Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt...

32
Alles over: belastingen naar de winst www.pwc.nl November 2017

Transcript of Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt...

Page 1: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over:belastingen naar de winst

www.pwc.nl

November 2017

Page 2: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC2

In elke editie van ‘Alles over’ staat een

Dutch GAAP-onderwerp centraal dat geheel wordt uitgediept. Zo heeft u alles

overzichtelijk bij elkaar wat u over dat

onderwerp moet weten.

Bij PwC willen we een bijdrage leveren aan het vertrouwen in de maatschappij en het oplossen van belangrijke problemen. Wij zijn een netwerk van firma’s in 158 landen met meer dan 236.000 mensen. Bij PwC in Nederland werken ruim 4.800 mensen met elkaar samen. Wij zien het als onze taak om kwaliteit te leveren op het gebied van assurance-, belasting- en adviesdiensten. Vertel ons wat voor u belangrijk is. Meer informatie over ons vindt u op www.pwc.nl.

Page 3: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 3

1. Inleiding 4 Belasting naar de winst 4 Tijdelijke verschillen 4

2. Verwerking van acute belastingverplichtingen en -vorderingen 5 Regelgeving 5 Onzekere belastingposities 5 Fiscale eenheid 7 • Wat is een fiscale eenheid? 7 • Allocatie belastingen 7 • Gevolgen voor de jaarrekening bij beëindiging 8 • Entiteit voor de eerste maal in de belastingplicht 8

3. Ontstaan van latente belastingen 9 Begrippen 9 Introductie 9 Belastbare tijdelijke verschillen 11 Verrekenbare tijdelijke verschillen 11 Overige verschillen 13 Overzicht 14

4. Opname en verwerking van latente belastingverplichtingen en -vorderingen 15 Latente belastingverplichtingen 15 • Regelgeving • Bedrijfsovernames en goodwill 15 • Latentie bij herwaardering 15 • Investeringen in groepsmaatschappijen en dergelijke 15 Latente belastingvorderingen 17 • Regelgeving 17 • Relevante overwegingen ten aanzien van het opnemen van een latente belastingvordering 20 • Het Spyker arrest 21

5. Waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen 22 Algemeen 22 Contante waarde 22

6. Presentatie en toelichting 24 Presentatie • Balans 24 • Winst-en-verliesrekening 24 • Kasstroomoverzicht 25 • Rente en boete 25 Toelichting 25

7. International Financial Reporting Standards 28

Inhoud

Page 4: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC4

1. Inleiding

Deze ‘Alles over’ behandelt de verwerking van belastingen naar de winst zoals beschreven in Boek 2 Titel 9 BW en hoofdstuk 272 ‘Belastingen naar de winst’ van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ). Deze Richtlijn is van toepassing op zowel acute belastingverplichtingen en -vorderingen als latente belastingverplichtingen en vorderingen.

Belasting naar de winst

RJ 940 Begrippen: Belastingen naar de winst zijn alle binnenlandse en buitenlandse belastingen die worden geheven over de fiscale winst.

Het gaat hier dus om belastingen die over een winstgetal worden geheven. Dit betekent dat het gaat om een post waarbij bepaalde kosten zijn afgetrokken van de opbrengsten. Het is niet noodzakelijk dat de belasting wordt geheven over de winst zoals die uit de jaarrekening blijkt. Enerzijds kan sprake zijn van posten die fiscaal in een ander jaar worden verantwoord dan commercieel en anderzijds kan het voorkomen dat bepaalde opbrengsten niet (volledig) belast zijn of bepaalde kosten niet (volledig) aftrekbaar. Dergelijke beperkingen zijn geen probleem voor het aanmerken van de belasting als winstbelasting zolang sprake is van een belasting over het saldo van opbrengsten minus kosten. Belastingen die uitsluitend over de omzet worden geheven zijn geen winstbelastingen (bijvoorbeeld tonnagebelastingen).

Een rechtspersoon neemt de belastingen die hij verschuldigd is over het lopende verslagjaar en de voorgaande verslagjaren als verplichting op. Het gaat hier om belastingen die hij nog niet betaald heeft. De rechtspersoon waardeert verplichtingen normaliter op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De waardering van deze belastingverplichting in de jaarrekening komt dus niet per definitie overeen met de ingediende belastingaangiften.

Tijdelijke verschillen Door verschillen tussen vennootschappelijke en fiscale waardering van activa en passiva kunnen er tijdelijk verschillen ontstaan tussen het vennootschappelijke en fiscale resultaat en vermogen.

Alles over:

belastingen naar winst

Dit kunnen belastbare verschillen zijn, of verrekenbare verschillen. De rechtspersoon vormt voor deze waarderingsverschillen, op enkele uitzonderingen na, een belastinglatentie. Hij mag bij de herwaardering van activa, waarbij de waardering in de jaarrekening hoger is dan de fiscale waardering, rekening houden met het belastingeffect; verwerking is evenwel niet verplicht (art. 2: 390 lid 5 BW) maar wordt wel sterk aanbevolen.

Verder neemt de rechtspersoon, indien sprake is van fiscaal (voorwaarts) compensabele verliezen, een latente belastingvordering op tot het bedrag waarvan het waarschijnlijk is dat er belastbare winst beschikbaar zal zijn voor de verrekening. Voor achterwaartse verliescompensatie waarvoor een belastingbate ontstaat, neemt de rechtspersoon een (acute) vordering op vanwege de teruggaaf van belastingen over een voorgaande periode.

De rechtspersoon waardeert latente belastingvorderingen en -verplichtingen tegen hetzij nominale hetzij contante waarde. Wijzigingen in de tarieven en/of andere bepalingen van de fiscale wetgeving die zijn vastgesteld, dan wel waartoe materieel op balansdatum is besloten, betrekt de rechtspersoon bij de waardering van belastinglatenties. Meer hierover in paragraaf 5.

Het ontstaan van latente belastingen (paragraaf 3), de opname en verwerking van latente belastingverplichtingen en/of -vorderingen (paragraaf 4) en de waardering ervan (paragraaf 5) komen verder in deze notitie aan de orde.

Page 5: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 5

2. Verwerking van acute belastingverplichtingen en -vorderingen

voor deze jaren al meer heeft betaald dan voor die verslagjaren verschuldigd is, dan moet het meerdere als vordering worden opgenomen. Een belastingbate die ontstaat omdat een fiscaal verlies als gevolg van achterwaartse verliescompensatie leidt tot teruggave van over een voorgaande periode betaalde belastingen, moet als vordering worden opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze bate aan de rechtspersoon toevloeit en de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Onzekere belastingposities Verplichtingen worden normaliter gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen, zie bijvoorbeeld RJ 252.301 inzake voorzieningen. Dat betekent dat de waardering van de belastingverplichting in de jaarrekening niet per definitie overeen hoeft te komen met het bedrag volgens de al ingediende en nog in te dienen belastingaangiften. Het is mogelijk dat de rechtspersoon in zijn aangifte een positiever standpunt inneemt dan zijn feitelijke verwachting van de te betalen belasting of dat de rechtspersoon in de aangifte een standpunt heeft ingenomen dat door de fiscus wordt betwist of kan worden betwist. Daarnaast zijn er situaties waarin meerdere scenario’s over de af te dragen of te vorderen belasting mogelijk zijn, zoals in het geval van transferpricingvraagstukken.

Regelgeving

RJ 272.201 Belastingen verschuldigd inzake de lopende en voorgaande verslagjaren dienen, voor zover nog niet betaald, als verplichting te worden opgenomen. Indien voor deze verslagjaren reeds meer is betaald dan het voor die verslagjaren verschuldigde bedrag, dient het meerdere als vordering te worden opgenomen.

RJ 272.202 Een belastingbate die ontstaat omdat een fiscaal verlies als gevolg van achterwaartse verliescompensatie leidt tot teruggave van over een voorgaande periode betaalde belastingen, dient als vordering te worden opgenomen.

RJ 272.203 Indien een fiscaal verlies wordt aangewend om over een voorgaande periode betaalde belastingen terug te vorderen, realiseert de rechtspersoon een bate in de verslagperiode waarin het verlies zich voordoet. Deze bate wordt als vordering opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze bate aan de rechtspersoon toevloeit en de omvang met betrouwbaarheid kan worden vastgesteld.

Een rechtspersoon moet een verplichting opnemen voor de belasting die hij is verschuldigd over de lopende en voorgaande verslagjaren, voor zover deze nog niet zijn betaald. Als de rechtspersoon

Voorbeeld 1. Mogelijke oorzaken van onzekere belastingpositiesEr zijn diverse situaties te benoemen die kunnen leiden tot onzekerheid omtrent het verwerken en waarderen van belastingen in de jaarrekening. Sommige van deze situaties komen ook voor in Nederland: • Onduidelijkheid rondom de (fiscale) wetgeving; een aanwijzing hiervoor is vaak het aantal fiscale

geschillen in de betreffende jurisdictie.• Discussies tussen belastingplichtige en belastingdienst over de aftrekbaarheid van kosten en

belastbaarheid van baten.• Transfer pricing leidt ook vaak tot onzekerheden vanwege onder andere de complexiteit, (deels)

open normen en vanwege ontwikkelingen op dit gebied in diverse jurisdicties.• In gevallen waarbij sprake is van tax holidays kan discussie ontstaan omtrent de duur van de

vrijgestelde periode; indien opbrengsten geheel of gedeeltelijk zijn vrijgesteld kan discussie ontstaan omtrent de hoogte van de vrijgestelde bedragen .

• Soms kan er onzekerheid bestaan omtrent de status van een organisatie, wel of niet onderworpen aan de belastingheffing.

• Bepaalde verwerking in de jaarrekening waar fiscaal anders tegenaan kan worden gekeken, zoals leasing (operating of finance) en bedrijfsovernames (asset deal, belast, versus shares deal, vaak niet belast).

Page 6: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC6

RJ 272 bevat geen specifieke aanwijzingen over de verwerking van dergelijke onzekerheden in de belastingpositie in de jaarrekening en in de praktijk hanteren rechtspersonen daarom verschillende verwerkingswijzen. Ook in andere Richtlijnen wordt niet ingegaan op onzekere belastingposities. In de Richtlijn over voorzieningen (RJ 252.103) worden belastingvorderingen en schulden zelfs expliciet uitgesloten. Toch ligt het voor de hand om, bij gebrek aan verdere richtlijnen, onzekere belastingposities te verwerken op basis van een systematiek die vergelijkbaar is met RJ 252 en op basis van de IFRS-methodiek die in de praktijk wordt toegepast. In de praktijk worden belastingschulden uit hoofde van onzekere belastingposities opgenomen indien de onderneming het waarschijnlijk acht dat ze additionele winstbelastingen moet betalen bovenop de aangifte die is (of zal worden) ingediend. Dit waarschijnlijkheidscriterium is ontleend aan RJ 252. ‘Waarschijnlijk’ wordt in deze context gedefinieerd als een kans groter dan 50%.

