BBP nieuwsbrief-6
-
Upload
baeten-journalistiek-communicatie -
Category
Documents
-
view
219 -
download
6
description
Transcript of BBP nieuwsbrief-6
Beperking van lichthinder
Bij het ontwerp van het Betuws Bedrijvenpark
wordt ook rekening gehouden met het voorkomen
van lichthinder. Het uitgangspunt daarbij is dat het
donker moet zijn waar het donker kan zijn.
Verlichting wordt alleen toegepast op de plaatsen
en de tijden dat het nodig is.
Bij het verlichten van wegen en bedrijventerreinen treedt
vaak veel lichtverlies op door de uitstraling van het licht
naar boven. Steeds vaker wordt er daarom gebruik gemaakt
van armaturen die deze ongewenste uitstraling praktisch tot
nul reduceren (Full Cutt Off-armaturen). De foto’s hieronder
laten zien wat het effect van dit soort armaturen is bij een
provinciale weg in Ermelo. Deze armaturen zullen worden
toegepast langs de Rietgraaf-route op het bedrijvenpark.
Verder wordt er onder andere gedacht aan de toepassing
van LED-verlichting en beperking van de verlichting op
parkeerterreinen.
Deze nieuwsbrief behandelt diverse aspecten van (het
voorkomen van) hinder. Binnenkort verschijnt de Milieu
Effect Rapportage waarin al deze onderwerpen in detail
worden behandeld. �
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg 11
Nieuwsbrief 06
‘Verkeer en windmolenszijn onze grootste zorgen’
Bestuurslid Dorpsraad Oosterhout maakt de
tussenbalans op
rik Kempen is als bestuurslid van de Dorpsraad
Oosterhout (tot vorig jaar secretaris) en als lid van het
Overlegplatform Betuws Bedrijvenpark / Landschapsvisie De
Danenberg al jaren intensief betrokken bij deze ontwikkelingen.
Voordat het proces een nieuwe fase ingaat, maakt hij vast de
stand van zaken op.
• Leeft de komst van het bedrijvenpark sterk onder de bewoners
van Oosterhout?
‘De mensen die in de directe omgeving wonen, met name
langs de Oosterhoutsestraat, zijn hier natuurlijk al jaren bijna
constant mee bezig. Voor de mensen in ons buurtje (hij woont
aan De Breeacker, red) leeft het natuurlijk iets minder, maar je
merkt nu wel dat naarmate het plan reëler wordt het steeds
vaker onderwerp van gesprek is Zo gaat dat vaak met dit
soort dingen: aanvankelijk houdt vooral een kleine groep zich
er intensief mee bezig en als er dan een officiële stap gezet
wordt – zoals nu met het voorontwerp bestemmingsplan –
gaat iedereen daar zich een mening over vormen.’
• Wat zijn nu de grootste bezwaren die leven bij de Oosterhoutse
bevolking?
‘Dat is toch echt absoluut het verkeer.
Lees verder op pagina 2
E
Vervolg van pagina 1
Daar heeft iedere bewoner van ons dorp vrijwel dagelijks mee
te maken. Positief is dat we bereikt hebben dat het verkeer van
en naar het bedrijvenpark niet door de dorpskern of de andere
lokale wegen gaat rijden. Maar daarmee verschuift het
probleem wel naar de snelweg A15 en de op- en afritten
daarvan. Vrijwel iedereen in het dorp maakt zowat dagelijks
gebruik van die op- en afritten. Het is zowat de voordeur van
ons dorp. En we kunnen allemaal dagelijks zien dat het – om
het maar eens in gewoon Nederlands te zeggen – in de spits
een zootje is. Ik bracht laatst mijn zoontje nog weg naar zijn
zwemles in Elst. Als je dan tegen uur of vijf over de Griftdijk en
het viaduct rijdt zie je links en rechts van je dat de hele A15,
van Valburg tot Ressen compleet vol staat. Het verkeer dat het
dorp in wil staat tot op de snelweg in de file. Levensgevaarlijk.
