BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een...

120
BEDRIJF STARTEN BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BOVENBOUW BE DOMEIN B2/B3 DOMEIN F1

Transcript of BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een...

Page 1: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJF STARTENBEDRIJFSECONOMIE

VOOR DEBOVENBOUW

BE

DOMEIN B2/B3DOMEIN F1

Page 2: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

LEERDOELENJe kunt het proces voor en rond de oprichting van een eenmanszaak of een Vennootschap onder Firma [VOF] beschrijven en in de rol van ondernemer toepassen.

BELANGRIJKSTE BEGRIPPEN EN ONDERWERPEN

• Rechtsvormen• Eenmanszaak• Vennootschap onder Firma [VOF]• Oprichting van een eenmanszaak of VOF• Administratie• BTW• Kosten en opbrengsten• De begroting

DOMEIN B2 | OPRICHTING VAN DE EENMANSZAAK

Page 3: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

LOONDIENST OF ONDERNEMERSCHAP?

LOONDIENST ONDERNEMER

VOORDELEN• Zekerheid: loon, werktijden,

vakanties, sociale zekerheid, aanvullend pensioen

• Vrijheid en flexibiliteit (tijd/wat doe je wanneer)

• Winst is voor de ondernemer• Afwisseling• Wat je graag doet voelt vaak

niet als werken

NADELEN• Minder vrijheid, je werkgever

bepaalt wat je moet doen en wanneer

• Weinig vrije tijd• Onzekerheid: variabel

inkomen, geen sociale zekerheid, geen aanvullend pensioen

• Je moet alles zelf doen• Je bent voor alles zelf

verantwoordelijk

Wat past bij jou?

Page 4: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

1. EEN ONDERNEMING STARTEN

Page 5: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

WAT IS NODIG VOOR STARTEN VAN EEN ONDERNEMING?

1. VESTIGINGSPLAATS KIEZEN

Belangrijke onderwerpen: bereikbaarheid - parkeergelegenheid - concurrenten - stad

of dorp - ligging - eventuele vergunningen.

2. BRANCHE AFHANKELIJKE VERGUNNINGEN

Voor sommige branches zijn speciale vergunningen nodig, bijvoorbeeld horeca of

peuterspeelzaal.

3. INSCHRIJVEN HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL [KvK]

Elke onderneming is verplicht zich in te schrijven. Vóór inschrijving controleert de KvK

of de handelsnaam niet al bestaat en dat deze niet misleidend is.

Page 6: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

WAT IS NODIG VOOR STARTEN VAN EEN ONDERNEMING?

4. FINANCIËLE PLANNING BIJ OPSTART

• Investeringsbegroting

• Financieringsbegroting

• Resulatenbegroting

• Liquiditeitsbegroting

5. ADMINISTRATIE DAARNA

Elke onderneming verplicht is een deugdelijke administratie bij te houden en deze

minimaal 7 jaar te bewaren. Jaarlijks moet een minimaal een balans en een

resultatenrekening worden gemaakt.

6. KEUZE RECHTSVORM

De juridische vorm van een onderneming.

Page 7: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

RECHTSVORMEN

6 RECHTSVORMEN VAN ORGANISATIES(JURIDISCHE VORMEN)

COMMERCIEEL

NATUURLIJKE PERSONENeigenaren/bestuurders

WEL met privévermogen aansprakelijkvoor zakelijke schulden

RECHTSPERSONENeigenaren/bestuurders

NIET met privévermogen aansprakelijkvoor zakelijke schulden*

behoudens aantoonbaar wanbestuur*

Eenmanszaak(1 eigenaar)

Naamloze Vennootschap [NV](aandeelhouders)

Vennootschap onder Firma [VOF](meer eigenaren)

Besloten Vennootschap [BV](aandeelhouders)

NIET-COMMERCIEEL

Stichting(bestuurders)

Vereniging(leden)

Page 8: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Factoren die een rol spelen bij keuze van de rechtsvorm:

1. Aansprakelijkheid

2. Leiding en besluitvorming

3. Financiering

4. Publicatieplicht

5. Continuïteit

6. Fiscale aspecten

KEUZE VAN DE RECHTSVORM

Page 9: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EENMANSZAAK & VOF

Page 10: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EENMANSZAAK

Bij de eenmanszaak is één persoon eigenaar. Hij of zij steekt eigen vermogen (geld of

goederen) de zaak. Hij of zij neemt ook alleen alle beslissingen en is ook alleen

aansprakelijk voor eventuele schulden.

VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA [VOF]

Bij een VOF zijn meer personen (minimaal twee) eigenaar van de onderneming. Zij

steken samen eigen vermogen (geld of goederen) in de zaak. Zij verdelen de taken en

nemen samen de beslissingen.

Beide zijn commerciële rechtsvormen: hun doel is winst maken. Beide zijn ook

natuurlijke personen, d.w.z. dat de eigenaren met hun privévermogen aansprakelijk

zijn voor eventuele schulden of bij faillissement.

EENMANSZAAK vs VOF

Page 11: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

VERGELIJKING EENMANSZAAK / VOF

EENMANSZAAK VOF

AansprakelijkheidEnige eigenaar is met zakelijk én

privé vermogen aansprakelijk voor schulden en eventueel

faillissement

Alle eigenaren zijn met zakelijk én privé vermogen HOOFDELIJK

aansprakelijk voor schulden en evt. faillissement

Leiding en besluitvormingEnige eigenaar, kan snel beslissen

Moet overal iets vanaf weten

Alle eigenaren, besluiten moeten samen genomen (langzamer)

Taken kunnen verdeeld worden

FinancieringKleiner eigen vermogen,Kleiner privé vermogen

dus moeilijker lenen

Samen groter eigen vermogen,Samen meer privé vermogen

dus gemakkelijker lenen

Publicatieplicht GEEN publicatieplicht jaarverslag(balans - resultatenrekening – toelichting hierop)

ContinuïteitBedrijf houdt op te bestaan bij

ernstige problemen of overlijden van de eigenaar

Bedrijf kan doorgaan bij ernstige problemen of overlijden van één

eigenaar. Andere firmant kan taken overnemen. Voortbestaan

bedrijf is beter gewaarborgd.

Fiscale aspectenEigenaar betaalt

inkomstenbelastingover volledige winst

Elke eigenaar (vennoot) betaalt inkomstenbelasting

over zijn/haar deel van winst

Page 12: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

VERMOGEN

VERMOGEN = BEZITTINGEN - SCHULDEN

HOOFDELIJK AANSPRAKELIJK

Bij eenmanszaak is de eigenaar als enige persoon aansprakelijk voor alle schulden. Bij

een VOF zijn alle firmanten (ook vennoten genoemd) HOOFDELIJK aansprakelijk voor

schulden. Dit wil zeggen dat een schuldeiser elke firmant afzonderlijk VOOR HET

VOLLEDIGE SCHULDBEDRAG aansprakelijk kan stellen. Bij een VOF is dus belangrijk

dat firmanten elkaar goed kunnen vertrouwen m.b.t. hen aangaan van verplichtingen!

PERSONEEL IN LOONDIENST

Een eenmanszaak heeft één eigenaar. Deze eigenaar kan meerdere mensen in

loondienst hebben. Hetzelfde geldt voor een VOF. Eenmanszaak betekent 1 eigenaar.

DEFINITIES

Page 13: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

BTW is een (indirecte) belasting die de overheid heft op de verkoop van goederen

en diensten aan consumenten. Een ander woord voor BTW is omzetbelasting.

Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer

afdragen aan de Belastingdienst. Een ondernemer verdient dus zelf niets aan BTW.

De prijs waar de BTW reeds is bijgeteld (=inclusief BTW) noemen we de

consumentenprijs. Dit is dus de prijs die de consument in de winkel moet betalen:

VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS

BTW = BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE

EXTRA UITLEG [ECOFLASH]:https://www.youtube.com/watch?v=3wkQQEL17Yo

Page 14: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

BTW

Page 15: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Nederland kent 3 BTW tarieven:

21% voor de meeste (luxe) goederen en diensten

9% voor levensmiddelen, boeken en sommige diensten (kapper, fietsenmaker)

0% voor medicijnen en onderwijs

BTW TARIEVEN

Page 16: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

VERKOOPPRIJS IS ALTIJD EXLCUSIEF (ZONDER) BTW = 100%

CONSUMENTENPRIJS IS ALTIJD INCLUSIEF (MET) BTW = 121% of 109%

DUS:

VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS

OF ANDERS GENOTEERD:

VERKOOPPRIJS [exclusief BTW] € ………………… 100%

BTW + = € …………………. + 21% +

CONSUMENTENPRIJS [inclusief BTW] € ………………… 121%

TIP: BEGIN BIJ BTW OPGAVEN ALTIJD MET DEZE REKENTABEL!!

