appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

43
appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

Transcript of appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

Page 1: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

Page 2: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

3

Nederland heeft een indrukwekkende plannings-

traditie. Ontstaan vanuit onze strijd tegen het water

en doorontwikkeld in ABC-locatiebeleid en VINEX.

Inmiddels is ruimtelijke planning taboe. “De markt

weet immers precies wat zij wil” en “de overheid moet

zeker geen schaarste creëren in deze crisistijd”. Voor

onze kinderen is de prijs echter hoog. Niet kwaliteit,

maar geld blijkt het maatgevende criterium. Bouwen

in het weiland is immers goedkoper dan in de stad.

Elke gemeente een eigen bedrijventerrein in plaats

van samen één.

Willen we Nederland Mooier Maken, dan is er wel

degelijk behoefte aan regie. Juist in tijden van schaarste.

Saillant detail is dat de markt hier zelf om vraagt.

Wel zullen we als overheid, markt en burgers in

cocreatie afspraken moeten maken. Daarna is het

aan de overheid om erop toe te zien dat deze worden

nageleefd. Kortom, hoog tijd om samen het begrip

maakbaarheid nieuw leven in te blazen!

Pepijn van Wijmen

De nieuwe maakbaarheid

APP

M M

anag

emen

t C

on

sult

ants

org

anis

eert

met

zo

’n 6

0 m

anag

ers

en a

dvi

seu

rs e

en M

oo

ier

Ned

erla

nd

. Met

Pas

sie,

Mo

ed e

n V

isie

ho

ud

en w

e o

ns

bez

ig m

et d

e in

rich

tin

g, o

ntw

ikke

ling

en

her

stru

ctu

reri

ng

van

on

s st

edel

ijk e

n la

nd

elijk

geb

ied

, ber

eikb

aarh

eid

, in

fras

tru

ctu

ur

en m

ob

ilite

it, e

en k

limaa

tbes

ten

dig

, wat

erri

jk e

n d

uu

rzaa

m N

eder

lan

d.

On

s m

ott

o: “

Met

vee

l ple

zier

aan

mo

oie

op

dra

chte

n w

erke

n.”

infr

a en

mo

bili

teit

man

agem

ent

ruim

te e

n v

astg

oed

wat

eren

erg

ie e

n k

limaa

t

advi

es

org

anis

atie

on

twik

kelin

g

en p

rofe

ssio

nal

iser

ing

Page 3: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

4 5

De tijd van de grote, meerjarige master-plannen is voorbij. Geleidelijke, organische gebiedsontwikkeling is het nieuwe motto. De vraag is echter: hoe operationaliseer je organische groei en hoe blijf je ‘in control’? Met andere woorden: hoe faciliteer je ontwikkelingen zodanig dat je enerzijds ruimte biedt aan nieuwe partners met nieuwe initiatieven en anderzijds de inhoudelijke doelen en financiële randvoorwaarden bewaakt? Voor het Hembrugterrein bij Zaanstad stelden APPM en Stadskwadraat een afwegingskader op dat eigenaar RVOB hierbij houvast biedt. >

Houvast voor organische gebieds-ontwikkeling op Hembrug-terrein

Page 4: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

6 7

> Het Hembrugterrein heeft een enorme potentie:

een spannend gebied, met grote historische en

landschappelijke waarden, gunstig gelegen tussen

Amsterdam en Zaanstad op de kruising van Zaan en

Noordzeekanaal. Maar even groot als de kansen zijn

de hindernissen: veel monumentale panden verkeren

in een slechte staat, nutsvoorzieningen ontbreken

en de bodem is op verschillende plaatsen sterk

verontreinigd.

WAARDecReAtie

In het recente verleden is herhaaldelijk tevergeefs

geprobeerd het gebied in één keer op de markt

te zetten. Eigenaar RVOB heeft daarom gekozen

voor geleidelijke ontwikkeling via de weg van

waardecreatie. Behoud van de bestaande kwaliteiten

is hierbij een belangrijk uitgangspunt. De opdracht

is in handen gegeven van het eigen Projectbureau

Hembrugterrein. Dat heeft kaders nodig waarbinnen

ze kan beslissen welke ontwikkelingen ze voor

eigen rekening en risico uitvoert en onder welke

voorwaarden ze andere partijen op het terrein toelaat.

PlAceMAkinG

Ons advies is het Hembrugterrein op te delen

en te focussen op één deelgebied. Bundel daar

de investeringen in infrastructuur, gebouwen en

Eigenaar RVOB heeft gekozen voor geleidelijke ontwikkeling via de weg van waardecreatie

marketing en temporiseer de ontwikkeling van de

andere gebieden. Gekozen is voor het entreegebied,

vanwege de gunstige ligging en omdat de benodigde

investeringen relatief laag zijn.

In dit gebied is korte huur, bruikleen, reguliere huur

en uitgifte mogelijk. Hoe maak je dan je keuzes?

Een besluit tot uitgifte van kavels en vastgoed is

gemakkelijk genomen als de exploitatie zwarte cijfers

laat zien, maar wat als het saldo onder de streep

negatief is? Dan kan de factor ‘placemaking’ de

doorslag geven. Geef smaakmakers de ruimte, partijen

die het gebied uitstraling geven, die helpen het

gebied te vermarkten en als katalysator voor verdere

ontwikkeling fungeren.

GeBieDSexPlOitAtie

Daarmee is nog niet de vraag beantwoord wie je

in dat geval wel en wie niet toelaat. Zomaar wat

kunstenaars voor een zacht prijsje in een leeg >

Page 5: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

8 9

Als het saldo onder de streep negatief is, kan de factor ‘placemaking’ de doorslag geven

8 9

Page 6: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

10 11

> gebouw zetten is nog geen garantie voor succes. De

afweging is: wat is de uitstraling naar het omliggende

gebied of de belendende panden? Kunnen we daar

dan wel marktconform gaan verhuren? En als we

dat doen, klopt dan nog steeds het financiële plaatje

op de langere termijn? Om daar goed zicht op te

krijgen, is het zaak de afzonderlijke vastgoed- en

grondexploitaties op te waarderen naar één integrale

gebiedsexploitatie.

Een overweging is de grond in erfpacht uit te geven.

Daar wordt dan de actuele marktwaarde voor

gevraagd, die op dit moment vrij laag is. Private

partijen zullen dan sneller geneigd zijn om te

investeren. Na een periode van bijvoorbeeld tien of

vijftien jaar kan de canon herzien worden op basis

van de gestegen grondwaarde. Op die manier vloeit

de waardeontwikkeling gedeeltelijk terug naar

het RVOB.

DynAMiScH MODel

Met het afwegingskader kan per deelgebied op

een transparante en objectieve manier worden

getoetst of plannen en initiatieven voldoen aan de

strategische (en dus ook kwalitatieve) en financiële

randvoorwaarden. Het afwegingskader is een

dynamisch model, dat gedurende de uitvoering

Het afwegingskader is een dynamisch model, dat gedurende de uitvoering herijkt en bijgesteld kan worden

herijkt en bijgesteld kan worden. Het projectbureau

zal nog eerst wat ‘huiswerk’ moeten doen, zoals het

taxeren van het bestaande vastgoed en het nader

onderzoeken van de erfpachtconstructie. Daarna kan

worden begonnen met de organische ontwikkeling

van een waardevol en kansrijk gebied.