Dát is de referentie die de mensen in dit dorp hebben: het
staat nu al vast en dan moet daar straks nog al dat verkeer van
het bedrijvenpark bij?’
• Maar ook zonder de komst van het bedrijvenpark zal het
verkeer rond die afslag toch fors toenemen?
‘Wanneer je, zoals wij ,van heel dichtbij alle onderzoeken en
rapporten volgt, dan wordt het inderdaad duidelijk dat ook
zonder het bedrijvenpark het verkeer misschien wel twee keer
zo druk wordt. En dus ook dat er sowieso iets moet gebeuren.
Maar je kunt van de burgers niet verwachten dat ze allemaal
denken als een verkeersdeskundige. De meeste mensen
redeneren heel begrijpelijk op een andere manier: ‘het is nu
veel te druk en door dat bedrijventerrein wordt het alleen
maar drukker. Zorg dus maar dat wij geen last hebben van het
verkeer van het bedrijvenpark.’
Daarom moet er niet alleen een technisch goede
verkeersoplossing komen, maar ik zou haast zeggen ook een
emotioneel goede oplossing, die duidelijk maakt dat het
verkeer van het bedrijvenpark geen effect heeft op onze
verbinding met de buitenwereld. Daarom hebben wij als
alternatief voorgesteld om een tweede viaduct aan te leggen
en aan de noordkant bij de Rijksweg-Zuid de op- en afritten te
verplaatsen van de oost- naar de westzijde van dat nieuwe
viaduct. Anders moet het verkeer nog steeds de Rijksweg
oversteken. Onze belangrijkste eis is dat het verkeer van het
bedrijvenpark geen negatieve invloed mag hebben op de
bereikbaarheid en verkeersveiligheid – ook voor fietsers – in
ons dorp.’
• Tijdens de informatieavond in december kwamen er ook veel
reacties op de plannen voor de vier windturbines aan de rand
van het bedrijvenpark.
‘Voor een deel is dat verzet tegen windturbines heel
persoonlijk. Dat hangt er ook vanaf hoe je denkt over energie
en milieu versus het esthetische aspect. Het is natuurlijk ook
niet niks. een rij van negen windturbines – want Nijmegen zet
er ook een aantal neer langs De Grift – van meer dan 100
meter hoog. Ik maak me zelf het meeste zorgen over het
geluid dat die turbines produceren. Dat zal echt heel goed
uitgezocht moeten worden. Ik heb bijvoorbeeld weleens
gehoord dat bij bepaalde windsnelheden je vlakbij zo’n
windmolen niet veel hoort, maar dat het geluid dan een paar
kilometer verder neerdaalt. Als daar onduidelijkheden over
blijven bestaan, dan moet het besluit over de windturbines
maar worden losgeknipt van het besluit over het bedrijvenpark
en later aan de orde komen.’
• Zien de bewoners van Oosterhout ook positieve ontwikkelingen
in de plannen voor het bedrijvenpark?
‘Ik durf natuurlijk niet namens alle 2.500 bewoners van
Oosterhout te spreken. Ik denk dat een deel altijd tegen zal
blijven. Een ander deel lijkt de komst van het bedrijvenpark
min of meer geaccepteerd te hebben en er is gelukkig veel
over gecommuniceerd. Maar ik durf wel te stellen dat wij via
het Overlegplatform echt mee hebben kunnen denken, heel
veel informatie hebben gekregen en overal onze mening over
hebben kunnen geven. En dat heeft absoluut de plannen
verbeterd. We hebben ook gewezen op onderdelen van het
plan waar anders misschien niet aan gedacht was. Zo denk ik
dat er mede dankzij de inzet van het Overlegplatform een heel
redelijke oplossing is gevonden voor de visuele afscheiding van
het bedrijvenpark door de Groene Buffer ten noorden van de
Oosterhoutsestraat. Ik maak me nog wel wat zorgen over de
bomen die daar op de taluds en nieuwe dijkjes komen te
staan. Die zijn de eerste jaren natuurlijk nog niet zo hoog dat
je het bedrijvenpark aan het zicht onttrekt. Ook wat betreft de
beperking van de geluidsoverlast heb ik de indruk dat er goed
naar de zorgen van het dorp is geluisterd – alleen het geluid
van de windturbines blijft voor mij een groot twijfelpunt. En
wat het verkeer betreft is ons standpunt duidelijk: het verkeer
van het bedrijvenpark mag geen overlast in het dorp
veroorzaken, Oosterhout moet bereikbaar blijven en de
veiligheid – vooral van fietsers – moet worden gegarandeerd.
