Aorta Jaarboek 2006

112
architectuurcentrum aorta Architectuur in en om Utrecht 10 JAAR AORTA * INTERVIEWS * PROGRAMMA * JAARCIJFERS JAARBOEK #06 architectuurcentrum AORTA

description

Jubileumeditie: 10 jaar initiatieven in Utrecht.

Transcript of Aorta Jaarboek 2006

Page 1: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrumaorta Architectuur in

en om Utrecht10 JAAR AORTA * INTERVIEWS * PROGRAMMA * JAARCIJFERS

J A A R B O E K

#06architectuurcentrum

AORTA

Page 2: Aorta Jaarboek 2006

2 * architectuurcentrum aorta 2006

J A A R B O E K

#06architectuurcentrum

AORTA

Page 3: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 3

De naam Aorta verwijst naar het kloppend hart, de slagader van de bebouwde omgeving.De A in de naam staat bovendien voor Architectuur. Manon van der Wiel, coördinator van Aorta in 1997, in Bouw juli/1997

Page 4: Aorta Jaarboek 2006

Prins Clausbrug over het Amsterdam-RijnkanaalOntwerp: UNStudioFoto: Frank Hanswijk

Page 5: Aorta Jaarboek 2006

Boven: Interieur Maliehof UtrechtOnder: Mobiel huis ontworpen voor BEYOND, de kunstopgave voor Leidsche RijnOntwerp: BAR ArchitectenFoto: BAR Architecten

architectuurcentrum aorta 2006 * 5

Page 6: Aorta Jaarboek 2006
Page 7: Aorta Jaarboek 2006

Universiteitsbibliotheek, De UithofOntwerp: Wiel Arets ArchitectsFoto: Frank Hanswijk

architectuurcentrum aorta 2006 * 7

Page 8: Aorta Jaarboek 2006

Eén van de grootste ontwikke-

lingsopgaven is wel die van de

herstructurering van de naoorlog-

se wijken. Ook in Utrecht, en dan

bedoelen we niet alleen de beken-

de drie: Hoograven, Kanaleneiland

en Overvecht, maar ook de 'klein-

tjes' zoals Ondiep. Al jaren zoekt

men in de wijkvernieuwing naar

de juiste knoppen om de leefbaar-

heid te verbeteren. Vastgoed

speelt daarbij onmiskenbaar een

rol. Onder architectuur gebouwde

sociale woningbouw en de daarbij

horende voorzieningen maken een

wijk mooier. Althans, als de

betrokken partijen durven te

kiezen voor schoonheid. En dan

bedoelen we schoonheid in ter-

men van betekenis geven, in ter-

men van differentiatie en in termen

van mooi zijn.

Veel van de oudere (sociale)

woningbouw ziet er goedkoop uit:

rechte blokken met vlakke gevels.

Rechthoekige 'gaten' worden met

glas of hout gevuld en dat noe-

men we de ramen en de deur. We

maken het af met donkergrijs,

zo’n grondverfkleur. De openbare

ruimte wordt opgevuld met strook-

jes gras en gemeentestruikjes.

Niets nieuws, vaak toegepast en

niet iets op trots op te zijn. Dat

kan anders.

Verzet tegen lelijkheid en diskwali-

teit.

Mooi bouwen kost minder dan

lelijk bouwen. Dat is wat de her-

structurering van de naoorlogse

bouwstromen en wijken ons leert.

Lelijke gebouwen en lelijke wijken

moeten worden gesloopt nog

voordat zij het einde van hun eco-

nomische levensduur hebben

bereikt. Dit in tegenstelling tot de

kwalitatief hoogwaardige wijken

en gebouwen. De waarde daarvan

(indirect rendement) is juist meer

dan gemiddeld gestegen. Mooie

gebouwen leveren 'at the end'

dus meer op dan lelijke. Vast-

goedbeleggers weten dit al lang,

ze zouden er goed aan doen om

er ook consequent op te sturen.

Meer dan ooit zijn er kansen: de

bewoners (huurders en kopers)

vragen er om, de economie

groeit, er is voldoende kennis in

dit land, er zijn architecten die het

kunnen en er zijn opdrachtgevers

die het willen. Architecten en ste-

debouwkundigen zouden moeten

weigeren om mee te werken aan

slechte en lelijke plannen. De

branche (bna) zou in dat opzicht

normerender moeten werken. En

de overheid moet continue op

kwaliteit en esthetiek sturen.

Er gaan stemmen op om corpora-

ties niet alleen in te zetten als ont-

wikkelaar en beheerders maar ook

meer te betrekken bij het ontwik-

kelen van sociale cohesie. Leef-

baarheid wordt beter als er lang-

durig wordt samengewerkt met

onderwijs, welzijn en het bedrijfsle-

ven. Het gaat namelijk niet alleen

om stenen stapelen, het gaat ook

om verbondenheid. Zinvolle voor-

zieningen voor bewoners helpen

daarbij. Programmeer (en ont-

Mooi is beter

Page 9: Aorta Jaarboek 2006

Architectuurcentrum AortaAchter de Dom 14, 3512 JP Utrechtwww.aorta.nu

werp) vooral ook voor de mensen

die er in de verder gelegen toe-

komst gaan wonen. Richt je op de

stad zoals zij functioneert, nu en

in de toekomst. Reken de onstuit-

bare welvaartsgroei in voldoende

mate in de plannen in.

Geen blauwdrukplanningDe moderne ruimtelijke ordening

is geen blauwdrukplanning meer.

Veel belangen en actoren beïn-

vloeden een plan zodanig, dat het

meer gaat om de plek als geheel

én het bindende verhaal wat men-

sen verleidt te investeren in eco-

nomische, culturele en emotione-

le zin. Betekenis geven aan een

plek als geheel wordt steeds

belangrijker. Een ontwerper richt

zich niet op het gebouw als soli-

tair object maar beschouwt het in

zijn context.

Vakgenoten zoeken naar manie-

ren om plekken, wijken en gebie-

den een eigen identiteit te geven.

De cultuurhistorie speelt hierin

een belangrijke en vaak bindende

rol. Vaak wordt dat gerelateerd

aan oude fysieke verschijningvor-

men zoals historische bouwwer-

ken of structuren, industriële pan-

den, en soms gaat het zelfs over

de mentaliteit waar een gebied

zich door heeft weten te ontwik-

kelen en te manifesteren door de

eeuwen heen.

Oude waterlopen zoals de Limes,

maar ook de Vaartse Rijn die

loopt van Utrecht naar Nieuwe-

gein, hebben hun functie verlo-

ren. En toch, voor beiden geldt

dat er groeiende maatschappelij-

ke aandacht is voor deze grotere

historische structuren. Aorta heeft

in haar programma van 2006 het

thema cultuurhistorie centraal

gezet in al haar diversiteit: van

archeologie (de Limes) tot indus-

trieel erfgoed (de Vaartse Rijn),

van jonge stedenbouwkundige

structuren en typologieën (de

naoorlogse wijken) tot vermen-

ging van andere eeuwenoude cul-

turen (architectuur in een multi-

culturele samenleving).

De A van Architectuur Het jaarboek van Aorta is een kijk

en leesbundel over architectuur in

en om Utrecht, naar aanleiding

van wat Aorta in 2006 heeft geor-

ganiseerd. In deze editie zijn ook

interviews opgenomen. Medy van

der Laan, voormalig staatssecre-

taris van cultuur was betrokken

bij de inbedding van de Limes bij

bestuurlijke partijen. Zij richt haar

bijdrage op de uitdaging die zij

ziet voor de marktpartijen én de

ontwerpers.

In 2006 functioneerde Aorta tien

jaar! Op zondag 14 april 1996

opende Aorta voor het eerst haar

deuren voor het publiek. Oprich-

ter Jaco de Visser vertelt over de

eerste fase en zijn motivatie een

architectuurcentrum te willen star-

ten. Annemiek Rijckenberg stond

als toenmalige wethouder ruimte-

lijke ordening achter een architec-

tuurcentrum als onderdeel van

het gemeentelijk architectuurbe-

leid. Zij reflecteert op de rol die

Aorta heeft vervuld en de Utrecht-

se architectuuragenda. Marcel

van Heck, adviseur architectuur-

beleid bij het Atelier Rijksbouw-

meester en secretaris van het

College van Rijksadviseurs,

beschrijft de landelijke ontwikke-

lingen en de toekomstige rol die

hij ziet voor de architectuurcentra.

Blik vooruitAorta heeft een duidelijke, onaf-

hankelijke positie verworven in

het architectuurveld van Utrecht

en omstreken. Dat is iets om trots

op te zijn én de komende jaren uit

te bouwen met nog meer aan-

sprekende en prikkelende pro-

gramma’s.

Juni 2007

Eveline Paalvast, Directeur

Jacques Thielen,

voorzitter Raad van Toezicht

dan lelijk* VOORWOORD

'Verzet tegen de lelijkheid'Het motto voor 2007/2008: (‘Wees realistisch, eis het onmogelijke’, Che Guevara)

architectuurcentrum aorta 2006 * 9

Page 10: Aorta Jaarboek 2006

Interviews Medy van der Laan 17Jaco de Visser 31Annemiek Rijckenberg 53Marcel van Heck 95

Wat doet Aorta?Vaart in de Vaartse Rijn 26De Limes 34Informatief 37Rondleidingen 42Culturele evenementen 46Films & mooie woorden 52Kids & architectuur 55Tentoonstellingen, lezingen & debatten 62

Aorta & CompanyMissie en visie van Aorta 20Bezoekersaantallen 45Financiële verantwoording 78Publicaties Aorta 98Aorta & Company 102Tien jaar Aorta 108Koers 2007-2010 110Colofon 110

InhoudJ A A R B O E K

#06architectuurcentrum

AORTA

architectuurcentrumaorta Architectuur in

en om Utrecht

Page 11: Aorta Jaarboek 2006

Open staan voor andere oplossingen dan je zelf in gedachten had,

is denk ik het belangrijkste * 17 Mensen moeten beseffen dat het

goed functioneren van een straat, stad of buurt geen vanzelfspre-

kendheid is, maar mede afhangt van de kwaliteit van architectuur *

31 Aorta zet architectuurthema’s zelf op de agenda en maakt nieu-

we interessante verbindingen * 53 Meer visie is meer visie. Of het

nu gaat om mijn medewerkers, mijn opdrachtgever, een gemeente

of mijzelf, ik ben uit op uitgesproken gedachtegoed. De scherpte

die daarbij hoort, zie je nooit letterlijk af aan een gebouw, maar de

kracht, het karakter, de crux straalt er onbewust wel vanaf * 64 De

tentoonstelling toonde aan dat de directe invloed van Berlage in

Utrecht veel geringer is geweest dan meestal in de literatuur wordt

gesteld * 68 Als een ziel een plek heeft, dan huist hij in diegene die

hem koestert * 70 Dit gebouw moet een van de meest duurzame

grote kantoorgebouwen van Nederland worden * 72 Wachten op

opdrachten komt overeen met wachten op God. Het is mogelijk om

ontdekt te worden op het niveau van verbouwingen! Tegenwoordig

ben je geen architect maar ontwerper en ontwerp je dus alles * 74

In tegenstelling tot de stad Groningen heeft Utrecht geen duidelijk

herkenbare ruimtelijke structuur. Ik heb nooit iets van Utrecht

begrepen * 78 Op het Domplein ligt de geschiedenis voor het opra-

pen * 80 Vraagstukken over moskeeën en asielzoekercentra wor-

den niet alleen door politici opgelost. Het is als architect belangrijk

om je stem te laten horen, en niet alleen binnen het architectencir-

cuit * 82 Ik wil geen mensen op de foto’s van mijn gebouwen omdat

hun aanwezigheid de foto’s te zeer dateren * 86 Ik vind dat er in

Utrecht te krampachtig met hoogbouw wordt omgegaan en pleit

daarom voor meer programma, want meer programma is geen

bedreiging * 88 Ik zie dat Aorta nog zeker voor tien jaar een pom-

pend hart zal blijven voor het lokale architectuurbeleid * 95

Page 12: Aorta Jaarboek 2006
Page 13: Aorta Jaarboek 2006

Kantoorgebouw Cap Gemini, Ernst & YoungOntwerp: de Architekten Cie.Foto: Frank Hanswijk

architectuurcentrum aorta 2006 * 13

Page 14: Aorta Jaarboek 2006
Page 15: Aorta Jaarboek 2006

Herbestemming watertoren Soest:woonhuis over 9 lagenOntwerp: Zecc ArchitectsFoto: Jeroen Musch

architectuurcentrum aorta 2006 * 15

Page 16: Aorta Jaarboek 2006

16 * architectuurcentrum aorta 2006

Page 17: Aorta Jaarboek 2006

Open staan voor andere oplossingen dan je zelf ingedachten had, is denk ik het belangrijkste.Medy van der Laan

Vier bekenden over Aorta

Medy van der Laan >>

#1I N T E R V I E W

Page 18: Aorta Jaarboek 2006

In gesprek met Medy van der

Laan, voormalig staatssecretaris

van cultuur bij het ministerie van

OCW, in die rol mede verant-

woordelijk voor de samenwer-

king tussen lokale, provinciale

overheden en het Rijk. Zij is nu

werkzaam als Programma-

directeur bij TCN Urop. Voor

Aorta geeft zij haar visie op

ontwikkelingen in het opdracht-

geverschap.

FOTO: SEBASTIAAN TER BURG

Page 19: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 19

‘Het klinkt zo logisch: stel debehoefte van de mens centraalen daarmee de functies van eengebouw. Toch is het in ontwikke-lingsprocessen niet voor de handliggend. Het lijkt wel te gebeu-ren, maar projectontwikkelaarsgaan bij het ontwerp doorgaansuit van wat ze gewend zijn’, steltVan der Laan.Neem bijvoorbeeld het onder-wijs. De meeste gebouwen heb-ben lokalen voor theoretischonderwijs. Het nieuwe lerenvraagt een heel andere opzet eninrichting van het gebouw. ‘Ikben ervan overtuigd dat door eenonderwijsgebouw te ontwerpen(of te verbouwen) waar kinderenworden gestimuleerd tot onder-zoeken, verkennen, samenwer-ken en leren, de schoolprestatiesverbeteren. En niet in de laatsteplaats: dan is het leuk om opschool te zijn!’ Dit laatste is eenbelangrijk aspect om schooluit-val tegen te gaan. Zo kan eenprojectontwikkelaar bijdragenaan maatschappelijke vraagstuk-

ken door met het ontwerpprocesdaarop in te spelen.

Andere rol van de overheidDe overheid moet veel meeralleen de kaders stellen en deoutput formuleren, vindt Van derLaan. Maar de overheid (lande-lijk, regionaal en lokaal) kiest erbijna altijd voor om volop tegaan meeontwerpen, de vierkan-te meters te bepalen, en debedenker te zijn. De ander is danalleen de uitvoerder. Als eenoverheid meer afstand neemt,kunnen andere partijen meercreatieve inbreng geven. Doorconcurrentie in met name hetontwerp- en uitwerkingsproceswordt die creatieve ruimte benut.Van der Laan: ‘Open staan voorandere oplossingen dan je zelf ingedachten had, is denk ik hetbelangrijkste. Daar heb je geenextra beleidsinstrumenten voornodig, maar moet je als overheider juist een aantal niet inzetten.’Publiek-private samenwerkingkan in maatschappelijke functiesde juiste dynamiek geven. ‘Datvraagt zowel van overheid, vanhet maatschappelijke veld en deculturele instellingen een openhouding naar de markt. Zij moe-ten de bereidheid hebben teerkennen dat niet alleen zij zelfde wijsheid in pacht hebben oferger nog, dat alleen zijzelfpublieke belangen kunnenbehartigen.’ Door randvoorwaar-den te stellen, kun je publiekebelangen prima waarborgen,

zonder dat je tot in detail daarophoeft te sturen, dan wel zelf overalles hoeft te (willen) gaan.

Bijzondere beeldkwaliteit‘Ook het borgen van de beeld-kwaliteit is belangrijk. Om tebeginnen speelt de ontwerperdaarin een rol. Daarnaast is hetprogramma van eisen cruciaalom de opdrachtnemer duidelijkekaders mee te geven over beeld-kwaliteit. Vaak gaat het alleenmaar om functies en vergeetmen de eisen voor esthetiek.’Van der Laan vindt dat cultuur-historie daar zeker een rol inspeelt, als je tenminste eengoede opdrachtnemer én goedeopdrachtgever hebt! Beide partij-en moeten gevoel hebben daar-voor. Als de opdrachtgever, vaakde overheid, bereid is ongebaan-de paden te gaan, kan dat verras-send mooie resultaten geven.Kijk naar de Limes. Fantastischzoals de verschillende gemeen-ten en provincies de handenineen hebben geslagen. Daarmeespreken ze zichzelf én de anderaan om hoge kwaliteit te leverenen met mooie oplossingen tekomen.

Innovatief ruimtegebruikIn ons land waar ruimte schaarsis, is meervoudig ruimtegebruikeen goede oplossing. De innova-tie in het meervoudig ruimtege-bruik is nog kleinschalig inNederland. De belangrijkstedrempel is dat het meestal

noodzakelijk is dat twee instel-lingen of organisaties samenopdrachtgever moeten zijn. Enze moeten elkaar iets gunnen.Een voorbeeld: een parkeer-plaats die overdag wordtgebruikt door bijvoorbeeld win-kelend publiek en die ’s avondswordt gebuikt voor culturelefuncties zoals bioscopen, thea-ters, etc. Het is voor de ontwik-kelaar financieel interessant enhet legt minder beslag op deschaarse ruimte. ‘Door niet in standaardoplossin-gen te denken en vooral niet tedoen wat we altijd al hebbengedaan, kunnen mooie projec-ten voor meervoudig ruimtege-bruik ontstaan’.

Goed opdrachtgeverschap‘Gelukkig is er steeds meer aan-dacht voor het tegengaan van deverrommeling van het land-schap. En het belang van hoog-staande architectuur wordtonderkend. Dit is een tendensdie ik bespeur. Niettemin zie iknog steeds welstandscommis-sies ontwerpen voor woning-bouw en bedrijventerreinengoedkeuren, waar ik mij alsgemeente voor zou schamen.’Goede projectontwikkelingbegint met een goed samenspeltussen opdrachtgever en project-ontwikkelaar. Steeds meergemeenten zijn zich daarvanbewust, maar het vraagt veelkwaliteit van gemeentebestuur-ders. *

Een ontwikkeling in projectontwikkeling is eerst kijkennaar functies en behoeften, en dan pas ontwerpen.

Page 20: Aorta Jaarboek 2006

20 * architectuurcentrum aorta 200620 * architectuurcentrum aorta 2006

informerenpresenterenstimulerendebatterencommunicereninnoveren...

Page 21: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 21

MissieArchitectuurcentrum Aorta

is de kritische graadmeter

van en de inhoudelijk pleit-

bezorger voor architectuur

in en om Utrecht. Het is

een plek voor het aanjagen

van het maatschappelijk

debat, kennisvergaring en

informatie over nieuwe

ontwikkelingen en visies.

Bij Aorta hoor je opmerke-

lijke uitspraken en vurige

betogen en kan iedereen

mee discussiëren. Aorta is

het ontmoetingspunt voor

de vakgemeenschap én

biedt het brede publiek de

mogelijkheid te leren over

architectuur, om zo de

eigen omgeving beter te

begrijpen. Aorta beoogt

met dit alles een bijdrage

te leveren aan de brede

discussie over de kwaliteit

van onze gebouwde en

landelijke omgeving - en

zo onze leefomgeving

beter te maken.

VisieAorta hanteert een ruime

opvatting van architectuur:

stedenbouw, ruimtelijke

ordening, landschap, tuin

en interieur en inrichting

van de openbare ruimte.

Architectuur is een instru-

ment waarmee de

gebouwde en groene

omgeving wordt vormge-

geven en bepaalt de iden-

titeit van de openbare

ruimte. Aorta ziet architec-

tuur als een culturele

waarde. Het is per defini-

tie méér dan ontwerpen:

het raakt aan maatschap-

pelijke, economische,

technologische, sociale en

politieke ontwikkelingen.

Architectuur geeft een

positieve meerwaarde aan

de leefomgeving. Het is

ook méér dan een stape-

ling van stenen. Wezenlijk

is hoe mensen architec-

tuur ervaren en beleven.

Het komt tot in het huis

van elke burger en roept

dus veel reacties op. Aorta

ontwikkelt activiteiten die

belangwekkende denk-

beelden over de gebouw-

de en landelijke omgeving

blootleggen.

AanpakAorta doet dit door die

denkbeelden herkenbaar

te maken en uit te wisse-

len en door de belangstel-

ling van het brede publiek

voor architectuur te bevor-

deren. Daarom hecht

Aorta er grote waarde aan

om leken de taal van de

architectuur te leren. De

productie of de bijdrage

van de vakgemeenschap

is het uitgangspunt. Voor

het brede publiek maakt

Aorta laagdrempelige pro-

grammaonderdelen. Voor

de vakgemeenschap wil

Aorta opiniërende pro-

gramma’s ontwikkelen en

het debat voor professio-

nals verstevigen.