HilcO VAn DeR WAl | [email protected]

Page 7: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

12 13

Razendsnelle second opinion op ontwikkeling stationsgebied

Het stationsgebied Driebergen-Zeist wordt op

de schop genomen. De plannen behelzen het

verbreden van het spoor, het aanleggen van

een ongelijkvloerse spoorovergang, de sloop

en gedeeltelijke terugbouw van kantoren en de

bouw van een ondergrondse P+R-voorziening.

Ook de herinrichting van de openbare ruimte valt

binnen het project.

De mooie voornemens moeten nu gestalte

krijgen. Tegelijk gaan daar de nodige risico’s mee

gepaard. Reden voor de betrokken partijen om

aan APPM een second opinion te vragen over

twee concept-samenwerkingsovereenkomsten met

marktpartijen.

De voorgenomen P+R voorziening en vastgoed-

ontwikkeling was in twee samenwerkingsover-

eenkomsten gevat. Samen met Stadkwadraat en

Pot Jonker hebben we deze in twee weken tijd

grondig doorgelicht. Hierbij hebben we zowel

naar financiële, organisatorisch als juridische

aspecten gekeken. Onze werkwijze daarbij was

gebaseerd op Dr. Grex, een instrument dat we

met financiële en juridische partners hebben

ontwikkeld en waarmee snel ‘de temperatuur’

van een project kan worden gemeten.

Mede naar aanleiding van onze bevindingen

heeft de stuurgroep geconcludeerd dat de

risico’s momenteel te groot zijn om in de huidige

vorm door te gaan. In de stuurgroep zitten de

provincie Utrecht, het Bestuur Regio Utrecht

(BRU), de gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug

en ProRail. Aan APPM is gevraagd de partijen

te helpen alternatieve scenario’s op te stellen.

Vervolgens kunnen de betrokken partijen een

nieuwe koers bepalen en deze vertalen naar een

nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

korte berichten

12 13

Page 8: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

14 15

traject-benadering: denken vanuit de klant in plaats van de techniek

Op en langs de drukke n242 van Alkmaar tot niedorp

vinden gelijktijdig 15 infrastructurele projecten en

bouwprojecten plaats: 7 van de provincie noord-

Holland en 8 van het Hoogheemraadschap Hollands

noorderkwartier en de gemeenten Alkmaar en

Heerhugowaard. Om de afstemming te maximaliseren

en zo de omgevingshinder te minimaliseren, heeft de

provincie als een van de eerste partijen in nederland

gekozen voor een trajectbenadering. Hoofd

trajectbureau Rob Bloemsma van de provincie:

‘De projecten zijn losse kralen. De trajectbenadering

is het draadje dat ze aaneenrijgt tot een ketting.’ >

Foto beschikbaar gesteld door de Provincie

noord-Holland en gemaakt door Boshuis fotografie

Page 9: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

16 17

> Leidmotief van de provincie is het Gebruiksgericht

Netwerkmanagement (GNM). GNM markeert een

omslag in het denken: de klant staat centraal, niet de

techniek. Bloemsma: ‘Niet de Project Start Up is het

uitgangspunt, maar de actorenanalyse. Naar buiten

toe ben niet ik de belangrijkste man, maar Jean

de Nijs, de omgevingsmanager van APPM. Niet de

planning van de afzonderlijke projecten is leidend,

maar de samenhang.’

StuRen OP De RAAkVlAkken

Spin in het web is het Trajectbureau, dat vanuit

één locatie opereert en waar alle IPM-rollen zijn

ondergebracht. Het Trajectbureau ‘ontzorgt’ de

managers van de daaronder hangende deelprojecten.

Er wordt met name gestuurd op de raakvlakken

tussen de projecten: communicatie, planning en

verkeersmanagement. ‘Want juist daar gaat het

vaak mis,’ aldus Bloemsma.

Eén Trajectbureau bespaart alleen al aan locatiekosten

zo’n 1,5 miljoen, maar de voordelen van de integrale

aansturing reiken veel verder. ‘Hier is alle informatie

en kennis gebundeld. Dat is tijdwinst maar vooral

efficiencywinst. Een mooi voorbeeld is een project van

de gemeente Heerhugowaard. Door de aanleg van

een fietsbrug dreigde het fietspad negen maanden

gestremd te zijn. Ons Verkeerscoördinatiepunt dat

daarvoor de vergunning moest verlenen, vond dat

onaanvaardbaar. Normaliter ga je daarover met elkaar

corresponderen, met het risico dat er vertraging

optreedt en partijen tegenover elkaar komen te

staan. Nu kwam de projectleider van de gemeente

naar het Trajectbureau en hadden we binnen twee

dagen een oplossing. Resultaat: het fietspad gaat

twee maanden dicht in plaats van de oorspronkelijke

negen maanden.’

inGetROkken BeZWAARScHRiFten

Door de fysieke nabijheid en de laagdrempeligheid

van het Trajectbureau is een hechte relatie met de

omgeving ontstaan: met bewoners, ondernemers,

wethouders en gemeenteraadsleden. Wederzijds

begrip vergroot onder alle partijen het draagvlak,

waardoor processen soepeler verlopen. Illustratief

waren de problemen die rond het project Zuidtangent

ontstonden. De N242, die veel bedrijventerreinen >

Door de fysieke nabijheid en de laagdrempeligheid van het Trajectbureau is een hechte relatie met de omgeving ontstaan

Page 10: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

> ontsluit, dreigde zeven weken dicht te gaan.

Bloemsma: ‘Er brak paniek uit. We zijn meteen

persoonlijk met de ondernemers in gesprek gegaan.

Bij hun om de hoek, in het Trajectbureau, onder genot

van een kop koffie. Hun wensen hebben we vertaald

naar de EMVI-criteria, waarna de aannemer de sluiting

van de weg zeven tot twee weken kon reduceren. Alle

bezwaarschriften zijn ingetrokken. Daarbij voldeden

we ook nog eens aan een politieke wens, want ook

bestuurlijk lag dat vraagstuk gevoelig.’

PASSie en BetROkkenHeiD

Naast de voordelen in afstemming wijst Bloemsma

ook op het profijt voor de organisatie. ‘We huren de

externe managers in voor het hele traject. Ze hebben

hun eigen project, maar ik kan ze zonder formele

rompslomp ook elders inzetten als zich bijvoorbeeld

een calamiteit voordoet of iemand ziek is. Ik kan

daardoor flexibel en efficiënt werken met minder

mensen. Het drukt ook nog eens de kosten.’

Bloemsma benadrukt dat teamwerk de kracht van het

Trajectbureau is. ‘Passie en betrokkenheid. Die vind ik

bij onze eigen mensen en ook bij de APPM’ers. Dit is

een nieuwe aanpak die nog verder ontwikkeld moet

worden en de APPM’ers zijn altijd bereid om daarover

mee te denken en een stap extra te doen. We gaan met

z’n allen voor het resultaat. Dat is wat ons bindt.’

