Aorta Jaarboek 2007

84
jaarboek # 07 architectuurcentrum aorta wat maakt Utrecht Utrecht? architectuur in en om Utrecht

description

architectuur in en om Utrecht Thema: wat maakt Utrecht Utrecht?

Transcript of Aorta Jaarboek 2007

Page 1: Aorta Jaarboek 2007

jaarboek # 07architectuurcentrum aorta

wat maakt Utrecht Utrecht?architectuur in en om Utrecht

Page 2: Aorta Jaarboek 2007

3aorta 2007

Wat maakt Utrecht Utrecht?

foto: Kees Visser en ro Vorm 3utrecht Vanuit de lucht

‘Behalve het uiterlijke karakter is ook het innerlijke karakter eener stad voor den stedenbouwer een factor van belang. Hiermee bedoel ik den aard der stad, gelijk die door de voornaamste bezigheden der burgers bepaald wordt: ‘...’ een handelsstad, een marktstad, een fabrieksstad, een woonstad, een universiteitsstad.’

‘De Hedendaagsche Stedenbouw’, 1912, J.P. Fockema Andreae, pagina 34 – destijds wethouder Openbare Werken

later burgemeester van Utrecht van 1914 tot 1933

Page 3: Aorta Jaarboek 2007

3AORTA 2007

Wat maakt Utrecht Utrecht?

FOTO: KEES VISSER EN RO VORM 3UTRECHT VANUIT DE LUCHT

Page 4: Aorta Jaarboek 2007

4 AORTA 2007

voorwoord‘Het innerlijke karakter van de stad is van belang. De aard van de stad wordt bepaald door de voornaamste bezig­

heden van hare burgers. Is het een handelsstad, marktstad, fabrieksstad, woonstad of universiteitsstad’ vraagt

Fockema Andrea zich af in zijn boek Hedendaagsche stedenbouw uit 1912.

En eigenlijk is die vraag blijvend actueel. Op dit moment profileert Utrecht zich als evenementenstad, studenten­

stad en een stad waar het rustig wonen is. Onder het gemeentelijke motto “je vindt het in Utrecht” staat op de site

van Utrechtyourway: wie mij kent, weet dat ik niet vaak op de voorgrond treedt. Ook in omvang. Daardoor bied ik

rust en geborgenheid. Je mag bij mij zijn wie je bent. Ik laat je in je waarde. Studenten, kunstenaars, ondernemers,

bewoners en bezoekers. Ik heb ruimte genoeg voor jullie creativiteit en ben inspirerend genoeg voor jullie groei.

Je kunt hier je eigen weg gaan en vinden. Ik ben oud en wijs, ik heb de tijd.

Utrecht staat een aantal majeure, stedenbouwkundige ingrepen te wachten op verschillende schaalniveaus.

De meest bepalende en grootschalige is die van het Stationsgebied, dat gefaseerd tot ontwikkeling komt in

de komende twintig jaar. Na tientallen jaren van planvorming is de schop eindelijk de grond in gegaan op het

Vredenburg.

Er wordt veel verwacht van dit overgangsgebied tussen de voor­ en de achterkant, tussen de oude stad en Leidsche

Rijn, deze brug over de barrière die spoor heet, deze nieuwe culturele zone, dit moderne uitgaansgebied met

woningen. En met naar verwachting architectonische iconen. Hoe het precies zal uitpakken weten we nog niet

maar één ding is zeker: het zal de perceptie over deze stad grondig veranderen. Niet alleen vanwege de groot­

schaligheid en complexiteit van de ingrepen maar vooral omdat het gebruik van de stad zal veranderen. Voor ons

als burgers, voor de toeristen, de zakenmannen en – vrouwen en alle andere bezoekers. Er komt overigens ook

een flink volume aan moderne architectuur bij.

Dit jaarboek 2007 is een kijk­ en leesbundel over architectuur in en om Utrecht. In deze editie is het programma

van 2007 opgenomen, maar ook interviews met bewoners, een architect en een projectontwikkelaar woonachtig

en werkzaam in de stad. Zij geven hun visie op dat wat Utrecht Utrecht maakt. Natuurlijk wordt de historische

binnenstad als kwaliteit benoemt en ja, ook de Dom die voor velen dienst doet als maat der dingen.

Utrecht heeft nog steeds een enorme druk op de woningmarkt. Dat maakt wellicht wat lui in het nadenken over de

stad. Utrecht is ook maar al te vaak een doorgangsstad gebleken: na je studie vertrek je bij gebrek aan betaalbare

starterskoopwoningen. Nu kennis, creativiteit en ondernemerschap belangrijke economische factoren zijn, roept

het de vraag op hoe deze high potentials te binden aan de stad. Het aantal jongeren zal in de toekomst klein zijn.

De economie zal een strijd voeren om de jongeren. Steden zullen straks meer moeite moeten doen om ze binnen

te halen en binnen te houden. De factor kwaliteit wordt in de toekomst dus heel belangrijk. ‘Vul het gat op tussen

de studentenkamer en de eengezins koopwoning. Er zijn hier in de stad genoeg plekken om dit te doen in een

hoge dichtheid, met leuke architectuur’. (Hooimeijer, debat van kamer tot koopwoning, zie pagina 40)

De stad is historisch gegroeid. Wanneer je door Utrecht loopt, trekt een hele geschiedenis aan je voorbij. Die

gelaagdheid is zo bijzonder. En hoe profileert Utrecht zich over tien jaar? Wie het weet, mag het zeggen.

De toekomst wordt als een minder eenduidig beeld naar voren: waar groeit Utrecht heen.

Eveline Paalvast, directeur

Maart 2008

Page 5: Aorta Jaarboek 2007

5AORTA 2007

Aorta: Een historisch stukje UtrechtUtrecht is een stad met gelaagdheid. Het is één van de oudste steden in

Nederland. De Latijnse naam TRAIECTUM (doorwaadbare plaats) stamt

uit de Romeinse tijd. Hier was een oversteekplaats in de rivier. De stad

heeft zich vanuit de Romeinse vesting en vervolgens het bisdom Utrecht,

ontwikkeld tot de stad die het nu is. Een stad die werkelijk in het geo­

grafisch centrum van ons land ligt, doorsneden door tallozen auto­ water­

en spoorwegen.

Architectuurcentrum Aorta is gevestigd op zo’n historisch stukje Utrecht

met een rijke geschiedenis. Achter de Dom lag net buiten het Romeinse

Castellum. In de middeleeuwen bevond zich op deze plek waarschijnlijk

het gerechtsgebouw van de proost, de leider van de geestelijke instelling.

Rond 1580 werd de rooms­katholieke godsdienst door de Calvinisten

verboden (de Reformatie) en kwam het grondgebied in handen van (rijke)

particulieren. Het pand waarin Aorta gevestigd is is hier een voorbeeld

van. In de kern is het middeleeuws, maar het pand heeft sindsdien diverse

verbouwingen ondergaan. In de 19e eeuw heeft het pand als Hoofdpost­

kantoor dienst gedaan, tot de bouw van het nieuwe postkantoor aan de

Neude (1924). De nu zo rustige doorgang was toen ‘…een drukke straat.

De postwagens vroeger, en de auto’s den laatste tijd, reden er af en aan; er

was vertier en drukte. Maar nu? Doodsch en stil was ’t er.’ Na het vertrek

van de post heeft De Onderlinge Pharmaceutische Groothandel, het tegen­

woordige OPG, voor de nodige geluidsoverlast gezorgd. De wattenpers­

machine heeft in die tijd tot veel commotie geleid. Vanaf de jaren 70 kreeg

het pand een museale functie. Het Nationaal Museum van Speeldoos tot

Pierement, het Nederlands goud­, zilver­ en klokkenmuseum en het

Museum voor Hedendaagse Kunst kregen er een plek. Sinds 1996 heeft

Aorta haar intrek genomen. Het platform voor de hedendaagse architectuur,

op een plek waar het bouwhistorisch verleden spreekt.

* bron: Historisch onderzoek, nr. 991124.VOO , 25 november 1999

‘Geen stijl, maar des te meer karakter heeft de stad, Een harde en benepen eigen­zinnigheid. Die zich de maat van alle dingen waant…’Een typering van Utrecht door H. Marsman (1899 – 1940), gegrift in een gevelsteen op de Domstraat

‘…De postwagens vroeger, en de auto’s den laatste tijd, reden er af en aan; er was vertier en drukte…’

UTRECHTS POSTKANTOOR 1905 FOTO: UTRECHTS ARCHIEF

Page 6: Aorta Jaarboek 2007

Utrecht en omgeving zijn van een bijzondere schoonheid; je kunt er uren naar kijken 15 Eén ding hebben de programma’s gemeen; Utrecht en de omgeving staan centraal 16 De heden­daagse bouwkunst krijgt steeds meer een kos­mopolitisch karakter 19 Deze stad heeft ook een schat aan moderne architectuur 20 De visie van Utrecht op Architectuur vind ik niet overtuigend 27 Het verhaal van het tot stand komen van Het Bolwerk bleek een spannend jongensboek 30 Een soort coming out van de landschapsarchi­tecten 39 Momenteel is waarschijnlijk maar 30% van de Utrechters ‘authentiek’ 45 De professionele rol van vrouwelijke architecten te benadrukken 51 Wat is in deze optiek duurzame en daarmee voor de stad waardevolle architectuur? 59 Wat zijn de dromen en nachtmerries van de kavelkoper? 63 Hoe gebruik en programma invloed hebben op architectuur 67 Een serieuze maar laagdrempe­lige expositie, die ook de veranderde architectuur van de studentenhuisvesting in de stad belicht 75 Aorta zal de ingezette koers voortzetten naar een verdere professionalisering 76

Page 7: Aorta Jaarboek 2007

7AORTA 2007

inhoudHet programma Culturele evenementen 12 Educatie 16 Spanje <

> Nederland 17 Films en mooie woorden 17 Polder Rijnenburg 18

Vaartse Rijn Station 19 Jongeriuscomplex 20 Get Inspired 26

Rotsoord 32 Nieuwe lading 34 Utrecht Studentenstad 40

Women who build 46 Dare 52 Rietveldprijs 54 Het Wilde Dromen 58

Bar 62 Rondleidingen 64 Aorta informatief 66

Interviews Antoni Folkers, architect en voorzitter stichting Jongerius 22

Edwin Oostmeijer, projectontwikkelaar en winnaar Gouden Piramide

2006 28 Henny van Poppel en Marieke Zonnenberg, bewoners van

droomhuis gebouwd in particulier opdrachtgeverschap 60

Over Aorta Publicaties 68 Jaarcijfers 70 Bezoekrates 72 Koers 2008

74 De visie 77 Medewerkers 78 Sponsoren 79 Colofon 79

English Summary 80

Page 8: Aorta Jaarboek 2007

8

Page 9: Aorta Jaarboek 2007

9GEVEL FACULTEIT EDUCATIE UTRECHT | ARCHITECT: ECTOR HOOGSTADFOTO: ECTOR HOOGSTAD

Page 10: Aorta Jaarboek 2007

10 AORTA 2007

‘een mix van debat, exposities, documen tatie en

onderzoek, veel eigen initiatieven.

…ik ben nog steeds blij dat aorta er is gekomen!’

drs annemiek rijckenberg, zelfstandig adviseur

stedelijke ontwikkeling en voormalig wethouder

ruimtelijke ordening voor de gemeente utrecht 1994 –

2001, in jaarboek aorta 2006

Page 11: Aorta Jaarboek 2007

11FOTO: AORTA STADHUIS | ARCHITECT: E. MIRALLES

Page 12: Aorta Jaarboek 2007

12 AORTA 2007

tijdelijk verblijfthema dag van de architectuur

Ontwerp je eigen Space-boxEen workshop voor kinderen in het café van Aorta. De kinderen kregen een

vuurdoop in de wereld van de architectuur en de studentenhuisvesting.

Hoe ga je crea tief en efficiënt om met beperkte ruimte? Wat heb je wel en

niet nodig? Kinderen werden gestimuleerd om hun eigen ideeën om te

zetten in een ontwerp voor een Spacebox.

University College UtrechtOp het terrein van het University College Utrecht, aan de Prins Hendrik­

laan, zijn rondleidingen verzorgd door de architecten Art Zaaijer en Michael

van Leeuwen. Het University College is een campus naar origineel Angel­

saksisch model en maakt onderdeel uit van de Universiteit Utrecht. De

campus is gericht op internationale en Nederlandse studenten die tijdens

hun Engelstalige bachelor op de campus studeren en wonen. De campus

bevindt zich op het voormalige Kromhout Kazerneterrein en is volledig

ingericht voor de studenten.

Bekend zijn de geluidsmuurwoningen van Koen van Velsen. Bezoekers

werden rondgeleid en kregen een toelichting op de afzonderlijke

gebouwen die ontworpen werden door Architectenbureau Art Zaaijer,

Architectuur bureau Sluijmer en Van Leeuwen en Architectenbureau

Koen van Velsen. Het was een mooie gelegenheid deze voor het publiek

gesloten campus eens te openen voor iedereen die interesse had.

Utrecht studentenstadEen tentoonstelling over Utrechtse studentenhuisvesting vanaf de weder­

opbouwperiode tot nu. Door het nabootsen van interieurs van studenten­

kamers uit verschillende periodes. Van de hospita naar de Spacebox, de

stapelbare verplaatsbare woon studio (zie ook pagina 41).

Het landelijke thema van de Dag van de Architectuur was ‘Tijdelijk verblijf’.

In Utrecht is dit vertaald naar studentenhuisvesting. Aorta organiseerde

een expositie, een kinderworkshop en rondleidingen.

Datum: 23 juni | Aantal bezoekers: 73

culturele evenementenIeder jaar worden er in Utrecht verschillende

culturele evenementen georganiseerd waaronder

de Dag van de Architectuur, Open Monumenten­

dag en Culturele Zondagen. Architectuurcentrum

Aorta haakt graag in op dit soort activiteiten

omdat het de mogelijkheid biedt architectuur

vanuit een andere invalshoek te benaderen en

een groot publiek aan te spreken.

UTRECHT UNIVERSITY COLLEGE | ARCHITECTENBUREAU ART ZAAIJER

DRIE GEBOUWEN STUDENTENHUISVESTING FOTO: YOUR CAPTAIN LUCHTFOTOGRAFIE

Page 13: Aorta Jaarboek 2007

13RONDLEIDING UNIVERSITY COLLEGEFOTO: AORTA

naast tentoonstellingen organiseert aorta

workshops, symposia, lezingen en debatten

over actuele onderwerpen in de gebouwde

en landelijke omgeving. één ding hebben de

programma’s gemeen; utrecht en de omgeving

staan centraal.

Page 14: Aorta Jaarboek 2007

14 AORTA 2007

In Utrecht staan veel monumenten van de twintigste eeuw open monumentendagIn het café van Aorta vonden twee kinderworkshops plaats. Moderne

monumenten uit Utrecht zoals De Inktpot, het Rietveld Schröderhuis, het

Postkantoor en de Stadsschouwburg werden vergeleken met moderne

architectuur van nu en vormden de inspiratie om zelf te gaan ontwerpen:

op basis van moderne vormen maakten kinderen hun eigen monument van

de twintigste eeuw!

Speciaal voor de Open Monumentendag is Villa Jongerius voor het publiek

open gesteld. De villa behoorde in de jaren ’30 tot het grotere complex

waar zich ook het hoofdkantoor van de firma Jongerius bevond. De villa,

de tuin en het kantoor zijn in 1938 als één complex gebouwd door Jan

Jongerius. De villa had destijds een bijzonder voorkomen, een mix van

Art Deco en Modernisme, en lag op een unieke plek aan de overzijde

van het Merwedekanaal. Sinds 1955 is het in gebruik door Defensie en in

vergetelheid geraakt. Bij het vertrek van Defensie in 2011 wordt het gebied

herontwikkeld. De stichting Jongerius zet zich in voor de toekomstige

ruimtelijke ontwikkeling van het complex, waarbij een maatschappelijke

culturele bestemming van het complex een doelstelling is. Onder leiding

van gidsen van de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex en Archi­

tectuurcentrum Aorta kon men op de Open Monumentendag deze unieke

villa bezoeken. In de woonkamer werd een film van de villa in glorieuzer

tijden vertoond. Een uniek familie document. Sinds Mei 2007 heeft deze

villa, maar ook de tuin en het kantoor, een gemeentelijke monumenten­

status verkregen. (zie ook pagina 24).

Datum: 8 september | Aantal bezoekers: 319Tijdens de Open Monumentendag organiseerde Aorta verschillende

activiteiten die aansloten bij het landelijke thema

Utrecht en zijn omgeving zijn van een bijzondere schoonheidculturele zondagenTijdens het Uitfeest verzorgde auteur Kees Visser twee lezingen. Aan de

hand van foto’s uit het boek ‘Utrecht vanuit de lucht’ vertelde hij over

de stadsontwikkeling van Utrecht. ‘Wanneer de stad en het landschap

van bovenaf worden bekeken, oogt de wereld veel rustiger. Utrecht en

omgeving zijn van een bijzondere schoonheid; je kunt er uren naar kijken

en ontdekt telkens weer een ander dakterras of bootje in de Vecht. De stad

krijgt andere kleuren en dimensies, die alleen maar op luchtfoto’s zicht­

baar worden.’ Je eigen straat, of je dakterras herkennen. Was dat niet de

buurvrouw die lekker lag te zonnen in het Lepelenburgpark? Kees Visser

zoomde in op de historische binnenstad, de twintigste eeuwse uitbreidings­

wijken, maar ook de prachtige landelijke gebieden rondom Utrecht. En

dat allemaal vanuit de lucht! Leuker dan Google Earth! (Luchtfoto’s in dit

jaarboek.)

In 2007 bestond Utrecht Uitfeest 10 jaar en dat werd feestelijk gevierd.

Ongeveer 65.000 mensen bezochten die dag de open huizen, waaronder

Aorta.

Datum: 9 september | Aantal bezoekers: Lezing Uitfeest 115 (Bezoekers Uitfeest algemeen 230)

‘een vuurdoop in de wereld van de architectuur’

Page 15: Aorta Jaarboek 2007

15KINDERWORKSHOP FOTO: AORTA

Page 16: Aorta Jaarboek 2007

16 AORTA 2007

Bij Aorta een vuurdoop in de wereld van de Vurige

vormen in de Architectuur. Wat is dat eigenlijk…

architectuur? Wat doet een architect en zit er een

architect in mij? Binnen een duidelijk kader werden

de kinderen gestimuleerd om een eigen gebouw te

ontwerpen wat nog nergens ter wereld bestaat! culturele zondagen Op het Vredenburgterrein maakten de kinderen een sprong naar de

middeleeuwen. Wat is dat precies: de middeleeuwen? Hoe woonden de

mensen toen? Hoe zagen de gebouwen van de gewone mensen er uit?

Met wat voor materialen bouwden de schoenlapper, de harnasmaker en

de kapper hun huizen? Bouwen we nog steeds zo onze huizen? Met elkaar

werd een nieuwe stad gereconstrueerd, op basis van materialen die in de

middeleeuwen werden gebruikt. Nieuwe vormen, nieuwe ideeën waren

welkom.

Datum: 4 november | Aantal bezoekers: 60Ieder jaar organiseert Aorta op Culturele zondag een workshop voor

kinderen. Als onderdeel van de Culturele Zondag De Vuurdoop vonden

zowel in het café van Aorta als bij de opgraving van de middeleeuwse

woonwijk De Teerling op het Vredenburg twee kinderworkshops plaats.

kleinste huisje van

Utrecht!kunstkijkdag Het omstreden metalen en kleinste huisje van Utrecht, aan de Kromme

Nieuwegracht op de hoek van de Drift, was het thema van de dag. Het

huisje, op een kavel van slechts drie bij vijf meter, is een ontwerp van de archi­

tecten Sluimer en van Leeuwen. Voorheen een parkeerplaats voor één auto, nu

een bewoonbaar huis van zeven bouwlagen hoog. Het bijzondere aan dit huis

is zijn openheid naar de stad. Er is weidsheid geschapen op de kleinst denk­

bare oppervlakte. Na een korte film werd het gebouwtje bezocht. Door middel

van een quiz met vragen over het huisje werden de kinderen geprikkeld na

te denken over het idee, het ontwerp, mooi en lelijk en het materiaalgebruik.

Datum: 19 april | Aantal bezoekers: 30De Kunstkijkdag is de Utrechtse ontmoetingsdag tussen kinderen en

de culturele instellingen. Het doel van deze dag is dat kinderen bewust

worden gemaakt van hun culturele omgeving.

leer mij Utrecht kennenZaterdag 3 november verzorgde Aorta een rondleiding door De Uithof als

onderdeel van de cursus “Leer mij Utrecht kennen”. De laatste jaren is er

met verve gebouwd, met ontwerpen van gerenommeerde Nederlandse

architecten, wat De Uithof steeds meer het aanzien geeft van een echte

campus. Bijzondere gebouwen zijn o.a. het opvallende en prijzen winnende

Educatorium van Rem Koolhaas/OMA (1997), het Minnaertgebouw van

Neutelings Riedijk Architecten (1997), de Faculteit voor Economie en

Management van Mecanoo met de verborgen binnentuinen (1995), het

NMR­gebouw van UN Studio (2001), de opvallende Basketbar van NL

Partners (winnaar Rietveldprijs 2003), de universiteitsbibliotheek van Wiel

Arets (2004, winnaar Rietveldprijs 2005) en de meest recente aanwinst de

Faculteit Educatie van Ector Hoogstad Architecten (2007). Het groen­

structuurplan van De Uithof is van West 8.

