LANDSVERORDENING van de tot wijziging van de Landsverordening omzetbelasting

7/28/2019 LANDSVERORDENING van de tot wijziging van de Landsverordening omzetbelasting

1/11

Ontv.:No.:

STATEN VAN CURACAOZITTING 2012 - 2013 _ O ~ OLANDSVERORDENING van detot wijziging van de Landsverordening omzetbelasting19991, de Aigemene landsverordening Landsbelastingen2,de Landsverordening ter bevordering vangrondontwikkeling3, de Landsverordening ter bevorderingvan bedrijfsvestiging en hotelbouw4, de Landsverordeningbelastingfaciliteiten industriele ondememingen5, deRegistratieverordening 19086, de Landsverordening op dewinstbelasting 19407, de Landsverordening op deinkomstenbelasting 19438, de Landsverordening op deLoonbelasting 19769 en de Landsverordening tot h e f f i n ~van een bijzonder invoerrecht op benzine'.(Landsverordening tot aanpassing van de omzetbelasting,het forme Ie belastingrecht en aanverwantebeIastingIandsverordeningen)

NOT A V AN WIJZIGINGNo.6

1 P.B. 1999, no. 43, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011, no. 722 P.B. 2012, no . 49 (G.T.)3P.B. 2012, no. 18 (G.T.)4P.B. 2012, no . 19 (G.T.)5 P.B. 2012, no. 20 (G.T.)6 P.B. 1908, no. 47, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2001, no. 247 P.B. 1940, no. 43, zoaJs laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011, no. 728 P.B. 2002, no. 63, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011 , no . 759 P.B. 1975, no. 245, zoals laatstelijk gewUzigd bij P.B. 20 II, no. 7210 P.B. 1932, no . 107, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B . 2011 , no. 72


2/11

Ret ontwerp wordt als voIgt gewijzigd:A. Ret opschrift komt te luiden:

LANDSVERORDENING van detot wijziging van de Landsverordening omzetbelasting 1999', de Algemenelandsverordening Landsbelastingen2, de Landsverordening ter bevordering vangrondontwikkeling3, de Landsverordening ter bevordering van bedrijfsvestiging enhotelbouw4, de Landsverordening belastingfaciliteiten industriele ondememingen5, deRegistratieverordening 19086, de Zegelverordening 19087, de Landsverordening op dewinstbelasting 19408, de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 9, deLandsverordening op de Loonbelasting 1976 10 en de Landsverordening tot heffing vaneen bijzonder invoerrecht op benzine". (Landsverordening tot aanpassing van deomzetbelasting, het forrnele belastingrecht en aanverwante belastinglandsverordeningen)

B. Artikel I wordt als voigt gewijzigd:1. In onderdeel B, punt 6, komt het in te voegen (nieuwe) tweede lid te luiden:

2. Als levering van goederen wordt mede aangemerkt de vestiging, overdracht,wijziging, afstand en opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijnonderworpen, met uitzondering van het recht van hypotheek.

2. Onderdeel C komt te luiden:C. Artikel 4 komt te luiden:

Artikel4

1. De plaats waar een levering wordt verricht, is:a. ingeval het goed in verband met de levering, anders dan in de zin van artikel

3, eerste lid, onderdeel c, wordt verzonden of vervoerd, de plaats waar deverzending of het vervoer aanvangt;b. in andere gevallen de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van delevering.

2. De plaats waar een dienst wordt verricht, is de plaats waar de ondememer die dedienst verricht woont of is gevestigd, dan wei een vaste inrichting heeft vanwaaruit hij de dienst verricht. Of een ondememer in het heffingsgebied woont ofis gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.3. Onder bij ministeriele regeling met algemene werking te stellen voorwaardenkunnen diensten worden aangewezen die in afwijking van het tweede lid worden