Passie en betrokkenheid vind ik bij onze eigen mensen en ook bij de APPM’ers

18 1919

Page 11: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

20 21

Forse verminderin g omgevingshinder door slimme aanbestedingspro cedure

De Wilhelminasluis in Zaandam ligt midden in stedelijk

gebied en heeft als toegangspoort tot de Zaan en

het noordhollands kanaal een vitale economische

functie. De provincie noord-Holland koos ervoor

om bij de vernieuwing niet de techniek maar de

belangen van de omgeving centraal te stellen. in

opdracht van de provincie noord-Holland ontwierp

APPM een aanbestedingsprocedure die de markt

maximaal prikkelde om oplossingen met minimale

omgevingshinder te bedenken. De resultaten hebben

de verwachtingen ruimschoots overtroffen. >

Page 12: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

22 23

> De in 1902 gebouwde Wilhelminasluis moet worden

verlengd, verdiept en verbreed. Geen sinecure gezien

de omgevingsfactoren. Al op acht meter afstand

van de sluis bevinden zich wooncomplexen en

monumentale panden. Jaarlijks worden zo’n 10.000

beroeps- en 10.000 pleziervaartuigen geschut. De

beroepsvaart bevoorraadt meerdere belangrijke

bedrijven, waaronder de grootste cacaoverwerker ter

wereld. Tegelijk met de sluis worden twee ernaast

gelegen bruggen vernieuwd, intensief gebruikte

wegverbindingen tussen het oostelijk en westelijk

deel van Zaandam. Direct naast de sluis staat het

Zaangemaal van het hoogheemraadschap, dat tijdens

de renovatie in bedrijf moet blijven. Ook de functie

van de sluis als hoogwaterkering mag tijdens de

werkzaamheden niet in gevaar komen. Tot slot moet

rekening worden gehouden met de archeologische

bodemschatten in dit historische stukje Zaandam.

Hele SPeelVelD

De uitdaging was om marktpartijen zodanig te

prikkelen dat ze binnen deze randvoorwaarden met

optimale oplossingen zouden komen. Om te bepalen

aan welke knoppen gedraaid moest worden, wilden

we eerst het gehele speelveld kunnen overzien. We

brachten de technische mogelijkheden in beeld door

andere sluisprojecten te verkennen en een > 23

De beroepsvaart bevoorraadt meerdere belangrijke bedrijven, waaronder de grootste cacaoverwerker ter wereld

Page 13: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

25

> referentieontwerp op te stellen. Verder brachten

we de economische en maatschappelijke belangen

in kaart. Belangrijk punt was de te verwachten

economische schade door stremming van het

scheepvaartverkeer. Een gespecialiseerd bureau kwam

tot de conclusie dat de sluis gedurende de gehele

vernieuwing minimaal zestien weken dicht zou

moeten gaan.

MiniMAle HinDeR

Op basis van deze gegevens stelden we een Design &

Construct-contract op. Via een niet-openbare Europese

aanbesteding selecteerden we vijf marktpartijen,

De aanbiedingen werden beoordeeld op basis

van de Economisch Meest Voordelige Inschrijving

(EMVI). In het EMVI-huis was minimale hinder

voor de scheepvaart een zwaarwegend criterium.

Daarnaast telden de betrouwbaarheid van het

ontwerp, de omgevingshinder, de kwaliteit van de

projectorganisatie en de prijs mee.

SOFt SkillS

Heikel punt was de zestien weken scheepvaart-

stremming. Bedrijven gaven aan dat deze termijn

de bedrijfsvoering ernstig in gevaar zou brengen.

Dit was reden om de marktpartijen uit te dagen de

zestien weken omlaag te brengen. Met elke >24

Met elke week tijdwinst konden aannemers een substantiële fictieve korting op de inschrijf-prijs verwerven

Page 14: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

26 27

> week tijdwinst konden ze een substantiële fictieve

korting op de inschrijfprijs verwerven. De kwaliteit

van de samenwerking tussen opdrachtgever en

opdrachtnemer is bij een gevoelig project als dit een

kritische succesfactor. We lieten daarom de soft skills

van de voorgestelde projectteamleden door bureau

Motion Consult beoordelen aan de hand van een

gesimuleerde bewonersavond en bouwvergadering.

GOeDe ScORe

De aanbiedingen hebben onze verwachtingen

overtroffen. Heijmans kwam als beste uit de bus:

de aannemer had een gunstige inschrijvingsprijs

en scoorde zeer goed op de verschillende

kwaliteitscriteria. Doorslaggevend in hun aanbod

was de beperking van hinder en stremmingen. De

sluis wordt slechts acht in plaats van zestien weken

gestremd. De bruggen zouden tien maanden

dicht zijn: dat worden nu twee maanden. Ook qua

techniek scoorde Heijmans positief, zo bleek uit

de Life Cycle Cost-analyse. Het contract heeft geen

onderhoudscomponent, maar met de LCC-analyse

zijn de onderhoudslasten toch in de beoordeling

meegewogen.

De engineeringswerkzaamheden aan de Wilhelmina-

sluis zijn inmiddels gestart. De uitvoeringswerk-

zaamheden beginnen naar verwachting in januari

2014. De oplevering is uiterlijk in mei 2015. APPM

blijft tijdens de realisatiefase bij het project

betrokken. Opdrachtgever Noord-Holland heeft

vertrouwen in onze aanpak en werkwijze en geeft

ons daarvoor de ruimte. Wij verzorgen integraal het

projectmanagement, het omgevingsmanagement,

het technisch management en de systeemgerichte

contractbeheersing.

eRWin MeijeR | [email protected]

De sluis wordt slechts acht in plaats van zestien weken gestremd

De resultaten hebben de verwachtingen ruimschoots overtroffen

Page 15: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

28 29

zeven tips vooR de afweging van ondeRgRondse alteRnatieven

Rijkswaterstaat heeft het centrum Ondergronds

Bouwen gevraagd een instrumentarium

te ontwikkelen waarmee ondergrondse

alternatieven binnen projecten beter kunnen

worden afgewogen. APPM verzorgt vanuit haar

coördinatorrol bij het cOB de procesbegeleiding.

Tijdens het proces is geconcludeerd dat de

afwegingen dermate complex zijn, dat het niet

zinvol is een vuistdik handboek op te stellen.

Evenmin is het mogelijk een model te ontwikkelen

waar je cijfers inklopt die tot een simpel ‘ja’ of

‘nee’ leiden. In plaats daarvan zijn zeven tips of

inzichten geformuleerd. Ze gaan in op zowel

het proces als de inhoud en ondersteunen een

zorgvuldig bestuurlijk besluitvormingsproces

over ondergrondse projectalternatieven.

Rijk, PROVincie en GeMeente

Het kader is geschreven voor iedereen die direct of

indirect betrokken is bij verkenningen, afwegingen

en (voorbereiding van) besluitvorming van

projecten waar ondergrondse alternatieven een

rol spelen. Het is oorspronkelijk voor rijksprojecten

opgesteld. Tegelijkertijd is het afwegingskader ook

zeer geschikt voor gemeentelijke of provinciale

projecten in het brede spectrum van boven- en

ondergrondse infrastructuur, gebiedsontwikkeling

en transformatie en waterbeheer.

GeleiDelijke kenniSVeRMeeRDeRinG

De bedoeling is dat de uitgave zich ontwikkelt

tot een open en levend document, dat steeds

aangevuld wordt met casussen en praktijkervaring.

Vanuit het COB kan procesbegeleiding of

een kritisch klankbord worden geboden ter

voorbereiding op de besluitvorming, waar

nodig aangevuld met presentaties en master

classes. Op die manier kan aan een geleidelijke

kennisvermeerdering worden gewerkt, één van

de kerndoelstellingen van het COB.

korte berichten

28 29

Page 16: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

3030 31

Vervoersautoriteit impuls voor bereikbaarheid Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Page 17: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

32 33

De Zuidvleugel van de Randstad is bestuurlijk in

beweging. Met de voorgenomen opheffing van de

WGR+regio’s houden het Stadsgewest Haaglanden

en de stadsregio Rotterdam op te bestaan. De

24 gemeenten in deze regio’s werken al enige tijd aan

de vorming van een nieuwe Metropoolregio Rotterdam

Den Haag. Vooruitlopend op deze veranderingen

hebben de gemeenten de intentie uitgesproken om

een nieuwe vervoersautoriteit op te richten. eind

2013 moet deze een feit zijn. APPM werkt samen met

Goudappel coffeng aan de strategische agenda en

de totstandkoming van de nieuwe organisatie.

De Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam

Den Haag, die het gebied van de 24 gemeenten

gaat bestrijken, wordt verantwoordelijk voor de

regionale bereikbaarheid van de metropoolregio.

Ze richt zich op het optimaliseren van het regionale

Openbaar Vervoersysteem, subsidiëring van nieuw

aan te leggen infrastructuur, mobiliteitsmanagement,

dynamisch verkeersmanagement en verkeers-

veiligheid. Met het uitvoeren van deze taken is op

jaarbasis zo‘n s 500 miljoen gemoeid.

PReStAtie

Eind vorig jaar spraken de gemeenten in het hart >32

Het is primair zaak gezamenlijk een richting te bepalen waarin alle bestuurlijke partners zich kunnen vinden

Page 18: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

34 35

> van de zuidelijke Randstad zich tijdens een

bestuurlijke conferentie uit voor de vorming van

de nieuwe Vervoersautoriteit. Dat op zich is al een

prestatie van formaat. De regio’s Rotterdam en Den

Haag zijn verschillend en leggen andere accenten.

Ook kent elke gemeente ten aanzien van de

bereikbaarheid zijn eigen wensen en vraagstukken.

Het is dan ook primair zaak tijdens het gehele proces

gezamenlijk een richting te bepalen waarin alle

bestuurlijke partners zich kunnen vinden.

leGiO kAnSen

Naast de bestuurlijke en organisatorische com-

ponent kent de vorming van de vervoersautoriteit

ook een inhoudelijke component. Er vindt een

verdere opschaling van het vervoersysteem

plaats. Een goede zet, want de bestaande regio’s

waren in feite te klein in relatie tot het ‘daily

urban system’. De mobilist trekt zich niets aan

van regiogrenzen en concessiegebieden. Hij wil

zo snel en comfortabel mogelijk van A naar B.

Opschaling biedt legio kansen om een impuls te

geven aan de bereikbaarheid. De herijking van

de strategische opgaven en de inrichting van een

nieuwe organisatie biedt mogelijkheden om nieuwe

vervoersconcepten te ontwikkelen en nieuwe vormen

van concessieverlening te introduceren. > 35

De mobilist trekt zich niets aan van regiogrenzen en concessiegebieden

Page 19: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

37

Vertaald naar het vervoerssysteem zou dat betekenen

dat overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen

gericht in innovatieprogramma’s gaan samenwerken

aan het verbeteren van de bereikbaarheid. Met deze

partners wordt bekeken hoe deze samenwerking

vorm kan krijgen. Ook kunnen ze al in een vroeg

stadium betrokken worden bij het formuleren van

de belangrijkste opgaven en de uitvoering daarvan.

HecHte SAMenWeRkinG

De samenwerking tussen de overheden is nog

broos, sleutelen aan het vervoerssysteem en het

betrekken van nieuwe partijen maakt het proces

niet eenvoudiger. Het is van belang zowel oog

te hebben voor het bestuurlijke traject als de

vernieuwingsdrang en beide een plaats te geven in

het transitieproces. Kortom: voorzichtig aan, dan

breekt het lijntje niet. Wel innoveren, maar niet te

veel tegelijk willen doen. Onze taak is de partijen bij

elkaar te houden en tegelijk de stip aan de horizon

te blijven schetsen. Deze tijd vraagt om een hechte

samenwerking. Dat is beter voor iedereen, niet in de

laatste plaats voor de gebruiker.

36

> Bijvoorbeeld om de beruchte ‘last-mile’ van voor-

en natransport te overbruggen en om de exploitatie

en het beheer van het OV rendabeler te maken. Ook

op het gebied van marketing is veel te winnen. Door

bijvoorbeeld klantgroepen te identificeren en deze

met gerichte producten te benaderen. Dan kunnen

meer OV-reizigers worden geworven en mobilisten

kunnen worden bewogen hun verplaatsingsgedrag

te veranderen. In dat licht is ook de integratie

van de werelden van verkeersmanagement en

mobiliteitsmanagement interessant; een relevante

ontwikkeling die een plek kan krijgen in de nieuwe

organisatie.

kenniSecOnOMie

De vervoersautoriteit kan als stevige regionale speler

bij deze en andere ontwikkelingen nieuwe partners

betrekken. In de Zuidelijke Randstad is het stimuleren

van de kenniseconomie een belangrijk thema.

PePijn VAn WijMen | [email protected]

MiRAn WieRSMA | [email protected]

De vervoersautoriteit kan als stevige regionale speler bij deze en andere ontwikkelingen nieuwe partners betrekken

Page 20: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

39

eeRste d&c-contRact vooR pRimaiRe wateRkeRing

Waterschap Rivierenland past als eerste in

nederland een D&c-contract toe voor een

primaire dijkversterking. Daarmee laat het

waterschap zien dat het serieus werk maakt van

zijn ambities ten aanzien van productinnovatie

en procesvernieuwing. APPM verzorgt het

contractmanagement in de voorbereidingsfase en

de europese aanbestedingsprocedure.

De opdracht betreft het versterken van

10 kilometer van de in totaal 17 kilometer

lange primaire waterkering tussen Kinderdijk en

Schoonhovense Veer. De grote uitdaging hierbij

is het voorkomen van bouwkundige schade aan

de omliggende bebouwing. Daarnaast wil het

waterschap de drukke doorgaande weg op de

dijk zoveel mogelijk voor verkeer openhouden.

MAxiMAle VRijHeiD

De verwachting is dat met innovatieve

dijkversterkingstechnieken een beter resultaat

bereikt kan worden dan met de bestaande

technieken. Marktpartijen krijgen daarom

binnen door het waterschap opgestelde kaders

maximale ontwerp- en uitvoeringsvrijheid,

specifiek in dijksecties waar versterking met

constructies plaatsvindt. Daarbij is het ook

toegestaan technieken aan te bieden die nog

geen ‘ENW-stempel’ dragen. Het ENW is het

Expertisenetwerk Waterveiligheid, het platform

voor deskundigen op het gebied van beveiliging

tegen overstromingen.

cOMMiSSie VRijlinG

De marktpartijen dienen de conceptuele

werking van hun inschrijving aan te tonen en

tevens te bewijzen dat ze de kwaliteitsborging

van de uitvoering van de techniek beheersen.

Een commissie onder voorzitterschap van

hoogleraar waterbouwkunde Han Vrijling gaat

de inschrijvingen toetsen en speelt tevens een

belangrijke rol in de realisatiefase.