Voorbeeld geldt 21% BTW – bij 9% BTW is consumentenprijs natuurlijk 109% van de verkoopprijs!

REKENEN MET BTW

Page 17: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

• Door BTW wordt de verkoopprijs hoger

• BTW wordt uiteindelijk door de consument betaald

• Handelaar krijgt bij inkoop betaalde BTW terug van de fiscus

• BTW die een ondernemer bij verkoop ontvangt moet hij afdragen aan de fiscus

• Verschil moet hij betalen aan de belastingdienst

• Ondernemer maakt geen winst op BTW

• Berekenen van winst doen daarom altijd exclusief BTW

BTW = BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE

Page 18: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

BTW IN EEN ONDERNEMING (BEDRIJF): TE VERREKENEN BTW

= TE VERREKENEN BTW

Page 19: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

FINANCIEEL PLAN

Page 20: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Het financieel plan van een startende onderneming bestaat uit de volgende

onderdelen:

1. Investeringsbegroting

2. Financieringsbegroting

3. Resultatenbegroting

4. Liquiditeitsbegroting

De investeringsbegroting en de financieringsbegroting vormen samen de

openingsbalans.

EEN FINANCIEEL PLAN MAKEN

Page 21: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

INVESTERINGSBEGROTING

Hierop staan alle bezittingen die nodig zijn om het bedrijf te starten. Deze komen

later debet op de balans en worden onderverdeeld in:

VASTE ACTIVA

Investeringen, bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan

VLOTTENDE ACTIVA

Investeringen, bezittingen die korter dan 1 jaar meegaan

LIQUIDE MIDDELEN

Geld in je kas of op de bank

Page 22: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

INVESTERINGSBEGROTING

VASTE ACTIVA Bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan - deze dalen jaarlijks in waarde [afschrijvingen] GebouwenMachinesVoertuigenInventaris

VLOTTENDE ACTIVABezittingen die korter dan 1 jaar meegaan Voorraad goederen[Debiteuren] [heb je pas na je eerste verkoop op rekening]Nog te ontvangen bedragen [bijvoorbeeld huur of rente over voorafgaande perioden]Vooruitbetaalde bedragen [bijvoorbeeld huur, contributie, rente = nog iets tegoed]Te vorderen BTW [BTW die je reeds hebt betaald bij inkopen - mag je terug vragen = tegoed]

LIQUIDE MIDDELENKasBank

TOTAAL BEZITTINGEN: € ...................

Page 23: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

FINANCIERINGSBEGROTING

Na het opstellen van je investeringsbegroting weet je hoeveel geld je nodig hebt om

je geplande bezittingen te betalen (financieren). Dit geld kan bestaan uit:

EIGEN VERMOGEN

Geld dat de ondernemer ZELF in de onderneming steekt.

VREEMD VERMOGEN [KORT & LANG]

Dit is geld dat de ondernemer leent van anderen. Lang Vreemd Vermogen [VVL] is

het totaal aan leningen dat langer dan 1 jaar in de onderneming blijft. Tot het Kort

Vreemd Vermogen [VVK] behoren leningen die korter dan 1 jaar in de onderneming

blijven.

Page 24: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

FINANCIERINGSBEGROTING

EIGEN VERMOGENTotale waarde van geld en goederen die ondernemer zelf in het bedrijf heeft gestoken

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]Geleend geld dat langer dan 1 jaar in de onderneming blijft A. Hypotheek o/g o/g = opgenomen geld, hypotheek is lening met onroerend goed als onderpandB. 6% Lening Rabobank [’gewone’ lening bij de bank met 6% rente]C. Onderhandse lening [lening van bekende, vaak familie]D. Achtergestelde lening [wordt bij opheffing pas terug betaald na terugbetaling alle andere leningen, meer riscio voor geldschieter, hogere rentevergoeding]

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Geleend geld dat korter dan 1 jaar in de onderneming blijft A. Rekening Courant Krediet [rood staan bij de bank - hoog rentepercentage]B. Crediteuren [nog te betalen inkoopfacturen = schuld bij levenciers = leverancierskrediet]C. Afnemerskrediet [ontvangen (aan)betalingen door klanten, hiervoor moet je nog iets leveren]D. Vooruitontvangen bedragen [bijv. vooruitontvangen huur, contibutie, rente voor periode in toekomst]E. Nog te betalen bedragen [bijv. nog te betalen huur, contibutie, rente voor een afgelopen periode]F. Te betalen [af te dragen BTW] [BTW die je hebt ontvangen bij verkoop van goederen - nog te betalen aan fiscus]

TOTAAL VERMOGEN: € ...................

Page 25: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE OPENINGSBALANS

De investeringsbegroting (debet) en de financieringsbegroting vormen samen de

openingsbalans, een overzicht van bezittingen en schulden op een bepaald moment.

[in dit geval bij het starten van de onderneming]

De balans:

• Moet altijd in evenwicht zijn

• Op de debetzijde van de BalanS staan de Bezittingen

• Op de creditzijde van de BalanS staan de Schulden en het Eigen Vermogen

• Bezittingen – Schulden = Eigen Vermogen

Page 26: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DEBET (bezittingen) in € 1 januari 20..OPENINGSBALANS

ACTIVA (bezittingen) PASSIVA (schulden)

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVAGebouwenMachinesInventarisAuto’s

VLOTTENDE ACTIVADebiteurenVoorradenNog te ontvangen ........Vooruitbetaalde .........Te ontvangen (vorderen) BTW

LIQUIDE ACTIVAKasBank

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]6% hypothecaire lening2% onderhandse lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Rekening courant krediet BankCrediteurenNog te betalen .......Vooruit ontvangen .......Te betalen (af te dragen) BTW

TOTAAL [debet] € ................. TOTAAL [credit] € .................

Page 27: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EXTRA UITLEG

Juf Janssen | BTW | 08:04https://www.youtube.com/watch?v=VA9j39k1M9E

Juf Janssen | Leveranciers- en afnemerskrediet | 04:27https://www.youtube.com/watch?v=_zhOLVsf080&index=9&list=PLXackrZ3Ra-0LtuBwr5_qBX14WYnRzytZ

Page 28: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

2. ADMINISTRATIE FIN. FEITEN

Page 29: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

FINANCIËLE FEITEN

De BalanS is een overzicht van je Bezittingen en Schulden op een bepaald moment.

Grootheden die op een bepaald moment worden gemeten noemt met

tijdstipgrootheden of voorraadgrootheden.

FINANCIËLE FEITEN

Financiële feiten zijn dagelijkse gebeurtenissen in je bedrijf waardoor je financiële

situatie doorlopend verandert. Bijvoorbeeld:

• Ik koop goederen in (voorraad en te vorderen BTW +, bank, kas - of crediteuren +)

• Ik verkoop goederen (voorraad -, kas/bank of dediteuren +, af te dragen BTW +)

• Ik ontvang geld van debiteuren (bank +, debiteuren -)

• Ik betaal een rekening aan een crediteur (kas of bank -, crediteuren -)

Page 30: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DEBET (bezittingen) in € 1 januari 20..BALANS

LET OP: ALLEEN de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Kas en Bank EN de overlopende balansposten zijn INCL. BTW !

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVAGebouwenMachinesInventarisAuto’s

VLOTTENDE ACTIVADebiteurenVoorradenNog te ontvangen ........Vooruitbetaalde .........Te ontvangen (vorderen) BTW

LIQUIDE ACTIVAKasBank

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]6% hypothecaire lening2% onderhandse lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Rekening courant krediet BankCrediteurenNog te betalen .......Vooruit ontvangen .......Te betalen (af te dragen) BTW

TOTAAL [debet] € ................. TOTAAL [credit] € .................

Page 31: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE MUTATIEBALANS

Elk financieel feit leidt in theorie dus tot een nieuwe balans. In de praktijk echter

maken bedrijven niet elke dag een nieuwe balans (te tijdrovend/duur).

Hele grote bedrijven maken een keer per maand een balans. Eenmanszaken en

VOF’s doen dit meestal een keer per kwartaal. Sommigen zelf slechts een keer per

jaar.

In de tijd tussen twee balansen wordt de administratie bijgehouden in de vorm van

mutatiebalansjes (mutatie = verandering).

Een mutatiebalans is een soort minibalansje waarop je slechts van één financieel

feit de verandering van de balansposten noteert:

Page 32: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE MUTATIEBALANS

Voorbeeld 1: ingekocht op rekening: 20 Levis’s spijkerbroeken à € 30 excl. 21% BTW.