P.B. 1999, no . 43, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011 , no. 722 P.B. 2012, no . 49Jp.B. 2012, no. 18 (G.T.)4p.B. 2012, no. 19 (G.T.)5 P.B. 2012, no. 20 (G.T.)6 P.B. 1908, no . 47, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2001, no. 247p .B. 1908, no. 52, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2004, no . 168 P.B. 1940, no . 43, zoals Jaatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011, no . 729 P.B. 2002, no. 63, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011 , no. 7510 P.B. 1975, no. 245, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011, no. 72II P.B. 1932, no. 107, zoals laatstelijk gewijzigd bij P.B. 2011, no. 72

I


3/11

6

verricht op de plaats waar de afnemer van de dienst woont of is gevestigd, dan weieen vaste inrichting heeft waarvoor de dienst wordt verricht.

4. Met uitzondering van de diensten verleend aan lichamen als bedoeld in artikel 1,derde lid, wordt voor diensten die worden verricht door niet binnen hetheffingsgebied wonende of gevestigde ondernemers, in afwijking van het tweedelid, als plaats van dienst aangemerkt de plaats waar de dienst wordt genoten.

5. In afwijking van het tweede en vierde lid worden diensten met betrekking totonroerende zaken, daaronder begrepen de diensten van tussenpersonen inonroerende zaken, architecten en andere deskundigen, verricht daar waar de zaakis gelegen en worden diensten terzake van het ter beschikking stell en van zakenverricht daar waar de zaak zich gedurende de terbeschikkingstelling bevindt.Indien een dienst als bedoeld in het vierde lid door de afnemer direct en in hetgeheel wordt aangewend voor het verrichten van een zelfde dienst tegen eenvergoeding die niet lager is dan hetgeen ter zake van de in het vierde lid bedoeldedienst in rekening is gebracht, is het vierde lid niet van toepassing.

3. Onderdeel D, punt 5, komt te luiden:5. Het (nieuwe) vijfde lid komt te luiden:

5. Indien de vergoeding minder bedraagt dan de waarde in het economischverkeer van de verrichte levering of verleende dienst, wordt de vergoedingvoor het bepalen van de verschuldigde belasting gesteld op de waarde in heteconomisch verkeer, tenzij de vergoeding op zakelijke gronden is bedongen.

4. De onderdelen 0 tot en met T worden verletterd tot P tot en met U.5. Onderdeel 0 komt te luiden:

O. In artikel 13, eerste lid, wordt "scratchloten" vervangen door: krasloten.6. Onderdeel U (nieuw) komt te luiden:

U. Na artikel68 wordt een tabel opgenomen, luidende:Tabel behorende bij de Landsverordening omzetbelasting 1999A. Goederen:

1. motorrijtuigen, met uitzondering van:a. motorrijtuigen die voor openbaar of besloten personenvervoer over deweg worden gebruik.1:;b. motorrijtuigen als zodanig herkenbaar en bestemd voor politie-,brandweer- of ziekenvervoer;

2. jachten en andere plezier- en sportvaartuigen;3. voedingsmiddelen, bereid en geschikt voor onmiddellijk gebruik;4. frisdranken, met uitzondering van vruchtendranken;5. alcoholhoudende dranken;6. tabaksproducten;7. digitale gegevensdragers waarop films, computerspellen en soortgelijkegegevens zijn opgeslagen;8. mobiele telefoons en andere communicatiemiddelen;9. wapens en munitie;10. vuurwerk;11. kerstbomen.

3


4/11

B. Diensten:1. de verhuur van motorrijtuigen, jachten en andere plezier- en

sportvaartuigen, luchtvaartuigen en ruimtevaartuigen;2. uitstapjes voor ontspanning en vermaak, waarbij het gebruik van

motorrijtuigen, jachten en andere plezier- en sportvaartuigen,luchtvaartuigen of ruimtevaartuigen een essentieel onderdeel vormt;

3. het gelegenheid geven tot het beoefenen van de duiksport;4. het verlenen van toegang tot:a. bioscopen;b. beUl"Zen, exposities en tentoonstellingen;c. gelegenheden waar peepshows en andere optredens die primair zijn

gericht op erotisch vermaak worden vertoond;d. primair en permanent voor vermaak en recreatie ingerichte

voorzieningen;5. de verhuur van films en computerspellen;6. het verstrekken van voedingsmiddelen, frisdranken en alcoholhoudende

dranken, voor gebruik ter plaatse in het kader van het hotel-, cafe-,restaurant- of aanverwant bedrijf;7. deelname aan loterijen, krasloten, nummerioten, alsmede de inleg opnummers en bingo.