Ons alternatief biedt die oplossing.’ �
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg2
Vragen over windturbinesHet voornemen om vier windturbines (‘windmolens’)
aan de noordelijke rand van het Betuws Bedrijvenpark
langs de A15 te plaatsen, heeft de afgelopen tijd veel
vragen opgeroepen. In dit artikel wordt een aantal
veelgestelde vragen beantwoord.
Waarom komen er eigenlijk windturbines op deze
locatie?
e overheid vindt windenergie een belangrijke vorm van
duurzame en schone energie. Het streven is om in 2010
vijf en in 2020 tien procent van alle energie die Nederland
verbruikt uit duurzame energiebronnen te halen. Daarover zijn
al geruime tijd geleden afspraken gemaakt met onder andere
de provincies en gemeenten.
Wil Gelderland hieraan zijn aandeel leveren, dan moet voor
2010 60 megaWatt windenergievermogen worden
gerealiseerd. Daarvoor zijn, met de huidige techniek, grofweg
120 windmolens nodig, verspreid over de hele provincie. De
provincie heeft een aantal ‘zoekgebieden’ aangewezen waar
de windturbines het beste kunnen komen. Dit zijn meestal
plekken nabij een snelweg of een bedrijventerrein of langs een
dijk of een kanaal (lijnopstelling). In 2003 en 2004 heeft de
gemeente Overbetuwe de beleidsnotitie Windenergie
vastgesteld. Hierin staat aangegeven onder welke voorwaarden
er windmolens binnen de gemeentegrenzen mogen worden
gerealiseerd. In 2005 heeft de gemeente met haar
buurgemeenten en de provincie afspraken gemaakt om de
mogelijkheid voor het plaatsen van windturbines in zone langs
de A15 te onderzoeken. Dit uitgangspunt is vervolgens ook
vastgelegd in het Provinciaal Structuurplan van 2006. Het
onderzoek naar de haalbaarheid van de plaatsing van
windmolens is nu uitgevoerd in samenhang met de plannen
voor het bedrijvenpark. Bij het bepalen van de exacte locatie is
ook rekening gehouden met de vijf windmolens die de
gemeente Nijmegen bij De Grift wil plaatsen.
Hoe hoog worden die windmolens?
In het bestemmingsplan en het milieuonderzoek (MER) wordt
uitgegaan van vier windmolens waarvan de rotoras op
maximaal 100 meter hoogte zit. De rotor zelf is maximaal
80 meter in doorsnee, het allerhoogste punt (de zogenoemde
tiphoogte) komt dus uit op maximaal circa 140 meter. Deze
afmetingen zijn in het binnenland nodig om voldoende
elektriciteitsproductie te verkrijgen. Dergelijke windmolens
leveren per stuk 2 megawatt vermogen. De hoogte van de
windmolens heeft uiteraard een grote invloed op het
landschap. Bij helder weer zijn ze tot een afstand van
30 kilometer nog duidelijk als windmolens herkenbaar, bij
heiig weer zijn te op een afstand van 10 kilometer nog net te
onderscheiden. De maximale hoogte zoals deze is opgenomen
in het bestemmingsplan is een gangbare hoogte in Nederland.
Lees verder op pagina 4
D
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg 3
Vervolg van pagina 3
Er wordt steeds gezegd dat het bedrijvenpark
zorgvuldig wordt ingepast in het landschap. Dat
wordt nu toch door vier van die hoge windmolens
teniet gedaan?