Page 33: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE MUTATIEBALANS

Dit financieel feit betekent dat de volgende balansmutaties ontstaan:

• Mijn voorraad goederen neemt toe met 20 x € 30,-- = € 600,-- (voorraad altijd excl. BTW!)

• Op rekening: ik betaal later. De leverancier heeft mij een factuur gestuurd voor € 726,--

(€ 600 goederen + 21% BTW). Met dit bedrag neemt mijn schuld aan crediteuren toe.

• De BTW over zakelijke inkopen mag ik terugvragen (vorderen) bij de belastingdienst.

De mutatiebalans van dit feit wordt dan:

Debet Credit

Voorraad + € 600,00 Crediteuren + € 726,00

Te vorderen BTW + € 126,00

TOTAAL + € 726,00 TOTAAL + € 726,00

Let op: ook op een mutatiebalans zijn de totalen van debet en credit aan elkaar gelijk!

Page 34: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

HOE MAAK JE EEN MUTATIEBALANS?Voor het maken van een mutatiebalans is handig om eerst te kijken naar je beginbalans. Hierop zie je welke posten debet en credit staan:

Vervolgens bepaal je

welke balansposten

door het financiële feit

veranderen en met

welk bedrag.

DEBET (bezittingen) in € 1 januari 20..BALANS

LET OP: ALLEEN de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Kas en Bank EN de overlopende balansposten zijn INCL. BTW !

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVAGebouwenMachinesInventarisAuto’s

VLOTTENDE ACTIVADebiteurenVoorradenNog te ontvangen ........Vooruitbetaalde .........Te ontvangen (vorderen) BTW

LIQUIDE ACTIVAKasBank

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]6% hypothecaire lening2% onderhandse lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Rekening courant krediet BankCrediteurenNog te betalen .......Vooruit ontvangen .......Te betalen (af te dragen) BTW

TOTAAL [debet] € ................. TOTAAL [credit] € .................

Page 35: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Voorbeeld 2:

Een debiteur heeft de openstaande rekening van € 175,80 (inclusief BTW!) per bank betaald. Dit

leidt tot de volgende balansmutaties:

• Mijn banksaldo neemt toe met € 175,80

• Mijn tegoed van debiteuren neemt af met € 175,80

De mutatiebalans wordt dan:

Debet Credit

Bank + € 175,80

Debiteuren - € 175,80

TOTAAL € 0 TOTAAL € 0

HOE MAAK JE EEN MUTATIEBALANS?

Page 36: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

MUTATIES IN DE BALANSPOST EIGEN VERMOGEN

Er zijn drie situaties waarbij de balanspost Eigen Vermogen verandert:

• door winst [EV+] of verlies [EV-] door verkopen (winst/verlies = omzet - inkoopwaarde)

• Wanneer ik kosten maak [EV-] (bijv. afschrijving op kapitaalgoederen, rente, huur, energie etc.)

• Bij privé-opnames [EV-] of stortingen van privé naar zakelijk [EV+]

Winst en privéstortingen maken het Eigen Vermogen groter

Verlies, kosten en privé-opnames maken het Eigen Vermogen kleiner

LET OP:

Opbrengsten (omzet), kosten en Eigen Vermogen zijn altijd exclusief BTW!

Page 37: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

MUTATIES IN DE BALANSPOST EIGEN VERMOGEN

Voorbeeld 3:

• verkocht: 2 spijkerbroeken, samen voor € 149 incl. 21% BTW.

• de inkoopwaarde van broeken was samen € 60 excl. BTW.

• de klant heeft betaald met zijn pinpas.

Debet Credit

Voorraad (inkoopprijs zonder BTW!)

Eigen Vermogen*(toename door winst)

Bank (incl. BTW!)(door klant gepind)

Af te dragen BTW(€ 149 : 121) x 21

TOTAAL TOTAAL

Page 38: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

De mutatiebalans wordt dan:

Debet Credit

Voorraad (inkoopprijs zonder BTW!)

- € 60,00 Eigen Vermogen*(toename door winst)

+ € 63,14

Bank (incl. BTW!)(door klant gepind)

+ € 149,00 Af te dragen BTW(€ 149 : 121) x 21

+ € 25,86

TOTAAL + € 89,00 TOTAAL + € 89,00

• Voorraad neemt af tegen inkoopprijs (voorraad altijd zonder BTW!)

• Klant heeft gepind (incl. BTW). De BTW die ik heb ontvangen moet ik afdragen aan de fiscus.

• De brutowinst op verkopen wordt toegevoegd aan het Eigen Vermogen. (let op: zonder

BTW!): Winst is omzet (zonder BTW) - inkoopwaarde (zonder BTW), dus:

(€ 149 : 121 x 100) - € 60 = € 123,14 - € 60 = € 63,14

MUTATIES IN DE BALANSPOST EIGEN VERMOGEN

Page 39: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Voorbeeld 4:

Per bank € 300 euro betaald aan ouders m.b.t. tot aflossing lening (inclusief € 50 rente):

• Mijn banksaldo neemt af met € 300,00

• De betaalde rente is kosten, hierdoor neemt mijn EV af met € 50,00

• Het restantbedrag (€ 300,00 - € 50,00 rente) = € 250,00 los ik af (maakt mijn schuld kleiner)

De mutatiebalans wordt dan:

Debet Credit

Bank - € 300,00 Eigen Vermogen - € 50,00

Lening ouders - € 250,00

TOTAAL - € 300,00 TOTAAL - € 300,00

MUTATIES IN DE BALANSPOST EIGEN VERMOGEN

Page 40: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE MUTATIEBALANS

Voorbeeld 5:

Ik heb aan een crediteur de openstaande rekening van € 119,79 betaald per bank.

De mutatiebalans wordt dan:

Debet Credit

Bank - € 119,79 Crediteuren - € 119,79

TOTAAL - € 119,79 TOTAAL - € 119,79

Deze mutatie gaat alléén over betaling van de factuur. Met BTW hoef ik hier niets te doen

omdat ik deze al hebt geboekt bij ontvangst van de factuur!

Page 41: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE TUSSENREKENING INKOPEN

Het kan voorkomen dat ik bestelde goederen al geleverd krijg, maar dat de

inkoopfactuur pas later komt. Bij ontvangst boeken we de goederen in de voorraad

(voorraad altijd zonder BTW).

Omdat de inkoopfactuur nog niet is ontvangen, hebben we voor deze bestelling nog

geen crediteuren én nog geen recht op BTW teruggave. In dit geval gebruiken we de

balanspost INKOPEN als tussenstap, bijvoorbeeld:

Debet Credit

Voorraad + € 300,00 Inkopen + € 300,00

TOTAAL + € 300,00 TOTAAL + € 300,00

Page 42: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE TUSSENREKENING INKOPEN

Zodra de inkoopfactuur wordt ontvangen ontstaat pas de eigenlijke schuld aan de

leverancier én het recht op te vorderen BTW. voorbeeld 6:

De mutatiebalans wordt dan:

Debet Credit

Te vorderen BTW + € 63,00 Inkopen - € 300,00

Crediteuren + € 363,00

TOTAAL + € 63,00 TOTAAL + € 63,00

Page 43: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE TUSSENREKENING INKOPEN

Het kan ook voorkomen dat ik de inkoopfactuur al heb ontvangen, maar de goederen

later worden geleverd. Op dat moment heb ik wel al een schuld aan mijn leverancier,

maar kan ik nog geen goederen in de voorraad boeken.

Ook in dit geval gebruiken we de balanspost INKOPEN als tussenstap, echter in dit

geval op de debetzijde (bij levering te vervangen door voorraad) voorbeeld 7:

Debet Credit

Inkopen + € 300,00 Crediteuren + € 363,00

Te vorderen BTW + € 63,00

TOTAAL + € 363,00 TOTAAL + € 363,00

Page 44: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

RETOURZENDINGEN VAN INGEKOCHTE GOEDEREN

De mutatiebalans van een retourzending is precies het tegenovergestelde van de

eerder gemaakte mutatiebalans bij inkoop of verkoop:

Debet Credit

Voorraad + € 300,00 Crediteuren + € 363,00

Te vorderen BTW

+ € 63,00

TOTAAL + € 363,00 TOTAAL + € 363,00

Voorbeeld 8:

De ingekochte goederen voldeden niet aan de verwachte kwaliteit en worden retour gezonden.