Momenteel wordt met interesse afgewacht met

welk aanbod de geselecteerde marktpartijen

komen. Het waterschap streeft ernaar het project

na de zomervakantie te gunnen.

korte berichten

38 39

Page 21: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

40 41

Bezuinigingen en dalende inkomsten dwingen

overheden tot een grondige sanering van het

openbaar vervoer. Hierbij is het de grote uitdaging

de kwaliteit van het openbaar vervoer overeind te

houden. APPM begeleidt meerdere provincies en

regio’s bij deze opgave. De oplossingen liggen

met name in doelgroep denken en samenwerking.

en dan samenwerking tussen àlle betrokkenen:

tussen de verschillende overheden, de vervoerders

èn de gebruikers. >40 41

Goed openbaar vervoer blijft mogelijk als iedereen zijn rol pakt

Page 22: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

42 43

> In Zeeland is de kostendekkingsgraad van het

busvervoer onder de 40%, op sommige lijnen zelfs

onder de 25%. Provincie en gemeenten zijn het

met elkaar eens dat deze situatie maatschappelijk

gezien niet langer aanvaardbaar is. Vanuit dit besef

is de bereidheid gegroeid om gezamenlijk te zoeken

naar alternatieven. APPM begeleidt dit proces.

We organiseren workshops en overleggen met

gemeenten, het reizigersberaad en ondernemers.

Daarnaast begeleiden we bestuurlijke overleggen

waarin de nieuwe koers bepaald wordt. Verder

schrijven we mee aan het nieuwe OV-beleidsplan.

DOelGROePBenADeRinG

Ons uitgangspunt is: richt je vervoersysteem zodanig

in dat het maximaal en toch kostenefficiënt aansluit

op de behoeften van de verschillende doelgroepen.

In Zeeland bestaat 65% van de busreizigers uit

scholieren en studenten. De overige busreizigers

worden gevormd door forensen (20%) en een

groep diversen, met name reizigers met een sociaal

en recreatief motief. Vanuit deze segmentatie is

een netwerk ontworpen dat uit vijf deelsystemen

bestaat: een (ingekrompen) kernnet, een spitsnet,

een maatgesneden en flexibel scholierennet, een

toeristennet en buurtbussen. Het systeem wordt

aangevuld met een flexnet: vraagafhankelijk vervoer

dat voorziet in de behoeften van de reizigers op

plekken waar niet langer vaste buslijnen rijden. De

intercity’s, die in Zeeland bij elk station stoppen,

complementeren het plaatje.

SAMen inVullen

Bij de invulling van dit netwerk is samenwerking

essentieel. Om te beginnen tussen provincie en

gemeenten. Zij hebben de politieke moed gehad

over hun eigen schaduw heen te stappen en zowel

organisatorisch als financieel de handen ineen te slaan.

Samen geven zij het flexnet vorm met de regiotaxi

die door de gemeenten is aanbesteed (Wmo-vervoer).

Scholieren, studenten en onderwijsinstellingen

worden interactief betrokken bij het vormgeven en

optimaliseren van het scholierennet. Vervoerder en

bedrijfsleven worden uitgedaagd een kostendekkend

toeristennet te ontwerpen. De buurtbussen zullen >

Richt je vervoersysteem zodanig in dat het maximaal en toch kostenefficiënt aansluit op de behoeften van de doelgroepen

Page 23: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

4444

Scholieren, studenten en onderwijsinstellingen worden interactief betrokken bij het vormgeven en optimaliseren van het scholierennet

> tot stand komen door samenwerking tussen

provincie, bevolking en vervoerder. De invulling van

het gehele netwerk wordt deels voorgeschreven, deels

aan de vervoerder overgelaten.

Out OF tHe BOx

Een soortgelijke uitdaging doet zich voor in de

provincie Flevoland. Hier begeleidt APPM de herijking

van de bestaande OV-visie, waarbij Goudappel

Coffeng de vervoerkundige expertise inbrengt. In

Flevoland zijn drie concessies: stad- en streek concessie

Almere, stadconcessie Lelystad en een streekconcessie

voor het overige deel van de provincie. Onze eerste

stap was het op één lijn brengen van de verschillende

overheden; onderling vertrouwen en het gelijk zetten

van de horloges is onontbeerlijk voor samenwerking. > 45

Page 24: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

46 47

> Stap 2 is de herijking van het netwerk. Daartoe

stellen we onder meer alternatieve scenario’s op, die

we gaan bespreken met de belanghebbenden. Met de

overheden, maar ook met bedrijfsleven, belangen-

verenigingen en de lokale samenleving. Inmiddels

hebben we een lijst van zo’n 80 stakeholders. Met

al deze partijen gaan we interactief op zoek naar

‘out of the box’-oplossingen. Dat is de tweede

grote uitdaging in Flevoland: de samenleving in

beweging krijgen.

DynAMiScHe DOelGROePBenADeRinG

Ook op de rendabele lijnen liggen kansen. Ons devies:

staar je niet blind op bestaande OV-concepten.

Neem R-net: durf de voorgenomen frequenties ter

discussie te stellen. Verrijk het statische lijnennet met

een dynamische doelgroepbenadering. Vergeet de

financiële component niet. Die komt in beeld door per

lijn een financiële en inhoudelijke business case op te

stellen.

eneRGie en cReAtiViteit

Gezamenlijke verantwoordelijkheid is de sleutel tot

succes. Gooi niet je problemen over de schutting bij

een andere partij. De werkelijkheid is nu eenmaal

dat er minder middelen zijn. Dat besef moet ook

doordringen bij de maatschappelijke partners. Wij zien

het als onze taak om partijen bij elkaar te brengen en

de samenwerking te borgen en inhoud te geven. Dan

ontstaat begrip voor elkaars belangen en de energie

en creativiteit waarmee we de kwaliteit van het

openbaar op peil kunnen houden en misschien zelfs

verbeteren.

BAS ScHOlten | [email protected]

eRik VAn DeR kOOij | [email protected]

Verrijk het statische lijnennet met een dynamische doelgroepbenadering

Dat is de tweede grote uitdaging in Flevoland: de samenleving in beweging krijgen

Page 25: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

49

Op welke manier wil ik nederland mooier

maken? in welke rol en op welke projecten kan

ik mijn kennis, ervaring en talenten optimaal

inzetten? Deze en andere inzichten verwerven de

deelnemers aan de APPM Academy, een jaarlijks

terugkerend persoonlijk leertraject voor jonge

APPM’ers dat begeleid wordt door Ockeloen &

kiene.

Anne Verschraagen is een van de APPM’ers die de

afgelopen maanden het avontuur van de Academy

is aangegaan. ‘Dankzij het leertraject krijgen

de deelnemers meer zelfinzicht en worden ze

zelfbewuster,’ legt ze uit: ‘Wat wil ik ontwikkelen,

wat zijn mijn sterke punten en waarvoor kan ik

beter een collega inschakelen? Deze inzichten

helpen me om me verder te ontwikkelen vanuit

mijn eigen talenten en drijfveren. En dat helpt

APPM weer om de juiste man of vrouw in te zetten

voor de juiste opgave’.

Tijdens het leertraject oefenen de deelnemers

met het omgaan met complexe situaties. Als iets

niet lukt of anders loopt dan gedacht, moet je

vanuit je eigen kracht en vaardigheden kunnen

bijsturen. Een belangrijke vaardigheid, vindt Anne.

‘Je hebt immers meer invloed op jezelf dan op je

omgeving. Dankzij de Academy word ik zekerder

en daadkrachtiger.’

korte berichten

de juiste peRsoon vooR de juiste opgave

48 49

Page 26: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

50 51

contractkeuze- methodiek maakt zijn beloften waar50 51

Zo’n anderhalf jaar werkt de provincie Zuid-Holland

met de nieuwe contractkeuzemethodiek die APPM

samen met de provincie heeft ontwikkeld. inmiddels

zijn er zo’n 20 infraprojecten mee op de markt

gezet. Belangrijke conclusie van karel Schaafsma

(bureauhoofd Projecten Bereikbaarheid) en

jaap Visser (projectleider infrastructurele projecten

waaronder contractmanagement): uitbesteden aan

de markt wordt eenvoudiger. ‘Dat sluit aan op

de wens van provincies om zich meer op hun

regierol te concentreren.’ >

Page 27: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

52

> De contractkeuzemethodiek wordt gebruikt

voor het aanbesteden van aanleg en onderhoud

van infrastructuur en water- en groenprojecten.

