Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de...

20
Schooljaar 2015-2016 SUBMODULE BASIS ELEKTRONICA

Transcript of Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de...

Page 1: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Schooljaar 2015-2016

SUBMODULE BASIS ELEKTRONICA

Page 2: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 1

Inhoudstafel

1 Inleiding ..................................................................................................................... 2

2 Elektrische schakeling ................................................................................................. 2

2.1 Schakelschema ................................................................................................................ 3

2.2 Elektrische ladingen......................................................................................................... 3

2.3 Elektrische energie .......................................................................................................... 4

3 Spanning .................................................................................................................... 5

3.1 Voltmeter ....................................................................................................................... 5

3.2 Parallelschakeling ............................................................................................................ 5

3.3 Welke spanning wordt meestal gebruikt? ........................................................................ 5

3.4 Oefeningen ..................................................................................................................... 6

3.5 Ground............................................................................................................................ 8

3.6 Rode en zwarte aansluitpen op de voltmeter ................................................................... 9

4 Stroomsterkte ........................................................................................................... 10

4.1 Ampèremeter ................................................................................................................ 10

4.2 Serieschakeling.............................................................................................................. 10

4.3 Stellingen ...................................................................................................................... 11

4.4 Oefeningen ................................................................................................................... 11

4.5 Rode en zwarte aansluitpen op de ampèremeter ........................................................... 12

5 Weerstand ................................................................................................................ 12

6 Toepassingen ............................................................................................................ 12

7 Aansturen van actuatoren ......................................................................................... 17

7.1 Grote verbruikers aan en uit schakelen .......................................................................... 17

7.2 Actuatoren analoog aansturen ....................................................................................... 18

Page 3: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 2

1 Inleiding

Bij een aantal opdrachten in het kader van de STEM-lessen maken jullie gebruik

van microcontrollers om jullie zelfgebouwde toestellen aan te sturen. Een

microcontroller is een toestel dat op basis van een bepaalde input een bepaalde

output genereert. De input is informatie uit de omgeving naar de controller. Die

informatie kan bijvoorbeeld komen van sensoren of een toetsenbord. De output

zijn signalen die de controller geeft aan zijn omgeving. Deze signalen sturen

actuatoren zoals lampjes, motoren, luidsprekers… aan of bieden informatie aan op

een monitor of een beeldscherm. Het verband tussen de input en de output wordt

bepaald door het programma dat door de microcontroller uitgevoerd wordt.

De interactie van de controller met zijn omgeving (input en output) gebeurt vaak

op elektrische /elektronische wijze. Om de controller in een systeem of toestel te

gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te

beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in.

2 Elektrische schakeling

Een elektrische schakeling bestaat ten minste uit een spanningsbron, geleiders en

één of meerdere componenten waardoor elektrisch geladen deeltjes bewegen. Als

je thuis een elektrisch toestel in het stopcontact steekt, dan plaats je dit toestel

bij in de elektrische schakeling. De elektriciteitscentrales, de

hoogspanningskabels, de stopcontacten en toestellen in je huis, … maken deel uit

van deze schakeling.

Plaatsensor

lichtsensor

Temperartuur

sensor

Toetsenbord

Motor

Beeldscherm

LED’s

Luidspreker

Micro

controller

Input Output

Page 4: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 3

2.1 Schakelschema

Om het overzicht te bewaren, worden elektrische schakelingen meestal

schematisch in beeld gebracht in een schakelschema. Een voorbeeld van zo een

schakelschema, met enkele vaak voorkomende componenten, zie je hieronder.

Schakelschema

Componenten

Spanningsbron:

Geleider:

Lampje:

Weerstand:

Voltmeter (zie verder):

Ampèremeter(zie verder):

knooppunt

Nog enkele begrippen:

Knooppunt: is een punt in de schakeling waar drie of meer geleiders samen

komen.

Tak: is een deel van de schakeling tussen twee opeenvolgende knooppunten.

2.2 Elektrische ladingen

Elektrische ladingen stromen rond in de elektrische schakeling. In het

schakelschema hieronder zie je een spanningsbron waarop 3 verbruikers zijn

aangesloten. De stroomzin van de ladingen is aangeduid met pijlen. Ze lopen altijd

van + naar -.

A

V

R1

R2 L1

V

A

Page 5: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 4

2.3 Elektrische energie

De elektrische ladingen die rondstromen in de schakeling nemen in sommige

componenten elektrische energie op en geven die in andere componenten weer af.