C. Artikel II wordt als voigt gewijzigd:1. In onderdeel C worden het derde en vierde punt vemummerd tot vierde en vijfde

punt, waarbij een nieuw derde punt wordt ingevoegd, luidende:3. In de aanhef van het tweede lid wordt "d " vervangen door: c.

2. In onderdeel Q komt punt 2 te luiden:3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien een boete op het tijdstip van het overlijden van de belastingplichtigeof de inhoudingsplichtige onherroepelijk vaststaat, maar nog niet of nietvoUedig is betaald, veriaagt de Inspecteur op verzoek van eenbelanghebbende de boete tot het op dat tijdstip betaalde bed rag bij voorbezwaar vat bare beschikking.

3. Onderdeel AO wordt verletterd tot AQ.4. De onderdelen S tot en met AN worden verletterd tot T tot en met AO.5. Onderdeel S komt te luiden:

S. In artikel 30, zesde lid, wordt "40, 41, 42 en 43" vervangen door: 40, 40a, 41, 42en 43.

6. In onderdeel T (nieuw), punt 2, wordt in het voorgestelde derde lid "40, 41, 42 en43" vervangen door: 40, 40a, 41,42 en 43.

7. In onderdeel AA (nieuw) wordt in artikel44a, eerste lid, "Landsverordening omzetbelasting"vervangen door: Landsverordening omzetbelasting 1999.

4


5/11

8. Onderdeel AB (nieuw)wordt als voigt gewijzigigd:I. In punt 1 wordt "40,41,42 en 43" vervangen door: 40, 40a, 41, 42 en 43.ii. Punt 3 komt te luiden:3. Na het vijfde lid worden vier leden toegevoegd, luidende:

6. De administratieplichtige, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, isgehouden in zijn administratie vast te leggen wie de uiteindelijkgerechtigden tot zijn vermogen zijn. Als uiteindelijk gerechtigden wordenaangemerkt alle natuurlijke personen die op basis van de statuten of opgrond van een overeenkomst of anderszins recht hebben op uitkeringen uithet eigen vermogen. In geval van een commanditaire vennootschap, of eendaarmee overeenkomende rechtsvorm, dient de besturende vennoot in deadministratie vast te leggen wie de uiteindelijk gerechtigden tot hetcommanditaire vermogen zijn.

7. De administratieplichtige, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel c, isvoorts gehouden een afschrift van het geldig paspoort, het geldig rijbewijs,dan weI de geldige identiteitskaart van de uiteindelijke gerechtigden in zijnadministratie te bewaren.

8. In bij ministeriele regeling met algemene werking te bepalen gevallen kanontheffing worden verleend voor de verplichting, als bedoeld in het zesdelid.

9. Ingeval van een discretionaire trust dient in afwijking van het bepaalde inhet zesde lid, niet de uiteindelijk gerechtigde tot het vermogen te wordenvastgelegd, maar de inbrenger van het vermogen.

9. In onderdeel AD (nieuw) komt punt 1 te luiden:1. In het eerste lid wordt "40, 41, 42, 43 en 44" vervangen door: 40, 40a, 41, 42 en43.

10. In onderdeel AF (nieuw) wordt in artikel49, eerste lid, onderdeel g, "zesde lid"vervangen door: vijfde lid.

11. In onderdeel AJ (nieuw) wordt in artikel 62, eerste lid, "artikel I," vervangen door:artikel 1, eerste lid,.

12. In onderdeel AK (nieuw) wordt in artikel63, vierde lid, "artikel I" vervangen door:artikel 1, eerste lid,.

13. In onderdeel AN komt punt 2 te luiden:2. Er wordt een (nieuw) eerste lid toegevoegd, luidende:

1. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van een andere staat kan de Ministerovergaan tot de notificatie van stukken.