Het visuele aspect van de plaatsing van windmolens leidt
vrijwel altijd tot veel discussie. Sommige mensen vinden
windmolens ronduit lelijk, anderen laten de milieuvoordelen
prevaleren en weer anderen vinden windmolens ook
indrukwekkend en interessant in het landschap. Er is wel
uitvoerig nagedacht over de beste manier om de windmolens,
in samenhang met de ‘Nijmeegse’ molens een plaats te geven
in het landschap. Maar het blijft natuurlijk een kwestie van
persoonlijke smaak wat men van het uiterlijk van de
windmolens vindt. In het algemeen blijkt dat opstellingen van
windturbines langs bestaande infrastructurele werken
landschappelijk de voorkeur hebben. In de praktijk is ook
gebleken dat op den lange duur de gewenning aan en
waardering voor de molens toeneemt.
Is bekend hoeveel geluid de windmolens gaan
produceren?
Het geluid van de windturbines wordt veroorzaakt door de
bewegende delen (mechanisch geluid) en de rotorbladen
(aerodynamisch geluid) en is sterk afhankelijk van de
windsnelheid. De windsnelheid waar in het onderzoek van uit
is gegaan, is 8 meter per seconde (op 10 meter boven
maaiveld). Omdat bij hogere windsnelheid niet alleen het
geluid van de windmolen toeneemt, maar ook dat van andere
geluidsbronnen (autoverkeer bijvoorbeeld) moet de berekende
geluidbelasting gecorrigeerd worden voor het effect van deze
zogeheten achtergrondbelasting.
Voor het geluid van windmolens op woningen geldt als
wettelijke norm een zogeheten voorkeurswaarde van 50 dB(A)
(decibel). Als er woningen zijn die te maken krijgen met een
hogere geluidsbelasting kan daarvoor een ontheffing worden
aangevraagd, zolang het geluid maar onder de 55 db(A) blijft.
Het onderzoek naar de geluidsproductie van de windmolens
laat zien dat voor slechts één woning in het gebied zo’n
ontheffing moet worden aangevraagd en dat bij alle andere
woning de geluidsbelasting binnen de wettelijke normen blijft.
Wordt er ook rekening gehouden met de extra
geluidsbelasting door de windmolens ’s avonds en
’s nachts, wanneer het verder relatief rustig is?
Bij het beoordelen van de aanvaardbaarheid van de
geluidsbelasting geldt voor de avondlijke en nachtelijke uren
een strengere norm dan overdag. Dit wordt de Letmaal-waarde
genoemd waarbij de norm voor geluidsbelasting overdag
50 dB(A) is, ’s avonds 45 dB(A) en ’s nachts 40 dB(A).
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg4
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg 5
Is bekend dat windmolens een storend laagfrequent
geluid kunnen produceren?
Het type windmolens dat hier zal worden toegepast
produceert nauwelijks laagfrequent geluid. Hoewel
laagfrequent geluid buiten hoorbaar kan zijn, zal er alleen in
zeer bijzondere gevallen aanleiding zijn om omwonenden
daartegen te beschermen. Normaliter zullen de gewone
grenswaarden voor geluid afdoende zijn om hinder tot een
redelijk niveau te beperken.
Hoeveel slagschaduw gaan de windmolens
veroorzaken?
Er is uitvoerig onderzoek gedaan naar de slagschaduwwerking
van de windmolens. Daaruit blijkt dat er twee woningen zijn
aan de noordzijde van de A15 (aan de Rheetsestraat) waar de
norm voor de jaarlijkse hinderduur wordt overschreden
(strenge interpretatie van de norm: gemiddelde duur minder
dan 6 uur per jaar). Om dat te voorkomen wordt de
betreffende windmolen voorzien van een automatische
stilstandregeling, zodat de molen bij overschrijding van de
jaarlijkse hinderduur van 6 uur niet meer draait. Onderzoek
heeft overigens uitgewezen dat de hinder van slagschaduw
ontstaat bij flikkeringen met een frequentie van 2,5 tot 14 keer
per seconde. Moderne windturbines halen deze frequentie
niet. Het volle vermogen van een windturbine wordt gehaald
bij een snelheid van 22 omwentelingen per minuut. Dit
betekent voor een turbine met drie bladen een
flikkerfrequentie van 66 per minuut of 1,1 per seconde.