Oktober & November 2007 | Aantal bezoekers: 60In samenwerking net Museum Sterrenwacht Sonnenborgh, Volksbuurt­

museum Wijk C, Rondom, gemeente Utrecht en Gilde Utrecht organiseerde

Aorta dit jaar de cursus Leer mij Utrecht kennen. Het programma bestond

uit een reeks van zes excursies waarin een bijzonder stukje Utrecht werd

bezocht. Plekken waar de meeste Utrechters niet dagelijks komen.

architectuur leren begrijpen

KINDERWORKSHOP FOTO: AORTA

Page 17: Aorta Jaarboek 2007

17AORTA 2007

Rem Koolhaas – a kind of architectFilm Weinig architecten weten zoveel aandacht te trekken als Rem Koolhaas,

zowel binnen als buiten de wereld van de architectuur. Recente projecten

als de Nederlandse ambassade in Berlijn, Casa da Musica in Porto, de

bibliotheek van Seattle en het gebouw van de staatsomroep in Beijing zijn

spraakmakend. Koolhaas’ visie op architectuur en stedelijkheid wordt door

middel van zijn projecten geduid. In de film Rem Koolhaas – A Kind of

Architect koos Markus Heidingsfelder, die eerder door MTV werkte, voor

een clipachtige filmstijl. We zien Koolhaas als jonge journalist en filmer, met

Frans Bromet en Jan de Bont, en komen in aanraking met de dingen die

hem toen inspireerden. Stedelijk Museum directeur Willem Sandberg en

Cobrakunstenaar Constant springen daaruit naar voren. We zien Koolhaas

geportretteerd als filosoof en kunstenaar, met architectuur en stedenbouw

als medium, als goeroe en als aarzelend zoeker, als jonge vent en gerijpt

architect. (De dvd is te koop bij Filmhuis ’t Hoogt.)

Datum: 15 & 16 september | Aantal bezoekers: 164Films & Mooie woorden presenteert Architectuurcentrum Aorta i.s.m.

Filmhuis ’t Hoogt.

Spanje < > Nederland Ontwerpen buiten de eigen cultuur

DebatDe hedendaagse bouwkunst krijgt steeds meer een kosmopolitisch

karakter. Vooraanstaande architecten werken tot ver buiten hun eigen

landsgrenzen aan beeldbepalende bouwwerken en stedenbouwkundige

projecten. Is deze globalisering in de architectuur een stimulans voor de

ontwikkeling van de bouwkunst? Of doet ze juist afbreuk aan de betekenis

van nationale bouwtradities en culturele verscheidenheid?

Onder de titel ‘Ontwerpen buiten de eigen cultuur’ vond in Utrecht een

Spaans­Nederlands architectendebat plaats waarin deze en andere vragen

aan de orde kwamen. Twee Spaanse en twee Nederlandse toparchitecten

traden in dit (simultaan vertaalde) debat met elkaar in discussie: Antonio

Ortiz en Enrique Sobejano over hun projecten in Nederland en Wiel Arets

en Jacob van Rijs over hun ontwerpen in Spanje. Helena Casanova, een

in Nederland gevestigde Spaanse architect, stond als gespreksleider stil

bij vragen als: Wat beweegt Spaanse architecten ertoe om in Nederland te

komen bouwen en Nederlanders om datzelfde in Spanje te doen? Zijn de

verschillende werkwijzen in de betreffende landen een verrijking voor de

projecten of juist een barrière? Welke rol speelt culturele identiteit vandaag

de dag in hun ontwerpen en de architectuur in het algemeen? Maakt het

nog uit waar je werkt, voor wie je werkt en binnen welke stedelijke en

culturele context? De meningen waren verdeeld. Spaanse architecten

concludeerden dat het een opgave is je als buitenlandse architect in

Nederland te profileren. Ambities zijn hoog, maar uiteindelijke realisatie laat

vaak lang op zich wachten of vindt nooit plaats. In Spanje zijn de barrières

beduidend minder hoog beamen Arets en Van Rijs. Uiteindelijk maak het

niet uit waar je ontwerpt, wanneer je de culturele context in beschouwing

neemt, voor de architect is het iedere keer weer een invulling geven aan de

vraag van de opdrachtgever. De avond werd afgesloten met een receptie

bijgewoond door de ambassadeur van Spanje, de heer Alfonso Dastis.

Datum: 18 & 19 oktober 2007 | Aantal bezoekers: 120Voor de organisatie van dit debat is samengewerkt met Instituto Cervantes

in Utrecht en de culturele afdeling van de Spaanse ambassade.

Aansluitend op dit debat organiseerde Architectuurcentrum Aorta een

rondleiding in het Utrechtse stadhuis ontworpen door de Catalaanse

architect Enric Miralles (1955 – 2000). (zie ook pagina 64)

architectuurcentrum aorta vindt het belangrijk om zowel kinderen

als volwassenen met architectuur in contact te brengen en hen te

interesseren voor de gebouwde omgeving. door prikkelende en leuke

programma’s aan te bieden probeert aorta hun begrip, kennis en inzicht

in de processen die met architectuur en de gebouwde omgeving te maken

hebben te vergroten.

REM KOOLHAAS FOTO: DOMINIK GIGLER

Page 18: Aorta Jaarboek 2007

18 AORTA 2007 | DEBAT

De Gemeente Utrecht heeft, voor de collegeperiode 2006 – 2010, een

start gemaakt met de ontwikkeling van Polder Rijnenburg. Uitgangspunt

hierbij is dat in deze polder – die ligt ten zuiden van de stad, grenzend aan

de snelwegen A2 en A12 én aan het Groene Hart – maximaal vijfduizend

woningen in een ‘groenblauwe’ omgeving worden gerealiseerd. De aan­

leiding voor Aorta en de BNA Regio Noordwest/Centrum om een debat te

initiëren. Op het programma van de middag stond in de eerste plaats een

korte busexcursie door Polder Rijnenburg met een drietal korte inleidingen:

Jantien van Oosteijen van het programmabureau Groene Hart over het

Groene Hart beleid en de Groene Hart Atlas in het algemeen; Maaike van

Stiphout van DS Landschapsarchitecten over de structuren, de details en

de kwaliteit van het gebied; Jan Maurits van Linge over zijn visie als land­

schapsarchitect over de betekenis en ruimtelijke kwaliteiten van buffer­

zones als Polder Rijnenburg. Het tweede onderdeel van het programma

betrof een plenair gesprek over onder meer de karakteristieken van het

huidige gebied, de relatie met het Groene Hart en de beoogde ontwikke­

ling. De vraag óf het wenselijk is Polder Rijnenburg te ontwikkelen is een

gepasseerd station. Wat is wenselijk en wat niet? Wat is mogelijk en wat

niet? Hoe kan wonen in een ‘groenblauwe’ omgeving garant staan voor

een passende overgang van en naar het Groene Hart? Wat kan gezegd

worden over beoogde kwaliteiten en vooral ambities? En wie bewaakt de

uitgangspunten?

De discussie werd gestructureerd aan de hand van vier thema’s, te weten:

a. bestaande ruimtelijke kwaliteit,

b. proces,

c. betekenis transformatie, en

d. nieuwe (ruimtelijke) kwaliteiten.

Voor de transformatie van de polder is het belangrijk het contact tussen

stad en land te handhaven. ‘Als je het op een goede manier verbindt, biedt

je de mogelijkheden aan de stad rijker te worden dan hij is. Het landschap

zorgt voor andere condities dan plekken in de stad. Bij een goede verbin­

ding naar de stad wordt het landschap een stuk van de stad.’ Ruimtelijke

kwaliteit wordt versterkt door goede verbindingen. Het is daarom ook be­

langrijk de ecologische­ en recreatieve verbindingen vitaal te houden en te

versterken. Durf stad­ en landschap met elkaar te laten communiceren en

investeren daarin. Hiervoor moeten keuzes en ambities worden geformu­

leerd. Door geconcentreerde bebouwing wordt het landschap het meest

ontzien. Bijvoorbeeld door de huidige snelweg als stedelijke straat op te

vatten, alhoewel de geluidswal daarvoor nog een barrière vormt. De stad

groeit zo langs de snelweg de polder in en brengt een verbinding tussen

stad en land. De keuze voor geconcentreerde bebouwing is alleen mogelijk

wanneer bewoners voor het beheer zullen zorgen.

Er werd gesuggereerd om bij de transformatie met name vanuit het Groene

Hart te denken. Het is interessant dat je een landschap hebt, dat de kans

biedt een ander woonmilieu te creëren, je zou het dorps als stads kunnen

noemen. Er moeten eerst keuzes worden gemaakt. Het vergt namelijk

een geheel andere aanpak om een bestaande woonbehoefte hier in te

vullen of een andere categorie, namelijk luxe, aan te spreken. Rijnenburg

is een attractief woongebied. Voorgesteld wordt het een regionale opgave

te maken en betekenis te geven aan de stad Utrecht, maar ook voor het

Groene Hart. Verschillende elementen werden nog genoemd die niet mo­

gen ontbreken. Maar belangrijker is dat in de verschijningsvorm Rijnen­

burg straks twee werelden inzichtelijk dienen te worden: stad (Utrecht) en

landschap (Groene Hart). En dat verbindingen tussen deze twee wezenlijk

zijn. Geconcludeerd werd dat het vooral gaat om het zoeken naar nieuwe

vormen, betrek de rol van de particuliere beheerders, leg de verbindingen,

trek lring uit andere planprocessen, geef invulling door middel van een

open­plan­proces met een strakke regie, begin hiermee met de bewoners,

leg de afspraken vast zodat ook het landschap weerbaar gemaakt wordt

en de rest niet volgebouwd. Van belang is een keuze in de hoeveelheid

groen en recreatie en de norm voor kwaliteit.De discussie was vooral een

opening om verder met elkaar in discussie te gaan om de kwaliteit van dit

te ontwikkelen gebied te verbeteren.

(volledig verslag: www.aorta.nu)

Datum: 16 mei | Aantal bezoekers: 50

dorps en stads

met een reeks open debatten wil aorta door het jaar heen kunnen inspringen op de actualiteit in de

gemeente utrecht en omstreken. afhankelijk van de ontwikkeling op lokaal, regionaal en landelijk

niveau is er een aantal onderwerpen dat zich uitstekend leent voor een diepgaand debat. verschillende

partijen ontmoeten elkaar, uiteenl opende standpunten worden toegelicht en geconfronteerd met

anderen. bezoekers worden uitgedaagd deel te nemen aan het debat.

ronde door het Groene Hart – Polder Rijnenburg

EXCURSIE POLDER RIJNENBURG FOTO: AORTA

Page 19: Aorta Jaarboek 2007

19AORTA 2007 | DEBAT

Het Vaartse Rijn station is onderdeel van het voorgenomen Randstadspoor

in de regio Utrecht. Het Randstadspoor wordt ontwikkeld om stadsdelen

en wijken te voorzien van een snelle OV­verbinding. Dit station is ook

een belangrijk overstappunt voor de vrije busbaan richting De Uithof.

De halte is echter door de stedelijke context van groter belang. Het is

een belangrijke verkeersverbinding naar de binnenstad en een aanvul­

ling op het aanbod van openbaar vervoer voor bedrijven, scholen en

bewoners in dit deel van de stad. Er is een trek naar het zuiden van het

creatieve milieu van Utrecht: Rotsoord is in opmars, Vondelparc voorziet

al in bedrijfsvoorzieningen voor de creatieve en dienstverlenende sector.

Door de vestiging van het Louis Hartloopercomplex met filmhuisprogram­

mering, restaurants langs de Ooster­ en Westerkade wordt de grens van

de binnenstad langzaam verlegd. Door de komst van het station wordt de

zuidelijke binnenstad beter bereikbaar. De Twijnstraat en de Oudegracht

gaan hierdoor meer fungeren als aanloopstraat naar het winkelgebied en

het Museumkwartier. Het station is kortom de poort naar de binnenstad en

het zuiden van Utrecht en is daarmee onderdeel van een grotere gebieds­

ontwikkeling. Inmiddels is de relatie tussen het station Vaartse Rijn en het

Museumkwartier opgenomen als één van de bepalende ontwikkelingen

voor de gemeentelijke agenda van de binnenstad.

Centrale thema’s in het debat waren: Hoe kan het station als Zuidpoort van

de stad betekenisvol bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied? Waar­

in onderscheidt het zich van de gemiddelde halte in termen van ontwerp

en programma? Kan het bijdragen aan de economische dynamiek van het

gebied? Zijn er bijzondere functies denkbaar? En voor wie? Hoe verhou­

den deze functies zich met de rest van de stad? Of met het omliggende

gebied? Wat maakt dit ontwerp aantrekkelijk en passend in de dynamiek

van zijn directe omgeving? Voldoet het ontwerp aan de ambities?

‘Het is maar één keer mogelijk om een goed station te maken’, zegt

Gierveld. De toetsing van het plan is binnenkort. Maar wat ontbreekt is

een duidelijk beeld van wat het station kan betekenen voor de omgeving.

Studio SK ontwierp de lijnvisie voor het Randstadspoor. Een bouwdoos

met elementen waaruit een station kan worden opgebouwd. Het nieuwe

station Vaartse Rijn wordt geplaatst op het kruispunt van de oude spoorlijn

als grens van de stad en het landschap en de trekvaart, de handelsroute

over het water. Ook nu bevindt zich het station op een kruispunt tussen

het historische centrum en de culturele broedplaats aan de andere kant

van de lijn. De Gemeente zoekt een structuur om beide te verbinden. Het

Vaartse Rijnstation moet hierin een knoop worden, een verbindende poort

van beide stadsdelen. De visie ligt er, het programma is alleen nog niet

voldoende ingevuld. Er wordt gedacht aan publieke en private functies.

Over de architectuur kan men twisten. Er zijn voor­ en tegenstanders.

Het ontwerp mag wellicht wat ingetogener volgens een bewoner of dient

te verschuiven ten behoeve van de continuïteit van het waterlint. Maar

belangrijker is de repliek ten aanzien van het programma. Om het ontwerp

succesvol te laten zijn moet al vroegtijdig expliciet gekozen worden voor

het programma en de kwaliteit, in dit geval culturele kwaliteit. Als er geen

programma is, zegt Van Ees, wordt de invulling hoe dan ook doods. Het

ontwerp van Studio SK vraagt een inspanning om te zorgen dat er pro­

gramma is ook gedurende de verlaten uurtjes van de dag. Er wordt gepleit

voor een goed scenario om de mogelijkheden te kunnen benutten voor

deze plek. Conclusie van het debat is dat de aanleg van de halte op zich

niet riskant is, maar wel de extra invulling die er aan wordt gegeven. Het is

duidelijk een leefgebied, met de bewoners moet worden gekeken naar de

behoeftes in de directe omgeving, aldus ProRail. De creatieve sector zou

goed passen in dit gebied. De vraag is echter of de economische status

van die sector niet botst met de hoge prijs van ruimtes onder de infrastruc­

tuur. Harrie Bosch, wethouder voor ruimteijke ordening reageert met: ‘Het

gaat gewoon lukken! Het zal eerder een probleem worden om de boel af te

remmen dan dat er angst hoeft te zijn voor leegstand.’

(volledig verslag: www.aorta.nu)

Datum: 17 september | Aantal bezoekers: 55

Martin Mulder (projectmanagementbureau)

Marcel Gierveld (Stadsontwikkeling Gemeente Utrecht)

Paul van der Ree (studio SK en architect van het stationsontwerp)

Christian van Ees (vml. stedenbouwkundig adviseur Noord/Zuidlijn Amsterdam)

Jan Dogterom (adviseur stedelijke ontwikkeling)

Oedzge Atzema (hoogleraar economische geografie)

Harm Scheltens (directeur Pastoe)

Gerard Wek (Kamer van Koophandel)

R. van Steensel (bewonersgroep omgeving Pelikaanstraat)

Harrie Bosch (wethouder Ruimtelijke Ordening)

Tymon de Weger (wethouder verkeer en milieu)

meer dan een halteVaartse Rijn Station

STATION VAARTSE RIJN ONTWERP: STUDIO SK

Page 20: Aorta Jaarboek 2007

20 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING

Jan Jongerius werd in 1888 geboren als telg van de bekende Utrechtse

hoveniersfamilie Jongerius, waartoe ook Agnes Jongerius (voorzitter FNV)

en Hella Jongerius (designer) behoren. Jan had een groentenhandel, maar

in 1921 sloot hij een contract met de Texas Company (het latere Texaco)

en introduceerde hij de eerste benzinepompen in Nederland. Al snel kwam

Jan in contact met autofabrikant Ford en in 1935 richtte hij Ford Jongerius

NV op. In korte tijd wist hij zijn imperium uit te breiden en eind jaren dertig

was hij de grootste Forddealer in Nederland. Jan Jongerius werd in Utrecht

al snel bekend onder zijn bijnaam: Jan Ford. Tevens bouwde Jongerius

NV aan het Merwedekanaal bussen en allerlei soorten vrachtauto’s. Aan

het Merwedekanaal liet Jongerius een villa en kantoor bouwen, waarvoor

hij vermoedelijk werd geïnspireerd door Amerikaanse en mediterrane

architectuur. Jan overleed in 1942 en in 1955 ging zijn imperium failliet. De

gebouwen vielen toe aan de Dienst Domeinen. Tot eind jaren negentig was

de villa in gebruik door Defensie, nadat het in onbruik raakte, is het zelfs

gekraakt. De laatste jaren heeft het complex onder andere gediend als

decor voor televisieseries, zoals Hartslag. Momenteel is alleen de villa een

rijksmonument.

Nu Defensie het terrein gaat verlaten komt een aantrekkelijke bouwlocatie

vrij. De Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex verwelkomt ontwik­

kelingen die deze bijzondere plek weer recht kunnen doen, maar beijvert

zich tegelijkertijd om het erfgoed van Jan Jongerius voor de toekomst te

behouden. De Stichting doelt met name op het complex van villa, tuin en

kantoor, dat als één geheel gebouwd is in 1938, maar waarvan momenteel

slechts de villa door het Rijk beschermd is. Een verzoek om deze bescher­

ming te effectueren voor zowel de villa, als de tuin én het kantoor heeft de

Stichting begin 2007 bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap

en Monumenten ingediend. In het licht van de toekomstige ontwikkelingen

organiseerde Aorta samen met de Stichting een tentoonstelling over het

bijzondere architectonische complex en zijn opdrachtgever, de rooms­

katholieke zakenman Jan Jongerius. De tentoonstelling paste in een eerder

ingezette reeks over Utrechtse katholieke architecten en familiebedrijven,

c.q. opdrachtgevers in Utrecht, zoals architect Willem Maas en het Bouw­

bedrijf Bredero (programma Aorta 2005 en 2006).

Jongerius was niet alleen een self­made ondernemer, maar ook een

toegewijd katholiek en filantroop. Hij ondersteunde diverse parochies

en katholieke instellingen. Het Vaticaan kende hem daarom de Orde

van Gregorius de Grote toe, een hoge pauselijke onderscheiding. Op de

tentoonstelling waren diverse foto’s, correspondentie en objecten te zien

van Jan Jongerius en zijn imperium. Zoals een geschilderd portret van

hem, diverse correspondentie, originele foto’s en een film (deels in kleur)

uit 1939 met bijzondere momenten uit zijn bedrijf en familie. Middelpunt

was het bijzondere complex met zijn intrigerende architectonische vorm­

geving. Op dit moment zijn de gebouwen flink verwaarloosd, maar op de

tentoonstelling was het complex in al zijn glorie te zien. Het complex van

villa, tuin en kantoor vormen een architectonisch hoogstandje in een stijl

die een eigenzinnige mix is van het Moderne Bouwen en on­Nederlandse

art deco motieven. Even opmerkelijk is het gegeven dat het in zeer korte

tijd gebouwd is (1937­1938) en in een ongebruikelijke periode, nét na de

crises van de jaren dertig. Het complex weerspiegelt tot in de details de

geest van Jan Jongerius, die zich in alles graag liet kennen als succesvol

zakenman. (zie ook www.jongeriuscomplex.nl)

Datum: 24 januari tot en met 17 februari | Aantal bezoekers: 378

bijeenkomst De tentoonstelling werd geopend met een bijeenkomst waarin het behoud

en de toekomst van het complex centraal stond. De aanwezigen luister­

den naar Antoni Folkers architect en voorzitter van de Stichting Vrienden

van het Jongeriuscomplex, Hubert­Jan Henket architect en ere­voorzitter

van de internationale organisatie DOCOMOMO (de internationale orga­

nisatie die zich inzet voor het documenteren en conserveren van gebou­

wen, landschappen en stedenbouwkundige ensembles van de Moderne

Beweging) en Frans van Seumeren voormalig directeur van bergings­ en

transportbedrijf Mammoet en kleinzoon van Jan Jongerius. Aan de hand

van unieke filmbeelden uit het familiearchief werd door Frans van Seume­

ren de opkomst en de ondergang van de firma geschetst. Jan Jongerius

was in de geschiedenis van Utrecht een belangrijke katholieke zakenman,

en bovendien een sociaal voelend en handelend mens. Hubert­Jan Henket

schetste het belang van het behoud van dit belangrijke industriële erfgoed

in Utrecht. Er is uit de periode van de crisistijd weinig overgebleven.