De leverancier stuurt hiervoor een creditnota:

De mutatiebalans bij inkoop was:

Debet Credit

Voorraad - € 300,00 Crediteuren - € 363,00

Te vorderen BTW

- € 63,00

TOTAAL - € 363,00 TOTAAL - € 363,00

De mutatiebalans van de retourzending

(en creditnota):

Page 45: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

RETOURONTVANGSTEN VAN VERKOCHTE GOEDEREN

Ook bij een retourontvangst van eerder verkochte goederen is de mutatiebalans

precies het tegenovergestelde van de eerder gemaakte mutatiebalans bij verkoop:

Debet Credit

Voorraad - € 40,00 EV + € 60,00

Kas + € 121,00 Te betalen BTW

+ € 21,00

TOTAAL + € 81,00 TOTAAL + € 81,00

Voorbeeld 9:

De verkochte goederen voldeden niet aan de verwachting van de klant. Hij brengt de goederen

retour. De goederen waren per kas betaald:

De mutatiebalans bij verkoop was: De mutatiebalans van de retourontvangst:

Debet Credit

Voorraad + € 40,00 EV - € 60,00

Kas - € 121,00 Te betalen BTW

- € 21,00

TOTAAL - € 81,00 TOTAAL - € 81,00

Page 46: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

WAAROM MAAK JE MUTATIEBALANSJES?

Voor het maken van een nieuwe ‘grote’ balans gebruik je de mutatiebalansjes om te

bepalen met hoeveel elke balanspost van de vorige ‘grote’ balans in de afgelopen

periode in totaal is toe- of afgenomen.

Bijvoorbeeld

De rekening bank komt 10x voor op de mutatiebalansjes. Het saldo van alle + en en –

en samen bedraagt - € 480,00. Dit betekent dat het banksaldo t.o.v. de vorige

balans in totaal met € 480,00 is afgenomen.

Stel: het banksaldo op de vorige balans was + € 4.350,00. Dan wordt het banksaldo

op de nieuwe ‘grote’ balans: € € 4.350,00 - € 480,00 = € 3.870. Op die manier maak je

van alle balansposten een nieuwe balans met behulp van je mutatiebalansjes.

Page 47: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

WAAROM MAAK JE MUTATIEBALANSJES?

Bedragen op nieuwe balans = bedrag op vorige balans + of – totaal saldo van alle

balansmutaties in de periode vanaf de vorige balans!

Page 48: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EXTRA UITLEG

Economakkie | Balansmutaties | 04:00https://www.youtube.com/watch?v=k5KZDuHBoQ4

Economiepagina | Balansmutaties | 12:04https://www.youtube.com/watch?v=aQKp1K634bg

EXTRA UITLEG: Juf Janssen | De Balans [14:54]https://www.youtube.com/watch?v=DN-uDz-SiSo

EXTRA UITLEG: Balans & Resultatenrekening [12:27]

https://www.youtube.com/watch?v=nxr64AQdadM

Page 49: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING

Page 50: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.1. BALANS EN RESULTATENREKENING

Je hebt geleerd dat een BalanS een momentopname is van je bezittingen op dat

moment (debet) en van hoe deze op dat moment zijn gefinancierd (credit). Op een

balans staan voorraadgrootheden. Deze meet je op een bepaald moment.

VERGELIJKING VAN HET EIGEN VERMOGEN OP TWEE BALANSEN

Wanneer je balansposten van twee balansen met elkaar vergelijkt, kun je zien of het

Eigen Vermogen van het bedrijf in de tussentijd is toegenomen of is afgenomen.

Een toename van het EV betekent normaal gesproken dat je winst hebt gemaakt. De

balans laat echter niet zien hoe die toename tot stand is gekomen. Dit zien we wel in

de resultatenrekening.

Page 51: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING

De resultatenrekening gaat over een PERIODE tussen twee balansen. De

grootheden hierop noemen stroomgrootheden (gaan over een periode).

Het SALDO (winst of verlies) van de resultatenrekening is gelijk aan de toe- of afname van

het EIGEN VERMOGEN tussen twee opeenvolgende balansen.

Je kunt ook zeggen dat een resultatenrekening laat zien met HOEVEEL en WAARDOOR het

eigen vermogen tussen twee opeenvolgende balansen is veranderd.

BALANS 1 januari BALANS 1 februari

EV 100.000

RESULTATENREKENING over januari

SALDO 8.850

EV 108.850

Page 52: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING

De resultatenrekening is een overzicht van KOSTEN (linkerzijde) en OPBRENGSTEN

(rechterzijde). Het wordt gemeten over een PERIODE De volgorde kun je

onthouden met de letters K.O.

DEBET [KOSTEN] € over januari 2019VOORBEELD RESULTATENREKENING

CREDIT [OPBRENGSTEN] €

InkoopwaardeEnergiekostenAfschrijvingskostenLoonkostenHuurkostenRentekostenSALDO [winst]

14.300380

1.2501.800

800120

8.850

Omzet 27.500

TOTAAL 27.500 TOTAAL 27.500

De resultatenrekening wordt in evenwicht gebracht door het saldo. Het saldo kan nettowinst

of nettoverlies zijn. Om ook de resultatenrekening in evenwicht te brengen komt een

WINSTSALDO LINKS en een VERLIESSALDO RECHTS.

Page 53: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING IN SCHEMAVORM

OMZET = afzet x verkoopprijs = € …………………

INKOOPWAARDE - = afzet x inkoopprijs = € …................. -

BRUTOWINST = € …………………

BEDRIJFSKOSTEN - = € …………………. -

NETTORESULTAAT = (winst of verlies) = € ………………… (uitkomst positief = winst, negatief = verlies!)

DEBET [KOSTEN] € over januari 2019VOORBEELD RESULTATENREKENING

CREDIT [OPBRENGSTEN] €

InkoopwaardeEnergiekostenAfschrijvingskostenLoonkostenHuurkostenRentekostenSALDO [winst]

14.300380

1.2501.800

800120

8.850

Omzet 27.500

TOTAAL 27.500 TOTAAL 27.500

Page 54: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING

DEBET [KOSTEN] € over januari 2019VOORBEELD RESULTATENREKENING

CREDIT [OPBRENGSTEN] €

InkoopwaardeEnergiekostenAfschrijvingskostenLoonkostenHuurkostenRentekostenSALDO [winst]

14.300380

1.2501.800

800120

8.850

Omzet 27.500

TOTAAL 27.500 TOTAAL 27.500

LET OP: ALLEEN FINANCIËLE TRANSACTIES DIE HET EIGEN VERMOGEN VERANDEREN

KOMEN OP DE RESULTATENREKENING (behalve privé-opnamen of privé stortingen).

Alle bedragen op de resultatenrekening zijn exclusief BTW!!

Page 55: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING

K [KOSTEN] € over januari 2019VOORBEELD RESULTATENREKENING

O [OPBRENGSTEN] €

InkoopwaardeEnergiekostenAfschrijvingskostenLoonkostenHuurkostenRentekostenSALDO [winst]

14.300380

1.2501.800

800120

8.850

Omzet 27.500

TOTAAL 27.500 TOTAAL 27.500

• Op de resultatenrekening wordt het NETTORESULTAAT bepaald.

• Het nettoresultaat kan positief (winst) of negatief (verlies) zijn.

• Het nettoresultaat brengt de resultatenrekening in evenwicht.

• NettoWINST staat daarom op de resultatenrekening bij de kosten!

• NettoVERLIES staat daarom op de resultatenrekening bij de opbrengsten!

Page 56: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DE RESULTATENREKENING

REMINDER:

er zijn drie situaties waarbij de balanspost Eigen Vermogen verandert:

• door winst [EV+] of verlies [EV-] door verkopen (winst/verlies = omzet - inkoopwaarde)

• Wanneer ik kosten maak [EV-] (bijv. afschrijving op kapitaalgoederen, rente, huur, energie etc.)

• Bij privé-opnames [EV-] of stortingen van privé naar zakelijk [EV+]

Winst en privéstortingen maken mijn Eigen Vermogen groter

Verlies, kosten en privé-opnames maken mijn Eigen Vermogen kleiner

LET OP:

Opbrengsten (omzet), kosten en Eigen Vermogen zijn altijd exclusief BTW!

Page 57: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

PRIVE-OPNAMEN & PRIVESTORTINGEN

Je hebt geleerd dat door privé-opnamen het Eigen Vermogen afneemt en door

privéstortingen het Eigen Vermogen toeneemt. Privé-opnamen en privéstortingen

komen echter niet op de resultatenrekening, maar op een aparte rekening privé:

Opnames Stortingen

+ € 1.400,00 + € 1.000,00

Rekening privé

In bovenstaand voorbeeld is per saldo € 400 aan middelen (geld of goederen) uit de zaak

gehaald voor privédoeleinden. Hierdoor neemt dus het eigen vermogen met € 400 af.