IFRIC 23 (IFRS-interpretatie, uitgegeven in juni 2017) geeft richtlijnen rondom de verwerking

van onzekere belastingposities onder IAS 12. De hierboven beschreven methodiek komt in grote lijnen overeen met deze IFRIC. Bij gebrek aan concrete richtlijnen onder RJ 272 ligt het voor de hand om de IFRS richtlijnen te volgen.

Onzekere belastingposities kunnen ertoe leiden dat in de toekomst meer winstbelasting moet worden afgedragen dan op grond van de aangifte vennootschapsbelasting is opgenomen. Dit komt dan tot uiting in de zogenaamde beste schatting van de verplichting, in de balanspost ‘te betalen

Voorbeeld 2. Waardering belastingpositie bij onzekerheid

Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk is dat de fiscus deze niet volledig zal accepteren. Het is echter ook nog niet duidelijk welke verrekenprijs de fiscus wel acceptabel zal vinden. De rechtspersoon onderkent de volgende scenario’s en kansen ten aanzien van een aanpassing van de verrekenprijs (per saldo) additioneel te betalen belasting:

Het meest waarschijnlijke scenario is dat de rechtspersoon additioneel € 600.000 belasting moet betalen. Het gewogen gemiddelde van het additioneel te betalen bedrag is € 420.000. In dit geval lijkt de laatstgenoemde methode de meest voor de hand liggende waarderingsmethode. De individuele kansen liggen relatief dicht bij elkaar (de kans van 30% is niet significant hoger dan de 20%-kansen). In gevallen waarin het meest waarschijnlijke scenario bijvoorbeeld een kans heeft van 60% en de andere scenario’s bijvoorbeeld beide 20% is de 60% overduidelijk het meest waarschijnlijke scenario.

Extra belasting Kans Kans gewogen belastingverplichting

0 15% 0

200.000 20% 40.000

400.000 20% 80.000

600.000 30% 180.000

800.000 15% 120.000

100% 420.000

Naar analogie van RJ 252 en IFRS lijken twee benaderingswijzen mogelijk voor de waardering van verplichtingen uit hoofde van onzekere belastingposities: • uitgaan van de meest waarschijnlijke

uitkomst;• een gewogen gemiddelde van de

verschillende uitkomsten nemen.

Page 7: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 7

winstbelasting’. Uiteraard wordt een overeenkomstig bedrag geboekt op de regel ‘winstbelastingen’ in de winst-en-verliesrekening.

Fiscale eenheid

Wat is een fiscale eenheid?Als rechtspersonen een fiscale eenheid vormen houdt dit in dat de belastbare resultaten van deze rechtspersonen ten behoeve van de belastingheffing worden samengevoegd alsof het één rechtspersoon is.

Op grond van de Invorderingswet 1990 is elk van de dochtermaatschappijen die deel uitmaakt van de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk voor de vennootschapsbelasting die over een tijdvak is geheven van die fiscale eenheid. De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de belastingschulden van alle tot de fiscale eenheid behorende maatschappijen worden vermeld onder de niet uit de balans opgenomen verplichtingen (RJ 252.517 en RJ 272.808).

Het bestaan van een fiscale eenheid heeft als voordeel dat bijvoorbeeld voor de waardering van latente belastingvorderingen in verband met fiscale verliezen de latente belastingverplichtingen en winstverwachting van andere fiscale-eenheidsmaatschappijen kunnen worden meegenomen. Verder heeft het in de geconsolideerde

Wat zijn de gevolgen van een fiscale eenheid?Bij een fiscale eenheid worden de resultaten van de dochtermaatschappij toegerekend aan de moedermaatschappij. De dochtermaatschappij houdt niet op te bestaan, ook fiscaal niet, maar is niet meer zelfstandig belastingplichtig. Een voordeel van een fiscale eenheid is dat de verliezen van een maatschappij kunnen worden verrekend met de winsten van een andere maatschappij uit dezelfde groep. Om een fiscale eenheid te kunnen vormen, moet de moedermaatschappij:• Minimaal 95% van de aandelen in de

dochtermaatschappij bezitten.• Recht hebben op minimaal 95% van de winst

en minimaal 95% van het vermogen van de dochtermaatschappij.

• Voor minimaal 95% stemrecht in de dochtermaatschappij hebben.

Daarnaast moeten de moeder- en de dochtermaatschappij:• Dezelfde boekjaren hanteren.• Dezelfde winstbepalingen hanteren.• Feitelijke gevestigd zijn in Nederland.

Bron: www.belastingdienst.nl

Raadpleeg altijd een fiscaal specialist voor verdere details en/of stel vast dat bovengenoemde informatie nog actueel is.

jaarrekening gevolgen voor de eventuele saldering van belastingvorderingen en schulden. Ook zijn er consequenties voor de enkelvoudige jaarrekeningen van de individuele entiteiten die onderdeel zijn van de fiscale eenheid. Het beïnvloedt zowel de jaarrekening van de maatschappij die aan het hoofd van de fiscale eenheid staat (de moedermaatschappij) als de jaarrekeningen van de andere maatschappijen die deel uitmaken van de fiscale eenheid (de dochtermaatschappijen).

Allocatie belastingen

RJ 272.803 In de praktijk vindt de doorbelasting van belastingen tussen de moeder en dochters op verschillende wijzen plaats. In hoofdlijnen worden daarbij de volgende mogelijkheden aangetroffen:a. de moeder rekent met de dochter af alsof deze

zelfstandig belastingplichtig is;b. de moeder rekent af op basis van het fiscale

resultaat van de dochter met inachtneming van een toerekening van de voordelen van de fiscale eenheid aan de verschillende maatschappijen die daarvan deel uitmaken;

c. de moeder rekent af op basis van het commerciële resultaat van de dochter;

d. de moeder draagt de gehele belastinglast.Het verdient aanbeveling de wijze van doorbelasting contractueel vast te leggen.

Page 8: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC8

De wijze van verrekening van belastingen heeft gevolgen voor de manier waarop moedermaatschappij en dochtermaatschappij belastingen in hun winst-en-verliesrekening en latente belastingen in hun balans moeten opnemen. Dit bepaalt ook wat hierover in de toelichting moet worden vermeld. Uit de jaarrekeningen van moeder- en dochtermaatschappij moet blijken hoe de belasting is berekend en wordt verrekend (RJ 272.804 t/m 807).

Gevolgen voor de jaarrekening bij beëindigingEen fiscale eenheid is, voor een of meerdere entiteiten, veelal eindig. Dat betekent dat de

dochtermaatschappijen weer zelfstandig belastingplichtig worden. De vraag is

wat er moet gebeuren met bijvoorbeeld tijdelijke verschillen tussen commerciële en fiscale waardering op het moment dat die fiscale

eenheid wordt verbroken. Dit is geen stelselwijziging, ongeacht de gekozen

methode voor allocatie van de belastinglast van de fiscale eenheid. De fiscale eenheid is

niet een grondslag of een stelsel, maar een afspraak met de fiscus om enkele rechtspersonen samen te voegen tot één fiscaal lichaam. Die overeenkomst/afspraak wordt nu beëindigd, waardoor dochter zelfstandig belastingplichtig wordt.

Uiteraard leidt dat tot consequenties voor de verslaggeving, zoals het vormen van een latentie voor tijdelijke verschillen. Omdat het geen stelselwijziging is moeten die tijdelijke verschillen via de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Dat leidt in het eerste jaar waarin de ontvoegde dochter zelfstandig belastingplichtig is tot een bijzondere last (of bate) die goed toegelicht zal moeten worden. Natuurlijk kan men ervoor opteren om die latentie tegen contante waarde op te nemen (dempende werking). Aanpassing van de vergelijkende cijfers is niet aan de orde, immers, in het voorgaande jaar was die overeenkomst van toepassing waardoor alle belastingposities bij de moeder werden verwerkt. Dat kan niet met terugwerkende kracht worden veranderd.

Entiteit voor de eerste maal in de belastingplichtSommige entiteiten worden vanaf enig moment onderworpen aan de heffing van vennootschapsbelasting, denk aan woningcorporaties. Ook hierbij ontstaat een situatie die vergelijkbaar is als hiervoor, bij de beëindiging van de fiscale eenheid. Indien in die situaties sprake was van tijdelijke verschillen zijn de gevolgen daarvan als latentie verwerkt via de winst-en-verliesrekening.

Gevolgen voor de

jaarrekening

Page 9: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 9

Begrippen

RJ 940 Tijdelijke verschillen: belastbare-, verrekenbare, overige-: Verschillen tussen de boekwaarde van een actief of vreemd vermogen in de balans (commerciële boekwaarde) en zijn fiscale boekwaarde.Tijdelijke verschillen zijn: belastbare tijdelijke verschillen, te weten tijdelijke verschillen die bij toekomstige realisatie of afwikkeling van het actief, de voorziening, de schuld of het overlopend passief als dan leiden tot over die toekomstige verslagjaren verschuldigde belasting; of verrekenbare tijdelijke verschillen, te weten tijdelijke verschillen die bij realisatie of afwikkeling van het actief, de voorziening, de schuld of het overlopend passief leiden tot over die toekomstige verslagjaren te verrekenen belasting; of overige tijdelijke verschillen, te weten tijdelijke verschillen die bij realisatie of afwikkeling van het actief, de voorziening, de schuld of het overlopend passief niet leiden tot over toekomstige verslagjaren verschuldigde of te verrekenen belasting.

RJ 940 Latente belastingverplichting: De in de toekomst in verband met belastbare tijdelijke verschillen te betalen belastingbedragen.

RJ 940 Latente belastingvordering: De in de toekomst te verrekenen belastingbedragen vanwege:a. verrekenbare tijdelijke verschillen,b. beschikbare voorwaartse verliescompensatie, enc. beschikbare fiscale verrekeningsmogelijkheden.