OntmoetingsplekAorta is een inspirerende

ontmoetingsplek voor

architecten, publiek,

opdrachtgevers, overheid,

ontwikkelaars en bouwers.

Het centrum weet wat er

speelt, neemt initiatieven

en ontwikkelt projecten.

De organisatie is professi-

oneel, initiërend, levert

maatwerk. Aorta reageert

adequaat op actuele ont-

wikkelingen, zoals de ont-

wikkeling van De Uithof en

Kanaleneiland, landinrich-

tingsgebieden rondom de

stad of de grootschalige

ontwikkelingen in het

Stationsgebied. Kortom:

Aorta reageert op alles

wat op grote en kleine

schaal bijdraagt aan een

betere leefomgeving.

Aorta communiceert door-

lopend over de stad en

haar ontwikkeling.

SamenwerkingAorta staat niet alleen. Het

centrum wil haar missie en

doelen realiseren in goede

samenwerking met andere

culturele instellingen,

maatschappelijke organi-

saties, gemeenten, de

provincie, het bedrijfsleven

en het publiek. Aorta

werkt op programmatische

basis intensief samen met

de andere architectuur-

initiatieven in Utrecht.

* WAT BETEKENT AORTA VOOR UTRECHT?

Page 22: Aorta Jaarboek 2006
Page 23: Aorta Jaarboek 2006

Stadion Galgenwaard, renovatie en uitbreiding Ontwerp: Zwarts & Jansma ArchitectenFoto: Mascha van Damme

architectuurcentrum aorta 2006 * 23

Page 24: Aorta Jaarboek 2006

‘In de kom’ 128 woningen, Vleuterweide VleutenOntwerp: Blaauw & De Roos Architectuur & BouwkundeFoto: Blaauw & De Roos Architectuur & Bouwkunde

Woonhuis Fort Blauwkapel aan deKapelwegOntwerp: MONK ArchitectenFoto: Rolf Reichardt

Page 25: Aorta Jaarboek 2006

Basketbar, De UithofOntwerp: NL ArchitectsFoto: Frank Hanswijk

architectuurcentrum aorta 2006 * 25

Page 26: Aorta Jaarboek 2006

26 * architectuurcentrum aorta 2006

* EEN VERGETEN HISTORISCHE WATERLIJN HERONTDEKT! Workshop & debat september/december 2006

Vaart in de Vaartse

Prozee terrein aan het Merwedekanaal

Page 27: Aorta Jaarboek 2006

rijn

architectuurcentrum aorta 2006 * 27

Erfgoedhuis Utrecht en Architectuur-

centrum Aorta vinden het belangrijk

dat de cultuurhistorische betekenis

van de Vaartse Rijn als industrieel

waterlint niet verloren gaat. Om deze reden

hebben zij samen een tweetal

ontwerpworkshops georganiseerd waarin

twee multidisciplinaire teams de mogelijkhe-

den voor revitalisering hebben geëxploreerd

vanuit het perspectief van het water en wat

dit betekent voor ontwikkelingen op de oever.

De hele Vaartse Rijn, vanaf het Ledig Erf in

Utrecht tot aan de Lek in Vreeswijk, is onder-

werp van onderzoek geweest.

Dat de Vaartse Rijn een historisch waterlint

was staat vast. Ooit was het een drukke

waterweg die gebruikt werd voor de handel

met het Duitse achterland. Door de eeuwen

heen waren er verschillende vormen van

bedrijvigheid. Enkele restanten zijn nog zicht-

baar langs de oevers. In Utrecht is de geres-

taureerde watertoren een bekende, in Nieu-

wegein de Henkelfabriek. Langs het lint

liggen restanten van oude buitenplaatsen en

industriële bedrijvigheid uit de vorige eeuw.

Tegenwoordig vervullen de oevers van de

Vaartse Rijn verschillende functies waardoor

het gebied versnipperd is geraakt. Naast

mogelijkheden voor revitalisering formuleer-

den twee teams een ontwikkelingsstrategie

voor de hele Vaartse Rijn. Zij namen het

water als uitgangspunt en analyseerden van-

uit dit perspectief de samenhang tussen het

water en het land.

De beide teams bestonden uit diverse disci-

plines: architecten, stedenbouwkundigen,

projectontwikkelaars, kunstenaars en historici

en ambtenaren van de beide gemeenten en

van de Provincie. De teams werden bijge-

staan door een klein team van visiting criticsvan diverse specialismen. De teams werkten

aan hun voorstellen op twee locaties in het

plangebied. De workshops werden vooraf

gegaan door een boottocht op de Vaartse

Rijn, met een bezoek aan de twee voorbeeld-

locaties. Tijdens de boottocht werden presen-

taties gegeven over de cultuurhistorische ken-

merken, de ontwikkellocaties en de kansen

voor meer mobiliteit over het water. Vooraf-

gaand aan de workshop waren twee onder-

zoeken verricht die als onderlegger dienden:

een cultuurhistorische rapportage en een

onderzoek naar mobiliteit over het water.

Dit laatste onderzoek is mede tot stand

gekomen door het afnemen van interviews

van passerende boten. Beide onderzoeken

staan integraal op www.aorta.nu.

De plannen die het resultaat waren van deze

ontwerpworkshops werden gepresenteerd

aan een panel en aan publiek. >>

Het panel bestond uit:- Paul Roncken

landschapsarchitect, universitair docent

WUR en voorzitter debat

- Prof. dr. Marieke Kuipersbijz. hoogleraar cultureel erfgoed,

Universiteit Maastricht en RAMC te Zeist

- Prof. dr. Oetzge Atzemahoogleraar economische geografie,

Universiteit Utrecht

- Dr. Tim Schwanenstads- en vervoersgeograaf, Universiteit

Utrecht

- Paul van der VoortDaF Architecten in Rotterdam

Ontwerpatelier en debat

* WAT DOET AORTA

Page 28: Aorta Jaarboek 2006

28 * architectuurcentrum aorta 2006

PRESENTATIE TEAM 1:

Vaartse Rijn Vloeibare VormMarcel Eekhout landschapsarchitect

Peter Heideman architect

Jolanda van Looij landschapsarchitect

Paul de Kort kunstenaar

Rien Leclerq stedenbouwkundige

Monique van Loon projectmanager New Urban bij TCN Property

Projects.

PRESENTATIE TEAM 2:

De Vaartse Rijn GevouwenJaco de Visser architect

Bastiaan van der Kraats architect

Nanna van der Zouw stedenbouwkundige

Arda van Helsdingen landschapsarchitect

Erwin Bos gemeente Nieuwegein

Win Weijers gemeente Nieuwegein

Esther Blaauw gemeente Nieuwegein

Maarten Meijerink gemeente Nieuwegein

Cristiaan Ratering gemeente Nieuwegein

Conny Hofstede gemeente Nieuwegein

Jeroen Hoogstraaten kunstenaar en vormgever

Watze Houtstra student erfgoedstudies Universitetit Utrecht

Complex netwerk van kanalen, waterwegen en vertakkin-gen in beeldDe historische betekenis van de Vaartse Rijn ziet teamleider Marcel

Eekhout in de ‘water- en landverbinding’ en de ‘watergerelateerde

ontwikkelingsas’. Het team heeft het complexe netwerk van kana-

len, waterwegen en vertakkingen getracht in beeld te brengen om

op die manier het gebied te kunnen ontleden. Hierbij werd gecon-

stateerd dat de historische betekenis van de Vaartse Rijn vooral in

de water en landverbinding en de ontwikkelingsas terug is te zien.

Het team noemt de mentaliteit van de vaart ‘opportunistisch, flexibel

en aanpassingsgericht’. Dit karakter en deze mentaliteit willen ze

handhaven in het nieuwe plan. Andere kenmerken die ze willen

handhaven zijn de bedrijvigheid en diversiteit, het contrast tussen

de twee oevers en de variatie aan oude en jonge monumenten

langs de oevers.

Tot stand komen van de vloeibaarheid

Om de vaart te herstellen tot ontwikkelingsas is het volgens dit

team belangrijk dat de vloeibaarheid weer tot stand komt. Zij zien

hier een rol voor de steigers en insteekhavens, die kunnen er

immers voor zorgen dat de ‘vaart’ op gang komt.

Vervoers- en recreatiepotentieDe centrale vraag die het team zich stelde was: Hoe zorg je dat het

zo aantrekkelijk wordt dat ‘iedereen’ er naar toe wil?

Dit team heeft vooral gekeken naar de vervoerspotentie van de

Vaartse Rijn. Ook bracht het team de (historische) betekenis van de

Vaartse Rijn in beeld. Op de waterkaart van Nederland maakt de

vaart deel uit van het basisnetwerk voor toervaart. De historische

betekenis ligt in het feit dat het waarschijnlijk het oudste kanaal van

Nederland is en de historische Route Imperial no. 2 erlangs loopt.

In regionaal opzicht vormt de vaart zowel een corridor in stedelijk

weefsel als een verbinding tussen het omringende landschap en de

stad, en functioneert als een voorziening van frisse lucht. In Utrecht

is de vaart een centrale as, die onderdelen verbindt. In Nieuwegein

scheidt de vaart juist oost van west.

Wat het team opviel is dat de woonbuurten met hun rug aan het

water liggen.

Page 29: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 29

DebatDe presentaties van beide teams werden door debatleider Paul Ronc-

ken samengevat en het publiek kon reageren.

Marieke Kuipers merkte op dat de teams niet echt zijn ingegaan op de

historie van de gebouwen. Ze vindt de plannen interessant maar ze

zou wel willen dat ze nog een keert getoetst worden aan de opdracht,

‘behoud door ontwikkeling’.

Een ander thema dat werd aangesneden is de manier waarop de

plannen in gang kunnen worden gezet. Het vastleggen van spelregels

om de kwaliteit van het kanaal te bewaken kwam aan de orde. Men

vreest echter dat spelregels de ontwikkelingen van het gebied kunnen

beperken.

Ook werden de kwaliteiten van de Vaartse Rijn besproken. De vraag

is of je de waarderingsfactoren van het gebied echt kan benoemen en

daardoor belanghebbenden in het gebied kan identificeren en bepaal-

de ontwikkelingen kan initiëren. Dit blijkt lastig te zijn omdat het

gebied zo gefragmenteerd is en het juist om verborgen kwaliteiten

gaat.

Beide teams hebben onderzoek gedaan naar de introductie van een

watertaxi maar dit idee is niet haalbaar.

Ook wordt het idee geopperd de bruggen langer open te houden

zodat de recreatievaart op het water bevorderd kan worden. Dit blijkt

vaak niet wenselijk te zijn in verband met geluidsoverlast. Met deze

vraag wordt duidelijk dat de bewoners van het kanaal een factor zijn

om mee rekening te houden in de plannen. Om het gebied te revitali-

seren is het belangrijk om belanghebbenden te identificeren en plan-

nen op te stellen.

Een groot deel van het gebied beslaat verschillende gemeenten wat

een integrale gebiedsvisie bemoeilijkt. Vanuit het publiek werd

gevraagd of er iemand van de gemeente was die hierop antwoord kon

geven. Anco Schut hoofd afdeling Stedebouw antwoordt dat hij het

heel goed vindt dat er in een workshop ‘gedroomd’ is over mogelijk-

heden over het gebied. Dromen zijn inspirerend en heb je nodig om

ergens te komen. Om de plannen in werking te stellen is het volgens

hem nodig om te benoemen wat je niet wilt. Daarvoor heb je geen

integrale gebiedsvisie nodig en hoeven plannen ook niet precies

gekopieerd te worden. Ook moeten de lokale bevolking en de belang-

hebbenden betrokken worden bij de plannen. Zo heeft de roeivereni-

ging geen baat bij een vertienvoudiging van plezierbootjes. Men is het

erover eens dat men deze belangen eerst in kaart moet brengen alvo-

rens creatief te worden. Ook vindt men het van belang katalysatoren

te benoemen voor een positieve ontwikkeling van het gebied. Er moet

een waarschuwingssignaal worden afgegeven om de diversiteit te

behouden.

Het debat wordt afgesloten met de opmerking dat dromen leuk zijn en

dat het belangrijk is dat er daadwerkelijk over de ontwikkeling van het

gebied gesproken wordt. De gemeente zal echter grenzen moeten

stellen en mogelijkheden moeten zoeken. Dat is namelijk ontwikkelen

met behoud.

Uitgebreide informatie over de uitwerkingen en ontwerpvoorstellen zijn te vindenop www.vaartindevaartserijn.nl

Voor de ontwikkeling van de Vaartse Rijn moeten er volgens dit

team drie basisprincipes gehanteerd worden;

- de ontwikkelingen moeten van nut zijn voor de Vaartse Rijn;

- de nieuwe functies moeten bij voorkeur in lijn liggen van het

oude;

- het industriële rommelige karakter van de vaart moet behouden

blijven.

Mogelijkheden voor ontwikkeling

Eekhout stelt voor dat de gemeente het goede voorbeeld geeft voor

de ontwikkelingen. Hij koos een aantal voorbeeldplekken waarvan

de gemeente eigenaar is en waar de bestemmingsplannen ontwik-

keling mogelijk maken, zoals Rotsoord, de kadeparken, de gemeen-

tewerf en het Liesbospark. Als de gemeente het hier goed aanpakt,

volgen de particuliere eigenaren en ontwikkelaars vanzelf.

Om meer contact met het water te krijgen stelt Eekhout voor om

mobiele servicesteigers te plaatsten als een kade-element waar

mensen prettig kunnen verpozen. In zijn presentatie stelt Eekhout

een paar locaties voor waar dit mogelijk zou zijn. Het Liesbospark

is er één van. Hij stelt voor om hier een plein en een park aan het

water te realiseren. Ook denkt Eekhout dat de herinrichting van de

Vaartse Rijn het gebied kan revitaliseren. Door het het bouwen van

woningen aan het water kan het verplaatsen van recreatiefuncties

gefinancierd worden.

Mogelijkheden voor ontwikkelingOm de vaart aantrekkelijker te maken werd een kaartje uitgewerkt,

waarop bestaande specifieke plekken en zones zijn gemarkeerd

genaamd: ‘De Vaartse Rijn Gevouwen’. Het team doet ook voor-

stellen voor de toekomst, die al op het kaartje zijn aangegeven.

Om het gebied aantrekkelijker te maken heeft dit team een aantal

plannen uitgewerkt. Zo moet het water voor de recreant toeganke-

lijk gemaakt worden door middel van fiets- en looproutes aan de

oevers. Ook op het water moet meer gerecreëerd moeten worden.

In de presentatie liet Jaco de Visser een reeks ideeën de revue

passeren zoals het installeren van een drijvende zwemstrip, een

applebeach met internetaansluiting en een boardwalk. Centraal bij

de plannen van dit team was dat het water en de oever de recreant

heel veel te bieden hebben. Evenals team 1 vond team 2 dat de

bestaande gebieden zich meer moeten openstellen naar het water

toe. Woningen op en aan het water zouden volgens hen het gebied

eveneens kunnen revitaliseren.

* WAT DOET AORTA

Page 30: Aorta Jaarboek 2006

30 * architectuurcentrum aorta 2006

Page 31: Aorta Jaarboek 2006

Mensen moeten beseffen dat het goed functioneren van een straat, stad of buurt geen vanzelfsprekendheid is, maar mede afhangt van de kwaliteit van architectuur.Jaco de Visser in het Utrechts Nieuwsblad 15 april 1996

Vier bekenden over Aorta

Jaco de Visser van JDdV Architecten

en (mede)oprichter Aorta >>

architectuurcentrum aorta 2006 * 31

#2I N T E R V I E W

Page 32: Aorta Jaarboek 2006

Jaco de VisserJDdV Architecten is in 1986

opgericht door Jaco D. de Visser.

Het bureau werkt aan een breed

scala opdrachten, op het gebied

van architectuur, stedelijke

(her)ontwikkeling, vastgoed-

optimalisatie en concept-ontwik-

keling.

32 * architectuurcentrum aorta 2006

Page 33: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 33

Aorta behoort in de top 1 van de Nederlandsearchitectuurcentra.

Het was Jaco de Visser die in1996 op het idee kwam om eenarchitectuurcentrum in Utrechtop te richten en daadwerkelijk inactie kwam om het centrum terealiseren. Tien jaar laterbeschrijft hij tijdens een inter-view de ontstaansgeschiedenisvan Aorta. Hoe is Aorta tot standgekomen en waar komt de naamAorta vandaan?

Hoe is Aorta ontstaan?‘Ik heb mij als architect altijd alingezet voor het behoud van his-torische gebouwen in de stad’.Deze gebouwen bepalen volgensDe Visser voor een groot deel decouleur locale van Utrecht. Te veelgoede gebouwen werdengesloopt terwijl ze eigenlijkgekoesterd moesten wordenomdat ze de stad sfeer geven. DeVisser besloot zich aan te sluitenbij de vele clubjes die zich met ditbehoud bezig hielden. Hij vondhet jammer dat de kennis die erin deze gezelschappen bestondover het opbouwen, conserveren

en hergebruik van deze histori-sche panden zo versnipperd was.Er was niet één orgaan waarbijdeze kennis bij elkaar gebrachtwerd zodat iedereen er toegangtot had. Dit bracht hem op hetidee van een architectuurcen-trum. Zo kon de kennis wordenontsloten en voor iedereen toe-gankelijk worden gemaakt énbovendien ontstond er zo eenplek waar gediscussieerd konworden over deze onderwerpen.Nu moest het idee ook uitge-voerd worden. ‘Er was maar éénmogelijkheid en dat was the hardway’, volgens De Visser. ‘Ermoest gewoon een daad wordengesteld’. Hij deed dit door eententoonstelling te organiseren.Door zijn contacten bij het ABC(het architectuurcentrum inHaarlem) kon hij een tentoon-stelling overnemen die in eenmeubelzaak op het Oudkerkhofgetoond werd. ‘De tentoonstel-ling was een groot succes, des temeer omdat er in Utrecht nognauwelijks aandacht werdgeschonken aan architectuur’.Tevens organiseerde De Visserverschillende studiemiddagen.Eén daarvan was getiteld ‘kruisof munt’. Op deze bijeenkomstwerd besproken hoe kerken, diein belangrijke mate karaktergeven aan bepaalde wijken,behouden konden worden. Eenarchitectuurcentrum zou zekerinvulling kunnen geven aan degroeiende behoefte om dit soortlezingen en tentoonstellingencentraal te regelen. Het balletje

begon te rollen maar op datmoment was er bij de gemeenteUtrecht nog geen beleid ten aan-zien van architectuur. Dit veran-derde toen er bij de gemeenteUtrecht meer projectmatiggewerkt ging worden. Door tus-senkomst van toenmalig wethou-der ruimtelijke ordening Anne-miek Rijckenberg werduiteindelijk een nota opgesteldvoor architectuurbeleid, waar eenarchitectuurcentrum in paste. ‘Ikkreeg subsidie, maar om delevensvatbaarheid van het archi-tectuurcentrum te kunnen garan-deren waren er nog meer spon-soren nodig’. Op initiatief vanWalter de Boer van Bouwfondswerd een bijeenkomst met Bouw-fonds Fortis, Interheem en SFB(tegenwoordig BPF Bouwinvest)georganiseerd. ‘Nadat ik dezebijeenkomst verliet, had Archi-tectuurcentrum Aorta eenbehoorlijk financieel fundament.Nu was er alleen nog een pandnodig. Het eerste postkantoorvan Utrecht achter de Dom kwamvrij en met de vele ruimtes bleekhet al snel de perfecte locatie’.Met een feestelijke opening werdArchitectuurcentrum Aorta opzondag 14 april 1996 een feit eneen programma om mee reke-ning te houden.

Waar komt de naam Aortavandaan?Jaco de Visser gebruikte de naamAorta oorspronkelijk voor eenander project dat hij op het Dom-plein organiseerde. Omdat hij

vond dat Utrecht een kloppendhart miste organiseerde hij eenforum waar mensen hun meningkonden ventileren. Voor ditforum gebruikte hij de naamAorta. Deze gedachte was ookleidend bij de oprichting vanArchitectuurcentrum Aorta.Aorta moest een centrum wordenwaar je met elkaar in discussiekon gaan, waar zaken op scherpgesteld konden worden en aanidealen uiting werd gegeven. Nietdiscussie om de discussie maarom idealen, ideeën, en bevlogen-heid om te zetten in inspiratie endaden.

Aorta nu en in de toekomstAls bestuurslid heeft De Visser deontwikkeling van Aorta altijdnauwlettend kunnen volgen. Inde afgelopen 10 jaar is er dan ookveel veranderd. Hij is een grootvoorstander van het debat omdatalleen op die manier belangrijkethema’s voor de stad Utrecht ont-plooid kunnen worden. De echteopgave voor Utrecht is volgenshem het bestrijden van de ver-rommeling en het open houdenvan het Groene Hart. De stadmoet energie gaan steken in ver-dichting maar dit onderwerpstuit nog op te weinig visie en teveel weerstand. Wat betreft DeVisser mag er binnen Aorta nogveel meer gediscussieerd wordenover deze vraagstukken. Eén dingstaat voor De Visser als een paalboven water; ‘Aorta behoort in detop 1 van de Nederlandse archi-tectuurcentra’! *

* INTERVIEW?