Page 58: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

BEREKENING VAN HET NIEUWE EIGEN VERMOGEN

EV nieuw = EV oud + nettoresultaat + PS - PO

PS = Privé StortingenPO = privé Opnames

EV nieuw = bezittingen - schulden (eindbalans)

OF

Page 59: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

VERBAND BEGINBALANS – RESULTATENREKENING - EINDBALANS

BALANS D 1 januari C

BALANSMUTATIES D .. januari C

BALANS D 1 februari C

EV

omzet

EV

EV

EV

€ 100.000

€ €

€ €

€ €

RESULTATENREKENINGK over januari O

N.WINST € 8.850

EV nieuw = EV oud + Nettoresultaat + Privé Stortingen - Privé Opnames EV nieuw = € 100.000 + € 8.850 + € 1.000 - € 1.400 = € 108.450

REKENING PRIVEover januari

Opnames:€ 1.400

Stortingen:€ 1.000

EV € 108.450

+ of -+ of -

Page 60: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EXTRA UITLEG

Digistudies | Balans en Resultatenrekening | 04:00https://www.youtube.com/watch?v=E7mTLmn3mJc

Economiepagina | Resultatenrekening | 08:01https://www.youtube.com/watch?v=S7zPzCXIe-I

Page 61: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3. KOSTEN & OPBRENGSTEN

Page 62: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.1. HERHALING: BALANS EN RESULTATENREKENING

• De BalanS is het overzicht van bezittingen en schulden op een bepaald moment. (hulpmiddel: B S)

• De bedragen op de balans (momentopname) noemt met tijdstipgrootheden ofvoorraadgrootheden.

• Op de balans staat o.a. het Eigen Vermogen [EV] op een bepaald moment.

• De resultatenrekening (= winst en verliesrekening) is een overzicht van de kosten en opbrengsten over een afgelopen periode. (Hulpmiddel: K O)

• De bedragen op de balans gaan over een periode: dit noemt met tijdstipgrootheden of voorraadgrootheden.

• Op de resultatenrekening staat o.a. de winst over een bepaalde periode.

Page 63: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.1. INLEIDING

• Er is een verschil tussen kosten en uitgaven en er is een verschil tussen opbrengsten en ontvangsten.

• Als je een appartement huurt voor € 500 per maand dan zijn de kosten € 500. Het is maar de vraag of die kosten in die zelfde maand betaalt (uitgegeven) worden. Kan zijn dat je de huur een maand eerder of later betaalt!

• Als je in januari een auto koopt voor € 24.000 dan geef je wel in januari € 24.000 uit, maar zijn de kosten over januari géén € 24.000! De kosten van die auto smeert de ondernemer namelijk uit over een langere periode, bijvoorbeeld 120 maanden, want na 1 maand is de auto zeker nog € 23.800 waard.

• Kosten zijn exclusief BTW want de BTW die een ondernemer betaalt krijgt hij terug van de fiscus.

• Uitgaven zijn inclusief BTW want een ondernemer betaalt inclusief BTW maar krijgt de BTW terug!

Page 64: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.2. KOSTEN, BETALINGEN EN PERMANENTIE

Betalingen zijn gebonden aan een bepaald tijdstip. Een betaling is een tijdstipgrootheid. Je kijkt wat je op dat moment betaalt.

Kosten hebben betrekking op een periode. Kosten zijn een periodegrootheid. Je kijkt wat je in die periode zou moeten betalen.

Permanentie betekent dat bij het berekenen van het resultaat (winst of verlies) de juiste kosten aan de juiste periode (bijvoorbeeld per maand, per kwartaal of per jaar) worden toebedeeld.

Het tijdstip waarop die kosten worden betaald speelt daarbij geen rol!

Page 65: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.2. KOSTEN, BETALINGEN EN PERMANENTIE

• Als een ondernemer elke maand zijn resultaat (winst of verlies) wil bepalen dan moet je de kosten en opbrengsten verdelen over de maanden van het jaar.

• Als een ondernemer elk kwartaal zijn resultaat (winst of verlies) wil bepalen dan moet je de kosten en opbrengsten verdelen over de kwartalen van het jaar.

• Hierdoor is een ondernemer voortdurend in staat om voor een bepaalde periodeeen juist resultaat te bepalen (permanentie). Bijvoorbeeld rentekosten:

Lening € 20.000Rente 9% [per jaar] = € 1.800 per jaar = € 150 per maandBetaling van de rente: elk half jaar achteraf

€ 150

KOSTEN

BETALINGEN

€ 150 € 150 € 150 € 150 € 150 € 150 € 150 € 150 € 150 € 150 € 150

€ 900 € 900

JAN FEB MRT APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC

Page 66: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.2. OVERLOPENDE POSTEN

Door de permanentie krijg je op de balans te maken met overlopende posten.

(overlopende activa en overlopende passiva). Overlopende posten onderscheiden

we in:

ANTICIPATIEPOSTEN

• Nog te ontvangen bedragen

• Nog te betalen bedragen hulpmiddel: NA -> Nog - Anticipatie

UITSTELPOSTEN

• Vooruit betaalde bedragen

• Vooruit ontvangen bedragen

Page 67: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DEBET (bezittingen) in € 1 januari 20..BALANS

LET OP: ALLEEN de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Kas en Bank EN de overlopende balansposten zijn INCL. BTW !

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVAGebouwenMachinesInventarisAuto’s

VLOTTENDE ACTIVADebiteurenVoorradenNog te ontvangen ........Vooruitbetaalde .........Te ontvangen (vorderen) BTW

LIQUIDE ACTIVAKasBank

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]6% hypothecaire lening2% onderhandse lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Rekening courant krediet BankCrediteurenNog te betalen .......Vooruit ontvangen .......Te betalen (af te dragen) BTW

TOTAAL [debet] € ................. TOTAAL [credit] € .................

Page 68: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. KOSTENSOORTEN

*Let op: BTW is GEEN kostprijsverhogende belasting!!

CATEGORIALE KOSTENVERDELINGIndeling van kosten naar 7 kostensoorten:

1. Diensten

2. Inkoopwaarde van de omzet

3. Kostprijsverhogende belastingen*

4. Vermogenskosten

5. Arbeidskosten

6. Afschrijvingen

7. Grondkosten Hulpmiddel: DIKVAAG

Page 69: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. VERMOGENSKOSTEN

• Aan de debet kant van de balans staan de bezittingen, de activa.

Bijvoorbeeld: gebouwen, inventaris, voorraad goederen etc.

• Om deze bezittingen te kunnen aanschaffen en betalen heb je vermogen nodig.

Dit vermogen bestaat uit eigen vermogen (van de eigenaar geleend) en

vreemd vermogen (van anderen geleend).

Men zegt ook wel: aan de debetzijde van de balans staat de vermogensbehoefte

en aan de creditzijde van de balans de vermogensverkrijging (waar heb je het geld

vandaan gehaald om de bezittingen te financieren).

Page 70: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. VERMOGENSKOSTEN

Tot de kosten van vermogen behoren:

1. Interest of rentekosten (kosten lening)

2. Provisie (bemiddelingskosten)

3. Kosten van vervroegde aflossing (boete)

4. Kosten van een notaris als er een akte moet worden gemaakt

Let op:

Aflossing op een lening is wel een uitgave, maar geen kosten!

Je betaalt een deel van de lening terug: hierdoor wordt je schuld kleiner!

Rente is de vergoeding voor het lenen van geld.

Betaling van rente behoort zowel tot de uitgaven als tot de kosten!

Page 71: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. OVERLOPENDE POSTEN M.B.T. VERMOGENSKOSTEN

DEBETZIJDE (tegoed):

• Nog te ontvangen rente achteraf, dus terugkijken hoeveel maanden nog tegoed

• Vooruitbetaalde rente vooruitkijken hoeveel maanden reeds ‘voorgeschoten’

CREDITZIJDE (verschuldigd):

• Nog te betalen rente achteraf, dus terugkijken hoeveel maanden ik nog

nog verschuldigd ben

• Vooruit ontvangen rente vooruitkijken hoeveel maanden reeds ontvangen

waarvoor ik nog een prestatie moet leveren (schuld)

Page 72: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. KOSTEN VAN ARBEID

2 manieren voor vaststellen hoogte van het loon:

1. Tijdloon onafhankelijk van prestatie, betaling per uur

2. Prestatieloon prestatie-afhankelijk. Meer presteren = meer loon (stukloon)

Page 73: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. KOSTEN VAN ARBEID

De totale loonkosten voor een ondernemer bestaan uit:

1. Brutoloon (inclusief vakantiegeld)

2. + werkgeversaandeel in de loonheffing

3. + werkgeversaandeel in de pensioenpremie

Deze drie bij elkaar vormen de totale loonkosten voor de werkgever!