RJ 940 De fiscale boekwaarde van een actief, voorziening, schuld of overlopend passief is de waarde die voor fiscale doeleinden aan die post wordt toegekend.

RJ 272.103Sommige posten hebben een fiscale boekwaarde terwijl zij niet als actief, voorziening, schuld of overlopend passief in de balans zijn opgenomen. Zo kunnen bijvoorbeeld kosten van uitgifte van aandelen ineens ten laste van het resultaat worden gebracht, terwijl zij fiscaal pas in een later jaar voor aftrek in aanmerking komen. Het verschil tussen de fiscale boekwaarde van de kosten van de uitgifte van aandelen, zijnde het bedrag dat de fiscus in toekomstige verslagjaren als aftrekbaar

toelaat, en de (commerciële) boekwaarde van nihil, is een verrekenbaar tijdelijk verschil dat aanleiding geeft tot een latente belastingvordering.

IntroductieIn Nederland hoeven de zogenoemde commerciële (lees: vennootschappelijke) en de fiscale jaarrekening (lees: de aangifte vennootschapsbelasting) niet aan elkaar gelijk te zijn. Oorzaak is dat beide verantwoordingsdocumenten een verschillend doel hebben. De commerciële jaarrekening heeft als doel een zodanig inzicht te geven dat de gebruiker een verantwoord oordeel kan vormen over het vermogen en resultaat (zie art. 2:362 lid 1 BW). Dit inzicht wordt bereikt door de jaarrekening op te stellen volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De Richtlijnen voor de jaarverslaggeving geven een invulling aan deze normen.

De fiscale jaarrekening heeft als doel om tot een grondslag voor belastingheffing te komen. Hierbij wordt de winst bepaald volgens goed koopmansgebruik, waarin soms andere regels voor waardering en resultaatbepaling zijn begrepen dan in Boek 2 Titel 9 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving.

Door verschillen tussen de commerciële en fiscale waardering kunnen tijdelijke verschillen tussen commercieel en fiscaal resultaat ontstaan.

In RJ 272 wordt de bepaling van latenties overigens niet benaderd vanuit de doelstelling om de belastinglast te matchen met het resultaat voor belastingen. In RJ 272 worden tijdelijke verschillen en de belastinglatenties die hieruit voortkomen vanuit de balans benaderd. Hierbij wordt op balansdatum gekeken welke verschillen er bestaan tussen de waarde van de activa en verplichtingen in de jaarrekening en de waarde op de fiscale balans. Deze tijdelijke verschillen worden onderverdeeld in belastbare en verrekenbare tijdelijke verschillen. Daarnaast is er een rubriek met overige verschillen.

3. Ontstaan van latente belastingen

Page 10: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC10

Voorbeeld 3. Verschil commerciële en fiscale waardering

Rechtspersoon A ontvangt op 1 januari 20x2 een bedrag van 100. Het betreft rente over 20x1. In deze jurisdictie wordt de rente fiscaal belast op het moment van ontvangen (dus in 20x2). Het vpb-tarief is 25%. De winst voor belastingen (jaarrekening) is 1.000 (zowel in 20x1 als in 20x2). In de jaarrekening 20x1 wordt de volgende boeking gemaakt:

De rente wordt fiscaal pas in 20x2 verantwoord. Fiscaal bestaat de vordering per 31/12/20x1 niet. De fiscale boekwaarde op 31/12/20x1 is nihil. De (fiscale) boeking van de rente in 20x2 is:

De winst in de jaarrekening 20x1 is daarmee 100 hoger dan de fiscale winst; over een deel van de winst wordt nog geen belastinglast berekend. In 20x2 is dat net andersom. In de jaarrekening wordt in 20x2 geen bate verantwoord, maar de belasting over de bate van 20x1 is dan wel verschuldigd. Als de rechtspersoon uitsluitend de belasting zou boeken zoals die op basis van de aangifte 20x1 betaald moet worden dan wordt het resultaat over 20x1 te hoog weergegeven en het resultaat over 20x2 te laag. Dit wordt opgelost door voor de belasting die pas in 20x2 wordt aangegeven (betaald) over de rentebate die al in de 20x1 jaarrekening is opgenomen een latente belastingverplichting op te nemen in de jaarrekening 20x1.

In onderstaand overzicht wordt dit samengevat:

Door het opnemen van de latente (uitgestelde) belastingverplichting wordt bereikt dat de belastingdruk in beide jaren 25% is en wordt voorkomen dat schommelingen in het resultaat ontstaan als gevolg van fiscale regels ten aanzien van het moment waarop over het resultaat belasting moet worden betaald.

Te vorderen rente 100

Aan: Rentebaten (resultaat) 100

Bank 100

Aan: Rentebaten 100

20x1 20x2

Winst voor belasting (jaarrekening) 1.000 1.000

Te betalen VPB (acuut) 225 275

Latentie (mutatie) 25 -25

Belastinglast 250 250

Nettowinst 750 750

Page 11: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 11

Voorbeeld 4. Herinvesteringsreserve leidt tot fiscaal lagere boekwaarde

Rechtspersoon X verkoopt een actief met een boekwinst van € 10.000.000. Fiscaal vormt hij een herinvesteringsreserve en de boekwinst wordt een jaar later in de fiscale balans in mindering gebracht op de investering in een nieuwe fabriek. Als gevolg hiervan heeft de nieuwe fabriek aan het eind van dat jaar in de jaarrekening een boekwaarde van € 50.000.000 en fiscaal een boekwaarde van € 40.000.000. Aan het einde van het jaar bestaat dan een belastbaar tijdelijk verschil van € 10.000.000 en wordt een latente belastingverplichting opgenomen voor het belastingeffect van dit verschil.

De nieuwe fabriek wordt in 50 jaar afgeschreven. Aan het eind van jaar 10 is het belastbaar tijdelijk verschil nog € 8.000.000. Na 50 jaar is de fabriek zowel commercieel als fiscaal volledig afgeschreven en is het tijdelijk verschil nihil.

Belastbare tijdelijke verschillen Belastbare tijdelijke verschillen zijn tijdelijke verschillen die bij toekomstige realisatie of afwikkeling van de post leiden tot over die toekomstige verslagjaren verschuldigde belasting. Voorbeelden hiervan zijn:

• Fiscaal lagere waardering van activa doordat hier fiscaal sneller op is afgeschreven dan commercieel.

• Een in een volgend jaar te ontvangen bate wordt als ‘nog te ontvangen’ verwerkt in de jaarrekening maar wordt fiscaal pas verantwoord op het moment van ontvangst, een jaar later dus (zie ook voorbeeld 3).

• Fiscaal lagere waardering van activa doordat fiscaal een herinvesteringsreserve is gevormd voor een bij verkoop behaalde boekwinst (ter uitstel belastingheffing over fiscale boekwinst), zie voorbeeld 4.

• Fiscaal hogere waardering van een voorziening.• Herwaardering van een actief die niet wordt

gevolgd door fiscale herwaardering (fiscaal blijft waardering op historische kostprijs).

• In geval van een bedrijfsovername worden de overgenomen activa en verplichtingen normaal gesproken tegen de reële waarde opgenomen in de jaarrekening, terwijl de fiscale boekwaarde ongewijzigd blijft.

Verrekenbare tijdelijke verschillen Verrekenbare tijdelijke verschillen zijn verschillen die bij realisatie of afwikkeling van de post leiden tot over die toekomstige verslagjaren te verrekenen belasting.

Verrekenbare tijdelijke verschillen ontstaan bijvoorbeeld door:• fiscaal hogere waardering van activa dan

commercieel door commercieel snellere afschrijving dan fiscaal (zie voorbeeld 5);

• fiscaal lagere waardering van verplichtingen dan commercieel door het fiscaal niet accepteren van commercieel noodzakelijk geachte voorzieningen of het fiscaal verplicht contant maken van een langlopende voorziening indien het verschil ten opzichte van nominaal aanzienlijk is (zie voorbeeld 6).

Latente belastingvorderingen (actieve latenties) kunnen ook ontstaan door beschikbare voorwaartse verliescompensatie of beschikbare fiscale verrekeningsmogelijkheden (‘tax credits’).

Page 12: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Voorbeeld 6. Pensioenvoorziening wordt fiscaal niet erkend

Rechtspersoon X vormt een pensioenvoorziening van € 5.000.000 die fiscaal niet wordt geaccepteerd. Dit leidt tot een verrekenbaar tijdelijk verschil van € 5.000.000 en rechtspersoon X neemt een latente belastingvordering op voor het belastingeffect van dit verschil. Het tijdelijk verschil verdwijnt op het moment dat de pensioenverplichting wordt afgewikkeld en de kosten commercieel ten laste van de voorziening worden gebracht terwijl ze fiscaal ten laste van het resultaat komen.

PwC12

Voorbeeld 5. Fiscale waardering vastgoed hoger door bodemwaarde

In 20x7 werd vastgoed verworven voor EUR 1.500K, dit is ook de fiscale kostprijs. Het vastgoed wordt in de onderneming voor eigen gebruik aangehouden. Op grond van de fiscale regelgeving mag dergelijk vastgoed niet verder dan 50% van de WOZ-waarde worden afgeschreven. De WOZ-waarde is EUR 1.400.000 en dat blijft zo gedurende de gehele levensduur.

Het pand wordt afgeschreven in 40 jaar, de restwaarde is EUR 500K (jaarlijkse afschrijving EUR 25K). Aangenomen wordt dat fiscaal op dezelfde wijze wordt afgeschreven (aanbevolen wordt om dit zo nodig af te stemmen met een fiscalist) met dien verstande dat niet verder wordt afgeschreven dan EUR 700.000 (bodemwaarde). Het belastingtarief is 25%.

Na 32 jaar is de fiscale boekwaarde van het pand EUR 700 (kostprijs van EUR 1.500K onder aftrek van fiscale afschrijvingen ter grootte van EUR 800K). Verdere afschrijving zal leiden tot een last van EUR 25K in de winst-en-verliesrekening waar tegenover geen fiscale afschrijving meer staat. Voor dit verrekenbare tijdelijke verschil dient een latente belastingvordering opgenomen te worden. Na 40 jaar wordt de commerciële restwaarde bereikt (EUR 500K). Vanaf dat moment is er een verrekenbaar tijdelijk verschil van EUR 200K waarvoor een actieve latentie wordt opgenomen (voor zover wordt voldaan aan de criteria voor opname van een actieve latentie).

