstand 24.313.177,00 23.731.680 14.197.000

6140201 Armoedebeleid 28.299.436,00 27.660.140 22.663.000

6140204 Kwijtschelding afvalstoffenheffing 6.031.373,00 3.743.400 3.718.400

6140206 Stadspas 2.638.494,00 2.562.850 1.853.500

6140207 Woonlastenfonds 5.178.683,00 5.035.000 4.996.000

6140208 Flankerend bijstandbeleid 472.005,00 476.190 473.000

6140209 Uitvoeringskosten armoedebestrijding Dienst Werk en Inkomen 8.523.498,00 8.937.240 10.385.230

6140210 Uitkeringen uit reserves en voorzieningen 232.427,00 402.000 300.000

6140211 Stichting Bijzondere Noden 211.404,00 232.070 225.660

9804534 Dotatie reserve KOA 0,00 0 0

9808028 Dotatie reserve armoede Tang gelden - chronische zieken 400.000,00 0 0

Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding 76.300.497,00 72.780.570 58.811.790

Totaal van de lasten 1.023.855.652,00 1.111.512.350,00 1.093.309.230,00

Totaal van de baten 800.349.365,00 852.179.430,00 850.725.080,00

Nadelig saldo 223.506.287,00 259.332.920,00 242.584.150,00

Resultaat voor bestemming 235.497.098,00 278.586.160,00 264.284.150,00

Dotaties 6.558.189,00 3.033.940,00 0,00

Onttrekkingen 18.549.000,00 22.287.180,00 21.700.000,00

Resultaatbestemming -11.990.811,00 -19.253.240,00 -21.700.000,00

Resultaat na bestemming 223.506.287,00 259.332.920 242.584.150

Raadsdruk Begroting 2011 452

Page 458: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding 6140101 Bijzondere bijstand 1.609.181,00 1.179.370 1.179.000

6140201 3.434.297,00 0 0

6140204 0,00 0 0

6140206 Stadspas 690.070,00 679.850 114.960

6140207 0,00 0 0

6140208 0,00 0 0

6140209 0,00 0 0

6140210 0,00 0 0

6140211 Stichting Bijzondere Noden 0,00 0 0

9804534 Onttrekking reserve KOA 210.000,00 0 0

9808028 Onttrekking reserve armoede Tang gelden - chronische zieken 0,00 0 0

Subprogramma 20.3 Armoedebestrijding 5.943.548,00 1.859.220 1.293.960

Totaal van de baten 800.349.365,00 852.179.430,00 850.725.080,00

Totaal van de lasten 1.023.855.652,00 1.111.512.350,00 1.093.309.230,00

Voordeling saldo -223.506.287,00 -259.332.920,00 -242.584.150,00

Resultaat voor bestemming -211.515.476,00 -240.079.680,00 -220.884.150,00

Dotaties 6.558.189,00 3.033.940,00 0,00

Onttrekkingen 18.549.000,00 22.287.180,00 21.700.000,00

Resultaatbestemming -11.990.811,00 -19.253.240,00 -21.700.000,00

Resultaat na bestemming -223.506.287,00 -259.332.920 -242.584.150

Raadsdruk Begroting 2011 453

Page 459: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Zorg

Subprogramma 30.0 Zorg 9803812 Dotatie reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 0 0

Subprogramma 30.0 Zorg 0,00 0 0

Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg 1200302 Gemeenschappelijke regeling geneeskundige hulp bij rampen 3.023.400,00 3.064.410 2.859.880

1400501 Boedelbeheer 968.604,00 1.067.750 967.670

6110114 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zorg / maatsch. opvang (prioriteit 2010) 0,00 150.000 0

6200301 Maatschappelijke opvang en drugshulpverlening 75.987.480,00 73.220.170 63.742.330

6200302 Subsidies t.b.v. diverse instellingen Maatschappelijke Dienstverlening 350.518,00 250.770 244.930

6200303 Subsidie voor activiteiten ten behoeve van lichamelijk gehandicapten 0,00 10 10

6200313 DWZS Zorg 3.373.534,00 3.454.370 3.258.060

6200803 Wonen, Zorg en Dienstverlening 4.841.992,00 5.892.120 5.025.040

6201102 Wachtgelden subsidieportefeuille Maatschappelijke Gezondheidszorg 0,00 600 600

6201105 Pensionontruimingen 263.115,00 297.430 287.100

6201106 Inkomensbeheer en Uitvaarten 810.857,00 758.800 733.680

6201107 Uitvoeringskosten maatschappelijke zorg Dienst Werk en Inkomen 701.310,00 588.680 626.220

6210102 Centrale opvang asielzoekers/VVTV (vergoedingen) 747,00 0 0

6220101 WMO Hulp bij het Huishouden 60.117.446,00 57.717.520 57.394.720

6220102 Subsidieregelingen in het kader van de WMO -156.120,00 0 0

6220103 Vergoedingen aan stadsdelen in het kader van de WMO 1.044.997,00 1.064.633 1.064.633

6220104 Maatschappelijk meedoen 4.812.362,00 4.385.490 3.324.230

6220105 Eigen kracht conferenties 716.319,00 0 0

6220106 Uitvoering aanpak AWBZ-Pakketmaatregel 0,00 0 6.230.000

6220107 Vrijwilligerswerk 0,00 0 1.193.630

6520101 WMO aanvullend openbaar vervoer 12.891.431,00 13.921.000 14.620.000

6520201 WMO verstrekkingen woonvoorzieningen 17.514.631,00 17.171.860 16.400.010

6520203 WMO apparraatskosten woonvoorzieningen 815.710,00 832.790 0

6520301 WMO verstekkingen vervoersvoorzieningen 18.367.551,00 19.605.110 20.125.920

6520302 WMO apparaatskosten vervoersvoorzieningen 1.451.732,00 1.502.360 0

6520401 WMO overige lasten 7.649.059,00 8.882.360 9.467.390

6520402 WMO Indicaties 4.696.999,00 3.838.000 4.400.000

6520403 DWZS WMO 1.068.290,00 1.084.990 5.847.320

6520404 WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open einde regelingen 1.846.374,00 4.500.000 0

6520501 Stimuleringsfonds gehandicapten 4.743,00 0 0

7140102 Openbare geestelijke gezondheidszorg 21.330.523,00 21.152.050 22.210.290

7140105 Subsidies t.b.v. diverse instellingen gezondheidszorg 564.470,00 577.430 563.990

7140106 Versterking cliëntorganisaties 1.645.907,00 1.791.370 1.750.070

9802309 Dotatie reserve geïntegreerde voorziening 0,00 0 0

9802348 Dotatie reserve Sociale competentietrainingen Taakspel (GGD) 0,00 0 0

9802350 Dotatie reserve Suicidepreventie (GGD) 0,00 0 0

9802351 Dotatie reserve SDQ 5-10 jaar Leraren (GGD) 0,00 0 0

9802352 Dotatie reserve van Wiechen (GGD) 0,00 0 0

9803730 Dotatie egalisatiereserve WMO 988.000,00 282.130 0

9803807 Dotatie reserve HAG (prostitutiecentrum)(DZS) 269.000,00 0 0

9803808 Dotatie reserve Vakantiegeld (DZS) 200.000,00 183.770 0

9803809 Dotatie reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 0 0

9803810 Dotatie reserve Mantelzorgers (DZS) 252.870,00 0 0

9803811 Dotatie reserve vakantiegeld (DZS) 0,00 0 0

9803813 Dotatie reserve eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers 200.003,00 0 0

9803814 Dotatie reserve Eigen Kracht Centrale (DZS) 0,00 0 0

9803815 Dotatie reserve Amsterdam voor Elkaar aanvragen (DZS) 400.000,00 0 0

9803816 Dotatie reserve Maatschappelijke dienstverlening aan thuiswonenden ouderen (DZS) 350.000,00 0 0

9803817 Dotatie reserve WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open-einde regelingen (DZS) 0,00 0 0

9803818 Dotatie vergoeding experiment woningaanpassingen mantelzorgers 0,00 0 0

9803820 Dotatie reserve Geweld achter de Voordeur 793.582,00 0 0

9803821 Dotatie reserve Investeringen Maatschappelijke Opvang (MO) 6.842.523,00 0 0

9803822 Dotatie reserve AWBZ-pakketmaatregel 2.180.000,00 0 0

Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg 259.179.959,00 247.237.973 242.337.723

Raadsdruk Begroting 2011 454

Page 460: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Zorg

Subprogramma 30.0 Zorg 9803812 Onttrekking reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 0 0

Subprogramma 30.0 Zorg 0,00 0 0

Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg 1200302 Gemeenschappelijke regeling geneeskundige hulp bij rampen 2.849.169,00 2.853.620 2.650.620

1400501 Boedelbeheer 768.075,00 801.580 795.570

6110114 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zorg / maatsch. opvang (prioriteit 2010) 0,00 0 0

6200301 Rijksbijdrage maatschappelijke opvang en verslavingszorg 62.877.200,00 49.892.040 0

6200302 Subsidies t.b.v. diverse instellingen Maatschappelijke Dienstverlening 0,00 0 0

6200303 Onttrekking reserve Stimuleringsfonds t.b.v. Europees Jaar 0,00 0 0

6200313 DWZS Zorg 0,00 0 0

6200803 Onttrekking aan voorzieningen 47.898,00 0 0

6201102 0,00 0 0

6201105 Pensionontruimingen 6.084,00 23.030 22.860

6201106 Inkomensbeheer en Uitvaarten 736.198,00 727.140 710.210

6201107 0,00 0 0

6210102 Centrale opvang asielzoekers/VVTV (vergoedingen) 7.345,00 0 0

6220101 WMO Hulp bij het Huishouden 7.342.064,00 7.663.250 7.750.000

6220102 0,00 0 0

6220103 0,00 0 0

6220104 Maatschappelijk meedoen -10.535,00 0 0

6220105 Eigen kracht conferenties 0,00 0 0

6220106 Uitvoering aanpak AWBZ-Pakketmaatregel 0,00 0 0

6220107 Vrijwilligerswerk 0,00 0 0

6520101 WMO aanvullend openbaar vervoer 929.590,00 1.100.000 1.150.000

6520201 WMO verstrekkingen woonvoorzieningen 0,00 0 0

6520203 0,00 0 0

6520301 WMO verstekkingen vervoersvoorzieningen 0,00 0 0

6520302 WMO apparaatskosten vervoersvoorzieningen 0,00 0 0

6520401 WMO overige baten 1.079.160,00 0 0

6520402 WMO Indicaties 0,00 0 0

6520403 DWZS WMO 0,00 0 0

6520404 WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open einde regelingen 0,00 0 0

6520501 Stimuleringsfonds gehandicapten 0,00 0 0

7140102 Openbare geestelijke gezondheidszorg 12.858.153,00 11.099.990 12.338.489

7140105 Regiovisie verstandelijk gehandicapten 0,00 0 0

7140106 Versterking cliëntorganisaties 0,00 0 0

9802309 Onttrekking reserve geïntegreerde voorziening 192.949,00 0 0

9802348 Onttrekking reserve Sociale competentietrainingen Taakspel (GGD) 0,00 0 416.290

9802350 Onttrekking reserve Suicidepreventie (GGD) 0,00 0 57.860

9802351 Onttrekking reserve SDQ 5-10 jaar Leraren (GGD) 0,00 0 150.000

9802352 Onttrekking reserve van Wiechen (GGD) 0,00 0 100.000

9803730 Onttrekking egalisatiereserve WMO 1.886.030,00 10.810.880 0

9803807 Onttrekking reserve HAG (prostitutiecentrum)(DZS) 211.566,00 0 0

9803808 Onttrekking reserve Vakantiegeld (DZS) 192.728,00 191.730 0

9803809 Onttrekking reserve WW-uitkering (DZS) 0,00 36.070 0

9803810 Onttrekking reserve Mantelzorgers (DZS) 418.471,00 252.870 0

9803811 Onttrekking reserve vakantiegeld (DZS) 0,00 0 0

9803813 Onttrekking reserve eergeweld, begeleiding en opvang slachtoffers 141.353,00 0 0

9803814 Onttrekking reserve Eigen Kracht Centrale (DZS) 718.596,00 0 0

9803815 Onttrekking reserve Amsterdam voor Elkaar aanvragen (DZS) 618.807,00 0 0

9803816 Onttrekking reserve Maatschappelijke dienstverlening aan thuiswonenden ouderen (DZS) 161.940,00 0 0

9803817 Onttrekking reserve WMO Pilots en Kwaliteitsverbetering open-einde regelingen (DZS) 1.846.374,00 0 0

9803818 Onttrekking vergoeding experiment woningaanpassingen mantelzorgers 65.770,00 0 0

9803820 Onttrekking reserve Geweld achter de Voordeur 0,00 0 0

9803821 Onttrekking reserve Investeringen Maatschappelijke Opvang (MO) 0,00 0 0

9803822 Onttrekking reserve AWBZ-pakketmaatregel 0,00 0 0

Subprogramma 30.1 Maatschappelijke zorg 95.944.985,00 85.452.200 26.141.899

Raadsdruk Begroting 2011 455

Page 461: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg 7110401 Spoedeisende medische hulp 20.994.069,00 20.176.540 19.647.470

7120501 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichtingen Slotervaartziekenhuis/Poort/Sarphatihuis 274.555,00 233.370 274.560

7140101 Infectieziekten 29.466.332,00 30.814.970 32.563.370

7140103 Onderzoek gezondheidsbevordering/ -beleid 9.573.321,00 7.368.290 10.393.340

7140201 Milieu & Gezondheid 4.443.197,00 4.231.180 4.330.630

7140202 Algemene gezondheidszorg 4.342.873,00 3.498.290 3.904.760

7140203 Overige activiteiten 6.970.704,00 6.640.716 4.027.796

7140302 Arbo frictiekosten 27.729,00 0 0

7150101 Jeugdgezondheidszorg 57.884.694,00 46.437.500 62.784.610

9802301 Dotatie reserve Gezondheidscentra (GGD) 0,00 0 0

9802305 Dotatie reserve WW-uitkeringen (GGD) 89.950,00 0 0

9802306 Dotatie reserve vakantiegeld (GGD) 3.326.346,00 0 0

9802307 Dotatie reserve Research en Development (GGD) 550.615,00 0 0

9802310 Dotatie reserve streeklaboratorium 0,00 0 0

9802311 Dotatie reserve Friends (programma depressie) (GGD) 0,00 0 0

9802313 Dotatie reserve Samen Starten (GGD) 55.305,00 0 0

9802315 Dotatie reserve Weerbaarheidstraining LVG-meisjes (GGD) 0,00 0 0

9802335 Dotatie reserve Ontbijt en Lunch Schoolgaande Jeugd (GGD) 0,00 0 0

9802337 Dotatie reserve GGZ-Preventie (GGD) 0,00 0 0

9802338 Dotatie reserve Kidos SO (GGD) 0,00 0 0

9802339 Dotatie reserve Voorzorg (GGD) 114.431,00 0 0

9802345 Dotatie reserve Sport Jeugd (GGD) 576.575,00 0 0

9802346 Dotatie reserve Voeding en Bewegen volwassenen (GGD) 152.614,00 0 0

9802347 Dotatie reserve Tienerzwangerschappen 147.891,00 0 0

9802349 Dotatie reserve Overgewicht 4-12 jarigen/Toeleiding kinderen met overgewicht (GGD) 0,00 0 0

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg 138.991.201,00 119.400.856 137.926.536

Totaal van de lasten 398.171.160,00 366.638.829,00 380.264.259,00

Totaal van de baten 216.398.196,00 184.237.310,00 143.230.259,00

Nadelig saldo 181.772.964,00 182.401.519,00 237.034.000,00

Resultaat voor bestemming 177.271.863,00 194.749.939,00 239.253.190,00

Dotaties 17.489.705,00 465.900,00 0,00

Onttrekkingen 12.988.604,00 12.814.320,00 2.219.190,00

Resultaatbestemming 4.501.101,00 -12.348.420,00 -2.219.190,00

Resultaat na bestemming 181.772.964,00 182.401.519 237.034.000

Raadsdruk Begroting 2011 456

Page 462: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg 7110401 Spoedeisende medische hulp 20.162.561,00 17.169.440 16.556.660

7120501 Rente van verstrekte geldleningen Stichtingen Slotervaartziekenhuis/Poort/Sarphatihuis 274.555,00 233.370 274.560

7140101 Infectieziekten 25.866.747,00 26.670.120 28.870.680

7140103 Onderzoek gezondheidsbevordering/ -beleid 4.815.384,00 3.441.760 4.492.440

7140201 Milieu & Gezondheid 3.085.322,00 2.994.560 3.020.250

7140202 Algemene gezondheidszorg 3.672.901,00 2.833.110 3.254.000

7140203 Overige activiteiten 4.489.926,00 4.101.120 2.267.380

7140302 Arbo frictiekosten 0,00 0 0

7150101 Jeugdgezondheidszorg 51.551.795,00 39.818.860 56.857.350

9802301 Onttrekking reserve Gezondheidscentra (GGD) 60.694,00 0 0

9802305 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (GGD) 574.995,00 543.000 72.800

9802306 Onttrekking reserve vakantiegeld (GGD) 3.081.746,00 0 0

9802307 Onttrekking reserve Research en Development (GGD) 1.154.334,00 716.000 408.310

9802310 Onttrekking reserve streeklaboratorium 454.530,00 0 0

9802311 Onttrekking reserve Friends (programma depressie) (GGD) 30.250,00 0 17.090

9802313 Onttrekking reserve Samen Starten (GGD) 0,00 113.770 0

9802315 Onttrekking reserve Weerbaarheidstraining LVG-meisjes (GGD) 19.483,00 0 0

9802335 Onttrekking reserve Ontbijt en Lunch Schoolgaande Jeugd (GGD) 108.279,00 150.000 0

9802337 Onttrekking reserve GGZ-Preventie (GGD) 109.050,00 0 0

9802338 Onttrekking reserve Kidos SO (GGD) 673.406,00 0 93.590

9802339 Onttrekking reserve Voorzorg (GGD) 267.253,00 0 100.000

9802345 Onttrekking reserve Sport Jeugd (GGD) 0,00 0 239.720

9802346 Onttrekking reserve Voeding en Bewegen volwassenen (GGD) 0,00 0 85.930

9802347 Onttrekking reserve Tienerzwangerschappen 0,00 0 57.600

9802349 Onttrekking reserve Overgewicht 4-12 jarigen/Toeleiding kinderen met overgewicht (GGD) 0,00 0 420.000

Subprogramma 30.2 Openbare gezondheidszorg 120.453.211,00 98.785.110 117.088.360

Totaal van de baten 216.398.196,00 184.237.310,00 143.230.259,00

Totaal van de lasten 398.171.160,00 366.638.829,00 380.264.259,00

Voordeling saldo -181.772.964,00 -182.401.519,00 -237.034.000,00

Resultaat voor bestemming -186.274.065,00 -170.053.099,00 -234.814.810,00

Dotaties 17.489.705,00 465.900,00 0,00

Onttrekkingen 12.988.604,00 12.814.320,00 2.219.190,00

Resultaatbestemming 4.501.101,00 -12.348.420,00 -2.219.190,00

Resultaat na bestemming -181.772.964,00 -182.401.519 -237.034.000

Raadsdruk Begroting 2011 457

Page 463: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Educatie & jeugd en diversiteit

Subprogramma 40.1 Educatie 4220101 Pensioenkosten voormalige kleuterleidsters 127.521,00 237.390 0

4300101 Van Detschool 91.507,00 75.730 0

4310101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting openbaar voortgezet speciaal onderwijs 1.931.395,00 2.441.110 2.620.640

4330101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 2.124.391,00 2.807.370 2.755.390

4410101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting openbaar voortgezet onderwijs 4.074.675,00 4.789.150 5.492.510

4430101 Kapitaallasten onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet onderwijs 11.409.014,00 15.042.540 17.893.940

4800401 Overig Stedelijk Onderwijsbeleid 10.796.086,00 5.714.810 3.504.690

4800402 VVE Taalbeleid 38.373.935,00 36.387.680 36.387.680

4800403 Gesubsidieerde instellingen onderwijs 592.671,00 1.139.790 0

4800406 Bureau Servicetaken Onderwijs (DMO) 12.233.944,00 11.991.440 3.272.730

4800407 Nieuwkomersbeleid 552.330,00 0 0

4800408 Apparaatskosten Onderwijs 3.810.521,00 3.167.140 2.092.000

4800409 Uitkeringen uit reserves en fondsen onderwijs 2.027,00 0 2.000

4800410 Voortijdig schoolverlaten 21.501.048,00 13.587.390 6.870.260

4800413 Zorg en Brede School 0,00 2.774.290 4.991.960

4800414 Kwaliteit onderwijs 0,00 6.789.900 788.800

4800415 KBA programma 0,00 0 1.778.540

4800416 Bureau Leerplicht 0,00 0 13.359.810

4800417 Leerlingenvervoer 0,00 0 8.077.130

4800503 Ziektekostenvergoeding gepensioneerden 18.643,00 31.300 0

4800701 Financiële gelijkstelling in het onderwijs 157.310,00 0 0

4800801 Incidentele lasten onderwijshuisvesting 13.473.009,00 16.021.098 16.004.870

4800802 Subsidie kapitaallasten stadsdelen speciaal basisonderwijs 1.503.052,00 1.782.280 2.248.400

4800804 Binnenmilieu schoolgebouwen 0,00 3.400.000 0

4820101 Volwasseneneducatie 13.210.921,00 12.458.230 0

4820103 Inburgeringstrajecten 8.892.626,00 1.631.750 0

6210103 Wet Inburgering 49.646.486,00 61.796.690 0

9803709 Dotatie reserve inburgeringstrajecten 0,00 0 0

9803725 Dotatie reserve Kwaliteit Onderwijs (DMO) 609.645,00 0 0

9803727 Dotatie reserve Taalcoaches (DMO) 0,00 0 0

9803728 Dotatie reserve Bureau Leerplicht Plus (DMO) 3.000.000,00 0 0

9803733 Dotatie reserve Matchpoint 1.255.000,00 0 0

9803735 Dotatie reserve restant gehouden bedragen Onderwijs en Jeugd 1.361.055,00 0 0

9803757 Dotatie reserve panden onderwijshuisvesting 0,00 2.690.202 8.080.000

9803779 Dotatie reserve GSB III 400.000,00 0 0

9803781 Dotatie reserve Voor- en Vroegschoolse Educatie 1.100.000,00 0 0

Subprogramma 40.1 Educatie 202.248.812,00 206.757.280 136.221.350

Subprogramma 40.2 Bibliotheken 5100101 Bibliotheken 18.538.039,00 18.880.280 18.643.990

5100103 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting Buurtcentra/Stichting Openbare Bibliotheek 8.686,00 1.240 0

9803761 Dotatie reserve Openbare Bibliotheek (DMO) 0,00 0 0

Subprogramma 40.2 Bibliotheken 18.546.725,00 18.881.520 18.643.990

Subprogramma 40.3 Diversiteit 5110201 Organisaties op specifieke terreinen van de emancipatie 1.204.379,00 1.568.630 1.058.920

5110202 Subsidies vrouwenemancipatie 124.862,00 73.430 221.750

5110203 Subsidies homo-emancipatie 304.076,00 216.120 261.090

6110113 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zelforganisaties diversiteit (prioriteit 2010) 0,00 555.000 0

6300102 Allochtonenorganisaties 2.027.352,00 1.879.620 1.666.100

6300108 Diversiteit MGI Wij Amsterdammers -47.748,00 0 0

6300110 Plan van aanpak diversiteitsbeleid (DMO) 2.071.883,00 1.580.680 2.202.980

6300114 Apparaatskosten BIND 0,00 0 1.672.460

6300115 Programma Caribische Amsterdammers 0,00 0 522.500

9220142 Wij Amsterdammers 4.596.646,00 2.638.940 0

9801054 Dotatie reserve Wij Amsterdammers (BMO) 1.114.000,00 0 0

9803726 Dotatie reserve Vrouwenemancipatie (DMO) 0,00 0 0

9803734 Dotatie reserve restant gehouden bedragen Diversiteit 336.400,00 0 0

Subprogramma 40.3 Diversiteit 11.731.850,00 8.512.420 7.605.800

Raadsdruk Begroting 2011 458

Page 464: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Educatie & jeugd en diversiteit

Subprogramma 40.1 Educatie 4220101 0,00 0 0

4300101 Rijksbijdrage en overige baten Van Detschool 0,00 0 0

4310101 Onderwijshuisvesting 0,00 0 0

4330101 Rijksbijdrage onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 0,00 0 0

4410101 Onderwijshuisvesting 0,00 0 0

4430101 Onderwijshuisvesting bijzonder voortgezet onderwijs (huur) 0,00 0 0

4800401 Overig Stedelijk Onderwijsbeleid -5.236.195,00 120.000 120.000

4800402 VVE Rijksbijdrage 46.032.901,00 0 36.387.680

4800403 Overige rijksbijdragen onderwijs 0,00 0 0

4800406 Bureau Servicetaken Onderwijs (DMO) 3.929.658,00 3.885.330 3.272.730

4800407 Rijksbijdragen nieuwkomersbeleid en Antillianen/Arubanen 552.331,00 0 0

4800408 Apparaatskosten Onderwijs 0,00 0 0

4800409 Uitkeringen uit reserves en fondsen onderwijs 2.027,00 0 2.000

4800410 Rijksbijdrage voortijdig schoolverlaten 18.272.858,00 6.501.070 1.850.000

4800413 Zorg en Brede School 0,00 0 0

4800414 Kwaliteit onderwijs 0,00 0 0

4800415 KBA programma 0,00 0 0

4800416 Bureau Leerplicht 0,00 0 9.652.030

4800417 Leerlingenvervoer 0,00 0 0

4800503 0,00 0 0

4800701 Financiële gelijkstelling in het onderwijs 0,00 0 0

4800801 Onderwijshuisvesting 18.281,00 10.800.000 8.080.000

4800802 0,00 0 0

4800804 Binnenmilieu schoolgebouwen 0,00 0 0

4820101 Rijksbijdrage volwasseneneducatie 12.347.444,00 12.231.410 0

4820103 1.045.000,00 0 0

6210103 Wet Inburgering 49.646.484,00 51.996.690 0

9803709 Onttrekking reserve inburgeringstrajecten 4.972.342,00 0 0

9803725 Onttrekking reserve Kwaliteit Onderwijs (DMO) 1.116.000,00 0 0

9803727 Onttrekking reserve Taalcoaches (DMO) 0,00 0 0

9803728 Onttrekking reserve Bureau Leerplicht Plus (DMO) 1.900.000,00 0 0

9803733 Onttrekking reserve Matchpoint 255.000,00 0 0

9803735 Onttrekking reserve restant gehouden bedragen Onderwijs en Jeugd 833.790,00 0 0

9803757 Onttrekking reserve panden onderwijshuisvesting 3.119.984,00 354.190 8.917.600

9803779 Onttrekking reserve GSB III 0,00 0 0

9803781 Onttrekkingen reserve Voor- en Vroegschoolse Educatie 0,00 0 0

Subprogramma 40.1 Educatie 138.807.905,00 85.888.690 68.282.040

Subprogramma 40.2 Bibliotheken 5100101 Onttrekking reserve bibliotheken 3.000.000,00 3.000.000 3.124.200

5100103 Rente van verstrekte geldleningen Stichting Buurtcentra/Stichting Openbare Bibliotheek 8.686,00 1.240 0

9803761 Onttrekking reserve Openbare Bibliotheek (DMO) 402.550,00 402.550 402.550

Subprogramma 40.2 Bibliotheken 3.411.236,00 3.403.790 3.526.750

Subprogramma 40.3 Diversiteit 5110201 Rijksbijdrage Stimulering Vrijwilligers 0,00 0 0

5110202 0,00 0 0

5110203 0,00 0 0

6110113 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - zelforganisaties diversiteit (prioriteit 2010) 0,00 0 0

6300102 Allochtonenorganisaties 0,00 0 0

6300108 Diversiteit MGI Wij Amsterdammers 0,00 0 0

6300110 Plan van aanpak diversiteitsbeleid (DMO) 55.473,00 0 0

6300114 Apparaatskosten BIND 0,00 0 0

6300115 Programma Caribische Amsterdammers 0,00 0 0

9220142 Wij Amsterdammers 549.400,00 0 0

9801054 Onttrekking reserve Wij Amsterdammers (BMO) 345.643,00 0 0

9803726 Onttrekking reserve Vrouwenemancipatie (DMO) 200.000,00 0 0

9803734 Onttrekking reserve restant gehouden bedragen Diversiteit 180.150,00 0 0

Subprogramma 40.3 Diversiteit 1.330.666,00 0 0

Raadsdruk Begroting 2011 459

Page 465: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 40.4 Jeugd 6200402 Welzijnsvoorzieningen voor jongeren 2.885.410,00 2.888.210 9.653.510

6200404 Risicojongeren 0,00 3.800.000 0

6200405 Acht tot Acht 0,00 0 51.540

6300101 Sociaal cultureel werk/stedelijk jeugd- en jongerenwerk 12.602.603,00 6.081.040 4.731.800

6300103 Apparaatskosten Jeugd 1.987.907,00 1.503.730 1.395.110

6300104 Identiteitsgebonden vrijwillig jeugd- en jongerenwerk 168.297,00 184.490 0

6300105 Kinderwerk 1.004.640,00 1.023.020 0

6300109 XXXS Card 879.063,00 649.750 882.850

6300111 Hefboom sociaal domein 282.231,00 0 0

6300112 Ouder-kindcentra 13.254.838,00 16.383.470 18.403.590

6300113 Multiprobleemgezinnen 1.078.529,00 1.000.000 1.986.250

6500101 Kinderdagverblijven en naschoolse opvang 4.960.139,00 3.061.090 3.042.360

9801048 Dotatie reserve Sociaal domein (BMO) 0,00 0 0

9803718 Dotatie reserve Jong Amsterdam / Kinderen Eerst 0,00 0 0

9803729 Dotatie reserve Van Acht tot Acht arrangementen (DMO) 0,00 0 0

9803731 Dotatie reserve Bijzondere Trajecten Risicojongen (DMO) 1.773.414,00 0 0

Subprogramma 40.4 Jeugd 40.877.071,00 36.574.800 40.147.010

Totaal van de lasten 273.404.458,00 270.726.020,00 202.618.150,00

Totaal van de baten 162.953.748,00 100.014.290,00 83.907.870,00

Nadelig saldo 110.450.710,00 170.711.730,00 118.710.280,00

Resultaat voor bestemming 115.764.572,00 170.178.268,00 120.158.890,00

Dotaties 10.949.514,00 2.690.202,00 8.080.000,00

Onttrekkingen 16.263.376,00 2.156.740,00 9.528.610,00

Resultaatbestemming -5.313.862,00 533.462,00 -1.448.610,00

Resultaat na bestemming 110.450.710,00 170.711.730 118.710.280

Raadsdruk Begroting 2011 460

Page 466: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 40.4 Jeugd 6200402 Welzijnsvoorzieningen voor jongeren 0,00 0 0

6200404 Risicojongeren 0,00 0 0

6200405 Acht tot Acht 0,00 0 0

6300101 Rijksbijdrage GSB III risicojongeren 5.713.771,00 0 0

6300103 Apparaatskosten Jeugd 561.944,00 527.580 517.190

6300104 0,00 0 0

6300105 0,00 0 0

6300109 XXXS Card 251.700,00 56.560 6.000

6300111 Hefboom sociaal domein -61,00 0 0

6300112 Ouder-kindcentra 6.860.138,00 7.737.670 11.367.430

6300113 Multiprobleemgezinnen 1.078.531,00 1.000.000 0

6500101 Rijksbijdragen kinder-, tiener- en naschoolse opvang 2.000.001,00 0 0

9801048 Onttrekking reserve Sociaal domein (BMO) 372.875,00 0 0

9803718 Onttrekking reserve Jong Amsterdam / Kinderen Eerst 800.092,00 0 0

9803729 Onttrekking reserve Van Acht tot Acht arrangementen (DMO) 900.000,00 0 0

9803731 Onttrekking reserve Bijzondere Trajecten Risicojongen (DMO) 864.950,00 1.400.000 208.460

Subprogramma 40.4 Jeugd 19.403.941,00 10.721.810 12.099.080

Totaal van de baten 162.953.748,00 100.014.290,00 83.907.870,00

Totaal van de lasten 273.404.458,00 270.726.020,00 202.618.150,00

Voordeling saldo -110.450.710,00 -170.711.730,00 -118.710.280,00

Resultaat voor bestemming -105.136.848,00 -171.245.192,00 -117.261.670,00

Dotaties 10.949.514,00 2.690.202,00 8.080.000,00

Onttrekkingen 16.263.376,00 2.156.740,00 9.528.610,00

Resultaatbestemming -5.313.862,00 533.462,00 -1.448.610,00

Resultaat na bestemming -110.450.710,00 -170.711.730 -118.710.280

Raadsdruk Begroting 2011 461

Page 467: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Verkeer en Infrastructuur

Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst 2120503 Kapitaallasten onrendabele investeringen openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst 0,00 0 0

Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer 2120107 Kapitaallasten Metromorfose 0,00 0 0

2120506 Afkoop oude infrastructuur metro/sneltram 0,00 0 0

Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer 2120106 Anti graffiti metro 0,00 0 0

2120109 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen GVB Activa BV 14.030.841,00 15.000.000 15.900.000

2120304 Kapitaallasten Hemspoorlijn 611.618,00 610.290 594.500

2120504 Vervangen bussen GVB 3.388.788,00 0 0

2230102 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen GVB Veren BV 146.494,00 165.000 110.000

9809524 Dotatie reserve Gratis openbaar vervoer (dIVV) 0,00 0 0

Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer 18.177.741,00 15.775.290 16.604.500

Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit 2100105 Fietsvoorziening 0,00 0 0

2110215 Uitgaven omgevingsmanagement Stadsregie 0,00 0 0

Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit 0,00 0 0

Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid 2100110 Betaald Parkeren Sloterdijk/ Telepoort 449.244,00 530.000 980.000

2140103 Betaald parkeren (beheer Dienst Stadstoezicht) 143.337.686,00 155.432.000 0

2140201 Exploitatie parkeergebouwen 0,00 0 0

Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid 143.786.930,00 155.962.000 980.000

Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid 3100402 Illuminatie van de stad 0,00 0 0

Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid 0,00 0 0

Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur 2400103 0,00 0 0

Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

Subprogramma 50.12 Overig 9809520 Dotatie langzaamverkeer passage CS 0,00 0 0

Subprogramma 50.12 Overig 0,00 0 0

Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad 2100102 Kapitaallasten wegen (gehele stad) 10.204.528,00 11.814.180 12.634.260

2100104 Onderhoud en vervanging van de hoofdinfrastructuur 4.848.582,00 6.537.350 4.404.750

2100106 Uitgaven ten laste van reserve beheer stedelijke infrastructuur 2.048.470,00 2.870.000 2.000.000

2100205 Beheer en onderhoud verkeerstunnels 5.057.238,00 5.256.760 5.110.300

2100206 Kapitaallasten verkeerstunnels 6.678.913,00 6.947.970 7.370.700

2100301 Onderhoud bruggen en viaducten (Centrale Stad) 6.196.379,00 6.501.890 6.374.780

2100302 Kapitaallasten bruggen (gehele stad) 6.698.180,00 6.929.370 7.682.230

2100401 Openbare verlichting 10.481.000,00 11.132.690 10.326.680

2100402 Kapitaallasten openbare verlichting 10.665.369,00 12.272.780 13.894.600

2100403 Reclame 331.925,00 371.040 361.110

2110101 Verkeerssystemen 5.973.095,00 6.479.660 6.683.740

2110103 Kapitaallasten verkeerssystemen 4.600.233,00 4.963.180 5.534.950

2110105 Kapitaallasten infrastructuur IJ-oevers 210.508,00 215.850 247.580

2120201 Bijdrage exploitatie openbaar vervoer 0,00 0 0

2120202 Bijdrage beheer en onderhoud railinfrastructuur 63.065.712,00 107.698.050 108.011.810

2120206 Uitgaven personeelsvoorziening GVB 5.400.000,00 5.400.000 5.400.000

2120207 Strategisch beheer Activa BV 277.323,00 211.630 205.050

2120208 Beheer busstations 0,00 255.000 400.000

2120301 Spoorbaan Amsterdam-Utrecht, inclusief bijbehorende viaducten, alsmede enige kunstwerken in andere

spoorbanen

365.895,00 249.820 396.710

2120302 Kapitaallasten spoorbaan Amsterdam-Utrecht inclusief viaducten 679.272,00 678.180 674.920

2140109 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor goed beheerde stedelijke infrastructuur 1.712.125,00 320.000 10.540.000

2140209 Uitgaven Parkeerbeheer 0,00 13.906.000 13.906.000

2210102 Kapitaallasten havens, vaarten enz. (gehele stad) 1.757.657,00 1.871.240 1.981.320

2400101 Sluizen en waterkeringen 1.584.037,00 1.759.930 1.766.760

2400102 Kapitaallasten sluizen en waterkeringen 598.868,00 667.060 716.670

3100411 Kapitaallasten illuminatie van de stad 533.261,00 447.840 512.560

9809514 Dotatie reserve inrichting Wibautas (dIVV) 0,00 0 0

9809522 Dotatie reserve beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

9809529 Dotatie Mobiliteitsfonds voor een goed beheerde stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad 149.968.570,00 215.757.470 227.137.480

Raadsdruk Begroting 2011 462

Page 468: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Verkeer en Infrastructuur

Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst 2120503 0,00 0 0

Subprogramma 50.5 Kapitaallasten activa algemene dienst 0,00 0 0

Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer 2120107 Doorberekende kapitaallasten Metromorfose 0,00 0 0