Zijn windmolens schadelijk voor vogels?
Vogels kunnen tegen de rotorbladen van windmolens
aanvliegen en het geluid van de molens kan de rust in een
broedgebied verstoren. Het onderzoek dat hiervoor is
uitgevoerd laat zien dat voor de vogelsoorten die onder de
Natuurbeschermingswet vallen de risico’s verwaarloosbaar zijn.
De meeste broedvogels in de omgeving foerageren overdag en
hebben geen gerichte foerageervluchten die botsingen met
turbines kunnen opleveren. Verwacht mag worden dat in een
zone tot 200 â 400 meter rond de turbines een lager aantal
broedvogels aanwezig zal zijn dan in de huidige situatie het
geval is. Er is in deze zone al een behoorlijke verstoring door
de A15 en de Betuwelijn, waardoor de dichtheid van
broedvogels laag is. De aanwezigheid van twee kolonies
roeken op De Grift is wel een aandachtspunt. Het is denkbaar
dat het broedsucces van deze kolonies gaat teruglopen door
plaatsing van de turbines.
Onderzoek laat verder zien dat er geen significante nadelige
effecten te verwachten zijn voor de vogelsoorten die
beschermd zijn in de twee nabijgelegen Nature 2000-
gebieden. �
indeling in milieucategorieën die per bedrijfssoort aangeeft
wat de minimale afstand is tot de woningen.
Verdeling milieucategorieën
Wat zeggen die categorieën? Deze vraag is in de afgelopen tijd
meermalen gesteld. Vaak is daar aangekoppeld de vraag welke
bedrijven zitten nu in welke categorie? Een eenduidig
antwoord is hier niet op te geven, wel is er een zeer
uigebreide lijst door de Vereniging van Nederlandse
gemeenten opgesteld die in bestemmingsplannen veel worden
gebruikt. De categorieën zeggen niets meer en niets minder
over welke afstand een bedrijf ten opzichte van een andere
bestemming (bijvoorbeeld wonen) in acht moet nemen. Je ziet
dan ook dat bij de lagere categorieën een minder grote
afstand hoort dan bij de hogere en dat in de lagere
categorieën dus ook minder milieubelastende bedrijven zitten.
Ter illustratie categorie 2: afstand 30 meter, categorie 3.1:
afstand 50 meter, categorie 3.2: afstand 100 meter, categorie
4.1: afstand 200 meter categorie 4.2: afstand 300 meter,
Het Betuws Bedrijvenpark is een regionaal bedrijventerrein
waar volgens regionaal beleid ruimte moet zijn voor bedrijven
tot en met de categorieën 3 en 4 (wanneer er uitsluitend
bedrijven in de categorie 1 en 2 zouden komen is er formeel
geen sprake is van een bedrijvenpark, maar van een kantoren-
locatie). De Raad van Gemeente Overbetuwe heeft wel als eis
gesteld dat een concreet voorstel uitgewerkt wordt voor de
ruimte die aan categorie 3 en 4 geboden wordt. Dit voorstel is
op basis van de hier beschreven onderzoeken uitgewerkt.
Wanneer voor de geluidsoverlast alleen de wettelijke norm zou
worden gehanteerd, zou vrijwel geen wettelijke beperkingen
zijn voor het situeren van milieucategorie 4 op het terrein,
zoals afbeelding 1 laat zien.