Page 34: Aorta Jaarboek 2006

34 * architectuurcentrum aorta 2006

De limes

* GRENS VAN HET ROMEINSE RIJKVan 1 januari tot december 2006

Reconstructie van de Limes in Leidsche Rijn

Page 35: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 35

* WAT DOET AORTA

‘Handige jongens die Romeinen!’Het is misschien wel de meest onzichtbare invloed heden ten dage: die

van de occupatie van de Romeinen. In het oerhollandse landschap

bezetten zij de gebieden tot aan de rivier de Rijn. Haar loop bepaalde

de noordgrens van het Romeinse Rijk, de Limes. Ze legden een verde-

digingslinie aan van Arnhem tot Katwijk aan Zee, versterkt met castel-

la en wachttorens die verbonden waren door een weg, de Limes. De

Romeinen waren echte bezetters: je was voor ze of tegen ze. Tijdens

vier eeuwen bezetting was er natuurlijk sprake van een intensieve uit-

wisseling tussen de autochtone volken en de Romeinen. Veel is in die

periode geïntroduceerd: het geld, naamgeving, de citroen, de kastan-

je, de vloerverwarming, thermische baden en ook een vroege vorm van

planologie en ruimtelijke ordening. De Romeinen introduceerden een

eerste vorm van verstedelijking op de plek die nu Nijmegen heet; weg-

en waterbouw omdat ze bruggen bouwden, duikers, dammen en zelfs

kanalen aanlegden. Ze transporteerden en verhandelden zeer veel over

de rivier. Deze werd niet bedwongen op een manier zoals we die nu

kennen: de loop van de vroegere Rijn bepaalde de ligging van de

grens.

De Romeinen introduceerden een manier van beschouwen en naden-

ken over bouwstijlen die niet meer verlaten is. Nog steeds speelt dit

beschouwend en reflecterend onderzoeken van de opgave een grote

rol voor architecten. Waren er echter in de Romeinse tijd strenge voor-

schriften hoe er gebouwd diende te worden, nu is het adagium om

steeds opnieuw een antwoord te vinden. En je daarbij niet alleen te

richten op het gebouw als solitair object maar het te beschouwen in

zijn context.

Archeologie als identiteitsdragerBetekenis geven aan een plek als geheel wordt steeds belangrijker.

Voor alle belanghebbende partijen want de hedendaagse ruimtelijke

ordening is geen blauwdrukplanning meer. Te veel belangen en acto-

ren beïnvloeden een plan zodanig dat het meer gaat om de plek als

geheel en het bindende verhaal wat mensen verleidt te investeren.

De cultuurhistorie speelt hierin een belangrijke en vaak bindende rol. Er

wordt gezocht naar manieren om plekken, wijken, gebieden een eigen

identiteit te geven. Archeologie als identiteitsdrager is een hele speci-

fieke uitdaging: het fysieke materiaal ligt verborgen onder de grond en

is vaak fragmentarisch. Dat betekent dat het voor onderzoekers lastig

kan zijn een eenduidige interpretatie te geven.

Archeologen hebben stukken van dit grootste archeologische monu-

ment van Nederland aangetoond, soms aan de hand van spectaculai-

re vondsten zoals het schip in Leidsche Rijn. Helaas zijn deze vondsten

zo kwetsbaar, dat zij maar een paar dagen te bezichtigen zijn. De Limes

moet dus op andere manieren zichtbaar gemaakt worden. Hier en daar

is de Limes zichtbaar gemaakt in het plaveisel of als snede in een

woonblok. Nog vaker worden de contouren van castella in kaart

gebracht, temeer daar op die veelal strategische plekken opnieuw

belangwekkende gebouwen verrezen. De Limes ligt verborgen onder

de grond omdat Nederland in de loop van de eeuwen is opgehoogd óf

omdat de restanten zijn weggespoeld door de sterk meanderende

rivier.

IntentieverklaringDoor een aantal pilotprojecten en de toenemende belangstelling in

de samenleving voor de Romeinse tijd, is er groeiende aandacht bij

beleidsmakers voor de Limes. In 2005 is een intentieverklaring onder-

tekend om de Limes opnieuw beleefbaar te maken en te benutten bin-

nen de ruimtelijke ordening.

Aorta heeft namens projectbureau Belvedere een landelijk programma

ontwikkeld, activiteiten uitgevoerd en de organisatie opgezet voor deze

ondertekenaars. Het gaat om de drie provincies Utrecht, Gelderland

en Zuid-Holland, de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, de steden Nijme-

gen en Utrecht en het ministerie van OCW. Aorta heeft activiteiten

ontwikkeld voor het brede publiek gericht op de introductie van het

fenomeen Limes en agendabepalende activiteiten voor de vakgemeen-

schap om het omgaan met dit hele speciale erfgoed een stap verder te

brengen. Voor het brede publiek was het begrip Limes onbekend.

De LimeskaartDe Limeskaart, een aantrekkelijk vormgegeven kaart waarop de grens

voor het eerst op nationale schaal is ingetekend, met te bezoeken

plaatsen waar restanten van de Limes en het Romeinse leven zijn te

bezichtigen, was een eerste stap in het bewerken van de markt. Na de

introductie bleek al snel dat de oplage verdubbeld kon worden. In de

vakgemeenschap vergt het benutten van de Limes, en archeologie in

het algemeen, nog nader onderzoek maar vooral goede uitwerkingen

op locatie die voorbeelden kunnen zijn voor anderen. Juist de deels

onbekende schatten maken de Limes boeiend; hier en daar is hij aan-

getoond en wordt de locatie verbijzonderd met ingrepen door kunste-

naars en/of architecten.

Dat daarbij zeer speciale behoudsstrategieën een rol spelen mag evi-

dent zijn. En dat het voor ontwerpers een bijzondere opgave is om iets

zichtbaar te maken en betekenis te geven aan wat a priori onzichtbaar

is, ook. Maar het feit dat de Limes in vaktermen een wetlandlimes

wordt genoemd, toont aan dat na al die eeuwen die Romeinen nog niet

zo gek waren. Zij deden de eerste pogingen het water te beheersen.

Een Nederlandser exportproduct bestaat er niet. Nu is het aan de

moderne Nederlander om dat wat verscholen ligt in de grond door de

dynamiek van het oude watersysteem weer betekenis te geven.

Page 36: Aorta Jaarboek 2006

* WAT DOET AORTA

Page 37: Aorta Jaarboek 2006

Informatief

architectuurcentrum aorta 2006 * 37

MEDIATHEEK

Aorta geeft informatie aan een breed publiek. Aan de medewerkers van de publieks-

balie kunnen vragen worden gesteld. In het knipselarchief zijn artikelen te vinden uit

landelijke dag-, week- en vakbladen, die de gebouwde omgeving van Utrecht als

onderwerp hebben. Deze knipsels zijn geografisch geordend en het publiek kan tij-

dens openingstijden deze knipsels inzien. Tegen kostprijs kunnen hieruit kopieën

gemaakt worden.

Op de leestafel liggen de laatste nummers van vakbladen, recent uitgegeven boe-

ken en informatie over het lopende programma van Aorta.

De mediatheek omvat boeken en tijdschriften over architectuur en stedenbouw (in

de Utrechtse regio), informatie over Utrechtse architectenbureaus en bureaus van

buiten die in Utrecht bouwen en video’s en dvd’s over verschillende onderwerpen

met betrekking tot Utrecht en architectuur.

WWW.AORTA.NU

De website geeft informatie over de organisatie, lopende programma’s, lezingen,

debatten, gerelateerde activiteiten en rondleidingen. Door middel van links zijn sites

van sponsors van Aorta en derden te bekijken. De homepage biedt een overzichte-

lijke agenda van de lopende activiteiten. In het archief kan gezocht worden naar pro-

gramma’s van voorgaande jaren. De website geeft informatie in de Nederlandse en

de Engelse taal.

links: Aorta’s mediatheek, boven: de website

Page 38: Aorta Jaarboek 2006

Schuttinghuis, bessemerlaan te Utrecht(verbouwing en uitbreiding)Ontwerp: Van Kats ArchitectenFoto: Aaron Hurford

Page 39: Aorta Jaarboek 2006

Interieur BAK Utrecht (Basis voor Actu-ele KunstOntwerp: BAR ArchitectenFoto: Rob ‘t Hart

architectuurcentrum aorta 2006 * 39

Page 40: Aorta Jaarboek 2006
Page 41: Aorta Jaarboek 2006

Kantoorvilla MaliebaanArchitect: Mecanoo architectenFoto: Christian Richters

Page 42: Aorta Jaarboek 2006

42 * architectuurcentrum aorta 2006

Rondleidingen

OPEN RONDLEIDINGEN

Op gezette tijden organiseert Aorta open rondleidingen op verschillende locaties

die zij bekendmaakt op de website en in de lokale pers. Deze rondleidingen duren

1,5 à 2 uur en kosten doorgaans € 7,50 per persoon (€ 6,25 voor U-pas houders

en Vrienden van Aorta). De prijs is afhankelijk van het thema en is exclusief ver-

voer. Aanmelden voor de rondleidingen is verplicht en kan bij de receptie van

Aorta, telefonisch, of via de website.

RONDLEIDINGEN VOOR GROEPEN

Groepsrondleidingen worden uitsluitend op aanvraag georganiseerd. De klant

betaalt een vast bedrag per gids, per uur, ongeacht het aantal deelnemers. Er is

een maximum aantal van 20 deelnemers per gids.

GIDSEN

Alle rondleidingen worden begeleid door professionele architectuurgidsen, voorna-

melijk met een achtergrond op het gebied van architectuurgeschiedenis, bouwkun-

de, sociale geografie en/of landschapsinrichting. Tijdens de rondleidingen geven zij

uitgebreide achtergrondinformatie over de historische, stedenbouwkundige en

architectonische ontwikkelingen. De toelichting is in het Nederlands, maar kan bij

groepsaanvragen op verzoek ook in het Engels of een andere taal worden gegeven.

Gids van Aorta tijdens een rondleiding in De Uithof

Hoewel Utrecht vooral bekend staat om haar historisch centrum, heeft de stad ook een schat aan moderne

architectuur. Veel van de jongere bouwkunst bevindt zich in de binnenstad, waar rekening moet worden gehou-

den met bestaande gebouwen en stadsstructuren. De recente uitbreidingen aan de oost- en westkant van

Utrecht hebben architectonische hoogstandjes voortgebracht. Architectuurcentrum Aorta organiseert het hele

jaar door rondleidingen langs (moderne) architectuur en landschapsarchitectuur in Utrecht. De excursies zijn

geconcentreerd rondom verschillende thema's en locaties.

Page 43: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 43

THEMA’S & LOCATIES

RIETVELD EN TIJDGE-

NOTEN/ RONDOM HET

WILHELMINAPARK

Zowel het Rietveld-Schrö-

derhuis als enkele andere

gebouwen van Rietveld

komen tijdens deze wan-

deling aan de orde. Daar-

naast ook veel moderne

villa’s om het park, onder

meer het Dubbel Huis van

MVRDV. De architectuur

van Rietveld gaf aanzet tot

deze villa’s.

HET STADHUIS VAN

MIRALLES

In 2000 nam Utrecht een

vernieuwd stadhuis in

gebruik, ontworpen door

de Spaanse architect

Enric Miralles (1955 –

2000). In de architectuur

van Miralles staat de

afleesbaarheid van de

geschiedenis voorop,

oud- en nieuwbouw zijn

op geheel eigen wijze met

elkaar verbonden. Het

bezoek aan zowel het

interieur als het exterieur

maakt dit duidelijk.

MODERNE

ARCHITECTUUR

IN DE BINNENSTAD

Deze route gaat langs

projecten van architecten

die een prominente contri-

butie aan de architectuur

van de Utrechtse binnen-

stad hebben geleverd,

zoals Mart van Schijndel,

Robert van der Hout, bOb

van Reeth, W.M. Dudok,

West 8, Maaskant, Enric

Miralles, Francine Houben

en Sluijmer en Van Leeu-

wen.

LEIDSCHE RIJN

ONDER DE LOEP

De grootste Vinex-wijk van

Nederland begint lang-

zaam vorm te krijgen.

Hoewel er op de wonin-

gen veel kritiek wordt

geuit, zijn er zeer markan-

te gebouwen te bezichti-

gen en te bezoeken, zoals

het WOS 8 gebouw, de

telefooncentrale en de

TGV-housing.

Onder begeleiding van

een gids wordt per fiets

de architectuur van het

gebied gekeken.

Een deelneemster aan de rondleiding door de Uithof, bekijkt het Educatorium

* WAT DOET AORTA

Page 44: Aorta Jaarboek 2006

44 * architectuurcentrum aorta 200644 * architectuurcentrum aorta 2006

HET MUSEUM-

KWARTIER EN

MUSEUM-

ARCHITECTUUR

De meeste musea in het

zuidelijke deel van de bin-

nenstad hebben een

moderne uitbreiding of

herstructurering gekre-

gen. In de wandeling wor-

den onder andere het

Centraal Museum van

Beel en Agtergael, het

Universiteitsmuseum van

Koen van Velsen en het

Museum Catharijne-

convent van Hubert-Jan

Henket bekeken en

besproken hoe modern

gebouwd kan worden in

een historische context.

Met als voorbeeld het

woonhuis van Robert van

der Hout of Jan Jansen.

DE UITHOF EN DE

UNIVERSITEITS-

BIBLIOTHEEK VAN

WIEL ARETS

Naast het stedenbouw-

kundig plan van De Uithof

komt in deze rondleiding

vanzelfsprekend ook de

spraakmakende architec-

tuur aan de orde. De

rondleiding doet het Edu-

catorium van Rem Kool-

haas aan, het Minnaertge-

bouw van Neutelings

Riedijk of de Faculteit van

Economie en Manage-

ment van Mecanoo, gaat

langs de opvallende,

glossy Basketbar van NL

Partners en bezoekt de

spectaculaire universiteits-

bibliotheek van Wiel

Arets. Op verzoek kan de

rondleiding ook langs

andere gebouwen, zoals

de studentenwoningen

van Rudy Uytenhaak of

het Ronald McDonald

Huis van Bosch Haslett.

JUGENDSTIL /

ART NOUVEAU

Door het gebruik van

ijzeren balken en nieuwe,

machinaal vervaardigde,

grote ramen werd

Jugendstil veel toegepast

bij gebouwen met etala-

ges, zoals apotheken,

kledingmagazijnen en

warenhuizen. Een ander

opvallend kenmerk van de

Nederlandse Jugendstilar-

chitectuur is het gebruik

van gekleurde, meestal

geglazuurde baksteen,

soms verwerkt in tegelta-

bleaus met daarop sym-

bolische voorstellingen,

die vaak betrekking had-

den op de functie van het

pand. Naast het pand van

Sic Semper doet deze

rondleiding ook de apo-

theek in de Voorstraat, het

'Gele Kasteel' aan het

Janskerkhof, café De

Witte Ballons aan de Lijn-

markt en vele winkelpan-

den rond de Oudegracht

aan.

LANDGOED

AMELISWEERD

Een groot deel van dit

gebied werd in de Middel-

eeuwen aangelegd als

park dat onderdeel uit-

maakte van drie verschil-

lende landgoederen.

Amelisweerd dankt zijn

naam aan Amelis de Insu-

la, een ridder die zich in

1224 aan de Kromme Rijn

vestigde. Het landgoed

wordt geflankeerd door

de landhuizen Nieuw

Amelisweerd en Rhijnau-

wen. Naast een beknopte

geschiedenis van de land-

goederen gaat de excur-

sie in op de hedendaagse

bestemmingen van dit

soort 17e eeuwse land-

huizen. De wandeling

start in bezoekerscentrum

Oud Amelisweerd.

HET ZOCHER-

PLANTSOEN

Het Zocherplantsoen, een

19e-eeuws landschaps-

park. Via de 19e-eeuwse

omvorming van de stads-

wallen tot een plantsoen

door J.D. Zocher wordt

gekeken naar het land-

schappelijk ontwerp van

het Griftpark. Zo ontstaat

een beeld van de verschil-

lende opvattingen.

THEMA’S & LOCATIES RONDLEIDINGEN

JAAR

2002200320042005*2006

BEZOEKERS TENTOONSTELLINGEN, SYMPOSIA,LEZINGEN EN DEBATTEN

2.987 3.583 4.214 3.333 3.720

DEELNEMERSRONDLEIDINGEN

1.936 1.786 3.184 3.287 3.053

INDIRECTECONTACTEN

N.N.B. N.N.B. 4.462 18.532 23.103

ACTIVITEITEN EN PUBLIEKSBEREIK

*In verband met een grondige verbouwing van de huisvesting van Aorta konden er in 2005 van 4 februari tot11 mei in huis geen activiteiten georganiseerd worden. De lagere bezoekersaantallen 2005 ten opzichte van2004 zijn hieruit te verklaren.

Page 45: Aorta Jaarboek 2006

* WAT DOET AORTA

architectuurcentrum aorta 2006 * 45

THEMADe UithofUBUEducatoriumJugendstilStadhuisRietveld en TijdgenotenModerne Architectuur in de BinnenstadLeidsche RijnKwetsbare PlekkenMusea en het MuseumkwartierGeheimen van het DompleinMaatwerk

TOTAAL:

AANTAL97 35 2 3 6 1 9

46 1 1

n.v.t. 1

202

DEELN.1.523

563 42 35

109 20

123 573 18 17

n.v.t. 30

3.053

RONDLEIDINGENVOOR GROEPEN

AANTAL9 6

n.v.t. 5 2 1 3 1

n.v.t. 1 2

n.v.t. 30

DEELN.123 111

n.v.t. 91 24 11 38 8

n.v.t.12 30

n.v.t. 448

RONDLEIDINGENINDIVIDUELEDEELNEMERS

GEORGANISEERDE RONDLEIDINGEN EN AANTAL DEELNEMERS PER THEMA

LAND VAN HERKOMSTJapanItaliëBelgiëEngelandChinaSpanjeZwedenDenemarkenDuitslandUSASchotlandIerlandDiversTOTAAL BUITENLAND:

NEDERLANDTOTAAL:

AANTAL96

390 235 70 8

74 57 47 63 20 7 3

83 1.153

2.348 3.501

DEELNEMERS AAN RONDLEIDINGEN PER LAND

WEEK12345678910111213

AANTAL14 16 20 39 45 38 36 51 34 28 30 32 21 404

1E KWARTAALWEEK

14151617181920212223242526

AANTAL71 89 54 51 47 38 66 37 41 31 34 39 36

634

2E KWARTAALWEEK

27282930313233343536373839

AANTAL15 49 40 47 55 75 74 49

123 493 30 34 34

1.118

3E KWARTAALWEEK

40414243444546474849505152

AANTAL22 27 34 22 12 45 16 25 15 27 20 7 0

272

4E KWARTAAL

BEZOEKERSAANTALLEN MEDIATHEEK EN EXPOSITIES 2006. TOTAAL: 2.428

WEEK16911131516181920222327363637414445454750

DATUM26-Jan09-Feb02-Mar14-Mar28-Mar13-Apr20-Apr01-May12-May18-May29-May11-Jun07-Jul05-Sep10-Sep13-Sep10-Oct03-Nov07-Nov12-Nov21-Nov13-Dec

ACTIVITEITLezing Marlies Rohmer 'Less is less, more is more'Lezing Het Gewone BouwenDebat SPACE/RUIMTE - AGORAFilm over architect Hendrik WijdeveldFilm 'Scherp Zicht' over Francine HoubenLezing RabobankKinderkunstkijkdagFilm over Mart StamDebat Nieuwe LadingDUO Debat 'Nieuwe Ronden, Nieuwe Kansen - Utrecht Vernieuwt, toch?!'Film 'Sta op en verander de rotzooi' over Nelly en Theo van Doesburglezing Nahied Coolen i.h.k. van Culturele ZondagOpening expositie 'Geheimen van het Domplein'Film 'Zonnestraal, Drempels tussen Licht en Aarde'OMD - lezingen in het kader van 'Geheimen van het Domplein'Debat United Colors of NLFilm 'House for Sale' (ontwerpwedstrijd woning LR)Opening expositie 15 jaar RietveldprijsDebat 'Vaart in de Vaartse Rijn'Kinderworkshop i.h.k. van Culturele Zondag 'De Vuurdoop'RelatiebijeenkomstDebat Utrecht NOW

AANTALBEZOEKERS85 40 51 30 46 95 60 90 65 59 95 28 40 63 94 68 27 48 85 13 40 70

BEZOEKERSAANTALLEN PROGRAMMA-ACTIVITEITEN 2006. TOTAAL: 1.292

Page 46: Aorta Jaarboek 2006

46 * architectuurcentrum aorta 2006

Culturele evenementen

Ieder jaar worden er in Utrecht verschillende culturele evenementen georganiseerd waaronder de Culturele Zondagen en Open Monumenten-

dag. Architectuurcentrum Aorta haakt graag in op deze activiteiten omdat het de mogelijkheid biedt architectuur vanuit een andere invalshoek te

benaderen en een groot publiek aan te spreken.