2120506 Afkoop oude infrastructuur metro/sneltram 0,00 0 0

Subprogramma 50.6 Kapitaallasten activa openbaar vervoer 0,00 0 0

Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer 2120106 0,00 0 0

2120109 Rente van verstrekte geldleningen GVB Activa BV 14.030.841,00 15.000.000 15.900.000

2120304 0,00 0 0

2120504 0,00 0 0

2230102 Rente van verstrekte geldleningen GVB Veren BV 146.493,00 165.000 110.000

9809524 Onttrekking reserve Gratis openbaar vervoer (dIVV) 360.009,00 0 0

Subprogramma 50.7 Openbaar vervoer 14.537.343,00 15.165.000 16.010.000

Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit 2100105 0,00 0 0

2110215 Inkomsten omgevingsmanagement Stadsregie 0,00 0 0

Subprogramma 50.8 Luchtkwaliteit 0,00 0 0

Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid 2100110 Betaald Parkeren Sloterdijk/ Telepoort 1.064.159,00 530.000 980.000

2140103 Betaald parkeren (beheer Dienst Stadstoezicht) 143.337.687,00 155.432.000 0

2140201 Exploitatie parkeergebouwen 0,00 0 0

Subprogramma 50.9 Bereikbaarheid 144.401.846,00 155.962.000 980.000

Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid 3100402 0,00 0 0

Subprogramma 50.10 Verkeersveiligheid 0,00 0 0

Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur 2400103 Bijdragen aan het onderhouden van dijken 0,00 0 0

Subprogramma 50.11 Beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

Subprogramma 50.12 Overig 9809520 Onttrekking langzaamverkeer passage CS 0,00 0 0

Subprogramma 50.12 Overig 0,00 0 0

Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad 2100102 Onderhoud bestrating 0,00 0 0

2100104 249.524,00 0 0

2100106 Voeding reserve beheer stedelijke infrastructuur 0,00 0 0

2100205 Beheer en onderhoud verkeerstunnels 39.000,00 0 0

2100206 0,00 0 0

2100301 Huurinkomsten bruggen en viaducten (Centrale Stad) 24.319,00 170.960 170.960

2100302 0,00 0 0

2100401 Openbare verlichting 1.274.497,00 1.250.000 1.250.000

2100402 0,00 0 0

2100403 Reclame 2.038.375,00 2.010.770 2.038.270

2110101 Verkeerssystemen 330.003,00 474.810 491.260

2110103 0,00 0 0

2110105 0,00 0 0

2120201 Rijksbijdrage exploitatie openbaar vervoer 63.065.713,00 107.698.050 108.011.810

2120202 0,00 0 0

2120206 0,00 0 0

2120207 0,00 0 0

2120208 Beheer busstations 0,00 0 0

2120301 149.302,00 0 150.000

2120302 0,00 0 0

2140109 0,00 0 0

2140209 Inkomsten Parkeerbeheer 0,00 13.923.000 13.923.000

2210102 0,00 0 0

2400101 Sluizen en waterkeringen 50.000,00 0 0

2400102 0,00 0 0

3100411 0,00 0 0

9809514 Onttrekking reserve inrichting Wibautas (dIVV) 1.000.000,00 564.270 0

9809522 Onttrekking reserve beheer stedelijke infrastructuur 2.099.019,00 8.770.000 2.000.000

9809529 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor een goed beheerde stedelijke infrastructuur 1.712.125,00 320.000 10.540.000

Subprogramma 50.13 Een hele en mooie stad 72.031.877,00 135.181.860 138.575.300

Raadsdruk Begroting 2011 463

Page 469: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad 2100108 Uitgaven IJweg 156.405,00 1.206.000 2.706.000

2100111 Langzaam verkeerpassage CS, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 2.000.000

2100207 Westertoegang, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 841.090

2110203 Subsidie Echte Nederlandse Fietsers Bond 113.390,00 127.430 124.460

2110208 Coördinatie uitvoering 2.575.649,00 2.614.860 2.552.280

2110217 Strategisch beheer CFA 396.987,00 382.320 370.440

2120108 Investeringen ten laste van de reserve Noord/Zuidlijn 0,00 0 0

2120203 Bijdrage busstation Centraal Station (IJsei) 5.767.082,00 6.000.000 4.722.000

2120508 Kapitaallasten Noord/Zuidlijn 6.848.958,00 14.620.920 20.103.740

2120509 Kapitaallasten IJ-tram 279.949,00 288.600 298.670

2120510 Kapitaallasten overige railverbindingen 349.373,00 189.870 217.570

2120515 Uitgaven gemeentelijk aandeel Noord/Zuidlijn 76.156.939,00 0 43.011.000

2120519 Kapitaallasten Amsys 0,00 0 0

2140105 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor behoud en verbeteren OV 7.452.425,00 14.118.000 18.941.000

2140203 Kapitaallasten parkeergarages 553.080,00 653.950 720.030

2140206 Exploitatie parkeergebouwen OGA 19.223.367,00 19.769.100 20.042.840

2140207 Exploitatie parkeergebouwen dIVV 9.565.881,00 9.503.030 7.926.430

2140208 Exploitatie parkeergebouwen Parkeergebouwen 2.965.588,00 831.180 2.162.290

2230101 Exploitatie pontveren 8.143.715,00 8.189.160 8.185.700

2230103 Pontveren Noordzeekanaal 9.983.964,00 10.176.170 10.515.090

9600149 Parkeergebouwen 6.144.841,00 6.475.940 605.420

9804091 Dotatie reserve bewonersgarages Zuidoost 1.213.726,00 240.770 52.440

9804093 Dotatie reserve vakantiegeld van voormalig DAB - Parkeergebouwen medewerkers 115.000,00 115.000 0

9804094 Dotatie Egalisatiereserve CAN-gebied 6.870.000,00 258.520 212.840

9804095 Dotatie reserve WW van voormalig dAB-Parkeergebouwen medewerkers 392.640,00 0 0

9809506 Dotatie reserve Gemeentelijk aandeel in kosten busstation / auto-onderdoorgang CS (dIVV) 0,00 0 0

9809507 Dotatie reserve Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn 333.762.061,00 0 0

9809521 Dotatie reserve NDSM-veer 85.170,00 41.230 18.030

9809525 Dotatie Mobiliteitsfonds voor behoud en verbeteren OV 0,00 0 0

9809530 Dotatie reserve IJweg 6.708.412,00 0 0

Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad 505.824.602,00 95.802.050 146.329.360

Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad 2100109 Uitgaven Westrandweg / 2e Coentunnel 158.000,00 700.000 310.000

2140107 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor beter bereikbaarheid in stad en regio 7.716.470,00 7.337.000 12.548.450

9809527 Dotatie Mobiliteitsfonds voor betere bereikbaarheid in stad en regio 0,00 0 0

9809531 Dotatie reserve Westrandweg / 2e Coentunnel 2.499.974,00 0 0

Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad 10.374.444,00 8.037.000 12.858.450

Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad 2100502 Gladheidsbestrijding hoofdinfrastructuur exclusief Noord en Zuidoost 1.453.829,00 1.468.370 1.500.170

2140108 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor een veiliger stad 3.515.902,00 3.483.000 4.782.000

9809528 Dotatie Mobiliteitsfonds voor een veiligere stad 0,00 0 0

Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad 4.969.731,00 4.951.370 6.282.170

Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer 2110206 Bestuurshulp van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 1.098.207,00 503.610 490.730

2110209 Verkeer en Vervoer 4.026.865,00 3.147.700 2.993.180

2110212 Kapitaallasten huisvesting Nieuwe Vaart 199.345,00 193.520 185.890

2110213 Stelpost bezuiniging apparaatskosten dIVV -999.164,00 -1.316.160 -1.979.920

2140101 0,00 0 0

2140102 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds 260.899,00 828.000 10.828.000

2140104 Mobiliteitsfonds 100.966,00 98.020 94.620

8100104 Kapitaallasten ruimtelijke ordening 4.218.022,00 2.676.280 2.089.260

9809503 Dotatie Mobiliteitsfonds - algemene reserve (dIVV) 1.645.552,00 0 0

9809504 Dotatie Mobiliteitsfonds - bestemmingsreserve (dIVV) 44.029.819,00 43.271.000 47.833.960

Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer 54.580.511,00 49.401.970 62.535.720

Subprogramma 50.18 Een schone stad 2110218 Mobiliteit en openbaar vervoer 8.147.507,00 0 0

2140106 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor betere luchtkwaliteit in de stad 4.999.128,00 30.962.660 2.033.000

9809523 Dotatie reserve Voorrang Gezonde Stad 0,00 0 0

9809526 Dotatie Mobiliteitsfonds voor betere luchtkwaliteit in de stad 0,00 0 0

Subprogramma 50.18 Een schone stad 13.146.635,00 30.962.660 2.033.000

Raadsdruk Begroting 2011 464

Page 470: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad 2100108 Voeding reserve IJweg 6.708.412,00 0 0

2100111 Langzaam verkeerpassage CS, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 0

2100207 Westertoegang, decentralisatie uitkering tbv spoorse doorsnijdingen 0,00 0 0

2110203 0,00 0 0

2110208 Coördinatie uitvoering (inkomsten) 832.085,00 788.820 804.820

2110217 Strategisch beheer CFA 0,00 0 0

2120108 0,00 0 0

2120203 Bijdrage busstation Centraal Station (IJsei) 0,00 0 0

2120508 Noord/Zuidlijn 0,00 0 0

2120509 IJ-tram 0,00 0 0

2120510 0,00 0 0

2120515 409.919.000,00 0 0

2120519 Kapitaallasten Amsys 0,00 0 0

2140105 0,00 0 0

2140203 Kapitaallasten parkeergarages 553.080,00 653.950 720.030

2140206 Exploitatie parkeergebouwen OGA 16.866.058,00 18.849.510 16.544.550

2140207 Exploitatie parkeergebouwen dIVV 16.862.101,00 9.299.700 8.895.960

2140208 Exploitatie parkeergebouwen Parkeergebouwen 3.794.576,00 1.071.950 1.743.330

2230101 Exploitatie pontveren 955.170,00 911.230 888.030

2230103 Pontveren Noordzeekanaal 9.983.964,00 10.176.170 10.515.090

9600149 Parkeergebouwen 6.537.482,00 6.475.940 605.420

9804091 Onttrekking reserve bewonersgarages Zuidoost 384.741,00 0 471.400

9804093 Onttrekking reserve vakantiegeld van voormalig DAB - Parkeergebouwen medewerkers 115.000,00 115.000 0

9804094 Onttrekking Egalisatiereserve CAN-gebied 1.317.870,00 1.820.010 685.490

9804095 Onttrekking reserve WW van voormalig dAB-Parkeergebouwen medewerkers 0,00 0 0

9809506 Onttrekking reserve Gemeentelijk aandeel in kosten busstation / auto-onderdoorgang CS (dIVV) 5.767.082,00 6.000.000 4.722.000

9809507 Onttrekking reserve Gemeentelijk aandeel kosten Noord/Zuidlijn 0,00 0 43.011.000

9809521 Onttrekking reserve NDSM-veer 494.460,00 494.460 494.460

9809525 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor behoud en verbeteren OV 7.452.425,00 14.118.000 18.941.000

9809530 Onttrekking reserve IJweg 156.405,00 1.206.000 2.706.000

Subprogramma 50.14 Goede mobiliteit in de stad 488.699.911,00 71.980.740 111.748.580

Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad 2100109 Voeding reserve Westrandweg / 2e Coentunnel 2.499.974,00 0 0

2140107 0,00 0 0

9809527 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor betere bereikbaarheid in stad en regio 7.716.470,00 7.337.000 12.548.450

9809531 Onttrekking reserve Westrandweg / 2e Coentunnel 158.000,00 700.000 310.000

Subprogramma 50.15 Goede bereikbaarheid van de stad 10.374.444,00 8.037.000 12.858.450

Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad 2100502 0,00 0 0

2140108 0,00 0 0

9809528 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor een veiligere stad 3.515.902,00 3.483.000 4.782.000

Subprogramma 50.16 Een verkeersveilige stad 3.515.902,00 3.483.000 4.782.000

Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer 2110206 Bestuurshulp van de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 25.652,00 0 0

2110209 Verkeer en Vervoer 141.207,00 0 0

2110212 0,00 0 0

2110213 Stelpost bezuiniging apparaatskosten dIVV 0,00 0 0

2140101 Afdracht Mobiliteitsfonds aan algemene dienst 714.000,00 728.000 728.000

2140102 Voeding Mobiliteitsfonds 40.756.112,00 43.271.000 47.833.960

2140104 0,00 0 0

8100104 Kapitaallasten ruimtelijke ordening 0,00 0 0

9809503 Onttrekking Mobiliteitsfonds - algemene reserve (dIVV) 3.389.200,00 0 0

9809504 Onttrekking Mobiliteitsfonds - bestemmingsreserve (dIVV) 1.790.958,00 828.000 10.828.000

Subprogramma 50.17 Overig in programma verkeer 46.817.129,00 44.827.000 59.389.960

Subprogramma 50.18 Een schone stad 2110218 Mobiliteit en openbaar vervoer 0,00 0 0

2140106 0,00 0 0

9809523 Onttrekking reserve Voorrang Gezonde Stad 8.101.556,00 0 0

9809526 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor betere luchtkwaliteit in de stad 4.999.128,00 30.962.660 2.033.000

Subprogramma 50.18 Een schone stad 13.100.684,00 30.962.660 2.033.000

Raadsdruk Begroting 2011 465

Page 471: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad 2120104 Sociale veiligheid openbaar vervoer 9.311.648,00 11.058.580 10.712.450

2140110 Uitgaven uit het Mobiliteitsfonds voor fietsendiefstalpreventie 0,00 0 1.980.000

9809832 Dotatie Mobiliteitsfonds voor een sociaal sterke stad 0,00 0 0

Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad 9.311.648,00 11.058.580 12.692.450

Totaal van de lasten 910.140.812,00 587.708.390,00 487.453.130,00

Totaal van de baten 793.479.136,00 465.599.260,00 348.357.290,00

Nadelig saldo 116.661.676,00 122.109.130,00 139.095.840,00

Resultaat voor bestemming -230.130.328,00 154.901.010,00 207.031.370,00

Dotaties 397.322.354,00 43.926.520,00 48.117.270,00

Onttrekkingen 50.530.350,00 76.718.400,00 116.052.800,00

Resultaatbestemming 346.792.004,00 -32.791.880,00 -67.935.530,00

Resultaat na bestemming 116.661.676,00 122.109.130 139.095.840

Raadsdruk Begroting 2011 466

Page 472: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad 2120104 Sociale veiligheid openbaar vervoer 0,00 0 0

2140110 0,00 0 0

9809832 Onttrekking Mobiliteitsfonds voor een sociaal sterke stad 0,00 0 1.980.000

Subprogramma 50.19 Een sociaal veilige stad 0,00 0 1.980.000

Totaal van de baten 793.479.136,00 465.599.260,00 348.357.290,00

Totaal van de lasten 910.140.812,00 587.708.390,00 487.453.130,00

Voordeling saldo -116.661.676,00 -122.109.130,00 -139.095.840,00

Resultaat voor bestemming -463.453.680,00 -89.317.250,00 -71.160.310,00

Dotaties 397.322.354,00 43.926.520,00 48.117.270,00

Onttrekkingen 50.530.350,00 76.718.400,00 116.052.800,00

Resultaatbestemming 346.792.004,00 -32.791.880,00 -67.935.530,00

Resultaat na bestemming -116.661.676,00 -122.109.130 -139.095.840

Raadsdruk Begroting 2011 467

Page 473: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Openbare ruimte, groen, sport en recreatie

Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte 2100101 Onderhoud en beheer van het openbaar areaal in Westpoort 2.118.459,00 0 0

2100107 Bijdrage van de gemeente in de kosten van het onderhoud en de vernieuwing van wegen in het

havengebied

3.356.656,00 7.884.780 8.181.450

5600105 Beleidscapaciteit openbare ruimte en groen 2.343.181,00 1.595.550 1.360.470

5600107 De rode loper 7.000,00 0 0

5600111 Reiniging/intensivering schone stad 477.959,00 0 0

5600112 Museumplein 747.859,00 408.000 40.000

5600113 Leidseplein 0,00 2.000.000 50.000

5600201 Kapitaallasten speelplaatsen en -vijvers 131.008,00 104.920 103.880

6110115 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - milieu / groen (prioriteit 2010) 0,00 270.000 0

8300118 Dotatie voorziening 1e verstrating 315.600,00 0 0

9803206 Dotatie reserve De Rode Loper 1.000.000,00 1.000.000 1.000.000

9803207 Dotatie reserve Integraal informatiebeheer (DRO) 0,00 0 0

9803208 Dotatie WW-reserve (DRO) 0,00 0 0

9803210 Dotatie reserve Museumplein (DRO) 0,00 0 0

9803211 Dotatie reserve Hot spots verloedering (DRO) 0,00 0 0

9803212 Dotatie reserve Leidseplein (DRO) 0,00 0 0

Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte 10.497.722,00 13.263.250 10.735.800

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad 5600101 Kapitaallasten investeringsbijdragen aan stadsdelen (groenfonds) 1.712.549,00 1.676.360 1.677.290

5600102 Kapitaallasten openbaar groen (gehele stad) 1.026.755,00 939.620 911.570

5600103 Amsterdamse Bos 10.115.617,00 6.129.210 5.870.280

5600106 Incidentele groenmiddelen 993.954,00 0 0

5600108 Groenmiddelen 2007-2010 4.111.251,00 5.122.000 305.000

5600114 Sloterplas en parken 1.077.985,00 5.066.480 95.370

5600116 ISV/SVF (DRO) 0,00 1.730.020 800.000

5600301 Bijdrage aan de Stichting Gooisch Natuurreservaat 145.388,00 152.920 148.810

5600303 Bijdrage aan het Recreatieschap Het Twiske 297.170,00 284.940 290.070

5600304 Bijdrage aan het Recreatieschap Waterland 131.688,00 97.940 105.140

5600305 Bijdrage aan het Recreatieschap Vinkeveense Plassen 226.322,00 231.560 233.130

5600306 Bijdrage aan het Recreatieschap Spaarnwoude 119.076,00 139.100 168.240

5600307 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting Hortus 17.881,00 15.750 13.530

5600308 Bijdrage aan het Groengebied Amstelland 1.121.479,00 1.235.770 1.236.580

5600311 Groene Plantage inclusief subsidie Hortus 734.407,00 720.260 705.300

5600312 Personele inzet recreatieschappen 43.848,00 44.410 43.340

5600313 Bijdrage aan het recreatieschap Haarlemmermeer Groen -13.200,00 0 0

5600316 Bijdrage aan het Nationaal Landschap Laag Holland 100.000,00 0 0

9803204 Dotatie reserve Groenmiddelen (DRO) 0,00 0 0

9803213 Dotatie reserve Sloterplas en parken (DRO) 0,00 0 0

9803214 Dotatie reserve Groenmiddelen 2007-2010 (DRO) 0,00 0 0

9803742 Dotatie reserve Amsterdamse Bos 280.000,00 0 0

9803774 Dotatie reserve Hortus 497.000,00 0 0

9804001 Dotatie reserve Versterking grenzen Amsterdamse Bos (DAB - Amsterdamse Bos) 0,00 0 0

9804014 Dotatie reserve afwikkeling verzelfstandiging camping (DAB - Amsterdamse Bos) 0,00 0 0

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad 22.739.170,00 23.586.340 12.603.650

Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering 5300116 Stelpost combinatiefunctie 3.867.802,00 2.050.160 1.151.330

5300201 Amsterdamse Sportraad 233.534,00 202.580 199.050

5300202 Sportbeleid en sportservicebureau 2.173.237,00 235.000 0

5300203 Sportdeelname en stimulering (beleid) 0,00 1.768.400 442.840

5300212 Sportstimulering jongeren 5.882.656,00 810.000 0

5300502 Sportdeelname en stimulering (service) 0,00 2.145.900 2.122.300

5300504 Apparaatskosten Sport (service) 0,00 1.908.900 1.787.630

9803723 Dotatie reserve Impuls Brede School (DMO) 60.000,00 0 0

9803737 Dotatie reserve Jump in 400.000,00 0 0

9803738 Dotatie reserve Sportuitmarkt 100.000,00 0 0

9803739 Dotatie reserve Verenigingsondersteuning 100.000,00 0 0

9803776 Dotatie reserve MAJOS 540.000,00 0 0

Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering 13.357.229,00 9.120.940 5.703.150

Subprogramma 60.4 Topsport 5300104 Kapitaallasten van verstrekte geldlening - Basketbalvereniging ABC 51,00 0 970

5300215 Topsport 1.496.720,00 1.588.960 575.240

Subprogramma 60.4 Topsport 1.496.771,00 1.588.960 576.210

Raadsdruk Begroting 2011 468

Page 474: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Openbare ruimte, groen, sport en recreatie

Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte 2100101 Inkomsten uit uitvoering voor externe partijen (Westpoort), uitvoering gladheidsbestrijding en

verkoop van zout aan stadsdelen

0,00 0 0

2100107 0,00 0 150.000

5600105 0,00 0 0

5600107 0,00 0 0

5600111 Reiniging/intensivering schone stad 0,00 0 0

5600112 Museumplein 0,00 0 0

5600113 Leidseplein 0,00 0 0

5600201 0,00 0 0

6110115 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - milieu / groen (prioriteit 2010) 0,00 0 0

8300118 Vrijval voorziening 1e verstrating 0,00 0 0

9803206 Onttrekking reserve De Rode Loper 7.000,00 0 0

9803207 Onttrekking reserve Integraal informatiebeheer (DRO) 499.785,00 0 0

9803208 Onttrekking WW-reserve (DRO) 0,00 0 0

9803210 Onttrekking reserve Museumplein (DRO) 747.859,00 408.000 40.000

9803211 Onttrekking reserve Hot spots verloedering (DRO) 572.419,00 100.000 0

9803212 Onttrekking reserve Leidseplein (DRO) 0,00 2.000.000 50.000

Subprogramma 60.1 Beheer openbare ruimte 1.827.063,00 2.508.000 240.000

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad 5600101 0,00 0 0

5600102 Bespaarde rente 0,00 0 0

5600103 Ontvangen huur en pacht Amsterdamse Bos 4.468.750,00 281.910 284.270

5600106 Incidentele groenmiddelen 0,00 0 0

5600108 0,00 0 0

5600114 Sloterplas en parken 0,00 0 0

5600116 ISV/SVF (DRO) 0,00 1.730.020 800.000

5600301 0,00 0 0

5600303 0,00 0 0

5600304 Recreatieschap Waterland 74.955,00 71.280 69.530

5600305 0,00 0 0

5600306 Bijdrage aan het Recreatieschap Spaarnwoude 68.000,00 69.240 49.670

5600307 Rente van verstrekte geldleningen Stichting Hortus 17.882,00 15.750 13.530

5600308 0,00 0 0

5600311 Groene Plantage 0,00 0 0

5600312 Personele inzet recreatieschappen 0,00 0 0

5600313 0,00 0 0

5600316 0,00 0 0

9803204 Onttrekking reserve Groenmiddelen (DRO) 6.183.191,00 10.188.480 400.480

9803213 Onttrekking reserve Sloterplas en parken (DRO) 0,00 0 0

9803214 Onttrekking reserve Groenmiddelen 2007-2010 (DRO) 0,00 150.000 0

9803742 Onttrekking reserve Amsterdamse Bos 280.000,00 0 0

9803774 Onttrekking reserve Hortus 0,00 0 0

9804001 Onttrekking reserve Versterking grenzen Amsterdamse Bos (DAB - Amsterdamse Bos) 47.968,00 0 0

9804014 Onttrekking reserve afwikkeling verzelfstandiging camping (DAB - Amsterdamse Bos) 52.000,00 0 0

Subprogramma 60.2 Groengebieden in en nabij de stad 11.192.746,00 12.506.680 1.617.480

Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering 5300116 0,00 0 0

5300201 Amsterdamse Sportraad 49.775,00 0 0

5300202 Sportbeleid en sportservicebureau 508.225,00 0 0

5300203 Sportdeelname en stimulering (beleid) 0,00 664.860 0

5300212 Sportstimulering jongeren 3.439.788,00 0 0

5300502 Sportdeelname en stimulering (service) 0,00 148.140 150.840

5300504 Apparaatskosten Sport (service) 0,00 0 0

9803723 Onttrekking reserve Impuls Brede School (DMO) 1.160.000,00 0 0

9803737 Onttrekking reserve Jump in 400.000,00 0 0

9803738 Onttrekking reserve Sportuitmarkt 12.500,00 0 0

9803739 Onttrekking reserve Verenigingsondersteuning 0,00 0 0

9803776 Onttrekking reserve MAJOS 0,00 0 0

Subprogramma 60.3 Sportdeelname en -stimulering 5.570.288,00 813.000 150.840

Subprogramma 60.4 Topsport 5300104 Rente van verstrekte geldlening - Basketbalvereniging ABC 51,00 0 970

5300215 27.525,00 0 0

Subprogramma 60.4 Topsport 27.576,00 0 970

Raadsdruk Begroting 2011 469

Page 475: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties 5300102 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting SIA 79.242,00 65.970 51.760

5300103 Subsidies sportaccommodaties 5.873.405,00 4.732.510 4.947.120

5300106 Exploitatie Sporthallen Zuid 2.119.234,00 1.666.940 1.988.060

5300107 Exploitatie overige gemeentelijke sportaccommodaties 760.074,00 823.630 747.160

5300204 Apparaatskosten Sport 2.974.103,00 1.486.100 850.520

9803741 Dotatie reserve Topsportevenementen 400.000,00 0 0

9804072 Dotatie reserve vakantiegeld (DAB - Sporthallen Zuid) 0,00 0 0

Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties 12.206.058,00 8.775.150 8.584.620

Subprogramma 60.6 Dieren 1400201 Dierenbescherming Amsterdam 1.219.035,00 1.212.800 1.184.550

1400202 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Vereniging Dierenopvangcentrum Amsterdam 4.834,00 5.700 0

5600310 Subsidie Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra 11.285.927,00 8.889.920 6.251.440

9801007 Dotatie reserve achterstallig onderhoud Artis 0,00 0 0

9803732 Dotatie reserve Bijdrage masterplan Artis 0,00 0 0

Subprogramma 60.6 Dieren 12.509.796,00 10.108.420 7.435.990

Totaal van de lasten 72.806.746,00 66.443.060,00 45.639.420,00

Totaal van de baten 20.150.963,00 16.752.160,00 2.913.860,00

Nadelig saldo 52.655.783,00 49.690.900,00 42.725.560,00

Resultaat voor bestemming 59.641.505,00 61.537.380,00 42.216.040,00

Dotaties 3.377.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00

Onttrekkingen 10.362.722,00 12.846.480,00 490.480,00

Resultaatbestemming -6.985.722,00 -11.846.480,00 509.520,00

Resultaat na bestemming 52.655.783,00 49.690.900 42.725.560

Raadsdruk Begroting 2011 470

Page 476: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties 5300102 Rente van verstrekte geldleningen Stichting SIA 79.242,00 65.970 51.760

5300103 Subsidies sportaccommodaties 0,00 0 0

5300106 Exploitatie Sporthallen Zuid 787.948,00 618.050 618.050

5300107 Exploitatie overige gemeentelijke sportaccommodaties 246.533,00 219.590 219.590

5300204 0,00 0 0

9803741 Onttrekking reserve Topsportevenementen 400.000,00 0 0

9804072 Onttrekking reserve vakantiegeld (DAB - Sporthallen Zuid) 0,00 0 0

Subprogramma 60.5 Sportvoorzieningen en -accommodaties 1.513.723,00 903.610 889.400

Subprogramma 60.6 Dieren 1400201 Dierenbescherming Amsterdam 0,00 0 0

1400202 Rente van verstrekte geldlening Vereniging Dierenopvangcentrum Amsterdam 4.834,00 5.700 0

5600310 Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra 14.733,00 15.170 15.170

9801007 Onttrekking reserve achterstallig onderhoud Artis 0,00 0 0

9803732 Onttrekking reserve Bijdrage masterplan Artis 0,00 0 0

Subprogramma 60.6 Dieren 19.567,00 20.870 15.170

Totaal van de baten 20.150.963,00 16.752.160,00 2.913.860,00

Totaal van de lasten 72.806.746,00 66.443.060,00 45.639.420,00

Voordeling saldo -52.655.783,00 -49.690.900,00 -42.725.560,00

Resultaat voor bestemming -45.670.061,00 -37.844.420,00 -43.235.080,00

Dotaties 3.377.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00

Onttrekkingen 10.362.722,00 12.846.480,00 490.480,00

Resultaatbestemming -6.985.722,00 -11.846.480,00 509.520,00

Resultaat na bestemming -52.655.783,00 -49.690.900 -42.725.560

Raadsdruk Begroting 2011 471

Page 477: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Cultuur en monumenten

Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie 5410202 Kapitaallasten torens, poorten, monumenten en fonteinen 177.632,00 159.810 158.420

5410306 Kapitaallasten stadsarcheologie 38.276,00 38.190 37.990

Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie 215.908,00 198.000 196.410

Subprogramma 70.2 Kunstenplan 5110105 Kunsteducatie 9.531.343,00 10.065.240 9.606.010

5400101 Beeldende kunst 2.490.084,00 2.594.370 2.529.290

5400102 Film, fotografie en nieuwe media 2.775.142,00 2.823.130 2.757.000

5400104 Letteren 423.090,00 430.840 420.810

5400305 Instellingen theater 28.043.969,00 27.558.500 27.513.990

5400306 Instellingen muziek 28.681.013,00 28.532.300 28.021.190

5400307 Instellingen dans 5.929.702,00 6.058.620 5.895.040

5400312 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stichting Het Ketelhuis 4.354,00 3.760 3.170

5400601 Amateurkunst 851.743,00 663.670 846.880

5400704 Investeringen en onderhoud cultureel vastgoed 5.622.304,00 4.280.240 1.988.260

5400705 Exploitatie cultuurpanden 0,00 0 1.075.610

5400712 Flexibele ruimte en uitvoering kunstenplan 483.684,00 838.300 500.670

5400713 Talentontwikkeling en vrije tijd 3.642.364,00 2.290.000 0

5410102 Exploitatie Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen 10.249.990,00 9.884.480 0

5410103 Kapitaallasten Amsterdams Historisch Museum (grond en gebouwen) 384.054,00 1.184.930 0

5410106 Overdracht reserves en voorzieningen aan AHM in 2009 (incidentele last) 1.961.766,00 0 0

5410120 Gesubsidieerde musea 2.446.696,00 2.481.120 28.264.490

5410121 Subsidie en kapitaallasten Stedelijk Museum Amsterdam 12.796.116,00 14.897.650 0

9803716 Dotatie reserve Cultureel Beleggen 384.722,00 194.120 194.120

9803724 Dotatie reserve Onderhoud culturele panden (DMO) 721.033,00 96.120 518.390

9803760 Dotatie reserve Kunstenplan 2001-2008 (DMO) 0,00 0 0

9803762 Dotatie reserve wachtgelden Muziekschool (DMO) 0,00 0 0

9803768 Dotatie reserve urgent onderhoud cultuurinstellingen (DMO) 0,00 0 0

9803769 Dotatie reserve Kunstenplan 2001-2004 (DMO) 17.000,00 0 0

9803775 Dotatie reserve Talentontwikkeling 80.000,00 0 0

9803777 Dotatie reserve Laboratorium 50.000,00 0 50.000

9803786 Dotatie reserve nieuwbouw Stedelijk Museum 0,00 0 0

9805102 Dotatie reserve Personele lasten ATV i.v.m. pensioen (AHM) 0,00 0 0

9805103 Dotatie reserve aankopen (AHM) 0,00 0 0

9805104 Dotatie reserve vakantiegeld (AHM) 0,00 0 0

9805106 Dotatie reserve wachtgeldkosten (AHM) 0,00 0 0

9805110 Dotatie reserve incidentele prioriteit nieuw depot (AHM) 0,00 0 0

Subprogramma 70.2 Kunstenplan 117.570.169,00 114.877.390 110.184.920

Subprogramma 70.3 Lokale media 5800204 Lokale media (DMO) 5.137.005,00 4.917.840 3.092.710

5800205 Kapitaallasten verstrekte geldlening AT5 11.388,00 7.730 4.060

9803770 Dotatie reserve AT5 0,00 0 0

Subprogramma 70.3 Lokale media 5.148.393,00 4.925.570 3.096.770

Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur 5400204 Beheerkosten Muziektheater 3.015.413,00 3.293.797 3.543.197

5400308 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Carré 639.463,00 598.940 585.140

5400309 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stichting Stadsschouwburg Amsterdam 538.820,00 554.390 554.390

5400310 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Stichting Melkweg 33.052,00 30.680 28.300

5400311 Carré 2.100.000,00 0 0

5400402 Infrastructuur (AFK) 10.944.550,00 11.008.160 10.751.810

5400404 Kunstraad 424.860,00 432.780 429.530

5400703 Apparaatskosten Kunst 2.106.871,00 2.048.600 1.976.520

5410104 Kapitaallasten van verstrekte geldlening SSMA 13.021,00 6.510 0

6110112 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - kunst en cultuur (prioriteit 2010) 0,00 525.000 0

9803743 Dotatie reserve website Your Amsterdam 200.000,00 0 0

Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur 20.016.050,00 18.498.857 17.868.887

Subprogramma 70.5 Lokale media 9803763 Dotatie egalisatiereserve AT5 (DMO) 0,00 0 0

Subprogramma 70.5 Lokale media 0,00 0 0

Subprogramma 70.6 Overige kunsten 5410105 Kapitaallasten verstrekte geldlening St. A'dams Historisch Museum 6.497,00 6.500 6.500

9803722 Dotatie reserve programmering Muziekgebouw aan het IJ (DMO) 0,00 0 0

Subprogramma 70.6 Overige kunsten 6.497,00 6.500 6.500

Totaal van de lasten 142.957.017,00 138.506.317,00 131.353.487,00

Totaal van de baten 16.323.206,00 12.945.680,00 13.174.630,00

Nadelig saldo 126.633.811,00 125.560.637,00 118.178.857,00

Resultaat voor bestemming 128.003.382,00 126.019.687,00 118.133.037,00

Dotaties 1.452.755,00 290.240,00 762.510,00

Onttrekkingen 2.822.326,00 749.290,00 716.690,00

Resultaatbestemming -1.369.571,00 -459.050,00 45.820,00

Resultaat na bestemming 126.633.811,00 125.560.637 118.178.857

Raadsdruk Begroting 2011 472

Page 478: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Cultuur en monumenten

Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie 5410202 0,00 0 0

5410306 0,00 0 0

Subprogramma 70.1 Monumenten en archeologie 0,00 0 0

Subprogramma 70.2 Kunstenplan 5110105 Rijksbijdrage kunsteducatie en onttrekking aan voorziening 0,00 0 0

5400101 Rijksbijdrage beeldende kunst 0,00 0 0

5400102 Film, fotografie en nieuwe media 0,00 0 0

5400104 0,00 0 0

5400305 Instellingen theater 3.453.397,00 3.439.830 3.431.000

5400306 Instellingen muziek 2.411.000,00 2.410.300 2.410.300

5400307 Instellingen dans 0,00 0 0

5400312 Rente van verstrekte geldlening Stichting Het Ketelhuis 4.354,00 3.760 3.170

5400601 Amateurkunst 0,00 0 0

5400704 Investeringen en onderhoud cultureel vastgoed 1.343.340,00 1.262.240 0

5400705 Exploitatie cultuurpanden 0,00 0 1.490.920

5400712 Flexibele ruimte en uitvoering kunstenplan 545.941,00 369.120 194.120

5400713 Talentontwikkeling en vrije tijd 0,00 0 0

5410102 Exploitatie Amsterdams Historisch Museum en Museum Willet-Holthuysen 1.335.720,00 1.098.220 0

5410103 Kapitaallasten Amsterdams Historisch Museum (grond en gebouwen) 0,00 0 0

5410106 Vrijval voorzieningen AHM (incidentele baat) 761.210,00 0 0

5410120 0,00 0 1.497.720

5410121 Rijksbijdrage werkgelegenheidsimpuls nieuwbouw Stedelijk Museum 238.000,00 200.000 0

9803716 Onttrekking reserve Cultureel Beleggen 136.000,00 242.000 242.000

9803724 Onttrekking reserve Onderhoud culturele panden (DMO) 0,00 0 0

9803760 Onttrekking reserve Kunstenplan 2001-2008 (DMO) 17.580,00 0 0

9803762 Onttrekking reserve wachtgelden Muziekschool (DMO) 37.000,00 47.600 15.000

9803768 Onttrekking reserve urgent onderhoud cultuurinstellingen (DMO) 601.000,00 0 0

9803769 Onttrekking reserve Kunstenplan 2001-2004 (DMO) 0,00 0 0

9803775 Onttrekking reserve Talentontwikkeling 0,00 0 0

9803777 Onttrekking reserve Laboratorium 0,00 0 0

9803786 Onttrekking reserve nieuwbouw Stedelijk Museum 8.000,00 337.500 337.500

9805102 Onttrekking reserve Personele lasten ATV i.v.m. pensioen (AHM) 140.000,00 0 0

9805103 Onttrekking reserve aankopen (AHM) 32.423,00 0 0

9805104 Onttrekking reserve vakantiegeld (AHM) 139.357,00 0 0

9805106 Onttrekking reserve wachtgeldkosten (AHM) 254.185,00 0 0

9805110 Onttrekking reserve incidentele prioriteit nieuw depot (AHM) 634.591,00 0 0

Subprogramma 70.2 Kunstenplan 12.093.098,00 9.410.570 9.621.730

Subprogramma 70.3 Lokale media 5800204 Kabelgelden UPC 2.165.677,00 2.208.170 2.252.330