Page 74: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. BEREKENING TOTALE LOONKOSTEN VOOR EEN WERKGEVER

Voorbeeld:

Brutoloon (= inclusief werknemersaandeel loonheffing + pensioenpremie) € 3.000

Werkgeversaandeel loonheffing € 150 +

Werkgeversaandeel pensioenpremie € 100 +

Totale loonkosten € 3.250

Loonheffing is:

loonbelasting + premies sociale verzekeringen

Page 75: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. BEREKENING VAN BRUTOLOON NAAR NETTOLOON

Voorbeeld:

Brutoloon € 3.000

Werknemersaandeel loonheffing € 600 -

Werknemersaandeel pensioenpremie € 150 -

Nettoloon € 2.250

Het nettoloon ontvangt de werknemer op zijn bankrekening.

Page 76: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. BRUTOLOON, NETTOLOON EN TOTALE LOONKOSTEN

Page 77: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. SOCIALE ZEKERHEID

AOW = Algemene Ouderdoms Wet - uitkering die je krijgt als je niet meer hoeft te werken door je leeftijdANW = Algemene Nabestaanden Wet - uitkering die je krijgt als je werkende partner overlijdt en je hebt minderjarige kinderenAKW = Algemene Kinderbijslag Wet - vast bedrag per kind tot 18 jaar - hoogte afhankelijk van leeftijd kind(eren)WLZ = Wet Langdurige Zorg - betaalt de kosten voor zware intensieve zorg, bijv. in een verpleeghuis

WW = Werkloosheids Wet - uitkering als je werkloos wordtZW = Ziekte Wet - uitkering als je door ziekte TIJDELIJK niet kunt werken en werkgever dit niet kan doorbetalenWIA = Wet Inkomen en Arbeid - uitkering als je door ongeval of ziekte (deels) arbeidsongeschikt wordt

BIJSTAND = sociaal minimum uitkering die je krijgt als je geen recht (meer) hebt op WW of WIAWAJONG = uitkering voor levensonderhoud jong gehandicapten

VOLKSVERZEKERINGENvoor iedereen

uitkering vaak vast bedragAOW ANW AKW WLZ

WERKNEMERSVERZEKERINGENalleen voor werknemers

uitkering vaak inkomensafhankelijkWW ZW WIA

bijvoorbeeldBijstand en Wajong

SOCIALEZEKERHEID

SOCIALEVERZEKERINGEN

betaald metsociale premies

SOCIALEVOORZIENINGEN

betaald metbelastingopbrengsten

Page 78: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. KOSTEN VAN DIENSTEN VOOR DERDEN

Diensten die door anderen worden geleverd zoals repareren van verwarming,

wassen van ramen, reisverzekering, kosten advocaat enz.

Page 79: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. INKOOPWAARDE VAN DE OMZET

OMZET = afzet x verkoopprijs = € …………………

INKOOPWAARDE VAN DE OMZET - = afzet x inkoopprijs = € …................. -

BRUTOWINST = € …………………

BEDRIJFSKOSTEN - = € …………………. -

NETTORESULTAAT = (winst of verlies) = € …………………

Matching beginsel d.w.z. dat inkoopwaarde van de omzet van de goederen altijd dient te worden toegerekend aan de goederen die in een bepaalde periode worden verkocht (=omzet)

Page 80: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. INKOOPWAARDE IS NIET INKOPEN!

Inkoopwaarde van de omzet is IETS ANDERS DAN inkopen!!!

Onder inkopen verstaan we de ingekochte goederen. Zodra deze zijn ontvangen

wordt de voorraad groter. Inkoopwaarde van de omzet maakt de voorraad kleiner

(na levering).

Het moment van levering bepaalt dus de toe- of afname van de voorraad. Het

moment waarop deze goederen worden betaald zijn hierbij niet van belang!

INKOOPWAARDE VAN DE OMZET =

BEGINVOORRAAD + INKOPEN - EINDVOORRAAD

Page 81: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3. KOSTEN VAN DUURZAME PRODUCTIEMIDDELEN: AFSCHRIJVING

Afschrijving = kosten van waardevermindering van een DPM

(Duurzaam Productie Middel). Berekening:

(Aanschafprijs + installatiekosten) – (Restwaarde – ontmantelingskosten)

economische levensduur

• Restwaarde is de waarde aan het einde van het duurzaam productiemiddel.

• Technische levensduur is het aantal jaren dat een productiemiddel prestaties kan

leveren.

• Economisch levensduur is het aantal jaren dat een productiemiddel winstgevende

prestaties kan leveren.

Page 82: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Kapitaalgoederen staan als bezit op de balans van een onderneming. Je hebt

geleerd dat kapitaalgoederen door de afschrijvingskosten elk jaar een stukje minder

waard worden.

Hoe bepaal je de boekwaarde van een kapitaalgoed na een aantal gebruiksjaren?

Dit leggen we uit met een voorbeeld:

AFSCHRIJVING EN BOEKWAARDE

2018€ 20.000

2023€ 5.000

Page 83: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

AFSCHRIJVING EN BOEKWAARDE: VOORBEELD

Een ondernemer schaft in 2018 een bestelbus aan voor € 20.000. Hij gaat ervan uit

deze bus 5 jaar te gebruiken (economische levensduur) en dan in te ruilen. De

restwaarde (inruilprijs) na deze 5 jaar wordt geschat op € 5.000.

De jaarlijkse afschrijving is in dit geval:

(aanschafwaarde – restwaarde) : gebruiksjaren = (€ 20.000 - € 5.000) : 5 = € 3.000

De boekwaarde* van de bus na 2 gebruiksjaren is dan:

aanschafwaarde – 2 jaren afschrijving = € 20.000 – (2 x € 3.000) = € 14.000

* Ook wel genoemd: balanswaarde.

Page 84: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

METHODEN VAN AFSCHRIJVING

Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs

D.w.z. dat het percentage steeds van de aanschafprijs (inclusief kosten) wordt

berekend. Dat betekent ook dat de aanschafprijs inclusief kosten 100% is en dat

jaarlijks het zelfde bedrag wordt afgeschreven.

Als de afschrijving 10% is dan gaat dit productiemiddel 10 jaar mee, is de boekwaarde

na 3 jaar 70% en kun je de aanschafprijs berekenen!

Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde

In dit geval wordt het bedrag dat jaarlijks wordt afgeschreven steeds kleiner omdat ook

de boekwaarde elk jaar afneemt.

Page 85: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

AFSCHRIJVING OP DE BALANS

ALLEEN DE BOEKWAARDE STAAT OP DE BALANS

Bedrag op de balans is de boekwaarde Afschrijvingen worden steeds in mindering

gebracht op de vorige boekwaarde. Je ziet GEEN oorspronkelijke aanschafprijs.

AANSCHAFWAARDE WEL OP BALANS – APARTE REKENING AFSCHRIJVINGEN

DEBET CREDITAuto: € 30.000 (a)Afschrijvingen: € 12.000 (b)

€ 18.000 (c)Inventaris: € 15.000 (a)Afschrijvingen: €. 5.000 (b)

€ 10.000 (c)Enz.

a = aanschafwaarde b = afschrijving tot dan toe (balansdatum) c = boekwaarde

Page 86: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3 KOSTEN VAN GROND

De kosten van grond bestaan hoofdzakelijk uit de interestkosten omdat men voor de

aanschaf moet investeren en dat moet gefinancierd worden met lang vreemd

vermogen en/of eigen vermogen.

Als grond gebruikt wordt om er zich te vestigen dan is die grond niet aan slijtage

onderhevig en wordt er niet op afgeschreven.

Als grond vervuilt wordt of er worden delfstoffen uit de grond gehaald dan daalt de

grond wel in waarde (en wordt dus wel afgeschreven).

Page 87: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.3 KOSTENPRIJS VERHOGENDE BELASTINGEN

• Kostprijsverhogende belastingen worden in de kostprijs (de prijs voor het maken

van een product) opgenomen.

• Deze belastingen verhogen de kostprijs, waardoor de producten duurder worden

en dus uiteindelijk door de consument worden betaald.

• Voorbeelden van kostprijsverhogende belastingen zijn: invoerrechten

(invoerbelastingen) motorrijtuigenbelasting, onroerendzaakbelasting en

milieuheffingen (milieubelastingen)

Page 88: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.5. OPBRENGSTEN, ONVANGSTEN EN DE PERMANENTE

Net als betalingen zijn ook ontvangsten gebonden aan een bepaald tijdstip. Ook

een ontvangst is dus een tijdstipgrootheid: je kijkt wat op dat moment aan geld

wordt ontvangen.

Opbrengsten (omzet) hebben net als kosten betrekking op een periode.

Opbrengsten zijn dus net als kosten een periodegrootheid: je kijkt wat je in die

periode zou moeten ontvangen.