Domplein en tram (1936). Foto: Cultuurhistorie Utrecht

Page 47: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 47

* WAT DOET AORTA

GEHEIMEN VAN HET DOMPLEINOpen Monumentendag / Initiatief Domplein 2013

Open Monumentendag 10 september

Lezing

In 2005 werd de Abi Bakr Essaddik moskee in de Van Heukelomlaan in

Zuilen gebouwd.

Op de eerste etage bevindt zich de Maria-moskee, een ruimte speciaal

voor de vrouwen, geopend door de burgemeester van Utrecht,

mevrouw Brouwer.

Ontwerper van dit postmoderne bouwwerk aan de rand van een typi-

sche wederopbouwwijk met lage flats is Nahied Koolen van ARC-archi-

tecten in Den Haag. In de lezing ging zij in op haar ontwerp en de keu-

zes die zij daarbij gemaakt heeft. Koolen is van Perzische afkomst en

genoot haar architectuuropleiding in Parijs. Sinds 1985 is zij werkzaam

als architect in Nederland.

Nahied Koolen ontwerpt naast moskeeën ook woningen en probeert

sinds 1998 in kaart te brengen wat de woonwensen zijn van allochtone

deelnemers aan de woningmarkt. De woonwensen van vooral Turken en

Marokkanen wijken vaak veel af van wat er in de regel in Nederland

gebouwd wordt. Nahied Koolen heeft de woonwensen toegepast in

ontwerpen die bij zowel allochtonen als autochtonen erg in de smaak

vielen. Ook heeft zij andere wensen van allochtonen in praktijk

gebracht. Omdat veel allochtonen behoefte hebben aan ontmoetings-

plekken tussen de woningen, zijn in de wijk Boschveld in Den Bosch

pleintjes gemaakt met bestrating, zitplaatsen en groen. In de Arnhemse

wijk Malburgen is Koolen al een jaar of drie bezig met het realiseren van

twee zogeheten salonhalwoningen, waarvan de indeling aansluit op de

voorkeuren van allochtonen.

Moskeeroute per bus

Aansluitend op de lezing is een bustour georganiseerd om de moskee

(naar het ontwerp van Nahied Koolen) en enkele andere moskeeën ter

plekke te bekijken.

Lezingen

In het kader van de Open Monumentendag en het Initiatief Domplein

2013 heeft Architectuurcentrum Aorta een aantal activiteiten voor de

zomer georganiseerd waaronder drie lezingen. In deze lezingen vertel-

den drie onderzoekers over een deel van de geschiedenis en de gehei-

men van het Domplein. Verschillende markante en bijzondere bouwwer-

ken zijn er in de loop van de eeuwen op het Domplein verrezen en ook

weer verdwenen. In de lezingenreeks werden enkele van deze gebou-

wen uitgelicht.

In de eerste lezing werd het Romeinse castellum besproken. Al in de

jaren 30 van de twintigste eeuw werd een deel van het castellum opge-

graven. Vooral de zuidelijke poort voor het Academiegebouw baarde

opzien. Frans Kipp, die de lezing verzorgde en werkzaam is bij de sec-

tie Monumenten van de gemeente Utrecht, volgt de ontwikkelingen al

jaren op de voet. Hij was deze zomer bij nieuwe opgravingen betrok-

ken, onder meer van een van de pijlers van het gotische middenschip

van de Dom.

De tweede lezing ging over de Heilig-Kruiskapel. Deze lag tussen de

Maartensdom en de Salvatorkerk en deed in de Middeleeuwen dienst

als grafkapel voor de kanunniken van beide kapittels en als seendkerk

voor de proost van Salvator. De datering van het gebouw heeft echter

veel stof voor discussie en speculatie opgeleverd: 8ste-, 9de- of 10de-

eeuws? Daarmee is ook de identificatie onzeker: eerste Maartenskerk

of Heilig-Kruisoratorium? In 1993 werd een deel van de Heilig-Kruiska-

pel opnieuw blootgelegd. Raphaël Rijntjes deed onderzoek naar de

toenmalige bevindingen en legt inmiddels de laatste hand aan zijn proef-

schrift over de Heilig-Kruiskapel. Geen beter persoon dus om de gehei-

men van de Kruiskapel uit de doeken te doen.

In de derde lezing sprak dr. Jos Stöver over de St. Salvatorkerk. De

Ierse missionaris Willibrord (658-739) liet niet alleen het castellum her-

stellen, hij bouwde ook een aan Christus Salvator en alle heiligen gewij-

de kerk, terwijl hij een oudere Maartenskerk herstelde. Waarschijnlijk

was de Salvatorkerk als moederkerk voor het nieuw te vormen (aarts-

bisdom) bedoeld. Het salvatorpatrocinium lijkt te verwijzen naar de Sal-

vatorbasiliek in Rome (nu de Sint-Jan in Laterano), de zetelkerk van de

paus. Later kreeg de kerk een andere positie. Van de oudste Salvator-

kerk zijn tijdens de opgravingen in de jaren dertig van de vorige eeuw

resten teruggevonden. Het betrof een grote zaalkerk met ingesprongen

oostelijke annex, waarin blijkens de vele sarcofagen die erin werden

gevonden, de eerste bisschoppen van Utrecht hun laatste rustplaats

vonden. Jos Stöver, werkzaam bij de Rijksdienst voor het Oudheidkun-

dig Bodemonderzoek, promoveerde op de St. Salvatorkerk en gaf de

lezing.

POSTMODERNE MINARETTEN EN HUIZEN ZONDER GANGCulturele Zondag ‘Turkije Express’

Culturele Zondag 11 juni

Maria-moskeeOntwerp: Nahied Koolen(ARC-architecten)Foto: Nahied Koolen

Page 48: Aorta Jaarboek 2006

48 * architectuurcentrum aorta 2006

Page 49: Aorta Jaarboek 2006

MariaplaatsOntwerp: AWG ArchitectenFoto: Luuk Kramer

architectuurcentrum aorta 2006 * 49

Page 50: Aorta Jaarboek 2006

Clip-on op Centraal Museum UtrechtOntwerp: Atelier van LieshoutFoto: Mascha van Damme

Page 51: Aorta Jaarboek 2006

Parkwijk Zuid, Leidsche RijnOntwerp: DKV ArchitectenFoto: Frank Hanswijk

architectuurcentrum aorta 2006 * 51

Eigenwijs woningen, Leidsche RijnOntwerp: DaF-architectenFoto: Frank Hanswijk

Page 52: Aorta Jaarboek 2006

52 * architectuurcentrum aorta 2006

Films & MooieWoordenOnder de titel Films & Mooie Woorden presenteert Architectuurcentrum Aorta

samen met filmtheater ‘t Hoogt en Het Utrechts Architectencafé ieder jaar een

aantal films met architectuur in de hoofdrol. Vaak wordendeze films begeleid

door een lezing over het betreffende onderwerp.

Page 53: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 53

HANK ONRUST IN WOORD EN BEELD

OVER ARCHITECT HENDRIK WIJDEVELD

14 maart 2006

In het NAi was tot 21 mei 2006 de tentoon-

stelling ‘Ontwerp het onmogelijke’ te zien,

over de visionaire en in de omgang zeer

theatrale maar innemende architect Hendrik

Wijdeveld. In zijn utopische ontwerpen wist

Wijdeveld zich herhaaldelijk aan te passen

aan de stijl van het moment, waardoor zijn

oeuvre te beschouwen is als een staalkaart

van beeldopvattingen van de eerste helft van

de vorige eeuw.

In aansluiting op deze tentoonstelling werd

door Architectuurcentrum Aorta samen met

Het Utrechtse Architectencafé een film

getoond over architect Hendrik Wijdeveld

gemaakt door Hank Onrust. Onrust (1941) is

tv-maker en was eindredacteur van kunst- en

cultuurprogramma's zoals R.A.M., De Ivoren

Toren, Het Heilig Vuur, Atlantis en Noorder-

licht. Naast de documentaire over Wijdeveld

maakte hij ook documentaires over een aantal

andere architecten. Onrust heeft eigenlijk

geen beelden nodig om zijn gehoor te boeien.

Hij laat zien dat architectuurhistorie behalve

interessant ook gewoon amusant kan zijn.

Wijdeveld stelde al: ‘De kunst verdwijnt om

onbewust en algemeen te worden’

SCHERP ZICHT: EEN DOCUMENTAIRE

VAN IREEN VAN DITSHUYZEN OVER

FRANCINE HOUBEN

28 maart 2006

De film De provincie Zuid-Holland reikte dit jaar de

waarderingsprijs ‘Gezichtsbepalend’ uit aan

architect Francine Houben. Francine Houben

ontving de prijs voor de kwaliteit van haar

werk en voor haar bijdrage aan kunst en cul-

tuur in het algemeen en die van Zuid-Holland

in het bijzonder. In het kader van deze prijs

kreeg documentairemaker Ireen van Ditshuy-

zen de opdracht om een documentaire te

maken over Francine Houben en de manier

waarop zij te werk gaat.

Het oeuvre van architect Francine Houben is

ongekend breed: huizen, scholen en comple-

te woonwijken, theaters, decors, bibliotheken

en wolkenkrabbers, parken, pleinen en snel-

wegen, steden, polders en Randstad, hotels,

musea en zelfs een kapel. In haar projecten

probeert ze technische, menselijke, en speel-

se aspecten in één oplossing te vervlechten.

Haar werkwijze is gestoeld op zowel analyse

als intuïtie.

De stad Tirana in Albanië, waar Francine

Houben aan verschillende projecten werkte,

speelt een belangrijke rol in de documentaire

‘Scherp Zicht’. Ireen van Ditshuyzen is met

Francine Houben afgereisd naar deze stad.

Gesprekken in Nederland laten zien dat in

haar ‘thuisland’ intuïtie een veel grotere rol

speelt dan in Albanië.

De lezing Francine Houben is architect/directeur van

Mecanoo architecten. Dit bureau verwierf in

Utrecht vooral bekendheid met het ontwerp

voor de Faculteit voor Economie en Manage-

ment, een gebouw met een opvallend trans-

parante gevel en verborgen binnentuinen in

De Uithof, woningbouw van ‘rommelige’ bak-

steen in het Vondelparc en de herstructure-

ring voor een deel van Kanaleneiland. In een

lezing werden deze (en andere) projecten

door Mecanoo architecten toegelicht.

DE ARCHITECT: EEN DOCUMENTAIRE

OVER MART STAM

1 mei 2006

In de jaren tachtig volgden Hank Onrust en

Gerrit Oorthuys het spoor van Mart Stam tot

in Rusland. De idealistische Mart Stam was

begin jaren dertig naar de Sovjet Unie ver-

trokken. Daar hielp hij mee aan het ontwer-

pen van nieuwe steden als Magnitogorsk,

Makejevka en Orsk. Stam was van jongs af

aan compromisloos idealist (en dienstweige-

raar), die worstelde met zijn opvattingen en

zijn omgeving over het primaat van de archi-

tectuur. Stam is onder meer bekend van zijn

omstreden auteurschap van de Van Nelle

fabriek in Rotterdam, toen hij voor Brinkman

en Van der Vlugt werkte. Hij is wereldbe-

roemd om zijn omstreden auteursrecht op de

achterpootloze buisstoel (1926), aangeduid

als de belangrijkste uitvinding van het functio-

nele design.

Mart Stam riep het verkeer uit tot grondslag

van de stedenbouwkundige vormgeving en

verving het 'esthetisch-architectonische

kleed' van het gesloten stadsbeeld van Rot-

terdam door het huidige open stadsbeeld. Hij

was Gastdozent am Dessauer Bauhaus waar

hij het idee introduceerde ‘das Konzept einer

Synthese der Künste unter dem Primat der

Architektur stieß’

Na onderwijs te hebben gegeven in de DDR

kwam hij terug naar Nederland, waar hij uit-

eindelijk als academiedirecteur één van de

grondleggers van de Gerrit Rietveld Acade-

mie werd.

Hij geldt als de pionier van het alles omvatten-

de moderne, letterlijk een ontwerper van stoel

tot stad.

Mart Stam verstopt zich uiteindelijk in 1966 in

Zwitserland, waar hij, gedesillusioneerd en

gevangen in zijn eigen overtuigingen én in de

diep religieuze overtuigingen van zijn derde

vrouw, niet meer van zich wil laten horen of

zien.

Page 54: Aorta Jaarboek 2006

54 * architectuurcentrum aorta 2006

ZONNESTRAAL, DREMPELS TUSSEN

LICHT EN AARDE: EEN DOCUMENTAIRE

VAN KIKI AMSBERG & HENK RENOU

5 september 2006

De film Op het landgoed Pampahoeve, aan de rand

van Hilversum, ligt het sanatorium Zonne-

straal. Het is één van de meest beroemde

jonge monumenten van Nederland en zal bin-

nenkort worden voorgedragen voor de

UNESCO werelderfgoedlijst. Beroemd omdat

het internationaal bekend staat als één van de

grote voorbeelden van het Nieuwe Bouwen.

Geroemd om het sprankelend witte kristallij-

nen voorkomen, de heldere constructie en het

vooruitstrevende materiaalgebruik. Zonne-

straal is behalve een architectonisch, ook een

sociaal en medisch monument. Het sanatori-

um is het resultaat van jarenlange inspanning

van een groep diamantbewerkers om hun

door tuberculose gevelde kameraden bij te

staan.

In opdracht van de bevlogen vakbondsman

Jan van Zutphen en de voorzitter van de Alge-

mene Nederlandse Diamantbewerkerbond

Henri Polak, ontwierpen de architecten Jan

Duiker en Bernhard Bijvoet in de jaren twintig

een sanatorium waarin genezing, wonen en

arbeid samengaan. Socialistische idealen ver-

enigden zich in Duikers sanatorium met de

ideeën over helderheid en techniek van het

Nieuwe Bouwen. In de jaren vijftig verloor het

gebouw haar oorspronkelijke functie en takel-

de het langzaam maar zeker af. In de docu-

mentaire kwam de geschiedenis van Zonne-

straal weer even tot leven middels

archiefbeelden en verhalen van betrokkenen.

De lezing Voor alles was Duiker bezig gestalte te geven

aan wat hij noemde de geestelijke economie.

Hieronder verstond hij dat men zo doelmatig

mogelijk moest omgaan met materiaal- en

constructie-eigenschappen, met wetenschap-

pelijke en technische ontwikkelingen, met

arbeid, met functionele gegevenheden e.d.

Elke ruimte en combinaties van ruimten gaf hij

vorm in overeenstemming met de functionele

eisen die er aan gesteld werden. In zijn vorm-

geving streefde Duiker naar immaterialisering

en kwam hij tot een universele esthetiek. Als

gevolg van sociaal-historische en cultuurhisto-

rische redenen is Zonnestraal tot Rijksmonu-

ment verklaard. Daarom is en zal het verder

worden gerestaureerd.

Wessel de Jonge architecten bna bv is een

jong bureau met een bijzondere expertise op

het gebied van herbestemming van gebou-

wen. In 1997 is in een samenwerkingsver-

band met Hubert-Jan Henket architecten en

Alle Hosper landschapsarchitecten een struc-

tuurplan ontwikkeld voor herbestemming.

Sander Nelissen van Wessel de Jonge archi-

tecten vertelde in zijn lezing over de specifie-

ke opgave van Zonnestraal.

HOUSE FOR SALE: VIDEOPORTRETTEN

10 oktober 2006

Beyond heeft acht kunstenaars, architecten

en vormgevers gevraagd om een voorstel

te doen voor een huis op een vrije kavel in

’t Zand, Leidsche Rijn. Deelgenomen hebben:

Hans Aarsman & Erik Kessels, Droog Design

i.s.m. Next Architects, Joep van Lieshout,

Marko Lulic, NL Architects, Sean Snyder,

Monika Sosnowska en Barbara Visser. De

ontwerpen werden t/m 5 november 2006

gepresenteerd in Het Gebouw van Stanley

Brouwn en Bertus Mulder. Drie ontwerpen

zijn gekozen door een vakjury en verder uitge-

werkt.

In de documentaire House for Sale biedt

Jacqueline de Bruijn middels diverse video-

portretten van de bewoners en kunstenaars

een intiem beeld over wonen.

Sanatorium Zonnestraal, ontworpen door Jan Duiker i.s.m. Bernard Bijvoeten Jan Gerko Wiebenga. Foto’s: Stichting Loosdrechtse Bos

Page 55: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 55

Kids &ArchitectuurArchitectuurcentrum Aorta vindt het belangrijk om kinderen met

architectuur in contact te brengen en hen te interesseren voor de

gebouwde omgeving. Door prikkelende en leuke programma’s

aan te bieden probeert Aorta hun begrip, kennis en inzicht in de

processen die met architectuur en de gebouwde omgeving te

maken hebben te vergroten.

KUNSTKIJKDAG 20 april 2006

Elk jaar wordt er in Utrecht door Planet Junior een Kunstkijkdag

voor kinderen georganiseerd. Het uitgangspunt is de ontmoeting

tussen kinderen en culturele instellingen te stimuleren en participa-

tie van kinderen aan cultuur te versterken.

Dit jaar kwamen de kinderen bij Aorta van alles te weten over het

omstreden metalen en kleinste huisje van Utrecht aan de Nieuwe-

gracht. Eerst kregen ze een film te zien en daarna werd het huisje

bezocht. Door middel van een quiz met vragen werden de kinderen

geprikkeld na te denken over het idee, het ontwerp, mooi en lelijk

en het materiaalgebruik. De vragen en de antwoorden werden ver-

volgens in de caféruimte van Aorta besproken en er werd een klei-

ne prijs uitgereikt.

KINDERWORKSHOPVurige Vormen in de Architectuur

12 november 2006

Als onderdeel van de Culturele Zondag De Vuurdoop heeft Aorta

de workshop Vurige Vormen in de Architectuur georganiseerd.

Hiermee wilden we kinderen de

vuurdoop in de wereld van de

architectuur bieden. Want wat is

dat eigenlijk…architectuur? Wat

doet een architect en zit er een

architect in iedereen? Binnen een

duidelijk kader werden de kinde-

ren gestimuleerd om een eigen

gebouw te ontwerpen wat nog

nergens ter wereld bestaat! Nieu-

we vormen, nieuwe ideeën waren

welkom!

Page 56: Aorta Jaarboek 2006

Financiële verantwoording2006Aorta

ACTIVA

Materiële vaste activa

Vorderingen

Liquide middelen

PASSIVA

Stichtingsvermogen

Voorzieningen

Kortlopende schulden

* Na resultaatbestemming

56 * architectuurcentrum aorta 2006

31-12-2006

42.688

43.604

195.411

281.703

161.556

48.000

72.147

281.703

31-12-2005

45.123

22.174

226.119

293.416

144.152

35.668

113.593

293.416

BALANS PER 31 DECEMBER 2006*

Page 57: Aorta Jaarboek 2006

* AORTA & COMPANY

TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING

Baten

* Subsidie gemeente Utrecht

Financiële bijdrage van Gemeente Utrecht, DSO

* Subsidie basisprogramma

Financiële bijdrage van Stimuleringsfonds voor

Architectuur

* Sponsor- en subsidiegeld basisprogramma

Financiële bijdragen van sponsoren en subsidie

verstrekkers voor het basisprogramma

* Sponsor- en subsidiegeld aanvullend

programma

Financiële bijdragen van sponsoren en subsidie-

verstrekkers voor het aanvullend programma

* Sponsorbijdragen

Financiële bijdragen van sponsors voor het

totale jaarprogramma

* Rondleidingen

Opbrengsten uit de organisatie van rondleidingen

* Maatwerk

Opbrengsten inzake dienstverlening Stichting de

LIMES

* Overige baten

Omzet van verkoop van producten, horeca en

entreeheffing

Lasten

* Directe projectkosten

Totale kosten van activiteiten zoals tentoonstellin-

gen, lezingen en andere activiteiten

* Personeelskosten

Kosten van het vaste personeel en het inhuren

van personeel

* Huisvestingskosten

Kosten van huur, onderhoud, gas, water, elektra

en belastingen

* Kantoorkosten

Kosten kopiëren, kantoorbenodigdheden,

netwerkbeheer, telefoon, porti en drukwerk -

jaarverslag

* Algemene kosten

Accountantskosten, bestuurskosten,

administratiekosten en niet terugvorderbare

omzetbelasting

architectuurcentrum aorta 2006 * 57

BATEN

Subsidie gemeente Utrecht

Subsidie basisprogramma SFA

Sponsor- en subsidiegeld

basisprogramma

Sponsor- en subsidiegeld

aanvullend programma

Sponsorbijdragen

Rondleidingen

Maatwerk

Overige baten

LASTEN

Directe programmakosten

Personeelskosten

Afschrijvingen materiële vaste

activa

Huisvestingskosten

Kantoorkosten

Algemene kosten

SOM DER LASTEN

Bedrijfsresultaat

Som financiële baten en lasten

RESULTAAT

2006

55.462

53.115

5.580

66.697

47.820

18.522

100.326

6.900

354.422

100.966

140.783

8.670

39.360

27.268

22.741

339.788

14.634

2.770

17.404

2005

55.462

24.608

3.449

216.280

36.500

18.578

39.725

4.841

399.443

161.965

140.360

6.385

36.938

12.749

21.055

379.452

19.991

4.092

24.083

BATEN EN LASTEN OVER 2006

Page 58: Aorta Jaarboek 2006

58 * architectuurcentrum aorta 2006

Page 59: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 59

Aorta zet architectuurthema’s zelf op de agenda en maakt nieuwe interessante verbindingen.Annemiek Rijckenberg

Drie bekenden over Aorta

drs. Annemiek Rijckenberg, wethouder

Ruimtelijke Ordening van de gemeente

Utrecht in de periode 1994 – 2001 >>

#3I N T E R V I E W

Page 60: Aorta Jaarboek 2006

60 * architectuurcentrum aorta 2006

Drs. Annemiek Rijckenberg

(voormalig wethouder Ruimtelij-

ke Ordening voor de gemeente

Utrecht 1994 - 2001)

Tegenwoordig is drs. Annemiek

Rijckenberg werkzaam als

zelfstandig adviseur stedelijke

ontwikkeling. Zij is o.m. lid van

de VROM-raad en voorzitter van

de Commissie voor Welstand en

Monumenten Amsterdam.