Afbeelding 2 laat het verschil zien wanneer de strengere
geluidsnorm wordt gehanteerd en rekening wordt gehouden
met de strengste eisen voor de minimale afstand tussen
bedrijven en woningen als het gaat om geuroverlast, en
fijnstofoverlast en externe veiligheid. Hierbij is ook rekening
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg6
Hogere milieuambities bijontwerp bedrijvenpark
Bij de ontwikkeling van het Betuws Bedrijvenpark is
gestreefd naar een zo gering mogelijke impact van
het bedrijvenpark op de omgeving, met name voor
Oosterhout. Dat is op een andere manier gedaan dan
gebruikelijk. Het is gebruikelijk dat er eerst een plan
wordt ontwikkeld en vervolgens wordt gekeken welke
effecten dit op de omgeving zou hebben. Daarna
worden allerlei maatregelen bedacht om de effecten
te verzachten of weg te nemen.
ij de ontwikkeling van de plannen voor het Betuws
Bedrijvenpark is de omgekeerde weg bewandeld. Eerst
is er uitvoerig onderzoek verricht naar alle aspecten waarop het
bedrijvenpark invloed zou kunnen hebben (geluid, geur,
veiligheid, ecologie, waterhuishouding etc.). Deze huidige
situatie is als uitgangspunt genomen. Bij het ontwerp van het
bedrijvenpark is er vervolgens naar gestreefd de (milieu)-
waarden die nu in het gebied voorkomen te behouden of zelfs
te versterken.
Opeenstapeling geluid
Wat betreft stof, geur en (externe) veiligheid zijn bij het
ontwerp de minimale afstanden tussen woningen en bedrijven
gebruikt die de Vereniging van Nederlandse Gemeente
voorschrijft voor ‘rustige gebieden/buitengebied’. Dit is de
strengste norm die gehanteerd kan worden. Wat betreft de
geluidsoverlast gaat het project nog een stap verder.
Volgens de wet zou het bedrijvenpark een geluidsbelasting van
maximaal 50 decibel op de woningen in de omgeving mogen
opleveren. Dit is de zogenaamde voorkeurswaarde. Die houdt
echter alleen rekening met het geluid dat door de bedrijven
op het bedrijvenpark zelf wordt geproduceerd (de ‘individuele
bron’). Omwonenden hebben echter ook te maken met geluid
dat niet door het bedrijvenpark zelf wordt veroorzaakt, maar
bijvoorbeeld door het autoverkeer op de A15. Aan deze
opeenstapeling (cumulatie) van geluid door verschillende
bronnen stelt de wet geen beperkingen.
Besloten is echter bij het ontwerp en de inrichting van het
bedrijvenpark ook rekening te houden met deze cumulatieve
geluidsbelasting op de woningen in een zone van 200 meter
ten noorden van de Oosterhoutsestraat/Stationsstraat en op de
woningen aan de Nieuwe Dijk, met uitzondering van enkele
dicht op het bedrijvenpark gelegen (bedrijfs- of dienst)-
woningen.
De ambitie is dat in die zone de cumulatieve geluidsbelasting
op de woningen met maximaal 1 dB ten opzichte van de
huidige situatie zal toenemen. Om dit te bereiken, moet het
aantal bedrijven dat geluidsoverlast veroorzaakt verder worden
beperkt en op grotere afstand geplaatst worden van de
dorpskern Oosterhout. Daarvoor wordt gebruik gemaakt een
B Afbeelding 1
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg 7
gehouden met een vijftal woningen aan de Nieuwe Dijk en
met de komst van enkele woonlandgoederen in de groene
rand om het bedrijventerrein (De Groene Buffer).
Deze milieuruimte is vervolgens vertaald naar het stedenbouw-
kundig plan in een milieuzonering. Ook dit leverde een
verdere beperking op van de spreiding van milieucategorieën
over het terrein. Dit wordt zichtbaar op afbeelding 3.