Een voorbeeld van een component waar ladingen energie opnemen is een

spanningsbron. Aan de pluspool van de spanningsbron hebben elektrische ladingen

meer energie dan aan de minpool. Als ladingen via de geleiders en de

componenten van de pluspool naar de minpool stromen, zullen ze deze energie

afgeven in de verschillende componenten van de schakeling. Als ze aan de minpool

toekomen, brengt de bron de ladingen naar de pluspool. Van daar kunnen ze

opnieuw door de schakeling stromen. Om een elektrische lading van de minpool

naar de pluspool te brengen, moet de spanningsbron elektrische energie

toevoegen aan de ladingen. Bij een batterij wordt chemische energie omgezet in

elektrische energie, bij een kerncentrale is dit kernenergie die omgezet wordt naar

elektrische energie die dan in de verschillende elektrische toestellen verbruikt

wordt.

Elektrische

energie

opnemen

Elektrische

energie

afgeven

Page 6: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 5

3 Spanning

De spanning tussen twee punten A en B geeft aan hoeveel elektrische

energie een lading opneemt of afgeeft als ze van punt A naar punt B

beweegt. Het symbool voor spanning is 𝑼𝑨𝑩. Spanning wordt uitgedrukt in

volt (V).

In de spanningsbron winnen de ladingen elektrische energie. In de andere

componenten geven de ladingen hun elektrische energie terug af.

3.1 Voltmeter

In de schakeling hieronder is op alle componenten een voltmeter aangebracht. De

waarde die de voltmeter aanduidt, staat ernaast.

3.2 Parallelschakeling

Tussen knoop A en knoop B lopen twee takken. Omdat beide takken op dezelfde

knooppunten zijn aangesloten krijgen ze dezelfde spanning. We zeggen dat deze

takken parallel geschakeld zijn.

3.3 Welke spanning wordt meestal gebruikt?

De spanningsbron in microcontrollers is meestal 5,0 V. Steeds vaker worden ook

controllers gebouwd die werken op 3,3 V. Deze controllers verbruiken over het

algemeen minder energie. De Arduino kan beide spanning leveren.

A

B

Page 7: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 6

De netspanning in een woning of in het klaslokaal is 230 V. Bij de netspanning

wisselen de pluspool en minpool 50 maal per seconde. Dit biedt een aantal

voordelen die we later zullen toelichten.

3.4 Oefeningen

Teken bij alle componenten een voltmeter en geef aan welke spanning je

afleest.

Page 8: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 7

Page 9: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 8

3.6 Ground

De spanning wordt altijd gedefiniëerd tussen twee punten.

Voorbeeld

Stel dat in de bovenstaande schakeling de bronspanning 5,0 V bedraagt. Dan

geldende volgende uitspraken:

𝑈𝐵𝐴 = 5,00 V

Een lading in punt B bezit meer energie dan in punt A.

𝑈𝐴𝐵 = −5,00 V

Een lading in punt A bezit minder energie dan in punt B.

𝑈𝐵𝐶 = 0,00 V

Een lading in punt B bezit evenveel energie in punt B als in punt C.

𝑈𝐶𝐸 = 5,00 V of 𝑈𝑅1 = 5,00 V

De spanning over R1 is gelijk aan de bronspanning.

𝑈𝐶𝐷 + 𝑈𝐷𝐸 = 5,00 V = 𝑈𝐶𝐸 of 𝑈𝑅2 + 𝑈𝑅3 = 5,00 V = 𝑈𝐶𝐸

De spanning over de bron is gelijk aan som van de spanning over weerstand

R2 en de spanning over weerstand R3.

Bij elke spanning staat aangeduid tussen welke twee punten de spanning gemeten

wordt. Om in een complexe schakeling een goed beeld te krijgen over hoeveel

energie een lading op een bepaald punt bezit, wordt de spanning vaak gemeten

ten opzichte van een referentiepunt. Men noemt dit punt vaak de aarding of de

massa of, in het Engels, “ground” (symbool: , afgekort GND).

A

B

C

D

E

Page 10: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 9

Indien men spreekt over de spanning in “een bepaald punt”, bedoelt men de

spanning tussen dat bepaalde punt en de massa, aarding of ground.

We kunnen dit toepassen op de vorige schakeling. Nu moeten we niet meer over

twee punten spreken bij de spanning, maar is één punt voldoende. Het “tweede

punt” is de grond, maar dit punt vernoemen we dus niet expliciet.

Voorbeeld

De volgende uitspraken gelden:

De spanning over de bron is gelijk aan som van de spanning over

weerstand R2 en de spanning over weerstand R3.