5800205 Rente verstrekte geldlening AT5 11.388,00 7.730 4.060

9803770 Onttrekking reserve AT5 122.190,00 122.190 122.190

Subprogramma 70.3 Lokale media 2.299.255,00 2.338.090 2.378.580

Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur 5400204 0,00 0 0

5400308 Rente van verstrekte geldlening Carré 639.463,00 598.940 585.140

5400309 Rente van verstrekte geldlening Stichting Stadsschouwburg Amsterdam 538.820,00 554.390 554.380

5400310 Rente van verstrekte geldleningen Stichting Melkweg 33.052,00 30.680 28.300

5400311 Carré 0,00 0 0

5400402 Infrastructuur (AFK) 0,00 0 0

5400404 Kunstraad 0,00 0 0

5400703 Apparaatskosten Kunst 0,00 0 0

5410104 Rente van verstrekte geldlening SSMA 13.021,00 6.510 0

6110112 Vangnetvoorziening afbouw ID banen - kunst en cultuur (prioriteit 2010) 0,00 0 0

9803743 Onttrekking reserve website Your Amsterdam 200.000,00 0 0

Subprogramma 70.4 Diversen kunst en cultuur 1.424.356,00 1.190.520 1.167.820

Subprogramma 70.5 Lokale media 9803763 Onttrekking egalisatiereserve AT5 (DMO) 0,00 0 0

Subprogramma 70.5 Lokale media 0,00 0 0

Subprogramma 70.6 Overige kunsten 5410105 Rentebaten verstrekte geldlening St. A'dams Historisch Museum 6.497,00 6.500 6.500

9803722 Onttrekking reserve programmering Muziekgebouw aan het IJ (DMO) 500.000,00 0 0

Subprogramma 70.6 Overige kunsten 506.497,00 6.500 6.500

Totaal van de baten 16.323.206,00 12.945.680,00 13.174.630,00

Totaal van de lasten 142.957.017,00 138.506.317,00 131.353.487,00

Voordeling saldo -126.633.811,00 -125.560.637,00 -118.178.857,00

Resultaat voor bestemming -125.264.240,00 -125.101.587,00 -118.224.677,00

Dotaties 1.452.755,00 290.240,00 762.510,00

Onttrekkingen 2.822.326,00 749.290,00 716.690,00

Resultaatbestemming -1.369.571,00 -459.050,00 45.820,00

Resultaat na bestemming -126.633.811,00 -125.560.637 -118.178.857

Raadsdruk Begroting 2011 473

Page 479: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Milieu en water

Subprogramma 80.1 Afvalverwerking 2210106 Baggerslibverwerking J. v. Riebeeckhaven 243.551,00 1.049.010 1.025.680

7210201 Depot Gevaarlijk Afval 10.310.407,00 8.369.530 9.905.530

7210202 Afvalverwerkingsinrichting Amsterdam 104.623.109,00 106.047.060 94.422.760

7210203 Gemeentelijke afvalsorteerstations 11.508.557,00 11.061.170 11.412.000

7210204 Regionaal Sorteer Centrum 735.802,00 687.650 508.500

7210205 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stichting Afvalservice West 200.025,00 187.610 175.190

7210206 HR Centrale 65.742.632,00 111.490.810 108.129.600

9806001 Dotatie reserve technische risico's AVI (AEB) 0,00 0 0

9806002 Dotatie reserve Toekomstige WW-uitkeringen (AEB) 0,00 0 0

9806003 Dotatie reserve vakantiegeld (AEB) 675.814,00 925.000 0

9806004 Dotatie reserve REB-gelden (AEB) 0,00 0 0

Subprogramma 80.1 Afvalverwerking 194.039.897,00 239.817.840 225.579.260

Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport 7220101 Projecten rioolrecht 582.298,00 593.440 600.620

7220102 Grondwaterzorg in het kader van de Wet Verbrede Watertaken 761.992,00 1.894.550 1.826.170

7220103 Rioolgemalen 7.434.949,00 7.591.710 7.721.740

7220104 Perceptiekosten rioolrecht 2.341.072,00 2.168.830 2.288.180

7220108 Rioleringstaken 45.116.556,00 47.023.300 48.377.120

7220116 Dotatie voorziening rioolrecht 0,00 35.000 0

7220401 Bestuurshulp (Waternet) 268.969,00 310.740 304.860

7220402 Huis- en kolkaansluitingen 3.110.560,00 2.686.280 2.596.500

7260101 0,00 0 0

Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport 59.616.396,00 62.303.850 63.715.190

Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening 3300201 Exploitatie door de Gemeentewaterleidingen 105.302.432,00 111.574.460 109.355.800

3300202 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Het Waterlaboratorium 53.720,00 43.600 33.480

9806301 Dotatie egalisatiereserve (Waternet) 2.708.661,00 0 0

9806305 Dotatie reserve in te verdienen overnamesommen (Waternet) 1.321.481,00 1.321.000 1.321.961

9806306 Dotatie reserve wachtgeld (Waternet) 0,00 0 0

Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening 109.386.294,00 112.939.060 110.711.241

Subprogramma 80.4 Milieu 7220403 Peilfilternet (voormalige opdrachten Omegam) 488.836,00 479.130 462.160

7220404 Peilfilternet 148.676,00 152.650 151.500

7220405 Grondwaterzorg 401.912,00 413.150 406.730

7220406 Analyse bedrijfsafvalwater 75.503,00 107.210 105.880

7230102 Klimaatprogramma 3.231.885,00 4.960.850 405.340

7230103 Geluidwerende voorzieningen 58.999,00 58.810 58.430

7230104 Bevordering van het milieubesef 222.400,00 258.080 252.070

7230105 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (milieu) 16.356.007,00 14.830.336 15.989.216

7230107 Luchtkwaliteit 9.071.769,00 5.850.000 6.250.000

7230108 Bodemsanering -5.712.448,00 35.400.310 11.620.780

7230109 Gronddepots 4.048.189,00 3.595.930 3.341.710

7230110 Bijdrage Vereveningsfonds aan bodemsanering -1,00 0 0

7230113 Bodemcoördinatie 527.900,00 1.026.280 1.155.310

7230114 Subsidie NME-Centrum 560.730,00 565.910 552.730

7230115 Geotechnisch archief 83.406,00 84.610 83.300

7230116 Budget ten behoeve van de stadsdelen voor uit te voeren milieutaken 4.984.521,00 5.471.860 4.671.860

7230117 Onderhoud Diemerzeedijk (Waternet) 1.268.054,00 1.214.820 1.200.230

7230118 Onderhoud Diemerzeedijk (DMB) 1.205.941,00 1.300.000 2.900.000

8300115 Dotatie voorziening bodemsanering 15.988.808,00 10.793.430 16.807.340

8300123 Warmtenet 150.489,00 143.920 138.585

9801909 Dotatie reserve dienstverlening DMB (Milieu) 96.000,00 0 0

9801911 Dotatie reserve vakantiegeld (DMB) 621.603,00 565.820 0

9801912 Dotatie reserve Diemerzeedijk (DMB) 131.227,00 650.000 0

9801917 Dotatie reserve Luchtkwaliteit (DMB) 0,00 0 0

9801934 Dotatie reserve modelwoningen (DMB) 0,00 0 0

9801935 Dotatie reserve Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (DMB) 0,00 0 0

9801936 Dotatie reserve Fonds Luchtkwaliteit (DMB) 579.102,00 0 0

9801937 Dotatie reserve Klimaat 678.892,00 0 0

Subprogramma 80.4 Milieu 55.268.400,00 87.923.106 66.553.171

Raadsdruk Begroting 2011 474

Page 480: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Milieu en water

Subprogramma 80.1 Afvalverwerking 2210106 0,00 0 0

7210201 Depot Gevaarlijk Afval 10.309.053,00 8.844.740 10.204.480

7210202 Afvalverwerkingsinrichting Amsterdam 104.419.309,00 106.046.510 94.422.760

7210203 Gemeentelijke afvalsorteerstations 11.508.558,00 11.091.480 11.412.000

7210204 Regionaal Sorteer Centrum 735.802,00 702.570 446.500

7210205 Rente van verstrekte geldlening Stichting Afvalservice West 200.025,00 187.610 175.190

7210206 HR Centrale 65.742.474,00 116.490.810 113.129.570

9806001 Onttrekking reserve technische risico's AVI (AEB) 0,00 0 0

9806002 Onttrekking reserve Toekomstige WW-uitkeringen (AEB) 343.440,00 0 215.450

9806003 Onttrekking reserve vakantiegeld (AEB) 537.683,00 865.000 0

9806004 Onttrekking reserve REB-gelden (AEB) 0,00 0 0

Subprogramma 80.1 Afvalverwerking 193.796.344,00 244.228.720 230.005.950

Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport 7220101 0,00 0 0

7220102 Grondwaterzorg in het kader van de Wet Verbrede Watertaken 0,00 0 0

7220103 0,00 0 0

7220104 0,00 0 0

7220108 Rioleringstaken 0,00 0 0

7220116 Vrijval voorziening rioolrecht 0,00 0 560.000

7220401 0,00 0 0

7220402 Heffing voor het opbreken van de openbare weg ten behoeve van particuliere riolen 3.659.567,00 3.022.060 2.985.980

7260101 Rioolrechten 58.718.961,00 61.622.000 62.415.200

Subprogramma 80.2 Afvalwatertransport 62.378.528,00 64.644.060 65.961.180

Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening 3300201 Exploitatie door de Gemeentewaterleidingen 109.332.574,00 110.001.000 108.080.000

3300202 Rente van verstrekte geldleningen Het Waterlaboratorium 53.720,00 43.600 33.480

9806301 Onttrekking egalisatiereserve (Waternet) 0,00 2.894.460 2.597.000

9806305 Onttrekking reserve in te verdienen overnamesommen (Waternet) 0,00 0 0

9806306 Onttrekking reserve wachtgeld (Waternet) 0,00 0 0

Subprogramma 80.3 Drinkwatervoorziening 109.386.294,00 112.939.060 110.710.480

Subprogramma 80.4 Milieu 7220403 0,00 0 0

7220404 0,00 0 0

7220405 0,00 0 0

7220406 Analyse bedrijfsafvalwater 0,00 0 0

7230102 Klimaatprogramma 554.000,00 0 0

7230103 0,00 0 0

7230104 Bevordering van het milieubesef 0,00 0 0

7230105 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (milieu) 8.522.543,00 7.519.740 6.634.080

7230107 Luchtkwaliteit 7.048.070,00 4.174.300 5.650.000

7230108 Rijksbijdrage op grond van de Wet Bodem Bescherming -2.728.428,00 30.828.330 2.917.880

7230109 Gronddepots 4.048.190,00 3.364.800 3.007.253

7230110 Bijdrage Vereveningsfonds ten behoeve van bodemsanering 15.988.808,00 11.850.870 18.097.084

7230113 Bodemcoördinatie 527.901,00 200.000 200.000

7230114 0,00 0 0

7230115 0,00 0 0

7230116 0,00 0 0

7230117 Onderhoud Diemerzeedijk 1.268.054,00 1.214.820 1.200.230

7230118 Onderhoud Diemerzeedijk (DMB) 1.337.169,00 1.049.800 1.380.230

8300115 Vrijval voorziening bodemsanering 0,00 0 0

8300123 Warmtenet 26.254,00 143.920 138.590

9801909 Onttrekking reserve dienstverlening DMB (Milieu) 100.000,00 0 0

9801911 Onttrekking reserve vakantiegeld (DMB) 553.576,00 553.370 0

9801912 Onttrekking reserve Diemerzeedijk (DMB) 0,00 0 705.760

9801917 Onttrekking reserve Luchtkwaliteit (DMB) 579.102,00 1.800.000 0

9801934 Onttrekking reserve modelwoningen (DMB) 100.000,00 50.000 0

9801935 Onttrekking reserve Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (DMB) 182.330,00 0 0

9801936 Onttrekking reserve Fonds Luchtkwaliteit (DMB) 2.023.697,00 1.375.700 600.000

9801937 Onttrekking reserve Klimaat 0,00 0 0

Subprogramma 80.4 Milieu 40.131.266,00 64.125.650 40.531.107

Raadsdruk Begroting 2011 475

Page 481: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 80.5 Waterbeheer 2210101 Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 12.482.657,00 12.242.168 0

2210105 Onderhoud poldergangen 577.726,00 532.430 550.160

2210107 Baggeren/drijfvuilvissen 4.379.920,00 4.128.430 4.120.070

2210109 Gangbaar houden sluizen 81.996,00 114.610 112.050

2210110 0,00 0 0

2210111 Lasten Binnenwaterbeheer 0,00 0 12.354.360

2210112 Havengeld binnenvaart 0,00 0 0

7220409 Waterbeheer IJburg 84.034,00 83.780 73.180

9804801 Dotatie reserve Aanleg standaardligplaatsen (BBA) 2.489,00 0 0

9804802 Dotatie reserve vakantiegeld (BBA) 21.550,00 450.000 0

9806307 Dotatie reserve aanleg standaard ligplaatsen (vm BBA) 0,00 0 28.267

9806308 Dotatie reserve WW-gelden (vm. BBA) 0,00 0 288.101

9806309 Dotatie reserve compensatie onttrekking leningfonds 0,00 0 0

Subprogramma 80.5 Waterbeheer 17.630.372,00 17.551.418 17.526.188 Totaal van de lasten 435.941.359,00 520.535.274,00 484.085.050,00

Totaal van de baten 410.119.725,00 490.315.140,00 449.299.367,00

Nadelig saldo 25.821.634,00 30.220.134,00 34.785.683,00

Resultaat voor bestemming 23.404.643,00 34.296.844,00 37.265.564,00

Dotaties 6.836.819,00 3.911.820,00 1.638.329,00

Onttrekkingen 4.419.828,00 7.988.530,00 4.118.210,00

Resultaatbestemming 2.416.991,00 -4.076.710,00 -2.479.881,00

Resultaat na bestemming 25.821.634,00 30.220.134 34.785.683

Raadsdruk Begroting 2011 476

Page 482: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 80.5 Waterbeheer 2210101 Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 1.668.594,00 1.022.500 0

2210105 0,00 0 0

2210107 Opbrengst drijfvuilvissen 13.072,00 18.150 18.150

2210109 0,00 0 0

2210110 Havengeld binnenvaart 2.745.627,00 2.887.000 0

2210111 Baten Binnenwaterbeheer niet zijnde Havengeld 0,00 0 1.022.500

2210112 Havengeld binnenvaart 0,00 0 1.050.000

7220409 0,00 0 0

9804801 Onttrekking reserve Aanleg standaardligplaatsen (BBA) 0,00 0 0

9804802 Onttrekking reserve vakantiegeld (BBA) 0,00 450.000 0

9806307 Onttrekking reserve aanleg standaard ligplaatsen (vm BBA) 0,00 0 0

9806308 Onttrekking reserve WW-gelden (vm. BBA) 0,00 0 0

9806309 Onttrekking reserve compensatie onttrekking leningfonds 0,00 0 0

Subprogramma 80.5 Waterbeheer 4.427.293,00 4.377.650 2.090.650 Totaal van de baten 410.119.725,00 490.315.140,00 449.299.367,00

Totaal van de lasten 435.941.359,00 520.535.274,00 484.085.050,00

Voordeling saldo -25.821.634,00 -30.220.134,00 -34.785.683,00

Resultaat voor bestemming -28.238.625,00 -26.143.424,00 -32.305.802,00

Dotaties 6.836.819,00 3.911.820,00 1.638.329,00

Onttrekkingen 4.419.828,00 7.988.530,00 4.118.210,00

Resultaatbestemming 2.416.991,00 -4.076.710,00 -2.479.881,00

Resultaat na bestemming -25.821.634,00 -30.220.134 -34.785.683

Raadsdruk Begroting 2011 477

Page 483: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Economie en haven

Subprogramma 100.0 Economie en haven 9805610 Dotatie reserve Topstad (EZ) 0,00 0 0

Subprogramma 100.0 Economie en haven 0,00 0 0

Subprogramma 100.2 Havenexploitatie 2200101 Exploitatie Haven Amsterdam 86.951.803,00 92.381.250 90.695.790

2200102 Leges Haven Amsterdam 62.768,00 1.500 1.500

2200105 Vergoeding Haven Amsterdam 263.900,00 277.760 291.650

9803501 Dotatie reserve afkoopsommen van erfpachttermijnen (HA) 237.862,00 10 10

9803502 Dotatie fonds strategische projecten (HA) 1.580.180,00 2.080.180 2.080.180

9803503 Dotatie fonds promotie Sail 2010 (HA) 100.000,00 100.000 100.000

9803505 Dotatie Fonds exploitatieverliezen (HA) 0,00 0 0

9803508 Dotatie reserve duurzaamheid (HA) 1.500.000,00 1.000.000 1.000.000

9803509 Dotatie reserve innovatie (HA) 0,00 1.000.000 1.000.000

9803510 Dotatie reserve vakantiegeld (HA) 1.424.601,00 1.292.960 0

9803513 Dotatie reserve wachtgeld (HA) 0,00 0 0

9803514 Dotatie reserve winstdeling(HA) 0,00 0 0

Subprogramma 100.2 Havenexploitatie 92.121.114,00 98.133.660 95.169.130

Subprogramma 100.3 Baggerstort 9803504 Dotatie Fonds beheer baggerstortlocaties (HA) 0,00 0 0

Subprogramma 100.3 Baggerstort 0,00 0 0

Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur 2300101 Economie en Ruimte 267.922,00 83.730 0

2300102 Economie en Ruimte 0,00 0 414.992

3100301 Onderzoeksprogammering 73.601,00 119.300 310.000

3100405 Europa 272.675,00 314.610 693.170

3100501 Ondernemerschap 19.639.824,00 7.409.962 1.607.602

3100503 Kennis en innovatie 0,00 0 880.000

3100505 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Zeedijk 554.467,00 487.700 544.440

3100902 Apparaatskosten Economische Zaken 7.160.129,00 5.880.168 6.207.631

3200301 Fonds Ontwikkelingsmaatschappij 434.250,00 537.000 576.740

8300121 Glasvezelnet 892.153,00 371.860 257.310

9805603 Dotatie reserve Kapitaalsuitbreiding ASP (EZ) 0,00 0 0

9805604 Dotatie Fonds Ontwikkelings Maatschappij (EZ) 1.282.931,00 1.186.780 1.186.780

9805605 Dotatie WW-reserve (EZ) 74.360,00 0 0

9805607 Dotatie reserve vakantiegeld (EZ) 0,00 0 0

9805617 Dotatie reserve Economische Zaken 1.808.028,00 0 0

9805618 Dotatie reserve LSFA/LSCA 0,00 0 0

Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur 32.460.340,00 16.391.110 12.678.665

Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie 3100401 Citymarketing en toerisme 6.210.319,00 6.906.970 3.991.020

3100404 Internationale acquisitie 745.506,00 1.053.364 2.111.030

3100502 Kennis en Innovatie 13.414.967,00 4.781.490 0

9805608 Dotatie reserve deelneming Topstad (EZ) 2.368.401,00 0 0

9805609 Dotatie reserve Evenementenfonds (EZ) 1.555.204,00 0 0

9805611 Dotatie reserve Holland Casino (EZ) 81.128,00 126.000 126.000

Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie 24.375.525,00 12.867.824 6.228.050

Totaal van de lasten 148.956.979,00 127.392.594,00 114.075.845,00

Totaal van de baten 169.402.647,00 145.439.040,00 136.170.725,00

Nadelig saldo -20.445.668,00 -18.046.446,00 -22.094.880,00

Resultaat voor bestemming -17.887.633,00 -16.761.596,00 -21.508.995,00

Dotaties 12.012.695,00 6.785.930,00 5.492.970,00

Onttrekkingen 14.570.730,00 8.070.780,00 6.078.855,00

Resultaatbestemming -2.558.035,00 -1.284.850,00 -585.885,00

Resultaat na bestemming -20.445.668,00 -18.046.446 -22.094.880

Raadsdruk Begroting 2011 478

Page 484: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Economie en haven

Subprogramma 100.0 Economie en haven 9805610 Onttrekking reserve Topstad (EZ) 0,00 0 0

Subprogramma 100.0 Economie en haven 0,00 0 0

Subprogramma 100.2 Havenexploitatie 2200101 Exploitatie Haven Amsterdam 127.940.164,00 134.792.780 127.294.680

2200102 Leges Haven Amsterdam 51.550,00 500 500

2200105 0,00 0 0

9803501 Onttrekking reserve afkoopsommen van erfpachttermijnen (HA) 777.017,00 758.460 817.120

9803502 Onttrekking fonds strategische projecten (HA) 2.343.409,00 2.000.000 2.500.000

9803503 Onttrekking fonds promotie Sail 2010 (HA) 0,00 500.000 0

9803505 Onttrekking Fonds exploitatieverliezen (HA) 669.345,00 0 0

9803508 Onttrekking reserve duurzaamheid (HA) 136.517,00 1.750.000 2.000.000

9803509 Onttrekking reserve innovatie (HA) 0,00 0 0

9803510 Onttrekking reserve vakantiegeld (HA) 1.283.808,00 1.292.960 0

9803513 Onttrekking reserve wachtgeld (HA) 264.400,00 50.000 0

9803514 Onttrekking reserve winstdeling(HA) 0,00 0 0

Subprogramma 100.2 Havenexploitatie 133.466.210,00 141.144.700 132.612.300

Subprogramma 100.3 Baggerstort 9803504 Onttrekking Fonds beheer baggerstortlocaties (HA) 0,00 0 0

Subprogramma 100.3 Baggerstort 0,00 0 0

Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur 2300101 Economie en Ruimte 0,00 0 0

2300102 Economie en Ruimte 0,00 0 0

3100301 Onderzoeksprogammering 49.923,00 0 0

3100405 Europa 12.966,00 0 274.170

3100501 Ondernemerschap 17.831.617,00 19.680 19.230

3100503 Kennis en innovatie 0,00 0 0

3100505 Rente van verstrekte geldleningen Zeedijk 554.467,00 487.700 544.440

3100902 Apparaatskosten Economische Zaken 682.524,00 73.770 73.220

3200301 Fonds Ontwikkelingsmaatschappij 96.151,00 93.950 0

8300121 Glasvezelnet 118.234,00 0 0

9805603 Onttrekking reserve Kapitaalsuitbreiding ASP (EZ) 501.890,00 0 0

9805604 Onttrekking Fonds Ontwikkelings Maatschappij (EZ) 4.030.093,00 534.360 576.735

9805605 Onttrekking WW-reserve (EZ) 0,00 59.000 59.000

9805607 Onttrekking reserve vakantiegeld (EZ) 100.285,00 0 0

9805617 Onttrekking reserve Economische Zaken 0,00 0 0

9805618 Reserve reserve LSFA/LSCA 0,00 0 0

Subprogramma 100.4 Economisch(e) beleid/structuur 23.978.150,00 1.268.460 1.546.795

Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie 3100401 Citymarketing en toerisme 2.759.077,00 1.512.000 1.500.660

3100404 Internationale acquisitie 246.183,00 387.880 384.970

3100502 Kennis en Innovatie 4.489.061,00 0 0

9805608 Onttrekking reserve deelneming Topstad (EZ) 3.934.628,00 1.000.000 0

9805609 Onttrekking reserve Evenementenfonds (EZ) 529.338,00 0 0

9805611 Onttrekking reserve Holland Casino (EZ) 0,00 126.000 126.000

Subprogramma 100.5 Toerisme en promotie 11.958.287,00 3.025.880 2.011.630

Totaal van de baten 169.402.647,00 145.439.040,00 136.170.725,00

Totaal van de lasten 148.956.979,00 127.392.594,00 114.075.845,00

Voordeling saldo 20.445.668,00 18.046.446,00 22.094.880,00

Resultaat voor bestemming 23.003.703,00 19.331.296,00 22.680.765,00

Dotaties 12.012.695,00 6.785.930,00 5.492.970,00

Onttrekkingen 14.570.730,00 8.070.780,00 6.078.855,00

Resultaatbestemming -2.558.035,00 -1.284.850,00 -585.885,00

Resultaat na bestemming 20.445.668,00 18.046.446 22.094.880

Raadsdruk Begroting 2011 479

Page 485: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Facilitair en bedrijven

Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven 9801110 Dotatie reserve meubilair CI&B 0,00 0 0

Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven 0,00 0 0

Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf 2120101 Gemeentevervoerbedrijf: exploitatie openbaar vervoer 0,00 0 0

9800144 Deelneming GVB 0,00 0 0

9806601 Dotatie algemene reserve (GVB) 0,00 0 0

9806605 Dotatie reserve vakantiegeld (GVB) 0,00 0 0

Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf 0,00 0 0

Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken 0020201 Dienstverlening en Facilitair Management 30.581.118,00 29.890.788 34.685.398

0020203 Mediabeheer 3.113.997,00 3.232.771 3.232.791

0020306 Servicehuis ICT 49.537.227,00 44.700.673 0

0020307 Dienst ICT 0,00 0 63.622.638

0020517 ABC-pool 5.672.695,00 4.151.112 4.075.002

0020518 Adviesgroep Amsterdam 5.668.976,00 5.018.695 4.862.665

0020519 Integriteitsbeleid 1.423.136,00 1.374.035 1.335.185

0020522 P-Net 4.145.677,00 4.453.920 0

0020523 P-Net beheer 5.056.575,00 9.256.930 13.063.960

9220237 Samenwerkende Amsterdamse stadsdelen 1.136.325,00 588.360 0

9220240 Materiaaldienst 30.009.764,00 22.710.600 26.130.000

9220241 Stichting Voertuigbeheer Amsterdam 10.090.885,00 13.069.450 8.036.840

9220246 Projectmanagementbureau 18.767.889,00 18.886.131 19.048.120

9220249 Wibautgroep 1.225.050,00 1.450.600 1.626.330

9800202 Dotatie reserve Wachtgeld (FBA) 0,00 0 0

9800204 Dotatie reserve data- en telecommunicatie (FBA) 0,00 0 0

9800205 Dotatie reserve vakantiegeld (FBA) 581.916,00 517.000 0

9801021 Dotatie reserve AGA (BDA) 297.344,00 0 0

9801046 Dotatie reserve Wagenpark (BMO) 987.876,00 0 0

9801047 Dotatie reserve Bureau Integriteit (BMO) 55.736,00 0 0

9801053 Dotatie reserve Dienstverlening (BMO) -1,00 0 0

9801055 Dotatie reserve Dienstverlening FBA 323.550,00 0 0

9801101 Dotatie algemene reserve (SHI) 0,00 0 0

9801103 Dotatie reserve WW en wachtgeld (SHI) 0,00 0 0

9801104 Dotatie reserve vakantiegeld (SHI) 571.092,00 465.000 0

9801106 Dotatie reserve voicemail (E-Net) 0,00 0 0

9801107 Dotatie reserve telecommunicatie (E-Net) 0,00 0 0

9801108 Dotatie bedrijfsreserve ICTB (SHI) 176.625,00 0 0

9801109 Dotatie reserve Tranche1 / Transformatie (SHI) 0,00 0 0

9801113 Dotatie egalisatiereserve ALL-IP 0,00 14.912 0

9801116 Dotatie reserve (kapitaallasten) achterstallig onderhoud 0,00 0 0

9801203 Dotatie reserve vakantiegeld (SHP) 209.119,00 230.000 0

9801220 Dotatie egalisatiereserve P-Net (SHP) 0,00 704.070 0

9801222 Dotatie egalisatiereserve P-beheer (SHP) 0,00 391.560 2.320

9802908 Dotatie reserve Round About IBA 396.080,00 0 0

9802909 Dotatie reserve Virtuele Maquette tafel 100.000,00 0 0

9802910 Dotatie reserve Verbetering Bedrijfsvoering 250.000,00 0 0

9804021 Dotatie bedrijfsreserve (DAB ICT - Beheergroep) 0,00 0 0

9804061 Dotatie algemene reserve Materiaaldienst 193.485,00 72.000 62.300

9804062 Dotatie reserve vakantiegeld (Materiaaldienst) 0,00 0 0

9804601 Dotatie reserve professionalisering (PMB) 0,00 0 0

9804602 Dotatie algemene reserve (PMB) 327.290,00 150.620 153.370

9804604 Dotatie reserve vakantiegeld (PMB) 468.830,00 468.390 0

9804608 Dotatie reserve huisvesting en meubilair (PMB) 0,00 0 0

9804901 Dotatie algemene reserve (Wibautgroep) 31.480,00 11.600 14.400

9804903 Dotatie reserve vakantiegeld (Wibautgroep) 36.946,00 38.450 0

Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken 171.436.682,00 161.847.667 179.951.319

Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten 2140301 Bijdrage aan Cition BV 0,00 2.600.000 0

2140401 Frictiekosten ontvlechting parkeer BV 2.268.865,00 2.549.520 5.652.590

3300203 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen Westpoort Warmte BV 430.975,00 395.980 804.300

9220203 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 4.336.394,00 4.307.000 4.386.175

9220247 ACAM Accountancy en Advies 8.731.392,00 8.676.500 8.037.000

9220250 Dienst Stadstoezicht 63.571.030,00 36.501.189 33.861.346

9400103 Dienst Belastingen: overige activiteiten 10.386.722,00 7.703.320 7.836.390

9800301 Dotatie reserve vakantiegeld (GDV) 193.084,00 190.000 0

9800302 Dotatie reserve WW (GDV) 0,00 0 0

9803401 Dotatie egalisatiereserve commerciële activiteiten (Dienst Belastingen) 89.100,00 40.670 43.300

9803402 Dotatie reserve incassobureau (Dienst Belastingen) 0,00 3.680 3.520

9804701 Dotatie algemene bedrijfsreserve (ACAM) 121.000,00 127.000 166.000

9804702 Dotatie reserve WW-uitkeringen (ACAM) 0,00 0 0

9804703 Dotatie reserve vakantiegeld (ACAM) 383.918,00 360.000 0

9805001 Dotatie algemene reserve (Stadstoezicht) 0,00 0 0

9805002 Dotatie reserve vakantiegeld (Stadstoezicht) 1.541.212,00 1.271.410 0

9805003 Dotatie reserve LHOR 1.200.000,00 0 0

Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten 93.253.692,00 64.726.269 60.790.621

Raadsdruk Begroting 2011 480

Page 486: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Facilitair en bedrijven

Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven 9801110 Onttrekking reserve meubilair CI&B 5.757,00 0 7.700

Subprogramma 110.0 Facilitair en bedrijven 5.757,00 0 7.700

Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf 2120101 Gemeentevervoerbedrijf: exploitatie openbaar vervoer 0,00 0 0

9800144 Deelneming GVB 0,00 0 0

9806601 Onttrekking algemene reserve (GVB) 0,00 0 0

9806605 Onttrekking reserve vakantiegeld (GVB) 0,00 0 0

Subprogramma 110.1 Gemeentevervoerbedrijf 0,00 0 0

Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken 0020201 Dienstverlening en Facilitair Management 19.087.946,00 18.585.639 24.013.549

0020203 Mediabeheer 3.113.997,00 3.232.771 3.232.771

0020306 Servicehuis ICT 44.424.477,00 43.048.146 0

0020307 Dienst ICT 0,00 0 52.731.830

0020517 ABC-pool 6.553.534,00 4.682.810 4.537.240

0020518 Adviesgroep Amsterdam 7.157.708,00 5.551.900 5.379.290

0020519 Integriteitsbeleid 498.239,00 293.010 290.810

0020522 P-Net 4.447.982,00 5.157.990 0

0020523 P-Net beheer 4.334.252,00 9.648.490 13.066.280

9220237 Samenwerkende Amsterdamse stadsdelen 1.136.325,00 588.360 0

9220240 Materiaaldienst 30.420.693,00 22.987.500 26.500.000

9220241 Stichting Voertuigbeheer Amsterdam 11.078.789,00 13.061.910 8.037.200

9220246 Projectmanagementbureau 21.218.780,00 20.072.310 20.338.260

9220249 Wibautgroep 1.439.100,00 1.532.550 1.713.350

9800202 Onttrekking reserve Wachtgeld (FBA) 1.838,00 0 0

9800204 Onttrekking reserve data- en telecommunicatie (FBA) 21.401,00 0 0

9800205 Onttrekking reserve vakantiegeld (FBA) 534.387,00 517.000 0

9801021 Onttrekking reserve AGA (BDA) 0,00 0 0

9801046 Onttrekking reserve Wagenpark (BMO) 0,00 0 0

9801047 Onttrekking reserve Bureau Integriteit (BMO) 0,00 0 0

9801053 Onttrekking reserve Dienstverlening (BMO) 160.750,00 0 0

9801055 Onttrekking reserve Dienstverlening FBA 160.750,00 0 0

9801101 Onttrekking algemene reserve (SHI) 2.119.800,00 0 0

9801103 Onttrekking reserve WW en wachtgeld (SHI) 25.506,00 0 0

9801104 Onttrekking reserve vakantiegeld (SHI) 435.247,00 465.000 0

9801106 Onttrekking reserve voicemail (E-Net) 126.125,00 0 0

9801107 Onttrekking reserve telecommunicatie (E-Net) 29.066,00 0 0

9801108 Onttrekking bedrijfsreserve ICTB (SHI) 0,00 0 0

9801109 Onttrekking reserve Tranche1 / Transformatie (SHI) 10.000,00 1.108.000 0

9801113 Onttrekking egalisatiereserve ALL-IP 0,00 0 0

9801116 Onttrekking reserve (kapitaallasten) achterstallig onderhoud 0,00 0 5.267.274

9801203 Onttrekking reserve vakantiegeld (SHP) 170.143,00 230.000 0

9801220 Onttrekking egalisatiereserve P-Net (SHP) 224.956,00 0 0

9801222 Dotatie egalisatiereserve P-beheer (SHP) 58.813,00 0 0

9802908 Onttrekking reserve Round About IBA 396.080,00 0 0

9802909 Onttrekking reserve Virtuele Maquette tafel 20.498,00 0 0

9802910 Onttrekking reserve Verbetering Bedrijfsvoering 30.916,00 0 0

9804021 Onttrekking bedrijfsreserve (DAB - ICT Beheergroep) 0,00 381.198 0

9804061 Onttrekking algemene reserve Materiaaldienst 792.000,00 0 0

9804062 Onttrekking reserve vakantiegeld (Materiaaldienst) 125.528,00 0 0

9804601 Onttrekking reserve professionalisering (PMB) 50.000,00 80.000 50.000

9804602 Onttrekking algemene reserve (PMB) 43.000,00 0 0

9804604 Onttrekking reserve vakantiegeld (PMB) 392.945,00 456.120 0

9804608 Onttrekking reserve huisvesting en meubilair (PMB) 13.350,00 43.350 13.350

9804901 Onttrekking algemene reserve (Wibautgroep) 2.000,00 0 0

9804903 Onttrekking reserve vakantiegeld (Wibautgroep) 32.737,00 33.870 0

Subprogramma 110.5 Project en beleidsondersteunende taken 160.889.658,00 151.757.924 165.171.204

Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten 2140301 Bijdrage van Cition BV 0,00 5.200.000 4.885.330

2140401 Frictiekosten ontvlechting parkeer BV 0,00 1.274.760 767.263

3300203 Rente van verstrekte geldleningen Westpoort Warmte BV 430.975,00 395.980 804.300

9220203 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 3.671.967,00 3.583.000 3.532.159

9220247 ACAM Accountancy en Advies 8.882.339,00 9.255.000 8.535.000

9220250 Dienst Stadstoezicht 60.690.690,00 32.977.160 27.167.260

9400103 Dienst Belastingen: overige activiteiten 10.457.900,00 7.881.230 8.030.750

9800301 Onttrekking reserve vakantiegeld (GDV) 186.296,00 188.500 0

9800302 Onttrekking reserve WW (GDV) 9.511,00 0 0

9803401 Onttrekking egalisatiereserve commerciële activiteiten (Dienst Belastingen) 200.000,00 0 0

9803402 Onttrekking reserve incassobureau (Dienst Belastingen) 80.000,00 0 0

9804701 Onttrekking algemene bedrijfsreserve (ACAM) 228.969,00 75.000 50.000

9804702 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (ACAM) 64.973,00 65.000 20.000

9804703 Onttrekking reserve vakantiegeld (ACAM) 379.057,00 360.000 0

9805001 Onttrekking algemene reserve (Stadstoezicht) 319.956,00 0 0

9805002 Onttrekking reserve vakantiegeld (Stadstoezicht) 1.544.028,00 1.271.410 0

9805003 Onttrekking reserve LHOR 0,00 0 0

Subprogramma 110.6 Financiele dienstverlening / activiteiten 87.146.661,00 62.527.040 53.792.062

Raadsdruk Begroting 2011 481

Page 487: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning 3100201 Food Center Amsterdam 4.414.989,00 3.276.990 2.738.270

3100203 0,00 0 0

8100102 Dienst Ruimtelijke Ordening - Overige opdrachten 21.434.925,00 13.370.130 13.150.260

8300130 Werken in opdracht gebiedsontwikkeling 14.270.532,00 14.179.210 13.949.361

8300134 Beheer gemeentelijk vastgoed 12.596.934,00 10.697.890 12.509.932

8300135 Procesbegeleiding bewoners 1.491.382,00 1.542.680 0

9220226 Kenniscentrum Amsterdam 690.407,00 775.840 771.930

9220227 Exploitatie Jodenbreestraat 25 4.513.165,00 4.637.450 4.575.570

9220229 Ingenieursbureau Amsterdam 30.894.870,00 28.796.310 27.918.720

9802901 Dotatie winstreserve (IBA) 298.409,00 225.000 225.000

9802902 Dotatie algemene reserve (IBA) 201.338,00 0 0

9802903 Dotatie reserve wachtgeld (IBA) 0,00 0 0

9802905 Dotatie reserve Nieuwe Huisvesting (IBA) 0,00 0 0

9802906 Dotatie reserve vakantiegeld (IBA) 1.009.564,00 946.110 0

9807201 Dotatie reserve Afkoopsommen erfpachttermijnen (Food Center) 0,00 0 0

9807202 Dotatie reserve Exploitatieverliezen groente- en fruithal (Food Center) 0,00 0 0

9807205 Dotatie reserve ontwikkelingsstrategie Food Center 0,00 178.942 0

Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning 91.816.515,00 78.626.552 75.839.043