Page 61: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 61

* INTERVIEW

Annemiek Rijckenberg was van1994 -2001 wethouder Ruimtelij-ke Ordening van de gemeenteUtrecht. Als wethouder is zemede verantwoordelijk geweestvoor de oprichting van Aorta ensterk sturend geweest in dearchitectonische ontwikkelingenvan Utrecht. Terugkijkend op 10jaar Aorta mag een gesprek metde voormalig wethouder nietontbreken.

Utrecht en architectuurAls raadslid en wethouder vondRijckenberg dat het volstrekt ont-brak aan aandacht voor architec-tuur binnen de gemeente. Op hetterrein van de oude monumentenwas Utrecht baanbrekend, metvele restauraties, subsidies voorhet Kerkenkruis en stadsarcheo-logie. De nieuwe architecten wer-den met uitzondering van Riet-veld niet gezien, verketterd(Neudeflat!) of afgebroken (VanRavesteyn!). Veel 19e en vroeg-20e eeuwse panden dreigdengesloopt te worden, en wat ervoor in de plaats kwam was wei-nig inspirerend. Er was behalvede realisatie van de wijk Voordorpweinig ervaring met opdrachtge-verschap. Men dacht meer na

over functies dan over ontwerp. Dit was haar belangrijkste moti-vatie om als wethouder samen tegaan werken met de bestaandeparticuliere initiatieven om eenarchitectuurklimaat te bevorde-ren. En te experimenteren methet creëren van eigen opdrachtenen prijsvragen en ontwerp-ont-wikkelcompetities te organiseren.

De oprichting van Aorta vondRijckenberg vooral belangrijkvanwege de mensen erachter,zoals Jaco de Visser, die ze aljaren kende vanuit de werkgroepOmbouw Panden, een groep lief-hebbers van oude panden metnieuwe bestemmingen, zoals hetAnthoniusziekenhuis, AZU,Moira en Hooghiemstra. Ze hadde illusie dat een architectuur-centrum de fragmentatie zoukunnen opheffen, dus al dieafzonderlijke kleine clubjes bijelkaar brengen en daarmee meerresultaten behalen. Inmiddelsziet ze dat anders: resultatenbehaal je vooral met kleine club-jes, zoals Aorta, die iets echt wil-len. Ze gelooft nog steeds inpubliek debat, en in het zicht-baar maken van nieuwe ontwik-kelingen.

Utrechts visie op architectuurOf Utrecht voldoende visie oparchitectuur heeft kan Rijcken-berg niet goed beoordelen. Deafgelopen jaren zijn er erg wei-nig nieuwe of spraakmakendeplannen gelanceerd. De manierwaarop het plein Vredenburg nuwordt ingevuld met een nep-klassiek woonwinkelgebouw

doet volgens haar geen rechtaan het 20e eeuwse karakter vande Lange Viestraat. ‘Of je moetheel cynisch vaststellen, dat diteen weerspiegeling is van detijdgeest, zoals ook de oudeGaleries Modernes, de C&A ende Bijenkorf dat waren. Ook eentraditionalistische visie is eréén, maar je moet als bestuur-der of ex-bestuurder niet jeeigen smaak opleggen. Het gaater vooral om capabele mensenom je heen te verzamelen envoorwaarden voor goede archi-tectuur te creëren, door uitste-kende stedenbouw en doormarktpartijen scherp te houden.Leidsche Rijn begint een beetjeop een dakpannententoonstel-ling te lijken met al die marktge-dreven meer traditionele nieuw-bouw, maar het is een visie!’

Wat maakt Utrecht Utrecht?Het meest unieke van Utrecht isvolgens Rijckenberg nog steedsde ligging in het midden vanhet land en aan zoveel infra-structuur. Daardoor is Utrechtook een beetje lui geworden enlaat het kansen lopen. Utrechtis niet beroemd vanwege zijnarchitectuur, alleen om zijngrootste architect en vormge-ver, Gerrit Rietveld. ‘Ik noemhem vaak als voorbeeld vanduurzame architectuur, ook alroest het ijzer en rot het beton.We willen zijn gebouwenbehouden en zijn meubeleneindeloos restaureren en repli-ceren, dat is een voorbeeld vandierbaarheid en duurzaamheid.En een andere Utrechtse archi-

tect, Sybold van Ravensteyn, isde meest gesloopte en vergetenarchitect van Nederland, terwijlhij zulke prachtige stations enpublieke ruimtes maakte.’

Aorta’s rolZe is enthousiast over de wijzewaarop Aorta opereert. ‘Eenmix van debat, exposities, docu-mentatie en onderzoek, veeleigen initiatieven’. Belangrijkethema’s zijn volgens Rijcken-berg het steeds meer op elkaargaan lijken van de huidigenieuwbouw en de binnenhuis-adviezen in Elle Wonen. Moder-nisme is oud, traditionalisme isnieuw. Aorta doet heel zijde-lings mee in dat debat vindt ze.Maar ook de discussie over devertrutting van Leidsche Rijn ende uitverkoop van het stations-gebied zijn voor Aorta belang-rijke thema´s. De grootste ont-wikkeling die ze bij Aorta zelfziet is het gegroeide zelfbe-wustzijn Aorta zet architectuur-thema’s zelf op de agenda enmaakt nieuwe interessante ver-bindingen. Bijvoorbeeld overhet behoud en de geschiedenisvan het Jongeriuscomplex. Hetonderzoek naar nieuwe ontwik-kelmogelijkheden in en om destad vond ze zeer inspirerend.En thema’s als de herwaarde-ring van het groen aan de stads-rand. Of het bieden van eenpodium voor jonge architecten. ‘En hoe interessanter ik het vind,hoe minder tijd ik heb om zelf tegaan kijken of avonden te bezoe-ken! Maar ik ben nog steeds blijdat Aorta er is gekomen!’ *

Resultaten behaal je vooral met kleine clubjes die ietsecht willen.

Page 62: Aorta Jaarboek 2006

62 * architectuurcentrum aorta 2006

Het hele jaar door organiseert Architectuurcentrum Aorta spraakma-

kende tentoonstellingen over zeer uiteenlopende onderwerpen. Aorta

hanteert een ruime opvatting van architectuur waardoor onderwer-

pen als stedenbouw, ruimtelijke ordening, landschap, tuin en interi-

eur en inrichting van de openbare ruimte ook ruimschoots aan bod

komen. Eén ding hebben de programma’s gemeen: Utrecht en de

regio staan centraal. Naast tentoonstellingen organiseert Aorta work-

shops, symposia, lezingen en debatten over actuele onderwerpen in

de gebouwde en landelijke omgeving. Bij Aorta kunt u luisteren naar

vurige betogen en opmerkelijke uitspraken en kunt u mee discussië-

ren over onderwerpen die u aan het hart gaan.

Tentoonstellingenlezingen &debatten

Page 63: Aorta Jaarboek 2006

LESS IS LESS, MORE IS MORE Expositie: 21 januari t/m 25 februari 2006Lezing: 26 januari

HET GEWONE BOUWEN Expositie: 25 januari t/m 4 maart 2006 Lezing: 9 februari

SPACE / RUIMTE Expositie: Agora 1 maart t/m 1 april 2006Debat: Agora 2 maart

GEBOUW VAN MORGEN Expositie: 5 april t/m 6 mei 2006Lezing: Rabobank 13 april

NIEUWE LADING Expositie: 10 mei t/m 24 juni 2006 Debat: Nieuwe Lading 12 mei

NIEUWE RONDEN, NIEUWE KANSEN Debat: 18 mei 2006

DOMPLEIN 2013 Expositie: 7 juli t/m 15 september 2006

UNITED COLORS OF NLExpositie: 13 september t/m 28 oktober 2006Debat: United Colors of NL 13 september

15 JAAR RIETVELDPRIJSExpositie: 1 november 2006 t/m 19 januari 2007

UTRECHT NOW Debat: 13 december 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 63

* WAT DOET AORTA

Page 64: Aorta Jaarboek 2006

Casa Confetti, De Uithof. Architectenbureau Marlies Rohmer. Oplevering 2008

Page 65: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 65

Meer visie is meer visie. Of nu het gaat om mijn medewerkers, mijn opdrachtgever, een gemeente of mijzelf, ik ben uit op uitgesproken gedachtegoed. De scherpte die daarbij hoort, zie je nooit letterlijk af aan een gebouw, maar de kracht, het karakter, de crux straalt er onbewust wel vanaf.Marlies Rohmer, Architectenbureau Marlies Rohmer Amsterdam, 2006

* WAT DOET AORTA

Page 66: Aorta Jaarboek 2006

66 * architectuurcentrum aorta 2006

Tentoonstelling

De bouw van het veelkleurige

project ‘Casa Confetti’ in De Uit-

hof naar ontwerp van Marlies

Rohmer ging in de lente van 2006

van start. Het nieuwste studen-

tencomplex op het campusterrein

De Uithof in Utrecht dankt zijn

naam aan de veelkleurige alumini-

um gevel. In het gebouw kunnen

straks 377 studenten wonen. Het

48 meter hoge complex omvat

257 zelfstandige woningen en

120 kamers, verdeeld over vijftien

bouwlagen. Er is ook een aantal

ruimten beschikbaar voor starten-

de ondernemers. Reden genoeg

voor Aorta om het Utrechtse

publiek kennis te laten maken met

Architectenbureau Marlies

Rohmer. De reizende tentoonstel-

ling ‘Less is less, more is more’

gaf een representatief overzicht

van het werk van het in 1986

opgerichte bureau. De opdrach-

tenportefeuille is divers en vari-

eert van stedenbouwkundige pro-

jecten, woningbouw,

utiliteitsbouw (zoals een politiebu-

reau, zwembad en kantoren),

scholenbouw, woonzorgcom-

plexen tot interieurprojecten.

In het kader van het onderzoek

naar jongerencultuur van Marlies

Rohmer werd het manifest

‘Sociaal cement: stoep, straat,

school, stad’ gepresenteerd. Een

deel van de tentoonstelling

bestond uit een visualisatie van

de inzichten uit dit onderzoek

onder de naam: ‘Streetculture:

The way we live’. Straatcultuur is

een mondiaal verschijnsel en

onlosmakelijk verbonden met

jeugdcultuur. De ‘straat’ is een

broedplaats waar nieuwe fenome-

nen ontstaan. Dit zie je terug in

de architectuur. In de tentoonstel-

ling waren maquettes en tekenin-

gen te zien van het nieuwe

gebouw ‘Casa Confetti’ in

De Uithof.

Lezing

Marlies Rohmer ging in de lezing

nader in op de relatie tussen het

onderzoek naar jongerencultuur

en het werk van het bureau, in

het bijzonder het project in De

Uithof.

De analyses die de studenten in

het kader van hun studie architec-

tuurgeschiedenis maakten waren

de basis voor de tentoonstelling.

Deze werd door de studenten zelf

vormgegeven en geproduceerd

en was daarmee onderdeel van

hun studie.

LESS IS LESS, MORE IS MORE Architectenbureau Marlies Rohmer

boven: Casa Confetti, impressie van het interieurrechts: Tentoonstelling ‘Less is Less, More is More’ in Architectuurcentrum Aorta

* WAT DOET AORTA

Page 67: Aorta Jaarboek 2006
Page 68: Aorta Jaarboek 2006

68 * architectuurcentrum aorta 2006

Tentoonstelling

Het Nederlandse leefklimaat, en

in het bijzonder de volkshuisves-

ting, werd in de vorige eeuw tot

de beste van de wereld gere-

kend. Dat is niet alleen de ver-

dienste van de grote namen in

het bestuur, de architectuur en de

stedenbouw. Utrecht zou er uiter-

aard anders hebben uitgezien als

bijvoorbeeld burgemeester Foc-

kema Andrea, architect en ste-

denbouwer Berlage en architect

Rietveld geen nieuwe visie op

architectuur en stedenbouw had-

den ontwikkeld. Maar wat daad-

werkelijk tot stand is gekomen, is

veel meer het werk van onbeken-

de of zelfs naamloos gebleven

mensen. Juist dit gewone dage-

lijkse bouwen in de periode 1920

– 1960 heeft in de vierde stad

van Nederland geleid tot een leef-

omgeving die nog steeds

gewaardeerd wordt.

In de tentoonstelling werd aan de

hand van vier voorbeelden

beschreven hoe deze groei heeft

plaatsgevonden en welke steden-

bouwkundige beslissingen zijn

gemaakt in deze periode. Vanuit

een stedenbouwkundig perspec-

tief werd de stad als geheel

geanalyseerd en kregen de ver-

schillende wijken elk een plek

binnen het grotere geheel.

In 1924 hebben H.P. Berlage en

ir. L.N. Holsboer voor de stad

Utrecht een masterplan opge-

steld. Het kader van de tentoon-

stelling werd gevormd door een

studie naar wat er van het mas-

terplan terecht is gekomen. Om

de snelle groei van Utrecht in

goede banen te leiden was er

behoefte aan dit plan, maar het

kreeg nooit de juridische status

van een Uitbreidingsplan conform

de Woningwet van 1901. De rug-

gengraat van het plan Berlage

vormde een infrastructuur

bestaande uit ringwegen en forse

doorbraken in de binnenstad. De

Neude werd gezien als verkeers-

en stadsplein. De binnenstad zou

tot een city uitgroeien. Het hier-

door ontstane netwerk van

wegen verbond de oude stad met

de nieuwe wijken, waar voor de

groeiende bevolking degelijke en

aantrekkelijke woningen moesten

worden gebouwd. Naast nieuwe

wegen moest er een nieuw cen-

traal station en zelfs een vliegveld

komen. Grote delen van deze

visie zijn pas aan het eind van de

bestudeerde periode in gewijzig-

de vorm tot stand gekomen, of

zelfs helemaal niet uitgevoerd.

Wel werden de voorziene woon-

wijken grotendeels gerealiseerd.

Deze nieuwe woningen in Oog in

Al, Elinkwijk en Tolsteeg zijn van-

daag de dag nog altijd populair.

De traditionele bouw die toege-

past is, spreekt ook nu nog tot de

verbeelding.

De tentoonstelling toonde aan dat

de directe invloed van Berlage

veel geringer is geweest dan

meestal in de literatuur wordt

gesteld. Daarnaast liet de ten-

toonstelling zien hoe Utrecht

geworden is tot wat het nu is:

hoe Werkspoor en Demka hun

stempel hebben gedrukt op het

kleine dorpje Zuilen, hoe Rietveld

Tolsteeg heeft beïnvloed, hoe

parkwijk Oog in Al tot stand

kwam, en waarom er geen stad-

huis staat op de Neude.

Lezing

De studenten van de Universiteit

Utrecht hebben de tentoonstelling

inhoudelijk toegelicht in de lezing

aan de hand van hun onderzoeks-

resultaten.

De tentoonstelling toonde aan dat de directe invloedvan Berlage in Utrecht veel geringer is geweest danmeestal in de literatuur wordt gesteld.

links: H.P. Berlage, Architect (1856-1934)

rechts: Mendelssohnstraat, Utrecht

HET GEWONE BOUWEN: TRADITIES IN DE 20STE EEUWWerkgroep Bouwkunst van de Universiteit Utrecht onder begeleiding van dr. R. Dettingmeijer en drs M. van Damme

* WAT DOET AORTA

Page 69: Aorta Jaarboek 2006
Page 70: Aorta Jaarboek 2006

70 * architectuurcentrum aorta 2006

SPACE / RUIMTE: PUBLIEK RUIMTEGEBRUIK IN NIEUW PERSPECTIEFAgora, Cities for People

Tentoonstelling

Agora, Cities for People is een

driejarig project van vier landen.

Spanje, Engeland, Zweden en

Nederland hebben nauw samen-

gewerkt om de ontwikkelingen in

het stedelijke domein te onderzoe-

ken. Door de sterke groei van

Europese steden verandert de

stedelijke leefomgeving drastisch

van betekenis en vorm. Om beter

inzicht te krijgen in de relatie tus-

sen de mens en zijn stedelijke

omgeving is gedurende het drieja-

rige onderzoek Agora, Cities for

People gekeken naar de ruimtelij-

ke context en het menselijke

gebruik en ervaringen van de

publieke ruimte. Het onderzoek

heeft zich gericht op duurzame

oplossingen voor de inrichting van

de openbare ruimte. In dit project

zijn vier Europese steden uitvoerig

bestudeerd: Barcelona, Londen,

Malmö en Utrecht.

Onder het motto ‘Stad van Mor-

gen en Cultureel Erfgoed’ heeft

Agora een voorstel gedaan voor

een model dat gericht is op het

verbeteren van de leefkwaliteit en

veiligheid van de stedelijke omge-

ving. Als alternatief voor politie- en

cameratoezicht werden zowel de

sociale als ruimtelijke problemen

geanalyseerd. Vervolgens werden

richtlijnen gegeven voor ontwerp-

methodes, waarin zowel vormge-

ving als de belevingswaarde van

de plek geïntegreerd werd.

Om de steden, die onderling

sterk verschillen in zowel schaal

als cultuur, gelijkwaardig te

onderzoeken, is een zogenaamde

Capital Route bepaald. Deze

Capital Route vertegenwoordigt

de microkosmos van elke Euro-

pese stad en vormt de geografi-

sche afbakening van het onder-

zoeksgebied waarin vergelijkbare

lokale gegevens worden verza-

meld. De Capital Route is in

Utrecht de oost-west route die

loopt van het Jaarbeursplein in

het westen tot het Janskerkhof in

het oosten. Hierbij doorkruist de

route het stationsgebied, winkel-

centrum Hoog Catharijne en de

pleinen Vredenburg en Neude.

De benadering van Agora kan

een waardevolle bijdrage leveren

in het debat over en vormgeving

van deze grootschalige ruimtelijke

ontwikkelingen.

In Utrecht werd het Agora onder-

zoek uitgevoerd door onderzoe-

kers en specialisten verbonden

aan de Hogeschool voor de Kun-

sten Utrecht (HKU) in samenwer-

king met de Universiteit Utrecht.

De Agora analyse van het stati-

onsgebied en haar omgeving

heeft verschillende problemen en

kwaliteiten van het gebied goed

zichtbaar gemaakt. Veel van de

gevonden problemen werden in

het masterplan van de gemeente

onderkend en aangepakt, maar

lang niet allemaal. Waar het mas-

terplan de kwaliteit van het gebied

aanpakt in de primaire structuur

en op het niveau van het gebied

zelf, ziet Agora juist de kwaliteit in

de secundaire routes en de aan-

sluitingen op het omliggende ste-

delijk weefsel die voor de gebrui-

kers zo belangrijk zijn.

De bevindingen van het Agora

onderzoek werden getoond in

Architectuurcentrum Aorta. In de

tentoonstelling kwamen de onder-

zoeksopzet, de analyse en de

visie van Agora op het Utrechtse

masterplan aan bod.

Lezing

Tijdens de publiekspresentatie

discussieerden de Agora onder-

zoekers zelf met co-referaten

dr. Jan van Weesep, sociaal

geograaf en hoogleraar University

College Utrecht, Sjoerd Cusvel-

ler, zelfstandig adviseur steden-

bouw en drs. André van den

Berg, MRE Aquisitie bij Cório

Nederland Retail BV.