De staat waarin de beide gebouwen, villa en kantoor, verkeren maakt een

restauratie nog goed mogelijk.

(volledig verslag: www.aorta.nu)

Datum: 31 januari | Aantal bezoekers: 200

het Jongeriuscomplex

Page 21: Aorta Jaarboek 2007

21AORTA 2007

het complex van villa, tuin en kantoor aan het merwedekanaal is een

architectonisch hoogstandje in een stijl die een eigenzinnige mix is van

het moderne bouwen en on-nederlandse art deco motieven.

HET JONGERIUSCOMPLEX BRON: FAMILIE JONGERIUS

Page 22: Aorta Jaarboek 2007

22

het kasteel van Doornroosje

Antoni Folkers (1960) studeerde cum laude af aan de TU Delft en werkte achtereenvolgens in Ouagadougou, Amsterdam, Starnberg (Duitsland), Dar es Salaam (Tanzania) en nog een trits Afrikaanse plekken. Samen met Belinda van Buiten richtte hij de maatschap Folkers & Van Buiten op in 1993. Later omgedoopt tot FBW architecten met vestigingen in het buitenland. Naast architect en voorzitter van de stichting ArchiAfrika, is hij ook initiator en voorzitter van de Stichting Vrienden van het Jongeriuscomplex. De stichting heeft intussen haar eerste verjaardag gevierd op 1 maart 2008.

FOTO: AORTA

Page 23: Aorta Jaarboek 2007

23

het is tenslotte maar 60 jaar geleden. De hypothese die toen is gesteld is dat Jan Jongerius op zijn vele reizen door de Verenigde Staten, Zuid Europa en Noord Afrika zich liet inspireren door de archi-tectuur op het grensvlak van Art Deco en Modernisme. Misschien heeft hij een gebouw gefotografeerd, tekeningen op-gevraagd en laten namaken. Inmiddels is historisch bevestigd dat Jan Jongerius de architect is geweest. Maar wij denken dat Van Bentum, een staalconstructiebedrijf dat nu nog in Nieuwegein gevestigd is, als aannemer of als vriend van Jongerius daar een rol in heeft gespeeld. Deze studie hebben wij in 2005 aangeboden aan de gemeente. Het werd stil. Het probleem zat denk ik in het feit dat wij tot de slotsom waren gekomen dat de villa niet meer los gezien kon worden van het kantoor en de tuin. Dat het in één keer is ontworpen, als een Gesammtkunstwerk. De villa was al rijksmonument geworden, maar zo’n tuin en kantoor nemen een hoop ruimte in, dat zat mogelijke ontwikkelingsideeën waar-schijnlijk in de weg. Het plan verdween in de kast.

STORTVLOEDMet Bettina van Santen en Ton van den Berg hebben wij in oktober 2006 een ar-tikel geschreven en een oproep geplaatst. Dat heeft een stortvloed ontketend. In december 2006 was er al een Stichting geïnitieerd door de familie met als eerste doel om monumentenstatus te bereiken voor villa én kantoor. De familie kwam met parafernalia, schilderijen, foto’s en andere prachtige materialen. Binnen 4 weken stond er een tentoonstelling en was er een grote bijeenkomst georgani-seerd. Het was het juiste moment. Aorta speelde een sleutelrol. Het was het plat-form. Inmiddels zijn we een jaar verder. De status voor gemeentelijke monument is toegekend voor de villa met kantoor en tuin. De aanvraag voor Rijksmonu-ment loopt tot de dag van vandaag. Een tweede doelstelling van de stichting is om actief betrokken te blijven bij ruimtelijke ontwikkelingen van het complex, en het te verwerven om het een maatschappelijk culturele bestemming te geven.

TOEKOMSTErgens in 2010-2011 is Defensie weg en wordt het gebied herontwikkeld. Hiervoor is een visie ontwikkeld voor de Merwede-kanaalzone. De stichting mag meepraten in de ontwerpwerkgroep, waarin ook gemeentelijke en externe stedenbouw-kundigen, en Bouwfonds vertegenwoor-digd zijn. Terecht dat er woningbouw komt, en ook dat het een hele hoge dichtheid krijgt. De ideeën die wij hebben voor het complex passen daar heel goed bij. Het HOV is niet goed opgelost vind ik, daar wordt het een eiland van. Wat ik wel jammer vindt is dat wij nu van een proactieve partij een reactieve partij zijn geworden. Dat wij daar in onze avond-uurtjes een beetje naar kijken en daar ad hoc wat ideeën aan geven in deze fase is niet goed. Ik ben nu aan het proberen om daar al een opdracht in te krijgen. Ik denk dat dat in het belang is van het gebied en van de stichting.

VEELHEID VAN DINGENEen stad als Rotterdam presenteert zich heel duidelijk als een stad met een architectuurvisie. Dat leidt tot een heel duidelijk portret van zo’n stad. De visie van Utrecht op architectuur vind ik niet zo overtuigend. Er zit een enorme gelaagd-heid in Utrecht, dat zou volgens mij meer uitgebouwd kunnen worden. De Dom-toren is voor mij Utrecht, de mooiste toren van Nederland. De manier waarop dat ding staat in die stad en hoe die geleed is. Er zit zo’n enorme uitdaging om veel meer te maken van dat winderige rot-pleintje dat het nu is. Ook dat stukje waar Aorta zit, daar zou je zo een middeleeuw-se film kunnen opnemen. Utrecht heeft ook bijzondere architectuur, bijvoorbeeld op de Wijde Begijnestraat een pand uit de jaren ’20-’30 met een detaillering die doet denken aan Macintosh. Het enige gebouw dat in Nederland op de werel-derfgoedlijst staat is van Rietveld en staat hier in Utrecht. En ook de Universiteits-bibliotheek van Arets is bijna niet meer Nederlands, zo’n ongelooflijk knap ge-bouw. Utrecht is dus vooral een veelheid aan dingen.|

DECO-TORENTJESHistorisch gezien is het de eerste de keer dat de sprong is gewaagd over het Merwedekanaal. Destijds een bewuste keuze van de Gemeente om het landelijke gebied voor de industrie in te richten. In die tijd stond daar aan de overkant van het Merwedekanaal die villa met dat enorme scherm met die deco torentjes, de klok, en verder stond er niets. Dat was Jongerius. Daar presenteerde hij zich mee aan de stad. Na de tweede wereldoorlog is het eigenlijk in vergetelheid geraakt. Het complex kwam in bezit van Defensie, de achterkant van de stad achter het station, onaangenaam gebied waar je niet snel naar toe gaat. Het Jongeriuscomplex is het eerste dat je tegenkomt wanneer je het gebied in gaat. Zo’n desolaat gebied met van die enorme parkeerterreinen en die winderigheid van het kanaal, en dan ineens staat daar zo’n prachtige villa. Als het kasteel van Doornroosje bijna helemaal overwoekerd door groen. Dat is nu heel snel aan het veranderen. De ontwikkelingen die nu worden ingezet in de Merwedekanaalzone maken het gebied juist weer het brandpunt. En dan wordt het kasteel van Doornroosje ook ineens weer herontdekt.

TROPISCHE CONTEXTOnze interesse voor het pand kwam voort uit behoefte aan bureauruimte. Dan ga je door de stad fietsen en vergeten plekjes zoeken. Wij werken veel in Afrika en de villa viel me op door de warme overstek-ken. Ik kan me zo’n paleis goed voor-stellen in een tropische context. In het initiatief zat een stukje idealisme, zoiets moet je voor de stad bewaren. Maar als we gaan bewaren dacht ik, dan gaan wij (FBW architecten) dat plan ook tekenen. Het masterplan was een visie die wij destijds in eigen opdracht hebben ontwik-keld. Het eerste onderzoek is gestart in samenwerking met Peter Maarten Bakker, onze stagiair van de Hoge School in die tijd. Het onderzoek bleek een schatkist aan informatie, maar er bleven mysteries bestaan. Er zijn geen bouwtekeningen of bouwaanvragen te vinden, de architect is niet bekend. Een merkwaardige situatie,

FOTO: AORTA

Page 24: Aorta Jaarboek 2007

24 AORTA 2007

Page 25: Aorta Jaarboek 2007

25FOTO: ROLF BRUGGINK VILLA JONGERIUS 2000

Page 26: Aorta Jaarboek 2007

26 AORTA 2007 | LEZING

de Utrechtse genomineerden (en winnaar!) van De Gouden Piramide 2006 Edwin Oostmeijer – geen grote naam in projectontwikkelaarsland – was

volgens de jury van de Gouden Piramideonder leiding van rijksbouwmees­

ter Mels Crouwel, de meest inspirerende opdrachtgever van 2006. ‘Het

verhaal van de totstandkoming van Het Bolwerk bleek een ‘spannend

jongensboek’ (…) hier is zonder meer sprake van een enorme prestatie.

Zo’n vasthoudende, onverschrokken inzet komt men niet gauw tegen.’

aldus het juryrapport. De Gouden Piramide is de jaarlijkse Rijksprijs voor

inspirerend opdrachtgeverschap in de architectuur, stedenbouw, land­

schapsarchitectuur, infrastructuur en ruimtelijke ordening. De Gouden

Piramide is een gezamenlijk initiatief van de ministeries van VROM, LNV,

OCW en VenW. Op 28 oktober 2006 kreeg Edwin Oostmeijer de prijs uit

handen van Hedy d’Ancona, oud­minister van Cultuur.

Maar ook de andere Utrechtse genomineerde, de gemeente Utrecht en

Projectbureau Leidsche Rijn, gooide hoge ogen met de geluidswerende

voorzieningen langs de A2, bekend onder de namen de Cockpit en

The Wall. Uit het juryrapport: ‘Het is een hele prestatie van het Project­

bureau Leidsche Rijn om in samenwerking met Rijkswaterstaat tot zo’n

afwijkende, innovatieve oplossing te komen (…). Ze hebben in zekere zin

het onmogelijke waargemaakt.’

De andere genomineerden voor De Gouden Piramide 2006 waren:

Stichting STC­Group met het Scheepvaart­ en Transportcollege in

Rotterdam; Hans Gerson en Hans Wolff met het Muziekgebouw aan ’t IJ

in Amsterdam en Kees Sol en Frans Hiddema met het Oogziekenhuis in

Rotterdam.

Datum: 28 februari tot en met 17 maart | Aantal bezoekers: 124

Lezingen Get Inspired In het kader van de Gouden Piramide organiseerde Aorta twee lezingen

van de Utrechtse genomineerden samen met hun architecten, over ervarin­

gen, inspiraties, en visie op het belang van goed opdrachtgeverschap.

In de eerste lezing spraken Nora Hugenholtz, opdrachtgever namens

het Projectbureau Leidsche Rijn, Fons Verheijen van VVKH Architecten,

architect van The Wall en Gijs Joosen van ONL Architecten, projectarchi­

tect van de Cockpit en het geluidsscherm. De keuze voor de architecten

door de opdrachtgever was gebaseerd op recente ontwerpen van beide

bureaus. VVKH Architecten is onder meer bekend van het Alexandrium in

Rotterdam, een vergelijkbare opgave, en ONL Architecten heeft inmiddels

een traditie opgebouwd om in samenwerking met Meijers Staalbouw bv

constructies te maken die in het oog springen door bijzondere vorm en

functie.

In de tweede lezing vertelden Edwin Oostmeijer en bOb van Reeth over

Het Bolwerk. Opdrachtgever Edwin Oostmeijer kende een ander project

van bOb van Reeth van AWG Architecten op de Mariaplaats in Utrecht en

was gecharmeerd van zijn ingetogen ontwerp. Dit leidde tot de samenwer­

king waarin beiden zeer vasthoudend het ontwerp hebben uitgevoerd.

Datum: 28 februari & 7 maart | Aantal bezoekers: 82

get inspired

Het Bolwerk, een ‘spannend jongensboek’

Page 27: Aorta Jaarboek 2007

27HET BOLWERK | ARCHITECT: BOB VAN REETH & EDWIN OOSTMEIJERFOTO: JEROEN MUSCH

Page 28: Aorta Jaarboek 2007

Bolwerk brutaal en bescheiden 28

Edwin Oostmeijer (Enschede, 1963) was ooit journalist en werkt nu als zelfstandig projectontwikkelaar. In 2006 is hem de Gouden Piramide 2006 uitgereikt, de Rijksprijs voor Inspirerend Opdracht-geverschap. Op zijn conto staan Het Bolwerk in Utrecht, Reykjavik in Leidsche Rijn en Mijn Ithaka, een bijzondere vorm van mede-opdrachtgeversschap, in Almere. Sinds januari 2008 is hij voorzitter van de Utrechtse Dag van de Architectuur en jurylid voor de prijs-vraag van de nieuwe centrale bibliotheek in Utrecht. In zijn vrije tijd rijdt hij op zijn IJslandse paard Gyllir frá Sauõárkróki.

FOTO: AORTA

BUNKEROoit liet ik mijn hond uit op deze plek waar nu Het Bolwerk staat. Wat ik altijd heel bijzonder heb gevonden is dat het hier stedelijk is maar ook groen en rustig tegelijk. Je hoort het verkeer van de Singel, maar staat wel in een dicht bos van het oude monumentale park van Zocher op de oude stadswallen. Voor mij was het altijd één van de mooiste plekken van de stad. Op de plek van Het Bolwerk stond een bunker, gecamoufleerd als boerderij met gemetselde gevels, kozijnen en een pan-nen dak. In het bestemmingsplan kwam ik tegen dat dit misschien een plek was voor woningbouw. Ik had in het verleden particulier huizen gerenoveerd en ben vaak verhuisd. Dan krijg je een soort liefde en aandacht voor plekken en huizen. Die ervaring met huizen en bijzon-

Page 29: Aorta Jaarboek 2007

­

29

dere projecten heeft wel geholpen, maar project ontwikkeling is natuurlijk een andere tak van sport. Ik wist niet waar ik aan begon maar heb de mission impossible volbracht. Het heeft wel lang geduurd, omdat je op oude plekken in de stad aan het bouwen bent in een beschermd stads-gezicht. Dat is balanceren op een koord, dat geeft altijd gedonder in de glazen. Het Bolwerk is in 2007 ook genomineerd voor de Rietveldprijs. ‘Van een allure, een niveau bijna buitenlands’, aldus het juryrapport, ‘maar het had iets gedurfder gemogen’. Mijn inzet is altijd geweest dat het iets moet zijn dat zich voegt naar de plek, dat het opvalt door zijn materiaal en detaillering, maar er gewoon staat alsof het er altijd heeft gestaan. Dat is gedurfd genoeg. De architectuur van Erik van Egeraat, de winnaar van de prijs met zijn A.A. Heijmans van der Berghgebouw, had hier niet gepast.

WALHALLAJe zou denken dat het winnen van zo’n belangrijke prijs als de Gouden Piramide het Walhalla opent. Maar helaas is er niemand die zegt: ‘Beste meneer Oost- meijer, u heeft zo’n mooi project gemaakt. Hier heeft u een stuk grond, zou u hier iets willen doen?’. Misschien kom je daardoor wat makkelijker bij een gemeente binnen en heeft men iets meer aandacht, maar het blijft hard werken en vechten. De woningen van het project Reykjavik in Vleuterweide, in samenwerking met VMX architecten en Van Bekkum zijn in 2006 gerealiseerd net na de oplevering van Het Bolwerk. Een bijzonder complex, ook geprezen door de jury van de Rietveldprijs 2007. Daarna zijn het voornamelijk prijs-vragen die mijn tijd dicteren. De Europese aanbesteding voor het Hieronymus-erf, in samenwerking met twee Zwitserse architecten uit Zürich, is helaas aan mij voorbij gegaan. Teleurstellend omdat ik op loopafstand Het Bolwerk heb gerea-liseerd en daar ook iets heel moois had kunnen doen. Een dure les dat je in een Europese aanbesteding op elke punt-komma kunt worden afgerekend. Een uitspraak over het ingediende plan voor de prijsvraag Notenbomenlaan, woningen naast het Meerstroom college, met Atelier Kempe Till uit Rotterdam, volgt in mei van dit jaar. En het plan voor de prijsvraag

in Westervoort, met Onix uit Groningen, is op dit moment in volle gang. Almere, een samenwerking met VMX architecten en Van Bekkum, is gelukkig doorgegaan.

HOOFDROLBegin 2007 las ik over een bijzondere prijsvraag in de gemeente Almere, waarin bewoners een hoofdrol spelen als het om nieuwbouw gaat. Ontwikkelaars moesten aangeven hoe ze bewoners in een vroeg stadium lieten meedenken in het project. Almere is net weer uitgeroepen tot de lelijkste stad van Nederland, waarschijnlijk door mensen die daar nooit zijn geweest. En er is ook best het één en ander op aan te merken, maar op Kanaleneiland of Overvecht is ook wel wat aan te merken. Het leuke aan Almere is dat het eigenlijk heel erg vlakbij is, vlakbij Utrecht en vlak-bij Amsterdam, en alle mogelijkheden open liggen. Met de mensen uit Almere, ons klankbord, hebben wij een plan ontwikkeld dat anders is dan anders: een gebied van twee hectare, aan de randen bebouwd, binnenin een gemeenschap-pelijk park en een zwembad van 50 meter. Op de publieksmanifestatie in november konden bewoners zich inschrijven. Collega ontwikkelaars vonden het een prachtig plan, maar dachten dat er geen publiek voor zou zijn. Dat bleek gelukkig een misvatting want wij wonnen de prijs-vraag, en zijn nu keihard aan het werk omdat in oktober al met de bouw gestart moet worden. Een plan bedenken is erg leuk. Vooral de samenwerking met andere partijen. Maar er zit veel tussen het beden-ken van het plan en de weerbarstigheid van het uitvoeren. Je droomt er wel eens van dat het iets makkelijker zou lopen.

JOURNALISTMijn journalistieke culturele achtergrond heeft me in dit vak een andere inbreng gegeven. Ik kon goed formuleren en com-municeren wat ik wilde. Maar uiteindelijk gaat het om betrokkenheid. Om iets van de grond te krijgen moet je er bovenop zitten, de intentie hebben om tot het uiterste te gaan. Het vak wordt steeds breder. Met een grote zak geld red je het niet meer, je moet een missie hebben. Het is belangrijk dat je van begin tot het eind een ambitie niet alleen kunt verwoorden maar ook kunt volbrengen. Daar zou ik

FOTO: AORTA

graag mee doorgaan, maar wel op mijn manier. De toekomst van dit vak ligt in een werkelijke interesse om een wezen-lijke bijdrage aan de omgeving om je heen te leveren. Met name op het gebied van wonen is nog een slag te maken, er wordt te gemakkelijk uitgegaan dat bewoners niets anders willen dan een gangbare wo-ning. De aanpak in Almere is interessant. Neem bewoners mee als klankbord in een eerder stadium. Het kost wel veel meer tijd, geld en aandacht. Als ontwik kelaar of overheid moet je dan soms kordaat zijn in het doordrukken van iets, op een gegeven moment moeten wel compromisloze keuzen worden gemaakt. Anders krijg je situaties zoals bij het Rijksmuseum, waar de fietserbond en de stadsdeelraad de prachtige nieuwe entree om zeep hebben geholpen. Bij Het Bolwerk ging de discus-sie met name over de hoogte. Als ik daar naar geluisterd had dan was het een lelijke in elkaar gedrukte bonbon gewor-den. Wij hebben geen concessies gedaan en het plan zoals bedoeld van A tot Z gerealiseerd.