14. Na onderdeel AO (nieuw) wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:AP. In artikel 65, eerste lid, wordt "artikel 1" gewijzigd in: artikel 1, eerste lid,.

D. De artikelen VII tot en met XVI worden vemummerd tot de artikelen VIII tot en metXVII.

5


6/11

E. Er wordt een (nieuw) artikel VII ingevoegd, luidende:Na artikel 28 van de Zegelverordening 1908 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel28a

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de bed ragen, bedoeld in dezelandsverordening, alsmede aile ter uitvoering van deze landsverordening gegevenwettelijke regelingen, worden gewijzigd.

F. Artikel XIII (nieuw) komt te luiden:Artikel XlII1. In geval een ondememer, ingevolge een v66r de datum van inwerkingtreding van

artikel I, onderdeel C, gesloten overeenkomst een dienst verricht, welke dienstaanvangt v66r de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, en na deinwerkingtreding van genoemd artikel wordt afgerond, zijn de bepalingen van artikel4 van de Landsverordening omzetbelasting 1999, zoals deze voor deinwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, luiden, van toepassing.2. De omzetbelasting die op of na de datum van inwerkingtreding van artikel I,onderdelen E en Q, verschuldigd wordt ter zake van de in de tabel bij deLandsverordening omzetbelasting 1999 genoemde leveringen en diensten die wordenverricht v66r deze datum, wordt berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstipwaarop de levering of de dienst wordt verricht.

3. In geval omzetbelasting v66r de datum van inwerkingtreding van artikel I,onderdelen E en Q, verschuldigd is ter zake van de in de tabel bij deLandsverordening omzetbelasting 1999 genoemde leveringen en diensten die wordenverricht op of na deze datum, wordt hetgeen meer verschuldigd zou zijn geweestindien de belasting zou zijn berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waaropde levering of de dienst wordt verricht, alsnog verschuldigd op die datum.