Als een ziel een plek heeft, dan huist hij in diegenedie hem koestert.Ginette Blom, HKU student

* WAT DOET AORTA

links: Studenten werken aan het Agora onderzoek

rechts: De Neude, Utrecht

Page 71: Aorta Jaarboek 2006
Page 72: Aorta Jaarboek 2006
Page 73: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 73

Tentoonstelling

De tentoonstelling toonde de

spectaculaire plannen voor het

nieuwe hoofdgebouw van Rabo-

bank Nederland aan de Croese-

laan in Utrecht. Dit gebouw moet

een van de meest duurzame

grote kantoorgebouwen van

Nederland worden. De Rabobank

bouwde al eerder een spraakma-

kend gebouw in Utrecht: het hui-

dige kantoorgebouw aan de

Croeselaan was het eerste grote

glazen kantoorgebouw in Neder-

land. Er moesten verschillende

bouwhoogtes in het ontwerp wor-

den opgenomen dat vindingrijk

op het toenmalige logo van de

bank werd gebaseerd.

Het nieuwe kantoorpand verrijst

naast het huidige hoofdgebouw

aan de Croeselaan, op de plaats

waar nu het door Rabobank in

gebruik zijnde EDS-gebouw

staat.

In samenhang met de planpre-

sentatie zijn in de tentoonstelling

verschillende fasen in beeld

gebracht die samen de geschie-

denis en de ontwikkeling illustre-

ren van de Croeselaan en de

plek waarop het nieuwe Rabo-

bank kantoor komt te staan. De

omgeving van de Rabobank is

een gebied waar extreme veran-

deringen hebben plaatsgevonden

in steeds korter op elkaar volgen-

de perioden. Met de huidige acti-

viteiten in het Stationsgebied, de

Veilinghaven en de Dichterswijk,

staan er nog veel ontwikkelingen

op stapel.

Lezing

De lezing werd ingeleid door

Marie-Louise van Kleef, wethou-

der Ruimtelijke Ordening en

Wonen. Zij gaf een kijkje in de

keuken van de besluitvorming van

dit, voor Utrechtse begrippen,

hoge gebouw. Tijdens de lezing

illustreerde architect Rob Witvoet,

van Kraaijvanger•Urbis zijn uit-

gangspunten en ontwerp van het

gebouw. Hij ging onder andere in

op de aanhechting van de beide

torens, de verbindende elemen-

ten tussen de bestaande bouw

en de nieuwe gebouwen en de

positionering van de torens ten

opzichte van de omringende wijk

en straten.

GEBOUW VAN MORGENRabobank Nederland en de Croeselaan

* WAT DOET AORTA

Dit gebouw moet een van de meest duurzame grote kantoorgebouwen van Nederland worden.Programmabureau Huisvesting Rabobank Nederland

links: Impressie van het nieuwe

bestuurscentrum vanRabobank Nederland.

Kraaijvanger•Urbisbureau voor architec-tuur en stadsontwerp

rechts: Schets van het nieuwe

bestuurscentrum

Page 74: Aorta Jaarboek 2006

Presentatie van Urbanizer Aannemers & Architecten voor de tentoonstelling ‘Nieuwe Lading’

Page 75: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 75

* WAT DOET AORTA

Wachten op opdrachten komt overeen met wachtenop God. Het is mogelijk om ontdekt te worden op hetniveau van verbouwingen! Tegenwoordig ben je geenarchitect maar ontwerper en ontwerp je dus alles. Klaas Vermolen van BAR architecten tijdens de discussie op de opening Nieuwe Lading

Page 76: Aorta Jaarboek 2006

76 * architectuurcentrum aorta 2006

Tentoonstelling

In Nieuwe Lading zijn zes opmer-

kelijke en jonge Utrechtse archi-

tectenbureaus uitgelicht. De

bureaus verschillen qua grootte,

ervaring en opdrachtportefeuille,

maar wat zij gemeen hebben is

hun hoge ambitieniveau.

De tentoonstelling gaf de ontwer-

pers de mogelijkheid en uitdaging

om niet alleen een bureaupresen-

tatie te geven, maar meer nog om

hun visie in een ‘tentoonstellings-

bouwwerk’ tot uitdrukking te

laten komen. Thema’s die bij de

tentoonstellingsbouwwerken aan

de orde kwamen, waren bijzon-

dere kenmerken van het bureau,

werkwijze, visie en ambitie. De

bureaus waren zowel verantwoor-

delijk voor het concept als voor

de uitvoering van hun tentoonstel-

lingsbouwwerk. Zodoende

bestond de tentoonstelling uit een

zestal bureauconcepten.

De selectie van de bureaus was

in handen van Indira van ’t Kloos-

ter, werkzaam bij Architectuur

Lokaal en publiciste in Bouw.

Aan de hand van een aantal crite-

ria werden de volgende bureaus

geselecteerd:

- Blaauw & De Roos

- Dynamo Architecten

- MONK Architecten

- Urbanizer Aannemers &

Architecten

- Van Kats Architecten

- Zecc Architecten

Indira van ’t Klooster trad tevens

op als curator van de tentoonstel-

ling.

Debat

Bij de opening van de tentoon-

stelling Nieuwe Lading werden

architecten van de zes deelne-

mende bureaus uitgenodigd voor

een debat met een panel.

Het blijkt voor beginnende

Utrechtse architectenbureaus las-

tig te zijn om grote opdrachten

zoals die van gemeenten of cor-

poraties te verkrijgen. Ze beschik-

ken nog niet over een uitgebreid

portfolio. De opdrachten van een

beginnend bureau betreffen voor-

al verbouwingen en uitbreidingen.

Klaas Vermolen van BAR archi-

tecten en Jaco de Visser, JDdV

architecten, benadrukten dat de

bureaus zich het beste proactief

kunnen opstellen. Niet wachten

op opdrachten maar zelf actief

bijvoorbeeld de gemeente Utrecht

benaderen. Ook deelname aan

allerlei activiteiten kan het beno-

digde netwerk opleveren. Boven-

dien kunnen kleine opdrachten

ook tot de gewilde grote

opdrachten leiden.

Peter Vermeulen, voorzitter van

de Commissie Welstand en

Monumenten, bevalt het werk van

jonge bureaus de laatste tijd bij-

zonder. Het is zorgvuldig gemaakt

en conceptueel zuiver. Somber-

heid over de jonge generatie

hoeft er dus niet te zijn, er is

genoeg potentie. Het probleem is

dat er in Nederland niet wordt

gekeken naar de intentie van

architecten, maar naar wie er

reeds gebouwd heeft. In ideëel

opzicht zal er dus iets moeten

veranderen om de jonge bureaus

meer kansen te geven.

Geconstateerd werd dat de con-

centratie van jonge architectenbu-

reaus in Utrecht erg laag is. Er

werd gesproken over het Utrecht-

se architectuurklimaat en hoe

deze de concentratie van jonge

architectenbureaus beïnvloedt.

De stad Utrecht voldoet aan de

randvoorwaarden voor jonge

bureaus om zich te vestigen. Ech-

ter door het ontbreken van oplei-

dingsinstituten op het gebied van

architectuur krijgen bureaus

moeilijk toegang tot internatonale

netwerken. Janny Rodermond,

directeur van het Stimulerings-

fonds voor Architectuur, stelde

daarom dat deze jonge architec-

ten gestimuleerd moeten worden.

Zij ziet de tentoonstelling van

Architectuurcentrum Aorta als

een goede manier om het werk

van deze bureaus zichtbaar te

maken.

Een ander onderwerp dat de

revue passeerde is dat jonge

Utrechtse architectenbureaus

meer kans zouden moeten krijgen

in de eigen stad, juist omdat zij

de stad goed kennen. Enkele

sprekers vinden dat het ook een

voordeel kan zijn om als Utrechts

bureau juist niet in eigen stad te

werken omdat je op die manier

een frisse blik hebt. Toch zouden

de meeste Utrechtse architecten-

bureaus graag in Utrecht willen

werken en zij vinden dat het meer

gestimuleerd moet worden. Klaas

Vermolen vindt dat architecten

* WAT DOET AORTA

NIEUWE LADING Zes jonge talentvolle architectenbureaus

Het panel

- Peter Vermeulen

(voorzitter Commissie Wel-

stand en Monumenten)

- Klaas Vermolen

(Bar architecten)

- Jaco de Visser (architecten-

bureau Jaco D. de Visser)

- Janny Rodermond (directeur

Stimuleringsfonds voor

Architectuur)

van boven naar beneden:Dynamo ArchitectenMONK ArchitectenVan Kats Architecten

rechts: Presentatie van Blaauw & DeRoos Architectuur & Bouwkunde voorde tentoonstelling ‘Nieuwe Lading’

Page 77: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 77

Heb oog voor nieuwe opgaven, begeef je in eenander circuit. Gebruik de kracht van het kleinschalige.Janny Rodermond tijdens de discussie op de opening Nieuwe Lading

sowieso niet in een cirkel van tien

kilometer van het bureau moeten

werken. Architecten hebben vol-

gens hem een netwerk over heel

Nederland. Jonge Utrechtse

bureaus moeten zich dus niet

alleen focussen op Utrecht.

De stelling raakt het onderwerp of

je wel echt van een Utrechtse

school of Utrechtse architectuur

kan spreken of niet. Janny Roder-

mond noemt wijlen Mart van

Schijndel als typisch Utrechtse

architect. Zijn werk kenmerkt zich

door kleinschaligheid, ambachte-

lijkheid en grensoverschrijding van

disciplines. De Utrechtse school

zou dan zoiets kunnen zijn als

‘ploeteren op de vierkante meter’.

De vraag komt weer terug op het

architectuurklimaat van Utrecht en

dit wordt vergeleken met die van

andere grote steden. Marnix van

der Meer van Zecc Architecten

sluit de discussie af met de mede-

deling dat het leukste van Utrecht

misschien wel is dat er niet zoveel

bureaus gevestigd zijn. Hierdoor

kent iedereen elkaar en is het

makkelijk om elkaar te benaderen.

Een uitgebreid verslag van het debat staat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.

Page 78: Aorta Jaarboek 2006

78 * architectuurcentrum aorta 2006

* WAT DOET AORTA

NIEUWE RONDEN, NIEUWE KANSENUtrecht vernieuwd toch?

Onder de naam ‘Utrecht ver-

nieuwt’ hebben de gemeente

Utrecht en de woningcorporaties

in een overeenkomst nieuwe

afspraken vastgelegd over de

transformatie van de Utrechtse

woningvoorraad tussen 2005 en

2009. Met deze herstructurering

wordt gepoogd woonwijken met

problemen te transformeren naar

leefbare, toekomstbestendige wij-

ken waar mensen graag willen

wonen. Om dit te bereiken wor-

den er 9.500 sociale huurwonin-

gen gesloopt en 3.000 sociale

huurwoningen opnieuw gebouwd.

Ook worden er 6.000 nieuwe

koopwoningen gerealiseerd en

3.000 huurwoningen gereno-

veerd. Het gaat hierbij niet alleen

om een veranderd fysiek pro-

gramma, er worden ook economi-

sche en sociale maatregelen

genomen.

In het debat kwamen de volgende

vragen aan de orde: Wat wordt

er gebouwd en wat is er al

gebouwd? Hoe ziet het eruit en

hoe functioneert het? Dragen de

nieuwe woningen, en de architec-

tuur daarvan, bij aan het doel

waarvoor ze gebouwd zijn? Een

interessante discussie die nog

niet vaak in een open debat

gevoerd is.

Madeleine Lenagh, gebiedsmana-

ger van de gemeente Utrecht, en

Marlies de Nijs, senior steden-

bouwkundige bij de gemeente

Utrecht, leidden het debat in met

een toelichting op de herstructu-

reringsplannen. Madeleine

Lenagh vertelde over het her-

structureringsproces en lichtte de

verschillende stappen toe die de

gemeente Utrecht neemt om de

wijk te vernieuwen.

Marlies de Nijs toonde drie voor-

beelden van wijken waarin trans-

formatie plaatsvindt of heeft plaats-

gevonden. Zij haalde de

naoorlogse wijk Hoograven aan. In

deze wijk is voortgeborduurd op

de oude structuur, maar is ook oud

en nieuw met elkaar verweven.

In Zuilen wordt nog gebouwd.

Gezien het feit dat het plangebied

een zelfstandige eenheid vormt,

is gekozen voor een volledig nieu-

we stedenbouwkundige invulling.

Het accent van het nieuwe plan

ligt op de kwaliteit van de open-

bare ruimte en de autovrije, groe-

ne ruimten. Zowel in Hoograven

als in Zuilen is sprake van ver-

menging van sociale huurwonin-

gen en koopwoningen. Er zijn

meer woningen gesloopt dan er

gebouwd zijn.

De as van Kanaleneiland is in de

stedenbouwkundige planfase.

Naast vernieuwing van de wonin-

gen speelt hier de uitbreiding van

de scholen (ROC) en van een

winkelcentrum. In dit plan worden

het wegenpatroon en de samen-

hang bewaard maar op blokni-

veau vinden er ingrijpende ver-

nieuwingen plaats. Door

verdichting komen er meer wonin-

gen terug in een mix van eenge-

zinswoningen en appartementen.

Marcel Tankink (directeur van

KAW Architecten) leidt het debat.

Hebben de gemeente en de cor-

poraties een krimpstrategie?

Dit blijkt voor binnenstedelijk

Utrecht zo te zijn. Leidsche Rijn

moet daar compensatie aan bie-

den.

Is het een keuze van de stad om

wel of niet te verdichten? Waar-

om gebeurt dat nu in de éne wijk

wel en de andere niet?

Sommigen sprekers vinden dat

Utrecht meer voor verdichting

moet kiezen om de gebieden

rond de stad open te houden en

voorzieningen in de stad op peil

te houden. Verdichting brengt wel

specifieke problemen met zich

mee zoals het verkeersprogram-

ma.

Moet je bij stedelijke vernieuwing

aansluiting zoeken bij het

bestaande zoals in Hoograven is

gebeurd? De mogelijkheid

bestaat dat dit juist leidt tot

degradatie van het bestaande.

Ontwerpers stellen juist dat zij de

eenzijdigheid van de bestaande

ontwerpen willen doorbreken.

Endry van Velzen van De Nijl

Architecten maakt bezwaar tegen

het ‘herstructureringsdenken’

omdat er te veel van problemen

uit wordt gegaan. Het gaat er vol-

gens hem om wat de projecten

doen ten opzichte van hun omge-

ving.

Vervolgens richt de discussie zich

op de strategie van de gemeente.

Er is een structuurvisie maar het

publiek vindt dat de Utrechtse

plannen zo kruimelig zijn door het

ontbreken van een masterplan.

Omdat Utrecht juist uit een aantal

karakteristieke dorpen bestaat,

wordt één stedenbouwkundig

plan door het publiek verworpen.

Ook de ambities voor de sociale

woningbouw worden ter discus-

sie gesteld.

De sociale woningbouw uit de

jaren zeventig en tachtig was

kwalitatief niet erg hoog. Smink

meent dat dit verandert omdat de

corporaties nu steeds vaker een

sociale beleggingsstrategie (het

op termijn verkopen van sociale

huurwoningen) hebben waardoor

zij een groter belang hechten aan

duurzaamheid en kwaliteit. Ont-

werpthema’s zijn interessant maar

voor de bewoners is het belang-

rijk dat zij mee kunnen praten en

dat er naar hen geluisterd wordt.

Er is weliswaar een goed sociaal

plan opgesteld ten aanzien van

de herhuisvesting, maar op het

gebied van ontwerp en de rol van

bewoners daarbij is er nog een

lange weg te gaan. Bewoners

hebben wel meegepraat met alle

partijen, maar hun voorstellen zijn

niet of nauwelijks gehonoreerd.

Karien Dekker refereert aan haar

proefschrift waarin zij het span-

ningsveld tussen betrokkenheid

van alle partijen en effectief

beleid behandelt: hoe meer partij-

en er aan tafel zitten, hoe langer

het proces duurt. Aan de andere

kant blijkt dat wanneer partijen

niet mee kunnen praten, plannen

niet goed gedragen worden. Ook

de herhuisvesting brengt proble-

men met zich mee die lastig op te

lossen zijn. In de verdunnings-

plannen kunnen de bewoners niet

Het panel

- Marcel Tankink, directeur

van KAW-Architecten en

voorzitter debat

- Endry van Velzen, De Nijl

Architecten

- Willem Smink, oud-wethou-

der Ruimtelijke Ordening,

Volkshuisvesting, Wijkver-

nieuwing, Grondzaken,

Monumenten in Groningen

- Ron Onverzaagt, directeur

Mitros Wonen Utrecht

- Jan de Jong, voorzitter

bewonerskoepel Mitropool

- Karien Dekker, promoven-

dus Stedelijke Vernieuwing

Page 79: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 79

altijd terug naar hun oude plek.

Wat zijn de succesfactoren voor

herstructurering?

Geconstateerd wordt dat de

woningmarkt in Utrecht overspan-

nen is – dat bemoeilijkt het suc-

ces. De wachttijd voor een sociale

huurwoning bedraagt wel drie

jaar. Onverzaagt pleit voor meer

beweging op de woningmarkt.

Veertig procent van de

huurders/bewoners woont te

goedkoop. Om beweging in dit

soort processen te krijgen, is het

noodzakelijk dat corporaties een

brede opvatting van hun taken

hebben en dat gemeente en cor-

poratie elkaar vertrouwen. Om

integrale beleidsvorming te reali-

seren is vertrouwen nodig en een

goede samenwerking, niet alleen

tussen de gemeente en de corpo-

raties, maar ook met scholen,

zorgpartijen en bewoners.

Een uitgebreid verslag van het debatstaat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.

In tegenstelling tot de stad Groningen heeft Utrechtgeen duidelijk herkenbare ruimtelijke structuur. Ik hebnooit iets van Utrecht begrepen.Smink in het debat ‘Nieuwe Ronden, Nieuwe Kansen – Utrecht Vernieuwt, toch?!

Rietveldflats in Hooggraven. Foto: Cultuurhistorisch Archief, Utrecht

Page 80: Aorta Jaarboek 2006

80 * architectuurcentrum aorta 2006

Romeinse legionairs, middel-

eeuwse geestelijken, Duitse kei-

zers, beeldenstormers, handela-

ren, verlichte wetenschappers,

kunstenaars, studenten en kroeg-

lopers hebben door de eeuwen

heen de plek waar nu het Dom-

plein is bevolkt en hun sporen

achtergelaten. Straatstenen laten

nog de contouren zien van oude

kerken. Het gat tussen Domkerk

en Domtoren vertelt haar eigen

heroïsche verhaal. In de kelder

van een kroeg ruiken keizerlijke

muren naar verschraald bier. Toch

is er meer, veel meer... Jaren van

intensief onderzoek hebben

opgeleverd wat een enkeling al

vermoedde. Op het Domplein ligt

de geschiedenis voor het opra-

pen. Zo’n 2000 jaar, in zeven tijd-

lagen. In een periode van zeven

jaar (tot 2013) wordt deze

geschiedenis weer zichtbaar en

beleefbaar gemaakt door InitiatiefDomplein 2013 7x7. Een stad is

een plek die langzaam ontstaat,

waar op de ruïnes van ingestorte

gebouwen verder wordt

gebouwd en waar de patronen

van voorbije eeuwen nog zicht-

baar zijn.

De eerste tentoonstelling van Ini-tiatief Domplein 2013 was in archi-

tectuurcentrum Aorta te zien en

gaf inzicht in de ontstaansgeschie-

denis van het Domplein.

Op een multimediale manier wer-

den zeven tijdlagen van het Dom-

plein - letterlijk- uitgelicht. Middels

geprojecteerde glas-in-lood ramen

en gesproken verhalen werd een

combinatie van gebouwen en

gebeurtenissen getoond. Hun rol

en betekenis voor de ontwikkeling

van het Domplein door de eeuwen

heen werd toegelicht. Een reis

door de tijd dus, langs Romeinen

en hun castellum, Willibrord en de

Heilig-Kruiskapel, de Salvatorkerk,

keizer Koenraad en de Romaanse

Dom, de gotische Dom, de heden-

daagse en futuristische plannen.

Met deze tentoonstelling kreeg

een groter publiek een beeld van

de historische waarde van het

Domplein, en inzicht in de ver-

schillende tijdlagen en hun onder-

linge samenhang. Het doel was

vooral om de fascinatie voor de

historie van de plek te ontsluiten

en de fascinatie voor de toekomst

aan te wakkeren.

GEHEIMEN VAN HET DOMPLEIN2000 jaar geschiedenis komt tot leven. Expositie Domplein 2013 & Architectuurcentrum Aorta

Op het Domplein ligt de geschiedenis voor het oprapen.

* WAT DOET AORTA

Expositie ‘Geheimen van het Domplein’ in Architectuurcentrum Aorta

Page 81: Aorta Jaarboek 2006
Page 82: Aorta Jaarboek 2006

Presentatie MEMAR•DUT@H voor de tentoonstelling United Colors of NL

Page 83: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 83

Vraagstukken over moskeeën en asielzoekercentraworden niet alleen door politici opgelost. Het is als architect belangrijk om je stem te latenhoren, en niet alleen binnen het architectencircuit.Ergün Erkoçu van MEMAR•DUT©H

* WAT DOET AORTA

Page 84: Aorta Jaarboek 2006

84 * architectuurcentrum aorta 2006

UNITED COLORS OF NLZin en onzin van multiculturele architectuur

Tentoonstelling

Nederland heeft een multiculture-

le samenleving. Maar komt dit

ook tot uiting in de architectuur?