Het gaat hierbij om de grotere, multidisciplinaire

werken met complexe omgevingsfactoren. De

provincie had behoefte aan een nieuwe methodiek

omdat de bestaande tools te zeer als een black box

werden ervaren. ‘Er is geen duidelijk link tussen

input en output, wat ruimte laat voor discussie en

interpretatie,’ aldus Schaafsma.

VeRAntWOORDinG en tRAnSPARAntie

Schaafsma constateert dat de nieuwe methodiek

inderdaad voor duidelijkheid en houvast zorgt.

‘Dankzij de methodiek maak je traceerbare en goed

verantwoorde afwegingen die breed gedragen

worden. Je ziet precies waar het omslagpunt ligt:

wanneer kun je iets bij de markt neerleggen, wanneer

kun je het beter zelf doen.’

Ander voordeel vindt hij dat het keuzeproces meteen

goed gedocumenteerd wordt. ‘Je kunt ook later

nog aantonen waarom je welke beslissing hebt

genomen. Dat is extra belangrijk in het licht van de

nieuwe aanbestedingswet, die van de aanbestedende

overheden verantwoording en transparantie verwacht.

Stel dat je kiest voor clustering van opdrachten, dan

moet je die keuze wel goed kunnen motiveren.’ 53

Dankzij de methodiek maak je traceerbare en goed verantwoorde afwegingen die breed gedragen worden

53

Dat verantwoording zo’n belangrijk aspect is,

illustreert hij met een project waarbij de keuze

juist niet op een D&C-contract viel. ‘Het project

was tot twee keer toe tevergeefs met een geïnte-

greerd contract op de markt gezet. Via de contract-

keuzemethodiek kwamen we op een RAW-bestek uit.

Dankzij de goede onderbouwing was die keuze voor

iedereen acceptabel.’

FileRen

De methodiek is als een proces vormgegeven waarbij

alle partijen van opdrachtgeverskant betrokken zijn. In

een gezamenlijke sessie worden de kansen en risico’s

stap voor stap in beeld gebracht. Door gezamenlijk

het project te fileren komen eventuele tegenstrijdige

eisen van de stakeholders aan het licht. Jaap Visser

vertelt van een project waarbij ook een waterschap

en een gemeente betrokken waren: ‘Tijdens de sessie

werd duidelijk dat het waterschap een waterdichte >

Page 28: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

54 55

> kade wenste. De gemeente gaf aan dat ze dan

met een probleem zat omdat het grondwaterpeil

zou zakken. We gaan de marktpartijen uitdagen

om met een oplossing voor dit specifieke probleem

te komen. Zonder deze werkwijze waren we daar

waarschijnlijk pas later achtergekomen, tijdens de

contractvormingsfase.’

Mensen worden enthousiast, behoudende opdrachtgevers durven meer

54 55

eeRDeR nAAR De MARkt

De provincie hanteert bij aanbesteden het motto

‘de markt tenzij’. Jaap Visser bevestigt dat de

contractkeuzemethodiek de angst voor uitbesteden

vermindert: ‘Mensen worden enthousiast. Behouden-

de opdrachtgevers durven meer.’ Schaafsma: ‘Je gaat

eerder naar de markt. Dat sluit aan op de wens van >

Page 29: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

56

cOntRActkeuZeMetHODiek 2.0

APPM en de provincie Zuid-Holland werken in een

partnership samen aan versie 2.0 van de Contract-

keuzemethodiek. Op zeven aspecten wordt de

methodiek geoptimaliseerd, verbreed en verdiept.

Geoptimaliseerd wordt de contractkeuze-

methodiek op basis van de gebruikerservaringen.

Een belangrijke verbreding is de toevoeging van de

F-component. De provincie ziet de voordelen met

name in risicobeheersing, een kortere (doorloop)tijd

en meer zekerheid over kosten. Ook ‘waardecreatie’

valt onder de noemer verbreding: wat levert het op

als je projectonderdelen uitbesteed aan de markt?

En dan niet alleen in kwaliteit, maar ook in euro’s.

Een voorbeeld van verdiepen is de differentiatie

van de onderhoudscomponent. In versie 2.0 zal

onderscheid worden gemaakt tussen beheer

en onderhoud, correctief onderhoud en groot

onderhoud: wat leg je daarvan bij de markt neer?

APPM en de provincie bekijken nu of deze en

andere elementen een plaats kunnen krijgen in

de methodiek. Oktober dit jaar moet versie 2.0

gereed zijn.

57

> de provincies om zich meer te concentreren op hun

regierol. Voordeel is dat in het keuzeproces ook de

eigen organisatie wordt meegewogen. Als je alle

projectonderdelen tegen het licht houdt, waarvoor

heb je dan in de eigen organisatie de kennis en

capaciteit in huis en wat moet en wil je door de

markt laten doen?

lAnDelijke uitROl

Een toenemend aantal provincies toont belangstelling

voor de methodiek. Noord-Holland en Utrecht hebben

al een licentie gekocht, andere zijn geïnteresseerd.

Dat past in een belangrijke nevendoelstelling, namelijk

landelijke uitrol van de methodiek. Visser, enthousiast:

‘De belangstelling bevestigt de meerwaarde van deze

tool. Hij sluit aan op de processen van de overheden.

Ook op die van gemeenten en waterschappen. De

landelijke uitrol gaat er komen, daar ben ik zeker

van!’

De methode sluit aan op de processen van provincies, gemeenten en waterschappen

Page 30: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

58 5959

‘Wonen in crisistijd’ was het thema van het

jonge Ruimtemakers lagerhuisdebat in ede. De

jonge Ruimtemakers, een initiatief van APPM,

is een netwerk van jonge vakgenoten die zich

bezighouden met de fysieke inrichting van ons

land. De avond over Wonen in crisistijd was een

coproductie van APPM en de gemeente ede.

In de raadszaal van de gemeente ontspon

zich een levendige discussie tussen jonge

beleidsadviseurs van verschillende gemeenten,

corporatiemedewerkers en vertegenwoordigers

van private partijen. Frank van Vliet van APPM

leidde het debat, dat zich rondom vier stellingen

afspeelde. Wim Canninga, hoofd afdeling

Ontwikkeling van de gemeente Ede, stelde

kritische vragen aan de deelnemers. Tevens kwam

hij met enkele inspirerende voorbeelden uit de

praktijk van Ede. Een uitgebreider verslag van de

avond staat op www.appm.nl

De volgende bijeenkomst vindt plaats bij de

Stadsregio Arnhem Nijmegen op 26 juli a.s.