Bedrijvenlijst
Kunnen alle bedrijven die onder een bepaalde milieucategorie
vallen zich nu zondermeer op de aangegeven gebieden
vestigen? Nee, aan het bestemmingsplan wordt een lijst
toegevoegd van bedrijfsactiviteiten die per categorie in
beginsel kunnen worden toegelaten. Bedrijven die in
milieucategorie 5 en 6 vallen kunnen zich niet op het Betuws
Bedrijvenpark vestigen. Daarnaast is in de categorieën 4.1 en
4.2 een aantal bedrijfsactiviteiten aangewezen waarvoor een
apart goedkeuringsbesluit nodig van het College van
Burgemeester en Wethouders. �
Geluid
De berekeningen laten zien dat de te ontwikkelen bedrijvig-
heid op het Betuws Bedrijvenpark niet waarneembaar zal gaan
bijdragen aan de geluidbelasting voor het gehele plangebied.
De autonome ontwikkeling (groei van het verkeer op de A15
en de Betuwelijn) is van veel grotere invloed. De toename in
de geluidsbelasting door de verkeersaantrekkende werking van
het Betuws Bedrijvenpark is eveneens zeer beperkt. Hiermee
blijft het bedrijvenpark ruimschoots binnen de normen.
Luchtkwaliteit
Realisatie van het Betuws Bedrijvenpark heeft een beperkte
invloed op de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit ten gevolge van
het wegverkeer wordt ondanks de groei van het verkeer over
de A15 in het gehele gebied beter. Dit wordt veroorzaakt door
de verwachte grote afname in verontreinigende emissies door
dat wegverkeer, en de verwachte afname van de achtergrond-
concentraties in de komende jaren. Voor het bedrijvenpark is
bovendien een worst-case scenario berekend, met de grootste
emissies. Dit scenario kan in werkelijkheid niet voorkomen,
omdat het bestemmingsplan dit niet toestaat. Toch zouden
zelfs dan de wettelijke normen niet overschreden worden.
Veiligheid
Door toename van gevaarlijke transporten langs de weg en
over het spoor neemt het zogenoemde plaatsgebonden risico
toe. Door de extra werknemers die in de kantoorgebouwen en
bedrijven langs de A15 werken zal het groepsrisico voor zowel
het wegtransport als het spoortransport van gevaarlijke stoffen
toenemen. Het groepsrisico blijft echter ook bij de relatief
hoge werknemersdichtheden langs de A15 ruim binnen de
oriëntatiewaarde.
Legenda
Categorie 1
Categorie 2
Categorie 3.1
Categorie 3.2
Categorie 4.1
Categorie 4.2
Ambitie
Landgoederen wonen
Max 50 dB(A)
Enkele andere conclusies uit de hinderonderzoeken
Afbeelding 2 Afbeelding 3
Nieuwsbrief 06 l april 2009 Betuws Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg8
Bedrijvenpark omvat, maar ook de groene randen er omheen
en diverse particuliere kavels. Het bestemmingsplan omvat niet
Landschapsvisie De Danenberg. Voor dit gebied worden aparte
procedures doorlopen, ieder relevant voor de verschillende
deelprojecten waar de Landschapsvisie uit bestaat.
Het in procedure brengen van het bestemmingsplan De
Nieuwe Rietgraaf e.o. zal naar verwachting begin juni
gebeuren. Op dat moment zijn ook alle bijbehorende
documenten klaar zoals de beheersstructuur van het
bedrijvenpark (het Landlord-model), het Realisatie- en
Beheerplan voor De Danenberg, het Beeldkwaliteitplan en het
definitief stedenbouwkundig ontwerp voor het bedrijvenpark
plus de samenwerkingsovereenkomst waarin alle afspraken
tussen het Betuws Bedrijvenpark BV en de gemeente worden
vastgelegd. Na vaststelling van de samenwerkings-
overeenkomst, wordt de procedure voor het ontwerp-
bestemmingsplan De Nieuwe Rietgraaf e.o. gestart, de
zogenoemde zienswijzeprocedure. De publicatie van de
zienswijzeperiode zal worden gemeld in Het Gemeentenieuws.