Willemstad, De Minister van Financien,

6


7/11

ToelichtingOnderdeel AVanwege de wenselijkheid om in de Zegelverordening 1908 een bepaling op te nemen, ziethet voorstel ook op een wijziging van deze landsverordening. In het opschrift dient dit totuitdrukking te worden gebracht, zodat een wijziging van het opschrift noodzakelijk is.Onderdeel BIn het voorgestelde (nieuwe) tweede lid van artikel 3 wordt de vestiging, overdracht,wijziging, afstand en opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen alseen levering voor de omzetbelasting aangemerkt. Ais gevolg hiervan is devrijstellingsbepaling van het voorgestelde artikel 7, eerste lid, onderdeel y, van toepassing,waardoor een sam en loop van omzetbelasting en overdrachtsbelasting wordt voorkomen. Tervoorkoming van misbruik is de voorwaarde opgenomen, dat de vergoeding voor het bedoelderecht ten minste de waarde in het economisch verkeer van de onroerende zaak bedraagt.Indien de waarde van het recht minder dan de waarde in het economisch verkeer bedraagt,wordt de vestiging, overdracht, wijziging, afstand en opzegging van het recht als een dienstaangemerkt en is de samenloopbepaling van artikel 7 niet van toepassing. Ais gevolg hiervanis zowel omzetbelasting als overdrachtsbelasting verschuldigd. Bij nader inzien acht deregering deze anti-misbruikbepaling overbodig en is besloten deze voorwaarde te latenvervallen. Het doel van de bepaling is immers om de vestiging, overdracht, wijziging, afstanden opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen, gelijk aan een'normale' levering van een onroerende zaak te behandelen. Heffing van overdrachtsbelastingis daarbij het uitgangspunt, waarbij een sam en loop van omzetbelasting enoverdrachtsbelasting dient te worden voorkomen. De Overdrachtsbelastingverordening 1908voorziet in artikel 16, vijfde lid, al in een waardebepaling waarmee het bedoelde misbruik (telage prijs) kan worden gecorrigeerd. Ben afzonderlijke anti-misbruikbepaling in deomzetbelasting is daarmee overbodig en past bovendien niet in het gekozen systeem, waarbijheffing van overdrachtsbelasting het uitgangspunt is. Door het voorgestelde tweede lid tebeperken tot de eerste volzin tot aan de anti-misbruikpassage, in combinatie met de in artikel7 opgenomen vrijstellingsbepaling, wordt het met deze bepaling beoogde doel bereikt. Hetregime voor de vestiging van rechten op onroerende zaken voigt daarmee het regime voor'gewone' leveringen. Ais gevolg daarvan is bij de levering van een onroerende zaak inbeginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Aileen indien deOverdrachtsbelastingverordening 1908 niet in een heffing voorziet, is omzetbelastingverschuldigd. De bepaling van het voorgestelde artikel 5, vijfde lid, vormt in dat geval deanti-misbruikbepaling voor een onzakelijke lage vergoeding. In dit verb and wordt explicietopgemerkt, dat de vrijstellingen van artikel 4 van de Overdrachtsbelastingverordening 1908niet tot gevolg hebben dat omzetbelasting is verschuldigd. In deze gevallen wordt op grondvan artikel 3 van de Overdrachtsbelastingverordening 1908 wei overdrachtsbelasting geheven,maar is de belasting niet verschuldigd. Deze handelingen zijn derhalve wei aanoverdrachtsbelasting onderworpen, waardoor de vrijstelling van artikel 7, eerste lid, onderdeely, van toepassing is.In artikel 4 zijn de bepalingen opgenomen die de plaats van een prestatie regelen. Dezebepalingen zijn van belang, omdat aileen prestaties die in het heffingsgebied worden verricht,belast worden met Cura9aose omzetbelasting. In het voorstel is een wijziging van het huidigederde lid (nieuwe vierde lid) voorgesteld. Dit artikellid ziet op de situatie, waarin een niet inhet heffmgsgebied gevestigde ondememer diensten verricht aan een Cura9aose afnemer. Opdit moment wordt de plaats van deze dienst bepaald aan de hand van de plaats waar het genotvan deze dienst is gelegen. De in het voorstel opgenomen wijziging heeft tot gevolg dat de