Totaal van de lasten 356.506.889,00 305.200.488,00 316.580.983,00

Totaal van de baten 339.127.694,00 294.572.404,00 297.141.546,00

Nadelig saldo 17.379.195,00 10.628.084,00 19.439.437,00

Resultaat voor bestemming 18.561.248,00 11.351.998,00 24.555.061,00

Dotaties 10.044.993,00 6.406.414,00 670.210,00

Onttrekkingen 11.227.046,00 7.130.328,00 5.785.834,00

Resultaatbestemming -1.182.053,00 -723.914,00 -5.115.624,00

Resultaat na bestemming 17.379.195,00 10.628.084 19.439.437

Raadsdruk Begroting 2011 482

Page 488: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning 3100201 Food Center Amsterdam 3.194.780,00 2.880.930 2.701.920

3100203 Rente belegde afkoopsommen 0,00 0 0

8100102 Dienst Ruimtelijke Ordening - Overige opdrachten 21.088.034,00 13.503.300 13.445.790

8300130 Werken in opdracht gebiedsontwikkeling 13.485.004,00 14.629.430 14.046.740

8300134 Beheer gemeentelijk vastgoed 12.122.314,00 11.129.470 13.188.560

8300135 Procesbegeleiding bewoners 963.821,00 1.306.820 0

9220226 Kenniscentrum Amsterdam 46.562,00 30.720 30.490

9220227 Exploitatie Jodenbreestraat 25 4.424.640,00 4.640.890 4.575.570

9220229 Ingenieursbureau Amsterdam 33.529.800,00 30.310.000 29.804.000

9802901 Onttrekking winstreserve (IBA) 0,00 225.000 225.000

9802902 Onttrekking algemene reserve (IBA) 39.000,00 0 0

9802903 Onttrekking reserve wachtgeld (IBA) 1.233,00 0 0

9802905 Onttrekking reserve Nieuwe Huisvesting (IBA) 109.772,00 109.770 109.770

9802906 Onttrekking reserve vakantiegeld (IBA) 954.283,00 946.110 0

9807201 Onttrekking reserve Afkoopsommen erfpachttermijnen (Food Center) 140.431,00 0 0

9807202 Onttrekking reserve Exploitatieverliezen groente- en fruithal (Food Center) 0,00 0 42.740

9807205 Onttrekking reserve ontwikkelingsstrategie Food Center 985.944,00 575.000 0

Subprogramma 110.7 Ruimtelijk gerichte ondersteuning 91.085.618,00 80.287.440 78.170.580

Totaal van de baten 339.127.694,00 294.572.404,00 297.141.546,00

Totaal van de lasten 356.506.889,00 305.200.488,00 316.580.983,00

Voordeling saldo -17.379.195,00 -10.628.084,00 -19.439.437,00

Resultaat voor bestemming -16.197.142,00 -9.904.170,00 -14.323.813,00

Dotaties 10.044.993,00 6.406.414,00 670.210,00

Onttrekkingen 11.227.046,00 7.130.328,00 5.785.834,00

Resultaatbestemming -1.182.053,00 -723.914,00 -5.115.624,00

Resultaat na bestemming -17.379.195,00 -10.628.084 -19.439.437

Raadsdruk Begroting 2011 483

Page 489: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Stedelijke ontwikkeling

Subprogramma 120.1 Bouwen 8200101 Bijdragen voor woningexploitatie en -bouw 0,00 0 0

8200102 Kapitaallasten woningbouw 17.592.065,00 16.446.970 13.906.800

8220103 Uitgaven ten laste van de reserve BWS 5e fonds 376.539,00 800.000 500.000

8220303 Tekort in de exploitatiekosten van woningwetwoningen, vallende onder de bijdrageregelingen 1950 en

1960

2.107,00 1.000 1.000

8220401 Uitgaven ten laste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - KTA-deel 3.719.437,00 7.500.000 3.500.000

8220609 Uitgaven ten laste van de voorzieningen trafoleningen 1.153.223,00 450.000 0

8220625 Uitgaven ten laste van de reserve aanjagen productie/jongerenhuisvesting 396.000,00 400.000 400.000

8220636 Uitgaven ten laste van de voorziening BWS vrije ruimte 207.000,00 0 0

8220637 Uitgaven ten laste van de voorziening BWS rente 6.411.958,00 2.424.000 0

8220638 Uitgaven ten laste van de reserve aanjagen woningbouw 1.298.263,00 2.018.040 1.173.910

8220649 Uitgaven t.l.v. de reserve Creatieve Hotspots 500.000,00 500.000 400.000

8300131 Regie productie 1.697.966,00 1.872.590 1.871.341

9802602 Dotatie reserve BWS 5e fonds (Dienst Wonen) 1.945.901,00 600.000 0

9802605 Dotatie Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, KTA-deel (Dienst Wonen) 0,00 0 0

9802625 Dotatie reserve aanjagen productie / jongerenhuisvesting (Dienst Wonen) 0,00 0 0

9802634 Dotatie reserve Creatieve Hotspots (DW) 236.588,00 400.000 400.000

9802635 Dotatie reserve Woon-, Leer- en Werktrajecten (DW) 0,00 0 0

9802636 Dotatie reserve Restantgehouden bedragen (DWZS) 0,00 250.000 0

9803115 Dotatie reserve aanjagen woningbouw (OGA) 421.162,00 417.000 417.000

Subprogramma 120.1 Bouwen 35.958.209,00 34.079.600 22.570.051

Subprogramma 120.2 Wonen 8220101 DWZS Wonen 18.134.653,00 19.428.090 19.265.260

8220106 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (bouwtoezicht) 15.832.258,00 12.704.304 11.164.894

8220109 Fonds Woningbedrijf 0,00 0 0

8220302 Bijdrage voor woonwagenlocaties (beheer, begeleiding en exploitatie) 643.268,00 631.330 630.630

8220306 Huisvesting statushouders 438.106,00 532.960 527.570

8220614 Subsidies Volkshuisvesting 3.849.322,00 3.917.380 3.826.150

8220615 Uitvoering VRH (Vangnet Regeling Huursubsidie) 635,00 15.000 15.000

8220620 Uitgaven ten laste van het AMH-fonds 1.194.210,00 1.000.000 500.000

8220648 Voorziening Starterslening 6.570,00 20.000 0

8220651 Uitgaven t.l.v. voorziening Kansen voor West 34.734.000,00 0 0

8220652 Uitgaven t.l.v. reserve van koop naar huur 0,00 0 5.000.000

9801910 Dotatie reserve dienstverlening DMB (Stedelijke ontwikkeling) 119.000,00 0 0

9802632 Dotatie WW-fonds (DWZS) 0,00 0 0

9802633 Dotatie reserve vakantiegeld (DWZS 428.552,00 410.000 0

9802637 Dotatie reserve van koop naar huur 0,00 0 0

Subprogramma 120.2 Wonen 75.380.574,00 38.659.064 40.929.504

Raadsdruk Begroting 2011 484

Page 490: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Stedelijke ontwikkeling

Subprogramma 120.1 Bouwen 8200101 Bijdragen voor woningexploitatie en -bouw 0,00 0 0

8200102 Kapitaallasten woningbouw 17.592.065,00 16.446.970 13.906.800

8220103 Ontvangsten ten gunste van de reserve BWS 5e fonds 1.945.901,00 600.000 0

8220303 Tekort in de exploitatiekosten van woningwetwoningen, vallende onder de bijdrageregelingen 1950

en 1960

0,00 0 0

8220401 Ontvangsten ten gunste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - KTA-deel 0,00 0 0

8220609 Ontvangsten ten gunste van de voorziening trafoleningen 2.334.323,00 650.000 0

8220625 Ontvangsten ten gunste van de reserve aanjagen productie/jongerenhuisvesting 0,00 0 0

8220636 Ontvangsten ten gunste van de voorziening BWS vrije ruimte 414.000,00 0 0

8220637 Ontvangsten ten gunste van de voorziening BWS rente 30.612.738,00 5.624.000 0

8220638 Ontvangsten ten gunste van de reserve aanjagen woningbouw 4.162,00 0 0

8220649 Ontvangsten t.g.v. de reserve Creatieve Hotspots 236.588,00 400.000 400.000

8300131 Regie productie 200.603,00 200.000 200.000

9802602 Onttrekking reserve BWS 5e fonds (Dienst Wonen) 3.199.028,00 1.400.000 500.000

9802605 Onttrekking Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, KTA-deel (Dienst Wonen) 3.969.437,00 7.500.000 3.500.000

9802625 Onttrekking reserve aanjagen productie / jongerenhuisvesting (Dienst Wonen) 396.000,00 400.000 400.000

9802634 Onttrekking reserve Creatieve Hotspots (DW) 500.000,00 500.000 400.000

9802635 Onttrekking reserve Woon-, Leer- en Werktrajecten (DW) 0,00 0 0

9802636 Onttrekkingreserve Restantgehouden bedragen (DWZS) 243.877,00 250.000 0

9803115 Onttrekking reserve aanjagen woningbouw (OGA) 1.297.580,00 2.018.030 1.173.910

Subprogramma 120.1 Bouwen 62.946.302,00 35.989.000 20.480.710

Subprogramma 120.2 Wonen 8220101 DWZS Wonen 2.573.634,00 1.409.160 1.392.790

8220106 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (bouwtoezicht) 10.105.362,00 9.870.770 9.864.840

8220109 150.000,00 0 0

8220302 Woonwagens en woonwagenlocaties 356.932,00 370.450 373.230

8220306 0,00 0 0

8220614 Aanwending reserves 0,00 0 0

8220615 Uitvoering BBH (Bijzondere Bijdrage Huurlasten) 0,00 0 0

8220620 Ontvangsten ten gunste van het AMH-fonds 1.194.210,00 1.000.000 500.000

8220648 Voorziening Starterslening 6.570,00 20.000 0

8220651 Ontvangsten t.g.v. voorziening Kansen voor West 34.734.000,00 0 0

8220652 Inkomsten t.g.v. reserve van koop naar huur 0,00 0 0

9801910 Onttrekking reserve dienstverlening DMB (Stedelijke ontwikkeling) 100.000,00 0 0

9802632 Onttrekking WW-fonds (DWZS) 51.325,00 268.000 0

9802633 Onttrekking reserve vakantiegeld (DWZS) 413.702,00 410.000 0

9802637 Onttrekking reserve van koop naar huur 0,00 0 5.000.000

Subprogramma 120.2 Wonen 49.685.735,00 13.348.380 17.130.860

Raadsdruk Begroting 2011 485

Page 491: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling 8100101 Dienst Ruimtelijke Ordening - Ruimtelijke Ordening 9.090.242,00 7.456.460 6.786.220

8100105 Plan Openbare Ruimte IJ-oevers 4.400.000,00 10.000.000 0

8100107 Planvorming IJburg 7.843.001,00 0 0

8100109 Planvorming IJ-oevers 913.886,00 5.032.000 0

8100111 Planvorming Middenmeer Noord 0,00 0 0

8100113 Planvorming Science Park 0,00 0 0

8100115 Planvorming Wibaut aan de Amstel 0,00 5.297.000 0

8100116 Planvorming Noordwaarts 1.916.067,00 8.728.000 0

8100117 Planvorming Zuidoostlob 2.010.719,00 12.397.000 0

8100118 Aanleg van een tijdelijk strand op IJburg 145.832,00 970.000 0

8100119 Publieksvoorlichting Zuiderkerk 1.617.476,00 966.640 975.980

8100120 Planvorming werkgebieden 19.820,00 2.315.000 0

8100121 Projectbureau Wibaut aan de Amstel 559.829,00 0 0

8100125 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 305.953,00 0 0

8100127 Diverse projecten OGA 4.534.531,00 3.429.470 3.688.141

8100128 Kennisregie Grote Projecten 199.844,00 203.760 196.980

8100129 Planvorming Oostpoort 0,00 2.402.000 0

8100130 Planvorming IJburg (OGA) 0,00 10.345.000 0

8100131 Planvorming Glasvezelnetwerk 0,00 0 160.730

8100301 Planvorming Zuidas grondexploitaties 7.863.634,00 12.154.000 12.088.389

8100302 Zuidas Dok 5.829.873,00 7.346.000 4.000.000

8100303 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 451.949,00 509.470 509.470

8220612 Broedplaatsen 65.258,00 0 172.130

8300114 Dotatie voorziening voor plantekorten Vereveningsfonds 95.939.227,00 57.967.977 41.024.853

8300117 Voorziening Goedkoop Segment Zuidas 0,00 0 0

8300132 Toetsing en fondsbeheer 4.662.898,00 4.835.138 5.631.528

8300133 Vastgoedadvisering 1.873.047,00 1.805.730 1.775.560

8300207 Uitgaven ten laste van de algemene reserve grondexploitatie 31.741.734,00 20.391.850 24.683.130

8300208 Uitgaven ten laste van bestemmingsreserves Vereveningsfonds 32.533.136,00 12.590.926 2.000.000

8300212 Kosten voor ruimen explosieven WOII 0,00 0 120.000

8300301 Dotatie voorziening module goedkope segement woningbouw 0,00 0 0

8300302 Uitgaven inzake Groenfonds Zuidas 0,00 0 0

8300304 Uitgaven inzake Zuidas grondexploitatie 0,00 0 0

8300305 0,00 0 0

9802614 Dotatie reserve Broedplaatsen (Dienst Wonen) 1.205.824,00 0 0

9803102 Dotatie Algemene Reserve Vereveningsfonds (OGA) 117.860.954,00 72.429.469 71.631.368

9803103 Dotatie Bestemmingsreserves Vereveningsfonds (OGA) 23.212.068,00 16.603.566 4.757.380

9803113 Dotatie reserve vakantiegeld (OGA) 1.501.341,00 1.200.000 0

9803114 Dotatie reserve inactieven (OGA) 100.000,00 100.000 100.000

9803118 Dotatie egalisatiereserve Noordwaarts 0,00 0 0

9803127 Dotatie reserve Zuidelijke IJ-oevers 30.546.241,00 0 0

9803215 Dotatie reseve Ontwikkelingsalliantie (DRO) 0,00 0 0

9803219 Dotatie reserve Bestuurlijke Begeleiding Zuidas(DRO) 0,00 0 0

9803301 Dotatie reserve Goenfonds Zuidas 0,00 120.690 0

9803302 Dotatie reserve Zuidas grondexploitatie 3.870.678,00 3.739.080 4.733.323

9803303 Dotatie reserve module goedkope segment woningbouw 0,00 1.014.300 0

Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling 392.815.062,00 282.350.526 185.035.182

Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing 3100508 Kapitaallasten van verstrekte geldlening Stadsgoed 1.258.487,00 920.680 1.689.120

5110205 Grote stedenbeleid 296.990,00 0 0

6200701 Sociaal structuurplan 6.723.088,00 5.941.180 5.754.020

6200702 Koers Nieuw West 13.768.115,00 6.990.170 0

6200703 Programma Maatschappelijke Investeringen 18.976.347,00 15.900.000 0

6200704 Wijkaanpak 20.505.643,00 19.745.000 4.365.000

8200103 Stadsmariniers 219.452,00 164.360 161.310

8210315 EZ Stedelijke Ontwikkeling (ISV) 854.148,00 0 0

8210319 Stenen voor Sociaal -1.854.606,00 0 0

8220402 Uitgaven ten laste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - erfpachtdeel vastgoed 13.340.834,00 7.000.000 9.000.000

8220639 Uitgaven ten laste van de voorziening Izmit rampenbestrijding 0,00 0 0

8300103 Afdracht ten gunste van het Stimuleringsfonds volkshuisvesting, vastgoeddeel 22.662.948,00 9.150.000 8.400.000

8300105 Uitgaven ten laste van het Gronddeel Stimuleringsfonds 0,00 0 0

8300116 Dotatie voorziening Stimuleringsfonds gronddeel 9.854.123,00 32.693.200 12.154.154

8300209 Uitgaven ten laste van de reserve gronddeel Stimuleringsfonds 4.654.780,00 1.607.000 1.021.000

9802606 Dotatie Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, erfpachtdeel vastgoed (Dienst Wonen) 17.805.496,00 9.150.000 8.400.000

9803104 Dotatie reserve Gronddeel Stimuleringsfonds (OGA) 69.998.179,00 14.164.070 11.840.982

9803704 Dotatie reserve Huisvesting OKC's 754.000,00 0 0

9803715 Dotatie reserve Koers Nieuw West 0,00 0 0

9803720 Dotatie reserve Programma Maatschappelijke Investeringen 0,00 0 0

9803736 Dotatie reserve restant gehouden bedragen Stedelijke vernieuwing 18.750,00 0 0

Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing 199.836.774,00 123.425.660 62.785.586

Totaal van de lasten 703.990.619,00 478.514.850,00 311.320.323,00

Totaal van de baten 649.904.564,00 386.430.371,00 266.066.899,00

Nadelig saldo 54.086.055,00 92.084.479,00 45.253.424,00

Resultaat voor bestemming 81.799.097,00 91.220.344,00 7.712.588,00

Raadsdruk Begroting 2011 486

Page 492: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling 8100101 Dienst Ruimtelijke Ordening - Ruimtelijke Ordening 39.292,00 0 0

8100105 Plan Openbare Ruimte IJ-oevers 30.546.241,00 0 0

8100107 Planvorming IJburg 7.785.156,00 0 0

8100109 Planvorming IJ-oevers 913.885,00 5.032.000 10

8100111 Planvorming Middenmeer Noord 0,00 10 10

8100113 Planvorming Science Park 0,00 10 10

8100115 Planvorming Wibaut aan de Amstel 0,00 5.297.000 10

8100116 Planvorming Noordwaarts 1.916.066,00 8.728.000 10

8100117 Planvorming Zuidoostlob 2.010.720,00 12.397.000 10

8100118 0,00 0 0

8100119 Publieksvoorlichting Zuiderkerk 966.879,00 343.130 374.390

8100120 Planvorming werkgebieden 19.820,00 2.315.010 10

8100121 Projectbureau Wibaut aan de Amstel 559.832,00 10 0

8100125 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 0,00 0 0

8100127 Diverse projecten OGA 1.233.635,00 80.000 176.570

8100128 Kennisregie Grote Projecten 0,00 0 0

8100129 Planvorming Oostpoort 0,00 2.402.000 0

8100130 Planvorming IJburg (OGA) 0,00 10.345.000 0

8100131 Planvorming Glasvezelnetwerk 0,00 0 0

8100301 Planvorming Zuidas grondexploitaties 7.863.634,00 12.154.000 12.100.000

8100302 Zuidas Dok 5.829.873,00 7.346.000 4.000.000

8100303 Bestuurlijke begeleiding Zuidas 0,00 0 0

8220612 Broedplaatsen 1.205.824,00 0 0

8300114 Vrijval voorziening voor plantekorten Vereveningsfonds 40.773.245,00 0 0

8300117 Voorziening Goedkoop Segment Zuidas 0,00 0 0

8300132 Toetsing en fondsbeheer 1.577.543,00 145.780 109.200

8300133 Vastgoedadvisering 330.670,00 635.000 635.000

8300207 Bijdragen uit grondexploitaties ten gunste van de algemene reserve grondexploitatie 45.850.761,00 105.945.066 109.223.410

8300208 Ontvangsten ten gunste van bestemmingsreserves Vereveningsfonds 437.303,00 8.513.395 2.190.200

8300212 Bijdragen grondexploitaties voor ruimen explosieven WOII 0,00 0 0

8300301 Onttrekking voorziening module goedkope segement woningbouw 0,00 1.014.300 0

8300302 Inkomsten inzake Groenfonds Zuidas 0,00 120.700 0

8300304 Ontvangsten inzake Zuidas grondexploitatie 0,00 3.739.080 0

8300305 Ontvangsten inzake rente over bestemmingsreserve 3.870.678,00 0 4.733.323

9802614 Onttrekking reserve Broedplaatsen (Dienst Wonen) 65.258,00 0 172.130

9803102 Onttrekking Algemene Reserve Vereveningsfonds (OGA) 164.024.385,00 49.032.014 35.683.130

9803103 Onttrekking Bestemmingsreserves Vereveningsfonds (OGA) 54.582.480,00 20.843.306 2.000.000

9803113 Onttrekking reserve vakantiegeld (OGA) 1.397.571,00 1.200.000 0

9803114 Onttrekking reserve inactieven (OGA) 640.585,00 203.260 0

9803118 Onttrekking egalisatiereserve Noordwaarts 398.032,00 0 0

9803127 Onttrekking reserve Zuidelijke IJ-oevers 0,00 0 0

9803215 Onttrekking reseve Ontwikkelingsalliantie (DRO) 421.143,00 0 0

9803219 Onttrekking reserve Bestuurlijke Begeleiding Zuidas(DRO) 305.953,00 0 0

9803301 Onttrekking reserve Goenfonds Zuidas 0,00 0 0

9803302 Onttrekking reserve Zuidas grondexploitatie 0,00 0 0

9803303 Onttrekking reserve module goedkope segment woningbouw 0,00 0 0

Subprogramma 120.3 Ruimtelijke ontwikkeling 375.566.464,00 257.831.071 171.397.423

Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing 3100508 Rente van verstrekte geldlening Stadsgoed 1.258.487,00 920.680 1.689.120

5110205 Grote stedenbeleid 296.990,00 0 0

6200701 Sociaal structuurplan 5.002.436,00 4.485.590 4.451.950

6200702 7.313.089,00 0 0

6200703 Programma Maatschappelijke Investeringen 754.000,00 0 0

6200704 Wijkaanpak 709.111,00 0 0

8200103 Stadsmariniers 0,00 0 0

8210315 EZ Stedelijke Ontwikkeling (ISV) 854.148,00 0 0

8210319 0,00 0 0

8220402 Ontvangsten ten gunste van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting - erfpachtdeel vastgoed 17.805.496,00 9.150.000 8.400.000

8220639 Ontvangsten ten gunste van de voorziening Izmit rampenbestrijding 564,00 0 0

8300103 0,00 0 0

8300105 Ontvangsten ten gunste van het Gronddeel Stimuleringsfonds 29.084.376,00 16.506.650 17.501.040

8300116 Vrijval voorziening Stimuleringsfonds gronddeel 6.856.420,00 0 0

8300209 Ontvangsten ten gunste van de reserve gronddeel Stimuleringsfonds 26.039.526,00 12.489.570 9.105.749

9802606 Onttrekking Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, erfpachtdeel vastgoed (Dienst Wonen) 13.340.834,00 7.000.000 9.000.000

9803104 Onttrekking reserve Gronddeel Stimuleringsfonds (OGA) 45.278.509,00 28.709.430 6.910.047

9803704 Onttrekking reserve Huisvesting OKC's 0,00 0 0

9803715 Onttrekking reserve Koers Nieuw West 0,00 0 0

9803720 Onttrekking reserve Programma Maatschappelijke Investeringen 7.112.077,00 0 0

9803736 Onttrekking reserve restant gehouden bedragen Stedelijke vernieuwing 0,00 0 0

Subprogramma 120.4 Stedelijke vernieuwing 161.706.063,00 79.261.920 57.057.906

Totaal van de baten 649.904.564,00 386.430.371,00 266.066.899,00

Totaal van de lasten 703.990.619,00 478.514.850,00 311.320.323,00

Voordeling saldo -54.086.055,00 -92.084.479,00 -45.253.424,00

Resultaat voor bestemming -26.373.013,00 -92.948.614,00 -82.794.260,00

Raadsdruk Begroting 2011 487

Page 493: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Dotaties 270.024.734,00 120.598.175,00 102.280.053,00

Onttrekkingen 297.737.776,00 119.734.040,00 64.739.217,00

Resultaatbestemming -27.713.042,00 864.135,00 37.540.836,00

Resultaat na bestemming 54.086.055,00 92.084.479 45.253.424

Raadsdruk Begroting 2011 488

Page 494: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Dotaties 270.024.734,00 120.598.175,00 102.280.053,00

Onttrekkingen 297.737.776,00 119.734.040,00 64.739.217,00

Resultaatbestemming -27.713.042,00 864.135,00 37.540.836,00

Resultaat na bestemming -54.086.055,00 -92.084.479 -45.253.424

Raadsdruk Begroting 2011 489

Page 495: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Bestuur en concern

Subprogramma 140.1 Bestuur 0010101 Vergoeding en tegemoetkoming aan raadsleden 1.702.744,00 1.744.560 1.577.239

0010102 Tegemoetkoming raadsfracties 1.633.667,00 1.594.880 1.674.026

0010103 Uitkerings- en pensioenvoorziening raadsleden 84.124,00 240.380 86.961

0010201 Jaarwedde enz. van de burgemeester 212.504,00 223.620 217.410

0010202 Jaarwedden enz. van de wethouders 984.827,00 975.890 1.107.960

0010203 Uitkeringen en pensioenen aan gewezen wethouders en weduwen van (gewezen) wethouders 871.347,00 615.300 755.500

0020104 Wethoudersassistenten 614.161,00 495.460 616.280

9220114 Functioneel te verwerken nominale verhogingen 0,00 0 5.000.000

9801020 Dotatie reserve vakantiegeld wethouders (BDA) 30.570,00 29.970 0

Subprogramma 140.1 Bestuur 6.133.944,00 5.920.060 11.035.376

Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning 0020101 Jaarwedde enz. van de secretaris 187.688,00 196.250 190.150

0020102 Bestuursdienst 55.541.820,00 44.570.687 42.311.037

0020204 Communicatie 6.138.775,00 5.289.654 4.043.394

0020207 Adviesorganen 717.189,00 668.220 655.120

0020401 Juridische kosten (abonnement gemeenteadvocaat, rechtsgedingen) 698.121,00 133.858 132.148

0020520 Uitvoering Bestuursopdrachten 898.952,00 766.120 840.970

0050101 Stadsregio Amsterdam 1.632.107,00 1.614.780 1.666.900

0050102 Bestuurlijk stelsel 77.146,00 88.160 87.060

0050103 Ontwikkelingssamenwerking/internationale contacten 769.381,00 780.060 771.070

0060201 Kosten bestuurshulp ACAM Accountancy en Advies 119.198,00 105.000 85.000

9220111 Verzekering tegen fraude 98.548,00 100.800 99.540

9220116 Personeelskosten voormalige diensttakken 6.599.205,00 5.906.920 7.208.250

9220146 Van ongeduld naar actie 0,00 0 0

9220211 Personeelsbeheer 0,00 -1.000 0

9801001 Dotatie Rampenfonds (internationale hulpverlening) (BDA) 216.310,00 44.500 0

9801008 Dotatie reserve wachtgeld (BDA) 0,00 0 0

9801010 Dotatie reserve vakantiegeld (BDA) 1.517.124,00 1.298.310 0

9801012 Dotatie reserve WW (BDA) 12.260,00 0 0

9801013 Dotatie reserve bouwfraudegelden (BDA) 0,00 0 0

9801022 Dotatie reserve Bestuursondersteuning (BMO) 610.735,00 0 0

9801025 Dotatie reserve Digitaal Archief (BMO) 28.998,00 28.060 23.302

9801217 Dotatie reserve vakantiegeld VWS (SHP) 195.846,00 160.000 0

9801221 Dotatie egalisatiereserve tarief personeelsvoorzieningen SHP 0,00 0 0

Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning 76.059.403,00 61.750.379 58.113.941

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling 0020208 Onderzoeken op financieel terrein 1.839.929,00 1.613.770 754.120

0020216 Privatisering en verzelfstandiging en fusies stadsdelen 878.364,00 2.639.160 137.420

0020217 Opbrengsten fusies stadsdelen 0,00 0 0

0020302 ICT-beleid 7.187.667,00 7.678.330 0

0020308 Inkoop 561.390,00 536.310 571.810

0020509 Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling 2.708.108,00 2.550.930 2.417.800

9801015 Dotatie reserve informatiebeveiliging (BDA) 0,00 0 0

9801019 Dotatie reserve Multichannel/Burger Koning 0,00 0 0

9801023 Dotatie reserve Concernontwikkeling (BMO) 245.500,00 0 0

9801056 Dotatie reserve Dienst ICT 714.536,00 0 0

9801057 Dotatie reserve WABO 1.200.000,00 0 0

9804043 Dotatie reserve ontwikkelkosten basisregistratie en ICT-infrastructuur (DAB - Directie en Staf) 0,00 0 0

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling 15.335.494,00 15.018.500 3.881.150

Subprogramma 140.5 Griffie 0060101 Raadsbudget 2.146.010,00 1.637.152 1.802.473

0060102 Fractiebudget 400.960,00 0 0

0060103 Griffie 1.367.935,00 1.650.670 1.468.409

0060203 Onderzoeksbudget Rekeningencommissie 8.413,00 35.880 11.911

9801301 Dotatie reserve vakantiegeld (Raadsgriffie) 35.569,00 52.660 0

9801302 Dotatie reserve WW (Raadsgriffie) 1,00 0 0

9801303 Dotatie vierjarige reserve Raadsgriffie 50.260,00 50.750 50.369

9801304 Dotatie reserve Raadsonderzoeken (Griffie) 0,00 0 0

Subprogramma 140.5 Griffie 4.009.148,00 3.427.112 3.333.162

Subprogramma 140.6 Rekenkamer 0060204 Rekenkamer 1.589.176,00 1.615.560 1.511.963

9801401 Dotatie reserve vakantiegeld (Rekenkamer) 39.271,00 67.470 0

9801402 Dotatie reserve WW (Rekenkamer) 0,00 0 0

Subprogramma 140.6 Rekenkamer 1.628.447,00 1.683.030 1.511.963

Subprogramma 140.7 Ombudsman 0020805 Bureau Gemeentelijke Ombudsman 1.815.030,00 1.823.494 1.823.084

9801701 Dotatie reserve vakantiegeld (Ombudsman) 44.415,00 42.970 0

9801702 Dotatie reserve WW (Ombudsman) 0,00 0 0

Subprogramma 140.7 Ombudsman 1.859.445,00 1.866.464 1.823.084

Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek 9220224 Onderzoek en Statistiek 5.461.610,00 5.244.110 5.453.640

Raadsdruk Begroting 2011 490

Page 496: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Bestuur en concern

Subprogramma 140.1 Bestuur 0010101 0,00 0 0

0010102 0,00 0 0

0010103 0,00 0 0

0010201 Jaarwedde enz. van de burgemeester -214,00 0 0

0010202 Jaarwedden enz. van de wethouders 2.125,00 0 0

0010203 Uitkeringen en pensioenen aan gewezen wethouders en weduwen van (gewezen) wethouders 87.249,00 0 0

0020104 Wethoudersassistenten 0,00 0 0

9220114 Functioneel te verwerken nominale verlagingen 0,00 2.665.000 0

9801020 Onttrekking reserve vakantiegeld wethouders (BDA) 29.970,00 29.970 0

Subprogramma 140.1 Bestuur 119.130,00 2.694.970 0

Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning 0020101 Jaarwedde enz. van de secretaris 0,00 0 0

0020102 Bestuursdienst 11.901.672,00 426.230 354.520

0020204 Communicatie 2.803.853,00 1.070.410 1.062.380

0020207 Adviesorganen 47.515,00 870 0

0020401 Juridische kosten 388.582,00 0 0

0020520 Uitvoering Bestuursopdrachten 904.892,00 766.120 840.970

0050101 Stadsregio Amsterdam 0,00 0 0

0050102 Bestuurlijk stelsel 62.560,00 0 0

0050103 Ontwikkelingssamenwerking/internationale contacten 246.547,00 44.740 -340

0060201 0,00 0 0

9220111 0,00 0 0

9220116 Personeelskosten voormalige diensttakken 1.660.216,00 1.548.170 2.849.500

9220146 0,00 0 0

9220211 Personeelsbeheer 0,00 0 0

9801001 Onttrekking Rampenfonds (internationale hulpverlening) (BDA) 0,00 500.000 0

9801008 Onttrekking reserve wachtgeld (BDA) 11.234,00 0 0

9801010 Onttrekking reserve vakantiegeld (BDA) 1.298.310,00 1.298.310 0

9801012 Onttrekking reserve WW (BDA) 0,00 100.000 0

9801013 Onttrekking reserve bouwfraudegelden (BDA) 44.350,00 0 0

9801022 Onttrekking reserve Bestuursondersteuning (BMO) 296.654,00 0 0

9801025 Onttrekking reserve Digitaal Archief (BMO) 100.800,00 187.670 181.267

9801217 Onttrekking reserve vakantiegeld VWS (SHP) 198.884,00 160.000 0

9801221 Onttrekking egalisatiereserve tarief personeelsvoorzieningen SHP 33.036,00 0 0

Subprogramma 140.2 Bestuursondersteuning 19.999.105,00 6.102.520 5.288.297

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling 0020208 Onderzoeken op financieel terrein 371.028,00 0 0

0020216 Privatisering en verzelfstandiging en fusies stadsdelen 110.191,00 0 0

0020217 Opbrengsten fusies stadsdelen 636.000,00 2.500.000 0

0020302 ICT-beleid 2.681.883,00 731.120 0

0020308 Inkoop 3.333.879,00 4.394.490 0

0020509 Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling 518.967,00 259.690 257.740

9801015 Onttrekking reserve informatiebeveiliging (BDA) 0,00 0 0

9801019 Onttrekking reserve Multichannel/Burger Koning 0,00 0 0

9801023 Onttrekking reserve Concernontwikkeling (BMO) 395.500,00 0 0

9801056 Onttreking reserve Dienst ICT 0,00 0 0

9801057 Onttrekking reserve WABO 0,00 0 0

9804043 Onttrekking reserve ontwikkelkosten basisregistratie en ICT-infrastructuur (DAB - Directie en

Staf)

0,00 0 0

Subprogramma 140.3 Concernontwikkeling 8.047.448,00 7.885.300 257.740

Subprogramma 140.5 Griffie 0060101 Raadsbudget 0,00 0 0

0060102 Fractiebudget 0,00 0 0

0060103 Griffie 10.000,00 11.110 10.277

0060203 Onderzoeksbudget Rekeningencommissie 0,00 0 0

9801301 Onttrekking reserve vakantiegeld (Raadsgriffie) 32.520,00 53.130 0

9801302 Onttrekking reserve WW (Raadsgriffie) 0,00 0 0

9801303 Onttrekking vierjarige reserve Raadsgriffie 0,00 198.953 0

9801304 Onttrekking reserve Raadsonderzoeken (Griffie) 821.678,00 0 0

Subprogramma 140.5 Griffie 864.198,00 263.193 10.277

Subprogramma 140.6 Rekenkamer 0060204 Rekenkamer 647.007,00 651.420 0

9801401 Onttrekking reserve vakantiegeld (Rekenkamer) 37.611,00 66.260 0

9801402 Onttrekking reserve WW (Rekenkamer) 7.941,00 0 0

Subprogramma 140.6 Rekenkamer 692.559,00 717.680 0

Subprogramma 140.7 Ombudsman 0020805 Bureau Gemeentelijke Ombudsman 129.920,00 94.840 94.840

9801701 Onttrekking reserve vakantiegeld (Ombudsman) 43.682,00 42.970 0

9801702 Onttrekking reserve WW (Ombudsman) 1,00 0 0

Subprogramma 140.7 Ombudsman 173.603,00 137.810 94.840

Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek 9220224 Onderzoek en Statistiek 3.560.162,00 2.998.000 3.178.640

Raadsdruk Begroting 2011 491

Page 497: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

9802401 Dotatie reserve WW-uitkeringen (O+S) 200.000,00 0 0

9802402 Dotatie reserve vakantiegeld (O+S) 87.340,00 92.030 100.000

Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek 5.748.950,00 5.336.140 5.553.640

Totaal van de lasten 110.774.831,00 95.001.685,00 85.252.316,00

Totaal van de baten 33.690.377,00 21.015.613,00 9.082.794,00

Raadsdruk Begroting 2011 492

Page 498: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

9802401 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (O+S) 145.500,00 125.470 153.000

9802402 Onttrekking reserve vakantiegeld (O+S) 88.672,00 90.670 100.000

Subprogramma 140.8 Onderzoek en Statistiek 3.794.334,00 3.214.140 3.431.640

Totaal van de baten 33.690.377,00 21.015.613,00 9.082.794,00

Totaal van de lasten 110.774.831,00 95.001.685,00 85.252.316,00

Raadsdruk Begroting 2011 493

Page 499: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Nadelig saldo 77.084.454,00 73.986.072,00 76.169.522,00

Resultaat voor bestemming 75.442.062,00 74.972.755,00 76.430.118,00

Dotaties 5.228.735,00 1.866.720,00 173.671,00

Onttrekkingen 3.586.343,00 2.853.403,00 434.267,00

Resultaatbestemming 1.642.392,00 -986.683,00 -260.596,00

Resultaat na bestemming 77.084.454,00 73.986.072 76.169.522

Raadsdruk Begroting 2011 494

Page 500: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Voordeling saldo -77.084.454,00 -73.986.072,00 -76.169.522,00

Resultaat voor bestemming -78.726.846,00 -72.999.389,00 -75.908.926,00

Dotaties 5.228.735,00 1.866.720,00 173.671,00

Onttrekkingen 3.586.343,00 2.853.403,00 434.267,00

Resultaatbestemming 1.642.392,00 -986.683,00 -260.596,00

Resultaat na bestemming -77.084.454,00 -73.986.072 -76.169.522

Raadsdruk Begroting 2011 495

Page 501: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Dienstverlening

Subprogramma 145.1 Dienstverlening 0020702 Contactcenter (FBA) 8.918.366,00 8.700.005 8.818.935