Bij latere verkoop van het pand zal de commerciële boekwinst (verschil verkoopprijs en lagere commerciële boekwaarde) hoger zijn dan de fiscale boekwinst. Daardoor zal de belastinglast relatief laag zijn ten opzichte van die commerciële winst (in de jaarrekening). Dat wordt gecompenseerd door de latente belastingvordering – die immers zijn functie heeft verloren – vrij te laten vallen ten laste van de belastinglast in de winst-en-verliesrekening.

Boekwaarde in EUR 1.000

Fiscale boekwaarde in

EUR 1.000 Tijdelijk verschil

Bij aanschaf 1.500 1.500 0

Na 1 jaar 1.475 1.475 0

Na 20 jaar 1.000 1.000 0

Na 32 jaar 700 700 0

Na 33 jaar 675 700 25

Na 40 jaar 500 700 200

Page 13: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 13

Voorbeeld 7. Gevolgen van fiscaal niet aftrekbare boeten

Op jaarbasis krijgen de chauffeurs van transportbedrijf Y verkeersboeten tot een bedrag van EUR 100.000. De boeten worden door de werkgever betaald. In de jaarrekening is dit een kostenpost van EUR 100.000, als onderdeel van het operationele resultaat. Maar omdat deze kosten fiscaal niet aftrekbaar zijn is de fiscale winst daarmee EUR 100.000 hoger dan de commerciële winst. Het belastingtarief is 20%.

Stel dat de commerciële winst voor belasting EUR 1.000.000 bedraagt. Dit is na aftrek van genoemde 100.000. De fiscale winst is berekend op EUR 1.100.000 waardoor een aanslag volgt van EUR 220.000. Omdat dit geen tijdelijk verschil is wordt geen latentie gevormd.

De belastinglast van EUR 220.000 leidt tot een effectief tarief van 22% ten opzichte van de commerciële winst van EUR 1.000.000. Afhankelijk van de omvang van de rechtspersoon zal hierover bepaalde toelichting worden opgenomen. Zie paragraaf 6.

Voorbeelden van overige tijdelijke verschillen zijn: • fiscaal niet aftrekbare giften;• deelnemingsvrijstelling;• investeringsaftrek en scholingsaftrek;• fiscaal niet aftrekbare rentekosten (veelal

bij leningen in concernverhoudingen);• fiscaal niet aftrekbare gemengde kosten

(zie voorbeeld 7 hierna);• in bepaalde omstandigheden betaalde

goodwill (als de goodwill is betaald bij verkrijging van de aandelen wordt de goodwill fiscaal als kostprijs van de deelneming aangemerkt); in het algemeen is in Nederland de deelnemingsvrijstelling van toepassing, zie ook RJ 272.505;

• aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Overige verschillen

RJ 272.104 Voor tijdelijke verschillen die bij realisatie of afwikkeling van het actief, de voorziening, de schuld of het overlopend passief niet leiden tot over toekomstige verslagjaren verschuldigde of te verrekenen belasting, ontstaan door het karakter van de verschillen geen latenties. Fiscale bepalingen als het vrijstellen van baten, het niet aftrekbaar stellen van lasten en fiscale faciliteiten kunnen tot gevolg hebben dat verschillen tussen commerciële en fiscale boekwaarde niet aan de orde zijn. Dergelijke situaties leiden tot een belastingdruk op de winst vóór belastingen volgens de jaarrekening die niet overeenkomt met het nominale belastingpercentage.

Overige tijdelijke verschillen zijn tijdelijke verschillen die bij realisatie of afwikkeling van de post niet leiden tot over toekomstige verslagjaren verschuldigde of te verrekenen belasting. Deze worden in de praktijk vaak ‘permanente verschillen’ genoemd. Uit deze afwijkingen tussen fiscaal en commercieel resultaat vloeien geen latente belastingen voort.

Page 14: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC14

OverzichtSchematisch kan het verschil tussen belastbare tijdelijke verschillen en verrekenbare tijdelijke verschillen als volgt worden weergegeven:

Een belastbaar tijdelijk verschil leidt vervolgens tot een latente belastingverplichting en een verrekenbaar tijdelijk verschil leidt tot een latente belastingvordering.

In voorbeeld 3 van paragraaf 3 wordt de latentie ultimo 20x1 op basis van RJ 272 als volgt berekend:

In dit geval is sprake van een belastbaar tijdelijk verschil (commercieel hogere boekwaarde van een actief dan fiscaal) waardoor sprake is van een latente belastingverplichting.

Boekwaarde Actief Verplichting

Commercieel > fiscaal Belastbaar tijdelijk verschil Verrekenbaar tijdelijk verschil

Commercieel < fiscaal Verrekenbaar tijdelijk verschil Belastbaar tijdelijk verschil

Boekwaarde van het actief 100

Af: fiscale boekwaarde (0)

Tijdelijk verschil 100

Toepasbaar belastingtarief 25%

Latentie 25

Page 15: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 15

Latente belastingverplichtingen

Regelgeving

RJ 272.301 Voor alle belastbare tijdelijke verschillen dient een latente belastingverplichting te worden opgenomen. Voor belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in groepsmaatschappijen, buitenlandse niet-zelfstandige eenheden, deelnemingen en joint ventures, dient eveneens een latente belastingverplichting te worden opgenomen met inachtneming van de bepalingen van alinea 316.

In paragraaf 3 is uiteengezet hoe belastbare tijdelijke verschillen kunnen ontstaan. Dergelijke verschillen leiden tot een latente belastingverplichting in de jaarrekening.

Bedrijfsovernames en goodwillBij bedrijfsovernames ontstaan vaak verschillen tussen de reële waarde van de verkregen netto-activa, de waarde waartegen de kopende partij de activa in de jaarrekening verwerkt, en de fiscale waarde omdat die door de overname niet of niet in gelijke mate wijzigt. Als de reële waarde hoger is dan de fiscale waarde ontstaat een belastbaar tijdelijk verschil waarvoor een latente belastingverplichting moet worden gevormd (RJ 216.501 en RJ 272.303).

Bij overnames ontstaat goodwill als de reële waarde van de overgenomen netto-activa hoger is dan de verkrijgingsprijs. Deze te activeren goodwill leidt tot een tijdelijk verschil tussen de waardering in de jaarrekening en de fiscale waarde (nihil). Omdat de goodwill normaal gesproken fiscaal niet aftrekbaar is neemt de rechtspersoon geen latente belastingverplichting op voor dit verschil (RJ 272.505). Zie ook bij ‘overige verschillen’ in paragraaf 3.

Investeringen in groepsmaatschappijen en dergelijkeVoor verschillen in verband met investeringen in groepsmaatschappijen, buitenlandse niet-zelfstandige eenheden, deelnemingen en joint ventures, kan onder voorwaarden worden afgezien van het opnemen van een latente belastingverplichting (zie hierna).

RJ 272.316 Een rechtspersoon dient een latente belastingverplichting op te nemen voor alle tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, buitenlandse niet-zelfstandige eenheden, deelnemingen en joint ventures, behalve voor zover aan beide volgende voorwaarden is voldaan:a. de moedermaatschappij, investeerder of partner is in

staat het tijdstip van afloop van het tijdelijke verschil te bepalen; en

b. het is waarschijnlijk dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst niet zal aflopen.

Voor onder de deelnemingsvrijstelling vallende belangen behoeft geen latente belastingverplichting te worden opgenomen, omdat bij het aflopen van het tijdelijke verschil geen verplichting ontstaat jegens de fiscus (overige tijdelijke verschillen).

De hier bedoelde tijdelijke verschillen ontstaan bijvoorbeeld bij niet-uitgekeerde winsten van de groepsmaatschappijen en dergelijke, wijziging van valutakoersen en afwaardering van investeringen bij duurzame waardevermindering daarvan. In deze gevallen gaat de boekwaarde van de investeringen afwijken van de fiscale boekwaarde (veelal de aanschafwaarde) en wordt rekening gehouden met latente belastingverplichtingen en/of -vorderingen.

De bepaling in RJ 272.316 geeft weer dat de moeder geen latente belastingverplichting hoeft op te nemen over de bij uitkering door de dochter nog verschuldigde belasting als de moeder in staat is en het voornemen heeft de winst niet uit te laten keren maar te herinvesteren binnen de deelneming. Hierbij houdt de rechtspersoon ook rekening met de huidige economische omstandigheden en behoeften aan liquide middelen. Deze kunnen het noodzakelijk maken dat winsten uit groepsmaatschappijen toch worden uitgekeerd, of dat een reorganisatie binnen de groep het alsnog opnemen van een latente belastingverplichting noodzakelijk maakt.

4. Opname en verwerking van latente belastingverplichtingen en -vorderingen

Latentie bij herwaardering

Bij herwaardering van activa kan rekening gehouden kan worden met latente belastingen, maar dat is op basis van de wet niet verplicht (art. 2:390 BW). De RJ spreekt in RJ 272.304 wel een sterke voorkeur uit voor het vormen van een latentie.

Page 16: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC16

Voorbeeld 8. Tijdelijk verschil niet uitgekeerde winst dochtermaatschappij

Op 1 januari 20x1 acquireert koper A 100% van de aandelen in entiteit B voor 600.000. Op het moment van verkrijging is de fiscale boekwaarde van A’s investering in entiteit B 600.000. Verminderingen in de boekwaarde van de goodwill zijn niet aftrekbaar voor fiscale doeleinden en de goodwill is ook niet aftrekbaar bij een toekomstige verkoop. Het belastingtarief in het land van koper A is 30% en in het land van entiteit B 40%. Overige informatie:

De goodwill in de geconsolideerde jaarrekening wordt als volgt berekend:

Gedurende het jaar heeft entiteit B een winst behaald van 150.000 en een dividend betaalbaar gesteld van 80.000. Het dividend is opgenomen als verplichting door entiteit B. De netto-activa van entiteit B per 31 december 20x1 zijn als volgt:

Geconsolideerde jaarrekening van koper A:

Het tijdelijke verschil op de investering van koper A in entiteit B is:

Als koper A heeft bepaald dat de aandelen in entiteit B niet in de voorzienbare toekomst worden verkocht en er geen dividenden worden uitgekeerd in de voorzienbare toekomst, wordt geen latente belastingverplichting opgenomen. Het tijdelijke verschil van 70.000 ontstaat na het moment van acquisitie en staat dus los van de latenties die onderdeel zijn van de verslaggeving rondom de bedrijfscombinatie (‘purchase price allocation’). Als een eventuele winstuitkering onder een vrijstelling valt (bijvoorbeeld een deelnemingsvrijstelling) wordt ook geen latente belastingverplichting opgenomen.