7


8/11

plaats waar de afnemer woont of is gevestigd bepalend is. Dit zou tot gevolg hebben, dat ailediensten die door een buitenlandse ondememer aan een binnenlandse afnemer wordenverricht, belast met Curayaose omzetbelasting zijn. Dus ook indien het genot van de prestatieniet in Curayao is gelegen. Hierbij kan gedacht worden aan het boeken van een buitenlandshotel. Het genot van deze prestatie (verblijf in het buitenland) is buiten Curayao gelegen, maarde afnemer van de prestatie woont in Curayao, waardoor Curayaose omzetbelasting isverschuldigd. Deze situatie acht de regering niet wenselijk. Om deze reden stelt de regeringvoor om de huidige plaatsbepaling te handhaven en aan te sluiten bij de plaats waar eenprestatie wordt genoten. De invulling van het begrip "genoten" wordt aan de rechtspraktijkovergelaten.Daamaast is de regering van mening, dat het voorgestelde (nieuwe) zevende lid kan komen tevervallen. Het voorgestelde zevende lid geeft de basis voor een regeling bij ministerieleregeling met algemene werking, waarbij aan de Inspecteur aanwijzingen kunnen wordengegeven om een situatie van ongewenste dubbele hefting van omzetbelasting te voorkomen.Na een nadere bestudering van deze regeling, is de regering van mening dat deze regelingoverbodig is. In de eerste plaats kan de Minister, in situaties waarin in het algemeen eenongewenste dubbele hefting (zowel Curayaose als buitenlandse omzetbelasting) ontstaat, deministeriele regeling ter uitvoering van het (nieuwe) derde lid aanpassen. Is geen sprake vaneen situatie die in het algemeen via de ministeriele regeling kan worden opgelost, maar is dedubbele hefting in die zin ongewenst dat er sprake is van een onbillijkheid van overwegendeaard, dan biedt de in de Algemene landsverordening Landsbelastingen opgenomenhardheidscIausule de oplossing. De huidige wetgeving voorziet derhalve reeds inmogelijkheden om een ongewenste dubbele hefting op te lossen, waardoor een afzonderlijkeregeling hiervoor in de omzetbelasting niet noodzakelijk is.De bepaling zoals deze in het voorgestelde (nieuwe) vijfde lid van artikel 5 is opgenomen,voorziet in een tictieve maatstafvan hefting indien de vergoeding die bedongen wordt lager isdan de waarde van de desbetreffende prestatie in het economisch verkeer. Met deze bepalingwordt beoogd, zoals in de memorie van toelichting bij de totstandkoming van deLandsverordening omzetbelasting 1999 is verwoord, onzakelijke vergoedingen te voorkomen.Hierbij is met name gedacht aan situaties waarbij tussen gelieerde partijen onderIingeprestaties tegen een te lage vergoeding worden verricht, al dan niet ingegeven door de wensom hefting van omzetbelasting zoveel mogelijk te voorkomen. Hoewel symbolischevergoedingen hier in ieder geval onder worden verstaan, is de reikwijdte van deze bepalingniet beperkt tot symbolische vergoedingen. Elke vergoeding die minder bedraagt dan dewaarde in het economisch verkeer van de desbetreffende levering of dienst, vaIt in beginselonder deze bepaling. Dit brengt echter de noodzaak met zich mee om de reikwijdte van debepaling in te perken. Niet in aile gevallen zal een lagere vergoeding immers uit onzakelijkemotieven voortkomen. Met name tussen onafhankelijke partijen kan een lagere vergoedingjuist door zakelijke motieven zijn ingegeven. Hierbij kan gedacht worden aan factoren alsklantenbinding, promotie van producten en feitelijke omstandigheden. Om deze reden wordtthans een tegenbewijsregeling in de tekst opgenomen. Indien de lagere vergoeding wordtingegeven door zakelijke motieven, is de tictiebepaling van artikel 5, vijfde lid, niet vantoepassing. Het is aan de presterende partij om de zakelijke motieven aannemelijk te maken.In een situatie waarbij sprake is van directe of indirecte gelieerdheid van partijen en debedongen vergoeding minder bedraagt dan de kostprijs, zal er in beginsel geen sprake van eenzakelijk motief zijn.Het ontwerp ziet onder andere op een tariefsdifferentiatie voor de omzetbelasting. Op grondhiervan zullen bepaalde goederen en diensten tegen een hoger tarief belast worden. Debetreffende goederen en diensten zijn in een tabel opgenomen. Onder tabelpost B7 is dedeelname aan loterijen, scratchloten, nummerloten, alsmede de in leg op nummers en bingoopgenomen. De tekst van deze post correspondeert met de wettelijke bepaling van artikel 13