Houdt een architect in zijn ont-

werp überhaupt rekening met de

samenstelling van de samenle-

ving? Hoe gaat men om met nieu-

we woonvormen, openbaar/privé,

verzorgingsvormen, uitvaartcen-

tra, begraafplaatsen en geloofs-

centra? Steeds meer architecten

zien een uitdaging in bovenstaan-

de problematiek.

Projecten die in deze inspireren-

de tentoonstelling aan de orde

kwamen waren een multicultureel

rouwcentrum, een kosmopoliti-

sche straat, de poldermoskee,

diverse badhuisstudies en

woningbouwproject Le Medi.

De tentoonstelling bestond uit een

aantal studies en een afstudeer-

project rondom het thema multi-

culturele architectuur. Experts en

een studente uit verschillende vak-

gebieden waren gevraagd hun

visie te geven op dit actuele

onderwerp. De deelnemende

exposanten en studies waren:

- LÖHMANN’S Architecture ·

Urban + Industrial Design:

‘afscheid van eenduidigheid’ -

architectonisch vormgeven aan

rituelen in een multiculturele

samenleving.

- STAWON: ontwerpstudie naar

de woonomgeving van de mul-

ticulturele samenleving.

- Artgineering: Kanaleneiland,

alternatieve strategie voor de

herstructurering van een

naoorlogse wijk.

- Geurst & Schulze architecten

en Korteknie Stuhlmacher

architecten: Le Medi Rotter-

dam.

- Rosanne van Yperen: afstu-

deerproject de Kosmopoliti-

sche straat.

- MEMAR•DUT©H: intercultu-

reel architectonisch onder-

zoek.

- FORUM, instituut voor multi-

culturele ontwikkeling, pro-

gramma sociale cohesie: multi-

cultureel bouwen en wonen;

woonwensenateliers.

- Architectenbureau Marlies

Rohmer: Kop van Lombok

Utrecht en project Fusion,

Multifunctioneel Centrum Jou-

bertstraat, Amsterdam.

- MOPET architecten: hamam

Amsterdam.

Debat

Het debat werd geleid door

Lucas Verweij, directeur van de

Academie van Bouwkunst in Rot-

terdam. Een aantal vragen stond

centraal: Is de multiculturele

samenleving een onderwerp voor

ontwerpers? Bestaat multiculture-

le architectuur? Agenderen archi-

tecten de sociaal-politieke lading

die het begrip multicultureel

heeft?

Zes exposerende architecten

waren uitgenodigd om een ant-

woord op deze vraagstukken te

geven en hun visie op het onder-

werp te presenteren. Via de

Japanse vorm Pecha Kucha –

een korte beeldpresentatie van

20 beelden van 20 seconden –

presenteerden de zes architecten

hun opvattingen over het thema.

Slechts een minderheid in de zaal

vindt dat multiculturele architec-

tuur bestaat. Dat impliceert name-

lijk dat er ook een niet-multicultu-

rele architectuur is bijvoorbeeld

een Hollandse architectuur. Maar

zelfs de Amsterdamse bruggen

zijn geïnspireerd op Oosterse

vormen en elementen. Hoe kos-

mopolitischer een stad, des te

meer verscheidenheid. Dat heeft

niet speciaal te maken met een

sociaal-politieke achtergrond. Het

rechtvaardigt de vraag of er

eigenlijk wel wat nieuws onder de

zon is.

In het debat werd duidelijk dat er

verwarring bestaat over de term

multiculturele architectuur.

Je kunt het zien als een idealis-

tisch en dus sociaal-politiek

fenomeen maar ook als een

esthetisch thema. Erkoçu van

MEMAR·DUT©H gaf aan tegen

monoculturele gettovorming te

* WAT DOET AORTA

boven: ‘Concepting Kanaleneiland’ door Artgineering

rechts: LÖHMANN’S Architecture · Urban +Industrial Design voor ‘United Colorsof NL’

Page 85: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 85

zijn. Hij bepleitte een interculture-

le benadering, een menging zoals

in eten, mode en architectuur al

zichtbaar is of wordt, en het

onderzoeken van specifieke the-

ma’s die voortkomen uit de multi-

culturele samenleving zoals bid-

den, rouwen en verzorgen.

Een deelnemer in de zaal vindt

dat een multiculturele functie niet

het zelfde is als multiculturele

architectuur. Kan je wel multicul-

turele architectuur maken? Mis-

schien niet, maar er kan wel een

gemixte vormentaal ontstaan. Iets

eigens, dat voor mensen uit ver-

schillende culturen interessant

kan zijn. Dat ontstaat niet van de

ene op de andere dag. Want als

cultuur iets is dat zich langzaam

opbouwt, dan kun je niet eens-

klaps een andere cultuur introdu-

ceren. In dat geval zal het vooral

iconografie zijn, en dus opper-

vlakkig. Een deel van het publiek

meent dat dat is wat er nu

gebeurt. Multiculturele architec-

tuur etaleert zich vooral als een

thema, als in hoofdletters geëta-

leerde iconen; een benadering

die zich schaart in dezelfde reeks

als de nostalgietrend, zoals ken-

merkend tot uiting komt in de

‘authentieke nieuwbouw’ van

Brandevoort. Een dergelijke

benadering camoufleert nu juist

wat er in een samenleving speelt.

Debatleider Verweij stelt dat de

Hollandse koopmansgeest over-

heerst. “We maken wat ze vra-

gen”, zegt hij en hij noemt dit de

Hollandse manier van integratie.

Maar met deze insteek kun je ook

een fantastisch gebouw maken,

stelt architect Löhmann – al blijven

dergelijke ontwerpen uitzonderlijk.

En daarmee eindigt de discussie

toch met een conclusie vanuit de

esthetiek. De beginvraag van Ver-

weij ‘of architecten de sociaal-

politieke lading die het begrip mul-

ticultureel heeft überhaupt wel

agenderen’, is niet eensluidend

beantwoord. Al lijken de wensen

van de opdrachtgever en esthe-

tiek meer de overhand te hebben

dan sociaal-politieke afwegingen.

Een uitgebreid verslag van het debatstaat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.

Het panel

- Lucas Verweij, directeur van

de Academie van Bouw-

kunst in Rotterdam en voor-

zitter debat.

- Heike Löhmann van

LÖHMANN’S Architecture .

Urban + Industrial design

- Stephan Bendiks van Artgi-

neering

- Marc Jan Boerman van

Geurst & Schultze Architec-

ten

- Rosanne van Yperen met

afstudeerproject de Kosmo-

politische Straat

- Ergün Erkoçu van

MEMAR·DUT©H

- Marlies Rohmer van Archi-

tectenbureau Marlies

Rohmer

Page 86: Aorta Jaarboek 2006
Page 87: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 87

Ik wil geen mensen op de foto’s van mijn gebouwenomdat hun aanwezigheid de foto’s te zeer dateren.Gerrit Rietveld in het boek Jan Versnel uit de serie monografieën van Nederlandse fotografen

* WAT DOET AORTA

EXPOSITIE 15 JAAR RIETVELDPRIJSDoor de ogen van de fotograaf In samenwerking met de Stichting Rietveldprijs

Ter gelegenheid van haar vijftien-

jarig jubileum presenteerde Stich-

ting Rietveldprijs in samenwer-

king met Architectuurcentrum

Aorta de lustrumtentoonstelling

Vijftien jaar Rietveldprijs, door deogen van de fotograaf. De ten-

toonstelling bood een pakkend

overzicht van de Utrechtse archi-

tectonische ontwikkelingen van

de afgelopen vijftien jaar.

De Rietveldprijs stelt zich ten doel

het debat over de kwaliteit van de

gebouwde omgeving in Utrecht te

bevorderen. Architectuurfotografie

kan daar een belangrijke bijdrage

aan leveren. De fotograaf die

gebouwen en buitenruimten vast-

legt, voegt iets toe aan de concre-

te architectuur. Hij stelt het publiek

in staat om de gebouwen niet

alleen met eigen ogen te zien maar

ook met de ogen van de fotograaf.

Dit levert nieuwe ervaringen, bete-

kenissen en inzichten op.

Voor de publicaties die elke twee

jaar verschijnen, benadert de

Stichting Rietveldprijs fotografen

die zich onderscheiden door een

eigenzinnige blik of een opvallende

visie op ruimte. Hen wordt

gevraagd een beeldessay te

maken van projecten die voor de

Rietveldprijs worden geselecteerd,

waarin zij hun visie op de gebouw-

de omgeving verwerken. Dit heeft

inmiddels geresulteerd in acht

prachtige fotoseries van de hand

van Jannes Linders, Kim Zwarts,

Jan Derwig, Daria Scagliola in

samenwerking met Stijn Brakkee,

Ralph Kämena, Luuk Kramer, Bas

Princen en Frank Hanswijk. Deze

vormden de grondslag van de ten-

toonstelling Vijftien jaar Rietveld-prijs, door de ogen van de foto-graaf. Naast de foto’s bevatte de

tentoonstelling informatie over de

fotografen en extra materiaal over

de winnende projecten. Deze ten-

toonstelling was ook te zien in

Brno, in de architectuurgalerie van

Brno in Tsjechie waarmee Aorta in

het kader van de stedenband tus-

sen Utrecht en Brno programma

uitwisselt.

links: Gerrit Thomas Rietveld Architect (1888-1964)

grote foto: Universiteitsbibliotheek, De Uithof. Prijswinnaar 2005Ontwerp: Wiel Arets ArchitectsFoto: Frank Hanswijk

Page 88: Aorta Jaarboek 2006

88 * architectuurcentrum aorta 2006

UTRECHT NOW

* WAT DOET AORTA

De herontwikkeling van naoorlog-

se wijken vormt de grootste ont-

werpopgave van deze tijd. Moe-

ten de wijken onherkenbaar

veranderen omdat we de woning-

voorraad, voorzieningen en omge-

vingskwaliteit willen actualiseren?

Of kun je de typische cultuurhis-

torische kenmerken en structuren

van naoorlogse wijken opnieuw

interpreteren vanuit de heden-

daagse context?

De afdeling Stedenbouw en

Monumenten van de gemeente

Utrecht pleit voor een zorgvuldige

herinterpretatie vanuit de heden-

daagse context. Onderzoekers

Marinke Steenhuis en Paul Meurs

kregen de opdracht om cultuur-

historisch onderzoek te doen en

een ruimtelijke analyse te maken

van de naoorlogse wijken van

Utrecht. Tijdens de debatavond

werd gekeken of dit onderzoek

een geschikt instrumentarium

biedt voor zinvol behoud en

gebruik van bestaande kwalitei-

ten. Ook werd besproken hoe de

resultaten praktisch kunnen wor-

den ingezet. En hoe groot de

bereidheid en de speelruimte is

bij betrokken partijen zoals corpo-

raties, projectontwikkelaars en

ontwerpers.

Presentaties

Marinke Steenhuis presenteerde

een samenvatting van het onder-

zoek. Het onderzoek behelst tien

rapporten die de plangeschiede-

nis in kaart brengen. De wederop-

bouwwijken zijn gebouwd voor

bewoning door gezinnen, maar de

samenstelling van de samenleving

is inmiddels veranderd. Door aan-

bevelingen te doen zou Steenhuis

zich op een rijdende trein bege-

ven, vindt ze zelf. Toch is het dui-

delijk dat er momenteel een

inhaalslag gemaakt moet worden

om cultuurhistorische kennis te

integreren in de huidige plannen

voor de naoorlogse wijken.

Met het oog op de toekomst

onderscheiden Steenhuis en

Meurs drie verschillende aanpak-

ken. Bij Kromme Rijn, Halve

Maan en Tuindorp Oost kan het

bestaande ruimtelijke concept als

uitgangspunt dienen voor nieuwe

ontwikkelingen, omdat het stevig

genoeg is en mogelijkheden

biedt. De groenstrook langs het

water van de Kromme Rijn moet

leeg blijven, dit is een belangrijke

voorwaarde voor de kwaliteit van

de hele wijk. Bij Pijlsweerd,

Majellapark en Nieuw Zuilen kun-

nen nieuwe concepten worden

toegevoegd met begrip voor de

bestaande structuur. De wijkjes

lenen zich voor celvormige buurt-

bewoning of stempels van de

21ste eeuw. Aan Lauwerecht,

Hoograven, Kanaleneiland en

Overvecht kan een nieuwe laag

worden toegevoegd vanuit de

bestaande, historische en eigen-

tijdse, logica.

De resultaten van het onderzoek

van Marinke Steenhuis en Paul

Meurs zijn verwerkt op een cd-

rom die te verkrijgen is bij de

gemeente Utrecht.

Daarna lichtten drie sprekers

praktijkcases toe: Machiel van der

Torre van Duinker, van der Torre

samenwerkende architecten ver-

telde over de Pedagogenbuurt in

Zuilen, Allart Joffers van Mecanoo

architecten besprak Kanaleneiland

en Jeroen de Willigen van De

Zwarte Hond gaf een toelichting

op het Hart van Hoograven.

Debat

Wijnand Galema constateert uit

het onderzoek dat de prioriteit ligt

bij het behoud van de structuur.

Komt dat door de Utrechtse voor-

beelden of ligt dat aan de onder-

zoeksmethode?

Steenhuis legt uit dat de wijken

met een andere stedenbouwkun-

dige traditie zijn gebouwd dan

hoe ze nu worden geherstructu-

reerd. De losse blokken in het

groen van de naoorlogse steden-

bouw leverden een diffuse open-

bare ruimte op. Die ruimte was

van iedereen, maar tegelijk van

niemand. Wat een dergelijke wijk

bijzonder maakt zijn niet de archi-

tectonische juweeltjes – een

mooie bibliotheek, galerijflat of

kerk daargelaten. Het gaat om

hoe je je beweegt in een dergelij-

ke wijk.

Spreekt het ontwikkelingsgerichte

onderzoek de corporaties aan?

De Langen merkt op dat hoe ver-

der voorin het proces een derge-

lijk onderzoek wordt ingebracht,

des te meer je ermee kunt. Nu

gebeurt de verankering van cul-

tuurhistorisch onderzoek vaak in

het bestemmingsplan. Je zou je

moeten afvragen hoe het in de

gebiedsontwikkeling verankerd

kan worden. De Langen mist het

sociale vraagstuk in het onder-

zoek het probleem van de eenzij-

digheid van de wijken. Toch is het

erg belangrijk om ook hier in een

vroeg stadium van de ontwikke-

ling aandacht aan te besteden.

Een andere interessante vraag

die De Langen wil stellen na het

lezen van het onderzoek is of de

genoemde kwaliteiten aansluiten

bij wat de mensen die er momen-

teel wonen, waarderen.

Volgens Alice van Rooij zijn de

woonwensen van de huidige

bewoners niet in kaart gebracht,

maar het valt haar op dat de men-

sen niet anders willen dan ze

gewend zijn. Wanneer eenmaal

besloten is te slopen, blijft groot

onderhoud vaak achterwege. Het

Hart van Hoograven was op den

duur mede door het achterstallig

onderhoud een wijk waar ieder-

een weg wilde. Omdat de men-

sen graag in de wijken willen blij-

ven, is met de raad afgesproken

om eerst te bouwen (verdichten)

en daarna pas te slopen,

Volgens Anna Vos hebben naoor-

logse wijken een rijkdom in lucht

en ruimte waar een Vinex-wijk

voorlopig niet tegenop kan. De

afmetingen van de bomen zijn

enorm. ‘De naoorlogse periode

was er één waarin gezaaid is, en

we kunnen nu oogsten met de

herontwikkeling. We kunnen

opnieuw gebruik maken van de

structuur. Dit onderzoek is een

aanknopingspunt voor het geza-

menlijk omgaan met de opdracht

in die wijken, met de bedoeling

om het eigenzinnige van die wij-

ken te bewaren.’

Architect De Willigen van De

Het panel

- Wijnand Galema,

architectuurhistoricus en

voorzitter debat

- Alice van Rooij, D66 en

voorzitter raadscommissie

stedelijke ontwikkeling

- Marien de Langen,

directeur Mitros

- Anna Vos, Hoofd Studio

bij Bouwfonds /

MAB Development

Page 89: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 89

Zwarte Hond wil kijken wat voor

soort buurt de ideologie van die

tijd, met de eisen en techniek van

de huidige tijd, zou opleveren

omdat de discussies zich te vaak

concentreren op fysieke factoren.

Hij wil een buurt maken die weer

vijftig jaar meekan. Het spreekt

Marien de Langen aan om de

oorspronkelijke kwaliteiten op te

zoeken en te optimaliseren, met

meer precisie en diepgang dan

alleen het groen te bewaren.

Iemand uit het publiek vraagt zich

af of het niet juist door het onbe-

heerde groen in de naoorlogse

wijken mis ging en verbaast zich

dat juist het groen nu zo wordt

geprezen als een kwaliteit.

Het panel antwoordt dat het om

meer gaat dan groen, water en

de openbare ruimte. Naoorlogse

wijken staan ook voor brede pro-

fielen en goede ontsluitingsstruc-

turen.

De gemeenteraad kan het onder-

zoek dat vanavond is gepresen-

teerd gebruiken om te communi-

ceren met de bewoners. Het is

duidelijk dat onderzoeksresultaten

helpen om gezamenlijk een oplos-

sing te vinden voor een pro-

bleem. Het onderzoek is een

instrument, om de sociale, fysieke

en economische gelijkheid van de

naoorlogse wijken weer tot de

ultieme kwaliteit te maken.

Een uitgebreid verslag van het debatstaat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.

Ik vind dat er in Utrecht te krampachtig met hoogbouwwordt omgegaan en pleit daarom voor meer program-ma, want meer programma is geen bedreiging.Marien de Langen van Mitros in het debat Utrecht NOW

Visualisatie Hart Hoograven. Ontwerp: De Zwarte Hond

Page 90: Aorta Jaarboek 2006

Huis de Wiers, VreeswijkOntwerp: JDvV Architecten en Ex InteriorsFoto: Olivier Shah

Page 91: Aorta Jaarboek 2006

Woonhuis Kromme NieuwegrachtOntwerp: Architectuurbureau Sluijmer &van LeeuwenFoto: Mascha van Damme

architectuurcentrum aorta 2006 * 91

Page 92: Aorta Jaarboek 2006
Page 93: Aorta Jaarboek 2006

The WallOntwerp: VVKH Architecten

architectuurcentrum aorta 2006 * 93

Page 94: Aorta Jaarboek 2006

94 * architectuurcentrum aorta 2006

Page 95: Aorta Jaarboek 2006

Ik zie dat Aorta nog zeker voor tien jaar een pompend hart zal blijven voor het lokale architectuurbeleid.Marcel van Heck

Vier bekenden over Aorta

Drs. Marcel van Heck, adviseur

architectuurbeleid bij het atelier

Rijksbouwmeester en secretaris van het

College van Rijksadviseurs >>

#4I N T E R V I E W

architectuurcentrum aorta 2006 * 95

Page 96: Aorta Jaarboek 2006

Drs. Marcel van Heck

Marcel van Heck vervult de

functie van adviseur architec-

tuurbeleid bij het atelier

Rijksbouwmeester. Het atelier

Rijksbouwmeester is onderdeel

van het Ministerie van VROM.

Page 97: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 97

‘Met deze bijdrage feliciteer ikArchitectuurcentrum Aorta methaar 10-jarig bestaan. Samenmet de vele andere lokale archi-tectuurcentra in Nederlandvormt Aorta een belangrijkonderdeel van het Nederlandsearchitectuurbeleid. Tevens zijndeze lokale architectuurcentraeen treffende illustratie van hetsucces van het Nederlandsearchitectuurbeleid.’

In een vorige functie heeft VanHeck aan de wieg gestaan van deoprichting van ArchitectuurLokaal, dat de taak heeft om dediverse lokale architectuurcentraeen platform te bieden. ‘Bij deoprichting had ik niet kunnenbevroeden dat de gedachte omde architectuurcentra te onder-steunen zoveel weerklank zouvinden en dat de centra zich zosnel over Nederland zouden ver-spreiden. Een goed beleid op

landelijk niveau kan niet zondereen goede vruchtbare voedings-bodem op lokaal niveau. De velearchitectuurcentra zijn naar mijngevoel een onmisbare schakelvoor het Nederlandse architec-tuurklimaat.’ Zo staat Van Heck elk jaar weerverbaasd over de grote belang-stelling voor de Dag van deArchitectuur. De activiteiten vande architectuurcentra geven eengoed beeld hoe op gemeentelijkniveau het onderwerp architec-tuur leeft.