Het ontwerpbestemmingsplan ligt ook dan weer gedurende
een periode van 6 weken ter inzage op het gemeentehuis in
Elst en Andelst. �
Beantwoording vragen eninspraakreacties
Diverse mensen hebben geïnformeerd naar de
beantwoording van de vragen die gesteld zijn tijdens
de informatieavond van december en de schriftelijke
inspraakreacties. De inspraakreacties zijn verzameld
en worden, zoals vastgelegd in de gemeentelijke
inspraaknotitie, beantwoord in een zogenaamde
reactienota.
ie wordt vrijgegeven op het moment dat het project
zijn volgende fase ingaat, namelijk de behandeling van
het ontwerpbestemmingsplan door het college, vermoedelijk
eind mei, begin juni. Tussentijds is op de website
www.betuwsbedrijvenpark.nl al een rubriek Veelgestelde
Vragen gezet. Uiteraard probeert ook deze nieuwsbrief steeds
weer extra informatie te verschaffen.
Extra woningen Nieuwe Dijk?
Op de overzichtskaart (‘integrale gebiedsontwikkelingskaart’)
die onder andere tijdens de informatieavond werd getoond
en gepubliceerd werd in de vorige de nieuwsbrief, staat ten
oosten van de Nieuwe Dijk een aantal woningen aangegeven.
Dit is een eerste indicatie van wat daar wellicht aan nieuwe
woningbouw mogelijk zou zijn ter versterking van het woon-
gebied ten westen van het bedrijvenpark.
Het is op dit moment niet meer dan een suggestie. De
ingetekende woninglocaties vallen niet onder dit
bestemmingsplan. De komende tijd zal nader onderzoek
verricht worden naar de wenselijkheid van extra woningbouw
op deze locatie. Daarvoor zal hoe dan ook een aparte
planologische procedure gevolgd moeten worden. Overigens
gaat het in deze visie om uitbreiding van de woningvoorraad
via de zogenaamde Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)
regeling. Dit betekent dat woningen alleen ontwikkeld kunnen
worden als daar de sloop of aanpassing van een grotere
hoeveelheid agrarische bebouwing tegenover staat.
Ook zijn veel vragen gesteld en inspraakreacties gekomen op
Landschapsvisie De Danenberg. Die valt evenwel niet onder
het voorontwerpbestemmingsplan en daarvoor zal een aparte
procedure doorlopen.
Vervolgstappen
De volgende stap in het ontwikkelingsproces van het Betuws
Bedrijvenpark en Landschapsvisie De Danenberg is het in
procedure brengen van het ontwerpbestemmingsplan dat de
naam draagt: “De Nieuwe Rietgraaf e.o.”. Voor deze naam is
gekozen omdat het bestemmingsplan niet alleen het Betuws
D
Gemeente OverbetuweProjectleider: Else Wever, (0481) 36 21 90,[email protected]
Betuws Bedrijvenpark BVProjectleider: Martijn Bax, (026) 376 05 35,[email protected]
Commerciële informatie: Eling Wissink, (026) 376 05 35,[email protected]
Overlegplatformsecretariaat: Diny Graven, (0487) 50 17 [email protected]
colofonDeze nieuwsbrief wordt door de gemeente Overbetuwe en hetBetuws Bedrijvenpark BV huis-aan-huis verspreid in dedorpskernen Oosterhout, Slijk-Ewijk en Reeth om de bewonersop de hoogte te houden over de ontwikkeling van hetbedrijvenpark en de landschapsvisie De Danenberg. Aan deinhoud van deze nieuwsbrief kunnen geen rechten wordenontleend.De informatie uit deze nieuwsbrief is tevens te vinden op dewebsite www.betuwsbedrijvenpark.nl.
Tekst: Paul Baeten, ArnhemVormgeving: Paul Glaudemans, ArnhemFoto’s: Erik van ’t Hullenaar, NijmegenDruk: Drukkerij De Rijn, VelpVerspreiding: Gerto, DodewaardOplage: 3000
Verdere Informatie