8


9/11

van de Landsverordening omzetbelasting 1999. De regering kiest ervoor het gebruik vanEngelse woorden, daar waar een Nederlands alternatief voor hand en is, zo veel mogelijk tevermijden. Dit komt de duidelijkheid van de regelgeving ten goede. Om deze reden wordtvoorgesteld de term "scratchloten" te vervangen door: krasloten. Artikel 13, eerste lid, van deLandsverordening omzetbelasting 1999 dient om deze reden te worden aangepast. Nu hetontwerp niet reeds in een wijziging van dit artikel voorziet, is het noodzakelijk om deonderdelen 0 tot en met T te verletteren tot P tot en met U en een nieuw onderdeel 0 in tevoegen.In (het nieuwe) onderdeel U is de tabel behorende bij het gedifferentieerdeomzetbelastingtarief opgenomen. In de eerste plaats worden de Engelse termen "games","scubadiving"en "scratchloten" vervangen door respectievelijk: computerspellen, gelegenheidgeven tot het uitoefenen van de duiksport en krasloten. De reden hiervoor is, zoals in devorige alinea aangegeven, dat de regering van mening is dat een Nederlands woord dient teprevaleren boven een Engels begrip, aangezien dit de duidelijkheid van regelgeving ten goedekomt. Het begrip "peepshow" wordt niet gewijzigd, vanwege het feit dat een Nederlandsalternatief niet voor handen is en deze term voldoende duidelijk is. Verder dienen detabelposten Bl en B2 in (het nieuwe) onderdeel U te worden uitgebreid met "luchtvaartuigenen ruimtevaartuigen". Zowel de verhuur van, als het gebruik van lucht- en ruimtevaartuigenvoor uitstapjes, kan vol gens de regering als luxe worden beschouwd. Bovendien is eenonderscheid tussen lucht- en ruimtevaartuigen enerzUds en motorrijtuigen en vaartuigenanderzijds, voor de toepassing van deze tabelposten niet te rechtvaardigen. Tot slot komen devoorgestelde tabelposten bijouterieen, horloges, juwelen en sieraden (tabelpost A7) enparfums, reuk- en toiletwaters (tabelpost A8) te vervallen. De hiermee gederfde inkomsten,begroot op circa NAf 1,5 miljoen, worden niet in dit voorstel opgevangen. Dekking voor dezeinkomsten zal in eerste ten laste van de post voor onvoorziene uitgaven geschieden. Tevensvoorziet dit ontwerp middels Onderdeel E in de mogelijkheid om de bedragen in deZegelverordening 1908 bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te kunnenaanpassen. Op deze manier zal in structurele dekking worden voorzien. In verband met deoverzichtelijkheid, is er voor gekozen om de tabelpost in zijn geheel opnieuw te redigeren.Onderdeel COnderdeel C voorziet in een wUziging van artikel 3 van de Aigemene landsverordeningLandsbelastingen. Door het vervallen van onderdeel c in het eerste lid, dient de verwijzing inhet tweede lid aangepast te worden.In onderdeel Q is in het tweede lid per abuis vermeld, dat een vierde lid wordt toegevoegd.Dit dient echter een derde lid te zijn. Deze omissie wordt thans hersteld.Ais gevolg van het opnemen van een (nieuw) artikel 4 0 ~ dient in een aantaI artikelen eenverwijzing naar dit nieuwe artikel te worden opgenomen. Het gaat hierbU om de artikelen 30,zesde lid (onderdeel S (nieuw)), 31, derde lid (onderdeel T (nieuw)), 45, eerste lid (onderdeelAB (nieuw)), en artikel 46, eerste lid (onderdeel AD (nieuw)). Daarnaast dient in artikel 49,eerste lid, onderdeel g, naar het vijfde in plaats van zesde lid te worden verwezen (onderdeelAF (nieuw)).In onderdeel AA is de Landsverordening omzetbelasting 1999 niet juist geciteerd. Dit wordtthans gecorrigeerd.In onderdeel AB worden in punt 3 twee leden toegevoegd. Voor administratieplichtigenwaarvan de aandelen gehouden worden door een aan een beurs genoteerd lichaam is hetonmogelUk de uiteindelijk gerechtigden te kennen. Dit soort Iichamen dat aan een beurs