0030101 Dienst Persoonsgegevens 25.139.162,00 27.854.030 27.739.080

0040101 Afdracht Rijksleges 0,00 0 0

3100802 Stadsbank van Lening 9.404.224,00 10.291.020 10.500.239

3100803 Gevonden voorwerpen 480.565,00 664.120 642.814

5410206 Bureau monumentenzorg 4.589.052,00 4.438.140 4.256.070

5410208 ISV 2.999.027,00 0 0

5410209 Noord/Zuidlijn 729.886,00 1.000.250 946.000

5410301 Stadsarchief Amsterdam 14.706.400,00 14.658.650 14.261.790

8100114 Geo- en Vastgoedinformatie 5.808.446,00 0 0

9800213 Dotatie reserve Verbeterplan CCA 126.790,00 0 0

9800403 Dotatie reserve Toekomstige WW-uitkeringen (Stadsarchief) 0,00 0 0

9800404 Dotatie reserve vakantiegeld (Stadsarchief) 363.314,00 334.740 0

9800411 Dotatie reserve opdrachten fotografen (Stadsarchief) 0,00 0 0

9802001 Dotatie reserve WW-uitkeringen (DPG) 0,00 381.149 0

9802002 Dotatie reserve vakantiegeld (DPG) 588.785,00 980.380 0

9802003 Dotatie reserve kwaliteit authentieke registraties 0,00 0 0

9802004 Dotatie reserve handhaving adrescontroles 0,00 0 0

9802005 Dotatie reserve BRI (Basisregistratie en ICT) (DPG) 0,00 0 0

9802006 Dotatie reserve Digitaliseren Archieven 0,00 0 0

9802007 Dotatie reserve Digitaal Afspraken BZ (DPG) 0,00 0 0

9804031 Dotatie reserve vakantiegeld (DAB - Archeologie en Monumentenzorg) 84.060,00 86.940 0

9804032 Dotatie reserve Amsterdams Restauratiefonds (DAB Bureau Monumenten en Archeologie) 1.295.764,00 0 0

9804033 Dotatie reserve Portugees/Israelische Synagoge (dAB/Archeologie en Monumenten) 0,00 0 0

9804034 Dotatie reserve toekomstige WW-uitkeringen (BMA) 0,00 0 0

9804051 Dotatie reserve vakantiegeld (DAB - Geo- en Vastgoedinformatie) 133.545,00 0 0

9804052 Dotatie reserve WW-uitkeringen (DPG/GVI) 0,00 0 0

9807001 Dotatie winstreserve projecten (Stads-bank van Lening) 510.457,00 0 0

9807002 Dotatie algemene reserve (Stads-bank van lening) 537.257,00 0 352.352

9807006 Dotatie reserve Betaalautomaten (Stadsbank van Lening) 0,00 0 0

9807007 Dotatie reserve Opknappen / onderhoud Nes 57b (Stadsbank van Lening) 0,00 0 0

9807009 Dotatie reserve vakantiegeld (Stadsbank van Lening) 205.536,00 230.000 0

9807010 Dotatie WW reserve (SBL) 0,00 0 0

Subprogramma 145.1 Dienstverlening 76.620.636,00 69.619.424 67.517.280

Totaal van de lasten 76.620.636,00 69.619.424,00 67.517.280,00

Totaal van de baten 40.827.670,00 32.481.459,00 30.829.707,00

Nadelig saldo 35.792.966,00 37.137.965,00 36.687.573,00

Resultaat voor bestemming 36.117.381,00 39.064.455,00 37.019.013,00

Dotaties 3.845.508,00 2.013.209,00 352.352,00

Onttrekkingen 4.169.923,00 3.939.699,00 683.792,00

Resultaatbestemming -324.415,00 -1.926.490,00 -331.440,00

Resultaat na bestemming 35.792.966,00 37.137.965 36.687.573

Raadsdruk Begroting 2011 496

Page 502: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Dienstverlening

Subprogramma 145.1 Dienstverlening 0020702 Contactcenter (FBA) 8.145.154,00 8.300.000 8.417.100

0030101 Dienst Persoonsgegevens 4.351.851,00 3.704.100 4.934.440

0040101 Leges Dienst Persoonsgegevens 831.777,00 917.160 910.280

3100802 Stadsbank van Lening 12.842.351,00 10.952.590 11.644.343

3100803 Gevonden voorwerpen 69.542,00 664.120 93.072

5410206 Bureau monumentenzorg 1.631.672,00 598.360 597.620

5410208 ISV 2.999.446,00 0 0

5410209 Noord/Zuidlijn 729.887,00 1.000.250 946.000

5410301 Stadsarchief Amsterdam 3.364.415,00 2.405.180 2.603.060

8100114 Geo- en Vastgoedinformatie 1.691.652,00 0 0

9800213 Onttrekking reserve Verbeterplan CCA 0,00 0 0

9800403 Onttrekking reserve Toekomstige WW-uitkeringen (Stadsarchief) 24.063,00 20.450 5.130

9800404 Onttrekking reserve vakantiegeld (Stadsarchief) 354.351,00 328.150 0

9800411 Onttrekking reserve opdrachten fotografen (Stadsarchief) 20.199,00 0 0

9802001 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (DPG) 106.804,00 108.700 108.700

9802002 Onttrekking reserve vakantiegeld (DPG) 558.165,00 764.400 0

9802003 Onttrekking reserve kwaliteit authentieke registraties 141.558,00 0 0

9802004 Onttrekking reserve handhaving adrescontroles 58.309,00 0 0

9802005 Onttrekking reserve BRI (Basisregistratie en ICT) (DPG) 2.030.067,00 0 0

9802006 Onttrekking reserve Digitaliseren Archieven 92.135,00 0 0

9802007 Onttrekking reserve Digitaal Afspraken BZ (DPG) 132.826,00 0 0

9804031 Onttrekking reserve vakantiegeld (DAB - Archeologie en Monumentenzorg) 77.597,00 85.030 0

9804032 Onttrekking reserve Amsterdams Restauratiefonds (DAB Bureau Monumenten en Archeologie) 0,00 10.000 10.000

9804033 Onttrekking reserve Portugees/Israelische Synagoge (dAB/Archeologie en Monumenten) 0,00 1.000.000 0

9804034 Onttrekking reserve toekomstige WW-uitkeringen (BMA) 0,00 0 49.500

9804051 Onttrekking reserve vakantiegeld (DAB - Geo- en Vastgoedinformatie) 120.900,00 193.820 0

9804052 Onttrekking reserve WW-uitkeringen (DPG/GVI) 0,00 381.149 0

9807001 Onttrekking winstreserve projecten (Stads-bank van Lening) 42.760,00 0 510.462

9807002 Onttrekking algemene reserve (Stads-bank van lening) 61.000,00 818.000 0

9807006 Onttrekking reserve Betaalautomaten (Stadsbank van Lening) 70.297,00 0 0

9807007 Onttrekking reserve Opknappen / onderhoud Nes 57b (Stadsbank van Lening) 62.000,00 0 0

9807009 Onttrekking reserve vakantiegeld (Stadsbank van Lening) 216.892,00 230.000 0

9807010 Onttrekking WW reserve (SBL) 0,00 0 0

Subprogramma 145.1 Dienstverlening 40.827.670,00 32.481.459 30.829.707

Totaal van de baten 40.827.670,00 32.481.459,00 30.829.707,00

Totaal van de lasten 76.620.636,00 69.619.424,00 67.517.280,00

Voordeling saldo -35.792.966,00 -37.137.965,00 -36.687.573,00

Resultaat voor bestemming -35.468.551,00 -35.211.475,00 -36.356.133,00

Dotaties 3.845.508,00 2.013.209,00 352.352,00

Onttrekkingen 4.169.923,00 3.939.699,00 683.792,00

Resultaatbestemming -324.415,00 -1.926.490,00 -331.440,00

Resultaat na bestemming -35.792.966,00 -37.137.965 -36.687.573

Raadsdruk Begroting 2011 497

Page 503: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Algemene dekkingsmiddelen

Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds 9210101 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 0,00 0 0

9210106 0,00 0 0

9210116 0,00 0 0

9210122 Integratie- en Decentralisatie Uitkeringen (verzamelpost) 0,00 0 0

Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds 0,00 0 0

Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds 9210201 Uitkering uit het Stadsdeelfonds 628.773.395,00 633.451.145 622.545.850

9210203 Uitkering binnenwaterbeheer Amsterdam-Centrum 622.000,00 633.000 618.300

9210204 Bijdrage Stadsdeel Noord in kosten beheer wegen landelijk gebied 592.740,00 592.740 592.740

9220133 Stadsdeel Centrum erfpachtbeheer 0,00 45.000 0

9220135 Bijdrage Zeeburg in verband met IJburg 250.000,00 500.000 0

9220136 Bos en Lommerplein 0,00 0 0

9220137 Beheer openbare ruimte met extra kwaliteit 900.000,00 2.300.000 1.000.000

Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds 631.138.135,00 637.521.885 624.756.890

Subprogramma 150.3 Belastingen 9310101 0,00 0 0

9310102 0,00 0 0

9320101 0,00 0 0

9330101 0,00 0 0

9360101 0,00 0 0

9360102 0,00 0 0

9370101 0,00 0 0

9380101 0,00 0 0

9390101 0,00 0 0

9400101 Dienst Belastingen 33.687.062,00 34.484.780 33.550.460

9400102 0,00 0 0

9400105 Bureau Rijksbelastingzaken 1.354.640,00 1.365.940 1.430.870

9803403 Dotatie Wachtgeldfonds (Dienst Belastingen) 0,00 0 0

9803406 Dotatie reserve vakantiegeld (DBGA) 984.536,00 1.042.900 0

9803408 Dotatie reserve BR WOZ 904.309,00 0 0

9803409 Dotatie reserve Wegwerken voorraden bezwaren en verzoeken (DBGA) 0,00 0 0

Subprogramma 150.3 Belastingen 36.930.547,00 36.893.620 34.981.330

Subprogramma 150.4 Erfpacht 8300101 Exploitatie Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (erfpacht) 58.385.702,00 52.142.140 54.468.110

8300104 Uitgaven ten laste van de reserve afkoopsommen erfpacht 11.330.745,00 0 0

8300122 Afdracht meerwaarden afkoopsommen ten behoeve van het Stimuleringsfonds volkshuisvesting,

erfpachtdeel

48.399.767,00 22.772.000 22.759.000

8300211 Uitgaven ten laste van de egalisatiereserve splitsingsunit 511.730,00 500.000 500.000

9800116 Dotatie reserve meerwaarden afkoopsommen Grondbedrijf 0,00 0 0

9803101 Dotatie reserve Afkoopsommen (OGA) 135.533.384,00 180.159.000 88.161.000

9803109 Dotatie reserve Afkoopsommen erfpacht 2e termijn (OGA) 3.855,00 0 0

9803116 Dotatie egalisatiereserve splitsingsunit (OGA) 0,00 175.000 175.000

Subprogramma 150.4 Erfpacht 254.165.183,00 255.748.140 166.063.110

Subprogramma 150.5 Financiering 3300102 Kapitaallasten van verstrekte geldleningen NUON 0,00 0 0

8300201 0,00 0 0

9140101 0,00 0 0

9140102 Rente eigen financieringsmiddelen Noord/Zuidlijn 0,00 0 0

9140103 Rente eigen financieringsmiddelen enkele reserves en voorzieningen 2.642.548,00 2.932.400 3.634.630

9140104 Rentelast door lagere omslagrente 0,00 21.000.000 10.800.000

9140105 Betaalde rentelasten 196.070.426,00 270.656.168 278.767.000

9140106 0,00 0 0

9140108 Teruggaaf rente als gevolg van te hoog geraamde omslagrente 0,00 0 7.361.201

9800106 Dotatie egalisatiefonds kapitaallasten 99.101.900,00 29.476.520 35.059.920

9800110 Dotatie algemene risicoreserve 1.693.027,00 5.415.399 70.676.190

9801049 Dotatie reserve ABC Pool (BMO) 252.524,00 0 0

Subprogramma 150.5 Financiering 299.760.425,00 329.480.487 406.298.941

Subprogramma 150.6 Deelnemingen 9130103 Rentelasten verbonden aan deelnemingen 13.565.637,00 14.451.250 10.745.830

9130104 Rente deelneming Zuidasonderneming i.o. 0,00 0 0

9800145 Dotatie reserve Beurs van Berlage (CoFin) 0,00 0 0

Subprogramma 150.6 Deelnemingen 13.565.637,00 14.451.250 10.745.830

Raadsdruk Begroting 2011 498

Page 504: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Algemene dekkingsmiddelen

Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds 9210101 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds 1.463.489.563,00 1.333.601.358 1.330.709.342

9210106 Integratieuitkering WMO 0,00 67.962.158 58.406.690

9210116 Nog te ontvangen middelen Septembercirculaire 0,00 11.500.000 0

9210122 Integratie- en Decentralisatie Uitkeringen (verzamelpost) 0,00 103.711.417 144.182.254

Subprogramma 150.1 Uitkering Gemeentefonds 1.463.489.563,00 1.516.774.933 1.533.298.286

Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds 9210201 0,00 0 0

9210203 0,00 0 0

9210204 Bijdrage Stadsdeel Noord in kosten beheer wegen landelijk gebied 0,00 0 0

9220133 0,00 0 0

9220135 0,00 0 0

9220136 Bos en Lommerplein 0,00 0 0

9220137 Beheer openbare ruimte met extra kwaliteit 0,00 0 0

Subprogramma 150.2 Uitkering Stadsdeelfonds 0,00 0 0

Subprogramma 150.3 Belastingen 9310101 Onroerende-zaakbelasting ten laste van gebruikers 38.064.902,00 36.923.710 37.117.980

9310102 Oninbaar verklaarde belasting, welke alsnog is geïnd 984.586,00 300.000 300.000

9320101 Onroerende-zaakbelasting ten laste van zakelijk gerechtigden 105.759.159,00 103.955.940 105.194.020

9330101 Roerende-ruimtebelasting 326.219,00 380.000 361.040

9360101 Toeristenbelasting 22.213.051,00 24.130.000 23.791.180

9360102 Vermakelijkheidsretributie 1.712.027,00 1.563.000 1.668.290

9370101 Hondenbelasting 1.777.637,00 1.744.000 1.653.630

9380101 Reclamebelasting 315.088,00 292.000 309.000

9390101 Precariobelasting 4.056,00 50.100 23.100

9400101 Dienst Belastingen 12.943.054,00 11.839.730 12.194.120

9400102 Leges Dienst Belastingen 125.085,00 170.100 125.100

9400105 Bureau Rijksbelastingzaken 144.087,00 200.000 250.000

9803403 Onttrekking Wachtgeldfonds (Dienst Belastingen) 285.940,00 74.920 0

9803406 Onttrekking reserve vakantiegeld (DBGA) 945.963,00 1.029.600 0

9803408 Onttrekking reserve BR WOZ 0,00 0 400.000

9803409 Onttrekking reserve Wegwerken voorraden bezwaren en verzoeken (DBGA) 0,00 0 0

Subprogramma 150.3 Belastingen 185.600.854,00 182.653.100 183.387.460

Subprogramma 150.4 Erfpacht 8300101 Exploitatie Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (erfpacht) 96.698.481,00 97.420.000 99.725.000

8300104 Ontvangen afkoopsommen erfpacht 145.056.117,00 180.159.000 88.161.000

8300122 0,00 0 0

8300211 Ontvangsten ten gunste van de egalisatiereserve splitsingsunit 664.037,00 675.000 675.000

9800116 Onttrekking reserve meerwaarden afkoopsommen Grondbedrijf 7.000.000,00 7.000.000 7.000.000

9803101 Onttrekking reserve Afkoopsommen (OGA) 51.230.493,00 26.536.000 27.759.000

9803109 Onttrekking reserve Afkoopsommen erfpacht 2e termijn (OGA) 0,00 0 0

9803116 Onttrekking egalisatiereserve splitsingsunit (OGA) 1.542.110,00 0 0

Subprogramma 150.4 Erfpacht 302.191.238,00 311.790.000 223.320.000

Subprogramma 150.5 Financiering 3300102 Rente van verstrekte geldleningen NUON 0,00 0 0

8300201 Rente op reserve meerwaarde afkoopsommen 689.557,00 2.436.610 2.191.610

9140101 Rente eigen financieringsmiddelen 23.646.014,00 45.874.588 61.836.570

9140102 Rente eigen financieringsmiddelen Noord/Zuidlijn 0,00 0 0

9140103 Rente eigen financieringsmiddelen enkele reserves en voorzieningen 0,00 0 0

9140104 Incidenteel niet tot uitgave komende omslagrente door structureel lagere rente 0,00 21.000.000 10.800.000

9140105 Doorberekende rentelasten 295.172.281,00 300.132.690 313.826.920

9140106 Buiten de omslag doorberekende rente 2.182.544,00 2.275.000 2.200.000

9140108 0,00 0 0

9800106 Onttrekking egalisatiefonds kapitaallasten 82.393.322,00 0 35.059.920

9800110 Terugboeking inflatiecorrectie Noord/Zuidlijn 0,00 0 0

9801049 Onttrekking reserve ABC Pool (BMO) 0,00 0 0

Subprogramma 150.5 Financiering 404.083.718,00 371.718.888 425.915.020

Subprogramma 150.6 Deelnemingen 9130103 Deelnemingen 55.437.204,00 27.600.000 36.375.000

9130104 Rente deelneming Zuidasonderneming i.o. 0,00 0 0

9800145 Onttrekking reserve Beurs van Berlage (CoFin) 0,00 0 0

Subprogramma 150.6 Deelnemingen 55.437.204,00 27.600.000 36.375.000

Raadsdruk Begroting 2011 499

Page 505: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

LastenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 3100103 Marktbergingen Waterloopleinmarkt 17.358,00 16.990 16.550

5400720 Kapitaallasten verstrekte geldlening St. Beurs van Berlage 349.230,00 349.230 349.230

8210302 Dotatie voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 0,00 49.100.000 55.923.740

8300119 Uitgaven ten laste van de reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.842.844,00 76.250 50.000

9130101 Uitkering van 2/3 van de rente van Vicarygoederen 2.502,00 3.300 4.370

9220106 Kapitaallasten voorgenomen onrendabele investeringen 0,00 55.667.212 42.913.300

9220107 Toe te kennen prioriteiten (structureel en incidenteel) 0,00 582.030 111.525.000

9220109 Exploitatielasten verbonden aan voorgenomen onrendabele investeringen 0,00 374.000 0

9220112 Nog functioneel te verwerken posterioriteiten 8.000.000,00 0 710.000

9220120 Lasten concerncontroller niet tot vorenstaande behorende 562.826.369,00 1.211.000 0

9220144 Uitgaven ten laste van reserves Concerncontroller 0,00 0 0

9220148 Bijdrage Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier a.g.v. overdracht waterschapstaken 14.700.000,00 0 0

9220149 Frictiekosten Motie Mulder c.s. 300.000,00 0 0

9220151 0,00 0 0

9220152 Frictiekosten 2011 0,00 0 4.600.000

9220301 Onvoorziene uitgaven 0,00 582.525 2.000.000

9220401 Dotatie voorziening juridische risico's 13.612.746,00 0 0

9600119 Dienst Milieu en Bouwtoezicht 4.258.850,00 0 0

9600123 Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 26.628.984,00 26.061.350 27.762.260

9600131 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 44.767.605,00 3.800.358 4.539.473

9600132 Dienst Ruimtelijke Ordening 23.175.322,00 23.071.290 22.738.830

9600137 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 34.790.207,00 19.481.140 24.008.206

9600138 Apparaatskosten DWZS 10.173.591,00 9.357.120 28.370.630

9600180 Dienst Werk en Inkomen 184.966.876,00 172.772.480 191.529.840

9600195 Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 475.599,00 1.198.320 4.672.600

9800105 Dotatie reserve Incidenteel 2010 (gevormd uit vrijval reserves fac. diensten in rekening 09) 200.000,00 0 0

9800124 Dotatie reserve fusie waterbeheer 2.255.362,00 2.342.410 2.421.540

9800131 Dotatie garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank 400.000,00 402.000 300.000

9800138 Dotatie bestemmingsreserve Beurs van Berlage 0,00 0 0

9800146 Dotatie reserve incidenteel 2009 0,00 0 0

9800148 Dotatie reserve incidentele ruimte 2010 104.450.448,00 0 0

9800149 Dotatie reserve NUON-opbrengsten 758.294.406,00 0 0

9800150 Dotatie reserve Amsterdams Investeringsfonds 0,00 0 150.000.000

9800151 Dotatie reserve Middelen t.b.v. PMI en evenementen 2012-2014 0,00 0 18.000.000

9800152 Dotatie reserve Frictiekosten Heroverwegingen 2011-2012 0,00 0 40.400.000

9801058 Dotatie reserve frictiekosten motie Mulder c.s. / heroverwegingen 1.200.000,00 0 0

9803117 Dotatie reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.441.701,00 106.980 276.000

9803202 Dotatie algemene reserve (DRO) 326.631,00 0 0

9803205 Dotatie reserve vakantiegeld (DRO) 955.089,00 931.000 0

9803798 Dotatie reserve vakantiegeld (DMO) 1.133.408,00 1.218.080 0

9804532 Dotatie reserve WW (DWI) 0,00 0 0

9809513 Dotatie reserve vakantiegeld (dIVV) 1.601.125,00 1.343.700 0

9809517 Dotatie reserve WW (dIVV) 0,00 0 0

Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 1.809.146.253,00 370.048.765 733.111.569

Totaal van de lasten 3.044.706.180,00 1.644.144.147,00 1.975.957.670,00

Totaal van de baten 4.277.747.113,00 2.891.040.318,00 3.164.145.136,00

Nadelig saldo -1.233.040.933,00 -1.246.896.171,00 -1.188.187.466,00

Resultaat voor bestemming -1.749.644.028,00 -1.321.515.234,00 -1.261.694.046,00

Dotaties 1.113.731.705,00 222.612.989,00 405.469.650,00

Onttrekkingen 597.128.610,00 147.993.926,00 331.963.070,00

Resultaatbestemming 516.603.095,00 74.619.063,00 73.506.580,00

Resultaat na bestemming -1.233.040.933,00 -1.246.896.171 -1.188.187.466

Raadsdruk Begroting 2011 500

Page 506: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

BatenRekening Begroting Romp begr.

Volgnummer Omschrijving 2009 2010 2011

€ € €

Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 3100103 Marktbergingen Waterloopleinmarkt 0,00 0 0

5400720 Kapitaallasten verstrekte geldlening St. Beurs van Berlage 349.230,00 349.230 349.230

8210302 Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 0,00 49.100.000 0

8300119 Ontvangsten ten gunste van de reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.841.701,00 106.980 276.000

9130101 Uitkering van 2/3 van de rente van Vicarygoederen 0,00 0 0

9220106 Stelpost voor het gedeeltelijk niet tot uitgaaf komen van kapitaallasten met betrekking tot

voorgenomen onrendabele investeringen

0,00 43.308.735 42.912.300

9220107 Posterioriteiten (structureel en incidenteel) 0,00 693.075 146.139.573

9220109 Stelpost voor het gedeeltelijk niet tot uitgaaf komen van exploitatielasten met betrekking tot

voorgenomen onrendabele investeringen

0,00 374.000 0

9220112 Nog functioneel te verwerken posterioriteiten 31.968.803,00 15.228.471 1.239.177

9220120 Baten concerncontroller niet tot vorenstaande behorende 114.845.457,00 1.265.000 0

9220144 Ontvangsten ten gunste van reserves Concerncontroller 909.324.310,00 0 0

9220148 Bijdrage Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier 0,00 0 0

9220149 Motie Mulder c.s 0,00 0 0

9220151 Stelpost nog te realiseren baten uit vrijval reserves vakantiegeld 18.740.597,00 0 0

9220152 0,00 0 0

9220301 0,00 0 0

9220401 Vrijval voorziening juridische risico's 1.265.000,00 0 0

9600119 Dienst Milieu en Bouwtoezicht 5.951.597,00 0 0

9600123 Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 26.628.985,00 26.061.280 27.762.450

9600131 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 44.330.790,00 3.802.790 3.339.820

9600132 Dienst Ruimtelijke Ordening 24.763.012,00 23.071.290 22.738.830

9600137 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 35.035.627,00 19.929.580 23.734.770

9600138 Apparaatskosten DWZS 9.727.417,00 9.613.040 28.370.630

9600180 Dienst Werk en Inkomen 184.966.879,00 173.108.200 198.629.840

9600195 Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 474.349,00 1.138.320 4.612.600

9800105 Vrijval reserve Incidenteel 2010 (gevormd uit vrijval reserves fac. diensten in rekening 09) 0,00 200.000 0

9800124 Onttrekking reserve fusie waterbeheer 3.838.072,00 3.925.120 4.004.260

9800131 Onttrekking garantiefonds Gemeentelijke Kredietbank 232.427,00 402.000 300.000

9800138 Onttrekking bestemmingsreserve Beurs van Berlage 0,00 349.230 349.230

9800146 Onttrekking reserve incidenteel 2009 51.841.744,00 0 0

9800148 Onttrekking reserve incidentele ruimte 2010 0,00 104.400.446 121.380.660

9800149 Onttrekking reserve NUON-opbrengsten 389.600.000,00 0 135.600.000

9800150 Onttrekking reserve Amsterdams Investeringsfonds 0,00 0 0

9800151 Onttrekking reserve Middelen t.b.v. PMI en evenementen 2012-2014 0,00 0 0

9800152 Onttrekking reserve Frictiekosten Heroverwegingen 2011-2012 0,00 0 0

9801058 Onttrekking reserve frictiekosten motie Mulder c.s. / heroverwegingen 0,00 0 0

9803117 Onttrekking reserve bedrijfsvoering (OGA) 4.975.321,00 76.260 50.000

9803202 Onttrekking algemene reserve (DRO) 0,00 0 0

9803205 Onttrekking reserve vakantiegeld (DRO) 922.243,00 931.000 0

9803798 Onttrekking reserve vakantiegeld (DMO) 887.002,00 1.096.000 0

9804532 Onttrekking reserve WW (DWI) 0,00 569.650 0

9809513 Onttrekking reserve vakantiegeld (dIVV) 1.365.688,00 1.343.700 0

9809517 Onttrekking reserve WW (dIVV) 68.285,00 60.000 60.000

Subprogramma 150.7 Overige algemene dekkingsmiddelen 1.866.944.536,00 480.503.397 761.849.370

Totaal van de baten 4.277.747.113,00 2.891.040.318,00 3.164.145.136,00

Totaal van de lasten 3.044.706.180,00 1.644.144.147,00 1.975.957.670,00

Voordeling saldo 1.233.040.933,00 1.246.896.171,00 1.188.187.466,00

Resultaat voor bestemming 716.437.838,00 1.172.277.108,00 1.114.680.886,00

Dotaties 1.113.731.705,00 222.612.989,00 405.469.650,00

Onttrekkingen 597.128.610,00 147.993.926,00 331.963.070,00

Resultaatbestemming 516.603.095,00 74.619.063,00 73.506.580,00

Resultaat na bestemming 1.233.040.933,00 1.246.896.171 1.188.187.466

Raadsdruk Begroting 2011 501

Page 507: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 502

Page 508: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overzicht rentelasten 2011

Raadsdruk Begroting 2011 503

Page 509: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 504

Page 510: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overzicht kapitaallasten 2011 (4,25%)

Door te berekenen rente lasten: Bedragen in €Begroting 2011

1 Rente van premies en aangegane langlopende geldleningen 100.655.360 overlopend passief rentevoordeel cultuurleningen 490.140

101.145.500

2 Rente van aangegane kortlopende geldleningen 8.000.000

3 Rente van gestorte langlopende waarborgsommen 5.240

4 Rente in rekening courant 46.309.650

5 Rente over eigen financieringsmiddelen:Rente toegevoegd aan algemene dienst 55.297.070Rente toegevoegd aan reserve / voorziening 70.129.769

125.426.840

6 Overige kosten en rente 165.000

7 Toevoeging c.q. onttrekking voorzieningen en overlopende passiva:voorziening verstrekte geldleningen 1.398.550

Totaal toevoeging/onttrekking 1.398.550

Personele kosten 316.220

Totaal netto door te berekenen 282.767.000

Verschil Begroting/Rekening (- = voordeel)Doorberekend aan:

8 Binnen de omslag (4,25%) 236.882.0009 Buiten de omslag:

Verstrekte geldleningen 23.298.380Woningbouwleningen 14.433.010

HR-AVI 20.258.430AVI-West 18.955.100

Totaal doorberekend 313.826.920

Verschil Begroting/Rekening (- = voordeel)

Totaal doorberekende rente 313.826.920Totaal netto lasten 282.767.000

Totaal toevoeging/onttrekking egalisatiefonds omslagrente 31.059.920(- = onttrekking aan egalisatiefonds)

Raadsdruk Begroting 2011 505

Page 511: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 506

Page 512: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Subsidiestaat

Raadsdruk Begroting 2011 507

Page 513: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 508

Page 514: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Subsidiestaat

Bedragen in €

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

20 Werk en Inkomen614.02.11 Stichting Bijzondere Noden Amsterdam 11.930

30 Zorg620.03.01 Bestrijding Geweld achter de Voordeur 1.668.270

Herverdeling rijksbijdrage maatsch. opvang 3.741.660Maatschappelijke steunsystemen stadsdelen 2.113.420Nazorg detentie - Ministerie van Justitie 768.230OB psychosociaal 2.706.340Productgroep ambulante begeleiding 9.150.090Productgroep inloopvoorzieningen 6.443.120Productgroep preventie 2.272.220Productgroep sociaal netwerk 1.365.980Productgroep wonen 28.519.310Productgroep zorgtoeleiding 1.608.350Regiogemeente intensivering verslavingszorg 79.100Regiogemeenten OGGZ beleid 385.280Tussenfasehuis 148.290Uitvoering prostitutienota 622.150Veiligheidsmiddelen 1.524.670

620.03.02 St. Welzijn Doven Amsterdam SWDA 164.150Stichting Humanitas 24.190Stichting Rechtswinkel Amsterdam 27.590Stichting Rechtswinkel Migranten 15.040Visio /Losb 13.960

620.08.01 Uitkeringen uit reserves en voorzieningen 11.720620.08.03 Alarmaansluitingeng/ATA 782.030

Alarmering ATA 40.110WTV 6.110

620.11.03 uitkeringen uit res. & fonds MOZ 52.950622.01.04 CABO 228.270

Chinese ouderenvereniging Tung Lok 15.040Coke van Jou 20.820Humanitas Afdeling Amsterdam 28.640Joods Mawe 437.560Joods Mawe/ Kosjere Eettafel 47.920Joods Mawe/Tijdsbesteding 35.770

In onderstaand overzicht zijn de subsidies opgenomen die ons College voornemens is te verstrekken indien uw Vergadering instemt met continuering van het tot nu toe gevoerde beleid. Naast subsidies bevat deze staat ook enkele stelposten. Stelposten zijn begrotingsbedragen waarvoor nog geen bestuurlijke bestemming is vastgesteld. Deels zullen voor deze stelposten tijdens uw Vergadering over de Begroting 2011 bestedingsvoorstellen beschikbaar zijn, anderzijds zal ons College gedurende het jaar binnen het vastgestelde beleid invulling geven aan de stelposten. Met de vaststelling van de subsidiestaat door uw vergadering wordt invulling gegeven aan de uitvoering door het College binnen de gestelde kaders. De hoogte van de subsidie kan gedurende het begrotingsjaar worden bijgesteld als gevolg van de nominale prijsaanpassing.

Raadsdruk Begroting 2011 509

Page 515: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

Kenniscentum voor ouderen (Stichting Hofje) 4.390Stg Jam/ouderensonfestival 18.140Stichting Chen Hui 8.750Subsidieplafond A 1.788.720Subsidieplafond B 351.920Vrijwilligersacademie 198.920Zeemanswelvaren 38.200

652.04.01 Vraagsturing Maatwerk 2.038.810714.01.05 Ago Dagverblijven 34.530

Ago Zwembad 276.690Prisma 252.770

714.01.06 Beheer Website (structureel) 31.230Clientenparticipatie/platform 86.340Digitale Informatie Toegankelijkheid 17.500Huisvesting Stichting Vier Sterren 74.010Patienten- en consumentbeleid 27.200Stichting Vier Sterren 1.122.310Subsidie patienten- en consumentenbeleid instellingen 303.100

714.01.09 Overige uitgaven geesteijke gezondheidszorg 88.700715.01.01 Bureau Jeugdzorg Agglomaratie Amsterdam 286.000

GGD Gooi en Vechtstreek (Driemond) 21.104Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra 1.805.688

40 Educatie, Jeugd en Diversiteit480.04.01 Onderwijs zieke kinderen, personeel + materieel 77.980480.04.01 School tv 260.370480.04.01 Van Detschool 80.640480.04.10 Aanval op de Uitval 503.030480.04.13 De Bascule 2.159.290480.04.14 Info punt vraaggericht onderwijs 330.340480.04.16 RMC kwalificatieplicht 1.030.190

RMC Westpoort 60.980510.01.01 Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) 15.035.610

Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) (incidenteel)* 1.000.000511.02.01 Hart voor je stad 68.600

Mozeshuis 382.390Mozeshuis (incidenteel)* 100.000Nationaal Instituut Slavernijverleden en Erfenis 156.070Stichting Meldpunt Discriminatie Amsterdam 307.310

620.04.02 Altra/FIOM 671.680Stadsregio Jeugdzorg best. kosten rijksvergoeding 513.800Streetcornerwork 1.436.810

620.04.03 Bureau Halt 118.630Nieuwe perspectieven 1.349.730Parket/Ketenunits 720.250Schoolveiligheid 949.470

630.01.01 Agnes 87.340Centraal buro Licht en Lucht 83.730Het Gespuis (incidenteel)* 42.400Kindercircus Elleboog 794.240Nowhere 175.360Stichting Scouting Amsterdam 145.760Stichting Stedelijk jongerenwerk 1.030.690

Raadsdruk Begroting 2011 510

Page 516: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

Stichting Stedelijk jongerenwerk (incidenteel)* 1.000.000Vakantiekamp de Duinrakkers 34.290Vrijwillig Jeugd-en Jongerenwerk 34.280

630.01.02 Wereldpand 468.880630.01.10 Amsterdams Solidariteitskomitee Vluchtelingen 52.830630.01.12 Ouder-kindcentra 16.760.640630.01.13 Multiprobleemgezinnen 1.176.250

60 Openbare Ruimte, Groen, Sport en Recreatie530.01.03 Jaap Eden ijscomplex budgetsubsidie 1.093.820

Jaap Eden ijscomplex subsidie annuïteitenlening 269.430Max Euwe Centrum 29.800

530.02.03 Marathon Amsterdam 228.950530.02.15 Stichting Topsport Amsterdam 575.240560.03.10 Dieren KZ Genootschap Natura Artis Magistra 4.579.620

Dieren KZ Genootschap Natura Artis Magistra (incidenteel)* 900.000560.03.11 Groengebieden in en nabij de stad Hortus Botanicus 486.150

Groengebieden in en nabij de stad Hortus Botanicus (incidenteel)*200.000

70 Cultuur en Monumenten511.01.05 SeP 161.940

Amsterdam Roots Festival 107.950Amsterdamse Hogeschool / 5 O'clock Class ZO 74.200Amsterdamse JeugdteJAterschool 107.950Artisjok / 020 166.800Aslan Muziek 368.750Balls 215.910Bekijk't 114.160Don't Hit Mama 91.330Het Syndicaat 108.450Huis aan de Amstel 605.630JAM 139.770Jeugdtheater De Krakeling 1.030.770Jeugdtheaterschool Zuidoost 291.080Kunstbende 43.150Kunstenaars en Co, voucherbank 317.020Likeminds 139.570Marmoucha 91.290Mocca 817.240Muziekschool A'dam, wachtgelden 2001-2011 15.000Muziekschool Amsterdam 3.703.140Nowhere 107.950Studio West / de Meervaart 79.100

Raadsdruk Begroting 2011 511

Page 517: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

Taalvorming 59.320Urban Myth 107.060ZO! (MC/Paradiso) 151.400

540.01.01 Amsterdams Grafisch Atelier (AGA) 90.080ARCAM 189.080Centrum Beeldende Kunst Zuidoost 83.340De Appel 476.410Droog Design 57.180Imagine Identity and Culture 283.100Kunstvlaai 35.090Premsela Stichting 96.500Smart project space 88.600Stedelijk Museum / Bureau Amsterdam 249.270Stedelijk Museum / opdrachten en aankopen 186.160Thami Mnyele 57.210Via Milano 22.470W139 kunstenaarswerkplaats 351.630Young Designers & Industry 53.980

540.01.02 A"dams centrum voor fotografie 53.980Africa in the Picture 59.520Amsterdam Fantastic Film Festival 80.970Amsterdams Filmhuis Rialto 262.250Cinekid 389.550Fotomuseum (FOAM) 526.600International Documentary Festival A'dam (Idfa) 539.780Ketelhuis 69.400Maatschappij oude en nieuwe media 79.250Maria Austria Instituut 173.570Mediamatic 102.780Montevideo / Time Based Arts 201.200Pips:lab 92.230Submarine Media 76.240

540.01.04 Literaire Activiteiten Amsterdam (SLAA) 213.530Perdu 104.710School der Poëzie 102.570

540.03.05 Y Producties (Over 't IJ Festival) 148.290Amsterdams Marionettentheater 27.000Brokken 21.590Cultuurlab 123.580De Balie 647.740De Engelenbak 726.480De Kleine Komedie 588.400De Nieuw Amsterdam 148.440Dood Paard 106.520Felix Meritis 143.350Gasthuis Frascati 1.864.570Handtheater 97.270Holland Festival 763.860Stadsschouwburg Amsterdam t.b.v. huur (budg. neutraal) 3.215.870Kulsan 71.480Lange Poten 53.980Maatschappij Discordia 118.760MC 737.970

Raadsdruk Begroting 2011 512

Page 518: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

Monk 211.180NDSM-werf oost (vh. Kinetisch Noord) 107.950Parels voor de zwijnen 76.590Podium Mozaïek 216.480Poldertheater 38.600RAST, Theater 179.550Robodock 107.950Rozentheater 439.830Stadsschouwburg Amsterdam 7.021.080Sugar Factory 19.770The Glasshouse 86.370Theater Amsterdamse Bos 225.020Theater Bellevue 1.364.400Theater Carré (annuïteit) 457.040Theater Terra 73.480Theaterdagen/TF 53.980Theatergroep Werktuig 102.570Theaterwerkplaats Zuidoost 47.390Toneelgroep Amsterdam 3.494.190Tropenmuseum 163.440Tropenmuseum (junior) 196.090Veemtheater 159.110Vondelpark Openluchttheater (incl. stadsdelen) 171.730ZEP 107.950

540.03.06 5 Days Off 53.980Atlas & Consorten /Atlas Academy 75.570Beheerstichting Muziekgebouw aan 't IJ (BAMB) 455.520Bimhuis / Jazz in Amsterdam 1.308.010Calefax Rietkwartet 32.390Capella Amsterdam 33.950Concertgebouw NV 1.129.700De Melkweg 959.310Grachtenfestival 107.950Groepenraad A'damse Popmuziek (GRAP) 188.130Beheerstichting Muziekgebouw aan 't IJ t.b.v. huur (budg. neutraal)

2.375.000Internaal Theaterschool Festival 157.590KAM, Kamermuziek Amsterdam 21.980Karnatic Lab 25.680Koninklijk Concertgebouworkest 5.893.870Krater theater 148.290Leerorkest 98.860Leo Smit Stichting 28.540Multi Origin (MO) / Music Activation 121.100Muziekgebouw aan 't IJ (IJsbreker) 3.080.440Muziektheater 5.743.930Muziektheater groot onderhoud 2.113.770NedPho Go! 98.860Noorderkerkconcerten 22.820Orkest Max Tak 29.140Paradiso 744.810Proms 116.360Trytone 45.650

Raadsdruk Begroting 2011 513

Page 519: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

540.03.07 AnoukvanDijk (stichting A3ana) 161.940DansVak 62.800Danswerkplaats Amsterdam 248.440Henny Jurriëns Stichting 56.220Het Nationale Ballet 4.629.770Internationaal Choreografisch Kunstencentrum EG/PC 215.910Julidans 118.760Leine & Roebana 107.950Spin Off 32.390

540.04.02 AFK 9.171.870Amsterdams Uitburo 1.421.660Kunst en Zaken 37.790Uitmarkt 120.490

540.06.01 Servicepunt amateurkunst 200.000541.01.20 A'dams Historisch Museum / Museum Willet-Holthuisen 9.115.050

Bijbels Museum 249.220De Nieuwe Kerk 130.910Filmmuseum 48.280A'dams Historisch Museum / Museum Willet-Holthuisen t.b.v. huur (budg. neutraal) 1.097.720Multatuli Genootschap 27.380Museum Amstelkring / Onze Lieve Heer op Solder 609.030Museum Rembrandthuis 999.670Stedelijk Museum 12.180.600Vereniging Vrienden der Aziatische Kunst 18.980Verzetsmuseum Amsterdam 349.860

580.02.04 Algemene Programmaraad (APR) 70.210AT5 1.546.130MTNL / Migrantentelevisie 593.940Salto 855.850

100 Economie en haven310.04.01 Amsterdam Partners 800.000

ATCB 2.441.848310.05.02 Amsterdam Innovation Motor 300.000

Amsterdam University College 500.000Creative city lab 50.000

120 Stedelijke Ontwikkeling810.01.02 ARCAM 185.750

BRASA 33.449St. Parkmanagement Amsterdam (SPA) 50.000

822.06.14 Backoffice huurteams (ASW) 226.090Huurdersvereniging Amsterdam (ASW) 414.730Huurdersvereniging Amsterdam (ASW) (incidenteel)* 75.000Meldpunt ongewenst verhuurgedrag (ASW) (incidenteel)* 188.740Stichting Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) 1.118.290Stichting Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) (incidenteel)* 200.000Wijksteunpunten Wonen 994.580Wijksteunpunten Wonen huurteams 608.720

Raadsdruk Begroting 2011 514

Page 520: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotings-volgnummer Omschrijving Begroting 2011

140 Bestuur en Concern002.02.04 World Press Photo (incidenteel)* 25.710002.02.08 Wibautleerstoel 62.320005.01.03 Koninklijk Instituut voor de Tropen 55.040140.06.01 BJAA problematische gezinnen 860.000

Reclassering 188.000SAoA straatcoaches 7.500.000Spirit Jeugdcriminaliteit 2.800.000

*:In de begroting 2011 wordt aan uw Vergadering voorstellen gedaan omtrent prioriteiten en posterioriteiten. In het kader van de heroverwegingen 2010 – 2014 wordt in uw Vergadering diverse ombuigingsvoorstellen ter besluitvorming voorgelegd. Voor 2011 is het subsidiebedrag in overeenstemming met voorgaande jaren, waarvan een deel structureel en een deel incidenteel is opgenomen voor 2011. De incidentele bedragen maken onderdeel uit van de heroverwegingen 2010 – 2014. Het ombuigingsvoorstel heeft geen effect op 2011, maar wel voor de daaropvolgende jaren. De incidentele subsidie komt te vervallen bij het eerstvolgende begrotingsjaar.