Wil je deelnemen of zelf een bijeenkomst

organiseren? Neem dan contact op met Birgit

Couwenberg via [email protected]

korte berichten

debat jonge RuimtemakeRs

58 59

Page 31: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

60 61

Green Business clubs:De Green Business clubs maken nederland mooier

en duurzamer. APPM heeft zich bij dit initiatief

aangesloten. Vanwege de doelstellingen maar ook

vanwege de aanpak, die goed past bij de APPM-

filosofie. Breng partijen uit verschillende disciplines

bij elkaar. Bundel hun kennis slagkracht, kennis

en positieve energie. Dan boek je snel concrete

resultaten. >

samenwerken in duurzaamheid

60 61

Page 32: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

62 63

foundig fathers zijn de Dutch Green Building Council,

de Nederlandse netwerkorganisatie op het gebied van

duurzaam bouwen en vastgoed; en Cofely, leverancier

van innovatieve oplossingen in de werktuigbouw,

elektrotechniek en automatisering.

OnDeRSteuninG en ADVieS

GBC NL gaat per locatie bedrijfsleven, gemeente,

kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties

samenbrengen. Achterliggende gedachte: iedereen

wil wat met duurzaamheid, maar is te druk bezig met

de eigen business om binnen de eigen sector, laat

staan daarbuiten, partners op te zoeken. Wij leveren

ondersteuning in de vorm van organisatie en advies.

Verder verrichten we een nulmeting die inzichtelijk

maakt waar het gebied staat en brengen we daaraan

gekoppeld de kansrijke maatregelen in kaart. Ook

zullen we specifieke duurzaamheidskennis inbrengen

en ervaringen delen die GBC’s elders in het land

hebben opgedaan. Na het opstellen van >

GBC NL stelt zich ten doel nog dit jaar de oprichting van ten minste zes lokale GBC’s te faciliteren

> De eerste Green Business Club (GBC) werd in 2010

opgezet op de Zuidas. Initiatiefnemer was Annemarie

van Doorn, toen nog werkzaam bij ABN Amro als

adviseur duurzame ontwikkeling. Bedrijven op de

Zuidas bleken behoefte te hebben aan het delen

van best practices op het gebied van verduurzaming

van vastgoed, dienstverlening en producten. Ook

wilden ze samenwerken bij het realiseren van

gemeenschappelijke duurzaamheidsdoelen en de eigen

medewerkers hierbij betrekken. Mooie bijkomstigheid

was dat op de Zuidas zowel financiële als juridische

kennis ruimschoots voorhanden was. Die kennis

kon direct worden ingezet voor het ontwikkelen

van business modellen en financiële constructies die

voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving

van essentieel belang zijn. En passant kregen de

deelnemers ook nog eens gelegenheid te netwerken.

lAnDelijke GBc

Het samenwerkingsmodel sloeg aan, in die mate dat

het navolging kreeg in Rotterdam en het Groene Hart.

Er is nu een landelijke Green Business Club opgezet:

GBC NL. Deze stelt zich ten doel nog dit jaar de

oprichting van ten minste zes nieuwe lokale GBC’s te

faciliteren. Annemarie van Doorn en APPM hebben

de handen ineengeslagen om dit streven gestalte te

geven. APPM is één van de founding fathers. Andere

Page 33: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

64 65

> een duurzaamheidsprogramma kan de lokale club

in principe op eigen benen staan en zelf de plannen

verder uitwerken.

OOk BuSineSS OPPORtunitieS

Duurzaamheid is doen. Er liggen legio kansen. Maar

om concrete en betekenisvolle resultaten te behalen,

is structurele samenwerking en verbinding nodig

tussen bedrijven en organisaties. Lokaal is hierbij

het sleutelwoord, waarbij het uitgangspunt is dat

een lokale GBC niet alleen waardevol is voor de

verduurzaming van het gebied maar ook een positieve

bijdrage levert aan de verduurzaming van de eigen

bedrijfsvoering. Er wordt zoveel mogelijk gebruik

gemaakt van de al aanwezige kennis en ervaring

van de participanten en van organisaties die binnen

of buiten het gebied actief zijn. Bedrijven en (liefst)

lokale spelers worden uitgenodigd hun expertise in te

brengen waardoor samenwerking binnen een lokale

GBC ook kan leiden tot business opportunities en

werkgelegenheid.

Iedereen wil wat met duurzaamheid, maar is te druk bezig met de eigen business om partners op te zoeken

AnneMARie VAn DOORn | [email protected]

64

Page 34: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

66 67

Wat zijn de overeenkomsten tussen APPM en de

houten fietsen van Bough Bikes? Dat je door anders te

durven denken tot andere oplossingen komt. en dat

ze alle twee nederland mooier maken. Geen wonder

dat APPM-directeur Piet Brandjes meteen geraakt was

toen hij het eerste model zag. inmiddels is de houten

fiets een ‘ding’ aan het worden. Hij rijdt, behalve in

nederland, ook in Milaan, london, Genève, Vancouver

en new york. Om maar een paar plaatsen te noemen.

nu de rest van de wereld nog. >

Op de fiets naar een nieuwe tijd

66 67

Page 35: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

68 69

> Geestelijk vader en ontwerper van de bough bike

is Jan Gunneweg (31). Jan heeft een voorliefde voor

natuurproducten en dan met name voor hout. ‘Mijn

drijfveer is mensen en natuur weer dichter bij elkaar

te brengen. Om mensen te inspireren. Ik wil met mijn

ontwerpen echt iets moois bereiken, namelijk geluk.’

Stil en cOMFORtBel

Via-via kwam Jan bij Piet Brandjes terecht. Piet is

iemand die intuïtief zijn beslissingen neemt: voelt de

combinatie persoon-idee goed aan, dan is hij bereid

om energie, tijd en geld in het project te steken. ‘Met

mooie mensen mooie dingen doen,’ noemt hij dat. Met

Jan had hij een klik en de fiets vond hij prachtig. Piet:

‘Ik vind hout een fantastisch materiaal. Het is warm en

tegelijk zacht en krachtig. Je merkt het als je met de

fiets rijdt, het is een totaal andere ervaring dan een fiets

met een stalen frame. Het stuur voelt meteen warm

aan. Hout absorbeert trillingen, waardoor de bough

bike heel stil en comfortabel fietst. Hij is zo ontworpen

dat alle voorwaartse kracht van het achterwiel wordt

doorgegeven aan het frame. Elke trap is raak, dat voel je.

En omdat hout een natuurproduct is, is elke fiets anders.’

tRAnSitie

‘Moved by nature’ is de slogan van bough bikes.

Daarmee komen we op een andere waarde. Piet: ”Ik >

Het tijdperk van materie en geld is

ten einde, we gaan naar een fase waarin

de mens en de natuur weer centraal

komen te staan

68

Page 36: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

70 71

De bough bike maakt Nederland

mooier, net als wij met

APPM doen

> denk dat we in een periode van transitie leven. Het

tijdperk van materie en geld is ten einde, we gaan naar

een fase waarin de mens en de natuur weer centraal

komen te staan. Om die overgang gestalte te geven,

moeten we nieuwe oplossingen verzinnen en out of the

box denken. De bough bike symboliseert voor mij deze

overgang. Hij rijdt ons van het materialistische tijdperk

naar het “mens-en-natuur” tijdperk”.

Het valt Piet op hoe verrast mensen zijn die een testritje

maken. ‘Iedereen krijgt meteen een grote glimlach op

zijn gezicht. In die zin maakt de fiets Nederland mooier,

net als wij met APPM doen. Het vergt wel enige lef om

er op rond te rijden. Je valt op en laat zien dat je dingen

anders durft te doen.’

AutOSHOW

Ondertussen rijdt de fiets bijna vanzelf de wereld rond.