9


10/11

genoteerd is valt onder een andere vorm van toezicht. Om deze reden wordt voor dezeadministratieplichtigen de mogelijkheid gecreeerd om in een ministeriele regeling van deverplichting van het zesde lid te worden ontheven. Hierbij zal aansluiting worden gezocht bijde tekst van de vrijstelling van artikel 2, eerste lid, van de Landsverordening identificatie bijdienstverlening 12 en het hierop gebaseerde artikel 7 van de ministeriele beschikking metalgemene werking van 15 maart 2010 13 . De administratieplichtige kan dan zijn onderzoekstaken als vaststaat dat de aandelen van de (in)directe aandeelhouder aan een kwalificerendebeurs genoteerd zijn. Indien en voor zover de de aandelen in de administratieplichtige dooranderen gehouden worden, geldt voor deze aandelen wei het zesde lid.Met een discretionaire trust, in het Anglo-Amerikaans recht "discretionary trust", wordt eentrust bedoeld, waarbij de trustee naar eigen inzicht kan bepalen of, aan wie en in hoeverre hijhet trustinkomen zal uitkeren of accumeleren. Er ontbreekt derhalve een uiteindelijkgerechtigde tot het vermogen. In verband hiermee wordt in het negende lid een uitzonderingopgenomen. In dit geval dient niet de uiteindelijke gerechtigde tot het vermogen te wordenvastgelegd, maar de inbrenger van het vermogen.Bij de bepalingen aangaande internationale inlichtingenuitwisseling, wordt naar debelastingverordeningen, bedoeld in artikel 1, verwezen. Een correctere verwijzing is naarartikel 1, eerste lid. Om deze reden worden de artikelen 62, eerste lid (onderdeel AJ (nieuw)),63, vierde lid (onderdeel AK (nieuw) en 65, eerste lid (onderdeel AP (nieuw)) gewijzigd.In artikel II, onderdeel AN, van het ontwerp wordt aan artikel 63c van de Aigemenelandsverordening Landsbelastingen een nieuw eerste lid toegevoegd. Per abuis is in hetontwerp het woord "staat" weggevallen. Deze omissie wordt thans hersteld.Onderdeel DHet invoegen van een wijziging van de Zegelverordening 1908 heeft tot gevolg, dat een aantalartikelen moeten worden vernummerd. In onderdeel D wordt deze vernummeringgerealiseerd.

Onderdeel EIn de Zegelverordening 1908, en de ter uitvoering gegeven wettelijke regelingen, wordt eengroot aantal bedragen genoemd. Het gaat daarbij om bedragen die worden aangeduid alsbe lasting, zegelpapier, buitengewoon gestempeld papier, plakzegels, visum en quitantie,alsmede de genoemde boetes. De regering is van mening, dat het wenselijk is om degenoemde bedragen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te kunnen aanpassen.Om deze reden wordt voorgesteld om in Hoofdstuk III, Eerste afdeling, na art ikeI 28 eennieuw artikel 28a in te voegen, die in deze mogelijkheid voorziet.Onderdeel FIn de overgangsbepaling is per abuis geen regeling opgenomen voor diensten waarvoor deplaats waar de dienst wordt verricht, als gevolg van de voorgestelde wijzigingen in artikel 4van de Landsverordening omzetbelasting 1999, wijziging ondergaat. Het gaat hierbij omdiensten welke op basis van een v66r de inwerkingtreding van deze wijziging geslotencontract worden verricht, waarbij de dienst aanvangt v66r de wijziging en wordt afgerond nade wijziging van artikel 4. Het gaat hierbij om zogenaamde doorlopende diensten van onder12 P.B. 2010, no. 4013 P.B. 2010, no. 11

10


11/11

andere tussenpersonen in onroerende zaken, architecten en andere deskundigen op het gebiedvan onroerend goed. Door geen overgangsbepaling voor deze situaties op te nemen, zou eensituatie kunnen ontstaan waarbij de omzetbelastinggevolgen wijzigen op een wijze welke tentijde van het afsluiten van het contract en de aanvang van de werkzaamheden niet te voorzienwaren. In het eerste lid van artikel XIII (nieuw) is thans een overgangsregeling voor dezesituaties opgenomen. In het (nieuwe) tweede en derde lid is de verwijzing naar onderdeel 0,als gevolg van de hiervoor besproken verlettering, gewijzigd in onderdeel Q.

Willemstad, PRIO 20 tJDe Minister van Financien,

11

LANDSVERORDENING van de tot wijziging van de Landsverordening omzetbelasting

Documents

Transcript of LANDSVERORDENING van de tot wijziging van de Landsverordening omzetbelasting