Raadsdruk Begroting 2011 515

Page 521: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 516

Page 522: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Subsidies ten laste van stelposten

Raadsdruk Begroting 2011 517

Page 523: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 518

Page 524: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Subsidies ten laste van stelposten

Bedragen in €

Begrotingsvolgnummer Omschrijving Begroting 2011

30 Zorg620.08.03 Regeling Maaltijdvoorziening 1.007.220

Stedelijk budget Wozodi 346.290Stimuleringsreg. Woonservicewijken 2.675.430

622.01.04 Prioriteit: Wmo / Zorggerelateerde projecten 814.420Stelpost MM 7.560

40 Educatie, Jeugd en Diversiteit480.04.01 Cultuureducatie 1.205.120

Div. subsidies Onderwijs 95.460Participatie envelop 552.470

480.04.10 Programma Beroepsonderwijs 1.523.150480.04.13 kantoorschool bredeschool 1.013.320

Programma brede school 680.620480.04.15 KBA programma 204.510480.08.01 Overige uitgaven onderwijshuisvesting 800.000

Sepciaal Onderwijs huren en erfpacht 2.234.860Voortgezet Onderwijs huren en erfpacht 9.813.100Voortgezet onderwijs: doorlopende verpl. 1.400.000

480.08.02 Doorlopende verplichtingen + SBO lasten 2.248.380511.02.01 stelpost antiracisme / emancipatie 31.110511.02.02 Stelpost Innovatief emancipatiebeleid 221.750511.02.03 Stelpost Homo-emancipatie 261.090620.04.02 Stelpost Innovatie 226.960630.01.01 Stelpost Leuk en spannend 246.770630.01.02 Subsidieverordening Integratie en Participatie 1.171.640630.01.10 Stelpost diversiteitsbeleid 990.650

60 Openbare Ruimte, Groen, Sport en Recreatie

140.02.01Educatie, voorlichting gezelschapsdieren en andere activiteiten 132.530Opvang vrij levende dieren 80.280Opvang zwervende gezelschapsdieren 474.450St. Centrale dierenambulance 471.210

530.01.03 Huursubsidies accommodaties watersport 910OZB bijdrage watersportverenigingen 35.060Reductie huur gymnastieklokaal openbaar onderwijs 222.120

530.02.03 Sportevenementen 43.790530.05.02 Aangepast sporten 53.510

Vervoer Jeugdsportteams 50.660560.03.10 Dieren KZ Genootschap Natura Artis Magistra 20.020

Raadsdruk Begroting 2011 519

Page 525: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Begrotingsvolgnummer Omschrijving Begroting 2011

70 Cultuur en Monumenten511.01.05 Stelpost talentontwikkeling 390.540540.03.07 Huis voor de Dans, voorbereiding 90.230

Papaver 77.910Stelpost Huis voor de dans 7.570Studio Dok 60.160

540.06.01 Waarderingssubsidies amateurkunst 648.140540.07.04 Investeringen 380.670

Onderhoud 118.710Urgent onderhoud 1.488.880

540.07.12 Cultureel beleggen 132.030Laboratorium 39.510Stelpost flexibel 178.115

580.02.04 Stelpost Lokale media 16.150

80 Milieu en Water723.01.04 Milieu Centrum Amsterdam 252.070723.01.14 Natuur & Milieu Educatie Centrum 552.730

100 Economie en haven310.04.01 Citymarketing 75.632

Promotiebudget Holland Casino 123.070310.05.01 Stimulering economische structuur 1.143.443

310.05.02 Amsterdam Topstad (per 2011 nw volgnr Kennis en innovatie) 30.000320.03.01 Fonds Ontwikkelings Maatschappij 197.930

140 Bestuur en Concern002.02.04 VSE-budget 494.270140.06.01 Atas toeristen slachtofferhulp 59.000

Raadsdruk Begroting 2011 520

Page 526: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Routinematige investeringen

Raadsdruk Begroting 2011 521

Page 527: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 522

Page 528: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Routinematige investeringen

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Stadsarchief Amsterdam 267.970Apparatuur automatisering 113.640Duplicatie diefstalgevoelige stukken 47.540Vervanging zoeksysteem 36.230Tentonstellingsmaterialen 46.560Beveiliging 24.000

Servicehuis ICT 6.831.049Werkstations 1.253.269Servers 1.755.745Printers 298.115LAN 501.920ALL IP 2.000.000Generieke voorzieningen 570.000Facilitaire zaken 452.000

Dienst Milieu en Bouwtoezicht 950.000Vervangingsinvestering bekabeling 700.000Enterprise -One (Licentie) 250.000

Dienst Persoonsgegevens 590.000Vervanging vastgoedregistratie 300.000Basis ICT 290.000

Geneeskundige en Gezondheidsdienst Amsterdam 3.784.244Medische apparatuur 290.000Overige apparatuur 109.244Meubilair 50.000Bouwkundig 1.700.000Automatisering 1.635.000

Dienst Onderzoek en Statistiek 50.000Inventaris 10.000Computers e.d. 40.000

Ingenieursbureau Amsterdam 230.000Materiële vaste activa 230.000

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1.835.000FIS nieuwe release en Oracle upgrade 60.000Planex 2 1.000.000OGAGIS 500.000Phoenix 275.000

Dienst Ruimtelijke Ordening 353.000Kantoorinventaris 120.000Netwerk en infra 55.000Machines en apparaten 10.000Computerapparatuur 83.000Software 85.000

Raadsdruk Begroting 2011 523

Page 529: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Haven Amsterdam 23.852.867Plangebied 1: MercuriushavenReconstructie oostzijde Pier Azië; uitbreiding afmeervoorzieningen tbv duwvaart; studie en maatregelen intensivering Coenhavengebied; renovatie dak van loods Aegir; reconstructie Papierweg; aanpassingen kantoorpand Nieuwe Hemeg 10; vervangen deklaag Coenhavenweg (evenzijde), incl. fietspad; reconstructie Vlothavenweg; onderzoek kade Westerhoofd t.b.v. cruisevaart; aanleg wachtplaatsen, loppelverbanden buitenzijde strekdam; sloop loodsen Vlothavenpier en vervangen fendering Mercuriushaven.

923.940

Plangebied 2: Alfa-driehoekReconstructie Kabelweg; verdere inrichting Alfadriehoek; aanleg fietspad Contactweg

40.000

Plangebied 3: Petroleumhaven e.o.Ontwikkeling bodembeleid Petroleumhavengebied; vervangen deklaag Hexaanweg; vervangen deklaag Kajuitweg; bijdrage kade Vopak Petroleumhaven; groot onderhoud Bruggen 0361, 0244 en 0330 Nieuwe Hemweg; vernieuwen dakpannen en dakbeschot Agidalex.

1.533.756

Plangebied 4:VervoercentrumVernieuwen verharding Deccaweg en Marifoonweg; vervangen deklaag Gyroscooprondweg en verbreden parkeerstrook

203.418

Plangebied 5: Westhaven-OostReconstructie steiger Sonthaven; reconstructie Donauweg; renovatie kade Bosporushaven; vervangen deklaag Moezelhavenweg; vervangen deklaag Mainhavenweg; vervanging deklaag Sextantweg; vervangen elementen van de kadeverharding Sonthaven; renovatie kades noord- en oostzijde Suezhaven; reconstructie noordoever voormalig Fordterrein; reconstructie Kwadrantweg; reconstructie Valreep; groot onderhoud brug nr 1936 Radarweg.

3.718.000

Plangebied 6: Westhaven-WestAanleg Lipariweg + spporwegovergang + riolering + fase 2; aanleg wachtplaatsen + walstroom Hornhaven.

213.760

Plangebied 7: Amerikahaven-NoordoostInrichten openbare parkeerplaats voor vrachtauto's; ontruiming ex. ADM - terrein e.o. + herinrichting; aanleg boeien-overslag ADM-haven.

3.634.673

Plangebied 8: Amerikahaven-ZuidoostReconstructie fenders Aziëhaven; reconstructie Australiëhavenweg, incl. ontsluiting t.o. AEB; sanering terrein (N.P.M.)

408.430

Plangebied 9: Amerikahaven-ZuidwestOntsluitingsweg Blue Ocean; aanleg voetpad Ruigoordweg - Kopraweg, incl. sloop oude fietspad.

380.000

Plangebied 10: Amerikahaven-NoordwestReconstructie Cacaoweg; vervangen deklaag Latexweg; aanleg rotonde Ruigoordweg / Latexweg; reconstructie Ruigoordweg.

287.500

Plangebied 11: ContainerterminalAanpassing layout en infrastructuur containerterminal; reconstructie verzakkingen containerterrein

100.000

Raadsdruk Begroting 2011 524

Page 530: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Plangebied 21: Afrikahaven e.o.Afspraken Ruigoord investering ateliers; reconstructie Accraweg.

450.000

Plangebied 22: Atlaspark-westAanbrengen deklaag Machineweg. 180.000Plangebied 23: Atlaspark-oostBeheersmaatregelen voormalige vuilstort Houtrakpolder. 9.000Plangebied 60: IJmuidenBijdrage aanpassing nautische infrastructuur buitenhaven Ijmuiden. Begeleiden Rijkswerven (incl. salariskosten projectleider HA).

475.000

Plangebied 89: Overige 7.318.057Algemene uitgaven t,b,v, gereedmaken terreinen, bodemonderzoeken, inrichtingsplannen, inmetingenen groenvoorzieningen vooraf niet aan plangebieden toe te wijzen; isolerende maatregelen aan woningen in geluidszone; enginerineering diverse uitbreidingsinvesteringen; herinrichting steiger 16 Westelijk Stationseiland; vernieuwen en aanpassen scheepvaartbebording; renovatie paal- en remmingswerk oostelijk havengebied; verplaatsen steigers aan de De Ruyterkade i.v.m. werkzaamheden IJSEI; vervangen Westpoortwegwijzering; voorbereiding milieuvoorziening overslagterminals; fysieke voorzieningen n.a.v. Port Security Plan; vervangen scheepvaartboeien; sloopkosten diverse woningen Westpoort; renovatie en onderhoud woningen Houtrakpolder; afmeervoorzieningen riviercruisevaart; slopen steiger Stenen Hoofd; verruiming van de vaargeul in het IJ t.b.v. de Cruisevaart; aanpassen havenaccommodatie (plaatsen meerpalen en boei met anker); watermanagement beheersgebied Haven Amsterdam; uitvoering milieubeleidsplan / milieumaatregelen; overname en reconstructie bedrijfssporen; fietsroutes en recreatieve voorzieningen; onderzoeken t.b.v. en opstellen van diverse bestemmingsplannen; aanleg bushaltes in het havengebied; aanpassen bushaltes conform wettelijke eisen inc. voetpaden; aanpassen fietspaden (slopen steiger Stenen Hoofd; Aanpassen havenaccomodatie (plaatsen meerpalen en boei met anker); watermanagement beheersgebied Haven Amsterdam; aanschaf "calamiteiten" IJpalen; uitvoering milieubeleidsplan / milieumaatregelen; opstellen luchtkwaliteitmodel Westpoort en bijdrage bouw luchtkwaliteitmeetnet; overname en reconstructie bedrijfssporen; fietsroutes en recreatieve voorzieningen; onderzoeken t.b.v. en opstellen van diverse bestemmingsplannen; aanleg bushaltes in het havengebied; aanleggen van "paddenstoelen"; renovatie drijvende steigers; vervangen van diverse tonnen en lichtboeiinstallaties; aanpassen bushaltes conform wettelijke eisen incl. voetpaden; aanpassen fietspaden (uitvoering gemeentelijk beleid) + voetpaden; aanpassen inritten naar landelijke norm; Noorder Y plas aanleg wachtplaatsen; inventarisatie + plan milieugevaarlijke stoffen (spoor)weg; onderzoek & uitvoeringsplan intensivering Westpoort; aanpassing afmeervoorzieningen t.b.v. de binnenvaart a.g.v. schaalvergroting; vergroten waterberging en aanpassingen waterafvoer

Raadsdruk Begroting 2011 525

Page 531: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Plangebied 90: Diversen 3.977.333Vervanging olieschermen (mi.v. toename i.v.m. uitbreiding olieterminals; vervanging werkstations; vervanging servers centrale computerruimte; Mercurius (optimalisering en digitalisering documentenhuishouding); aanschaf salaris- en personeelsinformatiesysteem; implementatie CRM; ontwikkeling datawarehouse; vervanging en aanpassing internet en ontwikkeling intranet; vervanging datacommunicatieapparatuur; herziening geluidzone beheermodel incl. onderz. ACT; upgrade van het contractenadministratiesysteem; geografisch informatie systeem Haven Amsterdam; aanvullende ontwikkeling E-Synergie; aanschaf brandblusponton; vernieuwen daken en aanbrengen zonnepanelen gebouw Capriweg; aanleg windmeetnet; aanbrengen diverse voorzieningen aan de vaartuigen i.v.m. arbo- en milieuaspecten; opstellen en implementeren onderhoudsplan vaartuigen; aanpassen infrastructuur externe locaties Nautische Sector, incl. vaartuigen; vervanging hardware Geoinfo incl. potter; aanschaf dagvaarplansysteem; vervanging ligplaatsreserveringssysteem; aankoop en inbouw van de vervangen / optimaliseren HAP-applicatie; aanpassen Pontis t.b.v. pontbase + wettelijke aspecten; koppelen Pontis aan HA-berichtenverkeer; aanschaf systeem voor uivoering coördinatie toezicht; voorziening aflossen Capriweg incl. constructieve aanpassingen; ontvangstinstallaties voor afvalvaartuigen (grijs water en olie); messagebroker voor koppeling vbackoffice met platforms (o.a. Portbase); lichtkrant Havengebouw; voorbereiding ontwikkeling binnenvaart Lelystad; vervanging mobiele voorzieningen; vervangende inrichting Exact.Vervanging olieschermen; vervanging mistverlichting; vervanging werkstations; vervanging servers centrale computerruimte; digitalisering documentaire informatievoorziening; ontwikkeling datawarehouse; vervanging softwarelicenties (Centrale Inkoop Gemeente Amsterdam); vervanging portocabin op steiger 15; vervanging datacommunicatieapparatuur; herziening geluidzone beheermodel; vervanging simulatieprogramma zeehavengeld en integrale havenaanloopkosten; aanachaf van een rapportage generator t.b.v. het inzichtelijk maken van aanwezige bedrijfsvoeringsgegevens van de Nautische Sector; uograde contractenadministratiesysteem; vervanging serverkasten in computerruimte; aanpassen huisvesting alle vestigingen Haven Amsterdam; vervanging diverse modulesvan het VTM-systeem; aanschaf

Raadsdruk Begroting 2011 526

Page 532: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 2.734.224Aanschaf kantoormeubilair 575.000Sporthallen Zuid 1/3-1/3-1/3 regeling 2011 608.189Groen 160.950Sportpark 258.230Huisvesting Genie-terrein 314.855Rondvaart 110.000Boswachterij 15.000Sporthallen Zuid 692.000

Projectmanagementbureau 190.000Hard- en software 90.000Huisvesting en meubilair 100.000

Dienst Stadstoezicht 750.000Vervanging automatisering 2011 400.000Huisvesting Nieuwpoortstraat 125.000Huisvesting DG straat 125.000Vervanging handterminals 100.000

Afval Energie Bedrijf 1.680.000Vervangen keteldak 700.000Shredder voor bijzondere afvalstoffen 350.000Vervanging hardware ICT 330.000Camerabewaking 300.000

Raadsdruk Begroting 2011 527

Page 533: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Onderdeel Bedrag (€) Totaal

Waternet 48.371.000Riooltaken: 16.849.000Onderhoudsmanagement rioolgemalen 116.000Renovatie riolen 4.111.000Renovatie regenwaterriolen 1.333.000Parkstad 1.778.000Gescheiden rioolstelstels 2.222.000District Amsterdam (gemengd stelsel) 6.667.000Ongezuiverde lozingen 622.000Drinkwatertaken: 31.322.000Bemetering 1.100.000Leidingen 14.866.000Keerkleppen en frontbeveiliging 96.000Productie 14.220.000Bronnen en natuur 1.040.000Binnenwaterbeheer: 200.000Hermotorisering BBA 4 50.000Aanschaf dienstvaartuig BBA 10 150.000

Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer 17.162.000Vervanging automatisering 150.000Vervanging inventaris 10.000Database coördinatiestelsel 75.000Vervanging bodemplaten arken 110.000Vervanging automatisering MD 65.000Vervanging installaties MD 35.000Vervanging actiewagens MD 35.000Vervanging strooiers MD 720.000Vervanging diversn MD 40.000Vervanging telpunten en apparatuur 22.000Vervanging verkeersmodel 250.000Vervanging en uitbreiding parkeerautomaten 15.000.000Vervanging parkeerapparatuur 650.000

Totaal 109.631.354

Raadsdruk Begroting 2011 528

Page 534: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverleningaan uw Vergadering zal worden voorgelegd

Raadsdruk Begroting 2011 529

Page 535: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 530

Page 536: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening aan uw Vergadering zal worden voorgelegd

Krediet reserverings nr*

Omschrijving Investering (x € 1.000)

Kapitaallasten (x € 1.000)

2011.040.2.02 Onderwijshuisvestingsprogramma 2008 (FMP 2011-2014) tranche 3/3 4.700 400

2011.050.1.10 Nacalculatie van de gemeentelijke indexering in 2009 tbv de Noord/Zuidlijn

-24.700 -1.606

2011.050.1.11 Raming van de gemeentelijke indexering in 2010 tbv de Noord/Zuidlijn 32.000 2.080

2011.050.1.12 Raming aanvulling op de niet toereikende indexering in 2010 rijksbijdrage tbv de Noord/Zuidlijn

16.600 1.079

2011.100.2.13 Bijdrage tweede zeesluis tranche 1/7 2011 14.610 950

2011.100.1.14 Nominale aanpassing 2011 Bijdrage tweede Zeesluis 1.700 111

2011.040.2.15 Onderwijshuisvesting programma 2011 15.000 1.250

2011.050.2.18 Meerkosten Noord/Zuidlijn tranche 3/6 + tranche 2/5 22.000 1.430

* Het kredietreserveringsnummer wordt gebruikt bij het bestuurlijk voorleggen van het voorbereidings- en/of uitvoeringskredietbesluit. Toelichting: 2011.040.2.02 Onderwijshuisvestingsprogramma 2008 (FMP 2011-2014) tranche 3/3 De totale investeringen met betrekking tot het huisvestingsprogramma 2008 bedragen € 26,8 miljoen. Hiermee worden de huisvestingsvoorzieningen in het voortgezet onderwijs gerealiseerd. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten van € 1,98 miljoen is voor € 1,0 miljoen gedekt in de begroting 2008 middels een prioriteit. De overige € 0,98 miljoen is in drie tranches opgenomen in het Financieel Meerjarenperspectief (FMP). Tranche 1 van € 0,3 miljoen in het FMP 2009-2010, tranche 2 van € 0,3 miljoen in het FMP 2010-2013 en tranche 3 van € 0,4 miljoen in het FMP 2010-2014. 2011.050.1.10 Nacalculatie van de gemeentelijke indexering in 2009 tbv de Noord/Zuidlijn De voorcalculatie van de prijspeilaanpassing 2009 voor de gemeentelijke kosten voor de Noord/Zuidlijn werd berekend op basis van 3,0%. De contractuele prijspeil-aanpassing is in de loop van 2009 veel lager gebleken. Berekend over alle afzonderlijke contracten, bedroeg de verplichting aan aannemers ca. € 25,3 miljoen minder. Daartegenover staat dat de (rijks)index in 2009 ook iets lager is uitgevallen dan geraamd: 2,137% i.p.v. 2,25 %. Dit leidt tot een nadeel van € 0,6 mln. 2011.050.1.11 Raming van de gemeentelijke indexering in 2010 tbv de Noord/Zuidlijn De budgetten voor de Noord/Zuidlijn worden in de begroting 2011 verhoogd naar prijspeil 2010. Voor 2010 wordt de index berekend op basis van het gemeente- en het rijksdeel. Voor prijspeil 2011 wordt nog geen correctie toegepast. De contractindex wordt voorcalculatorisch vastgesteld op 4,4 % voor de bouwkosten en 2,3% voor de overige kosten. In de geactualiseerde begroting 2011 (tlv 2012) worden de indexcorrecties op basis van nacalculatie aangepast. Zo kan er rekening worden gehouden met ontwikkelingen, die in het tweede halfjaar van 2010 zullen plaatsvinden. Op basis van 4,4 respectievelijk 2,3% dient het budget van het gemeentelijk aandeel te worden verhoogd met € 32 mln. 2011.050.1.12 Raming aanvulling op de niet toereikende indexering in 2010 rijksbijdrage tbv de Noord/Zuidlijn Bij de behandeling van de begroting 2007 is besloten het risico voor de gemeente niet verder te laten oplopen, als gevolg waarvan het naar verwachting niet door het rijk te vergoeden deel van de indexering jaarlijks in de gemeentebegroting wordt gedekt. In de begroting 2011 zal het tekort naar prijspeil 2010 worden verwerkt. Het tekort naar prijspeil 2010, uitgaande van een (rijks)index van 1,0%, bedraagt € 16,6 mln.

Raadsdruk Begroting 2011 531

Page 537: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

2011.100.2.13 Bijdrage tweede zeesluis tranche 1/7 2011 De bijdrage van de gemeente Amsterdam bedraagt maximaal € 123,3 miljoen (prijspeil 2007). De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd met de IBOI (index bruto overheidsinvesteringen). In de begroting 2009 en 2010 zijn 2 tranches van € 10 miljoen gedekt. Er moet nog dekking worden geregeld voor € 102,3 miljoen in 7 tranches van € 14.610.000,-. In de begroting 2011 wordt € 14,61 miljoen gedekt; de kapitaallasten bedragen € 950.000 en de afschrijvingstermijn bedraagt 50 jaar. 2011.100.1.14 Nominale aanpassing 2011 Bijdrage tweede Zeesluis De bijdrage van de gemeente Amsterdam bedraagt maximaal € 123,3 miljoen (prijspeil 2007). De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd met de IBOI (index bruto overheidsinvesteringen). In de begroting 2009 en 2010 zijn 2 tranches van € 10 miljoen gedekt. Er moet nog dekking worden geregeld voor € 102,3 miljoen in 7 tranches van € 14.610.000,-. In de begroting 2011wordt een bedrag voor de indexering opgenomen van € 1.700.000. De kapitaallasten bedragen € 110.000 en de afschrijvingstermijn bedraagt 50 jaar. 2011.040.2.15 Onderwijshuisvesting programma 2011 Goede kwaliteit van onderwijsgebouwen is een onderdeel van het PA en tevens een wettelijke taak van de gemeente. Elk jaar wordt door het college het huisvestingsprogramma onderwijs vastgesteld. In dec 2010 worden de investeringen in onderwijshuisvesting voor 2011 goedgekeurd. De kapitaallasten die uit deze investeringen voortkomen dienen in de begroting 2011 gedekt te worden. Voor de periode 2010-2013 is berekend dat er voor een bedrag van € 134 miljoen aan investeringen noodzakelijk is. Gemiddeld is dit € 33,5 miljoen per jaar. Het werkelijk goedgekeurde budget in het programma kan afwijken van dit gemiddelde bedrag, maar zou zich op de lange termijn moeten uitmiddelen. Met een gemiddelde afschrijvingstermijn van 35 jaar zijn de kapitaallasten bij een investeringsbedrag van € 33,5 miljoen € 2,4 miljoen. Ons College heeft echter € 1,25 miljoen structureel opgenomen i.p.v. € 2,4 miljoen, wegens de beperkte structurele ruimte in het PA. Met deze dekking aan kapitaallasten kunnen € 15 miljoen aan investeringen verwezenlijkt worden bij een rentepercentage van 4,5% en een gemiddelde afschrijvingstermijn van 26 jaar. Het toekennen van een lager bedrag heeft daarmee de consequentie dat wordt afgeweken van de afspraken dat voor het investeringsbedrag wordt uitgegaan van het verwachte gemiddelde investeringsniveau van de komende vier jaar. Hierdoor mag, bij het vaststellen van het budget voor onderwijshuisvesting voor 2011 door de Raad in dec 2010, het totale investeringsbedrag niet meer dan € 15 miljoen bedragen. Dit kan bereikt worden door te temporiseren en slechts de hoogst noodzakelijk aanvragen op te nemen in het programma. 2011.050.2.18 Meerkosten Noord/Zuidlijn tranche 3/6 + tranche 2/5 Conform het genomen besluit bij de begroting 2007 worden de kapitaallasten van de meerkosten van de Noord-Zuidlijn (€ 83 miljoen) in zes jaarlijkse tranches gedekt in de begrotingen 2007- 2012. Dit legt een beslag van € 897.000 aan kapitaallasten op de begroting 2011. In het kader van de rekening 2006 is voorgesteld de meerkosten op basis van de meest recente financiële prognose Noord-Zuidlijn volgens dezelfde systematiek te dekken; de kapitaallasten van de aanvullende meerkosten van € 41 miljoen worden in vijf tranches gedekt in de begrotingen 2008-2012. Dit legt een aanvullend beslag op de begroting 2011 van € 533.000 aan kapitaallasten. Hiermee komt de totale prioriteit op € 1,43 miljoen structureel bij een afschrijvingstermijn van 50 jaar.

Raadsdruk Begroting 2011 532

Page 538: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverleningdoor ons College zal plaatsvinden

Raadsdruk Begroting 2011 533

Page 539: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Overzicht van investeringsprojecten waarvan de kredietverlening door ons College zal plaatsvinden

Krediet reserverings nr*

Omschrijving Investering (x € 1.000)

Kapitaallasten (x € 1.000)

2011.110.2.03 Achterstallig onderhoud basisdiensten (werkplek- en serververvanging)

1.000 295

2011.140.2.04 Krediet verbetering kwaliteit BAG 525 129

2011.080.2.05 BHG-4 bouw/realisatie 480 118

2011.050.1.06 Nominale aanpassing busstation en autoonderdoorgang 544 35

2011.050.2.07 Vervanging verkeersregelinstallaties en verkeersinformatiesystemen 6.330 573

2011.050.2.08 Vervanging en herprofilering openbare verlichting 17.700 1.682

2011.050.2.09 Vervangingsprogramma stadsilluminatie 590 66

2011.050.2.16 Vervangingsonderhoud infrastructuur 17.175 1.200

2011.050.2.17 Reconstructie historische Hogesluisbrug 7.300 400

2011.050.2.19 Vervangen walmuren stadsdeel Centrum 5.269 307

2011.050.2.20 Voorbereiden vervangen walmuren/bruggen stadsdeel Centrum 357 23

* Het kredietreserveringsnummer wordt gebruikt bij het bestuurlijk voorleggen van het voorbereidings- en/of uitvoeringskredietbesluit. Toelichting: 2011.110.2.03 Achterstallig onderhoud basisdiensten (werkplek- en serververvanging) Er wordt geïnvesteerd in apparatuur voor werkplekken en servers. De afschrijvingstermijn bedraagt 4 jaar en de kapitaallasten zijn € 295.000. De kapitaallasten zijn reeds gedekt in de reserve ‘Dekking kapitaallasten achterstallig onderhoud’ in het programma Facilitair en Bedrijven (Dienst ICT). 2011.140.2.04 Krediet verbetering kwaliteit BAG De investering is ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. De afschrijving is 5 jaar. Looptijd 2 jaar. De verbetering van de kwaliteit levert een bijdrage aan de gemeentelijke erfpachtinkomsten en de uitkering uit het Gemeentefonds. 2011.080.2.05 BHG-4 bouw/realisatie Deze investering betreft de vervanging van het systeem voor de heffing en inning van Binnenhavengeld (BHG). De implementatie van het systeem BHG 4 ondersteund het proces om de heffing en inning van het BHG efficiënter en doelmatiger in te richten. De afschrijvingstermijn bedraagt 5. 2011.050.1.06 Nominale aanpassing busstation en autoonderdoorgang De reservering betreft de nominale aanpassing van het ten laste van de algemene dienst komend gemeentelijk aandeel in de kosten van het busstation en auto-onderdoorgang CS. De nominale aanpassing van de ten laste van fondsen en grondexploitatie gedekte kosten komt ten laste van de desbetreffende dekkingsbronnen. De nominale aanpassing 2011 is op basis van een wijzigingspercentage van 1,00% berekend op € 544.360. Bij de berekening van de prijspeilaanpassing is rekening gehouden met de uitgaven in 2009 en de verwachte uitgaven 2010. De afschrijvingstermijn bedraagt 50 jaar. 2011.050.2.07 Vervanging verkeersregelinstallaties en verkeersinformatiesystemen

Bedragen x €1.000 2010 2011 2012 2013 2014 2015 07.1 Technische vervanging 3.990 4.240 4.500 4.100 4.100 4.600 07.2 Kleine aanpassingen 363 356 356 356 356 356 07.3 Processoren 262 257 146 146 146 146 07.4 Ombouw 818 802 802 802 802 802

Raadsdruk Begroting 2011 534

Page 540: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

07.5 Verkeers TV 143 140 140 140 140 140 07.6 VIS-systemen 262 285 317 348 588 300 07.7 Verplaatsen techn. centrum 250 800 800 0 0 Totaal 5.838 6.330 7.061 6.692 6.132 6.344

De in de planning vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 1e kwartaal 2010 en zijn excl. BTW/BCF. Het gehanteerde percentage voor de BTW component bedraagt 16,9%. Dit is van toepassing op alle posten. De voor 2010 vermelde gegevens betreffen het door het college goedgekeurde krediet. Toelichting op de posten op de posten uit de tabel 07.1 Technische vervanging De afschrijvingstermijn van de verkeersregelinstallaties is gewijzigd. De verkeersregelautomaat en de lantaarns (armaturen) worden nog steeds na 20 jaar vervangen. Voor de masten, uitleggers en portalen en de bekabeling is de afschrijftermijn op 30 jaar gesteld. Om dit te bereiken is er een schilderprogramma, waarbij een mast na 10 en na 20 jaar opnieuw wordt geschilderd, een controle op stevigheid (schudden) van masten na 20 en 25 jaar, waardoor corrosie kan worden opgemerkt en het doormeten van de bekabeling. Slechte masten en kabels worden nog steeds vervangen.

Hiermee rekening houdend zullen in 2011, 17 installaties worden vervangen. Hieronder staan vermeld de technische vervangingen die ten laste komen van het krediet 2011: 157 Bilderdijkstraat - Kinkerstraat € 280.000,- 206 Kamperfoelieweg - Floraweg € 240.000,- 215 Klaprozenweg- Ataturk € 260.000,- 246 Zuiderzeewg – A10 binnenring € 230.000,- 434 Oosterpark – Eikenweg € 210.000,- 435 K. Onneslaan – Nobelweg € 260.000,- 534 Ceintuurbaan – Ferd. Bolstraat € 280.000,- 572 Overtoom – Rhijnvis Feithstraat € 270.000,- 639 Europaboulevard – RAI parkeerterrein € 280.000,- 641 Rooseveltlaan - Maasstraat € 260.000,- 652 Pres. Kennedylaan – Waalstraat € 240.000,- 653 Pres. Kennedylaan – Maasstraat € 240.000,- 670 Hobbemakade – v. Hilligaertstraat € 240.000,- 690 A.J. Ernststraat - v. Leijenberghlaan € 270.000,- 692 Europaboulevard – A.J. Ernststraat € 260.000,- 931 De Clercqstraat – Elisabeth Wolffstraat € 210.000,- 932 Kinkerstraat – ten Katestraat € 210.000,- Totaal € 4.240.000,- Hierbij wordt rekening gehouden met een standtijd voor de installatie van gemiddeld 20 jaar. Voor 2012 wordt rekening gehouden met de technische vervanging van 17 installaties. In 2013 en 2014 zullen 16 installaties technisch worden vervangen, terwijl dit aantal voor 2015, 17 bedraagt. De bij de verschillende jaren aangegeven bedragen verschillen, omdat rekening gehouden wordt met de complexiteit van de vervanging, indexering en onvoorzien. 07.2 Kleine aanpassingen. Om verschillende redenen is het noodzakelijk om een aantal regelinstallaties, die nog lang niet in aanmerking komen voor technische vervanging, elk jaar aan te passen. Deze redenen zijn onder andere: klachten, verkeersveiligheid (black spots), verbetering verkeersafwikkeling. Dit onderdeel is alleen met de indexering aangepast. Hiervoor is een bedrag van € 356.000 nodig. 07.3 Wijkprocessoren. In de meerjarenplanning wordt jaarlijks een bedrag opgenomen voor regelmatige aanpassingen en nieuwe software ten behoeve van gevraagde en nieuwe ontwikkelingen (hardware en software). Door toepassing van de index, is dit bedrag vanaf 2011 € 146.000.