Bij berekening van het resultaat (winst of verlies) moet je zowel de juiste kosten

als de juiste opbrengsten aan de juiste periode toerekenen (permanentie). Het

tijdstip (moment) waarop de opbrengst wordt ontvangen speelt daarbij geen rol!

Page 89: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.5. OVERLOPENDE ACTIVA EN OVERLOPENDE PASSIVA OP DE BALANS

DEBETZIJDE VAN DE BALANS (ACTIVA)

• Nog te ontvangen bedragen heb ik nog tegoed, dus bezit. Ontvangst is achteraf,

dus terugkijken en het aantal maanden berekenen dat je nog moet ontvangen!

• Ook vooruitbetaalde bedragen is een bezit; hiervoor heb je nog een

tegenprestatie tegoed. Vooruitbetaald is dus vooruit kijken hoeveel maanden je

nog een tegenprestatie (bijv. huur of rente) tegoed hebt!

Juf Janssen | opbrengsten, kosten, ontvangsten en uitgaven| 13:00https://www.youtube.com/watch?v=tMG8mibPgDg

Page 90: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

3.5. OVERLOPENDE ACTIVA EN OVERLOPENDE PASSIVA OP DE BALANS

CREDITZIJDE VAN DE BALANS (PASSIVA)

• Nog te betalen bedragen is een schuld voor iets dat je al hebt ontvangen.

Achteraf betalen is dus terugkijken en het aantal maanden berekenen dat je nog

moet betalen!

• Ook vooruitontvangen bedragen is een schuld; hiervoor moet je nog een

tegenprestatie leveren. Vooruitontvangen is dus vooruit kijken hoeveel

maanden je nog een tegenprestatie (bijv. huur of rente) schuldig bent! Als je

stopt met leveren van de tegenprestatie moet je een bedrag terugbetalen.

Page 91: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DEBET (bezittingen) in € 1 januari 20..BALANS

LET OP: ALLEEN de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Kas en Bank EN de overlopende balansposten zijn INCL. BTW !

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVAGebouwenMachinesInventarisAuto’s

VLOTTENDE ACTIVADebiteurenVoorradenNog te ontvangen ........Vooruitbetaalde .........Te ontvangen (vorderen) BTW

LIQUIDE ACTIVAKasBank

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]6% hypothecaire lening2% onderhandse lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Rekening courant krediet BankCrediteurenNog te betalen .......Vooruit ontvangen .......Te betalen (af te dragen) BTW

TOTAAL [debet] € ................. TOTAAL [credit] € .................

Page 92: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EXTRA UITLEG

Juf Janssen | overlopende posten | 07:18https://www.youtube.com/watch?v=luV3TPzrC-Y

Juf Janssen | vooruitbetaalde en nog te ontvangen rente | 13:28https://www.youtube.com/watch?v=rYmsYCl_6_4

Kosten van duurzame productiemiddelen | 12:38https://www.youtube.com/watch?v=TsUqg4jb4PI

Juf Janssen | opbrengsten, kosten, ontvangsten en uitgaven| 13:00https://www.youtube.com/watch?v=tMG8mibPgDg

Page 93: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4. DE BEGROTING

Page 94: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.0. INLEIDING

Elke maand, kwartaal of jaar maakt een onderneming:

LIQUIDITEITSBEGROTING

Dit is een overzicht van verwachte ontvangsten en uitgaven

in de komende periode

RESULTATENBEGROTING [= exploitatiebegroting]

Dit is een overzicht van verwachte kosten en opbrengsten [K.O.]

in de komende periode

Page 95: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. LIQUIDITEITSBEGROTING

DOEL VAN DE LIQUIDITEITSBEGROTING

Inschatten of onderneming voldoende geld (kas of bank) heeft om op korte termijn de

schulden te betalen. Hierbij gaat het om de verwachte ONTVANGSTEN en de

verwachte UITGAVEN in de komende periode (bijvoorbeeld maand of kwartaal).

Page 96: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. LIQUIDITEITSBEGROTING

Op de liquiditeitsbegroting komen dus alléén (verwachte) transacties die de

balansposten KAS of BANK doen toenemen of doen afnemen.

Verwachte financiële feiten die geen verandering van kas of bank veroorzaken

komen niet op de liquiditeitsbegroting!

REMEMBER:

• Ontvangsten en Uitgaven vinden altijd op een bepaald tijdstip plaats

• Kosten en Opbrengsten gaan altijd over een bepaalde periode plaats

• Let op: afschrijvingen zijn wel kosten maar geen uitgaven!!!

Page 97: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. LIQUIDITEITSBEGROTING

ONTVANGSTEN OP DE MAANDELIJKSE LIQUIDITEITSBEGTROTING

Zijn meestal ontvangsten (inclusief BTW) van het geld dat je in die maand ontvangt

doordat je iets hebt verkocht.

• Het geld van contante verkopen (per kas of per bank) ontvang je op hetzelfde

moment (dus in dezelfde maand) dat je de producten (goederen of diensten)

verkoopt.

• Het geld van verkopen op rekening (debiteuren) kan, afhankelijk van de

betalingstermijn, nog in dezelfde maand OF later worden ontvangen!

• Let bij de liquiditeitsbegroting goed op het TIJDSTIP van betalen!

Page 98: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. LIQUIDITEITSBEGROTING

UITGAVEN OP DE MAANDELIJKSE LIQUIDITEITSBEGTROTING

Ook de uitgaven (betalingsverplichtingen) in de betreffende periode staan op de

liquiditeitsbegroting inclusief BTW!

Enkele voorbeelden:

• Inkopen van goederen en bedrijfsmiddelen

• Huur

• Lonen

• Belastingen

• Verzekeringspremies

• Gas, water, licht etc.

Page 99: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. LIQUIDITEITSBEGROTING

Page 100: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. KREDIETTERMIJNEN

Bij contante verkopen ontvang je het geld op hetzelfde tijdstip als de verkoop.

Bijvoorbeeld: ik koop een T-shirt in de winkel dat ik meteen met de PIN betaal.

Bij verkoop op rekening ontvang je het geld van een debiteur niet op hetzelfde

tijdstip als de verkoop, maar bijvoorbeeld pas 1, 2 of 3 maanden later. Zo krijg je te

maken met krediettermijnen.

Krediettermijn bij debiteuren (afnemers)

Dit wil zeggen dat je hebt verkocht op rekening en het geld van de debiteur

(afnemer) pas 1, 2 of 3 maanden later dan de feitelijke verkoop ontvangt.

In dit geval vindt de ontvangst van het geld dus later plaats dan de opbrengst van

de verkoop (=omzet)!

Page 101: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. KREDIETTERMIJNEN

Krediettermijn bij crediteuren (leveranciers)

Dit wil zeggen dat je iets hebt gekocht op rekening en je de leverancier pas 1, 2 of 3

maanden later betaalt. In dit geval vindt de betaling dus later plaats dan de

inkoop van de goederen!

Page 102: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.1. SAMENGEVAT

• In en liquiditeitsbegroting wordt precies genoteerd in welke maand of kwartaal

uitgaven gedaan moeten worden en welke ontvangsten zullen worden

verkregen.

• Dit is belangrijk omdat een tekort aan liquide middelen (kas en bank)

betalingsproblemen met zich meebrengt. Als hiervoor geen maatregelen neemt

(bijvoorbeeld door kortlopende leningen) kan dit faillissement tot gevolg

hebben.

• Daarom wordt maandelijks of per kwartaal de verwachte toe- of afname van de

liquide middelen (kas en bank) berekend.

Page 103: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.2. RESULTATENBEGROTING

De resultatenbegroting (=exploitatiebegroting) is de verwachte versie (begroting)

van de resultatenrekening zoals je die al kent. Hierop staan dus geen ontvangsten

en uitgaven, maar Kosten en Opbrengsten [K.O.] en het verwachte resultaat van

een periode.

K [KOSTEN] € over [maand/kwartaal/20....]VOORBEELD RESULTATENBEGROTING

O [OPBRENGSTEN] €

InkoopwaardeEnergiekostenAfschrijvingskostenLoonkostenHuurkostenRentekostenSALDO [winst]

14.300380

1.2501.800

800120

8.850

Omzet 27.500

TOTAAL 27.500 TOTAAL 27.500

Bovenstaande resultatenbegroting is opgezet in scrontovorm. In de praktijk kom je ook vaak de paginavorm tegen (opbrengsten en kosten onder elkaar).

Page 104: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.2. RESULTATENBEGROTING

De resultatenbegroting in paginavorm:

OMZET = afzet x verkoopprijs = € …………………

INKOOPWAARDE - = afzet x inkoopprijs = € …................. -

BEDRIJFSKOSTEN - = € …………………. -

NETTORESULTAAT = (winst of verlies) = € …………………

Dus eigenlijk gewoon het rijtje van de Ontzettend Intelligente bruine Beer Nederland waarbij je de tussenstap van de brutowinst weglaat!