3.7 Rode en zwarte aansluitpen op de voltmeter

Je kan de spanning tussen twee punten meten met een voltmeter. Een voltmeter

heeft een rode en een zwarte meetpen. Indien je de rode pen plaatst in het punt

waar de lading veel energie heeft en de zwarte pen in het punt waar de lading

weinig energie heeft, dan duidt de voltmeter een positief getal aan. In het andere

geval is het getal even groot maar negatief.

0, 0A

U V

5, 0B

U V

5, 0C

U V

3 25, 0 5, 0

D R C D RU U V U V U

A

B

C

D

E

Page 11: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 10

4 Stroomsterkte

De stroomsterkte in één punt van de schakeling geeft aan hoeveel lading

er per seconde door dat punt stroomt. De stroomsterkte heeft als symbool

𝑰 en de eenheid is ampère (𝑨).

Elektrische ladingen verdwijnen niet, worden niet bijgemaakt en kunnen niet

samengedrukt worden. Dit betekent dat de uitspraak “een toestel verbruikt

stroom” niet helemaal juist is. Ladingen stromen het toestel binnen en geven in

het toestel hun energie af. Vervolgens stromen ze weer uit het toestel naar de

spanningsbron (of de elektriciteitscentrale) en nemen daar weer energie op om

vervolgens weer hun weg door de schakeling te beginnen. De uitspraak “een

toestel verbruikt elektrische energie” is wel juist.

4.1 Ampèremeter

De stroomsterkte kan gemeten worden met een ampèremeter. In onderstaande

schakeling is op verschillende plaatsen een ampèremeter aangebracht en de

afgelezen waarde staat naast het meettoestel.

4.2 Serieschakeling

Omdat tussen R2 en R3 geen knooppunten of aftakkingen zijn, loopt alle stroom

die door R2 gaat ook door R3. We zeggen dat R2 en R3 in serie geschakeld

zijn.

Page 12: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 11

4.3 Stellingen

Voor een schakeling gelden de volgende stellingen:

In een tak van de schakeling is de stroomsterkte overal even groot.

Dit is een gevolg van het behoud van lading en het feit dat ladingen niet

kunnen samengedrukt worden.

In ieder knooppunt is de som van de stromen die toekomen gelijk

aan de som van de stromen die weg gaan.

Zelfde argumentatie.

4.4 Oefeningen

Vul bij alle ampèremeters de stroomsterkte aan.

Page 13: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 12

4.5 Rode en zwarte aansluitpen op de ampèremeter

Je kan de stroomsterkte meten met een ampèremeter. Om de stroomsterkte in

een punt te meten, schakel je de ampèremeter zo dat de stroom in dat punt door

de ampèremeter moet stromen. De stroom loopt uit de schakeling via de zwarte

pen door het meettoestel. Via de rode pen loopt hij terug naar de schakeling.

5 Weerstand

De elektrische weerstand geeft aan hoe moeilijk ladingen doorheen een geleider

bewegen. Hoe groter de weerstand…

..hoe meer energie de ladingen nodig hebben om door de weerstand te

stromen bij een bepaalde stroomsterkte en dus hoe hoger de spanning over

de weerstand.

…hoe minder ladingen er door stromen bij een bepaalde spanning en dus

hoe lager de stroomsterkte.

We definiëren de elektrische weerstand (R) van een component als de

spanning over de component gedeeld door de stroom door de component:

𝑹 =𝑼𝑹

𝑰𝑹

De weerstand wordt uitgedrukt in Ohm (𝜴).

Een component waarvan de waarde van weerstand constant is en onafhankelijk

van de spanning of de stroom die er vloeit noemt men een weerstand. Vaak wordt

een kleurcode gebruikt om de waarde van de weerstand aan te geven. Bezoek

hiervoor de volgende website: http://www.weerstandcalculator.nl/

De formule 𝑹 =𝑼𝑹

𝑰𝑹 legt het verband tussen stroomsterkte, spanning en weerstand.

6 Toepassingen

Bij de volgende toepassingen gaan jullie elektrische schakelingen bouwen en

meten jullie de stroom door en de spanning over de verschillende componenten.

Vervolgens berekenen jullie stroomsterkte en spanning en vergelijken de gemeten

waarden en de berekende waarden met elkaar.

Jullie maken hierbij gebruik van de spanningsbronnen op het Arduino-bordje. De

positieve pool van de spanningsbron wordt aangeduid met het label 5V of het label

3,3V, de negatieve met het label GND.