Raadsdruk Begroting 2011 535

Page 541: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Bestaande installaties moeten geschikt gemaakt worden om te kunnen functioneren met de nieuwe centrale, om in 2011 te kunnen stoppen met aansturing door de oude processor. Sinds 2008 wordt hiervoor jaarlijks een bedrag gereserveerd (t/m 2011). In totaal komt het bedrag van de post processoren voor 2011 op € 257.000; daarna kan deze post worden teruggebracht tot € 146.000. 07.4 Ombouw. Volgens het in 1989 door de gemeenteraad genomen delegatiebesluit stadsdelen worden de kosten van aanpassing van verkeerslichten gefinancierd door de centrale stad, zodat voor deze profielaanpassingen vanuit de centrale stad middelen gereserveerd moeten worden. Bij grootschalige profielaanpassingen, die vanuit de centrale stad gefinancierd worden, worden de kosten van aanpassingen verkeerslichten in de betreffende kredieten meegenomen. Voor profielaanpassingen, waarvan de financiering ten laste van de stadsdelen komt, worden binnen deze post middelen voor de bijbehorende aanpassingen van de verkeerslichten gereserveerd. Voor 2011 wordt uitgegaan van 8 ombouw-projecten. Tevens is een reservering opgenomen van € 300.000 in verband met lijnaanpassingen van de openbaar vervoerbedrijven. Door deze lijnaanpassingen gaan bussen of trams rijden over nieuwe routes, waar nog geen prioriteit voor het openbaar vervoer in de regeling aanwezig is. Op gemiddeld 6 kruisingen kan dan ieder jaar de regeling gewijzigd worden en zal de infrastructuur worden aangepast. Gelet op het aantal kruisingen dat jaarlijks aangepast moet worden is dit een reëel aantal. Hiermee komt het totaal van de post ombouw op een bedrag van € 802.000. 07.5 Verkeers-TV Om de verkeersafwikkeling goed te kunnen begeleiden zijn in de stad op strategische punten camera’s geplaatst. Het gaat op dit moment om 43 locaties. De post verkeers-TV omvat het totaal van de camera’s en de presentatie van de beelden hiervan. Voor de noodzakelijke technische vervanging van de onderdelen (incl. de camera’s zelf) is vanaf 2010 een bedrag van € 140.000 per jaar nodig. 07.6 Vervanging VerkeersInformatieSystemen (VIS) De aangevraagde bedragen voor 2011 en later zullen worden ingezet voor:

� 2011: Dynamische displays 1e fase Cityring (7 stuks) � 2012: Parkeerverwijzing IDP, signaalgevers � 2013: Parkeerverwijzing IDP, signaalgevers � 2014: In totaal is een bedrag benodigd van € 588.000 te verdelen over:

- € 350.000 voor de vervanging van 5 DRIPS van het IDP - € 200.000 voor de vervanging van de bedienposten van DVM - € 38.000 voor de vervanging van de centrale computer van MOZO.

� 2015: aanvullende technische vervanging voor in voorgaande jaren genoemde systemen

- € 300.000 07.7. Verplaatsen technisch centrum Alle verbindingen, die te maken hebben met de technische systemen van de verkeerslichten en verkeersinformatiesystemen, komen nu samen in het technisch centrum aan de Spaklerweg, gevestigd op het NUON-terrein. Dit gebied wordt echter herontwikkeld, waarbij in ieder geval het NUON zal verdwijnen en nieuwe activiteiten op de vrijkomende ruimte worden gerealiseerd. Op dit moment is niet duidelijk of het technisch centrum door de herontwikkeling kan blijven bestaan of zal verdwijnen. Bij dat laatste zullen vele verbindingen anders moeten worden geleid en moet een nieuw technisch centrum worden gerealiseerd. Waarschijnlijk zal in de loop van dit jaar meer duidelijkheid ontstaan. In de begroting 2011 is een bedrag van € 250.000 gereserveerd voor de voorbereiding van een mogelijke verhuizing. Zowel voor de begroting van 2012 als 2013 is een bedrag opgenomen van € 800.000 voor een mogelijke verplaatsing. 2011.050.2.08 Vervanging en herprofilering openbare verlichting De totale investeringen bedragen € 17,7 miljoen. De afschrijvingstermijn is 20 jaar en de kapitaallasten bedragen € 1,7 miljoen. Hieronder volgt een verder toelichting op de

Raadsdruk Begroting 2011 536

Page 542: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

investeringen. Het areaal openbare verlichting in Amsterdam omvat 129.500 lichtmasten, 143.000 armaturen en 152.500 lampen (schatting 1 januari 2011). Binnen de stadsgrenzen van Amsterdam wordt hier dagelijks aan gewerkt. Een belangrijk aspect hiervan is het realiseren van vervanging- en wijzigingsprojecten. Vervangingsprojecten zijn projecten met het doel het tijdig vervangen van masten, armaturen en/of lampen zodat de kwaliteit en veiligheid van de openbare verlichting gehandhaafd blijft. Dit zijn grootschalige projecten die zich stadsbreed voordoen en kleinschalige projecten per stadsdeel. Wijzigingsprojecten zijn projecten die plaatsvinden op plaatsen waar door bouwactiviteiten en werkzaamheden aan de weg de bestaande verlichting wordt gewijzigd. Dit kan betrekking hebben op uitvoering, type en/of aantallen. In overleg met verschillende partijen wordt bepaald wat het type object moet worden, zowel met voldoende verlichtingsniveau als passend in het vernieuwde straatbeeld. De Begroting 2011 is gebaseerd op een begin 2007 opgesteld meerjarig vervangingsprogramma. Dit programma is gebaseerd op het gewenste kwaliteitsniveau zoals beschreven in het beleidsplan, het aanwezige areaal zoals vastgelegd in het objectbeheersysteem en de bestaande kwaliteit verkregen uit inspecties. Bij de vervanging- en wijzigingsprojecten wordt gewerkt op basis van het op 12 juli 2006 door uw Vergadering aangenomen Beleidsplan openbare verlichting 2005-2015. Belangrijke elementen daaruit zijn: verlichtingsniveau, lichtkleur, lampen en standaardisatie van masten en armaturen. Daarnaast wordt in het beleidsplan veel aandacht geschonken aan milieu. Een belangrijk milieuaspect bij de openbare verlichting is het energieverbruik; juiste toepassing van de normen, energiebesparing door bijvoorbeeld het gebruik van betere optieken en lampen, slimmer gebruik van het schakelsysteem met o.a. variabele in- en uitschakeltijden en het op bepaalde locaties tijdelijk dimmen van het lichtniveau.

Bedragen x € 1.000 2010 2011 2012 2013 2014 08.1 Vervanging 10.560 10.700 10.840 11.096 11.262 08.1.1 Vervanging grote en stadsbrede projecten 8.560 8.700 8.840 9.096 9.262

08.1.1.1 waarvan vervanging stadsbrede projecten 7.060 7.200 7.340 7.596 7.762 08.1.1.2 waarvan grote projecten 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500 08.1.2 Vervanging overige projecten 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400 08.1.3 Vervanging elektriciteitsnet openbare verlichting 600 600 600 600 600 08.2 Profielwijzigingen 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000

08.2.1 waarvan grote projecten 2.600 2.600 2.600 2.600 2.600 08.2.2 waarvan overige projecten 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 08.2.3 waarvan klussen 1.400 1.400 1.400 1.400 1.400 Totaal vervanging + profielwijzingen 17.560 17.700 17.840 18.096 18.262

Planning en opgave OVL De voor 2010 vermelde gegevens betreffen het door ons College toegekende krediet. De in de planning vermelde bedragen zijn gebaseerd op het prijspeil 1e kwartaal 2010 en zijn exclusief BTW. Toelichting op de posten uit de tabel Het vaststellen van een basiskwaliteitsniveau voor de openbare verlichting, het zorgdragen voor de uitvoering daarvan en het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot het beschikbaar stellen van lichtmasten voor reclamedoeleinden zijn door de raad expliciet als A-taak gedefinieerd. Bij de kredietaanvraag wordt een specificatie toegevoegd van de grote vervangings- en wijzigingsprojecten. 08.1.1 Vervangingsprogramma grote en stadsbrede projecten, € 8.700.000 Projecten worden zoveel mogelijk vanuit meerjarenprogramma’s opgepakt. Een vervangingsproject, waarvoor materiaal wordt ingekocht via een aanbesteding en waar langlopende contracten voor worden afgesloten, wordt stadsbreed aangepakt. Ook projecten die door anderen geïnitieerd worden in het kader van een herinrichting of reconstructie van de

Raadsdruk Begroting 2011 537

Page 543: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

straat/weg en vervanging van (standaard) materiaal nodig is, worden in de vervangingsprogramma’s opgepakt. 08.1.1.1 Vervangingsprogramma stadsbrede grote projecten € 7.200.000 Stadsbrede vervangingsprogramma’s worden door de centrale stad (DIVV) geïnitieerd. Volgens de meerjarenvervangingsprogramma’ s worden openbare verlichtingsinstallaties vervangen. Door te kiezen voor een stadsbrede aanpak kan er efficiënt worden voorbereid en uitgevoerd en kan maximaal worden geprofiteerd van schaalvoordelen bij de engineering, inkoop van materialen en uitvoering van het werk. Bij de inkoop van materiaal wordt uitgegaan van toepassing van energiezuinige, duurzame armaturen, lampen en materialen. 08.1.1.2 Vervangingsprogramma straatgebonden grote projecten € 1.500.000 Naast de stadsbrede vervangingswerkzaamheden worden grootschalige projecten voorbereid en/of uitgevoerd, waarbij vervangingswerkzaamheden plaatsvinden. Deze projecten worden daarom als straatgebonden projecten gekenmerkt. De planning bij openbare verlichting volgt de planning van projecten bij stadsdelen en diensten. Bij de werkelijke kredietaanvraag wordt deze lijst van grote projecten als bijlage toegevoegd. 08.1.2 Vervangingsprogramma overige projecten 2009, € 1.400.000 Conform het gemeentelijk beleid wat betreft het “werk-met-werk-maken”, wordt bij elke voorgenomen herinrichting van een straat of gebied c.q. reconstructie van een weg onderzocht of de openbare verlichting aan vervanging toe is c.q. slechts moet worden gewijzigd. In het eerste geval wordt het werk opgenomen in het vervangingsprogramma. Voor 2011 betreft het naar schatting 300 locaties. In het bedrag zit ook een budget van € 125.000 voor het plaatsen en vervangen van 15 straatklokken. 08.1.3 Vervangingsprogramma elektriciteitsnet openbare verlichting, € 600.000 De gemeente is eigenaar van het ovl-elektriciteitsnet in Zuidoost (en IJburg). De komende jaren wordt dit zogenaamde “solonet” in Zuidoost in samenhang met het ruimtelijke bouw- en herinrichtingsprogramma vernieuwd. Daarnaast worden onderdelen vervangen van het intelligente schakelsysteem waarbij elk van de 650 deelgebieden in Amsterdam apart kunnen worden in- en uitgeschakeld. 08.2.1 Profielwijzigingsprogramma 2009: grote projecten, € 2.600.000 De openbare verlichting in een straat moet voldoen aan een aantal in het beleidsplan openbare verlichting opgenomen criteria en normen. Het wijzigen van de indeling van de straat vanwege een herinrichting of reconstructie heeft meestal gevolgen voor de openbare verlichting in die zin dat die moet worden aangepast of tijdelijk verplaatst. Jaarlijks gaat het in Amsterdam om vele tientallen grote en kleine projecten welke via het Coördinatiestelsel worden aangemeld. De uitvoeringsplanning van de openbare verlichting en daarmee de budgettaire uitputting is geheel volgend en afhankelijk van de mate waarin de feitelijke planning van de bestratings-, kabel- en leidingwerkzaamheden zich verhoudt tot de oorspronkelijke opgave. Verschuivingen door de initiator (stadsdelen en diensten) vanwege actualisatie van de planning komt veelvuldig voor. Ook het opvoeren van projecten nadat het budget voor de begroting is vastgesteld komt helaas af en toe voor. Verschuivingen op projectniveau met financiële gevolgen worden binnen het wijzigingsprogramma 2011 opgevangen. Bij de afsluiting van het krediet wordt gerapporteerd over de daadwerkelijk gerealiseerde projecten welke ten laste zijn gebracht van het betreffende programma. 08.2.2 Profielwijzigingsprogramma: overige projecten, € 3.000.000 In dit programma zijn alle projecten opgenomen met een geschatte waarde kleiner dan € 100.000 waarvoor budget nodig is om de vereiste werkzaamheden wat betreft engineering, directievoering, aansluiting, materiaal en/of aannemer te kunnen opdragen. Het gaat om naar schatting 380 projecten.

Raadsdruk Begroting 2011 538

Page 544: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

08.2.3 Profielwijzigingsprogramma klussen 2009, € 1.400.000 Jaarlijks worden er in Amsterdam op initiatief van stadsdelen, diensten of andere partijen werkzaamheden in de openbare ruimte uitgevoerd. Vaak is het noodzakelijk lichtmasten of overspanningen tijdelijk te verplaatsen. Ook bestaat de mogelijkheid dat de situatie op straat niet langer voldoet aan de nu geldende normen en criteria. Dit komt onder andere voort uit “veiligheidsschouwen” die worden gehouden met de buurtregisseur, de politie en derden. Indien het maximaal vijf objecten betreft, worden deze werkzaamheden als klus uitgevoerd in het wijzigingsprogramma. Deze wijzigingen aan de verlichtingssituatie resulteren op jaarbasis in naar schatting 940 wijzigingsklussen kleiner dan € 10.000. 2011.050.2.09 Vervangingsprogramma stadsilluminatie Op 30 november 2005 heeft de Gemeenteraad ingestemd met een wijziging van de Verordening op de Stadsdelen waarmee de verantwoordelijkheid voor aanleg en beheer van de stadsilluminatie als A-taak is gedefinieerd. Vanaf de begroting 2007 wordt onderscheid gemaakt tussen vervanging van stadsilluminatie (rompmatig) en nieuwbouw (prioritair).

Vervangingsprojecten: Bedrag 09.1 Brugboog/bruggenverlichting € 200.000 09.2 Nieuw Rijksmuseum € 150.000

09.3 Nieuwe Kerk € 75.000 09.4 Aanpassing schakeltijden fase 3 € 50.000 09.5 Walter Susskindbrug € 50.000 09.6 Posthoornkerk (ged.) € 15.000 09.7 Oostelijke onderdoorgang € 50.000 Totaal € 590.000

09.1 Brugboog/bruggenverlichting In 2010 heeft een geslaagde proefneming plaatsgevonden met een aangepast concept van verlichten van bruggen met gebruikmaking van LED. Naast esthetische overwegingen hebben duurzaamheidsredenen hierbij een grote rol gespeeld. De ontwikkeling is zover dat fasegewijze de huidige brugboogverlichting kan worden vervangen. Bij vervangingsprojecten wordt, -indien mogelijk-, structureel overgeschakeld op LED-verlichting, zo is het voornemen. Hiertoe wordt nog besluitvorming voorbereid. Vooruitlopend op deze besluitvorming wordt hier in deze opgave rekening gehouden, indien anders wordt besloten dan zal de opgave worden aangepast. 09.2 Nieuw Rijksmuseum In 2010 is het ontwerp voor vervangende illuminatie van het (Nieuwe) Rijksmuseum tot stand gekomen. De uitvoering start vanaf 2011 09.3 Nieuwe Kerk In 2010 is het ontwerp voor vervangende illuminatie van het Koninklijk Paleis en de Nieuwe Kerk tot stand gekomen. De uitvoering start vanaf 2011 09.4 Aanpassing schakeltijden fase 3 Omvat de afronding van de uitvoering van de motie-Geurts waarbij de illuminatie volgens nieuwe, strengere criteria vervroegd wordt uitgeschakeld om energie te besparen. 09.5 Walter Susskindbrug Brugverlichting wordt vervangen door energiezuinige LED-verlichting. Zie toelichting bij Brugboog/bruggenverlichting 09.6 Posthoornkerk Betreft gedeeltelijke aanpassing die noodzakelijk is als gevolg van herinrichting openbare ruimte.

Raadsdruk Begroting 2011 539

Page 545: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

09.7 Oostelijke onderdoorgang Ontwerp ter vervanging van bestaande, afgeschreven illuminatie dat past binnen beleid sociale veiligheid en beleving onderdoorgangen te verbeteren. 2011.050.2.16 Vervangingsonderhoud infrastructuur 16.1 Amstelveense weg fase 3 – Zuid ts. Zeilstraat en Stadionplein: Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie van de Amstelveenseweg tussen Zeilstraat en Stadionplein. De technische kwaliteit is slecht en heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Daarnaast is het kruispunt Amstelveenseweg/Zeilstraat en het Haarlemmermeercircuit een Blackspot. Een duurzaam veilige inrichting ontbreekt dus. Ten aanzien van het gebruik is het gewenst om over de volledige lengte fietspaden aan te leggen, waar ze nu nog ontbreken. Voor de voorbereiding is een bedrag van € 400.000 benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar 16.2 C. Douwesweg-Coentunnelcircuit: Het gaat om de uitvoering van de vervanging van de Cornelis Douwesweg (vanaf de rotonde met de Hardwareweg) - Verlengde Stellingweg - Coentunnelcircuit. De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud (vervanging) noodzakelijk is. Fase 1 is in 2009 uitgevoerd (Verl. Stellingweg en een deel v.d. Molenaarsweg). De uitvoering van fase 2 en 3 stond aanvankelijk gepland voor 2013. Door de slechte winterse omstandigheden van eind 2009/begin 2010 is de technische staat zeer slecht geworden. Eerdere uitvoering is noodzakelijk. Als gevolg daarvan is in 2010 al gestart met fase 2. Fase 2 wordt gefinancierd uit de middelen voor groot onderhoud. In fase 2 wordt de "binnenbocht” aangepakt en in fase 3 komt de "buitenbocht" in uitvoering. Voor de uitvoering van fase 3 is een bedrag van € 1.000.000 benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar 16.3 De Boelelaan tussen de Buitenveldertselaan en Europaboulevard Voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van de De Boelelaan tussen de Buitenveldertselaan en Europaboulevard. De weg is in een slechte staat en moet op basis van zijn restlevensduur, welke nihil is en het niet aanwezig zijn van een duurzaam veilige inrichting gereconstrueerd te worden. De uitvoering zal plaatsvinden in 2 fases. De volgende fases zijn te onderscheiden. 1 tussen Buitenveldertselaan en Beethovenstraat en 2. tussen Beethovenstraat en Europaboulevard. Welke fase als eerste wordt uitgevoerd dient nog bepaald te worden. Voor de reconstructie is een bedrag van € 900.000 benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar. 16.4 Mauritskade tussen Alexanderplein en Muntendamstraat: Uitvoering van de vervanging van de Mauritskade (tussen Alexanderplein en Muntendamstraat) inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Uit wegbouwkundig onderzoek is naar voren gekomen dat de restlevensduur van de wegconstructie nihil is. Als gevolg hiervan is al een paar noodmaatregels genomen, zodat in ieder geval de veiligheid van de weggebruiker wordt gegarandeerd. Er is een reservering toegekend van € 900.000 (Q 2007) voor de uitvoering + een bijdrage uit het mobiliteitsfonds van € 275.000. De wens van het stadsdeel de openbare ruimte in te richten conform de Nota Singelgrachtzone heeft gevolgen gehad voor de scope van het project. De fietspaden worden nu dusdanig neergelegd dat deze voldoen aan de Nota en de rijbanen worden eveneens aangepast overeenkomstig de maatvoering in de Nota Singelgrachtzone. Een andere scopewijziging betreft de met verkeerslichten geregelde kruising met de 's-Gravenzandestraat. Deze wordt eveneens aangepast dusdanig dat het nu aanwezige knelpunt in de doorstroming op deze corridor wordt opgelost. Voor de uitvoering is een aanvullend budget van € 1.800.000 benodigd. Afschrijvingstermijn: 30 jaar 16.5. Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg: Voorbereiding van de vervanging van de Seineweg ts Basisweg en Haarlemmerweg. De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast bestaat er een maatschappelijke behoefte om deze wegen in te richten conform de principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Afstemming met de aanleg van de

Raadsdruk Begroting 2011 540

Page 546: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Westrandweg is noodzakelijk. De voorbereidingskosten bedragen €250.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 16.6 Diepenbrockstraat De voorbereiding van de reconstructie van de Diepenbrockstraat. De technische staat van deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast is een duurzaam veilige inrichting gewenst. Er ligt een relatie met de herinrichting van de Stadionweg en de Hobbemakade. De weg wordt Duurzaam Veilig ingericht met vrij liggende fietspaden. De voorbereidingskosten bedragen € 300.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 16.7 Basisweg tussen Kapelweg en Radarweg Het gaat om de voorbereiding van de reconstructie/vervanging van de Basisweg tussen Kabelweg en Radarweg. De weg is van groot belang voor de ontsluiting van Westpoort op het rijkswegennet. Het is de zwaarst belaste weg van de stad en is op basis van leeftijd en gebruik toe aan totale vervanging. De uitvoering kan pas gestart worden na het in verkeer nemen van de Westrandweg en 2e Coen. De technische staat van deze weg is zeer slecht en de restlevensduur is op basis van de leeftijd nihil. De weg is op dit moment vanuit Westpoort de enige verbinding met het rijkswegennet. Na in verkeer nemen van de Westrandweg zijn er meerdere aansluitingen op het rijkswegennet. De voorbereidingskosten zijn €350.000. De afschrijvingstermijn bedraagt 30 jaar. 16.8 Mauritskade tussen Linnaeusstraat en Pontanustraat Voorbereiding van de reconstructie van de Mauritskade tussen Linnaeusstraat en Pontanusstraat, inclusief het treffen van profielmaatregelen die de verkeersveiligheid verbeteren. Daarnaast heeft stadsdeel Oost-Watergraafsmeer geld gereserveerd om de inrichting van de straat uit te voeren conform de het beleid rond het Singelgrachtprofiel conform de in 2005 vastgestelde Nota Stedelijke Randvoorwaarden Singelgrachtzone. De technische staat van deze weg is dusdanig dat technisch onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast bestaat er een maatschappelijke behoefte om deze weg in te richten conform de principes van een duurzaam veilige infrastructuur. Onderdeel van het plan is dan ook de aanleg van vrij liggende fietspaden. De voorbereidingskosten bedragen €300.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 16.9 Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406 Voorbereiding van de reconstructie van de Stadionweg tussen Apollolaan en brug 406. De technische staat van deze weg is dusdanig dat onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast dient de weg duurzaam veilig ingericht te worden. Hiervoor is het gewenst dat fietspaden worden aangelegd. Er is een afhankelijkheid met de inrichting van de Hobbemakade en de Diepenbrockstraat. De voorbereidingskosten bedragen €300.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 16.10 Baden Powellweg tussen Ookmeerweg en Plesmanlaan De voorbereiding van de vervanging van de Baden Powellweg tussen de Ookmeerweg en de Plesmanlaan. De weg is een belangrijke ader voor de ontsluiting van Osdorp en als gevolg van zijn leeftijd en zijn slechte conditie toe aan vervanging. De technische staat van de weg is slecht en op basis van de leeftijd van de weg is de restlevensduur van de weg nihil. De voorbereidingskosten bedragen €350.000. De afschrijvingstermijn is 30 jaar. 16.11 Risico Inventarisatie en Evaluatie aan beweegbare bruggen Het betreft hier de uitvoering van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen van de beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur. Op de gemeente rust namelijk de wettelijke verplichting om te beschikken over een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie in het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden. Met name van de al wat oudere bruggen kan nu niet worden aangetoond in welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige wetgeving. In technische zin bestaat het eindresultaat van het project uit plannen van aanpak met concrete maatregelen per afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau terugbrengen van de risico's. In het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en handhaving van veiligheid in en rond beweegbare bruggen in de hoofdinfrastructuur, gepaard

Raadsdruk Begroting 2011 541

Page 547: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De projectkosten bedragen €350.000. De afschrijvingstermijn is 20 jaar. 16.12 Risico Inventarisatie aan sluizen Het uitvoeren van een Risico Inventarisatie & Evaluatie aan arbeidsmiddelen van de sluizen in Amsterdam. Ook voor wat betreft de sluizen dient er een actuele Risico Inventarisatie & Evaluatie in het kader van de wetgeving over arbeidsomstandigheden te zijn. Met uitzondering van de nieuwste sluizen, kan van het merendeel niet worden aangetoond in welke mate zij al dan niet voldoen aan de huidige wetgeving. In technische zin bestaat het eindresultaat van het project uit plannen van aanpak met concrete maatregelen per afzonderlijk object, gericht op het tot een acceptabel niveau terugbrengen van de risico's. In het gebruik leidt het tot aantoonbare verbetering en handhaving van veiligheid van en rond sluizen, gepaard gaande met vermindering van risico's en aansprakelijkheid. De projectkosten bedragen €200.000. De afschrijvingstermijn is 20 jaar. 16.13 Brug 400, vaste brug op de Amsteldijk over het Amstelkanaal Het uitvoeren van de vervanging van brug 400. De PL. Kramerbrug over het Amstelkanaal dient geheel te worden vernieuwd. Vanwege opgetreden scheurvorming, betonschade en corrosie van de stalen liggers, dient het brugdek vernieuwd te worden. Verder is uit nadere controle gebleken dat de fundering wordt overbelast en ook vernieuwd moet worden. Het uitgangspunt bij de vernieuwing is het behoud van het monument, omdat het een Rijksmonument betreft. De uitvoering van dit project kan pas starten na gereedkomen van de herprofilering van de Wibautstraat. De totale investering bedraagt €5.000.000. De afschrijvingstermijn is 100 jaar. 16.14 Gedeeltelijke renovatie brug 265 Alexanderplein Het uitvoeren van een renovatie aan brug 265. Een uitgevoerde quickscan heeft aangetoond dat de gemetselde gewelven van het brugdek ter plaatse van de voet-fietspaden veel watervoerende scheuren vertonen. Dit zal tot gevolg hebben dat het brugdek versneld degenereert en niet sterk genoeg meer is. Daarom ligt er nu een voorstel om het brugdek waterdicht te maken en de gemetselde togen van het brugdek ter plaatse van het voetpad en fietspad gedeeltelijk te renoveren. Deze brug is een rijksmonument. De renovatie vindt plaats na de herprofilering van de Wibautstraat. De projectkosten bedragen €655.000. De afschrijvingstermijn is 40 jaar. 16.15 Onderzoek constructieve veiligheid van bestaande bruggen en viaducten 2011-2014 Bestaande bruggen en viaducten dienen te voldoen aan het Bouwbesluit, artikel 1b Woningwet. Het betreft wettelijke minimum technische eisen voor bestaande bouwwerken geen gebouw zijnde. Voor veel al wat oudere bruggen en viaducten geldt dat niet of onvoldoende kan worden aangetoond of en in welke mate deze op dit moment voldoen aan deze wettelijke eisen. Constructieve veiligheid van bruggen en viaducten is daarnaast belangrijk, omdat een langdurige stremming een grote impact heeft op bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid van de stad. Hierbij kunnen niet in het oog springende constructieve problemen een rol spelen. Bijvoorbeeld de vermoeiing van materiaal door wisselende belastingen, de verkeerstoename en daardoor verhoogde frequentie van belastingen en de toename van de zwaarte van het (vracht)verkeer. Ook veranderingen in de omgeving kunnen van invloed zijn. Op grond van een recent uitgevoerd onderzoek in het kader zwaar transport is geconcludeerd dat de gemiddelde onderzoekskosten per object ca. 10.000 bedragen. Het vraagstuk speelt bij ca. 200 bruggen en viaducten. Gezien de omvang van de inspanning is een looptijd van 8 jaar gehanteerd met een kasritme van 250.000 per jaar. In eerste instantie wordt er daarom € 1.000.000 aangevraagd. (Voor de uitvoering 2015 - 2018 zal er naar verwachting nogmaals een bedrag van € 1.000.000 nodig zijn.) De afschrijvingstermijn is 20 jaar. 16.16 Aanvullende dekking voor Utrechtse straat In samenwerking met stadsdeel Centrum en het GVB vindt groot onderhoud plaats aan de tramsporen en bruggen in de Utrechtsestraat en wordt het straatmeubilair en de bestrating vernieuwd. Naast renovatie van de bruggen over de Herengracht, Keizersgracht en

Raadsdruk Begroting 2011 542

Page 548: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Prinsengracht, vindt eveneens ophoging plaats van de brug over de Keizersgracht naar de gangbare doorvaarthoogte. De tramperrons op de Keizersgracht en de Prinsengracht worden aangepast om een gelijkvloerse instap mogelijk te maken. Daarnaast zullen er maatregelen worden genomen die een positieve invloed hebben op de kosten van onderhoud, de levensduur en de productie van geluid en trillingen van de tram. De uitvoering is gestart in september 2009 en vindt plaats in 3 fasen. In elke fase wordt een brug en een stuk van de Utrechtsestraat aangepakt. Dit om de overlast voor de omgeving (winkeliers) zoveel mogelijk te beperken. De totale werkzaamheden zullen naar verwachting eind 2010 zijn afgerond. In fase 1 is het project geconfronteerd met een aantal tegenvallers, waaronder sterkere bodemvervuiling en slechtere fundering brug dan uit vooronderzoek bleek, waardoor de uitvoeringskosten voor het project hoger uitvallen. De meerkosten hiervoor worden geschat op € 2.100.000. De werkzaamheden hebben grote vertraging opgelopen en daarmee ook de eindoplevering van het hele werk (oorspronkelijk december 2010, naar verwachting wordt dit mei 2011). In april 2010 is de boetebepaling uit het bestek in werking gezet en er is een juridische procedure opgestart. De aannemer heeft een kort geding tegen de gemeente aangespannen voor de ingebrekestelling. De aannemer is in het kort geding in het gelijk gesteld. Momenteel worden afspraken gemaakt met de aannemer om fase 1 af te maken en fase 2 en 3 uit te voeren. Wat de gevolgen zijn voor de uitvoering en planning van fase 2 en 3 is nog niet bekend. Vooralsnog is hiervoor een extra deel onvoorzien opgenomen van € 500.000. In totaal is er een aanvullend krediet nodig van € 2.570.000. De afschrijvingstermijn is 80 jaar. 16.17 Instandhouding van de sluizen, oevers en scheepvaartvoorzieningen Dit betreft de voorbereidingscomponent voor de onderdelen sluizen, oevers en scheepvaartvoorzieningen in de hoofdinfrastructuur die in de periode 2012-2015 tot uitvoering komen. Vanwege de uit te voeren groot onderhoud taken en eventuele vernieuwingen zijn middelen nodig om onderzoeken te kunnen uitvoeren. Ook bij de vervolgfasen (voorbereiding t/m fase Aanbesteding & Gunning) zijn onderzoeksbudgetten noodzakelijk. Na de tussenfase “Voorontwerp” kunnen namelijk definitieve aanvragen voor de uitvoeringsfasen worden gedaan. Na de constatering van (mogelijke) grote gebreken of het bereiken van het einde van de levensduur zullen objecten, of delen daarvan, allereerst worden onderzocht en voorbereid op eventuele werkzaamheden. Hierna worden ze opgevoerd in een Voorlopig Ontwerp om vervangen te worden, waarbij in de tussentijd door gegaan wordt met de voorbereiding tot aanbestedingsfase. Voor de voorbereiding t/m fase aanbesteding en gunning is een bedrag nodig van € 1.250.000. De afschrijvingstermijn bedraagt 20 jaar. 16.18 Brug 117 Raadhuisstraat Het betreft hier de voorbereiding voor de vernieuwing van het brugdek en het versterken van de fundering van brug 117 over de Raadhuisstraat. Uit onderzoek is gebleken dat de sterkte van het brugdek en het draagvermogen van de fundering van de brug onvoldoende sterk zijn voor de belastingnorm, waardoor de brug niet voldoet voor normaal verkeer. Indien er niet vernieuwd kan worden, dient er een aslastbeperking voor zwaar verkeer te worden ingevoerd. Uit nader onderzoek moet blijken welke delen van de brug gerenoveerd moeten worden. Hierbij dient het gemeentelijk monument te worden behouden en dient de brug aan de vigerende regelgeving, zonder functie beperking, te voldoen. Het auto- en tramverkeer mogen tijdens de werkzaamheden niet worden gestremd. De benodigde voorbereidingskosten zijn € 200.000. De afschrijvingstermijn is 80 jaar. 2011.050.2.17 Reconstructie historische Hogesluisbrug Ter continuering van de renovatie van de Hogesluis, brug 246, conform de “reconstructie/renovatievariant” wordt deze investering uitgevoerd. Deze variant houdt in dat de waterpijlers volledig worden vervangen, inclusief de kelders. De nieuwe einddatum voor oplevering van de gerenoveerde brug wordt augustus 2012. De afschrijvingstermijn is 100 jaar. 2011.050.2.19 Vervangen walmuren stadsdeel Centrum Bij de inpassing van de begroting van de dienst Binnenstad in het Stadsdeelfonds is onder meer besloten dat jaarlijks een opgave bij de centrale stad kan worden ingediend voor de kosten van het vervangen van walmuren en bruggen. Voor de begroting 2011 is een opgave

Raadsdruk Begroting 2011 543

Page 549: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

van het stadsdeel ontvangen, waarbij wordt uitgegaan van een bedrag van € 5,3 miljoen voor het vervangen van walmuren en € 0,4 miljoen voor de voorbereiding van het vervangen van walmuren en bruggen. De opgave voor 2011 betreft de volgende projecten:

a. Vernieuwing walmuur Prinsengracht evenzijde tussen Leidsestraat en Spiegelgracht en onevenzijde tussen Nieuwe Spiegelstraat en Leidsestraat. De kosten worden geraamd op € 2.116.000.

b. Oudezijds Achterburgwal onevenzijde tussen Oude Hoogstraat en Molensteeg. De kosten worden geraamd op € 2.023.000

c. Oudezijds Achterburgwal evenzijde tussen brug 210 en 211. De kosten worden geraamd op € 1.130.000

Voor alle drie de projecten bedraagt de afschrijvingstermijn 75 jaar. De totale kapitaallasten voor de projecten bedragen € 307.358. 2011.050.2.20 Voorbereiden vervangen walmuren/bruggen stadsdeel Centrum Voor de voorbereiding van het vervangen van in het meerjaren programma opgenomen walmuren en bruggen wordt € 0,36 miljoen aangevraagd. De gemiddelde afschrijvingstermijn is 50 jaar; de kapitaallasten bedragen € 23.205.