Reële waarde van entiteit B's identificeerbare activa en passiva (exclusief latente belastingen)

504.000

Fiscale boekwaarde van activa en passiva (369.000)

Tijdelijk verschil op moment van acquisitie 135.000

Latente belastingverplichting op moment van acquisitie (135.000 * 40%) 54.000

Verkrijgingsprijs 600.000

Reële waarde van entiteit B's identificeerbare activa en passiva (exclusief latente belastingen)

504.000

Latente belastingverplichting (54.000) 450.000

Goodwill 150.000

Netto-activa per 1 januari 20x1 450.000

Niet-uitgekeerde winst (nettowinst van 150.000 minus betaalbaar gesteld dividend van 80.000)

70.000

Netto-activa per 31 december 20x1 520.000

Boekwaarde 670.000

Fiscale boekwaarde (kostprijs) 600.000

Tijdelijk verschil (= cumulatief, niet-uitgekeerde winsten) 70.000

Netto-activa van entiteit B 520.000

Goodwill 150.000

Boekwaarde 670.000

Voorbeeld 8 illustreert hoe dat in de praktijk uitwerkt. Dit is een op IFRS gebaseerd voorbeeld, hetgeen onder meer blijkt uit het feit dat niet op goodwill wordt afgeschreven. Met uitzondering van dat specifieke element is de uitwerking onder Dutch GAAP hetzelfde.

Page 17: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 17

Latente belastingvorderingen

Regelgeving

RJ 272.306 Voor alle verrekenbare tijdelijke verschillen dient een latente belastingvordering te worden gevormd tot het bedrag waarvan het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn voor de verrekening. Voor verrekenbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in groepsmaatschappijen, buitenlandse niet-zelfstandige eenheden, deelnemingen en joint ventures, dient een latente belastingvordering te worden opgenomen overeenkomstig de bepalingen van alinea 318.

De bepalingen omtrent het opnemen van een latente belastingverplichting en – vordering zijn niet volledig aan elkaar gelijk. Een verplichting wordt altijd opgenomen, bij een vordering hangt dit af van de waarschijnlijkheid van toekomstige fiscale winst. Hier zal dus een beoordeling moeten plaatsvinden. Als het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn voor de verrekening dient een latente belastingvordering te worden gevormd.

Dit laatste komt overeen met hetgeen hiervoor is behandeld in voorbeeld 8, met als verschil dat daar sprake was van een belastbaar verschil in verband met groepsmaatschappijen, en in deze alinea een verrekenbaar verschil wordt behandeld.Naast verrekenbare tijdelijke verschillen kunnen ook fiscaal verrekenbare verliezen leiden tot een latente belastingvordering.

RJ 272.311 Voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie en nog niet gebruikte fiscale verrekeningsmogelijkheden dient een latente belastingvordering te worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut.

Ook hier geldt het criterium van waarschijnlijke toekomstige fiscale winst. Om dit vast te stellen kan onder meer gekeken worden naar het karakter van het verlies (incidenteel of structureel) en toekomstige begrotingen. Daarbij wordt in acht genomen dat een historie van verliezen een sterke aanwijzing is dat er geen toekomstige winsten zullen zijn. Daarnaast wordt er gekeken of er latente belastingverplichtingen tegenover de compenseerbare verliezen staan en of er mogelijkheden tot fiscale planning zijn. Bij de beoordeling of er voldoende belastbare tijdelijke verschillen zijn, moeten belastbare verschillen door herwaardering buiten beschouwing worden gelaten (RJ 272.310). Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat passieve latenties als gevolg van herwaardering vrijvallen ten gunste van het resultaat, terwijl deze nog niet zijn gerealiseerd.

Voor verrekenbare tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in groepsmaatschappijen, buitenlandse niet-zelfstandige eenheden, deelnemingen en joint ventures (bijvoorbeeld in geval van een afwaardering op het belang voor commerciële doeleinden die fiscaal niet aftrekbaar is) moet een latente belastingvordering worden opgenomen, uitsluitend voor zover het waarschijnlijk is dat: • het tijdelijke verschil in de voorzienbare

toekomst afloopt; en• er fiscale winst beschikbaar zal zijn ter

compensatie van het tijdelijke verschil.

Termijnen fiscale verrekening in NederlandOp grond van artikel 20 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zijn fiscale verliezen als volgt verrekenbaar (situatie per medio 2017):• achterwaarts: 1 jaar• voorwaarts: 9 jaar.

Raadpleeg fiscaal adviseurs en/of de site van de belastingdienst (www.belastingdienst.nl) voor de actuele stand van zaken.

Page 18: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Op grond van RJ 272.707 worden de bedragen van de verliezen toegelicht die voor voorwaartse verliescompensatie in aanmerking komen en de bedragen van de tijdelijke verschillen (voor zover deze bedragen niet in de waardering van de latente belastingverplichtingen zijn verwerkt en evenmin als latente belastingvordering zijn geactiveerd). Zie ook paragraaf 6 bij toelichting.

Voor verrekenbare tijdelijke verschillen en voor fiscale verliezen gelden soortgelijke criteria voor de opname van een latente belastingvordering. De bronnen van toekomstige fiscale winst waartegen de verrekenbare tijdelijke verschillen en fiscale verliezen kunnen worden afgezet zijn zichtbaar in bovenstaande figuur.

Indien op een of meer van deze vragen bevestigend wordt beantwoord neemt de onderneming een latente belastingvordering op tot het bedrag van beschikbare toekomstige fiscale winst. Zie verder RJ 272.313, voorbeeld 9 en ook ‘relevante overwegingen ten aanzien van het opnemen van een latente belastingvordering’.

Van belang zijn ook de termijnen waarbinnen latenties gerealiseerd kunnen worden. Stel, er is sprake is van een latente belastingverplichting omdat een actief fiscaal lager is gewaardeerd dan commercieel. De resterende afschrijvingstermijn (gebruiksduur) van dit actief is 10 jaar. De latente belastingverplichting is berekend op 100. Ook is er fiscaal verrekenbaar verlies van 500 (belastingtarief 20%), maar dit komt eind volgend jaar te vervallen op basis van de fiscale regelgeving. Het is dan niet mogelijk om een latente belastingvordering op te nemen van 100 (20% van 500) met als argument dat eveneens een latente belastingverplichting van 100 is gevormd. Er kan nog wel een latente belastingvordering van 10 worden opgenomen omdat de fiscale winst volgend jaar 10 hoger is door de afwikkeling van het belastbare tijdelijke verschil (10% van 100, zijnde de latente belastingverplichting). Er kan dan nog voor een klein deel worden geprofiteerd van de verrekenbare verliezen. Hierdoor wordt, na saldering van de actieve en passieve latentie van beide 10, een latente belastingpositie van nul op de balans opgenomen. Tot het bedrag van de beschikbare verliezen wordt geen toekomstige belastingverplichting verwacht.

PwC18

1 2 3

In hoeverre zijn er beschikbare latente belastingverplichtingen die in dezelfde periode afwikkelen als de latente belastingvordering?

Is het waarschijnlijk dat er voldoende toekomstige fiscale winst zal zijn (met uitsluiting van hetgeen hiervoor genoemd is)?

Zijn er fiscale planningsmogelijkheden?

Page 19: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 19

Grondslag voor deze conclusie is de volgende bepaling in de RJ, vooral het gestelde onder ad a) en b):

RJ 272.313 Een rechtspersoon neemt de volgende criteria in aanmerking bij het bepalen of het waarschijnlijk is dat er voldoende fiscale winst zal zijn gelet op de beschikbare voorwaartse verliescompensatie en fiscale verrekeningsmogelijkheden:a. de rechtspersoon heeft voldoende belastbare

tijdelijke verschillen betreffende dezelfde belastingautoriteit en dezelfde fiscale eenheid, die zullen resulteren in belastbare bedragen waartegen de verliescompensatie kan worden gerealiseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut voordat zij expireren; of

b. het is waarschijnlijk dat de rechtspersoon fiscale winst zal hebben voordat de verliescompensatie en verrekeningsmogelijkheden expireren; of

c. de beschikbare voorwaartse verliescompensatie heeft aanwijsbare oorzaken, waarvan het onwaarschijnlijk is dat zij zich weer zullen voordoen; of

d. planning van fiscale winst is mogelijk zodat de rechtspersoon fiscale winst kan creëren in de verslagperiode waarin de beschikbare voorwaartse verliescompensatie kan worden gerealiseerd en de verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut.

De latente belastingvordering wordt niet opgenomen voor zover het niet waarschijnlijk is dat fiscale winst beschikbaar zal zijn waartegen de beschikbare voorwaartse verliescompensatie en de verrekeningsmogelijkheden tot gelding kunnen worden gebracht.

Het opnemen van een latente belastingvordering is overigens geen keuze. Als voldaan wordt aan de voorwaarden die worden benoemd in de alinea’s 306

Voorbeeld 9. Latente belastingvordering

Situatie per 31 december 201x: (belastingtarief 20%)- er is een verrekenbaar tijdelijk verschil van 600 vanwege een garantievoorziening die fiscaal

pas in aftrek wordt gebracht op het moment dat de kosten worden gemaakt;- er zijn fiscaal verrekenbare verliezen van 400;- tenslotte is er een belastbaar tijdelijk verschil van 850 omdat er fiscaal sneller is afgeschreven

op materiële vaste activa.De maximaal mogelijke latente belastingvordering bedraagt 20% van (600 + 400) = 200. In hoeverre kan een latente belastingvordering in de jaarrekening worden opgenomen?

Stap 1. Is sprake van een latente belastingverplichting? Ja, als het belastbaar tijdelijk verschil in dezelfde periode afwikkelt als het verrekenbaar tijdelijke verschil en op dezelfde fiscale entiteit betrekking heeft kan in elk geval een actieve latentie worden verwerkt ter grootte van 170 (20% van 850).

Stap 2. Is toekomstige winst waarschijnlijk?Dat blijkt niet uit dit feitenpatroon, dus daarvan zal een analyse gemaakt moeten worden. Let op dat de toekomstige afwikkeling van de belastbare tijdelijke verschillen niet wordt meegenomen in deze analyse, om dubbeltelling met stap 1 te voorkomen.