Page 14: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 13

Om de schakelingen overzichtelijk weer te geven wordt v aak de spanningsbron

van het Arduino bordje niet getekend. Het wordt vervangen door het label op

pinnen zoals hieronder geschetst:

Je maakt de verbindingen op het “breadboard”. “Breadboard”

betekent letterlijk “broodplank”. Toen elektronica nog uit

grotere componenten bestond, gebruikte jonge ijverige

experimenteerders wel eens moeders broodplank om hun

schakel op te bouwen. Het huidige “breadboard” heeft

dezelfde functie alleen is het heel wat comfortabeler. Het is

een bord met een rooster van gaatjes. Aan de linker en de

rechter zijde zijn er twee rijen van gaatjes die met elkaar

verbonden zijn volgens de lange pijl. In het middengedeelte

zijn de gaatjes verbonden zoals aangegeven door korte

pijltjes. In de gaatjes kan je verbindingsdraden of

elektronische componenten pluggen.

Voorbeeld 1

Bouw de volgende schakeling:

5,0 V R1

5,0 V

R1

wordt

GND

3,3V

R1

R2

GND

Page 15: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 14

R1 is 220 Ω en R2 is 680 Ω. Bereken de stroom door beide weerstanden en de

spanning over beide weerstanden.

Oplossing:

We weten dat de stroomsterkte

door beide weerstanden gelijk is want ze bevinden zich in dezelfde tak. We weten

ook dat de som van de spanning over R1 en R2 gelijk is aan de bronspanning:

Meet de stroom en de spanning in en over elke weerstand en vergelijk je meting

met de berekende waarde. Schets hieronder eerst de schakeling met de

meetapparaten op een correcte manier geschakeld.

Opdracht 1

Een LED (of Light-Emitting Diode) is een component die elektrische energie omzet

in lichtenergie.

De LED wordt schematisch voorgesteld door een soort pijl. Die pijl geeft aan hoe

de stroom erdoor zal geleiden. In de omgekeerde zin geleidt de LED geen

elektrische stroom. De pin die met de hoogste potentiaal moet worden verbonden,

heet de anode, de pin die met de laagste potentiaal moet worden verbonden, heet

de kathode. Het is wel degelijk belangrijk een LED op de juiste manier te

schakelen, anders gaat hij kapot! De anode is het lange been en de kathode het

korte been.

1 2 1 1 1 2 1 2

1 1 2 2 1 2

1 2 1 2

1 2

3, 3 e n e n

3, 3 e n

3, 3 (R )

3, 33, 7

2 2 0 6 8 0

3, 7

R R R R R R

R R R R b

b b b

b

R R

V U U U R I U R I

V R I R I I I I

V R I R I R I

VI m A

I I m A

1 1 1

1 2 2

2 2 0 3, 7 0, 8 1

6 8 0 3, 7 2, 2 5

R R

R R

U R I m A V

U R I m A V

Page 16: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 15

De doorlaatspanning UF,DL over een LED is afhankelijk van LED tot LED. De

optimale waarde voor de voorwaartse spanning UF is hieronder voor enkele LEDs

gegeven:

kleur optimale spanning VF

(bij IF = 20 mA)

Infrarood 1,2 Volt

Rood 2,0 Volt

Oranje 2,0 Volt

Geel 2,1 Volt

Groen 2,2 Volt

Wanneer je nu een externe LED op het Arduinobordje wil aansluiten, moet je op

verschillende dingen letten:

Verbind de anode steeds met de hoogste potentiaal en de kathode steeds met de

laagste.

Je mag een LED nooit rechtstreeks aansluiten op een batterij omdat :

- de stroom door de LED beperkt moet worden (opzoeken in datasheets)

- de spanning over de LED in doorlaat afhankelijk is van de kleur LED.

Daarom moet er ALTIJD een elektrische weerstand voor geschakeld de LED

geschakeld worden. Deze noemt men de voorschakelweerstand.

Oefening: een externe LED aansluiten

Je wenst een rood SMD LED van het type 3528 aan te sluiten op een bron van 5,0

V. Dit is het type LED dat we in onze projecten zullen gebruiken. Om de juiste

spanning over de LED te bekomen wordt ze geschakeld zoals hieronder geschetst.

Bereken de grootte van de weerstand. Zoek zelf de juiste stroom en spanning op

een LED type 3528.

Bouw vervolgens de schakeling en meet de stroom door en de spanning over elke

component en vergelijk dit resultaat met de berekening. Als je juist rekent, zal je

voor R 140 Ω uitkomen.

Page 17: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 16

Opdracht 2

Een LDR is een lichtgevoelige weerstand die vaak gebuikt wordt als sensor om

lichtintensiteit te meten. Hij wordt bijvoorbeeld gebuikt in een wagen om de lichten

bij valavond automatisch te ontsteken.

Bij een bepaalde lichtintensiteit heeft een LDR een waarde van 575 Ω. Bereken

in onderstaande schakeling de voorschakelweerstand R zodat het signaal naar de

microcontroller een waarde van 0,75 V heeft. Je mag de stroom die naar de

microcontroller stroomt verwaarlozen.