DE BELLE EN …Utrecht staat voor hele grote opgaven: Leidsche Rijn,inbreidingslocaties in het centrum en de Belle van Zuylen. Maar de identiteit van Utrecht wordt eigenlijk voor een belangrijk deel ontleend aan de geschiedenis van de stad, de Dom, de oude binnenstad. Allemaal tekenen van voorbije tijden die we gekoesterd hebben en nog steeds koesteren. Maar we leven in meerdere tijden tegelijk. Wanneer je een ingreep doet van deze tijd, laat dan iets na van deze tijd en geen replica. Utrecht is natuurlijk toch ook heel erg de stad van drie lagen en een kap. Het is goed dat de hoogbouwvisie nu gekomen is. Als het gaat om de visie van Utrecht op architec-tuur denk ik dat Utrecht ambities heeft, maar tegelijkertijd terughoudend is als het om de uitvoering gaat. Utrecht is ei-genlijk brutaal en bescheiden tegelijk. Het Bolwerk is daar een voorbeeld van. Zolang het aan de rand van de stad gebeurt, De Uithof, Leidsche Rijn, De Belle van Zuylen, dan kan en mag er veel meer. Ik vind niet dat spektakel altijd nodig is, het gaat er om dat het mee kan in de tijd. Kom eens terug als het er 15 jaar staat, wat heeft de tijd dan getrotseerd? |

Page 30: Aorta Jaarboek 2007

30 AORTA 2007

Page 31: Aorta Jaarboek 2007

31COCKPIT | ARCHITECT: ONL [OOSTERHUIS_LENARD]FOTO: ONL [OOSTERHUIS_LENARD]

‘het onmogelijke mogelijk gemaakt’

Page 32: Aorta Jaarboek 2007

32 AORTA 2007

samenwerking noodzakelijkAls een divers industrielandschap aan het water en met een ge­

varieerd gebruik is het gebied Rotsoord voor Utrecht uniek. Het ligt

dicht tegen de binnenstad aan en tussen twee woonwijken. Omdat

Rotsoord decennia lang als eiland heeft kunnen functioneren, is er

geen sprake geweest van een gewone wijkontwikkeling. De menging

van wonen, bedrijvigheid en groen biedt aanknopingspunten voor de

toekomst. De komst van het station en de uitdijende binnenstad halen

Rotsoord uit het isolement.

Rotsoord leent zich voor een eigen profilering,

onderscheidend van de binnenstad. Dit eigen

gezicht biedt kansen voor waardecreatie: als

interessant investeringsdoel voor marktpartijen,

opties voor cofinanciering middels subsidies

en mogelijkheden om de cultuurhistorische

kenmerken van het gebied op een vitale manier

opnieuw betekenis te geven (de lijn verleden –

heden – toekomst).

Sinds enkele jaren speelt de ontwikkeling van

gebiedsconcepten een grote rol op de com­

merciële vastgoedmarkt. Een gebiedsconcept

verbindt de identiteit of typering van een gebied

met de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden.

Kenmerk is dat zo sterk is dat het gedragen

wordt door alle betrokken partijen, het vertolkt

het gemeenschappelijk belang. Het onderzoekt

op welke wijze de interactie tussen betrok­

ken publieke en private partijen kan worden

vormgegeven. Deze interactie is van cruciaal

belang voor het succes van de ontwikkelingen

op Rotsoord. Het concept is ‘vermarktbaar’

en benadrukt de uniciteit van een gebied. Het

vormt de verbindende schakel tussen diverse

onderdelen van een integrale gebiedsgerichte

uitvoeringsstrategie. Het ontwikkelen van

een gebiedsconcept kan voor de opgaven in

Rotsoord net die gewenste extra stap zijn.

Rotsoord’s verdere ontwikkeling is sterk af­

hankelijk van samenwerking tussen partijen.

Van oudsher is er in Rotsoord ruimte voor

eigen initiatief. Nu is er versnippering.

IN OPDRACHT VAN HET PROJECT‑

MANAGEMENT BUREAU UTRECHT EN

PROJECTBUREAU BELVEDERE, HEEFT AORTA

EEN AANTAL BIJEENKOMSTEN GEORGANI‑

SEERD OM OP EEN METHODISCHE MANIER

SAMEN MET DE INVESTERENDE PARTIJEN VAN

ROTSOORD HET TOEKOMSPERSPECTIEF VOOR

HET GEBIED TE BENOEMEN. NIET ALLEEN HET

‘WAT’ MAAR OOK ‘HOE GAAN WE HET DOEN’.

HET PROJECT IS GESTART IN 2007 EN WORDT

IN 2008 AFGEROND.

FOTO’S: HET BOS

Page 33: Aorta Jaarboek 2007

‘Rotsoord, uniek in Utrecht.’

33AORTA 2007

samenwerking noodzakelijk

Page 34: Aorta Jaarboek 2007

34 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DEBAT

De landschapsarchitectenMichiel Huls werkzaam bij Delta Vorm Groep bv; Wim Voogt werkzaam

bij OKRA landschapsarchitecten bv, Sander Rombout, Ronald van der

Heide, werkzaam bij Copijn Tuin­ en landschapsarchitecten bv; Stefan van

Schijndel, werkzaam bij TLU landschapsarchitecten, en Sofia Opfer van

Stil Buitenruimtes waren de vijf jonge geselecteerde landschaparchitecten

voor de tweede tentoonstelling Nieuwe lading. Curator Arda van Helsdingen,

landschapsarchitecte en onder andere docente aan de Academie voor

Bouwkunst selecteerde de vijf op basis van ingediende voorstellen voor de

tentoonstelling.

In de tentoonstelling, die de jonge landschapsarchitecten zelf hebben

vormgegeven en geproduceerd, reageren zij op vragen als:

Waar dient de landschapsarchitect zich anno 2007 mee bezig te houden?

Wat is de Utrechtse ontwerpopgave? Wat is de ambitie van de jonge

landschapsarchitect?

Volgens Wim Voogt laat Utrecht kansen liggen bij het herbestemmen

van de forten en de aanpak van de Hollandse Waterlinie. De waterlinie

moet een beeldmerk worden, een duidelijk herkenningspunt. Het gebied

kan tevens worden ingezet als bezinkingsgebied voor zand en afval uit

de Kromme Rijn. Stil Buitenruimtes is geïnteresseerd in het vertellen van

een verhaal. Dit kunnen sporen uit het verleden zijn, maar ook autonome

verhalen. De landschapsarchitect is de verteller, die de verhalen inzichtelijk

maakt en de mensen zich thuis laat voelen in het gebied. Michel Huls ziet

kansen voor de landschapsarchitect op het gebied van collectiviteit. Het

gebied, de binnenhoven, verbeteren in samenwerking met de bewoners.

Ronld van der Heide en Sander Rombout stelden zich een eigen opgave:

Utrecht dichterbij het landschap te brengen. De snelheid van de fiets is de

snelheid van het landschap. Stefan van Schijndel ziet kansen in de tijd. De

tegenwoordige landschapsarchitect lijkt snel resultaat te moeten boeken

en wordt te laat betrokken bij projecten. Maak van de tijd je vriend, niet je

vijand! Er waren zowel groene als stenige plannen, concrete en praktische

plannen. De uitleg van het eigen vakgebied was genuanceerd, er werd

nadruk gelegd op samenwerking.

Datum: 11 april tot en met 7 mei | Aantal bezoekers: 168De tentoonstelling in de reeks Nieuwe lading toont jonge en ambitieuze

ontwerpers uit telkens een andere discipline. In 2007 zijn zes Utrechtse,

relatief jonge, landschapsarchitecten samengebracht. De bureaus verschil­

len qua grootte, ervaring en opdrachtportefeuille.

Debat Nieuwe ladingDe stellingname van de exposerende landschapsarchitecten op het vak­

gebied vormen de aftrap voor de discussie. Er is in Utrecht te weinig debat

op dit gebied, het was goed dat dit debat een keer gevoerd werd.

Jonge landschapsarchitecten zijn niet naïef, ze zetten bewust een ambitie

neer en spelen bewust de rol van de dromer. Dat is de rol van de jonge

landschapsarchitect. ‘Wie niet kan dromen is geen realist’ aldus Anco

Schut (hoofd Stadsontwikkeling) met een citaat van Riek Bakker.

De opdrachtgever eist dat de landschapsarchitect overal in thuis is. Dat is

niet realistisch. Er moet een goede definitie komen, een soort coming out

van de landschapsarchitect, waar iedereen mee uit de voeten kan.

Vanwege het aspect geld en de tijd is het ook belangrijk dat je als land­

schapsarchitect kunt schaken, schmieren, dreigen en eisen.

Over de kwaliteit van de landschapsarchitectuur in Utrecht is men wel te

spreken. Er zijn vele mooie voorbeelden in de stad, waaronder Dichters­

wijk­west, Griftpark, Vondelparc, Zocherplatsoen, Neude. Schoenmakers

vult aan dat de Utrechtse straten juist in hun eenvoud goed zijn. Zij herkent

een duidelijke traditie in de stad in de manier waarop er over ruimte wordt

nagedacht. Toch zijn er kansen, aldus Copijn, in de manier waarop je per

fiets het buitengebied kunt bereiken. ‘Het buitengebied moet meer naar

binnengehaald worden’. Vooral op het moment dat het veranderlijk is, blijk

je verbondenheid te voelen met de stad of verwondering over een plek.

Vanzelfsprekend door de verandering die het voorjaar teweegbrengt, maar

ook wanneer perspectieven verschuiven bij beweging. Het is een uitdaging

voor het vakgebied om iets te maken dat kan veranderen. De positie van

de landschapsarchitect is aan het veranderen, hij zal het cultuurlandschap

moeten veranderen in natuurlandschap, op een hoger schaalniveau werken

en dit koppelen aan de kleinere schaal. Lenting vraagt zich af wat de rol

van de landschapsarchitect nu precies is. In Utrecht is er geen contact

tussen landschapsarchitecten. Van der Heide van Copijn ziet de rol van de

landschapsarchitect momenteel als een zoektocht naar de definitie van

het vak, naar de rol die de landschapsarchitect speelt in het netwerk van

architecten, stedenbouwers en kunstenaars. Maar zeker ook om de am­

bachtelijke kant van het vak te combineren. Hierbij vult Van Tilborg (H+N+S

en redacteur van de Blauwe Kamer) aan dat ook het belang van budget­

bewaking een taak is voor de landschapsarchitect. Deze zou een centrale

figuur moeten zijn in het netwerk en de hoeder van de kwaliteit. TLU noemt

een goed voorbeeld van interdisciplinaire samenwerking in Houten. De

uitgave over dit experiment kan de landschapsarchitect helpen bij het

benoemen van zijn/haar rol. Het is belangrijk die rol te kennen om te weten

hoeveel je kunt bereiken als landschapsarchitect, om bij te dragen aan

woongeluk, waar het tenslotte allemaal om gaat. De rol van de landschaps ­

architect is om te zien en te begrijpen waarom de stad zo is als die is.

nieuwe lading

Page 35: Aorta Jaarboek 2007

35AORTA 2007

COPIJN TUIN- EN LANDSCHAPSARCHITECTEN BV

TLU LANDSCHAPSARCHITECTEN

STIL BUITENRUIMTES

DELTA VORM GROEP BV

‘het veld ligt open’

OKRA LANDSCHAPSARCHITECTEN

Er ligt nog veel om opgepakt te worden. Zo moet er nagedacht worden

over het Fortengebied, moeten busbanen trambanen worden. Kansen

liggen in de Merwedekanaalzone, het herstructureren van het Veemarktter­

rein en het upgraden van de noordelijke randweg. Alleen Hoog Catharijne

wordt gezien als een gemiste kans. Momenteel ligt er een grote opgave.

De landschapsarchitect kan nu een leading positie innemen in de discussie

voer ruimtelijke kwaliteit binnen deze opgave. ‘Het veld ligt open’, aldus

Schoenmakers.

(volledig verslag www.aorta.nu)

Datum: 18 april | Aantal bezoekers: 105Gespreksleider:

Noël van Doorn (hoofd landschapsarchitectuur aan de Academie van

Bouwkunst)

Panelleden:

Walther Lenting (Special project developer Ecocern en vml. wethouder

Stationsgebied en Leidsche Rijn)

Hank van Tilborg (landschapsarchitect en redacteur Blauwe Kamer)

Arda van Helsdingen (landschapsarchitecte en curator van Nieuwe Lading)

Mariet Schoenmakers (directeur AM Concepts)

en de geselecteerde landschapsarchitecten

Page 36: Aorta Jaarboek 2007

36 IRENEPARK | ARCHITECT: GULIKERS ARCHITECTEN FOTO: JOHN AENDEIJKER

Page 37: Aorta Jaarboek 2007

37REYKJAVIK | ARCHITECT: VMX ARCHITECTEN

Page 38: Aorta Jaarboek 2007

38 AORTA 2007

Page 39: Aorta Jaarboek 2007

39WARMTEKRACHTKOPPELINGSCENTRALE | ARCHITECT: DOK ARCHITECTEN FOTO: JAN DERWIG

Page 40: Aorta Jaarboek 2007

40 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DEBAT

‘Een welgestelde jongeheer in een plechtstatig ingerichte 19e eeuwse

kamer met hoog plafond. Een gezellige studentenkeuken uit de jaren ’60.

Een hypermoderne limegroene SmartCube. Architectuurcentrum Aorta

geeft kijkjes binnen bij studenten van toen en nu’, AD/UN 12 mei 2007

‘De deftige studenten van eertijds – altijd mannen – zijn op zwartwit

fotootjes te zien. De gemeenschappelijke keuken uit de jaren ’60 is echt.

Met zo’n witmetalen gasgeiser en een grote tafel in het midden. Ook het

studentenhok uit de jaren ’80 is compleet nagebouwd. Een keurig kamertje

met pick­up en kleurige slaapbank’.

Met de tentoonstelling en een debat wilde Architectuurcentrum Aorta de

aandacht vestigen op de ontwikkeling van studentenhuisvesting in de

stad. Utrecht staat van oudsher bekend als studentenstad en kent sinds

jaar en dag een woningnood onder studenten. Om deze woningnood te

verminderen worden al vanaf de Tweede Wereldoorlog studentenwoningen

gerealiseerd.

Door het interieur van studentenkamers uit verschillende perioden na te

bootsen konden bezoekers het tijdsbeeld ervaren. Ook de architectonische

veranderingen door de tijd werd belicht. De woning van de student heeft

vanaf de 19e eeuw een behoorlijke verandering doorgemaakt. De ten­

toonstelling toonde de invloed van de tijdsgeest op het ontwerpen van de

studentenwoning. Zo hebben de overheid en de woningcorporaties in de

20ste eeuw een aanzienlijke stempel op de verschijningsvorm van studen­

tenwoningen gedrukt. Bekende complexen zoals IBB, Van Lieflandlaan, La

Capanna, De Bischoppen en het University College werden getoond. De

laatste decennia kenmerken zich tevens door bijzondere, specifiek voor de

doelgroep ontworpen projecten. Technische innovaties leiden tot nieuwe

oplossingen zoals de SmartCube: Een simpel herplaatsbare eenheid met

keuken, natte cel en hoogslaper. In te zetten om leegstaande kantoor­

gebouwen al dan niet tijdelijk te gebruiken voor studentenhuisvesting.

Datum: 9 mei tot en met 7 juli | Aantal bezoekers: 414

Debat Onder aan de ladder: van kamer tot koopwoningDe toekomst van studentenhuisvesting. Prof. dr. Pieter Hooimeijer, hoog­

leraar Sociale Geografie en Demografie aan de UU, verzorgde de inleiding

van het debat. Studenten Gijs Bos en Eveline de Bruijn hebben onder zijn

leiding onderzoek verricht. Dit omvatte een update van de studenten­

monitor 2001, de eerste kwantificering van het probleem van de studen­

tenhuisvesting en een analyse van de onderkant van de woningmarkt; van

de eerste (studenten)kamer tot de eerste koopwoning.

Met de oplevering van een aantal grote studentcomplexen lijkt er beweging

in de markt voor studentenhuisvesting te komen. Maar hoe zal dit met

oog op de krimpende bevolking er over 5 a 10 jaar uitzien? Zal er dan een

overschot aan studentenwoningen ontstaan? Ook de doorstroom naar

starterswoningen en de uitbreiding van de voorzieningen in De Uithof zijn

thema’s. Onder leiding van Marie­Louise van Kleef, voormalig wethouder

Ruimtelijke Ordening en Wonen, werden deze en andere thema’s samen

met betrokken partijen zoals studentenhuisvesters, projectontwikkelaars

en studentenvakbonden bediscussieerd. De huidige wethouder, Harrie

Bosch, was hierbij aanwezig.

Sinds de erkenning van het probleem van de studentenhuisvesting in 2001

hebben de gemeente, de grote corporaties en de marktpartijen elkaar

gevonden. Er zijn grote nieuwe complexen geopend en er komen er op

korte termijn nog meer bij. De contacten met particuliere verhuurders zijn

verbeterd. De wil om te verhuizen na de studie, door weinig alternatieven,

is een punt van discussie. Er studeren gemiddeld 62.000 studenten aan de

universiteiten en hogescholen van Utrecht. Circa 9500 daarvan zijn actief

op zoek naar woonruimte, in 2007 hadden circa 3300 studenten nog geen

woonruimte gevonden. De student wordt mondiger en stellen eisen. De

eisen van de studenten zijn realistisch, meestal een kamer tussen de 11 en

20 m2. De afstand tot het centrum van de stad en de prijs spelen een rol bij

de keuze van een woning. De binnenstad en Utrecht Oost zijn onverminderd

populair als vestigingsplek. Wanneer de afgestudeerden zouden verhuizen

is de kamernood voor studenten opgelost, maar studenten zijn niet de

enige woningzoekenden en in heel Nederland groeit het aantal huishou­

dens. De inspanning om te bouwen blijft dus nodig. Doorstoom lijkt een

belangrijk punt voor de komende jaren. Momenteel is waarschijnlijk maar

30% van de Utrechters ‘authentiek’. Studenten zijn ook Utrechters en

dienen als zodanig serieus genomen te worden. Gijs Mul merkte op dat

het verkeerd is om te zeggen dat de kamernood over is, er moet nage­

dacht worden over nieuwe locaties. Een campuscontract zou een goed

instrument kunnen zijn voor doorstroom. Ton Jochems van de SSH voelt

zich een rennende hond met een worst voor zijn neus, in 2003 moesten er

2000 kamers worden bijgebouwd. Er zijn inmiddels 3000 kamers gekomen,

Utrecht studentenstad

CITY CAMPUS | KLUNDER ARCHITECTEN

Page 41: Aorta Jaarboek 2007

41AORTA 2007

maar nog zijn er 1800 kamers nodig. Dat zal alleen maar meer worden,

zowel de hogescholen als de universiteit zet in op verdere groei. Het hoeft

geen probleem te zijn om de kamernood op te lossen. RABO vastgoed wil

ontwikkelen, maar ook maatschappelijk verantwoord. ‘Studenten zijn een

bijzondere groep, vanwege hun tijdelijke karakter. Je moet ze opnemen in

een groter geheel’. Ook DuWo onderzoekt regelmatig de huisvestingsvraag

van de student, hij zag vooral een trend in de voorkeur voor zelfstandige

eenheden. De SSH sloot zich hierbij aan en gaf hiermee een verantwoor­

ding voor de keuze van deze opzet in de woningbouw in de Uithof.

De factor kwaliteit wordt in de toekomst steeds belangrijker. Flatsharing,

of het room­mate­model, werd niet als een oplossing gezien. Studenten

kunnen bijdragen aan een kleuring en opwaardering van wijken. Voorbeel­

den voor mogelijke studentenhuisvestingen kunnen de Merwedekanaal­

zone, Kanaleneiland, Jaarbeursterrein of Kromhoutkazerneterrein zijn. Het

programma van wethouder Bosch koerst niet af op studenten in Leidsche

Rijn, hij ziet liever studenten in het gebied richting de Uithof. Het terrein

van de Uithof is pas sinds 1992 voor woningbouw vrijgegeven. Sindsdien

heeft het een enorme vlucht genomen en is er tegenwoordig ook sprake

van fun op het terrein. De discussie handelt verder over koopstarters,

de stap van de onzelfstandige woning naar een goedkope koopwoning.

Bosch gaf aan het bouwen van koopstartwoningen te willen stimuleren,

omdat dit sociale huurwoningen zou opleveren. De avond werd afgesloten

met de conclusie dat de discussie een andere was dan die van vijf jaar

geleden. Dat is een goed teken.

Datum: 6 juni | Aantal bezoekers: 70

Gespreksleider:

Marie­Louise van Kleef (voormalig wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen

gem Utrecht)

Panelleden:

Pieter Hooijmeier (hoogleraar Sociale Geografie en Demografie Universiteit Utrecht)

Irene van der Broeck (LSVB)

Ton Jochems (SSH)

Gijsbert Mul (DuWo)

Ed de Groot (corporatie Volksbelang Vianen)

Art Zaaijer (Stedenbouwkundige De Uithof)

Anneke Bochem (RABO Vastgoed)

Speciale gasten:

Koos Lieshout (Dienst Stadsontwikkeling Gemeente Utrecht)

Harrie Bosch (wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen)

Mark Lagewaard (Studentenvakbond Utrecht)

J. Scherrenberg (Vereniging Particuliere Verhuurders)

binnengluren bij de Utrechtse student

SPACEBOXEN

FOTO: AORTA

FOTO: AORTA

Page 42: Aorta Jaarboek 2007

42 DE BISSCHOPPEN | ARCHITECT: KÖTHER SALMAN KOEDIJK ARCHITECTEN FOTO: J.P. FIERING, IN OPDRACHT VAN SSH UTRECHT

Page 43: Aorta Jaarboek 2007

FOTO: IWAN BAAN 43SCHERF 13 | ARCHITECT: SEARCH

‘er moet nagedacht worden over nieuwe locaties’

Page 44: Aorta Jaarboek 2007

44 AORTA 2007

Page 45: Aorta Jaarboek 2007

Het juryoordeel voor Forum ’t Zand:

‘Dit is een schoolgebouw waaraan elk kind met plezier zal terugdenken. Het verleent de scholen en andere gebruikers een identiteit en biedt de wijk een icoon.’