‘Voor de komende tien jaar zie ikvoor Aorta, maar eveneens voorde andere architectuurcentra,een zonnige toekomst tegemoet.Er is geen reden om te twijfelenaan een verdere groei van dezearchitectuurcentra.’ Integendeel, Van Heck neemt aan dat hetnieuwe ruimtelijke ordeningsbe-leid, waarbij steeds meer takenen bevoegdheden zijn overgehe-veld naar provinciale en gemeen-telijke overheden, goed is voorde lokale architectuurcentra. Hetarchitectuurbeleid richt zich nietmeer enkel op het niveau van hetgebouw. Landschap, infrastruc-tuur en cultureel erfgoed zijneveneens domeinen gewordenvan het architectuurbeleid. Ophet niveau van het rijk, in het bij-

zonder binnen het Atelier Rijks-bouwmeester, heeft deze verbre-ding fysiek gestalte gekregendoor het instellen van het Colle-ge van Rijksadviseurs.

Het College bestaat uit vier des-kundigen die ieder door huneigen moederdepartement zijnaangesteld om gevraagd enongevraagd te adviseren over hetarchitectuurbeleid in de meestbrede zin van het woord. DeRijksbouwmeester is deskundigop het gebied van architectuuren stedenbouw. De drie nieuweRijksadviseurs brengen specifie-ke kennis in van de andere ter-reinen: de Rijksadviseur voor hetLandschap, de Rijksadviseurvoor de Infrastructuur en deRijksadviseur voor het CultureelErfgoed. Het College is hierdoorin staat op alle onderdelen vanhet brede architectuurbeleid ade-quaat te adviseren. Natuurlijk zitten daar ook geva-ren aan. Een al te brede invals-hoek heeft het risico dat het overte veel gaat en de specifiekeeigen invalshoek wordt verlaten.Daarom heeft het College vanRijksadviseurs bij haar werk-zaamheden als focus voor haarwerk gekozen: het aansturen enstimuleren van het ontwerp enontwerpkwaliteit op Rijksniveau.

Het verbreden van het architec-tuurbeleid, zoals deze al wasingezet met de Tweede Nota,heeft afgelopen jaren verderebeleidsmatige inkadering gekre-gen met het ActieprogrammaRuimte en Cultuur. Het vigeren-de beleid loopt tot en met 2008en thans zijn er gesprekkengaande over de wijze waarop ditbeleid een vervolg moet krijgen.

De verbreding met de verderebeleidsmatige verankering oprijksniveau zal de positie vanlokale architectuurcentra alleenmaar verder versterken, verwachtVan Heck. Uiteraard zijn er ophet gemeentelijk niveau voldoen-de ontwikkelingen die voorAorta, maar eveneens voor deandere architectuurcentra bui-tengewoon interessant zijn.‘De vele interessante ontwikke-lingen die zich in Utrecht voor-doen, zoals de uitbreidingen inDe Uithof, Leidsche Rijn, hetStationsgebied en de vele cul-tuurhistorische artefacten rond-om Utrecht, maken dat ik zie datAorta nog zeker voor tien jaareen pompend hart zal blijvenvoor het lokale architectuurbe-leid.’‘Daarmee wens ik Aorta heel veelsucces.’

Voor de komende tien jaar zie ik voor Aorta, maareveneens voor de andere architectuurcentra, eenzonnige toekomst tegemoet. Er is geen reden om tetwijfelen aan een verdere groei van deze architectuur-centra.

* INTERVIEW

Page 98: Aorta Jaarboek 2006

98 * architectuurcentrum aorta 2006

3

28

7

Page 99: Aorta Jaarboek 2006

1 9

4 5

6

PublicatiesAorta

* AORTA & COMPANY

architectuurcentrum aorta 2006 * 99

Page 100: Aorta Jaarboek 2006

100 * architectuurcentrum aorta 2006

1INDUSTRIEELERFGOED INUTRECHTIn het boekje Industrieel Erfgoed

in Utrecht, dat in 2005 uitgege-

ven is, zijn 14 locaties opgeno-

men waarover interessante gege-

vens over de geschiedenis en

hergebruik vermeld worden,

onder andere van Hooghiemstra,

Villa Jongerius en het Cereol ter-

rein. Het boekje bevat voorin een

kaartje waarop de gebouwen zijn

aangegeven met een nummer dat

correspondeert met de omschrij-

ving verderop in het boekje. Aan

de hand van het kaartje en de

adresgegevens kunnen geïnteres-

seerden de verschillende gebou-

wen zelf gaan bekijken.

Prijs: € 5,00

2BOUWEN VOORHET GELOOFBouwen voor het Geloof ver-

scheen als catalogus in 2005 bij

de gelijknamige tentoonstelling

over de architect Alfred Tepe

(1840-1920) en zijn leerlingen in

2005. In het laatste kwart van de

negentiende eeuw bepaalde Tepe

het aanzicht van veel dorpen en

steden in het bisdom Utrecht met

ontwerpen voor een overweldi-

gend groot aantal neogotische

kerken. In Utrecht zelf zijn onder

meer de St. Martinuskerk en de

Willibrorduskerk (1876-1877) van

zijn hand. Tegenwoordig is Tepe

een vrij onbekende figuur, terwijl

hij gedurende zijn leven werd

gelijkgesteld met zijn tijd- en stijl-

genoot Pierre Cuypers.

In het boekje zijn zeventien

gebouwen van Tepe in Utrecht

opgenomen. Voorin bevat het een

kaartje waarop de gebouwen zijn

aangegeven met een nummer dat

correspondeert met de omschrij-

ving verderop in het boekje. Aan

de hand van het kaartje en de

adresgegevens kunnen geïnteres-

seerden de verschillende gebou-

wen zelf gaan bekijken.

Prijs: € 5,00

3DE ROMEINSELIJN, VAN LEVEFANUMNAAR LAURUMIn opdracht van de Provincie

Utrecht heeft Aorta in 2005 het

wedstrijdprogramma voor de

ideeënprijsvraag onder de naam

‘de Romeinse Lijn’ ontwikkeld en

de organisatie op zich genomen.

De publicatie toont een impressie

van het ingezonden werk, plan-

nen van de vijf genomineerden

die uitgebreider werden beschre-

ven en het gehele juryrapport. De

wedstrijd richtte zich op de ruim-

telijke ontwikkelingskansen met

als archeologische onderlegger:

de Romeinse Limes, de verdedi-

gingslinie die door heel Europa

loopt en in de Provincie Utrecht

via Wijk bij Duurstede, Utrecht en

Woerden langs de Rijn liep. Doel

van de prijsvraag - voor samenge-

stelde teams van ontwerpers,

archeologen, architecten en ste-

denbouwkundigen, communica-

tiedeskundigen en kunstenaars –

was met ideeën te komen om de

Limes (de Romeinse rijksgrens)

in ruimtelijke plannen te betrek-

ken én de Limes beter voor

publiek zichtbaar en beleefbaar te

maken. Een hele uitdaging, want

de resten van de 2000 jaar oude

Romeinse weg liggen groten-

deels in de bodem verborgen.

Het ging in de wedstrijd vooral

om een hedendaagse interpreta-

tie en visie op de Limes als lint,

een drietal locaties, een commu-

nicatiestrategie en een financiële

onderbouwing. De wedstrijd

bestond uit twee fasen: de jury

beoordeelde na afronding van de

eerste fase welke vijf teams hun

ontwerpen konden uitwerken.

Prijs € 10

4100 UIT 100ARCHITECTUURUTRECHT (1900-2000)ARCHITECTUUR-KAART UTRECHTIn dit handzame boekje uit 2002

zijn 100 architectonisch interes-

sante gebouwen in Utrecht opge-

nomen die in de afgelopen eeuw

zijn gebouwd en die hebben bij-

gedragen aan de discussie over

architectuur in Utrecht. De kaart

bevat beschrijvingen in het

Engels en Nederlands over de

gekozen gebouwen, zoals archi-

tect, bouwstijl en -jaar, een over-

zichtskaart ter oriëntatie, een

overzicht van de buslijnen om de

100 bestemmingen mee te berei-

ken, een uitleg van de gebruikte

stijltermen en natuurlijk een

redactionele verantwoording.

Prijs: € 5,00

Page 101: Aorta Jaarboek 2006

architectuurcentrum aorta 2006 * 101

550.000 EXTRAWONINGEN IN DESTAD UTRECHT(CD-ROM)Resultaten van de gelijknamige

workshop in 2002 waarin onder-

zocht werd hoe en in welke vorm

50.000 woningen extra binnen de

stad Utrecht kunnen worden

gerealiseerd. Ook de reacties van

de criticasters en het publiek zijn

op de cd-rom opgenomen.

Prijs: € 2,50

6BUITEN WONEN(CD-ROM)Resultaten van de workshop in

2004 waarin onderzocht werd

hoe en in welke vorm wonen in

het landelijk gebied kan worden

vormgegeven. Drie teams onder

leiding van ieder twee masters

ontwikkelden ieder een eigenzin-

nig voorstel. Naast ontwerpsce-

nario´s besteedden de teams aan-

dacht aan

ontwikkelingsstrategieën en finan-

ciering. De cd-rom toont alle ont-

werpen en geeft een inhoudelijke

toelichting. Integrale verslagleg-

ging ook via de site van Aorta.

Prijs: € 2,50

7THEMANUMMER‘NAAR BUITEN!’POST PLANJERDit themanummer sloot aan bij

een tentoonstelling ‘Naar Buiten!’

die in 2002 in Aorta plaatsvond.

De activiteiten van de Dienst Lan-

delijk Gebied en de plannen voor

de drie gebieden Groenraven

Oost, Utrecht West en Noorder-

park werden uitgediept. Analyses

van het stedelijk groen waren

opgenomen, waaronder de stads-

parken Park de Gagel, het Grift-

park en het toen nog toekomstige

Rijnsche Park in Leidsche Rijn.

De visies van betrokkenen van de

ontwikkelingen van de plannen

werden belicht. Toenmalig wet-

houder M.L. Van Kleef van Ruim-

telijk Ordening gaf haar visie op

het gemeentelijke groenbeleid.

Landschapsarchitecte Berdie Olt-

hoff analyseerde enkele groen

ingerichte plekken in de stad en

biologe Marijke van Damme-Jong-

sten beschreef de verschillende

soorten ‘natuur’ in de stad met

haar mogelijkheden. Om een

indruk te geven van de (onpretti-

ge) invloeden die de plannen

hebben op de landbouw, werd

een interview weergegeven met

een agrariër die tevens deel uit-

maakt van de herinrichtingcom-

missie voor Groenraven Oost.

Het beeldessay van fotograaf

Ruud Bakker visualiseerde een

route van stadsrand tot stads-

rand. Zijn beelden laten zien dat

de mens het groen onderwerpt

aan zijn wensen en grillen, waar-

onder het soms dreigt te bezwij-

ken, terwijl het verlangen naar

een weids landschap blijft.

Gratis

8GEBOUW VANMORGEN: RABOBANKNEDERLAND ENDE CROESELAANUITGAVE 2006Rabobank Nederland zal begin

2007 starten met de bouw van

het nieuwe bestuursgebouw

naast het huidige hoofdgebouw

aan de Croeselaan. De omgeving

van het Rabobankcomplex is een

gebied waarin extreme verande-

ringen hebben plaatsgevonden in

steeds korter op elkaar volgende

perioden. In het boekje Gebouw

van Morgen: Rabobank Neder-

land en de Croeselaan wordt

nader ingegaan op de geschiede-

nis van dit gebied. Het nieuwe

bestuursgebouw moet één van

de meest duurzame kantoorge-

bouwen van Nederland worden

en krijgt bovendien een flexibel en

innovatief werkplekconcept. Het

boekje geeft door middel van

beeldmateriaal inzicht in deze toe-

komstplannen.

Gratis

* AORTA & COMPANY

9JAARBOEK AORTA 2005Gratis

JAARBOEK AORTA 2006Uiteraard is deze uitgave bij Aorta verkrijgbaar.

Gratis

Page 102: Aorta Jaarboek 2006

102 * architectuurcentrum aorta 2006

Team

In 2006 namen twee medewer-

kers na jarenlange dienst

afscheid van Aorta en verwelkom-

den we twee nieuwe medewer-

kers.

* Eveline Paalvast directeur

(0,8 fte)

* Mascha van Damme, beleids-

medewerker (1,0 fte) tot 31

augustus 2006

* Rosalie Kalkoene, projectme-

dewerker (0,8 fte) vanaf 11

oktober 2006

* Janneke van der Poel,

projectmedewerker (0,8 fte)

vanaf 15 december 2006

* Truus van der Weyden, balie-

medewerker (0,4 fte) tot 24

oktober 2006

* Marti Michielse, administratief

medewerker (0,6 fte)

* Dini van de Leur, administra-

tief medewerker (0,6 fte)

Vrijwilligers

Het werk van Aorta is niet moge-

lijk zonder de energie en inzet

van vrijwilligers. Zij hielpen onder

andere bij de mailings en het

beheer van de documentatie..

* Ebba Braun

* Eus Joanknecht

* Jan Peek

Gidsen

In 2006 zijn wederom veel gidsen

voor Aorta actief geweest:

* Sanne Bovenlander

* Jan Maarten Dalmeijer

* Joos van den Dool

* Thea van Goudzwaard

* Annemiek Hakkers

* Wineke Hiddema

* Viktor van Hooff

* Martin de Jong

* Andy Kilian

* Xandra Knoth

* Bastiaan van de Kraats

* Els Lagas

* Renette Niekerk

* Arco Ooms

* Stephan Petermann

* Eva Röell

* Janna Schoenberger

* Tessel Schmidt

* Nicole Tak

* Petra Vossesten

* Sara Zondergeld

Programmaraad

De programmaraad functioneert

als inhoudelijk adviesorgaan van

Aorta. De raad adviseert de

directeur en de medewerkers

over de diverse programma-

onderdelen.

* Paul Roncken

landschapsarchitect en uni-

versitair docent WUR

* Judith Godijn

adviseur Companen

* Marlies de Nijs

seniorstedenbouwkundige

gemeente Utrecht

* Hans Lars Boetes

beleidsmedewerker Project-

bureau Belvedère

* Rolf Bruggink

Zecc architecten

Page 103: Aorta Jaarboek 2006

Bestuur

Het bestuur is in 2006 vier keer

bijeen geweest. Het bestuur heeft

het programma, de begroting, de

jaarrekening en het jaarverslag

vastgesteld. Daarnaast heeft het

bestuur de directeur beoordeeld

en met raad en daad bijgestaan.

Het bestuur en de directeur zijn

van mening dat het een goede

ontwikkeling is dat het bestuur

steeds meer op afstand functio-

neert en besluiten van de direc-

teur achteraf goedkeurt. Het

bestuur wilde dat deze organisch

gegroeide praktijk zich ook ver-

taalt in de formele verhoudingen

tussen directeur en bestuur.

Op 8 december 2006 is middels

statutaire wijziging doorgevoerd

dat:

* het bestuur een Raad van

Toezicht is;

* de titulatair directeur een

directeur/bestuurder is.

De verantwoordelijkheden van de

directeur/bestuurder en de Raad

van Toezicht zijn in de statuten

vastgelegd. De statuten zijn in

algehele zin aangepast en vol-

doen nu aan de hedendaagse

governance eisen.

Het bestuur heeft haar functione-

ren in 2006 geëvalueerd, naar

aanleiding van de conclusies zijn

stappen ondernomen.

Het rooster van aftreden is vast-

gesteld. De heer Thielen is voor

een laatste periode herbenoemd.

Het bestuur bestond in 2006 uit:

* Jacques Thielen

voorzitter, directeur Far West,

aangetreden in 2000

* Karel de Wit

penningmeester, BU-manager

Wonen Dynamisch ABC,

aangetreden in 2004

* Michael van der Velden

markt en marketing, partner

Andersson Elffers Felix,

aangetreden in 2001

* Paul Kokkeler

personeel en organisatie,

Kokkeler advies en interimma-

nagement, aangetreden in

2005

* Anton Bronsvoort

architectuur, architect en

partner Bureau Bronsvoort

Blaak, aangetreden in 2004

* Vacature

stedenbouw

Sponsoren

Architectuurcentrum Aorta kon in

2006 rekenen op de financiële

steun van de volgende bedrijven

en instellingen:

BESCHIKBAARHEID-

SUBSIDIËNTEN:

* DSO Gemeente Utrecht

* Stimuleringsfonds voor

Architectuur

PROJECTSUBSIDIËNTEN:

* Projectbureau Belvedere

namens de Romeinse Limes

Alliantie

* Stichting Domplein 2013

* Projectsubsidie Belvedère

regeling

* Gemeente Utrecht

* Gemeente Nieuwegein

* Provincie Utrecht

BESCHIKBAARHEIDS-

SPONSOREN:

* Geelen Bouwprojecten BV

* Dura Vermeer Vastgoed BV

* Rabo Vastgoed BV

* Volker Wessels Vastgoed BV

* VIOS Bouwgroep BV

* Bylan Accountants –

Adviseurs BV

* ING Vastgoedontwikkeling BV

* AM Wonen BV

* Cório Nederland Retail BV

* Grontmij Midwest BV

* Heijmans Vastgoed BV

PROJECTSPONSOREN:

* BAM Woningbouw bv

* SSH Utrecht

* Pieters Bouwtechniek BV

* Kompaan Vastgoed BV

* Rabobank Nederland

* Niroc Vastgoedontwikkeling

bv

* MAB Ontwikkeling BV

* Van Hoogevest Utrecht

* AORTA & COMPANY

architectuurcentrum aorta 2006 * 103

Page 104: Aorta Jaarboek 2006

Zenpatio, Faculteit Economie en Management, De UithofOntwerp: Mecanoo architectenFoto’s: Christian Richters

Page 105: Aorta Jaarboek 2006

Boven en onder: Faculteit Economie en Management, De UithofOntwerp: Mecanoo architectenFoto’s: Christian Richters

architectuurcentrum aorta 2006 * 105

Page 106: Aorta Jaarboek 2006
Page 107: Aorta Jaarboek 2006

VondelparcOntwerp: Mecanoo architectenFoto: Christian Richters

architectuurcentrum aorta 2006 * 107

Page 108: Aorta Jaarboek 2006
Page 109: Aorta Jaarboek 2006

DE FEESTELIJKEOPENING VANAORTA IN 1996Op 14 april 1996 vond de opening

van Architectuurcentrum Aorta

plaats. Bij de start van het architec-

tuurcentrum werd gekozen voor

een thema waar iedereen een

mening over heeft: wat is mooi en

wat is lelijk in de gebouwde omge-

ving. De wijkbureaus onderzochten

de keuze van de bewoners, de

volksvertegenwoordigers spraken

zich uit via de wijkcommissies en

de Commissie Welstand en Monu-

menten oordeelde namens de

deskundigen. De vormgeving van

Aorta’s eerste expositie werd ver-

zorgd door studenten van de Hoge-

school voor de Kunsten Utrecht.

De wijze van exposeren droeg bij

aan het feestelijke karakter van de

opening, circa 400 mensen aan-

schouwden hoe Architectuurcen-

trum Aorta van start ging;

wethouders Rijckenberg en Zwart

verrichten gezamenlijk de openings-

handeling.

architectuurcentrum aorta 2006 * 109

Page 110: Aorta Jaarboek 2006

Aorta heeft haar vierde jaar van de strategie 2003-2006 achter de rug. Aorta heeft zich

in 2006 gericht op de alle speerpunten uit deze strategie met als belangrijkste focus het

ontwikkelen van agendavormende programma's en het versterken van de organisatie-

kracht en de bedrijfseconomische basis. Daarnaast is in 2006 de 'Koers 2007 - 2010'

vastgesteld.

Er wordt voor 2007-2010 geen majeure koerswijziging ingezet. De ingezette koers wordt

gecontinueerd en aangescherpt. We hebben met een kritische blik naar onze zwakke en

sterke kanten, kansen en bedreigingen gekeken. Hiermee rekeninghoudend en met het

vizier gericht op onze missie, ziet Aorta de volgende speerpunten voor de komende vier jaar:

* Groei in het huidige programma aanbod in de (regio) Utrecht.

* Meer educatieve activiteiten voor het brede publiek.

* Meer activiteiten in partnership met (commerciële) partners.

* Meer ‘fun and leisure’ activiteiten, ook voor kinderen.

* verdere professionalisering van de externe communicatie en marktbewerking.

* Meer inzet van multimediale middelen via allerlei kanalen om het brede publiek te

bereiken

* Bescheiden verbreding en versterking van de organisatie om aan de toenemende

vraag te kunnen voldoen.

110 * architectuurcentrum aorta 2006

Koers Aorta 2007-2010

COLOFON© Architectuurcentrum Aorta, juni 2007. Oplage: 1500.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigt en/of openbaar

worden gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.

Redactie Rosalie Kalkoene, Janneke van der Poel, Eveline Paalvast.

Vormgeving Alette Pak, Utrecht. Drukker Pluspoint, Antwerpen.

Met dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming

van het jaarboek.

Page 111: Aorta Jaarboek 2006
Page 112: Aorta Jaarboek 2006

VondelparcOntwerp: Mecanoo architectenFoto: Christian Richters