Stap 3. In hoeverre kan fiscale winst worden gerealiseerd middels fiscale planning?Ook dit moet worden onderzocht. Vooralsnog is daar geen aanwijzing voor.

ConclusieIndien een latente belastingvordering van 170 in de jaarrekening wordt opgenomen dient te worden toegelicht dat sprake is van verrekenbare tijdelijke verschillen/fiscale verliezen die (nog) niet tot een latente belastingvordering hebben geleid.

Page 20: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC20

en 311 van RJ 272 moet die latentie worden gevormd, getuige het woord ‘dient’ in deze beide alinea’s.

Relevante overwegingen ten aanzien van het opnemen van een latente belastingvorderingAlhoewel RJ 272.313 duidelijk aangeeft welke stappen genomen moeten worden – en welke criteria daarbij van belang zijn - is de nadere invulling daarvan vaak toch nog wat complex, ook omdat

een inschatting moet worden gemaakt van de waarschijnlijkheid van fiscale winst. Een

latente belastingvordering moet worden opgenomen voor verrekenbare tijdelijke verschillen en fiscaal verrekenbare verliezen, mits het waarschijnlijk is dat in de toekomst fiscale winsten

beschikbaar zullen zijn. Een dergelijke beoordeling moet per (fiscale) jurisdictie

en per fiscale entiteit worden gemaakt. Die beoordeling vindt plaats in de context van de huidige economische omstandigheden, waarbij – als het wat minder gaat - zeker ook rekening gehouden dient te worden met tegenvallers die kunnen optreden ten aanzien van toekomstige te verwachten winsten.

De beoordeling vindt dus plaats aan de hand van de eerder genoemde drie stappen, waarbij de volgende overwegingen een rol kunnen spelen:

1. Zijn er belastbare tijdelijke verschillen die in de toekomst tot fiscaal belastbare bedragen leiden?

In eerste instantie worden belastbare tijdelijke verschillen in acht genomen, omdat afwikkeling hiervan tot fiscale winsten leidt. Derhalve wordt een latente belastingvordering verwerkt als bestaande belastbare tijdelijke verschillen naar verwachting afwikkelen in dezelfde periode als de verrekenbare verschillen en fiscale verliezen, bij dezelfde belastingautoriteit. Dit is hiervoor al aan de orde gekomen.

2. In hoeverre zijn fiscale winsten in de toekomst waarschijnlijk?

Vervolgens wordt beoordeeld of er voldoende fiscale winsten worden verwacht (waarbij toekomstige afwikkeling van verrekenbare verschillen buiten aanmerking wordt gelaten om dubbeltelling te voorkomen1). Natuurlijk zijn de veronderstellingen daarbij van groot belang, en daarmee de onderbouwing van die toekomstige winsten. Zowel positieve als negatieve aspecten

worden gewogen. Recent geleden verliezen en/of begrote (of verwachte) toekomstige verliezen op korte termijn vormen belangrijke aanwijzingen dat fiscale winsten de komende jaren niet waarschijnlijk zijn; de onderneming zal in dat geval overtuigende aanwijzingen (in IFRS aangeduid als ‘convincing evidence’) moeten hebben van toekomstige fiscale winsten om toch een latente belastingvordering te kunnen verwerken. Daarbij speelt ook een rol de oorzaken van de geleden verliezen, en of het waarschijnlijk is dat deze nogmaals zullen optreden. Zie ook hierna bij ‘Het Spyker arrest’.

Indien de onderneming in het verleden winstgevend is geweest vormt dat in het algemeen positief bewijs voor toekomstige winsten, maar er dient wel ook altijd naar de actuele verwachtingen te worden gekeken. Daarbij worden zowel positieve als negatieve elementen meegewogen, waarbij natuurlijk meer gewicht wordt toegekend aan objectief bewijs (bijv. actuele resultaten – dit in tegenstelling tot meer subjectieve prognoses).

Er wordt verder enigszins terughoudend omgegaan met de verwachte impact op toekomstige winsten van bijvoorbeeld kostenbesparende maatregelen, reorganisaties en dergelijke. Er kan zelfs worden overwogen om deze in zijn geheel niet in aanmerking te nemen bij de beoordeling van latente belastingvorderingen totdat daadwerkelijke implementatie heeft plaatsgevonden en meer duidelijkheid is over de gevolgen.

Relevante overwegingen

De volgende elementen zijn belangrijk in het opnemen van een latente belastingvordering vanwege verrekenbare verliezen:• Tot wanneer zijn de fiscale verliezen

verrekenbaar?;• Eventuele beperkingen ten aanzien van

het in een bepaalde periode te verrekenen bedrag (dit is in bepaalde landen buiten Nederland het geval, zoals op dit moment in Brazilië en Frankrijk);

• Eventuele beperkingen ten aanzien van de verrekening van verliezen die zijn ontstaan bij een bedrijfsovername;

• In hoeverre de verliezen daadwerkelijk operationele verliezen zijn (dan wel ‘capital losses’ zoals in een aantal landen geldt).

1 Voor nadere guidance inzake IFRS zie Manual of Accounting, FAQ 14.40.1 en IAS12p29.a

Page 21: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 21

Het is van belang om in te schatten in hoeverre toekomstige fiscale winsten waarschijnlijk zijn. De termijn die daarbij in acht wordt genomen is gelimiteerd vanwege het feit dat prognoses en begrotingen nu eenmaal een beperkte horizon (kunnen) hebben omdat na een bepaalde periode de onzekerheden teveel toenemen. Ook de economische omgeving verandert constant waarbij het soms lastig is om al te ver vooruit te budgetteren. Er mag echter geen arbitraire grens worden toegepast. De vraag of en wanneer de toekomstige fiscale winst niet meer waarschijnlijk kan worden geacht blijft van situatie tot situatie afhankelijk.

Verder zal een dergelijke inschatting natuurlijk consistent moeten zijn met andere schattingen met inachtneming van de relevante Richtlijn. De prognoses die in het kader van RJ 272 worden gebruikt zullen op een of andere manier consistent moeten zijn met de prognoses van RJ 121 (Bijzondere waardevermindering van vaste activa) die worden gemaakt om te komen tot de bedrijfswaarde. Wel kunnen er verschillen zijn in de uitvoering van de berekening, omdat de Richtlijnen nu eenmaal een ander doel dienen.

3. Zijn er mogelijkheden voor fiscale planning?Ten slotte kan in verband met het realiseren van latente belastingvorderingen ook worden gekeken naar de mogelijkheden van taxplanning. In het algemeen zijn dit activiteiten van de onderneming die normaliter niet gedaan zouden worden maar nu dus wel omdat men de latente belastingvordering (bijvoorbeeld voor fiscale verliezen) wil realiseren. Een voorbeeld is het reduceren van interestlasten (dus meer fiscale winst) in een deelneming door intercompany leningen om te zetten in kapitaal. Hiermee kunnen fiscale winsten naar voren worden gehaald worden om verdamping van verrekenbare verliezen te voorkomen.

Het spreekt vanzelf dat adequate toelichting op dit onderdeel onontbeerlijk zijn, met name indien sprake is van oordelen of schattingen van het management die materiële impact kunnen hebben op de belastingpositie dan wel op de jaarrekening als geheel. Hiervoor wordt verwezen naar RJ 110.1292.

Het Spyker arrestIn 2007 heeft de Ondernemingskamer zich uitgesproken in een procedure van de AFM tegen Spyker Cars N.V. waarbij onder meer een dispuut bestond omtrent het verwerken en waarderen van latente belastingvorderingen in een situatie waarbij de onderneming al meerdere jaren verliezen had geleden. Een interessante discussie ontstond over de vraag hoe de in IAS 12 gebezigde term ‘convincing evidence’ moest worden vertaald naar het Nederlands. De Ondernemingskamer heeft daarin de argumentatie gevolgd van Spyker, die van mening was dat uit IAS 12p34 en p35 niet volgt dat de beschikbaarheid van fiscale winst hoeft vast te staan en mitsdien niet bewezen hoeft te worden. Het criterium is volgens Spyker dat er overtuigende aanwijzingen gegeven moeten worden voor het beschikbaar komen van voldoende fiscale winst. De term ‘evidence’ in IAS 12p82 dient volgens Spyker in samenhang met IAS 12p34 3n p 35 aldus te worden uitgelegd dat uitgegaan moet worden van een waarschijnlijkheidscriterium en niet van daadwerkelijk te leveren bewijs. Dit brengt - slechts - met zich dat in de jaarrekening 2006 de aard van de overtuigende aanwijzingen dat toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn, moeten worden genoemd. Spyker heeft gesteld dat zij in de jaarrekening 2006 overtuigende aanwijzingen heeft gegeven die de verwachting dat de omzet vanaf 2007 sterk zal gaan stijgen, ondersteunen. Let op: deze uitspraak heeft betrekking op de toepassing van IAS 12.

2 Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van jaarrekeningen vormt de leiding van de rechtspersoon zich verschillende oordelen en schattingen die een belangrijke invloed hebben op de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, dient de rechtspersoon de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen toe te lichten.

Page 22: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC22

5. Waardering van latente belastingverplichtingen en vorderingen

Algemeen

RJ 272.404 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen dienen te worden gewaardeerd tegen hetzij nominale hetzij contante waarde. Indien waardering tegen contante waarde wordt toegepast, dient dit duidelijk in de toelichting te worden uiteengezet (zie ook alinea 712).

Latente belastingvorderingen en -verplichtingen moeten worden gewaardeerd tegen nominale of contante waarde.

RJ 272.401 Wijzigingen in de tarieven en/of andere bepalingen van de fiscale wetgeving die zijn vastgesteld, dan wel waartoe materieel reeds op balansdatum besloten is, dienen te worden betrokken bij de waardering van de belastinglatenties.

Een wijziging in de waardering van de latentie als gevolg van een tariefwijziging wordt via de winst-en-verliesrekening verwerkt. Is de latentie gevormd in verband met de toepassing van actuele waarde, dan wordt de wijziging in het tarief via de herwaarderingsreserve verwerkt.

De waardering van latente belastingverplichtingen en latente belastingvorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de rechtspersoon, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van zijn activa, voorzieningen, schulden of overlopende passiva (RJ 272.403). Dit is vooral van belang indien bijvoorbeeld voor resultaten die worden gerealiseerd met het voortgezet gebruik van het actief, een ander belastingpercentage geldt dan voor resultaten bij verkoop van het actief. Overigens is dit in de Nederlandse wetgeving niet aan de orde, dus voor ondernemingen die uitsluitend in het binnenland

werkzaam zijn zal dit niet voorkomen. Voor Nederlandse concerns met buitenlandse investeringen kan dit wel degelijk relevant zijn.

