Geef werknemers meer kans om te ‘vlinderen’ - DS 07/07/16

Iets meer dan de helft van de bedrijven beweert de eigen werknemers te

steunen in hun loopbaanontwikkeling. Maar de praktijk valt tegen. Slechts

een hele kleine minderheid krijgt de kans om – tijdelijk – een andere job uit

te proberen.

‘Nog te veel managers houden vast aan de opvatting dat maar één iemand die ene gespecialiseerde job kan doen’

VAN ONZE REDACTEUR JOHAN RASKING De vlindertijd. Zo noemt professor Ans De Vos van Antwerp Management School de

mogelijkheid voor werknemers om – binnen hun eigen bedrijf – tijdelijk een andere

functie uit te proberen, met het oog op een wending in hun loopbaan.

‘Vlinderen houdt de garantie in om naar de oude job of functie te mogen terugkeren,

wanneer de overstap niet lukt’, legt De Vos uit. ‘Net als stages en projectwerking is het

een voorbeeld van hoe bedrijven de interne mobiliteit kunnen aanmoedigen en op die

manier de inzetbaarheid van hun werknemers verbeteren.’

Professor De Vos bekleedt een leerstoel over ‘innovatief loopbaanbeleid’, die in

samenwerking met het socialedienstenbedrijf SD Worx loopt. Ze deed een bevraging bij

407 Belgische bedrijven, waaruit blijkt dat iets meer dan de helft – 57 procent – zegt een

eigen loopbaanbeleid te hebben uitgebouwd.

‘Dat aantal ligt iets hoger dan bij een gelijkaardige enquête in 2012. Er is vooruitgang’,

ziet Jan Laurijssen, manager bij SD Worx. ‘Steeds meer bedrijven erkennen het belang

van loopbaanplannen. Ze zijn zich bewust van de nood aan maatregelen om tot werkbare

jobs te komen en om hun werknemers wendbaarder te maken.’

Toch loopt het in de praktijk niet altijd naar behoren, vindt professor Ans De Vos. ‘Nog te

vaak wordt het concept loopbaan gelijkgesteld met carrière maken of promotie en is er te

weinig aandacht voor horizontale mobiliteit binnen bedrijven, voor wissels naar andere

functies of afdelingen.’

De bevraging leert dat slechts in 12 procent van de bedrijven het gebruikelijk is dat

medewerkers regelmatig van job veranderen. Bij de grote meerderheid, 71 procent van de

bedrijven, geldt nog altijd de regel dat werknemers jarenlang dezelfde job mogen/moeten

uitoefenen.

Verstarring

Dat oogt comfortabel, maar dreigt tot verstarring te leiden, zegt professor De Vos. ‘En het

onthoudt werknemers de kans op een nieuwe start.’

Ze wijst op een aantal hardnekkige misvattingen. ‘Nog te veel managers houden vast aan

de opvatting dat slechts één iemand die ene gespecialiseerde job kan doen. Maar als ze

niet vooruitdenken, staat er niemand klaar wanneer die witte raaf vertrekt of met

pensioen gaat. Idem voor het idee dat alleen twintigers of jonge dertigers high

potentials zouden zijn. Waarom zouden 45-plussers met al hun ervaring geen andere job

aankunnen?’

Een echt loopbaanbeleid mag zich niet beperken tot een kleine, geselecteerde groep

werknemers, luidt het, en toch maken veel bedrijven net die fout.

In twee op de drie van de 407 ondervraagde bedrijven worden er opleidingen buiten de

(huidige) functie alleen aan een groepje uitverkorenen aangeboden. Slechts een kwart

biedt aan iedereen binnen de organisatie die mogelijkheid.

Dat geldt ook voor stages: vier op de tien van de bevraagde bedrijven bieden interne

stages aan voor een beperkte groep medewerkers, terwijl slechts 7 procent aan iedereen

die kans geeft.