45FORUM ’T ZAND | ARCHITECT: VENHOEVEN CS | PRIJSWINNAAR RIETVELDPRIJS 2007FOTO: LUUK KRAMER

Page 46: Aorta Jaarboek 2007

46 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING

Een internationale tentoonstelling met werken van Spaanse, Libanese,

Italiaanse en Nederlandse architecten met het thema: ‘Women who build,

building from the inside’. Door de tentoonstelling wordt de professionele

rol van vrouwelijke architecten benadrukt door te laten zien op welke

manier zij een bijdrage leveren aan het ontwerpen van een bebouwde

omgeving. Deze reizende tentoonstelling werd op 19 juli feestelijk geopend

in het Academiegebouw en Architectuurcentrum Aorta. Voordat de tentoon­

stelling Utrecht aandeed heeft het langs tal van grote steden in Europa en

het Midden Oosten gereisd. Het idee ontstond in Spanje en werd ontwikkeld

door het Spaanse bouwnetwerk voor vrouwen La Mujer Construye.

Vervolgens reisde de tentoonstelling via Spanje, Libanon, Italië naar Neder­

land. Telkens sloot zich een nieuwe groep architecten hierbij aan. In deze

traditie is de volgende selectie van Nederlandse vrouwelijke architecten in

de bestaande expositie opgenomen: Annette Marx, Vera Yanovshtchinsky,

Evelien van Veen, Belinda van Buiten, Marianne Loof, Jeanne Dekkers,

Liesbeth van der Pol, Joke Vos, Evelyne Merkx, Ellen van Loon, Mechthild

Stuhlmacher en Francine Houben. Deze selectie van architecten werd

verzorgd door Bouwnetwerk, het Nederlandse netwerk voor vrouwen in de

bouw en La Muijer Construye. De onderwerpen van de getoonde objecten

sluiten aan bij de filosofie van La Mujer Construye om in een cultureel,

solidair en toegankelijk collectief de architectuur te promoten, te onder­

steunen en verder te verbreiden.

De expositie is een route door het leven. De gebouwen horen bij een

levensfase. De architecten laten zien hoe cultureel verschillend er met de

thema’s wordt omgegaan. Het streven was de architectuur aan het maat­

schappelijke en alledaagse leven te relateren. Aan de hand van poëtische

teksten en beelden die ruimtes, dromen en gevoelens opriepen werd de

bezoeker rondgeleid. Thema’s die in de tentoonstelling werden uitgelicht

waren het huis, dagelijks leven, de school, het samenleven, werk, vrolijk­

heid, de stad, herinnering, stilte, vertrek, wedergeboorte. De architectuur

als constructie waarbinnen het leven zich ontwikkelt. ‘building from the

inside, an imaginary journey through the poetry of built spaces’

Datum: 19 juli tot en met 15 augustus | Aantal bezoekers: 358Aantal bezoekers openingsbijeenkomst: 140

‘The beauty of spaces can contribute to building a

more human world.’

Page 47: Aorta Jaarboek 2007

47AORTA 2007

women who build, building from the inside

Page 48: Aorta Jaarboek 2007

48 PERISOOPWONINGEN ROTTERDAM | ARCHITECT: JOKE VOS FOTO: GER VAN DER VLUGT

Page 49: Aorta Jaarboek 2007

49VIRIKA HOSPITAL UGANDA | ARCHITECT: BELINDA VAN BUITEN, FBW ARCHITECTENFOTO: FBW ARCHITECTEN

Page 50: Aorta Jaarboek 2007

50 DE WOERD | ARCHITECT: MULLENERS + MULLENERS | PUBLIEKSPRIJS RIETVELDPRIJS 2007 FOTO: ARNO REIJEN

‘met respect voor de geschiedenis van het gebied en vooral met respect voor de toekomstige bewoners’

Page 51: Aorta Jaarboek 2007

DE WOERD | ARCHITECT: MULLENERS + MULLENERS | PUBLIEKSPRIJS RIETVELDPRIJS 2007FOTO: MULLENERS + MULLENERS 51

Page 52: Aorta Jaarboek 2007

52 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING

DARE Afstudeerexpositie van de faculteit Urban Design van de Hogeschool van

de Kunsten Utrecht, tegenwoordig bekend onder de naam MaHKU.

De expositie bij Aorta was onderdeel van een kortlopende, intensieve

presentatie van alle faculteiten op een vijftal podia in de stad. Naast

Aorta waren dat Casco, de Academie Galerie, Expodium en het Centraal

Museum. In 2006 nam de MaHKU in samenspraak met Casco het initiatief

om een reeks van onderzoeksactiviteiten te concentreren in een jaarlijkse

manifestatie: het Dutch Artistic Research Event (DARE). In 2007 werd in de

context van DARE in samenspraak met DAF (Dutch Aesthetics Federation)

als satelliet van Utrecht Manifest een internationaal symposium georgani­

seerd in het Centraal Museum. Dit symposium richtte zich op de actuele

mogelijkheidsvoorwaarden van een geëngageerde vormgeving. Sprekers

waren o.a. Hella Jongerius, Petra Blaisse, Roemer van Toorn.

Datum: 31 augustus tot en met 9 september | Aantal bezoekers: 136Aorta toonde in DARE het afstudeerwerk van de masterstudenten Urban

Design van de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht (MaHKU).

‘Aorta springplank voor nieuwe initiatieven’

Page 53: Aorta Jaarboek 2007

53A.A. HIJMANS, VAN DER BERGH GEBOUW | ARCHITECT: EEA ARCHITECTS | PRIJSWINNAAR RIETVELDPRIJS 2007 FOTO: CHRISTIAN RICHTERS

Het juryoordeel voor het Hijmans van der Berghgebouw:

‘In het interieur verhult de barokke inrichting in eerste instantie de ruimtelijke structuur. Toch blijkt deze juist opvallend helder. Hierin schuilt dan ook de kracht van het project.’

Page 54: Aorta Jaarboek 2007

54 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DEBAT

Bekendmaking genomineerdenDe Rietveldprijs wordt tweejaarlijks toegekend aan een uitgevoerd project

in de stad Utrecht. Daarbij telt de kwaliteit van het project zelf, maar ook

de bijdrage die het levert aan de beleving en bruikbaarheid van de stad.

Naast de bekendmaking van de genomineerden op 30 september 2007,

was er bij Aorta een expositie te zien van alle 12 geselecteerde projecten.

De selectie voor spraakmakende projecten in 2005­2006 bestond uit:

Het Bolwerk van AWG Architecten, Warmtekrachtkoppelingcentrale van

DOK architecten, A.A. Hijmans van den Berghgebouw van Erick van Egeraat

associated architects, De Bisschoppen van Köther I Salman I Koedijk I ar­

chitecten, Irenepark van Gulikers architecten, U­trechters van Studio NL­D

i.s.m. Architectuurbureau Sluijmer & van Leeuwen en Metname, Cockpit­

gebouw en geluidsscherm van ONL [Oosterhuis_Lénárd], Forum ’t Zand

van VenhoevenCS Architecten, Scherf 13 van SeARCH, Reykjavik van

VMX Architects, het project De Woerd van Mulleners + Mulleners architec­

ten en het stedenbouwkundig plan Papendorp van Wissing Stedenbouw

en Ruimtelijke Vormgeving.

Uit de geselecteerde projecten heeft de jury op 30 september vier

projecten genomineerd. Naast het A.A. Hijmans van den Berghgebouw van

EEA en Forum ’t Zand van Ton Venhoeven c.s. Architekten, de twee win­

naars die in januari 2008 bekend zijn gemaakt, waren dat het Cockpitge­

bouw en geluidsscherm van ONL [Oosterhuis_Lénárd] en Het Bolwerk, een

ontwerp van AWG Architecten (bOb van Reeth). De jury bestond uit Ton

Schaap (voorzitter), stedenbouwkundige gemeente Amsterdam en stads­

stedenbouwer van Enschede; André Kempe, Atelier Kempe Thill; Wilfried

van Winden, Molenaar en Van Winden architecten; Marieke Hillen, architec­

tuurhistoricus en redacteur bij De Architect. Het AD Utrechts Nieuwsblad

organiseerde ook in 2007 weer een publieksprijs. De winnaars van de

Rietveldprijs en de publieksprijs worden in 2008 bekend gemaakt.

Datum: 30 september | Aantal bezoekers: 120Aantal bezoekers tentoonstelling: 336

Debat ‘Utrecht op de automatische piloot?’ Strategische keuzes in UtrechtDe voorwaarden voor kwaliteit in de gebouwde omgeving op de langere

termijn, hangen nauw samen met de manier waarop de stad zich als ge­

heel op de toekomst voorbereid. Hoe krachtig is de gezamenlijke strategie

en hoe speelt die mee in de besluitvorming over grote investeringen die

Rijksoverheid en bedrijfsleven doen? Partijen moeten elkaar vinden op een

duurzame ontwikkelingsstrategie zodat er in de toekomst samenhang en

kwaliteit in de gebouwde omgeving worden gemaakt. In Utrecht zien we dat

samenwerken tijdens de uitvoering van projecten over het algemeen goed

gaat, maar dat het gezamenlijk werken aan het lange termijn perspectief

nog onvoldoende uit de verf komt. De afgelopen jaren zijn er ook vele

initiatieven van onderop ontstaan, die op diverse manieren een positieve

en actieve bijdrage leveren aan de discussie over de kwaliteit van de ge­

bouwde omgeving. Er zijn veel initiatieven die de stad sterk verlevendigen

met hun culturele programma’s. Utrecht is niet voor niets evenementen­

stad 2007!

Tijdens het debat werd onderzocht hoe de verschillende spelers (overheid

en marktpartijen/opdrachtgevers) effectief kunnen samenwerken: op stra­

tegisch niveau om Utrecht daadkrachtig te positioneren in de discussies

over de toekomst van de Randstad. Wat levert het op om Utrecht als stad

en regio op (inter)nationaal niveau krachtig te positioneren? Welke beelden

hebben we bij Utrecht in 2040? Wat betekent dit voor de burger, bestuur­

ders, ontwikkelaars? Wat kan de bredere gebiedsverantwoordelijkheid van

corporaties opleveren? Ondertussen manifesteert Utrecht zich steeds

sterker met haar culturele klimaat. Hoe zien we dat terug in de inrichting

van onze omgeving? Kunnen we met de huidige fysieke voorzieningen

vooruit? Levert het nieuwe vragen op voor op voor de architectuur? Welke

rol en verantwoordelijkheid moeten de verschillende spelers in de regio

nemen bij de strategische positionering van de stad?

gespreksleider:

Pieter Hooimeijer (hoogleraar geografie en demografie Universiteit Utrecht)

panelleden:

Jeu Bielders (voorzitter Deltametropool en Kamer van Koophandel Utrecht)

Edward Zevenbergen (Senior Ontwikkelingsmanager Bouwfonds MAB)

Marien de Langen (Mitros)

Margriet van Kraats (directeur poppodium Tivoli)

Ton Van Vlimmeren (directeur Dienst Wijken gemeente Utrecht)

De Stichting Rietveldprijs, wil het stedelijk debat over de voorwaarden voor

goede architectuur stimuleren.

Rietveldprijs 2007

Page 55: Aorta Jaarboek 2007

55PAPENDORP | ARCHITECT: WISSING STEDENBOUW EN RUIMTELIJKE VORMGEVINGFOTO: WISSING STEDENBOUW EN RUIMTELIJKE VORMGEVING

‘goede architectuur is meer dan pleisters plakken’

Page 56: Aorta Jaarboek 2007

56 AORTA 2007

Page 57: Aorta Jaarboek 2007

57U-TRECHTERS | ARCHITECT: STUDIO NL-D ISM SLUIJMER & VAN LEEUWEN EN METNAME FOTO: HANS UTERLEMANN

‘4 U­trechters in een veilige omgeving’

Page 58: Aorta Jaarboek 2007

58 AORTA 2007 | FILM

‘Bewoners willen vaak bouwen zoals iedereen bouwt, uit angst dat hun

huis anders onverkoopbaar blijkt. ‘Er zijn maar weinig mensen die echt

vanuit hun eigen woonwensen durven te denken en die niet meteen een

plaatje aanwijzen’, stelde Rolf Reichardt van MONK architecten. Hij had de

eer om een jong stel, dat het lef wél had te begeleiden bij de bouw van hun

nieuwe woning op het Fort Blauwkapel aan de noordrand van Utrecht. De

speciaal voor Aorta gemaakte film Het wilde dromen toont hun ervaringen,

naast dat van twee anderen. Ze wensten een open woning met een zithoek

rondom een open haard. MONK architecten – gekozen omdat de website

aansprak – ontwierp een vrijwel volledig uit hout en glas opgebouwde zeer

smalle woning met grote stenen schoorsteen. Het hout verwees naar de

tijd dat het fort nog in functie was en alleen houten opbouwen waren toe­

gestaan. Mede hierdoor wekte het ontwerp de interesse van de welstands­

commissie die uiteindelijk een deel van haar strenge eisenpakket liet varen

en realisatie mogelijk maakte. De bewoners zijn nog altijd trots en ‘ach, we

verkopen het huis misschien niet zo snel als een doorsnee woning, maar

we zijn ervan overtuigd dat – mochten we er ooit uitgaan – er altijd wel een

selecte groep geïnteresseerden zal zijn’.’ (ArchiNed 5 december)

Het Wilde Dromen (2007) is een documentaire over drie vrije kavelbouwers

in Blauwkapel en Leidsche Rijn. De drie stellen werden gefilmd tijdens

en terugkijkend op het ontwerp­ en bouwproces van hun eigen huis. De

documentaire laat drie verschillende manieren zien om als particulier je

droomhuis te bouwen. Een cataloguswoning of een nieuw ontwerp.

De film belicht hun keuzes, de moeilijkheden waar zij tegenaan lopen,

de interactie met de architecten en het uiteindelijke resultaat. Centraal

staan de persoonlijke dromen van de kavelnemers. ‘Ik hoef niet persé te

verhuizen, maar voor je droomhuis ga je weg’ bewoners van De Hoven

(Leidsche Rijn); ‘het is een uitdaging je droomhuis te laten tekenen’ aldus

de bewoners van De Oeverwal (Leidsche Rijn).

regie: Ruud Bakker, camera: Hans Jonkhart interviews en research: Martine Bakkerproductie: Adapter Film i.o.v. Architectuurcentrum AortaDVD te koop bij Aorta Û 8,00, 25 minuten.

Discussie onder leiding van Bernard Hulsman (NRC Handelsblad)

Jacqueline Tellinga (Heilige Huisjes NAi, projectleider Homeruskwartier

Almere)

Kavelnemers uit Het Wilde Dromen

Rolf Reichardt (van MONK Architecten houten schootshuis Blauwkapel)

Hans Vermeulen (DUS Architecten)

Marcel Kastein (De Regie)

Hans Vos (SEV Realisatie)

Net zoals in de documentaire stond in de discussie het perspectief van de

vrije kavelkoper centraal. Het landelijke beleid is erop gericht particulier

opdrachtgeverschap te stimuleren. Toch lukt dat maar nauwelijks.

Gemeentelijke planning en stedenbouwkundige randvoorwaarden geven

er richting aan. Maar uiteindelijk zijn het de opdrachtgevers die met hun

keuzes andere kavelkopers een spiegel voorhouden. Zijn (toekomstige)

kavelkopers bekend met alle mogelijkheden van particulier opdracht­

geverschap? Hoe raken particuliere opdrachtgevers enthousiaster en meer

geïnspireerd? Moet de vrije kavel vrijer of juist niet? Wat zijn de dromen

en nachtmerries van de kavelkoper en wat betekent dit allemaal voor de

toekomst van het particulier opdrachtgeverschap? Het leek met de nacht­

merrie wel mee te vallen. Particulier opdrachtgeverschap gaat een zonnige

toekomst tegemoet, dat was althans de conclusie van de avond.

(volledig verslag: www.aorta.nu)

Datum: 20 november | Aantal bezoekers: 70

droom of nachtmerrie

‘gelijke invloeden van de opdrachtgever, de architect en de aannemer is ook heel belangrijk’

Page 59: Aorta Jaarboek 2007

59SCHOOTSHUIS BLAUWKAPEL | ARCHITECT: MONK ARCHITECTEN FOTO: ROLF REICHARDT, MONK ARCHITECTEN

Page 60: Aorta Jaarboek 2007

60

‘Je droomhuis bouwen kan.’

Vrije kavels zijn in de gemeente Utrecht een betrekkelijk nieuw fenomeen. Na een stroeve opstartperiode nam de verkoop ruim 2 jaar geleden gestroomlijnde vormen aan. Een aantal woningen is inmiddels gerealiseerd. Voor de vijf kavels in Blauw kapel zijn de kaprichting, goot- en nokhoogte en het bebouwingspercentage vastgelegd. Deze zijn afgeleid van de bebouwing in het bestaande dorp. Ook het materiaalgebruik wordt bepaald door de omringende gebouwen. De woning van Henny van Poppel en Marieke Zonnenberg is een verticaal opgerekt, archetypisch huis, zeer smal en hoog. Een droomhuis verwezenlijkt in particulier opdrachtgeverschap met hulp van MONK architecten.

FOTO: AORTA

Page 61: Aorta Jaarboek 2007

61

WONEN IN EEN DORPWe waren nog nooit in Blauwkapel ge-weest toen we geattendeerd werden op een woning. We vonden het meteen een bijzondere plek. Op deze plek bevond zich een oud fort van de Hollandse Waterlinie. Voorheen een verdedigingslinie van Amsterdam voor Utrecht langs naar Woerden. Napoleon wilde de vaarroutes beschermen en heeft een fort aangelegd. Er lag toen al een dorpje. Op de plek van ons huis lagen de boten in de 13e eeuw, aan de overkant lag de herberg voor de trekvaart. Vanaf de weg zie je het bijna niet, het is een soort eiland. Doorslag-gevend voor ons was niet deze historie maar het feit dat wij dichtbij de stad een vrijstaand huis wilden dat we zelf zouden kunnen bouwen.

VERTROUWENOns huis is ontworpen door MONK archi-tecten. De knipoog naar de geschiedenis was een idee van de architect: ‘Je woont op een fort, daar moet je wat mee doen’. Wanneer je iets met de geschiedenis van een plek doet dan kun je vaak meer bereiken. Het is de combinatie van een goed verhaal, het verleden van de plaats en een mooi ontwerp dat het succes heeft gebracht. Het ontwerp voldeed aan de randvoorwaarden van kaprichting, goot- en nokhoogte maar de materiaalkeuze was heel anders. De welstandcommissie keurde het ontwerp goed en we zijn van start gegaan. Uiteindelijk zijn we ander-half jaar bezig geweest. We hebben veel plezier gehad tijdens deze periode, de wekelijkse bouwvergaderingen met de architect en de opzichter, de discussies waarin iedereen zijn eigen rol heeft. Het is belangrijk dat je de mensen met wie je samenwerkt kunt vertrouwen; het is hun vak. Zij wisten wat we wilden.

DROOM OF NACHTMERRIEJe bouwt je eigen huis om volledig te kun-nen bepalen wat je wilt, maar ook uit een stukje idealisme. Het is een deel van jou.

We zijn heel nauw bij de bouw betrokken geweest. Vanaf het begin moet je al aller-lei beslissingen nemen en wen je al aan je nieuwe huis. Een huis dat je zelf bouwt is een deel van jezelf, er zit niet alleen geld en tijd maar ook een deel van jou in, daar neem je niet snel meer afscheid van. Gelukkig wisten we wat ons te wachten stond, we hebben namelijk al eerder zelf gebouwd. Maar dit keer was het echt ons huis, zonder voorbeeld, alleen een idee van wat we wilden. Door eerdere ervarin-gen heb je meer zelfvertrouwen in de procesgang. Je maakt je minder druk om dingen. Dat geeft minder spanning. Bij ons eerste huis waren we eigenlijk al de eerste dag met de elektriciteit bezig. Dit keer hebben we dat pas op het laatst ge-daan, dan loop je door je huis en bepaal je waar alle stekkerdozen komen. Het vraagt wel veel van je, we zouden het niet zo snel nog een keer doen, maar raden het ook zeker niemand af. Ook al is het moeilijk en kun je onderweg altijd tegenslagen krijgen is het de moeite waard en vaak wel haal-baar. Wij zijn nog steeds erg enthousiast over deze woning. Het is heerlijk wonen.