De boekwaarde van een latente belastingvordering moet op elke balansdatum worden beoordeeld. Een rechtspersoon vermindert de boekwaarde van een latente belastingvordering voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn om de latente belastingvorderingen geheel of gedeeltelijk te realiseren. Een dergelijke afwaardering wordt via de post belastingen verwerkt. De waardevermindering moet afzonderlijk blijken uit de winst-en-verliesrekening of de toelichting (RJ 272.406). Zeker indien er sprake is van wat mindere economische omstandigheden moeten rechtspersonen de mogelijkheid tot het kunnen realiseren van latente belastingvorderingen grondig beoordelen. Dat moeten ze in ieder geval doen wanneer de huidige en in de toekomst verwachte winsten nadelig worden beïnvloed door de marktomstandigheden.

Veranderingen in de boekwaarde van de latente belastingvorderingen moeten in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt tenzij de latente belastingpositie is ontstaan bij een overname of voortkomt uit een transactie die eerder rechtstreeks in het eigen vermogen is verwerkt (RJ 272.502).

Contante waarde

RJ 272.405 Omdat de jaarlijkse rentetoevoeging fiscaal niet in aanmerking kan worden genomen, dient bij de waardering tegen contante waarde discontering plaats te vinden op basis van de netto rente. (…). Mutaties in belastinglatenties als gevolg van rentetoevoeging dienen te worden verantwoord als belastinglast of -bate.

Voorbeeld 10. Voorgenomen wijziging tarief vennootschapsbelasting

Rechtspersoon X heeft eind 20x1 latente belastingverplichting opgenomen voor een belastbaar tijdelijk verschil van 1.000. Deze latente belastingverplichting zal naar verwachting acuut worden in 20x4. Het huidige belastingtarief bedraagt 25%. De Tweede en Eerste Kamer hebben in december 20x1 ingestemd met een wijziging van het VPB-tarief naar 30% die ingaat op 1 januari 20x3. Aangezien op 31 december 20x1 materieel al is besloten tot een verhoging van het belastingtarief naar 30% zal de verplichting in 20x4 worden afgewikkeld tegen dat percentage. De latente belastingverplichting wordt per 31 december 20x1 gewaardeerd tegen het tarief van 30%.

Page 23: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 23

Bij de berekening van de contante waarde moet rekening worden gehouden met de levensduur van de activa en verplichtingen waarop de latenties betrekking hebben. Indien geen verband is te leggen met individuele activa of verplichtingen wordt bij de

bepaling van de contante waarde van de voorziening voor latente belastingverplichtingen rekening gehouden met de kans dat zodanige latenties in totaal zullen afnemen en met de termijn waarop dat zal geschieden en eventuele andere relevante factoren.

Page 24: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC24

6. Presentatie en toelichting

Presentatie

Balans

Artikel 374 BW2 (fragment) Lid 1) Op de balans worden voorzieningen opgenomen tegen naar hun aard duidelijk omschreven verplichtingen die op de balansdatum als waarschijnlijk of als vaststaand worden beschouwd, maar waarvan niet bekend is in welke omvang of wanneer zij zullen ontstaan (…).Lid 4) In ieder geval worden afzonderlijk opgenomen: de voorziening voor belastingverplichtingen, die na het boekjaar kunnen ontstaan, doch aan het boekjaar of een voorafgaand boekjaar moeten worden toegerekend, met inbegrip van de voorziening voor belastingen die uit waardering boven de verkrijgings- of vervaardigingsprijs kan voortvloeien.

Als de rechtspersoon op basis van het voorgaande directe belastingvorderingen en schulden moet salderen, geldt dit ook voor latente belastingverplichtingen en -vorderingen (RJ 272.607).

Artikel 375 BW2 (fragment). 1. Onder de schulden worden afzonderlijk opgenomen: (h) schulden ter zake van belastingen en premiën van sociale verzekering.

Volgens artikel. 2:375 lid 1h onder mogen de over de verslagperiode of voorgaande verslagperioden verschuldigde belastingen samengevoegd worden met andere belastingen en sociale verzekeringspremies. In dat geval schrijft RJ 272.603 voor dat in de toelichting een specificatie wordt opgenomen.

Winst-en-verliesrekening

Artikel 377 BW2 (fragment)3 1. Op de winst-en-verliesrekening worden afzonderlijk

opgenomen: (a) de baten en lasten uit de gewone bedrijfsuitoefening, de belastingen daarover en het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening na belastingen.

De gevolgen van onzekere belastingposities moeten worden verwerkt en gepresenteerd als onderdeel van de balanspost ‘te betalen belasting’, met overeenkomstige verwerking op de regel ‘winstbelastingen’ in de winst-en-verliesrekening (zie paragraaf 2 ‘onzekere belastingposities’).

Bij correcties door de fiscus in relatie tot onzekere belastingposities kan er mogelijk ook de verplichting tot betaling van heffingsrente en eventueel ook boetes ontstaan. Er zijn geen specifieke richtlijnen rondom de verwerking daarvan als onderdeel van onzekere belastingposities. Zie verder hierna bij ‘Rente en boete’.

De volgende posten moeten afzonderlijk in de balans of toelichting worden vermeld (RJ 272.601, 602):• belastingvorderingen en -verplichtingen;• latente belastingvorderingen (op te

nemen op een afzonderlijke regel onder de financiële vaste activa of onder de vlottende activa (vorderingen));

• de over de verslagperiode of voorgaande verslagperioden terug te vorderen belasting;

• latente belastingverplichtingen (op te nemen onder voorzieningen);

• de over de verslagperiode of voorgaande verslagperioden verschuldigde belastingen.

Acute belastingvorderingen en -schulden moeten worden gesaldeerd als is voldaan aan de volgende criteria (RJ 272.604 en RJ 115.305): • er moet een deugdelijk juridisch instrument

zijn om de vordering en schuld gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; en

• de rechtspersoon heeft het stellige voornemen om de afwikkeling gesaldeerd en simultaan uit te voeren.

3 De vermelding ‘gewone bedrijfsuitoefening’ die de wet noemt is in feite overbodig omdat buitengewone baten en lasten (de tegenhanger van gewone bedrijfsuitoefening) niet meer in de wet worden genoemd.

Page 25: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 25

Kasstroomoverzicht

RJ 360.214 Uitgaven uit hoofde van te betalen winstbelastingen, en ontvangsten uit hoofde van terugbetaalde winst belastingen, worden opgenomen onder de operationele activiteiten, behalve voor zover deze praktisch toerekenbaar zijn aan investerings- en financieringsactiviteiten. Een voorbeeld van dit laatste is een belastinguitgave in verband met een boekwinst op verkochte activa.

In het kasstroomoverzicht, dat verplicht is voor middelgrote en grote rechtspersonen,

worden betaalde (of terugontvangen) winstbelastingen als afzonderlijke regel verwerkt onder de operationele activiteiten. Hierop bestaan enkele uitzonderingen; de verschuldigde

belasting over een omvangrijke boekwinst kan worden gepresenteerd als onderdeel van

de kasstroom uit investeringsactiviteiten.

Een aandachtspunt bij het kasstroomoverzicht is dat in de praktijk de belastinglast in de winst-en-verliesrekening vaak wordt aangemerkt als het betaalde bedrag in het kasstroomoverzicht. Alhoewel dit niet onmogelijk is, is het op zijn minst onwaarschijnlijk, immers, de definitieve winstbelasting aanslag wordt pas berekend na afloop van het boekjaar. Om de last in de winst-en-verliesrekening dan gelijk te laten lopen met de betaling in het kasstroomoverzicht zou de voorlopige aanslag (die meestal wordt opgelegd) exact gelijk

moeten zijn aan de definitieve aanslag, wat in de meeste gevallen niet aan de orde is. Verder kunnen onzekere belastingposities nog tot verschillen leiden tussen de daadwerkelijk betaalde belasting en de belastinglast in de winst-en-verliesrekening.

Rente en boeteZoals net vermeld kunnen correcties door de fiscus, bijvoorbeeld vanwege ingenomen standpunten bij onzekere belastingposities, leiden tot heffingsrente en/of boetes. In de praktijk is er diversiteit rondom deze verwerking. Er is een sterk argument om te stellen dat heffingsrente en boetes niet hetzelfde verwerkt moeten worden als de onzekere belastingpositie zelf, omdat de basis voor heffing niet vallen onder de definitie ‘belasting naar de winst’. Dit suggereert dat de rente en boetes moeten worden opgenomen, gewaardeerd en gepresenteerd in overeenstemming met RJ 252, en geclassificeerd als financiële of andere bedrijfskosten, in de winst-en-verliesrekening. In gevallen waarin de betaling aan de fiscus onderdeel is van een ‘lump sum’ bedrag en de rente en boete component niet separaat te bepalen is, kan het totaalbedrag verwerkt worden als onderdeel van de winstbelasting. In Nederland is de rente en boete wel separaat te bepalen.

ToelichtingIn de toelichting wordt een uiteenzetting gegeven van de gehanteerde methode van waardering, dat geldt voor alle rechtspersonen. Andere toelichtingseisen zijn in onderstaande tabel opgenomen, waarbij aangegeven is of deze van toepassing zijn voor grote rechtspersonen (altijd), middelgrote (aantal uitzonderingen) en kleine rechtspersonen (zeer beperkt). Niet genoemde RJ referenties (bijvoorbeeld RJ 272.705) zijn vervallen. Indien een toelichting slechts wordt aanbevolen wordt dat expliciet benoemd in de tabel via de toevoeging ‘Aanbevolen wordt’. De paragraafnummers RJ 272.715 – 719 vormen geen stellige uitspraken, maar aanvullende guidance omtrent eerdere bepalingen.