Page 105: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.3. GEPROJECTEERDE BALANS

GEPROJECTEERDE BALANS

Dit is de verwachte eindbalans die je kunt opstellen met de gegevens van de

beginbalans, de liquiditeitsbegroting en de resultatenbegroting (zoals hiervoor

behandeld). De geprojecteerde balans noemt men ook geprognotiseerde balans.

LET OP!

• Vaste activa en vlottende activa komen op de balans exclusief BTW; de

ondernemer krijgt immers de BTW die hij bij de aanschaf heeft betaald terug van

de belastingdienst (te boeken op de balans onder ‘te vorderen BTW’).

• Debiteuren, crediteuren, nog te ontvangen/nog te betalen en vooruit

ontvangen/vooruitbetaalde bedragen gaan over betalingen en dus komen altijd

inclusief BTW op de balans!

Page 106: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

DEBET (bezittingen) in € 1 januari 20..BALANS

LET OP: ALLEEN de balansposten Debiteuren, Crediteuren, Kas en Bank EN de overlopende balansposten zijn INCL. BTW !

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVAGebouwenMachinesInventarisAuto’s

VLOTTENDE ACTIVADebiteurenVoorradenNog te ontvangen ........Vooruitbetaalde .........Te ontvangen (vorderen) BTW

LIQUIDE ACTIVAKasBank

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]6% hypothecaire lening2% onderhandse lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]Rekening courant krediet BankCrediteurenNog te betalen .......Vooruit ontvangen .......Te betalen (af te dragen) BTW

TOTAAL [debet] € ................. TOTAAL [credit] € .................

Page 107: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.3. VERBANDEN BEGIN/EINDBALANS, RESULTATEN- EN LIQUIDITEITSBEGROTING

In onderstaande formules: [eb] = eindbalans, [bb] = beginbalans

EV [eb] = EV [bb] + nettoresultaat + privéstortingen - privé opnamen

Vaste activa [eb] = Vaste activa [bb] - afschrijvingen + aanschaf vaste activa - verkoop v. activa

Liquide middelen [eb] = Liquide middelen [bb] + saldo liquiditeitsbegroting

Voorraad [eb] = Voorraad [bb] + inkopen - inkoopwaarde omzet

Debiteuren [eb] = Debiteuren [bb] + verkopen op rekening*I - ontvangsten van debiteuren *I

Crediteuren [eb] = Crediteuren [bb] + inkopen op rekening *I - betalingen aan crediteuren *I

Lening [eb] = Lening [bb] - aflossingen + eventuele nieuw opgenomen lening

*I = inclusief BTW!

Page 108: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.3. VERBANDEN BEGIN/EINDBALANS, RESULTATEN- EN LIQUIDITEITSBEGROTING

BEGINBALANS [BB] 1/1

RESULTATENBEGROTING

opbrengsten

kosten

saldo = nettowinst of verlies

EV 1/1 [BB] + dit bedrag = EV 31/12 [EB]

Liquide Middelen 1/1 [BB]+

dit bedrag=

Liquide Middelen 31/12 [BB]

Liquide Middelen = kas + bank

EINDBALANS [EB] 31/12

LIQUIDITEITSBEGROTING

ontvangsten

uitgaven

saldo ontvangsten/uitgaven

Page 109: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

4.3. VERBANDEN BIJ OVERLOPENDE POSTEN

Page 110: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Balans1/1

Balans31/12

Balans1/1

Balans31/12

RESULTATENBEGROTING

LIQUIDITEITSBEGROTING

VERBAND RESULTATENBEGROTING - LIQUIDITEITSBEGROTINGkosten & uitgaven met overlopende posten

=

+- -

KOSTEN

kosten = uitgaven + VUB[1/1] + NTB[31/12] - NTB[1/1] - VUB[31/12]

UITGAVEN

nog te betalen

vooruitbetaalde.....

.....nog te betalen

.....

vooruitbetaalde.....

Page 111: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Balans1/1

Balans31/12

Balans1/1

Balans31/12

RESULTATENBEGROTING

LIQUIDITEITSBEGROTING

VERBAND RESULTATENBEGROTING - LIQUIDITEITSBEGROTINGopbrengsten & ontvangsten met overlopende posten

=

+- -

OPBRENGSTEN

ONTVANGSTEN

nog te ontvangen

vooruitontvangen.....

.....nog te ontvangen

.....

vooruitontvangen......

ipsum

opbrengsten = ontvangsten + VUO[1/1] + NTO[31/12] - NTO[1/1] - VUO[31/12]

Page 112: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

EXTRA UITLEG

LYCEO | liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting | 04:57https://www.youtube.com/watch?v=zaQoV8cHCrg

Toine Passier | liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting | 13:40https://www.youtube.com/watch?v=vbIUgomnXWU

Page 113: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

5. DE VOF – BEHANDELD BIJ HFD 1.

Page 114: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

6. INDEXCIJFERS

Page 115: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

6. INDEXCIJFERS

Indexcijfers worden in de economie vaak gebruik om getallen (uitkomsten) in

verschillende periodes met elkaar te vergelijken, bijvoorbeeld de benzineprijzen in

verschillende maanden of jaren.

Een indexcijfer is een verhoudingsgetal dat de vergelijking met een basisperiode

(meestal basisjaar laat zien). Het basisjaar heeft dan index = 100.

Bijvoorbeeld: basisjaar = 2017

jaar 2016 2017 2018 2019

index 108 100 90 ?

benzineprijs € 1,62 € 1,50 € 1,35 € 1,56

Page 116: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

6. INDEXCIJFERS

Het indexcijfer van het basisjaar wordt dus altijd op 100 gesteld. Het indexcijfer van

een willekeurig ander jaar kun je dan vinden met de formule:

jaar 2016 2017 2018 2019

index 108 100 90 104

benzineprijs € 1,62 € 1,50 € 1,35 € 1,56

prijs jaar n

prijs basisjaar

? = € 1,56 : € 1,50 x 100 = 104

Indexcijfer jaar n = x 100

Page 117: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

6. INDEXCIJFERS

Een indexcijfer is een verhoudingsgetal, dit betekent dat je ontbrekende getallen

(indexcijfer óf het bijbehorende getal) ook heel snel kunt vinden met een

verhoudingstabel (kruiselings vermenigvuldigen):

jaar 2016 2017 2018 2019

index 108 100 90 104

benzineprijs € 1,62 € 1,50 € 1,35 € 1,56

index prijs

100 € 1,50

? € 1,56

? = 100 x € 1,56 : € 1,50 = 104

X

Page 118: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

PROCENTUELE VERANDERINGEN TUSSEN INDEXCIJFERS ONDERLING

PERIODE INDEX (2013 = 100)

2014 102

2015 105

2016 104

2017 107

Wanneer je procentuele veranderingen van indexcijfers ten opzichte van elkaar wil

vergelijken gebruik je de formule:

nieuw - oud

oudprocentuele verandering = x 100

Page 119: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Bijvoorbeeld:

CPI in 2017 is 107. CPI in 2016 = 104. Het basisjaar (CPI 100) is 2013. Gevraagd:

hoeveel procent (1 decimaal) zijn de prijzen in 2017 gestegen t.o.v. 2016?

Uitwerking:

% verandering is (N-O):O x100 = (107-104) : 104 x 100 = 2,9% (positief dus stijging).

INDEXCIJFERS VAN VERSCHILLENDE PERIODES MET ELKAAR VERGELIJKEN

PERIODE INDEX (2013 = 100)

2014 102

2015 105

2016 104

2017 107

Page 120: BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BEDRIJF STARTEN · Een ander woord voor BTW is omzetbelasting. Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer afdragen aan de Belastingdienst.

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B2/B3/F1 | BEDRIJF STARTEN | EA © 2019

Bij bepaling van een ander jaar als basisjaar krijgt dit nieuwe basisjaar de in de

nieuwe situatie de index 100, bijvoorbeeld het jaar 2016.

De nieuwe indexen van de overige jaren bereken je dan als volgt:

NIEUWE INDEXCIJFERS BIJ BEPALING VAN NIEUW BASISJAAR

PERIODE INDEX (2013 = 100)[OUD]

INDEX (2016 = 100)[NIEUW]

2014 102 102/104 x 100 = 98,1

2015 105 105/104 x 100 = 101,0

2016 104 100

2017 107 107/104 x 100 = 102,9

Natuurlijk kun je ook hier de berekening maken met kruiselings vermenigvuldigen!