DOE WAT BIJ JE PASTWij vinden het belangrijk om de bood-schap uit te dragen dat het mogelijk is je droomhuis te bouwen. Mensen denken vaak in onmogelijkheden, discussiëren over wat er allemaal niet kan. Laat het huis van een ander los en ga bij jezelf na wat je wilt. Kijk verder dan de jaren ’30 woning en durf je te laten gaan. De randvoorwaarden zijn er, maar binnen die kaders is er veel mogelijk. Je hoeft er niet creatief voor te zijn, alleen ruim definië-ren wat je zelf graag wilt. Rolf Reichardt van MONK heeft onze ideeën vertaald naar dit huis. Dat wil niet zeggen dat ieder huis baanbrekend hoeft te zijn. Dat was ook onderdeel van de discussieavond ‘Het Wilde Dromen’. Je zou niet iedereen een plezier doen met een huis als de onze. Niet iedereen hoeft altijd vooruit of te vernieu-wen, zo zit de samenleving gewoon niet in

elkaar. Doe wat bij je past. Al doe je het op een andere manier, je komt dezelfde dingen tegen: de vergunningen, de bouw, de aannemer, de problemen, de bouw-vergaderingen. Laten we niet te hard oordelen over de droomwoning van elkaar. Door te wijzen op particulier opdracht geverschap trek je twijfelaars over de streep, je moet je alleen realiseren dat het een select publiek is die zich aangesproken voelt. Wij denken wel dat het belangrijk is om in een gebied duide-lijke randvoorwaarden te stellen, zodat alle droomhuizen van al die verschillende mensen in een plan wel een eenheid kun-nen vormen. We zijn erg benieuwd hoe dat in Almere nu vorm gaat krijgen.

NIEUW TUSSEN OUDEr gebeurt in Utrecht wel heel erg veel: De Uithof, Leidsche Rijn. Utrecht is vooral de oude binnenstad. Alles is laag, de Dom als de grens. Sprekend is vooral het nieuw tussen het oud. De moderne huizen die mooi in de omgeving passen, zoals de bunker tegenover de Sterrenwacht Son-nenborgh, het woonhuis van die architect aan de oude gracht, aan de Singel bij de stadsschouwburg en het kleine metalen huisje op de hoek van de Drift, Kromme nieuwe gracht. Misschien kunnen we dat formuleren naar een visie? Dat Utrecht de oude stad wil bewaren en dan op plekken de nieuwe tijd zijn intrede laat doen! |

FOTO: AORTA

Page 62: Aorta Jaarboek 2007

62 AORTA 2007 | TENTOONSTELLING EN DISCUSSIE

‘BAR laat zien dat er alternatieven zijn, vrij van dogma’s of voorin­

genomenheid, architectuur die ‘gebruik’, ‘programma’ en de mogelijk­

heden tot collectiviteit als uitgangspunt neemt en waarmee een innove­

rende architectuur wordt gemaakt. Door inventief gebruik te maken van

de vaak beperkt beschikbare middelen slagen zij er in hun projecten een

gemeenschappelijke meerwaarde te geven waarbij de vorm en het beeld

de gebruikskwaliteit van het project ondersteunen.’

De afgelopen jaren hebben meerdere jonge architectenbureaus bij Aorta

een plek gevonden om zich te presenteren. BAR startte in 1999 als bureau

Joost Glissenaar en Klaas van der Molen na het winnen van Europan, de

internationale prijsvraag voor jonge bureaus. Ook daarna bleven ze niet

ongezien in het prijzencircuit. Het ontwerp voor drukkerij Plantijn Caspa­

rie werd genomineerd voor de Rietveldprijs 2001. En voor het Brughuis

in Middelburg ontvingen ze in 2006 zowel de Van Eckprijs als de AM/

NAi­prijs. Met een aantal opvallende projecten in Utrecht levert BAR een

noemenswaardige bijdrage aan de architectuur in de stad. Denk aan het

interieur van BAK aan de Lange Nieuwstraat, het junkiehotel aan de

Maliebaan dat internationale aandacht heeft getrokken, de eerder genoem­

de drukkerij Plantijn Casparie, nu Rotosmeets aan de Kanaalweg en een

mobiele ontmoetingsruimte in Leidsche Rijn. Naast het werk werd in de

tentoonstelling ook hun inspiratie en hun visie getoond. Dit kreeg vorm in

honderdvijftig blokken van 50x50 cm, beplakt met afbeeldingen en teksten

van het werk van BAR. De blokken konden door de bezoekers in een

andere opstelling geplaatst worden, zodat er steeds een nieuwe inrichting

en verhaal verscheen.

Een tentoonstelling over het werk van BAR architectenDatum: 7 november 2007 tot en met 5 januari 2008 Aantal bezoekers: 156

DiscussiePiet Vollaard (Archined)

Patrick Fransen (Studio Hertzberger)

Maartje Lammers (24h)

Oliver Thill (atelier KempeThill)

Joost Glissenaar en Klaas van der Molen bewegen zich met hun werk op

de grens tussen vrij gebruik en sturende vormgeving. In het kader van de

tentoonstelling schoven op donderdag 29 december enkele collega’s aan

om hier publiekelijk over van gedachten te wisselen. De blokken waren

voor de gelegenheid hoog opgestapeld in een muur van een halve arena.

Glissenaar ging ervan uit dat Patrick Fransen (Studio Hertzberger) structuur

leidend laat zijn in zijn ontwerpen, Maartje Lammers (24h) materiaal en

Oliver Thill (Atelier Kempe Thill) monumentaliteit. Men bleek echter vooral

veel in elkaars aanpak te herkennen en concludeerde dat ontwerpen pas

echt interessant wordt buiten het programma om.

Voor gespreksleider Piet Vollaard (Archined) is gebruik verbonden aan

tijdelijkheid. Hij lichte dit toe aan de hand van het werk van Cedric Price en

Frank van Klingeren, wier InterAction Centre (1973) en De Meerpaal (1967)

nadrukkelijk niet zijn ontworpen voor de eeuwigheid. Price en Van Klingeren

bouwden ook nadrukkelijk niets moois. Het ging hen om het gebruik. Dit is

precies de grens waar Glissenaar en Van der Molen mee worstelen. Want

BAR wil wel degelijk dat vormgeving een rol speelt, al hoeft het niet zo

sterk te zijn als in de projecten van 24h. BAR wil iets uit handen geven aan

de gebruikers, maar ook iets in handen houden. Het bureau lijkt nog niet

toe aan de totalitaire consequenties van gebruiksarchitecten als Price en

Van Klingeren. Maar misschien is het voortdurend aftasten van bruikbaar­

heid en stijl juist de kracht van hun werk.

(volledig verslag: www.aorta.nu)

Datum: 29 november | Aantal bezoekers: 25

bruikbaar

‘…vrij van dogma’s of vooringenomenheid…’

/ 8 jaar BAR/ 62 projecten / 10 realisaties

Page 63: Aorta Jaarboek 2007

63COMPILATIE TENTOONSTELLING BIJ AORTA | ARCHITECT: BAR

‘…vrij van dogma’s of vooringenomenheid…’

/ 8 jaar BAR/ 62 projecten / 10 realisaties

FOTO: AORTAFOTO: ROB ’T HART

Page 64: Aorta Jaarboek 2007

64 AORTA 2007

Open rondleidingen Aorta organiseert open rondleidingen op verschillende locaties die zij

bekendmaakt op de website en in de lokale pers. Deze rondleidingen

duren 1,5 à 2 uur en kosten doorgaans Û 7,50 per persoon

(Û 6,25 voor U­pas houders en Vrienden van Aorta). De prijs is afhankelijk

van het thema en exclusief vervoer. Aanmelden voor de rondleidingen

is noodzakelijk en kan bij de receptie van Aorta, telefonisch, of via de

website.

Rondleidingen voor groepenGroepsrondleidingen worden uitsluitend op aanvraag georganiseerd.

De kosten bedragen een vast bedrag per gids, per uur, ongeacht het aan­

tal deelnemers. Per gids kunnen maximum 20 personen deelnemen.

Gidsen Alle rondleidingen worden begeleid door professionele architectuurgid­

sen, voornamelijk met een achtergrond op het gebied van architectuur­

geschiedenis, bouwkunde, sociale geografie en/of landschapsinrichting.

Tijdens de rondleidingen geven zij uitgebreide achtergrondinformatie over

de historische, stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen.

De toelichting is in het Nederlands, maar kan bij groepsaanvragen op

verzoek ook in het Engels of een andere taal worden gegeven.

Thema’s & locatiesDe thema rondleidingen worden veelvuldig bezocht door geïnteresseerden

in binnen­ en buitenland.

1. De Uithof en de Universiteitsbibliotheek (UBU) van Wiel Arets. Sinds de jaren ’60 worden in De Uithof onderwijsgebouwen gerealiseerd.

Na de eerste bouwimpuls in de jaren ’70 heeft de invulling lange tijd stil

gelegen. De laatste jaren wordt er echter weer met verve gebouwd, wat

De Uithof steeds meer het aanzien geeft van een echte campus.

De nieuwe bouwimpuls heeft een aantal zeer bijzondere gebouwen opge­

leverd, die een staalkaart van Nederlandse architectuur vormen. Tijdens

de rondleiding krijgt u inzicht in het stedenbouwkundig plan van De Uithof

en wordt een bezoek gebracht aan enkele van deze toonaangevende,

moderne gebouwen, waaronder: het rode Minnaertgebouw met in de

hoofdhal een waterbassin voor regenwater, het Educatorium van OMA,

de nieuwe universiteitsbibliotheek van Wiel Arets, het NMR­gebouw van

UN Studio en de glossy Basketbar van NL Partners.

2. Het stadhuis van Miralles. In 2000 nam Utrecht een vernieuwd stadhuis in gebruik. De Spaanse archi­

tect Miralles (1955 – 2000) verbouwde het deels middeleeuwse complex.

Het Utrechtse stadhuis heeft een eeuwenlange geschiedenis, want al meer

dan 650 jaar zetelt het bestuur van deze stad op die plek. In de loop van

die tijd werd een tiental panden en stadskastelen aangebouwd. Miralles

verbond bestaande en moderne architectuur op een niet alledaagse wijze

met elkaar. Niet alleen het uiterlijk van het nieuwe stadhuis is spraak­

makend, maar ook het interieur weet menig bezoeker te verrassen. In de

architectuur van Miralles staat de afleesbaarheid van de geschiedenis

voorop. In het gerenoveerde stadhuis door Miralles is oud­ en nieuwbouw

op geheel eigen wijze met elkaar verbonden.

rondleidingen

THEMA AANTAL DEELN. AANTAL DEELN.De Uithof 81 1.642 8 104Villa Jongerius 27 550 UBU 11 152 University College 5 65 Stadhuis 4 79 4 57Leidsche Rijn 4 43 5 62Moderne Archictectuur binnenstad 3 30 2 31Stationsgebied 3 58 Pythagoras 3 22 Educatorium 2 35 Art Nouveau 2 20 4 66Rietveld en Tijdgenoten 2 35 2 24Musea en het Museumkwartier 2 25 2 17Zocherplantsoen 1 20 Amelisweerd 1 12 1 20Industrieel Erfgoed 1 20 Minnaert 1 3 TOTAAL 153 2.811 28 381

groepsrondleidingenrondleidingen voor

individuele deelnemers

TOTAAL AANTAL GEORGANISEERDE RONDLEIDINGEN EN AANTAL DEELNEMERS PER THEMA

1

23 4

5 6

789

10

Page 65: Aorta Jaarboek 2007

65AORTA 2007

3. Leidsche Rijn onder de loupe. De grootste Vinex­wijk van Nederland begint langzaam vorm te krijgen.

De afmetingen van het plan ontstijgen die van voorgaande nieuwbouw­

projecten of buitenwijken. In 2015 moeten 30.000 woningen en 70.000 m2

kantoorruimte samen met de nodige kleinschalige voorzieningen, zoals

winkels, scholen en ouderenvoorzieningen, en een aantal grootschalige

voorzieningen, zoals bruggen en parken, opgeleverd zijn. Hoewel er op de

woningen veel kritiek wordt geuit, zijn er zeer markante gebouwen te

bezichtigen en te bezoeken, zoals het WOS 8 gebouw, de telefooncentrale,

de TGV­housing, projecten in Langerak, Parkwijk, het winkelcentrum van

AWG architecten, het paviljoen van Stanley Brouwn, de Kersentuin, het

Amaliapark en de school van Wiel Arets. Onder leiding van een gids wordt

een deel van het gebied per fiets bezocht en krijgt u uitleg over de opzet

van dit gebied, de verschillende deelgebieden en afzonderlijke gebouwen.

4. Moderne Architectuur in de binnenstad. Deze route gaat langs projecten van architecten die een prominente bijdrage

aan de architectuur van de Utrechtse binnenstad hebben geleverd, zoals

Mart van Schijndel, Robert van der Hout, Bob van Reeth, W.M. Dudok, West

8, Maaskant, Enric Miralles, Francine Houben en Sluijmer en Van Leeuwen.

5. Stationsgebied. De Grote Operatie Stationsgebied gaat nu echt van start. Dit enorm uit­

gebreide project zal jaren in beslag nemen, maar begint met de bouw van

het nieuwe Muziekpaleis en het winkel­ en appartementengebouw

De Vredenburg. Daarna komt het entreegebouw van Nieuw Hoog

Catharijne, de OV­terminal, het Casino, stadskantoor en ga zo maar door!

Bijna teveel om te vatten. Deze rondleiding geeft meer inzicht in wat we de

komende jaren kunnen verwachten.

6. Jugendstil / Art nouveau. De sierlijke vormen van Art Nouveau ofwel Jugendstil (1890 – 1914) zijn op

veel plaatsen in Europa te vinden: van de ingangen van de Parijse metro,

de Eiffeltoren tot de Grand Cafés in Praag en het woonhuis van de archi­

tect Victor Horta in Brussel. Deze internationale stijl heeft grote nationale

verschillen in vormentaal. Zo heeft Utrecht een karakteristieke mengeling

van Neogotiek en Jugendstil. Door het gebruik van ijzeren balken en nieuwe,

machinaal vervaardigde, grote ruiten werd de Jugendstil veel toegepast bij

gebouwen met etalages, zoals apotheken, kledingmagazijnen en waren­

huizen. Hét andere opvallende kenmerk van de Nederlandse Jugendstil­

architectuur is het gebruik van gekleurde, meestal geglazuurde baksteen. In

deze rondleiding maakt u kennis met voorbeelden van Jugendstil in Utrecht,

zoals het pand Sic Semper op de hoek van de Kromme Nieuwegracht, de

apotheek in de Voortstraat, het ‘Gele Kasteel’ aan de Janskerkhof, Café de

Witte Ballons aan de lijnmarkt en vele winkelpanden rond de Oude Gracht.

7. Rietveld en tijdgenoten. Zowel het Rietveld­Schröderhuis als enkele andere gebouwen van Rietveld

komen tijdens deze wandeling aan de orde. Daarnaast ook veel moderne

villa’s om het Wilhelminapark, onder meer het Dubbel Huis van MVRDV.

De architectuur van Rietveld gaf aanzet tot deze villa’s.

8. Het museumkwartier en museumarchitectuur. De meeste musea in het zuidelijke deel van de binnenstad hebben een

moderne uitbreiding of herstructurering gekregen. In de wandeling worden

onder andere het Centraal Museum van Beel en Agtergael, het Univer­

siteitsmuseum van Koen van Velzen en het Museum Catharijneconvent

van Hubert­Jan Henket bekeken en besproken hoe modern gebouwd kan

worden in een historische context.

9. Het Zocherplantsoen. Het Zocherplantsoen is een 19e eeuws landschapspark. Via de 19e eeuwse

omvorming van de stadswallen tot een plantsoen door J.D. Zocher, wordt

er gekeken naar het landschappelijk ontwerp van het Griftpark.

Zo ontstaat een beeld van de verschillende opvattingen in de tijd.

10. Landgoed Amelisweerd. Een groot deel van dit gebied werd in de Middeleeuwen aangelegd als

park dat onderdeel uitmaakte van drie verschillende landgoederen.

Amelisweerd dankt zijn naam aan Amelis de Insula, een ridder die zich in

1224 aan de Kromme Rijn vestigde. Het landgoed wordt geflankeerd door

de landhuizen Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen. Naast een beknopte

geschiedenis van de landgoederen gaat de excursie in op de hedendaagse

bestemmingen van dit soort 17e eeuwse landhuizen. De wandeling start in

Bezoekerscentrum Oud Amelisweerd.

hoewel utrecht vooral bekendstaat om haar historisch centrum, heeft deze stad ook een schat

aan moderne architectuur. veel van de jongere bouwkunst bevindt zich in de binnenstad, waar

rekening moet worden gehouden met bestaande gebouwen en stadsstructuren. de recente uit-

breidingen aan de oost- en westkant van utrecht hebben architectonische hoogstandjes voort-

gebracht. architectuurcentrum aorta organiseert het hele jaar door rondleidingen langs

(moderne) architectuur en landschapsarchitectuur in utrecht. deze excursies zijn geconcentreerd

rondom verschillende thema’s en locaties.

BEZOEKERS INTERNATIONAAL

LAND AANTAL

Nederland 2.697België 112Duitsland 96Spanje 54Divers 52Roemenië 40VS 30Italië 20Denemarken 20Frankrijk 19Luxemburg 18Noorwegen 15Tsjechië 15Mexico 4 Buitenland 495

TOTAAL 3.192

Page 66: Aorta Jaarboek 2007

66 AORTA 2007

Aorta geeft informatie aan een breed publiek. Aan de medewerkers van

de publieksbalie kunnen vragen worden gesteld. In het knipselarchief zijn

artikelen te vinden uit landelijke dag­, week­ en vakbladen, die de gebouw­

de omgeving van Utrecht als onderwerp hebben. Op de leestafel liggen de

laatste nummers van vakbladen, recent uitgegeven boeken en informatie

over het lopende programma van Aorta. De mediatheek omvat boeken en

tijdschriften over architectuur en stedenbouw (regio Utrecht), informatie

over Utrechtse architectenbureaus en bureaus van buiten die in Utrecht

bouwen en video’s en dvd’s over verschillende onderwerpen met betrek­

king tot Utrecht en architectuur.

www.aorta.nuDe website geeft informatie over de organisatie en sponsors, lopende

programma’s, lezingen, debatten, gerelateerde activiteiten en rondleidingen.

De homepage biedt een overzichtelijke agenda van de lopende activiteiten.

In het archief kan gezocht worden naar programma’s en verslagen van

voorgaande jaren. De site geeft informatie in de Nederlandse en Engelse

taal.

informatief

informeren, debatteren, innoveren, stimuleren, presenteren, communiceren

Page 67: Aorta Jaarboek 2007

67UNIVERSITETISBIBLIOTHEEK UTRECHT FOTO: JAN BITTER

Page 68: Aorta Jaarboek 2007

68 AORTA 2007

Het Wilde Dromen (HD / kopie op DV)Het wilde dromen is een documentaire over drie

stellen die een vrije kavel kopen in Blauwkapel

en Leidsche Rijn. Twee daarvan kijken vanuit

hun droomhuis terug op het proces. Het derde

stel wordt gevolgd tijdens het ontwerpproces.

Centraal staan de persoonlijke dromen vanuit de

kavelnemers. De documentaire geeft een goed

beeld van wat het betekent om zelf een huis te

bouwen – van de praktische soelaas en handige

eigenschappen tot de emoties die er bij komen

kijken. Een poëtisch en beeldend verslag van

de dromen van de particuliere opdrachtgever –

afgezet tegen de weerbarstige realiteit van de

vrije kavelmarkt.

Prijs:ÊÛÊ 8,00, 25 minuten

Vaart in de Vaartse RijnIn opdracht van Architectuurcentrum Aorta en

Landschap Erfgoed Utrecht (vroeger Erfgoed­

huis Utrecht) werkten twee ontwerpteams aan

een ontwikkelingsvisie voor de Vaartse Rijn.

De Vaartse Rijn is een vergeten waterlijn, die

loopt van het Ledig Erf in Utrecht tot de rivier

de Lek in Vreeswijk. Ooit was het een econo­

mische hoofdader. Maar later werd die functie

overgenomen door het Merwedekanaal en

het Amsterdam­Rijnkanaal. Nog later kwamen

er wegen die veel beter tegemoet kwamen

aan industriële ontwikkelingen. Toch zijn veel

restanten van de industriële bedrijvigheid op de

oevers nog steeds zichtbaar. Verleden, heden

en toekomst zijn in het Vaartse Rijngebied nauw

met elkaar verbonden. Tegenwoordig worden de

oevers van de Vaartse Rijn voor heel verschil­

lende functies gebruikt. Belangrijk is dat de

cultuurhistorische betekenis van de Vaartse

Rijn als industrieel waterlint niet verloren gaat.

De uitkomsten van het onderzoek zijn in de

publicatie beschreven. Dit project moet leiden

tot revitalisatie van de Vaartse Rijn. Er liggen nu

twee interessante ontwikkelingsvisies voor de

Vaartse Rijn, die beide goede elementen in zich

hebben. Het is nu aan de gemeenten Utrecht

en Nieuwegein om mogelijkheden te scheppen.

We hopen dat daarmee de Vaartse Rijn wordt

behouden voor ontwikkeling.