Raadsdruk Begroting 2011 544

Page 550: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raming EMU-saldo

Raadsdruk Begroting 2011 545

Page 551: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 546

Page 552: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raming EMU-saldo

Bedragen x€ 1 miljoen

2011 2012 2013 2014

1 Exploitatiesaldo voor dotaties en onttrekkingen aan reserves 155 -17 61 2802 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 120 120 115 1083 Dotaties aan voorzieningen 93 96 90 974 Investeringen in materiële vaste activa 385 148 40 265 Ontvangen investeringsbijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie

en overigen die niet via de exploitatie lopen278 242 178 257

6 Desinvesteringen in vaste activa:6a Ontvangsten uit desinvesteringen in vaste activa tegen verkoopprijs 8 9 6 126b De daarin de te verwachten boekwinst 8 9 6 127 Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken 0 0 0 0

8 Grondverkopen:8a Ontvangsten uit verkopen van grond tegen verkoopprijs 0 0 0 08b De daarin de te verwachten boekwinst 0 0 0 09 Betalingen ten laste van de voorzieningen 70 119 49 15710 Bij de berekening van het EMU-saldo wordt gecorrigeerd voor verkoop van

deelnemingen en aandelen10a Worden en deelnemingen en aandelen verkocht nee nee nee nee10b De bij verkoop verwachte boekwinst 0 0 0 0

Berekend EMU-saldo 191 174 357 558

Om het financieringstekort van de totale overheid te kunnen ramen, moeten de gemeenten sinds 2006 een meerjarenraming van hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Overschrijdt het EMU-tekort in enig jaar 2,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) – de zogenoemde signaalwaarde – dan is een land verplicht maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het tekort niet verder oploopt. Ultimo 2009 bedroeg het EMU-tekort (in % BBP) van de gehele overheid: 5,3% waarvan 0,6% voor rekening kwam van lokale overheden. Van dit tekort van 5,3% heeft 3,7% een structureel karakter, waardoor de Rijksoverheid verplicht is in 2010 en verder maatregelen te treffen om het tekort terug te dringen met mogelijke consequenties voor de gemeente (bron: http://www.rijksbegroting.nl/2009/ verantwoording/financieel_jaarverslag,kst139641_7.html). De gemeente volgt zijn bijdrage aan het EMU-saldo via de reguliere (verplichte) kwartaalrapportages aan het CBS. Voor Amsterdam komt de meerjarenraming 2011-2014 uit op de volgende bedragen:

Raadsdruk Begroting 2011 547

Page 553: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 548

Page 554: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Personele verantwoording

Raadsdruk Begroting 2011 549

Page 555: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Raadsdruk Begroting 2011 550

Page 556: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Personeelskostenbegroting 2011 *)

bedragen x €1.000,-

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

Bestuursdienst 48.077 8.506 518 57.101 41.693 1.063 316 43.072 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 Ombudsman 1.362 - - 1.362 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 Raadsgriffie 2.695 - 33 2.728 1.220 - 140 1.360 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 Rekenkamer 1.117 - 11 1.128 1.247 - - 1.247 1.112 - 7- 1.105 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112 Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 17.919 140 241 18.300 17.159 165 256 17.580 17.979 163 253 18.395 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495 Economische zaken 4.159 1 0 4.160 4.003 58 - 4.061 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 28.743 346 69 29.158 31.908 310 100 32.318 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 31.606 644 412 32.662 37.932 224 385 38.541 36.625 221 381 37.227 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234 Dienst Milieu en Bouwtoezicht 18.215 174 110 18.499 17.919 246 95 18.259 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 Dienst Onderzoek en Statistiek 2.581 17 166 2.764 2.800 61 152 3.013 2.885 38 152 3.075 2.885 22 122 3.029 2.885 19 68 2.972 2.885 19 68 2.972 Dienst Persoons- en Geo-informatie 13.805 94 106 14.005 14.489 95 108 14.692 13.786 95 108 13.989 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774 Dienst Ruimtelijke Ordening 17.008 188 181 17.377 16.911 337 63 17.311 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 Dienst Werk en Inkomen 96.442 2.631 2.528 101.601 105.189 794 1.884 107.867 106.038 786 1.865 108.689 98.038 786 1.865 100.689 97.438 786 1.865 100.089 96.438 786 1.865 99.089 Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 18.608 478 302 19.388 20.453 498 283 21.234 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 Stadsarchief 8.955 36 61 9.052 9.038 22 157 9.217 8.893 22 141 9.056 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985 Geneeskundige en Gezondheidsdienst 65.644 1.294 857 67.795 66.580 1.314 782 68.676 70.403 1.169 330 71.902 69.443 1.095 257 70.795 69.444 1.048 257 70.749 69.444 1.013 257 70.714 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 26.171 420 128 26.719 28.682 - - 28.682 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 subtotaal overheidssector 403.107 14.969 5.723 423.799 418.597 5.187 4.721 428.504 421.444 4.984 4.142 430.570 412.309 4.895 4.041 421.245 411.710 4.845 3.987 420.542 410.710 4.810 3.987 419.507 Afval Energie Bedrijf 19.059 1.306 - 20.365 25.403 - - 25.403 25.935 - - 25.935 26.166 - - 26.166 26.414 - - 26.414 26.651 - - 26.651 Haven Amsterdam 25.722 305 264 26.291 24.734 310 376 25.420 24.496 310 504 25.310 24.496 310 382 25.188 24.496 310 314 25.120 24.496 310 276 25.082 Stadsbank van Lening 3.881 23 - 3.904 4.124 18 - 4.142 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 subtotaal bedrijvensector 48.662 1.634 264 50.560 54.261 328 376 54.965 54.509 328 504 55.341 54.740 328 382 55.450 54.988 328 314 55.630 55.225 328 276 55.829 Acam Accountancy en Advies 6.953 65 28 7.046 6.620 100 20 6.740 6.420 70 20 6.510 6.420 70 20 6.510 6.420 70 8 6.498 6.420 70 - 6.490 Dienst Stadstoezicht 29.994 702 623 31.319 23.859 865 935 25.659 19.066 1.191 1.108 21.365 17.355 1.241 1.278 19.874 16.957 1.246 1.365 19.568 16.957 1.213 1.368 19.538 Dienst Noord/Zuidlijn - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Dienst Zuidas 539 - - 539 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 3.342 40 11 3.393 3.552 48 32 3.632 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 Dienstverlening en Facilitair Management 10.454 121 - 10.575 12.389 158 - 12.547 12.580 83 - 12.663 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594 Ingenieursbureau Amsterdam 18.513 - - 18.513 20.493 - - 20.493 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 Projectmanagementbureau 13.423 70 42 13.535 14.112 60 40 14.212 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 9.433 8 - 9.441 17.102 - - 17.102 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 Servicehuis Personeel 6.837 2.823 3.221 12.881 7.857 2.049 2.544 12.450 9.014 1.826 2.141 12.981 8.561 1.624 1.546 11.731 8.397 850 1.206 10.453 8.076 738 980 9.794 subtotaal facilitaire bedrijven 99.488 3.829 3.925 107.242 106.394 3.280 3.571 113.245 105.458 3.277 3.380 112.115 103.225 3.125 2.955 109.305 102.663 2.356 2.690 107.709 102.342 2.211 2.459 107.012 Totaal gemeente Amsterdam, excl. stadsdelen 551.257 20.432 9.912 581.601 579.252 8.795 8.668 596.714 581.411 8.589 8.026 598.026 570.274 8.348 7.378 586.000 569.361 7.529 6.991 583.881 568.277 7.349 6.722 582.348 *) bron begroting 2011 van de diensten en bedrijvenexclusief Binnenwaterbeheer en Amsterdamse Kunstraad

Personeelskostenrekening geactualiseerde begroting

2013 20142009 2010 2011 2012

Raadsdruk Begroting 2011 551

Page 557: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Formatie en bezetting gemeente Amsterdamexclusief stadsdelenbegroting 2011 *)

Tota

al re

keni

ng 2

009

Tota

al b

egro

ting

2010

Tota

al b

egro

ting

2011

2011

form

atie

tlv

alge

men

e m

idde

len

2011

form

atie

100

% fa

cilit

air d

oorb

erek

end

2011

form

atie

t.l.v

. rijk

sbijd

rage

n

2011

form

atie

tlv

over

ige

exte

rne

finan

cier

ings

bron

nen

vers

chil

ten

opzi

chte

van

reke

ning

200

9

reke

ning

200

9

begr

otin

g 20

10

begr

otin

g 20

11

vers

chil

ten

opzi

chte

van

reke

ning

200

9

vers

chil

beze

tting

201

1 te

n op

zich

te v

an fo

rmat

ie 2

011

reke

ning

200

9

begr

otin

g 20

10

begr

otin

g 20

11

vers

chil

ten

opzi

chte

van

reke

ning

200

9

Bestuursdienst 419,0 410,0 410,0 410,0 0,0 0,0 0,0 -9,0 440,0 434,0 434,0 -6,0 24,0 472 465 465 -7 Financ. Adm. uitgevoerd door de Bestuursdienst **) 50,0 41,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -50,0 192,0 192,0 192,0 0,0 192,0 207 207 207 0

Ombudsman 19,2 19,2 19,2 19,2 0,0 0,0 0,0 0,0 19,2 19,2 19,2 0,0 0,0 21 20 20 -1 Raadsgriffie 17,7 19,3 19,3 19,3 0,0 0,0 0,0 1,6 17,0 19,3 19,3 2,3 0,0 18 20 20 2Rekenkamer 14,5 15,2 15,2 15,2 0,0 0,0 0,0 0,7 14,0 14,0 14,0 0,0 0,0 15 15 15 0Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 354,0 355,0 350,0 350,0 0,0 0,0 0,0 -4,0 344,0 350,0 345,0 1,0 -5,0 363 370 365 2Dienst Binnenwaterbeheer 163,0 160,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 -163,0 154,0 154,0 0,0 -154,0 0,0 154 154 0 -154 Economische zaken 61,5 55,2 61,7 60,7 0,0 0,0 1,0 0,2 51,0 55,2 60,7 9,7 -1,0 63 59 66 3Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 525,5 516,3 550,0 178,7 153,5 33,5 184,3 24,6 455,6 445,0 450,0 -5,6 -100,0 479 475 475 -4 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 532,9 528,0 552,0 386,0 30,0 23,0 113,0 19,1 531,0 531,0 531,0 0,0 0,0 583 583 583 0Dienst Milieu en Bouwtoezicht 358,8 359,0 305,0 280,0 19,0 3,0 3,0 -53,8 319,9 300,0 279,6 -40,4 -25,4 351 340 290 -61 Dienst Onderzoek en Statistiek 43,5 41,2 44,1 17,7 26,5 0,0 0,0 0,7 43,5 41,2 44,1 0,7 0,0 49 46 49 0Dienst Persoons- en Geo-informatie 233,0 250,0 247,0 170,0 0,0 0,0 77,0 14,0 239,0 249,0 246,0 7,0 -1,0 260 271 273 13Dienst Ruimtelijke Ordening 210,0 211,0 209,0 209,0 0,0 0,0 0,0 -1,0 250,0 249,0 248,0 -2,0 39,0 281 280 278 -3 Dienst Werk en Inkomen 1767,5 1879,0 1965,0 1550,0 0,0 275,0 140,0 197,5 1767,5 1850,0 1900,0 132,5 -65,0 1898 1950 2100 202Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 327,7 322,5 316,8 302,1 4,4 3,9 6,4 -10,9 317,5 313,0 316,8 -0,7 0,0 354 357 355 1Stadsarchief 113,8 113,8 157,5 142,5 13,0 0,0 2,0 43,7 121,9 116,3 157,4 35,6 -0,1 135 130 168 33Geneeskundige en Gezondheidsdienst 1108,0 1069,0 1101,0 275,0 105,0 242,0 479,0 -7,0 1108,0 1069,0 1111,0 3,0 0,0 1299 1270 1350 51Amsterdamse Kunstraad 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,0 3,0 3,0 0,0 0,0 3 3 3 0Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 391,0 407,8 402,0 100,0 201,0 0,0 101,0 11,0 396,0 375,0 381,0 -15,0 -21,0 430 410 414 -16 subtotaal overheidssector 6710,5 6772,4 6724,7 4485,3 552,3 580,4 1106,7 14,2 6784,0 6779,1 6752,0 -32,1 36,5 7435 7425 7496 61Afval Energie Bedrijf 361,9 368,8 378,8 378,8 0,0 0,0 0,0 16,9 331,4 368,8 378,8 47,4 0,0 338 378 390 52Haven Amsterdam 361,2 362,2 363,7 356,3 2,4 5,0 0,0 2,5 363,5 350,0 363,5 0,0 -0,2 376 362 376 0Stadsbank van Lening 75,0 75,0 75,0 0,0 75,0 0,0 0,0 0,0 75,0 75,0 75,0 0,0 0,0 85 86 86 1subtotaal bedrijvensector 798,1 806,0 817,5 735,1 77,4 5,0 0,0 19,5 769,9 793,8 817,3 47,4 -0,2 799 826 852 53Acam Accountancy en Advies 103,5 99,5 94,5 0,5 94,0 0,0 0,0 -9,0 103,5 99,5 94,5 -9,0 0,0 113 107 103 -10Dienst Stadstoezicht 598,6 484,0 315,4 0,0 315,4 0,0 0,0 -283,2 566,2 484,0 315,4 -250,8 0,0 580 498 325 -255Dienst Noord/Zuidlijn 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0 0 0 0Dienst Zuidas 0,0 3,0 3,0 3,0 0,0 0,0 0,0 3,0 3,0 3,0 3,0 0,0 0,0 3 3 3 0Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 55,7 55,7 55,7 55,7 0,0 0,0 0,0 0,0 52,5 55,4 52,5 0,0 -3,2 57 60 57 0Dienstverlening en Facilitair Management 244,8 301,8 301,8 301,8 0,0 0,0 0,0 57,0 198,8 300,0 300,0 101,2 -1,8 212 320 320 108Ingenieursbureau Amsterdam 298,0 298,0 298,0 0,0 298,0 0,0 0,0 0,0 286,3 285,0 280,6 -5,7 -17,4 295 300 295 0Projectmanagementbureau 198,0 202,0 202,2 0,0 202,2 0,0 0,0 4,2 198,0 202,0 202,2 4,2 0,0 217 220 222 5Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 187,3 187,0 300,0 0,0 300,0 0,0 0,0 112,7 145,0 170,0 300,0 155,0 0,0 165 177 320 155Rokin groep Afbouw 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 51,9 51,9 46,3 -5,6 0,0 73 70 66 -7Servicehuis Personeel 68,3 107,2 107,2 0,0 107,2 0,0 0,0 38,9 68,3 107,2 107,2 38,9 0,0 75 120 120 45subtotaal facilitaire bedrijven 1754,1 1738,2 1677,8 361,0 1316,8 0,0 0,0 -76,4 1673,5 1758,0 1701,7 28,2 -22,4 1790 1875 1831 41

0,0Totaal gemeente Amsterdam, excl. stadsdelen 9262,7 9316,6 9220,0 5581,4 1946,5 585,4 1106,7 -42,7 9227,5 9330,9 9271,0 43,6 13,9 10024 10126 10179 155*) bron begroting 2011 van de diensten en bedrijven**) o.a. ABC-pool, AGA, wethoudersassistenten

Begroting 2011

Bezetting in Fte aantal medewerkersFORMATIE in Fte

Raadsdruk Begroting 2011 552

Page 558: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ziekteverzuimpercentage verbaanormbegroting 2011 *) rekening jaarplan jaarplan indicatie rekening jaarplan jaarplan

2009 2010 2011 2011 2009 2010 2011Overheidssector

Bestuursdienst 3,12% 3,12% 3,12% 3,99% 3,66% 3,66% 3,66%Ombudsman 4,70% 3,77% 3,77% 3,77% 4,70% 3,77% 3,77%Raadsgriffie 4,10% 4,35% 4,35% 4,35% 4,10% 4,35% 4,35%Rekenkamer 3,80% 3,44% 3,44% 3,44% 3,80% 3,44% 3,44%Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 6,40% 5,80% 4,40% 4,40% 7,00% 5,50% 5,00%Economische zaken 3,70% 7,00% 4,17% 3,91% 4,26% 7,00% 4,17%Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 5,40% 5,00% 5,00% 4,60% 5,80% 5,60% 5,60%Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 4,70% 4,50% 4,50% 4,30% 5,30% 5,30% 5,30%Dienst Milieu en Bouwtoezicht 4,70% 4,50% 4,30% 4,40% 5,00% 4,60% 4,30%Dienst Onderzoek en Statistiek 4,30% 3,70% 3,70% 4,00% 4,30% 3,70% 3,70%Dienst Persoons- en Geo-informatie 3,50% 3,50% 3,00% 3,50% 4,00% 4,00% 3,50%Dienst Ruimtelijke Ordening 4,30% 4,00% 4,20% 4,20% 5,00% 4,50% 4,50%Dienst Werk en Inkomen 6,56% 5,80% 6,00% 4,60% 7,09% 6,30% 6,50%Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 4,20% 4,56% 4,60% 4,61% 4,27% 5,28% 4,70%Stadsarchief 3,59% 4,00% 4,00% 4,70% 4,41% 5,00% 5,00%Geneeskundige en Gezondheidsdienst 5,21% 4,50% 4,50% 3,81% 5,90% 5,50% 5,50%Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 4,59% 3,90% 4,00% 4,10% 4,87% 4,10% 4,10%Bedrijvensector

Afval Energie Bedrijf 4,30% 4,50% 4,50% 4,75% 5,40% 4,90% 4,90%Haven Amsterdam 4,77% 4,50% 4,50% 4,50% 5,30% 5,30% 5,30%Stadsbank van Lening 4,27% 4,30% 4,30% 4,30% 4,64% 4,30% 4,30%Facilitaire bedrijven

Acam Accountancy en Advies 5,31% 4,00% 4,00% 4,06% 5,45% 4,00% 4,00%Dienst Stadstoezicht 9,05% 4,10% 7,70% 5,00% 11,41% 4,10% 8,70%Dienst Noord/Zuidlijn nvtDienst Zuidas 0,00% 4,00% 4,00% 4,00% 0,00% 4,00% 4,00%Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 7,67% 5,00% 5,10% 5,10% 7,67% 3,00% 5,10%Dienstverlening en Facilitair Management 6,32% 5,80% 5,50% 4,90% 7,30% 7,10% 6,50%Ingenieursbureau Amsterdam 3,04% 4,00% 4,00% 4,20% 3,16% 4,50% 4,50%Projectmanagementbureau 2,90% 3,90% 3,90% 3,90% 2,90% 3,90% 3,90%Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 5,74% 4,50% 4,50% 4,50% 6,21% 4,50% 4,50%Servicehuis Personeel 6,52% 4,40% 4,45% 4,45% 6,57% 4,40% 4,45%

Totaal gemeete Amsterdam 5,20% 4,60% 4,60% nvt 5,80% 5,20% 5,30%*) bron begrotingen diensten en bedrijven 2011exclusief Binnenwaterbeheer en Amsterdamse Kunstraad

exclusief > 1 jaar totaal ziekteverzuim

Raadsdruk Begroting 2011 553

Page 559: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Personeelskostenbegroting 2011 *)

bedragen x €1.000,-

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

sala

risse

n en

soc

iale

lass

ten

uitk

erin

gen

voor

mal

ig p

erso

neel

ww

-uitk

erui

ngen

en

kost

en w

acht

geld

ers

tota

al

Bestuursdienst 48.077 8.506 518 57.101 41.693 1.063 316 43.072 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 41.468 1.053 313 42.834 Ombudsman 1.362 - - 1.362 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 1.374 - - 1.374 Raadsgriffie 2.695 - 33 2.728 1.220 - 140 1.360 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 1.208 - 70 1.278 Rekenkamer 1.117 - 11 1.128 1.247 - - 1.247 1.112 - 7- 1.105 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112 1.112 - - 1.112 Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 17.919 140 241 18.300 17.159 165 256 17.580 17.979 163 253 18.395 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495 18.079 163 253 18.495 Economische zaken 4.159 1 0 4.160 4.003 58 - 4.061 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 4.388 58 - 4.446 Dienst Inrastructuur, Verkeer en Vervoer 28.743 346 69 29.158 31.908 310 100 32.318 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 32.822 310 100 33.232 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling 31.606 644 412 32.662 37.932 224 385 38.541 36.625 221 381 37.227 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234 36.630 222 382 37.234 Dienst Milieu en Bouwtoezicht 18.215 174 110 18.499 17.919 246 95 18.259 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 17.024 243 94 17.361 Dienst Onderzoek en Statistiek 2.581 17 166 2.764 2.800 61 152 3.013 2.885 38 152 3.075 2.885 22 122 3.029 2.885 19 68 2.972 2.885 19 68 2.972 Dienst Persoons- en Geo-informatie 13.805 94 106 14.005 14.489 95 108 14.692 13.786 95 108 13.989 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774 13.571 95 108 13.774 Dienst Ruimtelijke Ordening 17.008 188 181 17.377 16.911 337 63 17.311 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 16.742 333 62 17.137 Dienst Werk en Inkomen 96.442 2.631 2.528 101.601 105.189 794 1.884 107.867 106.038 786 1.865 108.689 98.038 786 1.865 100.689 97.438 786 1.865 100.089 96.438 786 1.865 99.089 Dienst Wonen, Zorg en Samenleven 18.608 478 302 19.388 20.453 498 283 21.234 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 20.248 493 280 21.021 Stadsarchief 8.955 36 61 9.052 9.038 22 157 9.217 8.893 22 141 9.056 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985 8.828 22 135 8.985 Geneeskundige en Gezondheidsdienst 65.644 1.294 857 67.795 66.580 1.314 782 68.676 70.403 1.169 330 71.902 69.443 1.095 257 70.795 69.444 1.048 257 70.749 69.444 1.013 257 70.714 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 26.171 420 128 26.719 28.682 - - 28.682 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 28.449 - - 28.449 subtotaal overheidssector 403.107 14.969 5.723 423.799 418.597 5.187 4.721 428.504 421.444 4.984 4.142 430.570 412.309 4.895 4.041 421.245 411.710 4.845 3.987 420.542 410.710 4.810 3.987 419.507 Afval Energie Bedrijf 19.059 1.306 - 20.365 25.403 - - 25.403 25.935 - - 25.935 26.166 - - 26.166 26.414 - - 26.414 26.651 - - 26.651 Haven Amsterdam 25.722 305 264 26.291 24.734 310 376 25.420 24.496 310 504 25.310 24.496 310 382 25.188 24.496 310 314 25.120 24.496 310 276 25.082 Stadsbank van Lening 3.881 23 - 3.904 4.124 18 - 4.142 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 4.078 18 - 4.096 subtotaal bedrijvensector 48.662 1.634 264 50.560 54.261 328 376 54.965 54.509 328 504 55.341 54.740 328 382 55.450 54.988 328 314 55.630 55.225 328 276 55.829 Acam Accountancy en Advies 6.953 65 28 7.046 6.620 100 20 6.740 6.420 70 20 6.510 6.420 70 20 6.510 6.420 70 8 6.498 6.420 70 - 6.490 Dienst Stadstoezicht 29.994 702 623 31.319 23.859 865 935 25.659 19.066 1.191 1.108 21.365 17.355 1.241 1.278 19.874 16.957 1.246 1.365 19.568 16.957 1.213 1.368 19.538 Dienst Noord/Zuidlijn - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Dienst Zuidas 539 - - 539 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 410 - - 410 Gemeentelijke Dienst Verzekeringszaken 3.342 40 11 3.393 3.552 48 32 3.632 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 3.517 47 31 3.595 Dienstverlening en Facilitair Management 10.454 121 - 10.575 12.389 158 - 12.547 12.580 83 - 12.663 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594 12.511 83 - 12.594 Ingenieursbureau Amsterdam 18.513 - - 18.513 20.493 - - 20.493 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 19.769 - - 19.769 Projectmanagementbureau 13.423 70 42 13.535 14.112 60 40 14.212 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 14.456 60 80 14.596 Dienst Informatie- en Communicatietechnologie 9.433 8 - 9.441 17.102 - - 17.102 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 20.226 - - 20.226 Servicehuis Personeel 6.837 2.823 3.221 12.881 7.857 2.049 2.544 12.450 9.014 1.826 2.141 12.981 8.561 1.624 1.546 11.731 8.397 850 1.206 10.453 8.076 738 980 9.794 subtotaal facilitaire bedrijven 99.488 3.829 3.925 107.242 106.394 3.280 3.571 113.245 105.458 3.277 3.380 112.115 103.225 3.125 2.955 109.305 102.663 2.356 2.690 107.709 102.342 2.211 2.459 107.012 Totaal gemeente Amsterdam, excl. stadsdelen 551.257 20.432 9.912 581.601 579.252 8.795 8.668 596.714 581.411 8.589 8.026 598.026 570.274 8.348 7.378 586.000 569.361 7.529 6.991 583.881 568.277 7.349 6.722 582.348 *) bron begroting 2011 van de diensten en bedrijvenexclusief Binnenwaterbeheer en Amsterdamse Kunstraad

Personeelskostenrekening geactualiseerde begroting

2013 20142009 2010 2011 2012

Raadsdruk Begroting 2011 554

Page 560: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

overzicht externe inhuur

Bes

tuur

sdie

nst

Om

buds

man

Grif

fie

Rek

enka

mer

Die

nst B

elas

tinge

n G

emee

nte

Am

ster

dam

Die

nst E

cono

mis

che

Zak

en

Die

nst I

nfra

stru

ctuu

r, V

erke

er

en V

ervo

er

Die

nst M

aats

chap

pelij

ke

Ont

wik

kelin

g

Die

nst M

ilieu

en

Bou

wto

ezic

ht

Die

nst O

nder

zoek

en

Sta

tistie

k

Die

nst P

erso

ons-

en

Geo

-in

form

atie

Die

nst R

uim

telij

ke O

rden

ing

Die

nst W

erk

en In

kom

en

Die

nst W

onen

, Zor

g en

S

amen

leve

n

Sta

dsar

chie

f (vh

G

emee

ntea

rchi

ef)

Gen

eesk

undi

ge-

en

Gez

ondh

eids

dien

st *

)

percentage van de loonsomrekening 2009 18,9% 0,3% 62,8% 8,7% 16,3% 66,1% 13,6% 6,3% 48,8% 4,1% 17,0% 4,1% 9,4% 7,9% 8,9% 0,9%

begroting 2010 geactualiseerd 4,0% 0,5% 8,9% 3,0% 14,4% 0,2% 12,7% 4,7% 7,2% 2,5% 7,0% 3,1% 17,3% 4,9% 1,4% 9,0%begroting 2011 3,0% 0,5% 7,2% 6,7% 8,2% 0,2% 9,2% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 16,2% 4,4% 1,4% 4,8%begroting 2012 3,0% 0,5% 7,2% 8,4% 6,0% 0,2% 0,0% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 16,5% 4,4% 1,4% 4,0%begroting 2013 3,0% 0,5% 7,2% 8,4% 6,0% 0,2% 0,0% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 15,6% 4,4% 1,4% 4,0%begroting 2014 3,0% 0,5% 7,2% 8,4% 6,0% 0,2% 0,0% 0,6% 7,6% 2,1% 6,3% 3,1% 15,8% 4,4% 1,4% 4,0%

bedragen x €1.000,-BELEIDSGEVOELIGE INHUUR

interim managementrekening 2009 100 - - - 143 738 558 - 601 - 187 - 281 409 - 21

begroting 2010 geactualiseerd - 7 - - - - 342 - - - 130 - 430 - - 33 begroting 2011 - 7 - - - - 100 - - - - - 430 - - 110 begroting 2012 - 7 - - - - - - - - - - 430 - - 110 begroting 2013 - 7 - - - - - - - - - - 430 - - 110 begroting 2014 - 7 - - - - - - - - - - 430 - - 110

organisatie- en formatieadvies rekening 2009 10 - 30 - - 63 505 - 427 - - - 21 62 26 3

begroting 2010 geactualiseerd - - - - 279 - 104 - - - - - 136 - - - begroting 2011 - - - - 253 - 104 - - - - - 132 - - - begroting 2012 - - - - 253 - - - - - - - 132 - - - begroting 2013 - - - - 253 - - - - - - - 132 - - - begroting 2014 - - - - 253 - - - - - - - 132 - - -

BELEIDSADVIESbeleidsonderbouwend onderzoek

rekening 2009 200 - - - - 410 - 311 56 - - - 61 21 21 - begroting 2010 geactualiseerd - - - - - - 40 - - - - - - - - 60

begroting 2011 - - - - - - 100 - - - - - - - - - begroting 2012 - - - - - - - - - - - - - - - - begroting 2013 - - - - - - - - - - - - - - - - begroting 2014 - - - - - - - - - - - - - - - -

beleidsondersteuning - - rekening 2009 307 4 1.284 - - 1.044 154 144 290 4 - - - 74 - 28

begroting 2010 geactualiseerd 63- - - - - 7 24 - - - - - 74 - - - begroting 2011 63- - - - - 7 24 - - - - - 72 - - 12 begroting 2012 63- - - - - 7 - - - - - - 72 - - 12 begroting 2013 63- - - - - 7 - - - - - - 72 - - 12 begroting 2014 63- - - - - 7 - - - - - - 72 - - 12

specifieke beleidsexpertise - - rekening 2009 2.888 - 226 78 149 6 574 325 1.789 - 5 227 - 314 8 86

begroting 2010 geactualiseerd 535 - 109 38 - - 1.467 1.552 - - - 147 - - - 7 begroting 2011 109 - 87 74 - - 1.467 - - - - 147 - - - 37 begroting 2012 109 - 87 93 - - - - - - - 147 - - - 37 begroting 2013 109 - 87 93 - - - - - - - 147 - - - 37 begroting 2014 109 - 87 93 - - - - - - - 147 - - - 37

communicatieadvies - - rekening 2009 1.306 - - - - 101 45 - 356 - 22 128 - 0 - 41

begroting 2010 geactualiseerd 953 - - - - 3 - - - - - - - - - - begroting 2011 953 - - - - - - - - - - - - - - - begroting 2012 953 - - - - - - - - - - - - - - - begroting 2013 953 - - - - - - - - - - - - - - - begroting 2014 953 - - - - - - - - - - - - - - -

ONDERSTEUNENDE INHUURjuridisch advies

rekening 2009 170 - 39 - 75 - 64 34 184 - - 231 - - 47 56 begroting 2010 geactualiseerd - - - - - - 30 - - - - 290 - - - -

begroting 2011 - - - - - - - - - - - 290 - - - - begroting 2012 - - - - - - - - - - - 290 - - - - begroting 2013 - - - - - - - - - - - 290 - - - - begroting 2014 - - - - - - - - - - - 290 - - - -

advisering ICT - - rekening 2009 2.209 - 35 - 1.067 - 205 - 577 - 1.033 - 337 - 5 39

begroting 2010 geactualiseerd - - - - 1.312 - 311 - - - 190 - 287 - - 1.693 begroting 2011 - - - - 823 - 110 - - - 175 - 284 - - 650 begroting 2012 - - - - 423 - - - - - 175 - 284 - - 725 begroting 2013 - - - - 423 - - - - - 175 - 284 - - 725 begroting 2014 - - - - 423 - - - - - 175 - 284 - - 725

accountancy, financiën en AO - - rekening 2009 1.013 - - - 111 11 248 272 141 - - 53 144 - - 85

begroting 2010 geactualiseerd 6 - - - - - 837 - - - - 60 - - - 49 begroting 2011 6 - - - - - 428 - - - - 60 - - - - begroting 2012 6 - - - - - - - - - - 60 - - - - begroting 2013 6 - - - - - - - - - - 60 - - - - begroting 2014 6 - - - - - - - - - - 60 - - - -

INHUUR t.b.v. BEDRIJFSPROCESSENuitzendkrachten

rekening 2009 862 - 79 19 1.374 378 1.542 900 4.474 101 1.105 56 8.184 587 688 222 begroting 2010 geactualiseerd 241 - - - 883 - 887 243 1.293 70 698 22 17.308 992 128 4.143

begroting 2011 241 - - - 403 - 674 236 1.293 61 698 22 16.296 883 128 2.550 begroting 2012 241 - - - 403 - - 236 1.293 61 686 22 15.296 883 128 1.863 begroting 2013 241 - - - 403 - - 236 1.293 61 686 22 14.296 883 128 1.863 begroting 2014 241 - - - 403 - - 236 1.293 61 686 22 14.296 883 128 1.863

TOTAALrekening 2009 9.065 4 1.693 97 2.919 2.751 3.895 1.986 8.895 105 2.352 694 9.028 1.467 795 581

begroting 2010 geactualiseerd 1.672 7 109 38 2.474 10 4.042 1.795 1.293 70 1.018 519 18.235 992 128 5.984 begroting 2011 1.246 7 87 74 1.479 7 3.007 236 1.293 61 873 519 17.214 883 128 3.358 begroting 2012 1.246 7 87 93 1.079 7 - 236 1.293 61 861 519 16.214 883 128 2.746 begroting 2013 1.246 7 87 93 1.079 7 - 236 1.293 61 861 519 15.214 883 128 2.746 begroting 2014 1.246 7 87 93 1.079 7 - 236 1.293 61 861 519 15.214 883 128 2.746

verschil 2011 t.o.v rekening 2009 7.819- 3 1.606- 23- 1.440- 2.744- 888- 1.750- 7.602- 44- 1.479- 176- 8.186 584- 667- 2.777 verschil 2011 t.o.v. begroting 2010 426- - 22- 36 995- 3- 1.035- 1.559- - 9- 145- - 1.021- 109- - 2.626-

BD

A

Om

buds

man

Grif

fie

Rek

enka

mer

DB

GA

EZ IVV

DM

O

DM

B

Oen

S

DPG

DR

O

DW

I

DW

ZS

Arc

hief

GG

D

Inbestedingrekening 2009 5.117 - - - - 2.245 13.654 3.098 4.746 95 113 359 15.122 1.019 91 214

begroting 2011 267 - - - - 107 12.284 - 600 124 68 369 17.431 1.113 - 373 Uitbesteding

rekening 2009 2.692 - 476 - - - 22.542 - - - - 265 15.777 2.394 - 1.296 begroting 2011 2.692 - 433 - - - 21.257 - - - - 265 15.777 2.494 - 1.075

exclusief Binnenwaterbeheer enAmsterdamse Kunstraad

Raadsdruk Begroting 2011 555

Page 561: Begroting 2011, Gemeente Amsterdam (Raadsdruk)

Ont

wik

kelin

gsbe

drijf

Gem

eent

e A

mst

erda

m

Afv

al E

nerg

ie B

edrij

f

Hav

en A

mst

erda

m

Sta

dsba

nk v

an L

enin

g

AC

AM

Acc

ount

ancy

en

Adv

ies

Die

nst S

tads

toez

icht

Die

nst Z

uida

s

Gem

eent

elijk

e D

iens

t V

erze

kerin

gsza

ken

Die

nst F

acili

tair

man

agem

ent

Inge

nieu

rsbu

reau

Am

ster

dam

Pro

ject

man

agem

entb

urea

u

Ser

vice

huis

ICT

Ser

vice

huis

Per

sone

el

tota

al

percentage van de loonsom33,9% 31,5% 7,0% 4,1% 2,4% 29,2% 0,0% 5,3% 40,0% 0,1% 2,7% 156,9% 4,5% 21% rekening 2009

7,8% 7,7% 3,4% 3,3% 0,8% 6,3% 31,7% 3,7% 19,4% 0,8% 5,5% 87,1% 2,5% 10% begroting 2010 geactualiseerd6,7% 2,8% 1,9% 3,3% 0,9% 4,7% 31,7% 3,7% 20,2% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 7% begroting 20116,7% 2,7% 1,7% 3,3% 0,9% 1,7% 31,7% 3,7% 20,4% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 7% begroting 20126,7% 2,6% 1,4% 3,3% 0,9% 1,6% 31,7% 3,7% 20,4% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 7% begroting 20136,7% 2,6% 1,4% 3,3% 0,9% 1,5% 55,8% 3,7% 20,4% 9,7% 1,5% 47,4% 0,0% 8% begroting 2014

BELEIDSGEVOELIGE INHUURinterim management

- 393 293 - - 724 - - - - - - - 4.448 rekening 2009- 96 110 - - 36 - - - 117 - 274 - 1.575 begroting 2010 geactualiseerd- 96 50 - - 22 - - - - - - - 815 begroting 2011- 96 50 - - - - - - - - - - 693 begroting 2012- 96 50 - - - - - - - - - - 693 begroting 2013- 96 50 - - - - - - - - - - 693 begroting 2014

- organisatie- en formatieadvies - 21 2 5 - 45 - - 237 - - - - 1.457 rekening 2009- - - - - - - - - - - 122 - 641 begroting 2010 geactualiseerd- - - - - - - - - - - - - 489 begroting 2011- - - - - - - - - - - - - 385 begroting 2012- - - - - - - - - - - - - 385 begroting 2013- - - - - - - - - - - 385 begroting 2014

BELEIDSADVIESbeleidsonderbouwend onderzoek

- - - - - - - - - - - - - 1.080 rekening 2009- - - - - - - - - - - - - 100 begroting 2010 geactualiseerd- - - - - - - - - - - - - 100 begroting 2011- - - - - - - - - - - - - - begroting 2012- - - - - - - - - - - - - - begroting 2013- - - - - - - - - - - - - - begroting 2014

beleidsondersteuning- 77 266 - - - - - 335 - - - - 4.011 rekening 2009

1.445 - 150 100 - - 130 - - - - - - 1.867 begroting 2010 geactualiseerd1.405 - 50 100 - - 130 - - - - - - 1.737 begroting 20111.405 - 50 100 - 150 130 - - - - - - 1.863 begroting 20121.405 - 50 100 - 132 130 - - - - - - 1.845 begroting 20131.405 - 50 100 - 125 130 - - - - - - 1.838 begroting 2014

specifieke beleidsexpertise- - 5 - - - - - 30 - - - - 6.709 rekening 2009- - - - - 133 - - - - - - - 3.988 begroting 2010 geactualiseerd- - - - - 70 - - - - - - - 1.991 begroting 2011- - - - - - - - - - - - - 473 begroting 2012- - - - - - - - - - - - - 473 begroting 2013- - - - - - - - - - - - - 473 begroting 2014

communicatieadvies- 83 132 - - - - - 7 - - - - 2.221 rekening 2009- 188 50 - - 28 - - - - - - - 1.222 begroting 2010 geactualiseerd- - 25 - - 7 - - - - - - - 985 begroting 2011- - 25 - - - - - - - - - - 978 begroting 2012- - 25 - - - - - - - - - - 978 begroting 2013- - 25 - - - - - - - - - - 978 begroting 2014

ONDERSTEUNENDE INHUURjuridisch advies

73 - 15 - 9 154 - - 26 12 - - - 1.189 rekening 2009338 - 15 - 10 38 - - - - - - - 721 begroting 2010 geactualiseerd338 - 15 - 10 23 - - - - - - - 676 begroting 2011338 - 15 - 10 - - - - - - - - 653 begroting 2012338 - 15 - 10 - - - - - - - - 653 begroting 2013338 - 15 - 10 - - - - - - - - 653 begroting 2014

advisering ICT- - - - - 145 - - - - - 14.299 - 19.951 rekening 2009- - - - - 741 - - - 39 - 13.992 - 18.565 begroting 2010 geactualiseerd- - 50 - - 446 - - - - - 9.491 - 12.029 begroting 2011- - 50 - - - - - - - - 9.491 - 11.148 begroting 2012- - 50 - - - - - - - - 9.491 - 11.148 begroting 2013- - 50 - - - - - - - - 9.491 - 11.148 begroting 2014

accountancy, financiën en AO- - 12 - 28 - - - 53 - - 120 - 2.291 rekening 2009- 72 20 - 15 99 - - - - - 326 - 1.484 begroting 2010 geactualiseerd- - 15 - - 80 - - - - - 90 - 679 begroting 2011- - 15 - - - - - - - - 90 - 171 begroting 2012- - 15 - - - - - - - - 90 - 171 begroting 2013- - 15 - - - - - - - - 90 - 171 begroting 2014

INHUUR t.b.v. BEDRIJFSPROCESSENuitzendkrachten

8.805 5.432 1.087 156 131 7.689 - 176 3.489 - 360 377 309 48.581 rekening 2009451 1.592 500 35 30 423 - 130 2.404 - 775 189 200 33.636 begroting 2010 geactualiseerd151 620 250 35 50 254 - 129 2.544 1.920 215 - - 29.652 begroting 2011149 610 200 35 50 150 - 129 2.554 1.920 215 - - 27.122 begroting 2012149 600 150 35 50 132 - 129 2.554 1.920 215 - - 26.044 begroting 2013149 591 150 35 50 125 - 129 2.554 1.920 215 - - 26.028 begroting 2014

TOTAAL8.878 6.006 1.811 161 168 8.757 - 176 4.177 12 360 14.796 309 91.938 rekening 20092.234 1.948 845 135 55 1.498 130 130 2.404 156 775 14.903 200 63.799 begroting 2010 geactualiseerd1.894 716 455 135 60 901 130 129 2.544 1.920 215 9.581 - 49.152 begroting 20111.892 706 405 135 60 299 130 129 2.554 1.920 215 9.581 - 43.486 begroting 20121.892 696 355 135 60 264 130 129 2.554 1.920 215 9.581 - 42.390 begroting 20131.892 687 355 135 60 250 130 129 2.554 1.920 215 9.581 - 42.367 begroting 2014

6.984- 5.290- 1.356- 26- 108- 7.856- 130 47- 1.633- 1.908 145- 5.215- 309- 42.786- verschil 2011 t.o.v rekening 2009340- 1.232- 390- - 5 597- - 1- 140 1.764 560- 5.322- 200- 14.647- verschil 2011 t.o.v. begroting 2010

OG

A

AEB

Hav

en

SBL

AC

AM

Toez

icht

Zuid

as

VGA

DFM

IBA

PMB

DIC

T

SHP

tota

al

Inbesteding8.239 156 223 26 30 - 8.367 - 458 34 80 - - 63.485 rekening 2009

- - 50 7 - - 8.250 - 82 - 150 - - 41.275 begroting 2011- - Uitbesteding

3.261 - 15.485 - - - 170 - 75 - - - - 64.433 rekening 20093.261 - 14.120 - - - 170 - 75 - - - - 61.619 begroting 2011

63.799

Raadsdruk Begroting 2011 556