Uiteindelijk zal de post ‘belastingen’ in de winst-en-verliesrekening als volgt samengesteld kunnen zijn:• acute winstbelasting verschuldigd (het

bedrag volgens de aangifte) aangevuld met eventuele onzekere belastingposities;

• verschillen acute winstbelasting voorgaande jaren;

• mutatie in de latente belastingen;

Kasstroom- overzicht

Page 26: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC26

RJ 272 Toelichtingseis groot middelgroot klein

701 Uiteenzetting van de gehanteerde methode van waardering. Totaalbedrag aan belastingen dat rechtstreeks in het eigen vermogen is verwerkt.

v v v B15.121

702 De belangrijkste componenten van de belastinglast of -bate. v v -

703 Effectieve belastingtarief en het toepasselijke belastingtarief. v - -

704 Aanbevolen wordt in de geconsolideerde jaarrekening een toelichting op de relatie tussen de belastinglast of -bate en het resultaat voor belastingen te verstrekken (daartoe worden twee methoden genoemd).

v v -

706 Belangrijke afwijkingen van het effectieve of toepasselijke belastingtarief ten opzichte van de voorgaande verslagperiode.

v - -

707 De bedragen van de verliezen die voor voorwaartse verliescompensatie in aanmerking komen en van de tijdelijke verschillen (voor zover deze bedragen niet in de waardering van de latente belastingverplichtingen zijn verwerkt en evenmin als latente belastingvordering zijn geactiveerd).

v v -

708 Het totaalbedrag van tijdelijke verschillen inzake investeringen in groepsmaatschappijen, buitenlandse niet zelfstandige eenheden, deelnemingen en joint ventures waarvoor geen latente belastingverplichting is opgenomen.

v - -

709 Aanbevolen wordt in de geconsolideerde jaarrekening te vermelden met betrekking tot belastbare tijdelijke verschillen, verrekenbare tijdelijke verschillen, beschikbare voorwaartse verliescompensatie en toekomstige verrekeningsmogelijkheden: a. het bedrag van de latente belastingvorderingen en

-verplichtingen dat in de balans is opgenomen; enb. het bedrag van de latente belastinglast of -bate dat in de winst-

en-verliesrekening is verwerkt, voor zover dit niet reeds uit de wijzigingen in de balanspost blijkt.

v v -

711 Indien wordt onderscheiden tussen activiteiten die duurzaam worden voortgezet en activiteiten die niet duurzaam worden voortgezet: de belastinglast of -bate inzake de winst of het verlies bij beëindiging en over het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de beëindigde activiteiten met de daarbij behorende vergelijkende cijfers

v - -

711a Kwantitatieve vermelding van eventuele gevolgen voor de in het volgende jaar verschuldigde belasting als gevolg van voorgestelde of gedeclareerde dividenden waarvoor nog geen verplichting in de balans is opgenomen

v - -

712 Bij waardering van latente belastingverplichtingen en -vorderingen op contante waarde: de nominale waarde van de latente belastingverplichtingen en -vorderingen die in de verslagperiode zijn ontstaan en van de resterende verplichtingen en vorderingen op balansdatum, het bij de discontering toegepaste percentage nettorente en een toelichting op de gemiddelde looptijd van de verplichtingen en vorderingen (zie ook RJ 272.404)

v - -

713 Aanbevolen wordt in de geconsolideerde jaarrekening het geactiveerde bedrag van de latente belastingvordering en de reden die het opnemen daarvan rechtvaardigt toe te lichten indien:a. de realisatie van de latente belastingvordering afhankelijk is van

toekomstige fiscale winst die uitgaat boven de fiscale winst die uit de afloop van belastbare tijdelijke verschillen voortvloeien; en

b. de rechtspersoon een verlies heeft geleden in de verslagperiode of de voorgaande periode in het land waarop de latente belastingvordering betrekking heeft.

v v -

Page 27: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 27

713a Indien sprake is van tarief- of andere verschillen in de situatie waarin winsten of reserves worden ingehouden ten opzichte van de situatie waarin deze worden uitgekeerd: de aard en – voor zover mogelijk – de omvang van de mogelijke belastinglast of -bate als gevolg van eventuele uitkeringen aan aandeelhouders. Indien de bepaling van de omvang geheel of gedeeltelijk niet uitvoerbaar is moet dit feit eveneens adequaat worden toegelicht.

v - -

Aanvullende guidance omtrent eerder genoemde bepalingen:

715 De presentatie die in alinea’s 608 en 704 is voorgeschreven verschaft inzicht in hoeverre de relatie tussen belastinglast of -bate en de winst ongebruikelijk is en in de belangrijke factoren die deze relatie in de toekomst kunnen beïnvloeden. Die relatie kan afhankelijk zijn van factoren als belastingvrije inkomsten, fiscaal niet aftrekbare lasten, het effect van fiscale verliezen en van buitenlandse belastingtarieven.

v v -

716 Bij de toelichting op de relatie tussen belastinglast of -bate en de winst hanteert de rechtspersoon een toepasselijk belastingtarief dat het meest informatief is voor de gebruikers van de jaarrekening. Veelal is dit het belastingtarief in het land van vestiging van de rechtspersoon, waarbij eventuele lokale belastingen die materieel op dezelfde wijze als de nationale belasting naar de winst worden geheven, worden meegerekend. Voor een rechtspersoon die in meerdere landen actief is kan het echter informatiever zijn uit te gaan van een optelling van de analyses per land, of van een gewogen gemiddelde van toepasselijke belastingpercentages.

v v -

717 Het gemiddelde effectieve belastingtarief is de belastinglast of -bate gedeeld door de winst of het verlies vóór belasting.

v v -

718 Een rechtspersoon licht niet in de balans opgenomen verplichtingen en gebeurtenissen na balansdatum toe conform hoofdstuk 252 Voorzieningen, niet in de balans opgenomen verplichtingen en niet in de balans opgenomen activa respectievelijk hoofdstuk 160 Gebeurtenissen na balansdatum en datering van de jaarrekening. Niet in de balans opgenomen verplichtingen kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van een dispuut met de fiscale autoriteiten. Evenzo licht de rechtspersoon de materiële gevolgen voor de latente belastingen toe van belangrijke wijzigingen in belastingtarief en -wetgeving die na balansdatum worden aangekondigd of ingevoerd.

v v -

719 Omtrent een toelichting op de looptijden van de latente belastingvordering en -verplichting wordt verwezen naar alinea 602.

v v -

Naast de al geringe toelichtingseisen zijn kleine rechtspersonen op grond van art. 2:396 BW ook vrijgesteld van het apart vermelden van vorderingen, voorzieningen en schulden ter zake van belastingen. Dat geldt ook voor latente belastingvorderingen en – verplichtingen (RJk B15.119).

Overigens zijn de bepalingen over verwerking en waardering volgens paragraaf B15 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen (RJk) hetzelfde als voor grote en middelgrote rechtspersonen.

Page 28: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC28

7. International Financial Reporting Standards

De bepalingen over belastingen naar de winst zijn opgenomen in IAS 12 ‘Income Taxes’. Deze standaard behandelt de verwerking en presentatie van acute en latente belastingen.

Daarnaast is hiervoor al gebleken dat ingeval van het opnemen van een latente belastingvordering bepaalde toelichtingen onder IAS 12 zijn voorgeschreven. In eerste instantie moet vermeld te worden welk ‘bewijs’ er is voor toekomstige fiscale winsten in de situatie waarbij de onderneming dit of voorgaande jaren verlies heeft geleden. Verder kan onder omstandigheden toelichting nodig zijn vanwege schattingen en/of veronderstellingen. Dit kan betrekking hebben op onzekere belastingposities en/of gekozen uitgangspunten en veronderstellingen ten aanzien van toekomstige fiscale winsten.

IAS 12 is grotendeels overgenomen in RJ 272. De belangrijkste verschillen zijn de volgende:

• IAS 12 eist dat latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De Richtlijn biedt de keuze tussen waardering tegen nominale of contante waarde (alinea 404 en verder).

• IAS 12 geeft geen keuze voor het al dan niet opnemen van een latente belastingverplichting bij de herwaardering van activa. Op basis van IAS 12 wordt bij herwaardering van activa een latente belastingverplichting opgenomen. Art. 2:390 BW geeft wel een keuze.

• IAS 12 bevat een uitzondering voor verschillen die bestaan op moment van eerste verwerking. Onder RJ 272 geldt alleen een uitzondering voor goodwill die ontstaat bij overnames en is niet specifiek geregeld hoe om te gaan met tijdelijke verschillen die bestaan op het moment van eerste verwerking van activa en passiva (niet zijnde goodwill)..

• Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden op grond van IAS 1p56 als langlopend aangemerkt. Volgens de Richtlijnen worden latente belastingvorderingen onder de financiële vaste activa dan wel onder de vlottende activa gepresenteerd, en de latente belastingverplichtingen onder de voorzieningen met vermelding in hoeverre deze voorziening als langlopend wordt beschouwd.

• Bij de beoordeling of er voldoende belastbare tijdelijke verschillen zijn moeten volgens de Richtlijn belastbare tijdelijke verschillen als gevolg van herwaardering buiten beschouwing worden gelaten (alinea 310). IAS 12 bevat een dergelijke bepaling niet.

• De vrijstelling van bepaalde toelichtingsvereisten voor middelgrote en kleine rechtspersonen komt in IAS 12 niet voor.

Page 29: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 29

Page 30: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

PwC30

Meer weten?

Heeft u vragen over dit onderwerp, dan kunt u uiteraard contact opnemen met uw contactpersoon bij PwC. Wij helpen u graag verder.

Page 31: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

Alles over: belastingen naar de winst 31

Page 32: Alles over: belastingen naar de winst - PwC · Rechtspersoon X heeft in zijn aangifte een standpunt ingenomen ten aanzien van de te hanteren verrekenprijs waarvan het waarschijnlijk

© 2017 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289). Alle rechten voorbehouden. PwC verwijst naar de Nederlandse firma en kan soms naar het PwC-netwerk verwijzen. Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op www.pwc.com/structure voor meer informatie.

De inhoud van deze publicatie is bestemd voor algemene informatiedoeleinden en dient niet ter vervanging van professioneel advies.

Auteurs: Hugo van den Ende en Sebastiaan Stoffelen, PwC Assurance. Ontwerp: Richard Volbeda, PwC.

In this document ‘PwC’ refers to PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., which is a member firm of PricewaterhouseCoopers International Limited, each member firm of which is a separate legal entity. Without prior written permission of PwC, this publication may not be duplicated, copied, distributed or published. This content is for general information purposes only, and should not be used as a substitute for consultation with professional advisors. You should not act upon the content of this publication without obtaining specific professional advice. No representation or warranty (express or implied) is given as to the accuracy or completeness of the information contained in this publication, and, to the extent permitted by law, PwC does not accept or assume any liability, responsibility or duty of care for any consequences of you or anyone else acting, or refraining to act, in reliance on the information contained in this publication or for any decision based on it.