Gebouw van morgen: Rabobank Nederland en de CroeselaanDe omgeving van het Rabobankcomplex Croe­

selaan is een gebied waarin extreme verande­

ringen hebben plaatsgevonden in steeds korter

op elkaar volgende perioden. In het boekje

Gebouw van Morgen: Rabobank Nederland

en de Croese laan wordt nader ingegaan op

de geschiedenis van dit gebied. Het nieuwe

bestuursgebouw moet één van de meest duur­

zame kantoorgebouwen van Nederland worden

en krijgt bovendien een flexibel en innovatief

werkplekconcept. Het boekje uit 2006 geeft

door middel van beeldmateriaal inzicht in deze

toekomstplannen van het nieuwe complex.

Industrieel erfgoed in UtrechtUitgave Industrieel Erfgoed, 2005. 14 locaties

van hergebruik van het industrieel erfgoed in

Utrecht. Met gegevens over de geschiedenis

van onder andere van Hooghiemstra, Villa Jon­

gerius en het Cereol terrein. Aan de hand van de

kaart en de adresgegevens kunnen geïnteres­

seerden de verschillende bouwwerken zelf gaan

bekijken.

Prijs: Û 5,00

Bouwen voor het GeloofHet boekje Bouwen voor het Geloof verscheen

als catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling

over de architect Alfred Tepe (1840­1920) en zijn

leerlingen in 2005. In het laatste kwart van de

negentiende eeuw bepaalde Tepe het aan­

zicht van veel dorpen en steden in het bisdom

Utrecht met ontwerpen voor een overweldigend

groot aantal neogotische kerken. In Utrecht

zelf zijn onder meer de St. Martinuskerk en de

Willibrorduskerk (1876 – 1877) van zijn hand.

Tegenwoordig is Tepe een vrij onbekende figuur,

terwijl hij gedurende zijn leven werd gelijkgesteld

met zijn tijd­ en stijlgenoot Pierre Cuypers. In

het boekje zijn zeventien gebouwen van Tepe in

Utrecht beschreven en gemarkeerd op de kaat

van Utrecht. Prijs: Û 5,00

DE ROMEINSE LIJN, van Levefanum naar LaurumIn opdracht van de Provincie Utrecht heeft

Aorta in 2005 het wedstrijdprogramma voor de

ideeënprijsvraag onder de naam ‘de Romeinse

Lijn’ ontwikkeld en de organisatie op zich geno­

men. De publicatie toont een impressie van het

ingezonden werk, plannen van de vijf genomi­

neerden worden uitgebreider beschreven en het

publicaties

Page 69: Aorta Jaarboek 2007

69AORTA 2007

gehele juryrapport. De wedstrijd richtte zich op

de ruimtelijke ontwikkelingskansen met als ar­

cheologische onderlegger: de Romeinse Limes,

de verdedigingslinie die door heel Europa loopt

en in de Provincie Utrecht via Wijk bij Duurstede,

Utrecht en Woerden langs de Rijn liep. Doel van

de prijsvraag – voor samengestelde teams van

ontwerpers, archeologen, architecten en steden­

bouwkundigen, communicatiedeskundigen en

kunstenaars – was met ideeën te komen om de

Limes (de Romeinse rijksgrens), in ruimtelijke

plannen te betrekken én de Limes beter voor

publiek zichtbaar en beleefbaar te maken. Een

hele uitdaging, want de resten van de 2000

jaar oude Romeinse weg liggen grotendeels in

de bodem verborgen. Het ging in de wedstrijd

vooral om een hedendaagse interpretatie en

visie op de Limes als lint, een drietal locaties,

een communicatiestrategie en een financiële

onderbouwing.

Gratis

Buiten Wonen (cd-rom)Resultaten van de workshop in 2004 waarin

onderzocht werd hoe en in welke vorm wonen

in het landelijk gebiedkan worden vormgegeven.

Drie teams onder leiding van ieder twee masters

ontwikkelden ieder een eigenzinnig voorstel.

Naast ontwerpscenario’s besteden de teams

aandacht aan ontwikkelingsstrategieën en finan­

ciering. De cd­rom toont alle ontwerpen en geeft

een inhoudelijke toelichting. Integrale verslag­

legging verliep ook via de site van Aorta.

Prijs: Û 2,50

100 uit 100 Architectuur Utrecht (1900 – 2000) Architectuurkaart UtrechtIn dit handzame boekje uit 2002 zijn 100

architectonisch interessante gebouwen in

Utrecht opgenomen die in de afgelopen eeuw

zijn gebouwd en die hebben bijgedragen aan

de discussie over architectuur in Utrecht. De

kaart bevat beschrijvingen in het Engels en

Nederlands over de gekozen gebouwen, zoals

architect, bouwstijl en ­jaar, een overzichtskaart

ter oriëntatie, een overzicht van de buslijnen om

de 100 bestemmingen mee te bereiken en een

uitleg van de gebruikte stijltermen.

Prijs: Û 5,00

50.000 extra woningen in de stad Utrecht (cd-rom)Resultaten van de workshop in 2002 waarin

onderzocht werd hoe en in welke vorm 50.000

woningen extra binnen de stad Utrecht kunnen

worden gerealiseerd. Ook de reacties van de

criticasters en het publiek zijn op de cd­rom

opgenomen.

Prijs: Û 2,50

Themanummer ‘Naar Buiten!’ Post PlanjerDit themanummer sloot aan bij de tentoonstel­

ling ‘Naar Buiten!’ in 2002. De activiteiten van de

Dienst Landelijk Gebied en de plannen voor de

drie gebieden Groenraven Oost, Utrecht West

en Noorderpark werden uitgediept. Analyses

van het stedelijk groen waren opgenomen,

waaronder de stadsparken Park de Gagel, het

Griftpark en het toekomstige Rijnsche Park

in Leidsche Rijn. De visies van hen die bij de

ontwikkelingen van de plannen zijn betrokken

werden belicht: Wethouder M.L. Van Kleef van

Ruimtelijk Ordening. Landschapsarchitecte

Berdie Olthoff en biologe Marijke van Damme­

Jongsten. Om een indruk te geven van de

(onprettige) invloeden die de plannen hebben op

de landbouw, werd een interview weergegeven

met een agrariër die tevens deel uitmaakt van

de herinrichtingcommissie voor Groenraven

Oost. Het beeldessay van fotograaf Ruud Bak­

ker visualiseerde een route van stadsrand tot

stadsrand. Zijn beelden laten zien dat de mens

het groen onderwerpt aan zijn wensen en grillen,

waaronder het soms dreigt te bezwijken, terwijl

het verlangen naar een weids landschap blijft.

Gratis

Jaarboek Aorta 2005, Gratis

Aorta 10 jaar, Editie 2006Jaarboek Aorta 2006: Gratis

Jaarboek Aorta 2007, Gratis

Page 70: Aorta Jaarboek 2007

70 AORTA 2007

Toelichting op de resultatenrekening

batenSubsidie gemeente Utrecht

Financiële bijdrage van Gemeente Utrecht, DSO

Subsidie basisprogramma

Financiële bijdrage van Stimuleringsfonds voor Architectuur

Overige sponsor- en subsidiegeld programma

Financiële bijdragen van sponsoren en subsidieverstrekkers voor het basis-

programma en aanvullend programma

Sponsorbijdragen

Financiële bijdragen van sponsors voor het totale jaarprogramma

Rondleidingen

Opbrengsten uit de organisatie van rondleidingen

Financiële baten

De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking heb-

bende renteopbrengsten

Financiële baten

Onder buitengewone baten wordt verstaan baten die voortvloeien uit gebeur-

tenissen en handelingen die te onderscheiden zijn van de activiteiten in het

kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve een incidenteel karakter

hebben

Overige baten

Omzet van verkopen aan balie, verhuur ruimte, horeca en entreeheffing

lastenDirecte programmakosten

Totale kosten van activiteiten zoals tentoonstellingen, lezingen en andere

activiteiten

Personeelskosten

Kosten van het vaste personeel en het inhuren van personeel

Huisvestingskosten

Kosten van huur, onderhoud, gas, water, elektra en belastingen

Kantoorkosten

Kosten kopiëren, kantoorbenodigdheden, netwerkbeheer, telefoon, porti en

drukwerk jaarverslag

Algemene kosten

Accountantskosten, bestuurskosten, verzekeringen en administratiekosten

Page 71: Aorta Jaarboek 2007

71AORTA 2007

balans per 31 december 200731 12 2007 31 12 2006

Activa

Materiele vaste activa 35.127 42.688

Vorderingen 37.817 43.604

Liquide middelen 193.531 195.411

266.475 281.703

Passiva

Stichtingsvermogen 161.769 161.556

Voorzieningen 27.000 48.000

Kortlopende schulden 77.706 72.147

266.475 281.703

baten en lasten over 2007  2007 2006

Baten    

Subsidie gemeente Utrecht 67.731 55.462

Subsidie basisprogramma SFA 36.773 53.115

Overige Sponsor­ en subsidiegeld programma 132.117 72.277

Sponsorbijdragen 29.612 47.820

Rondleidingen 17.753 18.522

Incidenteel maatwerk – 100.326

Financiële baten 5.042 2.770

Buitengewone baten 16.586 7.168

Overige baten 5.932 6.900

Som der baten 311.546  364.360 

Lasten

Directe programmakosten 76.712 100.966

Personeelskosten 153.472 140.783

Afschrijvingen materiële vaste activa 9.572 8.670

Huisvestingskosten 29.827 39.360

Verkoopkosten 3.817 2.189

Kantoorkosten 12.037 10.423

Algemene kosten 25.897 44.565

Som der lasten 311.333 346.956

Batig saldo 213 17.404

jaarcijfers

Page 72: Aorta Jaarboek 2007

72 AORTA 2007

bezoekers 2007

aantal bezoekers mediatheek en expositie

aantal bezoekers debatten (5 per jaar)

aantal bezoekers lezingen (4 per jaar)

aantal deelnemers rondleidingen

aantal indirecte contacten

aantal bezoekers film (2007: 3 films)

(2006: 6 films)

Educatie / kinderworkshop (2007: 4)

(2006: 2)

Overige divers maatwerk

2007 2006

2.985

2.428

375

330

397

248

3.192

3.053

29.630

23.103

234

351

98

73

80

0

Page 73: Aorta Jaarboek 2007

bezoekers 2007

Sap liep mee met een stadswandeling door de Uithof en

bekeek gebouwen met een verse blik, SAP 10 jan 2007 De ex­

positie in architectuurcentrum Aorta was zeer de moeite

waard om te bekijken, Max Velthuis AD 3 maart 2007 over de tentoonstelling

Jongeriuscomplex Een bijzonder mens met een neus voor za­

ken en het hart op de juiste plaats. Dat beeld geeft de

tentoonstelling in Architectuurcentrum Aorta van de suc­

cesvolle Utrechtse ondernemer Jan Jongerius, Stadsblad 7

feb 2007 Architectuurcentrum Aorta in Utrecht maakt on­

der de titel Nieuwe Lading jaarlijks de balans op van het

aanbod jonge ambitieuze Utrechtse ontwerpers. De Architect,

Juni 2007 Utrecht studentenstad is een serieuze maar laag­

drempelige expositie, die ook de veranderde architec­

tuur van de studentenhuisvesting in de stad belicht, AD/UN

12 mei 2007 ‘Droom of nachtmerrie?’, zo kondigde Utrechts

Architectuurcentrum Aorta het debat van 20 november

over particulier opdrachtgeverschap aan. Archined 5 dec 2007 In

het Utrechts Architectuurcentrum is een tentoonstelling

ingericht met 150 piepschuim blokken. AD/UN 8 dec 2007 Wie

Engelse kennissen of familieleden wil laten kennis maken

met de bijzondere architectuur van de Uithof, kan morgen

terecht bij Aorta, AD/UN sept 2007

Page 74: Aorta Jaarboek 2007

74 AORTA 2007

In 2006 is de ‘Koers 2007 – 2010’ vastgesteld.

Hierin zijn geen majeure koerswijzigingen ingezet.

Met een bredere basis zal Aorta de ingezette koers voortzetten naar een verdere professionalisering.

Aorta stelt hierbij de volgende speerpunten voor de komende vier jaar:

> Verdere professionalisering van externe communicatie en marktbewerking

> Meer inzetten van multimedia middelen via diverse kanalen voor een groter bereik

> Groei in het huidige programma aanbod in de (regio) Utrecht

> Meer educatieve activiteiten voor een breder publiek

> Meer ‘fun and leisure’ activiteiten (ook voor kinderen)

> Meer activiteiten in partnership met (commerciële) partners

> Bescheiden verbreding en versterking van de organisatie

verder professionaliseren

‘Waarom Utrecht?’, de vraag die me zo vaak wordt gesteld. Daarom

dus. Al is eigenlijk – ook in mijn geval – het allerbelangrijkste de niet

goed onder woorden te brengen aantrekkingskracht van de stad.’ Nieuwjaarstoespraak burgemeester A. Wolfsen, 2 januari 2008

Page 75: Aorta Jaarboek 2007

75COCKPIT | ARCHITECT: ONL [OOSTERHUIS_LENARD] | RIETVELDPRIJS 2007FOTO: ONL [OOSTERHUIS_LENARD]

Page 76: Aorta Jaarboek 2007

76 AORTA 2007

‘Verzet tegen de lelijkheid. Wees realistisch, eis het onmogelijke.’ Che Quevarra

Page 77: Aorta Jaarboek 2007

77AORTA 2007

motto 2007 / 2008met onze missieEen bijdrage te leveren aan de brede discussie over de kwaliteit van onze

gebouwde en landelijke omgeving – en dus onze leefomgeving beter te

maken. Architectuurcentrum Aorta is een plek voor het maatschappelijk

debat, kennisvergaring en informatie over nieuwe ontwikkelingen en visies

in de architectuur. Een ontmoetingspunt voor de vakgemeenschap én een

kenniscentrum voor het brede publiek, om zo de eigen omgeving beter te

begrijpen.

visieAorta ziet architectuur als een culturele waarde. Het is per definitie méér

dan ontwerpen méér dan een stapeling van stenen: het raakt aan maat­

schappelijke, economische, technologische, sociale en politieke ontwikke­

lingen. Architectuur geeft een positieve meerwaarde aan de leefomgeving.

Wezenlijk is hoe mensen architectuur ervaren en beleven. Het komt tot

in het huis van elke burger en roept dus veel reacties op. Aorta hanteert

een ruime opvatting van architectuur: stedenbouw, ruimtelijke ordening,

landschap, tuin en interieur en inrichting van de openbare ruimte. Architec­

tuur is een instrument waarmee de gebouwde en groene omgeving wordt

vormgegeven en bepaalt de identiteit van de openbare ruimte.

aanpakAorta doet dit door denkbeelden herkenbaar te maken, uit te wisselen

en door de belangstelling van het brede publiek voor architectuur te

bevorderen. Met informerende programma’s leert de leek de taal van de

architectuur, met inspirerende opiniërende programma’s bevordert Aorta

het debat voor de vakgemeenschap.

ontmoetingsplekAorta is een inspirerende ontmoetingsplek voor architecten, publiek,

opdrachtgevers, overheid, ontwikkelaars en bouwers. Het centrum weet

wat er speelt, neemt initiatieven en ontwikkelt projecten. De organisatie is

professioneel, initiërend, levert maatwerk en reageert adequaat op actuele

ontwikkelingen, zoals de ontwikkeling van De Uithof, landinrichtings­

gebieden rondom de stad, of de grootschalige ontwikkeling in het stations­

gebied. Kortom: alles wat op grote en kleine schaal bijdraagt aan een

betere leefomgeving. Aorta communiceert doorlopend over de stad en

haar ontwikkeling.

samenwerkingAorta staat niet alleen. Het centrum wil haar missie en doelen realiseren in

goede samenwerking met andere culturele instellingen, maatschappelijke

organisaties, gemeenten, de provincie, het bedrijfsleven en het publiek.

Aorta werkt intensief samen met de andere architectuurinitiatieven in

Utrecht.

Page 78: Aorta Jaarboek 2007

78 AORTA 2007

teamHet team van Aorta bestaat uit de volgende

medewerkers: Eveline Paalvast, directeur (0,8 fte)

Janneke van der Poel, projectmedewerker (0,8 fte)

Rosalie Kalkoene, projectmedewerker (0,8 fte) – tot mei 2007

Lindy Schuin, projectmedewerker (0,8 fte) – vanaf september 2007

Marti Michielse, administratief medewerker (0,6 fte)

Dini van de Leur, administratief medewerker (0,6 fte)

vrijwilligersHet werk van Aorta zou niet mogelijk zijn zonder

de energie en inzet van vrijwilligers. Zij hielpen

onder andere bij de mailings en het beheer van de

documentatie. In 2007 waren dat: Ebba Braun, Eus Joanknecht, en Jan Peek.

gidsen In 2007 zijn wederom veel gidsen voor Aorta actief

geweest: Riky Bouwman, Sanne Bovenlander, Jan Maarten Dalmeijer, Joos van

den Dool, Thea van Goudzwaard, Annemiek Hakkers, Elien van Helden,

Wineke Hiddema, Martin de Jong, Andy Kilian, Xandra Knoth, Bastiaan

van de Kraats, Tine Kroesen, Els Lagas, Cas Nagtzaam, Renette

Niekerk, Arco Ooms, Stephan Petermann, Eva Röell, Jana Schoen-

berger, Zineb Seghrouchni, Nicole Tak, Petra Vossestein, Pieter Waijer

en Sara Zondergeld.

medewerkersprogrammaraadDe programmaraad functioneert als inhoudelijk

adviesorgaan van Aorta. De raad adviseert het

Aorta team over de diverse programmaonderdelen.

In 2007 bestond de raad uit:

Hans-Lars Boetes Kennismanager PPS voor DLG

Rolf Bruggink TBFL Projectontwikkeling

Henk Jansen Adv. Stedenbouw en Cultuurhistorie, gemeente Utrecht

Tjerk van de Lune Architect studioSK

Paul van der Ree Architect studioSK

Erik Rossen Stedenbouwkundige gemeente Utrecht

Hank van Tilborg H+N+S Landschapsarchitecten

Denise Vrolijk Redacteur SRO

Marlies de Nijs Seniorstedenbouwkundige, gemeente Utrecht

Paul Roncken Landschapsarchitect en universitair docent WUR

raad van toezichtSinds 2007 is besloten dat het bestuur meer op

afstand zal functioneren en statutiare gewijzigd

wordt in een Raad van Toezicht. De Raad van

Toezicht adviseert en ondersteunt de directeur van

Aorta over het programma, de begroting, de jaar­

rekening en het jaarboek. Het bestuur bestond in

2007 uit:Jacques Thielen Voorzitter, directeur Far West, aangetreden in 2000

Karel de Wit Penningmeester, BU­manager Wonen Dynamisch ABC,

aangetreden in 2004

Michael van der Velden Markt en marketing, partner Andersson Elffers

Felix, aangetreden in 2001

Paul Kokkeler Personeel en organisatie, Kokkeler advies en

interimmanagement, aangetreden in 2005

Anton Bronsvoort Architectuur, architect en partner Bureau Bronsvoort

Blaak, aangetreden in 2004

Page 79: Aorta Jaarboek 2007

79AORTA 2007

colofon© Architectuurcentrum Aorta, augustus 2008.

Oplage: 1.000

Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op welke wijze dan ook zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.

Redactie: Lindy Schuin, Eveline Paalvast Ontwerp en layout: het Bos, Utrecht Drukker: Pluspoint, Blankenberge

Met dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van het jaarboek 2007.

Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald.

Architectuurcentrum Aorta kon in 2007 rekenen op de financiële steun

van de volgende bedrijven en instellingen:

sponsoren en subsidieverstrekkers

Beschikbaarheidsubsidiënten:DSO Gemeente Utrecht

Stimuleringsfonds voor Architectuur

Projectsubsidiënten:DSO Gemeente Utrecht

BNA

Erfgoedhuis Utrecht

projectbureau belvedere

Stichting Open Monumentendag

Gemeente Utrecht, POS

KF Heinfonds  

Fentener van Vlissingenfonds

Beschikbaarheidssponsoren:Dura Vermeer bv

Rabo Vastgoed bv

Volker Wessels Vastgoed bv

Bylan Accountants­Adviseurs bv

ING Vastgoed Ontwikkeling bv

AM Wonen

Corio Nederland Retail

Grontmij Midwest

Heijmans Vastgoed bv

Geelen Bouwprojecten bv

Projectsponsoren:Stichting Jongerius

Meijers Staalbouw bv

Erfgoedhuis Utrecht

AM

SSH

Het Utrechts Archief

BAM Woningbouw Nieuwegein

Bouwvereeniging Volksbelang

Assink Vastgoed Projectontwikkeling bv

Proper­Stok Groep bv

Directie Vastgoed en Campusontwikkeling

Rabo Vastgoed

Gemeente Woerden

Utrecht School of the Arts

Bouwnetwerk

BAR architectenburo    

Culturele Zondagen

Page 80: Aorta Jaarboek 2007

80 ENGLISH

Aorta, the Utrecht Centre of Architecture

Aorta offers information about developments

in the field of urban development, architecture

and related disciplines in the Utrecht region.

This is done by means of activities with a tem-

porary character, such as exhibitions, events,

guided tours, discussions and lectures. Aorta

is a permanent source of information about ar-

chitecture in Utrecht and the surrounding area.