Volvo gebruikte hem op de autoshow in Geneve, in

Milaan verrijkte hij de Nederlandse inzending voor

de Design Week. Op de Zuidas, maar ook in Londen,

Vancouver en New York kun je hem zomaar voorbij

zien komen. Piet: “Zo zie je maar hoe mooi de combinatie

van mens en natuur kan zijn”.

Meer informatie op www.boughbikes.nl.

71

Page 37: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

72 7373

Samen kun je meer, en dat geldt zeker voor

elektrisch vervoer (eV). in Zeeland heeft APPM

het procesmanagement gedaan voor meerdere

mobiliteits- en eV-projecten, onder meer voor de

provincie, een zorgvervoerder, Zeeland Seaports

en energieproducent Delta. We constateerden dat

de wil om emissieloos te rijden in de provincie

groot is, maar dat de partijen er niet in slagen hun

plannen te bundelen en op elkaar af te stemmen.

Om duurzame mobiliteit en elektrisch vervoer in

het bijzonder een stap verder te brengen, heeft

APPM het initiatief genomen om samen met

overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen

een plan van aanpak voor de hele provincie op

te stellen. Doel is daarmee naar de rijksoverheid

te stappen en een Green Deal te sluiten. Met

zo’n overeenkomst helpt de rijksoverheid

belemmeringen voor duurzame initiatieven

weg te nemen, met name door het verstrekken

van subsidies en het versoepelen van wet- en

regelgeving. Minstens even belangrijk als het

sluiten van de Green Deal is de weg erheen. De

verschillende partijen leren elkaar kennen, sluiten

nieuwe samenwerkingsverbanden en profiteren

van elkaars expertise. Alleen al daardoor zal het

elektrisch rijden een flinke impuls krijgen.

korte berichten

gReen deal vooR zeeland

72 73

Page 38: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

74 75

Olympisch Vuur als

bindmiddel voor een mooier en fitter

nederland74 75

Page 39: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

76 77

Binnen Olympisch Vuur moest het traject keuze

Stad een antwoord geven op de vraag wat de beste

kandidaatstad voor de Olympische Spelen 2028 zou

zijn. APPM Management consultants ondersteunde

hierbij het program office in de procescoördinatie. Het

was een mooi traject met een al even mooie uitkomst,

omdat Rotterdam en Amsterdam vanuit het algemene

belang tot een gezamenlijke keuze kwamen. laten

we met de lessen die we daaruit leerden ons voordeel

doen.

Olympisch Vuur was veel meer dan alleen een project

om de Olympische Spelen binnen te halen. De

missie was Nederland in de volle breedte – sociaal-

maatschappelijk, economisch en ruimtelijk – in 2016

op Olympisch Niveau te hebben. De Olympische Spelen

2028 fungeerden als inspirerende stip op de horizon,

het profijt (de legacy) zou naar voren worden gehaald.

Het organiseren van de Olympische en Paralympische

Spelen was een mogelijke uitkomst van dit proces.

GelOOF en leF

Helaas werd het initiatief in de kiem gesmoord. Al in

een vroeg stadium kreeg het politieke en publieke

debat een financiële lading, die het zicht op de

‘inspirerende stip’ belemmerde. De nadruk kwam te

liggen op de kosten en niet op de in deze fase nog >

De Olympische Spelen 2028

fungeerden als inspirerende stip

op de horizon, het profijt zou

naar voren worden gehaald

77

Page 40: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

79

> moeilijk te kwantificeren opbrengsten. Als je

de eigenlijke doelen van Olympisch Vuur wilt

verwezenlijken, dan moet je durven vérzien. Waar is

de visionair die het geloof en het lef heeft om een

wenkend toekomstperspectief te schetsen en mensen

te mobiliseren? En die daar aan vast durft te houden,

ook in economisch of politiek moeilijke tijden.

Wellicht had ook de organisatie rondom Olympisch

Vuur anders ingericht kunnen worden. In het

verlengde van de brede doelstellingen werd een

al even brede alliantie opgetuigd, bestaande uit

12 partijen. Het sterke punt was het brede draagvlak.

Een dergelijk samenwerkingsverband brengt echter

risico’s met zich mee. Zo ontstonden er discussies over

waar verantwoordelijkheden lagen en welke koers

gevolgd moest worden.

GeMeenScHAPPelijk BelAnG

Keuze Stad had tot taak een zorgvuldige afweging

te maken tussen Amsterdam en Rotterdam als

kandidaatstad voor de Olympische Spelen 2028.

Door met de beide steden en met het Rijk nauwgezet

de feiten bloot te leggen en elkaars standspunten

te delen, werd constructief naar een eindresultaat

toegewerkt. Uitgebreid werd gesproken over welke

stadskeuze de grootste winkans had en zou leiden

tot de grootste meerwaarde voor heel >

Olympisch Vuur heeft geleid tot gezamenlijke agenda’s, partijen bij elkaar gebracht en nieuwe netwerken opgeleverd

78

Page 41: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

80 81

> Nederland. Door inspirerende discussies ontstonden

nieuwe invalshoeken: vanuit de (schijnbare)

belangentegenstellingen groeiden de partijen naar

commitment voor het gemeenschappelijk belang.

Amsterdam als naamgevende stad en Rotterdam als

partnerstad zouden samen met heel Nederland vorm

gaan geven aan de Olympische Spelen 2028.

cOAlitiOnS OF tHe WillinG

Olympisch Vuur in het algemeen en het traject Keuze

Stad in het bijzonder heeft ons geleerd dat het

gezamenlijk belang en het delen van inhoudelijke

drijfveren bindmiddelen zijn voor een goede

samenwerking. Betrek partners op basis van een

gezamenlijke agenda en zoek daar naar creatieve

oplossingen. Formeer kleine en energieke coalitions

of the willing van partijen die echt iets met de thema’s

willen en kunnen. Zorg voor een goede mix van

publieke en private partijen en wetenschappelijke

instellingen, want dan ontstaat maximaal innovatief

vermogen.

Olympisch Vuur heeft geleid tot gezamenlijke

agenda’s, partijen bij elkaar gebracht en nieuwe

netwerken opgeleverd. De gezamenlijk gegenereerde

energie is er nog steeds. Laat we daarvan profiteren

en alsnog samen werken aan een Fitter Nederland

onder het motto ‘Nederland Olympisch Fit’.

Vanuit de (schijnbare) belangentegenstellingen groeiden de partijen naar commitment voor het gemeenschappelijk belang

Nederland in de volle breedte ‘Olympisch fit’: sociaal-maatschappelijk, economisch en ruimtelijk

MiRAn WieRSMA | [email protected]

Piet BRAnDjeS | [email protected]

Page 42: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

83

Colofonnummer 18 · jaargang 9 · zomer 2013

uitGAVe

APPM Management Consultants

ReDActie

Jantien van den Berg

Monique Nales

Pepijn van Wijmen

tekSt

Vincent Westzaan

VORMGeVinG

52 graden noorderbreedte

DRukWeRk

Druno en Dekker

PRODuctie

APPM

Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

en/of overgenomen onder voorwaarde van bronvermelding.

Spicalaan 8 t 023 5621630 [email protected] JG Hoofddorp f 023 5627610 www.appm.nl

Marksingel 2c t 076 5210639 [email protected] NV Breda f 076 5202582 www.appm.nl

Röntgenlaan 19c t 079 3600044 [email protected] DX Zoetermeer f 079 3617222 www.appm.nl

Page 43: appm nieuwsbrief 18 zomer 2013

84

appm nieuwsbrief 18

zomer 2013