Opdracht 3

Doe het zelfde voor deze schakeling:

5,0V

R

LED

3,3V

R

LDR

Naar

microcontroller

Page 18: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 17

Opdracht 4

Je schikt over twee LIPO batterijen van 3,7 V. voor een bepaald toestel heb

je een spanning van 3,7 V en 7,4 V nodig. Schets een schakeling waarmee je dit

kan realiseren. Zoek even op waar LIPO voor staat.

7 Aansturen van actuatoren

7.1 Grote verbruikers aan en uit schakelen Naargelang het type heeft het Arduino-bord tussen de 13 en 53 uitgangsignalen.

Deze signalen zijn digitaal. Dat betekent dat het programma van de controller een

spanning van 5,0 V (high) of van 0,0 V (low) kan aanleggen op de uitgangspin.

Een andere spanning is niet mogelijk. Daarbij komt dat de stroom die de controller

via een uitgangspin kan leveren beperkt is tot 40 mA. Dat volstaat om een LED te

laten branden, maar een elektrische motor, een luidspreker of een gloeilamp heeft

vaak een hogere stroomsterkte nodig. Sluit je actuatoren die meer verbruiken dan

40 mA rechtstreeks aan op de controller dan beschadig je de controller. Let daar

dus mee op…

In ons project maken we gebruik van een MOSFET om actuatoren die meer dan

40 mA verbruiken, aan te sturen vanuit de controller. MOSFET staat voor “Metal-

Oxide-Semiconductor Field-Effect Transistor”. Op het internet vind je heel wat

informatie over deze elektronisch component. Voor onze toepassing wordt hij

gebruikt als een snelle schakelaar die elektrisch aangestuurd kan worden. Een

MOSFET heeft drie

aansluitpinnen: de gate, de source

en de drain. De MOSFET van het

type IRF520 is van het N-channel

type en staat hiernaast afgebeeld.

Je kan hem herkennen aan het

feit dat de zin van het pijltje naar

3,3V

LDR

R

Naar

microcontroller

Page 19: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 18

de gate is gericht. Bij het P-channel wijst het pijltje van de gate weg.

Bij het N-channel type is de source verbonden met de negatieve pool en de drain

met de positieve pool. De stroom loopt dus van drain naar source. De gate werkt

als een soort schakelaar die bepaalt of er stroom kan lopen tussen drain en source

of niet. De “schakelaar” staat open als de spanning op de gate op 0,0 V is en

gesloten als de spanning op de gate op 3,0 V of is.

Het grote voordeel van de MOSFET is de stroom door de gate enkele nano ampères

bedraagt. Hierdoor kan de microcontroller een actuator die veel stroom verbruikt

aan- en uitschakelen zonder zelf stroom te moeten leveren. De schakeling ziet er

als volgt uit:

7.2 Actuatoren analoog aansturen De uitgangssignalen van de Arduino zijn digitaal. Dat betekent dat ze 5 V (high)

of 0 V (low) kunnen zijn. Met een digitaal signaal kan je een actuator zoals

bijvoorbeeld een motor of een LED aan of uit schakelen. Wil je met een digitaal

signaal een motor op bijvoorbeeld halve kracht laten draaien, dan zal je "trukje"

moeten toepassen. De microcontroller van arduino kan dit bereiken door het

uitgangssignalen snel tussen high en low te schakelen zodat de stroom door de

motor gedurende korte tijdsintervallen nul wordt. Hierdoor gaat er gemiddeld

genomen minder stroom door de motor lopen waardoor hij minder snel gaat

draaien. Deze methode wordt vaak gebruikt en noemt men "PulseWidth

Modulation" of, afgekort, PWM. Het uitgangssignaal ziet er dan als volgt uit:

gate

drain

source

Page 20: Basis elektronica B… · gebruiken is het dus nodig om een aantal basisprincipes van de elektriciteit te beheersen. In deze module gaan we hier dieper op in. 2 Elektrische schakeling

Submodule: Basis elektronica 19

Als je bij Arduino een bepaald uitgangssignaal instelt als PWM dan wordt het 500

maal per seconde aan- en uitgeschakeld. Je kan door het commando:

analogWrite(pinNummer, getal);

in het programma een getal tussen 0 en 255 aan de uitgang aanbieden. De tijd

dat de uitgang high is, is evenredig met de waarde van het getal:

Bij code 0 is de uitgang altijd "low".

Bij code 128 is de uitgang voor de helft van de tijd "high".

Bij code 191 is de uitgang voor 75% van de tijd high.