Aorta Centre for Architecture is an indepen-

dent foundation, financially supported by the

government and the business community. The

foundation consisting of a Supervisory board,

an office and a programme platform. We are

pleased to welcome you in our office.

Address and opening hours

Architectuurcentrum Aorta

Achter de Dom 14

3512 JP Utrecht

The Netherlands

tel: +31 (0)30 232 16 86

fax: +31 (0)30 232 13 90

[email protected]

Aorta is located in the centre of Utrecht on the

following address: Achter de Dom 14. The centre

is by public transport (lines 2 and 22) and by car

(parking mall along the Strosteeg).

Aorta is open to public from:

Wednesday to Friday from 12.00 till 17.00 hrs.

Saturday from 13.00 till 17.00 hrs.

Entrance is free.

Events on site can take place on various times.

guided tours

The city of Utrecht is famous for its historical town

centre. However, it also boasts many modern

architectural sites by well­known architects such

as Rietveld and Rem Koolhaas. Many of these

contemporary buildings are situated in the inner

city, where the medieval structure and surrounding

buildings had to be taken into account during the

design and building process. Recent extentions

to the eastern en western side of Utrecht (De

Uithof and VINEX Leidsche Rijn) accommoda­

ted a further number of architectural highlights.

Throughout the year, Aorta, the Utrecht Centre for

Architecture, organises guided tours to (modern)

architectural sites and landscape architecture

in Utrecht. These excursions are concentrated

around several subjects and locations.

guides

All tours will be given by professional guides

specialised in history of architecture, social

geography, engineering or landscape architecture.

They will provide extensive background informa­

tion on historical, architectural and town­planning

developments. Tours are usually given in Dutch,

but group tours can also be given in English

and, if requested well in advance, also in other

languages.

guided tours for groups or individuals

On request Aorta organises excursions for groups

(minimum of 8 participants) for a minumum fee

of € 60,– ex. VAT per guide per hour. Prices also

depend on group size and extra requests. If a

group exceeds 20 participants a second guide

will be retained. A special programme can be

put together for your group by combining some

of the different themes mentioned above. Group

reservations must be made at least two weeks in

advance either in writing, by phone or by e­mail.

During the summer months guided tours start al­

most every weekend, either on Fridays, Saturdays

or Sundays. The tours last approximately 1,5 to 2

hours and cost around € 7,50 per person

(€ 6,25 with student discount), depending on sub­

ject and duration. Prices do not include any travel

expenses on your side. The information is given

in Dutch. Bookings, reservations and inquiries

can be made at the Aorta information desk or by

phone, fax or e­mail

TOURS

Architecture in ‘De Uithof’

A visit to several leading modern buildings on

university campus De Uithof. Building in De Uithof

started in the 1960’s but came to a halt in the

following decade. However, in the past ten years

building has been resumed with much enthusi­

asm, turning De Uithof into an actual campus.

The new building impulse has resulted in several

remarkable buildings. You will be guided around

one or more of the following buildings in the De

Uithof complex, depending on which day of the

week the tour takes place: the Educatorium by

Rem Koolhaas/OMA (1997), the Minnaert­building

by Neutelings Riedijk Architecten (1997), the fa­

culty for Economy and Management by Mecanoo

(1995) and the University Library by Wiel Arets

(2004).

This excursion also emphasizes the urban struc­

ture of De Uithof, the urban development plan of

which was designed by Art Zaaijer/OMA (1986) in

answer to the existing structure, which hardly took

into account the original landscape formed by

the Hollandse Waterlinie, the famous Dutch water

defence system. The buildings erected in the

so­called ‘kasbah­zone’ illustrate the urban

development master plan. The landscape struc­

ture is designed by West 8. The tour visits the

NMR­building by Ben van Berkel, UN Studio’s

(2001), the glossy Basketbar by NL Partners

(Rietveld Prize 2003). On request, several other

buildings can be viewed from the outside, such

as the student housing by Uytenhaak (1999), the

Ronald McDonald House by Bosch Haslett (1999)

and the temporary student housing in the form of

colourful stackable containers (Sky Boxes, 2004).

Duration: 2 hrs.

NOTE: The university buildings are not open on

Saturday and Sunday.

The town hall by Enric Miralles

Utrecht’s town hall has an age­long history. The

administration of the city of Utrecht has been

seated at this location for over 650 years. In the

course of time some ten medieval buildings and

city castles were interconnected that still form the

core of the premises. The result was an overly

compact and impenetrable labyrinth with many

different floor levels. In 1997 the local government

commissioned Spanish architect Enric Miralles

(1955 – 2000) to design a building that was open,

transparent and inviting. The aim was to combine

the existing monumental parts, which were to be

renovated, with a new wing.

Miralles combined modern architectural ideas with

the historical elements in a very personal way. The

main entrance was moved; it now is located in the

external wall that for centuries had been the back

of the premises. In the process, this relocation

resulted in the formation of a new square. The

architect’s signature is equally visible in the interior.

He designed, for example, the lamps and benches

that can be found throughout the premises, and

also the furniture in the council chamber. The

historical structure of the interconnected medieval

buildings has been made visible in various ways.

The tour will go around and into this striking

building.

Duration: circa 1.5 hrs

Vinex location Leidsche Rijn

On the western edge of the city of Utrecht the

largest VINEX­location of The Netherlands,

Leidsche Rijn, is under construction. Leidsche Rijn

will eventually consist of 30.000 houses, industrial

areas and numerous facilities. The excursion will

highlight the architecture arising in this district and

the urban development of sub­plans. The different

sub­plans will be designed one after another

and filled in by a large number of national and

Page 81: Aorta Jaarboek 2007

81ENGLISH

inter national urban developers. Together they will

illustrate working on a 21st century city.

Leidsche Rijn is a state of the art collection of

modern housing but it’s also special because of

the way the cultural landscape is incorporated in

the lay­out of the new neighbourhoods. The tour

visits the sub­plans Langerak I and II, Parkwijk and

the adjoining areas where for example the black

latex box by NL Architects and the TGV­dwellings

by Oosterhuis Associates can be seen. Other

projects are residences by Mecanoo, DAF Archi­

tects, Jaco de Visser, Atelier Pro and MacCreanor

Lavington Architects. It’s also possible to start the

tours from Information Centre Leidsche Rijn by

Cepezed Architecten, where a scale­model of the

whole area clarifies the master plan.

Duration: circa 2 hrs.

NOTE: The excursion through Leidsche Rijn is

normally done by bike. It is also possible to have

an accompanying guide on your bus.

Contemporary architecture in the inner city

This guided tour focuses on 20th century architec­

ture in the city centre of Utrecht. The route links

up projects of architects who made a prominent

contribution to the architecture in Utrecht, such

as Mart van Schijndel, well­known projects by

Sluijmer & Van Leeuwen like the metal house built

on the smallest plot in Utrecht.

The tour will also visit an apartment building

by Belgian architect Bob van Reeth, which is

especially designed to fit the historical situation, a

church yard, and incorporates the archaeological

finds dating from the medieval period. During the

tour the focus will be on the refurbishment plans

of West 8 for Neude square and surrounding buil­

dings such as the Neude tower (H.A. Maaskant,

1960), the main post office (J. Crouwel, 1924), the

town hall (Enric Miralles, 2000) and the municipal

theatre by W.M. Dudok (1941).

Duration: 1.5 hrs

Master plan central station area

In 2002 the population of Utrecht has chosen by

referendum for the transformation of the central

station area. The chosen approach will result in a

lot of changes in the next few years. The area will

be enriched with two eye­catching buildings in

glass and steel, defining the heart of the city. One

is a new station hall with a waving roof construc­

tion. The other is a music palace of 43 meters

high, made out of glass. Herman Hertzberger was

asked to design the new music palace, which will

incorporate part of the old music hall, also

designed by Hertzberger.

Benthem Crouwel Architect, designer of the

Schiphol terminal, has made a design for the new

central station in Utrecht. Apart from combining

different kinds of public transport in one terminal, it

also has to combine two different parts of the city.

Within a few years time, 2.5 times the amount of

passengers passing through the Schiphol Airport

terminal will be using the public transport terminal

in Utrecht. All the other changes to the area and

their respective time frames will be explained in

detail during this walking tour. The tour starts at

the information centre of the station area, where

scale­models and interactive computer animations

illustrate the plans.

Duration: circa 1.5 hrs

Jugendstil / art nouveau in Utrecht

This tour will explore art nouveau (Jugendstil)

architecture in Utrecht. The elegant shapes of art

nouveau (1890 – 1914) are visible all over Europe.

From the entrances to the Paris Underground,

the Eiffel Tower, the Folies Bergère posters and

the Moulin Rouge to Grand Café’s in Brussels,

Prague and Victor Horta’s residences in Brussels.

This international style features many regional

differences. Some architects had great difficulties

letting go of the ecclesiastical styles of the 19th

century. In Utrecht this resulted in a typical mix of

neo­gothic and art nouveau architecture.

Art nouveau architects used a lot of modern mate­

rials, for example iron­cast beams and industrially

produced windowpanes. This made the style very

useful for buildings with large windows, such as

warehouses, pharmacies, clothing stores etc.

What’s typical for Dutch art nouveau architecture

is the use of glazed bricks in a variety of colours,

making up tiled (symbolic) images relating to the

purpose of the building.

Duration: circa 1.5 hrs

Rietveld and contemporaries

Wilhelmina Park and the streets surrounding it

feature many remarkable buildings. During this

walking tour you will visit predominantly buildings

designed by Gerrit Rietveld, such as the Rietveld­

Schröder house (1924), the renovated apartment

blocks across the street along Erasmuslaan

(1931 – 34) and the chauffeur’s residence (1927).

The tour also includes designs of contemporary

architects, for example S. Ravesteyn’s private re­

sidence (1934) and the park pavilion. This pavilion

belongs to the Amsterdam School but has a very

romantic, rural feel to it.

Around the park several other examples of the

Amsterdam School can be seen, as well as a row

of recent, very modern villa’s, amongst which the

Dubble house (MVRDV/Mastenbroek). It is a great

opportunity to compare Rietveld’s architecture

with that of his contemporaries and to judge the

extent of his influence on architecture from later

periods.

Duration: circa 1,5 hrs.

NOTE: This excursion does not include a tour of

the interior of the Rietveld­Schröder house. The

Rietveld­Schröder house can be visited prior to

or after the walking tour. We recommend that you

book in advance. For reservations call the Central

Museum: +31 (0)30 236 23 62.

Museums and the museum quarter

The main theme of this walking tour is contempo­

rary architecture in the very peaceful southern part

of the inner city, the so­called museum quarter.

By combining funds from the EU with the input of

inhabitants, entrepreneurs, museums, cultural or­

ganisations and private investors, the local gover­

nment has cast a new light on the cultural heritage

of this area. Part of the project was the restoration

of the unique wharf cellars, the refurbishment of

the Old Canal and the opening up of many hidden

courtyards and almshouses.

Attention will also be paid to modern extensions

of museums and art galleries, as for example the

extension of the University Museum by Koen van

Velsen, the extension and re­routing of the Ca­

tharijneconvent museum by Hubert Jan Henket,

the Central Museum (Beel en Achtergael) and the

restoration of former 16th century city rampart

(now an observatory) Sonnenburg. This tour will

also focus on the issue of new developments in a

historical city with monuments and urban conser­

vation area’s, illustrated by the domestic residence

of architect Robert van den Hout (winner of the

Rietveld Prize 2001), and the apartments in the

former church of St. Martin.

Duration: circa 1.5 hrs

Zocher Park, a 19th century park

in the English landscape style

In 1828 J.D. Zocher (1791 – 1870) was invited by

then mayor of Utrecht, Van Asch van Wijck, to de­

sign a park along the city moat, the location of the

fortifications. In 1829 he transformed the bastions

into a municipal park, which it still is today. Zocher

Park in Utrecht is one of five Dutch parks belon­

ging to the National Heritage. It is truly unique that

much of the original lay­out is still recognizable.

Page 82: Aorta Jaarboek 2007

82 ENGLISH

Many of the original trees and tree clusters are still

dotted around the park, which stretches out over

4 kilometres.

The Zocher family from Haarlem has produced a

line of famous landscape architects who designed

many gardens, parks and graveyards in The

Netherlands. Jan David Zocher was the most

famous of them all, partly because of his design

for the famous Vondel Park in Amsterdam. He

also drew up plans for several neoclassical villas

in and along the Utrecht Vondel Park, some of

which still decorate the park. An example of this is

Lievendael (1862).

Duration: circa 1.5 hrs

Plans and dreams for the Dom Square

The Dom Church and the Dom Square were once

a single entity, but the disastrous storm in 1674

changed a planned building into an accidental

square. The reconstruction of the nave with scaf­

folding pipes occupied a particularly important

place in the celebration in 2004. This is not the

only plan that has been proposed for the Dom

Square; over the years a whole variety of ideas

and plans have been put forward. It took a long

time before it became accepted that something

had to be done with the public space. From 1674

to 1826 the remains of the nave were left lying in

the square. Only with the construction in 1898 of

the Academiegebouw, designed by E. Gugel and

F.J. Nieuwenhuis, did the square slowly begin to

take shape. The following phase of change for

the Domplein area started at the beginning of the

twentieth century.

This tours gives a overview of the various (recon­

struction) plans for the Dom Square. The plans

vary strongly from ideas about a complete recon­

struction of the nave and a cosy decoration to a

reorganisation for the ever growing flow of traffic

like the plans of H.P. Berlage. In 1988 a competi­

tion was organised for ideas for the Dom Square.

As a result of the competition, a number of quite

spectacular plans were developed. Besides ideas

for changes aboveground, there are also plans

that focus on the rich archaeological remains,

thereby integrating archaeological research into

architectural history. The symbolic language and

marks, and the other elements that have been

used in the Domkerk, are shown also explained.

Duration: circa 1 hour

Country estate Amelisweerd

The main part of Amelisweerd was laid­out in the

Middle Ages as a park belonging to three different

manors. Amelisweerd was named after the knight

Amelis de Insula who took up residence along the

river Kromme Rhine in 1224. Hardly anything is

known about the original manor Old­Amelisweerd.

However, many more details are available about

the stately classicistical country house, which was

built in 1770. Country houses New­Amelisweerd

and Rhijnauwen enclose the estate. The latter

was also built in the eighteenth century, in a sober

classicistical style. The history of Rhijnauwen as a

manor is still clearly visible.

New­Amelisweerd came into existence by split­

ting up the holm (waard or weerd) Amelisweerd

in Old­ and New­Amelisweerd. The homesteads

the Boeije and the Kleine Kuil, together with six

dwellings belong to the estate as well. In 1810

Lodewijk Napoleon claimed both estates. New­

Amelisweerd was to house his personnel, while

Old­Amelisweerd was to be his own residence.

New­Amelisweerd was laid­out around 1860 in

the late English landscape style. Nowadays the

three country houses function as a youth hostel

(Rhijnauwen), a museum/residence (Old­Amelis­

weerd) and apartments (New­Amelisweerd). Apart

from a brief history of the estates, information is

provided about the architecture of the country

houses and the layout of the park.

Duration: circa 1.5 hrs

University Library Utrecht

Wiel Arets Architects & Associates, 2004

According to the architect, the two closed, black

concrete book depots in this black glass box

almost seem to float like clouds.

The inside of the library is mostly black too, but

because of the vast open spaces around the

depots and the use of very light grey floors, the

interior is surprisingly light and spacious. The

colour scheme of black, white and grey is broken

by the striking information desks, furnished with

a kind of bright red rubber. From the study rooms

on top of the book depots, the library visitor has

a marvellous view of De Uithof or of the aesthetic

roof garden with grape vines.

Taken from a photography by Kim Zwarts, a close

up picture from the leaves of a willow tree is silk

screened onto the glass façade panels. The print,

just like the turning double windows, functions as

a sunshade. The same print has been applied by

means of a rubber mould, so that a deep relief

has been obtained. The library has not only been

designed as a quiet place where books can be

stored and consulted, but also as a meeting place

for visitors and students.

Duration: circa 1 hour

Page 83: Aorta Jaarboek 2007

82 english

Many of the original trees and tree clusters are still

dotted around the park, which stretches out over

4 kilometres.

The Zocher family from Haarlem has produced a

line of famous landscape architects who designed

many gardens, parks and graveyards in The

Netherlands. Jan David Zocher was the most

famous of them all, partly because of his design

for the famous Vondel Park in Amsterdam. He

also drew up plans for several neoclassical villas

in and along the Utrecht Vondel Park, some of

which still decorate the park. An example of this is

Lievendael (1862).

Duration: circa 1.5 hrs

Plans and dreams for the Dom Square

The Dom Church and the Dom Square were once

a single entity, but the disastrous storm in 1674

changed a planned building into an accidental

square. The reconstruction of the nave with scaf­

folding pipes occupied a particularly important

place in the celebration in 2004. This is not the

only plan that has been proposed for the Dom

Square; over the years a whole variety of ideas

and plans have been put forward. It took a long

time before it became accepted that something

had to be done with the public space. From 1674

to 1826 the remains of the nave were left lying in

the square. Only with the construction in 1898 of

the Academiegebouw, designed by E. Gugel and

F.J. Nieuwenhuis, did the square slowly begin to

take shape. The following phase of change for

the Domplein area started at the beginning of the

twentieth century.

This tours gives a overview of the various (recon­

struction) plans for the Dom Square. The plans

vary strongly from ideas about a complete recon­

struction of the nave and a cosy decoration to a

reorganisation for the ever growing flow of traffic

like the plans of H.P. Berlage. In 1988 a competi­

tion was organised for ideas for the Dom Square.

As a result of the competition, a number of quite

spectacular plans were developed. Besides ideas

for changes aboveground, there are also plans

that focus on the rich archaeological remains,

thereby integrating archaeological research into

architectural history. The symbolic language and

marks, and the other elements that have been

used in the Domkerk, are shown also explained.

Duration: circa 1 hour

Country estate Amelisweerd

The main part of Amelisweerd was laid­out in the

Middle Ages as a park belonging to three different

manors. Amelisweerd was named after the knight

Amelis de Insula who took up residence along the

river Kromme Rhine in 1224. Hardly anything is

known about the original manor Old­Amelisweerd.

However, many more details are available about

the stately classicistical country house, which was

built in 1770. Country houses New­Amelisweerd

and Rhijnauwen enclose the estate. The latter

was also built in the eighteenth century, in a sober

classicistical style. The history of Rhijnauwen as a

manor is still clearly visible.

New­Amelisweerd came into existence by split­

ting up the holm (waard or weerd) Amelisweerd

in Old­ and New­Amelisweerd. The homesteads

the Boeije and the Kleine Kuil, together with six

dwellings belong to the estate as well. In 1810

Lodewijk Napoleon claimed both estates. New­

Amelisweerd was to house his personnel, while

Old­Amelisweerd was to be his own residence.

New­Amelisweerd was laid­out around 1860 in

the late English landscape style. Nowadays the

three country houses function as a youth hostel

(Rhijnauwen), a museum/residence (Old­Amelis­

weerd) and apartments (New­Amelisweerd). Apart

from a brief history of the estates, information is

provided about the architecture of the country

houses and the layout of the park.

Duration: circa 1.5 hrs

University Library Utrecht

Wiel Arets Architects & Associates, 2004

According to the architect, the two closed, black

concrete book depots in this black glass box

almost seem to float like clouds.

The inside of the library is mostly black too, but

because of the vast open spaces around the

depots and the use of very light grey floors, the

interior is surprisingly light and spacious. The

colour scheme of black, white and grey is broken

by the striking information desks, furnished with

a kind of bright red rubber. From the study rooms

on top of the book depots, the library visitor has

a marvellous view of De Uithof or of the aesthetic

roof garden with grape vines.

Taken from a photography by Kim Zwarts, a close

up picture from the leaves of a willow tree is silk

screened onto the glass façade panels. The print,

just like the turning double windows, functions as

a sunshade. The same print has been applied by

means of a rubber mould, so that a deep relief

has been obtained. The library has not only been

designed as a quiet place where books can be

stored and consulted, but also as a meeting place

for visitors and students.

Duration: circa 1 hour

zandpadWie zou hier niet willen wonen – altijd kerst, lijkt het wel, overal lampjes, dagelijks vlees Maar dan zonder familie, althans dat mag je toch hopen: je zou je zus of dochter moeten kopen hier De hele wereld wordt opgediend, uitgekleed, afgewerkt: bloot tot aan beide kanten van het raam Het is hier één groot komen en gaan de dagen door Geen slaap, geen bijslaap zelfs, enkel dromen dat je jezelf weet te vergeten voor dat éne moment: goddelijk of goddeloos, wezenlijk of wezenloos maar broos tot het bot dat het lot zich zo in centen manifesteren moet Je zwaait, je zou willen aaien maar je weet niet hoe dat te realiseren en wat dat dan kost

Ruben van Gogh

Page 84: Aorta Jaarboek 2007

‘De naam Aorta verwijst naar het kloppend hart, de slagader van de bebouwde omgeving. De A in de naam staat bovendien voor Architectuur.’Manon van der Wiel, coördinator van Aorta in 1997, in Bouw juli/1997